Moederdag

Door William Marrion Branham

1 ...Tabernakel, is mijn gebed. Ik ben vanmorgen echt blij om de geestelijke groei van deze Tabernakel te zien en hoe men nu - het bord daar buiten - op het punt staat een nieuwe kerk te bouwen. Ik denk dat het nodig is. En om te zien nadat... Indien de Here Jezus vertoeft zullen, nadat wij heengegaan zijn, onze kinderen een plaats moeten hebben om naar de gemeente te gaan. En wij willen tot het uiterste strijden voor het Geloof dat eenmaal aan de heiligen werd overgeleverd. Ik denk dat het een goede zaak is.

2 Ik kwam net enkele ogenblikken geleden binnen om toe te voegen aan de vele getuigenissen die reeds gegeven werden betreffende genezingen van de laatste paar samenkomsten hier in de Tabernakel. Zij stapelen zich gewoon voortdurend op, die genezingen, grote wonderbare genezingen.

3 Ik had zojuist mijn vrouw en de kinderen afgezet bij de deur. En er was een zuster, die nu aanwezig is, die gewoon zo ontroerd was dat zij huilde vanwege een groot wonder dat had plaats gevonden bij haar kleinzoontje, daarginds te Chattanooga, veronderstel ik. Mevrouw Nash hier, uw kleinzoontje werd gekweld door een aandoening en in de laatste samenkomst hier, geloof ik, riep de Here Jezus hem eruit en zei: "ZO SPREEKT DE HERE; dat is verdwenen, en hij zal gezond worden." En de kleine kerel is volkomen normaal en gezond, zo gezond als hij maar zijn kan.

     En het is ontroerend die getuigenissen te horen.

4 En vervolgens vroeg een jonge knaap die ook tegenwoordig is, voorbede voor mevrouw Stotts, die net een operatie heeft ondergaan. En hun belang, ziet u, als niemand wil dat wij voor hen bidden, wel hun... Het toont aan, zo lang als u probeert, als mensen willen dat u voor hen bidt, dan stellen zij er belang in, ziet u. Soms wordt het zo verschrikkelijk dat... niet verschrikkelijk, maar zovelen dat u gewoon ergens heen moet lopen en uw hoofd wegstoppen om u een beetje te verbergen, om te kunnen leven. Maar ik ben blij dat zij dat doen. Denk nooit dat ik er niet van houd hen te zien, want als zij... als er niemand wilde dat ik voor hen bad, waar zou dan mijn bediening zijn? Ziet u? Ziet u?

5 Maar soms zegt u: "Broeder Branham, ik begrijp het niet wanneer mensen zo om u roepen en dat u dan stilletjes de deur uitgaat." Ik moet dat wel doen om te kunnen leven, om voor de mensen te bidden. U... Er is niet slechts één plaats hier. Het is over heel de wereld. Ziet u? En het is werkelijk zwaar. Ik ben er zeker van dat u het begrijpt.

6 O, het is zo goed om een Christen te zijn! Ik weet niet wat ik zou moeten doen als Christus er niet was en... en ik geen gemeenschap met Christenen kon hebben, een volk van hetzelfde dierbare Geloof, dat in God gelooft en Hem vertrouwt en gelooft dat wij op een heerlijke dag heel deze strijd achter ons hebben, en de overwinning hebben en verlost zullen staan in Zijn gelijkenis, aan de andere kant.

7 Voorts zou ik graag een korte aankondiging willen doen over de aanstaande Tabernakel, enzovoort, dat wij ons fonds zullen hernieuwen, in het bijzonder mijn deel voor de campagnes. Sinds ik aan de evangelistische samenkomsten begon, vele jaren geleden, gebruikte ik gewoon de groep waarmee ik bekend was, in plaats van een fonds te vormen, weer een andere groep mensen zou hebben, en vanaf... Ik maakte een fonds dat al mijn samenkomsten zouden worden gehouden onder de naam van de Branham Tabernakel. En dat zou gebruikt worden bij de Union National Bank in New Albany, waar fondsen konden worden betaald; via de bank, opdat het niet belastbaar zou zijn. Als ik dit niet had gedaan, zou ik voor al het geld dat opgehaald werd belastbaar zijn, als ik de Branham Tabernakel niet als een stichting had gebruikt.

8 Velen van u hebben mij dat keer op keer horen aankondigen. Ik moet het doen en... om dat te kunnen doen. En dan richten wij nu een nieuwe stichting op. En wij zouden graag hebben dat zovelen als er weten dat... Hoevelen hoorden mij dat ooit bij alle donaties aankondigen dat ik werk via de Branham Tabernakel? Steek gewoon uw handen op, allen... Zeker, u allen. Het is alles.

9 En wanneer dus de dienst voorbij is, heb ik als u wilt, een kleine verklaring daar zodat u zou kunnen ondertekenen als u naar buiten gaat. Broeder Roberson zal het daar achteraan hebben.

10 Omdat wij een andere stichting zullen oprichten, dezelfde zaak... maar een andere stichting, die al onze fondsen en dergelijke, die in de samenkomst opgehaald worden, ervoor behoed om getaxeerd te worden en welke zoals gebruikelijk in de Union National Bank geplaatst is, om via de Tabernakel te werken, in plaats van een andere stichting te hebben. Omdat dit reeds een bestaande stichting is in de naam van de Branham Tabernakel, ziet u. En zo is er een Branham hier en een Branham daar en zoals dit, en verschillende stichtingen, en dat gaat niet al te goed.

11 Broeder Roberson zal daarvoor zorgen, u die wilt, als wij naar buiten gaan. Wij zullen het waarderen.

12 Deze morgen nu, voor wij de dienst beginnen, zou ik willen zeggen dat ik, zo de Here wil, zal proberen om er vanavond weer te zijn. Ik neem niet graag beide samenkomsten van broeder Neville af, maar hij heeft mij zo edelmoedig gevraagd om vanavond opnieuw te spreken. En zo de Here wil, wil ik vanavond spreken over een evangelisch onderwerp, getiteld: Wie Is Dit? Ziet u? Wie Is Dit?

13 En vanmorgen wil ik... Ik dacht na over het spreken over een onderwerp voor moederdag. En ik weet dat deze middag en morgen helemaal gevuld zullen zijn met moederdagprogramma's. Ik dacht dus dat ik iets zou willen combineren, omdat wij, zoals gewoonlijk, voor de zieken willen bidden onmiddellijk nadat de dienst voorbij is.

14 Wij geloven dat God een Genezer is en dat Hij de zieken en aangevochtenen geneest. En ik weet dat Hij dit doet. En het is zonder enige twijfel, omdat er teveel getuigenissen opgestapeld zijn, waardoor wij dit weten.

15 Gisteren keek ik in een zak die broeder Gene en Leo hadden bewaard van getuigenissen die zij hadden opgehaald. Het was een grote zak vol met opmerkelijke wonderlijke genezingen, die de Here voor de mensen heeft gedaan.

16 En ik dacht, als dat zo zou zijn, wat als wij alles in boeken bijhielden wat heeft plaats gevonden? Ik denk dat in Puerto Rico en Jamaica alleen al, het in de tienduizend zou lopen en nog meer, opmerkelijke getuigenissen van genezingen van de Here, die Hij deed.

     Voor wij nu het Boek openen, laten wij tot de Auteur spreken.

17 Here, wij zijn U zo dankbaar dat het zo is dat wij, wanneer wij onze hoofden buigen, slechts wat woorden stamelen om te zeggen; want ik geloof niet dat menselijke lippen in staat zijn om de gevoelens van het hart van een man of vrouw, jongen of meisje, uit te drukken dat ooit in contact met U geweest is. Onze aanbidding uitdrukken, over hoe wij U beminnen en wat U voor ons betekent. Het heeft ons afgescheiden van de zonde en het heeft ons afgescheiden van de wereld. En het geeft ons iets dat Eeuwig en gezegend is. En wij zouden geen woorden kunnen vinden die toereikend zijn.

18 Zoals eens gezegd werd door een nobel man, enkele weken geleden, dat hij vloeiend kon spreken in ongeveer negen verschillende talen; hij had een positie bij de adviseur van onze geliefde president Dwight Eisenhower. En ofschoon hij in staat is negen talen vloeiend te spreken, zei hij dat, toen hij de Heilige Geest ontving, hij elk van de negen probeerde en dat hij er geen woorden voor kon vinden. Niets kon hij uitdrukken en dus gaf U hem een nieuwe taal om zich uit te drukken en U ermee te danken. En wij voelen het ook op die wijze, Heer, dat wanneer het leven voorbij is, wij misschien samen zullen praten in een andere taal, zodat wij kunnen uitdrukken wat wij over U denken.

19 Nu, wij zouden willen vragen, Heer, dat U deze Tabernakel zou willen zegenen, zijn voorganger, zijn beheerders, zijn diakenen, al zijn medewerkers, de mensen die hier bezoeken, die de deuren binnenkomen en uitgaan. Moge het altijd gevonden worden als een toegewijde haven van rust, waar de vermoeiden door zijn deuren kunnen binnenkomen om vrede voor hun ziel te vinden. En dat de zieken door de deur mogen binnenkomen en gezond naar buiten gaan wegens de altijd levende Tegenwoordigheid van de Almachtige God, Die onder zijn dak woont.

20 Wij zouden willen vragen, Heer, dat in dit komende programma dat nu gevormd wordt, dat U de raad zou willen ontmoeten, en allen zou willen ontmoeten. En als het U zo behaagt, dat er een voortdurende gedachtenis zou zijn van het gebed dat eens op een dag bij deze oude vijver en een lap onkruid-grond gebeden werd, wat nu geworden is tot een vuurtoren, een haven van rust voor de vermoeiden, door het antwoord op dat gebed.

21 Vergeef ons nu voor al wat wij maar gedaan, gezegd of gedacht hebben wat in tegenspraak was met Uw grote wil; en bedenk, Here, dat het niet uit onze harten kwam. Wij hebben het misschien alleen door onze actie of op onze lippen uitgedrukt. Maar snel hoorde U ons. Toen wij zagen dat wij verkeerd waren, waren wij bereid het te belijden. Wij wilden het niet in ons hart houden, ongerechtigheid, want wij weten dat God onze gebeden niet zal beantwoorden, maar voortdurend belijden we onze fouten.

22 En wij zouden willen vragen, Heer, dat U deze morgen zou willen zegenen, door heel de natie, als zij deze herdenkingsdag viert van moederdag. Maar moge dìt niet slechts een moederdag zijn; moge elke dag zo zijn.

23 Sta deze morgen toe, God, dat moeders, vrouwen die van God zijn afgedwaald, tot zichzelf zullen komen deze morgen en zullen beseffen wat het woord 'moeder' betekent: "een die heeft voortgebracht". Moge zij beseffen dat de nakomelingen van haar vereniging met haar man, geheiligde kleine juwelen zijn die God onder haar hoede heeft geplaatst. God zal haar dan verantwoordelijk houden voor het opvoeden van die kinderen. En zoals de Schrift zegt: "De goede vrouw en de moeder, wat zij is, zij zal zalig genoemd worden door haar kinderen."

24 O Heer, wanneer wij deze dag zien waarin men zover van de Schriften wegraakt, en bijna als beesten handelt! Wij bidden God, dat U ons een ouderwetse opwekking zult geven die hen terug zal roepen tot de plaats waar zij zouden moeten zijn.

25 Heer, wij zouden volstrekt niet willen vergeten U te danken voor echte moeders, want wij weten dat wij zulke echte, werkelijke moeders hebben die vandaag leven. God zegene hen. Zij zijn grote schatten voor ons en wij bidden dat U wilt voortgaan om met hen te zijn, Heer, en mogen zij gelukkig leven en zien dat de vrucht van hun schoot God dient.

26 En wij bidden God, dat degenen die deze morgen de witte roos dragen of de witte bloem, om aan te geven dat hun moeder is heengegaan, van dit strijdtoneel vandaag; dat zij, Here God, in vrede mogen rusten en dat hun werken hun volgen. Sta het toe, Heer.

27 Neem nu Uw Woord, Heer, en spreek tot de mensen en geef hun vertroosting, want daarom hebben wij ons hier vergaderd; om Uw Tegenwoordigheid te voelen, Uw Woord te horen en gezegend te worden en hier vandaan te gaan als betere mannen en vrouwen, jongens en meisjes, dan wij waren toen wij binnenkwamen. Wij vragen dit in de Naam van Jezus, Gods Zoon. Amen.

28 Ik houd van het lezen van Zijn gezegend Woord. Wij zullen nu dus opslaan vanmorgen, het boek van 1 Korinthe en een gedeelte lezen van het 15e hoofdstuk, beginnend bij het eerste vers.

     Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat;

     Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt.

     Want ik heb ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;

     En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften.

29 U kunt misschien zeggen: "Broeder Branham, dat is een tamelijk ongewone tekst voor een boodschap voor Moederdag." Wel, dat is waar. Maar weet u, God is ongewoon en Hij doet dingen op een ongewone manier.

30 En ik denk aan de gedachten van een moeder. En ik heb er hier vanmorgen, door de genade van God, één die nog steeds hier op aarde bij ons is. En ik ben dankbaar voor moeder. Maar omdat wij ook een genezingsdienst moesten hebben en ik niet wist dat ik vanavond weer terug zou zijn, dacht ik dat wij een andere kant van de zaak zouden kunnen belichten.

31 Moeder is zo geweldig. Weet u, de eerste die u in dit leven ontvangt, is uw moeder. Niemand kan u aanraken omdat u verwekt bent, en zij draagt u onder haar hart. En zij is de eerste die u kent en ook de eerste in dit leven die u vasthoudt. Wanneer u dan geboren bent, is zij een van de eerste handen die u aanraakt en u de tranen uit uw ogen veegt. Zij is de eerste die u zachtjes streelt en liefheeft en u koestert in dit leven; dat is uw moeder. Nu, ik denk dat wij een moeder geen eer genoeg kunnen geven.

32 Moeder is het eerst bij het kind en zij heeft een grote verantwoordelijkheid van hoe dat kind zal worden, want dit zal gegrond zijn op de wijze waarop moeder dat kind laat beginnen op het pad dat het moet reizen. Moeder heeft de verantwoordelijkheid, van God, om dat kind op de juiste weg te plaatsen. En ik denk dat dit de reden is waarom moeders een speciaal trekje hebben.

33 Ik weet van een jongen in deze stad. Ik denk dat zijn moeder nu aanwezig is. Hij is bijna van mijn leeftijd. Maar ik zeg dit niet om de moeder te kwetsen, omdat zij al genoeg wonden heeft, zoals alle moeders. Maar de jongen drinkt en hij drinkt zwaar. Maar wanneer hij heel dronken wordt, zal hij thuiskomen en in bed springen bij zijn moeder en zijn armen om haar heen slaan. En hij heeft al kleinkinderen. Maar er is gewoon iets met de zachte liefkozing van een moeder, wat een andere plaats schijnt in te nemen dan wat anders ook in dit leven, menselijk gesproken.

34 Weet u, een man zoals Mozes... Als ik iets als verdienste zou kunnen aanrekenen op zijn persoon was het, dat hij een van God gezonden moeder had. U weet dat zij het was, Jochebed, die gebeden had en naar deze baby verlangd had. En toen hij geboren werd, was zij degene die hem koesterde en hem knuffelde en het kistje maakte en hem in de biezen plaatste, terwijl haar arme hart brak. Haar enige kleine baby en het was het meest buitengewone kereltje dat er in heel de wereld was. En wat houdt een moeder van welke baby ook! Maar om deze bijzondere kleine makker te zien.

35 En dan, in haar hart wist zij dat hij voor een doel geboren was, en om hem dan mee te nemen en te plaatsten in het hol van de krokodillen, buiten in de rivier! Door geloof deed zij dat, wetend dat God in staat was om voor hem te zorgen; dit om liefde van een moeder samen te vatten, en de actie van het karakter van haar geloof. Want geloof plaatst zichzelf niet op de schuivende zandgronden van wat te zien is. Geloof rust plechtig op de onbeweeglijke rots van Gods Eeuwig Woord. Want "door geloof deed zij dat", zegt de Schrift.

36 En geloof kan zijn plaats op de rots innemen, waar de golven de fundamenten beuken, en strak in het gezicht van de dood kijken en weten dat het over een ogenblikje gebeurd zal zijn, maar geloof kan over de zee naar Hem kijken, die zei: "Ik ben de Opstanding en het Leven" en hoort dan zelfs niet dat de golven losstormen.

37 Dat is het soort geloof dat Mozes' moeder had. Zij onderwees hem en voedde hem op in het paleis van Farao, hem lerend dat hij voor een doel geboren was, dat Jehova haar gebed had beantwoord. En hij kon nooit een betere lerares hebben gehad. Dat hielp het karakter van Mozes te vormen.

38 Ik geloof dat het Abraham Lincoln was die eens een dergelijke verklaring gaf...

39 Nu, ik ben Democraat noch Republikein; ik ben een Christen. Want ik denk dat de één niets zou kunnen zeggen tegen de ander; het is allemaal corruptie. Maar volgens mijn mening was Abraham Lincoln één van de grootste presidenten die deze Verenigde Staten ooit hebben gehad; Washington, enzovoort, inbegrepen.

40 Want Abraham Lincoln had een slechte start. Hij was arm. Hij had geen achtergrond voor zover het opleiding betreft of iets groots, of geld, of iets dat hem geholpen zou kunnen hebben, zoals bij Washington. Washington was een afgestudeerde van de universiteit en hij had kennis. Hij was een knap man, een groot man om mee te beginnen. Maar Lincoln werd grootgebracht in een kleine blokhut, op de grote grondgebieden van Kentucky, zonder glorie; in de kleine oude blokhut die daar nu staat als een herdenkingsteken te Louisville. Maar, hoewel hij een groot man was, moest hij leren schrijven, en de grond ploegen om het koren te planten.

41 Maar ik mag dit misschien doorgeven aan de jonge mensen. Wist u dat Abraham Lincoln nooit een boek bezat in zijn leven tot hij meer dan eenentwintig jaar oud was, behalve de Bijbel en Foxe's boek van de martelaren? Ziet u, wat u leest vormt het karakter dat u bent. Geen wonder dat wij vandaag een stel zenuwzieken hebben. Kleine oude tijdschriften met verzonnen verhaaltjes en vulgariteit en onzin worden in onze nieuwskiosken aangeboden. Hij bezat de Bijbel en "Foxe's boek der martelaren." Kijk wat het van hem maakte!

42 Maar ondanks dit alles legde hij op een dag een dergelijke verklaring af. Hij zei: "Als er enig goeds in mij zou kunnen worden gevonden, is het vanwege een godsvruchtige moeder." Zij voedde hem op om de Here te dienen.

43 Ziet u, een kind luistert naar zijn moeder, een klein trekje in die moeder waarnaar het kind zal luisteren. Wanneer het pijn heeft zal het naar de moeder gaan voor vertroosting, vóór het naar de vader zal gaan. Omdat zij er het eerst bij was, weet u. Het is een gave die God een moeder geeft om op die wijze te zijn, ik bedoel een echte moeder. Nu, ik geloof dat moeders eerbaar en godsvruchtig zijn.

44 Maar ik geloof dat zoiets als "Moederdag", zoals op deze manier zwendel is, waarbij men veel geld slaat uit bloemen, en dergelijke. Maar het zou elke dag Moederdag moeten zijn. Niet alleen haar een boeket bloemen te sturen op Moederdag, maar haar het hele jaar lief te hebben en voor haar te zorgen, driehonderd en vijfenzestig dagen en nachten lang. Maar natuurlijk, de commerciële wereld heeft een grote greep op dergelijke dingen, en het doet moeder in waarde dalen.

     "O wel, de vorige Moederdag zond ik haar een bos bloemen."

45 Zij zou het heel wat meer waarderen als u gewoon wat met haar zou praten, haar een regeltje schrijft, haar een schouderklopje geeft, haar op de wang kust en haar zegt dat u haar liefhebt. Dat zal heel wat meer doen dan al de bloemen die u bij de bloemist zou kunnen kopen. Dat is waar.

46 Ik geloof dat het in 'De Tien Geboden' was van wijlen Cecil DeMille die het scenario schreef en één van de meesterwerken van de filmwereld op het scherm bracht. En voor het op het toneel gebracht werd of men het liet uitgeven, belde Cecil DeMille Oral Roberts en Demos Shakarian en vele van de Volle Evangelie predikers op en bracht hen in zijn eigen studio's en toonde hun de vier uur durende 'De Tien Geboden' en vroeg hun naar hun mening erover. God geve rust aan zijn dappere ziel.

47 En toen ik het zag, ernaar keek, was daar een kleine opmerking die mij altijd bij bleef. Zoals velen van u die de film gezien hebben, misschien weten, het was toen de dochter van Farao... nadat Mozes ontdekt had dat hij een Hebreeër was en had besloten bij zijn volk te gaan wonen. En daar zat zijn eens knappe moeder, weggekwijnd, met haar grijze haar en haar gerimpeld gezicht, zittend in een oude leunstoel, een typische moeder. En de dochter van Farao kwam binnen. En hij zei: "Wiens zoon ben ik nu eigenlijk?"

48 En toen aan het licht werd gebracht dat Jochebed zijn echte moeder was, zei de dochter van Farao met haar verf, enzovoort, helemaal opgedoft: "Maar kijk! Hij mag uw zoon zijn, maar ik gaf hem weelde en pracht. U zou hem niets hebben kunnen geven dan de slijkputten."

49 Maar de bejaarde grijze moeder zei: "Maar ik gaf hem leven." Dat is het verschil. "Ik gaf hem leven." En God gaf hem Eeuwig Leven. Hoe waar, moeder!

50 Soms zeggen mensen mij, meestal altijd in mijn campagnes, dat ik "voortdurend predik over de opstanding." En ik las vanmorgen een tekst: 1 Korinthe 15:4, over de opstanding.

51 Maar ziet u, de wijze waarop men moeder vandaag plaatst, is een oude dame die bij een bloempot zit; ze is oud en kan misschien niet opstaan, zwak en grijs en gerimpeld en gezeten in een leunstoel. Dat is waar genoeg. Maar ik wil mijn thema nemen en u een ander beeld schilderen van wat moeder is.

52 Iemand zei: "U predikt teveel over de opstanding. Bijna elke Boodschap heeft iets over de opstanding."

53 Waarom? Zeker. Het is de centrale rustplaats van het Evangelie. Ongeacht wat Hij deed, als Hij niet weer opstond uit de dood, dan was alles tevergeefs geweest. Het bewijst voor mij dat Hij God was. De opstanding bewijst elke bewering die Hij deed. En het is ook de rustplaats voor de ziel. Het is het beginpunt. Het is de bekroning van onze vertroosting.

54 En wanneer wij zien dat Hij opstond uit de dood, plaatst het ons met het Evangelie-harnas op het slagveld, om de plaats in te nemen om te vechten. Want wij weten dat Hij zei: "Hij die zijn leven zal verliezen omwille van Mij, zal het weer vinden."

55 En ik denk dat de grootste vertroosting van het Volle Evangelie, de opstanding is, en de Goddelijke beloften ervan en de vertroosting die het degenen geeft die erin vertrouwen. Want het belooft de grote verbintenis van onze vereniging opnieuw tezamen. Het belooft het verdwijnen van alle zonde. Het belooft het wegsterven van alle mismaaktheid, al het lijden dat wij hier hadden, waar we in dit leven doorheen moesten gaan. Het belooft het verdwijnen van dit alles. Het belooft dat zelfs de dood zijn greep zal verliezen en dat wij in de gelijkenis van Jezus zullen opstaan. Dus naar mijn mening is de opstanding de grootste van alle beloften in de hele Schrift. Daarin is het verzegeld.

56 En de laatste Pasen predikte ik over de vijf dingen van:

Levend had Hij mij lief; stervend redde Hij mij;
Begraven droeg Hij mijn zonden ver weg.
Maar opgestaan rechtvaardigde Hij mij vrij voor eeuwig.

57 Dat is de Dag voor mij, die grote Dag der dagen! En te zien wat het zal betekenen voor ons allen, in de opstanding, terwijl wij werken en wachten op die gezegende Dag der dagen!

58 Het geeft ons de belofte dat op een dag deze oude, verslapte, verzwakte, grijze gebroken moeders veranderd zullen worden. Niet alleen zal moeder daar zelf zitten, maar heel haar gezin met haar.

59 En wat een dag zal dat zijn! Wat een tijd zal het zijn wanneer wij de gezichten aanschouwen die wij zozeer hebben liefgehad! Wat een verschil op die morgen, wanneer wij onze geliefden zullen zien, en aanschouwen wat zij dan zullen zijn! Al de aanvechtingen zullen weggenomen worden. Al de littekens van pijn zullen weg zijn. Geen bleke wangen van de dood meer. Geen tranen meer in de ogen. De opstanding belooft dit alles. Er zullen geen begrafenissen meer zijn. Geen baby meer op de wang tikken die als een stuk steen is; waar de begrafenisondernemer gebalsemd heeft en opgevuld en er verf op aangebracht heeft, enzovoort, om het er natuurlijk uit te laten zien. Het zal daar nooit meer nodig zijn.

60 Dan denk ik er aan wanneer wij hen daarginds zien staan: onze geliefden, onze moeders, onze verwanten, al onze vrienden; hen te zien in hun onsterfelijke lichamen, hun hemelse lichamen, hun karakter ziende, ziende hoe zij zich gedragen met die zachtheid en stilheid, geen zenuwachtigheid en geen frustraties meer. Hen te zien staan in de gelijkenis van de Here Jezus, dat zal een wonderlijke dag zijn.

61 En ieder van ons verwacht en verlangt in gedachten naar dat uur van vertroosting wanneer wij hen ontmoeten. Ieder denkt aan de geliefde, misschien moeder die is voorgegaan. En wat een dag zal het zijn wanneer u haar opnieuw ziet! En voor vader en broeder en voor al de geliefden. Wat een dag zal het zijn!

62 Ook ik denk er nu precies aan. Ik denk aan mijn gezin, wat het voor mij zal zijn op die Dag.

63 Ik denk eraan dat op die opstandingsmorgen de eerste die wellicht mij zal komen ontmoeten mijn kleine Sharon zal zijn. Nee, zij zal niet beven. Die duivel kan die plaats niet binnengaan. Geen hersenvliesontsteking kan zelfs dat land beroeren. Zij zal geen 'tot ziens' naar mij wuiven. Die kleine, blauwe ogen zullen dansen als zij haar armen naar voren strekt en 'daddy!' roept. Ik zal blij zijn haar te zien, te weten dat zij nooit meer zal sterven; te weten dat het allemaal voorbij is. Dat is de reden waarom ik de opstanding zo hard predikte.

64 Dan zal ik haar moeder zien, de moeder van Billy, mijn jongen. En ik heb vele herinneringen precies daar, die voortleven. Ik herinner mij toen ik haar opnam, of meneer Combs, hier vooraan, haar meenam voor de laatste rit, ik volgde haar, in een wagen. Terwijl wij Seventh Street afgingen; Billy was daar precies achttien maanden oud.

65 Hoe wilden zij hem buiten op straat brengen om haar hem te laten zien. En natuurlijk moest zij huilen, en naar haar baby kijken, maar zij kon niet dichtbij hem komen.

66 En dan onderweg kwamen we langs de begrafenisondernemer, en we gingen de Seventh Street af. Mamma hier zorgde voor hem in die tijd en hij stond buiten in de tuin met een kleine korte broek aan en een kleine rode pet zijwaarts op zijn hoofd gezet. En toen die moeder, liggend op die brancard in de ambulance, kijkend naar mij, zag dat haar baby in de tuin stond, wetend dat zij haar laatste rit maakte, rees zij op van die brancard en riep en strekte haar benige hand uit om haar baby in de tuin te omhelzen. Maar zij kon hem niet hebben.

67 O, het zal een vreugde zijn haar op die dag te zien. Nee, zij zal geen benige handen hebben, evenmin zullen die wangen ingevallen zijn. Maar zij zal staan in de hemelse schoonheid van een koningin des hemels en van een moeder. Haar zwarte ogen, zo zwart als ravenvleugels, zullen van vreugde dansen. Zij zal volstrekt niet voorover gebogen zijn, omdat die duivel van tuberculose dat land nooit zal betreden. Maar onsterfelijk zal zij staan in Zijn gelijkenis.

68 Ik veronderstel dan dat de volgende die komt om mij te ontmoeten Edward zal zijn die wij 'Humpy' noemden als bijnaam. Hij was de eerste van de grote ketting van negen schakels, de ketting van de Branham familie. Hij was de eerste schakel die zou breken, degene die op mij volgde. Ik zal Edward naar mij toe zien komen lopen. Toch stierf hij als een jongen, negentien jaar oud. En wanneer ik hem bij zijn hand neem, ben ik er zeker van dat wij vele dingen zullen hebben te bespreken uit onze jongenstijd, omdat wij boezemvrienden waren. Wij waren aan elkaar gehecht. Hij liet mij zijn pak dragen en dergelijke, zoals echte broers deden. Het zal een genoegen zijn hem weer te zien.

69 En ik zal hem iets als dit horen zeggen: "Kreeg je mijn bericht Bill? Je werkte op een vee-ranch op het tijdstip van mijn heengaan van de aarde. Maar in het hospitaal zond ik een bericht: "Zeg Bill, dat alles in orde is."

     Ik zal met blijdschap zeggen: "Ja, ik kreeg je bericht buiten op de prairie."

70 Dan veronderstel ik dat mijn vader als volgende zal komen. Hij was de volgende schakel om heen te gaan en... Nee.

71 Ik denk dat Charles, een jongere broer, de volgende schakel was. Hij had een auto-ongeluk toen hij slechts een kleine jongen was. Hij sleepte altijd met zijn rechterbeen als hij liep. Maar weet u, wanneer ik hem zie zal dat been niet meer slepen. Het zal helemaal voorbij zijn; hij zal in de glorie van een jonge man staan.

72 En hij zal me iets dergelijks zeggen, als hij glimlacht. Hij zal zeggen: "Ja Bill, er zijn geen ongelukken hier boven. En ik herinner mij de avond voor ik het auto-ongeluk kreeg, dat je tegen mij sprak, staande in de kleine poort van ons kleine, nederige huis", en ik kijk nu precies naar de top ervan. "Je sprak tegen mij over de Heer, slechts enkele uren voor mijn heengaan. En je predikte achter de kansel toen ik heenging."

73 Dan zal vader komen. O, ik kan hem zien. Ofschoon hij mij vele harde pakken slaag gaf, gewoon precies wat ik nodig had, maar ik zal dat zwarte golvende haar zien, glanzender dan ooit, op die dag. En hij zal naar mij kijken en zeggen: "Mijn jongen, weet je, vader zal hier nooit meer hongerig van de tafel opstaan om zijn kinderen te laten eten, want hier hebben wij overvloed. Er is nooit gebrek hier."

74 Hem te zien wanneer hij zou werken voor vijftig of vijfenzeventig dollarcent per dag, en dan van de tafel opstaan zodat de kinderen konden eten, om weer aan het werk te gaan. En hij werkte zo hard tot zijn hemd aan zijn rug door de zon vastbrandde en mamma het met een schaar los moest knippen.

75 Ik kan hem iets als dit horen zeggen: "Bill, herinner je je die avond toen jij en broeder George voor me kwamen bidden toen ik heenging? Je weet dat ik mamma vertelde dat er twee witte engelen bij het bed stonden en een rode engel bij het voeteneind. En de rode engel probeerde mij te pakken, maar de witte engel stond er tussen. Zij namen mij tenslotte mee naar Huis."

76 De volgende dan in de rij die heenging, zal Howard zijn. Ik zal Howard zien zoals wij samen optrokken door de landen, overal; geroepen om een prediker te zijn; een grote persoonlijkheid, maar zijn familie hield hem tegen. In het laatste gesprek dat ik met hem had, zei hij: "Wanneer ik heenga, Bill,..."

77 Ik zag hem heengaan, door een visioen, ongeveer vier jaar voor hij heenging. Ik zei hem dat ik zag dat pappa zijn graf merkte en zei dat dat het volgende was.

78 En hij zei: "Er is één ding wat ik wil dat je voor mij doet. Ik heb heel mijn leven geen mond opengedaan. Ik ben gehuwd en alles. Ik weet niet wat er gebeurd is."

     Ik zei: "Geloof je Hem, Howard?"

79 Hij zei: "Met al wat in mij is, geloof ik Hem." Binnen ongeveer twee of drie dagen voor hij heenging, sloot hij vrede met God, met broeder Neville en de anderen, daar. En hij zei: "Er is één ding wat ik wil dat je doet. Wanneer ik heenga, Bill, laat ze voor mij zingen: "Hij zal het begrijpen en zeggen: 'Welgedaan'."

80 Voor ik Howard's hand zal schudden, geloof ik dat ik hem zal horen stilstaan en naar mij kijken en zeggen: "Bill, Hij begreep het."

81 Daarna zullen broeder Seward, broeder Frank Broy, broeder George DeArk komen. O, de opstanding betekent heel wat voor mij. Ik zie met verwachting uit naar dat grote kroningsuur. En als het Licht begint uit te spreiden, dan "zullen wij kennen zoals wij gekend zijn." Wij zullen verstaan en wij zullen ons onze bekenden herinneren en degenen die daar zijn geweest.

82 En er zullen daar velen zijn waarvan wij zelfs niet zouden denken dat zij daar zouden zijn. Want, weet u, het is op dat tijdstip dat ik geloof dat "het brood dat wij op de menselijke, troebele wateren geworpen hebben tot ons terug zal keren op die Dag." Wanneer wij het effect zien van ons getuigenis, op mensen waarvan wij niet begrepen, waarom zij er zo tegen handelden; wellicht zullen zij daar zijn. Wat een dag zal dat zijn!

83 En dan ook, de zaden die wij gezaaid hebben, zelfs niet denkend aan wat men ermee zou doen, maar hier zijn zij. Zij brachten kostbare vruchten voort en wij zullen hen zien op die Dag, de weerspannige geliefden en verwanten.

84 En ik denk aan de duizenden die ik heb zien bekeerd worden, ja, in de miljoenen nu, rondgaande, en wat hun bediening was. O, er zal meer voor nodig zijn dan een opstanding. Er zal een Eeuwigheid nodig zijn om rond te gaan, handen te schudden en dingen te ontdekken die ik nu niet weet.

85 Daar zullen die oude, grijze moeders zijn, waarvoor u vandaag die witte bloemen draagt, die u zult zien en zij zullen prachtig zijn. Niet vertegenwoordigd door een vaas bloemen of een foto van een oud, grijsharig persoon. Maar in de gelijkenis en schoonheid van de opstanding zullen zij staan, in de gelijkenis van Christus; hun hemelse lichamen, jong en knap voor eeuwig. Zeker, dat is de rust. Dat is de Moederdag waarop ik wacht. Dat is de bekroning, niet de anjer op het revers, maar de bekroning van de ziel, want God heeft haar veranderd!

86 Ik denk aan mijn oude moeder, oud en zwak en bevend door verlamming. Zij zal dat op die Dag niet doen. Het zal dan anders zijn. En dat grote Licht begint Zich te verspreiden terwijl wij beginnen rond te kijken en de grote cirkel zal groter en groter en groter worden. Het zal allemaal de nadering van Jezus reflecteren. Zoals het lied zegt: "En na een poosje zal ik tenslotte Jezus zien."

Hij zal op mij wachten,
Jezus zo vriendelijk en trouw,
Op Zijn prachtige troon, verwelkomt Hij mij thuis,
Nadat deze dag voorbij is.

87 Terwijl wij Hem dan zien, zullen wij niet zijn zoals wij nu zijn. Wij zullen weten hoe we Hem meer lief kunnen hebben. Wij zullen daar niet achteraan staan met een kleine angst, omdat wij zoals Hem zullen zijn. Wel, Hij zal ons dan meer verwant zijn dan Hij nu is. Wij zullen Hem beter begrijpen. Want wij zijn in de sterfelijke lichamen zover weg; dan zullen wij een lichaam hebben als Zijn heerlijk Lichaam. Wij zullen weten hoe we Hem moeten aanbidden. En wanneer wij zien wat de Tegenwoordigheid van Zijn Wezen aan ons heeft gedaan, ons veranderde: de ouden opnieuw jong, al de misvormden rechtgemaakt. O! Dan zullen wij begrijpen waarom Zijn kracht ons genas.

88 De vragen die in onze gedachten zijn geweest: "Hoe kan Hij het doen? Hoe zou dit zijn?" Mysterieus, hoe dan ook, het zal allemaal verdwijnen. De knopen die vast zaten in ons verstand: "Zal dit het zijn? Hoe zou het kunnen zijn?" Hoe dan ook, op de één of andere manier zullen majestueuze vingers het ontwarren, die knopen ontrafelen en het zal allemaal verdwijnen in de ene grote kroon van liefde.

89 Dan zullen wij Hem zien. Dan zullen wij zijn zoals Hij. Dan zullen wij Hem aanbidden. Dan zullen wij moeder zien zoals God haar wil.

     Moeder zou daar niet volledig zijn zonder haar gezin.

90 Want de grootste tijd van heel haar leven is de kinderen rondom de tafel te zien, allemaal gezond en gelukkig. Haar koffie zien inschenken of wat zij ook doet en het avondeten klaarmaken en zij en vader die daar zitten. Wel, dat is de gelukkigste tijd in mamma's leven: haar kinderen allemaal thuis te zien.

91 Nu, mis het niet, ontbreek niet op die Dag. Laat de grote keten van uw gezin samen zijn, schakel voor schakel. Laat elke spaak in het wiel er zijn. Wanneer wij dan bij elkaar gaan zitten met onze gezinnen en groepen, op de hemeltronen der Eeuwigheid, wat een Dag zal dat zijn! Dan zullen wij begrijpen.

92 Hij was het die dit beloofde, in Openbaring 1, waar er staat: "Een scherp, tweesnijdend zwaard ging uit Zijn mond. Hij werd het Woord van God genoemd." En het kwam van dezelfde lippen die zeiden: "Ik ben Hij die leeft, die dood was en Ik leef voor eeuwig." In Johannes 6 staat er van diezelfde lippen: "Ik zal niets verliezen, maar Ik zal het opwekken ten jongste dage." Hij deed die belofte, diezelfde dierbare lippen. Hij is Degene die ons redt, Die ons geneest, Die ons verlost en Die ons zal opwekken op de laatste dag.

93 Als u die kleine zwakke schakel bent, die zich van deze grote familie-reünie op die Dag heeft afgescheiden, moge de God des hemels dan deze morgen op een mysterieuze wijze, op een of andere wijze, die kleine knopen ontwarren die in uw verstand zijn vastgehecht en u de liefde die Hij voor u heeft openbaren en moge u lieflijk komen om Hem te dienen.

     Terwijl wij aan deze dingen denken, laten wij bidden.

94 Voor wij bidden en terwijl u uw hoofden hebt gebogen, wil ik U vragen: Zou u, op deze Moederdag niet graag uw leven opnieuw aan Hem toewijden, uitkijkend naar die opstanding? Zou u uw handen naar Hem willen opsteken? Terwijl iedereen... God zegene u.

95 Is er een zondaar aanwezig nu, die zou willen zeggen: "O God, ik heb mijzelf nog niet in die ketting vastgehaakt. Ik ben de ontbrekende schakel die daar niet zou zijn wanneer moeder gaat rondkijken door de Heerlijkheid heen. Ik zal daar niet zijn want ik heb nog nooit vrede met God gesloten. Ik heb de hoop van het Eeuwige Leven niet in mij. Maar vandaag wil ik dat doen." Zou u uw hand willen opsteken en zeggen: "Bid voor mij, broeder Branham op dit tijdstip. Ik wil dat er aan mij gedacht wordt in het gebed, want ik heb geliefden over de zee, de zee des levens, en ik wil hen ontmoeten." Steek uw handen omhoog.

96 Of iemand die is teruggevallen en op deze dag zou willen terugkomen en zeggen: "Heer, ik wijd mij opnieuw aan U; ik kom mijn verbond met U hernieuwen." Zou u uw handen willen opsteken?

97 Onze hemelse Vader, naarmate het naderbij komt, zal deze dag ons een dag dichter bij die grote gebeurtenis brengen. En ieder jaar worden wij er toe gedwongen, dit te zien voorgesteld.

98 Zoals de mensen vroeger opgingen naar Jeruzalem op de Pinksterdag voor de reiniging van de tabernakel en het heiligdom, en voor het offeren van het zondoffer. Ieder jaar werden zij eraan herinnerd, wanneer dat lam daar buiten stierf, dat er een tijd zou komen dat het Lam van God zou sterven om de zonde af te scheiden. Elke keer dat zo'n kleine makker blaatte en het bloed over hun handen sprenkelde, werden zij eraan herinnerd dat er een tijd zou zijn dat het Lam van God er zou zijn, dat zou roepen: "Eli, lama..., Eli, lama...?" aan het kruis.

     Ik bid God, dat als wij vandaag kijken en zien dat...

99 Enkele weken geleden voor ik in Uw dienst vertrok naar Californië, lag Indiana kaal en doods en er leek geen leven te zijn. De bloemen waren de laatste herfst gestorven. De bladeren waren van de bomen afgevallen. En het sap in de bomen was naar de wortels gegaan en alles was dood.

100 Maar er kwam een seizoen toen de zon op een andere manier begon te schijnen. Dezelfde zon had gedurende de winter geschenen, maar de elementen waren veranderd en ze scheen anders. En door het schijnen van de zon, met de elementen, sprong het leven omhoog, overal. De bladeren kwamen terug aan de bomen. Het blad... Het leven had het blad verlaten en het blad viel af, maar het leven ging de grond in. Het kwam terug in nieuwe schoonheid, in de glans van de jeugd. De bloem die haar welriekendheid had opgegeven, die haar stralende schoonheid had opgegeven en in de aarde was gevallen, werd geboren en barstte opnieuw tevoorschijn in haar jeugd met een nieuwe welriekendheid. Waaraan worden wij in deze uren herinnerd, Heer?

101 En de wereld wordt van een bleke, schreeuwende woestijn tot een paradijs van schoonheid en de bijen en de vogels zingen en iedereen is opgeruimd en de bomen verheugen zich in de winden van een warme lentebries. Warmte en vreugde waren opnieuw op aarde vanwege de zon, z-o-n.

102 Maar op een dag komt de Z-o-o-n, met genezing onder Zijn vleugelen en die kleine levens die verborgen zijn, zoals het sap in de boom, in de grond, zoals het leven dat in het zaad van de bloem is, zullen weer in nieuwheid tevoorschijn komen om nooit meer te verwelken. O, hoe danken wij U hiervoor!

103 En er waren vele, vele handen die deze morgen omhoog gingen, want zij weten dat achter de sluier daar iets is. Zij verlangen om moeder te zien. Zij verlangen hun geliefden en bekenden te zien en al deze geheimen te ontdekken, hoe zij hier kwamen, en verder door de tijd heen. Het ligt allemaal achter de verborgen voorhang. Maar op een dag komt U. En zij staken hun handen omhoog; zij willen zeker zijn, Heer. Zij vernieuwen zichzelf opnieuw, en ik eveneens. Help ons nu, Heer. Vernieuw ons geloof en onze kracht.

104 En zo voelen wij het naderen van de Here. En de laatste veertig jaren brak er een nieuw Pinksteren tevoorschijn op aarde. De Geest begon dingen te openbaren. En hier zijn wij aan het laatste teken, vlak voor de Komst. Wij weten dat het naderen van de Heer nabij is. En wij zien dat de zieken gezond worden gemaakt van hun ziekte, wat voor de wereld geheimzinnig is geweest gedurende tweeduizend jaar, sedert de apostelen. Maar hier verschijnt het opnieuw, profeten die opstaan. Engelen verschijnen, tekenen en wonderen. Wat is het? De opstanding komt naderbij. De Z-o-o-n komt.

105 Laten wij gereed zijn, Heer. Laten wij elke Goddelijke belofte omhelzen; denk niet over die kleine knopen die door de wetenschap opgestapeld zijn, enzovoort, dat het niet kan gebeuren. Laat het beginnen ontward te worden, deze morgen, door de onsterfelijke... [Leeg gedeelte op de band].... als Hij vibreert over de Woorden van Gods Bijbel, zoals een goed afgesteld instrument om het ritme te zingen: "Ik ben Hij die dood was en voor eeuwig leeft. Een kleine tijd en de wereld ziet Mij niet meer; maar gij zult Mij zien." "Want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot aan het einde der wereld. En het zal komen te geschieden in de laatste dagen, zegt God, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten op alle vlees; tekenen en wonderen; de ouderen zullen dromen dromen en de jongeren zullen visioenen zien", het teken van de spade regen in de eindtijd. Laat het onder ons gevoeld worden, deze morgen, Heer, en moge ons geloof verzekerd zijn. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)