De Naam van Jezus
Door William Marrion Branham1 Zeker, ik ben heel erg blij zovelen vanavond hier te zien nadat ik u gisteravond tot middernacht vasthield. Ik had niet gedacht dat u vandaag allemaal zou komen, maar het ziet er naar uit dat u gekomen bent voor een zondagsschool, en dat is heel goed.
2 Nu, wij studeren en proberen gewoon onze tijd te nemen voor deze kerkleer. En ik onderwijs het gewoon... En nu, er kunnen misschien enkele vreemdelingen onder ons zijn, die ik niet ken. Ik ben hier niet genoeg in de tabernakel om te weten wie lid is van de gemeente. Maar ik had aangekondigd dat dit slechts voor de leden van de gemeente zou zijn, omdat uit... Mensen hebben zoveel verschillende leerstellingen, enzovoort... Wel, zij geloven die dingen (zij werden geleerd die te geloven) en wanneer u dan misschien in een andere kerk komt en er wordt iets erg tegenstrijdigs geleerd, wel dan denkt men: "Zeg, ik ben het daar niet mee eens." Ziet u? Wel, wij bedoelen niet ruw te zijn of iemand te kwetsen; de reden dat wij dit doen... Nu, u gelooft wat u ook maar wenst, maar wij – ik ga het plaatsen en moet het echt scherp stellen omdat we het moeten vastklinken. Dit is waar de tabernakel voor staat (ziet u?) gewoon hetgeen wij hier beamen. En op die wijze zouden wij niet willen dat u zich beledigd voelt en denkt dat wij u probeerden te kwetsen in uw geloof of zoiets. Dat is het helemaal niet.
3 En dit is een... Wij nemen dit hier om de twee of drie jaar door, en waar wij voor staan, gewoon de leer waarvoor wij staan en waarom wij het doen, wat – waarom wij dit geloven. En als er dus vreemden hier zijn die geen lid van de gemeente zijn, wij zijn zeker blij u te hebben om op deze discussie vanmorgen en ook vanavond in te gaan.
4 En woensdag zal er dan een geregelde campagne beginnen – in de samenkomst, ik bedoel bij de tabernakel hier. En ik ben een poosje weg geweest voor een beetje rust. Ik raakte werkelijk echt vermoeid en moest weggaan om een poosje te rusten. En ik ben net teruggekomen en voel mij goed, voel mij wonderbaar. Ik zal weer weggaan zodra het voorbij is en zal niet meer terug zijn voor januari. Ik ga geen samenkomsten binnen; ik ga gewoon weg, de rust voortzettend waar ik mee bezig was.
5 Maar toen wij thuiskwamen, vonden we de gemeente een beetje in verwarring hier en daar en sommigen van de leden waren begonnen een beetje lauw te worden, weg te trekken, kleine vijandschappen koesterend tegen elkaar, enzovoort, op die manier. Ik ging rond van de een naar de ander tot wij dit allemaal rechtgetrokken hadden. Nu is het in orde. Ziet u?
6 En er is niets verkeerds: er was niets verkeerds met geen enkel lid. Zij zijn allen fijne mannen en vrouwen. Als zij slechts konden beseffen dat dat de duivel is, die tussen de mensen raakt... Dat is precies juist. Het zijn de mensen niet. Als u een broeder dàt kunt laten zien, dan zal hij geen vijandschap koesteren tegen de ander. Hij zal zich erg slecht voelen. Hij zal zich voelen als: "Wel, dat is – het spijt me voor mijn broeder." Indien hij verkeerd deed, nu, het was de broeder niet, het was de duivel die dat deed.
7 U zegt: "Wel, deze kerel deed een zeker, bepaald iets." Uw broeder deed dat niet, uw zuster deed dat niet; dat was de duivel, die in hen kwam, die het deed. Verwijt het dus de broeder, de zuster niet; verwijt het de duivel. Dat is degene die het veroorzaakte.
8 En dus nu, wat deze kerkleerstellingen betreft, nu, zij kunnen misschien erg vreemd voor u zijn. Zij... Het kan zijn dat u het er helemaal niet mee eens zou zijn, maar wij... dat is wat wij geloven. Wij geloven het omdat dit in de Bijbel staat en wij onderwijzen het op die manier.
9 Nu, gisteravond was ons onderwerp: "Waarom zijn wij geen denominatie?" Nu, wij zijn een organisatie omdat we een kerk zijn, maar wij zijn geen denominatie. En dan gaf ik de redenen waarom wij geen denominatie zijn.
10 Nu, terwijl wij vanmorgen de discussie openen, laten wij bidden voor we dat doen.
11 Dierbare God, het is in Uw heilige Tegenwoordigheid dat wij opnieuw komen om de reiniging te vragen van onze gedachten, onze zielen, opdat wij onszelf aan U mogen aanbieden als een instrument waarin en waardoor U kunt werken tot Uw Eigen glorie. En Vader, reinig mijn gedachten en mijn verstand en mijn spreken opdat ik het niet ben die het spreken doe, maar dat de Heilige Geest de lippen van leem moge zalven opdat zij de Waarheden mogen voortbrengen die God Almachtig aan de gemeente zou willen laten weten.
12 En wij zouden U dan willen vragen, Heer, als U dat zou willen doen, dat U elke demon van moeite en elke demon van vijandschap en kwaadaardigheid zou willen verwijderen van de mensen, opdat zij de Heilige Geest mogen horen spreken zodat God glorie moge ontvangen uit onze samenkomst deze morgen. En als er één ding in onze harten is dat niet werkelijk precies in de conditie is waarin U tot ons zou kunnen spreken, o God, werp het van ons weg, zover als het oosten van het westen is, opdat wij slechts de wil van God zouden weten te doen. Leid ons dus door Uw Heilige Geest in deze komende discussie over de gemeente en haar leer en waarvoor zij zou moeten staan en waarom zij daarvoor zou moeten staan, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
13 Nu, gisteravond gaven wij de gedachte waarom wij geen georganiseerde denominatie waren. En een kleine achtergrond daarvoor is, dat wij vinden dat een denominatie grenzen trekt.
14 Nu, wij hebben vele dingen te bespreken. En wij bespraken gisteravond waarom wij geen vrouwelijke predikers in de gemeente accepteerden. En deze morgen willen wij, indien mogelijk, als onderwerp 'de Doop met de Heilige Geest' hebben en waarom wij in de Doop met de Heilige Geest geloven en hoe de Doop met de Heilige Geest komt en wat Het doet en hoe Het u nadien doet handelen.
15 En dan vanavond, zo de Here wil, wil ik spreken over het onderwerp: Het zaad van de slang in deze dag. Nu, de mensen geloven niet in het slangezaad, maar het is de Schrift. Ziet u?
16 Nu, ongeacht... Nu, dit... Als ik het nu heel krachtig breng, doel ik nu niet op u, dierbare mensen. Het enige wat ik probeer te doen is het er in te hameren en wij zullen het hard doen. U begrijpt het? U moet dus spreken alsof... U zegt: "Johnny, ga zitten." Hij zal daar misschien niet naar luisteren, maar u zegt [Broeder Branham roept het volgende – Vert]: "Johnny, ga zitten!" Johnny zal daar meer aandacht aan besteden. Dus gaan wij nu vanmorgen schrééuwen: "Johnny, ga zitten!" Ziet u? In orde. Ik wil het zo spreken, dat u zult begrijpen wat we bedoelen. Ziet u?
17 En als we iets zeggen, dat tegengesteld is aan uw gedachten en uw geloof; wij zijn geen enkel ding... Bedenk, dat in deze gemeente, die een interdenominatie is, wij geloven dat Baptist, Methodist, Presbyteriaan, Lutheraan, Katholiek, Protestant, Jood, wat hij ook is, zolang hij een broeder is, onze broeder is (dat is alles) ongeacht tot welke denominatie hij behoort. God zal dat nooit tegen hem houden: in een denominatie zijn. Maar de reden dat denominaties...
18 Nu, hier is wat denominaties doet beginnen. God zal iets kleins aan iemand openbaren en men komt en maakt een organisatie rondom dat geloof dat zij hebben en dan kan God niet meer verder gaan.
19 Hoe zou de Methodist ooit iets meer kunnen aanvaarden dan het tweede werk van genade? Zij maakten zichzelf een denominatie daaronder. Hoe zouden de Baptisten ooit iets meer kunnen geloven dan wat zij – of de Lutheranen beter gezegd, dan dat de rechtvaardige door geloof zal leven. Daar organiseerden zij zich onder. Hoe kunnen de Baptisten nog verder gaan dan ze gaan? "Wanneer u gelooft dat u de Heilige Geest ontvangt en ondergedompeld bent in water en dat maakt het vast." Wel, dit is waaronder zij zich organiseerden. Ziet u? Waarom gelooft Pinksteren dat als u in tongen spreekt, u de Heilige Geest hebt en dat dit het vastmaakt? Omdat zij daaronder georganiseerd worden. Broeder, die dingen mogen één voor één in orde zijn, maar God is niet gebonden aan welke kleine denominatie ook. Hij verdeelt het gewoon over de hele zaak, dat is alles. En wij, wij geloven dat.
20 En dit is de reden dat wij nooit een denominatie zijn geworden. De Here heeft ons de gelegenheid gegeven deze kleine gemeente in vele verschillende denominaties te doen opgaan, maar wij doen het niet, omdat wij gewoon op deze manier willen blijven, zodat het kan staan onder het Leiderschap en Hoofdschap van Jezus Christus. Dat is juist. Wat Hij ons ook openbaart, en we zien dat het de Waarheid is en het aansluit bij Zijn Woord, helemaal heen en weer door de Bijbel heen, dat het de Waarheid is en dat de Geest het ermee eens is, dan hebben wij geen denominatie-grenzen om ons te weerhouden dat te aanvaarden en gaan er regelrecht op in en gaan meteen voorwaarts.
21 En wanneer dus de denominatie zegt, zoals de 'Church of Christ', zij zijn onder organisatie – zogenaamde Kerk van Christus, dat de dagen van wonderen voorbij zijn en al deze dergelijke dingen, wel, waar zou u dat ooit in de Schrift vinden? Wel, zij zouden er niets anders aan kunnen doen. Zij zijn daaronder georganiseerd, (ziet u?) dus u...; er is niets wat u daar aan kunt doen. Maar wij willen vrij zijn waar we ons gewoon kunnen bewegen zoals de Geest ons beweegt, door diepere diepten en hogere hoogten en gewoon altijd maar verder en verder en verder en verder en verder en verder blijven gaan, waar dan ook...
22 Maar nu zullen we geen fanatisme accepteren; we trekken daar direct een grens. Als iemand iets krijgt wat de Heer hem openbaarde en het stemt niet overeen met deze Bijbel rechtstreeks door de Bijbel van Genesis naar Openbaring en het wordt een leer, dan zullen we het niet accepteren. Ziet u? Het moet vanuit de Bijbel komen. En het kan niet enkel komen door iemands openbaring. Als een openbaring juist is met het Woord, in orde.
23 Enige tijd geleden kwam er een man naar mij toe en hij zei: "Ik kom net naar de Verenigde Staten, broeder Branham. Nu maakte ik kennis met een Christen zuster." En hij zei: "Deze Christen zuster was één van de lieflijkste vrouwen, maar", zei hij, "ik kwam er achter dat zij drie of vier echtgenoten had" en hij zei – "dat net terwijl ik haar kende, sinds ik hier drie maanden ben, kwam zij van de ene af en huwde een ander." En hij zei: "Zij had de Heilige Geest, sprak heel de tijd regelmatig, volmaakt in tongen, gaf profetieën en openbaringen. Zij was een echt met de geest vervulde vrouw." En zij was een vrouwelijke prediker. En hij zei: "Ik ging heen en vroeg de Here waarom iets dergelijks zou bestaan. Waarom kon deze vrouw zoiets doen." En hij zei: "Ik had een droom over mijn vrouw. En mijn vrouw had een verhouding met een andere man welke immoreel was." En toen zei hij: "Zij kwam en knielde neer bij mijn voeten en zei: 'Wil je mij vergeven voor wat ik gedaan heb?' Hij zei: 'Zeker, vergeef ik je'. En ze zei: 'Waarom vergeef je mij zo vrijelijk?' Hij zei: 'Omdat ik je liefheb'." En hij zei, "De Here sprak in de droom terug en zei mij dit: 'Dat is de reden dat Ik haar vergeef; het is omdat Ik haar liefheb'."
24 Ik zei: "Meneer, uw droom was erg lieflijk; het was alleraardigst, maar de Here heeft u die droom nooit gegeven. Het werkt niet samen met Zijn Woord." Dat is juist. Het zal niet met Zijn Woord samenwerken. Het doet er niet toe hoe echt het lijkt, het moet vanuit het Woord komen.
25 In het Oude Testament had men drie manieren om een boodschap te onderscheiden: eerst natuurlijk was er de wet, daarna was het door de profeet, daarna was het door een droom. Nu, de wet was de geschreven godsspraken, die bewaard werden in de ark. En dat waren de geboden en de wetten op de geboden. En dan kon een profeet profeteren of een dromer kon een droom dromen, waardoor God op beide manieren handelt, met profeten en met dromen. "Als er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet, Ik, de Here, zal Mij aan hem bekendmaken in dromen en Mij aan hem in visioenen openbaren. En indien wat hij zegt gebeurt, hoor dan naar hem, want Ik ben met hem. Als het niet gebeurt, hoor dan niet naar hem."
26 Nu, wanneer men een profeteerder, profeet of een dromer nam en men... Hij had een droom of een profetie en men wilde ontdekken of dat de waarheid was of niet, nam men hem mee naar wat de Urim en de Tummim genoemd werd.
27 Nu, ik weet dat dit voor sommigen van u een wat moeilijk woord kan zijn, maar wat het was, was feitelijk de... Aäron, die de hogepriester was over de twaalf stammen van Israël, had zes stenen aan elke zijde van de borstplaat. En elke steen was de geboortesteen van de stam, zoals de stam van Juda, de stam van Gad, de stam van Ruben, de stam van Benjamin. Ieder had een geboortesteen. En wanneer men dan... De geboortesteen hing dan aan een van de platen in de kerk of aan de pilaster. En wanneer men dan die profeet bracht die een profetie had waarvan hij zei dat de Here een bepaald ding zou doen... En men bracht hem hiervoor en hij vertelde zijn profetie of hij vertelde zijn droom. Nu, als God in die droom was of in die profetie, dan begonnen die lichten zich samen te mengen tot zij als regenboogkleuren waren die zich weerkaatsten: een antwoord van het bovennatuurlijke. Ziet u? Dat is juist. Het eens zijnde met elke steen daarin. Elke steen die zijn deel onmerkbaar in de andere steen liet overgaan, weerkaatste samen terug met het antwoord van God: "Die man is een profeet; hij zegt de waarheid", of: "Die droom werd door Mij gezonden." Maar als het gewoon onwerkzaam bleef en niet bewoog, dan geef ik er niet om hoe echt het scheen, het was verkeerd. Men ontving het niet.
28 En wat een prachtige illustratie vandaag. Welnu, de Urim en de Tummim van het Oude Testament, daar is mee afgedaan, omdat het van priesterschap veranderde. De Urim en de Tummim is nu het Woord van God, de Bijbel. Ja meneer! Hierin zegt de Bijbel: "Laat ieder mensenwoord een leugen zijn en het Mijne waarachtig." En ongeacht hoe echt het lijkt wanneer de man het zegt, of hoe echt zijn droom of zijn openbaring is, als het – elk boek in de Bijbel, de gehele Bijbel, het licht erover niet weerspiegelt dat het de Waarheid is, laat het varen! Laat het varen!
29 Nu, u kunt hier een stukje van de Schrift nemen en zeggen: "Jezus deed zo-en-zo en wij behoorden hetzelfde te doen." U kunt Het iets doen zeggen wat u Het wil doen zeggen, maar het moet er helemaal doorheen komen en zich perfect aansluiten bij het Woord van God. Dan is het juist. Dan is het God die het zegt. Dit is zijn Urim en Tummim!
30 Daarom had God nooit een denominatie-kerk in welk tijdperk ook. Zegt u mij wanneer het was. En nu, er was nooit een denominatie tot driehonderd en zestig jaar na de dood van de laatste discipel. Dat was de Roomskatholieke kerk. En uit de Roomskatholieke kerk... God noemde haar in de Bijbel, in Openbaring 17, een hoer. Dat is een onreine vrouw. En daaruit had zij dochters en die dochters waren hoerendochters, onrein zoals zij was. Zo zegt de Schrift het.
31 En de Roomskatholieke kerk schonk het leven aan alle protestantisme. En zij zijn gewoon teruggegaan en deden hetzelfde wat zij deed. En de reden dat zij onrein was, was dat zij een beker van leerstellingen in haar hand had, de wijn van haar gramschap van haar ontucht. En zij gaf aan de koningen der aarde en zij zat aan vele wateren en heerste over de heersers der aarde. Wij vonden dat zo in de Bijbel. Wij zagen dat zij werd verondersteld op zeven heuvels te zitten, een kerk; wij ontdekten het. Wij zagen dat zij bedekt was met een drievoudige kroon, rechtsbevoegdheid over hel, hemel en vagevuur. Juist. En het is een man die er de heerser van was; hij was de antichrist, die zich in de tempel van God zette, zichzelf tonend dat hij God was en zonden op aarde vergaf. Wij hebben dit allemaal gehad, namen het door en zagen dat het juist was.
32 Er staat: "Hier is het voor hem die wijsheid heeft." Wij ontdekken dat de Geest uitdrukkelijk blijft zeggen: "Voor hem die wijsheid heeft, voor hem die kennis heeft, voor hem – de verschillende geesten, de gaven." Kunt u niet zien dat God in de laatste dagen die gemeente beweegt? Er moet een gemeente opstaan vol van de geestelijke gaven, de echte gaven van God. "Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is het getal van een mens, en zijn getal is 666." En wij vonden waar dat precies was; het zou niet perfecter kunnen zijn. Schrijf voor uzelf Vicarius uit, wat de plaatsvervanger is van Christus, Filii van God, Vicarius Filii Dei en zie of het niet in uw Romeinse cijfers – en zie of u niet 666 hebt. Kijk of het niet 'past', op niet iets anders dat u dit of dat vermoeden geeft, dan wel precies op dezelfde plaats waar de rest van de Schrift zegt, dat het zich zal zetten. En hier zijn wij Protestanten, die regelrecht komen uit...
33 Nu, wat wij vandaag proberen te doen is uit te doen komen en aan te tonen dat de leer die de Katholieke kerk heeft uitgebracht en heeft, wij hier in de Protestantse kerk hebben geadopteerd. En wij geven dat aan de mensen wat hetzelfde glas van geestelijke ontucht is dat zij uitgeeft. Omdat zij niet Schriftuurlijk zijn; zij zijn door de mens gemaakt. Het is valse profetie; het is een leugen; het is van de duivel.
34 En dan hebben we ontdekt... Om een kleine achtergrond te krijgen om aan te tonen dat het tijdperk waarin wij leven en dat wij gisteravond oppikten... Een als bastaard geboren kind, onwettig kind, kon zelfs niet in de samenkomst des Heren komen gedurende veertien generaties. Dat zou vierhonderd jaar zijn, veertig jaar voor een generatie.
35 Wat verschrikkelijk was zonde. Wat verschrikkelijk, niet was, maar is het nu. En als dat onder de wet was en Christus kwam om de wet te vergroten... Hij zei: "U hebt hen vanouds horen zeggen: 'Gij zult niet doden', maar Ik zeg u, dat wie ook maar zijn broeder haat, zonder oorzaak, reeds gedood heeft." Hij vergrootte het. "U hebt hen horen zeggen, degenen uit oude tijden: 'Gij zult geen overspel plegen (dat was de handeling)', maar Ik zeg u, dat wie ook naar een vrouw kijkt om haar te begeren overspel gepleegd heeft." Vergrootte het duizenden keren. Wel, als er toen veertien generaties nodig waren om dat te doen verdwijnen, wat dan wanneer het vergrootglas van God er op gevallen is?
36 En de mensen vandaag, de teenagers op de middelbare school met bierfuiven, en drinken en leven, en meisjes die in overspel leven, kleine jongens, en dergelijke dingen. Wat voor soort generatie komt op na deze? Wat laat deze kleine meisjes zo handelen? Hun mamma was een vlinder, hun grootmoeder een koormeisje. En Hij zei, dat Hij de ongerechtigheid van de ouders zou bezoeken aan de kinderen en de kindskinderen tot het derde en vierde geslacht. Wat kunt u nog meer verwachten?
37 En wanneer de hele zaak begint af te lopen en het rechtvaardige zaad zich aan de kant begint te stellen en geleidelijk afneemt, en de goddelozen gewoon blijven voortgaan (zeer religieus) met goddelozer te worden, goddelozer en goddelozer, dan is er niets te doen dan de hele zaak te vernietigen zoals Hij toen deed daar in de antediluviale vernietiging. Elke gedachte van de mens is aanhoudend vol zonde. Alles waar de mens vandaag aan denkt is aan een fles whisky, of aan vrouwen of aan uitgaan. Ze kunnen niet trouw aan hun vrouw blijven; de jongens kunnen niet trouw aan hun meisje blijven; meisjes kunnen niet trouw aan hun jongen blijven. Welnu, ze zijn in zo'n positie, tot de duivel hen zo gebonden en bezet heeft met boze geesten, dat de hele zaak een opeenhoping van zonde is geworden. Dit is de reden dat we in deze dag zijn en dit is de reden dat Rusland precies in de handen van God gebruikt wordt om deze zaak hier te laten wankelen. De Bijbel zegt het. Zeker, God gebruikt het communisme. Hij zal het gebruiken. En het communisme zal de hele zaak overeenkomstig de Schrift vernietigen en wij zijn in die dag.
38 Nu, met deze dingen te doen uitkomen... Ziet u? Luister mensen, u wordt hiermee geconfronteerd. En dit beslist uw eeuwige bestemming, neem het dus niet te lichtvaardig op. Kijk ernaar in de Urim en Tummim, hoe het weerkaatst – hoe het de woorden treft.
39 Nu, wanneer wij over deze dingen spreken, kijk of zij overeenkomen met de Bijbel, kijk of zij kloppen met wat de Schrift zegt.
40 Nu, elke gemeente... Als u zegt: "Ik ben een Christen". "Tot welke denominatie behoort u?" Wat voor verschil maakt het tot welke denominatie u behoort? Wij beseffen dat denominatie niets te maken heeft met Gods Bijbel. En alle protestantse denominaties zijn hoerendochters. De Bijbel zegt het. Als u zegt dat u Methodist bent, bent u een Methodisten-hoerendochter. U zegt dat u Baptist bent, u bent een Baptisten-hoerendochter. Als u zegt dat u een Pinksterlid bent, bent u een Pinkster-hoerendochter. Zo zegt de Bijbel het. Zij is dus een moeder van hoerendochters.
41 Nu, als dat alles is wat u hebt... Nu, als u gemeenschap hebt in deze denominatie en toch een Christen, bent u een Christen; u bent geen Methodist; u bent geen Baptist; u bent geen Pinksterlid; u bent een Christen, niet... Wel, zelfs de...
42 Ik hoorde vanmorgen een discussie op de radio, terwijl ik mij gereed maakte om naar de gemeente te komen, op de Christelijke ronde tafelbespreking in Louisville, en de kerken hebben het programma aangenomen om hun kinderen modern drinken te leren. Wat voor stel idioten zullen wij voortbrengen? Waarom gebeurt het? Omdat hun mamma en pappa thuis niet meer over God weten dan een Hottentot zou weten over een Egyptische nacht. Blijf weg van die hele zaak. U hoeft niet modern te zijn, uzelf modern te maken; u maakt alcoholisten wanneer u dat doet. "O, wij zullen haar dat laten doen en hem dit laten doen", enzovoort, of zoiets. Wat kunnen wij verwachten? We kunnen niet met nog een andere generatie verder gaan. Wij kunnen het niet. We zijn aan de eindtijd.
43 Ik wil niet dat u mij classificeert als een of andere kwakzalver, die ik misschien zou kunnen zijn; als ik het ben, ben ik er gewoon onkundig van.
44 Ik zei tot mijn vrouw die daar zit, ik zei: "Meda, ben ik een godsdienstig fanaticus geworden? Heb ik mijn verstand verloren? Of is het de Geest van God, Die die dingen niet kan uitstaan, die het uitroept? Is er iets hier binnen dat mij zelfs tegen mijn eigen denken doet ingaan, mijn eigen wil?" Ik zei: "Er zijn slechts drie dingen mogelijk. Het kan zijn dat ik mijn verstand verloren heb." Als dat zo is weet ik het niet. Ik ben een nerveus, opgewonden persoon. Dat is gewoon mijn natuur. Mijn gave doet dat, maar (als prediker)... maar ik ben... Ik heb òf mijn verstand verloren òf ik ben een fanaticus geworden òf het is de Geest van God. Het moet een van deze dingen zijn.
45 Maar het zien van die dingen kan ik niet verdragen en iets binnenin schreeuwt het gewoon uit. En toch weet ik overeenkomstig de Bijbel dat het moet gebeuren. Wat goed doet het dan om het uit te schreeuwen? Hoe zal God bij het oordeel staan en deze generatie uitbraken, als Hij geen stem heeft gehad die het er tegen uitschreeuwde om oordeel te brengen? Wat zal er met de Farizeeën gebeuren als er geen Johannes was om het vanuit de woestijn uit te schreeuwen? Wat goed zal het doen als ik zeg dat men dit niet zou moeten doen, dat men dat niet zou moeten doen, en dit niet en dat niet en dat u zou moeten worden vervuld met de Geest. Men wandelt voorbij en zegt: "Niet goed bij zijn hoofd, gek, er gebeurde iets met hem." Wel, wat is het nut ervan het te doen? Omdat God een stem moet hebben. Het moet gezegd worden hoe dan ook, zodat Hij oordeel kan brengen en zeggen: "Daar was het, u bent er niet onkundig van." Dat is juist. Als u het niet uitroept, wat zal Hij dan doen? Er is iets dat het in u uitroept; u kunt het niet helpen.
46 Nu, nu ontdekken wij dan, dat wanneer we het volgende punt aanhaalden dat we hier hebben, dat dat de reden is dat wij geen denominatie zijn... En wij geloven dat er wedergeboren Christenen zijn, geheiligde mensen bij de Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Pinkstermensen en zo meer. Wij geloven dat Gods gemeente dat Zaad is dat hier dwars door dit Koninkrijk heen vermengd wordt en dat het binnenkomt door hetgeen waarover wij gisteravond spraken en wat wij verder zullen bespreken, predestinatie. Niet dat God van alles voorbestemt om er te zijn, maar door voorkennis kan Hij voorbestemmen, omdat Hij alle dingen weet.
47 En wij ontdekten gisteravond dat er niemand ooit gered werd, zoals vanavond, dan zij die hun naam in het Boek des Levens van het Lam hadden. Uw naam werd in het Boek des Levens van het Lam gezet voor de wereld begon of hij was daar nooit en zal er nooit zijn. Wij ontdekken dat toen God het Lam slachtte voor de grondlegging der wereld, u geslacht werd met uw Lam. Gelooft u dat? Ontdek het na een ogenblikje.
48 Laten we om te beginnen Openbaring opslaan, Openbaring 17 of Openbaring 13:8 en hier ontdekken wat de Bijbel zegt over 'wanneer het Lam werd geslacht'. Zie of Het werd geslacht in A.D. 33 of wanneer Het werd geslacht toen het geslacht werd. In orde. Nu, dit zijn de Verenigde Staten hier in profetie natuurlijk; nu, wij lezen het:
En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, (Wat? Het beest?), ieder wiens naam niet geschreven is in het Boek des Levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld.
49 Wanneer werd het Lam geslacht? Tweeduizend jaar geleden? Misschien een honderd miljoen jaren geleden. Voordat de grondlegging van de wereld ooit gevormd was, stierf Jezus voor onze zonde. O, ik word nu religieus.
50 Voor er een wereld was stierf Jezus Christus om het te redden. "Wel", zegt u, "waarom liet God, de oneindige God, ooit zonde toe?" U weet dat er attributen zijn in God. En als God Satan nooit zou hebben toegestaan... Hij wist toen Hij Lucifer schiep, dat hij degene moest zijn om de wereld te verderven. O, onze God is niet iets kleins, weggestuurd in de hoek, maar Hij is de oneindige God die nooit een begin had of een einde zal hebben. En in Hem is Hij in Zijn attributen. Hij is een Redder. En hoe kon Hij ooit als Redder gekend zijn als er niet iets geweest was om te redden. Hoe zouden wij ooit geweten hebben...
51 Wie was eerst, als ik de vraag stel, wie was er eerst: de Redder of de zondaar? Wel, als de Redder eerst was en de Redder is hoger dan de zondaar, hoe kwam het dan dat de zondaar er ooit was? Als er geen zondaar was geweest zou hij Hem nooit als Redder gekend hebben. Welke is de krachtigste: een Genezer of een ziek mens? De Genezer neemt de ziekte en vernietigt haar. Welke is eerst: een God of een kanker? Wel, er was eerst een God. Waarom liet Hij dan de kwaal toe? Omdat, als Hij haar nu kan vernietigen, kon Hij veroorzaakt hebben dat het niet gebeurde. En als Hij oneindig is, wist Hij dat het zou gebeuren. Maar dan, als Hij niet... Als er geen kwaal is, dan zou Hij nooit als Genezer gekend zijn. Maar omdat Hij een Genezer is, moest er een kwaal zijn. Ziet u wat ik bedoel? Nu, Hij wist alle dingen.
52 Nu, in Openbaring 13:8, luister. En het Lam werd wanneer geslacht? Voor de grondlegging der wereld. God in Zijn oneindig verstand keek neer door de loop van de tijd en Hij zag wat er zou gebeuren en hoe Hij moest scheppen en neerkomen in de tijdsruimte om er uit te halen wat Hij werkelijk was.
53 Waarom u jonge... u mannen die uw vrouwen kreeg.... Plaats een vrouw onder een test en u zult zien waaruit zij gemaakt is. Dat is juist. Plaats een man onder een test; het zal... Schud een fles onder zijn mond, als hij een alcoholist is geweest; het zal u vertellen of hij er van verlost werd of niet. Als hij een schurk is geweest, een rondloper, een vuile hond die andermans huizen verscheurde, ontkleed een vrouw en breng haar bij hem; het zal vertellen waaruit hij gemaakt is. Dat is juist. Zeker!
54 Om Zijn kracht te tonen, te tonen wat Hij was, dat Hij een Redder was, liet God een zondaar toe hier te zijn.
55 Zoals ik al zei, hoe zullen de Engelen de verlossingsverhalen zingen wanneer zij zelfs niet weten wat verlossing betekent? Maar wíj kunnen het zingen; wij weten wat het betekent verloren te zijn en wat het betekent gevonden te worden. Als u nooit verloren was, weet u niet wat het betekent gevonden te worden. Het zijn degenen die verloren waren die weten wat het betekent. Het zijn degenen die ziekte gehad hebben die weten hoe zich te verheugen over goede gezondheid wanneer die komt. Het is die verachte persoon die ginds over straat wandelde en die nooit een vriend had en nooit iemand had om zijn armen omheen te slaan en nooit iemand had die zelfs naar hem keek en op hem lette; het is die persoon die weet wat een echte vriend betekent om een arm om hem heen te slaan. Zeker, u moet het weten.
56 Hoe zouden wij ooit de zonneschijn hebben weten te waarderen als er geen nacht geweest was? Hoe zou u een mooie heldere dag weten te waarderen als er nooit een bewolkte geweest was? Hoe zou u de warme zonneschijn van de zomer weten te waarderen als er geen winter was geweest? De wet van tegenstelling. Ik dwaal af van mijn prediking, ik bedoel dat niet te doen. In orde.
57 Openbaring 17:8 waar wij nu gewoon even tonen... Nu, wanneer werd het Lam geslacht? Voor de grondlegging der wereld. In orde. Openbaring 17:8.
Het beest dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit de afgrond en het vaart ten verderve; en zij, die op de aarde wonen, wier naam niet geschreven is in het Boek des Levens van... (Het Boek des Levens van wanneer?) ... de grondlegging der wereld af,...
58 Wanneer werd uw naam in het Boek des Levens gezet? Zoals ik gisteravond zei, de man die het lied schreef: "Er is een nieuwe naam in de heerlijkheid geschreven en het is de mijne, het is de mijne", naar de betekenis had hij gelijk, maar Schriftuurlijk was hij verkeerd. Uw naam werd niet geschreven op de avond dat u tot Christus kwam. Jezus zei: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen. En niemand kan komen tenzij Mijn Vader hem trekt. Al wat tot Mij komt, zal Ik Eeuwig Leven geven en Ik zal hem ten jongste dage opwekken. Er is geen van hen verloren. Ik verlies niets omdat geen mens hem uit Mijn Vaders hand kan rukken Die hen aan Mij gaf." O my! Johannes 5:24: "Hij die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft Eeuwig Leven en zal nimmer in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in Leven." Daarom gelooft deze gemeente in de zekerheid van de volharding van de heiligen, niet in de Baptisten vorm, niet in de Presbyteriaanse vorm, maar in de Bijbel vorm.
59 "Wel", zegt u, "nu, broeder Branham, ik geloof eens genade, altijd genade." Dat brengt veel schande. Maar wanneer een man of een vrouw geboren is uit de Geest van God, zijn de oude dingen voorbijgegaan, zijn alle dingen nieuw geworden en hij is geboren en gezegend door de Eeuwige God. En zij kunnen evenmin vergaan als God Zelf kan vergaan.
60 Bedoelt u mij te zeggen, dat een God, een oneindig God, zou neerkomen en u Eeuwig Leven geven, wetend dat Hij u zou verliezen; u hier zou redden, wetend dat Hij u daar zou verliezen? Waar redde Hij u voor? Wel, Hij werkt tegen Zichzelf. Als Hij u eenmaal redde, bent u gered voor alle eeuwigheid. Geen demonen in de hel zouden u overstuur kunnen maken.
61 Nu, de oneindige God die het einde vanaf het begin kon vertellen, zou u hier deze week redden en dan weten dat u volgend jaar zou afvallen en u verliezen? Wel, waarvoor doet Hij zo'n werk? Dat zou dwaas zijn; ik zou dat niet doen. Als ik u vandaag tot mijn vriend maakte, wetend dat u morgen mijn vijand zou zijn, wel, ik zou het niet doen; ik zou u gewoon met rust laten. Ziet u? God maakt u vandaag tot Zijn dienstknecht omdat Hij weet en wist voor u ooit op aarde kwam toen Hij de calcium maakte die in uw lichaam ging, toen Hij het kosmisch licht maakte dat in u is, toen de petroleum en alles waaruit u gemaakt bent door God geschapen werd op aarde, kende Hij elke vezel van u en wat u zou doen. Hoe kan de oneindige God...
62 "Wel, ik wandel maar liever voorzichtig vandaag; ik zou misschien kunnen afvallen en morgen verloren zijn." U was om te beginnen niet gered. U kunt opgewerkt zijn onder emoties. U kunt misschien denken dat u gered bent. U kunt zich misschien voelen alsof u gered bent. U kunt misschien geloven dat u gered bent. U kunt misschien tot de kerk toetreden. U kunt misschien een goede Baptist, Methodist of Pinkstermens zijn; dat heeft er niets mee te maken. Als uw naam ooit... als u ooit werd gered, werd u gered voor de wereld ooit begon, toen God Jezus in Zijn gedachte zond om diegene te redden, van wie Hij zag dat die te redden was... Nu, Hij wil niet dat iemand verloren zou gaan. Hij wil niet, maar als Hij God is, dan wist Hij wie wel en wie niet verloren zou zijn. De Schrift zegt het. Daar hebt u het.
63 Dat is de reden waarom wij met Baptisten, de Methodisten en de zogenaamde Calvinistisch denkende mensen verschillen. Maar Calvinisme is in orde.
64 Dan zullen wij oversteken naar de Arminiaanse kant. Wat hadden zij? Werken, dat is de heiligheidsgroep. Werken... "Gezegend zij God, ik zal mijn haar laten uitgroeien", zeggen de vrouwen en "o, prijs God, ik zal zelfs geen korte broek met extra korte pijpen dragen" zeggen de mannen, enzovoort, of zoiets. Dat heeft niets met het Koninkrijk te maken. Nee meneer! U kunt uw haar lang laten groeien, u kunt jurken dragen wat u maar wilt of u kunt dit, dat of wat anders doen en het zal er helemaal niets mee te maken hebben. U bent niet gered vanwege uw kleding! Indien wel, dan zou God er gewoon wat patronen van gemaakt hebben. Jezus zou niet hebben hoeven sterven. U bent gered omdat God u redde door genade. En u doet deze dingen gewoon uit waardering. Gewoon fatsoen zal u dat vertellen. U doet die dingen uit waardering.
65 Werken is wat ik doe voor God. Als ik nooit een andere preek predik en hier honderdvijftig jaar leef, ben ik nog steeds gered. Jazeker! Ik ben niet gered omdat ik een prediker ben. Ik ben gered omdat het de genade van God is die mij redde. Er was niet één ding dat ik zou kunnen doen om het te verdienen.
66 Er wordt mij dit moment door de wet een proces aangedaan voor een half miljoen dollar. En zij zeggen: "Wel, u bent uitgegaan... Dat geld dat u hebt opgenomen om uw rekeningen te betalen, het was het uwe voor u uw rekeningen betaalde. U gaf het door aan uw kerk, maar het was eerst van u."
Ik zei: "Maar ik deed er nooit één ding voor."
Men zei: "Ja, u deed het wel; u zei hun dat u een liefdesoffer zou accepteren."
Ik zei: "Ik wil dat iemand mij vertelt wanneer het gebeurde."
"Wel, u vroeg er dringend om via de post."
Ik zei: "Onderzoek mijn kantoor, geen penny."
67 U weet dat de Bijbel zegt: "Overdenk niet wat u zult zeggen, want het zal u in dat uur gegeven worden." En ik zat daar bij die federale procureurs en ieder van hen was bezig tegen mij om mij in een hoek te drijven van de ene kant naar de andere en ik die nauwelijks mijn abc ken en met die knappe mensen die getraind zijn om u dingen te laten zeggen, die u echt niet bedoelt te zeggen... Nu, hoe kunt u opgewassen zijn tegen verstand met zo'n iemand? Hij kan evenwel nooit opgewassen zijn tegen het verstand van mijn Meester. De Schrift zegt: "Bedenk niets wanneer u gebracht wordt voor koningen en heersers."
Ik weet dat ik het geld dat ik daar heb opgenomen, uitgegeven heb voor... En zij betwistten dat niet. Het was uitgegeven net zo wettelijk als het maar kon zijn, maar ze zeiden: "Het was eerst het uwe en toen keerde u het uit aan de Branham Tabernakel."
Ik zei: "Maar ik ben de penningmeester van de Branham Tabernakel." En dit... Wel, zeiden ze: "Ik weet niets daarover. Waarom deden de beheerders dit, dat en nog wat niet?"
Een... Ik zei: "En dan noemt u mij oneerlijk."
68 En zei: "Wij denken dat u zeer eerlijk bent." Hij zei: "Ik wil u iets tonen, meneer Branham", die procureur... Ik zeg dit nu slechts ter ere Gods alleen en speciaal voor de jongeren. Hij zei... Ik wil u iets tonen, u aantonen hoe, als u leeft met de Bijbel, God door u zal leven. En als uw geest het niet eens is met wat God zei, dan leeft u niet met de Bijbel.
69 U herinnert zich gisteravond toen wij over vrouwelijke predikers spraken? Wanneer zij zeggen: "O, ik geloof dat de Heilige Geest mij riep om te prediken", enzovoort, of zoiets, de Bijbel zegt: "Als iemand zegt dat hij een profeet is of geestelijk, laat hij weten dat dit de geboden des Heren zijn, maar als hij onwetend is, laat hem gewoon onwetend zijn." Wanneer u dus mensen hoort zeggen, dat zij geloven in vrouwelijke predikers, toont het aan dat zij niet met God in orde zijn of de Waarheid niet weten. Dat is de waarheid. De Schrift zegt het, wij vonden het daar. En het stemt overeen met de Schriften. Nu, ongeacht hoe echt het lijkt, het is een tegenstrijdigheid, het is niet juist.
70 Nu, wij zullen hier nu iets gaan krijgen. Merk het op. God, de oneindige God, die de aarde maakte en de hemelen, en alle dingen wist en het kende voor de wereld ooit gevormd was, elke vlo, elke vlieg, elke mug, alles wat er ooit zou zijn... Als u leeft bij Zijn Woord.
71 Daar dan staande bij deze procureurs... Deze procureur wandelde daarheen en zei: "Wij proberen op geen enkele wijze te zeggen dat u oneerlijk bent. U was onwetend van het feit dat wanneer iemand u geld gaf, het eerst het uwe was. U tekende een cheque van meneer Miner Arganbright van Californië van de 'Christian Business Man's Full Gospel Fellowship' [Genootschap van de Christelijke Zakenlieden van het Volle Evangelie – Vert] voor zoveel duizenden dollar. En dezelfde dag nam u het van uw bank en kocht vier of vijf reisbiljetten voor een trip overzee, van ongeveer vierentwintigduizend dollar."
Ik zei: "Ja meneer."
Hij zei: "U bent daarover inkomstenbelasting verschuldigd."
Wel, ik zei: "Wij stonden precies in dezelfde bank en hij gaf mij de cheque en ik gaf hem aan de bank en schreef de reisbiljetten gelijk uit."
Hij zei: "Als u de cheque één minuut had, was de helft daarvan het uwe; u had een halve minuut, het was het uwe gedurende een halve minuut voor het kerkelijk eigendom werd. U bent inkomstenbelasting daarover verschuldigd."
"Maar hij gaf het aan de kerk. Hij betaalde inkomstenbelasting daarover en hij gaf het aan de kerk."
"Hij gaf het aan u." En ik zei... "U betaalt er inkomstenbelasting over; gaat het naar de kerk, dan is het onbelastbaar." Hij zei, "wij belasten uw kerk niet, wij belasten u."
Ik zei: "Dan... Wel," ik zei, "de man die met zijn naam ondertekende, van de federale belastingen zei mij het op deze manier te doen."
Hij zei: "Hij is niet meer bij het ministerie."
Ik zei: "Zij die de 'grondwetten' schreven zijn niet meer bij de regering; houdt het nog steeds stand? Op een dag zult u niet meer bij het ministerie zijn en wat zegt u dan? Wat soort van ministerie dienen wij?" Zeker!
Maar toen... En de andere man zei: "Meneer Branham, wij vinden hier, laat mij u tonen dat wij weten waar elke penny is die u besteedde."
Ik zei: "In orde."
Hij zei: "Hier is een plaats waar u een samenkomst had in Canada, in Alberta; en daarin werd u een liefdesoffer gegeven van drieduizend dollar."
Ik zei: "Ja, meneer!"
En hij zei: "De volgende – de voorafgaande zondag, daarvoor, ging u er op uit en ontdekte waar er een oude kerk was en daar aanbad men in deze kerk en men had er geen dak op en u gaf die drieduizend dollar aan die mensen om een kerk te bouwen."
Ik zei: "Dat is juist."
Hij zei: "Maar u bent daar inkomstenbelasting over verschuldigd. U gaf het aan de kerk. Ziet u, het was het uwe voor het dat van de kerk was. Is het niet de waarheid dat een bepaald man (en ik wil zijn naam niet noemen omdat velen van u hem kennen), zijn huis hier op het platteland afbrandde en dat u van uw samenkomst kwam en vijftienhonderd dollar had." (Nu, dat mag als een hele hoop geld klinken voor één van u allen, maar dat zijn gewoon vijftien dagen voor mij om te lummelen of te rusten, het kost mij meer dan honderd dollar per dag of ik predik of als ik geen zorg draag voor het kantoor en dingen...) Hij zei: "U had vijftienhonderd dollar en het huis van die man was afgebrand en hij had ongeveer zes kinderen en u gaf hem die vijftienhonderd dollar." Zeker, zij hadden mijn cheque daar liggen.
Ik zei: "Dat is juist. Wat zou u doen, een man met vijf kinderen die in een tent woont in dat bar slechte weer en sneeuw op de grond? Denkt u dat ik in een fatsoenlijk huis zou kunnen zitten terwijl ik weet dat die man en die kleine kinderen daar buiten bevriezen en met mantels om zich heen geslagen – terwijl ik geld heb om hem te kunnen helpen?"
Hij zei: "Is het niet waar dat een man stierf in een steeg hier en hij kwam van Kentucky, en zelfs geen geld voor zijn begrafenisdienst had en u begroef de man en u en uw vrouw namen geld op en gingen naar JC Penney's (trok de cheque eruit) en u besteedde over de tweehonderd dollar alleen voor kleding voor die kinderen."
Ik zei: "Dat is juist."
Hij zei: "Is het geen feit dat aan een oude vrouw precies hier in deze bepaalde stad, (die toen in New Albany woonde) u driehonderd en nog wat dollar gaf om een achterstallige kruideniersrekening te betalen die men van haar had afgedwongen en u betaalde bijna vijfhonderd dollar voor haar huur omdat men haar in de winter eruit ging zetten en u betaalde bovendien haar huur tot de volgende juni en stond ook garant voor haar kruideniersrekening die weer tot veertien of vijftienhonderd dollar was opgelopen?"
Ik zei: "Ik herinner mij de zaak goed, een oude moeder, tachtig jaar oud en een kreupele dochter en een prediker-jongen in Georgia, gekweld door reumatiek en bedlegerig en geen andere steun." (Wat zou u daar aan doen?) Ik zei: "Ja, ik deed het."
Hij zei: "Wist uw beheerdersraad dit?"
Ik zei: "Nee meneer, zij wisten het niet."
"Wist uw vrouw dit?" Ik zei: "Nee meneer, zij wist het niet."
Hij zei: "Waarom deed u het dan?"
72 Ik zei: "Omdat mijn Heer zei: 'Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet'." Ik zei: "Hebt u ook een wet die hoger is dan Gods wetten?" En toen kwam de Heilige Geest te hulp; zo prachtig de wijze waarop Hij het doet. U zegt dingen onbewust, niet wetend dat u het zegt, als u maar de Heilige Geest het gesprek laat voeren. Ik zei: "Wel, wel, als u beweert dat ik dat verschuldigd ben. Ik zal mijn best doen naar ik kan..." Ik zei: "Ik ben geen jongen meer, maar ik zal mijn best doen om het te betalen. Ik ben niemand iets verschuldigd, voor zover ik weet." Ik heb geprobeerd eerlijk te zijn; ik ging voor duizenden dollar in de schuld en betaalde het terug tegen een dollar per week, maar door Gods genade heb ik het betaald gekregen. Ik zei: "Als u beweert en mij bewijst dat ik dat geld verschuldigd ben, dat ik die mensen gaf..." En zij gingen voort met aan te tonen dat het bijna twintigduizend dollar was, die ik zo de laatste tien jaar weg gaf.
En hij zei: "De beheerders wisten hier niets over?"
Ik zei: "Het was niet noodzakelijk voor hen om het te weten."
En dus zei hij: "Wel..." Dan zei hij...
73 Ik zei: "Wat mij kwetst is te weten dat die arme, oude weduwen en wezen er ook inkomstenbelasting op zullen moeten betalen of sterven, wat aan het Ministerie te wijten is." Ik wist niet wat ik zei. Dat was de Vader die sprak en ik wist het niet.
"O", zei hij, "nee, zij zullen er geen inkomstenbelasting op hoeven te betalen."
Ik zei: "Waarom zullen zij het niet hoeven te betalen?"
Hij zei: "Ziet u, het was een ongevraagde gift." Toen wekte de Heilige Geest mij op.
"O", zei ik, "een ongevraagde gift is niet belastbaar?"
Hij zei: "Dat is juist."
Ik zei: "Dan ben ik het Ministerie niets schuldig, want ik heb nooit een offer in mijn leven aangenomen."
Toen stond mijn procureur op en zei: "Meneer Branham, kunt u..."
Ik zei: "Ik kan u tweehonderd duizend brieven in Washington bezorgen en dat bewijzen. Ik nam nooit een offer aan..."
Hij zei: "Maar wanneer u uitgaat in deze samenkomsten en dit geld dat door deze predikers wordt opgenomen en dit alles afbetaalt, dan hebt u er enig idee van dat u iets zult krijgen."
Ik zei: "Geen enkel."
Hij zei: "Wel dan, vraagt u niet via de post?"
Ik zei: "Niet in het minst."
Hij zei: "Hoe krijgt u uw geld?"
74 Ik zei: "Wat de mensen mij zenden." Ik kijk op het ogenblik in het gelaat van mensen, die mij voortdurend tienden sturen. Ik heb ze nooit gevraagd; zij doen het gewoon. Dat is de Heilige Geest. Hij is bekwaam om voor het Zijne te zorgen.
En hij zei: "Wel dan, meneer Branham, kunt u dat bewijzen? Kunt u mij brieven bezorgen van tenminste acht of tien jaar terug, dat u offers ontving zonder te vragen?"
Ik zei: "Zoveel als u wilt."
Hij zei: "Ik wil er drie uit elk jaar."
Ik zei: "In orde, u zult ze hebben."
Hij zei: "Wilt u mij dan de sleutel geven van uw postbus en mij toelaten uw post gedurende twee of drie dagen te verzamelen en er dan heen te gaan en het door mij te laten openen?"
Ik zei: "U kunt doen wat u maar wilt. U kunt ook naar mijn kantoor komen."
Hij zei: "Wat voor soort van 'vragen' doet u?"
Ik zei: "Niets!"
"Wat zendt u uit per post?"
"Gebedsdoekjes."
"Brengt u het in rekening?"
75 Ik zei: "Kom, lees de brieven die ik ermee wegzend." Dat was het. Nu is het Ministerie mij verschuldigd voor alles wat ik aan inkomstenbelasting betaald heb gedurende de afgelopen twintig jaar. "Neem u niet voor wat u zult zeggen, want u bent het niet die spreekt, het is de Vader die in u woont die het spreken doet." Ziet u? Dit is de reden waarom wij geloven in: Sta met het Woord. Het kan misschien een lange tijd duren, maar het zal gewoon goed uitwerken overeenkomstig het Woord.
76 Nu, daarom geloven wij dat de Bijbel ons vertelt dat voor de wereld ooit gevormd was en voor hij in bestaan kwam, dat de Vader het Lam slachtte. En toen Hij dan het Lam slachtte, zette Hij de naam van elk van Zijn komende kinderen in het Boek des Levens en wij leven gewoon overeenkomstig dat tijdperk tot het allemaal beëindigd is. Ziet u wat ik bedoel? De oneindige God wist dat; voor de wereld begon zag Hij het programma, wat er moest worden gedaan en Hij maakte het gewoon.
77 Bedenk nu dat de Vader, als een groot Bouwmeester, toen Hij deze wereld maakte en deze calcium, potas, en petroleum zette in al deze verschillende elementen die er in gaan om onze lichamen samen te stellen, elk beetje ervan kende en wist wat voor soort van vorm en lichaam dat zou hebben voor het ooit geschapen was. Zeker, Hij kende de eeuwige bestemming ervan. En Hij wist welke soort geesten het zouden bewonen.
78 En nu, voor wij dat onderwerp kunnen beëindigen, zullen we het vanavond moeten oppakken in het zaad van de slang en in het zaad van de vrouw en het voortzetten en tonen waarom het is. U ziet hoe dit zaad van de slang zich verder bewoog, hoe dat zaad van de vrouw zich verder bewoog, en hoe dit zaad van de slang begon te overheersen, te overheersen, groter en groter werd, groter, groter, groter, tot er nu niets over is dan slechts een erg klein overblijfsel van namen dat nog rest, geschreven vanaf de grondlegging der wereld.
79 Maar wanneer het lichaam geboren en die laatste naam die in het Boek is hier op aarde wordt herkend, worden de boeken gesloten, want het is voltooid, het verhaal van verlossing is volledig gelezen. Dan gaan wij Hem zien en Hem ontmoeten in de opstanding. "Hij die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft Eeuwig Leven en zal nooit in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in Leven. Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekt." "En het is niet hij die wil of loopt, het is God die genade betoont", zegt de Schrift. Het is niet hij die wil. Vele mensen zeggen: "Ik zal tot de kerk toetreden; ik zal een goeie kerel zijn." Dat heeft er niets mee te maken. Het is God die genade betoont.
80 Nu, ziet u, toen God begon in... Er zijn zeven Geesten van God, net als de zeven kleuren in de regenboog. En als u het ooit opmerkte, een driehoekig stuk glas weerspiegelt zeven perfecte kleuren. Hebt u dit wel eens geprobeerd? Plaats een driehoekig stuk glas – toch is het slechts één stuk glas, maar in drie hoeken zal het zeven kleuren reflecteren. Zo is het hoe Vader, Zoon en Heilige Geest, die Eén zijn, toch de Zeven Geestelijke Attributen van God reflecteren.
81 En dan, de eerste grote Geest van God die liefde is. God als de grote regenboog, wij zouden ons niet kunnen voorstellen hoe Hij er uitziet. Zeg maar gewoon dat Hij leek als de regenboog in de Geest. De perfecte Geest van liefde: rood; blauw, de perfecte Geest van gemeenschap, gewoon allen perfecte Geesten. En dan beginnen zij af te dalen, neer te komen en zij komen heel de weg naar beneden van Agape liefde tot Fileo liefde; en verder naar beneden tot lusten en tot aan het laagste. En dan werd God Zelf een mens, Jezus, en kwam op dezelfde manier naar beneden naar de laagste putten van de hel en pikte er diegenen uit die Hij kende voor de grondlegging der wereld, wier namen geschreven waren in het Boek, en verloste hen terug tot Zichzelf. Daar hebt u het; het verhaal van verlossing kan niet volledig gekend zijn tot wij Hem zien en wij in Zijn gelijkenis staan.
82 Nu, daarom zijn wij geen denominatie. Daarom werken wij niet samen; wij werken samen in elke beweging die wij kunnen maken voor God, maar dat is de reden waarom wij geen denominatie zijn. Nu, uit de denominatie komen die verkeerde dingen.
83 Nu, zoals ik al zei, sla ik hard, omdat ik wil dat het er in gehamerd wordt! Nu, daar buiten in iemand anders' kerk zou ik aan deze dingen niet denken. Ik zou Christen en broeder genoeg zijn om gewoon bij de voorname grondbeginselen te blijven waarover wij het allen eens zijn. Ziet u? Maar het is gewoon zo, dat wij niet willen bedriegen.
84 Gisteren sprak ik tegen een jonge knaap waar ik gistermorgen, ginds in de bergen van Kentucky, op eekhoorntjes jaagde. En ik merkte de paal met het kleine bordje niet op in de bossen en ik zat aan de andere kant... En ik dacht dat het broeder Banks was die hier aankwam door de bossen, hij joeg ook op eekhoorntjes in hetzelfde gebied. En ik zag hem naderen en ik floot naar de jonge man. Ik dacht dat het broeder Wood was, hij was net zoals hij gekleed. Hij draaide zich om en ik zag dat hij het niet was. En broeder Wood had mij gezegd, dat er een plaats was daar boven met een bordje. En ik wist het niet. Er is geen afscheiding met hekken, slechts de bossen, en hoe moet ik weten welke Amerikaanse noteboom bij welke kant behoort? Ik zat daar dus te luisteren naar het eekhoorngeblaf. En ik dacht er over: "Welnu, vanavond ga ik naar huis en begin de samenkomst; ik kom weer opnieuw in het harnas."
85 En het begon te regenen en de stormen bliezen en ik zag deze makker; ik sprak met hem. Ging er heen en ontdekte dat ik op zijn grond was. Ziet u? En ik sprak tot hem en hij zei: "O, dat is in orde! O, jaag gewoon maar waar u maar wilt."
En ik zei: "Wel..."
Hij zei: "U was niet op mijn grond, u zat voorbij die noteboom. Aan deze kant van de noteboom is mijn grond. Het doet er niet toe, broeder Branham, jaag waar u maar wilt. Kom mee naar het huis. Pappa zal u willen zien." Ziet u?
En ik zei: "Wel..."
Wij raakten in gesprek over de Bijbel, toen wij dan... Over het jachtonderwerp sprekende zei hij: "Broeder Branham, er is niemand hier die er om geeft dat iemand hier jaagt, maar mijn vader was hier buiten op een dag en een of andere stadsjager kwam en doodde één van zijn schapen, dat ongeveer zestig of zeventig pond woog en hij schreeuwde naar de kerel en die vent schoot op hem met een geweer." Hij zei: "Dat is het wat het slecht maakt. Wij geven niet om jagen."
86 Wel, dat is hetzelfde waarover ik spreek. Ik geef er niet om tot welke denominatie u behoort, maar blijf bij de Bijbel en de Heilige Geest. Het is niet uw denominatie waar wij bezorgd om zijn. Dat is gewoon zoals 'behoren tot de een als tot de ander'. Maar het gaat erom: bij de Bijbel te blijven of de door mensen gemaakte dogma's te aanvaarden. Blijf bij de Bijbel.
87 Nu, men bracht denominatie voort, wat verkeerd was. Nu, het volgende dat men had voortgebracht, wat een dwaling was, was waterdoop. De waterdoop zoals onderwezen in de Bijbel gaat door onderdompeling, maar de Katholieke kerk bracht besprenkelen of begieten voort. En er is geen Schriftplaats in de Bijbel om besprenkelen of begieten te ondersteunen, zo'n plaats wordt in de Bijbel niet gevonden. Het is door onderdompeling.
88 Wel, dan, toen kwam na de Katholieke kerk de Lutherse kerk met hun begieting en kwam de Anglicaanse kerk voort, enzovoort, zoals het zich ontwikkelde. Dan kwamen na een poosje de Baptisten en de Campbellieten om opnieuw tot onderdompelen te komen. Wel, Satan zag dat, zodat hij hun een valse naam gaf om in onder te dompelen. En zij begonnen met het gebruiken van de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. En wie het ook onderwijst is een valse leraar.
89 Nu, ik zei u dat ik het erin zou hameren. Nu, als u denkt dat dit niet juist is, wens ik uw vraag op dit podium om het mij te tonen. Als u mij één plaats kunt tonen waar er ooit iemand in de Bijbel gedoopt werd in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest, zal ik een teken op mijn rug plaatsen van een valse prediker en zal ik de straten op en neer lopen met mijn handen omhoog en keihard roepen: "Een valse leraar." Er is zoiets niet. Waar kwam het vandaan? Nu, ga terug; dit is deze kant, de Bijbel. U moet de geschiedenis hebben. De Katholieken geloven in vele goden en zij braken de ene ware God in drie verschillende goden.
90 En luister, wat een verschrikkelijke zaak er onlangs in de krant stond betreffende een groot man die wij allen kennen als een dienstknecht van God, Billy Graham. Wij hebben de verklaring; broeder Beeler daar heeft het. Toen Billy Graham gevraagd werd door iemand: "Wie – wat was deze grote tegenstrijdigheid over de drieëenheid? Waren er drie goden, drie werkelijke goden of hoe was het? Op één plaats leek het op drie goden en op een andere leek het alsof er slechts..." Billy Graham zei: "Het is niet geopenbaard. Niemand weet het." My, als er drie goden zijn, zijn wij heidenen.
91 Zoals de Joden zeiden: "Welke van hen is uw God, de Vader, of is de Zoon uw God, of is de Heilige Geest uw God?" Er is slechts één God en die zijn geen drie persoonlijkheden, want een persoonlijkheid moet een persoon zijn. Het kan geen persoonlijkheid zijn zonder een persoon te zijn. U weet dat. Hoe kan iets een persoonlijkheid zijn zonder een persoon te zijn?
92 "O", zegt men, "wij geloven niet in drie persoonlijke goden, wij geloven in drie persoonlijkheden van dezelfde God." Wel, voor het een persoonlijkheid kan zijn, moet het een persoon zijn.
93 "Wat is het dan?" zou u zeggen. Het zijn geen drie goden. Het zijn drie ambten van dezelfde God. Hij was de Vader in het begin, die over de woestijn zweefde in de vuurvlam, de brandende braamstruik... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Vaderschap, God, gewoon zoals ik daar al zei, die afdaalde, naar beneden kwam; dat was de hoogste orde. De Geest, de 'Agape', de 'Zoé', het Leven van God Zelf gemaakt in de vorm van een Vuurkolom. En Diezelfde, na in het Vaderschap te zijn geweest werd de Zoon, en de Geest die in de brandende struik was, was in de Mens Christus. En het bracht hetzelfde bewijs voort wat het vuur deed. Hij zei: "Als Ik niet de werken doe van Mijn Vader, geloof Mij niet. Elke boom zal getuigenis afleggen van zijn eigen vrucht."
94 En dan, nadat Het mens werd... Ziet u, Het kwam neer van het Bovennatuurlijke in iets tastbaars dat aangeraakt kon worden, een lichaam. En door de offerdood en het opperste offer van deze ene God, Jezus... Hij zei: "Ik en Mijn Vader zijn Eén. Mijn Vader woont in Mij." Kan... Niemand zou dat nog duidelijker kunnen lezen.
Zij zeiden: "Waarom toont U ons de Vader niet en het zal ons tevreden stellen." Johannes 14:8.
95 Hij zei: "Ben Ik zolang bij u geweest en kent gij Mij niet? Wanneer u Mij ziet, ziet u Mijn Vader."
Zoals een dame eens opsprong en zei: "Wel, broeder Branham, de Vader en de Zoon zijn één, net zoals u en uw vrouw één zijn."
Ik zei: "O nee. Zij zijn het niet." Ik zei: "Ziet u mij?"
Ze zei: "Ja".
Ik zei: "Ziet u mijn vrouw?"
Ze zei: "Nee".
96 Ik zei: "Dan zijn Zij niet dezelfde soort eenheid. Jezus zei: 'Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. De Vader woont in Mij'. Mijn vrouw woont niet in mij." Ziet u? Zij zijn Eén; op elke manier zijn zij Eén. En wij zijn één door overeenkomst, mijn vrouw en ik. Wij zijn één in gemeenschap, maar wij zijn twee persoonlijkheden. Mijn vrouw kan het ene denken en ik wat anders, en we zijn twee personen. Maar niet zo met God. God en Christus zijn dezelfde Persoon.
97 "Wat is dan de Heilige Geest?" De Heilige Geest is diezelfde Geest van God Die woont in de mensen waarvoor Hij is gestorven en wiens namen in het Boek des Levens van het Lam zijn gezet, welke één met Hem waren in het begin. De Schrift zegt het zo. Zei Jezus hun niet dat zij met Hem waren voor de grondlegging der wereld? Uw verstand is verduisterd en vertroebeld; wij allen zijn het ten opzichte van deze dingen. Maar wij zijn niet zo maar een kleine toevallige gebeurtenis hier; wij zijn zonen en dochters van God in het begin van de schepping van God en zijn hier neergelaten voor een getuigenis, om te getuigen van de genade van God die uitgestort is in onze harten door de Heilige Geest. Wij hebben een eeuwige Geest. En niemand, niemand... En er is geen manier om het te stoppen. Gods Gemeente zal er zijn, zo zeker als het maar zeker kan zijn.
98 Om het kleine onderwerp gewoon even weer op te nemen, bespraken wij hoe het onwettig kind het koninkrijk niet kon binnengaan gedurende veertien generaties, vierhonderd jaar en hoe de ongerechtigheid van de ouders bezocht werd aan de kinderen tot het derde en vierde geslacht. Ook wordt zo de gerechtigheid van de ouders bezocht.
99 Wat u doet, als er een komende morgen is en u hebt een achterkleinzoon, uw handeling vandaag zal bepalen wat hij dan zal zijn; want wij lezen in de Bijbel dat Melchizédek, toen hij Abraham ontmoette die terugkeerde van het verslaan van de koningen, dat Abraham, de patriarch, Hem een tiende gaf, een tiende van al wat hij had... En dan zei hij dat wat een tiende betreft, alleen Levi slechts tienden kon aanvaarden. Maar hij zei dat Levi, die tienden ontving, tienden betaalde toen hij nog in de lendenen van Abraham was.
100 O, kunt u dat vatten? Abraham was Levi's overgrootvader en hier is Levi op zijn minst achthonderd of duizend jaar later misschien, verschillende honderden, ik zou gewoon niet weten hoeveel... Ik zou het moeten optellen door de generaties... Maar Abraham verwekte Izaäk; Izaäk verwekte Jakob; Jakob verwekte Levi en Levi hier... Jakob zou zijn vader zijn, Izaäk zijn grootvader en Abraham zijn overgrootvader. En toen Jakob in de lendenen van Abraham was, betaalde hij tienden aan Melchizédek.
101 En dan deze jonge generatie die rondloopt, rokend, drinkend en alles, hoe verwacht u dat er nòg een andere generatie bestaat? De reden dat wij zonden hebben met jeugdcriminaliteit nu, de reden dat wij kleine meisjes op straat hebben en kleine jongens is, omdat hun moeders en vaders deden wat zij deden in de afgelopen tijdsperiode. En de reden dat wij nog steeds predikers hebben die zullen staan voor de Waarheid, de reden dat wij nog steeds sommige ouderwetse meisjes hebben is omdat zij ouderwetse ouders achter zich hadden. Dat is precies juist. Dat wij nog steeds predikers hebben die er staan zonder compromissen te sluiten met enige denominatie over het woord is, omdat wij ouderwetse predikers hadden in het verleden, die precies op dezelfde gronden stonden. Ja!
102 We zijn nu in deze dag en nu willen we zeggen, dat hier, terug tot de – sommige van de denominaties, de reden dat wij geen denominatie zijn... Omdat, als wij een denominatie waren, wij daarvoor zouden moeten buigen.
103 En bedenk, onderzoek de Schriften waar het u maar belieft en u zult geen enkele plaats in de Bijbel vinden waar er ooit iemand gedoopt werd door besprenkelen, door begieten, of in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Als het dus niet in de Schrift staat, moest het ergens anders beginnen.
104 Al zeg ik, zittend onder een grote boom, ernaar kijkend... o, het mag misschien als een vlekkeloze zijn, het mag misschien een reusachtige zijn, het mag misschien een krachtige zijn, maar het had een begin; het moest beginnen. En alles, deze ouderwetse godsdienst waar wij zo dapper voor staan, moest ergens starten. Het moest een begin hebben. En de 'ismen' die wij hebben, moesten een begin hebben. En de valse schriften die wij in onze denominaties gebruiken, moesten een begin hebben. En als wij zeggen: "Ik ben een Methodist", moest u een begin hebben. U kunt zeggen: "Ik ben een Baptist", u moest een begin hebben. U zegt: "Ik ben een Katholiek"; u moest een begin hebben. U zegt: "Ik ben een wedergeboren Christen"; u moest een begin hebben. U moest het hebben.
105 Ga terug, ontdek waarmee het begon. Laten we teruggaan naar het begin van het beeld. Als er dan geen denominatie in de Bijbel is, dan moet denominatie een begin hebben gehad. Het begon met de Katholieke kerk. De Protestanten sproten er slechts uit voort.
106 Als dan de Bijbel zegt dat zij een slecht befaamde vrouw was wegens haar leer...; zij pleegde geestelijke ontucht. Wat is ontucht? Herinner u, dat wij het nu doorgenomen hebben. Een vrouw die met haar man leeft, zij is hetzelfde als een maagd. Zij is nooit bevuild, zolang als zij leeft met die ene man. Maar wat is onrechtvaardigheid? Verdraaide rechtvaardigheid. Laat haar leven met een andere man en zij is verdoemd. Ziet u. Verdraaide rechtvaardigheid.
107 Nu, als denominatie verkeerd was... Als het juist zou zijn geweest, zou God gezegd hebben: "Nu, wij zullen denominaties hebben." En als de Katholieke kerk in de Bijbel werd verklaard een hoer te zijn, onrechtvaardig omdat zij aan haar samenkomst haar eigen theologie geeft en niet de Bijbel... Broeder, zuster, lacht de Katholieke kerk u niet in uw gezicht uit over de Bijbel? Zij zeggen dat zij er niet om geven wat de Bijbel zegt; het is wat de kerk zegt, wat hun denominatie zegt. Goed dan, hoe kunt u hen verkeerd noemen wanneer u door de knieën gaat voor een doop van Vader, Zoon, Heilige Geest, wanneer de Bijbel het veroordeelt? Omdat de Methodist het zegt, de Baptist het zegt? Waarom wilt u het eens zijn met besprenkeling en begieting wanneer er niet zoiets in de Bijbel staat? Zoiets is er niet dat iemand gedoopt werd in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Waarom doet u het dan?
108 Ziet u, daarom zijn wij geen denominatie. Wij hoeven ze geen voet te geven. We nemen... Wanneer de Geest het licht op de Schrift toont, blijven we bij de Schrift en ZO SPREEKT DE HERE. Daar hebt u het. Zulke dingen zijn er niet. Het staat niet in de Schrift geschreven.
109 O, zegt u: "Wat dan met Mattheüs 28:19?" Nu, we hebben dat een dozijn keren doorzocht. Dat was een uitvaardiging die Jezus zei: "Gaat dan heen, onderwijs alle volken en doopt hen in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Werd het ooit uitgevoerd? Was er ooit een persoon die ooit op die wijze werd gedoopt? Niet één. Dan moet er dus ergens iets verkeerd zijn. Zeker, het is het Katholicisme wat het deed.
110 Ontdek, u geschiedkundigen, of er ooit zoiets was in de geschiedenis tot na de Nicea-vaderen. Lees de boeken van de Nicea-vaderen en kijk lijnrecht tot de koning van Engeland, ieder van hen doopte in de Naam van Jezus Christus, tot de Katholieke kerk. En de Katholieke kerk heeft macht, zeggen zij, om te veranderen wat ze willen. En ze willen dopen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Maarten Luther bracht het uit; John Wesley volgde het en Alexander Campbell kwam daarmee en John Smit van de Baptistenkerk volgde. Hier is Pinksteren er nog mee. Maar het uur is gekomen.
111 Let op de kandelaars waar wij het gisteravond over hadden. De eerste kandelaar is licht. Het werd donkerder, donkerder, donkerder, tot het door de vijftienhonderd jaren van middeleeuwen ging; toen begon het op te lichten. En net voor het laatste gemeentetijdperk, lichtte zij weer opnieuw op; tussen de twee gemeentetijdperken in kwam het Licht. Volg de Schrift van de Efeze gemeente, Thessalonica gemeente, elk van hen, door tot het donkere tijdperk. Hij zei: "Gij hebt een kleine kracht, maar gij hebt Mijn Naam niet verloochend." En de volgende gemeente: "Gij hebt iets groots gedaan, maar gij hebt Mijn Naam niet verloochend." Volg de Nicea-vaders daar doorheen. "Gij hebt Mijn Naam niet verloochend." Dan vijftienhonderd jaren van middeleeuwen, toen kwam de Lutherse kerk eruit. Hij zei: "Gij hebt Mijn Naam niet, maar gij hebt een naam", niet meer Jezus, maar Luthers, Katholiek en Baptist en Presbyteriaan." Gij hebt een naam dat gij leeft."
"Wij zijn een levende kerk. Wij bloeien. Wij gaan voort."
112 "Maar gij zijt dood!" De Schrift zegt het. "Want er is geen andere Naam onder de hemel gegeven onder de mensen waardoor de mens gered kan worden." Neen, Baptist zal u niet redden; Presbyteriaan zal u niet redden; Katholiek zal u niet redden; Jezus redt u.
113 Door mensen gemaakte theorieën allemaal in kleine tekstboekjes; zij zetten het erin: "Zo geloven wij het." En dat is de reden waarom wij er van wegblijven. Wij hebben geen tekstboek dan de Bijbel, geen leiding, geen bisschop dan de Geest. Dat is juist. En dan, als er een verkeerde geest is die binnenkomt, die zal proberen daar iets te verdraaien, het Woord zal het terugdraaien. Dat is verkeerd, blijf er van weg. Ziet u? Hier komt de Geest langs en zegt: "Dat is verkeerd", legt getuigenis af... Want onze geest legt getuigenis af met Zijn Geest. Hier zal er één langs komen die zegt: "O, wij moesten... Wel, ik denk dat het voor u in orde is om dit, dat en het andere te doen."
114 Maar de Geest zei: "Daar is iets verkeerd mee", gaat regelrecht terug in de Bijbel en haalt precies naar voren de manier zoals wij doen. En is het verkeerd, blijf er van weg. Dat is de reden dat de Bijbel zegt: "Hier is voor hem die wijsheid heeft; hier is voor hem die kennis heeft, hier is voor hem die dit heeft", de gemeente die daar in orde wordt gebracht. Ziet u niet het grote plan van God?
115 Nu kijk, het gemeentetijdperk van Filadelfia was het Methodistengemeentetijdperk, het gemeentetijdperk van broederlijke liefde, de reformatie, uit welke rank Calvinisme was voortgesproten in de Anglicaanse kerk in Engeland, waar men zelfs geen opwekking meer had, direct overging in hooizaad... God wekte John Wesley op als iemand die zich aan de letter van de wet houdt om de Arminiaanse doctrine te nemen. En toen hij het deed, trof hij dat ding in het hoofd en het verdiende het. Maar wat deed hij? Hier kwamen de Methodisten langs en liepen even ver die kant op als de Calvinisten het naar deze kant deden. Nu, daar tussenin zijn er nog steeds Methodisten, nog steeds Baptisten; ik zou willen dat wij hier nu overgaan tot de Schrift. Neem Openbaring 3 en u zult het vinden.
116 Nu, net vóór het laatste gemeentetijdperk hetwelk Pinksteren is, is het lauwe Laodicéa-gemeentetijdperk, dat is afgewezen... Maar bedenk, zoals Jezus werd gezien in het kruis staand in de zeven gouden kandelaars, was degene die het verst van Hem weg was de donkerste. Zijn rechterhand en Zijn linkerhand. En Hij moest beschouwd worden als Alfa en Omega – niet er tussenin – de Alfa en Omega, zoals Hij Zijn hand uitstrekte. En Hij was de jaspis en sardussteen, welke Benjamin en Ruben was, de eerste en de laatste. Daar had Hij Zijn handen uitgestrekt; daar stond Hij.
117 Maar herinner, bij het uitgaan van deze... Verwar het niet, want toen zij deze namen hier van deze denominaties ontvingen, zouden zij precies in diezelfde dingen sterven, direct zo verder. Maar Hij zei, juist tussen de Methodisten en Pinkstermensen uitgaand: "Ik heb u een open deur gegeven." Daar hebt u het, de Naam weer hersteld. "Ik heb een open deur gegeven, maar Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand kan tot de Vader komen tenzij door Mij." Wat is het? Die open deur.
118 Nauw, eng, als u het opgemerkt hebt, is het niet s-t-r-a-i-g-h-t [recht]; het is s-t-r-a-i-t [eng]. Eng is de weg. Engte is water. Hoe? Terug naar de Naam van Jezus die...?... "Gij hebt niet... Hebt een weinig leven, gij hebt Mijn Naam niet verloochend." Zij verloren dit hier en gingen een Katholieke denominatie binnen, kwamen uit in een Lutherse denominatie, kwamen uit in een Wesleyaanse denominatie en gingen dan toen regelrecht in de Pinkstergroep. Maar net voor de eindtijd is het Zaad bijna weggegaan van de aarde; het is uitgewogen, het zaad van de rechtvaardigen. Het zaad van de slang hoopt zich sneller en sneller en sneller op, zich klaarmakend voor dit atoomtijdperk om vernietigd te worden. "Maar net voor die tijd, zal Ik een weg ter ontkoming zenden. Ik heb voor u een open deur gezet. Eng is de poort en smal is deze weg en het zullen er slechts weinigen van hen zijn die het zullen vinden, want breed is de weg die naar vernietiging leidt en velen zullen er zijn die daarin zullen gaan." Daar hebt u het. Net ervoor, werd dit grote Licht verondersteld tevoorschijn te komen.
119 Ik ben zo blij. Ik weet gewoon niet hoe het uit te drukken dat ik zo blij ben. Hier is het tijd om te sluiten en ik heb het onderwerp niet eens aangeraakt.
120 Ik wil spreken over de doop met de Heilige Geest. Ik zal het in ieder geval gedurende tien of vijftien minuten aanroeren. Nu zal ik u geen drie uren houden zoals ik gisteravond deed; ik zal proberen van niet.
121 Nu, indien zij een valse waterdoop hebben, zijn denominaties verkeerd. En wie zich ook vastklemt aan bepaalde denominaties ondersteunt absoluut de verkeerde zaak. Zij ondersteunen waar God tegen is. Het wordt gezegd in deze gemeentetijdperken, het wordt in de Schrift gezegd en zij werden prostituées genoemd, omdat zij de geboden van mensen als leer onderwijzen. "Nu wij de..."
122 Niet lang geleden ging ik naar een plaats, naar een zekere man die hier een stelling kwam schrijven over Goddelijke genezing en hij zei: "Het enige met u, broeder Branham, is: de mensen verwijten het u dat u naar de Pinkstermensen gaat."
Ik zei: "Wel, ik zal naar de uwe komen, als u mij in uw stad zult ondersteunen."
Hij zei: "Wel, ik heb mij daarmee bemoeid. Ik bracht het bij de bisschop van deze bepaalde kerk (Methodistenkerk, het hoeft niet verzwegen te worden), ik stelde het voor en men zei: 'Nu, ziet u, wij als de Methodistenkerk geloven niet in deze wonderen'."
123 Nu, wat zult u doen? Nu, zult u luisteren naar de Methodistenkerk en de denominatie? Als u het doet, bent u een prostituerend godsdienstmens. Denkt u dat de Baptistenkerk een campagne als deze zou ondersteunen? Waarom? Omdat zij Baptisten zijn. De Bijbel zegt dat zij prostituées zijn. Zij bracht haar dochters voort en zij waren hoerendochters. Waarom? Gaven dezelfde soort leer uit, door mensen gemaakt, in plaats van Gods leer. Daarom verbinden wij ons niet met de Baptisten. Daarom verbinden wij ons niet met de Methodisten.
124 Nu, waarom verbinden wij ons niet met de Pinkstermensen? Hier hebt u het, dat is het precies. De Pinkstermensen zouden gebleven zijn waar... Als de Lutherse kerk gebleven zou zijn waar zij begonnen was, zou zij de Pinkstergroep geweest zijn. Maar zij maakten een denominatie zodat God een andere Pinkstergroep opwekte, Wesley genaamd. En toen dus de Wesleyanen een denominatie maakten, wekte Hij een andere op, Baptist genaamd. Toen zij een denominatie maakten wekte Hij een andere op, de Campbellieten genaamd. Toen zij een denominatie bouwden, wekte Hij een andere op, Pinksteren genaamd. Toen zij een denominatie vormden, bewoog Hij verder. Let gewoon op en zie.
125 Het is Gods Goddelijke programma niet. Het is niet in het programma van God om die denominaties te hebben. U ziet dus dat wij daarom geen denominatie zijn.
126 Herinnert u zich dit, dat ik in het begin zei, nu, als ik u kwets, ik bedoel het niet te doen. Dit is voor de gemeente. Als u erbij zit, wij houden ervan u hier te hebben, maar dit is waarvoor wij staan en waarom wij geen denominatie zijn.
127 Nu, de denominatie is vals en valse leraars om mee te beginnen. En ik zei dat het zou kwetsen en ik wil dat het kwetst. Zij zijn absoluut valse leraars. Elke man die deze dingen weet en ervoor zal staan en compromissen sluit voor de Baptist, Methodist, Lutheraan of Pinkstermens, wetend dat de Bijbel anders leert, hij is een valse profeet. Geen gehang er omheen. Zo is het precies. Dat is de reden dat ik niet tot de 'Assemblies' ben toegetreden. Daarom ben ik niet toegetreden tot de 'Eenheids' [Oneness] groep. Dat is de reden dat ik mij niet heb gevoegd bij de Baptist, de Methodist of Presbyteriaan, omdat zij vals zijn. Ik bedoel niet dat hun mensen verkeerd zijn; ik bedoel dat hun theologie verkeerd is, omdat het de vergelijking met Gods Woord niet kan doorstaan. Paulus zei: "Als een..." Hij ging daarheen... Laat mij u tonen wat Paulus zei voor wij deze waterdoop laten rusten.
128 Toen Jezus de uitvaardiging deed in Mattheüs 28:19, zei Petrus tien dagen later: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." De volgende keer dat de doop werd vermeld was toen Filippus, de evangelist, ginds heenging en tot de Samaritanen predikte. En hij doopte ieder van hen in de Naam van Jezus Christus. Paulus, Petrus kwamen over – Petrus en Johannes liever, legden hun de handen op; zij ontvingen de Heilige Geest. Toen gingen zij daar naar boven. Petrus ging toen gelijk naar het huis van Cornelius en toen Cornelius... "Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op hen." Petrus zei: "Wij kunnen het water niet verbieden, ziende dat dezen de Heilige Geest ontvangen hebben zoals wij in het begin." En hij beval hun gedoopt te worden in de Naam van de Here Jezus Christus.
129 Nu, Paulus kwam langs de bovenkust van Efeze; hij vond enkele Baptisten. En zij hadden een apostel daarboven, een apostel van de Bijbel en zijn naam was Apollos. Hij was een bekeerde advocaat en hij bewees aan de mensen dat Jezus de Christus was, door de Bijbel. Hij zei: "De Messias wordt verondersteld zekere dingen te doen. Deze Man was de Messias."
130 En zij hadden een grote groep van mensen daar en zij verheugden zich en jubelden en hadden een geweldige tijd. Aquilla en Priscilla waren er naartoe getrokken en voegden zich bij hen, gemeenschap met hen hebbend. Zij hadden geen denominatie. Zij hadden gemeenschap. En zij zagen dus dat deze man een groot man was; o, hij was knap, een procureur; hij was een knap man. Zij zeiden dus: "Nu, u bent zeer goed op de hoogte, maar wij hebben een kleine broeder, Paulus genaamd; wanneer hij komt, hij heeft wat ervaring gehad; hij weet waarover hij spreekt. Hij zal u de weg des Heren duidelijker onderwijzen als u gewoon maar naar hem wilt zitten luisteren. Nu, probeer niet iets op hem af te schuiven, omdat hij er niet voor stil zal blijven staan. (Ziet u?) Maar gaat u gewoon door met naar hem te luisteren."
131 En Paulus kwam langs; hij luisterde naar hem, lettend op...?... Hij zei: "Dat was zeer goed, maar hebt u de Heilige Geest ontvangen, u Baptisten, sedert u geloofde?"
"O", zeiden ze, "hebben wij het niet gekregen?"
"Dat denk ik niet." Ziet u?
"Wel, waarom?"
"Wel, hoe werd u gedoopt?"
"O, wij zijn gedoopt. Wij zijn gedoopt."
132 "Wel, wie doopte u, en hoe werd u gedoopt?" De Bijbel zegt waarin? Het Grieks of het origineel zegt hoe, en dit zegt waarin. Er staat: "Waarin zijt gij dan gedoopt?" Met andere woorden: "Hoe werd u gedoopt?"
133 "Wij werden gedoopt door Johannes de Doper, dezelfde man die Jezus Christus doopte, dezelfde waterpoel." Dat is een aardig goede doop, denkt u niet? Het ziet er naar uit dat dit het goed vastzet, nietwaar? Het lijkt alsof het in orde was indien de man die het water inwandelde met onze Here Jezus Christus en Jezus doopte... En God bekrachtigde het tot Hij neerkwam in de vorm van de Heilige Geest en in Hem ging; en Hij zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon in wie het Mijn welbehagen is te wonen", onmiddellijk na die doop. Het lijkt voor mij alsof die doop in orde zou zijn geweest.
134 Paulus zei: "Het zal nu niet meer werken, het zal niet meer werken."
"Waarom zal het niet meer werken?" Ziet u?
"U moet weer worden overgedoopt."
"U bedoelt dat wij, die gedoopt zijn door Johannes, die Jezus doopte, herdoopt moeten worden?"
"Dat is juist."
Ze zeiden: "Hoe moeten wij gedoopt worden?"
135 Hij zei: "In de Naam van Jezus Christus." En Paulus nam hen daar mee naar buiten en doopte hen allen over. Handelingen 19:5: "En toen zij dit hoorden, werden zij opnieuw gedoopt, in de Naam van Jezus Christus; en Paulus legde hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest."
136 Als Paulus mannen en vrouwen noodzaakte om weer overgedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus en indien ik een ander Evangelie predikte, dan is mijn geest niet precies zoals die van Paulus was. "Laat hem weten dat wat ik schrijf de geboden des Heren zijn."
137 En nu, in Galaten 1:8 zei Paulus: "Als een engel uit de hemel komt, een helder schijnende engel..." Waar spreekt hij over? Een openbaring. Gezegend zij de Naam des Heren! Het doet er niet toe hoe goed uw openbaring is... U herinnert zich het begin van onze dienst deze morgen, de Urim en Tummim? Als iets komt en het perfect openbaart, is hij een leugenaar; is hij een valse engel; en een man die zijn boodschap vals uitlegt is een valse profeet. Er is slechts één manier om gedoopt te worden: dat is de Naam van Jezus Christus. Als u niet op die wijze gedoopt bent, is er een doopbasin dat wacht. Dat is juist.
138 Vals! Vind mij één plaats waar iemand ooit gedoopt werd in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. Niet in het heilig Geschrift. Wat is het? Het is een dogma dat begon met de Katholieke kerk. Wij kunnen dit ondersteunen. Wij hebben de volledige leer van de Nicea vaders; wij hebben de geschiedenis; wij hebben Hislop's Twee Babylon's; wij hebben Josephus' geschriften; wij hebben al de oude geschiedenissen, en... Josephus schreef in de tijd van de Here Jezus; Hislop's Twee Babylon's werd daarna geschreven; daarna schreven de Nicea-vaders, voor het aantreden van de Katholieke kerk. En toen kwam de Katholieke kerk binnen en duwde het er allemaal uit en nam zelf over en heidens Rome werd pauselijk Rome gemaakt. En daar bracht men die valse waterdoop van besprenkeling, en van de Naam van de Here Jezus in Vader, Zoon, Heilige Geest. En Jezus zei onder inspiratie, die Hij Johannes gaf op Patmos: "Gij hebt een naam dat gij leeft, maar gij zijt dood." Vader, Zoon, Heilige Geest is een stervende naam.
139 Laat mij u een kleine persoonlijke ervaring vertellen. Zwitserland, Duitsland en de plaatsen waar ik geweest ben; hoe waarzeggers echt werken, hoe boze geesten echt reizen? Ik wil dat u mij gelooft als uw voorganger omdat u degenen bent tot wie ik spreek. Duivels reizen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Zij knippen veren en al het andere en werpen betoveringen op elkander door de naam van Vader, Zoon, Heilige Geest. Noemen het de drie hoge namen. De moeder ervan is de Katholieke kerk. Zij gaan naar deze kleine beelden en knielen daar en knippen een veer door met een schaar en draaien het achterwaarts en werpen betoveringen op hun buren enzovoort, waarvoor zij ter dood verbrand werden en alles.
140 In Zwitserland stond ik met mijn handen zo aan de paal op de plaats waar eerlijke mannen en vrouwen stierven toen men hun tongen uitsneed en hun ogen uitbrandde en van alles met hete staven, die prostituerende Katholieke kerk. Dat niet alleen, maar de vroege Anglicaanse kerken ook en uw Protestantse kerken deden hetzelfde. En zij wierpen die betoveringen door de Vader, Zoon en Heilige Geest.
141 En als uw broeder en voorganger heb ik het dankbare voorrecht gehad door de genade van God in deze dingen beschermd te worden, maar ook uit eerste hand te weten waarover ik sprak. Waar een vrouw die naar deze gemeente komt mij veroordeelde en zei: "Hij speelt met spiritisme",... God in de hemel weet wat er allemaal aan de hand was.
142 Ik kan niemands... Toen men mij vertelde dat "Pig Alley" in Parijs zo'n slecht bekendstaande plaats was, hoe wist ik het, ik was daar nooit. Maar ik ging erheen om te zien of het juist was of niet. Ik nam nog twee of drie predikers mee en wij gingen daarheen naar die vrouwen en dergelijke die zich ontkleedden op die straten en zo. Het is de waarheid.
143 Hoe wist ik dat Rome op zeven heuvels stond? Hoe wist ik dat de paus Vicarius Filii Dei had? Ik moest het woord van iemand anders ervoor nemen. Hoe wist ik dat de drievoudige kroon op de paus was, de rechtsbevoegdheid van – de plaatsvervanger van hemel, aarde en hel? Hoe wist ik het totdat ik er heen ging en het zag?
144 Hoe wist ik dat er een levende God was? Niet onder iemands theologie, een of andere intellectuele opvatting van een emotionele periode die in een vorige eeuw voorbijging, zoals afvalligen ons vertellen, maar daarginds op een dag vond ik Hem en sprak met Hem van aangezicht tot aangezicht. Dat maakte dingen anders. Zo is het precies.
145 Spiritisme werkt door Vader, Zoon en Heilige Geest. Ik stond in een samenkomst waar deze heksen aan het werk waren. Denk niet dat zij u niet zullen uitdagen. Zij stonden daar; ze gooiden een tafel omhoog in de lucht en lieten haar ronddraaien en een gitaar speelde. Ik stond daar en zij wilden mij eruit zetten en ik zei: "U bent verkeerd." De geest sprak terug tot hen, de geest, die beweerde God te zijn, zei dat het God was. Ik zei: "Het is verkeerd; het is de duivel."
Ze zeiden: "Deze man is een gelovige."
146 Ik zei: "Ik ben een ongelovige van die rommel, omdat het niet van mijn Heer is. Dit is hekserij. Dit is van de duivel. Ik zal hier nu die krachtige naam waarin ik gedoopt ben proberen." Ik zei: "In de naam van de hoge hemelen, zeg mij de waarheid"; wilde mij zelfs niet antwoorden. Ik zei: "In de naam van de heilige kerk, zeg mij de waarheid"; hij wilde mij niet antwoorden. Ik zei: "In de naam van de Vader, Zoon, en Heilige Geest, zeg mij de waarheid"; en hij wilde mij niet antwoorden. Maar toen ik zei: "In de Naam van Jezus Christus, zeg mij de waarheid."
Hij zei: "Ja, het is verkeerd." God weet dat het de waarheid is. Jazeker!
O, geloof in de Vader,
Geloof in de Zoon,
Geloof in de Heilige Geest,
Deze drie zijn Eén.
Duivelen zullen beven,
Zondaars ontwaken,
Geloof in de Here Jezus
Doet alles schudden.
147 Ja meneer! Blijf bij die Naam.
148 "U hebt een naam dat u leeft, maar u bent dood." Daar is uw kerk. Daar is hij.
149 Luister, er is een vrouw die zit... Er zijn fijne, aardig uitziende, prachtige vrouwen die vanmorgen in deze kerk zitten; jonge vrouwen, vrouwen op middelbare leeftijd, oude vrouwen; zij zijn allemaal fijn; zij zijn iemands vrouw, iemands dochter, iemands liefste, enzovoort. Elk zijn ze... Er is één mevrouw Branham die hier zit. U bent allen vrouwen, maar er is één mevrouw William Branham. Zij is degene die met mij naar huis gaat. Zij is degene die mijn lieveling is. Zij is degene die mijn kinderen opvoedt.
150 Er zijn vele mooie kerken in de wereld vandaag, maar er is één mevrouw Jezus, die de echte ware, wedergeboren schepselen van God voortbrengt. U weet wat ik bedoel, nietwaar? Haar naam is niet Methodist, haar naam is niet Baptist; haar naam is Jezus, mevrouw Jezus. Welzeker is zij dat. Zij brengt mensen voort, geen leden van de Methodistenkerk; zij brengt geen Baptistenkerk voort of Presbyterianen of Katholieken; zij brengt degenen voort die geboren, geworteld en gegrond zijn in Christus Jezus. Daar is zij, dat is zij. Ik ben zo blij dat ik bij haar ben. Zij is een mystieke gemeente. Zij heeft geen enkele denominatie. Zij draagt geen van deze grote, geweldige namen en grote gebouwen. Zij vergadert waar er ook maar leden van het Lichaam zijn die samen vergaderen. Zij aanbidden in Geest en in Waarheid. Zij waren voorbestemd voor de grondlegging der wereld.
Nog één Schriftplaats en ik beloof u dat ik zal sluiten. En ik zal de rest ervan tot vanavond bewaren. Leo, je kunt dit dan vanavond opnemen.
151 Laten we even naar Efeze gaan, alleen deze ene Schriftplaats lezen en dan zal ik het bij u achterlaten. Wij gaan uitvinden wat de Bijbel hier nu over zei. Ik zal deze grote leraar, Paulus, nemen, welke...; er is nooit iemand zoals hij geweest. Hij was de apostel tot de heidengemeente. In orde, neem Efeze 1.
152 Nu, we zullen binnen een ogenblik sluiten. Luister hiernaar, mijn dierbare vrienden. Luister naar Paulus die tot dezelfde soort gemeente predikt als ik vanmorgen.
Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van... (de Presbyteriaanse kerk. De... welke kerk?) ... De wil van God aan de heiligen... (de geheiligden) ... die te Efeze zijn;... (Nu, bedenk dat zij over heel de wereld verspreid zijn, maar dit is de groep te Efeze, waar hij tegen spreekt. Nu, hij spreekt niet tot de wereld; hij spreekt niet tot de plaatselijke gemeenteleden; hij richt dit tot de geheiligden. Ziet u het?) ... en gelovigen in Christus Jezus: (Hoe komen wij in Christus Jezus? Door één Geest zijn wij allen gedoopt, leven gelovig. Hoe weet u dat u de Heilige Geest hebt? Wij zullen er vanavond misschien toe komen. Ziet u? In orde.) ... in Christus Jezus;
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en.. de Here Jezus Christus.
Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten gezegend heeft...
153 Weet u, er is niet veel schreeuwen voor nodig; er is niet veel geroep voor nodig. Dat is goed, niets op tegen; dat is goed. Dit hoeft niet. Een onderworpen hart is er voor nodig, dat zit in hemelse gewesten, feestend van de dingen van de Geest. Nu, waar feest de Geest van? Emotie? Niet helemaal; het brèngt emotie. Ziet u? Maar u zou...
154 U herinnert zich het visioen over de regen en de tarwe, het onkruid? Herinnert u zich, wanneer er regen nodig was, is daar een kleine klit, die zijn hoofd naar beneden laat hangen; de tarwe heeft zijn hoofd naar beneden hangen. Wanneer de regen komt, sprongen beiden op en jubelden. Dezelfde regen, maar aan hun vruchten zult u hen kennen, kijk...
Genade zij u van God, onze Vader...
(Let nu op) ... (Het 4e vers nu) ... Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren... (Bij de laatste opwekking? Hm? Toen wij lid werden van de Baptisten en de Methodisten? Neen!) ... uitverkoren vóór... (zij hadden de samenkomst. Ja) ... vóór de grondlegging der wereld,... (Hij koos ons toen direct. Nu, wij kozen Hem niet; Hij koos ons. Ziet u? Hij koos ons toen voor de grondlegging van de wereld) ... opdat wij heilig zouden zijn...
155 Hoe waren wij heilig? Niet door wat wij deden, maar wat Hij deed voor ons, omdat wij het niet kunnen zijn. Hoe kunt u van een varken een lam maken? Broeder Roy, u fokt zowel varkens als lammeren. U kunt hen niet mengen. Het varken loopt daar gewoon rond en eet alle soorten rommel die hij kan krijgen. Hij zal uit de mesthoop komen en zijn buik vol eten. Wel, u voelt zich daar niet slecht door; u gelooft dat dat varken gewoon in orde is; hij is gewoon een goed varken; dat is alles. Maar u ziet daar geen lam bij. Hij zou hem niet kunnen uitnodigen voor het diner; hij zou niet komen. Nee. Wat is er aan de hand? Omdat hij een varken is. Gaat u hem maar vertellen dat hij verkeerd is. "Gezegend zij God, ik ben een varken; blijf op uw eigen grond. Gaat u daar maar heen en wees een heilige roller als u wilt." Daar hebt u het. "Als u de wereld liefhebt of de dingen van de wereld, de liefde van God is zelfs niet in u", zegt het Woord.
156 Nu, niet dat ik gestopt ben met mest eten maakt mij anders dan een varken (ziet u?) – maakte dat ik geen varken meer was; dat is het niet. Maar toen mijn natuur veranderde. "O, ze zetten er een hek omheen; ik denk dat ze mij tegenhouden; ik word niet verondersteld dit te doen." O nee! U wordt nergens van tegen gehouden; u bent wedergeboren; dat is alles. U bent alleen maar veranderd. Dat is juist.
157 Maar indien u de geest van dat lam eruit kon nemen en in het varken kon plaatsen, zou dat lam hetzelfde doen – het varken zou hetzelfde doen, wat de geest van het lam in hem zou doen. En dat lam zou direct omkeren en hetzelfde doen wat het varken deed. Nu ziet u, u varkens, waar u aan toe bent? Dat is precies juist. Dat is juist. Ziet u?
158 U gaat door en hebt de dingen van de wereld lief, draagt korte broeken en doet al deze dingen; ga maar verder; het toont wat u bent. "Aan hun vruchten zult u hen kennen. Leest men vijgen van doornen?" Ziet u? Nee, nee. U haalt vijgen af van een vijgeboom. U krijgt appels van een appelboom. U krijgt doornen van een doornstruik. Dat is juist. Nu, luister echt aandachtig nu.
In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van Zijn wil,
heeft ons uitverkoren tot lof van de heerlijkheid Zijner genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.
159 Wie deed het? Omdat ik stopte met drinken, omdat ik stopte met roken? Nee! Hij deed het. Hij maakte mij, voor de grondlegging der wereld, aanvaardbaar in de tegenwoordigheid van Zijn genade. Niets heb ik gedaan; deed er nooit iets aan, had er niets mee te maken. Ik was een varken om mee te beginnen. Ik was een zondaar, geboren in een familie van dronkaards, opgevoed bij een distilleerketel van clandestien bereide drank, zittend op een whisky-vat, schandelijk. Dat is juist! Kentucky dranksmokkelaar, droeg nooit een paar schoenen tot ik al een grote jongen was, haar dat neerhing in mijn nek, geïnstalleerd op een drankvaatje om clandestien bereide drank te maken en toch kwam de Heilige Geest tot mij toen ik zeven jaar oud was en zei: "Raak er geen druppel van aan en maak geen gekheid met die kleine meiden daar buiten en rook geen sigaret of kauw geen tabakspruim." O my, wat was het? Het welbehagen des Vaders voor de grondlegging der wereld dat Hij mij zou zenden om het Evangelie te prediken en Zijn schapen te leiden. God zegene Hem en die grote Naam voor eeuwig. Ik zal bij Zijn Bijbel blijven, zinken of verdrinken, populair of impopulair. Of er iemand is die mij liefheeft of niet, ik zal Hem behagen. Ik wil datgene doen wat Hem behaagt.
160 Als de Baptist mij afwijst, de Methodist, de Pinkstermens op hun eerste bewijs dat spreken in tongen de Heilige Geest is... Dat is de reden dat wij geen Pinkstergroep zijn. Wij geloven net zomin dat spreken in tongen u meer vervuld doet zijn met de Heilige Geest, dan dat wij geloven dat leven in een schuur van u een varken zou maken (nee meneer!), of dat wij geloven dat leven in een koningspaleis een koning van u zou maken. Het doet het niet. U zou een dienstknecht kunnen zijn (ziet u?); u zou van alles kunnen zijn.
161 Nee meneer! Wij geloven dat u de Heilige Geest ontvangt door een ervaring, niet door mythische, intellectuele opvatting van de Schriften, maar door een ervaring die u alleen weet. Nu, als u wilt weten of het de Heilige Geest was, let dan op hoe uw leven zich nadien vormt; het zal vertellen wat voor een geest in u gekomen is.
162 U zou misschien in tongen kunnen spreken en misschien niet. Maar waarom deden de Pinkstermensen zoiets vreselijks? Waarom deden de Pinkstermensen dat? Waarom? Omdat in het begin toen God terug begon te herstellen daarginds veertig jaar geleden, door de gaven terug te brengen, iemand in tongen begon te spreken... En spreken in tongen is de minste gave, volgens Paulus' onderwijzing, van de hele groep van gaven. De minste van al de gaven is spreken in tongen. En zodra zij het deden, raakten ze allemaal opgewonden en maakten een denominatie en noemde het de 'General Council' [Algemene Raad], welke de 'Assemblies of God' is.
163 Welnu, ik heb gesproken tot sommigen van hun beste mensen, hun beste theologen en zij zeggen: "Broeder Branham, u hebt gelijk, maar wat kunnen wij nu doen? Als wij daar tegen waren opgestaan, zouden wij eruit geschopt zijn. En wat zou onze kerk over ons denken wanneer we hen al jaren leerden dat het bewijs van de Heilige Geest spreken in tongen is. Wat als wij het nu veranderen?" Dat is de vloek van denominatie. Gezegend zij de Here, wij hebben geen denominatie. Wij nemen het, net zoals de Geest leidt.
164 De doop met de Heilige Geest is een persoonlijke ervaring. Ik heb mensen in tongen zien spreken, ik heb heksen en tovenaars gezien... Elke zendeling die ooit gehandeld heeft met hekserij en duivels weet dat. Ik heb hen zien staan en in tongen zien spreken, aarde over hun hoofden zien gooien, zichzelf met een lans snijden en in tongen zien spreken en het uitleggen. En u zegt, dat is de Heilige Geest? Zeker is het dat niet. Het is de duivel. Jezus zei nooit: "Aan hun tongen zult gij hen kennen", maar, "aan hun vruchten zult gij hen kennen." En Galaten 5:22 zegt, dat de vrucht van de Geest liefde is, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid, vriendelijkheid, geduld, zachtmoedigheid, trouw, zelfbeheersing. Is dat juist? Daar hebt u het.
165 Nu, als u een Methodist bent en die soorten vruchten u volgen, dat u niet snel opvliegt met een humeur als een cirkelzaag..., als u geduld hebt gekregen, en u hebt liefde en welwillendheid voor iedereen; als uw eerste liefde Christus is, uw tweede uw medemens, laat u de derde daar beneden zijn; als u voortgaat, lankmoedigheid verkrijgt, vriendelijkheid, geduld, geloof...
My, u zegt: "De Geest des Heren is op mij. En er is Goddelijke genezing. De Heilige Geest is hetzelfde vandaag."
166 Nu, u zegt: "Wacht even. Ik werd in de 'Church of Christ' onderwezen dat de dagen van wonderen voorbij zijn." U hebt een duivel. Dat is juist.
U zegt: "Wel, wij moeten gedoopt worden. In de Bijbel is niet zoiets als gedoopt worden in de naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest. Nu zie ik het; het is in de Schrift. Het is de Naam van de Here Jezus; overal is het de Naam van de Here Jezus."
167 "Wacht even, wij zullen u uit de Assemblies schoppen." U zwicht daarvoor, u hebt een valse geest in u; u luistert naar een valse lering of een valse profeet.
168 Nu, vind slechts één plaats waar men ooit gedoopt werd in de naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest, en ik geef het op. Ik zal u elke plaats tonen waar zij gedoopt werden in de Naam van de Here Jezus. Nu, wie heeft gelijk, de Assemblies of de Bijbel?
169 Als u zegt: "Wel, ik ben besprenkeld. God zij geprezen, dat is voor mij evengoed, u hebt gewoon niet genoeg opleiding. Ik zeg u, besprenkelen, wat voor verschil maakt het om er water op uit te gieten of het onder te dompelen?" Het kan me niet schelen hoe het er uitziet; de Bijbel zegt: gedoopt worden. En dopen betekent: ondergedompeld worden.
U zegt: "Wat voor verschil maakt het?"
170 Wel, wat indien God Mozes zei: "Doe uw schoenen uit; u bent op heilige grond" en Mozes zei: "Dat is teveel moeite; ik zal gewoon mijn hoed afnemen in plaats van schoenen te moeten losrijgen", zou het evengoed geweest zijn? Nee meneer! God zou nooit tot hem gesproken hebben tenzij hij zijn schoenen uitdeed. En God zal nooit tot de gemeente spreken tenzij ze terugkomt tot goddelijke uitspraken en beginselen die Christus gaf en ze wordt niet overheerst door een emotie of een denominatie om haar deze of die kant op te trekken. Zij zal moeten terugkomen tot het geloven in wonderen, het geloven in tekenen, het geloven in de Heilige Geest, gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus. En al deze dingen zullen daartoe terug moeten komen of God zal niet tot hen spreken. Dat is precies juist.
171 Daar is het waar de gemeente is. Daarom zijn wij geen denominatie-mensen. Dat is precies waarom wij niet tot denominaties behoren. Wij geloven de Bijbel en dan staan dáárin een heleboel dingen die wij niet weten, veel ervan, maar wij staan er open voor, Here Jezus, openbaar het gewoon, en...
Wij zullen wandelen in het Licht;
Het is een prachtig Licht;
Het komt waar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel rondom ons bij dag en bij nacht,
Jezus het Licht van de wereld (Niet de Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, maar Jezus, het Licht van de wereld).
Allen gij heiligen van het Licht, maak bekend
Jezus het Licht van de wereld;
Dan zullen de klokken des hemels luiden;
Jezus het Licht van de wereld (iedereen in de vorm van aanbidding nu).
Wij zullen wandelen in het Licht;
Prachtig Licht,
Kom waar de dauwdruppels van genade helder zijn,
Schijn geheel rondom ons bij dag en bij nacht,
Jezus het Licht van de wereld.
172 Zou u niet liever Jezus en Zijn Woord hebben dan de gedachte van een denominatie erover? Hoevelen zouden liever Jezus en Zijn Woord hebben? Nu, vind één plaats hierin waar God ooit een denominatie verordineerde. Vind één plaats waar Hij ooit een vrouwelijke prediker plaatste of er één verordineerde in de Schriften. Vind één plaats waar er iemand besprenkeld of begoten werd. Vind één plaats, waar er iemand ooit gedoopt werd in de Naam van Jezus Christus ergens waar dan ook dan in de Naam van Jezus Christus; niet Vader, Zoon, Heilige Geest. Vind waar één persoon ooit gedoopt werd in de naam van Vader, Zoon, Heilige Geest; kom het mij tonen. Want ieder werd gedoopt in de Naam van Jezus.
173 Nu, wij zullen voortgaan in diepere dingen dan dit nu. Nu, wij zullen op het eerste bewijs, enzovoort, ingaan, in... Zie gewoon waar het aan toe is. Nu, als zij daarmee in tegenspraak leren, leren zij dingen die niet in de Bijbel zijn.
174 Vergeet niet, dat ik u om één plaats vraag waar er ooit een denominatie was. Toon me er gewoon één. Dan is er iemand verkeerd. Ik vraag niet om één hier en misschien één daar waar de andere niet was. Ik zeg, toon mij één plaats waar er ooit een denominatie was. Driehonderd jaar na de dood van de laatste apostel... Toon mij waar er één denominatie is buiten de Katholieke kerk die het begon. Toon mij één plaats waar de Bijbel denominatie niet veroordeelt. Waarom bent u dan denominaties?
175 Toon mij één plaats, nu, één plaats, één plaats waar enig persoon ooit werd besprenkeld tot vergeving van zonden. En ik bedoel niet gewoon één hier en daar, maar toon mij nu één plaats in de hele Schrift. Toon mij één plaats in de hele Schrift waar iemand ooit begoten werd tot vergeving der zonden. Toon mij één plaats waar iemand ooit werd gedoopt in de naam van Vader, Zoon, Heilige Geest, gewoon één plaats, één persoon, waar één persoon ooit werd gedoopt in de naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest. Toon mij één plaats waar God ooit een vrouwelijke prediker in de kerk zette of haar zei om het te zijn. Waar is het? Nu, dit is een grote uitdaging, maar ik wil uw vraag vinden, nu op de kansel, mij vanavond tonend waar één van deze dingen is; ik zal mij dan verontschuldigen. Als het niet zo is en als u dan niet aan deze vereisten hebt voldaan, waarom voldoet u er dan niet aan? Kom, wees één van ons. U ben het hoe dan ook potentieel.
176 Als uw naam in het Boek des Levens des Lams is, zult u wandelen in het licht, zult u het Licht zien. God zal het u openbaren en u zult erin wandelen. Ziet u? Dat is precies juist. Ziet u?
177 Nu, waarom neem ik u mee terug naar een kerk? Ik neem u mee terug naar de Bijbel. Nu, wat zei Paulus? Wat zei Paulus? "Als een engel van de hemel iets anders predikt dan dit, laat hem vervloekt zijn."
178 God zei: "Laat het woord van ieder mens een leugen zijn en het Mijne de Waarheid." Ik geef er dus niet om wat enige kerk zegt, Pinkstermensen, Baptisten, Presbyterianen, Gods Woord is de Waarheid. Waarom startten zij dit? Wegens denominatie.
179 De Pinkstergemeenten van God vandaag zouden alles willen geven, regelrecht in de bodem van het hart van die grote leraars, indien zij nooit dat dogma van het eerste bewijs, spreken in tongen, begonnen waren. Zij weten dat het verkeerd is. Het zal niet standhouden. Zeker zal het dat niet. Ik kan u door Gods Bijbel bewijzen dat u de Heilige Geest niet ontvangt door in tongen te spreken. Het staat er niet in. O, u dacht... Jazeker, er staat geschreven dat het zo dichtbij is dat het de uitverkorenen zou misleiden. Ziet u? Hij heeft het voor de ogen van de wijzen en verstandigen verborgen en aan kinderen geopenbaard. Het is een geestelijke openbaring. Let op wanneer de openbaring het treft en let op hoe het opklaart. Ziet u, daar bent u er. Ziet u, daar is de zaak die u in het oog moet houden, vrienden. Ziet u het?
180 Daar... Wij danken God voor de Heilige Geest die onze Leraar is en Hij treedt niet zomaar naar buiten en krijgt een of ander oude mythische gedachte en brengt het hier naar voren en zegt: "O, halleluja, hier is het precies – net hier geschreven. Halleluja!" De Heilige Geest gaat terug en brengt het regelrecht door de Schrift, plaatst haar helemaal door de Schrift heen. Ziet u? Dat is wanneer u de Waarheid hebt. Dat is precies. Want het moet zijn: gebod op gebod op gebod en regel op regel op regel. Zo zei de Bijbel het te doen.
181 U zegt: "Veroordeelt u denominatie?" Nee meneer! "Veroordeelt u vrouwelijke predikers?" Nee meneer! "Veroordeelt u spreken tongen?" Nee meneer! "Veroordeelt u mensen die gedoopt zijn in de naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest?" Nee meneer; nee meneer! Maar als ik zeg: als zij nu beter weten, zal God hen ervoor verantwoordelijk houden, als zij het niet opvolgen, weet u. U mocht het misschien niet geweten hebben tot nu toe, maar u weet het van nu af aan. Ziet u? Nu, als u denkt dat het niet juist is, onderzoek de Schriften en vind dan een plaats en kom terug en leg het vanavond op deze lessenaar; en wij zullen zien of het juist is of niet. En gaat u Het onderzoeken met een open geest, open hart.
182 Niet dat – nu, deze onderwijzing zoals deze is voor de Branham Tabernakel. Ziet u? Dit hier, juist precies hier. Het is niet...
183 Ik wenste dat het niet 'Branham Tabernakel' was. Ik wilde dat het gewoon 'De Tabernakel' genoemd werd, dat zelfs mijn naam er niet aan verbonden was. Ik ben bezig deze gemeente te...
184 U allen weet wanneer wij het kochten. Ik kocht het toen ik werkte voor de 'Public Service Company'. En zette deze zaak hier op en men noemde het gewoon zo omdat broeder Seward en de anderen mijn naam er aan verbonden toen zij daar de akte opstelden. Zodra ik in het reine kan komen met dit geval waarin wij nu zijn, zal deze kerk worden overhandigd aan deze gemeente, gewoon gegeven, en mijn naam ervan afgenomen.
185 Ik denk niet dat mijn naam op deze gemeente behoorde te staan. Het behoorde geen Branham Tabernakel te zijn: het zou gewoon een gemeente moeten zijn; De Gemeente van de Here Jezus Christus, of zoiets, de Tabernakel van de Heer (ziet u?), de Woonplaats, Het Huis van gebed, of iets anders, met een of andere naam. Laat de samenkomst hun naam kiezen. Mijn naam, ik ben gewoon een mens. Mijn naam verdient het niet hierop te staan, niet meer dan niets. De reden dat het moest zijn, mijn naam hier op te zetten was omdat mijn naam op de akte stond, die zei: "Billy Branham". Ziet u? En het zou daar niet moeten zijn. Nee meneer! Het zou een gemeenschapsgemeente moeten zijn. Dit zou hier aan de samenkomst moeten behoren.
186 En deze gemeente is soeverein. Er is geen raad van beheerders of diakenen die u zal vertellen wat te doen. Deze gemeente in een algehele stemming vertelt u wat te doen. Dat is precies juist. Als er een beslissing is...
187 Als u uw voorganger niet mag en er zijn twee of drie mensen die iets tegen de voorganger hebben, dan kunnen zij het niet opheffen. Als zij diakenen zijn, beheerders, zij... Of wat voor ambt zij hier hebben, zij hebben slechts één stem. Dat is alles. Als hij hulpprediker is heeft hij slechts één stemrecht. Hij is net zoals het lekenlid dat achteraan zit. Heel de stemgerechtigde kerk beslist de zaak. En dat is goed; dat is juist. Geen diakenraad zet een voorganger eruit of geen voorganger zet een diakenraad eruit. De gemeente doet dat in een algemene stemming van de hele zaak.
188 Zij is soeverein in zichzelf. Wij hebben geen bisschoppen; wij hebben geen algemene opzieners; wij hebben Jezus. Amen! Hij is de Bisschop. Hij is de Algemene Opziener. Hij is de Hoofdvoorganger. Hij is de Koning. Hij is de Here. Hij is de Genezer. Hij is Alles en Alles. En wij zijn gewoon Zijn onderdanen die wandelen in het Licht. Amen.
189 En Hij zette sommigen in de gemeente als wat? In de gemeente, in het Lichaam, zette sommigen daar, hier als wat? Ten eerste apostelen, dat zijn zendelingen. Wij hebben er een hier in de gemeente nu, een kleine jongen, die daar achteraan zit, een vriend van mij, broeder – ik noem hem Creech – Jefferies. Dat is de eerste hoogste roeping, een zendeling. U zegt: "Een apostel is een zendeling?" Absoluut. Ga in het woordenboek kijken en ontdek wat apostel betekent. Het betekent: gezondene. Ga kijken in het woordenboek wat zendeling betekent: gezondene. Hetzelfde. De hoogste orde is een zendeling die de zeeën doorkruist voor de Here Jezus.
Nu, ten eerste apostelen; ten tweede: profeten. Wat is een profeet? Een ziener.
190 Niet iemand die zich voorgeeft – geen apostel die zich uitgeeft als een zendeling, thuis blijft, maar één die echt een zendeling is, een apostel. Een profeet, ziener...
191 Apostelen, profeten, leraars, evangelisten, herders. Daar bestaat het Lichaam uit. In dat plaatselijke lichaam zijn er negen geestelijke gaven. Een ervan is wijsheid, kennis, Goddelijke genezing, spreken in tongen, uitlegging van tongen, al deze verschillende gaven die in het plaatselijke lichaam zijn. En deze apostelen, herders, leraars en evangelisten zijn allen hier om zeker te zijn dat in die gaven deze dingen goed werken. Als zij iets verkeerds zien oprijzen, veroordelen zij het snel omdat het niet met de Schrift in overeenstemming is. Laat iemand hier komen aanwandelen en zeggen: "Geprezen zij God, ik heb olie in mijn handen; kijk hier. Weet u, ik geloof dat ik de Heilige Geest heb gekregen. Ik heb olie in mijn hand."
192 U zult iemand horen zeggen: "Dat is niet Schriftuurlijk." Dat is juist. "Laten we het nemen en hier in de kamer gaan; laten we de Schriften doorzoeken. Toon mij in de Schriften waar dàt het bewijs van de Heilige Geest is."
193 Iemand zei: "O, ik sprak in tongen; ik heb het." Toon mij in de Schriften dat dit het bewijs van de Heilige Geest is. Dat is juist.
194 "O, de Here riep mij om te prediken", zei een vrouw. Toon mij in de Schriften dat Hij het deed.
195 "O, ik weet dat de Here het mij vertelde; Hij zegende mij die avond toen ik gedoopt werd in de naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest." Toon mij in de Schriften waar u verondersteld wordt dat te doen.
196 "Wel, ik ben net zo goed als ieder ander; en ik ben een Methodist of een Baptist of een Presbyteriaan; ik ben een Pinkstermens." Toon mij in de Schrift waar God dat zei. Ziet u? Dat is juist. Het is daar niet.
197 Er wordt nu een openlijke uitdaging aan u leden van deze tabernakel gedaan. Er is een openlijke uitdaging. Nu, indien u één ding vindt waarvan u denkt dat het verkeerd is, wat ik gezegd heb vanmorgen, één ding dat in tegenspraak met deze Schrift is, dan bent u plichtgebonden om dat vanavond op deze kansel te leggen. Dat is juist. U brengt het mee en legt het hier. Toon mij de Schriftplaats, het vers in de Bijbel waar er een denominatie was, dat Jezus een denominatie maakte, of iets van deze dingen die ik onderwezen heb, waar Hij het ooit verordineerde en een vrouw in de gemeente zette als prediker, waar Hij ooit besprenkeling, begieting verordineerde of iets van die aard waarover ik gesproken heb. Leg het hier neer. Vanavond zullen wij er dan op ingaan, zo de Here wil, op de doop met de Heilige Geest en op het zaad van de slang en van de vrouw. In orde. De Here zegene u. Hoevelen voelen zich goed?
O, ik voel mij of ik door wil reizen,
O, ik voel mij om door te reizen (Nu, zing dat echt lieflijk voor de Here)
Mijn hemels tehuis is helder en mooi,
En ik voel mij om door te reizen.
O, ik voel om door te reizen,
O, ik voel om door te reizen,
Mijn hemels tehuis is helder en mooi
En ik voel mij om door te reizen.
198 Nu, er is één ding geweest sinds ik op deze rustperiode ben geweest gedurende deze weken. Ik ontdekte dat er een onrust bij mij is geweest en ik wil dit nu aan mijn gemeente bekennen. Ik zat daar achter die eike- en notebomen te bestuderen: "Waar maakte ik mijn eerste fout? Wat deed mij verkeerd gaan? Wat was het?" Weet u wat ik ontdekte wat mij verkeerd maakte? Het bestaat om met iets overboord te gaan. Wist u dat? U kunt proberen in orde te zijn en proberen goed te doen, en dan kunt u te goed zijn. En ik heb de mensen mij gewoon laten rondduwen. Ziet u? Zij zullen zeggen: "Wel, broeder Branham, kom hierheen. De Heer zei mij u dit te vertellen."
"Wel in orde, broeder, hier kom ik."
"O, broeder Branham, gaat u daar niet heen, hier heen."
199 "Wel, misschien kan ik er maar beter niet heengaan." Ziet u, en u weet niet wat te doen. Dat is wat mij nerveus maakt. Ik ga waar de Heer mij heen leidt te gaan en ik geef er niet om wat iemand anders erover zegt. Ziet u? Dat is precies juist. Ik wil dus geen gevoelens kwetsen.
200 En dan merkte ik nog iets op; mijn kinderen daarboven zijn een stel zenuwlijders geworden, schreeuwen 's nachts en van alles, mensen die het huis met drommen binnenkomen en weer uitgaan, heel de tijd; mensen die komen van overal. Ik verwijt de mensen daar niet over, zieke mensen. Maar wij hebben dat allemaal geregeld. En hier bij de kerk wanneer ik kom om een samenkomst te houden, wel, ik moet bijna naar buiten glippen, uit de kerk gaan, omdat mensen me staande houden en dergelijke. Ik ben zo vermoeid en soms kom ik uit mijn genezingsdienst en ben ik echt niet goed voor hen en zeg... "Zeg, broeder Branham, de Here zei hier..." "wij komen hierheen om te gaan..." Dat is niet goed; ik zou dat niet moeten doen. We moeten dat niet doen.
201 Nu, wij hebben regelingen getroffen om daarvoor te zorgen. En nu, bedenk slechts dat iemand die wil... Ik wil iedereen bezoeken; en ik wil tijd nemen om met de mensen te spreken. Op deze wijze kunt je niet... Je krijgt daar iemand binnen en het eerste, weet u, is dat al uw tijd voorbij is aan één persoon en dat je er niet toe komt de anderen te ontvangen. En dat is niet goed. Mensen komen van ver weg, gewoon om enkele woorden met je te wisselen. En als God die mensen dat geloof in mij gegeven heeft om dat te geloven, dan verdienen zij wat tijd om onderwezen te worden. U zou hen niet moeten afschepen met te zeggen: "O, ik ontvang niemand." Dat is niet juist. Omdat ik bang ben ze te ontvangen omdat iemand op je afkomt en zegt: "Nu, de Here vertelt mij, broeder Branham, dat u een zeker bepaald ding zou moeten doen; dit is het. Dit is de wil des Heren nu." De Here zal mij Zijn wil vertellen.
202 Meneer King, hoevelen herinneren zich R.A. King, die hier vroeger kwam, hier naartoe? Hij zei... Ik bouwde eens een boot daar. Hij zei: "Nu, broeder Branham, u bouwt die boot nu volgens uw eigen specificaties." Hij zei: "Ik was aan het bouwen..."
203 Iemand bouwde eens een boot en er kwam een kerel langs en zei: "U moet deze dolboorden op deze manier maken." Wel, hij probeerde het op die manier.
204 Een ander zei: "O, u behoort het op deze wijze te doen, alles, de ribben en alles; de boot had op deze wijze moeten zijn en de boeg had zo moeten zijn en het voorste stuk en de achtersteven en het roer." En hij zei dat het er verschrikkelijker uitzag dan hij ooit een boot gezien had toen hij klaar was. Hij zei dat hij gewoon de boot nam en hem op het achtererf opborg en opnieuw begon met te zagen, een andere model makend. Hij zei dat er iemand langskwam en zei: "Zeg, zó moet u bouwen."
205 Hij zei: "Degene die gebouwd werd volgens de instructies van anderen staat buiten op het achtererf. Ik bouw deze zoals ìk denk dat het moet worden gebouwd." Zo is het.
206 Nu, als God wil dat ik iets doe, zal Hij mij vertellen wat te doen. Als u denkt dat ik verkeerd ben in wat ik doe of zoiets, bidt voor mij dat God mij terecht zal wijzen. Ziet u? Want ik kan niet luisteren naar zovelen.
207 Nu, u misschien hier bij de kerk, u hoeft misschien maar naar één of twee mensen te luisteren, maar ik heb er in de tienduizenden. Hoe kan ik het doen? Toen zei ik: "Voor ik iemand een antwoord geef zal ik gaan zitten en het goed bestuderen – kijken welke weg de Heilige Geest leidt; dan zal ik het hem of haar vertellen wat het ook is; en dat is mijn beslissing; daar blijf ik bij." Dat is juist. Blijf daar bij.
208 Nu, vraaggesprekken zijn vastgesteld. Iemand die mij wil bezoeken, volkomen in orde. Als u BUtler 2-1519 zult bellen; kijk gewoon in de telefoongids en vind William Branham, BUtler 2-1519, dan zullen afspraken gemaakt worden voor vraaggesprekken. En het zal worden genoteerd, precies de tijd en de plaats. Nu, ik kan elke persoon ontvangen, met hen zijn, hen helpen met hun problemen en dergelijke, maar ik kan niet zomaar gaan en een dag bij iemand blijven en vier of vijf uren bij een ander en de volgende dag alles missen. Wij hebben maar zoveel tijd. Wij vragen hun wat ze willen en hoeveel tijd en leggen dat gewoon vast. En wij spreken elke persoon. We hebben dat...
209 En de man die de telefoon beantwoordt zal meneer Mercier hier zijn of meneer Goad, die hier zit. En zij zullen dat direct in de agenda vastleggen en ik zal elke persoon ontvangen.
210 Als het een speciaal geval is, als het gedurende de tijd voor de gebedsdienst is voor de zieken, nu, breng uw zieken en aangevochtenen binnen en laat hen een avond of twee luisteren.
211 Nu, wij zullen voor die noodgevallen bidden, maar dan, na een paar avonden ongeveer, wil ik mijn nieuwe bediening beginnen. En ik wil hen hier achter in deze kamer nemen, want u kent het visioen. Hoevelen herinneren zich het visioen (zeker doet u het) van de kleine tent in de zaal?
212 Nu, ik zal Meda met mij meenemen op de eerste avond wegens het binnenkomen van vrouwen. En dan als het... kijken hoe het met haar erbij werkt. En dan als het zo niet goed werkt, dan zal ik het anders doen en twee vrouwen per keer laten komen, twee vrouwen tegelijk laten brengen omdat zij in een plaats komen waar alleen een man is. Ziet u? En dat... Natuurlijk hebben wij reine gedachten, maar de duivel heeft het niet, daar buiten (ziet u het?) dus, wat zou hij erover denken (ziet u?) en wat zou de wereld zeggen? Maar het is een bediening die ik niet aan het publiek kan bekendmaken. Niemand zal dit ooit nabootsen. Ziet u het? Nee meneer! Nee, ik weet dat het nu precies op het samensmelten af is. Het lijkt alsof ik er alleen naar uit hoef te reiken om er houvast aan te krijgen; het ligt daar precies.
213 Gisteravond... ik droomde net voor ik opstond deze morgen, broeder Neville. Ik droomde een droom en ik dacht dat de bediening... Ik weet niet wat ik deed, maar wat het ook was, was het; o, u spreekt over dingen die gebeuren; ik heb nooit zoiets gezien. Ik werd gewoon huilend wakker; prijzend. Ik zou zo mijn vrouw met mijn hand in het gezicht hebben geslagen, of zoiets, gewoon God prijzend, daar liggend. O, ik weet gewoon dat er hier iets is, gewoon gereed om zich ernaar uit te strekken en een houvast er op te krijgen. Het zal groter zijn dan het ooit geweest is. Het zal wonderbaar zijn. Ik geloof dat God op het punt staat iets groots te doen. Maar nu moeten we het gezond, verstandig en precies in het Woord van God benaderen. Correct! O, wij hebben Hem lief.
214 Nu vergeet het niet, als iemand van uw vrienden of iemand mij wil bezoeken en met mij wil praten over iets dat privé is, laat hen BUtler 2-1519 bellen en er zal een vraaggesprek afgesproken worden ter plaatse. Ik kan hen daar niet rond het huis hebben en rond de tabernakel hier, omdat als u hier binnenkomt... Ik predik echt laat; en ik blijf hier omdat ik niet erg veel bij u ben. En ik houd u gewoon zo lang als ik kan om elk woord erin te krijgen, omdat vrienden, dit de enige tijd is die wij ooit zullen hebben om dit te doen. Dit zal allemaal spoedig voorbij zijn. Wij gaan regelrecht voort de vallei in, recht naar beneden. Kijk naar hen die vertrokken zijn sedert verleden jaar, die hier waren. Ziet u?
215 Wij gaan dus naar beneden in een vallei; wij moeten dit nu doen. Dit moet nu gedaan worden. En dat is nu de reden dat ik u vasthoud. U zegt: "Wel, dat is... Hoe zit het met de Schrift daarover?" Ja, Paulus predikte op een avond, de hele avond, en een man viel uit het gebouw, doodde zichzelf. Hoevelen weten dat? Heel de avond door. Paulus ging er naartoe en legde zijn lichaam boven op hem, voelde hem – zijn hart begon samen te kloppen met het hart van die makker, en zei: "Nee,..." [Leeg gedeelte op de band – Vert]
Neem de Naam van Jezus mede,
Val ootmoedig voor Hem neer,
Koning der Koningen zullen wij Hem kronen,
Wanneer onze reis is volbracht.
In orde, op onze voeten nu.
Neem de naam van Jezus mede,
Kind van kommer, zorg en smart;
Het zal u vreugde en troost geven...
Ik zal u zeggen wat het ons laat doen, keer u om en geef iemand de hand en zeg: "Hoe maakt u het, broeder? Ik ben echt blij u te zien."