William Branham sprak in 1964 tot Morris Ungren de woorden “hij is de sleutel tot Zuid-Afrika”, met betrekking tot Sidney Jackson. In dat jaar bezochten Sidney Jackson en zijn vrouw voor de tweede keer William Branham in Jeffersonville en, zoals eerder vermeld werd, zijn zij gedurende die tijd beiden gedoopt in de Naam van de Here Jezus Christus. William Branham bracht tijdens dat bezoek Sidney Jackson en zijn vrouw, samen met Pearry Green, naar de “denroom” in zijn huis. Hij sprak daar meer dan vier uur tot hen over de vijf buitengewone gebeurtenissen, die hadden plaatsgevonden door het “Gesproken Woord”; de redding van de zonen van Hattie Wright, de genezing van zijn vrouw Meda, de eekhoorns die in bestaan werden gesproken, de storm die gestopt werd en de vis die weer tot leven werd gewekt.
In de getuigenissen die Sidney Jackson later gaf, vertelde hij hoe God met een bepaalde reden Pearry Green en hem samen moest voegen. Hij vertelde dat ze zeker verschillend dachten over zaken, maar dat hij in de gunst stond bij Pearry Green en dat Pearry Green adviezen van hem aannam. Sidney Jackson vertelde ook dat de profeet (broeder Branham) hem en zijn vrouw, samen met Pearry Green, liet staan op de huid van de zilvertip grizzlybeer die in de “denroom” lag, en dat ze niet van elkaar weg konden komen.
William Branham bad toen voor hen allen persoonlijk. Sidney Jackson getuigt hoe William Branham hem toen zijn “commissioning” (roeping) heeft verteld, die hij alleen gehoord heeft en die hij geheim hield. Vervolgens zei broeder Branham, “Kijk wat een zendeling van Zuid-Afrika voor Zuid-Afrika mij heeft gegeven”. Hij nam het Afrikaanse potje van houtsnijwerk, dat Sidney hem gestuurd had in 1951, waarin hij gepolijste stenen bewaarde. Hij gaf een bruine steen uit dit potje aan Pearry Green met de woorden “een bruine beer”. Hij gaf ook een gele steen aan Sidney Jackson met de woorden “een geelgemaande leeuw”. Ook liet hij Sidney Jackson een steen uit het potje pakken voor zijn vrouw.
Het Afrikaanse potje van houtsnijwerk
Pearry Green vertelt over deze gebeurtenis in zijn getuigenissen en zegt dat hij door het gebed van broeder Branham wist dat hij iets had te doen met betrekking tot de bediening van William Branham om een getuige te zijn. Hij vertelt ook dat de steen “een bruine beer” tot zijn hart sprak toen hij in 1977 in Rusland was. Het embleem van Rusland is een bruine beer en Pearry getuigt hoe goed zijn bediening en zijn boek “De handelingen van een profeet” in Rusland ontvangen werden.
Sidney getuigt in Canada in 1976, dat hij op dat moment nog niet wist wat de steen “een geelgemaande leeuw” betekende. Maar hij vertelt hoe in het zuidwesten van Zuid-Afrika, waar de zwartgemaande leeuw leeft, niemand tot de Boodschap kwam. Hij geeft aan dat in het overige deel van Zuid-Afrika, waar de geelgemaande leeuw leeft, de Here Zijn zegen heeft gegeven en deze Boodschap heeft vermenigvuldigd.
Niet om toe te voegen aan het getuigenis van Sidney Jackson over de reden waarom William Branham de steen “geelgemaande leeuw” aan hem gaf, maar er zijn een aantal opmerkelijke feiten in de bediening van Sidney Jackson voor Holland, speciaal met betrekking tot de samenkomst in Rotterdam, die precies in lijn met dit alles zijn. William Branham spreekt erover hoe God Zijn eigen Woord uitlegt. Hij heeft geen uitlegger nodig. Hij legt Zijn eigen Woord uit door dat Woord te bewijzen op Zijn tijd.
Sidney Jackson in Rotterdam, 1977
Zoals eerder aangegeven kwamen Sidney Jackson en zijn vrouw in 1976 voor het eerst naar Rotterdam. De samenkomst was toen in het huis van Harry van der Stel, aan de Leeuwensteinstraat. Broeder Harry en zijn vrouw Annie woonden al jarenlang in deze straat en zijn in die buurt van Rotterdam geboren. Toen Sidney Jackson eens rondwandelde in Rotterdam in de omgeving van de samenkomst, was hij blij verrast om te zien hoe alle straatnamen gerelateerd waren aan Zuid-Afrika, aangezien deze buurt de “Afrikaanderbuurt” werd genoemd.
Eén van de hoofdstraten was de Paul Krugerstraat en de boerderij van Sidney Jackson in Zuid-Afrika was dichtbij het Paul Krugerpark gelegen. Dit was de boerderij waarvan de Here in 1951 tot William Branham sprak om daar twee weken te gaan rusten bij Sidney Jackson, toen broeder Branham in Zuid-Afrika was. De Leeuwensteinstraat was een kleine zijstraat van de Paul Krugerstraat en de betekenis van “leeuwenstein” is “leeuwensteen”. Het was precies in deze straat dat de bediening van Sidney Jackson tot een grote zegen werd voor de gelovigen in Holland.
Sidney & Johanna Jackson met rechts broeder Vriesema in de Bovenstraat te Rotterdam, 1980
Aan het einde van 1979 verhuisde Harry van der Stel naar een andere plaats in Rotterdam, genaamd de Bovenstraat op nr. 130, waar de samenkomst nu is. Sidney Jackson bezocht ons ook aan deze plaats en was er erg blij mee. Als je in de Bovenstraat aankomt, nog geen vijftig meter van de samenkomst, zie je eerst in gele neonletters de woorden “Gouden Leeuw” op de muur van het café links op de hoek.
Er is een geschiedenisboek van Rotterdam, waarin de Leeuwensteinstraat wordt genoemd. Vanwege de ligging onderaan een dijk werd het gebied ook wel “de leeuwenkuil” genoemd. In 1979, toen Harry van der Stel verhuisde naar het nieuwe samenkomstgebouw, heeft men deze straat gerenoveerd en in dit boek staat vermeld “In 1979 is de ‘leeuw’ voorgoed uit zijn ‘kuil’ verdwenen”. Men heeft nieuwe huizen in deze straat gebouwd met deels koperen daken (wat oordeel betekent), hetwelk erg ongewoon is in Nederland.
Verder is het opmerkelijk dat het originele embleem van Holland een gele leeuw heeft met een zwaard in zijn rechterklauw. Dit dateert uit 1572, toen Holland onafhankelijk van Spanje werd onder de leiding van Willem van Oranje, wiens familie een leeuw in hun banier had. Er wordt gezegd dat zij hiertoe geïnspireerd werden door de leeuw in de banier van de stam van Juda. Beginnende bij een kleine plaats aan de kust, genaamd Brielle, werd vanaf 1 april 1572 de Spaanse bezetting weggedreven uit Holland. De Spaanse soldaten konden dit gebied niet meer bereiken, aangezien grote delen van het land door de Nederlanders onder water werden gezet. Spoedig waren de meeste steden in Holland en Zeeland, die nu provincies zijn in Nederland, vrijgezet. De Reformatie, die was gestart in Duitsland, kon zich hierdoor naar het westen verplaatsen en vele Protestantse en ook Joodse vluchtelingen uit andere Europese landen kwamen naar Holland.
Sinds 1949 is de leeuw van de stam van Juda afgebeeld in de vlag van Jeruzalem met een olijftak aan weerszijden van de leeuw. Wij weten dat de twee olijftakken uit de Bijbel, in Zacharia 4, Mozes en Elia vertegenwoordigen. De blauwe leeuw met de gele manen vertegenwoordigt de Here, zoals in Openbaring 5, vers 5 staat:
“En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.”