Abraham en zijn zaad na hem
Door William Marrion Branham1 De almachtige God zij gedankt en geprezen voor eeuwig. Tot deze fijne groep predikers die in deze campagne gewerkt hebben; ik wil mijn dank uitdrukken aan hen, als een van de fijnste groepen mannen waarmee ik ooit in mijn leven gewerkt heb. Aan de aardige kleine organist hier, en de pianist, aan u allen, dierbare mensen, de zaalwachters, voor honderd procent de fijnste mensen, aan deze school, dat zij ons de plaats lieten gebruiken voor de aanbidding, en voor alles wat er is gedaan, ik weet gewoon niet hoe ik mijzelf uit moet drukken in dankbaarheid voor deze samenkomst. Ik bid dat de resultaten hiervan nooit zullen sterven, maar steeds verder zullen voortleven.
2 Het spijt me dat ik niet meer tijd had om deze mannen te ontmoeten en in hun kerken te zijn, enzovoort. Zij vertelden mij net, enkele ogenblikken geleden, over hoe jonge mensen vanochtend tot Christus kwamen, en over de kracht van God in hun samenkomsten. Ik vertrouw dat dat nooit zal sterven maar voor altijd zal blijven voortgaan tot Jezus komt.
3 Velen van u fijne vrienden die ik ontmoet heb sedert ik hier ben, herinneringen over u zullen in mijn hart blijven hangen: samenwerking. Harde, bittere prediking moet ik soms doen. Ik ben geen... ik beweer niet te zijn wat men een prediker zou noemen; ik ben... Dat weet u al; maar ik beweer slechts dat ik, omdat ik de Heer ken als mijn Redder, zo enthousiast probeer datgene te doen wat Hij verordineerde dat gedaan moest worden; en hierdoor heeft Hij mij de gelegenheid gegeven, door een gave, om aan de mensen uit te drukken, waar ik de opleiding niet heb om het te doen, maar misschien zullen de werken uitdrukken dat ik Zijn dienstknecht ben, en u bent mijn broeder en zuster, en dat zal de betuiging ervan geven. En misschien zal dat u laten weten dat ik u liefheb, dat God u lief heeft; en samen hopen wij een eindeloze eeuwigheid samen door te brengen in een land voorbij de rivier, ergens verderop.
4 Volgende week, aanstaande zondag, wat een week na deze zondag begint, zoals ik het wat ruw uitdrukte, ga ik beginnen in uw buitenwijken nu, komende zondag over een week. Dat is Chicago (zie?) hierboven, de buitenwijken van deze stad. En dus gaan wij... ik weet niet precies waar het is; het is meneer... ik kan nooit die Italiaanse naam uitspreken, Bottazzi... Wat? Bottazzi. Heeft hij aangekondigd waar die diensten zullen worden gehouden in Chicago? Het werd reeds vanaf het podium aangekondigd. Ik weet zelfs zelf niet waar ze zullen zijn. En wij zullen het wel op een of andere manier vinden; wanneer ik daar aankom zal ik naar broeder Carlson bellen, of naar iemand, om te weten waar ik moet zijn. En wij verwachten dus geweldige dingen volgende week in Chicago. Wij zouden blij zijn als u onze gast daar in Chicago zou zijn, of in welke andere samenkomst ook waar wij ooit zouden kunnen zijn.
5 Nu, eens heb ik gezegd dat de nachten nooit zo donker zouden worden, of dat de regen nooit zo hard zou vallen, dat ik niet naar u toe zou komen om u te helpen in alles wat ik kon betreffende het Koninkrijk van God, of wat anders ook waarmee ik u zou kunnen helpen. Als ik een beetje geld zou hebben, en als ik... en als u het nodig zou hebben, zou het van u zijn. Dat is juist, ik zou dat doen. Iedereen die mijn leven en mijn familie kent, het was hetzelfde. Mijn arme oude vader is vandaag heengegaan; hij leefde niet het juiste leven op aarde. Hij had één slechte gewoonte: drinken. Maar als hij een man op de straat ontmoette, een volslagen vreemde, en de man was hongerig, en hij zou maar één koek hebben, dan zou hij die in tweeën breken en met hem delen. Wij geloven in het helpen van degenen die behoeftig zijn; in helpen.
6 Ik wou dat ik kon zeggen dat ik elk moment bij u zou komen. Dat zou ik graag willen zeggen, maar dat kan ik niet; er zijn er te veel. Alleen al deze kleine samenkomst hier, wat slechts een kleine groep mensen is, denk nu aan de hele wereld: miljoenen. Zie, dat zou ik niet rechtmatig kunnen zeggen. Maar ik ga dit doen, vriend. Ik ga alles doen wat ik kan. Als u wilt dat ik over een zakdoek bid, zoals deze hier, zal ik u die sturen; als u het nu niet nodig hebt en u wilt het hoe dan ook, laat het weten, u krijgt het. Er zijn nergens kosten aan verbonden.
7 Wij vragen nergens geld voor. Er wordt niets berekend voor de diensten, zelfs niet voor onze boeken. Dit zijn niet mijn boeken. Zij behoren aan verschillende mensen die die boeken geschreven hebben. Ik koop ze voor veertig procent minder. Ik geef mijn boekverkopers en anderen bij de deur de opdracht: als een man, vrouw, jongen, of meisje naar binnen komt, die een van die boeken wil hebben, en het geld niet heeft om het te kunnen betalen, geef het hem hoe dan ook. En wij verliezen altijd aan de boeken. Er is zelfs geen manier om het kostendekkend te maken. En de afbeelding van de Engel des Heren: die is niet van mij, die is eigendom van de Douglas Studio's, en er is copyright op en hij mag niet gereproduceerd worden, want dan zou u de copyright-rechten schenden.
8 Ze zijn niet van ons. En wij brengen ze gewoon mee, omdat wij denken dat het iemand zou kunnen helpen. En door die boeken voor veertig procent minder te kopen, en er misschien tien of vijftien procent van te verliezen voordat je ze bij u krijgt; dan moet je deze jongens betalen om deze te verkopen. De gemeente geeft hun zoveel per week. En tussen haakjes, het is niet van mij; het is de tabernakel die daarvoor zorgt.
9 En alles wat wij doen is gratis. Nu, ik probeer niet uw adres te krijgen. Ik wil niet... Zoals ik zeg, heb ik... Wel, mijn secretaris, hij doet mijn werk. Ik weet niet of... Ben je hier, Jim, vandaag? Ik weet niet of hij gekomen is of niet. (Zijn schoonvader is hier, geloof ik, en zijn schoonmoeder, meneer en mevrouw Fred Sothmann.) Zij zijn hier: zijn vrouw is... zij neemt de telefoon op; broeder Jim doet het typen.
10 Broeder Leo Mercier doet het veldwerk. Hij was hier net een ogenblik geleden; zijn medewerker hier. Zij... deze jonge mannen werken voor de Branham Tabernakel waaraan ik verbonden ben, wat een zelfstandige soevereine gemeente is, gevestigd in Jeffersonville in Clark County. En het is een stichting zonder winstoogmerk, en het geld dat in de gemeente komt, enzovoort, is... gaat naar de buitenlandse zendingsvelden om arme mensen te steunen die het geld niet hebben om mij te vragen om daarnaartoe te komen, maar die mij toch heel hard nodig hebben.
11 En ik neem dat geld, zodra zij voldoende hebben kunnen opbouwen, en ga naar de buitenlandse zendingsvelden om aan hen ditzelfde Evangelie te prediken als dat u het voorecht hebt om te zien. En dus weet ik als een bewaarder van Zijn geld, dat ik mij daarvoor moet verantwoorden op de Dag des Oordeels. En ik neem het zelf, zolang ik jong genoeg ben om te gaan, en kan gaan; ik wil gaan om zeker te zijn dat ik hun de Boodschap predik en breng waarvoor u gedoneerd hebt, zodat zij die horen. U gaat alle eer ervoor krijgen op die dag. Ik ben slechts Zijn dienstknecht om de Boodschap af te leveren.
12 Ik veronderstel, zoals de jonge mannen, een van hen, een poosje geleden zei, dat zij een liefde-offer hebben opgenomen voor mij. Dat was niet nodig. Daar kwam ik niet voor. Ik predik al eenendertig jaar. Ik heb zeventien jaar als voorganger gewerkt in een Baptistentabernakel. Kijk in de boeken, ik heb nooit... vraag het aan wie dan ook over het hele land, overal; ik heb nooit in mijn leven een offer genomen, ik deed het nooit, in heel mijn leven.
13 Op een keer toen ik als voorganger werkte in de tabernakel, wij als arme mensen, kwamen wij wat geld tekort. Wij weten allemaal wat dat is, nietwaar? Wij hadden gewoon enkele schulden die wij moesten betalen, mijn vrouw en ik, Billy was toen nog heel klein. En ik zei: "Weet je wat ik ga doen? Ik ga vanavond een offer opnemen." Dat was het dichtstbij dat ik kwam om het ooit te doen.
14 En een oude broeder die vandaag in de heerlijkheid is, broeder Wiseheart... Wij hadden geen offerschaal; plaatsten het vroeger in de kranten in de... in de kranten in de stad: "De kerk die geen offerschaal heeft."
15 Ik zwoegde, werkte, deed wat ik kon doen om de kost te verdienen. En de gemeente, niet omdat zij mij geen financiële steun wilden geven: Als ik kon werken, waarom niet werken? Andere mannen werkten. Paulus werkte. Waarom ik niet? En de reden, de enorme spanning om te werken van plaats tot plaats, of ik zou nog steeds... ik zou liever rechtstreeks hierheen komen en een steen en een hamer nemen en hier buiten op straat gaan en de hele dag werken, en dan 's avonds tot u komen prediken. Dat zou mijn verlangen zijn, als ik het kon doen. Dat is vóór God en mijn Bijbel.
16 Maar wij moesten een beetje geld hebben. Ik had ongeveer vijf dollar nodig, en ik had een belofte gedaan; en een schuld die betaald moest worden, ik had het gewoon niet. En wij konden het niet krijgen. Ik zei dus: "Ik ga vanavond een offer opnemen."
17 Mijn lieflijke kleine vrouw, als er enige eer is voor de familie Branham, laat het aan haar gegeven worden. Zij is degene die tussen mij en het publiek heeft gestaan in al de dingen die gedaan werden; laat haar gewoon de eer krijgen. Zij zei tegen mij: "Billy, ik ga erheen en ga je dat zien doen."
18 Ik stond die avond op. Zij zat achterin; ik zei: "Vrienden, ik heb hier, schat ik, ongeveer twaalf jaar als voorganger gewerkt." Ik zei: "Ik heb nooit een offer genomen; ik ben vanavond een klein beetje in nood, heb echt vijf dollar nodig." Ik zei: "Ik... als ik... Wij gaan die hoed laten rondgaan, als u een stuiver of twee zou hebben, die u erin kunt doen... " Mijn gehoor was zoveel als er hier op deze vloer zitten. Ik zei: "Als u het zou willen, en een stuiver of dubbeltje hebt waarmee u mij zou kunnen helpen, zou ik het heel erg waarderen." Wij hadden geen offerschaal; ik zei: "Broeder Wiseheart, zou u mijn hoed willen halen?"
19 Ik keek toevallig naar beneden, en een kleine oude vrouw, zij is in de heerlijkheid vandaag; haar naam was mevrouw Weber. Zij had zo'n kleine schort aan, die een zak aan de onderkant van de schort heeft. Hebt u, vrouwen, er ooit een gezien? Ik denk dat uw moeders die jaren geleden hebben gedragen. Zij boog zich en pakte zo'n kleine portefeuille met een knip aan de bovenkant, weet u, u... Het was nu tijdens moeilijke tijden; dat was ongeveer twintig jaar geleden. Zij klikte die kleine portefeuille open; begon overal rond te tasten naar die stuivers. Ik kon het niet nemen. Ik kon het gewoon niet, dat is alles wat ik kan zeggen. Ik... ik keek daarnaar, en ik dacht: "O, genade."
20 "O," zei ik, "ik was u alleen aan het plagen; ik wilde gewoon zien wat u zou zeggen. Ik maakte maar een grapje met u." Broeder Wiseheart had mijn hoed in zijn hand. "O," zei ik, "broeder Wiseheart, hang mijn hoed weer op. Ik was de gemeente gewoon aan het plagen."
21 En ik ging dus naar huis en ik dacht: "Wel..." Ik ging naar een tien-cent-winkel, en haalde een blik verf voor tien cent. Er is een oude man, die nu naar de heerlijk is gegaan. Broeder Gene, u herinnert zich hem goed, oude broeder Ryan. Hij had lang haar en een lange baard, hij fietste daar met deze fiets en hij gaf die aan mij. Hij viel terug bij hem en... Nee, dat is niet goed voor een Baptist om te zeggen, nietwaar? Laten we gewoon zeggen dat hij was versleten, het was gewoon versleten. En nu ik ben een Baptist; ik ben een Pinksterbaptist (ziet u?), een van de...?... een Baptist die de Heilige Geest heeft. Dus ik zei... ging deze oude fiets halen, ging daarnaartoe en haalde een blik verf, en schilderde hem om hem er erg goed uit te laten zien, schuurde hem en zette hem voor, en verkocht hem voor vijf dollar. Hoefde toch geen offer te nemen. Dus, dat is het dichtst bij dat ik er ooit toe kwam.
22 Dank u, mijn vrienden, voor wat er in het offer was. Het zal naar de schatkist gaan, en van daar zal het naar de buitenlandse zendingsvelden gaan om deze Boodschap naar de heidenen te brengen en naar de mensen die geen enkele maaltijd hebben, of misschien één keer in de week. Daar zal het heen gaan. En moge de God van de hemel het honderdvoudig aan u doen terugkeren en gouden stenen plaatsen in dat huis van u voorbij de hemel, is mijn gebed.
23 Schrijf mij wanneer u maar wilt. Bel mij met de telefoon. Vaak ben ik niet zo veel in de buurt van 'Jeff'. Mijn adres: Jeffersonville, Indiana, Postbus 325. Als u de 3-2-5 niet kunt onthouden, stuur het dan gewoon naar Jeffersonville.
24 En als u mij wilt bellen, mijn nummer is BUtler 2-1519. Als u dat nummer niet kunt bereiken, bel dan BUtler 2-2826. Kunt u dat niet bereiken, bel BUtler 3-6771, kunt u dat niet bereiken, o, ik kan daar maar beter mee ophouden, dus... Maar, hoe dan ook, het hoofdnummer om te bellen om mij te bereiken: BUtler 2-1519; dat is vijftien-negentien. [Telefoonnummers zijn veranderd – Vert] Dat is het kantoor, en zij kunnen u vertellen waar ik zou kunnen zijn. Welk uur van de nacht ook of wat ik ook kan doen, om voor u te bidden over de telefoon, een gebedsdoek op te sturen of wat dan ook, absoluut gratis, er is niets, zie; zou blij zijn om het te doen.
25 En nu, denk ik, zijn er dingen gebeurd in mijn laatste drie samenkomsten die mij ontstelden. Vanmorgen zat ik bijna een uur met mijn zoon en ik zei: "Billy wat is er aan de hand?" Gisteravond kwam het opnieuw naar voren: ik verlaat het veld.
26 Wat is er aan de hand? Ga ik naar Huis? Is mijn werk klaar? Is mijn... dit type van bediening klaar? Ga ik naar de buitenlandse zendingsvelden? Ik weet het niet. Ik zeg die dingen, maar er staat iets op het punt te gebeuren. Ik weet niet wat het is. Dus, als het naar een veld is voorbij de rivier ginder, naar de heidenen toe, waar het ook mag zijn, ik voel dat Amerika haar boodschap heeft gehad. En als het zo is, wil ik u om een gunst vragen: Tot wij elkaar weer ontmoeten bij de grote rivier ginder aan het einde van de weg, wilt u voor mij bidden? Dank u.
27 Wanneer de toverdokter mij uitdaagt voor een debat, wanneer allerlei demonen in de buitenlandse zendingsvelden... als ik gevraagd zal worden, zoals ze gewoonlijk doen, zal ik onthouden dat ik in de buurt van Bloomington, Illinois, en in de nabije steden, een groep mensen heb die op een zondagmiddag hun handen omhoog staken: "Ik zal voor u aan het bidden zijn." En wanneer ik over de vloer naar voren moet lopen om het onder ogen te zien, zal ik weten dat ik bedekt ben door het bloed in uw gebed.
Kunnen wij onze hoofden nu buigen voor een woord van gebed?
28 Genadige Vader, wij geven U dank vanuit de diepte van onze ziel voor alles wat wij van U gehoord hebben, wat wij uit Uw Woord gelezen hebben, en wat wij U aan ons zagen manifesteren deze week. Wij danken U voor deze fijne mensen, voor deze fijne predikers, voor hun fijne gemeenten, voor dit grote college, voor dit grote auditorium, voor alles wat werd gedaan en gezegd, voor de zaalwachters, voor de muzikanten, voor de zangers, gewoon voor alles, Vader. Als ik mensen vergeet te noemen, zegen hen, Vader.
29 U heeft elke kleine beweging gezien, elke kleine gracieuze beweging. U zag de moeder, de vader, een deel van hun inkomen bijdragen om deze samenkomst te ondersteunen. Zij deden het omdat U tot hen gesproken had. Wij zouden het hun niet kunnen teruggeven, en zouden het niet doen, want wij zouden hen beroven van de zegen die er vlak achter ligt. Want op een dag, lezen wij in de Bijbel, stond Jezus daar te kijken hoe de rijken veel geld in de offerkist deden, maar een arme weduwe kwam en deed er ongeveer drie centen in. Here, ik denk dat ik, als ik daar had gestaan, naar haar toe gerend zou zijn, haar hand vastgepakt zou hebben, en gezegd zou hebben: "Doe dat niet, zuster. Wij hebben hier genoeg in." Maar U stond daar, en U hield haar niet tegen. Want U wist wat er verderop lag. U wist dat U het haar honderdvoudig zou teruggeven.
30 Dus, Vader, ik weet dat U, Uw grote oog, heeft gelet op elke beweging die wij maakten. Wij bidden dat wat wij ook gedaan hebben, en de zwakke inspanningen die wij deden, aangenaam is geweest in Uw aangezicht.
31 Ik besef, Vader, dat ik vanmiddag tegen mannen en vrouwen spreek die ik misschien nooit meer zal zien in dit leven. Vele bejaarde mensen zitten hier en vele zieken. Op een dag hoop ik hen daar te ontmoeten bij de rivier, wanneer zij worden veranderd van dit leven tot jonge mannen en vrouwen, gewassen in het bloed van het Lam, met lichamen die nooit opnieuw een genezingsdienst zullen meemaken, en er zal ook geen zondaar meer naast het altaar wenen. Ik bid dat U hen zult zegenen.
32 Zegen deze predikers, deze herders van U, die te midden van alle kritiek, Vader, omwille van hun ware standpunt tegenover het Woord, mijn naam is niet zo goed onder hen maar zij waren niet beschaamd, zij riepen mij hoe dan ook. O God, zegen hun bediening. Mogen zij beseffen dat deze dingen slechts zijn om de gemeente terug te brengen tot haar correcte positie, slechts om ons terug te schudden, Here, tot een plaats waar de Heilige Geest op een echt waarachtig fundament kan bouwen, op werkelijk wedergeboren mannen en vrouwen. Vader, niet omdat ik hun organisaties en denominaties niet liefheb, het is omdat ik zie hoe de systemen de mensen te los laten worden. Help ons, God. U kent mijn hart, hoe ik hen liefheb.
33 Ik bid dat U ons samen zult zegenen terwijl wij nu Uw Woord opslaan voor de laatste lezing, bij het sluiten van deze opwekking, moge... of, niet deze opwekking, Here, deze acht dagen van inspanning; maar moge de opwekking nooit sluiten, moge het verder en verder gaan. Moge het leven tot de resultaten nog steeds hier zullen zijn wanneer Jezus komt. Want ik bid dat U vanmiddag iets zult doen dat het helemaal zal afdekken en dat zal maken dat de mensen het Woord op zo'n manier horen dat de Heilige Geest het zaad diep in hun hart zal planten.
34 Mijn hart gaat nog steeds uit naar dat arme kleine meisje dat ik daarnet daar bij de deur ontmoette, dat daar helemaal kreupel in die rolstoel zat. Hoe U neersprong en haar vertelde hoe zij in die toestand was gekomen, hoe zij was toen zij een klein meisje was, en haar de reden vertelde dat zij niet gezond is, nu precies rondlopend. God, moge dat nooit dat kinderhart verlaten. Zij typte de uitnodigingsbrief naar mij. Ik bid, God, dat dat kind genezen zal worden. Sta het toe. Moge het nooit haar kleine hartje verlaten, en moge zij weten dat ik dat niet was die daar stond, dat was de Heilige Geest Die sprak door Uw dienstknecht, Die haar precies vertelde wat de waarheid was, wat zij was, wat zij is, en wat zij kan zijn. Moge het haar nooit verlaten, Here.
35 Zegen allen die ziek en aangevochten zijn deze middag. Terwijl Uw dienstknechten staan en wij voor de zieken bidden, mogen zij allen genezen worden; mogen de verlorenen gered worden, en God de glorie ontvangen, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
36 Bid voor broeder Roberts, Billy Graham, Tommy Osborn, Tommy Hicks, grote mannen van God buiten op het veld vandaag. Bid voor hen. Wilt u dat doen? Bid voor die broeders. Zij strijden een moeilijke strijd. Mijn hart bloedt voor hen. Bid dat zij trouw zullen blijven aan het Evangelie, en dat wij ons, wanneer het allemaal voorbij is, allemaal zullen vergaderen als één grote familie.
37 Hebben wij nog boeken over van de Zakenlieden over het visioen? Ze zijn allemaal weg. Wilt u, als iemand hier nooit een exemplaar kreeg, uw hand opsteken als u nooit een exemplaar kreeg? Enkelen. Ik veronderstel dat als u gewoon naar de Voice [Stem – Vert] van de Christelijke Zakenlieden in Los Angeles zou schrijven,, zij... zij hebben er waarschijnlijk nog een paar duizend over. Zij zouden u er graag een gratis sturen. Ik veronderstel, als er een bijdrage zou zijn, dat het slechts een paar centen of zoiets zou zijn. Ik weet het niet, alleen iets voor de drukkosten.
38 Het visioen staat erin, en ik wil dat u het leest. En voor deze open Bijbel, voor mijn God, ik zou moeten weten wat visioenen betekenen. Dat was geen visioen. Ik was daar. Ik zag het. Ik wilde niet... ik houd er niet van om dat te zeggen, want iemand denkt dat je probeert de grote Paulus na te bootsen. Daar zeg ik het niet voor. Ik zeg slechts, dat ik weet dat er ergens net hier voorbij een land is waar wij opnieuw zullen gaan leven. Hoe zou ik ooit kunnen...
39 Ik zei, toen ik terugkwam: "Laat mij alles doen wat ik kan." Ik kan niet ver-... ik ben niet verantwoordelijk voor wat anderen zeggen. Ik moet mij verantwoorden voor wat ik zelf gezegd heb. Ik weet niet wat...
U zegt misschien: "Ik heb mensen dat horen zeggen. Ik hoop dat elk deel ervan waar was. Ik hoop dat het helemaal waar was."
40 Broeder, zuster, voor God, dit wás waar. Het was waar. Ik was precies als nu, maar ik was weer een jonge man en stond ergens naar mensen te kijken die kwamen van waar oude mensen jong waren geworden, en er was daar geen ziekte, geen verdriet, geen dood. Zij waren anders. En toch vertelde Hij mij dat er nog iets groters was dat zou komen. Dat zou goed genoeg zijn voor mij voor alle tijden.
41 Ik dacht vanmiddag... Excuseer mij; ik wil geen baby zijn. Maar wanneer u mensen ontmoet, en dan weet u dat u hen moet verlaten, en misschien, weet u, oude mensen zoals deze, als ik over een jaar terugkom, zal ik u waarschijnlijk nooit meer zien. En het doet mij gewoon iets.
42 Maar laten we nu proberen om te gaan naar Genesis, het tweeëntwintigste hoofdstuk. En ik wil slechts een deel van het veertiende vers lezen, of het voor u aanhalen.
En Abraham noemde de naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op de berg des HEEREN zal het voorzien worden.
43 Genesis 14.22 of Genesis 22:14, sorry. Nu, ik wil slechts dat u uw uiterste aandacht geeft terwijl ik dit gewoon ga onderwijzen. En ik zal snel zijn; ik moet vanmiddag nog vijfhonderd kilometer rijden in deze sneeuwstorm om morgen aan een verplichting te voldoen.
44 Dus nu, ik... Maar ik wil dat u werkelijk probeert om het te vatten, om af te sluiten wat ik deze week gezegd heb, dat de komst van de Heer dichtbij is. En nu, als u potlood en papier hebt, ik heb hier ongeveer twintig Schriftgedeelten opgeschreven, als u daar naar zou willen verwijzen terwijl wij verder lezen, en kleine notities zou willen opschrijven. Want ik denk werkelijk dat dit de meest tijdige zaak is waarover de Heilige Geest mij ooit heeft laten spreken. En ik vertrouw, door dit te doen, dat u zult begrijpen dat ik het alleen kan uitspreken; de Heilige Geest zal het moeten uitleggen.
45 Nu, ik heb hier reeds twee keer over gesproken, en dit is de derde keer dat ik deze zelfde boodschap benader, omdat het zo op het juiste moment is. En ik geef dit de titel... En als u het mist, het zal op de band zijn. Als u een bandrecorder hebt, wel, de jonge mannen zullen u de banden sturen. En nu, schrijf hun gewoon. Ik veronderstel dat zij... dat u hun adressen weet enzovoort. Als u het niet weet, wel, schrijf gewoon naar mij daar, en het zal naar hun brievenbus overgebracht worden. En zij zijn hun eigen stichting; zij zijn de Audio Mission in Jeffersonville, en twee fijne mannen, meneer Mercier en meneer Goad.
46 Ik denk dat u hun verhaal hebt gehoord hoe zij mijn medewerkers zijn geworden, dat was omdat zij daar kwamen om te proberen mij te ontmaskeren, en een eigen kleine F.B.I. hadden gevormd. Zij kwamen daarheen en dachten niet dat die visioenen echt waren. En zij kwamen daar en zochten rond, en deden alsof zij predikers waren, en de Heilige Geest ontmaskerde hun leven recht voor hen. Zo zijn zij mijn medewerkers geworden. Een van hen was een katholiek, een Franse katholiek, meneer Mercier, net voor zijn bekering, werkte bij een bar. Meneer Goad die hier zit, was vroeger geloof ik een... van mensen uit de Methodistenkerk, was uw familie dat niet? teruggevallen Nazareners.
47 Was... u werkte gewoon ergens op een kantoor, nietwaar, broeder Goad? In Gary, Indiana. Een barman en een kantoorjongen, een teruggevallen Nazarener en een rooms ka-... en een Frans-Canadese katholiek, samen om mij te ontmaskeren.
48 En ik zou... Als ik iets verkeerds doe, wil ik ontmaskerd worden. Ik... ik wil dat het in orde is, nu. Dit is de tijd om het in orde te brengen, niet nadat ik Daar kom. Laat wij het nú in orde hebben.
49 Ik ontdekte dat zij echte heren waren, eerlijk, echte mannen. Toen zij mij vroegen of zij banden konden opnemen... Zij moeten iets hebben waarvan zij kunnen leven. Meneer Mercier is nu getrouwd. Meneer Goad is nog onderweg. Als er nog jongedames zijn die... Als zijn gezicht nu niet rood is!
Gene, ik deed dat gewoon zodat het een verandering zou zijn van... om tot mijzelf te komen, zodat ik terug tot deze tekst kon komen.
Ik zal getuigen dat hij een fijne man is. Hij is mijn maat, een echte broeder.
50 En nu, ik ga dit de titel geven: Abraham en zijn zaad na hem. En ik wil tot een climax komen in Genesis 22:14, en Jehova-Jireh. Nu, wij weten dat God zeven samengestelde verlossingsnamen heeft. Wij zijn daar allen mee bekend. Jehova-Jireh betekent "de Heer zal voor Zichzelf in een offer voorzien".
51 Jehova-rapha is "Jehova, de Heer onze Genezer"; Jehova-manasse, "onze Banier"; onze Beschutting; ons Schild, onze Enzovoort; verder: zeven samengestelde verlossingnamen behoren aan Jehova. En Zijn eerste Naam is Jehova-Jireh, "de Heer zal voor Zichzelf in een offer voorzien."
52 Nu, luister aandachtig. En als u moet... zorg gewoon, als iemand naast u zou fluisteren, dat u zegt: "Zou u gewoon even stil willen zijn, alstublieft, zodat ik dit kan horen, ziet u?" Dan zullen zij het doen. Zij zullen aardig zijn.
53 Nu, wij zullen wat daarvoor gaan beginnen, verder teruggaan, nadat wij hier kwamen waar ik de prediking tot zijn climax wil brengen. Laten wij terugkeren naar Genesis, het twaalfde hoofdstuk. Als u deze plaatsen op wilt schrijven, Genesis het twaalfde hoofdstuk.
54 En nu, wij gaan over Abraham spreken. Nu, onthoud, dat Abraham... de belofte die aan Abraham werd gegeven. Wij zijn daar allemaal mee bekend. Is dat juist, mijn predikant-broeder? De belofte was aan Abraham, aan hem.
55 En Abraham was geen Jood. Abraham was een heiden. Hij kwam bij de toren vandaan, van Babylon, met zijn vader, en hij woonde in het land van Sinear daar, in de valleien, en woonde in de stad Ur, het land van de Chaldeeën. En hij... De Chaldeeën woonden in dat land, en hij was in de stad Ur, en was misschien een boer. En hij was vijfenzeventig jaar oud toen God hem riep. Hij was getrouwd met zijn halfzuster, en haar naam was Sarai; zijn naam was Abram; en zij waren slechts twee gewone mensen. En op een dag riep God Abraham en maakte een verbond met Abraham (nu, let op!) en zijn zaad na hem.
56 Nu, ik ga twee boeken hier zetten en deze boeken noemen (zie?): voor Abraham en zijn zaad na hem. Nu, wat Hij voor Abraham deed, deed Hij voor zijn zaad na hem. Allen die dat nu duidelijk verstaan, zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Aan Abraham en zijn zaad na hem.
57 Nu, als wij het opmerken in Genesis 12 dat God Abraham riep door uitverkiezing, niet omdat Abraham iets had gedaan om het te verdienen, niet meer... Misschien was hij een afgodendienaar geweest. Ik weet het niet.
58 En Babylon, zij aanbaden daar wortels en... Als u ooit de Twee Babylons van Hislop hebt gelezen, de oude geschiedenis, zou u ontdekken dat Babylon opgericht werd door Nimrod: het was gewoon volkomen afgoderij, dat was het gewoon. En hij was een... Wij vinden Babylon in het begin van de Bijbel, in het midden van de Bijbel, en in het laatste van de Bijbel. En het was een organisatiesysteem. Babylon was een leidende stad die al de andere kleine steden verplichtte om schatting aan haar te betalen (zie?), een soort hoofdkwartier ergens, en waar bevelen werden uitgevaardigd en al de andere moesten meebetalen aan die ene plaats. En Abraham was daaruit vandaan gekomen met zijn vader. Nu, God riep hem door uitverkiezing.
59 Nu, broeders, mijn dierbare lieve broeders, als ik per ongeluk uit de orde zou raken in de Schriftuurlijke leer, zou u mij dat gewoon willen vergeven en begrijpen dat het mijn onwetendheid is? Wilt u dat doen, alstublieft? En mijn theologische broeders daarginds, als u voelt dat ik... dat mijn leer verkeerd is, zou u het gewoon willen vergeten? Zie, gewoon...
60 Nu, veel van u mensen schrijven mij brieven en zeggen: "Broeder Branham, moeten wij dit doen en dat doen?"
61 Ik zeg altijd: "Vraag het aan uw voorganger." Zie? Want ik zal alles doen wat ik kan, u een antwoord geven over de grote fundamentele evangelische leerstellingen van de Bijbel. Maar wanneer het aankomt op: "Moeten wij dit en dat doen?", dan verwijs ik altijd naar uw voorganger, omdat wij misschien... Elke man, er zijn er hier geen twee die het niet over kleine technische dingen oneens zullen zijn, of wij ons haar aan de rechterkant of aan de linkerkant zouden moeten kammen. En het mijne, ik heb daar geen moeite. Dus... Maar u weet wat ik bedoel. Wij hebben die dingen, dus zeg ik gewoon altijd tegen iedere samenkomst: "Vraag die dingen aan uw voorganger." Als hij u ver genoeg heeft geleid om gered te zijn en vervuld met de Heilige Geest, kunt u hem dan de rest van de weg niet vertrouwen? Als God hem daarvoor eerde.
62 Maar om deze actuele gedachte vanmiddag aan de mensen te brengen, zal ik gewoon een klein beetje leer moeten gebruiken, die er misschien in zal voorkomen, of zoiets, maar als u denkt dat het niet juist is, leg het gewoon aan de kant en ga verder. Als de voorganger iets een beetje anders onderwijst, vergeet wat ik erover zei (zie?), want ik probeer tot een punt te komen. Ik hoop dat dat in orde is. Ik hoop dat dat duidelijk is gemaakt.
63 Maar, ziet u, Abraham die niets was van zichzelf, hij was... hij werd geroepen door uitverkiezing. Als Abraham dan door uitverkiezing werd geroepen, dan moet zijn zaad na hem ook door uitverkiezing worden uitgeroepen. Dat is juist.
64 Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat Mijn Vader hem eerst trekke. En allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen." Dat is de reden dat u gewoon het Evangelie predikt in zijn eenvoud; toch zullen de uitverkoren schapen van God dat horen en het heel snel verstaan, en zij zullen die doop van de Heilige Geest geloven (waar anderen zullen weglopen en het bespotten), want zij waren uitverkoren om het te horen. Dat is alles, zie?
65 Dus u ziet nu, waarom de gemeente zelf een uitverkorene is, voorbestemd door God. Nu, laat mij het Woord uit 1 Thessalonicensen nemen, het eerste hoofdstuk, daar waar "voorbestemd" staat. Nu, dat is geen goed woord om te gebruiken voor de mensen, want voorbestemd is een... Het zou beter zijn als wij het zo zouden gebruiken: dat het door voorkennis was, dat God door Zijn voorkennis kon voorbestemmen tot Zijn eigen heerlijkheid. Zie?
66 Hij zei niet: "Nu, Ik ga u kiezen. En Ik ga u naar de hel sturen. En Ik ga u kiezen, en u naar de hel sturen." Dat was Gods idee niet. Hij wilde dat wij allen naar de hemel zouden komen. Maar God zijnde, wist Hij op voorhand wie zou komen, en wie zou niet komen. Nu, dat verduidelijkt Romeinen 4... Romeinen 9, in 8 en 9 daar, waar Hij zei dat opdat de verkiezing Gods vast zou blijven, voordat een van beide jongens geboren was, sprekend over Ezau en Jakob. God zei: "Ik heb Jakob lief en ik haat Ezau." Zie? Zijn voorkennis liet Hem weten dat hun... dat Ezau niet anders was dan een kleine bedrieger hoe dan ook. En dat Jakob recht kreeg op dat geboorterecht. Dus, ziet u, Zijn voorkennis laat Hem het weten. En als Hij niet het einde wist vanaf het begin, dan was Hij God niet. Zie? En de Bijbel zegt dat wij, de gemeente...
67 Nu ik wil dat u onthoudt dat er drie klassen mensen zijn, drie klassen mensen in de wereld, die er altijd geweest zijn, en er zullen zijn tot het einde. Nu, laten we dat samen zeggen. [Samenkomst herhaalt na broeder Branham – Vert] Drie klassen mensen: ongelovigen, schijngelovigen, en gelovigen. Houd dat in gedachten: drie klassen mensen.
68 Nu, nu, de klasse die uitverkoren werd voor de grondlegging van de wereld, en in Christus werd uitgeroepen voor de grondlegging van de wereld... Hoeveel weten er dat Christus het Lam van God was, dat geslacht was voor de grondlegging van de wereld? Wel, hoe werd Hij geslacht? In Gods grote programma wist Hij dat Hij zou... dat Hij een Zoon zou voortbrengen, en dat die Zoon de Redder van Zijn mensen zou zijn. Is dat juist? Dus, wanneer God iets spreekt, is het reeds voltooid. O, broeder. Als...
69 Waar is die kleine zuster die ik... waarover ik het visioen had, enkele ogenblikken geleden? Die net hier zat in de rolstoel. Als u dat zou kunnen zien, dierbare zuster, zou het voorbij voor u zijn. Zie?
70 Wanneer God iets spreekt, wanneer God een verklaring doet, is het voor zo lang als dat Hij het zegt; het is volmaakt, het moet gaan gebeuren. Het moet gewoon gebeuren. En wanneer Zijn Woord dan in ons komt, ongeacht wat wij doen, hoe wij eruit zien, waaraan wij denken, het moet geschieden. Zie?
71 Dus, God bestuurt Zijn zaken niet... Als Hij ons hier redde, en wist dat Hij ons na een poosje zou gaan verliezen, Hij, arme zakenman. En dus, daarom heeft Hij allen die Hij van te voren kende (wat?) geroepen. Allen die Hij geroepen heeft, heeft Hij gerechtvaardigd; allen die Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij reeds verheerlijkt. Nu, er zal een gemeente zijn die Hem daar gaat ontmoeten, zonder vlek of rimpel.
72 "Broeder Branham, bent u erin?" Ik hoop het. Uh-huh. Maar wij werken onze eigen redding uit met vreze en beven. En wanneer u ziet dat uw leven niet overeenstemt met Gods Woord, ongeacht tot welke gemeente u behoort, dan weet u dat u niet in orde bent. Zie? En als u gewoon uw... Als u uw religie doet omdat u weet dat het iets is dat u behoort te doen, speelt u gewoon de rol van een huichelaar. Als u weet dat het niet vanuit uw hart is dat u God liefheeft, dan bent u verkeerd om mee te beginnen. Zie? U hebt lief; het is liefde die de hele zaak bestuurt.
73 Nu, let nu op. Abraham werd geroepen door uitverkiezing, niets wat Abraham deed. En nu, merk op, het verbond in Genesis 12 (zie?), het hele verbond werd aan Abraham gegeven: het hele verbond is volledig genade (zie?), niet "Abraham, als u iets bepaalds zult doen, zal Ik iets bepaalds doen". Het was niet: "Als u dit zult doen, zal Ik dit doen."
74 God sluit een verbond met iemand, en de mens breekt altijd Zijn verbond. Hij zei tegen Adam: "Als u niet van die boom zult eten, zult u leven", maar Adam at ervan. En Hij vertelde hem het verbond dat Hij met hen sloot bij het Mozaïsche verbond daar in de woestijn; zij braken het.
75 Elke keer dat God een verbond met de mens sluit, breekt de mens het. Maar deze keer sloot God een onvoorwaardelijk verbond met Abraham en zijn zaad. Nu, begrijpt u het? Niet: "Abraham, als u dit zult doen, zal Ik dit doen." Maar: "Abraham, Ik heb het reeds gedaan. Ik heb reeds... U zult tot Mij komen. U bent reeds gered; u zult tot Mij komen op een rijpe oude leeftijd." Hij heeft het reeds gedaan. En dus is het vandaag niet: "Als u een bepaald iets zult doen, als u dit zult doen, als u dat..." Het is reeds volbracht, niet: "Als u weggaat en een goede opleiding volgt, als u dit allemaal, dat, of nog meer weet, ga Ik... zal Ik u genezen. Ik zal u redden als u een 'Bachelor of Art' behaalt."
76 "Ik heb het reeds gedaan; het is volbracht. Ik wil gewoon dat u zich uitstrekt en het neemt. Dat is alles." Ziet u wat ik bedoel? Abra-... Het enige wat Abraham moest doen was in Zijn verbond blijven. Hij hoefde niets te doen voor het verbond; God had dat met hem gesloten. Hij moest er gewoon in blijven. Halleluja! Nu begin ik religieus te worden. Zie?
77 Wanneer wij dit weten, dat het enige wat wij moeten doen om welke van Gods beloften ook te beërven, is in Gods Woord te blijven, laat niets u ervan weg schudden.
78 Nu, let op, Hij typeerde Abraham en zijn zaad na hem perfect. En ik ga de grote kruispunten in het leven van Abraham, en dan de grote kruispunten van Abrahams zaad volgen, en zien of God Zijn Woord letter-voor-letter hield.
79 Nu, Abraham... Wij weten dat er slechts één manier is waarop wij gered kunnen worden, en dat is door in het verbond met Abraham te zijn, want het was gesloten met Abraham. Maar de Bijbel zegt: "Door in Christus te zijn, door dood te zijn in Christus, nemen wij Abrahams zaad aan en zijn wij erfgenamen met Abraham." Is dat juist? Nu, Christus is het Koninklijke Zaad van Abraham. Uit Abraham kwam Izak; uit Izak kwam Jakob, uit Jakob kwam Jozef; uit Jozef, en zo verder, David; David verder; verder; zo-en-zo; tot uiteindelijk het Koninklijke Zaad werd geboren, wat Christus was; en in Christus, wat Abraham de vader van alle naties maakte. En het Abrahamietische verbond wordt bevestigd aan de mensen on-... , of, wordt onvoorwaardelijk aan de mensen gegeven.
80 Nu, u leest nu in het twaalfde hoofdstuk, dat Hij het verbond met Abraham onvoorwaardelijk sloot. Hij riep Abraham. Ik hoorde mensen zeggen: "Ik zocht God, en ik zocht God, en ik zocht God." U vergist u. God zocht u, en zocht u, en zocht u. U zocht God niet; het is God Die u zoekt.
Wel, helemaal in het begin werd het bewezen. Adam, het had Adam moeten zijn die het uitriep: "Vader, Vader, waar bent U? Ik heb gezondigd, ik heb gezondigd, Vader."
Maar het was God Die zei: "Adam, Adam, waar zijt gij?" Zie? Het is dus altijd...
Zou u naar buiten kunnen gaan en een varken vertellen dat hij verkeerd is omdat hij draf eet? Zou hij het geloven? Nee, meneer. Hij zou tegen u zeggen: "Bemoei je met je eigen zaken."
81 En zo is het ook met de zondaar. Je kunt hem niets vertellen. Hij zal niet naar u luisteren. Hij zal zelfs geen vijf minuten in de kerk zitten om naar u te luisteren. Hij is een varken om mee te beginnen. Hij is een aaseter, een gier; dat is zijn natuur. Zie? Dus kunt u niets tegen hem zeggen want dat is gewoon wat hij is. Hij is een gier. Hij kan zich niet met goede dingen voeden.
82 Nu, let op. Dan, wanneer u dat begrijpt, wat God tegen Abraham zei... Hij riep Abraham, en als u ooit geroepen werd, was u het niet die zocht; het was God die u zocht. En door Gods genade redde Hij u, niet omdat u iets deed, niet omdat u het waard bent, maar omdat Gods genade voor u het deed. Iedereen die dat begrijpt, zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu komen wij op gang.
83 Nu, wat was het? Toen God een man nam en hem eerst riep, wat was dat? Rechtvaardiging. Abraham, vanwege het horen van de stem van God die tot hem sprak, geloofde in de Here God. Is dat juist? Daarom werd hij door geloof gerechtvaardigd, door te geloven in de Here God. Is dat wat wij zijn, zaad van Abraham? Romeinen 5:1.
Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus. (Romeinen 5:1)
Nu, Abraham geloofde God. En het werd hem tot gerechtigheid gerekend, of, aan hem toegerekend als gerechtigheid.
84 Hoe gaat het met u? U zegt: "Wel, ik... ik ben van de... ik ben Jones; ik woon in een bepaalde..." Dat heeft er helemaal niets mee te maken. God riep u, en u aanvaardde de roep. En door uw geloof, door Christus te aanvaarden, het Koninklijke Zaad van Abraham dat u roept, dan bent u gerechtvaardigd door geloof. Is dat juist? Dat is de enige manier dat ik het weet. Dat is de Schrift voor zover ik het weet. Ik weet dat ik een zondaar was, absoluut. God stopte mij in het midden van mijn zonde en klopte aan de deur van mijn hart, [Broeder Branham klopt op de kansel – Vert] en ik keerde mij om en keek terug, en zei: "Wie is dit?"
Hij zei: "Ik ben uw Heer."
Ik zei: "Dan, Here, laat mij komen."
Ik stopte nooit en zei: "Hé, Heer, hé, waar bent U? Ik wil even met U spreken." Zie? Nee, u doet dat niet. Het is God Die u stopt.
85 Dus nu, het is door genade dat God u riep, niet wat u deed, wat u kon doen, wat u gaat doen. Als u het zaad van Abraham bent, dan sprak God tot U door Zijn verbazingwekkende genade, net zoals Hij tot Abraham sprak in het twaalfde hoofdstuk van Genesis.
86 Nu, nu, en merk dan op: zodra Abraham God geloofde door rechtvaardiging (door te geloven in de Heer zijn wij gerechtvaardigd), riep God Abraham onmiddellijk tot volkomen afscheiding van alle ongeloof. Is dat de manier waarop Hij het bij u deed? Scheid uzelf af van uw verwanten, van al uw bondgenoten; kom uit de biljartlokalen; kom uit de danszalen; kom weg van de dingen van de wereld. God vraagt een totale afscheiding, voor Abrahams zaad, want dat is hoe Hij Abraham riep.
87 Volgt u het patroon? Dit instrument is Abraham, dit instrument vertegenwoordigt zijn zaad na hem. En het verbond werd zowel aangegaan met Abraham als met zijn zaad na hem. En zoals Abraham werd geroepen door genade, door uitverkiezing, zo werd zijn zaad door genade en uitverkiezing geroepen. Zie? Zij hoorden de stem van God en geloofden God, en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Hoorde de stem van God in een bar, waar het ook was, en geloofde God, en Abraham werd bevolen om zich te onthouden en zichzelf af te scheiden van de dingen van de wereld, en zo gebeurt het bij het zaad van Abraham: zichzelf afscheiden van het zaad... van de dingen van de wereld.
Rechtvaardiging door geloof; wij zouden de rest van de middag bij dat onderwerp kunnen blijven, maar wij moeten opschieten.
88 Nu, zoals wij zien, gehoorzaamde Abraham nooit volledig. Nu, zo is het ook met een heleboel van ons mensen. Zodra wij gaan en een belijdenis doen, denken wij: "Welnu, wij zijn tot de kerk toegetreden en wij zullen tamelijk goede mensen zijn. Wij zijn buren. Het zal geen kwaad doen om een beetje te roken." Of: "O, als ik naar mijn kaartclubje kan blijven gaan, dat zal geen kwaad doen." Maar onthoud, dat God Abraham nooit zegende tot hij volledig gehoorzaamde. En God zal zijn zaad niet zegenen tot u volledig gehoorzaamt, tot hij zich afscheidt van de dingen van de wereld.
89 "Kom uit van onder hen. Wees afgescheiden", zegt de Heer. "Ik zal u ontvangen. Raak hun onreine dingen niet aan. Als U in Mij blijft, en Mijn Woord in u, vraag wat u wil, en het zal u gedaan geworden." Zie?
90 Nu, ziet u, u moet uit de wereld komen. Maar wat deed Abraham? O, hij nam zijn neef mee, Lot, een kerklid, lauw; en zijn papa, de oude man, was een vlieg in de zalf, zolang hij in de buurt bleef; en nam enkele dingen mee. En dat is precies wat wij proberen te doen. Wij proberen de dingen van de wereld binnen te trekken in de kerken, in onze organisatie.
91 Nu, mijn Methodistenbroeders, ik heb u lief. Mijn Baptistenbroeders, ik heb u lief, net zoals ik mijn Pinksterbroeders liefheb, of wie het ook is. Maar, ziet u, wij proberen de dingen van de wereld te nemen, en het net als Abraham met ons mee te dragen. Ik wil niet zeggen dat u geen christenen bent vanwege uw organisatie. Ik vertel u slechts dat u God niet volledig gehoorzaamt tot u uzelf afscheidt.
92 Nu, wanneer u nog steeds naar bioscoopfilms rent om allerlei oude films te zien, wanneer u thuis blijft en uw samenkomsten 's avonds vroeg uit laat gaan, zodat zij een of ander ongecensureerd televisieprogramma kunnen zien, zodat u naar beneden kunt gaan in uw kelder – en enige Protestantse kerken doen dat – en Bunco-spelen doen en dergelijke in de benedenverdieping, soepdiners, vriendschappelijke dansfeestjes, in wat ze de "Y.M.C.A." noemen, en rock-and-roll onderwijzen...
93 En luister. U, mijn Methodistenbroeders, toen mijn moeder (zij is ook Methodist) mij ongeveer zes weken geleden vroeg om naar haar huis te komen... en hier in Indiana hielden zij een rock-and-roll dansfeest in de Methodistenkerk op de televisie, de regels voor dergelijke dingen negerend, en zij vroegen de... zelfs de sponsor, de televisieman, zei: "Denkt u niet dat dit behoort... dat de mensen u zouden bekritiseren?"
94 Zei: "Te lange tijd is de Methodistenkerk de mooie kunst van rock-and-roll vergeten." Als John Wesley dat zou weten, zou hij zich in zijn graf omdraaien. U bent te zeer naar de dingen van de wereld toegegaan. Weet u wat? U Methodisten...
95 Ik sprak met Jack Shuler. Dat is een van de fijnste mannen die u hebt. U hebt miljoenen fijne mannen, Methodisten-kerkmensen, enige van de besten. Ik kijk nu in het gezicht van twee Methodistenpredikers die mijn boezemvrienden zijn. Er zijn geen betere mannen die in schoenleer staan, zover ik weet. Dat is juist. Maar u vergeet iets; u scheidt u niet af.
96 John Wesley was degene die heiliging begon te prediken, en dat u zich van de dingen van de wereld moet afscheiden. En u Methodistenvrouwen die korte broeken draagt, met make-up op uw gezicht, en weet u niet wat uw grondlegger over zulke dingen zei? Maar u hebt een zwakke kansel en een groot gebouw. Dat is wat er met u aan de hand is. En kijk niet gewoon om, om de Baptisten uit te lachen, want, Baptisten, u bent hetzelfde. En, Pinksteren, u bent hetzelfde. Nu, wij moeten het gewoon in orde brengen, nu, dat is alles.
97 Nu, wat is het spijtig. Weet u niet dat als u het zaad van Abraham bent, u zich moet afscheiden van de dingen van de wereld, omdat het werd gesloten met Abraham en zijn zaad na hem? En Abraham kwam nooit in de zegen. Geen wonder, op deze terreinen hier, ginds bij het Wheathon College, ginds in Asbury, daar naar Moody, waar wij als volgende naar toe gaan, in Chicago bij Moody, waarom hebben zij geen opwekkingen meer zoals vroeger? U scheidt u niet af, kinderen van Abraham. Hoe gaat God ooit handelen op zo'n plaats, wanneer Hij u er zelfs niet toe kan brengen om moreel te leven? Dat is juist. Hij kan nooit een opwekking hebben die op dergelijk spul gebaseerd is.
Nu, u zegt: "Broeder Branham, u wordt boos op ons." Laat de Here mijn Rechter zijn. Zie?
98 Maar als niemand het u vertelt, als er niet iets gebeurt, trekt u tenslotte aan het kortste eind van het touw. Nu, kom uit zoiets vandaan. U, u die bent... Wat met de Methodistenkerk, u Methodisten-mensen, wanneer ze vroeger de straat opgingen, en u Methodisten hier, toen u pas kwam, toen Asbury hier was, en u de ouderwetse samenkomsten hield waarbij mensen op de vloer vielen met de Heilige Geest, daar baden, schopten en schreeuwden en hun handen omhoog gooiden, en u water in hun gezichten moest gooien en dergelijke om hen weer tot zichzelf te brengen? O God! Methodisten, wat is er gebeurd met die ervaring? Waar is die vandaag? Wat is er gebeurd? Er is iets verkeerd gegaan. Ziet u, u drijft af van de... raakt van de weg af van het zaad van Abraham.
99 Nu, let op, God, het volgende... Nu, dat was rechtvaardiging. Om op te schieten. Nu, wat deed God nu in Genesis 12? Hij redde Abraham door uitverkiezing, en Abraham werd gerechtvaardigd door geloof, geloofde in Gods Woord. Is dat juist? Baptisten, is dat de wijze waarop u het begreep? Methodisten, is dat de wijze waarop u het begreep? Pelgrim Heiligheid, Nazareners, Pinkstermensen, is dat de wijze waarop u het begreep? Zeker, precies juist. Nu, kijk naar de fase van de reis; verder gingen zij.
100 Om het nu snel te maken, wil ik dat u nu met mij gaat naar de volgende plaats, in Genesis 15. Voor een heleboel dingen daarin zouden wij week, week, en week na week kunnen nemen, maar slechts om u deze stadia te brengen en u te tonen wat Hij deed.
101 In het vijftiende hoofdstuk begon Abraham zich af te vragen: "Hoe zal ik deze dingen ooit weten?" Toen bevestigde God het verbond aan hem. Hij gaf hem een bevestiging van het verbond. Wij vinden dat in Genesis 15. Toen hij zich volledig had afgescheiden – Lot was naar Sodom gegaan, de oude man was gestorven, en Abraham had zich afgescheiden en was alleen komen te staan – toen begon God tot hem te spreken.
102 Baptisten, doe dat! Methodisten, doe dat! Pinkstermensen, doe dat! Scheid u af van de dingen van de wereld en zie of God niet tot u begint te spreken. Maar toen hij het volledig had gedaan, zei hij: "Nu, ziende dat U mij een belofte deed van een zoon, en ik ga heen zonder kinderen, en mijn enige erfgenaam is deze Eliëzer van Damascus," zei, "hoe ga ik... hoe zal het gedaan worden?"
103 Nu, luistert u allen aandachtig. Nu daar, Abraham, in Genesis 1, werd gerechtvaardigd door geloof. Nu, hier komt uw John Wesley-leer binnen, of uw bevestiging van het verbond.
104 Onthoud, Abraham nam een vrouwelijke geit, een vaars, en... drie dieren: een geit, een schaap, een vaars, van drie jaar oud, die drie die de bevestiging waren, de drieën die ik u weer vertelde om te onthouden, drie jaar oud. En hij doodde ze en deelde ze. Is dat juist?
105 Vervolgens nam hij een tortelduif en een duif, wat Goddelijke genezing vertegenwoordigt, scheidde die niet. Merkte u dat op? Dat hij nooit... De Bijbel zegt dat hij... Wanneer u dit terugleest nadat ik weg ben, hij scheidde nooit de tortelduif en de duif, waarom niet? Er was een verandering in het verbond van Christus tot de... van het lam tot het Lam van God, maar Goddelijke genezing werd altijd gebaseerd op uw geloof. Hij scheidde de duif en de vogels niet. Hij legde ze daar neer, maar hij scheidde wel de driejarige offerdieren.
Nu, wat was het? Het storten van het bloed.
106 De eerste van Abrahams zaad in het gemeentetijdperk... Gelooft u dat het gemeentetijdperk begon na Pinksteren? Gelooft u die eerste ronde daar, van Joden, enzovoort? Gelooft u dan dat de eerste reformatie van de uitgeroepen gemeente voor de opname de Lutheraanse groep was? Dat was het zeker. Hij predikte: "Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven." Hij weigerde de communie als het letterlijk lichaam van Christus en wierp het op de vloer, die jonge priester, Maarten Luther, en predikte: "Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven." Is dat juist?
John Wesley predikte heiliging, het tweede definitieve werk van genade (is dat juist?), zichzelf afscheidend van de dingen van de wereld.
107 Nu, Hij handelde met Abraham onder rechtvaardiging. Abrahams zaad dan was Maarten Luther onder rechtvaardiging. Nu, Hij kwam tot Abraham voor de bevestiging van het verbond en ook komt Hij hier tot Abrahams zaad in de bevestiging van het verbond door terug te komen tot het bloed, het doden van het Offerdier. O, ziet u het? Zeg "Amen" als u het ziet.
Luister, dan komt Hij terug naar het offer. Let op, laat mij even tijd nemen hoe het offer werd bevestigd. Dan zullen wij opschieten.
108 Nu, merk snel op. Wat doen wij wanneer wij een verbond sluiten? Ik zeg, tegen deze broeder hier, sta even op. Bent u een voorganger, hebt u een gemeente? Zegt u dat u een gemeente hebt? [De broeder zegt: "Nee, ik ben evangelist." – Vert] In orde.
109 Zeg, hebt u een gemeente? In orde, sta even op. U hebt een gemeente. U zegt: "Broeder Branham, laten wij naar buiten gaan en samen een kleine lunch nemen."
"In orde."
"Wilt u naar mijn gemeente komen en een opwekking houden?"
"Hmm. Laten wij zien. O, ik zal u zeggen wat wij zullen doen. Wij zullen zo-en-zo doen."
"Ja, dat zal ik doen."
110 "Geef een hand, jongen; dat is het. Zal precies daar zijn." Is dat het? Dat is hoe wij onze verbonden sluiten (is dat juist?) door een hand te geven: eten een kleinigheid, geven een hand. Wij zullen overeenstemmen. Dat is onze belofte aan elkaar, onze rechterhand: "Leg hem hier; wij zullen het doen." Dat is een verbond in de Verenigde Staten.
111 Wel, weet u hoe zij het in Japan doen? Zij gaan uit en eten een klein hapje, en wanneer zij terugkomen en hun verbond gaan sluiten, bevestigen, nemen zij een klein zoutvaatje, en zij gaan staan en werpen zout op elkaar. Dat is... zout is een contact, een smaak (ziet u?), wat betekent dat zij... dat dat is hoe zij hun verbond bevestigen.
112 Maar wist u hoe men het in de Oriënt deed in de dagen van Abraham? Ik hoop dat ik niets van waarde verscheur; deze kleine brief hier waar een zakdoek in zit, maar ik wil iets gebruiken. Zij namen die offerdieren en doodden een offerdier... Ik hoop dat u het begrijpt, ik heb hier de drie offerdieren, het was deze tijd, wat de drie rassen betekende, drie generaties, zo-en-zo verder. Nu, wij... Drie gemeentetijdperken enzovoort van de laatste van het roepen van de gemeente.
113 En dan doden zij dit offerdier; zij komen samen, en op het perkament wat de huid van het lam was, schreven zij: "Ik stem hiermee in om zus-en-zo en zus-en-zo met u te doen."
"Ja, wij doen dat." In orde. "Wilt u aan deze verplichting voldoen?"
"Ja. Ik zal eraan voldoen." In orde. "Wilt u zo-en-zo doen?"
"Ja, ik zal eraan voldoen."
114 In orde, zij doden het offerdier; zij staan precies tussen deze offerdieren in, heffen hun handen op tot God en doen een gelofte: als zij dit verbond breken, laat hun lichaam zijn zoals dit dode lichaam dat hier ligt. Dan nemen zij dit en scheuren het uit elkaar. Een neemt het ene stuk en de ander neemt het andere stuk. Nu, er is geen manier in de wereld om dat ooit weer samen te laten te passen. Het moet hetzelfde zijn wanneer wij samenkomen. Ik draag mijn deel ervan; hij draagt het zijne.
115 Nu, wat deed God? Hij ging hem vertellen wat Hij zou gaan doen, hoe Hij het zou gaan doen door een Offer, hoe Hij hem een vader van naties zou maken, en toch had Hij hem die naam nog niet gegeven, maar Hij zou hem een vader van naties maken, en hij doodde het offer, hierdoor tot hem sprekend.
116 Nu, let op. Wat zag Abraham? Het eerste, nadat hij het offer had gedood, was dat hij de vogels ervan weg hield tot de zon onderging. Toen de zon onderging, wat gebeurde er? Een diepe slaap viel op Abraham. Is dat juist? Genesis 15. Een diepe slaap op Abraham. Wat is dat? Dood voor elk menselijk wezen, heel Abrahams zaad.
117 Wat was het volgende dat er gebeurde na de diepe slaap? Toen viel er een zwarte schrik op hem. Toen kwam er van daaruit een rokende oven, waar iedere zondaar naar de hel gaat. Maar daarna kwam er een klein wit Licht en dit kleine witte Licht ging tussen het offer door. Zei: "Ziet u wat Ik ga doen, Abraham?" Een klein Licht, God is een Licht. En Hij ging tussen dit offer door, deze dode lichaamsstukken hier. Wat was Hij aan het doen? Hij sloot het verbond. Bij Wie zwoer Hij? Bij Zichzelf. Hij kon bij niemand zweren die groter was. U zweert altijd bij iemand die groter is dan u. Er is dus niemand, zegt de Bijbel, bij wie Hij kon zweren, want Hij is de grootste, en Hij zwoer bij Zichzelf (wat?): Hij zal het verbond houden met Abraham en zijn zaad. Halleluja!
118 "Ik zal bij Mijzelf zweren dat Ik nooit één Woord zal veranderen van Mijn verbond met u of uw zaad na u." Wat vindt u daarvan, zuster? Hoe staat het daarmee? "Ik zal Mijn Woord houden." Zwoer bij Zichzelf, zei de Bijbel. "Ik zal Mijn verbond houden. Ik zweer u, Abraham, dat Ik het zal doen."
[Leeg gedeelte op band – Vert] Wettische broeders, ik bedoel niet om hard te knijpen, maar ik wil hier gewoon even één ding zeggen.
119 Kijk hier, kijk wat Hij deed. Hoe deed Hij het? Waar sprak Hij van? U bent zeker geestelijk genoeg om het te vatten. Wat deed Hij? Christus was dat Koninklijk Zaad van Abraham dat beloofd werd. Is dat juist? Wat deed Hij met Hem? Hij nam Hem naar Golgotha.
120 Hij leefde op aarde. Hij bewees dat Hij de Messias was door tekenen en wonderen, kende de geheimen van het hart, onderscheidde hun gedachten, bewees dat Hij de Messias was die zou komen. Hebben wij dat deze week onderwezen? Heeft de Bijbel dat gezegd? Heeft Gods Woord het gezegd? Hij bewees dat Hij de Messias was.
121 Wat deed Hij met Hem? Hij nam Hem naar Golgotha en Hij scheurde Hem uit elkaar, wekte Zijn lichaam op op de derde dag voor Zijn deel, en zette het aan Zijn rechterhand, en stuurde dezelfde Geest Die op Christus was, neer op Zijn gemeente (Halleluja!) om hetzelfde werk te doen en hetzelfde te doen als Hij.
122 Waar is uw verbond, uw deel van de goederen? Wanneer de echte waarachtige gemeente van Jezus Christus zich komt vergaderen bij de opstanding, dezelfde Geest Die in Christus is zal volkomen moeten overeenkomen met datzelfde verbond. Het maakt mij niet uit welk soort verhaal u met de Methodisten, Baptisten, Pinkstermensen hebt, wat u ook hebt, als de Geest van Christus niet in u is, dan bent u niet Abrahams zaad, en bent u niet in het verbond; want dat is waar Hij het verbond schreef. Amen.
123 Als u het er niet mee eens bent, lees uw Bijbel. Dan is de Geest, de Geest op Christus, op de gemeente. "Nog een kleine tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien; want Ik... " Ik is een persoonlijk voornaamwoord. "... Ik zal met u zijn, zelfs in u. En de werken, die Ik doe, zult u ook doen. Ik zal daar zijn tot de voleinding van de wereld. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven."
124 Schaam u, ongelovige Methodisten, u ongelovige Baptisten, u ongelovige Pinkstermensen, die beweert het zaad van Abraham te zijn en dan Zijn Woord betwist en zegt: "De dagen van wonderen zijn voorbij." God zwoer met een eed dat Hij dat zaad levend zou houden door elke natie door elke generatie: het zaad van Abraham. Amen. Maar door het bloed, Hij bevestigde het in het vijftiende hoofdstuk.
125 Nu, laten wij een beetje verder gaan. Wat deed Hij? Rechtvaardiging dan door geloof, door te geloven: rechtvaardiging van Zijn zaad (is dat juist?) door Maarten Luther. Heiliging door het bloed, is dat juist? Heiliging van Zijn gemeente door John Wesley. Nu wat? Abraham is honderd jaar oud.
126 Sla de volgende pagina op in uw Bijbel, het zeventiende hoofdstuk. Zie of God Zijn Woord houdt. Abraham is een oude man. Hij was honderd jaar oud, op een jaar na; hij was negenennegentig. En de Heer verscheen hem in de Naam van El-Shaddai, "de boezem".
127 Vergeef mij, jongedames, mijn zusters. El, komt van het woord "een Sterke"; Shad betekent "borst". Shaddai betekent "met borsten". God, Hij zei: "Ik ben de almachtige God."
128 Nu, als u een Scofield Bijbel hebt, of als u een Thompson Chain hebt, of als u de Emphatic Diaglott hebt, of om het even welke commentaar, zult u bemerken dat dat woord, uit elkaar genomen, toen hij Hem zo noemde, hij noemde Hem "El", en Hij verscheen aan hem in de Naam van El-Shaddai. Wat een wonderbare boodschap aan een oude man die die belofte nu gedurende vierentwintig jaar geloofd had. En de Bijbel zegt: "Hij werd voortdurend sterker."
"Hoe voel je je, Sara?"
"Geen verschil."
"Glorie aan God, wij zullen haar krijgen."
Vijftien jaar gaan voorbij. "Hoe ga je je voelen, Sara?"
"Wel, ik... geen enkel verschil. Ik..."
129 Luister, ik ga werkelijk duidelijk zijn, en luister. Zie, zij was gestopt een moeder of een vrouw te zijn, weet u, de achtentwintig dagen, vanaf de tijd dat zij een klein meisje was; het houdt op rond de leeftijd van veertig, vijfenveertig jaar. En toen God haar riep, was zij dertig, twintig jaar daaraan voorbij. Nu kijk waar zij is. Zij is vijfenzeventig jaar oud. Ja, zij is nog ouder; zij is eenentachtig. Maar kijk, in plaats van dat Abraham zwakker werd... Bent u klaar? In plaats van dat Abraham zwakker werd toen hij het niet zag gebeuren, zegt de Bijbel dat hij sterker werd. Amen.
130 En hier moet het ogenblikkelijk gebeuren of wij zeggen: "Zie, ik heb het u gezegd, er bestaat niet zoiets als Goddelijke genezing. Ik verloor mijn genezing." U bent een slecht excuus voor Abrahams zaad. Abrahams zaad gelooft net als Abraham. Ongeacht wat, hoe lang, wat er ook gezegd wordt, het is hoe dan ook zo. God zei het. Abraham en zijn zaad na hem...
131 "Wel, ik zal u vertellen, broeder Branham, ik ben genezing niet waard." Ik heb u net verteld, dat het niets is wat u hebt gedaan, het is wat Hij heeft gedaan. U blijft denken dat u onwaardig bent.
132 Hier, wat als een oude merrie terug in de tijd van de Bijbel een veulentje gebaard had? Of een... Laten we zeggen dat hij een muilezel had. En deze muilezel werd geboren, en beide oren hingen neer; zijn staart stak omhoog; zijn ogen waren scheel; zijn knieën bogen tegen elkaar. Wel, als hij in een spiegel kon kijken en nadenken, zou hij gewoon zeggen: "Wee mij. Zij zullen mij nooit voeden. Zij zullen mij gewoon een tik op mijn hoofd geven wanneer zij naar buiten komen en mij zien."
133 Maar wat als zijn moeder goed opgeleid was in de wet? Zij zou zeggen "Wacht even, schat. Wacht even. Ik weet dat je een verschrikkelijk uitziend schepsel bent. Je bent helemaal niet goed, maar je gaat leven. Want er is een wet van God die zegt dat je onder een geboorterecht geboren bent. Je bent mijn eerste." O God!
134 Waarom wilt u een Presbyteriaan zijn? Waarom gaat u niet terug om een Pinkstermens te zijn zoals het was in het begin, het geboorterecht? U kunt een Pinksterpresbyteriaan zijn. U kunt een Pinkstermethodist zijn. Ga terug naar de eerste gemeente, de wijze waarop het begon.
135 Zeg: "U werd geboren onder een geboorterecht. Ik vertel u: als u onder een geboorterecht werd geboren, weet u dan wat er gaat gebeuren, wat er plaats gaat vinden? Op de ochtend dat zij naar de weide komen om u te zien? Weet u wat zij gaan doen? Zij gaan u geen tik op uw hoofd geven, want u gaat leven, maar zij zullen een lam moeten zien te krijgen zonder enige smet." Amen. "En zij zullen dat lam nemen dat zelfs geen enkele smet heeft, en dat lam zal in jouw plaats moeten sterven. De priester zal u nooit zien." Amen.
136 Ziet u het niet? Kijk niet naar uzelf; kijk naar uw Offer. God kijkt niet naar u; Hij kijkt naar uw Offer en dat is Christus. Kijk niet naar uzelf. Ik ben niet waardig; u bent niet waardig; niemand is waardig; maar Hij is Degene. Ik reken niet op wat ik heb gedaan, wat ik ben, dan zou ik het nooit halen. Maar ik kijk naar wat Hij deed. Dat is waar ik op vertrouw: wat Hij deed. Hij is mijn Offer. Ik ben genezing niet waard. Beslist niet. Here, ik had lang geleden moeten sterven, ik had zelfs nooit geboren moeten worden. Maar ik leef; ik heb eeuwig leven; ik ga naar de hemel. Waarom? Omdat Hij het voor mij deed. Hij was Degene. Hij nam mijn plaats. Ik had x-benen, schele ogen, en was in allerlei toestanden, maar Hij nam mijn plaats in. Geestelijk gesproken was ik helemaal kreupel, en helemaal in de war: maar Hij nam mijn plaats; Hij maakt mij dus tot een volmaakte zoon van God, een volmaakte dochter van God. Zijn offer deed het, niet het mijne. Ik had er niets mee te maken. Ik werd helemaal niet in een goede vorm geboren hoe dan ook. Maar ik vertrouw niet op wat ik gedaan heb. Ik vertrouw op wat Hij deed (zie?), wat Hij was, dat is wat het was.
137 Nu, wat zei Hij tegen Abraham? "U bent een oude man, honderd jaar oud, Abraham. U bent negenennegentig jaar oud. Maar Ik ben El-Shaddai; Ik ben Degene met borsten."
138 Nu, wij zijn bij de... Wij zijn het eerste kruispunt voorbij, rechtvaardiging: rechtvaardiging; heiliging: heiliging. Nu, onthoud, dat waren dingen die God Abraham beloofd had en had gedaan, maar hier zei Hij: "Ik ben de God met borsten. Nu, u bent oud, Abraham. U bent honderd jaar oud maar voor Mij bent u niets meer dan een baby. Dus, Ik geef u een belofte, en Ik ben de God met borsten. Ik ben de Sterke. Leun nu op Mijn boezem en zuig nu Mijn kracht van Mij in uw zwakke lichaam" om hem klaar te maken voor het wonder.
139 Dat is wat Hij deed met de Pinkstermensen na het tijdperk van Wesley. Hij liet de Pinkstermensen Zijn eigen kracht zuigen, Zijn eigen Heilige Geest als een doop, terug in hun zwakke lichamen om hun geloof te geven voor de opname, om hun geloof te geven voor wonderen. "Ik ben El-Shaddai."
140 Wat Hij deed aan Abraham en zijn zaad na hem, kijk: geloven, bevestigen, bloedverbond, Zichzelf nu aan het injecteren, Zijn kracht, in Zijn volk.
Wat betekent het woord heiligen, u goede Methodisten?
"Heiliging, gelooft u erin, broeder Branham?"
Zeker geloof ik erin. Het is Gods Woord.
"Gelooft u John Wesley?"
141 Absoluut, hij was de engel van het verbond van zijn tijdperk, het tijdperk van Filadelfia. Luther was die van het tijdperk van Sardis daarvoor. Dat is precies juist. En wij hebben er een die komt die een profeet zal zijn. Hij zal de Elia zijn. Precies.
"O," zegt u, "hij sprak van Johannes daar."
142 Nee, nee. Dat is Maleachi 3, "Mijn... Ik zend Mijn boodschapper voor Mij uit." Maar onthoud, de Elia moest komen, de wereld zou verbrand worden met een vurige hitte vóór de komst van die grote Dag des Heren; en het brandde toen niet, toen Johannes kwam. Lees de Bijbel, broeder. Zie? Kijk wat Hij zal doen, de... let op Hem hoe; dat laatste deel van Maleachi 4:
143 "En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen terugbrengen," is dat juist? "en", voegwoord, "het hart der kinderen tot de vaderen." Ziet u die tweevoudige komst van Elia?
144 Nu, ik weet dat deze kerels opstaan vandaag en zeggen: "Ik ben Elia: ik ben Elia; en ik... " O, dat is onzin. Let op. Merk op wat er gebeurde. De harten van wat? De kinderen, de harten der vaderen tot de kinderen, Johannes zijn eerste komst, hij bracht de harten van de oude orthodoxe vaderen terug tot deze jonge boodschap, de kinderen. Maar in de tweede komst moet hij de harten van de kinderen nemen nu, en hen terugbrengen tot het geloof van de Pinksterenvaderen in het begin, proberen het terug te herstellen.
145 Hij zal een vrouwenhater zijn, een liefhebber van de wildernis. Hij zal tot geen enkele organisatie behoren. Zeg: "Denk niet bij uzelf te zeggen: 'Abraham is onze vader.'" Dat deed ook Johannes niet, evenmin deed Elia het. "God is in staat zelfs uit deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken."
146 Ga niet komen zeggen: "Ik ben Methodist, Baptist, of Presbyteriaan, of van Pinksteren." Hij zal de wortel, de boom... de bijl leggen aan de wortel van de boom. Hij zal op het toneel komen een dezer dagen. Let gewoon op hem; zij zullen hem haten. Maar na zijn Boodschap zal oordeel de aarde treffen. Hij zal ergens wegkomen zodat de oordelen kunnen treffen.
147 Er was daar een kleine vrouw, herinnert u zich. En zij had een man, een mannelijk hoofd. Het stierf toen de Confederatie van Kerken het innam. Toen Elia uitging, werd hij tot haar gezonden, en zij was blij om toen de Boodschap van de profeet te ontvangen. Hij onderhield haar dus met de hulp van God.
148 Nu, let op Abraham, die al de kracht van God trok en zoogde (wat?), kracht in zich brengend om zich gereed te maken om dit kind te krijgen op honderdjarige leeftijd.
149 Hij is niet alleen Degene met borsten maar Hij is een Bevrediger. Als de kleine baby ziek is, en echt ziek, brengt de moeder hem naar haar borst, en het begint haar kracht in de zieke baby te zuigen; en terwijl hij gezond wordt, wordt hij tevredengesteld. Zo is het bij de echte man die een houvast heeft op God en die de kracht van de Heilige Geest in zich zoogt, wetend dat hij gerust is gesteld dat God elke woord zal laten geschieden. Hij is Abrahams zaad. Dat is het echte ware zaad van Abraham. Het maakt mij niet uit wat iemand anders zegt; hij zegt: "Als God het zei, dat maakt het vast: ik zeg daar Amen op." En hij is gerustgesteld dat het gaat gebeuren. U slaat hem niet in het rond.
De dokter mag daar staan en zeggen: "Laat mij uw hartslag meten. U bent stervend."
"Dat ben ik niet." Uh-hum.
"O, u bent helemaal overstuur. Wel, ga liever terug naar uw werk, want u hebt niet... Er bestaat niet zoiets als die Heilige Geest."
150 "U weet niet waarover u praat. Ik had houvast op El-Shaddai. Amen. Amen, ik weet waar ik sta." Iedere duivel zou daar kunnen staan en vuur in zijn gezicht werpen. Hij zou het niet betwijfelen. Hij zou regelrecht de vurige oven ingaan zoals de Hebreeënkinderen deden. Waarom? Hij is het zaad van Abraham. Ongeacht hoe lang het zal duren, en er is voor hem gebeden, gezalfd met olie, ongeacht de weg waar hij doorheen is gegaan, hij heeft het aanvaard; op een of andere manier heeft geloof hem gegeven dat hij gelooft dat hij genezen zal worden. Hij zal genezen worden. Dat is alles. Hij gelooft dat hij in de opname zal gaan; niets kan het tegenhouden. Hij gelooft dat de Heilige Geest in hem is, want hij ziet de letterlijke tekenen van de Heilige Geest.
151 U kunt net zo goed ophouden tegen hem te praten. U leert hem gewoon... U kunt hem al de theologie in de wereld leren; hij zou het niet doen, want... Hij zou u niet geloven, want hij weet wat de Bijbel zegt. Hij weet dat hij een houvast heeft op Iets werkelijks. Dat is toen God gaf...
152 Nu, ziet u wat Hij aan Abraham deed? Rechtvaardiging: rechtvaardiging aan Zijn gemeente, Zijn zaad. Rechtvaardiging door Wesley, die grote boodschapper: heiliging ook. Pinksteren daar doorheen: Pinksteren hier doorheen. Zie? Pinksteren zoogde, wat brengt...
153 Hoeveel begrijpen dat als Hij El-Shaddai was, Hij Zijn eigen kracht in Abraham gaf? Hij had nog niets anders gedaan dan hem beloften geven, beloften, maar hier leegt Hij Zichzelf letterlijk in Abraham. Hoeveel weten dat? Wel, dat was de Heilige Geest. Rechtvaardiging is wat u gelooft. Heiliging is wat het bloed voor u deed. U wordt geheiligd door te geloven. Maar wanneer u met de Heilige Geest vervuld wordt, is het de Persoon van de Heilige Geest Zelf, o, de Persoon, geen verbeelding, niet een soort psychologie, maar de Persoon van de Heilige Geest.
154 En tot u, mijn Christian Science broeder, en u die niet gelooft dat de Heilige Geest een Persoon is, hij is een persoonlijke voornaamwoord.
De Bijbel zegt: "Wanneer Hij, de Heilige Geest, is gekomen, zal Hij van mij getuigen." Hij is een Persoon, niet een gedachte.
155 Hij zoogde, niet van de artikelen en van de beloften, maar hij had nu het letterlijke leven van God dat in hem stroomde. Dat is wat het Pinkstergemeentetijdperk heeft gedaan. Nu, wat was hij toen geworden? Een zoon. Amen.
Nu, in het Oude Testament, weten wij... Nu, wij hebben nog slechts ongeveer vijftien minuten.
Wij weten in het Oude Testament, wat gebeurde er? In het Oude Testament was er zoiets als een zoon die in een huis werd geboren.
156 Nu, wees er zeker van dat u dit vat. Hoort u? Zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik weet dat u denkt dat ik gek ben deze middag of misschien de hele tijd, maar ik wil dat u het vat.
157 Nu, let op wat Hij deed. Wanneer een man werd geboren, of een kind werd geboren in een gezin, werd hij als zoon geboren. Is dat juist? Maar hij had nog geen erfenis. Hij moest opgevoed worden. Is dat juist? Nu, wanneer u de Heilige Geest ontvangt... Dat is waar Pinksteren een grote fout maakte. Zei: "Glorie aan God, wij hebben het. Dat is alles wat nodig is." Nee, nee. Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee.
158 In de Bijbel, als een baby werd geboren op iemands boerderij, ging hij rond en huurde de beste huisonderwijzer in die hij kon vinden. Ik zal u een prachtige weergave ervan vertellen, het is in het zeventiende hoofdstuk van Mattheüs, de Berg der Verheerlijking, als u dat wilt opschrijven en lezen. Hoe God Zijn eigen Zoon precies behandelde als... God doet niet... Hij moet Zijn eigen wetten houden. Hij kan Zijn eigen wetten niet schenden of Zijn eigen wetten niet breken. Hij kan niet God zijn en het gewoon doen. En Hij moet die houden om juist, en heilig, en rechtvaardig te zijn. Let nu op wat Hij deed.
159 Toen de baby werd geboren was de vader druk bezig met dingen, dus huurde hij de beste huisonderwijzer in die hij kon huren om het kind op te voeden. En dan liet de huisonderwijzer de vader weten hoe het kind vorderde. Is dat juist, broeders? Wij weten dat daar in Galaten en verschillende plaatsen, waar de Schrift erover spreekt. En het werd genoemd "plaatsing van een zoon". Nu luister slechts nog enkele minuten.
160 Nu, wat als die huisonderwijzer langs zou komen... Nu bedenk, de vader vond de... Als hij die jongen liefhad, gaf hij hem de beste huisonderwijzer die hij kon vinden. Gelooft u dat? Dat was zijn zoon. Nu, hij wilde daar geen huisonderwijzer kopen... of krijgen, die een pluim in zijn hoed wou steken en hem een leugen over het kind zou vertellen. Hij wilde precies weten hoe het met dat kind ging, dus huurde hij een heel goede huisonderwijzer. En dan kwam de huisonderwijzer langs. Nu, als de va-...
161 Als de jongen vooruitgang maakte en het goed deed, hoe moet de huisonderwijzer zich gevoeld hebben, aan komen lopen en zeggen: "Zeg, fijn." Maar wat als die huisonderwijzer gewoon zou... wat als die jongen gewoon een afvallige was, niet op wilde letten, niets voor de vader wilde doen, hoe moet de huisonderwijzer zich dan gevoeld hebben als hij langs kwam en zei: "Hm, ja meneer, uh, uh, hij doet het niet zo best. Nee, meneer, hij is... Het spijt me, maar hij doet het niet zo best."
162 Nu, u lauwwarm kerklid, ik ga het goed over u uitgieten. Wat denkt u toen God Zijn kind hier plaatste, de gemeente, welk soort huisonderwijzer kreeg God voor hem? Een bisschop? Wat? Een paus? Wie zond Hij om Zijn kind op te voeden? De Heilige Geest. Een bisschop zal niet alles vertellen en zal een pluim in zijn hoed willen steken om aartsbisschop te zijn en allerlei staatsopzichters, en al deze andere dingen, maar de Heilige Geest zal de ware boodschap voor de Vader brengen. Ja, meneer.
163 Dus, hoe denkt u dat de Heilige Geest Zich moet voelen wanneer Hij voor de Vader komt en zegt: "Uw Pinkstervrouwen knippen hun haar, Vader. Zij dragen make-up, net als de anderen. Zij gaan niet meer naar de gebedsdienst. Uw zonen willen er niet tegen prediken."
"Wat is er aan de hand? Wat is er aan de hand?"
164 "O, zij hielden zich bezig met grote bouwprogramma's. En zij beseffen niet dat Ik zei: 'Ik zal een plaats bereiden voor u.' Ja, zij zijn aard-gebonden geworden. Ja, zij willen de grootste organisatie hebben, zij willen... Ja. Nee, zij... zij, zij willen de vrouwen dat niet vertellen; zij willen de mannen dat niet vertellen; zij zijn bang om het te doen, want zij hebben een goed betaald bord." Wat moet Hij blozen, de Heilige Geest, en weglopen van God.
165 Wij moeten ons schamen! Hoe moet Hij het doen? Hoe kan Hij die zoon ooit iets geven? Weet u wat er gebeurt met die zoon? Hij is nog steeds een zoon. Zeker, jazeker, maar hij heeft geen erfenis.
166 Paulus zei: "Opdat ik niet het Evangelie predik en zelf verwerpelijk worde" Ziet u? Ja. Hij komt nooit in zijn erfenis, zie, die jongen blijft altijd een zoon maar hij is slechts een afvallige zoon.
167 Maar wat als de Huisonderwijzer langs komt en zegt: "Hé, weet U wat? Die jongen van U is, wel, ja, hij is..." Excuseer de uitdrukking; ik hoop dat u het niet heiligschennend vindt. "Hij is een spaander uit het oude blok. Weet u wat? Hij is gewoon precies zoals U. Hij doet precies hetzelfde als wat U deed. Hij... Ik zal u vertellen, wanneer hij iets verkeerds ziet, blijft hij daar gewoon staan en roept het uit. U kunt vertrouwen in hem stellen."
168 Wat moet de Vader dan zeggen: "Ja, dat is Mijn zoon. Dat is Mijn zoon." Ik heb het nog steeds over Abrahams zaad nu. Ik heb dat niet verlaten; ik blijf daarbij. "Dat is Mijn zoon." Weet u wat de Vader doet nadat bewezen is dat die jongen een zoon is?
169 "Wel," zegt u, "de Bijbel zegt dit, maar natuurlijk, nu, de staatsopzichter zal mij eruit zetten als ik dat predik. Zij... zij... Als ik hun vertel dat ze nog de Heilige Geest moeten ontvangen. 'O, o, o, o, daar zou ik niets mee te maken willen hebben.' Het zou veroorzaken... Zij geloven daar niet in."
"Wel, ik geloof in heilig-... "
170 "O, nee, nee, nee, nee, nee, nee. Goddelijke genezing, wij... Ik zal u vertellen wat wij zullen doen. Wij zullen een groep aan de kant zetten, en wij zullen al dit genezingsgedoe hier eruit zetten, en al deze commotie." Hm. Maar de Bijbel leert het nog steeds, broeders. Dat is nog steeds Gods Woord. Als u Abrahams zaad bent, zult u staan op elk Woord ervan. Niets zal u stoppen. Dat is juist. Of het een Methodistenbisschop is, of een Baptistenopzichter, of een Presbyteriaanse vader, of een Katholieke priester, of paus, of wat het ook mag zijn. Niets zal u tegenhouden als u een echt zaad van Abraham bent. Juist. Blijf daar. Ja, meneer. U trekt uw bron niet van een of ander door de mensen gemaakt systeem; u trekt het van boven, van El-Shaddai. Halleluja! Dat is juist. Predik het hoe dan ook, en ongeacht wie het kwetst. Predik het hoe dan ook.
Vader zei: "Dat is precies hoe Ik Mijn Woord schreef; dat is hoe Ik wil dat het gepredikt wordt." Dat is juist.
171 Weet u wat er gebeurt? Weet u wat er dan gebeurt? Zij houden een ceremonie voor die zoon. Zij nemen die zoon en doen hem een speciaal kleed aan (u weet dat dat juist is), zetten hem op een openbare plaats en verrichten de ceremonie van adoptie, en plaatsen die zoon. Vanaf die tijd is de naam van de zoon even geldig op de cheque als de naam van zijn vader. Is dat juist?
172 Nu, God deed hetzelfde met Zijn Zoon. Hij nam Petrus, Jakobus, en Johannes, en ging naar de top van de berg. En toen Hij iets deed van het grootste belang, riep Hij er drie vanuit de hemel: Mozes, Elia, en Christus. En Hij gaf drie getuigen. En toen zij zeiden: "Laat ons hier drie tabernakels bouwen; wij zullen een denominatie hebben, genaamd 'de profeten'. Wij zullen er een hebben, genoemd naar de wet, de Adventisten. En wij zullen..." Voordat Petrus klaar was met spreken... Wanneer het bovennatuurlijke wordt gedaan is hij helemaal opgewonden; hij wil een denominatie maken.
173 Dat is waar u Latter Rain [Spade Regen – Vert] broeders uw fout maakte. Dat is waar u Assemblies of God [Vergaderingen van God – Vert] uw fout maakte. Dat is waar u Oneness [Eenheid – Vert] uw fout maakte. Dat is waar u Church of God [Kerk van God – Vert], Prophesies [Profetieën – Vert], en u allen, uw fout maakte. U zag het bovennatuurlijke gebeuren; u wilde een klein kringetje eromheen tekenen en zeggen: "Dit zijn wij." Waarom laat u het niet met rust? Als het niet van God is, zal het tot niets komen. En als het toch God is, hoe kunt u het uitroeien; het zal voor immer standhouden.
Ga voorwaarts, houd uw oog op Golgotha, blijf trekken van El-Shaddai. Dat is juist, blijf erbij.
174 Maak problemen en scheid u van elkaar af; dat is wat de duivel zei: "Wel, ik kan stoppen met vechten nu; zij hebben hun wapens op elkaar gericht. Zolang zij zo vechten, vind ik het goed." Zie? Gaat gewoon liggen en doet een dutje.
175 Maar laat hen een keer die zaak uit hun hart krijgen en hier terugkomen naar waar zij behoren, let op wat er dan gebeurt. Laat dat grote leger er met miljoenen staan. Beslist. Let op wat er dan gaat gebeuren. Laat de Methodisten hun banieren laten vallen. Laat de Pinkstermensen hun banieren laten vallen. Laat ze allebei een houvast nemen op de Heilige Geest en zeggen: "Hier staan wij." Amen. U zult een opwekking zien die deze natie zal schudden, dat is juist. U zult een opwekking zien zoals u nog nooit...
Denkt u dat zij dat zullen doen? Beslist niet. Zij zullen het niet doen. De Bijbel zegt dat zij het niet zullen doen.
176 Billy Graham door het hele land; hij zei ginds in Louisville, toen ik daar was bij het ontbijt: "Paulus ging naar een stad en had één bekeerling; kwam daar een jaar later terug en hij had er dertig of veertig uit die ene." Zei: "Ik ga en krijg er dertigduizend, kom terug en kan er geen dertig vinden." Het enige is dat u hen een droge ogen belijdenis laat doen, Billy; en u neemt hen niet ver genoeg in het Koninkrijk van God. Dat is wat er aan de hand is. Dat is het precies. Maar hij speelt zijn rol. Een ogenblik; wij zullen daarop komen, als u even geduld met mij hebt.
Let op. Hij plaatste Zijn Zoon; hetzelfde als wat Hij met Abraham deed. Hij riep Abraham eruit.
177 Nu, luister. Nu, ik wil dat u uw geestelijk verstand aantrekt en dat u even rustig blijft. Hij riep Abraham er toen uit aan het eind van dit zeventiende hoofdstuk, en... het achttiende hoofdstuk, liever gezegd, Hij riep hem eruit en maakte een plaatsing voor hem.
178 Hij zei: "Abram, Ik ben niet... Uw naam is niet langer Abram, maar uw naam is Abraham. U bent niet S-a-r-a-i; u bent S-a-r-a van nu af aan, 'prinses'." Wat deed Hij? Plaatste Zijn zoon. Wat is Gods Naam? Elohim. Is dat juist? Elohim, is dat Wie Hij is, Here God Elohim, Bewaarder van de hemel, de hemel en de aarde?
179 En wat deed Hij aan Abraham? Hij gaf Abraham een deel van Zijn Naam: van Abram naar Abraham, Elohim, omdat hij ook een vader was (Amen): plaatste hem op zijn positie, gaf hem de naam Abraham, van Abram naar Abraham: Elohim, Elohim, h-i-m: h-a-m, Abraham.
180 Ik wil dat u oplet. Dat was net voor de vernietiging nu en voordat de belofte vervuld werd. Let nu even op. Nadat Hij hem dat gemaakt had, zijn naam nu geplaatst had, hem op zijn positie geplaatst had, hem had geroepen door rechtvaardiging (gelooft u dat?), zijn zaad door rechtvaardiging, heiliging door het bloed, door het zaad, gevuld met Zichzelf, Zichzelf in hem had uitgestort als El-Shaddai, de Heilige Geest, Heilige Geest. Nu plaatste Hij hem en gaf hem een deel van Zijn Naam, Elohim, een kleine Elohim, en de mens werd geboren om een god te zijn.
181 Nu, u zegt: "Dat is verkeerd." Jezus zei: "Is er niet... staat er niet in uw eigen wetten: 'Gij zijt goden'? En waarom veroordeelt u Mij dan, als uw eigen wet zegt dat u goden bent." Hem werd een domein gegeven; het domein was de aarde. De hele aarde is aan het zuchten, nu wachtend op de manifestatie van de zonen van God.
182 Als ik een Branham ben, ben ik een Branham; ik ben een deel van een Branham. En als een man een zoon van God is, is hij gemaakt in het beeld van God en werd hem het domein gegeven hier op aarde om over deze aarde te heersen zoals God erover heerste. En de tweede Adam bewees het. Amen. Hij stopte de natuur: "Zwijg, wees stil." Amen. Vervloekte de vijgenboom, zeker, en Hij was een Man, toch was Hij God; Hij was een gemanifesteerde Zoon van God. Dat is wat wij een dezer dagen zullen zijn. Wij komen er gewoon toe door rechtvaardiging, de zaden van Abraham die omhoog komen.
183 Nu, let op wat Hij aan Abraham deed: gaf hem die naam. Nu onmiddellijk, ongeveer drie of vier dagen later, had Abraham zich van Lot afgescheiden. Nu, luister heel aandachtig nu. Bent u klaar? Zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu u, hebt u het aandachtig gevolgd? Zeg: "Amen." ["Amen."] Ziet u dat Hij alles wat Hij aan Abraham deed, ook aan zijn zaad heeft gedaan? Zeg: "Amen." ["Amen."] Goed.
184 Nu, wij komen nu tot het volgende. Nu, let op onze drie klassen. Nu, er was... Wat betekent het woord kerk? "Uitgeroepen, uitgeroepen." Israël was het volk van God totdat zij uitgeroepen werden uit Egypte; toen werden zij gemeente van God genoemd. Zie? "Uitgeroepen", hetzelfde woord, pak uw woordenboek en zoek uit of het niet "uitgeroepen" is.
185 Nu, wat was Abraham? Uitgeroepen en afgescheiden. Hij was de uitverkoren gemeente. Lot vertegenwoordigt de kerk vandaag. Mis dit alstublieft niet, in Christus' Naam, mis het niet. Luister aandachtig. Wat hij... Abraham was daar buiten in een vermoeiend, moeizaam land, arm, geen water voor het vee, maar wat deed Lot? Hij was ook een christen; hij was een gelovige. Hij ging dus heen naar Sodom en werd de burgermeester van de stad. Is dat juist? Dat zijn uw denominaties, uw lauwe zogenaamde christenen. Daar kwelden de zonden... O, zie, dronkaards, het kwelde hun hart. Zeker. Het kwelde hun hart.
186 Nu, daar waren de Sodomieten, de ongelovige. Daar was Lot precies daar met hen in zijn lauwe toestand, maar hier is Abraham. O my. Dus de tijd komt nu dicht bij het einde. En let goed op.
187 Op een dag, terwijl Abraham onder zijn eik zat, zag hij drie mannen naar hem toe komen wandelen, stof op hun kleren. En Abraham ging naar buiten en zei: "Mijn Heer, wilt U binnenkomen? Want om deze reden komt U." Er was iets in Abrahams hart, dat hem liet geloven dat er daar iets met die Man was.
Wel, zij kwamen binnen. Niet, nu "mijne heren", drie mannen; hij zei: "Mijn Heer."
188 Lot, de oude teruggevallene, zei: "Mijne heren." Maar Abraham zag er drie en zei: "Mijn Heer", Elohim. Zie of de Bijbel dat niet zegt. Hij wist waar hij stond. Hij was Abrahams ware zaad. "Mijn Heer, kom binnen. Ga zitten; ik zal wat water voor U halen; U kunt Uw voeten wassen. En ik zal U een stukje brood geven, en dan kunt U Uw weg vervolgen."
189 Hij ging zitten, en ik veronderstel dat hij de oude vliegenmepper haalde. Hoeveel weten wat een vliegenmepper was? Man, o, man, wat heb ik die vaak gebruikt. En hij liep dus snel naar buiten naar de kudde, haalde een klein, dik kalf, doodde het en kwam en zei: "Sara," helemaal daar achterin de tent, "ik wil dat je wat brood kneed." Dat is het zeven. Heeft u ooit een zeef gezien? Wij hadden vroeger een oude ronde zeef; ma had er een houtblok in waar het maïsmeel nat zou worden en plakken. Zij kneedde het erdoorheen, want je moest zorgen dat elk beetje telde, weet u. En je wrijft dit erdoorheen. Hij zei: "Kneed wat en zet het op de haard." Zij hadden geen broodpan; zij namen gewoon de haard daar, een groot rotsblok dat daar lag voor de open haard, en bakten dit brood heel snel.
190 Zei: "Ik heb zo'n gevoel dat daar een Vreemde is buiten." Keek daar naar buiten: het waren stoffige, gewone mannen die daar buiten onder de schaduwboom zaten te rusten. En zij kookten en maakten het kalf klaar, de lamskoteletjes werden helemaal bereid, zij maakten de maïsbroodjes klaar, en haalden wat boter, en haalden toen wat melk van de koe; en hij ging buiten en ging zitten, en zij aten het. En Abraham noemde die Man: "Elohim": God, Die het vlees van een kalf at, de melk van een koe dronk, en maïsbrood en boter at.
191 Nu, als u erover wilt argumenteren, kunt u gewoon... Abraham sprak met Hem. Hij noemde Hem "Elohim", de Here God Almachtig. Wat was het? Tonend wat het zaad zou gaan krijgen. Let op nu. God...
192 Een prediker zei een keer tegen mij, toen ik daar enkele dagen geleden over sprak: "Eerwaarde Branham, u bent een te intelligent persoon om te zeggen dat dat God was."
Ik zei: "Dan ben ik tóch intelligent genoeg om te weten dat de Bijbel zegt dat het zo was."
En hij zei: "Meent u echt dat God daar was met de... met de kleren aan met stof erop, de almachtige Jehova?"
Ik zei: "Abraham noemde Hem Elohim."
Zei: "Wie denkt u dat de andere twee waren?"
Ik zei: "Twee engelen."
Hij zei: "Wel, hoe kunt u... "
Ik zei: "Zodra Hij dat gegeten had, verdween Hij." Ik zei: "Wel, u weet niet Wie onze God is."
193 Ik was, zo'n beetje... ik kamde mijn twee of drie haren die ik over heb, weet u, onlangs, en mijn vrouw zei tegen mij, zei: "Billy, je bent bijna kaal."
Ik zei: "Ik heb er geen een verloren."
Zij zei: "Vertel mij alsjeblieft waar ze zijn."
Ik zei: "In orde lieverd, dat zal ik doen. Vertel mij waar ze waren voor ik ze kreeg. Ze waren een substantie. En waar ze ook waren voordat ik ze kreeg, ze wachten er daar op dat ik ze kom halen." Halleluja!
194 Dit lichaam is misschien geen lepel stof; dat is wat het was om mee te beginnen, toen de vulkanen daar aan het uitbarsten waren toen mijn lichaam daar lag. Dezelfde God Die mij bracht en voedde, kan mij weer ergens doen opstaan. Dat is juist.
Ik zei: "Wij zijn gemaakt uit zestien elementen van de aarde: petroleum, kosmisch licht, calcium en kalium."
195 God zei gewoon: "Ik heb gehoord over de zonden beneden in Sodom. Ik ga er heen en Ik moet rondwandelen daar beneden en rondkijken", en zei: [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert] "Pfff"; stapte erin, zei... Nam nog een handvol calcium en zei: "Pfff; kom hier, Gabriël. Pfff; kom hier, Michaël. Laten we naar beneden gaan." Hier kwamen zij en ze liepen naar beneden. "Ik ga hen hoe dan ook tonen wat er in de laatste dagen met het zaad van Abraham gaat gebeuren." Luister nu, mis dit niet.
196 Dus dan komt Hij dichtbij naar beneden, gaat zitten, en zij beginnen te praten, en na het eten, weet u, gingen twee van hen af naar Sodom om tot de lauwwarme kerk te prediken. Wist u dat? Zij hadden daar een opwekking. En is het niet vreemd dat in deze laatste dag... Nu, Een van hen bleef achter en sprak tot de uitverkoren gemeente, Abraham en zijn uitverkoren groep. Hoeveel begrijpen dat nu, zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] En de anderen gingen naar beneden en spraken met Lot om hem uit Sodom te krijgen, omdat hij een rechtvaardig man was. Allen die dat begrijpen, zeg: "Amen." ["Amen."] De Bijbel leert ons dat Abraham de uitverkoren gemeente vertegenwoordigde zoals het zaad van Abraham (zie?), de gelovige Abraham, die zich afscheidde... die God geloofde, zich afscheidde van de wereld, die kwam door rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, dan een plaatsing van de gaven, zonen in het lichaam. Nu, hij is aan het wachten. Ziet u hoe ver wij zijn gekomen?
197 Nu, hier komt de Engel neer in menselijk vlees: God, Elohim. Staat er Elohim, hoofdletter-H-e-e-r-e daar? Lees Genesis 18, zie of het niet zo is. Elohim kwam neer in menselijk vlees, at als een man, dronk melk als een man, at het vlees van een kalf als een man, at boter en maïsbrood als een man. Nu, als u wilt argumenteren, argumenteer dan met Hem.
Let op wat er gebeurde. En Eén bleef achter bij Abraham, en de anderen gingen naar beneden om tot de lauwe kerk te prediken, een moderne Billy Graham.
198 Hebt u bemerkt hoe vreemd in deze laatste dagen, hoe A-b-e-r-h-a-m, degene met wie het verbond werd gemaakt, en een man in zijn verbond die predikte tot de lauwe kerk: G-r-a-h-a-m? Heeft u ooit bedacht hoe vreemd dat was? Niet Billy Sunday, maar (zie?) G-r-a-h-a-m, de boodschapper tot de lauwe kerk om hen uit Sodom te roepen. En Een bleef achter bij Abraham.
199 Let op wat de ene deed die naar beneden ging en predikte. Wat deed hij? Hij schreeuwde: "Kom eruit." Wat deed hij? Niet vele wonderen, er werd niet veel gedaan. Hij verblindde alleen hun ogen. En het Evangelie prediken verblindt de ogen van de ongelovige. Wat was het? Hij verblindde hun ogen zodat zij de deur niet konden vinden. Dat is wat er nu aan de hand is. Zij kennen de Deur niet, de Deur is Jezus, de levende Heilige Geest voor de gemeente. Amen. Predikte zeker, maar hij verblindde hen van die deur weg.
"De dagen van wonderen zijn voorbij, maar Hij is nog steeds God." Enzovoort.
"Zie dat u hier wegkomt want ik ga het verbranden." Dat is juist.
Let op Degene die achterbleef bij Abraham; Hij gaf daar ook een teken. O God!
200 De vrouwen in die dagen waren niet zoals tegenwoordig; iedere keer dat er iemand langskomt, een man, moeten zij hun korte broek aantrekken en naar buiten gaan, het gras maaien, en, weet u, zich bemoeien met de zaken van de man en alles. Zij bleven achter in de tent waar zij behoorden. Als ze al deze vrouwen uit deze kantoren hier in de buurt zouden halen, met mannen en allen, om te... die werken, en hen zouden zetten waar zij behoren, en deze vrouwelijke politieagenten van de straten zouden halen, een schande voor deze... een smet op de vlag, en hen terug zouden zetten, zouden de mannen werk hebben.
201 De Engel ging zitten en begon met Abraham te spreken, en zei: "Ik veronderstel dat u weet waarom Ik neerkwam." Nu, let op. Hij zei niet: "Abram." Hij zei: "Abraham." Wel, slechts enkele dagen daarvoor was hij Abram. "Abraham, waar is uw vrouw Sara?" S-a-r-a. Zie of dat juist is. Slechts ongeveer twee dagen daarvoor was hem pas die naam gegeven. Hoe wist Hij dat zijn naam Abraham was, hoe wist Hij dat de naam van zijn vrouw Sara was. Zie, zij was niet naar buiten gerend om zich te bemoeien met de zaken van haar man. Dus, zie?
Abraham (nu luister, de Bijbel, ik citeer de Bijbel) zei: "Zij is in de tent achter U." Is dat juist? Nu, let op.
202 "Abraham, Ik ga u bezoeken overeenkomstig Mijn belofte." Wie was het? Wie was het? Geen wonder dat Abraham Hem Elohim noemde. "Ik ga Mijn belofte in vervulling brengen."
203 En Sara... Excuseer mij, jongedames, Sara achter in de tent, lieflijke vrouw, maar zij zei: "Ik, een oude vrouw, bijna honderd jaar oud, en mijn heer... " (haar man) "... ook honderd jaar oud, en ik opnieuw plezier met hem hebben?" U begrijpt wat ik bedoel, nietwaar? Als man en vrouw was het opgehouden. Zie? Zei: "Als een jonge vrouw opnieuw plezier hebben met mijn man daar?" Terwijl het misschien al wel twintig jaar geleden was dat er zo'n gezinsrelatie was geweest. Zie? "Ik, een oude vrouw, plezier hebben met mijn man, en hij, ook een oude man?" Zij zei... [Broeder Branham maakt een gebaar – Vert]
204 En deze Engel, Elohim in vlees, keek naar Abraham en zei: "Waarom lachte Sara, en zei ze in zichzelf dat deze dingen niet zouden kunnen?" Ziet u wat voor een soort teken de uitverkoren gemeente kreeg? Ziet u welk soort teken Billy Graham geeft? Zie wat het hier is in de uitverkoren gemeente. Het is God Die zich manifesteert in uw vlees. En zei Jezus niet: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen?" Ziet u het nu? Nu, wij zijn rechtvaardiging voorbij gegaan, heiliging, doop van de Heilige Geest, het plaatsen van de gaven van de Zoon in de gemeente. Nu is het God Die Zich manifesteert voor dat teken. En ik vraag elke Bijbellezer om mij nog een teken te tonen dat Hij deed voordat... daarna.
Nu. Nu, laten we nog een klein stukje verder gaan. Hij zei: "Zij is in de tent achter U."
205 Nu, kijk. God zou die vrouw precies daar veroordeeld hebben voor het niet geloven van die Engel. Gelooft u dat? Maar Hij kon het niet. En de wijze waarop sommigen van u Pinkstermensen, wij Pinkstermensen, handelen, wij zouden er allang uitgeschopt zijn; maar God kan het niet doen. Waarom? Als Hij A-... of als Hij Sara eruit had geschopt, zij was een deel van Abraham. Zij was dus erfgenaam met hem. Dan had Hij ook Abraham eruit moeten schoppen. Dus Hij kon het niet vanwege zijn vrouw, vanwege de man.
206 Dus zo gaat dat, het is vanwege Christus dat Hij ons er niet uit kan schoppen. Wij zijn Zijn zonen en dochters. Ons ongeloof betekent niets. Het werkelijke ware zaad van Abraham zal hoe dan ook schijnen. Daar was het.
207 Luister nu aandachtig. En de Engel zei: "Ik ga u bezoeken; overeenkomstig de tijd van leven, wel, deze zaak gaat gebeuren." En Abraham ging met Hem mee, en Hij verdween en ging weg; Hij ging ergens buiten het donker in en veranderde opnieuw terug tot God.
208 Hebben wij rechtvaardiging gezien? Hebben wij heiliging gezien? Doop van de Heilige Geest? Het komen in het lichaam van God? Hebben wij de plaatsing van gaven in de gemeente gezien? Nu, hebben wij de manifestatie van God gezien, het laatste teken?
Nu, let op. Onmiddellijk deed God iets aan Sara en Abraham. Nu, u gaat dit niet geloven, maar hoe dan ook is het zo.
209 Ziet u wat... wilt u de Bijbel lezen, lees het dan niet alsof u het in de krant leest. "En ze hadden onlangs een ontploffing." Nu, ik weet niet of het waar is of niet. Zij vertellen ons zoveel dingen die verkeerd zijn, u kunt er gewoon geen aandacht aan besteden. Maar wanneer u de Bijbel leest, is het een liefdesbrief aan de gemeente.
De Bijbel zegt dat Jezus God dankte, dat het voor wijzen en verstandigen werd verborgen, en aan kinderkens werd geopenbaard, aan degenen die zouden leren.
210 Wanneer ik overzee ga, zal mijn lieflijke kleine vrouw mij een brief schrijven: "Lieve Billy, ik zit hier vanavond met de kinderen. Wij hebben ze net naar bed gebracht." Ik... "Kleine Joseph huilde vanavond een beetje om jou voordat hij naar bed ging." Ik weet wat zij... wat zij schrijft. Maar ik heb haar zo lief dat ik tussen de regels kan lezen; ik weet waarover zij spreekt.
211 Dat is hoe u Gods Woord moet lezen: tussen de regels. Als u Hem liefhebt, openbaart Hij het gewoon aan u. U begint daar, en u zegt gewoon: "Wel, er staat: 'Hier is het.'" Wel, u zegt: "Hier is het." Zeker.
Nu kijk, weet u wat Hij met Sara en Abraham deed? Luister nu heel rustig. Hij veranderde hen terug in een jonge man en vrouw.
"Ik wil dat u bewijst dat Hij het deed."
212 Nu, luister aandachtig. Ten eerste, u weet dat Abraham en Sara direct dat land verlieten en naar Gerar gingen. Is dat juist? Meet het uit op de kaart; een aardig lange afstand voor een oude man, kleine oma met een klein hoedje op haar hoofd, weet u.
Nu, u zegt: "O, wel, zij leefden gewoon langer."
De Bijbel zei: "Zij waren welbedaagd, en voorbij de tijd van een menselijk leven." Kleine oma, hier gaat zij.
213 Zij gingen daarnaartoe, en toen zij daar kwamen was er een jonge koning daarginds genaamd Abimelech die op zoek was naar een geliefde. En al die mooie Filistijnse meisjes daar in de omgeving, maar toen hij oma zag komen, zei hij: "Dat is degene voor mij." Hij werd op haar verliefd en zei: "Je bent schoon van aangezicht."
214 Schaam u. Kleine oma kon zelfs niet met haar eigen man leven, had het al jaren niet meer gedaan, en lachte de Engel zelfs uit als Hij zei dat zij het zou doen. Hij maakte haar een jonge vrouw. Zij was mooi en schoon.
215 Nu kijk, laat mij u iets vertellen. Hij had iets moeten... Hij deed iets aan haar. Nu, wat als Hij haar slechts vruchtbaar had gemaakt? Wat als Hij slechts... Als Hij dat deed... Zij rookten geen sigaretten in die dagen, zodat ze hun baby's met flessen moesten voeden. Zie? Dat hadden zij niet. Zij moesten hen met de borst voeden. De melkklieren waren opgedroogd. Als een vrouw van honderd jaar in bevalling zou gaan, zou zij in een minuut sterven, zeker zou zij dat. Hij moest haar een nieuw hart geven; Hij moest haar melkklieren geven; Hij moest haar baarmoeder vruchtbaar maken; Hij moest...
216 O, kijk wat Hij bij Abraham moest doen, zijn lichaam zo goed als dood. Hij veranderde hem gewoon terug. Want Hij toont wat Hij gaat doen aan het zaad van Abraham. Zie?
217 Let op. Hij ging daarheen, en Abimelech werd dus verliefd op haar. Hoeveel weten dat dat juist is? En nam haar als zijn vrouw. En hij zou haar benaderen omdat zij een mooi meisje was. En die nacht lag die werkelijk goede wettische broeder daar, weet u. Hij sprak zijn gebeden, nam zijn bad, en stak zijn tenen omhoog. Morgen gaat hij trouwen met dit mooie Hebreeuwse meisje; tjonge, slechts honderd jaar oud. Zie? En o, hoe... gewoon zo... hoe mooi was zij. En haar jonge echtgenoot die daar buiten zat.
218 En die nacht verscheen de Here hem in een droom en zei: "U bent zo goed als een dode man." Dat is juist. Ik wil u iets vragen, of u helemaal... – of u in orde bent voor uw genezing vanavond of niet.
Wel, hij zei: "Here, U kent de oprechtheid van mijn hart." Zei: "Die vrouw vertelde mij dat dat haar broer was."
219 Zei: "Dat is de vrouw van een man." Luister, hier is het deel. Zei: "Haar man is Mijn profeet. En het maakt Mij niet uit hoeveel u bidt; Ik zal u nooit horen. Ga, en laat hem voor u bidden, en ik zal u genezen."
220 Zat daar buiten en loog, en een man die dat tegen zijn eigen vrouw zou zeggen om zijn eigen nek te redden; bent u zo waardig als dat? Zie? Wat probeer ik te doen? Aan u te tonen dat het Gods genade is die u waardig maakte. U bent helemaal niet goed; ik ben helemaal niet goed; maar Hij is Degene Die goed is. Kijk naar Hem. Hij is Degene Die het deed. Als het niet vanwege Gods genade was; Abraham zat daar en loog. Loog hij? Deed hij dat? Hij zei: "Dat is mijn zuster." Het is een klein onschuldig leugentje: het zijn grote zwarte leugens.
En zij zei: "Dat is mijn broeder." En dat was verkeerd. Maar hij draaide eromheen om zijn nek te redden.
221 En toen zei Hij: "Ga daarheen en bid voor... laat hem voor u bidden." En Abraham bad voor hem, herstelde zijn leven, en wat? Vervolgens kregen zij het kind.
222 Ik wil dat u oplet. Tot slot moet ik dit zeggen. Ik kan niet tot de rest komen, het is te laat, en dan een gebedsrij hebben. Ik wil dit zeggen: Wat deed Hij aan Abraham? Rechtvaardiging toen hij geloofde. Is dat juist? Zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Heiliging toen Hij... door het bloed. Is dat juist? Abraham en zijn zaad... Gaf hem kracht van Zijn eigen lichaam, hetzelfde toen Hij hem de Heilige Geest gaf, kracht van Zijn eigen Wezen. Is dat juist? Plaatste hem als zonen in het lichaam – in het lichaam met gaven; is dat juist? En manifesteerde Zichzelf nu als Jehova; getuigde door Jezus Christus, om de geheimen van het hart te kennen net zoals Jezus het zei.
223 Bedenk, toen Jezus hier op aarde was, bewees Hij aan de Joden dat Hij de Messias was door dat teken. Is dat juist? Hij bewees het aan de Samaritanen; zij keken uit naar een Messias. Is dat juist? Maar geen plaats voor de heidenen, zij keken niet uit naar een Messias. Wij kijken uit naar een Messias, nietwaar? Dus Hij bewijst het nu aan ons.
224 En kijk, wat deed Hij? Hij moest het lichaam van Abraham en Sara veranderen. Het volgende nadat dat teken werd getoond, was dat Hij het geheim van hun hart kende, Hij veranderde... Het volgende was de verandering van het lichaam om de beloofde zoon te ontvangen. En dat is nu het volgende in de rij, de opname van de gemeente, de verandering. "Wij, die levend overblijven zullen hen niet voorkomen die ontslapen zijn; want de bazuin Gods zal klinken; de doden in Christus zullen eerst opstaan, en wij die leven zullen veranderd worden in een ogenblik, in een oogwenk."
225 En kijk, wat als Hij hen gewoon terug had veranderd in een jonge man en vrouw zoals zij de eerste keer waren? Zij hadden sowieso de baby niet kunnen hebben, want ze hadden samen geleefd toen zij een jonge man en vrouw waren. Hij moest hun lichaam veranderen op een andere wijze om te ontvangen... om de zoon te krijgen. Is dat juist? Hun lichaam moest op een andere wijze veranderd worden, om de zoon de ontvangen.
226 En wij kunnen niet... Als wij terug zouden gaan om jonge mannen en vrouwen te zijn, kunnen wij nog steeds de Zoon niet ontmoeten, want wij gaan Hem te ontmoeten in de lucht. Wij moeten een veranderd lichaam hebben om Hem in de lucht te ontmoeten, de opname.
227 Dat is het volgende voor de kinderen van Abraham. Het volgende is het klinken van de bazuin. De echte kinderen van Abraham zullen veranderd worden, dit lichaam zal licht gemaakt worden en wij zullen omhoog gaan. Als wij terug zouden gaan om jonge mannen en vrouwen te zijn, zouden wij nog steeds aan de aarde gebonden zijn. Als Abraham en Sara terug waren gegaan om een jonge man en vrouw te zijn, hadden zij de baby niet kunnen hebben, want zij zouden nog steeds onvruchtbaar zijn geweest. Maar Hij veranderde hen om de beloofde zoon te kunnen ontvangen, en zoals Hij deed met Abraham... Let op hoe Hij alles door liet lopen door Abraham, alles door het zaad van Abraham, en hier zijn wij precies vandaag aan het wachten op de plotselinge opname; onmiddellijk daarna kwam de verandering en de zoon.
228 Kijken wij uit naar de Zoon? Naar wat voor soort Zoon kijken wij uit? De Zoon van God Die oprijst met genezing in Zijn vleugels. Halleluja! Abraham en zijn zaad na hem, begrijpt u het nu? Ziet u waarom ik zo enthousiast ben?
229 Ik heb hier nog tien of twaalf Schriftgedeelten waartoe ik had moeten komen, maar we hebben geen tijd. Ik wil dat u vanavond naar uw gemeente gaat. Ik had al twintig of dertig minuten geleden op weg naar huis geweest moeten zijn.
230 Maar ziet u wat ik bedoel? Wat Hij aan Abraham deed, deed Hij aan zijn zaad. Is dat juist? Wat waren de zaden? De naties, toen het niet alleen maar de mensen waren. God handelt met Israël als...
Precies hier zit een man precies, die onlangs naar mij toe kwam en hij zei: "Ik probeer een zendeling te worden voor de Joden."
231 Ik zei: "Vergeet het. Deze kleine verspreide Joden zijn niet de Joden waarover God spreekt. God handelt niet met de Joden als individuen, maar als een natie." Israël is klaar om de Geest te ontvangen wanneer Elia en Mozes aan hen verschijnen na de opname van de gemeente. Het volgende is de vijgenboom die zijn knoppen voortbrengt. Dat zijn de ware. Zij komen dus naar hun vaderland; maar Israël zal ontvangen worden als een natie. Wij zijn individuen, Abrahams zaad. Dus nu, wij... Dat was de Heilige Geest. En schrijf het op, u jonge mensen, in uw boek, en zie hoe... of dat juist is of niet. Zie?
232 Maar nu, de heidengemeente is afgelopen. Billy G-r-a-h-a-m is daar in Sodom, trekt die Sodomieten eruit zo hard als hij kan. De Engel des Heren hier onder de uitverkoren gemeente die werd uitgeroepen, "heilige roller" genoemd zoals Abraham: "Gek, waarom komt u niet naar ons toe om met ons om te gaan en plezier te maken met de rest van ons; wij leven hier in luxe" en zulk soort dingen. Maar er is een echt zaad van Abraham dat de wereld niet aanraakt of de dingen van de wereld. Wat is het? Wat doet de boodschap?
233 Een man bezocht mij onlangs 's avonds en zei: "Broeder Branham, als u slechts een compromis wilt sluiten..." Een groot man van een Volle Evangelie gemeente zei: "Wij zullen u nemen en u voorzien van een vliegtuig als u zich wilt aansluiten bij onze organisatie, en wij zullen u met deze gave naar elke hoofdstad in de wereld nemen en zullen deze zaak uitbazuinen, als u slechts een klein beetje compromissen wilt sluiten over wat u leert."
234 Ik zei: "U met een doctorsgraad vraagt aan een dienstknecht van God om een compromis te sluiten over het Woord van God. Ik kan niet aan zoiets als dat denken, man." Ik zei: "Nee, meneer, er is helemaal geen sluiten van een compromis bij mij." Ik zei: "Ik geloof dat Gods Woord de komst van de Zoon van God leert. Ik geloof in de doop van de Heilige Geest. Ik geloof in de tekenen en wonderen die de gelovigen volgen. Dat is precies wat God zei. Dat is waar ik voor sta. Dat is wat ik geloof." En ik weet dat het waar is.
235 En wij zijn gekomen door de rechtvaardiging van Maarten Luther, net als Abraham; wij zijn door de heiliging van Wesley gekomen; wij zijn door het Pinkstertijdperk gekomen; en nu hebben wij de plaatsing van de gaven in de gemeente gezien. En wat gaan wij nu als volgende zien? God Die Zich manifesteert in vlees, zelfs de gedachten van het hart onderscheidend, precies wat Jezus zei dat zou geschieden. En het volgende is de verandering van het lichaam om de beloofde Zoon te ontvangen.
Laten wij onze hoofden buigen.
236 Hemelse Vader, ik weet niets anders te zeggen in dit uur. Zeker kunnen de mensen het begrijpen, Here. Wij zijn in de eindtijd. De wetenschap zegt dat wij... zei drie of vier jaar geleden, dat wij twee minuten voor middernacht zijn, of drie minuten. Ik geloof dat de grote hand van God zich uitstrekte en de tijd stopte. De deksteen van de piramide staat op het punt daarboven geplaatst te worden. De gemeente wordt afgeslepen, zij ziet haar laatste teken.
237 Here, laat die mensen wakker worden en beseffen dat zij uitkijken naar iets ver weg in de toekomst, terwijl het vlak onder hun neus gebeurt en ze beseffen het niet. Als de duivel hun dat kan laten geloven, Here, heeft hij hen verslagen. Laat hen beseffen Here dat U deze Heilige Geest bent waarin wij ons verheugen, en ons al deze jaren verheugd hebben. Het is Christus, het Verbond dat God maakte met het menselijk ras, zodat wij zonen en dochters konden zijn, als Zijn Geest in ons woont. En wij zouden hetzelfde doen.
238 Wie was die Elohim daar? Wel, U was het, Jezus, de Gezalfde Die een lichaam van vlees zalfde om te tonen dat U Uzelf in de laatste dag zou manifesteren in menselijk vlees. En wij zien het U doen, elke dag en nacht. En dit is nu aan het gebeuren voor de eerste keer in tweeduizend jaar, en hier zijn wij.
239 Wij kwamen door het tijdperk van Luther, zoals U Abraham nam, door het tijdperk van Wesley, zoals U deed bij Abraham, door het tijdperk van Pinksteren: het organiseerde zich en maakte denominaties en werd op de plank weggezet. De gemeente bleef regelrecht doorgaan, regelrecht verder; kleine 'ismen' probeerden omhoog te komen, maar elke plant die Mijn Vader niet heeft geplant zal ontworteld worden en sterft helemaal uit.
240 Maar hier zijn wij nu en zien God onder ons wonen, en Zichzelf tonen. Wij wachten op de opname, de verandering, zodat wij de Zoon van God een dezer dagen kunnen zien komen in glorie. Hij zal nooit Zijn voeten op de aarde zetten, maar wij zullen veranderd worden en opgenomen worden om Hem in de lucht te ontmoeten. Zoals U Abraham en Sara veranderde en hen in een toestand bracht dat zij de beloofde zoon waarop zij gewacht hadden konden zien en ontvangen, God, bid ik dat U een dezer dagen onze sterfelijke lichamen zult veranderen. Zoals dat visioen, of verandering, of wat het ook was die nacht onlangs, zullen wij een dezer dagen opgenomen worden, veranderd, gewoon... Here, ik geloof het met al wat in mijn hart is. Het oude zal nieuw worden, de kracht van God zal...
241 Een dezer dagen zullen wij in een samenkomst zitten, sommigen buiten in het veld, sommigen malend bij de molen, en geheel plotseling zal er een roep van de hemel komen. "Zie, de Bruidegom komt." Dan daar te staan met onze hand in de lucht, en te weten dat wij zonen van God zijn en mede-erfgenamen met Abraham door Jezus Christus, het Koninklijke Zaad, te weten dat wij dezelfde tekenen die daar bij Abraham gedaan werden vandaag zien gebeuren zoals beloofd door Jezus Christus: "Zoals het was in Sodom, zo zal het zijn."
242 Vóór Sodom werd verbrand... de wereld zou opnieuw verbrand worden, en vóór het voor de tweede keer verbranden, zal hetzelfde opnieuw gebeuren.
243 En wij zien een Billy Graham ginds in Sodom, het Evangelie predikend tot die intellectuele groep, proberend hen er uit te roepen. Mevrouw Lot met al haar partijtjes en haar geliefden, die niet wilde vertrekken. En wij zien de moderne vrouwen met korte broekjes, en verf, en geknipt haar, en zoals de Sodomieten; die zich kleden als prostituées, sexy, zodat de mannen naar hen kunnen kijken, en dan schuldig zijn aan het plegen van overspel met die man, alhoewel rein in hun lichaam; maar: "Zo wie een vrouw aanziet, om haar te begeren, die heeft reeds overspel met haar gepleegd." Heeft het met haar gepleegd, zij zal er verantwoordelijk voor worden gehouden. Wij zien mevrouw Lot hetzelfde doen.
244 God, hoezeer zouden wij hierbij kunnen blijven tot in de ochtend, en morgenavond, en de volgende ochtend, verder en verder: hoe die zoon kwam en hoe hij werd geofferd; hoe die ram boven op de berg was. Geen visioen, maar een ram die God Abraham liet doden in plaats van zijn eigen zoon, en bloed liep eruit; en er loopt geen bloed uit een visioen. Het was een ram; Jehova-Jireh.
245 God, U bent vanmiddag in staat om voor Uzelf in een Offer te voorzien. U bent in staat in een gemeente voor Uzelf te voorzien; U bent in staat om in predikers te voorzien die zullen opstaan en de waarheid prediken ongeacht wat organisatie, denominaties, en bisschoppen, en pausen, enzovoort zeggen. U bent Jehova-Jireh. Ik heb U lief, Here. Ik heb U lief.
246 En ik draag deze samenkomst aan U op. Ik draag mijn dierbare broeders hier op, die ditzelfde Evangelie geloven. God, ik bid dat U hen machtige mannen van God zult maken, o God, die volledig zullen blijven bij de houwlijn, het Evangelie, en met niets compromissen sluiten, ongeacht wat het hun kost. Ik bid dat U aan deze wonderbare mensen hier vanmiddag hetzelfde zult doen.
247 Nu, Here, ik heb het Woord gepredikt zo duidelijk als ik maar weet. Ik toonde het hun door typen in een kinderlijke vorm die iedereen kon begrijpen. Nu, Here God, Schepper van hemel en aarde, Elohim, U bent nog steeds Elohim. Ik bid dat U vanmiddag Uw Geest onder ons zult brengen, en dat Uw grote macht zal komen en ons het zeer zichtbare teken zal tonen dat U toonde aan Abraham en Sara voordat dat uur kwam. Sta het toe, Here, dat deze gemeente, wanneer ik vanmiddag vertrek, o Eeuwige en Gezegende, dat zij mogen weten dat U Jehova bent. Sta het toe, Here, sta het toe, bid ik in Jezus' Naam.
248 [Iemand spreekt in tongen. Leeg gedeelte op de band. Iemand doet de uitlegging. Leeg gedeelte op band – Vert] Heilige Geest Die die boodschap sprak zoals Hij daar was bij Abraham en zijn zaad, Hij is hier, Abrahams zaad vandaag.
Wees eerbiedig voor de Almachtige God. Ik zal u vragen of... U mag uw hoofd opheffen. Ik vraag u eerbiedig te zijn.
249 Ik heb vandaag geroepen dat wij voor de zieken gaan bidden, om de zieken hierheen te brengen, en ik wil niet deze indruk bij de mensen hier achterlaten, dat omdat ik hier ben, ik degene ben die voor de zieken moet bidden.
[Leeg gedeelte op de band – Vert] ...?... die gekleurde vrouw. En zij bidt vanwege een hoge bloeddruk. Zij...
[Leeg gedeelte op de band] ... van hier; zij komt van Chicago.
[Leeg gedeelte op de band] ... op, mevrouw Jones.
[Leeg gedeelte op de band] ... mevrouw Nola Jones, wilt u opstaan? Is zij op?
250 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... op elkaar, leg uw... wuif zo met uw hand, opdat de mensen weten dat u en ik vreemden zijn voor elkaar. Ga naar huis. Jezus Christus genas u.
[Leeg gedeelte op de band] ... een andere vrouw [Leeg gedeelte op de band] ...?...
[Leeg gedeelte op de band] ... balkon, [Leeg gedeelte op de band] operaties, de kracht, de trek komt van deze kant...
[Leeg gedeelte op de band] ...?... met een keelprobleem...
[Leeg gedeelte op de band] ... zij heeft een darmaandoening...
[Leeg gedeelte op de band] ...?... sta op, en geloof aan de Heer Jezus Christus.
[Leeg gedeelte op de band] ... die dame die daar aan het eind van die rij zit...
[Leeg gedeelte op de band] ... probleem, gelooft u dat God u gezond zal maken, dame?
[Leeg gedeelte op de band] ... orde, ga naar huis; Jezus Christus geneest u.
[Leeg gedeelte op de band] ... heb geloof in God...
[Leeg gedeelte op de band] ... de kleine dame die precies daar zit, een soort roze-uitziende lang...
[Leeg gedeelte op de band] ... met haar ogen. Gelooft u dat God u gezond zal maken?...
[Leeg gedeelte op de band] ... reuma, waar zij last van heeft, gelooft u met uw hele hart? U kunt het ook hebben.
251 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... man, die aan de andere kant zit, die naar mij kijkt met dat probleem met de voorhoofdsholte. Gelooft u dat God u zal genezen, meneer? De voorhoofdsholte? In orde, meneer.
Daarnaast, u hebt een maagkwaal. Gelooft u met geheel uw hart dat God u gezond zal maken?
U daarnaast hebt een hartprobleem. Gelooft u dat God u gezond zal maken, dame? Gelooft u?
Daarnaast, u heb artritis. Gelooft u dat God u gezond zal maken? In orde, meneer, u kunt het hebben. Ga naar huis, word gezond.
252 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... God u gezond zal maken? Daar boven in de laatste rij? In orde meneer, u kunt het hebben.
Naast u, heeft darmproblemen. Denkt u dat God u gezond zal maken? Ga en ontvang het.
[Leeg gedeelte op de band] ... geheel uw hart? Heb geloof in God.
[Leeg gedeelte op de band] ...?... een knobbeltje in de borst, mevrouw Cramer, sta op en word gezond.
[Leeg gedeelte op de band] ... zaad na hem. God beloofde dat het zo zou zijn in de laatste dagen, kinderen. Gelooft u het?
Nu, ZO SPREEKT DE HEER...
[Leeg gedeelte op de band] ...?... Het Woord van God bewijst dat het juist is. Jullie worden allemaal melkachtig en overal gebeurt er nu van alles.
[Leeg gedeelte op de band] ...?... hier van St. Louis.
[Leeg gedeelte op de band] ... ogen.
[Leeg gedeelte op de band] ...?... hier heeft astma, als u gelooft, kunt u teruggaan en gezond worden.
253 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... het Woord zei het, de Bijbel heeft het verklaard van Genesis tot Openbaring. De Heilige Geest kwam neer, plaatste Zijn gemeente, redde haar, rechtvaardigde haar, heiligde haar, vulde haar met Zijn tegenwoordigheid en nu bent U hier in Uw gemeente en toont Uzelf levend met Uw mensen, vlak voor de opname; de verandering van het lichaam.