Door geloof, Mozes
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Neville. Goedemorgen, mensen. Het is goed om vandaag hier in de tabernakel te zijn. En ik dacht, als ik broeder Neville zover krijg dat hij vanmorgen spreekt, zou ik het misschien vanavond proberen. En vervolgens zocht ik een zondagsschoolles voor vanmorgen. En wat een... zo de Here wil, proberen we deze zondagsschoolles te houden.
2 Het is nu al ongeveer twee weken sinds ik terug ben. Ik ben zeer nerveus geweest zoals u wel begreep, zodat ik op het veld werkelijk echt uitgeput was en bijna niet verder kon. Ik moest thuiskomen voor een beetje rust. En ik bracht ongeveer drie dagen door in Wolf Creek Dam, daar in Kentucky waar ik geboren ben. Ik dacht: "O, ik voel me nu wonderbaar. Het gaat goed met mij." Ik kwam weer thuis en het eerste kleine ding wat me onder ogen kwam was een soort regeringszaak over inkomstenbelasting. Dat bracht me weer helemaal op een dieptepunt. Dus besefte ik dat het wel meer dan een week of twee zal kosten om tot rust te komen.
3 En mijn bediening staat op het punt nu een verandering te nemen. Ik heb geen samenkomsten belegd. En dat is de reden dat ik alleen maar terloops kom en dacht... Nu, voor de volgende paar weken zou ik rust willen nemen, volkomen rust, en wachten op de Here.
En velen van u mensen hier die oudgedienden zijn, die al zolang bij ons zijn geweest, herinneren zich wat de Here ons heeft gezegd. Wat Hij zei dat Hij zou doen heeft Hij altijd uitgevoerd. Herinner u, in het allereerste begin, in de kerk hier, op die ochtend toen wij de steen voor de tabernakel legden, hoe dat Hij... Het staat geschreven op het schutblad van mijn Bijbel en ligt in de steen – die ochtend, dat geweldige visioen zei: "Dit is niet uw tabernakel."
Ik zei: "Waar is die wel, Heer?" En Hij plaatste mij onder de hemel. En een stem kwam. En ik keek en zag deze drie kruisen, zoals de bomen, en de vruchten ervan, enzovoort. U weet wat het visioen is. Het is jaren geleden opgeschreven.
4 Onlangs, toen ik daar een oud boek pakte, las ik enkele dingen die de Here had verteld, voorspeld, en die reeds zijn geschied: over deze jeugdtoestand en over hoe de oorlog zou verlopen; en al deze dingen zijn nauwkeurig geschied. Slechts die twee dingen resten nog. En één van die grote profetieën is, dat auto's op de weg zullen rijden onder afstandsbediening en er uitzien als een ei; u bestuurt ze echter niet, zij besturen zichzelf. En dan zal er een geweldige vrouw verrijzen, omdat Amerika een vrouwennatie is. En het zal... Een geweldige vrouw zal opstaan en president worden of zoiets, in het land. En dan zal er een totale vernietiging komen. De gehele natie zal worden uitgewist. En dit, ik voorspel... Nu, dit is niet de Here die dit zegt. (Het andere, omtrent de vrouw en dit, ìs de Here.) Maar ik voorspelde in 1933 dat de wereld een totale vernietiging zou treffen, voor '77.
Zo wist ik toen niet dat men iets had wat het kon vernietigen, zoals ze nu hebben, maar ik zag de natie in een totale vernietiging, alleen boomstronken en dergelijke, waren overgebleven. Dus het is onderweg.
5 En als al die andere dingen zijn gebeurd zoals Hij heeft gezegd, zal dit ook zo gebeuren. En net zoals Hij hier in de Schrift zei, wat Hij zegt... Als Christus de eerste keer is gekomen, zal Hij de tweede keer komen. En alles wat Hij heeft gezegd zal geschieden. En terecht dit te zien en te weten dat we zullen... ons getal staat op het punt genoemd te worden als een natie, wetend dat de gemeente bijna haar opname zal krijgen. Het beweegt het hart van een voorganger, of van elk van de leken, te weten dat wij in die dag en tijd zijn waarin wij leven. De geweldigste tijd waarin ooit een persoon op aarde geleefd heeft, is nu. Dat is het voor de gemeente. Dus verlang ik stellig uw gebeden.
6 En dan heb ik in de tabernakel gezien en heb begrepen dat zij enige herverkiezingen zouden hebben, en dergelijke, in de kerk, voor enigen van het bestuur, enzovoort. En de gemeente had een samenkomst nodig, een kleine opwekking. En u bent altijd vriendelijk voor mij geweest en hebt mij gezegend. En het schijnt voor u een zegen geweest te zijn wanneer ik hier was, en voor mij is het zeker een zegen geweest om bij u te zijn. En wat ik zei hebt u altijd als de waarheid aangenomen, zoals ik het door God gezien heb. En ik waardeer dat. Dus toen ben ik binnengekomen en toen begon ik te onderzoeken om erachter te komen hoe ik onze gemeente op orde moest krijgen in haar bestuur, en dan betreffende de verkiezingen, enzovoort. En dan dacht ik daarna weg te gaan en een beetje rust te nemen voor ik weer naar het zendingsveld terugga.
7 Houd dit voor uzelf, het is niet voor buitenstaanders. Het geldt voor deze tabernakel. Wij willen een samenkomst met deze tabernakel, zodat elk ding en iedere fout, alles wat er gaande is geweest en wellicht kleine gevoelens tegen elkaar; diegenen... ga ik elk van hen opzoeken om ze met elkaar in contact te brengen. Dus als u dit niet onder ogen wilt zien kunt u maar beter het land verlaten, omdat u met elk deeltje ervan geconfronteerd zult worden zoals wij hier in de tabernakel gewend zijn te doen. En alles moet vereffend worden, want wij zijn broeders en zusters die het avondmaal breken, het lichaam van Christus, over de gezegende tafel. En het is niets anders dan de duivel die alles verkeerd zou willen maken en gevoelens teweeg brengt, die verscheurt, of dergelijke dingen. En ik neem onze broeder Neville mee om van plaats naar plaats te gaan en de mensen weer tot elkaar te brengen, tot de oude tabernakel weer terug is, op haar voeten staat, om verder te gaan voor het koninkrijk van God.
8 Nu, dit is... de reden waarom ik dit gezegd heb is, omdat wij hier vanmorgen met onze eigen kleine groep zijn. En nu ga ik wat rust nemen en keer zo snel mogelijk weer terug. Dan verwacht ik opnieuw naar het zendingsveld te vertrekken. En deze keer wil ik, zo de Here wil, het weinige wat wij verzameld hebben in fondsen, enzovoort, van mijzelf, er uitnemen voor dit buitenlandse zendingsprogramma om een nieuwe tent aan te schaffen en wat nieuwe uitrusting om op het veld te beginnen, niet van kerk tot kerk, maar om in onze eigen samenkomsten te gaan.
Nu niet om de broeders te negeren die mij hebben uitgenodigd, wat wonderbaar is. Maar meestal bemerk je bij deze conventies dat zij meedelen dat je daar zult gaan zijn en dan komen al je vrienden binnen en dan vindt er heel wat gedram om geld plaats. Ze zuigen die mensen gewoon uit. Ik begin dit op te merken, ziet u. Dus dat is niet goed. Wij willen een plaats hebben waar we hen heen kunnen brengen. Je hoeft niet je geld te brengen. Kom gewoon zelf en dien de Here. Ziet u?
9 En mijn bediening neemt nu een wending. U herinnert zich hoe ik gewend was de hand van een persoon te nemen en hoe ik daar zo stond en de Here mij vertelde wat hun probleem was. Hij zei: "Dan zal het geschieden dat u het geheim van het hart der mensen zult weten." Ieder van u weet dat het precies is gebeurd zoals het gezegd werd. Nu, dit is de volgende stap, wat geprofeteerd en voorzegd is, wat ver boven de andere uitgaat, ziet u. En het is precies nu bezig te veranderen en daarom bestrijdt Satan mij met de inkomstenbelasting, probeert mij te vertellen – de regering – dat ik inkomstenbelasting verschuldigd ben over elke stuiver die ik als voorganger heb opgenomen, vanaf zevenentwintig jaar geleden toen ik de bediening begon. Zo is het niet, omdat het hier via de gemeente liep.
Ik ben de beheerder van deze gemeente. Dat is juist. Het is hier geregistreerd. Dus wanneer ik de gevolmachtigde penningmeester van deze gemeente ben, dan is er niets ter wereld... de regering heeft er niets mee te maken. Zij ondervragen niet de gemeente. Zij ondervragen mij, de beheerder van de gemeente. En de beheerders hebben een papier ondertekend, dat ginds ligt in de bank, dat al mijn kasgeld...
10 In plaats van een stichting van mijzelf te hebben, liet ik het hier via mijn gemeente lopen, want het is hoe dan ook automatisch een stichting. En door dit zo te doen helpt het mij om niet van de gemeente weg te rennen, haar te verlaten, uit te trekken en niet hier te zijn, terwijl ik de mensen beloofde dat ik van tijd tot tijd naar de gemeente zou terugkeren om hen te helpen. Dat is de reden dat ik het zo hield omdat ik u, mensen, een belofte deed. Daarom bleef ik er op die manier bij, in plaats van een individuele zaak te hebben. Als u dat doet, gaat het over in een organisatie en ik ben beslist tegen organisatie. Dus houd ik het zoals het is, in de handen van God, zodat wij verder kunnen gaan voor het koninkrijk van God.
11 Welnu, vanmorgen willen wij dit gezegende oude Woord bestuderen en geloven... Ook wil ik nu zeggen dat... Ik zie broeder Eagan en velen, sommigen van de beheerders, hier zitten. Nadat we de vorige avond onze beheerdersvergadering hadden... Het is waar dat ik... Het zij de gemeente bekend dat elk van u allen niet langer een aangewezen beheerder bent. U bent gekózen beheerders en uw naam staat in de boeken. In orde.
En nu zal men nog meer verkiezingen krijgen, van diakenen, enzovoort. En broeder Neville zal diegenen direct na deze dienst oproepen. Goed. Het gaat om de penningmeester, enzovoort, als we de gemeente opzetten en het allemaal... dat we de achtergrond gereed maken, dan kunnen wij een opwekking hebben als deze er aan komt.
12 Voordat we de bladzijden hier voor onze zondagsschoolles in dit geweldige Woord van de levende God openslaan, laat ons nu onze hoofden enkele ogenblikken buigen terwijl we spreken tot de Auteur van dit Boek. En leg nu elke gedachte opzij, alles wat tegengesteld is, wat u tegenhoudt om een zegen te hebben. Laat ons bidden.
Allerheiligste en rechtvaardige God, in Uw gezegende verheven tegenwoordigheid komen wij U nu onze levens, onze zielen, onze lichamen, onze diensten en onze talenten aanbieden; en alles wat wij hebben dragen wij aan U op. En terwijl U op ons neerkijkt, Heer, als er enige zonde naakt en onbeleden is, zouden wij U willen vragen, o Here God, dat U het bloed van Uw Zoon Jezus op zo'n plaats zou willen aanbrengen. Want we beseffen dat wij in onszelf onbekwaam zijn, daar het ons onmogelijk is om ooit in eigen behoefte te voorzien. Maar wij vertrouwen geheel op Zijn dierbaar bloed en Zijn genade om het op ons toe te passen, zodat wij, onwaardige zondaars, op een dag met vrijmoedigheid in Uw tegenwoordigheid mogen komen, terwijl wij dit bloed van de Here Jezus voor ons uitdragen dat U in de voorbijgegane tijden hebt erkend als het bloed van Uw eniggeboren Zoon. En u hebt de belofte gedaan dat, indien wij onze zonden belijden, wij door Zijn genade door Hem gerechtvaardigd zullen zijn.
13 En nu zouden wij willen vragen, Heer, of U ons elke fout wilt vergeven, elke zonde van schuld of nalatigheid, overtreding; als enige kwade gedachte onze ziel doorstoken heeft door de vurige pijlen van de duivel, dat U deze kwade vijand van U en van Uw volk wilt verdrijven. En wij zouden U willen vragen of U de Heilige Geest wilt zenden om in deze tijd houvast te krijgen op het Woord wanneer wij ons als instrumenten overgeven, opdat U Uw Woord door ons zult spreken en door ons zult horen. En mogen wij op onze beurt het als van U ontvangen als wij vandaag deze plaats verlaten, dat wij voelen opnieuw in orde gebracht te zijn voor de zaak van Christus, opdat wij beter geschikt mochten zijn voor de dienst van vanavond en morgen, vanwege het bezoek van de Heilige Geest.
Zegen onze broeders overal, de gemeenten over de wereld, die het Woord des levens uitdragen in deze boze dag. We voelen dat er niet veel tijd meer is om te werken, want de nacht komt snel nabij. De oorlogswolken drijven weer nader. Het kwaad ligt nabij en we bidden dat U ons wilt laten werken als nooit tevoren. Schenk onze vermoeide lichamen rust, Heer, en zend ons terug in de strijd, want wij vragen het in de Naam van de Here Jezus en wij bidden het omwille van Hem. Amen.
14 Terwijl wij deze morgen de Bijbel openen bij het elfde hoofdstuk van het boek der Hebreeën... Woensdagavond spraken we over het zevende hoofdstuk van het boek der Hebreeën, over Melchizédek, die zonder vader en zonder moeder, zonder begin van dagen, of einde des levens was.
En ik dacht, misschien zou het vanmorgen toepasselijk zijn dit wonderbare Boek weer te openen, daar wij de achtergrond voor wat wij willen zeggen in de voorgaande Schriftlezingen hebben gehad. En terwijl we het tiende en het negende hoofdstuk overslaan, die over de offerwetten gaan, komen wij in een plaats van "geloof". Hier in het boek der Hebreeën, het elfde hoofdstuk, te beginnen met het drieëntwintigste vers, lezen wij dit...
Door het geloof is Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, aangezien zij zagen, dat het kindeke schoon was; en zij vreesden het gebod van de koning niet.
Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genaamd te worden;
Verkiezende liever met het volk van God kwaad behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben;
Achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons.
Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende de toorn van de koning; want hij hield zich vast, als ziende de Onzienlijke.
Ik wil vanmorgen als onderwerp nemen: "Kiezen door geloof." En ik wil voor een tekst de eerste vier woorden van het drieëntwintigste hoofdstuk nemen: "Door het geloof, Mozes."
15 En "kiezen door het geloof". Meestal moeten wij bij elk ding wat wij doen kiezen door geloof. En al wat wij zien dat Mozes deed, dat de moeite waard is aangehaald te worden, was door geloof; niet door aanschouwen, maar door geloof. En waarom ik dit vanmorgen heb uitgekozen voor de gemeente in deze toestand, was omdat in onze... zelfs in onze scholen en overal hebben wij zoveel wetenschappelijk onderwijs gekregen. Hierdoor hebben wij de mensen van het geloof afgetrokken.
Welnu, geloof wordt niet door wetenschap bewezen. Geloof is wat de wetenschap niet ziet. En wij, als wij ooit dit grote geloof verliezen, dan verkeren wij totaal in duisternis, het geeft niet hoe goed we onderwezen zijn, hoe we het Woord van God kunnen verklaren om onze eigen manier van geloven aannemelijk te maken, er is geen manier om God ooit te behagen dan alleen door geloof. De Schrift verklaart het duidelijk zo.
Het is door geloof. En zonder geloof, zegt de Schrift, is het onmogelijk God te behagen. Dus als het geloof niet overeenkomt met de wetenschap en de wetenschap niet overeenkomt met het geloof dan staan ze scherp tegenover elkaar, dan moeten wij een keus maken zoals Mozes deed. Door het geloof geloven we!
16 Welnu, als wij het geloof verliezen dan zal God ons gebed nooit beantwoorden. "Want wie tot God komt moet eerst geloven dat Hij is en een beloner is voor degenen die Hem ernstig zoeken." Dus als wij het geloof verliezen worden onze gebeden vernietigd; we komen er nergens mee. Dus het enige waar wij vanmorgen aan kunnen denken is vasthouden aan het geloof. Als we dan het geloof verliezen is al onze hoop vergaan. En als wij het geloof verliezen is al onze geestelijke realiteit vergaan. Want je kunt geen geloof hebben in de dingen die je ziet, want de dingen die je ziet zijn allemaal vergankelijk. Als we kijken naar een groot persoon, een grote prediker of een grote samenkomst: ze zullen op een dag allemaal vergaan. Als wij naar een grote natie of onze geweldige wapens kijken, het zal op een dag allemaal vergaan. En dan moeten wij door het geloof leven, van die dingen die de wetenschap niet verklaart. Het is door het geloof dat wij geloven.
17 Wij verliezen onze heerlijkheid als we het geloof verliezen. Wanneer we nu afvallen van het geloof dan brengen wij de gemeente in een intellectuele sfeer. En menigmaal wordt er onder de mensen gedacht – omdat een samenkomst groot was en zij grote kerken, grote torens hadden en er een enorm aantal goed geklede en verzorgde mensen kwam met heel wat financiën, zodat zij zich deze dingen konden veroorloven – dachten wij menigmaal dat dit inspiratie was, dat deze zekere kerk geïnspireerd moest zijn. Of wij verwezen vaak naar verschillende predikers die op het veld waren uitgegaan, die grote groepen mensen trokken, dan denken we soms dat dit de tekenen zijn van inspiratie. Maar dat is alles bij elkaar genomen niet de waarheid. Dat is menselijke inspiratie.
Maar de echte inspiratie komt in het doen van Gods wil. Ziet u? Of het er maar één is of maar een handvol. Of het een grote of een kleine kerk is, het maakt niet uit. Of hij een voorname, welsprekende spreker is of gewoon een man die nauwelijks zijn ABC kent, het geeft niet. Het hangt af van de boodschap die hij brengt, of het geïnspireerd is door het Woord van God, of dat het geïnspireerd is door intellectuele opvattingen van menselijke inspiratie.
Sommige mensen kunnen geïnspireerd worden vanwege een welsprekende prediker. Dat maakt niet dat het juist is. Soms worden ze geïnspireerd omdat de man zo opgeleid is dat hij zijn gezichtspunt kon overbrengen. Dat betekent niet dat het van God is. Ziet u? Het is alleen door Gods eeuwigdurend, eeuwig gezegende Woord dat we inspiratie kunnen ontvangen, en dat wordt gegeven door de Heilige Geest. Door geloof ontvangen we het.
18 Nu denken we aan Mozes en deze geweldige tijd van zijn leven. En wij lezen terug van zijn geboorte, hoe God voor hem zorg had gedragen. Maar er kwam een tijd in Mozes' leven waarin een keus gemaakt moest worden. Als we goed lezen, ontdekken we dat hij de zoon van Farao's dochter en de erfgenaam van de troon was en de volgende Farao in Egypte zou zijn. Dus nadat hij meerderjarig was geworden en verantwoordelijkheidsbesef had gekregen, merkte hij op, terwijl hij rondkeek dat daar die slaven waren, die in de slijkputten werkten. En Mozes die uit de vensters van het paleis keek, keek op dezelfde slaven neer waarop Farao neerkeek; maar wat een verschil in het kijken was daar.
Vanmorgen wil ik me enkele ogenblikken op deze gedachte baseren en moge de God des hemels het in elk hart hier laten doordringen: Het is hoe u naar iets kijkt wat het verschil maakt.
19 De grote evangelist, John Sproule, die een bekeerling van broeder Bosworth's bediening was, die velen van u zich herinneren van jaren geleden, van de "Old Glory Barn". Hij zei dat hij op een dag een reis ondernam, nog voor het heengaan van zijn geliefde metgezel en vrouw. Zij waren in Elzas, Lotharingen, Frankrijk. En ik had het voorrecht dezelfde plaats te bezoeken. En de gids bracht hen daar naar de tuinen en toonde hun de verschillende dingen. En zij kwamen bij een zeker standbeeld van de Here Jezus; de kruisiging. En meneer Sproule stond er op een afstand naar te kijken, hij en zijn vrouw, en in hun hart waren ze aan het bekritiseren wat de kunstenaar in gedachte moest hebben gehad, of de beeldhouwer liever gezegd, toen hij uit een steen zo'n afschuwelijk uitziend ding hakte, wat het lijden en liefhebben en mededogen van de Here Jezus moest voorstellen en hoe het er allemaal grof en afgehakt uitzag.
20 En de gids kwam naar meneer Sproule toe en zei: "Meneer, ik veronderstel dat u dit beeld van de Here Jezus bekritiseert."
En hij zei: "Ja, dat doe ik."
En hij zei: "Ik ben niet in het minst verbaasd, omdat de meeste mensen die er naar kijken het eerst inderdaad bekritiseren."
En meneer Sproule zei: "Wel, ik kan geen enkel mededogen of enige inspiratie zien bij het kijken naar zoiets, dus vraag ik me af waarom de beeldhouwer het ooit zo maakte."
En de beeldhouwer... Hij zei: "Meneer Sproule, dit beeld is in orde en de beeldhouwer had het juiste in zijn gedachten, maar het probleem ligt bij u. Het is de wijze waarop u ernaar kijkt." En hij nam hem en zijn vrouw bij de hand en leidde hen naar beneden naar een altaar aan de voet van dit bovengenoemde kruis. En hij zei: "Welnu, meneer Sproule, kijk nu omhoog." En toen hij omhoog keek, zei hij, dat z'n hart het bijna begaf.
21 Wat een verschil om op een afstand te staan en er vandaar naar te kijken of naar beneden te gaan en ernaar te kijken op de wijze dat het gemaakt was om naar te kijken. En op deze wijze is God. Zo is het geloof. Het is de wijze waarop u ernaar kijkt. Als u ernaar keek als een soort van historische Bijbel, of iets wat in voorbijgegane dagen bestond, zult u nooit in staat zijn de echte waarde van de Bijbel te vatten. U wordt verondersteld op uw knieën te gaan en de geboden van deze Bijbel te gehoorzamen en ernaar te kijken door de ogen van de Heilige Geest.
Ik zou dit gehoor vanmorgen willen vragen: Wat voor nut doet een historische God ons vandaag als Hij niet dezelfde God is? Wat voor nut doet een God die Mozes nam en de wonderen met hem deed die Hij deed, wat voor nut heeft het voor ons om te lezen over zulk een God als Hij vandaag niet dezelfde is?
22 Wat voor goed doet een God die de Hebreeuwse kinderen kon verlossen uit de vurige oven, als Hij niet dezelfde God is vandaag? Wat voor goed doet de God die zou oordelen tussen goed en kwaad in een voorbijgegane dag en het verkeerde zou straffen en het goede zegenen, als Hij vandaag niet dezelfde God is? Waarvoor gaan wij dan naar de kerk? Waarom onthouden wij ons van de dingen van de wereld als Hij niet dezelfde God van hetzelfde oordeel is en dezelfde mening heeft als die Hij altijd had? Wat voor nut zou het zijn voor een God die de hand van een vrouw met een hevige koorts kon aanraken en de koorts kon stoppen als Hij niet dezelfde God vandaag is? Wat voor nut zou het geven om een God te dienen die Zijn vriend uit het graf kon roepen na vier dagen dood te zijn geweest als Hij vandaag niet dezelfde God is? Door het geloof geloven wij dat Hij ons op een glorieuze dag van de aarde zal roepen, al zouden wij opnieuw een lepelvol as zijn.
Hoe bewijzen wij het? Wij bewijzen het niet; wij gelóven het. Ons wordt niet gevraagd iets te bewijzen, ons wordt gevraagd het te geloven. Door het geloof deed Mozes zo en zo.
23 En toen Mozes, als jongeman, door het venster uit het paleis naar de slaven keek, zag hij hetzelfde stel vieze, vuile, met drek besmeurde slaven die Farao zag. En wanneer Farao en de Egyptenaren op hen neerkeken waren zij niets dan een stel slaven. Dat is alles waar ze goed voor waren; gewoon om menselijke slijksmeerders te zijn, om leemstenen te maken terwille van de steden die Farao aan het bouwen was.
Dat is de wijze waarop de Egyptenaren en Farao naar de slaven keken. Maar Mozes; toen hij naar hen keek, keek Mozes met een andere blik. Toen hij, bij het passeren van het venster, de diepe groeven in hun gelaat zag en de tranen die over hun wangen liepen en hun gebogen lichamen, beschouwde hij hen als het volk van God. Hij beschouwde hen niet als slaven. Hij beschouwde hen als het uitverkoren volk van God.
24 En o, als ik rondtrek van land naar land en van natie naar natie, predikend sinds ik de deuren van deze kleine tabernakel heb verlaten (wat een interdenominationele instelling is, met geen wet dan liefde, geen boek dan de Bijbel en geen geloofsbelijdenis dan Christus), heb ik geprobeerd Gods kinderen en de verworpenen te beschouwen als Gods gekozen en uitverkoren volk. Ik vraag hun niet of zij tot de Branham Tabernakel behoren. Ik vraag hun niet of zij Methodist zijn, of zij Presbyteriaan zijn, of zij Pinkstermensen zijn, of Nazareners of Pelgrim Heiligheid. Ik wil hen gewoon beschouwen als het volk van God. En bij het zien van hun doen en laten, dat zij de dienstknechten van de Here God zijn, verlangt mijn hart naar de gemeenschap met hen. Het maakt niet uit wat voor brandmerk zij hebben. Ik verlang gewoon naar hun broederschap. Ik heb hen lief omdat ik weet dat zij het volk van God zijn.
25 Wanneer ik een vrouw op de straat zie lopen met een lange rok aan en haar haar van achteren keurig opgestoken, met een fatsoenlijk uitziende jurk aan; en ik zie een andere jongedame, misschien van dezelfde leeftijd, met een kleine korte broek aan; zij mag qua uiterlijk er twee keer knapper uitzien dan de vrouw met het lange haar, naar de maatstaven van de wereld, maar ik kies partij voor dat meisje dat zich kleedt als een Christin. Al zou men om haar lachen en haar een fanaticus noemen, toch kies ik partij. Zij zou misschien niet zo knap wezen als het andere meisje qua uiterlijk, maar zij ziet iets. Door het geloof ziet zij Hem, die onzichtbaar is, die haar leven leidt.
Wanneer ik de man op het werk zie die "diaken" of "prediker" of een "fanaticus" wordt genoemd omdat hij weigert te roken en bier te drinken en uit dansen te gaan zoals de overigen en hij een fanaticus wordt genoemd, dan gaat mijn hart naar hem uit. Hij is mijn broeder...?... in deze Egyptische aarde; dat doet ons hart verlangen hem te omarmen en te zeggen: "Broeder, we zijn pelgrims en vreemdelingen van dit land en ik verlang gemeenschap met u te hebben."
26 Mozes moest een keuze maken, kiezen door het geloof. Hoeveel jongemannen zouden die gelegenheid niet met beide handen hebben aangenomen om de zoon van Farao's dochter te worden? Hoeveel jongemannen zouden de gelegenheid die Mozes had met beide handen hebben aangenomen, om te genieten van al de pleziertjes en de bekoring van de wereld, om koning van Egypte te worden en de hele wereld aan zijn voeten te hebben! "Wat een dwaasheid", moeten de jongemannen uit zijn dag hebben gedacht, toen Mozes zijn plaats verkoos in te nemen bij het gekwelde en lijdende volk van God. Waarom deed hij dat? Door het geloof. Toen hij zijn ogen ophief keek hij boven de bekoring van deze wereld uit. Hij keek voorbij de genoegens van de zonde. En de Bijbel zei dat hij verdroeg, daar hij door het geloof Hem, Die onzichtbaar was, zag, en hij maakte de keus om die God te dienen, ongeacht wat er gebeurde.
27 Het is niet veranderd. Velen van ons konden gaan naar wat wij zouden noemen een beter gebouw. Wij konden misschien van de broederschap genieten en het genoegen hebben in een betere kerkbank te zitten. We zouden misschien meer populair zijn als we dronken en rookten en ons kleedden en handelden als de wereld. Maar wat is er aan de hand? U hebt uw ogen opgeheven en door het geloof Hem gezien die onzichtbaar is en hebt uw standpunt ingenomen met de verworpenen en zogenaamde "heilige rollers" van deze tijd. Want door het geloof zien wij Hem Die onzichtbaar is en verkiezen de vervolgingen en de kwelling te verdragen. Ik zou de mensen niet willen zeggen dat zij verkiezen moesten gekweld te worden. Ik zeg niet dat u voor het lijden zou moeten kiezen. Het is niet menselijk om dat te doen. Maar als schade lijden op het pad van uw plicht komt, laten we het dan nemen zoals het komt.
28 Ik wil niet dat u voor iemand iets doet, dat iemand de gek met u steekt. Ik zou niet willen dat u verschillende dingen zegt, dat ik een... "Ik behoor tot een kerk die niet hierin en daarin gelooft, in de wereld en dergelijke dingen", zodat de mensen gekheid over u maken. U brengt dat zelf over u.
Ik zou niet willen zeggen dat u hier buiten tekeer moet gaan en iets doen wat fanatiek was. Ik zou niet willen dat u dit deed zodat iemand zou zeggen dat u een fanaticus bent. U brengt dat zelf over u. Maar als het komt op het pad van uw plicht ten opzichte van God, laat dan de wereld maar zeggen wat zij willen. U leeft verder. U maakt een keuze. Iedere man en vrouw moet dit doen. Wat als Farao kon hebben gezien wat Mozes zag? Hij zag het lijden van het volk. Hij wist welke prijs het kostte. Doch door het geloof verkoos hij het liever dan de genoegens van de zonde.
29 Hier zit misschien een kleine jongedame, een charmante jonge vrouw. De wereld zou u graag willen vertellen: "Doe zus en zo. Je bent mooi. Je lichaam is zo prachtig gevormd. Dat zou je moeten tonen." Maar mijn zuster, hef uw ogen daar bovenuit naar Hem die zegt: "Het is een gruwel voor een vrouw om een kledingstuk aan te trekken dat aan een man behoort."
Als de mannen... van de mensen in uw gemeenschap, of de vrouwen waarmee u omgaat, zeiden: "Knip dat lange haar af. Het zou koeler zijn. Het zou dit, dat, of wat anders zijn. Of, het zou je beter staan." Luister daar niet naar! U heft uw ogen op en ziet Hem door het geloof die zei: "Het haar van de vrouw is haar heerlijkheid en zij zal het niet knippen."
30 Als men zegt: "Het zou populair wezen. Je zal beter in de gunst staan bij je werk, of bij je baas, als je een borrel voor de gezelligheid zou nemen. Als je sigaretten zou roken zoals de overige vrouwen, zou je meer vrienden om je heen hebben." Hef je ogen op in geloof en kijk naar Hem die gezegd heeft: "Verontreinig dit lichaam en Ik zal het vernietigen." Door het geloof geloven we deze dingen. Het is niet iets wat u ziet. Het is iets wat u gelooft. Door het geloof, deed Mozes het.
En in deze geloofswandel komt er een tijd dat er een keus moet worden gemaakt. Lot maakte die droevige fout die wij maken. Heel wat keren kiezen wij voor ons eigen voordeel. We kiezen dingen die beter zouden zijn...
Soms, als er een beetje ruzie in de gemeente opkomt en iemand zegt: "Wel, de diaken of de voorganger staat aan deze kant." Kijk daar niet naar. Kijk naar wat rechtvaardig is. Krijg die zaak in orde en breng hen beiden bijeen als dat godvruchtig is.
31 Er is een keus. En wij kiezen voor onszelf. Wij kiezen iets wat voor onszelf het beste is. Maar Mozes verkoos de smarten en de schande, opdat hij wandelen mocht met het volk van God. Denk het nu eens in. Luister: "Verkoos de kwellingen van het volk van God en achtte het van grotere waarde, want hij volhardde, Hem ziende, die onzichtbaar was."
Welnu, Lot moest op een keer een keus maken. En het kan wel zijn dat hier vanmorgen mannen en vrouwen zullen zitten die hun beslissende keus zullen maken. U bent vandaag wat u bent, omdat u enkele jaren geleden verkoos te zijn wat u nu bent. En wat u nu kiest zal bepalen wat u over vijf jaar zult zijn. Vijf jaar na vandaag kunt u wel een zendeling wezen. Vijf jaar na vandaag bent u misschien een beroemd Christen. Of misschien bent u over vijf jaar in de hel omdat u de verkeerde beslissing nam. Over vijf jaar maakt u misschien spuwbakken in een café schoon. Over vijf jaar bent u misschien een straatprostituée. Of u bent misschien een man of een vrouw die een verdienste is voor de maatschappij vanwege uw keus voor Christus. Over vijf jaar na vandaag bent u misschien in de heerlijkheid, heengegaan in de opname, omdat u vandaag uw keus maakte. Maar u moet kiezen. En kijk niet naar wat u ziet. Kies wat u ziet door het geloof. Dat is het enige wat telt, wat u kiest door het geloof.
32 Lot; toen hij een keus moest maken, liet Abraham Lot de keus. En God geeft u uw keus. "Kies heden wie u dienen zult." In de Hof van Eden was een boom der kennis en een Boom des levens. De mens werd het voorrecht gegeven van beide te kiezen welke hij verlangde. En zo is het vandaag. U heeft het voorrecht met uw eigen vrije wil te kiezen wat u maar wilt. Mijn advies aan u is om niet te kijken naar de moderne dingen om u heen en de populariteit en de bekoring die u zou kunnen hebben. Maar kies door het geloof liever Hem die de belofte geeft, dat Hij op een dag zal komen om alle onrecht recht te zetten, en die u eeuwig leven zal geven en u zal doen opstaan. Het maakt niet uit of u de verachte weg neemt met de weinigen des Heren, maak die keus.
33 Als er problemen aan de hand zijn, onlusten in het land, problemen in de kerk, of als er thuis problemen zijn, het maakt niet uit waar het is, maak uw keus: "Door het geloof dien ik God. Ik zal mijn hart buigen in Zijn tegenwoordigheid, ik zal de weg met Gods kinderen nemen. Ik zie hen veracht en verworpen en uitgedreven en bespot, maar ik zal toch mijn post van plicht innemen. Ik zal naast hen staan, en wanneer zij huilen zal ik met hen mee huilen en wanneer er verdriet is zal ik met hen verdrietig zijn. De wijze waarop zij leven, zal ik leven." Zoals Ruth tegen Naomi zei: "Uw wegen zijn mijn wegen. Mijn wegen zijn uw wegen; waar u woont, zal ik wonen; waar u gaat zal ik gaan; de God, die u dient, zal mijn God zijn." Maak die keus, ofschoon het de huid van uw bewustzijn trekt met te denken dat u iets bent. Stroop uzelf af en neem de weg met de weinige verachten des Heren en sta trouw op het veld van dienst en op de post van plicht.
34 Lot keek om zich heen. Hij zei: "Ik heb de keus." En hij keek naar Sodom. Hij zag dat de goede grazige velden beter waren dan wat Abraham zag en waar Abraham was. Hij zag de gelegenheid zijn vee te weiden om vetter en beter vee te hebben.
Ik hoop dat ik niet iemands gevoel kwets, maar dat is het standpunt van teveel predikers, om water bij de wijn te doen met het Evangelie, denkend dat zij er meer geld uit krijgen; een maaltijdbon! Ik leef liever in het dorre land, eet, drink uit een bron, en eet soda-crackers, dan een compromis te sluiten ten opzichte van mijn geloofsovertuiging in het Woord van de levende God. Ik zal mijn weg gaan.
Sommigen van hen zeiden: "Billy, wat is er aan de hand met jouw samenkomsten, daar er teveel Pinkstermensen in zijn." Een grote denominationele prediker zei dat.
Ik zei: "Wil uw denominatie mijn samenkomst sponsoren?"
35 Niet lang geleden stond er in het tijdschrift "Look", geloof ik, een artikel. En de schrijver zei daar... sprak over de Pinkstermensen. Hij zei: "De Pinksterkerk is vandaag de snelst groeiende kerk ter wereld." Waarom? Omdat mannen en vrouwen hun ogen ophieven en in de verte keken.
En de schrijver gaf de Pinkstermensen ook een compliment. "O, natuurlijk," zei hij, "enigen van hen werden radicaal, enzovoort. Maar de Methodisten aanbidden een geloofsbelijdenis. Zij aanbidden God door een belijdenis. De Baptisten doen hetzelfde en de Presbyterianen. Maar de Pinkstermensen aanbidden door hun Bijbel."
Door het geloof zien wij de belofte. Ik deel mijn lot met hen; het geeft niet hoezeer zij veracht worden, toch ben ik één van hen. Hoewel er gekheid over hen wordt gemaakt en zij hun ups en downs hebben zoals Israël, nooit zal ik met de valse profeet op de heuvelrug willen staan, een Bileam, en proberen te vervloeken wat God gezegend heeft. Want in dat kamp is een geslagen Rots en een bloedig Offer en een Vuurkolom. Het geeft niet in welke toestand ze zijn, het leidt hen verder tot overwinning en zij zullen er toe komen omdat zij het beloofde volk zijn dat wandelt door het geloof. En toch zijn zij geen denominatie, het waren ronddolenden en zo is het ook met het volk van God. Maar ik verlang mijn pad met hen te nemen, mij bij hen te voegen in hun ranken, niet in hun denominatie, maar in hun gemeenschap rondom de Godsspraak van Gods eeuwige Geest, waarvan ik door het geloof de doop van de Heilige Geest heb ontvangen. God helpe mij altijd die houding te hebben.
36 Merk op. Toen ze voortgingen ontdekken we dat Lot de mogelijkheid zag om een vette veestapel te krijgen. Velen zien de mogelijkheid van een vette portemonnee. Velen zien de mogelijkheid van een betere sociale standaard. Hij zag de mogelijkheid van een paar extra dollars. Hij zag de mogelijkheid burgemeester van de stad te worden. Hij was een vreemdeling en een tamelijk intelligente man. "Misschien kan ik wel de voornaamste man van de stad worden." Hij zag de mogelijkheden, omdat ze voor hem lagen. Maar hij zag niet het vuur dat het land zou vernietigen. Hij overlegde niet bij zichzelf dat het land vol zonde was en God het vernietigen moest.
En vandaag proberen de mensen bij zichzelf te overleggen en te zeggen: "Bent u..."
Ik zeg: "Bent u een Christen?"
Zij zeggen: "Ik ben een Amerikaan." Dat heeft er niet meer mee te maken dan te proberen tegen een kraai te zeggen dat hij een kikker is. Het heeft er niets mee te maken. Zij zal vernietigd worden omdat God rechtvaardig is. En als Amerika ongestraft blijft voor haar zonden, zal de rechtvaardige en soevereine, heilige God, verplicht zijn Sodom en Gomorra te doen herrijzen en Zich moeten verontschuldigen dat Hij hen vanwege hun zonde heeft verbrand; als Hij ons ongestraft laat.
37 Als Hij u naar de hemel laat gaan op uw onrechtvaardige werken, zal Hij Ananias en Saffira moeten laten opstaan om hun nog een gelegenheid te geven. Dat zou Hij zeker. Maar Hij is rechtvaardig. Ananias zag zijn geld. Petrus zag Christus. Oh. Lot zag niet de ondergang van zijn kinderen in die stad.
Velen van u die vandaag in de buurt van deze formele geloofsbelijdenissen en dergelijke verkeren, u ziet niet de jeugdmisdaad en de verwoesting van uw kinderen. U ziet uw dochter niet in een huis van prostitutie. U ziet uw zoon niet als een dronkaard, of ergens aan een kaarttafel, omdat ze goed verwaterd is en zonde niet wordt aangeroerd.
Hij zag niet zijn vrouw, de leidster van alle verenigingen, in een zoutpilaar veranderen, toen hij keek. Hij zag zichzelf niet ternauwernood aan de dood ontsnappen; naar een klein stadje ergens. Dat zag hij niet, omdat hij alleen keek naar wat hij vlak voor zich zag.
38 Maar Abraham lette niet op het goed doordrenkte land, want hij hief zijn ogen op en zag de dag van morgen, want hij zou alles beërven.
De echte Christen vandaag heft zijn ogen op en ziet de belofte van Christus. "Zalig zijn de zachtmoedigen want zij zullen alles beërven. Zij zullen de aarde beërven." De echte Christen kijkt door het geloof omhoog en ziet dat. Noem hem wat u maar wilt. Hij hief zijn ogen op en toen hij dat deed, zei God: "Abraham, doorwandel het land, het is geheel van u." Door geloof deed Abraham dit; met hetzelfde geloof dat Mozes had. Er werd door een commentator geschreven, die zei (en ik vond het heel mooie woorden), dat Abraham... "Mozes nam het beste van de wereld en legde het in de ene schaal en het slechtste van godsdienst deed hij in een andere schaal; en het slechtste van de godsdienst woog zwaarder dan het beste van de wereld."
Zo is het vandaag, dat als wij iets genoemd worden, hoe men ons ook maar noemen wil, fanatici, of Goddelijke genezers, of heilige rollers, of hoe men het ook wil noemen; het slechtste wat wij zijn zal zwaarder wegen dan het beste wat de wereld kan verschaffen. U zult wel ouderwets, achterlijk, fanaticus genoemd worden, maar het zal zwaarder wegen dan het beste wat de duivel u heeft aan te bieden. Beslist.
39 Mozes achtte de schande van Christus... Hij zag Christus al. Later sprak hij enige sterk geïnspireerde woorden over Hem: "Ziet, de Here uw God zal een profeet verwekken zoals ik." Hij wist het. Hij zag Hem van tevoren en hij achtte Zijn smaad van grotere rijkdom dan al de bekoring van de wereld.
Christenvriend, kunt u dit vandaag niet doen? En bij al de glans en populariteit van de wereld zien wij door het geloof Hem, Die het heeft beloofd. En het slechtste van de gemeente van heden in heel haar toestand zal toch zwaarder wegen dan alles wat de duivel u kan aanbieden. Of wij verscheurd zijn, of wij uiteen gevallen zijn, of wij verward zijn en opgebroken in denominaties en fanatisme, het zal zwaarder wegen dan alles wat de duivel u kan bieden. Zeker.
Hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan al de schatten van Egypte. Dan moest hij iets doen. Hij liet Egypte in de steek. O, ik houd van dat Woord. Hij gaf Egypte op. Hij keek door hetzelfde venster, ziet u, maar hij keek anders dan Farao.
40 Wat als Farao zijn einde had kunnen zien? Wat als Farao zijn natie verdronken had gezien. Mozes zag het. Hoe? Door wetenschap? Door het geloof zag Mozes het! Hoe? Door wetenschap? Door het geloof zag Mozes het! Alles wat hij deed was door het geloof, omdat God Abraham, zijn vader, beloofd had dat hij deze natie na vierhonderd jaar zou bezoeken en hen uit zou leiden. En door het geloof heeft Mozes het Woord dat God sprak geloofd en wist zelf, als door het geloof, dat hij de gekozen leider was om hen uit te leiden. Hij wist waar hij stond. Hij nam plaats in de leemputten, als een kleismeerder, en rekende de smaad van Christus tot grotere rijkdom dan op de troon van Egypte te zitten. Hij nam...
Hij zei nooit: "Ik sympathiseer ermee." Hij nam hun plaats in en ging met hen! Glorie, Hij nam hun plaats in. Wij gingen met hen. Geen wonder dat de geïnspireerde schrijver zei:
Ik neem de weg met de weinige verachten des Heren,
Ik ben met Jezus gestart, nu ga ik door.
Ik ben op weg naar het land Kanaän. (Zeker.)
41 Mozes. Er werd door één gezegd dat Mozes liever, toen hij de zoon van Farao had kunnen zijn en de bekoring van de wereld kon hebben, dat hij liever een zoon van Abraham wilde zijn dan de zoon van Farao; een zoon van Abraham, de verachte, dan de zoon van Farao, de koning.
Ik zou liever de zoon van de Here Jezus willen zijn en Zijn mededienaar en mijn plaats met de verworpen mensen van deze wereld innemen, dan president van deze grote Verenigde Staten van Amerika te zijn, of een Elvis Presley of een Pat Boone of wie u ook maar wilt noemen. Ik zal mijn weg gaan.
42 Jongedames zouden hun weg moeten nemen. In plaats van een Mary Pickford, of een grote filmster, een 'glamour' meisje te zijn; neem je weg met de weinige verachten des Heren. Ik zou liever een prediker in de preekstoel willen zijn om de onnaspeurlijke rijkdommen van Christus te prediken, dan een Hollywood-filmster of de voornaamste persoon op aarde. Of ik nauwelijks eten had, moest bedelen of wat ik ook moest doen, ik neem mijn weg met het volk des Heren. Door het geloof doe ik dat. Mij zijn mogelijkheden aangeboden, maar door de genade van God zie ik nog steeds door het geloof.
Door het geloof kan ik van verre zien;
En onze Vader wacht aan de andere kant.
Om ons daar een woonplaats te bereiden.
43 Een belastingambtenaar zei onlangs: "Waarom hebt u uw huis aan die kerk overgedragen? Wat maakte dat u een huis van vijfentwintigduizend dollar gaf aan die oude, bouwvallig uitziende tabernakel?"
Ik zei: "Het was niet de kerk waarvoor ik het deed. Het gaat om de mensen die daar zijn." Ik heb geen van deze wereldse goederen. Elke stuiver geld die ik ooit aannam is overgedragen aan deze kerk. Waarom? Mijn geloof is in God, niet in de dingen van deze wereld. Mijn verlangens liggen boven. En ik geloof dat die van u hetzelfde zijn, als u recht staat met God. Het is waar dat u zo bent. Wij ontvangen door het geloof. Wij geloven God door het geloof.
44 Mozes moest een keuze maken. En vervolgens moest hij na een keus te hebben gemaakt, strijden voor het geloof; want hij vreesde de toorn van de koning niet. Menselijk gesproken had hij het recht om voor de toorn te vrezen. Hij had het recht de toorn van de koning te vrezen, maar hij vreesde niet. Hij vreesde niet, daar hij een werk te doen had en hij was op het pad van zijn plicht. En hij gaf er niet om wat de koning ervan zei. Hij ging zijn weg toch wel. Toen Farao nu evenwel zag dat hij verslagen was, wilde hij Mozes en de kinderen... Hij zei: "Goed, ik vertel u wat ik zal doen. Jullie blijven gewoon allemaal in het land, maar jullie kunnen je God gaan offeren."
Zo werkt de duivel. "O, u kunt godsdienstig zijn. Waarom voegt u zich niet bij een kerk? U hoeft al die dingen niet te doen."
45 Een man zegt tegen zijn vrouw... De vrouw zegt: "Man, ik ben verlost. Geen manicure of lippenstift en dergelijke meer. Dit niet meer. Geen feestjes meer. Geen van deze verenigingszaken meer. Ik heb er genoeg van! Ik wil mijn tijd besteden aan het lezen van het Woord en zorg te dragen voor het huis."
"Nu kijk, lieveling. Je kunt godsdienstig zijn, zoals het hoort. Nu kijk, je gaat daarheen. Je hebt de verkeerde kerk."
Nee, dat heb je niet. Je bent in de juiste. Als u een prediker hebt die dat tot u predikt, moet u erbij blijven. Onderzoek de Schrift en zie of het juist is.
"O", wordt er gezegd, "ga hierheen, dat hoef je hier niet te doen. Dat doen ze hier niet." Zo gaat het; ga gewoon tot zover; maar hij wil niet dat je het land uitkomt. Zo doet de duivel. Hij wil niet dat je uit de dingen van de wereld komt, brengt de wereld gewoon in de kerk.
46 Onlangs reed ik op de weg en ik zette mijn radio aan. En er klonk een lied en ik bleef luisteren en ik moest het lied bijna uitluisteren voor ik kon vertellen of het absoluut een godsdienstig lied was of dat de duivel de dingen van God probeerde neer te halen tot het niveau van de wereld. Dat kunt u niet doen! God zij genadig! Het maakt mij niet uit hoeveel grammofoonplaten Elvis Presley maakt van al de goede religieuze liederen, toch is hij bezeten van de duivel. Hij heeft meer kinderen naar de hel gezonden dan al de bewegingen die ik ken in heel de wereld in deze tijd. Pat Boone en de overigen; hij behoort zelfs tot de Kerk van Christus; en Elvis Presley is een Pinksterman; het is Judas Iskariot in de vorm van die mannen. De duivel probeert de hoge dingen van God te brengen zodat men deze hier beneden kan mixen. De mensen zullen hier niet bovenuit kijken! Zij kijken slechts hierheen en zeggen: "Wel, het is allemaal eender." Het is niet eender. Trek het land uit!
47 Hij zei: "U kunt voor een paar dagen gaan. En blijft u in het land." Zeker, hij wist dat zij terug zouden keren. Toen hij zag dat dit niet zou werken, bedacht hij wat anders. Hij zei: "Weet u wat u doet? U gaat waarheen u wilt, maar u laat uw vrouwen en uw kinderen en al uw vee, hier achter. U laat ze hier en u gaat weg." Want hij wist dat zij hier dan bezittingen hadden die hen terug zouden trekken.
En dat is wat de duivel tegen u zegt. Zolang u maar enige dingen van de wereld aan u laat kleven, dat u nog steeds wilt roken, wilt drinken, u wilt kleden als de wereld. Daar is de duivel tevreden mee. Ik hoor zoveel over "terugvallen". Ik geloof niet dat er zoveel sprake is van "terugvallen" als de mensen denken. Zij laten eenvoudig teveel bezittingen in Egypte achter om ze terug te lokken. Dat is alles. Van het goede pad afgaan betekent niet wat zij zeggen dat het betekent. U liet teveel van de wereld daar achter dat u verlokt.
48 Broeder, dit kan ik u wel zeggen, toen Israël die nacht gereed stond, hadden zij alles wat zij in deze wereld bezaten bijeen gepakt en stonden zij klaar om te gaan. Moge God ons zo'n opwekking zenden! Dat we alles inpakken en ons gereed maken om te gaan. De middernachtroep komt. "Gaat uit, Hem tegemoet." U kunt maar beter alles ingepakt hebben. U kunt maar beter niets van deze wereld hebben wat u terug lokt, enige banden om u onderdrukt te houden. Pak in. Laten we ons gereed maken. We gaan vertrekken.
En weet u wat er gebeurde? Ik kan u wel vertellen, dat zij zo trouw aan God waren, dat Farao te middernacht zo opgewonden raakte dat hij zei: "Ga weg! Ga weg en schiet op. Neem alles wat je hebt en ga!"
Ik ben zo blij dat de mens zo dicht bij God kan leven, dat de duivel niet meer weet wat hij met hem aan moet. Jazeker. "Ga weg! Schiet op!" Gehoorzaamde God! Door geloof zag hij de belofte. Leemsmeerder of geen leemsmeerder, hij ging op weg met de weinige verachten des Heren.
Farao zei: "Neem al wat je hebt en maak dat je wegkomt! Ik weet niet wat met jullie te beginnen." Zo trouw was hij aan God, door het geloof. Geloof zal wonderen bewerken, als u trouw blijft aan God. Door het geloof zien wij Hem.
49 Onze tijd is verstreken; het is overtijd. Maar hef door het geloof vanmorgen uw ogen op. Kijk niet naar wat om u heen is, naar deze moderne wereld, maar kijk en zie Hem die de belofte geeft. De Bijbel zei: "Nu zien wij niet alle dingen volkomen, maar wij zien wel Jezus." Kijk naar Hem vanmorgen en uw wegen zullen veranderd worden.
Terwijl we een ogenblik onze hoofden buigen voor een woord van gebed; moge de Here Zijn zegeningen aan de boodschap toevoegen. Denk in uw hart nu. Hebt u gezien op de dingen van de wereld? Ziet u Jezus, door het geloof? Kijkt u naar uw populariteit, uw kerk? Naar wat uw maatschappelijke positie is in de wereld? Of ziet u Jezus die in erbarming Zichzelf aan de rechterhand van de opperste Majesteit in de hoge plaatste, die leed als een martelaar, de rechtvaardige voor de onrechtvaardige? Kunt u uw ogen niet opslaan en die Boom des levens daarginds zien? Verlaat dan deze boom van wetenschap en kennis en dien Hem.
50 Zou u in gebed herdacht willen worden voor ik bid? Steek uw hand op, voor enig verzoek wat u nodig mocht hebben. God zegene u. Hij ziet al uw handen. Als u een zondaar bent, sla uw ogen op en kijk nu. Als u onverschillig bent geweest, als u kleine ruzies en dergelijke, hebt gehad, welk verschil maakt het? Een dezer dagen zult u gaan sterven. Welke dag? Misschien vandaag! U weet het niet. Over een uur kunt u wellicht in de hel zijn of misschien in de hemel. Maar u moet nu kiezen. Als er iets in uw leven is dat niet goed is, kiest u nu door het geloof.
U zegt: "Wel, als ik het haar maar betaald kan zetten. Als ik het hem maar betaald kan zetten!" Het maakt niet uit wat ze gedaan hebben, kies leven.
Kies leven, want Jezus zei: "Als u iemands overtredingen niet van harte vergeeft zal ook uw hemelse Vader u niet vergeven." Dus neem dat nauw. Als er ook maar iets in uw hart schuilt tegen iemand, zondaar of heilige, bent u in gevaar voor het hellevuur.
51 Nu, sla uw ogen op. Wat ziet u, uw vijand of ziet u uw Redder. Waar kijkt u vanmorgen naar? Als u ziek bent en uw dokter zegt dat u niet beter kunt worden, sla uw oog omhoog naar het kruis, waar Hij verwond werd voor onze overtredingen, met Zijn striemen werden wij genezen. (Kijk niet naar wat de dokter zegt; hij werkt met wetenschap.) Geloof werkt in de sfeer van de Geest en God. Laten we nu aan deze dingen denken terwijl u uw hand hebt opgestoken. God heeft ze gezien.
Laten we bidden.
52 O, eeuwige God, in de vredige rust van deze aanbidding nu, nadat de boodschap is uitgegaan, laat die zaden van Uw Woord, Heer, niet op steenachtige bodem vallen. Laat de boodschap, Heer, niet in doornen en distels vallen, zodat de zorgen van dit leven (zoals bij Lot) het zouden verstikken om aan het eind schipbreuk te lijden, maar laat, o gezegende God, het vallen op goede, vruchtbare bodem, in berouwvolle harten. En in de mijne ook, Heer, zodat we allen zouden mogen zien door Gods spiegel, om de verworpen gemeente van de Here Jezus te zien, de verworpen mensen, de verworpen weg. En mogen wij wandelen in deze glorieuze weg zoals Mozes. Hij wist niet waar hij heenging. De mensen wisten niet waar zij naartoe gingen. Zij wisten niet welke weg te gaan. Zij gingen gewoon op weg. O Here God, terwijl dit prachtige lied wordt gespeeld, kunnen we door het geloof dat land in de verte zien. Laat het nu wezen dat mannen en vrouwen die hier zitten niet zullen denken aan wat de wereld gaat zeggen, of hoe zij zullen gaan. Mogen zij in de geest opstaan en gaan. Mozes volgde het Licht en het leidde hem naar het land van belofte, niet wetend waar hij heenging, doch hij wandelde echter in het Licht naar dit land dat helderder was dan de dag.
53 Heer, sta het vandaag toe dat hier velen in het Licht van de Schrift en in de gemeenschap van de Heilige Geest en met de gemeente zullen wandelen; de gemeente der eerstgeborenen, de pasgeboren baby's, die Christus hebben ontvangen en vervuld zijn met de Heilige Geest, geleid door de Geest. Mogen wij gezamenlijk in deze gemeenschap rondom de orakelen van God wandelen; Hem dienen in de doop in gehoorzaamheid aan zijn dood, begrafenis en opstanding. Mogen we Hem dienen in Zijn gebod: "Wacht u allen in Jeruzalem tot u met kracht van omhoog wordt aangedaan." Mogen wij Hem dienen in Goddelijke genezing en bidden voor de zieken. Mogen wij Hem dienen in het Avondmaal, het breken van het brood, in eenvoudigheid des harten, gemeenschap hebben rondom het Woord van God. Mogen wij Hem dienen in al Zijn Goddelijke woorden, tot het land in zicht komt. Sta het toe, Heer. Hoor ons gebed, zoals wij het nu geheel aan U toevertrouwen, in de Naam van de Here Jezus.
54 Laat ons nu met onze hoofden gebogen, rustig en langzaam, dit lied zingen. Dit is nu aanbidding. De boodschap is voorbij. Laat niemand weggaan. Wees rustig. Laten we aanbidden. De boodschap is de terechtwijzing. Overdenk nu wat u gedaan hebt, wat u had moeten doen, wat u maakte tot wat u vandaag bent. Wat u veroordeeld doet zijn vandaag, is, omdat u gisteren iets deed. Wat zal het morgen wezen? Breng het vandaag in orde en u zult morgen vrij zijn. Begrijpt u? U moet een keus maken. Hoe kunt u het doen? "Door het geloof laat ik nu alles los. Ik laat nu los en op een dag ga ik daarginds heen."
In het lieflijke komende moment,
Zullen wij elkander ontmoeten aan die prachtige... (Aanbid nu de Here in uw geest),
In het lieflijke komende moment,
Zullen wij die ontmoeten... (Die verachte gemeente ontmoeten; een harde weg, maar op een dag ontmoeten wij elkaar.)
Aan onze weldoende Vader in de Hoge,
Zullen wij onze huldeblijk van lof aanbieden,
Voor de glorierijke gave van Zijn liefde,
En de zegeningen die heiligden onze... (Met de weinigen verachten, door geloof, koos ik.)
In het lieflijke (het lieflijke) weldra,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die prachtige kust (weldra),
In het lieflijke (het lieflijke) weldra,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die prachtige kust.
Daar is een land, dat... (Aanbid Hem gewoon. Dit is de aanbidding.)
... door het geloof kan ik het zien, (Door geloof maak ik mijn keus.)
... zij wachten (Ik zie allen... die van de Here zijn daarginds; broeder George, broeder Seward, al de heiligen.)
... ons een woonplaats daarginds (Ja, Heer!)
In het lieflijke... (Daar is vader, Howard, Edward, al die beste vrienden die de weg ginds een lange tijd geleden namen.)
In het lieflijke (Ja, Heer!) weldra (zo meteen),
Zullen wij elkander ontmoeten aan die prachtige kust.
Wij zullen zingen aan die prach... (O, God!)
De welluidende liederen van de gezegenden, (Glorie aan God!)
... onze geest zal geen verdriet meer hebben,
Geen enkele zucht voor de zegeningen van rust (van die rustige plaats.)
In het lieflijke, lieflijke weldra, (zo meteen)
Zullen wij elkander ontmoeten aan die prachtige kust.
In het lieflijke, lieflijke weldra,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die prachtige kust.