Waarom?
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder. U mag gaan zitten. Nee, ik... Mijn vrouw zei: "Bill, ik heb nogal bewondering voor je om naar deze samenkomst te gaan, daarginds naar Texas waar al dat mooie weer is." [De samenkomst lacht – Vert]
En ik belde haar daarnet op; ik zei: "Hoe koud is het?"
Ze zei: "Niet erg koud. Het is ongeveer min 17. Maar hoe zit het daar bij jullie?"
Ik zei: "Het regent met natte sneeuw gewoon zo hard als het maar kan." Ik zei: "De zomer moet zich hebben omgedraaid naar het westen om vakantie te nemen." Ze moet beslist het laagste deel van Texas verlaten hebben, is het niet? Ik begrijp dat we morgen een slibberige regenachtige rit krijgen, en daarom vragen wij dringend om uw gebeden.
En ik had niet verwacht dat er iemand van huis zou zijn gegaan. Ik dacht dat heel Texas bang was voor slecht weer, maar ik zie dat sommigen dat niet zijn. Daarom zijn we blij dat u vanavond hier bent, en blij dat we deze... U hebt ons deze grote fijne samenkomst laten zien, een van de fijnste samenkomsten die wij in jaren gehad hebben, uw fijne geest en samenwerking. Ik wil deze voorgangers bedanken, elk en ieder van u, voor uw fijne samenwerking. Ik ben er niet aan toegekomen om een diner met u te hebben, maar had alleen een ontbijt met u allen. Maar ik zou graag met u meegaan om te zien hoe uw vrouw grutten en broodjes kan bereiden, en o, my, ik denk me in dat het fijn en heerlijk zou zijn. Ik waardeer onze kleine organist hier die zo aardig was om ons te helpen... al u mensen.
2 En zij vertelden mij dat zij een liefdesoffer geven in de... voor mij. Zijn al de onkosten eruit, broeders? Als het niet zo is, gebruik het dan daarvoor. Zie? En als alles in orde is, en er geen speciale nood voor is, dan doe ik het in het werk voor de Here als ik doorreis. Moge God u altijd zegenen. En ik geloof dat er in de Schrift staat: "In zoverre gij het voor de minste van Mijn kleintjes gedaan hebt, hebt gij het aan Mij gedaan." Ik ben dus de minste, daarom heeft u het aan Hem gedaan, zie. [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... wat u deed. Ik weet dat het een deel van uw levensonderhoud is dat u met mij deelt voor het Evangelie. Ik bid dat God u rijkelijk zal zegenen. En als het leven hier geëindigd is, zult u aan de andere kant beloond worden, als het niet hier is; honderdvoudig hier, en eeuwig leven aan de andere kant.
3 Uw geloof is geweldig geweest, hoe u tezamen kwam en uw geloof uitoefende, uw geloof bundelde. Als het niet dat geloof was, dan zou de samenkomst niet zijn geweest zoals het is. Maar het is omdat u geloof hebt en met mij gelooft. En ik waardeer dat. Ik vertelde mijn broeders, en vertelde de vrienden die mij uit verschillende delen van het land opgebeld hebben dat het geweldig was, hoezeer de mensen hier in Beaumont met hun geloof en gebed achter de samenkomst stonden en hielpen.
Ongetwijfeld kent alles, als het een kleine afwijking heeft of wat ongebruikelijk is, een voor en tegen. Je hebt de goede en de slechte kant ervan. Je moet de nacht hebben om je in de dag te verheugen. Je moet slecht weer hebben om goed weer te waarderen. Dat is de wijze waarop het leven is. Je hebt slechte mensen nodig om de goede te laten uitblinken. En daarom heb je een valse nodig om een echte uit te laten komen. Ik zeg dit niet omdat mij gevraagd werd om dit te zeggen; ik zeg dit omdat het uit mijn hart komt.
4 En ik wil tot al u mensen en kerken zeggen: ik wil niet dat u denkt dat ik een persoon ben die geprobeerd heeft het met al de kerken oneens te zijn, en dat zij allen fout zijn en ik degene ben die het juist heeft. Als ik die indruk heb achtergelaten, vergeef mij. Ik bedoelde dat niet zo. Maar ik bedoelde te zeggen dat er geen organisatie in de wereld is – dat geloof ik niet – van een christelijke godsdienst, dan dat daar goede mensen in zijn, en dat zij er Gods mensen in hebben.
Ik stem niet samen met organisatie, ik... omdat de organisatie... Nu, luister goed. Als de organisatie zou zeggen: "Wij geloven dit", met een komma, goed. Maar als: "Wij geloven dit, punt", is dat helemaal fout. Zie, zie? Als u uw leerstelling met een komma eindigt: "Wij geloven dit, plus zoveel als God eraan toe wil voegen"; maar als u zegt: "Wij geloven dit, punt uit, en dat is alles", dan sluit u God daar precies buiten. Zie? En dat is de wijze waarop de organisaties het doen. Zij eindigen het met een punt.
5 Nu, zulke dingen vinden plaats. En omdat een van onze broeders gedurende jaren had gebeden dat ik hier zou komen... En ik wil u vertellen hoe de Here heeft gewerkt. Ik had een grote stapel uitnodigingen wereldwijd. Ik legde al mijn Amerikaanse opwekkingen bij elkaar en vervolgens die voor het buitenland overzee voor het begin van elk jaar. Ik begin in de kerstweek en we bidden er de hele week over, omdat we dan gewoonlijk thuis zijn. En dus baden we erover. En onmiddellijk werden mijn gedachten naar Texas, Houston getrokken, Houston... of niet Houston, maar Beaumont. En toen in... Ik zei: "Heb je iets uit Beaumont?" De secretaris bracht wat uitnodigingen, verschillende ervan, en ik zei: "Laat eens kijken." En ik pakte er gewoon één uit, legde die... Pakte er één op en ik zag de naam van deze kleine voorganger. Ik zei: "Neem contact met hem op." Zie, gewoon: "Neem contact op met de broeder."
6 En toen, de broeder, met goede bedoelingen, zonder kwade gevoelens... En als hier een paar staatstoezichthouders zijn, ouderlingen of wat het ook is, broeders, doe niet iets verkeerds waarvan u later spijt krijgt. Zie, zie? Wees een Christen; wees een heer. De kleine broeder bedoelde het niet kwaad. Hij was slechts een plan aan het uitvoeren en was dankbaar voor een beantwoord gebed. Dat is alles wat het was, alleen dankbaar dat God zijn gebed beantwoordde. Hij bedoelde het niet om gemeen te zijn, en hij... Ik geloof niet dat hij dat is. Hij is een goede broeder, een fijne, beminnelijke broeder.
En toen zijn goede broeder, een van de... hij behoort tot de UPC, wat "Eenheid" onder de mensen genoemd wordt. [United Penticostal Churches – Vert] En enigen van de drie-eenheidsgelovige broeders kwamen binnen. Zijn hart verlangt naar gemeenschap, en toen zijn drie-eenheidsbroeder kwam, wat deed hij... Niets anders dan dat hij zijn arm om hem heen sloeg. Nu, broeders, als u een man van uw Assemblies voor zoiets excommuniceert, mag God dan genade hebben met uw zondige ziel. Als ik tot een plaats kom, of een organisatie die zijn armen niet kan uitstrekken naar een broeder van elders, moge God u genadig zijn.
7 Ik ben er zeker van dat u, Assembly broeders, en u, Church of God, Foursquare, u allemaal, het kunt waarderen dat een dappere broeder zich op die manier opstelde. Ik ben er zeker van dat u, Assembly broeders, dat waardeerde, u Foursquare, en Church of God, en de drie-eenheidsgelovige broeders. Deze broeder opende zijn hart. Hij had niet het hart om te zeggen: "Blijf weg", omdat hij u liefheeft. Nu, als hij in moeilijkheden zou komen en hard moet ploeteren – terwijl hij daar al de tijd op heeft gesteund – mocht er iets gebeuren en de broeders hem uit de organisatie zouden zetten vanwege de gemeenschap die hij met u had; denk daar dan aan.
Heb gemeenschap met elkaar en vergeet uw kleine verschillen, en wees broeders, de een met de ander, en versterk hem. Reik hem de hand; klop hem op de rug, zeg: "Kom op, broeder, wij horen bij elkaar." Dat is de manier om het te doen. Dat is de manier om het te doen. U zult één ding ontdekken, broeder: kritiek brengt u alleen maar in moeite. Dat is waar. Duw nooit iemand naar beneden; trek hem omhoog.
8 Ik ga u hierover een klein verhaal vertellen dat zojuist in mijn gedachten komt. Er zijn er vanavond niet zoveel, daarom hebben we een goede tijd om te spreken. We zullen voor de zieken bidden; u mijn kleine afscheidsboodschap brengen. En ik wil dit graag zeggen... Enige tijd geleden was ik in Ohio. Wij hadden er een heerlijke samenkomst. Het is ongeveer vier of vijf, misschien zes jaar geleden. En de samenkomst werd zo druk dat ik moest uitwijken naar het platteland. In het kleine motel of hotel waar ik verbleef, waren er zoveel rondom mij heen dat ik moest uitwijken naar het platteland. Ik had gevast voor een speciaal iets wat ik graag wilde zien gebeuren, iets wat de harten van de mensen zou winnen.
U weet dat, als wij soms voor anderen bidden, wij dikwijls degenen zijn die hulp krijgen, wanneer je voor anderen bidt. Zoals 's avonds, als ik zeg: "Leg uw handen op elkaar. Bid niet voor uzelf, maar bid voor de andere persoon. Hij bidt voor u." De Bijbel zei: "Belijd elkaar uw fouten en bid voor elkaar." Dat is de manier waarop wij het willen doen. Laten de Baptisten bidden voor de Methodisten, en de Methodisten bidden voor de Baptisten, en de Eenheid bidden voor de Twee-eenheid, en de Twee-eenheid bidden voor de Twee-eenheid en Drie-eenheid en Vier-eenheid en wat er nog meer langskomt. Iedereen bidt voor elkaar, opdat ons geloof niet zal falen in die Ene glorieuze Die wij allen liefhebben: Jezus Christus. Jazeker.
9 Nu, daarom week ik uit naar het platteland, ongeveer vijf kilometer van de stad vandaan. En dus waren wij... hadden we daar in een klein Dunkard restaurant gedineerd, waar de... Ik geloof dat het de Mennonieten waren. En zij zijn een fijne groep gelovigen die in heiligheid geloven. En deze kleine dames... gewoon zo netjes en eerbiedig gekleed, met hun kleding die mooi om hen heen hangt, en met lang haar, zonder enige opsmuk, ik houd er gewoon van om daar te eten. En zij woonden mijn samenkomst bij, en we hadden gewoon een wonderbare tijd. Dus op zondag sloten zij de kleine plaats. Zij waren in de samenkomst. En speciaal op zondag was de zaak niet open.
Ik had dus gedurende twee of drie dagen gevast, en ik zou die middag gaan prediken. Ik dacht: "Wel, het lijkt erop dat..." Je zou nooit moeten vasten totdat je geleid wordt om te vasten. Als je dan hongerig wordt, is het tijd om te eten. "Daarna, daarna werd Jezus hongerig." Sommige mensen zeggen, deze mensen die vasten, zeggen: "Ik ga veertig dagen vasten", en de valse tanden vallen uit hun mond en ze verliezen gewicht en... My, dat kunt u maar beter stoppen. U moet wachten totdat God u in deze dingen leidt. Word geleid door de Geest.
10 Ik heb mensen gehad, nadat er een zeker boek was geschreven over vasten, mensen die naar mijn gebedsrij kwamen: vrouwen, zwanger en dergelijke dingen, kwamen naar mijn gebedsrij, hadden hun verstand verloren, gingen daardoor naar psychiatrische inrichtingen. Zie? Natuurlijk kunt u dat niet doen. Alleen omdat iemand anders het deed, is dat geen teken dat het van u wordt verwacht. Laat God u leiden om te doen wat u gaat doen.
Als u ertoe geleid wordt, en als u dan hongerig wordt, is het tijd om te eten. Als God u het vasten laat doen, dan wordt u niet hongerig. Het is God Die met u handelt. "Jezus werd achteraf hongerig." Zie? Nadat Zijn vasten voorbij was, werd Hij hongerig. Maar... Dus hoe dan ook, laat dat gewoon... Vel daar zelf een oordeel over, ik ben... uw voorganger is meer bekwaam... in een betere positie om u deze dingen te vertellen. Als ik het verkeerd zei, of... vergeef mij dan.
11 Maar hoe het zij, ik had een paar dagen gevast, of drie, wat het langste is dat ik kan vasten omdat ik zo vaak onderweg ben. Dus toen dacht ik: "Wel, ik zal deze middag gaan prediken, daarom zal ik even wat... Ik zal daarheen gaan en een sandwich halen." En ik dacht: "O, o, zij zijn gesloten." Aan de andere kant van de weg was een gewoon, klein, oud, typisch Amerikaans restaurant. Wel, ik glipte daarheen terwijl zij in de zaal hun inleidingen deden. Ik dacht: "Ik haal even een hamburger en dat zal zo'n beetje de ergste honger stillen zodat ik kan... Vanavond na de dienst zal ik eten."
12 Dus toen nam ik mijn... ging ik erheen voor mijn hamburger. En ik liep de zaak in. En toen ik de zaak binnen liep, kon je aan de sfeer merken dat je niet onder deze gelovigen was. Aan de linkerkant stonden een paar gokkasten, en daar stond een politieagent, ongeveer van mijn leeftijd, met zijn arm rond een vrouw terwijl hij speelde aan een gokapparaat. Nu, gokken is illegaal in Ohio, en daar speelde hij aan die gokkast: een man die verondersteld werd de wet hoog te houden, brak de wet. En een man die verondersteld werd om een... een voorbeeld te zijn wat moraal en dingen betreft, stond met zijn arm om een vrouw waar hij die niet behoorde te hebben, en een man van mijn leeftijd... Wel, hij... Ik veronderstel dat hij getrouwd was en een gezin had. Ik weet het niet. Toen dacht ik: "Mijn goedheid."
Ik keek om en daar was een tafel met een stel van deze jongens, die motorkerels, met die op een eend gelijkende haardracht, met een motorjack aan en overalls laag over hun heupen getrokken, of... Iedere... Zij hebben een werkelijk goede ouderwetse zuidelijke papa nodig, met een notenhouten stok met de tien geboden aan het eind ervan. Dat is exact wat zij nodig hebben. Ja. U noemt... Wat is er met de Amerikaanse mensen gebeurd? Weet u wat? Zij noemen het jeugdcriminaliteit; ik denk dat het oudercriminaliteit is. Dat is helemaal waar. "Spaar de roede en u bederft uw zoon." Dat is wat de Schrift zegt.
13 En daar waren zij, daar achteraan zittend, en een jongedame, aardig jong meisje... En daar stond een jongen die een soort leider van dat stel was, met zijn laarzen aan, zat op de tafel met zijn arm om die jongedame waar het erg ongoddelijk was... rond haar heupen, op die manier, en trok deze serveerster in zijn armen. Wel, ik stond daar. Ik dacht: "Mijn goedheid."
Ik keek naar de andere kant en daar zat een oude grootmoeder, ongeveer zo oud als mijn oma. En het arme ding had zo'n strakke broek of short aan, of hoe u het ook noemt; met haar arme oude armen waarvan het vlees zwabberde. En ze had haar teennagels geverfd in dezelfde kleur als haar lippen, en grote dikke vlekken onder haar ogen waar zij een of ander soort verf had gebruikt; en haar haar was blauw geverfd. Nu, u weet dat menselijke wezens bijna niet dat groenachtig uitziende blauw hebben. Dus ik dacht: "Wel, arm oud ding. Misschien is dat in orde. Misschien houdt zij ervan."
Maar ik keek, en zij zat daar met twee oude kerels, en zij waren dronken. En een van hen – midden in de zomertijd – had een grote oude legeroverjas aan met een grote sjaal om zijn nek gewikkeld. En de lege bierglazen stonden op de tafel.
14 Ik dacht: "O, ik zou hier voor niets ter wereld willen eten." Dus ik dacht: "God, hoe kunt U, Die heilig is, naar zoiets kijken?" Ik dacht: "Zullen mijn kleine Sarah en Rebekah onder zo'n rommel moeten opgroeien als Amerikaanse burgers? Mijn twee dochtertjes die ik probeer te laten opgroeien voor God om zendelinge of pianiste of zoiets te zijn (misschien trouwen zij een kleine prediker) die zij zullen helpen in het werk van de Here. Probeer hen als reine en rechtschapen meisjes te laten opgroeien om er echte vrouwen van te maken, en moeten zij opgroeien onder zo'n atmosfeer?"
Ik zei: "Vader, als dit, met de geest die ik heb die U mij gegeven heeft, mijn geest geheiligd zijnde door Uw... het bloed van Uw Zoon, als dit er voor mij verkeerd uitziet, hoe kunt U het dan verdragen om daarnaar te kijken? Waarom vernietigt u deze plaats niet en veegt het van de aarde af?" Het was misschien mijn gerechtvaardigde verontwaardiging die omhoog kwam. Zie? We willen niet zeggen dat het boosheid was, maar het was gewoon zoiets. Het was dezelfde soort verontwaardiging die Jezus had toen Hij met boosheid naar hen keek en hen uit de tempel sloeg. Ziet u?
15 En dus zij... Ik keek om mij heen en ik zag dat alles en ik dacht: "En mijn kleine Sarah en Rebekah moeten onder zoiets opgroeien? God, het schijnt mij toe dat U, zo heilig en zo groot als Gij zijt, dat U het gewoon van de kaart zou willen vegen. Hoe kunt u dat verdragen?" Ik dacht: "O my!"
En ik voelde iets gewoon gaan: "Whew, whew, whew", als een zweepslag. Dat is de wijze waarop dat Licht opkomt, het zwiept als een vuur. En ik bemerkte dat het dicht naast mij stond. Ik stapte achter de deur. Ik plaatste mijn hoofd tegen de muur, en ik zei: "Hemelse Vader, wat..." Ik dacht... Nu, hier is wat ik dacht. "Wilt U dat ik daar oordeel over uitspreek?" Nu, dat toont aan hoever een menselijk wezen de weg kan kwijtraken.
16 Ik deed een stap terug. Ik dacht dat Hij mij zou vragen om daarheen te gaan en te zeggen: "Elk van u zondaars bestraf ik, iedereen. Bekeer u of sterf." Zie? En ik dacht dat Hij mij dat zou gaan vertellen om te doen. Ik zou het niet doen tenzij Hij het mij vertelde. Dus ik... ik ging weg... ging daar achter staan, en ik dacht dat Hij het mij zou gaan tonen.
Toen ik dat deed, zag ik, het leek... toen ik mijn ogen opende nadat ik wist dat Hij daar met mij achter de deur was... toen leek het alsof er iets ronddraaide. Ik begon te kijken, en het was een wereld, deze aarde, en helemaal rondom was een mist, zoals een rode mist die er helemaal omheen werd geblazen. Ik keek omhoog daar ver bovenuit, en ik zag Hem.
17 Toen keek ik naar beneden en ik zag mijzelf. Het leek alsof ik rechtstreeks naar de aarde toekwam. En alles wat ik wilde doen, was slecht, mijn zonde zou opstijgen om voor God te komen. En voordat het bij Hem kon komen, fungeerde Jezus als een bumper van een auto tussen mij en God. Zie? Het raakte Hem, en Hij hield Zijn zijde vast, de tranen liepen uit Zijn ogen, en ik hoorde Hem zeggen: "Vader, vergeef hem; hij weet niet wat hij doet."
Ik zag mijzelf als een kleine jongen, de dingen die ik gedaan had. En ik zag iedere keer als ik iets verkeerds had gedaan, wel, dan leek het erop dat het omhoog begon te gaan. En God zou mij ervoor gedood hebben, zie, en ik... omdat Hij heilig is. Zonde kan niet in Zijn tegenwoordigheid bestaan. Maar ik zag die mist rondblazen, en dat bloed van Jezus als een bumper fungeren tussen mij en gedood te worden door God. Wel, ik keek, ging dichtbij naar waar Hij was, en ik keek, en daar lag mijn boek geopend voor Hem, en daarop stond mijn naam, en elk slecht ding dat ik ooit gedaan had, stond daar precies in geschreven. En ik bemerkte dat, elke keer als ik iets verkeerds deed, ik het gedaan had, dat Hij het zou opvangen. En het bezeerde Hem, en Hij moest even op adem komen terwijl de tranen langs Zijn wangen liepen; dan zei Hij: "Vergeef hem, hij weet niet wat hij doet."
Ik dacht: "Here, heb ik gemaakt dat U zo moest lijden?" Ik dacht: "Ik houd van U. Zou ik veroorzaken dat U zo moet lijden? Meent U dat mijn zonden dat deden?"
18 Hij knikte met Zijn hoofd naar mij en ik kon zien dat... het leek erop zoals u Hem op het schilderij ziet met die kroon op Hem, op die manier, met bloed in Zijn ogen en gelaat. En Hij keek naar mij, en het leek alsof de tranen Zijn baard lieten samenklitten, met bloedvlekken over Zijn hele gelaat. Ik zei: "Deden mijn zonden U dat aan?" Hij knikte met Zijn hoofd naar mij. Ik zei: "God, vergeef mij. Ik wilde niet... Ik zou U niet zo willen bezeren, Here. Ik heb U lief met mijn hele hart." Hij draaide Zijn zijde toe, klopte erop met Zijn hand, stak Zijn vinger zo uit en schreef over mijn oude smerige boek "Vergeven", nam het en gooide het zo achter Zich in de zee der vergetelheid, en legde een nieuw boek neer. Ik zei: "Here, ik dank U. Ik zal proberen nooit meer iets verkeerd te doen. U..."
Hij zei: "Nu, Ik heb je vrijelijk vergeven. Ik heb je vrijelijk vergeven, en dan wil je haar vernietigen?"
En op die tijd stond de deur weer open en ik keek precies naar de vrouw die daar zat. Ik wilde haar vernietigen, nadat ik vrijelijk vergeven was. Ik trok de deur weer dicht, daar waar ik had gestaan en mijn armen had bewogen tijdens het visioen. Ik deed de deur dicht en ik zei: "Vader, vergeef mij. Ik zal gelijk naar haar toegaan en mij verontschuldigen."
19 Ik liep door de deuropening. Een van deze dronken oude mannen die daar bij haar zaten, zei: "Denk je dat de regen de rabarber zal beschadigen?" Zij stonden op en excuseerden zich en liepen naar het restaurant. Ik ging ook een beetje die kant op en deze politieagent stond nog steeds aan die gokautomaat te spelen. Ik liep daarheen waar zij zat. Ik zei: "Hoe maakt u het?"
Het arme oude ding keek op en zei: "O, hallo."
En ik zei: "Kan ik gaan zitten?"
Ze zei: "Dank u, ik heb gezelschap."
Ik zei: "Ik bedoelde dat niet zo." Ik zei: "Ik wil alleen wat tegen u zeggen. Ik wil u vragen... Ik wil u vragen om mij te vergeven."
Zei: "Wat hebt u mij dan ooit aangedaan?"
Ik zei: "Wilt u even een ogenblikje wachten, dat u het mij laat vertellen?"
Zei: "Ja."
Ik zei: "Ik stond in de deuropening..." En ik vertelde haar het verhaal. Ik zei: "Precies daarachter toonde Hij mij waar ik verkeerd was."
Zij keek op, en het leek alsof het haar ontnuchterde. Zij keek op, en ze zei: "Bent u broeder Branham?"
Ik zei: "Dat ben ik."
Ze zei: "U bent hier die prediker?"
Ik zei: "Ja, mevrouw."
Ze zei: "Ik ben beschaamd dat u mij op deze manier ziet."
Ik zei: "Wilt u mij vergeven?"
Ze zei: "Stellig."
Ze zei: "Gaat u zitten."
Ik zei: "Dank u." En ik ging daar aan het kleine tafeltje bij haar zitten.
20 En ze zei: "Ik wil u iets vertellen, broeder Branham." Ze zei: "Ik kwam er voorbij en zag dat u samenkomsten had. Ik zag het geadverteerd en ik ging naar binnen." Zei: "Ik ben eenvoudig beschaamd over mijzelf." Ze zei: "Zou u het geloven als ik u vertelde dat mijn vader een Methodistenprediker was?" Zei: "Ik heb twee dochters. Ze zijn allebei zondagsschoolonderwijzeressen."
Ik zei: "Wat is er gebeurd?" Ze vertelde mij over een brief van haar man, dat hij er vandoor was gegaan met een andere vrouw. Zij begon te drinken en begon... En ze zei: "Ik weet dat ik voorbij verlossing ben"; strikt wettisch. Ziet u? En ik zei... Zei: "Ik ben voorbij verlossing."
Ik zei: "Nee, dat bent u niet. Nee, dat bent u niet."
Ze begon te huilen. Ze zei: "Broeder Branham, denkt u dat ik niet voorbij verlossing ben?"
Ik zei: "Waarom zei Hij dat een paar minuten geleden dan tegen mij?" Ik nam haar bij de hand, knielde neer op de vloer, en daar gaf zij haar leven aan Jezus Christus. U spreekt over gokmachines die stopten en van alles, iedereen daar. Wij huilden en baden. Zij stond op, ging op weg naar huis, een nieuw leven.
21 Zie, God toonde mij dat het in mijn eigen hart niet goed was, omdat ik aan het proberen was haar te veroordelen en er niet naar keek waar ik eveneens vandaan kwam. Laten we dat altijd onthouden: terugkijken naar de put waaruit wij gehouwen zijn, dan zullen dingen er heel anders uitzien. Zie? Wij willen niemand veroordelen. Heb iedereen lief.
Als u ooit die echte zuivere liefde verliest die in uw hart is, hebt u alles verloren. Vergeet dat nooit, dat als u liefde verliest, alles weg is.
Nu, onthoud dat: de liefde die deze kleine broeder voor u allen had. En wij zullen de liefde van de broeders hier onthouden. Broeders, wat u ook doet...
22 Ik zeg niet dat u al uw organisaties moet opbreken en er één organisatie van maken. Het zal nooit op die manier gaan. U zult het nooit voor elkaar krijgen. U zult in uw leven gewoon doorgaan met tegen dezelfde zaak aan te lopen: ruzi ën en bekvechten. Dat is verkeerd. Houd uw organisaties. Blijf erin als u dat kunt. Maar strek een arm uit, en heb ieder ander lief, en heb respect. Geef hem een ook een stukje van de deken, omdat hij ook bedekt wil worden. Hij reikt ver genoeg voor ons allen. "Ruimte, ruimte, er is genoeg ruimte. Er is ruimte bij de fontein voor mij." Dat is juist. Er is ruimte voor ons allen. En onthoud dat gewoon.
23 Als ik kon zien dat elke Pinsterkerk, de Foursquare, Open Bijbel Standard, de Pinkster Verenigingen van God, Verenigde Pinksterkerk, en al de overige van hen, dat zij hun armen om elkaar heen slaan en hun verschillen vergeten, gewoon gemeenschap met elkaar hebben, dan zou ik zeggen: "Laat Uw dienstknecht in vrede gaan, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien." En zolang als Satan het voor elkaar krijgt dat u op elkaar schiet, kan hij zich gewoon terugtrekken en vakantie nemen. Hij hoeft helemaal niets te ondernemen. Kijk, u... Zie? Ik bid dat ik zal leven om die dag te zien.
En als u dat niet uit uzelf doet, zal er een dezer dagen een of andere vervolging komen die deze natie zal treffen. Dan zult u naar elkaar verlangen, naar broeders met hetzelfde dierbare geloof. Dus waarom door kastijding gaan als wij nu precies een klein stukje van de hemel kunnen hebben? God zij met u.
24 Ik wil terugkomen. Ik hoorde u aan hen vragen, om tegen mij te zeggen... ze wilden dat ik terugkwam. Ik zal op een dag terugkomen, zo de Here wil. Ik zou graag een tent meenemen en hem daar ergens opzetten, in... precies hier tussen de steden in, en laten wij allen tezamen komen en gemeenschap met elkaar hebben. Proberen om de kerken op te bouwen.
Een ieder van u heeft iets gekregen om nu te doen. Ieder van u, ga regelrecht naar uw kerk en werk net zo hard als u kunt voor uw locale gemeente. Zie? Maar bekritiseer nooit. Als u iets verkeerds weet over de andere kant, zeg er dan niets over. Zie? Houd dat voor uzelf. De vijand zit gewoon te wachten om dat te horen. Zie? Laat hem niets weten. Spreek niets uit, dan zal hij er niets over weten. Zie? Houd het voor uzelf en bid.
Zeg: "Wel, de arme broeder deed het fout." Maar duw hem niet naar beneden. Hij is hoe dan ook beneden. Probeer hem omhoog te krijgen. Zie? Trek hem omhoog. Wees de goede Samaritaan. Zie? Probeer hem omhoog te trekken. Als u zelfs niet tot hem kunt spreken, bid dan voor hem totdat het goedkomt. Houd hem gewoon op uw hart, omdat zijn ziel tienduizend werelden waard is.
25 Laten we nu bidden. Onze hemelse Vader, wij willen ons buigen om U dank te zeggen voor deze geweldige mensen hier, Uw dienstknechten. Ik dank U voor broeder King, broeder Petty en voor alle anderen, Here, deze fijne broeders, deze wonderbare zusters, hun kerken, hun leden, en voor deze fantastische mensen in de steden, en de zaken, omdat zij zo aardig zijn geweest. Wij danken U voor deze gehoorzaal, voor deze mensen die hem ons lieten hebben. God, heb... Zij hebben altijd en overal hun deuren voor mij opengegooid, bij regen en bij storm en dat soort dingen. God, mogen zij leven tot het komen van de Here. Sta het toe. Zegen de beheerders, al de leden van de groep, allemaal. Mogen zij allen rust en vrede vinden in Christus. Sta het toe, Here.
Zegen deze fijne politiemannen die hierbuiten toezicht hielden op de terreinen; die kleine makker gisteravond die naar mij toekwam en naar mij keek en dat wonderbare compliment gaf. Vader, ik was bijna aan mijn eind, en viel haast om door de zalving, door te zijn... Ik had geen kans om veel tegen hem te zeggen. Als die jongen niet gered is, en hoe hij... de complimenten die hij over de samenkomst gaf... Ik bid, God, dat hij de Heilige Geest zal ontvangen – sta het toe, Here – en in glorie zal zijn. Als ik hem nooit meer op aarde zie, moge ik in staat zijn om zijn hand te schudden. Een man zoals dat zou voor elke stad een goede politieagent zijn.
26 Deze kleine kerel tot wie ik een paar ogenblikken geleden sprak bij de deur: God, zegen deze man. Wij danken U gewoon voor elk ding, Here. U bent zo goed voor ons. Wij bidden nu dat U steeds zult doorgaan met ons te zegenen als wij doorreizen naar de westkust.
Ik bid dat U broeder King nu wilt zegenen. En wij spraken over zijn moeiten, en wij bidden dat U met hem wilt zijn en met al de andere broeders. En, God, het enige wat ik kan doen is... Een menselijk wezen kan het niet, maar moge Uw Heilige Geest constant de harten van deze mensen tezamen binden totdat zij één zijn in Christus Jezus. Sta het toe, Vader.
Geef ons vanavond een geweldige dienst. Velen van hen kwamen over glibberige wegen en door deze regen en storm heen om vanavond hier te komen om de sluitingsdienst te horen. Ik bid dat U hen wilt zegenen. Moge er vanavond geen enkel zwak persoon in ons midden zijn. Ik vraag dat, Vader, voor Uw eer. Moge de kracht van de Heilige Geest vanavond binnenkomen en ons het buitengewoon overvloedige geven boven alles wat wij zelfs kunnen doen of denken. Wij wachten verder op U. In Jezus' Naam, spreek tot ons. Amen.
27 U kunt al de kleine pakjes hier meenemen zo gauw als wij zijn... ik over ze gebeden heb. Ik wil wachten totdat de zalving van de Heilige Geest op mij komt om voor de zieken te bidden.
Nu, naar het boek Jeremia [8], het tweeëntwintigste vers:
Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid van de dochter mijns volks niet gerezen?
Ik wil vanavond bij het sluiten een onderwerp nemen of de vraag stellen zoals God deed: "Waarom?" Nu, ik hoop dat wij het niet te lang zullen maken, twintig of dertig minuten, dan kunnen we voor de zieken bidden. "Waarom?"
Als God een toebereiding maakt of een plaats van ontsnapping, en als de mensen dan falen om erin te wandelen, dan heeft God een recht om te vragen: waarom? Gelooft u dat niet? Hij heeft het recht om te vragen waarom.
28 Als... U wordt niet veroordeeld omdat u een zondaar bent; u wordt veroordeeld omdat u Jezus niet aanvaardt als uw Redder. Nu, God zou onrechtvaardig zijn om u te veroordelen als Hij geen toebereiding voor u had gemaakt om eruit te komen. Want u bent in zonde geboren, gevormd in ongerechtigheid, leugen sprekend ter wereld gekomen. Ongeacht wie uw ouders waren, of wat zij waren, u bent toch gewoon een zondaar net als elk ander kind toen u in deze wereld geboren werd.
Wij zijn allen in zonde geboren. Wij konden onszelf niet redden. Wij konden onszelf net zo min redden als dat wij onze schoenveters zouden kunnen nemen om onszelf over de maan heen te tillen. Dat kunnen we niet. Wij zijn totaal hulpeloos. En daarom wil God u op die basis niet veroordelen omdat u een zondaar bent. Hij zal u veroordelen omdat u weigert de weg van ontsnapping te nemen. Dus daarom is het God niet, u bent het zelf. U veroordeelt uzelf. En als u uzelf veroordeelt, is er niemand anders om medelijden mee te hebben dan uzelf. Dat is alles. Wij zijn... U moet medelijden hebben met uzelf omdat u Gods voorziene weg van ontsnapping niet heeft aanvaard.
Nu, als God Zijn wegen bereidt, vraag ik me af hoe Hij Zich voelt als Hij voor ons een weg maakt, voor onze genezing, voor onze redding, voor onze troost, voor onze vrede en al deze dingen, en wij wandelen gewoon weg en verlaten ze. Het moet Hem Zich verschrikkelijk slecht doen voelen.
29 Daar was op een keer een koning in de Bijbel, in het boek II Koningen, die een koning van Juda was, en zijn naam was Ahazia. En hij was de zoon van Achab en Izebel. Hij volgde zijn vader Achab op, op de troon. Nadat Achab, die grensgelovige, afvallige van het Evangelie, lauwwarm kerklid, was weggegaan om met een heidens meisje te trouwen om zijn koninkrijk te versterken, die toen afgoderij in Israël bracht... O, wat deed hij een verschrikkelijke zaak. En toen nam zijn kleine heidense vrouw het leven van de dierbare Naboth, zodat de koning zijn erfenis kon afpakken. En die profeet profeteerde wat er met hem zou gebeuren en wat er met haar zou gebeuren: de honden zouden haar op straat opeten en zouden het bloed van Achab van zijn wagen aflikken. En dat is exact wat er gebeurde.
30 Ik kan aan de tijd van Josafat denken, een man van God, die zich beslist niet had moeten verenigen met het verkeerde gezelschap. Een gelovige heeft helemaal geen omgang met een ongelovige. Een kraai en een duif kunnen niet samen praten. Een kraai eet van een oud dood karkas. Een duif is een vogel zonder gal. Als hij dat dode karkas zou eten, zou het hem doden. Hij is een speciaal gebouwde vogel, een duif. Een duif eet alleen maar graan. Hij heeft geen gal. Hij kan het niet verteren. Zo is de Christen, heeft geen gal van bitterheid in zich. Zij kunnen de dingen van de wereld niet eten. Een kraai kan die dingen eten, graan, en hij kan ook karkas eten. Hij is een huichelaar.
31 En een duif, ik wil u iets vertellen... Een duif hoeft geen water te zoeken voor een bad. Hebt u ooit een kleine duif opgepakt en met uw hand over hem gestreken? Het is olieachtig. Er is iets wat vanuit de binnenkant komt en hem schoon houdt. O my. Zijn lichaam wordt geolied door een olie die vanuit de binnenkant komt. Amen. Ik wil daar niet over beginnen; dan ga ik bij mijn onderwerp vandaan. Maar hij houdt zijn lichaam, zijn veren, zijn verenkleed schoon door een binnenkant olie. Elke keer als hij zijn lichaam bewerkt, smeert hij dat uit over zijn veren, en dat houdt hem voortdurend, de hele tijd schoon. O, het bloed van Jezus Christus heiligt de Christen dag en nacht.
32 En Achab ging heen en had wat gemeenschap met Josafat, of Achab met Josafat. En hij... Wanneer u ook maar iets van de ongelovige wereld ziet: "Zou je niet naar onze kaartclub willen komen, liefje?" Wees voorzichtig.
"Wel, u werkt hier, weet u, en uw baas wil dat u... We zullen vanavond wat kleine gezellige dingen gaan doen." Blijf erbij vandaan. Ga erbij vandaan.
"Wel, het is Kerstmis, je hebt het recht om een beetje onschuldig plezier te hebben." Gelooft u dat niet. Blijf erbij vandaan. Mijd de schijn van alle kwaad. Blijf erbij vandaan.
33 Maar Josafat werd zwak en ging heen om Achab te ontmoeten. En Achab had een doel. Hij zei: "Wel, wij hebben hier wat land en het behoort aan ons." Hij toonde hem al de grote dingen. En dat is de manier waarop de duivel het doet: hij toont u al de grote dingen die hij heeft (zie?), alles wat hij heeft. Wel, de glitter, het goud, het liet zijn ogen nogal glanzen, weet u, en hij dacht: "My!" Het liet ze niet glanzen; het liet ze verflauwen.
En toen zaten zij uiteindelijk daar en hij zei: "Wel, wij gaan naar Ramoth in Gilead, of zal ik eerst...?"
Hij zei: "Wij behoorden hierover de Here te raadplegen."
Dus Achab zei: "O, natuurlijk. Uh-huh. Wij moeten dat doen. Ik heb het beste kerkelijke systeem wat er maar in het land is." Hij ging naar zijn seminarie en haalde er vierhonderd profeten uit. Dat is juist. Fijn geklede mannen met omgekeerde boorden, en o, zij waren wonderbare mannen, elk van hen kerkelijk, theologen tot in de puntjes.
34 Zei: "Goed, heren, u bent goed gevoed en er wordt goed voor u gezorgd. Wat betreft deze belangrijke zaak zal ik u vertellen wat ik wil dat u doet. Profeteer voor mij en vertel mij of wij wel of niet naar Ramoth in Gilead moeten gaan. Kijk eens hoe prachtig mijn gewaden zijn, en wat een geweldige bisschop ik ben; en hier is ook bisschop Zo en zo van daarginds van het andere koninkrijk. Wij zullen onze legers tezamen voegen. Weet u, dan zijn wij verenigd en zullen we grote dingen doen, zoals u weet."
Dus een van hen vervaardigde voor zichzelf een paar horens en begon door het gehoor te rennen, zeggend dat hij al de Syriërs terugstootte. "Het hele land behoort aan ons, en daarom zult u hierdoor gaan winnen."
35 Weet u, er is iets met een gelovige, als hij ooit in contact met Christus is geweest, dan kan hij gewoon niet met die rommel meegaan. Waardoor de oude Josafat die daar zat, zei: "Is er daar niet nog één?"
"Nog één? Waarom, hier zijn vierhonderd van de hoogst opgeleide, de beste mannen die er in het land zijn, en zij zijn profeten. Waarom zouden wij om nog één vragen? Elk van hen heeft een D.L.D., Ph.D., dubbel L.Q.S.T. Wel, ze zijn... My, je kunt niet om meer graden vragen. My, zij kennen de Schriften van binnen en van buiten, van achteren naar voren."
Josafat zei: "Maar weet u, ik heb een klein eigenaardig gevoel. Ik wilde dat wij slechts hadden... Is er daar niet nog één?"
"O," zei hij, "ja, maar hij is een heilige roller en... Zijn naam is Micha, de zoon van Imla, maar", zei hij, "ik haat hem." O.
Daarom dacht Josafat: "Dat klinkt als een maaltijd-bon." Daarom zei hij: "Laat de koning dat niet zeggen. Maar ik zou graag horen wat hij zegt."
36 Dus rende een bode naar de kleine hut waar hij was, de kleine bijeenkomst ergens op de hoek, weet u. En hij zei: "O, Micha, weet je wat? Je moet... Ik zal je nu wat in je oor fluisteren. (Zie?) Zeg dezelfde dingen die zij zeggen. Zeg precies wat zij zeggen, want ik vertel je dat alle vierhonderd van deze kerkmensen zeggen dat wij het op die manier zouden moeten doen. Dus jij moet hetzelfde zeggen."
Micha zei: "Zo waarachtig als de Here God leeft, ik zal alleen zeggen wat Hij in mijn mond legt." Daar houd ik van. Daar houd ik van. Uh-huh.
37 Dus brachten ze hem daar naartoe. Achab had een woedeaanval. "Als je die heilige roller hier onder ons haalt, zal dat onze samenkomst zo zeker als de wereld te gronde richten." Wel toen was het eerste wat er gebeurde, toen hij aankwam, dat hij zei: "Nu, ik waarschuw u: hij zal niets anders dan kwaads over mij gaan zeggen, omdat ik weet dat hij altijd naar mij slaat vanwege mijn vrouwen die hun haar afknippen en al dit soort dingen. O, hij is echt een heilige roller." Nu...
Hij zei: "Ik zal evenwel precies bij het Woord blijven staan."
Dus hij zei: "Micha, zal ik naar Ramoth in Gilead optrekken en datgene terugpakken wat aan mij behoort, of zal ik het nalaten?"
Zei: "Geef mij een nacht en laat mij zien wat de Here zal zeggen."
Dus de nacht ging voorbij, en hij kwam terug. Zei: "Wat zegt u?"
Zei: "Ga maar daarheen als u wilt."
Hij zei: "Hoe lang zal ik je bezweren (hij wist dat daar iets fout mee was) dat je mij alleen de waarheid vertelt!"
Zei: "Ga maar daarheen," zei hij, "maar ik zag Israël als schapen verstrooid zonder herder." En hij zei... Waarom? Hij bleef staan met het Woord van God. Hij zei hetzelfde als wat het Woord had gezegd, omdat het Woord van God bij de profeet was. En de profeet Elia had gezegd dat hij niets goeds over de man Achab kon profeteren die zo slecht was. Dus de profeet, het Woord, had gezegd dat Achab gedood zou gaan worden, en Izebel zou aan de honden gevoerd worden. En dus wat kon Micha anders zeggen dan wat het Woord had gezegd? Dat is juist. Hij moest bij het Woord blijven. Ongeacht hoe prachtig het klinkt en hoe geweldig het klinkt, let op het Woord. Dat is altijd juist.
38 En toen sloeg deze grote staatsouderling, of bisschop, of wat het ook was, hem op de mond en zei: "Op welke manier ging het Woord van God uit mij, als het naar u toeging?"
Hij zei: "U zult het op een dag zien." Hij zei: "Ik zag God zitten op de troon en al de heerscharen van de hemel om Hem heen staan. En Hij zei: 'Wie kunnen wij naar beneden sturen om Achab te misleiden om hem daarheen te laten gaan en maken dat Elia's profetie uitkomt?'" God waakt daarover, weet u. Zei: "Wie zou Ik kunnen krijgen om daarheen te gaan?"
"En een leugengeest kwam van beneden naar omhoog, waarschijnlijk uit de hel, kwam omhoog en stond voor Hem, zei: 'Ik zal naar beneden gaan en in deze predikers gaan en maken dat zij allen een leugen profeteren.'"
Gods Woord zal in vervulling gaan, broeder, het maakt niet uit wat er plaats vindt. Johannes zei: "God is in staat om uit deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken." Gods Woord...
39 De zoon van die man had na zijn dood zijn troon overgenomen. Op een dag wandelde hij daar naar buiten, hij had... Hij haatte nog altijd deze profeten. En hij wandelde op een dag rond en keek daar door het rasterwerk naar buiten, en hij viel door het rasterwerk en hij raakte gewond. De Bijbel zei dat hij ziek was. Daarom riep hij een paar van zijn mannen en zond twee van hen, of een kleine compagnie soldaten naar Ekron, om de profeten van Baäl te raadplegen of hij gezond zou worden of niet.
Maar u weet dat God Zijn geheimen bekend maakt aan Zijn profeten. Is dat waar? Dus Elia was daar op de berg, achterin een grot, lag daar op een stapel takken of zoiets met zijn mantel eroverheen, en de Here sprak tot hem. En hij vertrok vandaar en ging op de weg staan. Hij zei: "Ga daarheen. Sta daar, omdat zij hierheen komen."
40 O... Of deze soldaten kwamen de hoek om. Zij keken. Daar kwam langs de weg een oude, pluizig uitziend prediker aan lopen, baardharen over heel zijn gezicht, en een groot stuk leer om zich heen gewikkeld. Hij was niet veel om naar te kijken, maar hij had ZO SPREEKT DE HERE. Dat is het belangrijkste. Hij was niet zo klassiek.
Toen stopte hij hen. Hij zei: "Waarom gaan jullie naar Ekron toe?" Zei: "Ga hem vertellen: 'Waarom gaat hij daarheen? Is het omdat er geen God in Israël is? Is er geen profeet hier om te raadplegen? Als hij er iets over zou willen weten, waarom vroeg hij het dan niet aan God? Hij wordt verondersteld hier de koning van Isra ël te zijn, dus waarom vroeg hij het niet aan God? Is het omdat wij hier geen God hebben? Is het omdat wij hier geen profeet hebben? Maar omdat hij dit heeft gedaan, ga en vertel hem ZO SPREEKT DE HERE, hij zal niet van dat bed afkomen.'" O my.
41 Ik vraag me vandaag af waarom mensen sigaretten willen roken? Waarom willen mensen thuisblijven op woensdagavond om een televisieprogramma te bekijken in plaats van naar de gebedssamenkomst te gaan? Waarom willen wij... Omdat er geen vreugde in het huis van de Here is? Wat is de oorzaak dat een persoon wil drinken en rondrennen en zo handelen? Komt het omdat wij geen God hebben? Komt het omdat er helemaal geen vreugde meer is in het huis van de Here? Komt het omdat de Heilige Geest niet gereed is om ons allemaal te zegenen? Is er ergens iets verkeerd mee?
Maar omdat wij dat doen, is dat de reden dat wij vervloekt zijn. Dat is de reden dat God dit op de kerk plaatst, deze kou en vochtigheid. Wij gaan naar andere plaatsen voor plezier in plaats van naar het huis van de Here te komen voor plezier. Het huis van de Here is de vreugde van de Here. De vreugde van de Here is de vreugde van Zijn volk. Hij wil dat u naar de gemeente komt en Hem aanbidt en gelukkig bent en tevreden; en God lof geeft en eer, en glorie en wijsheid, en macht en kracht. Hij wil dat u dat doet.
42 En nu weet u dat, toen deze boodschappers terug waren gekomen, dat... Zij vonden... gingen bij deze koning naar binnen en ze zeiden: "Een man stuurde ons terug en vertelde ons zo en zo."
Hij zei: "Wie was hij? Hoe was hij gekleed?"
Zei: "Hij was helemaal harig en had een stuk leer rondom zijn lendenen."
En hij zei: "Dat was de Elia, de profeet van God, de Thisbiet." O my. Hij wist wat er komen zou.
Het was niet omdat zij geen God hadden. Het was niet omdat zij geen profeet hadden. Maar het was een... het kwam door de koning zijn eigen domme manieren. Het kwam door zijn eigen zelfzuchtige en ongoddelijke handelingen, net zoals zijn papa en mama. Hij haatte die profeet. En dat is de reden dat er vandaag oordeel op de wereld rust. Het is niet omdat wij geen God hebben, niet omdat wij geen profeten hebben. Maar het is omdat de mensen de wegen van de Here haten en de wegen van de wereld liefhebben. Het is helemaal waar.
43 Het is net als een man, een patiënt, die op de dokter zijn stoep sterft omdat hij weigert zijn medicijn aan te nemen. Het is hetzelfde. Hij sterft op de dokter zijn stoep met genoeg medicijn binnen voor zijn geval, maar hij weigert om het in te nemen. Dat is niet de dokters fout. Het is niet de fout van het serum. Het is de man zijn fout, omdat hij het serum niet wil innemen. Dat is alles. En dat is een gevaarlijke zaak. Dat is het zeker. U kunt niet zeggen dat de dokter er de oorzaak van was, terwijl u precies op zijn stoep zit en zijn medicijn niet wilt nemen, en toch heeft hij er iets voor.
44 Nu, u zegt: "Gelooft u erin om medicijnen in te nemen?" Ik geloof in alles wat het menselijk ras zal helpen dat dat van God komt. Zeker is het zo. Het is precies juist. Vertel mij waarom we hebben... wat zouden we vandaag moeten doen zonder deze klinieken en ziekenhuizen enzovoort? Zeker. Ik weet dat sommigen er niet zo over dachten toen ik pas begon, maar waar leidde dit allemaal toe? Zie, je moet overal op een verstandige manier naar kijken. Alles... Als medicijnen, ziekenhuizen niet van God zijn, dan zijn zij antichristelijk. Verbrand ze, krijg ze het land uit. Zeker. Maar het is iets om u te helpen. Zeker.
Maar niet een ervan kan u genezen. Er is geen medicijn in de wereld, geen dokter... Als hij het is, is hij een kwakzalver. Hij is geen echte dokter. Als een dokter u vertelt dat zij een medicijn hebben wat u kan genezen, weet hij niet waarover hij praat. De Mayo Broeders zeggen dat er geen medicijn in de wereld is dat u kan helpen. Zij zeggen: "Er is maar één Genezer: dat is God. Wij beweren alleen dat wij de natuur bijstaan."
45 Zoals ik u verteld heb, als ik in mijn hand sneed en hier dood zou neervallen, dan zouden al de medicijnen in het land die messnede niet kunnen genezen. U zegt: "Nee, u bent dood." Wel, laten zij mijn lichaam eens balsemen zodat het er gedurende vijftig jaar natuurlijk uit zal zien en elke dag een penicilline-injectie in mij spuiten en van alles, het zou er nooit iets beter van worden. Doe er zalf op en naai het dicht, en geef mij alle... Het zou niet werken. Als het gemaakt is om het lichaam te genezen, waarom geneest dit het niet? Het ligt daar gewoon.
U zegt: "Het leven is eruit gegaan." Dat is waar. Nu, wat is leven, en ik zal u vertellen Wie God is. Het is helemaal waar. God is de Genezer. Een dokter kan een bot zetten, maar hij kan het niet genezen.
Wat als ik mijn auto aanzwengelde en mijn arm brak en naar binnen rende en zei: "Hé dokter, genees mijn arm heel snel zodat ik naar buiten kan gaan en het zwengelen van mijn auto kan afmaken. Ik kan het ding niet gestart krijgen."
Hij zou zeggen: "U hebt geestelijke genezing nodig." Dat is juist. Hij zou het mogen zetten, maar hij kan het niet genezen. Dat is waar. Hij kan een tand trekken, maar hij kan niet de holte genezen waaruit hij komt. Hij kan een blindedarm uit uw zijde wegsnijden, maar hij kan niet de plaats genezen waarin hij sneed, omdat er geen medicijnen zijn die cellen kunnen opbouwen, cellen vermenigvuldigen. En voordat iets u kan genezen, heeft het een vermenigvuldiging van cellen nodig. Daarom is God de enige Genezer. U kunt Gods Woord niet fout laten zijn. Psalm 103:3 zegt: "Ik ben de Here Die al uw ziekten geneest."
46 Ik heb de Mayo Broeders ondervraagd, en op vele plaatsen, en zij zeggen: "Wij zijn geen genezers. Wij beweren niet dat wij genezers zijn. Wij assisteren alleen de natuur. Er is één Genezer: dat is God." Dus God is de Geneesheer.
Iemand zei niet lang geleden tegen mij: "Goed, broeder Branham, dan ga ik u een vraag stellen." Zei: "Wat met penicilline tegen griep?"
Ik zei: "Wel, my, my, ik hoop niet dat u zo zwak wordt." Ik zei: "Kijk, wat als u een huis vol ratten heeft die door heel het dak gaten knagen en van alles, en overal ligt een heleboel... U strooit een hoop rattengif uit en vergiftigt de ratten. Het doodt al de ratten. Dat zal niet de gaten oplappen. Penicilline doodt alleen de kiemen, de griepkiem. Het bouwt niet het weefsel op dat kapot is, het vergiftigt alleen de ratten, dat is alles. God moet de gaten dichtmaken. Dat is alles. Hij is de Here Die al uw krankheden geneest. Jazeker."
47 En ik dank God voor elk serum dat zij hebben, voor het Salkvaccin. Bid constant dat God ons iets tegen kanker wil geven voor arme lijdende mensen. Ik ben voor alles wat kan helpen. Jazeker, daar ben ik honderd procent vóór. En als wij Christenmensen meer voor zulke dingen zouden bidden, zouden we beter af zijn. Het hele land zou dat zijn. Ja, grote mannen geven hun levens om terug te vechten tegen deze dingen die kinderen kreupel maken en van alles. Zeker.
Ik dank God beslist voor alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Ik dank God voor een auto. Ik dank God voor zeep om mijn handen mee te wassen. En voor al de werktuigen, al deze dingen, daar dank ik God voor. Zeker. Er was een tijd dat we geen zeep hadden, weet u. Er was een tijd dat we geen auto hadden. Als ik naar Phoenix wilde lopen, zou ik op pad kunnen gaan, maar ik dank God voor een auto. Ik stap in en vertrouw Hem, en rijd precies zo hard als ik kan over de wegen. Zie? Dus danken wij de Here voor deze dingen. Alle dingen die goed zijn om ons te helpen, komen van God. Zeker.
48 Maar nu, wat als de patiënt daarbuiten op de stoep van de dokter zit en gewoon weigert om zijn medicijn aan te nemen? En als de pati ënt sterft, is dat niet de fout van het medicijn. "Is er geen balsem in Gilead? Is daar geen heelmeester? Waarom is dan de gezondheid van Mijn dochter, Mijn volk, niet gerezen? Is daar ergens iets fout?"
Het is hetzelfde in de kerk. Mannen en vrouwen zitten in de kerk en sterven in hun zonden omdat zij Gods balsem weigeren. Dat is juist. Het is niet omdat er hier geen balsem is. De Heilige Geest is hier. Wij hebben een overvloed aan dokters, geneesheren. Als de mensen dus sterven in hun zonden, verwijt dat God dan niet. Er is een balsem in Gilead, en daar zijn geneesheren, maar het is de houding van de mensen ten opzichte daarvan.
49 Nu, als u het vergelijkt met het innemen van een medicijn: het zou een verschrikkelijke zaak zijn als u medicijnen weigert. Hoeveel verschrikkelijker is het als u Gods balsem voor uw ziel weigert, dat tegengif weigert, wat gaat er dan gebeuren? Dan bent u voor eeuwig verloren als u dat weigert. O, uw lichaam zou u hier en daar mogen oplappen.
En nog iets anders, u kunt medicijnen innemen. Maar wat goed is voor de een, de ene zal helpen, zal een ander doden. Penicilline zal bijna een derde doden en de rest helpen. Het zal enigen doden en de anderen helpen. Het is een erg gevaarlijk iets. En wat de ene zal helpen, zal de andere niet helpen. Maar u hoeft zich geen zorgen te maken over Gods tegengif. Het helpt: "Wie wil, laat hem komen." Jazeker. Het is voor allen. U hoeft er zich geen zorgen over te maken: er hoort geen gevaar bij dat ermee wordt geknoeid.
Als u ermee gaat knoeien en u zegt: "Wel, ik vertel u, broeder Branham, ik denk niet dat het voor mij is." Zoals mensen vandaag zeggen: "Ik kan gewoon niet ophouden met roken." "Ik kan gewoon niet ophouden met op stap te gaan."
50 Niet lang geleden zei een man tegen mij: "Ik heb een goede vrouw, maar broeder Branham, ik werd niet gemaakt voor één vrouw." Zei: "Ik moet met andere vrouwen op stap."
Ik zei: "Weet u wat er met u aan de hand is? U weigert gewoon de remedie." Dat is alles.
Dat is er vandaag met de mensen aan de hand. Wij kunnen drinken, roken, liegen, stelen en ruzie maken en tekeer gaan: u weigert Gods balsem van liefde die ons samentrekt en ons één maakt. Het is niet omdat er hier niet genoeg kracht van God is om een opwekking door de stad heen te brengen. Wij weigeren gewoon om die te gebruiken; dat is alles. Amen. Het is... het is hier. Maar als u sterft in uw zonden – uw ongeloof – is het niet Gods fout. Het is niet de fout van de Heilige Geest, niet de fout van de kerk; het is alleen omdat mensen het weigeren.
51 Ze zeggen dat een hartkwaal doder nummer één is. Nee, nee, het zondeprobleem is doder nummer één. Dat is juist. Doder nummer één... Het is in onze Pinkstergroepen gekomen. Een man sprak vandaag met mij over de Pinkstermensen en hij zei: "Weet u wat er gaande is, broeder Branham, het is zo geworden dat ik niet meer weet wat ik ervan moet denken." Zei: "U weet dat veel van onze mensen kinderen hebben, en zij brengen ze gelijk mee en plaatsen ze in het geboorteregister en ze groeien op. En dat is de wijze. Zij verwachten het gewoon op die manier."
Zoals David duPlessis eens over zoiets zei: "Wel, u kunt niet op die manier binnengaan." Dat is wat de Methodisten maakte wat zij zijn. Dat is wat de Baptisten maakte wat zij waren. Ze bleven gewoon hun kinderen binnenbrengen, plaatsten hen in het geboorteregister en brachten ze groot. God heeft geen enkele kleinzoon. Hij heeft alleen zonen, zonen en dochters, geen kleinzonen en kleindochters. God heeft geen kleinkinderen. Hij heeft geen... God is geen grootvader; Hij is Vader. Amen.
Ik hoop dat ik uw gevoelens niet kwets, maar ik hoop dat ik u hoe dan ook een klein beetje laat schrikken om u op gang te brengen. God heeft geen kleinkinderen. En als u... Alleen omdat u Pinkstermensen bent – uw papa en mama betaalden de prijs – maakt dat van u geen Pinkstermens, totdat u dezelfde prijs betaalt om hetzelfde te krijgen wat zij hadden. Er is er genoeg van achtergelaten. Er is nog genoeg balsem in Gilead, genoeg toxine daar voor zonde, ongeloof. Jazeker.
52 Onze Pinksterbroeders groeien op, zeggen... ontkennen Goddelijke genezing en zulke dingen. Het is gewoon omdat u de toxine weigert, u, kleinzoon. Niet een zoon van God, een zoon van God is geboren uit de Geest van God. Hij is Gods kind, maar God heeft helemaal geen kleinkinderen. Juist.
Weet u wat er aan de hand is? Zij zijn bevreesd voor de nieuwe geboorte. Dat is de hele zaak. Laat mij u iets vertellen, broeder. Het maakt mij niet uit wat voor soort geboorte het is; iedere geboorte is een knoeiboel. Of het in het varkenshok is, of dat het in de stal is, of dat het in de roze versierde ziekenzaal is, elke geboorte is een knoeiboel. En de nieuwe geboorte is hetzelfde. Het zal maken dat u neervalt en schreeuwt en brult en dingen doet waarvan u tevoren dacht dat u het nooit zou doen...?... [De samenkomst verheugt zich – Vert] ... genezing. Het zal nieuw leven voortbrengen zo zeker als de wereld.
53 Het zou uw theologie in de war kunnen sturen, uw kaartpartijtjes verknoeien; het zou uw zwemmen en dansen en rollerskating kunnen verknoeien. Het zou kunnen maken dat u uw haar laat uitgroeien; het zou maken dat u anders gaat worden, en maken dat u ophoudt met het roken van sigaretten. Het is een knoeiboel, maar het brengt leven voort. Amen! Wat wij behoorden te hebben is geboorte, leven, een knoeiboel; het moet een knoeiboel worden voordat het in orde komt. Jazeker. U zult moeten hebben... totdat... Tenzij een graankorrel in de aarde valt en verrot (smerig wordt, er vies van wordt)... Dat is juist. Gewoon afsterven. Ga daar naar beneden en...
54 Een vrouw zei op een keer tegen mij: "Ik ben beschaamd. Door die mensen daar", zei ze, "kon ik u zelfs niet horen prediken." Zei: "Wel, deze vrouwen en mannen schreeuwden 'Halleluja, Amen, Prijs de Here', ik kon gewoon niet horen wat u zei."
Ik zei: "Als zij dat niet zouden uiten, zou het mij doodsbang maken."
Ze zei: "Toen die vrouw daar opstond en begon te huilen, liepen de rillingen gewoon over mijn rug."
Ik zei: "Als u ooit naar de hemel zou gaan, zou u doodvriezen," zei ik, "omdat iedereen daar zal schreeuwen en juichen en God prijzen. Juist." [De samenkomst verheugt zich – Vert]
55 Waar zijn zij bang voor? De nieuwe geboorte. Dat is de reden dat wij kleinkinderen in de gemeente hebben gekregen. Bang voor de nieuwe geboorte, bang voor de Heilige Geest, bang voor de kracht van God, bang dat het zal maken... bang dat het de make-up van u zal wegwassen of zoiets. Dat is er aan de hand. God, zend ons een ouderwetse opwekking die de Heilige Geest opnieuw zal voortbrengen! Er is genoeg van.
"Is daar geen balsem in Gilead? Zijn daar geen geneesheren?" Zeker zijn er hier dokters en er is ook genoeg balsem hier. "Waarom is dan de dochter Mijns volk niet genezen?" Het is omdat de mensen het weigeren. Amen. Dat is het. Zij weigeren om samen te komen. Zij weigeren om een opwekking te hebben. Dat is er aan de hand, zelfzuchtigheid en dingen nemen het over. Er is meer dan genoeg balsem in Gilead; er zijn dokters hier, maar de mensen weigeren het. Dat is er aan de hand.
56 Er was een tijd dat wij geen toxine [bacteriële gifstof – Vert] hadden voor paratyfus, een tijd dat wij geen toxine hadden voor... het Salkvaccin en zulke dingen, maar nu hebben wij het. Dat is juist. Wij hebben het nu. Dank God daarvoor. Er was een tijd dat onze toxine voor redding niet zo goed was, omdat het door middel van lammeren en dingen en geiten ging. Maar nu is de toxine veranderd. Zeker.
57 Als... Hoe ontdekken ze welk medicijn een remedie is? Weet u wat zij doen? Zij onderzoeken het. Doen er zoveel van dit in, en zoveel van dat in, en genoeg tegengif om het gif te doden, en zoveel, en bezien het geval van de patiënt en hoe sterk zijn... Neem nooit medicijnen tenzij u er een echte dokter over gevraagd hebt, omdat het u anders zou doden. En dan stellen zij het vast.
En vervolgens, weet u, injecteren zij dat in een kleine cavia. Als hij het overleeft, dan geven zij het aan u. En soms... Maar niet alle menselijke lichamen zijn hetzelfde gemaakt als cavia's, zoals u weet. Dat is de reden dat het sommige menselijke wezens doodt. Zie? Zij geven de kleine cavia de test, en als die kleine kerel het overleeft, dan geven zij het aan u. Wel, dat is de manier waarop zij medicijnen testen. U weet dat dat de waarheid is. Zij ontdekken een zeker iets en geven dat aan een cavia, en als hij het overleeft, dan geven zij het aan u. En dat is de reden dat zij een heleboel patiënten doden, omdat wij niet allemaal gemaakt zijn zoals cavia's.
58 Wel, laat mij u iets vertellen. Toen God Zijn toxine testte, nam Hij nooit een cavia; Hij nam Zichzelf. O, God. Want toen Hij daar door Johannes bij de oever van de Jordaan werd gedoopt en de inenting neerkwam van de hemel: "Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie het Mij behaagt te wonen", toen zagen zij er op toe of het standhield.
Toen zij in Zijn gelaat spuugden, hield het stand. Hij werd uitgescholden, maar Hij schold niet terug. Toen Hij op Golgotha stierf, bad Hij voor Zijn vijanden. Het hield stand op Golgotha. Het hield stand in de dood. Het hield stand op aarde. Het hield overal stand. Zij legden Hem in het graf en op Paasmorgen hield het weer stand. Amen.
Niet een cavia, maar een Zoon van God nam de toxine. Hij nam het Zelf. Amen. [De samenkomst applaudisseert – Vert] Nu, ik word niet opgewonden; ik voel mij religieus worden. Jazeker. Wie nam de toxine? Wie testte het? O, halleluja! Hij was Degene Die onze zonden op Zich nam en onze ziekten droeg. Hij plaatste de toxine op Zichzelf, niet op een cavia, profeet, of iets anders; Hij plaatste het op Zichzelf! Halleluja! Jazeker. "Híj werd verwond om onze overtredingen, geslagen om onze ongerechtigheden; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen werden wij genezen."
59 Het hield stand in het uur van de dood; het hield stand op het kruis; het hield stand in Gethséman é, hield onder elke verzoeking stand, onder al het andere. De toxine hield stand! Amen. God probeerde eeuwig leven uit, en Hij plaatste het in een menselijk lichaam van Zijn eigen Zoon. Kwam binnen en woonde in Hem, en de toxine hield stand. Toen Hij op Paasmorgen opstond, brak Hij de banden van dood, hel, en het graf, en verrees! Hij verscheen aan de elven toen zij aan de maaltijd zaten en verweet hun de hardheid van hun hart en hun ongeloof, omdat zij hen niet geloofd hadden die Hem hadden gezien nadat Hij was opgestaan uit de dood. Amen.
60 Zei: "Ga in de gehele wereld en predik het Evangelie aan elk schepsel. Hij die gelooft en gedoopt is, zal gered worden; hij die niet gelooft, zal verdoemd worden, want Ik zal hun wat toxine geven. Als Ik hun deze toxine geef, zullen zij de dingen die Ik doe, ook doen. Ik zal hier de hele gemeente inenten." Hij zei: "Aan heel de wereld... Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. (Halleluja.) Deze tekenen die Ik deed, zullen zij ook doen, omdat Ik de gemeente met hetzelfde toxine zal inenten. Kunt u worden gedoopt met hetzelfde toxine waarmee Ik ben ingeënt?" Amen.
61 Dat is wat er vandaag aan de hand is. Wij namen wat oude kerkbelijdenissen als inenting. Dat is de reden dat zonde binnenkroop. Als wij diezelfde Geest krijgen Die op Hem was, diezelfde doop, diezelfde kracht, diezelfde glorie, diezelfde Heilige Geest, dan zal het ons op precies dezelfde manier inenten zoals het Hem inentte. Het neemt al de vrees weg. Halleluja! [De samenkomst juicht – Vert] Staat in het aangezicht van de vijand en noemt Gods Woord de Waarheid. Amen. Het geeft u een ruggengraat als een zaagblok. Haal de kippenborst eruit en doe er een echte ruggengraat in. Ja, dat zal het doen. "Kunt u gedoopt worden met de inenting waarmee Ik ben ingeënt?"
62 Zeker hield het in Zijn leven stand. Toen er in Zijn gelaat werd gespuugd, zei Hij niet: "Jij oude Drie-eenheid, jij oude Eenheid." Nee, nee, zo ging dat niet. Nee, nee. Hij was ingeënt met de liefde van God. "Want alzo lief had God de wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft; wie in Hem gelooft, zal niet verloren gaan." Hij was inge ënt, de God des hemels woonde in een klein maagdelijk geboren lichaam. Hij was inge ënt met God. Eeuwig leven was Zijn inenting. En het hield stand in de tijd van verzoeking, hield stand in de tijd van... Toen iedereen Hem verlaten had, hield het stand. Het bleef goed.
63 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... een vijand in het aangezicht van de dood. En zij wilden diezelfde inenting omdat Hij, na dood te zijn geweest en gedurende drie dagen en nachten in het graf had gelegen... Toen de hele hemel verduisterd werd, kreeg de aarde een nerveuze inzinking, en al de... de rotsen werden uit de bergen geperst, en alles getuigde dat Hij dood was, en toen Hij in het graf lag... En op zondagmorgen hield de inenting stand, want Hij zei: "Ik heb macht om Mijn leven neer te leggen, en macht om het weer op te wekken. Deze inenting die Ik heb, zal het leven neerleggen, en Ik zal het opnieuw opnemen."
"Broeder, dat is wat ik wil. Ik wil mijn arm uitsteken." U krijgt het niet in uw arm, u krijgt het in uw hart. Steek dat uit voor de inenting van de opstanding, of voor de kracht van Jezus Christus. Halleluja! [De samenkomst verheugt zich – Vert] Inenting... Nu, u wilt geen enkele geloofsbelijdenis daar overheen schrijven. Laat slechts Christus binnenkomen; dat is de inenting. Hij probeerde het nooit met een geloofsbelijdenis; Hij deed het met Zijn Geest.
64 Is daar geen balsem in Gilead? Zijn daar geen geneesheren? O, ja, wij hebben beide, balsem en geneesheren. Dan waarom? Dat is wat God ons een dezer dagen gaat vragen: "Waarom?" Waarom?
Zij wilden ingeënt worden, daarom zei Hij: "Ik vertel u wat u moet doen. Ga naar de stad Jeruzalem, en u gaat daar omhoog naar die opperkamer, en blijf daar totdat uw inenting komt." O, broeder! Blijf daar totdat u inge ënt bent, totdat de toxine neerkomt, de balsem neerkomt.
En terwijl zij allen tezamen zaten, eenparig liederen zongen, kwam er plotseling een geluid van de hemel als een ruisende, machtige wind. Het injecteerde daar honderdtwintig mensen. My, wat kregen zij renaanval! O my.
Zoals het brandmerken van een kalf; ik was gewend om kalveren te brandmerken. Ik voelde altijd medelijden met de kleine makkers. En ik moest erheen rijden om het brandijzer te brengen, en u mensen uit Texas weet waarover ik spreek. En zij bonden zijn poten vast en grepen het oude brandijzer en sloegen het tegen hem aan. Ik dacht dat hij een stuip kreeg. Hij zou schoppen en brullen en zo doorgaan gedurende een lange tijd, maar, broeder, van toen af aan wist hij waarbij hij hoorde. Hij was gebrandmerkt. Dat is juist. En soms zal het maken dat u handelt alsof u geen gezond verstand hebt, maar u bent gebrandmerkt; u weet waartoe u behoort. U bent een van hen, gevuld met de Heilige Geest; ingeënt.
65 Honderdtwintig werden ingeënt. O, wat hadden zij een tijd, dat is wat ik bedoel te zeggen. Zij hadden daar een echt goede tijd. Kwamen er allemaal inge ënt uit vandaan, hadden eeuwig leven, wisten dat God hen in de laatste dagen zou opwekken. En zij hadden een geweldige tijd. En zij waren zo vol glorie... Velen van hen konden in vier, vijf, zes, zeven, acht of tien verschillende talen spreken, maar zij konden er zelfs niet één daarvan vinden om te gebruiken om Hem te prijzen, daarom... God gaf hun een gloednieuwe taal om Hem mee te prijzen, dus zij begonnen gewoon in nieuwe talen te spreken zoals de Geest het hun gaf om uit te spreken. Hadden gewoon... Zij waren inge ënt. Dat toonde aan dat zij inge ënt waren. Zij spraken over een Koninkrijk waar zij naartoe gingen. Zij waren inge ënt.
66 Het zondevraagstuk was voorbij. Petrus hoefde niet meer weg te lopen en bitterlijk te huilen. Toen was dat allemaal voorbij. Hij was ingeënt. Jazeker.
En weet u wat? Sommige mensen werden zo hongerig voor iets daarvan, en weet u wat zij deden? Zij zeiden: "Mannen en broeders, wat kunnen wij doen? Hebben wij een dokter hier?"
"Ja."
"Wat is dit?"
"Dit is een balsem."
"Is hier een dokter?"
"Ja. Zijn naam is dokter Simon Petrus."
"Goed, Petrus, wilt u ons een recept voorschrijven?"
"Ja. Ik hoef dit niet de hele tijd voor te schrijven. Ik ga er slechts één voorschrijven voor altijd. Ik zal u een recept voorschrijven."
67 Nu, luister broeders. Weet u wat? Als het recept juist werd opgeschreven, brengt u het dan nooit naar een van deze kwakzalver apotheken die er een beetje bijdoen, of er een beetje aan toevoegen, of ervan wegnemen. Als u er iets anders in doet en die formule vermengt, zal het uw patiënt doden. En als u er teveel van het tegengif uithaalt, of er teveel tegengif indoet, zal het geen greintje goeddoen. Dus laat het gewoon op de manier waarop het is geschreven. Hij zei...
Welk soort recept? Hij zei: "Bekeert u, een ieder van u, wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van zonden en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want dit recept is voor uw kinderen, en uw kindskinderen, en voor hen die verre zijn, zelfs zo velen als de Here onze God ertoe roepen zal." [De samenkomst juicht – Vert]
De inenting... O broeder, bekeer u, en kom in orde met God. Neem weg al de dingen... God beloofde dat Hij u de Heilige Geest zou geven. Dat is het recept.
68 "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen. Zij zullen met nieuwe tongen spreken. Als zij slangen opnemen of dodelijke dingen drinken, zal het hun geen kwaad doen. Want zij zijn ingeënt...?... zij zullen handen op de zieken leggen en zij zullen herstellen." Halleluja! Predik het op de wijze dat het is. Is daar geen balsem in Gilead? Of is hier geen inenting? Er is genoeg inentingsstof. Halleluja! Glorie! Whew! Ja, balsem... balsem in Gilead. Inge ënt... Kan in het aangezicht van de dood blijven staan. Stonden vlak voor... [De samenkomst juicht voortdurend – Vert]
69 Eens bouwden zij in Rome een schavot om Paulus zijn hoofd af te hakken. Ik stond op dezelfde plaats. Paulus zei: "O dood, waar is je angel? Graf, waar is jouw overwinning? Ik ben ingeënt. Hoe zal je mij gaan vasthouden? Hoe zal jij mij gaan beschuldigen? Maar dank aan God, Die de balsems van Gilead zond en mijn hart heeft inge ënt met de doop van de Heilige Geest. Er bestaan geen toekomst, dood, of organisaties, of iets dat ons ooit kan scheiden van de liefde van God die in Christus Jezus is." Halleluja! Zolang als wij in God zijn, zijn wij inge ënt tegen de wereld.
70 Organisaties, grenzen, u zult er precies overheen springen en de andere broeder omhelzen, als u de inenting hebt gekregen. Amen. O, ik voel me goed. O, wij waren gewoon een klein lied te zingen:
Ik zal wegvliegen, o glorie, ik zal wegvliegen.
Op een of andere heldere morgen, als dit leven voorbij is, zal ik wegvliegen.
Ik ben zo blij om ingeënt te zijn. O, hoe dat de Zoon van God Zijn eigen leven nam en het in mijn leven injecteerde, het in uw leven injecteerde, en dan komt Hij neer en stimuleert het met Zijn tegenwoordigheid. O my.
71 U weet dat u, gewoonlijk als u een serum neemt, dat u zo nu en dan... U bent ingeënt, maar u hebt een oppepper nodig. En wat deze stad vandaag in de Pinkstergemeente nodig heeft, is een oppepper! Halleluja! Pep het niet op door te zeggen: "We zullen een paar organisaties meer maken." Dat zal uw recept ru ïneren. Ga meteen terug en neem een oppepper van dezelfde zaak die als eerste binnenkwam, dezelfde doop door dezelfde ervaring en dezelfde Heilige Geest. Amen! Amen! Glorie voor eeuwig en eeuwig, glorie en kracht in de opstanding van Jezus Christus.
Toen zei Hij: "De dingen die Ik doe, zult gij ook doen, omdat u bent ingeënt." Amen. Inge ënt met opstandingskracht... O, wat een voorsmaak van Goddelijke glorie. Amen. Ik weet dat u denkt dat ik luidruchtig ben, maar my, het is gewoon op de manier dat ik veronderstel dat u ook luidruchtig zou moeten worden. Inge ënt, gebrandmerkt; ik ben zo blij dat ik weet waartoe ik behoor: in het huis van God. Bent u niet blij, Christenen? O, Hij is hier. O, zonder een schaduw van twijfel. Laten wij onze hoofden buigen en Hem aanbidden.
72 Here Jezus, o God, Uw Geest is zo rijk en... "Hoe rijk en zuiver, het zal voor eeuwig duren, het lied van heiligen en engelen." De liefde van God die reikt over de... die gaat naar de diepte, die reikt naar de gevallenen, de liefde van God die wordt uitgestort in onze harten door de Heilige Geest. Here, wij hebben balsem. Wij hebben inentingen. Wij hebben hier geneesheren die het recept kunnen lezen. God, U bent hier als een Apotheker om het klaar te maken en de inenting te geven. Ik bid, God, dat U het vanavond aan elk hart zult toestaan dat onverschillig is naar Christus toe. Sta het toe. Laat Uw grote Geest nu naar voren komen en Zijn kracht tonen. Sta het toe.
Als ik mij over deze zakdoeken buig, schorten, doekjes, moge de Heilige Geest Die deze vreugde brengt van de fonteinen des levens in deze gemeente, o God, mag het door elk van deze doekjes heengaan. Dat in de Naam van Jezus Christus een ieder gezegend en de mensen genezen mogen worden. Ik draag ze nu aan U op, Here, met het gehoor, in de Naam van Jezus Christus, de Zoon van God. Amen en amen.
73 O my. Wat ben ik blij. O, ik ben zo blij, ik ben zo blij. Hum. Toen ik gewoon was te... Toen ik een jachtopziener was, liep ik langs... Er was daar een kleine oude bron. Het was de gelukkigste bron die ik ooit heb gezien. Hij zou gewoon al de tijd borrelen, borrelen, borrelen; 's zomers, 's winters. Op een dag zat ik naast die kleine oude bron en ik zei: "Waarover ben jij zo blij?" Natuurlijk kon hij mij geen antwoord geven. En ik dacht: "Nu, als hij mij kon antwoorden, wat zou hij dan zeggen?" Ik zei: "Ben je zo blij omdat de herten van je drinken?"
"Nee."
Ik zei: "Waarom borrel je dan zo? Omdat de beren van je drinken?"
"Nee."
"Borrel je omdat ik van je kom drinken?"
"Nee."
Ik zei: "Wat maakt dat je heel de tijd borrelt?"
Als hij kon spreken, zou hij zeggen: "Broeder Branham, ik ben het niet die borrelt. Het is iets achter mij dat mij doet opborrelen, mij duwt."
74 En dat is de wijze waarop het is met een wederom geboren zoon van God die is ingeënt met de kracht van de opgestane Jezus Christus. "Ik ben het niet die de werken doe," zei Jezus, "het is de Vader Die in Mij woont. Hij is Degene Die de werken doet." Het is niet gewoon... Als er hier iemand is die dat niet begrijpt: het zijn deze mensen niet die opborrelen; het is iets binnenin hen dat het bij hen doet opborrelen (dat is juist), stromen, geisers springen omhoog. Hij vertelde de vrouw bij de bron dat het water een fontein zou zijn die opspringt tot in het eeuwige leven.
75 O, geen wonder dat de dichter zei: "Het is onbeschrijfelijke vreugde en vol van glorie." Amen. Whew! O, ik voel mij twee keer zo groot. Jazeker, ik ben nu thuis. Ik ben blij. Ik ben blij dat wij eruit gekomen zijn. Bent u niet gelukkig? O my, wat zou God nu precies kunnen doen met deze kleine groep? Wat kan Hij doen als Hij ooit één persoon in Zijn greep kan krijgen zodat Hij een houvast op die ene persoon kan krijgen? Hij kan... Hij kan door die ene persoon maken dat er tienduizend op de vlucht slaan. Met één persoon met waarachtig geloof kan Hij maken dat tienduizend duivels zo hard als zij maar kunnen er vandoor gaan. Jazeker. Amen. Ik ben zo blij, u niet?
76 Wij zongen vroeger een kort lied toen ik voor het eerst onder Pinkstermensen kwam. Zij zouden zeggen: "Ik ben zo blij dat Jezus mij vrijzette." Zeker. U zat allen vastgebonden. Hij gaf u de inenting. Dat deed het. Dat is alles wat nodig was. Amen.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad.
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.
O, doet dat u niet iets?
... Ik heb Hem lief (denk daar gewoon aan),
Omdat Hij mij eerst liefhad. (En wat deed Hij? Gaf ons een injectie.)
En kocht... (kocht de toxine) mijn redding
Op Golgotha's kruis.
77 O, wat ben ik gelukkig! Wat ben ik blij dat ik dit ooit gevonden heb. Wat ben ik blij dat ik ooit te weten kwam, ooit tot een plaats kwam waar ik kon beseffen dat ik niets was. En op een dag raapte Hij mij op, kuste mij, al mijn tranen weg, en zei: "Je bent nu van Mij."
O, dat brak mijn hart gewoon, en ik zei: "Here, laat mij wandelen met de Here in het licht van Zijn Woord. Laat mij dag en nacht onder de zalving van de Geest blijven." Zo jammer dat we dit moeten verlaten, is het niet? Het is gewoon wonderbaar.
Onthoud, vrienden, dat ik van u houd. De nacht zal nooit te donker worden en de regen zal nooit te hard vallen of ik zal alles voor u doen wat ik kan. Onthoud gewoon dat ik uw broeder ben. Ik heb u lief met heel mijn hart.
78 Zijn er enige gebedskaarten uitgegeven? Heeft iemand een gebedskaart? O, ik vergat het. Wel, dan is het niet nodig om er een te roepen. Goed, we hoeven dat niet te doen. God zal hoe dan ook genezen. Gelooft u de inenting? Gelooft u dat Jezus door Zijn bloedstorting een weg heeft gemaakt zodat Hij Zijn serum in een gelovige kan doen, en dat voor de volgende gelovige, met datzelfde serum in hem, hetzelfde zal worden gedaan? Het zal... O, Hij is wonderbaar, is Hij dat niet? "De werken die Ik doe, zult gij ook doen."
79 Goed, u mensen daarginds, als God nu wil betuigen... Hoe velen zijn ziek? Laat ons uw handen zien die hulp van God willen, steek even uw handen op. Goed. O, is Hij geen onbeschrijfelijke vreugde en vol van glorie?
Laten we nu even gedurende een paar minuten zo eerbiedig mogelijk zijn en nu alleen op Hem zien. Bespeurt u niet gewoon stromen van zegeningen? "Wij zullen stromen van zegen krijgen, zend ze op ons, o Heer. Sta ons nu de verfrissing toe." Houdt u daar niet van, die verfrissing, dat leven?
80 Broeder, zuster, ik wil u iets vertellen. Ik wil dat u mij gelooft als ik in de Naam van de Here spreek en ZO SPREEKT DE HERE zeg. Er is slechts één ding dat u kan genezen en dat is God. En de enige weg waardoor u tot Hem kunt komen, is door geloof. Is dat waar?
Nu, we weten dat wij in het opleggen van handen geloven. Gelooft u dat niet? Maar als u mij wilt verdragen... U heeft zich altijd afgevraagd...
Mensen zeggen: "Broeder Branham, Oral Roberts bidt er voor vijfhonderd terwijl u er voor vijf bidt." Ik weet het. Dat is waar. Oral Roberts bidt voor hen op de manier waarop God hem vertelde om het te doen; ik bid op de manier waarop God mij vertelt om het te doen. Zie? Dus hij... hij, God... hij gehoorzaamt God, en ik doe het ook. Maar ziet u, Oral Roberts en deze broeders hier leggen handen op; maar, als u mij een ogenblik wilt verdragen, dat is een Joodse gewoonte. Het was niet zo bij de heidenen.
81 Kijk naar de priester. Hij zei: "Kom, leg Uw handen op mijn dochter en zij zal opstaan; zij zal in orde zijn als U wilt komen om Uw handen op haar te leggen." Dat is Joods, handen opleggen.
Maar toen Hij tot de Romeinse hoofdman kwam, zei hij: "Ik ben niet waardig dat U onder mijn dak komt. Spreek slechts het Woord." Wat herkende hij? Dat Jezus kracht had over al de ziekten. Hij zei: "Ik ben... ik ben een centurio." Dat zijn honderd mannen. Een century betekent honderd mannen. "Ik zeg tot deze: 'Ga en doe dit', en hij doet het. Ik zeg tot deze: 'Kom', en hij komt. Ik ben over hem gesteld, daarom moet hij wel." Wat bedoelde hij daarmee? "Ik weet dat U boven elke ziekte, elke kwaal staat. Slechts het Woord spreken is alles wat U hoeft te doen."
82 Wat zei Jezus? Hij keerde Zich om en zei: "Ik heb nog nooit zo'n geloof in Israël gezien." Nu, wij willen het op hogere grond hebben, is het niet? Genezing werd reeds op Golgotha gedaan. Als God nu vanavond uit dit gehoor tenminste twee of drie mensen wil brengen waarover ik niets weet, en zal aantonen dat hetgeen wat ik tot u gepredikt heb de waarheid is, als Hij zal bewijzen dat ik u de waarheid heb verteld...
Nu, sluit uzelf gewoon voor een ogenblik in. Zegt u dit: "Here Jezus, de man kent mij niet." Er zitten daar ongeveer twee of drie mensen die ik ken. Ik ken broeder en zuster Evans die hier zitten, en dit zijn hun twee dochters die precies hier zitten. En dan broeder Sothmann, broeder Fred Sothmann daar, is een van de beheerders van mijn gemeente in Jeffersonville. En ik denk broeder... Dat is hij en zijn vrouw, en broeder en zuster Simpson zitten precies naast hen. Zij zitten precies daar een stukje verderop. Nu, ik wil voor een ogenblik naar het gehoor kijken. Ik wil dat u met heel uw hart gelooft.
O, u weet niet hoe dat... Precies op dat moment voelde ik dat het mij trof. Kijk, ik weet dat het gaat gebeuren. Dat is alles. God heeft het beloofd. Zijn beloften zijn waar. Zult u het geloven? Geloof mij als Zijn dienstknecht. Het is wonderbaar.
83 Zoals ik u gisteren vertelde over India waar ik was, weet u, waar deze duizenden waren, precies op die manier was het. Je houdt het precies in je hand. God heeft het helemaal overgegeven. Ik neem elke geest hier onder mijn eigen controle voor de glorie van God. O, wat zou er nu kunnen gebeuren!
Kijk, wij verheugen ons. Dat is de vreugde van God. Dat is de vreugde van onze redding. Is dat juist? U ziet dat David nooit zijn verlossing verloor. Hij zei: "Herstel de vreugde van mijn verlossing." Hij had zijn verlossing, maar hij verloor zijn vreugde. Wel, wij hebben meer dan genoeg vreugde. Wij weten dat. Wij hebben vreugde, onuitsprekelijke vreugde en vol van heerlijkheid. Wij hebben het.
84 Maar nu is het zo dat de kracht van God groter is dan vreugde. Kracht komt door vast geloof. Wij kunnen een hoop vreugde hebben, maar misschien hebben wij helemaal geen kracht daarin om te genezen. Maar als we het hebben, de kracht van God hebben, dan hebben wij het geloof van God dat omhoog beweegt, houvast op God neemt, weet hoe Hem aan te raken.
Nu, wees slechts in gebed. Ik let voor u op. Als Hij mij zal aanraken, dan zal ik het weten.
Is hier iemand die nog nooit in een van de samenkomsten is geweest? Laat uw handen zien, die nooit tevoren in een van de samenkomsten waren? Eén man, twee mannen, drie mannen, vier, vijf. Dat is goed. Zes, zes mensen die er nooit tevoren bij waren. Ik wil u dan iets vertellen, broeders. Hoe herkende Jezus... Hoe herkende de wereld dat Jezus de Messias was? Omdat Hij hun kon vertellen wie zij waren, of wat zij waren, of... Toen Simon Petrus daar kwam, gewoon een oude visser, zei Hij: "Gij zijt Simon. U bent de zoon van Jonas." Petrus geloofde Hem. Toen Hij kwam tot... Wel, we zijn pas de hele Bijbel doorgegaan. Gisteravond namen we Zache üs hoog in de boom. Toen blinde Bar-Time üs Hem aanraakte, keerde Hij Zich om en vertelde het hem. Aan de vrouw bij de bron vertelde Hij wat haar moeite was, en zij zei: "Kom, zie een Man die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb. Is dit niet de ware Messias?"
85 Hij deed het nooit bij iemand van de heidenen. Het ging alleen naar de Joden en Samaritanen omdat zij uitzagen naar een Messias. Nu, zij zijn lang... Tweeduizend jaar wandelden wij in duisternis. Maar nu, de heidenen hebben hun dagen van oefening gehad, en nu wordt men in de kerken geselecteerd. Het is aan het einde gekomen, net zoals het hun einde was, vierduizend jaar en dan hun einde, en nu is het tweeduizend jaar, want Hij neemt slechts een volk, geen natie, slechts een volk uit de heidenen omwille van Zijn Naam. Zij zullen Zijn Naam dragen. Zie? Omwille van Zijn Naam neemt Hij een volk uit de heidenen. Maar Israël wordt behandeld als een natie.
86 Maar Hij is dezelfde Christus, en Hij beloofde dat Hij datgene wat Hij in de dagen van Lot deed, opnieuw zal doen. Hoe velen zouden willen geloven dat de Engel van God, Degene Die Lot ontmoette... Abraham ontmoette... Hij ging nooit naar Lot toe. Hij bleef bij Abraham. U... Heeft u niet vele keren dit verhaal gelezen?
Nu, er waren er twee die daarginds naar Lot gingen, en Eén van hen... Zij gingen weg, maar Deze ging daar nooit heen. En dat was Degene Die de Here God was, Elohim. En Hij had Zijn rug naar de tent gekeerd. Eerst keek hij naar Abraham en vroeg Abraham waar zijn vrouw Sara was.
Zei: "Zij is in de tent achter U."
Hij zei: "Ik zal u overeenkomstig leven, de tijd des levens (weer de achtentwintig dagen) bezoeken." Zij was toen honderd jaar oud... toen precies negentig. Zij was negentig, Abraham was honderd. En Hij zei... En zij lachte. Hij zei: "Waarom lachte zij?" Nu, Hij zei dat dit opnieuw zou gebeuren.
87 Ik zal het op allebei de manieren doen, zien of het dezelfde God is. Nu, moge de God des hemels... En kijk, met deze Bijbel... Laat mij dit zeggen, Christenen, met deze Bijbel over mijn hart. Er gaat een beetje ongeloof rond, iemand kwam gisteravond binnen en zat daar aan de rand van het podium, beschadigde de samenkomst. God zal daarvoor zorgdragen. Dacht dat ik het niet wist. Denkt u dat nooit, broeder. Laat mij dit zeggen met de Bijbel over mijn hart: ik doe dit niet voor een show. Ik doe dit om te vervullen waarvan Jezus zei dat dit plaats zou vinden. Toen Hij kwam, hoefde Hij niet te genezen. Hij deed het zodat het zou mogen worden vervuld. Is dat waar? Dit hoeft niet... Hij hoeft dit niet te doen, maar opdat het zou mogen worden vervuld. Hij beloofde het. Het is Zijn Woord. Hij staat het dus toe ter vervulling van Zijn Woord.
88 Kan God hartproblemen genezen? Hij deed het toen, nietwaar? Het is nu allemaal over. Ik heb de vrouw nog nooit in mijn leven gezien, maar zij is nu genezen. Nu, vervult dat Zijn Woord? Wel, u zegt: "Broeder Branham, wat vervult het?" Hij is een Hogepriester Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Is dat juist?
"Wel, ik dacht dat u zei dat Hij El, Elah, Elohim was." Dat is juist. Wel, u zegt: "Hij had Zijn rug toegekeerd en Hij ontdekte wat Sara deed." Correct.
Nu zegt u: "Bent u Hem?"
Nee, zeker niet.
Dat is Hij door heel dit gebouw. Zie? Dat is Hij in u, Hij in mij, maar Hij moet door iemand heen werken. Er is niemand van ons waardig. Wij konden niet waardig zijn; wij zijn zondaars, maar Hij koos ons. Ik geloof dat wij waren... dat gaven en roepingen onberouwelijk zijn. Ik geloof dat God ons koos voor de grondlegging der wereld, Zijn gemeente. Gelooft u dat? Zo staat het in de Bijbel. Dat is waar. De antichrist zou allen op aarde misleiden wier namen niet geschreven zijn in het levensboek van het Lam vanaf de grondlegging der wereld.
89 Laat iemand hier in de zaal bidden, bid en zie. Onze broeders, het komt ook van u vandaan hier achter mij. Nu, bidt u met mij mee, broeders. We zullen zien waar diezelfde Engel is. Nu, neem gewoon de tijd. Wees eerbiedig. We zullen gewoon de tijd nemen. Hebben genoeg tijd. Wees alleen niet gehaast. Duw niet. Zit gewoon stil, zeg: "Here God, die man heeft zijn rug naar mij toegekeerd, en ik weet dat hij gewoon een man is, dus als hij... hij mij niet kent, moet U het zijn Die het hem vertelt. Dat is alles wat ermee is, omdat ik alleen maar een vreemdeling ben die hier in deze samenkomst zit."
90 Ja, er is nu precies een vrouw hier die voor mij verschijnt. Ik kijk precies naar haar. Ik wil dat u, broeders, hierheen kijkt. Kunt u het niet zien? Kijk hier, precies aan de rand van dit doekje hier (Zie?), het is rood. Zie? Kijk hier. Ziet u dat Licht? Nu, daar is een vrouw die precies achter mij zit. Zij is erg van streek. Ze heeft gewrichtsontsteking, en ze heeft hoge bloeddruk; zij wordt lastig gevallen door een allergie, en wel, zij heeft veel complicaties. Als zij het nu maar niet mist als ik mij omkeer. Haar naam is mejuffrouw Kahn. Sta op, mejuffrouw Kahn, ontvang uw genezing. Nu, gelooft u? Heb dan geloof in God.
"Abraham, waar is uw vrouw, Sara?"
"In de tent achter U." Ziet u wat ik bedoel?
Wat met enige anderen van u? Kan het bij u gebeuren? Het kan, als u het zult geloven. Hier, ziet u deze kleine vrouw die hier zit? Ziet u dat Licht vlak boven haar? Kijk hier. Zij keek toen naar mij op; zij bidt. Zij bidt niet voor zichzelf; het is voor een zoon. Dat was waarvoor u vroeg, uw zoon, is het niet, dame? Gelooft u dat God mij kan vertellen wat zijn moeite is? Wilt u de genezing voor hem aanvaarden? Maagkwaal. Dat is waar. Geloof het slechts; dat is alles.
91 Wat met iemand daar in deze afdeling? Wat gelooft u allen daarginds? Gelooft u met heel uw hart? Heb geloof. Geloof slechts. Hoe velen hier zijn ziek en hebben geen gebedskaart? Het begint nu wat zachter in u te worden. Zie? U wilt gebed, maar u heeft geen gebedskaart gekregen. Wel, niemand heeft hier een gebedskaart, dat is zo. Ik geloof dat zij zeiden dat er hier ergens één gebedskaart was, misschien van een samenkomst of zoiets. Als... Laat iedereen nu geloof hebben en vertrouwen...?... "Indien gij kunt geloven..."
Precies hier, kijk hier, u hier in de voorste rij. Gelooft u dat God die hernia wil genezen? Gelooft u het met heel uw hart? U kunt hebben waarvoor u gevraagd hebt.
Wat met u, meneer, hier met uw hoofd gebogen? Ging over de vrouw heen, kwam regelrecht vandaar naar de man toe. U bent ook behoeftig, is het niet? Gelooft u dat Christus u gezond kan maken? U heeft problemen met uw ogen, met uw oren. U komt van Houston, Texas. Meneer West, ga terug en vertel hun in Houston dat Christus de zieken geneest.
92 Gelooft u nu met heel uw hart? U had een zenuwinzinking, is het niet, dame? U bent van Corpus Christi daar, geloof met heel uw hart. God is een Genezer van alle aanvechtingen. Gelooft u met heel uw hart?
U deed uw hand een poosje geleden omhoog, meneer, met die leveraandoening en dat maagprobleem. Meneer Rainwater, uit Louisiana. Het is de eerste keer dat u ooit in een samenkomst was, ik dacht dat u uw hand opstak. Hoe denkt u over Hem? Is Hij geen wonderbare Genezer? Ga terug en vertel hun daar nu wat Hij voor u kan doen. Het is nu allemaal voorbij.
Die daar helemaal achteraan zit, die kleine jongen, heeft een geestelijke blokkade, is het niet? Het werd veroorzaakt door... Een dokter deed iets bij hem. Teveel verdoving, en dat gaf hem een geestelijke blokkade. Als ik u vertel wie u bent, wilt u dan voor mij uw hand op die jongen leggen? Mevrouw Howell, dat is juist, leg uw hand op de jongen. Ik veroordeel de duivel. Satan, kom uit van hem! In de Naam van Jezus Christus vraag ik voor zijn genezing.
93 Gelooft u? Gelooft iedereen? Is God hier? Is dit de inenting? Is dit dezelfde Heilige Geest, dezelfde Here Jezus, Degene Die beloofd was? Hoe velen van u zijn gelovigen? Steek uw handen op. Halleluja. Leg dan uw handen op elkaar en doe precies wat ik u nu vertel. Nu, wees echt stil, leg uw handen op elkaar. Ik heb nu iets, als u dit even in uw gedachten wilt houden. Goed. Nu, ik zal het gebed uitspreken. Zeker weet ik wat ervoor nodig is om uw vijand nu te verslaan. Ik ga woorden in uw mond leggen, en u herhaalt ze vanuit uw hart. U bidt ze. Ik zal ze gaan zeggen. [De samenkomst herhaalt wat broeder Branham bidt – Vert]
94 "Here God, Schepper van hemel en aarde, Auteur van eeuwig leven, Gever van elke goede gave, vergeef mijn zonde van ongeloof, en geef mij, van Uw genade. Ik geloof in U. Ik aanvaard U, als mijn Redder, mijn enige redding. Ik heb Uw kracht, voor mijn gezondheid nodig. Ik kan niet zonder U, verdergaan. Ik aanvaard U nu, als mijn Genezer. Ik verwerp de duivel, en al zijn werken. Vanaf deze tijd, zal ik positief denken. Ik zal elke belofte geloven. De Schrift die zegt: 'Door Zijn striemen, ben ik genezen', aanvaard ik nu. Ik geloof het. Het is van mij. Ik dank U, Here. Ik zal voortdurend, over mijn genezing getuigen, totdat ik volkomen gezond ben." Nu, nu, blijf stil; houd uw handen nog op elkaar.
Nu bidt u. Sluit uzelf in met God. U gaat nu zien dat er iets gebeurt. Goed broeders, predikers, iedereen, bent u gereed? Nu, als God hier mijn gebed zal verhoren, verhoort Hij het overal. Nu, u heeft gebeden. U heeft uw belijdenis gedaan, net zoals u als een Christen zou komen. U bent nu gereed... Als u een zondaar was, bent u klaar voor de doop. Nu, daar u een Christen bent, heeft u uw belijdenis gedaan, en nu bent u klaar voor genezing. Nu, wat is daarvoor nodig?
95 God is klaar om het u nu te geven. Er hangt alleen één ding boven u, en dat is een kleine zwakke schaduw van twijfel. Als wij daar nu doorheen kunnen breken... Net zoals een groot vliegtuig; zij vertellen mij dat deze grote straalvliegtuigen worstelen en schudden, en worstelen en schudden totdat zij door de geluidsbarri ère zijn gegaan; maar nadat zij zijn doorgestoten door die geluidsbarri ère, dan zijn ze vrij. Nu, als u zichzelf slechts kunt opheffen tot boven die kleine twijfelbarri ère daar, o broeder, wat zal er dan kunnen gebeuren? U zult vrijuit gaan. U zult genezen zijn.
Nu wil ik dat u heel eerbiedig bent. Houd uw handen op elkaar en blijf nu met Christus ingesloten, alsof er niemand om u heen is dan Hij; en stelt u zich nu gewoon in uw hart voor dat u Hem naar u toe ziet komen, en precies voor u blijft staan. Nu, open uw hart en laat Hem binnen, terwijl ik bid en deze kleine schaduw van donkerheid over u verdrijf. En als het doorbreekt, bent u door de geluidsbarrière heen, sta dan op en geef Hem lof. Elke keer dat u voelt dat uw ziel door dat ongeloof heengaat, bent u vrij in Christus.
96 Hemelse Vader, U dankend voor alles wat U hebt gedaan, voor de vele genezingen, voor de grote kracht van God, voor de velen die gered zijn, voor de gemeenschap met de predikers, en boven alle dingen, de gemeenschap van de Heilige Geest. U heeft ons nog geen een keer in de steek gelaten, maar hebt ons elke keer de waarheid verteld, Uw Woord bevestigd met tekenen en wonderen die volgden.
En nu, Vader, deze kleine groep heeft zich vanavond veel moeite gegeven over deze glibberige wegen en door de regens om hier te komen om Jezus te zien. Wij hebben U gezien; wij hebben U gevoeld; wij weten dat U hier bent. Wij hebben Uw woorden in ons hart gesloten. Zij hebben beleden; zij hebben openlijk, publiekelijk beleden dat zij geloven en U aanvaard hebben als hun Geneesheer. Nu, hun zielen worstelen, Here, om daar door die kleine barrière te gaan, dat kleine ding daarginds dat hen schudt: "Ik vraag me af of ik het zou kunnen zijn? Vraag me af of ik het zal kwijtraken?" O God, moge de kracht van Jezus Christus hen nu doen opstijgen, precies nu, die barri ère wegbreken.
97 Satan, ga weg! Je hebt de strijd verloren. Laat de gemeente erdoor komen. In de Naam van Jezus Christus. Satan, maak dat je hier wegkomt; ik werp je uit!
In de Naam van Jezus Christus, sta op uw voeten en eis uw genezing op. Eis uw genezing op en al de...?... Ik vertrouw u toe aan de Here Jezus Christus, in Zijn dierbare Naam. Ik verklaar dat u genezen bent, ieder van u. Sta op en aanvaard uw genezing nu, in de Naam van Jezus Christus. [De samenkomst juicht en aanbidt – Vert]