Gemeente-orde

Door William Marrion Branham

1 Wij hebben zojuist de grote samenkomst van vijf avonden in de Tabernakel beëindigd, waarin ik met Gods genade en met Zijn hulp ijverig heb geprobeerd de gemeente van de Here Jezus Christus, zoals wij het in de Branham Tabernakel geloven, volgens de Schrift op orde te zetten.

2 Allereerst wil ik zeggen dat de voorganger in mijn afwezigheid altijd volledig de leiding heeft over de Tabernakel en ik let alleen op de voorganger wanneer ik terugkom. Het wordt dus volledig aan hem toevertrouwd om te veranderen of te doen wat hij denkt dat het beste is, onder de leiderschap van de Heilige Geest, tijdens mijn afwezigheid.

3 Wij geloven in een apostolische gemeente en onderwijzen de apostolische zegen voor de mensen van deze dag. We geloven in het volle Evangelie en geloven dat al de tekenen en wonderen waarover gesproken werd door onze Here Jezus Christus Zijn gemeente zullen vergezellen tot Hij wederkomt. Wij geloven in die dingen en geloven dat ze op orde gezet moeten worden, dat de gemeente zijn orde heeft. En iedere gemeente heeft zijn leer en orde en discipline.

4 Onze gemeente heeft geen gemeenteleden. Wij geloven dat de hele universele gemeente van de levende God onze broeders en zusters zijn; en dat alle mensen steeds welkom zijn in de Branham Tabernakel, 8e Pennstreet in Jeffersonville, Indiana, ongeacht tot welke denominatie zij behoren.

5 Wij geloven in rechtvaardiging door geloof, Romeinen 5:1. We geloven, nadat iemand door geloof gerechtvaardigd is, dat hij vrede heeft met de Here Jezus Christus. Maar het is mogelijk dat deze zelfde persoon gewoonten zou kunnen hebben, zoals drinken, roken en dergelijke, dingen die hij niet behoorde te doen, vuile gewoonten van het vlees.

6 Dan geloven wij dat het Bloed van Jezus Christus deze persoon heiligt voor de dienst des Heren. En dat houdt in... Wij geloven in heiligmaking overeenkomstig Hebreeën 13:12 en 13: "Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden." En we geloven dat heiligmaking in het Nieuwe Testament wordt onderwezen en is bedoeld voor de gelovigen door het Nieuw Testamentische tijdperk heen, waarin wij nu leven. En ook geloven wij dat, nadat de persoon geheiligd is, onreine gewoonten van de persoon geweken zijn.

7 Hij is een gelovige in de Here Jezus Christus en zijn gewoonten zijn verdwenen; we geloven dat hij dan een kandidaat voor de doop van de Heilige Geest is, die komt als een vulling van de gelovige. En wanneer dan de gelovige...

8 Het is, zoals ik het al vele malen onderwezen heb, als het oprapen van een glas buiten op het kippenerf. Rechtvaardiging is het oprapen, gereed om te gebruiken, met een goed voornemen. Dit is wat God voor de zondaar doet. Hij is nog steeds vuil.

9 Dan wordt hij gereinigd door het Bloed van Jezus Christus. En het woord "heiligen" is een samengesteld woord, dat "gereinigd en opzij gezet voor dienst" betekent. In het Oude Testament werd het vat door het altaar geheiligd en opzij gezet voor dienst.

10 Wij geloven dat de Heilige Geest hetzelfde vat in dienst stelt; dat de Heilige Geest niet een andere trap van genade is, maar meer van dezelfde genade die de gelovige dermate vervult dat tekenen en wonderen, zoals de apostolische gaven waarvan gesproken wordt in I Korinthe 12, zich door deze gelovige manifesteren, wanneer de Heilige Geest binnenkomt om de gaven naar voren te brengen.

11 Ik geloof dat de Schrift leert dat de gaven en roepingen onberouwelijk zijn, dat wanneer wij in deze wereld geboren zijn, wij hier voor één doel gezonden zijn en dat is van Godswege. En voordat wij zelfs volwassenen geworden zijn, terwijl we nog kinderen zijn, zijn de gaven die we van God hebben al in ons en alleen de vervulling van de Heilige Geest zet deze gaven in werking; maar we hebben ze al van de beginne, zoals leraars en apostelen en profeten en gaven van tongen en de negen geestelijke gaven overeenkomstig I Korinthe 12. We geloven dat deze gaven vandaag in werking zijn en dat ze in elke plaatselijke gemeente zouden moeten zijn.

12 Echter, wij hebben over de hele wereld gezien dat veel fanatisme zich wat dit betreft vastzette onder mensen die beweerden apostolische gelovigen te zijn. Net zoals ze zich in andere klassen, enzovoort, bevinden, hebben wij fanatici. Dat is aldoor geweest; we hebben die door de eeuwen heen gehad. Zij hadden het in de apostolische dagen; en zoals Paulus daar zei, hoe sommigen gekomen waren en hen afgetrokken hadden naar andere leerstellingen, enzovoort. Maar in zijn eigen onderwijzing zei hij: indien een engel uit de hemel iets anders zou onderwijzen dan wat hij onderwezen had, hij zij vervloekt.

13 Dus wij, als de Branham Tabernakel, hier in de 8e Pennstreet, proberen de leringen van het Nieuwe Testament te volgen. Want wij geloven dat Jezus Christus, die de Zoon van God is... En Paulus, de apostel, was een geroepen en gekozen vat door Gods uitverkiezing, om naar de heidense gemeente gezonden te worden en die op orde te zetten.

14 Wij geloven in de Branham Tabernakel in de waterdoop door onderdompeling in de Naam van de Here Jezus Christus, wat de apostolische leer van de Bijbel is. En moge alle leden van ons, of bezoekers aan de Branham Tabernakel, die dat wensen, te eniger tijd (op verzoek) ondergedompeld worden in de Naam van de Here Jezus. Moge hij de voorganger raadplegen; indien zij zich bekeerd en geloofd hebben in de Here Jezus Christus, dan zal de voorganger zo spoedig mogelijk, zelfs op... als hij dat kan, ze onmiddellijk dopen. Dit brengt hen in de gemeenschap van de gelovigen. Wij geloven dat wij door de waterdoop in een gemeenschap gebracht worden.

15 Maar door de doop van de Heilige Geest worden wij in de leden van het lichaam gevoegd. We zijn dan leden van het lichaam van Jezus Christus, dat zich over de hele wereld bevindt.

16 Nu, nog iets wat wij geloven. De manifestatie van de Geest wordt ieder gegeven tot welzijn van allen. We geloven dat wanneer deze gaven, enzovoort, in de gemeente werkzaam zijn, waarnaar wij streven en verlangen, de mensen die door de Geest daarmee begiftigd zijn met ons komen aanbidden.

17 In de meeste plaatsen zien we dat wanneer deze gaven in de mensen zijn, de mensen niet begrijpen hoe en wanneer deze gaven gebruikt moeten worden en zij zodoende slechts smaad brengen; waarvan wij geloven dat het alleen is wat Satan doet om de buitenstaanders, de ongelovigen, enzovoort, bevreesd te maken voor deze wonderbare zegen die God in deze dagen aan de gemeente heeft gegeven.

18 Paulus zei: "Wanneer er een vreemdeling in ons midden komt en allen in tongen zouden spreken, zou de man dan niet weglopen en zeggen dat we allemaal uitzinnig waren? Maar als iemand zou profeteren en de geheimen van het hart bekendmaken, dan zouden ze neervallen en zeggen: 'Waarlijk, God is met u.'"

19 Welnu, wij geloven dat de geestelijke gaven onder de gelovigen aan de orde van de dag zijn. We kunnen niet geloven dat een man kan prediken onder inspiratie, en een geïnspireerde leraar kan zijn, terwijl hij de gave van genezing, of de gave van profetie, of spreken in tongen, of uitlegging van tongen ontkent, of welke van deze andere gaven ook.

20 Dus daarom is hier mijn geloof in Gods Woord, de wijze waarop de Branham Tabernakel, 8e Pennstreet hier in Jeffersonville, zou moeten functioneren. Ten eerste denk ik, en ik geloof dat deze dingen die ik zeg van essentieel belang zijn en op deze manier in de Branham Tabernakel uitgevoerd moeten worden, dat het is voor haar voorspoed in de Here. En als dit te eniger tijd zou worden betwijfeld, mag de persoon die erin betrokken is mij raadplegen als men niet bij de voorganger kan komen, of men kan de voorganger raadplegen. Als ik thuis ben, terug van een reis, zal ik graag zowel de mensen als de voorganger elk moment willen helpen. En deze dingen zijn Schriftuurlijk en ik geloof dat het de orde van de gemeente is.

21 Ik denk allereerst dat elk lid, of elke aanbidder van de Branham Tabernakel, zozeer in Goddelijke liefde met elkaar zou moeten wezen, dat hun harten naar elkaar zouden verlangen wanneer zij uiteen moeten gaan, elkaar moeten verlaten na de avonddienst. Ik ben een echte gelovige in Goddelijke liefde. De apostel Paulus zei dat dit het bewijs van de Heilige Geest was. "Hieraan zal ieder weten dat gij Mijn discipelen zijt," zei Jezus, "wanneer gij liefde voor elkander hebt."

     En we geloven dat het Gods liefde was, die Jezus Christus naar de aarde zond om voor ons allen te sterven. "Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet zou sterven maar eeuwig leven hebbe." En het eeuwige leven hier is "Gods eigen leven", want wij worden zonen en dochters van God door de doop van de Heilige Geest; wat het Zaad van Abraham is en ons het geloof geeft dat Abraham had, toen hij God geloofde voordat hij zelfs besneden was.

22 Nu, het volgende wat wij geloven is, dat deze aanbidders bijeen zouden moeten komen, deze begiftigde mensen, zoals tongen, en mensen die openbaringen krijgen en vertolkingen, enzovoorts. Deze leden, of beter, deze gelovigen zouden drie kwartier of een uur voor de dienst begint, bijeen moeten komen. De samenkomst moet vroeg geopend zijn en de gelovigen komen op die avonden bijeen, minstens drie kwartier tot een uur voor de diensten beginnen.

23 Ik geloof dat de Branham Tabernakel te allen tijde een met de Geest vervulde pianist zou moeten hebben, die vroeg komt, vervuld met de Heilige Geest en zachtjes speelt, heel zacht, geestelijke muziek zoals: "Daar bij het kruis waar mijn Redder stierf, daar waar ik het uitriep om reiniging mijner zonde; daar werd het bloed aan mijn hart aangebracht, glorie voor Zijn Naam!" Zoiets dergelijks. "Nader, mijn God, tot U." "Rots der eeuwen, geslagen voor mij", of "Dichtbij het kruis", of zoiets in die richting; zachtjes, langzaam, terwijl hij voortdurend de Heilige Geest in gedachten heeft, hij of zij, wie het ook mag zijn.

24 Dan geloof ik dat de aanbidders die binnenkomen verwelkomd moeten worden bij het ophangen van hun jassen en hoeden, gastvrij, naar hun zitplaatsen verwezen moeten worden, wat alleen medewerkers of diakenen, die met de Heilige Geest vervuld zijn, kunnen doen, en in liefde erop toezien hoe de gemeente van de levende God doorgaat.

25 Deze aanbidders behoren niet tegen elkaar te praten en over en weer te spreken en lawaai te maken in de samenkomst.

26 Zij zouden bijeen moeten komen. Eerst, zachtjes komen in stil gebed, misschien voor een paar ogenblikken bij het altaar. Niet hardop bidden, dan stoort u iemand anders; zacht gebed, u bent in aanbidding. Laat dat inzinken. Aanbidding in uw geest, keer dan terug naar uw plaats.

27 U hoeft niet naar het altaar te gaan. Ga gewoon naar binnen en neem uw plaats in, ga zitten, luister naar de muziek; sluit uw ogen, buig uw hoofd en aanbid gedurig God in alle stilte.

28 Als dan de Geest iets aan een ander zou openbaren, of iemand zou zo vervuld raken met de Geest dat hij in tongen zou willen spreken, dan zou deze persoon moeten opstaan en de boodschap geven. En ieder moet zwijgen tot de vertolking komt.

29 Wanneer de vertolking komt, moet het niet een aanhaling uit de Schrift zijn, of iets wat geen betekenis heeft. Het moet een boodschap zijn die aan de gemeente gericht is, anders denken we dat het in het vlees is; we zien daar zoveel van. En nu, zoals ik geloof, was de Geest enkel om te spreken tot opbouw van de gemeente.

30 En het zou misschien een boodschap zijn in deze richting. Misschien zijn de mensen tegen die tijd vergaderd en zijn enige zieken binnen gekomen. Misschien ligt daar een man, verlamd of zoiets. U hebt hem nooit eerder gezien. Maar wanneer de vertolking zou komen, zou het iets in deze stijl zijn, wanneer de vertolking, of degene die zojuist gesproken heeft, zou zeggen: "Zo spreekt de Here: de man die in ons midden is is van zus en zo'n plaats gekomen", en beschrijft de plaats en zou zeggen: "Hij is verlamd, omdat hij drie of vier jaar geleden", wat het ook is of het geval mag zijn, "een kwade zaak deed", bijvoorbeeld "zijn vrouw en kinderen verliet en er vandoor ging. En hij viel van een truck", of zoiets dergelijks, "en werd verwond en het verlamde hem. Zo spreekt de Here: indien hij zich daarvan bekeert en wil beloven naar zijn vrouw terug te keren en zich met haar te verzoenen, dan zal hij nu genezen zijn en naar zijn familie terugkeren."

31 En dan moeten, voordat iemand iets zegt, er minstens twee of meer mannen of mensen in het gebouw zijn, die geestelijk vaststaan in de Evangelie-leer, die een goede geestelijke onderscheiding hebben, die opstaan en zeggen dat het van de Here is.

32 En als dit niet gebeurt dan zouden de tongen niet in de gemeente genoemd moeten worden. Indien de persoon in tongen spreekt, zegt Paulus: "Als er geen vertolker is," enzovoort, "laten ze thuis spreken," of waar ze mogen zijn, "want zij bouwen alleen zichzelf op en het is niet tot opbouw van de gemeente."

33 En deze persoon, na het spreken en de vertolking... En dan twee of drie beoordelaars, overeenkomstig Paulus' leer van de Bijbel, dat het beoordeeld moet worden door twee of drie beoordelaars.

34 Laat dan de persoon die zich geroepen voelt om te gaan... En misschien wijst Hij een zekere persoon aan, of de voorganger of iemand, om handen op deze persoon te leggen die ziek of gekweld is en deze zal gezond worden. Laat dan de voorganger of de andere persoon, wie het ook is die door de Heilige Geest werd aangeduid om het gebed des geloofs te gaan bidden, laat hem hulp verlenen aan de persoon, overeenkomstig naar wat de Geest heeft gezegd. Dan op dat moment, de persoon... En wat de Heilige Geest ook gezegd heeft, zal dan onmiddellijk gebeuren, zoals de Heilige Geest het gegeven heeft.

35 En dan zouden de mensen zich kunnen verheugen, dankbaar zijn en God kunnen prijzen en aanbidden, omdat God aanbeden wil worden.

36 Dan moeten zij hun hoofden buigen en opnieuw in gebed gaan, om te zien of er nog een boodschap is die de Heilige Geest door die gaven zou willen manifesteren.

37 En als dan ooit een persoon in tongen spreekt en vertolkt wordt en de beoordelaars de persoon zouden laten opvolgen om te doen wat er ook gezegd werd om te doen en het komt niet te geschieden, dan zal de hele groep naar het altaar moeten gaan en God daar bidden om die geest van hen af te nemen, omdat niemand zo'n geest zou wensen. We zouden weten dat het vals is en van de vijand en niet van God, omdat God alleen waarheid kan vertellen. Laat dit door de gemeente duidelijk begrepen worden voordat u hiermee begint, met deze nieuwe gemeente orde.

38 Dan, misschien, zou het zoiets kunnen zijn: de boodschap zegt tot een bepaalde broeder, zegt misschien dat... "Woonde aan een spoorbaan," of zoiets, "laat hem verhuizen, omdat er een geweldig ongeluk op de baan zal voorvallen" of iets op die manier.

39 En laten de beoordelaars, nadat zij de gemeente toestemming geven om te spreken of deze boodschap uit te voeren die zojuist voortging, als hun oordeel is: "Het komt van God", dan opletten en kijken of het gebeurt.

40 En als het gebeurt, dank God en wees heel dankbaar, dankbaar in uw hart tegenover Hem. En geef Hem lof en aanbidding en wees nederig. Bovenal wees nederig.

41 Word nooit zo verwaand dat u op het punt komt dat u er meer van weet dan uw voorganger of de gemeente waarin u aanbidt. Als u zover komt, dan zou ik elk van u adviseren een andere plek te zoeken om te aanbidden. Omdat ik de voorganger vraag om nooit iets buiten de verordening van de Bijbel - de wijze waarop wij het hier in de gemeente hebben gezien - toe te staan. En dan verlangen wij dat deze gaven in werking zijn, en op hun plaats, evenals de aanbidders. Als het correct wordt uitgevoerd overeenkomstig het Woord, zult u een machtige, wonderbare gemeente in werking zien voor onze Here Jezus Christus.

42 Welnu, dan zal het volgende plaats vinden. Als die mensen die gaven hebben uit de orde gaan gedurende die momenten, zal een diaken of een medewerker, die vervuld is met de Heilige Geest en heel veel genade in zijn hart heeft, met eerbied naar deze persoon toegaan en deze vaderlijk in die zaak corrigeren. Of de voorganger, wie het ook is, wat in wezen meer voor de diakenen geldt om te doen, want de voorganger zou op die tijd in de gebedskamer of ergens in gebed moeten zijn, terwijl deze geestelijke diensten gaande zijn.

43 Deze boodschappen, als er verder geen boodschappen worden uitgebracht, geen openbaringen, dan zouden de mensen, indien zij het verlangen, het voorrecht hebben een getuigenis te geven, een getuigenis dat alleen voor de glorie van God is. Zij zijn dit niet verplicht, doch getuigenissen behoren voordat de boodschap of een zangdienst of enig iets begint, gegeven te worden; getuigenissen in deze aanbiddingsdiensten.

44 Begrijpt u, gemeente, dat door dit te doen, u de hele gemeente in de geest van aanbidding hebt, alvorens het Woord wordt gebracht? Dan gaat de Heilige Geest in het Woord en manifesteert God door het Woord, ter bekrachtiging van uw aanbidding.

45 Hierna komt de tijd dat de voorganger komt. Als er boodschappen gaande zijn, laten we zeggen... De voorganger zou precies, laten we zeggen, half acht of kwart voor acht binnen moeten komen. En als die boodschappen nog steeds gaande zijn voordat de voorganger uit zijn studeerkamer komt, of waar hij mag zijn, om zijn plaats op het podium in te nemen, zou een broeder hem moeten inlichten, omdat de gelovigen weten dat, wanneer de voorganger het podium opkomt, dit zijn tijd van dienst is. En dat geeft ruim voldoende tijd voor alle manifestaties van de gaven, om de Geest van God in de samenkomst te brengen.

46 En als er toevallig een ongelovige daar zou zijn die zich wanordelijk gedraagt, gaat een vriendelijk persoon naar ze toe, zoals een helper of een diaken, en vertelt hun dat hun wordt gevraagd eerbiedig te blijven, of eerbiedig te zijn terwijl de dienst bezig is. Omdat de Geest in het gebouw is en de gaven van God worden gemanifesteerd voor de opbouw van de gemeente. En deze persoon moet in liefde aangesproken worden, niet ruw. Tenzij het zover zou komen dat ze drinken of een ongehoorzaamheid, of het een of ander, zouden doen, wat de aanbidding van de Heer zou verstoren, terwijl de gaven worden gemanifesteerd. Dan zou de persoon terzijde genomen moeten worden naar een van de zijvertrekken, of ergens, om vriendelijk tot hem te spreken en de zaak te verklaren.

47 Nu, terwijl de voorganger naar het podium komt... Als de voorganger naar het podium komt, zou ik hier in de Branham Tabernakel willen voorstellen dat de voorganger de gemeente leidt in tenminste een of twee fijne zangliederen. Want we hebben gezien dat wanneer er teveel mensen in de gemeente werkzaam proberen te zijn, het alleen moeite teweeg brengt. Ik zou aanraden zoals ik deed toen ik voorganger van de gemeente was, ik leidde zelf de zang. En ik vind dat het een goede zaak is als de voorganger het zelf doet.

48 En in alle gebedssamenkomsten, waar men bijeenkomt, in groepen, een gebedsdienst, moet de voorganger bij elke dienst zijn. Het moet nooit aan een ander persoon worden overgelaten om zulke diensten te leiden. Want we hebben gezien, dat ze het spoor bijster raakten, met de leer, en dan brengen ze het rechtstreeks in de gemeente en brengen menigmaal ketterijen, enzovoort, wat niet hoort in de gemeente van de levende God. De voorganger zou in alle gebedsdiensten, enzovoort, moeten zijn waar vergaderd wordt.

49 En de voorganger behoort nooit partij te kiezen in de dienst, door te zeggen dat er een groep zus is en de andere zo. De voorganger behoort tussen beide te staan, naar ze toe te gaan om ze onmiddellijk met elkaar verzoend te krijgen. En als hij ze niet verzoend kan krijgen, laat hem dan een diaken met zich meenemen. Als ze niet willen luisteren, noch naar de voorganger noch naar de diaken, dan behoort het aan de gemeente te worden verteld en zoals Jezus zei: "Laat hen voor u zijn als de heiden en de tollenaar." "En wat u bindt op aarde," zei Jezus, "zal Ik in de hemel binden en wat u op aarde ontbindt, zal Ik in de hemel ontbinden."

50 Wanneer de voorganger nu naar het podium komt, laat de voorganger dan op z'n minst een of twee liederen leiden en dan rechtstreeks het Woord ingaan.

51 Neem geen tijd voor die lange getuigenisdiensten, waar ieder opstaat om een woordje te zeggen. Dat is niet tot zegen in de Branham Tabernakel.

52 Als er mensen zijn, als u naar deze band luistert, en het is tot zegen geweest in uw gemeente, wel, dat is volkomen in orde. We zijn daar heel blij over dat het in uw gemeente wel tot zegen is.

53 Maar in die van ons niet, het veroorzaakt alleen verwarring. Ik ben hier twintig en nog wat jaren voorganger geweest en ik heb gezien dat het alleen verwarring veroorzaakt. Als u een getuigenis hebt, geef die van tevoren, in de vergadering van de mensen, terwijl de Geest zegent, enzovoort.

54 Of, de echte manier om te getuigen is niet in de gemeente, maar buiten in duistere plaatsen. Laat uw licht schijnen waar het duister is. Ga naar restaurants en verschillende plaatsen en waar zonde en dergelijke zich opstapelen, laat dan uw licht schijnen. Daar moet u het doen.

55 Maar in ieder geval, als de Here u gezegend heeft en u een belangrijke speciale zegen gaf, of iets wat u de mensen moet vertellen, doe het tijdens die andere dienst, de voordienst, de voorafgaande, of wanneer de Geest zegent en getuigenissen en openbaringen geeft en tongen en vertolkingen, enzovoort, in de aanbidding van de heiligen, voordat het Woord van God wordt gebracht.

56 Dan zal de voorganger, na het leiden van dit zanglied, direct de gemeente voorgaan in gebed, een gemeentelijk gebed, waarin hij zelf voorgaat, terwijl hij op het podium staat en de overigen vraagt hun hoofden te buigen in gebed.

57 We hebben gezien dat dit een grotere zegen bracht en meer orde in de werking voor de gemeente.

58 En dan het volgende, wat de voorganger daarna moet doen. Als men werkelijk een geestelijke samenkomst heeft gehad, met de gaven, die vele geheimen van de harten van de mensen bekend maakten en dingen die gedaan moesten worden door de gaven in de samenkomst; dan is de Geest van God in de samenkomst en het is voor de voorganger dan erg gemakkelijk om de Geest van God (die reeds in de samenkomst is) ten opzichte van het Woord van God te vinden, terwijl hij leest en begint te prediken. De voorganger predikt dan alles wat de Heilige Geest op zijn hart legt, wat Hij ook maar wenst te doen, terwijl hij daar staat.

59 Maar de gemeente moet... Zij kunnen zich verheugen terwijl hij predikt, natuurlijk, of "amen" zeggen, wanneer het Woord uitgaat. Maar in zoverre het opstaan, boodschappen in tongen en vertolking geven betreft, terwijl de Heilige Geest door de voorganger heen werkt, dat wordt door de Schrift veroordeeld: Deze zegt: "De geest van de profeet is aan de profeet onderworpen."

60 De voorganger moet die persoon dan zeggen te gaan zitten en allen vragen eerbiedig te zijn en te blijven zitten. De voorganger moet een man zijn die een zeer nederige wijze van doen heeft, maar niet té nederig, dat hij niet zou doen zoals de Here Jezus Christus deed, toen Hij zonde in de gemeente zag rondgaan en Hij een zweep vlocht en hen daarmee de gemeente uitjoeg.

     Nu is de gemeente van God het hoogste gericht en de voorganger is de hoogste rang in de gemeente. De oudste is het hoogste in de apostolische gemeente, buiten de Heilige Geest. De Heilige Geest brengt Zijn boodschap rechtstreeks tot de oudste en de oudste geeft het aan de mensen.

61 De heiligen en hun gaven zullen hun plaats hebben, allereerst om te aanbidden en samen te komen, wat (zoals ik reeds zei) de Geest van de Heer in het gebouw brengt, voor de voorganger. En het maakt het veel gemakkelijker voor de Heilige Geest om dan door hem heen te werken, wanneer een bijzondere geestelijke dienst net aan zijn onderwijzing is vooraf gegaan; dan gaat de Heilige Geest het Woord in en onderwijst het Woord; is al gemanifesteerd door de gaven.

62 Vervolgens wordt de altaaroproep gedaan en velen zullen dan zien en weten overeenkomstig de werking van de Heilige Geest en het Woord van God, waarop de voorganger het baseert, dat u de gemeente bent van de levende God. En zoals Paulus vanouds zei: "Hij zal op zijn knieën vallen en zeggen: 'Waarlijk, God is met u.'" Nu, laat deze zaken met eerbied worden gedaan.

63 En nu tot de voorganger, onze broeder Neville op dit moment. Vergeet niet dat hij volledig het hoofd van de gemeente is. Broeder Neville heeft het recht elke autoriteit uit te voeren die de Heilige Geest zou verlangen; met andere woorden, alles wat de Heilige Geest hem vertelt te zeggen. In de gemeente heeft hij het recht om elk ding waartoe God hem zou leiden, te doen. Hij heeft ook het recht over zijn raad van diakenen. Hij kan verandering brengen in de raad van diakenen, de beheerders, of de pianist, of elke andere functie in de gemeente, die hij wenst te veranderen; als hij zich door de Heilige Geest geleid voelt om dit te doen. En wat hij ook doet, ik wil het erkennen daar hij, naar ik geloof, een goddelijke man is. Ik zal erkennen dat het van de Here is en zal het net zo bekrachtigen, omdat het hem gegeven is als de autoriteit van de gemeente te functioneren, zoals hij zich geleid voelt te doen. Welnu, of enige taak in de gemeente waarin hij verlangt de posities van mensen te verwisselen, want hij heeft het gezag daartoe. Waarin ik vertrouw dat dit alles lieflijk zal zijn en nooit gebruikt hoeft te worden.

64 Moge de Here u allen zegenen. En ik vertrouw dat dit uitgevoerd zal worden naar uw allerbeste weten. Moge de Heilige Geest over ieder persoonlijk waken.

65 En moge elke beambte van de gemeente zijn post van plicht vervullen, wetend dat God u verantwoordelijk houdt voor hoe u uw functie in de gemeente bekleedde. Ieder zal rekenschap moeten geven.

66 En tot de leken en de dierbare begiftigde heiligen die in onze gemeente zijn, zij die profeteren of in tongen spreken of vertolken of openbaringen hebben, wij zijn blij u in de dienst te hebben. En wij zullen u volle medewerking geven in alles waarin de Heilige Geest zal bewijzen wat Hij tot u gesproken heeft. Wij hebben u lief. Wij geloven dat deze gaven in u zijn en als u een juiste gelegenheid hebt en een Schriftuurlijke presentatie ervan, zal dat u tot grote werkers in ons midden doen zijn. Moge de Here u allen zegenen, is mijn oprecht gebed.

67 Christenen, luistert u alstublieft naar deze band. Ik heb gezien dat ik één ding overgeslagen heb en dat is dit: wanneer mensen in tongen spreken moeten het er niet meer zijn dan twee of drie, volgens de Schrift. Dit houdt in: er worden slechts twee of drie boodschappen in één enkele dienst gegeven. Overeenkomstig de Schriften, waar staat: "Er moeten slechts twee of drie zijn." Moge u deze dingen dus uitvoeren naar de wijze waarop de Heilige Geest het in Zijn Bijbel bevolen heeft. Dit is naar mijn beste weten de manier om het te doen. Paulus zei: "Laten het er niet meer zijn dan twee of drie, wanneer zij spreken."

     De Here zegene u.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)