Rups, sprinkhaan, kever, kruidworm
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Neville. Ik merkte op dat men de kleine microfoon bleef regelen of het volume ervan. Kunt u mij goed horen? Dat is fijn. Dank u. De kleine storing van daarstraks kwam door een broeder die zijn wagen daar buiten op de verkeerde plaats parkeerde. Ik denk dat de mensen wilden dat hij hem verzette. Dat was het. En hij... Deze hier? Wat dan met mij om deze uit te zetten. Kunt u mij goed horen? Ik... Dat is het gezegde uit Kentucky: "Wij blaften bij de verkeerde boom." Ik keek in deze microfoon en die wordt verondersteld de juiste te zijn. Dat is fijn. Dank u, broeder Gene. Nu, vandaag is het...
2 Wij zijn blij om verslag te doen van de samenkomst te Middletown, Ohio, van verleden week, of de week daarvoor is het nu. Dat was een heerlijke tijd voor ons. Wij hadden... o, de samenkomsten waren niet zo groot. Maar het was buiten op het platteland op een plaats die men "Chatauqua" noemt, daarginds, acht of negen mijl buiten de stad. Maar de zaal was overvol en bevatte enkele duizenden mensen. Ik ben niet erg goed in het schatten van menigten. Maar het voornaamste was dat Jezus met ons was en dat is het goede deel. En het bracht grote resultaten voor de Here God, Die wij prijzen dat Hij dit voor ons deed.
3 En er waren enigen van de fijnste mensen die ik ooit in mijn leven ontmoette, in die streek. En aangezien wij hier zo dicht bij de grens zijn, moge ik dit zeggen: zij kwamen voor negenennegentig procent uit Kentucky. Alles daarginds was Kentucky. Broeder Sullivan zei: "Broeder Branham, weet u dat alles bijeen heel deze kleine vallei die hier doorheen loopt Kentucky is?"
En ik zei: "Ik wist dat niet."
Hij zei: "Ja, zij komen daar vandaan."
4 En op een avond in de samenkomst vroeg ik terloops: "Hoevelen komen er uit Kentucky, steekt uw handen omhoog." En ik keek rond en dacht: "Komt er iemand van elders?" Allemaal puur Kentucky.
5 En de resultaten waren verbazend, zovele berichten! Er was gisteren een heer die langskwam en mij vertelde over sommige dingen die waren gebeurd, en er kwamen brieven binnen, en verschillende getuigenissen. En dan waren er...
6 Er is een heer hier achterin die nu de bandopname doet en hij zei op een zekere avond, ik geloof dat hij zei "de laatste avond", toen ik predikte over de kleine arend. En hij zei dat... In de rij van de onderscheiding, of het kan misschien in de samenkomst zijn geweest, ik zou het niet kunnen zeggen wat precies – maar er was een man die uit het gehoor kwam. En de Heilige Geest begon tegen hem te spreken en zei hem dat hij niet van die staat was, maar dat hij uit Indiana kwam, uit een plaats ginds in Indiana. En zei: "U staat hier niet voor uzelf. U staat hier voor uw kleine baby, net enkele maanden oud, misschien drie maanden" en iets dergelijks. En het moest geopereerd worden en het hart moest er uit worden genomen. En het was in zo'n jammerlijke toestand; zijn longetjes waren opgezwollen, zijn borst; zijn maagje was ingevallen. En ik zei hem naar huis te gaan, niet te twijfelen; want als hij niet zou twijfelen, zou hij zijn baby in orde bevinden.
7 Nu, de getuige is hier nu in de zaal hiernaast, en de baby misschien in het gehoor, voor zover ik weet. De longen van de baby werden weer normaal en het maagje eveneens. En de man die de bandopnamen hier binnen doet, van een van de banden deze morgen, bracht de moeder, de vader en zijn... de buurman van wie deze bandrecorder was, en hij bracht hen binnen en bracht de baby en zette de baby in de kamer en speelde de band af, wat ZO SPREEKT DE HERE was! En hij zei dat toen men aan de plaats kwam waar de heren op het podium kwamen de Heilige Geest de kamer binnen kwam, want daar zat de kleine baby net precies te kraaien en te spelen en was bezig. Het had geen operatie nodig. De dokters hoefden niet te opereren. De Here opereerde de baby met Zijn grote, grote Kracht. En de kleine baby zat daar te spelen op z'n bedje en de moeder en vader zaten daar en de buurman die misschien wat sceptisch was geweest over de hele zaak; daar was de tegenwoordigheid. Als dat geen apostolisch geloof is, weet ik niet wat het wel is!
8 U weet dat de Bijbel zegt toen Jezus, door de apostelen Petrus en Johannes, de lamme bij de poort had genezen: "Omdat de man daar stond als een getuige konden zij er niets tegen in brengen." Dus Christus leeft nog steeds! Geprezen zij Zijn Naam! En wat een troost is het in deze dagen. Nu, dat is slechts één van de vele getuigenissen. Maar wat is het in deze dag om te ontdekken dat dezelfde God, met dezelfde wonderbare werking, vandaag dezelfde dingen doet die Hij toen deed, op dezelfde wijze, omdat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Wij zijn dankbaar het voorrecht te hebben in Zijn Naam deze morgen vergaderd te zijn.
9 Nu, bidt voor ons als wij van plaats tot plaats reizen om de Here te dienen in de hoedanigheid waarin Hij ons zal roepen. En wij zijn blij dat er niet alleen van de tabernakel hier zijn, maar uit het hele land.
10 Dank u, zuster. Dat was een oprechte zaak. Ik weet dat de grote God des hemels u hetzelfde zag doen. Een dame heel wat jonger dan een ander, die hier zat. En een vrouw die op het veld is geweest voor de Here, jaren voor ik geboren was, zij en haar man, zowat vijftig jaren het Evangelie predikend. Zij werkte in een kolenmijn om hem op het veld te ondersteunen, om het Evangelie te prediken waarvoor ik sta. De oudere vrouw zat vooraan zonder waaier, de transpiratie van haar gezicht vegend; een jonge vrouw stond op en kwam haar haar waaier brengen. Ik zeg u dat ik blij ben om deze morgen vergaderd te zijn met dergelijke mensen; het maakt mij blij dat ik een Christen ben en vergaderd ben met Christenen.
11 Nu, het is zeer heet in onze staat en over heel het land nu. En wij kijken uit naar de komst van de herfst wanneer het koeler zal zijn. Onze volgende grote samenkomst waarvan wij weten is in San Jose, Californië. Daar waren wij op het kermisterrein gedurende een paar dagen en er was zo'n toevloed dat wij het bijna niet aan konden om voor hen te zorgen. En dezelfde groep steunt de komende samenkomsten op het kermisterrein te San Jose. En wij vertrouwen er op dat als u daar vlakbij woont, of vrienden, schrijf hen en vertel naar de samenkomst te komen. Indien niet, weest in gebed voor ons.
12 Vandaag nu, vermeldde ik dat ik hier moest zijn deze morgen om mij in gebed te verenigen met u allemaal, in smeekbede tot de Here. En als er vreemdelingen in ons midden zijn, verontschuldigen wij ons dat ons gebouw zonder airconditioning is. Wij zijn maar een arme gemeente in wereldse goederen, maar rijk in het geloof in het Koninkrijk van God. En wij verwelkomen u voor dit korte bezoek, bidden dat u zult terugkomen om opnieuw met ons te zijn. Op een dag hopen wij een betere kerk te hebben.
13 Wij hebben niet erg veel op met kerkgebouwen in deze dagen, omdat wij echt geloven met heel ons hart, dat de Here Jezus spoedig komt. En als er zendelingen op het veld zijn om het Evangelie te prediken, zonder schoenen aan, éénmaal per dag etend, hoe kunnen wij met het oog daarop een kerk van een miljoen dollar bouwen? Ik kan het gewoon niet begrijpen en dan zeggen: "De Here komt spoedig." Laten wij het veld ingaan en doen wat wij kunnen in deze generatie. Als er nog een andere is, laat... zij zullen zich moeten verantwoorden voor de hunne; wij zullen ons voor deze moeten verantwoorden. Het gaat gewoon niet, die miljoen-dollar gebouwen, enzovoort, na op het veld te zijn geweest en dat te zien.
14 Nu, het is mooi, ik denk dat het huis des Heren mooi zou moeten zijn. En het zou een heilige plaats moeten zijn. Maak het zo comfortabel en mooi als mogelijk is, maar niet iets buitensporigs, omdat wij dat niet begrijpen.
15 Nu, voor wij bidden en de Schriften lezen, wilde ik een... ik wil niet prediken deze morgen, maar een les geven over de Schriften. En gewoonlijk doe ik dit alleen in mijn eigen kerk. En wij zijn... In onze kerk zijn wij geen denominatie. Wij zijn interdenominationeel van nature en wij zijn niet aangesloten bij enige kerkelijke richting, maar we zijn verbonden met al de gelovigen van alle denominaties en alle volken over heel de wereld. Onze kleine gemeente deze morgen, is over heel de wereld bekend. De banden die u... met deze boodschappen, zo houterig als zij zijn, ondersteunen wij toch op zendingsvelden, (hoeveel verschillende vreemde naties?) negentien vreemde naties, alleen al op de geluidsbanden.
16 Negentien verschillende landen nemen de boodschappen en vertalen ze. Zoals ik sta te prediken staat er iemand gewoon mee te prediken. En zij gaan in de hutten en de buitenplaatsen waar God zelfs niet gekend is en worden gepredikt tot de heidenen en tot de inboorlingen van Afrika en Zuid-Amerika, en overal rond de wereld komen honderden en honderden tot de Here. Velen worden genezen. En dat is de reden dat wij voelen dat het heel belangrijk is de Boodschap te benadrukken, niet in grote gebouwen, enzovoort.
17 En dan, wanneer ik hier ben, houd ik lessen over de Schrift. Maar buiten op het veld predik ik geen kerkleer, want als u dat doet wordt het een moeilijke zaak. De mensen zullen zeggen dat mijn leer niet juist is of zoiets dergelijks. En als u het ene predikt... Als ik de Methodistenleer predik zullen de Baptisten het niet met mij eens zijn. Als ik de Baptistenleer predik zullen de Lutheranen het oneens zijn. Als ik de leer van Pinksteren predik dan zullen de Nazareners van mening verschillen. Als ik de Nazarenerleer predik dan zal de Kerk van God het er niet mee eens zijn. Dus u ziet dat u een standpunt voor iets moet innemen, maar uit het oogpunt van het terrein van onze bediening verwelkomen wij elke gelovige, ongeacht wat uw geloofsbelijdenis of denominatie is. Zolang u wedergeboren bent uit de Geest van God, bent u onze broeder en zuster. En wij nemen ons voor het altijd zo te houden.
18 En dan, zo de Here wil, wil ik vandaag in onze gemeente prediken: onze gemeente staat op de Bijbelse leer, waar de gemeente voor staat, en waarom wij dit doen. En als we dit doen zullen wij... ongetwijfeld, hoewel dit niet onze bedoeling is, misschien vragen in iemands verstand doen opkomen, zoals: "Wel, mij werd nooit zoiets geleerd, dat ik het moest geloven op een dergelijke wijze." [Broeder Branham zegt 'Dank u' tegen iemand – Vert]
19 En als dat gebeurt, dat uw kerk dit niet gelooft of dat u de dingen niet gelooft waarvan wij spreken als onze kerkleer, vertrouwen wij erop dat het geenszins ergernis zal brengen. Want de eerste stap tot succesvol Christendom, en om aan te tonen dat men de Heilige Geest ontvangen heeft, is nederigheid, werkelijke door God gegeven nederigheid, daar het nederig gegeven moet zijn. Maar toch is een gemeente zonder leer als een slappeling zonder ruggegraat. Wij moeten ruggegraat hebben. En niet alleen ruggegraat, maar ook tanden, omdat de gemeente van God het Brood des levens moet eten. En wij...
20 Begrijp het alstublieft niet verkeerd als ik in sommige van de verklaringen die ik zou mogen afleggen, probeer er hard op in te hameren. Het is niet mijn bedoeling ruw te zijn bij het leren over de Bijbel, maar als ik... In dertig jaar van onderzoek, zonder geloofsbelijdenissen of iets anders te nemen dan alleen het Woord, zijn er hier mensen die Presbyteriaan zijn, Katholiek, Baptist, Pinksterman, Nazarener, Kerk van God, Pelgrim Heiligheid; zij zitten hier allemaal. En ik weet dat elke kerk haar eigen geloofsbelijdenis heeft en ik wil dat niet verbreken, maar ik probeer alleen de Schrift naar voren te brengen en te komen met de Schrift. Dus, allen zullen dan begrijpen dat het niet is om ruw te zijn. Ik wil slechts in liefde en genegenheid en met barmhartigheid, en zo goed mogelijk de Schriften uitleggen.
21 En nu zal het onderwerp deze morgen enigszins een lang onderwerp zijn en ik wens mij niet te haasten. Ik wil mijn tijd nemen voor dat wat ik ga zeggen, en probeer uit te leggen waarom wij het zeggen.
22 Vele keren zal iemand in de samenkomsten zeggen: "Wel, wat gelooft hij? Is hij nog een Baptist? Is hij Pinksterman? Gelooft hij in spreken in tongen? Of is hij dit of dat? Is hij een 'Eeuwige zekerheid'-man? Of wat is hij?" En dan maakt u één vermelding van iets wat u bent en zij zullen vallen als hete aardappelen. Ongeacht wat, zij zullen niet even stoppen om te luisteren, om er aandacht aan te schenken, maar zij zullen u direct laten vallen.
23 Nergens in mijn samenkomsten, op enig tijdstip, heb ik ooit geweten dat ik tweedracht onder de broeders heb achtergelaten. Ik heb altijd de komst van de Here gepredikt, redding en goddelijke genezing. Dat kwetst geen enkele "Volle Evangelie"-persoon.
24 Dan in de gemeente hier, heb ik onze eigen leer. Het lekt uit onder mensen die komen en zeggen: "Wel, ik... broeder Branham zei zus en zo", die dingen. Welnu, wij moeten een leer hebben.
25 Nu, pas geleden vroeg iemand op een samenkomst iets aan een groep predikers. Mijn secretarissen en zo zijn tegenwoordig. Vele, vele brieven kwamen binnen en vroegen: "Gelooft broeder Branham in het behoeden of bewaren van de verzekerdheid van de gelovige?" Wel, ik wist het; in een wettische groep die dat vroeg, zou het moeilijk voor mij zijn om het te zeggen; zij zouden onmiddellijk de boot afhouden. En dat maakt totaal niet uit of u dat gelooft of niet: zolang u maar gered bent, dat is het voornaamste. En ik zei niets. En zestien verschillende kerken schrapten het sponsorschap; ziet u de... omdat ik weigerde te antwoorden, om de gemeenschap met de mensen te bewaren.
26 Nu, in de gemeente deze morgen, wil ik uitleggen waarom ik geloof wat ik geloof. Laten wij bidden.
27 Here, die Jezus van de dood weer terugbracht, en Hem aan ons heeft gegeven als een offer van Uw liefde voor ons, en door de wassing van het water door het Woord, heeft Hij een bijzonder volk geheiligd, een uitgeroepen groep en wij wachten geduldig op Zijn tweede komst. En wij weten dat er in de ogen van de mensen vele geloofsbelijdenissen en denominaties zijn. En Vader God, wij zouden willen dat U iedereen van hen zou willen zegenen. En het standpunt waarvoor zij staan, hoewel wij met hen op vele punten mogen verschillen, toch staan wij, in principe, als Christenen en als broeders met hen schouder aan schouder. En niet alleen schouder aan schouder, maar hart aan hart. In een dag van onverschilligheid, wanneer de mensen hooghartig en hoogmoedig zijn, meer liefhebbers van de genoegens van deze wereld dan van God. Wij bidden, o God, dat de Heilige Geest onze harten dichter zal samenbinden, allen, dag aan dag. Genees de zieken deze morgen, Here.
28 Er zijn er die het doopwater zullen ingaan. Wij bidden dat Uw Heilige Geest hen zal vullen met Zijn tegenwoordigheid als zij deze niet reeds ontvangen hebben. En mogen zij wegverzegeld worden van de dingen van de wereld en vervuld met de Geest van God, in goddelijke liefde van God, en met gemeenschap met alle mensen.
29 Here, U hebt mij door de naties van de wereld gezonden, een arme ongeletterde man. Toch geloof ik in mijn hart, van U, de dingen die ik geloofd heb en die mij onderwezen zijn door de Bijbel, en bevestigd door de Engel des Heren, die tegenwoordig is om te bevestigen wat er gezegd is als het van God is. Vele keren hebben de mensen gedacht dat ik een compromissensluiter ben. U bent de rechter van mijn hart. Maar zoals Paulus van ouds die zelfs Judaïsme predikte tot hij het vertrouwen van de mensen won en dan de gekruisigde Christus predikte; maar eerst het vertrouwen van de mensen won, zodat zijn Boodschap met zout op smaak zou worden gebracht. Wij bidden, o Heer, dat U onze gesprekken en onze gemeenschap zult zouten met het zout van de Geest, met het Bloed van de Here Jezus en van ons het volk maakt dat geroepen is en dat de wereld moge kijken en onze levens ziende, dorstig zal worden om zoals wij te zijn. Houd ons nederig en vervuld met Uw liefde en Uw Geest. Want wij vragen het in de Naam van Hem die bad dat wij één mochten zijn, opdat alle mensen zouden weten dat wij Zijn kinderen waren wanneer wij liefde hebben voor elkaar. Amen.
30 Nu, ik weet dat het een beetje warm voor u is. En als dat zo is, is er een ventilator hier achteraan; als men deze ergens wil brengen, zou het beter zijn; het is in orde. Ik zou graag nu iets lezen uit de Heilige Geschriften. [Broeder Branham en broeder Neville spreken met elkaar – Vert]
31 Als u met mij in de Schrift het boek Joël wilt opslaan en dan heb ik verscheidene plaatsen waaruit ik hier zou willen lezen, eerst om een les te nemen, wat samenhang voor een les. Eerst, in Joël, het 1e hoofdstuk, te beginnen bij het 1e vers tot en met het 4e. En dan in het 2e hoofdstuk, het 25e tot en met het 27e, zullen wij lezen als Schriftlezing.
Het Woord des Heren, dat geschied is tot Joël, de zoon van Petuël.
Hoort dit, gij oudsten, en neemt ter ore, alle inwoners des lands. Is zoiets geschied in uw dagen of ook in de dagen van uw vaderen?
Vertelt daarvan aan uw kinderen; laten uw kinderen het aan hun kinderen vertellen en hun kinderen weer aan het volgende geslacht.
Wat de knager had overgelaten heeft de sprinkhaan afgevreten; wat de sprinkhaan had overgelaten, heeft de verslinder afgevreten; en wat de verslinder had overgelaten, heeft de kaalvreter afgevreten.
32 En dan in het 25e tot en met het 27e vers, van het 2e hoofdstuk.
En ik zal u vergoeden de jaren, toen de sprinkhaan alles opvrat, de verslinder en de kaalvreter en de knager, mijn groot leger dat Ik op u afzond.
En gij zult overvloedig en tot verzadiging eten, en prijzen de Naam des Heren, uw God, die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
En u zult weten dat Ik in het midden van Israël ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
33 Dan in het boek Romeinen, in het 1e hoofdstuk van Romeinen, het 25e vers, lees ik dit; wij zullen ook het 24e nemen.
Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;
Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen...
34 En dan in Romeinen, het 3e hoofdstuk, het 4e vers. Romeinen 3, het 4e vers, lezen wij. Het eerste deel, frase, van dat 4e vers.
Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig;...
35 Nu, wij komen hier tot een ernstig onderwerp van overdenking. En nu, wij... Ik geloof dat er een tijd zal komen van het herstel van alle dingen die verkeerd zijn gedaan. En wij proberen met al wat in ons is, en andere mannen proberen het, zoals grote evangelisten als Billy Graham en Oral Roberts en vele anderen van de opmerkelijke evangelisten, predikers en voorgangers die trouw op hun post staan; wij proberen voor een opwekking in onze tijd te zorgen. En u, kinderen van God, bidt voor een opwekking in onze tijd. Tienduizenden gebeden ontmoeten God elk uur, voor een opwekking in onze tijd. En er is geschreven in de Schrift: "Als het volk waarover Mijn Naam is uitgeroepen, zichzelf samen zal vergaderen en zal bidden, dan zal Ik uit de hemel horen." Nu, als de kinderen Gods zichzelf samen vergaderen en bidden voor een opwekking in onze tijd en er komt geen opwekking, dan moet er ergens iets verkeerd zijn.
36 Nu, bedenk dat er slechts iets kan werken als u werkt volgens de wet van die zaak. De kosmische krachten kunnen slechts bewegen volgens de kosmische wet. De planeten kunnen slechts bewegen als zij bewogen worden door de wet van de planeten. De zon kan alleen opgaan als de aarde zich naar de zon wendt. Dat houdt in dat alles moet werken volgens de wet van het plan. Want God maakte alle dingen en maakte een wet voor die zaak. Dan moet het gaan draaien en werken, tot werking komen overeenkomstig de wet van dat onderdeel. Het kan niet correct werken op een andere wijze.
37 Zet een ketting op een tandrad en plaats het op een ronde pen. U mag in staat zijn het een tijdje te laten lopen. Maar de enige manier waarop u met die ketting ooit het correcte tijdsmechanisme zult fabriceren is een tandrad te plaatsen dat gelijk is aan het tandrad dat er achter zit, zodat die kleine gaatjes in die ketting erop passen, zodat het juist geregeld is met het tandrad, dan kunt u ergens komen.
38 En ik weet zeker dat wij ergens een verkeerd tandrad hebben. De gemeente beweegt te traag voor het uur waarin wij leven. Er is iets radicaal verkeerd. En het past ons in deze dag, bij de nabije komst des Heren, te gaan zitten en dit te bestuderen en te zien wat er verkeerd is, om de oorzaak te vinden. U kunt nooit het geneesmiddel vinden tot u de oorzaak vindt.
39 Als u bij een dokter in zijn spreekkamer binnen komt en zegt: "Ik heb hoofdpijn en last van mijn maag", en hij geeft u een aspirientje of zoiets, en zendt u weg, dan probeert hij gewoon van u af te komen. Een echte ware dokter zal de diagnose van die zaak stellen tot hij vindt welk orgaan er uit de orde is, en begint vanuit dat orgaan te werken.
40 Zo is het met het Koninkrijk van God. Wij moeten ontdekken wat er verkeerd is, en dan van daaruit werken! De Schrift is zoals een doktersrecept.
41 Een dokter of geleerde die werkt hard om een recept te vinden voor het doden van een bepaalde kiem, een ziekte die in uw lichaam is, zoals tyfuskoorts of een ziekte waarbij men u een serum kan geven die die tyfuskiem zal doden. En toch moet het zo nauwkeurig uitgewerkt worden; zo nauwkeurig, want als er niet genoeg van in zit, zal het de patiënt niet helpen en als er iets anders aan toegevoegd is, kan het de patiënt misschien doden. Het moet door de apotheker gegeven worden, precies volgens het recept.
42 Daarom, als er in de kerk vandaag iets verkeerd is, zodat zij niet vooruit gaat zoals zij zou moeten, dan behoren wij naar mijn mening terug te gaan naar het recept, om precies uit te zoeken wat er verkeerd is, waarom deze gemeente zo ziek is dat er ziekte in onze gemeente is, zondeziekte. Dan moeten wij ontdekken wat de Dokter voorschreef en zien of onze apotheker-voorgangers ons het juiste recept geven. En bedenk dat u iets kunt toevoegen aan een echte grondige Schriftdiagnose en de patiënt erdoor doden. En misschien, ik zeg niet dat wij het hebben, maar wat als sommigen van onze apothekers iets toegevoegd hebben aan Gods recept? Als zij dat gedaan hebben, doden zij de patiënt, laten zij hen in zonde sterven.
43 "Wel", zegt u: "Wel, als zij toch oprecht waren!" Nee, dat is geen verontschuldiging.
44 Een man, een apotheker, gaf een man hier carbolzuur, enkele jaren geleden, net zo oprecht als hij maar kon zijn, een geregistreerde apotheek, en het doodde de man. Toch was hij oprecht. Er is geen... Oprechtheid, ik heb oprechtheid gezien onder de heidenen, die Christelijke oprechtheid er zou doen uitzien als iets ver in de oudheid. Ik heb heidenen gezien die hun baby's in de bek van een krokodil legden, om ze te offeren aan de god der wateren. Ik heb die oprechtheid onder Christenen niet kunnen vinden. Ik heb mensen zien liggen op spijkers. Ik heb gezien dat ze de beenderen van hun voeten braken wanneer zij kleine kinderen zijn. Ik heb hen baby's en peuters zien nemen om ze te snijden en te merken, en ze doen bloeden, en soms hun leven nemen. Diepe oprechtheid, maar zij zijn verkeerd.
45 Nu, laten wij iets vinden. Job, of Joël liever, denk ik... geeft ons een grote achtergrond hier, en dat willen wij nemen als lezing. Hij zei:
Vertel daarvan aan uw kinderen... laten uw kinderen het aan hun kinderen vertellen en zij weer aan het volgende, enzovoort, aan een ander geslacht (wat de heidenen zouden zijn). Zeg Israël het te blijven vertellen.
46 En nu, deze Schriftplaats waarvan Joël sprak, is vandaag vervuld als wij, de heidenen, het ontvangen hebben. Hij zei:
Wat de knager heeft overgelaten, heeft de kaalvreter gegeten, de kaalvreter, de sprinkhaan, enzovoort.
47 En wat deze insekten betreft, als u uw boek over insekten zult nemen, zult u opmerken dat die vier verschillende insekten hetzelfde insekt zijn in vier verschillende levensstadia. Wij weten allemaal dat een cocon niets is dan een ingepakte rups en dat het een vlinder gaat uitbroeden; en een vlinder is een rups voor hij uitgebroed wordt. De knager, de sprinkhaan, enzovoort is hetzelfde, het is hetzelfde insekt. Nu, wat er ook...
48 Luister nu aandachtig. Wat er ook in de eerste plaats gebeurde met het insekt van de harige knager, het wordt later een rups. En de rups wordt later een sprinkhaan. En wat het ook was dat in het begin begon, het is nog steeds hetzelfde wat de moeite vandaag veroorzaakt. En laten wij nu teruggaan in de Schriften en ontdekken wat er begon.
49 Nu, wij weten dat wij alleen een gemeente kunnen bouwen, ten eerste, uit het materiaal dat God ons gaf om ermee te bouwen. Dat is alles wat wij hebben. En ik denk voor... Ik weet dat dit sterk is en dat het op de band komt, dat honderden mensen over de hele wereld het zullen horen. Maar voor wij ooit een gebouw kunnen hebben van de gemeente van God, zullen wij al die dingen moeten herstellen die deze insekten eruit gegeten hebben. Wij zullen terug moeten gaan en ontdekken wat het insekt at. En voor deze rank van de Here, de Wijnstok; Hij is de Wijnstok, en wij zijn de ranken. En voor wij het ooit kunnen ontdekken, of voor de gemeente kan staan in haar uiterlijke en originele kracht, zullen wij moeten teruggaan en ontdekken wat het insekt at. En die gemeente zal daartoe terug hersteld moeten worden, anders zal zij nooit staan in de kracht en glorie van haar eerste positie.
50 Als de schors van de boom weggescheurd is, moeten wij er weer opnieuw schors op krijgen. Laat eerst de schors groeien. U kunt geen appelen hebben tot u de schors doet groeien. Want de schors is de saplijn; de saplijn is de levenslijn.
51 En de Schriften, Gods Heilige Bijbel, is de levenslijn voor elke gemeente. Hoe zouden wij ooit druivesap naar boven kunnen brengen door een vijgeboomschors. Het zal niet werken! Wij moeten wijnstokschors hebben. Wij moeten de originele schors hebben. En er is slechts één manier waarop die schors ooit aan de wijnstok kan komen en dat is wanneer God Zelf hem doet groeien.
52 Wij kunnen er niet iets van maken en er iets aan doen; het zal niet werken. Door mensen gemaakte schema's zullen nooit werken. Het moet op Gods manier, anders zal het nooit leven. Door mensen gemaakte schema's zullen niet werken. U kunt misschien een vod om de boom wikkelen en zeggen: "Laat het groeien." Een vod was Gods programma niet. Het moet schors zijn, de levenslijn! En wanneer het uit de wortels komt, zal het hetzelfde leven voortbrengen dat de boom had voor het insekt het at.
53 Geen wonder dat wij geen genezingscampagnes kunnen hebben. Geen wonder dat de kerken verscheurd zijn. Geen wonder dat de een zal zeggen: "O dit, dat en nog wat", zo oneens. Geen wonder dat er zulke 'ismen' onder ons zijn; het is omdat wij de echte vruchten niet kunnen dragen van geduld, lankmoedigheid, goedheid, zachtheid, vriendelijkheid. De levenslijn is van de boom afgesneden en wij zullen het nooit omhoog brengen via geloofsbelijdenissen van een vod of elk andere schors-vervanger. Er zal de kracht van de Almachtige God voor nodig zijn om die boom weer terug in zijn toestand te doen groeien.
54 Zei Jezus niet, en hebben de Schriften niet gezegd: "Ze hebben ogen en kunnen niet zien, oren en kunnen niet horen?" Zij kunnen dat gewoon niet. En niemand kan tot God komen, of tot Christus, tot God het hem openbaart.
55 Onlangs sprak ik en wij dachten aan de Schrift. Ik zei: "Waarom kunnen de mensen dat niet zien?" Ik zei: "Daar is het", en ik moest er net aan denken. Ik geef er niet om hoe duidelijk het is, hoezeer de Schrift het onderwijst, u zult nooit in staat zijn het te zien, tenzij God Zelf het aan u toont. Het maakt me niet uit hoe duidelijk het is. En de gehele Bijbel en de gehele gemeente van de levende God is gebouwd op een geestelijke openbaring van het Woord. Waarom offerde Abel een uitnemender offer dan Kaïn? Waarom volgde Abel Kaïn niet, die de prachtigste kerk had? Maar het was hem geopenbaard.
56 Toen Jezus van de Berg der Verheerlijking kwam en zij... Hij zei: "Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, ben?"
57 "De één zei: 'Elias' en een ander zei dat Gij 'de profeet' zijt, enzovoort."
Hij zei: "Maar wie zegt gij dat Ik ben?"
Petrus zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!"
58 Hij zei: "Gezegend zijt gij Simon, zoon van Jonas, want vlees en bloed heeft u dat nooit geopenbaard. U hebt het nooit geleerd met wat boeken of door een seminarie, of een opvatting van een mensengemaakt schema. Maar Mijn Vader in de hemel heeft u dat geopenbaard en op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen het niet overweldigen." Daar hebt u het, geestelijke openbaring van het Woord van God!"
59 In Mattheüs 11 geloof ik dat het is, of 12, ergens daaromtrent, staat geschreven, wordt er gezegd: "Alhoewel Jezus zoveel wonderen had gedaan, zoveel tekenen, dat Hij de Messias was, konden de mensen toch niet geloven. Omdat Jesaja zei: 'Zij hebben ogen en zij kunnen niet zien, zij hebben oren en zij kunnen niet horen.'" Ofschoon zij geleerden waren, alhoewel zij de hoogste godsdienstijveraars waren, heilig waren en zonder fouten, zonder blaam. Als zij één jota verkeerd werden bevonden, werden zij gestenigd, zonder genade. Geen mens kon een vinger op hen leggen. Zij bestudeerden de Schriften dag en nacht, generatie na generatie en toch had God hun ogen verblind.
U zegt: "Deed God het?" Dat is wat Hij zei.
60 God doet wat Hij wil. Wij kunnen Hem niet zeggen wat Hij moet doen. Zei Paulus niet in het boek Romeinen, het 8e hoofdstuk, dat "God Farao opwekte en zijn hart verhardde, zijn ogen verblindde voor dit doel, dat Zijn wil zou mogen worden uitgewerkt?" Was er niet Ezau en Jakob? Ezau, geweigerd; voor de jongen ooit was geboren, verachtte God hem. U ziet dat het allemaal meewerkt volgens Gods grote voorbestemming. Hij slaapt niet. Hij weet het precies.
61 En wij beoordelen mensen volgens hun schijnbare eerlijkheid of hun oprechtheid. Wij beoordelen kerken in overeenstemming met hun vooruitgang. Wij treden toe, wij nemen evangelisten aan, omdat zij groot zijn. Dat is het niet!
62 "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal nooit voorbijgaan."
63 Wat de knager heeft overgelaten heeft de kaalvreter gegeten. Er is ergens iets verkeerd, omdat Gods Woord even eeuwig is als Hij eeuwig is. En Gods Woord kan evenmin falen als God Zelf.
64 Nu, er is ergens iets verkeerd; laten wij nu dus teruggaan. De achtergrond hebben wij nu gelegd. Laten wij teruggaan, en onze tekst nemen uit Romeinen 3:4.
Laat het woord van ieder mens een leugen zijn en Gods Woord de waarheid!...
65 Nu, wij zullen dit erin hameren, en ik wil dat u luistert. Laat het God zijn, de Waarheid, laten wij ons aansluiten bij wat God zei, ongeacht wat iemand anders zei. Ik wil vier verschillende dingen gebruiken van wat ik zie in de Schrift, wat deze insekten van de gemeente van de levende God hebben afgevreten, waardoor de Wijnstok van God kreupel is gemaakt of onvolgroeid.
66 Wij zullen het toegeven, u, Methodisten, zult het toegeven, u Baptisten zult het toegeven, u Presbyterianen, u Pinkstermensen, u Nazareners, u zult het allemaal toegeven, de Tabernakel hier zal het toegeven: "Er is iets verkeerd!" En wij, de Tabernakel, zijn even schuldig als de rest, want: "Hij die weet goed te doen en het niet doet, voor hem is het zonde."
67 Nu, laten wij teruggaan en ik wil vier dingen noemen, zo Schriftuurlijk als ik maar weet te zijn, die deze insekten van de gemeente hebben gegeten, van haar eerste, originele toestand.
68 Nu, ten eerste, de gemeente werd gevestigd op de dag van Pinksteren. Petrus predikte de inhuldigingspreek bij de inwijdingsdienst, toen de gemeente werd geboren. De Christelijke gemeente werd op de Pinksterdag geboren. En als God oneindig is, oneindig en niet kan veranderen, dan moet Zijn gemeente blijven zoals zij was in het begin. Geeft u dat toe? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert] De gemeente moet immer dezelfde blijven als zij was!
69 Maar de mens heeft ermee geklungeld, hun eigen interpretatie erin gebracht. Probeer nooit het Woord van God uit te leggen! Zeg wat er staat. Het maakt me niet uit hoe het is, trek er dus één lijn mee, dat is alles. Verander het Woord niet. De Bijbel zegt dat de Schrift geen eigenmachtige uitleg toelaat. Wij hebben geen recht om deze dingen te zeggen; wij moeten het gewoon lezen en precies zo zeggen als het er staat, en het geloven op dezelfde wijze. Het maakt me niet uit hoe belachelijk het schijnt, geloof het hoe dan ook!
70 De kansel is geen plaats voor een grap. Het is een plaats voor oprechtheid. Ik bedoel dit niet om grappig te zijn. Ik bedoelde dit om iets te citeren wat mij werd verteld. Men zei dat er een oude, gekleurde broeder was ginds in het zuiden, die een Bijbel meedroeg en zijn baas lachte hem uit. Hij zei: "Je kunt het niet lezen, waarvoor draag je het bij je?"
71 Hij zei: "Ik heb hem op zak omdat ik het geloof." Dat is een goede reden. "Ik kan het niet lezen, maar ik weet dat er iets in staat wat juist is." Hij zei: "Ik geloof zelfs het opschrift op de buitenkant ervan; er staat 'Heilige Bijbel' op geschreven. Ik geloof het!"
72 Hij zei: "Alles wat de Bijbel zou zeggen te doen, zou je, denk ik, doen?"
73 Hij zei: "Jazeker. Als u het uit de Bijbel zou lezen, zal ik het doen als het een gebod van God is."
74 Hij zei: "Wat dan als ik uit die Bijbel lees en je vertelde dat de Here zei dat je door die muur daar moest springen, die grote stenen muur? Hoe ter wereld zou je ooit door die muur springen als er geen gat in zit?"
75 Hij zei: "Als u dat leest uit de Bijbel en de Here zei mij te springen, zou Hij het gat daar hebben wanneer ik daar kwam." En dat is juist.
76 Als God het zegt, stapt u dan daarop naar voren, ongeacht hoe belachelijk het lijkt! Het is aan God om voor de rest te zorgen, dat is Zijn zaak. Het is uw zaak te stappen.
77 Nu, een van de eerste onderwerpen waarover ik tot u zou willen spreken. Nadat wij ontdekt hebben dat het fundament origineel moet zijn, moet het teruggaan naar het fundament, moet het teruggaan tot waar het de Wijnstok was. Als er iets verkeerd mee is, en de Wijnstok werkt niet juist, laten wij teruggaan en ontdekken wat er verkeerd is.
78 Nu, een van de eerste dingen die ik zou willen noemen, is dat er iets van onze gemeente is verdwenen, een van de hoofdzaken, dat is geloof. De mensen hebben vandaag geen geloof zoals zij in die dag hadden. Een soort bladrups van de een of andere soort is er binnengekomen en heeft de levenslijn van het geloof afgegeten. Zij hebben het veranderd. Vandaag rust hun geloof op een soort van grote kerk, denominatie. Maar Judas zei ons in Judas, het 3e vers, er staat:
Geliefden, alzo ik alle naarstigheid betracht om u te schrijven van de gemeenschappelijke zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven... (ik heb het hier voor mij)... en u te vermanen dat gij strijdt voor het geloof (niet een geloof; het geloof) dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. (Dat was drieëndertig jaar voor dat dit geloof was overgeleverd.)
79 Nu, de mensen zeggen: "Wel, dat is tegen mijn geloof." Er is slechts één geloof! Eén Here, één geloof en één doop! U kunt misschien een geloof hebben, maar wij willen het geloof. Tot het uiterste strijden, dat is "ervoor pleiten, er voor staan, er voor opkomen."
... tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen is overgeleverd.
80 Wanneer werden zij heiligen genoemd? Wanneer zij geheiligd waren. De Heilige Geest heiligde hen, zij worden heiligen genoemd. Judas nu zegt, een broeder, pleegbroeder van Jezus: "Ik wil dat u tot het uiterste strijdt voor het geloof dat eenmaal de heiligen is overgeleverd. Laat dat geloof nooit vallen!"
81 En het geloof van de heiligen was niet in geloofsbelijdenissen, niet in denominaties, niet in kerkgebouwen, niet in verenigingen, maar het was in de tegenwoordigheid van de levende God. Zij hadden geloof om de zieken te genezen, duivelen uit te werpen, wonderen te doen. Aan al de grote beloften die Jezus deed, hield die eerste gemeente vast. Het was de levenslijn.
82 Luister hier, luister aandachtig naar wat ik u wil zeggen. De immerdurende tegenwoordigheid van de levende God is de levenslijn van elke kerk of elke groep mensen. De immerdurende tegenwoordigheid van de levende God om op te treden en te doen en te handelen en te leven met de mensen zoals Hij deed in het begin. Als de tegenwoordigheid van de levende God een Pinksteren bracht met kracht, met tekenen, met wonderen, een volk bracht zo vol van de glorie van God tot zij jubelden en in andere talen spraken en uitgingen en martelaars voor het geloof werden, laat ons tot het uiterste strijden voor dat geloof, tot de dood ons zal bevrijden. Strijdt ervoor tot het uiterste. Wij zullen geen compromissen sluiten, betreffende het lezen van boeken, een door mensen gemaakte theologie te nemen. Wij zullen geen compromissen sluiten over enkele geloofsbelijdenissen of gebedsboeken of iets dat iemand anders heeft gezegd.
Mijn geloof is gebouwd op niets anders
Dan Jezus' Bloed met gerechtigheid;
Als alles rond mijn ziel wegvalt,
Dan is Hij al mijn hoop en steun.
Want op Christus, de vaste Rots, sta Ik;
Alle andere grond is zinkend zand.
83 Geen geloofsbelijdenis dan Christus, geen wet dan de liefde en geen boek dan de Bijbel. Geen geloofsbelijdenis-boeken! De Bijbel moet het zeggen. De Bijbel moet het niet eenmaal zeggen, maar zegt telkens weer hetzelfde, moet het zeggen van Genesis tot Openbaring. Het moet in elk deel passen en overeenkomen met elk deel van het Woord. Als het dat niet doet, dan heb ik er de verkeerde uitleg van, want God kan Zijn eigen Woord niet weerspreken. Als het niet hetzelfde zegt voor elk vezeltje.
84 Zoals dit overhemd hier; het is helemaal met hetzelfde draad geweven; dat maakt het wat het is; dat maakt het wit.
85 Dat is wat de gemeente is. Als het een witte gemeente zal zijn, wedergeboren, zonder vlek, zonder rimpel, moet het met hetzelfde soort draad geweven zijn als waarmee het begon op de Pinksterdag, de "Heilige Geest-ervaring" die brandt en weeft. U kunt een stuk slechte stof niet toevoegen, u kunt geen stuk van een jutezak eraan toevoegen; het zal niet werken. Het zal het bederven.
86 Een soort kleine oude bladrups is binnengekomen en heeft dat geloof afgegeten! Men stond op en zei: "Ik geloof in de heilige kerk. De heilige Roomskatholieke kerk, ik geloof er in."
87 Ik geloof in Jezus Christus, de Zoon van God! Ik geloof dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer en het geloof en de kracht van Zijn opstanding leeft in mij vandaag. Omdat Hij leeft, zal ik ook leven. Niet vanwege een geloofsbelijdenis, niet vanwege een denominatie, maar omdat Christus leeft. En ik ben in Christus. Ik leef door Hem en met Hem en ik leef door Hem en Zijn Leven vervlecht zich door mij heen. Als het dat niet doet, dan kan ik mijzelf niet de Zijne noemen. Hij neemt niet alleen mijn hoofd; Hij neemt mijn hart, mijn bewegingen, mijn alles en weeft er Zichzelf in.
88 Hij weeft Zichzelf in het Woord. Het Woord kan niet het ene zeggen op de ene plaats en iets anders op de andere plaats. Ik weet dat het zo geschreven is. Het is op die wijze voor een doel geschreven. Jezus zei het en dankte God dat Hij het had verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen en het zou openbaren aan kinderkens die zouden willen leren. Dat is Gods doel om het zo te doen. Hij had...
89 Waarom liet Hij ooit een zondaar komen? Hij moest een zondaar laten komen vanwege Zijn voornemen om een Redder te zijn. Hij is groter dan een zonde. Hij had geen zonde hoeven laten bestaan. Hij had niet hoeven toelaten dat Satan de eerste zonde deed. Maar de reden dat Satan de eerste zonde creëerde, of de gerechtigheid verdraaide tot zonde, de reden ervan is dat God een Redder zou kunnen zijn. Hij liet de mens ziek worden omdat Hij een Genezer is. En Hij moet rechtvaardig zijn en Hij moet de Boom des Levens en de boom des doods voor ieder mens plaatsen, zoals Hij het bij Adam en Eva deed, of Hij deed verkeerd toen Hij deze voor Adam en Eva plaatste. Nu is het aan u. Nu, let op.
90 Geloof, het ware geloof, het echte geloof, het geloof! Nu nemen wij onze kerken vandaag, kijk naar ons, kijk naar onze Pinkstermensen, kijk naar onze Baptisten, onze Presbyterianen, Nazareners, Pelgrim Heiligheidsmensen en de Branham Tabernakel, wij allemaal, wij zijn schuldig dat wij niet tot het uiterste voor dat geloof strijden!
91 Een kleine twist kan in de gemeente opkomen, in de 'Branham Tabernakel' (ik ben thuis, ik kan nu over u spreken) en men zal een kliekje vormen en de een staat aan de ene kant en de ander aan de andere. Is dat strijden voor het geloof dat eenmaal de heiligen is overgeleverd? Klinkt dat als de apostolische leer? Beslist niet, broeder! Zij hadden een Ananias en Saffira-zaak. God is nog steeds dezelfde God. Wij hebben dat bewezen gezien. Geen tot het uiterste strijden!
92 De mensen gaan er vandaag op uit en zeggen: "Wel, mijn geloof leert de wonderen niet. Zij leren dat de dagen van wonderen voorbij zijn." Dan strijdt u niet voor het geloof dat eenmaal de heiligen was overgeleverd!
93 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...groep fanatisme, mijzelf, maar ik geloof dat er een echte waarachtige gave van de Heilige Geest is. En wij strijden tot het uiterste daarvoor! Dat is juist, wij geloven het, heiligen spreken in tongen.
94 Zij zeggen: "Ik geloof niet in goddelijke genezing." Ik geloof niet in een hoop fanatisme. Maar wij geloven echt dat er een God is, dat Hij de zieken geneest en dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer.
95 Ik heb een hoop gezien wat onderscheiding wordt genoemd waarin ik niet geloof. Maar ik weet dat er waarlijk een onderscheidende Geest van God is, de gave van kennis, die het uitroept en spreekt en het is elke keer volmaakt. Wij strijden tot het uiterste daarvoor, voor dat geloof dat eenmaal de heiligen was overgeleverd.
96 Ik weet dat er dromen zijn, door een volle maag van vers vlees of vol van iets anders wat veroorzaakt dat u nachtmerries hebt, zodat u opspringt en het een visioen noemt.
97 Er is een echt, werkelijk visioen van God! Dat is juist! God beloofde het. Jezus Christus dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer. Hij doet dat en het faalt nooit. De Bijbel zegt: "Indien er onder u iemand is die geestelijk is of een profeet, laat hem spreken; en als wat hij zegt, gebeurt, hoor dan naar hem, want Ik ben met hem; gebeurt het niet, hoort dan niet naar hem omdat hij een valse profeet is." God kan niet liegen. God zegt heel de tijd de waarheid. Laat het zo zijn. Nu, wij vinden dat dit waar is. Er zijn dingen die...
98 Kijk naar Paulus daar die avond, alle hoop was verdwenen; de duivel lachte bij elke tegenslag, zijn tanden blonken elke keer dat de golven opsprongen en de bliksem trof; "Ik zal die apostel hier buiten doen zinken", een vol met water gelopen oud scheepje; en dagen en dagen, veertien dagen en nachten schenen de sterren zelfs nooit en dat kleine oude schip werd heen en weer geslingerd. Hij liep rond, een ketting achter zich aanslepend, vanwege het prediken van het Evangelie. Halleluja!
99 En wij kunnen zelfs niet verdragen dat iemand iets over ons zegt, of wij gaan tekeer zoals een kikker die grove hagel eet. Wij gaan altijd over iets tekeer. En dan zeggen dat wij tot het uiterste strijden voor het geloof? De Branham Tabernakel heeft nodig dat er eerst heel wat rechtgetrokken wordt, en zo is het met de Pinkstermensen en de Baptisten en de Nazareners. Dat is de reden dat wij nergens komen: wij zijn niet eerlijk en oprecht. Wij moeten ooit van aangezicht tot aangezicht komen met datgene wat ons onbeweeglijk maakt en wat ons altijd in God overvloedig doet zijn. Het geloof dat eenmaal de heiligen was overgeleverd!
100 De oude rups kwam binnen en de bladrups en at het weg. "Al de dagen van wonderen zijn voorbij. U hoeft dit niet te doen, u hoeft dat niet te doen."
101 Als God Zijn eerste rank uit die Wijnstok voortbracht, en het was een Pinksterrank, met kracht, visioenen, openbaringen, genezingen, heiliging, Heilige Geest, zal de volgende rank hetzelfde zijn. Zeker zal het elke keer zo zijn... Telkens als die Wijnstok een rank krijgt, zal deze precies zijn zoals degene die er in de eerste plaats was. U... Zoals ik gisteravond zei, sprekend tot een groep broeders; u kunt een wingerd er niet toe krijgen pompoenen te dragen en u kunt een pompoen geen druiven laten dragen. Dat is waar. Naar wat het leven in die wijnstok is, brengt het voort.
102 En als Christus in die wijnstok is en het Leven van Christus is in die persoon, zal het zijn zoals Jezus, het zal de vruchten van Hem dragen. Het is de Geest. Het kan niets anders doen dan dat. Het moet dat Leven produceren, omdat het hetzelfde Leven is. U kunt niets anders voortbrengen. Het zal handelen zoals Hij, het zal spreken zoals Hij, het zal wandelen zoals Hij, het zal genezen zoals Hij, het zal visioenen zien zoals Hij, het zal Zijn Leven exact voortbrengen, volmaakt, elke keer, omdat het Zijn Leven is.
103 U bent slechts een schil. Een mens is als een waterpijp; hij is niet het water, hij is de pijp. Neem het water uit hem weg en hij zal roesten. Wel, dat is er vandaag aan de hand en er zijn er tevelen van ons die roesten, die eens een ervaring hadden. Houdt het water stromend, dat is wat de Levenslijn doet blijven gaan.
104 Ik hoorde eens een man prediken; hij zei dat er een zeug in het water was, die het water helemaal modderig maakte. Het beste wat de Bijbel daarvan zegt is: haal het varken uit het water. U kunt hier bij een mooie bron komen en hier ergens stort de grote bron zich uit, hier boven op de berg, en het water is helemaal modderig; haalt u maar liever de varkens eruit; het water zal opklaren.
105 Er zijn vele dingen die wij er moeten uithalen voor de wateren ooit zullen komen uit de Fontein gevuld met Bloed, stromend uit Immanuëls aderen, waarin zondaars, ondergedompeld in die vloed, al hun schuldige smetten verliezen, hun onverschilligheden en geklets, enzovoort.
106 Zestien predikers, omdat zij geloven... zij dachten dat ik geloofde dat God Zijn gemeente bewaarde en Zijn gemeente beschermde. De Schrift zegt: "Hij die Mijn Woord hoort", niet hij die uitmaakt dat hij het hoort. Dat is degene wiens ogen God heeft geopend, en zijn oren, om te horen. Geen mens kan dat, tot God zijn ogen en oren opent. "Hij die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft eeuwigdurend Leven en zal nimmer in het oordeel komen, maar is reeds overgegaan van dood in Leven." Wat zal er met hem gebeuren? Loog God of zei Hij de Waarheid?
107 Heeft de mens gelijk of: "O, u kunt de Heilige Geest hebben en gered zijn en morgen kunt u verloren zijn en naar de hel gaan?" Geloof nooit die onzin. Dat is een leugen.
108 Als u ooit bent wedergeboren dan is uw gehele natuur anders gemaakt. Als een mens ooit geplant is in Christus, en Hij is het Leven van de Wijnstok dat er doorheen komt, dan zal hij nooit meer pompoenen dragen. U kunt er misschien een aan bevestigen, maar hij weet dat er iets verkeerds is. Hij zal daar liggen en kreunen tot het van hem afgehaald wordt, het is te zwaar voor hem, het buigt te dicht bij de grond neer. Hij houdt ervan naar omhoog te groeien. U kunt geen pompoen aan een wijnstok hangen.
109 Merk op. O, strijden voor het geloof! Dat was "vurig" strijden, niet alleen strijden, maar tot het uiterste strijden, op leven en dood. Wij zullen op iets anders overgaan. U kunt een lange tijd bij dat ene blijven.
110 Het volgende waarbij wij zouden willen stilstaan, is broederlijke liefde; het is weggegeten van de wijnstok, broederlijke liefde. Jezus zei: "Hieraan zullen alle mensen weten dat gij Mijn discipelen zijt, wanneer gij elkander liefhebt."
111 Welnu, laten wij een voorbeeld nemen. Als iemand niet hetzelfde gelooft als ik, zal ik gewoon naar zijn samenkomst gaan en bij hem prediken, gewoon prediken wat hij gelooft en voortgaan en het loslaten, omdat ik hem liefheb. Aan hun vruchten kent u hen. Als zij het niet geloven en zij hebben geen broederlijke liefde, verdwijnen ze, zijn zij het oneens, dan vallen zij weg. "Ik wil er niets mee te maken hebben!" Waarom komt u niet naar mij toe en spreekt er met mij over? U weet niet wat ik geloof, ziet u. Welk verschil maakt het hoe dan ook wat ik geloof? Het is Wie ik geloof, Jezus Christus! Ik heb nooit een samenkomst achtergelaten met een vieze smaak, voor zover ik weet. Maar, u ziet, broederlijke liefde is helemaal afgedankt.
112 En Paulus zag het; in I Corinthiërs 13 zei hij: "Laat de broederlijke liefde blijven." Maar broederlijke liefde is verdwenen. Nu, let op, elke keer...
113 Nu, luister nu aandachtig, wij zullen nu krachtig voedsel nemen. Elke keer dat de duivel iets afneemt van de boom, we zullen zeggen de schors, het insekt eet de schors af, doet hij er een oud mensengemaakt vod om, om de plaats ervan in te nemen. Hij wikkelt er een doek omheen, om de saplijn van de boom, het zal het sap niet naar boven zenden in de vruchten van de boom; het zal geen vruchten dragen; het zal ze direct doen afvallen op de grond. En dat is de reden vandaag dat wij geen opwekking in onze tijd hebben; het is teveel mensengemaakt dogma. De levenslijn zal niet door een oud vod heen komen, het sapleven ervan zal direct op de grond terugvallen. Dat is de reden dat onze opwekkingen falen.
114 Zoals Billy Graham onlangs zei toen hij berichtte dat hij een grote opwekking had. En in de plaats waar hij predikte, moest hij zijn vrouw uit het park weghalen omdat mannen en vrouwen gewoon buiten in de parken immoreel leefden. Wat was er aan de hand! Mensengemaakte vodden, in plaats van door God gegroeide schors; het zal het Leven niet dragen!
115 Een gemeente die een mensengemaakte geloofsbelijdenis rondom zich gewikkeld heeft, zal de kracht van God niet naar boven in de ranken brengen. Het zal zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij" en het plat op de grond laten vallen. Amen. Ik weet dat u denkt dat ik gek ben; maar als ik dat ben, laat mij maar gaan, ik voel mij goed zo. Ziet u? Het zal vallen!
116 Het Woord van God; als God hier zegt: "Ik ben de Here, Ik verander nooit."
117 "Wel, Hij is veranderd in deze dag", zegt het vod. Doet het neer vallen! Waar het eerst begon in het vroege tijdperk toen men nog geen denominaties had, heeft de mens geprobeerd de broederschap te herstellen door denominaties. Broederliefde is afgesneden, vanwege denominaties.
118 Toon mij één keer dat God ooit een organisatie of een denominatie had, en ooit Zijn gemeente in een denominatie had of ooit een denominatie die ooit opstond, die niet viel om nooit weer op te staan. Nu, ik heb over dit onderwerp gelezen, sinds ik daar van boven kwam. Ik heb "Foxes Boek der Martelaren" gelezen. Ik heb de vroege geschriften van Josephus gelezen. Ik las Hislop's "Twee Babylons". Ik heb de "Vroege Eeuwen" van Pember gelezen en de "Nicea Vaderen" juist voor het Concilie van Nicea, na Pinksteren. En er is nooit een denominatie geweest die God ooit in de Bijbel verordineerde. Wanneer wij dan denominaties verordineren en maken, raken wij uit de wil van God.
119 Een verslinder, "denominatie" genaamd, at de oorspronkelijke schors van broederliefde af door een vod er rond om aan te brengen en maakte er een denominatie van. En het leven van God komt regelrecht omhoog door de wortels hier, de Wortel en Spruit van David, wanneer het begint omhoog te komen door de Heilige Geest; dan zegt de denominatie: "De dagen van wonderen zijn voorbij. U hoeft niet in tongen te spreken vandaag. Er is niet zoiets als de doop van de Heilige Geest. Er is geen goddelijke genezing. Dat was voor een voorbijgegane tijd. Het is lang geleden verdwenen." En hier zijn de ranken, hier boven, die lijden, de vruchten!
120 Een goede gezonde boom hoeft niet bespoten te worden. Waarom besproeien wij telkens weer tegen het bederf van wormen? Waarom doen wij het? Het is omdat de boom niet gezond is. Wat scheelt er aan dat hij niet gezond is? Geloofsbelijdenissen en denominaties hebben de levenslijn eruit gegeten. Absoluut. Methodist, Baptist, Presbyterianen, Pinkstermensen eten de levenslijn uit de boom en proberen een denominatie in de plaats te stellen om alle mensen onder politiek te brengen. God wil niet dat wij ons samenvoegen onder politiek en geloofsbelijdenissen. Wij zijn samengevoegd door de Heilige Geest, Gods origineel, die de zonde uit ons hart scheurt en ons allen één maakt in Christus. Dat is waar, mijn broeder. Dat is waar, mijn zuster.
121 Dat begon in de vroege dagen na de dood van Christus en de opstanding, na de dood van de apostelen; driehonderd jaren later haalden zij het Concilie van Nicea binnen. Toen vormden zij de eerste organisatie, welke de Katholieke kerk was. Katholiek betekent universeel. Vanuit de Katholieke kerk kwam Luther; uit Luther kwam Wesley, uit Wesley kwam Pinksteren. Zo helemaal door, met kleine afsplitsingen erbij, die andere kleinere zoals Nazareners, Pelgrim heiligheid, enzovoort, Baptist, enzovoort. Zij kwamen daar allemaal uit, allemaal precies in hetzelfde bondgenootschap, denominatie! Wanneer God een kerk of een groep mensen een zegening geeft, maken zij er snel een klein hek omheen, en daar nemen zij hun standpunt in. God wil ieder hek afbreken!
122 Ik herinner mij toen ik voor het eerst naar het Westen ging; het was de tijd van het oprukken van de graanbouw, Kansas, en wij plantten er tarwe. Ik zag die oude cowboys aankomen, die niets afwisten van een tractor of iets over het verbouwen van tarwe; alles wat zij wisten was vee houden. Wij brachten er auto's binnen en legden golfterreinen aan en men droeg die kleine, oude kniebroeken die men vroeger droeg om golf mee te spelen en al dergelijk spul. Ik zag die oude mannen met hun lange, witte haar dat onder hun hoed hing. Zag ze binders binnenbrengen en tarwe groeiers en spul zoals dat, (stak zijn voet in het zadel en trok zijn hoed naar beneden,) men zette hekken rond de plaats. Hij kon dat niet uitstaan; hij wist niets over omheiningen. Hij was op de woeste weidegrond, bij God en zichzelf. Z'n grijze haren hingen zo onder zijn hoed uit; huilend, in tranen, brak ze af en zei: "Ik kan deze dingen niet uitstaan." Wegrijdend naar het ondergaan van de zon.
123 God helpe ons vandaag om pelgrims te hebben die het niet zullen verdragen omheind te zijn door denominatie en geloofsbelijdenissen, maar die rijden naar het ondergaan van de zon met een geloof dat onbeweeglijk is, dat eens aan de heiligen werd gegeven; met een broederlijke liefde die alle geloofsbelijdenissen en hekken neerhaalt en zegt: "Wij zijn broeders. Wij zijn één in Christus Jezus! Wat God ook zegt, daar zeggen wij 'amen' op." Geef ons dat type mensen!
124 Ja, geloofsbelijdenissen! Toen vormden zij wat men de Pre-Nicea-Vaderen noemt. Zij kwamen samen en daarin vormden zij een raad. In de raad werd de Katholieke kerk uitgebroed, wat "de algemene kerk" betekent, die al de kleine kerken rondom, waarmee God handelde, verwijderde, en hen in één kerk en één religie dwong.
125 Zij zetten een os aan één arm en een os aan de andere, hingen een crucifix voor een man en zeiden tot hem: "Kus het" of: "Buig u neer en ontvang de Katholieke godsdienst", of anders begonnen zij de ene os de ene kant op te jagen en de andere de andere kant en rukten zij hem uiteen. Men nam een vrouw, doopte haar haar in een vat pek en vroeg haar of zij dit crucifix zou kussen; zij moest het doen en buigen voor de Katholieke godsdienst of zij zouden het haar op haar hoofd aansteken en haar verbranden. Men zette hen op brandstapels en van alles. Plaatste hen in wat men 'de ijzeren vrouw' noemt, en drukte hen op die pinnen, proberend hen ertoe te krijgen het crucifix te kussen, te omhelzen wat zij "de Christelijke godsdienst" noemden en vertrapte hen in de grond.
126 De martelaren stonden daar zonder met hun ogen te knipperen. Hij wist waar hij stond. Hij wist wie hij had geloofd. Hij was ertoe in staat, dit wetend dat God hem ten jongsten dage kon opwekken, omdat Hij het beloofde. Voor hij zou neerbuigen voor enige mensengemaakte, oude 'vuile vod'-saplijnen, zou hij sterven op de stomp! Halleluja!
127 Laat mij op dezelfde plaats sterven! Als mijn God niet komt in mijn generatie, zal ik sterven op de stomp, tot waar de bladrupsen het hebben afgegeten, gelovend dat Jezus Christus en Zijn gemeente en Zijn Woord dezelfde zijn gisteren, vandaag en voor immer. Ik mag misschien niet in staat zijn om het in al deze ranken naar voren te brengen, omdat oude saplijnen hier buiten, van denominatie en geloofsbelijdenis, mij afsnijden en laten vallen als een hete aardappel. Dat mag waar zijn. Maar ik zal getrouw op de stomp staan en uitroepen dat het uur zal komen dat God Zijn gemeente zal herstellen tot haar vroegere toestand!
128 Dit kan kwetsen, ten derde, en ik wil het ook. Let op één van de grote saplijnen die zij afsneden. En gedurende die tijd van de organisatie, dat is wat de saplijn weghaalde om mee te beginnen. In de eerste plaats, als zij broederlijke liefde onder elkaar zouden hebben gehad, zouden zij nooit een organisatie nodig hebben gehad. En toen zij dan zagen dat zij het niet konden hebben... zij geen broederliefde zouden hebben, of zij dachten dat zij het niet waren. "Zij die wachten op de Here zullen hun kracht vernieuwen." In plaats van Gods Woord te nemen, hadden zij een organisatie.
129 Luther kwam uit die organisatie; vijfhonderdvijftig jaar later kwam hij eruit. Wat deed hij? Draaide zich regelrecht om, deed hetzelfde wat zij deden. Direct daaruit kwam Calvijn. Direct daaruit kwam Wesley, direct uit Wesley kwamen de Baptisten, Presbyterianen, verder door tot de Pinkstermensen. En de Pinkstermensen... na de Nazareners kwamen de Pinkstermensen. En na Pinksteren, wat zal er dan komen? Ik hoop de komst van Christus. Want de Pinkstermensen deden hetzelfde wat de overigen deden.
130 Openbaring 12 zegt dat zij het zouden doen. Zij was een hoer en zij waren prostituées. Zij waren hoerendochters! De Katholieke kerk, "zij", was de hoer, werd er in de Bijbel gezegd, h-o-e-r. I Corinthiërs 12 zegt het. En er wordt gezegd: "haar dochters!" Nu, als... Dat kunnen geen mannen zijn. Hij zei nooit haar zonen, Hij zei haar dochters. Kerken worden in de Bijbel vertegenwoordigd als vrouwen. En haar dochters waren prostituées, ziet u, hetzelfde. Welke soort was het, waarom prostituée? Door het plegen van geestelijke hoererij tegen Gods Woord, vasthoudend aan een denominatievod in plaats van tot het uiterste te staan voor het geloof dat eenmaal was overgeleverd aan de heiligen, in plaats van terug te gaan en het Woord van God te nemen.
131 Ik sprak met een priester hier niet lang geleden, hij zei: "Het maakt niet uit wat de Bijbel zegt. Wij zijn de kerk!"
Ik zei: "Dat is het Woord van God."
Hij zei: "Wij maakten het."
132 Ik zei: "Waarom is er zoveel aan veranderd? U hebt niets in uw kerk, wat deze Bijbel zegt en wat u leert." Ik vertelde hem dat ik een meisje doopte in de Naam van Jezus Christus.
Hij zei: "Weet u, de Katholieke kerk deed dat vroeger."
Ik zei: "Wanneer? Daar precies ligt elke geschiedenis van de kerken, waar ik van afweet."
Hij zei: "Wij geloven onze catechismus."
Ik zei: "Wat dan met de geschiedenis?"
133 Hij zei: "Wij geven er niet om wat de geschiedenis zegt, wij geloven de catechismus."
134 Ik zei: "Hoe weet u dat er een George Washington was of Abraham Lincoln? Hoe weet u dat er Pelgrimvaders waren?"
"Omdat wij onze geschiedenis geloven."
135 Ik zei: "Er is geen plaats waar de Katholieke kerk ooit georganiseerd werd tot driehonderdzestig jaar na de dood van de laatste apostel. En de Katholieke kerk was niet bekend. Zij doopte niet in de Naam van Jezus Christus, omdat zij de allereerste grondlegging was die de valse doop binnenbracht. En zij..."
136 Hij zei: "Welnu, wacht even! Wij hebben er recht toe, wij zijn de kerk! Wij doen wat wij willen omdat God in Zijn kerk is."
Ik zei: "God is in Zijn Woord, niet in Zijn kerk."
137 Als de kerk niet overeenkomt met het Woord dan is er iets verkeerd. "Laat Mijn Woord waar zijn en ieder ander mensenwoord een leugen!" Dat is juist. Gods Woord is waar. Maak Zijn Woord juist. Ga terug naar Zijn Woord. Ziet u wat de bladrups gegeten heeft?
138 Nu, gedurende de tijd van de vroege Nicea vaders. Gene, jij nam het ook net door. De grote Nicea-Raad bracht een grote woordenstrijd voort vanwege of er één God was of dat er drie goden waren, waarvan de Vader de eerste was, de Zoon de tweede en de Heilige Geest de derde." En zij aanvaardden dat er "drie Goden" waren. Nu, als u dat niet gelooft, zal ik het u nu direct uit de Nicea-Raad, de Nicea-Vaders voorlezen. Zij deden het: "drie Goden."
139 Er is één God! Er is er slechts één! Hij is Jehova God; de grote IK BEN; de Alfa, Omega, het Begin en het Einde!
140 Om dat te maken, hebben ze nu iets gekregen waarmee zij verder konden gaan. Teneinde dat te doen, probeerden zij te zeggen: "God, de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest." Nu, er is absoluut niet zoiets. Het zijn geen drie goden. Dat is heidendom!
Er zijn drie bedieningen van dezelfde God. Het Vaderschap...
141 Toen God alleen woonde, heilig; Zijn wetten, Zijn rechtvaardigheid maakt Hem heilig. Hij wilde in de mens zijn, Hij wilde met de mens aanbidden, Hij wilde dat de mens Hem aanbad. Hij moest naar de mens komen. En toen Hij dit deed, schiep Hij, overschaduwde Hij een kleine maagd, Maria genaamd; God Jehova deed dit en schiep in haar schoot een cel, een bloedcel. Die bloedcel ontwikkelde cellen en bracht een mens voort, welke Christus Jezus was.
142 God Almachtig, de Vader, woonde in Hem. Op de dag van de doop, toen Hij de Heilige Geest ontving, op de dag toen Johannes Hem doopte, zei Johannes: "Ik keek en zag de Geest van God als een Duif van de hemel nederdalen en een Stem zei: 'Dit is Mijn geliefde Zoon in Wien Ik welbehagen heb om te wonen.'" Jezus zei dat God met Hem was; "Ik en Mijn Vader zijn Eén! Mijn Vader woont in Mij." Niet Jezus, één zijnde met God, maar die God was in Christus, de wereld met Zichzelf verzoenende.
143 En u Eénheidsbroeders, velen van u komen op het verkeerde spoor wanneer u probeert te denken dat God één is zoals uw vinger één is. Hij kan Zijn eigen vader niet zijn. Hij kan het niet zijn.
144 Maar Hij is God. God is Jehova, de Geest; Christus was het huis waarin Hij woonde. Voorts heiligde Hij dit leven en toen Hij dit deed, gaf Hij de Geest op. En door dit ongerepte Bloed dat Hij stortte, heiligde Hij mij opdat Hij zelf mocht komen en in mij en u wonen. En God is met ons, dat is de Heilige Geest, die dezelfde is, echt dezelfde God, Jehova God. "Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld. En de dingen die Ik doe, zult gij ook doen."
145 Daar beginnen de rupsen te eten en de bladrupsen proberen "God de Vader" te doen zitten in Heerlijkheid en "God de Zoon" op een rechterhand die Hij heeft.
146 De rechterhand van God, waar de Bijbel zegt: "Ik keek op en zag Jezus staan ter rechterhand Gods", door Filippus of Stefanus toen hij gestenigd werd. Het betekent niet dat God een rechterhand heeft en dat Jezus boven op Zijn rechterhand staat. Het betekent dat Hij in de rechterhand van kracht en autoriteit is. "Alle macht in de hemelen en op aarde is Mij gegeven", zei Jezus. Hij had de autoriteit. God was in Christus. Hij is binnen in Hem. De Bijbel zegt: "In Hem woont de volheid van de Godheid lichamelijk." Wanneer u probeert drie individuele Goden te maken, bent u zo heidens als het maar kan zijn.
147 Nu, dit zal u pijn doen. Ten vierde. Toen zij drie goden hadden, moesten zij een doop voor hun drie goden instellen; de duivel verblindde dus hun ogen met Mattheüs 28:19: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld." De duivel heeft hun ogen daar voor verblind.
148 Nu, houd dat vast; nu, hier moet ik een spijker inslaan en het zal pijn doen, maar ik wil dat u luistert. Het is de Waarheid. God helpe dat het... Onderzoek de Schriften. Vind in de Bijbel waar iemand ooit gedoopt werd in de Naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest"; vind één plaats waar iemand ooit zo gedoopt werd. Kijk, u zegt: "De duivel neemt..." De duivel neemt die Schriftplaats en doet het er uitzien als iets wat het niet is.
149 Zei hij niet hetzelfde tegen Jezus: "Er staat geschreven dat Hij Zijn engel aangaande U opdracht zal geven, zodat U niet Uw voet tegen een steen stoot." Hij stootte Zijn voet nooit tegen een steen, maar de duivel probeerde Hem iets te doen zien wat de Schriften niet zeggen.
150 Hij was verstandig, Hij was met God vervuld, God was in Hem. En God, die in een mens is, zal Zijn openbaring bekendmaken. Zeker.
151 Ik zal u meenemen naar Mattheüs 28:19: "Gaat dan henen en onderwijst alle volken, hen dopend in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest."
152 Let nu op hoe de extreme trinitariër (driegodenaanhanger) van de Katholieke kerk nooit in de Bijbel was, nooit in de geloofsbelijdenis van de Pre-Nicea Vaders was, pre, de Vaders voor Nicea. Men werd allemaal gedoopt in de Naam van Jezus Christus, ieder van hen. Het kwam door de Katholieke kerk, kwam van daar af in de Protestantse kerk.
153 Nu, hoe kunt u het zien tenzij God uw ogen opent? U kunt het niet. Ik bid dat God uw ogen hiervoor zal openen. En luister nu even aandachtig.
154 Nu, ik zal uw Schriftplaats nemen, Mattheüs 28:19: "Gaat dan henen en onderwijst alle volken, hen dopend in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Hoe werd u gedoopt: "In de Naam van de Vader, in de Naam van de Zoon, in de Naam van de Heilige Geest"? Dat staat zelfs niet zo in de Schrift geschreven. En ik wil dat een mens...
155 U zegt: "De gezegende heilige drieëenheid." Vind het woord 'drieëenheid' voor mij ergens in de bladzijden van Gods Bijbel. Het is een mensengemaakt schema, een oud vuil kerkelijk vod er omheen gewikkeld dat de plaats inneemt van de saplijn van Gods Heilige Geest. Er is zoiets niet. Er is zoiets niet. Als u het vindt kom dan naar mij toe. U bent als Christen verplicht dat te doen als u het vindt. Het staat niet in Gods Heilige Schrift. Een "Vader, Zoon en Heilige Geest" is uitgebroed door de hel; er is niet zoiets als drie goden.
156 Nu, ik geloof in het Vaderschap van God, ik geloof in het Zoonschap van God, ik geloof in de Heilige Geest-bedeling van God, maar het is dezelfde God in elke bedeling. Niet drie goden!
157 Nu, "in de Naam van de Vader!" De Bijbel zegt niet: "Doop in de naam van de Vader, de naam van de Zoon, de naam van de Heilige Geest." Hij zegt: "Doopt hen"; Jezus zei, terugkijkend: "de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Niet "naam van de Vader, naam van de Zoon", dat zou hen individuelen maken; maar dat is het niet. "In de Naam van de Vader, en..." En is een voegwoord, met uw zelfde onderwerp. "In de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest." Niet "in de Naam van de Vader, naam van de Zoon, naam van de Heilige Geest", maar "in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Ziet u? Nu kijk.
158 Hier staan de gezalfde apostelen die naar Pinksteren gaan om de Heilige Geest te ontvangen. Zij gingen regelrecht naar Pinksteren en ontvingen de Heilige Geest. De gemeente is nu ingewijd, wat zullen zij doen? Het eerste wat uitkomt, het recept moet gemaakt worden. Dokter Simon Petrus moet het eerste recept uitschrijven omdat Jezus hem de sleutels gaf. "Ik geef je de sleutels, Petrus. Wat u ook bindt, welk recept je hier op aarde uitschrijft, zal Ik ontvangen in de apotheek. Schrijf het uit en Ik zal het accepteren!" Wat deed hij?
159 Toen die mensen al dit lawaai buiten hoorden, zoals dat, zeiden zij: "Wat betekent dit?" Anderen spraken in tongen. En men zei: "Wij horen de wonderbare werken van God."
160 Wat zei Petrus? "Bekeert u, een ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van uw zonde, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen."
161 Nu, wat deed men? Zij voegden "Vader, Zoon, Heilige Geest" hier aan toe, wat niet in het recept staat. Dat is juist. Wat voegden zij er nog meer aan toe? "U hoeft niet uit te gaan en te handelen zoals zij deden. Het geeft u geen vreugde en kracht en spreken in tongen en al deze dingen. U hoeft het niet te hebben. Doe maar uw belijdenis, schud de handen." Dat zijn nog wat meer vergiftige drugs van de duivel! Als het hen zo deed handelen toen zij het medicijn namen, zal het u op dezelfde wijze doen handelen. Neem Zijn recept op precies de juiste wijze! Wat de harige rups overliet, heeft de rups gegeten.
162 Bedenk nu, als er nooit een persoon ooit gedoopt werd, in de Bijbel, op een andere wijze dan in de Naam van Jezus Christus, Joden en heidenen, en buitenstaanders en alle overigen, allen moesten komen en gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus... Ik daag een ieder uit om mij te tonen waar iemand ooit gedoopt werd in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest" of voor driehonderd jaar na de dood van de laatste apostel. Wel, het is duidelijker dan mijn tien vingers voor mij. U kunt het niet zien tenzij God uw ogen opent. Wel, als dat niet de juiste openbaring is, waarom kwam Petrus dan niet op dezelfde openbaring terug, tien dagen nadat Jezus hem zei: "Ga dopen in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Petrus kwam erop terug en zei: "Wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, ieder van u." Dan moet dit dezelfde openbaring zijn die hij kreeg! En de kerk ginds in hun... de trinitariër heeft de verkeerde openbaring gekregen; dan gebruiken zij de saplijn niet. Zij namen een vod en wikkelden het daar omheen en het snijdt het leven van God daarop af. Het zal de patiënt doden! O, op hoeveel dingen meer zouden wij kunnen ingaan in uw geloofsbelijdenissen en dergelijke wat het heeft veroorzaakt!
163 Laat mij even dit ene ophelderen. Ik wil dat u er op ingaat en uw Bijbels even neemt, zodat wij het zo simpel maken dat kinderen het begrijpen. Sla Mattheüs op, het 1e hoofdstuk. U hebt Mattheüs 28:19. Ga naar Mattheüs, het 1e hoofdstuk, 18e vers. Kijk hier.
164 Ik wil dat u nauwkeurig toekijkt. Dit is de Vader, aan mijn linkerkant. Dit is de zoon, in het centrum. Dit is de Heilige Geest, aan de rechterkant. [Broeder Branham gebruikt drie voorwerpen om het te illustreren – Vert] Nu, Wie is de Vader van Jezus Christus? God, de Vader. Is dat juist? U gelooft dat allemaal? [Samenkomst zegt: "Amen"] Ik zeker. God, de Vader van de Here Jezus. Vader, Zoon, Heilige Geest.
165 Nu, ik citeer de Schrift. Kijk, kijk. En u kunt het naslaan wanneer u naar huis gaat of het nu opzoeken. "Nu, de geboorte van Jezus Christus was op deze wijze", Mattheüs 1. Kijk hier. Zoals ik vaak heb gezegd, als u een verhalenboek leest en het achteraan doorleest en zo Mattheüs 28:19 oppikt, als een verhalenboek: "Jan en Marie leefden nog lang en gelukkig." Wie zijn Jan en Marie? Ga terug naar het begin van het boek en ontdek wie Jan en Marie zijn; als Hij zei: "Gaat dan henen en onderwijst alle volken, hen dopend in de Naam van de Vader."
166 Ik wil u iets vragen. Is de "Vader" een naam? [Samenkomst zegt: "Nee" – Vert] Het is het bepaald niet. In de Naam van de "Zoon"; is "Zoon" een naam? ["Nee"] Het is een titel, net zoals "Vader". Is "Heilige Geest" een naam? ["Nee"] Nee, het is een titel. Heilige Geest is wat het is.
167 U zegt: "Heilige Geest is een naamwoord." Net als mens. Ziet u, ik ben een mens, maar mijn naam is niet "mens".
168 Zo is het, het is de Heilige Geest. Dat is niet Zijn Naam; dat is wat het is. Als "Vader" dan geen naam is, "Heilige Geest" geen naam is en "Zoon" geen naam is, wat was dan de Naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest"? [Samenkomst zegt: "Here Jezus Christus" – Vert] Zeker! Zeker! Nu, ziet u, "Vader" is geen naam.
169 Hij zei: "Ga hen dopen in de Naam van de Vader, van de Zoon, van de Heilige Geest." Petrus kwam erop terug: "Het is de Naam van 'Jezus Christus.'" Nu, dat is precies de procedure die zij door heel de Bijbel volgden.
170 Nu, wat deden zij? Wat hebben de vertalers of de kerkmensen gedaan? Wat hebben de organisaties gedaan? Wikkelden er een oud denominatievod omheen om populair te zijn bij de overigen. Al moet ik beschuit eten en slootwater drinken, en gemarteld worden, ik zal staan voor Gods waarheid en op de stomp sterven. Dat is juist. Er is geen mens, de paus van Rome, geen bisschop of kardinaal die dat kan wederstaan. Jazeker. Wat is er aan de hand? Wat de harige rups overliet, wat de Methodist overliet, heeft de Baptist gegeten; wat de Baptist overliet, heeft de Pinkstermens gegeten. Wat een plaats, de Levenslijnen zijn allemaal verdwenen! (Dit is slechts een ding van minder belang!)
171 Nu, Wie is "Vader, Zoon, Heilige Geest"? "Gaat dan henen, onderwijst alle volken, hen dopend in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." "Vader" is geen naam, "Zoon" is geen naam, "Heilige Geest" is geen naam. Over welke Naam sprak u? Wel, dat is net zoals Jan en Marie, laten wij teruggaan om te ontdekken wat het was. "De geboorte nu van Jezus Christus was op deze wijze. Toen Zijn moeder Maria met Jozef verloofd was, werd zij, voor zij samen kwamen, zwanger bevonden van een kind van (wat?) de Heilige Geest."
172 Ik dacht dat u zei dat God Zijn Vader was. Hoe kan God Zijn Vader zijn en de Heilige Geest Zijn Vader? Nu, u ziet het, u trinitariërs die schreeuwt naar de Eénheidsmensen? De pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet. Kijk hier. Nee! Ziet u wat ik bedoel?
173 De "Vader"! Hij zei: "De geboorte van Jezus Christus was op deze wijze. Toen de moeder, Maria, met Jozef verloofd was, was zij, voor zij samenkwamen, zwanger bevonden van een kind van de Heilige Geest." Dan had "God de Vader" er niets mee te maken. Als God de Vader en God de Heilige Geest niet dezelfde Persoon is, dan had Jezus twee vaders en was onze Redder een onwettig kind, geboren met twee verschillende geesten, of door twee verschillende geesten. "De geboorte van Jezus Christus was dat Hij door de Heilige Geest was verwekt!" Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert] Dan is God de Vader en de Heilige Geest dezelfde Geest, of Hij had twee vaders.
174 "Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zei: Ziet, een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren en men zal Hem de naam (dit is Hij) JEZUS geven, dat is Immanuël, hetgeen betekent..." (wat?) [Samenkomst zegt: "God met ons" – Vert] En wat is de Naam van de "Vader, Zoon en Heilige Geest?" ["Here Jezus Christus"] Zeker! "Zijn Naam zal genoemd worden" ["JEZUS"] "want Hij zal Zijn volk van hun zonden redden."
175 Nu, wat is de "Vader, Zoon, Heilige Geest?" De Here Jezus Christus. Wat is de Naam ervan? Niet naam... "Vader" is geen naam, "Zoon" is geen naam, "Heilige Geest" is geen naam. Maar Jezus Christus is "Here Jezus Christus", welke de Vader, Zoon en Heilige Geest is, de drie ambten van God gemanifesteerd in vlees in één Persoon! Halleluja! Broeder, dat is de waarheid! Zo helpe mij God, ik zal daarop staan in de dag des oordeels!
176 Wat de verslinder heeft gedaan, is God de Vader boven in de hemel krijgen, God de Zoon zit hier op een troon en God de Heilige... Geen wonder dat wij nergens komen!
177 God is in u, met u! "Ik zal met u zijn, zelfs in u zijn tot het einde der wereld. En de dingen die Ik doe, zult gij ook doen", geen ander Persoon, maar dezelfde Heilige Geest, dezelfde Persoon, dezelfde God. Jezus, de Here Jezus Zelf, was een tabernakel, waarin God woonde om Zichzelf te manifesteren, omdat Hij een Geest was. Hij was een Geest.
178 Nu, Jezus was niet eeuwig. God is eeuwig. Jezus nu is eeuwig omdat God een lichaam heeft opgenomen.
179 Er was een tijd, voor de grondlegging der wereld, dat ik eeuwig was. Toen God aan mij dacht, werd aan mij gedacht voor de grondlegging der wereld; mijn naam werd in het Boek des Levens des Lams gezet voor de grondlegging der wereld, en ook zo met de uwe, voor er zelfs een zandkorrel was. Hoevelen weten dat dit de Bijbel is? Hoevelen weten dat God uw naam in het Boek des Levens des Lams zette voor de grondlegging der wereld? In Gods denken dan, werden wij op dat moment in Zijn Koninkrijk geboren.
180 En op een dag kwam er een lichaam door een heilig huwelijk, mijn vader en moeder. En zij verwekten mij en hier kwam ik, William Branham, vertegenwoordigd in een lichaam van vlees. Nu kent u mij als William Branham, een man. God kende mij als William Branham, een gedachte in Zijn eigen gedachten, en een uitdrukking.
181 Wat is een woord? Een woord is een uitgedrukte gedachte. Toen Hij sprak en zei: "Laat hem komen", kwam ik. Wanneer Hij zegt: "Laat hem opnieuw komen", zal ik opnieuw komen. Jazeker. Het is een gedachte, een woord is een gedachte die uitgedrukt is.
182 God heeft reeds het Woord gegeven, het enige wat Zijn gedachte was, en Hij drukte het uit. Wanneer Hij het uitdrukt, gebeurt het. "Laat er zijn" en er was. Daar is God, de alvermogende, alomkrachtige, almachtige, Jehova. Nu is Hij vertegenwoordigd. (Teneinde dit nu ten uitvoer te brengen moesten zij een valse doop verkrijgen om dit te doen). U ziet het, het is verborgen. De wereld ziet het niet, en het kan niet gezien worden.
183 Luister nu aandachtig, terwijl wij nog tijd genoeg hebben om te sluiten en de gebedsrij te hebben. In orde. Ik was er langer mee bezig dan ik dacht. Slechts een ogenblik nu, ik heb nog iets wat ik u wil vertellen.
184 Daarom is "Vader, Zoon en Heilige Geest" één ware God. Hij heeft één Naam, Zijn Naam is Jezus Christus. Hij werd geboren als Christus de Here toen Hij geboren werd. Christus betekent "de Gezalfde". De Here betekent "eigenaarschap". Hij was "eigenaar" en "Here". En toen kwam God naar beneden en woonde in Hem, wat Hem zowel Vader, Zoon als Heilige Geest maakte; Alfa, Omega, het Begin en het Einde; Hij die was, Die is en komen zal; de Wortel en Spruit van David, zowel Wortel als Spruit van David; de Morgenster, de Eerste en de Laatste. Dat is Hij!
185 O, wat de harige rups heeft overgelaten! Hoe kunt u aanbidden tenzij u weet wat u aanbidt? Hoe kunt u geestelijk zijn tenzij u de Heilige Geest in u hebt? Als u geheel gebonden bent aan kerkelijke geloofsbelijdenissen zullen die u doen handelen als kerkmensen, statig en religieus en dergelijke. Dat zijn allemaal goede, morele handelingen.
186 Maar broeder, u moet wederom geboren worden door de echte Heilige Geest, die alleen komt door het Woord van God. En het ware Woord van God, zal de waarheid manifesteren, wanneer Hij in u komt. "Wanneer Hij, de Heilige Geest, zal komen, zal Hij van Mij getuigen; Hij zal de waarheid bekendmaken. Hij zal de dingen nemen die ik u getoond heb. Ik heb dingen, die Ik heb gezegd, getoond en zal ze u tonen. De Heilige Geest zal het doen." Wat Hij zal doen, daar is Hij.
187 Wat de knager overliet, heeft de kaalvreter gegeten. Wat de Katholiek overliet, heeft de Lutheraan gegeten. Wat de Lutheraan overliet heeft de Methodist gegeten. Wat de Methodist overliet, heeft Pinksteren gegeten. Waartoe is het gekomen? Heel deze opeenhoping van zonde, al deze dingen, leringen; andere dingen zouden wij kunnen zeggen, o my, het handen schudden, het water sprenkelen.
188 Wie hoorde ooit van sprenkelen? Toon het mij in de Bijbel. Wie hoorde ooit van begieten met water? Toon het mij in de Bijbel. De doop komt van het woord baptizo wat betekent: 'begraven en toedekken'. Juist! Dat is de waarheid van Gods Woord. O, hadden wij tijd, dan zouden wij kunnen doorgaan met deze valse dingen!
189 Ik zeg dit, mijn geliefde mensen. Luister naar mij. Ik zal op een dag met u staan op de Dag des Oordeels; ik zal me nu moeten verantwoorden. Ik zal me nooit voor een geloofsbelijdenis verantwoorden. (Zo helpe mij, God!) Ik zal me verantwoorden voor de Bijbel. Dat is het Boek waarbij ik zal staan.
190 Er is geen plaats in de Bijbel waar men ooit de Heilige Geest ontving zonder emoties te hebben, spreken met tongen, en gejubel en lofprijzingen van God, en profetieën en manifestaties. Zij gingen nooit gewoon naar voren om de hand te schudden van de prediker en liepen dan weer zo weg.
191 Er is geen plaats in de Bijbel dat zij ooit aannamen, ooit gedoopt werden, behalve gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus.
192 Er is geen plaats in de Bijbel waar men ooit de drieëenheid leerde. Het was altijd "één God". "Hoort gij, o Israël, Ik ben de Here, uw God, één God! Gij zult geen andere goden voor Mij hebben. Ik ben de Here, uw God." Niet een Vader en een Zoon en een Heilige Geest, maar "Ik ben God!" Voor immer is Hij God! Hij was altijd God, Hij zal altijd God zijn.
193 En wanneer een denominatie u zal laten vallen wanneer u naar een samenkomst komt en probeert broederlijke liefde te tonen, zelfs met hun denominaties, om te proberen op te pikken en te redden wat u kunt, hen binnen te trekken, om God de rest ervan te laten nemen; en omdat u staat op Bijbelse waarheden, sluiten zij u buiten. Het kan niets anders zijn dan een gemene truc van de duivel om de kinderen ervan te weerhouden binnen te komen om de samenkomst te bezoeken en gered te worden. Dat is juist.
194 Daar is de vaste Rots van Gods Woord. Ik zal elke persoon nemen op elk tijdstip dat zij willen en met hen in broederlijke liefde meegaan, en ik wil dat u mij één ding toont dat ik gezegd heb dat niet de Bijbelse Waarheid is. Jazeker. Het is waar. Nu, omdat u ervoor staat wordt u uitgesloten. Ik verwacht dat het op die wijze gaat. God zei dat het op die wijze zou zijn.
195 Zij deden met Hem op dezelfde manier. "Waar kreeg U onderwijzing? Van welke school kwam U? Wat bent U, Farizeeër of Sadduceeër?" Hij was de Zoon van de levende God, Hij koos voor geen van beiden partij.
196 Help mij dus, God. Laat mij ondernemend genoeg zijn, laat mij principe genoeg hebben, laat mij man genoeg zijn, laat mij Christen genoeg zijn om alleen te staan (als ik sta, moet ik op die wijze staan) en de Waarheid te zeggen en stand te houden. Wel, zeker! Ik zou liever het Evangelie spreken tot vijf mensen die echt horen dan tot miljoenen. Zeg de Waarheid! Ik heb nooit compromissen gesloten. Ik wilde dit, omdat God mij deze grote tekenen en dergelijke die zijn voortgebracht verteld heeft, zoals de manifestatie van Zijn opstanding, enzovoort, het is voor de gemeente. Die arme mensen daar buiten, gebonden in die geloofsbelijdenissen en dergelijke, zij zijn zo geïndoctrineerd, alsof ze gebalsemd zijn.
197 God zegene u mensen. Ik wil u niet in die toestand achterlaten. Ik zal u zeggen wat God zei: "Maar Ik zal u vergoeden al wat de kaalvreter heeft gegeten, al wat de verslinder heeft gegeten, al wat de knager heeft gegeten. Ik zal herstellen, zegt de Here!" Zo helpe mij; ik doe deze profetie. Voor de komst des Heren is het nu op Zijn weg, proberend Zijn weg naar boven te eten, opnieuw uit te groeien: het ware apostolische geloof, de ware apostolische leer, de ware Bijbelse Geest, de echte.
198 De Pinkstermensen hadden het om mee te beginnen. Wat deden zij? Deden er een vod omheen, begonnen het een naam te geven. En Hij sneed het direct af. Dat is precies juist. Het kwam hier voort, toen de Here deze gaven zond, de nederige kleine gaven, die Hij mij gegeven heeft. Zij bleven komen; zij wilden dat ik de spade-regen uitstorting was; maakten daaruit een organisatie. Men wilde dat ik bij de 'Assemblies' kwam.
199 Ik heb precies in het midden gestaan van elke tak die daar buiten hangt, precies hier bij de stomp van de boom, en heb gezegd: "Dit is het fundament! Doe deze oude voddelijnen er vanaf, er kan geen Leven meer in u komen. Dan zult u profetieën hebben, zult u onderscheiding hebben, zult u de Geest hebben, zult u kracht hebben; u zult het herstel van de ware gemeente hebben, wanneer u terugkomt tot de ware Wijnstok en het ware Leven."
200 Het kan niet komen door een vod dat het direct laat vallen en zegt: "Het was een andere dag. Het is een andere tijd." Het is voor immer hetzelfde! Hij is Alfa en Omega, het Begin en het Einde. Absoluut. U zult terug moeten komen tot het fundament, want "Op deze Rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen."
201 God zegene u, vrienden. Ik weet dat u denkt dat ik wat luidruchtig ben, een beetje uit de orde, maar ik ben het niet. Ik denk dat ik in orde ben met dit Woord.
202 De Geest van God is hier, dezelfde Geest die de Bijbel schreef. Als de Geest die de Bijbel schreef "amen" zal zeggen, telkens als de Bijbelse Woorden worden uitgesproken, dan zal, als er iemand werd gedoopt in de Naam van Jezus Christus, de ware Geest van God zeggen: "Amen, dat is de Waarheid!" Als de Bijbel zegt: "Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer", "Ik zal met u zijn, altijd, zelfs in u, tot het einde van de wereld", zal de ware Geest van God "Amen" zeggen. En als dat de ware Geest van God is, dan zullen de ware krachten en manifestaties van de Geest Zich met deze ware Geest manifesteren. Beoordeel het Woord dat u hoort, beoordeel het door de Bijbel. Let op de handelingen ervan, let op de werken ervan.
203 Zijn er hier kandidaten om gedoopt te worden, die nooit zijn gedoopt, die gedoopt willen worden? Steekt uw hand omhoog. In orde.
204 Als er geen dopelingen zijn, in orde, dan zullen wij voor de zieken bidden. Is er iemand hier die ziek is? Steek uw hand op als u wilt dat er voor wordt gebeden. Hoeveel vreemdelingen zijn er onder ons die willen dat er voor hen wordt gebeden? Ik ken u niet en ik ben vreemd, ik ken u niet? In orde. Zieken en aangevochtenen die ik niet ken.
205 Als God God is, als Hij de God is van het Woord dat ik predikte...; Jezus zei: "De dingen die Ik doe, zult gij ook doen." Is dat juist? Jezus zei: "De dingen die Ik doe, zult gij ook doen. Meer dan deze zult gij doen, omdat Ik tot de Vader ga." Wat was het? Hij ging van een Man, een Lichaam, opnieuw terug in de Vuurkolom. Toen Paulus Hem op de weg naar Damascus ontmoette, wat was Hij? De Vuurkolom. Is dat juist? Zeker. Wat is Hij vandaag? Wat is Hij op die foto?
U zegt: "O, u kunt dat zeggen, broeder Branham."
206 Indien dat waarlijk het bewijs is, als het dezelfde Vuurkolom is, dezelfde Jezus Christus, waarvan ik beweer dat Zijn Geest in mij komt, zal Hij hetzelfde doen wat Hij deed. Hij zal het eens zijn met ieder Woord dat Hij zei, ongeacht wat geloofsbelijdenissen of denominatiemensen zouden zeggen. Hij zal Zijn Woord spreken. Hij sprak het.
207 Hun ongeloof stopte Hem niet. Hij koos nooit partij voor geen enkele van hun geloofsbelijdenissen en denominatie. Hij predikte het onvervalste Evangelie dat Hij van God gehoord had. Hij stond alleen. Zeker deed Hij het. Op Calvarie was er zelfs niet één die bij Hem zou willen staan. Hij stond alleen.
208 Als u iets wilt doen, zult u voor God staan, zult u alleen staan. Het betreft u! Het is niet de wereld, het is niet uw kerk, het is niet uw denominatie. Het betreft u, het gaat tussen u en God. Het geeft niet wat de...
209 De Branham Tabernakel kan doen wat men wil. Ik wil dat zij God geloven, ik wil dat zij meetrekken. Maar als zij het niet doen, ik zal geen compromissen met hen sluiten over hun onbetekenende dingetjes. Ik zal voor God staan!
210 "De Methodist. Wat zult u doen, broeder Branham? De trinitarische Pinkstermens?" Ik heb bewezen dat ik hen liefheb. Ik ben naar hen toegegaan en naar de 'Assemblies van God' en de 'Kerk van God' gezonden.
211 "En als de Eénheidsmensen, u bent het oneens met de Eénheidsmensen wegens hun 'één' dat daar zo staat." Jazeker. Jezus had een Vader, Hij was God. Zij dopen in de Naam van "Jezus". Ik doop in de Naam van "de Here Jezus Christus". Er zijn vele Jezussen, maar er is slechts één Here Jezus Christus. Ziet u? Niet in "Jezus'" naam; maar in de Naam van "de Here Jezus Christus", dat is Vader, Zoon en Heilige Geest.
212 Here: "De Here zei tot mijn Here: Zit aan de rechterhand"; Zoon, Jezus; Christus, de Logos die uit God ging in het begin. Vader, Zoon, Heilige Geest. Daar hebt u het.
213 O, ik ben er gelukkig om! Mijn hart verheugt er zich in te weten dat Zijn Geest, de Geest die het Woord schreef, overeenstemt met het Woord, de Levenslijn bewijst, en binnenkomt, Zichzelf manifesteert. God zij met u. Het is Jezus Christus, de Zoon van God. Ik heb de Waarheid over Zijn Woord gezegd. Nu u, u Tabernakelmensen, ik bid voor u op een ander tijdstip. Wij zijn laat, ik was wat over tijd, het liep een beetje uit; ik verwachtte dat er een groep gedoopt zou worden.
214 Kijk, als de Heilige Geest hier is, zullen wij... Hij zal u genezen. Ik wil die mensen die vreemdelingen in onze poorten zijn, die ziek en aangevochten zijn. En nu, indien ik de Waarheid over God heb verteld en deze mensen vertelden de waarheid dat ik hen niet ken en zij zijn ziek en aangevochten, als de Heilige Geest hetzelfde blijft, kan Hij het mij openbaren. Als dit dezelfde Heilige Geest is die verbonden is met dezelfde stomp hier die de verslinders hebben afgegeten, en er is een klein stukje schors daar dat dit samenbindt, zal het werken zoals het daar destijds deed.
215 Kerkelijke geloofsbelijdenissen zullen zeggen: "O, dat is niet juist. Dat is mentaal gedachtenlezen. Dat is de duivel. Dat is waarzeggerij."
216 Zij zeiden hetzelfde over Hem. "Als zij de Meester van het huis 'Beëlzebub' noemden, hoeveel temeer zullen zij Zijn discipelen zo noemen." Juist. Dat stopt het nog steeds niet. Dat doet het toenemen, doet het voortgaan.
217 Nu, is Hij nog steeds God? Is Hij dezelfde gisteren, vandaag en voor immer? Eert Hij Zijn Woord? Hij doet het.
218 En ik dring bij een ieder van u aan, als u nooit in de Naam van Jezus Christus gedoopt bent, laat u dopen in de Naam van Jezus Christus. Het maakt me niet uit wat het oude kerkvod zegt. Dat is een denominatie...
219 En ik ken mensen die ik naar mijn studeerkamer bracht, om het te bestuderen; onderlegde, goede mensen. Ik zou zeggen: "Kom even hier. Toont u mij waar er werd gedoopt in de naam van de 'Vader, Zoon en Heilige Geest', dat dit Schriftuurlijk is."
220 Maar als hij er aan gebonden is, zegt hij: "Ik weet het, broeder Branham, maar leg dit niet op mij." Ziet u?
221 Ik zei: "Ondersteun uw leer, toon mij er maar één. Iedereen in de Bijbel..."
222 Er waren enkelen gedoopt in helemaal geen naam. Zij moesten zich laten overdopen voor zij de Heilige Geest kregen. Hoevelen weten dat? Paulus ging langs de bovenkusten van Efeze; hij vond er Baptisten. Zij hadden een goede... Zij hadden een goede voorganger; hij was een bekeerde advocaat, Apollos. En hij zei hun: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u hebt geloofd?"
223 Zij zeiden: "Wij weten niet dat er een Heilige Geest is."
224 Hij zei: "Hoe werd u dan gedoopt?" In de 'King James' staat er: "tot wat." Lees het in het originele, er staat "hoe". "Tot wat" betekent hetzelfde: "Hoe werd u gedoopt?"
225 Ze zeiden: "Wij zijn gedoopt door Johannes, dezelfde man die Jezus doopte." Dat is een goede doop. "Wandelde het water in, dezelfde die doopte... Johannes."
226 Wel, Paulus zei: "Dat zal niet meer werken. Dat is niet goed meer. Hij is gekomen, en gekruisigd geworden. Omdat Johannes doopte tot bekering, niet tot vergeving van zonden, zeggend dat u zou moeten geloven in Hem die kwam: Jezus Christus." En toen zij dit hoorden, wandelden zij het water in en werden opnieuw herdoopt in de Naam van Jezus Christus. Paulus legde hun de handen op, de Heilige Geest kwam op hen, zij profeteerden en spraken in tongen. Is dat juist? Paulus noodzaakte de mensen die gedoopt waren door dezelfde man die Jezus doopte en zei hun dat zij zich moesten laten overdopen omdat zij niet gedoopt waren in de Naam van de Here Jezus.
Ik heb het recht hetzelfde te zeggen; het is dezelfde lering.
227 Nu, wat zei Paulus in Galaten 1:8? Nu, hij deed dat. Hoevelen weten dat dit de waarheid is, zeg "Amen"? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert] En hij zei: "Indien een engel uit de hemel...", laat staan een predikant van een kerk of een denominatie! "Indien een engel van de hemel komt en een ander Evangelie predikt dan dit, hij zij vervloekt. Zoals ik eerder heb gezegd, zeg ik opnieuw, al zouden wij of een engel uit de hemel een ander Evangelie prediken dat dit, wat u reeds gehoord hebt." Ziet u waar de verslinder het heeft afgegeten? Ziet u? "Maar indien een engel iets anders predikt dan dit, laat hem voor u vervloekt zijn." Dat is juist. Laat hem vervloekt zijn, besteed zelfs geen aandacht aan hem.
228 En als een voorganger, een zendeling, als een evangelist of wie ook, probeert u te verplichten op een andere wijze gedoopt te worden dan in de Naam van Jezus Christus, laat mij met Paulus zeggen: "Hij zij vervloekt." Als iemand u zegt: "Schud de handen met de prediker en u zult de Heilige Geest ontvangen", hij zij vervloekt. Want de Heilige Geest is een geboorte! Zij willen dat volgens hun eigen stijl.
229 Een ieder weet, zoals ik eerder heb gezegd, dat een geboorte een knoeiboel is. Het maakt niet uit waar het is. Als het een geboorte is in een schuur, is het een knoeiboel. Als het in het huis is, is het een knoeiboel. Als het in het hospitaal is, in een roze, versierde kamer, is het een knoeiboel. Een geboorte is altijd een knoeiboel.
230 En de nieuwe geboorte is niets minder, het is een knoeiboel! Schreeuwen en huilen, roepen, stamelende lippen en allerlei dingen gebeuren, het is een knoeiboel, maar het brengt Leven! Het is de enige manier waarop u het kunt doen.
231 Neem geen handschudden aan of het zetten van uw naam in een kerkboek, en zeggen: "Ik geloof in God de Vader, de almachtige Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus de Zoon, de heilige Roomskatholieke kerk en de gemeenschap der heiligen." Als u dat doet, getuigt u dat u een spiritist bent.
232 Al wat communiceert met de doden, ik geef er niet om wat het is, het is de duivel. Er is slechts één Middelaar tussen God en de mens en dat is de mens Jezus Christus. En Hij is niet dood, maar Hij leeft! En Hij is hier nu, Hij stond op uit de doden. Al de andere Katholieke heiligen en Protestantse heiligen, en wat ook meer, zijn dood en in het graf. Zij kunnen in de heerlijkheid zijn. Als zij heiligen waren, zijn zij daar. Ik geef er niet om waar zij zijn, als u zich met hen onderhoudt, overtreedt u absoluut de wetten Gods en u doet dit via een duivel die geen heilige is. Zeker! De Bijbel zegt het.
233 De knager at dat ook af, maar God zal het weer herstellen tot een ware levende Geest van God, die niet communiceert met een heilige Judas en heilige dit, heilige dat, heilige Cecilia en al die anderen, en sommigen van deze heiligen. Het zal de Geest van Jezus Christus zijn die weer zal komen en Zichzelf manifesteren en werkelijk hetzelfde zal doen. "Ik zal herstellen zegt de Here!" En ik dank God vandaag, dat er uit de gemeente-rank hier een beetje Leven hier door naar boven begint uit te lopen, het manifesteert zichzelf. God zal de volledige gemeente weer opnieuw in haar juiste gestalte herstellen voor de Komst van de Here.
234 Here Jezus, de dienst is van U. Ik ben alleen verantwoordelijk om het Woord te prediken. Nu, het is gedaan. Het is in Uw handen, Heer. Ik bid, in Christus' Naam, dat U deze dingen zult ontvangen in het licht waarin het is gepredikt, Here. Als er een geweten gekwetst is, moge het genezen worden door de Balsem van Gilead. En mogen diegenen, Here, die hier zitten, en besprenkeld, begoten of ondergedompeld zijn in drie goden, hun vergissing zien, Heer. Ik kan, ongeacht hoeveel ik predik...
235 Wel, U predikte en deed hetzelfde en toch waren hun ogen blind. "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekt." En hoewel U had gepredikt en wonderen had gedaan en bewees dat U de Messias was, toch konden zij niet geloven, omdat Jesaja zei dat zij op die wijze zouden zijn.
236 En ik moge dit er aan toevoegen, dat vandaag, ofschoon U zovele dingen hebt gedaan, U Uw ware Woord hebt uitgebracht, en U hebt het teruggebracht in het apostolische fundament en het daar neergelegd als een uitdaging, dat het de Waarheid is, en dat U er regelrecht weer achterstaat en dezelfde soort wonderen verricht die U deed toen U hier op aarde was. Wat gebeurt er? Zij kunnen het niet, omdat Paulus door de Geest zei (zoals Jesaja zei): "Zij zullen onhandelbaar zijn, hoogmoedig, liefhebbers van genot, meer dan liefhebbers van God, woordbrekers, lasteraars, ontevreden en verachters van diegenen die goed zijn; een vorm van godsvrucht hebbend, maar de kracht ervan ontkennend. Keer u af van dezulken."
237 Here, ik bid vandaag dat U Uzelf zult manifesteren en Uw Woord nu onder ons doet leven. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Als U het zult doen, Here, zullen allen geloven. Wij zullen deze morgen van deze Tabernakel weggaan, gelovend dat onze ziel bevrijd is (als u slechts zult geloven). Zend het tot hen, Heer, en spreek tot ieder hart, terwijl wij uitkijken naar Uw onderscheiding. Laat de Heilige Geest, het ware Leven van God, in dit kleine deel van de rank komen, die overgebleven is. O Heer, activeer het met Uw Geest. En moge het... Het legt getuigenis af, Here, getuigt dat Uw Woord gelijk heeft. Ieder mens is een leugenaar en U bent de Waarheid ongeacht hoevelen er zich tegen keren; als er martelaarschap voor nodig is, het een buitensluiten met zich brengt, er campagnes nodig zijn waar u maar één mens hebt die stand moet houden; die arme kinderen van God zullen eruit komen, hoe dan ook, in alle geval. Zij zullen hoe dan ook komen om het te horen.
238 "Mijn schapen kennen Mijn Stem, een vreemde zullen zij niet volgen." Zoals Uw Stem Uw schapen de eerste keer riep, roept Hij weer. Een vreemde zullen zij niet volgen. Als Uw Stem die Uw schapen riep, zei: "Bekeert u, ieder van u en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus", hoorden Uw schapen het. Uw schapen horen hetzelfde vandaag. Als er één zegt: "O, dat is antichristelijk spul. Wordt gedoopt in de naam van 'Vader, Zoon, Heilige Geest.'" Een vreemde zullen zij niet volgen. Zij zullen Uw Stem kennen. Zij zullen uitzien naar Uw werken. Ik bid, Vader, dat U het allemaal zult toestaan. Uw Stem heeft gesproken, mogen Uw werken volgen. In Jezus' Naam. Amen. [Een broeder spreekt in een andere tong – Vert]
239 Nu vrienden, de Heilige Geest beweegt. Nu zal ik mijn rug naar dit gehoor keren. Nu, ik wil niet u, mensen, die hier bij deze Tabernakel hoort; ik kijk maar liever deze kant op. Ik wil niemand van de Tabernakelmensen; ik wil u die hier nooit eerder geweest bent, of u, die weet dat ik u niet ken, mensen van buiten de stad, steekt uw handen weer omhoog, zodat ik kan zien waar u bent, u, die ziek bent. Laat de Heilige Geest nu bewegen. Nu, tot u mensen, ik ken u niet.
240 Hebben zij gebedskaarten gekregen? Gaf men enige gebedskaart uit... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...zij aanraakten.
241 En laat Hem het op zijn minst twee keren doen. De Bijbel zegt: "In de mond van" (hoeveel getuigen) "twee of drie." Is dat juist? "Twee of drie getuigen, laat ieder woord vastgesteld zijn." Neem tenminste twee of drie van u, de rest van u gelooft dan. Wat u ook nodig hebt, gelooft u het nu meteen.
242 Wilt u het doen, als Hij het zal doen? Steek uw hand op, zeg: "Ik zal het door geloof aannemen, en mijn hand opsteken." Wilt u het doen? Steekt uw handen op, iedereen hier binnen. Hoevelen zijn er hier binnen die zeggen: "Ik heb het nooit eerder gezien, ik zal het ook door geloof aannemen"? Steek uw hand omhoog, zeg: "Ik zal het door geloof aannemen." Kijk hier.
243 Ziet u waar ik sta. Er is hier een uitdaging. Nu, als Hij God is, zal Hij Zichzelf manifesteren. Als dit niet de Waarheid is dan ben ik een leugenaar, een valse profeet; u zou nooit meer moeten komen om mij opnieuw te horen, omdat ik dan een valse profeet ben, een getuigenis afleg van Christus dat niet juist is. U kunt het niet doen en de leer bewijzen die ik geef... [leeg gedeelte op de band – Vert]
244 U komt, u hoort bij de Tabernakel hier, nietwaar, dame? U, die daar zit met uw hand omhoog, een kleine witte hoed op. Ja, u komt hier vandaan. Ziet u, en ik zie dat, de mensen trekken dat visioen. Ik kan het precies boven hen zien staan.
245 Maar ik wil iemand die ik niet ken. Hier, u bent van de Tabernakel hier, dame, die uw zakdoek zo omhoog heeft, die hier precies zit? Bent u van buiten de stad? Ga een moment op uw voeten staan. Terwijl u daar biddend zat, was er plotseling een vreemd gevoel dat over u kwam. Dat was de Engel des Heren. Nu, Hij staat nu bij u. Nu, er is iets waarmee u Hem hebt aangeraakt. Ik weet niet wat het is. Maar u bent van buiten de stad. U zou van Louisville of Tennessee kunnen zijn, of waar u ook vandaan mag komen, ik weet het niet. God weet dat. Maar als Hij mij het geheim van uw hart wil openbaren, uw verlangen bekendmaakt of iets anders, zult u geloven, het Woord aanvaarden, alles doen net als...? Amen.
246 Nu, u allen, mensen, die naar de vrouw kijkt, u ziet het. Nu, laat de Heilige Geest, als Hij nog steeds de Heilige Geest is, laat het Hem openbaren. Wees niet bevreesd. Hij is God. Hij houdt Zijn Woord, elk Woord.
247 De vrouw lijdt aan een zenuwinstorting, een nerveuze toestand. Als dat juist is, steek uw hand op. U hebt ook een hartkwaal. Dat is een nerveus hart. Het doet u pijn wanneer u gaat liggen, overweldigt u meer. U hebt een operatie gehad. Die operatie is nog niet genezen. Dat is juist, nietwaar? Nee, u komt niet uit Ohio... U komt uit Ohio. U komt uit Ohio. U hebt een last op uw hart, het is een meisje of zoiets. Het is een vermiste dochter. Dat is ZO SPREEKT DE HERE! Ga, ontvang waarom u gevraagd hebt, dame. U hebt Iets aangeraakt. Gelooft u?
Wie anders was er die de handen hier omhoog had?
248 Gelooft u dat God mij het geheim van uw hart kan openbaren? Gelooft u dat het dezelfde God is waarover ik deze morgen predikte? U hebt een donkere schaduw over u, het is kanker. Gelooft u dat God u zal genezen? U doet het? In orde, meneer, ga dan terug naar Ohio waar u vandaan komt, Lebanon, ga terug en wees gezond, geloof in de Here Jezus Christus. Ga, geloof het.
249 Deze kleine dame die hier precies zit, soort van... Je hebt een soort huiduitslag. Sta op, lieveling. Geloof je? Het schokte je een beetje, nietwaar? In orde, je zult er overheen komen. Je zult helemaal goed worden, ik zie je daarover later. Ga naar huis en wees gezond.
250 Wie was die persoon die zojuist opstond? Enkele mensen daar achteraan stonden ergens op. U stond op? Sta op. Gelooft u dat Jezus Christus mij kan zeggen wat uw moeite is? Accepteert u het? Gelooft u dat die knobbel uit uw nek weg zal gaan? Uw vrouw zit daar bij u, lijdend aan een nerveuze toestand. Dat is ook juist. U komt allen uit Ohio. Leg uw hand op haar daar, broeder.
251 Here, mogen zij genezen worden, naar hun huis teruggaan, zich verblijden, gezond gemaakt door Jezus Christus onze Heer. Amen.
252 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...op iemand naast u. Het is niet mijn woord; ik vertel u Gods Woord. Gelooft u het nu? Allen die geloven, zegt: "Amen". [Samenkomst zegt "Amen"] Het Woord is gemanifesteerd, Het is de Waarheid. Buigt nu uw hoofden.
253 Here, ik kom tot U in de Naam van Jezus, biddend voor deze mensen. Het is laat, Heer. En het is later dan wij denken, het is de komst des Heren die nabij is. Wij bidden dat Uw barmhartigheden zullen worden uitgedeeld. Geef hun, Heer, hun genezing. Ik veroordeel de duivel nu; in het licht van Gods Woord, dat Hij de Zoon van God is, dat Jezus Christus de Zoon van God dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, die waterdoop in de Naam van Jezus Christus is de correcte...