Jehova-Jireh
Door William Marrion Branham1 Dank u. [Een broeder bedankt broeder Branham namens alle aanwezigen voor zijn komst en bediening en spreekt de wens uit dat hij binnen een jaar weer terugkomt – Vert] Dank u. Dank u, broeder. Dank u, broeder Slater. De Here zegene u. U mag gaan zitten.
Hoe zou u zo'n verwelkoming kunnen verwerpen? Ik dank u zeker heel hartelijk voor die fijne verwelkoming, broeder Slater. En ik weet dat u spreekt namens de harten van de rest van de broeders, toen u dat zei, de vereniging, en allen die betrokken zijn, en betreffende het gehoor. Dank u zeer.
2 Weet u, je kunt je altijd meer welkom voelen als iemand iets tegen je zegt. Iemand zei eens... Ik had gepredikt en ik liep naar buiten. Iemand zei: "Broeder Branham, dat was echt goed."
Er liep een ander prediker met me mee, die zei: "Ik ben blij dat mensen mij niet ophemelen." Hij zei: "Ik wil niet dat ze mij ophemelen."
Ik zei: "Wel," zei ik, "ik wel." Ik zei: "Ik..." Ik zei: "Ik... ik houd ervan."
En hij zei: "Wel, ik wil beslist niet dat ze zeggen..."
Ik zei: "Er is maar één verschil tussen u en mij. Ik vertel de waarheid en u niet." [De samenkomst lacht – Vert] Dat is alles. Zeker.
3 Papa kon mij vroeger twee keer zo hard laten werken als dat ik het anders zou hebben gedaan, omdat hij mij vertelde dat ik goed werkte. Want wij houden er allemaal van. Wij willen graag dat het ons verteld wordt, en vervolgens waardeer ik zeker goede vriendelijke kritiek, wanneer iemand zegt: "Nu, u maakte een fout daar. U deed iets." Dan weet ik dat ik zal proberen om dat recht te trekken. Zie? Ik waardeer altijd kritiek (u niet?), wanneer het terecht is. Kijk, als u... als u iets verkeerds doet en u wilt het niet op die manier doen... Ik...
Iemand zei: "Wel, ik zou het u verteld hebben, maar ik... ik... ik..." Wel, zeker. Als u mijn broeder bent, behoort u het mij te zeggen. Ik wil het weten.
4 Wil iemand met mij meegaan naar Indiana? Ik belde mijn vrouw net enkele minuten geleden op, en er ligt 25 centimeter sneeuw. Alles is bevroren. Alle wegen zijn gesloten; de bruggen zijn gesloten. Maar u bent zeker welkom om met mij mee te gaan. Het zal binnen enkele dagen gaan smelten. Het is te laat in het seizoen om erg lang te blijven liggen.
We vertrekken dus vanmiddag direct na de dienst, en proberen net op tijd thuis te komen om de ene deur in en de andere uit te lopen, bijna, om een paar dagen te kunnen blijven. Dan gaan we naar Virginia, weer ongeveer vijftienhonderd kilometer van huis; daar aan de zeekust met een grote marinebasis, of een zeemachtbasis, enzovoort. We gaan daar naartoe om hun het Evangelie te brengen, om samen met die groep predikers ons sleepnet uit te werpen om te zien of we ergens enige zielen kunnen vangen.
5 En dan vandaar komen we weer terug naar Ohio. Dan vandaar naar Bloomington, Illinois, dan Chicago in de Lane Tech High School waar we gewoonlijk vergaderen, een mooi groot auditorium met ongeveer vier- of vijfduizend zitplaatsen, en we kunnen... Dat is met het sponsorschap van de Christelijke Zakenlieden van de Chicago afdeling. Dat zal de laatste week in april zijn. Dan in mei ben ik in Brits Columbia, en hogerop in Dawson Creek, en Grande Prairie, Fort Saint John, en zo door. U weet hoe het gaat.
Daarom wil ik u één ding vragen. Ik wil dat u mij een gunst bewijst. Wilt u dat doen? Wanneer u bidt, gedenk mij dan even. Wilt u dat doen? Wanneer ik overzee ben en de toverdokters daar staan en demonische krachten aan elke kant, dan kan ik eraan denken dat ik enkele echte vrienden hier heb die voor mij bidden. Dat zal mij de dapperheid geven om naar voren te stappen, wetend dat u mij omhoog houdt in gebed. Ik waardeer dat.
6 Ik wil mijn dankbaarheid uitdrukken aan deze vergadering en al deze sponsorende predikers. Ik had gisterochtend een ontbijt met hen, ik vertelde het u. En ik geloof dat er sindsdien nog een paar aan zijn toegevoegd. Dus ik waardeer zeker uw fijne samenwerking. De verschillende denominaties die binnenkomen, die er doorheen breken omdat we gewoon broeders zijn, en dat is hoe het moet zijn. Ik vertrouw erop dat dat nooit, nooit die plaats zal verlaten, maar altijd zo zal blijven. Wij zijn broeders.
En door zo te doen, denk ik dat mij door God een van de fijnste kleine opwekkingen werd gegeven die ik precies hier in jaren heb meegemaakt. Ik heb nog nooit mensen meer zien hongeren naar God dan precies hier. Ik heb het nergens méér gezien in de Verenigde Staten dan precies hier in deze vallei.
7 Ik ga naar zakelijke plaatsen. Een klein Katholiek meisje maakte mijn bed op in het motel waar ik logeerde, en ze zei dat zij naast enkele Pinkstermensen woonde. Ze zei: "Bent u een Pinkstergelovige?"
Ik zei: "Ja."
Ze zei: "Ik ben Katholiek."
Ik zei: "Ik ook."
En ze zei: "Hoe kunt u tegelijkertijd een Katholiek en een Pinkstergelovige zijn?"
Ik zei: "Wel, kijk. Zegt niet de Katholieke Bijbel... Zegt u niet, zegt u, Katholieke mensen, niet dat de Bijbel de geschiedenis is van de vroege Katholieke kerk?"
Zei: "Jawel."
"Jezus Christus vestigde de Katholieke kerk?"
"Ja, meneer."
"En de discipelen waren allen Katholieken?"
"Uh-huh."
"En zij hebben de Bijbel geschreven?"
"Uh-huh."
8 Ik zei: "Dan ben ik een ouderwetse Katholiek. Ik geloof wat de Bijbel zegt." Zie? Als dat is wat de vroege Katholieke kerk onderwees, dan ben ik een Katholiek (zie?), niet deze nieuwe soort van Katholiek, maar de ouderwetse Katholiek (zie?), de soort die Jezus vestigde.
En tussen haakjes het woord katholiek betekent 'universeel' hoe dan ook. Dus, het is maar... Want ik geloof in de universele religie die Jezus Christus vestigde op de Pinksterdag. Dus ik ben een Pinkster-Katholiek. Ooit eerder een gezien? En dat is dus heel fijn.
We willen ieder van u mensen bedanken voor het betalen van de rekeningen. Ik veronderstel dat alles werd betaald? Hebben ze een liefde-offer voor mij opgehaald? Alles is betaald. En namen ze een liefde-offer? Nu, als ze dat niet hebben gedaan, kunt u het liefde-offer rechtstreeks daarvoor gebruiken. Ziet u? [Broeder Branham richt zich tot de predikers achter hem – Vert] Het is allemaal betaald.
9 De broeders zeiden net... Ik weet nooit iets over de zakelijke kant ervan, de anderen zorgen ervoor. Ik geef mezelf gewoon over aan gebed en het bestuderen van Gods Woord, om te zien waarheen Hij mij zal leiden en wat ik kan doen terwijl ik in de gemeenschap ben. En ze zeiden dus dat al de schulden waren betaald en dat ze een liefde-offer voor mij hadden opgehaald. Nu, u hoefde dat niet te doen. Zie? Zolang u de schulden hebt betaald, is dat alles wat nodig is.
Maar ik wil u verzekeren, mijn broeder, zuster, dat als dat deel van uw inkomen... Naar mijn beste vermogen, met al de kennis die God mij zal geven, zal het voor het Koninkrijk Gods gebruikt worden. Dat is juist. En moge God u belonen voor dit dappere standpunt dat u hebt ingenomen en hoe u hebt geholpen om deze bediening hier naar de vallei te brengen. Moge Hij u honderdvoudig zegenen.
Het staat in de Schrift: "Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt (dat zou ik zijn), zo hebt gij dat Mij gedaan", zei de Here Jezus. En daarom bid ik dat God u daar rijkelijk voor zal zegenen.
10 En nu, waar het voor... het zal gebruikt worden voor de overzeese zendingsreizen om naar de buitenlandse velden te gaan en tot de mensen te prediken die geen cent hebben. Daar prediken zendelingen het Evangelie die geen schoenen aanhebben, geen overhemd, terwijl zij het Evangelie prediken. En hoe kunt u verwachten dat zulke mensen een samenkomst sponsoren? Ze zouden het niet kunnen. Wie... Hoe zouden ze mij kunnen vragen om daarheen te komen en terug te gaan? Maar bedenk, uw geld dat u heb bijgedragen, zal voor dat doel gebruikt worden: om te helpen diegenen te redden waarvoor Jezus stierf.
En ik weet dat wanneer het in mijn handen geplaatst wordt, ik er dan vanaf dat moment de beheerder van ben. En God zal mij er verantwoording voor laten afleggen op de dag des oordeels, mij verantwoording vragen. Ik wil dus een goede beheerder zijn en alles doen wat ik kan.
11 En nu, en voor uw fijne gebed en medewerking... Iedere avond zit de zaal helemaal vol, en mensen worden weggestuurd, en wij waarderen dat. En als het de wil van de Here zal zijn, probeer ik alleen te gaan waar Hij mij heen leidt. Zie? Slechts waarheen ik mij geleid voel, ga ik. En dan wanneer ik dat doe, als ik dan een obstakel tegenkom, kan ik in de Naam van de Heer staan en zeggen: "Hier, Satan, je kunt beter opzijgaan, want dit is de wil van de Heer. Zie? Ik kom in de Naam van de Here Jezus en jij moet aan de kant gaan."
En als wij maar op die wijze op onze bediening letten, en alleen doen wat God u vertelt om te doen, ongeacht of het verkeerd of juist lijkt. Als God u leidt, blijf dan gewoon doorgaan. Zie? Het zal... Het eerste waaraan u moet denken is: "Is het de wil van God?" en dan aan uw motief en doel. Als uw doel juist is en uw motief juist is, zeg dan tot deze berg: "Opzij", en hij zal opzij gaan. Dat is juist. Als het de wil van God is, en uw doel juist is, en uw motief is juist, zal hij wel moeten.
12 U bent geduldig geweest, en wij danken u zeer vriendelijk. En nu willen we ook de beheerders van deze stichting bedanken, of hoe het hier ook wordt beheerd, dat ze ons lieten komen naar dit tentoonstellingsterrein hier om onze samenkomst hier te houden. Ik waardeer het. Ik waardeer deze fijne zaalwachter of deurwachter hier, zeer vriendelijk, maakt praatjes, wuift altijd, en echt sympathiek.
En alles, de muziek... Ik hoorde zuster Fife, Olivia Fife, haar zingen, van... ze kwam uit Los Angeles hierheen. Dat is heel fijn, zuster. Ik waardeer dat zeker. En al mijn vrienden vanuit verschillende delen van het land, Fresno, en Bakersfield en rondom, die zich hebben ingezet, wij danken u zeker met geheel ons hart.
En als ik iets heb weggelaten, wel, vergeef mij. Ik wil dat u weet dat wij echt alles waarderen wat er is gedaan, elke inspanning. En vragen u slechts om nu voor ons te bidden terwijl wij verdergaan.
13 En nu, ik zie hier enkele zakdoeken liggen waarover gebeden moet worden. Wel, dat zullen we zeker doen. En als u uw zakdoek hier niet neer kon leggen, schrijf mij gewoon in Jeffersonville, Indiana, Postbus 325. En nu, u zult het krijgen. En u zult een zakdoek terugkrijgen. (Dank u.) Wij hebben... U zult geen zakdoek ontvangen want ik kan het niet betalen om die op te sturen. Ze kosten ongeveer vijftien, twintig cent per stuk. En duizenden per maand, weet u, dan weet u waar je op uitkomt, dat kan ik niet betalen. Maar ik heb linten, en kleine dingen die de zuster voor mij in orde maakt, er stukjes vanaf knipt, en ze klaarmaakt.
Nu, u ontvangt slechts een standaardbrief van de secretaris. En hij zal het erbij insluiten, want het is een universeel gebed dat steeds geldig is, en er staat in u wat u moet doen, hoe u dit gebedsdoekje moet gebruiken. En als u er een wilt, maar u heeft hem nu niet nodig, vraag er een aan, ontvang er een, en leg hem in uw Bijbel bij Handelingen hoofdstuk 19. Daarin staat wat u ermee moet doen. En bewaar hem dan daar. Als de kleine ooit 's nachts ziek opstaat, of iemand raakt gewond, neem dat doekje en leg het op hen, en let op wat er gebeurt. Geloof alleen. Zie? En dat zal uw teken zijn.
14 Geen kosten, geen kosten voor iets. Vraag er slechts om en ontvang het. Dat is alles. Schrijf ons gewoon, naar... Als u het nummer niet kunt bedenken, 325, denk slechts aan drie dollar en vijfentwintig cent. En als u dat niet kunt bedenken, zet maar Jeffersonville, Indiana. Iedereen kent mij, tot de politie toe. [De samenkomst lacht – Vert] En zij zullen dus zeker zorgen dat ik het krijg. U hoeft het enkel op te sturen en wij zullen blij zijn om u te bedienen. Ja, ze komen naar mijn samenkomst, velen van hen. De rechter komt naar mijn samenkomst, en wij hebben gemeenschap met iedereen rondom.
En als er vragen zijn over de visioenen of iets anders, als u vragen heeft over enige dingen, u vraagt zich af waar het... Waarom komt u niet naar Jeffersonville toe en vraagt het aan een paar ambtenaren daar in de stad, om er achter te komen of deze visioenen er altijd zijn geweest. Kijk of ze ooit falen, of laat iemand naar de samenkomsten gaan om te kijken en te zien of ze ooit falen. Dat doen ze zeker niet.
15 Het gebeurt in restaurants, rijdend op de weg, waar het ook is... U ziet hier slechts de miniatuurkant van de zaak (zie?) in de rijen, want tenslotte bent u het die dat doet. Kijk, het is uw geloof dat dit in beweging brengt. Wanneer God het gebruikt, is het gewoonlijk een belangrijke zaak waarvan Hij het einde vanaf het begin vertelt.
Ik zat daarnet in de kamer te praten met mijn dierbare broeder Arganbright daar. Wij... En we spraken erover hoe dat gebeurt, hoe het plaatsvindt, hoe dat verteld kan worden voordat het zelfs geschiedt. "Hoe doet u...", zei hij, "ik begrijp het gewoon niet, snap niet hoe u hier kunt zitten en dingen kunt vertellen die morgen gaan gebeuren. Zie? Hoe het de volgende week gaat gebeuren, waar u een persoon gaat vinden, wat hij aan het doen is, wat er gaat gebeuren wanneer... En precies de vragen die hij u gaat stellen, en precies de toestanden waarin u ons zult vinden en..." Wel, het is de Heilige Geest. Hij beloofde het aan mij. Nu, Hij vertelt ons niet alle dingen. Hij vertelt ons slechts wat Hij wil dat wij weten.
16 Nu, als u zou zeggen: "Broeder Branham, wat zal Hij over mij gaan zeggen?" Ik weet het niet. "Wat gaat Hij zeggen... Vertelt Hij u alles en laat Hij u problemen omzeilen?" Nee, meneer. Ik ben er al zo vaak hals over kop ingetuimeld... Dat is juist.
Wat met... Wat als mijn moeder hier stervend zou liggen en zou zeggen: "Zoon, ik ben vaak hongerig van tafel gegaan opdat jij iets te eten kon hebben. Ik heb je aan mijn borst gezoogd toen je een kleine baby was. Zal ik gezond worden of niet?" Ik zou het niet weten. Ik zou het niet kunnen zeggen. Ik zou het gewoon aan onze hemelse Vader moeten vragen. Als Hij het mij vertelde, zou ik het aan mijn moeder kunnen vertellen. Zo niet, dan zou ik het haar niet kunnen vertellen, omdat ik het niet weet. Zie? Ik kan slechts...
17 Het is helemaal soeverein. Het is in Hem. De mens heeft er niets mee te maken. Dus daarom ben ik zo blij dat God het op die wijze heeft gemaakt. Dus, wij allen... dat plaatst ieder van ons... Hij zou tot u kunnen spreken en hetzelfde zeggen. Zie, het maakt niet uit. Dus er is niemand onder ons die groot is of geweldig. Wij zijn eenvoudig allemaal Gods kleine kinderen. Zie? Wij zijn allemaal Gods kinderen. En Hij handelt verschillend met ons, maar het is dezelfde hemelse Vader Die handelt.
Nu, vandaag zeiden we dat wij zouden bidden voor al die gebedskaarten die we hebben uitgegeven. En ik zei tegen Billy: "Hoeveel werden er uitgegeven?"
Zei: "O, ongeveer vier- of vijfhonderd. Dat is alles." Dus toen zei hij daarnet: "Weet u, ik had er zoveel om uit te geven." Zei: "Ik moest de jongens vragen om mij te komen helpen om aan iedereen een gebedskaart te geven." Nu, ik kan er maar beter aan beginnen, nietwaar, of wij zullen er niet doorheen komen. Maar wij... De Here zal ons helpen. Ik heb gedurende de vijf dagen gewacht op dit huidige uur, dat er iets zal gebeuren, als wij het maar zullen laten gebeuren.
18 Nu, wij weten dat gaven en roepingen onberouwelijk zijn, en wij kunnen alleen doen wat wij God laten doen. En nu, we weten allemaal dat Goddelijke genezing niet iets is dat een prediker in een aktentas kan meedragen, ook is het niet iets dat hij in zijn hand houdt. Goddelijke genezing is uw eigen geloof in een voltooid werk dat Christus voor u deed op Golgotha. Zie? Het is iets wat God voor u deed.
Ik denk dat broeder Borders een poosje geleden het Schriftgedeelte las uit Hebreeën... Romeinen het vierde hoofdstuk over Abraham. En ik wil deze middag een tekst nemen uit Genesis 22, hoofdstuk.22 van Genesis en het veertiende vers. En we zullen lezen.
Maar voordat wij lezen, behoren we eerst Christus te benaderen door gebed. Laten we onze hoofden buigen. Hoeveel willen er gedacht worden, steek uw hand op en zeg: "God, wees mij genadig."
19 Onze hemelse Vader, terwijl wij zo nederig komen in de Naam van de Here Jezus, kijk ik naar deze wonderbare menigte en vraag ik me gewoon af of wij ooit elkaar zullen weer ontmoeten. Ik kijk over hen uit; ik denk: "Vraag mij af of ik hen allen zal weerzien zoals nu?" Dat zal ik misschien nooit meer. Als ik over een jaar zou terugkomen, zullen er ongetwijfeld velen hier niet meer zijn. En ik besef daarom dat ik me op de dag des oordeels zal moeten verantwoorden voor de dingen die ik zeg. Ik ben hier over een jaar zelf misschien niet meer. Misschien zal geen van ons hier zijn. Jezus kan elk ogenblik komen. En wanneer Hij komt, gaan wij met Hem naar huis, want Hij beloofde ons dat wij konden gaan.
Maar er zijn hier misschien enigen, Here, die U niet kennen en die niet klaar zijn om te gaan. Dat is degene met wie wij nu willen handelen. Ik bid dat er vanmiddag iets zal gebeuren wat hun harten tot U zal keren. Ik bid voor allen die hun handen hebben opgestoken; velen waren Geest-vervulde Christenen, ongetwijfeld de meesten; en ze zijn ziek en behoeftig. O grote Jehova God, voorzie in al hun noden, en dat zal geloof zijn om te geloven dat het voltooide werk is volbracht.
20 Nu, deze laatste vier diensten hebben wij zo hard geprobeerd, Here, om het geloof van deze mensen te brengen tot het voltooide werk dat werd gedaan op Golgotha, en een belofte die God deed, en die Christus deed, en die de apostelen deden, en die de profeten deden betreffende deze dag. En wij zijn U zo dankbaar, Here, dat U bevestigde dat elk woord ervan de waarheid is.
Nu, wij weten dat U hier bent. De mensen wachten erop dat er voor hen gebeden zal worden. Nu, terwijl wij deze tekst nemen, bidden wij dat U het vruchtbaar maakt. Moge het datgene vervullen waarvoor het werd bedoeld. Zegen ons tezamen, Vader, terwijl wij nu op U wachten voor de bediening van het Woord. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
En nu in Genesis 22:14.
En Abraham noemde de naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom gezegd wordt... Op de berg des HEEREN zal het voorzien worden.
21 Nu, ik wil die ene Naam van Jehova nemen: Jehova-Jireh. God heeft zeven samengestelde verlossende Namen: Jehova-Jireh, de Here zal voor Zichzelf in een offer voorzien; Jehova-Rapha, de Here Die u geneest, en Jehova-Manasse, enzovoort, ons schild, onze banier. En die Namen zijn onscheidbaar. Als Hij Jehova-Jireh is, dan is Hij ook Jehova-Rapha. Zie? En u kunt dus die verlossende Namen niet scheiden.
En als Jehova-Rapha niet op Jezus van toepassing was, was ook Jehova-Jireh niet op Hem van toepassing. Dus als Hij niet de Geneesheer is, dan is Hij niet de Redder. Dus, en als Hij de Redder is, dan is Hij ook de Geneesheer. En het is een voltooid werk.
Nu spreken wij over Abraham en Jehova-Jireh. En het woord jireh betekent 'de Here zal voor Zichzelf in een offer voorzien'.
Nu, wij ontdekken als wij over Abraham spreken... Ik heb enkele Schriftgedeelten uit Genesis 12:15, 17, 18, en 30, en 22. Ik wil slechts de voornaamste plaatsen van die Schriftgedeelten aanhalen, de hoogtepunten, en het samen combineren als een kleine exodus vanmiddag in ons onderwijs, zodat wij het echt in beeld kunnen brengen opdat u echt geloof zou kunnen hebben.
22 Nu wil ik dat iedereen, zeker u voor wie wij gaan bidden, of u die voor iemand anders bidt, nu aandachtig luistert naar het leven van Abraham.
Welnu, het verbond werd gemaakt met Abraham. En niet alleen met Abraham, maar met Abraham en zijn zaad na hem. En dan moeten we ons herinneren dat wij Abrahams zaad zijn.
Een Jood is geen Jood wanneer hij door nationaliteit een Jood is. Een Jood is aan de binnenkant een Jood. Hij is het zaad van Abraham wanneer hij Christus aanneemt. Hij wordt Abrahams zaad en, of, treedt in het verbond met Abraham, want de belofte werd gedaan aan Abraham.
Nu, hoe worden wij Abrahams zaad? Wanneer wij het geloof hebben dat Abraham had. Als u het heeft opgemerkt toen broeder Borders de Schriftgedeelten las: kwam dit tot Abraham toen hij in de besnijdenis was of buiten de besnijdenis? Toen hij werd... voordat hij besneden werd. U ziet dus dat werken ons nergens brengen. Het is ons geloof dat ons redt.
23 En ik wil dat u opmerkt dat Abraham God geloofde, en het werd hem toegeschreven, of hem toegerekend als gerechtigheid, omdat hij God geloofde. Nu, wat deed hij? Als wij de Schriftlezing nemen. "Hij wankelde niet aan de belofte van God door ongeloof, maar was sterk, God lofprijzende."
Nu, als wij Abrahams zaad zijn... Nu, luister aandachtig nu. Het zal wat steken. Als wij Abrahams zaad zijn, is er niets wat ons aan het wankelen kan brengen bij de belofte van God vandaan. Ongeacht wat er opkomt, of wie iets anders zegt, Abrahams zaad zal die belofte nooit verlaten, als u Abrahams zaad bent.
Maar als u twijfelt en wegloopt en zegt: "Wel, ik kreeg het niet. Ik... Het moet voor een andere generatie bedoeld zijn. Het werkt gewoon niet bij mij..." Dat is niet Abrahams zaad. Dan is er iets verkeerd met uw ervaring.
24 Als God een belofte doet, moet God die belofte houden. Als Hij die belofte niet houdt, dan is Hij niet God. Maar daar Hij die belofte houdt, is de enige manier dat het kan leven door uw geloof dat het doet leven. Het Woord van God is een zaad.
En als God Abraham de belofte gaf, en wij hebben duizenden jaren ervaring gehad sedert Abraham... Maar Abraham deed de belofte aan, of God deed die aan Abraham en aan zijn zaad na hem. Als u het begrijpt, zeg: "Amen."
Aan Abraham en – het verbindingswoord brengt de zin samen – Abraham en zijn Zaad na hem; niet zijn zaden, maar zijn Zaad. Het Zaad van Degene waarvan Abraham door geloof geloofde dat Hij zou komen. Daardoor kwam Izak, door Izak kwam Christus, door Christus kwamen u en ik: Abrahams Zaad, niet zaden als velen, maar Zaad, het Zaad der belofte. Abraham had verscheidene zonen: Ismaël; had daarna zeven zonen bij een andere vrouw nadat Sara stierf, evenals dochters.
We komen er dus achter dat zij aan Abrahams zaad werd gedaan, het zaad dat hij geloofde dat zou komen door de vrije vrouw, die in die tijd onvruchtbaar was.
25 Nu, laten we het wat achtergrond geven. Nu, de... We beginnen bij Genesis 12 en gaan het opbouwen tot Genesis 22:14. Nu, merk op dat... Hoeveel kunnen er nu begrijpen dat wij, dood zijnde in Christus, Abrahams zaad zijn en erfgenamen met hem overeenkomstig de belofte? Steek uw hand op. In orde.
Wij, die dood zijn in Christus, dat betekent dood voor de dingen van de wereld. Nu, welk soort karakter behoren wij te hebben? Ik vraag het mij af. Wat zouden... wat voor soort persoon behoren wij te zijn, als wij Abrahams zaad en erfgenamen met Christus zijn, met Hem opgenomen in de belofte? Ons karakter en de wijze waarop wij handelen, drukt uit wat we aan de binnenkant hebben.
Als we zeggen dat wij God geloven en dan twijfelen aan de belofte en zeggen: "Wel, ik heb het niet gekregen", dan zijn we Abrahams zaad niet. Als we Abrahams zaad zijn, en uitgaan en de dingen van de wereld doen, beweren we slechts Abrahams zaad te zijn, maar zijn Abrahams zaad niet. Zie? Abraham twijfelde niet aan de belofte van God.
26 Lange jaren geleden, sprekend over karakter... Gewoonlijk bekritiseert men mij over hoe ik erop hamer dat het karakter van de kerk radicaal behoort te veranderen en weer omhoog moet komen. Want ik weet dat wanneer de gemeente haar karakteristiek begint te verliezen, haar karakter weg is met haar karakteristiek. Ze takelt af. Wanneer haar karakter aftakelt, takelt haar karakteristiek eveneens af, want wanneer zij beginnen te handelen als de wereld, en er uitzien als de wereld, en met de wereld omgaan, gaat Christus eruit en komt de wereld binnen.
Ik kom uit het zuiden. En ik... Ginds in de zuidelijke staten, jaren geleden, brachten ze slaven mee uit Afrika – de Boeren deden dat – en ze verkochten hen in het zuiden om... zoals werkpaarden.
En ik geloof zeker dat Abraham Lincoln een van de grootste presidenten was die wij ooit hebben gehad door de slaven te bevrijden. Gods bedoeling was nooit dat iemand een slaaf zou zijn, ongeacht zijn kleur, of zijn geloofsleer, of wat dan ook, hij behoorde nooit een slaaf te zijn. God maakte de mens in Zijn eigen beeld, in Zijn gelijkenis. De mens maakte slaven, niet God.
27 En ze brachten vroeger die slaven daarheen en verkochten ze. En u kon hen kopen zoals u een tweedehands auto koopt op de autoparkeerplaats. Makelaars kwamen langs en kochten hen op. En ze gingen naar de plantages om hen in te ruilen. Hadden ze een zeer grote zwaargebouwde man, en was misschien zijn vrouw een klein iel vrouwtje, wel, dan kochten ze gewoon een grotere vrouw en lieten deze grote man met deze grote vrouw paren om grotere slaven te krijgen, zoals met vee. Denkt u dat dat God zou behagen? Nee, meneer. Niemand kan een Christen zijn en in slavernij geloven.
Enige tijd geleden liep ik op een dag in een bepaald museum. Ik zag een oude gekleurde man met slechts een kleine dunne rand haar rondom zijn hoofd, zo wit als wol op een schaap. En hij stond te kijken. Hij hield zijn hoed in zijn hand, en na een poosje keek hij naar een klein glazen ding, en hij sprong heel snel achteruit. De tranen rolden langs zijn wangen en hij deed... Het zag eruit alsof hij bad. Ik lette enkele minuten op de oude kerel; ik liep naar hem toe. Ik zei: "Oom," zei ik, "wat is het... waar bidt u over? Wat heeft u zo aangeraakt?"
Hij keek mij heel vreemd aan. Hij zei: "Ik dankte God."
28 Ik zei: "Dankte God voor wat, mag ik vragen?" Ik zei: "Ik ben een prediker. Ik zou graag weten wat het is. Ik lette even op u."
Hij zei: "Kom hier." Zei: "Kijk daar."
Ik zei: "Ik zie niets anders dan een kleed, het kleed van een vrouw."
Hij zei: "Maar ziet u die vlek daarop?"
"Ja."
Hij zei: "Dat is het bloed van Abraham Lincoln." Hij zei: "Als u uw handen om mijn zij kon leggen, zou u de littekens van de slavengordel voelen." Hij zei: "Dat bloed nam de slavengordel van mij weg."
Ik dacht: "Als een neger zich zo kan voelen over het bloed van Abraham Lincoln die de slavengordel van hem wegnam, hoe behoort een Christen zich te voelen wanneer hij het bloed van Jezus Christus ziet, Die zijn ziel uit de hel wegnam, zijn ziel uit slavernij, uit de dingen van de wereld! Waarom zouden we teruggaan om opnieuw de slaaf van de duivel te zijn?"
29 Vroeger kocht men deze gekleurde mensen met een... kreeg men een eigendomsakte voor hen, net als wat u zou krijgen, of een verkoopakte. Op een dag kwam een makelaar langs op een zekere plantage, en hij zei in deze plantage, hij zei: "Hebt u enige slaven te koop?"
Zei: "Wel, ik heb er hier ongeveer honderd. U mag ze inspecteren. Misschien kunnen we wat onderhandelen."
En zij... De mensen waren, wanneer zij van hun thuisland, uit Afrika, hierheen waren gekomen, verdrietig, en zij waren bedroefd. Ze zweepten hen om ze te laten werken, namen een grote zweep en sloegen hen om hen te doen werken. Zij wilden niet werken omdat ze geen moed hadden om te werken. Ze hadden gewoon geen moed meer.
30 En zij merkten op, toen deze makelaar rondliep, dat er een fijn uitziende, grote, sterke kerel was, een jonge man. Zij hoefden hem niet te slaan. Hij hield zijn borst naar voren, zijn kin omhoog. Hij stond rechtop en werkte door.
Dus zei de makelaar: "Wel, ik zou die slaaf willen kopen."
Maar de eigenaar zei: "Hij is niet te koop."
Hij zei: "Is hij de baas over al de anderen?"
Hij zei: "Nee, hij is een slaaf."
Zei: "Is hij een..." Zei: "Misschien voedt u hem een beetje anders dan de anderen?"
Zei: "Nee. Zij eten daar allemaal samen in de keuken."
Zei: "Wat maakt hem zo anders dan de andere slaven?"
31 Hij zei: "Dat heb ik me ook vaak afgevraagd, tot ik erachter kwam." Hij zei: "Ziet u, daar in het thuisland is zijn vader een koning van de stam. En hoewel hij een vreemdeling is, weet hij nog steeds dat hij een zoon van een koning is en hij gedraagt zich als zodanig."
Als een neger in slavernij kon weten dat zijn vader een koning van een stam was, welke soort gedrag behoort dan een man of een vrouw te hebben die weet dat God onze Koning is, hoewel wij vreemdelingen zijn die hier wandelen in dit land, pelgrims en vreemdelingen die beweren dat wij Abrahams zaad zijn? Wij zien uit naar een stad wier Bouwmeester en Maker God is, die op een dag zal komen.
32 Hoe behoort onze hele handelwijze te zijn? Niet zoals de wereld, maar we behoren als zonen en dochters van God te handelen, ons als koningskinderen te gedragen, niet als slaven van modes, en slaven van passie, en slaven van trots. En we behoren zonen en dochters van God te zijn, en zo te handelen, en ons op die wijze te gedragen. Laat onze gesprekken en alles besprengd zijn met Gods Geest.
Het verbond werd aan Abraham en aan zijn zaad gegeven. Nu, merk op. Het verbond was absoluut in zijn geheel genade. Er was geen "als u zult", of "als u niet zult", of "als u dit doet, zal Ik dit doen". Hij zei: "Ik heb het reeds gedaan." Niet als ú iets zult doen.
33 Hij maakte een verbond met Adam en hij brak het. Iedere keer dat de mens een verbond maakt met God, breekt de mens zijn verbond. Maar God was vastbesloten om de mens te redden, daarom maakte Hij dit verbond onvoorwaardelijk met Abraham (o, hier is het), Abraham én zijn zaad. Zie? Het verbond wordt onvoorwaardelijk aan u gegeven. Niet "als u zult"; "Ik heb". Daarom hoeft u niet te zeggen: "Als... als... als... als... als... Here, als... als ik dit of dat doe, zult U mij dan genezen?" Hij heeft het reeds gedaan! Het is onvoorwaardelijk! Hij heeft het reeds gedaan! U hoeft het slechts te aanvaarden.
De Geest van God in u roept het uit. U zegt: "God, wilt U..." Net zoals deze kleine moeder op de brancard hier, deze jonge knap ogende jongen die hier in een rolstoel zit, moeder die schudt door verlamming: "God wat zou ik kunnen doen om te maken dat U mij geneest?" Hij heeft het reeds gedaan.
Het enige wat u moet doen, is slechts Abrahams zaad worden. Hoe doet u dat? Door in de Here Jezus Christus te geloven en met de Geest vervuld te worden. Dat is het. Het is onvoorwaardelijk.
34 "Wat moet ik doen om dat te doen?" Niets dan geloven, dat is alles. Accepteer het gewoon. Het ligt precies voor u. Het enige wat u moet doen, is u uitstrekken en het nemen en zeggen: "Het is van mij. God gaf het aan mij." En twijfel er dan niet aan, ongeacht wat er gebeurt.
Nadat er voor u gebeden is, ga dan niet weg en zeg: "Wel, ik voelde helemaal niets." Nu, wanneer u... Als u dat in u krijgt, als er maar iets is dat dat tegen u zegt, weet dan dat het de duivel is, want u bent genezen; u bent onvoorwaardelijk genezen.
35 U zegt: "Wel, ik ben niet waardig om genezen te worden." Nee, ik ook niet. Niemand is het. Maar het is niet wat u bent. Het is wat Hij is. O my. Kijk niet naar uzelf. Kijk naar het Offer.
Wat als daar eertijds in het Oude Testament onder de wetten van het offer, wat als er een kleine muilezel werd geboren, en bij die kleine muilezel zouden zijn oren neerhangen, zijn ogen scheel zien, zijn knieën tegen elkaar aan knikken, zijn staart recht omhoog steken. Wel, wat een verschrikkelijk uitziend schepsel.
Als die kleine kerel om zich heen kon kijken, zou hij zeggen: "Wel, zij zullen mij nooit te eten geven. Ik ben niet waardig om eten te krijgen. Beslist niet. Want kijk naar deze oren." Nu, elke muilezel met neerhangende oren is een slechte muilezel; scheelziend, met geknikte knieën, geheel waardeloos.
36 Hij zou zeggen: "Wel, ik... ik... ik denk dat zodra de meester, die mijn eigenaar is, naar buiten komt, wel, dat hij gewoon een bijl zal nemen en mijn hoofd zal inslaan, want ik ben het niet waard om eten te krijgen." Nee, dat is hij niet.
Maar wat als die oude moeder van hem zou kunnen spreken? Ze zou zeggen: "Wacht even, lieverd. Ik wil je iets vertellen." Zie? "Je zult leven."
"Hoe dan, mama?"
"Omdat je mijn eerstgeborene bent. Je hebt een geboorterecht. De eigenaar zal... De priester zal nooit naar je kijken om te zien of je wel goed bent of niet, maar opdat jij kunt leven, moet er een lam zijn dat zonder gebrek is om jouw plaats in te nemen."
37 Kijk niet naar uzelf. Kijk naar uw Lam! God aanvaardt u niet; Hij aanvaardde het Lam! En het Lam nam uw plaats in! O God; kunt u het niet zien? Niet u, u bent niet waardig. Ik ben niet waardig. Er is niemand van ons waardig. Maar, kijk, is Hij waardig? God zei het. Hij aanvaardde Hem. Hij zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik een welbehagen heb. Dit is Mijn Zoon. Hoor Hem", op de dag van de aanneming: "Dit is Hem."
Zeg niet: "Wel, de dokter zegt dat ik nooit gezond zal worden." Dat is wat de dokter zei. Nu, de man is een wetenschappelijke man. Hij kijkt naar de manier waarop de natuur werkt, en hij ziet dat u nooit gezond kunt worden. Dat wordt wetenschappelijk aan hem getoond.
Wel, dat is waar hij naar kijkt. Als u naar hetzelfde kijkt, zult u nooit gezond worden. Maar kijk niet naar wat hij zei. Kijk niet naar wat u... hoe u verzwakt. Maar kijk naar uw Offer. Dat is het. En bedenk dat u Abrahams zaad bent en erfgenamen met hem. Als u het dan bent, blijf bij de belofte. Aanvaard Hem als uw Geneesheer. Blijf gewoon precies daar.
Abraham geloofde het, en hij moest vijfentwintig jaren wachten voordat de baby werd geboren. Maar in plaats van zwak te worden, werd hij elke dag sterker en sterker. Zeker.
38 Ik kan slechts hieraan denken... hoop dat het niet heiligschennend klinkt. Maar zou u zich nu een oude man kunnen voorstellen? Hij was vijfenzeventig jaar oud toen God tot hem kwam, hem ontmoette. Zijn vrouw Sara was vijfenzestig. Ze hadden geen kinderen. Zij was onvruchtbaar. Hij was steriel. Zij hadden dus geen kinderen.
En God zei: "Abraham, Ik ga u een kind geven door uw vrouw Sara. En door dat Zaad zal Ik al de naties redden. Dat zal zijn, zal de... U zult de vader van vele naties zijn."
Nu, zou u zich een oude man kunnen voorstellen, zo oud, die naar de dokter gaat met zijn vrouw, vijfenzestig jaar oud, om een plaats te reserveren in het ziekenhuis om de baby te krijgen?
39 Weet u, wanneer u God neemt... Als u werkelijk Abrahams zaad bent, zijn de dingen van de wereld dwaas voor u. En in de wereld denken ze dat u dwaas bent, want het is... het zijn twee verschillende werelden.
Hier onlangs, wel, verleden zomer, gingen mijn vrouw en ik naar de winkel om wat voedsel te halen. Ik was teruggekomen van een van mijn campagnes, en ik zag iets vreemds in mijn land. We gingen naar de kruidenierswinkel, en ik zag een dame die een rok aan had. Ik zei: "Tjonge, zij is ouderwets, nietwaar?" Al de anderen waren voor negen-tiende naakt. Ik zei...
Nu, ze zei: "Ik wil je iets vragen, Billy", zei mijn vrouw. Zei: "Kijk, die... die vrouw... Deze mensen zingen in een koor, en ze gaan naar de kerk." Ze zei: "Wat veroorzaakt dat ze dat doen?"
40 Ik zei: "Ze zijn niet van dit... Ze zijn niet van dit land." Nu, als u naar Afrika gaat, vindt u een Afrikaanse geest. Gaat u naar Zwitserland, dan vindt u een Zwitserse geest, gaat u naar Duitsland, dan vindt u een Duitse geest. Als u naar Amerika komt, een Amerikaanse geest. Dat staat ver af van Gods Geest. Maar dan, wat maakt...
U zegt: "Gedragen al die Amerikanen zich zo?" Ja, dat is de Amerikaanse geest. Maar wanneer u het zaad van Abraham bent, dan bent u niet... bent u niet meer... U woont hier; dit is uw natie. U behoort er dankbaar voor te zijn. Maar u bent niet echt een Amerikaan. U bent een Christen, en uw Geest komt van boven, dus dat maakt dat u zich gedraagt als de mensen daarboven, niet zoals hierbeneden! Heilig, rein, rechtvaardig, liefhebbend, met respect voor elkaar, goddelijke liefde voor elkaar, u bent wedergeboren van boven. Daarom gedraagt u zich anders, omdat uw geest van daarboven komt.
41 Nu, deze belofte werd aan Abraham gegeven. En misschien zei hij na de eerste maand tegen Sara: "Hoe voel je je, schat?"
"Geen verschil."
"Prijs God, wij zullen de baby hoe dan ook krijgen. Maak jezelf klaar. Ga de luiers halen en de spelden en de babysokjes, en alles. Wij zullen hem krijgen." Geen enkel teken ervan. Wachtte nog achtentwintig dagen. "Hoe gaat het ermee, Sara?"
"Geen verschil, schat."
"Glorie voor God, het zal nu een nog groter wonder zijn als het de vorige maand niet is gebeurd." Zie? Maakten zich er klaar voor. "Houd de spelden en alles bij de hand, hij zal gaan komen."
Tien jaren gingen voorbij. "Hoe voel je je, schat?"
"Geen verschil."
"Glorie voor God, we zijn tien jaar verder: een groter wonder dan ooit. Gaan hem hebben hoe dan ook." Zie? Werd sterker in plaats van zwakker...
Nadat vijfentwintig jaren voorbij waren, hij is nu honderd jaar oud en zij negentig: "Hoe gaat het ermee, Sara?"
"Geen verschil."
"Halleluja. Wij gaan hem hebben hoe dan ook."
"Hoe weet je dat?"
"God zei het."
Nu, kunt u zo denken over uw genezing? Kunt u zo geloven voor uw genezing, jongeman? Kunt u het, zuster? Kunt u het daar in het gehoor? Ongeacht wat er gebeurt, God zei het. Dat maakt het vast. Geloof het. Dat is echt geloof. Dat zijn kinderen van Abraham. Bedenk, niet wat u bent, wat Hij is. Kijk altijd naar uw Offer.
42 Nu, in Genesis 15... Ik wou dat we meer tijd hadden om daar bij te blijven, maar dat hebben we niet. Genesis 15, het verbond werd aan hem bevestigd in het vijftiende hoofdstuk.
Nu, voordat dit zou kunnen gebeuren, voordat het verbond bevestigd zou kunnen worden, moet u volledig in gehoorzaamheid komen. Nu had God tegen Abraham gezegd dat hij zich van zijn volk moest afscheiden. En vandaag, in plaats van ons van de wereld af te scheiden, proberen wij de wereld in ons op te nemen. God vraagt om een afscheiding.
De kerk wil vandaag, wanneer u voor uw voorganger stemt, in feite iemand die mixt. "O," zegt u, "onze voorganger is een goede mixer." Wel, dan is hij niet van God. God wil afscheiders. Zie? Dat is juist. Afscheiders...
U zegt: "O, hij is goed in mixen. Hij speelt een kaartpartijtje met ons, en hij vertelt enkele grapjes onder ons, en hij gaat met ons naar het meer en zwemt met ons, en neemt al de jongedames mee en ook de oude, en gaat daar liggen om een kleurtje van de zon te krijgen, en weet u, hij is een goede mixer." Ja, ja, u hebt een kleurtje van de Zoon nodig.
43 Ik heb twee dochters. Ze kunnen dat misschien ook gaan doen. Ik weet het niet. Als ze het doen, zullen ze zeker een kleurtje krijgen. Ik weet niet of het van die zon daarboven zal zijn, of van Charles Branham, mijn vaders zoon, van mij, als ik ze met de loop van een geweer sla zo hard als ik kan. Ze zullen beslist een goed kleurtje krijgen. Het zal ze lang heugen. Ze zullen dan erg braaf zijn.
Nu, let op. Ik vertel het u. Wij willen geen... wij willen geen mixers. Wij willen afscheiders. Afscheiden, scheid u af van ongeloof. Diegene met wie u omgaat en die zegt: "O, luister niet naar dat stel heilige rollers; er is niets mee." Scheid u daarvan af. Jazeker.
U bent lid van het dames stik- en naaikransje, weet u, waar ze stikken en naaien, en naaien en stikken, en stikken en naaien, en praten over mevrouw Zus-en-zo. En ze zitten daar en zeggen: "Welnu, ik zal jullie wat vertellen, ik geloofde ook eens in dat heilige roller spul, maar ik..." Scheid u van die dingen af.
44 Alles wat in tegenspraak is met Gods Woord, scheidt u zich daarvan af. Het maakt niet uit wat het is. Kom uit van hen. Raak hun onreine zaak niet aan. Dat is goed gezond verstand, geestelijk gesproken, begrip. De Bijbel zegt het: "Gaat uit het midden van hen. Raakt hun onreine dingen niet aan; Ik zal u ontvangen." U kunt de wereld niet meebrengen, Hij zal het gewoon niet toelaten. Beslist niet. Wanneer u besneden bent, wordt de wereld van u afgesneden. Dat is juist. Dan bent u Abrahams zaad.
God heeft Zijn belofte erkend zoals Hij deed bij Abraham: besneed hem. En dat is hetzelfde als wanneer God uw geloof erkent en Hij de wereld van u afsnijdt en u de Heilige Geest geeft. En dan gelooft u God werkelijk in wat Hij ook zegt. Dat is juist. Tot die tijd bent u slechts een belijder, geen bezitter.
45 Nu, merk op wat er plaatsvond. En hij zei: "Hoe zal ik deze dingen weten?", zei Abraham. Nu, ik wil dat u even heel aandachtig luistert, broeders.
Hij zei: "Ik ga u vertellen hoe Ik het zal gaan doen." Nu, het verbond werd onvoorwaardelijk gesloten. Maar Hij zei: "Ik ga u tonen hoe Ik het aan u ga bevestigen, ga u vertellen hoe Ik ga het doen."
En hij ging heen en nam een vaars van drie jaar oud, en een schaap van drie jaar oud, enzovoort, en sneed ze in tweeën, en hij nam een tortelduif en een duif. En toen wachtte hij totdat het bijna donker werd. Hij hield alle vogels van ze af. God had beloofd hem te ontmoeten. Dus toen Hij dat deed... Joeg alle vogels weg terwijl het donker begon te worden.
46 Let nu op wat er gebeurde. Een grote duisternis kwam over Abraham en hij viel in een soort slaap. Nu, dat overkomt ieder menselijk wezen dat geboren is. Nu, let op wat Hij... Kijk nu naar Zijn verbond hoe Hij het bevestigde met Abraham. Dit behoort de Presbyteriaan te doen jubelen.
Nu, hij... Het werd donker en toen was er duisternis helemaal rondom hem, en hij viel in de slaap van de dood om zo te zeggen. Nu, dat is waar ieder mens zal komen, hij zal sterven. Man, vrouw, jongen, of kind, de dood ligt voor u.
Maar toen merkte hij op dat daarachter een rokende oven was waar iedere zondaar, en iedere man, en iedere vrouw, jongen of meisje verdient heen te gaan: naar de hel. Dat is... Dat kwam door onze val. Dat was wat Adam ons had opgespeld, dat wij verdienen om naar de hel te gaan, omdat wij in zonde geboren worden, geschapen in ongerechtigheid, leugens sprekend ter wereld komen. Wij zijn dus geen van allen rechtvaardig. Dus kunnen wij niet op onszelf vertrouwen; wij moeten op Hem vertrouwen.
47 Schuldig aan het minste is schuldig aan het geheel, en Hij vraagt om volmaaktheid. Dus hoe kunt u volmaakt worden? U kunt niet naar uzelf kijken en volmaakt worden, maar ik keek naar Degene Die volmaakt is, Degene Die mijn plaats innam. Hij is de Volmaakte.
En nu merken we op dat daarachter een klein wit Licht aankwam. En dat ging rechtstreeks tussen die offerandes door. Nu, als we tijd hadden om het helemaal door te nemen, maar dat hebben we niet... Maar ik wil dat u opmerkt wat Hij daar deed.
Nu, hier is een klein stukje papier. Ik wil dat even gebruiken. Nu, wat doen wij Amerikanen wanner wij een verbond met elkaar sluiten? Wij gaan gewoonlijk ergens naartoe en praten erover en zeggen iets bepaalds. We zouden zeggen... en ik zou iets tegen broeder Slater kunnen zeggen zoals: "Broeder Slater, ik ga dit doen. U gaat dat doen."
"Ja, ja."
"In orde. Ik zal volgende week terug zijn."
"Ja. In orde."
"Is dat overeengekomen?"
"Ja." Dan schudden wij elkaar de hand. "Hand erop, jongen." Dat is een verbond. We sloten een overeenkomst.
48 Nu, in Japan, wanneer zij een verbond sluiten, dan staan ze met elkaar te praten, en als ze het verbond uitschrijven en ze hun overeenkomst sluiten, weet u wat ze doen? Ze gooien zout op elkaar (zie?), gooien met zout. Zout is de bewaarder (zie?) als het contact maakt. Ze gooien dus zout op elkaar. Dat is het verbond.
Maar in Abrahams tijd was de manier waarop ze een verbond sloten, dat ze het perkament of het stuk huid namen, en dan beschreven ze dit verbond, schreven op wat ze zouden doen. Dat was hun overeenkomst. En dan doodden ze een dier, wat een offerande was. Ze doodden het dier en ze stonden tussen deze twee stukken. En boven dit verbond legden zij een eed af, en daarna scheurden zij dit uit elkaar. De een nam het ene stuk en de ander het andere. Je kunt het niet dupliceren. En wanneer dat verbond, wanneer het bevestigd werd... als ze weer werden samengebracht, moest elk stuk van dat papier volmaakt passen, terwijl de een het ene stuk vasthield en de ander het andere.
49 Nu, wat was God aan het zeggen? Dat door Abrahams zaad Izak kwam, door Izak Jezus kwam... En nu, op Golgotha... Toen Hij hier op aarde was, was Hij Immanuël, God met ons. Maar op Golgotha scheurde God Hem uit elkaar. Hij scheurde Hem uit elkaar, en Hij wekte het lichaam op en zette dat aan Zijn eigen rechterhand, en stuurde de Geest Die in het lichaam was weer terug op de gemeente om de werken voort te zetten die Hij daarin had gedaan. Daar werd het verbond bevestigd!
De gemeente dus, die de bruid van Jezus Christus zal zijn, zal gedoopt worden in diezelfde Geest, met dezelfde tekenen, dezelfde wonderen. Dezelfde Heilige Geest Die op Hem was, zal in de gemeente zijn. Het moet precies hetzelfde zijn.
Dus toen die Geest neerkwam, kwam Hij neer op Pinksteren op honderdtwintig gelovigen; en Hij doopte hen in het lichaam van Christus. En dezelfde Heilige Geest Die op Christus was, was op de gemeente. Het bleef doorgaan.
50 "Een kleine wijl ziet de wereld Mij niet meer, maar gij wel, want Ik zal met u zijn, zelfs in u. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Meer dan dit zult gij doen. Ik ga naar Mijn Vader." Zie? Dezelfde Geest Die Abrahams zaad roept, omdat door het zaad van Abraham Christus kwam, want Hij zou Hem uit elkaar scheuren en de Geest van God op Zijn gemeente plaatsen en het Offer met Zich mee naar huis nemen. Amen. Broeder, dat doet de duivel weggaan. Dat zal hem op zijn plaats zetten.
U zegt: "O, jullie zijn een stel heilige... U bent dit niet. U deed dit." Het maakt me niet uit wat u deed. Door genade, door Gods belofte, door de Heilige Geest, niet wat u bent; het is wat uw Offer is. Zie?
51 "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekt. Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen." Waarvoor bent u bevreesd? Waar bent u bang voor?
U zegt: "Wel, misschien ben ik gewoon niet de juiste soort Christen." Hoe kunt u tot God komen zonder dat God u eerst roept? En allen die Hij tevoren kende, heeft Hij geroepen. Is dat juist? Allen die Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd. Is dat juist? Allen die Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij reeds (verleden tijd) verheerlijkt. Amen! Het is een beëindigd werk van voor de grondlegging der wereld. Christenen, ziet u niet dat u onder uw voorrecht leeft? U weet niet wie u bent!
52 Ik heb dikwijls gezegd dat ik twee klassen mensen vind. Een ervan is Pinksteren en een is fundamenteel. De fundamentalist weet positioneel waar hij staat, maar hij heeft geen geloof. De Pinkstergelovige heeft het geloof en weet niet wie hij is.
Het is net zoals een man die kan... die geld op de bank heeft en geen cheque kan uitschrijven. De ander kan een cheque uitschrijven en heeft geen geld op de bank. Als u hen ooit bij elkaar kunt brengen... Als ik de Pinkstermensen er ooit toe zou kunnen krijgen om te herkennen dat zij zonen en dochters van God zijn en erfgenamen van Abraham, dan kan geen duivel of iets Zijn volk vasthouden.
God beloofde het. Als Hij niet God is, ga erbij vandaan. Als Hij God is, blijf erbij. Amen. Hij bevestigde het verbond.
53 Daar in Genesis 17 versterkte Hij Abraham voor het wonder. Dat is wat Hij nu doet, Hij versterkt de gemeente voor het wonder. Hij verscheen aan hem in Genesis 17 in de Naam van El Shaddai. Het betekent... Er staat daar 'Almachtig God'. Het Hebreeuwse woord is El Shaddai, 'de Sterke', of, shad betekent 'borst' zoals de borst van een vrouw. Maar niet gewoon shad, shaddai betekent 'met borsten'.
Abraham was honderd jaar oud, negenennegentig. En God verscheen aan hem en Hij zei: "Nu, Abraham, Ik sloot het verbond onvoorwaardelijk. Toen u uzelf afscheidde, zegende ik u. Ik toonde u wat Ik zou gaan doen. Nu bent u honderd jaar oud. Uw vrouw is negentig. Nu, Ik zal u vertellen... Hier is Mijn Naam voor u: 'Ik ben de God met borsten'." O my. Twee borsten: Hij werd verwond om onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen.
54 Zoals een kleine baby die ziek is. Het... zijn gezondheid is weg, en hij jammert en huilt. En de moeder pakt de baby en legt hem op haar boezem, houdt hem daar tegenaan. En de baby zoogt de sterkte van de moeder naar binnen. Dat is waarvoor u hier in de stoel zit, moeder. Dat is wat u bent, jongeman, die in de rolstoel zit. Dat is wat u daarginds bent met kanker, wanneer de dokters u hebben opgegeven. Dat is wat u bent met een hartkwaal of wat het ook is. Kijk, u bent Abrahams zaad en Hij is El Shaddai.
O, als u in nood bent vanwege uw zonden, leun tegen deze belofte aan, zoog uw sterkte tot redding. Als u teruggevallen bent, kom terug, neem een houvast op de belofte, en zoog ervan tot u voelt dat u sterker wordt. Als u genezing nodig hebt voor uw lichaam, Hij werd... door Zijn striemen werden wij genezen. Zoog aan die borst van El Shaddai, die belofte, tot uw kracht begint te groeien en u begint te voelen dat u...
55 En niet alleen dat, maar het is iets wat voldoening geeft. De borst van een vrouw geeft voldoening aan haar baby. En Gods beloofde borst geeft voldoening aan de gelovige. Zolang God het heeft gezegd, wat maakt het dan nog uit? Het is iets wat voldoening geeft, wat sterkte geeft. O my.
Niet alleen dat, het bevredigt de baby. Hij jammert en huilt niet meer. Hij is niet zozeer sterk, maar hij is bevredigd zolang hij de borst van zijn moeder heeft (o, broeder); hij zoogt haar sterkte, niet zijn sterkte, haar sterkte. Niet mijn wil, Uw wil. Niet wat ik denk, maar wat U zei. Amen. Dat doet het. Tevredengesteld; Degene Die tevredenstelt; leunend aan de boezem, zogend...
56 Abraham leunde precies tegen die boezem aan gedurende vijfentwintig jaar en liet deze nooit los. Amen. Hoe kan een moeder haar baby... Hoe kan een moeder haar baby tevreden houden als die voortdurend haar borst loslaat terwijl hij zijn kracht zoogt? Hoe kan deze baby ooit gezond worden en sterk worden zolang hij slechts probeert... doet alsof hij gaat zuigen, en dan weggaat, het niet wil, haar niet meer wil hebben? Dat is het. O, broeder.
Ziet u niet wat een... wat een boodschap dat was aan een man van honderd jaar oud die in God geloofde? Nu, de Bijbel zegt dat zijn... Zijn mannelijkheid was zo goed als dood, en Sara's schoot was dood. Wat een belofte dus om te zeggen: "Abraham, uw sterkte als man is dood, en Sara's schoot is dood. En u bent oud, maar Ik ben de Sterke. Ik ben de Borst. U bent niet meer dan een baby, maar Ik ben Degene met borsten. Ik deed de belofte. Ik kan u opnieuw versterken." Amen. O.
"Wat gaat U doen?"
"Hen gereed maken voor het wonder dat op het punt staat te gebeuren."
57 Nu wil ik overgaan naar Genesis het achttiende hoofdstuk en tonen wat Hij deed. "Ik ben de God met borsten." Het achttiende hoofdstuk, het volgende hoofdstuk, herinner u, dat hij buiten zat voor zijn tentdeur. Hij was toen honderd jaar oud. Sara was negentig.
Nu, terwijl hij buiten zat in de hitte van de dag omstreeks elf uur, of twaalf, gingen de dingen slecht. Hij had de weg genomen met de verachte weinigen van de Heer. Zij hadden waarschijnlijk niet eens een zendingspost, laat staan een luchtgekoelde kerk. Maar zij zaten buiten onder de boom, niet omdat hij moest, maar omdat hij het wilde. Hij was Abraham. Hij was Gods kind. Hij was... had zich afgescheiden van de dingen van de wereld, en hij leefde voor God. Vergeet dat niet, David. Merk op. U mag dat misschien niet begrijpen, maar degene tot wie ik sprak, begreep het. Buiten zittend onder de boom...
58 En zij zagen drie mannen naderen met stof op hun kleren. En merk op wat zij deden. Wij spraken er gisteravond over. Het waren drie engelen, twee engelen en God Zelf. En ze waren op weg naar Sodom, naar de kerk, de denominatiekerk daarginds te... ginds in chaos, lauwwarm, teruggevallen van wat ze verondersteld waren te zijn, weggegaan in de dingen van de wereld. Ze waren met de wereld in zee gegaan en zij zouden dus omkomen met de wereld.
Dat is hoe de kerk vandaag zal handelen. De wereld die in de kerk is, zal omkomen met de wereld. Zij die in zonde leven, zullen met de zonde omkomen. Zij die leven voor God, zullen opstaan met God. [Leeg gedeelte op band – Vert]
Nu, deze engelen die daar zaten... Nu, Hij zei: "Abraham, Ik zal u voor iets gereed maken." Nu, Hij zond de andere twee mannen weg, en zij gingen naar Sodom om het Woord te prediken, net zoals een moderne predikant zou doen. En... Maar ik wil dat u let op de handelingen van Deze Die achterbleef.
Hij zei tegen Abraham; Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw Sara?"
Zei: "Zij is in de tent achter U."
59 En zei: "Ik zal u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens. Ik zal u bezoeken en u dat kind nu geven." Nu, waarom noemde Hij Zichzelf: "Ik was Degene Die u de belofte deed. Ik ben het"? Hoe zou u kunnen betwijfelen dat het God was? "Ik deed u de belofte. Ik zal u gaan bezoeken. Ik zal Degene zijn Die het kind geeft, Ik (voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord), Ik. Ik was Degene Die het zei. Nu, Ik zal u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens."
En daar moest Sara om lachen. Ze zei: "Ik honderd jaar oud, en mijn heer oud? Hoe kan dat nu?" Nu, merk op. Ik wil u vertellen wat Hij bij hen deed. O, hoe Hij hen ervoor gereed maakte. Hij maakte een echte voorbereiding. Merk dus op. Sara lachte.
En de Engel, met Zijn rug naar de tent gekeerd, zei: "Waarom lachte Sara?" En Sara kwam naar buiten en zei dat zij niet had gelachen. En de Engel vertelde haar wat zij had gezegd; wat zij niet had gezegd maar wat zij in haar binnenste had gedacht. Wat was Hij aan het doen? Hij maakte Abraham gereed om te geloven... in Hem te geloven om zijn beloofde zoon te ontvangen.
60 Wat heeft God gedaan? Hij riep u Pinksteren binnen door Zijn genade. Hij bevestigde het verbond aan u door u de besnijdenis onvoorwaardelijk te geven. En nu, wat is Hij aan het doen? Hij toont Zichzelf – dezelfde God in u (ziet u het?) – Dezelfde; door de gedachten van uw hart te kennen, maakt Hij u gereed voor de komst van Zijn beloofde Zoon, Christus onze Redder. Hij maakt u klaar voor de beloofde Zoon.
Hij maakte Abraham gereed voor de beloofde zoon. Nu maakt Hij Abrahams zaad gereed voor de beloofde Zoon waarop wij wachten. O, zal het niet heerlijk zijn om Hem te zien?
61 Wat deed Hij? Herinner u dat het onmiddellijk daarna was, precies onmiddellijk na die bezoeking dat de zoon arriveerde. Sodom werd verbrand. Is dat juist, Bijbellezers? Dat is juist. De zoon arriveerde waarop Abraham had gewacht door de belofte.
De gemeente nu, Abrahams zaad, heeft gewacht op de komst van de Zoon van God. En nu, wat heeft Hij gedaan? Hij heeft u door elk van die elementen heengebracht zoals Hij bij Abraham deed, met een bevestiging van het verbond door u de Heilige Geest te geven, spreken in tongen zoals de Geest er uiting aan geeft, al deze verschillende dingen zoals Hij beloofde, en nu heeft Hij u regelrecht omhoog gebracht en Zijn Geest onder u gezonden, u Goddelijke onderscheiding gevend, net vóór... om u voor te bereiden op de komende Zoon! Amen! Het is het laatste teken dat de gemeente zal ontvangen!
62 Ik sprak vanmorgen met broeder Shakarian die mij opbelde; hij was pas in Washington geweest, hoe alert iedereen daar is. Ze weten niet wat ze moeten doen, slechts... gewoon op elk moment kan er een man die daar staat op een ding drukken waardoor de wereld de eeuwigheid wordt ingezonden, alle zuurstof, waterstof zal splijten. De zeeën zullen opdrogen, al het andere. Er zal niets anders overblijven dan houtskool, achtergelaten op de aarde. Maar voordat dat gebeurt, gaat de gemeente naar huis!
Voordat er een druppel regen viel, was Noach in de ark. Lot was uit Sodom voordat Hij de stad kon verbranden. De gemeente zal in de heerlijkheid zijn wanneer die bom wordt losgelaten. En als hij misschien losgelaten wordt voordat de zon ondergaat vanavond, hoe dichtbij is dan de komst van de Zoon? Ik hoop dat u het begrijpt. Het is geen mens; het is God onder ons.
Zoals Hij deed in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen. Hij heeft het nooit eerder voor de heidenen gedaan in heel ons leven. De heidengeschiedenis heeft het nooit eerder gezien. Doorzoek de boeken en historici en onderzoek het, nooit.
Dit is het avondlicht, hetzelfde licht dat in de ochtend scheen. Het is avondtijd! En Hij bereidt de gemeente voor op de komende Zoon van God.
63 Nu, merk opnieuw op. Om dat te doen, moest Hij hem een grote kracht geven voordat hij deze zoon kon ontvangen. Nu, u zult mij hierin moeten geloven, of, als u wilt. Ik wijk even af van mijn onderwerp.
De Bijbel is een liefdesbrief. En u weet dat de liefste vrouw van heel de wereld voor mij mevrouw Branham is. Zij is mijn lieveling. Ik heb haar lief, heb haar gewoon echt lief. Nu, de wet heerst niet onder ons. Wij geloven absoluut in... Wij geloven in de genade. Wij geloven in liefde.
64 Nu, wanneer ik mij klaarmaak om overzee te gaan, strek ik mijn armen niet uit om haar beet te pakken en te zeggen: "Wel, beste mevrouw Branham, gij zult geen andere mannen hebben. Gij zult niet flirten met een andere man."
Zij pakt mij niet bij de kraag om te zeggen: "En, mijn geliefde broeder Branham, gij zult geen andere vrouwen hebben." Zou dat een thuis zijn? Dat is hoe u probeert een kerk te maken. Uh-hum. Nee. Wij doen dat niet. Ik heb haar lief. Zolang ik haar liefheb, zal ik haar trouw blijven. Zolang zij mij liefheeft, zal dat hetzelfde zijn. Wij maken ons daar geen zorgen om. Nee.
Dan knielen we neer. We bidden. Zij vraagt God om mij te helpen. Zij blijft thuis om voor de kleintjes te zorgen. Ik ga werken voor de Heer. Ik ben vijftien jaar lang maar heel weinig thuis geweest. Zij is sneeuwwit geworden door alleen maar te blijven... een jonge vrouw, door thuis te blijven, het publiek te woord te staan, door te proberen haar deel te doen. Een echt lieflijke vrouw is mijn echtgenote.
65 Maar nu, stel dat ik bijvoorbeeld overzee zou zijn en dat ik heel eenzaam zou worden, en dat een jonge vrouw zou zeggen: "Broeder Branham, wilt u vanavond na de samenkomst een uitstapje met mij maken met de auto?"
Ik zou zeggen: "Ik ben ontzettend eenzaam. Ik denk dat ik het zal doen." Wel, wanneer ik dan naar huis zou gaan, zou ik het haar moeten vertellen. Nu, ik geloof dat zij het mij zou vergeven. Zeker. Ik geloof dat zij het mij zou vergeven. Maar, broeder, ik zou nog liever ter plekke doodvallen voordat ik dat zou doen. Waarom? Ik houd teveel van haar. Ik heb haar lief. O, het zou mij doden. Ik zou het haar niet durven vertellen. En als ik mijn vrouw zo liefheb, wat met mijn Heer?
Paulus zei: "Alle dingen zijn geoorloofd, niet alles is nuttig." Zie?
66 Zij schrijft mij een brief. "Lieve Billy, ik zit hier vanavond. Ik heb net de kinderen naar bed gebracht. Ik heb vandaag de was gedaan. Ik heb zus-en-zo gedaan. De telefoon heeft meer dan driehonderd keer gerinkeld. Mensen vragen waar je bent. Ik denk veel aan jou." Dat is wat zij schrijft. Maar, weet u, ik kan rechtstreeks tussen de regels door lezen en weet wat zij bedoelt, omdat ik haar liefheb.
Dat is hoe u dit Liefdesboek van God kent. De reden dat het zo gecompliceerd is voor mensen, is dat u niet verliefd bent op Christus. U zegt dat het zichzelf tegenspreekt en al deze dingen. U bent gewoon niet verliefd op de Auteur; dat is alles. Het is een Liefdesbrief.
67 Let op wat Hij aan Abraham deed en aan zijn zaad beloofde vlak voor de komst van de zoon, het volgende dat moest gebeuren. Weet u wat Hij deed aan Abraham en Sara? Hij veranderde hen terug in een jonge man en vrouw. "O," zegt u, "nu, broeder Branham, dat is absurd." In orde. Wij zullen erachter komen.
Nu, merk op, onmiddellijk nadat de Engel haar had ontmoet, hen daar had ontmoet, maakten ze een lange reis van ongeveer vijfhonderd kilometer naar Gerar. Dat zijn behoorlijk bejaarde mensen om vijfhonderd kilometer op reis te gaan, vindt u niet?
En merk op. Nu, Sara was negentig jaar oud, een omaatje, een mutsje op, een sjaaltje over haar schouders, een stok in haar hand. Hier is Abraham, grote, lange, neerhangende bakkebaarden, gebogen schouders, die zo onderweg is.
O, zegt u: "Nu, wacht even, broeder Branham. Ze leefden..." O nee, nee, nee, nee. De Bijbel zegt dat ze beiden hoogbejaard waren.
68 En ze gingen naar Gerar. Nu wil ik u tonen hoe dwaas het zou zijn om het te geloven zoals de mensen het geloven. En toen ze daar aankwamen... Abimélech was een koning daar in het land der Filistijnen. En hij was op zoek naar een geliefde bij al die mooie Filistijnse meisjes, maar toen hij oma zag komen, zei hij: "Dat is degene waarop ik heb gewacht. Dat is ze. Ik ben verliefd op haar." Nu, ontken het. Hij werd verliefd op Sara en... Is dat juist? En wilde haar nemen als vrouw, een oma van honderd jaar oud. Nee, nee, broeder, nee, zo was het niet. Zij was een mooie jonge vrouw. Hij veranderde haar terug in een jonge vrouw, Abraham in een jonge man.
69 Nadat ze... nadat zij dit grote teken hadden gezien, wat gebeurde er toen als volgende? Ik zie Abraham zeggen: "Sara, schat, die rimpels onder jouw mooie ogen zijn aan het verdwijnen." Abraham zei...
Zij zou antwoorden: "Abraham, jouw bakkebaarden worden weer donker, en je schouders worden weer recht." Ziet u wat het was? Ze waren weer jong aan het worden.
Nu wil ik u iets vragen. Als zij onvruchtbaar was, haar schoot... Nu, bedenk, in die dagen rookten vrouwen geen sigaretten zoals tegenwoordig. Het is dus tegenwoordig zo, dat wanneer een vrouw sigaretten rookt, de statistieken tonen het, dat haar baby binnen achttien maanden sterft, tachtig procent, door nicotinevergiftiging. Ze moeten hen grootbrengen met een fles met koemelk. Ze nemen de nicotine in, en als ze dat doen, worden ze neurotisch zoals Ricky en Elvis daarbuiten, weet u, heen en weer rennend, gewoon neurotisch. Dat is precies de wijze waarop de... Als uw kind zo genoemd is, verander zijn naam. Zie? Nu, geestelijk gesproken betekent het Judas.
70 Dus merk nu op, toen hij daarginds was, zaten ze daar met gebogen schouders. God had gemaakt... Nu, kijk. Als... voordat hij... zij deze baby kon hebben... Laat mij u iets vragen. Voordat zij deze baby kon hebben, moest God haar baarmoeder vruchtbaar maken. Is dat juist? En Hij moest hetzelfde doen bij Abraham.
Voordat zij deze baby kon krijgen... Ze hadden geen zuigflessen voor babyvoeding, dus zij... ze... Die aderen, melkklieren, waren verschrompeld. Hij moest nieuwe melkklieren maken. U weet waarover ik spreek. En voordat Hij dat deed, hoe kon een vrouw... Vergeef mij, zusters, ik moet hier een uitspraak doen. Hoe kon een vrouw van honderd jaar oud barensweeën verdragen met dat hart? Zij zou aan een hartaanval sterven. Een honderd jaar oude vrouw... Met veertig jaar zou zij bijna sterven als ze zou bevallen... En een vrouw van honderd jaar, God zou haar een nieuw hart moeten geven. Hij lapte haar niet op. Hij maakte haar gewoon nieuw. Amen! O, halleluja! Zie?
71 Abimélech werd verliefd op haar, zou met haar zijn getrouwd. O, ik kan hem een bad zien nemen en zijn voeten opsteken nadat hij zijn gebeden had gezegd, en naar bed gaan; hij zei: "Met die mooie Hebreeuwse jonge vrouw zal ik morgen trouwen. Want dat is haar broer daar, want zij zei het."
En God zei: "U bent zo goed als een dode man. (Zie?) U bent zo goed als een dode man." Zei: "Dat is de vrouw van de man, en ik zal uw gebeden geenszins horen."
Hij zei: "U kent de oprechtheid van mijn hart. Ik ben een heiligheids-man." Zei: "U kent de oprechtheid van mijn hart."
Zei: "Ik weet het, maar haar man is Mijn profeet. Nu, ga en breng zijn vrouw terug en laat hem voor u bidden. Ik zal hem verhoren, maar Ik zal u niet verhoren." O, broeder. Wat een soevereiniteit van God! Hoe Hij de Zijnen kent!
72 Abrahams zaad, weet u waarover ik spreek? De gemeente; God. Waar gaan de gaven heen? Naar de gemeente van Abrahams zaad. Kijk ernaar vandaag. Waar is het? Waar zijn deze gaven van spreken in tongen en al deze andere gaven? Waar zijn ze? Onder het zaad van Abraham. Zie? Dat is juist. Hij erkende dat.
O, u zegt: "Ze hebben veel slechte dingen gedaan." Abraham ook, noemde zijn vrouw zijn zuster, een man die dat doet! Zie? Ja. Een ding... Weten niet wat ze deden, ze kijken niet naar zichzelf; ze kijken naar hun Offer. Zie? Zeker.
Nu, merk op. Onmiddellijk daarna werd de kleine jongen geboren. Wat toonde God? Zijn teken dat de zoon zou komen. Wat was toen het volgende wat Hij deed? Hij bracht hen in een toestand om de zoon te ontvangen.
73 Wij, die leven en overgebleven zijn tot de komst van de Heer, zullen hen niet voorkomen die ontslapen zijn, want de bazuin zal klinken en de gestorvenen in Christus zullen opstaan. Wij zullen veranderd worden in een punt des tijds, in een ogenblik, en zullen tezamen opgenomen worden om de Heer te ontmoeten in de lucht, en zullen voor eeuwig bij de Heer zijn, die grote Zoon Die komende is.
Ziet u hoe Hij Zijn gemeente gereedmaakt? Wat doet Hij? Hij toont hun Zijn laatste teken. Wat is het volgende? De opname, de opname! De Zoon verschijnt en wij worden veranderd. Wij kunnen niet gaan om bij Hem in de lucht te komen. Hij is te hoog voor ons. Maar wij zullen veranderd worden zoals vader Abraham, in een ogenblik, in een oogwenk, en zullen samen opgenomen worden om Hem in de lucht te ontmoeten.
74 Dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aandoen. Dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aandoen. O God, wat een uur ligt er voor ons. Wat behoort het zaad van Abraham blij te zijn. O, waar gaat die tijd naartoe? En ik ben nog niet begonnen. Ik heb nog acht of tien Schriftgedeelten hier om naar te verwijzen. Maar we zullen het moeten laten gaan.
Bedenk, volgt u het nu? Ziet u hoe God die verbonden maakte, die beloften, en die tekenen aan Abrahams zaad? Nu, waar ging die gave van onderscheiding naartoe? Ging ze naar Sodom? Beslist niet. Onder denominatiekerken? Zeker niet. Ze kwam tot de uitverkoren gemeente. Aan hen werd het Evangelie gepredikt. Twee engelen gingen daar naartoe en predikten. Maar Deze Die achterbleef voor de uitverkorenen, de uitgeroepen gemeente, nam de verachte weinigen des Heren.
75 En Jezus Zelf, de Zoon van God zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Kunt u mij horen? Zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Gelooft u het? Zeg: "Amen." ["Amen."]
Wat is het volgende waar wij naar uitkijken? De opname, om Hem te gaan ontmoeten, de komende Zoon. Wij zullen veranderd en opgenomen moeten worden. U kunt niet worden opgenomen zoals u nu bent. U bent te zwaar. O, maar, broeder, op een dag zal dit sterfelijke onsterfelijkheid aandoen, en wij zullen een lichaam hebben zoals Zijn eigen hemelse lichaam, want wij zullen Hem zien zoals Hij is. O, u zaad van Abraham, houd vast aan uw belofte, liefste. Blijf erbij. Laat geen mens u ervan beroven.
Als u de wereld bent in gedwaald, en u vrouwen bent begonnen werelds te handelen, en u mannen hebt het hun toegestaan, schaam u. U behoort de baas van het huis te zijn. U bent de leider. De Bijbel zegt dat de man zal heersen, niet een dictator nu, geen deurmat. Hij maakte voor hem een hulpe (zie?), een lieveling.
76 En hoe deze dingen... Hoe kunt u het doen? Kom terug, wilt u? Wilt u mij niet beloven dat u vandaag terug zult komen tot God? Ik moet u op een dag ontmoeten. Ik moet daar blijven.
Ik hoop dat Hij mij zal binnenlaten op die dag. Ik probeer Hem te dienen met heel mijn hart. Ik wil u niet kwetsen. Wel, uw offer dat u vandaag geeft, zal helpen om mijn kinderen eten te geven. Het zal dingen voor mij doen. Hoe zou ik u kunnen kwetsen? Ik zou een gemene huichelaar zijn als ik dat deed. Maar hoor mijn... hoor mijn prediking en waarover ik u vertel betreffende u. Zie? Hoor het Woord van de Heer. Kom heel snel terug tot God, geliefde. Ren heel snel terug en zeg: "Here, ik... ik... ik ben ver weg van U afgedwaald. Ik kom nu naar huis, Here. Ik... ik ga het allemaal loslaten. Ik... ik wil een dochter van de Koning zijn. Ik wil de zoon van een Koning zijn. Ik wil in rechtvaardigheid staan. Ik geef er niet om wat de anderen zeggen. Ik..."
77 Het is een individuele zaak. Hij neemt niet... Hij gaat niet slechts de Foursquare nemen, of Hij zal niet slechts de Assemblies nemen, of slechts de Eenheid, de Tweeheid, of de Drie-eenheid, enzovoort. Hij gaat degenen die oprecht van hart zijn uit die alle nemen. Zie? Dus is het niet uw kerk, uw organisatie, het is een individuele zaak, zoek dus God. Kom terug tot Hem. Ja.
Verspreid licht op enige anderen. Misschien zullen ze de neiging krijgen om het te doen. Verspreid uw licht. Dat is wat wij behoren te doen. U wilt niet dat ze verloren gaan. Als u dat wilt, is er iets verkeerd met uw hart. Jezus stierf opdat wij, Zijn vijand, gered mochten worden. Zeker.
78 Nu, vlak voordat wij nu zullen... Let op. Onmiddellijk nadat die kleine jongen twaalf jaar werd... Nu, we zijn... we gaan sluiten en de gebedsrij beginnen. Luister hier nu gewoon heel aandachtig naar.
Toen deze kleine jongen ongeveer twaalf jaar werd, zei God: "Ik ga hun tonen daar in Visalia dat Ik echt Mijn belofte houd, omdat ik bij Mijzelf heb gezworen dat Ik haar zou houden." Hij zwoer het, niet alleen aan Abraham, maar aan Abrahams zaad na hem. Hij zwoer aan... aan u net eender als bij Abraham, aantonend dat het verbond met Abraham is én zijn zaad.
79 Hij zei: "Ik ga hun tonen dat ik wil dat ze Mijn Woord houden. Op een dag zal Ik een dienstknecht hebben genaamd William Branham. Hij zal daar prediken; hij zal een groep zieke mensen voor zich hebben en Ik... Het zal precies in de eindtijd zijn, daarom wil Ik hun tonen dat ze het Woord moeten vasthouden, want als het niet het Woord was, zou Ik het niet bevestigen. Maar Ik heb hen reeds genezen, en ze moeten iets doen. Ik kan het niet eenvoudig nemen en het in hen gieten. Ze moeten het zelf komen halen." Nu, hoort u dat allemaal?
Nu, Hij zei: "Abraham, om het dubbel vast te maken, wil Ik dat u deze jongen hier bovenop een berg brengt. Ik ga u iets tonen, en Ik wil dat u hem daarboven doodt. Ik ga u uit hem een vader van naties maken. Uit zijn zaad zal Ik dat eeuwige Zaad doen opstaan. En Ik... Ik ga u een vader van naties maken; maar breng hem bovenop de berg en dood hem."
80 Hoe gaat hij dat doen... Hij is nu al meer dan honderdvijftien jaar oud. Hoe gaat hij zijn zoon de berg op nemen en hem doden, om de enige hoop die hij had te vernietigen? Maar nu wil ik dat u opmerkt. Hij nam een dienstknecht mee. Hij kon het niet aan mama vertellen. Dat zou te erg zijn om die mooie kleine moeder van hem te vertellen dat hij die jongen mee gaat nemen om hem te doden.
Dus hakte hij wat hout en deed het in de zak en zette het op de rug van een muilezel; en hij nam twee dienstknechten mee en ging op een driedaagse reis. Nu, de mensen hadden toen geen benzine-voeten in die tijd. Ze konden lopen...
Ik... Toen ik patrouilleerde, liep ik zeven jaar lang vijftig kilometer per dag, en ik... Dat is niet bepaald erg goed lopen. Elke goede man kon, tenminste een jonge man zoals hij toen was, laten we zeggen, veertig kilometer per dag lopen. Dus dat was honderdtwintig kilometer verwijderd van de beschaving.
81 Toen hief hij zijn hoofd op en zag de... zijn ogen, liever gezegd, en zag de berg in de verte. Hij ging naar deze berg toe; toen hij daar aankwam zei hij... Let hierop. Ik ben in Genesis.22 nu. Om te sluiten...
Hij zei tegen de dienstknechten die de muilezel hadden: "Blijven jullie hier terwijl de jongen en ik daarheen gaan om te aanbidden. De jongen en ik zullen terugkomen." Hoe? Hoe zal hij terugkomen? U neemt hem daar mee naar boven om hem te doden!
Toen later over Abraham het Goddelijke commentaar werd geschreven, staat er dat hij niet twijfelde aan Gods beloften. Nee, nee. Hij wist dat hij hem zou ontvangen als een uit de dood. Hij was bijna klaar om te sterven, honderd jaar oud. En hij wist dat God in staat was om hem te doen opstaan uit de dood.
82 Hij zei: "De jongen en ik zullen terugkomen." En hij legde het hout op Izaks rug. Wat een volmaakt type van Christus met Zijn eigen hout op Zijn rug, het altaar. Naar boven ging hij, de berg op. Ze kwamen daar aan, en ze maakten het altaar klaar, gingen het kreupelhout en de doornstruiken in en pakten een paar rotsblokken op en legden ze daar neer. Plaatste het vuur daarbovenop, en Abraham hield het vuur in zijn hand en hij stak het... stak het altaar aan met het vuur.
En kleine Izak werd achterdochtig, en hij zei: "Vader," zei hij, "hier is het altaar, en hier is het hout, hier is het vuur, maar waar is het lam als offer?" Luistert hiernaar, broeders. Laat het heel diep in uw hart indringen.
83 Abraham keek naar hem en zei: "God zal voor Zichzelf in een lam voorzien." O my. Hoe? Hoe? Dat is aan God. Ze zijn helemaal bovenop de top van deze berg. Zei: "Izak, keer je om, lieverd", bond zijn handen. En let op Izak, niet aan het schoppen en schreeuwen, maar hij onderwierp zich aan de dood zoals God deed, het ware Zaad van Abraham, gewillig om onze plaats in te nemen, liet zijn handen binden door zijn eigen vader; bond zijn voeten, legde hem bovenop het altaar.
Zou u zich nu Abrahams hart kunnen voorstellen? Zijn lieve kleine jongen; pakte die krulletjes van het Joodse zwarte haar en duwde het weg bij zijn ogen op die manier, en dacht: "Vraag mij af wat mama nu zal denken?" Gooide het naar achteren... Nee, hij kon daar niet aan denken. Hij dacht eraan wat de Vader denkt.
84 Trok het mes uit de schede, trok zijn kleine hoofd zo naar achteren, van zijn eigen zoon, zijn handen beefden, zijn hart bonkte zowat in zijn keel, hief zijn hand op in gehoorzaamheid aan God om het leven van zijn eigen zoon te nemen. En toen hij gereed stond om zijn slag toe te brengen, greep de Heilige Geest zijn hand, zei: "Houd uw hand terug, Abraham. Ik weet nu dat u Mij gelooft."
En rond die tijd hoorde Abraham iets. En vlak achter hem was een ram, geen ooi, een ram, een mannelijk schaap dat met zijn horens gevangen zat in het struikgewas. Een paar minuten daarvoor was hij daar niet. Wat deed hij daarboven? Hij is meer dan honderd kilometer van de beschaving verwijderd. Er zijn leeuwen, jakhalzen en van alles, wolven zouden hem opeten. En nog wat, hij bevindt zich bovenop de berg waar geen water is. Hoe kwam hij daar? Jehova-Jireh. De Here voorzag voor Zichzelf in een offer. Dat was Christus. Nu, het was geen visioen. Het was geen visioen. Een visioen bloedt niet.
85 Abraham nam de ram, legde hem op het altaar, sneed zijn keel door; en bloed liep daaruit in plaats van uit zijn zoon. Geen visioen, het was een ram. Waarom? Hij is in staat om te scheppen. Hij kan voor Zichzelf in een offer voorzien.
Hoe zult u gezond worden, zoon? Je bent voorbij de hulp van de dokter. Hoe zult u gezond worden, kleine moeder die daar zo zit te beven? Hoe zult u gezond worden daar, zoon, die daar zo verlamd ligt? Hoe gaat u gezond worden, die hier zit? Hoe zult u het gaan doen? Dat is niet voor u om over na te denken. Hij is Jehova-Jireh. Maar bovendien, Hij heeft reeds in een Lam voorzien voor uw... Het is er al. Er werd in Jezus voorzien en Hij heeft reeds de genezing gedaan. Het enige wat u moet doen, is het accepteren, het geloven. Doet u dat? O my.
86 Laten we onze hoofden een ogenblik buigen. Terwijl wij stil worden voor God, wil ik dat u bidt. Hoeveel hier aanwezig willen dat voorziene Offer van God aanvaarden? Steek uw hand op. God zegene u. God zegene u. O my, door het hele gebouw.
Onze hemelse Vader, ze geloven het Woord. Hoe... Waarom hebben ze hun handen opgestoken? Omdat ze weten dat U Uw Woord houdt. Ze hadden dat niet kunnen doen tenzij U hun had verteld om het te doen. En ze waren gehoorzaam zoals Izak dat was, bereid om te sterven aan eigen gedachten, bereid om te sterven aan wat een dokter gezegd mag hebben, of iets anders. Ze zijn Abrahams kinderen. Ze geloven. Ze zijn wedergeboren. Ze zijn... Ze zijn ook gedoopt met de Heilige Geest. Ze geloven U. Zondaars hebben hun handen opgestoken omdat ze ook Uw kind willen zijn. Ontvang hen, Here. Ze zijn de Uwen.
87 Deze hele week, Here, dit zijn vijf opeenvolgende predikingen die betrekking hebben op dit uur dat spoedig hier is. Wij zijn daar aangekomen. Iets moet gebeuren, Here. Uw Woord is uitgegaan. Uw tekenen zijn uitgegaan. U hebt Uw Woord bevestigd. Nu is het aan de mensen. Here, wanneer ze door deze gebedsrij gaan en er voor hen wordt gebeden, mogen ze dan geloof hebben. Mogen ze dit podium verlaten en God gewoon prijzen. Als het gebeurt, dank God. Als het niet gebeurt, dan zal het hoe dan ook gaan gebeuren. U zei het. U bent de God Die de beloften deed vandaag in het gebouw. Sta het toe, Vader. Ik vraag het in Jezus' Naam. Sta het toe aan ieder van dezen voor Uw heerlijkheid. Moge het zo zijn, Here. Amen.
In orde. We hebben ongeveer drie- of vierhonderd mensen waarvoor gebeden moet worden. Hoeveel geloven er dat de laatste woorden die uit Jezus' mond kwamen toen Hij deze aarde verliet; dat de laatste woorden die Hij sprak, dit is wat Hij zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. Als ze hun handen op de zieken leggen, zullen ze herstellen"? Zei Hij dat? Nu, Hij beloofde dat.
88 Zijn er hier vreemden die nooit in een van de samenkomsten zijn geweest, steek uw handen omhoog; die nooit eerder in een ervan is geweest, steek uw hand omhoog. Het zijn er aardig wat. Dan zou u misschien tegen mij kunnen zeggen: "Broeder Branham, u sprak tot ons over een Engel die hier zou zijn in de laatste dagen die zou wonen in menselijk vlees. En het zou God zijn Die in menselijk vlees woont. Ik weet niets over deze dingen, maar u zei dat het er zou zijn. Ik heb Hem dat nooit zien doen zoals Hij dat daar deed om te tonen dat wij in Sodom zijn."
Hoeveel zijn er daar ziek die mij niet kennen, steek uw handen op, die een nood hebben? Steek uw hand op. Het maakt mij niet uit waar u bent. Word echt eerbiedig.
89 Vlak voordat we een gebedsrij oproepen... In de gebedsrij zullen we geen onderscheiding hebben omdat we dat niet kunnen met drie- of vierhonderd die hier langskomen. Ik ga voor hen bidden, maar zal geen onderscheiding hebben. Wij zullen nu de onderscheidingsrij hebben voor u die daar in het gehoor zit.
Ik ken geen ziel hier. Ik heb een broeder hier genaamd Fred Sothmann. Ik heb er een genaamd broeder Tom. Ik heb er een, broeder Evans. Ze zijn hier ergens. Waar bent u? Bent u in de dienst vandaag, broeders? Waar... Helemaal achterin, ja, helemaal daar achteraan. Dat zijn allen die ik ken.
90 Hoeveel van u mannen daar, u predikers, hebt nooit een kans gehad zoals deze? Ik ken u niet. Ik... ik ontmoette u daar, maar dat... Ik weet niets over u, geen ziekten of iets. Kopt dat? Nu, daar is het, u zegt: "Broeder Branham, is dat niet een beetje gewaagd?" Ja, maar Hij beloofde het. Ja beslist. Hij beloofde het.
Nu, laten wij zien of de Heilige Geest... Als Hij het nog een keer zal doen voordat u door deze gebedsrij komt, zodat u zult zien dat de zalving hier is, zou dat in orde zijn voor u? Moge God het toestaan. Ik ga slechts proberen te zien of de Heilige Geest het wil doen. Ik wil mijn rug naar elke sectie toe draaien, helemaal rondom mij, zodat het uit elke sectie zal komen.
Ik wil u een vraag stellen. Gelooft u dat die Engel van de Heer de waarheid vertelde, dat ik in staat ben om dit te doen door de Geest van God? In orde. Deze sectie in deze richting, en dan zullen wij langs die kant gaan, en dan langs die kant, en dan deze kant op. Zie? Bid nu gewoon en kijk...
91 Nu, wat was die Engel? Dat... het was God. Abraham zei dat Hij Elohim was. Nu, bid gewoon hier in dit gedeelte en zeg: "Here, de man kent mij niet, weet niets over mij." Hoeveel zijn er in dit gedeelte hier die weten dat ik u niet ken, maar toch bent u ziek en behoeftig, steek uw hand omhoog. In orde. Ik ga mijn rug draaien. Bid.
Nu, hemelse Vader, dit is niet om te... Dit is geen show. Dit is niet om een show op te voeren, maar dit is om Uw belofte te vervullen. U kent mijn hart. U kent mijn doel, en U kent mijn motief om het te doen. Ik ken Uw genade doordat U mij toestaat dit te doen. En ik bid, Vader, dat U het opnieuw zult laten gebeuren, opdat de mensen mogen weten dat ik hun de waarheid heb verteld.
Ieder van Abrahams zaad is erfgenaam met hem van elke belofte. Sta het toe door Jezus' Naam, en alle lof zal voor U zijn, Here. Ik heb het de mensen duidelijk verteld, en ze weten dat ik slechts een van de nederigste van Uw dienstknechten ben, geen opleiding, geen enkele bekwaamheid. Maar U kwam gewoon neer toen ik een kleine baby was daar in de wieg. En op de een of andere manier hebt U mij een kleine gave gegeven dat ik mij kon ontspannen en dat U het spreken kon doen. O, God, laat dat zo zijn. Help mij, Here.
92 Vergeef mij mijn vergissingen en fouten in het leven als mens. Maar kijk naar het doel van mijn hart en het motief. En ik bid dat het Uw wil is vanmiddag om het opnieuw voor ons te manifesteren. Door Jezus' Naam zal ik U prijzen, en zullen wij allen U prijzen. Wanneer de mensen door de gebedsrij gaan, zullen zij weten dat de God Die hun hart kent ook hun toestand kent.
Dan, Here, moge er geen rolstoel zijn die niet leeg zal zijn. Moge er geen brancard zijn die niet leeg zal zijn. Moge er geen zieke persoon zijn in ons midden die niet is... Misschien zullen ze dan nog niet geheel gezond zijn, maar ze hebben zoals Abraham de belofte. Ze zullen eraan vasthouden, en U zult het bevestigen, Here. U doet het altijd, want U bent God. In Jezus' Naam vraag ik het. Amen.
93 Nu, in de Naam van Jezus Christus neem ik elke geest hier onder mijn controle voor Gods heerlijkheid, voor de werking van Zijn Geest.
Er is een boze macht achter mij, zwart, vreselijk. Het is epilepsie. Het is op een vrouw. Zij heeft epilepsie. Haar naam is mevrouw Camel. Sta op; aanvaard uw genezing; geloof in de Heer Jezus Christus en word gezond.
Gelooft u nu? Er zit hier een vrouw dichtbij mij, en zij is... Zij lijdt aan een soort nierkwaal, en het zijn nierstenen. En zij bidt nu voor iemand. Het is... het is haar man, en hij heeft een geestesziekte. Haar naam is mevrouw Lenz. Sta op en ontvang uw genezing.
94 Gelooft u nu? Heb geloof. Gelooft u dat het dezelfde Engel van de Heer is? Nu, hoe zit het met deze kant? Is er iemand ziek aan deze kant? Steek uw hand op.
Er is een vrouw vlak achter mij. Het is een vrouw, en zij heeft een tumor. Ze zijn in haar longen. Haar naam is mevrouw Spangler. Sta op, mevrouw Spangler, en aanvaard uw genezing.
Nu, gelooft u? Ik ken deze mensen niet, zag ze nooit. Tussen haakjes, kijk nu deze kant op. Kijk nu hierheen. Mevrouw Spangler, doe mij een gunst. Leg uw hand op de dame naast u daar. Zij heeft een nierkwaal en wil genezen worden. Dat is juist. Nu, legt u uw hand op de dame naast u. Zij heeft een nierkwaal en wil genezen worden. Nu, leg uw hand op de vrouw voor u, die vrouw met de rode trui aan die daar aan het bidden is voor haar man. Zij moet naar het ziekenhuis gaan vanwege de verslechtering van haar lichaam. Zij bidt voor haar echtgenoot. Gelooft u? Dan zult u genezen worden. Amen.
Gelooft u met uw hele hart? Heb geloof in God. Twijfel niet. Indien gij kunt geloven. Gelooft u met uw hele hart?
95 Achterin dit gedeelte zie ik een jongedame. Zij bidt voor de redding van haar vader. Geloof het, jongedame. U zult het ontvangen. Ween niet. Geloof alleen.
Er is een andere dame die voor mij komt. Zij zit achter mij. Zij heeft een leverkwaal, twee of drie daar. Ik... ik voel het, maar ik zie er één. Haar naam is mevrouw Watham. Geloof met uw hele hart en ontvang uw genezing.
Er is een dame achter mij die het orgel bespeelt. Zij heeft een probleem met haar rug. Er is een prediker achter mij die ook rugklachten heeft. Twijfel niet. Gelooft u met uw hele hart? Daar hebt u het. Gelooft u Hem?
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat... (Gelooft u het nu met uw hele hart?) ... eerst liefhad...
96 Gaat u het geloven aan deze kant? Ieder van u hier beneden op deze brancards, gaat u het geloven? Gaat u het daar geloven? Hoeveel weten er dat dezelfde Engel van God hier vandaag is? Steek uw hand op en zeg: "Ik geloof het." Ziet u hoe waarachtig Hij is, hoe echt Hij is?
Nu, hoeveel geloven er dat als u door deze gebedsrij komt, waar handen op u gelegd zullen worden, dat u genezen zult worden? Hoeveel hebben er geloof in uw voorganger, geloven dat hij een man van God is, steek uw hand omhoog? Ik ga mijn handen ook opsteken. Ik geloof ook dat hij het is. Nu, ik ga hem vragen om hier naar voren te komen en mij te helpen, ieder van u. Kom direct hier op het podium. Laten we hier een gebedsrij vormen. Kom aan deze kant, de helft van u, sommigen aan de andere kant.
Allen met gebedskaart nummer A, sta op en kom hier aan deze kant staan: A... [Leeg gedeelte op de band – Vert]
Op het kruishout van Golgotha.
97 Nu, ik wil dat u allen uw hoofd buigt, iedereen in gebed, terwijl u Ik heb Hem lief zingt. Ik wil naar beneden komen om in het bijzonder te bidden voor degenen die op bedden en brancards liggen hier beneden, die herstellende zijn. Ik wil dat u allemaal samen met mij bidt, u broeders. Ik zal met een minuut weer terug zijn op het podium. Laat de hele samenkomst in gebed zijn terwijl ik naar beneden ga.
Abrahams zaad is... Bent u gereed om uw genezing te ontvangen? Zijn ze daar niet allemaal? [Een broeder spreekt tot Broeder Branham – Vert] Wel, ik dacht dat ze misschien zouden ... Wel... [Leeg gedeelte op de band] ... Geest zal ons zozeer zalven dat we waarschijnlijk niet zullen weten waar we zijn. Ik wil dat u onthoudt dat ik u liefheb. Tot ziens. God zegene u. Ik hoop om u spoedig weer te zien. Tot die tijd, volg altijd het pad van Hem Die maakt dat de maan 's nachts blijft schijnen, de sterren helder houdt om goed te kunnen gaan. Gedenk mij wanneer u met Hem praat. Vertel Hem dat ik Hem liefheb. Ik wil u daar zien.
In orde. Is uw gebedsrij klaar? Iedereen, buig uw hoofd nu en zing Ik heb Hem lief, terwijl de rij er doorheen komt.
98 Vader God, ze komen. In... Predikers, gaat u daar allen naartoe en leg nu handen op hen. Ga daar naartoe. Ik wil dat u daar gaat staan en handen legt op deze mensen. Nu, terwijl ze er doorheen komen... Kom direct hier.
O, Vader... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... [Men hoort gedeeltelijk de gebedsrij voorbijgaan. De mensen juichen en prijzen God.] Maar ik heb nooit een samenkomst zoals deze gezien. Ik heb nooit in mijn leven gezien... [Leeg gedeelte op de band] ... in mijn hele leven. Ik voelde nooit zoveel geloof in één gebedsrij in mijn leven. Dat is juist. O, dat is waarop we hebben gewacht.
U die er nu doorheen komt, kom er doorheen en prijs Hem. Kom er doorheen terwijl u Hem gelooft. Dat is de wijze om het te doen. Kom, het gelovend. Wanneer u hier langskomt, niet door een man, passeer... En u zult weten dat uw voorganger...?...
99 [De gebedsrij gaat door. Leeg gedeelte op de band – Vert] ... Wat ze een snelle gebedsrij noemen. En na alles wat ik ooit heb meegemaakt, geloof ik niet dat ik in één samenkomst ooit zoveel geloof gevoeld heb als wat precies hier was in deze rij. Ik ben er zo zeker van als dat ik hier op dit podium sta; u zult zien, u broeders, dat er onder deze mensen iets gebeurde. Het was een geweldig...
Weet u waarom? Het is omdat de voorgangers geloven. Ze zijn dienstknechten van God. De reden dat ik deze mannen hier liet komen om te bidden, is opdat u mensen mag beseffen en begrijpen dat uw voorganger dezelfde autoriteit heeft om voor u te bidden als ik, of welke andere man ook. En ze hadden hun handen op gelijke wijze op u gelegd als ik. Als u in de toekomst ziek wordt, wacht dan niet totdat er iemand langskomt met een bepaalde bijzondere bediening. Ziet u wat er gebeurt als uw voorganger voor u bidt? U wordt ook genezen. Zie? Ze zijn dus dienstknechten van God. Ze zijn Gods dienstknechten, verordineerd om handen op de zieken te leggen en voor de zieken te bidden of enige andere zaak.
100 Als u... Als ik in uw ogen genade heb gevonden als een dienstknecht van God, geloof mij, heb geloof in uw voorganger, want Hij is een man gezonden door God. Heb geloof in hem. Nu, hij komt met mij naar beneden, enige van deze voorgangers, om te helpen bidden voor deze mensen in de rolstoelen, als enige van u broeders naar beneden willen komen op het podium... van het podium af, om met mij voor hen te bidden.