Vijf vaststaande kenmerken van de ware gemeente van de levende God
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Neville, de Here zegene u. Het is zeker een voorrecht om hier vanavond te zijn. Ik ben zo gelukkig dat God ons dit toestond. Ik ben wat verlegen voor camera's. Ik houd... Ga uw gang, neem ze maar, dat is in orde. Ik kijk er alleen maar naar, ik ben me ervan bewust. En dat is in orde, het is goed. Nu, het is nogal warm. We hebben twee geweldige boodschappen gekregen van de Here.
2 En nu dacht ik vanavond, ziende dat veel van mijn vrienden hier nog ver moeten rijden, sommigen die helemaal uit Kentucky komen... Ik zie broeder Welch Evans en zijn gezin hier uit Tifton, Georgia. Ik heb hier mensen ontmoet uit Californië. Er zijn hier sommigen uit Duitsland en andere plaatsen, die komen naar dit ene kleine plekje, om de Here te dienen. En ik zie zuster Nellie Cox. Ik geloof dat haar schoonmoeder en de anderen hier zijn, die misschien vele kilometers terug zullen gaan naar Kentucky, Georgia, helemaal naar Tennessee, naar Ohio, mijn vrienden hier.
Eén vriend hier, broeder Ted Dudley, helemaal uit Phoenix, Arizona... Er zijn er hier velen; anderen, als ik slechts hun naam kon noemen, die hierheen zijn gekomen om ons vandaag te bezoeken. Van negentig procent ben ik er nog niet toe gekomen zelfs maar hun hand te schudden. Ik zie mijn vrienden uit Chicago, en gewoon overal vandaan. Hoeveel mensen hier komen van buiten de stad? Steek uw hand op. Negentig procent van het gehoor. Nu, het bestaat uit verschillende vrienden van verschillende gemeenten over het hele land.
3 En ik heb lang gepredikt vanmorgen, en voor de zieken gebeden tot half twee, dus ik ben wat hees geworden. En ik moet altijd eerst een poosje prediken om zo'n beetje in wat wij 'de tweede versnelling' noemen, te komen, voordat ik...
4 Daar is broeder Lee Vayle. Ik heb hem alleen even een hand gegeven, een van mijn medewerkers; Baptistengemeente, Ohio.
5 Ben jij dat Ben? [Broeder Ben zegt: "Amen." – Vert]. Ik had je nog geen "Amen" horen zeggen, anders zou ik je herkend hebben. Iedereen kent broeder Ben. En ik weet dat hij van buiten de stad komt, dus ik weet gewoon niet... Waar kom je nu vandaan, broeder Ben? ["Wel, wij wonen in North Borden, Indiana, broeder." – Vert] Borden, Indiana.
6 Wij zijn zo blij om iedereen hier te hebben. En nu, ik zal u niet erg lang houden, vanwege de enorm veel kilometers die u moet rijden. Ik wilde wel dat ik ieder van u mee naar mijn huis kon nemen vanavond. Ik meen dat echt. Ik moet vertrekken om ongeveer drie uur, tussen drie en vier uur in de morgen, en ik wilde wel dat ik u mee kon nemen.
Ik zie mijn vriend hier uit Arkansas, met zijn vrouw. Bent u niet de man tot wie de Here sprak en deze dingen zei, hierbinnen, onlangs 's avonds? Ik dacht dat u dat was. Terwijl ik zo rondkijk zie ik nieuwe en oude vrienden. Dus God kent de bedoelingen van mijn hart, dat ik u graag zou bezoeken en u met mij mee naar huis zou willen nemen, om eens goed bij te praten, maar op een dag zullen we dat doen, waar we niet meer hoeven te zeggen: "We moeten opschieten. We moeten de kinderen ophalen. Er is iemand ziek." Dat zal dan allemaal voorbij zijn op die grote dag. Ik hoop dat we elkaar nog vele keren zullen ontmoeten.
7 Nu, het is mijn bedoeling, terwijl ik nu wacht op de Here om mijn richting te vinden... Nu, dinsdag zal ik meer dan ooit in heel mijn leven gebed nodig hebben. Ik wil u vragen of u voor mij wilt bidden. Ik zal uw gebeden nodig hebben. Wees er zeker van dat u voor mij bidt. Uit welke richting de wind dinsdag zal waaien, zal geweldig veel voor mij betekenen, en voor de gemeente en voor de zaak van Christus. Dus bidt u beslist voor mij.
8 Nu dan, tot ik ontdek in welke richting ik moet gaan en wat ik moet doen, wacht ik op de Here. Gedurende die tijd zal ik hier in de buurt van de Tabernakel zijn, binnen en buiten, predikend, biddend voor de zieken, alles doende wat ik maar kan. We willen hier op een dag, als de regering ons niet tegenhoudt, een kerk bouwen, een fijne kerk waar we voldoende zitplaatsen hebben, een begane grond en een balkon enzovoort, zodat het een echt fijne kerk zal zijn, met airconditioning, zodat de mensen comfortabel kunnen zitten om te luisteren naar de diensten, indien ze het ons toestaan. We hopen dat. Nu, bid voor ons.
9 Nu, vanavond willen we het onderwerp benaderen waarvan ik vanmorgen beloofde om daar, zo de Here wil, vanavond over te spreken, en het zal min of meer een onderwijzing zijn vanwege mijn stem. Ik wil vanavond spreken over Vijf vaststaande kenmerken van de ware gemeente van de levende God, vijf vaststaande betuigingen van de ware gemeente, of kenmerken, liever gezegd, van de ware gemeente.
10 Nu, voor we dit grote en machtige onderwerp benaderen, zal ik een woord van gebed vragen. Ik wil onze voorganger, broeder Neville, vragen of hij wil komen om over het Woord van God te bidden, terwijl we allen Mattheüs, hoofdstuk 16, opslaan, te beginnen bij vers 18. Mattheüs 16:18, terwijl broeder Neville hierheen komt voor het gebed van vertroosting. [Broeder Neville bidt: "Onze hemelse Vader, we zijn dankbaar vanavond, om opnieuw dit voorrecht en deze nieuwe gelegenheid te hebben die ons is vergund door Uw grote eeuwige barmhartigheid. We zijn dankbaar vanavond voor het aanhouden en trekken en de leiding van de Heilige Geest. Wij waarderen, onze God, dat U die God bent Die neerkwam om in ons te zijn..." – Vert] Ja. ["en met ons, tot aan het einde van deze wereld. Vader, de grote problemen en beproevingen van morgen zullen niets lijken, zolang we in staat zijn om Uw hand vast te houden en verder te wandelen met U."] Waarlijk, Here. ["We bidden, God, dat U ons een diepgeworteld medegevoel geeft voor elkaar, wetend dat, wanneer iemand in de diepte van de beproeving is en in de hardheid van het getest worden, ook wij een dezer dagen door net zulke omstandigheden zullen gaan. God, geef ons de Geest van Jezus in ons, zodat wij gevoel hebben voor elkaar. Zodanig dat er eenheid onder ons zal zijn, tot wij U gezamenlijk kunnen dienen."] Ja. ["Vader, wij danken U vanavond voor weer opnieuw dit voorrecht dat ons is toegestaan, dat de mensen mogen zitten onder de onderwijzing, en voor Uw dienstknecht die Gij hebt verordineerd, die Gij nog steeds leidde tot deze positie."] Ja, Here. ["Die Gij geschikt vond, om ons het voorrecht toe te staan om binnen het bereik te zijn van de werkelijke zegeningen van deze bediening. Zegen hem, en ons beiden, met deze bediening,..."] Sta het toe, Here. ["die hij op zich heeft."] Ja. ["Vader, wij bidden, terwijl deze dagen voor ons liggen in de komende week. Wanneer wij nu tot U roepen in deze bemiddelingszaak, zeggend in ons hart, dat, God, sinds U ons vertelde dat, welke dingen wij ook zeggen, het zal zijn zoals wij het spreken, als wij het slechts zullen geloven en U zullen vertrouwen en gehoorzamen. Daarom, Here, deze spannende tijden, die de test zullen zijn voor mijn broeder, en onze broeder, en Uw dienstknecht, o God. Wij bevelen hem rijkelijk bij U aan, in de Naam van de Here Jezus, en bidden dat Gij hem zult wikkelen in een hemelse bescherming en opwekking, zoals hij nog nooit eerder heeft gekend."] Doe het, Here. ["Mijn God, wij bidden dat U elke intellectuele macht die zal oprijzen zult wederstaan..."] Sta het toe, Here. ["die probeert ons deze kant op te krijgen, of ons af te laten wijken. Moge zijn mond open zijn met woorden van wijsheid, wanneer er enige gelegenheid is om te spreken."] Ja, Here. ["Want Here, ik dank U, God, dat er een voorziening is gemaakt voor al Uw dienstknechten gedurende de eeuwen."] Ja. ["En Uw Heilige Geest staat klaar om de welsprekende rede te straffen die zou opstaan in de tegenwoordigheid van geleerde en intelligente mensen."] Ja, Here. ["We vragen U, Vader, dat U ons nederig en zacht laat wandelen, en voor U, o Here Jezus. Laat ons alleen Uw wil doen en Uw tegenwoordigheid voelen. Wees nu met ons, en, o God, wij bidden dat Gij lofprijzing in ons binnenste zult opwekken, totdat het niet onder druk zal voortkomen, maar dat lof uit ons zal voortkomen met een zalving."] O God. ["O, mijn Here, sluit deze wonderbare dag vanavond af, waarin Gij zijt gekomen en de zieken hebt genezen, en de verlorenen hebt verlost, en met ons bent geweest, om de harten van de onreinen te heiligen."] Ja, Here. ["Nu, Here, neem het vanavond over in deze dienst en zegen de keel van onze broeder. En zegen het Woord, terwijl het voortvloeit. Mogen wij ontvankelijke harten en gedachten hebben. En, o God, ontvang nu onze dank, in Jezus' Naam. Amen en amen."] Amen.
11 Heeft deze al het volume dat nodig is? Hij staat helemaal aan. Is dit de microfoon, de juiste microfoon? Allebei? Kunt u mij allen goed horen? Daar helemaal achterin, kunt u mij horen? Goed, fijn.
12 Ik wil nu lezen uit Mattheüs 16, vers 18. Ik zal beginnen bij vers 17:
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra [Engels: rots – Vert] zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Moge God Zijn zegeningen voegen bij Zijn Woord.
13 Het woord gemeente; een van al deze onderwerpen die ik vanavond heb uitgekozen om te proberen tot u over te spreken, is: "Wat is de gemeente? Wie stichtte haar? Wat is haar boodschap? Hoe worden we er lid van? En kunnen we in de hemel komen zonder er lid van te zijn?" Nu, elk van die teksten zou uren in beslag kunnen nemen om ze grondig door te nemen, maar ik wil slechts een paar fundamentele punten aantippen, om te tonen wat de echte gemeente is. En nu wil ik dat u uw Bijbels neemt.
14 Nu, ten eerste, het woord gemeente zelf betekent "de eruit geroepenen". Nu, Israël was niet Gods gemeente zolang ze in Egypte waren; ze waren Gods volk. En toen God hen daarna uit Egypte riep, werden ze de gemeente van God, omdat ze de uitgeroepenen waren. Nu, zo blijft het tot op vandaag. Het woord gemeente betekent: "de eruit geroepenen", degenen die eruit geroepen zijn, afgezonderd, anders gemaakt.
15 Nu, in het Oude Testament werd de bekende gemeente "het Koninkrijk van God" genoemd, Gods Koninkrijk. Nu, ik neem dit uit de chronologie van de Bijbel. In het Oude Testament werd de gemeente "het Koninkrijk van God" genoemd. Met andere woorden: God is een Koning, en de gemeente is Zijn rijk. Gods Koninkrijk, Oude Testament.
16 In het Nieuwe Testament wordt het genoemd: "het Messiaanse Rijk." O, daar houd ik van: Messiaans! Anders gezegd: "het Rijk van de Messias", waar de Messias heerst en regeert. Geen denominatiegrenzen of iets, de Messias heerst in Zijn Rijk. Is dat geen wonderbare gedachte? Messiaanse Rijk! Daarom is de gemeente geen organisatie, de gemeente is geen volksvergadering. De gemeente is Gods volk dat uit de wereld is geroepen om te dienen in een ander Koninkrijk.
17 Dit is waard om aan te halen. Een paar maanden geleden gingen mijn vrouw en ik naar het winkelcentrum. En we ontdekten iets vreemds: er was een vrouw op straat met een rok aan. U zou het haast niet willen geloven, maar we ontdekten er werkelijk één. En mijn vrouw zei tegen mij: "Wel, kijk dat eens."
18 Ik zei: "Ze moet wel een Christen zijn, ze is zo anders." Het is een schande.
19 Toen rees de vraag: "Hoe komt het, Bill, dat wij als Christenen, en met dit geloof waarin wij geloven, hoe komt het dat wij onze vrouwen ertoe dringen om jurken te dragen, om zich zó te gedragen? Doen mensen van andere kerken dat niet? Zij dragen van die kleren, onzedelijke kleren, en hoe komt dat? Je zou niet kunnen zeggen dat ze onzedelijk waren."
20 Ik zei: "Dat is waar. Ik kan er niet één oordelen. Maar door ze te zien, aan hun vruchten worden ze gekend. Ze mogen de misdaad misschien niet werkelijk doen, maar er is een geest op hen die hen naar onzedelijkheid drijft."
21 Nu, Jezus zei: "Al wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart." Als nu die zondaar zich moet verantwoorden voor overspel, wie is dan de schuldige? Die vrouw die zich zo aanbood. U zou zo rein als een lelie kunnen zijn wat uw deugdzaamheid betreft, maar als u zich op immorele wijze aan de mensen hebt getoond, hebt u, hoewel u onschuldig bent aan de daad, een man slecht over u laten denken, terwijl het uw fout is. Jezus zei dat u "schuldig bent aan het plegen van overspel", en een overspelige zal nooit de hemel binnenkomen.
22 Maar als ik de hele wereld rondreis, ontdek ik dat iedere natie zijn eigen geest heeft. En alle naties worden beheerst door de duivel. Alle regeringen worden geregeerd door de duivel. Dat zegt de Bijbel. Ze vechten, ze voeren oorlog, en dat zullen ze blijven doen tot Jezus komt, en dan zal Hij een Koninkrijk stichten waarin geen oorlog zal zijn. Maar Satan zei dat alle koninkrijken der aarde van hem waren, en dat hij met ze kon doen wat hij wilde, recht in het gezicht van Jezus Christus. En ze zijn allemaal instrumenten van Satan, Satans koninkrijken. Satan zei tot Jezus: "Ik zal ze U geven, indien u neervalt om mij te aanbidden."
23 Jezus wist dat Hij ze zou beërven in het duizendjarig rijk, dus Hij zei: "Ga weg, Satan." Hij wist dat God Hem alle koninkrijken zou geven, en dat ze van Hem zouden zijn en dat ze alle één Koninkrijk zouden zijn.
24 Wanneer u naar Duitsland gaat, vindt u een Duitse geest. In Engeland vindt u een Engelse geest. In Zweden vindt u een Zweedse geest. In Frankrijk vindt u een Franse geest. In Amerika vindt u een Amerikaanse geest.
25 Ik stopte enige tijd geleden in San Angelo, te Rome, en wilde de catacomben zien. En tot mijn verrassing, en tot een bestraffing, als Amerikaan, stond er voor het hek waar u de catacomben betreedt: "Aan de Amerikaanse vrouwen: Trek alstublieft kleding aan om de doden te eren, vóór u hier naar binnen gaat." Als een natie zo diep zinkt, het is verschrikkelijk wanneer we tot zo'n plaats komen. Dus u ziet, omdat...
26 Ik vroeg eens aan een vrouw: "Bent u Christin?"
27 Ze antwoordde: "Ik ben Amerikaanse, natuurlijk ben ik dat." Dat heeft er niets mee te maken.
28 Broeder Bosworth vroeg eens op een avond aan iemand: "Bent u Christin, zuster?"
Ze zei: "Ik geef u te verstaan dat ik elke avond een kaars brand." Alsof dat iets te maken had met christendom: een kaars branden! Christendom bestaat niet uit zulke dingen. En de gemeente van God bestaat niet uit dergelijke opmaak.
29 Nu, wat laat de vrouwen... Wij dwingen de vrouwen niet om dat te doen. Wij dwingen nimmer de mannen om niet te drinken, niet te vloeken. We prediken slechts het Evangelie, en verklaren het patroon van de Bijbel. Vele mannen die tot het Pinkstergeloof en het heiligheidsgeloof komen, komen binnen en belijden het te zijn, terwijl ze het in hun hart niet zijn; vele vrouwen doen hetzelfde. We zeggen hun niet dat ze het moeten doen, we geven hun slechts het patroon aan. We vertellen hun wat de Bijbel zegt, en als ze zijn geboren uit een hemelse Geest, dan is hun geest niet meer Amerikaans, niet meer Duits, maar hemels, voor Gods Koninkrijk. Want wij zijn in een ander Koninkrijk, een Koninkrijk van God waar fatsoen, heiligheid, en kracht bestaan.
30 Wij hebben toegang tot onze Koning. We hebben een gesprek met Hem wanneer we Hem maar aanroepen. Wij hebben geen andere bemiddelaars, geen andere middelaar tussen de Koning en ons, dan één Man, Christus Jezus. Zo leven wij in een Koninkrijk. Dat wordt in de kronieken van de Bijbel genoemd: het Messiaanse, Messiaanse Koninkrijk. Met andere woorden, waar de Messias regeert in elk leven in Zijn domein, de levens van Zijn volk regerend, een eruit geroepen volk uit elke levenswandel, ze vergaderend in een groep die Hij "Zijn gemeente" noemt, of "Zijn uitgeroepenen". Is dat niet prachtig?
31 Nu, Israël was Gods volk totdat ze – we vinden het in Handelingen 7:38, als u het opschrijft – daarna de gemeente van God werden genoemd, omdat ze door God uit Egypte waren geroepen, uit de wereld, bij die andere kerken vandaan, weg uit andere godsdiensten, om alleen met God te wandelen.
32 En nu is de gemeente van God vandaag precies zo: uitgeroepen uit alles van de wereld, uitgeroepen uit elke religieuze cultus, uitgeroepen uit elke religieuze denominatie, uitgeroepen uit elke religieuze organisatie, om te wandelen met God, niet geregeerd door een bisschop, maar geregeerd door Christus in dit Messiaanse Koninkrijk waar wij in leven. Christus is de Koning. Het is Christus.
33 Nu, Christus is hier het Hoofd van, Christus is het Hoofd van Zijn Messiaanse Koninkrijk. En u kunt geen koninkrijk organiseren waarvan Christus het Hoofd is. U kunt geen denominatie tot koninkrijk maken waarvan Christus het Hoofd is. Want Christus is Koning en u kunt niet het verstand van een mens nemen en een organisatie vormen waarover Christus zal regeren. Daarom gaat elke onderneming, elk volk, elke groep mensen, die probeert het Koninkrijk van God te organiseren tegen de Koning in. En als ze tegen de Koning ingaan, zou dat tegen de Koning zijn. Dus als het tegen de Koning is, zou het een antichrist zijn. Dat is tamelijk rauw. Als ik maar wat meer stem had, zouden we dat duidelijker maken. Het is een antichrist. Als u even met mij volhoudt, zal ik dat bewijzen.
Een antichristelijke geest probeert de mensen te nemen en ze van organisatie naar organisatie te roepen, ze samen organiserend, wat nooit Gods wil was. De mensen hebben mij altijd verweten dat ik zo hard tekeerging tegen organisaties. Het zijn niet de mensen daarin die ik wil treffen, het is die geest van denominatie die de mensen laat denken: "Wij zijn dé mensen!"
34 Gods volk is Zijn eruit geroepen volk. Ik geloof dat ze in elke denominatie zijn, ze zouden Katholiek kunnen zijn, ze zouden Protestant kunnen zijn, ze zouden Joods kunnen zijn, ze zouden van welke kerk ook kunnen zijn. Maar de echte gemeente is het mystieke lichaam van Jezus Christus.
35 Nu, u kunt het mystieke lichaam van Christus niet organiseren. Nu, iedereen die tot Christus komt, die uit de wereld komt, komt in Christus, komt in Zijn mystieke lichaam. En u bent een lid van dat lichaam wanneer u in deze gemeente bent gebracht, eruit geroepen en in dit mystieke lichaam bent gedoopt. Begrijpt u het? Het is niet Methodist, niet Baptist, niet Pinksteren, niet Nazarener, niet Pelgrim heiligheids, niet Katholiek, maar het lichaam van Jezus Christus. We zullen dat straks wat verder uitdiepen bij andere kwesties, als we er dieper op ingaan. Maar het lichaam van Christus is de gemeente.
36 Nu, Hij vergeleek het in vele gelijkenissen zoals van een man en vrouw. Hij noemt de gemeente "de bruid". En de bruid en de bruidegom zijn niet meer twee mensen, ze zijn één, zij is vlees van zijn vlees en been van zijn been. En dan, wanneer een man of vrouw door de Heilige Geest is geroepen tot het mystieke lichaam van Christus, worden ze een volkomen lid van Zijn lichaam wanneer ze worden vervuld met de Heilige Geest, want God nam de Geest uit Christus, wekte Zijn lichaam op en plaatste het op Zijn troon, en zond de Heilige Geest terug om het mystieke lichaam van Christus te vormen, dat verenigd zal worden op het bruiloftsmaal bij de komst des Heren. U kunt het niet organiseren. Het is een geheimenis.
37 Jezus zei tot Nicodemus: "De wind waait waarheen hij wil, u kunt niet zeggen waar hij vandaan komt of waar hij heen gaat. Zo is een ieder die uit de Geest geboren is." U kunt het niet begrijpen. Het komt ergens vandaan. En het is niet Methodist, het is niet Baptist, het is niet van Pinksteren, het is geen enkele organisatie. Het is een geboorte, geboren in het Koninkrijk van God.
38 Nu, het proberen te organiseren maakt het tot antichrist, omdat alles wat tegen de leer van Christus is, antichrist is.
39 Nu, waar begon deze organisatie dan? Toen Jezus hier op aarde was organiseerde Hij nimmer enige gemeente. Hij sprak van een komende gemeente, maar Hij organiseerde nooit enige gemeente. Nooit werd er een gemeente georganiseerd tot honderden jaren na de dood van de laatste apostel. En de eerste georganiseerde gemeente die er ooit op aarde was, was de Rooms-katholieke kerk. Nu, ik heb De vaderen vóór Nicea, het Martelarenboek van Foxe, de geschriften van Josephus, de Eerste tijden van Pember, en vele van die geweldige oude schrijvers, en nergens, nergens wordt er ooit op enige bladzijde van de geschiedenis geschreven van een georganiseerde gemeente totdat de Rooms-katholieke kerk werd georganiseerd. En het werd een organisatie, wat tegen God was.
Nu, als er zo'n zaak zou komen... O, ik wilde dat ik dat aan u kon overbrengen. Als er zo'n zaak zou komen die zo'n geweldige antichrist zou zijn, zou God het dan niet van tevoren weten als Hij de oneindige God is? Als Hij oneindig is, zou Hij dan niet weten dat deze dingen zouden komen? En als het zo'n verschrikkelijke zaak was, zou Hij dan Zijn gemeente niet van tevoren waarschuwen? Nu, ik hoop dat u een beter begrip zult hebben van waar ik op doel, niet op de mensen in de organisaties, maar op de organisaties en hun instellingen. Het kan niets anders zijn dan antichristelijk, in allemaal.
40 Nu, u zegt: "Wacht eens even, ik dacht dat u niets anders predikte dan de Bijbel?"
41 Laten we het de Bijbel dan laten zeggen. Laten we nu even wat opslaan en lezen; sla met mij Openbaring, het zeventiende hoofdstuk, op. Dit is de Openbaring van Jezus Christus aan Zijn gemeente, de eruit geroepen gemeente. Openbaring 17, en we zullen proberen het zo snel mogelijk te doen. Maar let nu op als we lezen:
En een uit de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren:
42 Nu, dit staat allemaal in symbolen, omdat het een openbaring van Jezus Christus is, verzegeld. Wist u dat? Het is een verborgen zaak, die alleen geopenbaard kan worden, niet door het intellectueel verstand, maar geopenbaard door de Heilige Geest door de gaven van de Geest: "Die wijsheid heeft, berekene de getallen van het beest. Degene die wijsheid heeft, de gave van wijsheid, laat hem dit doen en laat hem dat doen." En dit is de openbaring.
43 Nu, iedereen weet dat wanneer er een vrouw in de Bijbel staat als een symbool, dit betrekking heeft op een gemeente. Christus' gemeente wordt "de bruid" genoemd. Paulus zegt: "Ik huw u aan Christus als een reine maagd."
44 Nu, hier spreken we van een belangrijke vrouw, die een slecht bekendstaande vrouw is. "Kom herwaarts en ik zal u tonen", zei de engel tot Johannes, "het oordeel van de grote hoer die zit op vele wateren." Nu, "vrouw, die zit op vele wateren" klinkt erg mysterieus, maar het staat hier allemaal. De Bijbel verklaart het. Laten we nu opslaan hoofdstuk 15, zodat we kunnen... of vers 15, liever gezegd, van hetzelfde hoofdstuk, zodat u kunt zien wat de "wateren" betekenen.
En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
45 Daarom, de wateren waar de vrouw op zat, daarboven, zij heerste over de natiën, volken, scharen en tongen. Zij beheerste het allemaal, een vrouw, een slecht bekendstaande vrouw. Nu, als een vrouw slecht bekend staat, als we weten dat een vrouw in het natuurlijke zo wordt genoemd, een vrouw, dan zouden we weten dat ze ontrouw was aan haar man. Zo zou ze dan genoemd worden. Dan zou ze doen alsof ze trouw was aan haar man, terwijl ze ontrouw aan hem was. Is dat juist? Wel, dan is dit de gemeente die zegt dat Christus haar Man is, en haar leerstelling is tegengesteld aan Zijn onderwijzing. Zij is een hoer. En zij heerst over de volken en scharen en natiën. "Kom herwaarts en ik zal u het oordeel over haar tonen." Nu hebben we het beeld.
Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij.
46 Wat is hoererij? "Onreinheid, onrein zijn." Zij is een hoer. Zij heeft onreinheid om haar, en al de rijken der wereld, de koningen en grote mannen der natiën, en scharen, hebben hoererij met haar bedreven, hebben genomen van haar boosheden. U ziet waartoe het komt, nietwaar? Zie?
47 Nu, ik ben niet verantwoordelijk voor het schrijven hiervan, maar ik ben verantwoordelijk als ik het niet onderwijs. We spreken nu over gemeente. Nu, als u oplet, als we nog wat verder gaan.
En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlakenrood beest,...
48 Laat me deze symbolen doornemen als we verder gaan. Nu, scharlaken is "rood". Rood is enerzijds een goede kleur. Anderzijds is rood een slecht bekendstaande kleur, rood licht, kleur van gevaar, een scharlakenrode kleur: Zij was bekleed met scharlaken, rood, prostituee, en was gezeten op een beest.
49 Een beest in de Bijbel betekent "macht". Als u oplet, ik zie vele predikers met hun hoofd knikken dat het juist is, want zij zijn bijbelleraars. Een beest betekent "een macht". We zien deze beesten in de Bijbel, Openbaring 13, en in Daniël, opkomend uit het water: beesten, machten opkomend van onder de mensen.
50 Maar hebt u gemerkt dat in Openbaring 13, toen de Verenigde Staten opkwamen, daar het enige beest in de Bijbel is dat opkwam, dat niet uit de wateren kwam? De Bijbel zei dat het opkwam uit de aarde, waar geen volken waren. Dat was dit nieuwe koninkrijk. En het zag eruit als een lam, maar na een poosje sprak het als de draak. Dat is dit land. Het moet gebeuren! Op een dag zullen ze een fout maken, en de verkeerde knaap kiezen. Ze zullen een Jozef doen opstaan... of een Farao doen opstaan die Jozef niet kent. Ze hebben het eerder geprobeerd, en ze zullen het opnieuw proberen als het ze deze keer mislukt. Tenslotte zal het komen, de Bijbel heeft het gezegd. En ik ben geen politicus; van beide kanten zijn ze corrupt. Ik breng mijn stem uit op Jezus Christus; Hij is de Enige in Wie ik geïnteresseerd ben. Maar ik zeg u, u kunt uw bril nu maar beter schoonwissen, als u enige vrijheid verwacht voor uw kinderen. Ik weet niet hoe dichtbij het is. Bid! Goed.
(Wat hebbend?) En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw (kerk) zittende op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven hoofden en tien hoornen.
51 "Zeven hoofden." En hier verderop wordt gezegd: "De zeven hoofden die op het beest zijn, zijn zeven bergen waarop de stad is gelegen." Nu, welke stad is op zeven heuvels gebouwd? Rome, precies, een stad gelegen op zeven heuvels; een kerk, een vrouw, een hoer die de wereld zal beheersen met haar krachten. Wel, het is zo duidelijk als het lezen van de krant. Zie? Zeker. Nu,
En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken (de vrouw, de kerk, rijk), en versierd met goud, en kostbaar gesteente, en paarlen,...
52 Zeg mij waar één van hen ooit inkomstenbelasting betaalde. Vertel mij waar zij ooit voor iets werden aangeslagen voor de belasting. Rechtstreeks aan de gang met alles wat ze maar willen doen! En toch heeft God daar kinderen in, die heeft Hij zeker.
53 Precies hetzelfde – de pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet – zeggen de Protestanten vaak: "Wel, de Katholieken, zij vermoordden dit, dat, en nog veel meer." Wie vermoordden Joseph Smith? Ik ben het niet met hem eens, maar hij had precies evenveel recht op zijn lering als dat ik heb op de mijne, hier in Amerika. En de Methodistenkerk vermoordde Joseph Smith. Wanneer u in Salt Lake City komt, staat daar een heel groot bord: "U Methodist, let op de Mormonen-crickets!" Juist, de Methodisten-kerk schoot Joseph Smith neer. Protestanten! Schreeuw dus niet te hard over de Katholieken. Let gewoon een paar ogenblikken op, de Bijbel zal het eveneens zo zeggen.
... kostbaar gesteente, en paarlen, en had in haar hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinheid van haar hoererij. (Haar leerstellingen, die ze uitgaf; en de koningen der aarde drinken het.)
54 Ieder die dat kon geloven, kon broeder Jaggers vitaminepillen geloven, dat je water kunt sprenkelen op een vrouw die dertig jaar met een man getrouwd is geweest, en een stelletje kinderen heeft gehad, en haar zo weer kan veranderen in een maagd, en haar die nacht met haar man naar haar bruidsbed kan sturen. Ieder die zou kunnen geloven dat heilig water dat zal doen, kan álles geloven. Zo is het! Maar de koningen der aarde bedrijven dergelijke dingen. Het is opdat ze kunnen leven met een vredig gevoel. Diep in uw hart weet u dat u verrot bent. Het bloed van Jezus Christus is ervoor nodig om u te reinigen!
Maar let nu op, zij was de eerste georganiseerde kerk, de Bijbel spreekt er hier van.
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk: Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
55 Nu, let op. We zullen het er allemaal mee eens zijn, en Rome's eigen boeken, de eigen boeken van de Katholieken, geven toe dat dit de Roomse kerk is. Dus hun eigen boeken stemmen ermee in. Ik heb wat 'Feiten van ons geloof' wordt genoemd, wat alleen aan een priester toebehoort; een katholiek werd tot de mijne bekeerd, terwijl haar zoon priester was, en zij gaf mij het boek. Toen praatte hij haar terug de kerk in, ze kwam er om, en ik wilde het haar niet teruggeven. Ik bewaarde het als bewijs, ik wilde weten waar ik over sprak. Wanneer ik iets zeg, moet ik het weten; God zal mij er verantwoordelijk voor houden.
56 En bedenk, ze werd "Geheimenis, Babylon" genoemd, we weten dat dat de Katholieke kerk is; maar let op: zij is "de moeder van hoeren". Wat is een hoerendochter? Hetzelfde als wat zij is, de hoer. Nu, waar kwamen deze organisaties vandaan? Daar is hun moeder, dat is wat ze om te beginnen zijn. Dan zegt u: "Dat is de antichrist." Dat is waar. Dan, als dat antichrist is, hoe zit het dan met onze organisaties? Precies zoals hoerendochter en hoer hetzelfde is, overspel plegend, hoererij plegend, valse dingen aanvaardend vanwege het intellectuele verstand van de mens. Zoals de Bijbel zei: "De geboden van mensen als leerstelling onderwijzend." Dat is wat vandaag kerk wordt genoemd, wat tegen Gods Koninkrijk is.
57 Zoals in het Oude Testament. God wilde Koning zijn over Israël, voordat het een kerk werd, en Hij was Koning. En hoewel ze een profeet hadden, Samuël, een goede man, en toen hij hun had verteld dat als ze een koning wilden... Maar ze wilden zijn als de overige mensen, ze wilden zoals de Filistijnen zijn.
58 Dat is wat er met de Protestanten aan de hand is, ze wilden het gewoon niet laten bij goed genoeg. Ze wilden gewoon... Toen de Heilige Geest destijds op hen viel, veertig jaar geleden, en de kracht begon te stromen, en ze begonnen te dansen en te jubelen en in tongen te spreken, wilden ze het daarbij niet laten, ze moesten het organiseren. Toen kwam er één voort en ze noemden hen een "Algemene Raad". Er kwam er nog een voort, met een beetje licht op de Naam Jezus Christus, en ze noemden hen de "Nieuwe Stroming" en zetten ze eruit. Toen maakten zij zich een organisatie genaamd de 'P.A. van J.C.', de Pinkster Assemblee van Jezus Christus. Er ontstond een kleine wrijving tussen hen, over of Hij zou komen op een wit paard of hoe Hij zou komen, en ze organiseerden zich, genaamd 'P.A. van W', de Pinkster Assemblee van de Wereld. O my, my! Toen kwam de Kerk van God op. Toen kregen ze een scheuring door profetie; organiseerden opnieuw. En telkens wanneer u dat doet, gaat u uit de wil van God! Een antichristelijke geest!
59 Gods gemeente is vrij. Gods gemeente is door geen grenzen gebonden, omdat ze van zee tot zee van God is; elk menselijk wezen onder de aarde behoort aan Hem. Of hij nu Katholiek is geweest, Protestant, of wat hij ook maar is, God zoekt degenen met een oprecht hart. En we zijn gered door geloof, Hem gelovend. Dat is de gemeente. Nu, ziet u, de gemeente is geen organisatie.
60 En telkens wanneer u organisatie ziet, bedenk slechts, er staat 'antichristelijk' boven geschreven. Hier staat het in de Bijbel. Dat is zo duidelijk als ik maar kan lezen. Ik heb hier vele dierbare vrienden zitten die tot een organisatie behoren; ik zeg niet dat ú antichristelijk bent, ik noem ú niet zo, maar de hele zaak erachter, en het lijkt erop dat de duivel het op zo'n manier heeft verdraaid dat u wel zoiets dergelijks moet hebben, of ze zullen u zelfs niet laten prediken. Dat is hetzelfde als wat de naties hebben gekregen. U kunt geen man zijn zonder een land; u moet ergens een land hebben. U moet of Amerikaan zijn, of Duitser, of zoiets. Zie, het is allemaal verstrengeld.
61 Dus, eigenlijk is een werkelijk wedergeboren Christen bijna een zwerver. In de ogen van de wereld is hij een afvallige. Maar in de ogen van God is hij dierbaar. Ik wilde dat we tijd hadden om naar Hebreeën 11 te gaan, om te zien hoe die strijders voor het geloof... Hoe Abraham wegging, en zichzelf een pelgrim en vreemdeling noemde; zei, dat deze wereld zijn thuis niet was, maar dat hij rondzwierf, een stad zoekend welker Kunstenaar en Bouwmeester God was. En als wij, dood zijnde in Christus, Abrahams Zaad aannemen en erfgenamen zijn met hem door de belofte... En wat maakt ons dat dan? Pelgrims en zwervers.
62 Toen Israël optrok uit Egypte, was daar Moab, het grote georganiseerde land. Ook was daar Ezau, het grote georganiseerde land. En hier kwam Israël aan, niet-denominationeel. Beiden fundamenteel in het Woord. Herinner u, Bileam offerde hetzelfde offer als dat Israël offerde, zeven altaren zoals God vereiste. Zeven reine offers, zeven rammen die spraken van de komst van de Rechtvaardige. Fundamenteel waren ze beiden juist; fundamenteel gesproken. Maar wat Bileam faalde te zien... Hij faalde dat bovennatuurlijke te midden van Israël te zien, die interdenominationele groep. Geen plaats om heen te gaan, ze zwierven, maar ze waren ergens heen op weg.
63 Dat is hoe de gemeente van de levende God vandaag is, ze is niet georganiseerd, voor zover het de wereld betreft. Maar ze is niet samengebonden door organisatiebanden, maar door de kracht en de Geest van Jezus Christus, door de banden van liefde.
64 Dat laat de Methodist en de Baptist elkaar op de rug kloppen en zeggen: "Mijn dierbare broeder", terwijl zij hebben gezien dat ze niet samen kunnen wandelen tenzij ze het eens zijn.
De mensen zeggen: "Bent u een Christen?"
65 "Ik ben Baptist." Dat geeft helemaal geen antwoord op de vraag. "Ben ik een Christen? Ik ben van Pinksteren." Dat geeft geen antwoord op de vraag.
66 Als u een Christen bent, bent u een wederomgeboren schepsel. U bent in een mystiek Koninkrijk van God. Uw ogen zijn niet op de dingen van deze wereld gericht maar op de dingen boven. Zo is het wanneer u in de gemeente bent. Dat is de gemeente. Het is geen organisatie, het kan nooit een organisatie zijn. Onthoud wat ik zeg! De gemeente van de levende God kan nooit een bepaalde groep zijn. Het kan geen organisatie zijn. Het moet een mystiek lichaam zijn, de Heilige Geest. Straks zullen we, als we tijd krijgen, er rechtstreeks op ingaan.
67 Nu, ziet u nu wat gemeente betekent? Gemeente betekent een "eruit geroepen" groep, een eruit geroepen volk, dat alleen geregeerd wordt door de Koning van dit Messiaanse Koninkrijk. O, is dat niet wonderbaar? Ik houd daarvan. Toen ik dat las in de... vandaag. En daar stond: "Het Koninkrijk, het Messiaanse Rijk." De schrijver noemde het het "Messiaanse Rijk." De schrijver zei ook: "Er bestaat niet zoiets als dat de gemeente van de levende God ooit werd georganiseerd. Organisatie is iets wat werd opgenomen, erin werd opgenomen, om de plaats ervan in te nemen."
68 Dat is helemaal precies de wijze waarop al deze valse leerstellingen werden binnengebracht, om de plaats van het werkelijke in te nemen. Dat is de reden waarom de vrouw in haar hand een beker had van de onreinheden van haar gruwel. Nu, ziet u, ik zeg niet... De Pinksterkerken zijn even schuldig als de Katholieke, of de Pelgrim-Heiligheid, of de Nazareners, of de Baptisten, of Methodisten. Maar, in al die denominatiekerken heeft God kinderen. Ze horen in dit mystieke Koninkrijk. Het enige waar zij op wachten is om te zien dat er iets plaatsvindt wat hun harten naar binnen zal trekken. Ik ben zo blij te weten vanavond, dat ze komen van het oosten en westen, noorden en zuiden, zichzelf eruit trekkend, aanbiddend, wachtend op het komen van de Here. De Bijbel zei dat ze dat zouden doen in de laatste dagen, dat is precies juist, en zei dat ze zouden "gaan van het oosten naar het westen, het noorden en zuiden, zoekend naar het ware Woord van God; een hongersnood, niet naar brood en water, maar naar het horen van het Woord van God."
69 Ze willen van u: "Voeg u hierbij. Voeg u hierbij." Er is niets waar u zich bijvoegt in het Koninkrijk van God, er is niets waar u zich bij kunt voegen. Het is een ervaring van in de gemeente geboren te zijn, niet ertoe toegetreden. Nu, ik kan daar misschien wat meer over zeggen over een ogenblik, ik heb daar nog een paar Schriftgedeelten over opgeschreven.
70 Maar laten we nu naar de tweede gedachte gaan, zodat we kunnen proberen om dit alles door te nemen. "Wie stichtte haar?" Dat wil zeggen, dit mystieke lichaam. Wie begon dit? Jezus Christus. En het is de... Hij is het Hoofd van dit mystieke lichaam. Hij is er de Koning over, Zijn eigen wil werkend in Zijn gebied. Niet onder leiding van een bisschop, of de leiding van de raad van een gemeente; maar een Koning, wat de Messias Zelf is, Die werkt in Zijn eigen domein. Wanneer begon het? Met Pinksteren. Niet de Pinksterorganisatie; de Pinksterervaring! Dat is wanneer het bij u begint. Hij sprak van het komen ervan. Hij zei wat er plaats zou vinden. Hij vertelde dat het zou komen.
71 Nu, als we willen, kunnen we Lukas opslaan, het vierentwintigste hoofdstuk en vers 49, en hier kunnen we het zien. Ik zal beginnen wat van de Schrift te lezen, zodat deze mensen die dit aantekenen het kunnen opschrijven. Lukas 24:49; we zullen zien wat Hij zei.
En ziet, Ik zend de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte.
72 Nu, Hij gaf de belofte van een komende gemeente, een komend Koninkrijk. Nu, sla nu meteen Handelingen 1:8 op. Nu, bedenk, Hij sprak er ook over in Mattheüs 16:18, dat Hij op deze rots Zijn gemeente zou bouwen en dat de poorten der hel haar niet zouden overweldigen; we zullen er over een paar ogenblikken toe komen, als we verder op het andere onderwerp doorgaan. Handelingen 1:8.
Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
73 Een komend Koninkrijk van getuigen, getuigen van Zijn opstanding, getuigen van Zijn kracht, getuigen van Hem, dat Hij leeft. "Gij zijt Mijn getuigen", nu, Handelingen 1:8.
74 Dan ontdekken we ook, in Efeze, het eerste hoofdstuk, vers 22, u die dat opschrijft... Er is gewoon genoeg om op te schrijven, maar alleen om het erin te hameren, om er zeker van te zijn dat u het ziet. Goed, het tweeëntwintigste vers van Efeze, het eerste hoofdstuk.
En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen,... (dat is Christus) en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
Welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult.
75 Wie stichtte deze gemeente? Jezus Christus. Geen bisschop, geen groep mensen, geen paus, helemaal geen door mensen opgebouwde machten. Maar Jezus Christus sprak ervan, dat het Zijn Koninkrijk was, dat komende was in kracht. "Sommigen die hier staan..." Het zestiende hoofdstuk van Mattheüs: "Voorwaar Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij het Koninkrijk van God hebben zien komen in kracht." Slechts weinige dagen daarna werd Hij gekruisigd en viel de Heilige Geest. "Er staan hier sommigen, die de dood niet zullen smaken voordat zij het Koninkrijk van God zien."
76 "Zult Gij in deze tijd het Koninkrijk herstellen?" vroegen de Joden Hem.
77 Hij zei: "Het is niet aan u de tijden of gelegenheden te weten, die de Vader heeft gesteld in Zijn eigen gedachten. Maar gij zult kracht ontvangen", Handelingen 1, "gij zult kracht ontvangen nadat de Heilige Geest op u is gekomen." Gij zult kracht ontvangen nadat u bisschop bent gemaakt? Nadat u prediker bent gemaakt? Nadat u paus bent gemaakt? Nadat u priester bent gemaakt? "Gij zult kracht ontvangen nadat de Heilige Geest op u is gekomen." Dat is het getuigenis waar God naar uitzag, een getuige nadat de Heilige Geest is gekomen. Niet een getuige dat ik een bisschop ben, niet een getuigenis dat ik voorganger ben. Maar een getuigenis van wat? Van de opgestane Koning! Dat is de ware gemeente van de levende God. Goed.
78 En ook in Kolossensen 1:17 en 18. We zouden dit even kunnen lezen nu er we er juist aan toe zijn. Kolossensen 1:17 en 18.
En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem;
En Hij is het Hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
79 Wie is het Hoofd van deze gemeente? Jezus Christus. Welk Koninkrijk is het? Het Messiaanse Koninkrijk, de gemeente, niet een organisatie, een gemeente, een mystiek lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. O, daar houd ik van, wandelend in de Geest, de Koning gehoorzamend; dwaas voor de wereld, dierbaar in Gods ogen. Wandelend in de Geest; verkeerd begrepen, uitgelachen, bespot. "Allen die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolging lijden." "Indien ze de profeten vervolgden die vóór u waren en de Heer des huizes de naam Beëlzebul hebben gegeven, hoeveel te meer zullen ze Zijn discipelen zo noemen!" Maar u wandelt in de Geest, de dingen van de wereld de rug toekerend, door geen enkele keten gebonden. "Wie dan de Zoon heeft vrijgemaakt, is waarlijk vrij." Amen! Dat is de gemeente van de levende God. Dat is Wie haar instelde.
80 Nu, we zien in getuigen, in Handelingen 1:8, dat Hij zei: "Gij zult Mijn getuigen zijn nadat de Heilige Geest op u is gekomen."
81 Wat is de gemeente? Het mystieke lichaam van Christus. Wie richtte haar op? De Here Jezus zelf. Ze werd niet gesticht in Rome, evenmin werd ze opgericht in Engeland door John Wesley, evenmin werd ze gesticht door Calvijn, of in Amerika de Baptisten door John Smith, noch werd ze ingesteld in Californië door de Pinkstermensen. Ze werd ingesteld door Jezus Christus, de Koning van het Messiaanse Koninkrijk! Dat is door Wie ze werd gesticht. Hij is de Koning. Hij wil Koning zijn. Hij wil ons regeren. Hij wil Heer zijn.
82 Mensen laten Hem binnen en zeggen: "Ik zal Hem Redder laten zijn", maar ze willen hem geen Heer laten zijn. Heer betekent "eigendomsrecht, heerschappij". "Kom in mijn hart, Here, red mij van de hel, maar vertel me niet wat ik moet doen." Dat is de houding van de mensen. Dat is de reden dat het geen wonder is dat de Bijbel zei: "Alle tafels zijn vol braaksel." U weet wat braaksel is. "Zoals een hond terugkeert naar zijn uitbraaksel." Als deze organisaties in den beginne niet werkten, en God ze moest uitbraken, en u keert ernaar terug, zullen ze u opnieuw doen braken. Hij zei: "Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, zal Ik u uit Mijn mond spuwen." U maakt dat Gods maag omdraait, en Hij ons uitbraakt.
83 Noem mij één organisatie die ooit viel en die ooit weer opstond. Toon me in de geschiedenis waar het ooit met één gebeurde. Een man zal opstaan met een bediening, God zal die man zegenen. Voor u het weet zal hij het precies omdraaien en onder de mensen komen en er een organisatie van maken, en dat doodt de zaak op datzelfde moment. Doorzoek de geschiedenis, en vind er één die ooit opstond. Er is er niet één, omdat het alles een antichristelijke geest onder de mensen is.
84 Zoals bij Mozes, ze wilden iets wat ze zelf konden doen. "Here, we hebben dit jaar zoveel leden." Wat maakt dat voor verschil hoeveel leden u hebt? Wij kijken niet naar leden van een kerk, wij zoeken naar leden van Christus' lichaam. Geboren in het Koninkrijk Gods, "die niet uit de wil eens mans, maar uit de wil van God geboren zijn", niet door de geest van de mens of de intelligentie van de mens.
85 Paulus zei: "Ik ben nooit tot u gekomen met de wijsheid van mensen; ik kwam tot u met de Geest van God en de kracht van Zijn opstanding, opdat uw geloof niet zou rusten op de wijsheid of de meeslepende woorden van mensen, maar op de kracht van de opstanding van Jezus Christus." Dat is waarin hij kwam. God helpe ons dat wij hetzelfde doen.
86 Nu, we willen niet al te veel tijd besteden aan elk onderdeel. Nu wil ik uitvinden: "Wat is de boodschap van deze gemeente?" Wat behoorde deze gemeente te onderwijzen? Wat is haar boodschap? De eerste boodschap die ik kan bedenken, die deze gemeente (het mystieke lichaam) zal onderwijzen, zal bekering zijn. Laten we Lukas 24 nog eens even opslaan. Lukas, het vierentwintigste hoofdstuk. Het eerste wat de gemeente moet doen, is zich bekeren, en ze zal bekering onderwijzen. Nu, Jezus staat op het punt heen te gaan (dit is het laatste hoofdstuk), wanneer Hij op het punt staat de aarde te verlaten. Lukas 24:46; laten we beginnen bij het zesenveertigste vers.
En zeide tot hen: Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage;
En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden,... (O, ik wil dat dit goed doordringt, omdat ik over een ogenblik op iets kom, over dat 'vergeving van zonden') ... bekering... tot God, en dat in Zijn Naam gepredikt moest worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volkeren, beginnende van Jeruzalem.
En gij zijt getuigen van deze dingen.
87 [Leeg gedeelte op de band – Vert] "Hij leed", spraken de Schriften. Hij is Degene van Wie de profeten spraken. Hij is Degene om Wie de hele Bijbel draaide, Hij was er de Spil van. Zeker zou Hij weten wat behoorde te worden onderwezen, Hij zou weten wat er gedaan behoorde te worden. En Hij zei dat bekering en vergeving van zonden gepredikt moesten worden aan alle naties als een getuigenis, te beginnen in Jeruzalem. Nu, organisatie begon in Rome; de georganiseerde kerk begon in Rome, kwam verder door naar Duitsland voor Maarten Luther, verder naar Engeland voor Wesley, en verder naar de Verenigde Staten voor John Smith, en naar Californië voor Pinksteren. Maar de gemeente begon in Jeruzalem! Bekering tot God en de doop in de Naam van Jezus Christus voor vergeving van zonden, te beginnen in Jeruzalem, en moest... "Moest", zei Hij. Hij zei niet dat zij het allemaal zouden bereiken. Het moest beginnen, het moest uitgaan naar heel de wereld, het moest worden gepredikt, maar er zijn er maar erg weinig van. Maar dat is wat Hij zei, Zijn boodschap. Dat is de boodschap van de gemeente. Toon mij de kerk die het leert. Zeg me waar het is. U vindt ze niet.
88 Nu, Jezus is Koning (de tweede boodschap), Jezus is Koning en leeft voor immer, Mattheüs 28:20. Jezus is Koning en leeft voor immer, dat is wat de gemeente behoorde te onderwijzen. Mattheüs 28:20.
Lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
En ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. (Is dat juist?)
89 Hebreeën 13:8: "Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid." Dat is de boodschap van de gemeente: Zijn werk doende, Zijn opstanding bewijzend, en getuigenis afleggend. Nu, Handelingen 5:32, waar we zien of zij het hadden of niet. Als we Handelingen opslaan, het vijfde hoofdstuk, vers 32.
En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen, die Hem gehoorzaam zijn. (Er moet van Hem worden getuigd!)
90 In Johannes 14:12 geeft Hij de onderwijzing wat de gemeente behoorde te doen. In Johannes, het veertiende hoofdstuk, het twaalfde vers; we zullen zien wat daar staat. Johannes 14:12; dus we zullen het lezen, het officieel maken. Goed, Johannes 14:12.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader.
91 Dat is de boodschap van de gemeente. "Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid", levend in de gemeente, Koning van de gemeente, opgestaan uit de dood, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid, dezelfde werken doende, dezelfde dingen doende als die Jezus deed. Dat is de boodschap van de gemeente. Als de gemeente dat niet leert, leert ze een of andere valse theologie. Dat is wat Jezus hun opdroeg te prediken.
92 Wat zal het anders zijn? Hoe zullen we weten of deze mensen... Ze zeggen: "Wel, ik ben een gelovige." Laten we zien wat Zijn laatste opdracht was aan Zijn gemeente voor gelovigen, Markus 16. Neem Markus het zestiende hoofdstuk, en we zullen ontdekken wat Zijn laatste boodschap aan de gemeente was, en we zullen dan zien of wij Zijn opdracht ten uitvoer brengen. Markus 16, laten we beginnen bij het veertiende vers.
Daarna is Hij geopenbaard aan de elven,... (dat is na Zijn opstanding) daar zij aanzaten,...
93 Hier is de opdracht aan de gemeente, nu luister, de laatste opdracht. We zullen onszelf beproeven of we gelovigen zijn, en of we in deze gemeente zijn of niet.
Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun... hardheid van hart,... hun ongelovigheid en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofd hadden, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.
94 Iemand had Hem gezien. Iemand probeerde hun erover te vertellen, en ze geloofden het niet. Als dat vandaag niet precies zo is! We weten dat Hij leeft, we hebben de getuigenis van Zijn Geest in ons. We zien Zijn kracht bewegen over de toehoorders, en over tienduizenden mensen, en hun gedachten en harten onderscheiden, helemaal precies zoals Hij deed toen Hij hier was. Zoals de Bijbel zei: "Het Woord Gods." Hij is het Woord Gods. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons." "Het Woord van God is scherper en krachtiger dan een tweesnijdend zwaard en het snijdt zelfs het merg van het been, en het onderscheidt de gedachten en overleggingen van het hart." Christus: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen." Zie Hem dat doen! Hoevelen hebben Hem het zien doen? Zeker, we weten dat Hij het doet. Hij leeft hier. Hij is in ons hart.
95 Zij geloven het niet. Ze geloofden het toen niet, ze geloven het nu niet. Ze geloven dat Hij stierf en dat was het dan, en we hebben een of andere historie, dat de een of andere man een paar honderd jaar geleden opstond, en een kerk stichtte en een catechismus schreef, en daar houden we ons aan vast. Dat is heidendom! Zo is het. Daar is geen waarheid bij. O, ik zeg niet "waarheid", de man zou het gedaan mogen hebben, de man zou nog zo oprecht mogen zijn geweest. Maar God regeert Zijn gemeente niet op die wijze. Hij wilde het nooit.
96 Toen ze om een koning vroegen, riep Samuël hen en hij zei dit; hij zei: "Ik wil u iets vragen. Heb ik u ooit teleurgesteld? Heb ik ooit iets van uw geld gevraagd? Heb ik u ooit iets gezegd in de Naam van de Here dan dat het juist was? God wil niet dat u een koning hebt, Hij wil uw Koning zijn."
97 Hij zei: "O Samuël, zeker, u hebt gelijk. U bent een goede profeet. U hebt ons nooit iets anders dan de Waarheid verteld. U hebt ons nooit om geld gevraagd. Die dingen zijn waar, maar we willen zoals de anderen zijn. We willen toch, hoe dan ook, een koning."
98 Samuël zei: "Het zal u hartzeer en problemen gaan bezorgen. Het zal... Hij zal uw zonen en dochters gaan wegnemen. Hij zal hen gaan verontreinigen door de dingen die hij zal doen. Hij zal het doen." En hij deed het! Maar toch wilden ze een koning.
99 Dat is de manier waarop ze het vandaag doen. O, we moeten de een of andere naam op ons geplakt hebben. We moeten het de mensen vertellen wanneer ze vragen of we Methodisten of Baptisten zijn. Zeg gewoon dat u Christenen bent, dat is juist, "Christelijk, Christus-gelijk". Nadat Hij van de doden was opgestaan, geloofden ze het niet.
En Hij zeide tot hen:... (Let op de grote opdracht.) Gaat heen in... (Hoeveel van de wereld?) [De samenkomst antwoordt: "Helemaal." – Vert] ("O, ik dacht alleen Jeruzalem", zei iemand: "Deze tekenen gingen alleen naar Jeruzalem.") ... in de gehele wereld, predikt het Evangelie...
100 Hoevelen weten wat het Evangelie is? Niet het "Woord". Paulus zei: "Het Evangelie kwam niet alleen tot ons in woorden, maar in de kracht en de manifestatie van de Heilige Geest." Het Evangelie is de kracht van God om het Woord te laten volvoeren wat het zegt dat het zal doen. Predik het Evangelie aan de gehele wereld! Predik het Evangelie, alleen maar aan de blanke mensen, of alleen de bruine, gele, zwarte mensen? "Aan alle kreaturen!" Amen!
101 Elk schepsel! Gelooft u dat het dat betekent? Eens zag ik God een stier tegenhouden. Ik zag hoe Hij horzels weerhield om te steken. Ik zag Hem een opossum opwekken die de hele nacht dood had gelegen. Elk schepsel! Het Evangelie zal uitwerking hebben op alles wat u vraagt. U zegt: "Dat is onjuist, broeder Branham." Het is niet onjuist!
102 Jezus sprak tot die boom: "Vervloekt zijt gij; van nu af aan zal geen mens meer van u eten", en het Evangelie werd tot die boom gepredikt. Amen! Ik voel me nu op dit moment gezegend. Aan elk schepsel! Amen! Predik het tot wat? Tot elk schepsel. O, als we maar tijd hadden voor deze dingen. Nu...
Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden;... ("O, ik geloof in dopen." Fijn, goed, in orde.) Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.
103 "O, ik ben blij dat ik een gelovige ben." Wacht even! "En", en is een voegwoord; voegt de zin aan elkaar...
En... deze tekenen... (O, ik dacht dat u niet in tekenen geloofde. Dat zijn Jezus' eigen woorden, redetwist u er met Hem over) ... zullen deze tekenen... (niet: "misschien doen ze het; sóms doen ze het") ... zullen hen volgen, die geloofd zullen hebben.
104 Nu zullen we gaan zien of u gelooft of niet, gaan we kijken of uw organisatie gelooft of niet. Ze zouden mogen zeggen dat ze geloven. Jezus zei: "Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen." Wel, ze ontkénnen die tekenen.
... die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen:... (hoeveel?) in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen;...
105 En u die niet in Goddelijke genezing gelooft, u kerken (dit wordt op de band opgenomen, begrijpt u; ik spreek niet steeds tot u, iemand anders zal het gaan horen), beweert dat u in God gelooft en in de opdracht gelooft, dat uw kerk de opdracht heeft om het Evangelie te brengen, en het allereerste is Goddelijke genezing. Wat was het eerste wat Jezus Zijn discipelen zei, toen Hij ze uitzond? Mattheüs 10:1: "Geneest de zieken, werpt duivelen uit!" Wat was het laatste wat Hij tot Zijn gemeente zei? "Geneest de zieken, werpt duivelen uit!" Alfa en Omega, Benjamin en Ruben, de Eerste en de Laatste, Hij Die was, Die is, en zal komen, de Morgenster, de Wortel en Spruit van David. Halleluja! Dat is Hij. Jazeker. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. In Mijn Naam zullen ze duivelen uitwerpen." Alleen in Jeruzalem? "Aan de gehele wereld, en aan alle kreaturen." Is dat de Bijbel? Dat staat er. Dat is de boodschap van de gemeente. De gehele wereld, alle kreaturen, het Evangelie... Ieder die gelooft zullen deze tekenen volgen.
... in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken.
106 En u arme Nazareners, die hen een stelletje "tongen-mensen" noemt. U zou zelfs niet bij hen in de kerk willen zitten. Is dat niet afschuwelijk? Wat zult u gaan doen wanneer u in de hemel komt? Jezus stierf, sprekend in tongen. Ze zeiden dat Hij sprak, en Hij sprak in een andere taal. Zeker, deed Hij dat. "Hij sprak in het Hebreeuws." Dat deed Hij niet. Dat is geen Hebreeuws schrift. Hij sprak in een hemelse taal.
107 Toen Abel zijn lam offerde op de rots, toen het kleine lam stervende was,... hij hakte op zijn keel... Een beeld van Christus, lang geleden in de hof van Eden. Het kleine lam blaatte in een andere taal, terwijl het stierf. Het was een type. Terwijl zijn eigen bloedige wol doordrenkt werd met zijn eigen bloed, was het een beeld van de Zoon van God, die ginds op Calvarie hing, in stukken geslagen, met onze zonden, stervend sprekend in een andere taal: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?"
108 Dat is de boodschap van de gemeente. "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, zij zullen in nieuwe tongen spreken." Dat is wat Hij zei. Dat is de boodschap van de gemeente. Dat zei Hij! Dat is wat Hij de gemeente opdroeg te doen, om duivelen uit te werpen. Zij zullen in nieuwe tongen spreken.
Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen genezen worden.
109 Dat is de opdracht van de gemeente. Dat is de werkelijk gelovende gemeente. Wordt dat onderwezen in de Methodisten-, Baptisten-, Presbyteriaanse-, Katholieke-, Lutherse-, Nazarener-, of Pelgrim Heiligheidskerk? O nee, ze ontkennen het! Glorie! Waarom? Ze zijn georganiseerd, ze kunnen het niet doen. Er is menig lid daarbinnen die dat gelooft, maar hij kan er niets over zeggen omdat hij uitgestoten zou worden. Dat is een antichristelijke geest die hen georganiseerd heeft gekregen. De gemeente van de levende God is vrij geboren uit de Geest van God, en heeft geen enkele denominatie nodig; ze volgen de Koning van het Messiaanse Koninkrijk. Zij hoeven de dingen van de mensen niet te nemen. Ze zijn vrij geboren, vrijgemaakt door de Zoon, Die hen waarlijk vrijmaakt. Deze tekenen zullen hen volgen!
110 Dit Evangelie zal worden gepredikt! Wie zal het gaan prediken? God is in staat de onwetenden te nemen, God is in staat stenen op te wekken tot kinderen van Abraham. God kan doen wat Hij maar wil, Hij is God! En dat is de manier waarop Hij het doet. Toen Hij kwam, heeft Hij nooit Kajafas geroepen. Hij heeft nooit één priester geroepen. Hij heeft nooit één theoloog geroepen. Hij nam vissers, herders, en de onwetenden en onontwikkelden. De Bijbel zei dat Petrus en Johannes zowel onwetend als onontwikkeld waren, maar Hij kon hun het Koninkrijk Gods geven en door hen heen laten werken, en de ogen en het verstand van de wijzen en machtigen beschamen. Ze zeiden: "Zij bemerkten dat ze onwetende en onontwikkelde mensen waren, maar zij moesten erkennen dat zij met Jezus geweest waren." Waarom? Zij hadden zijn Geest op zich. Zij handelden zoals Hij handelde. Zij deden de dingen die Hij deed. Dat is precies wat Hij zei dat er plaats zou vinden, het Messiaanse Koninkrijk. O, wat ben ik blij met deze dingen! "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen." Zeker, tekenen zullen hen volgen.
111 Nu, nog iets wat deze gemeente zal leren, dat zal Goddelijke genezing zijn, de boodschap van de gemeente. Ik heb dat zojuist aangehaald, Mattheüs 10, toen Hij Zijn gemeente uitzond. Laten we even naar Mattheüs 10:1 gaan, en het even ontdekken. Kijk wat Jezus zei toen Hij Zijn gemeente die begon, instelde.
En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om deze uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen. (De eerste opdracht aan Zijn gemeente.)
112 De laatste opdracht: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie. Die gelooft en wordt gedoopt..." Laat mij het aanhalen op de wijze dat het behoorde te zijn, de manier waarop het wordt ontleed: "Gaat gij heen in de gehele wereld en in elk land, en demonstreer de kracht van de Heilige Geest. Degene die hierin gelooft en wordt gedoopt, zal gered worden, degene die het ontkent zal veroordeeld worden. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven: op zieken zullen zij de handen leggen, zij zullen herstellen; ze zullen duivelen uitwerpen; zij zullen in nieuwe tongen spreken. Dit zullen de tekenen zijn die volgen." Het laatste vers luidde: "En zij keerden terug. De Here werkte mede en bevestigde Zijn Woord door de tekenen die volgden." Dat is de wijze waarop de eerste gemeente was.
113 En luister, Jezus zei: "Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken." En als een tak een wijnrank doet uitspruiten, en die wijnrank draagt druiven, dan zal de volgende rank die uitloopt precies hetzelfde voortbrengen als de eerste rank.
114 "O," zegt u, "broeder Branham, maar wij, kijk naar al deze kerken." Dat zijn ingeënte wijnranken. Nu, je kunt citrusfruit enten. Je kunt een sinaasappelboom nemen en er een citroen op zetten en het zal groeien. Dat is wat u mensen erin entte. En deze organisaties zijn wat de mens erin heeft geënt. Het is de hele tijd een citroen. Het zal groeien, omdat het geënt is in de naam van de gemeente. Maar laat mij u vertellen, als die boom ooit nog zelf een rank laat uitspruiten, dan zal zij een sinaasappel voortbrengen. En als de kracht van God ooit nog een gemeente voortbrengt, zal het weer een Pinksteren zijn. En daarna zal weer een boek der Handelingen geschreven worden, omdat het de gemeente Gods is.
115 Jezus zei: "Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken. Gij kunt in uzelf geen vrucht dragen, maar Ik heb Mijzelf uitgestort in de rank." En welk soort vrucht droeg zij? "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen."
116 De tweede gemeente komt op; het mystieke lichaam van Christus zal dezelfde tekenen hebben. "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer. Maar gij ziet Mij, want Ik zal met u zijn, ja in u, in elke rank, tot de voleinding der wereld", Jezus Christus, Dezelfde gisteren, heden en in eeuwigheid. Dat is de gemeente van de levende God. Dat is wie zij is. Dat is het soort getuigen dat Hij heeft.
117 Nu, ook moet de gemeente de doop leren. Ze moet gedoopt zijn. Dat werd bevolen. Jezus zei het hier in Markus 16, we zullen het nemen: "Wie gelooft en zich laat dopen"! Eerst geloven, en dan worden gedoopt voor de vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
118 "En ook zal de Heilige Geest op u komen", dat zal een leer van de gemeente zijn, want Jezus zei in Lukas 24:49... We zijn er vlakbij, laten we het dus even opslaan, het negenenveertigste vers hier. We lazen het zesenveertigste en het zevenenveertigste vers. Kijk naar het negenenveertigste vers:
En ziet, Ik zend de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij... (of wacht, blijven betekent 'wachten') in de stad Jeruzalem, totdat Gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte.
119 Als Christus een groepje mannen, dat drieëneenhalf jaar met Hem had gewandeld, niet zou toestaan enig Evangelie te prediken, of dat ze niet enig Evangelie kónden prediken tot ze gewacht hadden op de Heilige Geest, dan moet de gemeente vandaag hetzelfde doen. Wacht op de Heilige Geest!
120 Ik was in gesprek met een Katholieke dame, hier niet lang geleden, in Oregon, en ze zei: "Wel, wilt u mij vertellen dat dit stelletje idioten daar waar u aan het prediken was, en die schreeuwden en riepen, zo tekeergingen, bedoelt u dat zij in de hemel zullen zijn, en regeren zullen in de hemel?"
Ik zei: "Ja mevrouw."
Ze zei: "Wel, wij geloven niet in dat soort gedoe."
Ik zei: "Omdat u het Woord van God niet gelooft."
En ze zei: "Wij geloven dat Maria voor ons bemiddelt."
Ik zei: "Dat is absoluut heidens."
121 Ze was helemaal geen godin, ze was een vrouw. "Moeder van God", hoe zou God een moeder kunnen hebben? "Ave Maria, moeder van God..." hoe zou God een moeder kunnen hebben? Zij droeg de Zoon van God, Christus Jezus. Geen enkele vrouw is een schepper, zij draagt het zaad van een man. De man is geen schepper. God schept het leven. Het is gewoon een vast patroon van een orde die God instelde om kinderen voort te brengen. Zij is geen moeder Gods. God kan geen moeder hebben, omdat Hij geen begin van dagen had of einde des levens. Hij is eeuwig. Zij kan geen moeder Gods zijn.
122 En ik zei: "Wat, als ik u zeg dat uw gezegende maagd, die u als een godin beschouwt, wat als ik u zeg dat God haar de hemel niet wilde laten binnenkomen totdat zij zich gedroeg als die mensen van gisteravond?"
Ze zei: "Dat is niet waar."
123 Ik zei: "Zei u mij dat de Katholieke kerk de Bijbel schreef, de apostelen, en zei u dat ze Katholiek waren?" Dat wijs ik beslist af. Er is niets... er werd geen Katholieke kerk gesticht tot driehonderd jaar na de dood van de laatste apostel, tot na het Concilie van Nicea. Toon mij de bladzijde in de geschiedenis, wat u maar wilt; niet uw catechismus, omdat die niet met de geschiedenis overeenstemt. Er bestond nooit zoiets. Maar ik zei dat Maria... De Bijbel zei dat Maria, de moeder van Jezus, en de overige vrouwen bij de honderdtwintig, allen die treden op moesten klimmen naar de opperkamer en vervuld worden met de Heilige Geest tot ze wankelden alsof ze dronken waren, in tongen sprekend en zich gedragend als een stel dronkaards. Dat is wat de Bijbel zei. Ik legde mijn vinger bij het vers, en ik zei: "Lees het."
Ze zei: "Ik wil het niet lezen. Er wordt niet verondersteld dat ik het lees."
124 Ik zei: "U bent niet eerlijk. Hier staat dat de maagd Maria de Heilige Geest ontving en in tongen sprak en wankelde als een dronken vrouw. Nu, als u naar de hemel gaat, kunt u niet met haar meegaan, omdat zij de Heilige Geest moest ontvangen. En als zij dat moest, die de moeder van Jezus Christus was, hoeveel temeer is het voor ú een vereiste!"
125 Ze zei: "Als ik met zoiets dergelijks naar de hemel moest gaan, dan zou ik niet in de hemel willen zijn."
126 Ik zei: "U hoeft zich daar niet veel zorgen over te maken. Ik geloof hoe dan ook niet dat u er zo heen zult gaan, tenzij u verandert. Ik denk niet dat er veel is om u zorgen over te maken." Dat is zuiver Gods Geest.
127 Nu: "Gij zult Mijn getuigen zijn nadat de Heilige Geest op u is gekomen." Nu, wat is dit nu, wat zijn we aan het zeggen? Wat is zij? Wie stichtte haar? En wat is haar boodschap? Nu, we zullen snel verder gaan, om er even wat dieper op door te gaan.
128 Ten vierde: Hoe worden we er lid van? "Hoe kunnen we ons erbij voegen? We zien wat het is, nu wat... hoe treden we toe tot deze gemeente?" U treedt niet toe. U kunt zich er niet bij voegen. Er is geen mogelijkheid om u erbij te voegen. U wordt erin geboren. Ik ben eenenvijftig jaar bij de familie Branham geweest, en ben nooit tot de familie toegetreden. Ik werd als een Branham geboren. En u wordt geboren als een zoon van God of als een dochter van God.
129 Laten we Johannes het derde hoofdstuk even een ogenblik nemen, om te kijken wat God er hier over zei. Hoe komt u in deze gemeente? Wat is het voorstel dat God u doet? Johannes, het derde hoofdstuk, vers 1 tot 8.
En er was een mens uit de Farizeeën, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden;
Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is.
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar,... zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt... Voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.
130 Hoe komen we er binnen? Erin geboren worden. Laten we de vraag verder doorlezen.
Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, nu oud zijnde? (Ziet u dat vleselijke? Een leraar, een groot man, een priester, op leeftijd, heel zijn leven de Bijbel gelezen) Kan hij ook andermaal in de buik van zijn moeder ingaan, en geboren worden? (Nu, is dat niet precies zoals sommige van deze intellectuele leraars die u tegenwoordig hoort?)
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water... (Hoe komen we er binnen?) ... uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan.
131 "Tenzij hij zich erbij gevoegd heeft?" U kunt er niet bijgevoegd worden. U moet erin geboren worden. Niet: "Kom, en word lid", kom en word geboren!
Wat uit het vlees geboren is, dat is vlees; en wat uit de Geest geboren is, dat is geest.
Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gij moet wederom geboren worden.
De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heengaat; alzo is een ieder, die uit de Geest geboren is.
Ziet u, u voegt zich er niet bij. Het is een mysterieuze zaak. U wordt geboren in het mystieke lichaam van Christus. Zo komt u erin.
132 1 Korinthe, het twaalfde hoofdstuk. Laten we even wat verder gaan, even een paar meer nemen. Ik wil proberen om het af te maken als ik het mogelijkerwijs kan, als u even wilt... Ik weet dat het heet is, maar laten we hier even beginnen. 1 Korinthe, het twaalfde hoofdstuk, het dertiende vers. "Want door één handdruk, door één eed, 'ik zweer te geloven in de grote heilige Roomse kerk', kom, schud mij de hand, zet uw naam in het boek, door één brief, kom per brief." U zou dat kunnen lezen in de 'Verjaardagsalmanak voor oude dames', maar u leest het niet in Gods Bijbel. Jazeker! Ja.
Want ook wij allen zijn door één Geest... (toegetreden, ingeschreven?) gedoopt tot... (één organisatie?) één lichaam;... (wat het lichaam van Christus is) hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt!
133 Niet de Methodistengeest, de Baptistengeest, de Pinkstergeest, maar door één Heilige Geest zijn wij allen gedoopt in deze:
... bron, gevuld met bloed,
Vloeiend uit Immanëls zij.
En zondaars worden in die vloed
Van zondesmetten vrij.
De stervende dief verheugde zich in zijn dag
Om die bron te zien;
Daar mag ook ik, 'schoon vuil als hij,
Al mijn zonden afwassen.
134 Eén lichaam! Hoe komen we in dat lichaam, hoe komen we er binnen? Door één Geest worden we allen in één lichaam gedoopt. En – wanneer we in dat lichaam zijn – vrij, verzekerd van de opstanding. "God heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen." Niet door "één handdruk", niet door "één schrijven van de kerk", maar door één Heilige Geest! Jood, heiden, geel, zwart, blank, zijn allen gedoopt door één Geest in dat ene lichaam, door het bloed van Zijn eigen verbond. "En wanneer Ik het bloed zal zien, zal Ik u voorbij gaan", en u bent vrij van de dood, vrij van pijn, vrij van zonde: "Die uit God geboren is, doet geen zonde, want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen." Geen zonde! "Weest gijlieden daarom volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is", zei Jezus. Hoe kunt u volmaakt zijn? U kunt het niet. U werd geboren in zonde, gevormd in ongerechtigheid, kwam in de wereld leugens sprekend. Maar als u Christus aanvaardt als uw zondedrager, als u Hem door geloof aanvaardt, als u gelooft dat Hij u redde, en dat Hij in uw plaats stierf en uw zonden op Zich nam, dan neemt God u aan en doopt u het lichaam binnen en kan Hij geen zonde meer zien. Hoe kan ik een zondaar zijn, terwijl er een verzoening voor mij op het altaar ligt?
135 Hoe zou een politieagent mij in de stad kunnen arresteren, terwijl de gemeenteverordeningen mij het recht geven om met elke snelheid te rijden die ik maar wil? U kunt me niet arresteren. Als de burgemeester zei: "Eerwaarde heer Branham, als u naar zieken moet waarvoor werd opgebeld, rijd in elke zone met de snelheid die u maar wilt", en hij geeft me daar een aanbevelingsbrief voor: geen politieman die me kan inrekenen. Omdat de burgemeester vertrouwen in me heeft gesteld, dat ik het niet zou doen tenzij het een zeer dringend geval was.
136 Toen God mij aanvaardde en me doopte met de Heilige Geest, had Hij vertrouwen in me dat ik niet met opzet zou zondigen. Amen! Ik zou niet willens en wetens zondigen. Daarom deed Zijn Zoon verzoening voor mij, en kan ik geen zondaar zijn zolang ik gerechtvaardigd ben en Hij mij in Zijn lichaam heeft opgenomen; ik ben met Hem verlost. Niet wat ik doe, maar wat Hij voor mij deed. Dat is het Evangelie!
137 Efeze 4:30 zei: "En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tot de dag van uw verlossing."
138 Een beroemde Baptistenprediker zei niet lang geleden tegen mij: "Broeder Branham, Abraham geloofde God, en het werd hem tot rechtvaardigheid gerekend. Wat kon hij meer doen dan God geloven?" Hij zei: "Wij geloven dat we de Heilige Geest ontvangen, wanneer we geloven."
139 Ik zei: "Maar u hebt het fout, u hebt het eerlijk verkeerd. Paulus zei in Handelingen 19, tegen die Baptisten die daar een goede voorganger hadden, een bekeerde rechtsgeleerde: 'Hebt gij de Heilige Geest ontvangen sinds gij geloofd hebt?'"
Hij zei: "Zo staat het niet in de oorspronkelijke tekst."
140 Ik zei: "Het staat er wel. Ik heb de Emphatic Diaglott, [De letterlijke Grieks-Engelse vertaling – Vert] en het staat er wel, in elke vertaling, zowel Grieks als Hebreeuws. Hij zei: 'Hebt gij de Heilige Geest ontvangen sinds gij geloofd hebt?'" Ik zei: "Abraham geloofde, dat was waar. Maar God gaf hem een teken dat Hij zijn geloof had aanvaard, door hem het zegel der besnijdenis te geven." Zo is het. Hij had hem aanvaard, omdat Hij hem een teken gaf dat Hij hem had aanvaard.
141 Als u zegt dat u gelooft, en de Heilige Geest nog niet ontvangen hebt, dan heeft God u nog niet verzegeld; heeft nog niet genoeg vertrouwen gehad om u al te vertrouwen. Wanneer u tot God komt, verzegelt God u met de Heilige Geest tot de dag van uw verlossing. En dat is de boodschap van de gemeente. Amen!
142 Nog een beetje verder. Goed. Nu, 1 Korinthe 12:13: "Door één Geest zijn wij allen in één lichaam gedoopt."
Handelingen, hier is de manier waarop we binnen kwamen. Hier is de inwijding van de gemeente: Handelingen, het tweede hoofdstuk. Toen de eerste boodschap tot de gemeente werd gepredikt, na de dag van Pinksteren, werden zij allen vervuld met de Heilige Geest. Maria, al de apostelen, werden allen vervuld met de Heilige Geest, in tongen sprekend, en zich gewoon gedragend als een stelletje dronken mensen. En toen zij gewoon een geweldige tijd hadden, jubelend en God prijzend, en wankelend onder de kracht van de Heilige Geest, maakten zij zich er geen zorgen om of het nu zondag, maandag, of welke dag ook was. Ze hadden een geweldige tijd, gewoon jubelend en maar doorgaand. Wel, de grote intellectuele mensen zeiden: "Deze mensen zijn dronken van nieuwe wijn."
143 Nu, hier staat Petrus, met de sleutels tot het Koninkrijk aan zijn zij, de sleutels tot de Heilige Geest. Jezus zei: "Ik zeg u, dat gij Petrus zijt. Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen." Wat is het? Een geestelijk geopenbaarde Waarheid. "Vlees en bloed hebben u dit niet geopenbaard. U hebt dit nooit op een seminarie geleerd. Het is niet zo dat iemand het u uit boeken leerde, maar het is een openbaring." Openbaring! "En Ik zeg u dat gij Petrus zijt. Ik geef u de sleutels tot het Koninkrijk. Wat gij op aarde binden zult, zal Ik binden in de hemelen. Wat gij op aarde ontbinden zult, zal Ik ontbinden in de hemelen." Hij moet Zijn Woord houden. Wie was de woordvoerder op de Pinksterdag? Petrus, omdat hij de sleutels had.
144 En ze lachten hem uit en zeiden: "Deze mensen zijn vol nieuwe wijn."
145 Petrus zei: "Deze mensen zijn niet vol nieuwe wijn, want dit is de derde ure van de dag; maar dit is waarvan gesproken werd door de profeet Joël: 'En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren. Ja, op Mijn dienstknechten en Mijn dienstmaagden zal Ik van Mijn Geest uitstorten. Uw jongelingen zullen gezichten zien, uw ouden zullen dromen dromen. En Ik zal tekenen tonen in de hemel boven en op de aarde beneden. En het zal zijn dat al wie de Naam des Heren aanroept, behouden zal worden.'"
146 "Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: 'Wat kunnen wij doen om gered te worden, mannen broeders?'" Hier is de opdracht van de gemeente. Nu willen ze uitvinden hoe je in dit mystieke lichaam komt. Goed.
147 Handelingen, het tweede hoofdstuk, te beginnen bij het zevenendertigste vers, is de inwijdingsprediking. U kunt het niet veranderen. U kúnt het niet veranderen. Luister.
148 Als uw dokter een recept voor u uitschreef, en u nam het mee naar de apotheek en de een of andere kwakzalver van een apotheker, weet u, zou u met dat recept kunnen doden. Ziet u, die dokter schrijft daar zoveel van uit, omdat hij daarvoor is opgeleid. En hij schrijft het uit. Er zit zoveel gif in, en hij doet er een tegengif in, om zóveel van dat gif te doden. Hij moet er iets in doen om het andere middel tegen te werken. En als dat recept niet helemaal precies wordt uitgevoerd zoals de dokter het voorschrijft, zou het u doden.
149 Zo is God de Dokter. Hij is de Dokter van de ziel. Hij is de Dokter van redding. En Hij leidde een man op in Zijn eigen Theologie, Petrus, een ongeletterde man. Hij kon zijn naam niet eens lezen toen die voor hem werd opgeschreven. Maar Hij gaf hem de Heilige Geest, en gaf hem het potlood om de leer mee op te schrijven. Dus op de Pinksterdag schreef hij het recept. Laten we kijken wat hij schreef. Dokter Simon Petrus, laten we zien wat uw voorschrift is voor redding.
Laten we zien waarvoor het werd uitgeschreven.
En toen zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? (Let op, u hebt de sleutels gekregen.)
En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zovelen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
Dat is het recept! Ga er niet aan dokteren, u zult uw patiënt doden. Dat is er aan de hand met een heleboel van deze mensen die spreken van deze "Vader, Zoon en Heilige Geest", zij doden heel wat geestelijke mensen, omdat ze proberen te genezen met de verkeerde zaak.
150 Zoiets bestaat er niet, niemand werd ooit in de Bijbel gedoopt in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest". Een dergelijke ceremonie werd nooit uitgesproken tot aan de Katholieke kerk; de Katholieke kerk is daar de moeder van. Onderzoek de Schriften, onderzoek de geschiedenis en ontdek, dat de eerste keer dat er ooit "Vader, Zoon en Heilige Geest" werd gebruikt, was door een Katholieke priester. Zij besprenkelen ze; besprenkelen werd ingesteld door de Katholieke kerk, de moeder van hoeren.
151 Het komt regelrecht terug op "een hoer". Er staat in de catechismus: "Bestaat er zoiets, dat er ooit een Protestant wordt gered?"
152 Er staat: "Soms, natuurlijk, als zij met de Katholieke leer instemmen." Zij willen hun Bijbel niet nemen. "Ze dopen in de naam van Vader, Zoon, en Heilige Geest", maar ze hebben daar geen Schriftgedeelte voor. Zei: "Maar de Katholieke kerk begon ermee", en ze geven dat toe. "Door de Katholieke inzettingen zouden sommigen gered mogen worden." Zoiets bestaat er niet! Niemand doopte ooit op die manier.
153 Niemand in de Bijbel besprenkelde ooit, begoot, of op welke andere wijze ook dan onderdompeling in het water in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van zonde. Wat lazen wij daarnet waarvan ik u zei dat we er later op terug zouden komen? Dat bekering en vergeving van zonde moesten worden gepredikt in Zijn Naam. Tot hoever? Alleen tot aan Jeruzalem, tot de Joden? Aan alle naties, heel de wereld, te beginnen in Jeruzalem.
154 Nu, dokter Simon Petrus schreef het recept uit. Hoe denkt u daarover, dokters? Waarom probeert u er iets bij te doen? Voeg er niets aan toe. Neem het zoals het is. Dat is de opdracht van de gemeente. Zo komt u er binnen, door u te bekeren, en gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van uw zonden; en met een belofte dat u de Heilige Geest zult ontvangen. Nu, zo zei de Bijbel dat: "De gemeente binnengedoopt, binnengedoopt in de gemeente."
155 Laten we even Galaten 3:26 lezen. We hebben er hier nog maar één of twee, drie dingen over, en dan zullen we moeten sluiten. Nu, laten we hier in Galaten lezen, het derde hoofdstuk... Als iemand het heeft voordat ik het heb, lees het, ga uw gang... [Dan leest een zuster Galaten 3:26:]
Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.
Galaten 3:26? Misschien heb ik het hier dan verkeerd gelezen, of geschreven. Nu, misschien is het Kolossensen, laten we Kolossensen lezen. Ik weet niet waar ik naartoe ging, laten we zien of het Kolossensen 3:26 is. Nee, er bestaat geen 3:26. Wat staat daar nu, in Galaten 3:26? Hier heb ik het. Dat is juist. Leest u door, zuster: Galaten 3:26, nu u ermee begonnen bent. Hier is het, 26, 27, en 28; nu, luister aandachtig... [Dan leest de zuster Galaten 3:26–28:]
Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.
Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.
Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt één in Christus Jezus.
156 Hoe komen we in dit lichaam, hoe hebben we het gedaan? Gedoopt door de Heilige Geest, het lichaam van Christus Jezus binnen.
157 Nu, nog iets wat de boodschap van de gemeente is, hoe we in de gemeente komen, is door heiliging. En heiliging, Hebreeën 13:12 en 13 luidt: "Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden."
158 Nu Efeze, laten we hierheen gaan, we moeten dat vers lezen. Efeze 5:25, heel snel nu. Efeze 5, vers 25. Goed, hier hebben we het: 5 vers 25. Nu, ik heb nog steeds het verkeerde. Ik heb het hier niet goed opgeschreven. Nu, laten we eens kijken... Daarom, predikers en priesters ... O ja. Ik heb dit daarnet heel snel opgeschreven, dus moet ik terechtgekomen zijn op de verkeerde... O, ik heb de verkeerde bladzijde. Amen. Ja. Goed.
159 Hebreeën 13:12:
Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden.
160 Daarom mensen, en hier is het hoe we bij de gemeente komen, door ons te bekeren, door gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van onze zonden, en een belofte dat we de doop van de Heilige Geest zullen ontvangen. Daarom is er geen prediker die ons er door een handdruk in kan brengen. Er is geen priester die ons er door een eedaflegging in kan brengen. Maar wij worden erin geboren door de Koning van het Messiaanse Koninkrijk. Amen.
161 Nu, nog even dit, kan ik deze ene nog nemen, en dan verder gaan? Hoevelen zullen nog een paar minuten langer bij me blijven? [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] Jazeker, het is halftien, en over tijd.
162 Nu, kunnen we naar de hemel gaan zonder de gemeente? Ik neem gewoon een aantal opmerkingen hierover, omdat ik er hier ongeveer een dozijn opgeschreven heb, zoals u ziet. Maar ik... gewoon één ding opdat we het zouden mogen weten. O nee, u kunt niet naar de hemel gaan zonder een lid van deze gemeente te zijn.
163 Nu, ten eerste, in Johannes 3:5, zei Jezus: "Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest... (Bekeert u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden, en gij zult dan uit de Geest geboren worden, geboren uit het water, geboren uit de Geest.) Tenzij een mens dit krijgt, kan hij zelfs het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan, kan hij het Koninkrijk der hemelen zelfs niet zien." Dan, als u geboren bent uit water en Geest, bent u in de gemeente. Als u niet geboren bent uit water en Geest, bent u niet in de gemeente, en kunt u het Koninkrijk der hemelen niet zien. Is dat begrijpelijk voor u? Het is helemaal volkomen juist.
164 Nu, wist u... U zegt: "Wel, broeder Branham, ik geloof", wel, luister, "en ik heb nooit de Heilige Geest ontvangen." Nee, u gelooft nog niet. U bent slechts bezig te geloven naar geloof toe. U hebt hoop. Want in 1 Korinthe, het twaalfde hoofdstuk en het derde vers, laten we dat even heel snel nemen, terwijl we er vlak bij zijn, als u wilt. 1 Korinthe 12, het twaalfde hoofdstuk, het derde vers, en we zullen dat heel snel nemen, en dit hier lezen en zien wat de Here hierin voor ons heeft.
1 Korinthe 12, goed, en het derde vers:
Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door de Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest.
165 U weet er niets over, totdat u de Heilige Geest hebt ontvangen. U zegt: "Ik neem Jezus Christus aan als mijn persoonlijke Redder." Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds gij tot geloof gekomen zijt? Indien niet, kunt u Hem zelfs niet de Here noemen, omdat Hij geen Here is, Hij is een historisch Wezen, dat u door geloof hebt aanvaard. Maar wanneer Hij in u is gekomen, door de Heilige Geest, is Hij uw Here. Niemand kan Jezus Here noemen, alleen door de Heilige Geest; totdat u geboren bent uit de Geest van God, en de Heilige Geest in u is. Dan, als u het bent, bent u geboren in dit Koninkrijk, en bent u deel van de gemeente. Dan bent u de eruit geroepenen. Ziet u het? Goed, nu.
166 Kan er leven uit een maïskorrel komen, tenzij die maïskorrel leven in zich had? Als een maïskorrel in de grond wordt gestopt, is de ene kiemkrachtig en de andere niet kiemkrachtig. Degene die niet kiemkrachtig is, kan die herleven? Onder geen voorwaarde. Er zit niets in. Hoewel, materieel zal hij net zo goed zijn, evengoed gebruikt kunnen worden om er 'cornflakes' van te maken als de andere. Er zal evengoed maïsbrood uit gemaakt kunnen worden als uit de andere. Het zal er op de plank evengoed uitzien als het andere. Maar als er geen leven in zit, kan hij niet opnieuw opkomen.
167 Een mens die een goed mens is, kan net zo'n goed kerklid zijn als een Christen. Een man die een goed man is, kan net zo'n goede burger zijn als een Christen, een goed mens, moreel mens. Maar wanneer hij sterft, is dat het, tenzij hij wederom geboren is uit de Geest van God. Want: alles wat een begin had, heeft een einde.
168 God is het enige wat eeuwig is. Daarom, wij zijn deel van God, door Zijn leven te ontvangen. Jezus zei: "Ik geef hun eeuwig leven." Het Griekse woord daar is zoë, wat "Gods eigen leven" betekent. En de enige manier waarop u ooit kunt herleven, is door eeuwig leven te hebben, wat Gods leven is. Omdat úw leven zal vergaan. Maar Zijn leven zal weer worden opgewekt, omdat God eeuwig is. En u hebt eeuwig leven ontvangen, en kunt evenmin sterven als dat God kan sterven. O: "Die in Mij gelooft, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage, hem weer op doen staan." Het eeuwige leven dat in hem is, zal hem opwekken.
169 Nu, kunnen we in de hemel komen zonder in de gemeente te zijn? U kunt niet in de gemeente zijn totdat u wederom geboren bent. U kunt niet naar de hemel gaan, tenzij u wederom geboren bent. Als u wederom geboren bent, bent u in de gemeente. Dus kunt u niet naar de hemel gaan, tenzij u een lid bent van deze gemeente. En u kunt geen lid zijn, tot u er in geboren wordt.
170 En laat me u nu een beetje de adem benemen. En u kunt geen lid zijn, tenzij God u heeft geroepen om een lid te zijn. Nu, wat hoorde u daar gelukkig om te zijn, want u werd voorbestemd van voor de grondlegging van de wereld. En uw naam... uw namen werden geschreven in het boek des levens van het Lam, het boek van de gemeente, voor de grondlegging van de wereld. Dat is de Bijbel. De Bijbel zei dat de antichrist, de organisaties, de Katholieke kerk met de overige organisaties, organisaties, allen over het rond der aarde zullen verleiden, wier namen niet geschreven stonden in het boek des levens van het Lam, voor de grondlegging van de wereld. Jezus zei: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen." Dat is Zijn eigen Woord. Niet wat u deed, maar wat Hij deed.
171 Laten we dat even vaststellen, laten we Efeze opslaan, het eerste hoofdstuk: heel snel. Luister hiernaar, dit is Paulus. Nu, hij moest doorgaan tot volmaaktheid met deze gemeente. Paulus richt dit tot Christenen. Hoeveel Christenen zijn hier binnen, laat ons uw handen zien? Goed. Dit is niet voor baby's, nu, dit is voor degenen die vlees kunnen eten. Nu, het eerste hoofdstuk. Kijk tot wie hij het richt:
Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God... (niet door de inwijding door de bisschop, niet door de organisatie) ... een apostel... (iemand die gezonden is door de wil van God) ... aan de heiligen,... (dat zijn de geheiligden, of zij die heilig gemaakt zijn) die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus.
172 Tot wie richt hij het? Tot diegenen die reeds in de gemeente zijn. Wanneer u in Christus bent, bent u in Zijn lichaam (is dat niet zo?) dan bent u leden van de gemeente.
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heere Jezus Christus.
Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemel in Christus.
173 Hoe deed Hij het? Waar deed Hij het voor? Zij hadden de Jordaan bereikt, ze waren overgestoken, het beloofde land in, en ze waren gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Hier is het: "Zegende ons tezamen met hemelse zegeningen", de onderwijzing van het Woord, als de gemeente, de uitgeroepenen, die in Christus Jezus zijn, zoals we bijeen gezeten zijn in hemelse gewesten, zoals de gemeente, wanneer we geboren zijn in Christus Jezus. De geheiligden, eruit geroepenen, o my, iemand die je iets kunt leren! Hij had zoveel moeite met de Korinthiërs, maar niet met deze gemeente; hun kon hij grote dingen leren. Goed.
Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle... (herinnert u zich mijn laatste twee boodschappen?) ... alle geestelijke zegening in de hemel in Christus.
Gelijk Hij... (Luister, laat dit u nu wakker schudden) Gelijk Hij ons uitverkoren heeft... (verleden tijd) in Hem,... (Bij de laatste opwekking? Heb ik dat goed gelezen?) Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wereld,... vóór de... wereld,... (Kijk hier) ...vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Hem in de liefde;
Die ons... heeft v-o-o-r-b-e-s-t-e-m-d...
174 Wat hebben wij gedaan? Niets. Ik kijk naar wat Hij heeft gedaan. Wat deed Hij? Koos ons, zette onze namen in Zijn Boek, in Zijn gemeente-Boek, om een lid te zijn van dit mystieke lichaam voor de wereld ooit begon.
Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelf, naar het welbehagen van Zijn wil;
175 Whew! U zult in die gemeente moeten zijn, broeder, als u het haalt, want Hij komt voor een gemeente. Wel, wat voor een soort gemeente? Een gemeente die zonder vlek is, of zonder rimpel! Hoe kunnen we dat zijn? Door dood te zijn in Christus, gedoopt door de Heilige Geest in Zijn mystieke lichaam, en de bloedverzoening van de Zoon van God, die daar elk uur van de dag voor ons ligt. Smetteloos bevonden, dat is de gemeente, zonder vlek of rimpel! Hij koos ons in Hem, en zette onze namen in Zijn Boek. De Bijbel zei: "Jezus Christus was het Lam dat geslacht werd"', negentienhonderd jaar geleden? Hoelang? "Het Lam dat geslacht werd voor de grondlegging van de wereld."
176 Toen God, in de Bijbel, het Woord, in Genesis, Genesis 1, zei: "In den beginne schiep God..." Neem die naam "God" in het Hebreeuws, en kijk wat hij betekent; hij wordt gespeld: El, Elah, Elohim, wat betekent: "De geheel in Zichzelf Bestaande, de Algenoegzame, de Sterke." Daarvoor was er niets. Er was geen lucht, er waren geen sterren, er was geen vochtigheid, er was geen... er was geen atmosfeer, er waren geen atomen, er waren geen moleculen, er was daarvoor niets. Het was God, de Eeuwige. En in Hem waren attributen om een Redder te zijn, om een Vader te zijn, om God te zijn. Daar... Hij was toen geen God; Hij was... Hij was God, maar er was niets anders, geen aanbidding. Dus god is "een voorwerp van aanbidding", en er was niets om Hem te aanbidden. Dus waren er eigenschappen in Hem om dat te zijn, om een Redder te zijn, om een Genezer te zijn, om al deze dingen te zijn die Hij is.
177 Dus was het eerste wat Hij schiep... Nu, sommigen van u willen het weten over mijn Genesis-verhaal. God zei: "Laat ons mensen maken." Het eerste wat Hij schiep waren engelen om Hem te aanbidden, toen werd Hij God. Daarna, toen Hij zei: "Laat ons mensen maken naar ons eigen beeld", wat voor soort mens maakte Hij toen? Geest-mens; vervolgens, toen Hij die mens had gemaakt, gaf Hij hem heerschappij. Daarna maakte Hij de mens uit het stof van de aarde; toen viel hij. Toen werd Hij een Redder; een Gód, en tóén een Redder. Zonde bracht ziekte; toen werd Hij een Genezer. Halleluja! Er gaat niets verkeerd, Hij wist er alles over, vóór de wereld ooit werd geformeerd. Hij wist dat wij vanavond deze samenkomst zouden hebben. Hij kende elke mug die er ooit op de aarde zou zijn, en hoeveel talk hij zou maken en hoeveel keren hij met zijn ogen zou knipperen. Hij is de oneindige God. Hij weet alle dingen. Amen! Bent u niet blij vanavond dat uw naam in het Boek staat?
178 Wat een prachtige gedachte die in mij opkomt over een grote gespikkelde vogel, en men zegt dat haar naam wordt vermeld op de bladzijden van Gods heilig Woord. Al de andere vogels schoolden samen om haar heen. Ze werd door elk van hen veracht. Wat was die gespikkelde vogel? Ik verschil van mening met de man die zei dat dit verkeerd was. Wat was de gespikkelde vogel van de Bijbel? Het was niet Israël, zoals men zei dat het was. Het was de gemeente van Jezus Christus. Wat deed men om een zondoffer te brengen? Ze namen een stel tortelduiven, trokken het kopje van één eraf en hielden hem ondersteboven, en goten het bloed uit op de levende metgezel en lieten de metgezel los. En de metgezel werd besprenkeld met het bloed van de dode metgezel; hij vloog over de aarde, haar besprenkelend terwijl hij met zijn vleugels vloog. En het bloed dat op de aarde spatte riep uit: "Heilig, heilig, heilig, voor de Here. Heilig, heilig, heilig voor de Here."
179 Het was een type van Christus. En de grote gespikkelde vogel is de gemeente die gespikkeld is door het bloed van haar dode Metgezel, de Redder, Jezus Christus. En ze gaat de wereld door vandaag, met haar vleugels slaand en roepend: "Heilig, heilig, heilig, voor de Here!" Amen! Ik ben zo blij dat ik van haar afweet. Ik ben zo blij dat mijn naam in haar Boek staat, daarin gezet, niet door mijn goedheid (o nee, hij zou er nooit ingestaan hebben; of door uw goedheid), maar door de goedheid en de genade van God, Die onze namen voor de grondlegging van de wereld in Zijn Boek zette.
180 Wat is het kenmerk van de gemeente? Wat zal zij gaan zijn? Wat was zij? Wat is het? De eruit geroepen groep. Wie stelde haar in? Jezus Christus; niet een bisschop, niet de Katholieke kerk, niet de Methodisten, niet Luther, niet Wesley. O nee. Wie richtte haar op? Jezus Christus. Wat is haar boodschap? Bekering, waterdoop, doop van de Heilige Geest, Goddelijke genezing, redding. Hoe worden we er lid van? Door erin geboren te worden. Kunnen we zonder dat naar de hemel gaan? Beslist niet! Want diegenen die in Christus ontslapen zijn zal God met Hem wederbrengen, en niemand anders dan diegenen die in Christus gestorven zijn. Jezus komt voor diegenen die dood zijn in Christus. Efeze, het vierde hoofdstuk, zei dat de... Nee, het is Galaten, geloof ik, dat zei in het vierde hoofdstuk: "Diegenen die dood zijn in Christus zal God wederbrengen met Hem." "Diegenen die dood zijn in Christus zal God wederbrengen met Hem."
181 Nu, daarom is zij een eruit geroepen groep, een mystiek lichaam. Christus stelde haar in. Voor Hij stierf sprak Hij ervan dat het kwam. Hij zei: "Ik zal komen en Koning zijn over dit domein. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij. Gij zult niets te doen hebben met het Koninkrijk van de wereld."
182 Dat is de reden dat ze zich in zo'n verwarring bevinden, die 'Babylon' wordt genoemd. De een zegt: "Wel, prijs God, ik ben Presbyteriaan. Prijs God, ik ben Methodist. Prijs God, ik ben..." Prijs God, ik ben een Christen. Amen. Dat is het. Hoe weet ik dat ik het ben? Deze tekenen volgen de gelovige. Ziet u, daar is uw identiteitskaart. Niet zeggen: "Wacht eens even, ik geloof dat ik mijn lidmaatschapskaart heb." Nee. Ik heb er geen. De mijne bevindt zich daarboven. Deze hier beneden zou ik kunnen verliezen, maar Hij vertelde mij dat Hij mij voor de wereld begon mijn identiteitsbewijs gaf; aan ieder die het Koninkrijk binnen is gekomen. Hij wordt bewaard in de hemel, zodat de gegevens betrouwbaar zijn. Ik ben zo blij. Ik...
183 Iemand zei: "Ik heb God gezocht, ik zocht God." Dat is in tegenspraak met de Bijbel. Het is God Die ú zoekt, niet u die God zoekt. God liep heen en weer door de hof van Eden, en riep: "Adam, waar zijt gij?" Het was niet Adam die riep: "God, waar zijt Gij?" Het was God Die riep: "Adam waar zijt gij?"
184 O, ik ben zo blij dat ik een lid van haar ben, u niet? Ik ben zo blij, in deze geweldige gemeente... Het spijt me dat ik u tot zo laat heb vastgehouden, maar gelooft u in deze geweldige gemeente? Gelooft u erin? Gelooft u dat het een mystiek lichaam is?
185 Nu, u Katholieke mensen, het enige wat u hoeft te doen om er een lid van te worden, is Jezus Christus te aanvaarden en uit de Geest geboren te worden. U Baptisten, u Methodisten, Presbyterianen, en Lutheranen, wat u ook bent, luister hiernaar. Denk niet dat ik het opneem voor de Pinksterkerken. Er zijn net zoveel afvalligen in de Pinksterkerken als in welke andere kerk ook. Zo is het precies. Ze komen alleen binnen in naam en belijdenis, dat is alles. Maar een bezit, dat hebben ze niet. Dat is juist. Want wanneer u uit de Geest geboren bent, dan wordt u een nieuwe schepping, en dan begint God met u te handelen als met zonen, en wordt u geleid door de Geest van God. Ongeacht tot welke organisatie u behoort, dat heeft er niets... dat is slechts een kleine oude wereldlijke instelling die zal vergaan. Maar bent u een lid van dit grootse, mystieke lichaam van Christus? Zo niet, moge u Hem dan vanavond ontvangen, terwijl we onze hoofden een ogenblik buigen voor gebed.
186 Terwijl we nu nadenken... Zouden er hier enigen zijn die hun hand zouden willen opsteken en zeggen: "God, ik heb mijn hand naar U opgestoken, maak mij een lid van die gemeente vanavond. Geef mij de geboorte, dat het mij toebehoort. Hebt U mij geroepen, Here? Dan wil ik een lid van die gemeente zijn. Ik hoor bij een van deze aardse organisaties, maar ik heb de ervaring niet. Ik heb de kracht niet om duivelen uit te werpen en deze dingen te doen die U zei dat de gelovige zouden volgen. Ik heb dat tot nog toe niet ontvangen, Here. En U zei, dat dat teken 'zal'...; zal betekent dat U het 'zult'; geef mij kracht, Here."
187 God zegene u. God zegene u, en u, en u, u allen die uw hand hebt opgestoken. God zegene u en geve u die kracht om een lid te zijn van deze grootse gemeente, de gemeente van Jezus Christus. Nog iemand anders, voor we gaan bidden? God zegene u, jongedame. God zegene u, zuster. God zegene u. Ja, ik zie uw handen daar helemaal achteraan. God zegene u, hier, ik zie je hand, zoon. Zie uw handen hier, broeder. Ja, God zegene u en uw kleine daar, het jonge meisje. God zegene u. Iemand anders, steek gewoon uw hand op. God zegene deze zuster die hier zit. "Ik wil lid worden. Ik wil Zijn bloed op mij hebben als ik vanavond dit gebouw verlaat, opdat ik uit zou mogen gaan en dat mijn leven het uitroept: 'Heilig voor de Here.'" God zegene je daar achteraan, zoon. God geve je de zegeningen. Nog iemand nu, steek uw hand op? Iemand anders die zegt: "God, wees mij genadig?" Als u het verlangen hebt om naar voren naar het altaar te komen voor een woord van gebed, terwijl we dit lied zingen: "Kom thuis, kom thuis; u die vermoeid bent, kom toch thuis." Als u onzeker bent over uw toestand, dan nodig ik u uit om te komen...