Abrahams genadeverbond
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Sullivan. Goedenavond vrienden. Blij om hier opnieuw te zijn vanavond in de dienst van onze grote Koning en Redder, Jezus Christus, vertrouwend dat Hij vandaag heel goed voor u is geweest en u gezegend heeft. En wij verwachten vanavond het buitengewone en overvloedige, boven alles wat wij zouden kunnen doen of denken.
Het is best goed om vanavond hier te zijn. Mijn vrouw vertelt mij dat het daar thuis op het punt staat te gaan sneeuwen, dus ik denk dat ik hier in Ohio zal blijven, als u mij tenminste wilt hebben. Ik heb nog enkele dagen, hoop ik, om te rusten als ik kan. Ik kan niet thuis blijven. Ik kom gewoon thuis en vertrek opnieuw, want het is thuis erger dan waar dan ook... thuis. Ik ben dus erg moe.
2 Ik ben sinds Kerstmis doorgegaan. Wij begonnen met twee weken in de tabernakel over de zeven gemeentetijdperken; vertrokken daar en gingen naar Shreveport, Louisiana, van daar naar Arlington, Texas, of, excuseer mij, Beaumont, Texas; Phoenix, Arizona; Tucson, Arizona; Long Beach, Visalia, Californië; Tulare, Californië; toen terug; op naar Richmond, Virginia; en toen hierheen.
En ik stond op, gewoon bijna aan het eind, lichamelijk gesproken. Maar van buiten voel ik mij sterk, maar van binnen word ik gewoon zo moe dat ik niet meer goed kan denken. Maar ik geloof dat God onze inspanningen zal zegenen terwijl wij Hem proberen te dienen. De Here zegene u.
Ik hoop dat het u niet laat bevriezen, maar ik ben blij dat zij dat afgezet hebben want het is een beetje... zo lawaaierig. Kunt u mij nu beter horen? Dat is goed. Kan iemand wat spijkers halen en dit voor ons repareren vandaag? Ik hoop het. Ik was gisteravond bang dat het er af zou vallen, en ik had het hier een beetje vastgezet.
Nu, vanavond gaan wij de Here benaderen (Zijn Woord, liever gezegd), over een profetisch onderwerp, één waarover ik vele keren heb nagedacht en gesproken. Maar ik wil het vanavond een beetje vanuit een iets ander standpunt benaderen, omdat...
3 Velen hebben mij vandaag opgebeld en mij verteld dat zij het daar achterin niet konden horen; er was zo'n weerkaatsing en een gerommel; en u hoort het Woord niet zo goed. Dat is het essentiële deel, het Woord te horen, want tenslotte is het het Woord dat telt. Het Woord van God is wat telt. Ik hoop dat ik gisteravond niet verkeerd begrepen werd door veel van onze broeders.
4 Ziet u, als wij God benaderen moeten wij komen op Zijn uitnodiging van Zijn Woord. Wij moeten trouw zijn aan dat Woord. En als u iets doet, of iets zegt, of iets predikt, dat tegengesteld is aan de echte opvatting van uw hart, kunt u geen geloof hebben, want u weet dat wat u doet... dat u niet precies in orde bent. U moet gewoon precies handelen op de wijze dat u denkt dat juist is en enkel zeggen wat u weet dat de waarheid is. Als u dat niet doet kunt u zelf geen geloof hebben.
5 En uw boodschap zal nooit tot de mensen doordringen, omdat het niet gezalfd kan worden; want heel diep in deze kleine zoemer hier beneden, denkt u iets anders dan wat u hier boven zegt; dat zal gewoon niet werken. U moet werkelijk eerlijk zijn. En Hebreeën, het tiende hoofdstuk, waarnaar ik gisteravond verwees, zie:
Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden.
6 En wat ik probeerde te plaatsen (als u mij vanavond beter kunt horen), zie, die mensen hadden een belofte van God, Israël had dat. (Kunt u mij nu allemaal horen? Steek uw hand omhoog, allen die mij kunnen horen. Goed.) God had die mensen het beloofde land beloofd. Maar toen zij tot de plaats kwamen om de belofte over te nemen, twijfelden zij. En toen gingen zij terug en stierven in de woestijn, iedereen die die belofte niet geloofde. Is dat waar? Steek uw hand op zodat ik het kan zien. Iedereen stierf. Er waren maar twee die het geloofden, Jozua en Kaleb, en zij waren de enige twee van dat gehele volk van twee-en-een-half miljoen die het land in moesten gaan, omdat zij het geloofden.
7 Nu, het Oude Testament is een type van het Nieuwe, zoals ik het samen typeerde. Vandaag heeft geestelijk Israël precies dezelfde fout gemaakt als natuurlijk Israël. En toen zij tot de werkelijke plaats waren gekomen... U zou de theologische school daar doorlopen kunnen hebben, precies zoals zij in Exodus 19 deden. Zij kunnen het niet aanvaarden; als ze het doen, zet de organisatie hen eruit.
8 Ik had predikers voor mij vandaag, fijne mensen. De Assemblies of God is een van mijn grote supporters; de Church of God, een supporter; de Foursquare, een supporter; de Eenheidsmensen, een supporter; de Tweeheidsmensen, een supporter; de United Pentecostal, en sommige van de fijnste christenpredikers die er zijn op het oppervlak van de aarde zijn in die organisaties. Ik zeg alles rechtuit tegen die broeders. Zij zijn mijn broeders en zij zijn mannen Gods.
9 Maar het systeem – niet de mannen, niet de mensen, maar het systeem – wikkelt zich om hen heen en scheidt hen van andere broeders. Ze kunnen dit niet doen wanneer het systeem waaronder ze zitten hen dat niet toestaat. Dat is waar ik tegen ben, broeders. Ik zou niet willen dat u mij verkeerd begrijpt.
10 Ik weet dat dat Gods waarheid is, en ik weet dat die zaak moet sterven. Elk type, iedere schaduw, en zelfs de Schrift bewijst het. Daarom, ik houd van mijn broeders in de Assemblies en in al de andere kerken, de Eenheids en de Tweeheids. Ik heb nooit enig verschil gemaakt onder de mensen, om de organisatie waartoe ze behoren. Zolang ze wedergeboren zijn en vervuld met de Heilige Geest, zijn ze mijn broeders. En ik heb geprobeerd om precies in de bres te staan en te zeggen: "U bent mijn broeders."
11 Vanavond, een samenkomst zoals deze in de stad, waarbij ik één man heb die mij sponsort: broeder Sullivan. Voor zover ik weet, is dat waar. Terwijl wij allen samen behoren te zijn, al de kerken. Dat toont slechts aan...
12 Ik ben net zo goed uw broeder hier vanavond in de kansel, als dat ik uw broeder was daar in Chautauqua. Ik ben dezelfde persoon. Ik ben niet veranderd. Ik heb nog steeds dezelfde Boodschap. Juist. Ik houd net zo veel van u. Wat u mij ook ooit zou aandoen, dat geeft mij geen slecht gevoel tegenover u. Als het dat wel doet, dan ben ik ook verkeerd.
13 En als ik hier naar voren kom en tekeer ga, en werkelijk zonde en ongeloof en dergelijke op het hakblok leg, alleen om anders te zijn, broeders, dan ben ik een ongeschikte persoon voor deze heilige plaats. Ik ben slechter af dan iemand die Schriftuurlijk fout is, want ik ben zelf fout door te proberen op te scheppen of iets te doen dat anders is. Als ik het niet doe vanuit een Goddelijke overtuiging, met broederlijke liefde in mijn hart, dan ben ik verkeerd.
14 En dat is hoe ik het doe, broeders. Ik moet staan voor zieke mensen, demonische krachten. Hoe kan ik geloof hebben? Wanneer ik geconfronteerd word met iets waar ik echt niet in geloof, en zou proberen te zeggen: "Ja, het is in orde. Ga gewoon uw gang." Dat kan ik niet. Dat is niet mijn aard. Zo zit ik niet in elkaar. De Heilige Geest laat me zo niet zijn. Ik moet gewoon zijn wat ik ben, en iedereen kent mij zo, zo wil ik iedereen kennen, gewoon wat u bent. Wees gewoon uzelf.
15 Zoals Congressman Upshaw eens zei... Herinnert u zich hem? Hij werd in mijn samenkomsten genezen, nadat hij zeventig... zesenzestig jaar kreupel was geweest. Hij zei: "U kunt niets zijn wat u niet bent!" En dat is juist. Hoe sneller Christenen dat leren, hoe beter af u zult zijn. De illegale drankkroegen zullen de kerk niet zo erg schaden. Nee, het is de man in de kerk die beweert iets te zijn dat hij niet is. Dat is wat het is, dát is de persoon. Het is waar.
16 Nu, opdat u het van gisteravond duidelijk zult begrijpen: toen zij wandelden van aangezicht tot aangezicht, met de belofte van God achter zich, dat al deze dingen voor hen waren... en faalden het te geloven, en wilden teruggaan en hun zelfde oude dingen weer oppakken zoals ze vroeger waren. God liet hen daar ronddolen in die woestijn totdat eenieder van hen was gestorven.
17 En Hebreeën, nu let op, Hebreeën het tiende hoofdstuk zegt: "Want zo wij willens zondigen..." Nu, wat is zonde, broeders? Ongeloof. "Die niet gelooft, is reeds veroordeeld." U pleegt overspel. Waarom? Omdat u een ongelovige bent. U steelt, liegt en bedriegt. Waarom? Omdat u een ongelovige bent. Dat is juist. Een werkelijk echte gelovige doet dat niet. Zie? Hij doet het niet, omdat de Heilige Geest in hem... zelfs als hij per ongeluk een fout maakt... de Bijbel zegt ook: "De aanbidder die eenmaal gereinigd is heeft geen geweten meer van de zonden."
"Hij die uit God geboren is, die doet de zonde niet." Hij is geen ongelovige, hij is een gelovige. De Geest van God blijft in hem, hij kan niet zondigen. Hij kan niet tegelijkertijd een gelovige en een ongelovige zijn. U bent of een gelovige of geen gelovige.
18 Nu, luister naar de Schrift. De man of vrouw die tot de feiten van de Bijbel komt, die stuit op de Schriftuurlijke leer (prediker, wie u ook bent, en ik zeg dit met Goddelijke liefde)... en u ziet het, en u weet dat het de waarheid is, en u keert zich ervan af, "zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; maar een verschrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan..."
19 Toen zij het kleine lam offerden, namen zij de kleine makker en plukten zijn kleine keel en hielden zijn hoofd vast en voelden het trillen, stervend, het bloed stroomde eruit in de bak, en dat werd uitgegoten op het... terwijl gebed opging op het koperen altaar van offer en oordeel, altaar van oordeel, koper spreekt van Goddelijk oordeel. En dat lammetje, nadat het ten slotte gestopt was met schoppen, de aanbidder die daar stond begreep dat het zijn zonden waren die dat hadden gedaan. Dat had híj moeten zijn, maar het lammetje nam zijn plaats in.
20 Nu het lam, het offer van het dier, kon de mens nooit redden. Omdat het leven dat in dat bloed was, dierlijk leven was. Het kon niet terugkeren op de aanbidder. De zonde werd dus slechts bedekt. Het was een... slechts om te wachten totdat het echte Lam zou komen. Het was een handeling van geloof, tonend dat een echt Lam zou komen.
21 Maar dan, als hij opnieuw dezelfde misdaad had begaan, vóór die reiniging in het heiligdom, en er werd opgetekend dat hij voor de tweede keer overspel had gepleegd, onder twee of drie getuigen die bewezen dat zij het hem hadden zien doen, werd hij zonder genade gestenigd. Ongeacht of hij een prediker was, of de burgemeester van de stad, wie hij ook was, hij stierf zonder genade. Hebreeën, kijk ernaar, tiende hoofdstuk:
... die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
Hoeveel te zwaarder straf, meent gij... (nu let op) hoewel waardig... (een prediker, of wie u ook bent, bewerend de Heilige Geest te hebben)... die de Zoon van God vertreden heeft, en het bloed van Jezus Christus onrein geacht heeft...?
22 Hoeveel meer straf wanneer u uw handen op de voeten van de Here Jezus legt, en de pijnen en dingen voelt waarmee Hij voor u stierf, en u beweert dat Hij uw Redder is? Het is geen dierlijk leven daar; het was ook geen mensenleven; het was Gods leven. En die Geest Die op Hem was, komt terug op u, en maakt u een zoon van God.
En als u naar voren komt om deze feiten onder ogen te zien, zie: "Want zo wij willens niet geloven, enig Schriftuurlijk iets of wat het ook mag zijn, als wij niet willen geloven..."
Wat zeiden zij? "Wij kunnen het niet innemen. Ze zijn te groot voor ons. Wij kunnen het niet."
"Als ik uit mijn organisatie moet stappen... als ik dat aanvaard, zullen ze mij eruit zetten. Ik zal geen plaats hebben om heen te gaan, niemand zal mij steunen."
23 Wie schreef de Bijbel? Uw organisatie? Wie is verantwoordelijk voor het Woord; uw organisatie? God is verantwoordelijk voor Zijn Woord. God zal voor de Zijnen zorgen. God zal u steunen. Iedere man die ooit veel heeft betekend in dit leven, zij waren mannen die alleen stonden met God. Dat is de manier. Als u ooit staat, zult u moeten staan.
24 Nu, u komt hier en zegt... zoals hier, als u een Methodist zou zijn, en u zou langs komen en er zou gesproken worden over de doop van de Heilige Geest op de Pinksterdag... en u ziet dat dat waar is, hoe de kracht van God op die mensen viel, en u zegt: "Het... ik... ik weet dat dat waar is, maar als ik het aanvaard, zullen ze mij uit de organisatie zetten." Dat doen ze. Dat zullen zij zeker doen.
25 Nu, u moet een keuze maken. U weet dat het de waarheid is. Nu, zie, degene die willens niet gelooft, nadat hij de kennis der waarheid ontvangen heeft – die niet gelooft, zich er van afkeert – dan blijft er geen slachtoffer meer over voor ongeloof. Het is afgelopen met u en voor altijd uit. Dat is juist.
26 En een Pinkstergelovige die tot diezelfde plaats zal komen... Dat waren pre-Pinkstermensen en zij hadden de belofte om het land in te nemen en iedere zegen die God had beloofd. God gaf het hun, maar omdat de oppositie zo groot was, keerden zij terug en leefden veertig jaar in de woestijn, in plaats van de feiten onder ogen te zien. Dat is hetzelfde als waar Paulus hier over spreekt in Hebreeën 10. Begrijpt u het nu? Nu, dat is de Schrift, mijn broeders.
27 En wanneer een man de waarheid de rug toekeert, en willens en wetens ervan wegloopt, nadat hij ziet dat het de waarheid is, dan is hij een beëindigd product voor God. Dat is juist: "Zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; maar een verschrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs dat de tegenstanders zal verslinden."
Want als zij onder twee of drie getuigen stierven onder de wet van Mozes, op dat soort lam, hoeveel te meer zal eeuwige scheiding komen tot die kerel die wegloopt van de waarheid vanwege zijn organisatie, of zijn moeder, zijn papa, of wat dan ook dat hem zou weerhouden om verder te gaan met God. Ik hoop dat u het begrijpt.
28 Als ik u kwets, dat is niet mijn bedoeling. Ik presenteer gewoon een waarheid waarvan ik weet dat het de waarheid is. Ik moest dat onder ogen zien, broeders, en ik weet wat het betekent. En ik heb het onder ogen gezien. En de duivel vertelde mij dat ik zou verhongeren en al het andere, en dat ik een verstotene zou zijn. En mijn voorganger zei: "Je zult een heilige-roller zijn, je zult je verstand verliezen en in een krankzinnigengesticht terechtkomen." Maar het was Gods Woord! En ik heb het onder ogen gezien en heb het ontvangen, en ik heb er nooit spijt van gehad, maar ik dank God voor de Heilige Geest Die mij er sindsdien naartoe heeft geleid, en ik heb sindsdien alleen gestaan. Laten wij bidden.
Onze hemelse Vader, wij danken U voor ieder genadig Woord dat geschreven is in deze Bijbel, aangezien wij zo'n grote wolk van getuigen rondom ons hebben liggen. Twee-en-een-half miljoen mensen stierven. Zij kwamen om in de woestijn van ongeloof, en slechts twee die U geloofden werd het toegestaan om over te steken.
Vader God, ik bid dat U ons zult helpen om dat te zien en te kijken wat het betekent. Laat ons geen ongelovigen zijn in Uw Woord, maar mogen wij niet slechts hoorders zijn maar doeners van het Woord. Sta het toe, Here.
Moge er uit deze kleine vergadering waartoe ik mij geleid voelde om hier te komen naar mijn broeders, en naar deze fijne mensen die hier in deze stad zijn... En ik kom met de Boodschap die U op mijn hart hebt gelegd. Nu, ik kan alleen het zaad zaaien, Here. U moet Degene zijn Die de wasdom geeft.
En ik bid dat de Heilige Geest die zaden zal bewateren tot het een eenheid onder de broeders teweeg zal brengen, en onder de organisaties in deze stad en deze gemeenschap, totdat zij... het het Evangelielicht over de wereld zal zenden. Sta het toe, Vader. Help ons nu vanavond, terwijl wij verder gaan, voorwaarts gaan in geloof in Uw Woord, door Jezus Christus onze Heer. Amen.
29 Ik heb hier een klein onderwerp dat... Ik heb erover gepredikt, maar ik wilde het vanavond op een profetische wijze benaderen. Het wordt gevonden in Genesis 22:14. Ik wil ermee beginnen:
En Abraham noemde de naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! [In het Engels: Jehova-Jireh – Vert] Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op de berg des HEEREN zal het voorzien worden!
30 Jehova-Jireh, "de Here zal Zichzelf van een offer voorzien." Welnu, dit gaat over het leven van Abraham, die de vader van ons allen is. Welnu, hoeveel weten er dat wij Abrahams zaad moeten zijn of wij zullen nooit in de hemel komen? Wij moeten het zijn. Is het mogelijk dat wij Abrahams zaad worden? Hoe? Slechts één manier in de wereld om ooit Abrahams zaad te worden, dat is de Heilige Geest te ontvangen.
31 Welnu, wij hebben dat net doorgenomen in Californië, van voor tot achter en van achter tot voor, door het merkteken van het beest en het Zegel van God, de enige manier waarop wij ooit Abrahams zaad zullen worden, want dat geeft ons Abrahams geloof. En Abraham heeft deze belofte niet ontvangen toen hij besneden was, onder de wet, maar toen hij onder genade was, voordat de besnijdenis ooit werd ingevoerd. Daarom is het niet iets dat wij konden doen om het te verdienen; het is Gods genade die het ons geeft. Door geloof heeft Abraham God geloofd, en het werd hem tot rechtvaardigheid toegerekend. De wet is wat de mens wilde, niet wat God wilde.
Nu, wij willen met Abraham beginnen nu. En ik wil dat u heel aandachtig luistert, als u kunt. En tussen haakjes, was er iemand die gebedskaarten heeft uitgedeeld? Ik vergat het hem te vragen. Zijn er gebeds...? Waar is Billy? Zijn er gebedskaarten uitgedeeld? Ja, er zijn gebedskaarten uitgedeeld, oké. In orde, dan zullen wij misschien voor de zieken bidden aan het eind van deze kleine dienst hier.
32 Nu, laten wij beginnen met Abraham, en ontdekken wat Abraham was, en hoe wij zijn zaad worden. En als wij dan eenmaal werkelijk grondig gefundeerd kunnen zijn op het Woord van de Heer, dan neemt het alle vrees van ons weg, als wij weten wat wij doen.
Hoe zou u naar buiten gaan en oppikken... u heren, jonge mannen hier, zou u de straat op gaan en een vrouw oppikken en haar trouwen, alleen maar omdat u naar buiten liep en haar oppikte omdat ze een vrouw was? Ik zou geen hoge pet op hebben van uw opvatting als u dat zou doen. Maar, ziet u, eerst moet u iets over haar weten, waar zij vandaan kwam, haar karakter. Zo is het ook met de vrouw ten opzichte van haar man, net zo. U moet over die dingen nadenken, want het is uw levenslange gezelschap.
33 En dit is ons eeuwige leven met God, of u wordt volledig afgescheiden en vernietigd in de hel. Zie? Het is het een of het ander. Wij willen dit dus op basis van de Schrift benaderen en weten waar wij staan, dan zult u geloof hebben om te weten. Als u kunt zien waar u naartoe gaat, dan hebt u geloof om te gaan. Maar als u niet kunt zien waar u naartoe gaat, struikelt u gewoon in het donker, dan weet u niet wat u doet.
34 Dus Abraham, waar wij voor het eerst over hem lezen... U schrijft de Schriftplaatsen op, ik zie het velen van u doen. En ik zeg dit eerbiedig: ik heb gisteravond en ook vanavond gelet op een bepaalde dame hier. Ik waardeer haar. Zij leest die Bijbel; overal waar ik een Schriftgedeelte citeer, gaat zij er rechtstreeks naartoe. Daar houd ik van. Dat is de manier. Ondersteun het. Dan weet u dat u ZO SPREEKT DE HERE hebt.
35 Iemand belde mij op en zei: "Broeder Branham, van alles wat ik heb u horen prediken, heb ik u de afgelopen tien jaar over geen enkel ding horen prediken dat ik niet geschreven heb gevonden op de pagina's van mijn Bijbel." Daar houd ik van, zie. Dat is juist. En zei: "Ik heb naar uw banden geluisterd. Sommige werden bekritiseerd, maar", zei, "ik ben rechtstreeks naar de critici gegaan en heb gezegd: 'Laat mij het u tonen in de Bijbel.'" Zie? Dat is juist. Dat is goed. Zie? Dat is de Heilige Geest: het staat in de Bijbel, dan is het juist.
36 Nu, wij gaan Abraham weer oppikken in het twaalfde hoofdstuk. Nu, volg mij met het hoofdstuk. God ontmoette Abraham; hij was slechts een gewone man. Een oudere man om mee te beginnen, op de leeftijd van vijfenzeventig jaar. Dus, broeders, als u denkt dat u te oud ben om op weg te gaan voor God wanneer u vijftig, zestig, zeventig jaar oud bent, wel, dat bent u niet. Abraham was vijfenzeventig jaar oud. Zijn halfzuster met wie hij was getrouwd, Sara, was in die tijd vijfenzestig jaar oud. En zij waren onvruchtbaar, hadden geen kinderen.
37 En God zei tegen Abraham: "Ik zal u tot een grote natie maken en u een vader van naties maken"; en gaf hem een verbond. Nu, ten eerste wil ik u er attent op maken, dat het verbond niet slechts gesloten werd met Abraham, maar met Abraham en zijn zaad na hem. Nu, laten wij dat samen zeggen. Nu, wij maken ons klaar voor een genezingsdienst, zie. "Met Abraham en zijn zaad na hem", zie.
Nu, wat God voor Abraham deed, doet Hij ook voor zijn zaad na hem. Nu, ik ga u dat vanavond bewijzen door de Bijbel. En zeker zal dat gisteravond voor u vastmaken. Zie? Let op! Met zijn... Abraham (aan mijn rechterkant) en met zijn zaad na hem, (hier).
38 Ik ga twee boeken nemen, en ik ga ze zo leggen dat u het zult zien: dit is Abraham, dit is het zaad na hem; Abraham en het zaad na hem. God... wat deed Hij aan Abraham: Hij zwoer aan Abraham en zijn zaad na hem (nu, luister aandachtig; mis dit niet), wiens zaad u bent, als u dood bent voor de dingen van de wereld en levend bent gemaakt in Christus door de Heilige Geest. Want wij die dood zijn in Christus, nemen Abrahams zaad, en zijn erfgenamen met hem, overeenkomstig de belofte. De Bijbel.
39 Nu, hebt u het verbond opgemerkt dat Hij met Abraham sloot in het twaalfde hoofdstuk van Genesis? Het verbond was niet: "Abraham, als u een bepaald iets zult doen, zal Ik een bepaald iets doen." Het verbond was volledig genade. Niet: "Als u zult." God zei tegen Abraham: "Ik heb"; niet: "als u een bepaald iets zult doen."
40 God sloot een verbond met Adam. Adam brak het. Elke keer dat Hij een verbond met de mens sluit (in Exodus 19 sloot Hij een verbond) ... verbrak het. Maar God was in Zijn besluit – niet door wetten of verbonden met de mens, maar door verbonden met Zichzelf – Hij was vastbesloten om de mens te redden, omdat het Zijn Zoon is.
41 Dus Hij... niet alleen sloot Hij dit verbond, maar Hij zwoer erbij. En iemand die een eed aflegt, legt een eed af bij iemand die groter is dan hij. En er was niemand groter dan Hij, dus zegt de Bijbel dat Hij bij Zichzelf een eed aflegde om te houden. Denk daar nu eens over na.
42 U zegt: "Wel, als ik maar de zegeningen van Abraham had, als ik maar dezelfde belofte had die Abraham had..." Die hebt u, als u het zaad van Christus bent. Als u dood bent in Christus, ontvangt u de Heilige Geest; u bent Abrahams zaad, want Christus is Abrahams Zaad. Ziet u het? Dat zet de binnenkant van ons in werking, geloof in God.
43 Nu, als Abrahams zaad zou u nooit terugkomen op een belofte van God. U zou altijd Gods beloften houden. U zou dat de waarheid laten zijn, wat er verder ook was. Dat is wat Abraham deed. Ongeacht wat wie dan ook zei of had gezegd, dat is niets. God zei het, en dat maakt het vast. Dat is wat Abrahams zaad...
44 Kijk, nu, bent u Abrahams zaad? Gods Woord zij waarachtig en dat van ieder ander leugenachtig. Gods Woord! Dus daarom, ziet u, als u ertoe komt dat u beweert Abrahams zaad te zijn en zich ervan afkeert, dan is het onmogelijk... U keert zich af van God, en er is geen offer meer over voor uw ongeloof. Het is met u gedaan. Zie?
45 Welnu, Hij sloot het met Abraham. Niet: "Abraham, als u een bepaald iets gaat doen, zal Ik een grote natie van u maken en u een vader der volken maken." Hij zei: "Ik heb het gedaan." Onthoud, de belofte was helemaal genade en helemaal geen wet erin vermengd. Geen enkele 'indien', het is absoluut Gods verkiezing van Abraham. Nu, zelfs als u het met een deel hiervan niet eens bent, neem het gewoon biddend in overweging.
46 Nu, ziet u, het is niet wat u hebt gedaan, wat uw verlangens zijn. Het was niet het verlangen van Abraham; hij was een heiden. Hij kwam van de toren van Babel, ginds in de valleien van Sinear en het land der Chaldeeën en de stad Ur. En hij was slechts een gewone man, en niets wat Abraham had gedaan, zelfs niet zijn verlangens, maar God, door genade en uitverkiezing, koos Abraham. Dat is hoe Hij u koos: helemaal niets wat u deed; wat Hij deed. Nu onthoud: "Aan Abraham en zijn zaad."
47 Als u denkt dat u een prediker bent geworden, of een Christen, omdat mensen goed over u spreken, of als u zich bij de kerk voegt om in de gemeente te blijven, of "dit is de grootste kerk in de stad", dan houdt u uzelf gewoon voor de gek, dat is alles. U bent een miserabel persoon wat christendom betreft. God kiest door uitverkiezing.
48 Romeinen het negende hoofdstuk... achtste hoofdstuk, zei dat de uitverkiezing van God vast zou mogen blijven. Ezau en Jakob, voordat een van beide kinderen werd geboren, hadden een manier om zelfs een beslissing te nemen over wat zij zouden gaan doen. God zei: "Ik haat Ezau en heb Jakob lief", omdat God wist wat zij waren voordat de wereld ooit was geformeerd.
49 God koos u in Christus voordat de wereld ooit in bestaan kwam; de Bijbel zegt het. Plaatste uw naam op het levensboek des Lams, niet wanneer u naar het altaar komt, maar Hij deed het voor de grondlegging der wereld. De Bijbel zegt het. De antichrist in de laatste dagen, zo religieus, zelfs Pinksteren, dat het zelfs de uitverkorenen zou verleiden indien het mogelijk ware.
Billy Graham zei onlangs 's avonds in zijn boodschap, hij zei: "De duivel brult zo rond dat hij absoluut de uitverkorenen verleid heeft."
50 Ik dacht: "O, o, Billy, daar hebt u een fout gemaakt." Uh-uh. Je kunt de uitverkorenen niet verleiden, want zij zijn veilig bij Christus.
51 De Bijbel zegt dat deze antichrist zo dichtbij zou zijn dat hij de uitverkorenen zou verleiden indien het mogelijk ware, en wat hij in de laatste dagen zou doen. Hij zou dus zo dichtbij zijn, dat hij dat zou doen. En Hij zei dat hij allen op het oppervlak van de aarde zou verleiden (Openbaring citeer ik nu) wier namen niet waren geschreven in het boek des levens des Lams, van de grondlegging der wereld. Dat is Abrahams zaad Gods keuze. Niet de uwe, maar die van God. God koos u. U koos nooit God; God koos u en plaatste uw naam in het boek des levens des Lams.
52 Wanneer werd het Lam geslacht? Tweeduizend jaar geleden op Golgotha? Niet in Gods ogen. Hij was het Lam dat werd geslacht van de grondlegging der wereld. Toen God zag wat Satan had gedaan... Zijn programma lag klaar. En Hij wist dat Hij Zijn Zoon zou sturen, en dat Hij een verzoening voor onze zonden zou zijn. En in de gedachten van Jehova, om te overwinnen en Zijn volk te behouden, sloeg Hij het Lam in Zijn eigen gedachten, vóór de grondlegging der wereld, en plaatste Hij uw naam in het boek als verlost. Glorie! Dat is wat Hij deed. God deed dat. Waar zijn wij dan bang voor? Niet: "Als u wilt..."; "Ik heb reeds."
Dan zegt u over Goddelijke genezing: "Broeder Branham, zal God mij genezen?" U bent Abrahams zaad, Hij heeft u al genezen.
53 "Wilt u uw handen op mij leggen op de manier dat broeder Roberts het doet?" Dat heeft er niets mee te maken, gewoon een punt van contact. Eens zei de man in zijn eigen prediking: "Plaats uw hand op de achterkant van de stoel achter u." Nu, de stoel heeft geen genezing in zich, zie. Het is uw geloof in een voleindigd werk, dat u reeds verlost bent. "Hij wérd om onze overtredingen verwond; door Zijn striemen wérden wij genezen."
"Broeder Branham, zal ik vanavond genezen worden?" U bent reeds genezen.
54 God zond de Heilige Geest. Hij zond uw voorgangers, en zij prediken het Woord; u luistert. En Hij zendt gaven van tongen, uitlegging, zendt profeten en profetische gaven, en van alles, en probeert u tot de plaats te trekken.
De voorganger kan u niet genezen. Het spreken in tongen geneest u niet. De uitlegging geneest u niet. De profeet geneest u niet. De andere gaven genezen u niet, het wijst u slechts... Als het een echte gave is, wijst het u slechts naar waar u genezen werd, want u bent het zaad van Abraham, en u was reeds genezen en gered.
55 En dat is waarom de Heilige Geest aan uw hart klopt. "Al wat Mij de Vader gegeven heeft, zal tot Mij komen." Dat is juist. Welnu, dat is waarom wij het Evangelie prediken. Dat is waarom ik deze inspanningen doen. Dat is waarom andere predikers hun inspanningen doen, het is om te proberen dat grote net uit te werpen, het binnen te halen om te zien wat wat is. Ik weet het niet; de andere predikers weten het niet; wij werpen slechts het net uit.
56 "Het Koninkrijk van God is als een visser die naar het net ging... een net nam en naar de zee ging en het erin wierp. Toen hij het binnen trok had hij kikkers, schildpadden, slangen, spinnen, en vis." Let op wat er gebeurde. De invloed van het Evangelie vangt velen. En zo ongeveer de eerste week later zei de oude slang: "Nu, kijk, als ik al dit andere spul moet gaan doen, mijn kaarten opgeven, mij tabak, hmm!" Regelrecht terug naar het water gaat hij.
57 Mevrouw Waterspin zit daar, en zij kijkt rond en zegt: "Huh! Wilt u zeggen dat ik mijn clubs niet kan hebben en deze dingen daar niet kan doen, en dat ik mijn make-up moet verwijderen, mijn haar moet laten uitgroeien en mijn korte broeken wegdoen, en dergelijke? Huh!" Plop! Plop! Plop! "Gelijk een varken naar zijn modderpoel en een hond naar zijn braaksel."
58 Welnu, wat was zij? Zij werd gevangen in het net, gebracht naar het altaar, hij werd het ook, maar hij was een slang om mee te beginnen. Zij was een spin om mee te beginnen. Het net had daar niets mee te maken; het trok hem slechts op. En de vis was een vis om mee te beginnen. Zie? Dat is precies juist. "Mijn schapen horen Mijn stem." Zie?
O, sommigen van hen zijn knap en opgeleid en zo schrander als ze maar kunnen zijn. Dat heeft er niets mee te maken. Het is nederigheid en de Heilige Geest Die voert, leidt. En Hij zal u nooit één woord van die Bijbel wegleiden. Hij zal u helemaal in lijn houden met die Bijbel. Ja, meneer, precies met de Bijbel.
59 Wanneer u een Schriftgedeelte ziet en u kijkt hier, en hier, en hier, en hier, en u vraagt uw voorganger erover en hij zegt: "Ach, dat was voor een andere dag." Als u een kind van God bent, zult u dat niet geloven, beslist niet.
60 Als er staat: "Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag, en in eeuwigheid"; "De werken die Ik doe zult gij ook doen"; u ziet wat Hij was, ziet de belofte hier. De voorganger zegt: "Ach, dat is onzin, dat is niets." U zult het niet geloven, omdat u geen spin of geen slang bent, u bent een vis. Zie?
61 Daar is het. U bent geen geit of varken; u bent een lam. En de duif kan op niets anders neerstrijken dan op een lam. Het is dezelfde natuur. Het geweldigste... Ik geloof dat ik die boodschap hier eens predikte: Het Lam en de Duif. Het is de geweldigste boodschap die mij ooit door de Here werd gegeven. Toen God Zichzelf vertegenwoordigde, vertegenwoordigde Hij Zichzelf vanuit de hemel als een vogel, de zachtmoedigste van alle vogels, de duif.
62 En God en de Heilige Geest is dezelfde Persoon. Als het niet zo was, had Jezus twee vaders. In Mattheüs 1:18 staat: "Want dat wat in u ontvangen is, dat is uit de Heilige Geest." Hij was geen bastaardkind. Hij was heilig uit God geboren, dus Hij was de Zoon van God. Dat is juist. Dus, toen Hij neerdaalde uit de hemel, niet drie andere personen daar ver weg die spraken, maar zij zagen de Geest van God als een duif. Dat is Wie de Geest was, niet de derde persoon die sprak. Het zijn geen drie Goden, er zijn drie ambten van dezelfde God: God de Vader, in de Vuurkolom; God de Zoon, in menselijk vlees; God de Heilige Geest in u, dezelfde God.
63 Jezus zei: "In die dag zult gij weten dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij, en Ik in u, en u in Mij." God, Die probeert terug te komen om gemeenschap te hebben met Zijn schepsel dat Hij in de hof van Eden schiep.
64 Hij kan Zijn eigen wetten niet ongehoorzaam zijn. De mensen waren zondig. Toen Hij op de berg Sinaï neerdaalde, als iemand de berg aanraakte, moest hij met een pijl doorschoten worden. Maar toen Hij vlees was gemaakt konden wij Hem aanraken. Nu wordt Hij deel van ons, zie, om ons te leiden en te voeren, opnieuw gemeenschap met ons te hebben. O my, my! Wat nemen mensen Gods Woord angstvallig en lomp, en maken ze het...
65 En dan, iemand krijgt er een beetje licht op en gaat hierheen en organiseert zich en maakt een organisatie, en twist met de andere kerel. Waarom zegt u niet gewoon dat er plaats is voor ons allemaal? Laten wij allen naar Sion marcheren. Wij zijn niet verdeeld! Wij zijn Christenen: Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen, Pinksteren, Eenheids, Tweeheids, Drieheids, Assemblies, Church of God, allen. Wij zijn niet verdeeld. Wij zijn Christenen.
66 Wanneer wij Christus als onze persoonlijke Redder ontvangen, en vervuld worden met de Heilige Geest, zijn wij Gods verzegelde product. Efeze 4:30 zegt: "En bedroeft de Heilige Geest niet, door Welke gij verzegeld zijt tot..." iemand u boos maakt? Wel, twee of drie jaar lang? Tot u God één keer ongehoorzaam bent? Nee. U kunt dat misschien vinden in de verjaardags-almanak voor oude dames, maar u vindt het niet in Gods Woord. "En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tot de dag van uw verlossing."
67 Uw eeuwige bestemming is besloten door God, en dan bent u daarin verzegeld. Dat is hoe Hij het bij Abraham deed. Abraham geloofde Hem en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Toen gaf Hij hem het zegel der besnijdenis als een bevestiging, dat "Ik het gedaan heb! U bent Mijn eigendom!" Amen. Dat is het. Nu, Genesis, het twaalfde hoofdstuk; niet: "Als u zult"; "Ik heb".
68 Nu, laten wij naar Genesis het vijftiende hoofdstuk gaan. Dat is waar Hij het verbond aan Abraham bevestigde. Nu, luister aandachtig. Hij bevestigde het verbond, of tekende het contract met Abraham, in het vijftiende hoofdstuk van Genesis.
69 Nu, wij vinden dat Abraham zei: "Here, wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga?" Hij begon een oude man te worden. Dit was vele jaren later. Hij zei: "... daar ik zonder kinderen heenga, en de erfgenaam van mijn huis is deze Damaskener Eliëzer. Wat zult Gij mij geven?"
70 En God zei hem een driejarige geit te nemen, een driejarige vaars, en... zijn offers, en een driejarig schaap, een ram, en daarheen te gaan; en hij sneed die offers open, en nam een jonge duif en een tortelduif. Kunt u mij horen? Zeg: "Amen." [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] In orde, ik zal... Ik wil dat u dit nu begrijpt.
71 Nu, Hij gaat dit verbond aan Abraham bevestigen, of het contract met hem tekenen. Hij had hem reeds verteld: "Ik zal het u geven." Dat is een belofte. Nu gaat Hij het ondertekenen en bewijzen hoe Hij het zal gaan doen.
72 Dus Abraham deed al deze dingen, en hij bewaakte de offers, hield de vogels ervan af tot de zon onderging. Ze mogen niet... Het offer mag niet bederven, weet u. Dus hij hield de vogels weg tot de zon onderging.
73 En toen de zon onderging (luister nu) viel er een diepe, verschrikkelijke duisternis van slaap op Abraham. Herinnert u zich dat? Dat vertegenwoordigt de dood voor elke man. En vóór hem was een rokende oven. Iedere zondaar verdient het om naar de hel te gaan. Maar daarachter ging een klein wit Licht. Zie, iedere man sterft de dood van afscheiding, en de hel is zijn noodlot. Maar buiten het bereik daarvan ging een klein, wit Licht.
74 Kijk naar ze. Ze gingen daar tussen die offers; tussen de geit, de vaars, de ram. Hij nam en ging tussen ze door, aan Abraham bevestigend wat Hij zou gaan doen. Nu, iedere prediker hier, of waar dan ook, zal toegeven... dr. Scofield hier geeft het toe, al de andere grote predikers weten dat dat was toen God het verbond met Abraham bevestigde.
"Nu, wat was Hij aan het doen, broeder Branham? U noemt dit de bevestiging van het verbond. Wat was Hij aan het doen?" Hier is wat Hij deed: Hij bewees hem wat Hij met hem zou gaan doen.
75 Welnu, wat doen wij wanneer wij een verbond met elkaar sluiten of een contract met elkaar ondertekenen? Gewoonlijk gaan wij misschien samen een broodje eten, een kop koffie drinken, of zoiets. En dan, nadat het allemaal voorbij is, lopen wij naar voren, pakken elkaars hand vast en zeggen: "Schud, jongen In orde. Ik ga akkoord. Ik ga ermee akkoord dat ik een bepaald iets ga doen."
Als ik een verbond zou sluiten met een bepaalde broeder, zoals broeder Gene Goad die hier zit, dan zou ik zeggen: "Broeder Gene, dinsdag zal ik met u naar Kentucky gaan voor een bepaalde boodschap."
"Oké, broeder Branham, zet het hier."
Zie? Dat is een verbond. Als deze twee broeders uit Arkansas die hier zitten... als ik zou zeggen dat ik... Hebben mij de laatste paar jaren gesmeekt om opnieuw naar Arkansas te komen. Als ik jullie hier naar voren zou roepen en zou zeggen: "Broeder..." Ik weet zelfs uw namen niet. Maar als ik zou zeggen: "Ik zal een verbond met u sluiten, een belofte dat ik volgende week naar Arkansas zal komen." [Broeder Branham maakt het gebaar van handen schudden – Vert] "Dank u, broeder Branham." Het is een overeenkomst, een verbond. Dat is hoe wij het zouden ondertekenen, met een handdruk. Nietwaar?
76 Nu, in Japan, weet u hoe zij een verbond met elkaar sluiten? Zij bespreken dingen, en dan nemen zij een klein kroesje zout en gooien zout op elkaar. Dat is... zout heeft leven, ziet u. Het maakt contact, houdt vast: zout bewaart. En op die manier gooien zij zout op elkaar.
77 Jezus zei: "Gij zijt het zout der aarde." Zie? En wanneer zij een verbond met elkaar sluiten, gooien zij zout op elkaar. Dat betekent dat hun verbond bewaard moet kunnen worden. Zout houdt hen samen, bewaart het voor bederf. Niets kan ons contract bederven. Het is een verbond.
Onze handdruk is gemeenschap. Wij zijn het eens op basis van gemeenschap, dat wij ons verbond met elkaar zullen houden. Zout zal ons verbond vasthouden, omdat het niet bevuild of bedorven zal worden. Ons verbond zal altijd bewaard blijven.
78 Maar in de dagen van Abraham was het anders. Nu, wanneer zij in die dagen een verbond sloten, wat zij deden, was een offer doden, het opensplijten, er tussendoor lopen.
79 En zij hadden toen geen papier. Papier werd maar recentelijk, enkele jaren geleden, ontdekt, door de horzels die hun nesten bouwden uit de pulp uit de boom. Maar zij hadden geen papier. Maar zij hadden... zij plaatsten al hun perkamenten enzovoort op huiden, lamsvel. Zij taanden het, en schreven dan deze letters erop en maakten... schreven hun geschriften erop. Al de oude geschriften stonden of op steen of op huiden.
80 Zij namen het dus op steen of vellen, en zij sloten dit verbond met elkaar. Dan liepen zij tussen deze offers, deze twee stukken van het dode dier, en dan braken zij dit in tweeën, of scheurden het in tweeën. Eén nam het ene, en één het andere, en legden een eed af: "Als wij dit verbond tussen ons breken, laten onze lichamen dan zijn als dit offer waar dit voor staat." Ziet u wat ik bedoel?
81 Nu, wat was God aan het doen? Hij toonde Abraham wat Hij in de toekomst zou gaan doen voor het zaad van Abraham, wat hij nog niet had gedaan. O, broeder, hij had het nog niet, maar hij had de belofte, en dat was zo goed als gedaan. Amen!
82 U zegt: "Wel, mijn hand is kreupel. Ik ben een zaad van Abraham. Ik zie mijn hand niet meer op die manier. Het is zo goed als gedaan. God beloofde het mij. Het is over. Ongeacht wat mijn hand is, het is wat God zei." Dat is echt zaad van Abraham.
"De dokter zegt dat er geen kans is dat ik gezond wordt. Here, hoe zit het daarmee?"
De Vader antwoordt in uw hart: "Ik ben de Here Die al uw krankheden geneest."
"O dokter, u bent een fijne man, maar het is voorbij. Ik ben genezen. God zei het." Dat is waar. Dat is Abrahams zaad. "God zei het. Ik ben genezen." Ja meneer.
"Kunt u al eten?"
"Dat maakt helemaal niet uit. Ik ben toch genezen." Zie?
83 Abraham had er vijfentwintig jaar op gewacht dat die belofte zou komen, werd steeds sterker. Wij komen in de gebedsrij, er wordt voor ons gebeden. U zegt: "Wel, ik heb nog steeds die krampen. Ik voel mij nog steeds slecht. Ik kan niet meer lopen." Abrahams zaad! Abrahams zaad ontkent alles wat daarmee in tegenspraak is, als het aan u geopenbaard is.
84 Nu,, ik heb nooit in mijn leven iemand genezen; noch heeft Oral Roberts, of Tommy Hicks, of iemand anders, of wie ook ter wereld ooit iemand genezen. Als u... zie, u probeert van iemand iets groots te maken. "O, broeder Zo-en-zo legden hun handen op mij. Whew! Er liepen rillingen door mij heen." Dat was slechts een sensatie, dat is alles. U wordt niet door sensaties genezen; u wordt genezen door geloof. U hoeft niets te voelen. U voelt ook niets tenzij het een sensatie is. U gelooft.
85 Jezus zei nooit: "Voelde u het? Voelde u het? Voelde u dat?" Vind daar voor mij één Schriftgedeelte voor. Hij zei: "Geloofde u het?" Geloof. God zei het. "Ik ben Abrahams zaad. Ik geloof God. Dat maakt het vast."
86 Dus, ziet u, het is niet een geweldige genezer die naar de stad komt. Uw voorganger heeft dezelfde autoriteit of welke andere man ook, uw buurman, uw Christen zuster, uw Christen broeder, iedereen. Iedereen heeft het recht om voor u te bidden. De bijbel zegt: "Belijdt elkander uw misdaden, en bidt voor elkander." Dat is juist, wij allen. Zie?
Maar wij proberen een bepaalde man geweldig groot te maken, en het kost ons bijna een miljoen dollar om een programma te sponsoren. Dat krijgt u niet genezen. Het is uw eigen geloof in God dat de genezing doet. Als u slechts gelooft wat Hij hier zegt, en Hij heeft hier een verbond met u uitgeschreven, dan geeft Hij u de Heilige Geest als bevestiging. O my, dat is het. Zie?
87 Dat is waarom ik er niet van houd om handen op mensen te leggen. Iemand zegt: "Broeder Branham legde handen op mij. Glorie voor God." Broeder Branham had daar niets mee te maken. Leg niet uw handen op mij, of ik op u. Leg uw handen op Hem door geloof en geloof het. Daar is het. Vraag uw voorganger om voor u te bidden. Gebed verandert dingen. Wat doet het? Het geneest u niet, het geeft u geloof om aan te nemen wat reeds gedaan werd: uw genezing. Begrijpt u het?
88 Welnu, wat was Hij aan het zeggen tegen Abraham? "Ik ga het verbond op deze wijze sluiten, Abraham." En Hij nam Abraham en toonde hem wat Hij zou gaan doen met Jezus Christus, het Zaad van Abraham. Want door Abraham kwam Izak, door Izak kwam Christus. Door Christus werd het opperste Offer gebracht. Al deze anderen waren natuurlijk zaad; Israël, Israël, Israël, Israël. Maar door Christus opende de sluier zich voor zowel Jood als heiden, Griek, slaaf of vrije, man of vrouw, opdat wij allen binnen kunnen gaan in de Shekina heerlijkheid, die alleen voor Joden was, maar nu is het voor een ieder die wil, die kome. Laat hem komen.
89 Dat was het Zaad waar God over sprak. Wat deed Hij met dat Zaad? Hij nam Hem naar Golgotha. Hij scheurde Hem uiteen. Hij stierf onder de oordelen, de Goddelijke oordelen van God. Wij weten dat allen, als Christenen. Wat deed Hij? Hij werd verhoogd; Hij scheurde Zijn ziel van Zijn lichaam. Zijn Geest, Zijn Leven, ging uit Zijn lichaam. Water, bloed, en Geest kwamen uit Zijn lichaam. En op de derde dag wekte God Zijn lichaam op en zette het aan Zijn rechterhand in de hemel, en zond de Geest uit dat lichaam terug naar ons. Ziet u dan wat Hij aan het doen was? Een denominatie? Als u daar op vertrouwt, bent u verloren. Er is maar één zaak die ooit zal...
90 Wanneer die contracten samenkomen, die letters zoals ze verscheurd waren, dan moest elke letter in elkaar passen, en elk stuk van het gescheurde... verscheurde lamsvel of steen moest helemaal in elkaar passen. Niets kon het vervangen. Het moest precies hetzelfde zijn in de bevestiging hiervan. Als zij een ander stuk zouden brengen en zouden proberen het weer te maken, uh-uh, het zou er niet bij passen. Het moest precies passen op de wijze dat dat was.
91 En wanneer de gemeente is verlost en opstaat in de opstanding... Wij zijn de bruid van Christus. Ik zeg dat eerbiedig, hopend dat wij dat zijn, gelovend dat wij dat zijn: door geloof zijn wij het. De bruid van Jezus Christus zal dezelfde Geest in zich moeten hebben als Die het andere deel van het contract had toen Hij hier op aarde was. Ziet u wat ik bedoel? God bevestigde het.
92 Dan zal hetzelfde Leven dat in Jezus was in Zijn gemeente zijn, en de gemeente zal dezelfde dingen doen als Jezus. "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen."
Hoe kon een ongelovige dan de werken van God zien en het Beëlzebul noemen, mentale telepathie, of...? Zie de werken van onze Here, hoe... O, het is knap, opgeleid, zeker, maar een miljoen mijl weg van de dingen van God. Zie?
93 Hij bevestigde het verbond in Genesis het vijftiende hoofdstuk. Begrijpt u dat daar nu allemaal? In Genesis het vijftiende hoofdstuk bevestigde Hij het Woord. En onthoud, luister nu, Hij bevestigde het hem niet eerder dan dat Hij God volledig had gehoorzaamd. En Hij zal het u niet bevestigen, totdat u alles volledig overgeeft. Nu, ik wil dat u deze dingen in gedachten houdt. Onze kleine Amish zuster, of Dunkard, Mennoniet, wat het ook is, ik hoop dat u het begrijpt. Nu, Hij bevestigde het Woord.
Nu, laten wij opnieuw gaan... O, wij zouden hier uren bij kunnen blijven, maar daar hebben wij geen tijd voor. Laten we naar Genesis gaan, het zeventiende hoofdstuk, in orde, waar Hij hem kracht gaf.
94 Nu in Genesis 17:1 verscheen God aan Abraham als de almachtige God. Abraham was negenennegentig jaar oud. Sara was negenentachtig jaar oud. En sinds de tijd dat hij vijfenzeventig was en Sara vijfenzestig, hadden zij op deze belofte gewacht; steeds sterker wordend dat God het zou gaan doen. Zij gingen nooit weg van wat zij geloofden. Dat is de manier.
95 Nu, hij zag... God zag dat hij vastbesloten was om vast te houden. O, gezegend zei de Naam des Heren. Wanneer God uw hart ziet... Wanneer Hij u iets toont, en ongeacht wat wie dan ook erover zegt, het is Zijn Woord en u blijft erbij, u keert u er niet expres van af, de waarheid negerend, maar u wandelt erin. "God zei het..."
96 God is een Geest. Hij leidt Zijn volk in Geest en Waarheid, en Zijn Woord is de Waarheid, en Jezus was Zijn Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons."
97 Nu, Hij verschijnt daar aan hem als "Almachtige God", van... Het Hebreeuwse woord is El Shaddai, wat betekent... Shadd betekent "borst" in het Hebreeuws. Nu, Hij was niet de God met een borst, maar Shaddai, wat het meervoud is, de God met borsten. "Ik ben de God met borsten, de Krachtgever, de Algenoegzame, de Leven-gever."
98 Met andere woorden, Hij verscheen aan Abraham toen hij negenennegentig was. En Abraham was, menselijk gesproken, niet meer man dan een piepkleine zogende baby geweest zou zijn die ziek was. Zijn mannelijkheid was verdwenen, en Sara's schoot was dood. Maar Hij zei: "Ik ben El Shaddai. Ik ben de moeder-God met borsten."
99 Zoals de kleine baby, die ziek is en humeurig. Zijn kracht is weg, hij is verloren. Hij ligt daar op zijn rug, hij is zo ziek; en zijn ogen helemaal ingetrokken, zoals die kleine baby's die ik zag in Indië.
100 Het is het zieligste gezicht. Hun buikje is opgezwollen van de honger; de kleine moeder ligt daar, stervend. Het tandvlees van de kleine baby's glimt gewoon, je ziet zijn tandvlees door zijn lippen, al het vlees is weg. Hun schedeltje, je kunt zien waar het samenkomt. Ligt daar, kan niet meer huilen, het is zo hongerig. De moeder strekt haar armen naar u uit, de baby: "Neem het." Wel, als u deze neemt, kijk naar de duizenden meer die hier liggen.
En wij Pinkstermensen bouwen gebouwen van miljoenen dollars, en: "O, zeker, zie, wij zijn echte Christenen." Ik zie het zelf niet. Nee. Zij harken genoeg geld bij elkaar om hen te voeden.
101 Nu, dat is niet wat iemand anders mij vertelde. Dat is wat ik zelf weet. Ik ben daar geweest. Dat is wat er gebeurt met het geld dat de mensen mij in liefde-offers geven. Wat doe ik ermee? Ik ga daarheen om hen te voeden en hun eten te geven, en hen over Jezus te vertellen. Zo is het precies.
102 Niets... Wij hebben hier niets. Jezus, ik geloof dat Hij spoedig zal komen. Ik heb geen tijd voor geweldige dingen en dit soort dingen hier. Laten wij de boodschap tot de stervenden brengen. Dat is waar Hij op wacht dat wij zullen doen. Dat is wat de boodschap is: "Ga. Gaat in de gehele wereld, predikt het Evangelie." Niet: "Ga organisaties maken, bouw denominaties en enorme gebouwen", en dergelijke. Dat is in orde. Ik heb er niets tegen, maar het is niet wat Jezus zei.
103 Hij zei nooit: "Ga organisaties maken. Ga grote kerken bouwen, grote gebouwen." Hij zei: "Predik het Evangelie." Wat is het Evangelie? De kracht en betoning van de Heilige Geest. Nu, let op het verbindingswoord "en". Het verbindingswoord bindt de zin samen. "... deze tekenen zullen hen volgen die geloven."
U kunt gewoon niet alleen het Woord nemen. U moet een bepaald iets hebben om het te ondersteunen, om die tekenen te laten volgen. Ga de heidenen niet opleiden. Predik het Evangelie, demonstreer de kracht van God voor hen. Maar wij hebben andere dingen gedaan. Ziet u wat ik bedoel?
104 Nu, de kleine baby, hij... Abraham was zoals die kleine baby, opgezwollen buik. Alle hoop was verloren. Maar: "Ik ben El Shaddai, leun slechts hier aan Mijn boezem, en zoog uzelf weer tot kracht."
O, zaad van Abraham! Dat is wat Hij voor u doet. Dit is Zijn belofte. Neem er geen namaak voor in de plaats; neem de belofte. Neem niet wat iemand anders erover te zeggen heeft. Laat ieders woord een leugen zijn, ongeacht hoe waar en wetenschappelijk bewezen het is, laat Gods Woord waar zijn.
105 Kom dicht tegen de borst van God. Met borsten: Nieuwe en Oude Testament: "... verwond om onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen." Als u een toegang hebt tot die borst, dat Hij u genas, grijp die dan vast. Wat is de toegang? "Door Zijn striemen zijn wij genezen." Dat is tot het zaad van Abraham.
106 U zegt: "Ik heb de Heilige Geest niet." Hij werd verwond om onze overtredingen. Bekering, doop, "en u zult de Heilige Geest ontvangen. De belofte is aan u en aan uw kinderen, die ver af zijn, zovelen als de Here onze God zal roepen." De borst is open voor een ieder die het zal geloven.
107 Als u ziek en behoeftig bent, niet: "Ik zal, als u zo-en-zo zult doen." Er is reeds voor betaald, de voorraad voedsel. Er is al betaald voor het voedsel. Jezus betaalde ervoor. "Ik ben de God met borsten. Kom, een ieder die wie wil: Methodist, Baptist, Presbyteriaan, en allen. Leun op Mijn boezem, Ik ben de God met borsten voor Mijn kinderen, Abrahams zaad." Ziet u wat ik bedoel?
108 En de kleine baby... Niet alleen is Hij een God met borsten, Hij is een Bevrediger. De kleine baby pakt de borst van zijn moeder (ik hoop dat dit niet te ronduit is voor een gemengd gehoor), maar de kleine baby pakt de borst van zijn moeder, hij trekt niet alleen zijn kracht uit de moeder, maar hij wordt bevredigd terwijl hij dat doet. Hij weet dat het zijn mama is. Halleluja!
109 En een man of een vrouw die aan Gods boezem kan leunen... "Dat is mijn Vader, Die hemelen en aarde schiep. Hij maakte mij. Hij maakte mij een nieuw schepsel, nadat Hij mij een schepsel van tijd maakte. Nu maakt Hij mij een schepsel van eeuwigheid. Hij was Degene Die de belofte deed. Ik ben bevredigd. Het maakt mij niet uit of ik buikpijn heb, pijn in mijn hoofd, of mijn handen dit of dat zijn; ik ben tevreden, ik zoog aan de belofte van de almachtige God. Dat is Zijn belofte." Dank Hem ervoor. Amen! Krachtgever.
[Leeg gedeelte op band – Vert] ... u zult gaan sterven. "O, ik wil niet sterven. Ik wil niet sterven. O, ik wil niet sterven", huilend. Het eerste wat u weet, is een kleine, zachte Stem door een prediking, door het lezen van het Woord, door ergens in gebed: "Ik ben uw Geneesheer. Ik ben El Shaddai."
"O, is – is dat...?"
"Ik ben om uw overtredingen verwond, door Mijn striemen werd u genezen."
"Wel, wat moet ik...?"
"Niets. Niets, het is al over, het enige dat u moet doen is het aanvaarden."
"Wel, als... als ik opnieuw toetreed... als ik de Eenheids verlaat en toetreed tot de Assemblies, of toetreed tot... de Assemblies verlaat en toetreed tot de Eenheids, zult U... zult U...?"
Niets mee te maken. Dat heeft er niets mee te maken. U hoeft nergens toe te treden. Hij heeft reeds getuigd dat u Zijn kind bent." Leun aan mijn boezem. Blijf gewoon zogen." O!
110 De dokter komt. U zegt: "Wel, dokter, weet u, ik wil u iets vertellen. Ik wil u betalen voor uw wetenschappelijke dienst. U hebt mij zeker heel veel geholpen en hebt mij heel wat vertroosting gegeven. Maar wanneer u aan het einde van uw touw kwam, was dat alles wat u kon doen."
"Ja. Ik... u... u gaat sterven. U kunt maar het beste..."
"Wel, dokter, ik ga deze cheque ondertekenen en aan u geven, maar ik wil iets zeggen, dokter: ik ga niet sterven."
"U gaat wat?"
"Ik ga niet sterven."
"Hoe weet u dat u niet gaat sterven?"
"Ik zoog mijn kracht terug van El Shaddai." Uh-huh. "Ik ben..."
O, zij gaan naar buiten en zeggen: "Laat ze met rust. Het zal hen geen kwaad doen. Laat ze gewoon met rust. Zij zullen niet... het is allemaal... Zij gaan hoe dan ook sterven."
Maar u weet waarover u spreekt. Ligt precies daar! Hoe weet u het? Het is een belofte. "Abraham, hoe weet u dat u die baby zult krijgen?" Het is een belofte, zie? El Shaddai.
"Wel, wat deed u...", nadat u gezond werd, "wat deed u...?"
"Niets, niets."
"Betaalde u de prediker?" Als u dat deed, dan deed u verkeerd. "Deed u een... Wat zou u doen...?"
"Ik hoefde niets te doen."
"Waarom?"
"Het is al gedaan. Ik geloofde het gewoon. Hij sprak tot mij, riep mij, en ik ontving de boezem, en nu ben ik gezond."
Hoeveel hebben dat ervaren? O, broeder, zeker.
Nu, wij hebben gewoon niet genoeg tijd om te prediken zoals ik graag predik. Ik stel niet veel voor als prediker, maar ik spreek graag over wat ik weet, zie. Kijk, nu, laten wij dit nemen. Nu, wat deed hij? Nu, voor u die uw Schriftgedeelten noteert. Nu, hoe werd het verbond gesloten? Nu gaan wij de positie hier even veranderen voor het volgende hoofdstuk.
111 Nu, wat deed Hij? Maakte het verbond met Abraham (zeg het met mij), Abraham en zijn zaad. Wat is het zaad van Abraham? De wedergeboren man die... en vrouw die vervuld is met de Heilige Geest.
"O nu, broeder Branham..." In orde, wij zullen zien of Hij Zijn belofte hield.
112 Abraham, in Genesis 12, werd gerechtvaardigd, uitgeroepen door rechtvaardiging, en geloofde Gods Woord. Is dat juist? Zo werd de gemeente het in Maarten Luther. Is dat juist? In Genesis het vijftiende hoofdstuk scheidde Hij hem af toen hij volledig had gehoorzaamd, en bevestigde Hij het verbond aan hem door bloed. Hebreeën 13:12 en 13: "Jezus leed buiten de poort opdat Hij het volk mocht heiligen met Zijn eigen bloed." Is dat juist?
113 Wat zond Hij? Een boodschap naar de aarde, een boodschapper. Wie was het? In het gemeentetijdperk van Filadelfia, John Wesley, die heiliging predikte. Toen bevestigde Hij het, scheidde hem van zonde. Hij geloofde door rechtvaardiging, Genesis 12. Hij bevestigde het verbond met bloed, stortte het bloed van een ram, in het vijftiende hoofdstuk, en heiligde de gemeente.
114 Nu, in het zeventiende hoofdstuk gaf Hij de Heilige Geest. Merk op: "Ik ben El Shaddai." Onthoud, hij gaat nu iets in zich ontvangen van God: kracht. Sommige... Zoals de baby de eigen kracht van de moeder trekt uit het lichaam van de moeder door te zogen, zo werd aan de gemeente de Heilige Geest gegeven, om de kracht van de Geest in hen te trekken, het terug zogend.
115 Hij gaf de gemeente de Heilige Geest, de Krachtgever, Zijn eigen kracht. God, Die een toegang geeft aan Zijn zwakke kind dat zijn geloof heeft beleden, om hem ergens kracht voor te geven. Hij is klaar om nu iets voor hem te doen.
116 Rechtvaardiging. Abraham, rechtvaardiging, Genesis 12. Maarten Luther aan het zaad van Abraham. Heiliging, Genesis 15, bevestiging van het verbond. Zijn zaad van Abraham, John Wesley, heiliging.
117 Abraham had een toegang om van te putten, vanuit zijn zwakke toestand, kracht, Gods eigen kracht. Ziet u het? Hoeveel zien het, zeg: "Amen." [Gehoor zegt: "Amen." – Vert] Gods eigen kracht gezoogd door een belofte. Hij gaf het aan de Pinkstermensen, de Heilige Geest, Gods eigen Leven regelrecht in zich trekkend. Zoals Hij het daar in het natuurlijke deed, doet Hij het hier ook in het geestelijke, zie, aan Abraham en zijn zaad na hem. Begrijpt u nu wat ik bedoel? Nu, onthoud, de gemeente gaat nog steeds vooruit.
118 Nu, bovendien in het achttiende hoofdstuk; nu, hier is een klein beetje. Luister. U mag het hier misschien niet mee eens zijn, broeders. Nu, u, velen onder u... Nu, denkt u dat Luther iets anders zou geloven dan alleen rechtvaardiging? Nee, meneer. Dat was zijn tijdperk. Ik geloof dat hij in de opstanding zal komen, zeker. In orde.
119 Heiliging. Zou u een goede doorgewinterde Methodist kunnen vertellen dat heiliging niet de doop van de Heilige Geest is? Dat zou u zeker niet kunnen. "Volledige heiliging is de Heilige Geest!" Jazeker. U Nazareners, en Pelgrims Heiligheid, enzovoort, hoe kunt u dat geloven. "Beslist, heiliging is de Heilige Geest." Dat is het niet. Het zijn werken van de Heilige Geest, niet de vervulling van de Heilige Geest. Nee, meneer.
120 Pinksteren kwam voorbij met de doop van de Heilige Geest. Precies juist. Maar nu, wij willen daar even bij stilstaan, de Pinkstergemeente. Elk daarvan heeft zich georganiseerd en stierf ter plekke. Nu, ik wil dat u kijkt, u die de Schriftplaatsen noteert, het vierde en vijfde vers. Nadat Hij hem door rechtvaardiging geroepen had, hem door het bloed van het verbond geheiligd had, hem Zijn eigen Leven gegeven had in het zeventiende hoofdstuk, de doop van de Heilige Geest, wat komt er nu als volgende in Israël (sommigen van u Bijbelgeleerden)? De plaatsing van een zoon.
121 In het Oude Testament, wanneer een zoon in het gezin werd geboren, was hij een zoon, maar hij was nog geen erfgenaam. Zie, de vader wist niet wat die jongen zou zijn (is dat juist?), hij had dus een voogd over hem om hem op te voeden tot een bepaalde leeftijd en dan (tot u predikers), de plaatsing van een zoon. God deed hetzelfde in Openba-... in Mattheüs hoofdstuk 17. Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes, ging een hoge berg op (ik predikte hier eens hier over: "Op een hoge berg"), en werd voor hen verheerlijkt. Wat deed Hij? Hij toonde de plaatsing van een zoon.
122 Merk nu op, in het Oude Testament hadden zij... de zoon werd geboren. Hij was een zoon, maar hij had een voogd om over hem te waken, om te zien hoe hij zich zou ontwikkelen. En hij, de vader, plaatste altijd de beste leraar die hij kon krijgen bij zijn zoon; elke vader zou dat doen. En de voogd waakte dus over de zoon. En als de zoon slechts een afvallige was, er geen aandacht aan schonk en niet zou luisteren, dan was hij nog steeds een zoon, omdat hij zo geboren was. Hij was een zoon, maar hij had nooit enige erfenis.
123 Alstublieft broeders, begin nu geestelijk te denken, en zusters. Hij had nooit een erfenis, maar toch was hij een zoon: vader zorgde voor hem. Dat is die groep daarginds in de woestijn, zie. Hij had... Hij was een zoon, werkelijk, maar hij had nooit enige erfenis. En dan zou de voogd voor de vader verschijnen, en hij zou zeggen: "Hoe doet mijn zoon het?"
Wat moet hij gebloosd hebben, en gezegd hebben: "Hij... hij... uh... hij doet het niet zo best." Zie, hij huurde een man die rechtvaardig en eerlijk was; niet een rietje in zijn hoed, of een veer, zoals wij het noemen, maar hij vertelde de waarheid. "Uw zoon doet het niet zo goed. Hij wil niet luisteren. Ik kan hem niets leren." In orde. Hij kreeg nooit enige erfenis.
Maar wat als hij was gekomen en gezegd had... Ik vraag mij af vandaag, als God hetzelfde aan Abrahams zaad zou doen, zijn kinderen hier, wanneer de voogd...
124 Wie is onze Voogd? De bisschop? De districtsopzichter? Wie is het? De Heilige Geest. Hij draait er niet omheen; Hij vertelt de Vader precies wat er aan de hand is.
Hij komt eraan en zegt: "Hoe doen mijn kinderen het daar beneden?"
125 "O, Vader, al Uw dochters hebben hun haar geknipt. Zij dragen make-up. Hmm! Zij handelen als de wereld. Zij doen immorele kleren aan, kleren waarin ze eruit zien als mannen; zij noemen ze pedal-pushers ['gaucho', halflange damespantalon – Vert] en slacks. En Uw vrouwen, Uw dochters, doen ze gewoon aan."
126 "En Vader, wat zo slecht is: Uw zonen, Uw predikers, staan het toe. O ja, zeker, zij staan het toe, al de dingen die U onderwees, omdat zij bang zijn."
Hoe moet de Vader Zich voelen! Hij kan hen niet verder brengen, zij zijn Zijn kinderen, Hij moet voor hen zorgen, maar wat een zorgenkind is dat.
"Wel, waarom doen zij het niet?"
"Wel, zij maakten zich een organisatie om zich een beetje te bedekken, zoals zij deden bij het bouwen van de toren van Babel."
"Ja," zegt de Vader, "het zal ook tot een zelfde soort einde komen." Zie?
"En zij bouwden zich een toren, omdat zij dachten dat zij door hun organisatie de hele wereld naar zich toe konden trekken. Maar kijk eens naar wat zij doen."
O, het ontmoedigt de Vader. Wat moet Hij Zich in verlegenheid gebracht voelen! Hoe moet de Heilige Geest Zich voelen om dat antwoord naar de heerlijkheid te brengen, en te zeggen hoe het met de gemeente gaat; hoe zij mensengemaakte leerstellingen aanvaarden in plaats van de Bijbel. De waarheid wordt rechtstreeks aan hen gepresenteerd, en zij keren het de rug toe en lopen er bij weg (daar hebt u het), omdat hun organisatie het niet gelooft.
127 En toch weten zij dat het het Woord van God is en geen andere Schrift in de Bijbel dan dat! Als het waarlijk het Woord van God is zal het dat van Genesis tot Openbaring zijn: het zal hetzelfde zijn.
Zij aanvaarden besprenkeling in plaats van dopen. Zij doen al deze andere dingen; allerlei geloofsbelijdenissen en van alles. Hoe moet de Vader Zich voelen. Hmm. Hij kan die zoon niets geven.
128 Maar wat als Hij daar komt en zegt: "Maar er zijn er enkelen... Ik vertel U, zij zijn werkelijk Uw zonen. Het maakt Mij niet uit wat er gebeurt; zij staan voor wat U zegt. Zij handelen net als U. Die man handelt gewoon precies als U. Hij zegt hetzelfde als U. Als de gehuurde dienstknechten iets bepaalds doen; geeft hij er niet om. Het zijn zijn Vaders zaken. 'Ik moet erin bezig zijn.' Hij verscheurt het gewoon en zegt: 'U zult dat niet doen tegen mijn Vader. Mijn Vader zei zus-en-zo en u hebt de geboden van God genomen en er een traditie van mensen van gemaakt. Er is geen Schriftgedeelte in de Bijbel voor dergelijk spul.'"
"O, dus dat is Mijn zoon. Ja, dan gelooft hij werkelijk Mijn Woord, net als Abraham, dus is hij echt Abrahams zaad."
129 Dus nu, wat deed de vader? Dan bepaalde hij een zekere dag, nadat deze zoon zich bewezen had. Nu, Pinksteren dacht, zodra u wedergeboren was en de Heilige Geest had gekregen, dat dat alles was. Dan begint u pas. Let op wat Hij aan Abraham deed.
130 Wat deed hij dan? De vader nam het kind mee naar buiten, en hij hield een feest (nu, alle Bijbelkenners, u weet dit), hield een feest, zette zijn zoon in een publieke plaats, deed hem een mooie mantel aan, en zette hem daar en volvoerde de plichten van adoptie, of van plaatsing. Hoeveel weten dat dat waar is? Zeg: "Amen." Dat is de Bijbel. Ga terug naar Galaten het vierde hoofdstuk, en pak het daar op, Paulus nu die spreekt.
131 Hij plaatste die zoon. Wat deed hij? Hij hield een ceremonie van adoptie, het plaatsen van die zoon. En nadat hij had gezien dat die zoon het ging doen, dat hij de belofte ging houden, kon niemand hem ervan weghouden. Hij is net als zijn papa, hij zal er gewoon precies bij blijven, snijdt en laat de spaanders vallen waar ze maar willen, hij windt er geen doekjes om. En hij zegt: "Ik kan vertrouwen stellen in die jongen." Dus voert hij de adoptie uit. En wat doet hij?
132 Nadat hij de adoptie heeft uitgevoerd is dat kind een geplaatste zoon in het koninkrijk des vaders en heeft hij er gelijke rechten op. Met andere woorden, als zij een cheque uitschreven, was zijn naam net zo goed op de cheque als die van zijn papa. Dan is hij geadopteerd, of geplaatst.
133 God deed hetzelfde met Jezus op de Berg der Verheerlijking toen Hij... Wat deed Hij? Hij overschaduwde Hem, nam Hem naar een openbare plaats, nam drie getuigen: Petrus, Jakobus en Johannes. Bracht twee getuigen vanuit de hemel om te tonen... Drie is een getuigenis. En toen Hij Hem overschaduwde... en Zijn gewaad, Zijn mooie mantel die Hij Hem aandeed, de verheerlijkte toestand, schijnend als de zon in haar kracht. Is dat juist?
134 En een stem kwam van de hemel en zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem." Amen. "Ik heb Hem positioneel geplaatst. Dat is Mijn Zoon. Wat Hij zegt, zal Ik ondersteunen. Hij heeft Mijn woorden gehouden. Hij heeft zich door al deze denominaties en al het andere heen gevochten en heeft het geloof behouden. Hij heeft er geen doekjes om gewonden. Hij is waarachtig geweest. Hij is altijd in Mijn werk bezig. Wanneer mensen naar Hem kijken, zien zij Mij. Dit is Mijn Zoon, hoort gij Hem."
135 Beloofde Hij dat alleen aan Hem? Nee. Door Hem komt het zaad van Abraham door hetzelfde: in het vierde en vijfde hoofdstuk [vierde en vijfde vers van Genesis 17 – Vert] nam God Abraham naar buiten, en plaatste de adoptie op hem, en veranderde zijn naam (Glorie!) van Abram naar Abraham. Abraham komt van het woord van "Elohim", Gods eigen Naam. Hij verbond zijn naam met Gods Naam.
136 God is Elohim. Hoeveel weten dat? De grote Jehova, Elohim, de Algenoegzame, de in Zichzelf Bestaande, Elohim. En wat deed Hij? Hij nam de h-a-m van Zijn Naam en plaatste die op Abrahams naam, want hij was Abra-ham. God is de Vader van allen, en Abraham is vader van naties. Glorie! Elohim, Vader van allen; Abraham, vader van naties: positioneel geplaatst. Glorie! Dat is nadat Zijn gemeente de Heilige Geest had ontvangen. Nadat zij door de testen waren gegaan.
137 Zie, Pinksteren heeft dat gemist. Zij organiseerden zich, zij konden niet verder komen. Dan, wanneer God een zeker iets doet, zegt men: "Ah, ha. Psst! Blijf er bij vandaan," zie, "onze kerk leert dat niet." Ga maar door. Maar hier is wat Hij deed aan Abraham, aan Abraham en zijn zaad na hem.
138 Nu, wij zijn in Genesis 18, nog steeds in het achttiende vers. Nu, laten wij kijken. Toen nam Hij hem, nadat Hij dat had gedaan. Nu, dat is het tweede wat Hij deed. Als eerste gaf Hij hem rechtvaardiging: twaalfde; vijftiende: Hij gaf hem heiliging; achttiende: Hij gaf hem de Heilige Geest. Aan het eind ervan... Kijk hier, snel nu; al deze andere dingen duurden jaren. Luistert u? Houdt u ervan?
139 Al deze jaren van rechtvaardiging tot heiliging was een tijdspanne van jaren; van heiliging tot de bevestiging, de Heilige Geest, was jaren. Maar in hetzelfde hoofdstuk plaatste Hij hem, na de Heilige Geest. Pinksteren is slechts veertig en nog wat jaren oud, weet u. Hij begon Zijn zonen te plaatsen.
140 Maarten Luther predikte rechtvaardiging. Jaren en jaren en jaren later kwam heiliging. Jaren en jaren en jaren later kwam de doop van de Heilige Geest, maar heel snel na... Pinksteren deed hetzelfde als de anderen. Toen begon Hij Zijn zonen te trekken die voor Zijn waarheid stonden. En Hij gaf hem iets speciaals, verhoogde hem ergens mee voor het volk, zodat hij opviel, zie, plaatste hem.
141 Nu, vervolgens in hetzelfde hoofdstuk geeft Hij hem een teken, geeft de Pinkstergemeente een teken van de eindtijd. Nadat Abrahams naam enkele dagen daarvoor was veranderd en hij toen geplaatst was als Elohim, geassocieerd met God... O! O, weet u, is het niet goed om een heilige roller te zijn? Zie? Plaatste hem, associeerde hem met God, gaf hem een deel van Zijn Naam.
142 En welk soort Naam heeft Zijn gemeente? Zijn Naam. Is dat juist? "Ik kom in Mijn Vaders Naam en gij hebt Mij niet ontvangen." Jezus' Naam. "Als een ander zal komen in hun eigen naam," zijn naam, organisatienaam, "hem zult gij ontvangen." Maar Hij associeerde Abraham met Zijn Naam, en Zijn gemeente heeft Zijn Naam.
143 Veel fijne vrouwen in deze wereld vanavond, maar er is één mevrouw William Branham; zij is degene die met mij gaat. Er is één gemeente die leeft in de Naam van Jezus.
144 "Wat gij ook doet in woord en daad, doe het in de Naam van Jezus." Zou u een sigaret kunnen roken in de Naam van Jezus? Zou u een leugen kunnen vertellen in de Naam van Jezus? Zou u kunnen stelen in de Naam van Jezus? Zou u zich kunnen afkeren van Gods Waarheid in de Naam van Jezus? Zeker niet. Wel, wat zij ook doen in woord en daad, zij doen het allemaal in de Naam van Jezus. Dat is juist. Daar hebt u het. Geassocieerde naam na de adoptie, na de adoptie.
145 Nu, Hij zegt dat er een vernietiging zal zijn; Sodom zal verbranden, en... (Ik weet dat ik het laat maak, maar ik moet hier gewoon enkele minuten langer bij blijven, zie, want morgenavond wil ik iets anders zeggen. Heb nog enkele minuten geduld met mij, wilt u?)
146 Merk op, Hij veranderde zijn naam, en toen gaf hij hem een teken dat het einde nabij was. Abraham ging naar buiten en zat op een hete morgen in de deur van de tent, stond op rond de middag, en hij keek en zag drie mannen komen. En Abraham wist dat er iets vreemds met hen was, dus hij liep naar buiten.
Iemand zei onlangs, een bekeerde Jood: "Dat toonde dat die drie mannen Vader, Zoon en Heilige Geest waren."
147 Onzin! Hij zei niet: "Mijne heren", zoals een heiden. Hij zei: "Mijn Heer." Lot was degene die de twee engelen "heren" noemde, de teruggevallene daarginds. Toont exact waar diezelfde klasse vandaag de dag leeft, die God tot vier of vijf verschillende mensen maakt.
148 God is één God. "Mijn Heer", zei Abraham. Lot zei: "Mijne heren", voor twee van hen, maar daar waren er drie. En Abraham herkende dat er één God onder hen was: "Mijn Heer." Kijk ernaar. En onthoud, het was geen "heer" met een kleine letter; het was "Elohim, mijn Heer", Elohim, Jehova, die naar de tent toe liep.
O, luister hiernaar. Iedereen beefde. Weldra zaten zij daar en voerden zij een gesprek. Ik wou dat ik tijd had om het te benadrukken. Lees het gewoon in het achttiende hoofdstuk, hoe zij daar zaten.
149 Nu, wacht. Wat doet Hij? Hij toont Abraham dit: wat Hij gaat doen aan Abrahams zaad. Nu, waarheen was Hij op weg? Nadat Abraham... nadat hij werd gerechtvaardigd, geheiligd, gevuld met de Heilige Geest, in types en schaduwen, en was geplaatst; toen kwam Hij en gaf Hij een teken dat het einde nabij was. Hij kwam neer om de boze zondige wereld van Sodom te vernietigen. Is dat juist?
150 Nu, onthoud dat Jezus zei... (Gelooft u Hem?) Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Nu, zij waren... zij stonden te praten. Let op!
151 Twee engelen, twee engelen gingen naar Sodom om het Evangelie te prediken. Is dat juist? Twee engelen gingen naar Sodom om het Evangelie te prediken: een moderne Billy Graham die tot die zondaars enzovoort predikte. Geen wonderen werden gedaan, één wonder: met blindheid slaan. Het prediken van het Evangelie verblindt gewoon de ongelovige.
En dus gingen zij op weg daarnaartoe om het Evangelie te prediken. En dat was hun teken: het Evangelie te prediken. "Kom uit deze plaats! God gaat haar verbranden." Is dat juist? "Ze zal verbranden; ga hier weg." Dat is de evangelist, Billy Graham, en die kerels die prediken.
152 Wel, let op Deze Die achterbleef bij de uitverkoren gemeente, Abraham; het zaad van Abraham, zie. Dat was Lot daar en zijn groep. Nu, er zijn altijd drie klassen mensen: de ongelovige, de schijngelovige, en de gelovige. Zie? Nu, de ongelovige en de schijngelovige blijven samen. Maar de echte gelovige scheidt zich af, wat hem de gemeente maakt. Volgt u mij?
Nu, al die grote organisaties daarginds, die allemaal samenwerkten, hadden geweldige tijden. En sommige mensen lachen om Billy Graham. Laat mij hier even stoppen. Zeg, een man als Billy Graham, die zoveel mensen heeft beïnvloed, waarom is hij geen Pinksterman? Hij kan het niet zijn. Heeft Billy Graham er een deel in? Ja.
153 U geestelijke mensen, word nu even wakker. Zet uw denken aan. Wat is zijn naam? G-r-a-h-a-m. nu, ik weet dat u denkt dat dat gek is. Wacht gewoon even: h-a-m, Abraham, zie. Hij heeft een boodschap van bekering, en u kunt niemand vinden die ook maar één ding op de boodschap van die man kan aanmerken. Hij heeft bekering tot in de puntjes... Dat is juist. Hij predikt het als een huis dat in brand staat. Zie? Dat is juist. God riep hem om dat te doen.
154 Waar gaat hij naartoe? Niet naar de Pinkstermensen, maar naar die denominationele groepen daar in die knoeiboel daar bij Sodom: make-up, en allerlei soorten vrouwen, die rondlopen in korte broekjes en koorzangers zijn, en diakenen die drie of vier keer zijn getrouwd, en voorgangers hetzelfde, al dat soort onzin daar.
Blijf doorgaan, predik het, Billy! Blijf erbij! Hij kan niets anders doen.
155 Maar onthoud nu dat Eén van hen achter bleef en een teken bracht aan Abraham (Is dat juist?), de uitverkoren gemeente. Niet de grote heldere lichten, de grote zenuwcentra, en de grote bloemrijke dingen, de grote programma's enzovoort. Het was Degene Die achterbleef bij Abraham. Is dat juist? En Hij gaf hem een teken dat de tijd nabij was. Let op wat Hij deed. Nu onthoud, zoals Hij deed aan Abraham, zo doet Hij ook aan zijn zaad. Let op hoe Jezus het bevestigt en zegt dat het zo zal zijn.
156 Let nu op. De Engel zat (niet engel; het was God), Hij zat met Zijn rug naar de tent gekeerd. En Hij zei... (Nu, is het niet vreemd?) "A-bra-ham..." Net enkele dagen daarvoor was zijn naam veranderd, en hier was een Vreemdeling; hoe wist Hij dat zijn naam Abraham was in plaats van Abram? "Waar is uw vrouw, Sara?" Niet S-a-r-a-i, Saraï, maar S-a-r-a, S-a-r-a, Sara, haar prinsessennaam. "Abraham, waar is uw vrouw, Sara?"
Hoe wist Hij dat hij getrouwd was? Hoe wist Hij dat zijn naam Abraham was? Hoe wist Hij dat hij een vrouw had? En hoe wist Hij dat haar naam Sara was?
157 Nu, let op. De Bijbel zegt dat Abraham zei: "Zij is in de tent achter U." Zij was niet zoals de moderne vrouwen: die de plaats van de man moeten innemen, en een politieagent op straat, en op elke kleine plaats en... Geen wonder dat er geen werk is voor mannen (dat is juist); de vrouw nam zijn plaats. Dit is een vrouwennatie, weet u. Zij heeft een vrouwengetal, een vrouwennaam, al het andere, en zij is een vrouw, en een vrouw zal over haar heersen. Dat is juist.
158 Zij bleef in de tent. Zij hield zich afzijdig. Er waren vreemde mannen in de buurt. En luister, hier is de reden dat Hij hem Abraham noemde: Hij zei: "Ik (een persoonlijk voornaamwoord), Ik ga u bezoeken overeenkomstig de belofte die Ik u gegeven heb. Ik gaf u die." Dat is de reden dat Hij wist dat zijn naam Abraham was.
159 En Abraham had Hem net het vlees van een kalf te eten gegeven, Hem wat melk van de koe te drinken gegeven, had wat maïskoeken voor Hem gemaakt met boter. At boter, maïsbrood, of brood, en koeken, en dronk melk, en at kalfsvlees, en was God in het vlees. Juist. Nu, als u wilt argumenteren met de Bijbel, zie of het niet hoofdletter H-e-e-r-e, Elohim, is.
160 Abraham was degene die met Hem sprak. Abraham noemde Hem "Here God". Ik denk dus dat hij het behoorde te weten; hij was degene die sprak. Iemand zei: "Dat gelooft u niet!" Ik geloof het zeker, elk woord ervan. Let gewoon op hoe het nu komt tot het zaad van Abraham.
Zei: "Waar is uw vrouw Sara?"
Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."
161 Hij zei: "Ik ga u bezoeken overeenkomstig de belofte die Ik u heb gegeven, de tijd des levens. Vijfentwintig jaar geleden riep Ik u onder rechtvaardiging. Ik heb u de bevestiging van het verbond gegeven. Ik vervulde u met Mijn eigen leven in u, voedde u op tot deze plaats nu om u kracht te geven om dit te ontvangen wat Ik u beloofde. En nu ga Ik u een teken geven dat Ik deze aarde ga verbranden. En de tijd is nabij, want u hebt wat zaden die u zullen volgen." Zie? Hij zei: "Ik ga dit voor u doen, Abraham."
162 En Sara, achterin de tent, zei... lachte zo'n beetje in zichzelf en zei in haar hart... Luister gemeente! Faal niet om het te zien! De Schrift spreekt het zelf. Sara lachte in zichzelf en zei: "Hoe zou ik, een oude vrouw hier, bijna honderd jaar oud, en mijn man... (vergeef mij zusters) een vrouw kunnen zijn en in wellust kunnen leven als een jonge man en vrouw, met mijn man? Wel, hij is... zijn..." Met andere woorden, het deel van een man... hij... dat was vele jaren geleden opgehouden, en haar... Zij waren oud.
163 Zei: "Hoe kan ik ooit opnieuw wellust hebben met mijn man?" (Noemde hem "heer".) Zei: "Hij is ook oud, zijn kracht is weg. Het is bij ons niet meer als bij jonge mensen om op die wijze te leven. Hoe kunnen wij het ooit doen?"
164 En de Man, God wonend in vlees, de Man met Zijn rug naar de tent gekeerd, zei: "Waarom lachte Sara, in haar hart zeggend dat dit niet zo kan zijn?" Vertelde wat Sara deed en wat Sara in haar hart dacht toen zij in zichzelf lachte. Is dat juist? Wat was het? Net een klein poosje voor de vernietiging.
165 Hij doet hetzelfde voor het zaad van Abraham, en zij herkennen het niet, broeders. Ziet u wat ik bedoel? Rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, plaatsing van de zoon, en God Die woont in Zijn gemeente (menselijk vlees), etend, drinkend zoals een man: de Heilige Geest, God Zelf, Die woont in de zonen van Abraham, hetzelfde manifesterend. Zoals Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Begrijpt u het?
166 Nu, nog één ding. Wat gebeurde er toen? Om de komende zoon te ontvangen... Wat deed Hij? Hij moest iets doen bij Sara en ook bij Abraham. Kijk. Hij was... Nu, zusters, wij zijn in een gemengd gehoor, vergeef mij. Maar het had hen opgehouden als man en vrouw te zijn, dus moest Hij iets aan hen doen.
167 Nu, Sara... de Bijbel zegt dat haar schoot dood was, en Abraham was als man zo goed als dood. Is dat juist? Jaren... het had vele, vele jaren daarvoor bij en hen opgehouden om man en vrouw te zijn wat seksuele orde betreft. Wat deed Hij? Nu, als Hij... Wij weten dat Hij iets moest doen bij Sara, want haar schoot was dood. Hij moest haar schoot vruchtbaar maken. Is dat juist?
168 Wel, vrouwen rookten geen sigaretten in die dagen, zodat zij hun fles moesten... hun baby moesten voeden met koeienmelk uit de fles. Zij hadden maar één manier om ze te voeden: van de borst. Dus bij haar, zo'n oude vrouw, moest God daar melkaderen maken, want die waren opgedroogd.
169 En ik wil u iets vragen terwijl ik verder ga. Vergeef mij, zusters, in een gemengd gehoor, maar luister naar uw dokter. Ik ben uw broeder. Hoe zou een oude vrouw van honderd jaar oud door weeën kunnen gaan en geboorte kunnen geven aan een kind? Als een vijfenveertigjarige vrouw vandaag door weeën zou gaan, zouden de dokters beademing en al het andere daar voor haar hebben. En hier is een vrouw van ongeveer honderd jaar oud, zonder kunstmatige beademing. Hij moest iets doen. Wat deed Hij?
170 Hij maakte haar gewoon weer nieuw. Bewijs het? Beslist. Zij ondernamen een reis van vijfhonderd kilometer naar Gerar. En toen zij daar aankwamen, deze kleine oude oma, werd Abimelech verliefd op haar, de mooiste vrouw die hij ooit zag. Abraham stond weer rechtop, had weer zwart haar. Sara werd mooi. Zie, Hij maakte gewoon een nieuw schepsel zodat zij weer samen konden leven als jonge man en vrouw. Wat deed Hij? Hij moest hem in de toestand krijgen om de beloofde zoon te ontvangen.
171 Wat is het volgende nadat dit teken weggaat? God gaat Abrahams kinderen in een toestand brengen, hen gereed maken om de beloofde Zoon te ontvangen. Hoe gaan wij Hem ontvangen? Wij kunnen Hem niet ontvangen in deze lichamen. Wij gaan Hem ontmoeten in de lucht. Prijs God voor eeuwig! De bazuin zal schallen. De doden in Christus zullen opstaan en wij zullen omhoog gaan om Hem in de lucht te ontmoeten.
172 Wat is Hij aan het doen? Het laatste teken voor de verandering, het laatste teken voor de opname. Want op elk moment gaat de atoombom de wereld vernietigen. Voordat het schreeuwend in deze toestand valt zal Jezus komen. "Wij die levend overgebleven zijn zullen niet voorkomen (of hinderen) hen die ontslapen (dood) zijn, want de bazuin God zal schallen, de doden in Christus zullen opstaan. Wij die levend zijn zullen in een ogenblik, in een oogwenk, veranderd worden." Een oude man zal jong zijn. Een oude vrouw zal weer jong zijn. En wij zullen toebereid worden om de beloofde komende Zoon te ontmoeten (Glorie! Halleluja!), het volgende in Gods orde.
173 Wat gebeurde er? Net zoals de Engel Zijn rug had gekeerd en dat teken toonde aan Abraham, bracht Hij alles door rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, plaatsing van zonen, gaven en bevelen die naar voren kwamen, en vervolgens het tonen van Zijn laatste teken voor de vernietiging. En toen werd Abrahams zaad veranderd.
174 Het kan komen voordat wij de samenkomst sluiten. Oude broeder Kidd, die hier zit, en zuster Kidd, oude strijders van de oorlog, let op, staan daar in een ogenblik en worden opnieuw een jonge man en vrouw. Veranderd.
175 Waarom? Wij moeten veranderd worden! Het was totaal onmogelijk voor die oude man om een seksuele relatie te hebben met zijn vrouw. Het was totaal onmogelijk voor haar om bevrucht te worden en een kind te dragen, tenzij er iets bovennatuurlijks had plaatsgevonden. En de enige manier waarop het kon gebeuren, het moest een verandering van hun lichaam zijn. Hij had met haar geleefd vanaf de tijd dat zij achttien jaar oud was of zestien, zijn halfzuster; hij trouwde jong. En zij was onvruchtbaar en hij was steriel. Ziet u het? En Hij moest dus hun fysieke wezen veranderen om de zoon te ontvangen.
176 O, gemeente, Hij zal dit fysieke wezen moeten veranderen om ons opgenomen te laten worden. Wij kunnen in dit soort lichaam niet omhoog gaan. Hij zal ons lichaam in een ogenblik veranderen, in een oogwenk; en wij zullen samen opgenomen worden in de lucht, om de Here in de lucht te ontmoeten. Wij kunnen zo niet omhoog gaan. Wij zien elk teken: rechtvaardiging, heiliging, vervulling met de Heilige Geest, plaatsing van de zoon, het laatste teken dat wordt gegeven. Amen. Gelooft u het? O, ik... we zullen hier gewoon moeten sluiten. Ik kan niet verder gaan. Laten wij onze hoofden buigen.
177 Gemeente van de levende God (God, wees genadig), wilt u niet wegbreken van deze oude geluidsbarrières hier en gereed zijn om Hem te ontmoeten? Als er mensen zijn die niet gereed zijn om Hem te ontmoeten, en u weet dat als de bazuin zou weerklinken u hier nog steeds aan de aarde gebonden zou zijn, om door die grote, verschrikkelijke verdrukking te gaan, zoals diegenen die zich van de ark hadden afgekeerd; zij kwamen allen om in het water; kinderen, tieners, zij waren zonder genade; zij verdronken allen en hun dode karkassen dreven op het water, en de kraaien en buizerds aten van hen... Degenen die in de ark waren waren veilig.
178 In de dagen van Noach werd alles wat zondig was vernietigd. In de dagen van Sodom verbrandde alles in Sodom. Lots vrouw veranderde in een zoutpilaar, ellendig vernederd. Maar geen van deze dingen trof Noach. Geen enkele trof Abraham. Evenmin zal één het zaad van Abraham treffen.
179 Ik heb u het Evangelie gebracht. Ik heb mijzelf zo niet genoemd, maar u hebt gezegd dat u gelooft dat God mij riep om Zijn profeet te zijn. Wat betekent het woord profeet in het Hebreeuws? "Een goddelijke uitlegger van het geschreven Woord." Het Woord des Heren kwam tot de profeet, of de ziener. Ik heb u de waarheid verteld.
Nu, wilt u Christus ontvangen als uw Redder, Genezer, Doper, komende Koning? Als u niet gereed bent om Hem in de lucht te ontmoeten, en als Hij vanavond zou komen en u weet dat u niet gereed bent, zou u, met uw... terwijl uw hoofd gebogen is, zou u gewoon uw hand willen opsteken en zeggen: "Broeder Branham, bid voor mij. God, wees mij genadig; ik weet dat ik niet gereed ben"? Nu is het aan u.
Ik ben niet... Het is geen bedeltijd. Het is tijd om wakker te worden en mannen te zijn, of vrouwen. Of als uw hart de dag van genade weg gezondigd heeft, dan zult u... Ongeacht in welke toestand u bent, U zult het zelfs niet weten. Maar is er iets bij u dat u wakker heeft gemaakt, om u het uur waarin wij leven te laten beseffen, en wilt u in gebed gedacht worden? Steek uw hand op. God zegene u, u, u, u, u. Aan mijn rechterkant, u, u, u, God zegene u.
180 Het laat zien dat de Heilige Geest nog steeds tot de mensen spreekt. De deur is nog niet gesloten. Maar luister naar mij als Zijn dienstknecht: het uur komt dat u uw hand niet meer zult opsteken. Het heeft dat punt reeds bereikt voor vele mensen. Er zitten hier mensen die ik ken, in de Naam van de Here, en ik kijk over hen uit en zie die zwartheid over hen; ik weet dat zij hun handen hadden moeten opsteken en zij deden het niet. Zij hebben hun laatste dag van genade weg gezondigd, hebben zich afgekeerd van de waarheid en begingen...
181 "Want zo iemand willens zondigt nadat hij de kennis der waarheid ontvangen heeft, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, maar een verschrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs."
Hemelse Vader, zij hebben hun handen opgestoken. Ik heb mijn best gedaan met het Woord. Dat is alles wat ik weet. Ik heb het precies gezegd zoals U het hebt geopenbaard. Wij hebben lang gewacht. En nu hebben velen hun hand opgestoken, een dozijn misschien, in dit gebouw, misschien meer, misschien minder. Maar ik zou zeggen... uiteindelijk kent U hen allemaal. De Heilige Geest heeft tot hen gesproken door het Woord. Zij beseffen dat zij niet gereed zijn om te gaan.
182 Hemelse Vader, als een persoon oprecht genoeg is om hun hand op te steken en aan U te getuigen dat zij niet gereed zijn, en zij verlangen om gereed te zijn, wilt U niet, lieflijke, genadige Vader, hun hart in gereedheid brengen vanavond voor het spoedige heengaan om de beloofde Zoon te ontmoeten?
Hij is nu al tweeduizend jaar beloofd. Wij hebben op Hem gewacht, en spoedig zal Hij komen, want wij zien dat Hij alles wat Hij aan Abraham deed, aan Zijn zaad heeft gedaan. Wij hebben het laatste teken nu onder ons, dat U, God, in menselijk vlees bent gemanifesteerd. Zij staken hun handen op, Here.
183 De Bijbel zegt, Uw eigen Zoon, Jezus Christus, zei: "Die Mijn woorden hoort...", en God, ik heb het tot hen gebracht, "en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven."
Grote Jehova, Elohim, door de Naam van Jezus Christus geef ik hen aan U, als tekenen van Uw Woord en het offer van Uw liefhebbende Zoon, en door de tegenwoordigheid van de Heilige Geest, Die het Woord brengt en het door menselijk vlees aan de mensen manifesteert. Zij zijn de Uwen. Doe met hen zoals U het toepasselijk vindt, Here, want zij zijn in Uw handen.
184 Uw predikers hier zullen hen verder leiden. Mogen zij rechtstreeks naar een goede gemeente gaan en de Christelijke doop laten uitvoeren. Mogen zij dan de doop van de Heilige Geest ontvangen en in het lichaam van Christus geplaatst worden. Sta het toe, Here. Ik vraag het in de Naam van Jezus Christus. Amen.
Het is vijf minuten voor tien. Ik heb geen tijd voor een gebedsrij. Ik zal hen morgenavond opnemen; ik zal het doen, zo de Here wil. Ik zal gewoon deze kleine boodschap afmaken en mijn gebedsrij houden.
Bent u ziek? Bent u behoeftig? Steek uw hand omhoog als u het bent. God zegene u. Als u ziek en behoeftig bent, vertelde ik u in deze Bijbel, dat God... dat wat Hij daar voor Abraham deed, Hij ook beloofde aan Zijn zoon, Zijn zonen van Abraham. En de voornaamste zaad-Zoon van Abraham deed de belofte: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen."
185 Precies hetzelfde teken dat God aan Abraham toonde, dat het einde van zondige gelovigen, of zondige belijders, dichtbij was, zo zou het zijn in de dagen van Zijn komst. Is dat juist?
Nu, ik ben uw broeder, een man. Nu, ik ga u vragen om even een ogenblik heel stil te zijn, als u wilt. Wees echt eerbiedig. Ik ben uw broeder, een man. Ongeacht wat God ooit voor mij zou doen, dat moet Hij ook voor u doen om het te laten werken.
Jezus was Gods Zoon; Hij kwam naar de aarde. Gelooft u dat? En toen Hij naar de aarde kwam, wat deed Hij? Er waren tijden dat Hij Zich onder Zijn mensen begaf, die niet in Hem geloofden. Hun kerken keerden de mensen van Hem af. Is dat juist? Dat is wat zij vandaag ook doen. Wij vinden Hem in het Laodicea gemeentetijdperk, buiten de kerk, kloppend, proberend om weer binnen te komen. Zie?
Zij hebben vandaag hetzelfde gedaan. "En vele machtige werken kon Hij niet doen vanwege hun ongeloof. Maar zo velen Hem geloofd hebben, die heeft Hij de macht gegeven zonen Gods te worden." Is dat juist?
186 Nu, ik ga u iets vragen. Buig uw hoofd, u die ziek bent. Hoeveel weten dat Jezus Christus de Hogepriester is Die, door het uiteengescheurde Offer, precies nu ter rechterhand Gods zit en de Heilige Geest hier neer zond? En als u gelooft dat ik Zijn dienstknecht ben, Zijn... als u wilt... Nee, ik ga dat niet zeggen. Ik ben Zijn dienstknecht, zelfs niet waardig om een prediker genoemd te worden, laat staan een profeet; maar als u gelooft dat ik u de waarheid heb verteld... Geloof míj niet, maar geloof wat het Woord zegt. Zie of God Zijn Woord houdt.
187 Hij zit ter rechterhand Gods en is een Hogepriester Die kan aangeraakt worden door het voelen van onze zwakheden. Is dat juist? Is dat waar? Zegt de Bijbel dat? Wel, als Hij Dezelfde is, Hebreeën 13:8, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid, als u Hem zou aanraken met uw zwakheden, hoe zou Hij handelen, als Hij Dezelfde was gisteren, vandaag en in eeuwigheid? De manier waarop Hij handelde toen de vrouw Zijn kleed aanraakte. Zou u Hem kunnen aanraken? De Bijbel zegt het. Wel dan, Hij zou op dezelfde manier handelen.
188 Onthoud dan dat Hij zei: "Ik ben de Wijnstok. Gij zijt de ranken." Nu, de wijnstok draagt geen vrucht; de rank draagt de vrucht, maar krijgt zijn leven van de wijnstok. Is dat juist? Nu, Hij is hier. Wij zijn de ranken.
Als er iets verkeerd met u is, en u hebt hulp van God nodig, zal ik u vragen om te bidden en te zeggen: "Hemelse Vader, die kleine onopgeleide, opgedroogde man, die daar staat, kaalhoofdig, hij kent mij niet. En hij is gewoon een man. Maar hij vertelt mij dat U Dezelfde bent, en gaf deze bevestiging dat..."
"En alles wat ik zie, ik zie dat het waar is: rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, plaatsing van de zoon, hem de Naam gevend, de man die een deel nam van de Naam van God, Elohim. Laat ons nu hetzelfde teken zien. Wij zien Billy Graham nu, die daar in Sodom roept. Maar deze man zegt dat er één zal komen tot de uitverkoren gemeente."
Nu, ziet u, broeders, is dat Schriftuurlijk? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Geloof dan. En als God zegt... bevestigt dat wat ik zei de waarheid is, dan is het de waarheid. Bid. En ik zal mijzelf toewijden; wijd u uzelf toe; zie wat de Heilige Geest zal zeggen.
189 Nu, de Bijbel zegt dat de Engel Zijn rug gekeerd had naar de tent. Nu, iedereen hier die mij kent, bid alstublieft niet. Als u mij kent en weet dat ik uw moeiten ken, bid niet. Slechts diegenen die mij niet kennen en weten dat ik niets over u weet, bidt u. Zie wat Hij zal doen. Nu, wees slechts in gebed.
190 Nu, Here Jezus, deze bediening komt spoedig tot het einde. Ik geloof dat dit spoedig zal eindigen. Ik geloof dat de komst van de verwachte Zoon voor het zaad van Abraham spoedig zal aanbreken. Maar opdat uw Woord vervuld moge worden, Here, laat het vanavond bekend worden dat U God bent en dat ik Uw profeet ben, of, Uw dienstknecht, geboren, gezonden, verordineerd voor dit werk, opdat het een teken mag zijn voor de gemeente, voor het uitverkoren, uitgeroepen zaad van Abraham, dat het einde nabij is. Laat het zo zijn, Here.
Laat enkelen van Abrahams zaad daar, de zoom van Uw kleed aanraken. Spreek dan tot mij, Vader, om de Woorden te zeggen die U mij zou laten zeggen.
191 Nu, bid. Nu, voor mij, met mijn rug naar het gehoor gekeerd, er is een vrouw die achterin zit, aan deze kant. Zij lijdt aan een maagkwaal. Zij heeft ook een auto-ongeluk gehad. Zij is niet van hier. Zij komt uit Kentucky. Haar naam is mevrouw Ellison. Sta op, dame, en ontvang uw genezing. Geloof in de Here Jezus Christus en word genezen. Nu, de dame, ik heb haar nooit in mijn leven gezien. Als wij vreemden zijn, dame, steek uw hand omhoog. De dame die zojuist werd genezen, steek uw hand omhoog. Is Hij nog steeds God?
192 Nu, ik vraag sommigen van de anderen onder u om hetzelfde te doen. Ik zal mijn rug toekeren. Recht achter deze vrouw is een vrouw die ook lijdt. Zij heeft een nier-infectie, een tamelijk zwaar gebouwde vrouw. Mevrouw Brown, sta op en ontvang uw genezing. Ben ik een vreemde voor u? Wij zijn vreemden voor elkaar. Ik wist niets over u. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Maar u was aan het bidden. God zegene u. Ga en wees nu gezond. Is God nog steeds God? "Indien gij kunt geloven..."
193 Rugklachten en nierklachten, verder in de rij daar, mevrouw Day, wilt u uw genezing ontvangen? U kunt het ook ontvangen. Ik ken de vrouw niet, heb haar nooit in mijn leven gezien. Als dat juist is, dame, wuif met uw hand, wij kennen elkaar niet. Zie? Wat is het? Uw geloof om te geloven. "Indien gij kunt geloven zijn alle dingen mogelijk." Is dat juist?
194 Hoe staat het in deze sectie, ergens hierin? Heb geloof. Er staat een man voor mij, hij is geopereerd aan aambeien; het heeft niet geholpen. Meneer Day... neem me niet kwalijk, meneer Short, sta op en ontvang uw genezing. Met mijn Bijbel voor mij, ik heb de man nooit in mijn leven gezien, wij zijn totaal vreemden voor elkaar.
195 Met het gezwel in de neus, daar achteraan, mevrouw Bolen. Wat met u? Wilt u opstaan en uw genezing ontvangen? Ik ken haar niet; zag haar nooit in mijn leven. Gelooft u met uw hele hart?
196 De dame met de beenkwaal, staat op het punt om een operatie te ondergaan, daar, mevrouw Conner, sta op en ontvang uw genezing. Ingevallen blaas, die daar naast zit, op het punt om een operatie te ondergaan, mevrouw Dixon, sta op en ontvang uw genezing. Ik heb hen nooit in mijn leven gezien, en God is mijn Rechter.
Dit is de eindtijd, gemeente. God riep Abraham door rechtvaardiging, heiliging, de Geest, plaatsing van een zoon, en verscheen in menselijk vlees vóór de eindtijd. Gelooft u het? Hoe velen onder u die uw hand opstaken, een poosje geleden nu, dat u in gebed gedacht wil worden? U hebt nooit eerder zoiets dergelijks gezien. Nu bent u blij dat u Christus ontvangen hebt als uw Redder. Ga staan, u die gelooft dat u blij bent dat u... als u blij bent dat u Christus als uw Redder hebt ontvangen. Sta op, ieder van u nu. U bent niet beschaamd voor...
God zegene u. God zegene u. God zegene u. Dat is juist. Blijf... Dat is juist. God zegene u. Hoeveel willen er nu genezen worden en geloven dat Hij hier is om u te genezen?
Zie, ik heb die mensen nooit aangeraakt. Er zijn tien of twaalf mensen meer, wat het ook was, die door het gebouw gingen. Ik heb nooit één van hen aangeraakt, maar zij raakten Iets aan.
197 Deze microfoon is stom, tenzij iets er in spreekt. Ik ben ook stom, om zoiets te weten. Hoe zou ik het weten? God... zij raakten God aan. God sprak door mij heen en vertelde hun precies wat ze wilden. Is dat juist? Maakt dat Hem Dezelfde gisteren, vandaag, en in eeuwigheid? Dan vraag ik u, ieder van u die genezing in uw lichaam nodig heeft, om te gaan staan, in de Naam van Jezus Christus.
198 Gemeente, u ziet deze mensen die genezing willen. Hoeveel bij hen in de buurt zijn er gelovigen? Steek uw hand op. De Bijbel zegt: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Ga bij hen staan en leg uw handen op hen. Leg uw handen op hen. Nu, leg uw handen op elkaar terwijl u rondgaat door het gehoor dat in nood is.
Nu, hoe bidt u in uw gemeente? Op de manier waarop u bidt in uw gemeente, u... de manier waarop u bidt tot God in de binnenkamer, bid voor die persoon waarop u uw handen hebt, terwijl ik bid voor u allen.
Onze hemelse Vader, het is een lange samenkomst geweest, maar een die zonder twijfel altijd onthouden zal worden, dat wij in de eindtijd zijn en wij zien het. Wij zijn hier vanavond waar wij een volk zijn dat weet dat de tijd nabij is. Er is geen natie, niemand die dit kan tegenhouden... niemand kan het voorkomen dat het gebeurt. God zei het en Zijn Woorden zijn waar, zoals wij elke bevestiging hebben gezien van waarover Hij sprak.
En nu, Uw grote Geest is hier in het gebouw. Zonder enige schaduw van twijfel, dezelfde God Die de boodschap predikte, dezelfde Geest Die sprak, is Dezelfde Die bewees dat Hij Dezelfde is Die in menselijk vlees was, Die at en dronk als een man, en neerzat voor Abraham, vóór de eindtijd voor die generatie.
199 Zo is het nu, Here. De eindtijd is hier. En deze mensen weten dat Jezus, de Zoon van God, zei dat deze dingen opnieuw zouden verschijnen, zoals het was in Sodom vóór de eindtijd. Here God, wij hebben geen schaduw van twijfel dat het hier is. Zij bidden voor elkaar. Zij zijn gelovigen. Zij staan op om hun geloof te belijden. Zij leggen elkaar hun handen op om voor elkaar te bidden.
Ik veroordeel de duivel van ziekte, kwalen, aandoeningen, of zonde die hen van streek maakt, en van het ongeloof dat hen weerhoudt hun genezing te ontvangen.
200 Ik vraag God om de schaduwen van ongeloof weg te trekken en de Heilige Geest uit te gieten in deze kinderen van Abraham, van El Shaddai, de grote Krachtgever. En genees elk van hen, terwijl ik de duivel veroordeel, en zet hen vrij, in de Naam van Jezus Christus, de Zoon van God.