Uw houding en Wie is God?
Door William Marrion Branham1 Goedenavond. Ik ben erg blij hier vanavond opnieuw te zijn om een Schriftgedeelte te lezen en om te bidden voor de zieken en de behoeftigen.
Ik was erg blij om over de grote overwinning van gisteravond te horen die de Here gaf. Precies aan het einde van de dienst scheen de Geest van de Here door te breken, kwam neer op de mensen en er werden glorieuze dingen verricht voor Zijn glorie. Ik ben daarvoor erg dankbaar. En het kan elke avond zo zijn.
Sommigen van hen lagen op veldbedden, en sommigen op brancards die hier waren neergezet, werd me verteld... Natuurlijk moeten zij mij dat vertellen. Ik raak zelf ook het contact kwijt met de dingen. Maar God zal het geloofsgebed respecteren. Hij zal het geloof respecteren van mensen die in Hem geloven. Gelooft u dat niet? Met heel mijn hart geloof ik het.
2 Welnu, de samenkomsten gaan verder, en we voelen dat we een heerlijke tijd hebben.
Ik was vandaag met de predikerbroeders aan het praten. We waren vanochtend op een ontbijt. Zij namen mij mee uit. En ik was blij om persoonlijk bekend te raken met vele van uw fijne predikers van verschillende kerken. Sommigen van hen uit de Pinksterkerk, en sommigen van de 'Four Square' geloof ik, en sommigen van de Kerk van God, en van de 'Missionary Fellowship Church', en al die dierbare broeders allemaal tezamen als één. Dat is de wijze waarop God met ons kan werken, wanneer we op die wijze worden. Wanneer predikers hun harten eensgezind krijgen, dan zullen zij de gemeente bijeenbrengen.
3 Weet u, ik geloof dat wanneer Jezus zal verschijnen, Hij ons niet zal vragen of we tot een zekere kerkdenominatie behoren. Hij zal gaan... Wij zullen geoordeeld gaan worden naar wat we met Hem gedaan hebben in ons hart.
Christendom betekent niet dat iemand bij een zekere kerk hoort; het betekent dat iemand in het Koninkrijk van God geboren is. Ziet u?
Welnu, ik weet dat we tegenwoordig kerkdenominaties hebben die dat Bloed ontkennen. Broeder, zuster, als u het Bloed van Christus hier uit neemt, dan hebt u niet meer dan gewoon wat filosofie of iets dergelijks. Het is het Bloed dat een verzoening maakt. Het is het Bloed dat redt. En het is het Bloed dat geneest. Het is het Bloed dat reinigt. Dat is de werkelijke zaak van God, dat is het Bloed.
4 En ik ben vanavond blij te weten dat mensen nog steeds in het Bloed geloven (ziet u?), het Bloed van Christus. Ik geloof niet in dit sociale evangelie dat ze vandaag hebben, en deze cultussen die rondtrekken en zeggen: "Nou, er is helemaal niet zoiets als het Bloed en de Heilige Geest." U bent gewoon geen Christen wanneer u dat doet. U kunt het niet zijn. U kunt geen Christen zijn zonder wederom geboren te zijn. Dat is juist. U kunt het niet, ongeacht wat u probeert te belijden.
Maar Hij zei: "Geen mens kan zeggen dat Jezus de Christus is, dan alleen door de Heilige Geest." Ziet u? Als u alleen maar aanneemt wat iemand anders zei, dan gaat u verder met wat iemand anders zei. Maar u zult het nooit weten totdat de Heilige Geest u gevuld heeft met Zijn tegenwoordigheid, en aan u betuigd heeft dat Hij de Heilige Geest is en het bij het rechte eind heeft. Ik ken u, die gelooft dat wie gelooft dat Jezus Christus de Zoon van God is, geboren is uit de Geest van God. Maar u neemt alleen aan wat iemand anders u gezegd heeft totdat het een getuigenis van u zelf is. Ziet u?
5 Ik herinner mij een dierbare broeder, die tot dezelfde gemeente behoorde als waar ik toe behoorde. Hij zei: "Broeder Branham, de Bijbel zei dat eenieder die gelooft dat Jezus Christus de Zoon van God is, uit de Geest van God geboren is."
En ik zei: "Er staat ook geschreven dat geen mens kan zeggen dat Jezus de Christus is, dan alleen door de Heilige Geest." Ziet u? Het is allemaal... Ziet u?
Hij zei: "Nou, als u het gelooft..."
Ik zei: "U neemt iets aan wat iemand anders zei. U moet er een getuige van zijn (ziet u?), het voor uzelf weten."
U zegt wat moeder zei, wat vader zei, wat de prediker zei. Maar toen Hij Petrus vroeg: "Wie zegt gij dat Ik ben?", zei hij: "U bent de Christus, de Zoon van God."
Hij zei: "Gezegend zijt gij, Simon Barjonas, want vlees en bloed heeft dit niet aan u geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is. En op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen er niets tegen vermogen." Houd vast aan de Rots. Doe wat juist is. God zal u zegenen.
6 Welnu, uit Lukas het zevende hoofdstuk wens ik vanavond de eerste tien verzen te lezen. Ik probeer altijd te lezen omdat ik weet dat God Zijn woord zal eren.
Nadat Hij al zijn woorden ten aanhoren van het volk voleindigd had, ging Hij Kapernaüm binnen.
Een slaaf nu van een hoofdman, die deze op hoge prijs stelde, was ernstig ongesteld en lag op sterven.
Toen hij van Jezus hoorde, zond hij enige oudsten der Joden tot Hem met het verzoek te komen en zijn slaaf in het leven te behouden.
Zij kwamen dan tot Jezus en drongen zeer bij Hem aan, want, zeiden zij, hij is waard, dat Gij dit voor hem doet;
want hij heeft ons volk lief en onze synagoge heeft hij gebouwd.
En Jezus ging met hen mede. Toen Hij niet ver meer van het huis was, zond de hoofdman vrienden om tot Hem te zeggen: Here, doe geen moeite, want ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt; (Oh, ik houd daarvan.)
daarom heb ik ook mijzelf niet waardig geacht tot U te komen,... (Hij zond de Joden, ziet u?) maar spreek (slechts) een woord en mijn knecht moet herstellen. (Ik houd van...)
[Leeg gedeelte op de band – Vert]
Want ik ben ook een mens onder autoriteit geplaatst, met soldaten onder mij, en ik zeg tot de een: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het.
Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Zich kerende tot de schare, die Hem volgde, sprak Hij: Ik zeg u, zelfs in Israël heb Ik een zó groot geloof niet gevonden!
En toen zij, die gezonden waren, terugkwamen in het huis, vonden zij de slaaf gezond.
7 Laten we voor een ogenblik bidden. Onze hemelse Vader, wij zijn vanavond opnieuw gekomen, en...?... gaan de tweede week nu in, een behoorlijke lange reeks diensten. We zijn dankbaar dat vele veldbedden die hier stonden, vanavond leeg en weg zijn. Velen die gebonden waren, zijn op en lopen tussen degenen die vandaag gezond zijn. Velen die ziek waren, in moeiten, nabij de dood... zijn nu genezen. En wij zijn dankbaar, Here, voor deze dingen. Velen die zondaars waren, gebonden door boeien van zonde; honderden zijn bekeerd, zijn gebracht tot het erkennen van God, en de gemeenschap met de Heilige Geest door het Bloed van Zijn Zoon, Christus Jezus. Welnu, wij hebben U daarvoor lief.
En nu, Here, vanavond begint de achtste avond. Ik vraag U vanavond, Here, dat deze avond een echte tijd van gemeenschap rondom het Woord moge zijn, gemeenschap rondom de Geest van God, dat allen die mij zullen horen vanavond met één geweldige stap voorwaarts komen, geloof mogen ontvangen om genezen te worden. Moge dit een glorieuze samenkomst zijn die lang herinnerd zal blijven vanwege Uw tegenwoordigheid.
8 Sta toe, Here, dat er vanavond iets gezegd of gedaan zal worden, dat zal veroorzaken dat de eigenzinnigen zich tot Christus wenden. Want wij geloven, en voelen de druk in de Geest, dat grote oordelen op deze landstreken zijn in de laatste dagen. Plagen, ziektekiemen die reeds gekweekt zijn om verspreid te worden door de naties. Geen dokter zelfs weet hoe er grip op te krijgen is. Oh, God, wij zullen dan in Goddelijke genezing moeten geloven. Wanneer naties kiemen tezamen uitbroeden, om ze in bommen opeen te pakken, waardoor miljoenen een paar uur later sterven.
Maar oh, wij zijn zo dankbaar dat U, toen de verderfengel voortging, zei: "Raak niet één aan van degenen die het zegel van de Vader op hun voorhoofd hebben. Zij zijn van Mij." Oh, wij zijn vanavond zo blij om onder het Bloed te zijn, veilig beschermd; zoals Israël in de dagen vanouds, toen ze het bloed op de bovendorpel van de deur en op de deurstijl plaatsten, een teken van het kruis. Toen de doodsengel met donkere naar beneden gebogen vleugels het land doorzwiepte; maar toen hij het bloed zag, steeg hij weer op, want: "Ik zal u voorbij gaan."
9 Wachtend... Het Offerlam werd gedood. Wij nemen Zijn lichaam aan onder het Bloed, veilig en, oh God, wachtend op het middernachtelijk uur dat komen zal wanneer de "uittocht" wordt uitgeroepen. Wij zullen één dezer nachten uitgaan naar het beloofde land, omgord, geschoeid met het Evangelie des vredes, de volledige wapenrusting van... de hele wapenuitrusting van het Evangelie aangetrokken, voorwaarts gaand. Help ons, dierbare God, om ons vanavond stevig aan te gorden, de deurstijl en de bovendorpel te onderzoeken om te zien of het Bloed daar is, om dan voorwaarts te wandelen om elke vijand uit te dagen, en te weten dat onze grote Opperbevelhebber, degene die Jozua ontmoette nadat hij de rivier was overgestoken en zei: "Ik ben de Bevelhebber van de legerscharen van de Here"... Oh God, Jozua beefde. Hij wist dat U de leiding had.
En wij weten vanavond dat de Morgenster over ons is. Banieren schitteren, de vlaggen wapperen. Wij zijn verzekerd dat we winnen als we vertrouwen op Hem die ons niet in de steek zal laten.
Sta het vanavond toe, Here, dat vele dingen gedaan mogen worden. Zend Uw Geest. Geef mensen geloof om... Soms doet het hen verbaasd staan, Vader. Zij kunnen zich de tegenwoordigheid niet voorstellen, deze geweldige zaak, de Jehova van het Oude Testament, Jezus van het Nieuwe, de Heilige Geest van deze dag, die hier vanavond staat om elke belofte die Hij gedaan heeft te bekrachtigen. Zegen ons Here.
Zend dan Uw gaven, welke bij dit alles op de tweede plaats komen, dat het de mensen ertoe mag brengen om de gemeente te stichten, om ons tot het besef van Uw tegenwoordigheid te brengen. Want we vragen het in de Naam van Uw Zoon, Jezus. Amen.
10 Het aantal avonden neemt toe. Natuurlijk ben ik moe, raak zelfs nog vermoeider. Het is een waarheid die ik geloof, namelijk dat wanneer de mens fysiek aftakelt, dat de geestelijke mens de kans krijgt. Dat is het doel van vasten en die dingen. Hij kan dan de kans krijgen om op die vijf zintuigen van ons te werken, om ons tot geloof te brengen en om geloof te hebben in Hem.
Ik houd van de houding van deze centurion vanavond, waar we zojuist over gelezen hebben. Hij was een man die zich onwaardig voelde. Zolang u zich onwaardig voelt over de zegening die u vraagt, dan bent u aardig geschikt om hem te krijgen. Maar wanneer u tot de plaats komt dat u denkt dat God het u verschuldigd is, dan vergist u zich. Wij staan in de schuld bij God; God is ons niets verschuldigd. Wij zijn dank verschuldigd aan God.
11 En deze Romein, Italiaan, wat hij ook maar was, zei: "Here, ik ben niet waardig dat U onder mijn dak zou komen, en ik vond mijzelf ook niet waardig om voor Uw aangezicht te komen." Met andere woorden: "Ik zend Uw gemeente om U te ontmoeten en deze vraag te stellen. Maar ik heb geloof. Ik weet dat U een man met autoriteit bent, want ik ben ook onder autoriteit geplaatst. En U hoeft niet helemaal naar mijn huis te komen om Uw handen op mijn dienstknecht te leggen. U hoeft niet hierheen te komen en een gebed op te zeggen."
Merk op. Welnu, wees zeker dat u dit vat. Hij zei: "Ik ben ook een man onder autoriteit. En als ik tegen deze man zeg: 'Ga dat doen', dan zal hij het doen. En als ik tegen deze man zeg: 'Kom hierheen', dan zal hij komen. Ik sta onder autoriteit. En diegenen die onder mij staan, moeten mij gehoorzamen."
En hij wist dat dit de Zoon van God was, en dat elke ziekte en elke demoon onder Hem stond. En alles wat Hij hoefde te doen was enkel het Woord te spreken, niet bidden, alleen het Woord te spreken (dat is alles) en het zou worden weggedaan, omdat elke demoon Hem zou moeten gehoorzamen. Gelooft u dat vanavond? Elke demoon zal God gehoorzamen. Hij moet wel. Alles gehoorzaamt God. En hij zal u gehoorzamen als u geloof hebt.
12 Jozua stopte de zon. Is dat waar? Iemand zei: "Alle dingen zijn mogelijk bij God; niets is onmogelijk." Maar alle dingen zijn ook voor u mogelijk. Niets is onmogelijk voor degenen die geloven. Alle dingen zijn mogelijk. Het is precies hier naar beneden gebracht en het heeft u gemaakt, als u alleen maar weet wie God was.
Nou, ik ben bang dat de gemeente haar autoriteit niet kent. Ik ben bang dat Heilige-Geest-geboren mensen hun autoriteit niet herkennen waar... of de autoriteit die God aan Zijn gemeente heeft toegestaan. "Ik zal u de sleutels tot het Koninkrijk geven. Wat u op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn, wat u los laat zal losgelaten worden. Ik geef u kracht over slangen, en over allerhande ziekten, oh over alles, en niets zal u kwaad doen." Oefen uw geloof. Laat het los. Laat God Zijn weg hebben. God zal het u toestaan.
13 Welnu, laat ons eens een beetje bezien wie God is. Ik voel dat er vanavond iets op het punt staat te gebeuren. Ik heb God om iets gevraagd. En ik geloof dat Hij het mij gaat toestaan. Ik geloof het met mijn gehele hart. Welnu, weest u in gebed. Ik kan niet spreken totdat Hij spreekt.
Laten we teruggaan en voor een ogenblik uitzoeken wie God is. Laat ons terugkijken naar het begin van de tijd. Dit is een klein beeld dat ik wil schetsen zodat u een opvatting kunt krijgen van wie dit Wezen vanavond in ons midden is, dat Zich onder ons beweegt. Als u zich alleen maar zou kunnen voorstellen Wie dat is, dan zou genezing een tweederangs of iets ondergeschikts voor u zijn. Als u alleen maar zou kunnen zien Wie Hij is.
14 Welnu, laten we honderd miljard jaar teruggaan, en dan nog eens honderd miljard jaar daarvoor. En blijf gewoon teruggaan.
Hier niet lang geleden, was ik in Californië. Daar is een observatorium. Zij hebben daar een kijker. En zij kunnen honderdtwintig miljoen lichtjaar ver kijken. Toen ik...?... Hoe snel het licht reist. En daarachter is er nog steeds ruimte. Daar hangen we vanavond in.
Maar laten we denken aan de periode voordat er ooit iets was; God was daar. Hij was in den beginne. En laten we Hem bezien, en Hem hier buiten in de ruimte uitbeelden. Dat is Jehova waar wij over spreken. En let voor een ogenblik op hoe de drie-eenheid van God tot de mens komt.
15 En daar, die grote ruimte waar niemand zich met zijn verstand iets bij kan voorstellen, daarachter, die ruimte, eeuwigheid, daar is Jehova God. En ons wordt geleerd dat in het begin de Logos, of de Zoon van God, uit God voortkwam.
Welnu, ik geloof niet in een eeuwig zoonschap. Dat is zelfs extreem om zoiets ook maar te noemen, 'eeuwig zoonschap'. Hoe had Hij een eeuwig zoonschap...?... wel, het is zelfs 'eeuwig' zoonschap, hoe zou Hij dan een Zoon kunnen worden? Hij zou een begin moeten hebben gehad. Ziet u?
16 Dus was Hij eerst God, Jehova. En uit Hem... Laten we het nu even uitbeelden als een klein toneelstuk zodat u het kunt vatten. Laten we uit de ruimte iets aan zien komen terwijl er niets is, laten we het een klein wit Licht maken, zoals een mystiek licht, zoals een stralenkrans. En dat was de Logos die uit God kwam in het begin. Dat was de Zoon van God die uit de boezem van de Vader kwam. Dat was in het begin het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en heeft onder ons gewoond. In den beginne was God. En toen kwam uit God de Logos, een deel van God dat uit God kwam.
Laten we dit opmerken. Welnu, ik moet dit hier voor een ogenblik voor u afbeelden als een klein toneeltafereel, voordat ik erop terugkom, om één zaak aan u duidelijk te maken: Wie... wat vanavond in ons midden is.
17 En daarin... Welnu, kijk, dit is zoiets als een kind dat bij de voordeur aan het spelen is. Het was de Zoon van God, de Logos. En ik kan Hem daarbuiten zien, en Hij sprak en zei: "Laat er licht zijn." En daar was niets. Maar er was daar iets gebeurd, een atoom draaide daar rond en begon op deze manier rond te draaien. De zon begon in bestaan te komen, omdat Hij zei: "Laat er zijn." Daar is de autoriteit.
Waar maakte Hij haar van? Ik weet het niet. Daar was niets om haar van te maken. Maar Hij geloofde Zijn eigen Woord, en er was licht. Ik kan er een stuk vanaf zien vliegen; het is een meteoriet. Na een paar miljoen jaar, of honderden miljarden jaren als u het zo wilt noemen, cirkelde hij verder weg. Ik kan Hem daar zien staan om het te bekijken. Hier valt hij naar beneden. Hij stopt hem nadat hij een paar miljoen jaar gevallen was, en laat hem daar in een baan hangen. Hier is nog een ander die van de zon vandaan vliegt. Deze gaat hiernaar toe en hangt naar beneden, en wordt daar gestopt.
18 Wat is Hij aan het doen? Zijn eerste Bijbel aan het schrijven. Merk op, de menselijke wezens keken ooit eens naar de hemelen. En hij plaatst alle sterren in de hemelen, de dierenriem, beginnend bij de Maagd, eindigend bij Leo de Leeuw. De eerste komst van Christus, de tweede komst. Hij kwam door de Maagd, en komt opnieuw als de Leeuw van de stam van Juda. Daar plaatst Hij de eerste Bijbel.
Oh, destijds in de dagen van de oudheid, keken zij naar die dingen. Vandaag heeft Hij zijn Bijbel hier geschreven. Maar Hij schreef het op in de hemelen, zodat de mens naar boven zou kijken en zich zou realiseren dat Jehova de Schepper daarboven leefde. En dan kan ik Hem zien, Hij keek naar die...
Ik kan zien dat Hij naar deze wereld kijkt die daar hangt als een ijspegel, wat het ook was, ver, ver weg. En Hij bewoog hem hiernaar toe. Ik kan zien hoe dit kleine Licht eruit gaat. Nu hebben we er twee. De Vader, en uit de Vader kwam het Licht, de Zoon. En ik kan dat Licht hier zo zien bewegen om de aarde naar de zon toe te trekken om haar af te drogen. En begint...?... het water omhoog te halen, het land te scheiden, de aarde van het water, enzovoorts.
Dan begint Hij te scheppen. En Hij maakte de vissen van de zee, het plantenleven. Hij plaatst het vee op de heuvel. Het zag er allemaal goed uit voor Hem.
Toen zei Hij: "Laat ons mensen maken naar Ons eigen beeld, naar onze gelijkenis." Is dat juist? In orde. Dus maakte Hij een mens. God was Geest; hij moest een geestmens zijn die naar Zijn beeld was gemaakt. Hij zette hem hier op aarde om het dierenleven enzovoorts te leiden, zoals de Heilige Geest de gemeente vandaag zou moeten leiden. Dat was de mens.
19 Dan toen Hij hem plaatste... Daar was geen mens om het land te bewerken, en hij plaatste hem met vijf zintuigen. Daar zouden de wetenschappers kunnen...?... Ze zijn bang, in de war. Hij zou hem een hand hebben kunnen geven zoals een aap en een voet als van een beer, en wat Hij ook maar wilde, maar Hij plaatste Zijn Geest in hem, en maakte hem een ziel. Daar is het verschil. Wij stammen niet af van enig dierlijk leven. Beslist niet. Wij zijn niet gebonden aan enige zintuigen van het dierlijk leven. God maakte ons. Dat is juist.
Hoe dan ook, daarna, merk op. Daarna was hij hier op de aarde, en hij gaf hem een hulpe, enzovoorts. Hij had gezegende gemeenschap met Zijn Vader, en sprak met Hem.
20 En toen, wij zullen deze tweede mens gaan maken... De eerste mens kunt u niet zien. God... de tweede mens was een lichtkrans. En nu neemt Hij een derde mens en maakt hem als een kleine witte wolk, die over komt, we kunnen hem zien; de Heilige Geest komt naar beneden. En hij is één en al mens. Dat is de ziel van de mens, eeuwig dan.
En nadat deze mens gezondigd had, bevlekte hij die ziel. Duisternis, donkerheid kwam erin. En toen kwam God naar beneden en leefde in de mens, leed met de mens en bevrijdde de mens; en de Heilige Geest komt in de mens en drijft die duisternis en zonde van hem weg, en brengt hem terug in volmaakte gemeenschap, een deel van God. En nu worden wij, door het Bloed van Christus, Die ons van onze zonden reinigt, zonen en dochters van God.
Wie is God, degene die daar stond en de sterren uit Zijn handen liet rollen, en werelden uit Zijn handen deed rollen, en die de dingen maakte die niet te zien zijn: Godheid. En Godheid Zelf woont in de mens. De Schepper die hemelen en aarde maakte, leeft in de mensheid.
21 Nu, geen wonder, kreupelen, wanneer u zich dat realiseert en u zich uitstrekt; de Schepper is hier. Geen wonder dat van blinden en van hen die niet kunnen zien de ogen open gaan, de Schepper is hier, de Schepper. Realiseert u zich Wie...
De Bijbel zei: "Wij zijn zonen en dochters van God." Van Zijn geslacht. Welnu, dan zijn wij iets zoals God was. Jezus zei Zelf: "Er is geschreven: 'Gij zijt goden.' Geschreven in uw wet." Wij worden een deel van God, een zoon van God door de aanneming door Jezus Christus.
Daarom, als u zich realiseert dat de enige God die het stof en de aarde, en wat er ook maar hier is, gemaakt heeft, onder de mensen leeft, waar blijft ons geloof dan, vrienden?
En Hij zei: "Deze dingen die Ik doe," toen Hij op aarde was, "groter zult u doen, want Ik ga naar Mijn Vader. Welke dingen u ook maar verlangt, wanneer u bidt, geloof dat u ze ontvangt; u zult ze hebben." Dat is de Schepper die spreekt. Klopt dat? Dan ligt het niet meer in Hem; het ligt in ons.
Dan hebben wij gemeenschap; wat Adam verloor in de val, herstelde Christus in Zijn dood (Gelooft u dat?), om de mens terug te brengen in gemeenschap met God.
Welnu, de gemeente heeft zich omhoog bewogen tot die gemeenschap met God, gemeenschap net zoals Adam het in het begin in de hof van Eden had, alle zonden zijn weggenomen, vrij van veroordeling, met de Heilige Geest die ons van alle zonden reinigt. Nu, u bent vrij om de volgende stap in God uit te oefenen. Ziet u?
22 Als u stervende was... Ik heb aan hun zijde gestaan. Ik heb er gezien die dachten dat zij gered waren, en ik heb hen vastgehouden toen zij aan het sterven waren. Ik heb hen gezien die werkelijk wisten dat zij gered waren en die, toen zij heengingen, juichten over de overwinning. Dat is juist. Ik heb hen gezien in al de fasen zoals het voorbij kwam. Wees zeker dat u recht staat met God voordat u hier weggaat. Neem niet wat iemand anders zegt; weest u zelf zeker dat u in orde bent met God.
Welnu, de Godheid hier met ons, de Godheid in ons. "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer." Is dat de Schrift? "Maar gij zult Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de wereld." Dan is Christus in Zijn gemeente totdat er geen wereld meer is. Dan, als wij kunnen ontdekken waar Christus in Zijn gemeente aan het werk is, dan is dat de gemeente waar ik in wil zijn.
23 Nu, de gelovige van vandaag... De meeste mensen zeggen dat hij een goed mens is, hij betaalt de tienden aan de kerk; hij is een goed lid. Dat is erg fijn. Dat is een leven met moraal. Welnu, niemand zou daar kwaad over kunnen spreken. Maar dat is niet waar ik over spreek. Jezus oordeelde een mens als gelovige, op een ander karaktertype.
Jezus, de laatste Woorden die Hij zei toen Hij de wereld verliet: "Gaat gij de gehele wereld in en predikt het Evangelie tot iedereen." Is dat juist? "Wie gelooft en gedoopt is, zal gered zijn. Wie niet gelooft zal vervloekt zijn." Is dat juist?
Welnu, elke kerk zal tot zover meegaan, maar wat met de overigen? Hij zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Gelooft u dat? "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven, in Mijn naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen spreken; slangen opnemen, of het drinken van dodelijke dingen zal hen geen kwaad doen; als zij hun handen op de zieken leggen dan zullen zij herstellen." En Hij werd uit hun midden opgenomen, en de discipelen keerden terug met grote vreugde, en predikten het Woord overal, terwijl de Here met hen mee werkte, en het Woord bevestigde met tekenen en wonderen. Is dat juist?
24 Welnu, dat moest gepredikt worden totdat Jezus terug zou komen. Oh God, geef ons mannen en vrouwen met moed. Iemand die zal opstaan en goed goed zal noemen en fout fout. Het is òf goed òf fout. Als dat niet de... Ik lees dat in Markus 16 Als dat niet de waarheid is, dan geloof ik de Bijbel niet. En als ik de Bijbel niet geloof...
Als ik niet voor Jezus was dan zou ik hier tegen Hem zijn. Moge God de dag geven dat mannen en vrouwen zullen zijn wat zij zeggen dat ze zijn. Als u een Christen bent, leef dan zo, wees dan zo, gedraagt u zich dan zo. Als u het niet bent, wees ertegen, zodat mensen zullen weten waar u staat. Als ik het niet geloofde, zou ik er tegen zijn.
Maar ik ben bereid om mijn ziel aan elk deel van dat Woord op te hangen, om te zeggen dat het de waarheid is. Ik geloof dat dit het geïnspireerde Woord van God is. En ik geloof dat elk Woord ervan geïnspireerd is. En ik ben bereid mijn leven elk moment toe te vertrouwen aan Gods Woord en Zijn beloften, want het is waar.
25 Welnu, nog één of twee ogenblikken, en dan zullen we beginnen met het bidden voor de zieken.
Merk op. Welnu, de enige wijze waarop u ooit ergens met God komt, is door te geloven dat Hij hier is, en dat Hij een beloner is voor degenen die hem ernstig zoeken. U zult dat moeten geloven. En God...
Als ik zou zeggen tegen deze man, jonge kerel, twee van hen zitten hier in rolstoelen. Als ik tegen hen zou zeggen: "Sta op, u bent genezen. U kunt wandelen." En nu zitten velen van deze mensen hier overal in deze rolstoelen, als ik tot hen zou zeggen: "Sta op en wandel, want Christus heeft u genezen."
Welnu, als zij zouden zeggen: "Nu, kijk. Ik ben al kreupel sinds..." Dat zou dan alles zijn. Dat was alles.
U zult geloof moeten hebben om te geloven dat ik u de waarheid heb verteld. En ik zou het u niet vertellen, totdat ik eerst zou weten dat het de waarheid was. En ik weet zeker, alhoewel ik een mens ben en onderhevig aan fouten, dat God onfeilbaar is en geen fout kan maken. Ziet u?
En Hij zei: "Als u gelooft. Overeenkomstig uw geloof zal het voor u zijn." Klopt dat? Wij geloven het.
26 Welnu, vele malen kijk ik naar de zieken. Mensen bekritiseren mij en wijzen hun vinger naar mij, en zeggen: "Nou, ik bracht iemand hier naartoe, en er was helemaal niets met hem gebeurd." Diezelfde oude duivel die zei: "Kom van het kruis af, dan zullen we u geloven." Het leeft nog steeds in de mensen vandaag...?...
Vriend, ik zou niets kunnen zeggen, om eerlijk te zijn voor Gods aangezicht, totdat ik ervan af zou weten. Zou u verwachten dat ik hier zou gaan staan op de... Wel, ik noem het de 'roes' van uw bestraffing, of zoiets, en om iets verkeerds te doen om te veroorzaken dat Gods gemeente er een bezoedelde naam van zou krijgen? Nooit.
Ik luister naar één persoon, en dat is God. Managers, of iets, ik heb, denk ik, de beste managers in de wereld. Zij doen niet... Zij kunnen waar ze ook maar wensen een samenkomst neerzetten, maar ik heb de vrijheid.
Om te doen, wat de Geest van God ook maar zegt te doen. Als Hij mij van dit podium vandaan zou roepen, precies nu, om voor iemand in het land te gaan bidden, dan zou ik nu direct gaan. Dat is waar. En ongeacht wat er hier zou gebeuren, ik zou dan zeker gaan. Het is beter te gehoorzamen dan om offerranden te brengen. Dat is waar.
27 Maar als Hij mij iets vertelt... Soms zal ik de persoon opvangen en hem rechtstreeks aankijken. En vele keren, als u het opmerkt, dan draai ik me dan altijd om. Dat is... Ik weet dat de trek van het geloof tot mij komt. Als ik stop, zal het de mensen er uit gaan roepen. Ziet u? En ik probeer daar zoveel mogelijk van weg te blijven, door recht vooruit naar het gehoor te kijken, omdat zodra ik contact maak met een persoon, een visioen naar voren begint te komen. In negen van de tien keer zal dat gebeuren. En wanneer zij dat doen, dan veroorzaakt dat...
Maar dat geneest de persoon niet. Maar als u de mensen dan op het punt krijgt om te geloven, soms als ik tot hen spreek en hun vertel wat verkeerd is, dan zullen zij het geloven. Dat zal hun geloof geven. Maar ik zou u niet kunnen vertellen wat er mis is met u totdat God het me eerst toont. Ik ben...
28 Jezus ging de kreupelen voorbij en liet hen daar liggen. Hij zei: "Ik kan niets doen tenzij de Vader het Mij eerst toont." Is dat juist? Johannes 5:19: "Waarlijk, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen in Zichzelf tenzij Hij het de Vader ziet doen." Ziet u? Het moet eerst getoond worden.
Toen Bileam probeerde Israël te vervloeken, zegende hij Israël juist. En Balak vroeg hem waarom. Hij zei: "Hoe kan een profeet iets zeggen tenzij God het in zijn mond legt." Ziet u? U kunt het niet zeggen. Dat heeft geen zin.
Dus, blijf gewoon bidden, iedereen in een houding van gebed, en geloof dan. En als God me vertelt iets tegen u te zeggen, dan zal ik het zeggen. En wanneer ik het zeg, geloof het dan.
29 Hier niet lang geleden kwam een dame in de gebedsrij. Ze was snel door de rij. Ze liep over...?... Ik meen dat het Tulsa, Oklahoma, was. En zij wandelde in de gebedsrij op haar krukken. En ik zei: "Zuster, zult u mij geloven als Gods dienstknecht?"
Ze zei: "Ja, zeker."
Ik zei: "Ga naar uw plaats en gooi uw krukken weg, en ga lopend verder."
En zij zei: "Maar meneer, ik loop al twee jaar lang met deze krukken."
Ik zei: "U zult waarschijnlijk altijd met ze blijven lopen." En zij ging verder. Het was voorbij.
30 Ongeveer twintig minuten later kwam er een dame die twee begeleiders had om haar te helpen. En ik voelde de Geest naar haar toe trekken. Zij keek op, en zij was aan het huilen.
Ik zei: "Moeder, gelooft u?"
Zij zei: "Ik geloof met heel mijn hart dat wat u ook maar van God zou vragen, dat God het zou doen."
Ik zei: "Wandel daarnaar toe (zoals ik het die ene dame een tijdje terug had verteld) en gooi die krukken weg en loop verder."
Ik stond gewoon naar haar te kijken. Zij wandelde daarnaar toe. Zij moesten haar helpen, het arme oudje was zo zwak. Zij hield er één zo vast. Ze nam haar krukken en gooide ze neer. En zij ging al schreeuwend helemaal dat gebouw door, rond- en rondgaand.
Welnu, wat als zij dat niet gedaan zou hebben, ziet u? Ik moet het eerst weten. En u gehoorzaamt en doet wat u verteld wordt om te doen.
31 Wanneer u hier naar buiten gaat en een kritische dokter... Niet alle doktoren zullen zo bekrompen zijn. Maar als een kritische dokter u vertelt dat u niet genezen bent, enzovoort, geloof daar dan niet in. Gaat u voorwaarts, en doe wat God u vertelde te doen. Luister nergens naar. Ga naar een andere dokter als u een dokter wilt spreken, één die God zal dienen. Welnu, u...
Welnu, denk eraan. Ik ben niet tegen doktoren, of medische behandelingen, ziekenhuizen, of iets daarvan. Alles wat iemand kan helpen, en de arme lijdende mensheid kan verlichten, God zegene elke moeite die daarvoor genomen wordt. Ik bid dat God het een of ander soort serum ergens naar die wetenschappers zal zenden, dat elke kanker zal doden die er in de wereld is. Ik hoop dat hij iets zal zenden wat TBC zal doden, of iets wat eraan gedaan kan worden. Ik vertrouw erop dat Hij het zal doen. Ik bid dat Hij het zal doen.
32 Maar nu, broeder, er kan geen genezing plaatsvinden tenzij God er zelf om roept. "Ik ben de Here, die al uw krankheden geneest." Het kan alleen maar door God gebeuren. De beste doktoren nemen hun eigen medicijn in en sterven. Dat is waar. Zij zullen hier ermee bezig zijn...
Hier onlangs zag ik dat een vrouw van 'Christian Science' God vertrouwde voor haar kind in Californië. Het stierf. En vanaf Maine tot Californië bazuinden de kranten het uit: "Goddelijke genezing: allemaal fanatisme. Baby stierf zonder medische behandeling." En toen dat door het land ging, verloren de doktoren tegelijk tenminste tienduizend gevallen. Maar zij zouden de medische wetenschap niet als fanatisme willen bestempelen.
33 Als ik hier vanavond naar de begraafplaats zou gaan en zou zeggen: "Jullie allen die stierven onder medische behandelingen, sta op. En jullie allen die stierven door op de Here te vertrouwen, sta op." Weeg het in de weegschaal. Gelijke monniken, gelijke kappen. En als u elke Goddelijke genezing moet veroordelen omdat één zaak misging, dan is als één zaak van medische behandeling misloopt, ook dat fanatisme. Kom en laat ons tezamen richten. Dat is juist.
Als er één zaak verloren is door Goddelijke genezing, omdat iemand niet genoeg geloof had om er in te wandelen en het te ontvangen, en het allemaal als fanatisme gebrandmerkt moest worden, dan is als er door medische behandeling één patiënt verloren gaat, terwijl er honderden in uw stad en omgeving dagelijks door medische behandeling sterven, dan... Dat is juist.
34 Welnu, de zaak die men zou moeten doen, als u tenminste een hart hebt, als ze niet tuk op geld zijn, en bang zijn dat ze een paar centen kwijtraken, is dat u gewoon samen zou komen en zeggen zult: "Broeders, dienstknechten, en allen tezamen, laten we samen werken in deze zaak, en proberen onze medemens te helpen." De wereld zou er veel beter aan toe zijn. God zou ons dan zegenen. Dat is waar.
Ik zeg niets tegen medische wetenschap, of tegen enig iets. Ik ben hier niet om een oordeel te geven. Ik ben hier om het Evangelie te prediken en om voor de zieken te bidden. En ik kan er geen één gezond maken. Geen dokter kan iemand gezond maken. Zij hebben nooit beweerd genezers te zijn. De Mayo's zijn de beste autoriteit, veronderstel ik. Zij zeggen: "Wij zeggen niet dat we genezers zijn. Wij zeggen dat we de natuur assisteren. Er is één Genezer, dat is God." Dat is in orde. Dat is de beste autoriteit.
Dus als een dokter u vertelt dat hij een genezer is, dan is hij een kwakzalver. Dat is alles. Zo is het. Als prediker heb ik evenveel kwakzalver-predikers als dokters gezien. Iets wat niet gelooft in Gods Woord, is voor mij een kwakzalver. Dat is juist. U bent bereid om een standpunt in te nemen en om het Woord te nemen zoals het is, en te zeggen of het correct of foutief is. Juist. Welnu, geloof God. Heb geloof in God.
35 En wanneer de inspiratie van de Heilige Geest hier is om u te inspireren, onthoud, God zal uw lichaam naar uw belijdenis maken. Als u zegt dat u een dronkaard bent, en wilt drinken... Wees niet bezorgd, spoedig zult u er eentje zijn. Als u zegt dat u een zondaar bent, en dat u wilt zondigen, u zult er meteen in zijn.
Als u zegt dat u een Christen bent en het de hele weg gelooft, zal God het teweeg brengen... uw getuigenis zal u precies erin brengen. Als u in genezing gelooft, en gelooft dat God u heeft genezen, belijd het, en God zal uw lichaam aan uw belijdenis laten gehoorzamen, want Hij is de Hogepriester van uw belijdenis, die nu aan de rechterhand van de Vader zit met Zijn eigen Bloed om te bemiddelen voor elke belijdenis van iets waarvoor Hij gestorven was.
En Hij stierf om de zonde te verscheuren. En ziekte is het resultaat van de zonde. "Hij werd verwond voor onze overtredingen, door Zijn striemen zijn wij genezen." Onthoud dat. Heb geloof. Weifel niet. Sta erop.
36 Ik moet denken aan een geval eenmaal, één van de ergste die ik ooit heb gezien. Net voor de gebedsrij... U zoudt willen... Hoevelen zouden graag deze dingen nu willen gebruiken, en enkele van deze getuigenissen krijgen zodat u ze kunt opsturen. Ik zal ze u vertellen, avond na avond. In orde. Als u dit getuigenis wilt, schrijf naar... Laat me eens zien. Schrijf hiervoor naar Eerwaarde G.H. Brown, 505 Victor Street, Little Rock, Arkansas.
En zoals ik al zei, ze maakten gekheid over die zakdoek, over dat dit gedaan werd. Ik zou ook van ongelovigen niet hebben kunnen verwachten dat ze dit geloven. Het is voor degenen die geloven.
37 Welnu, het was in deze samenkomst en op een zelfde avond. Een kleine dame was daar met haar zakdoek die niet bevlekt was met bloed. En haar arm lag daar helemaal open, en ze stond daar voor duizenden mensen als een getuige. En het bloed stopte, en zij konden niet begrijpen waarom het gestopt was. Want God stopte het.
Hoe bent u immers ooit hier op aarde gekomen? Hoe werd de levenskiem ooit gevormd? Merk op: het werd door de Schepper gedaan, God.
38 Welnu, let even goed op. Het is ongeveer elf uur. Broeder Brown zei in de gehoorzaal tegen mij: "Broeder Branham, wanneer kunt u eens naar de psychopatische gevallen gaan die zij..." Normaal gesproken houden zij hen bij zich, omdat ze alles verstoren. En soms, wanneer die geesten uit de mensen komen, dan is het verschrikkelijk hoe ze handelen.
Hij zei: "Ik heb de verschrikkelijkste angst gekend die ik ooit in mijn leven gehad heb, voordat ze u hadden gebracht." Wij hadden een glorieuze samenkomst gehad. Hij zei: "We hebben haar daar beneden in de kelderverdieping gelegd."
En ik kwam net de straat aflopen, en was verbaasd. U kent dat kleine lied wel: "Geloven alleen"? Ik ging die ochtend met de lift naar beneden, en ik hoorde iemand zingen: "Geloven alleen, alle dingen zijn mogelijk, geloven alleen." En het was de liftjongen die daar stond en aan zijn toestel draaide...?...
En ik liep verder en begon zo de straat af te lopen, helemaal daar ginds naar het buitenste deel van de stad. En ik hoorde een moeder een kleine baby wiegen in een oud wiegje met notehouten bodem. Hoevelen kennen zo'n oud wiegje met notehouten bodem, toen het gebruikelijk was om ze met notehout te vlechten? En ik groeide er mee op en wiegde er zelf in een.
39 Daar was die kleine ouderwetse moeder die haar baby omhoog hield, en hem net wilde terugleggen...?... "Geloven alleen, geloven alleen, alle dingen zijn mogelijk."
En ik zei: "Oh God, hoe dank ik U voor die dame die de samenkomst bezoekt."
Ik liep verder door. Maar één van de schattigste kleine schepseltjes was een klein jongetje. Hij was toen met enkele knikkers aan het spelen, en ik liep voorbij en bekeek hem. En het kleine kereltje had één van zijn broekspijpen naar beneden en eentje omhoog gerold. En hij begon zijn knikker zo te schieten, en hij kwam naar me toe, ging recht overeind staan, veegde zijn benen af en zei: "Geloven alleen, geloven alleen, alle dingen zijn..." Zingend: "Geloven alleen", voordat hij zijn knikker ging afschieten.
40 En die avond in de dienst zei broeder Brown: "Kom hier naar beneden, broeder Branham, en ik zal u een geval laten zien zoals u nog nooit gezien hebt."
En ik ging de trap af, en daar stond een werkelijk typisch oude broeder uit Arkansas met een uitgewassen overal aan, en hij stond op de trap, daar waar u naar de gehoorzaal gaat.
En ik zei: "Hoe gaat het met u, meneer."
En hij zei: "Hoe gaat het met u, broeder Branham."
En ik liep verder naar beneden. En ik zei: "Waar is het geval?"
En hij zei: "Daar is ze."
En daar lag een vrouw. Ze zag er sterk uit, met grote sterke armen en benen. En het bloed stroomde zo over haar been. Ze lag op haar rug met haar voeten in de lucht en haar handen zo omhoog, terwijl ze op haar rug lag; ginds in een hoek. En ik zei: "Waarom bloedt zij zo?"
Hij zei: "Broeder Branham." Hij zei: "Zij heeft haar verstand verloren door een spuit die de dokter haar gaf in de menopauze" ...?... Maar de... In de menopauze gaf hij haar een injectie, en het ging naar haar hersenen toe. En zij verloor haar verstand.
En hij zei: "Zij is twee jaar lang in de inrichting geweest." En hij zei: "Ik heb vijf kleine kinderen thuis." Hij zei: "Ik heb mijn boerderij en alles wat ik heb, verkocht." Hij zei: "Om haar te kunnen behandelen." En hij zei: "Uiteindelijk moesten ze haar weghalen." Hij zei: "En ik had gehoord dat er eerder een dame uit Pineville is geweest, daarginds bij de Mississippi, van de inrichting... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...?... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...?... inrichting waar ze tien jaar lang krankzinnig was geweest, en haar verstand had herkregen toen ik langs was gegaan."
En zij greep mijn broekspijpen vast, m'n broekspijpen.
En haar dochter zei: "God heb genade." Ze zei: "Broeder Branham, vraag God."
Ik zei: "Gelooft u dat Hij het zal doen?"
Ze zei: "Ja."
En toen vroeg ik God om haar te zegenen, terwijl zij haar hoofd op die wijze tegen de vloer bonkte. En een jonge dame...
41 En oh, ongeveer twee weken nadien, was ik in San Antonio. Ik hoorde iemand een woordenstrijd voeren buiten de kleine plaats waar ik was, een klein kampeerterrein voor toeristen. Hij zei: "Ik wil broeder Branham spreken."
En broeder Kidson zei: "Ik kan dat niet toestaan." Hij zei: "Hij is daar binnen aan het bidden."
Hij zei: "Nou ja, ik wil hem alleen de hand schudden."
En ik keek uit het raam. Ik zag dat hij een jonge soldaat was. Ik opende de deur, en ik zei: "Wilt u mij spreken, meneer?"
En hij zei: "Bent u broeder Branham?" Hij zei: "Is het... oh, broeder Branham." Hij kwam en sloeg zijn armen om me heen. Kuste me op de hals van opzij.
En ik zei: "Wat is er aan de hand, jonge soldaat?"
Hij zei: "Broeder Branham, herinnert u zich nog toen die avond in San Antonio, waar een dame haar hoofd tegen de muur sloeg?"
Ik zei: "Oh, ben jij een familielid?"
"Ja." Hij zei: "Dat was mijn moeder." Hij zei: "Ik was overzee gegaan; zij wist nog niet eens dat ik in de oorlog was." En hij zei: "Ze was daar tien jaar lang in." En hij zei: "Broeder Branham, zij hebben haar uit de inrichting ontslagen en haar naar huis gestuurd." Hij zei: "Toen ik wegging, was zij het avondeten aan het klaarmaken." Hij zei: "Ik wilde u gewoon even omhelzen, en zeggen dat ik zo blij ben dat moeder thuis is bij haar gezonde verstand."
En ik zei: "Welnu, tja, broeder, bent u een Christen?" Hij zei: "Ja, broeder, hij bracht me door de veldslagen en alles heen. Ik heb Hem vertrouwd."
Ik zei: "Nou, Gods zegen. Geef God de eer."
42 En zij hadden hierover gehoord, en hij, de man op de trap vertelde me die avond dat hij erover gehoord had. En ik zei: "Nou, en uw vrouw?" En hij zei: "Ik zal naar buiten gaan."
Op dat tijdstip was er geen onderscheiding. Het was nog niet tot me gekomen, om te weten wat er gaande was... Ik moest de handen van de mensen vasthouden om contact te maken met hun lichaam. Dat is niet eerder gekomen dan precies, ongeveer een jaar geleden vanaf dit moment, schat ik, in Vancou– of, Regina. Ik geloof dat het daar was, in Canada. Toen had Hij beloofd dat het zou komen, maar het was nog niet gekomen. Nu, zodra ik gereed ben zullen we de gebedsrij beginnen.
43 Merk op. En ik zei: "Ik zal naar buiten gaan en haar hand vasthouden om te zien of..."
Hij zei: "Broeder Branham, ga niet." Hij zei: "Zij zal u vermoorden." Hij zei: "Het lukte me zelfs niet om een ambulance te krijgen om haar hierheen te brengen." Hij zei: "Ik huurde bij hen vijf broeders. En het lukte hun wel haar in een auto te krijgen." En hij zei: "Zij trapte alle ruiten uit de auto, en dat terwijl die vijf mannen haar vasthielden. Dat is de reden dat ze zo aan het bloeden is." Hij zei: "Zij kan niet van haar rug af, ze heeft zelfs daar twee jaar lang op haar rug gelegen."
Ik zei: "Nou ik zal er heen gaan en zien..."
Hij zei: "Doe dat niet." Ik zei: "Oh, ze zal niet..."
En ik liep er naar toe. Pas op weg, ik wist niet precies hoe ik met demonen om moest gaan. En u zult het nooit weten totdat u geïnspireerd wordt (ziet u?)...?... Het is beter op uw hoede te zijn voor wat u dan zult doen. Herinner u die paar jongens die niet de autoriteit hadden, en probeerden zoiets dergelijks te doen. Hij sprong op hen.
44 En ik liep naar de plek waar zij lag. Zij lag daar met haar handen omhoog, met haar ogen te knipperen en keek precies op die manier terug. En ik zei: "Hoe gaat het ermee, zuster."
Zij maakte nooit één beweging. En ik pakte haar bij de hand: "Laat me uw hand vasthouden." Ik nam haar zo bij de hand.
En het was iets geweldigs dat God met mij was, en Hij genadig was voor mijn onoplettendheid. Met die sterke arm, tien keer haar normale kracht. Als iemand ooit met krankzinnigheid is omgegaan: dat is de duivel die op die mensen is, demonen.
Welnu, als de kracht van de duivel een mens tien maal zijn sterkte zou kunnen geven, wat zou de kracht van God op u doen, als u kreupel bent of wat het ook is. Hoeveel sterker is God dan de duivel, wanneer Hij op u is. Ziet u?
45 Toen rukte ze aan mij met die geweldige arm. En ik was veel kleiner dan ik nu ben, ik woog ongeveer vijfenzestig kilo. En zij trok zo hard aan mij, zodanig dat ze me van de vloer af trok. En ze zou me zonder enige moeite regelrecht tegen de muur gesmeten hebben met die arm. En het was alleen de genade van God, dat mijn voet precies haar boezem raakte. En het sloeg mij los uit haar handen.
En nu, luister. Ik draaide me om en begon te rennen, en sprong de trap op. En hier kwam die vrouw over de vloer op haar rug, ze deed zoals dit hier, net zoals een slang zich voortbeweegt, over de vloer mij achterna jagend: demonen, de duivel.
Ik geloof in een persoonlijke duivel. Ja zeker. Dat is wat op die vrouw was. Zij kroop net als een slang, en bewoog haar lichaam, al achter mij aan jagend.
46 En ik ging op de traptreden staan. Ik... Nu, ik ben in inrichtingen geweest, ik heb allerlei gevallen gezien. Ik heb een jonge dame gezien die haar kleren uitdeed, en die haar vuil uit de wc-pot pakte en haar gezicht ermee waste, en allerlei andere dingen in die inrichtingen. Maar nooit had ik ooit zoiets dergelijks gezien.
En hier joeg zij al sissend en blazend als een slang achter mij aan. Hij zei: "Ik zei het u al."
Ik zei: "Broeder, ik heb nog nooit zoiets dergelijks gezien." Ik zei: "Tjonge, dat is werkelijk de duivel in haar."
Hij zei: "En broeder Branham, zij is een goede vrouw." Hij zei: "Welnu, u zegt dat er geen trillingen zijn, wat kan ik doen?" Hij zei: "Ik heb mijn muilezel verkocht, het laatste wat ik had om de verpleegkundige broeders hier te krijgen, om hen in te huren om haar deze driehonderd en zoveel kilometers hierheen te krijgen." En hij brak in tranen uit, liet zijn hoofd zo tegen de muur vallen.
47 Ik zei: "Even een ogenblik broeder." Ik zei: "Die trillingen betekenen niets. Dat verklaart alleen de ziekte. Ziet u? Gelooft u als ik God zal vragen?"
Hij zei: "Ik geloof met heel mijn hart."
En ik draaide me om, en zij zette haar grote sterke voeten tegen de zijkant van de muur, en schopte op die wijze. Er stond een bank waar iemand op gezeten had. Zij sloeg er met haar hoofd tegen en een groot stuk haar vloog van haar hoofd af, en het bloed kwam eruit, en brak een stuk van de bank af. En zij greep dat vast, en gooide het zo, en het sloeg het pleister van de muur af, het brak door...?... En zij deed: "Hi-hi-hiii, hi-hi-hiii." Een heel vreemde lach. Zo ging ze tekeer.
En ik zei: "Nou, ik heb nog nooit zoiets gezien."
En zij draaide zichzelf om om naar mij te kijken en zei: "William Branham, jij hebt niets met mij te maken. Ik bracht haar hier."
Nou, haar man keek me aan, hij zei: "Tjonge, dat zijn de eerste woorden die zij in twee jaar tijd gesproken heeft." Hij zei: "Zij kent zelfs haar eigen naam niet. Hoe zou ze u dan kennen?"
Ik zei: "Broeder, luister. Zij is dat niet. Dat is die duivel die de gave van God herkent." Dat is het. Ik zei: "Hij weet dat. En hij weet dat zijn tijd gekomen is."
Zij zei: "Ik bracht haar hierheen. Jij hebt niets met mij te maken."
Ik zei: "Gelooft u, meneer?"
Hij zei: "Met mijn gehele hart."
Ik zei: "Satan, ik..." En zij was even ver van mij af als tot die pilaar in het midden. Ik zei: "Satan, deze man heeft alles gedaan wat hij kan doen, en doktoren en iedereen hebben alles gedaan wat zij konden doen. En jij bent vastbesloten om die vrouw vast te houden. Maar ik beveel je, door Jezus Christus, de Zoon van God, dat je uit de vrouw komt en haar verlaat." Zij lag daar gewoon en blies twee of drie keer.
48 Ik keek om naar hem en ik zei: "Gelooft u?"
Hij zei: "Broeder Branham, ik heb niets anders te doen dan te geloven." Hij zei: "Wat zal ik met haar doen?"
Ik zei: "Neem haar terug naar de inrichting. Laat hun zien de...?... Als u niet twijfelt. Welnu, u hebt iets gezien dat die vrouw daar... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...?... u zich kunt voorstellen dat zij mijn naam riep, en zij kent mij niet." Hij zei... Ik zei: "En Satan kende die gave."
En hij zei: "Ik zal gewoon doen wat u me vertelt om te doen." Ik zei: "Ga heen en dank God voor haar genezing. Neem haar mee terug naar de inrichting. Zij zal één dezer dagen naar huis komen."
Hij zei: "Goed."
49 Ongeveer drie weken daarna...?... in Jones, was ik daar voor een dienst van twee dagen. En ik zat naar buiten te kijken, en ik zag een man met zijn vrouw, en vijf kleine kinderen, een klein kind van ongeveer drie jaar oud. Ik zag dat de vrouw naar me bleef wuiven. Ik vroeg me af waarom zij aan het wuiven was. En zij zei... Zij was aan het wuiven. Haar man liep door.
Ik dacht: "Nou, wie is dat?"
Haar man zei: "Kent u me niet, broeder Branham?"
Ik zei: "Nee, ik ken u niet."
Hij zei: "Herinnert u zich de vrouw daar, die in het krankzinnigeninstituut was?"
Ik zei: "Ja meneer."
"Dit is ze."
En ik zei: "Ja?"
Hij zei: "Ik had haar die volgende dag teruggebracht." En hij zei: "En wij hadden totaal geen problemen met haar. We stopten haar in de inrichting zoals u gezegd had om te doen. En de volgende morgen, zat ze rechtop in haar cel toen de verpleegkundige binnen kwam. Zij at haar ontbijt en op de derde dag werd ze uit de inrichting ontslagen, en ze kwam thuis bij haar volle verstand, een normale vrouw."
Broeder, halleluja. Ik zeg dit dat Jezus Christus dezelfde is gisteren, vandaag, en voor altijd. En elke demoon kent de autoriteit van God. En het hoeft echt niets meer te zijn dan met uw gehele hart te geloven in de Here Jezus Christus, om genezen te zijn. Dat is juist. Gelooft u dit?
50 Oh, mannen, vrouwen, broeders en zusters, waarom, kunnen wij niet eensgezind zeggen: "Jezus, ik geloof U, en ik accepteer het." Oh, hoe glorieus zou het zijn. Hoe wonderbaarlijk.
Luister, de apostolische methode om een genezingsdienst te houden, is om te prediken, en te zien wat God aan het doen is, en dan het uit te spreken waar u geloof vindt, mannen en vrouwen die geloven, die geloof hebben in God om God te geloven, en God zal het hun toestaan. Gelooft u het? Weest in gebed. Laten we God vragen om ons te helpen, nog een ogenblik.
Oh, Jezus, zeker, Here, de waarheid zal vasthouden. Zeker zal de waarheid het doen. Oh God, U kent al deze mensen hier binnen. U kent hun toestand. U weet alles van hen. U kent hun geloof. En Vader, ik bid dat U hun geloof zult geven. Geloof komt door het horen, het horen van het Woord. Sta het toe vanavond.
Zegen dit gehoor met een grote uitstorting van Uw zegeningen. Mogen mannen en vrouwen zich realiseren dat U het bent; datgene wat het Woord geleerd heeft, geloof in de Here.
51 We denken nu aan de centurion toen hij zei: "Ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak komt, spreek slechts het Woord. Want ik ben onder autoriteit, en U hebt autoriteit. En wat U ook zegt, het zal precies op die wijze gaan zijn." Here, geef vanavond mannen en vrouwen te kennen dat U nog steeds de autoriteit heeft. U hebt autoriteit over kreupelen, over blindheid, over kanker, over alle ziekten over zonde. U verdient het terecht.
U stierf voor dat doel. U nam onze plaats in aan het kruis. U droeg in Uw lichaam de zwakheden. En nu, Here, om ons vrij te maken... En U zond de Heilige Geest, en Hij getuigt ervan. U zond het Woord. Het getuigt ervan. U zond de predikers; zij getuigen ervan. U zond Uw gave, en die getuigt ervan.
Oh, God, sta toe dat een grote arm van geloof door het gebouw zal bewegen, om diegenen die in nood zijn te genezen, want wij vragen het in Zijn Naam, en voor Zijn glorie. Amen.
52 Oh, tjonge. Ik houd van Hem met heel mijn hart. En ik wil dat iedereen weet, dat ik de Here Jezus liefheb met mijn hele ziel, hart, en verstand.
Iemand zei, niet lang geleden, hij gaf me een dreigement in een bepaalde stad, en zei: "Als u niet ophoudt met prediken over Goddelijke genezing, dan zullen we een bom op het podium gooien."
Ik zei: "De rook zal nog niet opgetrokken zijn of ik zal al in de heerlijkheid zijn." Ik zei: "Dat is in orde." Waarom zijn we bang? Tjonge, als God voor u is, wie kan er tegen u zijn? U weet dat er in de Bijbel geschreven is dat het beter zou zijn dat een molensteen om uw hals werd gehangen en dat u zou verdrinken in de diepten van de zee, dan dat u dezen, die in Mij geloven, ergert? "Deze tekenen zullen hen volgen die in Mij geloven. Raak Mijn gezalfden niet aan. Doe Mijn profeten geen kwaad."
Als u vecht, kan God niet vechten. Sta stil, laat God vechten, Hij zal het teweeg brengen. Amen. Hij zal elke criticus, alles tot beschaming brengen. Gelooft u Hem, broeders? Laten we vaststaan in het geloof.
53 Ik voel me vanavond op de een of andere manier vreemd. Ik heb God vanavond gevraagd... Ik zal u vertellen wat ik deed. Toen ik hierheen kwam vroeg ik Hem om dit de avond te laten zijn waarin de ziekte de mensen overal verlaat. Het brak gisteravond min of meer door. En daar waren degenen die in nood waren, die opstonden en gezond het gebouw uit gingen. Het kan vanavond voor de volle honderd procent. Ziet u? Met één tegelijk handelend... Met die gebedskaarten, kan ik er maar één tegelijk nemen. En hier komt Hij, spreekt over de verschillende ziekten. Dat vertelt alleen wat er verkeerd met de persoon is. Maar het is het geloof in God dat ons geneest. Geloof de autoriteit. Geloof God. Zie en leef.
Oh, de koperen slang kon voor niemand bidden, wel dan? De koperen slang... Wat deden ze? De koperen slang, gelooft u dat dit Gods gave voor Israël was? Zij keken en leefden. De engel bij het badwater van Bethesda bad voor niemand. Zij stapten het water in en ze waren genezen. Is dat juist? God is de enige wijze door wie u genezen kunt worden.
Welnu, kijk hier naar mij. God heeft u gezegend door u het Woord te vertellen. Ik geloof God...
54 Hoeveel gebeds... (gebedskaarten?) In orde. Ik veronderstel dat er genoeg zijn. Al de gebedskaarten zijn uitgegeven. Misschien komt...?...
Oh, tjonge. Kijk op uw gebedskaart wat u erop geschreven hebt. U hebt ziekten en dergelijke. Dat is alles wat u hier verteld kan worden. Nou, waarom accepteert u het niet zonder dat? Dat is het idee. Wees getrouw. Geloof.
Wanneer ik over dit gehoor kijk... Iets vindt er precies nu met me plaats. Ik weet niet wat... Ik kan die gebedsrij op de een of andere manier niet roepen. Ik geloof dat God deze keer iets anders wil. Ik geloof dat Hij mijn gebed zal verhoren. Er is iets...
Welnu, vrienden, ik ben niet aan het tijd rekken... God kent mijn hart. Ik sta hier omdat ik geloof dat de Heilige Geest iets voor de mensen wil doen. Oh, hoe glorieus. Allemaal, wees in gebed.
55 Even een ogenblik. Ik wil hier naar beneden gaan en naar het gehoor kijken; gewoon rondkijken. Iedereen, kijk hierheen en heb vertrouwen en geloof, ik maak gewoon een rondje en ga het gebouw door. Heb geloof hier beneden.
God zegene u, broeder. Geloof boven je rug uit... Maak een stap opzij. Ik geloof dat ik een dame daar zie kijken, ze probeert te geloven. De jonge dame die daar zit, geloof ik. Gelooft u me zuster, met geheel uw hart? Gelooft u dat God mij hierheen heeft gezonden voor uw genezing? U bent een vreemdeling voor mij...?... Ik ken u niet. God weet dat ik niets van u weet. Welnu, ik weet niets van u. Maar ik wil dat u deze kant op kijkt. Ik wil dat u gelooft.
Eén ding weet ik: dat u niet het leven hebt geleefd dat u wilt leven, nietwaar? U bent niet de Christen geweest die u wilde zijn en verlangde te zijn. Dat is waar. U hebt niet het overwinnende leven geleefd, omdat donkerheid om u heen is verzameld. Maar ik zie ook...
Hier, hier is wat er verkeerd aan u is. Als ik u kan vertellen wat er verkeerd is met u, wilt u me dan geloven? In orde. U lijdt aan een nier... nee, dat is het niet, het is een probleem aan uw galblaas. Is dat juist? Een branden in uw blaas. Als dat juist is, houd dan uw hand omhoog? Ik wil dat u naar huis gaat. Gelooft u dat mijn Woord de autoriteit voor u zal zijn, uit het Woord van God? Ga naar huis en dien God met uw gehele hart, u zult erover heen komen. Amen. Accepteert u het? Zeg: "Amen." Amen. U doet het.
56 Een heer zit daar voor u, die een gebedskaart in zijn handen houdt. Iets...?... daar buiten zittend...?... In orde. Kijk hierheen, meneer. Ik zie u daar zitten. U lijdt aan artritis, nietwaar? Artritis. Zeg, u bent ook de vader van dit meisje, nietwaar? Is dat niet zo? Sta op uw voeten. Jezus Christus heeft u van deze artritis genezen. U hebt het niet meer nodig. Gaat u met haar het gebouw uit en verheerlijk God. U bent nu genezen. U hebt uw gebedskaart niet nodig. Gooi 'm op de vloer en ga voort. U hebt dat ding niet meer nodig.
Laten we zeggen: "Prijs de Here," iedereen. Hier is wat God met de mensen wil doen. Ga gewoon buiten door met verheugen.
57 Wat met u, zuster, die daar in de rolstoel zit? Of bent u niet in... Nee, ja, het is voor uw kind. Kijk hierheen. Het kind is ongelukkig, spastisch, zoals een kind. Ik zie dat u iets in uw gedachten had, en zeg... Oh, ik zie het. U bent eerder in mijn samenkomsten geweest. Is dat niet juist? Is dat niet waar? U bent zeker... Nee, het was in een andere samenkomst. U was in een andere samenkomst dan deze. Zeg, u had een dochtertje dat genezen is. Is dat juist? Schele ogen, werkelijk afschuwelijk. Het is genezen. Is dat juist? Als het zo is, hef uw hand omhoog en zeg dat het is... Dat is de waarheid, zuster. God zegene u. Jezus Christus, de Zoon van God kan niet falen.
Wat denkt u ervan, zuster? U lijdt hier aan artritis? Ga op uw voeten staan. Jezus heelt u nu van uw artritis. Halleluja. Heb geloof in God.
Kijk zuster. U hier met de rode hoed op. Kijk hierheen. Gelooft u met geheel uw hart? Als u voor een ogenblik deze kant op wilt kijken, als u kunt, alleen... U lijdt aan kanker. Is dat juist? En u hebt zich laten opereren voor deze kanker. Is dat juist? Het mislukte. Jezus Christus heeft u nu van uw kanker genezen. Dat is juist. Heb vertrouwen. Geloof.
58 Wat met u, dame, die naast haar zit? Wilt u genezen worden? Kijk naar mij en geloof. Gelooft u dat God mij gezonden heeft als Zijn profeet? Ik zie dat u lijdt... Zeg, u hoort ook bij een andere gemeente, nietwaar, dan deze... Laat mij dit zeggen: u bent een 'Quaker' van geloof, meen ik. Is dat niet waar? Als het zo is, hef uw hand omhoog en zeg dat het juist is. Dat is juist? Ik zie het bord van de plaats waar u aanbidt. U hebt last van epilepsie. Is dat juist? Epilepsie? Heb geloof in God. Hij zal u gezond maken, en moge Hij u volkomen gezond maken. Gelooft u het met heel uw hart? Ga Hem aanbidden en geloof Hem.
De kleine dame die daar zit. Die vrouwenkwaal die u had, zuster, heeft u ongeveer tien minuten geleden verlaten toen u daar zat. Sta op.
Welnu, u die uw arm om haar heen slaat. Uh-uh. U was ook erg nerveus nietwaar? U werd ook genezen.
En de dame met haar oogziekte, die daar precies naast zit, werd zojuist ook gezond gemaakt. U bent genezen, zuster. God zegene u.
59 Welnu, laten we... Terwijl je met je vinger wijst... dat kleine meisje wijst naar mij. Geloof je dat Jezus Christus mij hierheen gestuurd heeft? Wil je mijn Woord als een profeet aannemen? Het kleine meisje werd doofstom geboren. Is dat juist? Jezus Christus maakt haar gezond...?... in Jezus Christus. Halleluja! Jezus Christus, dezelfde God.
Deze dame die hier zit, en in haar handen klapt, en deze kant op kijkt, die blind naast die kleine jongen daar zit. Heb geloof, zuster. Jezus Christus zal u genezen en gezond maken. Gelooft u dat? Gelooft u het met uw gehele hart? Heb geloof. Raak haar arm aan, daar. Gelooft u met uw hele hart? Sta op en kom dan hierheen. Heb geloof. God zegene u. Twijfel niet. U hebt nu uw gezicht. Als u alleen maar komt en deze kant op beweegt. Kom hierheen en loop door. God zal maken dat u uw... Halleluja. God zegene u. God zegene u, zuster. Hij heeft u genezen.
Kijk hierheen, iedereen. Heb geloof; doe niet... Houd uw ogen hierheen gericht, overal.
60 Dame, u zit daar gebonden in die rolstoel, in die stoel. Gelooft u, die daar zit, met de groen uitziende jurk? Sta op uw voeten, Jezus Christus heeft u genezen. Dat is juist.
Laten we zeggen: "Prijs de Here." Kom voorwaarts. Wie wil er genezen worden door de Geest van de Here? Laat iemand de dame helpen om op haar voeten te staan. Hier komt ze aanlopen, ooit gebonden geweest. Laten we zeggen: "Prijs de Here", iedereen. Ze komt uit haar rolstoel... Kom voorwaarts. Accepteer Jezus nu als uw Genezer. Kom gelovend.
Almachtige God, Auteur van Leven, Gever van elke goede gave, zend Uw zegeningen op deze mensen. Geloof Hem, vrienden. Ik weet door Zijn geloof en in de Naam van Jezus Christus... Elke persoon hierbinnen die een gelovige is, heb geloof...
God genas u dan, zuster. Heb vertrouwen, geloof. U met die...
Hef uw handen omhoog, neem Hem op dit moment aan. Zeg: "Here..." U hebt die gebedskaarten niet nodig. Laat iedereen geloven. Gooi uw gebedskaarten de lucht in. Zeg: "Ik geloof Christus." Doe uw gebedskaarten weg. Dat is de manier om het te doen. Halleluja!