Heren, wij zouden Jezus willen zien
Door William Marrion Branham1 Vanavond in Bloomington... Ik heb er de afgelopen twee jaar naar uitgekeken om hierheen te komen. Ik voelde mij geleid om naar dit gedeelte van het land te komen; en ik begrijp dat veel evangelisten hier niet zijn geweest, sommige voortreffelijke evangelisten van de natie zijn nooit in deze streek geweest. En ik dacht dat het iets geweldigs zou zijn, want ik voelde het trekken van de Heilige Geest om te komen en met deze broeders deze acht avonden hier te bedienen in de Naam des Heren: te komen om ons deel bij te dragen aan de zegen, de zegen voor zielen. En dat is de reden dat wij hier zijn, om te proberen de gemeente van God toe te zien nemen in kracht en in leden, en voor de glorie van het Koninkrijk van God.
2 En dan gaan wij voor de zieken bidden; dat is een deel van het Evangelie zoals onze Here Jezus ons vertelde dat wij in de hele wereld behoren te gaan om het Evangelie te prediken en voor de zieken te bidden. En wij hebben deze avonden, tijdens onze campagnes waar wij voor de zieken bidden. Wij beweren nu niet dat wij een genezer zijn. Wij beweren slechts dat wij voor de zieken bidden, zoals ieder ander het doet.
Wij geloven dat alles wat God voor u kan doen reeds voor u werd gekocht op Golgotha. Toen Hij op Golgotha stierf, voleindigde Hij het plan van redding, verlossing voor ziel en lichaam. En nu trekken wij het onderpand van onze redding aan, wat de Heilige Geest is. En dan hebben wij ook het onderpand van onze opstanding; dat betekent dat wanneer ons lichaam ziek is, God onze Genezer is. Ik geloof dat het is gebaseerd op een voleindigd werk dat voor ons volbracht werd op Golgotha, ongeveer negentienhonderd jaren geleden, toen Jezus voor ons stierf om ons van deze dingen te redden.
Ik geloof niet dat er iemand is die zonden zou kunnen vergeven, tenzij het een zonde is tegen henzelf. Als u tegen mij gezondigd zou hebben, en u mij dan vraagt om u te vergeven, zou ik dat kunnen doen, en ik zou het doen. Maar ik geloof wat de zonden betreft die u tegenover God hebt begaan, dat God de Enige is die die zonden kan vergeven.
3 En ik geloof dat Goddelijke genezing gebaseerd is op geloof, net als redding, dat wij geloven dat Hij voor onze overtredingen verwond werd, door Zijn striemen werden wij genezen.
Merk op, de apostel Petrus plaatst het in de verleden tijd: "Wij werden genezen." Het is verleden tijd, net zoals redding verleden tijd is. Toen Jezus stierf op Golgotha, redde Hij de hele wereld. Iedere menselijk wezen dat ooit op aarde zou zijn, het zondevraagstuk werd voor eens en voor altijd opgelost toen Jezus stierf. Maar het zal nooit... u zult nooit een begunstigde van die polis zijn totdat u het aanvaardt. En er is niets wat u kunt doen om het te verdienen. Het is een onverdiend iets wat God voor u heeft gedaan. En u aanvaardt het gewoon door geloof; in de eenvoud van geloof heeft God het gemaakt, zodat wij allen het konden bereiken. Rijk of arm, ongeletterd of opgeleid, wij kunnen het allen aanvaarden, want het is in het bereik van ons allen, slechts door kinderlijke eenvoud om te geloven dat het voleindigde werk op Golgotha mij inbegrepen had.
4 En hetzelfde geldt voor Goddelijke genezing, want wij geloven dat Goddelijke genezing iets is dat Christus voor ons heeft gekocht op Golgotha. Het is een voleindigd product van God, en het enige wat wij doen, is het ontvangen door geloof, het geloven. Dat is de reden dat wij het "genezen door geloof" noemen, want dat is wat het is. Daarom kon het niet in een individu zijn, dat een persoon een bepaald iets zou hebben wat een ander persoon zou genezen.
Eerlijk gezegd is er niets dat u kan genezen buiten God. "Ik ben de Heer Die al uw krankheden geneest." De Schrift is onfeilbaar en kan niet gebroken worden. Dus daarom beweert de medische wetenschap niet te genezen. Geneesmiddelen... Wij zijn niet tegen geneesmiddelen. Geneesmiddelen zijn van de Heer. Maar geneesmiddelen kunnen niet genezen. Geneesmiddelen kunnen slechts de natuur helpen in Gods Goddelijke plan van genezing. Er was nooit een geneesmiddel dat ooit iemand genas. Er is geen enkele dokter die u dat zal vertellen. Want...
5 Ik werd enige tijd geleden geïnterviewd bij de Mayo Broeders over Reader's Digest[In Nederland 'Het Beste' – Vert] die dat artikel schreef van "Het wonder van Donny Morton". En tijdens het interview zeiden zij: "Wij beweren niet genezers te zijn, meneer Branham. Wij beweren alleen de natuur te helpen. Er is één Genezer; dat is God."
Bijvoorbeeld, als ik mijn arm had gebroken en naar de dokter was gegaan, en zou zeggen: "Grote genezer, genees mijn arm; ik moet doorgaan met mijn werk."
Wel, hij zou zeggen: "U hebt geestelijke genezing nodig."
Dat is juist, als ik zo'n opmerking zou maken. Nu, hij kan hem zetten; door zijn wetenschappelijke beroepskennis kan hij de arm spalken maar hij kan de arm niet genezen, want genezing is een vermenigvuldiging van cellen en dat kan alleen door leven en God gedaan worden. God is Leven.
En als ik mijn hand zou snijden, en ik zou dood neervallen. Ze zouden misschien medicijn in de snee in mijn hand kunnen doen; ze zouden mij penicilline injecties kunnen geven, en dat jarenlang, en dat zou nooit genezen. Als zij mijn lichaam konden balsemen om mij er vijftig jaar natuurlijk uit te laten zien, zou ik zeggen, dan zou het niet genezen, want er is geen genezingskwaliteit in medicijn. Medicijn doodt slechts de kiem en houdt het schoon terwijl God geneest. Zie?
Nu, medicijn werd gemaakt... Ik heb vaak gezegd dat een medicijn dat een snee in mijn hand zou genezen, er een in mijn jas zou genezen. En iemand zou zeggen: "Welnu, wacht even. Medicijn was niet bedoeld voor uw jas; het was voor uw lichaam."
Welnu, waarom geneest het dan niet, nadat het leven eruit gegaan is? Waarom geneest het dan niet, als het voor het lichaam is? Zie? Het zou evenveel genezing daar geven als hier. Als het voor het lichaam was, zou het het lichaam genezen.
Maar u zegt: "Welnu, er moet daar leven zijn." Dat is juist. Dus dan, leven is God, en God is de Genezer. Zie? Het komt er dus allemaal weer op neer dat God de Genezer is.
6 De Schriften spreken Zichzelf niet tegen. En er is geen Schriftplaats in de Bijbel die Zichzelf tegenspreekt. Die vraag werd mij jarenlang gesteld. Geen Schriftplaats, geen verklaring die zichzelf kan tegenspreken, tenzij het recht getrokken kan worden met de rest van het Woord van God om het juist samen te brengen. Waarvoor Jezus God dankte dat het verborgen was voor de ogen van de wijzen en verstandigen en dat het geopenbaard zou worden aan kinderkens die zouden willen leren. Zie? Nu, wij moeten hier nederig in zijn. Wij moeten onze ideeën erover wegwerpen; wij moeten Gods plan erover aanvaarden. Dat is de enige manier waarop u ooit in staat zult zijn om ergens met God te komen voor redding van ziel of lichaam. Het zal moeten komen door Gods voorziene plan.
Nu, als je een artesische bron aan deze kant van de berg hebt, die miljoenen liters water per uur spuit, en een gewas aan de andere kant dat verbrandt en smacht naar water, nu, u zou kunnen staan schreeuwen tot uw keelamandelen eruit komen, en zou... en schreeuwen: "O, geweldig water, kom hier en bewater mijn gewas." Het zal niet helpen. Nee, meneer. Het zal precies daar blijven. Maar als u overeenkomstig de wetten van de zwaartekracht werkt, en dit water om de berg heen kunt laten komen om uw gewas te bewateren, dan zal het lukken, als u overeenkomstig de wetten zult werken.
7 Nu, er is genoeg elektriciteit in deze zaal om de zaal te verlichten, als het correct werd... en zoals het buiten zou zijn in een groot veld zijn waar het donker is. En wij weten dat Franklin enzovoort hebben bewezen dat de wetenschap... dat er elektriciteit in de lucht is. Nu, neem een koperdraad, houd die omhoog en laat hem vallen, en u... Het statische, de elektriciteit, wordt zo opgeladen dat het bijna de hele aarde zou verlichten als het een kilometer hoog in de lucht zou zijn, en het zou de aarde in brand zetten.
Nu, u zou buiten in dat veld kunnen staan en zo luid schreeuwen als u maar zou willen: "Ik ben verloren. Ik ben verloren. Grote elektriciteit, kom nu en verlicht mijn weg zodat ik kan zien hoe ik uit deze duisternis kan komen." Het zal nooit gebeuren. Maar als u werkt overeenkomstig de wetten van de elektriciteit, wel, het zal de weg verlichten, zodat u eruit zou kunnen komen. Maar u moet werken overeenkomstig die wetten.
Nu, God heeft ook een wet. En er is genezing en redding in Gods bepaling voor u, als u volgens Zijn plannen en Zijn wetten daarvoor werkt. Dat is dus de manier waarop wij de samenkomst moeten plannen, dat is de manier; zeven keer rondom de wereld, ik ben naar al de verschillende rassen geweest, allerlei soorten mensen bij de tienduizenden. Ik heb grote dingen gezien die onze Heer heeft gedaan. Maar ik bemerk altijd dat daar mensen voor nodig zijn die zichzelf willen vernederen en die hun eigen gedachten erover opzij kunnen leggen, en die gewoon Gods gedachte erover kunnen nemen en overeenkomstig Zijn plan kunnen werken, wat geloof is in wat Hij heeft gezegd.
8 Nu, wij geloven dat God de Almachtige God is. Hier in een christelijk college, en op deze terreinen, en met christelijke mensen, ben ik er zeker van dat wij allen daarop een hartgevoeld "amen" zouden kunnen zeggen, dat God God is. Hij is dezelfde God. Als Hij dat niet is, was Hij nooit God. Als Hij... En dat God oneindig is. Hij is oneindig, alomtegenwoordig, alwetend, almachtig. Hij is God. Als die kwaliteiten niet in Hem zijn is Hij God niet. En Hij is de grote Eeuwige. Hij begon nooit; Hij zal nooit eindigen. En alleen iets wat een begin heeft, heeft een einde. Het zijn alleen die dingen die niet begonnen, die geen einde hebben, dat is eeuwig. Eeuwigheid heeft begin noch einde. En de enige manier waarop wij eeuwig leven kunnen hebben is een deel van Hem in ons te ontvangen, en dat maakt ons zonen en dochters met Gods leven in ons. Dan hebben wij eeuwig leven, want wij zijn zonen en dochters van God. Daarom, zijn wij eeuwig met God, wanneer wij eeuwig leven ontvangen. Er is slechts één manier om het te doen. Dat is geboren te zijn van deze Heilige Geest. De enige wijze waarop wij eeuwig leven kunnen hebben is door geboren te zijn van Zijn Geest.
9 Nu, als God dan oneindig is, en Hij heeft... Dan is Hij volmaakt. Hij kan... En als God ooit op het toneel geroepen wordt om over iets een beslissing te nemen, als... De wijze waarop Hij Zijn eerste beslissing neemt... Nu, vergeet dit niet, terwijl de diensten verdergaan: de wijze waarop Hij Zijn eerste beslissing neemt, Zijn volgende beslissing moet hetzelfde zijn, en elke beslissing die Hij ooit neemt hierna moet hetzelfde zijn. Als Hij het zou veranderen, dan deed Hij verkeerd toen Hij Zijn eerste beslissing nam.
Zie, wij zijn eindig. Wij... Ik kan iets zeggen, ik moet het terugnemen omdat ik een mens ben. De knapste onder ons moet het jaar na jaar terugnemen.
10 Driehonderd jaar geleden bewees een Franse wetenschapper het door een bal over de aardbol te laten rollen, en hij zei: "Als iemand ooit zou... in staat zou zijn de geweldige snelheid van vijftig kilometer per uur te bereiken, dan bewees de zwaartekracht dat hij van de aarde af zou gaan."
Nu, ik vertel u, de wetenschap zal niet terugkijken en zeggen wat zij toen zeiden, want zij bereiken nu ongeveer drieduizend kilometer per uur, en op de... zij blijven op de grond met ongeveer zeshonderd of achthonderd kilometer per uur. Zie? Zij zouden dus niet terugkijken naar wat zij vroeger zeiden. Maar toch was het een wetenschappelijk bewijs dat zij op een of andere wijze een bal hadden laten rollen en op die snelheid, zeiden zij, met vijftig kilometer per uur, zou het hem opheffen van de aarde. Nu, ik zou... Dat is belachelijk vandaag.
Wij ontdekken dus hierdoor, dat wij moeten... Die kerels waren eindig, dat was het beste wat zij toen wisten, ik zou die man daar niet voor willen veroordelen. Dat was het allerbeste wat hij toen wist. Maar, ziet u, zij moeten hun ideeën nu veranderen, want het was niet juist om mee te beginnen. Maar dat kan God niet zijn.
Als God iets zegt, is Hij oneindig. Dat is volmaakt. Als God ooit op het toneel geroepen werd om een mens te redden, die het uitriep voor zijn verloren ziel, en God redde hem op basis van bepaalde feiten, een verklaring van feiten, dan als diezelfde feiten aangetroffen worden bij de volgende persoon en door iedereen die God benadert, dan moet Hij hetzelfde systeem gebruiken. En Hij zal moeten... Als aan die kwalificaties word voldaan, zal God op dezelfde wijze moeten handelen. Zo niet, dan deed Hij het verkeerd toen Hij de eerste mens redde. En als een mens genezen wordt op basis van zijn geloof, de mens, een zieke die tot God geroepen werd, en de zieke toen hij tot God riep, en God hem genas vanwege zijn geloof, als iemand anders tot God roept en datzelfde geloof gebruikt, moet God op dezelfde wijze handelen. Zie? Ik probeer het u dus te laten zien.
11 Er is zoveel in de landen vandaag, dat onder de naam en de auspiciën van Goddelijke genezing is, dat nooit op het veld behoorde te zijn. Het is een soort sensatie, en... Je kunt door sensaties bedrogen worden. Maar het Woord is wat stand houdt, Gods eeuwige Woord. God is niet beter dan Zijn Woord, of niemand anders is beter dan zijn woord. Dus is het terug naar het Woord.
Nu, ik wil niet zeggen dat God geen dingen doet die Hij niet in Zijn Woord geschreven heeft. Hij zou alles kunnen doen wat Hij maar wil. Dat is God. Maar als ik gewoon zal... Er is hier genoeg geschreven voor mij. Als ik gewoon kan maken dat dit komt te geschieden, dat... de beloften die Hij heeft gegeven, dan weet ik dat het ondersteund kan worden door het Woord van God, dus is het God; dat is alles.
12 Nu, wij zullen dat in onze gedachten houden terwijl wij verder gaan. Bedenk, God is oneindig. Hij kan niet veranderen. Hij is Dezelfde gisteren, heden, en in eeuwigheid. Hij moet bij Zijn Woord blijven. Als God... Als dit niet het Woord van God is, dan heeft de Katholieke kerk volledig gelijk. Het is de kerk in plaats van het Woord. Maar als dit het Woord is... In het boek Openbaring, het tweeëntwintigste hoofdstuk, zei God: "Wie ook maar één woord hiervan af zal nemen, of er iets aan toe zal voegen, diens deel zal uit het boek des levens genomen worden." Dus dit is de Waarheid.
Nu, ik mag misschien geen geloof hebben om het allemaal te doen geschieden. Zoals Henoch die God zozeer geloofde, dat toen hij een middagwandeling met Hem maakte, en er gewoon zo moe van werd om op aarde te blijven, hij met Hem naar huis wandelde. Ik mag misschien dat soort geloof niet hebben. Maar ik zal nooit iemand anders in de weg staan, die dat soort geloof heeft. Ik zal God dankbaar zijn voor iemand die een middagwandeling kan maken, en die niet hoeft te sterven, maar direct met Hem naar omhoog kan gaan. Ik zou graag dat geloof willen hebben; hoop het te hebben aan het eind van de weg, of voor die tijd, als ik kan.
13 Dus wat wij hebben, wij zijn hier om samen te trekken, niet iets nieuws, maar hetzelfde Evangelie dat steeds tot u gepredikt is; ik ben gewoon hier om mijn net uit te werpen met deze broeders hier, en samen te trekken, als een groep mensen omwille van het Koninkrijk van God, om nieuw leven aan de gemeente te geven, om mijn bediening te plaatsen met de bediening van deze mannen. Wij zijn niet verdeeld. Wij zijn broeders. En wij zijn hier niet om iets toe te voegen of iets af te doen; wij zijn hier om groot te maken wat reeds gepredikt is en wat wij geloven, als kinderen van de levende God.
Jezus zei: "Het Koninkrijk is als een man die naar de zee ging en een net uitwierp. Toen hij het ophaalde had hij allerlei soorten." Dat is wat het Evangelienet vangt. Het vangt de... allerlei soorten: schildpadden, kikkers, slangen, hagedissen, en alles. Het Evangelienet zal dat doen. Het is niet mijn zaak om te zeggen wat wat is, en van niemand anders; het is God Die de beslissing neemt. Dat is God. Maar enkel dat ik...
Een man die op een hoek staat te vissen, die zijn net erin werpt en trekt; iemand anders komt langs en helpt hem. Dat is al wat ik hier voor Bloomington heb gedaan, te komen, want ik voelde mij door de Heilige Geest geleid om te komen, en mijn net met mijn broeders uit te werpen, en het hier over deze streek uit te werpen, en met hen voor het Koninkrijk van God te trekken, om al de zielen binnen te brengen die wij kunnen.
14 Nu, Goddelijke genezing is een geringere zaak. U kunt nooit een hoofdzaak maken van een geringere zaak; iedereen weet dat. Zie? U kunt dat niet doen. Maar toch, zoals dr. F. F. Bosworth zei, die een van mijn managers was in de buitenlandse velden met mij, die net onlangs naar Huis ging naar de heerlijkheid, vierentachtig jaar oud... Hij was... Hij zei: "Broeder Branham, Goddelijke genezing is als het aas dat je aan een haak doet om een vis te vangen. Je toont nooit de haak aan de vis; je toont hem het aas. Hij grijpt het aas en krijgt de haak." Dat is dus de wijze waarop het gaat. Het...
Goddelijke genezing en krachten van God om de zieken te genezen, trekken de aandacht van de mensen. En wanneer dat gebeurt kunt u het Evangelie uit laten gaan om hen in het net te vangen en de ziel te genezen, wat miljoenen keren meer is dan de genezing van het lichaam. Dat is juist. De Here zegene u is mijn gebed.
Nu, dit is het Goddelijke Woord. En ik geloof het plechtig van kaft tot kaft. En ik laat mijn ziel rusten op elke fase van deze gezegende oude Bijbel. Ik heb het nu gedurende eenendertig jaar gepredikt, over de hele wereld, en ik heb het nog nooit zien falen. En ik... Het zal niet falen. Zolang het God is, en wij het geloof hebben om te ondersteunen wat Hij zei, dan zal God uitvoeren wat Hij zei dat Hij zou doen.
15 Jezus zei dat het Woord van God als een zaad is dat een zaaier zaaide. En elk zaad dat in goede vruchtbare grond zal vallen, zal zijn soort voortbrengen. En als... ik kan slechts met de hulp van de Heilige Geest het Zaad in uw hart uitwerpen, in het hart van de ongelovige, in het hart van de lauwe, in het hart van de zieke; laat dat Zaad leven vatten. Als het in de juiste soort grond ligt en onder de juiste condities, zal het leven.
Onlangs zag ik waar zij naartoe gingen in Egypte; zij hadden zonnebloemzaad dat daar had gelegen gedurende bijna, ik ben vergeten hoeveel duizenden jaren het was. Een deel van het graan dat in de schuur was; Jozef deed het daarin lang geleden, zo'n vijfentwintighonderd jaar geleden of meer. Men plantte het in de grond en het bracht een tarweoogst voort, want het was kiemkrachtig. Die kiem ligt daar binnenin.
En in allen die het Zaad van God in hun hart zullen nemen onder de juiste condities, zal het gewoon precies voortbrengen wat het zei. Ik heb gezien hoe kwaadaardige kankergezwellen er door werden genezen. En ik weet dat het waar is.
16 Nu, ten eerste moet het in de juiste soort grond komen. Die grond is niet theologie; die grond is geloof. Wij leggen onze theologie gewoon een poosje ter zijde, want er zijn verschillen onder ons, en laten wij gewoon denken aan het geloof waarover wij gaan spreken.
Nu, hebt u ooit een voetpad geplant... gelegd in de wintertijd? Waar komt het grootste deel van het gras op? Aan de zijkant, aan de randen van het voetpad. Hoe komt dat? Er was graszaad gevallen onder dat voetpad; het werd bedekt met beton. Maar die z-o-n is de levengever van al het botanische leven. Het moet komen wanneer de zon in bepaalde toestanden is, in de lentetijd, de warmte van de zon zal dat leven voortbrengen. En u kunt het niet verbergen. Dat gras ligt misschien verborgen in het midden van het voetpad, maar laat de warme zon gewoon op de juiste wijze komen en het zal maken dat... U kunt dat leven niet verbergen; het zal er recht doorheen komen en zal zijn hoofd omhoog steken om God te prijzen. En... Want de zon, z-o-n, schijnt.
17 Op een dag zal de Z-o-o-n komen, de Zoon van God. Alle leven, ongeacht waar het zich bevindt, dat een wedergeboren leven is, dat ontkiemd is tot het Woord van God, zal voortkomen. Het maakt mij niet uit of het in de as begraven is, of in de zeebodem, het zal opstaan in de gelijkenis van de Schepper, en zal voor eeuwig leven. Dat is Gods Woord.
Laten wij onze hoofden nu buigen terwijl wij enkele ogenblikken tot de Auteur ervan spreken.
Allergenadigste en heilige God, Die Jezus terugbracht uit de dood. Wij danken U vanuit de diepte van ons hart voor deze grote daad en deze grote verzekerdheid dat Hij om onze overtredingen werd verwond en dat wij door Zijn striemen werden genezen. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. En dat wij weten dat wij gereinigd zijn door het wassen van het water door het Woord. Nu, wij hebben eeuwig leven door de genade van God, deze schat die wij vasthouden in deze aarden vaten, niet daarin geplaatst door de mens, maar door de kracht van de opstanding van God.
En wij horen wat de dichter schreef:
Levend had Hij mij lief; stervend redde Hij mij;
Begraven droeg Hij mijn zonden ver weg;
Opgestaan rechtvaardigde Hij vrijelijk voor eeuwig:
Op een dag komt Hij – o, heerlijke dag!
18 Wij wachten, en hunkeren met de natuur, Here, naar die grote dag die spoedig gaat komen. En wij bidden, Vader, dat U ons hart vanavond zult doorzoeken. En als er enige zonde mocht zijn, wat ongeloof is... Ongeacht hoe religieus wij zijn, als wij Gods Woord nog steeds niet geloven, zijn wij zondaars. Want wie niet gelooft is reeds veroordeeld. Want wij weten dat op die dag de geheimen van alle harten ontsloten zullen worden. Dat grote zoeklicht van God zal ons hart vanavond doorzoeken om te zien of er iets onreins in ons is, enig ongeloof in God of Zijn Woord. Reinig ons dan, Here, van dat alles, opdat wij hier in Illinois nogmaals een grote wind van opwekking mogen zien.
Here, wij bidden dat het precies hier in Bloomington zal starten, en door de staat zal gaan en door het land. Sta het hier onder deze mensen toe, die vanavond in al deze samenwerkende kerken vergaderd zijn, dat de kracht van God zodanig zal gemanifesteerd worden in hun midden, dat zij het beseffen en weer nieuwe moed vatten.
Sta dit college, Here, dat ons dit auditorium liet hebben, toe dat er een opwekking hier zal uitbreken, zoals in Wheaton en ginds in Asbury, en vele van de andere plaatsen. Er zal dag en nacht gebedssamenkomst zijn, Here, zodat mensen zullen komen van het oosten tot het westen. God, geef hun een ouderwetse John Wesley opwekking, een brandende ijver in het hart van deze jonge mannen die het college hier gaan verlaten, zodat zij uit zullen gaan als een andere Asbury. En sta het toe, Vader. Geef ons van Uw genade. Wij wijden ons leven aan U toe en de diensten aan U toe, en alles wat wij hebben zowel mentaal als fysiek. Spreek tot ons, Vader, bidden wij in Jezus' Naam. Amen.
19 In het Woord vanavond, waarvan ik geloof dat geen samenkomst... Dit is slechts een klein samenkomen vanavond, zodat wij elkaar een beetje kunnen leren kennen. Ik besef dat ik een onbekende ben voor velen onder u, maar ik zou niet willen dat u zich zo voelt; ik ben uw broeder. En ik ben hier met de bedoeling om u te helpen, en dat u mij ook helpt om Christus beter te leren kennen.
En hier in een bekende tekst voor degenen die de campagne gevolgd hebben, dacht ik dat ik gewoon een paar ogenblikken over dit onderwerp zou spreken, dat misschien een eenvoudige achtergrond zou geven van wat wij tot de mensen proberen te brengen. Johannes 12:20, en in Hebreeën 13:8, en wij zullen misschien ook naar het boek Handelingen verwijzen, naar het derde hoofd-... of, naar het derde vers, 1:3.
En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren , opdat zij op het feest zouden aanbidden;
Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.
En in Hebreeën 13:8 staat:
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid.
Jezus toonde Zichzelf in vele gewisse kentekenen... (vele onfeilbare tekenen die Hij aan de mensen toonde) dat Hij uit de doden was opgestaan.
20 Nu, wij zouden u deze vraag willen stellen vanavond. En ik wil dat u heel goed oplet, want de toekomstige samenkomsten zullen op iets soortgelijks gebaseerd worden. Heb ik uit het Woord van God gelezen of is dat gewoon een ander boek? Dan... Ik geloof het met mijn hele hart.
Nu, als het Gods Woord is, is er een vraag hier. En die werd gesteld door een Griek, of Grieken, liever gezegd. Zij kwamen naar het feest van het Pinksterfeest, en zij wilden Jezus zien. En zij gingen naar Filippus die uit Bethsaïda was in Galilea, en zeiden deze woorden: "Heren, wij wilden Jezus wel zien." En wij beseffen dat Filippus, de dienstknecht van Christus, het voor elkaar kreeg dat aan hun verzoek voldaan werd. Zij zagen Hem, omdat zij mensen waren met een hongerig hart, die verlangden om Jezus te zien.
En ik geloof niet dat er iemand is die ooit op enig moment van Jezus gehoord of gelezen heeft, die niet zou verlangen om Hem te zien. Ik ben er zeker van dat dat het verlangen van elk hart in het Christendom zou zijn, om de Here Jezus te zien. Dat is waarom wij werken en alles opzij zetten en proberen zo te leven dat wij Hem ooit op een dag zullen kunnen zien. Maar ik vraag mij af, als de Schriften duidelijk zeggen dat Hij Dezelfde is gisteren, heden, en in eeuwigheid, waarom kunnen wij Hem dan vandaag niet zien?
21 Nu, wij hebben evenveel recht om te vragen om Hem te zien als die Grieken die vroegen om Hem te zien. Zij zeiden: "Heren, wij wilden Jezus wel zien." En door een dienstknecht van Christus te vragen, was deze dienstknecht in staat om Jezus tevoorschijn te laten komen, zodat ze Hem konden zien. Zij vroegen niet om Zijn werken te zien, of om Zijn wijsheid te horen. Zij vroegen slechts om Jezus te zien. En dat voorrecht werd hun toegestaan door een dienstknecht van Christus.
Nu, wij hebben net enkele dagen geleden de opstanding gevierd. En voor velen die wij vandaag Christenen zouden noemen, is dat zo ver als het ooit zal gaan, om op Pasen te herkennen dat het een herdenkingsdag is van een historische gebeurtenis. Maar het is meer dan dat. Dat was alleen een dag waarop het begon. Nu gaat het steeds verder en verder en verder. Het eindigt nooit. Hij is voor immer levend.
En zoals Lukas zei, toen hij de Handelingen der apostelen schreef, of de handelingen van de Heilige Geest in de apostelen, vijfenzestig jaar na de gebeurtenis, toonde Hij door onfeilbare bewijzen, door tekenen, onfeilbare tekenen, dat Hij dezelfde Jezus was Die op aarde gewandeld had, toonde Hij door onfeilbare tekenen dat Hij leefde en dat Hij de levende opgestane Here Jezus was.
Nu, negentienhonderd jaren zijn sindsdien voorbijgegaan of meer. Maar dat betekende nog geen kleine stip in vergelijking met de eeuwigheid. Als wij hier tien miljoen jaren zouden zijn, zou het nog steeds niet zijn zoals het was, zoals het oude gezegde zegt: "Waar was de man toen hij van de brug af sprong?" Zie? Je zou er niet uit komen.
Iemand zei: "In het water!" Hij was nog niet gesprongen.
Zei: "Op de brug!" Wel, hij is nog steeds op de brug. Hij heeft nog niet gesprongen. Dus hij... Ziet u, u kunt niet... Er is geen begin of einde aan.
22 Nu, hetzelfde met Jezus. Als Hij opgestaan is uit de dood, de onfeilbare Christus, dan is Hij gewoon Dezelfde vandaag die Hij ooit was, of de Schrift wordt als fout bevonden.
Nu, dan vraag ik mij af vanavond hoeveel er in dit zichtbare gehoor hun hand zouden willen opsteken en zeggen: "Ik zou Jezus graag willen zien. Heren, wij wilden Jezus wel zien."
Welnu, laten wij zien of dit het Woord van God is; wij geloven het. Nu, als wij zouden verlangen om Jezus te zien, slechts ongeveer twee Grieken kwamen en wilden Hem zien en hun verlangen werd verhoord. Er zijn dus tenminste twee- of driehonderd hier vanavond en meer, die Jezus willen zien; dus als Hij bereid was om Zichzelf aan die onbesneden Grieken te tonen, want zij verlangden Hem te zien, hoeveel meer behoort Hij Zich aan Zijn kinderen te tonen die gered zijn en geboren uit de Geest van de levende God? Waarom zou Hij niet meer bereid zijn om Zich levend aan ons te tonen vanavond dan toen aan de veertig en de verschillende mensen die Hij ontmoette in die kringen? Het is een vraag. Maar het is een belofte.
En dan als Hebreeën 13:8 zegt: "Hij is Dezelfde gisteren, heden, en in eeuwigheid", dan moet Hij Dezelfde zijn in principe, Dezelfde in kracht, Dezelfde op elke wijze als gisteren, of Hij is niet Dezelfde.
Iemand zegt: "Hij is Dezelfde op een bepaalde manier."
Nee, Hij is Dezelfde, zegt de Schrift. Dat is dezelfde Jezus Die was, vandaag is, en voor eeuwig zal zijn.
Nu, als ik door heel dit gehoor van mensen zou gaan, en zou vragen: "De Baptisten, de Methodisten, de Pinkstermensen, de verschillende soorten, onderwijst u dat in uw kerk?"
"Ja. Zeker onderwijzen wij het."
Wel, dat is wat u behoort te doen. Dat is juist, want het is het onfeilbare Woord van God.
Maar hebt u ooit geprobeerd om aan God te vragen om het te manifesteren, om het echt voor u te maken, niet slechts als een historische Christus maar als een opgestane Christus?
23 Nu, veel mensen aanvaarden Christus als hun Redder omdat zij bang zijn voor de hel. Anderen zijn bang om zonder dat te sterven. Maar hebt u Hem aanvaard als uw Heer, Die in het binnenste deel van u kan staan en de deuren van uw geloof kan openen, en kunt u uzelf gewoon in Zijn handen laten zijn? Ik ben er zeker van dat als u dat doet, Hij elke belofte hierin zal onderstrepen met een amen; want het is Zijn eigen Geest Die de Bijbel schreef, en Die hier is om het "Amen" te laten zeggen, want Hij is de Auteur van deze Bijbel.
En dan, als u Hem gewoon wilt geloven en uw hart wilt openen, en wij Hem nu zullen vragen of Hij wil komen om Zich aan ons bekend te maken, zoals Hij deed...
Welnu, ik zou kunnen zeggen: "Kon... Kunt u Hem vinden in uw Baptisten geloofsbelijdenissen?"
"Ja."
"Methodisten geloofsbelijdenis?"
"Ja."
"Pinkstergeloofsbelijdenis?"
"Jawel."
Dat is juist. U zou het vinden. Het kan daarin geschreven zijn. Maar laten wij dit vragen: zoals er staat dat Hij vandaag Dezelfde is als gisteren, laten wij dan...
Als ik naar uw Baptisten geloofsbelijdenis, of Methodisten geloofsbelijdenis, of Pinkstergeloofsbelijdenis zou gaan om naar zoiets te vragen, zou u zeggen: "Wel, het is zus-en-zo."
En de ene zou zeggen: "Nee, het is op deze wijze."
En een ander zou zeggen: "Nee, onze geloofsbelijdenis zegt het zo. Het werd ons op deze wijze geleerd."
24 Er zouden verschillende ideeën over zijn. Maar de enige wijze om het op de juiste wijze te bepalen is terug te gaan en erachter te komen wat Hij gisteren was, en wat Hij gisteren deed, hoe Hij gisteren handelde. En kijk dan of Hij zal komen en datzelfde zal zijn vandaag.
Nu, iedereen gelooft en weet dat het fysieke lichaam van de Here Jezus aan de rechterhand van de almachtige God zit bij de troon van God, bemiddelend op onze belijdenis. Gelooft iedereen dat? En de Heilige Geest is hier, Die op Hem was, wat God was in Christus. Nu, dit is God in Zijn gemeente. God was eens in een Vuurkolom, de Logos die uitging van God, dat was de Engel van het verbond die met de kinderen van Israël meeging door de woestijn.
Toen werd Hij gemanifesteerd, dezelfde God in het vlees, wat Zijn Zoon was, toen Hij een maagd overschaduwde, een bloedcel schiep, en woonde in dat lichaam van vlees, de Zoon van God.
25 Nu, toen die Zoon van God Zijn leven en Zijn lichaam gaf als offer, en God Zijn lichaam weer deed opstaan op de derde dag, en het aan Zijn rechterhand in de hoogte plaatste, toen kwam de Heilige Geest terug; en op de Pinksterdag, zegt de Bijbel, waren er "tongen van vuur", als tongen, likkend vuur, dat "zat op een ieder van hen". Dat was God, dezelfde Heilige Geest Die in de woestijn was met de kinderen van Israël...
U zegt: "Dat was toch niet Jezus?"
Dat was Hem wel. Na Zijn dood, begrafenis, en opstanding, was Saulus op weg naar Damascus, en een groot Licht sloeg hem neer. Jezus op aarde, zei: "Ik kom van God, en ik ga naar God." En na Zijn dood, begrafenis, en opstanding, en Zijn hemelvaart, werd Saulus op de weg naar Damascus neergeslagen op de grond. En hij keek omhoog en daar was een Licht dat hem verblindde en dat riep: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?"
Hij zei: "Wie bent U, Here?"
Hij zei: "Ik ben Jezus", was teruggekeerd tot diezelfde Vuurkolom die de kinderen van Israël leidde in de woestijn.
26 In Johannes, het zesde hoofdstuk, waren ze met Hem aan het discussiëren over verschillende ideeën en dingen, en ze zeiden: "U zei, dat U even oud was als Abraham", en zeiden: "U zei dat U Abraham hebt gezien, en U bent een Man van nog geen vijftig jaar oud; nu weten wij dat u gek bent en een duivel hebt."
Hij zei: "Voor Abraham was, BEN IK." Voor er was, was Hij. Want Hij was de IK BEN, Die in het brandende braambos was. De Vuurkolom die de kinderen van Israël door de woestijn leidde was dezelfde God Die werd gemanifesteerd in Jezus Christus, stierf, in de hoogte opvoer, en de Heilige Geest terugzond. En in Johannes 14, Johannes 14:7 [Johannes 14:12] staat: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen. Grotere dan deze zal hij doen want Ik ga naar Mijn Vader."
In Johannes, het vijfde hoofdstuk, het negentiende vers van het vijfde hoofdstuk, zei Hij: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelf doen, dan wat Hij de Vader ziet doen; dat doet de Zoon desgelijks." Hij deed wat God Hem toonde.
Hij zei dus: "Ik zeg u, Ik kan niets doen." Hij beweerde niet een Goddelijke genezer te zijn. Hij zei dat Hij alleen deed wat Hij zag door een visioen, wat God Hem vertelde om te doen, en beloofde de gemeente dat zij hetzelfde zou doen.
"Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien (nu, let op, wereld, kosmos, wat 'wereldorde' betekent)... zal Mij niet meer zien (ongelovigen), zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien (gij, de gelovigen), want Ik ('Ik,' is een persoonlijk voornaamwoord) zal met u zijn, zelfs in u, tot de voleinding der wereld": Jezus Christus Dezelfde gisteren, heden, en in eeuwigheid.
Nu, als Hij Dezelfde is, dan behoort Zijn kracht, Zijn opgestane Leven levend te zijn in de gemeente, dezelfde bediening voort te brengen als die Hij hier op aarde had. Want Hij beloofde het. Nu, niet allen kunnen dat ontvangen. Wij beseffen dat. Mensen zijn geboren tot veroordeling. De Schrift zegt het. Maar die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeente zegt. Zie?
27 Nu, laten wij zien wat Hij deed. Dan zullen wij erachter komen wat Hij nu zal doen, erachter komen wat Hij was, erachter komen wat Hij nu is, en zien of wij in staat zijn om Jezus Christus in Zijn opstanding te ontdekken.
Nu, wij ontdekken dat toen Hij door de maagd ontvangen en geboren werd, en... en dat Hij toen op dertigjarige leeftijd door Johannes de Doper werd gedoopt in de Jordaan, en meteen daarna de woestijn in werd geleid om door de duivel verzocht te worden, veertig dagen daar was, eruit kwam en Zijn aardse bediening begon.
Laten wij nu teruggaan naar het eerste hoofdstuk van Johannes, nu we zijn begonnen in het boek van Johannes. En naarmate de week vordert, zullen wij dit voortdurend nemen en het van Genesis tot Openbaring op zo'n manier samenpakken dat er geen criticus bij zijn volle verstand of geen enkele manier is die het kan betwisten. Het is God. God is in Zijn Woord. Gelooft u dat?
"In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God." "En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond." Johannes 1.
En in Hebreeën het vierde hoofdstuk staat: "Het Woord van God is scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van het been en is een oordeler van de overleggingen van het hart", het Woord, wanneer het vlees in ons wordt.
28 Nu, we zien dat Jezus, onmiddellijk nadat Hij Zijn aardse bediening was begonnen, de zieken begon te genezen. Nu, luister aandachtig. Die mensen keken uit naar een Messias, de Joden.
Er zijn slechts drie klassen, of drie mensenrassen op aarde; dat zijn de mensen van Cham, Sem en Jafeth, de drie zonen van Noach, als wij het Woord van God geloven, daar zij daar allen van afstamden, want de antediluviaanse vernietiging had allen daarbuiten vernietigd; de hele wereld werd vernietigd.
En uit die drie jongens kwamen al de rassen van de aarde voort. En als u het opmerkt, dat was Jood, heiden en Samaritaan. Aan Petrus werden in Mattheüs het vijftiende hoofdstuk de sleutels tot het Koninkrijk gegeven. Op de Pinksterdag opende hij het voor de Joden. Filippus ging uit en predikte tot de Samaritanen en doopte hen, maar de Heilige Geest was nog niet op hen gekomen, en hij ging erheen en legde hen de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest.
In Handelingen 10:49 vers staat dat Cornelius, die een heiden was, een visioen had gezien in zijn huis. En Petrus ontving een visioen op het dak van het huis om daarheen te gaan. En "Toen hij deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op de heidenen." Van toen af aan was het open voor de hele wereld; Joden, heidenen en Samaritanen.
29 Petrus had de sleutels, dat was die opmerkelijke prediking die hij predikte, en elke kerk, het maakt mij niet uit of het Katholiek, Protestant, of wat dan ook is, als u een Christen gaat worden, moet u teruggaan, en de eerste gemeente die God ooit verordineerde was op de dag van Pinksteren. Het was een gemeente met een Pinkstergeloof en met een Pinksterervaring.
Nu, neem het concilie van Nicea, of de vroege kerkvaderen, of welke geschiedenis u maar wilt, het zal u er regelrecht naar terug verwijzen dat de eerste gemeente een Pinkstergemeente was, vervuld met de Heilige Geest, en vergezeld van tekenen, wonderen, en mirakelen. En als God een oneindige God is en Zijn gemeente zo op orde heeft gezet op de dag van Pinksteren, dan zal het elke keer dat Hij de gemeente op orde zet hetzelfde zijn. Het moet zo zijn, want Hij is oneindig en kan niet veranderen. Onze leerstellingen en theologie hebben ons zodanig naar één kant weggevoerd dat wij uiteindelijk in een woestijn rondzwerven. Gods Bijbel blijft hetzelfde, en Gods Geest blijft Dezelfde. Dit zijn de laatste dagen, het is terug tot waar de profeet zei dat het licht zal zijn in de avondtijd.
30 Nu, als zij uitkeken naar een Messias, hoeveel weten er dat de Joden tekenen zoeken, de Grieken wijsheid? Paulus zei: "Wij prediken Christus gekruisigd."
Nu, opdat de Joden een Messias konden ontvangen, moest Hij een Messiaans teken hebben, want Deuteronomium, het achttiende hoofdstuk, vanaf het vijftiende vers tot en met het tweeëntwintigste, bewijst wat de Messias zou zijn. En als wat Hij hun toonde als teken dat Hij de Messias was... zal dat het door alle generaties blijven die er nog zullen komen zolang er iemand is om het te ontvangen.
Mozes zei in Deuteronomium het achttiende hoofdstuk, te beginnen bij het vijftiende vers: "De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, als mij."
31 En de Messias moest een Profeet zijn, een God-Profeet, en Hij zou het teken van de profeet doen. Ook in vele andere plaatsen in de Schrift waar wij naar zouden kunnen verwijzen, zei God: "Zo er iemand onder u geestelijk is of een profeet, Ik, de Heere, zal Mij aan hem bekend maken. En let op wat deze profeet zegt. Indien het komt te geschieden, hoor hem dan. Maar indien het niet komt te geschieden, hoor hem dan niet." Nu, dat was Israëls teken van deze grote Messias die moest komen. Hij moest een God-Profeet zijn, tekenen tonen van de profeet, want de profeet is degene tot wie het Woord des Heren komt. Dus bij Zijn komst moest de hele dispensatie en alles veranderen, en Hij moest het teken van een profeet hebben om te bewijzen dat Hij de Profeet was. Hij moest het hebben, want alles veranderde. En dat is waarom zij het behoorden te weten.
Nu, wij weten als Christenen, dat Jezus precies op de wijze kwam waarop werd geprofeteerd dat Hij zou komen; maar de kerken in die dag hadden het op een of andere manier helemaal door elkaar gehaald. Ze dachten dat God waarschijnlijk de gangen van de hemel neer zou laten, en dat Hij neer zou komen op vleugels van vuur of zoiets.
32 En Johannes de Doper, de Elia die zou komen, dat hij een geweldige kerel zou zijn, omdat de bergen als rammen zouden springen, en de bladeren in hun handen zouden klappen, en de hoge plaatsen omlaag gebracht zouden worden en de lage plaatsen omhoog. Wel, zij hadden iets groots en buitengewoons verwacht dat de natie zou schudden.
Maar toen hij kwam, wat was hij? Hij was een man met een stuk schaapsvel om zich heen gedrapeerd, met baard over zijn hele gezicht, die leefde van sprinkhanen en wilde honing, en die tevoorschijn kwam en predikte op de modderige oevers van de Jordaan, en de kerken schudde tot bekering. Toen hij velen naar zijn doop zag komen, zei hij: "Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vluchten van de toorn? Meent niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot onze vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken."
"En ook is reeds de bijl aan de wortel der bomen gelegd; elke boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen." U ziet dus dat het helemaal anders was. Zij konden hem niet ontvangen.
Toen Jezus kwam, kwam Hij met een onwettige naam, als een Kind geboren buiten het heilig huwelijk. Hij ging nooit naar een seminarie, of iets anders waarvan wij een verslag hebben in de Bijbel, of geschiedenis, dat Hij ooit één dag op school bijwoonde. Maar Hij verbaasde de priesters, omdat Hij door God was gezonden; Hij had de wijsheid en kracht van God om alles te ondersteunen wat Hij zei. En Hij verbaasde hen door Zijn leer. Want Hij onderwees niet als een schriftgeleerde, Hij onderwees als Een Die het Woord des Heren had.
Wij zien dat Zijn leer volledig verschilde van wat de kerken van Zijn dag hadden. Wellicht zou het vandaag ook heel wat verschillen als Hij hier was.
33 Nu, wij gaan kijken, het eerste wat wij zullen nemen in Johannes 1, wij ontdekken dat er een man was die Simon heette. En hij had een broer genaamd Andreas. Zij waren vissers. Nu, luister aandachtig. Mis dit niet. Dus Andreas sprak misschien met Simon, nadat hij naar de samenkomst was gegaan en de Heilige Geest als een duif had zien neerdalen op de Here Jezus, dit grote Licht dat neerdaalde uit de hemel, alsof het vleugels had, en dat op Hem rustte, en een stem die zei: "Deze is Mijn geliefde Zoon in Wie het Mij behaagt te wonen."
En dan vinden wij dat hij het aan zijn broer verteld moet hebben, dus Simon kwam daar naartoe om Jezus te zien. Een goed onderwezen Farizeeër, die wist dat zijn vader een groot aanbidder van God was geweest en hem geleerd had hoe de Messias zou zijn wanneer Hij zou komen. Hij zei: "Er zal verwarring zijn in die tijd. Ongetwijfeld zullen er van tevoren of in die tijd allerlei valse dingen opkomen, maar Simon, vergeet niet, deze Messias zal Gods Profeet zijn, en Hij zal het teken van een profeet tonen, want Mozes zei: 'De Here onze God zal een Profeet doen opstaan.' Dus, onthoud, Hij zal een Profeet zijn, Simon." Nu, wij kijken naar Hem gisteren.
En Simon loopt ernaartoe met een oprecht hart voor God, liep de rij in waar Jezus stond, en zodra Jezus hem zag en Zijn ogen op hem richtte, zei Hij: "Uw naam is Simon; u bent de zoon van Jonas."
O, ik veronderstel dat dat al de stijfheid wegnam uit Simon. "Uw naam is Simon, en u bent de zoon van Jonas."
Simon wankelde misschien en keek naar Hem. Niet alleen kende Hij hem, maar Hij kende die godvruchtige oude vader van hem. Dan moest het in Simons gedachten zijn gekomen: "Dat is Hem." En toen hij neerviel bij de voeten van de Here Jezus, zei Jezus: "Van nu af aan zult gij 'Petrus' genoemd worden", wat 'kleine steen' betekent. En Hij gaf hem de sleutels van het Koninkrijk.
34 Er stond daar één die Nathanaël heette. Hij zag dit gebeuren, en hij wist zonder twijfel... of ik bedoel Filippus, degene over wie wij het hebben vanavond. Hij zag dat gebeuren en hij rende om de berg heen. Als iemand ooit in Palestina is geweest, om te kijken waar zij het hebben gemarkeerd... Het is ongeveer vierentwintig kilometer van waar Jezus predikte tot waar hij zijn vriend Nathanaël vond. Liep ernaartoe en klopte op de deur, vroeg ongetwijfeld waar Nathanaël was, een groot bijbelgeleerde. En zijn vrouw moet gezegd hebben: "Hij is achter in de... onder de vijgenbomen daar, kijkt ergens in zijn bosje."
Om de berg heen ging hij, tot hij bij de kleine vijgenboom kwam, en daar was Nathanaël op zijn knieën aan het bidden. Luister. En toen hij zag dat hij bad, wachtte hij als een christen-heer tot hij klaar was, voordat hij zich bewoog. En hij wachtte tot de man klaar was met bidden. En toen hij opstond en zijn kleed afveegde, zei hij heel snel: "Kom en zie Wie wij hebben gevonden. Jezus van Nazareth, de Zoon van Jozef."
Nu, u weet dat deze man een orthodoxe gelovige was. En hij zei... Nu, ik kan mij voorstellen dat hij dit zei: "Filippus, ik weet dat jij een goede man bent. Je bent zeker helemaal over je toeren. Wil je mij zeggen dat Jezus van Nazareth, de Zoon van Jozef... Zou er iets goeds uit Nazareth kunnen komen?"
Weet u, ik denk dat hij hem het beste antwoord gaf dat wie dan ook kon geven. "Kom en zie."
Zei niet: "Blijf thuis en bekritiseer het." Of: "Sta op en maak dat je weg komt."
Hij zei: "Kom en zie voor jezelf."
35 Om de berg heen gingen zij. Ik kan mij voorstellen dat Filippus tegen hem zei: "O, ken jij die oude man van wie wij die keer vis kochten, genaamd Simon?"
"Ja."
"Wel, hij kwam onlangs voor de Messias, en de Messias vertelde hem: 'Uw naam is Simon.' Je weet het nog, hij had zelfs geen opleiding om zijn eigen naam te schrijven."
De Bijbel zegt dat Petrus, degene die de sleutels van het Koninkrijk had, ongeletterd en onopgeleid was. Hij kon zelfs zijn eigen naam niet schrijven, zo ongeletterd was hij. Maar het behaagde God vanwege zijn geloof, hem de sleutels tot het Koninkrijk te geven, want hij had de openbaring van Jezus Christus: ongeletterde, onopgeleide man.
36 En hij zei: "Hij vertelde hem wie hij was en wie zijn vader was. Nu, Nathanaël, je weet dat de Messias een door God gezonden Profeet moet zijn. God moet in de Messias zijn, omdat Hij een Koning van de profeten moet zijn. Maar Hij moet ons het Messiaanse teken geven overeenkomstig de Schriften. En als deze Man dit zou doen, zou je dan niet geloven dat Hij een Profeet was?"
Ik kan mij voorstellen dat Nathanaël zei: "Nu, wacht even, Filippus. Wij hebben gedurende honderden en honderden jaren geen profeet gehad. En hoe kan deze Galileeër, hoe kan deze Man uit Nazareth... Wij hebben geen verslag over Hem in scholen of enige plaats waar Hij is geweest. Hoe zou Hij ooit zoiets als dat kunnen doen?"
"Kom gewoon, zoek het uit. Kom, zoek het uit voor jezelf. Zie of het gebeurt of niet."
"Ik hoorde van die wilde man daar, Johannes."
"Wel, hij was slechts een voorloper; dat was de Jesaja die er was voor de... de profeet die zou komen als Zijn voorloper. Maar hij is... hij is er nu, dat is de Elia die moest komen. Nu, dit is de Messias, want Hij toont het teken van de Messias."
37 En als dat het teken was van de Messias gisteren, is het hetzelfde vandaag, of Hij deed het verkeerde teken. En dan was Israël juist en gerechtvaardigd geweest door Hem te doden, Hem als Messias te verwerpen, want dan zou Hij een nabootser zijn geweest. Maar zij doodden Hem omdat Hij bewees dat Hij de Messias was. Er was geen... er was geen enkele rots die nog omvergeworpen moest worden, waar wij later in de week over zullen spreken. U zult het zien. Hij is de Messias.
Nu, ik stel me voor dat hij zei: "Weet je, Filippus, ik wil je geloven, maar ik kan het gewoon niet. Ik kan gewoon niet geloven dat er zoiets is gebeurd. Het is te goed om te geloven."
Wel, weet u, misschien zei Filippus iets als dit: "Nathanaël, het zou mij niet verbazen als Hij mij vertelt... jou vertelt wie je bent wanneer je daar komt."
"O, dat gebeurt nooit zo. Nee, ik geloof het niet. Ik zal het eerst moeten zien."
Dus, ze kwamen uiteindelijk bij de samenkomst waar Jezus was, en misschien kwam hij wel in de gebedsrij. Ik weet het niet. Misschien zat hij ergens in het gehoor, of waar dan ook, op welke wijze zij het ook deden, zaten ze op de grond of stonden ze. Maar zodra de ogen van Jezus op hem vielen, luister, zei Hij: "Zie een Israëliet in wie geen bedrog is." Dat was Jezus gisteren. Is dat juist? "Zie een Israëliet in wie geen bedrog is."
38 En dat verbaasde die man zo, dat hij zei: "Rabbi, wanneer hebt U mij ooit gekend?" Met andere woorden: "Dit is de allereerste keer dat wij elkaar ontmoeten. Hoe wist U dat ik een eerlijk man was, een rechtvaardig man, een Israëliet?" Niet door hoe hij gekleed was, alle oosterse mensen kleedden zich hetzelfde, baard, tulband, lang kleed enzovoort, donkere huid. "Hoe hebt U mij gekend?"
Luister naar Zijn woorden. "Eer Filippus u riep, toen u onder de boom was, zag Ik u." O my. Dat was Jezus gisteren. Dat is hoe Hij Zich manifesteerde.
Wat zei hij? "Rabbi, Gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de Koning van Israël."
Jezus keek hem aan en zei: "Omdat Ik u dit vertelde, gelooft u; u zult grotere zien dan... " Hij is een gelovige, verordineerd tot eeuwig leven, om de werken van God te zien.
39 O, er waren enigen die daar stonden, die dat niet geloofden. De rabbi's van die dag, zij stonden daar; zij wisten dat zij zich moesten verantwoorden voor hun samenkomst. Er was geen weg omheen. De mensen stonden daar en zij zagen het gebeuren. En zij wisten dat de Schriften leerden dat dat was wat de Messias zou zijn. Dus, zij moesten de mensen antwoord geven.
Wat zeiden zij? Zij zeiden het nooit hardop maar in hun hart zeiden zij: "Deze man is Beëlzebul, een waarzegger, of een boze geest. (Zie?) Hij is de prins van de duivel, een waarzegger, en dat is hoe hij deze dingen doet, door zijn waarzeggerij."
Wat zei Jezus? Hij zei: "Ik zal u dat vergeven, maar op een dag zal de Heilige Geest komen, en één woord dáártegen te spreken zal nooit vergeven worden in deze wereld, noch in de wereld die komt." Zie waar wij onszelf plaatsen.
Noemen... Wat is de Heilige Geest lasteren? Noemen de Geest van God, Die precies deed wat de Bijbel voorspelde dat Hij zou doen, een demonische macht. Daar is nooit vergeving voor, noch in deze wereld, noch in de wereld die komt. En Jezus kan niet liegen, want Hij was God. En God kan onmogelijk liegen. God was in Hem.
Hij zei: "Ik ben het niet; het is Mijn Vader Die in Mij woont." De Zoon was een Man; God was de Geest Die in Hem was, en het was de Geest Die uit Hem sprak.
Nu, ziet u wat Hij met die Joden deed? Toen Hij hen ontmoette, herkenden degenen het die tot leven verordineerd waren. Mis het niet, gemeente. Degenen die tot leven verordineerd waren, herkenden en geloofden het. Maar degenen die het niet geloofden werden weggestuurd tot verderf. Zei Jezus niet tot die heilige geheiligde mannen, die de Schriften kenden van A tot Z, of dat beweerden... Hij zei: "U bent uit uw vader de duivel." Dat is precies juist.
40 Plaats dus de zonde niet op roken, drinken, gokken; dat is geen zonde; dat zijn de attributen van ongeloof. Zonde is ongeloof. U mag misschien nooit een sigaret aangeraakt hebben, gedronken, of iets kwaads gedaan hebben in uw leven; als u Gods Woord niet gelooft, bent u nog steeds een zondaar. Zonde is ongeloof. Er zijn slechts twee geesten; de ene gelooft en de andere gelooft niet. De zaak is dat wij al onze gedachten hebben gebaseerd op een bepaald soort heilige handeling, iets wat wij willen doen, en iets wat wij hebben gedaan. "Ik gaf Jones wat kool, toen zij waren... Ik heb recht op een hemel." U hebt geen recht op de hemel, tot u God gelooft, het accepteert op basis van geloof in het gestorte bloed van Jezus Christus de Zoon van God. U hebt geen rechten, want op geen andere manier, ongeacht...
U mag een loyaal lid zijn, een Pinksterman door en door, Methodist, Baptist, of Katholiek tot in de kern; maakt geen verschil tot welke kerk u behoort. Als u ernstig geloofd hebt in Jezus Christus, en Hem aanvaard hebt als uw persoonlijke Redder, als uw geloof in Hem; het maakt mij niet uit naar welke kerk u gaat, u bent gered door geloof. En zonder dat, is er... Er is geen heilige kerk; er is geen heilig volk. Het is de Heilige Geest in de mensen, wat het heilig maakt. Een heilig God Die onder mensen leeft, is wat de heiligheid maakt. Niet iets wat ik doe, iets wat u doet, of iets wat wij gedaan zouden hebben, maar het is wat God voor ons gedaan heeft, door Jezus Christus. Dat is de Bijbel.
41 Kijk naar de Joden. Zij geloofden het plechtig, sommigen die verordineerd waren tot leven; anderen, onwankelbaar orthodox in hun geloof, breed ondersteund, zouden zelfs geen brief opstellen. Zij waren... moesten komen door de lijn van het priesterschap, terug, terug, terug, terug, van grootvader tot grootvader tot grootvader, om een Leviet te zijn, een leraar te zijn. Maar zij waren onderwezen in een traditie, in plaats van in het echte Woord.
Jezus zei: "Uw... De vader... Uw vader is de duivel."
Maar het waren die arme kleine vissers, nederig, die het ontvingen en geloofden, die onderwezen waren en wisten wat de Messias zou zijn, zij herkenden het zodra zij het zagen en geloofden het. Zij zeiden: "Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God, waarlijk, Rabbi, weten wij dat Gij een Leraar zijt die van God komt."
42 Nicodemus drukte het goed uit. De kerk wilde het hem niet laten ontvangen. Maar toch was hij... "Wij weten dat U een Leraar bent die van God komt, want geen mens zou de dingen kunnen doen die U doet, tenzij God met Hem is. Wij weten dat het onfeilbaar is. U bent de Messias; U toonde ons Uw teken dat U de Messias bent. Wij weten dat Mozes sprak dat U zou komen. Wij weten dat de Schriften zeggen dat U zou komen. Wij weten dat U de God-Profeet zou zijn. En hier bewijst U het ons, door zelfs de gedachten die in onze harten zijn te kennen. Wij weten dat U een Leraar bent die van God komt."
Nu, Hij komt slechts tot degenen die naar Hem uitkijken. Wij heidenen, de Angelsaksen in die dagen waren heidenen, Romeinen, enzovoort. Wij hadden een knots op onze rug en aanbaden afgoden. Maar er was een andere klasse mensen, namelijk de Samaritanen, die half Joods en heidens waren. Zij keken toen uit naar een Messias. (Nu, snel nu, wij hebben nog maar ongeveer vijf minuten.) Zij keken uit naar een Messias.
43 En Jezus was op weg naar Jericho, maar Hij moest langs Samaria gaan. Vraag mij af waarom. Nu, luister aandachtig. En toen Hij bij een bepaalde grote stad kwam, stuurde Hij Zijn discipelen erheen om wat levensmiddelen te gaan halen, en Hijzelf ging zitten bij een bron. Als u ooit daar bent geweest, het is panoramisch; de bron is er nog steeds, lijkt wat op deze hier, niet zo hoog, omringd door wijnstokken, de publieke bron waar de mensen komen om hun water te halen. De dames komen daar en vullen nog steeds deze grote kruiken met water, zetten die op hun hoofd, en wandelen zo gracieus als het maar kan, en praten, zoals dames dat kunnen, weet u, met elkaar, en lopen gewoon door en laten geen druppel vallen. [Leeg gedeelte op band – Vert] En zij komen daar om hun water te halen.
44 Jezus ging zitten, want Hij was moe, zoals Hij zei. En de discipelen gingen de stad in om voedsel te kopen. En terwijl ze weg waren, kwam er een lieflijk uitziende jonge vrouw naar buiten, een vrouw met een slechte naam. Zij had de huwelijksgeloften geschonden. Zij was vijf keer gehuwd geweest en leefde met haar zesde man.
Laten we zeggen dat zij naar buiten kwam; de echte waarheid ervan is dat zij in die dagen niet vroeg in de morgen kon komen met de vrouwen, want zij gingen niet met elkaar om, goed en verkeerd. Vandaag is het allemaal vermengd, je kunt niet zien wie wie is: ze kleden zich hetzelfde, zien er hetzelfde uit, spreken hetzelfde, gewoon hetzelfde. Ze roken allemaal sigaretten, gaan uit en gedragen zich slecht, knippen hun haar en gebruiken make-up, en je kunt niet... gewoon één pot nat. Dat is alles. Hier komen zij.
45 En dus kwam zij daar naar de bron nadat al de andere vrouwen waren weggegaan, en zij begon met het neerlaten van de... het is een lier, en ze hebben haken, de grote... Het is niet echt een emmer; het is als een pot of een kruik, met een lange hals eraan, heeft twee haken. En zij plaatsen de lier onder deze soort armen en laten die neer in de bron, en laten het water erin, en winden het weer omhoog.
Dus, toen zij de pot neer begon te laten in de bron, hoorde zij een Man zeggen: "Vrouw, breng Mij wat te drinken."
En zij keek om en zag daar een Jood zitten. O, Hij was slechts ongeveer drieëndertig jaar oud, maar Hij moet er als rond de vijftig uitgezien hebben, want zij hadden Hem pas verteld dat Hij er toch als vijftig uitzag. Ze zeiden: "U bent een man van niet meer dan vijftig jaar oud en u zegt dat u Abraham zag." Zie? Dus Zijn werk moet Hem behoorlijk afgemat hebben.
Dus, daar zat Hij tegen de bron en zei: "Vrouw, breng Mij wat te drinken."
46 En zij keek rond, en zij liet Hem weten dat er afscheiding was in dat land. Ze zei: "Wij... U bent een Jood, en ik ben een vrouw van Samaria; het is hier niet de gewoonte dat U mij zoiets zou vragen."
Let op hoe de vraag terugkomt. "Maar als u wist...", o God, "als u wist tot Wie u spreekt, zou u Mij om drinken vragen. [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... wateren des levens, die opborrelen."
Dus, de vraag rees op over het aanbidden op de berg of te Jeruzalem. Wat was Jezus aan het doen?
Nu, Hij moest door Samaria gaan, en Hij zei dat Hij niets deed tenzij de Vader het Hem toonde. Dus moest Hij daar doorheen gaan; de Vader had Hem daarheen gezonden. En ongetwijfeld... Hij zei in Johannes 5:19 : "Ik doe niets tenzij Ik het de Vader zie doen; de Vader toont Mij eerst in een visioen wat Ik moet doen." Hoeveel hebben dit Schriftgedeelte ooit gelezen? Johannes 5:19. Ja. "Ik doe niets tenzij Ik het de Vader eerst zie doen, dan doe Ik precies wat Hij Mij toont om te doen."
47 Toen zag Hij dit gebeuren, en Hij moet de vrouw hebben zien komen, maar Hij moest haar ondervragen. Hij probeerde haar geest te vinden. Zie? Dus zei Hij... Dat is de reden dat Hij zei: "Breng Mij te drinken." Hij wist door het visioen hoe het eruitzag, de vrouw. Dus hij wist dus dat zij er zo uit moest zien. En wellicht, misschien hingen haar krullen helemaal over haar gezicht en was zij niet erg toonbaar, maar toch kwam zij om het water te halen, en Hij begon met haar te spreken. En Hij zei... .
Zij zei: "Wij behoren te aanbidden op deze berg, en onze vaders aanbaden hier, en onze vader Jakob (zie?) groef de put, en..." Zij wisten ook dat God God was; zij keken uit naar het komen van een Messias; en zij zeiden: "En U zegt dat te Jeruzalem..."
48 Hij zei: "Het uur is gekomen en is nu, dat u nooit zult aanbidden... niet zult aanbidden in Jeruzalem of op deze berg. Maar God is een Geest, en die Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in Geest en in Waarheid." De vraag ging voort, duurde voort, sprekend tot haar tot Hij haar geest vatte.
Nu, ik zei dat ik alle dingen zou moeten bewijzen door het Woord van God. Nu, precies daar zou ik dat niet kunnen bewijzen door het Woord, maar door... Als u zou willen... Het moest zo zijn, want Hij sprak tot haar. U weet dat Hij tot haar sprak. En Hij vatte haar geest. En Hij ontdekte waar haar moeite lag. Hoeveel weten wat haar probleem was? Zeker, zij leefde... had zes mannen gehad.
En Hij zei: "Vrouw, ga uw man halen en kom hier." Nu, kijk, Hij gaat... Dit is de Messias, gelooft u dat Hij de Messias was? "Ga uw man halen en kom hier."
Zij ging; zij zei: "Ik heb geen man." O, wat een regelrechte ontkenning van wat Hij had gezegd.
Hij zei: "U sprak de waarheid. U hebt vijf mannen gehad, en degene waarmee u nu leeft is uw man niet, u vertelde dus de waarheid."
Kijk naar die vrouw. Kijk hoeveel meer zij over God wist dan die priesters. Denk daaraan, broeders.
Die priesters zeiden: "Hij is Beëlzebul, een waarzegger."
49 Wat zei die vrouw? Zij zei: "Here, ik bemerk dat Gij een profeet zijt. Wij weten, wij Samaritanen weten dat wanneer de Messias komt, dat Zijn teken zal zijn. Hij zal ons deze dingen vertellen wanneer de Messias komt. Wij weten dat de Messias, Die de Christus wordt genoemd, de Gezalfde, wanneer Hij komt, ons deze dingen zal vertellen. Maar Wie bent U?"
Hij zei: "Ik ben het, Die met u spreek." O my.
Zij liet haar waterpot vallen; zij rende de stad in en zei: "Kom, zie een Man Die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb; is Deze niet de Messias?"
En de Bijbel zegt: "De mannen van die stad geloofden in Hem om het woord van de vrouw." Is dat juist, Bijbelleraars? Door wat de vrouw had gezegd geloofden zij Hem. Dat was Jezus gisteren. Dat is hoe Hij Zichzelf bekend maakte, zowel aan Joden als aan Samaritanen; maar niet aan de heidenen, geen enkele keer werd dat gedaan voor een heiden. Maar Hij profeteerde en zei dat dat in de avondtijd zou komen.
50 U zegt: "Waar staat dat, broeder Branham?" Goed, ik zal het u geven in één Schriftgedeelte nu bij het sluiten. Jezus zei: "Gelijk het was in de dagen van Sodom, alzo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Is dat juist?
Laten wij Sodom nemen en zien wat Hij deed. In Sodom had Lot zichzelf afgescheiden, een lauwe gelovige, en was naar Sodom gegaan en had voor zichzelf een fijne reputatie daar opgebouwd. Maar Abraham bleef buiten Sodom en leefde overeenkomstig de belofte die God hem had gegeven.
Nu, er zijn altijd drie klassen mensen; elke samenkomst heeft ze; elk stad heeft ze; iedere kerk heeft ze: dat zijn ongelovigen, schijngelovigen en gelovigen. Dat is precies juist. Het is altijd zo geweest; het is nog steeds zo vandaag. Ieder gehoor, iedere vergadering, zelfs toen de zonen van God opkwamen voor God, was hij daar.
51 Dus, wij komen er hier achter dat er in het type van Sodom... Nu, let op hoe nauwkeurig Hij dit zei, hoe Hij het zei, hoe Hij het verwoordde. Zie? En Sodom stond vlak voor het vallen van het vuur. Zie? En dat is wat nu op het punt staat te vallen: vuur. Wij weten dat. Dit is een verdoemde wereld. Wij weten het. Ze is zonder hoop van God, zonder God; ze is verloren, slechts een klein overblijfsel van mensen die klaar zijn voor de opname. Deze week, zo God wil, zal ik dat woord voor woord bewijzen.
Let op, wij zijn verdoemde mensen, of de wereld is het; de gemeente niet. Dank God dat er een overblijfsel is.
Let op, maar let op het laatste teken dat Sodom ontving. Hij was de hele tijd met Abraham geweest, maar op een dag, vlak voor het verbranden van de stad van Sodom en Gomorra, ontdekken wij dat ze daar heel veel verdorven mensen hadden. Kijk naar de landen vandaag. Zie? Elke gedachte van het hart der mensen was kwaad, zodanig dat zij zichzelf verdierven in seksuele affaires enzovoort.
52 Let op. Er waren er drie die Abraham tegemoet kwamen, die eruit zagen als mannen, stof op hun kleren, en beweerden dat zij vreemdelingen waren. En twee van hen gingen weg om tot Sodom te prediken en probeerden tien mensen te vinden. Onthoud, gingen naar Sodom, de lauwe kerk, een moderne Billy Graham enzovoort, ginds in Sodom, om het Evangelie te prediken en de mensen te verblinden door het Evangelie. Dat is wat de evangelist Billy Graham, en Oral Roberts en velen van die grote mannen van God hebben gedaan: de mensen geschud. Deze natie werd geschud. De wereld weet ervan door de grote bediening van deze door God gegeven mannen die de naties geschud hebben door hun bediening. Maar onthoud, het woord gemeente betekent "uitgeroepen". Abraham had zichzelf van al dat spul afgescheiden.
Dus Degene Die achtergebleven was en met Abraham sprak, Die Abraham 'Heer' noemde, dat was God. Ik weet dat u het daar misschien niet mee eens bent, maar kijk wat de Schrift... Het was Abraham die met Hem sprak en Hem hoofdletter H-E-R-E, noemde, Elohim, "Here God".
Wat was Hij aan het doen? Abraham gaf Hem het vlees van een kalf te eten, melk van een koe, boter, en koeken. En Hij at het. En Hij was Elohim. Waar verwees Jezus naar? Nu, let op.
53 Enkele dagen daarvoor had God de naam van Abraham, of Abram, veranderd in Abraham. S-a-r-a-ï in S-a-r-a, Sara, prinses. Abraham; Hij had hem een deel van Zijn naam gegeven, Elohim, Abraham, als een vader van naties. En let op deze Ene Die Zich neerzette en met hem sprak: een Man, gekleed in kleren, stof op Zich, Die vlees at zoals elk ander menselijk wezen.
Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, Sara?" Let op de Schriften.
Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."
Hij zei: "Ik ga u bezoeken." Dat bewees Wie Hij was, "Ik ga u bezoeken overeenkomstig Mijn belofte die Ik u gaf. Ik ga u bezoeken, en u zult deze baby krijgen waarop u vijfentwintig jaar hebt gewacht. Zij is negentig en u bent nu honderd. Dus Ik ga u die baby geven."
En Sara lachte in haar hart bij zichzelf, zegt de Bijbel (en de Engel met Zijn rug gekeerd naar de tent) en zei: "Zal ik, een oude vrouw, plezier hebben met mijn heer daar, die ook oud is?"
En de Engel met Zijn rug ernaartoe, God gemanifesteerd in vlees, zei: "Waarom lachte Sara en zei ze in zichzelf...?"
54 Wat zei Jezus? "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Hetzelfde, God gemanifesteerd in het vlees van Zijn mensen, niet engelen die neerkwamen, maar mannen, geboren uit de Geest van God, met eeuwig leven in hun boezem, die hetzelfde uitvoeren en doen als wat die Engel daar deed bij Sodom.
"Heren, wij willen Jezus zien." Als Hij vandaag nog leeft, en in deze kerk was, zou Hij hetzelfde doen als toen. En dit is het afsluiten van het heidentijdperk.
De profeet zei: "Er zal een dag zijn die noch dag noch nacht genoemd zou kunnen worden, maar in de avondtijd zou het licht zijn."
55 Nu, geografisch gezien komt de zon op in het oosten en gaat onder in het westen, dezelfde zon. Welnu, toen de Z-o-o-n opging over de oosterse mensen en Zijn wonderlijke krachten liet zien... Wij hebben een dag gehad, het is een sombere, regenachtige dag geweest. Wij hebben genoeg licht gehad om ons bij een kerk te kunnen voegen, organisaties op te richten, en een geweldige tijd te hebben, christenen te zijn, Christus te aanvaarden. Maar dat Zoon-licht is sindsdien nooit meer doorgebroken. Maar dit is...
De beschaving is meegereisd met de zon. De oudste beschaving is China. Wij zij gekomen... Ze is gereisd vanaf het oosten en met de zon mee naar het westen gekomen. Wij zijn nu aan de Westkust. En de Bijbel zegt, de profeet zegt: "Het zal licht zijn in de avondtijd." Diezelfde Zoon Die opstond in het oosten, zal met dezelfde kracht op de westerse mensen schijnen als op de oosterse.
"Heren, wij willen Jezus zien." Waarom kunnen wij het niet? Waarom kunnen wij het niet terwijl Hij het heeft beloofd?
U zegt: "Broeder Branham, dat is de Bijbel, maar zal het werken?"
Als het Gods belofte is zal het werken, het moet werken. Gelooft u dat? Als Hij in dit gehoor van mensen zou komen vanavond en hetzelfde zou uitvoeren en doen als toen Hij hier was, om hem te laten weten... om u te laten weten dat Hij hier is, dezelfde Christus, en hetzelfde zou doen, zou u dan in Hem geloven? Steek uw handen omhoog en zeg: "Ik zou geloven als ik het gedaan zou kunnen zien worden."
56 Laten wij onze hoofden buigen. Almachtige en alvermogende God, wij danken U, o heilige Vader, voor de belofte die U ons gaf, en wij weten dat Uw beloften waar zijn. Nu, het is een slechte avond buiten, maar een glorieuze avond binnen: niet een nacht van binnen, maar een dag waarop de Zoon van God schijnt in ons hart en leven. Wij danken U voor gelovigen, en voor een Christus Die beloofde om tot deze gelovigen te komen en Zich in deze laatste dag te manifesteren en te tonen aan het heidense ras, waarvan wij weten, Vader, dat het nooit gebeurd is volgens de geschiedenis sinds de vroegere gemeente uitgestorven is tot in deze tijd.
57 Hoe Paulus en anderen in die oude dagen, hoe die visioenen zich aan hen vertoonden en zij hetzelfde deden: Ananias en Saffira, en Paulus op zee die avond, en de Engel des Heren stond bij hem, en hij liep naar voren en vertelde het de mensen. En hoe de grote machten van God bekend werden gemaakt in de vroege gemeente. U beloofde het opnieuw in de laatste dagen.
Ik bid, Vader, dat U de fouten van Uw dienstknecht zult vergeven. En nu, laat de Heilige Geest naar voren komen want het is Zijn Woord, en laat Hem het voor deze mensen doen, nadat ik hun heb verteld, Vader, dat redding is wat reeds voor hen werd gedaan op Golgotha. Goddelijke genezing is wat U voor hen deed op Golgotha.
En ik bid U, Here, dat zij dat mogen verstaan; het is hun eigen geloof. En wanneer zij de God Die de belofte deed naar voren zien komen in Zijn kracht en doen zoals Hij toen deed, zullen zij weten dat het dezelfde Jezus is Die de belofte deed. Sta het toe, Here, terwijl wij onszelf aan U toevertrouwen, en deze gemeente, ter wille van het Koninkrijk van God. In Jezus Christus' Naam vragen wij het. Amen.
58 Nu, ik ga vragen, als er hier iemand is die in de volgende tien of vijftien minuten wil vertrekken, of u nu zou willen gaan, zodat u de dienst niet zult storen. Nu, nu, loop vanaf nu niet rond (zie?), vanaf dit moment. Blijf gewoon in uw stoel.
Elke dag dat wij gebed gaan hebben voor de zieken... Ik wil dit zeggen, dat als er iemand is die moet gaan... maar als u nog vijftien minuten kunt blijven, om te kijken en te zien of het Woord juist is. Nu, iedereen kan komen en dat zeggen, maar nu is God er voor nodig om het te laten werken. Dat is juist. Het vereist...
Nu, als wij elke dag 's avonds voor de zieken gaan bidden, zullen wij naar beneden komen, en de jonge mannen zullen gebedskaarten uitdelen. Het zal of mijn zoon zijn, Billy Paul, of deze jongeman hier, Gene Goad, die een van de bandenjongens is, en er is nog een die Leo heet, Leo Mercier. Een van die jonge mannen zal de kaarten uitdelen. Zij zullen voor het gehoor gaan staan en alle kaarten schudden. Dan zullen zij langskomen en u een gebedskaart geven. Daarom weten zij niet welk soort kaart zij aan de mensen geven, wie uitgeroepen zal worden en wie niet. Dat rechtvaardigt hen, en ook weet niemand weer waar zij zullen beginnen tot die avond, wanneer de Heilige Geest het op ons hart legt, waar dan ook. Natuurlijk, heeft dat niets te maken met de genezing van de mensen; maar het is enkel om iemand hier op het podium te krijgen voor de Geest des Heren.
59 En dan, u daar in het gehoor die geen gebedskaart hebt, wees niet ongerust. Zit daar en geloof met uw hele hart. Let op wat er gebeurt. Nu, ik hoop dat u hebt... zult luisteren naar de dingen die ik gezegd heb, dat u niet meer zult rondlopen. En alstublieft, laat niemand foto's nemen gedurende deze tijd, want... iets later kan ik het u vertellen. Het is een Licht is, de Engel des Heren: wij weten allen dat het een Vuurkolom was; wij hadden de foto ervan hier vanuit Duitsland, vanuit Zwitserland, vanuit Amerika, van voor de FBI, en allemaal zijn ze bewezen. Het is een bovennatuurlijk Wezen is. Het zal binnen een ogenblik op het podium zijn.
En het is dezelfde Geest van God, precies. Daarom neem geen foto's vanaf nu, van nu af aan gedurende de dienst, en blijf zitten, en wees zeer eerbiedig en stil, terwijl de mensen komen.
60 Nu, ik geloof... Hebt u... of, Billy, heb je uitgedeeld...? Huh? Wat? 1 tot 100? Wel, zo laat, wij zullen niet in staat zijn om er zo veel te roepen. Maar houd uw kaart vast; laten wij enkele mensen hierheen roepen.
Wie heeft gebedskaart nummer 1? Als u kunt opstaan, of uw hand opsteken. Gebedskaart nummer 1. Welke letter staat erop? A, A nummer 1. Heeft iemand die? Wilt u... Er moet ergens iets verkeerd zijn. Wel, wij zullen beginnen... O, het spijt mij, in orde. Zou u hierheen willen komen, dame? Nummer 2, gebedskaart A, nummer 2, steek uw hand omhoog. Goed. Kom meteen hier, dame. Nummer 3, zou u uw hand willen opsteken? Goed, nummer 3. Heb ik het gezien? Ja, helemaal achterin. Nummer 4, zou u uw hand willen opsteken? Helemaal achterin, goed. Nummer... Wel, hij geeft ze overal in het gebouw uit, aan ieder die ze wil. Nummer 5, zou u uw hand willen opsteken, degene die gebedskaart nummer 5 heeft? In orde. Nummer 6, zou u uw hand willen opsteken? Steek uw hand omhoog zodat ik hem kan zien. In orde, meneer, hier precies. Nummer 7, nummer 8, nummer 9. Terwijl ik u roep... Oké, waar... nummer 10? Dat is fijn. Zie, dit mag misschien een basketbalvloer zijn, een arena, maar het is geen arena vanavond; het is de gemeente van God. Zie? Dus moeten wij eerbied en respect hebben voor de Heilige Geest. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. Nummer 10, wie heeft gebedskaart nummer 10? In orde, dame. Nummer 11? Goed. Nummer 12? Nummer 12. 13, 14? 14? 14? 14? Wel, dat is genoeg. Laten wij precies daar beginnen.
61 Nu, wie er ook kaarten hebben, houd ze, houd ze gewoon; ze zullen geroepen worden.
Nu, ik veronderstel dat negenennegentig procent van dit gehoor waarschijnlijk onbekenden voor mij zijn. Allen in dit gehoor die onbekenden voor mij zijn, steek uw handen omhoog. Zie? Ik schat dat het hier rond de honderd procent is. Goed.
Hoeveel zijn er hier die geen gebedskaart hebben, en u bent ziek, en u wilt dat God u geneest? U hebt geen gebedskaart en ik ben onbekend voor u, steek uw handen omhoog, overal in het gebouw. Het maakt mij niet uit waar u bent. Wel, dat is zo'n beetje overal. In orde.
Nu, terwijl ze de mensen in de rij opstellen, zou ik u iets willen zeggen. Op een keer ging Jezus op weg om een klein dood meisje op te wekken, Jairus' dochter, en er was een vrouw die een bloedvloeiing had. En zij zei in haar hart: "Ik geloof dat Hij de Messias is. Dus als ik de rand van Zijn kleed kan aanraken, de zoom van Zijn kleed, zal ik gezond gemaakt worden." Hoeveel hebben dat verhaal ooit gelezen? Zeker. En zij raakte Zijn kleed aan, want dat was wat zij wilde doen. Zij geloofde Hem. Zij had Hem nooit eerder gezien, maar zij geloofde Hem. Zodra zij Hem zag, geloofde zij Hem.
62 Dus toen raakte zij Zijn kleed aan. Nu, Hij kon het lichamelijk niet gevoeld hebben. Het Palestijnse kleed hangt los, en het heeft een onderkleed. En daarom kon Hij dat niet gevoeld hebben. En de kleine vrouw raakte Zijn kleed aan; iedereen schudde Hem de hand, enzovoort, en omhelsde Hem. En toen zei Hij dus... Zij ging terug in het gehoor en ging zitten, of wat het ook was. En zij zei... Hij zei: "Wie raakte Mij aan?"
En Petrus berispte Hem en zei: "Meester, waarom zei U zoiets?" Zei: "Iedereen raakt U aan."
Hij zei: "Maar ik merk dat Ik zwak ben geworden." De King James zegt "deugd", deugd betekent kracht. "Ik merk dat er deugd van Mij uitgegaan is." En Hij keek over het hele gehoor tot Hij de kleine vrouw vond, en vertelde haar dat zij een bloedvloeiing had gehad, en dat haar geloof haar had behouden. Is dat juist?
Welnu, tot u mensen die geen gebedskaart hebt, als Hij Dezelfde is gisteren, heden, en in eeuwigheid, zou Hij dan vandaag niet op dezelfde wijze handelen als u Hem zou aanraken? Is dat juist?
63 Nu, hoeveel... U predikers hier weet dit, en u predikers en Bijbellezers daar, dat de Bijbel zegt dat Jezus Christus precies nu een Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het voelen van onze krankheden. Is dat juist? Op dit moment is Hij een Hogepriester. Is dat juist, broeders? Wel, als Hij dezelfde Hogepriester is die Hij toen was, hoe zou Hij dan nu handelen? Als Hij dezelfde Hogepriester is als toen, zou Hij op dezelfde wijze handelen. Is dat juist? Omdat Hij dezelfde Hogepriester is. Hij is God; Hij kan niet veranderen. Hij kan niet anders zijn dan wat Hij was. Als Hij deze heidense gemeente door laat gaan zonder datzelfde Messiaanse teken te hebben, dan deed Hij iets voor hen, de Samaritanen en de Joden, dat Hij niet voor ons heeft gedaan, dus dat zou niet rechtvaardig zijn. Zij zouden er met theologie niet kunnen komen; zij moesten een tijd hebben om hun theologie te veroordelen, om Gods Woord in vlees aan hen tot manifestatie te brengen. En zo gebeurt het ook met de heidengemeente die het nu ontvangt.
64 Nu, alstublieft, ik vraag het opnieuw, loop niet rond, alstublieft. Zie? De Heilige Geest is zo timide als Hij maar kan zijn. En soms wanneer u beweegt... Zie, u bent een geest; u bent een ziel. Wanneer u dan beweegt, stoort dat. Zie? Blijf heel rustig zitten; wees eerbiedig. Nu, nadat er iets is gedaan, als de Heilige Geest iets doet, en u wilt "Prijs de Heer" zeggen, in orde. Maar wanneer u in contact komt met de Geest van God, blijf heel rustig. Blijf gewoon in gebed.
En u daar die geen gebedskaart hebt, zeg dit: "Here Jezus, ik weet dat die man mij niet kent. En ik weet dat hij slechts een man is. Maar ik geloof dat U God bent. En ik geloof dat hij de Schrift heeft gelezen. Hij vertelde mij de waarheid; ik ben dus ziek en behoeftig. Laat mij U aanraken, Vader." Ontdek wat er gebeurt. Zeg: "Nu, U spreekt door hem heen; hij is slechts een mondstuk." Kijk, deze microfoon is stom tot er iets in wordt gesproken. Zo zou ik ook zijn; ik ken niemand van u.
65 Nu, iedereen in die gebedsrij die weet dat ik niets over u weet, steek uw handen omhoog, helemaal daarlangs, die weet dat ik niets over u weet. Zie? En hier zijn mijn handen. Ik weet dat ik die mensen nooit eerder in mijn leven heb gezien, voor zover ik weet. Er is niemand daarin die ik ooit heb gezien. Ik kan niemand in het gebouw zien die ik ken, tenzij dit mijn goede vriend, broeder Skaggs uit Chicago, is die daar zit aan deze... Bent u dat, broeder Skaggs? Ik dacht dat hij het was daar. En ik weet dat broeder Fred Sothmann er is, ik geloof dat hij hier ergens in het gebouw is. En misschien is Tom Simpson, veronderstel ik, hier ergens in het gebouw. Ik weet het niet. Waar bent u? Bent u hier, broeder Fred en broeder Tom? Ik zag hun auto buiten... Ja, precies hier, helemaal achteraan. Goed.
Nu, wees zeer eerbiedig. In orde, de... Nu, als de mensen een beetje vermoeid worden, geef hun een stoel.
Kom gewoon hiernaartoe, dame.
Nu, hier is het Woord. Hoeveel geloven dat ik het Woord van God tot u gelezen en gepredikt heb, de belofte van God? Nu, hier is Gods Woord. Nu, hier is een persoon die ik nooit eerder heb gezien; zal het werken? Dat zal het, als zij gelooft. En ik geloof, en ik kan mijzelf aan God overgeven als door een gave en Hem laten... gewoon mijzelf opzij zetten en Hem laten spreken. Dus, als er iets wordt gedaan, alsof het de Here Jezus zou zijn, zou het moeten... U zou weten dat het de Geest moet zijn.
66 Nu, laten wij gewoon, zoals ik enkele minuten geleden aanhaalde, Johannes 4 nemen. Hier is een dame en een man die elkaar nog nooit hebben ontmoet. Nu, terwijl ze vreemden waren voor elkaar, en het is slechts in een klein panorama zoals waarover ik sprak. Nu, Johannes 4, Jezus ontmoette een vrouw uit Samaria. En Hij sprak een poosje met haar, tot Hij haar geest vatte, en vertelde haar toen haar probleem.
En nu, als Hij datzelfde voor u zou doen vanavond, wetend dat ik u niet ken, zie, en God kent u, en u kent mij niet, tenzij u mij bij naam kent of zoiets... Maar als Hij hetzelfde zou doen, zou het maken dat u gelooft met uw hele hart? Dat zal het.
Zou het maken dat het gehoor met hun hele hart gelooft?
Nu, iedere ziel hier onder de controle van de Heilige Geest in de Naam van Jezus Christus.
En wie er ook aan de... de technicus aan deze microfoons, als mijn stem zwak wordt, want ik weet niet wat ik zeg, als het zwak wordt, zet het omhoog zodat het gehoor het kan horen.
Nu, wees heel eerbiedig en stil, terwijl wij even tot de vrouw spreken. Als u hier aan de andere kant wilt staan, zodat ik er zeker van zal zijn dat zij het horen. Net aan de kant...
67 Nu, onze Heer zei, toen Hij bij de vrouw van Samaria kwam, dat Hij door Samaria moest gaan om de vrouw te ontmoeten. En, natuurlijk, God de Vader had Hem daarheen gestuurd. En Hij ontmoette de vrouw, en Hij wist niets van haar, had haar nooit gezien in Zijn leven, zij had Hem nooit gezien. Maar toch moest Hij aan die Samaritaanse vrouw hetzelfde teken geven als dat Hij aan de Joden had gegeven. En nu, u bent de heidense vrouw. Zie? Nu, Hij moet dezelfde Jezus zijn, gisteren, heden, in eeuwigheid. Is dat juist? Nu, als Hij zoiets dergelijks zou doen, dan weet u dat het van een bepaalde Geest zou moeten komen, weet u, het zou een Geest moeten zijn.
Nu, u zou de kant van de Farizeeën kunnen nemen, de religieuze mensen van die dag, en zeggen dat het de duivel was. Dan is dat aan u en God. Maar als u zou zeggen dat het Christus was, dan zou u Zijn beloning ontvangen.
68 Nu, als de Heilige Geest mij zou vertellen, nu, bijvoorbeeld als ik hier zou komen en zeggen: "Zuster, ik heb een gave van genezing", mijn handen op u zou leggen en zeggen: "Glorie voor God, de Bijbel zegt: 'Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven; handen leggen op de zieken, ze zullen herstellen.'" Dat is waar. Wel, u zou kunnen gaan en dat geloven. Dat zou in orde zijn.
Maar toch zou er een kleine twijfel in uw gedachten kunnen zijn. "Ik vraag mij af of dat waar is, want de Bijbel zegt: 'Indien er één onder u is die geestelijk is, een profeet, en wat hij zegt gebeurt, hoor hem dan. Maar als het niet gebeurt, hoor hem dan niet.'"
Nu, de krachtmeting is hier nu. Heb ik de waarheid verteld? Is dat het Woord van God? Is dat de belofte van God? Als het dat is, dan zal Hij het manifesteren.
69 Nu, de vrouw is zich ervan bewust dat zij in de tegenwoordigheid is van Iemand buiten de mens; een zeer lieflijk, nederig gevoel. Is dat juist? Als het zo is, steek gewoon uw hand op zodat het gehoor... Tussen mij en de vrouw is die Geest van Christus, dat Licht. De vrouw is hier om voor zich te laten bidden vanwege een zenuwkwaal. Zij heeft een zeer ernstige zenuwkwaal. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Gelooft u? Eerlijk gezegd heb ik nog nooit een eerste avond gezien die dat zal doen. Iemand in uw hart, denk niet dat u uw gedachten nu kunt verbergen, want u kunt het niet. U zei dat ik dat geraden had. Dat heb ik niet.
Enkel als een berisping voor u, opdat u het mag weten, wij zullen zien of het zo is of niet. Zie? Iedere keer, op een eerste avond, wanneer er iets wordt gezegd... Nu, precies nu, zou ik u niet kunnen vertellen wat ik tegen deze vrouw zei. Maar opdat u mag weten dat het de Geest van God is, en niet wat u denkt, zal dit een duidelijke berisping voor u zijn. U bent een goed persoon, iemand met een fijne geest, maar nu... Ja, hier komt het opnieuw. De vrouw gaat van mij weg, en zij heeft last van een zenuwkwaal en een darmprobleem. Dat is waar.
Laat mij u tonen of u gelooft dat ik een... de dienstknecht van de Heer ben of niet. Die vrouw die daar aan het eind van de stoelen zit heeft ook last van een darmprobleem. Als dat juist is, steek uw hand omhoog, dame. Dat is juist. Ziet u hoe die duivels proberen eraan te ontkomen? Zij kunnen het niet. Het is allemaal voorbij voor u, dame.
70 U hebt een maagkwaal, dat is waar, een nerveuze maag. Hier, opdat u mag weten, geloven dat ik Gods dienstknecht ben die hier staat onder deze zalving; uw man, hij is hier ook. Hij heeft ook een nerveuze maag. U bent niet van deze staat of deze stad; u komt van Kansas. Gelooft u dat God weet wie u bent? Mevrouw Walton. Nu, ga terug naar huis; u bent genezen, u en uw man ook. U kunt naar huis gaan en genezen worden in de Naam van Jezus Christus.
Wel, gelooft u nu? Kon ik dat geraden hebben? Wat er ook...
Laten wij gewoon onze hoofden buigen in aanbidding. Onze hemelse Vader, wij danken U te midden van elk soort ding, dat U nog steeds op de golven tot ons komt; U bent God. U faalt nooit. Ik bid dat U deze mensen nu zult zegenen. Amen.
71 In orde, dame hier. Gelooft u dat deze dingen die gebeuren van de Geest van God zijn, dame? Wij dan, die vreemden voor elkaar zijn, als er dan iets zou moeten gebeuren dat mij iets over u zou moeten laten weten... En als God mij kan vertellen wat u geweest bent, kan Hij zeker vertellen wat u zult zijn. Als Hij kent... als Hij het verleden kent, kent Hij de toekomst. Dat laat het bewijzen dat het God is. En u weet dat ik daar niets over zou weten, want ik ben slechts een man hier, uw broeder. Dat is juist.
Er is een groot geloof in het gehoor vanavond om mee te beginnen. Het verliet mij en ging naar het gehoor.
U was zo gelukkig over uw genezing enkele minuten geleden, u legde uw hand op die vrouw die naast u zit. Ja. Wel, dat gezwel op uw borst... Als dat juist is, steek uw hand op. Ben ik een vreemde voor u? Wuif uw hand heen en weer.
Ik wil u iets vragen. Wat raakte zij aan? Zij is zeven meter van mij vandaan, wat deed zij? Zij raakte de Hogepriester aan. Ziet u dat God nog steeds leeft? Hij is dezelfde Here Jezus. Geloof slechts. God zegene u.
Ik kan alleen spreken zoals het door mij heen spreekt; ik moet... Waar het ook heengaat, moet ik in meegaan om te... Zie?
72 U hebt een tumor op de borst. U hebt ook een maagkwaal. Bovendien hebt u iemand hier die ook ziek is: uw man. Hij heeft... Hij is een prediker. En hij heeft een nerveuze maag. Mevrouw Suey, keer terug naar huis en wees genezen in de Naam van Jezus Christus.
Heb geloof. Twijfel niet. Geloof slechts. Gelooft u dat Jezus Christus...? "Heren, wij willen Jezus zien." Dat is Hem. Zie? Dat is de Here Jezus. Nu, u moet zeggen dat het iets is. U weet dat. Deze mensen met hun handen omhoog voor God, wij hebben elkaar nooit ontmoet. Maar het is Zijn Geest Die deze dingen doet. Heb slechts geloof.
Bent u de dame nu? Wij zijn vreemden voor elkaar, veronderstel ik; maar de Here Jezus kent ons beiden. Maar als Hij mij iets over u kan openbaren waarvan u weet dat ik het niet weet, zou het u bemoedigen en geloof geven om te geloven?
73 Ziet u wat het met mij doet? Het maakt mij zo zwak dat ik amper kan staan. Wij beseffen dat. Ik weet zeker dat het gehoor dat ook beseft. Hoeveel weten dat die... Als één visioen onze Heer liet voelen dat Hij kracht verloor, de Zoon van God, wat zou het met mij doen, een zondaar, gered door genade? Omdat Hij zei: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen; meer dan dit zult gij doen."
Nu, ik weet dat de King James Bijbel zegt "groter", maar ga terug naar de oorspronkelijke vertaling. Zie? Hoe zou u groter kunnen doen? Hij stopte de natuur, wekte de doden op, en deed alles wat gedaan kon worden. Maar méér, want Hij kon in Zijn universele gemeente zijn. Zie? "Meer dan dit zult gij doen." Het is Zijn genade.
74 U bent hier voor iemand anders. Dat is voor uw dochter. Denkt u dat Christus mij kan vertellen wat haar probleem is? Het zijn haar ogen. Dat is juist, nietwaar? Gelooft u dat ze nu gezond zullen worden? U hebt contact gemaakt met Iets, nietwaar? Gelooft u dat het de Here Jezus is? Als Hij mij zal vertellen wie u bent, zoals Hij het deed aan de apostel die voor Hem kwam, zou het u een heleboel geloof geven om Hem te geloven? Wel, mevrouw Nickels, ga naar huis; geloof nu. Jezus Christus zal genezen en gezond maken.
Gelooft u allemaal? Loop alstublieft niet heen en weer. Loop alstublieft niet heen en weer. Alstublieft.
Ik ken u niet. Ik heb u nooit in mijn leven gezien; maar Christus kent u. Als Hij mij zal beschrijven waarvoor u hier bent, of het financiën is, huiselijk, kan ziekte zijn, redding. Ik weet het niet. Ik ben slechts een man die hier staat, wij die elkaar ontmoeten voor de eerste keer in het leven.
Eén ding, u bent erg zenuwachtig. Dat is juist. En ik zie u proberen uit bed te komen, heel traag. U hebt artritis; Dat is juist. En verder hebt u een slecht nasleepeffect van een operatie die u had. Dat is juist. Het was een galblaasoperatie. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Gelooft u nu? Ga dan. Zoals u hebt geloofd, zo zal het voor u zijn.
75 Als ik u zou vertellen dat God artritis genas, zou u dan geloven dat het voor u bedoeld was? Ga dan gewoon voort God te danken en te zeggen: "Dank U, Here."
Als ik u zou vertellen dat God van bloedarmoede problemen genas, zou u geloven dat Hij u zou genezen? Ga gewoon regelrecht door met God te danken. Geloof Hem met heel uw hart.
Gelooft u met heel uw hart, iedereen eendrachtig? Wat als ik geen woord tot u zou zeggen, gewoon handen op u zou leggen, zou u geloven? In orde, meneer. Passeer, en in de Naam van de Here Jezus ga en word genezen. Twijfel niet.
Loop alstublieft niet heen en weer. Zie, het bedroeft de Geest van mij weg, en ik kan het gewoon niet vasthouden. Zie? Alstublieft. Alstublieft. Ik vraag het u vriendelijk als een Christen, broeder. Ik vroeg of u, als u niet gelooft, om alstublieft niet in het gebouw te blijven. Het is gevaarlijk voor u om te blijven hoe dan ook. Zie? Heb gewoon geloof. Twijfel niet.
76 Als ik handen op u zou leggen, zou u dan geloven dat u gezond zou worden? Kom hier. In de Naam van Jezus Christus, moge onze broeder genezen worden.
Kom. Of ik u uw probleem zou vertellen of niet, zou u mij geloven als Zijn profeet, of Zijn dienstknecht? Wel, uw rugprobleem is voorbij. Ga en geloof nu. Heb geloof in God.
Kom, dame. Als ik geen woord tegen u zou zeggen maar gewoon de handen op u zou leggen, zou u hoe dan ook geloven? Wel, ik wil u vertellen dat toen u in de rij was, daar stond en in de rij kwam, en u dat eerste ding zag gebeuren, de hartkwaal u verliet, dus u kunt nu naar huis gaan.
U wandelt anders sinds u hier binnenkwam, nietwaar? De artritis heeft u in de rij verlaten. Ga dus gewoon heen en geloof met uw hele hart.
Zuster, natuurlijk, een van de grote dingen die er met u aan de hand zijn, weten wij allemaal, maar dit is één ding; ongeveer vijfennegentig procent van dit gehoor lijdt aan hetzelfde: een nerveuze toestand. U bent zeer nerveus, is dat niet juist? Laat mij tonen hoe moeilijk het zou zijn om ze uit te roepen. Iedereen die aan een nerveuze toestand lijdt, steek uw handen omhoog, daar. Zie? Zie daar? U hebt geprobeerd een plaats te vinden om te beginnen. Zij hebben u gezegd om tot uzelf te komen. Satan vertelde u dat u uw verstand zou gaan verliezen en al deze dingen. Maar het is een leugen. Gelooft u met uw hele hart? [De zuster zegt: "Ik geloof." – Vert] Dan van hier af aan, in de Naam van Jezus Christus, ga, en wees gezond voor de glorie van God.
Indien gij kunt geloven...
77 Die man zit daar al een poosje te huilen, kijkt naar mij. U hebt een probleem in de borst. Gelooft u dat God Almachtig u gezond zal maken? Als u het gelooft, kunt u het hebben, meneer. Steek uw handen omhoog; aanvaard het; ga naar huis en word gezond.
Uw artritis is voorbij. Ga naar huis en word gezond in de Naam van Jezus Christus. God zegene u.
Een dame stak net haar hand op daar, legde hem achterop haar hoofd met een huidprobleem. Gelooft u dat God u gezond zal maken? Hebt u een gebedskaart? U hebt er geen. U hebt er geen nodig. U bent hoe dan ook genezen. Jezus Christus genas u en maakt u gezond.
78 Bent u gelovigen, elk van u daar nu, gelooft u ernstig in de Zoon van God? Gelooft u dat het Zijn Geest is hier? Als Hij dat doet, Zijn Woord houdt... U zegt: "Broeder Branham, zou u mij kunnen genezen?" Nee, dat kan ik niet. Hij heeft het reeds gedaan. Zie? Het is iets wat Hij gedaan heeft. Hij is gewoon hier, Hij... Als Hij hier stond met dit pak aan, zou Hij u niet kunnen genezen, want Hij heeft het reeds gedaan. Hij zou zeggen: "Wilt u het niet geloven?" Hij maakt slechts bekend dat Hij hier is. Hoeveel geloven het met heel uw hart?
Nu, ik ga u iets geven om te doen, zodat elk persoon hier genezen zal worden. Hoeveel gelovigen zei u dat er waren? Steek uw handen omhoog, over de hele zaal, overal.
Jezus zei, Zijn laatste opdracht aan Zijn gemeente... Zijn eerste opdracht was: "Genees de zieken, wek de doden op, werp duivelen uit." Zijn laatste opdracht was: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, met nieuwe tongen spreken. Als zij hun handen op de zieken leggen zullen zij herstellen." Is dat juist?
79 Nu, een ieder van u, als gelovigen, leg uw hand op iemand naast u. Leg gewoon uw hand op waar u ook bent; leg gewoon uw hand op als u een gelovige bent. U hebt gewoon evenveel recht om elkaar de handen op te leggen als iemand anders.
Nu, bid niet voor uzelf, want de persoon waarop u uw handen hebt, is voor u aan het bidden. Bid voor de persoon naast u; zij zullen voor u bidden. En ik zal voor u bidden vanaf dit podium, en de God des hemels, Die Jezus opwekte uit de dood en Hem voor immer levend maakte, Hij is hier vanavond om elk Woord te vervullen dat Hij sprak. Het is Zijn tegenwoordigheid.
Nu, buig uw hoofd terwijl ik voor u bid. En geloof gewoon met heel uw hart dat God mijn gebed zal horen. U zult zeker begrijpen dat ik het niet ben. Het is de Heilige Geest Die nu bewezen heeft dat het Woord van God juist is.
80 Net voor wij bidden met uw hoofden gebogen, als er een ongelovige is, die hier binnen was, en die nu een gelovige is, wilt u gaan staan om in gebed gedacht te worden, terwijl wij bidden? Iemand die Christus als persoonlijke Redder wil ontvangen, zou u willen opstaan om precies nu in gebed gedacht te worden, terwijl u in Zijn Goddelijke tegenwoordigheid bent? Zouden er mensen hier zijn, die Hem graag nu zouden willen aanvaarden, die zouden willen opstaan?
"Degene die Mij voor de mensen zal belijden, hem zal Ik belijden voor Mijn Vader en de heilige engelen."
Sta nu gewoon op en zeg: "Ik zal Jezus Christus aanvaarden als Mijn Redder. U bent hier en ik weet het. Want hij heeft U aan mij geopenbaard." Maar vertrouw niet op uw kerklidmaatschap, want dat is niet goed. U moet de Heilige Geest ontvangen, anders is het met u gedaan. Nu, bedenk, ik ben het niet; het is de Heilige Geest Die Zijn Woord doet geschieden. Dus als u wilt opstaan, sta dan nu op terwijl wij bidden.
81 Onze hemelse Vader, dit zijn de sluitingsuren van de wereldgeschiedenis. Wij weten dat er geen oplossing overblijft; de komst van de Zoon van God is nabij. Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Wij zien de atoombommen en de waterstofbommen, en elke kleine natie, gewoon erop wachtend dat iemand er een loslaat. Dan, midden in de lucht daarboven, als een zon die openbarst, zal deze aarde vergaan. Maar voordat dat plaatsvindt... en wij weten dat het voor de ochtend zou kunnen zijn, het zou op iedere ogenblik kunnen zijn. Zoals onze wetenschappers ons vertellen, het is al lang drie minuten voor middernacht geweest. Maar wij weten dat Gods hand de tijd heeft gestopt, om te wachten, even lankmoedig zoals Hij was in de dagen van Noach.
En nu hebt U Uw laatste ding bewezen dat U zei dat U zou gaan doen net voordat Sodom werd verbrand. Onmiddellijk nadat dat teken beëindigd werd, werd Sodom verbrand. God, het is zo goed als voorbij. Maar er is er maar Eén, Die de harten van de mensen kan trekken. U zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem eerst trekt." Velen zullen zien en horen, en voortdurend in de duisternis blijven wandelen, verordineerd tot deze veroordeling, zoals het boek van Judas zegt. Verdorven geesten, zielen die dwalen als verloren sterren, woedende golven van de zee, die hun eigen schande van ongeloof opschuimen. Te weten dat wij vanavond in de tegenwoordigheid staan van de grote Heilige Geest, Die het Woord heeft gebracht, Die het Woord heeft geschreven, Die het Woord bevestigt, en met Zijn eigen tegenwoordigheid komt om het Woord te vervullen dat Hij heeft beloofd...
Ik bid voor deze gelovigen, die hun handen op elkaar hebben. Ik bid met heel mijn hart dat U hun zieke lichamen zult genezen en iedere boze geest uit zult werpen.
82 Satan, je hebt de strijd verloren. Je bent een verslagen persoon. Je hebt geen rechten meer.
Onze Here Jezus stierf op Golgotha; en door Zijn heilige, onvervalste bloed, het bloed van God Almachtig dat op Golgotha verbroken werd, hebt U het menselijk ras verlost, Here. En U versloeg Satan door datzelfde bloed, ontnam hem elke kracht die hij had. En U bent levend vanavond hier in Bloomington, Illinois, in deze college balzaal. U bent hier vanavond levend onder Uw volk, bewijzend dat U Dezelfde bent gisteren, heden, en in eeuwigheid. En Satan is zich daarvan bewust. Hij weet dat zijn uur nabij is.
Satan, ik bezweer je bij de levende God, wij benoemen jouw bluf. Je kunt deze zieke mensen niet langer vasthouden. Kom uit hen. In de Naam van Jezus Christus ga weg van hen en laat hen met rust. De Here God van de hemel bestraft je, Satan. Je kunt geen enkele kracht hebben. Jezus is over je. Hij heeft de krachten van je weggenomen. Hij verloste het menselijk ras, terug tot Zichzelf. Kom eruit, ik bezweer je bij de levende God, dat je van deze mensen vertrekt.
Nu, terwijl u uw handen op elkaar hebt, op de manier waarop u bidt in uw eigen gemeente, leg uw handen op iemand vlakbij u, en bid voor hen. Bid gewoon op de manier waarop u bidt in uw eigen gemeente. Leg uw handen daar op iemand, en bid voor elkaar. En wanneer u het geloof van de levende God, dat nu tegenwoordig is, voelt binnenstromen in uw ziel om u een gelovige te maken, sta dan op in de Naam van Jezus Christus en claim uw genezing voor de glorie van God.