Sidney Jackson met Harry van der Stel in de nieuwe samenkomstzaal aan de Bovenstraat te Rotterdam, 1981.
Sidney Jackson werd al jarenlang in zijn lichaam aangevallen door een probleem in zijn longen, veroorzaakt door een injectie die hij eens kreeg. Er was slechts een klein stukje van elk van zijn longen overgebleven. De dokters in Tucson hadden gevraagd of ze de röntgenfoto’s van zijn longen terug konden krijgen, omdat ze die in een museum wilden plaatsen. Ze konden niet begrijpen hoe een man kon leven met slechts twee erg kleine stukjes long, zoals ze die zagen op de betreffende foto’s.
In 1981 bezochten Sidney Jackson en zijn vrouw de samenkomst in Rotterdam voor de laatste keer. Hij was erg zwak en had ongeveer zestien kilo aan gewicht verloren terwijl hij in Tucson, USA was, sinds zijn vorige bezoek aan ons in augustus 1980. In Tucson waren hij en zijn vrouw zeer druk geweest met het verlenen van veel geestelijke zorg voor de grote gemeente daar, met vele persoonlijke gesprekken tot diep in de nacht.
Ten tijde van het bezoek aan Rotterdam werd broeder Sidney ook door satan aangevallen met een dubbele longontsteking. Als hij boven was in het huis van broeder Harry, moest Harry zijn oor heel dicht bij zijn mond houden om te begrijpen wat hij aan het zeggen was, aangezien zijn stem zo zacht en zwak was. Maar toen hij naar beneden ging naar de samenkomstzaal, werd zijn stem krachtig en danste hij zelfs in de Geest.
Sidney Jackson met zijn vrouw Johanna in het samenkomstgebouw aan de Bovenstraat te Rotterdam, 1981.
In de eerste samenkomst van het jaar 1981, op 2 januari, vertelde hij ons dat hij rechtstreeks van de USA naar Zuid-Afrika terug had kunnen gaan, maar dat hij speciaal naar Rotterdam was gekomen. Hij zei: “Ik zal doorgaan; ik zal die laatste stap nemen”. Hij sprak ook opnieuw over 1952, toen de Here hem vertelde dat hij naar Holland zou gaan en de profeet hem hier een aanbevelingsbrief voor gaf. Hij zei: “Zoals mijn broeder hier sprak, 1952, we waren nog geen eens in de Boodschap. En ik vertelde broeder Branham: ‘God zei dat ik naar Holland zou gaan’. Ik zou ook Duitsland aandoen. Maar Duitsland paste niet in het plaatje. Het was Holland. En broeder Branham ging naar zijn secretaris, broeder Cox. En hij gaf daar een brief. Vertelde hem het uit te typen. En u weet wat het was, denk ik.” Broeder Sidney predikte in die tijd in onze nieuwe samenkomstzaal, die we juist voltooid hadden en waar hij erg blij mee was.
Vervolgens, op 5 januari 1981, was hij buitengewoon zwak en aangevallen in zijn longen, maar hij wilde nog steeds beneden komen, naar onze samenkomstzaal, om vragen te beantwoorden. Hij had een zeer moeilijke tijd met ademhalen, maar toch wilde hij de gestelde vragen beantwoorden.
Nadat hij terug was gegaan naar Zuid-Afrika, werd hij aangevallen door meerdere beroertes. Tijdens een van deze beroertes zette de evangelist Lukas de Beer, de hoed van William Branham op het hoofd van Sidney Jackson en de Here richtte hem weer op. Dit was de hoed die William Branham droeg tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrika in 1965 en die hij aan Sidney had gegeven. Na deze gebeurtenissen verhuisden Sidney Jackson en zijn vrouw naar een bejaardentehuis, tot grote ontzetting van broeder Sidney.
De voorganger Harry van der Stel met medevoorganger Paul Somers, tijdens een huwelijksinzegening in 2009.
In die periode kreeg Harry van der Stel van de Here een droom, waarin hij Sidney Jackson rechtop zag wandelen als een generaal in een veld met groen gras. Plotseling kon broeder Sidney niet verdergaan, alsof er een onzichtbaar hek stond dat hem tegenhield. In die droom ging Harry naar hem toe en tilde hem over dit onzichtbare hek. Vanwege deze droom gingen Harry en zijn vrouw Annie naar Zuid-Afrika en bezochten zij Sidney en zijn vrouw Johanna. Toen zij Sidney Jackson ontmoetten, was hij erg terneergeslagen en depressief, aangezien zijn lichaam hem in de steek liet. Broeder Harry vroeg hem of de Here nog steeds tot hem sprak over mensen en hij bevestigde dat het zo was. Dus vertelde Harry hem dat de Here hem had bewaard voor dat doel, om voor hen te bidden. Terwijl zij met hen spraken en liederen met hen zongen, begon broeder Sidney zich te verheugen en leefde hij op in de geest.
Het was slechts twee weken na dit bezoek dat de Here Sidney Jackson naar huis nam op 1 juli 1982. Onze samenkomst heeft daarna nog financieel bijgedragen in de verzorging van Sidney’s vrouw Johanna, totdat ook zij heengegaan is naar haar hemels thuis om haar beloning van de Here te ontvangen. Ze zijn nu beiden op ons aan het wachten, tot die “ontmoeting in de lucht”.
Wij zijn de Here dankbaar voor de bediening van Sidney Jackson en de wijze waarop de Here zijn bediening bevestigd heeft door de woorden van William Branham. Bovendien bewijst het feit, dat de Here tot Sidney Jackson over Holland sprak en dat William Branham dit bevestigde met een aanbevelingsbrief, dat wij een deel zijn van Zijn voorbestemde plan. Ook zijn wij de Here dankbaar voor de bediening van onze voorganger en de wijze waarop de Here deze bediening bevestigd heeft door de bediening van Sidney Jackson en door datgene wat William Branham tot Sidney Jackson gesproken heeft. Wij zien hierbij niet op de mens, hoewel wij deze bedieningen in hoge mate respecteren, maar op datgene wat de Here gedaan heeft in het midden van ons. Zoals ook Paulus aangeeft in 1 Korinthe 3: 5 - 9: “Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door welke gij geloofd hebt, en dat, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft? Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven. Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft. En die plant, en die nat maakt, zijn één; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid. Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.”