Een zich beschaamd voelende profeet
Door William Marrion Branham1 Nu, moge de Here Zijn zegeningen toevoegen aan het onderwerp van: Een zich beschaamd voelende profeet.
2 Vanmorgen waren wij erg druk bezig met een profeet die een tweedehands mantel droeg. En vanavond weten wij, sedert wij het vanmorgen in de Schrift lazen, dat wij zelf een tweedehands mantel dragen. Wij... de mantel. En ik ben zo blij dat het een tweedehands mantel is, want deze mantel die wij nu dragen wordt door God als gerechtigheid beschouwd door Jezus Christus. En wij nemen niet een door de mot aangevreten mantel van de een of andere theologie van een mens, die verteerd is door motten en krekels enzovoort, door te zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij, en er is nu niet zo iets als de alomtegenwoordigheid van de Heilige Geest." Maar wij dragen een mantel van Zijn gerechtigheid.
3 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... niet in onze eigen bekwaamheid, maar in de bekwaamheid van onze Here Jezus Christus.
4 En wanneer ik afdaal naar de Jordaan wil ik Zijn mantel om hebben, in Hem vertrouwend. En de grote schaduw van de poort, genaamd 'dood', die voor ons allen gezet is... Elke keer dat ons hart klopt gaan wij een slag dichter naar die grote kloof waardoor iedere man en vrouw moet gaan. En wanneer ik bij die kloof kom, samen met u, gelovigen, dan ben ik blij te weten dat ik niet daarheen ga met in mijn hart en gedachten dat ik iets groots heb gedaan. Ik ga daarheen, belijdend en wetend dat ik een zondaar ben en dit wetend dat ik mijzelf wil wikkelen in de mantel van Zijn gerechtigheid; met dit getuigenis dat "ik Hem ken in de kracht van Zijn opstanding". Ik wil er uit komen wanneer Hij roept van tussen de doden uit.
5 Nu, ons toneel en drama is vanavond opgesteld voor onze tekst, in een andere tijd in Israël, die verschillende honderden jaren na de tijd van Elia was. Vele ups en downs waren in het bewind van Israël gekomen. En nu zijn wij vanavond op het toneel...
6 Vanmorgen waren wij bij het schouwspel dat er een hoop vleselijke nabootsingen waren, hoe de school der profeten daar ginds bezig was om profeten op te leiden. En hoe onnozel waren zij, dat zij zelfs de kracht van God niet konden begrijpen. Zij dachten dat de kracht Elia had opgeheven en hem ergens in de bergen had neergeworpen en zij zonden een gezelschap uit om hem op te sporen. Elisa wist nochtans heel goed dat God hem had weggenomen in de heerlijkheid, want hij was niet meer. God had hem weggenomen en hij ontsnapte aan de dood door naar huis bij God te gaan, in een wagen van vuur en met paarden van vuur. En dan zagen wij dat hun seminaries en hun werken van hun eigen theologie niet werkten. Er is uitverkiezing en roeping van God voor nodig om een profeet van God te zijn.
7 En nu, vanavond, zien wij Israël in een teruggevallen toestand. Israël had haar ups en downs. Het was een echt type van de gemeente vandaag. Soms waren zij op de bergtop, de volgende keer waren zij beneden in het dal. Dat is nodig om ons het goede te doen waarderen. Daar is wat men noemt de wet der tegenstellingen.
8 De zwarte man van Afrika wist nooit dat zijn huid zwart was tot hij David Livingstone zag. En hij zei... Toen besefte hij dat zijn huid zwart was, omdat die van Livingstone blank was. Het is een tegenstelling.
9 U zou nooit weten hoe een dag te waarderen als u niet een nacht had. U zou nooit weten hoe de zonneschijn te waarderen als u niet een bewolkte dag had. U zou nooit weten hoe rechtvaardigheid te waarderen tenzij u een of andere onrechtvaardigheid had. U zou nooit weten hoe goede gezondheid te waarderen tenzij u een verschrikkelijke gezondheid, een slechte gezondheid had. Het zijn slechts die...
10 En dat is de reden dat ik denk dat wij de hemel zo zeer zullen waarderen, omdat wij eenmaal hier op aarde leefden. En ik denk dat de wet der tegenstelling... De reden dat wij de Heilige Geest vanavond zo zeer waarderen is omdat wij zo lang in een gemeente leefden die ons vertelde dat er zo iets niet was. De reden waarom wij het vanavond waarderen is omdat wij de andere kant hebben meegemaakt. En dat is de wijze waarop God het bedoeld heeft, omdat Zijn volk haar ups en downs heeft gehad. U weet nooit een bergtop te waarderen tenzij u in het dal bent geweest. En u weet nooit goed water te waarderen tenzij u eenmaal slecht water dronk. En dan... De hele weg door is er de wet van tegenstelling.
11 Nu, Israël was in een van haar teruggevallen toestanden, en wat voor een zaak hadden zij gedaan!
12 Nu, Israël was een gekozen, uitverkoren, geselecteerd volk, omdat God Israël had gekozen voor een specifiek doel: dat het bloed van Israël de zuiverste bloedstroom zou zijn, want uit die afstamming zou de Messias Zelf komen.
13 Door het hele Oude Testament verscheen God in de mens. God verscheen in Abraham als een geloofsgelovige. God verscheen in David als koning. Hij verscheen in Jozef als gerechtigheid. Hij verscheen in Mozes als profeet, priester, wetgever. Hij verscheen door de tijdperken in de profeten. Hij maakte Zichzelf altijd bekend in mensen, ten dele, door profeten, koningen, priesters, wetgevers, enzovoort. Maar in Christus woonde Hij, de volheid van de Godheid lichamelijk, wetende dat deze Geest ten slotte een rustplaats moest vinden. Op Elia; hij was een man van Gods gerechtigheid. Hij bracht de gerechtigheid van God naar voren. In Mozes was Hij een wetgever waarbij u precies moest doen wat er gezegd werd of u vloog eruit. In al deze dingen was God vertegenwoordigd. Maar toen Hij tot Christus kwam was Hij perfect; de gehele volheid van de Godheid lichamelijk rustte in Christus.
14 En God presenteerde Zichzelf eenmaal in de volheid voordien, in het boek Genesis, in de orde van Melchizédek, "Die noch vader, noch moeder had; geen begin van dagen of einde der jaren of einde des levens." En Hij was een Priester, de Koning van Salem, een priester van God, van de allerhoogste God, Die zonder begin of einde was. Hij was niemand anders dan de voorafschaduwing van de Here Jezus Christus. Want Hij was de Koning van Salem, de Koning des Vredes, de Koning van Jeruzalem. En Hij was in voorafschaduwing. Zelfs de patriarch Abraham betaalde tienden aan Hem. Hij was een voorafschaduwing van de komst van de Here Jezus. Dezelfde Melchizédek ontmoette Abraham buiten op de velden vóór de vernietiging van Sodom en Gomorra. En Hij ontmoette hem na Sodom en Gomorra, toen Abraham Hem tienden betaalde van al de buit die hij genomen had van de koning.
15 Al deze dingen zijn schaduwen, getypeerd tot op Christus. En nu zijn al de schaduwen van de heiligen van het Oude Testament, met hun ups en downs, een schaduw en type en voorbeelden voor ons vandaag.
16 Nu, wij zien dat Israël hun huwelijken niet moesten mengen. Hun huwelijk moest onder elkaar zijn, geen enkele Israëliet behoorde ooit een heiden te trouwen, maar hij moest de bloedstroom zuiver houden. En zelfs tot op vandaag geloof ik dat de Joodse bloedstroom de zuiverste bloedstroom op het oppervlak der aarde is; de Joden. Zij kijken nog steeds uit naar die Messias. Maar Hij is... Wij weten dat Hij reeds gekomen is en dat hun ogen verblind werden, zodat wij een kans tot bekering konden hebben door Christus.
17 Nu, gedurende de tijd van de regering van Ezra waren de kinderen Israëls afvallig geworden. Zij waren uitgegaan en hadden Moabietische vrouwen genomen en zij hadden de vrouwen van de Amorieten genomen en die van de Perizzieten en velen van de andere naties. En zij hadden hen niet alleen gehuwd, maar pleegden ontucht onder hen, onreinheid, en bevuilden die bloedstroom, die de levensstroom is.
18 En wat een beeld is dat vandaag van onze kerken, de wijze waarop zij van de ouderwetse regel, die God voor de gemeente neerlegde, afdrijven. Ten opzichte van de voorschriften waarbij wij behoorden te leven, pleegt de gemeente ontucht met de wereld. Zij is uitgegaan in de wereld en begint rond te hangen in de wereld.
19 Nu, dit had de profeet zo zeer in verlegenheid gebracht dat toen hij voor God kwam, hij rood werd in zijn gelaat. Het eerste toen hij erover hoorde en het morele verval van zijn volk zag, was dat het hem zo erg kwetste dat hij ging zitten en zichzelf zalfde, zijn haar en zijn baard uittrok en zwaarmoedig in gebed was voor de Here. Toen dan het avondoffer werd geofferd, ging hij in de tempel en viel op zijn knieën en voelde zich beschaamd voor God, voor de zonden van het volk.
20 Nu, hij schaamde zich niet voor de rode lampen van de hoerenbuurt. Hij schaamde zich niet over de alcoholisten in de put van de hel, ofschoon het zo erg is als het maar zijn kan. Maar hij voelde zich beschaamd wegens de zonde van de uitverkorenen.
21 En wat wij vandaag nodig hebben is wat meer profeten met genoeg van God in hun hart om zich beschaamd te voelen in de tegenwoordigheid van God voor de zonden van de mensen, die zichzelf het volk van God noemen en handelen op de wijze waarop zij handelen. Wat een schande hebben wij over deze plaats gebracht! De moraal van ons volk...
22 Dit is geen gemakkelijk onderwerp om over te spreken. Ik zou aan vele dingen kunnen denken die gemakkelijker zijn om over te spreken. Maar, broeder, als er niet iemand duidelijk opstaat in deze zondige, overspelige dag waarin wij leven en zegt waarop het staat, wat zal er dan gebeuren? Iemand moet het uitspreken. Iemand moet het voor de mensen plaatsen.
Misschien wilde Ezra het niet doen, maar het was in zijn hart.
23 En wanneer u ziet dat een dienstknecht van God zo oprecht wordt dat hij op zijn aangezicht ligt met zijn handen in de lucht, biddend tot God en zich beschaamd voelend omwille van de ongerechtigheid van de mensen, dan zult u een opwekking zien starten. Een mens kan niet in de tegenwoordigheid van God liggen, een gemeente kan niet in de tegenwoordigheid van God blijven, in berouw, zonder dat de Heilige Geest neerkomt en de zalving en de kracht geeft om een beweging van God onder die mensen te starten. Het moet gewoon zo zijn!
24 Toon mij een man. Toon mij een andere Calvijn, Knox, Finney, Sankey of iemand van die mensen die de last van het volk voelen, zodat zij op hun aangezicht liggen en het uitroepen en bidden voor God. Zend ons opnieuw een John Smith van de Baptistenkerk, die de hele nacht bad voor de ongerechtigheid van de mensen tot zijn ogen de volgende morgen dicht gezwollen waren van het huilen, zodat zijn vrouw hem naar de tafel moest leiden en hem zijn ontbijt met de lepel moest voeren. Toon mij opnieuw een John Wesley, een stuk brandhout uit het vuur gegrepen, en ik zal u een opwekking tonen.
25 Wat men vandaag doet is dat wij elkaar op de rug kloppen. Wij noemen het dit en dat en een opwekking, terwijl er niets van opwekking bij is. Dat is juist. Dat is een emotie opwekken, wat religie wordt genoemd, onder het volk, maar geen opwekking.
26 Zij hadden een religieuze groep in die dag. Zij hadden een beroering in die dag, maar zij hadden een opwekking nodig.
27 Wel, mijn dierbare broeder en zuster, de moraal van deze natie is zo laag geworden dat het een hond beschaamd zou maken. Het zou veroorzaken dat een hond zich beschaamd zou voelen, als hij dat zou kunnen, wegens de immoraliteit van ons volk! De mensen, zelfs jaren geleden, de dingen die wij hebben, die de natie heeft gedaan, de dingen die de mensen hebben gedaan...! Het komt allemaal door het ontbreken van gebed.
28 De gemeente van vroeger geloofde niet in films. Zij wilden hun kinderen niet naar films laten gaan. Zij zouden de bioscoop vermijden. En vandaag, wel, zij hebben zelfs... Men heeft de film in het eigen huis. Ieder huis heeft een televisie.
29 In de plaats waar men vroeger dacht dat het verkeerd was om bier te drinken, in de plaats waar zij vroeger vonden dat John Barleycorn [Jan Gerstekorrel] een grote ordinaire kerel was... Vandaag neemt zestig procent van de zogenaamde Christenen ten minste eenmaal per jaar een drankje voor de gezelligheid. Omstreeks Kerstmis houden zij dan een groot drinkgelag wanneer zij hun viering hebben. Omdat zij opleiding aangenomen hebben in de plaats van redding. Dat zal nooit kunnen.
30 Wat wij nodig hebben is een opwekking. Wij plakken likdoornpleisters op, halen ze er af; een nieuwe likdoornpleister erop, halen hem eraf en zien dat de pijn nog steeds daar is. Wat wij vandaag nodig hebben is geen sociale herleving, geen intellectuele gesprekken. Wat wij vandaag nodig hebben is een ouderwetse, door God gezonden, bloedtransfusie vanuit de hemel. De likdoornpleisters zullen geen goed doen. Wij hebben bloedarmoede. Wij hebben een bloedtransfusie nodig. Wij moeten terugkomen tot het ouderwetse Evangelie dat het uitroept om bekering tot God. En niet een droogogige, handschuddende belijdenis, maar een door God gezonden Heilige Geest opwekking met de zekerheid van de reiniging door het Bloed van de Here Jezus Christus in ieder menselijk hart. Wij hebben een opwekking nodig die in de gemeente begint en door de natie trekt. Wij zullen sterven, wij zullen omkomen, wij zijn verloren zonder dat type opwekking.
31 Ik word doodziek van die zogenaamde kleine onbeduidende Hollywood opwekkingen, waarin de mensen binnenkomen en gedurende enkele uren emotioneel opgewerkt worden, of voor een dag of twee, of een week of twee en dan weer naar buiten gaan en dat is alles. Broeder, u kunt opgewerkt worden in een opwekking. U kunt emotie hebben. U kunt goede bedoelingen hebben. Al deze dingen zijn fijn, maar wij hebben dat vandaag niet nodig.
32 Wij hebben een doop van de Heilige Geest nodig om onze emoties te veranderen, en ons intellect, en onze opvattingen, onze gewoonten, het leven van de mensen, en hen weer opnieuw op de goede weg te plaatsen. Buiten een bloedtransfusie van Golgotha zullen al onze reformaties helemaal geen goed doen.
33 Wij hebben geen V.N. nodig. Wij hebben daar een V.N. en wat deed men? Gods Naam wordt nooit genoemd. Men is bang om Hem te noemen. Eenmaal werd het gevraagd door een groep geestelijken: "Waarom had men geen gebed?" Men zei: "Het zou iemand anders kunnen beledigen, iemand van de anderen, die niet in God gelooft."
34 O, wat wij nodig hebben is een opwekking. Het maakt geen enkel verschil uit wie het beledigt, wij moeten het Evangelie prediken en zeggen waarop het staat. Juist. Ik zou zelfs geen cent willen geven voor enig programma, dat God er buiten laat, of het nu de V.N. is of de 'grote vier', of wat het ook mag zijn.
35 Tenzij de natie doordrongen raakt van het feit dat wij sterven zonder het Bloed van de Here Jezus Christus; tenzij individuen zich bewust worden van de oorzaak dat wij sterven! De reden dat wij sterven is zonder het origineel, de weg, de remedie, het geneesmiddel dat God ons gaf op Golgotha.
36 Geen wonder dat het veroorzaakt dat een man zich beschaamd voelt! Geen wonder! Een echte ware prediker kijkt naar zijn samenkomst en probeert hen voor de troon van God te leiden. En bezoekt hun huizen en komt er achter dat zij sigaretten roken, vuile moppen vertellen tegen elkaar en zich onderhouden in de achtertuin met bierfuiven; en zij wandelen rond op de straten, hun jonge vrouwen, en die van middelbare leeftijd enzovoort en zelfs oma, met een short aan. Moeder is buiten op straat met een baby op de arm, voldoende sexy gekleed om de aandacht te trekken van elke dronkeman die door de straat loopt. En zij noemen zich Christenen? Het zou veroorzaken dat elke ware man Gods zich beschaamd voelt om zo'n persoon in de tegenwoordigheid van God te brengen. Juist!
37 En al ons tot een kerk toetreden en een betere klasse krijgen is op niets uitgelopen. Zo ging dat in die dag en zo zal het in deze dag gaan. Breng ons terug tot God, niet met een injectie van opleiding, niet met een injectie van religieuze hervorming, niet met de injectie van een mensengemaakte theologie, maar met een ouderwetse doop van de Heilige Geest, gezonden van God uit de hemel, in een pinksterervaring van het wegbranden van de vleselijkheid, en door die van binnen te vervangen met het juweel dat God bedoelde om daarin te zijn, van een zoon of een dochter van God. Tot wij dat doen, broeders en zusters, zullen wij nog steeds kortgeknipt haar hebben, make-up bij sexy uitziende vrouwen; en zullen wij nog steeds mannen hebben die drinken, roken en zichzelf Christenen noemen omdat zij niet beter weten. In hun hart ligt daar die wortel van vleselijkheid daar en wij hebben een gemeente-reiniging nodig van het fundament tot de kansel. Amen. En dat is juist.
38 Wat wij vandaag nodig hebben zijn enkele zich beschaamd voelende profeten. God... Soms komen mensen in de gebedsrij om voor zich te laten bidden en zij zien er uit alsof zij naar een huis van slechte zeden gaan. Dat is juist. Zij komen om iets aan God te vragen en zien er uit als een Izebel. Wat wij vandaag nodig hebben is een huisschoonmaak en een hart-verwarming van profeten van God die achter de kansel zullen staan en de zaak uitroepen en vertellen wat juist is en wat verkeerd is en het Evangelie zonder compromissen prediken tot zondaars op de vloer vallen en wenen tot God de Heilige Geest zendt om hun leven te reinigen. Amen. Wij weten dat dit juist is. Dat is juist.
39 Ik predikte hier niet lang geleden en zei dat elke vrouw in deze stad op de een of andere manier schuldig was aan overspel. Zij zijn het. De vrouwen gaan hier naar het stadscentrum en kunnen nauwelijks een jurk kopen, tenzij het er op lijkt dat zij er in gegoten worden. Ik ben hier niet om... Dit is mijn eigen gemeente. Ik heb het recht om te prediken wat de Heilige Geest mij zegt te doen. Juist.
40 Laat mij u zeggen dat ik u niet bekritiseer, mijn zuster. Maar zegt de Heilige Geest u niet hetzelfde? Als dat niet zo is dan ben ik bang dat u de Heilige Geest niet hebt ontvangen. Dat is juist. De Heilige Geest is niet "jubelen". De Heilige Geest is niet "dansen in de Geest". De Heilige Geest is niet "spreken in tongen". De Heilige Geest is gerechtigheid. God, geef ons een Heilige Geest opwekking van de van God gezonden gerechtigheid.
41 Beseft u niet, wanneer u uzelf zo kleedt en over straat loopt, en mannen naar u op de verkeerde wijze kijken, dat bij het oordeel...? U mag zo rein zijn als een lelie voor uw echtgenoot, maar bij het oordeel zult u schuldig zijn aan het plegen van overspel met de kerel waaraan u uzelf gepresenteerd hebt.
42 Geen wonder dat het zal veroorzaken dat een persoon zich beschaamd voelt! Geen wonder! Wat moet het God doen, terwijl de Bijbel in het begin zegt dat "het Hem berouwde dat Hij de mens gemaakt had". Het griefde het hart van God, toen Hij op hen neerkeek in de dagen voor de antediluviale vernietiging, dat Hij ooit een mens gemaakt had. Wat gebeurde er? "De zonen Gods zagen dat de dochters der mensen schoon waren." Het was een perversie. Het was een sex-vermenging. Het was die zaak die de kinderen van God uit de hof van Eden verdreef. Het was die zaak die Gods oordeel voortdreef, om vrede op aarde te brengen. Het was die zaak die Hem aanleiding gaf om het te vernietigen. Het was diezelfde knoeiboel tussen mannen en vrouwen die veroorzaakte dat Sodom en Gomorra wegzonken in de bodem van de Dode Zee.
43 Het werd verteld door de profeten. Er werd gezegd door de Here Jezus: "Zoals het was in die dagen, zo zal het zijn voor de komst van de Zoon van God." Wij zien vandaag dat de gemeente haar voorbeeld niet uit de Bijbel neemt, uit Ruth en uit Naomi en uit Sara en anderen in de Bijbel. Maar zij, zelfs de vrouwen van de gemeente, nemen hun voorbeeld uit Hollywood en de lokkertjes van de duivel.
44 En hoe onze mensen, die zichzelf Christenen noemen, hier uitgaan en de manieren van deze slechte mensen overnemen. Die grammofoonplaten van Elvis Presley, het is gelijk wat zijn naam is, een van de meest misleidende, door de duivel bezeten mensen die ik ooit in mijn leven heb gehoord. Arthur Godfrey en dergelijken, en u luistert naar dat soort onzin op uw radio's en weigert naar de Evangelische prediking die gepreekt wordt, en naar de Bijbel te luisteren. God hebbe genade met u. Wat soort geest hebben wij onder ons? Dat is juist.
45 Geen wonder dat de profeet van God zich beschaamde voelde voor de Heer. Hij wist dat dit ongerechtigheid was. En hij stond en bepleitte de zaak en zei tot God: "Wij zijn onrechtvaardig."
46 En wij zijn het, vrienden, tot wij tot die plaats kunnen terugkomen van een bloedtransfusie. Stop met te proberen er pleisters op te plakken. Stop met te proberen er zalf op te smeren. De genezing kan niet komen tenzij de bloedstroom juist is.
47 Dat is de reden dat de mensen diabetes hebben. Als iemand ooit zichzelf zou verwonden, zal het waarschijnlijk nooit genezen. Waarom? Omdat de rode bloedcellen verteerd zijn.
48 En de gehele gemeente is diabetisch geworden. En elk sneetje dat komt, in plaats van door te gaan, peutert u er aan. Het kan niet genezen. Zelfzucht, hebzucht, immoraliteit, al het andere dat op Gods lijst is van 'verkeerd doen', de gemeente neemt deze gewoonten op. Mannen drinken, roken, vertellen vuile moppen. Vrouwen knippen hun haar, dragen make-up, doen allerlei dingen, kleden zichzelf immoreel voor het aangezicht van de mensen. Al die dingen zijn er omdat het ontbreekt aan het Bloed van de Here Jezus Christus om ons van alle ongerechtigheid te reinigen. Amen. Dat mag hard lijken. Zeker, het is hard, maar het is de waarheid.
49 Als wij de oordelen van de almachtige God niet doen uitbraken, zult u één dezer dagen overvallen worden door een atoomexplosie hier, die elke ziel buiten in de eeuwigheid zal zenden, om een God te ontmoeten die alleen het Bloed van Zijn Zoon, Christus Jezus, zal erkennen. Ik zou graag zien dat u onder het Bloed komt. Mijn advies aan u is om met God in orde te komen. Mijn advies aan u...
50 Wel, waarom kunnen wij geen geloof hebben? Waarom kunnen wij niet meer vrede hebben dan wij hebben? Waarom komen wij er niet toe ons zelf gezond op te bouwen? Omdat wij er likdoornpleisters op plakken, omdat wij er plakkers op doen, stukjes kleefband op doen. Wij proberen de hele zaak te bedekken in plaats van te zeggen dat wij een bloedtransfusie nodig hebben. Wij zijn zonder bloed. Wij zijn zonder Christus. Maak u zelf niets wijs.
51 Laat niet toe dat de duivel u op de schouder klopt en zegt: "Wel, ik ga naar de kerk."
52 De duivel doet dat ook. Dat is juist. Hij deed het zeker; hij ging naar God toe, ging naar de gemeente daar in de hemel en kwam voor de troon van God met de zonen Gods en zat neer bij hen en had een gesprek met God. God zei: "Waar ben je geweest?"
53 Hij zei: "Ik heb de aarde doorwandeld." Daar was hij geweest.
54 De duivel gaat dus naar de gemeente. De duivel behoort tot de gemeente. De duivel handelt als een Christen. Hij is een misleider. En als hij niet handelde als een Christen en handelde als een gemeente, zou hij geen misleider kunnen zijn. Geen mens zou misleid kunnen worden; alleen als het een verschil was tussen zwart en wit, als het tegengesteld is aan elkaar. Maar hij... De Bijbel zei: "Het zou zo op elkaar lijken dat het de uitverkorenen zou misleiden, als het mogelijk was", die geest in de laatste dag. Vrienden, wij zijn er.
55 Het is tijd voor de profeten van God, o broeder, voor de predikers door het hele land, om zo te zeggen, om op hun aangezicht te vallen.
56 Als ik weet dat er negentien miljoen Baptistenkerken zijn... negentien miljoen Baptisten liever, in Amerika; dertien miljoen Methodisten; elf miljoen Lutheranen; tien miljoen Presbyterianen. Oh, denk daaraan! En steeds uit op een balspel, op vertier. En op woensdagavond en soms op zondagavond blijft men thuis om naar de televisie en de radio te luisteren, naar moppen en grappen, die men uit Hollywood haalt. Uw ziel teert op dat soort spul.
57 Terwijl u ergens uw Bijbel behoorde te hebben, uitgelegd voor God, op uw knieën, biddend voor de zonden van het land.
58 En ik ben schuldig met u. Ik heb mijn besluit genomen. Met de hulp en de genade van God, indien onze God mij kracht wil geven om het te doen, ben ik vast besloten voort te jagen naar het doelwit van de hoge roeping in Christus Jezus tot de dood mij zal vrij maken. God zij mijn helper om het te doen! "Help me", is mijn gebed. Ik zie de werken en ik zie de dingen die ik heb gezien en die u hebt gezien, en die er bij achterblijven worden iemand die bloedarmoede heeft.
59 En deze tabernakel, die door de gehele wereld bekend is, deze kleine plaats van betonblokken, die op de hoek staat, God heeft u opgeheven voor de natie. Juist.
60 Ik denk aan David toen hij op een avond zei: "Hier ben ik, levend in een huis van ceder en de ark Gods verblijft in een tent." Hij zei: "Ik zal Hem een huis bouwen."
61 Nathan, de profeet zei: "Doe al wat in uw hart is, want God is met u."
62 Die nacht verscheen God aan Nathan en zei: "Ga David zeggen: 'Wie was jij, David? Jij was... Ik nam je achter de schaapskooi vandaan, van het hoeden der schapen. En Ik maakte je een grote naam, zoals de groten der natie.'"
63 Wie was het die hier in deze kleine tabernakel zat? Een kleine oude achtergebleven verschoppeling, die op de hoek zat van Eight en Penn Street, zodat Jeffersonville nauwelijks wist waar het was, en de mensen hier kwamen... En vandaag, heeft God u door Zijn genade opgepikt en u tot een groot volk gemaakt. Bombay, India, weet waar deze tabernakel staat. Delhi, India, kent u; al die andere naties. Afrika weet waar deze plaats is; Indië, Duitsland, Engeland, Finland, Zweden, Europa, Azië, zij allemaal, tot ginds op de eilanden van Thailand enzovoorts weten er alles over. En God heeft ons een voorbeeld voor de mensen gemaakt. En dan te bedenken dat nadat God dat doet, wij omkeren en in de dingen van de wereld rondlummelen en een echte geestelijke bloedarmoede hebben. Wel, wij behoorden een vuurtoren te zijn die op een heuvel staat, een kandelaar, die niet kan verborgen worden. O God! Ik ben even schuldig als de rest van u.
64 Wat ik bedoel is dat ik een ouderwetse door God gezonden bekering wil en een terugroepen tot God zodat wanneer mannen en vrouwen op krukken door die deur binnenwandelen, zij zonder krukken zullen weggaan. Wanneer de blinden door de deur geleid worden, dat zij ziende zullen weggaan. Wanneer de doven doof binnenkomen, zij horende zullen weggaan. Wanneer zondaars binnenkomen, zwart en smerig van zonde, dat ze gewassen in het Bloed van het Lam zullen weggaan. Kunnen wij het niet doen? God riep Israël en stelde hen tot voorbeeld. God riep ons en stelde ons tot voorbeeld, maar wij hebben God teleurgesteld en het maakt dat wij ons beschaamd voelen in de tegenwoordigheid van God.
65 En dan de dingen te bedenken die Hij deed voor ons! Hoe Hij ons weggevoerd heeft van de schaapskooi! Hoe Hij ons over de hele wereld heeft bekend gemaakt! Hoe Hij die geweldige zaak voor ons gedaan heeft! En toch treuzelen wij en doen hier en daar aan mee en we gaan uit en wij lijken niet oprecht te zijn. Wij hebben geen gebed meer en de dingen gaan gewoon niet juist, naar het schijnt. En wij proberen kleine programma's op te zetten, likdoornpleisters om de pijn te verzachten. U kunt de pijn niet verzachten tot u goed, rijk Bloed daar binnen hebt om de zaak te genezen. Juist!
66 U snijdt een oude likdoorn eruit en u zult uzelf diabetes bezorgen en het zal uw voet doen wegteren. Probeer niet om dit uit uw gedachten te zetten en er aan voorbij te gaan en een likdoornpleister daarop te plakken.
67 Maar de zaak om te doen is om recht voor God te komen en te zeggen: "God, ik heb bloedarmoede en ik heb Uw Bloed nodig om mij te reinigen van al mijn zonde." Dat is mijn gebed en ik vertrouw erop dat het ook het uwe is.
68 Denk aan deze dingen, vriend. Een dezer dagen...; het zou net zo goed voor het daglicht morgen kunnen gebeuren als dat het kan gebeuren over vijftig jaar vanaf vandaag. Eén raketbom, één van deze kobalt- of waterstofbommen zou kunnen... De hele natie is op zijn hoede.
69 U zag het in de krant onlangs waar men de wetenschap ondervroeg, het pentagon, om de "vliegende schotels" te verklaren. Het was geen mythe. Het was niet iets wat men zich inbeeldde. Het was echt. Het was een intelligentie. Ze vlogen in oorlogsformatie. Ze konden starten. Ze konden stoppen. Ze konden spreken. Het was een intelligentie Zij weten het. De mensen lachten. Zij zeiden: "Vliegende schotels?" en vermaakten er zich over.
70 Maar weet u wat ik denk? Jezus zei dat voor Hij komt er tekenen boven in de hemel zullen zijn. Merkte u het op? Voor Hij begon met Sodom en Gomorra te vernietigen wegens hun sexuele zaken, zond Hij engelen naar beneden om het te onderzoeken. Engelen zijn naar de aarde gekomen in de laatste paar jaren. Zij zijn gezien onder de mensen; ik bedoel oprechte door het Bloed gewassen mensen die het weten. Zij hebben er zelfs gestaan en hebben er foto's van genomen. Dat is juist. Engelachtige wezens hebben ons bezocht en hebben het woord terug tot de Vader gebracht dat de zonde zich heeft opgestapeld zodat de sterren nauwelijks kunnen schijnen. [Broeder Branham klopt vijfmaal op de kansel – Vert] De maan... De hele wereld waggelt als een dronkeman die 's nachts thuis komt. Juist.
71 Ze hebben het gezien onder de Christenen, onder de uitverkorenen! Zij hebben hun geboorterechten verkocht voor populariteit. De prediker heeft het Evangelie omgeruild voor een sociale fuif. Hij heeft het ouderwetse door het Bloed gewassen Evangelie omgeruild voor intellectualisme met de mensen, om intellect te prediken, over de maatschappij te spreken en het Evangelie te misbruiken. Velen zijn uitgegaan in de velden om te prediken en gebruikten het Evangelie voor persoonlijk gewin om er geld uit te halen. Velen van hen hebben landgoederen en auto's gekregen en dergelijke, die zij anders nooit gehad zouden hebben; persoonlijk gewin. Niet allen; ik ben dankbaar dat er nog steeds een overblijfsel is.
72 In de dagen van Ezra, toen Ezra begon te wenen en het uit te roepen en de zonde te berispen, weet u wat er gebeurde? Al de uitverkorenen, die God vertrouwden, vergaderden zich rondom hem.
73 Wat wij vandaag nodig hebben is mannen en vrouwen... Als uw predikers in deze kerken zouden preken en zonde "zonde" zouden noemen en het zouden berispen, dan zou het echte volk van God zich direct rondom u vergaderen en bij u blijven. Dat is juist. Het is tijd om het uit te roepen en te zeggen wat wat is, het goede van het kwade af te scheiden. God sta het ons toe dat wij de moed zullen hebben om het te doen.
74 Bedenk slechts wat er zou kunnen gebeuren. Zoals ik u vertelde, ik geloof dat vanmorgen, of ik hoorde het iemand zeggen, dat op... Een van deze wachters, die waken; ik ben vergeten hoe men het nu noemt, voor de bom of de vliegtuigen die komen. Niet lang geleden was er een programma waar men ergens door liet schemeren, dat men de grote vloten had laten oproepen, met driehonderd straalbommenwerpers die atoombommen en waterstofbommen onder zich hebben hangen.
75 Niet lang geleden, bij de grote luchthaven in Shreveport, zei één van de jongens, die daarginds bekeerd werd in de samenkomsten van broeder Jack: "Wij hebben atoombommen direct in onze hangars hangen."
Ik zei: "Bent u niet..."
76 "In de..." Ik bedoel: "In de vliegtuigen; en wij stijgen er dagelijks mee op om te oefenen."
Ik zei: "Bent u niet bang?"
77 Hij zei: "Zij hebben er geen ontsteking in. Maar wij zijn zo op onze hoede dat binnen de tijdspanne van één minuut, zestig seconden, wij de ontsteking aan kunnen brengen en op weg zijn. Ze staan volgetankt en klaar, zodat zij er onmiddellijk mee naar Engeland kunnen vliegen."
78 Hun grote hangars zijn overal in de oceanen geplaatst. En zij zeggen tegen Rusland: "Durf maar eens één bom te gooien! Gooi maar eens één atoombom op de V.N. of daar ergens en kijk wat er gebeurt!"
79 Wat zal er gebeuren? Het zou een hevige aanval zijn, op weg naar Rusland. En als zij dat zouden doen en die atoom- en waterstofbommen beginnen neer te werpen, dan zou het een kettingreactie veroorzaken die de aarde zou doen branden als een lont, gewoon zou laten smelten. U weet dat het niet in het minst met de Schrift in tegenspraak zou zijn. "Want de aarde zal branden en de hemel eveneens." De atomen van de aarde zullen branden.
80 Wij leven in een gevaarlijke tijd. Wij leven in een tijd waarin de mensen van de wereld doodsbenauwd zijn. De grote mannen zijn bang wie die eerste bom zal laten exploderen. Als de eerste bom afgaat, dan gaat de hele zaak er achter elkaar mee door.
81 Het behoorde de gelukkigste tijd ter wereld voor de Christen te zijn. De tijden zullen veranderen. Het oude zal jong worden. Oh! De dood zal wegvluchten. Ziekte zal er niet meer zijn. Geen gebedssamenkomsten meer voor de zieken. Geen gebedssamenkomsten meer voor de verlorenen. Maar God zal komen en de uitverkorenen opnemen van de vier windstreken der aarde en zal hen onder Zijn eigen vleugelen vergaderen en wij zullen leven en voor eeuwig met Hem heersen in Zijn hemel.
82 O, broeder, zuster, mijn vriend, als u vanavond niet toebereid bent, moge u in dit uur toebereid worden. Ik geef u een uitnodiging om vanavond tot Jezus Christus te komen en Hem aan te nemen. U, die verschillend bent geweest, u, die weet dat u niet bent waar u zou moeten zijn met God, ik nodig u uit naar het altaar met mijzelf. Ik nodig een ieder van u uit om hier te komen, en niet alleen om hier te staan, maar om hier te blijven tot God u gereinigd heeft van alles wat niet zoals Hij is, tot u hier als een nieuw persoon kunt weggaan. Niet met een likdoornpleister erop, maar om hier weg te gaan met een bloedtransfusie die uw bloed reinigt en u nieuw leven en nieuwe hoop geeft. Ga weg met de doop van de Heilige Geest. Ga weg, niet jubelend, niet dansend, niet zo zeer... Die dingen zijn in orde. Zij behoren allemaal in de gemeente. Zij behoren allemaal in de Bijbel. Maar waar ik over spreek is de Heilige Geest, Gods liefde.
83 Een jonge man sprak onlangs tegen mij. Zijn moeder is een lieve vrouw. Ik heb de vrouw gekend, ontmoette haar één- of tweemaal. En zij zei: "O, schat," tegen haar zoon, "kom hier. Ik wil dat je kijkt. Ik heb de olie in mijn handen." Wel, ik heb dat ook. Het is waar ik heb gezweet. Nu, zij zei: "Ik heb olie in mijn hand. Wat denk je daarvan?"
84 En de jongen keek naar zijn moeder en zei: "Moeder, ik wil u iets vragen." Zij wilde hem laten bidden opdat zij een dichtere wandel met God zou hebben. Hij zei: "Toen de olie in uw hand kwam, nam dat al uw veroordeling weg? Gaf het u een lieflijke ervaring met God, toen de olie..."
"Neen."
Hij zei: "Dan zou ik het maar laten varen." Dat is het.
85 O, de wereld, de religieuze wereld, de pinkstermensen, kijkt uit naar het fantastische. De wereld, de zogenaamde opgeleide wereld, de denominatiewereld, kijkt uit naar een of andere grote oplossing zodat zij hun denominatie kunnen verbeteren en er meer leden in kunnen krijgen, "een miljoen meer", weet u.
86 En de naties kijken uit naar een of andere grote politiemacht die de hele wereld op de knieën kan brengen en gerechtigheid kan brengen.
87 Broeder, het komt niet door het fantastische van Pinksteren. Evenmin komt het door Protestantse organisaties of door de Katholieke hiërarchie. Evenmin komt het door Pentagons of door het omslaan van nieuwe bladzijden. Het komt door een overgegeven leven aan Jezus Christus, door de doop van de Heilige Geest. Alles wat daaraan te kort schiet, is fout.
Laten wij bidden.
88 Ik zal onze zuster vragen om naar het orgel te komen, naar de piano, op dit tijdstip. Terwijl wij in gebed zijn, terwijl elke persoon zijn hoofd gebogen heeft en iedereen in gebed is, vraag ik mij op dit moment af of u uw geest zou willen toetsen aan het Woord van God. Bent u in orde?
89 Na deze dienst zal ik doen wat ik u verteld heb. Ik heb een schoonmoeder die daarginds op het randje van de dood ligt. Ik moet haar opzoeken. Zij is stervende. Andere vrienden, die ik van hier ken, die ik bezoek, liggen op het randje van de dood, mensen die in deze gemeente hebben gezeten. O broeder, zuster, u komt daar ook. U moet daar komen.
90 Nu, u zegt: "Wel, ik weet dat, broeder Branham. Ik heb de bedoeling om die zaak in orde te maken één dezer dagen." Maar het is misschien niet "één dezer dagen" voor u. Dit kan de enige dag zijn.
91 Hoe weinig wist die man er van af, die van Californië kwam om naar Michigan te gaan, onlangs met zijn kleine vrouw daar, die z'n wagen bestuurde, hij in een bestelauto, op weg naar hun nieuwe huis. Hij was net met pensioen gegaan van de Navy. Hoe goed was hij op de hoogte toen hij die morgen vertrok vanuit een toeristische plaats misschien, dat zijn vrouw en kind binnen enkele minuten een lijk zouden zijn? Maar net boven Henryville daar botste hun wagen tegen een bus. En de bestuurder maakte zijn wagen bijna tot een groot knipmes, maar de vrouw en het kleine meisje werden gedood. Ik vertrouw erop dat hun ziel met God in orde was.
92 Enkele weken geleden, toen broeder Woods en ik hier naar boven gingen naar een vliegtuig dat hier achter de plaats neerstortte, zagen wij hoe men de stukken van de lichamen van acht mensen samenbracht, terwijl hoofden en benen en armen over heel het terrein verspreid lagen. Men pakte een lichaam op en de ingewanden vielen uit het lichaam van de man. Een goede man wellicht, een bekend man uit Chicago. Toen die man in het vliegtuig stapte die morgen, vraag ik mij af of hij die avond dat hij naar de kerk ging goede bedoelingen had. Deed de voorganger een altaaroproep? Berispte hij de zonde en kreeg de man een kans? Of ging hij er uit als dier? Was de man, in het aangezicht van God, een zoon van God?
93 Denk aan deze dingen, vrienden. Zij zijn belangrijk. Zij zijn niet alleen belangrijk, zij zijn het belangrijkste ding voor u in dit uur. Dit is de tijd dat u uw besluit zult nemen. Dit is de tijd dat u de beslissing van dit leven neemt, voor het leven hierna. Moge u het doen terwijl wij bidden.
94 Hemelse Vader, zoals wij in de Bijbel lazen over wat U zei over de zonde en degenen die het doen en het niet belijden; wij beseffen wat het betekent om te sterven zonder God te kennen. Wij weten dat door de ervaring van anderen, die wij hebben zien heengaan. Degenen die het van plan waren, degenen, die het te lang voor zich uit schoven. God, zij die het wel beleden maar niet bezaten wat ze zeiden te hebben. Degenen die gehandeld hadden als Christenen en toch nooit Christenen waren. Hun leven bewees het en hun dood maakte het bekend.
95 Nu, Vader, ik bid dat U tot ieder hart hier wilt spreken. En tot mijzelf, Heer, dat ik nalatig was wat betreft vele dingen, die ik gedaan zou kunnen hebben en niet deed. Ik belijd mijn fout. Ik belijd de fouten van deze mensen. Ik belijd de fouten van de natie. Ik vraag U om genade te hebben, Heer. Ik heb drie kleine kinderen op te voeden. En wij leven hier midden in de moeilijkheden en God, het heeft geen nut om weg te rennen. U weet er alles over. God, ik wil met U in orde zijn.
96 Op een dag zal, als de atoombom ons niet te pakken krijgt, ons een ongeval overkomen. Als een ongeval ons niet overkomt, zal een ziekte het wel doen. Iets moet ons wegnemen. Maar wij zijn blij te weten dat er een weg ter ontkoming is. "De Naam van de Here is een toren en de rechtvaardigen lopen er heen en zijn veilig." God, moge de zondaar vriend vanavond, jongen, meisje, man of vrouw, de deur open zien, de gelegenheid, en in dit uur naar Christus lopen.
97 Nu, terwijl wij onze hoofden gebogen hebben, is er hier iemand... Ik weet dat er hier sommigen zijn, die met opgeheven hand naar God zouden willen zeggen: "Ik ben beschaamd over mijn leven. En ik wil mijn fouten voor God belijden en om genade vragen." Steek uw hand op naar God. God zegene u. God zegene u. God zegene u. Er zijn velen van u, velen van u. Ja. Er zijn hier velen van u, ook die... God zegene u.
98 Velen van u hier, die gedurende lange tijd Christendom beleden hebben, en weten dat u hebt gefaald om in de pas met God te blijven, weet dat u juist nu dingen doet, die u niet behoorde te doen. En u gaat door zonder het te belijden, gewoon losweg met het getij meedrijvend. Kijkend naar het soort programma's waarnaar u niet zou moeten kijken. U kijkt naar het soort tijdschriften en leest de lectuur, die u niet behoorde te lezen, die niet passen voor Christenen. U luistert naar de vuile en smerige en vieze grappen, waarvan u weet dat u het niet zou moeten doen, zowel mannen als vrouwen. U kent plaatsen waar u zou kunnen gesproken hebben en het niet deed en u bent misschien schuldig aan de zonde van nalatigheid.
99 Ik vraag mij af of u uw hand naar Christus zou willen opsteken om genade met u te hebben en u te vergeven. Steek uw hand naar omhoog. God zegene u, jonge dame; terwijl de vrouw uit de rij gaat om naar het altaar te komen om haar fouten te belijden... Steek uw hand op naar God. God zegene u. Dat is juist, mijnheer. Dat is juist. God zegene u. Steek uw hand omhoog. U weet dat u verkeerd hebt gedaan.
100 Ik vraag mij af of u vanavond de moed hebt om mij hier bij het altaar te ontmoeten. Laten wij hier rondom neerknielen en zeggen: "God, wees ons allen genadig. Wij hebben U nodig." God zegene u, dame.
101 Om deze jonge vrouwen te zien komen, wenend, met een leven dat voor hen ligt! Zij staan op een kruispunt. Zij zijn het slachtoffer van omstandigheden. Wat... Beseft u, oude mensen, toen wij jong waren... dat onze jongeren tien keer meer verleidingen hebben dan wij hadden? Zuster, beseft u dat uw dochter tien keer meer verleidingen heeft dan u had toen u een meisje was? Wat zal haar dochter hebben? Kijk naar de dingen, de beelden die de duivel aan het voorhouden is.
102 O, wat is het nodig dat wij bidden! Nu, wij zullen opnieuw naar u teruggaan. Broeder, beseft u dat wij niet half zo veel bidden als onze vaders? Voorganger, weet u dat wij niet zoveel tijd op onze knieën doorbrengen als de voorgangers voor ons? Vrouwen, beseft u dat u uw dochter niet onderricht en met haar bidt 's avonds zoals uw moeder met u deed? Hoe zit het er dan mee; wie is schuldig? Wij zijn schuldig. Er is geen weg omheen. Wij zijn schuldig.
103 Ik ben schuldig. Ik ben schuldig dat ik mijn taak van God niet doe zoals ik het zou moeten doen. Ik belijd dat ik verkeerd ben. Ik vraag God om mij genadig te zijn. Ik kijk hier buiten en zie de gelegenheden die ik gemist heb door onbeduidende dingen, kleine, oude, onbelangrijke dingen, die niets betekenen. Ik ben beschaamd over mijzelf als prediker van het Evangelie. Ik heb berouw voor God en vraag God mij te vergeven, en de gemeente mij te vergeven dat ik zo traag geweest ben met het werk van God. Door Gods genade en door Gods hulp zal ik niet luisteren naar wat... Iedereen probeert iets te zeggen dat je moet doen. Ze hebben een programma. Ze hebben iets voor je te doen. Nonsens. Ik ken Gods programma; het staat hier in de Bijbel beschreven. En ik schaam mezelf als prediker van het Evangelie. Eén miljoen zielen gewonnen; ik behoorde tien miljoen zielen gewonnen te hebben. Ik ben een eind achterop.
104 Hoe staat het met u? Hoeveel zielen hebt u gewonnen sedert u in Christus bent? Christendom gaat gewoon van de een naar de ander. Hoeveel zielen hebt u gewonnen sedert u een Christen bent? Als u geen zielen wint, bent u schuldig; u bent onvruchtbaar, u hebt schande gebracht op de gemeente en het Evangelie. Hoe veel mensen krijgt u op woensdagavond voor een gebedssamenkomst? Als u het niet doet, behoorde u zich te schamen voor Christus. U bent schuldig en uw plaats is bij het altaar. Ik nodig u uit om met mij te komen voor bekering. [Broeder Branham pauzeert – Vert]
105 Wilt u dan uw hoofden buigen en het gebogen houden, terwijl ik mijn schuld voel en mij graag zou willen bekeren. Buig gewoon uw hoofd. [Broeder Branham verlaat de kansel en knielt neer bij het altaar – Vert]
106 Onze Hemelse Vader, ik buig mij neer op dit altaar en vraag om vergeving voor mijn gedrag. Ik vraag om vergeving van de zonden van degenen, die rondom het altaar zijn. Ik vraag om vergeving voor deze gemeente, voor het lichaam, voor het lichaam van gelovigen, nationaal en internationaal. Ik vraag om genade voor ons, omdat wij zo traag zijn betreffende de zaken van Uw Koninkrijk. Ik vraag dat U ons onze zonden wilt vergeven en onze overtreding wilt wegnemen. En vergeef ons dat we zo dom zijn, de domme onwetendheid van de mensen. Hoe zijn wij te kort geschoten! Hoe hebben wij lichamelijke oefening genomen! Hoe hebben wij dingen gedaan die wij niet behoorden gedaan te hebben! Hoe hebben wij voor U gezondigd!
107 En op deze zondagavondsamenkomst, Vader, zien wij de zich beschaamd voelende profeet van de Bijbel en wij voelen ons beschaamd vanavond. Ik voel mij beschaamd voor U wegens de zonden van de mensen. De mensen, mijn natie, mijn familie, ik ben beschaamd voor hen, Heer. Om onze jonge dames op de straten te zien wandelen en handelen op de wijze dat zij doen! Om de prostitutie te zien, de jonge mannen die leven in allerlei levensgewoonten! Om hen thuis te zien blijven van de gemeente en tijdschriften te zien lezen die zij niet behoorden te lezen! Om te kijken naar ongecensureerde programma's; om te luisteren naar de smerige grappen van Hollywood; om te luisteren naar rotte boogie-woogie muziek van de duivel, die uitgebroed is door mensen van slechte zeden die smerige gedachten hebben, instrumenten van de duivel om de werken van de duivel verder te inspireren!
108 O, God, ik ben beschaamd voor mijzelf, dat ik het nu niet berisp zoals ik het zou moeten doen. O God, neem mijn schuld weg. Ik vraag U om het te doen. Ik vraag U om deze mensen, die hier zijn, te vergeven; vergeef ons allemaal. Help ons om van dit altaar als nieuwe mannen en vrouwen op te staan. Help ons om van hier weg te gaan zoals Christenen behoorden te gaan.
109 Help ons om "iedere last terzijde te leggen en de zonde, die ons zo gemakkelijk omringt, opdat wij met geduld de wedloop mogen lopen, die voor ons gesteld is." Niet kijkend naar de televisie, niet kijkend naar de komieken van de wereld, maar "kijkend naar de Auteur en Voleinder van ons geloof, de Here Jezus Christus, Die de schande van het kruis niet verachtte en het voor ons droeg en leed buiten de poort, opdat Hij door Zijn Bloed het volk mocht heiligen."
110 Reinig ons van alle ongerechtigheid en neem ons aan als Uw eigen kinderen vanavond en ontvang ons in dit gebed van bekering. En geef ons, Here, vrede en blijdschap. En mogen wij vanavond, terwijl wij in bed liggen, denkend aan de samenkomst van deze avond, denken aan de toestanden in de wereld die de Bijbel ons vanavond geopenbaard heeft. Mogen wij, als wij eraan denken, onze gezichten van schaamte vervuld... moge U vrede en blijdschap brengen in ieder hart. Wij bekeren ons, Heer, voor U, bij dit altaar.
111 God, help mij als ik nu door geloof doorbreek en bid dat het in Uw wil is dat vele, vele, vele honderden mensen voor U gewonnen mogen worden. En help mij om geloof te hebben en moed terwijl ik voortga, en om naar niemand te kijken behalve naar U, de Auteur en Voleinder van ons geloof. God, sta het toe.
112 Vergeef elke diaken van deze gemeente. Vergeef de voorganger. Vergeef de leken, Heer. Vergeef elke van al onze zonden. Vergeef ons, Here. Vergeef elke vreemdeling in onze poort. En mogen wij de kracht voelen van de Heilige Geest in ons leven, omdat wij nederig zijn voor U vanavond, ons bekerend met heel ons hart, opdat U ons zult ontvangen en ons een nederig, stil, geheiligd, ootmoedig volk maken voor Uw dienst. Sta deze zegening toe, Here, bij het altaar waar wij op zijn. Geef het, terwijl wij ons hoofd en ons hart voor U buigen. In de Naam van Uw Zoon, de Here Jezus Christus, vragen wij dit. Amen en amen.
Ik ben de Uwe Heer; 'k heb Uw stem gehoord
En zij sprak van Uw liefde voor mij.
Hoe verlang ik om in armen van geloof op te staan
En nader tot U getrokken te worden.
Trek mij nader, nader, dier'bre Heer,
Tot het kruis waaraan U stierf.
Trek mij nader, nader, nader, dier'bre Heer
Tot Uw dierbare, bloedende zijde.
113 Bij het altaar vanavond, onder mijn broeders die hier vooraan bij het altaar zijn, ben ik vanavond blij te zien dat er ongeveer evenveel mannen als vrouwen zijn. Gewoonlijk zijn het de vrouwen, die gemakkelijk doorbreken. Er is iets met hun harten, wat gemakkelijk aangeraakt kan worden, door hun vrouwelijke deel. En zij zijn dames en u kunt hen soms raken. Maar ik ben zo blij te zien dat de Heilige Geest ook mannen kan aanraken om hen tot het altaar te brengen.
114 En ik vraag mij af hoe velen van u, die nu neergeknield zijn bij het altaar, die voelen dat u een toewijding aan God moet maken, opdat wanneer u hier vanavond weggaat u een beter leven leeft door de genade van God en meer kunt doen voor Zijn Koninkrijk en voor Zijn zaak. Zou u uw hand naar Christus willen opsteken als u bij het altaar bent en daarmee zeggen: "Ik geloof nu dat ik mij bekeerd heb"? Moge God u zegenen.
115 Hoe velen van u daar achteraan voelen dat u zich bekeerde in uw stoel; voelen dat u het beter wilt doen? God zegene u.
Laten wij nu opstaan.
116 U, hier bij het altaar, keert u naar deze kant om, als u wilt. Nu, u hier bij het altaar, steekt uw handen omhoog naar hen, dat u hun gebed verlangt opdat u moge voortgaan. Wilt u uw hand opsteken naar degenen in het gehoor? In orde. Nu, steekt uw handen op hier achteraan, bij het altaar hier, opdat u ook hun gebed moogt verlangen. Opdat wij... God zal ons helpen het te doen. Moge de Here Jezus ons zegenen.
Nu, vergeet de zondagavonddienst niet.
117 Hebt u een woord te zeggen, broeder Neville? [Broeder Neville spreekt tegen broeder Branham – Vert] Dinsdag- en woensdagavond... Waar is die zendingspost gevestigd? [Broeder Neville antwoordt.] 1628 West Market, deze komende dinsdag- en woensdagavond.
118 En dan op zaterdag en zondag zal ik te Madisonville, Kentucky, zijn in het auditorium daar. En dan gaan wij naar New York.
119 Nu, de reden dat wij vroeg sluiten is dat ik een schoonmoeder heb die zeer, zeer ziek is en dat men mij heeft opgeroepen. Nu, laten wij...
120 Hebt u nog iets te zeggen, broeder Neville? [Broeder Neville zegt: "Neen." – Vert] Niets.
121 Laten wij even onze hoofden buigen, terwijl wij bidden. In orde. Langzaam nu:
God zij met u tot wij elkaar opnieuw ontmoeten!
Door...