Heb Ik u niet gezonden?
Door William Marrion Branham1 Dank u, mijn broeder. De Here zegene u. Goede avond, vrienden. Het is een voorrecht om hier vanavond in deze mooie kleine geriefelijk uitziende kerk te zijn. En ik weet zeker dat de Heilige Geest hier is en Hij bekend is bij de hele groep... We zijn daarom blij om hier te zijn en te zitten in hemelse plaatsen in Christus Jezus en te genieten van deze wonderbare gemeenschap.
2 We willen aankondigen dat morgenavond... De conferentie begint morgenavond in de Ramada. Ik veronderstel dat het de gehoorzaal daar is met de... Jawel. En ieder die kan: kom elke dienst. Ik geloof dat broeder Williams de werkwijze doorgenomen heeft en alles verteld heeft wat er gebeurd is, al wat heeft plaatsgevonden en wat er zal gebeuren (voor zover hij weet, wat er zal plaatsvinden). Want soms vindt er in deze samenkomsten iets plaats wat wij gewoon niet weten. We zullen daar uitzien naar iets wat zal plaats vinden. En nu, de laatste keer hadden we zeker een wonderbare gemeenschap daar in het Westward Ho, ik geloof dat het genoemd wordt het Westward Ho.
3 En nu, ik geloof dat er is aangekondigd dat morgenavond onze geliefde broeder Oral Roberts zal spreken, zo de Here wil. En er zullen er nog veel meer daar zijn en u zult enige geweldige sprekers horen – enigen van de zakenlieden, predikers overal vandaan. Ik ken nauwelijks enigen van de sprekers die geadverteerd zijn, behalve broeder Gardner. Ik ken broeder Velmer Gardner wel. Men gaat door tot maandagavond. We verwachten een geweldig geestelijk gastronomisch vreugdefeest. We komen feesten op de dingen van de Here.
En nu, ik geloof dat mij het lot tebeurt valt om te spreken op zondag, of het ontbijt op zaterdagmorgen en in de dienst van zondagmiddag om te spreken.
4 Nu, ik wil zeggen dat dit een van de grootste tijden is geweest die ik ooit in Phoenix had. Gewoonlijk ga ik, als ik in Phoenix ben, misschien maar naar één plaats. Maar deze keer ben ik geloof ik, naar ongeveer zes of zeven, misschien acht plaatsen geweest rondom de Salt River. [Iemand zet: "Negen." – Vert] Negen. In negen plaatsen ben ik geweest, negen verschillende plaatsen. Dat zijn dan negen verschillende predikers waarmee ik kennis gemaakt heb, hun de hand geschud heb en gemeenschap had met de verschillende organisaties.
Wel gewoonlijk als ik kom, wel dan zijn de broeders altijd zo vriendelijk om hun samenkomst vrij te geven om te kunnen komen. Ik geloof dat het goed is, speciaal voor evangelisten die komen, die hun tijd geven om te proberen elke gemeente te helpen; om dan rond te gaan en zo de gemeenten te bezoeken, omdat de herder altijd bereid is om samen te werken. En hun mensen komen en er wordt misschien voor hen gebeden of er gebeurt iets of iemand wordt gered. Dan kent hij de persoon. De verschillende predikers zeggen: "Wel, deze broeder Zus en zo, als u in dat district bent, wel, ga direct naar hem toe, een wonderbare man van God. Ik ben in zijn gemeente geweest."
5 Weet u, ik houd daarvan. Ik geloof dat we meer met elkander kennis moesten maken, omdat we de eeuwigheid met elkander moeten doorbrengen. Dus kunnen wij eveneens hier beneden met elkaar kennis maken en weten hoe het is.
En dan, daar boven, is het toch een goede zaak, broeder Herder, dat we niet een of andere gebedssamenkomst hoeven te hebben, nee. We zullen geen genezingsdiensten hebben. En we zullen geen beperking van tijd hebben. Gewoonlijk predik ik af en toe misschien maar zes of acht uur per keer, dus dan kan ik gewoon doorgaan, weet u.
O, ik wil dan spreken met hen tot wie ik gepredikt heb. Ik zei altijd tegen de mensen dat ik graag op z'n minst een millennium met ieder zou willen hebben. Zie? En dan als ik er mee klaar ben... En slechts in onze kleine diensten, voor zover ik weet, zijn er ongeveer twee miljoen of meer bekeerlingen tot Christus gekomen. En ongetwijfeld zullen een paar van hen het in ieder geval halen.
En dus, gewoon om te gaan zitten, misschien... Zeg dat er het honderd zijn. Kijk wat honderd millennia zouden zijn, alleen om kennis te maken met mensen die ik tot de Here leidde. En dan, weet u, als ik er mee klaar ben, zal ik geen tel minder tijd hebben dan toen ik begon. Zie?
6 De eeuwigheid begint nooit en eindigt nooit. Ze had nooit een begin, heeft nooit een eind. U kunt het niet verklaren. Maar alles wat een begin heeft, heeft een eind. Dus zegt u: "Wat dan met ons, broeder Branham?" Wel, zolang u een natuurlijk, menselijk wezen hier op aarde bent, had u een begin. Maar als u geboren bent uit de hemel, bent u een deel van God. Dan had die Geest nooit een begin, omdat Hij een deel van God is. Hij is eeuwig. Dat is de enige wijze waarop u voor immer kunt leven, dat is om eeuwig leven te hebben (Dat is juist), een eeuwig leven. Maar alles wat begint, heeft een eind.
Dus als u geen begin had... de enige... Zie, daar zei Jezus: "Tenzij een mens wederomgeboren wordt uit de Geest, kan hij het koninkrijk niet binnengaan... op geen enkele wijze binnengaan", omdat u dat eeuwige leven moet hebben.
7 Nu, natuurlijk ben ik niet... Ik weet nauwelijks hoe ik Engels moet spreken en weet... Ik heb een woord of twee gestudeerd om te ontdekken hoe het in de Bijbel stond, Hebreeuws en Grieks. Maar het Griekse woord daar voor eeuwig leven is hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor Gods leven. Het wordt gespeld Z-o-e, Zoë. En hij die eeuwig leven heeft, is Zoë, Gods eigen leven. Dat maakt u Zijn eigen zoon of dochter, omdat u uit Hem geboren bent. Zijn leven is in u. En u kunt evenmin vergaan als God. Dus u hebt eeuwig leven en: "Ik zal hem opwekken op de laatste dag", zei God. Is dat niet wonderbaar?
8 Ik moest denken hoe God in den beginne sprak en Hij zei: "Laat er zijn, en laat er zijn" en bracht zo de zaden te voorschijn, alles naar zijn aard. U kunt het natuurlijk verbasteren en het verdraaien, zoals ik hier in Phoenix eens predikte over Bastaard Religie, geloof ik, hoe men probeert het te kruisen met denominaties in plaats van het te laten zoals het was. Maar laat u een bastaard... Alles wat gekruist is kan zichzelf niet voortplanten.
9 Dus als de mens u vertelt, en als uw kinderen naar school gaan en men zegt dat wij uit een enkele cel komen volgens de leer van Darwin... Hij weet gewoon niet waar hij over spreekt. Omdat... Neemt u een paard en een... Neemt u een... Wel, laten we zeggen een ezel en een merrie en ze krijgen een veulen, dan is het een muilezel. Maar die muilezel kan niet met een andere muilezel voortplanten en weer een muilezel krijgen. Het eindigt precies daar. Gekruiste maïs, u zou maïs kunnen verbasteren en dan zou u die maïs kunnen planten. Het zou niets worden, niets worden; het moet terug komen.
Dus hoe kan dan... als wij beginnen over evolutie uit een enkele cel, hoe zit het dan met ons? Hun eigen wetenschappelijk onderzoek bewijst dat ze ongelijk hebben. Zie, je kunt het niet. Je kunt het blauwe viooltje kruisen met een wit viooltje en je krijgt het Afrikaanse viooltje. Maar laat ze weer aan zichzelf over en ze zullen rechtstreeks teruggaan naar het oorspronkelijke blauwe viooltje. Dat is juist. Het zal het niet doen.
10 Dus toen God sprak en de mens maakte, en de ziel van de mens verloren was, was het absoluut... Alles daarbuiten: het zich aansluiten bij een kerk en wat dan ook is kruising. U moet terugkomen tot... God moet het Woord weer opnieuw spreken. Dat maakt het eeuwig leven. Als God leven in u spreekt, dan is dat weer eeuwig. Maar tot die tijd is het een bastaard toestand. Ziet u? Dus de duivel rommelde ermee en vermengde... probeerde geloof met iets te vermengen, samen met ongeloof, en het geeft een kruising. Zie? Maar als God spreekt en de Heilige Geest erin plaatst en verzegelt, is het eeuwig.
11 Efeze 4:30 zegt: "Bedroeft niet de Heilige Geest van God (niet de heilige kerk van God; de Heilige Geest van God), waardoor u verzegeld bent tot de dag van uw verlossing." En een zegel vertegenwoordigt een voleindigd werk. Niets wordt verzegeld...
Zoals wanneer u een wagon laadt. U begint een wagon te laden (vroeger werkte ik bij het spoor), en we zouden verschillende dingen in een wagon laden. Maar de inspecteur komt eerst langs. Het moet over heel wat ruwe wegen gaan. Als er iets los zit, zal hij hem niet verzegelen, totdat de wagon zo geladen is en stevig vast zit, dat niets het los kan schudden. Dan sluit hij de deur en verzegelt hem en dat kan niet verbroken worden totdat hij op zijn bestemming is. Dat is precies juist.
God komt langs en vindt heel wat dwaasheid in ons. Hij verzegelt het nog niet. Hij ziet heel wat ongeloof. Hij verzegelt het nog steeds niet. Maar wanneer het allemaal vast gepakt is met het volle Evangelie, dan verzegelt Hij het. Zo is het. Verzegelt het tot zijn bestemming. Is Hij niet wonderbaar?
12 Ik ben zo blij vanavond te weten dat ik één van u ben. En ik... Toen ik een jongen was, wilde ik altijd dat mensen mij lief hadden. Ik was een onbeminnelijk persoon. Ik was zo'n beetje wat je het zwarte schaap van de familie noemt. Zij dronken allemaal, weet u, maar ik was altijd... Zoals u ongetwijfeld in mijn levensverhaal hebt gelezen.
Er was iets wat mij vertelde dat er ergens een God was. Ergens bleef ik een stem horen dat iets mij riep. En in het gezin was ik een soort buitenbeentje. Toen ik naar school ging... hetzelfde liedje, omdat ik zo schamel gekleed was, dat iedereen de gek met mij stak. En toen ik daarna een prediker werd, geloofde ik dat dit Woord de waarheid was. Toen werd ik een verworpene in mijn Baptistenkerk. Zij zeiden: "Je zult een dezer dagen een heilige roller worden." Toen ik tot de ontdekking kwam dat er iemand was die het helemaal geloofde zoals ik, was het of je een handschoen aantrok over een hand. Het paste precies. Dus toen zei Hij: "Als je alles zult verlaten en Mij volgen, zal ik je geven moeders, vaders, broeders, zusters enzovoorts en eeuwig leven." Zo kom ik onder u op deze wijze... Ik heb u lief.
13 Soms predik ik tamelijk ruw, omdat ik zie dat iemand uit de pas gaat. Ziet u, dat moet u doen. Een echte vader zal dat doen. Wel, hij zou je schudden en zeggen: "Hier, ga terug in de pas", als hij een echte trouwe vader is. Dus soms moet uw herder u over iets aanpakken. Heb hem des temeer lief, omdat hij een echte vader voor u is (ziet u?), die probeert u in de pas te krijgen, omdat hij over uw ziel waakt, waarover de Heilige Geest hem als opziener van de gemeente heeft aangesteld. U moet daar altijd acht op slaan.
14 Ik bid dat God deze kleine gemeente zal zegenen, en moge zij groeien en voorspoedig zijn. Mogen vele fijne predikers uit deze gemeente komen en over de velden trekken. Moge haar naam onsterfelijk zijn, is mijn gebed. Moge God haar herder zegenen, haar diakenen, beheerders en die bij haar betrokken zijn, wat het ook is. Moge God met u allen zijn en met al haar leden, terwijl u zich inspant en samenwerkt. Ik bid dat de Heilige Geest met u zal werken en het Woord zal bevestigen met grote tekenen en wonderen, die de gelovigen volgen die het Woord geloven, dat gepredikt wordt vanaf dit podium hier. God zegene u.
15 Nu, ik ben een beetje schor. Broeder Williams heeft me zo juist een haarstukje gegeven. Ik vertelde hem dat ik morgen naar Ajo ging en naar een paar steden. Ik probeer een plaats te vinden om hier naar Arizona te verhuizen, om hier te komen wonen. En als ik naar Arizona kom, wilde ik niet komen... En een dierbare broeder, nadat ik onlangs 's morgens predikte over "Het Koninklijk Zaad"... Nu, ik ben geen verkoper van banden, dat weet u allen. Maar de jongeman hier heeft de banden. Iedereen die een bandrecorder heeft, wens ik u toe, om als u kunt, die band te krijgen over "Het Koninklijk Zaad" van verleden zondagmorgen.
16 Broeder Fuller kwam in de preekstoel, nadat ik vertrokken was en vertelde de mensen om mij te zeggen dat ik kon komen om zijn gemeente over te nemen. Hij en zijn vrouw zouden dan koster worden. Wel, dat was erg vriendelijk. Broeder John Sharritt en zijn gemeente en dan... maar ik... Als ik naar Phoenix zou komen, nee, meneer. Ik zou geen gemeente willen beginnen. Nee, heren, dat zit niet in mij (zie?), want als je een gemeente begint, ben je...
Zie, het is niet mijn idee om een gemeente te beginnen. Het gaat mij om te helpen wat al begonnen is. Ziet u? Als ik naar Phoenix kom... Ik ben een zendeling. Ik ben er in en eruit, ga steeds rond de wereld. Als de herder mij zou uitnodigen, zou ik hier op een zondag zijn om hem te helpen en de zondag daarop om de volgende persoon te helpen. De volgende zondag daarop om de volgende persoon te helpen, overal waar ik zou kunnen invallen en het goed maken voor iedereen, met alle denominaties en alles om gemeenschap te hebben.
17 En ik heb altijd naar het westen willen komen. En ik... Misschien was de laatste die mij gebonden heeft, mijn moeder, die pas een paar weken geleden naar huis ging naar Jezus, en mijn schoonmoeder, ongeveer een jaar geleden. Dus nu zijn wij beiden wezen, zonder vader of moeder op deze aarde. Ze zijn heen gegaan naar onze Here. En we zijn van plan om misschien, zo de Here wil, in het westen te komen wonen. Bid voor ons.
18 Nu, in de... Voordat we het Woord benaderen... Ik wil vanavond iets uit het Woord lezen en er eventjes over spreken. En tussen twee haakjes, ik vergat... Gaf Billy nog gebedskaarten uit? Goed, meneer. Dat is goed. Dan zullen we... Het zal een kleine plaats zijn voor een gebedssamenkomst, maar ik heb het wel gehad waar... Iemand zei... Als de herder soms een kleine gemeente zou hebben, misschien met tweehonderd zitplaatsen, dan zeggen zij: "Oh, broeder Branham, als mijn gemeente maar groot genoeg was..." Ze is groot genoeg. Het enige wat u moet hebben is slechts het Woord van God. (Zie? Dat is alles.) De rest maakt niet uit.
19 Ik liet mijn samenkomsten nooit groot worden, want als je dat doet (of het een of ander contract met radio, TV, of zoiets, of wat boeken of pers of zoiets) ... Als je dat doet, verbind je je daar aan. Ik wil zijn waar ik geen geld behoef te hebben; ik heb nooit een offer in mijn leven opgehaald. En ik hoef geen geld te hebben, dan kan de plaats niet te klein zijn. Als het een gebedssamenkomst is in een arbeidershuisje, is dat prima. Kort geleden hield ik een opwekking, waar de kerk volledig afgeladen was, met twintig zitplaatsen. Dat is juist. Twintig mensen. Nu als ik een geweldig iets had gehad, misschien duizenden dollars per dag nodig had, zou ik niet naar een dergelijke plaats kunnen gaan en dat doen. Maar ik geloof er in door de Heilige Geest geleid te worden, waar Hij ook leidt, ongeacht waar.
20 En ik ben overzee geweest in Bombay, India. Ik predikte tot vijfhonderdduizend in één keer; Zuid-Afrika, twee- of driehonderdduizend. Zeg niet: "Hoe krijgt u het geld om dat te doen?" Wel, als God mij zendt, zendt Hij altijd iemand met het geld erbij. Ziet u? Dus Hij... gewoon... We moeten leven door geloof, weet u. Dus is het een geweldig leven, een geloofsleven, is het niet? Slechts Hem te geloven.
En ik moet zeggen dat enige van de beste samenkomsten die ik ooit had, in veel kleinere gemeenten zijn geweest dan deze (en dat is juist), waar we gewoon tezamen kwamen en gemeenschap hadden en de Heilige Geest neerkwam. Daar wordt leven geboren. Ja. Dat is juist. Zo is het. Zeker is het zo.
21 Laten we nu onze hoofden buigen voordat we Zijn Woord benaderen. Plechtig nu, nadat we zo gevoelen dat we kennis hebben gemaakt en elkander wat kennen, als er hier vanavond een verzoek is, waarvoor u zou willen dat ik voor u bidt, voor de een of andere zaak, zou u dan uw hoofd even op willen heffen, uw hand beter gezegd, en zeggen: "Broeder Branham, bid voor mij." God zegene u. Gewoon overal in het rond, de hemelse Vader ziet het.
22 Nu, dierbare Here, de Almachtige God, de Vader van onze Here Jezus Christus, Die de doden weer tot leven bracht toen Hij Jezus Christus opwekte uit de dood. We zijn zo blij dat we weten dat Hij opstond uit de dood. Hij is niet meer dood, maar leeft voor immer. Tweeduizend jaren zijn gekomen en gegaan en toch zijn we vanavond met Hem, net zo werkelijk als toen Hij in Galilea liep in Zijn dagen. We weten eenvoudig dat Hij uit de dood is opgestaan, Zich aan ons bekend maakt in de vorm van de Heilige Geest. We zijn daar zo dankbaar voor, Here.
23 En om juist nu te zien in deze boze dag waarin wij leven, terwijl ongelovigen en geleerden enzovoorts proberen van de waarheid van het Woord af te nemen, dat God toch leeft in Zijn Woord. We zien Hem Zichzelf manifesteren, Zichzelf net zo klaar en duidelijk aan ons bekend maken. En we zijn er zo dankbaar voor, Here. En te weten... Wat zou het zijn als wij vanavond buiten zouden zijn, buiten de ark, en niet wisten waar wij waren, als zwervende zielen zoals de raaf die uit de ark werd losgelaten... Hij was tevreden met te leven van de dode kadavers die nog op het water dreven. Maar zoals de kleine duif haar weg terug naar de ark moest vinden en op de deur kloppen of het raam, totdat vader Noach haar binnen liet, zijn wij vanavond zo gelukkig te weten dat Vader God ons in deze ark heeft gelaten.
24 En vanavond zijn wij veilig, rusten volledig in de verzoening die onze Here voor ons maakte, en weten dit dat als het oordeel komt, wij boven het oordeel uit zullen drijven. Wij zullen uit de wereld genomen worden en zullen het oordeel niet hoeven ondergaan, want onze Here beloofde ons in Johannes 5:24: "Wie Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven."
We zijn geen zwervende ziel als wij sterven, we zijn in de tegenwoordigheid van God. Geen zwerven door een eindeloze eeuwigheid, verloren, te weten dat we terug moeten keren en geoordeeld worden overeenkomstig de werken die in het lichaam gedaan zijn, maar, Vader, vanavond hebben we dat in orde gemaakt bij het altaar en onze zonden zijn vóór ons uitgegaan en gerechtvaardigd door het bloed van Jezus Christus, met als bewijs dat God de Heilige Geest op ons uitstortte en we nu zijn verzegeld tot onze eeuwige bestemming.
25 Wij hebben noden, Here, terwijl wij door de wereld gaan. Dit lichaam is nog stoffelijk, nog geboren uit zonden. Op een dag zal het geboren worden uit God, maar vandaag is het geboren uit zonde. En we worstelen terwijl wij door deze donkere, sombere wereld lopen, omhoog ziende waar enkel licht vandaan kan komen. En ik bid, hemelse Vader, dat U ieder van deze mensen zult gedenken die hun handen opstaken. Van de kleinste tot de grootste, van de jongste tot de oudste. Antwoord, Vader, ik bid dat u hun hun verzoeken zult toestaan.
En nu, als wij de bladzijden van het Boek omslaan... Ieder die lichamelijke kracht heeft, kan de bladzijden omslaan, maar niemand kan het openen behalve Hij die gedood werd vanaf de grondlegging der wereld. We zien het Boek genomen uit de hand van Hem die op de troon zit. Het Lam was in staat het te nemen en het Boek te openen en de zegels ervan los te maken. Dus bidden wij, groot Lam van God, kom onder ons vanavond, als wij het Woord lezen. Open het voor onze harten om ons geloof te geven voor de reis die voor ons ligt. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
26 Nu, veel mensen houden ervan de tekst te lezen enzovoorts, als wij hem lezen, en ik schreef zoals gewoonlijk enkele teksten enzovoorts op. Vanavond wil ik dat we Richteren opslaan, het zesde hoofdstuk, om daarin even te lezen. En morgenavond, die het begin is van de conferentie zal ik proberen u niet langer dan een korte tijd te houden. Daarna zullen we bidden voor de zieken en dan uiteengaan om ons gereed te maken voor morgenavond. Sommigen staan en ik weet dat het zwaar is om te staan.
27 Ik ging vanmiddag mijn auto laten smeren en de jongen was zo langzaam dat het mij om en nabij drie uur kostte. En ik denk dat ik oogstte wat ik gezaaid had, als ik de mensen zo lang laat staan. Ik wilde net gaan klagen, maar ik hield mijn mond toen ik daaraan dacht. Ik dacht: "Nee, zij zijn... Zij hebben nooit iets gezegd; ik zal het ook niet doen. Dus ik laat het maar gaan."
Toen verscheen hem de Engel des HEERE is met u, gij strijdbare held!
Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft de HEERE ons niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in de hand der Midianieten gegeven.
Toen keerde zich de HEERE tot hem, en zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israël uit de hand der Midianieten verlossen; heb Ik u niet gezonden?
28 Moge de Here Zijn zegeningen aan deze Woorden toevoegen. Nu, wij allen die de Bijbel lezen zijn bekend met de Schrift die ik zo juist heb gelezen. Het was de tijd van de richters toen er, wel, een soort tijd was tussen... Vóór de koningen had God richters. En er waren verscheidene richters geweest. En iedere keer dat God de mensen recht wilde trekken... Zij wilden allen proberen recht te doen, nadat Hij oordeel of zo iets had gezonden. En daarna, weet u, vielen ze onmiddellijk weer terug. Het is gewoon natuurlijk voor mensen dat ze dat doen. Het is menselijk dat ze dit doen: terugvallen. En zodra ze terugvallen komt Gods oordeel rechtstreeks weer binnen. Je kunt niet verkeerd doen en vrijuit gaan, omdat God rechtvaardig is.
29 Nu, Hij... Om rechtvaardig te zijn moet Hij Zijn wetten houden. En een wet zonder straf is geen wet. Als er ginds in de straat een verkeersbord is dat "stop" zegt, is dat een wet voor u om te stoppen. En als u er dan doorheen rijdt, en de wet heeft geen straf, dan is het geen wet meer. Zie? Het zou daar zelfs niet moeten hangen.
En als God begint u iets te kennen te geven en u vertelt dat u verkeerd doet, en u breekt die wet van God die u waarschuwt, dan moet er boete betaald worden. U moet het wel doen. U moet het doen, u moet de boete betalen. "Het loon der zonde is de dood." Dus als een mens Gods wet overtreedt en het blijft doen, beschuldig dan God niet als u iets overkomt. Als u verloren bent, kunt u niet zeggen: "Wel, het was Gods fout."
Ik heb dikwijls dit gezegd, dat een mens letterlijk zijn weg naar de hel moet vechten. Hij kan niet gemakkelijk naar de hel gaan. Nee, hij heeft een zware tijd om naar de hel te gaan. Maar hij vecht zijn weg er beslist rechtstreeks in.
30 Herinneren jullie, jongens, dat eerste sigaretje dat jullie rookten? Weet je wat? Mama zei... Weet je, je was bang dat mama het aan je adem zou ruiken, dus pakte je wat koffie en at het op, of zo iets, weet je om te voorkomen dat ze het zou kunnen ruiken. Mama zei: "Laat je adem ruiken." Zie?
"Mama, er is niets verkeerd met mij."
Wat is het eerste? Toen je die eerste leugen vertelde, begon er een rood licht te flitsen. "Vertel haar de waarheid. Wees eerlijk, jochie. Mama heeft je geleerd om dat te doen." Maar, zie, je vecht je weg recht door die hindernis en het rode licht heen.
31 Herinner je je de eerste keer dat je je vriendin een beetje bedroog? Herinner je je eerste keer dat je je vrouw uitschold, de vrouw de man uitschold, of iets dergelijks? Herinner je je de eerste keer dat je dat lied hoorde zingen in de kerk en iets aan je hart klopte en je gewoon jezelf schudde en je ervan afkeerde: "Ik zal het wel een andere keer doen"? Dat zijn allemaal rode lichten, en u loopt door, over die waarschuwingen heen. "Ga niet die weg die je gaat, jochie, meisje. Keer terug tot Mij. Ik ben je Schepper." Maar je loopt er regelrecht doorheen.
Je kunt niets anders verwachten. Geef God er niet de schuld van. Als je hard door dat stoplicht rijdt, ginds, zeg dan niet: "De stad is er de schuld van." Beslist niet. U bent schuldig. Dat stoplicht is er om u te beschermen en u te helpen, en u moet eraan gehoorzamen. Dan is het niet de schuld van de stad, het is uw schuld, omdat u had moeten stoppen toen de waarschuwing tot u kwam.
32 En als u die kleine alarmtoon diep in uw hart u voelt waarschuwen, dan kunt u maar beter daar meteen stoppen en inventaris opmaken. Zoals ik steeds maar avonden lang predikte dat de mensen van God afdreven. Als u het Woord hoort, kom dan onmiddellijk terug. Het is waarlijk het Woord van God. Er is een kleine alarmtoon die afgaat, waar u maar beter naar luisteren kunt. Loop er niet overheen, omdat u nooit iets verder zult komen, tenzij u rechtstreeks hier terugkomt waar u Hem verliet. U zult... Waar u Christus verliet door na te laten Zijn Woord te gehoorzamen, precies daar zal Hij u verlaten. Of u verlaat niet... Hij verlaat u niet, u verlaat Hem. Zie, u verlaat Hem altijd, omdat Hij u op het pad heeft gekregen. Hij probeert u te leiden. Maar kijk, als u Hem verlaat, dan moet u precies daar terugkomen waar u Hem verliet om opnieuw te beginnen.
33 Ik had een bevriende veldprediker die mij vertelde over een geval in de Tweede Wereldoorlog. Er was een kapitein die aangeschoten was, ik geloof met een machine geweer van vijftig kaliber. Hij was door zijn borstkas geschoten en hij was stervende. En deze veldprediker werd bij hem geroepen. Ze zeiden hem dat hij naar de tent moest gaan (men had hem er juist heen gedragen), in de ziekenhuistent, daar hij stervende was. Hij kon niet in leven blijven. Hij was geheel doorzeefd met kogels en hij kon niet in leven blijven. Hij bloedde inwendig.
En dus zei de veldprediker toen hij bij de man was gekomen waar hij zich bevond en hij zei: "Kapitein, bent u een Christen?"
Hij zei: "Vroeger wel."
Hij zei: "Vroeger was u het wel?" Hij zei: "Wel, u zou het nu moeten zijn, want weet u wel dat u stervende bent?"
Hij zei: "Ja meneer. Ik weet het."
Hij zei: "Nu, kapitein, denk nu terug met alles... U kunt maar beter snel denken, omdat u niet veel tijd over hebt. Maar denkt u terug, heel de weg terug tot waar u Christus verliet. En precies daar waar u Christus verliet, begin precies daar, begint u precies daar, omdat u Hem precies daar zult vinden waar u Hem verliet."
34 Nu, u zou Hem hebben kunnen verlaten door een leerstelling in de Bijbel, iets dat u vertelde: "Gij zult niet stelen", wat u overtrad. "Gij zult niet liegen", u overtrad het. Het is het een of ander dat u niet had moeten doen en toch overtrad u het. Nu, u moet rechtstreeks terugkomen en het daar vandaan weer oppakken.
35 En deze kapitein bloedde inwendig en het bloed stroomde in zijn longen. Zijn adem ging zeer snel en hij wist dat hij heenging. Hij zei: "U kunt maar beter haast maken, kapitein, en nadenken."
Hij zei: "Ik kan het mij niet precies herinneren." Maar even later kwam er een licht over zijn gezicht. Hij zei: "Ik herinner het mij. Ik herinner mij precies waar ik Hem verliet."
Hij zei: "In orde, kapitein. Begin precies daar."
Hij zei: "Nu, leg ik mij neer om te slapen. Ik bid de Here om mijn ziel te bewaren. Als ik zou sterven, voordat ik wakker word, bid ik de Here om mijn ziel te nemen." En hij stierf.
Waar verliet hij Christus? Bij de wieg (zie?), aan moeders voeten (zie?), als een kleine jongen. Hij moest de hele weg teruggaan om Hem op te pakken. Daar zult u Hem ontmoeten, waar u Hem verliet.
36 Israël raakte steeds weer uit de harmonie met God. Niets gaat juist totdat u terugkeert in de harmonie met God. En nu, ze waren juist bevrijd van een vreemd leger. Maar in plaats van naar de Here terug te keren, keerden zij zich weer onmiddellijk van Hem af. Is dat niet vreemd? We zullen ziek worden, de baby zal zo ziek zijn dat we gewoon niet weten wat we moeten doen. Moeder zal haar handen wringen. En zij en papa zullen zeggen: "O, God, we zullen U dienen als U deze baby zult genezen." En de baby wordt beter. Daarna vergeet u het. Zie, zie? Vergeten gaat zo gemakkelijk. Ja zeker. U zult een ongeluk meemaken dat u bijna het leven kost en u zult zeggen: "O, als ik zou zijn gestorven... Here, dank U dat U mij spaarde. Ik zal U dienen." Daarna vergeet u het, totdat u echt verongelukt. En dan is het te laat. Zie, u... altijd... De mensen vergeten gewoonlijk God. Ze doen het niet altijd, dank God daarvoor, maar gewoonlijk is het zo gemakkelijk om te vergeten als alles goed gaat. Dan, weet u, Hij zei dat als u Hem zou vergeten en Hem niet zou dienen, als dan uw rampspoed komt, Hij u zou uitlachen. Ziet u? U moet dus bedenken, dat wij God altijd op de eerste plaats moeten houden.
37 Nu, de mensen hadden God verlaten en waren verkeerd gegaan. En dus zouden de Midianieten en de Filistijnen en andere naties komen om hen te overmeesteren. Nu, wij hebben geen Midianieten en Filistijnen, maar wij hebben heel wat erger. De wereld komt regelrecht binnen en slokt ons op, vernedert ons gewoon, zie, ongeloof. En we gaan weg van het geestelijke deel van de gemeente en het geestelijke deel van God, we worden te vormelijk. Alleen maar: "Hoe maakt u het voorganger? Ik wil mijn lidmaatschap uit deze gemeente hier halen, omdat zij... Zuster Zus en zo, zij en ik spreken niet met elkaar. Dus wil ik het overbrengen naar uw huis." Zie? O, o, ja. En dan wisselen we gewoon van lidmaatschap. Maar als u eenmaal geschreven bent in het levensboek van het Lam, dan is het thuis. Zie? Dat is juist.
38 Nu. Maar we ontdekken dat deze dingen gebeuren. En de tijd voor actie was in dit geval gekomen, omdat de Midianieten binnengekomen waren als sprinkhanen in het land. En de Israëlieten moesten holen maken in de bergen om zich te verbergen, daarin gaan en een beetje voedsel verbergen om van te leven, ingaan, diep ingaan, zich verbergen voor hen, omdat ze binnenkwamen als zwermen.
Ze namen hun schapen mee, hun vee, hun ossen en aten alles op wat de Israëlieten geplant hadden, hun hele oogst en dergelijke en dreven hen mee terug. Dus probeerden zij van hen af te komen. En dus... Ze aten op wat zij hadden. Zij wilden hen niet doden. Ze lieten hen het volgende jaar opnieuw een oogst maken. En tegen de tijd dat de oogst rijp was vielen ze weer binnen en namen het weg.
39 Wij zien dat er een strijdbare held was die eigenlijk beweerde dat hij het niet was. Maar hij dorste zijn tarwe in de wijnpersbak, probeerde wat over te houden om voor zijn gezin te zorgen voor dat jaar. Zijn naam was Gideon, die later een richter in Israël werd.
40 Nu zien we, dat voordat God ooit bevrijding van Zijn volk zendt... Nu, ik wil dat u dit nu oppikt voor wat er daarna moet volgen. Voordat God bevrijding zendt voor Zijn volk, zendt Hij altijd een profeet om het hun aan te kondigen. Hij zendt altijd Zijn profeet, omdat de mensen meestal Zijn Woord niet willen lezen en bestuderen. Ze sluiten zich gewoon bij de gemeente aan en laten het daarbij. Ze gaan niet zitten lezen.
De Heilige Geest voedt Zich op het Woord van God. Jezus zei: "De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij elk Woord dat uit de mond van God uitgaat." Dus als u gered bent, is het beste om te doen, dat u gaat zitten met uw Bijbel en voortdurend leest. Dat bouwt u op. U ziet wat God deed. Het is niet zo iets als een of andere roman lezen. U leest, zodat u uw ziel aan elk leesteken erin kunt ophangen (dat is juist), omdat het het Woord van God is. Ziet u? Elke keer dat God iets zegt, weet u hoe ik het bekrachtig? Met een "Amen". Dat is juist. "Zo zij het." Dat is juist. Wat Hij zei, is juist.
En zo moeten wij al Gods Woorden met een "Amen" bekrachtigen. Als God zegt: "Gij zult, en zult niet" enzovoorts, zeg: "Amen. Amen." Zeg niet: "Wel, ik geloof dat het op deze wijze zou moeten zijn." Zeg gewoon: "Amen" op wat Hij zegt. Dat is voldoende.
41 God was goed voor hen geweest en zij hadden het niet verdiend. Maar toen, voordat deze grote gebeurtenis plaats vond, zien we dat een profeet tot hen gezonden werd en hij sprak het Woord des Heren voor hen. En dan bemerken we onmiddellijk volgend op de boodschap van die profeet, dat Hij naar Israël kwam en zei: "Ik ben de God die u uit Egypte bracht. Ik ben Degene die u het land gaf waarin u woont. Ik heb al deze dingen voor u gedaan." Zie? De profeet wijst ons altijd naar de grote bovennatuurlijke God, een echte profeet van God, dat is een echte prediker in een preekstoel, een profeet van de moderne tijd is een prediker. Dus een echte ware profeet wijst ons terug naar het Woord van de Here, de belofte van de Here, niet de bekendmaking die de kerk heeft gedaan, maar de bekendmaking die God heeft gedaan. (Zie?) Terug naar het Woord van de Here.
42 Dus sprak God tot Zijn profeet, en zij... De Midianieten hadden al wat zij hadden meegenomen en zij stierven van de honger en Hij zei: "Herinnert u zich niet dat Ik de God ben die u uit Egypte leidde? Weet u niet dat Ik al Mijn wonderen daar in Egypte heb verricht? Weet u niet dat Ik de Rode Zee heb geopend? Ik heb uw vaderen gedurende veertig jaar gevoed in de woestijn. Ik brak de vijanden rondom hen af. Verdreef Ik niet de Amalekieten en alle anderen voor u uit? Ik ben die God. Keer slechts terug naar Mij. Let op Mij."
En gedenk, altijd of onmiddellijk na de boodschap van die profeet, gaat God aan het werk. Nadat de profeet het Woord geeft, gaat God aan het werk met het Woord. Wat eerst is, moet eerst komen. Het Woord moet eerst gepredikt worden. "Geloof komt door het horen, het horen van het Woord van God." De ware profeet staat met het ware Woord van God en sluit op geen enkele wijze een compromis, maar zegt de mensen: "Gij moet wederom geboren worden. De belofte is voor u en voor uw kinderen en voor hen die verre zijn, zo velen als de Here ertoe roepen zal." Als hij een ware profeet is.
43 Als hij het niet is, zal hij zeggen: "Welnu, wij geloven dat..." Wie zijn wij? Niet God en Zijn profeten, en God en Zijn engelen, en God en Zijn Woord. Zij zeggen dat "hemelen en aarde zullen voorbijgaan," zei Jezus, "maar Mijn Woord zal nooit falen." Dat is juist. "Als iemand toedoet of afneemt van enige van de woorden van de profetie van dit boek, deze zal weggenomen worden uit het boek des levens voor hem." Dus u ziet dat de echte ware profeet blijft bij het Woord.
44 En hij begon hun te laten zien wat er had plaats gevonden. En onmiddellijk kwam God op het toneel, onmiddellijk na de boodschap van de profeet. Het is altijd zo geweest dat God... Nu, bedenk, God dringt de profeet tot actie als de profeet het Woord van God heeft. "Want Mijn Woord zal niet ledig wederkeren, maar het zal doen waarvoor het gezonden werd en voor het doel waartoe het gezonden werd." Het zal moeten gebeuren. Er zal een groep zijn die gewoon zal zijn als of water geworpen wordt op de rug van een eend. Maar er zal daar iemand zijn die het begrijpt, omdat God het zendt. Amen. Zie? Het Woord zal niet ledig terugkeren. Het zal volvoeren waarvoor het bedoeld is.
45 En nu, deze profeet stond en profeteerde. De reden waarom God een profeet zendt, is omdat de mensen God zo ver hebben verlaten door de tradities van de ouden enzovoorts, en zij brengen alles de gemeente in wat werelds is. Weldra, weet u, sluiten zij een compromis, een beetje hier en een beetje daar en een beetje hier en een beetje daar. En vóór u het weet, is het niets dan een organisatie. Het is niets dan een club. De mensen komen daar en men heeft allerlei soepmaaltijden en danspartijen en bingo's en al het andere. En de kerk is niet meer dan een club. Dat is juist.
46 Maar dan ziet u dat dit ver afstaat van het Woord. En veel eerlijke zielen zitten daar in die grote lijkenhuizen en denken: "Dit is het." Maar voordat God Zijn oordeel zendt, voordat Hij iets laat gebeuren, voordat er bevrijding komt voor de gemeente, is God rechtvaardig en Hij zendt een stem door het land, die het Woord van de Here God spreekt. Zodra God Zijn Woord dan spreekt, is God in Zijn Woord om het werkelijk te maken en Zijn Woord, wat Hij zei, te manifesteren. God is rechtvaardig. Hij kan niets anders zijn dan een rechtvaardig God. Zie? Hij staat recht achter Zijn Woord. Als dat ware Woord uitgaat... Jezus zei: "Als gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u, vraag dan wat u wilt en het zal u gegeven worden." Omdat het Gods Woord is, moet het te voorschijn komen.
47 Nu, hoe... God komt niet neer en spreekt het letterlijk met Zijn stem uit de hemelen. Hij heeft het op papier laten schrijven en verwacht van u en mij om de Heilige Geest te ontvangen, om dat Woord te geloven. En als wij dat Woord spreken, als het Gods ware Woord is, staat God er achter. Dat is juist. God verricht de wonderen door de handen van Zijn kinderen. Zoals ik hier een paar avonden geleden in een gemeente zei: "Hij is de Wijnstok en wij zijn de ranken." De wijnstok draagt geen vrucht. Het zijn de ranken die vrucht dragen, maar ze betrekken hun energie van de wijnstok. Jezus Christus, de Heilige Geest, die in het menselijk lichaam komt, legt beslag op Zijn eigen Woord en beweegt het, toont visioenen, spreekt in tongen, profeteert. Hij doet allerlei soorten werken om Zijn Woord te bevestigen door menselijk instrumentarium. Dit is precies wat Hij deed.
48 "Gij zijt Mijn getuigen. Gij zult kracht ontvangen, nadat deze Heilige Geest op u gekomen is: dan bent u Mijn getuigen." Zie? U moet de zaak eerst juist krijgen. "Wacht in de stad Jeruzalem, totdat gij aangedaan zijt met kracht. Dan bent u getuigen voor Mij." Alleen maar in Jeruzalem? Nee, "Jeruzalem, Judéa, Samaria en tot in de uiterste delen der aarde bent u Mijn getuigen."
49 Nadat de wijnstok en de rank samen verbonden zijn of nadat de wijnstok een rank heeft voortgebracht... Want als er één is ingeënt, zal hij niet de juiste soort vrucht dragen. Maar als de wijnstok zelf een rank voort brengt, zal hij... Het soort leven dat in de rank is, zal in de wijnstok zijn, die de vrucht draagt. Daarom zegt een ware profeet dat het Woord van God juist is van A tot Z. Elk Woord ervan is de waarheid.
50 Nu, de reden waarom God die mannen geeft en die mannen zendt, is omdat de mensen de Bijbel niet willen bestuderen. Zij willen de Bijbel niet lezen; zij willen niet studeren; zij willen niet bidden, niet meer dan een klein gebed uitschrijven om het 's morgens of zoiets op te zeggen of over een rozenkrans gaan en wat opzeggen of een wees gegroet Maria en God of... iets. Maar dat is het niet. Zie? Maar God zendt een ware profeet en het Woord van de Here komt altijd tot de profeet. Het Woord van de Here komt tot de profeet.
En dan, als het Woord van de Here in de profeet is... En dan kunnen de mensen God in actie zien. Gods Woord in actie in de profeet (daar bent u er), omdat God Zijn Woord bevestigt.
51 Kijk naar Petrus. Hij zag God aan het werk. Kijk naar Paulus, hij zag God aan het werk. Kijk naar de profeten van ouds. Zij zagen God aan het werk. Precies juist. Neem een man vandaag, een prediker, een man die het volle Evangelie predikt, de doop van de Heilige Geest, men kijkt naar die mannen en zien God aan het werk. Hij zal een leven hebben dat overal onberispelijk iets zal weerkaatsen. Zie? Het is God aan het werk en de mensen kunnen het zien: "Gij zijt geschreven brieven." Wat voor soort brief? Een brief van God, die getuigenis geeft dat Hij u zond. Dus ontdekken wij dat Hij Zijn profeten zendt en zij zijn de zaak die het Evangelie verlicht en toont aan de mensen. Prijs God. Daar houd ik van. Ze komen uit de Bijbelschool van de hemel (ja zeker) en God bevestigt dat zij daar vandaan komen; ze weten niet zoveel over genealogie, maar ze komen met heel wat knie-o-logie eruit. Dat is juist.
52 Nu, let nu op. Nu, als we... Gideon moet in een verschrikkelijke toestand zijn geweest. Hij was daar buiten zijn tarwe aan het dorsen. En het eerste, weet u, was dat hij daar opkeek. En hij had zo juist de boodschap van die profeet gehoord. Nu, u vindt dat in het zevende tot het tiende vers, u kunt vinden waar hij... ontmoette... De profeet kwam en gaf hun de boodschap, vertelde dat zij moesten bedenken dat God, God was en dat hij dezelfde God is die hen bevrijdde en dat het aan hen was om tot Hem terug te keren. Nu, zou dat geen boodschap voor vandaag zijn? Oh, zeker zou het dat zijn.
53 God is nog steeds God. God is de God die er was op Pinksteren. God is de God die er was in het brandende braambos. God is de God die de Rode Zee opende. Wat maken wij ons zorgen over waterstofbommen of schuilkelders tegen radioactiviteit of wat de mens nog meer kan maken? "God is onze toevlucht en kracht, een zeer tegenwoordige hulp in de tijd van moeite." De God van Abraham, Izaäk, de God van David. Zeker. Hij is nog steeds God. We willen slechts het Woord horen, dat is wat... We zijn dankbaar dat we het Woord hebben gehoord en hebben bevonden dat het zo was. Beslist!
Hij is een rots, een machtige toren, en Hij is een schuilplaats in de tijd van storm. Dus is Hij onze schuilplaats. "De rechtvaardigen ijlen in deze toren en zijn veilig." Ja, ze zijn veilig. Dat is juist. Hij is op het thuishonk. Hij wordt veilig genoemd door de opperste Rechter (dat is juist), dat hij veilig is. "Zij die op de Here wachten, zullen hun kracht vernieuwen." Hij is het huis der toevlucht.
54 Nu, toen Gideon daar buiten zijn tarwe aan het dorsen was, ging ongetwijfeld de boodschap van die profeet door zijn hart, wat die profeet had gezegd: "Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Ik ben Degene die jullie uit Egypte bracht. Ik ben Degene die jullie geeft wat jullie gekregen hebben. Wend u tot Mij." Daar waren hij en zijn vader aan het tarwe dorsen en een Engel kwam tot hem, of hij dacht dat het een engel was. Het bleek dat het geen engel was; het was God Zelf, omdat het H-E-E-R-E met een hoofdletter was. Ziet u?
55 En toen Hij tot Gideon sprak, was Gideon een beetje verbaasd. Hij zei: "Nu, strijdbare held." Hij wist niet dat hij er een was. Misschien weet u niet dat u er een bent. Misschien zitten hier vanavond veel van deze strijdbare helden. Zegt u, die kleine gemeente, dat groepje? Oh! Er waren er maar twee hier, hij en zijn vader. Er hoeven er maar twee hier te zijn, u en Christus. Dat is alles wat nodig is om een strijdbare held te zijn. Dat is juist.
Nu, weet u wat er eerst gebeurde? Zodra Hij tot Gideon sprak: "Gij strijdbare held", gebood Hij wat hij zou kunnen doen. En hij zei: "Nee, Here. Nee, Here. Ik kan dat gewoon niet geloven."
56 Nu, Hij zag er waarschijnlijk uit als een oude kaalhoofdige man die daar zat, leunend tegen een struik, weet u, zittend tegen een struik, misschien met een schaapsvacht of zoiets om zich heen gewikkeld, met een stok in zijn hand. Hij zag er niet geweldig uit. En Hij vertelde hem dat Hij was gekomen om hem op te dragen Israël te gaan bevrijden. De profeet had zijn boodschap gegeven, dus zei Hij: "Ik zend u om dit te doen."
"Wel," zei hij, "nee, Here. Nee, nee. Ik weet dat de profeet zo en zo, en zus en zo gezegd moge hebben, maar bedenk..."
Hij zei: "God is met u." Hij zei: "Als God met ons is, waar zijn dan al Zijn wonderen?" Daar is de vraag.
57 Welnu, wat als hij zou hebben gezegd: "O, zeker, onze organisatie groeide met tienduizend dit jaar. God is met ons. Nee, ieder van ons werd voorspoedig, alles ging voorspoedig, zodat ieder van ons twee Cadillacs bezat." Weet u, dat is het vandaag, je kunt niet geestelijk zijn als je geen drie of vier Cadillacs bezit, weet u, schijnt het (zie?), iets dergelijks, als je niet het grootste hebt wat er in het land is. Maar luister.
58 Nee, daar kon hij niet mee aankomen. Hij zei dat niet. Ziet u? Hij zei: "Als..." Vandaag zeggen wij: "Wel, hoe weet u dat God met ons is? Omdat we toenemen in aantallen. We hebben meer kerken dan we ooit hadden. We hebben... Wel, weet u, zelfs de burgemeester van de stad komt naar onze kerk. Wij weten het. We zijn de grootste kerk in het... We zijn de beste die er is. We weten dat God met ons is, omdat onze mensen voorspoed hebben; ze dragen betere kleding. Ze zijn... Ze hebben betere huizen." Dat is prima. We zijn daar dankbaar voor. Maar dat is niet het teken dat God met u is.
59 Gideon wist waar hij over sprak. Hij zei: "Meneer, als God dan met ons is, waar zijn dan al Zijn machtige wonderen? Die profeet vertelde ons dat Hij de God was die ons uit Egypte leidde. Hij sloeg het land. Hij verloste hen. Hij is een God van bevrijding. En als Hij ooit God was, is Hij nog steeds God."
Ik zeg hetzelfde vanavond. Als Hij ooit God was, moet Hij altijd God blijven. Als Hij ooit de Almachtige was, is Hij nog steeds de Almachtige. Zeker is Hij dat. De Bijbel zei: "Hij is dezelfde gisteren, heden en voor immer. (Hebreeën 13:8.) Jezus Christus dezelfde gisteren, heden en voor immer."
60 Hij zei: "Nu, als dat God is, als God met ons is, waar zijn dan al de wonderen nu? Waar zijn al de tekenen die Hij deed?" Nu, zij mogen allerlei tekenen en al het andere hebben gehad, maar dat waren geen Schriftuurlijke tekenen. Nu, u moet een Schriftuurlijk teken hebben.
Jezus zei... Sommigen van hen zeiden: "Wel, we hebben meer leden. Als we een grotere organisatie hebben, als we dit, dat of wat anders hebben, beter geklede mensen, als onze kerken groeien, onze organisatie, onze denominatie, onze predikers beter geoefend zijn, is dat geen teken dat God met ons is?" Beslist niet. Dat heeft er niets mee te maken.
61 Jezus zei nooit: "Ze zullen betere organisaties hebben als ze groeien en Mij dienen. Ze zullen betere kerken hebben als ze groeien en Mij dienen." Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven: in Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen en spreken met nieuwe tongen." Alstublieft. Dat zijn Schriftuurlijke tekenen. Ja zeker. Als Jezus Christus Dezelfde is gisteren, heden en voor immer, waar is Hij dan? We hebben het recht om dat te zeggen.
62 Toen Eliza Elia had gevolgd... En hij zei: "Ik zal u om één ding vragen. Dat is een dubbel deel van de geest die op u is." En hij wierp zijn mantel terug. Hij liep daar naar beneden en legde die mantel af, sloeg op de Jordaan en zei: "Waar is de God van Elia?" Zij opende zich opnieuw.
Als de gemeente vandaag... Als Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, hebben wij het recht om Hem aan te roepen en te zeggen: "Waar is de belofte die Jezus Christus deed: 'Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld'? Waar is Zijn belofte? Laat mij Hem Zijn werken zien doen."
63 De zaak die het eerst gedaan moet worden, is het Woord. Ga niet hier uit in een opwelling en geloof dat u het kunt doen. U moet terugkomen naar het Woord, de voorwaarden in orde hebben. U moet Zijn Woord geloven en handelen op elk Woord dat Hij zei, om de machtige werken van God te zien. Nu, bedenk, als u dat slechts wilt doen, Zijn Woord geloven, wat Hij zei, en er dan op handelen... Gelooft u dat?
Nu, u kunt niet slechts naar de prediker gaan en hem de hand schudden en een zoutvaatje nemen en een beetje water op u sprenkelen en zeggen: "Nu is het allemaal voorbij. Geeft hun de rechterhand der gemeenschap." Dat is niet Schriftuurlijk. Nee, dat is niet juist. U kunt dat niet doen. U moet het Woord volgen. U moet precies doen wat God zei te doen. Dat is juist.
64 U kunt niet zeggen: "Wel, ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. Ik geloof dat ik de Heilige Geest ontving toen ik geloofde." Dat is niet wat de Bijbel zei. Beslist niet. Dat is het niet. U kunt geloven, dat is juist, tot eeuwig leven, maar dan moet u God het laten verzegelen met de Heilige Geest. "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofd hebt?" Zie? Niet als u gelooft, maar nadat u gelooft, ontvangt u de... Nadat u geloofd hebt, toen werd u verzegeld met de Heilige Geest der belofte, zegt de Schrift, nadat u gelooft. Dat is juist. Maar eerst moet u het geloven en erop handelen.
65 U kunt niet zeggen: "Oh..." Er zijn zoveel sympathisanten die zeggen: "O, de Bijbel is juist. Ja broeder Branham, ik geloof dat de Bijbel gelijk heeft. Maar, weet u, ik weet het niet." Alstublieft. "Maar ik..." Zie, daar hebt u het, net als een oude geit die met haar kop stoot, weet u. Net... Zie? "Maar het is goed, maar, weet u, onze herder gelooft dat niet. Het is in orde maar ik geloof niet dat het gedaan kan worden." Zie, daar hebt u het weer. U zult het nooit zien. U moet handelen. U moet iets doen. En als u Gods belofte zult nemen en weet dat het Gods belofte is en u erop handelt, zult u de machtige wonderen van God zien terugkeren naar de gemeente van de levende God. Dat is juist. U zult het zien.
66 Nu, denk hieraan, vrienden; hoe zou God kunnen liegen? Zult u een kerk geloven? Toen ik eerst... Toen mijn moeder onlangs stervende was, zei zij: "Dolores..." (Dat is mijn zuster; negen jongens en een meisje, en Dolores was de jongste), zij zei: "Dolores, jij bent mijn jongste. Je hebt mij lief gehad en geholpen, kwam om voor mij te wassen en zorgde voor mij toen ik oud werd." Ze zei: "Billy, jij bent mijn eerste." Ze zei: "Je hebt me gevoed en toegezien dat ik geen honger had. Je hebt altijd voor me gezorgd dat ik geen honger had, ver voordat je vader stierf, vijftien, vijfentwintig jaar geleden." En ze zei: "Je hebt altijd voor me gezorgd en toegezien dat ik voedsel had en brandstof en van alles." En ze zei: "Billy, je bent een gids geweest, een geestelijke gids voor mij, die mij geleid heeft tot de Here Jezus." En ze zei: "Nu, vandaag ga ik heen en ben gelukkig. Ik wil zo graag naar huis gaan dat ik niet weet wat te doen."
Nu, toen stond ik daar en ik zei: "Mama, u weet dat onze achtergrond Katholiek is. Daarom, toen ik een kleine jongen was en die Stem tot mij sprak en zei: 'Rook niet, drink nooit of zoiets. Er is een werk voor je te doen als je ouder wordt', ging ik naar de Katholieke kerk om het uit te vinden." De priester zei dit, hij zei: "Weet je, wij zijn de kerk. Wij zijn het lichaam van mensen. God is in Zijn kerk."
67 "Wel dan," dacht ik, "het is niet juist, er zijn zoveel verschillende kerken. Ik moet eerst zien wat de anderen zeggen."
Ik ging naar de Lutheranen. Zij zeiden: "O, nee. Wij zijn de kerk." Ik ontdekte wat een kerk was, een lichaam van mensen die werden uitgeroepen. Wel, de Lutheranen wezen naar de ene weg, de Katholieken naar een andere, de Baptisten naar een andere, de Methodisten naar een andere, de Presbyteriaan naar een andere. Ik kon daar geen geloof aan hechten. Welke is de kerk? Ieder had iets wat juist klonk.
"Weet u wat ik zei, moeder? Ik ging rechtstreeks terug naar de Bijbel. 'Laat elk mensenwoord een leugen zijn en het Mijne waarachtig.' En ik volgde die Bijbel precies wat er stond en ik kreeg dezelfde resultaten die ze daar in het verleden hadden. Dus ben ik..."
En we rustten daarop. Het gaf dezelfde resultaten. God moet Zijn Woord houden. Dat is juist. Het is waar. Als we het slechts geloven, het gehoorzamen, het aannemen en erop handelen.
68 Noach had een belofte van God. Het was God die tot Noach sprak. Maar voordat Noach het machtige wonder van God kon zien, moest hij gaan werken aan de ark. Hij moest de ark bouwen, zich houden aan een Woord, timmeren op de planken, de pek aanbrengen en in het hout gieten. Hij moest de ark gereed maken toen het krankzinnig klonk voor ieder ander. Maar wat deed hij? Hij maakte hem in ieder geval gereed. Hij moet er 120 jaar over gedaan hebben om de ark te bouwen. Nog steeds geen teken van iets anders maar hij hield zich vast aan het Woord. Hij handelde op zijn opdracht. Amen.
"Gaat in de gehele wereld en predikt het Evangelie aan elk schepsel." Handel volgens uw opdracht, zie wat God doet. Handel volgens uw opdracht. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Zie? Handel volgens uw opdracht.
69 U zegt: "Ik heb het Woord van God aangenomen." Er werd voor u gebeden en de Heilige Geest beloofde u genezing. Dan maakt het niet uit hoelang het duurt voordat het komt, handel nog steeds volgens uw opdracht. Handel alsof u genezen bent, prijs God en ga voorwaarts. Dat is juist.
U zegt: "Wel, broeder Branham, ik heb nog nooit de Heilige Geest ontvangen." Aanvaard de belofte en blijf handelen. Nu, zeg niet slechts dat u Hem hebt, omdat u het zei. Dat zal niet werken.
Wat als de discipelen, nadat zij zeiden: "Jezus vertelde ons om hier naar boven te gaan en te wachten... Hij zal de belofte op ons zenden", en dat na ongeveer negen dagen misschien, Mattheüs of enigen van hen gekomen waren, of misschien Filippus of een van de anderen gekomen was en had gezegd: "Petrus, geloof je niet dat we hem al hebben ontvangen? Geloof je niet dat wij het al gehad hebben? Want kijk, Hij droeg ons op om hier naar boven te komen en te wachten. Zie? En we zijn hier boven geweest; het duurt al negen dagen. En, weet je, onlangs had ik een soort gevoel dat Hij het misschien al aan ons gegeven had. Ik geloof dat we het maar beter door geloof kunnen aanvaarden en doorgaan." Amen.
70 Zeker niet. Ze bleven daar en wachtten totdat het bewijs kwam. Amen. Zij kwamen daar en bleven er totdat zij iets zagen waaraan zij een houvast konden hebben en zeggen: "Dit is het." Waarom? Zij hadden er een Schriftuurlijk bewijs van.
Hoe wisten zij dat zij het zouden krijgen? Jesaja zei, nu, Jesaja 28:19: "Voorschrift moet op voorschrift zijn, regel op regel, hier een weinig en daar een weinig; houd vast aan wat goed is. Want met stamelende lippen en andere talen zal Ik tot dit volk spreken. En dit is de rust, die Ik zei dat zij zouden zien."
Joël, Joël 2:28 zei: "Het zal komen te geschieden in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van Mijn Geest zal uitgieten op alle vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren. Op Mijn dienstmaagden en dienstknechten zal Ik van Mijn Geest uitstorten." Zij wachtten op iets dat gebeuren zou, waar ze naar konden kijken en wat ze konden zien. Als Jezus Christus dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, laten we dan zien wat Hij beloofde te doen. Laten we erbij blijven totdat het komt. Ja.
71 Noach bouwde gewoon door aan de ark, hield eraan vast, predikte aldoor, stond daar in de deur van de ark, predikte tot hen, bouwde verder en predikte tot hen. Dat is een ware profeet van God vandaag, die precies in de ark staat, Christus Jezus. "Als gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u", blijf gewoon bouwen, en beuk los op hen, overal waar zij zijn, vul elke kier. Laat de duivel nergens een uitvlucht hebben. Blijf in de deur staan en predik. Sta in de deur van de ark en predik. De ark, de deur, Christus is de deur naar de ark. Dat is precies juist. "Ik ben de deur tot de schaapskooi." En dus, blijf precies daar staan en predik.
72 Voordat Noach de machtige wonderen van God zag, waaraan hij wist dat Hij God was, zag hij eerst de belofte, kreeg de belofte, hield eraan vast en handelde op de belofte totdat hij de machtige wonderen van God zag. Amen. Ja, toen zag hij de machtige wonderen van God.
73 Mozes ging op weg naar Egypte met een staf in zijn hand, zoals ik onlangs zei, een éénmans invasie, die daarheen ging om het in te nemen met een oude droge stok in zijn hand. Hij deed het ook. Hij deed het beslist. Zeker deed hij het. Waarom? Hij handelde. Hoe weet u dat? "Wel, als je daarheen gaat, zal Farao je ophangen. Hij heeft gedurende veertig jaar naar je gezocht. Als hij je ooit zal vinden, is het zeker met je gedaan. Je doodde een Egyptenaar. Je weet zelfs wat het betekent om een Egyptenaar te slaan, het betekent de dood. En hier doodde je er één en verborg hem en je liep weg. Als je daar terugkomt, is het je dood." Maar wat deed hij? Handelen. Amen. Ik weet niet hoeveel dagen het hem kostte om van Midian daar naar toe te komen, maar hij ging erheen. Oh, hij ging erheen met die stok in zijn hand, omdat hij handelde op wat God hem beloofd had dat Hij zou doen.
74 Nu, als God u een bewijs van de Heilige Geest geeft, zoals Hij daar aan Mozes verscheen in het vuur en hem liet weten dat Hij God was, dan moest u... Als u zag dat God anderen genas, zoals Mozes zijn stok eens neerwierp en hij wist dat Hij het weer zou doen, hem in een slang veranderen. Hij wist dat Hij God was en wat Hij eens deed, weer kan doen. En net zoals de profeet zei tegen Gideon: "De God uwer vaderen leidde u uit Egypte en volvoerde al deze wonderen en zo. Hij zal het weer doen." Dat is juist.
Wel, de God die de zieken genas, is de God die u geneest. De God die de Heilige Geest daar toen gaf, is de God die Hem aan u geeft. De God die Hattie Waldrop daar van kanker genas, die dood in de gebedsrij lag, zal u genezen. Zeker. Hij is God, dat is alles. Als u verwacht Zijn machtige wonderen en Zijn kracht te zien, neem dan eerst Zijn Woord aan en handel erop. Zeker.
75 Mozes handelde eerst; toen zag hij Gods machtige wonderen. Toen God hem vertelde naar de zee te open, moest hij naar de zee gaan om de machtige wonderen te zien. Wat hij ook deed, hij moest God gehoorzamen om Gods machtige wonderen te zien. Dat moeten wij ook doen.
Toen Elia daar naar de top van de berg ging, riep hij hen daar heen en zei: "Laten we zien Wie God zal zijn. Laat de God die met vuur antwoordt, God zijn", omdat hij wist dat God een verterend vuur is. "Laat de God die vuur heeft, antwoorden."
Zij zeiden: "Dat is een goed idee we zullen daar naar boven gaan." Wel, hij was niet bang dat die heidenen iets hadden. Toen zij Baäl gingen aanroepen en zichzelf sneden en abnormaal deden en op het altaar sprongen, liep hij gewoon heen en weer en zei: "Roep een beetje luider, misschien is hij op jacht. Misschien doet hij een dutje, is hij gaan vissen of zoiets", weet je. Hij zei: "Schreeuw een beetje luider." Hij wist waar hij stond. Ja zeker. Als een mens ooit in contact met God komt en een opdracht van God heeft, kunnen alle duivels uit de hel het niet uit hem wegnemen. Hij weet waar hij staat. Zeker. Hij liep heen en weer...
76 Toen hij daar liep, legde hij zijn offer neer ten tijde van het avondoffer. Hij stapelde de twaalf stenen op om de broederschap te tonen van alle twaalf stammen van Israël, en hij liep daar heen en zei: "Nu, Here God van Abraham, Izaäk en Israël (noemde hem bij zijn vorstelijke naam, van Israël), laat het vandaag bekend worden dat U God bent en ik Uw profeet ben en ik dit alles op Uw Woord gedaan heb." Daar ziet u het. Wat was het? Handelde op Zijn Woord. Wat gebeurde er? Het vuur viel. Beslist. Het verteerde het offer. Hij zag het, en heel het volk zag het machtige werk van God, toen hij handelde op Gods Woord.
77 Jozua. Hij marcheerde rondom die muur helemaal precies zoals de Hoofdaanvoerder hem had verteld. Hij was op een middag daar aan het wandelen. Hij vroeg zich af hoe hij de muren neer zou krijgen. Hij wist dat hij de... dat de vijand verslagen was, omdat zij binnen de muur waren. Maar hoe zou hij daarbinnen komen? Dus maakte hij op een middag een kleine wandeling om te overdenken. (Dat is een goede zaak, weg van iedereen om even tot jezelf te komen.) Hij zag een man staan met zijn zwaard uitgetrokken. Jozua dacht dat het misschien een van de vreemdelingen was, dus trok hij zijn zwaard en liep op hem af. Hij zei: "Bent u voor ons of voor onze vijand?"
Hij zei: "Ik ben de Kapitein van het heir des Heren", en Hij vertelde hem wat hij moest doen.
78 Nu, het is nogal moeilijk om te denken dat als je een bazuin blaast er een muur zou neervallen. Maar hij handelde. Zie. God maakt het zo eenvoudig en dwaas dat het volslagen over het hoofd van de geleerden heen gaat. Het zijn die ongeletterden die niet erg veel weten, die het begrijpen; dat is alles. Als je gaat proberen het te verklaren, kunt u het niet verklaren. U moet God Woord ervoor aannemen, de wijze waarop Hij zei het te doen, niet de wijze waarop wij denken het te moeten doen, maar de wijze waarop Hij zei het te doen. Dat is het, doe het gewoon zoals Hij zei het te doen. En Jozua marcheerde precies overeenkomstig het bevel. En wat gebeurde er? Hij nam God op Zijn Woord en handelde erop, en hij zag de muren vallen en de vijand sterven.
79 De Hebreeuwse jongelingen handelden op het Woord van God. God vertelde hun dat ze niet moesten buigen voor enig beeld, en ze behoorden het niet te doen. Dus zei de koning: "Jullie zullen of buigen of ik zal jullie in de vurige oven werpen." Ze zeiden: "Nu, wacht eventjes, onze God is bij machte om ons te verlossen. Wij weten wat Hij zal doen. Maar wij zullen in ieder geval niet buigen voor uw beeld."
Dus handelden zij op het Woord van God toen God een machtig wonder verrichtte en de vierde Man onder hen zond, ineens, en het vuur bij hen vandaan hield. Wat deden zij? Zij handelden op het Woord van God en zagen Gods machtige wonder.
We zouden nog een ander kunnen noemen, Daniël. Daniël handelde op het Woord van God. Hij boog zich naar de tempel ongeacht wie wat zei. Hij schaamde zich niet voor zijn godsdienst en hij bad drie keer per dag, handelde op het Woord van God. En hij zag het...
80 Nu, Gideon... (Ik zal mij haasten.) Gideon nu, hij was niet zo zeker. Hij was niet al te positief. Hier zat gewoon een oude Man, leunend tegen een boom, die hem vertelde wat hij moest doen. Hij zei: "Nu, ik weet het niet. Hoe zal ik gaan doen?" Hij zei: "Wacht hier even." En hij ging een offer halen. Hij nam het offer en legde het op het altaar. Deze oude Man is er misschien naar toe gekropen met Zijn stok en raakte het altaar aan. Het offer werd aangenomen. Toen was Gideon klaar om te handelen, waarom? Hij had het levende Woord van God in actie gezien. Amen. Hij zag Gods levende Woord. Hij wist dat God leefde in dat monument van een Man daar, dat dit God was. Hij noemde Hem "Here". Natuurlijk verdween Hij. Hij zag een Engel des Heren, wat gewoon een manifestatie is, zoals Jezus de Zoon van God is, en toch God was. God was in Hem. Maar dit is een manifestatie, een Engel van God, zoals Abraham ontmoet had.
En toch noemde Abraham de man Here, Here met een hoofdletter, "Elohim". Iedereen die de Griekse of de Hebreeuwse Bijbel leest, weet dat Elohim de Almachtige is. Zie, Hij was daarin gemanifesteerd, in dat kleine lichaam van klei dat daar zat. Een oude Persoon, die leunde tegen een boom alsof Hij vermoeid was. Maar Hij nam die stok en raakte dat offer aan en het ging op in een vlam. Toen wist Gideon dat dit het levende Woord van God was. Gideon was bereid om te handelen. Amen.
81 Toen hij bereid was om te handelen, gaf Hij hem er zoveel duizend. Hij zei: "Er zijn teveel lafaards bij." Hij ging gewoon door met hen op te zoeken, want hij kreeg hen die God geroepen had. Dat is juist. Soms, als we de dingen verkeerd zien gaan, zien afnemen, is God misschien bezig een leger klaar te maken (dat is alles) of een paar strijders gereed te maken. U kunt nooit weten... Hij was bereid om te handelen... Toen hij het levende Woord van God zag, was hij bereid erop te handelen. Als we God zien leven in Zijn Woord, laten we dan gereed zijn erop te handelen.
Als we een vrouw zien die zo diep gevallen is dat de honden er geen brood van lusten, en we zien dat de Heilige Geest die vrouw neemt en haar recht trekt en een dame van haar maakt, man, we moesten bereid zijn op dat levende Woord te handelen. [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert]
82 Op een avond in een kamer (ik hoop dat ik niet teveel van uw tijd neem) ging ik in een kamer tijdens een grote campagne, en ze hadden een zaal die twee keer zo groot als deze was, helemaal vol met dwangbuizen en krankzinnigen en zo. Ik liep de zaal in. Daar was een van de mooiste vrouwen die ik daar ooit zat zitten, een jongedame. Ik zei: "Hoe gaat het met u?"
En zij zei: "Hoe gaat het met u, broeder Branham?"
En ik zei: "Wel, ik weet niet waar ik eerst beginnen moet..."
Zij zei: "Misschien bij mij."
Ik zei: "Bij u?" Wel, zij was een net uitziend meisje, met grote bruine ogen en mooi lang haar dat op haar rug neerhing en ze was zo'n aardig uitziende vrouw. En ik zei: "U bent toch geen patiënt?"
Zij zei: "Ja, dat ben ik wel."
En ik zei: "In deze plaats van krankzinnigen?"
Zij zei: "Jawel, meneer."
Ik zei: "Wat is er gebeurd?"
En zij zei: "Wel, ik zou graag willen dat u mijn verhaal hoort."
Ik zei: "Ga je gang, zuster, ik zal het graag horen."
83 Zij zei: "Wel, broeder Branham, toen ik een meisje was, werd ik opgevoed door Christelijke ouders die werkelijk God geloofden." En ze zei: "Ik ging naar de kerk." "Maar", zei zij, "plotseling begon ik om te gaan met een jongen die rookte." En ze zei: "Toevallig ontdekte ik dat hij dronk. En op een avond wilde hij mij laten drinken, en ik wilde het niet." Zij zei: "Ik wilde het absoluut niet. Maar hij haalde mij over om wat snoep te eten, nee, een Cola te drinken, het was op een avond, en hij had er wat spul ingedaan." En zij zei: "Ik was geen zedig meisje meer." En ze zei: "Toen dacht ik: 'Wat heeft het voor nut.'" Ze zei: "Ik wierp gewoon mijn leven weg. En ik werd een gewone straatprostituée." En zij zei: "Toen deed ik gewoon alles wat gemeen was. Ik begon te drinken; ik werd een alcoholiste."
84 En zij zei: "Toen vertelde iemand om van godsdienst te veranderen. Ik ging weg naar het Tehuis van de Goede Herder in de Katholieke kerk, veranderde van godsdienst. Ze stuurden mij daar voor twee of drie jaar heen." Ze zei: "Ik deed het fijn. Ik krabbelde terug." Ze zei: "Toen ik was teruggekrabbeld, was ik er weer precies terug bij af." En zij zei: "Ik ging zo ongeveer een jaar door. De wet pakte mij op en zond mij naar de vrouwengevangenis en ik 'zat' daar twee jaar." En zei toen: "Wegens misdrijf."
En zij zei: "Toen... ik... Toen ik daar uit was, kwam ik terug." En zij zei: "Ik vertel u, broeder Branham, dat is nu precies twee of drie maanden geleden." Zij zei: "Ik ben terug en doe weer hetzelfde als wat ik altijd deed."
En ik zei: "Wel, dat is een schande." Ik zei: "Een aardige vrouw zoals u? Denkt u er niet over om eenmaal een man te hebben en kinderen te krijgen en zoals elke vrouw die een beetje dame is?"
85 Zij zei: "O, ja, broeder Branham." Zij zei: " Wie zou mij willen hebben?" Zij zei: "Wat zou ik een man kunnen bieden?" Zij zei: "Ik heb niets dan een verschrikkelijk leven, drink en ga tekeer en zo." Zij zei: "Wat zou ik kunnen doen?"
En ik zei: "Wel, God kan dat recht trekken..."
Zij zei: "Meneer Branham, ik heb gebeden en ben steeds weer opnieuw begonnen en al het andere." Zij zei: "Ik weet gewoon niet wat er met mij aan de hand is."
Ik bleef gewoon haar geest oppikken om te zien wat er verkeerd was. Ziet u? En ik bleef een poosje opletten en zij zei...
Ik zei: "Welnu, ik zeg u, misschien zullen u en ik bidden."
Zij zei: "Goed broeder Branham." Zij knielde neer en wij baden.
En ik zei: "Bid nu zelf."
En zij bad tot God... En zij bad en bad. Na een poosje stond zij op en zij keek mij aan en zij zei: "Wel, broeder Branham..."
86 En ik legde mijn hand op haar schouder en ik zei: "God zegene u zuster."
En zij stond op en zei: "Ik geloof dat het nu allemaal voorbij is." Zij zei: "Ik zal hier uitgaan en proberen een ander leven te leven."
Ik zei: "Zuster, u zult uitgaan en hetzelfde leven leven dat u hebt geleefd." Ik zei: "U begint slechts weer opnieuw." Ik zei: "Het is nog niet in orde." Dus zei ik: "Laten we wat meer bidden."
En we knielden neer en wij bleven bidden. Na een poosje trof haar iets. Oh, het veranderde (jazeker), zoals wanneer een klein kind een muziekinstrument aanraakt totdat er muziek in begint te komen. Ja zeker. Er kwam wat ritme in, weet je. Na een poosje begon zij werkelijk te bidden. Weldra begon zij te schreeuwen en de tranen liepen over die beschilderde wangen. Direct toen zij opstond met die heel grote bruine ogen, keek ze naar mij en zei: "Broeder Branham, er is iets gebeurd."
Ik zei: "Beslist, jawel, zeker."
87 Zij is nu getrouwd en heeft drie of vier kinderen. Wat was eraan de hand? Zij nam God en bleef erbij totdat er werkelijk iets gebeurde. Dat is het. Er had iets plaats gevonden. Het levende Woord werd een levende werkelijkheid voor haar. En als God Zijn belofte in u plant en het wordt een levende werkelijkheid, dan is het iets anders. U gaat niet alleen heen en zegt: "Ja, ik geloof het." Nu, dat is in orde. De duivel gelooft het ook zo. Maar het wordt aan u bevestigd en het Woord wordt levend in u. Dan begint u te zien wat het betekent. Ja.
88 Johannes de Doper, hij was... Vreemd, Johannes' vader was een priester. We weten dat hij een priester was. In plaats van uit te gaan als je... Ik vermoed dat het nogal moeilijk was voor hem en zijn moeder om te ontdekken dat die kleine Johannes, die beloofd was te zijn zoals hij was, en dat hij een machtig man van God zou worden. Maar zij wisten wel dat zij nooit zolang zouden leven om het te zien, omdat zij te oud waren. Men zegt dat zijn vader en moeder, toen hij ongeveer 9 jaar oud was, stierven. In plaats dat Johannes terug ging om het priesterschap te bestuderen, wist hij... Johannes wist dat hij de Messias moest aankondigen. Maar in plaats van te gaan studeren op school en een titel te halen van doctor in de letteren en filosofie en meester in de rechten en de hele rest wat ermee samen gaat weet u... Toen, in plaats van dat alles te gaan hebben, trok hij de woestijn in, omdat de boodschap van God moest komen. En God...
89 Nu, hij wist dat er allerlei tekenen zouden zijn en allerlei zulk soort zaken, omdat er... Het is altijd zo, namaak en al het andere, omdat dit wordt gedaan om de echte zaak te verbergen. Er zijn heel wat mensen die doen alsof zij de Heilige Geest hebben en uitgaan en elk soort leven leiden. Dat is alleen maar een oude vogelverschrikker om u bang te maken voor de echte zaak. Waar bevinden zich de vogelverschrikkers? Niet op een zure appelboom; op de goede appelboom (dat is juist), daar zijn de vogelverschrikkers. En de duivel plaatst allerlei vogelverschrikkers rondom het echte. Hij behoeft zich geen zorgen te maken over de anderen; zij maken er zich in ieder geval geen zorgen over. Dus dan... zij... Als u dat echte hebt, dan verrijzen daar de vogelverschrikkers. Daar komt de valse dollar zo dichtbij, weet u, om de uitverkorenen te verleiden als het mogelijk zou zijn, zei Jezus. Ziet u? Daar moet u waakzaam zijn, daar precies in die richting.
90 We ontdekken dan dat Johannes helemaal niet in de verwarring wilde zijn. En hij wachtte daar totdat hij van God hoorde. God vertelde hem wat voor soort teken de Messias zou hebben. Dus handelde Johannes op het Woord van God. Ze kwamen naar hem en zeiden: "Johannes, bent u de Messias?"
"Nee."
Zij zeiden: "Bent u die profeet?"
"Nee."
"Bent u Jeremia, Jesaja, Elia, een van hen?"
"Nee." Hij zei: "Ik ben Hem niet. Maar Hij staat nu ergens in uw midden. Er is er nu Een onder u." Hoe was hij zo zeker? Omdat hij wist dat het de tijd was dat het Woord van God vervuld ging worden. Amen.
91 Wat wij vandaag moesten doen, broeder... Het is de tijd dat het Woord van God vervuld wordt. Het is tijd dat de tekenen de gelovige volgen. Het is tijd voor de avondlichten om te gaan schijnen. Het is tijd voor Jezus Christus om Zichzelf te manifesteren als dezelfde gisteren, heden en voor immer. Dit is geen leer; dit is een gezegde. Bedenk, laat mij het nog eens aanhalen, geen leer, een gezegde. Om een gelijkenis te maken, God schreef drie Bijbels. Eén was in het uitspansel. De mens kon omhoog zien om te beseffen dat zijn Schepper daar vandaan kwam, de dierenriem. Wat is het eerste in de dierenriem? Hij begint met de maagd. Wat is de laatste figuur in de dierenriem? Leo, de leeuw.
92 De eerste keer dat Christus kwam, was door de maagd. De volgende keer dat Hij komt, is door de leeuw van de stam van Juda. De kreeft, het kanker tijdperk, en alles zoals u hebt gelezen, zoals Job het bestudeerde... En u die het boek Job leest, zult het begrijpen. Nu, de duivel neemt het en doet daar natuurlijk dingen mee.
Dan komen wij bij de volgende, die zij de piramideleer noemen. Ga daar nooit achteraan. U hebt de Bijbel om te volgen. Zie? Nu, de volgende was de piramide. Maar als u slechts de ware betekenis er achter begrijpt... Nu, let op de piramide voor het gemeentetijdperk. Wist u... kijk op... Hebt u een dollarbiljet? Kijk op de achterkant ervan. Daar is een piramide. Aan de andere kant staat het zegel van de Verenigde Staten. Waarom zouden de Verenigde Staten, onder de piramide, het Grote Zegel erkennen? Kijk even boven die topsteen, die de piramide afdekte, en u zult zien dat het daar staat met een licht er omheen. Waarvoor staat het daar bovenaan? Dat is het Grote Zegel.
93 Waarom... Zij plaatsten nooit een kap op de steen. Ik ben daar bij de piramide geweest. Waarom plaatsten zij er geen kap op? Omdat hij verworpen werd. Dat was de hoeksteen, waar alle andere stenen samen gevoegd werden. Het sprak van het gemeente tijdperk. Kijk hier destijds in het Lutherse tijdperk, ver in de meerderheid. Destijds betekende alleen maar Christus te belijden, dat je een Christen was, rechtvaardiging. Voorts kwam Wesley met heiliging, een beetje smaller: heiliging. En dan komt Pinksteren, doop van de Heilige Geest. Wat is het? Het vormt zich omhoog. Rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest.
94 Nu, wat doet Hij? Dat moet zo volmaakt uitgehouwen zijn, die gemeente moet in zo'n plaats gebracht worden dat de Steen die komt, precies op de top ervan moet passen. Ziet u wat ik bedoel? Dit beeldt de gemeente uit. En door dit alles komt de gemeente. Nu, dit is alleen maar om een gelijkenis te maken waarover ik spreek. Probeer er niet op in te gaan. Dan de volgende Bijbel, de echte Bijbel is deze. Dit is ons Woord. Alleen maar deze tekenen en dergelijke die zij destijds hadden... Maar let op hoe volmaakt die steen is die verworpen werd. Ze plaatsten hem er nooit op. Waarom? En als je daarheen gaat, die stenen daar boven in die piramide die duizenden tonnen wegen, die sluiten zo nauwkeurig aaneen, dat je er geen scheermesje tussen kunt plaatsen en er zit geen metselkalk tussen, zo volmaakt zijn ze aan elkaar geslepen. Als dat zo moest zijn om elk tijdperk tezamen te verbinden, wat zal het dan gaan zijn als de komst...
95 Ziet u niet hoe de gemeente vorm aanneemt? Luther, rechtvaardiging; Wesley, heiliging; dan komt de Heilige Geest. En nu wordt de gemeente geslepen en gereed gemaakt, zonder vlek of rimpel, zodat Hij die geen vlek of rimpel had, neer kan komen en het tezamen kan verbinden voor de opstanding, zodat de gemeente van de levende God haar vlucht kan nemen in de heerlijkheid. Ja, zie? Ja. Nu, wij leven in die dag.
96 Nu, Johannes zag er naar uit dat het kwam. Hij zei: "Ik zal Hem kennen. Hij is daar buiten. Ik weet niet waar Hij is. Hij staat daar buiten." Misschien liep er een bisschop op hem af en zei: "Weet je, ik voelde een eigenaardig gevoel over mij heen komen gedurende een poosje. Weet je, misschien ben ik de Messias." Hij zei: "Ga weg." Johannes zei: "Dat is hem niet." Goed. Hier kwam er nog een langs en zei: "Weet je wat? Ik heb de hoogste graad. Ik ben Kajafas, de hogepriester. Als er iemand gezalfd is als de Messias, een man, zou ik het wel moeten zijn." "Nee, neen, nee; nee, dat is hem niet." Maar Johannes zei: "Hij die mij in de woestijn vertelde om te gaan dopen met water, zei dat op Wie ik de Geest zal zien nederdalen en op Hem blijven, Degene is die zal dopen met Geest en vuur."
97 En bedenk, Johannes zag het terwijl niemand anders het zag. Het was een teken dat aan Johannes werd gegeven om het te zien. En hij zag het en Johannes was er zeker van. Dat was de reden waarom hij kon aankondigen: "Dit is de Messias."
"Hoe kunt u er zeker van zijn?"
"Ik volg het Woord van God."
Hoe kan ik er zeker van zijn dat deze man een gelovige is? Ik volg het Woord van God. God zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Niet omdat hij een doctorstitel heeft, omdat hij Ds. is of Mr. is, of bisschop, priester, kardinaal of paus. Zie? Dat heeft er niets mee te maken. Dat zijn door mensen gemaakte tradities. Halleluja!
98 De Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven; in Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen (Ze kunnen het zelfs niet verloochenen. Zie?), spreken met nieuwe tongen, slangen opnemen of dodelijke dingen drinken, handen op de zieken leggen en zij zullen genezen." Jezus zei: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Wat voor soort werken deed Hij? Daar hebt u het. Organiseerde Hij een school? Zond Hij Zijn discipelen weg om geschoold te worden? Gaf Hij Petrus een opleiding? Hij kon zelfs zijn eigen naam niet schrijven. De Bijbel zei dat hij en Johannes niet alleen ongeleerd maar ook onwetend waren, onwetend en ongeleerd; maar zij hadden iets aan te bieden aan de man. Ze waren niet geïnteresseerd in zilver en goud, ook niet in ontwikkeling. "Maar wat ik heb, dat zal ik u geven. In de Naam van Jezus Christus, sta op en wandel." Halleluja. Dat waren hun geloofsbrieven. Dat was wat zij nodig hadden. Zij volgden het Woord van God. Toen zagen zij het wonder van God, toen zij het Woord van God volgden. Toen Paulus eens zat te prediken, zag hij een man die geloof had. Hij zei: "Ik bemerk dat u geloof hebt om genezen te worden. Sta op." Dat was het. Ja zeker. Het was... Wat was hij? Wilt u een wonder van God zien? Volg dan het Woord van God.
99 Snel. Martha. Oh! De arme kleine had een gebroken hart. Ze had haar grote kerk verlaten, zij en Maria. Ze hadden Jezus geherbergd, voor Hem een kleine plaats in Bethanië gemaakt. Nadat Hij... Hij had geen plaats om te verblijven. Ze hadden Hem daar een thuis bij hen gegeven, bij hen, Martha en Maria en Lazarus. En ze dachten dat Hij zeker de Messias was en dit alles. En hun broer werd ziek. Ziet u hoe God dingen laat gebeuren? Verscheurt je helemaal aan stukken om je te beproeven. Elk kind dat tot God komt, moet beproefd en getest worden. "Acht het niet vreemd, geliefden, als er vurige beproevingen komen." Het wordt allemaal gedaan om uw geloof te beproeven.
100 Jezus was weggegaan. En Hij zei dat Hij wegging. En toen berichtten zij Hem en zeiden dat Lazarus ziek was. Dus zonden zij bericht en zeiden: "Degene die U liefhebt, is ziek." Jezus besteedde er totaal geen aandacht aan, ging gewoon door, ging naar een andere stad. En er kwamen nog meer renboden die zeiden: "Lazarus is ziek. Hij staat op het punt om te sterven. Kom terug." Jezus negeerde het alsof er niets gebeurd was en ging gewoon door. Zie? Hij had al gezien wat de Vader zou gaan doen, want Hij zei in Johannes 5:19: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets doen tenzij Hij het de Vader ziet doen. En wat de Vader de Zoon laat zien, dat is wat Hij... Ik werk... Hij werkt, en Ik werk tot nu toe." Zie? "Ik doe alleen wat Hij Mij laat zien om te doen." Nu, Hij loog niet. Hij kan niet liegen. Hij verrichtte nooit één wonder totdat God het Hem eerst liet zien door een visioen wat Hij moest doen. (Johannes 5:19.) Als het niet zo is, is dat Woord verkeerd. Als het dan verkeerd is, wat voor soort Bijbel lezen we dan? Zie? Het is geheel geïnspireerd, geheel in orde. Zie? Maar Hij deed het en al de profeten, net zoals God Hem toonde wat Hij moest doen.
101 Hij ging voorbij en genas die man die daar lag, die een prostaatkwaal of TB of het een of ander had, en hij had het al achtendertig jaar. Het was vertraagd, het zou hem niet doden. Hij verliet de duizenden die daar lagen, lam, blind, kreupel en verdord en liep rechtstreeks bij hen vandaan, omdat dat was wat... Hij zei dat Hij wist dat die man al die tijd in die toestand was geweest. Zie? Toen vertelde Hij hun: "Ik kan niets doen tenzij de Vader Mij laat zien wat Ik moet doen." Nu we zien dit. Natuurlijk leek dat een grote fout – dat dachten zij tegen Hem. Maar Hij handelde alleen maar om God te behagen. En ieder mens die God dient, zal handelen om God te behagen. Hij zal doen wat God zegt dat hij moet doen. Absoluut.
102 Martha was zich bewust dat Hij... Na een poosje... Nu, Martha, ze hadden gezegd dat zij niet... dat ze traag was, en dingen over dat ze haar huis schoonhield. Maar toen de ontknoping kwam, bekende ze kleur. Beslist. Maria zat te wenen, omdat haar broer dood was. Maar Martha ging naar buiten en ontmoette het levende Woord. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." Hij was het levende Woord van God (dat is juist), Gods Woord gemanifesteerd. Geen wonder dat Hij kan staan en de gedachten van de mensen onderscheiden. Nu, de Bijbel zei... U zegt: "O, is dat het Woord?" Ja zeker. Jawel, meneer. Kent u de Bijbel niet? Hebreeën 4 zei: "Het Woord van God is scherper, krachtiger dan een tweesnijdend zwaard, gaat door tot de verdeling van de ziel en van de geest en de samenvoegselen en het merg, en is een oordeler van de gedachten van het hart", het Woord van God als het in u is... Ja zeker. Het Woord van God gemanifesteerd in Hem.
103 Dus toen Martha eraan kwam, viel zij neer aan Zijn voeten en ze zei: "Here." Here, dat was Hij. "Als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn." Zie? Zij zei: "Maar zelfs nu, wat U ook God zult vragen, God zal het doen." O, alstublieft. Daar hebt u het. "Het maakt niet uit wat U gedaan hebt, Uw houding, U volgt wat God U zei te doen. Of U nu dit of dat zei of dat U kwam of niet kwam, wat U ook God vraagt, God zal het U geven."
Hij zei: "Uw broeder zal weer opstaan."
Zij zei: "Ja, Here, hij zal opstaan in de laatste dagen. Hij zal opstaan... Hij is een goede man, hij zal opstaan in de algemene opstanding."
Hij zei: "Ik ben... de opstanding en het leven; Wie in Mij gelooft, al ware hij dood, toch zal hij leven." Niemand kon dat zeggen dan Hij. "Wie leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven. Gelooft u dit?" Zij zei: "Ja, Here, ik geloof dat U de Zoon van God bent, die in de wereld komen zou." Daar hebt u het.
104 Wat betekent het? Zij is aan het handelen. Zij wil een wonder zien, dus ontdekt zij wat het Woord zegt. "Ik geloof het Woord. Het staat hier in de vorm van de Zoon van God. Zijn Woorden zijn niet de Zijne. 'Ik ben het niet die spreekt, maar de Vader die in Mij woont.' Wat er ook komt uit die kleine lippen van U die spreekt, ik zal geloven dat het de opdracht van God is. (Oh.) U bent de Messias." Wat is de Messias? De Gezalfde. "U bent Gods Gezalfde."
105 God had op een dag een gezalfde in mindere mate en zijn naam was Eliza. En daar Eliza... En de vrouw had een baby die stierf. Zij ging naar deze dienstknecht van God en zei: "Gij, man van God." Zij erkende hem. En die gezalfde van God kwam en liep heen en weer over de vloer (Oh), legde zijn lichaam op die kleine dode baby, en hij nieste zeven keer en kwam tot leven. Als God dat deed door Zijn gezalfde profeet, hoeveel te meer zal Hij het doen door Immanuël? "Ik geloof dat U de Zoon van God bent." Als u ooit iets van God wilt krijgen, moet u Gods dienstknecht geloven, Gods Woord. Zie? En Hij was het Woord. "Ik geloof. Vertel mij maar wat ik moet doen." "Waar heb je hem gelegd?" Daar ging Hij naar het graf, wenend als een mens. Toen Hij daar kwam, wat zei Hij nu te doen als je hier komt? Zie, u moet ook iets doen, weet u. Hij zei: "Neem de steen weg, als u een wonder wilt zien."
106 U zieke mensen vanavond, als u een wonder wilt zien, neem de steen weg. Neem die steen weg, die zonde die aan de deur ligt. Wat is het? U zegt: "Broeder Branham, ik doe niets." Maar als u het niet gelooft, kan het niet gebeuren. Neem die steen van ongeloof weg en let op wat er gebeurt. Neem slechts de steen weg. En toen zij het Woord van de Here gehoorzaamde, zag zij een wonder. Zeker.
107 De vrouw bij de bron, ze was een beetje... Ze wist niet wat ze ervan moest zeggen. Ze zag deze Jood daar zitten. "Nu, het is vreemd dat die Jood tot mij zou willen spreken. Ik ben een vrouw uit Samaria. Ik vraag mij af wat Zijn beweegreden is?" Ze zei: "Wel, u zegt... U, Joden, zegt: 'Aanbidt te Jeruzalem. Onze vaderen aanbidden op deze berg.'" Hij zei: "Vrouw, Ik zeg u nu, dat het noch in Jeruzalem noch op deze berg is. Maar God is een Geest en zij die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in Geest en Waarheid." Ze wist dat dit juist klonk. Als God, God is van de ene, is Hij God van allen, van heel Zijn schepping. Ja zeker. En dus keek zij, weet u. Ras en stam en kleur hadden er niets mee te maken. God maakte hen allen. God maakte uit één man, Adam, alle volken. Daar zien we dat de huidskleur en hun traditie of hun kerklidmaatschap er niets mee te maken hebben. Het is een eerlijk hart waar Hij naar uitziet. Dus keek Hij daar... En zij zag weer en ze zei... Het eerste, weet u, was dat Hij contact met haar zocht en ontdekte wat haar probleem was. Zij leefde met de verkeerde man en Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."
Zij zei: "Ik heb geen man."
Hij zei: "Dat is juist. U hebt er vijf gehad en degene waar u nu mee leeft is uw man niet."
108 Zij veranderde. Wat? Zij had het levende Woord ontmoet. Zij zei: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent. Nu, wij weten niet dat er een profeet in deze dag is opgestaan. Maar wij weten dat als de Messias komt, dat dit het teken zal zijn dat Hij ons zal tonen. Hij zal ons deze dingen vertellen."
Hij zei: "Ik ben het, die met u spreekt."
Wat zag zij? Een hele stad die zich tot God wendde. Waarom? Zij volgde het Woord van de Here. "Ik ben het, die met u spreekt." En zij rende de stad in en zei: "Laten we de Schrift lezen. Zegt de Bijbel niet dat dit het teken van de Messias zal zijn? Kom, zie een Man daar buiten die mij verteld heeft de dingen die ik doe."
109 Hoe weet u het? Net als Johannes. Hoe weet u dat Hij onder u staat? Het is het tijdperk ervoor. Hoe weet u dat het zo is? Dit is de ware Messias, omdat het tijd is dat de Messias verschijnt. Ziet u niet wat ik bedoel? Het is tijd dat deze gemeente op haar voeten gaat staan. Het is tijd dat de Pinksterbeweging ontwaakt. Trek uzelf terug van uw tradities waar u zich inwurmt. Schud uzelf en vraag naar de oude paden. Sla het kerkelijke stof van u af. Sta op in de Naam van Jezus Christus. Sta op en neem God op Zijn Woord en marcheer voorwaarts.
110 Als God met ons is, waar zijn dan Zijn wonderen? Waar bevinden zij zich? Waar zien wij die tekenen? Als God in al deze kerken is met deze zeer grote kerktorens enzovoorts en al deze dominees en doctoren en zo, laat mij Zijn wonderen zien. Waar is God? Glorie. Dat is het. Waar is God? Waar zijn Zijn wonderen? Waar God verschijnt is Hij bovennatuurlijk. Zijn bovennatuurlijke tekenen volgen een bovennatuurlijk God. God is... Waar zijn al Zijn wonderen?
111 Zij zag het wonder van God, het teken van de Messias. Zij deed de hele stad... De Bijbel zei dat al de mensen... Jezus deed het niet meer. Zij geloofden het getuigenis van de vrouw. Zij had het voorrecht om de hele stad tot Christus te leiden, omdat zij Zijn Woord volgde en zag dat Hij een wonder kon verrichten, wist dat het dat was. De pinkstermensen... De Pinkstermensen, de honderdtwintig die gingen... Nadat zij Hem geloofd hadden, gingen zij heen en gehoorzaamden Hem, wachtten in de opperkamer totdat zij werden aangedaan met kracht van omhoog. Lafaards, ze deden de blinden van de vensters naar beneden, versperden de ramen, in een kleine oude opperkamer. Ze gingen buiten de tempel, liepen omhoog langs de zijkant en gingen een deur in, daar boven gedurende tien dagen en nachten, gewoon wachtend.
112 Broeder, toen het Woord gemanifesteerd werd, gingen ze uit de ramen en deuren naar buiten de straat op. Er was iets gebeurd. Waarom? Ze hadden een wonder gezien. Ze zagen lichten als tongen van vuur die op elk van hen zaten. Ze hadden de kracht van de Heilige Geest voelen schudden. Ze hadden het gezien en gevoeld. Ze wisten dat er iets gebeurd was. Ze liepen naar buiten om te proberen ervan te getuigen maar konden zelfs hun eigen taal niet spreken. Er gebeurde iets. Drie is een getuige. Ze voelden het, ze zagen het en ze keken hoe het zich manifesteerde; voelden het, zagen het en hoorden het. Amen. Drie is een getuige. En daar was Hij, daar zagen zij het. Dezelfde nu met al Zijn beloften. Als u ze gemanifesteerd wilt zien, is het enige wat u moet doen: gewoon Zijn Woord vasthouden. Gehoorzaam Zijn Woord en Hij zal het doen. Oh. Goed.
113 Als u hier op enige dag uitgaat, als het de juiste tijd van de dag is dat... Gelooft u dat het tijd is dat de Messias verschijnt? Gelooft u dat het tijd is dat de gemeente Zijn tegenwoordigheid laat zien? Dat ze de tegenwoordigheid van Christus toont? En in plaats dat u naar de kerk wilt gaan en u bij de kerk aansluit en zegt: "Wij Presbyterianen... Wij Baptisten... Wij Methodisten... Wij Pinkstermensen... Wij zus en zo, en wij... Wij zijn het... Wij hebben dit en wij hebben dat." Die dag is zo dood als de middernacht (Dat is juist. Zie?), als u dat alleen doet. Dat is juist.
114 Maar het is tijd dat de avondlichten schijnen. Zoals het lied zegt: "Het zal licht zijn in de avondtijd." Het is tijd dat die avondlichten schijnen. Dit is de tijd.
Nu, wat weerhoudt hen om te schijnen? U gaat uit op een dag, elke dag die u wilt, en dringt gewoon alle wolken terug, want de zon schijnt in ieder geval. De zon schijnt de hele tijd. Ruim slechts de wolken op. Dezelfde God die genas, dezelfde God die vervulde met de Heilige Geest, dezelfde God die elke belofte deed, is... de Z-o-o-n van God die te allen tijde schijnt. Ruim gewoon de wolken van twijfel op. Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer.
115 Maar wij hebben heel wat kerkelijke wolken die Hem voor ons verduisterd hebben. Heel wat denominationele onzin heeft Christus van ons weggehouden. Blaas ze gewoon weg door gebed, al die oude wolken en zie of Christus niet precies zo verschijnt als Hij ooit was; of Hij niet verschijnt in hetzelfde licht, dezelfde kracht, dezelfde tekenen, hetzelfde wonder. Zie of Hij niet nog steeds dezelfde Messias is. Amen. Sla alle wolken weg, veeg ze aan de kant, zie of het niet zo is. Zeker, als u... Maar het eerste wat u moet doen is geloven en handelen. Nu, zo is het.
116 De strijdbare held had gelijk. Als God met ons is, laat ons dan Zijn wonderen zien. Waar zijn al de wonderen? Waar zijn de tekenen? Als Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, waar is dan het teken dat Hij Dezelfde is? Wat beloofde Hij? Johannes 14:12: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen." Waar is het? Hij beloofde het. "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen", toen God neerkwam. Wij weten nooit waar dat lichaam naar toe ging. Er waren er drie, drie engelen. Eén van hen was God Zelf die neerkwam in een menselijke vorm, die daar stond en at met Abraham. Dat is juist. Hij stond daar en sprak met Abraham over de dingen. Hij zei: "Ik zal dit niet voor Abraham verbergen. Ik ga naar Sodom. Ik hoorde dat het verschrikkelijk zondig is. Ik ga erheen om het uit te vinden." Abraham voedde Hem met melk, maïsbrood, maïskoeken en wat kalfskarbonaden en Hij at het. Juist. U zegt: "At God dat?" Jezus at na Zijn opstanding. Zeker deed Hij dat. Beslist. Hij stond daar en at het. Iemand zei: "Dat was God niet." Wel, dan had Abraham ongelijk. Hij noemde Hem: "Elohim." Hij wist dat het God was.
117 Wat deed God? Hij toonde iets. Evenals Hij de slavin en haar kind uitwierp bij de vrije vrouw en haar kind. Daarom wilde Abraham Hagar niet trouwen. Maar Hij zei: "Trouw haar. Luister naar wat Sara u zei", omdat het vervuld moest worden. De profeet moest zoveel honderd dagen op zijn ene zijde liggen en op de andere zijde. Waarvoor? Als een teken. En Hij toonde daar een teken: God gemanifesteerd in het vlees, en zei... Jezus, Zijn Zoon, keerde Zich om, toen Hij op aarde kwam, en zei: "Zoals het was in de dagen van Noach (etend, drinkend, trouwend, ten huwelijk gevend), zo zal het zijn aan het einde van de tijd, en zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Zoals ik gisteravond zei, zijn er altijd drie elementen: ongelovigen, schijngelovigen en gelovigen. En daar waren de Sodomieten, de ongelovige. Daar was Lot, de schijngelovige. En daar was Abraham, de uitverkoren gemeente, uitgeroepen.
118 Hier zitten wij vandaag. Hier zijn wij vandaag. Daar zijn de ongelovigen, de Sodomieten. Kijk naar hen daar buiten: vrouwen die over de straat lopen in shorts, sigaretten rokend, ze knippen hun haar maar noemen zichzelf Christenen. O, jawel, doen al die dingen... Ja, noemen zich Christenen. Ja. O jawel. Feestjes, dansen... Verdorven mannen. Ik krijg voortdurend brieven nadat er... Homoseksualiteit neemt toe. U ziet het. Ik heb de statistieken van de regering erover. Het nam verleden jaar met dertig procent toe. Verdraaiing, de natuurlijke loop van het menselijk leven is verdorven. Sodom... Kijk naar de koude vormelijken die er gewoon in meegaan, precies hetzelfde, zich rond wentelen met de zwijnen.
119 Let op die boodschapper die daar heen ging, twee van hen: een moderne Billy Graham als het ware, die predikten en hen verblinden met het Woord. Dan was er een gemeente die dit niet deed, die uitgeroepen werd, die uitverkoren gemeente. Glorie, glorie. De uitverkoren gemeente, Abraham en zijn groep, wat verscheen er aan hen? De boodschapper die aan Abraham verscheen, hem bij zijn naam noemde die God hem gegeven had, net een paar dagen van tevoren, van Abram tot Abraham, van Saraï tot Sara. En hij zei: "Waar is uw vrouw Sara?" Noemde naar naam.
Hij zei: "Zij is in de tent achter U."
God zei: "Ik zal u bezoeken, Abraham, overeenkomstig de belofte die Ik u deed... de tijd des levens bij Sara." En Sara lachte bij zichzelf, iets dergelijks. Hij zei: "Waarom lachte Sara?" Wat was het? Het was God.
120 Jezus zei zoveel als... Voordat de tijd kwam, dat die uitverkoren gemeente, die Pinkstergroep... Nu, Pinksteren is geen organisatie. Nu, u, broeders uit de Pinkstergemeenten, de Pinkster Oneness, de Pinkstergemeente van God, de Pinkster Foursquare en die allemaal, u houdt uzelf voor de gek. Dat is een organisatie, wat in orde is. Ik heb er niets tegen. Maar u bent niet de groep. Pinksteren is een ervaring, die de Methodist, Baptist, Presbyteriaan, die de Assemblies, en de Foursquare en de Church of God en de... wel, de Jesus' Name en alle overigen kunnen hebben als zij slechts het Woord van God zullen gehoorzamen en Hem zullen volgen. Zij zullen het wonder van God zien dat hun leven zal veranderen. En de dingen zullen wegvallen en zij zullen worden... De Methodist kan het hebben; de Katholiek kan het hebben; de Presbyteriaan kan het hebben. Hoeveel Katholieken waren eens Katholiek, steek uw hand op. Kunnen de Katholieken het niet hebben? Hoe... [Leeg gedeelte op de band – Vert]
121 Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des Mensen." Het is avondtijd. Waar is God? Als God met ons is, waar zijn de wonderen? Nu, Hebreeën 13:8 zei: "Jezus Christus is Dezelfde gisteren, heden en voor immer." Gelooft u het? Laten we onze hoofden buigen.
Hemelse Vader, zo'n wonderbare groep mensen om tot te spreken. Misschien zal ik dit voorrecht nooit meer hebben, misschien zal ik hier nooit meer zijn. O, God, misschien zullen wij nooit de morgen zien. De wetenschap probeert ons te vertellen dat er vijf sterren samen zullen vallen. Daarom zeggen zij dat de hele wereld, volken aan deze kant van de aarde, van het continent bevriezen. Hier is Phoenix met stortregens, met weer dat ze nooit gezien hebben. Ze beweren dat vijf sterren daar ginds samen komen. Sommigen zeggen dat de wereld zal barsten als een watermeloen. Wij geloven dat niet, Here, er moet nog een Millennium zijn. Maar sommigen zeggen dat er aardbevingen zullen zijn die de huizen overal zullen schudden. Sommigen van hen zeggen dat grote vloedgolven honderd meter in de lucht zullen gaan in de volgende paar dagen.
122 De wereld beeft. "Er zullen vreselijke tekenen zijn", zei U. "In de laatste dagen, gezichten, tekenen in de hemel en op de aarde vuur en damp en rookpilaren, aardbevingen in verscheidene plaatsen, verwarrende tijden, benauwdheid onder de volken, het hart van de mensen bezwijkt van vrees." Maar die keer, Here, zei U ook: "Heft uw hoofd omhoog, uw verlossing is nabij."
Nu Vader, wij zullen vanavond ons hoofd opheffen boven onze organisaties. Ik zal mijn hoofd opheffen boven de groep waartoe ik behoor, de Christen Zakenlieden. Ik wil dat iedereen, elke Methodist, zijn hoofd er bovenuit heft, elke Baptist, elke Assembly, elke Foursquare, elke Oneness of Jesus' Name of wat ze ook zijn, Here, hun hoofd er bovenuit heft. Zie omhoog ginds waar Jezus zei... Kijk naar wat Hij zei: "Als Ik van de aarde verhoogd zal zijn, zal Ik alle mensen tot Mij trekken."
123 O, God, laat ons Hem ginds zien zitten aan de rechterhand van de Majesteit van God, waar Hij zit op de troon van God vanavond, altijd levend, de Hogepriester die bemiddelt op onze belijdenis, een Hogepriester die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden.
Here, ik ben net gereed met prediken. Als een profeet of prediker uitgaat en het Woord predikt, en als het niet komt te gescheiden, hoor dan niet naar die profeet. Dat zegt Uw Woord. Maar als het komt te geschieden, hoor dan naar die profeet, want Ik ben met hem.
Here, ik heb vanavond tegen de mensen gezegd dat U dezelfde Jezus bent, gisteren, vandaag en voor immer. Uw tijd is nabij en de Avondlichten schijnen en al deze dingen die ik heb verkondigd. Nu, Vader, geef hieruit een groep die nu geloof heeft om het te geloven. Laat het geloof dat in Christus was, de gezindheid die in Christus was, in ons komen. En als wij de gezindheid van Christus hebben, als ik Zijn gezindheid vanavond in mij kan hebben, er zit hier misschien ergens een kleine vrouw die een bloedvloeiing heeft, die de Hogepriester zou kunnen aanraken, die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden.
124 Als dan Zijn gezindheid in ons is, zal hij op dezelfde wijze handelen, omdat Hij de Hogepriester is. En Hij is het Woord van God. Hij is het Woord van God. En als het Woord van God in ons woont, dan is het scherper dan een tweesnijdend zwaard – gepredikte predikingen die zullen snijden tot het hart, die de bijl aan de wortel van de boom leggen – en het is ook een onderscheider van de gedachten van het hart.
Nu, Vader, laat Uw Woord bekend worden. Wij geloven het. Deze kleine gemeente gelooft het, Here, deze mensen geloven het; deze herder gelooft het; deze andere herders geloven het. We zijn vanavond samen in hemelse plaatsen in Christus Jezus. U zei: "Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar zal Ik in hun midden zijn. En de werken die Ik doe, zullen zij ook doen. Een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult mij zien (de gelovige), want Ik zal met u zijn, heel de weg tot het einde der wereld." Ik geloof U, Here. U bent dezelfde gisteren, heden en voor immer.
125 Nu, Vader, voor deze kleine groep zal ik een gebedsrij oproepen om voor de mensen te bidden. Ik bid dat U elke persoon die vanavond in dit gebouw is, zult genezen. Sta het toe, Here. Mogen deze profeten die hier op het podium zitten, profeten daar in de samenkomst, godzalige mannen, geroepen mannen, afgescheiden mannen van de dingen van de wereld, afgescheiden vrouwen, afgescheiden jonge meisjes, afgescheiden jongemannen van al deze rock en roll en onzin van de wereld, kleine dames en heren die werkelijk met de Geest vervuld zijn, die behoren tot deze Volle Evangelie kerken, hun licht laten schijnen. Vrouwen die geen sigaret zullen roken of voor niemendal iets verkeerd doen, echt en getrouw aan Christus en aan hun man; mannen die trouw zijn aan Christus en hun vrouw en hun gezin.
126 Here God, Abraham stond trouw aan U op Uw belofte. Abrahams zaad, wat wij door geloof in Christus zijn, wij staan trouw aan de belofte. En U maakte Uzelf bekend aan Abraham net voordat de beloofde zoon verscheen. De beloofde zoon kwam na dat teken. Nu, Vader, wij zien uit naar de beloofde Zoon. Laat het teken verschijnen. Sta het toe, Here. Juist toen het vuur viel en wij zien er elk ogenblik naar uit, naar dat laatste teken. Mogen het zo zijn. Here, daar wij allen onszelf toewijden.
Ik neem deze kleine gemeente onder de controle van de Heilige Geest. En in de Naam van Jezus Christus bieden wij onszelf aan U aan. Dat wij U hier mogen zien, Here, een zichtbaar, levend bewijs dat Jezus Christus nog leeft. Sta het toe, Here.
Zegen deze kleine gemeente en haar lieflijke kleine herder. Ik bid, God, dat Uw tegenwoordigheid altijd hier zal blijven en de kracht van God de stad vanuit deze plaats zal doorkruisen. Sta het toe, Vader. In Jezus' Naam bidden wij. Amen.
127 Het spijt mij dat ik u zo lang houdt. Dat is vreselijk hard en snijdend enzovoorts. En iedereen die mij hoort prediken weet dat ik geen prediker ben, ik heb niet de opleiding gehad om prediker te zijn, om mijzelf er een te mogen noemen. Maar broeder, zuster, ik heb wel de Here Jezus lief. Hij heeft mij een andere manier gegeven om u te laten weten dat ik u de waarheid vertel. Het weinige wat ik heb, wat ik over Hem weet; ik weet niet erg veel over Hem, maar wat ik weet is dat het echt is, het is gewoon zo echt. Ik wenste dat ik wist wat sommige mensen over Hem wisten. Misschien zou Hij nog werkelijker voor mij zijn als ik Hem zou kunnen kennen op een andere wijze. Maar voor zoveel als ik van Hem weet, weet ik dat Hij elk Woord houdt, elk Woord dat ik weet dat Hij beloofd heeft. Ik weet dat het de waarheid is. God zegene u.
128 Nu, laten we een koortje van dat lied zingen: "Ik heb Hem lief." Hoevelen kennen dat oude lied? Echt lieflijk nu om Hem in de Geest te aanbidden.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief
Omdat Hij mij eerst liefhad;
En mijn redding kocht op Golgotha.
Nu, terwijl de zuster lieflijk een akkoord aangeeft... [Broeder Branham begint te neuriën: "Ik heb Hem lief" – Vert] Richt uw gedachten nu op Hem. Toen zij begonnen aan Hem te denken...
129 Kleopas en zijn vriend liepen op een dag over Hem te praten en Hij voegde zich bij hen. Hij liep met hen de hele dag, zij kenden Hem niet. Maar toen Hij Zich met hen opsloot in een klein gebouw zoals dit, deed Hij iets wat Hij deed voordat Hij gekruisigd werd. Geen ander mens kon het zo doen en zij wisten dat Hij het was. Maar Hij verdween uit hun gezicht, ging plotseling de deur uit. Zie? Toen wisten zij dat de Here was opgestaan. Moge hij vanavond komen en iets doen zoals Hij deed vóór Zijn dood. Dan zullen wij in dit tijdperk weten dat Hij uit de dood is opgestaan, want als Hij dezelfde Jezus is, zal Hij handelen op dezelfde wijze als Hij deed.
130 Nu, terwijl wij dit doen, dit neuriën, wil ik dat U iemand de hand schudt die naast u zit en zegt: "Zuster, broeder, ik zal voor u bidden dat u vanavond genezen wordt, dat u alle zegeningen van God krijgt die u verlangt." Zegt dat gewoon tegen elkaar terwijl wij... [Broeder Branham stapt weg en groet anderen – Vert]
"Omdat..." u wenst. Hebt u alles wat u...? God zegene u. Hebt u alles wat u wenst? Alles wat u wenst... Alles wat u wenst.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad;
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
131 Tezamen... [Broeder Branham en de samenkomst spreken het "Onze Vader" uit – Vert]
Onze Vader die in de hemelen bent, Uw Naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid,
In der eeuwigheid. Amen.
Ik... Ga uw gang, zuster. [Een zuster spreekt tegen broeder Branham en geeft een getuigenis – Vert] ...?... Ja, mevrouw, ja mevrouw. God zij gedankt. Dank u. Hij is altijd tegenwoordig. Is Hij niet wonderbaar? Dan...
Ik heb Hem lief. (Is Hij niet wonderbaar dat Hij die dame genas?) Ik...
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad,
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
132 O, Hij is wonderbaar, is het niet zo? God zij geprezen. Zo wonderbaar. Goed. Gebedskaarten van 1 tot ... [Een broeder spreekt tot broeder Branham over de gebedskaarten – Vert] Zijn er gebedskaarten uitgegeven van 1 tot 50? 1 tot 50, laten we er een paar van nemen. Nu, we... Welke zouden wij oproepen... Wel, het is een andere groep vanavond, is het niet? Is het dezelfde letter? "B." En "C." Laten we oproepen vanaf "C." Eén tot... laten we zien hoeveel we er kunnen hebben. Laten we 1 tot 10 roepen; B-1... of C-1. Eén, gebedskaart één, wie heeft hem? Steek uw hand op. Heeft de dame daar die? U hebt gebedskaart 5, goed, 5. Wie heeft 1? Misschien was ik in de war. Wat? Goed, 1, 2, 3, 4, 5. Laten zij hier gaan staan.
133 Zouden jullie, kinderen, wat terug willen gaan daar bij de deur. Kom hier naar boven, lieverds, als jullie willen. Willen jullie hier op het podium komen? Ik veronderstel dat het in orde is. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15. Laten... Maak een rij van 1 tot 15. Laten we met hen beginnen, omdat wij... Ik betwijfel of u er zoveel daar kwijt kunt of niet, net wat u kunt hebben. Huh? Waar u hebt... 1 tot 15. [Broeder Branham spreekt tot een broeder – Vert] Nu, broeder, als ik... Het is een voorrecht geweest om hier vanavond te zijn.
134 In orde. Hoevelen zijn er nu in het gebouw die geen gebedskaart hebben en toch willen dat de Here Jezus u gezond maakt? Steek uw handen omhoog. Overal hier binnen, die niet in de gebedsrij zullen zijn, steek uw hand omhoog, u die ziek bent. Het is gewoon over het hele gebouw. U zou kunnen... Nu, kijk, terwijl de mensen hun plaatsen innemen. Ik wil dat u dit doet. Ik wil dat u nu zoiets zegt. Nu, bedenk, als dit het Woord van God niet is, dan weet ik het niet. Dit is een belofte.
135 Nu, als Jezus Christus dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, dan moet Hij op dezelfde wijze handelen als destijds. Hij moet hetzelfde zijn in elk opzicht, behalve in een stoffelijk lichaam. Omdat Zijn stoffelijk lichaam nog als offer is op de troon van God. En Hij zit daar en Zijn bloedig kleed is de verzoening voor onze zonden. Hijzelf handelt als Hogepriester om voorspraak te doen op wat wij belijden dat Hij heeft gedaan. Zie? Nu, het is niet door gevoel; het is door geloof. Zie? U zou kunnen slaan en schreeuwen en al het andere, het zal nooit werken. Het heeft niet... Jezus zei nooit: "Voelde u het?" Hij zei: "Geloofde u het?" Zie? "Geloofde u het?"
136 U moet het geloven, omdat (ziet u?) Hij... U kunt het Woord Zichzelf niet laten tegenspreken. Het moet volmaakt lopen, net zoals die blokken huizen en zo. Zie? Het moet perfect lopen, het ene in harmonie met het andere, anders overlappen ze elkaar. U kunt het niet doen. Dus is Christus volmaakt. Dus is Zijn Woord volmaakt. Nu, Hij is een Hogepriester om voorspraak te doen op onze belijdenis. Wij doen belijdenis van iets dat Hij voor ons deed. Hij is daar vóór de Vader om het in orde te maken.
Kijk, als Jona, in de buik van de walvis, met zijn handen en voeten gebonden, met al het zeewier om zijn nek, het uitbraaksel van de walvis, misschien veertig vadem diep in het water, in een stormachtige zee, weggelopen van God, zich om kon keren in de buik van die walvis, en al die symptomen kon zien die hij om zich heen had en zijn toestand kende terwijl hij toch zei dat zij valse ijdelheden waren... "Nochtans zal ik uw heilige tempel weer aanschouwen." En God hield hem in het leven gedurende drie dagen en nachten in de buik van die walvis. Gelooft u dat het de waarheid is? De Bijbel zegt het ten eerste en Jezus zei dat het zo was.
137 Nu, let op, Jona... Jezus zei daar in de Schriften dat een boos en overspelig geslacht naar een teken zal zoeken. Klopt dat? En zij zouden een teken zien, het teken van Jona. "Zoals Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de walvis, zo moet de Zoon des mensen zijn in de buik der aarde, drie dagen en drie nachten in het hart der aarde." Toen kwam Jona uit de buik van de walvis. Klopt dat?
Nu, is dit een boos en overspelig geslacht? Zowel natuurlijk als geestelijk? Geestelijk overspel? Natuurlijk overspel? "Een boos overspelig geslacht zal een teken krijgen." Wat was dat? Welk teken was het dan? "Zoals Jona in de buik van de walvis was en opstond, zo moet de Zoon des mensen in de buik der aarde zijn, het hart der aarde, en opstaan." Dan zou het teken dat dit boos en overspelig geslacht zou krijgen, het teken van de opstanding zijn. Is dat juist? Het teken van de opstanding. Nu, wat zou het dan zijn? Het zou Christus zijn, opgestaan uit de dood die na tweeduizend jaar nog leeft, werkt met Zijn volk, Dezelfde gisteren, heden en voor immer. Is dat juist?
138 Nu, hoeveel van deze zieke mensen... Hoeveel mensen in de gebedsrij weten dat ik niets over u weet? Steek uw hand op, u in de gebedsrij die weet dat ik u niet ken of iets over u weet. Hoevelen in het gehoor weten dat ik helemaal niets over u weet? Zie? Ik ken niemand van u. Niet in deze gebedsrij, zal ik eerst zeggen, daarginds.
Nu, er zijn daar enige mensen die ik wel ken. Ik ken deze... dezen... deze... ongeveer vanaf dat kleine meisje met rood haar. Ik ken van die rij daar broeder en zuster Dauch. Die twee achter hen ken ik. Die twee daar achter ken ik. Hier in deze rij. Een, twee, drie, vier er achter, ken ik. Nu, ik geloof als ik mij niet vergis, als dat niet broeder en zuster Outlaw zijn, die daar precies achter zitten, uit de Jezus' Naam gemeente. En broeder en zuster Sothmann, de diaken uit mijn gemeente in Jeffersonville, of beter gezegd, beheerder in het bestuur.
139 Nu, ik ben... Ik weet het niet, ik geloof, zij die hier in deze hoek hier zitten, deze jongeman en vrouw, ik geloof dat het de zwager van broeder Norman is, ik vergat wat zijn naam is. Dat is juist. Behalve die ken ik niemand dan broeder Williams en broeder Rose en ontmoette juist deze broeder hier. En behalve die ken ik niemand. Ik geloof dat u zuster Ungren bent, is het niet? Downing. Downing. Dat is juist, uit Memphis. Goed. Ik... Nu, buiten die en mijn zoon (ik zie hem zelfs nu niet, dus, waar hij zich ook bevindt) dat is alles waar ik van weet.
140 Nu, waar is de eerste dame in de rij? U daar? O, hier? U bent de eerste dame. In orde. Zou u hier even een ogenblik willen staan? Nu, hier staat een vrouw die ik nooit in mijn leven gezien heb. Nu, als ik zou zeggen: "Hier zit een man in een rolstoel. Hij houdt zijn arm vast. Het ziet er uit alsof hij verlamd is of zo iets. Ik weet niet wat het is maar hij is verlamd. Als ik zou zeggen: "Die man is verlamd", zou iedereen dat kunnen zien. Zie? Maar hier is een vrouw die er gezond en sterk uitziet. Nu, waar is haar probleem? Daar komt uw wonder. Ziet u? Dat is het, iets.
141 Nu, als... Wel, als ik een persoon zou zien die helemaal ingevallen is, zijn borstkas helemaal ingevallen, hoestend, nu dan zou ik kunnen zeggen dat dit TB was. Dat zou giswerk zijn. Zie? Die persoon zou kunnen zeggen: "O, nee, ik heb geen TB. Zie? En het zou bewezen kunnen worden, dat ze geen TB hebben? Zie? Je kunt het niet weten. Maar als God iets zegt, is het juist. Het is altijd juist. Het is altijd juist.
Nu, die vrouw zou gewoon iets kunnen opvoeren. Ze zou gewoon iets kunnen zeggen. Ze zou zelfs niet ziek kunnen zijn, het zou kunnen zijn dat er niets met haar aan de hand is. Ik weet dat niet. Ik kan het niet zeggen. Als zij gewoon hier staat, maak u geen zorgen, dan zal het binnen een paar ogenblikken uitgeroepen worden. Ziet u? Zij zal het weten. Ze zal het ontdekken. Hoevelen zijn ooit in samenkomsten geweest en hebben dat zien gebeuren? O, genade. Ik heb er meer dan twee of drie honderd door zien sterven.
142 Ik ken een man die vanavond verlamd zit, die al verscheidene jaren zo is. Toen ik daar in Zion City was, toen die man daar achterin zat, probeerde hij mij voor die mensen te hypnotiseren. En ik bleef proberen een gebedsrij te maken en hij bleef daar zitten. Hij ging naar de legerkampen, weet u. Hij zou de jongens hypnotiseren, hen laten blaffen als honden, weet u, en zo laten handelen. Ik bleef die vreemde geest voelen. En ze hadden hem daar binnen laten komen, een bekende kerk.
De avond ervoor was er een man gekomen die tot een zekere denominatie behoorde. Hij kwam daar naar toe en hij had op zijn gebedskaart geschreven: "Ik heb TB zus en zo", en dergelijke. Hij dacht dat het telepathie was. Dus overhandigden zij de gebedskaart aan de zaalwachter toen hij het podium opkwam. De man kwam daar boven en ik zei: "Er is niets verkeerd met u."
Hij zei: "O, ja, er is wel wat, kijk maar op mijn gebedskaart."
Ik zei: "Het maakt mij niet uit wat de gebedskaart zegt. Er is niets verkeerd met u."
Hij zei: "Wel, kijk, ik heb TB en zus en zo." Iets dergelijks. "Kijk op de gebedskaart."
Ik zei: "Ik kijk niet op die gebedskaart... Ik kijk naar de hemel."
143 En hij zei: "Wel, dat is er met mij aan de hand."
Ik zei: "Wel, misschien... U mag het misschien daar beneden gehad hebben. Als u het had, hebt u het nu niet meer, omdat u... het is er gewoon niet. En hij zei... Ik zei... u bent misschien daar beneden genezen."
Hij zei: "Ja, ja. Dat is wat u denkt, dat ik daar beneden werd genezen."
Ik dacht: "Wat is er met deze man aan de hand?" Ik draaide mij om en keek opnieuw. Er brak een visioen voor hem door. Ik zei: "U, bedrieger. U behoort tot een zekere kerk. Gisteravond zat u met die man daar boven met een rood pak aan, met een rode das en een zwart pak aan. En dat is zijn vrouw die rechts boven op deze hoek zit, en uw vrouw. En u zat aan een tafel waar een groen kleed over lag en u besloot dat u hier zou komen om dit te doen, om te bewijzen dat dit geestelijke telepathie was." Ik zei: "De dingen die u op uw kaart hebt zijn op u." Hij stierf ongeveer zes weken daarna. Doe dat nooit.
144 Deze man, een paar weken daarna... een paar avonden daarna, zat daar en probeerde mij zo te hypnotiseren. En ik bleef die vreemde geest voelen. Ik zei: "Alstublieft, houdt ieder uw hoofd naar beneden, weest eerbiedig." U hebt mij dat vele malen horen zeggen. Ik bemerk dan een geest. Ziet u? En toen hij dat steeds maar bleef doen, keerde hij zich direct zo om. Ik zei: "Waarom heeft de duivel u op uw hart geplaatst om dit te doen?" Ik zei: "U liep naar binnen, maar ze zullen u eruit dragen." En zij deden het. Dat is precies juist. Hij is nog verlamd. Dat is juist. Hij stond gewoon op. Hij was stijf, hij kon zich nauwelijks bewegen. En hij heeft brief na brief geschreven, roepend: "Kom." Ik kan er niets aan doen. Dat is zijn eigen zonde. Hij moet dat met God recht maken. Er is niets... Ik zou voor geen goud mijn hand erop willen leggen. Zie?
145 Wat gebeurde er met die man in Phoenix hier, toen ik hier de eerste keer was (herinnert u het zich hier in de plaats), die zijn hoofd niet naar beneden wilde doen? En zij riepen mij wel een dozijn keer in Californië, terwijl hij daar zat met een baard over zijn hele gezicht. Een ambtenaar hier in de stad. Hij zat daar en deed maar: "Aah, aah." Op die manier, helemaal buiten zinnen. Een boze geest die uit de één werd geworpen, ging in hem. Zo is het. Hier in Phoenix, mijn eerste reis. Dat is waar. Zie, u moet nu voorzichtig zijn.
We spelen geen kerkje. Het is net zoals het was in de dagen van Gideon. De tijd van kerkje spelen is voorbij. We moesten gereed zijn om God te ontmoeten. Ja zeker. Rondgaan, uw naam op een kaart schrijven en u bij een kerk voegen, dat is helemaal mis. Bedenk dat deze dingen van de een naar de ander gaan. Zeker gaat dat zo.
146 De vrouw ken ik niet. Ik heb haar nooit in mijn leven gezien, zo ver ik weet. Zij is ziek. Ik weet er niets over. Als zij gebed wil voor iemand anders, ik weet er niets over. Het is aan God om het te zeggen. Maar als Hij het zal zeggen, laat haar de rechter zijn of het juist is of niet.
Zult u dan geloven dat de komst van Christus nabij is, en dat diezelfde Heilige Geest, diezelfde God die daar in Sodom was, dezelfde God is Die hier verschijnt vanavond in mannen en vrouwen? Gelooft u dat de...?... Gelooft u het; geloof het.
147 Nu ik wil dat zij kijkt op de wijze dat zij kijkt, zodat u niet zult denken dat ik iemands gedachten las. De mensen zeggen dat ik de gedachte van de mensen lees. O, voor... Ieder die zelfs maar het minste ervan weet, weet dat puur... Wel, telepathie is dat je een getal raadt en mij er ook naar laat raden. Zie? En er is niet zo iets dergelijks. Oh, God is geen gedachtenoverbrenger. Zij noemden Jezus Beëlzebub, omdat Hij het deed, en men zei dat Hij een waarzegger was, een duivel. Hij zei: "Ik vergeef het u. Maar op zekere dag komt de Heilige Geest die hetzelfde zal doen. Eén woord daar tegen zal nimmer vergeven worden in deze wereld noch de komende wereld." Dus ziet u waar het ons plaatst? U begrijpt dat wel, niet waar, zuster? Wij allen.
148 Nu, ik zeg niet dat Hij het zal doen; ik vertrouw dat Hij het zal doen, omdat ik u niet ken en u mij niet kent, en hier staan wij vanavond. En als ik kracht had... Als u ziek bent en ik kracht had om u te genezen, zou ik het doen. Als ik anders vertelde, zou ik liegen. Het enige dat ik kan doen, is u vertellen wat het Woord zegt, dat u door Zijn striemen genezen werd. Dat is juist. U werd genezen.
Ik kan u nu wel vertellen dat de vrouw geen zondares is. Zij is een Christin. Ja. Zij heeft een fijne vibratie in haar geest. Zie? Zij is een Christin en zij lijdt aan gewrichtsontsteking. Dat is juist, is het niet? Ja zeker. En die operatie was een galblaas operatie. Toen u dat toen had, was u een beetje bang dat die operatie iets hiermee te maken had, en u bent sindsdien helemaal verontrust geweest. U hebt nu heel wat complicaties. Dat is juist. Nu, gelooft u dat God u zal genezen en u gezond zal maken? Loop gewoon het podium af en zeg: "Dank U, Here." Amen.
149 Hoe maakt u het, dame? Wij kennen elkaar niet, God kent ons beiden. Maar als God mij zal vertellen wat uw probleem is, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? Het is niet voor u; het is voor iemand anders: voor uw nicht. Ga, geloof. Gelooft u met heel uw hart? Heb slechts geloof; twijfel niet.
Kom nu. Nu, het is begonnen in het gehoor. Nu, uw geloof begint te rijzen. Ziet u, je kunt het voelen. Er begint iets te trekken. Ziet u? Alles... Ik kijk daar uit en het lijkt er op of de ruimte als een amber licht begint te draaien, weet u, als je zo rond kijkt.
Nu zegt u: "Broeder Branham, dat zou u toch niet beïnvloeden?" Als één kleine vrouw de zoom van Jezus' kleed aanraakte en de Zoon van God zwak deed worden wat zou het dan doen aan mij, een zondaar, gered door Zijn genade? Heb slechts geloof.
150 Wij zijn vreemden voor elkaar. Ik ken u niet. Maar als de Here Jezus aan mij zal openbaren wat uw probleem is, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? En gelooft u dat wat ik gezegd heb een bevestiging is van wat God beloofd heeft? Doet u dat? In orde. Uw probleem zit in uw zij. Dat is juist. U hebt een operatie gehad: "Kanker." U bent helemaal uitgeput geraakt. Dat is juist. U vraagt zich af wat er verkeerd is. Maar u zult nu gezond worden. Wel, God zegene u. Nu, als Hij u kan vertellen wat geweest is... Was dat waar? ["Ja."] Wel, als Hij u naar waarheid kan vertellen wat geweest is, dan is wat Hij in de toekomst zegt ook waar.
151 Hoe maakt u het? Hoe gaat het met u? Wij zijn vreemden voor elkaar. Ik ken u niet. Is het voor de jongen? Goed. Even een ogenblik. Nu, wees heel eerbiedig en geloof met geheel uw hart dat Jezus Christus dezelfde is gisteren, heden en voor immer. En Hij zal de rest ervan laten geschieden, als u Hem slechts geloven kunt.
U veegde uw ogen af, zuster, toen u bad. Maar de ingewandsziekte heeft u verlaten. Geloof nu slechts met uw gehele hart. Heb geloof. U voelt u al anders, is het niet? Als dat juist is, steek uw hand op zodat de mensen het kunnen zien. Ik wil u vragen, wie raakte de vrouw aan? Ze raakte mij nooit aan; zij is te ver weg. Zie? Maar zij raakte de Hogepriester aan, raakte de Hogepriester aan.
152 U bent bezorgd om de jongen. Een soort nier, blaas... Heeft uw man nog voor hem gebeden? Hij moet het wel, als een prediker. Hij zal in orde zijn. Maak u geen zorgen. Is Jezus niet dezelfde gisteren, vandaag en voor immer?
Ziet u dat Licht hangen boven de man die daar bidt? Deze hoofdpijnen zullen u verlaten en u zult nu in orde zijn. Twijfel niet, heb geloof. Het zal u allemaal verlaten. U bad dat Hij dat zou doen, was het niet zo? Dat is juist, u zei: "Here Jezus, laat broeder Branham mij roepen." Goed, is dat juist? Steek uw hand op. Het is allemaal weg.
153 Dat maakte dat de man achter u geloofde. Die kwaal in uw voeten zal u ook verlaten, broeder, als u... Hij kan astma ook genezen, is het niet, het gezond maken. Goed. Ga heen, geloof Hem met geheel uw hart. Heb... Twijfel niet. Geloof slechts met geheel uw hart.
Goed, gelooft u daar nu? Twijfel niet. Er gaat hier een vreemde geest rond. Ik vertrouw dat de Here Jezus het in orde zal maken. Goed. In orde. Ga nu door met te geloven, zuster.
Goed, kleine jongen. Voor hem? Wat zegt u? Ja, ga voorwaarts het zal hem verlaten. Hij zal in orde komen en gezond zijn. Goed.
Gelooft u zuster? De vrouwenkwaal zal in orde zijn. Geloof met geheel uw hart. Heb geloof nu.
Kom zuster. Gelooft u dat God een hartkwaal geneest? Hij kan ook de uwe genezen, is het niet? Begin dus gewoon te geloven.
154 Hoe maakt u het, meneer? Wilt u uw avondeten gaan eten? Ga door en eet het. God zegene u. Het is allemaal voorbij. De nerveuze maagkwaal is weg, het is allemaal voorbij. Heb slechts geloof, twijfel niet. Geloof met geheel uw hart.
U bent een grote, krachtig uitziende man die lijdt aan nervositeit. Maar dat is het. Het zal u nu verlaten. Ga, geloof met u gehele hart. Die man die er achter zit met die donkere schaduw boven hem en die jonge knaap die daar precies achter zit met epilepsie. Geloof je, zoon, dat God je gezond zal maken? Zul je het geloven? Goed. Heb geloof in God en het zal je verlaten. Halleluja. Geloof je? Amen.
155 Bidt voor een kleine jongen... Nee, die Mexicaanse vrouw bidt voor een zoon die kanker heeft, ongered. Als u zult geloven zal God ervoor zorgen. Heb geloof in God, twijfel niet.
Slijmbeursontsteking, gelooft u dat God zorg zal dragen voor deze slijmbeursontsteking? U die daar recht vóór de vrouw zit die de slijmbeursontsteking had, twee van u die er samen zitten, geloof met heel uw leven... met geheel uw hart en u kunt hebben wat gedaan moet worden. Geloof met heel uw hart.
Die jongen daar met epilepsie, geloof je dat God ervoor zal zorgen, die kleine persoon die zit aan de kant van die jongen die daar zit? Leg uw hand op hem, meneer, geloof met uw hele hart. In de Naam van Jezus Christus, kom uit van hem, Satan. Je kunt je niet verbergen. Satan kan nu niets verbergen.
156 De tegenwoordigheid van de Here is hier. Gelooft u met geheel uw hart? Is Jezus Christus dezelfde gisteren, vandaag en voor immer? Wat is het? Geloven. Handelen op Zijn Woord als u de wonderen wilt zien. Als God met ons is, waar zijn Zijn wonderen? Hier zijn zij. Amen. God is met ons. Amen. God is met ons. Hier is dat teken dat Hij leeft, hetzelfde als wat Hij deed voordat Hij stierf. Hij is voor altijd opgestaan.
Nu, bent u gelovigen? Steek uw hand omhoog. Oh. Leg uw handen op elkaar. Bid niet voor uzelf, bid voor de persoon naast u. Ga gewoon bidden. Bid: "Here God, genees deze persoon." De andere persoon... Dat is het; geloof nu.
157 O, Here God, Schepper van hemelen en aarde, in de Naam van de Here Jezus Christus vragen wij dat de kracht van God zich door dit gebouw zal bewegen als een machtig ruisende wind en dit hele huis zal vullen en dit volk zal vullen met de Heilige Geest van kracht om te geloven dat God nog leeft en regeert. Satan, kom uit deze plaats. Kom uit deze mensen. Ik bezweer je, in de Naam van de levende God. Amen.
158 Laat het houvast krijgen. Laat het inzinken. Geloof Hem. Hoe kan Hij falen? Hij kan niet falen. Als Hij hier op het podium kan staan en dat doen, hoeveel meer kan Hij voor u doen. "Broeder Branham, hoe doet u dat?" Dat is Zijn Woord. Dat is het Woord zelf, gemanifesteerd. Het Woord zal zich in u manifesteren als u het zult geloven. Neem de wolken van twijfel weg, de zon schijnt. De Z-o-o-n schijnt. Zijn kracht is hier in de ruimte om ieder van u gezond te maken. Amen.
Gelooft u het? Met geheel uw hart? Sta dan op in de Naam van Jezus Christus en neem het aan, in de Naam van Jezus Christus. Steek uw handen omhoog en prijs Hem. Geef Hem lofprijzing. In orde...?...