In de geest raken
Door William Marrion Branham1 Vreemd. Ik stond hier, gisteravond geloof ik, over broeder David te praten en hier verschijnt hij vanavond op het podium. Wel, dat is verbazend fijn.
(Broeder David, we zijn blij u hier in Chicago te hebben en het is prettig u, broeders achter mij, hier vanavond te hebben. En de ondersteuning in gebed te weten...?... boodschap van de Here. Wees voortdurend in gebed voor mij.)
Het is fijn hier vanavond weer in de gehoorzaal te zijn, die zo prachtig van stoelen is voorzien, en om bij de mensen te zijn. En we zijn in verwachting bij het zien van de werking van de Heilige Geest, dat Hij vanavond opnieuw onder ons zal komen.
Wij hebben zeker elk uur van deze dienst ons verblijd hier te zijn. Er is... Sinds afgelopen zondagavond, of afgelopen zondagmiddag liever... Wij hadden zo'n prachtige, wonderbaarlijke tijd en de Heilige Geest heeft grote dingen in ons midden gedaan. We hebben Hem de zieken zien genezen, wonderen zien doen, mensen zien redden en hen gevuld zien worden met de Heilige Geest en grote dingen zien doen. Wat zouden we Hem nog meer kunnen vragen dan dat? En wat wij Hem hebben zien doen.
2 Ik ben zo blij te weten dat we in de laatste dag leven en als predikers van het Evangelie hebben wij, naar ik geloof, het voorrecht tot de uitverkorenen van God in de laatste dagen te spreken. En wat een voorrecht is dit voor ons predikers om dit voorrecht vandaag te hebben, hier op aarde te staan en te spreken tot het laatste gemeente-tijdperk, de laatste gemeente.
Ik geloof dat werkelijk met heel mijn hart, dat wij nu spreken tot het laatste gemeente-tijdperk. Het zal tenslotte eindigen in de Laodiceaanse gemeente en dan zal Jezus komen en het zal allemaal voorbij zijn. En ik zal blij zijn wanneer dat gebeurt.
Ik voel me als Johannes vanouds: "Ja, amen, kom Here Jezus." Hij zei: "Ja, amen." Ik heb er zo ongeveer genoeg van gezien. Ik ben rond gegaan en het ziet er naar uit, in plaats van dat het beter gaat, dat de wereld steeds goddelozer wordt. Dus ik denk zoals Johannes zei: "Ja, amen, kom Here Jezus." Dan zal alles voorbij zijn.
3 En ik ben... Kijk ze hebben nog steeds dit kleine boek hier liggen van het visioen dat gedrukt is. En telkens als ik eraan denk brandt mijn hart om verder voorwaarts te gaan in de samenkomst, om direct iets te doen, omdat het... het zal niet lang meer duren totdat wij misschien geen tijd meer hebben iets te doen. Dus willen we het nu doen, terwijl we het kunnen. Moge de Here vanavond opnieuw Zijn zegeningen eraan toevoegen. Morgenochtend wordt het Zakenlieden ontbijt gehouden naar ik geloof op deze verdieping hier. Ik geloof dat ze... Het is al aangekondigd. Dat er morgen een Zakenlieden ontbijt zal zijn. En ik geloof dat het publiek daartoe is uitgenodigd. Als u komt, zal het ons een grote vreugde zijn.
En het valt mij te beurt, als het God behaagt, morgenochtend te spreken: een van de sprekers tenminste aan het ontbijt. En ik vertrouw dat de Here ieder van ons wil ontmoeten en als u nog nooit naar een van deze ontbijten bent geweest; enigen van uw zakenlieden hier, van de stad, het zou u zeker goed doen om te komen en te horen wat God voor andere zakenlieden heeft gedaan.
4 U mag misschien een voorspoedig mens zijn, zover het uw zaak betreft. Maar wij gaan u niet iets introduceren om u een betere – of liever om uw zaak te verbeteren. Wij proberen u iets te presenteren dat ú zal verbeteren. Dat is Christus (ziet u?), de Christus. Zoals ik onlangs op een avond zei dat de kerk lang geleden haar programma heeft verloren toen zij zich met de wereld probeerde te meten, met onderwijs en met vertier en met amusement, enzovoort. We zullen ons nooit met hen kunnen meten. De kinderen van de nacht zijn knapper dan de kinderen van de dag. Ze zijn wijzer. Dat zei Jezus. En wij zouden ze nooit het amusement kunnen geven en bovendien is het Evangelie geen schittering, maar een gloed. ziet u? Het is een gloed: zacht en aangenaam. En er is alleen één ding wat wij hebben en de wereld niet heeft en niet kan hebben tenzij zij één van ons worden: wij hebben Jezus. Dat is het. We hebben Jezus.
5 We zijn niet zo knap als zij. We zijn niet zo ver in wetenschap gevorderd. Daar weten wij niets van. En wij proberen met hen geen gelijke tred te houden door een betere opleiding te hebben, of betere scholen of zoiets. Met te zeggen: "Onze kerk heeft deze school", enzovoort. Dat is goed in die richting, maar wij hebben Jezus. Dat proberen wij tot de wereld te brengen, Jezus Christus. En Hij is de Zoon van God. En Hij is onze Verlosser. Wij kennen Hem in de kracht van Zijn opstanding. Dat is de echte zaak.
Nu, sommigen van ons zijn... Wel, wat mijzelf betreft ken ik misschien Zijn Boek niet al te best, maar Hem ken ik werkelijk goed. En dat is... Hij... Alles wat ik moet weten is Hèm te kennen. Zijn Boek te kennen geeft u geen eeuwig leven. Maar Hem te kennen is leven. Hem te kennen, de Persoon van het Boek, is leven.
6 Welnu, morgenavond verwachten wij, zo de Here wil, opnieuw nog een genezingsdienst te hebben. En dan morgen, of zondagmiddag wordt deze samenkomst beëindigd. En dan vertrek ik naar het noorden van Brits Columbia en Dawson Creek en Grand Prairie en Fort St. John en door dat deel van het land daarboven, gedurende misschien de rest van de zomer. Wees dus in gebed voor ons. En we hopen u bij het ontbijt in de ochtend te zien en tijdens het verdere verloop van de samenkomst. En u, vreemdelingen, vergeet nu niet al deze broeders hier op het podium vanavond. De reden waarom zij hier zitten is, omdat zij voorgangers zijn van ditzelfde Evangelie. Zoek waar hun kerken zijn en vul die zondagochtend op voor hen tot een bijzondere bijeenkomst. We hopen dat het een werkelijk, echt goede opwekking achterlaat die door de hele stad gaat tot Jezus komt.
7 Kleine Joseph hier, Bozé, hij vertelde me altijd dat jaren geleden... We zaten op een dag bij de Lakeshore Drive en hij zei in zijn gebroken Engels: "Bruder Branham, altijd had ik een gevoel in mijn hart dat ik Chicago geschud wilde zien. Ik wil Chicago zien schudden." Hij zei: "Jaren geleden kwam ik uit New York om hier Chicago te zien schudden."
Onlangs op een ochtend, net voor mijn interviews, gebruikte ik mijn ontbijt met Joseph. En ik heb altijd veel van hem gehouden. En toen zei ik: "Broeder Joseph, uw groot verlangen is vervuld, alleen geloof ik niet dat u het begrijpt." Zie? Wanneer je spreekt over 'een stad schudden', 'een land schudden', betekent dat niet dit atoomvoer dat hier buiten rondloopt. Dat betekent de gemeente. Het is de gemeente die geschud moet worden. Niet de kerkelijke groep, maar het lichaam van Christus. Dat is degene die wordt geschud en weer in orde wordt gebracht.
En de Chicago groep weet dat ze zijn geschud, dat zij in de laatste jaren echt zijn geschud, in de laatste zes of zeven jaren. Hoe grote mannen van God naar deze stad zijn gekomen en tot de uitverkorenen gepredikt hebben en tekenen en wonderen en mirakelen hebben plaats gevonden, zodat zij geen excuus heeft. Absoluut, zij is zonder excuus. Het betekent bekeren of omkomen. Dat is alles.
8 Welnu, u die alles bijhoudt van de... of teksten opschrijft, zoals wij het uitdrukken. Ik heb hier vanavond een paar teksten en aantekeningen opgeschreven over een klein onderwerp dat ik tegen elf uur moet hebben doorgenomen, of een beetje later. En dus... ik... gisteravond, ik... Dank u, dat is aardig van u.
Elke avond heeft Billy gezegd: "Wanneer u naar Chicago gaat wil ik zien of u het redt om één avond om half tien klaar te komen. Ik wil zien of u het kunt."
"O," zei ik, "dat is makkelijk. Ik weet dat ik elke avond twintig minuten ga prediken." Elke avond wanneer hij naar buiten komt, zegt hij: "Hoeveel zat u er vanavond naast?"
Ik zei: "Niet meer dan twee uur, of zoiets."
Maar ik – ik weet niet erg veel, maar ik houd er gewoon van om te blijven vertellen wat ik weet. Dus... Tot het doordringt.
9 Een oude voorganger ging eens naar een kerk. Ik weet dat dit geen plaats is voor grappen. Ik bedoel dit niet als een grap. Maar enkel zodat ik de gedachtengang voor een ogenblik kan wijzigen. Hij ging naar de kerk en predikte de eerste avond over: "Bekeert u." De tweede avond dat hij predikte was over: "Bekeert u." De derde, vierde, vijfde en zesde avond predikte hij over: "Bekeert u."
Wel, dat was goed. Dus riepen de oudsten van de kerk hem en zeiden: "Doctor, wij waarderen uw boodschap over bekering, maar zes avonden achter elkaar hebt u over dezelfde boodschap van bekering gepredikt."
Hij zei: "O ja. Dat klopt."
Ze zeiden: "Hebt u geen andere boodschap?"
Hij zei: "O ja. Maar laten zij zich allemaal eerst bekeren, dan spreek ik over iets anders." Ziet u? Dus... dat is het. Nadat zij zich allemaal bekeerd hadden, dan zou hij over iets anders spreken. Dat is een tamelijk goede filosofie. Begrijpt u? Berouw hebben tot we allemaal bekeerd zijn. Dat zou goed zijn. Ik ben er zeker van dat we daar al lang moesten zijn.
10 Slaat u open II Koningen, het derde hoofdstuk. Daar wil ik lezen het vijftiende vers.
Nu dan, haalt mij een citerspeler. En het geschiedde toen de citerspeler speelde, dat de hand des HEREN op hem kwam.
En als ik daaruit een tekst zou willen nemen, zodat ik een samenhang kan krijgen, zou ik hier dit onderwerp kunnen nemen: "In de Geest raken."
Het was een hele verandering die daar in Palestina in die dagen plaats vond. Er was iets geweldigs gebeurd; een voorname, aanzienlijke profeet werd weggenomen, opgenomen in heerlijkheid. En het is een groot verlies voor de gemeente wanneer een groot man zoals hij er tussen uit wordt gehaald.
11 Maar wat een vertroosting zou het de natie gegeven moeten hebben, welke toen de gemeente was. Om te weten dat deze man die tot hen gezonden was om God te vertegenwoordigen naar huis was gegaan zonder zelfs te sterven, die weggerukt werd en opgenomen werd. Elia was een schitterend type voor deze dag.
Misschien een beetje ver van de gebaande weg van enige mannen die de Bijbel beter kennen dan ik, maar ik geloof zo'n beetje dat er een boodschap in de laatste dagen zal wezen, zoals die van Elia. En die Elia-gelijkende gemeente zal niet sterven maar veranderd worden, opgenomen. Vuur zal haar opnemen in heerlijkheid, het Pinkstervuur zal haar in de opname wegnemen.
12 In ieder geval baant God altijd een weg voor Zijn gemeente. Wanneer Hij met de ene man klaar is, heeft Hij een ander wachtend. En God neemt wel Zijn man, maar nooit Zijn Geest weg. Hij heeft altijd iemand anders waarop Hij Zijn Geest kan leggen.
En het is vreemd, maar door de Bijbel heen heeft Hij nooit twee profeten, hoofdprofeten, tegelijkertijd in werking gehad. Hij heeft altijd één profeet gehad. Wanneer Hij dan met diegene klaar gekomen is, neemt Hij hem weg en stelt een ander aan in zijn plaats.
13 Dat is wat Hij heeft gedaan. Hij heeft alleen boodschappers verwisseld, maar het was dezelfde Geest: Elia en Elisa. En wat zou ik graag tijd hebben gehad er vanavond op in te gaan, om op te merken dat toen God de oude, vermoeide profeet van het veld riep... Hij had tegen Izebel en haar wereldse groep gepredikt; en Achab en zijn leiders en predikers-genootschappen uitgefoeterd en van alles, tot hij vermoeid was. En God zou hem thuis halen. Dus bracht Hij hem naar de rivier en...
Voor Hij het deed wilde Hij iemand zalven, die deze zelfde boodschap zou nemen. Ziet u, dezelfde boodschap moest blijven. Dus ging hij heen en wierp zijn mantel over Elisa heen. En Elisa, nadat hij de mantel van Elia aan had gehad... Hij moet deze hebben teruggegeven. Hij had hem zojuist over hem heen geworpen en hij moet deze weer hebben teruggegeven, want hij viel van zijn schouders af toen hij opvoer.
14 We ontdekken nu dat Elisa... Elia probeerde hem te ontmoedigen. Hij zei: "Wacht hier, omdat de Here mij ergens anders heen heeft geroepen." En toen ontdekte hij dat hij naar drie stopplaatsen ging: naar Gilgal en verder omhoog naar de school van de profeten in Jericho en toen benedenwaarts naar de rivier en hij stak met hem de Jordaan over.
En als wij opmerken, toen wij verleden zondag over Abraham en zijn zaad na hem predikten, ontdekten we dat Hij Abraham drie kruispunten gaf: door rechtvaardiging, hem roepend in het twaalfde hoofdstuk; in het vijftiende hoofdstuk door het bloedoffer wat heiligmaking was; in het zeventiende hoofdstuk door zijn kracht uit Zijn lichaam te zuigen, de Heilige Geest in Abrahams lichaam te gieten, om hem te versterken voor de komende zoon.
Zoals Hij bij de gemeente deed zo deed Hij bij het zaad van Abraham: rechtvaardiging door Luther, heiligmaking door Wesley, de doop van de Geest door de Pinksterbeweging. Toen de plaatsing van de zoon, die gaven in de gemeente gaf. Toen verschijnend in de vorm van... Hij was God in het vlees, Zichzelf manifesterend, door de geheimen van het hart te weten en wat Sara in de tent achter Hem deed.
15 Hoe die kruispunten... En die kerken precies eender op diezelfde plaats te zien komen... Hoe Hij daarna het lichaam van Sara en Abraham moest veranderen na die boodschap, om de beloofde zoon te ontvangen. En dit heeft Hij aan deze gemeente gedaan, voerde haar door dezelfde zaak heen.
Het volgende is nu een verandering in een moment, in een oogwenk en gaan... En we zullen een veranderd lichaam moeten hebben. Welnu, Sara en Abraham konden in dat soort lichaam de beloofde zoon niet ontvangen. Zij waren honderd jaar oud. Hij moest hun lichamen veranderen. Niet hen zover terugbrengen tot ze jong waren, wat Hij deed, maar ze ook veránderen. Omdat zij anders geworden waren zoals zij eerst waren.
Maar Hij veranderde hun lichamen zodanig dat ze de zoon konden ontvangen. En nu zien we het volgende voor de gemeente aan de orde komen, een veranderd lichaam. Niet zozeer dat wij oude mensen verjongd worden – dat zullen we ook en we zullen daar jong zijn, absoluut – maar we moeten een veranderd lichaam krijgen om de Zoon te ontvangen, omdat wij Hem in de lucht gaan ontmoeten. De opname zal komen, een verandering in een ogenblik, in een oogwenk.
16 We zien nu dat God Elisa door hetzelfde proces liet komen, drie verschillende stadia. En nadat hij de school had verlaten, naar de Jordaan ging en de Jordaan overstak, toen had hij een dubbel deel van Elia's geest op hem gekregen.
Nu heeft Jezus gezegd: "Deze dingen die Ik doe zult gij ook doen. Meer dan dit zult gij doen, want Ik ga naar de Vader." Het is een beeld van Christus en de gemeente. Christus werd opgenomen, en dezelfde Geest die op Christus was kwam op Zijn gemeente.
Waar Christus slechts in één plaats kon zijn om te prediken, kon Hij nu in Zijn gemeente universeel over de hele wereld zijn om te dienen. Denk eens in, we zijn vanavond hier in Chicago met Christus, dienende. Daar in Filadelfia, Christus predikend. Afrika, Japan, Azië, Europa, overal. Mensen worden op dit ogenblik rondom de wereld door de kracht van God genezen. Mensen ontvangen bij dozijnen de Heilige Geest op dit ogenblik (Ziet u?), over de hele wereld. Een dubbel deel, Zijn Geest uitgestort in de laatste dagen.
17 Zodra de school van theologie (op de berg van Jericho) bij zijn terugkomst Elisa zag oversteken en zij het wonder dat hij deed zagen, precies zoals Elia het deed, o, zeiden ze: "De geest van Elia rust op Elisa."
Vervolgens ontdekken we dan dat de mensen wisten dat de Geest van God op deze profeet was. Dus raadpleegden zij hem, of hij niet een wonder voor hen zou willen doen, voor het goede doel. Ze zeiden: "Wij hebben hier een prachtige stad, gevestigd op de heuvel en het uitzicht is mooi en het is een fijne plaats voor een school, enzovoort, zoals Elia gebouwd heeft, maar het water is hier bitter." En zij hadden een nieuwe bron nodig.
18 En natuurlijk waren zij aan het veranderen. En zij moesten een nieuwe bron geopend krijgen. Dus u kunt geen nieuwe wijn in oude flessen doen. Het zou ze laten barsten, begrijpt u. En ik geloof dat het vandaag ook zo'n dag is, dat we een verandering van water nodig hebben. We hebben een beker zout nodig, een nieuwe aarden beker met zout waar nooit eerder iets in heeft gezeten.
En gewoonlijk doet God dat. Laat ergens een klein persoon opstaan die niets weet en laat hem een beker zout in een oude kerkelijke vijver gooien. En voor men het weet is het allemaal weer zoet geworden, een andere opwekking, de Heilige Geest die op iedereen valt en overal heengaat.
Dat is wat wij vanavond nodig hebben. Dat is wat we opnieuw nodig hebben: nog een handje zout, gelooft u ook niet, om het water wat zoeter te maken? Herinner u, hij nam een splinternieuwe beker, waar niets in had gezeten en deed er zout in. Nu is zout een smaakmaker als het verbinding maakt. Maar het moet eerst daarmee verbonden worden. Het moet zijn verbinding maken.
19 Welnu, destijds in de politieke wereld, daar had zich ook een grote verandering voorgedaan. Daar was een man, Achab geheten, gestorven. En zijn zoon Joram regeerde in zijn plaats. Hij was ongeveer net zoals, o, ik denk zijn vader Achab. Hij had een paar dingen rechtgetrokken, maar werd erger in andere dingen.
En zo is het ongeveer weer. Wanneer wij een nieuw systeem opbouwen, o, we halen een paar dingen weg wat het oude systeem niet had en doen er iets in wat wellicht erger is. En zo gaan we maar verder. Maar zo is het gebeurd gedurende deze tijd.
Zo sprak ik een paar avonden geleden over Josafat, die Achab kwam bezoeken om een verbond met hem te sluiten. En hij kwam in verkeerd gezelschap.
20 Welnu, het is vreemd dat Josafat, nog steeds koning in zijn achttiende regeringsjaar... Toen Joram Achabs plaats had ingenomen, kwam Josafat daarheen, of beter, Joram liet hem komen omdat hij in problemen was gekomen. En Josafat keerde regelrecht weer terug in het verkeerde gezelschap. Is het niet vreemd dat we die dingen doen? Men gaat regelrecht van de wal in de sloot. U ziet het mensen doen, als... zij komen naar voren en beginnen God te dienen en dan, voor u het weet, gaan ze terug de wereld in.
De Bijbel zegt: "Zoals een hond gaat naar zijn uitbraaksel en een zeug naar de modderpoel..." En de hond behoorde te weten dat, als het uitbraaksel hem ziek genoeg maakte om het de eerste keer eruit te laten komen, het de tweede keer hetzelfde zal doen. En als de zonde van de wereld een mens eenmaal doet beseffen dat hij verkeerd is en hem berouw laat hebben zal het eveneens de tweede maal zo zijn. Waarom dus toch niet daar vandaan blijven? Als het u ziek maakte en u werd ervan verlost, blijf er vanaf. Blijf uit de buurt van enige schijn van kwaad.
21 En we ontdekken dat dit de wijze is waarop het toch gaat, en we hebben het gewoon. We hebben het altijd gehad, dus geloof ik dat we er precies mee doorgaan.
Maar ik stel me voor dat Josafat dacht: "Wel, ik ga kijken, misschien is deze nieuwe voorganger, Joram anders. Hij zal een beetje anders zijn dan de oude voorganger." Doch we ontdekken dat hij wel een nieuwe voorganger was, maar hetzelfde oude systeem had. Hij had alleen wat nieuwe dingen toegevoegd en voerde enkele nieuwe programma's in die het oude systeem wellicht niet had.
En dat hebben wij vandaag geloof ik heel wat gedaan, vrienden. Dat hebben we. En wij Pinkstermensen, dat is een groot aandeel van wat wij hebben gedaan. We hebben het oude systeem genomen en proberen een nieuwe opwekking te beginnen, maar al gauw, weet u, keren we om en voeren met de nieuwe opwekking precies het oude systeem weer in. En dat verscheurt de zaak.
22 Hier niet lang geleden, toen de opwekking in de Pinksterkringen begon, brak er iets uit wat men "The Latter Day Rain" [De Laatste Dag Regen] noemde. Wel, zij trokken uit naar verschillende plaatsen en zeiden: "We zijn niet georganiseerd." En men kwam tot de ontdekking dat zij strenger georganiseerd waren dan de anderen.
Ziet u, u kreeg het oude systeem terug, met de nieuwe voorganger en het werkt gewoon niet. Dat is alles. En het brengt de hele zaak in verwarring. Dan bent u helemaal verscheurd. Dus dat gebeurde hier. Josafat ging erheen om de nieuwe voorganger, Joram, te zien en dacht misschien zijn systeem te bekijken om te zien wat hij had. Maar het was slechts een middel om hem opnieuw in moeilijkheden te brengen. En dan met al de uiterlijke vertoning en alles wat hij hem had te bieden, ontdekken we dat zij zeven dagen gingen zonder de Here te raadplegen, zonder zeker te weten dat God in hun midden was.
23 Dat is de narigheid. Wij starten met die dingen, maar blijven nooit stilstaan om te ontdekken of het werkelijk de Here in ons midden is of niet. Of dat het een of andere soort emotie is, of een of andere opwinding of een of ander dwaas systeem of zoiets. We behoorden de zaak uit te zoeken om te zien of het God is of niet.
Ik denk dat we dáár onze fouten maken. Zeven dagen waarin de gemeente gereisd heeft. En we ontdekken dat in de "de tijd van zeven dagen" wij het als vanzelfsprekend aannamen dat God bij ons was; dat deden wij. Vanzelfsprekend aannemen. "O, we gaan lid worden van de kerk. God is er in. Daar is geen twijfel aan."
24 Onderzoek en ontdek of God erin is of niet. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Tekenen, wonderen, mirakelen... En wanneer wij onze kerken zien afkoelen en die dingen niet zien gebeuren... U moet wachten tot u een speciale evangelist, of zoiets, in uw stad krijgt, dan moet er op een paar tamboerijnen worden geslagen om een beetje emotie omhoog te werken. God is daar niet in. Nee. Ik zeg u dat wij vandaag opnieuw een terugkeer naar de oude Bijbel nodig hebben. Terug naar de ouderwetse Pinksterleer van de Bijbel. Terug naar de Heilige Geest. Terug naar de kracht van God. Terug naar gebedssamenkomsten die de hele avond duren, waar men hongert en dorst naar God. Dàt is wat wij vanavond nodig hebben in onze kerken, om dàt in onze systemen te brengen.
25 Zij ontdekten toen bij hun zevendaagse reis, dat het hen tenslotte naar een woestijn bracht. En wij ontdekten hetzelfde. Wij hebben zeven gemeente-tijdperken gehad. Wij leven nu in het zevende gemeente-tijdperk. Wat hebben wij gedaan toen er een opwekking uitbrak? We maakten een systeem en vormden ons tot een kleine groep hier die zei: "Wij geloven dit en wij willen met die groep niets te maken hebben."
En die groep dáár maakte een kleine groep in orde. Zij wilden niets te maken hebben met deze groep hier. En ze begonnen zich druk te maken en te bekvechten met elkaar.
En nu ontdekken we temidden van dit alles dat we ongeveer zeven dagen gegaan zijn zonder God in ons midden te hebben. Jazeker.
26 Welnu, de profeet zei dat er een dag zou zijn die geen dag of nacht genoemd zou worden. Het zou een soort droefgeestige, sombere dag zijn. Wij hebben zo'n soort dag gekregen. We hebben een dag gehad gedurende de laatste tweeduizend jaar waarin wij samenkomsten hadden en Jezus aannamen als Gods Zoon en onze Redder. En we hebben God grote dingen onder ons zien doen. Maar toch is het een lange tijd geweest sinds het Pinksterlicht. Tweeduizend jaar vormden wij organisaties, bouwden grote scholen en hadden systemen. En ontdekken hier in het zevende gemeente-tijdperk; wij ontdekken dat we iets gemist hebben. Er is iets verkeerd. We zien dat we in een woestijn zijn geraakt. En alle vruchten zijn verdroogd. Dat is wat de Pinkstergemeente vandaag heeft gedaan. Het heeft zichzelf zo strak georganiseerd tot de een zich tegen de ander heeft gekeerd. Tot we ontdekten dat alle vruchten zijn uitgedroogd. We hebben geen liefde, vrede, vreugde, lijdzaamheid en gemeenschap meer, die we behoorden te hebben, zoals zij die in het begin hadden. De vruchten zijn in de woestijnen allemaal verdroogd.
27 Zeven dagen van gaan zonder de echte levende God te vinden. We zijn weggedwaald met kleine 'ismen'. God gaf Luther rechtvaardiging; hij dwaalde ermee af. Hij gaf Wesley heiliging; hij dwaalde ermee af. Hij hield op met... Pinkstermensen spraken in tongen en zij dwaalden daarmee af. God wil ons bijeen roepen in een eenheid van kracht om de volheid van de Heilige Geest opnieuw in de gemeente terug te brengen, met alle geestelijke gaven in werking in elk plaatselijk lichaam.
Ja, zeven dagen zonder God leidde hen de woestijn in. Het is vandaag hetzelfde. Zijn vruchten verdroogden. Ik stel me dat zo voor – terwijl zij over de heuvel, uit de groene valleien en dergelijke, trokken, dat zij begonnen te zien dat de plaatsen aardig aan het verdrogen waren.
28 Weet u, iedereen wil een bergtop-ervaring en ze willen nooit de vallei nemen. Iedereen, ook de Pinkstergemeente. Als u niet elke avond juicht, danst, op-en-neer springt, in tongen spreekt en over de vloer heen en weer rent, of zoiets, hebt u geen echte samenkomst.
Wel, het is goed weet u, om op de bergtop te zijn, dat is goed. Maar laat me u vertellen; uw vruchten zullen daar 's nachts bevriezen. En wanneer de koude periode komt, verliest u al uw vruchten. Dat is nu gebeurd. Wij leggen teveel nadruk op "bergtop-ervaringen" van dansen en schudden en rond springen in plaats van op bidstonden van avonden lang, beneden in de vallei van beslissing; waar u neer moet komen om God te ontmoeten en om werkelijk uw leven uit te gieten tot er iets plaats vindt.
We hebben daarboven vruchten gekweekt, maar de vorst doodt het. Jazeker. Telkens als er een koele periode komt, hebt u niets waarop u staat kunt maken. Als de emotie afneemt is het gejubel afgelopen. Als het lawaai stopt, hoe staat het dan met u? De verzoeking komt langs en u bent er niet tegen bestand!
29 Wat wij doen moeten is: neerdalen naar die slijperij, daar in die vallei; uitgraven. Zo is het precies. Dáár behoorde de gemeente vanavond te zijn. Wel, ik kan me voorstellen dat zij opmerkten dat het groene leven begon te... U zegt: "Groen?" Ja, wij zijn misschien groen maar we hebben in ieder geval leven. Dat is... Jawel.
Iedereen zegt: "Wel, dat stel Pinksterpredikers, enigen van hen..."
Ik was niet lang geleden in een school en mijn zoon vertelde over enige studenten. Eén zei: "Wel, ikzelf ben van de 'Southwestern' Bijbelschool."
Hij zei: "Als u kunt lezen en schrijven bent u beter af dan die groep daar." O my! Hij zei: "Wel, het is het groenste stel dat ik ooit heb gezien."
O broeder. We zijn wellicht groen, maar we hebben... we zijn flexibel. Iets wat niet groen is zal als je er een beetje aan trekt, breken.
30 Dat is er aan de hand met ervaringen van te veel mensen vandaag: te droog en te stijf. Wij hebben iets nodig wat buigzaam is, zodat de wind die naar beneden komt het kan bewegen en in de rondte kan laten razen en trekken om het te laten groeien en er leven in te krijgen. Ik zou liever een beetje groen willen zijn en buigzaam voor de Heilige Geest zodat ik mij eraan kan overgeven, in plaats van een klagelijk geluid te maken als een begrafenisdienst, wanneer het over me heen waait. Zeggend: "De dagen van wonderen zijn voorbij. Er is niet zoiets als Goddelijke genezing." Dat is een begrafenisdienst.
O, die jonge bomen, maar toch, wanneer zij buigzaam zijn en zich aan de Geest kunnen geven en de Geest hen begint te bewegen als een ruisende wind, hen boordevol vullend met Gods goedheid, o, dat is het soort van leven. Het mag dan een groene groep zijn, maar het is een stel dat leven in zich heeft. Dat is goed. En iets waar geen leven in zit, is dood. Dat is wetenschappelijk bekend, dat het dan dood is.
31 Zeven dagen. En het was, niet te vergeten, op die zevende dag dat zij inzagen wat ze gedaan hadden.
En ik geloof dat wij door Luther, Wesley en Baptist, Presbyteriaan, Methodist en zo maar door, gekomen zijn; en nu is het in dit laatste tijdperk dat we hebben ingezien wat we hebben gedaan. Ik geloof dat het deze tijd nu is, dat de Pinkstergemeente heeft ingezien wat ze heeft gedaan. De echte met de Geest vervulde leiders, de echte Geest-vervulde Christenen van de Pinksterbeweging, zij herkenden dat er iets is gebeurd. Ze zijn afgekoeld.
Want iedereen die probeerde op de bergtop te wonen is er zonder God afgekomen.
Wat we vandaag noodzakelijk moeten doen is naar God terugkeren, terugkeren naar de ervaring, ga terug. Wel, in het zevende uur herkenden zij dat zij daar buiten waren zonder vrucht: geen liefde. Ruziënd met elkaar. "U bent 'Eenheid'. En u bent 'Drieëenheid'. En u behoort tot de 'Assemblies'. En u bent 'Church of God'. En u bent dit, dat of weer wat anders. Wij willen niets met u te maken hebben." Schelden de ander uit voor vals en omgekeerd.
32 En de wereld draait zich om en kijkt en zegt: "Wat is er aan de hand met die mensen?" Allebei spreken ze in tongen in die kerk en profeteren, enzovoort. Deze hier in deze kerk en... zij hebben... Zij respecteren elkaar niet eens. Ze hebben geen enkel fatsoen voor elkaar.
O, wat wij vandaag nodig hebben is terug te komen tot de vruchten van de Geest: liefde, vreugde, vrede, geloof, lijdzaamheid. God kan een gave onder hen zenden en zij zullen het telepathie noemen. Ze zullen het de duivel noemen. Ze zullen het iets anders noemen. Als één kerk het ondersteunt en de ander het overneemt, dan is het in orde. Of, omdat die ene er iets mee te maken heeft, is het niet goed. Oh, oh, oh!
Wat een armzalige toestand! Jazeker. We beseffen dat de vrucht van geloof, de vrucht van liefde, vreugde, vrede, geloof, lijdzaamheid, goedheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geduld... Geduld? O mensen, ze kunnen het nauwelijks zeven dagen met elkaar uithouden, zeven uur, soms nog geen zeven minuten. Ze zullen opspringen en de kerk uitrennen wanneer u iets zegt wat niet helemaal precies overeen komt met hun geliefkoosde theorie. Daarvoor staan ze op en lopen de kerk uit. O, zij kunnen nog geen minuut rustig zitten. Zij moeten eruit gaan.
"Ach, dat is niet wat voorganger Zo-en-zo zei. Halleluja, ik hoef niet naar zulke rommel te luisteren. Ik ga eruit." O, u ellendige... In orde. Daar bent u. Ga uw gang.
33 Maar zo is het. Ziet u? Zij zijn al de vruchten kwijtgeraakt. Wij beseffen dat. De vruchten van de Geest zijn droog, alle toppen afgebroken, en liggen verschrompeld, verpulverd, gereed om weggeblazen te worden. Zo'n toestand is het. We stellen ons nu voor, dat onze grote organisaties... Ze zijn in orde, de organisatie, zolang het God in zich houdt, zolang het de vruchten van de Geest in zich heeft, zolang het liefhebbend en vriendelijk is en gewillig om gemeenschap te hebben en de naaste broeder te helpen, ongeacht hoe of wat hij gelooft. Als hij een broeder is en God hem de Heilige Geest heeft gegeven... God geeft de Heilige Geest aan degene die Hem gehoorzaamt. Zo is het.
Dus als u de Heilige Geest hebt, de Methodist de Heilige Geest heeft en de Baptist de Heilige Geest heeft en de Presbyteriaan heeft de Heilige Geest en de Eenheidsmensen hebben de Heilige Geest en de Kerk van God heeft de Heilige Geest, waar maakt u dan zo'n ophef over?
Laat ons bijeen komen. Laat ons doortrekken. Dat is wat we nodig hebben. Het is niet de organisatie, begrijpt u; het is het systeem in die organisatie dat aftrekt. Het is de duivel die dat doet.
34 We vonden dus uit dat al ons probeersel, grote gebouwen en grote bouwprogramma's, enzovoort; ik stel me voor terwijl die kerels over deze berg klommen, deze koningen, enzovoort, optrekkend, bemerkten zij in hun geweldig hoog opklimmende gebouwen-programma's, begonnen zij te zien, dat de vruchten steeds kleiner begonnen te worden. En na een poosje was er geen enkele vrucht meer. En ik weet dat we dit gedaan hebben. En we hebben het in onze tijd, zoals we ons door dit Pinkstertijdperk hebben voortbewogen, gezien. Toen wij vroeger, of ongeveer veertig jaar geleden, op de hoek stonden, geen plaats om naartoe te gaan, en we ergens in de muur een klein hok hadden; een stel mensen die men uitlachte en heilige rollers noemde. Maar zij waren geestelijker dan ze nu zijn. Jazeker.
De kerk was in een betere toestand, elk van de organisaties toen, dan nu, geestelijk gesproken. "O zeker, wij hebben miljoenen dollars aan eigendommen." O, dat betekent niets voor God. Ik zou liever nog geen enkel stukje kleding hebben, maar zoals Johannes een schapenvacht om me heen gewikkeld, en Jezus Christus kennen en weten dat mijn hart zuiver en rein voor Hem is, o zeker, dan al de rijkdommen van de wereld te hebben.
35 Maar de zaak is dat de kerk is weggedwaald zonder God. Ze zijn op pad gegaan zonder... en ze ontdekten dat de vruchten van de Geest de kerk verlaten hebben. Lijdzaamheid, wel, sommigen van hen zo humeurig als een cirkelzaag. En dan spreken over de Heilige Geest. Ziet u?
Wel, de vruchten van de Geest zijn liefde, vreugde en lijdzaamheid. Verdragen? Ja, ongeveer twee minuten. Dat is alles. En weg zijn ze. Begrijpt u. Dus lijdzaamheid, de vruchten zijn allemaal verdroogd.
Onze grote bouwprogramma's zijn toegenomen. Jawel. Onze belangrijke opvoedkundige programma's zijn toegenomen! Onze voorgangers zijn beter geschoold. Oh, oh, oh! We hebben alle soorten graden gekregen en het aantal graden onder nul neemt ook toe, wanneer we daar komen. Tegen die tijd lijkt het ongeveer veertig graden onder nul te worden. Beslist!
36 Maar we hebben dat allemaal gekregen. Ja. Naarmate we zien dat we hoger opklimmen verdwijnen alle vruchten en dergelijke. Alle wateren des levens lijken op te drogen; geen eeuwig leven meer. Het lijkt bijna, zoals ik de afgelopen avond zei, of voorgangers zo druk zijn en mensen zo druk zijn met het ruilen van leden. Het is precies het overbrengen van een dode van het ene lijkenhuis naar het andere, van de ene naar de andere plaats. Zo is het. Enigen van hen worden gebakken en de ander wordt bevroren. Dat is ongeveer de wijze waarop het is gegaan. En ik heb gezegd: het vormen van kleine 'ismen'; het zullen na een poosje 'wasmen' worden en daar gaan we. Begrijpt u?
En zover is de kerk gekomen, dat de vruchten van de Geest overal aan het opdrogen zijn. We zien het overal. U weet dat het de waarheid is. We kunnen er maar beter voor uitkomen en zeggen dat het waar is. Want zo ìs het.
37 En we zagen dat ze daar stierven in de woestijn. Wat leidde het hen naar een afschuwelijke toestand, om weg te gaan zonder God. O, zij haalden een zevendaags kompas te voorschijn. O zeker. Zij kwamen er evengoed door. Zij kunnen terugwijzen en zeggen: "Wij waren de zo-en-zo en de zus-en-zo." Dat is zeker waar. Maar waar is God? Dat is het. Waar is God in de zaak?
We kregen grotere kerken en hoge torens erop, grote kruisen en pluche zitplaatsen. En we kunnen met elk van hen evenaren, wij Pinkstermensen. Geld stroomt naar wie... en de best geklede groepen, en broeder... Cadillacs staan overal. Maar waar is God? Waar is God?
Wanneer Hij dan in het midden komt, zeggen velen van hen: "Ach, luister daar niet naar. Dàt – dat is onzin. Besteed er geen aandacht aan." Ziet u? Gewoon dode stronken. Dat is alles. Nu, dat is waar. De vrucht is lang geleden opgedroogd en verdwenen. O, wat leven we in een verschrikkelijk uur.
38 En wanneer deze tijd aanbreekt, weet u, raakt dadelijk hun water op. Zij hadden geen water meer. En zij begonnen te roepen: "Ach, ach, o God, U bent zo goed voor ons geweest om die grote gebouwen te geven." Maar velen van hen begonnen te roepen: "Waar zijn de wateren des levens?"
Men ziet het communisme binnenkomen; ziet de wereld ongeveer aan zijn einde. En profeten die profeteren dat het einde nabij is, enzovoort, dan vragen we ons af: "Waar is het water? Wat is er gebeurd?"
En toevallig was er één die riep... of een rechtvaardige riep uit: "Is er niet ergens een profeet die we kunnen bezoeken? Is er niet ergens een profeet?" De rechtvaardige Josafat riep uit: "Is er geen profeet? Wij zijn in een kritieke toestand, is er niet iemand ergens die we hierover kunnen raadplegen?"
39 Welnu, als onze organisaties ons hebben gekregen in de plaats waarin wij verkeren, omdat wij ons van elkander gescheiden hebben, en wij schijnbaar het geloof niet hebben, dan moet er ergens iets zijn. De rechtvaardigen roepen uit: "Waar is die man van God? Waar is die persoon die het ons kan vertellen?" Hij is hier vanavond in de Persoon van de Heilige Geest.
Híj is Degene die u kan vertellen wat te doen. Híj is Degene die uw harten kan beroeren. Híj is Degene die uw zonden kan blootleggen. Híj is Degene die de twijfel uit u weg kan nemen en de "hoop-maar" in u maken tot een "weet-maar". Hij is Degene die het kan doen, die Persoon van God, de Heilige Geest genaamd. Hij is Degene die tegenwoordig is.
40 Welnu, we ontdekken dat zij allen begonnen te roepen, toen ze zagen dat de vruchten allemaal verdwenen waren. Zij waren verdroogd en zij zaten zonder water. En zij... de rechtvaardige natuurlijk, de uitverkorene zei: "Is er geen profeet ergens die we kunnen raadplegen? Is er niet iemand die we te pakken kunnen krijgen, die ons uit deze situatie weet te redden, iemand die niet tot onze gemengde groep behoort? We zijn allemaal hier gekomen, sloten een verbond, en we zijn hier bovenop de heuvel bijeen gekomen. En we zullen gaan strijden. En u ontdekt dat we niets hebben om mee te vechten."
Zo staat het vandaag met de kerk. We hebben een hele hoop leden, allemaal dood. We hebben heel wat grote organisaties, dood. We hebben een heleboel enthousiasme, maar het is op de verkeerde manier: wie kan zich het beste kleden en wie gaat het beste vooruit en wie heeft de beste school, kan de meeste balspelen winnen, of het beste "bunco" spelen, of zoiets dergelijks. Wij willen God; geen van díe dingen. Keer weer terug naar God.
41 "Waar ergens? Is er niet ergens een profeet die ons kan vertellen wat te doen? Is er niet iemand die wij kunnen raadplegen?" O, wat een toestand. Dat was een roep van de rechtvaardige. Er was er maar één onder hen. Dat was Josafat. Hij was een goed man. Maar hij kwam in verkeerd gezelschap.
Dat is er vanavond aan de hand. Zoveel goede mannen, heel wat goede mannen die daar overal verspreid in al die organisaties zitten, fijne mannen. Maar wij moeten een feit onder ogen zien. We zien iets onder ogen. Dat Mohammedanisme en Boeddhisme en andere 'ismen' net zoveel psychologie aan de dag kunnen leggen als de Christelijke kerk. Zo is het.
Wat wij nodig hebben is geen psychologische beweging, geen theologische beweging, maar we hebben een beweging van de Heilige Geest nodig in de kerk, die de mensen laat uitroepen: "Waar is die God die eens leefde? Waar is die God van Pinksteren? Waar is die God die een zondaarshart neemt en het zo wit wast als sneeuw? Die een prostituée van de straat neemt en er een dame van maakt, een dronkaard ergens uit de bar neemt en een prediker uit hem maakt? Waar is die God die in beweging kan komen en deze kreupele benen kan nemen en ze recht maakt, die deze blinde ogen doet zien, deze dove oren laat horen en die kanker doet verdwijnen? Waar is de God die dat eens deed?" Dat is het.
42 Wij hebben ontdekt dat er iets verkeerd is. Ik predikte laatst 's avonds over het onderwerp: "Het belangrijkste Nieuws-bulletin in de geschiedenis." Die beste Johannes, zijn ogen werden... de profeet Johannes, werden aardig door een waas bedekt. Hij was als... hij had de geest van Elia. En Elia had een inzinking toen hij onder de jeneverbesstruik zat. Johannes had een inzinking in de gevangenis.
En hij was een zeer nerveuze profeet. Zijn zenuwen hoog gespannen. En zijn arendsogen waren toen door een waas bedekt. Hij zei: "Ga kijken of ik verkeerd ben geweest. Vraag Hem of Hij Diegene is, of moeten we naar een ander uitzien?" Jezus zond hem nooit een boek: "Hier is hoe je geduld moet hebben, terwijl men in de gevangenis zit", of zoiets. Wat zei Hij? Wat vertelde Hij hem? Hij zei: "Blijf even en kijk naar deze middagsamenkomst; ga het dan Johannes vertellen: 'De lamme loopt, de blinde ziet, de...'" Johannes had een Evangelie gepredikt dat een Messias zou komen die een wan in Zijn hand zou hebben en de dorsvloer grondig zou zuiveren. Zeker! Het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.
Maar toen Hij kwam was Hij een zachtmoedig man. Zachtmoedig en nederig. Het kwam niet overeen met wat Johannes dacht dat het moest zijn. Maar Hij zei: "Ga Johannes vertellen dat Ik precies op schema loop. Het is in orde. Alles is goed."
43 Dat is vanavond hetzelfde. De kerk, de mensen van de wereld hebben uitgekeken naar de Methodist, Baptist, Presbyteriaan, of een kerk om iets uit te dragen om Christus terug te brengen. Hij is precies op tijd. De lamme loopt, de blinde ziet, de dove hoort. Glorie! Hij is precies volgens schema. Amen. Er is niets verkeerd. Hij beweegt Zich gewoon voort. God leeft nog steeds. Hij is nog steeds God.
44 En deze rechtvaardige man riep uit: "O, is er niet ergens een profeet die we zouden kunnen raadplegen?" Nu is er één goede broeder onder hen. En ik kan hem horen zeggen: "Ja, ja! Ik – ik weet zo'n man. Ik – ik ken zo'n man."
En ik kan hem zien omkijken naar Joram en horen zeggen: "Nu, u zult hem niet gaan geloven, dat weet ik nu al. U zult die man niet geloven, want uw vader geloofde hem niet." (Dat deed hij zeker niet.)
"En uw vader had die school daarboven op die heuvel met die groep profeten of zogenaamde daar, en zíj geloofden hem niet. O mensen, zij zeiden dat de... En deze man die ik ken, de Geest van zijn vader is op hem. Hij doet hetzelfde als wat zijn vader deed. Hij deed hetzelfde als wat Elia deed. En de geest van Elia rust op Elisa. En ik ben naar zijn samenkomsten geweest en weet dat het de waarheid is." Amen. God helpe ons! Dàt is wat wij verlangen: zùlke samenkomsten, waar wij de Geest van onze Vader zien, Jezus Christus, waarvan Elia een type was. Begrijpt u, de Geest! "Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." O broeder, dàt is Degene.
45 Deze goede broeder zei: "Ik weet waar die man is. Ik – ik heb de geest van Elia op hem gezien. Hij heeft water over zijn handen gegoten. Hij woonde bij hem. En ik weet dat de geest van Elia werkelijk op Elisa rust. Ik weet het! Joram, u kon dat niet geloven. En heel uw school met profeten wilde het ook niet geloven, uw theologisch seminarie. Want zal ik u vertellen waarom? Hier is de reden. Toen Elisa terugkeerde en hun vertelde dat Elia was opgenomen en hij een dubbel deel ervan gekregen had, zeiden ze: 'O, de man heeft zijn verstand verloren. Haal een groep van ongeveer vijftig jongens bij elkaar voor een zoekactie en laten we ontdekken waar... Hij is nooit opgevaren. Hij is daar nog steeds ergens.'"
En zij... wij hebben al onze kerkelijke systemen geprobeerd. O, wordt niet boos op mij. Maar laat me u vertellen dat deze kerkelijke systemen meer dan tweeduizend jaar genomen hebben om te proberen de opgevaren Here Jezus te vinden door opleidingsprogramma's, door theologie, door kerkorganisaties, en hebben gefaald Hem te vinden. Amen. Hij komt niet door mensengemaakte theologie. Hij komt niet door organisaties. Hij komt door een overgegeven hart, door de doop van de Heilige Geest in ons hart. Amen.
46 Onze door mensen gemaakte systemen vinden Hem niet. O, zij organiseerden partijtjes en gingen er op uit en zochten naar hem. En zeiden: "O nee. De Geest heeft die man nooit opgeheven. Wees nu verstandige mensen. Weet u, wij allen hebben onze kandidaats, enzovoort, gehaald. Wij weten wel beter dan dat. Een man die zich hier vestigde en maïsbrood met ons at, enzovoort; wel, wij weten dat die man niet in een wagen van vuur opgenomen had kunnen worden. De jongen is nu helemaal opgewonden geraakt. Hij is daar aan de overkant geweest en is met heel wat fanatisme teruggekeerd. Dus wij weten wel beter. Laat die oude man dus maar zitten. Zijn... zijn kale hoofd is te heet geworden, weet u en dus... We laten hem gewoon een beetje afkoelen. Jullie gaan er allemaal heel om uit te vinden wat daar gebeurd is. Onderzoek... zend enige groepen."
Hij zei: "Ga. Maar je zult hem niet vinden." Lach mij maar uit. Noem me een idioot als u wilt. Maar God heeft... Je zult Hem nooit in jullie georganiseerde systemen vinden. Beslist niet! Hij werd opgeheven. En Hij kwam opnieuw in de vorm van de doop van de Heilige Geest en u kunt mensen er nooit in opleiden. Zij moeten erin geboren worden, het zal de doop van de Heilige Geest moeten zijn, niets minder.
Niet een geestelijk omhoog werken, een of ander emotioneel of kerkelijk systeem of teken, maar het zal de oorspronkelijke, echte Heilige Geest moeten zijn die de vruchten van de Geest brengt van liefde, vreugde, geloof, lijdzaamheid, goedheid, geduld. Dat is het. Dat is de zaak. Ja.
47 Zeker, Joram kon het niet. Hij zou het niet willen geloven. Hij... weet u, zij konden het niet geloven. De school zei: "Nu, wacht hier even. We weten dat deze kerel aardig opgewonden is, dus zullen wij hem daar tot rust laten komen en wij zullen onze groepen verzamelen en uittrekken om hem weer op te pikken. Hij is daar ergens."
En dat hebben wij tweeduizend jaar lang geprobeerd te doen. En Pinkstermensen, u doet hetzelfde, door te proberen Hem erin te halen door organisatie. U zult het nooit doen door uzelf van andere broeders af te scheiden. U zult terug moeten keren en we zullen één moeten worden. Het maakt mij niet uit of de man verkeerd is. Als hij verkeerd is maar oprecht in zijn hart en u bent correct in uw geloof maar fout in de manier waarop u zich gedraagt, dan zou ik liever in zijn plaats staan dan in de uwe. Dat is waar. Ik zou liever verkeerd in mijn leer en goed in mijn hart zijn. God zal het meer respecteren. Als een man dus verkeerd is, wat dan? Help hem. Hij heeft hulp nodig. Heb hem lief. Als u uw vijanden niet evenzeer lief kunt hebben als dat u degenen liefhebt die u liefhebben, bent u niet beter af dan de tollenaren. Jazeker. Dat heeft de kerk gemist te ontvangen. Ik hoop dat u het vanavond begrijpt. Ik hoop dat u ziet waarover ik spreek.
48 Het is terug naar liefde, verlossende liefde. Al die andere dingen zijn fijn, maar we moeten terugkeren tot gemeenschap met elkander. En mensen hebben gezegd dat ik organisaties bestrijd. Dat doe ik niet. Ik vecht tegen dat systeem daarbinnen dat broederschap verbreekt. Dat heb ik altijd gedaan. En ik zal het altijd doen. Jazeker.
Datgene wat broederschap scheidt... Laat ons bijeen komen. Laten we broeders zijn. Als ik elke kerk in deze stad, elke kerk in de wereld, zover zou kunnen zien komen als wij laatst 's ochtends waren (dit predikersontbijt), toen ik de "Eenheid-", "Tweeheid-" en "Drieheid-"mensen en iedereen elkaar zag omhelzen, hun armen om elkaar heengeslagen, zou ik willen zeggen zoals Simeon vanouds: "Heer, laat Uw dienstknecht in vrede heengaan, want mijn ogen hebben Uw verlossing gezien." Dat is waar.
U kunt het in een kleine gemeenschap afgebroken krijgen. En dan, weet u, zal de duivel direct weer daarin terugkeren en het opnieuw verscheuren. Dan kunt u... Maar overal is het... u kunt het niet doen. Op een dag zal het gebeuren. God zal hun een bestraffing zenden en zij zullen wel moeten.
49 Dus bisschop Joram, hij wou dat gewoon niet geloven. Hij wist dat hij het niet kon geloven, omdat zijn vaderen het niet geloofden. Geloofde niet dat Elia was opgenomen. Dus hoe gaat hij dit geloven? Door ijdele theologie zouden zij het onderzoeken.
"Welnu, wij hebben een profetenschool. Wij hebben het allemaal voor elkaar. Wij weten precies wat hij behoorde te doen. Wij weten gewoon hoe hij doen moet. Wij weten hoe hij zich behoort te gedragen. Wij weten dat het enige wat je moet doen is binnenkomen en zeggen: 'Ik – ik geloof.' En allen schudden elkaar de hand. En wij besprenkelen op deze manier of dopen op die manier. Of terug deze kant op of eruit op die manier of... (O, my!) En wij hebben het." Nu, dat is de wijze waarop het gaat. En u gaat uw gang en u doopt op deze manier en doopt op die manier en besprenkelt zus en besprenkelt zo en neemt op deze wijze avondmaal en op die wijze en u ontdekt nog steeds dat u God niet hebt. U hebt een vorm van rituelen. Dat is alles. "God is een Geest. En degenen die Hem aanbidden moeten aanbidden in Geest en waarheid." Amen. God, zend ons profeten terug om de zaak open te scheuren! En om de waarheid uit te dragen die het zal tonen. IJdele theologie. Oh!
50 Nu, we zagen dat hij zei: "Ja, ik weet waar deze zekere persoon is." "Wel, ga er maar heen en..." Dat... wel... Natuurlijk zullen sommigen van hen zich daarover hebben verwonderd. Maar... maar u merkt hier op dat Josafat, die echte uitverkoren dienstknecht van God, zei: "De Geest van God is op hem." Jazeker. Hij zei – deze man zei: "Ik weet waar Elisa is." Hij zei: "Hij goot water over de handen van Elia de Tisbiet. De geest van Elia is op Elisa. Nu, ik wéét dat hij dezelfde Geest heeft gekregen. Dus daarom..."
51 En zodra die man van God hoorde dat de geest van Elia op een andere man rustte en dat deze hetzelfde deed als wat Elia had gedaan, wist hij dat dit een echte profeet was. En hij wist dat als de echte geest van Elia op een andere man was gekomen, deze hetzelfde zou doen als wat de Elia had gedaan. En laat me u vertellen, mijn broeders, laat me u vertellen, mijn vrienden, wanneer de Geest van Jezus Christus op de gemeente komt, zal de gemeente hetzelfde doen als wat Jezus Christus deed. Het zal... "De werken die Ik doe zult gij ook doen." En Hij bewees het, Hij zei dat zij het zouden doen. Als zij het niet doen, wel, dan is daar ergens iets verkeerd. Zij maken God tot een leugenaar. Als zij zeggen dat ze gelovigen zijn en deze dingen niet gebeuren. En Hij heeft gezegd, laat het woord van ieder mens een leugen zijn en het Zijne waarheid.
52 Dus zagen we dat hij zei – deze man zei: "De geest van die echte, ware profeet rust op hem." En toen zei deze uitverkorene direct, die de uitverkoren gemeente van vandaag vertegenwoordigt, Gods uitverkorene voor deze laatste dag: "Dan gaan wij hem horen, omdat de Geest van God op hem is." O, daar houd ik van. "Zolang we zien dat die dingen die Elia deed op deze man zijn zullen wij hem gaan horen."
Deze goede broeder zei: "Wel, ik ben menige avond weg geweest en heb hem gehoord. En ik weet dat dit de waarheid is. Dus zullen we erheen gaan en hem bezoeken."
53 Dus toen zij voor de profeet verschenen... O my, wat begon hij te schimpen. Dit kan misschien zijn heiligmaking een beetje kwetsen, maar hij was werkelijk ziedend geworden. Hij zei tegen Joram: "Waarom gaat u niet naar uw eigen profeten? (My!) Waarom gaat u niet naar de profeet van uw mamma? Waarom gaat u niet naar de profeten van uw pappa? Ga dan naar uw formaliteiten en voeg u daarbij als u dat wilt. U bent in moeite. Waarom gaat u niet naar hèn toe?"
"O nee, nee, maar de Here bracht ons hier." Hij zei: "We zullen... we zullen gaan... we zullen gaan sterven. We zullen gedood worden in die..."
U zult niet alleen maar gaan sterven, zij zijn al dood. Alle vruchten verdroogd en heel de Geest is uit de kerk gegaan. Het is reeds een religieuze organisatie geworden. Dat is waar. Er is iets fout. Als we God niet ergens in de kerk terug kunnen krijgen, wat gaan we dan doen? We zullen dan allemaal omkomen.
En nadat deze profeet geëindigd was met tegen hem uit te varen, zei hij: "Als het niet was dat ik de aanwezigheid van Josafat (die uitverkoren man) respecteer, zou ik niet eens naar u gekeken hebben." Oh!
54 Ik denk dat God dit vanavond zou zeggen: "Als het niet was..." U mensen die zichzelf afsluit in die verschillende organisaties en ruziet met elkaar, als het niet was dat God respect had voor de mensen die wel in Hem geloven, zou er nooit een Oral Roberts of iets door het land zijn gezonden; waren er nooit tekenen en wonderen geweest. Hij zou niet eens naar ons willen kijken als het niet was... Wij zijn allemaal schuldig. Als het niet was terwille van de uitverkorenen; als het niet was terwille van de gemeente, degenen die God werkelijk geloven, zou Hij niet eens naar ons kijken. Dat is waar.
Maar omdat er een volk is dat geloven wil, heeft God een boodschapper voor hen. Amen. De Heilige Geest is bedroefd weggegaan en reeds lang verdwenen.
55 Zijn gerechtigde verontwaardiging werd inderdaad in deze oude profeet opgewekt en hij foeterde hen uit. Hij vertelde ze over al die verbintenissen en organisaties die zij hadden. Hij zei: "Niettemin, breng mij een muzikant." O, hij moest zijn drift een beetje kalmeren, weet u. Hij was helemaal opgewonden. Dus zei hij: "Breng me een muzikant."
Nu, wat met enigen van u zogenaamde 'Church of Christ'-mensen, die niet geloven in muziek in de kerk? Nadat hij zo opgewonden was, had hij een beetje muziek nodig om de Geest op hem te laten komen. Dat is zo. Jazeker. In een... Vergeet niet dat God niet verandert. En als de goede muziek de Geest toen op de profeet bracht, dan zal het vandaag hetzelfde doen. Dat is precies zo. Omdat God ervan houdt. Absoluut. Hij zei: "Breng me een muzikant." U zegt: "Wel, ja... maar ik ben de profeet niet." Maar misschien kunt u een deel van de muziek zijn, weet u. U kunt er iets voor doen! Dat is alles. U hebt een getuigenis of iets wat u kunt doen.
56 En ik kan ze de muzikant zien binnen brengen om te spelen: "Alle dingen zijn mogelijk, geloven alleen", om de Geest terug te krijgen en opnieuw te beginnen. "Geloven alleen, geloven alleen; alles is mogelijk." Moest even spelen voordat de Geest op de profeet kwam. Toen dan de profeet naar voren trad, zag hij... toen de Geest op de profeet kwam, liever, zag hij een visioen. Welnu, dat is de manier. Ziet u, hij kon het niet doen... De intellectuele, uitgekozen, grote groep van de hooggeplaatsten, de koningen en potentaten, aan de intellectueel geschoolde kant, konden het visioen niet zien. Dat is zo. Zij waren blind!
Zo is het vanavond. Zij willen het visioen van God een geestesziekte noemen, een telepathie, een geest van de duivel of zoiets. Het is omdat zij zo intellectueel zijn; ze weten niets van God af. Zo is het.
Het was een visioen dat de waarheid vertelde. Dit was Gods programma. Dit was Gods weg. Want de Geest van God was op de profeet. En het Woord des Heren komt tot de profeet. Jazeker.
En hoe komt het? Door een visioen. Ja. Het komt door een visioen, niet door verstand. Het had gefaald. En hetzelfde is nu gebeurd.
57 En hij nam een... en keek en hij zag een visioen. Hij dacht: "Welnu, dit is het." De Geest van de boodschap. Nu, wat zag hij? Zei hij nu: "O Joram, u hebt nog een... een graad nodig. En u, Josafat, u bent in wat moeilijkheden geraakt, dat zal ik u wel vertellen (Zie?), u behoorde weg te gaan om wat langer te studeren. Ik zal u zeggen waarom: u weet gewoon niet hoe u die dingen moet doen, weet niet hoe een leger te leiden", of zoiets? Dàt was het niet. Dat deed hij niet.
Zei hij: "Ik zal u zeggen wat u behoorde te doen. U moet uw mannen er beter uit laten zien. Zij dragen niet het goede soort uniformen. Zó is het. U moet al uw geestelijken hun boorden laten omdraaien zodat ze op een predikant lijken"? Ziet u?
O, zo zal het weldra in Pinksteren zijn. Ja, het zal er spoedig middenin zijn. Herinner u, de Katholieke kerk was de eerste Pinksterkerk. Dat is absoluut waar. Sommigen van u, geschiedschrijvers ontkennen dat. En geef Pinksteren nog honderdvijftig jaar, dan zal het er verder vanaf zijn dan de Pinksterkerk [Katholieke kerk – Vert], met de vaart waarmee het nu gaat. Zo is het. O ja. De Katholieke kerk begon bij Pinksteren. Toen organiseerden zij het en kregen de grote genootschappen binnen om dit en dat te maken. En de Nikolaïeten overwonnen de leken en namen de... en namen de kracht weg van de leken daarin. En de Heilige Geest kan daar niet tevoorschijn komen. Het moet hier allemaal zijn wat één man zegt, dat is alles. De Heilige Geest woont in het hele lichaam van Christus... [Leeg gedeelte op de band – Vert]
58 De Heilige Geest bestuurde de gemeente. Wel, hun vruchten zijn allemaal verdroogd. En u ziet waar het nu aan toe is. Pinksteren kwam in hetzelfde spoor. Precies op dezelfde manier. Dus daar is het.
Nu ontdekken we toen de Geest kwam... Wat was het visioen dat de Geest aan de profeet gaf? Wat zei hij? Hij zei niet: "Wel, neem al uw soldaten mee en geef ze een herscholing, zodat wanneer zij naar de bergtop omhoog gaan, zij beter zullen weten wat te doen. Onderwijs hun wat meer theologie. Zij moeten een beetje opgepoetst worden. Zij moeten een langer mes dragen of zoiets dergelijks. Of ze moeten een ander uniform dragen." Nee, dat zei hij niet.
Hij zei: "Ga graven. Ga deze woestijn in. Uw mensen staken reeds eerder deze woestijn over en zij verlangden een theologie op de berg Sinaï." God gaf het hun, nadat genade hun een profeet had geschonken en een Vuurkolom en dergelijke. Maar zij wilden iets waarover zij konden ruziën. Dus liet Hij ze daar in de woestijn, tot de oude krijgslieden allen waren uitgestorven.
59 Hij zei: "Zij waren daar eens aan het omkomen precies zoals u. Nu, er zijn daar geulen. Er zijn genoeg geulen waar die Rots nog steeds daarginds in de woestijn ligt." Maar hij zei: "U moet heel wat rommel uitgraven."
Dat is de visie vanavond, broeder. Het is niet een nieuwe organisatie beginnen. Graaf uit wat er in zit. Zo is het. Allereerst dat oude, verrotte blok van organisatie, gooi het de geul uit. De kanalen van Gods zegeningen zijn vanavond allemaal verstopt. Daar liggen organisatie-blokken in.
Dan ligt er nog een blok in, dat heet: "Er bestaat niet zoiets als de Heilige Geest." Als u dieper graaft en dat blok aantreft, werk het eruit. "Er is niet zoiets als de doop van de Heilige Geest, dat was alleen voor de discipelen." Graaf het eruit. "De Heilige Geest was alleen voor de apostelen."
Dr. Simon Petrus zei op de Pinksterdag: "Het is voor u en voor uw kinderen, of degenen die daar verre zijn, zovelen als de Here onze God zal roepen."
60 Een voorname fijne Pinksterbroeder vertelde me niet lang geleden: "Wij hebben geen Goddelijke genezing meer nodig. Ik zou het zelfs niet in mijn gemeente willen laten toepassen." Hij zei: "We hebben uitstekende dokters en dergelijke vandaag die ervoor in de plaats zijn." Mmm, hmm, hmm. Ziet u wat voor soort blok daarin komt? Wat doet het? Het stopt de waterstroom.
Elisa's visioen toonde het hem, daar in de woestijn, precies waar de vruchten waren verdroogd.
Begin geen nieuwe organisatie, een andere regen of zoiets. Maak slechts de kanalen schoon waar de eerste regen kon stromen. Het water is daar. Christus is dezelfde, gisteren, heden en voor immer. En die geslagen Rots was in de woestijn. En het is er vanavond nog steeds! Dank God!
Jezus maakte het opnieuw voor hen schoon op Golgotha. Maar men keert zich regelrecht om, werpen de blokken er weer in, blokkeren alle...
61 U weet wat er gebeurt als u een blok hout in een vaargeul werpt, wat het doet. Wel, alle soorten van vuil stuiten dan tegen dit blok aan en hopen zich op. En al gauw, weet u, houdt het al het water tegen; zoals de bevers doen en een dam maken en u hebt niets om er doorheen te komen. Ja.
We hebben vandaag teveel bever-predikers die proberen al het water af te dammen en te zeggen: "Dit is van ons. Dit zijn wij hier. Dit behoort aan ons." En wat gebeurt ermee? Het raakt gestremd. Dat is wat er met heel wat van onze organisaties aan de hand is, om enkel te proberen het water vast te houden voor uw organisatie. Het raakt gestagneerd.
U weet dat gestagneerd water van die kleine wriemelbeestjes krijgt. Dat is vandaag met de kerk aan de hand: een klein gewriemel hier en een gewriemel daar. Van alles... "Dagen van wonderen zijn voorbij. Niet zoiets als Goddelijke genezing." Kan niet vijf minuten rustig in een samenkomst zitten. O, mijn goedheid! Stilstaand water, beverdam, blaas hem op! Amen. "Er is een bron gevuld met bloed, gevloeid uit Immanuëls aderen. Waar zondaren die zich werpen in die vloed, al hun schuldige vlekken kwijtraken."
62 De profeet zei: "Ga er naartoe en graaf al die houtblokken eruit."
"Wel, ik zeg u dan, profeet, zouden wij terug moeten keren en nog een machtige ruisende wind moeten hebben?"
"Nee."
"Zullen we een andere late regen beginnen?"
"Nee, nee. Reinig alleen het kanaal. Dat is al wat u moet doen."
Wij hebben de mensen, maak alleen het kanaal schoon. De mensen zijn in orde. Maak de kanalen schoon zodat de Heilige Geest binnen kan komen. Al uw fanatisme en 'ismen' en al het andere wat in de kerk is, reinig de zaak. De Rots is al geslagen, de wateren zijn fris, stromend, maar onze kerkelijke systemen hebben de stroom afgedamd.
Hij zei: "Maak die dingen schoon. U zult geen andere ruisende wind hoeven hebben. U zult geen wind horen noch enige regen zien, maar toch zal daar water zijn." O, broeder. Geen nieuw systeem, geen nieuw systeem hebben we nodig. Wat we nodig hebben is: maak het systeem dat u hebt schoon. Geen andere "Assemblies of God" [Vergaderingen van God] of nog een "Oneness" [Eenheid] erbij maken, maar maak alleen de "Eenheid" en Vergaderingen die we hebben schoon.
Haal al de blokken eruit; al de geschillen, geharrewar en gemor en dergelijke dingen eruit, en de wateren zullen weer terug gaan vloeien. Er zal liefde zijn, blijdschap, vreugde als een rivier, die gewoon over iedereen heengolft, gewoon in liefde met elkaar. "We zijn niet verdeeld, allen één lichaam. Eén in hoop en leer, één in liefde." Dat is het. Begrijpt u?
63 Zo moeten wij het doen. Dat is de bedoeling. Dat is het visioen vandaag. Dat was het visioen van die profeet. Een ware profeet heeft heden hetzelfde visioen. Geen nieuwe organisatie, iets beginnen en weer een groep vormen; u zou er alleen druk mee zijn en het organiseren en het wordt precies als de overige. U zou er ook blokken ingooien.
Toen ik in het begin in de bediening kwam, kwamen velen van hen naar me toe en zeiden: "Wel, broeder Branham, u zou een kleine organisatie moeten beginnen."
Ik zei: "Organisatie? Daar ben ik juist tegen." Ik zei: "Wat wij nodig hebben is geen organisatie, maar een schoonmaak van hetgeen wij hebben." Jazeker. Maak het schoon. We hebben een opwekking nodig. Wat we nodig hebben is een tijd van graven! Graaf, graaf; hoe dieper u graaft, hoe meer water u zult krijgen. Als u zover graaft en zegt: "Wel, ik kom gewoon uit de organisatie..." En kijk eens naar de rommel die u daar nog steeds hebt: haat, twist, van alles. Maak de greppel schoon tot u regelrecht op vaste rotsbodem komt. Zo is het.
Ga naar beneden waar het water werkelijk uit Immanuëls aderen kan komen stromen. Wacht tot u bij die plaats bent gekomen. Er zal water zijn dat als fonteinen daar vandaan stroomt.
64 "Graaf al die sloten uit." Hij zei: "Ga naar beneden in deze valleien. U kerels, die bekendheid willen hebben, bovenop de berg probeerden te wonen, juichend en springend, en koel worden en opgewonden en al het andere."
Hij zei: "Wel, doe dat dan niet. Ga hier naar beneden en graaf die sloten leeg, hier diep beneden en haal wat fris water." Dat is wat we nodig hebben. Ga hier naar beneden en neem het water in uw bezit. Wat wij vanavond nodig hebben is het water van God. Het visioen vertolkte absoluut Gods wil voor die stervende mensen die zouden omkomen. Het visioen van de Heer vanavond om die zaak te reinigen en opnieuw te beginnen... Reinig! Niet een nieuwe organisatie beginnen, begin een opwekking ìn de organisatie. Start een nieuwe samenkomst, begin met God binnen te laten komen. Schep al uw oude foutenzoekerij, kwaadsprekerij en stijfkoppigheid en al die bijgelovigheden en ongeloof eruit. Smijt die zaak eruit.
"Wel, ik vertel u... Maar broeder Branham, het zou betekenen dat..." Het kan me niet schelen wat het betekent. U zult òf graven òf sterven. U, Chicago-Methodisten, ga allemaal aan het graven, Chicago-Baptisten, ga graven of kom om. Chicago-Pinkstermensen, ga graven of verga! Schep de dingen eruit. Smijt het eruit. Ik vertel u, ZO SPREEKT DE HERE, tenzij u deze corruptie die daar in is, eruit graaft, zult u omkomen en uw vruchten en gemeente zullen verdrogen en sterven. Graaf het uit!
U zult geen andere late regen of een andere vroege regen horen, of wat het ook is, maar er zal water zijn en vrede als een rivier, die elk hart doorstroomt. Jazeker. U zult tekenen en wonderen en mirakelen en krachten van God in de gemeente terug zien keren, in een echt stromend Pinksteren, dat neerdaalt. Beslist!
65 Jazeker. De boodschap van de Geest: we zullen gaan graven of zullen omkomen. En zij waren al aan het vergaan. Dus moesten zij het uitgraven. Graaf het eruit. Krijg het schoongemaakt. Dieper, hoe meer u graaft, hoe beter u er aan toe bent. De kerksystemen hebben alle kanalen verstopt. Ruk die oude blokken eruit: "Dagen van wonderen zijn voorbij. We hebben vandaag geen Goddelijke genezing nodig."
Wel, we hebben het nu meer nodig dan ooit. U zegt: "Wij hebben de beste doktoren." Dat is juist. "We hebben de beste medicijnen." Juist. "We hebben de beste ziekenhuizen." Juist. We hebben meer ziekten: juist! Omdat u meer ongeloof hebt. Juist. Zo is het precies. Mensen weten niet...
66 Nu let op wat hij zei: "Nu..." Wat deden zij de volgende ochtend? Ik kan me voorstellen hoe die Hebreeërs daar zeiden: "Ik heb het visioen van de Here gehoord. De profeet heeft de waarheid verteld. Ik ga deze zaak uitgraven." Hij trof een oud blok aan. "Wat is dit? Tien procent van mijn loon. Wel, wij hebben soepmaaltijden gehouden om onze prediker te betalen." Haal dat blok eruit. Krijg het daar weg. U bent God een tiende schuldig. Haal het weg. Gooi het aan de kant.
Meteen stuitte hij op een ander blokje. "Wat is dat? Nu moet je toch niet te ver gaan." Trek dat ding eruit en gooi het weg. Dat is wat u aan de oppervlakte houdt. Jazeker. Gooi het ding weg. Hoe dieper u graaft, hoe meer water u zult vinden. Blijf gewoon graven in de voorraadschuur van God, gooi de zaak eruit tot u zover komt dat u kunt opvullen met echte wateren des levens.
67 Dan omtrent daglicht merkten ze plotseling op dat de wateren kwamen en zij wisten niet waar het vandaan kwam. Het was er al die tijd. Men had het alleen geblokkeerd. Er is kracht in de gemeente. Ik kan het u vertellen en ik vertel het elke prediker; ik kan u tonen waar God kracht gaf aan de gemeente om de zieken te genezen, duivels uit te werpen en al deze dingen te doen. En komt u nu en leg uw vinger op het Schriftgedeelte waar Jezus zei: "Welnu, Ik neem het nu uit de gemeente vandaan."
Wat is er dan wel gebeurd? Wat is er aan de hand? U hebt het dicht gestopt. Uw eigen, zelfbedachte idee erover heeft het geblokkeerd. Ik kan u vertellen waar Jezus het beloofde in deze laatste dag en u tonen dat deze tekenen die u ziet gebeuren, dat de Geest van God in de gemeente zou komen en visioenen zou laten zien, enzovoort, zoals Hij doet... En u, probeert u eens het tegendeel te bewijzen en ontdek waar u aan toe bent.
68 De reden dat de dingen zo zijn is omdat u teveel bent volgepropt met kerkelijke systemen. Alles zit verstopt. Graaf de zaak uit en werp het weg en laat de wateren gaan stromen.
Het is ongeveer tijd dat de dag begint aan te breken, o broeder, de wateren stromen vrij uit en komen van die geslagen Rots die daar nog steeds in de woestijn was. Hij is dezelfde, gisteren, heden en voor immer. Het enige wat u moet doen is, haal al die oude blokken uit de weg. Krijg al het oude ongeloof uit de weg. Pak dat ongeloof en smijt het weg.
Zeg: "Welnu, luister. Jezus beloofde het. En het kan me niet schelen wat iemand zegt, ik geloof het." Dat is het. Neem het blok en werp het weg. Zeg: "God beloofde het. Ik zie het hier recht voor mij. Ik heb er altijd de gek mee gestoken. Ik dacht dat het verkeerd was. Maar nu ga ik het geloven. Dus ga ik dit oude blok pakken en smijt het weg." En zodra u dat blok uit de weg haalt zullen de lieflijke wateren van vrede van God gaan vloeien. Als een rivier zal het door u heen stromen.
69 U zegt: "Wel, ik heb me altijd afgevraagd of genezing..." Hier is wat ik ontdek bij mensen... genezing. Wanneer God hier komt en Zichzelf bewijst precies hier in uw midden te zijn... Weet u wat het is? U strekt zich uit – u probeert geloof aan te brengen met een orchidee. Geloof werd aangebracht met onkruid, hyssop. Hyssop is gewoon onkruid. U probeert een geloof op te werken. U kunt geloof niet kunstmatig opwerken! Geloof is zo gewoon; het is hetzelfde geloof waarmee u een beker water gaat halen. Hetzelfde geloof waarmee u uw auto bestuurt. Ziet u, het is heel gewoon. U... Wel, hyssop kunt u zien groeien op de grond, uit de scheuren van gebouwen, overal. En toen zij het bloed met hyssop aanbrachten, werd geloof aangebracht.
70 U brengt geloof aan met enkel gewoon – brengt het bloed aan met iets gewoons, zoals onkruid-geloof. Maar u probeert overal rond te kijken en zegt: "Als ik maar een orchidee kon vinden om aan te brengen wat ik in Jezus geloof. Als ik me maar eens kon uitstrekken om een orchidee te grijpen." U hoeft geen orchidee te hebben! Neem het onkruid dat dicht bij u staat. Neem het geloof waarmee u naar huis gaat. Neem het geloof dat u hier naartoe bracht. Pas datzelfde vanavond toe en kijk wat er plaats zal vinden. O broeder. Er zal nooit een twijfel in uw gedachten zijn. Als het echt is, het bloed aangebracht wordt met dat soort geloof, maakt het mij niet uit. U zegt: "Jezus Christus is dezelfde gisteren en voor eeuwig. Ik werp alle oude blokken van kerkgeesten, enzovoort, uit mijn systeem, hier op dit moment. En Here God, met enkel gewoon geloof waarmee ik geloof dat U mijn Verlosser bent, bent U mijn Geneesheer." Amen. Amen.
Geloof dat op die wijze en voel enkel vrede als een rivier. De krachtige stromen uit die fontein, die nooit uitdroogt, die fontein zal gewoon stromen, wanneer u al die oude blokken eruit neemt.
71 Blijf gewoon graven tot u daar op iets stuit wat u... Als u iets verkeerds hebt gedaan en u zegt: "Ik – ik ben die-en-die wat geld schuldig." Wel, ga het betalen.
U zegt: "Wel, ik kan hem niet betalen." Ga het hem dan vertellen. Dat is juist. Probeer het niet achter te houden, maar ga het hem vertellen. Ziet u? En vertel hem dan: "Ik zal het in orde maken, broeder. Geef me alleen wat tijd. Ik ben vastbesloten het recht te zetten."
"Wel, ik moet u vertellen, ik heb gekheid gemaakt over die mensen die zich van Pinksteren noemen." Sta op en zeg: "Het spijt me dat ik dat deed." Dat is goed. Zeg: "Heer, U kent mijn hart. Mensen, vergeef me." En u zult dat oude blok voelen weggaan. Wat meer water zal naar binnen stromen (O my), golft gewoon naar binnen.
Voordat u het weet zegt u: "Ik heb altijd gedacht dat die visioenen van de duivel waren. Maar nu zie ik dat ze van God zijn." Goed. Dan zal dat oude blok verdwijnen. Dan zullen de wateren opnieuw gaan stromen. Dat is waar. Haal gewoon alles uit de greppel. Het water is daar. Gelooft u het? De Bijbel zegt: "Jezus Christus is dezelfde, gisteren, vandaag en voor eeuwig." Dus is Hij nog steeds die geslagen Rots. Hij heeft nog steeds het leven, nog steeds het water. Hij heeft de genezende kracht. U zegt: "Broeder Branham, wil Jezus mij genezen?" Hij heeft het al gedaan. Haal alleen de blokken uit de weg.
72 Neem alle afval en oude emmers en regenbakken... Prrrth, mmm [Broeder Branham illustreert – Vert] Krijg al die rommel uit de weg. Oude dode paarden en kerkelijke dingen die u in de weg staan, gooi die zaak eruit. God komt niet binnen op die manier. Het zal het water bevuilen. En het water zal niet bevuild mogen worden, dus ga uw eigen vuil van ongeloof eruit halen, en God zal het water erin gieten.
Het is er reeds. Het enige wat u moet doen is, verwijder de oorzaak, de genezing is reeds volbracht. God heeft u reeds genezen. U moet uw ongeloof alleen uit de weg ruimen. Dat is het visioen. Ik zeg dit in de Naam van de Here, net eender als Elisa het die dag heeft gezegd, ZO SPREEKT DE HERE; krijg uw ongeloof uit de weg! Let op wat er zal gebeuren. Krijg uw systemen uit de weg, kijk wat een opwekking Chicago zal treffen. Kijk wat een opwekking de wereld zal treffen, als wij onze systemen opzij krijgen. Zet uw eigen ideeën aan de kant en laat de Geest... het is reeds, de Rots is al geslagen. Het enige wat wij moeten doen is de dingen uit de weg ruimen en het laten stromen.
U wilt mensen genezen zien? U wilt zelf genezen worden? Ruim alle twijfel gewoon uit de weg. En kijk dan wat er gebeurt. Het zal stromen als een rivier.
73 Dan de volgende ochtend keek de vijand op. En hij keek naar de overkant en terwijl hij keek was het water. Maar voor de vijand, de wijze waarop de zon erop scheen, leek het op bloed. En het maakte hem bevreesd. Ja. En het maakte dat er een dwaze gedachte naar boven kwam die hem erin liet trappen. Wat heeft de profeet tegen hen gezegd? Hij zei: "O, dit is voor de Here een kleinigheid. Als u maar al de blokken wegruimt, zal Ik voor de rest zorgen. Als u alle ongeloof uit de weg ruimt, zal God voor de rest zorgdragen."
74 Weet u wat er gebeurde? Hij zei: "Elke man, raap een steen op en Ik zal u het land geven. Ik zal u het laten bezetten." En elke man nam een steen en toen hij daar kwam waar die oude formele bronnen waren, had hij een goede rotsgetuigenis. Amen. "Prijs God. God gaf mij de Heilige Geest. Ik ben zoals Simon. Ik ben nu Petrus, een kleine steen." Amen.
En ieder nam zijn eigen steen in zijn hand, een echte getuigenis van een werkelijk vurig getuigenis... Toen Jezus voor Petrus verscheen, zei Hij: "Uw naam is Simon. En voortaan zult gij Petrus genoemd worden, wat kleine steen betekent." Broeder, hij raapte dat op. Hij wist dat dit de Messias was. Hij ging ermee vandoor en stopte daarmee formele bronnen dicht.
75 En wat wij vanavond nodig hebben is: krijg ditzelfde soort getuigenis, dat... O, dat Jezus Christus leeft en Hij... Het zal al die oude formele getuigenissen stoppen, die zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij, zoiets bestaat niet." Die oude gebroken waterbakken hoe dan ook, met wriemelbeestjes erin, het zal ze dicht stoppen.
U werpt daar die steen van getuigenis: "Jezus Christus, dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig." Raak in de Geest; u moet in de Geest geraken. Als u naar een danspartij gaat en begint te dansen en men begint in de handen te klappen, terwijl er zo gedanst wordt; dan staat u aan de kant en zegt... [Broeder Branham illustreert een verveeld persoon – Vert] Al uw... Zou u geen danser zijn? Zeker. Ja. U bent stellig in de geest ervan. Nee, ze schreeuwen het uit en dansen en gillen en roepen.
76 Zo krijgt u een opwekking. Het is wanneer u echt in de Geest van opwekking geraakt, niet met een opgezweept schreeuwen of zoiets, maar met een neergeknield bidden, tot er een opwekking is die uw hart treft, tot alle blokken van kerkelijkheid en alle blokken van fanatisme en alle blokken van systemen en alle blokken van ongeloof eruit vloeien en dan zullen de wateren van God op u neerstromen. Daar bent u er.
Dan uw getuigenis. Dan zult u geen sigaretten roken achter het huis en hier vanavond in de kerk rondspringen en zeggen dat u de Heilige Geest hebt. Dan bent u schallend koper en een rinkelende cimbaal. De mensen weten dat. Wanneer u hier naar buiten gaat met heel dat soort van leven; de vrouwen knippen hun haar af en verven hun lippen en zeggen: "Ik ben van Pinksteren." O, u arme, miserabele...?...
77 Sommigen van u predikers met diakenen in uw kerk, met vier of vijf verschillende vrouwen en dergelijke dingen, zeggen: "Ik ben van Pinksteren." Ohhh! De wereld heeft daar meer begrip van. Zij zijn daar wijzer. Jazeker. O my!
Gaan uit en wedden op paardenraces, enzovoort. En dan noemt u zich... En velen van u blijven thuis en luisteren naar de televisie voordat u naar een gebedssamenkomst gaat. En zeggen: "Ik ben van Pinksteren." Och, och. U wordt enkel van Pinksteren genoémd. U hebt geen ervaring van Pinksteren. De gemeente is het eerste in uw hart, broeder. Het is alles in allen, dat is God, God! Het is alles wat u kunt zien en waar u over weet, dat is God.
Dit is de groep die zogenaamd Pinkstermensen zijn en zeggen: "O, nu dat gedoe is nonsens. Geloof dit niet." Ziet u? Maar het visioen van de Here komt door het Woord van de Here. Graaf dat allemaal uit! Schep al dat ongeloof eruit zodat de wateren des levens vrijelijk kunnen stromen en al deze praatjes: "De dagen van wonderen zijn voorbij" zullen stoppen. Laat de gemeente inderdaad terugkeren.
78 Men zegt: "De Pinkstermensen zijn niets dan een groep van namaak geloof." U gaat direct naar beneden en graaft diep tot u de rotsbodem raakt. Laat u maar een Pinksterervaring overkomen en kijk wat er gebeurt, broeder. Er is niemand die een vinger op uw leven kan leggen. Jazeker. Je bent zo recht door zee als een geweerloop recht is en je bent een echte heer. Je bent een echte man van God. Je bent een echte vrouw van God. Wanneer u door de Heilige Geest bent verzegeld, is het zegel aan beide zijden van het papier. Men kan u zien komen en kan u zien gaan. Zij zullen weten dat u er op lijkt, ernaar handelt, ernaar praat en zich zodanig gedraagt. En u bent een Christen wanneer u verzegeld bent door de Heilige Geest. God staat gereed om het te doen, als wij gereed zijn het Hem te laten doen. Gelooft u dat?
79 Nu, wat is het volgende om te doen? "Is het volgende, prediker, dat u handen op mij komt leggen?" Dat heeft er niets mee te maken. Dat mag je misschien een beetje bemoedigen. Maar dat is het niet. Wat u moet doen, broeder, is Gods Woord accepteren en zeggen: "Het is de waarheid en ik geloof het. En ik heb hier een oude stronk, die ik er nu direct uitgooi, mijn ongeloof, en ik ga het nu in orde maken met God, ik ga geloven." Geloof voor uw redding.
Nu kan ik u niet vertellen over uw redding. U moet dit zelf uitwerken. Maar Christus leeft en regeert nog steeds. Hij is hier vanavond. Gelooft u dat? Wat moet u doen? Ga in de Geest. En wanneer u in de Geest gaat dan ziet u de visie.
Maar zolang u zegt: "Wel, prijs God, ik ben Methodist. Ik hoef me daar niet aan te storen."
"Ik ben Baptist."
"Ik ben Assemblies."
"Ik ben Eenheid." In orde. Ga uw gang. U zult de visie nooit zien.
Maar werpt u dat ding aan de kant en ga het visioen binnen, en zie Jezus komen en de kerk hier omkomen en raak in het visioen en graaf recht naar beneden, dan zal ik u zeggen, broeder, dat er iets met u gaat gebeuren. U zult in de Geest van opwekking geraken. Gelooft u het?
80 Laten we dan allemaal in de Geest komen en het geloven. Laten we onze hoofden buigen terwijl wij Hem vragen ons het visioen te geven.
Hemelse Vader, wij zijn in een land dat vergaat. Wij zijn in een vergankelijke natie. We zijn in een vergankelijke wereld en prediken tegen mensen die omkomen. En ik ben slechts een mens. En deze andere predikers zijn slechts mensen. Maar U bent een onvergankelijke God. Ik bid U vanavond Heer, dat deze boodschap, die ik gesproken heb – en... met mijn zenuwen van zes maanden rondgaan en ik ben gespannen – ik mag het misschien niet helemaal goed hebben gezegd, Heer, maar als ik... als ik het niet goed deed, laat Uw Heilige Geest het vereffenen en alle rimpels eruit nemen.
God, precies zoals U deed bij Abraham. En zei... hij... Wij weten dat hij zijn frustraties had en hij... en hij wankelde, en... Maar toen het Goddelijk verslag van zijn leven werd geschreven, my!, vermeldde het dat hij niet twijfelde aan de belofte van God door ongeloof, maar sterk was en lof gaf aan God.
81 Dus Here God, al mijn kleine haperingen en verkeerd gespelde woorden en verkeerd gearticuleerd, enzovoort, laat de Heilige Geest het gladstrijken en een echt Goddelijk verslag van deze boodschap in ieders hart plaatsen vanavond. Dat wij leven... En er is nog steeds een dienstknecht van God overgebleven.
Er zijn nog steeds mensen overgebleven die God liefhebben. En er is een God die in hen is geïnteresseerd. En er is een Redder die tweeduizend jaar geleden gekastijd werd. Die verwond werd voor onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheid, gekastijd voor onze vrede en met Zijn striemen werden wij genezen. Dezelfde Redder die zei: "De werken die Ik doe zult gij ook doen." God, moge elke oude stronk verwijderd worden en elke oude verroeste emmer en dergelijke, vanavond uit de weg geruimd worden. En mogen de wateren des levens vrijuit stromen. God, keer me binnenste buiten en was me en maak me schoon, Heer. En vul mij met Uw Geest op dit moment. En vul deze mensen hier met geloof, opdat, als er één hier zou zijn die niet gelooft, zij mogen zien en geloven, want wij vragen het in Jezus' Naam.
En mogen zij dan, ieder van hen, in de Geest komen en wij vanavond allen gevuld worden met de Geest en genezen en gered zijn. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
82
Er is een Bron gevuld met Bloed
Gevloeid uit Immanuëls zij.
En zondaars worden in die vloed
Van zondesmetten vrij.
Van zondesmetten vrij; (Laten we onze handen omhoog heffen terwijl we...) ... zondesmetten vrij;
En zondaars worden in die vloed
Van zondesmetten vrij.
Laten we nu onze hoofden buigen.
De stervende... [Broeder Branham begint te neuriën en terwijl de muziek verder speelt, begint broeder Branham te bidden]
83 O Vader God, wij sterven nu aan al ons ongeloof. Schep in ons een verlangen om te graven. Wij graven, Vader. Doorzoek mij en test mij en zie of er enig ongeloof in mij is, Heer. Als het er is, help mij het nu direct uit de weg te ruimen. Help mij dit kanaal te reinigen, zodat de kracht van God door kan stromen. Help deze toehoorders nu, Heer. Ik bid voor hen. Ik bid dat U elk kanaal schoon wilt laten zijn. Reinig elke gemeente die hier vertegenwoordigd is, Heer. Elk van hen, van de ene organisatie naar de andere, ruim alle ongeloof eruit, Heer. Ruim alle wereldse systemen eruit en moge de lieflijke gemeenschap van de Heilige Geest door de kanalen van God binnenkomen, hier vanavond doorheen stromen, en frisse openbaring brengen, een Woord van leven, moge het vanavond uitgaan tot elke ziel hier aanwezig.
84 En ik weet dat U hier bent, Heer. En zij zien mij als Uw ziener, als Uw gelovige, als iemand die een voorbeeld moet zijn. En Vader God, ik bid dat U mij vanavond wilt helpen, dat de Heilige Geest een vrije toegang in mijn ziel en mijn hart, mijn leven, mijn ogen en mijn wezen mag hebben. Niet slechts voor mij maar voor elke persoon hier. Dat degenen die niet geloven door gelovigen de Geest mogen zien werken en zeggen: "Als dat water van die geslagen Rots door hen kan stromen, kan dat ook door mij gebeuren." Sta het toe, Vader, ik vraag het in Jezus' Naam. Amen. En Vader, ik vraag U, dat U mijn broeders hier achter mij wilt zegenen, deze dierbare mannen. Sommigen van hen waren het Evangelie aan het prediken toen ik nog een zondige jongen was. God, sta het toe vanavond; sommigen van deze mannen die hier zitten zijn al heel lang op het veld. Het zijn krijgslieden met littekens.
Vaak drijven systemen mannen soms tot... Maar diep in hun hart, Heer, verlangen zij de beweging van God te zien. En dan zien we dat als de duivel niet het ene doet, hij het andere zal doen. En dan zal hij iets in de war sturen of iets willen besmeuren. En het laat ze zich eigenlijk een beetje terugtrekken. Vader, moge elk hart vanavond geopend worden voor de echte bron.
85 Nu God, ik kan spreken. Ik ben maar een man. Ik zou misschien elke soort van bewering kunnen doen, die wel goed mag klinken. Maar nog steeds zou het U niet zijn. Alleen een Woord van U zal het bewijzen, Heer. U zegt: "Als er iemand onder u een profeet is of geestelijk, zal Ik, de Here, tot hem spreken, hem visioenen tonen, tot hem in dromen spreken. En als hetgeen hij zegt komt te geschieden, hoor hem dan. Maar als het niet komt te geschieden, vrees die man niet, want Ik ben niet met hem. Maar als het gebeurt luister er dan naar."
Nu Vader God, ik bewees dat – of vanavond met de Schriften en elke avond, dat U Christus bent. U bent de Zoon van God. En U werd gekastijd om onze zonde en ongeloof weg te nemen, zodat Uw eigen leven door ons heen mocht stromen.
Nu vertel ik de mensen dat U gezeten bent aan de rechterhand van de God vanavond, in de hoge, daarginds op de troon, een Hogepriester die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden. Geef het Heer, dat er vele bloedvloeiingen vanavond worden gestopt, omdat het ongeloof er nu uit stroomt. Want ik vraag het in Christus' Naam.
86 Ik geloof niet dat wij sinds afgelopen zondagmiddag een gebedskaart hebben gehad, zover ik mij herinner. Wij hebben geen gebedsrij opgeroepen. Maar elke avond kwam de Heilige Geest rechtstreeks tussen de mensen. Hoevelen weten dat dit de waarheid is? Tien, vijftien, enzovoort, per avond, door de hele zaal, mensen zonder gebedskaart.
Ik voel mij wat schuldig niet enige van deze kaarten te hebben genomen. En ik weet dat ik eigenlijk een beetje laat ben, maar ik zei gisteravond (ik was weer laat), ik zei: "Morgenavond zullen we proberen enige gebedskaarten uit te reiken." En ik stuurde Billy er vanavond heen en vertelde hem: "Geef enige gebedskaarten uit." Dus gaf hij ze uit. Hij vertelde me dat hij B1 tot 50 had uitgegeven? 1 tot 100? B1 tot 100. Goed. Het begon daar ongeveer mee. Waar waren we? We begonnen bij 1 de vorige keer, is het niet? [Broeders helpen mee herinneren – Vert] O ja. We hadden twee avonden. Neem me niet kwalijk. De keer daarop begonnen wij met B... We begonnen met 80... 1 tot... 1 tot 25, en toen begonnen we vanaf 85 tot 100.
87 Wel, laat ons dan vanavond in het midden beginnen. Laten we starten vanaf 25 tot... 25 tot 50, laten we dat zeggen. Hoe zou dat zijn?
Wie heeft B25, steek uw hand op. Een vrouw daar? Kom gelijk hier naartoe, dame, 25, 26? Goed dame, kom hierheen. Ze zijn over het hele gebouw. Wanneer nu de jongen komt om die kaarten uit te reiken, komt hij en schudt ze eerst voor u, zodat hij – hij geeft u er dan gewoon willekeurig een. En wij beginnen ergens vandaan op te roepen. Ziet u, niemand weet waar deze mee zullen beginnen. En wij starten van de ene plaats naar de andere.
Nu, waar waren we... 25, was het niet? 26? 25, 26, wie heeft 26? Goed, 26, precies hier. 27, wie heeft gebedskaart nummer B27? B van Boston, 27. Goed. 28, wie heeft 28? Ik zie de hand niet. Alstublieft, 29? 30? 31, wie heeft 31? Ik wil graag dat u even wacht tot ik uw nummer oproep, om zeker te zijn. Want iemand kan doof zijn of zoiets. Men zei: "Broeder Branham," (zij schreven mij een kaart) "mijn nummer werd genoemd, maar ik was doof en niemand vertelde mij en u dacht... Ze zeiden dat u dacht dat ik naar buiten was gegaan." En misschien... "Ik was verlamd, ik kon zelfs mijn hand niet opsteken. En niemand tilde me op." Ziet u? "En er werd niet eens voor mij gebeden."
Er wordt voor jou gebeden, lief kind. Er wordt elke avond voor jou gebeden. Jezus doet op dit moment voorspraak voor jou bij de rechterhand van de Majesteit en Hij wil dat je Hem gelooft.
88 In orde. Waar was ik? 26? 21, 2... Hoe... Waar – waar is broeder... 31, 32? 32. In orde. 33? 34? 34? Ik zie het niet, 34? Gebedskaart 34? Als u de kaart hebt... Wil iemand rondkijken. Misschien is iemand doof, doofstom, of kan niet opstaan. 34? Ik wil hem niet voorbijgaan. Misschien uit de rij gestapt. 34? 35? B35? Goed. Goed. 34, is 34 net binnengekomen? 34? B34? 35 was er al in. 36?
Wees niet bevreesd. Als u gezondigd hebt en verkeerd hebt gedaan, belijd het en het zal bedekt zijn met het Bloed wanneer u hier komt. U weet wat er gebeurt wanneer u hier komt en onbeleden zonden hebt, is het niet? Wel, neem de kaart dan niet. Bid eerst. Neem dan de kaart. Ziet u?
In orde, laten we dan de gebedsrij beginnen. Goed. Ik weet niet – hoeveel hebt u daar? 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8. Drie is een getuigenis. Dat zal goed genoeg zijn. In orde.
89 Wat met u daar die geen gebedskaart hebt? Laat mij u uw hand zien opsteken. U bent ziek en verlangt dat God u geneest. Overal in het gebouw. Het maakt me niet uit waar u bent. (Wat zegt u?) 36? 37? 38? 39? 40? Daar komen er twee uit. 40 tot 50? Drie. Nog één? (Ik denk dat ik verkeerd doe, is het niet? Ik behoorde te prediken en een altaaroproep te doen.) In orde. Oké. Laten we nu de gebedsrij starten, als u wilt.
Ieder heel eerbiedig. Iedereen zo eerbiedig als u maar kunt wezen. Laten we voor een ogenblik onze hoofden buigen. ("Geloven alleen", broeder, als u wilt.)
Geloven alleen,...
Het is een tamelijk strakke boodschap geweest, vanavond. We verlangen dat de Geest nu komt.
Geloven alleen,... [Terwijl de muziek voortgaat spreekt broeder Branham verder – Vert]
90 Terwijl zij nu komen, zou ik dit willen vragen: Als Christus kan bewijzen dat Hijzelf hier is, hoevelen van u zullen Hem dan met heel uw hart geloven en elke stronk eruit gooien? Is er iemand die nog nooit eerder in één van mijn samenkomsten is geweest? Steek uw hand op. Nooit in een van mijn samenkomsten geweest? Het is goed dat ze niet allemaal dezelfde avond komen. Goed broeders, u allen bidt voor mij, wilt u...?... morgenavond...?... Ik verzeker u...?... Ik ben niet...?... U mannen bent echt...?... arm in arm en van hart tot hart. U bent mijn broeders...
[Een lang leeg gedeelte op de band – Vert] Mijn broeders, ik vroeg het hun net. Deze groep achter mij, ik krijg die groep daar achter ertoe te bidden. Iets zal er moeten gebeuren. Werkelijk echte mannen van God... Heb geloof nu. Wel, ik geloof dat het toneel vanavond gaat beginnen... Eerst wil ik dit tot u zeggen, mensen, dat het er iedere avond zovelen waren; ik geloof niet dat we een avond hebben gehad dat we niet minstens acht of tien of vijftien definitieve gevallen hebben gehad, over het hele gebouw verspreid. Is dat waar? Al u mensen die hier geweest zijn? [De zaal beaamt het – Vert] Ziet u?
91 Nu, tot u nieuwkomers, ik beweer niet een Goddelijke geneesheer te zijn. Ik geloof niet dat er zo'n persoon op aarde is. Ik geloof dat Jezus Christus de Geneesheer is. En Hij heeft reeds alles voor u gedaan wat Hij kon doen. Want toen Hij daar vroeger geslagen werd, was Hij die Rots. Gelooft u dat?
Hij was de Vuurkolom; de IK BEN. En Hij had de... Het enige wat ons te doen staat: ruim die blokken uit de weg. Gelooft u dat niet? Goed, dan heeft Hij reeds elke zieke hier genezen. Elke persoon is al genezen. Elke zondaar is al gered. Maar broeder, u kunt het maar beter aannemen, voor uw genezing.
92 Kijk. Wij hadden hier op een avond een vrouw die getuigenis gaf. Wel, men bracht haar niet lang geleden naar de tabernakel. En die vrouw was zo opgezwollen. Zij kon niet eens lopen, vanwege een tumor. Mannen moesten haar optillen en op de traptreden zetten. Ik bad die avond niet voor de zieken en zij greep me, geloof ik, ergens aan mijn broekspijp vast, terwijl ik wegging. En het keerde terug met ZO SPREEKT DE HEER. En die vrouw was hier de vorige avond, net zo vlak en normaal als ze maar zijn kon. Ziet u? En alle... O my. Wij proberen niet... Ik maak niet overal reclame en dergelijke, en ga zo maar door. Want Jezus zei menigmaal...
Ik denk dat, wat er vandaag aan de hand is, is dat wij Goddelijke genezing teveel als een schittering gebruiken. Begrijpt u? Het is geen schittering. Daarom heb ik u verteld en geloof ik met heel mijn hart dat Chicago dit voor haar laatste keer ziet. Begrijpt u? Ik geloof het. Ik geloof het ook voor de rest van het land. Ik ga vertrekken. Ziet u? Dus ik geloof, en onthoud – vergeet niet wat Hij zei en mij vertelde, wat ik u verteld heb.
93 Ik heb u nooit iets in de Naam van de Here verteld dan wat gebeurd is op de wijze zoals het gezegd werd. Ik vraag u dat nu. Zie? Wel dan, geloof mij. Christus heeft u reeds genezen. U moet het accepteren.
Maar nu, wat als Hij hier stond met dit pak aan dat Hij me gaf, dit pak dragend? Als u naar Hem toe zou komen en zou zeggen: "Heer, wilt U mij genezen?"
Hij zou zeggen: "Gooi de blokken opzij. Ik probeer Mij een weg naar u te banen. Maar uw ongeloof maakt dat het niet tot u kan komen."
94 Nu, hier... hier is voor u, nieuwkomers, een Bijbeltafereel. Jezus in het vierde hoofdstuk van het Evangelie van Johannes kwam naar een vrouw bij de bron; genoemd de vrouw van Samaria. Zijn wij allen bekend met dit verhaal? En hoe maakte Hij Zich bekend aan haar als de Messias? Wat deed Hij?
Hij zei... de vrouw zei tegen Hem, zei... Hij zei tot de vrouw: "Breng Me te drinken." Hij was bezig contact te maken met haar geest.
Ze zei: "De waterbron is diep en U hebt niets om mee te putten." En ze zei (Zij raakten toen aan de praat over religie. Zij wilde over godsdienst spreken): "Wij aanbidden op deze berg. U zegt dat in Jeruzalem... Omdat..." Ze zei: "Wij behoorden niet met elkaar om te gaan, omdat U een Jood bent en ik ben een Samaritaanse."
En Hij zei: "Vrouw, ga uw man halen en kom hier."
Ze zei: "Ik heb geen man."
Hij zei: "U hebt dat naar waarheid gezegd. U hebt er vijf gehad, en degene waarmee u nu leeft is uw man niet."
95 Welnu, wat zei de geestelijkheid van die dag erover? Wanneer ik geestelijkheid zeg, verwijs ik niet naar dit soort predikers. Dit zijn broeders, met hart en ziel met mij verbonden. Ik bedoel de geestelijkheid die de gek hiermee steekt en zegt dat het niets te betekenen heeft. Niet de organisaties die mij steunen. Zij hebben het systeem van God in zich. Maar het zijn dezen die niet... Die deze zaak verloochenen, daar spreek ik over. Begrijpt u? Het ontkennen ervan...
De een zegt: "Het heeft niets te betekenen. Het is van de duivel." Het is hetzelfde als wat zij vroeger deden.
Maar die kleine prostituée zei: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent. Nu, we weten – we zijn onderwezen – we weten, dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen." Nu, hoevelen weten dat dit waar is? [De zaal beaamt het – Vert] Zo is het.
Hij zei: "Ik ben het, die met u spreekt." En zij rende de stad in en zei: "Kom!" Vertelde die mannen en zei: "Kom, zie een Man Die me de dingen heeft verteld die ik gedaan heb. Is dat niet de Messias?" En de Bijbel zei dat de hele stad in Jezus geloofde. Hij heeft het nooit meer gedaan. Hij deed het enkel die ene keer. Omdat de vrouw, de prostituée, hun vertelde dat Jezus haar had verteld dat ze met de verkeerde man leefde. En de hele stad geloofde dat Hij de Messias was. Want dit was het teken van de Messias.
96 Als u nu denkt dat een theologie het Messiaanse teken is en dat dàt een groter teken is dan dit... Jezus zei: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen." En u zegt: "Het Evangelie prediken is een groter werk." Goed, kom dan hier en doe de mindere werken.
Hier is het podium. Help uzelf. Kom hier naar toe en ga door deze gebedsrij en laat de Heilige Geest uitgaan daar in de zaal over u. Laat me u die werken zien doen en ga dan het Evangelie prediken. Doet u dan de grotere werken. Jezus kon de doop van de Heilige Geest niet prediken omdat het nog niet gekomen was. Dat is een groter werk. Jazeker. De gemeente moet de doop van de Heilige Geest prediken. Jezus zei dat het komende was, maar de gemeente heeft het en zegt: "Wij hebben het. En het is voor u." Ziet u? Dus dat was groter; dat is waar.
97 Maar dezelfde werken die Hij deed... "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen."
Nu hier is een vrouw die voor mij een vreemde is. Wij zijn vreemden voor elkaar. Nu, zodat het gehoor het kan begrijpen. Nu, let op de dame. Ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Dit is onze eerste ontmoeting. Als dat zo is, steek dan uw hand op.
Welnu, hier ontmoeten een man en een vrouw elkaar opnieuw. Ik heb geen idee wie die vrouw is, of waarvoor ze hier komt, of weet ook maar iets van haar. Zij is een totale onbekende. Nu kan ik wel hier staan en zeggen... Zoals wij heel wat psychologen hebben die zeggen: "De Here vertelt me dat iemand een rugkwaal heeft." Zeker. Heel wat mensen hier hebben rugkwalen. Hebben een zenuwkwaal. Zeker. Een groot aantal van hen. Zie? Wie is het? Waar is het? Waarvan is het gekomen? Wat veroorzaakte het? Wat gaat ermee gebeuren? Dat is het volgende. Zie? Dat is een verschil.
98 Als ik deze vrouw hierboven zou laten komen en zou zeggen: "De Here heeft me gezonden om voor de zieken te bidden. Laat me u de handen opleggen en u met olie zalven. Glorie voor God. U zult genezen worden." Ze heeft het recht om dat te geloven. Dat is waar. Maar ze zou kunnen twijfelen aan mijn ervaring, of ik haar wel of niet de waarheid heb verteld. Zij zou dat kunnen betwijfelen.
Maar wanneer de Heilige Geest komt en door mijn lippen spreekt en haar iets vertelt wat zij geweest is; dat neemt direct de kink uit de kabel. Ziet u? Want zij weet dat ik haar niet ken. En wij beiden staken onze hand voor God op, wij kennen elkaar niet. Nu, daar is het Evangelie. Als dit niet het Evangelie is dat Christus had, als dat niet... Zegt u: "Broeder Branham, zegt u dat u de Messias bent?" Nu, als u dat denkt toont het dat u geen geestelijke onderscheiding hebt. Zie? Hoe zou ik een Messias kunnen zijn? Ik ben William Branham, een zondaar gered door genade. Jezus Christus is de Messias. Maar Zijn Geest leeft in ons, de Heilige Geest.
99 En sommigen van u mensen die het niet wilden geloven; dit wat veroorzaakt dat mensen huilen en juichen en in tongen spreken, dit is dezelfde Geest. Paulus zei: "Als er iemand in uw midden komt en u spreekt allemaal in tongen, zal men zeggen dat u gek bent. Maar laat iemand een profeet zijn en de geheimen van het hart openbaren, dan zullen zij neervallen en zeggen: 'God is met u.'" Wel, kijk het is een Pinkstergave, broeders. Het is een – het is – het is alleen iets dat toegevoegd is aan de gemeente.
Wat hebben de Baptisten en Methodisten u aangevochten over spreken in tongen, zij doen mij hetzelfde met dit, dus... Maar sta voor de waarheid. God zegene u. Laat het voortgaan.
100 Als ik u niet ken en de Here mij wil vertellen waarvoor u hier bent, iets wat u gedaan hebt, iets wat u behoorde te doen, of iets – een zonde die in uw leven is, of een zegening die daar in is, of iets anders waarvan u weet of het waar is of niet, dan zult u in ieder geval weten of het zo is. Wilt u met heel uw hart dan geloven dat het zou zijn...? Het moet een soort geestelijke kracht zijn, want wij kennen elkaar niet. Zou u geloven dat het... dat het de Messias was? Niet ik, maar Zijn Geest die door mij heen spreekt zoals Hij beloofd heeft? Zou heel de gemeente dat eenparig willen geloven? Steekt uw hand op. Dank u. Gelooft nu.
101 De vrouw staat ongeveer drie, drieëneenhalve meter van mij vandaan. Ik kijk gewoon naar haar om tot haar te spreken, omdat, na het prediken, enzovoort, zoals de profeet daar deed – en ik ben geen profeet – maar zoals de profeet daar deed; hij had die Joram en de zijnen uitgefoeterd. Dus moest hij gewoon spelen en praten. En Jezus sprak tot de vrouw. Maar eerst moest Hij contact krijgen met haar geest voor Hij werd gezalfd. En daar wacht ik nu op. Voor de... om het blok William Branham uit de weg te krijgen, mijn verstand, mijn geest, mijn kennis. En ik haal dit allemaal uit de weg, zodat Hij mijn ogen en mijn lippen kan gebruiken om Zichzelf te verheerlijken voor Zijn mensen. Alleen om... om mij te onderwerpen.
Dit bijvoorbeeld. [Broeder Branham wijst naar de microfoon – Vert] Dit ding kan niet spreken. Het is stom. Er moet hier iets levends zijn en erin spreken om het te laten spreken. Het kan zelf niet spreken. Evenmin zou ik u iets over uzelf kunnen vertellen. Het moet iets zijn dat eeuwig leven heeft, iets dat u kent en tot u erover spreekt. En dat is waar.
102 Gelooft u dat? Iets wat er met u aan de hand is... Als mensen nog steeds mijn stem kunnen horen. Ik kan de vrouw zien. Zij is heel nerveus en gespannen. Zij lijdt aan een zenuwkwaal. Nu, dat is waar, precies juist.
Ik weet niet waarom, maar telkens als ik maar één ding zeg, zoals ik altijd al gezegd heb, zeggen de mensen steeds (ik voel het): "Het is raden." Ik raad het niet. U weet dat ik geen mogelijkheid had om het te raden.
Welnu, was dat de waarheid? Als dat de waarheid was, wat werd gezegd... [De patiënt beaamt het – Vert] Nu, hoevelen geloven? Dank u. Nu, als u... Zoals bij Filippus, toen Hij hem vertelde waar hij geweest was, iets over hem. Hij zei: "Rabbi, U bent de Zoon van God, de Koning van Israël."
Jezus zei: "Omdat u dit gelooft, zult gij grotere zien." Is dat waar?
103 Dat is dezelfde belofte. Sta waar u bent. Ik weet niet wat ik u vertelde wat er verkeerd was. Maar wat het ook was, het was de juiste ziekte die u had. Wel, ja, ik zie het nu. Ja. Zenuwachtig. Zo bent u al een hele poos. Het begon met deze menopauze. Bovendien hebt u een vrouwenkwaal. Dat valt u lastig. Dat is waar.
Dan nog iets. U draagt iemand op uw hart waarvoor u bidt. Ja. Niet hier... problemen met de ogen... Moeder. ["Ja."] Dat is juist. Gelooft u nu? ["Amen."] Zend haar die zakdoek terwijl de Heilige Geest op u is. Alles zal in orde zijn. Ga naar huis. God zegene u. God zegene u, zuster.
104 Gelooft u nu met heel uw hart? U moet geloof hebben. Vertrouw God gewoon. Nu, bent u overtuigd dat Jezus Christus... Nu, alstublieft... loop niet heen en weer. Ik weet dat het laat wordt. U beseft niet... (Zie?) Wat heeft de Engel des Heren gezegd? "Indien u de mensen zover krijgt u te geloven." En dan wanneer u... als ik zeg: "Zit rustig" en u doet het niet, wat bewerkt dat? Het werpt het regelrecht terug in mijn gezicht. Satan zegt: "Kijk, zij geloven u niet."
Sommigen van u geloven en sommigen niet, maar u schaadt de anderen. Jezus zette hen op een keer allemaal het huis uit. Zie, ik probeer èn evangelist èn een ziener te zijn. En je kunt dat niet doen. Ik wil een van beiden, of de bossen ingaan en een ziener zijn en binnenkomen stampen met mijn boodschap en dan weer weggaan, of het aan de kant leggen en laat God het van mij wegnemen om mij het Evangelie te laten prediken en een evangelist te zijn.
105 Hoe maakt u het, zuster? Ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Is dat zo? ["Ja."] We zijn vreemden voor elkaar. Zodat de mensen zullen weten dat we vreemden zijn, zou u uw hand willen opsteken, dat we vreemden zijn? Als de Heilige Geest mij wil openbaren waarvoor u hier staat, wilt u dan geloven dat ik Zijn profeet ben...?...
De vrouw lijkt een goede geest te hebben, een gelovige geest. Jazeker. Hier komt het. Zij lijdt aan een hartkwaal. Zij heeft een harttoestand. Ja. U hebt ook arthritus. Ja. U hebt een zenuwtoestand. U hebt iemand op uw hart waarvoor u bidt. Als God mij wil vertellen wie die persoon is of iets over hen, wilt u dan geloven dat ik Zijn profeet ben? Het is uw kind, een dochter en ze is hier niet. Zij woont hier ver vandaan. Zij is in Californië. En zij wordt gekweld door een zenuwinzinking. ZO SPREEKT DE HERE!
Gelooft u nu met heel uw hart? Ga dan heen en ontvang zoals u gevraagd en geloofd hebt, zo zal het u geschieden. Goed.
106 Kom meneer. Ik ken u niet. Eens ontmoette onze Heer... Ik geloof dat de laatste twee of drie, die voorbij kwamen vrouwen zijn geweest. En dit is een man. Ik heb gezegd wat Jezus deed tot een vrouw, toen Hij een vrouw ontmoette. Laat me nu ergens in de Schrift nemen waar Hij een man ontmoette. Zodat vrouwen en mannen kunnen zien dat er in Hem geen verschil is.
Toen Hij Petrus ontmoette. Hij ontmoette Simon Petrus. Zijn naam was toen Simon. Hij vertelde hem wie hij was, vertelde hem over zichzelf. Nu, gelooft u dat God mij zó over u kan vertellen en over uzelf, enzovoort? Zou het u doen geloven? Even een ogenblikje. Er vindt iets plaats.
De dame daar, die daar zit aan de linkerzijde, met een navelbreuk. Gelooft u dat God u gezond zal maken, zuster? Als u gelooft met heel uw hart zult u mogen hebben waarvoor u gevraagd hebt.
107 Er zijn twee mannen die blijven staan. Iemand raakt de Hogepriester aan. Met uw vinger tegen uw neus aan, die daar precies achteraan zit, een man; heeft een hartvergroting, huidkanker. Jezus heeft u genezen, broeder. Uw geloof maakt u gezond.
Wat raakte hij aan? Hij was ouder dan deze man hier. Ik kon zien dat er een verschil in hen was.
Als God mij nu vertelt wat uw kwaal is, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? Een ding is dat u moeite in uw zij hebt. Het is een soort breuk, hernia in de zij. Dat is waar. Een ander ding, u bent in een zenuwtoestand wat u een maagkwaal bezorgt. Dat is juist. Nu, gelooft u, al u mannen? Dit schijnt een goede man te zijn.
108 Laten we een beetje tijd nemen voor deze man. Alstublieft weest eerbiedig en rustig. Hij heeft iets op zijn hart; u verlangt van God nog iets dat Hij zal zeggen. Dat is juist. Omdat ik dat verlangen opmerk. O, wel... het is – het is een vrouw, een echtgenote. Zij heeft een operatie gehad en heeft er een gezwel van over gehouden. Dat is waar. U hebt ook een dochter. Die dochter leed eens aan T.B. Zij werd door Goddelijke genezing gezond. Nu heeft zij een nerveuze maag. Dat is waar. Zij zijn hier vanavond. Ik voel ze daar in de samenkomst. Zij zullen gezond worden. Gelooft u dat God mij kan vertellen wie u bent? Zou het u helpen? Als Hij Simon Petrus kon vertellen wie hij was... U komt uit Arkansas. Uw naam is de heer Blackwell. Ga naar huis. Jezus Christus heeft u genezen. Aan uw wensen is voldaan, broeder.
109 Hoe gaat het met u, dame? U bent een Ethiopische en ik ben een Angelsakser. Dat zijn twee verschillende menselijke rassen. Eerste samenkomst van uw leven, veronderstel ik? Als de Heilige Geest mij zal openbaren wat uw moeite is, wilt u geloven dat ik Zijn... de Heilige Gee... de profeet van de Heilige Geest te zijn? Heb slechts geloof. Twijfel niet. Geloof.
U hebt een groot verlangen in uw hart. U zoekt echt naar de doop van de Heilige Geest. Dat is waar. Dat is een belangrijke zaak om naar te zoeken. Als God de naam van een man weet, weet hij eveneens de naam van een vrouw. Gelooft u ook niet? Als ik u door de Heilige Geest zou vertellen wie u bent, zou u dan willen geloven dat u de Heilige Geest gaat ontvangen en God u zal geven uw... Mevrouw Fitzpatrick, ga naar huis. Jezus Christus gaat u de doop geven. De Bijbel zei dat in de laatste dagen... Jezus zei dat de Geest in de laatste dagen zou komen om dit te doen en dat Hij dezelfde Geest zou zijn die was op dat menselijk vlees, die met Zijn rug naar de tent stond in Abrahams dag. Was dat zo?
110 Hier is de volgende persoon die achter mij staat. Het is een vrouw. Kunt u mij horen, dame, u die achter mij staat? Goed. Knikt zij met haar hoofd? U – ik zal naar u kijken. Als de Here mij wil tonen wat uw kwaal is, deze kant uitkijkend, dan weet u dat het dezelfde Engel van God is, dezelfde kracht waarvan Jezus zei dat die hier in de laatste dagen zou zijn. Zal ieder van u het geloven? [Het gehoor zegt: "Amen."] U hebt een vrouwenkwaal – dameskwaal. [Broeder Branham keert zich om en herhaalt het – Vert] Dameskwaal – vrouwenkwaal. Ga naar huis. Jezus Christus maakt u gezond. Geloof met heel uw hart.
Wat als ik u vertelde dat Hij u genezen heeft, u daar in die stoel, met die hartkwaal, zou u willen geloven? Begin dan met te zeggen: "Dank u Here." Geloof met heel uw hart.
111 Nu, u bent gereed voor een operatie voor die tumor. Maar gelooft u dat God u gezond zal maken? Goed. Loop gewoon voorbij en zeg: "Dank U, Here Jezus."
Nu, zou u vanavond niet uw warme maaltijd willen eten en die oude maagkwaal kwijt willen zijn? Wilt u het? Ga heen en eet. Als u gelooft met heel uw hart.
Zou u met mij naar Golgotha willen gaan voor een bloedtransfusie en van de suikerziekte af willen zijn? Ga het doen.
Die dame die daar achter zit, met suikerziekte, kan hetzelfde doen, als u het enkel gelooft, zuster. Ga en geloof met heel uw hart.
Toen ik zei "maagkwaal" een poosje geleden, dat was ook de uwe. Dus gaat u maar verder; eet uw maaltijd en wees gezond.
In orde. Een grote sterk uitziende vrouw zoals u, toch gekweld door zenuwen. Dat is het ergste in de wereld. U bent nu vrij. Jezus Christus maakt u gezond. Ga heen, geloof met heel uw hart.
112 Kleine dame, gelooft u dat die astma-toestand u zal verlaten en u in orde zult gaan zijn en naar huis gaan en genezen zult zijn? Blijf gewoon doorlopen en zeg: "Dank U, Heer."
Hoevelen geloven met heel hun hart? Elk van u, gelovend met heel uw hart...
Wat met u? U gelooft met heel uw hart, u bent... Blijf gewoon doorlopen. Kan gewoon niet – blijf God prijzen. Geloof Hem met heel uw hart.
Wat met u? Gelooft u met heel uw hart dat Christus u gezond zal maken? Blijf gewoon doorlopen en zeg: "Dank u, Heer", het gelovend met heel uw hart.
U gelooft dat u ook in orde bent? U zult niet sterven aan een hartaanval. Dus ga door, geloof het. Indien u het met heel uw hart wilt geloven zult u in orde zijn. God zegene u. U wilde dat ik u dit zou vertellen, dus is het nu allemaal voorbij. Ga het met heel uw hart geloven.
113 Hoevelen geloven met hun hele hart? Hoevelen hebben nu alle ongeloof eruit gegraven en al die kerkelijke bonken eruit gegooid en zijn gereed Christus te ontvangen? Legt elkaar de handen op. Dit is het uur van uw beslissing. Zit stil, iedereen.
Hij... [Een vrouw spreekt in tongen, een man vertaalt het – Vert] Amen. Ziet u wat ik doorgaf u te vertellen? Deze bediening is een type van de Elia die werd opgenomen. En de Elisa had een dubbel deel, een dubbel deel. Jezus Zelf, Die de Geest terugzond, zei: "Deze tekenen zullen volgen degenen die geloven." Begrijpt u? Ik betwijfel of die man en vrouw elkaar kennen of niet, zeer twijfelachtig. De vrouw die in tongen sprak, kent u – kent u de man die het vertaalde? Indien niet, steek uw hand op. Als u de man niet kent... Degene, die vertaalde, als u de vrouw niet kent, steek uw hand op. Daar helemaal achterin. Nee meneer? Geen van beiden kennen elkaar.
114 En hier spraken zij precies overeenkomstig de boodschap en brachten het rechtstreeks uit als een bevestiging. Waar Jezus hier is, de geheimen van het hart weet; het uitspreekt in een andere gave op die manier, een plaatselijke gave door een gave van profetie, door een plaatselijke gave, door Zijn Woord. Hier is Hij. O, my, o my...?... Glorie!
Legt elkaar de handen op. Dat is alles wat u hebt te doen. Raak aan als u gezalfd bent. En de Heilige Geest zal het u geven.
O God, in de Naam van Jezus Christus, doordrenk dit gebouw met Uw Geest. Gooi elke stronk eruit. Smijt elk oud blok weg en moge de God des hemels vullen met de Heilige Geest en deze gemeente in vuur zetten. Ga in de Geest van deze samenkomst en een ieder van u: wees genezen in de Naam van Jezus Christus! [Het gehoor raakt in de Geest – Vert] Dat is het. Halleluja! Gelooft u het? Bent u in de Geest om het te ontvangen? Dit ìs het. Krijg alles uit de weg. Als u het met heel uw hart gelooft, ga op uw voeten staan en accepteer het in de Naam van Jezus. Zie daar. Heft uw handen omhoog. Glorie..., glorie...! Amen. Prijst God.