De nabootsing van Christendom

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Neville. Het is bekend dat het Neville-trio een van de beste trio's in het land is. [Broeder Neville zegt: "Dat betwijfel ik." Broeder Branham en de samenkomst lachen – Vert] Jawel, dat is waar. Dat is waar.

2 Hoevelen hebben gisteren de radio-uitzending gehoord? Ik ben meer dan twintig jaar prediker, een oude veteraan, en ik heb heel wat predikingen gehoord. Maar ik geloof dat ik een van de meest toepasselijke predikingen heb gehoord voor de dag waarin wij leven; ik hoorde die gisteren bij monde van onze herder broeder Neville. U, die dat gemist heeft, miste een grote schat, die kostbaar was in mijn hart. En terwijl ik mijn vrouw hielp met de vaat...

3 Junie, ik hielp haar, dat kan geen kwaad. Delores laat jou ook afwassen. Dus... [Broeder Branham lacht – Vert]

4 Terwijl ik haar hielp de borden te wassen, moesten we beiden stoppen om tegen elkaar te zeggen hoedanig de Here de boodschap van gisteren op de radio van onze broeder gebruikte. Het was een geweldig meesterstuk zoals ik weinig heb gehoord. En ik was zo verheugd om te weten dat ik met degene, die de Here gebruikte om de boodschap te brengen, verbonden ben in het werk van de Heer. Dus het kwartet, of het trio gisteren was prachtig; en dat zijn ze de hele tijd en onze herder is dat ook. We waarderen dat met ons hele hart en bidden dat God zal doorgaan om met onze broeder te zijn en deze geweldige krachtige boodschappen zal toestaan zowel in zingen als in het Woord, terwijl de tijd voortschrijdt.

5 Nu, wat uw gebeden betreft, die u voor ons hebt gebeden terwijl wij op het veld waren, de Here heeft overvloedig en geweldig gezegend. Wij zijn heel blij om verslag te doen van de vele dingen die onze Redder buiten in de diensten deed: redde zielen en het geloof van de mensen beantwoordde aan de vereiste van Gods genezende kracht, en zij werden genezen.

6 En terwijl wij nu juist één schrede verder zijn gekomen, gaan we deze week weer weg, we gaan het veld in, naar Lima, Ohio, naar de Baptistenmensen, waar we beslist uw gebed voor vragen – voor de samenkomst in Lima deze week.

7 Dan komen wij vandaar terug en gaan dan naar Evansville, Indiana, slechts voor één avond; dat is 3 februari, naar de Christen Zakenlieden. Ze richten een nieuwe afdeling op en ik zal er 's morgens spreken. Dan 's avonds, als het niet sneeuwt of slecht weer is zodat ik kan terugkomen, wel, dan blijf ik voor de dienst van die avond. Indien niet, dan ben ik hier in de tabernakel voor die avond, zo de Here wil; 3 februari.

8 Dan gedurende de tiende tot de zeventiende in Minneapolis. De zestiende, de morgen van de zestiende is het ontbijt van de Zakenlieden. We verwachten dus een geweldige tijd bij dit ontbijt, bij dit ontbijt en ook tijdens de samenkomst.

9 We komen terug om naar Shreveport te gaan, daarna naar Phoenix, Arizona, naar de Madison Square Garden. Daar zullen we met volledige samenwerking de diensten houden met al de predikers van de Maricopa Valley Association, in die mooie grote Madison Square Garden, daar in Phoenix, waar we de diensten houden.

10 Dan daar vandaan naar de San Fernando Valley met broeder Espinoza bij al de Mexicaanse mensen. Dan omhoog naar een meer (ik ben het vergeten), Lake Clear, voor drie avonden daar. Dan doorgaande naar Oakland naar het mooie grote openbare auditorium waar bijna tienduizend mensen kunnen zitten, waar de Twin City Ministerial Association de samenkomst bekostigt. Waar we God voor danken en bidden dat Hij ons een geweldige uitstorting van Zijn zegen zal geven.

11 Even een berichtje van mijn secretaris, even een ogenblikje. Ziet u, ik moet het op een afstand houden. Ik ben... In orde. Ja, het is iemand die me na de dienst wil spreken. Er zijn een paar predikers binnengekomen, de Martin-broeders. In orde, broeder, we zullen elkaar direct na de dienst ontmoeten in de kamer van de diakenen.

12 Nu, ik houd van het Woord omdat het Woord de waarheid van God is. Gisteren sprak ik met onze broeder en zuster Cox. Ik geloof dat onze broeder... ja, hij is vanmorgen aanwezig en ik weet niet of zuster Cox er is of niet. Maar we bespraken enige dingen uit het christelijk leven, wat Christenen gewoonlijk doen als ze bij elkaar komen. En in het gesprek kwam ter sprake hoe er over of tegen andere medegenoten van het Koninkrijk gesproken wordt. Soms horen we radio-uitzendingen die de ander gewoon aan stukken scheuren en hun namen noemen en tegen ze zeggen dat zij geen Christenen zijn, enzovoort. Wel, het zijn gewoon kinderen; dat is alles. Het zijn nog slechts kinderen. We zouden volwassenen moeten zijn. Dat is juist. Want volwassenen praten niet op die manier. Wij...

13 Maar we waren aan het praten, broeder Cox en ik. En ik zei: "Wel, ik heb in mijn hart besloten tegen zonde te prediken, slechts tegen zonde. Ik leg het gewoon uit. En waar het hoort, kan God het op de juiste plaats doen komen."

14 Eens werd er in het Zuiden verteld over een jonge knul, dat hij neerknielde in een vore die hij had geploegd. Toen kwam er een geestelijke voorbij en die hoorde de kleine knaap het alfabet herhalen: "A, b, c, d", enzovoort, en hij zat op zijn knieën, dus de geestelijke was diep geschokt. Hij hoorde dus de jongen het alfabet herhalen en toen "Amen" zeggen.

15 Toen hij opstond, sprak de geestelijke tot hem en zei: "Zoon, ik ben een... de dienstknecht des Heren. En ik hoorde je bidden, maar je zei alleen het alfabet op. Ik begrijp niet waarom je alleen het alfabet opzei."

16 Hij zei: "Meneer, ik kan niet bidden." Hij zei: "Ik had nog nooit gebeden. Maar ik had een biddende moeder en vader die naar de hemel zijn gegaan." En hij zei: "Moeder, ik... zij stierf toen ik nog maar zo klein was. Maar ik herinner mij dat ik haar hoorde als zij in moeite was, ze ging naar de Heer en ze bad. En ze stierf toen ik zo jong was, ze kon me nog geen bidden leren. En ik ben terechtgekomen in de handen van een onvriendelijk persoon die me slaat en slecht behandelt. En ik was... dacht dat misschien, nadat ik mijn abc's had geleerd en ik al de woorden kon nemen en al de letters zeggen, dat Hij het misschien op volgorde zou kunnen zetten en begrijpen wat ik bedoel."

17 Dat is het gebed der oprechtheid. Zeker kon Hij ze bij elkaar zetten. Het is niet hoe wij bidden met onze lippen; het is het motief van ons hart, dat is wat God hoort. Soms hoort Hij onze lippen niet; Hij hoort onze intentie, wat het motief van ons hart is.

18 Dus toen ik dat gisteren deed, werd ik er deze keer diep door getroffen en omdat het in de tabernakel is, zou ik enige dingen willen verklaren waaraan ik dacht, zodat het een hulp zou mogen zijn of in uw voordeel. En als ik ooit iets zou zeggen wat onvriendelijk zou zijn, ik zou het beslist niet op die manier willen menen, als het tegen iemands geloof was. Maar ik zou het alleen willen uitleggen in liefde en misschien zou ik willen proberen het recht te zetten. Zoals mensen die niet in Goddelijke genezing geloven, enzovoort. Als u er niet in zou geloven, wel, ik... en ik zeg dan dat ik er wel in geloof, het zou niet betekenen dat ik probeer ruzie te maken met u, maar ik zou proberen het uit te leggen aan degenen die er wel in geloven; als u goed begrijpt wat ik bedoel.

19 Laten we bidden dat God het zal begrijpen; ik weet dat Hij het doet. Hij begrijpt het; wij weten dat. Nu had ik een gesprek met een zeer bestudeerde man uit Canada. En zoals wij weten zijn de Canadezen... Als u hen kent, ooit persoonlijk met hen in aanraking bent gekomen, het zijn geleerden, de meesten van hen gaan erg diep. Zij hebben daarginds niet de problemen die wij hier hebben. En toen ontdekte ik dat deze man die toch niet veel ouder is dan ik – hij is misschien vijftig – dat hij volledig grijs was en zijn snor was grijs en toch was hij niet ouder dan vijftig jaar. Ik zei tegen hem: "Mijn broeder", toen hij naar de kamer kwam waar ik verbleef. De voorganger van een kerk. Ik zei... keek naar hem.

20 Slechts een paar jaar geleden in Saskatoon, toen we samen een grote samenkomst hadden in de grote arena – toen ik pas in de evangelisatiesamenkomsten begon – had hij zwart haar. Zijn snor was zwart. En hij was... had twee jonge dochters en ze zijn nu getrouwd en hebben kinderen.

     Dus ik dacht in mijn hart: "O, wat is er gebeurd?"

21 Hij zei: "Broeder Branham, ik dacht ongeveer twee jaar geleden dat de Here mij misschien had geroepen om te gaan werken in de Verenigde Staten." Hij zei: "Ik ging naar de Westkust en kwam bij een bepaalde radiozender die nationaal uitzendt." En hij zei: "Toen ik zag op welke oneerlijke manier zij de financiën die werden opgestuurd, beheerden, kon ik daar als Christen gewoon niet langer blijven. Ik ging weg. En ik sloot me aan bij een andere." Hij zei: "Het was van de wal in de sloot. Toen bleef ik daar en ontdekte zoveel zaken," en zei: "om de zwakheid te ontdekken van de Amerikaanse preekstoel!"

22 Ik zei: "Broeder, dat is waar. We hebben hier geen middenklasse, om zo te zeggen. Wij hebben òf de echte koude en formele en onverschillige, òf de extreme fanatici. We hebben de middenklasse niet." En ik zei: "Dat is heel erg."

23 Hij zei: "Toen kwam ik hier. Broeder Branham, zodra ik hier kwam en mijn eerste boodschap predikte, ontdekte ik dat het slaan op de piano was en over hun stoelen vallen. En", zei hij, "toen begon ik me iets af te vragen. Vervolgens probeerde ik temidden van dit alles het Evangelie te prediken, eenvoudig het Woord. En toen ik dat deed", zei hij, "gebeurde er iets, zodat de Here mij na een poosje liet doorbreken tot de zalving en bracht de... De Heilige Geest kwam in ons midden met liefde. En de vrede van God begon over het gebouw te vloeien."

24 En hij zei: "Toen zei ik: 'Nu, de Heilige Geest is hier, we zullen nu de Heer aanbidden en onze levens aan God opdragen.'"

25 En hij zei: "Een jonge knul met nauwelijks genoeg wijsheid om de deur binnen te komen, rende naar de preekstoel. Hij zei: 'Amen, prediker! Dat is juist. Kijk, al de hele morgen druipt er olie uit mijn handen. Halleluja! Laat mensen hier naar boven komen en ik zal deze zalfolie gebruiken voor genezing.'"

26 Hij zei: "Broeder Branham, ik zei: 'Zoon, zoek een stoel op en ga zitten.'"

27 En hij zei: "Weet u wat er gebeurde? De dienstdoende ouderlingen zeiden tegen mij: 'Zoekt u voor uzelf een stoel en gaat u zitten.'"

28 Hij zei: "Hoe zouden we ooit... Hoe kunt u, of predikers die proberen die positie tussen de twee fanatici te handhaven, de zaak in evenwicht te houden?"

     Ik zei: "Slechts door de genade van God." O, wat een plaats!

29 De man sloeg zijn handen voor zijn gezicht en huilde totdat... Mijn vrouw en ik stonden daar, en de tranen drupten naar beneden op zijn broekspijpen. Hij zei: "Broeder Branham, ik ga terug naar Saskatoon om uit deze warboel van boze geesten vandaan te komen."

30 Ik zei: "Dat is waar. De Amerikaanse sociale intellectuele groep is zo tegengesteld aan de andere groep. En de andere groep is zo doorgeslagen in denkbeelden dat het voor het echte Evangelie moeilijk is een plaats te vinden om ingang te krijgen en om de voorrang te krijgen."

31 En terwijl ik het huis verliet, na het gesprek met broeder Cox, op mijn terugreis... Hij weet hier niets van terwijl hij hier zit. Maar onderweg zei ik: "Here, hoe waar is dat! En wat is het moeilijk geweest om te proberen het ware Evangelie tot de mensen te brengen, ze trekkend van beide zijden en proberend het midden van de weg te houden, waarvoor we hebben gestreden sinds het uur dat de hoeksteen werd gelegd." Ziet u? Nu, en iets...

32 Ik zei: "Hoe zit het met deze Amerikanen hier? Wat zal er met hen gebeuren?" En het leek of Iets sprak, gewoon tot mij sprak en zei: "Wat ben je aan het doen? Wat gaat het u aan? Volgt gij Mij."

33 Toen kwam het visioen in mijn gedachten terug, van op de dag dat ik de hoeksteen legde. Op de terugweg haalde ik het aan voor mijn vrouw. Hoevelen herinneren zich het visioen van de ochtend van de hoeksteen? Het ligt daar nu precies in de hoeksteen, drieëntwintig jaar geleden, geloof ik. En het was...

34 Ik woonde precies hier aan de overkant van de straat en werd wakker op een ochtend om ongeveer zeven uur, in de maand juni waarin de hoeksteen werd gelegd, geloof ik, of juli. En op die morgen keek ik naar buiten naar de zonsopkomst in het oosten, en ik prees de Heer omdat de hoeksteen van deze tabernakel zou worden gelegd. Meneer Marcus en anderen waren hier geweest en velen van hen hadden de fundering uitgegraven, enzovoort. En ik zou de hoeksteen leggen. Wij hebben de foto's, enzovoort, ervan. Iedereen zou een bepaald klein aandenken in deze hoeksteen doen en zelfs Katholieken kwamen eraan en lieten hun kleine rozenkransen, enzovoort, wat ze dan ook hadden in de hoeksteen vallen.

35 Maar die morgen sprak de Heilige Geest tot mij terwijl ik daar lag. Ik ging... In die tijd wist ik niet dat ik het een visioen moest noemen. Ik zei gewoon dat het een trance was. En ik zag een visioen dat sprak en zei dat mijn werk zou zijn tussen de twee stromingen van de Pinkstermensen in, de drieëenheid en de eenheid, en aan beide zijden was een lege plaats om te worden gevuld. Ik vermengde ze niet. Ik brak slechts wat van elke boom af en plantte dat. En daar gingen ze de lucht in, grote bomen, snel groeiend, en hun vruchten vielen naar beneden en ze smaakten heerlijk. Ik at ze. En bij het kruis dat vlak voor mij stond, lag het helemaal bedekt met vruchten.

36 Toen ik bij die plaats kwam, kwam de Heilige Geest naar beneden naar de top van de boom en sprak, schuddend en bulderend, en Hij zei: "Doe het werk van een evangelist." Zei: "Als je hier uitkomt, lees II Timotheüs 4. Doe het werk van een evangelist. Dit is jouw tabernakel niet." En ik zei: "Waar..." En ik zag de tabernakel zoals die nu is.

     Ik zei: "Waar is mijn tabernakel?"

37 Hij zette mij neer onder de helderblauwe hemel. Hij zei: "Doe het werk van een evangelist. Verricht je dienst ten volle. Want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar zich tal van leraars zullen bijeenhalen, omdat hun gehoor verwend is, en zij zullen zich van de waarheid afkeren en zich naar de verdichtsels keren."

38 Als dat niet woord voor woord is gebeurd! Dat is de reden waarom ik heb geprobeerd strikt bij het Woord te blijven. En dat is mijn onderwerp vanavond: "Op het Woord!"

39 Nu vanmorgen, door Gods genade, zou ik een ander onderwerp willen benaderen. Maar voordat we dat benaderen, terwijl we Ezechiël, het zesde hoofdstuk opslaan, zou ik dit graag willen zeggen. Dit, terwijl we het benaderen. Overal heb ik mijn uiterste best gedaan het Woord op orde te houden. Dus bid voor mij dat ik altijd getrouw zal zijn aan het Woord. Dat het is: aan het Woord! In orde.

40 Nu in Ezechiël, het zesendertigste hoofdstuk en we willen beginnen te lezen met het zesentwintigste vers.

     Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste;...

41 En dan in het zevenentwintigste vers:

     Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt...

42 Zullen we nu onze hoofden buigen voordat wij dit benaderen.

43 Onze Hemelse Vader, vandaag naderen wij met dankbare harten rustig en eerbiedig dit geheiligde moment, want hoe zouden wij weten of dit uur niet de eeuwige bestemming zou kunnen bepalen van een ziel die hier aanwezig is? En de waarde van die ziel wordt vergeleken met vele duizenden werelden. Wij bidden dus, Vader, dat U ons eerbiedig wilt laten naderen, plechtig en in de houding van gebed.

44 Er zouden ook zieke mensen aanwezig kunnen zijn die deze dag door hun houding, hoe zij dit Woord ontvangen, kunnen bepalen hoeveel langer zij hier op aarde kunnen blijven. Dus wij beseffen de ernst van dit ogenblik.

45 En wij vragen dat Uw grote tegenwoordigheid ons allen zal zalven, ziende dat wij aardse mensen zijn. Gij hebt ons uit de aarde genomen en tot de aarde zullen wij wederkeren. En slechts terwijl wij in dit aardse vat leven, hebben wij het voorrecht U te dienen en anderen voor U te winnen. Wij bidden dus dat U onze harten wilt neigen naar Uw Woord en moge de Heilige Geest het Woord nemen en het aan ons uitdelen naar de mate waarin wij het behoeven. Want wij vragen het in Jezus' Naam, Uw geliefde Zoon. Amen.

46 Als ik dit zou willen benoemen vanmorgen, gedurende enige ogenblikken... Onlangs zei mijn vrouw: "Billy, als je je predikingen zou kunnen inkorten tot dertig minuten in plaats van twee uur en dertig minuten, dan geloof ik dat het meer effect zou hebben."

47 Ik zei: "Hoezeer ik je ook liefheb en hoezeer ik weet dat dit de waarheid is, weet je, ik heb niemand om mij te leiden dan de Heilige Geest."

48 En ik weet niets beters te doen dan te blijven praten als Hij ermee doorgaat het te geven, dus dat is de wijze waarop ik het moet doen. En zelfs wanneer ik stop terwijl Hij zegent of als Hij dat niet doet, dan ben ik een miserabel persoon en mijn gehoor eveneens; en iedere andere prediker die door inspiratie spreekt.

49 Maar als ik mijn onderwerp vanmorgen zou willen kiezen, zou ik het willen noemen: De nabootsing van Christendom. Nabootsing van Christendom!

50 We lazen hier in de Schrift – hetgeen het Woord van God is – dat de profeet had gesproken over een nieuwe dag. Nu, Ezechiël profeteerde of voorspelde wat zou plaats vinden in een toekomend tijdperk, niet in zijn tijd.

51 Maar een profeet is een ziener en wordt in de Bijbel vergeleken met een adelaar die heel hoog de lucht ingaat. En hoe hoger je gaat des te verder kun je zien.

52 De adelaar stijgt dus veel hoger dan enige andere vogel. Er is geen vogel die met de adelaar kan meekomen. En er bestaat geen oog zoals dat van de adelaar. De havik kan er niet aan tippen. De havik zou de hoogte niet kunnen verdragen op de hoogte waarop de adelaar kan vliegen. Hij zou sterven. Hij heeft niet... Hij heeft de mogelijkheden niet die de adelaar heeft.

53 Nu, de havik is een vogel evenals de andere vogels, maar de adelaar werd zo gemaakt omdat hij een hoogvliegende vogel is. En hij kan zo hoog gaan dat hij dingen kan zien die de andere vogels niet kunnen zien, omdat hij hoger is. En God maakte de adelaar zo voor dat doel, omdat zijn nest hoger is dan dat van de andere. Zijn kleintjes boven in het nest voeden zich op de grond. Dus, om de storm of de moeite aan te zien komen, moet de adelaar om te overleven hoger gaan, zodat hij zijn kleintjes kan beschermen.

54 En God vergelijkt de profeet met de adelaar, degene die zou gaan met de natuur van een profeet. Hij is een ziener die in de Geest boven de emoties van de gemeente uitstijgt. Hij gaat verder dan het ritme van de muziek. Hij gaat verder dan het in de handen klappen. Hij gaat verder dan de vreugde onder de heiligen. Hij gaat daar allemaal bovenuit. God brengt hem omhoog in een sfeer alleen; alleen. Dan opent Hij zijn oog en Hij laat hem rondkijken en dingen zien die zullen komen. Dan brengt Hij hem weer naar beneden onder de leden van het lichaam om hun te voorzeggen wat er aankomt.

55 Dus God had Ezechiël heel hoog, heel ver opgenomen en liet hem rondzien, ongeveer zesentwintighonderd jaar. Denk daaraan. En liet hem...

     Een profeet is ook een gave van kennis. Kennis is...

56 Zoals een advocaat die de boeken bestudeert. Wanneer u een advocaat inhuurt om uw zaak te bepleiten, neemt hij slechts datgene wat hij weet en u betaalt hem voor wat hij weet om uw zaak aan de rechter voor te leggen.

57 Nu, een gave van kennis in de Bijbel is profetie, hetgeen omhoog gaat en die dingen die komende zijn ontdekt en ze dan mee terugneemt naar beneden. Maar zij moeten overeenkomen met de Bijbel, met het boek. Als ze buiten het Boek omgaan, worden ze niet aanvaard, omdat de Rechter oordeelt volgens het Boek. Begrijpt u het? Het moet dus overeenstemmen met het Woord.

58 Het Woord dus dat God heeft gesproken voor de grondlegging der wereld. Het is niet zo dat God spreekt en iets tot de profeet zegt op die bepaalde tijd. Het is dat de profeet opvangt wat God reeds gesproken heeft, want het Woord was voor de grondlegging der wereld. God sprak het Woord en het ligt daar ver weg, uitgestrekt in de tijd. En de profeet gaat omhoog en ziet de tijd aankomen. Het is dus slechts een gave van kennis die hij naar beneden brengt en op papier zet.

59 Ezechiël de profeet gaat omhoog en ziet de dag waarin wij leven. O, wat een trip op Jakobs ladder! Om vooruit te zien wat er zal zijn en hij brengt het naar beneden en in deze laatste jaren, de laatste tweeduizend jaren.. Terwijl Ezechiël ongeveer zes- of achthonderd jaar leefde voor de komst van Christus...

60 Ze hadden een steenachtig hart. Dat betekende dat de Heilige Geest dat hart niet kon binnenkomen. Hij had geen enkele manier om dat hart binnen te komen omdat het zondig was. En er lag alleen de verzoening van dierlijk bloed tussen dat steenachtige hart en de Schepper. Maar dat dierlijke bloed was natuurlijk een vervangingsmiddel, slechts een schaduw of type van het ware Bloed dat zou komen. Want het leven in de cel van het bloed was dierlijk leven, hetgeen niet kan overeenstemmen met de menselijke geest, omdat er in het dierlijk leven geen ziel is. Maar menselijk leven heeft een ziel. Dus daarom konden ze niet vermengen, zoals water en olie. Maar toen de Christus kwam en stierf... Nu, het Bloed van Christus dat werd gestort op Calvarie, binnenin die bloedcel ligt niets anders dan het leven van God. Ziet u het?

61 Merk op. Daarna komt de aanbidder voor God met dit bestemde Bloed, bestemd, het is het Bloed van een Redder dat ons redt. U plaatste uzelf door zonde in het pandjeshuis; Adam zette u in het pandjeshuis. Maar Christus kwam en Hij is uw Redder en u behoort aan Christus. God gaf u aan Christus als een liefdegave voor Zijn offer. En u wordt tot Christus gebracht door de Heilige Geest die u door het Bloed van de Here Jezus naar Zich toetrok en u als een gave aan Hem voorstelde. En God houdt van Zijn gaven en Hij zal het niet kunnen verdragen ze vernietigd te zien worden.

62 Onlangs vroeg een prediker iets aan een andere. Dit nu heeft – neem me niet kwalijk – een beetje van mijn eigen leerstellingen in zich, maar in de tabernakel doen we dat.

63 Wel, onlangs vroeg de een iets aan de ander. Hij zei: "Gelooft u... Gelooft u niet dat wanneer iemand eens een kind van God was, geboren uit de Geest van God, gewassen in het Bloed en volkomen verlost door God door de vernieuwing van zijn hart, door het wassen van het water, door het Bloed, door het Woord en een kind van God wordt; gelooft u niet dat die persoon kan zondigen en van God weggaan tot een plaats waar hij verloren is?"

64 En de prediker die sprak was een zeer goede Bijbelgeleerde; hij zei: "Ik zal uw vraag beantwoorden als u de mijne beantwoordt. Gelooft u dat iemand zo goed zou kunnen zijn dat hij niet zou liegen, stelen of iets slechts zou doen; maar hij zou zo goed zijn dat God hem in de hemel zou opnemen zonder het Bloed van Christus?" Nee, natuurlijk niet.

65 U zou niet naar de hemel kunnen gaan zonder het Bloed van de Here Jezus, hoe goed u ook bent. Dat is slechts zelfgemaakte rechtvaardigheid. En wij gaan niet naar de hemel op basis van zelfgemaakte rechtvaardigheid, hoe goed u ook bent. Het is totaal onmogelijk voor u om naar de hemel te gaan op basis van uw goedheid.

66 Het is de genade van God die u op Calvarie kocht en u bent Gods liefdegave aan Christus. En als God een gave aan Christus gaf, dan bewaart Christus Zijn gave. "Allen die tot Mij komen, allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen en niemand van hen gaat verloren. Ik zal ze opwekken ten jongste dage."

67 Nu, u zou emotioneel opgewerkt kunnen zijn. U zou olie uit uw handen mogen hebben, of spreken in tongen, of dansen in de Geest, of bij een kerk horen, of iets van de moderne denkbeelden. En u zou verloren kunnen zijn, zeker. Dat is juist. Maar als u Gods liefdegave aan Christus bent, bent u gered.

68 Welnu, uw leven zal bewijzen wat u bent. "Aan hun vruchten zult u ze kennen." Als u probeert uzelf te gedragen als lieflijk en nederig, enzovoort, dan bent u nog steeds buíten het Koninkrijk. Het is niet... Dan is het uw eigen werk.

69 Daar heeft de kerk, de mensen, de zogenaamde gemeente, zo jammerlijk gefaald, omdat zij voelen dat zij de goedheid en genade van God verdienen door hun eigen persoonlijk werk, door wat zij doen en hoe zij leven. Maar dat heeft er totaal niets mee te maken. Het is een gave van God. Het zou uw eigen geweten zijn om u bij de hel vandaan te houden wat u zo maakt, of liever gezegd: u zou bij de hel vandaan proberen te blijven, waardoor u probeert goed en juist te leven. Een goed burger zal dat doen, zonder noodzakelijkerwijs een Christen te zijn. Ik heb vele mensen gezien, die zelfs de Naam van de Here Jezus ontkennen, en die fijne mensen waren; dat wil zeggen menselijkerwijs.

70 Kijk naar Ezau, hoe hij een veel betere man was dan Jakob. Maar hij had niet het besef dat hij zijn geboorterechten had verkocht. Want hij verachtte ze en was verwerpelijk in de ogen van God; hoewel hij heel wat meer een heer was en een naaste en een man van daden dan Jakob. Jakob, zijn naam betekent oplichter. Weet u wat een oplichter is? Een bedrieger. Dus dat is... Maar Ezau was in ieder opzicht een heer.

71 Maar Jakob had een tegenprestatie gevonden voor dat geboorterecht. En ongeacht hoe iemand hem noemde... (Als ik het zo mag noemen, vergeef me de uitdrukking.) Ze konden hem "heilige roller, een fanaticus" of wat zij maar wilden, noemen, maar hij had respect voor dat geboorterecht. Dat was zijn hele motief. Ongeacht wat het hem kostte, hij wilde het geboorterecht.

72 Let nu op als we de gemeente ter sprake brengen. Nu, als de gemeente alleen bestaat uit... Als het lichaam van Christus alleen moet worden beheerst door intellectuelen, theologie, verstandelijke opvattingen, dan zijn we geheel afhankelijk van de intellectuele kennis van mensen. Als ik dat duidelijk maak... Als de gemeente alleen rust op het verstandelijke, of hoe mensen de kerk kunnen oprichten en grote gebouwen bouwen en de stoelen bekleden en zorgen voor een pijporgel van duizenden dollars; als hij zijn boodschap op zo'n manier kon prediken dat dit de mensen in de kerk zou brengen en dat ze zich bij de kerk zouden voegen, en hoe meer leden in het boek, hoe geweldiger het zou zijn in de hemel...

73 Ik wil dat u dit begrijpt en nooit meer vergeet. Als we alleen de intellectuele opvattingen van mensen nodig hebben, hebben we de Heilige Geest niet nodig. Als de gemeente moet worden bestuurd en geleid door het verstandelijke, het opleidingsprogramma en door de intelligentie van de mens, dan hebben wij de Heilige Geest niet nodig. En als het moet worden bestuurd door de Heilige Geest, hebben wij de intellectuelen niet nodig. Het is het een of het ander.

74 Nu, wat betreft verstandelijke emoties, als wij alleen dit hebben: "Hoe knapper de man zal zijn, des te intelligenter is hij; hoe meer scholing hij kreeg, des te betere grammatica kan hij gebruiken; zoveel te beter af is de kerk, zoveel te beter af zijn de mensen." Als hij het programma kan voordragen en zeggen: "We zullen nu een grote kerk bouwen. We zullen het een bepaalde naam geven. We zullen de aandacht van de mensen trekken in de hele stad als we iedere zondagmorgen liederen laten spelen op het carillon. We zullen de aandacht trekken van de arme verloren zondaar die in de goot ligt, als hij ziet dat wij de betere kleding dragen. Als hij ziet dat onze vrouwen hun haar verzorgen; de arme vrouwen kunnen zien hoe onze vrouwen hun haar kunnen doen, welke mooie hoeden ze dragen. En wanneer we dit aan de mensen tonen, zullen de armen en hongerigen naar onze samenkomsten komen en zullen ernaar verlangen te zijn zoals deze vrouwen. De mannen zullen zien welke mooie pakken wij dragen en hoe wij ons kleden en hoe... in welke auto we rijden en wat we doen en hoe wij in de stad bekend staan bij de mensen van goede stand, bij de 'Kiwanis' en andere clubs en dergelijke waar we lid van worden. Zij zullen zien dat zij... Dan zullen de armen en ongeletterden komen en ernaar verlangen hun kinderen te brengen om ze te laten onderwijzen, zodat ze lid kunnen worden van deze geweldige sociëteit, genaamd de kerk." Nu, als dat Gods programma is hebben ze gelijk. Maar Jezus heeft dat nooit zo genoemd.

75 Jezus zei: "Als Ik verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken." Dus door middel van het wereldse opleidingsprogramma – hetgeen in orde is; het is in orde als het dit er niet buiten laat. Maar de mens wordt niet door Christus getrokken door het verstandelijke, door theologie. Alleen de Heilige Geest is Gods trekkende kracht. De armen zullen het nimmer ontvangen en de rijken kunnen het niet, tenzij zij arm worden aan de dingen van de wereld. Christus, rijk zijnde, werd arm, opdat wij door Zijn armoede rijk mochten worden. "Degene die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden; en wie zichzelf vernedert, zal worden verhoogd." Ze hebben de zaak omgekeerd. Ze proberen mensen in de kerk te krijgen door middel van intellectuele toespraken. Wat wij nodig hebben zijn geen intellectuele toespraken, maar de doop met de Heilige Geest, met kracht en demonstraties en manifestaties van de Geest. Dat is wat we nodig hebben om mensen naar de kerk toe te krijgen. Het is de trekkende zalving van de Heilige Geest.

76 Scholen en seminaries zijn wonderbaar, ik heb niets tegen ze, maar dat is Gods programma niet. God koos de onwetenden en ongeletterden uit, mannen die niet goed konden spreken, mannen die zelfs hun eigen naam niet konden lezen. Zoals in de Bijbel staat: "Ze waren ongeletterd en ongeleerd." Maar ze waren naar een heel wat betere school geweest. Want toen zij de man genazen bij de poort genaamd de Schone, herkenden zij hen, dat zij bij Jezus waren geweest. [Broeder Branham klopt zes keer op de preekstoel – Vert] Dàt is de school.

77 Wat dit betreft, het intellectuele type kerk dat wij vandaag in Amerika en over de hele wereld hebben, als we komen tot dat type school, dan ziet de Christen, de gelovige, het kerklid die zijn Bijbel leest, dat hij moet proberen nederig te handelen; hij moet proberen zo te zijn. Maar door zo te doen, maakt hij slechts een vleselijke nabootsing. Laat dat diep inzinken. Een vleselijke nabootsing! Hij probeert iets te doen wat hij niet echt in zijn hart is. In zijn hart denkt hij het één en probeert anders te handelen. Wat hem in normaal gangbaar spraakgebruik een huichelaar maakt.

78 Jezus zei: "U huichelaars, hoe kunt u goede dingen spreken? Want vanuit de volheid van het hart spreekt de mond." Als u niet spreekt overeenkomstig hetgeen in uw hart is – uw hart denkt één ding en u spreekt wat anders – dan maakt dat u een huichelaar.

79 Het woord Farizeeër betekent "acteur". Ze acteerden hun godsdienst, want ze hadden een steenachtig hart. Ze kwamen en zeiden: "Goede Meester, wij zouden wel een teken van U willen zien om te bewijzen dat U bent wat U hebt gezegd."

80 Hij zei: "Waarom noemt u Mij goed terwijl er niemand goed is dan God alleen?" Hij zei: "De zwakke en overspelige generatie ziet hiernaar uit. En hun zal een teken worden gegeven. Zoals Jona drie dagen en nachten in de buik van de walvis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en nachten in het hart der aarde zijn."

81 Nu, probeert u dit nieuwe programma maar te plaatsen, deze nieuwe overeenkomst die God heeft met de kerk, die op Pinksteren werd voorgesteld; niet één intellectueel, maar honderdtwintig vissers, tentenmakers en huisvrouwen gingen naar boven in de opperzaal en wachtten totdat Gods profetie werd vervuld en zij ontvingen de doop van de Heilige Geest.

82 Jezus zei: "Stop met prediken. Ga niet door. Doe er niets meer aan, maar wacht in de stad Jeruzalem totdat... totdat u wordt aangedaan met kracht van omhoog."

83 Niet: "Totdat u uw kandidaats hebt gehaald, of uw doctorsgraad in de Godgeleerdheid of wat het ook mag zijn; totdat u een Dr. bent geworden in de psychologie." Niet: "En wordt u een intellectuele leraar, maar wacht totdat u uw diploma krijgt." Niet: "Wacht totdat u een graad hebt gehaald."

84 Maar: "Totdat u wordt aangedaan met kracht van omhoog, niet van de school maar van omhoog. Dan zult u Mijn getuigen zijn zowel in Jeruzalem, Judéa en Samaria, als tot in de uiterste delen der aarde."

85 Zijn laatste opdracht was: "In de gehele wereld; predik het Evangelie aan ieder schepsel. Hij die gelooft en wordt gedoopt zal behouden worden en degene die niet gelooft zal worden veroordeeld. En (voegwoord) deze tekenen zullen hen volgen die geloven; in Mijn Naam zullen zij duivelen uitdrijven; en zij zullen met nieuwe tongen spreken; of als zij een dodelijk iets zouden drinken of een slang opnemen, het zal hun geen kwaad doen; en als zij hun handen op de zieken zouden leggen, zullen ze herstellen." Zulke dergelijke dingen moesten het bewijs van de gelovige zijn in plaats van de opgeleiden en intellectuelen, omdat de intellectuelen dat niet kunnen voortbrengen.

86 Dan ontdekken we, om te nemen... Hij was bezig een nieuwe kerk te maken. Hij wilde geen... Je kunt de oude kerk niet oppoetsen. Je geeft haar alleen maar een opknapbeurt en het heeft geen enkel nut. Het is een nieuw hart. "Ik zal dat oude hart van steen wegnemen." Niet: "U zult het weggooien." Maar: "Ik zal het wegnemen." Ziet u het verschil? Het is een handeling van genade. "En Ik zal..."

87 En u mensen, Baptisten en u Presbyterianen, die eeuwige zekerheid predikt en handelt als de wereld: schaamt u! Wat predikt u? Zeker.

88 "Ik zal dat oude hart van steen eruit nemen en er een hart van vlees in plaatsen." Let nu op. Hij zei dat Hij dat zou doen. U kunt dat niet nemen... daarover praten in de oude intellectuele kerk.

89 Dat is de reden waarom Amerika in de toestand is waarin zij vandaag is, omdat ze is verhard door het oude intellectuele idee. Dat is de reden dat het zo verder gaat en dat ze het nodig heeft dat iedereen papieren tekent, enzovoort, voor de kleine Hollywoodachtige opwekking die er aankomt. Ze treden allemaal naar buiten zoals meisjes en jongens van glamour en zetten een klein programma op. En wanneer ze weggaan en terugkomen, ontdekken ze dat ongeveer negentig procent van hen die Christus aanvaardden als hun Redder, er niet meer is.

90 Wat is er aan de hand? Het was geen opwekking. Het was een verstandelijke illusie. Dat is juist. Het bracht slecht iets naar voren, zoals het Amerikaanse publiek dat zich aanstelt en in hun handen klapt en er zoiets als een televisie-uitzending van maakt. We hebben er een televisieprogramma van gemaakt. De preekstoel is verworden tot een plaats waar Hollywood de toon aangeeft. Terwijl de vroegere Evangelie-prediker gewoon was water te drinken uit een waterbak en de hele avond te prediken bij het licht van een lamp; dat is veranderd. Maar wij hebben het veranderd en daardoor hebben we de intellectuele groep gekregen.

91 Hoe zullen we ooit – op een plaats waar in ieder huis de televisie aanstaat met "We love Lucy" en al die andere ongoddelijke programma's op de radio en t.v. en dergelijk spul – hoe zullen we ooit dit nieuwe Evangelie gaan aanbieden op de manier waarop Christus ons vertelde het te doen, in zo'n situatie? Als de gezindheid nog steeds vleselijk blijft, zal het verdergaan in fantasieën en fanatisme. Het zal aan het Woord voorbijgaan en uitlopen in oliedruppelingen en al het andere. Nu, hoe zult u het gaan stoppen? De Bijbel heeft gezegd dat het op die manier zou zijn, dus u kunt het niet stoppen. Juist. God heeft gezegd dat het op die wijze zou zijn. Dus waar gaan we naartoe?

92 De intellectuelen! De oude dame, ze geven haar een opknapbeurt; ze is nog steeds dezelfde oude vrouw. De oude man, ze geven hem een opknapbeurt; het is gewoon dezelfde oude man. "Ik sla op Nieuwjaarsdag een nieuwe bladzijde om en ik zal een nieuw leven beginnen. Ik zal mijn pijp weggooien", en hem de volgende dag weer oprapen. Ziet u? Dat bent ú maar. Het is geen opknapbeurt; het is een geboorte die de kerk nodig heeft.

93 Je kunt dit in de oude kerk niet prediken. Ze zou het niet kunnen verdragen. Jezus zei dat in Lukas, ongeveer in het vijfde hoofdstuk, over de wijn in een fles. Hij zei: "Je kunt geen nieuwe wijn in oude flessen doen. [Nederlands: "zakken" – Vert] Als je dat doet zullen ze scheuren."

94 Dat verwonderde me vroeger, vroeger kon ik dit niet begrijpen met mijn jongensverstand, als ik dacht: "Hoe kan de fles kapot gaan?" Want als wij het over een fles hebben, als die oud is maakt dat niets uit omdat ze van glas is.

95 Maar in Jezus' tijd, waar Hij over sprak, was de fles die zij toen gebruikten, gemaakt van een dierenhuid. En een dierenhuid moest worden gelooid. En wanneer de dierenhuid oud was, wel... Wanneer ze nieuw was en jong en pas gelooid, dan was ze flexibel. Maar wanneer ze oud werd, werd ze droog. Nu, velen van u mensen weten wat een huid is als ze droog wordt. Ze wordt oud en droog en ze is helemaal gekrompen en echt hard. Als u daar nieuwe wijn in doet, er zit helemaal geen beweging in, ze zal barsten.

96 Het is precies zo met proberen de doop van de Heilige Geest te prediken in de echte, originele kracht van de opstanding; proberend dat voor de mensen te plaatsen. Als u dat doet, wat gebeurt er als u het erin doet? De nieuwe wijn heeft leven en de nieuwe wijn is nog steeds aan het gisten. O, ik hoop dat u het ziet. Het nieuwe leven is aan het gisten.

97 De nieuwe wijn gist nog steeds. En als het in een nieuwe flexibele zak zit, waar de olie van het dier nog in de huid zit, zal de huid uitrekken als de nieuwe wijn begint uit te zetten.

98 Met andere woorden, als de Bijbel zegt: "Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer", dan zal de nieuwe huid: "amen" zeggen, zich daarmee uitrekken. En wanneer de nieuwe wijn zegt over de doop van de Heilige Geest: "Ik ben het leven van God dat binnenin u werkt", dan zal de nieuwe huid "amen" zeggen en zich daarnaar uitrekken. Wanneer de nieuwe wijn zegt: "De Heilige Geest voorziet vandaag in onze genezing", dan zal de nieuwe wijn zich uitzetten, de wijn die het Woord is. En wanneer Hij dat zegt, zal de nieuwe zak "amen" zeggen en zich daarvoor uitrekken.

99 Maar wat zal de oude zak doen? "De dagen van wonderen zijn gepasseerd en voorbij." Wat zijn we dan aan het doen? Wat bereiken we daarmee? We zijn... Hij zei: "De oude zak zal barsten en de wijn zal daarmee verloren gaan." Het is ongeveer zoiets als uw paarlen voor de zwijnen werpen. Ze keren zich om en vertrappen het onder hun hoeven. Ziet u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

100 Welnu, Christus zalft geen predikers om het Evangelie te prediken om het dan ledig tot Hem te doen wederkeren. Maar Hij verwacht dat u het Woord ontvangt. Wees dan gereed als u het Woord ontvangt. Neem die oude koeienhuid waarin u daarginds hebt geleefd, die oude formele conditie, en ruk hem af voor een schapenhuid die flexibel is voor het Woord van God. En op alles wat de Bijbel zegt, zegt u: "Amen."

101 Maar het moet uit de Bijbel komen, want alleen de nieuwe wijn gist tot wijn. Het wijst de elementen aan die erin zitten. Alleen de most brengt de luchtbel van de alcohol omhoog, hetgeen een borrelend proces op gang brengt: de most brengt deze borreling voort om het perfecter te maken; om het een betere smaak te geven, om het beter houdbaar te maken, om het sterker te maken, om het zo te maken dat het niet kan verzuren. Amen.

102 Dan zal de gist van het menselijke element die in de nieuwe wijn wordt gebracht, veroorzaken dat de borreling begint om haar kracht van de alcohol voort te brengen; zo duwt ze alle wereldlijke elementen en dergelijke van de gemeente af en bewaart de kerk.

103 Druivensap zal binnen vierentwintig uur verzuren, maar wijn zal nooit verzuren, want de levenskiem is in de wijn, gistend en duwend en reinigend. En hoe ouder het wordt, des te beter het wordt. Er valt veel voor te zeggen.

104 De nieuwe wijn kan alleen in nieuwe pinksterflessen worden gedaan. God had er honderdtwintig van verzameld in de opperzaal nadat Hij geolied had door Zijn Woord en zacht had gemaakt en vernieuwd en al de oude orthodoxie van het oude systeem uit hen had gehaald. En God had daar honderdtwintig flessen liggen in de opperzaal, met hun halzen omhoog en een trechter bovenin.

105 En toen de Heilige Geest begon te regenen, werden deze flessen zo levendig dat zij naar buiten begonnen te rennen, het Evangelie predikend, dansend van plaats naar plaats. Eén sprong op een verhoging en zei: "Dit is dat", precies terug naar het Woord. "Dit is wat gesproken werd door de profeet Joël: 'Het zal komen te geschieden in de laatste dagen, spreekt God, dat Ik zal uitgieten van Mijn Geest, Mijn nieuwe wijn, in Mijn nieuwe fles.'" Wat een opwekking hadden zij! Dat is Gods ordening.

106 Hier komen een paar flessen bruisend voorbij en daar lag een aangevochten man. Toen deze aangevochtene de hand van een hunner aanraakte, verliet de zwakheid hem. En hij kreeg er iets van en begon te huppelen en God te prijzen en rende de tempel in, juichend en God verheerlijkend.

107 Dat is Gods ordening; geen grote school met een graad, maar een levende, handelende ervaring van de Heilige Geest; geen fanatisme, maar de echte, originele Heilige Geest in beweging gezet. Moge u het zien is mijn gebed.

108 Let nu op de ordening van de Schrift. Het is volmaakt. God zei: "Ten eerste zal Ik dat oude hart van steen wegnemen; u kunt niets ontvangen. Vervolgens", zei Hij, "zal Ik u een nieuwe geest geven." Nu, dat is de Heilige Geest niet.

109 Daar wordt de vergissing gemaakt. Heel veel mensen, veel mensen liever, komen naar het altaar om te bidden en ze knielen daar neer om te bidden en terwijl ze bidden beginnen ze zich een beetje beter te voelen. Ze mogen opstaan en doorgaan en een poosje rondhuppelen, maar na een tijdje ontdek je dat ze 'bonk, bonk, bonk' ...?... gaan terug. Ze hebben de Heilige Geest helemaal niet ontvangen. Ongeacht hoeveel ze dansen of hoeveel ze schreeuwden, of hoeveel olie er uit hun handen stroomde, of dat ze bloed aan hun gezichten hadden, of hoeveel ze in tongen spraken, of hoeveel ze juichten of wat ze ook deden. Dat heeft er helemaal niets mee te maken. Dat was slechts menselijke emotie. Ze kregen een nieuwe geest en daar verheugden ze zich in.

110 Ik ga iets zeggen en ik wil dat het diep inzinkt en moge God helpen. Daar is de emotionele kant van de zogenaamde "Heilige-Geest-gemeente" van vandaag. Ze krijgen een heleboel opgewerkt fanatisme en gaan daarmee de verkeerde kant op, omdat ze het Woord veronachtzamen. Ze komen alleen bij elkaar: "O, we hadden een geweldige samenkomst! Halleluja! Halleluja! Halleluja!" Nu, als u dat doet en niet de vruchten van de Geest draagt, dan... U bent in de nieuwe geest. U was niet gewend om dat te doen, dat is juist, maar God moest u een nieuwe geest geven. Want met de geest die u had, kon u zelfs niet met uzelf overweg; dus hoe zou u dan overweg kunnen met God?

111 Dus God moest u een nieuw hart geven, niet een opgeknapt hart. Een nieuw hart; dat is de intelligentie waarmee u denkt, een nieuwe manier van denken. Als Hij u dan een nieuwe manier van denken geeft: "Ja, dat is juist. Het ziet ernaar uit dat de Bijbel waar is. Vroeger geloofde ik dat niet. Nu geloof ik het." Dat is uw grote opwekking. Zie? Ze zeggen: "Jazeker, ik wil niet naar de hel gaan. Ik wil Christus aanvaarden." Dat is in orde. Dat is goed. Dat is pas uw eerste stap.

     Dan zegt Hij daarna: "Dan zal Ik u een nieuwe geest geven."

     Wat is dat? Een nieuw verlangen. "Ik wil het goede doen."

112 "Nu, ik weet dat ik een Christen ben. Ik moet... ik zal er nog één roken en dan zal ik ze weggooien." Zie? "Ik... ik zal wel zien. Ik... ik blijf alleen vanavond thuis, weet je. Ik zal alleen..." Al die kleine "alleen, alleen maar..."; dat is het precies. Eva stopte alleen maar voor een ogenblik. Dat was alles wat ze hoefde te doen.

     Nu, dat is de nieuwe geest.

113 Merk de ordening van de Schrift op. Nadat Hij een nieuw hart en een nieuwe geest geeft, zegt Hij: "Dan zal Ik Mijn Geest geven." Wat is dat? Dat is wat de Schrift hier zegt. Dat is de ordening, de geestelijke en numerieke ordening van de Schrift: "Een nieuw hart; een nieuwe geest; en dan Mijn Geest." Dan Gods Heilige Geest.

114 Gods nieuwe hart, dat Hij in u plaatst, bevindt zich precies in het centrum van u. Dat is uw impuls waar uw emoties vandaan komen. En de nieuwe geest bevindt zich precies in het centrum van het nieuwe hart. En Gods Geest, de Heilige Geest, bevindt zich precies in het centrum van uw nieuwe geest. Daar bewaakt Hij uw emoties.

115 Het is net als de hoofdveer in een beroemd horloge, het windt zichzelf op. U hoeft hem niet iedere dag op te winden. God heeft Hem voor eens en altijd opgewonden. En Hij is in het midden van uw leven geplaatst, van uw nieuwe leven. En zoals bij de hoofdveer, als die zich ontspant en het horloge laat tikken, beheerst hij elk klein onderdeeltje van het horloge om de juiste tijd aan te geven.

116 Als de Heilige Geest... Niet de nieuwe graad, niet de nieuwe kerk, niet de nieuwe gedachte, niet de nieuwe emotie, niet de nieuwe olie, niet de nieuwe dans, niet de nieuwe lippen, niet de nieuwe tong, niet de nieuwe dit, niet de nieuwe hoed! Maar wanneer God Zijn Geest in het centrum van uw nieuwe geest plaatst, dan hoeft u zich niet zachtmoedig voor te doen, dan hoeft u zich niet als een Christen voor te doen. Het beheerst alles wat binnenin u is. Het houdt u welgevoegelijk, doet de gemeente ordelijk handelen, maakt dat de gaven volmaakt werken. En wanneer u van een plaats moet worden weggehaald waarvan u denkt dat u daar behoort te zijn, en u wordt ergens anders geplaatst, dan beheerst het u.

117 Niet opspringen: "Ik kom nooit meer terug." Beslist niet. Dat laat zien dat de hoofdveer daar niet in is. Als u boos wordt bij ieder dingetje dat er gebeurt, bederft dat de stemming. Als de voorganger iets aansnijdt wat in het Woord staat en u [Broeder Branham maakt een spugend geluid – Vert]: "Wel, dat geloof ik niet." Kijk uit, oude koeienhuid! Kijk uit. De nieuwe hoofdveer is daar nog niet op de juiste plaats gebracht.

118 Maar het beheerst. Het maakt dat u gelooft. Het laat u op zo'n manier handelen dat u zoutend wordt. En de hele wereld dorst ernaar om te zijn zoals u. Dat is de Heilige Geest die in het midden van uw geest zit. Het is de hoofdveer. Het is dan dat het juk waarmee u in één juk zit...

119 "O, ik haat het gewoon om vanavond naar de kerk te gaan. Ik... en die prediker, als hij maar niet zo langdradig was, dan zou ik hem wel even willen horen. Maar ik zal je wat vertellen, de laatste keer dat ik ging, toen ik naar de kaartclub was gegaan, zei Susie tegen me: 'Wil je mij vertellen – hoe haal je het in je hoofd – dat je jezelf zo vernederd hebt dat je je haar laat groeien? Wilde je mij vertellen dat je die shorts niet meer gaat dragen, Lydia?'" Wel, ziet u, de kwestie is dat als u slechts een nieuwe geest hebt, het u zal doden. Dat is juist.

120 Maar wanneer u Zijn Geest hebt, laat het iedere emotie gelijke tred houden met het Woord van God. Het zal precies gelijk lopen met het Woord. U zult zeggen: "Welnu Susie, even een ogenblikje. In de Bijbel staat dat het een gruwel voor Hem is om dat te doen. En de liefde van Christus is in mijn hart gekomen en ik houd teveel van Hem om dat te doen. Ik houd van Hem."

121 "John, wilde je mij vertellen dat je behoort tot dat stel fanatici, en je wilt geen sigaar omdat er een zoontje in mijn huis is geboren?"

122 "Maar zie je, John, er staat dat we moeten... De Heilige Geest in mijn hart vertelt me dat we alle vuilheid van de wereld moeten afleggen." Zie?

123 Niet: "John! Halleluja, John! Glorie voor God, John! Prijs de Heer! Zie je die olie op mijn hand? Glorie voor God! John, ik kan in tongen spreken. Halleluja! Ik zal..." Nee, nee, dat is niet de manier waarop de Heilige Geest zich gedraagt. Nee, nee.

     Ze loopt netjes in de pas.

124 Toen Paulus voor Agrippa stond en het Woord bracht, zei hij: "O Agrippa..."

125 Agrippa zei: "Paulus, gij overtuigt mij bijna om een Christen te worden."

126 Hij zei: "Agrippa, is het voor u, een Jood zijnde, een vreemde zaak, waar de Bijbel het reeds heeft gezegd en over Jehova gesproken heeft? Is het een vreemde zaak voor u dat God de doden zou opwekken?"

127 Niet: "Agrippa! Halleluja! Glorie voor God, Agrippa! Halleluja!" Nee, dàt was gek.

     Maar: "Agrippa, de Schrift zegt..."

128 Ziet u waar de hoofdveer u naartoe tikt? Regelrecht terug. U hoeft zich er geen zorgen over te maken. Het staat allemaal in Gods programma. Het tikt u regelrecht terug. "Neem u niet voor wat u zult spreken", zei Jezus. "U bent het niet die spreekt. Het is uw Vader die in u woont. Hij is het die spreekt."

129 "Agrippa, u die een Jood bent en alle wetten in het Oude Testament kent, is het voor u een vreemde zaak, Agrippa, dat God de doden zou opwekken?"

     Agrippa zei: "Paulus, uw vele studies hebben u in de war gebracht."

130 Hij zei: "Ik ben niet in de war, Agrippa, maar ik ben hier alleen om u te vertellen wat God in het Woord heeft gedaan." Zie?

     "O, u bent een heilige roller geworden, Paulus."

131 "Nee, Agrippa, ik zeg alleen wat God hier in de Schrift heeft gezegd, dat Hij in de laatste dagen Zijn Zoon, Christus Jezus, zou opwekken. Nu Agrippa, zou het voor u een vreemde zaak zijn dat Jehova God, die de Rode Zee opende, die te dien tijde de wonderen volvoerde, dat Hij heden wonderen zou doen?"

132 Hij zei: "Paulus, gij overtuigt mij bijna om een Christen te worden."

133 Paulus zei: "Ik wenste wel dat u was zoals ik, behalve deze ketenen die ik hier om mijn handen en voeten draag."

134 Zo is het wanneer de veer, in het midden van de nieuwe geest in het nieuwe hart, iedere emotie onder controle houdt. Ziet u wat ik bedoel? Daar bent u er. Op die manier gebeurt het dat u uw hoofd terugtrekt uit het juk van de wereld.

135 Bijvoorbeeld: "Ik zal me ergens anders bijvoegen, maar ik vertel u..." En uw hoofd in het juk met Christus steken? Zegt u dat u met Hem in één juk bent? Dan begint u: "O, het schuurt mijn schouders. Het kwetst mijn sociale prestige. De mensen waar ik eens bij hoorde, lopen me voorbij en zeggen: 'Ja, daar is ze! Ze is een heilige roller.' 'Daar gaat hij. Kijk, John komt niet meer naar het zwembad.' O, het is... O, het vernedert me, broeder Branham." Nee. U hebt de juiste zaak niet gekregen.

136 Wanneer die hoofdveer in het centrum is, het juist doet lopen, dan is het juk bekleed met veren. O my! Ongeacht hoe de wereld u noemt, het maakt geen...

137 "O, ik ben teruggevallen omdat, vertel ik u, ik het niet kon verdragen dat ze me dit, dat en wat anders noemden." Wel, u hebt nimmer de hoofdveer ontvangen in het binnenste van de... Zijn Geest in het binnenste van uw geest. Kijk, u had een valse nabootsing. U huilde. U had een bedorven begrip. Ziet u? U nam alleen de emotionele kant aan en ontving nimmer de echte zaak. U hoorde slechts het horloge tikken en ving het geluid op en ging daarmee op weg, begon ook te tikken.

138 Maar als de hoofdveer het tikken doet, als die iedere emotie onder controle heeft, dan wordt het juk licht. Ze kunnen zeggen: "Weet je wat? Daar gaat ze. Vroeger leek ze wel een pop. Maar kijk nu eens naar haar, haar haar hangt recht naar achter, haar make-up is verdwenen. Ze draagt die zedige..." Ik bedoel nu niet dat u er moet uitzien als een oude opoe. Maar ik bedoel dit, dat u zich netjes kleedt: "Wel, ze was vroeger het aardigste jonge ding. We zagen haar vroeger in de tuin liggen met haar korte broek aan om bruin te worden, maar ze doet het niet meer." Er is iets gebeurd. De hoofdveer is op de plaats gekomen waar hij behoorde te zijn. Dat is juist. "O, vroeger kwam hij hierheen. Hij was dol op gokken. Hij kon kaarten, een handvol op die manier. En hij wist hoe hij de fiches in de wacht moest slepen, enzovoort. Hij was een... Maar hij doet het niet meer." De hoofdveer! "O, hij is een heilige roller."

139 Maar het juk is licht. Weet u wat u ermee doet? U houdt er gewoon van om het te dragen. Net als Simson toen hij de koperen poort van Gaza opnam, de grote koperen poort. Hij pakte hem eenvoudig op op zijn schouders en droeg hem weg. Dat is juist. Wanneer het juk is bekleed met vreugde en vrede en de lieflijkheid van Christus in uw hart, dan pakt u eenvoudig al de lasten die de wereld op u legt en draagt die naar een zekere heuvel genaamd Calvarie, en daar knielt u neer en bidt voor degene die u vervolgde. Geen vuurregen uit de hemel, en de gemeente aan stukken trekken, maar u brengt vrede tot hen. "God, wees hen genadig."

140 In de Bijbel staat dat wanneer de onreine geest uit iemand is weggegaan, hij in nieuwe plaatsen rondwandelt en terugkeert. En wanneer de duivel, die u eens tot het einde van de weg heeft gebracht, terugkomt, ontdekt hij dat zijn oude straatje is veranderd, my, dat God Zijn grote bulldozer naar beneden heeft gestuurd. Weet u wat Hij deed? Hij ploegde de aarde om. Hij keerde dingen onderste boven. Hij liet het er helemaal anders uitzien. En dan keert de duivel terug naar zijn achterbuurtsteeg waar gewoonlijk overal de bierblikjes lagen en de kaarten op tafel en overal in huis sigarettenpakjes en romannetjes en schandaalverhalen. Hij komt terug en vindt het geveegd, versierd. Halleluja! God stuurde Zijn bulldozer naar beneden en maakte alles schoon.

141 Hier is Zijn bulldozer, broeder! Vergelijk het met dit. Het veegt het helemaal leeg, keert met de bulldozer alles omver en dan begint Hij een tuin aan te leggen. Dan ontdekt hij dat daar een groot, nieuw, modern huis is gebouwd. Amen.

142 De Heilige Geest heeft Zijn intrek genomen. De Heilige Geest nam de plaats in van het bierblikje. De Bijbel nam de plaats in van de hedendaagse moderne literatuur. De Geest van God nam de plaats in van moderne theologie. De gebedsdienst keerde terug naar het huis toen de Heilige Geest binnenkwam. Alle andere zaken zijn eruit gegaan.

143 Luister vriend. In het begin zegt de Bijbel... Kijk. Ik wil nu tot u brengen... Al onze intellectuele en al onze door mensen gemaakte leerstellingen... Terwijl ik eindig, wil ik iets tot u brengen.

144 In den beginne, toen deze aarde hier lag, ledig, was het niet meer dan een grote bal van water, komend van de grote ijsgletsjers en van de hitte van de zon; toen de pulsaties van de aarde haar verder de ruimte in bewogen – miljoenen graden onder nul. Het vormde vocht.

145 Hitte en kou vormen samen vocht. U kunt het op de ramen in de huizen zien, enzovoort, hier binnen en buiten.

146 Toen de aarde wegcirkelde uit wat voor baan het ook kwam, hoewel, de zon wordt beschouwd als de moeder van allemaal en van deze projectielen die wegvlogen. Toen het daar vandaan ging, bevroor het tot een groot massief ding. Terwijl het toen dichterbij kwam en God een plan ontwikkelde... Luister nu goed. Terwijl Hij haar dichterbij bracht, dicht bij de zon, begon ze te ontdooien.

147 Toen beval God de Heilige Geest... De eerste Persoon die wordt geïntroduceerd is God. God! "In den beginne was God", in Genesis. Dan is de volgende die wordt voorgesteld de Heilige Geest, of de Logos, die van God uitging. Toch was het alles van God wat uitging, in een Persoon. In de Bijbel staat: "Hij begon te broeden [zweven] over de aarde." Broeden betekent: "liefde bedrijven", koeren zoals een duif. Hij begon te broeden over de aarde. Wat gebeurde er?

148 Sterfelijke wezens, mede-inwoners, menselijke mannen en vrouwen zoals ik vanmorgen ben, menselijke wezens die een ziel hebben, een onsterfelijke ziel binnenin u. Wie bent u? Waar kwam u vandaan en waar gaat u naartoe? Denk hier nu een ogenblik over na.

149 Onlangs 's avonds, toen mijn... U hebt het in de krant zien staan. Een van mijn neven die drogist was, of dokter in Louisville. Nadat hij naar zijn werk was gegaan en thuis was gekomen, ging hij even liggen voor het eten. Hij vroeg zijn vrouw om hem een sinaasappel te brengen, verstijfde en stierf in een hartaanval; Raymond Branham. En zijn broer Georgie, (mijn eigen bloedverwante neven, allebei, de kinderen van mijn vaders broer) ging naar zijn broer om hem te zien. En op de terugweg, vijf minuten nadat hij bij zijn broer was weggegaan, bemerkten ze dat de auto begon te slingeren, langzamer te rijden en ze zagen een man voorover zakken op zijn stoel. Hij stierf aan een hartaanval.

150 Ik ging onlangs 's avonds naar de rouwkamer en ik keek, daar bij broeder Doc, en we liepen naar binnen. Ik keek in de kamers naar de tekens en de bloemen die aan de muren hingen en in het rond. Ik keek om me heen en in mijn gedachten kwamen herinneringen hoe ik als een kleine jongen met deze jongens speelde, toen ik nog een kind was.

151 Ik dacht, daar zijn de mensen, het huis is overvol en straten ver kon je zelfs je auto niet kwijt vanwege vrienden en familie die kwamen. En de... Ik liep naar binnen en daar sloeg mijn nicht Agnes haar armen om mijn nek en begon te huilen. Toen ik bij haar vandaan ging, haar troostend, kwam daar de jongste, Dorothy, en zij begon me te omarmen en te huilen en zei: "Billy, wat moeten we doen?"

     Ik zei: "Waar is tante Lizzie?"

152 Zei: "Ze heeft net een hartaanval gehad, heel erg, ze kan ieder ogenblik sterven"; de moeder.

153 Dus ik dacht: "Wat gebeurt er met deze grote Branham generatie?"

154 Ik dacht datzelfde toen ik mijn vader zag terwijl ik hem in mijn armen hield en zijn krulhaar viel over mijn arm en ik zag hem toen zoals hij naar me keek en glimlachte, toen ik voor hem aan het bidden was; en hij ging heen om God te ontmoeten.

155 Ik dacht een paar dagen daarvoor hetzelfde toen Doc, mijn broer daar, zijn eigen broer opraapte, zijn keel doorgesneden, omdat een kerel die gedronken had een paal raakte en de auto deed verongelukken en hem doodde. Hij stierf in de armen van mijn broer. Ik zag vader de straat afkomen met mevrouw Kelly... Meneer Kelly's huis daarginds, huilend, met zijn oude zwarte hoed in zijn hand. Een paar dagen later hield ik hem in mijn armen toen hij stervende was.

156 Ik stond daar en lette op de oude schommelstoel, zonder dat er iemand in zat begon hij heen en weer te schommelen, toen mijn schoonzuster Ruth heenging om God te ontmoeten. Ik zei: "Lieverd, zal ik het schilderij van Jezus hier ophangen?"

     Ze zei: "Nee, Billy. Hij is de hele tijd voor mij."

157 Toen stond ik aan de zijde van mijn vrouw Hope, de moeder van mijn jongen, Billy, en mijn kleine meisje Sharon en zag hoe ze mijn handen vastgreep, terwijl haar donkere ogen naar me keken en ze sprak van de plaats waar ze zojuist van was teruggekeerd en waarnaar ze verlangde terug te gaan. Ze vertelde me: "Stop er nooit mee dit Evangelie te prediken, Billy. Je begrijpt niet wat een vreugde het is om zo heen te gaan."

158 Een paar uur nadien legde ik daarginds mijn handen op het hoofd van mijn kleine stervende baby en legde het in de armen van de moeder terwijl ik zei: "O God, ik weet dat U het sap in het voorjaar in de bomen omhoog doet komen en de knoppen en de vruchten voortbrengt en het in de grond verbergt terwijl de winter daar is. U moet God zijn. En ik geloof met mijn hele hart dat deze uitzonderlijke Jongen die tweeduizend jaar geleden in Galilea werd geboren, die overeenkomstig de Schriften rondwandelde, dat Hij – wat mij betreft – de beloofde Messias was. Ongeacht wat zij zeggen, ik geloof het. En ik weet dat er binnenin mij iets is dat mij dingen toont die zullen komen, dat er een bovennatuurlijk Wezen verschijnt en ik zie dingen voordat zij komen. Hij waarschuwde me voor zulke dingen. Maar hier bevind ik mij zonder waarschuwing tegenover deze zaak hier. Daar ligt de moeder, daar, dood. Daarginds ligt papa. En nu, gaat U mijn kleine baby uit mijn armen wegnemen, God? Gaat U dat doen, mijn lieveling wegnemen?" En het zwarte laken werd voor me dichtgetrokken. Ik wist dat Hij het had gedaan. Als de hoofdveer daar toen niet was geweest!

159 Satan zei tegen mij: "Nu, wat vind je daarvan? Hij komt zelfs je lievelingsbaby uit je armen weghalen. Wat wreed!" Dat was de nieuwe geest, dat was de... geheel verstandelijk.

160 Daar stond ik met knikkende knieën. Ik dacht: "Waar zou ik heen moeten gaan?"

161 "Ik zou kunnen uitgaan en me bedrinken."

     "Je hebt je hele leven nog niet gedronken."

     "Maar ik zou het toch doen."

     "Hij zei tegen je om het niet te doen."

     "Maar ik zou het toch doen. Ik zou Hem eens laten zien wie de baas is."

162 Ik zei: "Satan, ik kan het niet. Hij is de Baas." Het was helemaal tot aan de hoofdveer gekomen. Ik ben zo blij dat er een hoofdveer is.

163 Toen ik op straat liep en meneer Isler... Toen mijn familie was gestorven liep ik naar... Ik kon niet naar het graf gaan. Ik liep gewoon over straat. De vloed was kort daarvoor afgenomen.

164 En meneer Isler kwam eraan. Hij sprong uit de auto en hij zei: "Billy, ik wil je iets vragen. Ik heb het je hier in die tent horen uitschreeuwen. Ik heb je horen prediken. Hoe enthousiast je was over de Boodschap die je bracht om aan de mensen door te geven. Maar wat betekent het nu voor je? Heb je Hem nog steeds lief? Wou je nog steeds zeggen dat je Hem wilt dienen?"

165 Ik zei: "Meneer Isler, als Hij me naar de hel stuurt, zal ik Hem nog liefhebben. Want er is hier binnen iets geplaatst waardoor ik het niet langer ben, maar Hij is het."

166 Ik berustte er in, terwijl zij in de verschillende graven lagen, vanaf hier tot aan de Walnut Ridge – hoewel mijn familie verspreid lag: mijn vader, mijn broer, mijn vrouw, mijn baby – waar zij terugkeerden tot het stof der aarde waaruit zij vandaan gekomen waren. Maar ik ben mij ervan bewust dat zij hier reeds moeten zijn geweest toen de wereld werd gemaakt, want zij werden uit de aarde genomen. Zij waren hier toen de aarde werd gemaakt.

167 Onze lichamen waren hier voordat de aarde was gemaakt, want wij zijn van de aarde. Alles waaruit wij zijn gemaakt is kalk, potas, petroleum, kosmisch licht en atomen die ons tezamen houden. En op de een of andere manier, door een bepaald Meesterbrein, werden we zo gemaakt als we zijn. Niet zomaar een opeenhoping van potas en kalk en petroleum, maar Iets ging daarin naar binnen en begon te scheppen en zo werd ik gemaakt.

168 In den beginne begon de Heilige Geest te broeden over een zwarte woestijn... verontschuldig mijn emoties; toen er niets was en nog nooit iets was geweest. Maar de Heilige Geest werd door God uitgezonden; niet een intellectueel. Maar de Heilige Geest werd uit de tegenwoordigheid van God uitgezonden om liefde te bedrijven over de aarde.

169 En het was als het ware of Hij Zijn grote vleugels om de aarde uitstrekte en liefde begon te bedrijven, of te broeden of te koeren over de aarde. [Engels: "coo" betekent ook: "Lieflijke woorden uitspreken" – Vert] Ik kan kalk en potas tezamen zien komen en er verrees een kleine paaslelie. De Heilige Geest broedde haar uit de aarde. En Hij bleef door broeden. En terwijl Hij koerde en broedde, begin ik te zien dat er bomen opkomen, vogels beginnen van de aarde op te vliegen, dieren beginnen te wandelen.

170 Toen ging Hij door met koeren en er stond een man op, genaamd Adam. En Adam was eenzaam, dus Hij maakte een bij-produkt voor hem, en nam een rib vanuit zijn zijde en maakte een lieveling voor hem: Eva. En Hij had Adam lief en Hij had Eva lief. Hij neemt hen...

171 En ik kan kleine Eva zien als zij haar hoofdje tegen de schouder van Adam legt. Ze was alles wat een vrouw ooit zou mogen verwachten en meer. En terwijl zij tegen de brede, sterke schouder van haar lieveling Adam aanleunde, wandelden zij door de hof en misschien brulde de leeuw. Ze kon niet bevreesd zijn want er bestond geen vrees. Dus hij zei: "Lieveling, dat is de leeuw. Ik zal hem roepen. Leo, de leeuw, kom hierheen. Cheetah, de tijger, jij komt hier en gaat liggen." En ze volgden hem als katjes.

172 De wind begint te waaien en het haar van Eva begint op te waaien. Ze zei: "O, die wind."

173 "Rustig, wees stil." En de winden gehoorzaamden hem. Hij was een zoon van God. Zij was zijn lieveling.

174 Dan kan ik hem horen zeggen: "Liefste, zie je de zon ondergaan? Het is tijd om met Vader te praten."

175 Ze gingen dus naar de kathedraal, de grote boom. En terwijl ze neerknielen komt er plotseling een hemels, stralend Licht naar beneden, de Logos. De Heilige Geest die hen uit de aarde had gebroed, kwam naar beneden; Vader God. En Hij zei: "Kinderen, hebben jullie het vandaag naar je zin gehad?"

     "Ja, Vader."

176 "Ik ben naar beneden gekomen om jullie 'goedenacht' te kussen en om jullie vanavond neer te leggen om te rusten." Hij kuste hen op de wangen en legde hen neer. Niets kon kwaad doen. Hij was daar precies in het struikgewas bij hen. De leeuw, Hij legde de leeuw ter ruste. Hij legde Cheetah de tijger ter ruste. Hij legde ze allemaal neer ter ruste. En Vader was zo vergenoegd.

177 Toen kwam zonde, door kennis, verstandelijke... Ik hoop dat u het begrijpt. Door het verstandelijke kwam zonde de wereld binnen, door te proberen meer licht te vinden, iets te krijgen dat niet voortkwam uit het Woord van God. God had gezegd: "De dag dat gij daarvan eet, die dag zult gij sterven." Maar Eva wilde iets nieuws.

178 O, kunt u zien – komend vanuit mijn hart – dat ik niet probeer iemand boos te maken? Ik probeer alleen het ZO SPREEKT DE HERE in ogenschouw te nemen en uit te leggen, het Woord, niets anders dan dat; geen denkbeelden en grote kerken en verstandelijke opvattingen, maar om te luisteren naar die Ene die ons vanuit de aarde heeft gebroed. Zonde kwam binnen.

179 Nu vriend, als de Heilige Geest dus het enige instrument was dat God gebruikte om ons uit de aarde te broeden... We kwamen van de aarde. En we waren hier voordat er een aarde was. Onthoud dit, hier is een bemoediging voor u mensen waarvoor gebeden zal worden. Als de Heilige Geest door middel van broeden het fysieke wezen maakte, wie is dan de architect van uw lichaam?

     O God, mogen de mensen het zien!

180 De Heilige Geest gaf u uw appendix, uw ogen, uw neus, uw mond, uw hart. En plaatste een nieuwe geest in u en kwam toen om in u te leven. Aanvaard onder geen enkele voorwaarde verstandelijke dingen, theologieën die in tegenstrijd zijn met de Bijbel, maar blijf slechts bij het ZO SPREEKT DE HERE. "Hij werd verwond om onze overtredingen. Door Zijn striemen werden wij genezen."

181 De Heilige Geest broedde Zijn eigen lichaam uit om in te leven: Jezus Christus, toen Hij Maria overschaduwde en een bloedcel schiep of uitbroedde in haar schoot, hetgeen de Zoon voortbracht, Christus Jezus; waarin God Zichzelf op aarde heeft getabernakeld gedurende drieëndertig en een half jaar. En werd gemaakt tot een verzoening voor onze zonden om ons te verlossen en om de verzoening tot stand te brengen tussen de verloren mens en een heilig God, om ze te kussen en ze tezamen te verzoenen. Want ik wil dat Hij me in slaap kust in de koelte van de avond, wanneer de zon ter kimme neigt, wanneer mijn levensreis achter de rug is en mijn loopbaan beëindigd. Zoals Hij deed bij Stefanus toen hij door vele handen werd neergeveld. Hij zei: "Ik zie de hemelen geopend en Jezus staande aan de rechterhand Gods." Daar bent u er.

182 Nu, hoe kunnen we daartoe komen? Als God ons maakte zoals we zijn, zonder dat we enige kennis hadden van wat er aan de hand was; als God mij maakte als een man en mij hier plaatste op mijn beste leeftijd, voordat mijn dood inzet, op ongeveer drieëntwintigjarige leeftijd, dan was ik sterk en gezond. En als Satan er niet tussen zou komen... Hij probeerde mij kreupel te maken en mij neer te schieten, en veel dingen. Maar God zag er op toe, zodat...

183 En u, toen u jong was en u, toen u er knap uitzag, u vrouwen die oud bent geworden; en u mannen die jong was en sterk en gezond, wat verheugde u zich erin een man te zijn, met uw kleine levensgezellin. Als God dat deed, zonder dat u er iets in te zeggen had; u hebt nooit gezegd: "Maak mij zo." Welk denkend mens kan een el aan zijn lengte toevoegen?

184 Maar als Hij u zo maakte, zonder dat u iets te vertellen hebt, hoeveel temeer kan Hij dan door Zijn broeden u een keus geven. U staat er op basis van vrije morele keuze. U kunt dit verwerpen of u kunt het aannemen. Het te verwerpen is verloren te gaan en potas en kalk en petroleum te blijven. Maar het aan te nemen is een nieuw hart te hebben, een nieuwe geest en Zijn Geest; een deel van de Logos in u, die uw emoties beheerst! En wanneer Hij door Zijn Woord koert, koert u in antwoord aan Hem terug.

     "Jezus Christus dezelfde gisteren, vandaag en voor immer."

     "Amen, Here."

     "Ik ben de Here die al uw ziekten geneest."

     "Amen, Here."

185 Hoeveel temeer zal Hij u opwekken, ofschoon uw lichaam door de wind van het oosten naar het westen is weggeblazen! Hoeveel temeer kan deze Heilige Geest, na de totale vernietiging door deze atoombommen die een dezer dagen op deze aarde zullen vallen en gaten zullen inslaan en alles in het rond zullen laten vliegen... Maar de kalk en potas zullen hier blijven. Dan broedt de Heilige Geest opnieuw.

     Ieder bot zal weer bot worden, ieder lid zal weer ledemaat worden en er zal een gemeente van de levende God opstaan in de laatste dag.

186 Vrienden, slechts door het broeden of het koeren van de Heilige Geest kunt u het ooit doen, zal God u ooit beloven om u op te wekken; wanneer u luistert naar Zijn stem, die zachte stille stem die in de diepte van uw ziel spreekt.

187 En vrienden, bij het sluiten, nog een ogenblik langer. Ik wil dat u diep en oprecht nadenkt. Een dezer dagen zullen we moeten gaan. En waarom, o, alstublieft vertel mij, waarom zou u willen proberen een nabootsing te aanvaarden, een bepaalde kerktheologie, bepaalde denkbeelden, bepaalde emoties, enig iets wat tegengesteld is, terwijl de pinksterhemelen vol zijn met de echte zegen, de echte Geest van God die u onder controle neemt en een echte Christen van u maakt? U hoeft helemaal niets na te doen, weest u slechts een kind van de levende God. Waarom, vertel het mij, waarom zou u proberen iets anders te aanvaarden, als God gewillig is en wachtend en u tot zover heeft gebracht? En dan probeert Hij Zijn liefde aan u bekend te maken door de Heilige Geest; zou u slechts een verklaring van kerkleer, enzovoort, aanvaarden en zo proberen naar de hemel te gaan; of de een of andere dwaling, een verstandelijke emotie die zelfs niet in de Bijbel voorkomt?

188 Zou u het niet willen ontvangen? O, mensen van God, op uw knieën en naar uw God! Moge God genadig zijn is mijn gebed, terwijl we bidden.

189 Met uw hoofden gebogen in dit plechtige moment, waarin misschien op ditzelfde ogenblik op u, op deze gemeente, op velen hier moge rusten... Denk diep na. Laat het geen oppervlakkig denken zijn. Verklaart u uw liefde aan de Heilige Geest? En is die geest die in uw leven is, die uw emoties bepaalt, precies overeenkomstig de Bijbel? Hebt u lijdzaamheid, vriendelijkheid, goedheid? Materiaal wordt niet beoordeeld...

     Luister, terwijl u bidt.

190 Materiaal wordt niet beoordeeld op zijn hoeveelheid, hoe groot het is; ik bedoel hier hoe groot een kerk is, ziet u. Het wordt niet beoordeeld op zijn hoeveelheid maar op zijn kwaliteit. Metaal wordt beoordeeld op zijn kracht. En de kerk wordt niet beoordeeld op hoe groot een kerk is of hoeveel leden. Ze wordt beoordeeld op haar kracht, door de Bijbel. Hoe kan ze "amen" zeggen op iedere belofte die God heeft gegeven? Hoe verloopt uw leven? Met vriendelijkheid en nederigheid, zachtmoedigheid, geduld? Wat gebeurt er als iets u in de weg komt? Er is daar een klein wiel dat doortikt en u onder controle houdt. Zijn liefde beweegt zich rechtstreeks door uw hart, of probeert u dat alleen maar na te doen?

191 O, denk nu na. Terwijl u ernstig nadenkt en de Heilige Geest met u handelt, over u broedt, zeggende: "Kind van Mij, Ik spreek tot je."

192 Nu, in Christus' Naam, met hoofden gebogen voor God, niet voor mij, wilt u uw hand opsteken? Zeg: "God, plaats Uw Geest in mij. Dit is mijn hand." God zegene u. Er zijn vele, vele handen.

193 Vader God, in de Naam van de Here Jezus, Uw Zoon, de altijd broedende, roepende, koerende Heilige Geest, vraag ik dat U vandaag Uw plaats wilt innemen in het hart van ieder persoon die zijn hand opstak. Zij hebben aan U bevestigd dat zij U nodig hebben. O, hoezeer hebben zij U nodig! En als zij dat nu onderkennen, hoe zit het dan met het uur waarop het hart weigert te kloppen? Hoe zit het dan met het uur waarop zij voelen dat de koude windvlagen van de dood binnenstromen? Hoeveel temeer zullen zij het dan onderkennen! Wat zijn wij? Waar kwamen we vandaan en waar gaan we naartoe?

194 Vader, we zijn vermoeid van nabootsingen van christelijk leven. Schep in ons vandaag, Here, een nieuw hart, een nieuwe geest. En plaats Uw Geest, overeenkomstig het woord van Uw profeet, in het midden van onze nieuwe geest. En houdt ons onder controle door liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, goedheid, vriendelijkheid, geduld en geloof. En mogen alle vruchten van de Geest in ons worden gevonden, terwijl wij onszelf nederig in onze zielen toewijden, in het diepste daarvan, het leven, dat al dit aardse potas en kalk en petroleum tezamen houdt... Als het ons verlaat, keren we terug tot het stof. En we wijden onze geest; we wijden die aan U toe. Schep in ons de juiste soort geest. En laat de Heilige Geest, Uw Geest, ons controleren en ons leiden en ons voeren terwijl wij onderweg zijn.

195 Zegen deze dierbare mensen. Genees ook de ziekten in het midden van ons, Here. En mogen wij zeggen wanneer wij dit gebouw vanmorgen verlaten: "Het was goed voor ons om hier te zijn geweest. De Heilige Geest deed in ons een werk dat onze emoties zal veranderen, dat van ons een ander mens zal maken, dan die we waren toen we binnenkwamen."

196 Vernieuw de hoop in de heiligen. Versterk hen, Here, voor de dag die komende is. O, het graan is volkomen gerijpt. Jezus zal spoedig komen voor de oogst. Ik bid deze zegening in Jezus' Naam. Amen.

197 [Broeder Branham pauzeert en de pianist speelt Ik heb U van node.] Ik denk dat het goed is om een ogenblik rustig te blijven zitten, terwijl zij speelt.

     Ik Heb U van node, o, ik heb U van node!

198 Ik vraag me af waar Georgie onlangs 's avonds aan dacht toen hij net bij zijn dode broer vandaan kwam; terwijl hij de straat uitreed en voelde hoe zijn hart ophield met kloppen, het zwart voor hem werd terwijl hij in elkaar zakte op de stoel voor hem en hij zijn vrouw en geliefden verliet.

Ieder uur heb ik U nodig;
O zegen mij nu, mijn Heiland!
Tot U kom ik.

     Laten we het gezamenlijk zingen.

Ik Heb U van node ieder uur,
O... (Betreft iedereen!)
... wanneer U nabij bent.

Ik Heb U van node, o, ik heb U van node;
Ieder uur heb ik... (Laten we onze handen opheffen tot Hem.)
O zegen mij nu, mijn Heiland!
Tot U kom ik.

199 O grote Jehova, beweeg nu. Verzegel iedereen door Uw Geest. Plaats in onze harten datgene wat er zolang werd gemist. Geef ons die overwinning, Here, die overwinnende overwinning die wij zo genadevol behoeven. Wilt U het doen, Vader? Wij wachten op U. Wij bidden nu in Jezus' Naam. Amen.

200 Ik vraag mij nu af, is er hier iemand om voor te bidden? Een dame belde me op vanuit New Albany en nog iemand. Was er een dame die me opbelde uit New Al... Dat is goed. In orde, ze is hier voor gebed, als u slechts... terwijl we...

     Ga door met het lied dat u speelde, zuster.

201 Dan hier aan de overkant, voor de gebedsrij. Als u een paar ogenblikken eerbiedig wilt zijn. Maak hier aan de rechterkant een rij zodat we kunnen bidden voor de behoeftigen.

... zijde van de Jordaan,
In de lieflijke velden van Eden
Waar de Levensboom bloeit,
Daar is rust voor mij.
Jezus breekt elke keten,
Als Hij u vrij zet.

202 Misschien kunt u een stoel pakken voor de broeder, als hij wil gaan zitten. Wilt u liever zitten, broeder?

Ik wil Hem altijd, altijd prijzen,
Ik wil Hem altijd, altijd prijzen,
Ik wil Hem altijd, altijd prijzen,
Want Hij maakt mij vrij!

203 Nu, wat is er gebeurd? Degenen die nu in de rij staan voor gebed, zijn ernstig gekomen op basis van hun eigen geloof, gelovend. Ze zijn gekomen om te zeggen dat er wijn in nieuwe zakken is gekomen, dat zij gewillig zijn om "amen" te zeggen op ZO SPREEKT DE HERE.

204 De Bijbel heeft gezegd wat ZO SPREEKT DE HERE is: "Indien er enigen onder u ziek zijn, roep de oudsten, laat die hen met olie zalven en voor ze bidden. Het gebed des geloofs zal de zieke oprichten." Ook is er geschreven in de Schrift: "Deze tekenen zullen degenen volgden die geloven: zij zullen handen op de zieken leggen en zij zullen gezond worden." Wij zijn onderricht om dit te doen en opgedragen door de Heilige Geest dat dit Gods orde is om zo degenen die ziek zijn te bedienen.

205 Dat betekent niet dat de persoon die bidt een heilige of een engel moet zijn. Het betekent dat de persoon die komt in zichzelf een geloof moet hebben dat de Heilige Geest door Zijn koeren en Zijn Woord, daar binnenin iets heeft laten vallen wat hun doet geloven dat Hij over ze zal broeden totdat zij gezond zijn.

206 Zoals Abraham vanouds, toen God aan hem verscheen in de naam van El-Shaddai, de boezem, de borst van een vrouw als het ware. En zei: "Abraham, je bent nu honderd jaar oud, maar Ik ben, degene met borsten. Leun slechts tegen Mij aan zoals een baby en zuig en Ik zal Mijn Woord bevestigen."

207 En Abraham die honderd jaar oud was, legde zich tegen de boezem van God; hij en Sara waren natuurlijk één; begon te onderzoeken en te broeden en het Woord van God aan te nemen. En wat gebeurde er? God veranderde hem opnieuw in een jonge man, hij en zijn vrouw en ze brachten een kind voort, Izaäk; terwijl door Izaäk Christus kwam, die de wereld zegende. Hij werd tot een vader van volkeren gemaakt.

208 Want: "Abraham noemde deze dingen", luister, "die er niet waren..." De zaak van Goddelijke genezing in Abraham was niet... Toen hij de belofte aanvaardde, duurde het vijfentwintig jaar voordat het gebeurde; vijfentwintig jaar. Toen Abraham vijfenzeventig was, werd hem een belofte gegeven; op honderdjarige leeftijd werd de baby geboren. Maar gedurende al deze vijfentwintig jaren beleed hij voortdurend zijn liefde aan de Heilige Geest die hem uit de aarde had gebroed en noemde het Woord van de Heilige Geest: "Juist!" Noemde de dingen die er zijn alsof ze er niet zijn, omdat ze tegengesteld waren aan het Woord van de Heilige Geest. Hij werd een jonge man gemaakt en bracht het kind voort.

209 Nu, zo komen wij. Wij zijn Abrahams zaad. En wij noemden de dingen, de symptomen, onze aanvechtingen, onze ziekten alsof ze er niet waren, omdat we gehoorzamen aan wat de Heilige Geest – door de profeet, de ziener – heeft gezegd de waarheid te zijn. Iedereen die dit gedurende de tijdperken heeft aanvaard, is iedere keer goed uitgekomen.

210 Nu noemen wij deze dingen "juist" en aanvaarden ze als ons persoonlijk bezit en roepen terug naar de Heilige Geest: "Uw Woord is waar. Ik weiger ieder ander symptoom, alles wat dan ook. Ik geloof dat U me gezond zult maken. Want Uw Woord, Here, zegt: 'Het gebed des geloofs zal de zieken redden en God zal hen oprichten.' Dat is alles. Dat is de waarheid."

211 Ik vraag me vanmorgen af... Ik ken broeder Jackson; ik hoorde hem ergens achteraan "amen" zeggen. Ik vraag me af of hier andere predikers zijn vanmorgen die in Goddelijke genezing geloven, of zij zouden willen komen om ons bij te staan voor deze mensen. Zij zijn uw broeders en zusters in Christus. Zoudt u hier willen komen en met ons mee bidden, terwijl onze herder hier naar voren komt, als hij tenminste vanmorgen voor de zieken wil bidden. Nog enige anderen van u, kom, neem uw plaats hier bij ons in terwijl wij vanmorgen de behoeftigen in dit gebouw bedienen. Ieder van u predikers die wil komen. Ik geloof dat ik daar enige tijd geleden Teddy zag, als ik me niet vergis. Enige predikers, wie u ook bent, dat doet er niet toe; we zijn gewoon blij u hier te hebben als u een gelovige bent, om uw geloof bij het onze te voegen als we voor de nooddruftigen bidden.

212 Nu wil ik dat de oudsten komen, broeder Higginbotham en degenen die hier staan die de rij kunnen langsbrengen terwijl we voor hen bidden en doorgaan met bedienen.

213 Nu, bedienende broeders, komt aan deze kant, als u wilt. We zullen eerst voor deze twee mensen bidden die in stoelen zitten, daarna zullen we anderen bedienen.

214 En een ieder hier die in staat is tot de Heer te spreken (en u zou dat vanmorgen allemaal moeten zijn), ik wil dat u met ons instemt. Wat als dit... Het zou uw broeder kunnen zijn, uw zus, uw pappa of mamma en u wilt dat ze gezond worden. Het is uw geloof, uw projecteren van uw geloof dat uitgaat als een grote dynamo – hier binnen – die de Shekina-heerlijkheid van God naar beneden brengt, die de individuen zalft om geloof te hebben. "Geloof komt door horen, horen van het Woord."

215 Nu is de Heilige Geest hier om het te injecteren, of het Woord van God dat u hebt aangenomen. Als u dat dan gelooft, komt u.

216 Wat is nu mijn plicht en van deze predikers? Om handen op u te leggen. "Het gebed des geloofs zal de zieken oprichten", heeft God gezegd.

217 Dan zult u dat eenvoudig aannemen en uw liefde teruggeven aan de Heilige Geest. "O Heilige Geest, Uw Woord is waar. Ik ben niet meer ziek. Ik word gewoon gaandeweg beter. Ik dank U, hemelse Vader, voor Uw goedheid jegens mij. Ik verbeter voortdurend, ieder uur, ieder uur." Let op wat er plaats vindt als u uw liefde uitdrukt, als u terugbroedt naar de Heilige Geest die door het Woord op u broedt.

     Ik zal nu bidden, dan komen we om handen op te leggen.

218 Nu, Vader God, U ziet de nood en we zijn er zeker van dat U meer dan in staat bent in iedere nood te voorzien; U die Daniël uit de leeuwenkuil kon halen en de Hebreeënkinderen uit de vurige oven; die de Rode Zee kon openen en het volk wandelde over droge grond; die Lazarus kon opwekken uit de dood; en Elia naar huis haalde in een wagen. O God, Gij hebt nooit gefaald.

219 En deze nieuwe zakken met nieuwe wijn, dezen met nieuwe hoop en nieuw leven, komen vanmorgen naar voren om te worden gezalfd voor het opleggen der handen in gedachtenis aan het Woord.

220 En Vader, wij staan als mannen om onze handen op te leggen zoals Gij ons hebt opgedragen. "Wanneer zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Die opdracht in het Evangelie is nog net zo krachtig als het is om het Evangelie te prediken: "Hij die gelooft en is gedoopt, zal worden gered."

221 Wij bidden, Vader, dat U wilt toestaan dat Uw Woord deze dag wordt vervuld aan ons, op de belijdenis van deze mensen die hun geloof naar voren brengen om het te meten met de kracht van de duivel. Laat ieder van hen gaan, bevrijd, in Christus' Naam.

222 Uw hoofden gebogen als wij nu naar voren gaan om dezen te bedienen.

223 Onze geliefde zuster, in de gemeenschap van de Here Jezus. Als dienaren van het kruis zijn wij nu goddelijke deelhebbers aan Zijn zegening van de opstanding. In gedachtenis aan Zijn Woord vragen wij het boze u te verlaten, in Jezus' Naam. Moge u gezond zijn. Moge uw geloof nimmer verflauwen. Maar moge u zogen van God, het roepen van de Heilige Geest, uw Kracht, die u uit het stof der aarde voortbracht en ieder deel in uw lichaam bracht. Hij is meer dan in staat datgene wat Hij heeft gemaakt te herstellen, daar waar Satan heeft vernield. Wij stellen u aan God voor als een gelovige, in de Naam van Zijn Zoon, Jezus.

224 En onze broeder op wie wij onze hand leggen, met hetzelfde gebed voor God, onze Vader, en door de zalving van de Heilige Geest, en de opdracht dat deze dingen moesten worden gedaan. Wij als gelovende dienaren, wij brengen u tot God, de Heilige Geest, die u uit de aarde omhoog hielp en ieder orgaan in u plantte. Ziende dat Satan is neergekomen en het heeft onderbroken, uw lichaam gebroken, daarvoor...?... Dat op het...?... van deze mensen die naar dit altaar komen. Of op enige...?... wij vragen dat God u wil geven...?... Op deze ernstige verplichting. Wij leggen onze handen op u in gedachtenis aan het Woord, niet dat wij uw hart kennen, maar vragen of God Almachtig, die u uit de aarde broedde, de zwakke, vitale plaatsen van uw lichaam wil herstellen of versterken en u terug wil brengen tot uw volkomen gezondheid, in Jezus' Naam.

225 [Broeder Branham en de predikers gaan door met bidden voor de zieken gedurende twee minuten, maar de woorden worden onvoldoende verstaan om te drukken – Vert]

226 Almachtige en onbeperkte God, de Oneindige, de Alomtegenwoordige, de Onbeperkte, Gij die alle ruimten vervult! Wij leggen handen op onze zuster, introduceren haar bij U met hetzelfde gebed dat wij over de anderen hebben gebeden, dat U in haar lichaam datgene tot stand wilt brengen wat er mankeert en door de duivel is weggeroofd...?... voor de glorie van God.

227 Vader God, op gelijke wijze leggen wij handen op onze zuster, opdat...?... Deze zegen vragen wij in Jezus' Naam. Amen.

228 Vader God, op het lichaam van deze man die door de last der jaren gebogen schouders en een gerimpeld gezicht heeft gekregen en zijn lichaam is aangetast. Maar Gij, o God, die de broedende Heilige Geest zijt, wij dragen hem aan U op, in Jezus' Naam. Moge de Heilige Geest terugkomen met een grote liefde. En moge het in ons veroorzaken dat wij Degene herkennen die hem van de aarde nam, en ook herstelt datgene wat Hij geschapen heeft!

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)