Een door de wereld misleide kerk

Door William Marrion Branham

1 ... Jezus Christus, Zijn Zoon, en heeft ons alle dingen vrijelijk gegeven in Christus. We zijn U dankbaar, Here, voor de voorrechten die ons geschonken zijn door dit grote offer dat Jezus voor ons gaf op Golgotha, dat het ons weer verzoende in de gemeenschap en gunst met U, zodat wij deze vertroosting zouden kunnen hebben, in de wetenschap dat er geschreven staat: "Als gij in Mij blijft, en Mijn Woorden in u blijven, kunt u vragen wat u wilt en het zal worden gedaan." Nu, we zijn hier dankbaar voor en bidden dat U ons geloof zult geven om het met al wat in ons is te geloven.

2 Laat ons nu afleggen, Here, elke inspanning van de dag, elke zorg van dit leven, helemaal vanaf de zaalwachter tot de herder, zodat er nu niets in onze gedachten zal zijn behalve te wachten, eerbiedig te luisteren wat de Heilige Geest tot ons zal spreken, opdat wij, door ons samenkomen, iets goeds mogen verrichten, meer van U mogen kennen. Want, Here, waarlijk daarom komen wij op deze hete dag. Spreek tot ons door Uw levend Woord en laat het levende Woord in ons wonen en in ons blijven, zodat we aangepast en gevormd zullen worden, niet naar de wereld, maar veranderd door de vernieuwing van ons geest, in de gedaante van de Zoon van God. O, onze harten trillen als we eraan denken, en de vreugde overstroomt onze zielen om te weten dat we zonen en dochters van God genoemd kunnen worden. We staan echt vlak voor Zijn tweede komst en alle naties en koninkrijken sidderen onder onze voeten, alle dingen van de wereld verdwijnen, maar we weten dat Hij op zekere dag zal komen om ons naar een koninkrijk te brengen dat geen einde zal kennen of ooit bewogen zal worden. En dan te bedenken dat we nu de onderdanen van dat koninkrijk zijn! O God, besnijd ons hart en onze oren vandaag door de Heilige Geest, door het wassen van het water van het Woord. Want wij vragen het in Zijn Naam en voor Zijn heerlijkheid. Amen.

3 Ik wil het onderwerp vanmorgen benaderen, want ik zou over iets anders gesproken hebben als er een genezingsdienst was, maar we kondigden aan dat de gebedskaarten uitgegeven zouden worden van acht uur tot half negen of negen uur. En ik... Billy kwam daarstraks naar mijn huis en hij zei dat er hier nauwelijks iemand was, dus heeft hij geen gebedskaarten uitgegeven. Dus willen we... Ik dacht deze tekst te nemen ter correctie van de gemeente. En ik wil spreken over het onderwerp: Een door de wereld misleide kerk. Ik wil nu iets uit het boek Richteren lezen, het zestiende hoofdstuk, te beginnen bij het tiende vers:

     Toen zeide Delila tot Simson: Zie, ge hebt met mij gespot, en leugens tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmee gij zoudt kunnen gebonden worden?

     En hij zeide tot haar: Indien zij mij vastbonden met nieuwe touwen, waarmee geen werk gedaan is, zo zou ik zwak worden en wezen als een ander mens.

     Toen nam Delila nieuwe touwen en bond hem daarmee, en zeide tot hem: De Filistijnen over u, Simson! (De hinderlaag nu was zittende in een kamer.) Toen verbrak hij ze van zijn armen als een draad.

     En Delila zeide tot Simson: Tot hiertoe hebt gij met mij gespot, en leugens tot mij gesproken; verklaar me toch nu, waarmee gij zoudt kunnen gebonden worden. En hij zeide tot haar: Indien gij de zeven haarlokken van mijn hoofd vlocht aan een weversboom.

     En zij maakte ze vast met een pin, en zeide tot hem: De Filistijnen over u, Simson! Toen waakte hij op uit zijn slaap, en nam weg de pin van de gevochten haarlokken en de weversboom.

     Toen zeide zij tot hem: Hoe zult gij zeggen: Ik heb u lief, daar uw hart niet met mij is? Gij hebt nu driemaal met mij gespot, en mij niet verklaard, waarin uw grote kracht is... en mij niet verklaard, waarin uw grote kracht is.

     En het geschiedde, toen zij hem alle dagen met haar woorden preste, en hem moeilijk viel, dat zijn ziel verdrietig werd tot stervens toe.

     Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een Nazireeër Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren werd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als al de mensen.

     Toen nu Delila zag, dat hij haar zijn ganse hart verklaard had, zo zond zij heen, en riep de vorsten der Filistijnen, zeggende: Komt ditmaal op, want hij heeft mij zijn ganse hart verklaard. En de vorsten der Filistijnen kwamen tot haar op, en brachten dat geld in hun hand.

     Toen deed zij hem slapen op haar knieën, en riep een man, en liet hem de zeven haarlokken van zijn hoofd afscheren, en zij begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem.

     En zij zeide: De Filistijnen over u, Simson! En hij ontwaakte uit zijn slaap, en zeide: Ik zal ditmaal uitgaan, als op andere malen, en mij uitschudden; want hij wist niet, dat de HEERE van hem geweken was.

4 Nu wil ik lezen als tekst voor dit onderwerp, dat gevonden wordt in het boek Openbaring, het tweede hoofdstuk, te beginnen bij het eenentwintigste en tweeëntwintigste vers:

     En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd.

     Zie, Ik werp haar te bed, en die met haar overspel bedrijven, in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun werken.

     En haar kinderen zal ik door de dood ombrengen; en al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal u geven een ieder naar uw werken.

     Moge de Here Zijn zegeningen toevoegen aan het lezen van Zijn Woord.

5 Simson begon juist, evenals een groot gedeelte van de gemeente. Hij begon in de juiste richting. Toen hij begon werd hij een strijdbare held genoemd. Hij begon met de Here te dienen en het bewaren van Zijn Woorden en het doen van Zijn geboden. Dat was net zoiets als de gemeente. Het begon, als het ware, zoals een wereldse uitdrukking zegt, met het juiste been voor. Hij begon met het bewaren van de geboden van de Here. En zolang Simson de Here volgde, gebruikte de Here Simson.

6 Want God kan iedereen bewaren en ieder gebruiken die Hem na wil volgen, want het is Gods zaak. Maar als wij ons afwenden, weg van de dingen van God, dan kan God ons niet langer gebruiken. Als wij standvastig naar de geboden van God zullen wandelen, als we in de bladzijden van de Bijbel zullen blijven en aanbidden door het geschreven Woord, Hem aanbidden in de Geest en in de Waarheid van het Woord, dan kan God ieder individu gebruiken. Maar als zij erover denken zich te wenden tot iets anders, dan kan God die persoon niet langer gebruiken.

7 Dus Simson is een zeer buitengewone vertegenwoordiging van de gemeente van vandaag. Toen de gemeente begon, kon God de gemeente gebruiken, want de gemeente wandelde ijverig volgens de geboden van de Here, hield al Zijn uitspraken en Zijn inzettingen en deed al Zijn bevelen. En God was met de gemeente. Maar het schijnt dat er zo'n verslapping plaats vindt onder de gemeente.

8 Bedenk dat we niet op een picknick zijn, maar we zijn op een slagveld. Veel mensen denken maar dat als zij een Christen worden, dat dit alles is wat zij hoeven te doen, dat het dan voor eeuwig is geregeld en dat als ze Christen zijn alles gemakkelijk zal gaan. Haal dat nooit in uw hoofd. Want ik ben een Christen geworden om te vechten, de goede strijd te strijden van het geloof. Ik word een Christen om in de gevechtslinies te gaan. We zijn Christensoldaten en we worden geoefend en opgeleid om alle technieken van de vijand te kennen, te weten hoe we ons moeten verschansen, te weten hoe we het gevecht moeten aangaan. We kunnen dat slechts doen zoals de Heilige Geest het aan ons zal openbaren. We kunnen niet aannemen wat de een of andere natie ons vertelt als we ten oorlog gaan met enige van hun ideeën. Maar we moeten onze eigen ideeën nemen, de wijze waarop de Heilige Geest ons zal leiden en met de ideeën die Hij ons zal geven, omdat Hij de Opperbevelhebber van het leger van de Christenen is.

9 Simson deed het goed; hij was een groot man, totdat hij, wat wij noemen, een beetje begon te rommelen, totdat hij van zijn eigen gebied begon af te gaan. En de gemeente liep goed en was in orde totdat ze van haar eigen gebied begon af te gaan. Simson begon te flirten. En hij flirtte niet met Israëlietische meisjes; hij begon te flirten met Filistijnse meisjes.

10 Dat is net zo'n beetje wat de gemeente deed. Ze begon nooit de haren het hof te maken, ze dwaalde af naar ongelovigen en begon met ongelovigen te flirten. Daar maakten we onze grootste fout – en één van de grootste fouten is als de gemeente dingen begint te doen die niet juist zijn. Ze begon evenals Simson zich met verkeerd gezelschap op te houden.

11 Zolang Simson in het gezelschap van Gods volk was, deed hij alles juist. Maar toen hij begon te flirten met slecht gezelschap, raakte hij in problemen.

12 En zo is het met de gemeente. Toen de gemeente eerbiedig en dagelijks de leiding van de Heilige Geest volgde, zegende God hen en wonderen en tekenen volgden de gemeente. Maar toen zij in het slechte gezelschap van de wereld begon te verkeren... Een van de ergste en de eerste dingen die zij deed, was dat ze zich begon te organiseren en de gemeenschap onder de gelovigen te verbreken, omdat zij ontdekten dat de naties georganiseerd waren. Maar dit grote Evangelie is niet opgedragen aan één natie of één volk. Het is opgedragen aan "elk die wil die kome": alle naties, geslachten, talen en volkeren. God bedoelde nooit dat wij een grenslijn zouden trekken.

13 Maar de mensen wilden gelijk zijn, zich vergelijken met, of een kopie zijn van wat de wereld doet, de dingen zeggen die zij doen, succes boeken zoals zij een succes waren. Wij kunnen nooit een succes zijn door iets te doen wat de wereld doet. We kunnen alleen een succes zijn als we Gods verordeningen volgen en Zijn wijze om dingen te doen. We kunnen nooit een succes zijn door het patroon van de wereld te volgen. Als de sigarettenmaatschappij haar grootste succes heeft verkregen door de televisie, en de bier- en whisky gezelschappen hun grote succes hebben verkregen door de bijdrage van de televisie, is dat geen teken dat de gemeente succes zal behalen door de televisie. Het succes van de gemeente ligt in de prediking van het Evangelie, van de kracht van God en de demonstratie van de Geest. Wij kunnen niet zeggen: "Omdat die televisie zus en zo deed voor de sigarettenmaatschappij en de andere maatschappijen..." We hebben geen enkele Schriftplaats om te proberen ons te vergelijken met deze mensen. Zolang we dit doen zullen we misschien grote aantallen mensen trekken, maar dat is niet wat God ons voorschreef om te doen. Wij denken dat, omdat wij van allerlei soort zijn, hoog vliegend, grote organisaties die kleurrijke dingen doen plaats vinden, dat het een succes is. Wij sterven dagelijks op onze voeten, geestelijk gesproken! Als we vanmorgen tien miljoen man sterk waren en de Heilige Geest niet met ons was, zouden we er goed aan doen om met tien man sterk te staan met de Heilige Geest mèt ons. We kunnen ons niet met de wereld vergelijken.

14 Een van de eerste dingen die gebeurden was, dat de gemeente zich begon te organiseren. De eerste organisatie was de Katholieke kerk, en toen kwam de Lutherse kerk. Toen zij zich organiseerden in de Katholieke kerk om er een organisatie van te maken, was er op zekere dag een kreet: "De Filistijnen over u, Simson", en Simson verbrak de koorden van de banden van de Katholieke kerk en Maarten Luther kwam naar voren met de organisatie.

15 Toen bond men de gemeente met een ander koord, zoals Delila deed. En zij begonnen... in plaats van door God geroepen mannen te hebben, mannen die geroepen werden door de Heilige Geest, die misschien wel hun ABC niet kenden, maar Christus kenden. Vervolgens werd de gemeente modieus en gevormd naar de politieke sprekers. En ze moesten hun predikers een doctorsgraad geven, iedereen moest een doctor in de theologie zijn. Dat was nog een touw om de gemeente te binden. Mannen gaan heen om te studeren; elk seminarie probeert een betere geleerde voort te brengen, zodat hun kerken kunnen opscheppen: "Onze herder is een doctor in de theologie." En wat deden zij? De een probeert meer kennis te hebben dan de ander. Wel, dat betekent niets in Gods ogen.

16 En er is geen enkel mens die hoeft te proberen zijn wereldse kennis te nemen om er ooit God mee te behagen. Het is een gruwel in het aangezicht van God. U zult God nooit behagen met de wereldse ambities en kennis, omdat het vijandschap tegen God is, zegt de Schrift. Hij kan het niet doen.

17 Iedereen probeert alle kennis te hebben. Ze weten precies wat ze moeten doen en de woorden te zeggen, en het wordt gewoon een politieke toespraak in plaats van een met kracht gedemonstreerde Heilige Geest-boodschap die inzinkt tot in het hart van de mens en de zonde ontdekt. Ze worden geoefend voor politieke toespraken, en we hebben dat niet nodig. Paulus zei: "Het Woord kwam tot ons, niet slechts... of, het Evangelie, niet in Woord alleen, maar door de kracht en manifestatie van de Heilige Geest." Dat bracht het Evangelie, de kracht van de Heilige Geest demonstrerend. Maar al deze mannen gaan naar bijbelscholen en zij leren een hoge ontwikkeling, hoe ze voor de mensen moeten staan, hoe ze zich moeten presenteren, hoe ze zich moeten kleden en hoe ze moeten handelen; ze zullen nooit de verkeerde taal gebruiken. Nu, dat is in orde voor een politieke toespraak, maar wij spreken niet met de betoverende woorden van mensen. Paulus zei: "Het Evangelie dat ik predik, komt zó niet, maar komt door de vernieuwing van de Heilige Geest en demonstratie van kracht." Het komt niet door een goed geformuleerde toespraak, zodat uw wijsheid zou zijn... of uw vertrouwen zou zijn in de wijsheid van de mens. Maar het komt door de demonstratie van de kracht van de opgestane Christus. Dat is het Evangelie: "Hem te kennen in de kracht van Zijn opstanding."

18 Iedereen, elke denominatie, probeert te geloven dat hij een beetje wijzer is dan de ander. De Methodisten zullen zeggen: "Wij hebben de wijste man." De Baptist zal het zeggen, en de "Church of Christ", enzovoort, zij zeggen allen: "Wij zijn de wijste. Wij, onze mensen, wij laten de gewone man niet uitgaan om het Evangelie te prediken." Maar zij kiezen hen met zorg uit. (O God, ontferm U!). Kiezen hen met zorg uit; als ze onderwezen zijn met hun bepaalde leer, dan plaatsen zij hen in de gemeente. God kan hem op geen enkele wijze aanraken. Ik wil iemand die tot mij predikt, die met zorg uitgekozen is door de Heilige Geest, die God verwekt heeft, niet gekozen door de mens of denominatie.

19 Allemaal kennis! Zij zeggen: "O God, wij weten er alles over" en sommigen van hen kennen het eerste alfabet van de Heilige Geest niet. Zij verloochenen het.

20 Het herinnert mij aan een boekje dat ik eens las, ongeveer tien jaar geleden, in Californië. Ik tikte het op de kop in een oude boekwinkel. Ik ben vergeten wie de schrijver was. Gewoon een goedkoop boekje, maar er zat een goede strekking in, ofschoon het grappig en leuk scheen. Maar ik vond er iets in dat voor mij als van God klonk. Eén van de verhalen begon zó. Op een morgen was er in een groot kippenhok een zeker haantje dat dacht dat hij alle kennis had die er maar was. Dus vloog hij op een kist en sloeg vier of vijf keer met zijn kleine snavel tegen de kist, wierp zijn kop naar achteren en kraaide zoals je nog nooit een haan had horen kraaien. Hij trok de aandacht van de anderen en zei: "Dames en heren van dit kippenhok, ik zou graag deze morgen tot jullie allen willen spreken over een groot onderwijsprogramma dat we zojuist hebben ontworpen." Hij zei: "Ik heb heel wat kennis verkregen door mijn studie", terwijl hij zijn brilletje over zijn snavel trok. En hij zei: "Ik heb besloten dat wij, kippen, onszelf kunnen verbeteren door meer kennis. Daarom kan ik jullie vertellen dat, als we zullen graven en werken in een bepaald hok of hol, we ergens een zekere vitamine zullen vinden die ons beter zal doen kraaien en mooiere veren zal geven. En o, ik kan jullie vertellen hoe we ons op veel verschillende manieren kunnen verbeteren."

21 De kleine jonge kippen met hun rode kammen, kakelden even en zeiden: "Is hij geen lieverd?" En zeker bewonderden zij hem. "O, hij is zo'n briljante haan!" Het doet mij denken aan sommigen van deze seminariepredikers. "Zo'n briljante man! We hoeven niet om te gaan met de overige kippen, we moeten allen met hèm meegaan."

22 Wel, voordat de kleine makker zijn rede voleindigd had was er nog een kippetje dat niet zulke schitterende veren had, dat hard kwam aanlopen uit de overigen van het kippenerf en zei: "Jongens, even een moment! Ik hoorde zojuist het laatste bericht op de radio. De kippen gingen omhoog met vier cent per pond; we zullen morgen allemaal naar de slachter gaan. Wat voor nut zal je kennis hebben?"

23 Broeder, wat voor nut heeft het als we al de kennis vergaren die we maar kunnen? We zijn één meter tachtig stof. We sterven allen stukje bij beetje en per minuut. Onze kennis betekent niets. We willen Hem kennen. Maar men doet dat.

24 Zoals ik enige tijd geleden opmerkte over een zekere kleine kanarie, die dacht dat hij alle kennis had die nodig was om te bestaan, en hij wist zoveel dat hij de overige kanaries alles kon vertellen over de menselijke wezens. Dus vloog hij omhoog in zijn kooi en begon te spreken over het menselijk wezen, hoe hij alles over hen wist. Plotseling kwam er een professor uit Purdue aanlopen die enkele hoog beschaafde woorden tot hem begon te spreken, en de kleine makker knipperde even met zijn ogen en wendde zijn kopje af. Nu, hij had ogen, hij kon de professor zien. Hij had oren, hij kon hem horen. Maar natuurlijk wist hij niet waar hij over sprak. Waarom? Hij had een kanariebrein. Hij had slechts een vogelbrein. Dat is alles wat hij had. Hij heeft geen menselijk brein, dus kan hij niet denken als een menselijk wezen.

25 En evenmin kan een menselijk wezen denken als God. U bent menselijk en alle wereldse kennis is niet meer dan een kanariebrein. U benadeelt slechts uzelf ermee, dat is het enige. U moet de gezindheid van Christus hebben.

26 De reden waarom mensen zich bij organisaties gaan aansluiten en de handdruk nemen in plaats van de nieuwe geboorte, is omdat zij proberen aan de wedergeboorte te ontkomen. Zij willen de nieuwe geboorte niet. En zij weten dat wij het in de Bijbel leren, dus willen zij er iets voor in de plaats stellen. En de Pinkstermensen zijn net zo erg, ze proberen iets te vervangen. Zij willen het in klasse. Het moet gewoon zo volgens de klasse zijn: "We willen de hand schudden en ons bij de kerk aansluiten en besprenkeld en gedoopt worden" of zoiets. Ze zijn bang voor de nieuwe geboorte. Soms geloof ik dat de Branham Tabernakel er bang voor is.

27 Nu, wij allen weten dat een geboorte, het maakt niet uit waar het is, of waar het gebeurt, een knoeiboel is. Als een baby geboren wordt op een strobaal, op een harde vloer of in een roze versierde ziekenhuiskamer, het is een knoeiboel hoe dan ook. Een geboorte van een kalf, welke geboorte ook, is een knoeiboel.

28 En de nieuwe geboorte is niets anders dan een knoeiboel! Maar de mensen zijn zo vormelijk. "We willen daar gaan waar zij handen schudden. We willen daar gaan waar ze niet brullen en schreeuwen en op het altaar slaan en het uitschreeuwen." U wilt te menselijk zijn! Wat we nodig hebben is een geboorte, een sterven dat leven voortbrengt!

29 U neemt een zaad, een oude aardappel, een pootaardappel, en doet hem in de grond. Die oude aardappel moet rotten voordat u nieuwe aardappelen kunt hebben. Een maïskorrel kan geen nieuw leven voortbrengen tenzij hij verrot is.

30 En een man of vrouw kunnen nooit een nieuwe geboorte hebben tenzij hun verstand en hun eigen ik verrot is, dood, uitgestorven bij het altaar; ze schreeuwen, helemaal bevuild, tot het zover komt dat de stijfsel uit hun boordje komt en u wedergeboren wordt door de Geest van God. Het maakt mij niet uit of u schreeuwt, in tongen spreekt, op en neer springt, fladdert als een kip zonder kop, u brengt nieuw leven voort. Maar wij stelden er iets voor in de plaats; wij wilden de klassieke wijze, zeker.

31 Onlangs, op vrijdag, gingen mijn vrouw en ik naar de winkel. Ik bedoel niet hier op te hameren. Maar toen wij op straat liepen moest ik gewoon op de een of andere manier mijn hoofd blijven afwenden, vanwege de naakte vrouwen. Ik beloofde God toen ik een blinde was, dat als Hij mijn ogen zou genezen, ik zou kijken naar hetgeen juist was. Ik heb een klein kruis in mijn auto hangen. Als ik zoiets zie, kijk ik naar het kruis en zeg, terwijl ik naar het kruis kijk: "O God, dat is mijn toevlucht."

32 Ik zag die vrouwen. Meda zei "We hebben vandaag niet één vrouw gezien die een rok aan had." En ze zei: "Bill, kijk naar die vrouw daar met die kleine schouderbandjes om haar bovenlichaam", en ze zei: "je wilt me toch niet vertellen dat die vrouw niet weet dat dit verkeerd is?" Ze zei: "Als ze niet weet dat het verkeerd is, dan is ze niet bij haar normale verstand."

33 Ik zei: "Momentje, lieveling. Zij is een Amerikaanse; ze doet zoals de Amerikanen doen."

34 Ik zei: "Ik was niet lang geleden in Finland, liefste. En ik ondervroeg daar een man die mij daar plaats liet nemen, Dr. Manninen. We gingen naar de gezondheidsbaden die ze sauna noemen, en ze brengen je naar binnen en gieten heet water op... of water op hete stenen en het doet je zweten. Dan laten ze je in ijswater springen en dan er weer uit. Dan brengen ze je in een ruimte en daar zijn verpleegsters in, vrouwen die de mannen afschrobben (die naakt zijn), en ze sturen hen terug naar het bassin. Ik wilde er niet binnengaan." Ik zei: "Dr. Manninen, dat is verkeerd."

35 Hij zei: "Goed dan, eerwaarde Branham, dat is verkeerd. Maar hoe zit het dan met jullie Amerikaanse dokters die een vrouw naakt zullen uitkleden en haar op de tafel leggen en elk sexorgaan dat ze heeft, onderzoeken? Hoe zit het dan met jullie verpleegsters in de ziekenhuizen?"

36 Ik zei: "Excuseer mij, broeder Manninen, u hebt gelijk."

37 Wat is het? Het zijn gewoonten. Toen ik in Parijs was, kon ik nauwelijks geloven dat de urinoirs zowel voor mannen als vrouwen hetzelfde waren. Ik kon het niet begrijpen dat de toiletten aan de kant van de straat zowel voor mannen als vrouwen waren. Ik kon het niet geloven dat als vrouwen naar het strand gingen om te zwemmen, een jongen en zijn meisje, dat ze geen kleedkamers hebben – ze trekken gewoon al hun kleding uit tot op het laatste kledingstuk, dan draaien ze zich om en doen een klein broekje aan en gaan zwemmen – maar het is toch zo. Zij besteden er geen aandacht aan. Het is een gewoonte van Frankrijk.

38 In Afrika, vrouwen en mannen, jong en oud, lopen ze helemaal zonder kleren door de velden. Ze hebben nooit geweten wat een toilet was of zoiets, en gingen nooit uit elkanders gezicht, maar zij weten het verschil niet. Zij weten het verschil niet. Maar het zijn gewoonten van landen.

39 Maar ik zei: "Lieveling, wij zijn anders; wij zijn van een ander land. Wij zijn pelgrims en vreemdelingen hier; dat maakt dat deze dingen er zo verkeerd uitzien. Want de Bijbel zegt: 'Zij die zulks belijden, laten zien dat zij pelgrims en vreemdelingen zijn; zij zoeken een toekomende stad.'"

40 Een man of een vrouw in Italië, in Frankrijk, in Afrika, in enig ander land, die ooit geboren is uit de Heilige Geest, doet die dingen niet. Zij zullen die kleding niet dragen. Zij zullen zo niet handelen, omdat ze van een ander land zijn, welks Regeerder en Maker God is. We zijn van de hemel. De geest die in u is drijft uw leven. Als u een Amerikaan bent, zult u doen als de Amerikanen. Als u een Fransman bent, zult u doen als de Fransen, en de ander bekritiseren. Maar als u van God bent, zult u doen zoals ze in de hemel doen, omdat uw Geest van boven komt die u drijft.

41 Een klein iets waar u naar zou kunnen kijken. In de Schrift handelden zij, die deze nieuwe stad zochten, anders. Zij beleden dat zij pelgrims en vreemdelingen waren. Maar van de kant van Kaïn werden zij vluchtelingen en afvalligen. Maar Christenen waren pelgrims en vreemdelingen. Een vluchteling heeft geen huis; een afvallige is een verschrikkelijk persoon. Maar een pelgrim is iets echts en uit een echt land in een andere natie, die probeert zijn weg naar huis te vinden, belijdend door zijn leven dat hij iets heeft, dat hij uit een ander land is. Daar ligt de reden.

42 Maar toch, die mensen die zo doen, die mensen die die dingen dragen... Laat mij u vertellen: In Zuid Afrika, toen ik dertigduizend ruwe heidenen zag, spiernaakte inboorlingen, meisjes van zestien, achttien, twintig jaar oud, jongens met niet één draad kleren aan, ze stonden daar met modder op hun gezicht en opgeschilderd, beenderen door hun neus en met houtblokjes die aan hun oren hingen en gekruiste menselijke botten of een paar botten in hun haar, met tanden van dieren die om hen heen hingen, naakt zoals ze in de wereld kwamen, zonder dat ze het wisten. Maar toen zij Christus ontvingen en op hun aangezicht vielen en de Heilige Geest ontvingen, stonden ze op en vouwden hun armen beschaamd voor hun borst, terwijl ze wegliepen om kleding te zoeken en aan te trekken. Waarom? Ze werden pelgrims en vreemdelingen voor deze wereld. Halleluja! Ze waren er bij vandaan. Ja, beslist!

43 O ja, deze mensen noemen zichzelf Christenen. Zij behoren tot kerken. Ze gaan weg en zeggen: "Wij zijn Methodisten." "Wij zijn Baptisten." "Wij zijn Pinkstermensen." "Wij zijn Zevende-dags Adventisten." "Wij zijn dit, dat of wat anders." Dat heeft er helemaal niets mee te maken. Uw geest, het leven dat in u is, drijft u en vertelt wat u bent. Jezus zei: "Aan hun vruchten zult u hen kennen."

44 De gemeente is geworden als Israël eertijds. Ze zagen dat alle heidense naties een koning hadden; God was hun Koning. En zij zagen dat alle heidense naties koningen hadden, dus wilden zij doen als de heidense volken en ze kochten zich een koning. Toen zij dit deden, kwamen zij in problemen. Langzamerhand begon het binnen te komen. Langzamerhand begon de wereld hen te besluipen. Tenslotte eindigde het in Achab. De ene koning kwam er slechts een beetje dichter bij, weer een beetje dichter bij, en tenslotte werd het leven uit hen geperst. En daar gingen zij. En toen hun echte Koning kwam, kenden zij Hem niet.

45 Dat is hetzelfde als wat de kerk heeft gedaan. Ze heeft het geadopteerd. Ziehier. Ze heeft politiek en ontwikkeling geadopteerd. Ze heeft organisatie, verenigingen, grote kerken, hoge afgezonderde predikers geadopteerd. En wanneer de ware Koning komt kennen zij Hem niet en ze kruisigen de Heilige Geest die hun Koning is. Zij kennen Hem niet, maar zij lachen om Hem en maken lol over Hem. Zoals de Joden met hun Messias deden, doet de gemeente met hun Messias op dezelfde wijze. Ze weten het niet. Ze hebben het geestelijke inzicht niet, omdat ze met hun ogen zo onderwezen zijn over wat ze zien: grote gebouwen, ze proberen zich met de wereld te vergelijken. We worden nooit vermaand om ons met de wereld te vergelijken. We worden aangemaand om onszelf te vernederen.

46 En één is een meerderheid, in God. En vandaag is er onder de genezings-evangelisten op de velden zo'n concurrentie... ze zijn concurrenten. De één zegt: "Wel, prijs God, ik heb er zoveel duizend. Ik heb een grotere samenkomst dan jij." Wat maakt dat voor verschil? Of we er nu één hebben of één miljoen, welk verschil maakt het? Zijn we trouw aan God? Zijn we trouw aan Zijn Woord? Voldoen we aan de toets van de Heilige Geest? Is het waar? Dat is het voornaamste.

47 Maar we gooien het op een akkoordje met de Bijbel. Heel wat Pinkstermensen sluiten een compromis over de fundamentele leringen van de Bijbel. Ik wil geen gevoelens kwetsen. Ik ben in mijn eigen gemeente en ik voel dat ik dit zou kunnen doen wat... in mijn gemeente, omdat ik het Evangelie predik. Maar er zijn tienduizenden Pinksterpredikers die weten dat er niet zoiets in de Bijbel staat als de doop in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest". Ik daag de aartsbisschop uit, of wie dan ook, om mij te laten zien waar iemand ooit gedoopt werd in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest." Maar zij gooien het op een akkoordje omdat de organisaties dit zo hebben gedaan. Er is niet één persoon in het Nieuwe Testament, en gedurende driehonderd jaar daarna in de geschiedenis, die anders gedoopt werd dan in de Naam van Jezus Christus. Waardoor komt het? Organisatie. Daardoor kwam het. Een compromis sluiten!

48 En vandaag hebben ze alle straatwerkers van de straat genomen. Ze hebben de tamboerijn uit de gemeente genomen. Ze hebben alle heerlijkheid uit de gemeente genomen en hebben seminarie-prediking, kleine oude "haantjes"-prediking, geheel beschaafd volgens de maatschappij, en hun vrouwen dragen shorts en jurken zo strak als een vel, en de mannen roken sigaretten, gokken en vertellen vuile moppen. Het is een schande in het aangezicht van God. Ik weet dat het ruw is, maar het is tijd dat iemand iets zegt. Compromissen sluiten, toegeven, handelen als de wereld.

49 Het maakt mij niet uit of ik alleen moet staan met niemand dan God alleen. Ik wil de waarheid van Gods Bijbel prediken en ervoor staan. Al moet ik sterven, ik wil staan voor de waarheid. Zeker. Wij willen de waarheid. Ik wil mijzelf niet afmeten naar de gemeente, maar ik wil mij afmeten naar het Woord van God.

50 Maar Delila, hebt u het opgemerkt, wist dat Simson een kracht had. En zij wist niet waar die kracht in lag. Zij kon niet vertellen wat die kracht was, maar er was een of andere grote kracht die Simson bezat en zij wilde het ontdekken. En als Delila bleef zij Simson proberen voor zich te winnen door haar schoonheid. O, zij kleedde zich echt sexy. En ze liep vóór hem en ze "giechelde" zoals sommigen van die kleine teenagers van deze dag, enzovoort, zoals je doet als de een of andere striptease, en ze probeerde Simson voor zich te winnen.

51 Dat is hetzelfde als wat de wereld gedaan heeft met de gemeente. "Nu, waar is je grote kracht?"

52 "Als we zullen organiseren, zal dat de kracht breken." De Katholieke kerk deed het.

53 "Maar de Filistijnen zijn over u, Simson." En er verscheen ene Luther.

54 Toen organiseerden zij zich weer. "Als je mij zult binden met een ander touw zal het mij vasthouden." En dat deden zij.

55 "De Filistijnen over u, Simson." Wat gebeurde er? Wesley kwam te voorschijn en verbrak de touwen.

56 "Nu, je hebt me steeds bedrogen. Weet je niet dat ik je liefheb, Simson? Goed, vertel me de waarheid vanuit je hart."

     "Goed, bind me met nog een touw."

57 "Goed, we zullen dat doen." Wat is dat? Dat is het denominationele touw.

58 "Je laat me vrij zijn dat ik geen denominatie heb. Dan vertel ik je, zul je mij gebroken hebben." Dus daar kwamen de Pinkstermensen te voorschijn. Waar is je kracht? "De Filistijnen over u." En hij verbrak het touw weer.

59 Maar wat gebeurde er nu? De Pinkstermensen kregen grote doctoren in de theologie als hun herders, een paar grote mannen. Ze hebben net zoveel opleiding en ritueel gekregen als de Methodist of de Baptist of wie ook van de overigen hadden. Ga een kerk binnen en je kunt geen "amen" horen. Het is zo koud als een groep Eskimo's, regelrecht uit de Noordpool. Koud! Onverschillig! "En nu zijn de Filistijnen over u, Simson."

60 De Filistijnen zijn over u, Amerika. Waar is die eenheid van geest? Waar is de eenheid van Pinksteren? De 'Assemblies of God' en de 'United Church of God' en dit, dat en het andere, elk met een verschillend isme: deze met dat en deze met dit. We zijn zo versnipperd dat je een stad kunt ingaan om een opwekking te houden, en als één kerk het steunt zal de rest van hen het zelfs niet willen bijwonen. De Communisten zijn over u, Amerika.

61 Waar is onze kracht? Waar is onze heerlijkheid? Wat is het? Omdat we achter de wijsheid van mensen aangingen in plaats van achter de kracht van God! Wel, zij hebben... Onze predikers en zo, zijn zo stijf en vormelijk dat ze ons georganiseerd hebben en we zo stijf en hardnekkig zijn, dat je nooit meer een gejuich van de mensen in de gemeente hoort. Je hoort nooit iemand schreeuwen. De zondaarsbank is in de kelder gezet. Er is geen heerlijkheid meer in de gemeente. Al wat we doen is op ons gemak gaan zitten, net zo stijf als we maar kunnen zijn. We zijn niet vrij. We zijn gebonden. De duivel met zijn moderne demonen heeft de gemeente van de levende God gebonden. Zo is het. Er is geen kracht meer in de gemeente. Er is geen vrijheid meer. De mensen zijn zo stijf en strak. Wel, God kan in het midden van de Pinkstermensen komen en laten zien dat Hij God is, en Zijn tekenen van Zijn opstanding bewijzen, het schudt hen zelfs niet. Glorie! Wel, het is een schande! Ik wandel door het land, God werkt, verricht tekenen, en de mensen zitten van: "Wel, ik geloof dat het in orde is. O, ik weet dat het gedaan kan worden." Het beweegt hen niet. Waarom? Ze zijn gebonden door Delila, de wereld. Ze zijn in ketenen.

62 Nu, ze hebben hen zelfs vastgebonden in een verbond. "De Filistijnen zijn over u, Simson." Wat ga je eraan doen?

63 "O, we hebben grote denominaties." Zeker. "We hebben een groter ledenaantal dan we ooit hadden." Maar waar is de Geest? Waar is de Heilige Geest?

64 Dat is wat de duivel gedaan heeft. De gemeente is overgehaald. Hij bleef proberen de gemeente voor zich te winnen. "Kom naar mij; ik zal je hier een hele grote tabernakel geven als je dit slechts wilt doen. Als je jezelf van die fanatieke prediker die je hebt, zult losmaken en een man nemen die doctor in de Godgeleerdheid is, die wat verstand heeft, zullen we een mooie, grote klassieke kerk bouwen en we zullen zijn als de overigen." Schande over u! Ik zou liever een man hebben die geen koffie van bonen kan onderscheiden, maar die vervuld was met de Heilige Geest, die geen compromis zou sluiten door de kracht van God.

65 Maar het is o zo vormelijk geworden, dat als er een arme heilige door kan breken in de samenkomst en in tongen spreekt of een klein beetje juicht of zoiets doet, de rest zich allemaal als een gans zal omdraaien om te kijken. "Wat was dat? Wel, ik vraag me af waarom? Dat moet wel een fanatiekeling zijn die van ergens binnengevallen is." U weet dat het de waarheid is! Als er een arme heilige naar binnen stapt die gelukkig genoeg is om zijn handen op te steken en te schreeuwen en de Here te prijzen, iemand die "amen" zal roepen op de prediking van het Evangelie, draaien de anderen zich om om te zien wie dat zei. Dat zijn de Pinkstermensen. Wat is er aan de hand? U volgt het voorbeeld van de Methodist, van de Baptist; zij volgden het voorbeeld van de Katholiek; de Katholiek volgde het voorbeeld van de hel. En allen tezamen is het allemaal volgens de hel! Dat is juist.

66 Delila heeft jullie overgehaald met grote kerken, fijne opgeleide predikers, die de betere klasse nemen. "Wel, weet u, Zus en zo hier is een miljonair; als we hem naar onze samenkomst zouden kunnen krijgen..." O, tjonge! Als hij niet wederom geboren is, dan verdient hij niet om daar te zijn. Het maakt mij niet uit of hij een miljoen dollar heeft, of hij veertig Cadillacs bezit, of wat hij ook heeft, hij moet wederom geboren zijn, regelrecht tot een nieuwe geboorte komen en wedergeboren worden door de Heilige Geest en daaruit komen in een nieuwe geboorte, snotterend (excuseer mij), huilend en schreeuwend, en zich gedragend als de anderen, en daarna een leven levend dat bewijst dat hij het heeft. Amen. Dàt hebt u nodig.

67 "Simson, de Filistijnen zijn over u." De Communisten zijn over u. De wereld is over u. De duivel is over u.

68 Ze gaan terug en ze zien de Geest van God wonderen verrichten en dingen doen van Zijn opstanding, wat Jezus beloofde. Zij zeggen: "Weet u, ik geloof dat broeder Branham heel wat geestelijke telepathie heeft. Mijn herder zei dat het van de duivel was."

69 U arme, huichelachtige, misleide ongelovige, helemaal opgepoetst, u, wolf in schaapskleren! Jezus zei: "Als u Mij gekend zoudt hebben, zoudt gij Mijn dag gekend hebben." Maar u hebt een groep Sauls die proberen u als de rest van de wereld te maken.

70 We willen een stel mannen van God die geen compromis sluiten over het Woord, maar de waarheid prediken en staan op de doop van de Heilige Geest.

71 Maar wat heeft de wereld gedaan? Zij heeft al uw kracht afgeschoren. U werd als een Nazireeër geboren, Pinksteren, maar de wereld schoor zeker uw kracht af. Nu zijn zij net zo stijf als de rest.

72 Wat zullen we gaan doen? Wat gaat er gebeuren? Er is één heerlijk ding dat ik kan bedenken als beëindiging van deze tekst.

73 Terwijl Simson gebonden was! We kunnen geen opwekking hebben. Luister naar onze getrouwe broeder, Billy Graham: "Opwekking in onze dag!" Luister naar de schreeuw van Oral Roberts: "Opwekking in onze dag!" Luister naar de overigen: "Opwekking in onze dag!" Hoe kunnen we een opwekking hebben als we gebonden zijn? We hebben de Heilige Geest gebonden met onze organisaties en tradities en we kùnnen geen Heilige Geest opwekking hebben. Amen. Ik weet dat het heet schroeit, net als het weer, maar het is de waarheid. Hoe kunnen we een Heilige Geest opwekking hebben als je zo gebonden en stijf bent! "Een vorm van godzaligheid." De Bijbel zegt dat men het zou hebben. "Een vorm van godzaligheid, maar ze zouden de kracht ervan verloochenen." De kracht van wat? De kracht van de organisatie? De kracht van de wereld? De kracht van de kerk? De kracht van de Heilige Geest! Dat is de geheime plaats in de gemeente. En als de gemeente geschoolde predikers aanneemt en grote gebouwen en mooie kleren in plaats van de ouderwetse Heilige Geest, konden ze maar beter weer in de zendingspost zijn. Amen. Dat is waar. Hoe zult u een opwekking van de Heilige Geest hebben, terwijl de mensen haar uitblussen en haar binden en er bang voor zijn? Daar ligt het probleem.

74 "De Filistijnen zijn over u." Maar één gezegende hoop hebben we. Terwijl Simson in de gevangenis was...

75 Wat was het eerste dat ze deden toen ze hem vingen? Ze bonden hem eerst. Ze namen zijn kracht weg; ze vonden zijn geheim. Ze vonden uw geheim. De wereld vond uw geheim. Nu, u vrouwen knipt allen uw haar af; het gaat zoals de wereld. U mannen, doet allen als de wereld. Het is in orde, vertelt grappen en vuile moppen en gaat uit en rookt een paar sigaretten en u gaat uit met de vrouw van uw naaste en al dergelijke dingen, neemt een sociaal drankje om uw betrekking te behouden. Ik zou liever op mijn buik liggen en crackers eten en bronwater drinken dan een compromis te sluiten voor enige soort betrekking. Zo is het. Dat is waar. Blijf trouw aan God.

76 "Simson, de Filistijnen over u." Branham Tabernakel, wereldsgezindheid kruipt bij u binnen. Hoe is het? Hebben jullie je geheim bloot gelegd? Hebben jullie dat geheim bloot gelegd dat God jullie gaf toen jullie daar een paar jaar geleden in het zaagsel wentelden? Hebben jullie het naar buiten laten kruipen door sociale, vormelijke aanbidding? Wat is er met jullie gebeurd? God kan neerkomen en een wonder verrichten, recht door het gehoor gaan en de mensen de geheimen van hun hart vertellen en van alles, de zieken en aangevochtenen genezen en tekenen en wonderen doen en Zijn Woord prediken zo hard als zij kunnen door de Heilige Geest, en de mensen zeggen: "Wel, ik geloof dat het in orde is. We genieten ervan om er af en toe even naar te luisteren als we niet te moe zijn." Dat is de Branham Tabernakel. De Filistijnen zijn over u.

77 Toen... Vroeger was het zo, als de prediking van het Woord uitging, stonden de oude heiligen met tranen in hun ogen op hun voeten, snotterend, misschien zonder een woord te zeggen, maar liepen twee of drie keer rond en gingen zitten, zo vol met de Heilige Geest! Het Woord voedde hen! "De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle Woord dat de mond Gods uitgaat." De Filistijnen zijn over u, Branham Tabernakel.

     De Filistijnen zijn over u, Pinkstermens.

78 Natuurlijk kregen de Filistijnen u, de rest van u, al lang geleden toen u zich zo strak organiseerde dat er niets kon binnenkomen tenzij u een Presbyteriaan, Baptist, Methodist, Katholiek of wat ook was. U wilde niets te maken hebben met de overigen.

79 Dus, opwekking in onze dag? Hoe kunnen wij haar hebben als de wetmatige Opwekkinggever gebonden wordt door de wereld? God wil niet komen waar de wereld is; daar kunt u zeker op rekenen. U gaat om met de wereld, dan is het helemaal gedaan. Als u de wereld laat binnensluipen, gaat u handelen als de wereld, dan is het afgelopen met u. Maar als u elke keten van de wereld zult losmaken en tot God komt, zal God u gebruiken, totdat u weer gaat flirten.

80 Hier is de enige hoop die ik vanmorgen heb, om mijn boodschap te eindigen, en dat is dit: "Toen Simson gebonden was, groeide er een nieuwe bos haar uit."

81 God, zend ons nog een gemeente net vóór de eindtijd waar de kracht van de Heilige Geest in kan komen, met de demonstraties van de Geest, en waar Markus 16 de gemeente kan volgen, Handelingen 2:4, Handelingen 2:38, dat alles zal de gemeente volgen. Tekenen en wonderen vergezellen de apostelen. Grote tekenen van Zijn opstanding vergezellen hen. Terwijl wij in de gevangenis zijn zal God zeker ergens een oogst laten groeien voor de laatste grote slachting. Moge het u betreffen, mijn Christenvriend hier vanmorgen, moge het uw kracht zijn die begonnen is te groeien. Ik bid dat deze boodschap vanmorgen en daar buiten in het land waar deze heen zal gaan... ik vertrouw dat deze boodschap zal helpen om de vitamine naar uw systeem te brengen, die opnieuw een geestelijke kracht in uw leven zal voortbrengen. Laten we onze hoofden buigen en bidden.

82 O, Here God, Schepper van hemelen en aarde, de Auteur van eeuwig leven en de Gever van elke goede en geestelijke gave, neem deze woorden vanmorgen en plaats ze in het hart, en bewater ze, Here. Mogen de mensen bidden over deze dingen, aangezien de wereld geprobeerd heeft de gemeente voor zich te winnen, en tenslotte haar kracht, haar geheime plaats gevonden heeft, waar haar geheim ligt en haar afgeschoren heeft. Hij heeft de mensen genomen die eens over de overwinning juichten, die eens de overwinning hadden, en heeft hen afgeschoren om op woensdagavond thuis te blijven om naar een televisieprogramma te kijken. Hij heeft de blijdschap uit hun harten genomen en hun meer liefde voor de wereld gegeven dan voor God. Hij gaf hun meer wereld, voor wereldse... meer verlangen naar werelds vermaak dan om de prediking van het Evangelie te hebben. Als er geen grote muziekband is die heel wat tekeer gaat, met geschreeuw en herrie, dan willen ze het oude Evangelie niet meer, dat tranen van vreugde voor de ziel brengt, dat Goddelijke genezing terugbrengt, dat de apostolische gaven in de gemeente herstelt, dat de opgestane Christus binnenbrengt, de Messias van deze dag.

83 Maar Israël werd gebonden door hun koningen, zodat ze niet hun ware Koning konden volgen. En toen hun ware Koning kwam, herkenden zij Hem niet. Zo is het vandaag. O, Here, de Koning der heerlijkheid is verschenen in de vorm van de Heilige Geest, en, Here, zij weten het niet. Zij herkennen het niet. Zij zijn zo sterk georganiseerd dat zij het niet verstaan, omdat het niet in hun organisatie is. Here, dit is een werk van de duivel die dit de mensen heeft aangedaan.

84 Moge de Simson van God, mogen de getrouwen van hart, zij die verlangen en roepen en pleiten en aanhouden, mogen zij erbij blijven, Here, totdat deze nieuwe oogst uitgroeit, totdat er weer een vreugde in Sion komt en er een groep te voorschijn komt die het herkennen kan en verstaan, die de Messias kan zien en de verborgen kracht die voor de wereld verborgen is, die zij nu niet zullen begrijpen. Sta het toe, Here, dat zij dit zullen zien. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

... kracht juist nu;
O, Here, zend de kracht juist nu
En doop iedereen.

Ze waren in de opperkamer,
Zij waren allen eendrachtig,
Toen de Heilige Geest neerdaalde
Die beloofd was door onze Here.

O, Here, zend Uw kracht juist nu,
O, Here, zend Uw kracht juist nu;
O, Here, zend de kracht juist nu
En doop iedereen.

85 Wat heb ik Hem lief! Zend slechts Zijn kracht! Ze waren in de opperkamer, allen eendrachtig. De hele wereld was uit hen weggegaan. Ze waren ontledigd, en de Heilige Geest kwam.

86 Vandaag zeggen ze: "Kom, sluit je bij de kerk aan, zet je naam in het boek." Of: "Buig je neer en zeg: 'Ik belijd Christus als de Zoon van God', en sta op." De duivel doet hetzelfde. Zeker. De duivel werd gedoopt toen Judas werd gedoopt. De duivel ging uit en predikte het Evangelie toen Judas uitging en het Evangelie predikte. Maar de duivel kreeg niet de Heilige Geest. Dat is het. Daar bevindt zich de verborgen kracht, die opstanding, dat positieve weten zonder een schaduw van twijfel. Amen.

87 Hij is hier. Diezelfde Heilige Geest, Diegene die op de Messias was, is nog op Zijn gemeente. Hij gaat nooit weg. "Ik zal altijd met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld. Ik zal er zijn. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Meer dan deze zult gij doen, want Ik ga naar Mijn Vader."

88 Maar de wereld schippert ermee. "O, die dagen zijn voorbij!" Precies wat de duivel wil dat u doet. Ze willen dat u het mooier voorstelt. God wil dat u gedoopt wordt. God wil dat u... U zegt: "O, ik geloof al dat gedoe niet." Ga door en leef... ga door en leef in uw zonde, leef in uw zonde. Maar totdat u rot, tot u rot aan uw eigen ideeën, totdat u rot aan uw eigen manieren en weer herboren wordt en wederom geboren... en dat nieuwe leven zal totaal verschillend zijn van datgene wat naar beneden ging.

89 Een maïskorrel gaat geel onder en komt groen op. Gaat hard naar beneden, ingesloten, hij komt op soepel en waaiend met de wind. O glorie! Halleluja! Als de winden beginnen te blazen kan het graan niets anders doen dan zich bewegen, zich verplaatsen, maar het kleine blad buigt zich en verheugt zich, groeit vervolgens, neemt toe in kracht. Het kan nooit een blad worden tenzij het graan dood en verrot is, niet alleen dood maar verrot. Het kan niet meer terugkomen, maar het leven komt eruit.

90 Zoals ik daarstraks zei: een geboorte is een verschrikkelijk iets, vies, vuil, het smerigste van het smerigste, maar daar ligt het leven. Als u uzelf voor vuil houdt, als u uw Methodisten-, Baptisten- en Pinkstergeloofsbelijdenissen voor vuil houdt en eraan sterft bij het altaar, dan komt nieuw leven binnen. De Heilige Geest brengt u daar bovenuit; u ziet God.

91 We zullen Hem op zekere heerlijke dag zien. Op zekere dag buiten het bereik van stervelingen zullen we Hem zien. Gelooft u dat? Op zekere dag buiten het bereik van stervelingen wacht mij daar een blijde morgen.

92 Ik stond hier gisteravond op de hoek en dacht dat ik de kleine Rabbi Lawson zag. Toen hij hier vroeger was en naar mij toekwam met zijn oude wandelstok en mij aan mijn nek met zijn wandelstok naar zich toetrok, hier boven bij de preekstoel, en dat lied zong: "Daar wacht voor mij een..." [Leeg gedeelte op de band – Vert]

93 Er gebeurde iets! Het nam de wereld eruit. Ik begon de dingen anders te zien. Ik heb me zozeer zorgen gemaakt over de wijze waarop deze Amerikaanse mensen doen, voortdurend, jaar na jaar, ziende hoe mannen en vrouwen zichzelf verlagen en in zonde gaan, dat ik bijna instortte, twee of drie keer, door mij er zorgen over te maken. Gisteren zei ik tegen God: "Ik zal mij geen zorgen meer maken. Uw Woord zei dat het zo zou zijn, maar ik wil in de bres staan en het er tegen uitroepen met alles wat in mij is."

94 Onlangs, toen ik bij Green's Mill stond, mijn grot, daar ver weg in de wildernis, terwijl ik de hele dag aan het bidden was... En om ongeveer drie uur ging de zon onder en ik stond er daar naar te kijken, toen ik uit de grot kwam op een hoge rots. En ik stond daar te kijken naar het Oosten, terwijl ik de Here prees. Ik kon de zon zien dalen achter de bomen bovenop de berg, terwijl ik over de kloof keek op de andere, met heel wat gebladerte erop, net zo stil als het maar kon zijn. En ik zei: "Here, op een dag verborg U Mozes in de kloof van de rots en U ging aan hem voorbij, omdat hij vermoeid was. Maar U ging voorbij; hij zei dat het eruit zag als de rug van een man." Ik zei: "Verberg mij in de kloof, Here." Omstreeks die tijd kwam van de ene kant van mij een kleine wind die zich neer bewoog door de struiken. Hij bewoog zich regelrecht daarlangs, kwam naast mij neer, een kleine wind die langs bewoog en omlaag ging door de bossen. Ik stond daar.

Op een dag, God alleen weet slechts waar of wanneer,
De raderen van sterfelijk leven zullen stilstaan,
Dan zal ik gaan wonen op de heuvel van Sion,

Op een dag buiten het bereik van stervelingen,
Op een dag, God alleen weet slechts waar of wanneer.

     (Wat zal er gaan gebeuren? Ze zal ophouden, al dat draaien van deze kleine raderen.)

De raderen van sterfelijk leven zullen alle stilstaan,
Dan zullen we gaan wonen op de heuvel van Sion.

Kom neer, lieflijke wagen,
Die komt om mij naar huis te brengen;
Kom neer, lieflijke wagen,
Die komt om mij naar huis te brengen.

Als u daar komt voordat ik,
Naar huis gebracht word;
Vertel broeder Bosworth en ook al mijn vrienden,
Dat ik kom om naar huis gebracht te worden.

Nu, kom neer...

     (Ze zal op zekere dag naar beneden gaan en mij opnemen)

... wa...

     (Elke boom zal in vlam staan; de engelen van God en de vurige wagens),

... om mij naar huis te brengen;
Kom neer, lieflijke wagen,
Die komt om mij naar huis te brengen...

95 Een dezer dagen, een dezer dagen in de laatste slagen van mijn doodsuur, zie ik uit naar Zijn komst. Dat is waar.

Ik keek over de Jordaan, en wat zag ik,
Komend om mij naar huis te brengen;

     (Zoals oude Elia over de Jordaan keek)

Een verzameling blinkende engelen die kwamen voor mij,
Zij kwamen om mij naar huis te dragen.

Kom neer (kom naar beneden), lieflijke wagen,
Die komt om mij naar huis te dragen;
Kom neer, lieflijke wagen,
Die komt om mij naar huis te dragen.

96 De Here Jezus, de gezegende Stuurman van deze wagen, de Leidsman van het oude schip van Sion, de reddingsboot, die zich door het gebouw beweegt, sprekend, Zijn tegenwoordigheid is hier. Dezelfde Heilige Geest die Hem uit het graf deed opstaan, is hier.

97 Aangezien zij geen gebedskaarten hebben uitgegeven, is er iemand hier die van buiten de stad komt, die ik niet ken, die hier is voor gebed? Steek uw hand omhoog, u die ik niet ken. Steek uw hand omhoog, u die ik niet ken.

     U, u daar, ik geloof de kleine persoon daar achterin, met de snor, iemand stak zijn hand op in die richting. Ja, stak u uw hand op? Goed. Daar achterin, u meneer. In orde. Bent u allen vreemden voor mij? Is die Here Jezus, dezelfde Herder van de kudde, hier? Gelooft u dat Zijn beloften waar zijn? Hij zalft Zijn gemeente en "De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Zelfs grotere dan deze zult gij doen, want Ik ga heen naar Mijn Vader. Meer dan deze." Gelooft u dat?

98 Stak u uw hand op dat u mij niet kende? Gelooft u dat God mij kan vertellen wat er in uw hart is, dat Hij tot mij kan spreken zoals Hij deed bij de vrouw die Zijn kleed aanraakte? Gelooft u dat Hij de Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden? Als God mij uw toestand zal openbaren, zult u dan geloven dat ik Zijn profeet ben, geloven dat Zijn tegenwoordigheid hier is en Hij het daarom toestaat? U bidt voor uw vrouw. Zij heeft een gebroken heup, een ontwrichte heup. Dat is juist. Als het juist is, sta op. In orde, ga en vind haar gezond. Amen.

99 Hoe staat het met u daar achterin, de kleine persoon die opstond, die de snor had? Gelooft u met heel uw hart? Gelooft u dat God mij uw problemen zou kunnen vertellen? Gelooft u dat het met uw zoon in orde zal komen? Ja? U hebt een jongen; hij heeft hersenverlamming. Dat is juist. U bent niet... Hij komt uit Kentucky. Als dat juist is, steek uw hand op. Ik ken u niet, is het wel? Als ik het wel doe... Steek uw handen zó op; wij kennen elkaar niet. Dat is juist. Vertrouw op God. Gelooft u? Als u gelooft, vindt u uw jongen zoals u gelooft. Zet het gewoon op uw hart.

100 Wie was het hier die zijn handen opstak, die ik niet kende... Was u het? Goed, meneer, gelooft u dat ik Gods profeet ben? [De man zegt: "Amen."] Ja, met heel uw hart? U hoeft niet naar boven te komen, blijf daar gewoon staan. Goed meneer, wat is uw kwaal? U hebt suikerziekte. ["Dat is juist."] En het kwelt uw voet. ["Ja."] U komt uit Ohio. ["Ja."] Uw naam is meneer Miller. ["Dat is juist."] Ga terug naar huis en word gezond. Goed, geloof met uw hele hart. In orde.

     Gelooft u het? Als u kunt geloven!

101 De dame die hier zit, stak u uw hand op? Een grote dame met een bril op, gelooft u met uw hele hart? Gelooft u het? Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? Ja? Goed, als God mij kan vertellen wat uw probleem is, zult u dan geloven? Een hartkwaal. Goed, steek uw hand op als dat juist is. In orde.

102 De dame hier naast u stond op. Het hart; maar het zijn eigenlijk uw ogen. Ik ken haar. Goed, als u kunt geloven.

103 Daar achteraan, de volgende man daar achter heeft ook een hartkwaal en een huidziekte. Gelooft u dat God u gezond zal maken? Jawel meneer?

104 Er is een man daar ergens achterin die zijn handen opstak die ik niet... Meneer Schubert. In orde, meneer. Goed, gelooft u? Het is ook voor uw ogen, is het niet? U bidt ook voor uw moeder die daar zit. Als dat juist is, steek uw hand op. We zijn vreemden. Klopt dat? Schud uw hand, schud iemand anders de hand. Goed, dat is goed. Als u kunt geloven kunt u ontvangen!

105 De opgestane Jezus Christus is in het gebouw. Hij is Dezelfde. Wat doet het u? Hebt u de wereld alle kracht uit u laten wegtrekken? Glorie! Ik wil een nieuwe geboorte! Ik wil nieuw leven! Ik maak me geen zorgen welk pad er voor mij ligt, als ik een heilige roller moet zijn of wat dan ook. Het maakt me niet uit welke weg er voor mij ligt. Ik wil de echte Heilige Geest zoals het nu op mij is. Ik wil Hem behouden. Ik zou Hem liever hebben dan alle dingen van de wereld. Amen. Gelooft u? Gelooft u dat Hij hier is?

106 Leg dan uw handen op elkaar. Vertel mij nog één ding dat Hij zou kunnen doen: niets. Heb nu geloof. Geloof dat het voorbij is.

107 Here God, Schepper van hemelen en aarde, Auteur van eeuwig leven, en Gever van alle goede gaven. Uw Geest zalft zó hier, Here; het lijkt alsof het gebouw ademt, zich heen en weer beweegt. Waarom kunnen de mensen het niet begrijpen, Here? Hebben zij zich zozeer met de wereld verenigd en zijn ze zo koud en vormelijk en stijf geworden dat ze U niet meer kunnen herkennen? Here God, moge deze kracht iedereen treffen en elke zieke persoon genezen worden, elke zondaar gered worden en God de glorie krijgen. Door Jezus Christus, de Zoon van God, vraag ik het. Amen.

108 Gelooft u het? Steek uw handen omhoog. Aanvaardt u uw genezing? God zegene u. Ga nu en vind het precies zoals u gelooft; het zal op die wijze zijn. Ik zie visioenen over anderen doorbreken. Dat is juist. Ik moet vanavond terugkomen.

109 Als u nu niet gelooft, zult u nooit meer geloven. Zo is het. Jezus deed het eens en zij zeiden: "U bent... Wij weten dat als de Messias komt, Hij ons dit zal vertellen." Ze zei: "Ik weet dat de Messias dat zal doen. Maar wie bent U?"

     Hij zei: "Ik ben Hem."

110 Toen rende zij de stad in en zei "Kom, zie een man die wist wie ik was en wat ik gedaan heb. Is dit niet de Messias?"

111 Hij zei: "Deze dingen zullen zich weer vormen in de laatste dagen. De gemeente zal de waarheid prediken; zij zal staan op het Woord. Zij zal alle geboden van God doen. Ik zal mij niet verenigen met de wereld. En hierdoor zal ik werken en dezelfde dingen doen."

112 Maar Hij zei: "Ze zullen koppig zijn, hoogmoedig, meer liefhebbers van genot dan van God, verbondsbrekers, valse beschuldigers, die een vorm van godzaligheid hebben", zeer religieus, ze gaan naar de kerken. "Hebbende een vorm van godzaligheid, maar de kracht ervan verloochenen. Keert u af van dezulken!"

113 U mensen, waar u ook in de gemeente was, die Hij daar nu net eruit riep, het visioen heeft mij verlaten. Als dat wat ik zei waarheid was, en ik dat niet van u wist, steek uw hand omhoog, wie het ook was. Over de hele gemeente, overal. Goed. Ziet u? Ik kende hen niet, had hen nooit gezien; maar de Heilige Geest is hier en Hij kent hen. Kunt u niet zien dat ik het niet ben?

114 Luister! Als Hij mij dat zal toevertrouwen, zal Hij mij de waarheid van het Woord toevertrouwen, omdat de waarheid alleen door het Woord kan komen. "Bekeert u, iedereen, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen, want de belofte is voor u en voor uw kinderen, en zij die daar verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal." Gelooft u het? Er zal dadelijk een doopdienst zijn.

115 Laten we onze hoofden buigen. Ik vraag de herder om te bidden terwijl zij zich gereed maken voor de doop. Ik geloof dat er een doopdienst aanstaande is. In orde.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)