Eén groter dan Salomo is hier
Door William Marrion Branham1 Dank u zeer, broeder. Het is echt fijn om hier vanavond weer terug te zijn in de preekstoel in de dienst van de Here. Een speciale groet voor mijn broeders hier achter mij, achter de preekstoel. En ik ben zo blij om hier te zijn. Ik vraag me af waar mijn vriend Chris Berg is? Ik kan hem nergens vinden. Waar zit hij? O, daar ben je, Chris. Blijf van mijn grizzly beer af. [Broeder Branham lacht – Vert] O, wat hadden Chris en ik hier de laatste keer een geweldige tijd. Ik heb iedere avond naar hem uitgekeken.
2 En ik maakte een vergissing. Ik geloof dat ik zei dat ik bij de familie Bentrude gegeten heb, maar ik ontdekte dat het niet de Bentrudes waren. Ik denk dat het Bentrudes dochter was die met iemand anders getrouwd is. Ik ben vergeten... Neistead. Wel, broeder en zuster Neistead, als ik... u hier bent, sorry, maar ik denk dat u een Bentrude was om mee te beginnen. Ik denk dat dat juist is. Ik ben er niet zeker van, maar ik denk dat dat klopt. Dus had ik voor de helft gelijk. Maar hoe dan ook, ik zei dat zij mij met hun vriendelijkheid doodden. En dat is zo ongeveer de manier waarop het ging. Maar we zijn erg dankbaar.
3 En vandaag heb ik begrepen via de broeder van Dawson Creek (ik noem hem broeder Eddy), dat mijn oude vriend, onze oude vriend, broeder Durney nog steeds in leven is, en dat... Ik geloof dat het een andere zendeling was hier vandaan die mij vertelde dat Della genezen werd toen zij die zakdoek op haar borst met die tumor legde. Ik ben daar zo blij om. En ik hoor dat meneer Durney ziek is... En ik wil hem zo gauw ik in Dawson Creek kom, bezoeken en met hem gaan spreken over redding, en over de Here; omdat hij mij had beloofd toen ik wegging dat hij zou bidden, en God zou vragen om hem te helpen.
Een erg fijne oude man die zijn hele leven in de bossen heeft geleefd en nooit bedenkingen heeft gehad tegen God, naar ik veronderstel; maar nu kan ik misschien, terwijl hij op bed ligt, echt tot hem spreken. Want soms legt God ons op onze rug zodat we omhoog kunnen kijken, weet u. Dat is... Hij heeft een manier om dingen te doen.
Maar hij schreef mij een brief over zijn dochter, en vertelde mij over haar, en zei dat zij de enige dochter was die hij had die niet rookte en dergelijke, en hij was zo blij voor haar. En toen kwam er een andere zendeling-broeder daar vandaan en vertelde mij over die wonderbare zaak die de Here Jezus voor hen had gedaan. En ik vertrouw dat God met hen zal blijven.
4 Nu, deze kleine vergadering en tijd van gemeenschap... Ik wist niet dat er zoveel predikers in het land waren. Eerlijk, dat wist ik niet. Dat is fijn. Wel, ik ben blij om te zien dat u hier goede geestelijke leiders hebt die u de weg van de Here zullen onderwijzen. En ik ben hier eenvoudig in antwoord op gebed en loop over de toebereide grond. Als er enig compliment valt te geven, geef het aan de mannen die hier kwamen en het werk tot stand gebracht hebben. En zij hebben gebeden en hebben geloofd dat God deze dingen in de laatste dagen zou doen, en zij hebben u onderwezen dat ze zouden gebeuren, en hier gebeuren ze precies voor onze ogen.
Nu willen wij u in gedachten brengen dat gebed het meest krachtige is wat er in de wereld is, gebed. Gebed verandert zelfs de gedachten van God. Hoe velen weten dat? Dat is juist. God vertelde op een dag aan een profeet: "Ga heen en vertel aan een koning, Hizkia, ga hem vertellen dat hij zijn huis op orde moet brengen omdat hij gaat sterven." En toen de profeet Jesaja (kunt u zich de verlegenheid van die profeet voorstellen?) toen hij daar langs de muur liep, zeiden de arme mensen buiten de poorten: "O, grote profeet, wat is het woord van de Here voor onze edele koning?"
"ZO SPREEKT DE HERE, hij gaat sterven."
Daar stonden de soldaten bij de poort: "O, grote profeet, wat is het woord van de Here voor onze koning?"
"ZO SPREEKT DE HERE, hij gaat sterven."
Hizkia vroeg hem naar zijn toestand. "U gaat sterven, u komt niet van dit bed af."
En hij wist dat dat het Woord van de Here was, daarom keerde hij zijn gezicht naar de muur en huilde bitterlijk. Zei: "Here, ik smeek U om in aanmerking te nemen dat ik voor U met een volkomen hart gewandeld heb. (Dat is een groot getuigenis.) Ik heb met een volkomen hart voor U gewandeld." Hij wilde vijftien jaar meer hebben om te leven.
5 Nu, het leek erop dat, als God het aan hem wilde toestaan... Hij was de voornaamste man in het koninkrijk, het leek erop dat Hij zou zeggen: "Goed, Hizkia, Ik... Hizkia, Ik zal je vijftien jaar langer laten leven." Maar, ziet u, God heeft een systeem, de wijze om dingen te doen. In plaats daarvan ging God naar het kleine zomerhutje ergens daarbuiten in het bos waar Jesaja de profeet was en zei: "Ga terug en vertel hem dat Ik hem verhoord heb. Ik zal het hem toestaan." Nu, kijk, gebed had dingen veranderd. Zie, gebed had dingen veranderd.
Wel, wat een verlegenheid was er toen de profeet terugkwam: "Waarom komt u terug, profeet van de Here?"
"ZO SPREEKT DE HERE, hij blijft leven." [Broeder Branham lacht – Vert]
De soldaten zeiden: "Hoe zit het ermee?"
"ZO SPREEKT DE HERE, hij blijft leven." Ziet u hoe dat kwam? Een eenvoudig gebed had het van dood in leven veranderd, veranderde de situatie van dood in leven. Het zal hetzelfde doen voor u. Het zal hetzelfde doen voor mij. Het gaat om onze houding ten opzichte van God.
6 En onthoud nu, dat als u iets gevraagd hebt en niet in uw hart gelooft dat het zal gaan gebeuren, het niet zal gebeuren ongeacht hoe vaak u het vraagt. Maar als u het wel gelooft, is er niets dat het zal tegenhouden om te gebeuren. Het moet plaats vinden. Het moet het gewoon.
Ik ben tweeënvijftig jaar oud en ik ben in de bediening geweest gedurende... dit is ongeveer eenendertig jaar. En ik ben bekend met deze visioenen die gebeurden sinds ik niet meer dan twee jaar oud was toen het eerste visioen verscheen. Ik geloof dat gaven en roepingen onberouwelijk zijn. Ik geloof dat zij gaven zijn die ons gegeven zijn door Gods eigen gedachten.
Nu, er zijn negen geestelijke gaven die in elk plaatselijk lichaam zijn. Wij geloven dat: 1 Korinthe 12. Maar er zijn vijf gaven voor de gemeente die door God zijn ingesteld, de gaven in het lichaam. Wat is de eerste? Apostelen, en dat is niet... In feite is het in onze dagen een zendeling, omdat apostel en zendeling hetzelfde woord zijn. Een zendeling betekent 'een gezondene'. Apostel betekent 'een gezondene'. Apostelen, profeten, leraars, herders en evangelisten (zie?), vijf gaven. Nu, iemand kan geen apostel zijn omdat hij dat wil. God stelt deze in de gemeente aan. En hij kan geen profeet zijn omdat hij dat wil zijn.
7 Nu, er zijn gaven van profetie in de gemeente, maar er is een groot verschil tussen gaven van profetie en een profeet. Zie? Een gave van profetie moet voor drie beoordeelaars komen en beoordeeld worden voordat het zelfs aan de gemeente gegeven kan worden, of het juist is. Het kan vanavond op deze vrouw komen en nooit meer in haar leven gebeuren. Het zou de volgende avond op deze vrouw kunnen zijn, en op die man de volgende avond. Zie, het zijn plaatselijke gaven in het lichaam. Maar profetie is een bediening: een profeet is het vanaf de geboorte (zie?), het komt met de geboorte mee.
Jeremia was een profeet. God zei: "Voordat u zelfs in de schoot van uw moeder gevormd werd, kende Ik u, en heiligde u, en verordineerde u om een profeet voor de naties te zijn." Zevenhonderdtwaalf jaar voordat Johannes de Doper geboren was, zag Jesaja hem: "De stem van een die roept in de woestijn", de profeet van de Here. Jezus Christus was de Zoon van God vanaf de hof van Eden, het vrouwenzaad dat het slangenzaad zou vermorzelen.
8 Zoals de oude congresman Upshaw zei: "Je kunt niet iets zijn wat je niet bent." ["Hain't"; straattaal in de VS – Vert] Een congresman van de Verenigde Staten die kandidaat was om president te worden. Hij wist wel beter, maar hij gebruikte gewoon mijn taal, mijn manier om het uit te drukken. Maar dat is waar. Je kunt alleen zijn... En dat is wat er vandaag aan de hand is met ons, vrienden. De hele wereld schijnt op die wijze te zijn. Als wij alleen maar zouden zijn zoals God ons gemaakt heeft, dat... dan bent u... Dan zal de trompet geen onzeker geluid geven. Hij zal een zeker geluid geven, en de hele wereld zal het verstaan (ziet u?), wanneer hij juist geklonken heeft.
En daarom kan een prediker geen prediker zijn omdat zijn vader en moeder willen dat hij een prediker is. Hij moet door God geroepen zijn om een prediker te zijn. Niets zou mijn hart beter kunnen laten voelen dan te weten dat mijn zoon Billy Paul een prediker was geworden. Maar in plaats ervan om hem naar school te sturen om een prediker van hem te maken, zou ik liever hebben dat hij een spuugbakkenschoonmaker was dan om dát te zijn: iets wat hij niet is. Zie? Verontschuldig mij voor deze ruwe opmerking; ik had dat niet moeten zeggen. Zie? Dat klinkt hier niet netjes, maar u begrijpt wat ik bedoel. Ik zou liever hebben dat hij iets anders was geworden.
9 Maar God heeft Billy gebruikt. Hij is mijn rechterhand geweest, mijn zoon. Want toen wij voor het eerst begonnen met gebedskaarten uit te geven, ontdekten we dat... We hadden in het begin een man daar die een prediker was. Wij hadden een verschrikkelijke tijd wat betreft gebedskaarten. In het begin zouden we ze sturen naar elk... waar wij een samenkomst zouden gaan houden. Al de ondersteunende voorgangers wilden honderd kaarten voor hun samenkomst krijgen. De eerste voorganger bracht zijn groep naar binnen. Dat besliste het ongeveer, de rest kwam er niet meer aan te pas.
Dus toen begonnen we te zeggen: "Wel, we zullen op de eerste dag dat we daar aankomen al de gebedskaarten uitgeven." En nu is dat niet voor kleine kerksamenkomsten; dat is voor de grote gehoorzalen. En wel, we zouden er de eerste dag een paar uitgeven, driehonderd gebedskaarten. Het deed niemand enig goed om laat binnen te komen, omdat zij beslist niet in de gebedsrij konden komen, want we konden hen niet allemaal nemen. Vier, vijf, of zes per avond was alles wat we konden doen. Zie? En dan het volgende was, dat wij een prediker hadden die de gebedskaarten uitgaf. Wel, wij ontdekten dat als hij de stad in zou gaan... En hij moest aan zijn eigen organisatie een kleine dienst bewijzen anders zouden zij hem excommuniceren, zodoende, of harde gevoelens veroorzaken.
10 En toen zette ik er een gewone man in en ontdekte dat hij probeerde gebedskaarten te verkopen. Garandeer... Een man zei: "Als u mij kunt garanderen dat mijn vrouw op de eerste rij zal zitten, zal ik u vijfhonderd dollar geven."
En iemand hoorde het toevallig en deed er bericht over voordat het gebeurde. Dus toen stopten wij dat. En toen nam ik mijn broer. Ik wist dat hij geen gebedskaart zou verkopen.
En dat is waar de wereld op let, weet u, zoiets dergelijks. Maar iedereen die bekend is met de samenkomsten weet dat geld op de laatste plaats komt in onze samenkomsten. Ik heb geprobeerd een goede, eerlijke naam te behouden. Ik nam nooit een offer aan in mijn leven. Ik heb eenendertig jaar gepredikt en nam nooit een offer aan in mijn leven en vroeg er nooit om, en ben het nooit van plan. Dat is geen... Wij komen niet voor geld. Wij komen om te zien wat voor goeds wij kunnen doen, proberen om met deze broeders hier aan te pakken om de last mee te helpen trekken. Daar is het voor.
Deze gaven konden mij in een paar dagen tijds multimiljonair maken. U weet waarover het gaat. Ja, ik veronderstel dat u in de krant gelezen hebt over die multimiljonair in Californië die mij één miljoen vijfhonderdduizend zond in één offer. De FBI-agenten brachten het naar... "Wel," zei ik, "ik weiger er zelfs naar te kijken." Zie? Ik zei: "Ik neem geen geld aan." Ik zou geen geld kunnen hebben, dingen zoals dat. O, genade. Ik? Ik heb niet de verstandelijke vermogens om voor zoveel geld zorg te dragen. Wat dan als het zo zou zijn? Ik zou mij daar zorgen over moeten maken. Zie? Laten zij daar bezorgd over zijn. Als ik het nodig heb, zal de Here zeggen: "Geef hem zoveel", ziet u? [Broeder Branham en de mensen lachen – Vert] Dat is dus in orde. En daarom...
11 Ik wil niet... Ik sprak met broeder Roberts, Oral Roberts, die grote, dappere ziel, broeder Roberts. Die man heeft ongeveer tienduizend dollar per dag nodig! Whew! Wel, God wist wat Hij deed toen Hij die verantwoordelijkheid niet op mij legde. Ik zou dat zeker niet kunnen. Tienduizend dollar per dag, dat zou mij dol maken om tienduizend per dag te krijgen. En wat anders... Welnu, wat als ik tienduizend per dag nodig zou hebben en de Here riep mij hierheen naar Grande Prairie, hoe moest ik dat oplossen? Zie? Ik heb geen enkel radioprogramma, heb niets om te verkopen, en ik hoef geen tien cent per dag te hebben. Zie?
Het enige wat ik te doen heb, is mijzelf gewoon vrij te houden van alle dingen, en zo kan ik gaan waarheen Hij mij ook vertelt te gaan. Als het naar een... Ik hield een opwekking van twee avonden in een plaats die dertig mensen bevatte. Ik weet dat het miserabel was. Het was ongeveer 25 graden onder nul en je stond daarginds gewoon te bevriezen, met kleine zieke baby's en dergelijke. Maar de Here had mij verteld om te gaan, dus ging ik gewoon. En als Hij wil dat ik naar Afrika ga om te prediken voor honderdduizend of tweehonderdduizend, dan legt Hij het op iemands hart om mij een cheque te sturen om erheen te gaan, dus dan ga ik er gewoon heen. Want kijk, mijn Vader is Eigenaar van alles, en ik hoef mij er geen zorgen over te maken. Gewoon... Ik houd ervan om zo te zijn dat ik gewoon kan gaan waarheen Hij mij ook vertelt om naartoe te gaan. Zie?
12 My, Chris, wij zouden niet op beren kunnen gaan jagen als ik elke dag tienduizend dollar nodig had. [Broeder Branham lacht – Vert] Dat zou ik gewoon niet kunnen doen. Maar ik ben blij om vrij te zijn, zodat ik naar mijn broeders kan komen, al heeft de kleine broeder een heel kleine gemeente, of waar de Here mij ook heen zou leiden, eenvoudig daarheen gaan waarheen Hij leidt. Dat is hoe ik wil zijn: vrij (zie?), niets dat mij bindt of vasthoudt, om klaar te zijn om waar dan ook, op welke tijd ook, erheen te gaan, wat Hij ook zegt om te doen. En ik heb het een geweldig leven gevonden; erg fijn.
En ik kan dit oprecht vanuit deze preekstoel zeggen, wat misschien de laatste boodschap kan zijn die ik ooit aan het menselijk ras zal brengen. Zie? Ik ben laatst tweeënvijftig geworden en ik heb nooit in mijn leven God oprecht om iets gevraagd dan wat Hij aan mij gaf, of aan mij vertelde waarom Hij het niet kon doen. Nu, dat is waar. Dikwijls heb ik om dingen gevraagd die Hij mij weigerde, maar Hij vertelde mij waarom. En Zijn weg is altijd de beste. En ik ontdekte dat, als Hij het mij had gegeven, het mij zou hebben geruïneerd. Ziet u? Dus ga ik gewoon verder en zeg: "Here, wat U wilt dat ik zal hebben, hier ben ik." En Hij zorgt dus altijd voor mij.
13 Maar let op in de samenkomsten, telkens wanneer u hoort... Als de onderscheiding bezig is, vertelt Hij het u; u doet dat zelf. U weet het niet, maar het is uw eigen geest, net zoals de vrouw die Zijn kleed aanraakte. Maar als Hij terugspreekt, is dat wat u zelf van God trekt. Zie, God gebruikte Zijn gave niet. We weten allemaal dat God in Christus was de wereld met Zichzelf verzoenende. Nu weten wij dat de volheid van de Godheid lichamelijk in Christus Jezus woont. Maar wat ons betreft, wij hebben de Geest met mate, aan een ieder tot nut gegeven.
Nu, zeg bijvoorbeeld dit: als ik hier naar de oceaan ging en een lepelvol water uit de oceaan haalde, dan zou u dat nooit missen. Zie? Maar als ik die lepel water naar het laboratorium zou brengen, heeft het dezelfde chemicaliën erin die in de hele oceaan zijn. Het is alleen niet zoveel ervan. Welnu, als wij dan denken aan de Geest van Christus Die wij in ons hebben (zie?), dan is het gewoon een lepelvol van wat in Hem was. Zie? Hij had alles ervan in Hem. Alles wat God was, goot Hij uit in Christus; alles wat Christus was, goot Hij uit in de gemeente.
14 Hoeveel Pinkstermensen zijn hier? Laat ons uw handen zien, Pinkstermensen. Goed. Weet u wat God op de Pinksterdag deed? De Bijbel zei dat zij vergaderd waren en baden in de opperkamer, en plotseling kwam er een geluid van de hemel als een machtig ruisende wind, en het vulde het hele huis waar zij waren. En daar verschenen aan hen gekloven tongen als van vuur. Het zette zich op een ieder van hen, en zij werden allen gevuld met de Heilige Geest en begonnen in andere talen te spreken zoals de Geest het hen liet uitspreken.
Nu, wij weten dat God die Vuurkolom was die de kinderen Israëls door de woestijn leidde. Wat deed God daarna? Hij scheidde... Deze tongen van vuur vormden de afscheiding, die grote Vuurkolom, en Hij verdeelde Zichzelf onder Zijn volk.
15 Wat behoorden wij dan te doen, broeders? Broeder, my, samen zullen wij standhouden; verdeeld zullen wij vallen. Dus wat de grote... Als de duivel in de grote gemeente van God kan komen en zal maken dat zij zeggen: "Ik ben dit, en u, omdat u daartoe behoort, kunnen wij niet tezamen gaan", dan hoeft hij geen schot te lossen want wij bevechten elkaar (zie?), maar als die muur is afgebroken, en wij niet verdeeld zijn, wij allen één zijn als broeders (zie?), allen één Geest in Christus, dan zal God Zich onder ons verdelen, zodat wij tezamen de grote vrijgekochte gemeente van de levende God kunnen zijn. Dan zult u iets zien gaan gebeuren.
16 Nu, let op wanneer Hij tot u spreekt, als Hij terugspreekt: "ZO SPREEKT DE HERE, zekere dingen zullen gebeuren." Nu, schrijft u het op. U zou misschien geen greintje verschil mogen zien op dat moment. Misschien dat u het enige tijd niet zult zien. God doet een belofte, maar Hij houdt Zijn belofte. Ja, ik houd ervan hiernaar te verwijzen. Wist u dat sommige mensen gewoon denken dat, omdat het niet terstond gebeurt, dat dat alles is, dat God u niet verhoord heeft? Dat is een vergissing. Als u het gelooft, zal het gebeuren. Maar als u het niet geloofde, wel, dan zal het geen enkel verschil maken; dan gebeurt het hoe dan ook niet. Maar als u het gelooft, is het daar meteen een eindproduct, als u het gelooft.
Nu, er zijn zoveel dingen waar ik naar zou kunnen verwijzen. Op een keer waren er een paar jonge vrouwen. Ik houd ervan om daar naar te verwijzen omdat het mij altijd bijbleef. Het gebeurde op het podium. Er was daar een kleine dame die het podium opkwam, een kleine huisvrouw, kleine moeder. En de Heilige Geest zei tegen haar: "U bent Die-en-die, u bent een zekere vrouw."
"Ja, ja."
"En u lijdt aan een maagkwaal, welke is... U was een paar dagen geleden bij een dokter en hij vertelde u dat u een maagzweer heeft."
"Ja, dat is zo."
"Uw echtgenoot werkt bij een zekere..."
"Ja, dat is zo", dit alles.
17 Toen begon ze weg te gaan, en toen sprak de Geest: "ZO SPREEKT DE HERE, u bent genezen."
O my, dat moet gebeuren. Dat moet gewoon gebeuren.
Toen ze naar huis ging, zei ze: "Wel, ik ben genezen. Man, voordat ik thuiskom, wil ik dat je een hamburger voor mij koopt." Het leek haar te doden. Een paar dagen later was zij nog... Zij werd zo ziek als ze at.
En haar man zei uiteindelijk: "Je brengt schande op de zaak." Zei: "Je zou dat niet moeten getuigen."
Twee weken gingen voorbij. Zij probeerde nog steeds te eten. Ze was net zo ziek als ze het nam... Haar man ging naar de dokter en vertelde het hem. Zei: "Het zal haar doden."
Zei... Maar zij zei: "Kijk. Die man kende mij niet, en als een Geest daar stond, of bij hem was, die hem kon vertellen wie ik was en wat mijn probleem was, dan geloof ik dat het de Geest van God was." En ze zei: "Leven of sterven, hij sprak 'ZO SPREEKT DE HERE'. Ik geloof het. Dat is juist. Ik geloof het."
18 Een paar ochtenden daarna, wat ongeveer vier weken later was dat er voor haar gebeden was... Kijk, dat betekende niet dat zij niet genezen was. Zij was toen gelijk genezen. Aan Abraham werd een belofte gegeven dat hij een zoon zou ontvangen en het was vijfentwintig jaar later voordat hij hem kreeg, maar hij was krachtig in geloof en gaf God de eer. Dat is wat echte Pinkstermensen – Abrahams zaad – behoorden te doen.
Dus op een morgen, vertelde ze... Wel, ik was toen ongeveer 500 kilometer van de plaats verwijderd bij een andere opwekkingssamenkomst, en zij kwam naar de plaats om te getuigen. Ze zei dat haar man die morgen naar zijn werk ging. Ze zei: "O, mijn maag brandde." En ze zei: "Na een poosje was ik de borden aan het afwassen en ik huilde." Ze zei dat ze eraan dacht: "O God, hoe groot bent U. Hoe groot! U laat de zon schijnen. U doet al deze grote dingen." En zei: "Hoe groot zijt Gij, o God", op die manier Zijn Naam prijzend.
19 En ze stond daar en ze zei dat er een echt vreemd gevoel over haar kwam. En ze zei dat ze zich afvroeg wat dat kon zijn? Nu, u hoeft niets te voelen. Jezus zei nooit: "Voelde u het?" Hij zei: "Geloofde u het?" Zie? U gelooft het.
Maar toen voelde zij iets over haar heengaan. Ze zei: "Wel, ik weet niet wat dat was." Zei: "Een vreemd gevoel, ik voel me zo goed." Zij ging gewoon verder. Zei: "Misschien was het omdat ik de Here aan het prijzen was; het is de Heilige Geest Die mij zegent." Zij ging door met bordenwassen.
Ze werd echt hongerig. Dus – ik veronderstel dat alle mama's zo zijn – de kinderen hadden wat havermout op hun bord achtergelaten. Zij werd dus erg hongerig. En dat was juist datgene wat haar maag deed branden: havermout. Toen nam zij een lepel of twee van de havermout en at het op. Dus nadat zij het had doorgeslikt, dacht zij: "Wel, het kan niet nog erger gaan branden." Maar na een paar ogenblikken brandde het niet, dus nam zij er nog wat meer lepels van; maar het veroorzaakte geen last. Toen nam zij een stukje toast; dat veroorzaakte haar geen last. Daarna ging ze twee eieren voor zichzelf bakken en nam wat toast en een kop koffie en had een gastronomisch vreugdefeest. Ze ging er dus voor zitten en at een goed ontbijt. Zij wachtte ongeveer anderhalf of twee uur. Zij voelde zich gewoon goed en kreeg opnieuw honger.
20 Zij voelde zich zo goed dat zij naar de buurvrouw toe rende. En haar buurvrouw die verderop in de gebedsrij had gestaan (die vorige avond), had een enorm groot gezwel op haar nek. En hetzelfde gebeurde. Vertelde haar er alles over, zei: "ZO SPREEKT DE HERE, dat gezwel zal weggaan." En daarom wilde zij naar haar buurvrouw toe gaan, die een paar deuren verder in de straat woonde, om te vertellen wat er gebeurd was. En ze zei dat, toen zij daar kwam, dat ze dacht dat er een begrafenisdienst of zoiets aan de gang was, door al het geschreeuw en tekeer gaan zoals ze nog nooit had gehoord. Zij rukte de deur open en hier stond de vrouw met een laken in haar hand, en ze zei: "Wat is er aan de hand, lieverd?"
Ze zei: "Weet je wat er gebeurde? Ik stond vanmorgen laat op", en ze zei: "ik kan dat ding nergens meer vinden, het is van mijn keel af. Ik schudde elk laken en van alles uit, maar ik kan het nergens meer vinden." Zie? En hier kwamen zij beiden hun getuigenis geven .
Wat was het? Als God het heeft uitgesproken... Die Engel was door de buurt gegaan om het Woord dat Hij had gesproken in de Naam van de Here te bevestigen. Zie? "Ofschoon het uitblijft, toch zal het spreken." Is dat juist, broeders? Het moet spreken. Dus blijf dat altijd in gedachten houden.
21 O, u bent zo fijn dat ik haast niet aan een tekst toekom. Ik heb iets in gedachten dat ik wil zeggen. Ik wil graag... U wilt mij nog wel een paar minuten langer verdragen, nietwaar? We hopen om na een poosje de gebedsrij te beginnen.
Dus toen wij pas geleden naar Afrika gingen... Om u te tonen... Nu, ik dank God voor scholen, voor kerken, en voor alles wat Hij heeft gedaan. Ik ben God zo dankbaar. Maar wist u dat dit toch niet de opdracht was? De hoofdopdracht was: "Ga in heel de wereld en predik het Evangelie aan elk schepsel." Welnu, om het Evangelie te prediken: het Evangelie kwam niet alleen in woorden, maar door de kracht en de manifestaties van de Heilige Geest. Nu, als u het wilt blijven volgen, ik haal Markus 16 aan: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Alleen het Woord onderwijzen is niet afdoende. Het moet de Heilige Geest zijn Die het Woord manifesteert. Zie? Maar wat hebben we gedaan? Wij gingen heen en stichtten scholen, en organisaties, en kerken, en ziekenhuizen, wat erg fijn is. We kunnen daar niets tegenin brengen. Maar dat was niet het idee.
22 Toen ik naar Afrika ging, herinner ik mij... Nu, mijn Baptistenbroeders hier, ga alstublieft niet... Ik houd van u. U bent mijn broeder. Zie? Maar ik was gedurende jaren een prediker bij de Zendingsbaptisten, en toen ik hun over deze dingen vertelde, maakte het mij doodsbang. Zij zeiden dat het van de duivel was, en o, ik wilde helemaal niets met de duivel te maken hebben omdat ik de Here Jezus liefhad. En ik wist er nooit iets over totdat Hij aan mij verscheen en mij vertelde wat het was.
Nu, toen ik terugkwam en het aan Dr. Davis vertelde, de algemene opziener... En ik zei: "Doctor Davis, ik ontmoette Degene Die tot mij spreekt, en het was een Man. En Hij vertelde mij deze dingen. Hij vertelde mij dat ik over de hele wereld zou prediken, en dat deze dingen zouden plaatsvinden."
En hij zei: "Met een lagere schoolopleiding, veronderstel ik, Billy, zul jij gaan prediken tot koningen en vorsten...?"
Ik zei: "Dat is wat Hij zei, broeder."
Hij zei: "Billy, wat heb je die avond voor maaltijd gegeten?"
Ik zei: "Wel, dan, doctor Davis, als dat het is, kan ik u nu wel gelijk mijn lidmaatschapskaart teruggeven," zei ik, "omdat het wat mij betreft God was. Ik weet niet wat het voor u was. Zie?" En u heeft het natuurlijk in de Stem van genezing gelezen; hij predikt nu zelf Goddelijke genezing.
23 Dus hoe dan ook, omdat de Engel had gezegd dat... En nu, toen ik in Afrika kwam, vond ik... Wat vond ik in Afrika? Ik breng niets in diskrediet. Ik ben erg dankbaar voor alles wat de Here heeft gedaan. Houdt u dat allen in gedachten: voor alles wat de Here heeft gedaan, ben ik dankbaar. Maar wat ik probeer te zeggen is, dat wij nu in een andere dag leven, boven dit alles uit. Zie? Wij komen hogerop waar God grotere dingen wil doen dan wat Hij heeft gedaan. Hij wil Zijn gemeente zegenen.
Hij wil dat wij tezamen komen en niet argumenteren over "Ik ben van de Assemblies of God", of "Ik ben van de Church of God." Wat voor verschil maakt dat uit? Wij zijn van Christus. Dat is het. Zie? Wij zijn van Christus. Niet... Wij moeten dat niet denken. En een van ons rijdt op een een-bultige kameel, anderen op twee-bultige kamelen of drie-bultige kamelen. Wat maakt dat uit? Jakob groef een bron en de Filistijnen joegen hem ervan weg, en hij noemde die "Haat". En hij groef een andere bron en de Filistijnen joegen hem ervan weg, en hij noemde die "Strijd". En hij groef een andere bron. Toen zei hij: "Er is ruimte voor ons allen." Dus denk ik dat dat de manier is. Degenen op al deze verschillende kamelen kunnen er gewoon naartoe rijden en eruit drinken. Er is ruimte voor ons allen bij de bron. Ja.
24 Toen ik daar dus aankwam, dacht ik dat ik misschien de zendelingen – de David Livingstones – op elke hoek kon vinden. Maar wat ik vond... My, zendelingen waren verschillend van wat ik dacht dat zij waren. Zij hadden daar een terrein waar de kleurlingen die hun stamkleuren niet meer mochten dragen...
Deze mensen in Afrika zouden hierheen kunnen komen en ons moraal kunnen bijbrengen. Zeker kunnen zij dat. Bijvoorbeeld, in een stam daar bij de Basotho's, als de... Daar zijn de stammen van de Shangai, Basotho, Xhosa, of, my, zoveel verschillende stammen. Maar als een jongedame – zij weten nooit hoe oud zij zijn – maar als een jongedame niet is... een of andere man haar genomen had... Zij hebben polygamie. Maar als een man haar niet als vrouw genomen heeft bij een bepaalde grootte, dan moet zij haar stamkleuren verwijderen en de stam verlaten omdat er iets verkeerd is.
Als zij is... voordat zij getrouwd is, of tot vrouw wordt genomen, wordt zij onderzocht op haar maagdelijkheid. Als zij schuldig bevonden wordt, moet zij vertellen welke man dat gedaan heeft. Zij worden beiden gedood. Als zij dat in de Verenigde Staten zouden uitzoeken, zouden er in ieder geval een hoop doden zijn. Maar er is daar onder hen geen nachtleven. Nee, zeker niet. Zij zijn zo rein als ze maar kunnen zijn op het gebied van moraal.
25 En toen wij ons verzamelden in Durban kwamen zij bij de tienduizenden naar de samenkomst. En ik was... Billy was bij me. Ik zei: "Zoon, ga erheen en geef vanmiddag wat gebedskaarten uit."
En toen hij binnen een paar ogenblikken terugkwam (hij en de burgemeester van de stad, Sidney Smith), hadden zij niet... had hij geen zakken meer in zijn jas. [Broeder Branham lacht – Vert] Hij zei: "Gebedskaarten uitgeven? Gaat u daarheen en probeer het eens." Hij zei: "Je kunt dat niet doen, pa."
Dus zei ik: "Wel, oké."
Toen nam meneer Smith, Sidney Smith, de burgemeester van Durban, mij mee uit eten. Zei: "Broeder Branham, door heel de geschiedenis van Afrika hebben we nog nooit iets dergelijks gezien." En hij zei: "Die Durban-racebaan is zo volgepakt met mensen dat de hele baan aan alle kanten vol ligt. Duizenden en duizenden, meer dan honderdduizend, die daar gewoon liggen. Zij komen van vreemde... van alle delen van het land", en zij waren met hun geliefden al weken daarvoor onderweg. Brachten hen door de jungles, zelfs waar zij moesten gaan... waar de leeuw achter ze aan zou gaan, waar zij omhoog moesten klauteren om ze hoog in de boom te trekken. (Verontschuldig die uitdrukking. Dat is... Ik weet dat u allemaal beter in Engels bent dan ik... wij daar zijn.) En dus, een...
26 Ik heb hier een kleine Georgiër. Ik wil dat hij een van deze avonden tot u spreekt. U spreekt over het hebben van de gave van uitlegging. Hij... u zult... u Yankees [Amerikanen] hier zult het werkelijk nodig hebben als deze mensen van Georgia spreken. Zij kwamen naar een benzinestation en vroegen naar een motel, en zij wilden weten of zij... Ze zeiden dat hij een paar oude banden wilde hebben, dus... [Broeder Branham lacht – Vert] Georgia. Maar, hoe dan ook...
En we vertrokken naar deze grote plaats waar wij heengingen. En toen we daar vertrokken... Toen we naar buiten gingen, zagen wij deze inboorlingen in de stad (nu, de oorspronkelijke bewoners), en zij droegen een kleine amulet rondom hun nek. En ik zei tegen Sidney Smith, ik zei: "Burgemeester, wat betekenen die amuletten?"
Hij zei: "O, zij zijn Christenen."
Ik zei: "Wel, waarom dragen zij een afgod?"
Hij zei: "Vraag het hun." Hij zei: "Die man is een Shungai. Ik kan zijn taal spreken. Rijd erheen en vraag hem alles wat u wilt." Dus ik... Wij gingen naast hem rijden en ik noemde hem Thomas, omdat ik dacht dat dat een goede naam voor hem zou zijn, want hij deed zich voor als een Christen maar droeg een afgod.
En ik zei: "Thomas?"
"Ja."
"Ben je een Christen?"
"Ja, ja, ja", hij is een Christen.
Ik zei: "Waarom draag je die afgod?"
27 O, zijn vader droeg hem. Zie? Dat was een goede reden. Op een dag ging een leeuw achter zijn vader aan, dus zette hij de kleine afgod neer en maakte een vuur en zei een gebed op dat de toverdokter hem voorgezegd had. De leeuw rende weg. Dus was het god.
"O", zei ik, "ik ben een yakta." Yakta betekent 'jager'. Leo.. leo betekent 'leeuw'. Leo, yakta. Ik zei: "Het vuur maakte de leeuw bang zodat hij wegging, niet het gebed van de toverdokter."
"O, wel, als Amoyah (Amoyah betekent 'de wind', de ongeziene kracht zoals God, die je niet kunt zien, weet u, zoals de Heilige Geest), als hij faalt, zal deze dat niet doen." Dus hij droeg het ten eerste voor de veiligheid. Dat is de kracht van Christendom.
Sidney Smith zei: "Zie?" Zei: "Begrijpt u waarom het hier zo moeilijk is om een zendeling te zijn?"
Ik zei: "Jazeker." We gingen verder naar de samenkomst.
28 Dus die middag, helemaal achterin de renbaan... Ik had genomen... ik had vijftien verschillende vertalers nodig. Zie? Je zou één woord spreken, dan... Bijvoorbeeld: "Jezus Christus, de Zoon van God, kwam naar de aarde om zondaren te redden." Wel, ik zou wat water kunnen gaan drinken en gaan zitten, tot iemand spreken, en tijd genoeg hebben tot al de vertalers klaar waren. Je moet opschrijven wat je gezegd hebt om te weten waar je gebleven bent om verder te gaan. Daarom gaf ik hun een eenvoudige kleine boodschap uit de Bijbel, over wat Jezus was.
En ik zei: "Ieder van u zendelingen, ga drie mensen halen uit een van de stammen daar en breng ze hierheen." Er waren daar ook ongeveer tienduizend Mohammedanen die Indiërs waren. En nu geen Amerikaanse Indianen, maar de Indiërs uit India. Dus ik zei... Zij zijn erg, erg onbuigzaam.
Ik hoorde een zendeling daar zeggen: "O, broeder Branham, ik ben hier twintig jaar geweest en ik heb één dierbaar juweel gekregen." Kijk, de Mohammedanen kwamen van het oude ras van de Meden en Perzen, en zij veranderen of herzien hun wetten niet, weet u.
29 Dus eens een Mohammedaan, broeder, altijd een Mohammedaan. Zie? Dus terwijl het zo doorging... Toen riepen ze dus de... Ik zei: "Ga er drie uit elk van de stammen halen en breng ze hier." Zij gingen erheen en uiteindelijk brachten ze hen naar voren. En de eerste op het podium was een Mohammedaanse vrouw met een rode stip tussen haar ogen. En zij was een rasechte Mohammedaanse.
En ik zei: "Verstaat u Engels?"
Ze zei: "Ja, meneer."
En ik zei: "Wel, bent u een Mohammedaanse?"
Ze zei: "Dat ben ik." (Ik denk dat je dat uitspreekt als: "U bent een Mohammedaanse.") Maar ze zei: "Dat ben ik."
En ik zei: "Waarom komt u dan naar mij toe, een Christen? Waarom ging u niet naar uw priester?"
Ze zei: "Ik geloof dat u mij kunt helpen."
"O," zei ik, "als Mohammedaanse zou u dat niet moeten geloven. U zou moeten geloven dat Mohammedanisme is... dat de profeet Mohammed Gods dienstknecht is." Zij geloven in God. Zie? Zij zijn kinderen van Abraham, maar niet van de belofte. Wij weten dat. Zie? Dus zij... zij slaan op die grote gong 's morgens en zeggen: "Er is één ware en levende God, en Mohammed is zijn profeet."
30 Wij zeggen: "Er is één ware en levende God, en Jezus is Zijn Zoon." Zie? Nu, dat is het verschil. En de Mohammedanen zeggen dat het verre zij dat God een Zoon zou hebben, dat de Geest een Zoon zou hebben. En daarom...
Ik zei: "Wel, waarom bent u niet naar uw priester gegaan?"
Ze zei: "Ik geloof dat u mij kunt helpen."
"Wel", zei ik, "las u ooit het Nieuwe Testament?"
Ze zei: "Dat heb ik."
"Heeft u ooit over Christendom nagedacht?"
Ze zei: "Ik heb er over nagedacht."
Ik zei: "Waarom koos u voor het Mohammedanisme?"
Ze zei: "Wel, omdat ik denk dat... De Mohammedaanse religie doet geen beloften, maar de Bijbel van het Christendom doet beloften door Jezus de profeet, dat Zijn discipelen hetzelfde zouden doen als Hij." En zei: "Mohammed deed niet zo'n belofte. Daarom... zij beiden beloofden leven na de dood, maar ik heb nog geen van de discipelen van de profeet Jezus gezien die deed wat Hij deed. Daarom ben ik een Mohammedaanse." Dat is een erg goed en verstandig antwoord. Zie?
En ik zei: "Wel, Jezus geeft ons een hoop vreugde."
Ze zei: "Nu, Mohammed kan evenveel psychologie produceren als het Christendom. Precies evenveel emotie; zij kunnen net zo luid juichen en schreeuwen als de anderen dat kunnen; zij kunnen net zo doorgaan als wij." Zie? Dat is juist. Dus als u niet weet waarover u het heeft, kunt u beter bij hen vandaan blijven. Zie? Laat het gewoon gaan.
31 "Wel," zei ik, "u heeft dus het Nieuwe Testament gelezen, over Jezus de profeet, zoals u Hem noemde; ik noem Hem de Zoon van God..." Ik zei: "Waarlijk was Hij een profeet. De karakters van het Oude Testament moesten hun profeten geloven, en Hij was de Koning-Profeet, de God-Profeet. En zij keken naar Hem uit. Dat is precies datgene wat ik in mijn boodschap naar voren bracht."
Ze zei: "Correct, meneer. Daarom vroeg ik of ik degene mocht zijn om hierheen te komen."
Ik zei: "Hoeveel van u Mohammedanen daar kennen deze vrouw?" Velen van hen. Ik zei: "Nu, als Jezus, de Zoon van God, mij gezalfd heeft met Zijn Geest, en ik u daarom kan vertellen, precies zoals Hij zou doen als Hij hier zou staan..." Ik zei: "Om u te genezen... dat heeft Hij reeds gedaan. Al de attributen van Zijn redding waarvoor Hij betaalde voor ons op Golgotha zijn reeds voleindigd. Het enige wat Hij zou kunnen doen, is bewijzen dat Hij de Messias was. Dat is juist. En Hij beloofde dat Zijn discipelen hetzelfde zouden doen."
Ze zei: "Ik begrijp het."
32 En de Heilige Geest kwam. Ik vertelde haar door de Heilige Geest wie zij was. Ik zei: "Nu, uw echtgenoot is een korte, zwaargebouwde man die een snor draagt. Hij was kortgeleden met u bij een dokter, en hij onderzocht uw vrouwelijke organen. Hij vertelde u dat u een cyste had op de eierstok." "Dat is de waarheid." Ik zei: "Hoe denkt u er nu over?"
Ze zei: "Ik neem Jezus Christus als mijn Redder aan." Die middag deden bijna tienduizend Mohammedanen hetzelfde. Zie, zie, zie? Geen theologie, maar om de kracht van God te zien. Kijk, vrienden...
De volgende die kwam, was een witte Afrikaanse vrouw. Vertelde haar dat zij een gezwel in haar borst had, maar dat zij zich klaar moest maken om te sterven. Ik zag haar begrafenisdienst. Zij moesten haar dood van de grond oprapen. [Kort nadat zij naast haar man was gaan zitten, viel deze vrouw dood op de grond – Vert] In diezelfde nacht had een vrouw ongeveer vier uur dood gelegen, een vriendin van de burgemeester, en zij was weer opgewekt, een jonge vrouw die gestorven was... Kijk, als ik kon genezen dan had ik haar genezen. Ik zei: "Ik kan alleen maar vertellen wat ik zie."
33 De volgende in de rij was een klein scheelkijkend jongetje, een kleine Zoeloe. Zijn er enige van u broeders zendelingen? De Zoeloe. Weet u wat de Zoeloes zijn? Hij is een grote, stevig gebouwde kerel, die gemiddeld zo'n honderdvijfendertig kilo weegt. Zij gooien hun werpspies, weet u, maar de kleine Shungai moet de zijne manoeuvreren. De grote Zoeloe... want ze hadden dit dieet gegeten, weet u, dat bloed en van alles en nog wat dat ze bij elkaar doen. En zijn oogjes waren zo loens als het maar zijn kon. En in Afrika...
Houdt u van lelies, zusters? O, ik vind ze prachtig. Ze hadden er daarvan op het podium staan met een doorsnede van wel 40 cm. Hele grote calla lelies, sommige geel... En ze groeien gewoon in het wild in de jungle.
Toen dan deze kleine jongen op het podium kwam, zei ik: "Nu, iedereen kan zien dat zijn ogen scheel staan."
Was u die keer in Afrika, broeder? Was u daar? Nee, India. O ja. Welnu, misschien krijg ik een kans om over India te spreken. Was u daar toen ik in India was? Niet daar. Dat is waar ik mijn grootste samenkomst had, daar in Bombay: vijfhonderdduizend in één keer. Daar was het dus waar ik zag... Wel, ik kan daar niet op ingaan, maar daar was een... Hij heeft zoveel gedaan, dat vertel ik u; het is wonderbaar.
34 En toen deze kleine jongen daar stond, zei ik: "Iedereen die dichtbij genoeg staat, kan zien dat het kind loenst." Ik zei: "Ik kan zijn ogen niet rechtmaken, ik heb niets om zijn ogen mee recht te maken." Maar, zei ik: "Misschien zou de Heilige Geest mij iets kunnen openbaren wat het veroorzaakt heeft, en dan zou het misschien maken dat de kleine vent geloof heeft om in Christus te geloven." En ik zei tegen hem: "Kijk naar mij."
En de vertaler (de Zoeloe vertaler) zei: "Kijk naar mij." En de kleine kerel keek op.
Ik zei: "Hij is op die wijze geboren." Ik zei: "Nu, zijn moeder en vader zijn magere mensen, wat vreemd is voor Zoeloes." Ik zei: "Maar hij komt uit een Christelijk huis, omdat er in hun hutje een plaat van Christus aan de rechtermuur hangt bij binnenkomst." En ongeveer honderd meter achterin staken de vader en moeder hun hand op, daarmee zeggend dat het juist was. Toen ik terugkeek naar het kind, waren zijn ogen net zo recht als de mijne. Ik zei: "Iedereen ziet natuurlijk dat er iets gebeurd is; zijn ogen staan al recht. Ga verder, zoon." En zij namen hem mee.
35 En toen hoorde ik geruzie. Hoeveel hebben er ooit broeder Bosworth gekend? Oude broeder Bosworth was gewoonlijk een van mijn... F.F. Bosworth. Hij stond daar en ik hoorde hem daar ergens tekeergaan, een of andere woordenwisseling. En het was een Britse dokter die tekeerging. Hij zei: "Ik wil met hem spreken." Broeder Bosworth zei: "U kunt dat nu niet doen, meneer, u veroorzaakt gewoon een tumult." Je moest ze uit elkaar houden; ze hadden ook stammenoorlogen, weet u. En daarom zei hij: "Dat kunt u nu niet doen." Zei: "Als onze broeder onder die zalving is, bidt hij voor de zieken." Hij zei: "Geloof gewoon."
Zei: "Ik wil met hem spreken."
Ik keerde mij om. Ik zei: "Wat is er aan de hand, dokter?"
Hij zei: "Hoe wist u dat ik een dokter was?"
Ik zei: "Wel, wat wilt u?"
Hij zei: "Ik wil u vragen, meneer Branham, wat u met die jongen deed?"
Ik zei: "Niets."
Hij zei: "Ik zette hem op het podium."
"Wel", zei ik, "dat is erg vriendelijk."
36 Hij zei: "Zijn ogen staan nu recht. Hier staat hij." Hij hield zijn hand op zijn hoofd. Zei: "Ik zette hem daar op het podium; zijn ogen waren scheel. Ik heb hier mijn handen op hem en zijn ogen staan recht." Zei: "Nu, meneer Branham, ik kan uw telepathie begrijpen; dat is om te spreken tot de mensen en hun te vertellen over hun verlangens en wat zij hebben gedaan, maar", zei hij, "ik wil u iets vragen. Hypnotiseerde u dat kind?"
Ik zei: "Gaven de medici van het Britse Medisch Genootschap u vergunning om medicijnen voor te schrijven en u weet niet meer over hypnotisme dan dat? Als hypnose een kind zijn ogen recht kan krijgen, denkt u dan niet dat de doktoren zouden moeten beginnen om hypnose te praktiseren... hypnotil?"
Hij zei: "Meneer Branham, ik wil u laten weten dat ik met geloof in God ben opgevoed."
Ik zei: "Dat is erg fijn, dokter." En toen kwamen er nog een paar bij staan. Ik zei: "Even een ogenblik. Laat hem met rust."
37 En hij zei: "Wel, ik weet dat God in die lelie is. Hij kon niet groeien... hij heeft leven dat wij niet kunnen ontdekken. Wij kunnen de kiem des levens niet vinden. Wij weten dat God in de lelie is, anders kon hij niet leven." Maar, zei hij: "Vertel mij of die God waarover u spreekt zo tastbaar is dat Hij de schele ogen van dat kind kon nemen en ze recht kon zetten? Terwijl u drie meter bij hem vandaan staat?"
"Wel", zei ik, "dokter, staan zijn ogen recht?"
Zei: "Ja meneer."
"Wel," zei ik, "raakte ik hem aan?"
"Nee meneer." Hij zei: "Dan maakt dat dat God ergens tussen hier en daar is, is het niet?"
Ik zei: "Gewoon overal." En toen begon iemand hem weg te trekken.
Hij zei: "Even een ogenblik." Er was een grote microfoon met gevlochten ijzerdraad eromheen, want ze hadden daarbuiten, o, misschien op nog meer dan vijfhonderd meter, mensen, weet u, vandaar de grote microfoon. Hij liep naar die microfoon toe en hij zei: "Dan neem ik Jezus Christus als mijn Redder aan."
Ik wil u iets vertellen. Toen ik ongeveer twee weken daarna Durban verliet, waren daar ongeveer twintig tot dertig duizend mensen die gedag zwaaiden en van alles, weet u. "Kom terug, kom terug." Het maakte dat er elke dag gedurende de samenkomsten twee tot drie pagina's in de kranten stond geschreven van wat de Here had gedaan. En daar, in die plaats, weet u wat hij deed? Hij rende over het terrein, klom over de afzetting, sprong over enige van de bewakers heen en rende naar mij toe, sloeg zijn armen zo om mij heen en omhelsde me, en begon in tongen te spreken. En hij zei: "Broeder Branham, ik ben een Christen. Ik ga terug naar het veld om een zendeling te zijn." Die Britse dokter.
38 En dat beëindigde die dag. De volgende was een jongen die zo mismaakt was... (Excuseert u mij, mijn zusters, als ik de verkeerde fout maak... een fout maak, liever gezegd, door iets te zeggen wat ik niet zou moeten zeggen.) Maar zij dragen geen kleding. Ziet u? Zij zijn gewoon net zo naakt zoals zij ter wereld komen. En toen de jongen op het podium kwam, jonge kerel, liep hij op zijn handen, zoals dit. En hij was helemaal krom gegroeid en in zo'n verschrikkelijke toestand, en ze hadden een ketting om zijn nek gedaan.
En ik zei: "Kijk naar die arme sterveling. Als iemand die jongen kon helpen en het niet zou doen, wel, dan zou hij een huichelaar zijn." Ik zei: "Als ik ook maar iets had waarmee ik de arme kerel kon helpen, dan zou ik het zeker doen, maar ik kan het niet. U weet dat." "Maar", zei ik, "misschien zou de Heilige Geest mij iets kunnen openbaren waardoor hij geloof kon hebben dat God hem zou genezen." En dus keerde ik mij om, om te zien, en nu, ik... toen ik naar hem keek, het visioen... Ik kan dat niet uitleggen. U kunt God niet uitleggen. U hoeft het zelfs niet te proberen. Als u het deed, dan zou het (excuseer mij), dan zou het geen geloof meer zijn.
39 Dus daar was de jongen. Hij leek te zijn, o, ik zou hem ergens in de twintig schatten... tweeëntwintig, vijfentwintig, zoiets. En ik zei: "Nu heb ik zijn aandacht gekregen." En nu, bedenk dat hij op zijn voeten liep, zijn achterdelen staken zo omhoog, en hij zwaaide met zijn achterkant net zoals een paard... weet u, zoals paarden die zijdelings uitzwaaien, en hij liep zo op zijn handen. En hij dacht dat ik hem een stammendans wilde laten doen. De mensen die de stammen verlaten, komen naar de stad en ze spelen clown voor de toeristen door deze stammendansen te doen. Hij was bezig met "Uh, ba, ba, ba, ba."
En ik zei: "Als ik maar voor een ogenblik zijn aandacht kan krijgen, zijn geest kan vatten." En hij zei... Ik zei: "O, waar hij nu denkt, hij denkt echt niet aan zichzelf." Ik zei: "Deze jongen werd zo toen hij nog maar een kind was." En toen stonden daar ver achterin zijn vader en moeder op. Dat was waar. Zie? Ik zei: "Hij komt ook uit een Christelijk... een huis waar zij Christus belijden." Dat was juist.
40 Ik zei: "Maar waar hij aan denkt, is aan zijn broer. Nu", zei ik, "zijn broer was óf aan het rijden op een gele geit óf op een gele hond, en hij viel en heeft zijn been bezeerd. Hij loopt nu sinds drie of vier jaar met twee stokken." Maar ik... En toen ik terugkeek, zag ik zijn broer gaan, rennend en springend op die manier; ik zei... Keek ernaar, en ik zei: "Maar ZO SPREEKT DE HERE, zijn broer is genezen." En ging verder, op deze manier. En heel ver weg, o, bijna de afstand van twee stadsblokken verderop, hoorde ik een harde schreeuw. En ze hadden daar, vermoed ik, driehonderd soldaten, burgerwachten, weet u, om enigszins de orde te bewaren. En hier kwam zijn broer aan met deze stokken boven zijn hoofd, net zo hard springend als hij maar kon.
Wel, het duurde ongeveer twintig minuten om de mensen weer kalm te krijgen (ziet u?), om ze te kalmeren. Ik keek weer om naar hem, en ik zei: "Nu, ik kan niets anders doen dan voor de jongen bidden." En ik zag zoiets als een blauwe schaduw boven hem, en ik keek, en in het visioen hier stond hij op zijn voeten. O, broeder, er zijn... alle duivels uit de hel konden het toen niet meer stoppen.
41 Als Hij mij zou vertellen dat George Washington zou gaan opstaan uit de presidentiële begraafplaats, dan zou ik de wereld uitnodigen om het te komen zien. Dat is juist. Hij is... Ik heb duizenden maal duizenden visioenen gezien en ik kan het aan iedereen vragen om het te bevestigen: nooit faalde er één van. Het kan niet falen; het is God. Hoe kan God falen?
Daarom wist ik dat de jongen genezen zou worden, en ik dacht: "Hier is nu precies mijn kans." Ik zei: "Hoe velen hier willen Christus als hun Redder aannemen als deze jongen gezond gemaakt wordt?" Gewoon zover als ik kon zien zag ik deze zwarte handen: Shungai, Basotho, overal, zoals dat, Indiërs, overal. En ik zei: "Ga rechtop staan, zoon. Jezus Christus maakt je gezond." Natuurlijk vertelde de vertaler dat, maar de jongen was zelfs verstandelijk niet in orde, dus ging hij door met "Uh, ba, ba, bla, bla", en probeerde te dansen. Daarom ging ik erheen en pakte de ketting vast die ze om hem heen hadden gedaan, waaraan ze hem leidden. Ik zei: "Ga rechtop staan, Jezus Christus maakt je gezond." En de jongen stond op.
42 En toen hij dat deed, dropen de tranen van zijn zwarte buik af. Hij stond daar en keek zo om zich heen, voor de eerste keer in zijn leven. Die menigte werd gewoon dol. Daar was hij. Niet alleen was hij genezen, stond hij rechtop, maar was hij bij zijn gezonde verstand. Zie?
Ik zei: "Hoe velen van u willen Jezus Christus nu als hun persoonlijke Redder aannemen, Degene Die u liefheeft?" En ik zei: "Sta op uw voeten." Dertig duizend rasechte inboorlingen stonden tegelijkertijd op.
U Canadezen kennen Ern Baxter, is het niet? Broeder Ern Baxter? Hij zat precies daar op het podium. En broeder Baxter zei: "Broeder Branham, ik geloof dat zij aan lichamelijke genezing denken."
Ik zei: "Laat mij het nog eens herhalen."
En oude broeder Bosworth huilde gewoon. Hij zei: "Broeder Branham," zei hij, "de Heilige Geest neemt gewoon al het leven uit mij weg."
En ik zei: "Ik bedoelde geen lichamelijke genezing; ik bedoelde om Christus als Redder te ontvangen... U die afgoden draagt, als u het begrijpt, gooi dan uw afgoden op de grond stuk." En het leek op een stofwolk, de afgoden die werden stukgegooid. Dertig duizend ruwe, rasechte inboorlingen kwamen in één altaaroproep tot Christus. Denk even na. Dat is... laat eens zien, dertig, tien, twintig, dertig... Wel, dat zou ongeveer tien keer de hoeveelheid zijn van Pinksteren. Dat is waar. Ongeveer tien keer de hoeveelheid van Pinksteren.
43 En de volgende morgen belde de burgemeester mij daar op in mijn hotelkamer. Hij zei: "Broeder Branham, ga direct naar uw raam toe, de kant die uitziet op het meer."
Broeder Bosworth was daar geweest. Hij zei: "Broeder Branham, ik schat..."
En ik zei: "Nu, u die wil dat er voor u gebeden wordt, geloof eenvoudig de Christus waarover ik spreek." En ik bad één gezamenlijk gebed. Nu, er waren slechts ongeveer drie mensen op het podium geweest. Bad één gezamenlijk gebed, en er waren naar schatting vijfentwintig duizend buitengewone wonderen die in één keer plaatsvonden. Zie? Zij zijn niet geïndoctrineerd met: "Wij zijn Methodist. Wij zijn Baptist. Wij zijn Presbyteriaan. Wij zijn de Eenheid, Twee-eenheid, Drie-eenheid." En o, weet u, al dat spul. Zij weten daar niets over. Zij zien alleen uit naar een God Die iets heeft om terug te kunnen antwoorden. Zie?
44 Weet u wat er gebeurde? Ik ging naar het raam, en over die straat daar kwamen... Als ik zal blijven leven tot ik honderd word en goed van verstand zal zijn, zal ik dat nooit vergeten. Er kwamen zeven grote Britse vrachtauto's (ik weet niet wat ze waren; u weet wat ze wel of niet waren, ongeveer zo lang als hier vandaan tot aan die muur), volgeladen met krukken, planken, rolstoelen, instrumenten, waarmee zij wekenlang honderden mijlen door de jungle onderweg waren geweest, enzovoort. Er waren daar zeven vrachtauto's mee volgeladen. En daar achteraan kwamen Zoeloes, Basotho's, Shungai, Xhosa's, en al dezen er achteraan die in deze dingen zaten de dag daarvoor, komend langs de straat, zingend in hun eigen stammentaal: "Geloven alleen, alle dingen zijn mogelijk." O, wat een uur!
U, Canadese vrouwen doen dit niet, maar ik ga dit zeggen vanwege het feit wat er in Amerika aan de hand is. De Amerikaanse vrouwen worden zo dat ze elk jaar wat meer kleding uitdoen. Het komt zover dat... Eerst waren het korte jurken, nu de kleine dingetjes die op mannenkleding lijken, en dingen om te dragen. Het is een schande. Het is schaamteloos. Het is een... Het is... Een vrouw zei tegen mij: "Broeder Branham, ik draag geen korte broeken." Ze zei: "Ik draag lange broeken."
Ik zei: "Dat is erger. De Bijbel zei dat het een gruwel is voor een vrouw om kleding te dragen dat aan een man toebehoort." Dat is juist. En ik zei: "U zou dat nooit moeten doen."
Zei: "Wel, zij hebben niet... Als je naar de winkel gaat, kun je niets anders kopen dan deze sexy uitziende kleding."
Ik zei: "Op een dag zult u zich moeten verantwoorden bij de oordeelstroon voor het bedrijven van overspel." U zou zo rein als een lelie kunnen zijn voor uw man. U zou zo rein als een lelie kunnen zijn voor uw vriend. Maar de Bijbel zei, Jezus zei: "Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds overspel met haar gepleegd." En ik zei: "Als u zichzelf daar zo aanbiedt en gekleed gaat zoals dat, en de zondaar kijkt naar u en begeert u, wie is dan schuldig, u of de zondaar? En hij zal zich daarvoor moeten verantwoorden en met wie deed hij overspel? U. Wie is schuldig? U, om uzelf zo aan te bieden." En ik zei: "U zult schuldig zijn aan het plegen van overspel als die zondaar zich zal moeten verantwoorden voor het bedrijven van overspel."
"Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft overspel met haar gepleegd." Wie is schuldig? U. Dat is juist.
Deze dame schreef mij een brief, ze zei: "Meneer Branham, zij maken niet dat soort kleding waarover u sprak. Dit is het enige soort..."
Ik zei: "Maar zij hebben nog steeds stof en zij verkopen naaimachines; dus daar is geen excuus voor." Zie? Dat is waar.
45 Luister. Ik wil dit zeggen. Onthoud dit gewoon, als zij ooit beginnen om in Canada korte broeken en dergelijke dingen te dragen... Ziet u? Als zij dat ooit doen, onthoud dit gewoon. Deze oorspronkelijke primitieve vrouwen, jong en oud, die niet de rechter- van de linkerhand kunnen onderscheiden, stonden daar, hadden niets dan een lapje met kralen aan. Hun lichaam net zo naakt als zij maar konden zijn, niet wetend dat zij naakt waren. Maar op hetzelfde ogenblik dat zij Jezus Christus als hun persoonlijke Redder aannamen, vouwden zij hun armen om uit de tegenwoordigheid van de mannen weg te lopen.
Vertel mij dan hoe het komt, als deze mensen die zichzelf Pinkstermensen noemen – of Christenen, of Methodisten, of Baptisten – waarom het is dat u elk jaar dat u beweert dezelfde Christus te hebben, en dezelfde Heilige Geest, waarom u dan probeert uzelf elk jaar meer te ontbloten? Waarom zou die Heilige Geest maken dat een vrouw zichzelf bedekt om uit de tegenwoordigheid van mannen te gaan, en als je ze de volgende dag ziet dat zij dan wat kleding hebben aangetrokken? Waarom zou het sommigen kleding laten aantrekken en anderen kleding laten uittrekken? God werkt zo niet. Er is ergens iets fout, broeders. O my. Laten we weggaan van onze sociale ideeën en teruggaan naar het Evangelie. Amen. Terug naar de Waarheid, terug naar het Woord. Geen wonder dat wij geen gemeente kunnen hebben. Hoe kan God ooit een gemeente bouwen op zo'n fundament? Laten wij naar de Waarheid teruggaan, broeder, zuster.
46 Neemt u mij niet kwalijk. Ik behoorde precies nu de gebedsrij op te roepen. Maar laten we spreken. Bent u in haast? Laten we voor een moment onze hoofden buigen. Vergeef mij, u mensen, dat ik zoveel tijd heb genomen. Ik krijg even... Ik vertelde u dat ik hier voor rust kwam. Ik ben enigszins nerveus, en ik kwam hierheen om uit te rusten, en ik... Neem me niet kwalijk.
Meest heilige God, wij komen nu regelecht in Uw heilige tegenwoordigheid en voor de troon van genade om onszelf aan te bieden. Wij zijn een onwaardig volk, Here. Gij zijt God, vol van genade, vol van goedheid. Weest Gij dichtbij ons om ons te vergeven. Als mijn hart aan Afrika of India denkt, o God, hoe bloedt het dan. Hoe zou ik tienduizenden dollar kunnen spenderen aan onzin terwijl daar arme kleine kinderen liggen te sterven met opgezwollen buikjes en met niets om te eten? O God, help ons het te verstaan. Hoe kunnen wij rondrijden in een wagenpark van Cadillacs, elk jaar een nieuwe, en al deze dingen, terwijl onze broeders daarginds het Evangelie prediken zonder schoenen aan? Zij zullen daardoor in de oordeelsdag standhouden. Wat kunnen wij doen? Wij hier argumenteren erover of wij naar deze of die kerk zullen gaan. O Amerika, Amerika, hoe dikwijls heeft Hij u willen vergaderen?
47 Dank U, Vader, voor de ware Geest van God, voor deze tijd van gemeenschap rondom de getuigenissen, en met de broeders, en deze fijne kleine plaats genaamd Grande Prairie. Hoe danken wij U voor deze fijne Scandinavische, Duitse, Indiaanse mensen, enzovoort, die zichzelf hebben afgescheiden van de dingen van de wereld, en hun levens hebben toegewijd aan U om Uw geliefde kinderen te zijn; er niet om gevend wat de wereld zal zeggen, maar gelovend dat U de Christus bent, de Zoon van God. Proberend te leven als voorbeelden voor de mensen, opdat alle mensen Christus in hen mogen zien. Wij danken U daarvoor, Vader, als wij het Woord openen. Geen mens kan het openen, Here. Wel kan iedereen de bladzijden omslaan die lichamelijk genoeg in staat is om dat te doen, maar wij lezen in de Bijbel dat er Eén op de troon zat...
48 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... leven voor onze hongerige harten. Wij dorsten naar U, o God. Zoals het hert hijgt naar de waterbeek, zo dorst onze ziel naar U, o God. Breek ons af, onze eigendunk. Neem de wereld uit ons weg, Here, en maak ons zachte, nederige, deemoedige, Godvrezende Christenen. Onze geesten helemaal verbroken. Het staat zo geschreven: "Hij die al gaande met tranen zaait, zal ongetwijfeld terugkeren met gejuich, dragende zijn dierbare schoven." Dat is ons verlangen, Here.
Zegen Grande Prairie, Here. Zegen zijn predikers, zegen zijn inwoners. God, ik bid dat U van hen engelen van genade zult maken, engelen des lichts. Sta het toe, Here, want wij leven nu in de afsluitende gebeurtenissen. Spoedig zult U komen en wij zullen Hem zien. Alle problemen zullen dan voorbij zijn. Tot die tijd, Vader, houd ons gezalfd met Uw liefde en Uw Geest, ons het Brood des levens gevend zodat wij anderen kunnen bedienen. Dit is het doel dat wij in onze harten vragen; in Jezus' Naam. Amen.
49 We gaan naar het Evangelie van Mattheüs, het twaalfde hoofdstuk en het tweeënveertigste vers, slechts voor een kleine samenhang. Ik ben beschaamd om u hier zo lang te houden, maar ik weet dat ik nog maar één avond meer heb. En ik wenste gewoon dat wij een lange tijd zouden hebben. Ik ben er nog steeds niet aan toegekomen om tot u te prediken. Gewoonlijk blijft het bij kleine getuigenissen, want dan begin ik niet aan... Met prediken ben je op deze wijze gezalfd, met onderscheiding op die wijze. Zie? En je schudt jezelf van het ene in het andere. Dus om nu gewoon een poosje tot u te spreken, wil ik hier een klein gedeelte van de Schrift lezen, omdat mijn woorden zullen falen. Gods woorden zullen nooit falen.
De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en het veroordelen; want zij is gekomen van het einde der aarde, om te horen, de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier!
Ik zou dit graag voor een samenhang willen gebruiken: "Eén groter dan Salomo is hier." Misschien wilt u wanneer u thuiskomt het voorafgaande hoofdstuk lezen en dit hoofdstuk.
50 Jezus had deze Farizeeën van Zijn dagen bestraft, omdat zij hadden gefaald om te herkennen dat Hij hun Messias was. Zij waren tevreden. En de mensen van die dag leken heel wat op die van vandaag, omdat de mensen opzagen naar de kerk voor redding. Nu, ik doe deze uitspraak: Als u een Katholiek bent en u kijkt naar de kerk voor redding, dan bent u verloren. Als u een Baptist bent en u kijkt naar de kerk voor redding, dan bent u verloren. Als u een Pinksterman bent en u kijkt naar de kerk voor redding, dan bent u verloren. Maar als u Katholiek, van Pinksteren of Baptist bent, of wat u ook mag zijn, en u kijkt naar Jezus Christus voor redding, dan bent u gered. Want door geloof zijn wij gered. Zie?
51 Nu, vandaag hebben de mensen het tot een plaats gebracht dat zij naar de kerk kijken voor redding. De kerk brengt geen redding. Redding komt van Christus. Zie? De kerk heeft geen redding; Christus heeft redding. Nu, ik zou dit willen zeggen: toen zij naar de kerk keken voor redding, wat kregen zij toen? Geloofsbelijdenissen en organisaties, enzovoort, en dat is hetzelfde vandaag. Want zij waren tevreden met te geloven dat dat Gods perfecte wil voor hen was om deze geloofsbelijdenissen enzovoort te hebben, en om deze dingen te doen.
Dus nu ontdekken wij, dat gedurende de tijd dat Jezus kwam, dat een perfect antwoord was op hun profetie hoe Hij zou komen. Nu, we zullen allen toegeven dat Jezus niet tegengesteld aan de Schrift kwam. Hij kwam precies overeenkomstig de Schrift, maar tegengesteld aan de wijze waarop de priesters tegen de mensen hadden gezegd dat Hij zou komen. Nu, de profeten hadden erover gesproken, zoals bijvoorbeeld Jesaja; hij zei: "Al de bergen springen als kleine rammetjes, en de bladeren klappen in hun handen; en de hoge plaatsen worden laag gemaakt en de lage plaatsen zullen worden verhoogd", bij de komst van Johannes de Doper.
52 Wel, ik neem aan dat de mensen dachten dat God gewoon de gangen zou openen en de gouden trappen naar beneden zou laten zakken, en een groot, machtig profeet, gekleed in priesterkleding, zou naar beneden wandelen en zeggen: "Ik ben de stem van een die roept in de woestijn. Ik ben zojuist van de galerijen van de hemel gekomen om hier Kajafas te begroeten en een... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... voor het grote werk dat hij heeft gedaan", en aan de verschillende priesters, en wat voor werk zij hadden gedaan. Dat is de wijze waarop zij het verwachtten. Maar wat gebeurde er? Een oude harig uitziende bosbewoner kwam uit de woestijn met geen enkele... Hij ging naar de woestijn op negenjarige leeftijd, Zacharias' zoon, geboren met een eigenaardige geboorte. Hij kwam uit de woestijn, stond daar deze priesters te bestraffen en zei: "U generatie van slangen in het gras, wie heeft u gewaarschuwd om de komende wraak te ontvlieden?" Whew. Wat een ander soort man. Zie?
Wat was hij? Stond tot aan zijn enkels in de modder. Gekleed in fijne kleding? Een stuk schaapsvacht om hem heen gewikkeld, met een riem van kamelenvel om. Maar, o my, hoe schudde hij de gewesten. Hij had het Evangelie. Het was helemaal anders.
En zij zeiden dat dit een wildeman was die mensen in het water liet verdrinken. "Ja, hij is een... My, wat is dat voor een kerel."
53 Toen Jezus dan kwam, kreeg Hij een slechte naam mee als een onwettig kind dat niet geboren werd uit een heilig huwelijk, een verstotene, enzovoort... En hier komt Hij naar voren, onderscheidende de harten van de mensen, en Hij vertelde hun hun gedachten, en onderscheidde hun gedachten, en deed precies wat God had gezegd dat Hij zou doen en wat de profeten hadden gezegd dat Hij zou doen. Toen zeiden ze: "Deze man is een duivel."
Kijk, ze zeiden... Zij moesten voor hun gemeente een antwoord hebben. Zij stonden daar. Zij... Het was buiten kijf dat Hij dat deed, dus moesten zij er iets op verzinnen. Daarom zeiden ze... In plaats van het in de Schriften te onderzoeken dat... Jezus zei dat ze de Schriften moesten onderzoeken. "Onderzoek de Schriften. Zij zijn het die van Mij getuigen", zei Hij. Maar in plaats daarvan gaven zij hun gemeente ten antwoord: "Hij is Beëlzebul, de overste der duivelen."
Nu, iedereen weet dat een waarzegger een duivel is. Dat is alles. Het is een duivelse geest. Maar ziet u, zij noemden de Geest van God een duivelse geest. En dat is de reden dat Jezus hun vertelde dat dat lastering was tegen de Heilige Geest en niet vergeven kon worden. Zie?
54 En zo had Hij deze tekenen gedaan en zij waren... Hij bestrafte hen omdat zij het niet geloofd hadden. Zij wilden... zij konden niet geloven. En toch werd het de Joden opgedragen om naar dat soort teken te zoeken.
Nu, zegt de Bijbel niet dat de Joden tekenen zoeken, de Grieken wijsheid? Paulus zei: "En wij prediken de gekruisigde Christus." Zie? De Joden zouden tekenen zoeken omdat hun werd opgedragen om dat te doen. Dat is de reden dat zij het deden, zodat zij hun Messias niet zouden missen (zie?), omdat Hij een Teken voor de gemeente moest zijn, voor de mensen. En Hij had precies gedaan wat Hij verondersteld werd te doen, en toch geloofden zij Hem niet vanwege hun traditie. Dus Jezus bestrafte hen voor hun ongeloof. Zij zouden het geloofd moeten hebben, maar zij geloofden het niet.
En we ontdekken dat in alle generaties, overal, in alle generaties, waar God verschijnt, bovennatuurlijke tekenen komen. Er is nooit een opwekking geweest of... Neem Luther, Wesley, wie het ook geweest mag zijn. Goddelijke genezing en grote tekenen en wonderen hebben elke opwekking vergezeld, want God is bovennatuurlijk, en waar het bovennatuurlijke is, zal het bovennatuurlijke gedaan worden. En de reden dat het bovennatuurlijk is, is dat een bovennatuurlijke geest een houvast krijgt op de mensen en bovennatuurlijke dingen verricht. Zie? God is een Schepper, en als Hij in uw hart is, wel, dan zal de Geest altijd "Amen" op Zijn Woord zeggen.
55 Nu, in het Oude Testament hadden zij twee manieren om de weten of een man in orde was. Ten eerste hadden zij een wet. Dat zijn de tien geboden. Maar als een profeet profeteerde en dan... een dromer een droom droomde, dan hadden zij een andere manier om het te ontdekken. Ongeacht hoe goed het klonk (zie?), hadden zij een bovennatuurlijke manier. God betuigt Zichzelf altijd. Vergeet dit niet. Zie? God betuigt Zichzelf door het bovennatuurlijke in alle eeuwen.
Dan komt hier een man aan die een profeet was, en hij profeteerde, en het klonk gewoon zo werkelijk met zijn theologie. Het klonk zo echt dat het perfect was. Maar ziet u, zij waren in die dag vierhonderd jaar zonder een profeet geweest. Daarom zeiden ze... Zij hadden heel veel mensengemaakte theologie. Ik zeg dit niet geringschattend; maar, broeders, dat is waar wij opnieuw in terecht gekomen zijn (zie?), gewoon menselijke opvattingen van wat de gemeente behoorde te zijn, wat Christus behoorde te zijn. Nu niet om met u te verschillen; als ik dat zei alleen maar om anders te zijn, mag God dan genade hebben met mijn ziel. Dan behoorde ik hier bij het altaar neer te knielen. Maar ik moet de waarheid vertellen! Zie?
56 Nu, let nu op. En de predikende broeders weten dit, dat als een profeet profeteerde of een dromer een droom droomde, dat ongeacht hoe goed het klonk, zij hem eerst naar de – wat genoemd wordt – de Urim en Thummim moesten brengen. Nu, dat was een borstplaat die Aäron droeg, twaalf stenen van de twaalf stammen, deze hing aan een deurpost van het gebouw. Zij brachten deze profeteerder of deze dromer daarheen. En hij profeteerde of vertelde zijn droom voor de Urim en Thummim. En als de bovennatuurlijke lichten begonnen op te lichten – God Die tegen deze twaalf stenen bewoog waardoor een dooreenvloeien van lichten ontstond zoals een regenboog – dan was dat God Die zei: "Het is juist." Maar als dat niet gebeurde, dan geloofden zij het niet. Ongeacht hoe goed het klonk, dan was het verkeerd.
Welnu, toen het met dat priesterschap was afgelopen, het Aäronitische priesterschap, toen werd die Urim en Thummim weggedaan. Maar in dit priesterschap, het Melchizédekse priesterschap, hebben wij óók een Urim en Thummim. Ongeacht hoe welsprekend een prediker kan zeggen dat de dagen van wonderen voorbij zijn, dat er in deze dag niet zoiets is als spreken in tongen, en er niet zoiets is als de doop met de Heilige Geest, het zal niet oplichten op Gods Urim en Thummim. En de Urim en Thummim van deze dag is de Bijbel.
57 Als de Bijbel zegt dat het zo is, hoe kunt u dan zeggen dat het alleen voor de apostelen was? Petrus zei op de Pinksterdag: "Bekeert u, een ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen; want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor zo velen die verre zijn, zelfs zo velen als de Here onze God ertoe roepen zal." Ik kan u duidelijk aantonen waar God de gemeente kracht gaf om de zieken te genezen. Nu, laat iemand mij tonen waar Hij zei: "Nu, Ik zal het terugnemen." Toon mij waar dat staat. Het staat er niet.
De kracht is in de gemeente, maar de gemeente is het vergeten! Zij praktiseren het niet. Ze brengen het niet in praktijk. Dus u ziet dat het opnieuw theologie wordt, een kunstmatige theologie. En als dat het geval is, dan stemt het niet overeen met Gods Bijbel. Gods Bijbel blijft altijd hetzelfde: "Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Ziet, Ik ben altijd met u, zelfs tot het einde van de wereld." Zie? O, het is... "Wie in Mij gelooft, al ware hij dood, toch zal hij leven; en wie leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven. Gelooft gij dit?" zei Hij.
Martha zei: "Ja, Here, ik geloof dat U de Zoon van God bent, Die in de wereld komen zou."
Zei: "Waar heb je hem begraven?" Was op Zijn...
58 Er moest iets gebeuren toen echt geloof naar voren werd gebracht bij het Woord van God. Daarom, broeders, is het Woord van God altijd juist. Maar deze priesters draaiden ermee en hadden tradities gemaakt. "Wij zijn Farizeeën. Wij wassen de potten op deze manier."
"Wij zijn Sadduceeën. Wij wassen ze op deze manier." O my. Wat is het? Nemen de ene van... Het is zoals vandaag: "Ik ben een Methodist deze week, een Baptist deze week..." Weet u wat? Het is precies zoals het meenemen van een lijk van het ene lijkenhuis naar het andere. Dat is precies de waarheid. Als u zich bij kerken hebt aangesloten, waarom vergeet u er niet alles over en krijgt u niet uw naam geschreven in het levensboek van het Lam in de hemel? Daar zal het nooit veranderd worden. Dat is juist, geschreven met de Naam en het bloed van Jezus Christus in de hemel. Daar hoeft u het niet van kerk naar kerk te veranderen. Uw naam...
Er bestaat slechts één gemeente, één Christelijke kerk, en er is slechts één manier om erin te komen, niet door handen schudden, niet door besprenkeling, niet een bepaalde vorm van dopen met water; maar door één Geest zijn wij allen gedoopt in één lichaam, en worden wij leden van het lichaam van Christus.
59 Nu, maar u ziet dat zij de tradities hebben genomen en de geboden van God krachteloos hebben gemaakt.
Jezus probeerde hun te vertellen: "Ik ben exact gekomen zoals de profeet zei dat Ik zou komen, en u wilt het niet geloven."
En nog een woord hier achteraan; ze zeiden: "Wij begeren een teken van U. Wij zoeken naar een teken." O, in elke, elke generatie heeft God gaven in Zijn gemeente gehad.
Nu, wij bemerken (voordat wij tot onze tekst komen), dat Hij naar Jona terug verwees. En veel mensen hebben altijd over Jona gedacht als een man die de wil van God miste. Ik geloof niet dat welke man ook die in de wil van God wandelt, de wil van God kan missen. Ik geloof niet dat enige man die in de Geest wandelt, de wil van God kan missen. Hij zou mogen denken dat hij het deed, maar God maakt dat het alles goed uitwerkt. Hij laat alles goed terecht komen.
60 Sommige van u predikers hebben gedacht: "O my, waarom ben ik naar deze plaats gekomen? Wat is hier gebeurd? Waarom heb ik dit achtergelaten? Maar ik voelde me geleid om het te doen." Ik sprak vandaag met een kleine prediker, een broeder die hier op het podium zit die een kerk gaat verlaten en naar de Indianen gaat, waar hij gewoon hier en daar heen zal gaan waar dat maar mogelijk is. Verlaat een fijne kerk. Hij zei dat hij zich geleid voelde om dat te doen.
Ik zei: "Zoon, blijf bij jouw leiding. Nu, het maakt niet uit of je op je buik moet liggen om slootwater te drinken en sodacrackers te eten, en je jezelf drie keer per dag kip moet ontzeggen, blijf in de wil van God." Dat is juist. Ongeacht wat de prijs is, blijf erbij. God riep erom. Nu, wij ontdekken dat dat waar is. Nu, bemerk nog iets anders.
61 Dan zien we dat Hij naar Jona verwees. Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Jona... Een boos en overspelig geslacht zoekt naar een teken. Er zal hun één worden gegeven. Zoals het was in de dagen van Jona..." Nu, Jona, wij weten, wij denken dat God hem naar Ninevé zond, maar hij ging op weg en ging naar Tarsis. Wij denken dat de profeet terugviel. Hij viel niet terug.
Ik las niet lang geleden iets over hem en het klonk erg goed voor mij, en hier is de manier waarop het ging. Jona ging aan boord en hij ging naar... En mensen dachten dat hij uit de wil van God was, maar hij was in de wil van God. Wij weten dat er een storm opkwam, en zij bonden zijn handen op zijn rug, en zijn voeten, en ze gooiden hem in het water. En God stuurde een grote walvis daarheen, of een grote vis, die hem inslikte.
62 En iedereen weet dat wanneer een vis eet, hij gewoonlijk in het water naar beneden gaat, en dan zijn vinnen, zijn drijvers, vinnen op de bodem van het water laat rusten. Voed uw kleine goudvis en let op wat er gebeurt. Als zijn kleine buikje vol is, zal hij regelrecht naar beneden gaan, en hij laat zijn kleine vinnen tegen de bodem rusten, en rust een poosje. Zie? Hij heeft zijn buikje vol, daarom gaat hij naar beneden om te rusten. Wel, toen deze walvis zijn buik vol had met prediker, ging hij regelrecht naar de bodem om te rusten.
En ik heb altijd medelijden gehad met Jona. Weet u, Jona... Als er iemand een reden zou hebben om over symptomen te praten... Zo velen van ons zeggen: "Wel, er werd voor mij gebeden, maar ik ben nog steeds ziek." Wat heeft dat ermee te maken? U werd gevraagd om te geloven, niet om te voelen, maar om te geloven. En u zegt: "Wel, er werd voor mij gebeden, ik had twee dagen geleden een pijnlijke hand, en er is geen verschil. Ik geloof dat ik het gemist heb." Wel, u miste het al om mee te beginnen. Zie? Als u het vanaf het begin had geloofd, zou u daar geen enkele aandacht aan hebben geschonken. Zie?
63 Over symptomen gesproken: Jona had symptomen. Kijk hier. Welnu, hij bevond zich in de buik van de walvis, zijn handen achter zich gebonden, voeten achter hem gebonden, in een stormachtige zee, misschien wel veertig vadem [72 meter] diep in de zee, in de buik van de walvis, het braaksel van de walvis om hem heen. Als hij deze kant op keek, was het walvisbuik; die kant was het walvisbuik; overal waar hij heen keek was er walvisbuik. Er is hier niemand die vanavond zo slecht af is, daar ben ik zeker van. O, overal walvisbuik waar hij ook maar keek.
Maar weet u wat hij zei? Hij weigerde het te zien. Hij zei: "Zij zijn leugenachtige ijdelheden; maar ik wil nog eenmaal opzien naar Uw heilige tempel, Here." O my.
Jona wist dat toen die tempel werd opgedragen, Salomo gebeden had, en had gezegd: "God, als Uw volk ergens in moeite is en naar deze heilige tempel zal kijken en bidden, hoort Gij dan van de hemel." En Jona had er vertrouwen in dat die man geloof in God had gehad, en dat God Salomo's gebed verhoord had. En God hield die man drie dagen en nachten in de buik van die walvis in leven en bracht hem naar de juiste plaats. Misschien had Hij daar een zuurstoftank in geplaatst, ik weet niet wat Hij gedaan heeft, maar Hij hield hem in leven.
64 En als Jona onder deze omstandigheden, in die toestand, naar een tempel kon kijken die door mensen was gemaakt, waarvoor gebeden werd door een man, hoeveel temeer behoorden wij vanavond onder deze omstandigheden weg te kijken van een tempel, maar op te zien naar de troon waar God zit, en Jezus aan Zijn rechterhand met Zijn eigen bloedige klederen Die bemiddeling doet op onze belijdenis, zittend als Hogepriester op een troon. Symptomen betekenen dan niets meer voor ons. God heeft het gezegd en dat is alles.
Jezus zit daar vanavond om uw belijdenis acceptabel te maken voor God. Hij is een Hogepriester om bemiddeling te doen op onze belijdenis. U moet het geloven en belijden dat het zo is, en dan kan Jezus ermee voor u aan het werk gaan.
65 O ja. God hield hem drie dagen en nachten in leven. En daar vinden wij hem dan. En ons werd verteld dat alle Ninevieten zich van God hadden afgekeerd en waren begonnen dieren te aanbidden, wat een heidense gewoonte is, en zij waren... Het grootste gedeelte van Ninevé bevond zich aan de kust, daarom was vissen hun beroep. En de god van de zee was de walvis. Hij was de grootste soort in de oceaan, en dat was de god van de oceaan.
Op een dag in de voormiddag toen ze daar allemaal aan het vissen waren – duizenden van hen visten – kwam plotseling de grote walvis-god eraan, koerste recht op de kust af en stak zijn tong uit, en de profeet wandelde regelrecht uit zijn mond. Zeker bekeerden zij zich. Zeker. De god van de zee bezorgde de profeet rechtstreeks. God weet hoe Hij dingen moet doen. Daarom moest Hij hem in de buik van de walvis plaatsen, ziet u het niet?
66 Dus Jona mishaagde God niet. Hij miste het niet. Hij hield rekening met God. God deed dat om te tonen dat Hij God was. Liet hem regelrecht uit de mond van de walvis het strand opwandelen, en dat was de god die de profeet afleverde. Zeker zouden zij naar hem luisteren. Ik kan hem zien... hem over straat zien gaan met dat kale glimmende hoofd, roepend: "Bekeert u, want anders zal deze stad binnen veertig dagen vernietigd worden." Wel, zij deden zakken over hun dieren. Zij bekeerden zich. Ja zeker.
O, Jezus verwees terug en zei: "Een boos en..." Ik ga... luister hiernaar. Zei: "Een boos en overspelig geslacht zoekt naar tekenen." Zoekt naar tekenen: iedereen moet een teken hebben. "Deze heeft..." Een boos en overspelig geslacht. Ik vertel u één ding; als u goed luistert, ontdekt u dat Hij over deze generatie sprak: een goddeloos, boos en overspelig... zoals Sodom.
67 Ik was een paar weken geleden in Los Angeles bij een grote opwekking daar voor de Assemblies of God, in het Municipal Auditorium in Long Beach en pakte een krant op, en er stond in dat homoseksualiteit veertig procent was toegenomen; mannen die het natuurlijke gebruik van samenleven hebben bedorven. Kijk, naties vallen uiteen. Zonde heeft het overgenomen. Wat doen zij met de...? Wat hebben zij al de tijd met de gemeente van God gedaan? Lachten om hen, en noemden hen heilige rollers en Pinksterfanatiekelingen. Iets staat ze te wachten. De naties staan iets te wachten.
Al deze naties moeten plaats maken, want er is een Koninkrijk komende! Halleluja! (Zullen mij hoe dan ook een heilige roller gaan noemen, dus u mag er van nu af aan wel aan gewend raken.) Ja, ik geloof erin! Er komt een Koninkrijk en een Koning. O my.
68 Wij bemerken dat Jezus zei: "Een boos en overspelig geslacht zoekt naar tekenen en zij zullen het krijgen." Zij zullen het teken krijgen, die boze en overspelige generatie. "Want zoals Jona in de buik van de walvis was gedurende drie dagen en nachten, zo moet de Zoon des mensen zijn..."
Welk soort teken zou dit boze overspelige geslacht krijgen? Het teken van de opstanding! Amen. Dat is wat wij nú aantreffen! Christus levend onder ons, het teken van de opstanding. Amen. De Christus van Galilea doet dezelfde dingen, dezelfde werken met Zijn volk, onder de stervelingen wonend, verrichtende de tekenen onder hen van een levende God. Dat boze en overspelige geslacht waarin wij leven, heeft het teken van Jona gekregen, de opstanding, de opstandingskracht die de zondaar boven een leven van zonde kan uittillen, om zondevolle vrouwen te nemen die ongelovig zijn, ongoddelijk, door de duivel bezeten, om gelovigen uit hen te maken. Neemt mannen die zo laag en immoreel zijn als ze maar kunnen zijn, en maakt heren uit hen. Zoals het was in die dag, zou een boos en overspelig geslacht een teken ontvangen, en het zou het teken van de opstanding zijn.
69 Herinner u uit de laatste avondboodschap, of van gistermiddag, dat wij in de laatste dagen leven, in het teken van Abrahams zaad dat hetzelfde laatste teken krijgt. Ik vraag elke man of vrouw mij één teken te noemen dat in de Bijbel beloofd is buiten dit laatste teken. Het laat zien wat het was, hoe door Abraham... Hoe het door rechtvaardiging heen kwam: Luthers tijdperk; heiliging door Wesley's tijdperk; Heilige Geest in het Pinkstertijdperk, het bekrachtigend door het plaatsen van de gaven in Zijn gemeente; en vervolgens verscheen Hij met Zijn rug toegekeerd en onderscheidde de gedachten van Sara achter Hem, op die manier. En het volgende was een vuur voor de ongelovigen en de verandering van Abrahams lichaam en hen om de beloofde zoon te ontvangen.
Onderzoek de Schriften en toon het mij. Wij zijn in de eindtijd, gemeente! Wij zijn aan het einde van de weg! Spotters, ongoddelijk (neem mij niet kwalijk, ik wil niet tegen u schreeuwen), maar spotters, eindtijdtekenen waarin wij nu leven, bedorven harten, bedorven verstanden, tegengesteld aan God: "Koppig, hoogmoedig, meer liefhebbers van genot dan liefhebbers van God. Echtbrekers, valse beschuldigers, zonder zelfbeheersing, en verachters van hen die goed zijn." U zegt dat het communisten zijn. Dat zijn belijdende Christenen. De Bijbel zei in het volgende vers: "Hebbende een gedaante van godsvrucht maar verloochenen de kracht van God; keer u af van dezulken." Dat is Schriftuurlijk. Hij bracht hen in dat teken.
70 Dan is het volgende dat we ontdekken dat Hij naar Salomo's tijd verwees. In elke generatie heeft God gaven gehad, gedurende alle eeuwen. Let nu op de dagen van Salomo. Al u Bijbellezers weten dat dat de gouden tijd voor Israël was. God zond hun een gave. Zij geloofden het. In de dagen van Salomo was er geen oorlog. Ze waren allemaal bang omdat de mensen één van hart en één van zin waren. God had Salomo een gave van onderscheiding gegeven en het was zo krachtig dat iedereen in Israël, zij allemaal, het geloofden. Zij bouwden de tempel. Er waren geen oorlogen, en de naties stuurden gaven en van alles naar hen toe. Ik zou dit willen zeggen: omdat zij geloofden; en hun populariteit ging de wereld over, en het was de machtigste natie ter wereld.
Ik wil vanavond tot u zeggen, Canada en de Verenigde Staten, dat onze hoop niet gebouwd is om ergens in een schuilkelder te kunnen gaan om ons te verbergen voor de atoombommen. Hoe zou u ooit zo diep kunnen graven dat u buiten het bereik daarvan bent? Wel, die waar we vanaf weten, zullen een gat in de aarde blazen van 50 meter diep en 150 vierkante kilometer in omtrek. Dat zijn degene waar wij vanaf weten. Wat met die waar wij niets over weten? Wel, al zou u 1500 meter diep graven, dan zou u... Wel, natuurlijk zult u dan bij de lava terechtkomen. Maar als u 500 meter diep ging, wel, dan zou de schok daarvan elk bot in uw lichaam breken. Er is geen manier om er met graven onderuit te komen. Het uur is gekomen.
Maar wij hebben een bomschuilkelder. Hij is niet van staal gemaakt; hij is gemaakt van veren: "Onder Zijn vleugels zullen wij schuilen." Als de bommen vallen, zullen wij in glorie zijn. Maar let op dit uur dat tot ons gekomen is.
71 Nu, wat als al de... Canada, de hele Verenigde Staten, wij allen hier samen, zouden geloven in de gave die God ons heeft gegeven, de Heilige Geest? Wel, dan zou u zich over Rusland geen zorgen hoeven te maken. Wel, de naties zouden ons vrezen. God zou een vrees op hen plaatsen. Hij deed het toen hij Palestina binnenging. Herinnert u zich wat Rachab de hoer aan de verspieders vertelde? "Vrees... er is geen leven in ons overgebleven omdat wij hoorden wat God voor u deed." God kan hetzelfde doen, maar wat zijn wij aan het proberen te doen? Proberen het zelf op te knappen. Waarom nemen wij niet Gods manier om het te doen?
Wat zou er vanavond in Canada gebeuren als elke man en vrouw die belijdt een Christen te zijn, samen zou komen en bidden, en de doop van de Heilige Geest zou aannemen? De naties zouden zo bevreesd zijn voor Canada. Slechts een handjevol mensen hier uit dit enorm grote rijk van u; maar u zou de naties op hun knieën krijgen. Zeker zou u dat. Omdat wij het gewoon niet aanvaarden, dat is alles. In de dagen van Salomo aanvaardden zij het allemaal.
72 Kunt u zich voorstellen dat iedereen die door Palestina komt, zou zeggen: "O, bent u ooit wel eens in de kerk geweest?"
"O, wel, natuurlijk, maar ik aanbid in een andere."
"Maakt niet uit waar u aanbidt."
"O, ik heb gehoord van uw..."
"Kom hierheen. Kom hierheen en zie de grote gave die God ons gegeven heeft. O, wij hebben een... Onze God is een levende God. Onze God geeft ons een grote gave. Wel, het is bij een van onze broeders. Wij maakten hem koning, en u zou moeten komen om deze gave te zien. O, het is perfect. Het is een onderscheiding. En mensen komen hierheen en zien het. Waarom..."
In die dagen hadden zij geen televisie; dank de Here. En dus... of dingen zoals wij vandaag hebben. En de enige manier die zij kenden, was om het nieuws van lip tot oor te brengen, en door middel van karavanen als zij door het land trokken. En overal waar mensen voor handel en zaken langskwamen, enzovoort, zouden ze bij het weggaan zeggen: "U zou naar Israël moeten gaan, o, u zou moeten zien wat hun God gedaan heeft. Hij heeft Zijn Geest op een man gelegd, en die man heeft wijsheid, onderscheiding. Het is zo krachtig dat niets voor hem kan standhouden." Wat een grote zaak was dat. O, de mensen zouden zich verbazen. Alle naties vreesden. Zij zonden duizenden schapen en ossen en van alles om vrede met hem te sluiten. "Wij willen deze mensen niet boos laten worden op ons, omdat u weet dat er geschreven staat dat het beter is dat een molensteen om uw nek zou hangen, weet u, en dat u verdrinkt in de..."
73 Dus uiteindelijk kwam het woord daar ver weg in Scheba terecht. Dat is dwars door de Saharawoestijn, daar in het zuiden. "De koningin van het zuiden", waar Jezus naar verwees. En toen zei Hij dat deze kleine koningin... Iedereen die er doorheen ging en het passeerde – deze grote kamelen karavanen en dergelijke – zij zouden allemaal zeggen: "Wel, hoe gaan de dingen in dit land?"
Iedereen: "Wel, best goed."
"Maar u zou naar Israël moeten gaan. O, het is het geweldigste wat je ooit gezien hebt. Hun God heeft Zijn Geest op een van de broeders gelegd, en deze mensen zijn eensgezind. (My, daar bent u er.) Elke Israëliet gelooft in hem." O, als wij maar eensgezind zouden kunnen worden, onze harten op... Niet omdat wij Methodist, Baptist, Presbyteriaan zijn, maar dat wij onze harten op de gave zouden richten, de Heilige Geest. Eensgezind: de Methodisten geloven het; de Baptisten geloven het; de Pinkstermensen geloven het; Presbyterianen geloven het; Katholieken geloven erin. O my, zou dat niet een... O, dat zou in het duizendjarige rijk zijn.
74 Zeker, eensgezind. "Iedereen gelooft het. U zou hen gewoon moeten zien. O my, hoe hun God Zijn wijsheid uitgiet op die man. U heeft nog nooit zoiets gezien. Er is niets dat voor hem kan standhouden. En hij is een gewone man, maar het is Gods Geest op hem."
Wel, hoe komt geloof? Door horen. De kleine koningin zou zeggen: "Is dat waar?" Ja, geloof...
Toen kwam de volgende karavaan voorbij. "Wacht een ogenblik. Bent u naar Israël geweest?"
"Ja."
"Is het...?"
"O, het is zeker waar. U heeft nog nooit zoiets in uw leven gezien. Ik stond daar op een dag in de samenkomst en ik zag die man de mensen onderscheiden zodat... het moest gewoon iets bovennatuurlijks zijn."
"Gezegend zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid." Zie? Zie, geloof komt door horen, het horen van het Woord van God. Nu begint zij te dorsten om het voor haarzelf te gaan zien.
75 Nu, onthoud dat zij veel had om het hoofd te bieden. Het eerste was dat zij een heidense was. Nu, zij moest naar haar kerk gaan en om vergunning vragen om te vertrekken. Laten we nemen... laten we even met haar meegaan; wat zou ze zeggen?
Zij gaat erheen en ze zegt: "Heilige eerwaarde vader, ik heb gehoord dat daar een grote bovennatuurlijke kracht is in Israël. Zij hebben een opwekking. En ze vertellen mij dat hun God Zijn Geest op een man heeft gelegd en hij doet werken die geen mens kan doen. Het moet hun God zijn Die dat doet."
Ik kan hem horen zeggen: "Hum, ahum", [Broeder Branham schraapt zijn keel – Vert] de bisschop, weet u. "Mijn dochter, besef je wel dat je grootmoeder tot deze kerk behoorde? Jouw overgrootmoeder behoorde tot deze kerk; haar overgrootmoeder behoorde tot deze kerk. Je bent hier een lidmaat. En je bent een hoogstaand persoon. Je bent een koningin. Laat je nooit in met dat stelletje heilige rollers daar, omdat zij gewoon een beetje..." (Neem me niet kwalijk dat ik stelletje zeg in plaats van mensen.)
76 "O, maar, meneer, zij vertellen mij dat zij... hij... de Geest van hun God op een man is (zie?), en dat zij zijn... dat hij werken doet zoals God die doet, zoals hun God."
"Wel, luister, mijn dierbare koningin. Ik ben jouw vader bisschop, en als er zoiets bestond, dan zou het in onze samenkomst gebeuren."
U weet dat deze geesten nooit sterven. Ze blijven gewoon doorleven. Zie? "Het zou bij ons moeten gebeuren als er zoiets bestond, maar omdat het niet in onze denominatie gebeurt, wel, dan stelt het natuurlijk niets voor. Het is enkel emotie. Het is waarschijnlijk telepathie. O, wij hebben over deze dingen gehoord, maar het zijn geruchten. Schenk er geen enkele aandacht aan."
Dat bevredigde haar niet. Ze zei: "Maar meneer, kijk, zij vertellen mij dat het een levende God is."
"Schat, kijk naar de... kijk naar de goden die wij hier hebben."
"Ja, dat is waar. Allemaal boeken en goden, maar ik heb nog nooit iets in hen zien bewegen. Grootmoeder zag niets in hen bewegen en haar grootmoeder zag niets in hen bewegen. Het zijn slechts woorden. Ze zijn niets anders dan een stel afgoden. Maar zij vertellen mij dat dat een levende God is Die in menselijke wezens leeft! (Amen!) Wel, ik wil iets echts zien. (Gezegend zij haar kleine hart.) Ik wil iets zien wat enig leven in zich heeft, geen dode afgod, geen dode formele theologie."
77 "Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemelen en aarde; ik geloof in de heilige Rooms-katholieke kerk..." En dan zeggen dat dit de apostolische geloofsbelijdenis is? Laat mij zien waar de apostolische geloofsbelijdenis in de Bijbel staat. Er staat geen woord van in de Bijbel. Dat is juist. Het is door mensen gemaakte theorie. Er is geen... Ik bedoel nu niet om gemeen te zijn; ik wil u alleen vertellen wat de waarheid is. Maar voordat je een plank vastzet, moet je de spijker erin slaan en vastnagelen, en wij moeten dit vastnagelen. Zie? Wie heeft er ooit over zoiets als de apostolische belijdenis gehoord? Nee, het is nonsens. Al deze geloofsbelijdenissen brengen u nergens. U heeft het jarenlang opgezegd, en u dwaalt nog steeds rond in zonde en tast rond in duisternis, hebbende een vorm van godzaligheid. En als de Heilige Geest iets voortbrengt, noemt u het een duivel. U verzegelt u, heel de tijd door, weg van God. Dat is juist. Luister, broeder en zuster, weest u niet zodanig. Word wakker. Wij zijn in de eindtijd.
78 "O", zei hij, "nu, liefje, als er enige wonderen gedaan zouden worden, dan zou onze kerk het hier hebben." Dat bevredigde haar niet. "Nu, onthoud dat je een koningin bent. Je behoort tot de Rebecca's (of enig ander genootschap. Je bent een lid van de Kiwanis, of...) Je kunt niet omgaan met zulk minderwaardig uitschot als dat stelletje daar. Zie je?"
Je krijgt dat in je gezicht gegooid. Een lid van wat? Ik zou liever een lid van het lichaam van mijn God zijn en dat al je genootschappen in een vuilnisbak gegooid worden. Juist. Sta voor Christus. "Op Christus de vaste rots sta ik. Alle andere grond is zinkend zand." Alles wat tegengesteld is aan dat Woord, laat het... "Laat elk mensenwoord een leugen zijn," zei God, "en het Mijne de waarheid." Dat is juist. Zeker. Laat elk mensenwoord een leugen zijn.
79 Wel, haar kleine hart hongerde nog steeds. Weet u, als u hongert, zal God een weg voor u banen. Sommigen zeggen: "Ga daar niet naartoe, dat is Pinksteren." Wat maakt dat uit? Als God tot uw hart spreekt, ga hoe dan ook! Niemand hoeft aan de bisschop te vragen of u niet of wel kunt gaan. God spreekt tot u. Wie zal er gaan oordelen, de bisschop of God? Zie?
Nu het eerste wat ze zei, weet u, was: "Wel, ik zal hoe dan ook gaan."
"Wel, wij zullen jouw naam uit het boek verwijderen."
"Wel, verwijder hem gewoon. Dat is goed. Ik ga. Ik ga, omdat iets aan de binnenkant van mij hongert. (O, als de diepte roept tot de diepte, het geluid van Uw waterbronnen...) Ik ga hoe dan ook."
"Wel, wil je schande brengen op je moeders religie?"
"Van mijn moeder of niet van mijn moeder, er is iets in mijn hart dat mij vertelt om het voor mijzelf te gaan ontdekken! Ik blijf hier niet staan om het met u te bekritiseren! Ik ga het voor mijzelf ontdekken. (God zegene haar hartje. Dat is de manier.) Ik ga elke Hebreeuwse boekrol kopen van elke profeet die ooit gesproken heeft. Ik ga kijken waar hun God op lijkt. En als hun God echt is, en Zichzelf uitgiet op die man – wat Hij deed bij deze profeten – dan zal ik zeggen: 'Hij is God.'" Amen. Dat is de wijze om het te doen. Onderzoek de Schriften en zie of het juist is of niet. Amen. (Ik beaam mijzelf niet, maar amen betekent 'zo zei het'.) Ik geloof het met mijn hele hart.
80 Zij had hier nu veel waarmee ze geconfronteerd werd. Ik kan zien hoe zij haar kleine groep kamelen bijeen brengt, en haar groep meisjes, haar groep eunuchen. En nu zegt zij: "Weet je wat? Ik ga daarheen en ik ga het ontdekken. En als het waar is, dan zal ik het ondersteunen." Dus belaadde zij haar kamelen met goud en wierook en zilver, kostelijke waren. Ze zei: "Als ik daar kom en het is zo, dan zal ik het ondersteunen. Als het niet zo is, kan ik mijn geld mee terugnemen." Dat zou een goede zaak voor Pinkstermensen zijn om van te leren: programma's ondersteunen op tele... op deze radio's hier rondom, die lachen en u naderhand een heilige roller noemen. Dat is juist. Ondersteun uw herder; ondersteun uw gemeente; ondersteun de zaak die voor de juiste dingen staat. Dat is waar.
Ze zei: "Als het niet waar is, zal ik mijn geld mee terug nemen. Als het waar is, ben ik er iets aan verplicht." Dat is de manier waarop wij het zouden moeten voelen. Als dit God is, niet alleen ons geld – ons beetje geld – maar ons hart zijn wij verschuldigd, onze tijd, onze talenten; en alles wat wij hebben zijn wij verschuldigd aan God. Als het juist is, laten wij dan met alles wat wij hebben erin meegaan. Als het niet juist is, ga dan ontdekken wat juist is, en ga daar dan in mee.
81 Jezus zei: "Als Ik duivelen uitwerp, en als u het beter kunt, kom en doe het. Als u het beter kunt, kom het dan op een betere manier doen", zei Hij. "Maar als Ik duivelen uitwerp door de vinger Gods, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij u gekomen is." Zie? "Nu", zei Hij, "als u een betere manier hebt dan wat de Schrift zegt, laat ons het u dan zien voortbrengen." Zie? Dat is juist.
Ik zei dat pas geleden op een avond op een groot Bijbelcollege, terwijl de decaan en allen daar zaten. Nu, hij wist niet... die man die daar zat en dat dacht, wist niet dat ik precies op het podium zijn gedachten opving. Zeker. Hij zat daar, zei: "O, hij heeft zeker... hij is beslist een psycholoog. Dat is hij zeker."
Ik zei: "Als ik dan een psycholoog ben, decaan, dan vraag ik u hier op het podium te komen en met deze dienst door te gaan. Ik heb geen Ph.D. en weet niets over psychologie. Als u een betere manier hebt om het te doen, kom dan hier." Decaan van de school... Ik zei: "Daar is een doctor in de psychologie. Kom hierheen en verricht het, kom. U bent doctors in de psychologie. Maar als u het niet kunt, zeg er dan niets over!" Juist. Dat is waar. "Als u het niet kunt, het niet kunt voortbrengen, houd dan uw mond! Laat God met rust!" Juist. O, het was een verbazend stille groep.
82 Dus wij zien de kleine koningin die alles klaarmaakte om te gaan. En zij laadde haar kamelen op. Nu, onthoud, zij had veel om het hoofd te bieden. Bedenk dat in die dagen de zonen van Ismaël in de woestijn waren, en zij waren rovers. O, wat een gemakkelijk prooi voor dat stel snelle rijders om regelrecht op dat stel kleine wachters in te rijden en hen in een oogwenk in stukken te hakken, en om die paar kleine vrouwen daar in stukken te hakken terwijl zij die Saharawoestijn doorkruisten. En wat zouden zij dan doen? Al die rijkdom voor zichzelf nemen.
Maar weet u, als u dorst naar God, als u hongert, dan bestaat er geen vrees op uw pad. Weet u, als u hongert naar God, dan zijn er geen tien miljoen duivels die u van Hem kunnen weghouden. Gelooft u God, dan is er geen duivel die u ooit nog kan tegenhouden. U denkt niet aan de omstandigheden. U heeft één doel, en dat is naar God gaan, ongeacht wat iemand er over zegt. O, het had gemakkelijk voor ze geweest kunnen zijn; maar, ziet u, als u hongert en dorst, zult u gevuld worden, God zal er op toezien dat u daar komt. Zij dacht daar zelfs niet over na.
83 Hoelang was de reis? Meet het op hoever het is van Palestina waar de tempel werd gebouwd, heel de weg terug naar het paleis van de koningin van Scheba door de Saharawoestijn. En zij doorkruiste die niet in een luchtgekoelde Cadillac. Zij ging er doorheen op een kameel. Het duurde negentig dagen, drie maanden op de rug van een kameel! Sommige mensen willen zelfs de straat niet oversteken om het te horen, met auto's en vliegtuigen en van alles. Geen wonder dat Jezus zei: "Zij zal op de dag van het oordeel opstaan en deze generatie veroordelen. Zij kwam van de uiterste delen van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen, maar een grotere dan Salomo is hier." Hij zei dat. Zeker. En een grotere dan Salomo is hier vanavond: de Heilige Geest, de ware God van Salomo. Een grotere dan Salomo is hier.
Wat deed zij? Na het doorkruisen van de woestijn... Zij begon 's nachts te reizen, omdat die directe zonnestralen uw huid helemaal zullen verbranden. En hier komt zij erdoor, op deze kamelen waar zij op reed, de boekrollen lezend over wat Jehova was. Amen. En onderweg zei de duivel: "Je kunt beter teruggaan."
"Ik ben vastbesloten om het te vinden." O, broeder, gezegend zijn zij... Hier komt het. "Nu, we zien dat Jehova dit doet: Hij verscheen in de profeten. Hij deed dit; dit is Zijn manier. De profeet voorzegde dingen. Hier is een man met dezelfde Geest van onderscheiding. En als dat werkt, zal ik het ontdekken. Ik zal het gaan zien, en ik zal zien of het juist is." Uiteindelijk kwam zij bij de poort aan.
84 Nu, zij was verschillend van de vrouwen uit 1961 (zie?), deze versie. Zij komen binnen en zitten een paar ogenblikken: "Als hij iets zegt dat tegengesteld is aan wat onze priester zegt, dan zullen we... dan stampen we eruit." Dat laat zien dat u armzalig bent grootgebracht. Dat is waar. Dat is juist. Het toont aan uit welk soort huis u komt. Zie? Nee, zij kwam om te blijven totdat zij overtuigd was, of het goed of fout was. Zij zou het met de Schriften onderzoeken en het uitproberen en zien of het juist was. Zij kwam om te blijven totdat zij totaal overtuigd was.
Zij zette haar tentje op en laadde de kamelen af, en schoof haar geld onder bepaalde plekken en zette de wachten eromheen. En de volgende morgen, zou ik me kunnen voorstellen, bracht zij haar haar in orde, weet u, en waste haar handen en gezicht, en trok haar beste kleding aan, en ging naar de kerk. Zij ging zitten. En heel het orkest speelde, de trompetten schalden, en de muziek speelde vlak voordat de dienst begon. En na een poosje kwam voorganger Salomo naar voren, liep naar de kansel en begon te spreken.
85 En toen de eerste persoon naar voren ging, zei ze: "Nu zal ik het zien. Ik weet precies wat Jehova is, hun God. Ik ga zien of Hij zodanig werkt. Hij kent de gedachten van het hart. Hij weet de geheimen van de ziel. Dus wij zullen zien. Ik weet dat die man een mens is. Ik zie hem daar staan. Hij heeft kleding aan; het is gewoon een man, net zoals andere mannen. Dus ik zal gewoon gaan zien of dat God is in die man." Wat er vervolgens gebeurde, was dat een persoon over het podium kwam aanlopen naar voorganger Salomo, en hij maakte hun de geheimen bekend. Toen begon haar hartje op te springen.
Het volgende, de volgende dag, werd er meer gezegd. De daarop volgende dag werd er nog meer gezegd. Dag na dag, en uiteindelijk werd haar gebedskaart opgeroepen en dus... (Misschien niet op die manier, maar hoe dan ook, weet u...) Maar zij kwam in de gebedsrij. Ze zei: "Nu zal ik zien wat hij tegen mij gaat zeggen." Dus na een poosje wandelt zij het podium op tot waar hij was. "Hoe gaat het met u?" En de Bijbel zei dat er geen vraag in haar hart was, of hij werd aan Salomo bekend gemaakt. Amen. Broeder, het begon toen aan haar te werken.
86 Wat deed zij toen? Zij keerde zich om naar de samenkomst. "Ik ben de koningin van het zuiden. Ik heb gehoord over deze grote gave die uw God aan deze man gegeven heeft. En ik weet dat hij gewoon een man is. Ik schudde zijn hand; ik keek naar hem. Hij is een man. Maar er is een Geest op hem, want hij kende mij niet; maar God heeft aan hem geopenbaard wat in mijn hart is." Ze zei: "Zijn God kan mijn God zijn. De dingen die ik over hem gehoord heb, zijn wonderbaar. Ze waren allemaal waar, en meer dan ik gehoord heb." Waarom? Het werkte bij haar. Zie? Het was haar eigen ervaring. "Meer dan dit. Het is groter dan wat ik erover gehoord heb." En ze zei: "Zelfs de mannen die heel de tijd bij hem zijn om dit ding te zien werken, zijn gezegend. Gezegend zijn de mensen." Zij zou nooit meer een andere god aanbidden dan deze God. Waarom? Zij had gehongerd en gedorst. Haar hart was tevredengesteld.
Jezus zei: "Zij zal daar in de dag van het oordeel staan en deze generatie van Joden en heidenen veroordelen, want zij kwam van de uiterste delen van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en ziet, één groter dan Salomo is hier." O, wij hebben sindsdien ongeveer vijfentwintighonderd jaren van onderwijzingen en ervaringen gehad! en één groter dan Salomo is hier: de Heilige Geest! Jezus Christus in Geestvorm, levend in Zijn gemeente, en dezelfde zaak voortbrengend die Hij deed toen Hij hier op aarde was, Zijn opstanding tonend aan de overspelige generatie.
87 Wat was er met haar aan de hand? Waarom zei ze dit? Luister vrienden, bij het sluiten, op deze manier: zij had iets echts gezien. En elk persoon die oprecht van hart is en evenwichtig van verstand, en eerlijk en oprecht, wil iets echts zien. Dat is waar de wereld vandaag naar uitkijkt. Het is niet een hoop theologie, niet een of andere man die kan... Jezus zei nooit: "Wel, als Ik niet de onderwijzing van Mijn Vader doe..." Maar Hij zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet, maar als Ik de werken van Mijn Vader doe, geloof dan de werken. Als u Mij niet als een mens kunt geloven, geloof dan de werken van Mijn Vader die Ik doe." Zie?
Zij zag iets echts. Zij zag iets; niet een hoeveelheid opgeschreven leerstellingen, maar zij zag iets echts! Dat is wat mensen vandaag willen zien die oprecht van hart zijn: iets dat echt is.
88 Bij het sluiten, zeg ik dit. Iedereen weet dat... Ik zeg niet dat ik een jager ben, ik houd er alleen van om te jagen. Mijn moeders moeder kwam van het Cherokee-reservaat. Mijn bekering, sinds ik... Het eerste geld dat ik ooit verdiende, was vijfentwintig dollarcent. Ik kocht er een stalen val van en begon met vallen uitzetten. Ik ben sindsdien met dat soort zaken bezig geweest. Want ik houd er gewoon van om alleen in de bossen te zijn. Ik zie God in de bossen. Ga de bergen in, klim naar de top van de berg en sla de zonsopgang gade, en sta daar en schreeuw het uit tot God.
Hier enige tijd geleden, ginds in Colorado (ik ben een gids in Colorado), werkte ik daar op een boerderij. Op een dag hadden de veehouder en ik op elanden gejaagd. We waren klaar met alle vakantiegangers mee te nemen, daarom gingen we op elandenjacht. Wij gingen daar helemaal naartoe waar de stadsmensen (zoals u hen noemt, 'cheechakers') niet konden komen. Dus wij gingen helemaal omhoog. En hij ging naar een ander gebied. Ik zou hem ongeveer gedurende een week niet zien. Ik bond mijn paard vast. Het was tamelijk... Het was een droog seizoen geweest. De elanden waren nog niet naar beneden gekomen en ik moest heel hoog naar de boomgrens gaan. Het kon gaan regenen, en het kon gaan vriezen, en dan zou er sneeuw komen, en daarna een regen, en dan zou de zon weer schijnen. U weet hoe het is in de herfst.
89 Ik liep daar zo doorheen met mijn ogen gesloten, zeggend: "Glorie voor God. U bent zo groot, Vader. O, U bent zo groot. Helemaal alleen hierboven, waar geen benzinestank of sigarettenrook is; o God, geen wonder dat U hier kunt wonen." Ik liep daar gewoon God te prijzen. Het eerste wat je bemerkt, is, dat er een kleine storm door de bergen komt. En ik ging achter een boom staan. Het was een open plek met omgewaaide bomen en het was bijna bij de boomgrens. En ik ging op mijn hurken zitten achter deze boom en zat daar een poosje, en de storm ging hard tekeer. Ik hield mijn hoofd zo naar beneden, zei: "God, U bent wonderbaar. U bent de God van de berg; U bent de God van de vallei. U bent God als wij arm zijn; U bent God als wij rijk zijn. U bent God als wij ziek zijn; U bent God als wij gelukkig zijn. U bent God als ik aan het jagen ben; U bent God als ik huil. U bent God in God." En ik was daar...
Na een tijdje hield de storm op. Ik keek om me heen en ik dacht: "Wel, prijs de Here, de storm is voorbij. Ik denk dat ik nu op mijn eland ga jagen."
Ik begon het bos uit te gaan. En plotseling keek ik in de richting van het westen, in de richting van Canada, deze kant op. De grote zon was dwars over deze provincie hier gekomen en gluurde met zijn grote oog door de spleten in de rots. Ik keek die kant op. Ik dacht: "O, ja, Jehova." Ik keek opnieuw en daar was een regenboog, want de evergreens [sparren en dergelijke – Vert] waren bevroren, weet u; en de zon scheen ertegenaan en veroorzaakte dat er een regenboog gevormd werd aan de overkant van de vallei. En ik dacht: "Daar is Hij. Hij is hier boven. Hij ziet eruit als de stenen Jasper en Sardonyx, Openbaring 1; de Alfa en Omega; het Begin en het Einde; Hij Die was, Die is en komen zal; de Wortel en Spruit van David; de Morgenster; de Lelie der dalen." O my, daar was Hij in de regenboog. Ik dacht: "O God, hoe groot zijt Gij." Ik dacht: "O, hoe wonderbaar."
90 En ongeveer op die tijd hoorde ik een oude eland loeien. Chris, je weet wat ik bedoel. Hoorde dat "Whíe-hoe", zoals dat, en ik dacht: "O my. Hij is in de storm verdwaald. Hij roept naar de anderen." Ik dacht: "Daar is het: de diepte, het wild, roept." Een oude grijze wolf begon op de bergen te janken, zijn maat antwoordde vanuit de diepte. Toen, broeder, ik vertel u dat het echte deel uit mij tevoorschijn kwam. Ik stond daar en huilde als een baby. Ik zei: "O God, hoe wonderbaar. Daar bent U in de regenboog. Daar bent U in de roep van de eland. Daar bent U in de roep van de wolf. U bent overal God. O, hoe wonderbaar." Ik zei: "Geprezen zij God."
En rond en rond en rond de boom ging ik, schreeuwend zo hard als ik kon. Ik kan u net zo goed de waarheid vertellen. Schreeuwde: "Glorie voor God. Halleluja." Het maakte mij niet uit. Als iemand schreeuwt om het iemand anders te laten horen, zijn zij huichelachtig. En er was niemand binnen 65 kilometer bij mij vandaan. Ik was gewoon op en neer aan het springen, rende rond de boom, schreeuwend: "Halleluja, halleluja, halleluja, prijs God." Ik kon God overal zien. Hij was werkelijk. My, ik rende rond en rond... Als er iemand in de bossen was gekomen, zouden ze gedacht hebben dat er iemand uit een krankzinnigengesticht ontsnapt was. Ik ging maar rond, het maakte mij niet uit. Ik had een goede tijd, wat stoom afblazend. Ik had een wonderbare tijd. "Halleluja, halleluja."
91 En toen ik stopte, zei ik: "O God, waarom zou ik ooit uit deze bergen naar beneden gaan? My, laat mij hier leven en sterven, begraaf mij hierboven. Haal mij naar huis. Ik zal mijn geweer hier neerzetten; laat mijn zoon Joseph het op een dag vinden. Laat hem ermee jagen, Here, maar neem mij nu op. Laat mij gaan." O, had gewoon een wonderbare tijd. Ik heb altijd gedacht dat ik hierheen zou komen en eens vermist zou worden in de bossen. "Laat... laat mij gaan, Here. Weg wandelen. Neem mij op zoals bij Elia. Zend de paarden hierlangs." Ik was.... O, ik had daar zo'n wondervolle tijd.
Plotseling stopte ik, en toen ik dat deed, een kleine oude... Ik weet niet of u ze hier hebt of niet. Ja, Chris, ik geloof dat jij ze vangt, deze kleine oude pijnboomeekhoorns. O, hij is de politieagent met blauwe jas van de bossen, de ergste lawaaimaker die je ooit in je leven hebt gehoord, en niet groot genoeg om ook maar iets te doen. Sprong op een stronk en: "Tjetter, tjetter, tjetter. Tjetter, tjetter, tjetter. Tjetter, tjetter, tjetter."
Ik zei: "Nu, wacht eens even, kereltje." Ik zei: "Waar ben je zo opgewonden over? Houd je hier niet van? Nu, let hierop." En opnieuw ging ik rond en rond de boom. Ik zei: "Houd je hiervan?" [De samenkomst lacht – Vert] Zie? Ik zei: "Houd je hiervan?" Ik zei: "Weet je wat ik aan het doen ben? Ik ben onze Schepper aan het aanbidden. Jij behoorde hetzelfde te doen. Ga niet tegen mij tekeer." En ik ging door, ik zei: "O, als je Hem alleen maar zou kennen op de wijze waarop ik Hem ken. Hij is Degene Die jou pijnappels geeft. Zie? Schaam je! Hinder mij niet als ik aan het aanbidden ben. Ga weg." En weer ging ik rond en rond de boom.
92 Ongeveer op die tijd ontdekte ik dat de kleine kerel niet op mij lette, zijn kleine oogjes puilden uit op zijn wangen; hij hield ze gericht op de struiken. Ik dacht: "Wat is er aan de hand?" Gelijktijdig was er een enorm grote adelaar aangekomen die door de storm naar beneden was gedwongen. Ik dacht: "O, daar is hij zo opgewonden over, die adelaar." De wind had hem daaronder gedwongen. En ik dacht: "Welnu, God, waarom liet U mij ophouden om hier rondom en rond deze boom te rennen?" Ik geloof dat God alles goed laat uitwerken. Ik zei: "Waarom wilt U dat ik ermee ophoud om rondom deze boom te rennen om mij die kleine oude eekhoorn te laten zien met die adelaar? Wat is er met die adelaar? Die oude aaseter?" Ik zei: "Waarom zit hij daar eigenlijk?"
93 En ik keek naar hem. Ik dacht: "Wel, God, zou U in die adelaar kunnen zijn?" Ik keek naar hem en ik dacht: "Ja. Dat bent U, omdat hij niet bang is." Dat is één ding: hij was niet bang. Ik zei tegen hem... En God wil geen lafaard. Als u zich schaamt om te getuigen, ga dan niet naar het altaar. Als u zich schaamt om te zeggen: "Door Zijn striemen ben ik genezen." Als u beschaamd bent om te zeggen: "Ja, ik ontving de Heilige Geest. Halleluja." God wil een ruggengraat in u plaatsen, geen vogelborstbeen, wil iemand van u maken, u een getuigenis geven.
Zoals Buddy Robinson zei: "Geef mij een getuigenis als een hakblok, maar genoeg kennis in het puntje van mijn ziel; laat mij de duivel bevechten zolang als ik een tand heb, om dan op hem te kauwen totdat ik sterf." Dat was het getuigenis van oude oom Buddy, weet u. En dat meende hij ook. Dan op vijfentachtigjarige leeftijd reed hij 100.000 kilometer per jaar in een kleine Chevrolet, nog steeds het Evangelie predikend. Hij schreef een boek en verkocht er een miljoen exemplaren van. Wist niet het verschil tussen een naamwoord en een voornaamwoord. Zei: "Ik wist het niet. Ik schreef het alleen op voor de Here." Maar hij was een groot man van God.
94 Nu, let op deze arend. Ik dacht: "Waarom ben je niet bang? Weet je wat, ik kan mijn geweer nemen en je neerschieten." Natuurlijk wist hij dat ik hem te zeer bewonderde om dat te doen. Hij keek naar mij, en ik dacht: "Wel, hij is niet bang voor mij, omdat hij weet..." Ik sloeg hem gade. Hij bleef aan zijn vleugels voelen, weet u, om te zien of zijn veren niet uit de orde waren. Ik dacht: "Zeker, dat is de reden waarom hij niet bevreesd is. Hij heeft een door God gegeven gave: vleugels. Hij heeft vertrouwen in die door God gegeven gave. Hij weet dat hij in dat woud kan zijn voordat ik mijn hand op dat geweer kan leggen. Hij heeft vertrouwen."
Als een arend vertrouwen in zijn vleugels kan hebben vanwege een door God gegeven gave, hoeveel temeer behoorden wij vertrouwen te hebben in een door God gegeven gave van de Heilige Geest Die ons vandaag kan dragen. Lette op zijn veren toen hij ze bewoog. Ik dacht: "Broeder, ik ben... ik houd teveel van je om je neer te schieten. Zie?" Ik lette op hem.
Na een poosje bemerkte ik dat hij zich niet druk maakte om mij. Hij lette op die kleine oude eekhoorn die doorging met "Tjetter, tjetter, tjetter; tjetter, tjetter, tjetter." Hij had er na een poosje genoeg van. Hij maakte gewoon één grote sprong en misschien sloeg hij ongeveer twee keer met zijn vleugels en was meteen boven dat woud. En toen hij dat deed, zag ik wat God aan het doen was. Die grote knaap klapwiekte nooit meer. Hij wist precies hoe hij zijn vleugels moest zetten, en elke keer als de wind eronder kwam, zou hij ermee omhoog zeilen. Na een poosje bleef hij omhoog gaan, omhoog, omhoog, (bewoog geen veer), omhoog, omhoog, omhoog, totdat hij nog maar een klein stipje was.
Daar stond ik met mijn handen omhoog naar de hemel, zeggend: "O, glorie voor God. Dat is het. Het is niet flop, flop, ik ben vandaag een Pinksterman. Flop, flop, morgen ben ik een Baptist. Flop, flop, ik zal naar de samenkomst van Oral Roberts gaan. Flop, flop, ik zal naar broeder Branhams samenkomst gaan. Flop, flop, ik zal naar Tommy Hicks gaan. Nee, het gaat erom dat je moet weten hoe je je vleugels moet zetten, je vleugels van geloof in de kracht van God. Elke keer als de gloriegolven komen, reis je erop omhoog. Hij verliet die kleine oude aardgebonden eekhoorn die daar zat, zeggend: 'Tjetter, tjetter, tjetter, de dagen van wonderen zijn voorbij; niet zoiets als Goddelijke genezing; niet zoiets als de Heilige Geest.'" Hij werd vermoeid om daarnaar te luisteren, daarom spreidde hij zijn vleugels en vloog weg. O my, zet gewoon uw... Dat is het vrienden, spreid gewoon uw vleugels uit in geloof.
95 In de noordelijke wouden ging ik gewoonlijk jagen met een jongen die ongeveer een halfbloed Indiaan is. Zijn naam is Bert Call. Hij was een van de fijnste jagers waar ik ooit mee heb gejaagd. Je hoefde je nooit zorgen te maken om Bert. Het maakte niet uit waar je je in het bos bevond, je hoefde je geen zorgen te maken over Bert: hij zou terugkomen. Laat hem maar gaan.
En wij hielden ervan om samen te jagen. Maar hij was de gemeenste man die ik ooit gezien heb. Hij had ogen als een hagedis, en hij lachte mij gewoonlijk uit omdat ik een prediker was. Het was een fijne vent, maar hij had gewoon... Hij was echt gemeen. En hij hield ervan om reekalfjes neer te schieten, alleen maar om mij slecht te laten voelen.
Nu, onthoud, het is in orde om op een reekalfje te schieten. Dat is in orde, maar niet om alleen maar gemeen te zijn, gewoon om het neer te schieten en het daar te laten liggen en erom te lachen. Dat is fout. Dat is moord.
En dan zei hij: "Ach, prediker, je bent net als de rest van hen: lafhartig. Je zou een goede jager kunnen zijn als je niet zo lafhartig was."
Ik zei: "Bert..."
Hij zei: "O, ik dacht dat je een jager was."
Ik zei: "Ik ben een jager, maar geen doder. Zie? Er is een groot verschil tussen die twee woorden."
Hij zei: "Ach, kom tot jezelf, Billy. Kom tot jezelf. Nu, zou jij geen reekalf schieten?"
Ik zei: "Ik heb veel reekalfjes geschoten." Ik zei: "God... Abraham doodde een kalf en gaf het aan God om te eten en Hij at het. Dat is juist. Dus is het geen kwaad om een reekalf te doden. Als de wet zegt dat het kan, dan is het in orde. Maar doe het niet om alleen maar gemeen te zijn, alleen om ermee te pronken." Want hij deed dat alleen om ermee te pronken.
96 Op een dag was ik daarboven en hij zei: "Wel, Billy, je ben dit keer een beetje laat naar boven gekomen." En hij had een klein fluitje dat hij had gemaakt, en hij nam dat fluitje en hij blies erop, en het klonk net als een klein baby reekalfje (dat is een babyhertje) dat roept om zijn mammie.
En ik dacht: "Bert, je zal dat toch niet doen."
Hij zei: "Ach, schiet op, Billy."
Wij namen dus altijd een thermoskan vol hete chocolademelk mee omdat het je opwarmt als het je overkomt dat je moet ronddwalen of zoiets. (Sorry, dat ik zo laat ben, maar nu zal ik direct gaan sluiten.) Zei: "Ik ben..." Wij vertrokken; en deze witstaartherten, o my, als je over Houdini spreekt als een ontsnappingskunstenaar, hij was er een amateur bij. Je zou ze moeten zien nadat ze een keer waren beschoten. O, ze kunnen ontkomen als... Je ziet alleen waar ze waren. Zo snel zijn ze. En er was op ze.... Het jachtseizoen wat al twee weken geopend en, wel, wij liepen de hele morgen zonder zelfs een spoor te zien. En ongeveer rond het middaguur gingen we gewoonlijk zitten om onze lunch op te eten.
Het was dus ongeveer middag. We kwamen bij een kleine open plek in het woud, ongeveer drie of vier keer de grootte van deze kerk hier, of zoiets. En Bert ging daar zitten. En wij hadden geen spoor of iets ervan gezien. En gewoonlijk gingen we rond het middaguur uit elkaar, hij de ene kant en ik de andere kant op, en we zouden op een bepaald moment die avond terugkomen in ons thuisbasiskamp waar onze paarden en dingen waren.
Dus toen Bert zat, reikte hij zo naar zijn borst. Ik dacht dat hij zijn thermosfles zou pakken, weet u, om zijn chocolademelk te pakken. Dus toen hij er iets uithaalde, was het dat kleine fluitje. En ik zei: "Bert, je zult er niet op gaan blazen."
Hij zei: "Ach, prediker, kom tot jezelf", keek naar mij met die hagedisogen, weet u. Hij nam dit fluitje en hij blies erop. Het klonk als een huilend reekalfje.
Wel, tot mijn verbazing, precies aan de overkant van die plaats, stond een grote moederhinde op, (dat is het moederhert). Zij zat verborgen (ziet u?) onder de bosjes. Zij stond op. Dat is ongewoon. Niet... misschien in dit land niet, maar in dat land wel. Erg ongewoon voor een hinde, of wat voor dier ook, om op te staan op die tijd van de dag, om ongeveer elf uur.
97 Zij stond op, ze keek om zich heen. Wat was er aan de hand? Zij was een moeder, een baby was in moeite. Zij keek om zich heen. Ik kon heel goed deze grote, flinke oren zien, en deze bruine ogen die rondkeken.
En oude Bert keek naar mij met deze hagedisogen. Ik zei: "Bert, je zal dat niet doen." Maar hij blies opnieuw, en het moederhert liep regelrecht uit het kreupelhout vandaan naar de open plek. Nu, zij deed zich niet iets voor. Zij was een moeder. Dat was iets wat in haar aangeboren was: een moeder. Haar baby was in moeite, zij zocht ernaar. Zij keek om zich heen en liep naar de open plek. Ik zag hem... Wij doen nooit kogels in de behuizing van het geweer als wij op die manier samen jagen. Hij had dus een .30-06. Hij trok de hendel zachtjes naar achter en gooide dat patroon erin, een honderdtachtig korrel kogel. En hij was een scherpschutter. My. Zag hem zo omhoog komen, en hij richtte de kruisdraden van het vizier op dat trouwe hart van die moeder.
Ik dacht: "O my. Hoe kun je dat doen, Bert? Hoe kun je dat doen? Hoe kun je zo wreed zijn? In een ogenblik zal dat arme hert – dat trouwe hart in die moeder – geen hart meer hebben. Je zult het precies uit haar wegblazen. Zie? Hoe kun je het doen? Terwijl zij zoekt naar haar baby, en dan misleid je haar op zo'n manier?"
Ze kwam dichterbij. En toen de grendel naar beneden ging van het model '70, toen hij zo naar beneden ging, toen schrok het hert, ze keek om zich heen en zag de jager. Zou zij wegspringen? Nee, meneer. Zij wist dat zij de dood in de ogen keek, maar haar baby was in moeite. Zij bleef voortbewegen, langzaam, uitziend naar die baby, deze grote oren omhoog, kijkend, die neus in de lucht. Zij had de jager gezien, en zij wist dat dit in een ogenblik de dood betekende, maar dat maakte voor haar geen enkel verschil. Haar baby was in nood. Zij deed zich niet iets voor, zoals veel kerkleden doen. Daar was iets echts. Zij was een geboren moeder. Zij keek om zich heen.
Ik zei: "Ik kan er niet naar kijken." Ik draaide me om. Ik dacht: "O God, laat het hem niet doen. Laat het hem niet doen, Here. Er zijn herten in deze bossen. Laat hem niet die arme dierbare moeder doden. Laat hem dat niet doen. Zij heeft ergens een jong, anders zij zou niet zo handelen. Ze denkt dat hij verdwaald is; hij roept om haar. Laat hem dat niet doen, Here." Ik wachtte een ogenblik, luisterend om elk moment dat geweer te horen afgaan. En ik wist dat als het zou afgaan, zij zeker een dood hert zou zijn. En zij stond nog geen dertig meter bij hem vandaan, midden in die open plek.
98 Ik bleef wachten, maar het geweer ging nooit af. Ik wachtte, wachtte, maar het geweer ging nog steeds niet af. Ik dacht: "Wat is er aan de hand?" En ik keerde mij om. Hoewel hij stalen zenuwen had, deze halfbloed Indiaan, beefde hij zo, op deze manier, zo schuddend; en hij keerde zich om en tranen rolden over zijn wangen. Hij gooide het geweer op de grond, hij greep mij bij mijn benen, daar staande op die sneeuwbank. Hij zei... [Leeg gedeelte op de band – Vert]
Met uw ogen gesloten, biddend, hoe velen hier zouden dat soort Christen willen zijn zoals dat hert een moeder was? Zouden graag die liefde van Christen zó in uw hart willen hebben, dat u gemakkelijk Christus kunt weerkaatsen? Niet iets wat voorgewend wordt, maar een echte... een geboorte die van u een Christen maakt, zoals een geboorte van dat hert een moeder maakte. Als u graag dat soort ervaring zou willen hebben, zou u dan uw hand willen opsteken? God zegene u. God zegene u, overal, zeker.
Onze hemelse Vader, met dit eenvoudige verhaaltje beseffen de mensen toch dat zij U nodig hebben, Here. Het is een noodzaak voor hen om een Christen te zijn. Zij willen het zijn. Wij willen allen iets echts hebben, zodat wij tot de wereld kunnen zeggen dat Gij Christus zijt, de Zoon van God. Sta het vanavond toe, Here. Moge deze ervaring tot een ieder van ons komen. In dit kleine gebouw van misschien honderdvijftig mensen staken meer dan de helft ervan hun handen op dat zij dat soort ervaring wilden hebben. Here, het toont aan dat zij dat soort ervaring missen. Moge Christus vanavond in Zijn getrouwe heiligheid dit gehoor tonen dat Hij van hen houdt, en hun die ervaring kan geven om een echte wedergeboren Christen te zijn, niets gemaakts, maar een echte ervaring. Sta het toe, Vader. Door de Naam van Jezus, de Zoon van God, vraag ik het.
99 Terwijl wij onze hoofden nog steeds gebogen hebben, is er hier vanavond iemand, of hoeveel zijn er, liever gezegd, die graag Jezus als uw Redder zouden willen aannemen? En zeggen: "Broeder Branham, zoals de koningin van het zuiden wil ik Christus. Zoals dat moederhert wil ik een echte Christen zijn. Ik ben nog nooit een Christen geworden. Ik heb nog nooit, heb Hem nog nooit als mijn Redder aangenomen, maar vanavond wil ik het doen." Zou u gewoon voor een moment op uw voeten willen gaan staan en zeggen: "Ik wil in gebed gedacht worden."
Jezus zei: "Hij die Mij voor de mensen zal belijden, hem zal ik voor Mijn Vader en de heilige engelen belijden."
Zou u op dit ogenblik willen gaan staan? Zeg: "Ik ben nooit eerder voor Hem opgestaan." God zegene u. God zegene u. Dat is goed. Enigen van u staan nu op. God zegene u. Iemand anders? Ga even staan. God zegene u. God zegene u. Dat is goed. God zegene u. Iemand anders die wil opstaan? God zegene u, zuster. Dat is goed. Iemand anders?
Geloven alleen; het grootste wonder van alles is redding; geloven alleen. Heeft u iets echts bij Christenen gezien? Heeft iemand iets gedaan waardoor u hun leven hebt gadegeslagen, waardoor u weet dat zij echte Christenen zijn?
Vier of vijf stonden op; zouden er enigen meer zijn voordat we de dienst sluiten? God zegene u, jongeman, het grootste wat je ooit in je leven gedaan hebt. Zou er nog iemand zijn? Ik vertrouw dat God een prediker uit de jongen zal maken. Iemand anders? Steek gewoon uw hand op en zeg: "Bid persoonlijk voor mij, broeder Branham. Ik ben... God ziet mijn hand, daarom wil ik dat u bidt." Ga nu even voor een ogenblik door met bidden, iedereen, laten alle Christenen bidden. God zegene u. Iemand anders? Heb slechts geloof, geloof. God zegene je, zoon. Ik wacht eenvoudig op de Heilige Geest.
O God, wees genadig.
Nog een ogenblik nu. Slechts... Ik wacht nog even.
100 Onze hemelse Vader, we hebben even gewacht, verschillenden hebben hun handen opgestoken en sommigen zijn op hun voeten gaan staan. De Schrift zegt: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst getrokken heeft; en allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen." Laat hun weten dat dit het grootste is wat zij ooit hebben gedaan, namelijk het nemen van een beslissing. "Hij die Mij zal belijden voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader en de heilige engelen." [Leeg gedeelte op de band – Vert]
... heb genade, God, en wij geloven met heel ons hart dat U deze mensen zult redden. Misschien zal ik nooit in staat zijn om ze de hand te schudden, maar ik zal het doen in dat land aan de overkant van de rivier. Zend deze jongemannen naar de velden, Here, maak predikers uit hen. Sta het toe, Here, dat voor al degenen die hun handen opstaken en op hun voeten gingen staan, mannen en vrouwen, dat dit een tijd van verandering zal zijn. En mag het zo zijn dat zij, elke keer als zij denken, of in contact met het kwade komen... mogen zij standhouden zoals dat moederhert, met een ervaring dat zij weten dat zij zijn overgegaan van dood in leven.
Nu zei U dit, Vader: "Hij, hij die Mijn Woord hoort", en wij geloven dat wij dat vanavond hebben gedaan, ofschoon het gebrekkig was, Here, op mijn nederige manier van brengen. "Hij die Mijn woorden hoort en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, heeft," tegenwoordige tijd, "eeuwig leven en zal niet in het oordeel komen, maar is reeds," verleden tijd, "overgegaan van dood in leven." U zei het, Here. Ik geloof slechts Uw Woord. Ik claim elkeen van hen, ik claim hen voor Uw glorie. Nu, sta het toe, Vader, in de Naam van Jezus Christus. Amen.
God zegene u. Mogen Gods rijke zegeningen... Ik vraag u die uw hand opstak en opstond, wilt u... Ik zal niet langer dan nog één dag bij u zijn in deze campagne. Maar deze predikers hier, als u dichtbij hun kerken woont, ga direct naar hen toe, wilt u? Ga naar hen toe, zeg: "Voorganger, ik was die avond daar in de campagne. Ik was degene die mijn hand opstak. Ik was degene die opstond. Ik wens dat u mij doopt in de Christelijke doop. Ik wil dat u met mij zoekt totdat wij hebben... ik gevuld zal worden met de Heilige Geest en die Boodschap ontvang waarover zij gesproken hebben. Ik wil iets echts." God zegene u.
Nu, ik vertrouw dat u dat zult doen. Ik weet dat u het meende. En als u het werkelijk vanuit uw hart gemeend hebt, zijn er niet genoeg duivels in de hel die u ooit van God kunnen scheiden. U bent overgegaan van dood in leven. Dat is Gods eigen Woord.
Het is bijna elf uur. Het is te laat voor een gebedsrij. Ik beloof u dat ik morgenavond voor iedere persoon zal bidden die een gebedskaart heeft, en voor iedere persoon in het gebouw die wil dat er voor hem gebeden wordt. Ik denk dat dat iets beter zal zijn, als ik slechts... Ik wil echt niet meer dan vier uren prediken morgen... of slechts een paar minuten prediken morgenavond en dan beginnen met de gebedsrij. Wilt u dat verdragen, als ik beloof morgenavond voor iedereen te bidden? Doe dat. God zegene u.
Wilt u geloven zonder in de gebedsrij te komen? Buig uw hoofden.
Here Jezus, zij zijn hier. Ik heb eenvoudig gepredikt over iets echts wat ik gezien had. Misschien zijn er hier een paar die U nog nooit in Uw grote werkzame kracht hebben gezien, Here. Ik bid dat U nu mannen en vrouwen sterkte en kracht wilt geven om te geloven. Mogen zij die ziek zijn Uw kleed aanraken. Mag ik in staat zijn om mijn hart te vernederen zodat U mijn stem kunt gebruiken om een visioen te zien, om de mensen de dingen die zij verlangen te vertellen. Sta het toe, Vader.
101 Terwijl u nu bidt, houd uw hoofden gebogen, uw ogen gesloten, gelovend met heel uw hart. Heb geloof in God. Blijf gewoon bidden. Nu bent u allen vreemden voor mij, behalve deze mensen uit Georgia en broeder Sothmann die hier zit. God kan dit toestaan. Nu, met uw hoofden gebogen en uw ogen gesloten.
Er zit hier een man in het gebouw aan mijn linkerkant. Hij is in een nerveuze toestand. Hij heeft moeite met zijn been. Hij bidt voor zijn zoon die niet gered is. Wilt u geloven, mijn broeder, en naar uw verlangen uw vergeving van God aannemen? Dank u. U zult het ontvangen.
Hier zit een dame die ik nooit tevoren gezien heb. Zover als ik weet, is zij een vreemde voor mij. Zij lijdt aan een nerveuze conditie, aan een vrouwenkwaal. Zij heeft een operatie gehad. Zij heeft verklevingen in haar zijde. Iemand bidt, omdat ik het zie. O, als zij het maar niet mist. Gelooft u, dame? O, hoe kan ik het tot haar krijgen?
God, vertel mij wie zij is.
Mevrouw Fontane, ga op uw voeten staan. Is dat uw naam? Is dat uw toestand? Zijn wij vreemden voor elkaar? Dan geeft Christus u uw verlangen. Ga en wees genezen.
Wat deed zij? Ziet u wat echt is?
Hier zit een Indiaanse man, ik ken hem niet. Iemand die voor mij staat, heeft een verlamde hand. Gelooft u dat God die lamme hand wil genezen, broeder? Wilt u het aanvaarden? God zegene u. Ik wist nooit dat u een lamme hand had, maar God wist het.
U wilt genezen worden van die galstenen? Ik ken u niet, is het niet, meneer? Ik heb geen manier om dat te weten. Maar dat is waar, is het niet zo? Als dat juist is, steek dan uw hand op zodat het gehoor het zien kan. Dank de Here.
Ik geloof dat u, Indiaanse mensen, terug moet keren, is het niet? Laat deze Indiaanse mensen die hier zitten naar mij kijken. Gelooft u dat ik Gods profeet ben?
U heeft een dameskwaal, vrouwenkwaal, een gezwel in de vrouwelijke organen. Dat is juist. Sta op als dat waar is. Aanvaardt u uw genezing?
Deze dame kan geen Engels spreken en u weet dat ik dat niet weet. Goed, zeg het voor mij tegen haar. Zij heeft een geestelijk probleem. Haar probleem is dit: zij houdt van Jezus, maar zij weet gewoon niet hoe zij Hem moet benaderen. Uh-huh. Hm. Zij wil een dichtere wandel met Hem. Nu, vertel het haar. Dat is juist. Dat is juist. U zult het krijgen. Vertel het haar. God zegene u.
Papa, wat met uw keelprobleem? Uh-huh. Denkt u dat God u gezond zal maken? Gelooft u dat Hij u zal genezen? Als u dat doet, ga dan op uw voeten staan. Ga rechtop staan, dat is het. De Indiaanse man die hier naar mij zit te kijken, met zijn handen in zijn... zoals dat, ga op uw voeten staan. Spreek tot hem in zijn taal zodat hij het zal begrijpen. Goed. U heeft uw genezing. Ga naar huis. Jezus Christus maakt u gezond.
102 Zult u geloven? Wat met u hier? Wat met die gewrichtsontsteking? Denkt u dat Hij u gezond zal maken? Sta op en aanvaard het. Kom hier. God zegene u.
Gelooft u nu? Gelooft u het met uw gehele hart? Twijfel niet; heb geloof in God. Ziet u iets wat een mens niet doen kan? Elkeen van deze mensen die uitgeroepen zijn, als u vreemdelingen bent, zodat u zult weten dat ik niet wist wat er verkeerd met u was, steek uw hand op. Daar bent u er. Wat met u Indiaanse mensen die weten dat ik niet wist wat er verkeerd met u was, zijn deze dingen zo? Als deze dingen zo zijn, wat er gezegd werd, zwaai dan zo met uw handen, ieder van u, waar u ook bent.
Wat met u, dame? Gelooft u ook met uw gehele hart? Goed. Was dat waar? Goed.
Nu, ziet u dat het God is? Eén groter dan Salomo is hier, de Heilige Geest. Gelooft u het met uw gehele hart? Welnu, Hij is uw Redder. Hij is uw Geneesheer. Hij is uw God. Hij is uw Koning. Hij is uw Bevrijder. Hij is hier. Gelooft u het niet? Nu, hoeveel hebben Hem lief? Steek uw hand op. O, wonderbaar.
Nu, de overigen van u, leg uw handen op elkaar, leg gewoon uw handen op elkaar. Wat er ook in uw hart is... Wat ik u probeer te vertellen, ziet u, is dat God zonder gebedskaarten, zonder ook maar iets, uw toestand weet. Hij weet alles over u. Nu, u bent Christenen, u bent gelovigen, nietwaar? Wel, de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven; als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij gezond worden." Bid nu niet voor uzelf, bid voor de persoon die zijn hand heeft op... Zij bidden voor u; bidt u voor hen. Laten we nu onze hoofden buigen. Op de manier zoals u in uw kerk bidt, bid zo voor de persoon die voor u bidt.
103 Onze hemelse Vader, het wordt al laat, maar Paulus predikte de hele nacht hetzelfde Evangelie en een jongen viel uit het raam en werd gedood; Paulus ging erheen en legde zijn lichaam op de jongen en hij kwam weer terug tot leven.
O, eeuwige God, U Die de belofte deed, U Die echt bent, U bent eeuwig, U bent de opgestane Jezus Christus. En deze dag en dit tijdperk – terwijl de wereld een boos en overspelig geslacht is geworden – ziet het teken van de opgestane Christus, met een volk dat Hem gelooft, dat genoeg geloof heeft om Hem aan te raken. En met manifestaties van een goddelijke gave, uitgesproken in een menselijke taal door onwaardige lippen, en gezien wordt door onwaardige ogen die een visioen zien, dat de hele tijd door onfeilbaar is. Dezelfde God Die in Galilea wandelde, dezelfde Jezus Die van de vrouw zei dat zij zou staan in de oordeelsdag – de koningin van het zuiden – die Zijn generatie zou veroordelen omdat zij kwam om de wijsheid van Salomo te horen; en er was er daar Eén Die een groter werk deed dan Salomo, en Hij werd Beëlzebul genoemd.
En van deze dag, zei U: "Deze werken die Ik doe, zult gij ook doen; meer dan deze zult gij doen."
Op een keer raakte een vrouw Uw kleed aan, en U keerde Zich om en keek naar haar, en vertelde haar dat haar bloedvloeiing was gestopt. Haar geloof had haar gered. U zei dat U zwak werd omdat één vrouw U aanraakte. Hoe kon ik hier staan als een zondaar, gered door genade, en door een dozijn worden aangeraakt en nog steeds op mijn voeten staan? Het is omdat Uw Woord beloofde: "Meer dan deze zult gij doen, want Ik ga naar Mijn Vader."
God, wij leven in de dag dat wij Eén groter dan Salomo zien, de Heilige Geest, gemanifesteerd in ons midden. Hier zijn mannen en vrouwen die alles in de wereld verzaakt hebben om U te dienen. Zij hebben hun handen op elkaar gelegd. Zij zijn Uw dienstknechten. Ik veroordeel elke kwaal, elke duivel.
Kom uit van hen hier, Satan, je hebt de strijd verloren. Verlaat hen, in de Naam van de Here Jezus.