Toon ons de Vader
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Rich; broeders, de Here zegene u.
Goedenavond vrienden. Ik acht dit een groot voorrecht om hier vanmiddag in de dienst van de Here God te zijn. En deze drie dagen hebben veel voor mij betekend, om hier in de buurt te komen en oude vrienden te ontmoeten en nieuwe te vinden. Dat is de wijze hoe het leven voor ons verloopt. Het is gewoon nieuwe ontmoeten en je verheugen in de vriendschap van oude vrienden.
En dan, ginds in Grande Prairie, en ook hier, heb ik een werkelijk ontzag onder de mensen gevonden en een verwachting voor een opwekking. Dat is wat u nodig hebt, een echte geestelijke opwekking, het uitgieten van de Heilige Geest op de mensen.
2 En toen ontmoette ik weer enigen van mijn oude vrienden, Chris Berg, hij is hier ergens. En (of gewoonlijk is hij hier) ik verwachtte Milo te ontmoeten... Ja, broeder Durney, blij om u hier te zien zitten, erg fijn. Ik...
Meneer Durney was de laatste keer mijn gids toen wij op een jachttocht gingen. Mijn vrienden hier herinneren zich de vele keren dat we erover spraken. Ik hoorde dat u sindsdien een kleine beproeving van ziekte had. Wel, de Here waarover ik daar gesproken heb, is nog steeds dezelfde God, de grote Geneesheer. Hoe gaat het met Della? Gaat het goed? Dat is fijn.
Meneer Durney was echt een ijzersterke kerel; dat vertel ik u. Toen hij ongeveer zeventig jaar oud was, veronderstel ik, toen ik hier was, was hij echt... Ik was verrast om de echte kracht te zien in die man van die leeftijd. Hij... Overal waar Chris en ik konden gaan, liep hij precies daar bij ons voorop. En ik heb...
3 Iemand zou niet op een dergelijke plaats kunnen wonen zonder God te kennen. Dus ik zou niet kunnen... om in de bergen niet ergens het gelaat van God te zien. En ik heb dikwijls voor mijn vriend Chris, meneer Durney, en hen, gebeden.
Op een dag wanneer dit leven helemaal geëindigd is, langs de jachtpaden daar in het nooit eindigende woud, hoop ik u broeders daar te ontmoeten, onze vriendschap te hernieuwen. U zult mij langs enige van de jachtpaden daarginds vinden. Ik zal rondkijken. Ik zal u, al mijn jachtvrienden en pelsjagers, daar op een dag ontmoeten. Tot dan zullen wij ingespannen blijven voor onze Heer.
4 Ik was onderweg voor mijn... had een kleine aanstaande vakantie na zes maanden op het veld te zijn geweest. En het heeft mij zeker uitgeput. En ik dacht eraan om een kleine vakantie te nemen en hier naar het noorden te komen en te zien of ik een van deze vlagzalmen kan vangen, waar u broeders over sprak, en misschien zal ik onderweg een beer zien.
Daarom reisde ik hierheen, en zij hadden de afspraken met uw herder gemaakt. En zo de Here wil, deze namiddag of morgenvroeg, een van de twee, gaan we weg om een paar dagen uit te rusten in de woestijn: om te proberen terug te keren in het veld van de Here.
Ik dacht dat het niet fijn zou zijn, ofschoon ik vermoeid en afgemat ben van zes maanden onafgebroken op de velden (en mijn werk is internationaal, zoals u weet, wereldwijd)... En ik dacht dat het fijn zou zijn als ik langs zou komen om mijn vrienden hier in Dawson Creek en Grande Prairie te bezoeken. En ik wil de Here bedanken voor de fijne gemeenschap die wij samen hebben gehad. Met de herders en de mannen met hetzelfde dierbare geloof, in eenheid, die allen de Here liefhebben, en met veel van u mensen.
5 Billy vertelde mij toen ik binnenkwam dat zij hem deze middag een liefde-offer hebben gegeven. Ik geloof dat dat zo is. Ik deed zeker niet een... wil niet dat u dat doet, mijn broeder, zuster. Ik heb nooit... Ik kom alleen om u te bezoeken. En ik waardeer het natuurlijk.
En eens... Ik dacht eraan dat zij mij er pas een gaven (als sommigen van u mensen van Grande Prairie hier zijn)... Ik wist zelfs niet dat dit was gedaan totdat meneer Sothmann het mij onderweg naar huis vertelde. En ik had zelfs niet de kans gehad om de dierbare mensen te bedanken.
Wel, naar het beste van mijn kennis zal het naar het Koninkrijk van God gaan, naar mijn beste weten. Dank u zeer vriendelijk.
En ik geloof dat het in de Bijbel geschreven staat dat Jezus zei: "In zoverre u dit aan de minste gedaan hebt van deze Mijn kleinen, heeft u het aan Mij gedaan." Ik ben diegene... de minste.
6 Ik ben tweeënvijftig jaar oud, heb dertig jaar gepredikt, nam nooit een offer aan in mijn leven. Nooit nam ik in mijn leven een cent aan, haalde een offer op. Ik heb altijd gewerkt, zorgde voor mijn levensonderhoud, en als ik deze kant opkom, wel, ik zal nooit... Ga gewoon de steden in, en zij betalen de onkosten van de samenkomst. Ik bedoel de grote gehoorzalen, waar je zoveel... tweeduizend dollar per avond nodig hebt. Wel, zij zorgen er gewoon voor. En ik hoef het niet te hebben.
En altijd als Hij mij iets geeft, wel, er is altijd wel iets om het in te plaatsen. Dus dan weet u wat ik daarmee bedoel. Het is een... Ik houd ervan om door geloof te leven. Dat is wat wij verondersteld worden te doen: leven door geloof.
7 Ik zie hier twee zakdoeken op het podium liggen... of op de preekstoel, om over gebeden te worden. Nu, dat is geen bijgelovigheid. Dat is een Schriftgedeelte; dat is de Bijbel. Velen van u zouden misschien een gebedsdoekje willen. Dat is een van de grootste bedieningen die ik nu heb.
Hier enige tijd geleden, zou ik... was ik verbaasd. Ik zou... Een dame in Duitsland... Ik zend er duizenden van de wereld over. En een dame in Duitsland had gedurende ongeveer twintig of vijfentwintig jaar artritis, en ik liep haar in Duitsland mis. Wij hadden er zoveel, gewoon duizenden maal duizenden stroomden van overal naar binnen, vanuit Tsjecho-Slowakije en van overal. Dus zij...
Overzee is het niet zoals hier. Daar zijn de steden... Het land is klein en er zijn veel mensen, en een dergelijke samenkomst heeft overal een grote aantrekkingskracht op hen.
8 En daar was dus een kleine Duitse vrouw die de instructies over het kleine gebedsdoekje had gekregen, en zij... Daarin staat om, als u kunt, uw vrienden of uw voorganger te roepen, zo niet, dan een van de buren, al uw fouten te belijden en God te vragen u te genezen. En plaats het op u en geloof het dan.
En de kleine Duitse vrouw – het was verbazingwekkend – zij deed het op haar ondergoed zoals was geïnstrueerd. Zij had de buren binnen laten komen om te bidden. Zij beleed al haar fouten. En toen zij het daar op had, legde zij haar hand over haar hart, en ze zei: "Nu, oude duivel, ga uit van mij!" En zij kwam rechtop en liep over de vloer, na ongeveer twintig en nog wat jaren in die rolstoel te hebben gezeten. Zo eenvoudig is het.
9 U weet dat wij dikwijls proberen ons uit te strekken naar iets, naar een bepaald geloof. En u hoeft niet een of ander super geloof te hebben om genezen te worden. Het enige wat u moet hebben, is om gewoon het geloof te nemen dat u hebt.
U weet dat in de Bijbel het bloed aan de deuren werd aangebracht met hysop. Onze voorgaande broeders weten dat. Hysop is gewoon onkruid. En wat er aan de hand is, is dat de mensen vandaag proberen zich uit te strekken om een orchidee te vinden om het bloed mee aan te brengen. En het wordt zelfs niet aangebracht met een orchidee. Het wordt aangebracht met hysop, algemeen voorkomend, gewoon het geloof van elke dag, precies zoals...
10 U hoeft helemaal geen supergeloof te hebben. Hoe kwam u hier? Hoe weet u of u hier zult weggaan? Hoe kunt u uw auto besturen? Hoe weet u of u uw hand kunt bewegen? Wel, u doet het gewoon onbewust, omdat u gelooft dat u het kunt.
Nu, dat is de wijze waarop u voor uw genezing gelooft. Het staat gewoon vast, en dat is alles. Het behoeft geen enkele hoge opleiding, iets wat 'super-duper' is. Er is slechts gewoon geloof in God voor nodig. Geloof het gewoon, zoals u zou... zoals uw moeder zou zeggen dat zij iets voor u zou halen. Geloof het precies op die manier.
Zij namen het bloed... Gewoonlijk vinden ze die hysop groeiend in de scheuren van de muren in Egypte en Palestina. Ze hadden lemen muren en de hysop zou daar groeien... slechts een klein driehoekig blad. En ze trokken het er gewoon zo vanaf, doopten het in het bloed, en brachten het aan op de deur.
Wel, het bloed, natuurlijk, werd aangebracht... Wij brengen het aan door geloof. En geloof is algemeen, net zoals hysop, zoals gewoon onkruid. Geloof het eenvoudig en het is helemaal over.
11 Nu, als iemand van u een gebedsdoekje wil hebben, en u hebt het hier niet, als u mij te eniger tijd wilt schrijven, zal ik blij zijn om het u toe te sturen. Gewoon: William Branham, Jeffersonville, Indiana, en het komt bij mij aan. En als u er een wilt om het in uw Bijbel op Handelingen 19 te bewaren, voor het geval dat er iets gebeurt, wel, vraag het gewoon. Er zijn geen onkosten aan verbonden. Gewoon... Wij brengen niets in rekening. Alles is vrij. Dus vraag erom en ontvang het. Wij zijn blij om het u toe te sturen... erg blij.
En het is een klein doekje waarover ik gebeden heb en God gevraagd heb om u te genezen en u te helpen. O, ik zou de middag kunnen vullen alleen al om de bijzondere dingen te vertellen die Hij daar doorheen heeft gedaan, machtige dingen. Maar we weten dat de mensen hier vanavond hun gebouw moeten hebben, en wij willen u niet te lang houden. En het is een beetje krap in het gebouw, en u zit nogal opeengepakt.
12 En wij willen nu dus ook al de prediker-broeders met ons hele hart bedanken, en al u leden, voor uw fijne samenwerking. En ik wil de stad bedanken, de politie, enzovoort. Ik moet dit voor mijn zuidelijke vriend hier zeggen, meneer Evans. Ik moest hem eigenlijk naar boven laten komen en wat laten spreken zodat u kon horen waar... hoe zuiderlingen werkelijk spreken. U denkt dat ik het verkeerd zeg. U...
Komend in een tankstation, zei hij: "Kunt u mij vertellen waar er een motel is?" Die Engelsman keek hem heel vreemd aan.
Hij zei: "Ja, ik heb hier wat oude banden over." Oude banden... Hij ging verder en zei: "Ik wil wat ijs."
De man zei: "Zeker." Pakte een doos aspirine en gaf het aan hem. Dus... wij zijn dus erg dankbaar. [Broeder Branham en de samenkomst moeten lachen – Vert]
13 Gisteren zei hij... Ik stond hier in de sportzaak en een erg fijne heer sprak tegen hem. En wij waren naar hun trofeeën aan het kijken. Ik probeerde aan broeder Evans te vertellen hoeveel groter deze eland was dan zijn konijnen daar in Georgia.
Wij stonden dus naar deze grote trofeeën te kijken die daar hingen, en toen zei hij: "Iemand krijgt een bon." Dat was dus meneer Evans. Hij rende naar buiten en zei: "Wacht even een ogenblik, broeder, ik..."
Hij zei: "Geen zorgen, geen zorgen." Zei: "Ik geef u gewoon een bonnetje, 'Welkom terug in Dawson,'" een aardigheidje.
En hij kwam voor de dag met zijn zuidelijke spraak en hij zei: "Broeder Branham, ik zou willen dat ik er een van kon meenemen naar Georgia om mee te fokken." Maar zo vriendelijk zijn ze niet wanneer je hier de grens over gaat.
14 U hebt hier dus een wonderbaar land, een wonderbaar volk. U heeft een van de gezondste landstreken. En als de Here Jezus vertoeft, zal binnen vijftig jaar vanaf nu deze natie de wereld leiden. U heeft natuurlijke bronnen. Uw heuvels zitten vol met goud en zilver. U hebt ijzer, mineralen, kalium, calcium, allerlei soorten natuurlijke bronnen... hout, maar u heeft niet veel mensen.
New York City heeft 269.000 meer mensen (in de staat New York), dan er in heel het gebied van Canada zijn. Zie? Heel het gebied van Canada. Tweehonderdnegenenzestigduizend meer mensen. Kijk, u heeft volop ruimte.
En Canada is een derde... of twee derde groter dan de Verenigde Staten. U heeft de natuurlijke bronnen, alleen heeft u de mensen niet. Dus dank de Here daarvoor. Dat...
15 Kijk, u bent nog... Als ik tarwe verkoop en het bij u inruil voor rijst, maar de tarwe raakt op, wat gaan we dan doen? Het volgende... In onze Staten zijn de natuurlijke bronnen uitgeput. U heeft ze. God zegene u hiermee.
U hebt een goed solide bestuur, en wij zijn... uw banken zijn allemaal eigendom van de regering. En hier is dus geen Wall Street dat instort. En uw kleine kinderen hebben een geweldige gelegenheid. U heeft veel om ze aan te bieden, meer dan wij kunnen op enige andere plaats in de wereld waarvan ik weet.
Maar, mijn vrienden, ik ben hier niet om u dat te vertellen. U weet dat. Maar ik ben hier om u iets te vertellen wat u overal aan uw kinderen kunt aanbieden. Dat is de Here Jezus Christus. Hij is het voornaamste.
Want een dezer dagen zal zij, hoe geweldig deze kleine natie ook is, vallen, net zo zeker als wat dan ook. Zij moet het, om plaats te maken voor de eeuwigheid. Maar geef uw kinderen Christus. Hij is de hoop, de enige solide hoop die wij hebben. Nu, God zij altijd met u. Als wij onze hoofden even voor een ogenblik buigen voordat wij het Woord benaderen.
16 Ik geloof het Woord met mijn gehele hart. Ik geloof dat het Gods Woord is. Laten wij dus tot de Auteur naderen voordat wij Zijn zegeningen over ons vragen.
Almachtige en genadige God, Die op de derde dag de Here Jezus uit de dood terugbracht, Uw Zoon, Die ons vrijelijk door Zijn genade onze zonden heeft vergeven en onze ziekten heeft genezen. Aan Hem geven wij glorie voor altijd en immer.
Wij zijn vandaag blij om een bezoeker te zijn onder deze dierbare Canadese mensen. Wij voelen ons niet als vreemden, maar we zijn medeburgers met hen in de grote economie van God. Wij danken U hiervoor, want tezamen zullen wij staan als een verenigd front voor het Koninkrijk van God, alle mensen en alle naties onderwijzend om te geloven in de Here Jezus Christus zoals U ons opdracht hebt gegeven om de hele wereld in te gaan en alle naties tot discipelen te maken. En samen vandaag als burgers, verenigen wij ons geloof, en onze hoop, en onze gebeden voor de mensen die hier zijn.
En bij ons samenkomen vandaag, als er hier enigen zijn, Here, die U niet kennen als hun Redder, moge dit de dag zijn dat zij die algenoegzame beslissing zullen maken: dat Jezus vanaf vandaag mijn Redder is.
17 Als er hier zijn die ziek en aangevochten zijn, moge dan Uw tegenwoordigheid zo sterk en zo overheersend over ongeloof zijn, dat elke persoon hier genezen zal worden. Sta het toe, Here. Mag er geen enkele zwakke persoon in onze midden zijn aan het einde van deze dienst.
Hemelse Vader, als wij deze middag uiteengaan na de dienst om naar onze verscheidene huizen te gaan, weet ik niet of dit onze laatste keer van bijeenkomen zal zijn aan deze kant van de eeuwigheid. En als dat zo zal zijn, Here, als het op die manier zal zijn dat wij niet opnieuw tezamen zullen vergaderen... Ongetwijfeld zullen velen, als ik zou terugkeren, en ik zou leven, en een jaar vanaf vandaag zou terugkeren, gemist worden.
Dan, Vader, welk type persoon behoorden wij te zijn? Hoe zouden wij de mensen moeten benaderen, wetend dat dit misschien de laatste keer is dat we elkaar ontmoeten? Mogen wij met de diepste oprechtheid, met heel ons hart en ons geweten besprenkeld met het bloed van de Here Jezus, Zijn Woord benaderen met eerbied en geloof.
18 En mag er dan deze middag iets worden gedaan dat zal veroorzaken dat de kinderen van God dichter naar U toegroeien. En ik weet dat er hier vandaag in dit gebouw velen zitten die wij voortrekkers zouden noemen. Zij hebben zich hier gevestigd, of ze zijn de kinderen van de nieuwkomers. Zij hebben de grond bewerkt.
En toen ik gisteren over het pad reed, keek ik naar buiten en zag papa en mama en hun kleine kinderen blootsvoets de oude stompen uit het moeras trekken, ze opstapelend, proberend om wat zaad in de grond te stoppen zodat ze het komende jaar voedsel kunnen eten. Mijn hart brandde.
Ik dacht: "O God, geef hun een eeuwig huis, waar geen enkele stomp zal zijn om uit te trekken, waar zij niet zullen planten en een ander het zal opeten, maar waar zij voor eeuwig zullen leven in hun eeuwig huis, met hun kleintjes bij hen." Sta het toe, Here.
19 Velen zitten hier die weten wat het betekent om door de bossen heen een jachtspoor af te lopen, de zonsopkomst en de zonsondergang te zien. Die weten dat God hen in tijden van moeite een geheimzinnige vangst gaf, dat God hen hielp op moeilijke plaatsen. Ik heb hen lief. Vader, zij zijn mijn broeders.
En zoals ik het vandaag uitdrukte aan mijn goede vrienden die hier zitten, hoop ik hen allen te ontmoeten langs een geweldig jachtspoor in de heerlijkheid. Mogen wij allen ontmoeten die wij liefhebben en met wie wij hier op aarde tezamen gemeenschap hebben gehad. En als er zijn die daar niet klaar voor zijn, mogen zij vandaag worden toebereid. Kom in het Woord, Vader, en plant het zaad in onze harten zodat wij eeuwig leven mogen hebben, want wij vragen het in de Naam van Uw geliefde Zoon, onze Redder, Jezus Christus. Amen.
20 Ik moet nu eindelijk eens met de Schrift beginnen, want u bent zulke fijne mensen. En ik zeg dit niet om gewoon aardig te zijn, ik zeg dit vanuit mijn hart. Als ik het op een andere manier zou zeggen, zou ik een huichelaar zijn. En ik zou liever God ontmoeten als een ongelovige dan als een huichelaar.
Nu wil ik een Schriftgedeelte voor u lezen. Want ik geloof, dat wat ik zou zeggen, zou kunnen falen, omdat ik een man ben. Maar wat Hij zegt, zal nooit falen. "Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal niet falen."
En de enige manier waarop wij met zekerheid God kunnen benaderen, is om te komen met Zijn Woord. Want Hij beloofde Het te eren. In Johannes 14:8...
Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons de Vader, en het is ons genoeg.
Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo lange tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus?
Ik wil dit nemen en daar een samenhang uit halen: Toon ons de Vader. Dat is de roep van het menselijke hart, dat is altijd zo geweest. Sinds wij weten dat er een God is, heeft elke sterveling geprobeerd om achter het gordijn van de tijd te kijken om uit te vinden of zij kunnen zien waar zij vandaan komen, wat hun taak hier is, en waar zij zijn zullen nadat zij hier zijn heengegaan.
21 Nu weten wij dat we ergens vandaan komen. En wij zijn hier voor een bepaalde reden en we gaan ergens naartoe. En er is geen... Van al de literatuur in de wereld bestaat er slechts één Boek dat u kan vertellen waar u vandaan komt, wie u bent, en waar u heengaat... en dat is deze Bijbel. Dus wij benaderen Hem deze avond.
Job is zelfs het oudste boek in de Bijbel. Toen zweren bij hem uitbraken, leek het of alles zich tegen hem gekeerd had. En zijn... zijn christelijke, of zijn religieuze vrienden zeiden: "Job, je hebt kwaad gedaan." Veel mensen willen zeggen, als iemand ziek is, dat zij kwaad hebben gedaan. Dat is niet de waarheid. Job was een perfecte man. God zei dat.
Maar soms laat God Zijn mensen rampen overkomen om hun geloof te testen. Hij testte een heilige, bestrafte geen zondaar. En God doet dat om te testen.
22 Jezus zei... de Schrift zegt dat iedere zoon die tot God komt, beproefd, getest moet worden, opgevoed. En daarna is bewezen dat zij echte kinderen van God zijn.
En nu, in Jobs geval, toen al zijn rijkdom van hem was weggenomen, en al zijn kinderen weggenomen, toen draaiden al zijn vrienden hun rug naar hem toe, zaten daar zeven dagen en beschuldigden hem ervan een geheime zondaar te zijn, toch wist Job dat hij geen zondaar was omdat hij standvastig stond op wat God had beloofd. God vereiste het brandoffer. En Job had het voor hemzelf en zijn kinderen geofferd, en hij wist dat hij gerechtvaardigd was omdat hij Gods voorgeschreven offer had geofferd.
23 Wat zouden we daar vandaag lering uit kunnen trekken - als wij weten dat we in de tegenwoordigheid van God zijn gekomen met geloof om te geloven - dat er niets bestaat wat dat kan veranderen. God heeft het gezegd, en dat maakt het vast.
Toen hij dan zo in zijn ellende zat, op de ashoop zijn zweren krabbend die over zijn lichaam waren uitgebroken als steenpuisten, zei zijn vrouw: "Job, waarom vloek je God niet en sterf?"
Hij zei (nu, hij noemde haar nooit een dwaze vrouw, hij zei: "Je spreekt als zo een"), hij zei: "Gij spreekt als een dwaze vrouw. De Here heeft gegeven, en de Here heeft genomen. Gezegend zij de Naam van de Here." Hij wilde God niet vervloeken. Hij wist dat hij het niet had gedaan. Hij zei: "Ik kwam naakt in de wereld, en naakt zal ik terugkeren."
24 Toen dan de Geest op de profeet kwam en hij de Rechtvaardige begon te zien komen, probeerde hij een plaats te vinden waar hij heen kon gaan om op Zijn deur te kloppen en te zeggen: "Ik... ik zou graag een ogenblik met U willen spreken. Ik heb wat problemen gekregen waar ik over zou willen spreken. Waarom ben ik ziek? Waarom lijd ik op deze manier? Als ik Zijn deur maar kon vinden, waar ik op Zijn deur kon kloppen. Ik zou het graag aan Hem willen uitleggen."
Toen sprak God uiteindelijk tot hem in een wervelwind. Zei: "Gord je lendenen als een man." En God kwam neer in een wervelwind en zei: "Job, waar was je toen Ik de aarde grondvestte? Vertel Mij waar de assen aan vastgemaakt zijn? Toen de morgensterren tezamen zongen en de zonen van God juichten van vreugde, waar was je, Job, als je zoveel wijsheid hebt?"
Toen kwam de Geest op de profeet, en hij zag het. Hij zei: "O, als ik maar iemand kon vinden, iemand waar ik heen kon gaan die begrip had, iemand waar ik vertrouwen in kon hebben en zeggen: 'U bent Gods vertegenwoordiger', een man die zijn hand op een zondaar kon leggen en op een heilige God, en die de kloof kon overbruggen." Dat is Degene waar wij naar uitzien... Iemand Die Zijn hand op een zondaar kan leggen en op een heilige God en in de bres kan staan.
25 En toen, het was tweeduizend jaar voordat de Rechtvaardige kwam, zag hij een visioen. En hij schreeuwde het uit toen hij het zag, want de donders rolden, de bliksem flitste, en deze profeet ging in de Geest. Hij zag een visioen. Toen stond hij op en zei: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft, en in de laatste dagen zal Hij op de aarde staan. Ofschoon de huidwormen dit lichaam vernietigen, toch zal ik in mijn vlees God zien, Die ik voor mijzelf zien zal. Mijn ogen zullen het zien en geen ander. Want wij brachten niets in deze wereld mee; het is zeker dat wij er niets uit meenemen. De Here heeft gegeven en de Here heeft genomen. Gezegend zij de Naam van de Here."
Hij had die troost gevonden. Hij vond datgene wat... die het kon, Iemand Die in de bres kon staan en bemiddeling kon doen tussen een zondevolle man en een heilige God.
Ik ben deze middag zo blij, gemeente, dat ik aan u, mijn vrienden, mijzelf heb uitgedrukt over uw harde en moeizame arbeid, en uw liefde, en tranen. Ik ben vandaag blij dat wij ook Diegene gevonden hebben Die in de bres kan staan en bemiddeling kan doen voor u en mij, die onwaardig zijn.
26 Ik zou erover willen spreken dat we Hem kunnen zien, en u laten zien hoe eenvoudig dat is. Dikwijls sturen we onze leerlingen weg, onze kinderen, naar scholen voor een hogere opleiding... En niet om dat te geringschatten, wat God verhoede, dat is in orde. Het vervult een deel... het speelt een rol maar niet de hoofdrol.
Dikwijls brengen wij hen door opleiding weg van God. Wij zullen God nooit kennen door opleiding. U kunt dat niet. Wij zijn er nu achter gekomen. Dat het nodig is dat iemand... Opleiding is de ergste vijand die het Evangelie ooit heeft gehad. Nu, ga dat maar na en ontdek het. Mensen denken gewoon dat zij God te slim af kunnen zijn. Hij kan dat niet. Zijn verstand is slechts dat van een mens. God is Geest, oneindig.
27 Nu, we ontdekken... Ik wil spreken over het zien van God. "Toon ons de Vader, en het zal ons bevredigen." Jezus had zoveel over Zijn Vader gesproken. En Filippus was zo begerig, dat Hij zou... eenvoudig tegen hen zei: "Nu, laat uw hart niet ontroerd worden omdat Ik op het punt sta u te verlaten. U hebt in God geloofd; geloof ook in Mij", en Hij sprak over het Vaderhuis.
En Filippus barstte los en zei: "Toon ons de Vader, en het is ons genoeg."
Hij zei: "Ben Ik zo lang bij u geweest, Filippus, en kent gij Mij niet? Hij die de Vader heeft gezien... wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien. En waarom zegt gij: 'Toon ons de Vader'?"
28 Nu, ik zou u deze middag willen vragen: "Zou u God willen zien? Zou u werkelijk graag Degene waarover wij spreken, willen zien? Kan Hij gezien worden?"
Wij spraken daarover op de eerste avond hier. Maar ik ga u vier verschillende manieren tonen hoe wij God kunnen zien. Nu, ik ga heel snel over vier onderwerpen spreken: God in Zijn universum; God in Zijn Woord; God in Zijn Zoon; God in Zijn mensen. En misschien zullen wij daardoor in staat zijn om uit te vinden wat God is, waar Hij is. Is Hij weggegaan? Was Hij iets dat eens leefde en nu gestorven is? Nee, zeker niet.
Hij zei: "Ik zal u nooit begeven, noch u verlaten. Zie, Ik ben altijd met u, zelfs tot het einde van de wereld. Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de wereld."
29 Nu ga ik eerst spreken over God in Zijn universum. Laten we nu om ons heen kijken en zien of we Hem kunnen zien. En als ik door de Schrift kan bewijzen dat God Almachtig deze avond precies hier in deze ruimte is, moet het zeker de vraag beantwoorden of u Hem wel of niet zou geloven.
Maar door middel van de Schrift en door het bewijs kan bewezen worden dat Hij nu precies hier is. U kijkt al de tijd over Hem heen, proberend Hem te vinden. U grijpt naar iets ver weg daarbuiten, terwijl het precies hier is. De Bijbel zegt dat God dichter bij ons is dan onze armen... onze leden van ons lichaam, omdat Hij een deel van ons is. Hij is ons leven.
30 Sprekend over God in Zijn universum... Niet zo lang geleden was er een oude man die naar mijn gemeente ging, genaamd James Wiseheart. Hij was een oude visser. Ik noemde hem ome Jim. Hij was ongeveer dichtbij de tachtig jaar.
En hij was gewend om op de rivier te vissen. Hij kwam naar de gemeente. Hij was een Kentuckiër, en de rivier is ongeveer anderhalve kilometer vanaf mijn huis en, o, wat waren het fijne uren die oude oom Jim en ik samen hadden op de rivier terwijl we deze meervallen vingen. Lagen de hele nacht buiten op de oevers en spraken over God en hielden elkaars handen vast en huilden als baby's. Hij is deze middag aan de andere zijde. Ik verwacht hem op een dag te zien, als ik oversteek.
De laatste woorden die ik hem tegen mij hoorde zeggen, toen ik hier een paar jaar geleden naar Canada kwam, waren dat hij zei: "Op een dag, Billy, jongen, zal je hier terugkeren en ome Jim zal zijn heengegaan." Ongeveer twee dagen daarna viel hij plotseling neer en stierf in een hartaanval, ging naar huis om God te ontmoeten.
31 Er was een zekere kerk in onze stad waar een kleine familie naar toeging. En de kerk leek meer een denominatie die geloofde dat er... ze onderwezen zo ongeveer dat God een soort historisch iets was. En er was daar dus een kleine jongen op de zondagsschool die enthousiast was geworden en tegen zijn moeder zei: "Moeder, als God zo groot is, waarom kan ik Hem dan niet zien?"
"Wel", zei de moeder, "kereltje, ik weet het niet."
Zei: "Kan ik Hem zien?"
Ze zei: "Ik weet het niet. Waarom vraag je het niet aan je zondagsschoolonderwijzeres?"
En toen ze... De kleine jongen zei de volgende keer op de zondagsschool: "Juffrouw, ik wil u iets vragen wat mijn moeder niet kan beantwoorden." Zei: "Kan iemand God zien?"
"Wel", zei ze, "ik weet het niet." Ze zei: "Vraag het de voorganger."
32 Dus ging de kleine jongen met al zijn enthousiasme naar de voorganger en zei: "Herder, ik zou u graag een vraag willen stellen waar mijn mama noch mijn zondagsschoollerares mij antwoord op kan geven." Zei: "Deze grote God waarover u spreekt, is Hij niet de God van het menselijk ras?"
"Ja, ventje. Waarom?"
Zei: "Als Hij God is, dan kan iedereen Hem toch zien? Ik zou Hem graag zien."
"O", zei hij, "nee, ventje. Niemand kan God zien. God is niet te zien."
De kleine vent was teleurgesteld. Hij ging nogal vaak de rivier op om te gaan vissen met oude broeder Wiseheart. Toen ze op een dag naar huis gingen - en broeder Wiseheart met zijn zilvergrijze baard was ongeveer vijfenzeventig jaar oud... En ze hadden een goede vangst gehad op de rivier en zij kwamen terug. Er kwam een storm opzetten en het liet hen naar de kant gaan.
33 En zij gingen naar de oever en zij rustten daar totdat de storm voorbij was. Schuilden onder wat bomen en onder de grote ahornbomen enzovoort, totdat de storm voorbij was.
En toen de storm voorbij was, duwden zij de boot terug en begonnen de rivier af te gaan. En de golfjes... En alleen een roeier weet wat het gevoel is van die muziek van de roeiriemen die tegen de golven aan komen, het lichte geklater van de golven. En de zon ging onder in het westen. En daar terug in het oosten, vanwaar zij kwamen, zat de kleine jongen in de achtersteven van de boot. En daar kwam een regenboog dwars door de lucht tevoorschijn, waarmee God een belofte heeft gedaan dat de wereld niet meer door water vernietigd zou worden. En toen de oude visser aan de riemen begon te trekken, bleef hij die regenboog gadeslaan.
34 En na een poosje bemerkten ze dat grote, dikke, glinsterende tranen van zijn wangen begonnen te lopen, over zijn grijs geworden baard. En de kleine jongen sloeg de oude man een paar ogenblikken gade. Hij werd zo enthousiast; hij haastte zich naar het midden van de boot, viel neer bij de schoot van de oude visser, en hij zei: "Meneer, ik ga u iets vragen wat mijn moeder, noch zondagsschoollerares, noch de voorganger kunnen beantwoorden." Hij zei: "Kan iemand God zien?"
De oude visser, overvallen door de vraag van de kleine jongen, trok zijn riemen in de boot, sloeg zijn armen om de kleine vent heen, en trok hem tegen zijn borst aan en huilde, hij zei: "God zegene je kleine hart, lieverd. Alles wat ik de laatste vijftig jaar gezien heb, was God." Hij had zoveel God aan de binnenkant van hem, dat hij Hem overal kon zien.
Dat is de manier om God te zien, krijg God aan de binnenkant van u. Als u sceptisch wordt, en u het zich afvraagt, en frustraties, en twijfel, zult u God nooit zien. U moet God binnenin u laten komen. Dan zal Hij uw ogen openen.
35 Nu, bijvoorbeeld, ik bemerkte pas geleden op, toen ik hierheen kwam, dat al onze eenden vanuit Indiana hierheen komen om u mensen hier in Canada te bezoeken. Zij zijn een sociaal soort schepsel. En zij komen hier voor één reden, en dat is om een nest te bouwen. Zij zullen weer terug naar Indiana gaan, dus... ginds in Texas en Georgia. Zij komen bij ons om te overwinteren. Zij komen in de lente weer hierheen om u allen te bezoeken.
En als zij dan (ik weet dat het een verschrikkelijk woord is 'u allen', denk er maar aan dat ik een rebel ben, dus...) En als zij hierheen komen, gaan zij hierbuiten in het slijk, in uw kleine vijvers en op uw meren en ze maken hun kleine nesten. Zij broeden de kleine babyeendjes uit en hun... zij zwemmen rond op dit meer. Totdat er na een poosje sneeuw komt en... het over de top van de bergen komt.
36 En ongeveer rond september, als die eerste koude bries hier over deze prairies zwiept... Nu, herinner u dat deze kleine eenden nooit van die vijver zijn weggeweest. Ze waren precies daar geboren. En nu zijn het behoorlijk grote eenden, volwassen. En er is er één onder hen die een geboren leider is. God heeft hem tot leider gemaakt. En de eerste keer dat die wind waait... hij had dat nog nooit eerder gevoeld; maar hij weet dat er iets verkeerd is.
Wat doet hij? Hij haast zich naar het midden van die vijver met zijn kleine roeipootjes, steekt die kleine snavel omhoog in de lucht en "kwak-kwak, kwak-kwak". En iedere eend in die vijver zal regelrecht naar hem toe komen.
Wat zal hij doen? Vliegt regelrecht omhoog vanaf die vijver met iedere andere eend daar, en gaat zo hard hij maar kan regelrecht door naar Louisiana. Hoe weet hij de weg? Waardoor?
37 Wij zeggen: "Instinct, instinct leidt hem." Wel, als instinct een eend kan leiden van een bevroren land naar veiligheid, hoeveel temeer behoort de Heilige Geest de gemeente van de levende God te leiden? Het probleem ervan is dat wij het niet herkennen. Wij luisteren naar onze leiders, die door mensen gemaakte leiders, in plaats van een door God gegeven Leider, welke de Heilige Geest is.
Wij luisteren naar bisschoppen en aartsbisschoppen en kardinalen en priesters, terwijl wij behoorden te luisteren naar de Heilige Geest. Want Die werd gegeven om de gemeente te leiden.
38 Billy junior (hier ergens), hij en ik, waren een paar jaar geleden naar India gekomen (wat een tweetalig land is) en ik pakte een Engelse krant op en er stond: "Ik veronderstel dat de aardbevingen voorbij zijn, want de vogels vliegen terug." Ik las het artikel uitvoerig. Ongeveer twee dagen voordat de aardbeving trof...
In India zijn ze niet zo welgesteld zoals u in Canada. Ze moeten de stenen van het veld oprapen om hun huizen van te maken en om hun omheiningen te maken, enzovoort. En kleine vogels gaan daarin en bouwen hun nesten in deze spleten. En de schapen en het vee komen 's middags bij de omheiningen bij elkaar staan in de schaduw, want de zon - met die felle stralen van die tropische zon - steekt hen, en het is verschrikkelijk heet. Zij komen er dus altijd aan in de middag en staan in de schaduw van deze muren, de dikke hoge muren. En de vogeltjes maakten hun nesten in deze holtes achterin de rotsen en woonden daarin.
39 Maar op een dag vlogen al deze vogeltjes plotseling door een onbekende reden weg van de muren. En het vee en de schapen kwamen niet bij de muren staan. Zij wisten dat er iets zou gaan gebeuren.
Wat gebeurde er? De tweede dag kwamen zij ook al niet. En weet u waarvan zij schaduw kregen? Zij leunden tegen elkaar aan en maakten schaduw voor elkaar.
Ik denk dat de gemeente dat behoorde te leren. U, Methodisten, Baptisten, Pinkstermensen en Presbyterianen, weet u niet, broeders, dat wij tegen elkaar aan behoorden te leunen, leunend op elkaar om schaduw voor elkaar te maken, om elkaar te helpen en niet om elkaar te veroordelen, maar proberend om een beetje schaduw te maken, een beetje Evangelie-schaduw om in te staan, want het is een afmattende tijd waarin wij leven.
40 Ongeveer bij het aanbreken van de volgende morgen kwam er plotseling een aardbeving, de een na de ander, zodat deze muren door het schudden omvielen. Als deze schapen bij de muren hadden gestaan, zouden zij zijn omgekomen, het vee eveneens. De vogeltjes zouden in hun nestjes en in de muren zijn geweest. Ze zouden zijn omgekomen. Maar wat is het? Dezelfde God Die de schapen en het vee en de vogels in de ark dreef, bewijst dat Hij nog steeds dezelfde God is in 1960.
Waarschuwde Zijn dieren om te vluchten voor de komende wraak; Hij kan ook roepen Zijn... En ik heb het krantenknipsel ervan. Toen kwamen na het laatste gerommel van de aardbeving de vogeltjes en het vee weer terug.
41 Wat is het? God in Zijn universum, God sprekend tot de natuur. Het laat zien dat dezelfde God Die er in Noachs tijd was, dezelfde God is Die er vandaag is. En als vogels en dieren nog steeds geleid kunnen worden door instinct - wat voor hen een door God gegeven zaak is - hoeveel temeer zullen... behoorden wij door de Heilige Geest de komende toorn te ontvlieden? Want we weten allemaal dat onze namen ergens op een Russische waterstofbom staan.
Waarom ontvlieden wij de toorn niet? Wij weten dat, als wij in zonde sterven, de hel ons oordeel zal zijn. En God heeft beloofd voor de laatste dagen om deze zelfde tekenen en wonderen te zenden die u nu in de gemeente ziet gebeuren, die de waarschuwingstekens zijn van de laatste dag. En wij kijken ernaar en blijven nog steeds in de oude plaggenhutten van de wereld, blijven nog steeds in ons ongeloof... God in Zijn universum.
42 Ik wil dit tegen mijn jagersgezellen zeggen. Zoals de meesten van u weten, ben ik een gids in Colorado. Ik was daar gedurende jaren veehoeder. En ik herinner me dat we gewoonlijk... het dal van de Troublesome River is... De Hereford Association begraast die vallei. Als je een ton hooi kunt verbouwen, kun je een koe in het bos precies aan deze kant van Estes Park en het Arapaho bos laten grazen.
Maar je boerderij moet een ton hooi produceren, en natuurlijk moet je ook je vee daar brandmerken. Ik weet niet... Ik geloof dat u ginds naar Vernon gaat, broeder Shultz. U brandmerkt uw vee daar nog steeds. En dat is om ze uit elkaar te houden.
En dan hebben ze daar een omheining waar het vee naartoe komt zodat ze niet afdwalen naar privé-eigendommen. De veehouder stond daar meestal. En als we het vee daarheen brachten, na het bijeendrijven in het vroege voorjaar, dan brachten we ze daarheen om ze op de weide te brengen, en we moesten ze daarheen opdrijven. En heel vaak zat ik daar met mijn been om de punt van het zadel en sloeg de veehouder gade die op hen lette als zij er doorheen gingen.
43 O, er zijn allerlei soorten brandmerken. Wij hadden, ik geloof dat wij hadden... Een werd de 'tripod' genoemd [driepoot], en die van mijn buurman was een 'turkey track' [kalkoenpoot], en de andere was... Grimes, aan de andere kant, die de grootste veehouder in de vallei was, hij had de 'bar', 'diamond bar' [diamantstaaf], en er waren vele verschillende brandmerken.
Maar weet u, ik bemerkte dat die veehouder nooit veel aandacht schonk aan deze brandmerken. Maar er was één ding dat hij nauwkeurig bekeek: dat was het bloedmerk. Want er was niets dat die weide kon begrazen dan alleen een volbloed Hereford, omdat zij allemaal geregistreerd waren. En hij lette op dat bloedmerk.
Ik heb vaak gedacht dat dat de manier zal zijn op de oordeelsdag. Als wij daar staan, zal Hij geen aandacht schenken aan het brandmerk dat wij dragen. Maar Hij zal kijken naar het bloed van Zijn Zoon om te zien of wij dat hebben geaccepteerd.
44 Toen ik daar in een bepaald jaar aan het jagen was, had ik... De sneeuw was nog niet gekomen, daarom waren de elanden hogerop. En ik was daar naar de elanden aan het zoeken. En meneer Jefferies, de baas van de boerderij... En hij was in een andere richting aan het zoeken en ik zou hem na een paar dagen oppikken. Maar we hadden al onze, wat wij vakantiejagers noemen, achter ons gelaten.
We waren dus heel hoog gegaan om wat trofeeën te krijgen. En ik was heel hoog, want de sneeuw moet deze elanden naar beneden jagen. Het zijn wilde dieren. En ik liep daar verder, en in die tijd van het jaar zal het sneeuwen, en dan regenen, en dan komt de zon tevoorschijn, enzovoort. En toen kwam er een storm of regen aan en ik ging gewoon achter wat bomen staan, bijna bij de boomgrens.
45 En terwijl ik achter de boom was, stond ik daar gewoon te denken: "O Here, mijn God, hier sta ik in grote bewondering, hoe Gij in de sterren en in de hemelen en het grote universum God zijt." De regen hield op. Ver weg in het westen kwam de zon tevoorschijn door de spleet van de berg, het leek alsof Gods grote oog keek. En omdat de regen en het ijs aan de sparren hing, kwam er een regenboog boven het ravijn.
En ik keek ernaar en ik zei: "O God, het is zo goed om hier boven te zijn. Daar bent U in de regenboog." En juist toen huilde een coyote bovenop de heuvel, en het maatje antwoordde hem vanuit de diepte. En hoe houd ik van de natuur, het universum van God!
Ik kan God horen in het huilen van de wolf. En ik hoorde de grote oude mannetjeseland trompetteren, die in de storm verdwaald was van de rest van de kudde. En daar stond ik huilend met mijn handen omhoog in de lucht omdat ik God kon zien in de zonsondergang. Ik kon Hem zien in de regenboog. Ik kon Hem horen in de roep van de wolf om zijn maatje. Ik kon Hem horen in het getrompetter van de eland voor zijn kudde. God is in Zijn universum, broeders. Zeker is Hij dat.
46 "O", dacht ik, "hoe kunnen mensen daar geen oog voor hebben?" Ik dacht: "Het is goed om hier te zijn." Zoals Petrus zei: "Laat ons drie tabernakels bouwen", daar aan de voet van de berg. Ik dacht: "Here, waarom moet ik... Ik werd hiervoor geboren. Ik werd geboren voor de bergen. Ik houd hiervan, en waarom zou ik ooit naar beneden moeten gaan? Maar natuurlijk, er zijn zieke kinderen beneden bij de berg, met papa en mama die God niet kennen. Ik moet deze plaats verlaten en naar beneden gaan."
Toen ik daar stond, wel, voor u Presbyterianen, vermoed ik dat ik emotioneel werd. Voor u, Pinkstermensen, juichte ik. Ik werd zo gelukkig dat ik mijn handen in de lucht wierp en rond en rond die boom begon te rennen, schreeuwend op de top van mijn stem, God prijzend. Waarom? Ik zag Hem in Zijn universum. Zeker.
En ik was gewoon aan het schreeuwen. Als iemand in de bossen zou zijn gekomen, zouden ze gedacht hebben dat ze een krankzinnige man in de bossen hadden. Maar ik was ongeveer vijfenvijftig kilometer van de beschaving verwijderd. En ik rende... Het maakte mij niet uit, niemand hoefde mij te horen. Ik was mijn God aan het prijzen Die ik in Zijn universum kon zien. Ik hoorde Hem in Zijn dieren, zag Hem in Zijn zonsondergang, sloeg Hem gade in Zijn regenboog. Ik dacht: "Alles hier is God."
47 Hij is dichterbij dan uw rechterarm. U faalt gewoon om Hem te zien. Hoe kan een bloem zonder God groeien? Heel de wetenschap in de wereld kan geen enkel blaadje van die varen maken. Zij kunnen iets maken wat er op lijkt, maar dat kunnen ze niet maken omdat het leven in zich heeft. God is het enige Leven dat er is.
Wie kan een lelie aanschouwen en zeggen dat er geen God bestaat, en toch beweren bij zijn volle verstand te zijn? Hij kan niet bij zijn gezonde verstand zijn. Met al onze wetenschap zouden we nooit een lelie kunnen maken. Laat iemand een boom voor me maken. U kunt het niet. Maak een grassprietje voor mij. U kunt het niet. Dat is God, God in Zijn bloemen, God in Zijn zon, God in Zijn universum, God in Zijn dieren, God in Zijn schepping. Daar is iets mee.
48 Ik herinner me dat ik op een keer met pa aan het ploegen was, en we waren maïs aan het omploegen. En ik was nog een kleine jongen en mijn paard begon zo te snuiven, daar in Indiana op de boerderij. En ik zei: "Wat is er aan de hand?" Ze keken omhoog. Ik zei: "Misschien komt er een dier aan."
O, ik kan mijn oude vader zien, hij was toen ongeveer... ongeveer dertig jaar oud, veronderstel ik, misschien vijfendertig. Hij stopte. Hij zei: "Billy, mijn zoon, ik wil jou iets vertellen." Hij zei: "Deze paarden zien niets." Zei: "Maar weet je wat er op het punt staat te gebeuren?"
Ik zei: "Nee, pa."
Hij zei: "Er komt storm."
"Welnu", zei ik, "vader, ik zie helemaal geen wolk, ook hoor ik geen gedonder of zie ik het weerlichten."
Hij zei: "Dat hoef je ook niet. Jij kunt het nog niet zien. Zij kunnen het."
Ik zei: "Dat begrijp ik niet. Meent u dat zijn gezichtsvermogen beter is dan het mijne?"
Hij zei: "Dat hoeft niet zo te zijn. Maar zie je, Billy, de almachtige God heeft in de natuur een manier geplaatst om zich te beschermen en staande te blijven." Zei: "Dat paard kan die storm ruiken of voelen." En zei: "God geeft dat aan hen zodat zij in veiligheid kunnen komen."
Ik stond daar een poosje. Mijn vader was in die tijd nog geen Christen. Dus dacht ik: "Zeker, als God een paard een zintuig kan geven om in veiligheid te komen als er moeite aankomt, hoeveel temeer kan Hij het aan Zijn kinderen geven?" Hij is in Zijn universum. Zie?
Toen we ongeveer nog twee ronden geploegd hadden, hoorde ik de donder. De wolk was ongeveer een half uur later bij ons. Zij konden het aanvoelen.
49 En om met de berg verder te gaan, terwijl ik daar stond, liep ik rond en rond deze boom, mij gewoon verheugend met mijn hele hart. Weet u, wanneer ik mij godsdienstig voel (zoals ik mij nu precies voel), dan word ik enigszins emotioneel. Ik veronderstel dat u het fanatisme zou noemen, maar iemand zei: "Billy, je handelt alsof je niet bij je gezonde verstand bent."
Ik zei: "Wel, laat me dan maar met rust, omdat ik me beter voel op deze manier dan dat ik me op de andere manier voelde. Dus als ik niet mijn gezonde verstand heb, laat mij dit dan maar houden, omdat ik hier veel meer van geniet, wetend dat God er in is."
En daarom ging ik... En rond en rond de boom ging ik. En ik stond met mijn handen omhoog, zeggend: "God, Gij zijt mijn Vader. O, ik houd van U, U Die de berg gemaakt hebt en mij maakte om ervan te genieten, de wilde dieren maakte. En hier sta ik te baden in Uw tegenwoordigheid. Waarom kunnen mensen U niet zien in Uw grote universum?"
50 Hoe kunnen zij verklaren dat deze aarde rond haar as kan draaien, zo hangend in de lucht, perfect draaiend, en zo precies op tijd lopend dat de sterrenkundigen de juiste minuut kunnen voorzeggen dat de verduistering van de maan komt, tussen de maan en de zon, twintig en dertig jaar voor de tijd?
Er is geen stukje machinerie ooit uitgevonden dat zo kan bewegen, dat zo perfect kan bewegen. Uw horloge kan het niet. Er is geen horloge dat de precieze tijd kan houden, voor geen enkele tijdmeting. Het zal twee seconden achterlopen of twee seconden voorlopen. Er is niets wat een mens op zo'n manier kan doen. Maar God is perfect. Hij is precies op tijd.
Deze samenkomst is niet lukraak. Het is Gods voorziene weg voor ons. Het is precies op het goede moment, de juiste tijd. U bent deze middag hier niet bij toeval gekomen, het was God Die u hier bracht. Elk ding beweegt zich gewoon juist. Nu, of u wilt luisteren, of u wilt geloven, dat is aan u. Maar bij het oordeel zal God zeggen: "Herinnert u het zich?" Uh-huh. Wat kunt u dan zeggen?
51 Nu, bemerk. En ik werd aangetrokken... Dit lijkt veel op een grapje, maar het is geen grap. En ik rende rond de boom en plotseling begon een kleine pijnboomeekhoorn... Ik weet niet of u ze hier hebt of niet. Hij is het meest ruzieachtige ding dat er in de bossen is. Hij is gewoon... Wel, het is precies wat ze zeggen over de uil van de Ier: veel lawaai en veren en geen uil. [Allemaal opwinding voor niets – Vert]
Hij was dus gewoon... hij keft maar en gaat tekeer. Meneer Jefferies vertelde mij gewoonlijk... Ik zei: "Waarom gaan ze zo tekeer?"
Hij zei: "Hij verwenst je."
Ik zei: "Tsk, tsk, tsk, tsk, tsk, wat een taal." En hij ging gewoon tekeer, steeds op en neer springend. En ik dacht: "Waar ben je zo opgewonden over, kereltje?" Ik zei: "Heb ik je opgewonden gemaakt omdat ik rondom de boom ren? Let hierop." En ik ging weer rond en rond.
En hij bleef daar maar tekeer gaan bovenop een stronk waarvan de boom was omgewaaid. En ik zei: "Weet je dat ik de ware God aanbid Die jou schiep?" Nu, ik zei...
52 Ik rende er een paar keer meer omheen, en ik lette op het kereltje. Ik dacht dat ik hem opgewonden had gemaakt, maar zijn oogjes puilden uit op zijn wangen en hij keek naar beneden in dat wat omgewaaid was. En ik dacht: "Wel, wat is daar beneden?" En de storm had een grote adelaar naar beneden gedwongen. En dat is waartegen hij kefte. Ik was het niet, maar het was die arend.
Dus ik keek daarnaar en deze grote arend sprong op. In Colorado hebben we de bruine arend: een grote geweldig mooie vogel. En ik houd van arenden omdat God Zijn kinderen, Zijn erfdeel, vergelijkt met arenden. En God Zelf noemt Zichzelf een arend. Hij is Jehova-Adelaar... papa adelaar. Wij zijn Zijn kleine arendjes.
Een arend kan hoger vliegen dan welke andere vogel die er is. Als een havik hem zou proberen te volgen, zou hij in de lucht uiteenspatten. Dus als u Christendom probeert na te bootsen, barst u uzelf gewoon open. Dat is alles. Het doet u geen goed. Wees een arend. Word wederom geboren, veranderd van natuur; dan kunt u Jakobs ladder oplopen. Dan kunt u tot de hoogste plaatsen opklimmen waar alle dingen mogelijk zijn voor hen die geloven. Maar u moet een arend zijn, een gelovige. Probeer niet...
53 Toen de Hebreeërs als adelaars de Rode Zee overstaken, trachtten de achtervolgers, probeerden de onbesneden Egyptenaren dat eveneens te doen, en verloren hun leven. Je kunt Christendom niet nabootsen; je moet een Christen zijn. Dat is juist.
Nu, ik lette op deze grote vogel. En ik stopte met juichen, of met mijn emotioneel rondom de boom rennen, en ik keek naar deze grote arend, en ik zei: "Nu, ik vraag me af waarom God mij stopte met juichen? Ik geloof dat alles medewerkt ten goede." En ik dacht: "Ik had zo'n glorieuze tijd, waarom stopt U mij nu om naar die arend te kijken, die oude roofvogel?" Ik zei: "Wel, wat... wat... wat U... Ik zie niets manhaftigs in hem... iets goddelijks."
Maar ik dacht: "Alles hier moet God in zich hebben." Alles; je kunt naar de gemeenste persoon op aarde kijken en je zult enige goede dingen bij hem vinden. Dat is waar. Dus God is overal. Je moet gewoon om je heenkijken om Hem te vinden.
54 Dat is de reden waarom Jezus zei... En ik geloof als je iemand hebt... Je kunt iedereen liefhebben die jou liefheeft, maar kun je degenen liefhebben die jou niet liefhebben? Dat is de Geest van Christus. Zie? Als degenen die u slecht zullen behandelen en kwaad over u spreken, als u hen vanuit uw hart nog steeds kunt liefhebben, dan weet u dat u dichtbij het Koninkrijk bent. Zie? Want Hij zei: "Als wij degenen liefhebben die ons liefhebben, welk loon hebben wij?"
Dus keek ik naar de oude arend en ik merkte die enorme grote grijze ogen waarmee hij knipperde. En ik dacht: "Wel, wat kan ik voor goddelijks in die kerel zien? Hij is een deel van de schepping. Wel, wat voor goddelijks kan ik aan hem zien?" Ik bemerkte dat hij niet bang was. En dat is alleen maar God.
55 God heeft geen lafaard nodig. Als u bevreesd bent om Hem te vertrouwen, doe zelfs geen moeite totdat u overtuigd bent dat Hij Zijn Woord houdt en Zijn belofte houdt, dan is er niets wat u zal tegenhouden. Dat is juist. Maar wees er zeker van dat u weet waar u staat, omdat u uzelf alleen maar slechter maakt.
Toen merkte ik op dat hij... Ik dacht: "Ben je niet bang voor mij?" Ik had mijn geweer tegen een boom aan gezet. Ik zei: "Ik kan mijn geweer grijpen en je neerschieten." En hij zat daar gewoon. En ik lette op: "Wat... waarom ben je zo... waarom is hij niet bang?" En ik bemerkte dat hij zijn vleugels had. Hij bleef ze bewegen om te zien of de veren helemaal in orde waren.
Ik dacht: "Dat is het. God heeft hem twee vleugels gegeven, hij heeft vertrouwen in ze. Hij weet dat hij in die bossen kan zijn voordat ik mijn hand aan dat geweer heb. En hij heeft volmaakt vertrouwen in zijn door God gegeven manier van ontsnappen." En als een arend in Gods universum genoeg vertrouwen kan hebben in een door God gegeven gave van zijn vleugels, hoeveel temeer behoren wij, de kinderen van God, vertrouwen te hebben in de Heilige Geest, zelfs als de dokter zegt dat je aan kanker zult gaan sterven, zolang je die kracht van God daar kan voelen, laat dan alles een leugen zijn en Gods Woord de waarheid.
56 Ik sloeg hem gade. Ik dacht: "Daar bent U, God; ik zie U nu, omdat hij niet bang is." God haat een lafaard. Liefde drijft de vrees uit. Dus als u liefde hebt, heeft u helemaal geen vrees. Er is niets... Vrees heeft geen greintje waarde in zich. Er is geen enkel ding... Het zal u hinderen.
U zegt: "Wel, wat als u morgen wordt neergeschoten? Zou u niet bang zijn?" Nee, zeker niet. Vrees kan mij niet helpen. Vrees kan mij alleen maar slechter maken. Wel, wat zou geloof voor u kunnen doen als zij reeds bepaald hebben dat u morgenochtend zult gaan sterven? Geloof kan mijn vrijlating ondertekenen. Amen.
57 Dus laat mij geloof nemen. Als de dokter zegt dat u zult gaan sterven met een kanker, is dat alles wat hij ervan weet. Heb geloof, en het zal de situatie voor u veranderen. Als hij zegt dat u nooit meer zult lopen, vertelt de man de waarheid; dat is alles wat hij weet. Dat is waar hij naar kan kijken, wat hij kan... Hij kan alleen door zijn zintuigen werken: voelen, ruiken, tasten, horen.
Maar ziet u, geloof is de zekerheid van de dingen die men hoopt, het bewijs van de dingen die men niet voelt, tast, ruikt of hoort. Het is geloof. U gelooft het. Het is een zesde zintuig voorbij de vijf zintuigen.
58 Toen keek ik naar die kerel, ik dacht: "O, ik bewonder je." Ik zei: "God, ik zie U in die arend." En hij keek een poosje naar mij en hij ontdekte dat ik zijn vriend was, dat ik hem geen pijn zou doen. En na een poosje... hij bleef maar naar die pijnboomeekhoorn kijken. En ik bemerkte dat die pijnboomeekhoorn het was die hem zo verwenste.
En hij kreeg er genoeg van. Dus dook hij in elkaar en maakte een grote slag met zijn vleugels, en met ongeveer twee vleugelslagen bevond hij zich boven het bos. En ik lette op wat hij deed. Ik zal het nooit vergeten.
59 Luister, u vallenzetters, jagers, hij wist hoe hij zijn vleugels moest zetten. En toen daar de wind tegen de berg opkwam, zou hij elke keer als de wind kwam er eenvoudig mee omhoog gaan. Een andere windvlaag zou komen, en hij zou een beetje hoger meegaan. Kwam er nog een windvlaag, dan ging hij nog wat hoger. Hij bewoog nooit één veer. Hij wist gewoon hoe hij zijn vleugels moest zetten.
En ik stond daar en sloeg hem gade totdat hij totaal uit het gezicht verdwenen was. Ik stond daar en de tranen liepen langs mijn wangen. Ik zei: "Dat is het, God. Dat is het idee. Het is niet..." [Leeg gedeelte op de band – Vert]... en vloog ermee weg. O God! Dat is het. Gewoon weten hoe je je vertrouwen op Zijn Woord moet stellen en zeggen dat het de waarheid is. God in Zijn universum... Gelooft u dat Hij in Zijn universum is? Hij is in Zijn bloemen. Kunt u Hem nu zien, wat ik bedoel, in de zonsondergang, de zonsopgang, hoe de aarde wordt vastgehouden, het draaien van het zonnestelsel, in alles wat Hij is? Ik zou uren en uren kunnen besteden alleen al aan dat ene onderwerp: God in Zijn universum.
60 Ik zal u wat vertellen. Ik geloof dat u ongeveer twee keer per week een krant krijgt hier in Dawson, is het niet? Nu, u laat de nieuwslezers spreken over morgen – de herfst komt eraan - en hij zal zeggen: "Morgen zal het mooi weer zijn. Het zal morgen mooi en warm worden." En als u die oude zeug ziet die haar biggetjes van de noordhelling naar de zuidkant van de heuvel brengt, dan weet zij meer over het weer dan al de nieuwslezers in de wereld. Zie maar uit naar koud weer.
U ziet deze konijnen diep onder het kreupelhout verdwijnen. En de nieuwslezer zegt: "Het zal mooi weer worden." Gelooft u dat niet. Het gaat regenen. Zie? Hij weet er meer over dan al de nieuwslezers, omdat hij een van God gegeven instinct heeft gekregen. Hij is een deel van Gods universum: God in Zijn universum.
61 Nu, God in Zijn Woord... Nu, ik zal proberen me te haasten zodat we kunnen opschieten. Ik maak het laat. Dat is een probleem van een samenkomst, dat ik teveel praat. Ik houd u te lang. Maar de bonen zullen niet aanbranden, en als ze dat doen, zullen wij er gewoon nog een paar opzetten.
Nu, dit is voedsel dat u nodig hebt voor eeuwig leven: God in Zijn Woord. Nu, de Bijbel zegt dat het Woord van God een zaad is dat een zaaier zaaide. Nu, wij weten... U boeren hier weet wel dat als u een zaad zaait, als u tarwe zaait, wel, dan zal het tarwe voortbrengen als het een goede verzorging krijgt. Als u haver zaait, zal het haver voortbrengen bij een goede verzorging.
Wel, dat is wat het Woord van God is. Als u een belofte van God neemt en het in de juiste atmosfeer plaatst, zal het exact voortbrengen wat zijn leven inhoudt.
Zoals bij een hen; normaal gesproken is de juiste procedure om een ei te nemen en die onder een hen te plaatsen en zij zal het kuiken uitbroeden. Maar u zou het ei kunnen nemen... Het is de atmosfeer die telt.
U neemt datzelfde kippenei en legt het onder een puppy en laat het lichaam van de pup het ei warm houden en het zal een kip uitbroeden. Zie? Het is de atmosfeer. En dat is hier vanmiddag hetzelfde. Dat is waarom ik spreek. Als wij de juiste soort van een hemelse atmosfeer kunnen krijgen, dan zal er iets gebeuren. Zie? Atmosfeer...
62 God is een... Een woord is een zaad. Neemt u nu een boompje. Zoals een kleine... U neemt... Veel van u mensen hebben een boomgaard. U neemt een klein appelboompje (nu, let hierop) en plant die kleine appelboom als een stekje. Hij is ongeveer zo groot; komt van een zaad. Wel, wist u dat elke appel die ooit in die boom zal zijn er dan precies in zit? Wist u dat? U zegt: "Hoeveel appels zal die boom voortbrengen?" Misschien honderdvijftig bushel, tweehonderd bushel, vijfhonderd bushel in het leven van de boom. [Een bushel is de inhoud van een teil; ongeveer 35 liter – Vert]
Maar nu zijn al die vijfhonderd bushel appels erin terwijl het nog zo klein is. Als het niet zo is, vraag ik u om mij te vertellen waar het vandaan komt? Zie? Het is erin.
63 Nu, wat gaat u met de boom doen? U zet hem uit, plaatst hem in de grond, en plant hem. En dan bewatert u hem. Wat doet het boompje nu? Het boompje moet water uit de aarde opzuigen. En het moet drinken en drinken en drinken. Moet meer drinken dan zijn deel. En als hij drinkt, begint hij te groeien. En na een poosje begint hij takken voort te brengen. Dan brengt hij bladeren voort. Dan brengt hij bloesem voort. Dan brengt hij appels voort. Het is gewoon drinken en voortbrengen.
En dat is wijze waarop een Christen is. Wij zijn in Christus Jezus geplant Die, naar mijn uitlegging, de onuitputtelijke Bron des levens is. En het enige wat wij hebben te doen, is... Als u ziek bent, als u iets nodig hebt, als God u vult met de Heilige Geest, dan bent u... Door één Geest zijn wij allen geplant, in één lichaam gedoopt. En het enige wat wij dan hebben te doen, is gewoon drinken, drinken, totdat wij Goddelijke genezing voortbrengen, heerlijkheid, waardoor de oude zorgen en twijfels worden weggenomen, eruit worden geduwd, en nieuw leven wordt binnengebracht, nieuwe vruchten van de Geest worden geproduceerd. Slechts drinken, het zaad laten drinken.
64 Ik was samen met meneer Durney. Enigen van mijn mensen hier zullen weten dat ik dit verteld heb. We gingen de berg op om een geit te pakken te krijgen. En op weg naar beneden kwamen we door een oud afgebrand bos of zoiets. En ik... Misschien herinnert u het zich nog, meneer Durney, over die beer die ik daar had gezien. Over die oude beer had ik gezegd dat zijn huid nogal zwaar was om hem die berg af te dragen.
En ik was vlakbij hem en ik begon een beetje vermoeid te raken. Toen het die avond tegen het donker aanliep, bemerkte ik dat we op een plaats kwamen waar het vuur een paar omhoog staande boomstronken had achtergelaten. En zij waren zo kaal als ze maar konden zijn.
65 En wij rustten een beetje uit en ik dacht dat daar... onderweg naar het paard. En de wind waaide. En toen de wind blies, maakte het het meest afschuwelijke geluid, zoals: "Oooh." Ik dacht: "My, het lijken wel grafstenen. Dit is een droefgeestige plaats." En ik dacht: "Vader, wat is dit?" Het doet mij denken aan iemand die probeert... Ik zou zeggen: "Bent u een Christen?"
"Ik ben een Presbyteriaan."
"Ik ben een Baptist."
"Ik ben een Methodist." Weet u wat het is? Het is dat u probeert vast te houden en naar de hemel te gaan door bij een organisatie te behoren. Nu, die organisatie is prima. Maar onthoud, elke keer dat er een organisatie opkomt, verlaat God haar.
U gaat niet naar de hemel door een organisatie. U gaat naar de hemel door dit nieuwe Zaad van God dat in uw hart geboren is. Dat is juist.
66 En ik hoorde dat droevige geluid, en ik zei: "Dit is een trieste plaats om te zijn. Ik hoop dat we geen vuur maken en hier blijven." En de maan was opgekomen. En die oude bomen stonden zo te glimmen. Ik dacht: "Is dat niet iets verschrikkelijks?" Zoals een oude begraafplaats, triest... Waar sprak het van? "Eens waren wij grote zwaaiende pijnbomen, maar het vuur verteerde ons."
En dat is de wijze waarop het vandaag is. Als ik vraag: "Bent u een Christen?" Veel mensen weten niet wat het betekent om een Christen te zijn; ze zeggen: "O, ik ben Methodist."
"Ik ben Baptist."
"Ik ben een Pinksterman."
"Ik ben een Presbyteriaan." Dat heeft er niets mee te maken. Tenzij dat kleine zaad hierin gekomen is, dan kunt u tot alles behoren wat u maar wilt, u bent dan een wederom geboren Christen. Maar zonder dat bent u verloren. God is een Zaad; Zijn Woord is een Zaad.
67 Ik merkte iets anders op, meneer Durney, Chris, toen bemerkte ik deze kleine pijnbomen. Ik dacht: "Welnu, dat zijn deze geweldig grote denominaties, die zeggen: 'O, eens hadden wij een John Wesley. Eens hadden wij een Maarten Luther. Eens hadden wij een Sankey, een Finney, een Knox, een Calvijn.'" Dat is waar. Maar ziet u wat u nu hebt gekregen?
Deze mannen geloofden in God, praktiseerden Goddelijke genezing en allerlei soorten wonderen. Dat is juist. Maar wat hebt u nu gekregen? Een denominatie waar een droefgeestige wind blaast. Elke keer wanneer God een machtig ruisende wind neer zendt, zoals Hij deed op de dag van Pinksteren, weet u wat u zegt? "Woe-hoe, ga daar niet heen, het is van de duivel. Woe-hoe, de dagen van wonderen zijn voorbij. Er is niet zoiets als Goddelijke genezing. Woe-hoe, wij hebben het in onze geloofsbelijdenissen opgeschreven, zoiets als Goddelijke genezing bestaat niet." [Broeder Branham spreekt met een kreunende stem – Vert] Dood; kan zich niet... zijn niet flexibel.
68 Nu, ik bemerkte toen dat daar beneden wat zaden uit die pijnbomen waren gevallen. Als u ooit pijnbomen hebt bestudeerd, de enige manier waarop zij zich kunnen voortplanten, is doordat er warmte op ze komt en die pijnappel opent, waardoor het zaad in de grond gaat, en dan komt er een nieuwe generatie omhoog. Nog een boom. En toen de wind waaide, kreunden deze kleine kerels niet. Zij bewogen zich vrolijk in de wind.
Ik dacht: "Wel, waarom laat Hij die wind zo waaien?" Wel, ziet u, elke keer dat de wind waait, beweegt dat het boompje, en trekt het aan de wortels, maakt het wat losser zodat het dieper kan gaan en een beter houvast kan krijgen. En ik dacht: "Dat is het, Here." Ik dacht: "Meneer Durney zal denken dat ik gek ben, maar ik voel me alsof ik hier op een van deze takken kan opspringen en hier heen en weer kan rennen zoals een van die eekhoorns, gewoon schreeuwend zo hard als ik kan: 'Dat is het.'" Wij hadden eens een kerk die in Goddelijke genezing geloofde. Wij hadden eens een Maarten Luther. Wij hadden eens een John Wesley. Maar wat bent u nu? Een dood standbeeld.
Maar onder dat alles (gezegend zij de Naam van God) hebben wij nog steeds het Zaad van God dat een andere gemeente heeft voortgebracht. Iets heeft een gemeente voortgebracht die gelooft dat God de levende God is. En als God die ruisende Pinksterwind neerzendt, zwaaien zij gewoon mee en verheugen zich erin. U zegt: "Ze zijn groen." Maar ze hebben een goede tijd. En ze groeien. Als zij groen zijn, hebben ze leven. Als u niet een klein beetje groen bent, wel, dan heeft u helemaal geen leven.
69 Er kwam hier niet lang geleden een kleine Noor binnen die in de samenkomst werd gered. Hij ging terug naar zijn baas. Hij zei: "O, dory to Dod." [Glorie voor God – Vert] Hij zei: "Prijs U, Here, ik done dot de Heilige Dhost." [Ik heb de Heilige Geest gekregen.]
Zijn baas zei: "Waar praat je over?"
Hij zei: "Ik ging naar de gemeente en", zei hij, "God gaf mij de Heilige Geest. Wery, wery, wery goed voel ik mij." [Erg, erg goed.]
Hij zei: "Je moet wel tot dat stelletje 'nuts' daar behoren." [Een lelijk scheldwoord; ook betekent het 'moeren' – Vert]
Hij zei: "Prijs God voor de 'nuts'." Hij zei: "Weet u wat?" Zei: "Als het... Neem zoiets als een auto, als er helemaal geen moeren in zouden zitten, zou het een grote hoop schroot zijn." [De samenkomst lacht – Vert]
Dat is de manier. Als wij hier niet iemand hebben die genoeg kracht heeft, en genoeg gezag, en genoeg geloof in God om de zaak bij elkaar te houden, wat hebben wij dan anders gekregen dan een grote berg denominationele rommel. Dat is waar. Prijs God voor de moeren die de zaak bij elkaar kunnen houden.
70 Zoals ik gisteravond tot u predikte, wanneer iemand de Heilige Geest ontvangt, handelt hij hoe dan ook dwaas. Maar hij handelt alleen maar zo voor de wereldse mensen. Voor God... Hij is een glorieuze Vader.
Kijk naar David hoe hij rond de ark danste, en zijn vrouw die daar zat, zei: "Je brengt mij in verlegenheid." Een koningin, met andere woorden, hij... "Ik ben een koningsdochter, en jij was daarbuiten aan het rondrennen, schreeuwend rondom die ark en zo dansend."
David zei: "Hield je daar niet van? Let hierop." En opnieuw ging hij rond en rond en danste zo in het rond. Zei: "Let hierop."
En God keek neer vanuit de hemel en zei: "David, gij zijt een man naar Mijn eigen hart." Nu, het hangt er vanaf tot wiens hart u behoort. Als u tot het hart van de wereld behoort, zult u handelen als de wereld. Maar als u tot het hart van God behoort, zult u dingen doen waar de wereld niets vanaf weet. Er gaat overal zoveel misleiding rond.
71 God in Zijn universum. Gelooft u het? God in Zijn Woord. Gelooft u het? Let erop hoe Hij Zijn Woord houdt en het bevestigt. Kijk wat Hij aan Abraham vertelde. Kijk wat Hij aan de apostelen vertelde. Kijk wat Hij aan de profeten vertelde. Kijk wat Hij in deze dag beloofde. God is in Zijn universum. God is in Zijn Woord. Nu, God in Zijn Zoon. Gelooft u dat God in Zijn Zoon was? Nu moeten we opschieten.
God was in Christus, de wereld met Zichzelf verzoenende. Gelooft u dat? Nog één opmerking over God in Zijn Zoon, zodat wij kunnen voortmaken.
Ik sprak niet lang geleden met een vrouw die behoort tot een kerk die niet gelooft dat Jezus Goddelijk was. Zij gelooft dat Hij slechts een gewone man was, een profeet of zoiets, maar niet Goddelijk. Hij was óf God, óf de grootste verleider die de wereld ooit heeft gehad. Hij was God, God gemanifesteerd in een lichaam genaamd Jezus, Zijn Zoon. Niet slechts een man, een leraar, een filosoof, maar Hij was God gemanifesteerd in het vlees.
1 Timotheüs 3:16 zegt: "Buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: Want God werd geopenbaard in het vlees, gezien van engelen, opgenomen in heerlijkheid." Wel, zeker was Hij God.
72 En deze dame zei: "Meneer Branham, ik verheug me in uw prediking, maar", zei ze, "er is alleen één fout die ik bij u vind."
Ik zei: "Dank u. Als u slechts één fout bij mij kan vinden, is dat erg goed." En ik zei: "Ik heb er wel tienduizend miljoen gevonden, en misschien hebben mensen er meer dan dat gevonden." Ik zei: "U vond er maar één; ik dank u voor die opmerking."
Ze zei: "Als u maar die ene zou willen opruimen."
En ik zei: "Wat is het, dame? Mag ik het weten? Als ik er zo dichtbij ben om in orde te zijn, dan kan ik dat misschien beter maar opruimen."
Ze zei: "U schept teveel op over Jezus."
O, ik zei: "Wat?"
Ze zei: "U schept teveel op over Jezus."
Ik zei: "Ik kan niet genoeg over Hem opscheppen, zuster." Ik zei: "Als ik tienduizend tongen had, zou ik Hem nog niet genoeg kunnen prijzen. Hij is alle lofprijs waardig."
73 Ze zei: "Maar u maakt Hem Goddelijk."
"Wel," zei ik, "Hij was Goddelijk."
Ze zei: "Hij was gewoon een man, meneer Branham. Hij was een goede leraar, een filosoof, maar Hij was niet Goddelijk. U maakt Hem Goddelijk."
Ik zei: "Hij was Goddelijk."
En ze zei: "Wel, als ik zou... U zei dat u een fundamentalist was. U staat met het Woord."
Ik zei: "Ja, mevrouw."
Ze zei: "Als ik u uit het Woord zal tonen waar de Bijbel laat zien dat Hij niet Goddelijk is, zult u het dan aannemen?"
Ik zei: "Ja, mevrouw. Maar dat kunt u niet. Maar ik ben een heer en Christen genoeg om naar u te luisteren."
En ze zei: "Ik kan het aan u bewijzen." Zei: "Neemt u Johannes, het elfde hoofdstuk." Zei: "Toen Jezus heenging om Lazarus op te wekken, zei de Bijbel dat Hij weende."
Ik zei: "Zeker. Nou?"
"Wel," zei ze, "dat toonde dat Hij niet Goddelijk was."
Ik zei: "Is dat uw Schriftgedeelte?"
Ze zei: "Ja, dat is het."
En ik zei: "Zuster, dat is dunner dan de bouillon gemaakt uit de schaduw van een kip die de hongerdood is gestorven." Ik zei: "Als dat alles is waarmee u komt..." My! "O," zei ik, "begrijpt u het niet? Hij was zowel God als mens. God was in Hem."
En ze zei: "Hoe zou Hij kunnen huilen als Hij Goddelijk was?"
74 Ik zei: "Goed, laten wij op het onderwerp doorgaan. Ik wil toegeven dat Hij een man was. Maar Hij was een God-man." Ik zei: "Hij ging naar het graf van Lazarus; Hij huilde als een man. Maar toen Hij daar stond en die kleine schouders naar achteren trok, en zei: 'Lazarus, kom uit', en een man die vier dagen dood was geweest... Zijn neus was reeds ingevallen, de huidwormen aten zijn lichaam op. Zijn ziel was ergens op een vierdaagse reis."
"Ik weet het niet, en ik geloof dat u het ook niet weet, maar zijn ziel was al vier dagen van hem heengegaan. Zijn lichaam... Bederf had ingezet. En Hij zei: 'Lazarus, kom uit.' En een man die vier dagen dood was geweest, stond op zijn voeten en leefde weer."
Broeder, daar was meer dan een man voor nodig om dat te doen. Dat was God in een man. Zeker was Hij een man toen Hij die dag van de berg afkwam, hongerig, en bij de bomen rond liep te kijken om wat vijgen te vinden om te eten. Hij was hongerig. Hij was hongerig zoals een mens. Maar toen Hij vijf kleine broodjes en twee vissen nam en er vijfduizend mensen mee voedde, was dat meer dan een mens. Dat was God in een man, Die dat brood kon breken en broden kon vermenigvuldigen, en gebakken vis kon produceren. Dat is juist. Hij was meer dan een man.
75 En het is waar dat Hij een man was toen Hij daar die avond in die boot lag en die storm op kwam zetten. Tienduizend duivels van de zee zwoeren dat zij Hem zouden verdrinken. Hij was zo vermoeid van het zien van visioenen en het bidden voor de zieken. En de kleine oude boot bonkte daar als een flessenkurk op en neer. De duivel zei: "Nu hebben wij Hem. Hij slaapt." Hij was een man toen Hij vermoeid was en sliep.
Maar toen Hij Zijn voet op het getouw van de boot zette en opkeek en zei: "Zwijg, wees stil", gehoorzaamden de winden en de golven Hem. Dat was meer dan een man. Dat was God Die door die Man sprak.
Hij was een man toen Hij het uitriep op Calvarie: "Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Hij was een man toen Hij om genade riep. Maar op die derde dag, toen Hij de zegels van de dood, hel, en het graf verbrak, en weer opstond, toen bewees Hij dat Hij God was. Geen wonder dat de dichters... Het inspireerde het leven van elke dichter of elke auteur die ooit een lied schreef. Iedereen die ooit iets heeft bereikt, geloofde dat dat de waarheid is.
76 Eddie Perronet, toen hij zijn bloeitijd had, en zij hem vervolgden, schreef hij het lied:
Alle heil de kracht van Jezus' Naam!
Laat engelen zich ter aarde werpen;
Breng voort het koninklijke diadeem,
En kroon Hem Here van alles;
Een ander schreef:
Alle heil de kracht van Jezus' Naam!
Laat engelen zich ter aarde werpen...
O my! Hoe kunt u...
Op Christus de vaste Rots sta ik;
Alle andere grond is zinkend zand.
Wat zou ik kunnen zeggen? Oude blinde Fanny Crosby, wat denk jij ervan? Zij zei:
Ga mij niet voorbij, o vriendelijke Redder,
Hoor mijn nederig geroep;
Terwijl Gij anderen roept,
Ga mij niet voorbij.
Want Gij zijt de Stroom van al mijn troost,
Meer dan het leven voor mij.
Wie heb ik op aarde nevens U?
Of wie in de hemel dan Gij?
77 Laat het zijn wat het mag zijn - cherubs van God - wie in de hemel dan Gij?
En een zei:
Levend had Hij mij lief; stervend redde Hij mij,
Begraven droeg Hij mijn zonden ver weg;
Opgestaan rechtvaardigde Hij mij voor eens en voor altijd;
Op een dag komt Hij... o, glorieuze dag!
Het is de hoop van de gemeente. God in Zijn Zoon, de wereld met Zichzelf verzoenende.
Gelooft u dat God in Zijn universum is? God is in Zijn Woord; God is in Zijn Zoon. Nu God in Zijn mensen, en wij zullen sluiten.
Kunt u Hem in Zijn universum zien? Hem zien in Zijn Woord? Hem zien in Zijn Zoon? Laten wij Hem nu in Zijn mensen zien.
78 God blijft bij Zijn mensen nadat ze dood zijn; Hij is nog steeds bij hen. Er was een oude man, ongeveer tachtig jaar oud, die een dubbel deel op zich had. Zijn naam was Elisa. Hij had Elia's geest, hetgeen een type was, Elia de gemeente en Elisa... of Elia de Christus en Elisa de gemeente, met een dubbel deel op zich.
En hij was dood en was gedurende jaren dood geweest. En zijn botten lagen in een graf. En zij namen op een keer een man mee om hem te begraven, en de vijand kwam eraan. Zij gooiden dit dode lichaam op de beenderen van deze godvruchtige man, en hij stond weer levend op.
79 God in Zijn mensen. Hij weet waar elk bot zich bevindt. Hij weet waar mama is begraven. Hij weet waar papa is begraven. Hij weet waar grootmoeder en grootvader zijn begraven. Hij is God, en Hij is in Zijn mensen. Zeker is Hij dat.
Er was iemand, genaamd Paulus. En zij namen van zijn lichaam zakdoeken of schorten. Een godvruchtige man, die een profeet van de Here was. En de mensen geloofden het zodanig dat zij van zijn lichaam zakdoeken namen en die naar de zieken stuurden. En boze geesten verlieten de mensen. Afgenomen van het lichaam van een man... God in Zijn mensen.
Er was een kleine oude visser, zo onwetend dat hij zelfs niet met zijn eigen naam kon ondertekenen (de Bijbel zei in Handelingen, het derde hoofdstuk, dat hij een onwetende en ongeleerde man was), genaamd Simon Petrus. Had geen onderwijs, geen dag van scholing gehad. God was zó in hem dat de mensen bemerkten dat God in hem was. Zij lagen in zijn schaduw (o, God!) en werden genezen. God in Zijn mensen. Gelooft u dat?
80 Er waren honderdtwintig mensen na Zijn dood, begrafenis en opstanding, die naar boven in een opperkamer gingen om te wachten. Ze waren lafaards. Ze hadden de ramen gesloten. Ze waren bevreesd voor de Joden. Ze waren bevreesd om een getuigenis te geven. Daarom verborgen zij zichzelf gedurende tien dagen in een opperkamer.
En plotseling kwam er een geluid van de hemel als een machtig ruisende wind, vulde de kamer waar zij zaten. Zij ontsloten de ramen en ontgrendelden de deuren en gingen de straat op, in andere talen het Evangelie predikend. Wat was het? God in Zijn mensen.
Jezus zei: "Een kleine tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien. Omdat Ik leef, kunt u ook leven. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Meer dan deze zult gij doen, omdat Ik naar Mijn Vader ga." En Hij zei in Johannes 5:19: "Ik doe niets totdat Ik het de Vader eerst zie doen."
81 U was hier gisteravond toen ik daarover predikte. Hoe maakte Jezus Zichzelf bekend als de Messias? Omdat Hij hun gedachten kon onderscheiden en hun vertellen wat er fout met hen was en wat zij hadden gedaan, enzovoort, die dingen. En de Bijbel zegt duidelijk dat dat een teken van de Messias was: God in Zijn mensen.
"De werken die Ik doe, zult gij ook doen." De immorele vrouw kwam naar de bron om water te halen. En daar zat een Jood. Hij zei tot haar: "Vrouw, breng Mij wat te drinken", contact makend met haar geest. Wat gebeurde er? "Breng Mij wat te drinken."
En ze zei: "Het is niet de gewoonte voor u Joden om aan ons, Samaritaanse mensen, zoiets te vragen."
Hij zei: "Maar als u wist Wie tegen u sprak, zou u Mij om drinken vragen." Wat gebeurde er? Hij vond wat haar moeite was. Wij weten allen wat het was. Zei: "Ga uw man halen en kom hier."
Ze zei: "Ik heb geen man."
Hij zei: "U hebt werkelijk de waarheid verteld. Want u hebt er vijf gehad en degene waarmee u nu leeft, is uw man niet." Nu, Hij zei de waarheid. Wat zei zij?
"Ik bemerk dat U een profeet bent. Wij weten dat als de Messias komt, Hij deze dingen zal doen. Maar Wie zijt Gij?"
Hij zei: "Ik ben het Die tot u spreek." Een teken van de Messias.
Zij rende de stad in en vertelde de mensen van de stad: "Kom, zie een Man Die mij vertelde wie ik was, wat ik heb gedaan. Is deze niet de echte Messias?" Wat... Van diezelfde zaak werd geprofeteerd dat het in de laatste dagen opnieuw naar de gemeente zou terugkomen, net voor de eindtijd. [De gemeente zegt: "Amen." – Vert]
82 O, ik weet dat wij daar vleselijke nabootsingen van hebben. Ik weet dat wij diegenen hebben gekregen die zodanig handelen en zich voorwenden dat te zijn. Maar onthoud, er is een namaakdollar nodig om een echte te laten uitblinken. En wij moeten een echte hebben voordat er een namaak kan zijn. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Amen. My, ik voel mij precies nu religieus. Ja, dat is waar. Omdat God in Zijn mensen is. Gelooft u het?
Als God in Zijn universum is, zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] God is in Zijn Woord. ["Amen."] God is in Zijn Zoon. ["Amen."] God is in Zijn mensen. ["Amen."] Nu, laten wij zien of Hij dat is. We zien Hem in Zijn universum, Woord, enzovoort, laten wij zien of Hij in Zijn mensen is.
83 Ik heb beloofd om hier deze middag voor de mensen te bidden. Nu, dat ik bid zou u kunnen helpen. Ik verenig mijn geloof gewoon met het uwe. Maar mijn broeder, totdat u gelooft dat God hier in Zijn mensen is, totdat u kunt zien dat de ware God, waarover wij gesproken hebben, Zichzelf hier precies onder Zijn mensen manifesteert... Hoe zou Hij het doen als Hij hier kwam?
Als Jezus hier deze middag stond met dit pak aan dat Hij mij gegeven heeft, en u zou naar Hem toe lopen en zeggen: "Here Jezus, ik ben ziek, wilt U mij genezen?"
Weet u wat Zijn woorden zouden zijn? "Ik heb dat reeds gedaan, Mijn kind." Hij deed dat op Calvarie. Hoe velen weten dat dat de waarheid is? Het is de waarheid. Hij deed het op Calvarie.
Wat zou Hij dan doen? Hij zou zeggen: "Kunt u geloven dat Ik verwond werd voor uw overtredingen, en dat u in Mijn striemen genezen werd?" Nu, Hij kon bewijzen dat Hij de Here Jezus was. Hij kon het doen. Hoe zou Hij het doen? Door te tonen dat Hij de Messias was; Hij was de Here.
84 Hoe wisten zij het in die dagen dat Hij de Here was? Omdat Hij het teken van de profeet toonde en iedereen geloofde dat Hij het was. Nu, dat is sedert tweeduizend jaar niet gebeurd tot op deze laatste dag waarin wij leven. En wij weten het.
Nu, als Jezus deze middag zal komen en precies dezelfde dingen zal uitvoeren die Hij deed toen Hij hier op aarde was, zult u dan geloven dat Hij onder Zijn mensen is, en wilt u Hem aannemen? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Laten we onze hoofden buigen.
Genadige Here, wij bidden nu deze middag. Ik heb erg lang tot de mensen gesproken omdat ik niet weet of ik ooit weer de gelegenheid zal krijgen. Nu, ik heb het tot hiertoe naar voren gebracht, Here: dat U in Uw universum bent, in Uw Woord. U bent in Uw bloemen, U bent in Uw schepping, U bent in Uw Zoon, en nu heb ik het tot Uw mensen gebracht.
En nu, Vader, kan ik niet verdergaan dan dit. Van nu af aan bent U er voor nodig. Ik bid dat U wilt helpen om Uw Woord te betuigen met tekenen die volgen. Zodat deze mensen mogen weten dat U Christus bent, dat U de Zoon van God bent, en wij Uw dienstknechten zijn.
85 En als er hier mogelijk iemand is die geen gelovige is, mogen zij U als hun persoonlijke Redder aannemen. Als er hier zijn die slechts bij een kerk aangesloten zijn en niet weten wat het betekent dag en nacht in de tegenwoordigheid van de levende Christus te zijn, mogen zij het deze middag aannemen.
Genees iedere persoon die aanwezig is, Here. Zeker, als deze zelfde God waarover ik gesproken heb Zichzelf kan tonen dat Hij hier levend is, en wij zien de karakters uit de Bijbel... "Levens van grote mannen herinneren ons eraan", zei de dichter. "En wij kunnen onze levens subliem maken. Bij het heengaan laten wij voetafdrukken achter in het zand van de tijd. Voetafdrukken, zodat misschien een ander - terwijl wij over de plechtige levenszee varen - een wanhopige broeder die schipbreuk geleden heeft bij het zien daarvan weer moed zal vatten." O God, laten wij deze middag Uw dienstknechten zijn. Kom nu, Vader. Wij zien U in Uw universum, en in Uw Woord, in Uw Zoon. Kom nu, en bewijs Uzelf levend onder de mensen.
86 En als wij vandaag dit gebouw verlaten om naar onze verschillende huizen te gaan, mag ons... mogen wij zeggen zoals dezen die van Emmaüs kwamen. Zij hadden de hele dag na de opstanding met U gewandeld, maar zij beseften niet dat U het was.
Velen hier, Here, hebben U gediend en U hebt hen uit moeiten en dingen gehouden. Gewoon... En zij hebben misschien niet bemerkt dat U het was. Maar die avond, toen de zon onderging - zoals het nu is - stopte U bij een kleine herberg. En zij nodigden U uit om bij hen te blijven. Zij... U deed alsof U verder wilde gaan, hen achter wilde laten. Maar zij dwongen U. En mogen mannen en vrouwen hier vandaag hetzelfde doen; U dwingen: "Kom binnen en blijf bij ons, Here."
En toen U binnen was gekomen en de deuren sloot, deed U iets zoals U voor de kruisiging had gedaan. Zij wisten dat dat de Here Jezus was, want niemand kon zoiets doen zoals Hij.
87 Nu, Vader, ik bid in de Naam van Jezus Christus, dat U nu in ons midden wilt komen en bewijzen dat deze dingen waarover ik gesproken heb, over Uw Woord en over U, de waarheid zijn. Laat ons U deze middag de dingen zien doen die U deed voor Uw kruisiging. Dan weten wij dat Jezus is opgestaan van de dood en voor altijd levend is, en dat Hij onder Zijn volk leeft.
Het zal mensen vertrouwen geven in Uw mensen, Here. Het zal maken dat mannen en vrouwen vertrouwen hebben voor hun gebeden en voor hun instructies hoe ze U moeten ontmoeten. Sta het toe, Vader. Wij dragen onszelf aan U op met het Woord. In de Naam van de Here Jezus.
88 En terwijl wij onze hoofden gebogen hebben, zou er hier deze avond iemand zijn die nooit Christus als zijn Redder heeft aangenomen - voordat u één ding ziet gebeuren - die zou willen zeggen: "Gedenk mij in uw gebeden, broeder Branham, ik geloof nu." [Leeg gedeelte op de band – Vert]
Laat deze dame... Kom gewoon hier, dame. Nu, hier is alles van datgene waarover ik heb gepredikt en alles wat de Bijbel zegt. Er moet iets gaan gebeuren. Iets moet gaan gebeuren anders wordt God een vals getuige bevonden van Zijn eigen Woord. Zie? Dat is juist.
Nu, tot u mensen die niet gelooft dat Jezus net zo groot is als dat Hij ooit was. Nu, hoe zit het hiermee? Hier is een Bijbels toneel. Ik wil dat u leest in Johannes 4, waar een man en een vrouw elkaar voor de eerste keer ontmoetten. Wij ontmoeten elkaar voor de eerste keer, is dat... Zodat het gehoor het kan zien, steek even uw hand op. Dus wij beiden... En de Bijbel ligt hier; dit is onze eerste ontmoeting.
89 Waarvoor komt zij hier? Wat is er met haar aan de hand? Waarom staat zij hier? Ik weet het niet. Ik heb haar nog nooit gezien. Dit is gewoon de eerste ontmoeting.
Nu, meneer Durney, ik wil dat u dit ziet. Ik vertelde u bij het vallen zetten dat onze God God was. Blijf precies daar staan waar u nu bent voor een ogenblik. Sta daar.
Hier is een dame die ik nooit in mijn leven heb gezien. Ik weet niets over haar. Ik heb haar nooit gezien. Zij is een totale vreemde. Nu, als de Heilige Geest aan mij wil openbaren wat er met de vrouw verkeerd is, dan moet dat uit een geestelijke bron komen, want een menselijk wezen zou dat niet weten. Herinnert u zich dat ik u dat die avond in uw kamp vertelde?
U herinnert zich die avond dat wij het nieuws kregen van de Canadese bereden politie die mij belde, en ik wist niet wat er aan de hand was. Ik dacht dat mijn zoon bij een vliegtuigongeluk betrokken was of zoiets. Hij was op school. En die avond openbaarde de Here mij dat er thuis niets verkeerd was. Dat was daar in uw kamp. Nu, dat is dezelfde God Die nu precies hier is. Hier is het en vóór u.
90 Ik heb haar nog nooit in mijn leven gezien. Nu, als alle mensen hier weten dat dit is... Ik... deze vrouw en ik - hier voor Gods Woord – beloven hier voor Gods Woord, dat wij elkaar nooit eerder in ons leven hebben ontmoet.
Nu, zij zou ziek kunnen zijn. Zij zou huiselijke problemen kunnen hebben. Zij zou financiële problemen kunnen hebben. Misschien is zij niet in orde met God. Zij zou een slecht bekendstaande vrouw kunnen zijn. Zij zou een heilige van God kunnen zijn. Ik weet niets over haar. Zij staat hier gewoon.
Nu, als dit niet precies hetzelfde is als wat er in Johannes 4 gebeurde, toen Jezus die vrouw bij de bron ontmoette... Is dat zo? Hoe velen geven dat toe? Dat is juist.
Nu, Jezus vertelde de vrouw wat haar moeite was, en ze zei dat het zo was... dat dit het teken van de Messias was. En de Messias is de Christus. Hoe velen weten dat? Goed. Als dat dan de Messias gisteren was, en Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer, en ik, een man zijnde, niet zou kunnen weten wie zij is... Dan moet het de Heilige Geest zijn, de Messias, wat de Gezalfde betekent, Die aan haar zal moeten openbaren wat dat is.
Hoe velen weten dat Hij hun gedachten kon onderscheiden en alles over hen wist? Dat is waar. Nu, dat was het teken van de Messias. Zult u allen geloven? Laat haar de rechter zijn.
91 Welnu, als ik naar u toe liep en zei: "Dame, u bent ziek." Leg mijn handen op u. "Halleluja, u zult gezond worden." Dat is een goede Pinkstermanier. En dat is ook goed. Het is helemaal goed. Maar zij zou een recht hebben om het te betwijfelen, omdat ze niet zeker was of ik de opdracht had om dat te doen of niet.
Maar wat nu, als de Heilige Geest teruggaat en haar iets vertelt wat fout is, iets wat zij heeft gedaan, iets waarvan zij weet of het de waarheid is of niet. Dan is dat... Als Hij het verleden weet, dan bewijst dat dat Hij weet wat er gaat komen. Is dat waar, broeders? Gelooft u dat?
Wat een uitdaging. Ik heb dit zien gebeuren voor een half miljoen mensen tegelijk. Ik heb nu hard gepredikt. Het is een ander soort zalving. Daarom zal ik een ogenblik tegen de vrouw moeten spreken om te zien wat... waardoor de zalving zal komen.
92 Maar dank God, hier is het. Als iemand ooit die foto van de Engel van de Here heeft gezien, laat ons uw handen omhoog zien gaan. Zeker. Er is wereldwijd copyright op. Datzelfde Licht, de Vuurkolom die u op die foto ziet, welke de wetenschap heeft onderzocht. George J. Lacy, het hoofd van de FBI heeft het onderzocht. Zei: "Het licht trof de lens, meneer Branham. Dat mechanische oog van de camera zal geen psychologie opnemen." Dat Licht hangt tussen mij en de vrouw in. Op de dag van het oordeel zult u zien dat dat juist was. Kunt u dat niet zien?
93 De vrouw beweegt zich van mij vandaan. De dame lijdt aan een verschrikkelijk nerveuze toestand. En zij heeft geestelijke problemen die haar kwellen. Dat is juist, is het niet? Als dat waar is, steek uw hand op. Nu, gelooft u?
Welnu, omdat er misschien iemand iets over te zeggen had: "U raadt dat, broeder Branham", laat mij een beetje langer met haar spreken. Zij is een fijn persoon en de zalving is op haar. Laat mij dit gewoon tegen u zeggen. Ik ken de vrouw niet. Heb nooit met haar gesproken tot nu toe. Maar die vrouw is zich ervan bewust dat er precies nu iets op haar is, een echt aangenaam, heilig gevoel. Als dat waar is, steek uw hand op, dame.
Nu, zij is een Canadese zoals u hier. Zie, ik kijk er regelrecht naar. Dat... Het is geen schittering, het is een gloed, een amber Licht rondom de vrouw. U zegt: "Hoe kunt u dat zien en ik niet?" Wel, het is een andere dimensie.
94 Hoe kon Paulus die Vuurkolom daar zien en degenen die bij hem waren, zagen het niet? Zie? Hoe konden de wijzen de ster zien die hen tot Jezus leidde, terwijl er geen observatorium melding over maakte? Er was een mystieke ster gedurende twee jaar aan de hemel, en niemand zag het dan alleen de wijzen. Omdat zij de enigen waren die ernaar uitzagen.
Nu, ik weet niet wat ik u verteld heb. De enige manier waarop ik het weet, is van die band daar. Maar wat er ook werd gezegd, was waar. Nu, laten we er weer naar kijken. Ja. Nerveus, u moeite komt gewoonlijk op om deze tijd van de dag, laat in de avond, als u echt vermoeid bent, uitgeput raakt. Er komen echt vreemde, droefgeestige gevoelens bij u omhoog. Dat is juist.
U wordt af en toe nerveus en laat dingen vallen. Niet lang geleden stond u bij een raam toen de zon onderging. U voelde zich echt nerveus, wreef over uw hand. Dat is waar. Hoe zou ik kunnen weten waar u stond? Hoe zou ik kunnen weten dat u dat deed? Voordat u naar de samenkomst kwam, bad u tot God of u een gebedskaart kon krijgen. U was erg gelukkig toen u er een ontving. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Dat is waar.
95 Hier is een ander ding. God vertelt mij wat op uw hart is: u bidt voor iemand anders. Dat is een stervende vriend, die kanker heeft. Ze wonen hier niet. Ze wonen in Fort Saint John. En de persoon is overschaduwd door een donkere schaduw. Die persoon is een zondaar, stervend aan kanker. ZO SPREEKT DE HERE.
Zijn deze dingen waar? Steek uw hand op. Nu, is er een schaduw van twijfel in uw gedachten? Is Hij Jezus Christus? Is God onder Zijn mensen? Gelooft u, zuster? Neem diezelfde zakdoek met u mee, leg hem op de persoon, en twijfel niet. Jezus Christus zal hem gezond maken. Ga, geloof.
Gelooft u met geheel uw hart? Hoe kan welke man dan ook een persoon vertellen wie zij zijn, en waar zij vandaan komen, wat zij deden voordat zij hier kwamen, wat zij twee of drie weken geleden deden, en wat zij in hun gedachten hebben, en voor wie zij bidden dan alleen de almachtige God? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
96 Nu, is dat waar, broeders? Ik wil dat u weet dat Christus leeft. Gelooft u het, meneer Durney? Gelooft u met heel uw hart? Aanvaard het dan. Ga zitten en geloof met heel uw hart en uw moeite is geëindigd. God zegene u. Ik wil zijn... Amen.
Ik zag die schaduw over de man komen. Geloof in de Here, meneer Durney. Aanvaard Hem als uw persoonlijke Redder. Twijfel niet. En ik zal u daar ontmoeten op dat grote jachtspoor.
Ben ik een vreemde voor u, dame? Ik ken u niet, maar God kent u. Dat is waar, is het niet? Gelooft u dat als God aan mij kan openbaren wat er verkeerd met u is, dat u het zult geloven als iets persoonlijks voor u? Zodat de mensen zullen weten dat wij vreemden zijn, laten wij dan even zo onze hand opsteken. Ik heb geen idee... U lijkt mij een gezond uitziende vrouw.
Maar u lijdt aan een gezwel. En dat gezwel veroorzaakt dat andere organen niet functioneren: uw nieren en blaas. Dat is de waarheid. Gelooft u het? [De zuster zegt: "Ja." – Vert] Goed. Jezus Christus zal u gezond maken. Ga, geloof met heel uw hart.
Gelooft u nu? Heb slechts geloof. Twijfel niet.
97 Gelooft u mij als Zijn dienstknecht? [De zuster zegt: "Ja." – Vert] U bent hier niet voor uzelf. U bent hier voor uw echtgenoot. Hij is een ongeredde man en u bidt voor hem. Dat is juist. Als dat zo is, steek uw hand op. Ga, geloof.
U weet wat de Romeinse Centurion [overste over honderd – Vert] zei, zoals ik al zei: "Geloof in de Here Jezus Christus, en gij en uw huis zullen gered worden." Hoe... Betekende dat omdat hij geloofde dat zijn huis gered zou worden? Nee. Als hij genoeg geloof voor zichzelf heeft, kan hij genoeg geloof voor zijn huisgezin hebben. Geloof met heel uw hart en u en uw lieveling zullen samen leven in dat paradijs van God daar over de rivier. God zegene u. Ga en ontvang waarom u gevraagd hebt.
Ik zie... Alles begint te... mij te verblinden. Zie? Het wordt... Ik kan op dit moment het gehoor nauwelijks zien. Wees nu eerbiedig, echt eerbiedig.
98 Ik ken u niet, dame. Nu, al dat prediken gedurende ongeveer twee uur brengt mij helemaal niet van mijn stuk, maar kijk nu. Slechts drie of vier visioenen, en wat dat nu met mij heeft gedaan. Ik ben gewoon uitgeteld. Zie?
Hoe velen weten dat Jezus... Een vrouw raakte Zijn kleed aan en Hij bemerkte dat er deugd van Hem was uitgegaan. Is dat juist? Dat is kracht die wegging.
Een dame die precies hier zit, lijdt. Gelooft u met heel uw hart? U heeft hartproblemen, moeite met uw ogen, nerveusheid. Gelooft u met geheel uw hart? De dame komt uit Grande Prairie, mevrouw Thompson, geloof met heel uw hart en wees genezen in de Naam van Jezus Christus. Zult u het geloven? Goed.
99 Ik ken u niet. U bent een vreemde voor mij. Als Jezus aan mij uw moeite wil openbaren, zult u mij dan geloven als Zijn profeet, of, excuseer mij, Zijn dienstknecht? Dat woord 'profeet' brengt de mensen een beetje in de war, dat is de reden dat ik zei... Iets wat ik alleen aan de vrouw wilde vertellen, is de reden dat ik mijn hand over de microfoon hield.
Wij zijn twee mensen die elkaar ontmoeten, misschien zoals onze Here en de vrouw bij de bron. Zij was misschien een jongedame. Maar u lijdt aan een probleem met uw keel. Dat is juist. Het werd veroorzaakt door polio. Dat is waar. Als God mij wil vertellen wie u bent, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? Mevrouw Duncan, u kunt naar huis gaan en gezond zijn, in Jezus Christus' Naam.
Twijfel niet. Degene die daar precies aan deze kant zit, u bidt voor uw ongeredde vrouw, meneer. Gelooft u dat God haar wil redden en... Goed. U kunt hebben waarvoor u gevraagd hebt. God beantwoordt uw gebed.
100 Wie was die dame die zojuist door het gangpad liep? Werd er voor u gebeden? Werd er voor u gebeden? O. Ik zag het Licht in de hoek. O, ik zie dat het een man is die daar zit met een rugprobleem. Meneer Pedigrew, als u met uw hele hart gelooft, zal Jezus Christus u gezond maken. Uw geliefde heeft gewrichtsontsteking, geloof met heel uw hart en zij zal gezond gemaakt worden. Als u kunt geloven met uw gehele hart zijn alle dingen mogelijk.
Hoe velen van u geloven nu met heel uw hart? Ik word zo zwak. Het laat mij gewoon alle kanten op wankelen. Hoeveel zijn er nog overgebleven? Als er nog iemand is met een gebedskaart aan die kant, ga daar aan die kant in de rij staan. Hoeveel predikers hier geloven dat deze bediening de Here Jezus Christus is? Steek uw handen omhoog. Predikers.
101 Ik wil dit gehoor niet verlaten in deze soort toestand om u allen te laten denken dat ik de enige ben die een recht heeft om voor de zieken te bidden. Uw herder heeft net zoveel recht om voor u te bidden als ik. Nu, hij zou geen ziener mogen zijn. Zij komen slechts één in een generatie voor. Maar ik... ik zou... Onthoud, dat God nooit op enige tijd... Dus dat zal iets ophelderen wat u hindert in uw gedachten, wat ik reeds kan bespeuren.
In de Bijbel was er nooit een ziener dan één op een bepaalde tijd. Elia, en dan Elisa, en dan Jesaja, en dan Jeremia. Dat is juist. Zie? Maar... Alleen maar...
Al de mensen die gebedskaart C hebben, ga aan deze kant staan, aan deze kant, alstublieft. Gebedskaarten C... Ik wil graag weten welke predikers hier zouden willen komen om hier bij mij te staan om te helpen met bidden voor de zieken gedurende een ogenblik. Kan ik een paar van u broeders krijgen? Zodat uw gehoor hier zal zien dat u zonen van God bent.
102 Ik ben zo blij om te weten dat u zonen van God bent. Mannen, u behoort gelovigen te zijn, juist in deze beslissende tijd. Maakt u zich geen zorgen over het kind. Het zal goed komen.
Nu vraag ik me of wij zouden kunnen... Kom meteen hierheen, broeders. Laten we eraf gaan, van het podium af gaan. Ga staan... Maak daar een dubbele rij onder het podium langs. Ja, broeders, ja.
Kom gelijk hierheen, zuster. Loop hier regelrecht door in de rij. Zeg, tussen twee haakjes, u bent reeds genezen. Dus u hoeft niet meer door de rij te komen, u kunt gewoon naar huis gaan.
Nu, kom langs deze kant, zodat u langs deze rij terug kunt gaan. Ik wil nu dat enigen van u broeders gelijk hier komt. Kom precies hier staan. Ik wil dat u precies hier staat. Ik wil dat u bij mij staat. Ik wil nu dat u, broeders, daar staat, gewoon een ogenblik... Ga daar heen zodat u handen op de zieken kunt leggen. Wat met u, broeder, gaat u daar precies bij deze broeder staan, een van u. Dat is goed. Nu, kom gelijk hierheen. Maak een rij zodat voor elk van u kan worden gebeden.
103 Nu, gehoor, ik wil dat u begrijpt dat de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven."
Er is daar een kleine dame waarmee ik vanmorgen een gesprek had. En zij kwam van Grande Prairie. Ik... En zij bestelt geregeld banden bij broeder Leo Mercier en broeder Gene Goad. En zij vertelden mij dat ik naar haar moest uitkijken: een zuster Brown. En zij was dus in de samenkomst in Grande Prairie. En de Heilige Geest vertelde haar over een vrouw die had... (Ik denk, wat was haar naam? Is dat Brown of... zuster Brown?) die een roos op haar hoed had. En vertelde haar over haar toestand. En natuurlijk had ik haar nog nooit in mijn leven gezien.
En toen zei ik: "Laat iedereen zijn handen op elkaar leggen." De dame zou hier vanmiddag kunnen zijn. Ik zei: "Laat iedereen zijn handen op elkaar leggen." En iedereen legde zijn handen op elkaar, omdat de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven, als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij genezen."
104 En toen ik... Toen zij dat deden... Waarom ik dat doe, broeders, is voor uw gehoor... Wacht niet totdat een Oral Roberts of iemand komt, of een bepaalde prediker die daar een bediening voor heeft. Uw broeders, uw herders hebben precies... Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? Ik zeg u in de Naam van de Here dat deze mannen dezelfde autoriteit hebben om voor u te bidden als wie dan ook. Zij zijn Gods dienstknechten.
Iedere prediker die in Goddelijke genezing gelooft. Of hij nu een Methodist, Baptist of Lutheraan is, tot een Broederschap behoort, of wat dan ook, als hij in God gelooft, heeft hij een recht om voor de zieken te bidden.
En nu, kijk. De kleine dame legde haar handen op iemand, en plotseling voelde zij een hand op de hare liggen die groter was. En zij keek om zich heen. Er was niemand om haar heen. De dames achter haar kende zij, en zij hadden hun handen niet op haar. En zij voelde die hand, en ze zei dat zij gewoon schudde onder de kracht van God.
105 Deze morgen dan aan de ontbijttafel zat ik aan het diner met haar daar in... of ontbijt in het Windsor hotel. En de Heilige Geest zei: "Zij wil dat u handen op haar legt." En ik zei: "Wat zal ik doen, Vader? Wat zal Uw teken zijn?" Tussen ons in (zij zat tegenover mij aan tafel) stonden er allerlei soorten borden. Zei: "Zij zal met haar hand deze borden terugschuiven, een weg voor u makend om uw hand over de hare te leggen."
En precies toen reikte zij ernaar en duwde de borden weg, zonder van iets af te weten. Ik zei: "Zuster, waarom deed u dat?"
Ze zei: "Iets vertelde mij net om dat te doen." Dat maakte het voor haar vast.
Zuster, bent u nu in het gebouw? Bent u hier deze middag? Zuster Brown? Zuster Brown... Staat hier precies. Precies deze... Zie? Hij is God, is Hij dat niet?
106 Nu wil ik dat elke persoon hier let op degenen die in deze gebedsrij staan. En zodra deze rij klaar is, laten dan de andere gebedskaarten erbij komen staan. Dan... Huh? Al de gebedskaarten blijven komen... maak hier een rij. En dan, als zij er doorheen gegaan zijn, dan kunnen al degenen die geen gebedskaart hebben en willen dat er voor hen gebeden wordt, direct in de rij achter hen aansluiten.
Nu, voordat wij dit doen, laten wij allen onze hoofden buigen naar de almachtige God.
Wat als dit uw moeder was die in de rij staat? Wat als dit uw vrouw was? Wat als het uw zuster was? Wat als het uw moeder of uw dochter of uw zoon was? Onthoud, ze zijn het van iemand.
Zou dan iedereen oprecht willen zijn alsof het uw moeder of uw vrouw was? De moeder van uw kleine baby, stervend, vol met kanker? Zou u niet willen dat iemand ernstig bad? Nu, bidt u dan.
107 Hemelse Vader, ik stel deze middag in de eerste plaats, door een Goddelijke gave, de opgestane Jezus voor, om te bewijzen dat Hij onder Zijn mensen is, om Zichzelf levend te vertonen. En nu als volgende, ten tweede, stel ik Uw dienstknechten voor, de predikers, de mannen die U geroepen hebt. Enigen van hen hebben vele, vele jaren langer gepredikt dan ik. Zij zijn heel wat beter bevoegd als prediker dan ik.
En ik wil dat de samenkomst weet dat hun herder Uw dienstknecht is. Daarom heb ik U, door een Goddelijke gave, aan hen voorgesteld. Nu stel ik Uw dienstknechten aan hen voor. En ik ben één met hen, Vader, Uw diensknecht. En wij nemen het Woord van onze Here.
108 Nu, Here Jezus, Gij weet alle waarheid. En U zult nooit een leugen eren. En het is tienduizenden keren rondom de wereld bewezen, zonder één misser in de visioenen, hetgeen bewijst dat het de waarheid is. Bij het wetenschappelijk onderzoek, voor leugendetectors, in aanwezigheid van camera's, en wat ook meer. U heeft bewezen God te zijn.
En nu vanmiddag bent U God. En U heeft deze verklaring afgelegd. Het laatste wat U gezegd hebt toen U zou weggaan: "Ga in de hele wereld en predik het Evangelie. Deze tekenen zullen degenen die geloven, volgen." En dit zijn gelovigen, Here. U zei: "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen. Zij zullen spreken met nieuwe tongen. Als zij een slang zouden opnemen of iets dodelijks drinken, zou het hun geen kwaad doen. En als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij genezen."
109 Nu Vader, U hebt bewezen levend te zijn door Uw Woord te houden. U waakt over Uw Woord om het te bevestigen. En nu presenteer ik aan deze gemeenschap en de regio's rondom, Jezus Christus en Zijn dienstknechten. En wij, als Uw dienstknechten, Here, zullen Uw instructies gaan volgen, ongeacht wat de ongelovige wereld erover zegt. Wij gaan onze handen op Uw zieke, lijdende kinderen leggen. En wij geloven dat zij gezond gemaakt zullen worden. Wij aanvaarden U precies nu als onze Geneesheer.
Elke persoon in de gebedsrijen, degenen die in de gebedsrijen komen, vraag ik nu in de Naam van Jezus Christus om Jezus als uw Geneesheer te aanvaarden. Twijfel niet. Als deze mannen van God... En wij leggen onze handen op u, u... Er is slechts één ding dat u ervan kan weerhouden om genezen te worden: dat is uw ongeloof. Wees niet ongelovig, maar geloof God. En wij staan hier nu en bidden voor u als u langs dit gehoor gaat.
Niet alleen dat, maar ongeveer drie- of vierhonderd mensen die hier vanmiddag vergaderd zijn, zullen voor u bidden. En elk gebed... En gelooft u nu. Nu voor het bestraffende gebed, houd uw hoofden gebogen.
110 Satan, wij, als de gemeente van God spreken je direct aan. Je bent een duivel, een kwelgeest. En je hebt de knechten van God gebonden door jouw bluffende geest. Als menselijke wezens hebben wij dus geen kracht tegen jou. Daarom komen wij je niet tegemoet in de naam van een kerk of een organisatie. Want die zijn verslagen.
Maar wij komen je tegemoet in de Naam van onze Overwinnaar, Jezus Christus. Wij verhogen Zijn Naam en Zijn tegenwoordigheid voor de mensen, als zijnde een Overwinnaar van elke ziekte en elke kwaal die onder Zijn voeten is geplaatst. En wij als Zijn dienstknechten voeren Zijn opdracht uit. Wij bevelen je in de Naam van Jezus Christus, laat elkeen van deze mensen los. Wij zullen Zijn opdracht volgen door handen op de zieken te leggen. En zij zullen genezen. Want wij spreken het in de Naam van Jezus Christus.
Geloven alleen, geloven alleen...
Goed. Iedereen in gebed nu, terwijl de zieken doorkomen. [De gemeente zingt verder en de broeders bidden – Vert]