Het gemeente tijdperk van Sardis

Door William Marrion Branham

1 ... de koning. Mijn broeder vertelde me zojuist dat deze zakdoeken er waren voor iemand die stervende ligt aan kanker. Zo dadelijk zullen we er dus voor bidden. [Broeder Neville zegt: "Er zijn hier nog twee verzoeken." – Vert] Twee verzoeken? Goed, in orde. Ik leg ze hierbij om er eveneens voor te bidden.

2 En dan gaf iemand me net een briefje door, kwam langs en gaf een briefje over de diensten voor morgen. U, die ons hier bezoekt, we zouden het zeker fijn vinden als u 's middags komt. Om twee uur morgenmiddag zal men een bandendienst houden. En als u niet iets moet doen; er zal één van de boodschappen die u nog nooit gehoord hebt, afgedraaid worden en er zal bidstond zijn en we verwachten morgenmiddag om twee uur een goede tijd. Het zal een tamelijk drukke tijd voor me gaan worden, want morgen... ik zal de zondagochtend en ook de zondagavond moeten nemen en morgenavond eveneens, en allemaal over de geschiedenis van deze gemeenten.

3 En zondagochtend, zo de Here wil, verwachten we een geweldige tijd, omdat ik zondagmorgen even iets afwijk van... Zaterdagavond is het gemeente-tijdperk van Laodicéa. Zondagmorgen echter wil ik de slapende maagden, de opstanding en de honderdvierenveertig duizend nemen, en al die losse eindjes die de boodschap met elkaar verbinden, op zondagochtend. De diensten beginnen om negen uur. Is dat zo, voorganger? Om negen uur, zondagmorgen, willen wij al die dingen oppakken zoals: "Wat gebeurt er met de slapende maagd en wat met de wijze maagd? Wanneer keren zij weer terug? Of waar zullen de honderdvierenveertig duizend verschijnen?" En menige dergelijke dingen voor zondagochtend, om te proberen dat met elkaar te verbinden, wat precies in deze boodschap past. Dan nemen we zondagavond de laatste grote engel en de boodschap aan Laodicéa, zondagavond, zo de Here wil.

4 Welnu dan, morgenmiddag is de dienst hier, een bandendienst. Broeder Gene vertelde me zojuist dat we om twee uur morgenmiddag beginnen. En u mensen, die graag de boodschappen komen beluisteren, houdt bidstond rondom het altaar, u die de Heilige Geest zoekt of iets, een wonderbare tijd. De kerk is fijn verwarmd, altijd open en gereed voor ieder die binnen wil komen om te bidden en de Here te zoeken. De kerk staat open en wacht. En wij zijn... we verwachten u, en laten we het zo stellen, verwachten u morgenmiddag.

5 Wanneer u de kerk binnen wilt lopen om te bidden, wel, het staat altijd gereed. En mochten de deuren toevallig gesloten zijn of zoiets, steek even de straat over, mijn broeder daar is de conciërge hier. Ik geloof dat het 411 is, of... 811, 811, nog geen steenworp van de kerk vandaan, 811. Zijn vrouw heeft altijd de sleutel als de deur dicht en gesloten is. Maar ze laten hem wellicht open vanaf de ochtend. Na de dienst wordt er 's avonds afgesloten om te zorgen dat er geen kinderen doorheen rennen, weet u, en de ruiten inslaan, enzovoort; u weet hoe kinderen zijn, speciaal in deze dag. Dus sluiten wij het om die reden. We hebben er een hekel aan om een zekere tijd de kerkdeur te moeten sluiten. Misschien wanneer die andere gereed gekomen is hoeft het niet meer, dan zal het anders zijn, dan zal er altijd iemand zijn zodat mensen kunnen komen bidden en genezing kunnen zoeken en de Heilige Geest zoeken.

6 U, die niet de Heilige Geest in uw leven hebt, kom, blijf hier, blijf maar de hele avond als u wilt, blijf gewoon tot u het ontvangt.

7 Wie was dat die daarnet hier zong: "God helemaal over mij heen en overal God?" Ik dacht dat de opname was gekomen. Ik keek dadelijk rond om te zien of iedereen er nog was. Het was werkelijk prachtig; ik waardeer dat. Een beetje hiervan konden we best altijd wel verdragen. Jazeker. Dat is... Ik kwam net op tijd binnen om dat te kunnen horen.

8 En ik heb al dat goede zingen in deze samenkomsten gemist, want ik dacht misschien... O, ik was toch zo druk bezig, u weet hoe dat gaat. Mensen komen binnen per vliegtuig, per trein, met... Je weet het nooit, zie je, omdat het binnenkomt per telefoon en je moet naar ze toe, hen ontmoeten en voor ze bidden, overal. Het gaat voortdurend maar door en dan ook nog proberen te studeren; het is bepaald een probleem. Maar we zijn altijd blij om de mensen te ontmoeten en doen voor hen wat we kunnen, omdat het... dat is onze... We zijn een dienstknecht van iedereen voor de Here Jezus Christus, voor Zijn volk in deze dag. En we willen graag meer doen dan we al doen, maar we kunnen het niet.

9 Een voorganger werd vanmorgen snel binnen gebracht, zenuwinzinking, helemaal gebroken, een fijne man. Vanwege dat hij... Hij was gewoon overwerkt. Hij wilde opstaan en zijn kleine meisje stond in de kamer; ze begon rond te tollen. Zij had een lichtrode pyjama aan. Hij zei dat het laatste wat hij zich herinnerde: een kleine rode vlek die maar in de rondte draaide, hij viel bewusteloos neer. Dus brachten ze hem snel binnen. Het komt gewoon door teveel werk, ziet u. Vergeet niet dat u in een lichaam bent en we denken dat de hele last op onze schouders is gelegd. Maar weet u, God heeft overal dienstknechten om voor een deel daarvan zorg te dragen en we doen ons uiterste best. Maar het is een minzame prediker, die alles wat hij kan voor Zijn Heer probeert te doen in deze laatste dagen. En de Here verloste hem, bracht hem weer helemaal bij, normaal en in orde en hij ging zijn weg met blijdschap.

10 En o, er gebeurde vandaag iets geweldigs. Ik wil niet over deze dingen beginnen, maar... Weet u, ik vertelde mijn vrouw, ik zei: "Er zal nu iemand komen en het zal een man zijn, klein, zwaargebouwd, donker haar en donkere ogen, en hij zal dat bordje lezen en... maar je moet hem roepen." Ik zei: "Omdat de Here een boodschap voor hem heeft." En ik sloeg mijn Bijbel open en zei: "Ik ga deze dingen hierin leggen, dan kun je zien dat dit precies is wat de Here wil dat hij doet."

11 Acht jaar geleden: een Pool uit Polen, opgegroeid in Polen... In een samenkomst kwam hij naar het podium en er werd gezegd... of de Heilige Geest keek naar hem, vertelde hem en zei: "U bent wat in de war." Hij dacht dat ik het zei maar de Heilige Geest zei het. Het bleef hem al die tijd bij en tenslotte drong het hem van Kansas City naar het gebouw, gisteravond, en toen hij hoorde over die waterdoop werd hij echt verward. Hij ging naar zijn hotel en de Heilige Geest zei: "Sta nú op en ga daarheen." Iemand wilde met hem meegaan maar hij weigerde het, want in het visioen kwam hij alleen. Ziet u? En hij was heer genoeg om bij het lezen van het bordje weer om te keren en weg te gaan, en mijn vrouw riep hem en ik liep naar de deur. Ik zei: "Dat is hem, laat hem binnenkomen."

12 Hij zei: "Wat moet ik doen?" Nadat hij het gezien had zei hij: "Nu zie ik het."

13 Ik zei: "Ik wil u dit tonen opdat u het nu zult weten, ziet u." Ik zei: "De Here vertelde me dat u kwam." En hij vroeg Hem... Ik zei: "Nu, hier is het Schriftgedeelte. Lees het hier voor u verder gaat."

14 Wel, hij is nu hier om in de Naam van Jezus Christus gedoopt te worden. Hij kan hier, voor zover ik weet, nu aanwezig zijn. Bent u hier, broeder? Een broeder, een Poolse broeder. Hè? Ja, daar aan de overkant in de hoek. Zeker. Sta op... Steek uw hand omhoog zodat ze u kunnen zien. Goed. Ziet u, de Heilige Geest... Dat gebeurt gewoon heel de tijd. Veel mensen denken dat visioenen alleen op het podium voorkomen. O, dat is nog niet het begin. Wat zegt u ervan, broeder Leo? Gewoon overal, ziet u. Wel, hier is het nog het minst. Hier gebeurt slechts een klein beetje. Daarbuiten is het dag en nacht bezig. Vraag het mijn vrouw, en zij... aan hen en mijn buren daarginds, broeder Wood, en al diegenen die in de buurt zijn. O, wonderbaar! Dit zijn de kleine dingen hier; de grote dingen vinden daar plaats. Nu, en de helft is u nog niet aangezegd. Oh! Ik ben zo blij om te weten dat onze Heer spoedig komt en wij zullen dan voor altijd bij Hem zijn; niet voor altijd, maar voor eeuwig, voor de eeuwigheid.

15 Zo de Here wil, ik geloof dat het op de achttiende is, zondag over een week. Volgende week zondag, de achttiende. Ik had een verschrikkelijke strijd; Satan probeerde mij deze griep te geven, die hier de rondte doet en ik blijf het hem teruggeven; hij geeft het mij en ik geef het hem weer terug. Dus... ik heb een aardige strijd gehad. Zo zullen we het volgende week waarschijnlijk uitvechten. En dan, zo de Here wil, tegen volgende week zondag, de achttiende. En we proberen een samenkomst te houden waarin voor de zieken wordt gebeden, omdat zij... de dingen stapelen zich steeds meer op; en voor de echte uitzonderlijke noodgevallen zullen we zo spoedig mogelijk zorg dragen in de uren, alle uren van de avond, enzovoort, en alles... ze komen en gaan. Dus de achttiende hebben we een echte genezingsdienst. En als u enige geliefden hebt die gebed wensen, wel, kom ze brengen, of breng ze tegen die tijd binnen.

16 Nu, er zijn vele mensen uit Jeffersonville die mij vertelden dat zij op tijd weggaan om hier ongeveer om vijf uur te zijn, en er was zelfs geen plek meer voor hun auto's, of zitplaatsen. Dus zij... Ik zei: "Wel, u... Dit zijn onze bezoekende broeders van overal vandaan, mensen, veel predikers." Ik zei: "Zij onderschrijven de leer hiervan."

17 En we proberen slechts de hoogtepunten aan te tippen en dan zullen we het wat later in boekvorm krijgen, zodat u het kunt lezen en dan zal het wat uitgebreider zijn, want 's avonds... U hebt de laatste paar avonden wel opgemerkt dat ik m'n stem probeerde te sparen, vanwege die grote climax die ik wens te zien; daar waar de openbaring van Christus in dit tijdperk wordt bereikt, ziet u, van wat het betekent.

18 Voor we nu de Schrift beginnen te lezen... Ik weet dat het morgen de grote dag is om inkopen te doen, wanneer we allemaal onze zaterdagavond boodschappen in huis moeten halen. We moeten ze op zaterdagmiddag halen of zaterdagmorgen, één van de twee, zodat we zaterdagavond vrij kunnen hebben om naar de kerk te gaan. Dus proberen we u vanavond vroeg uit te laten gaan zodat u morgen niet te vermoeid bent om ze te halen en dan terug te komen naar de middagdienst, met de broeders hier met de banden, en ook voor morgenavond.

     Kunnen we nu even gaan staan voor een moment van gebed, als u wilt.

19 Voor we gaan bidden vraag ik me af of er iemand hier is die speciale gebedsverzoeken heeft; wilt u het dan laten weten door een opgeheven hand. God ziet het. Nu kunt u zien of we in een behoeftige wereld leven of niet, broeders. Ik denk dat vijfennegentig of achtennegentig procent van het gehoor hun hand opstak. Bedenk dat u zelfs niet kunt bewegen zonder dat God het weet. Ziet u? Hij kent uw bedoelingen. Hij weet wat u gevraagd hebt.

     Laten we onze hoofden buigen.

20 Genadige hemelse Vader, wij naderen Uw heiligheid vanavond, Uw troon, door Uw belofte waarin U gezegd hebt dat U zou horen. En als wij zouden geloven, zou U ons geven wat wij gevraagd hebben. En wij belijden al onze fouten. Wij beseffen, Heer, dat wij niet één van Uw zegeningen waard zijn. Wij zijn onwaardig. Wij zijn totaal onwaardig en we komen niet alsof wij waardig zijn en iets geweldigs gedaan hebben. O Vader, wanneer wij naar Golgotha kijken neemt dat alle grootsheid van ons weg; dan weten we niets anders dan Christus en Hem gekruisigd. Wanneer wij dan zien dat Hij op de derde dag opstond volgens de Schriften voor onze rechtvaardigmaking, veertig dagen later terugkeerde in de vorm van de Heilige Geest om bij ons te blijven tot aan Zijn zichtbare verschijning in de lucht in de eindtijd... En wij zien dat die eindtijd nu heel snel nadert. En wij zijn de gelukkigste mensen, Heer, omdat U ons dit geweldige voorrecht hebt geschonken.

21 Ik ben zo dankbaar, Vader, dat dit luisterend gehoor met gebogen harten aanwezig is en rustig luistert. En dan, Heer, bid ik dat U mijn lippen heiligt vanavond, en elke avond en elke keer dat ik naar Uw preekstoel zal komen om tot Uw volk te spreken; want, Heer, laat me nooit iets verkeerds zeggen. U hebt nog steeds de macht monden te sluiten zoals U in de leeuwenkuil met Daniël deed. En als ik ooit iets zou zeggen dat niet naar Uw wil was, sluit mijn mond, Heer, opdat ik het niet zeg. Ga voorbij aan mijn gedachten; zet me op het juiste spoor, Heer, waarin ik niets dan de waarheid spreek. Want ik besef dat in die grote dag, deze mensen daarginds zullen wachten op de... wachten overeenkomstig de bediening die ik tot hen gepredikt heb. Als U komt om één van Uw sterren, of Uw engelen, Uw predikers, Uw dienstknechten, te nemen, zullen ze eerst doorzocht moeten worden overeenkomstig deze boodschappen die we hier gepredikt hebben. U zult hen verantwoordelijk houden, Uw knechten.

22 Vader, ik bid dat U de Heilige Geest en niet de mens wilt laten spreken. Besnijd onze harten zodat we Hem kunnen horen. Ik zal luisteren, Vader. Ik bid dat U de zieken en aangevochtenen wilt genezen. Al die mensen die overal in nood zijn, laat Uw genade en barmhartigheid met hen zijn. Sta elk verzoek vanavond, dat door de opgestoken hand gedaan werd, toe. Over het land verspreid, waar vele anderen lijden, ook diegenen die door deze zakdoeken vertegenwoordigd zijn en deze verzoeken die hier onder mijn hand liggen, laat de Heilige Geest antwoorden, Vader, en de zieken genezen. Spreek nu tot ons uit Uw geschreven Woord, door de Heilige Geest; wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. (U kunt gaan zitten.)

23 Vanavond is het een beetje warm in de kerk. Het grote Laodicéa gemeente-tijdperk komt er aan. En vanavond benaderen we dat andere grote gemeente-tijdperk, dat het vijfde gemeente-tijdperk zal zijn. We hebben het eerste gemeente-tijdperk doorgenomen, dat van Efeze. Ik kan het aan het begin nog wel weer even doorlezen, ze zijn allemaal opgeschreven, dus zou ik ze u graag willen voorlezen, voor u die het op uw papier zou willen controleren.

24 Het eerste gemeente-tijdperk was het gemeente-tijdperk van Efeze, van 55 tot 170 na Christus. Paulus is de ster en het was het eerste gemeente-tijdperk. "Werken zonder liefde" was Gods aanklacht. De beloning was "de boom des levens".

25 Het tweede gemeente-tijdperk was: 170 tot 312; Irenaeüs is de boodschapper van die tijd. En de aanklacht was een vervolg... verdrukkingen en een vervolgde gemeente. De beloning, "de kroon des levens".

26 Het derde gemeente-tijdperk was Pergamus; Martinus is de boodschapper voor die gemeente. Het gemeente-tijdperk duurde van 312 tot 606. De aanklacht was "valse lering, Satans leugen, het fundament van de Pauselijke overheersing en huwelijk tussen kerk en staat." De beloning was "het verborgen manna en een witte steen".

27 En het vierde gemeente-tijdperk was Thyatire; Columba is de engel van dat gemeente-tijdperk, de boodschapper; 606 tot 1520. En het gemeente-tijdperk was van de Pauselijke verleiding, de Middeleeuwen. Gisteravond hadden we de Middeleeuwen... En de beloning was: macht om over de naties te heersen, en de Morgenster voor de engel.

28 Vanavond beginnen we aan het vijfde gemeente-tijdperk, wat het gemeente-tijdperk van Sardis is, S-a-r-d-i-s, Sardis. En de boodschapper aan dit gemeente-tijdperk was Maarten Luther, die vandaag beter bekend is aan de Bijbelgeleerde of leraar of aan de leken liever gezegd. Dit gemeente-tijdperk begon in 1520 en eindigde in 1750; van 1520 tot 1750, het tijdperk dat wij "het tijdperk van de Reformatie" noemen. En de aanklacht was dat ze hun eigen naam gebruikten. En de beloning voor het kleine overblijfsel dat was overgebleven, was "voor Hem te wandelen in witte klederen en hun namen in het Boek des levens van het Lam." Moge de Here ons zegenen terwijl we er nu mee beginnen.

29 Wij beginnen nu bij het eerste vers van het derde hoofdstuk van dit gemeente-tijdperk. De boodschap aan Sardis, de periode van de Reformatie. Een klein gelovig overblijfsel is overgebleven, bijna uitgedoofd.

30 En nu voor enkelen van de nieuwkomers mag ik hierbij wel zeggen... zodat u niet achter raakt... Het is tamelijk grof en we zullen een keer zover komen dat we onze boodschappen kunnen uittekenen op het... komen we 's middags en hangen het op; misschien doen we het zondag. Nu, elk van deze vertegenwoordigt een gemeente-tijdperk: één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Deze begint met Filadelfia...

31 En deze hier stelt de pinksterkracht voor, of de gemeente zoals die op Pinksteren was. Het was in het begin een tamelijk grote gemeente; maar zij startten... een denominatie-geest kwam onder hen, die probeerde de gemeente te overheersen, wat de werken van de Nikolaïeten werden genoemd. Kunt u mij achteraan horen? Goed. De werken der Nikolaïeten. Het was nog geen leer.

     We namen dat woord en ontleedden het, wat "werken" waren, wat "Nikolaïet" inhield. Dit is een vreemde naam voor ons, Nikolaïet, dus nam ik het Grieks en ontleedde het. En Niko betekent "veroveren" of "overwinnen", of "iets overweldigen". Nikolaïet; laïet is de gemeente, "leken". Nikolaïet, werken die trachtten de leken omver te werpen en alle zegen gaf aan... De enige die de Bijbel mocht lezen; de enige die de uitlegging mocht geven was de bisschop of een hooggeplaatst persoon van de kerk.

32 Toen zagen we dat in het tweede gemeente-tijdperk het helemaal weggeduwd begint te worden. Dìt is nog steeds Pinksteren; en dàt is de denominatie: "d".

33 Welnu, in het derde gemeente-tijdperk, Pergamus, was pinksteren er bijna uitgeperst. Maar de leer van denominatie... Daar was het van werken tot helemaal hiertoe een leer geworden. Toen trouwden ze hier als het ware inderdaad. Zij trouwden! Deze groep hier had de pinkstergroep overweldigd.

34 Waarom ik dit zeg, broeders, is omdat het de eerlijke werkelijkheid is. Dit is overeenkomstig de gewijde geschriften van de geschiedenis. De boeken van het Concilie van Nicéa, het boek van de Martelaren door Fox en al de prachtige oude geschriften. Ik heb enige van de oudste manuscripten die er zijn. En elke... Ik zeg dit niet om... Ik zeg niet dat ik Pinksterman ben. Dat bedoel ik niet... Wanneer ik zeg "pinksteren", wordt niet deze organisatie uit de tijd waarin wij leven bedoeld. Die is even schuldig als de rest. Maar ik bedoel het echte Pinksteren, de echte Geest van God, met de oorspronkelijke leer, met de oorspronkelijke zegeningen, met de oorspronkelijke namen, met alles precies zoals het begon in het begin, zoals het door de Bijbel heen trok.

35 Welnu, wanneer we dan tot dit tijdperk komen, ziet u hoever Pinksteren opkomt? Kunt u het achteraan goed zien? Kunt het daar achterin onderscheiden? Goed. Nu, hier kwam gisteravond, het grote tijdperk waarin we hier zijn, Constantijn, Constantijn, ik zal er C-o-n-s bij schrijven. Hij die een heiden was... vroeg aan deze Christenen hier (degenen die de leer van de Nikolaïeten hadden) indien zij wilden bidden dat hij een zekere veldslag zou winnen, dan zou hij een Christen worden. Gedurende die tijd toen hij in de strijd was droomde hij een droom, dat hij een wit kruis moest dragen dat voor hem werd geplaatst; hij zei: "Hiermee wint u." En dat is in orde. Toen wekte hij zijn leger en zij schilderden op hun schilden een wit kruis en dat was de geboorteplaats of het begin van de Katholieke orde, vandaag de Ridders van Columbus genoemd.

36 Nu, Constantijn, er is... Je kunt nergens uit de geschiedenis afleiden dat hij bekeerd was. Hij was niets anders dan een doortrapt politicus. Hij had in zijn achterhoofd de gedachte om zijn koninkrijk te verenigen en sterk te maken. Dus hij, die een heiden was, aanbad de afgoden; toen hij zag dat de leer van de Nikolaïeten bijna verdrongen werd naar een plaats, gebruikte hij dus dezelfde strategie die wij gisteravond zagen.

37 En Jezus voorspelde het driehonderdvier jaar voordat het gebeurde, dat hij de leer van Bileam zou onderwijzen. Hoe dat Bileam de kinderen van Israël misleidde en veroorzaakte dat zij hoereerden en offerden... dingen namen die aan afgoden geofferd werden en dingen aten. Welnu, we weten dat het eten van deze dingen, die aan afgoden geofferd waren, eigenlijk aanbidding was. Met daarbinnen te gaan bogen zij zich voor afgoden en plaatsten zij afgoden terug in de Christelijke kerk; net zoals Bileam daar deed en Israël liet hoereren, met naar dit grote feest van de afgod te gaan.

38 Goed, Constantijn deed hetzelfde met zijn strategie en hij bracht een kerk voort. Hij gaf heel wat aan het Concilie van Nicéa, en zij... Hij liet heel veel grote gebouwen die hij had veranderen in kerken. Vervolgens vervaardigde hij een groot marmeren altaar, versierd met goud en edelstenen. Daar bovenop maakte hij als het ware een troon en hij stelde een man tot hoofd aan zoals een... hij werd toen een "bisschop" genoemd. En men zette hem op deze troon, Bonifacius III werd op de troon gezet. Hij liep niet enkel rond met kleding aan zoals de eenvoudige man, maar ze maakten voor hem een prachtig fijn gewaad en kleedden hem aan als een god en plaatsten hem daar en noemden hem: "De Vicarius", plaatsvervanger, of de Vicarius Filii Dei, wat betekent "in plaats van de Zoon van God."

39 Hier is nu, aan degene die wijsheid heeft; teken, schrijf het op: VICARIUS FILII DEI. En wanneer u dan hieronder een streep trekt en de getallen optelt, krijgt u precies wat God zei dat het merkteken van het beest was: zeshonderd zesenzestig. Zie, VICARIUS FILII DEI... Nu ben ik in Rome en in het Vaticaan geweest. En de drievoudige kroon: rechtsbevoegdheid van hel, hemel en vagevuur. Ziet u? Ik zag de kroon, zag het gewaad, zag het ter plekke.

40 Feitelijk werd ik op een donderdagmiddag om drie uur verondersteld de vorige paus die er toen was te ontmoeten. Baron von Blomberg had de... En hij zei: "Wanneer u gaat, broeder Branham, het eerste wat u moet doen is op uw rechter knie knielen en die ring kussen."

41 Ik zei: "Dat is er niet bij. Uitgesloten. Vergeet het maar." Ik zei: "Ik geef... Ik heb niets tegen de man, hij ...?..." Maar ik zei: "Er is één ding, ik wil een mens zijn titel geven. Als hij een 'Eerwaarde' is, dat is goed, een 'Bisschop, Oudste, Doctor', wat dan ook, ik wil een mens met plezier zo aanspreken. Maar een mens aanbidding brengen? Ik ben mijn hulde aan één man verschuldigd: Jezus Christus. Dit is de enige man waarvoor ik buig." Ik zei: "Vergeet het maar. Annuleer het maar." Ik wilde het niet nemen. En dus...

42 Nadat ik thuis gekomen was ontdekte ik dat een andere voorname Amerikaan, Teddy Roosevelt, dat ook gedaan had. Hij weigerde het te doen op grond van... Herinnert u zich dat in de geschiedenis? Dat hij weigerde de Paus te bezoeken, omdat hij zijn ring moest kussen of... Zij hadden het ook aan een grote teen, weet u. Dus... O nee. Nee, dat is uitgesloten. Dus dan...

43 In ieder geval in... Nu, evenals Bileam... Toen zagen we gisteravond, over... Nu, eerst hier, voor we verder gaan, zij verenigden de kerk en trouwden, kregen enige heidense ideeën, heidense afgoden in de kerk. De god van Jupiter, de god van de zon, de god van Mars, de god van Venus en al die afgodsbeelden van goden en hij haalde ze allemaal uit de heidense kerken; en richtte Paulus, Petrus, de maagd Maria en de anderen op en zei: "Hier is uw vicarius, omdat Jezus tot Petrus zei: 'Ik geef u de sleutels' en hij is een apostolische opvolger." Dit is nog steeds een Katholieke leerstelling tot op de huidige dag. En ze richtten afgoden op. En wat deden ze? Brachten afgodenaanbidding in het Christendom, zogenaamd Christendom; niet het echte Christendom, omdat de kleine pinkstermensen...

44 Bedenk nu, ik zeg geen... Ik zei niet: Baptist, Methodist, Presbyteriaan, ze zijn in elk daarvan. Maar het echte onvervalste onderdeel van God was Pinksteren: was het, is het en zal het altijd zijn! Daar begint de kerk, precies hier met de Pinksterkracht.

45 U zegt: "Is dat waar, broeder Branham?" Ik vraag u de geschiedenissen te nemen en door de stroom van de tijd tot hiertoe te kijken om uit te vinden of al deze echte, ware kinderen van God niet aan die pinksterzegen vasthielden; ze spraken in tongen, hadden uitlegging van tongen, tekenen en wonderen, doopten in de Naam van Jezus Christus. Alles wat de apostelen deden, dat deden zij ook, daar in de geschiedenis. Dat is de reden toen ik de geschiedenis daar las, dat ik Paulus en Irenaeüs nam en zo door naar Martinus, Columba, elk van die mannen, zo door tot dit tijdperk hier, ze hadden tekenen en wonderen.

46 O, ik begrijp het. Hij zei dat de microfoon een beetje... Is dit beter? Goed. Nee, zij schudden hun hoofd, ze kunnen het nu helemaal niet meer horen, Bill. In orde. Kunt u... Is het... Kunt u me nu horen? Hoe is het nu? Is dat beter? Ja, iedereen zegt: "In orde, ga maar verder." Dat is één punt tegen jou. In orde. Oké!

47 Welnu, dan in dit tijdperk hier toen hij deze geweldige zaak oprichtte en deze man hier vestigde als een universele bisschop over alle kerken, hun een overvloed aan geld gaf, enzovoort, en hun beloofde... en hij verenigde inderdaad de kerk met de staat en liet de kerk de staat besturen; maakte hem een groot man... Dus daar is precies... Wat Constantijn deed is precies hetzelfde als wat wij daar in deze andere kerk zagen, waar God zei, dat men in de dagen van Elia die vrouw Izebel toestond Zijn kinderen ten onder te brengen; dat vond in de Middeleeuwen plaats. En kijk wat Pinksteren nu is. Oh! Doofde helemaal uit. En bijna duizend jaar lang, het... Van ongeveer 500 tot 1500, precies is dat 606 tot 1530... 1520, zijn de juiste cijfers, maar wel bijna duizend jaar lang hebben zij bloedige vervolgingen gehad. Lees de geschiedenis.

48 Een Katholiek zal u vertellen dat de Christelijke kerk, dat zij de Christelijke kerk waren. Zij zijn de denominationele Christelijke kerk. Maar de echte Pinkstermensen werden eruit gedrukt, gedood en vermoord en ter dood gebracht door de pausen en bisschoppen, enzovoort, zo bloedig als het maar zijn kon.

49 Welnu, op een dag gaat me dat mijn leven kosten, ziet u, met dat te zeggen. Maar één ding is zeker, ik weet waarheen ik ga en ik ben... Ziet u? Het blijft gewoon druppelen met bloed. Maar het wordt nu het uur waarvan u ziet, overeenkomstig wat er gaande is in het land, dat het niet lang meer zal duren. Ga dàt nooit steunen! Het is de Waarheid. Blijf erbij. Meng uw bloed zoals zij in die dag.

50 Welnu, hier ziet u wat er plaats vond. Dan komt daar de leer van Izebel binnen. Izebel was een vrouw, een heidense die... Achab deed hetzelfde als Constantijn; trouwde deze vrouw om zijn koninkrijk te versterken en bracht afgoderij in Israël, precies zoals Constantijn daar deed. En hèt Pinksteren was bijna volkomen verdwenen.

51 Nu, God verwekte Maarten Luther. Ik wil dat u opmerkt hoe het hier uitdooft en bijna volkomen verdwijnt, dan hier maar amper start en dan hier uitkomt. Ik heb dit als het ware wat aangekruist, omdat het één grote onderwijzing is voor zondagavond, zo de Here wil.

52 Nu, ik geloof dat we nu weer zo'n beetje op het punt gekomen zijn waar we gebleven waren. Nu, hier bevinden zich de Middeleeuwen, precies hier, van 1500... van 606 tot 1520. Kijk hier. Ik zal dit schrijven, zodat u... 606 tot 1520. Dit is het "Donkere tijdperk", deze kerk hier, de Middeleeuwen. Nu, deze kerk waar we nu aan toe gekomen zijn is de Lutherse kerk.

53 Bijna iedereen daar voorheen, die mensen stierven uit in de... Die mannen zoals Irenaeüs en Martinus en Columba verdwenen geleidelijk. En neemt u iedereen die u wilt, doorzoek elke geschiedenis die u maar wilt, als het maar wel een authentieke geschiedenis is, en wanneer zij u willen vertellen dat "Patricius een Katholiek was", weten zij niet waarover zij spreken. Patricius protesteerde tegen de Katholieke kerk en ging nooit naar Rome en wees hun leer stellig af. Helemaal juist. Ga naar het noorden van Engeland... of Ierland vandaag en u zult hetzelfde zien. Patricius was een man van God! Maar Patricius, zoals er verteld wordt dat hij alle slangen uit Ierland verdreef, dat was een legende.

54 Hoevelen van u hebben wel eens gelezen of gehoord over William Tell, die een appel van het hoofd van zijn jongen afschoot? Dat is een Katholieke legende. Er was nooit een woord van waar. Ik was op de plaats waar het gebeurd zou moeten zijn. Daar staat geschreven: "een legende, niet gebeurd", in Zwitserland. Billy en ik zaten daar aan de kant van het meer van Luzern waar hij de dingen deed. Hij schoot een man, dat is waar, maar geen appel van het hoofd van zijn zoon. Dat is gewoon een legende, bijgeloof en dergelijke, het is nooit zo gebeurd. Er staat daar geen vermelding over, waar het gebeurde of iets, dat zij het ooit hebben gedaan. En het wordt daar inderdaad rond gestrooid en verteld wat het was. Welnu, maar wat dit betreft is er geen daadwerkelijke geschiedenis die vertelt dat hij het deed.

55 Dus nu hierin, in het gemeente-tijdperk, daar stierf het bijna uit, bijna compleet uit bestaan. In dit andere tijdperk komt nu het tijdperk van Reformatie [hervorming]. Nu, deze geschiedenissen hier... Na bijna duizend jaar van donkerheid en duisternis en uitsterving, enzovoort, verloor de gemeente als het ware de visie van Irenaeüs. Hij was een groot man, een godvruchtig man. Zo waren er vele honderden van die dierbare heiligen die hun bloed gaven, staande in die arena zo vrijwillig als ze maar konden, ziet u, voor de zaak van Christus, voor de doop in de Naam van Jezus Christus, voor het spreken in tongen, de opstanding van Jezus Christus, levend in het leven en Zijn Goddelijke tegenwoordigheid daar, terwijl de mensen die zichzelf Christenen noemden hen vervolgden. Jazeker. Zo is het precies.

56 O, het is een duivels legioen uit de hel die ik weet niet wat verdienen. Ze kwamen zo te voorschijn en treden aan en maken zichzelf... "noemt zich een profetes", een goddelijke uitlegger van het Woord; niemand weet het behalve zij. Noemt zich zo, maar zij is een leugenaar. Ziet u? Maar Hij heeft tegelijkertijd Zijn engel daar met de waarheid. De waarheid zal altijd hier naar terugkeren. (Zie?) Gaat altijd terug naar het oorspronkelijke, omdat God dat nooit verandert.

57 We zagen gisteravond ook, voordat we hier van afstappen; zodat het in uw hart gezonken zal zijn... In het type van Izebel; zij had ook een dochter! Weet u nog? In Openbaring 13 staat dat deze afvallige kerk, Rome, dochters had. Zij was de moeder van hoeren. Is dat waar? Izebel had een dochter en wat deed Izebel met haar dochter? Ziet u al deze zaken, typen en schaduwbeelden? Izebel zag er op toe dat haar dochter met Joram trouwde, welke de zoon van Josafat in Judéa was.

58 Israël was in die tijd verdeeld. Hier is Jeruzalem en hier is Judéa. Wel, Achab was daar en Joram was hier. Goed, Izebel had dit overwonnen, geheel Israël had afgoden genomen. Dan... (Allen behalve Elia en die kleine gelovige groep.) In orde. Welnu, aan deze kant was Joram over Juda; en toen zij haar kind bij Achab kreeg, nam zij dit meisje en huwde haar uit aan Josafats zoon, welke Joram was en bracht afgoderij in Juda en plaatste heidense altaren in Jeruzalem.

59 Dat is precies wat de Katholieke kerk deed! Zij bracht haar leer van denominatie, enzovoort, naar voren en sneed de Heilige Geest weg van de kerk hier, met haar dochter (Lutheraan, Methodist, Baptist, Pinksteren, enzovoort). Dit is precies wat zij deed. De Bijbel zei: "Zij is een moeder van hoeren."

60 Kijkt u de Schrift maar door. Als u ook maar iets enigszins tegenovergesteld in de Schrift zien staan en de geschiedenis precies naar diezelfde punten verwijst, komt u dan als een heer naar me toe. Ziet u? Dat is juist. Het staat er niet.

61 Deze denominaties zijn de giftigste dingen die we ooit in het Protestantisme hebben gehad, die proberen de mens te laten heersen over de kerk, een ander beeld zoals degene die op die troon is gezeten. De aartsbisschop, de opzieners van Pinksteren, "O, laat me eens kijken wat is zijn leer? O, hij doopte in Jezus' Naam? Hij kan hier niet komen. In geen geval broeder. U moet het afwijzen." En dan wordt het ook afgewezen. "Ik zeg u, laat niemand van u naar die samenkomst daarginds gaan. In geen geval. Het maakt niet uit hoe ziek u bent, blijf er vandaan. Het geeft niet wat God doet. Als u niet door onze bril kijkt, wel, dan ziet u totaal niets." Een beeld voor het beest...! En het beeld had leven om te spreken. Dat is precies juist. U gelooft niet dat hij kan spreken, dwarsboom hem maar eens een beetje. U krijgt absoluut moeilijkheden.

62 Ik denk aan Tulsa, Oklahoma, ik was... O, ik geraakte daar in afschuwelijke moeilijkheden. Die denominaties begonnen daar rond te gaan. Ik zat op een dag in dat gebouw en zag een visioen. Ik zag een klein, lief poesje en het lag op een zijden kussen en het was een allerliefst diertje. En ik liep erheen (en ik ben bang voor een kat) en ik boog me over hem heen en begon hem te aaien en hij spinde: "prrr, prrr." U weet wel hoe ze dat doen, maken een grappig geluid. En ik aaide hem en zei: "Lief klein katje." En hij zei: "prrr", net zo heerlijk, weet u.

63 En ik keek naar de achterkant van zijn kussen, er stond: "Pinksterkatje." Wel, ik dacht: "Is dat nu niet vreemd?" En ik zei: "Dit moet een visioen zijn."

64 En Iets zei: "Zolang je met zijn haren mee aait is het in orde, maar als je wilt zien wat zijn aard is, strijk dan maar eens tegen z'n haren in." Ziet u? Dus toen ik tegen zijn haren in streek, sperde hij zijn ogen wijd open, groen, en het werd een monster dat uit alle macht naar me stond te blazen. Ziet u, strijk hem maar eens tegen de haren in. Vertel hem dat zijn doop in Vader, Zoon en Heilige Geest van de duivel en van de Katholieke kerk is; let op wat er met hem gebeurt. Ziet u, dat doet hem opvliegen.

65 Ik kwam beneden en zei tegen broeder Gene en de anderen, daar in de hal, broeder Leo en de zijnen, ik zei: "Ik heb net werkelijk een echt visioen van de Pinksterdenominaties gehad."

66 Nu, het derde hoofdstuk. Allereerst... Sardis is een dode kerk. Zij is dood omdat zij gedurende deze tijd gedood werd. Enkel een kleine periode van leven, we zullen binnen een ogenblik ontdekken wat het was, zo dadelijk. Van 1520 tot 1750 duurde het Sardis tijdperk. En de ster, of de engel... De ster was in Zijn hand, die de engel of de boodschapper van dat gemeente-tijdperk was. Is dit duidelijk begrepen dat de ster een engel was, en een engel is een boodschapper aan dat tijdperk? In orde. Goed.

67 Nu, we zijn geëindigd met het Concilie van Nicéa. Zij stierf toentertijd en alles kwam in kracht en glorie, kerk en staat verenigd. En kan iemand zich nog herinneren waar de les gisteravond over ging, wat veel van die mensen dachten? Dat het duizendjarig rijk was aangebroken. En al de... Ze lieten het millennium beginnen zonder de komst van Christus. De komst van Christus is het begin van het duizendjarig rijk. Dat allereerst. En in die dagen hadden ze... Als u de geschiedenis neemt, ziet u dat er valse Jezussen opstonden, en al dergelijke, ziet u. En ze dachten zelfs dat de paus Jezus was, noemden hem een plaatsvervanger, "in plaats van de Zoon van God". Ja, hij geleek op een grote heilige god, die daar was gezeten.

68 Laat me u iets vertellen. De Bijbel heeft gezegd dat wanneer Jezus komt... dat voordat Hij komt er valse profeten en valse Jezussen zouden opstaan. Jazeker. "Kijk, hier..." Maar laat me dit op uw hart drukken: er zal nooit een Jezus één voet op deze aarde zetten tot dat gemeente opgenomen en weggegaan is. Houd dat maar in gedachten, want er zullen valse christussen oprijzen. Maar Jezus zal hier niet op aarde zijn; omdat als de bazuin schalt Hij nooit komt; wij ontmoeten Hem in de lucht (de gemeente is reeds weg). En wanneer Jezus verschijnt zal het de terugkeer zijn. De heidenen zullen hem in de lucht ontmoeten. Is dat Schriftuurlijk? Zij gaan Hem in de lucht ontmoeten, en dan gaan we omhoog. En Jezus zal nooit Zijn voet op aarde zetten voordat de gemeente is opgenomen en naar huis gebracht en het bruiloftsmaal voorbij is, dan keert Hij terug naar het Joodse overblijfsel.

69 Dus nu, het was opgehouden bij het Concilie van Nicéa; de kerk was onder het pauselijk bestuur gekomen gedurende bijna duizend jaar. Zij hadden bijna allen die het niet met hen eens waren gedood. Jazeker. Òf je boog eronder òf je werd gedood, zoals Izebel met Israël deed.

70 De Heilige Geest had gedurende dit tijdperk over het geheel genomen maar slechts heel weinig mensen overgehouden, zoals Elia en het overblijfsel van Israël dat geen knie voor Bileam gebogen had. Als u zou willen dat ik dit lees, dit is 1 Koningen, het negentiende hoofdstuk en het achttiende vers, toen Elia daar achterin de grot stond en zei: "Heer, zij hebben al uw profeten gedood. Zij hebben van alles gedaan en ik ben alleen over. En ik ben de enige die ontsnapt is." Maar God vertelde hem dat Hij er nog enige honderden had die hun knieën niet voor Baäl gebogen hadden, tussen het gewone volk daar.

71 En nu Sardis, het eerste vers, om te beginnen. Het woord Sardis in de Engelse bewoordingen betekent, (als u het zou willen nagaan): "degene die ontsnapt is." Het echte Sardis waren "de ontsnapten". Ziet u nu? Dat betekent Sardis: "de ontkomenen", de ontsnapten.

72 Nu zullen we beginnen bij het eerste vers. We gaan het noemen: het tijdperk van de Reformatie. Dit is een zeer toepasselijk iets voor deze reformatie als wij het zo moesten noemen, omdat het... De reformatie waren de "ontsnapten", die weg kwamen en eruit ontkwamen.

73 Laten we nu het eerste vers nemen:

     En schrijf aan de engel der gemeente, die te Sardis is: Dit zegt, die de zeven Geesten Gods heeft, en de zeven sterren: Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood.

74 Nu de begroeting. Nu, de zeven Geesten zijn... De zeven Geesten en de zeven sterren... De Geesten waren de engelen, die naar de sterren gingen, welke de boodschappers waren. Zeven Geesten, zeven verschillende keren zou de Heilige Geest een boodschapper zalven, welke een ster is in zijn dag. Een geest is eeuwig en de ster was gemaakt met het doel om het licht te weerkaatsen in de duisternis van deze gemeente-tijdperken, wat door kandelaren en sterren wordt gesymboliseerd. De engel, de Geest, was degene die naar de ster kwam en hij weerkaatste het licht van de Heilige Geest door de ster naar dat gemeente-tijdperk, dat... U vraagt zich misschien af wie de zeven Geesten zijn. Het zijn de zeven boodschappers aan de zeven gemeente-tijdperken. Zie? En telkens wanneer de ster op het toneel verscheen, kwam de Heilige Geest neer en zalfde die ster en bewaarde hem net eender als de eerste.

75 Laat me dit voor u waar maken. Paulus zei... Als u wilt weten wat voor soort ster het was... Want vergeet niet dat Satan ook een ster was, de morgenster. Let nu op wat Paulus zei. Gelooft u dat hij de ster aan de gemeente van Efeze was? Hij zei... Nu, als u wilt weten of het wel of niet waar is; in Galaten 1:8 zei Paulus, sprekend daar, dat de tijd zou komen dat er grimmige wolven zouden komen, enzovoort; hij zei: "Al kwam er een engel uit de hemel die een ander evangelie leerde..." Nu, hij wist dat deze man zou komen, die eruit zag als een engel, een grote plaatsvervanger. Hij zei: "Het maakt niet uit wie hij is, als een engel of wie dan ook ooit komt en iets anders leert dan dit Evangelie dat wij u onderwezen hebben, hij zij vervloekt." Is dat juist?

76 Paulus was degene die hen dwong overgedoopt te worden, als ze niet in de Naam van Jezus Christus waren gedoopt; om te komen en overgedoopt te worden teneinde de Heilige Geest te ontvangen. Handelingen 19:5. Hij was ook degene die de mensen de handen oplegde en de gaven en de gemeente op orde zette betreffende wonderen en tekenen, Goddelijke genezing, gaven van tongen en uitlegging van tongen. Is dat juist? 1 Korinthe 12, kijk wat Paulus zei. In 1 Korinthe 12 kunt u het vinden. Hij stelde in de gemeente... God plaatste deze grote gaven in de gemeente; en Paulus zette die in orde en gaf ze hun plaats zodat zij konden werken voor de heerlijkheid van God. Paulus heeft dat gezegd. Als dan iemand, het geeft niet tot welke denominatie hij behoort, probeert te vertellen dat de dagen van spreken in tongen, uitlegging van tongen, Goddelijke genezing en wonderen en de getuigenis van de Heilige Geest als de doop... hij zij vervloekt. Want dezelfde Geest die op Paulus was, zal dezelfde Geest zijn die gezonden werd naar het volgende gemeente-tijdperk, dezelfde aan het daarop volgende gemeente-tijdperk, en dezelfde zo verder door tot het einde van de gemeente-tijdperken. Dezelfde Geest, de Heilige Geest. Gelooft u dat?

77 Als u dit opmerkt, staat dit hier geschreven. De schrijver wist het. Kijk, de "zeven Geesten". Let op: hoofdletter "G", Heilige Geest, slechts één. Dezelfde Heilige Geest die zeven keer komt naar alle zeven gemeente-tijdperken, en hetzelfde licht draagt. Begrijpt u het nu? Zeven gemeente-tijdperken, zeven keer zou deze Heilige Geest deze zelfde Boodschap dragen! Over een ieder die het zou veranderen werd een vloek uitgesproken.

78 Kijk nu of dit overeenkomt met de openbaring van het geheel. Hij zei: "Van wie zal afnemen of toevoegen, zal zijn deel worden weggenomen uit het boek des levens." Daar is de hele zaak mee gedekt. Dus is er voor u geen ontkomen aan, u kunt er niet onderuit, omdat het zo is. Dit zei God, dit is wat de Geest zei en dit is wat de gemeenten hebben gezegd. Als u probeert een andere leer binnen te brengen dan die Paulus onderwees, is het verkeerd! De Bijbel is juist. Zijn leven... Jezus zei: "Ik neem zijn deel uit het boek des levens weg."

79 Nu zegt u: "Welk deel van het boek des levens."

80 Er zijn veel mensen wier namen in het boek des levens staan, die zeker zullen falen. U weet dat, is het niet? Herinnert u zich die onderwijzing van de vorige avond? Hebt u het begrepen? Laat me het nog eens vertellen, het klonk niet zo goed daarnet; het voelt niet zo goed, ziet u.

81 Judas Iskariot was de zoon van Satan, hij was een duivel, gemanifesteerd in vlees. De Bijbel zei het. De Bijbel zei dat hij werd geboren als de zoon des verderfs.

82 Bekijk dit eventjes. [Broeder Branham tekent op het bord – Vert] Welnu aan deze hing Jezus; hier was de dief aan Zijn rechterzijde; daar was er een aan Zijn linkerzijde. Toen nu... Jezus was de Zoon van God. Is dat juist? Sommige mensen zien maar drie kruisen, maar het waren er vier: Vier kruisen! Wat is nu een kruis? Het is een boom. Is dat waar? De Bijbel zei: "Vervloekt is degene die aan een boom hangt." Hij werd voor ons een vloek gemaakt, Hij hing aan een boom. Die was omgehakt, maar het was een boom. Is dat zo? Goed. Daar beneden aan de voet van de heuvel stond er nog een. Judas verhing zich aan een wilde vijgeboom. Is dat juist?

83 Kijk! Hier is de Zoon van God; gekomen uit de hemel, terugkerend naar de hemel, waarbij Hij de bekeerde zondaar met Zich meenam. Hier is de zoon des verderfs; gekomen uit de hel, terugkerend naar de hel, waarbij hij hem ("Indien Gij zijt!"), de onbekeerde zondaar, meeneemt. Ziet u, de onbekeerde zondaar: "Indien Gij de Zoon van God zijt, red Uzelf en ook ons."

84 Deze hier zei: "Wij hebben..." (Predikend, deze Evangelie-prediker.) "Wij verdienen wat wij krijgen, maar deze man heeft niets gedaan. Here, gedenk mij wanneer U in Uw koninkrijk komt." O! Wie was dat?

85 Een beetje van gisteravond of de avond ervoor. Dit is Gods Abel; hier is Kaïn van de duivel. Zoals Kaïn Abel doodde bij het altaar, zo doodde Judas Jezus bij het altaar. Zo is het. De rook steeg destijds daar in Eden omhoog en daalde hier weer neer. Zo is het precies.

86 O, het is glorieus, die oude weg, die gezegende oude weg, vol van glorie.

87 Nu zien we hier (excuseer me) dat Hij zei tot deze gemeente van Sardis, tot de engel: "De zeven Geesten; Degene die de zeven Geesten heeft."

     En schrijf aan de engel der gemeente, die te Sardis is: Dit zegt, Die de zeven Geesten Gods heeft,...

88 Hoevelen weten dat God één Geest is? [Samenkomst antwoordt: "Amen." – Vert] Zeker. God, de Heilige Geest. God, Vader, de Heilige Geest, geheel dezelfde Persoon, want Maria werd zwanger door de Heilige Geest. Maar God gebruikte deze Heilige Geest in zeven verschillende Evangelie-lichten aan de gemeente, zeven gemeente-tijdperken. Vat u het? Zeven gemeente-tijdperken.

89 U zegt me: "God doet dat niet." O, jawel, broeders.

90 Kijk! Hij gebruikte de Geest van Elia, en toen Elia wegging ontving Eliza een dubbel deel ervan. En toen Elisa ziek werd en stierf kwam het weer terug op Johannes de Doper; dezelfde zaak. Het deed hem net zo handelen als Elia, die leefde in de woestijn, enzovoort. Is dat zo? En voorspelde opnieuw te komen in de laatste dag, ziet u? God gebruikt de Geest gewoon verder.

91 En Jezus was met de Heilige Geest gezalfd en ging rond met goed te doen. Is dat zo? En de Heilige Geest die op Jezus rustte kwam op de Pinksterdag regelrecht terug in de gemeente, komt weer terug in het volgende tijdperk, het daarop volgende tijdperk, het daarop volgende tijdperk. En wat is het? Een en dezelfde Heilige Geest. O, ziet u het niet? God boven ons, in de Vader; God met ons, in de Zoon; God in ons, in de Heilige Geest. Het zijn drie functies en niet drie goden. Begrijpt u? Deze drie titels, Vader, Zoon en Heilige Geest behoren aan één Naam: Jezus Christus. In orde.

92 Let nu op bij het verdergaan. "De zeven Geesten", zegt Degene die vasthoudt... Met andere woorden, "die Zijn boodschappers vasthoudt". Boodschappers die met de Heilige Geest gezalfd zullen zijn, met deze zelfde Heilige Geest waarmee Paulus (de eerste) gezalfd werd; de tweede, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende, zij allen zijn in Zijn rechterhand. O, verkrijgen hun kracht en hun licht uit Zijn rechterhand.

93 Nu, Hij voer omhoog. En Filippus zei toen hij stierf... of Stefanus zei: "Ik zie de hemelen geopend, en de... en Jezus gezeten aan de rechterhand van God." Dit betekent niet dat God een grote, brede rechterhand heeft en Hij erop gezeten is, maar rechterhand betekent de rechterhand van "kracht en autoriteit".

94 Dit lichaam dat God schiep... "Ik sta niet toe dat Mijn Heilige ontbinding ziet, noch zal Ik Zijn ziel in de hel achterlaten", maar Hij heeft Hem opgewekt en Hem in de plaats van de Geest op het altaar gezet. Let op! Toen ze Hem zagen, Die gezeten was op het altaar en het Boek in Zijn hand had... en niemand op de aarde of onder de aarde of waar dan ook, was in staat of waardig om maar zelfs te kijken naar het Boek; maar een Lam dat, terwijl het geslacht werd vanaf de grondlegging der wereld destijds in den beginne toen Hij allereerst aan dit verloste lichaam dacht, kwam, en nam het uit de rechterhand van Hem die op de troon gezeten is en ging Zelf zitten. Daar bent u er. Dat is de Schrift. Het is gewoon prachtig! Ziet u?

95 "Die overwint zal met Mij zitten op Mijn troon, zoals Ik heb overwonnen en ben gezeten op Mijn Vaders troon." Met andere woorden: "Ik heb de Heilige Geest in Mijn lichaam genomen. Ik heb alle dingen van de wereld (de verzoeking) overwonnen door de Heilige Geest en nam het over!" (En in Hem woont de volheid van de Godheid lichamelijk.) "Alle macht in hemel en op aarde is in Mijn handen gegeven", zei Hij. Alle macht! Dan is God machteloos als Hij een andere persoon is. Want de Bijbel zei... Jezus zei, na Zijn opstanding: "Alle macht in hemel en op aarde was in Mijn hand gegeven."

96 En Jezus komt van de hemel met tienduizenden keer tien duizenden van Zijn heiligen. En de Bijbel zegt dat de hemelen leeg waren voor een periode van een half uur. Waar is deze grote man, God, dan? Mm... mm... Ziet u? Hij is in Christus. Jazeker!

97 En naarmate wij overwinnen door de Heilige Geest, zoals Hij, zullen wij bij Hem gezeten zijn zodra Hij de aardse troon van David inneemt, om met Hem te zitten en te heersen evenals Hij daar deed (Amen!), met macht en autoriteit over heel de aarde. "En de aarde zucht, en wacht op de manifestatie van de zonen Gods die gemanifesteerd zullen worden, Gods zonen."

98 Want per slot van rekening werd deze wereld niet gegeven om door God bestuurd te worden. Laten we dat weten. Dat is waar. Wie is de god van de aarde? De mens! Dat is zijn domein. Alles, elk ding in de aarde is onderworpen aan de mens. Door zonde viel hij; door Christus' verlossende kracht keert hij weer terug. Dat is juist, omdat de aarde aan de mens behoort; ze werd aan hem gegeven en hij zou over alles regeren. En heel de natuur zucht, wachtend op die tijd wanneer de zonen van God opnieuw gemanifesteerd zullen worden. Oh! Manifestaties van de zonen van God. Welnu, laten we dat nu maar beter laten rusten. Maar de boodschappers zijn in Zijn rechterhand, wachtend. Waarheen Hij ze ook zendt, zij zullen hetzelfde spreken. Want de Heilige Geest die in Christus was... O! De Geest die in Christus was! Toen Hij wegging zei Hij: "Een kleine tijd en de wereld ('Kosmos', het Griekse woord dat 'wereldorde' betekent; niet de aarde, de wéreld, de wereldorde) zal Mij niet meer zien. Denominaties, of wat nog meer, zullen Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien (de gemeente, de gelovige), want Ik..." ("Ik", persoonlijk voornaamwoord is goed.) "Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld." Jezus Christus gisteren, vandaag een voor immer dezelfde. Begrijpt u het?

99 Als dit dan Christus' Heilige Geest was die kwam op de Pinksterdag, die deze dingen deed, dan is het Christus' Heilige Geest die er hier uitgeduwd werd en Christus' Heilige Geest die hierin nog steeds doorgaat, Christus' Heilige Geest die nog steeds daar doorgaat en zo door naar hier tot het einde der wereld. Dezelfde Heilige Geest die Paulus met de Heilige Geest vulde en de dingen die hij deed, zal deze (Irenaeüs) vol van de Heilige Geest vullen, zal Martinus vol van de Heilige Geest vullen en de overigen vol van de Heilige Geest vullen en het vult u en mij vol van de Heilige Geest. En het zijn de Pinksterzegeningen van het ene gemeente-tijdperk naar het andere; Alpha en Omega, het einde en het begin van alles, Wortel en Loot van David. Morgenster, Roos van Saron, de Lelie der Valleien, wat nog meer; Vader, Zoon, Heilige Geest, Hij die was, die is en zal komen, de Alpha, Omega, Alles, Al in al! O tjonge! Dit laat me een lied zingen:

O, wie zegt u dat Ik ben (zei Jezus);
Waar vandaan zei u dat Ik kwam;
Kent u Mijn Vader, of kunt u Zijn Naam vertellen?
Hij zei: Ik ben Alpha en Omega, het begin tot het einde,
Ik Ben de hele schepping en Jezus is de Naam.
Ik Ben, die sprak tot Mozes in een brandende struik van vuur,
Ik Ben de God van Abraham, de heldere Morgenster (dat is juist),
Ik Ben de Roos van Saron en waar vandaan zei u dat Ik kwam?
Ik Ben de hele schepping, maar Jezus is de Naam.

100 Heel de familie in hemel en aarde is verankerd in die ene universele, gezegende, door de Heilige Geest vervulde, gedreven, door de Heilige Geest genoemde, door de Heilige Geest gesproken, door de Heilige Geest geboren, Naam. Dat is juist. God heeft die gegeven aan heel de familie in hemel en aarde, en alles... dat elke knie voor die Naam zal buigen. "En er is geen andere Naam onder de hemel gegeven waardoor de mens móet worden behouden." Niet misschien, behoorde te zijn, maar móet worden gered. O, ik houd ervan. Het is gewoon goed. In orde.

101 "In Zijn rechterhand..." Hebt u het nu gezien? Het is een Pinkstergemeente; kracht, tekenen, wonderen die heel de weg door worden verricht. Nu, we zijn door de Middeleeuwen gegaan, waar het bijna werd uitgedoofd. Laten we nu dit tweede vers nemen. O, ik denk dat we nog even doorgaan, eventjes maar, nog met dit eerste vers:

     ... Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood.

102 Ga verder naar de volgende gemeente hier dan ziet u: "Maar gij hebt Mijn Naam niet verloochend." De volgende gemeente: "Mijn Naam niet verloochend." Maar in deze gemeente: "U hebt een naam." Let op! Deze gemeente behield Zijn Naam; deze gemeente behield Zijn Naam; deze gemeente behield Zijn Naam; en deze gemeente ging door een "Donker tijdperk" [Middeleeuwen – Vert] en niets werd erover gezegd; toen zij eruit kwamen tot het leven aan deze zijde, de eerste kleine "ontsnapte", toen Luther hen eruit trok: "U hebt de naam dat u leeft, maar u bent dood." Welnu, welke naam gebruikten zij nadat zij stopten met Jezus' Naam te gebruiken? Vader, Zoon en Heilige Geest. En zoiets is er niet. Het is een dode, een dode theologie.

103 Vertel me, is Vader een Naam? Hoeveel vaders zijn hier? Steek uw hand op. Wie van u wordt vader genoemd? Zonen? En menselijke wezens, dat is wat ze zijn. Niet... Zijn Naam is niet Heilige Geest, dat is wat het is; het ìs de Heilige Geest. De Naam... De Heilige Geest is geen naam, de Heilige Geest is een titel; Vader, Zoon en Heilige Geest.

104 Dus u ziet daar, dat het net zo ongegrond is als het eeuwige zoonschap. Er bestaat niet zoiets als eeuwig zoonschap. Een zoon is ergens uit geboren; eeuwigheid is nooit geboren.

105 Er bestaat, zoals ik de vorige avond al zei, niet zoiets als een eeuwige hel. Hoe komt u eigenlijk aan 'eeuwige hel'? Dan is er altijd een hel geweest. De Bijbel zei dat Hij werd geschapen voor de duivel en zijn engelen. Anders zou er dan altijd een hel zijn... Als er altijd één zou zijn, moest er één in den beginne zijn geweest. En wie gebruikte het destijds toen Hij El, Elah, Elohim was, "de in zichzelf Bestaande" toen er niets anders was? Dan zou hel daar bij Hem geweest moeten zijn. Ziet u? De hel werd geschapen voor de duivel en zijn engelen. En alle bozen zullen erin geworpen worden... Zo is het precies. Ze zullen misschien wel honderd miljoen jaar gestraft worden voor wat ze deden. Maar er zal een tijd komen dat ze de tweede dood zullen hebben. Er zal niets van blijven overgelaten. Alles wat een begin had, heeft een eind. Dus als we eeuwig leven ontvangen, hebben we een deel ontvangen van het kosmisch licht dat daar was, voor er ooit een molecule was. Dat Licht van God komt in ons hart dat ons verlicht opdat we Jezus zien. De Bijbel zei dat we alle dingen niet zien; maar we zien Jezus.

106 Nu, Hij zei: "Ik weet dat... Ik ben Hem, die de zeven Geesten heb, die zijn uitgezonden naar de zeven gemeenten. Ik weet al uw werken en alles ervan, maar u hebt de naam dat u leeft, maar u bent dood." Nu, bedenk, wiens tijdperk was dit? Van Maarten Luther, het Lutherse tijdperk. Zij waren aan het begin al veroordeeld. Zij hadden niet eens een begin, zij waren al dood bij aanvang. Zij hoefden niet te sterven, zij waren al dood om mee te beginnen. Zie, zij werden gewoon "weggerukt".

107 Merk dit nu op. Laten we het volgende vers lezen:

     Waakt! Weest wakende, en versterk het overige, dat sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.

108 Hij spreekt hier nu tot Luther. Wij allen geven toe dat dit het Lutherse tijdperk was. Dit was de Reformatie. Wat zei Hij? "U bracht een valse naam uit, dat u 'leeft', maar u bent dood." Wat hadden zij gedaan? Zij plaatsten het weer regelrecht terug in de denominatie. De pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet. Maak dan geen herrie over de Katholieken! Ziet u, omdat u er helemaal in terug bent, en uw zelfde geloofsbelijdenissen en dergelijke, gebruikt. Luther bracht veel van de catechismus mee en al het andere, wat de Katholieke kerk had, en zij gaven zichzelf een naam. Ziet u: "U hebt de naam dat u leeft, maar u bent gekomen uit dit dode duizendtal van jaren hier, en u houdt nog steeds vast aan die naam." "U hebt een naam."

109 Bedenk, om zeker te zijn dat het juist is; bij de andere gemeenten wordt gezegd: "U hebt Mijn Naam bewaard." "U hebt Mijn Naam bewaard." In dit tijdperk hadden zij deze verloren. En hier terecht gekomen wordt er gezegd: "U hebt een andere naam dat u leeft, maar u bent dood."

110 O, u Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen en Pinkstermensen, bekeert u en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van uw zonden. Zie? Kom uit die oude, dode geloofsbelijdenissen en dergelijke, die behoren aan een Katholieke kerk die vernietigd zal worden en al haar dochters erbij.

111 Niemand kan dat zeggen. Vader, Zoon en Heilige Geest zijn titels. En die zaak die ze de Heilige Drieëenheid noemen. Drieëenheid? Laat zelfs iemand het woord drieëenheid in de Bijbel vinden en kom het mij vertellen, vind enkel het woord drieëenheid. Het staat er niet eens in. Zoiets staat er niet.

112 En nu:

     ... dat sterven zou;...

113 "Behoud wat ge hebt, Luther rukte u eruit. Behoud dat, omdat het dreigt te sterven. Ze zullen u er dadelijk weer in terugkopen. Houd eraan vast, het dreigt te sterven."

114 Nu:

     ... want Ik heb u nog niet volmaakt gevonden voor God.

115 Is dat niet prachtig? Tjonge! Daar houd ik van. Niet volmaakt. Waarom? Zij waren pas gerechtvaardigd. Luther predikte rechtvaardiging; u moest geheiligd en dan vervuld worden met de Heilige Geest. En dan waren zij het niet van zichzelf, zij waren volmaakt door de Heilige Geest in hen. Het is niet de christen die volmaakt is, het is de volmaakte Heilige Geest in hen. Begrijpt u? Dat is wat... Zoals ik al gezegd heb: "Het is niet de heilige berg, het is de heilige God op de berg. Niet de heilige kerk, niet de heilige mensen, maar het is de Heilige Geest in de gemeente en in de mensen." Dat is het heilige deel, ziet u.

116 "Nu heb Ik uw werken niet volmaakt bevonden. U bent niet tot volmaaktheid gekomen." Omdat wij nu zien dat zij hier rechtvaardigheid hadden, rechtvaardiging. Dit is... Nee, neemt u me niet kwalijk. Rechtvaardiging is precies hier, onder Luther; en heiliging is daar; en hier is de Heilige Geest, zie? Welnu, deze drie elementen die in deze drie gemeente-tijdperken werkten waren nodig om de volledige geboorte te vormen. Zij waren slechts bevrucht zoals een kleine kiem in de schoot van de moeder. Zo is het, de Heilige Geest die tot geboorte komt.

117 Nu wil ik u iets vragen. Wanneer een natuurlijke geboorte plaats vindt, wat gebeurt er als eerste? Water. Het volgende? Bloed. Is dat juist? Vervolgens? Geest. Zo is het.

118 Wat kwam uit het lichaam van Jezus toen Hij stierf? Zij doorstaken Zijn zijde en er kwam water en bloed uit, en "in Uw handen beveel Ik Mijn Geest." Water, bloed, geest.

119 "Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus." (Romeinen 5:1.) Rechtvaardiging. Heiliging; Hebreeën 13:12 en 13: "Jezus leed buiten de poort, opdat Hij door Zijn eigen Bloed het volk zou heiligen." Lukas 24:49: "Maar blijft gij in de stad Jeruzalem totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit den hoge." Handelingen 1:8: "Nadat de Heilige Geest op u gekomen is, dàn zult gij Mijn getuigen zijn in Jeruzalem, Judéa, Samaria..."

120 Niet wanneer u bisschop wordt, niet wanneer u diaken wordt, niet wanneer u dominee wordt, niet wanneer u paus wordt, maar "nadat de Heilige Geest op u gekomen is, dan zult u getuigen." U kunt alleen maar getuigen van uw kerk en van uw geloofsbelijdenis, het is een... Als u alleen een diaken bent, als u alleen een voorganger bent, als u alleen een paus bent, of als u... U getuigt van een geloofsbelijdenis! Maar wanneer de Heilige Geest op u is gekomen, dan getuigt u van Hem! En de werken die Hij deed, doet u ook, omdat Zijn leven in u is. Oh! Tjonge! Daar houd ik van. Jazeker. O, mijn broeders; ik krijg er hier meer van, denk ik, dan u daar, ik voel me er gewoon goed bij.

121 "Dingen die dreigen te sterven, houd eraan vast." Hij zegt hier nu in het derde vers:

     Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt,... (Daar houd ik van.) en bewaar het, en bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal.

122 Behoud uw rechtvaardigmaking, blijf erbij. Laat dat niet door die mensen van u wegsnoepen. Dat wat u ook ontvangen en gehoord hebt. Zij lazen dezelfde Bijbel als die wij lezen, ziet u. Maar zij namen er niet alles van, omdat het niet aan hen geopenbaard was. Het was niet voor hun tijdperk. Dat is de reden dat zij te voorschijn zullen komen in de opstanding. Zij wandelden in het licht waarin zij moesten wandelen, dus zullen zij voortkomen.

123 Nu heb ik veel Pinkstermensen, die de doop prediken, horen zeggen: "Die Lutheranen, enzovoort, zullen niet te voorschijn komen." O, jawel. U kent het verhaal over Dr. Aegery daarginds. Ik vertelde hem...

     Hij zei: "Wat zijn wij?" Ik zei... (Weet u, zij stichtten die grote Lutherse bijbelschool, Bethanië, daar in Minneapolis.) En hij zei: "Wel, wat hebben wij Lutheranen ontvangen?"

124 Ik zei: "Wel, ik zal het u zeggen. Ik geloof dat u Christus hebt."

125 En hij zei: "Wel, wij verlangen... wij willen de Heilige Geest."

     Hij zei: "Denkt u dat wij hem hebben?"

126 Ik zei: "Potentieel." En ik zei: "U gelooft ervoor."

127 Hij zei: "Wel, wat bedoelt u?"

128 Nu hebben zij daar duizenden hectaren waarop de studenten... als zij financieel niet kunnen rondkomen, laten ze hen werken voor de kost en ze verbouwen dan graan.

     Ik zei: "Wel..." Er staan daar grote tafels. Ze gaven mij een van deze 'smorgasbord' diners, daar in die grote bijbelschool. Het zijn fijne mensen. Dr. Aegery zat hier en broeder Jack Moore aan deze kant, want ik zat dichtbij hem, opdat wanneer hij een paar moeilijke woorden zou spreken die ik niet kende, ik Jack met mijn been zou kunnen aanstoten om te snappen wat hij zei, begrijpt u. Dus toen zei ik...

129 Hij zat naast me en hij zei: "Wel, wat wij verlangen te doen is: hier iets uit te vinden." Hij zei: "Wij hongeren naar God." En hij zei: "Wij lazen een boek over Pinkstermensen, over de gaven." Hij zei: "Een stel van onze broeders ging erheen, vloog naar Californië, wij ontmoetten de man die het boek schreef." (Ik ken hem.) Hij zei: "Wij zouden graag enige van de gaven in werking willen zien."

     Hij zei: "Ik heb er geen een," en zei, "ik schreef er enkel over."

     Hij zei: "Toen wij daar aankwamen en we dit zagen, waren we verlangend. Wij hebben God nodig."

130 En ik zei: "Wel, op een keer ging een man uit..." Weet u, op zijn eigen terrein. "Een man ging uit en ploegde een heel groot stuk land om. En hij haalde al de wortels, enzovoort, eruit, en plantte toen graan. Elke ochtend liep hij naar de deur en keek naar buiten om te zien of er al graan op kwam. Weldra zag hij op een morgen dat er twee kleine blaadjes opkwamen." Is er iemand die weleens graan verbouwd heeft... (Waar is George Wright en zo, Roy Slaughter en anderen? U weet wel, die twee sprietjes die omhoog komen.) "'O,' zei hij, 'prijs God voor mijn graanveld.'"

     Ik zei: "Had hij al een veld met graan?"

     Hij zei: "Wel, in zekere zin."

131 Ik zei: "Potentieel, ja." Ik zei: "Dat waren u, Lutheranen, in de eerste reformatie, die dit blaadje voortbrachten, begrijpt u. Wel," zei ik, "langzamerhand groeide dit graan op." Ik vertelde hem niet over de 'afval' ziet u, ik liet hem alleen weten dat het graan groeide.

132 Dus zei ik: "Het graan groeide op en na een poosje kwam er een bloesem aan. En die bloesem keek neer op het blad en zei: 'Ha-ha-ha, je hebt niets, jij oude formele Lutheraan.' (Ziet u?) En zei: 'Ik ben de kweker, de grote zendelingentijd.'" De wind blies en de kleine bloesem viel zomaar af en kwam op de grond; dat is Wesley, heiligmaking. Zie? Dat was het grootste zendingstijdperk dat we ooit hebben gehad, dat is de Wesleyaanse gemeente geweest, gedurende de tijd van Wesley, het overtrof zelfs dit tijdperk. Het Wesleyaanse gemeente-tijdperk was een zendingstijdperk en het verspreidde zich. Wat werkte het uit, het verspreidde het.

133 Ziet u, zelfs de natuur getuigt van deze drie hier. De natuur zelf. God schiep het in den beginne zo, dus zou het zo zijn. U hoeft zelfs de Bijbel niet te hebben, u kunt naar de natuur kijken en zien waar u aan toe bent. Ziet u?

134 Vervolgens viel na een poosje het stuifmeel naar beneden en wat kwam te voorschijn? Een korenaar kwam omhoog, het bevatte graankorrels. Dat was de Pinkstergroep. Welnu, de Pinkstergroep was dezelfde soort groep als die destijds hier. Vanaf hier had het twee blaadjes, Luther; hier had het de aar, Wesley; en hier verder had het de graankorrel. Wat? Precies eender als het destijds was. Hetzelfde!

135 Wel, wat was dit hier? U... "Wel, nou," zeiden de mensen van Pinksteren, "ik moet niets van u Methodist of u Lutheraan hebben." Maar per slot van rekening hielp het leven dat in de twee blaadjes zat de aar te vormen. En het leven dat in de aar zat vormde de graankorrel. Dus ziet u dat dit alles Gods programma is. Zij hadden potentieel de Heilige Geest; zo had Wesley het onder heiligmaking; maar vandaag bracht het spreken in tongen en herstel van het begin van destijds, terug. Dezelfde Heilige Geest, ziet u, de echte. Amen!

136 Ja, in orde. "Houdt vast aan wat u gehoord hebt, opdat het niet sterft." Nu het vierde vers, geloof ik:

     Doch gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte klederen, aangezien zij het waardig zijn.

137 Maak er nu geen denominatie van. Dat willen we niet. (Nee, ik heb... ik las het verkeerde vers, deed ik dat of niet? Ja, dat is zo. Ja. In orde. Ja.) "... te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben." Er waren enkelen die toch niet voor die zaak wilden buigen en zich zuiver en rein bewaarden; het oude spoor vanaf Pinksteren destijds, de Geest-vervulden. Heel wat mensen in het Lutherse tijdperk begonnen een denominatie te vormen. Wat deden zij? Begonnen weer terug te keren zoals de Bijbel zei, handelend zoals hun mammie. Keerden regelrecht terug, begonnen een denominatie. Maar enigen van hen bleven er buiten en zeiden dat zij het niet zouden doen. Zij hielden stand voor God. Hij zei: "Wel, in orde, u hebt enige weinige namen en zij zijn het waardig voor Mij te wandelen, gekleed in wit. Vorm geen denominatie. Neem niet opnieuw de Nikolaïetische leer aan. Start niet opnieuw met uw denominatie, maar blijf gewoon vrij in God. Laat de Heilige Geest u leiden terwijl u verder gaat. Er zijn nog enkelen overgebleven."

138 Nu het vijfde vers, geloof ik:

     Die een oor heeft, die...

139 Laat eens kijken:

     Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

140 Nu, "de weinige namen". Zeer weinig, een klein overblijfsel was overgebleven dat niet aannam... niet werd verbonden met het Katholieke leerstelsel. In orde.

141 Nu zijn we gekomen tot het spreken over de Reformatie. Ik zou graag... Ik sloeg Luthers achtergrond over zodat ik het hier zou kunnen invoegen. Het volgende vers zei:

     Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.

142 God probeert ze hier te waarschuwen uit dit Nikolaïtisme te blijven. "Blijf er vandaan! Houdt uw klederen onbevlekt van elk ding van de wereld!" Blijf vrij in Hem, en Hij zou hen leiden en besturen. Nu, dat is het eerste begin.

143 Welnu, met reformatie bedoel ik de ontkomenen, degenen die ontkomen waren, zelfs in de Sardis-gemeente. Begrijpt u wat ik bedoel? Degenen die nog steeds aan die afschuwelijke zaak ontkomen waren. Nu zullen we het morgenavond weer oppakken en het hier regelrecht verder brengen tot in het Pinkstertijdperk en u tonen dat het dit precies is. Nu, er zijn sommige van deze dingen waarover wij hier spraken, hoe zij hieraan ontkwamen. Wij zullen dat weer oppakken in het volgende tijdperk. Ziet u, wij moeten het weer oppakken om het samen te laten vloeien. Als je dat niet doet, dan blijf je in gebreke het de mensen te geven... vast te nagelen in dat volgende tijdperk, zie. U moet het hun geven net zoals de Bijbel het hier geeft, ziet u. Goed.

144 Welnu, de ontkomenen, daar spreekt Hij over. Dat zijn dezen hier, dit kleine groepje hier dat leeft door rechtvaardigmaking. Nu kijk! Ze kwamen eruit, zij zagen het licht. Luther keerde terug... Na de dood van Luther, niet Luther. Luther vormde nooit een organisatie; het was die groep na hem. Wesley vormde nooit een organisatie; het was die groep na hem. Die oude oprichters van Pinksteren hebben nooit een organisatie gevormd; het was die groep na hen. Dat zijn degenen die het doen, ziet u, het is de tweede lichting die het doet. De echte engel van het licht zal nooit een organisatie vormen! En u zult bij dit Pinkstertijdperk ook zien wat aan het eind van die organisatie komt; zie, wanneer de Heilige Geest het ons openbaart.

145 Nu zei Hij: "U hebt nog een klein beetje licht overgehouden, slechts een klein beetje. Het dreigt te sterven; het walmt. Het is alleen rechtvaardiging. Ze kunnen u elke kant uit slingeren. U hebt nog geen enkel leven gekregen, omdat u de verkeerde naam hebt genomen. Maar u bent tenminste ontkomen. Ziet u, u bent aan de Roomse kerk ontkomen. U bent ontkomen aan al die dogma's en tot zover bent u er tenminste uitgekomen." Nu, u leest dezelfde Bijbel, maar... dezelfde Bijbel die de Heilige Geest onderwijst... Hij veroordeelde hen nooit voor wat zij hadden gekregen. "Houdt dat vast totdat Ik kom" (zie), blijf vasthouden.

146 Het gemeente-tijdperk begint ongeveer in 1520, toen de Roomse universele Katholieke kerk de vrije teugel had. Dat duurde tot 31 oktober (als u het opschrijft), 31 oktober 1570 [1517] A.D., toen Maarten Luther zijn vijfennegentig stellingen aan de kerkdeur te Wittenburg, Duitsland, spijkerde en vanaf die tijd was de hervorming gaande. Hebt u die data? Laat me het nog eens zeggen zodat u er zeker van bent. 31 oktober 1570 [1517] A.D., toen Maarten Luther zijn vijfennegentig stellingen aan de kerkdeur te Wittenburg, W-i-t-t-e-n-b-u-r-g, Duitsland, spijkerde. Vanaf die datum zette de Reformatie in, het vuur begon uit te breken. Hij protesteerde tegen die Katholieke kerk en stond daar zo met dat in z'n hand en zei: "Moet dit het heilige lichaam van Christus zijn? Het is een cracker en een beetje wijn!" En 'beng', hij wierp het op de vloer. Jazeker.

147 Hij protesteerde tegen de Katholieke kerk en... dat begon de kleine ontsnapping die toen kwam. Goed, kijk, het was begonnen. Maar het was eerder een strijd om politieke macht dan dat het was voor de echte ware gemeente, voor de Christelijke standpunten. Zij streden enkel voor een politiek recht om uit de kerk te treden en een andere kerk te vormen. Zij brachten nooit hervorming, door uit de Katholieke kerk te stappen, om de Heilige Geest en kracht in de kerk te brengen, daar zij het ontkenden. Het was een politieke bijeenkomst. Hier was werkelijk van toepassing: "Gij hebt de naam dat ge leeft en zijt dood." Met andere woorden, hij bracht de Protestantse denominatie voort, dat is alles. Hij bracht een dochter uit de kerk voort. Hij bracht vanuit de hoer een prostituée voort. Dit is precies wat er gebeurde. Hij bracht Athalia uit Izebel voort.

148 Ieder die over de Reformatie leest weet dat het zo is, omdat hij gewoon... Een paar van die oude relikwieën en instellingen die... en ceremoniën, hij brak ze gewoon af; maar wat betreft het terugbrengen van de Heilige Geest in de kerk zoals het eertijds was, dat deed hij niet. Beslist niet. Het was meer een politieke strijd dan een geestelijke strijd. Het was politiek in plaats van de Heilige Geest. Hij was de gemeente nog niet binnen gegaan. O broeder, Hij was niet teruggekomen; Hij komt hier terug, niet daar. [Broeder Branham verwijst naar het bord – Vert]

149 Welnu, het was een grote politieke bijeenkomst maar niet voor de Heilige Schrift en de Heilige Geest. Het was een politieke bijeenkomst waarin hij inderdaad wat van die oude relikwieën van crucifix en "Wees gegroet Maria's" en dergelijke, uit de weg ruimde. Maar nog steeds bracht hij een catechismus. Hij bracht nog steeds deze... Hoe noem je dat ook weer? Toewijdingsdiensten of wat er daar ook plaats vond, wanneer men daar op Paasmorgen heengaat en de pastoor hun een "Vrolijk Kerstfeest" toewenst, weet u. Ziet ze dan niet meer tot de Kersttijd, bedoelt hij te zeggen, weet u. Het is een... o, belijden – belijdenisdienst, wat ik probeer te zeggen. Neemt hen daar naartoe en laat hen belijdenis doen, geeft hun het eerste avondmaal en laat hen belijdenis doen. Er is niet zoiets als dit soort belijdenis. De enige bevestiging die in de Bijbel wordt genoemd is wanneer God in de Bijbel Zijn Woord bekrachtigt door tekenen en wonderen te laten volgen. Dat is de bevestiging die we nodig hebben, niet de bevestiging tot een Lutherse kerk te behoren. Het is God die Zijn Woord in u bekrachtigt. "En de Here werkte met hen mede..." (Markus 16) "en bevestigde het Woord met tekenen die volgden." Dat is de bevestiging van de Pinksterkerk. God bevestigt dat Hij leeft, als een wonderwerkende God in de gemeente, met spreken in tongen, uitleg van tongen en hen dezelfde dingen te laten doen als die zij in het begin deden.

150 Vermoei ik u? [Samenkomst antwoordt: "Nee!" – Vert] Goed dan. Merk op, dat zij niet de Heilige Geest opwekking terugbrachten; zij brachten een nieuw gemeente-tijdperk terug. Ze brachten een ontkomene terug; een ontkomene uit de Roomse hiërarchie, om een Protestantse hiërarchie te vormen. Dat is het enige wat ze deden. Vielen van de wal in de sloot, ziet u. Dat is waar! Precies.

151 Izebel gaf gewoon geboorte aan een dochter. En denk nu niet dat ik dit zeg om bijdehand te zijn. Ik zeg dit omdat de Bijbel het zei! De Bijbel zei in Openbaring 17: "Zij was de moeder van hoeren." Jezus zei hier: "Zoals Izebel was, zo zal zij zijn." En zij bracht dochters voort die het land, dat niet bevuild was, verontreinigden. Dit is nu precies wat het Protestantisme gedaan heeft ten opzichte van de echte Geest van God; het verontreinigde de zaak en bracht het regelrecht terug in een andere organisatie. Wat ik u, zo God wil, zondag wil laten zien, is dat zij een beeld voor het beest maken, en het beest was Rome. En zij maakten een dergelijk beeld. Wat was het? Een organisatie! O, ik hoop dat dit in uw hart zinkt, mensen.

152 U vraagt zich af waarom ik heel mijn leven organisatie zo fel bestreden heb; ik wist het zelf niet. Maar het was iets binnenin mij dat het uitriep; ik kon niet anders. Ik vroeg me af, verbaasde me altijd, wáárom ik altijd zo gekant was tegen vrouwen? Ziet u, heel mijn leven. Het is niet... Ik bedoel geen echte vrouwen; ik bedoel die zogenaamde, weet u, waarvan de moraal totaal is weggebroken, weet u. Dat is het soort dat ik... Iets binnenin mij...

153 Toen ik nog maar een klein jongetje was, daarginds, en die vrouwen daar op de straat zag aankomen, die wisten dat hun man uit werken was en zij waren daar met een andere kerel, dronken, aan de kant van de weg; en ze liepen met hen de weg op en neer om ze weer nuchter te krijgen zodat zij naar huis konden gaan om de maaltijd voor hun man te koken.

     Ik zei: "Ze zijn het nog niet waard dat een schone kogel door hun lijf gaat." Jazeker. Ik zei: "Zij zijn nog lager dan dieren door zoiets te doen." En ik... Toen ik zeventien, achttien jaar oud was ging ik, als ik een meisje op straat zag aankomen, aan de andere kant van de straat lopen. Ik zei: "Die stinkende adder." Zie? En ik was een echte hater, maar toen ik God in mijn hart ontving, liet God mij weten dat Hij daar nog enkele juwelen had. Hij heeft nog echte dames. Niet allen zullen zich zo verontreinigen. Dank God daarvoor.

154 Toen ik in Afrika was, toen ik in Zwitserland was, toen ik in Rome was, werd mij deze vraag gesteld: "Zeg eens, broeder Branham, hebben jullie daar in Amerika geen enkele fatsoenlijke vrouw meer? In elk lied dat hier komt staat iets smerigs over uw vrouwen."

155 Ik zei: "Dat zijn de Amerikanen. Maar wij hebben daar nog een Koninkrijk in bestaan, dat is het Koninkrijk van God en zij zijn op en top dames. Dat zijn ze!"

156 De Bijbel spreekt daar in de profeten, ik geloof dat het ongeveer het vijfde hoofdstuk van Jesaja was, ik weet niet zeker of het in het vijfde of zesde hoofdstuk stond; het spreekt over: "Gezegend is die dochter van Sion, die in die dag zal ontkomen aan al die dingen." Hoe ze op straat zou lopen; ze zou haar kousen naar beneden gerold hebben; ze zou trippelen bij het lopen; en draaien op die manier, en de dingen die ze zou doen. Precies de manier waarop zij het nu doen, gewoon perfect. Dragen kleding zoals een man, wat een gruwel is voor God.

157 Ik zag een poosje geleden een religieus gezelschap naar binnengaan dat een fuif zou houden, wat ze bijna elke avond hebben, en deze vrouwen stapten allemaal met deze 'knickerbockers', binnen. Of wat... hoe noemen ze die dingen? Geen shorts maar die andere. Ja, ja, het zijn kniebroeken [pedalpushers – Vert] Of die dingen die allemaal... Zij hebben inderdaad een trap met een pedaal nodig, broeder, met een plank van ongeveer zó breed. Jazeker. "Ped" komt van "pedestrian" [voetganger] dat heeft te maken met je voet en dat is precies wat ze nodig hebben. Dat is waar.

158 Maar och, u zegt: "Wel, ik denk dat het fatsoenlijker voor een vrouw is om dàt te dragen, dan een kort rokje."

159 God zei: "Het is een gruwel in Zijn ogen dat een vrouw kleding aantrekt die..." En wanneer een vrouw het haar knipt zoals een man het heeft... God wil dat een vrouw eruit ziet als een vrouw, gekleed als een vrouw, zich gedraagt als een vrouw.

160 En Hij wil ook geen man met grote, lange bakkebaarden, die zo naar beneden hangen, alsof er een eend achter op zijn hoofd zit, op die manier. Hij wil dat hij eruit ziet als een man. Jazeker. Tjonge. Zij kleden zich zo vrouwelijk dat zij nauwelijks meer weten tot welk geslacht zij behoren. Het is jammerlijk, deze beatnicks en alles wat we vandaag hebben. Geen wonder dat we in de eindtijd leven. Er rest in deze wereld niets meer dan dat God Zijn toorn erop uitstort en haar verbrandt. Dat is alles. Een rechtvaardig en heilig God zou niets anders kunnen doen.

161 Zij hebben het bloed van Jezus Christus versmaad! Zij hebben leerstellingen genomen! Zij zijn in een organisatie terecht gekomen! En de oude... een of andere oude heilige vader met zijn... een hooggeleerde met zijn omgekeerde boordje verschijnt en vertelt hun: "Mijn gezegende kinderen." Dat betekent net zoveel als dat een zeug dit zou hebben gezegd.

162 Ik zeg u, wat wij vandaag nodig hebben is een terugkeer naar de Bijbel en de Heilige Geest, broeder, en de kracht van de opgestane Christus in de gemeente die tekenen, wonderen en mirakelen bewerkt. Amen! Dat is het Evangelie. Ja.

163 Bracht voort... Dacht... Ja, dat is waar. Het deed het. De opwekking had enkele aardig goede dingen gedaan, die opwekking daar. Maar het bracht niet de Heilige Geest voort. Zij brachten het niet eerder voort dan in dit Laodicéa tijdperk, in het Pinkstertijdperk. Maar het deed inderdaad één ding. Deze opwekking deed een paar dingen waarvan Hij zei: "Laat het nu niet sterven, versterk het, blijf eraan toevoegen!" Zie?

164 Het bracht weer voort dat de Bijbel beschikbaar werd voor de mensen. Het Lutherse tijdperk bracht een open Bijbel voort. Zij maakten een drukpers en begonnen de wereld een Bijbel te geven. God zegene de Lutheranen daarvoor! Jazeker. Zij plaatsten de Bijbel terug in de handen van de leken; het was eerst alleen voor de priester. Zij kregen zelfs geen kans ernaar te kijken, want het was wat de paus zei. Hij was de god; dus wat hij zei, dat was het.

165 Dus nu, de Lutherse opwekking, wat zij nodig hadden was, te "versterken". U hebt de Bijbel nu in uw hand, lees hem nu! Geloof het! Leg hem niet op de plank en zeg: "Wel, we hebben een Bijbel." Hij zal u daar geen goed doen. Er zijn teveel Lutheranen in Pinksteren vandaag die de Bijbel ergens neerleggen en dan nemen wat iemand anders erover zegt. Broeder, lees het Woord! "Onderzoek de Schriften want zij zijn het die van Mij getuigen", zei Jezus. "Daarin denkt u eeuwig leven te hebben." Dit is wat gedaan moet worden: lees het Woord!

166 Nu zegt Hij: "Houdt daar aan vast en laat dat niet wegglippen." En iets anders waaraan Hij wilde dat zij zich vast zouden houden, wat een weinig kracht in hen had achtergelaten, was... Het tweede wat de Lutherse opwekking deed is, dat het de leer van rechtvaardigmaking aan het licht bracht. De Katholiek neemt geen rechtvaardigmaking. Het is de Katholieke kerk...

167 Net zoals die priester, zij moesten hem hier een poosje geleden niet meer op de radio hebben. Hij zei: "Er is nergens anders enige andere verlossing dan in de Katholieke kerk." Verlossing is in Christus; niet in de Katholieke kerk, niet in de Protestantse kerk. Het is in Christus, verlossing. Maar de Katholiek gelooft... Zij geven er niet om wat de Bijbel zegt, het is wat de kerk zegt. Ziet u? En je kunt niet met ze praten, omdat er geen manier is, geen enkele manier, dat er met ze valt te praten. Het kan hun niet schelen. Zij hebben... Zij willen met u over hun catechismus spreken, zoiets; maar wanneer het tot de Bijbel komt verwerpen zij dat gewoon. Het is wat de kerk zegt. (Godslastering.)

168 Jezus zei over dit geval, Jezus zei Zelf: "Indien iemand iets zal wegnemen of er iets aan toe zal voegen, zal Hij zijn deel uit het boek des levens nemen." Jezus zei: "Elk mensenwoord zij leugenachtig maar het Mijne is de Waarheid. Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woord zal nimmer voorbijgaan." Is dat juist? O, daar is het, broeder.

169 Ik ben een gelovige in Gods Woord! Dat is waar. En niet alleen dat Woord wat God daar spreekt, maar dan vraag ik de hemelse Vader mij de Heilige Geest te geven om dat Woord te bevestigen, om Christus in mij te laten leven. Zo weet ik dat ik eeuwig leven heb; niet omdat ik het verdien, maar vanwege Zijn genade heeft Hij het mij gegeven. Dat is de rots. "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen", heeft Hij gezegd.

170 Goed, rechtvaardiging. In orde. De zaak was, nadat zij reeds iets hadden voortgebracht wat zij niet behoorden te laten sterven, dat zij de Bijbel weer in hun handen kregen. De Lutheranen deden dit. En nog iets, zij ontvingen de leer van de rechtvaardiging door het geloof. Dat onderwees Luther, iedereen weet dat dit zijn leer was. Kunt u niet zien hoe volmaakt dat is? Vervolgens kwam Wesley met heiliging, dan komen hier de Pinkstermensen met de doop van de Heilige Geest. Net zo perfect.

171 "U hebt een paar dingen, blijf er nu bij en laat die niet sterven. Als u dat niet bewaart, zal Ik haastig komen als een dief en u zult weer regelrecht in de denominatie terugkeren." En dat deden zij, gingen er net zo in terug. "U keert weer rechtstreeks naar de Nikolaïeten terug, omdat u regelrecht weer een denominatie gaat beginnen. Houd vol! Blijf die Bijbel lezen en bewaar rechtvaardiging en blijf krachtig doorzetten." Maar er was een klein overblijfsel dat eruit kwam, een klein overblijfsel.

172 Allereerst kwam Luther en toen kwam Zwingli, en zo verder; Calvijn en zo verder, enzovoort, tot Wesley. Maar er was een klein overblijfsel dat daaruit kwam en dat heiligmaking onderwees. En uit de heiligmaking kwam een klein overblijfsel dat verder ging in de Heilige Geest. Ziet u, dat kleine overblijfsel, door alles heen, hield dat in leven. In orde.

173 Maar, ten derde, zij brachten zoveel van de heidense leervormen met zich mee, zoals denominaties; verkeerde doop. Zij brachten besprenkelen, enzovoort, en Vader, Zoon en Heilige Geest. Zij brachten de catechismus mee. Inderdaad kwamen zij overeen met de naam... met wat Jezus hier zei: "U hebt een naam dat u leeft, maar u bent dood." Dat is correct. In orde.

174 Ten vierde; het is waar dat de reformatie veel van de opgepoetste relikwieën en rituelen, enzovoort, wegzwiepte, maar het kon in de kerk niet het herstel, de hervorming, voortbrengen; het faalde om de volle Evangelie-leer, gevolgd door tekenen, terug te herstellen. De Lutherse kerk heeft het nooit gehad. Zij hebben het nooit gehad; en ze hebben het nooit in het Wesleyaanse tijdperk gehad. Zij hadden het enkel aan het einde van dit Laodicéa tijdperk.

175 Wanneer we ons daarin gaan verdiepen gaan we regelrecht terug in de Schriften en tonen u precies hoe het daarin is beloofd. Zij hebben niet... Zij hebben de Heilige Geest-opwekking niet hersteld.

176 Zij wendden zich inderdaad van de afgoden af; zij wendden zich af van de afgodsbeelden, dat is waar. Zij haalden de afgodsbeelden uit de kerk. Maria en Jozef en Petrus en Paulus en al dezen. Zij keerden zich af van de afgodsbeelden, maar zij keerden zich niet naar de verrezen Christus. Luther bracht hen van de afgoden naar een meer politieke soort van een denominatie, of organisatie, om zich tot een andere organisatie te vormen, een evenbeeld zoals de eerste, om te proberen door middel van de denominatie er bovenuit te groeien.

177 En nu zijn ze nog steeds aan het strijden. De Methodisten willen nog steeds dat alle Baptisten Methodisten worden. En de Luthersen willen dat alle Baptisten en Methodisten Luthers worden. De Pinkstermensen willen dat alle Baptisten, Lutheranen en al de anderen, Pinkstermensen worden. Ziet u, het blijft gewoon toevoegen aan uw denominatie. Maar dat is totaal Gods plan niet. Gods programma voor herstel was om terug te brengen wat van den beginne was.

178 Kijk! Laat dat weer opstaan! Als dit boek op de grond valt, dan is het pakken van een ander boek daarvoor in de plaats geen herstel, geen opstanding. U moet dezélfde omhoog brengen. Amen. Dus als de gemeente door de Donkere Eeuwen heen stierf, hier terug volkomen heidens werd, dan is het herstel... Dat is een hervorming, om te hervormen. Maar te worden hervormd en te worden wedergeboren zijn twee verschillende dingen. Ziet u? Zij brachten de reformatie terug, hervorming, kwamen van heel wat van hun afgodsbeelden, enzovoort, af, maar zij brachten nooit de Heilige Geest in de kerk terug. O, gezegend zij de Naam van de Here! Broeder, zuster, kunt u het zien? Zij hebben nooit de Heilige Geest teruggebracht, omdat degene die werkelijk het echte Evangelielicht brengt... Denk nu goed na! Degene die het echte Evangelielicht brengt is de engel van de gemeente van hier. En we zullen dat zondag gaan zien.

179 Zij zullen nu licht op licht krijgen, en wel Christelijk licht, maar zij zullen elk dadelijk in die organisatie terugkeren. Doch er zal er één komen die dat zal wederstaan (jazeker), en hij zal daar een overblijfsel uit wegrukken zo zeker als ik in deze preekstoel sta. Zo is het. Hij zal regelrecht terugkeren naar het begin. En ik neem de Schriften uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament en bewijs aan u dat hij dat zal doen, de engel van de gemeente van Laodicéa, dat is juist, gaat regelrecht terug naar de oorsprong en brengt deze zaak hier weer tot een opstanding. En de opstanding zal komen op de dag van dit hier. Jazeker.

180 Maar Luther rukte de gemeente eruit, de ontkomenen. Ontkomen, één stap, rechtvaardiging. De ontkomene kreeg één voet uit het heidendom. Dat is goed. De volgende keer brengt die twee voeten eruit. Dat is alles.

181 Zoals... Hebt u daar in de Bijbel opgemerkt, dat er water van achter uit de tempel naar buiten kwam? En hij zei, dat hij water zag tot aan zijn knieën; dan vervolgens water tot aan zijn middel; en de volgende keer kwam het tot boven zijn hoofd, maar toen hij kopje onder ging moest hij tot een plaats komen dat hij kon zwemmen. Ziet u, hij moest zwemmen.

182 Dus komen we nu tot een plaats waar het òf zwemmen òf verdrinken wordt. Dat is alles. Het zal u verdrinken en volkomen doen wegdrijven, of binnen brengen, een van beide. Dus: het is zwemmen of verdrinken! Halleluja! O, ik ben zo blij om de Heilige Geest. U niet?

Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

     Ik ben een van hen,... (Welke hen? Niet dit, dat, of dat of dat.)

Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen." (Halleluja!)
Een van hen, een van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

183 Klinkt dat niet goed? Luister:

Zij waren vergaderd in de opperzaal,
Zo biddend in Zijn Naam;
Zij werden gedoopt met de Heilige Geest,
En kracht om te dienen kwam;
Nu, wat Hij deed voor hen die dag,
Zal Hij voor u hetzelfde doen.
'k Ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

O, een van hen, 'k ben een van hen,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen." (Halleluja!)
Een van hen, een van hen,
'k Ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

184 Gaan zij naar bijbelscholen? Nee. Sommigen van hen kunnen niet eens hun eigen naam schrijven. Dat is waar. Petrus kon het niet. De Bijbel zei dat hij een onontwikkeld en ongeleerd man was, hij en Johannes. Maar men moest naar hen luisteren, omdat men wist dat zij met Jezus geweest waren.

Hoewel deze mensen niet geleerd schenen (opgeleid),

     Of wereldwijd beroemd ("O, prijs God, ik heb zoveel zus en zo."),

Ontvingen zij allemaal hun Pinksteren,
Gedoopt in Jezus' Naam.
En zij vertellen nu toch overal:
"Zijn kracht is nog gelijk."
Ik ben zo blij, dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

O, een van hen, een van hen,
'k Ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."
Een van hen, een van hen,
'k Ben zo blij dat ik kan zeggen: "'k Ben een van hen."

185 Bent u daar niet blij om? Zo blij om een van hen te zijn. Ik zou liever een van hen zijn dan iets anders wat ik maar bedenken kan. O, ik zou liever een van hen zijn dan de president van de Verenigde Staten of de koning van de wereld. Ik zou... Als de Here Jezus hier aan kwam wandelen en zou zeggen: "Ik breng je weer terug tot de leeftijd van twintig jaar oud en maak je opzichter, een koning van de hele wereld en geef je tienduizend jaar te leven op deze wereld; en je blijft twintig jaar oud, hebt nooit een dag van ziekte of hartzeer, en alles zal vreugde zijn, enzovoort, en de koning van de wereld, om tienduizend jaar te leven. Of zou je liever één van hen willen zijn en gewoon moeten doorzwoegen zoals je nu doet?"

186 Ik zou zeggen: "'k Ben zo blij dat ik kan zeggen, 'k ben een van hen!" Na tienduizend jaar, en wat dan? Maar dit is eeuwigdurend. Hoe is het gekomen, broeder? O, het is gekomen door het bloed. Dat is waar. Het is langs een lange weg gekomen en het kwam doordat God vlees gemaakt werd en onder ons woonde.

In een kribbe, lang geleden, ik weet het is echt waar;
Werd een Baby geboren om de mens te redden van zijn zonden,
Johannes zag Hem aan de oever, het Lam voor eeuwig,
O, Christus, de Gekruisigde, van Golgotha.

O, ik bemin die Man van Galilea, van Galilea,
Want Hij heeft zoveel voor mij gedaan.
Hij heeft al mijn zonden vergeven en plaatste de Heilige Geest in mij,
O, ik bemin, ik bemin die Man van Galilea.

De vrouw bij de bron vertelde Hij al haar zonden,

     (Hij is dezelfde, gisteren, heden en voor immer),

En hoe zij vijf mannen in die tijd heeft gehad.
Haar werd elke zonde vergeven en een diepe vrede werd binnenin haar geplaatst,
Zij schreeuwde: "Kom deze Man van Galilea zien!"

O, ik bemin die Man van Galilea, van Galilea,
Want Hij heeft zoveel voor mij gedaan.
Hij heeft al mijn zonden vergeven en plaatste de Heilige Geest binnenin;
O, ik bemin, ik bemin die Man van Galilea.

Een tollenaar bad in de tempel, op een keer,
Hij zei: "Kom deze Man van Galilea zien."

187 Ik houd daarvan. U niet?

De lamme kon weer lopen, de doofstomme kon weer spreken,
Die kracht werd met liefde op de zee gesproken,
En de blinde werd weer ziende, ik weet dat het alleen kon wezen,
Door de genade van die Man van Galilea.

188 Zing het met me mee:

O, ik bemin die Man van Galilea, van Galilea,
Want Hij heeft zoveel voor mij gedaan.
Hij heeft al mijn zonden vergeven en plaatste de Heilige Geest binnenin;
O, ik bemin, ik bemin die Man van Galilea.

189 Houdt u daar niet van? Oh! Dit goede, Heilige Geest Evangelie, o, ik heb het lief. Ik heb Hem lief met heel mijn hart. En ik ben vanavond zo blij dat ik onder hen gerekend ben en we zijn tezamen als broeders en zusters. Baptist, Methodist, Pres-... Katholiek, Presbyteriaan, wat nog meer, God heeft ons uit elke levenswandel gehaald en heeft ons tot deze grote gemeenschap van de Heilige Geest hier gebracht. Niet behorend tot enige denominatie, wat zij doen moeten ze zelf weten, maar wij zijn in een mystiek Koninkrijk. Wij zijn door de Heilige Geest gedoopt in het mystieke lichaam van Jezus Christus. Wie Methodist, Baptist, Presbyteriaan is en wie maar wil, laat hem komen.

190 En Jezus zei: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft zal tot Mij komen, geen van hen zal verloren gaan en Ik zal hen opwekken ten laatste dage." Oh! Wij waren gewend hier bij het altaar een oud lied te zingen, ik weet niet of we het zingen kunnen: "Plaats, plaats, ja er is plaats, er is plaats bij de bron voor mij." Houdt u van die oude liederen? Laat iemand de toon aangeven, iemand die weet hoe het begint. Waar is onze pianist? Is zij hier? Of broeder Teddy, of iemand van hen hier. O my, ik zie hem nergens.

Plaats, plaats, ja er is plaats,
Er is plaats bij de bron voor u;
Plaats, plaats, ja er is plaats,
Er is plaats bij de bron voor u.

191 Houdt u van die oude liederen? En ik houd ook van deze:

Daar bij het kruis waar mijn Redder stierf,
Daar waar ik huilde om reiniging van de zonde;
O, daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn Naam!

Glorie voor Zijn Naam (Zijn dierbare Naam)!
O, glorie voor... (Laten we onze ogen nu sluiten en het zingen),
O, daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn Naam!

Ik ben zo wonderbaarlijk gered van de zonde,
Jezus woont zo lieflijk van binnen,
Daar bij het kruis waar Hij mij naar binnen nam;
Glorie voor Zijn Naam!

Glorie voor Zijn Naam (die dierbare Naam)!
Glorie voor Zijn Naam (dierbare Naam)!
Daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn Naam!

192 Terwijl we nu dit volgende vers zingen, laten we iemands hand schudden; voor u, achter u, naast u.

Kom naar deze Bron, zo rijk en zoet,
Werp uw arme ziel aan des Redders voet;
O, dompel u erin vandaag en word volmaakt,
Glorie voor Zijn Naam!

Glorie voor Zijn Naam (die dierbare Naam)!
Glorie voor Zijn dierbare Naam!
Daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht,
Glorie voor Zijn Naam!

193 O, ik houd daar toch zo van. U ook?

Glorie voor zijn Naam (dierbare Naam)!
Glorie voor Zijn Naam!
Daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn Naam!

194 Oh! Ik ben daar zo blij om. U niet? Zo blij dat ik naar deze Bron kan komen, zo rijk en zoet, en mijn arme ziel aan de voet van de Redder kan werpen.

195 Ik herinner mij de tijd als een kleine, achttienjarige jongen die wegrende van de Here. Ik trok naar het Westen, ik wilde... Mijn vader was een paardentemmer en ik wilde uitgaan om paarden te temmen. Iets hunkerde in mijn hart. O, dat kan ik u wel vertellen!

196 Ik bezocht de Baptistenprediker, hij zei: "Ga staan en zeg gewoon: 'Jezus is de Zoon van God' en we zullen uw naam in het boek plaatsen." Dat stelde me niet tevreden.

197 Overal ging ik heen. Ik ging naar de Zevende-dag Adventisten, bezocht een fijne man, broeder Barker, een lieflijke man, hij zei: "Billy, kom en accepteer de Sabbatdag van de Here." (Dat heb ik nu gedaan.) Maar hij zei: "De sabbatdag." En ik dacht: "O, dat schijnt het toch niet te wezen."

198 Ik ging naar het Westen en ik dacht... Die avond kwam ik daar ver boven; we waren bezig met het bijeen drijven van het vee. En weet u, je nam dan je zadel en je plunjebaal en spreidde hem uit en gebruikte je zadel als kussen. En ik lag daarboven onder die oude dennebomen die avond. Ik had de dagwacht en de jongens van de nachtwacht waren bezig het vee naar beneden te voeren. En er was een beste kerel "Slim" geheten, van Texas, hij had een gitaar en was aan het spelen:

     ... Glorie voor Zijn Naam!

199 Een andere knaap zat daar met een kam en een wit stuk papier en blies erdoor. [Broeder Branham neuriet: "Glorie voor Zijn Naam." – Vert] Zij hadden al andere liedjes gezonden, cowboyliedjes en waren nu aan het zingen: "Daar bij het kruis."

200 Tjonge! Ik keerde me om, trok mijn deken zó over mijn hoofd. Ik keek opzij omhoog, weet u, het leek of die sterren daar heel dicht bij de top van die bomen en die bergen hingen. Dat oeroude eeuwig gefluister van die pijnbomen, ik kan Hem horen zeggen: "Adam, waar zijt gij?"

201 Ongeveer drie weken later ging ik de stad in en alle jongens werden dronken, maar ik dronk niet. En ik moest hen dan allemaal thuisbrengen, stapelde ze in ieder geval op de wagen. Zij stapten daar dan uit en schoten op elkaars tenen, enzovoort, te gevaarlijk om veilig te zijn. Trokken daar een rechte lijn, wedden met elkaar om vijf dollar dat ze er overheen konden lopen en ze konden op die manier nog niet over een trottoir lopen, weet u. En zo ging het tot ze allemaal weer nuchter waren, nadat zij hun geld hadden gekregen.

202 En ik was daar en ze waren allemaal aan het drinken, ik ging naar het park en ging zitten. Ik dacht: "Tjongejonge!" Ongeveer vijfendertig jaar geleden, vijfendertig, ik denk vijfendertig jaar geleden. En ik zat daar in dat park, Phoenix was toen een kleine plaats; we kwamen van Wickenburg daar naartoe. Ik zat daar en daar kwam een klein Spaans meisje langs trippelen; en ik zat daar met deze brede hoed achterop mijn hoofd. Zij passeerde en liet zo'n klein zakdoekje vallen, weet u. Ik zei: "Hé, je laat je zakdoek vallen." Ik was niet geïnteresseerd.

203 Ik hoorde wat geluid daar op straat en ging erheen. Daar was een oude jongen, van die paardenstallen daar, bekeerd, pokdalig over heel zijn gezicht, de tranen stroomden over zijn wangen terwijl hij op een gitaar speelde en zong: "Glorie voor Zijn Naam!"

204 Oh! De tranen liepen langs zijn gezicht toen hij stopte en zei: "Broeder, je weet niet wat het is, tot je deze wonderbare Christus hebt ontvangen. Glorie voor Zijn Naam!"

205 En ik trok die hoed naar beneden en weg was ik. Oh! U kunt zich niet voor Hem verbergen. U kunt er net zo goed voor uitkomen en het belijden. O, Hij is wonderbaar! Ja, dat is Hij.

Ik ben zo wonderbaarlijk gered van zonde;
Jezus woont zo lieflijk van binnen (verblijft binnenin),
Daar bij het kruis waar Hij mij naar binnen nam,
Glorie voor Zijn Naam!

Glorie voor Zijn Naam (... Naam)!
Glorie voor Zijn Naam!
O, daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht,
Glorie voor Zijn Naam!

O, kom naar deze Bron zo rijk en zoet,
Werp uw arme ziel toch aan de Redders voet;
O, dompel u er vandaag in en word volmaakt;
Glorie voor...

206 Laten we onze hoofden buigen, hef uw handen nu omhoog:

Glorie voor Zijn Naam! (Glorie, glorie. O God, dierbare Naam!)
Daar werd het Bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn Naam!

207 Glorie aan God! Laten we gaan staan. Wacht even, wacht even... [Een zuster spreekt in een andere taal. Een broeder geeft een vertaling:]

     "Ja, mijn volk, Ik spreek tot u deze avond waarop gij zijt samengekomen, zoals Ik vanavond over uw harten bewogen heb en uw ziel heb geraakt door Mijn Geest en Mijn Woord. Ik spreek nogmaals, Mijn kinderen. Ja, de dagen die voor u liggen zullen geweldige dagen zijn voor hen die zullen verklaren mij te volgen, zegt de Here. Want Ik zeg u dat Ik veel dingen uit Mijn Woord op uw pad zal verlichten.

     En Ik spreek tot u, Mijn volk, dat indien u zich voorneemt Mij te volgen, Ik u dan de wijsheid van begrip in deze zelfde dingen zal geven. Want als Ik neerzie in uw midden vanavond, zie Ik dat er in sommige harten, zegt de Here... dat er sommigen zijn deze avond, zeg Ik u, die verontrust zijn over wat ze moeten geloven.

     Maar Mijn volk, deze avond spreek Ik tot u, wees niet ontmoedigd. En ga niet van deze plaats weg, zeg Ik, met een terneergeslagen hart en houding ten opzichte van deze dingen. Want Ik zeg u dat indien u zult opzien naar de Here, Ik zeg u dat Ik u het begrip zal geven en Ik zal met u handelen als Ik zou doen met een kind. En Ik zal u in het licht brengen van deze dingen.

     En Ik zeg u dat Ik u zal volmaken als Mijn volk, en Ik spreek tot u, mijn zonen en dochters, vanavond als gij heengaat van deze plaats. En als gij gaat naar de vele plaatsen vanwaar gij kwaamt, zult u dit licht, zeg Ik, meenemen en een getuige zijn voor vele mensen? Want Ik zeg u, dat er vanavond rond de wereld duisternis en verwarring is. Maar Ik spreek tot Mijn dienstknechten, zegt de almachtige God, het uur is op u. Ja, Ik zeg u, Mijn dienstknechten, deze avond, hef het licht van Mijn Evangelie-waarheid omhoog. Ja, verkondig Mijn heilig Woord aan Mijn volk opdat zij bevrijd mogen worden van al deze dingen, spreekt de Here."

208 Als er enigen zouden zijn die niet weten wat dat was, dat is Pinksteren, de Heilige Geest die spreekt. Jezus zei: "Gaat heen in de hele wereld, predikt het Evangelie. Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen. Zij zullen met nieuwe tongen spreken, handen op de zieken leggen en zij zullen genezen." Al deze dingen waarover Hij spreekt, het zal gebeuren.

209 O, ik ben zo blij om de Heilige Geest te zien komen, om dat Woord te bekrachtigen. Een licht, neem het. Betwijfel het niet. Ontvang het en Hij zal u behandelen als een kind en u op de juiste wijze opvoeden. Is dat niet lief van de Heilige Geest? Het is de Heilige Geest op ons.

210 Ik herinner me in de Bijbel een keer, dat men niet wist op welke wijze de zaak ging komen; de vijand kwam eraan en de Heilige Geest viel op een persoon en vertelde hun precies waar te gaan. En ze gingen erheen en God bracht het andere leger in de war en joeg hen op de vlucht. Dat is waar.

211 O, wij leven nog steeds in Bijbelse dagen! Is het niet? Amen. Altijd, zolang de Heilige Geest daar is.

212 O, laten we staan terwijl we zingen:

Neem de Naam van Jezus mede (denk aan de boodschap),
Kind van droefheid en diepe smart;
Het zal u vreugde en troost geven,
Neem die waarheen u ook gaat.

Dierbare Naam (dierbare Naam), o, hoe zoet (o, hoe zoet)!
Hoop der aarde en hemelse vreugd;
Dierbare Naam (die dierbare Naam), o, hoe zoet!
Hoop der aarde en hemelse vreugd.

Neem de Naam van Jezus mede,
Als een schild in elke valstrik;
Wanneer verzoekingen u omringen,
Fluister die heilige Naam dan in gebed. (Prijs God!)

Dierbare Naam (dierbare Naam), o, hoe zoet (o, hoe zoet)!
Hoop der aarde en hemelse vreugd;
Dierbare Naam (dierbare Naam), o, hoe zoet!
Hoop der aarde en hemelse vreugd.

213 Luister naar dit vers:

Neem de Naam van Jezus mede,
Als een schild tegen elke valstrik;
Wanneer verzoekingen u omringen,
Fluister die heilige Naam dan in gebed.

214 O, laten we het nog eens zingen:

Neem de Naam van Jezus mede,
Als een schild tegen elke valstrik;
Wanneer verzoekingen u omringen,
Fluister die heilige Naam dan in gebed.

215 Laten we nu onze hoofden buigen.

Dierbare Naam (dierbare Naam), o, hoe zoet!
Hoop der aarde en hemelse vreugde;
Dierbare Naam, o hoe zoet (hoe zoet)!
Hoop der aarde en hemelse vreugde.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)