Het gemeente tijdperk van Thyatire
Door William Marrion Branham1 Nu, vanavond zijn we... Net voor wij ons in dit grote gemeente-tijdperk verdiepen... Ik hoop dat onze Heer Zijn Geest op ons uitstort en ons opnieuw zegent. En we kunnen nu slechts de hoogtepunten aantippen omdat in die grote gebeurtenis van wat gaat komen, wij hier heel de week zouden zijn. En o, gisteravond hadden wij zo'n glorieuze tijd!
2 Zouden we nu voor we de Schrift lezen even onze houding kunnen veranderen om enkele ogenblikken te gaan staan voor een woord van gebed:
3 Onze genadige hemelse Vader, wij komen in de algenoegzame Naam van de Here Jezus, wetend dat U op een dag zult komen. En wij proberen de harten van de mensen gereed te maken om deze grote openbaring, dat U de levende Zoon van God bent, te ontvangen; niet dood, maar voor immer levend; en U leeft in Uw gemeente als de getuige van Pinksteren, van die geweldige tijd, toen de tijd van verkwikking uit de tegenwoordigheid van de Here zou komen. We zijn zo blij hier na negentienhonderd jaren, zulke tijden als destijds te genieten.
4 En Vader, wij buigen nederig ons hoofd met respect voor deze grote mannen door de tijdperken heen, die sterren die U in Uw hand hield, waarvan U zei dat ze "engelen van de gemeente-tijdperken" waren, de voorgangers. Wat danken wij U voor Uw grote dienstknecht Paulus, van Efeze. Hoe danken we U voor Irenaeüs, o, Here, Irenaeüs, Uw grote dienstknecht; en voor Martinus en vanavond voor Columba. Heer, wat danken wij U voor deze mannen. Temidden van duister Romanisme, heidendom dat de kerk inkwam, stonden zij dapper voor de boodschap en zegeningen van Pinksteren, het spreken in tongen en grote tekenen en wonderen, de genezing van zieken en oprichting der doden.
5 Velen van hen, Heer, werden uiteen gereten en gedood en aan de leeuwen gevoerd; grote gebeurtenissen vonden plaats. De aarde is doorweekt van het bloed van de rechtvaardigen. En Vader, hun bloed schreeuwt het vandaag uit tegen die zondige, overspelige kerk. En U zei, op een dag toen U... toen de engel zijn schaal erop uitgoot, dat het bloed van elke martelaar erin werd gevonden.
6 Here, help ons klaar te zijn om stand te houden, want de tijd is aan het afsluiten, daar wij dit tweehoornige beest uit de aarde zien opkomen – niet uit de dichtheid en menigte van volken – "met horens als een lam, maar het sprak als de draak". Wij geloven dat dit uur nu nabij is, Vader, wanneer deze kerken zich samen verenigen, een beeld makend voor het beest; en het zal voor die groep die zich niet bij hen wil aansluiten verschrikkelijk zijn, Heer. De echte boycot zal komen, maar in dat uur beloofde U Uw gemeente te halen. Help ons, Heer.
7 Voordat er een druppel water viel was Noach in de ark. Voordat het vuur Sodom kon grijpen was Lot weg. Vader, wij geloven dat voordat de atoomkracht deze aarde in stukken blaast de gemeente weg zal zijn. We zijn zo blij, Heer! En wij weten dat de bommen vanavond in de hangars hangen.
8 En wij kunnen uitzien naar de hemel; en de Zoon des mensen van Zijn troon zien verrijzen om Zich naar de aarde te bewegen voor de opname van Zijn gemeente en we weten dat Zijn dierbare voeten deze zondige aarde niet zullen raken op die tijd; want toen Rebekka de kameel bereed en van de kameel afsprong, precies tussen... het huis van Abraham, buiten in het veld, ontmoette zij haar bruidegom. O God, en de gemeente zal onze Bruidegom in de lucht ontmoeten. Want wij die levend overgebleven zijn zullen degenen die slapen niet voorgaan of hinderen. De bazuin van God zal klinken, de doden in Christus zullen eerst opstaan en wij zullen gezamenlijk met hen worden opgenomen om de Here (in het veld) in de lucht te ontmoeten, om voor immer bij Hem te zijn.
9 O Heer, help ons vanavond. Geef ons zachtheid van geest en neem alle bitterheid en onverschilligheid van ons weg en mogen wij zo met de Heilige Geest versmolten zijn. Laat de Engel des Heren vanavond regeren.
10 Heer, ik weet niet wàt ik tegen deze mensen moet zeggen. Ik heb de geschiedenis en dergelijke, opgeschreven van wat U gedaan hebt, maar U bent nodig om de toekomst te verklaren. Ik bid dus dat U het wilt geven door Jezus Christus' Naam. Amen.
11 Laten we nu het boek Openbaring openslaan. En we zijn vanavond gekomen aan het gemeente-tijdperk van... het vierde gemeente-tijdperk, Thyatire, een geweldig gemeente-tijdperk, bekend als de donkere Middeleeuwen. Dit tijdperk begon in 606 en eindigde bij 1520. Alles wat ik kon doen was het eruit te nemen... Vele geleerden namen Patricius als de ster van de...
12 Elke... De zeven sterren waren de "zeven engelen" van de zeven gemeente-tijdperken. Wij weten morgenavond zonder twijfel, Luther; en dan Wesley. We weten niet wie deze ster van de gemeente van Laodicéa zal zijn. Het is... Wij zijn nu in dat tijdperk, sinds 1906, bij de aanvang van Pinksteren. Maar er zal een engel opstaan die alle dogma's zal uitdoven en de gemeente gereed zal maken om naar huis te gaan. Een leraar van – van... in de Geest, die zal opstaan met tekenen en wonderen. Welnu, ik bid dat God ons zal helpen het op te merken.
13 Met dit eruit te zoeken en door te nemen... Patricius was een groot man. Bij het doornemen van enige zeer oude manuscripten bleek dat Patricius geen Katholiek was. Hij protesteerde tegen de Katholieke kerk. En gedurende de tijd van de Reformatie werd dat dogma, dat ze hadden, opgegraven en werd bewezen dat Patricius tegen de Katholieke kerk had geprotesteerd. Patricius was enigszins een man van organisatie, hij had zijn eigen school. Hij werd eenmaal ontvoerd toen hij aan de oever van de zee was; hij en zijn twee zusjes, waar hij nooit meer van gehoord heeft. Zij werden meegevoerd, waarschijnlijk naar Rome en als slaven verkocht. Hij werd ook meegenomen en als slaaf verkocht en hem werd een baantje gegeven als varkenshoeder.
14 Hij trainde honden om op zijn varkens te letten, enzovoort; weet u, zij kwamen af op het kenmerkende geknor en dingen die hij de honden gaf. En dat werd uiteindelijk een weg van ontsnapping, op de bodem van een boot, waarbij de honden hem overdekten tot hij in open zee kwam. Later kwam hij in zijn eigen lieflijke plaats, Ierland, en vond zijn moeder en vader nog steeds in leven. En Patricius was een neef van de grote Martinus.
15 Deze Martinus was één van de grootsten die wij ooit in de linie der mannen hebben gehad sinds Jezus Christus. Zijn gemeenten waren allen vervuld met de Heilige Geest, zij spraken allemaal in tongen, hadden tekenen en wonderen en mirakelen, allerlei wonderen vonden plaats. Hij behield het Pinkstergeloof temidden van dat gemeente-tijdperk dat bezig was met het Katholicisme te huwen; heidendom en de Nikolaïeten huwden met elkaar en vormden een organisatie en vormden de Nikolaïeten. En wij noemen hen... Niko betekent "overwinnen", "de leken overwinnen of omverwerpen", wat de Heilige Geest wegnam van de gemeente en waarbij alleen de priester heilig is, alleen de man. Ziet u? En dan leven ze elk soort van leven dat zij maar wensen, veronderstel ik, zolang zij het maar aan de priester belijden.
16 We zagen gisteravond dat zij voor zichzelf instelden... dat Constantijn de eerste bisschop aanstelde en hun deze gebouwen gaf, zoals we u de data, enzovoort hebben gegeven die u genoteerd hebt. Destijds had men daar het grote zonnefeest, dat op de 21e dag van december was, de kortste dag van het jaar en men voerde toen deze ketterij in, namelijk dat Hij de 'zondag' was, ziet u, de dag van de geboorte van de zon, men bracht de geboortedag van Jezus Christus van april naar 25 december.
17 25 december; gedurende die vijf dagen hadden de Romeinen hun geweldige feesten, het circus, enzovoort, en toen hielden zij dit grote, heidense feest. En zij hadden deze man daar zelfs als een god geplaatst en staken hem in een gewaad, enzovoort. En zij hadden hun god recht in hun midden. Toen traden de mensen van het duizendjarige godsrijk in bestaan, precies daar, omdat zij dachten dat de kerk zich daar in het millennium bevond. Begrijpt u, omdat zij rijk waren en in geen ding gebrek hadden, staat en kerk totaal verenigd. "Het millennium is aangebroken", is nog steeds een Katholieke lering tot op deze dag. Ziet u? Welnu, "het millennium is aan de gang", daarvan weten wij dat dit verkeerd is. Het duizendjarig rijk... de tweede komst van Christus brengt het millennium. Dat is juist!
De aarde zucht en schreeuwt om die dag van heerlijke bevrijding,
Wanneer onze Heer weer naar de aarde terug zal keren.
18 Deze grote heilige hier was Columba. Hij was een groot man van God.
19 Ik heb zijn geschiedenis hier min of meer opgeschreven. Allereerst betekent het vierde gemeente-tijdperk Thyatire: slap, oppervlakkig, of beneveld zijn. Ziet u, het is gewoon een onwettige tijd, van 606 tot 1500.
20 De ster was Columba, van Ierland en Schotland, welke een neef van Martinus was; hij leefde ongeveer zestig jaar na Patricius en zo begon zijn bediening ongeveer zestig jaar na Patricius.
21 Hij heeft nooit de Roomse leer geaccepteerd. Hij was een groot man van geloof. Hij verwierp de Roomse leer; is nooit naar Rome geweest en verwierp het allemaal. Zoals ik niet kon zien waar zij hem ooit op de lijst van heiligen gezet hadden, zoals zij wel deden met Martinus en anderen. Zij zetten hem en Irenaeüs niet op de lijst van heiligen, omdat dezen nog steeds in die gemeente waren die de tekenen en wonderen van Pinksteren had en geloofde. Hij nam nooit de Roomse leer van hun leerstellingen. Hij nam de Bijbel als leer, zoals zijn godvrezende moeder, de zuster van Martinus, en heeft nooit, geen enkel moment de Roomse leerstellingen gebruikt. Hij onderwees dat de tekenen van Markus 16 elke gelovige zou moeten volgen. Amen! Dat is het soort kerel waar ik van houd, gelovigen. Jazeker.
22 Hij hoorde God hem roepen met hoorbare stem. Dit is nog een ander goed teken, ziet u. Toen kon niets hem daarna meer stoppen. Hij was weg. Hij ging op weg toen hij de hoorbare stem van God had gehoord.
23 Eén wonder... Ik heb er hier verscheidene opgeschreven, maar laten we alleen deze nemen. Eén wonder was toen hij naar een zekere stad was gegaan waarheen de Here hem gezonden had. De stad wilde hem niet ontvangen. Dus gingen zij op hem af en probeerden te... namen de muzikanten, enzovoort, en sloten de poorten en probeerden hem met spelen te overstemmen (de muzikanten). En hij begon te prediken en het overstemde de muzikanten en de poorten gingen open. Hij ging naar binnen en predikte toch. Hij kreeg de hele groep bekeerd.
24 Hier is nog een ander dingetje waar ik graag even over wil spreken. Hij kwam een stad binnen. Men had natuurlijk in die dagen de steden ommuurd. Hij ging de stad in en zij zetten hem eruit. Hij was weggegaan en de zoon van de hoofdbestuurder werd hevig ziek en men stuurde de goede heilige een boodschapper achterna. Hij kwam terug en legde zich over de stervende jongen en hij kwam tot leven.
25 Zijn gemeente was vervuld met de Heilige Geest, hij deed het met niets minder, want ieder lid van zijn gemeente moest vervuld zijn met de Heilige Geest. En hij protesteerde tegen de hiërarchie van Rome en haatte die ten zeerste. Ik geloof dat hij de ster van het tijdperk was. Wat deed hij? Spreken in tongen, de doop in de Naam van de Here Jezus, hij deed precies de dingen waarmee het begon. Als God oneindig is, en dat de wijze is waarop Hij Zijn gemeente in het begin stichtte, zal het eender moeten blijven. En zo is het (zelfs in de minderheid) altijd gegaan; hier is het er bijna uitgeperst, maar het komt terug door Luther.
26 We willen nu aanvangen en kijken of we kunnen beginnen met enkele van deze verzen door te nemen. We zullen beginnen met het achttiende vers:
... schrijf aan de engel der gemeente te Thyatire:...
27 Hebt u opgemerkt tot wie het is gericht? Deze boodschappen zijn gericht aan de engel, of de prediker die het licht van dat gemeente-tijdperk draagt. Begrijpt u? Nu, gisteravond vonden we uit, bij de sluiting van dit andere gemeente-tijdperk van Pergamus, dat de engel van de gemeente (de overwinnaar van dit gemeente-tijdperk) een steen zou ontvangen. En in deze steen...
28 Welnu, wij hebben die steen genomen en gesymboliseerd betekent het een "rots". Wat is het? De engel zou iemand zijn die, zoals Petrus, "steen" genoemd zou worden.
29 We zagen dat uw naam invloed op uw leven heeft. Ik kan daar niet teveel op ingaan, omdat de duivel een valse numerologie heeft; dat weten we. Het wekt het gevoel van de mensen op, en dergelijke, wat uitloopt op spiritisme. En spiritisme is van de duivel. Dat weten wij. En daarom moet u het in de gaten houden.
30 De reden dat men Jezus een Beëlzebub, een duivel, noemde, was omdat Hij de gedachten van hun geest kon onderscheiden, ziet u. Maar Hij was het Woord van God. In Hebreeën 4 staat: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard, zelfs een onderscheider van de gedachten van de overleggingen van het hart", de geest. Ziet u? Dus Hij was het Woord, Hij is het levende Woord en het levende Woord komt in ons en dan heeft het hetzelfde effect op ons. Begrijpt u, hetzelfde, omdat het hetzelfde Woord is. Begrijpt u, het is hetzelfde onder ons. En dat is de manier... Soms zijn er degenen die niet in die klasse zijn die in tongen spreken en een ander vertaalt het. Wat is het? Het Woord opnieuw vlees geworden onder ons.
31 En dan merken we op dat deze engel zou ontvangen... de engel van het gemeente-tijdperk, dat die de "steen" ontving. Het was een witte steen, wat niet zijn eigen gerechtigheid betekent, maar "Gods eigen gerechtigheid".
32 In deze steen was "een naam", een naam die niemand wist dan degene die hem zelf ontving. Hij wist het, maar niemand anders dan hij kon het weten. Wanneer u verneemt dat deze kerels u vleiend willen vertellen dat zij Johannes zijn, Paulus zijn, Maria zijn, dit, dat, of nog wat zijn, geloof het niet, omdat als het zo was, hij er nooit iets over zou zeggen. Begrijpt u? Zo is het. Hij moet het voor zichzelf houden. Hij weet, dat niemand het weet dan hijzelf; hij weet het echter omdat elke perfecte overwinnaar een nieuwe naam ontvangt op die wijze.
33 Hebt u opgemerkt dat Abraham Abram werd genoemd; maar toen God hem ging gebruiken veranderde Hij zijn naam in Abraham. Sara werd Saraï genoemd, maar toen God van plan was haar te gebruiken veranderde Hij haar naam in S-a-r-a; Sara, "prinses". Hebt u Jakob opgemerkt? Jakob was "misleider". Ezau betekent "rood", behaard en rood; rood-behaard, en overal bedekt met rood, is Ezau. En Jakob was "misleider". En misleider is een "bedrieger". Zei Ezau niet: "Betekent zijn naam, Jakob, niet 'misleider'?" Maar toen hij heel de nacht worstelde met de Here en overwon en gezegend werd, veranderde God zijn naam Jakob in Israël, "een prins met God". Paulus werd Saulus genoemd tot hij de Heilige Geest ontmoette in de vorm van een licht dat op hem scheen, zijn naam werd van Saulus in Paulus veranderd. Simon; toen hij Jezus ontmoette, veranderde Hij zijn naam in Petrus.
34 En toen Jezus overwon, werd Zijn Naam veranderd. En Hij zou die Naam bekend maken: degene die met Hem zou zijn en overwonnen heeft, zoals Hij, die ontving een nieuwe naam; en "Ik zal Mijn Naam aan hem openbaren", ziet u? Elke overwinnaar, onder zulken bedoel ik: deze leiders, enzovoort. Nu kregen natuurlijk niet alle kinderen in Israël een andere naam. Dat is waar. Maar die hoogstaande leiders, wanneer zij overwonnen, hadden zij een nieuwe naam ontvangen. Ziet u hoe dat in elkaar past? Gewoon perfect.
35 Nu zien wij dat Hij ook het verborgen manna kreeg. Nu wordt verborgen manna getypeerd door het toonbrood. Het toonbrood was alleen voor de priesters. Dat is juist. Toonbrood was enkel voor de priester. Het was iets speciaals dat voor de priesters, dat zijn de leiders, gemaakt werd, en deze man overwon. De hele vergadering kreeg manna, maar hij kreeg een verborgen (bijzonder) manna, of een "bijzondere openbaring" (oh!) van wie Jezus was, en wat omtrent Hem, alles over Hem. Ziet u, hij ontving die openbaring als hij overwonnen had. Aan de engel: "Houd vast, want hij die..." Hij had overwonnen. Gericht aan de engel van de gemeente. Begrijpt u?
36 We zien dan vanavond als we beginnen:
... schrijf aan de engel der gemeente te Thyatire; Dit zegt de Zoon van God, Die Zijn ogen heeft als een vlam vuur en Zijn voeten zijn blinkend koper gelijk;
37 Wanneer we Hem nu zien in het eerste tijdperk van Efeze, of in het eerste begin van Openbaring, zien wij Hem in Zijn zevenvoudig verheerlijkte personage. "Haar..." Wij zien dat Johannes Hem daar ontdekte in de dag des Heren.
38 Wanneer Hij nu komt is Hij een Priester. Toen Hij hier op aarde was, was Hij een Profeet, Gods Profeet. Nu nam Hij Zijn eigen Bloed en begaf zich voor de Vader, wat Hem een Priester maakt. Wanneer Hij terugkeert zal Hij een Koning zijn. Profeet, Priester en Koning. Hij was Gods Profeet, Hij was een Arend. Hij was Gods Priester, Hij was een Lam. Wanneer Hij terugkeert zal Hij de Leeuw zijn, de Koning (de stam van Juda), om te regeren.
39 Maar tussen Zijn priesterlijke werkzaamheid, wanneer het heiligdom verlaten is, dan zien wij Hem daar staan. En Johannes zei dat hij in de Geest op de "dag des Heren" was; niet de zevende dag, niet zondag, dat is allemaal verkeerd. Wij hebben dat uitgevonden, doorzoek het in de Schrift, het was de dag des Heren. Dit is de dag der mensen. De komst van de Here zal Zijn dag wezen.
40 En wij vinden hem in de dag des Heren. En toen hij de Here zag, had Hij sneeuwwit haar. En wij weten dat dit een rechter vertegenwoordigt.
41 Nog iets, Hij was toen geen Priester, omdat de priester rond zijn middel omgord is, wat "in dienst" betekent. Maar Hij was omgord aan de borsten, daarbóven, wat betekent dat Hij een Rechter was. Amen! En wij zien Hem wandelen temidden van de zeven gouden kandelaren.
42 En nu brachten wij het terug naar de "Oude van Dagen" die wit was in het oordeel bij de witte troon, toen Daniël Hem zag. "Kwam tot de Oude van Dagen, Wiens haar wit was als sneeuw."
43 Welnu, wit. De oud-Engelse rechters droegen door de jaren heen, wanneer zij de gerechtsstoel beklommen, een grote witte pruik, een sneeuwwitte pruik, omdat zij rechters waren. En Johannes zag Hem in de dag des Heren, toen Hij een Rechter was. Amen!
44 Nu zien wij dat Hij ogen had gelijk vlammen van vuur. Toen waren het ogen als vlammen van vuur. Eens waren die ogen gevuld met menselijke tranen. Hij kon staan wenen over een man die gestorven was en weten dat hij binnen de volgende vijf minuten weer zou leven; slechts gewoon menselijk medegevoel. Maar daar achter lag zo'n kracht dat Hij langs heel het leven van een man kon kijken en hem kon vertellen wie hij was en wat er allemaal aan de hand was. Omdat het nu kwam in deze weerkaatsing als vuur. Ogen die de ganse aarde kunnen doorlopen en alles zien wat er gebeurt. Waar zult u staan in de oordeelsdag? Uw zonden zullen daar naakt voor Hem liggen.
45 En merk op dat uit Zijn mond een tweesnijdend scherp zwaard kwam, waarvan wij ontdekten dat dit het Woord was.
46 Wij zien dat Zijn voeten van blinkend koper waren, enzovoort, wat Zijn fundament betekent. Hij betrad de wijnpers van de toorn van de Almachtige God, en werd vertrapt en nam de zonde op Zich en waadde eruit en behaagde God. Jazeker. En Zijn fundament is ons fundament.
Op Christus, de vaste Rots, sta ik (zei Eddie Pruitt);
Alle andere grond is zinkend zand. (Jazeker.)
47 Telkens wanneer Hij een gemeente-tijdperk tegemoet treedt zien wij dat Hij hem, de engel, aanspreekt in een van Zijn Goddelijke namen. Nu ontdekken wij daar terug, dat het eerste in alle openbaringen de Godheid (de soevereine Godheid) van Jezus Christus is: "Ik ben Degene die was, die is en zal komen. Ik ben de eerste en de laatste, de Almachtige God." Ziet u, de eerste openbaring... Johannes keerde zich om, om te kijken wat tegen hem sprak. Allereerst richtte Hij zich tot hem als...
48 Elke koning, wanneer hij zich tot iemand richt, vertelt wie hij is; ieder mens. "Ik ben Zus-en-zo." Wanneer ik tot u spreek en u me niet kent: "Ik ben William Branham." "Ik ben John Doe." Wie het ook is.
49 Hij zei: "Ik ben de eerste en de laatste; Hij die levend was en levend is; dood geweest en leeft voor immer." Oh! Dat is de Godheid! Hier zien wij Hem in Zijn zevenvoudige personage van Zijn verheerlijkte staat. In elk gemeente-tijdperk benadert Hij hen in een verschillende staat van die Godheid, telkens één van die verheerlijkte toestanden.
50 Welnu, vanavond komt Hij met een vlammend vuur. Hij kijkt naar beneden in Laodicéa... of in Thyatire. Dit is het tijdperk waarin de kerk is gehuwd in Katholicisme en heidendom, of de Nikolaïeten en heidendom huwden elkaar en vormden en gaven geboorte aan de eerste kerk, de georganiseerde kerk.
51 En God zei dat de werken van de Nikolaïeten (die in het Efeze-tijdperk waren), verder in de kleine gemeente van Pergamus een leerstelling werden en zei dat het een lering van Bileam was. Bileam was degene die Israël onderwees heen te gaan en ontuchtigheden te plegen, of zij pleegden ontuchtigheden met Moab, die een lauwwarm kerklid was, of de algemene kerk, de grote organisatie. En we zagen dat God zei dat die leer der Nikolaïeten al de kracht die in de gemeente was wegnam en het aan de kant zette en er een organisatie van maakte en Hij zei: "Jullie haten het en Ik haat het ook." Hij blijft zeggen: "Haat het! Haat het! Haat het!" En het heeft hier de volle teugel gekregen. Ziet u hoe de gemeente eruit geperst werd, helemaal tot hier, tot het nog maar net een uiterst klein stukje is, en dat is de gemeente waar we nu aan toe zijn gekomen.
52 In deze tijd dat deze openbaring kwam, of voor deze gemeente was, was het een tijd dat Rome op de grote stenen van hun plaats had gebouwd met hooi en stro. Maar Hij spreekt deze gemeente toe, dat Hij nog steeds de vurige vlam blijft die dwars door de tijd heen kijkt en Zijn fundament is geen hooi en stoppels, maar massief glanzend koper, beproefd in de vurige oven! Het fundament is zeker. Daar houd ik van. Wij weten waar we staan.
53 In orde:
Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste.
54 Goed, de gemeente schijnt bijna volledig te zijn afgesneden, nog een klein walmpje; en zij waren van de geweldige geestelijke samenkomsten afgeweken en steunden als het ware op werken.
55 God wil niet dat we vertrouwen op werken. Dat is een teken van organisatie. "We brengen mejuffrouw Jones wat hout. En we brengen zus-en-zo wat kleding voor hun kinderen." En dat is goed. Maar laat het daar niet van afhangen; vertrouw daar niet op. Broeder, dat is een goede daad; een goede, behoorlijke burger zal dat doen. Maar wat er voor nodig is om een Christen te zijn is een wedergeboren ervaring, de doop van de Heilige Geest. In orde.
56 Langzaam afgedwaald, zij namen hun toevlucht tot werken in plaats van liefde en geloof, wat steeds maar meer werd naarmate het voortschreed.
57 Goed: "Ik weet uw werken,... Ik weet uw geloof, Ik weet uw geduld", enzovoort...
58 Maar nu gaan we het twintigste vers nemen, luister hiernaar:
Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij die vrouw Izebel, die van zichzelf zegt, dat zij een profetes is, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten.
59 Welnu, "vrouw". Wat zagen we gisteravond dat het woord vrouw voorstelde? De kerk. Welnu, nu ontdekken we hier dat zij Nikolaïeten werden genoemd, de leer van Bileam; en nu is het tot een Izebel gekomen.
60 Nu, Izebel... Als u wilt opmerken is dit een enorme geschiedenis. Als u het wilt noteren, het begint in 1 Koningen, ongeveer hoofdstuk 16. Izebel was geen dochter van Abraham, evenmin deze groep hier, het heidense Rome. De Nikolaïeten waren de koude formele groep Christenen, die zich had afgescheiden van de echte Christenen, die niet het geloof schenen te hebben. En ze wilden de gemeente maken als een vereniging, hetzelfde als wat ze vandaag hebben; als een club, totaal geen Geest erin. "De dagen van wonderen zijn voorbij. O, dat was voor een ander tijdperk. Wij hebben een broederschap." Een goede Vrijmetselaar, een goed verenigingslid, of zoiets, brengt dat voort. En dat is best, maar dat zal nooit de plaats innemen van een nieuwe geboorte in Jezus Christus, de redding voor de ziel, deze waarheid.
61 In orde. Deze Izebel was geen dochter van Abraham, dat is waar, een prinses van een afgodendienaar. In die tijd toen de koninklijke familie, háár koninklijke familie, beroemd werd door wrede valse trouw aan Bileam. Haar vader was een priester van de afgod A-s-t-a-r-t-e (ik weet niet hoe ik het uit moet spreken, ik heb het uit de geschiedenis gehaald). Achab gebruikte zijn strategie zoals Constantijn. Deze grote machtige natie lag tegen Israël aan, dus daarom...
62 Gisteravond, wat was Constantijn aan het doen? Hij was niet bekeerd. Hij was een politicus. Wat probeerde hij te doen? Hij nam de Christenen, toen zij hem vertelden dat zij zouden bidden... (En nu, bedenk, hij is... wij spreken nu over de Nikolaïeten.) En hij zei, dat als zij zouden bidden en hij deze strijd zou winnen, hij dan Christen zou worden. Hij had een droom. Hij schilderde die nacht zijn schilden wit, in een kruis. Waar de "Knights of Columbus" (Ridders van Columbus) op die tijd werden geboren; nu daar baseren zij zich op. Maar hij deed nooit iets als Christen! Op een van de Nikolaïetische kerken, St. Sophia genaamd, plaatste hij een kruis. Zoals ik gisteravond zei, was dàt het enige wat hij ooit gedaan heeft dat er enigszins op leek dat hij voor de kerk was, zover ik ooit uit enige bladzij van de geschiedenis kon verzamelen; en vele andere geleerden zeggen hetzelfde. Wij weten niets over zijn bekering. Maar waar ging hij op in? De zaak die hij wilde doen... Hij zag het meeste van Rome nu.
63 Nu, kijk hiernaar, let op deze strategie. En zie hoe de Bijbel, God, het bevestigt, honderden en honderden jaren voordat het plaats vond. Constantijn gebruikte dezelfde strategie, zei God, als die Achab gebruikte.
64 Nu zag Constantijn dat een groot deel van zijn volk deze Nikolaïeten waren, Christenen. Sommigen ervan werden "ketters" genoemd, dat zijn de Pinkstermensen; zij waren "ketters en heilige rollers" en zo meer. Daar lagen uw echte tekenen en wonderen. Maar de natuurlijke gemeente groeide toen uit tot hun organisatie. Wat ging hij doen? Constantijn speelde een listige rol. Hij gaat heen en haalt zijn heidense vrienden en hij haalt zijn Christen-vrienden en verenigt de kerken tezamen, bracht het heidendom in het Christendom. Christendom en heidendom trouwden met elkaar in de Pergamus gemeente.
65 Nu, wat zei Hij hier daarover vanavond? Hetzelfde als wat Achab deed. Om zijn koninkrijk te versterken, trouwde Achab Izebel, deze afgodendienares, om zijn koninkrijk te versterken en meer macht in Israël te krijgen.
66 En dat proberen de kerken. Ziet u waarom zij een Bijbel proberen te maken, die ze volgend jaar in '62 willen uitgeven? Dat is een Bijbel waarmee de Joden, de Katholieken en de Protestanten tevreden zullen worden gesteld. O, broeder! Ik heb het krantenknipsel. Ik heb het vanavond niet bij me, maar u hoorde me er onlangs 's avonds uit lezen. Alstublieft, ziet u.
67 O, dat soort dingen om te proberen groter te worden! Men neemt Gods heilige zaken en versnippert ze alle kanten uit, om groter te worden en in aantal toe te nemen. Dat heeft de kerk gedaan. Ze accepteerde mensen op grond van een handdruk en men kreeg afvalligen en van alles, niet wedergeboren mensen. Maar in het echte lichaam van Christus, wat geen organisatie is maar het mystieke lichaam van Christus, kunt u alleen op één manier binnen komen en dat is door de doop van de Heilige Geest. Juist! En dezelfde tekenen die bij de apostelen werden aangetroffen worden bij de gemeente aangetroffen. Zo is het precies!
68 Wij hoeven het niet op een akkoordje te gooien en te zeggen: "Wel, wij zullen ons aansluiten bij de 'Assemblies'. We zullen ons aansluiten bij de 'Oneness'. We zullen ons aansluiten bij dat, of bij de Baptisten of Methodisten." Laten we ons bij Christus aansluiten! Blijf vrij van deze dingen. Natuurlijk, al deze organisaties zijn goed, maar zij maken hun leerstellingen en hun zaken. En u moet de hoofdopziener verwittigen om te zien of hij u in dat land wil toelaten om een samenkomst te houden. Als u niet precies leert wat zij leren, ligt u eruit; u kunt zich niet aan de Bijbel houden. Dat kan God niet, Hij haat het! En elke andere wedergeboren Christen zou het ook niet kunnen. Velen van die mensen daar zijn absoluut... zouden willen, willen helpen en verlangen broederschap. Maar je kunt het niet doen, ze zouden u eruit schoppen. Wel, laten zij u eruit schoppen, ga door en ontvang de Heilige Geest hoe dan ook. Zo is het precies. Maar ziet u, zij willen dat dogma hebben. Zij willen u hebben waar een heleboel geld is. De Baptisten hadden een slagzin in '44: "Een miljoen meer in '44." Wat hebben zij gekregen?
69 Net zoals de grote evangelist Billy Graham vertelde toen hij in Louisville was: "Ik ga naar een stad..." Hij zei: "Paulus zou een stad binnengaan, en hij zou één bekeerling maken; komt het volgende jaar terug en hij heeft er dertig van die ene; achter- achter- achter- achter- achterkleinkinderen, van die ene bekering." Hij vertelde: "Ik ga een stad in, roep er dertigduizend naar voren, het volgende jaar keer ik terug en kan er geen dertig meer vinden." En wat hij zei... hij deed een goede bewering, maar toch geloof ik niet dat onze dierbare broeder gelijk had. Hij zei: "Jullie luie predikers." Hij zei: "Ik geef u hun namen en adressen, en u zit met uw voeten op uw bureau en schrijft hun een brief in plaats van erheen te gaan en met hen te praten."
70 Ik bewonderde hem er wel om. Ik zie graag dat een man zichzelf is, geen huichelaar. Kom recht voor de dag, en wees wat u bent. Daar houd ik van. Maar ik had graag willen zeggen: "Billy, wie was er ginds om die bekeerling die Paulus had op te vangen? Wat het was, Billy, als u alleen maar zou willen stoppen met hen terug te laten keren om handen te schudden en daarheen te gaan en te zeggen: 'Ja, ik aanvaard Jezus als mijn persoonlijke Redder'; en hem daar laat blijven tot hij sterft en rot en wedergeboren is uit de Heilige Geest, dan zal hij u bekeerlingen verwekken."
71 Broeder, u bent... Hij is een vuurgloed, tot u hem niet meer kunt doven. Hij is als een brandend huis bij een sterke wind, u kunt hem niet blussen. O, hij verspreidt het naar alle kanten, broeder, een echte bekeerling van Christus, hij kan niet stil zitten. Hij is gewoon... hij is in beweging. O, ik ben zo blij! Oh! De ouderwetse doop van de Heilige Geest die zet uw ziel in brand! Hij kan niet rustig blijven, de wind wakkert u aan, de ruisende machtige wind blijft u bewegen. Ik blijf gewoon wat hout aanvoeren en het blijft doorgaan. Jazeker! Niemand hoefde Paulus' bekeerling te nemen, Paulus bracht hen ver genoeg in Christus, tot hij dood werd aan zichzelf en levend in Christus en Hij deed de rest. Zo is het! Dat is het.
72 Baptistenbroeders zijn fijn. Maar een miljoen meer, waar is dat goed voor? U krijgt een miljoen námen meer. Wel, ga maar zitten en verzin maar wat als u ze daar in wilt zetten. Dat is in orde, maar broeder, wij willen namen in het boek des levens van het Lam, geslacht van vóór de grondlegging der wereld, gewassen in het Bloed, vervuld met de Heilige Geest, met tekenen en wonderen die u volgen.
73 Onderzoek de geschiedenis. Ik wou dat u allen het Concilie van Nicéa doornam en die dingen zou lezen om te zien hoe die martelaren dat Pinkstervuur behielden. Ik vertel u nu, broeder, u Baptist, Methodist en wat u ook bent; het ware, echte licht... Niet de Pinksterorganisatie nu; maar het ware, echte licht is de Pinkstererváring. Ik ben nu al dagen en dagen lang bezig in deze geschiedenissen, heb alles helemaal doorgespit wat ik maar kon vinden, en het is dat vuur van Pinksteren dat in leven bleef vanaf Pinksteren tot aan deze tijd. Jazeker! Het is eruit verdrongen.
74 Sommigen zeggen: "Wel, de grote Katholieke kerk heeft de golven doorstaan. Dat bewijst dat zij de echte kerk is." Wel, dat is voor mij geen vreemde zaak, met de staat en al het andere achter haar kon zij blijven bestaan. Maar wat wel vreemd is, dat is die kleine groep die eruit getrokken is; die kleine minderheid, eruit geschopt, in de gevangenis geworpen, in stukken gezaagd. Hoe bleven zij ooit in bestaan? Omdat de Geest van de levende God in hun wezen beweegt. En alle demonen van de hel kunnen haar niet overweldigen! "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen." Daar is het echte. Jazeker! Dat geeft de Heilige Geest aan deze Methodistenpredikers, elkeen hier. Het doet hen oprijzen, het doet u iets. Het zal nooit falen.
75 Achab, die huichelaar. Ziet u, hij steekt over en zegt: "Als ik me nu maar zou kunnen versterken en deze grote natie kon krijgen. En als ik de dochter van die ouwe jongen daar trouw, wel, dan zullen we vrienden zijn." Wat was hij aan het doen? Hij verkocht zijn geboorterecht.
76 Wanneer deze Protestantse kerk inderdaad teruggaat en zich verenigt met de Katholieke kerk zal zij dezelfde zaak doen als die daar voorheen gebeurde. Achab leefde in de dag dat...
77 Het heeft driemaal plaats gevonden. Hij was in de middernachtelijke ervaring van de reis van Israël en hier komt het tot een middernacht opnieuw, en wij komen tot de middernacht hier opnieuw. Drie generaties hiervoor; kwam hier in, hier in en hier in.
78 Als u opmerkt trouwde Achab Izebel om zijn volk te versterken. Dat is precies wat Constantijn deed. Hij stichtte een geweldige grote kerk en nam het altaar en maakte een groot marmeren voetstuk, trok deze man (paus) een uitgedost kostuum aan en plaatste hem erop. En hij was een levende god, hij kon tot hen spreken en hun vertellen over hun zonden en dat beviel die oude lauwe kerk en daar gingen ze. Zeker! Zo is het! Welnu, maar dat beviel die man die wedergeboren was niet, toen ze dat namen en vervolgens heidense ceremonieën binnen brachten van het opzeggen van gebeden. Wat deden zij? Zij hebben Jupiter neergehaald en plaatsten daar Petrus op. Zij haalden Venus neer en plaatsten daar Maria. En het bracht het heidendom in de Christelijke gelederen.
79 En toen Achab met Izebel trouwde deed hij precies hetzelfde; hij bracht het heidendom in Israël. En wat deed Izebel? Zij doodde elke profeet die ze maar in handen kon krijgen. Is dat juist? Zo deden de pausen. Elke echte Christen die zij in hun handen konden krijgen, werd door hen gedood.
80 Maar er was een ster van dat tijdperk, de oude Elia. O, jazeker! Hij was niet bevreesd hun daarover te vertellen! Nee! Zeker niet! Hij was Gods ster van dat tijdperk. Op een keer werd hij neerslachtig en zei: "Heer, ik ben de enige die overgebleven is."
81 God zei: "Nu, wacht even, wacht even, een ogenblikje, Elia. Ik heb er nog zevenhonderd [zevenduizend – Vert] verscholen, overal verspreid. Zie? U weet niet waar ze zijn. Ze zijn daar ergens, de Farizeeërs, Sadduceeërs, Baptisten, Methodisten en Presbyterianen, maar Ik haal ze daaruit, wacht maar even. Ziet u? Ik heb ze daar. Er is... Ze zijn de Mijnen en zij hebben hun knie nog niet voor Baäl gebogen." Doch de oude Elia was de stem van God in die dag. Hij was stellig het juiste type van de stem van God bij de eerste komst van Christus en zal opnieuw het type van de stem zijn bij de tweede komst van Christus, overeenkomstig de Schriften.
82 Nu ontdekken wij dat deze kleine Izebel, toen ze daar kwam, werkelijk alle altaren van God ging afbreken en haar eigen altaren oprichtte. En zij liet de Israëlieten voor een afgod buigen. Dat is precies wat Constantijn deed toen hij de Katholieke kerk vormde. Hij bracht het heidendom in de Christelijke kerk en liet de Christenen buigen voor afgoden. Dit is precies weer het donkere tijdperk; het donkere tijdperk van Israël, het donkere tijdperk van de kerk; het buigen voor afgoden. En Elia was de ster in zijn dag.
83 En het veroorzaakte dat heel Israël Baäl aanbad en dat deed de Katholieke kerk in Thyatire eveneens.
84 Ik wil dat u hier nog iets treffends opmerkt, ik nam mijn geschiedenis hier. Jezus zei dat zij zich een profetes noemde. "Die vrouw, Izebel, die zichzelf een profetes noemt." Nu kijk, de Katholieke kerk staat haar mensen niet toe de Bijbel te lezen, omdat zij zeggen dat de priester de enige is die dat Woord Goddelijk kan verklaren.
85 Wel dit is een echte interpretatie van een profeet. Een profeet heeft de Goddelijke verklaring van Gods Woord. Dat is precies juist. Hoe kan een persoon iemand een 'profeet' noemen en dan zeggen dat hij de verkeerde openbaring heeft? Dat is weer net zoveel logica als bij eeuwig zoonschap, ziet u. Begrijpt u? Een profeet betekent: "de correcte uitlegger door inspiratie", degene tot wie het Woord van de Here kwam, tot wie de openbaring kwam. Het woord profeet betekent: "een verklaarder door inspiratie van het Goddelijk Woord." Jezus zei: "Indien er één onder u is, die geestelijk of een profeet is, Ik, de Here, zal tot hem spreken. En indien hetgeen hij spreekt komt te geschieden, hoor hem dan, Ik ben met hem. Als het niet komt te geschieden, hoor hem dan niet." Dat is alles. Het was het Goddelijke Woord van God en het Woord des Heren kwam tot de profeten.
86 Welnu, men zei dat deze kerk dan "een profeet" was. Herinner u nu, het is verwisseld; van deze Nikolaïeten wordt het nu verruild in een zij (Ziet u het?), een Izebel. Gisteren was het de leerstelling van Bileam. Ziet u, de leer van de Nikolaïeten en de leer van Bileam.
87 Nu, het was Bileam die hoererij deed plegen met Israël. En wat deden de Nikolaïeten? Vormden de organisatie. Dus doe ze tezamen en u heeft een zij, de kerk. Zeker! Openbaring 17, "De grote hoer die gezeten is op vele wateren." Vrouw, prostituée. Wat is zij, of hoe is zij een prostituée? Zij bedrijft ontucht, geestelijk overspel, legt het Woord verkeerd uit aan de mensen. "Blijf weg van dit fanatisme!" Dat is echt fanatisme. Precies.
88 Zij noemt zich een profetes, zie: "Wij zijn het! Wij zijn de raad! Wij zijn de Laodiceaanse raad opnieuw, de raad van mensen, en wij hebben dit en dit en dat besloten. Dus luister naar ons!" Maar ze...
89 Die kleine priester hier, die mij interviewde over Elizabeth Frazier, of dat Frazier meisje, zei: "De kardinaal wil weten of u... of de bisschop, of u dit Frazier meisje hebt gedoopt." Hij zei: "Zij is Katholiek geworden."
Ik zei: "Ja, ik begrijp dat."
Hij zei: "Hebt u haar gedoopt?"
Ik zei: "Jazeker."
Hij zei: "Hoe doopte u haar?"
Ik zei: "In de Christelijke doop."
Hij zei: "Wel, wat bedoelt u daarmee?"
90 Ik zei: "De Christelijke doop, de manier zoals de Bijbel het zegt. Er is slechts één manier om gedoopt te worden in de Christelijke doop. Iedereen in de Bijbel werd in het water ondergedompeld in de Naam van Jezus Christus."
91 Hij schreef op... hij begon zo te schrijven en zei: "Weet u, de Katholieke kerk was gewend dat te doen."
92 Ik zei: "Wanneer?" Ik zei: "Ik heb hier al de oude geschiedenissen die ik maar te pakken kon krijgen, van Londen en overal meer." Zodat ik zou kunnen studeren wanneer dit uur weldra nabij komt wanneer er iets gaat gebeuren. Ziet u? Ik zei: "Ik wil weten waar."
Hij zei: "O," zei hij, "in de Bijbel."
Ik zei: "Wilt u zeggen dat...?"
Hij zei: "Jezus organiseerde de Katholieke kerk."
Ik zei: "Was Petrus dan de eerste paus?"
Hij zei: "Zeer zeker."
93 Ik zei: "Ik dacht dat de kerk onfeilbaar was en niet veranderde en alle missen in het Latijn gesproken werden, zodat het niet veranderd zou worden."
94 Hij zei: "Dat is waar."
95 Ik zei: "Wel, jullie hebben sinds die tijd stellig enige veranderingen aangebracht." Ik zei: "Als die Bijbel een Katholiek Boek is, dan ben ik een ouderwetse Katholiek." Zie? Dat is juist. Ik zei: "Ik ben dan een ouderwetse Katholiek." En ik zei: "Het is stellig..."
96 Hij zei: "Wel, ziet u, de Bijbel is enkel de geschiedenis van de Katholieke kerk." Hij zei: "God is in Zijn kerk."
97 Ik zei: "God is in Zijn Woord." Dat is waar.
98 "Laat Mijn Woord waar zijn, en elk ander woord van een mens een leugen." En hier op dit Boek van Openbaring... dit is het enige Boek (laat me het herhalen) waarop Jezus Zijn onderschrijving heeft gezet. En het eerste wat Hij deed was Zijn Godheid openbaren en Hij doet het volledig. En Hij zei: "Ieder die er iets uit zal nemen, of iets eraan zal toevoegen, diens deel zal uit het boek des levens genomen worden. Gezegend is degene die leest of degene die hoort. En vervloekt is degene die er één ding aan toe zal voegen of iets ervan weg zal nemen." Daar bent u er, dus u ziet de gevaarlijke kant. Dus voeg daar nooit iets aan toe; laat het gewoon de wijze waarop het is en blijf gewoon doorgaan.
99 De Geest zal het u openbaren als u maar nederig wilt zijn. Begrijpt u? Zo is het. Dus is het niet ingewikkeld. God... Jezus dankte de Vader, met te zeggen: "Ik dank U, Vader, dat U deze dingen verborgen hebt voor de ogen van de rabbijnen en de bisschoppen en kardinalen, de hoofdopziener en... en het aan kinderkens hebt geopenbaard, zulken die willen leren." Zie, dat is wat u nodig hebt. Het is een openbaring van God.
100 Dat kan alleen komen zoals Hij daar zegt: "Wie zeggen de mensen dat Ik ben?"
101 Hij zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."
102 Hij zei: "Simon, je hebt dat nooit in een seminarie geleerd. Zie? Niemand heeft je dat ooit verteld. Hetgeen kwam, was een openbaring van de hemel. En op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen."
103 Dat is precies de openbaring die Abel in het begin had. Het is de openbaring; dat was het toen, het is nog steeds de openbaring en het is altijd de openbaring geweest. Zo is het.
104 Wij ontdekken hier dat zij nu een vrouw was en een vrouw stelt een kerk voor. Is dat juist? Christus komt voor een wat? De bruid, een vrouw, een reine maagd. En de oude vrouw hier, zij beweerde van zichzelf de kerk van God te zijn. Maar wat was zij? Zij was getooid in rijkdom en juwelen en van alles en had een beker van de onreinheid van haar hoererijen, waarmee zij alle koningen van de aarde dronken maakte door de wijn ervan. Is dat zo?
105 Nu zien we hier dat zij Izebel wordt genoemd. En Izebel, het kwaad dat Izebel deed... Zodra zij invloed kreeg onder de Israëlieten bracht zij hen ter dood en deed wat zij maar kon en bouwde haar eigen altaren op. Is dat waar? Dit is precies wat de Katholieke kerk deed. Dat is het exact. Maar laten we nu een beetje verder lezen. Dit zal u gaan schokken. Soms wanneer u geschokt wordt gaat u juist wat meer eten.
... van zichzelf zegt, dat zij een profetes is,... (Als zij zegt: "Ik ben de enige uitlegger van het Woord.") laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten.
106 Die broeder die over de slang vroeg, over het eten van de vrucht in de Hof van Eden, u ziet wat het is (nietwaar?) wanneer Hij hier eten heeft gezegd. Wat het was, was geestelijk, ziet u.
En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd.
Zie, Ik werp haar te bed,... (Wat voor een soort bed? Van wereldsgezindheid. Dat is precies wat ze heden is.) en die met haar overspel bedrijven, in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun werken. (Wat de grote verdrukking ingaat.)
En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen;...
107 Ooh! Haar wat? Dat oude meisje had enige kinderen. Nu Openbaring 17. Hoevelen... Ieder van u was hier gisteravond aanwezig, veronderstel ik. In orde. Openbaring 17, deze oude prostituée, de Katholieke kerk, werd een hoer genoemd en zij was de moeder van hoeren. Het konden geen jongens zijn geweest, het waren kerken.
108 Waar kwam de Lutherse kerk vandaan, waar kwamen deze allemaal vandaan? Waar kwam elke organisatie vandaan? Waar is het begin ervan? Laodicéa. Nikolaïeten vormden zich tenslotte daarin en dat is precies opnieuw dezelfde zaak. Je kunt er niets aan doen, broeder. De oude Elia riep het in zijn dag uit tegen die zaak. Johannes riep het er tegen uit in zijn dag. Jazeker! "Denk niet bij uzelf: 'Wij hebben Abraham tot onze vader', want Ik zeg dat God in staat is uit deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken." Ziet u. Er is gewoon niets aan te doen.
109 Welnu, zij had kinderen. Had de echte Izebel kinderen? Jazeker! Luister:
... haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen;...
110 Wat? De Katholieke kerk, haar kinderen zijn de Protestantse denominaties. Ziet u? Precies, omdat zij hetzelfde doen. Regelrecht in haar gedoopt door hun vreemde doop, onschriftuurlijke doop; een handdruk voor de Heilige Geest; "Vader, Zoon, en Heilige Geest" in plaats van "Jezus Christus". En doen gewoon alles tegengesteld aan de Bijbel. Nog steeds! En zij lopen er regelrecht in.
111 Haar dochter was Athalia, A-t-h-a-l-i-a. Zij, Izebel, had Athalia uitgehuwelijkt aan Joram, de zoon van de koning van Juda. Al gauw stonden de altaren van Baäl in Jeruzalem. U hoeft daarvoor niet de geschiedenis in te gaan; dat is de Bijbel. Ziet u? Haar dochter Athalia trouwde met Josafaths zoon, welke Joram was. En haar dochters deden hetzelfde als wat zij deed.
112 Oh! Kunt u het niet zien? Ziet u hoe die organisaties gedaan hebben, broeder? Zij zijn verder gegaan via Luther, enzovoort, precies zo, en hebben zich tezamen georganiseerd in plaats van de Heilige Geest het te laten doen. En Pinksteren deed precies hetzelfde. Zij konden de Heilige Geest gewoon niet laten begaan en Zijn weg laten hebben en verder gaan en elk licht dat kwam onderzoeken met het Woord en doorgaan. Zij konden de Heilige Geest niet toestaan om te leiden, zij moesten een organisatie vormen en zich afsnijden van elk ander ding dat verder mocht komen. Ze keerden regelrecht terug en trouwden opnieuw met die zaak! Precies. Wanneer we aan dat tijdperk toekomen, let maar op wat hier verder op de weg op u wacht. Ziet u? Huwde regelrecht erin terug! Jezus zei hier: "Haar... Deze Izebel, ze noemt zichzelf een profetes, en Ik werp haar in een bed van wereldsgezindheid en doe ook haar kinderen de dood sterven." (Met welk soort dood?)
113 Wat is... met wat voor een dood worden haar kinderen omgebracht? Zij zijn dood nu, ziet u! Geestelijk dood! Zij hebben geen openbaring! Zij kennen hun organisatie, zij kennen hun catechismus, zij kennen hun leer van de kerk; maar wanneer het erop aankomt om God te kennen weten sommigen van hen er niet meer over dan een Hottentot zou weten over een Egyptische duisternis. Zo is het. Wanneer het komt tot het werkelijk kennen van de Heilige Geest... Zich afvragend, noemen... willen de Geest van God een waarzegger, of een duivel noemen, omtrent de onderscheiding van geesten en dergelijke dingen en het uitdrijven van de boze. "Wat! Hij behoort niet tot onze organisatie. Die groep, o, brrrr." Ziet u, zij weten het niet. En dan bestempelen ze het met een naam "Jezus Alleen", of een soort van "Heilige Roller", of zoiets dergelijks. Ze weten het gewoon niet!
114 En het uur is dicht nabij dat deze zaak ontmaskerd zal gaan worden. Dat is zeker. God zal het doen zo zeker als ik achter deze preekstoel sta, omdat Hij Zijn kinderen eruit zal rukken, zo zeker als ik hier sta. God in de hemel weet dat. U gelooft dat ik een profeet van de Here ben, een dienstknecht van de Heer, luister dan naar mij. Het is dicht nabij! Jazeker.
115 Haar kinderen zullen ter dood gebracht worden met geestelijke dood. Kijk naar hen: koud en formeel. Kijk naar de... kijk naar onze... Wij hoeven niet te praten over Baptisten en Presbyterianen, wij weten dat zij al jaren lang dood zijn. Wat...
116 Toen Luther zijn opwekking had, rechtvaardiging, als hij zou zijn doorgegaan, zou deze grote Pinksterbeweging nu de Lutherse kerk zijn geweest. Het licht zou gekomen zijn tot heiliging, zoals Wesley het volgde. Kijk, Luther kon dit niet navolgen. Beslist niet, zij waren reeds Lutheranen.
117 Dus toen kwam Wesley. Wat gebeurde er nadat Wesley stierf? Men organiseerde dat en vormde de Wesleyaanse Methodist, de Primitieve Wes..., oh, allerlei Methodisten. Ziet u? Ze hadden een grote opwekking, maar toen zij organisatie binnen brachten... Wat gebeurde er toen Pinksteren eraan kwam met spreken in tongen en het herstel van de gaven binnenbracht? Zij konden niet bewegen; noemden hen duivels.
118 Nu, wat heeft Pinksteren gedaan? Hetzelfde als zij! En hoe staat het met hen? Zo dood als een pier. Jazeker! Zo is het precies. "Ik zal haar kinderen te bed werpen, een bed van dood, en ze ombrengen." Laat me dit lezen zodat u het hier zult zien, ik denk dat het vers 22 was:
... Ik werp haar te bed, en die met haar overspel bedrijven, in de grote verdrukking,... (De grote verdrukking.)
119 Dat is waar ze doorheen gaat. Herinner u nu, laat me hier even stoppen, die grote verdrukking – wie daar ingeworpen worden zijn die mensen die slapende maagden zijn, die geen olie in hun lampen hadden; toch behoorden zij aan een organisatie, goede mensen, gingen naar de kerk en alles; zij kwamen echter voor olie, doch het was toen te laat. Zie, werp haar in grote verdrukking; zij gaat daarin, de Katholieke kerk gaat erin, al haar kinderen gaan met haar erin, in de grote verdrukking.
... zo zij zich niet bekeren van hun werken.
120 Niet de kinderen die erín zijn, maar de kerk zelf. Dat is... "Haar kinderen", dat is de organisatie; niet de mensen die erin zitten, zoals die arme Katholieken, Baptisten, Presbyterianen, of Pinkstermensen. Ik heb medelijden met ze. "Wel, ik..."
"Bent u een Christen?"
"Wel, ik ben Presbyteriaan."
121 Oh! Dat heeft er net zo weinig mee te maken als te zeggen dat een varken met een zadel een renpaard was. Dus wat ter wereld zou je daaraan kunnen doen? Och, helemaal niets. Ik bedoel dit niet als grap, dat is... dit is helemaal geen plaats voor grappen, dit is het Evangelie. Ziet u? Ik wilde alleen een illustratie geven. Zie, dat is juist. Ziet u, zij hebben er totaal niets meer mee te maken.
"Ik ben van Pinksteren."
122 Dat heeft er totaal niets mee te maken. U zou tot eenenvijftig van hun organisaties kunnen behoren; maar bent u een wedergeboren kind van God? Hebt u werkelijk iedereen lief met heel uw hart, met uw ziel en hebt u God lief en bent u dagelijks... het geeft niet wat iemand tegen u doet? Als u opspeelt en gromt als een cirkelzaag, laat dit zien dat de Heilige Geest is vertrokken, als u het ooit wel hebt gehad.
123 Kijk:
... zo zij zich niet bekeren van hun werken.
En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen;...
124 Haar kinderen, van Izebel. Nu, wat deed Izebel? Huwde haar dochter uit aan de andere gelederen (van Juda) daarginds in Juda. Nu, let op de geestelijke toepassing. Misschien kan ik het uittekenen. Hier, let nu heel nauwkeurig op!
125 Hier is Izebel en Israël. Maar hier is Juda, een verschillend type, hier op een andere... Dit was Josafat, die hier was. Goed. Nu, deze hier was Achab; hier is Izebel nu precies hierin. Welnu, zij komt hier binnen en veroorzaakt dat heel Israël afgoderij gaat bedrijven.
126 Dat is precies wat de Katholieke kerk destijds in haar dagen deed toen Constantijn de Nikolaïeten, de koude formelen [Broeder Branham verwijst naar de tekening – Vert] die hier zitten, verenigde in de kerk met heidendom en een heidense vorm van Christendom oprichtte. Ik wil uw gevoelens niet kwetsen, Katholieke mensen, maar ik ben verantwoordelijk tegenover God. Dit is al wat de Katholieke kerk is, het is een heidense vorm van Christendom: bijgelovigheden en afgoderij en zo meer. Dat is absoluut waar, alleen een heidense vorm. Nu, dat is waar. Als ik op dit moment zou sterven, is dat de waarheid. En de Protestanten zijn precies in dezelfde zaak, alleen in een andere categorie.
127 Let nu op wat Izebel heeft gedaan. Dan, ziet u, de duivel... Zij was er zo aan overgegeven, dat zij haar dochters nam. Zij had een dochter die hier geboren was en deze dochter stapt over naar deze grote heilige man daar en neemt en trouwt zijn zoon en brengt dezelfde zaak daarheen, van Josafat over naar dit gedeelte.
128 Nu, de echte Nikolaïeten (de Nikolaïeten, de koude formelen die die organisatie wensten), zij trouwden hier in. En merk nu dezelfde zaak op. Zij namen Izebel hier (de Katholieke kerk) en hier neemt ze haar dochter (haar organisaties) en laat ze met hen daarginds huwen, en doet hetzelfde met hen. Brengt haar kinderen om door de dood, de geestelijke dood. Organiseerden zich ter dood, en voor u het weet was de Geest vertrokken.
129 Vertel me... Laat me u één ding vragen, een historicus hier, waarvan ik weet dat er hier vijf of zes van u zitten. Ik wil dat u komt en mij één Schriftgedeelte of één tekst uit de geschiedenis naar voren brengt, die zegt dat ook maar één van die kerken die ooit viel en terugkeerde in de organisatie ooit opnieuw met een opwekking opstond. Vertel mij wanneer zij zich organiseerden... hebben zij ooit een opwekking gehad nadat zij zich organiseerden? Beslist niet! De Geest verliet hen. Ik sluit Pinksteren erbij in.
130 Toen de Pinksterzegeningen vielen en u allen in tongen sprak, u oudgedienden, toen die geweldige Pinksterzegeningen en dingen plaats vonden. Na een poosje had u, wat u noemde de "General Council" [Algemene Raad]. Organisme is goed, maar geen organisatie. Dadelijk bleek dat u niet stand kon houden. U moest gelijk terugkeren en een kind van Satan worden en uzelf organiseren.
131 En toen verscheen nieuw licht omtrent de Naam van Jezus Christus. Toen raakten zij allen verwaand en zeiden: "Gezegend zij God; als u Jezus' Naam niet hebt aangenomen gaat u naar de hel. En wij hebben het en u hebt het niet." Wat hadden zij gedaan? Stierven onmiddellijk ter plekke; vormden er een organisatie van, ziet u, in plaats van het licht door de gemeente te laten gaan; het zou automatisch zijn plaats innemen. Maar u organiseert zich. Wat is het? Een kind van Izebel. En ze stierven allemaal tegelijk.
132 Ik wil u iets vragen. Zijn de "Assemblies of God" of de "Eenheid", of enigen van de overigen ooit verrezen in een grote verenigde opwekking? Helemaal niet! Deze laatste opwekking is zojuist voorbij gegaan, waar de Heilige Geest neerkwam aan de rivier in 1933 (velen van u zitten hier nu) en deze grote genezingsdienst zou gaan plaats vinden, zei dat het de hele wereld in beroering zou brengen. En het is nooit door een of andere organisatie gekomen. God ging buiten die invloedsferen om en deed zowat een heiden opstaan om die opwekking te starten. En kijk wat het heeft gedaan! Ziet u?
133 Die organisaties, zodra zij zich organiseerden waren zij dood. Hij zei: "Ik zal haar kinderen ombrengen door de dood." O my! Ik ken u... Wees alstublieft niet kwaad op mij, maar ik... Als ik dit weet en het niet vertel ben ik een gemene huichelaar, en God zal mij er verantwoordelijk voor houden. Ik wil zoals Paulus niet schuwen de hele raad van God te verklaren. Zo is het. Goed. In orde.
134 Welnu, en zij bouwden altaren in Jeruzalem. Nu wil ik zien... En toen Izebel met Achab trouwde voerde zij voor Israël beelden in om voor te buigen. Zo deed de Nikolaïetische leer, huwde met het heidendom; nam Jupiter weg en richtte Petrus op, en veranderde Venus in Maria. En zoals de Bijbel zei: "Zij deed heel Israël zondigen."
135 Zo heeft de Katholieke kerk veroorzaakt dat alle dochters in een organisatie trouwden en de hele zaak is zonde, zoals Izebel deed met haar dochter. Goed. En door dit te doen, toen de hiërarchie was opgericht en Paus Bonifacius, Bonifacius III, zijn troon beklom, hadden zij een god op een troon en moesten niets meer hebben van een Heilige-Geest-doop in de kerk. Dat is zo. Zij kregen hun geloofsbelijdenissen en formaliteiten en zo verder.
136 En toen de organisatie dezelfde leer aanvaardde, werkten zij de vrijheid van de Heilige Geest de kerk uit, Baptist, Presbyteriaan, Methodist, enzovoort. Jazeker deden zij dat. En langzaam aan zien wij ze verwelken en dood gaan, zoals Jezus zei van de wijnstok. Welnu, heel de Heilige Geest met tekenen en wonderen werd terug geplaatst naar een tijd in het verleden en ze zijn rijk geworden, zoals zij. Zo deed zij heel de wereld zondigen, omdat zij naar elke natie is gegaan, zij en haar dochters. Jazeker.
137 Let nu op hoe Hij haar in een ander gemeente-tijdperk roept. Kijk Hem haar roepen. Zie Hem hier aan het eind pleiten en Zijn overblijfsel eruit nemen terwille van de uitverkorenen, slechts enkelen, omdat anders geen vlees behouden zou worden.
138 Zoals het opgeschreven staat in Openbaring 13:6 (Wilt u dat straks graag zien?), waar Hij zei dat Hij... dat deze vrouw allen een merkteken deed ontvangen (het beest deed dit), deed allen een merkteken ontvangen, zowel arm als voornaam, wie het ook waren, een merkteken van het beest, wat de Rooms-katholieke kerk was.
139 Of dàt, of zij maakten een beeld... Openbaring 13:14; zij maakten een beeld voor het beest. Ik denk dat u dit allemaal gelezen hebt. Als u het niet gedaan hebt, wel, dan zullen we het direct opslaan en lezen. Openbaring 13:14:
En hij verleidt degenen, die op aarde wonen, door de tekenen, die er aan te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest;... (Dit is deze confederatie van kerken.) ... in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij voor het beest, dat de dodelijke wond... (heidendom) van het zwaard had, en weer leefde,... (Door het pausdom, van heidens-Rome naar pauselijk-Rome.) een beeld zouden maken.
140 Ziet u, "een beeld ervoor maken". Wat zou het zijn? Precies wat ze nu doen, precies, bewegend in dit verbond van kerken: alle kerken behoren tot deze organisatie, allen komen in één groep. Ze krijgen nu een Bijbel. En Paus Johannes heeft ze allemaal weer uitgenodigd. De aartsbisschop van Canterbury, ze gaan allemaal rond. Voor u het weet komt de hele zaak regelrecht naar mama terug, omdat zij vanaf het begin hoeren waren. Ziet u? Ze zeggen: "Wij sluiten ons allemaal aaneen voor één groot doel om het communisme te bestrijden." En weten niet dat God het communisme liet opkomen. Ik kan het met deze Bijbel bewijzen. En Hij plaatst het zelfs in hun gedachten, zich op hen te wreken voor het bloed van de heiligen en wat zij op aarde hebben vergoten. God organiseerde het communisme precies eender als Hij koning Nebukadnezar liet opkomen om Israël te kastijden. Hij liet het communisme oprijzen en op een dag zal zij Rome in één klap van de kaart vegen. Ziet u? Zo is het precies. God zei het. Zo is het. Ik ben tegen het communisme. Beslist. Maar leg niet zozeer de nadruk op dat ijzeren gordijn, maar let op het purperen gordijn. Lees het "Boek der martelaren" van Foxe, dat zult u zien dat dit juist is.
141 Laat eens kijken, waar waren we? En u ziet nu hier dat zij allen (rijk, arm) een merkteken deed ontvangen; maar er is één klasse die zij niets kon doen. Weet u dat? Openbaring 13:1–8.
142 Luister hiernaar. Laat me het lezen:
En ik stond op het zand der zee en zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen... koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van godslastering. (Dat zijn de zeven heuvels; we namen dit gisteravond allemaal door, weet u.)
En het beest dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn voeten als voeten van een beer, en zijn mond als de mond van een leeuw; en de draak... (welke de rode duivel was die voor de vrouw stond om haar kind te verslinden, wat Rome was, zoals we allen weten) gaf hem... kracht, en zijn troon, en grote macht.
En ik zag een van zijn hoofden als tot de dood toe gewond,... (heidendom, zie) en zijn dodelijke wond werd genezen: (pausdom nam zijn plaats in, ging samen met Christendom, met de Nikolaïeten) ... en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.
143 Het Katholicisme heeft elke natie onder de hemel doorkruist (dat is waar), zoals Daniël zei over het ijzer dat in de klei ging, enzovoort.
144 En ik zal u een kleinigheidje daarover geven; over dat ijzer en klei. Hebt u opgemerkt, of heb ik het wel eens voor u aangehaald, dat in die laatste conferentie die ze hier hielden Chroesjtjow zijn schoen uittrok en daarmee op de tafel sloeg? Er waren vijf oosterse naties en er waren vijf westerse naties daar vergaderd. Chroesjtjow stond aan het hoofd van de oosterse naties; Eisenhower aan het hoofd van de westerse naties. Daar zijn de twee hoofdleiders, de twee grote tenen. Chroesjtjow, in Rusland betekent "klei". Eisenhower, in Amerika, in het engels, betekent "ijzer". Wij zijn aan het einde.
En zij aanbaden de draak, die het beest macht gegeven had; en... (Dit is onze volgende boodschap hier in de Tabernakel, begrijpt u.) ... en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan dit beest gelijk? wie kan er krijg tegen voeren?
145 Met andere woorden, kijk hier. Eisenhower heeft een grote naam hier in de Verenigde Staten, maar in Rome is hij niets, en in Rusland is hij niets. Chroesjtjow, groot in Rusland, maar in de Verenigde Staten is hij niets. Maar er is één man die overal groot is, dat is die paus. Dat is zo. "Laten we ons organiseren en samenkomen."
En het werd een mond gegeven, om grote dingen en godslasteringen te spreken; en het werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden.
En het opende zijn mond tot lastering tegen God,... (Als leerstelling te onderwijzen de geboden der mensen; roekeloos, opgeblazen en liefhebbers van genot; die een vorm van godsvrucht hebben maar de kracht ervan verloochenen.) om Zijn Naam te lasteren,... (Nam "Vader, Zoon en Heilige Geest" in plaats van de "Here Jezus Christus", ziet u.) en Zijn tabernakel, en die in de hemel wonen.
En het werd macht gegeven om de heiligen krijg aan te doen,... (daar komt de vervolging oprijzen) en om die te overwinnen; en het werd macht gegeven over alle geslacht en taal en volk.
En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, wier namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld. (Oooooh!)
146 "Grondlegging der wereld." Onze namen, als zij ooit in het Boek stonden waren ze er toen reeds ingezet. Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt en al degenen die Mijn Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen. Mijn schapen horen Mijn stem" (Dit is het voedsel, ziet u), "en een vreemde..."
147 Men zegt: "Wel, ik ben lid van een kerk, ik ben evengoed als u." Dat is geen schapenvoedsel.
148 Hier is schapenvoedsel: "Gezeten in hemelse gewesten in Christus." O, Hij is zo wonderbaar! Is Hij het niet? Goed.
149 Laten we het nu snel afmaken, want het is overtijd nu. In orde. "Doch Ik zeg..." Laat eens kijken, ik had het drieëntwintigste vers:
En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen; en al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal u geven een ieder naar uw werken.
Doch Ik zeg u, en tot de anderen, die te Thyatire zijn, zovelen, als er deze leer niet hebben,... (Welk soort leerstelling was het? Organisaties, bisschoppen en aartsbisschoppen en pausen, ziet u.) ... deze leer niet hebben,...
150 In de Bijbel zagen we gisteravond dat Israël, toen ze door Moab trokken, geen natie was. Zij woonden op de aardbodem en zij waren een vrij volk. Is dat juist? Een type; rondzwervers, in tenten, enzovoort. De Pinkstergroepen precies eender, het echte Pinksteren; rondzwervend van plaats naar plaats. Ziet u? Goed.
... en deze leer niet hebben,... (doch organiseert zich, en maakt er een grote organisatie van) ... die dit niet hebben, en die de diepten des satans niet gekend hebben,...
151 Herinner u nu dat we ontdekten waar Satans troon was. Gisteravond brachten wij hem regelrecht naar het begin. Waar stond zijn troon in het begin? Babylon. En Babylon... Toen de hiërarchie, een koning-priester van Babylon, achtervolgd werd door de overwinnende Chaldeeën, kwam hij naar Pergamus en richtte er zijn troon op. Ziet u, verplaatste zijn troon van het land van Sinear naar Pergamus. Wij lazen het gisteravond direct in de geschiedenis. En daar begon hij nu, vormde de Katholieke kerk, wat nog steeds moeder Babylon is. Goed, de troon van Satan.
... en de troon des satans... gelijk zij zeggen: Ik zal u geen andere last opleggen;
152 "Er zullen niet nog meer lasten zijn dan wat u reeds hebt." Deze kleine minderheid die hierin is, ziet u, die allen uitgeperst zijn in deze donkere Middeleeuwen. Het duurde bijna vijftienhonderd jaar lang dat zij daar doorheen gingen.
Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, tot Ik zal komen... (Met andere woorden: "U hebt de Pinksterzegen nog steeds in uw hart. Houdt dat vast tot Ik kom om u verlichting te geven, want dit volgende tijdperk komt pas de volgende keer op.")
... die overwint, en die Mijn woorden... [werken – Vert] tot het einde toe bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen;
En hij zal ze hoeden met een ijzeren staf; zij zullen als pottenbakkersvaten vermorzeld worden; gelijk ook Ik van Mijn Vader ontvangen heb.
153 Ziet u, die gemeente. Wat zal het zijn wanneer dit donkere gemeente-tijdperk oprijst om in het oordeel te staan tegenover die heidense groep van destijds. Wat zullen zij omver gereden worden! Hun koperen voeten zullen er dwars doorheen stampen, dat kan ik u wel vertellen! "Hij zal ze vermorzelen", zegt de Bijbel.
En Ik zal hem de morgenster geven. (U weet wat dit is, is het niet? Christus is de Morgenster. In orde.)
Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten spreekt.
154 Oh! Bent u niet blij! Het is eigenlijk wat laat. Ik heb nog meer. Ik zal het morgenavond waarschijnlijk weer oppakken, daar bij de tweeduizend jaren. Maar...
Hij is de Lelie der Valleien, de heldere Morgenster,
Hij is de Schoonste uit tienduizend voor mijn ziel.
De Lelie der Valleien, alleen in Hem zie ik
Alles wat ik nodig heb om me te reinigen en mij geheel volmaakt te maken.
In verdriet is Hij mijn troost, in moeite is Hij mijn steun,
Hij vertelt mij elke zorg op Hem te wentelen. Halleluja!
Hij is de Lelie der Valleien, de heldere Morgenster.
Hij is de Schoonste uit tienduizend voor mijn ziel.
155 Hebt u Hem lief? O, ik...
Ik heb Hem lief, ik... (Laten we Hem nu aanbidden, na al die snijdende woorden en boodschap.)
Omdat Hij mij eerst heeft lief gehad.
En mijn redding betaalde op Golgotha's kruis.
156 Is Hij niet wonderbaar! Ik heb Hem lief. De dingen waar ik niet aan toe gekomen ben zullen natuurlijk in de boeken worden gezet, omdat we niet het hele gemeente-tijdperk in één avond kunnen brengen. Ik heb het een beetje rustig aan gedaan vanavond, omdat ik een beetje hees ben. Maar, o, is Hij niet wonderbaar! Mmm!
Er zijn mensen bijna overal
Wier harten zijn vol vuur,
Met het vuur dat viel op Pinksteren,
Dat maakte hen gans puur.
O, het is nu brandend binnenin mijn hart,
O, glorie voor Zijn Naam!
'k Ben zo blij dat ik kan zeggen: één van hen.
O, één van hen, ik ben één van hen.
Ik ben blij dat ik kan zeggen: 'k ben één van hen, halleluja!
Eén van hen, één van hen,
Ik ben blij dat ik kan zeggen: 'k ben één van hen. (Bent u blij?)
157 Ik herinner me dat ik op een avond van Chattanooga kwam en het vliegtuig was geland in Tennessee, daar bij Memphis. Zij brachten mij onder in dat grote mooie hotel daar. En belden mij op om te zeggen: "Uw vliegtuig zal morgenochtend om zeven uur vertrekken."
158 En ik was op weg naar de brievenbus om brieven te posten; naar huis komend, teruggeschreven naar enigen van mijn vrienden. En op weg sprak de Heilige Geest: "Blijf lopen." Ik liep door en kwam in het kleurlingendistrict.
159 Ik stond daar en ik dacht: "Oh! Kijk eens, het is tijd voor dat vliegtuig om te vertrekken."
160 En de Heilige Geest bleef zeggen: "Blijf lopen." Net zoals Hij onlangs in de bossen daar sprak, weet u. "Blijf gewoon lopen." Dus bleef ik doorlopen.
161 En ik keek daar toevallig naar waar één van die kleine kleurlinghuisjes stond, daarginds waar de arme kleurlingen wonen. En daar was een oude tante Jemima, zo'n type, met een jongenshemd om haar hoofd gebonden, die geleund stond over de... op die manier.
162 En ik liep daar te zingen:
Eén van hen, ik ben één van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen,
O, halleluja! (En zei: "Wat wilt U, Heer?")
Eén van hen, 'k ben één van hen, (Gelooft u in geleid te worden door de Geest? Jazeker!) [Het gehoor antwoordt – Vert]
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
163 Het is nu ongeveer veertien jaar geleden. Zij keek over de schutting. Ik was ongeveer, o, een half stadsblok van haar verwijderd en ik zag deze oude kleurling-dame recht naar mij kijken, weet u. Ik liep door, stopte met zingen, begon er heen te lopen. Toen ik vlak bij haar was gekomen, grote dikke tranen liepen over die dikke wangen, keek zij naar mij en zei: "Goedemorgen, dominee."
164 Ik zei: "Hoe gaat het met u, tante?" En ze zei... Toen ik mij omdraaide lachte ze met die brede glimlach op haar gezicht. Ik zei: "Hoe wist u dat ik een dominee was?" Daar in het zuiden, weet u, noem je een prediker "dominee" [parson]. Ik zei: "Hoe wist u dat ik een 'dominee' was?"
165 Ze zei: "Ik wist dat u zou komen!"
166 En ik zei: "Hoe wist u dat? Kent u mij?"
167 Ze zei: "Volstrekt niet." En ze zei: "Ik wist dat u moest komen." Ze zei: "Hebt u wel eens het verhaal gehoord van de Sunamietische vrouw?"
168 Ik zei: "Jazeker."
169 En ze zei: "Wel," zei ze, "ik was zo'n vrouw." Ze zei: "En de Here gaf mij een baby en ik vertelde Hem dat ik hem zou groot brengen." Ze zei: "Ik ben een arme vrouw. Ik was en werk voor de blanken voor m'n bestaan." Ze zei: "En Hij vertelde me dat Hij – Hij gaf mij de baby en ik zei Hem dat ik hem zou opvoeden." Ze zei: "Ik heb hem naar mijn beste weten groot gebracht, maar," zei ze, "dominee, hij kwam in verkeerd gezelschap. Hij kreeg een ziekte en wij wisten er niets van tot hij in een ver gevorderd stadium was. En hij ligt stervend in bed." Ze zei: "Hij is nu al twee dagen buiten bewustzijn. En de dokterman kwam en zei: 'Het heeft zijn hart aangevreten, enzovoort, 't is in zijn bloedstroom gekomen, zo erg dat het hem beschadigde; zodat het spul dat zij hem gaven hem nu niet meer helpt.'" En ze zei: "Hij is stervende, ik kan het niet verdragen hem als een zondaar te zien sterven." En ze zei: "Ik bad en ik bad; heel de nacht heb ik gebeden. Hij is buiten bewustzijn, hij weet niets meer. Al twee dagen lang."
170 Ze zei: "Ik bad en zei: 'Heer, U gaf me die baby zoals U het deed aan de Sunamietische vrouw. Waar is Uw Elia? Waar is hij? Waar – waar is iets om me te helpen?"
171 Ze zei: "En op mijn knieën viel ik in slaap." En ze zei: "De Here sprak tot mij in mijn droom en Hij zei: 'Ga buiten bij het hek staan en er zal een man de straat afkomen met een lichtbruine hoed op en een donker pak aan.' Hij zei: 'Hij zal tot u spreken.'"
172 En ze zei: "Ik sta hier al vanaf vóór zonsopgang." Haar rug was nat van de dauw. En ze zei: "Ik zag u aankomen met die kaki hoed, maar u moest een kleine tas bij u dragen."
173 Ik zei: "Ik heb hem in het hotel gelaten." Ziet u? En ik zei: "Uw zoon is ziek?"
Ze zei: "Hij is stervende."
Ik zei: "Mijn naam is Branham. Kent u mij?"
Ze zei: "Nee, meneer dominee Branham, ik – ik heb nog nooit van u gehoord."
174 Ik zei: "Ik bid voor de zieken." Zij was dáárin niet geïnteresseerd. Zij wilde dat haar jongen niet als een zondaar stierf.
175 Ik liep naar binnen; zij hadden daar een oud hek met een ploeghaak die eraan hing om het terug te zwaaien. (Velen van u noorderlingen weten misschien niet wat het is, maar het is enkel om het hek gesloten te houden.) En ik ging het huis binnen, zo'n kleine ouderwetse tweekamerwoning (zag eruit als een kleine... wat wij zeggen "jachtgeweerhuis") zoals het was ingedeeld; met één ruimte, wat de woonkamer, slaapkamer en alles bijeen is; en daarachter de keuken. Toen ik binnen stapte... Het was een kleine witgekalkte ruimte, en leuk, aan de zijkanten naar beneden met duighout betimmerd. Dus toen... Nee, ik geloof dat zij teerpapier op het dak had; ik herinner me dat ik die dikke bobbels zag, van de dauw die er op lag.
176 Toen ik daar binnenliep, hing er een bord boven de deur waarop stond: "God Zegene Ons Huis." Direct hier in de hoek stond een oud ledikant en een aan de andere kant. Daar lag een grote, flinke jongen (geen vloerkleed op de grond), grote brede jongen, een flinke knappe kerel. Ik schat hem op ongeveer honderdzeventig of -tachtig pond, nabij een meter tachtig. En hij hield het laken in zijn hand en deed: "Uh. Uh."
177 En ze zei: "Mama's jongen."
178 En ik dacht: "Mama's jongen." Al had hij een geslachtsziekte, syfilis. En hij lag op sterven.
179 Ze kuste hem op zijn voorhoofd en gaf hem zachte klopjes en zei: "Mama's jongen."
180 O, mijn hart zwol gewoon. Ik dacht: "Ja, het maakt niet uit hoe diep je in zonde bent, je bent nog steeds mama's jongen." Toen dacht ik: "Zie je, ongeacht hoe slecht hij eraan toe was, nog steeds was het mama's jongen." En ik dacht: "God heeft gezegd: 'Een moeder kan misschien haar zuigeling vergeten; maar Ik kan u nooit vergeten, want uw naam staat in Mijn handpalmen gegraveerd." Ziet u? Hoe zou het kunnen!
181 Ik keek naar die arme, oude heilige die daar rondliep. Je kon vertellen dat ze niets in haar huis had, broeder; maar zij had iets in het huis dat elk huis in Indiana, of ergens anders, zou moeten hebben, en dat was God. Ik zou dat liever hebben dan een groot, mooi huis met filmsterren en al dat vulgaire, smerige spul. De oude Bijbel lag daar waar hij opengeslagen was, de bladzijden erin waren verkreukeld.
182 Ik keek naar haar. En ze zei: "De dominee komt voor je bidden, lieverd."
183 Hij deed maar: "Uh. Uh. Donker. Uh!"
184 En ik zei: "Wat zegt hij?"
185 Ze zei: "Hij weet het niet. De dokterman zegt dat hij zijn verstand heeft verloren." Ze zei: "Hij denkt dat hij ergens op een grote zee is en hij roeit in een boot en hij is verloren. En dit is wat ik niet verdragen kan, dominee, om te weten dat mijn jongen die stervende is, verloren is." En ze zei: "Ik weet dat u bent gekomen om mij te helpen, omdat de Here het mij verteld heeft."
186 Ik zei: "Ik zal voor hem bidden," en ik zei, "misschien wil de Here hem genezen."
187 Zij had daar geen belangstelling voor, zij verlangde alleen dat hij overeind zou komen om te zeggen dat hij 'gered' was. Dat is alles, zolang hij maar gered was. Het gaf niet, hij moet toch eens sterven; zolang hij maar gered was! O, konden wij slechts die houding krijgen! Dat eeuwig thuis daarginds, zij wist dat zij dan weer met hem zou wonen.
188 Ze zei: "Kon ik hem alleen maar horen zeggen dat hij gered was."
189 Ik zei: "Laten we neerknielen." En zij knielde. En ik pakte zijn voeten en zijn voeten waren werkelijk koud en kleverig. En ik kon het beddek er niet overheen krijgen, een dun dekentje had ze over hem heen gelegd, en hij had alleen zijn onderbroek aan, weet u.
190 En dus was hij het op die manier aan het wegtrekken, denkend dat hij... Hij greep dat en dacht dat hij aan de roeispanen trok. Hij bleef zeggen: "Het is zo donker. Uh! Uh! Het is zo donker!" Ze probeerde met hem te praten, maar hij bleef zeggen: "Het is donker en koud", al roeiend.
191 Toen keek ik wat naar haar en zij knielde daar neer en ik zei: "Tante, zou u ons in gebed willen voorgaan?"
192 Ze zei: "Jazeker."
193 Alleen zij en ik en de jongen en de Heilige Geest in de kamer, dat was alles. Die oude heilige bad. Oh! Toen zij tot Hem sprak wist u dat zij eerder tot Hem gesproken had. Jazeker! Zij wist tot Wie zij sprak. Ze zei: "Here, ik weet niet wat U zal gaan doen," zei ze, "maar alles is precies zoals U het hebt gezegd."
194 Tjonge! O! Ik ben zo blij. Ik ben zo blij dat Hij nog steeds dezelfde Jezus is die Hij destijds was met die heiligen van toen. Hij is nog steeds dezelfde Jezus vandaag.
195 Ik heb haar nooit over haar religie gevraagd, of zij Baptist, van Pinksteren of wat ook was. Dat was mijn zaak niet. Ik was alleen de Heilige Geest aan het volgen en zij deed hetzelfde. Wij verlangden te zien wat Hij zou doen.
196 Dus knielden we neer en zij begon te bidden. Toen zij haar gebed had gedaan stond ze op en kuste zijn voorhoofd en zei: "God, zegen mijn jongen."
197 En daarna zei ze: "Wilt u nu bidden, dominee?"
198 En ik zei: "Jazeker." En op dat moment was het ongeveer half negen, misschien kwart voor negen en ik was ruim drie kilometer van het hotel verwijderd en het vliegtuig zou om zeven uur vertrekken en ik zou niet weten wanneer ik weer buiten zou zijn.
199 Ik legde mijn handen dus om zijn voeten en ik zei: "Hemelse Vader, ik begrijp dit niet. U... ik werd verondersteld daarstraks een vliegtuig te nemen, bijna anderhalf uur geleden, U bleef maar zeggen: 'Loop' en dit is het enige wat ik tot nog toe gevonden heb. En zij heeft gezegd dat U... zij heeft mij zien komen. Als dat – als U dit was, Heer, dan weet ik niets anders te doen dan mijn handen over de jongen uit te spreiden."
200 Hij zei: "O mama" en zei: "Het wordt nu licht hier." En ongeveer vijf minuten later zat hij rechtop aan de rand van het bed met zijn armen om zijn moeder heen geslagen.
201 Ik glipte naar buiten, rende de weg af, hield een taxi aan, reed naar het hotel en greep mijn koffer. En ik dacht er gewoon heen te gaan en maar te wachten. Ik zou misschien wel een dag of twee moeten wachten in die dagen. U weet hoe moeilijk het net na de oorlog was om een vliegtuig te krijgen, dus dacht ik: "Ik zal een paar dagen moeten wachten."
202 Ik stapte in de taxi en haastte me naar het vliegveld. Net toen ik daar aankwam werd er gezegd: "Vluchtnummer 196, Louisville, Kentucky, gaat nu vertrekken." God hield dat vliegtuig op die manier aan de grond voor mij. O, ik geloof het!
203 Ongeveer twee jaar later ging ik met de trein op weg naar Arizona, naar broeder Sharrit daar, naar een samenkomst. Ik zou worden afgehaald met broeder Moore en de zijnen. Toen ik daarheen ging stopte ik daar in Memphis. En de trein liep binnen, zoals u allen wel weet hoe hij binnenkomt, op weg naar het westen, en dan achteruit rijdt om te rangeren voor de andere richting en er even stil houdt.
204 En die sandwiches in de trein daar vragen zij zowat zestig cent per stuk voor. En ik kan ze ergens anders kopen voor tien, vijftien cent, weet u. Dus wachtte ik even tot de trein stilhield om wat sandwiches voor mezelf te halen. Ik was van plan een zak vol hamburgers te halen en werkelijk een feestmaal te hebben als ik daar naartoe ging. Dus sprong ik naar buiten en rende heel vlug er doorheen, rondkijkend om een hamburgerkraam te vinden. De stoptijd daar was ongeveer dertig minuten.
205 Ik ging dus op weg om wat hamburgers te halen en ik hoorde iemand zeggen: "Hallo daar, dominee!" Ik keek om me heen, een kruier stond daar, knipogend, weet u, en zei: "Kent u mij niet?"
206 "Ik denk van niet, zoon."
207 Hij kwam naar me toe en zei: "Kijk eens goed naar mij!"
208 En ik zei: "Ja?" Ik zei: "Ik geloof niet dat ik je ken."
209 Hij zei: "Ik ken u! U is dominee Branham!"
210 En ik zei: "Ja, dat is waar." Ik zei: "Ben je wel eens in een van mijn samenkomsten geweest?"
211 Hij zei: "Nee, meneer!" Hij zei: "Herinnert u zich die ochtend dat u naar het huis kwam en mijn mama...?"
212 "O!" zei ik, "dat ben jij toch niet?"
213 Hij zei: "Ja, ik ben het! Ja, ik ben het!" Hij zei: "Dominee, ik is genezen, gezond en wel. En dat niet alleen, maar ik is nu een Christen! Prijs de Heer!"
Zij waren vergaderd in de Opperzaal,
Zo biddend in Zijn Naam;
Door het dopen met de Heilige Geest,
Kwam er kracht op allemaal.
Nu, wat Hij deed voor hen die dag,
Zal hij voor u ook doen, (Bent u niet blij?)
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
Eén van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
Eén van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
214 Ze hebben geen geweldige opleidingen en dergelijke:
Dus deze mensen hoeven niet geleerd te zijn,
Of trots op wereldse faam,
Zij ontvingen allen hun Pinksteren,
Gedoopt in Jezus' Naam.
En vertellen nu ook wijd en zijd:
"Zijn kracht is nog gelijk",
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
Eén van hen, 'k ben één van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen, halleluja!
Eén van hen, één van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
Kom mijn broeder, zoek deze zegen,
't Maakt uw hart van zonde vrij,
Vreugdeklokken zullen luiden,
En het houdt uw ziele rein,
Het is brandend binnenin mijn hart,
O, glorie voor Zijn Naam!
Ik ben zo blij dat ik...
215 Schud nu de hand met iemand voor u, achter u en opzij.
O, één van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen, halleluja!
Eén van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen;
Eén van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen;
Eén van hen, één van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen.
'k Ben één van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen, halleluja!
Eén van hen, één van hen;
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben één van hen;
216 Wat is deze ouderwetse godsdienst? Het begon hier terug, en ze druppelt langs heel de weg van het bloed van Jezus Christus. O my! O, wat ben ik blij om het Evangelie! O, jazeker!
Het druppelt van bloed, ja, het druppelt van bloed;
Dit Heilige Geest-Evangelie druppelt van bloed.
Het bloed van discipelen (martelaren door heel de geschiedenis) die stierven voor de waarheid.
Dit Heilige Geest-Evangelie druppelt van bloed.
217 Nu, wat voor soort Evangelie is het? Zoals het begon op Pinksteren, ziet u?
De eerste die moest sterven voor dit plan van de Heilige Geest,
Was Johannes de Doper (hij ontving het in zijn moederschoot, weet u),...
Stierf als een man.
Toen kwam de Here Jezus,
Zij kruisigden Hem.
Hij leerde dat de Geest de mens van zonde zou redden.
Het bleef druppelen van bloed, ja, druipend van bloed.
Dit Heilige Geest-Evangelie druppelt van bloed,
Het bloed van discipelen, die stierven voor de waarheid;
Dit Heilige Geest-Evangelie druppelt van het bloed.
218 U zou het niet kunnen organiseren! Nee, nee!
Daar waren Petrus, Paulus en Johannes de openbaarder;
Zij gaven hun leven zodat dit Evangelie kon schijnen;
Zij mengden hun bloed, zoals de profeten van ouds,
Zodat het ware Woord van God oprecht kon worden verteld.
Het bleef druppelen van bloed, ja, druipend van bloed,
Dit Heilige Geest-Evangelie, druipt van het bloed.
Het bloed van discipelen, die stierven voor de Waarheid;
Dit Heilige Geest-Evangelie bleef druppelen van bloed.
Er zijn zielen onder het altaar, roepend: "Hoe lang?"
Dat de Here zal straffen diegenen die verkeerd hebben gedaan.
Maar er zullen er nog meer zijn, die het bloed van hun leven zullen geven,
Voor dit Heilige Geest-Evangelie en zijn karmozijnrode vloed.
Het blijft druppelen van bloed, ja, het druipt van bloed,
Dit Heilige Geest-Evangelie druipt van het bloed,
Het bloed van discipelen, die stierven voor de waarheid;
Dit Heilige Geest-Evangelie druipt van bloed.
219 Vanaf de Pinkstertijd en de martelaren in Pinksteren, in de gemeente van Efeze, verder in Pergamus, in Thyatire, in Sardis, in de Efezische... of die van Filadelfia, en zo verder in die van Laodicéa. En wat zou er hier nu gaan gebeuren? Zoals de Bijbel zei: alles komt binnen en dit beest zou oprijzen in de Verenigde Staten.
220 Herinnert u zich het visioen dat hier voorgelezen werd, 1933? Ik ging... De kerk was zelfs niet gebouwd. Ik wist niet wat een visioen was, noemde het een 'trance' [droomtoestand]. Ik was nog maar een jonge Baptistenprediker en we waren...
221 In heel mijn leven zag ik die visioenen en ik wil ieder vragen op te staan om het te zeggen als er ooit één heeft gefaald. Nee, nooit! Het kan het niet. Ziet u? Het zal het niet!
222 Welnu, ik was net de zondagsschooldienst begonnen toen ik in een trance geraakte. Wij, onze kleine groep, hielden het hier in het oude gebouw van de Vrijmetselaars, Charlie Kurn's gebouw. En ik zag deze president Roosevelt, die de wereld in een wereldoorlog bracht. Voorspeld! Ik zei: "En er zijn drie ismen: het nazisme en het fascisme en communisme." En ik zei... (Hoevelen hier herinneren het zich?) Ik zei: "Houd uw oog op het communisme, het zal allemaal daarin overgaan." Ik zei: "Ethiopië, Mussolini zal naar Ethiopië gaan, maar hij zal falen." En ik zei: "Tenslotte zullen we in oorlog komen met Duitsland, maar", zei ik, "Duitsland zal verschanst zijn achter een geweldige grote massa van beton." Elf jaar voordat de Maginot Linie ooit gebouwd werd, elf jaren.
223 Ik zei: "Dan na de oorlog... We zullen het tenslotte winnen. En nadat de oorlog voorbij is, zal het geschieden dat de wetenschap geweldige dingen zal gaan uitvinden." En ik zei: "Wanneer zij dat doen, zullen ze een auto maken en de auto's zullen voortdurend gladder worden." (U weet hoe ze er in '33 uitzagen...) Ik zei: "Ze zullen als eieren worden, eruit zien als een ei. Want ik zag op een hoofdweg, een enorm grote rijksweg, een auto de weg afkomen, die geen enkel stuur had. Hij werd bestuurd door een kracht." Men heeft het nu.
224 Ik zei: "Gedurende die tijd... Nu, men gaat vrouwen toestaan om te stemmen; en de vrouwen zullen tenslotte door hun stemmen..." Ik zei: "Deze natie is een vrouwennatie. Ze wordt gekenmerkt door een vrouw. Ze is een vrouw door heel de profetie, overal; en nummer dertien, overal in profetie." En ik zei: "Het is een vrouwennatie, zij heeft haar privileges hier, en ze zal het te gronde richten. Zij is de ondergang van de wereld."
225 En, Roy, ik heb je brieven daarover ontvangen, die grote vrouw, die... Elke misdadige zaak... Wij hebben het scherp doorzocht tot aan vandaag: achter elke misdaad die ooit in deze Verenigde Staten werd gepleegd, stak een vrouw. Dit is absoluut waar. Dat zijn immorele vrouwen, ziet u, en dergelijke.
226 Dus toen zei ik: "Het zal in die tijd zijn, gedurende die tijd zal de vrouw toegestaan worden te stemmen en zij zullen de verkeerde persoon kiezen." Zij deden het in deze laatste verkiezing. Jazeker. "Wat het bolwerk zal starten. Gedurende die tijd zal het gebeuren dat er een grote vrouw in de Verenigde Staten oprijst. Zij zal schitterend gekleed zijn." En ik heb tussen haakjes gezet: misschien de Katholieke kerk. Ziet u? "Die zal heerschappij voeren over de macht, en de andere machten in de Verenigde Staten overheersen. Zij zal er mooi uitzien, maar zo wreedhartig wezen als ze maar zijn kan."
227 Ik zei: "Toen keek ik weer en ik zag de Verenigde Staten gewoon in stukken uiteen geblazen. Er was niets meer van overgebleven."
228 Ik voorspelde toen... Nu, dit was ZO SPREEKT DE HEER.
229 En bedenk! Vijf van deze zeven voorspellingen zijn reeds gebeurd.
230 De kerk die invloed krijgt, de Katholieke kerk. En de komst van de eindtijd.
231 En ik zei: "Ik zag iets dat er uitziet als brandende stronken; rotsen, opgeblazen; en heel de Verenigde Staten zag er kaal uit, zoals het daar lag zover ik kon zien vanwaar ik stond."
232 En ik zei: "Ik voorzeg, naar gelang de wijze waarop de tijd verstrijkt, zal het ergens gebeuren tussen dit jaar '33 en '77." En het zal enorm veel moeite kosten om daar doorheen te komen.
233 Wij zitten op een kruitvat, vrienden. Alles is gereed.
234 O, maar onze dierbare hemelse Vader die het beloofde... die het beloofde! Is het niet heerlijk een dienstknecht van Christus te zijn? Al de dingen die Hij beloofde! Te bedenken dat wij het voorrecht hebben om hier nu te leven. Met Hem vlak bij ons nu, die elk geheim van elk hart weet, die alles over u weet; die vurige vlammen gaan regelrecht door onze harten. Hij weet alles over ons en heeft ons lief.
235 Bent u niet blij om bij die kleine minderheidsgroep te behoren vanavond, die het geloof bewaart? Want het was Zijn gebod: "Vrees niet, kleine kudde, het is uw Vaders welbehagen u het koninkrijk te geven. En als dit werk niet verkort zou worden, zou er geen vlees behouden worden." Ziet u, wij zijn precies aan de eindtijd.
236 De Pinkstermensen koelen af, lauwwarm, uit de mond van God gespuwd.
237 Alleen een heel klein groepje is er hier uitgetrokken, slechts weinigen. Maar daarin zal klinken: "Zie daar, de bruidegom komt!" En wanneer het gebeurt, elk van deze nachtwaken, elke nachtwake van deze nachtwaken... Vergeet niet dat er zeven waken zijn. En wij bevinden ons precies in deze laatste wake. Maar elk van deze maagden destijds en tot nu toe stond op. Amen! O, wat was het? Dezelfde Heilige Geest.
238 Dan, wanneer de gemeente is ingegaan... Zoals wij zondagavond behandelden; Jozef, om zich aan Israël, zijn broeders, bekend te maken, zond zijn bruid, alles, weg en zond hen heen naar het paleis. Hij stond alleen met de Joden en zei: "Ik ben Jozef, uw broeder."
239 Breng het dadelijk terug in de Schrift waar staat dat zij een rouwdag hadden vastgesteld en ieder huis afzonderlijk rouw bedreef.
240 Ze zullen zeggen: "Waar hebt U die littekens in Uw handen gekregen?"
241 Hij zal zeggen: "In het huis van Mijn vrienden."
242 "Die Hem doorstaken zullen Hem aanschouwen." En daar staat Hij, die Jozef.
243 Hij zei: "Weest niet..." Zoals Jozef zei: "Weest niet toornig op uzelf, want God deed dit om leven te behouden." Wat? Het leven van de gemeente, de heidenen, terwille van Zijn Naam, een volk uit de heidenen.
244 O, wij zijn aan het einde, mijn broeders. Wij zijn er! Gezegend zij de Naam van de Here! Laten we dit goede oude lied, als Pinksterbroeders en zusters tezamen zingen. Nu zegt u: "Wel, ik ben Baptist." Maar als u de Pinksterzegening hebt ontvangen bent u van Pinksteren. In orde. Goed:
Gezegend zij de band die onze harten
Samenbindt in Christelijke liefde;
De gemeenschap van verwante geesten,
Is als die van omhoog.
245 Nu, luister vrienden. Als er iemand hier onder ons is, die ergens op zijn levenspad een kleine bitterheid in zijn hart heeft gekregen (hoor mij!), doe het er nu uit. Doe dat, laat er nooit iets... [Een zuster spreekt in een andere taal; vertolking volgt – Vert] Amen. [Nogmaals tongen met vertolking – Vert] Amen. Amen.
246 Here Jezus. We danken U voor deze boodschappen. Het doet ons iets, Here, wetend dat we niets hebben nagelaten, maar het geloof hebben bewaard. Oh, ik bid God, dat de Geest steeds zal blijven in de gemeente. Houd ons dicht tezamen, Vader. Houd ons bij U. En wandel onder ons, Heer, in dit tijdperk van de laatste kandelaar waarin we leven. Wees ons Licht. Schijn op ons in deze geweldige tijden van duisternis, Heer, want we beseffen dat kandelaar en sterren spreken van duisternis. En, Here, we zijn blij dat we kinderen des lichts zijn, wandelend in het licht van God. We zijn niet gebonden aan deze dingen van de aarde, maar we zijn Uw kinderen. Hoe danken we U voor deze dingen.
247 We danken U dat U deze boodschappen zendt ter bevestiging van Uw Woord. Moge U altijd onder ons geëerd zijn, Vader.
248 Moge U alle bitterheid van de aarde uit ons houden. Houd ons geheiligd, opdat ons leven zuiver, rein en heilig voor U moge zijn. Laat het Bloed van Jezus Christus dit voor een ieder van ons bewerken, Heer. Neem van ons weg, Heer, alles wat niet goed is. Neem het van ons af, Heer.
249 Dit is het uur van onderzoek. Deze samenkomsten hebben dat doel, om ons hart te onderzoeken. U zei: "Die ogen als vuurvlammen onderzoeken en weten de roerselen van het hart." U weet dat beslist, Vader. Spreek tot ons terug en zeg ons wat we moeten doen om ons gereed te houden voor de komende tijd. Oh, hoe danken we U hiervoor, Vader. We zullen dit doen met al wat in ons is door Uw genade. Amen.
250 O, hebt u Hem niet lief? Nu, als er een vreemde onder ons is, zo was het in den beginne. Toen Jezus hier op aarde was, zei Hij, toen iemand Hem vroeg over een zaak van huwelijk en echtscheiding of zoiets: "Van den beginne was het niet zo." U moet terug gaan naar het begin.
251 Als dan het begin een Pinksterkerk was en Hij de Wijnstok is en wij de ranken, zal iedere keer dat deze Wijnstok een kerk voortbrengt dit een Pinksterkerk zijn, een Pinksterrank: precies zoals in het begin (Ziet u?), iedere keer. Nu, u kunt er wel ranken inenten en het zal de vrucht daarvan voortbrengen. U kunt een sinaasappelboom nemen en er een citroen op enten en hij zal citroenen voortbrengen uit dat leven van de sinaasappel. Ent er nog een grapefruit bij, deze zal grapefruits dragen, want het is een citrusvrucht.
252 Zo zijn deze organisaties, denominaties daarop geënt, noem het Christenen, ze kunnen leven door het Christelijke leven. Dat klopt precies, maar ze zullen denominatievruchten dragen (zo is het), omdat ze daarop geënt zijn. Maar als die Wijnstok ooit zelf een rank uitspruit, zal er een Boek der Handelingen over geschreven worden. Zo is het precies. Want dat gebeurde de eerste keer. Elke rank die hij zelf voortbrengt zal sinaasappels hebben, elke. En de Bijbel heeft gesproken en kreeg twaalf ranken.
Oh, ik ben zo blij dat ik onder die rank leef, u niet? Ja zeker. Oh, het is wonderbaar.
Goed, denk eraan morgenavond verder met het tijdperk van Filadel- van Sardis. Het...?... voortkomen van de Lutherse organisatie, Maarten Luther...?...