Het gemeente tijdperk van Pergamus
Door William Marrion Branham1 In orde. Nu, wat mij betreft zou het beter zijn dat uit te doen. In orde.
2 Wij zijn zo blij hier vanavond opnieuw in de dienst van de Heer te zijn. En gisteravond voelde ik echt dat het duizendjarig rijk was aangebroken. En nu geloof ik dat we hier een paar vragen hebben gekregen en ik zal ze in m'n jaszak doen zodat... Ik vermoed dat dit voor gebed is, om voor te bidden. En we zijn... Ik zal proberen naar mijn beste weten er antwoord op te geven.
3 Zeg, als je tegen Doc zou willen zeggen of hij dat wil uitdoen, het schijnt precies bovenop mij. Ik sta niet onder een zoeklicht, weet u. Ik ben niet zoals een van die "zoeklicht" predikers. Ik neem aan dat het zonder beter is. Vorige...
4 Ik vroeg erom, Doc. Het spijt me, het spijt me, zie je. O, o, wacht! Moet je erbij zien te komen en eraan werken? [Broeder Branham heeft een conversatie met z'n broer Doc – Vert] O, wel, laat maar gaan. Wel, laat maar zo. O nee! Nu, laat het niet vallen. Nu vind ik het beter. Soms... Ik houd er niet van als er een lamp recht in je gezicht schijnt, weet u. Het schijnt nu zo dat ik beter kan zien. Dankjewel, meneer. Ik krijg hem nog wel.
5 Weet u, je kunt niet uitgepraat raken over deze gemeente-tijdperken. En toen ik vandaag op deze studeerde, zei ik tegen mijn vrouw: "Oh, ik heb genoeg teksten om vanuit deze ene vijftig predikingen te prediken." Zie? Ze zijn gewoon... Er zit niets anders op dan alleen de hoogtepunten aan te raken, en misschien kunnen we proberen er meer in te krijgen als we het boek schrijven.
6 Ik heb u hier nog niet gezien, broeder. Hoe maakt u het, broeder West? Ik hoorde zojuist goed nieuws, dat de laatste van het gezin van broeder Daulton is binnengekomen, nog een jongen... nog een meisje. Dat zijn er tien, is het niet? Negen. U herinnert het zich dat dat gebeurde tijdens de nieuwe bediening, toen de Heer hem daar vertelde dat de... zijn familie zou worden gered. Ik was aan het bidden voor hen, stond daar en wist niet wat ik zou gaan zeggen, en de Heilige Geest sprak: "Ik geef u uw gezin." Ziet u? En daar is het, ieder van hen. Ziet u hoe de Heer het doet? Kijk, Zijn woorden zijn volmaakt, zij falen nimmer, nimmer. Wel, we willen niet de kant van Goddelijke genezing opgaan, we proberen zolang mogelijk te blijven bij dit gedeelte, de profetische kant.
7 Vanavond zal ik proberen, als ik kan, om alleen maar te spreken en we zullen op de historische gedeelten van dit grote gemeente-tijdperk ingaan, van het tweede... of derde gemeente-tijdperk waar we vanavond aan toe zijn. Verheugt u zich erin? Welnu, ik uitermate. Ik geloof echt dat het wonderbaar is hoe de Here Jezus ons heeft gezegend en ons deze dingen heeft gegeven; en we waarderen het met geheel ons hart dat Hij ons voortijds laat weten wat er in de toekomst zal gebeuren. Hij weet het einde vanaf het begin en daar zijn we zo blij om. Dus we vertrouwen dat de Heer ons zal zegenen.
8 Hebt u gisteravond opgemerkt, dat de Heilige Geest ons (nadat de dienst voorbij was) drie boodschappen en drie zielen heeft gegeven? Geheel juist. En toen de Geest aan het spreken was, werd er tijdens de laatste uitlegging herhaald, het kwam terug, sprak: "Wat de Geest tot de gemeente zegt..." Of, "Die een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt." Gewoon... En de Geest die het zegt door de gaven van de gemeente. O, moge de gemeente dat nu eerbiedig houden, blijf daar eerbiedig mee. Wees voorzichtig; Satan zal langskomen, zal proberen u er de verkeerde kant mee op te laten gaan. Wees er zeker van dat het iedere keer de Heilige Geest is. En als het de Heilige Geest is, zal Hij direct spreken over iets wat bezig is. Het is voor de opbouw van de gemeente. Ziet u? En wanneer u deze eerbiedigt, zal God u meer geven. Kijk, het voegt er steeds meer en meer aan toe. En zolang...
9 Iemand belde op en vroeg... er belden vandaag mensen op die vroegen wanneer er genezingsdiensten zijn. Nu, zodra deze diensten voorbij zijn – aanstaande zondagavond – ga ik een paar dagen weg om m'n keel een beetje te laten uitrusten en de daarop volgende zondag, zo de Here wil, zullen we een genezingsdienst houden; de volgende zondagmorgen. Dat zal de... weet niet precies welke datum dat zal zijn, maar het zal de week na... De achttiende, zondagmorgen. Is dat goed, broeder Neville? [Broeder Neville zegt: "Jazeker." – Vert] Zondagmorgen, de achttiende, gebed voor de zieken.
10 Wat dit betreft, onze herder hier, ik heb nog geen gelegenheid gehad veel over hem te zeggen, maar ik wil dat u allemaal probeert onze herder te leren kennen. Hij is een echte broeder in Christus. Wij zijn blij een broeder te hebben die opgroeide met een Methodisten-achtergrond met heiligheid. Wij allen kennen Orman Neville, iedereen in de buurt kent hem. Er is niemand die met een vinger naar z'n leven kan wijzen. Ik zou... Hij houdt er niet van dat ik dat zeg, maar toch zou ik hem liever nu een klein rozenknopje geven dan een hele krans na zijn heengaan. Ziet u? Het is nu de tijd.
11 Op een avond liep ik de kerk uit en iemand zei: "O, broeder Branham, ik waardeerde die prediking echt."
12 En ik zei: "Dank u."
13 Er stond echter iemand bij de deur (het is jaren geleden gebeurd, hier bij de Tabernakel), een prediker, hij zei: "Wel, prijs God, ik zou niet willen dat iemand dat tegen me zei." Hij zei: "Ik wil dat alle glorie naar God gaat."
14 En ik zei: "Wel, dat gaat het ook." Zie? En ik zei: "Wel, ik houd er zelf wel van." Ik zei: "Ik houd er echt van. Ik moet eerlijk zijn."
15 Hij antwoordde: "Wel, ik houd er niet van als mensen dat over mij zeggen, prijs God!"
16 Ik zei: "Er bestaat slechts één verschil tussen mij en u: ik ben er eerlijk over en u niet."
17 Iedereen houdt ervan... Neem een klein kind, prijs hem een beetje, hij zal beter zijn best doen; zie je, prijzen. Ziet u? En God houdt er altijd van Zijn kinderen te vertellen dat ze iets goeds doen. En Hij houdt ervan ze te vertellen wanneer ze verkeerd doen, dus waarom ze niet vertellen dat ze het goed doen? Begrijpt u?
18 Dus ik dank God er beslist voor dat broeder Neville de herder is van deze kudde hier in de Tabernakel. En als ik die man zie, met zijn Methodistenachtergrond, langzaam tot... Wel, hij was gewend om in de verkeerde stal te eten, maar ontdekte door de grote Heilige Geest... en komt nu in deze gaven; en wat gebruikt de Heilige Geest hem vloeiend als hij z'n eigen verstand niet gebruikt. Let op de uitlegging met hetzelfde ritme en dezelfde toonhoogte, zoals zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden, enzovoort, er precies aan beantwoordend.
19 En deze kleine broeder, ik geloof niet dat hij is... Junior Jackson. Wel, ik zal me stilhouden, Junie. Ik dank God voor Junie Jackson; de broeder heeft beslist een grote gave van de Here.
20 Blijf altijd nederig. Nu, iedereen in de gemeente heeft iets te doen; maar laat het nooit voor iets anders worden gebruikt, laat het passen met de rest van de gemeente. Alle dingen zijn voor God. Zie? Zie? Laat niet iedereen in tongen willen spreken, iedereen uitleggen.
21 Probeer iets goeds te doen en blijf goed; houd geen boosheid, geen wrok vast, geen enkele bitterheid. Hoe slecht de persoon ook is en hoe slecht ze over u spreken, denkt u nimmer boos in uw hart over hen, want precies daar zal de duivel binnen stappen, daar iets opwerken. Houd het allemaal bedekt met Goddelijke liefde en belijdenis, en maak het goed en doe goed aan degenen die u kwaad doen. "Als u slechts goed doet aan degenen, die u goed doen, wel," zei Jezus, "doen de tollenaars niet hetzelfde?" Kijk, de zondaren, iedereen kan goed doen aan degenen die goed zijn voor hem. Maar wees goed voor degenen die niet goed zijn voor u; doe iets voor degenen die niets voor u zouden willen doen. Spreek een goed woord voor de man die kwaad over u zou spreken en op die manier houdt u alle bitterheid uit uw hart. Dan zult u altijd van iedereen houden, zolang u in de liefde blijft.
22 Nu zult u zeggen: "Wel, ze deden..." Wíj zijn niet de rechter, Gód is de Rechter. En u zou toch niet willen dat die arme kerel werd verworpen, is het niet? Beslist niet, ongeacht wie zij zijn. U zou dat niet willen, probeer dus vriendelijk voor hen te zijn. "En liefde bedekt een menigte van zonden." Beslist. Liefde, precies die goede, christelijke, Goddelijke liefde.
23 Als er iemand aankomt die u een "heilige roller" noemt en allerlei namen... Nu, speel geen toneel. Als u het op die manier niet kunt, loop dan weg. Maar in uw hart zou u tot een plaats moeten kunnen komen dat u zegt: "Wel, het... misschien, broeder, als u het op de manier zou begrijpen zoals ik het doe, zou u er net zo over denken als ik." Begrijpt u? En wees echt vriendelijk tegen hem en ga op die manier door. En al zouden wij zover van elkaar staan als het oosten van het westen, dan zou dat geen enkel verschil maken.
24 Zoals ik gisteravond zei, ik heb een broer die een... hij is een flinke man, Melvin; hij is lang, blond. Nu, we lijken zo weinig op elkaar dat het lijkt of we totaal geen familie zijn. Onze smaken zijn verschillend en onze verlangens zijn verschillend; maar toch is zijn moeder mijn moeder, zijn vader mijn vader, hij is mijn broer. Ziet u? Omdat we in hetzelfde gezin geboren zijn.
25 Wij zijn verschillend. Melvin is geen Christen en hij houdt van honkbal, paardrennen en dergelijke dingen. En ik geloof dat hij van chocoladetaart houdt, dus ik weet zeker dat we op dat gebied verschillend zijn. Want ik houd niet van paardenrennen of honkbal, ik houd van vissen en jagen. Ziet u? En hij zou daar geen vinger naar uitsteken en ik zou voor dat andere geen vinger willen uitsteken. Zodoende, maar hij houdt van chocoladetaart en ik houd van kersen. Dus...
26 Nu, ik gooi geen visje uit, hoor. Maar ik zei dat eens ergens in een samenkomst, dat ik van chocoladetaart hield en de volgende avond had ik ongeveer vijf chocolade... of kersentaarten. Ik had vier of vijf kersentaarten die de zusters hadden gebakken en aan mij gaven. O! Hadden wij die avond een feest! Maar ik bedoel het niet op die manier. Zie?
27 Ik heb dus de bedoeling om u het verschil te laten zien, begrijpt u. Maar ongeacht wat hij is, ik houd van hem, hij is mijn broer. Hij is geen Christen want hij ziet de dingen in een ander licht; ik zie dingen in het licht van Christus, maar toch kan ik niet zeggen dat hij mijn broer niet is, want we zijn als broers in dezelfde familie geboren.
28 Nu, gisteravond deed ik tenslotte een uitspraak. En onthoud nu dat de eerste boodschap tot de gemeente kwam na degene waar u vanaf weet – afgezien van ginds in Kentucky – dat er in deze samenkomst mysterieuze dingen zouden zijn die velen zouden schokken. Herinnert u zich dat? Het staat nu op de band. Gisteravond werd er één van geopenbaard. Het stopte even, maar ik ben er zeker van dat u het vatte; want de Heilige Geest bracht tot ons wat het zou zijn: een eeuwige hel, daarvan staat niets in de Bijbel.
29 Er bestaat geen eeuwige hel. Als u eeuwig... als u voor eeuwig en altijd in de hel zou branden dan zou u eeuwig leven moeten hebben om daar te zijn, als u leeft. En er bestaat slechts één vorm van eeuwig leven, dat is God! Ziet u? Dus de Bijbel leert niet dat er een eeuwige hel is, het leert dat er een 'eeuwigdurende' hel is. Dat zou tienduizend miljoen jaren kunnen duren, ik weet het niet, maar het moet ophouden.
30 Want ik moest het daar in brengen. Ik houd het bij de kerken en dergelijke vandaan totdat ik... het mij voorkomt het te zeggen. Vervolgens zijn hierin verschillende dingen die aan mij worden overgelaten om het te zeggen en iedere avond zullen we ze ontdekken.
31 Maar begin nu vanaf vanavond uw geestelijk denkvermogen aan te zetten, ziet u, laat de Heilige Geest het er gewoon laten inzinken. En als u het dan hoort en er niet mee instemt, ga dan weg en zeg: "Die arme broeder Branham, hij begrijpt er echt niets van. Ik zal voor hem bidden." En u doet dat en dan zal ik... de Here zal mij dan bekendmaken wat de waarheid is, maar blijft u vriendschappelijk met mij en verwerp me niet. Dat zou óók waar kunnen zijn, maar o, ik heb zo'n goede tijd om op deze manier te denken. Het laat de hele zaak in elkaar passen. En ik zou verkeerd kunnen zijn, er zou daar ergens een hiaat kunnen zijn waar ik niets over weet, misschien weet u dat wel, maar bidt u dan tot de Heer of Hij het me wil laten zien.
32 En nu, boven alle dingen, blijf voor elkaar bidden en laat de duivel nooit ergens enige bitterheid opwerpen. Zie? Houd uw zielen rein in dit uur, want wij bevinden ons in de sluitende uren van de geschiedenis van deze wereld. Ziet u? Wij zijn aan het einde, vrienden, zonder enige schaduw van twijfel.
33 Terwijl wij door deze gemeente-tijdperken gaan, zullen we het spoedig ontdekken en misschien vanavond al behoorlijk veel. We geven min of meer een achtergrond en onderbouwen datgene waar we op uit willen komen en vanavond openbaren we enige echte geestelijke dingen. Onthoud nu, ik heb het gezegd, u zult uw geestelijk denkvermogen moeten gebruiken. Maar let op de Schriftgedeelten, het moet in de Schrift zijn en het moet door de Schrift zijn. Zie? Onthoud nu de... Alleen kennis van het Woord zoals: "Wel, ik ging naar de middelbare school. Ik ging naar de Bijbelschool. Ik ging naar de universiteit." Dat betekent niets. Alle Farizeeën en Sadduceeën deden hetzelfde en het kennen van Jezus misten ze miljoenen mijlen. Zie?
34 De Schrift, de openbaring van de Schrift "is verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen en geopenbaard aan kinderkens, die willen leren." Laten u en ik dan kleine kinderen zijn en eenvoudig onze harten ontlasten en zeggen: "Here, vertelt U het ons maar en wij zullen luisteren." En vat dan de geestelijke toepassing. Onthoud dat nu, vat van de woorden die vanaf vanavond zullen worden gezegd de geestelijke toepassing, want we betreden een groot mysterieus gemeente-tijdperk.
35 Nu, ik geloof dat dat alles was. Onthoud voor morgenavond dat we een ander tijdperk hebben, iedere avond één. Ik ben er van overtuigd, dat als we morgen genoeg tijd zouden hebben, we over deze de hele dag zouden kunnen doen en morgenavond ook nog. Maar, ziet u, velen van hen zullen moeten werken en ik zal proberen alleen de hoogtepunten van deze boodschap te nemen, de plaatsen aantippen waar hier over gesproken wordt, terwijl je er een van zou kunnen nemen en het uitpluizen totdat je niet meer weet waar het zou ophouden. Begrijpt u? Maar... Bestudeert u het dan thuis en ik zal voor u bidden en bidt u voor mij en God zegene ons tezamen als Zijn gelovige kinderen.
Voordat we nu beginnen, vraag ik me af of het niet te zwaar zou zijn voor u om op te staan.
36 Weet u waarom ik ervan houd om staande te bidden? Jezus zei: "Als u staat en bidt, bid dan: 'Onze Vader die in de hemelen zijt. Vergeef dan elkander.'" Ziet u? Vervolgens koos Gideon eens zijn leger uit degenen die rechtop stonden en het water namen. Ziet u? Dus degenen die vielen, zij strekten zich op de grond uit voor afgodsbeelden en hij wist dat zij niet geschikt waren om te gaan. Degene dus die stond met voortdurend oplettende ogen. Dat is de manier waarop wij het doen: staan en bidden. Ik geloof ook in knielen en bidden, maar staan en bidden – ik denk dat het op de een of andere manier iets voor ons betekent.
Laten we nu onze hoofden buigen, ieders hart eveneens:
37 Genadige hemelse Vader, wij naderen nu plechtig tot Uw troon der gerechtigheid. En wij komen niet om U te vragen ons gerechtigheid te geven, want wij zouden dan allen worden verteerd, maar wij komen U smeken: "Genade, o Heer!" Stort vanavond van Uw Heilige Geest op ons uit; niet omdat wij waardig zijn, maar omdat wij onwaardig zijn en het beseffen en het erkennen, en wij komen niet in onze eigen naam, omdat die niet toereikend is. Wij hebben geen gerechtigheid, of niets, onze allerbeste gerechtigheid zou in Uw ogen vuile lompen zijn. Wij komen dus nederig in de Naam van de Here Jezus, brengen Hem voor ons, het bloed van Zijn verbond, plaatsen het op onze harten en zeggen: "God, wees ons zondaars genadig die in dit uur van verwarring om genade smeken." Wanneer op een dag de laatste prediking gepredikt zal zijn – wij weten niet wanneer dat zal zijn – zal er voor de laatste keer een geroep gaan door de lucht; de Bijbel zal gesloten op de preekstoel liggen; de wapens zullen zijn weggezet; het tromgeroffel klinkt; de zon zal ondergaan. O God! Verberg mij dan, o Rots der eeuwen, in dat uur.
38 En wij zien nu dat er geen ontsnapping mogelijk is dan slechts door U. Wij zien naties uiteen vallen. Wij zien de Bijbel vervuld. Wij zien Israël ontwaken. Wij zien de boodschap aan de gemeente. En ten tijde dat grote dingen worden geopenbaard en de zeven zegels opengaan, is het uur zo ongeveer voorbij.
39 God, God, o God, wees ons genadig, wij smeken om genade. En als Uw dienstknecht smeek ik vanavond om genade voor een ieder in Goddelijke tegenwoordigheid. God, moge er niet één persoon onder ons zijn die zonde heeft in zijn ziel, maar moge het precies nu worden gereinigd door het bloed van de Here Jezus, zodat wij elkaar daar allemaal mogen ontmoeten in die gezegende plaats ginds in de lucht.
40 En terwijl ik dit Schriftgedeelte vanavond benader, Vader, o, ik ben ontoereikend. God, niemand van ons is toereikend. Wij geven toe dat wij niets weten, Vader, maar wij dragen onszelf eerbiedig op aan de Heilige Geest opdat Hij het aan ons openbare. Als wij door onze verstandelijke kennis – die U ons hebt gegeven – de geschiedenis ontvouwen, moge de Heilige Geest dan de geestelijke uitleg aan onze harten geven. Sta het toe, Vader, want wij wachten op U in de Naam van Jezus, Uw Zoon. Amen. (U mag gaan zitten.)
41 In het tweede hoofdstuk van het boek Openbaring, de tweede gemeente... het derde gemeente-tijdperk. Te beginnen... [Een zuster spreekt in een andere taal – Vert] Neem me niet kwalijk.
42 Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome; Uw wil geschiede zowel in de hemel als op de aarde. Wij vragen U om met ons te zijn, Vader, en zegen ons en help ons om verstandige bouwmeesters te zijn in dit uur van grote nood onder de mensen. Wanneer men doorgaat in verwarring en het andere, help ons om op ons best te zijn, Heer, Uw dienstknechten te zijn door Christus' Naam. Amen.
43 Nu, ik zeg dit eerst opdat u het zult weten. Hebt u opgemerkt dat de uitlegging op het Woord niet kwam? Ongetwijfeld was onze zuster gezalfd met de Heilige Geest, maar ze gaf de boodschap nadat met het Woord begonnen was, ziet u. Het is net een klein beetje uit de orde van de zaak. Nu, dat was in orde, geliefde zuster, wie u ook bent. De Heilige Geest op u, o, het is zo moeilijk om het dan in te houden, ik weet het. Het is net als... Of wanneer je iets zegt en... Kijk, het was in orde; maar waarschijnlijk voelde u het zelfs al voordat wij begonnen, begrijpt u. En om die reden komt het terug als de Geest bezig is. De geesten van de profeteerders zijn onderworpen aan de profeten, ziet u. Dat bent u.
44 Misschien zalft de Heilige Geest u opnieuw, zie – ik hoop dat Hij dat doet – vlak nadat de dienst voorbij is. Let dan op de uitlegging die komt, zie, want dan zou het regelrecht in orde zijn, ziet u; maar wij benaderen nu het Woord hier. Dus dat was echt van God, dat was het echt; ik geloof het en voel het met mijn hele hart, want ik voelde de respons erop, ziet u. Maar de Heilige Geest... het was de tijd niet. Hij had een boodschap door de zuster aan de gemeente, maar nu werkt Hij hier in Zijn boodschap. U begrijpt, Hij zou Zichzelf niet in verwarring brengen, Hij plaatst alle dingen ordelijk. Ik ben er zeker van dat iedereen begrijpt dat dit juist is.
45 Nu, in het tweede hoofdstuk van het boek Openbaring. En laten... We beginnen vanavond met het tijdperk van Pergamus, het twaalfde vers. Gisteravond eindigden we bij het elfde vers:
Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, zal door de tweede dood niet beschadigd worden.
46 In het eerste gemeente-tijdperk ontdekten we dat de Nikolaïeten begonnen binnen te komen. God openbaarde Zichzelf als... Jezus openbaarde Zichzelf als de Almachtige God: geen ander, geen delen, geen stukken van God, Hij alleen was God.
47 In het gemeente-tijdperk van gisteravond ontdekten we dat Hij aan de deur stond en Hij schreef deze dingen aan de gemeente en vertelde hun over hun armoede. Maar Hij zei dat ze waren... deze Nikolaïeten, enzovoort, die Hij haatte.
48 Gisteravond waren ze... ze droegen de martelaarskroon. Hij vertelde ze niet bevreesd te zijn tot de dood, omdat Hij met hen zou zijn. En dan zei Hij tenslotte: "Wie overwint! Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden."
49 Nu, als er één dood is (en daar weten wij van), dan moet er ergens nog een dood zijn, want één dood sterven wij hier in het vlees, de tweede dood sterven wij in de geest, de ziel. "En de ziel die zondigt, die zal zeker sterven." Sterven is absoluut weggaan bij alles vandaan; zie, u bent – u bent... Dood betekent weggenomen worden, het is – het is weggebracht worden, verborgen. Dus als onze geliefden sterven, zijn zij niet meer in bestaan zover als wij weten. Dat noemen wij dood.
50 Maar een Christen sterft niet. Er bestaat geen Schriftplaats dat een Christen sterft, want Hij heeft eeuwig leven. Wanneer een zondaar sterft is het met hem afgelopen en zijn ziel zal uiteindelijk sterven. Maar wanneer een Christen sterft, wacht hij slechts om opnieuw met Jezus terug te keren. O, ik hoop dat ik vanavond tijd heb toe te komen aan het einde van dit visioen, tot daar waar wij terugkeren; en u zult zien hoe diezelfde zaak van de tweede dood naar voren wordt gebracht. Dit hoofdstuk waar wij het vanavond over hebben brengt dezelfde zaak naar voren, het is hier zo'n prachtige toepassing.
51 We zullen vanavond dit hoofdstuk echt snel lezen omdat ik enige historische informatie heb die we eerst willen geven en we proberen u niet te lang te houden. Nu, nadat deze diensten voorbij zijn – iedere keer dat ik dit te snel heb gelezen en u wilt er de uitleg van hebben – broeder Mercier hier heeft het allemaal, ik geef de notities meteen aan hem en hij kan ze krijgen omdat hij aan het boek werkt; hij zal u er alles over geven wat u maar wenst. Zou dat in orde zijn, broeder Mercier?
52 Het twaalfde vers:
En schrijf aan de engel der gemeente, die in Pergamus is: Dit zegt Hij, Die het tweesnijdend scherp zwaard heeft:
Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk waar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij u, waar de satan woont.
Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van Bileam houden, die Balak leerde de kinderen Israëls een aanstoot voor te werpen, opdat zij afgodenoffer zouden eten en hoereren.
Alzo hebt ook gij, die de lering... (Daar in Efeze waren het werken, nu is het een 'lering' geworden.) ... de lering der Nikolaïeten houden;... (Herinnert u zich dat ik u dat gisteravond vertelde, hoe het zover was gekomen? Een werk in Efeze, nu is het een 'lering'.) ... de lering der Nikolaïeten houden; hetwelk Ik haat. (Uh!)
Bekeer u; en zo niet, Ik zal haastig tot u komen en zal tegen hen krijg voeren... (niet tegen de ware gemeente, tegen hen) met het zwaard van Mijn mond.
Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem... (hem...) geven een witte keursteen, en op de keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.
Moge de Here Zijn zegeningen hier aan toevoegen en ons nu helpen als wij het pogen.
53 Nu, de achtergrond van deze gemeente. Het is het derde gemeente-tijdperk, genaamd Pergamus. En de datum dat deze gemeente bestond was van 312; 312 tot 606 na Christus.
54 Het tijdperk was: valse leer, Satan die loog, de grondlegging van pauselijke regering en huwelijk van kerk en staat.
55 De beloning was: verborgen manna, een witte steen.
56 En voor de ster, de engel van deze gemeente, heb ik Martinus uitgekozen, door al hetgeen de Heilige Geest mij toestond te doen. Het was de openbaring die mij erover werd gegeven, terwijl ik over de andere heiligen gedurende die tijd las. Ik koos Martinus eruit omdat hij een godvruchtig man was; naar mijn mening was hij tienmaal meer apostel dan Patricius.
57 Patricius was de neef van Martinus; de zuster van Martinus was de moeder van Patricius. En Martinus was... natuurlijk, dat was Patricius' oom.
58 Zijn leven duurde van 315 tot 399 na Christus. Hier is de reden waarom ik hem verkoos boven de andere heiligen van die tijd, vanwege de wijze waarop hij zich gedroeg. En door de inspiratie van God geloof ik niet dat...
59 Nu, de Katholieke kerk verklaarde hem niet heilig, zij erkenden hem niet en dat is nog een reden waarom ik hem koos. En allen die wij zagen, die de geestelijke bediening hadden, werden door de vroegere kerk verworpen. De Nikolaïetische kerk verwierp ze vanwege deze dingen: zij waren geestelijk. Zoals ik het hier heb getekend, de gemeente werd eruit gedrukt en de Nikolaïetische leer was in de meerderheid en de ware gemeente was in de minderheid; zo is het altijd geweest.
60 Zoals ik in het begin heb gezegd, het was Jezus die zei: "Vrees niet, klein kuddeke, het is uw Vaders welbehagen u het Koninkrijk te geven." Daarom vergelijk ik het Koninkrijk met een geestelijk Koninkrijk. En wij zijn... hebben een geestelijk Koninkrijk en wij zijn daar zo blij om; en een Koning in dit Koninkrijk. Onthoud, Hij is de Koning der heiligen (de geheiligden). Hij is hun Koning die hen leidt.
61 Het leven van Martinus was... is een van de geweldigste levens in vergelijking met anderen in de gemeente-tijdperken, gevuld met wonderwerken. Vanaf het begin met Paulus was hij een van de meest geestelijke mannen. Hij was...
62 Een van zijn eerste wonderen was... In het begin was hij soldaat, geloof ik. En toen hij op een dag ergens liep, was daar iemand... Er lag een man, koud en rillend en alle mensen wilden... of, iedereen die in staat was de man te helpen, wilde het niet, ze liepen hem gewoon voorbij zoals de priester en de Levieten deden bij de barmhartige Samaritaan. Maar toen Martinus voorbij kwam, besefte hij wat zijn Christenplicht was. Hij had één mantel, een cape over z'n schouders, hij sneed hem met zijn zwaard in tweeën en gaf de helft aan de bedelaar, zelf nam hij de andere helft. En in diezelfde nacht begon zijn loopbaan, want Jezus Christus verscheen aan hem in een visioen in dezelfde mantel gehuld die hij in tweeën had gesneden; hetgeen de Schrift vervulde: "In zoverre gij dit aan dezen hebt gedaan, hebt gij het aan Mij gedaan."
63 Neem dat dus aan als een les. Wat u ook voor iemand doet, dat doet u aan Christus. Onthoud dat. Laten we dat gezamenlijk zeggen [Broeder Branham en de samenkomst spreken tegelijkertijd – Vert]: "Wat u voor anderen doet, heeft u voor Christus gedaan." Het gaat er dus niet om hoe hij over u denkt, het is hoe u over hem denkt, ziet u, dat brengt de zegen.
64 Dat was zijn eerste wonder en het begin van zijn bediening. Er is zoveel over te zeggen, ik zou er de tijd niet voor hebben. Want ik wil u morgenavond en iedere avond terughebben, dus wil ik u niet te lang houden.
65 In orde, het volgende wonder dat ik uitkoos om vanavond over te spreken...
66 Hij brak het heidendom volkomen af en hij was vierkant tegen de kerk van Rome. Hij was het volstrekt oneens met al de Roomse bisschoppen van de eerste kerk, ze werden wereldgelijkvormig, enzovoort, en hij wederstond ze. Hij was beslist tegen hen. Het is zelfs een wonder dat hij leefde, in dat soort tijden. Nu...
67 Maar op een dag vernielde hij een heidens bosje en verbrak een heidens altaar en daar stond een heilige boom bij het heidense altaar. En hij hakte deze boom om en er stonden velen bij die het ermee oneens waren. Hij zei: "Als ik een man Gods ben, bind me dan vast in de richting waarheen de boom overhelt en laat de boom op mij vallen. Als ik een man van God ben... Als ik geen man van God ben, zal de boom mij doden. En als ik een man van God ben, mijn God kan die boom ergens anders naartoe draaien." Nog al een uitdaging! Dus ze begonnen op die boom te hakken en toen de boom begon te vallen, zwaaide hij om en doodde een aantal toeschouwers. God draaide hem omhoog tegen de heuvel. Een wonder! O, de hele tijd waren er wonderen in zijn samenkomst.
68 Een ander wonder waar ik over wilde spreken was een dode baby waar hij zijn lichaam overheen legde. En het kwam opnieuw terug tot leven, nadat hij enige tijd voor deze baby had gebeden.
69 Nog één die voor mij heel opmerkelijk is, was de keizer. Hij zou enigen van Gods mensen, die gevuld waren met de Heilige Geest, gaan doden. Natuurlijk was hij de rechterhand van de bisschop van de eerste kerk in Rome, toentertijd, en eigenlijk was hij een paus voordat hij paus werd genoemd. Zijn naam was D-a-m-a-s-u-r, en hij bracht alle Christenen ter dood die hij te pakken kon krijgen om te doden. En de vrouw van de keizer was een heidin en haar eigen hart was verduisterd.
70 En toen deze geheiligde Martinus kwam om te bemiddelen, nam zijn vrouw hem terzijde en zei dat hij wilde proberen te bemiddelen voor deze Christenen, zodat ze niet gedood zouden worden. Natuurlijk, toen hij tenslotte bij hem kwam deed het geen enkel goed, want hij was de rechterhand van deze paus, dus hij doodde deze met de Heilige Geest vervulde Christenen hoe dan ook.
71 Maar Martinus wilde het gesprek met hem, en de wachtposten hielden hem staande bij de poort. Wel, Martinus viel op zijn aangezicht en lag daar en bad totdat God hem toonde naar binnen te gaan. Toen stond hij vandaar op, liep op die gesloten deuren toe en ze openden zich vanzelf en hij liep door.
72 Nu, dit is geschiedenis, dit is niet zomaar iets wat iemand over hem heeft opgeschreven, zomaar wat... Ze zouden minstens achterdochtig zijn geweest als het wat kerkverhalen zouden zijn geweest, of, ik bedoel de Roomse kerk, zij zouden deze dingen niet noemen. Maar kijk, de geschiedenis vertelt de waarheid. Ziet u?
73 En deze man Martinus liep gewoon verder langs iedere wachtpost en al het andere, regelrecht tot voor de keizer. En de keizer wilde geen respect tonen voor Gods dienstknecht. Weet u, dat is niet – dat is niet welgemanierd. Hij draaide dus zijn hoofd om en wilde geen aandacht aan hem schenken. Weet u wat God deed? Hij probeerde tot hem te spreken en hij bleef zijn hoofd afwenden en God veroorzaakte dat deze heiden respect moest tonen voor Zijn dienstknecht. Dus zette Hij het ding in vlam en het schroeide hem regelrecht zijn zetel uit, deed hem opstaan, veroorzaakte dat hij moest gaan staan.
74 Nu, dat is Bijbelse geschiedenis, het Concilie van Nicéa. Hij moest Gods dienstknecht respecteren; Hij maakte dat hij moest opstaan. Hij verschroeide zelfs de zetel waarop hij zat; er ging vuur door zijn lichaam en het verbrandde de zitting van de stoel en hij moest er vanaf springen. God heeft een manier om dingen te doen, weet u. Ziet u? "God is bij machte uit de stenen Abraham kinderen te verwekken." En bedenk, diezelfde God verblijft vanavond bij ons. Het is dezelfde God. In orde.
75 Dan nog één waar ik van houd en dan zal ik stoppen. Ik heb er hier een paar, maar ik krijg... Nu dit is er één die ik bijzonder waardeer; toen hij op een dag in zijn studeerkamer aan het bidden was en op iets wachtte voor zijn mensen...
76 Hij was een groot man en hij droeg deze met de Heilige Geest vervulde gemeente, en verscheurde alle... O, hij was een... zijn hele samenkomst, allemaal waren ze vervuld met de Geest. En door het gehele land deden de Christenen wonderwerken en tekenen en wonderen.
77 Kijk, God spreekt tot Zijn boodschapper, de boodschapper spreekt tot de leken. Vervolgens is dat dan wat plaats vindt, ziet u. Hij houdt de leken en hem gelijk in God; u ziet dan de Heilige Geest door hun groep vloeien.
78 Dikwijls zetten zij – als zij werden gedood – de prediker in hun midden neer (zoals dat) en doodden hen tegelijkertijd. En wat een gemene dingen deden ze deze mensen aan! Ze verbrandden hen. Ze namen mannen en spijkerden hen vast aan boomstammen en lieten de wilde honden erop los, of... en lieten ze uit de rug van die persoon eten, trokken hun ingewanden eruit voor de persoon zelfs gestorven was. Namen vrouwen, zouden hun rechter borst afsnijden en lieten ze daar staan terwijl hun hart klopte en het klopte totdat ze zó dood voorover vielen. Namen de kinderen van zwangere vrouwen en voerden ze aan de varkens, enzovoort, lieten de moeders ernaar staan kijken. En van alles!
79 Nu, je zou niet kunnen geloven dat mensen die christendom belijden dat zouden doen. Maar luister, de Bijbel zei, Jezus zei: "Het zal komen te geschieden dat zij u zullen doden, menende God een dienst te bewijzen." Onthoudt u: diezelfde Jezus die dat zei door dezelfde Geest, voorzegde het opnieuw in de eindtijd. Het moet gebeuren. Als deze andere dingen precies overeen komen met de Schrift, let dan op en zie of het niet precies met de Schrift en met de geschiedenis samenvalt. God zei dat het zou gebeuren en hier is de geschiedenis die zei dat het gebeurde. God zei dat het hier zou gebeuren en hier is het waar het gebeurde. Kijk, helemaal precies. Wat zullen we dan gaan doen als we tot het Laodicéa gemeente-tijdperk komen (waar we nu in zijn) en de rampen en zo die er tegen zijn uitgesproken?
80 Welnu, dan dit, hij was daarbinnen aan het bidden terwijl zijn samenkomst zat te wachten. Daar kwam een bedelaar aan de deur en hij klopte op zijn deur en hij opende de deur (terwijl hij bezig was) en hij zei tegen hem dat hij een jas wilde hebben. Hij was naakt en had niets, het was koud en hij zei... Hij stuurde hem weg om naar de hoofddiaken te gaan. En de hoofd-diaken raakte geïrriteerd over hem en stuurde hem eruit. En toen hij dat deed liep hij om, kwam weer terug en zei tegen Martinus dat de diaken hem eruit had gezet.
81 En toen, ongeveer om die tijd, kwam deze hoofd-diaken naar binnen en zei hem tamelijk scherp: "Uw samenkomst wacht op u! U laat ze maar wachten!" Maar hij was in gebed. Het is beter dat hij in gebed blijft totdat hij zich door God geleid voelt om te gaan.
82 En deze bedelaar kwam terug naar de deur. Martinus trok zijn eigen goede kleding uit en gaf het aan de bedelaar en liet de hoofd-diaken weggaan om hem een ander te brengen. Hij moest dus hoe dan ook kleding gaan halen en het Martinus aandoen. En hij droeg het mindere kledingstuk voor de mensen in plaats van zijn goede pak.
83 Het laat u dus zien: geef het beste wat u hebt, geef uw leven, geef uw tijd, geef alles aan Christus. En diezelfde Geest die in Christus leefde, leeft in u en uw invloed in uw omgeving en op de mensen waarmee u omgaat zal zoveel aan Christus gelijk zijn dat het hetzelfde zal uitwerken als wat Christus deed.
84 Tenslotte zal het ertoe komen dat mensen in hun schaduw worden gelegd en genezen worden. Dat is waar, zoveel liefdeskracht is er rondom hen. En ze zeiden dat toen Martinus predikte nadat hij binnen was gekomen met de mindere mantel aan, de hele samenkomst opmerkte dat er een lichtschijnsel om hem heen was. Ziet u? Kijk, omdat hij de juiste zaak had gedaan.
85 Doe altijd juist, uw plicht ten opzichte van God; denk juist, dat is uw plicht ten opzichte van uzelf; en u moet wel goed uitkomen. Dat is zo, dat moet u wel.
86 Nu, vanavond willen we beginnen te proberen dit te nemen in een reeks van uitleggingen, omdat het hier sterk naar voren komt.
Schrijf aan de engel der gemeente, die in Pergamus is: Dit zegt Hij, Die het tweesnijdend scherp zwaard heeft.
87 Nu wil ik dat u opmerkt dat Hij Zich vanavond weer voorstelt in Zijn Godheid. Iedere gemeente was er een van Zijn verheerlijkte staat: "Degene die twaalf sterren... of zeven sterren in Zijn hand had"; "Hij die het tweesnijdend scherp zwaard heeft", zoiets dergelijks, "Hij die voeten van koperbrons heeft; met ogen als een vuurvlam." Hij introduceert Zichzelf opnieuw in Zijn Godheid.
88 Nu zegt u: "Waarin ligt deze Godheid bij: 'Hij met een tweesnijdend scherp zwaard dat uit Zijn mond komt'?"
89 Wel, het zwaard is het Woord. Hebreeën 4, we namen dit in het begin toen we die Godheid van Hem uitlegden. In Hebreeën 4:12 vonden we over het zwaard dat het was: "Het Woord van God was scherper dan een tweesnijdend zwaard." Klopt dat? Dat was het Woord van God. Ja? Let nu op, u... Onthoud deze uitleggingen. Zoek dat Woord op in Johannes 1: "In den beginne..." (helemaal terug) "was het Woord dat de hemelen en de aarde schiep." Is dat waar? "En het Woord was bij God." En het Woord was Godheid. En Godheid is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Is dat waar? "Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond."
90 En hier staat Hij, Degene vanaf het begin: "Zeg tot de engel van de gemeente te Pergamus. Zeg dit tot hem: 'Ik ben het Woord van God.'" O, we zien Hem opnieuw in Openbaring waar Hij komt met Zijn kleed in bloed geverfd, een kroon op Zijn hoofd, rijdend op een wit paard en op Zijn dij stond geschreven: "Het Woord van God." O, daar houd ik van. Hij is het Woord, het Woord van God. Dus we zien deze Godheid dan in de aanhef om Zichzelf te introduceren. Hij is het Woord.
91 Als Hij het levende Woord is, dan is dit, wat in de Bijbel geschreven staat, een deel van Hem. Als u dit dan kunt ontvangen, in Hem die het Woord is... Dit Woord komt in u door geloof, maakt het levend omdat de... O! Versta dit! Het Woord komt in u; als de Heilige Geest daarbinnen is, wordt het levend zodra het binnenkomt en iedere belofte is waar. Niets... "Daarom, als u tot deze berg spreekt: 'Word opgeheven' en niet twijfelt in uw hart..." Omdat (wat?) u Godheid bent die spreekt. Gelooft u dit? De Bijbel zei het zo. En alles wat u zegt zal komen te geschieden als u niet twijfelt, als u de hele wereld uit u vandaan kunt krijgen en toestaat dat de Heilige Geest een volkomen zoon of dochter van God van u maakt; geen wereld of geen veroordeling, geen twijfel. Wat is het dan? U bent het dan niet meer, het is God in u. Dan neemt u Zijn Woord, het is een belofte en u zegt: "Vader, het is Uw belofte. Satan,..." Iets moet in beweging komen. Zie? Zie?
92 Nu, u kunt dat niet doen tenzij God aan u heeft geopenbaard hoe die zaak zal gaan. Zie? Als u dan weet wat die zaak zal zijn, dan kunt u het zeggen, zoals Jezus. Hij was het Woord. Is dat waar? Toch zei Jezus, de man, de tabernakel: "Ik doe niets tenzij de Vader het Mij eerst toont."
93 Dan is het niet het Woord totdat het aan u wordt bekend gemaakt. Begrijpt u het? Geen wonder dat mensen zeggen dat de dagen van wonderen voorbij zijn; het Woord is hun niet bekend gemaakt. Geen wonder dat zij niet in de Heilige Geest kunnen geloven, het Woord is niet aan hen gemanifesteerd. Geen wonder dat ze de openbaring van de doop in de Naam van Jezus Christus niet kunnen zien, het Woord is nog niet aan hen bekend gemaakt. En toch hebben ze geen enkele Schriftplaats om naar te verwijzen, er is geen enkele plaats waar ooit iemand op enige andere wijze werd gedoopt.
94 Over de Heilige Geest zegt de Bijbel: "Niemand kan Jezus de Christus noemen dan alleen door de Heilige Geest", en dan zeggen mensen dat zij niet geloven dat de Heilige Geest juist is. Ziet u? Het is niet voor hen bestemd. Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt. En al wat de Vader Mij heeft (verleden tijd) gegeven, zal tot Mij komen." O, is dat niet prachtig! "Al wat de Vader Mij heeft gegeven, zal tot Mij komen." (Niet één ervan zal verloren gaan dan de zoon des verderfs.) "En Ik zal..." (Hij werd geboren voor dat doel.) "En Ik zal hem ten jongsten dage opwekken."
95 O my! Daar is het waar onze namen werden gezet op het levensboek van het Lam: vanaf de grondlegging der wereld. Is dat niet prachtig? Hoe zouden we kunnen twijfelen?
96 O God, neem de twijfel onder ons weg, besnijd onze arme menselijke harten totdat er totaal geen twijfel meer onder ons zal bestaan. Dat is mijn gebed. Rol iedere twijfel weg, Heer. Laat me lieflijk, nederig leven en als een lam van God op aarde wandelen. Laat me wandelen zoals Hij wandelde. Laat me spreken zoals Hij spreekt. Laat mijn motieven zijn zoals Zijn motieven. Laat me... Laten anderen Jezus in mij vinden. Laat me mijzelf verliezen en het, Here, in U vinden. Dat is het, laat me slechts mezelf verliezen en het in U vinden; zodanig in Christus gehuld dat er totaal geen ruimte voor twijfel meer is, alleen wat Hij zegt.
97 Ga nu niet weg en zeg: "Glorie voor God! Halleluja! Prijs God! Ziet u wat ik kan doen? Glorie voor God!" U hebt het nog niet ontvangen. Dat is niet de manier waarop Hij het deed, nee, Zijn borst vooruit steken en zeggen: "Zie je wat Ik kan? Jazeker, Ik ben de Zoon!" Nee. Nimmer nam Hij lof voor Zichzelf, Hij gaf het aan God; wandelde nederig en lieflijk, met zo'n atmosfeer om Zich heen dat de mensen er eenvoudig van hielden bij Hem te zijn. Behalve Zijn vijanden... En Hij hield toch zoveel van hen dat Hij constant voor hen bad, de hele tijd. En dat was uw voorbeeld, mijn voorbeeld, om aan anderen te doen wat Hij deed voor ons.
98 We willen nu opnieuw kijken naar het tweede vers, wat hier vers 13 is:
Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk waar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend,...
99 Kijk, zij wonen waar Satan zijn zetel heeft en ze houden nog steeds vast aan de Naam van Jezus. Kijk: "En hebt Mijn geloof niet verloochend." Welk soort geloof gaf Hij hun? Pinkstergeloof in het begin. Ze hadden daar een Nikolaïetisch geloof, een kerkorganisatie, enzovoort, die ze opbouwden, er kwam een kerk in bestaan onder organisatie; maar Hij zei: "U ging erbij vandaan, u haatte dat en Ik eveneens. En u hebt Mijn Naam niet verloochend; u ging niet achter deze kleine oude cultussen, en dergelijke aan, u bent precies bij Mijn Naam gebleven. En u hebt nog steeds Mijn geloof zoals het in het begin was." O, daar houd ik van!
... hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in de dagen, in welke... (ik geloof dat je dat uitspreekt als A-n-t-i-p-a-s) Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij u, waar de satan woont.
100 Ik sta daar een ogenblik bij stil. "Satans troon." We willen deze dingen nader bezien, ik wil dat u dit vat. Wees er nu zeker van dat u het vat. "Satans troon." Nu, God voorzegde in Genesis waar Satans troon was en dat was in Babylon. Het is altijd Satans troon geweest en in Openbaring was het nog zo. Maar, als u opmerkt, Babylon veranderde zichzelf van heidens tot "pauselijk".
101 En in de vroegere jaren, of vlak voordat dit plaats vond (een paar jaar), was Satans troon daar, de grote... Ik geloof dat u hem een koning-priester van de Chaldeeën zou kunnen noemen. De hiërarchie van Babylon veranderde zijn zetel toen de Perzen hem vervolgden en hij verliet Babylon. Zijn naam was A-t-t-a-l-u-s, Attalus, de grote koning-priester van Babylon. Toen de Perzen kwamen en Babylon innamen, joegen ze de Chaldeeën weg; Attalus, hun koning-priester vluchtte en richtte zijn troon op in Pergamus. "Waar u woont is de troon van Satan." Begrepen?
102 Daarom ga ik terug om deze geschiedenis uit de kerkgeschiedenis te halen om na te gaan wat er is gebeurd, omdat Hij zei: "U woont waar de troon van Satan is."
103 Ik dacht: "Wel, waar zou dat zijn, een bepaalde zaak: 'Satans troon'?" Toen ontdekte ik dat deze grote koning, nadat hij was gevlucht voor de overwinnende Perzen die het hadden overgenomen (overeenkomstig Daniëls visioen), naar deze stad Pergamus kwam in Rome en daar zijn hoofdkwartier oprichtte. Satan verwisselde zijn hoofdkwartier van Babylon naar Pergamus, waar (toekomst) hij het nieuwe Babylon zou oprichten. O my! Nu krijgt u de achtergrond van waar we zijn. In orde.
104 En daar doodde hij deze wonderbare broeder, daar werd Antipas gedood.
105 Toen veranderde hij zijn tactiek. Eerst was hij een vervolger van de Christenen. O, wat haatte hij christendom! En zelf was hij een priester-koning, een heiden van nature en naar levenswijze. Toen veranderde hij zijn houding en verbond zich aan Constantijn.
106 Er is altijd aangenomen (en vandaag is dat bij de Roomsen nog zo), dat Constantijn de 'Ridders van Columbus' stichtte, degene die die bloedige eed zwoer. Maar Constantijn was naar mijn opvatting (ik zeg dit met eerbied en respect), zoals ik het uit de geschiedenis kan opmaken, nimmer bekeerd.
107 Nu, hij droomde op een nacht een droom dat als hij... hij zag een kruis en er werd gezegd dat hij hierdoor de oorlog zou winnen; en vanwege dàt, had hij aan de Christenen verlichting beloofd. Hij zou een Christen worden als zij voor hem zouden bidden dat hij die strijd zou winnen. En ik stond daar bij die brug waar hij... Hij sliep aan de andere kant van de brug waar hij deze droom droomde; en hij ontwaakte en schilderde een wit kruis op de schilden van hemzelf en al zijn soldaten. Daar werd de 'Ridders van Columbus' gevormd die onder de Rooms-katholieke heerschappij staan. Maar hij deed nimmer één enkel godsdienstig ding; het enige wat hij ooit heeft gedaan dat in de geschiedenis is opgeschreven – voor zover ik heb kunnen zien – was dat hij een kruis plaatste boven op de Sint-Sophiakerk (Uh!). Maar hij was een politicus en toen hij in die tijd de keizer van Rome was, verbonden hij en deze heidense priester zich met elkaar en brachten de lauwwarme kerk binnen die in die tijd de Nikolaïeten werden genoemd (Christendom dat neigde naar een priesterschap) en wilde hij in de kerk... We hebben deze Nikolaïeten eerder bestudeerd in de gemeenten van Efeze, enzovoort, en van Smyrna.
108 Nu waren de Nikolaïeten – niet zoals het hier terug in het begin een "werk" was – maar hier is het een "leer" geworden. Hier waren het "werken", ze waren slechts aan het proberen het naar binnen te brengen; maar hier in het derde gemeente-tijdperk is het een "leer" geworden, hogepriesters, geweldige mannen. Ze hadden hen nu nog geen pausen genoemd, maar ze werden zoiets als aartsbisschoppen genoemd, geweldige mannen, weet u, in aanzien. En hun leer was – het was formeel.
109 Ze begonnen weg te gaan van de Geestvervulde, door de Heilige Geest geleide gemeente. Ze lieten hen in de minderheid achter en noemden hen "ketters" omdat zij niet met hen wilden instemmen om deze grote denominaties te hebben. Maar de gemeente wilde vrij blijven onder de rechtsbevoegdheid, onder de kracht van de Heilige Geest, zoals Christus hun had beloofd; Hij zou met hen zijn en dat was hùn Koning. O! Hun Koning!
110 De ware gemeente heeft haar houding nimmer gewijzigd om niet te worden geregeerd door de een of andere raad van... Ik weet niet hoe je ze nu noemt, ze zijn kardinalen en bisschoppen en pausen en onfeilbaren. Wij geloven dat er één Onfeilbare is, Hij is onze Koning, Hij is Jezus Christus, die nu bij ons is in de vorm van de Heilige Geest; God in ons, levend onder ons, die ons leidt en voert naar de wateren des Levens, die Zichzelf bekend maakt en toont – zoals Hij deed bij deze vroegere heiligen en martelaren – dat Hij de Here God van de schepping was: door de zieken te genezen, de doden op te wekken, visioenen te tonen, duivelen uit te werpen.
111 Geen enkele keer kon ik iets ontdekken van alle bisschoppen van de Nikolaïetische kerk die de hiërarchie van Rome vormden – de paus – geen enkele keer in de geschiedenis hebben wij een vermelding dat een van deze bisschoppen ooit de doden opwekte of zoiets dergelijks, omdat Christus (de opstanding) niet in hun harten was. Ze hadden zich verenigd en waren weggegaan voor een denominatie, verkochten hun geboorterechten. Maar de gemeente van de levende God had de kracht van Christus; de andere gemeente had hoogwaardigheidsbekleders erin; maar de ware gemeente bleef bij de Geest. Begrijpt u het? In orde.
112 Dus hier is wat Constantijn deed om zijn keizerrijk aaneen te smeden. Hij nam deze Nikolaïeten en ging naar ze toe, wat een vorm van Christendom was. Begrijpt u het duidelijk? Ze waren zogenaamde Christenen, belijdende Christenen zonder de Heilige Geest. O, ik wenste dat dit zo diep inzinkt dat u het nooit meer zult kwijtraken. Zie? Het waren Christenen, denominationele Christenen zonder de Heilige Geest. Ze waren Christenen in naam, ze waren Christenen omdat ze als zodanig samen kwamen, ze namen avondmaal en ze hielden zich aan de verordeningen, maar verwierpen het leiderschap van de Heilige Geest. Ze hadden geen tekenen en wonderen onder hen, ze beweerden dat deze dingen er in het verleden waren; dat ze een kerk moesten stichten als een regering. We zullen er over een ogenblik op in gaan welk soort regering dat was.
113 De Heilige Geest gemeente moest zichzelf dus afzijdig houden van zulke dingen. Maar in Pergamus werd het allemaal gericht tot de engel van de gemeente van Pergamus. Want nu was het zijn verantwoordelijkheid om dit te doen.
114 Maar Constantijn was niet geïnteresseerd in christendom, hij wilde zijn heidense voorouders inbrengen, zijn heidense kerk. En de mensen van Laodicéa die geworteld waren en... of de Nikolaïeten die geworteld en gegrondvest waren in Rome, zij hadden er een grote vertoning van gemaakt en veel mensen waren christelijke gelovigen (zogenaamd), formeel. En de ware gemeente was in de minderheid; was het altijd en is het altijd geweest! Ik zal even een ogenblik wachten, laat dat echt diep inzinken, zie.
115 Onthoud, de ware gemeente is altijd de zeer kleine groep geweest die er door de andere kerken is uitgedrukt. De ware gemeente was nimmer georganiseerd omdat het geen organisatie is, het is het mystieke lichaam van Jezus Christus dat op aarde leeft, de Heilige Geest die in deze leden beweegt. Want u kunt Christus niet organiseren, dat kunt u niet. Ik wil dat u dat vasthoudt tot aan het Laodicéa-tijdperk. En onthoud het en houd het vast, omdat ieder woord dat ik spreek op deze geluidsband komt. Nu, onthoud het en houd het in uw gedachten: Gods ware gemeente was nimmer georganiseerd.
116 De Katholieke kerk is de eerste organisatie die ooit in de wereld bekend was, nooit tevoren was er een organisatie en het is de "moederkerk" zoals de Katholieken dat zeggen. Het is de "moederkerk". Moeder van georganiseerde kerken. De Bijbel zegt dat ze dat was, dus u kunt dat niet in twijfel trekken. Als zij zeggen: "Dat is de moederkerk", dan ìs het de moederkerk. Ze wordt afgeschilderd in Openbaring 17, we gaan zo dadelijk naar haar toe. In orde.
117 Dus Constantijn had dit in zijn gedachten om zijn keizerrijk te versterken (zoals Rome altijd deed om de sleutels naar de wereld in handen te houden), hij moest zijn heidense ideeën inbrengen en de christelijke ideeën nemen en ze op de een of andere manier verbinden, dit samensmelten en voor zichzelf een keizerrijk maken dat zijns gelijke niet zou hebben. Ziet u? Want dan zou hij... Dat zou hem beslist de grootste regeerder ter wereld maken, Constantijn.
118 En wat zijn bekering betreft: hij was een politicus maar geen heilige van God (zoals sommigen van hem proberen te maken). Hij was het niet! Er is wat mij betreft geen enkel ding dat hij ooit deed wat ook maar op christendom leek. Hij plaatste dus een kruis op een van de Nikolaïetische kerken; en wat betreft enige andere zaak die hij deed wat op christendom leek, ik heb het niet ontdekt, behalve dat hij ze daar die nacht op zijn schilden schilderde omdat hij een droom had; de Christenen baden voor hem dat hij de strijd zou winnen.
119 Welnu, dat zou dan zijn keizerrijk versterken. En om dat te doen bracht hij heidense ceremonieën binnen in de Nikolaïetische kerk. Ik zal het de formele denominationele kerk noemen die werd gevormd. Hij bracht heidense ceremonieën over in deze Nikolaïetische kerk en dat was de geboorte van het Katholicisme.
120 Nu, broeder, ik haal de geschiedenis aan. Ik heb duizenden Katholieke vrienden en ze zijn net zozeer vrienden als de Protestantse dat zijn. Maar de Protestanten kunnen niet roemen, wacht slechts tot deze avond voorbij is, zie. Ziet u? U zult ontdekken dat ze precies hetzelfde deden. De pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart is. Want het is precies dezelfde zaak, precies dezelfde geest kwam onder hen. Dan zult u zien waarom ik die zaak altijd heb veroordeeld. Omdat het verkeerd is! De Heilige Geest in mij – als ik het probeer – iets in mij roept het uit, ik kan er niet rustig onder blijven, dat was altijd al zo, omdat...
121 Grote mannen, grote religieuze leiders hebben tegen mij gezegd: "U zult uw bediening ruïneren. Broeder Branham, u doet dingen die uw zaken niet zijn. God riep u om voor de zieken te bidden."
122 God heeft me voor meer geroepen dan voor de zieken te bidden. De zieken zijn slechts één ding zodat ik de aandacht van de mensen kan trekken en dat is alles; zieken, bidden voor de zieken is een minder belangrijk ding. Ziet u. Het is de boodschap waarover we praten. Deze dingen gaan weer terug; ziek, een zieke kan worden genezen en opnieuw sterven. Maar iemand die geboren is uit de Geest van God heeft eeuwig leven. Dus God gaat niet op zo'n manier rond om de zieken te genezen. Die gave is in de gemeente gezet voor het plaatselijk lichaam; één en dan nog een, en dan nog een, dan nog een. Ziet u? Dat... gaven, bewegen zich gewoon door de gemeente. Maar het is meer dan dat en ik hoop dat u dat begrijpt. In orde.
123 De geboorte van het Katholicisme; om dit te kunnen doen moest hij de aandacht trekken van de Christenen en ook de aandacht van de heidenen, om ze aaneen te smeden en er één kerk van te maken.
124 O, ik wenste dat ik dat nu had, gisteravond had iemand hier een krantenknipsel neergelegd. Ik zou het meenemen, maar ik vergat het; er liggen daar zoveel dingen in de kamer. Ze doen nu op dit moment precies hetzelfde en u begon ermee toen u bij de verkiezingen de laatste man die gekozen werd koos. Ze werken er nu zelfs aan om een Bijbel te maken die nòch de Katholieken, nòch de Joden, nòch de Protestanten zal kwetsen. Ze gaan een Bijbel maken die bij iedereen zal passen. Kunt u niet de sluwheid van een andere Constantijn zien? De geschiedenis herhaalt zich gewoon. Ziet u, en ik heb er... U hebt het me pas geleden op een avond horen voorlezen, is het niet? Ik heb het thuis liggen en ze werken er al heel lang aan.
125 Nu, ze zeggen: "In '62 zullen ze..." En merk op dat paus Johannes XXII al de kleine dochterkerken heeft gevraagd terug te keren naar de moederkerk. Maak u niet bezorgd, dat zal ze doen. Dat zullen ze doen! Het zal gebeuren; ze zijn al terug. Ze hoeven niet terug te gaan, ze zijn daar nu al.
126 Zoals ik zei, dat dit land... Men zei: "Wel, als meneer Kennedy wordt gekozen, zullen de Katholieken het overnemen." Het overnemen? Ze hebben het al een hele tijd geleden gedaan en u wist er niets over. Wie betaalt hun onderwijzers? Hoe komen ze aan die dingen in hun scholen om het Katholicisme precies in de scholen te onderrichten? En u betaalt er belasting voor. O, het gebeurt op die manier vlak onder uw neus. O, wat bewerkte hij dat! En de Bijbel zegt dat hij het door vleierijen zou doen en hij deed het; ziet u, dat klopt; kijk, zij betalen nergens belasting voor. Dus, o, hier zou zoveel over gezegd kunnen worden. Ik moet eenvoudig bij die plaatsen vandaan gaan en teruggaan om de draad weer op te pakken.
127 Om deze zaak voor elkaar te krijgen begon Constantijn met het opzetten van een heleboel wereldse pleziertjes om zowel de aandacht van de heidenen als van de Christenen in de kerk te trekken. Bent u geestelijk gezind? Denkt u na? Is dat niet de boodschap van het uur? De kerk heeft bingospelen, feesten, geeft auto's weg, slechts om ze door elkaar te mengen. Vermengen die kracht daar opnieuw totdat ze een plaats kunnen krijgen om toe te slaan. Precies hier.
128 Nu, dat is de geschiedenis, niet iemand met zelfzuchtige bijbedoelingen, ze halen slechts aan wat er gebeurde. Maar hij deed dat, verenigde de kerk tezamen door middel van wereldse pleziertjes, om de Nikolaïetische kerk bij elkaar te brengen. Onthoud nu dat hij die wederom geboren gemeente niet kon aanraken. Beslist niet, niet één ervan. Maar de formele Nikolaïetische kerk viel ervoor.
129 En wat hebben wij in onze Protestantse kerken? Soepmaaltijden, amusement, schaatsen, (o my) rommelmarkten, en al het andere. Nu, u weet dat dit de waarheid is. Welnu, als dat Gods Woord is, vrienden, dan is het de waarheid. En alle Protestantse kerken zijn schuldig! Ziet u?
130 Het was nimmer Gods bedoeling om in de souterrains soepmaaltijden en dansfeesten te houden en alles wat ze daar doen om de voorganger, en dergelijke, te betalen. Als de mensen slechts werd onderwezen hun tienden te betalen zou dat alles zijn wat er nodig is. Dat is Gods plan. God heeft een plan maar de mens wil zijn eigen plan uitvoeren, en verbastert daarmee Gods plan. In orde.
131 Door dit te doen verenigden zij zich en maakten de vroegere... vormden de vroegere Katholieke kerk; later. Toen, op het eerste grote Concilie van Nicéa... Toen ik dat las viel ik op m'n knieën. Het grote Concilie van Nicéa vond plaats in 325 na Christus; ze werden allen tezamen gebracht, de bisschoppen en vaderen van het christelijk geloof werden te Nicéa bij elkaar gebracht. Dat is de reden dat het het Concilie van Nicéa wordt genoemd, in 325 na Christus. Er kwamen ongeveer vijftienhonderd afgevaardigden naar de conventie, of het concilie, ongeveer vijftienhonderd afgevaardigden en er waren in aantal vijf keer zoveel leken als bisschoppen in de delegatie; maar toch – door de Nikolaïeten (de koude formelen) en het politieke plan van Constantijn – kregen ze meer stemmen dan de ware gemeente en behaalden de overwinning en stelden bisschoppen aan (een heilige orde van mannen); namen de Heilige Geest van de samenkomst weg en plaatsten het op bisschoppen, kardinalen, en pausen, enzovoort.
132 Precies dezelfde oneerlijke rol die de Democratische partij speelde in deze laatste zaak! Nu, dat is juist. Nu, we zijn niet... Ik zou... En de Republikeinen zouden net zo laag geweest zijn. Maar ik praat over één ding dat ze bewezen hebben (Edgar Hoovers) in Californië en vele andere plaatsen; ze hadden deze stemmachines zo afgesteld, dat als je voor meneer Nixon stemde je tegelijkertijd op Kennedy moest stemmen. Hij had geen enkele kans. Als zij dan bewezen hebben dat dat "verkeerd" was, waarom doen ze er dan niets aan? We leven in dat uur, dat is het, we zijn in de eindtijd. Ze weten het, ze bewezen dat ze vervalst waren en nu willen ze er niets aan doen.
133 Het was daar vroeger een vervalste zaak en hier is er opnieuw de geboorte van: door een bepaalde man binnen te brengen, door een bepaalde leer door te voeren, de Nikolaïetische leer die eenmaal slechts werken waren maar nu een "leer" is geworden. In de dagen van Al Smith was het werken, maar nu is het een "leer". Nu is het hier, het is op ons. "O, hij zal een fantastische president worden", daar is geen twijfel over in mijn gedachten; zeker, voor die volgende verkiezing, totdat hij dit kan samen smelten, deze heidenen en christelijke formelen kan vermengen.
134 Ze werken aan Bijbels om te proberen ze bij elkaar te brengen, de pausen, de kardinalen. Ik had een ontmoeting met de aartsbisschop van Engeland, de aartsbisschop van Canterbury, gaf hem de hand, sprak zelf met hem toen ik in Engeland was; strakke broekspijpen tot bijna aan z'n heupen en (o) een vreemd gekleed uitziende kerel. Maar hij vertrok om de paus te bezoeken, de eerste keer na honderden jaren dat ze elkaar bezochten. Wat is het? We zijn in het laatste uur!
135 Om die reden sta ik hier vanavond op het podium in plaats van ergens anders te proberen te prediken en te bidden voor de zieken. En ik kan dit niet allemaal op de podiums naar voren brengen (deze boodschappen steeds weer opnieuw) en daarom nemen we het op de band op en sturen het naar de wereld opdat zij mogen worden gewaarschuwd en terugkeren naar het geloof.
136 Zelfs aan het einde van het christelijk tijdperk zei Judas, voordat het boek Openbaring was geschreven – Judas, waarvan wordt aangenomen dat hij de broeder (pleegbroer) van Jezus was – hij zei: "Ik wil dat u tot het uiterste strijd voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen werd overgeleverd." Ze begonnen er toen, na de dood van de Here Jezus, bij vandaan te gaan. En hoever is het er vanavond bij vandaan! Ziet u?
137 Nu, dit eerste Concilie te Nicéa was in 330... 325 na Christus. Er namen ongeveer vijftienhonderd delegaties en bisschoppen aan de vergadering deel, maar zij overheersten hen in dat mistige, stormachtige concilie. En zij overheersten hen en stemden ervoor dat de Nikolaïeten het zouden overnemen, en dat was om de gehele kerk over te nemen en het te plaatsen onder een supervisie van pausen of bisschoppen of zoiets; namen de kracht van de gemeente en gaven het over aan de bisschoppen zodat de bisschoppen de kerk zouden besturen en zij waren de enigen die er iets over te zeggen hadden.
138 Hebt u het vandaag in de Katholieke kerk opgemerkt? "U kunt die Bijbel niet lezen, dat is niet aan u om uit te leggen. Dat is voor de bisschop." Ziet u waar het vandaan komt? Nu kunt u zien wat de Nikolaïeten echt waren voordat het begon te kraaien en te kruipen. Precies daar werd het geboren. Dat is waar. En het was een vorm van christendom en is het nog steeds!
139 En daarna volgen de Protestanten het precies na. In de Bijbel in Openbaring 17 staat: "De moeder en de dochters." We zullen er over enige tijd toe komen, zo de Here wil. Merk nu op dat het vandaag hetzelfde is, ze namen het over. Nu, Constantijn gebruikte de strategie van Bileam.
140 Nu wil ik dat u zo goed als u kunt probeert te luisteren. Hij zei hier in de Bijbel: "Houd vast aan Mijn geloof." Nu.
Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt... dat gij aldaar sommigen hebt,... (niet dezen hier maar daar; zij hebben sommigen, "u hebt ze in de gemeente van Pergamus", zie) die de lering van Bileam houden, die Balak leerde de kinderen Israëls een aanstoot voor te werpen, opdat zij afgodenoffer zouden eten en hoereren.
141 Nu, Constantijn gebruikte dezelfde strategie als Bileam. Na deze concilievergadering hadden ze een bijeenkomst waar werd besloten dat de bisschoppen over de kerken werden gezet, enzovoort, om ze te regeren en al de macht van de leken over te nemen. Ze hadden geen gedachten van zichzelf noch hadden ze enig recht om de Schrift uit te leggen. Het was geheel aan de priesters om de uitleg van de Schrift te geven.
142 Tenslotte maakten ze een hoofdpriester, een vicarius, die de paus was. Maar nu zijn ze op de plaats beland waar ze verordineerden dat "de gehele uitleg behoort aan de priester en de samenkomst hoeft de Bijbel niet te lezen; ze hoeven niets te doen" en uiteindelijk hielden ze de Bijbel bij hen vandaan. En nu hebben ze het allemaal naar zichzelf toegetrokken en het met meerderheid van stemmen bij ons naar binnen gebracht omdat het er goed uitzag.
143 Het zag er goed uit omdat zij rijk waren, enzovoort, en hij gaf de... Constantijn gaf tijdens deze grote bijeenkomst, toen hij ze tezamen riep, de bisschoppen mooie gebouwen; hij reserveerde wat geld en al deze grote plaatsen van geweldige... Zoals bouwwerken, deze gaf hij aan de kerk zodat ze die konden gebruiken als kerkgebouwen. O, dat waren mooie gebouwen, mooi ingericht, enzovoort, dus die gaf hij aan de kerk.
144 Bovendien bekleedde hij deze bisschoppen met prachtige gewaden met daaronder onderrokken en dergelijke. Bovendien plaatste hij ze op... of bouwde hij een verhoging zoals deze en zette ze erop als een afgod. En beneden hen maakte hij marmeren altaren, beneden hen. En deze gehele verandering werd overgenomen van een heidens idee en het christendom werd er bij ingebracht door hun bisschop te nemen. Ziet u, ze haalden het afgodsbeeld weg en zetten de bisschop neer. Kijk, ze maakten een altaar voor hem, hetzelfde ding, en maakten van hem een god. Zetten de bisschop erop en hij had alles voor het zeggen, kleedden hem mooi aan en lieten hem er uitzien als een god. In plaats van hem neer te zetten als hun heidense goden, trokken ze hem een kleed aan zoals Jezus droeg. Ziet u? En ze maakten dat hij er net zo uitzag als een afgodsbeeld dat daar stond.
145 O, u kunt zich voorstellen dat de afgodenaanbidder zei: "Wel, dat lijkt me wel wat, daar is iemand die tot ons terug kan spreken. Wij hebben tot een afgod gesproken, maar deze man kan tot ons terug spreken."
146 Zo dachten de Christenen: "Wel, dat is nog eens fijn. Nu kunnen we alles doen wat we maar willen want daar is onze god. We kunnen eenvoudig... We kunnen tot hem spreken en hij kan ons antwoorden wat we moeten doen. Als we zondigen zullen we hem erover vertellen, geven hem een kleinigheid en een kleine... houden een kleine noveen of zoiets en het eerste wat er gebeurt, weet je, is dat we in orde zijn en we gaan heen en voelen ons weer vrij. Hoeven ons nergens druk over te maken."
147 "O, dat zag er goed uit." Zeker! Dat doet het nog steeds voor de vleselijke gezindheid, maar u zult dat er nooit in krijgen bij een wederom geboren kind van God. Daar zult u nooit toe in staat zijn, want hij weet in Wie hij geloofd heeft en is verzekerd dat Hij in staat is datgene wat aan Hem is toevertrouwd te bewaren tot die dag. En terwijl wij de dingen uit het verleden vergeten, strekken we ons uit naar het doel van de hoge roeping in Christus. Amen! O, wat ben ik dankbaar!
148 Beneden hem een marmeren altaar, staat daarboven, fijn gekleed, een mooie kerk. O my, ze zagen er zeer verzorgd uit. In orde. En dit altaar was bedekt, dit marmeren altaar, prachtig. U zou het nu eens moeten zien, precies hetzelfde. Overdekt met goud, bezaaid met edelstenen, juwelen in dit altaar. Prachtig! Dit was geheel volgens de smaak van de Nikolaïeten en van de heidenen. Ziet u wat hij deed? Hij nam de heidense ceremonieën, de heidense ideeën en nam het christendom, de koude formelen die niet beter wisten, de Heilige Geest niet hadden om hen anders te leiden; en maakte voor hen een god hier op aarde en maakte een altaar voor hen en een god die daar stond om hun zonden te vergeven. Bent u geestelijk? Begrijpt u wat ik bedoel? Ziet u wat het is? Een vergeving van zonden op aarde.
Ik som niet iets op uit mijn hoofd, dat is de geschiedenis. Ik kan u de bladzijde en het nummer geven van de kerkgeschiedenis, precies zoals ik u kan vertellen over George Washington en Abraham Lincoln en de slag bij Gettysburg, enzovoort. Zeker, al deze dingen die ik hier aanhaal zijn geschiedenis.
149 Welnu, het paste toen precies bij... niet bij deze wederom geboren gemeente. Beslist niet! Wel, toen zij daar een man plaatsten om een hoofdbisschop te zijn, om ceremonieën uit te voeren, toen drukte dat natuurlijk de mensen van het Volle Evangelie eruit. Dat doet het vandaag nog. Deze tijdperken lopen gewoon door, overlappen elkaar, zie; een andere vorm, een andere dag. O, toen zetten ze daar een hoogwaardigheidsbekleder neer als een god die een paar ceremonieën kon uitvoeren.
150 En merk op dat deze heidenen tot hun dode voorouders baden. Dan een Protestantse kerk die zou opstaan en zeggen: "Ik geloof in de heilige Roomskatholieke kerk en de gemeenschap der heiligen." Schaamt u, u Methodisten, Presbyterianen en Lutheranen. Alles wat bemiddelt met de doden is spiritisme! Beslist. Maar nu kunnen de Protestanten de Katholieken niet uitlachen. Hij doet precies hetzelfde; doet deze algenoegzame belijdenis dat hij hetzelfde gelooft; dopen door waterdoop zichzelf precies terug in de Katholieke kerk, verwerpen de mensen die proberen op de goede manier te leven en maken ze belachelijk; gaan naar een kerk en zien de mensen onder de kracht van God juichen en staan het buiten belachelijk te maken. Al dat soort zaken.
151 Kijk, geesten sterven niet; mensen sterven maar geesten niet. Ziet u? De Heilige Geest kan niet sterven. Het was op Jezus, nu is het in Zijn gemeente (en zal het altijd zijn totdat Hij voor Zijn gemeente komt, want het is een deel van Hem). Begrijpt u? Deze vervolgers bespotten Hem toen in die dag, ze leven hier vandaag nog steeds. God neemt Zijn man maar niet Zijn Geest van de aarde weg. De duivel neemt zijn man maar nooit de geest uit de aarde weg.
152 Deze priesters die de dood van Jezus bekrachtigden, die zeiden dat Hij een "waarzegger" was of een "duivel", deze knapen waren zo religieus als iemand maar religieus kon zijn. Dat is zo. Ze kenden die Schrift naar de letter, maar ze kenden er de ware uitleg niet over. Ze hadden hun eigen idee en ze wilden naar niets anders luisteren. En toen zagen ze Hem en wisten... Hoe konden ze er in falen om te zien dat Jezus aan alles voldeed wat iedere profeet ooit over Hem had gezegd? Maar ze waren blind. En God zei dat Hij hun ogen voor een doel verblindde, zodat wij een kans op redding zouden hebben.
153 Nu, de Bijbel voorzegde eveneens dat Hij... dat wij in dit Pinkster-tijdperk naakt zijn, ellendig, blind, en het niet weten. Daar is de toestand van de kerk, Filadelfia. Oh, u formele Baptisten, Presbyterianen en Pinkstermensen! Ziet u, daar bent u. Soms bedoel ik niet u die hier zit; ik spreek voor de band en ik weet waar deze heengaat. Ziet u? Bekeer u! Keer terug tot de Bijbel. Keer terug tot Christus.
154 In orde, maar dat is wat er plaats vond, de Volle Evangeliemensen werden er uit gedrukt. De tekenen en wonderen in de gemeente werden verjaagd en toen de Heilige Geest groep van de anderen vandaan werd geëxcommuniceerd, toen ontkenden ze dat er een dergelijke dag bestond. En het gebeurde op die... En hetzelfde doen ze vandaag! Geheel juist. Kunt u de geest ervan niet zien? Zoals ik u in het begin vertelde, zet uw geestelijke denkvermogen aan; laat God uw hart openen. Wees niet vooringenomen, zit en luister; zeg: "Heilige Geest, openbaar aan mij. Ik zie het, daar is het."
155 Ceremonieën. Waar? Baptisten, Presbyterianen en zelfs Pinkstermensen vervallen in religieuze vormelijkheden. Het enige wat ze doen is op een piano timmeren, zoiets dergelijks, springen een poosje op en neer; en zodra de piano stopt... uh. Gaan naar buiten, bedriegen, stelen, liegen, al het andere. Maar de echte... En met een verschrikkelijk humeur; praten over alles en iedereen. Ziet u? Alstublieft. Niet alleen de Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Katholieken, maar de Pinksterkerk hier in het Laodicéa-tijdperk eveneens.
156 O, waarom keert u niet terug naar datgene wat uw voorvaderen hadden? Waarom keren we niet terug naar het echte pinksteren dat reinigt en vult met de Heilige Geest, dat Christus tot ons brengt? Dat hebben we nodig. In orde. Nu, hetzelfde vandaag!
157 Nu, het woord Pergamus betekent: "gehuwd". Het woord Pergamus betekent "gehuwd". Christendom (dat is de Nikolaïetische zijde, de formele zijde) huwde met de staat, met heidense ceremonieën. Heidense ceremonieën! En het was de geboorte van de Katholieke kerk in die dag.
158 Iedereen weet dat de Katholieke kerk tot stand kwam tijdens het Concilie van Nicéa. Daarvoor werd het door God een "Nikolaïet" genoemd, Niko – Niko betekent "veroveren", de leken overwinnen of omver werpen. En toen ze dat deden, wilden ze de Geest niet onder de mensen; en voorgangers, wat "herders" betekent, om de Heilige Geest te...
159 U zegt: "Wel, waarom kan de priester geen herder zijn?" Welk soort voedsel geeft hij u te eten? Krijgt u dezelfde resultaten als die zij hadden op de Pinksterdag? Beslist niet! "Ave Maria", wie heeft ooit zoiets op Pinksteren gezien? Novenen, al dit besprenkelen, begieten, het gebruiken van een drieënig God ("Vader, Zoon en Heilige Geest"), waar hebt u dat ooit op Pinksteren ontdekt? Jezus zei: "Laat het huis van Israël zeker weten dat God deze Jezus die u hebt gekruisigd, zowel tot Here als tot Christus heeft gemaakt." Dat is waar. Waar kregen we deze dingen? Het is Nikolaïtisme om mee te beginnen en het vormde zich tot Katholicisme.
160 Nu zegt u: "Wel, ik ben beslist blij dat ik me niet onder hen bevind." Wees daar nu niet te zeker van. Zie? Onthoud: christendom, Nikolaïtisme. Hebt u het verhaal begrepen? Luister aandachtig voordat we verder gaan. Ik wil dat u het ziet, al moeten we hier tot middernacht blijven. Dus u ziet... dus de... want het gaat om uw ziel, broeder! U kunt zeggen: "Wel, ik behoort tot de..." Dat is het niet. Als u de Heilige Geest niet hebt, broeder – het maakt me niet uit tot hoeveel kerken u behoort – dan bent u verloren. Als u niet bent wedergeboren uit de Geest van God (door de doop van de Heilige Geest) dan bent u verloren; want u hebt geen eeuwig leven en eeuwig leven is het enige wat God zal opwekken, omdat het het enige leven is dat overblijft.
161 Als een maïskorrel... zoals ik heb aangehaald naar aanleiding van de uitzending over de landbouw. Hoevelen herinneren zich de oude broeder Spurgeon, de Methodistenprediker te Henryville? Een wonderbaar oud karakter. We zaten op een dag bij het ijskraampje van Red Furnish een ijsje te eten en we zaten te praten over een samenkomst die ik daar had en de uitzending over de landbouw stond aan. En Red had de kleine luidspreker aangezet van zijn radio die buiten stond. En ergens vandaan spraken ze... want de uitzending kwam uit Louisville. Maar de 4-H club had een machine die een maïskorrel kon produceren waarbij ze de kalk en de petroleum en alles, in de korrel konden doen en ze maakten het zo dat het precies leek alsof het gemaakt was van...
162 De 4-H had het, de wetenschap had het zodanig geperfectioneerd dat de maïs zo echt leek dat je een handvol uit de zak kon nemen die op het veld was gegroeid en een handvol uit de zak die de machine had geproduceerd en dit (wat de machine had gemaakt) zou hetzelfde soort cornflakes en maïsbrood maken. Uiteindelijk kon je ze meenemen naar het laboratorium en ze doorsnijden – de korrels – en je zou het verschil niet kunnen zien. Ze hadden dezelfde hoeveelheid petroleum, dezelfde hoeveelheid kalk en vocht; alles waaruit de ene korrel bestond, zat in de andere.
163 Hij zei: "De enige definitieve wijze om te weten welke op het veld was gegroeid en welke door een machine was gemaakt: begraaf beide hoeveelheden. En ze rotten allebei en dat wat door de machine was gemaakt zou niet opnieuw opkomen; maar hetgeen God had laten groeien leefde opnieuw." Waarom? Omdat het niet kiemkrachtig was.
164 En u mag er uitzien als een Christen, handelen als een Christen en iedere goede daad doen die u maar zou kunnen doen en getrouw aan uw kerk leven; maar tenzij u bent bevrucht met de Heilige Geest, het leven van God, het eeuwige leven dat in u komt... niet door een belijdenis maar door een gave van de Heilige Geest. Hoe krijgt u dat? De dokter die het recept uitschreef zei op de Pinksterdag: "Bekeert u, en ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." De gave van de Heilige Geest, die eeuwig leven is. Dat is het enige wat God zal opwekken. Het is het enige wat leven heeft wat Hij kan opwekken. Zie? Dat is het enige wat kan gaan. Ik hoop dat dat duidelijk is. God, sta toe dat het duidelijk is.
165 De Nikolaïeten hadden toen de formele zijde en ze huwden met de heidense kerk; brachten heidense altaren binnen, maakten christelijke altaren; brachten een heidense god binnen en lieten die spreken en praten in de vorm van een bisschop. Zetten hem op een verhoging, kleedden hem en lieten hem er als een god uitzien. Ziet u het? Het gaat niet om de buitenkant, het gaat om de binnenkant. Die twee maïskorrels zagen er hetzelfde uit; het ging niet om de buitenkant, het ging om de binnenkant. Ziet u, de binnenkant, het leven. Wel, het werd daar tot stand gebracht en dat was de geboorteplaats van de vroegere Katholieke kerk, die de moeder was van alle kerkelijke denominaties.
166 Nu zegt u: "Wel, ik... broeder Branham, dus zolang ik maar niet Katholiek ben."
167 Nu, wacht eens even, laten we hier eens een ogenblikje bij stilstaan en laten we voor een moment Openbaring, het zeventiende hoofdstuk opslaan. Zoek het nu meteen op. Dit is de openbaring van wat? Jezus Christus, aan Zijn gemeenten. Luister aandachtig terwijl ik lees:
En een uit de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren;
168 Zodat ik nu een getuige kan hebben, hoevelen weten dat een vrouw in de Bijbel – iedere keer dat het als symbool wordt gebruikt – de "gemeente" betekent? In orde. Hoevelen weten dat de grote "hoer" precies hier in hetzelfde hoofdstuk de stad is die gezeten is op zeven heuvels? In orde.
169 En hoevelen weten dat de Bijbel spreekt over "wateren"? Hier zit zij op "vele wateren"; niet een water, maar "wateren". En wateren betekent "de mensen". Wel, zoek het op in het vijftiende hoofdstuk, u kunt het daar zien, het vijftiende vers, kijk: [Zeventiende hoofdstuk – Vert]:
En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen. (Ziet u? Zie?)
170 Nu was deze vrouw een afvallige. Was ze dat niet? Nu, dit is onderwijzing dus u moet nu uw bewustzijn opzij zetten. Begrijpt u? Wat is deze lage vrouw die "hoer" wordt genoemd? Het is een vrouw die ontrouw is aan haar huwelijksbelofte. Nu beweert de kerk, de Katholieke kerk, dat zij de bruid en de vrouw van Christus is. Zelfs de nonnen knippen hun haar af en hebben geen gevoelens, "al hun gevoelens gaan naar Christus." Is dat waar? Beslist. Of iemand...
171 Ik heb een Katholieke achtergrond, ziet u. Ik heb hun Feiten van ons geloof en hun boeken; en uw Protestantse en die van de Baptisten en wat u ook gelooft; ze staan in mijn studeerkamer. Dus ik bestudeer ze, zodat als iemand iets zegt: "Oei!" ik u direct kan terug verwijzen naar uw eigen zaak. Ziet u? Het uur is dus aangebroken dat dit openbaar gemaakt moet worden.
172 Het eerste was dat God over het volk moest bewegen met het tonen van tekenen, wonderen en wondertekenen zodat de mensen het zouden weten. Gods schapen kennen Zijn stem, ze weten het, ze weten het precies. U moet eerst ontdekken... Als je uitgaat zonder dat iemand je kent, dan doe je... Wat doe je? Dan doe je meer kwaad dan goed. Laat het... laat God daarvoor zorgdragen. Begrijpt u?
173 "Ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer." Als zij dat was, dan was zij een vrouw die beweerde iets te zijn wat... Ze pleegde overspel! Is dat juist? Wel, dan, als het een kerk was, pleegde zij overspel ten opzichte van God. Is dat waar? Dan zou overspel ontucht zijn, geestelijke ontucht: zij leert iets aan de mensen wat Gods Woord niet is. Is dat waar? Zij leert iets wat niet waar is. Dat zijn de Nikolaïeten. Ziet u het hier komen? Ze streven naar het plaatsen van pausen en priesters en het weghalen van de Heilige Geest. "Dagen van wonderen zijn voorbij"; en de Bijbel zei dat "Jezus Christus gisteren, heden en voor immer dezelfde" is! De Bijbel zei: "Bekeert u en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden"; zij zegt: "Vader, Zoon en Heilige Geest", besprenkelen, begieten. O! Ziet u?
174 Let nu op wat deze vrouw deed.
... met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij.
175 "Dronken!" Doden je, vermoorden je, schieten je dood of iets dergelijks, broeder. Ze zijn absoluut dronken van dat spul. Zie?
176 "De wijn." Dat is wat ze uitdeelt, haar wijn van haar hoererij. "Laat mij u iets vertellen! Mijn moeder was Katholiek en ik zal..." In orde.
177 Nu zegt u: "Dat is verschrikkelijk!" Wacht eens even, Protestanten. (Ik spreek op deze banden tot hen, ziet u.)
En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlakenrood beest,...
178 Waar duidt het woord scharlaken op? Het duidt op "koningschap." Het betekent... ik bedoel, het betekent koninklijk, koninklijk koningschap; kijk, zoals bij koningen, enzovoort.
... dat vol was van namen der godslastering, en het had zeven hoofden en tien hoornen.
179 Nu, de zeven hoofden zijn de zeven "bergen" waarop de stad zich bevindt. En deze vrouw is de stad, zoals we weten.
En de vrouw was bekleed met purper...
180 "De vrouw." Het beest was scharlakenrood, maar de vrouw was gehuld in purper. Heb ik u vroeger niet gewaarschuwd dat er drie gordijnen zijn? Ik weet niet hoelang ik zal leven, maar onthoud dit. Zoals ik u vele jaren geleden heb verteld: "Let op Rusland." Er zijn drie gordijnen, onthoud dit. Daar is het ijzeren gordijn. Daar is het bamboe gordijn (Rood China en zo). En daar is een purperen gordijn; let u op dàt gordijn, dat is de misleider. Zo veel...
... de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostbaar gesteente, en paarlen,...
(Herinnert u zich wat ik zojuist zei over wat het eerste altaar van de Nikolaïeten was? Ziet u? Vrouw, die de "gemeente" was.)
en had in haar hand een gouden drinkbeker,...
(Herinnert u het zich? Het goud bedekte het altaar; beker, die zij gaf aan de mensen.)
vol van gruwelen, en van onreinheid van haar hoererij.
181 Dat gaf zij aan de mensen; zij slokten het op. Zeker. Waren er dronken van! Gewoon dronken! Die hele groep Ieren en Fransen, enzovoort, zullen u de keel afsnijden als u één ding tegen die kerk zegt. Dat zouden ze beslist. Zie?
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon,...
182 Van waar vandaan verhuisde Babylon? Van Babylon naar Pergamus en werd... Satan verruilde zijn troon. O, ik wenste dat we door heel de Openbaring konden gaan, zodat u het kon zien.
... het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
183 Wat was zij? Een moeder van hoeren. Dat waren geen zonen. Is het niet?
184 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... hun kerk. Beslist. Zei: "Wordt de kerk in de Bijbel niet 'Babylon' genoemd?" Kijk, in hun eigen boek. In orde.
185 Als zij nu een prostituée was, een publieke vrouw, en zij was de moeder van hoeren, dan moest zij dochters hebben. En als zij dochters waren, waren zij meisjes, ze waren kerken. Nu, waar kwam de Protestantse kerk vandaan? Is dat juist? Wat is het verschil tussen een publieke vrouw en een hoer? Dat is hetzelfde.
186 Maarten Luther kwam eruit om een uitweg te maken, om de ware gemeente een kans te geven; Wesley; doorgaand in Pinksteren; en ieder van hen keerde regelrecht terug naar dat Nikolaïetische idee van organiseren, met algemene opzieners en al het andere, en gingen regelrecht door met dezelfde doop als waarmee zij waren gedoopt, dezelfde vorm, dezelfde ceremonieën, zelfs velen van hen met catechismussen en "Ave Maria's". Niet Ave Maria's maar... Wat is dit wat ongeveer hetzelfde is? Die Apostolische Geloofsbelijdenis. Laat mij de Apostolische Geloofsbelijdenis in de Bijbel zien, broeder. Als zij al een geloofsbelijdenis hadden, dan is het Handelingen 2:38, dat is wat zij iedereen bevalen te doen. Waar hebt u ooit van een apostel gehoord die een geloofsbelijdenis maakte en zei: "Ik geloof in de heilige Rooms-katholieke kerk. Ik geloof in de gemeenschap der heiligen"?
187 Terwijl Petrus, degene die de sleutels had, zei: "Er bestaat geen andere middelaar tussen God en de mensen dan Christus Jezus."
188 Maar kijk naar de Protestantse kerken. Wat deden zij? Ze konden niet worden bevredigd. Elk ervan die eruit kwam, kwam eruit met een pinksterzegen. Dat is absoluut waar. Zelfs Maarten Luther sprak in tongen. Dat is absoluut waar. Verontschuldigde zich, zei: "God, deze verschrikkelijke woorden die ik mompel en ik weet niet wat ik zeg." Ziet u? Hij geloofde erin, beslist. Dat deed hij zeker.
189 Nu, gedurende het tijdperk hadden ze de Geest, maar ze trekken er altijd van weg en maken organisaties nadat die eerste grondleggers zijn weggegaan. Als je de Lutherse kerk had laten doorgaan en het niet had georganiseerd, zou het Pinksteren zijn geweest. Wat is de Pinksterkerk? Ik bedoel het echte Pinksteren. Nu niet de denominatie, dat is weer hetzelfde als de "pot en de ketel". Ziet u? Maar zij deden hetzelfde en dat deed ze precies terugkeren naar de Nikolaïeten, precies zoals ze in het begin deden. Hoevelen zien dat? Zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen!" – Vert] Dat is juist. Alleen om uw woord ervoor te hebben dat u...
190 Kijk, een moeder van "prostituées". Als zij prostituées zijn, hoe werden zij dan prostituées? Door hoererij te bedrijven ten opzichte van het Woord van God. Als het Woord van God zegt: "Bekeert u en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus", en ieder persoon daarin was gedoopt in Jezus' Naam en dan neemt u "Vader, Zoon en Heilige Geest", dan is dat prostitutie! Is dat waar? En als de Bijbelse doop door onderdompeling is (van het Griekse woord baptizo), hoe komt u dan aan besprenkelen en begieten? Hoe is dat binnen gekomen? Als u in de plaats van de Heilige Geest handenschudden neemt, of een ouwel op uw lippen neemt en het doorslikt, of zoiets dergelijks; en de Heilige Geest kwam van de hemel als een machtig ruisende wind en vulde de mensen en deed hen in tongen spreken en jubelen en handelen als een dronken persoon; en u vervangt dat met handenschudden of uw attestatie aanvragen bij een kerk of iets dergelijks; hoe zult u er ooit onderuit kunnen komen, van dit plegen van geestelijke hoererij?
191 Vraag uzelf dat af. Schud uzelf, open uw hart en wees eerlijk, broeders. We zijn aan het einde van de weg. Deze samenkomsten zijn hier niet voor niets opgezet, ze werden door God verordineerd. Dat geloof ik net zo zeker als dat ik... U gelooft dat ik Zijn dienstknecht ben. En ik zeg het in de Naam van Jezus dat God op mijn hart plaatste hierheen te komen. Ik krijg er geen stuiver voor, dat ik dit doe. Ik zou hier ergens bezig kunnen zijn met het bidden voor de zieken of iets dergelijks. Of ik zou ergens kunnen gaan vissen en m'n geld zou gewoon doorgaan, ik krijg een salaris van de kerk. Maar God legde het op mijn hart; ik kon er niet bij vandaan komen; het bleef het naar mij uitroepen en ik doe alles wat ik kan. Ik ben hier in de Naam des Heren en doe alles wat in mijn vermogen ligt. Laat het niet aan u voorbij gaan.
192 Nu, Protestant, ziet u wat ik bedoel met de Katholieke en Protestantse kerk? Gewoon... De ene is precies hetzelfde als de andere. Dat is geheel juist.
193 Het betekent gehuwd, Pergamus betekent "gehuwd".
194 Laten we nu nemen... Hij zei: "Gij hebt sommigen die vasthouden aan de leer van Bileam." Laten we dat nemen.
195 Hebben we nog tijd? Ik zal me zo snel mogelijk haasten. Of wilt u liever wachten en kijken of we 's morgens kunnen terugkomen? Hoevelen willen liever dat we nog wat langer doorgaan? Laat... In orde, nu, ik weet dat het hier binnen warm is. En als u stil zit en het warm hebt, wat denkt u dan dat het hier boven is? Ziet u? Maar o, we proberen weg te blijven van die plaats die heet is. Ziet u, want dat is wat hij is natuurlijk, behalve eeuwig.
196 Welnu, wat gebeurde er natuurlijk toen zij een dergelijke kerk begonnen op te richten? Luister nu aandachtig, mijn kinderen. Wat gebeurde er? Wel, natuurlijk nam dat de Heilige Geest rechtstreeks uit de kerk. Geen wonder dat geen van hun bisschoppen de doden opwekte of wonderen deed. Terwijl ze spreken over sommigen van deze heiligen die in de kerk zijn! Zij waren erop tegen, maar ze maken er toch aanspraak op!
197 Kijk naar dat jonge meisje Jeanne d'Arc. Ik vraag het aan u Katholieke mensen of aan u Protestanten, ieder van u. In haar tijd was er in Frankrijk niets anders dan de Katholieke kerk; men roeide de heiligen gewoon uit. Maar God bewoog over dat meisje en zij had de Heilige Geest. Wat deed zij? Ze kon dingen voorzeggen; de Here gaf haar visioenen en voorzegde het. Ze bad voor de zieken. Ze bad voor een kleine dode baby en die kwam opnieuw terug tot leven. Dat is pinksteren, zie? En wat deed de Katholieke kerk met haar, omdat zij protesteerde tegen de Katholieke kerk? Zij riepen haar voor de rechter en verbrandden haar als een "heks" op de brandstapel.
198 En nu noemt u haar de "heilige Jeanne d'Arc". Ongeveer tweehonderd jaar later toen de kerk ontdekte wat ze had gedaan en dat ze een heilige was, o, toen deden ze er natuurlijk boetedoening voor; ze groeven de lichamen van deze priesters op die haar dood hadden bekrachtigd en wierpen die in de rivier. Denkt u dat dat ooit het bloed van hun handen zal afwassen? De Bijbel zei dat "het bloed van iedere martelaar in haar gevonden werd." Dat is wat de engel des Heren zei, wat in Babylon gevonden werd: iedere moord, martelaar en al de heiligen van Christus die ooit werden gedood, werden precies hier gevonden, vanaf het Nikolaïetische tijdperk zo doorgaande, iedere martelaar. Denk daaraan. (Dank je, broeder Ben.) Nu, denk daaraan.
199 We gaan nu wat verder. De christelijke kerk trouwde met een... met Babylon. Pergamus betekent het "huwelijk".
200 De leer van Bileam. "Onder u zijn sommigen die de leer van Bileam hebben."
201 O, ik houd gewoon van deze dingen. O, als je maar wat langer bij één ding kon stilstaan, zie, maar je moet... We willen het u laten zien en dan naar iets anders doorgaan, want het zit eenvoudig vol met goudklompjes. Ik ben een goudzoeker; ik houd ervan de diepte in te gaan en deze klompjes op te graven en ze af te wrijven en ze op te poetsen en ernaar te kijken. En elk ervan zal Jezus Christus reflecteren! Elk ervan, zie. Elk ervan reflecteert Jezus Christus. Hij is de Alpha en de Omega, iedere goudkaraat in het klompje. Dat is juist. Hij is het in alle opzichten. Om die reden werd Hij vleesgemaakte Godheid onder ons.
202 Om nu te komen tot... Ik zal hier geen tijd voor nemen omdat ik heb... ik zie dat het negen uur is. En ik heb nog iets wat ik vanavond naar voren wil brengen, als God dat wil. Ik wil dat u dit noteert en u dat morgen dan leest; schrijft u op, Numeri 22 tot en met 25. Ik wil dat u dat leest, dan kunt u mij volgen. Numeri 22 tot en met 25.
203 Wij weten dat Israël het uitverkoren volk van God was. Is dat waar? Zij waren het... Zij waren Pinksteren. Zij hadden de Geest onder hen. Herinnert u zich de boodschap van gisteravond? Hoe Mozes – nadat hij de Rode Zee, of de Dode Zee was overgestoken – achter hem in de Rode Zee (het bloed, die het bloed vertegenwoordigde) al de slavendrijvers vond die ooit hem en al de kinderen van Israël hadden geslagen. Mozes hief zijn hand op en zong in de Geest. O, ieder van ons kan een Mozes zijn als we omzien naar het rode Bloed van de Here Jezus en ieder oud drankje, iedere oude fles, iedere oude vulgaire vrouw, elk oud smerig iets zien dat we ooit in ons leven hebben gedaan, en het is allemaal dood in het Bloed van de Here Jezus. Dat laat ons zingen in de Geest! Sigaretten, tabak en slechte gewoonten en al het andere: dood, in het Bloed van de Here Jezus; dan kunnen we onze handen opheffen en zingen in de Geest. Zie?
204 Kijk wat Mirjam de profetes deed. Onthoud nu, zij was een profetes. Ze pakte de tamboerijn en begon op de tamboerijn te slaan en in de Geest te dansen en de dochters van Israël volgden haar langs de oever en ze sloegen op deze tamboerijnen en dansten in de Geest. Echt Pinksteren!
205 Als u vervolgens opmerkt toen ze bij Moab kwamen. We gaan nu terug... we zijn nu bij het Schriftgedeelte "de leer van Bileam". Moab was Israëls broeder. Hoevelen weten waar Moab vandaan kwam? In orde. Ik zou Moab de bastaard willen noemen omdat Moab van Lots dochters vandaan kwam. Lot kreeg een baby van zijn eigen dochter, had deze twee kinderen. En Moab was er een van en hij vormde de natie Moab, de stam. In feite was Lot een neef van Abraham die in feite uit diezelfde linie kwam. Wij weten dat. Nu wil ik dat u opmerkt dat het geen heidenen waren zoals pas geleden sommige van onze filmvoorstellingen u zouden willen doen... Onthoud, zij waren gelovigen. Welnu, toen Israël hier aankwam op weg naar het beloofde land, terwijl zij zich regelrecht op het pad van hun plicht bevonden, ging Moab dwars liggen. Ze zonden boodschappers naar Moab en zeiden: "Laat ons door uw land trekken. Wij zijn uw broeder."
206 Nu, Moab vertegenwoordigde de Nikolaïeten. U zult het zo dadelijk zien. Israël vertegenwoordigde de ware gemeente. En Bileam was een van de bisschoppen, pausen (let op en kijk nu), vleselijk christendom. We zullen opmerken dat hij gaven had, daar bestaat geen twijfel over. Velen van hen zijn fijne sprekers, doctors in de filosofie en grote mannen. Dat kunt u niet ontkennen. Maar: "Hebbende een vorm van godzaligheid, maar ontkennen de kracht daarvan."
207 Keer terug tot dat oorspronkelijke Pinksteren! Ga daar niet bij vandaan. Als u dat doet, bent u verloren. Blijf bij die zegen. Dat is het, de Zegenaar van de zegening.
208 Let nu op toen zij verder reisden. Ze kwamen bij deze formele hybride kerk aan en ze zeiden: "We zijn onderweg naar een opwekking. We gaan door naar het beloofde land, wilt u ons laten passeren? Als ons vee wat gras eet, als ze wat water drinken, we zullen ervoor betalen."
209 Wat deed toen de... koning Balak, hij werd helemaal opgewonden en hij wilde een dergelijke samenkomst niet in zijn kerk of in zijn land hebben. Dus wat deed hij? Hij stuurde mensen naar de paus, of naar de bisschop, Bileam, een huurling-profeet, een die meer van geld dan van God hield. En koning Balak zei tegen hem: "Als u hierheen komt en deze mensen vervloekt, zal ik u verhogen." En God sprak tot Balak... Wel, ik vraag me af of er misschien enige... ik bedoel Bileam. Ik vraag me af hoeveel Bileams er vandaag in de wereld zijn? Methodistenpredikers, Baptistenpredikers, Katholieke priesters (genade!), die weten dat God... als u deze zelfde geschiedenis en hetzelfde Boek leest als ik. Bileam!
210 Let op. Toen zei hij: "Kom hierheen en vervloek het volk."
En Bileam zei: "Ik zal het aan God vragen."
God zei: "Ga er niet heen!"
211 Maar de volgende morgen zei hij... hij ging erheen en zei het tegen de priester, of tegen de koning.
212 En hij kwam terug, zei: "O, ik zal u tot een belangrijk persoon maken."
213 Dus Bileam hield aan en God zei: "Ga dan maar; ga maar."
214 Kijk, als u de waarheid niet wilt volgen... U denkt, Nikolaïeten, dat God het voor u doet omdat u dergelijke dingen doet... Er bestaat een oorspronkelijke waarheid! U neemt slechts Gods toegestane wil. U zegt: "God geeft ons de Heilige Geest", of: "Hij zegent ons en wij zijn gedoopt in de naam van 'Vader, Zoon en Heilige Geest'." U Bileamiet! Kijk, leer van Bileam. God sprak tot hem nadat hij zo arrogant was, Hij liet hem doorgaan, zichzelf ophangen. U moet terugkeren tot de waarheid, de fundamentele waarheid. Terug naar de Bijbel. "O, Hij heeft ons gezegend! En..." O, dat weet ik. Dat deed Hij.
215 Hij zei tegen Bileam: "Ga er maar heen. Als je wilt gaan, als dat is... Je wilt persé die weg nemen en je wilt je pad van organisatie, neem die dan, ga maar door."
216 Toen vertrok Bileam, sprong op z'n muildier... of niet z'n muildier, z'n ezel, en ging er vandoor. En weldra, weet u, was daar de Engel des Heren die hem in de weg stond. En, weet u, die profeet (die paus, bisschop, kardinaal, wat hij ook was) was zo verblind voor geestelijke dingen, hij dacht alleen aan zijn bevordering omdat hij aan de rivier de Eufraat woonde. Ik denk dat hij dacht aan een erfdeel zoals: "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, Petrus", of op een rots die in Rome lag, of zoiets. Maar toen hij bij die plaats aankwam, stond daar de engel met een uitgetrokken zwaard en hij was zo verblind dat hij het niet kon zien. En de muilezel drukte zijn voet tegen de muur. Toen dreef hij hem voort en de engel versperde hem opnieuw de weg. God zal iedere deur afgrendelen! En deze muilezel keerde zich steeds om. Hij sprong eraf en hij pakte zijn stok en begon hem ermee te bewerken. Deze kleine ezel, die daar lag, werd op z'n kop geslagen.
217 Ik zal u laten zien wat hem veranderde, wat hem tot inzicht deed komen, of hem vertelde waarin hij fout was. Hij liet die muilezel in tongen spreken. Geen muildier, het was een ezel! Zeg niet dat hij een "muildier" was, hij kon het niet hebben gedaan want hij is een bastaard. Ziet u, hij was oorspronkelijk zaad.
218 Moab was: "Tekenen zijn verleden tijd, alle dingen zijn voorbij." Israël had tekenen die volgden.
219 Maar deze kleine ezel keerde zich om en zei: "Ben ik niet altijd uw ezel geweest? Heb ik ooit..." En die blinde bisschop zat erop, sloeg die muilezel nog steeds, en de muilezel begon tot hem te spreken, tot de muilezel, in onbekende tongen. [Broeder Branham verspreekt zich nog al – Vert]
220 En hij zei: "Jawel, je bent mijn ezel."
221 "En heb ik u ooit niet gedragen of heb ik u ooit in de steek gelaten?"
222 "Nee, dat heb je niet. Maar als ik een zwaard had, zou ik je doden, dan zou ik deze samenkomst stoppen. Ik ben op weg om daar die troep heilige rollers te verhinderen dit land door te trekken. Ik geef jou de schuld." Ziet u?
223 En het eerst volgende, weet u, was dat hij om zich heen keek en dacht: "Wel, dit is eigenaardig. Ik kan die muilezel horen praten."
224 O Bileam! Kijk, God sprak altijd in onbekende tongen tot mensen. Hij deed het in de dagen van... U zegt: "Dat was alleen op Pinksteren." O nee. Nee, nee. Hij sprak op het feest van Belsazar in tongen, schreef het op de muur. Ze hadden daar een man met de gave van uitlegging, dus hij legde het voor hen uit, vertelde hun wat het was. Hetzelfde vandaag.
225 Omdat er dus geen uitlegger van was, maakte God deze oude Bileam wakker (deze kardinaal) om te kunnen beseffen wat het was. En wist u dat deze blinde knaap hoe dan ook doorging? Zeker. Op die manier doen ze het vandaag, dezelfde zaak; de Moabieten, Nikolaïeten gaan gewoon door. En ze gingen erheen en hij ging... Merk op, als God fundamentalisme moet belonen, dan was Hij verplicht om Moab te zegenen; want – merk op – Bileam bouwde zeven altaren. Dat is precies zo.
226 Het getal zeven: zeven gemeente-tijdperken. Ziet u de geestelijke toepassing? Onthoud dat nu: geestelijke toepassing. Ik zal daar over een ogenblik toe komen, tot een moeilijk punt. Kijk, de geestelijke toepassing. Zeven altaren, zeven stieren (reine dieren) en zeven rammen; sprekend van de komst van Christus, honderden jaren voordat Hij kwam.
227 Maar zij geloofden. Wat geloofden zij? Ze geloofden in Jehova God. Wat geloofden ze nog meer? Ze geloofden dat er een rein offer moest worden gebracht. Dat is juist. En ze toonden dat zij geloofden dat de Messias zou komen omdat ze een mannelijk schaap offerden (wat een ram was). Klopt dat?
228 Maak eens contact met een Baptist en ontdek of zij niet hetzelfde doen. Dat is precies juist.
229 Welnu, wat is dan het verschil? Hier is Israël aan de voet van de heuvel en brengen dezelfde offers die zij hier boven brengen, bidden tot dezelfde God. Kunt u de Nikolaïeten niet zien, de bastaarden? Ziet u het? Ziet u de echte geestelijken niet? Wat was het verschil tussen hen? Eén van hen had tekenen die volgden! De één had de vorm, de andere had tekenen die volgden.
230 Precies hetzelfde vond hier plaats bij het Concilie van Nicéa; Nikolaïeten, formeel christendom. En de Heilige Geest komt daarop terug en zegt: "U hebt de leer van Bileam onder u." Zie? "En u... Ik haat die werken van de Nikolaïeten, deze leerstellingen die zij hebben, omdat het de leer van Bileam is, die de kinderen Israëls leerde te struikelen." Hoe deed hij dat?
231 Toen hij daarheen ging om dat volk te vervloeken, zei God: "Ik zal uw tong bedwingen; u kunt niets meer zeggen dan Ik u vertel. U kunt niet vervloeken wat Ik heb gezegend." Dus hij keek daar naar beneden.
232 Kijk naar deze huichelaar! O, we zouden daar lang over door kunnen gaan, zie. Kijk naar deze oude koning Balak – het hoofd van dit alles, zei tegen deze valse profeet hier: "Ga daarheen en kijk naar hun achterhoede."
233 Dat is de manier waarop de grote kerken ervan houden over Gods kleine minderheid te spreken. "Weet je wat? Ik kende er een van. Tjonge! Weet je wat hij heeft gedaan? Hij deed dit en hij deed dat. Die zijn van Pinksteren. Zeker." O, maar als je eens de waarheid over hen zou weten, maar de kranten, enzovoort, zullen daarover zwijgen. Maar laat eens een kleine Pinksterman uit de orde gaan en kijk hoe het hele land daar dan over roddelt. Zeker. Beslist.
234 Maar let nu op, hij zei: "Kijk alleen naar de achterkant, achteraan, naar het slechtste deel van hen." Bileam zei: "Ja, ik zal alleen naar de achterhoede kijken, het slechte gedeelte, wat zij doen. Dat zal ik doen, ik zal alleen naar hun vulgairheid kijken, hun slechte kant." Want als hij naar hun slechte kant keek dan was die ook slecht. Dat is juist. Ze hadden iedere zonde die bestond, gedaan. Maar waar hij in faalde om te zien was dat hij faalde die geslagen Rots te zien, die koperen slang, die vreugde van de Koning onder hen, genezing, tekenen, wonderen en die Vuurkolom die boven hen hing.
235 Die verblinde profeet kon dat niet zien. Beslist niet. Maar hij liet het smerige deel van hen zien: "Wel, ik ken er een die er met de vrouw van een andere man vandoor ging. Ik weet dit, hij heeft geld gestolen." Dat is zo. Dat is zo. Dat zal ik toegeven; maar zij hebben diezelfde zaak, maar zij zeiden er niets over. Ziet u? Hij hield hem dus het slechte deel voor.
236 Maar Hij zei, God zei: "U zegt slechts wat Ik zeg." En Bileam geraakte in de Geest, viel in een trance; en in plaats van Israël te vervloeken, zegende hij het. Amen. Daar stond hij dan.
237 Nu, als God zou belonen... of een fundamentalist zou respecteren, deze hogere scholen en grote seminaries en college's en de doctors in de filosofie en D.L.D.'s en o, allerlei soorten D.D.'s... Wel, wat als Hij daarvoor respect zou tonen, wel, dan zou u kunnen... Dan zou Hij respect voor ze hebben getoond. Ziet u? Maar Hij had deze mensen reeds aangenomen en gezegend met een zegening, omdat de Geest, de Koning... Ze zeiden: "Daar was een geroep van de Koning in het kamp." Wat? Wat? "De Koning der heiligen." Vreugdegeroep! Waarvan? Een ander Koninkrijk.
238 Ik zal aan u bewijzen dat zij niet denominationeel waren. Wilt u dat ik dat doe? Ik geloof dat ik daar een Schriftplaats voor heb opgeschreven. Ja. Laat mij u bewijzen dat Israël geen... Laten we teruggaan naar Numeri, slechts om u te laten zien dat ze het niet waren. Zij... Nu, Moab was een grote denominatie. We zullen naar Numeri 23:9 gaan; ik zal het achtste vers erbij nemen:
Wat zal ik vloeken – wat zal ik vloeken,... zei Bileam, die God niet vloekt; en wat zal ik schelden, waar de HEERE niet scheldt? (Ahah!)
239 Luister nu naar wat Hij zei:
Want van de hoogte der steenrotsen zie ik hem,... (Dat is God. Niet vanuit het dal, maar vanaf de top der rotsen. O! Zijn oog is op het musje en ik weet dat Hij op mij let.) ... van de hoogte der steenrotsen zie ik hem,... (Amen! Niet vanaf een... niet achterin een dal waar je hun achterhoede kunt zien; "Ik zag de hele zaak", zei God.) ... van de hoogte der steenrotsen zie ik hem, en van de heuvels aanschouw ik hem;
Ziet, dat volk zal alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden.
240 Maakt dat het vast? Zij waren geen denominatie, "natiën". O, ze waren rondtrekkend: in tenten, op straten, de kleine zendingspost ginds op de straathoek. Vervolgd, verscheurd, eruit getrapt; God wilde dat ze ergens anders heen gingen, zie. Zwervers!
241 Niet lang geleden stond er op Jamaica een fijne pinksterdoctor in de godgeleerdheid. En ik zei: "O, hoe heeft de Heer de vroegere Pinksterkerk gezegend: zij hadden niets." Ik zei: "Ze trokken overal rond."
242 Hij zei: "Uh, broeder Branham?"
243 Ik zei: "Ja, broeder." (Ik heb hem lief; fijne broeder.)
244 En hij zei: "Ik zou u willen laten zien waar u verkeerd bent."
245 Ik zei: "O, daar ben ik zo blij om. Ik wil altijd weten waar ik verkeerd ben, want God weet dat ik niet verkeerd wil zijn." Ik zei: "Als ik fout ben, wil ik het graag weten, broeder. Dank u."
246 Hij zei: "U blijft die pinkstermensen maar prijzen."
247 Ik zei: "Jazeker!"
248 Hij zei: "Ze hebben de verschrikkelijkste fout ooit gemaakt door hun bezittingen te verkopen." Hij zei: "Want toen de vervolging oprees hadden ze zelfs geen huis om naartoe te gaan. Ze hadden geen plaats om naartoe te gaan en ze zwierven rond."
249 Ik zei: "Geheel overeenkomstig de wil van God."
250 Hij zei: "Waarom?"
251 Ik zei: "Als ze een huis hadden gehad zouden ze zijn teruggekeerd, maar ze moesten van hier naar daar gaan om overal het nieuws te verspreiden dat de Heilige Geest was gekomen."
252 Vertel me niet dat God een fout maakt. Hij maakt nooit een fout. Hij weet hoe het moet worden gedaan. Zij verkochten hun bezittingen en werden zwervers die het nieuws overal verspreidden. Er staat dat het nieuws toen over de gehele toen bekende wereld werd verspreid, door deze zwervelingen die alles hadden opgegeven om de Heilige Geest te krijgen. De mensen behoorden niet tot een denominatie. Ziet u?
253 Onthoud nu, de denominatie is wat God noemt: "Ingevoerd in de leer van Bileam." Welnu, toen hij ze niet in deze denominatie kon krijgen, weet u wat Bileam toen deed? Luister nu aandachtig, we komen dicht bij het einde. Wat Bileam deed, hij deed precies hetzelfde als zij hier bij het Nicéa Concilie deden. Daarom zei Hij: "U hebt de leer van Bileam en deze Nikolaïeten."
254 Nu waren Nikolaïeten mensen die wegtrokken en organisaties wilden maken, enzovoort. Hetgeen tenslotte... Hoevelen weten dat dit de waarheid is? Dat zijn de organisaties. Dat is beslist Gods waarheid. En tenslotte organiseerden zij de grootste organisatie ter wereld. Wat maakten zij ervan? Een Katholieke... Wat betekent het woord katholiek? "Universeel." Een wereldwijde georganiseerde organisatie: "Al deze kleintjes moeten in één kerk komen." Als u nu opmerkt. O, ik... je blijft maar doorgaan.
255 Kijk! Wat was Babylon? Wie grondvestte Babylon? Nimrod. Wat deed hij? Hij maakte één grote toren en een grote stad en liet al de andere steden belasting betalen aan deze stad. Organisatie! Dat is de achtergrond ervan. Zeker. Kwam regelrecht hier terug in het gemeente-tijdperk en organiseerde zich opnieuw, en bracht alle volkeren er in. En precies hier staat: "De hoer die alle volkeren liet drinken van de wijn van haar hoererij." Haar overspel dat zij bedreef, er aanspraak op makend een "Christen" te zijn en dan dit soort spul uitgeven: catechismussen, gebedenboeken, en al het andere. En de Protestanten komen met hetzelfde aan, volgen precies in haar spoor.
256 In orde, laten we nu een beetje verder gaan. In orde. In orde. Hij zei nu dat "dit de leer was van Bileam."
257 Welnu, wat deed Bileam toen hij ontdekte dat hij Israël niet kon vervloeken? Hij zei tegen Balak dat het een goed idee zou zijn dat hij deze mensen zou uitnodigen voor het festival van de god. Ze hadden daarginds een groot festival, dat ze zouden gaan hebben. En zij... Het festival werd genoemd: "Het feest van Baäl-Peor." Ik geloof p... Peor, Baäl-Peor. Het was een aanbiddingsfeest.
258 En Bileam zei: "Laat mij u nu iets vertellen, Balak, ik zal u een goed idee aan de hand doen. Als u eenvoudig – als u slechts... God wilde ze niet vervloeken, dat is een afgedane zaak, maar ik zal u vertellen wat we zullen doen. We kunnen niet van ze afkomen, maar als u ze gewoon hierheen uitnodigt, dan zult u de hele zaak naar uw hand kunnen zetten."
259 Ziet u, exact, exact wat Constantijn deed. Perfect! Daarom: "De leer van Bileam."
260 Wat deden zij? Toen... Bileams leer verspreidde zich onder Israël. En zij nodigden al de Israëlieten uit naar dit grote feest te komen, de grote knalfuif die ze hadden. O, een groot soort party, uitgelaten feest dat ze daar hadden. En toen ze daar kwamen, wel, deze Israëlische mensen begonnen deze knappe, sexy-geklede Moabietische vrouwen te zien. Ja, die waren niet zoals hun gewone meisjes daar. O, die zagen er zo knap uit. O! Hoe ze waren gebouwd en o, hoe ze zichzelf konden tonen. En ze vielen ervoor en begonnen overspel te bedrijven. En Bileam wist dat als God ze niet wilde vervloeken en hij ze kon meenemen naar deze denominationele zijde, het de toorn van God zou opwekken om hen hoe dan ook toch te doden; laat God ze Zelf doden, als hij ze maar uit de weg der waarheid kon leiden.
261 En zodra u wegloopt en u bij een kerk voegt in plaats van de doop met de Heilige Geest te ontvangen, dan bent u dood! Niet voor u maar voor hier op heb ik dat een poosje laten inzinken. Dood! "U hebt een naam", werd hier tot Luther gezegd, het Sardis-tijdperk. Het woord Sardis betekent "dood". "U hebt een naam dat u leeft, maar u bent dood!" Zo zei God dat. Ja. Zie?
262 En toen zij daar geestelijk overspel bedreven en de kerk, in plaats van de doop met de Heilige Geest, met een denominatie huwde, gingen ze dood. Alstublieft. Dat staat in de Bijbel, wat God zei, sprekend tot de gemeenten.
263 Nu wil ik iets voor u lezen, dat ik...
264 En wat deed God? Toen zij deze boze zaak deden en in overspel waren, doodde God er tegelijk tweeënveertigduizend; tweeënveertigduizend, voor het plegen van overspel. En waarvan wordt hier in de gemeente gesproken? Het geestelijk overspel, dat u belijdt een "Christen" te zijn en toch als de wereld leeft. O broeder, ontvangt u toch de Heilige Geest! Ga weg bij deze oude geloofsbelijdenissen, en dergelijke, vandaan, ze zijn dood. Het opzeggen van de Apostolische Geloofsbelijdenis of andere geloofsbelijdenis en het uitspreken van een paar gebeden die zijn opgetekend in een gebedenboek, of iets dergelijks. Jezus heeft Zijn volk nimmer verteld om een gebed op te zeggen. Hij zei: "Bid!" Bid! In orde.
265 Nu, Constantijns feest, precies hetzelfde als Bileam. Merk op. Zoals Bileam een heidens feest had, had Constantijn een heidens feest. In orde. Pergamus werd uitgenodigd. En merk op dat dit...
266 Ik heb hier iets opgeschreven wat ik nu direct zal overslaan. In orde. In orde. Ik probeerde deze notitie, of iets wat ik heb opgeschreven te vinden.
267 Pergamus werd uitgenodigd. In orde, ze werden na het Concilie van Nicéa uitgenodigd voor een feest. Ze werden uitgenodigd voor het feest van 'Winter Solace' ['vertroosting na droefheid' – Vert] wat de zon betekent, zonaanbidding, hetgeen een heidense god was; het viel op de 21e december, de kortste dag van het jaar. En de jaren... Die tijd verandert niet tot de 25e december. Alle heidenen vieren het, de geboortedag van de zonnegod. De geboortedag van de zonnegod was de kortste dag van het jaar, de 21e december. En iedereen die ooit de geschiedenis van de kerken heeft gelezen, weet dat de heidenen op die dag aanbaden. Het was een viering.
268 Wel, de Romeinen hadden de grote spelen, het Romeinse circus. Hoevelen hebben dat hier (niet lang geleden) gezien, wat ze hadden, Ben Hur of zoiets? Zie? Nu, het Romeinse circus, dat is wat de Romeinen op die zonnedag hadden als aandenken aan de geboortedag van de zonnegod.
269 Ze maakten daar een groot feest en nodigden de Nikolaïeten uit om te komen. O! Is dat niet volmaakt? "U hebt de leer van Bileam bij u." Kijk, het vertelde Pergamus wat zij hadden, die geweldige races. Ze dachten daar dat ze... Deze Nikolaïeten dachten: "Welnu, dat is fijn. Dit geweldige feest wordt jaarlijks gehouden?" Ja? Dus toen de uitnodiging kwam tot de zogenaamde aartsbisschop, of wat hij toen was, en alles, toen besloten ze er een doorlopende zaak van te maken; zodoende bracht het hoererijen binnen, bracht overspel binnen, begon de Katholieke kerk te vormen waar iedere Protestantse denominatie een lid van is (organisatie). God heeft geen organisatie en haat zelfs de naam ervan. De Bijbel zegt dat.
270 En wat gebeurde er toen zij dat deden? Ze zeiden nu... Ze moesten er een geestelijke toepassing voor hebben, dus zij veranderden de geboortedag van de Here Jezus, Z-o-o-n van God, van april (terwijl alle goede onderzoekers weten en iedereen met geestelijke openbaringen, dat Hij volgens de natuur werd geboren als de lammetjes en al het andere wordt geboren: in april) tot ver weg, de 25e december. En Kerstmis wordt nog steeds gevierd; nu is het Santa Claus. En wat... O, genade. Ziet u? Er werden nog meer heidense festiviteiten aan toegevoegd. Dat is alles. Ziet u wel, uitgenodigd, Bileam. "U hebt de leer van Bileam onder u." Alstublieft. (O God, openbaar het, Vader.) Begrijpt u? De geboortedag van april naar...
271 De historici zeggen dat het vanzelfsprekend is dat Jezus in de maand april werd geboren, wanneer al het andere leven voortkomt. Maar zij hebben het veranderd naar de 25e decemberdag, vijf dagen na (ziet u?), na de heidense god, zodat zij hun ceremonieën konden laten samen vallen: heidendom en Christendom. En Katholicisme is niets anders ter wereld dan een troep heidense inbeeldingen en afdwalingen van Christendom tezamen. Dat is juist. Dat is waar. En de Protestanten die er voor door de knieën gaan zijn precies de dochter van de moederhoer. Dat is het exact.
272 Moge God ons helpen echte protestanten te zijn tegen iedere zaak die niet goddelijk is. Zie? O!
273 En om er de geestelijke toepassing van te zien, weet u wat de bisschop zei? De bisschop zei: "We hebben een recht om dit te doen, omdat Hij de 'Zon der gerechtigheid' is." O, ze hebben een uitvlucht gevonden, zoals ze deden bij "Vader, Zoon, Heilige Geest" in Mattheüs 28:19, precies hetzelfde; exact. Zeker, ze hadden een uitvlucht, ze moeten de een of andere geestelijke toepassing hebben, ziet u. Maar het zal niet...
274 In de Bijbel staat: "Op de verklaring van twee of drie getuigen zal iedere zaak vaststaan." God zei dat, Hij zegt het drie keer. Toen God van plan was iets anders te bewijzen, nam Hij Petrus, Jakobus en Johannes mee; bij alles wat Hij deed had Hij twee of drie getuigen om alles te bekrachtigen wat Hij deed, de hele Schrift door. Dat is juist.
275 Maar, ziet u, deze kleine dingen moeten er komen zodat zij dat kunnen oppakken om dat ervan te maken. God wist het van voor de grondlegging der wereld. Daar kregen ze het, de geestelijke toepassing: "Omdat Hij de Z-o-o-n van God is, zullen we gewoon de heidense geboortedag van de z-o-n nemen en er de geboortedag van de Z-o-o-n van maken, omdat Hij de 'Zon der gerechtigheid' is." Weet u, Protestanten vallen nog steeds voor zoiets dergelijks. Beslist, ze zullen het rechtstreeks uit de Schrift nemen en het ergens anders plaatsen. O, o! Ik... Laten we er even mee stoppen. In orde.
276 Hier is een klein ding dat ik graag zou nemen. Laten we het laatste gedeelte van dit vers hier snel nemen. Kunnen we dat doen? Ja. Wel, ik zal snel voortmaken, nu echt snel en u zult... we zullen de hoogtepunten ervan aanroeren. In orde. Waar zijn we nu?
Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u: ... Bileam,... (Dat is juist, dat heb ik gehad.)
Alzo hebt ook gij, die de lering der Nikolaïeten houden;...
Bekeer u; en zo niet, Ik zal haastig tot u komen en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard van Mijn mond.
Die een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
277 O! Toen Constantijn dat hier deed, was het... Toen zij dit grote festival opzetten. Ik begon erbij vandaan te gaan; ik zal wachten voordat ik dat lees omdat de Heilige Geest er weer naartoe blijft bewegen, dat is de reden waarom ik dat deed. Zei: "Houd dat niet achter." Hier komt het! In orde. De reden...
278 Toen ze deze grote zaak opzetten (ik wil u vertellen wat er gebeurde zodat u het zult begrijpen), was dat de geboorte van het post-millennium. Omdat de kerk rijk was geworden; ze was zo rijk als ze maar zijn kon. En wat was ze? Machtig. Ze was over de staat; staat en kerk waren verenigd.
279 Nu, God met een koninkrijk? En had Jezus niet gezegd dat zij... Elk van deze naties was van hem, werd Jezus verteld, en hij toonde Hem de wereldse koninkrijken en zei: "Ze zijn allemaal van mij; ik doe alles met ze wat ik maar wil." En dan God en de duivel met elkaar verenigen? O, dat kunt u niet doen! Dat kunt u beslist niet. Om die reden is de staat georganiseerd. God is deze organisaties niet. Beslist niet, dat kunt u niet doen.
280 Maar zij hadden dat toen, zij hadden hun kerk genaamd christendom; zij hadden het verenigd met de natie, de keizer van Rome stond boven alles. De grote bisschop stond boven alles, die was... Na een tijdje noemden ze hem paus, maar toen was hij een bisschop. En Bonifatius III was degene die de eerste paus werd.
281 Dan ontdekken we dat hij hier echt zat als een paus over... Ze hadden een god in menselijke vorm. Ze hadden een groot altaar. Ze hadden prachtige rijkdommen. Ze hadden grote, machtige, met marmer ingelegde altaren, overdekt met edelstenen, enzovoort; er helemaal mee bedekt. En ze hadden grote kerken. Ze hadden controle over de staat. En weet u wat? Het woord ging uit dat dat "het Millennium" was, dat al de beloften voor deze arme Joden waren dat: "God hen had verstoten" (waarvan Hij had gezegd dat Hij dat nimmer kon) en ze probeerden het millennium binnen te brengen vóór de komst van de Here Jezus. Wanneer Jezus komt, dan begint het duizendjarig rijk.
282 Dat is de geboorteplaats van het post-millennium. Dat is de reden waarom de Katholiek tot op deze dag niet het komen van Jezus leert. "Alles is in de kerk. Dit is het duizendjarig rijk. De kerk bezit alles. Dit is het." Kijk, het post-millennium (o, o) zonder de wederkomst van Jezus Christus. Dit duurde tot de moord op Constantijn, wat plaats vond tussen 312 en 606 na Christus. Toen werd Bonifatius III de universele bisschop of paus over de gehele universele kerk.
283 Ik denk dat we dit vers zullen beëindigen en dan ben ik klaar. Prijs God. Ziet u? Nu, ik houd u nog voor een ogenblik. Het zeventiende vers:
Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witte keursteen, en op de keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.
284 Wilt u liever wachten tot morgenavond, of wilt u het nu hebben? [De samenkomst antwoordt: "Nu!" – Vert] In orde.
285 Hemelse Vader, ik bid dat U het de mensen nu wilt laten begrijpen, in de Naam van de Here Jezus, opdat zij het overal mogen begrijpen (ook waar deze banden heengaan), dat zij mogen weten dat ik dit zeg omdat dit de Goddelijke interpretatie is die Gij mij gegeven hebt. Amen.
286 "Die overwint..." Het eerste waarvan ik wil dat u het onthoudt is dat elk van deze boodschappen niet aan de gemeente maar aan de engel van de gemeente wordt gericht. Kijk hier terug naar de eerste, de gemeente van Efeze. Aan de gemeente... aan de...
... aan de engel der gemeente van Efeze:... (Is dat waar?)
287 In orde, het volgende gemeente-tijdperk, het achtste vers:
... aan de engel der gemeente van... Smyrna:...
288 In orde, en het twaalfde vers:
... aan de engel der gemeente die in Pergamus is:... (Is dat juist?)
289 De boodschap is gericht tot de leider van de gemeente. God moge die vent helpen die afbreuk zal doen aan die boodschap! Maar het was aan een engel gegeven en de engel was in Zijn hand onder Zijn eigen controle, die zijn licht en kracht van Hem uitgaf, vanuit Zijn rechterhand. Zij zijn Zijn rechterhand, dat wil zeggen, zij hebben de opperste macht terwijl zij hier op aarde zijn; omdat zij de lichten van Hem zijn, die het licht aan dat gemeente-tijdperk geven. Kijk: "Aan de engel van de gemeente." Gericht tot de ster (van het tijdperk) die verantwoordelijk is. De engel van de gemeente is verantwoordelijk als hij het Woord niet predikt. Dat is waar. En die engel zal zich in het oordeel moeten verantwoorden.
290 Hoevelen herinneren zich het visioen hier niet lang geleden over... Kijk. Toen ik daar op bed lag en de Heilige Geest kwam; ik keek om, daar was mijn vrouw, en daar lag ik en ik ging daar omhoog in de Tegenwoordigheid en ik zag al deze mensen. Herinnert u zich dat ik dat vertelde? U allemaal? Ziet u?
291 En ik zei: "Wel, zijn zij...?"
292 Hij zei: "Zij zijn de uwen."
293 En ik zei: "Zijn dat allemaal Branhams?"
294 Hij zei: "Nee." Het waren er miljoenen. Hij zei: "Dat zijn uw bekeerlingen."
295 En ik zei: "Bekeerlingen?"
296 "Ziet u die vrouw daar die u zo bewonderde, jong en mooi? Zij was over de negentig toen u haar tot Christus leidde."
297 En ik zei: "O! Was ik dan hiervoor bevreesd?"
298 En hij zei: "Wij wachten hier op de komst des Heren."
299 Ik zei: "Ik zou Hem willen zien."
300 Hij zei: "U kunt Hem nu niet zien, maar Hij zal spoedig komen. Wij wachten op Hem, maar wanneer Hij komt zal Hij eerst naar u toekomen. En u zult worden geoordeeld overeenkomstig het Evangelie dat u hebt gepredikt en wij zullen uw onderdanen zijn."
"Wel," zei ik, "bedoelt u dat ik voor al dezen verantwoordelijk ben?"
"Voor ieder van ons!"
Ik zei: "Wel, zal iedereen...?"
Hij zei: "U werd als leider geboren."
En ik zei: "Wel, zal iedereen verantwoordelijk zijn?"
Hij zei: "Iedere leider."
Ik zei: "Hoe zit het met Paulus?"
Hij zei: "Hij zal verantwoordelijk zijn voor zijn tijdperk."
"Wel," zei ik, "ik predikte hetzelfde Evangelie als hij."
301 En miljoenen stemmen verhieven zich en zeiden: "Daar rusten wij op!" Ziet u? [De samenkomst verheugt zich: "Amen!" – Vert] Daar bent u er: "rusten."
302 Dus de engel van God, de boodschapper aan de gemeente, wordt verantwoordelijk gehouden als hij het Woord niet predikt. In orde.
303 "Verborgen manna." Laten we de uitleg geven zo goed als we kunnen. Waar is "verborgen manna" het type van? Verborgen manna was manna dat werd bewaard in de plaats... of, het was in de Bijbel een toonbrood dat alleen voor de priesters was. Hoevelen weten dat? Ziet u? Nu, het was niet voor... Ze hadden een brood voor de samenkomst maar er was een speciaal brood voor de priesters. Is dat waar?
304 Dit is een speciaal brood, een speciaal brood, verborgen manna. Wat is het? Wie is ons Manna? Christus. In orde, Johannes, het zesde hoofdstuk, vers 48 tot en met 50, als u het wilt opschrijven. Jezus zei dat Hij "het Brood des levens" was "dat van God uit de hemel komt"; het Manna.
305 Wel, wat is het "verborgen manna"? Het manna dat niet aan iedereen in de samenkomst wordt gegeven. De openbaring wordt uitgestort op de engel van de gemeente, de openbaring van het Woord. Ziet u? De openbaring van het Woord wordt gegeven aan de engel van dat tijdperk, want het is van alle kanten verborgen en opnieuw geopenbaard (het verborgen manna) aan... Het wordt gericht aan de engel van de gemeente. Zie? Begrijpt u het? Het is een wat grotere openbaring over wat Christus is, misschien een iets hogere roeping.
306 Ik vraag me af of Luther zich dat realiseerde? Ik vraag me af of Wesley dat deed in zijn dag. O! Ik vraag me af of Martinus dat besefte? Irenaeüs? Nu, u weet dat de kerk deze mensen zelfs niet heilig heeft verklaard, voor hen waren het geen heiligen; maar zij waren degenen bij wie de tekenen volgden. Zij namen hun eigen bisschoppen, enzovoort, om heilig te verklaren.
307 Wel, niet lang geleden ging een vrouw naar een Engelse boekwinkel om het Leven van Martinus te kopen. En toen... Ze zei: "Martinus."
308 En de persoon zocht alles na en zei: "Hij staat niet zozeer bekend in de geschiedenis, hij was niet heilig verklaard." Ziet u? Tot op deze dag; maar God heeft zijn naam, God weet wie hij is.
309 Ziet u, dat is het verschil. Iemand wil zijn naam in een bepaald groot iets, maar Gods mensen willen dat soort spul mijden. Zij willen geen geweldige grote dingen en iets geweldigs; zij willen nederig zijn, de eenvoud. De weg omhoog gaat omlaag. "Wie zichzelf vernedert, die zal worden verhoogd; wie zichzelf verhoogt, die zal vernederd worden." Vernederde zichzelf. Probeer niet iets groots te zijn; probeer iets kleins te zijn, maar wees wat je bent. Ziet u? Wees klein in de ogen van God, wees klein in je eigen ogen, ieder ander staat boven je. "Laat degene die de meeste onder u is aller dienaar zijn."
310 Wie kon groter zijn dan Jezus Christus die Zichzelf omgordde en de voeten van de discipelen waste? Hij werd een voetwassersknechtje. De God des hemels, de Schepper van hemel en aarde waste de vuile voeten af van vissers (o!) met mest en rommel en stof van de wegen, waar hun kleding het had opgewaaid en waste het af; een voetwassersknechtje was Hij. En dan denken wij: "Wij zijn iemand. Wij moeten doctor Ph.D. Zo-en-zo worden." O tjonge! Dat deed Christus niet. Dat weerspiegelt niet de lieflijke Jezus Christus. Hij werd ieders dienaar, dat is waar. Liet ons een voorbeeld na dat wij voor elkaar zouden moeten doen wat Hij voor ons deed. O, dat is mijn Heer. Wat Hem groot maakte was dat Hij Zichzelf klein maakte. Ziet u, dat maakte Hem zo groot.
311 Ik heb in mijn leven het voorrecht gehad enige grote mannen te ontmoeten, en ik heb het voorrecht gehad om mannen te ontmoeten die dàchten dat zij groot waren. Een echt grote man probeert u te laten denken dat ú groot bent en dat hij niets is. Zie? Ik heb koningen ontmoet, enzovoort, en mannen die echt grote mannen zijn. Ontmoette echte stoere Christenen met verstelde kleding en dergelijke, en sommigen komen naar de preekstoel als om door een ringetje te halen. En dan... Ziet u? O my! Wel, tot zover... In orde.
312 "Het verborgen manna", een klein speciaal iets. Wat is het speciale? Niet iets om te... De zegeningen van de Heilige Geest? O nee, dat is voor de hele samenkomst. Maar het "verborgen manna" was een speciale openbaring omdat hij de anderen moest onderrichten. Begrijpt u? Het was een beetje meer kennis van de Schrift zodat hij anderen kon onderwijzen. Dat wordt van hem verwacht. Is dat juist? U zult nimmer hoger leven dan uw voorganger. Onthoudt u dat; zie. Dus... Want hij is de herder die u voedt. Als hij de herder is, behoort hij te weten waar het manna is om de schapen te voeden. Is dat juist? Nu, een beetje speciaal. En let hier een ogenblik op, de openbaring, het verborgen manna.
313 Nu: "Witte steen, hij zal een witte steen hebben." Deze engel zal een witte steen hebben. Dat is een rots, is het niet? En een... Dat is waar; "reinheid".
314 Eens ontmoette Hij een man en zijn naam was Simon, en Hij veranderde zijn naam in Rots, "Petrus". Waarom? Hij had de sleutels. Is dat waar? Hij veranderde zijn naam en maakte hem een rots. Is dat juist? Petrus had de sleutels omdat hij degene was die de sleutels tot het Koninkrijk had.
315 "Een nieuwe naam, op deze steen staat een nieuwe naam geschreven, die niemand weet dan hijzelf." Hij weet wie hij is maar hij kan het niet aan anderen vertellen. Ziet u? Zie? Niemand weet het dan hijzelf. Zie? Petrus wist dat hij de sleutels had, maar u hoorde hem daar niet over opscheppen. Ziet u? Deze kerels die er prat op gaan wat zij zijn, zijn meestal niets. "Een witte steen en daarop een nieuwe naam." Niet zijn eigen naam, maar iemand anders (begrijpt u?), die alleen hijzelf weet (die de steen kreeg, de naam). Kijk, speciaal manna om de gemeente te voeden; onthoud dat.
316 Onthoud dat toen dit plaatsvond bij deze gemeente, dat het hetzelfde tijdperk was (dezelfde tijd dat dit werd geopenbaard) dat de Nikolaïeten voor zichzelf een hoofd hadden aangesteld voor hùn kerk, een paus, en ze gaven hem onder zich een altaar van wit steen, een marmeren altaar. Is dat waar? En ze bedekten het met ingelegde stenen, en dergelijke dingen, die kostbaar waren voor hem.
317 Maar deze engel des Heren wist wie hij was, een zoon van God, door de openbaring van Jezus Christus.
318 En terwijl de Nikolaïeten hùn leider aanstelden en een marmeren steen aan zijn voeten plaatsten, stelde God Zijn met de Heilige Geest vervulde leider aan voor Zijn Geestvervulde groep – Zijn engel – en Hij plaatste op hem een zegel van een naam, maar hij moest het niet openbaren. Hij moest het voor zichzelf houden, ziet u. "Niemand weet het dan hijzelf."
319 "Verborgen manna, een steen, een nieuwe naam die niemand weet dan hijzelf" en het was geadresseerd aan de engel van de gemeente. Ik vraag me af of Luther dat wist? Ik vraag me af of Wesley dit wist? Ik vraag me dat af voor de andere grote engelen.
320 En ik vraag me vandaag af, als in... Spoedig zal deze grote engel des lichts in de wereld komen, die tot ons zal komen, die ons zal uitleiden, een grote Heilige Geest, komende in kracht, om ons naar de Here Jezus Christus te leiden. Waarschijnlijk zult u het niet weten, maar een dezer dagen zal hij hier zijn. Hij zal maken... God zal hem bekend maken. Hij hoeft zichzelf niet bekend te maken, God zal hem bekend maken. God zal het Zijne bevestigen. Dat zei Hij. Toen Jezus hier was en zij Hem niet kenden, ziet u, zei Hij: "Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet; maar als Ik de werken van Mijn Vader doe en u Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken." Is dat juist?
321 O, is Hij niet wonderbaar? Het boek Openbaring... Ziet u nu waar de kerken zijn? Ziet u hoe zij verdrongen werden? Ziet u hoe de gemeente er daar uitging? Nu, dìt is het tijdperk waar we morgenavond toe komen, zo de Here wil.
322 Neemt u me niet kwalijk dat ik u zo lang heb gehouden, maar ik hoop dat u er iets van hebt geleerd. En neem de aantekeningen mee, zodat wanneer... Ik heb er hier nog meer van, nog ongeveer drie of vier bladzijden, maar ik heb de tijd niet om erop in te gaan. En omdat het laat wordt, het is nu ongeveer zeventien minuten voor... Maar we zullen het hoe dan ook in het boek zetten, dus dan hebben we het.
323 Nu, hoevelen hebben Hem lief met geheel hun hart? Hoevelen geloven Hem met geheel hun hart? O! Nu, denkt u dat ik hier alleen zou staan omdat wij niet in organisaties zitten, dat ik deze dingen zou zeggen omdat wij geen organisatie zijn? Begrijpt u nu, broeders, waarom ik mijn hele leven tegen die zaak heb gevochten? Kijk, het was de Heilige Geest. Ik kon het zelf niet begrijpen, ik wist het zelf niet tot op een paar dagen geleden. Ziet u? Ik wist niet wat mij dat liet doen; ik wist niet waarom ik het altijd uitriep tegen vrouwen die verkeerd leven, en zulk soort dingen; ik wist het niet maar nu wel. Begrijpt u?
324 Nu, de Here weet dat deze dingen verkeerd zijn. Hier zijn ze rechtstreeks uit de geschiedenis vandaan gehaald en kunnen... De Bijbel zei... Nu kijk hier, de Bijbel zei (van te voren) dat deze dingen zouden gebeuren. Dat weten wij, is het niet? Dan nemen we de geschiedenis van dat tijdperk en zien dat het precies is gebeurd op de wijze dat de Bijbel het zei. Is dat waar? Welnu, als wij dan hier bij ons gemeente-tijdperk komen, en wat hij voor ons gemeente-tijdperk aankondigt, dan zal het precies zo gebeuren als God het heeft gezegd. Gelooft u dat? O! Wilt u niet...
O, ik wil Hem zien, zien op Zijn gelaat;
Daar voor eeuwig zingen van Zijn reddende genade;
Ik wil op de straten der heerlijkheid mijn stem verheffen;
Alle zorgen voorbij, eindelijk thuis, eeuwige verheuging.
O, ik wil Hem zien, zien... (Hoevelen willen dat?)
Daar voor eeuwig zingen van Zijn reddende genade;
Ik wil op de straten der heerlijkheid mijn stem verheffen;
Alle zorgen voorbij, eindelijk thuis, eeuwige verheuging.
325 Terwijl wij nu elkaar de hand schudden, voor, achter en om u heen, met al de Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, en wat dies meer zij:
Terwijl ik door het land reis, zing ik onderweg,
O, ik wijs zielen naar Gol... (Niet naar de kerk; Golgotha!) Naar de karmozijnrode stroom;
Vele pijlen doorsteken mijn ziel van buitenaf, van binnenuit;
Maar mijn Heer leidt mij voort, aan Hem moet ik mij vastklemmen.
326 Laten we nu gaan staan:
O, ik wil Hem zien, zien op Zijn gelaat;
Daar voor eeuwig zingen... (Laten we nu onze handen opheffen) ... reddende genade;
Ik wil op de straten der heerlijkheid mijn stem verheffen;
Alle zorgen voorbij, eindelijk thuis, eeuwige verheuging.
327 O, wat heb ik Hem lief! Wat heb ik Hem lief! Wondervol! Wondervol!
Wondervol, wondervol, Jezus is voor mij:
De Raadgever, Vredevorst, Machtig God is Hij.
Hij verlost en bewaart, maakt van zonden vrij;
Wondervol is Mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!
'k Was eens verloren, nu gevonden, vrij van veroordeling,
Jezus geeft vrijheid en volle verlossing;
Hij verlost en bewaart, (o) maakt van zonden vrij;
Wondervol is mijn Verlosser, prijs Zijn...
328 Heel luid nu, iedereen:
Wondervol, wondervol, Jezus is voor mij:
De Raadgever, Vredevorst, Machtig God is Hij.
Hij verlost en bewaart, maakt van zonden vrij;
Wondervol is mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!
329 O, hoe wondervol!
O, wondervol, wondervol, dat Jezus voor mij is:
De Raadgever, Vredevorst, Machtig God is Hij;
Hij verlost en bewaart, maakt van zonden vrij;
Wondervol is mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!
330 Laten we samen zeggen: "Prijs Zijn Naam!" [Broeder Branham en de samenkomst zeggen tegelijk – Vert]: "Prijs Zijn Naam!" Mijn Verlosser! Onthoud, morgenavond zeven uur. Tot dan, totdat u weer terugkomt, doe dit:
Neem de Naam van Jezus mede,
Kind van kommer, zorg en smart;
Dit geeft u de ware vrede,
Draag die Naam steeds in uw hart.
Dierb're Naam (dierb're Naam), o, hoe zoet! (o, hoe zoet!)
Hoop der aard' en 's hemels vreugd',
Dierb're Naam (dierb're Naam), o, hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.
331 Terwijl wij nu onze hoofden buigen in gebed voor het laatste lied of laatste couplet:
Buigend voor de Naam van Jezus,
Ons nederwerpend aan Zijn voeten,
(Here God, genees dezen, Heer) ... zullen wij Hem kronen,
Als onze reis ten einde is.