Verstand contra geloof
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Neville. De Here zegene u. Goedemorgen, goedemorgen. Broeder...
2 Goedemorgen vrienden. [Iemand zegt: "Goedemorgen, broeder Branham." – Vert] Ik ben blij weer in het huis des Heren te zijn!
3 Ik werd net enkele ogenblikken geleden naar achteren geroepen om voor een oude prediker te bidden. En hij was net buiten bewustzijn geweest. Men vond niets verkeerds bij hem; hij is gewoon een oude heilige van de Here. Op de weg hierheen probeerde Satan mij ook misselijk te maken en te doen braken. Ik zei: "Wij zullen gewoon voor elkaar moeten bidden." Dat is juist. Ja. Dus, het was broeder Coggings. Wij kennen hem hier heel goed bij de tabernakel. Hij komt uit Carolina. En hij is heel erg ziek geweest, gewoon gaan staan en bewusteloos raken. Maar er lijkt helemaal niets verkeerd met hem te zijn, niet fysiek; dus het is gewoon de duivel die hem probeert te verzoeken. Hij is een grote verleider en een goede ook.
4 U hebt het verhaal gehoord over de oude zuster die naar de kerk ging en die niets slechts over iemand wilde zeggen. Men zei: "Wat denkt u dan over de duivel?" Ze zei: "Wel, hij is een goede tegenstander!" En dat is hij.
5 Wij zijn blij deze morgen in het huis des Heren te zijn, deze week opnieuw, wachtend op de komst van de Here Jezus.
6 En ik zou deze morgen spreken over het onderwerp: Beschermd door het bloed; en het scheen alsof de Heilige Geest mijn gedachten daarover een beetje veranderde. En ik heb een ander onderwerp, van onderwijzing. Want daarna zei ik gisteravond: "Waarom zou Hij mijn gedachten veranderen over een onderwerp van dat type: Beschermd door het bloed?" U begrijpt wat de inhoud zou zijn. Israël onder het bloed, marcherend naar de belofte. Ziet u? En ik kan er misschien een andere keer over spreken.
7 Ik herinnerde mij dus een droom die ik hier niet lang geleden had. En in deze droom werd ik verondersteld voedsel op te slaan in de tabernakel, zie, hier in deze droom. Hoevelen herinneren het zich dat ik enkele weken geleden de droom had? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik kon er de uitleg niet van geven. En als het niet teveel tijd in beslag neemt, zal ik hem u gewoon vertellen, als u het zou willen horen. ["Amen."] Goed.
8 Ik droom zelden iets wat enige betekenis heeft. Gewoonlijk ga ik laat naar bed en dan word ik wakker. En als je nerveus bent of vermoeid, dan droom je, gaat dan slapen en droomt, wordt dan weer wakker. U weet hoe het is, een nerveus persoon zoals ik.
9 En ik was op stap met broeder Wood en broeder Sothmann en de Here had net de mensen gegeven... En dit was in Tucson, Arizona. En de Here gaf gewoon elke keer een perfecte uitleg over de dromen.
10 Nu, ziet u, wanneer iemand mij een droom vertelt, is de enige wijze dat ik de uitleg kan geven dat ik de droom opnieuw zie. En velen van u hier weten dat sommigen van u mij dingen vertellen, waarover u mij niet alles vertelde in de droom; maar als ik het opnieuw krijg, heb ik wat u niet vertelde. Zie? En dus moet u het opnieuw zien en dan vertelt Hij het u. Daarom is het soms scherp; soms is het hard, onaangenaam voor de persoon; maar u moet waarachtig zijn omdat het het Woord des Heren is. Zie. Omdat men dat verwacht. En het is nooit... De Heer is zo goed voor mij geweest om het altijd juist te laten zijn.
11 En die nacht viel ik in slaap en ik droomde zelf. En ik dacht dat ik bij een makker terug was waarmee ik jaren geleden placht te boksen. Velen van u oudgedienden...
12 Ik dacht net aan broeder Roy Slaughter, die daar bij de deur staat. Hij is bij ons geweest; ik denk dat hij ongeveer een van de oudste leden hier in de gemeente is. Broeder Slaughter is, denk ik, een van de oudste leden. En ik wil gewoon...
13 Terwijl ik zo over hem spreek; er zijn vele goede kanten aan Roy Slaughter, waarvan de mensen niets weten. Dat is waar. Hij is mijn broeder en ik geef hem liever nu een boeketje of een ruiker, dan een hele krans wanneer hij is gestorven. Dat is juist. Er zijn vele fijne kanten. Broeder Roy is een echte broeder voor mij geweest, hij en zijn gezin; ze wonen daarginds en hij werkte hard voor dat kleine gezin en voedde een fijn stel kinderen op. Ik kende al zijn meisjes en zijn jongens, en predikte op de begrafenis van zijn zoontje toen hij stierf.
14 En ik herinner mij dat wij hier op een keer een kerel hadden die aan het kerkgebouw werkte. En de... En hij werd verondersteld het te doen, als timmerman. En wij hadden niet veel geld en hij zou het interieur hier binnen maken. En iemand kwam langs die wilde werken, en hij deed het niet. En hij ging zitten en beweerde dat hij een half uur had gewerkt of zoiets, en dat hij zijn voet verwondde, en toen – net genoeg om een aanklacht tegen de kerk in te brengen – stelde hij ons aansprakelijk voor tienduizend dollar. Wel, wij hadden niets. Wij wisten er niets over tot zij reeds een vonnis hadden. Ziet u? Zij eisten een vergoeding. De man had geen verzekering en toen waren wij dus aansprakelijk. Wij hadden niets om te betalen.
15 En ik vergeet nooit de avond dat Roy, die daar achterin zit, in z'n zak tastte, een oude (excuseer mij, broeder Roy) haveloze portefeuille pakte, er wat cheques uithaalde die hij verdiend had met het ophalen van afval en dergelijke, en zei: "Wel, broeder Bill, ik zal dit erbij leggen."
16 De kleine oude Evelyna, zijn zus (zij zit hier nu waarschijnlijk ergens), zei: "Broeder Branham, mijn kleine oude huis is slechts driehonderd dollar waard, maar wij zullen dat erbij leggen." Zie? Dat is een onvervalst, echt materiaal, als u het mij vraagt. In mijn boek is dat echt.
17 Ik herinner mij dan een poosje later dat ik op mijn eerste samenkomst buiten was. Ik was te St. Louis, in een van mijn eerste, grote samenkomsten. En een telegram kwam binnen: "Mijn kleine meisje ligt op sterven. Broeder Slaughter. Kom onmiddellijk." Ik ging heen en begon mijn kleren in mijn koffer te doen. Dat was al wat er te doen was; ik kon hem gewoon niet afwijzen en daar gingen wij. Ik kwam thuis, ging de kamer binnen; de verpleegsters daar in het ziekenhuis, in het katholieke ziekenhuis in New Albany, hadden zijn kleine meisje opgegeven. En zodra wij de kamer binnen gingen genas de Here Jezus haar. Daar was zij, zie?
18 En zoals brood op het water zal het op een dag tot u terugkeren. Ik ben van mijn onderwerp af, maar ik ga terug naar het begin.
19 Ik bokste vroeger. En er was een man die hier bekend is in de stad – de arme kerel drinkt nu heel erg; een van zijn jongens is bij de politie – Smith, George Smith, ze noemen hem '6 seconden-Smith'. Hij ging mij trainen in het boksen, toen we... voordat de "Gouden handschoenen" begonnen. Wij waren hier buiten bij de overheid. En wel, hij was de ruwste persoon die ik ooit gezien heb. En hij sloeg mij gewoon en ik tuimelde gewoon door de lucht. En ik kwam terug en ik zei: "Je moet niet zo ruw zijn. Je slaat gewoon de adem uit mij weg."
20 Hij zei: "Ik zeg je, Billy, ongeacht hoe goed je getraind bent en hoeveel atletische ervaring je hebt en hoe sterk je bent voor je grootte of iets zoals dat, een slag stopt het bloed wanneer hij zo aankomt." [Broeder Branham klapt één keer in zijn handen – Vert] En hij zei: "Je mag mij nu haten, maar wanneer je daar zelf in de ring staat, zult je het waarderen. Je lichaam bouwt op om snel terug te komen. Als je geraakt wordt, dan zul je gewoon vallen en je zult daar liggen en uitgeteld worden. Maar als je lichaam opgebouwd is en de klappen kan weerstaan, wanneer dan een harde slag je treft, dan kom je snel terug, weer opnieuw op je voeten. Word je uit de ring geslagen, dan spring je er weer in." (Hij was doorgegaan, sloeg mij gewoon uit de ring.) Hij zei dus: "Je moet dat gewoon doen. Zie je?" En het leek erop alsof hij mij wou doden. Hij was ongeveer dertig of veertig pond zwaarder dan ik ooit was en hij was een bokser en ik was gewoon een leerling; hij doodde mij dus bijna. Hij zei: "Maar je zult het waarderen wanneer je in de ring komt." Ik ontdekte dat dat de waarheid was.
21 En ik heb gehoord van sergeanten in het leger die die jongens trainen, en ruw. Zij haatten die sergeant. Maar toen de strijd kwam, hadden zij hem lief vanwege die ruwe training.
22 Dat is de manier waarop ik geprobeerd heb Christenen te trainen. "Knip uw haar niet af, draag geen make-up, doe dit niet", het ruw brengend. U zult mij waarderen wanneer ik aan het eind van de weg kom. Zie? Training, zie, die training juist krijgend. Maar laten wij recht bij het Woord blijven. Het mag hard zijn, denominatieverschillen aan stukken hakken, maar u zult het waarderen wanneer u aan het eind van de weg komt. Zie? U hebt stand gehouden bij het Boek.
Dus mijn vrouw deed haar arm in de mijne en wij gingen er naartoe.
23 En George Smith (hij is nu denk ik een grijsaard, zeven, acht, of tien jaar ouder dan ik) stond weer in de ring en vocht een eind weg. En deze jonge kerels die opkwamen, grote breedgeschouderde jongens, konden zich helemaal niet met hem meten. Ze werden gewoon... Hij versloeg ze gewoon in een oogwenk. En een jonge kerel zei: "Ik kan die oude man aan; ik weet dat ik het kan." Dus hij, een grote atletische knaap, sprong daar in de ring; hij hield het geen halve minuut uit. Hij kwam er weer uit en zei: "Ik weet niet waar het vandaan komt, maar hij is zeker een man."
24 En op dat moment keek ik naar mijn vrouw in de droom en ik zei: "Vrouw, weet je, hij gaf mij mijn eerste training."
25 En toen (weet u, dromen zijn vreemd) kwam ik bij een grote zee en het water was echt ruw. En de bootverhuurder... (Nu, Meda, mijn vrouw, was toen niet bij mij.) En hierin kwam de bootverhuurder naar mij toe en hij overhandigde mij een kleine kano van ongeveer 75 à 90 centimeter lang. Hij was erg wit, gewoon van plastic, en wit. Hij zei: "Hier is uw boot."
"O," zei ik, "ik zou daar niet in kunnen overvaren."
26 En hij zei: "Wel, hij zal tachtig kilometer per uur lopen, zo heen en weer."
27 Ik zei: "Hij kan het misschien langs de kust heen en weer, maar hij zal het daar buiten niet redden. Zie?" zei ik.
28 Hij zei: "Wel, ga met hen mee." En ik keek, en daar zaten broeder Wood en broeder Fred Sothmann, de twee broeders die bij mij waren op de avond dat ik de droom droomde. En zij zaten in een groene kano met een hoop uitrusting erin, kampeeruitrusting, tenten, enzovoort. En zij zaten daar. Hij zei: "Ga met hen mee."
29 Ik zei: "Zij zijn zelfs geen schippers." Ik zei: "Ik weet dat." Ik zei: "Ik ben een schipper en ik weet hoe ik met de kano om moet gaan, maar", zei ik, "zij niet. Zij zouden het niet kunnen halen. Ik zou zo hoe dan ook niet willen gaan."
30 "Wel," zei hij, "zij hebben u lief." En zei: "Waarom gaat u niet hiernaar terug en slaat voedsel op?"
31 Ik ging dus terug en de kleine plaats waar wij heen waren geweest (een plaats, Klondike genaamd, ongeveer 65 kilometer van elke beschaving, één kleine winkel voor de ranchers en zo) het zag eruit alsof het te Klondike was; en het draaide erop uit dat het deze tabernakel was. En ik stond hier precies en ik sloeg grote hoeveelheden in van het fijnste voedsel dat ik ooit zag: radijzen die er negentig centimeter lang uitzagen en koolrapen en groenten en aardappelen en alles.
32 Hij zei: "Sla er veel van in." Zie? En ik stond daar gewoon in te slaan.
33 En ik werd wakker. Ik kon het niet begrijpen; ik dacht dat het gewoon een droom was en ging voort. Het maakte broeder Wood en velen van hen bezorgd. Dus hier kwam de uitleg. Ik moest wachten, juist zoals ik u vele malen gezegd heb. Dingen moeten gebeuren voor u het kunt; bepaalde dingen die het in lijn brengen. Hier was de uitleg. Zij...
34 Wij hadden verwacht dat we overzee zouden gaan. Broeder Miner Arganbright, een boezemvriend van mij, zou de kosten van mij en mijn vrouw betalen om Palestina rond te reizen. En wij zouden naar Zwitserland gaan en voorts naar Afrika voor een campagne in juni. En mijn vrouw en Rebekah en zo, waren zeker opgewonden, te weten dat zij door Duitsland en Engeland, Frankrijk en Palestina zouden komen. Zij moesten daar wachten tot ik de Afrika-campagne gehad had en ik zou hen op de weg terug oppikken. En zij waren allen in grote verwachting. U hebt mij horen zeggen: "Zo de Here wil", altijd "zo de Here wil", "ben ik van plan die campagne overzee te ondernemen. Ik weet het nog niet precies." Ik wachtte er dus op.
35 Maar hier is was wat het was: deze meneer Smith, George Smith (dat was mijn eerste trainer en hij was veel te sterk voor één van de jonge mensen die er in het land waren vandaag, in zijn vechtsport), dat was mijn eerste training in de gebedsrij. Zie?
36 Vele keren laat ik de mensen komen, daar zijn visioenen; ik wacht. Ja! Deze, een visioen; die, een visioen. Het werkte nooit precies goed. Nu, toen ik eerst begon, liet ik nooit een persoon... Tenzij ik iets vond in de gebedsrij wat niet precies juist was en Hij mij Zelf stopte, zie, en mij erover vertelde, zou ik doorgaan met voor de zieken te bidden. En, my, de resultaten waren honderdvoudig omdat ik op die wijze voor vier- of vijfhonderd op één avond kon bidden. Op deze wijze voor misschien maar voor vijfentwintig of dertig mensen, misschien nog niet eens. Misschien tien of vijftien visioenen, en ik ben... je moest me bijna wegbrengen.
37 Om terug te gaan naar diezelfde zaak, zie, terug naar mijn eerste training. Alles bij elkaar, is er niets op het veld dat het ooit kon of kan evenaren, zie, omdat het het Woord is. Het is niet een bepaalde denominatie; het is het Woord. Zie?
38 En dan, daar... dan merkt u het volgende deel op, daarna. Meda verdween uit de droom. Toen ik bij de zee kwam; dat was dat wij overzee gingen.
39 Nu, broeder Arganbright belde mij onlangs 's avonds op, helemaal opgewonden, en zei: "Broeder Branham, het zal één geweldige vakantie zijn. Broeder Shakarian heeft een hartaanval gehad, daarom zijn de samenkomsten overzee geannuleerd." Wat Zwitserland betreft wilde hij dat ik voor één avond daar naartoe zou gaan; en wij zouden deze ene avondsamenkomst hebben en de rest ervan zou allemaal vakantie zijn, gewoon rondzwerven door het land. O, het... wat heel mooi is; broeder Arganbright is gewoon een allerbeste Christen en een boezemvriend van mij en mijn gezin.
40 Maar ziet u, de kleine, witte, plastic kano waarin hij wilde dat ik ging, was het Woord van God; en er is niet genoeg prediking in om mij overzee te roepen. Ik zei: "Huh-uh, dat niet. Slechts daarvoor? Huh-uh."
Hij zei: "Ga dan, ga met hen, zoals zij gaan."
41 Ik zei: "Zij zijn geen bootslui, predikers. Ik ben een prediker. Als zij gingen, zou het allemaal vakantie zijn, met hun kampeeruitrusting erin." Maar ik wilde het niet doen; ik wees het af. Daar was dus de uitleg van de droom. Zie?
42 Vervolgens belde meneer Arganbright mij enkele avonden geleden op en vertelde mij dat de... Natuurlijk hoorden wij dat de samenkomsten overzee geannuleerd waren vanwege broeder Shakarian. En dan is er geen... Daar, die ene in Zwitserland, ik had maar één avond. En ik...
43 Meda moest mij eerst zeggen dat zij niet wilde gaan. Dus ik belde haar enkele avonden geleden vanuit Florida of Georgia op. En ik zei tegen haar: "Broeder Arganbright heeft gebeld en gezegd dat wij 20 mei moeten vertrekken."
44 Zij zei: "Dat is uitgesloten. Dat is uitgesloten." Zie? "De kinderen hebben dan net hun examen. Ik kan niet gaan." Zie, zij moest het zelf afwijzen, omdat zij degene was die erin begrepen was. Het was haar vakantie. En daar was het.
45 Zelfs dromen, alles is met een bedoeling. Alles heeft ergens iets. Dus, dromen hebben uitleggingen.
46 Nu, ik kom erop terug... Ik kan het wel zeggen, opdat u het zult begrijpen, en dit wordt op de band opgenomen. Op weg naar huis...
47 Vlak voor ik daarheen ging, hoevelen herinneren zich dat ik het hier herhaalde, dat er een stem tot mij kwam in de kamer, op een morgen na een visioen, die vertelde over de slang en dat hij gebonden was en nergens voor te vrezen? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Hij zei: "Vrees niet. Heb Ik niet bewezen met u te zijn waar u ook heengaat? Heb Ik niet bewezen met u te zijn op uw jachttochten?" Herinnert u zich dat ik erover vertelde wat ik zou krijgen, voor ik vertrok, en dat alles? ["Amen."] Zie? Hij zei: "Heb Ik niet bewezen met u te zijn?" Toen kwam er een heel lieflijke stem die zei: "De nimmer falende tegenwoordigheid van Jezus Christus is met u waarheen u ook gaat." En daardoor weet ik dat wij ons naar iets toe bewegen; ik weet niet wat het is; ik kan het niet zeggen.
48 Onlangs toen ik 's avonds thuiskwam, of tijdens de dag, of net voor ik thuiskwam, kreeg ik een visioen. En ik zag enkele kleine knapen, mager, ze zagen eruit als jongens of zoiets, ze hadden petten op. En wij stonden te jagen. En ik had een enorm grote, bruine beer geschoten. En toen draaiden zij zich om en zeiden tegen mij: "Maar er is wat verwarring over de samenkomst."
49 En ik zei: "Ongeacht wat de verwarring is, indien ik verondersteld werd te gaan, waarheen dan ook, zal ik hoe dan ook gaan, zie. Het doet er niet toe." En het visioen stopte. Ik weet niet wat dat betekent, maar dit wordt op de band opgenomen. Het zal gebeuren. Zie? Herinner u, het zal gebeuren; het is een visioen.
50 Nu, volgende week zondag zal ik in Tennessee zijn, zo de Here wil, volgende week zaterdagavond en zondag, bij broeder M.E. Littlefield, in, o, dat hoofdkwartier van de Church of God daar in Cleveland, Tennessee; broeder M.E. Littlefield, in zijn kerk (degene die ik voor hem opdroeg, twee of drie jaar geleden) in Cleveland, Tennessee, volgende week zaterdagavond en zondagmorgen. Zondag zal het alleen de zondagmorgendienst zijn. Dat zal mij tijd geven om mijn gezin met mij mee te nemen en terug te komen. Ik beloofde hem te komen en opnieuw in zijn gemeente te prediken. Dat is volgende week zondag.
51 Dan, de daarop volgende zondag, zal broeder Arganbright hier zijn met broeder Rowe, die diplomaat uit Washington, die gediend heeft onder drie of vier presidenten. Zij zullen hier zijn op die zondag, met een nieuwe film. Ik wil dat zo mogelijk iedereen hier probeert te zijn voor die tijd. Ik wil hier zelf ook zijn.
52 De volgende zondag is Pasen. Wij verwachten hier een grote samenkomst met Pasen. Zo de Here wil, wil ik op Paaszondag hier zijn om... En wij hebben een zonsopgangssamenkomst, zoals gewoonlijk. De doop, u allen die gedoopt zult worden in de Naam van onze Here Jezus: Wees hier op die zondag. En er wordt verwacht of er is over gesproken, een poosje geleden, dat als wij niet voldoende plaats hebben, wij de "Boys Club" mogen gebruiken (zevenhonderd of achthonderd zitplaatsen, hier vlakbij om de hoek), een nieuwe club hier vlak om de hoek, om dan hierheen terug te komen voor de doopdienst, en dan weer daarheen te gaan, zodat iedereen een comfortabele zitplaats kan hebben op Paasmorgen. Wij zullen proberen deze week te gaan kijken om te zien of het kan.
53 De volgende dienst begint dan op... Ik vertrek hier op de vijfentwintigste of zesentwintigste van de maand en dan de zevende... de zesde, zevende, achtste, en negende, en de tiende, ben ik ver weg op Victoria Island, daarginds onder enkele Indianen, waar je alleen met een boot kunt komen.
54 Een kleine zendingsvriend van mij, een broeder... Ik was met hem op een jachttrip verleden herfst; uit een lieflijk thuis, hij en zijn vrouw. En zijn armen en alles zijn rauw op verschillende plaatsen. Wel, dat is wat dat was; het was van vlooien, wandluizen en zo, ziet u, omdat zij daar buiten leefden waar zij in alles moeten leven onder die Indianen. Hij had sommigen van hen naar de samenkomst gebracht, het opperhoofd. Zij zijn nagenoeg allen katholiek. En de Heilige Geest ging daar doorheen en pikte dat opperhoofd en al degenen met hem eruit en genas terstond iedereen van hen in de daar samenkomst. Zij zetten eenvoudig die hele kust in vuur en vlam, terwijl ze heen en weer gingen met hun boten. Zij zijn beroepsvissers, die langs de kust heen en weer varen. En broeder Eddie is mij aan het bellen, en ik heb een klein gevoelen om te gaan, zie, om daarheen te gaan.
55 En dan vertrekken wij vandaar een dagreis verder en hebben twee of drie avonden in Ford St. John. Dat is helemaal boven aan de Alaska snelweg. En twee avonden daar.
56 Dan, op weg naar huis, en de... Ik geloof dat het op 7, 8, 9 en 10 juni is. Nu, hier is een plaats waar u allemaal naartoe zou kunnen gaan, naar deze samenkomsten hier, die in Southern Pines zullen zijn. U kent de broeder die hier niet lang geleden zo'n aardig verslag gaf. Tussen haakjes, hij zond mij nog meer tijdschriften. Ik had ze mee moeten brengen. Ik zal ze hier volgende week zondag hebben, zo de Here wil. En dat is te Southern Pines, zo'n zes of acht uur rijden hier vandaan, Southern Pines, North Carolina. Of is dat South Carolina? North Carolina, ja! Dat is juist. Dan vertrekken we daar op de tiende.
57 En op de elfde en twaalfde zijn we bij broeder Bigby in Columbia, South Carolina. En dat is de man, de Presbyteriaan, die het artikel schreef. En wat mij betreft, het trof mij meer dan iets anders dan er ooit over mij geschreven werd. Hij was een Presbyteriaan, doctor in de godgeleerdheid, en hij kwam in Chicago en schreef het artikel. Over... Ik ben nu vergeten wat het was. Het was echt fijn; ik heb het ergens in een tijdschrift. Iets over "een Presbyteriaan die een ontmoeting met Pinksteren heeft", of zoiets als dat, "pinksterprofeet tot een Presbyteriaans", zoiets. En ik zal bij hem zijn.
58 Dan, gisteravond, belden wij broeder Roy Borders, die al aan de Westkust is. En er zijn daar sommige mensen die wel vijfendertig à veertig kerken ertoe gekregen hebben samen te werken in samenkomsten te Sedalia, Californië en ginds in Grass City, en van daaruit... of Grass Valley, liever gezegd. En van daaruit verder naar Oregon, en hogerop naar Washington.
59 En broeder Arganbright die binnenkomt... we zijn nu bezig te plannen of we de laatste week van juli in Anchorage, Alaska, kunnen zijn, om daar een afdeling van de 'Christen Zakenlieden' te organiseren, volgend op een opwekking van zes of acht dagen die ik daar in het harde, ruwe Alaska hoop te hebben. U weet hoe het is, alleen goudzoekers en mijnwerkers; en ham en eieren kost ongeveer $3,50 per bord. Het is echt een ruwe plaats, maar zij hebben het Evangelie nodig.
60 Nu, wat ik van plan ben, is deze dingen die ik hier leer, dit voedsel op te slaan en uit te brengen. Ik wil nu gaan. Ik heb geen definitieve leiding naar enige plaats, maar ik zal ergens zaden zaaien, ergens door gezonden, begonnen.
61 Mijn vrouw (zij is hier ergens) kreeg onlangs een brief van een dame uit Illinois. Het zette de ziel van mijn hart gewoon in vuur en vlam. Deze dame schreef: "Zuster Branham, u hebt ongetwijfeld heel wat keren heel wat moeten doormaken, al die jaren sinds u gehuwd bent, als broeder Branham weg is en u die kinderen hebt. De kinderen roepen natuurlijk om hun vader, enzovoort. Ik weet wat u bedoelt, omdat ik zelf een lieflijke echtgenoot heb. Maar, ik zal u mijn toestand vertellen."
62 Ze zei: "Ik heb in de afgelopen vier jaar vier grote operaties gehad. Ik nam ongeveer vijftien of zestien kalmeringstabletten per dag. Ik nam drie verschillende Lextron injecties, enzovoort, per week." En ze zei: "Ik gebruikte een hoop slaaptabletten als laatste middel, om de zenuwen tot rust te brengen. En die injecties, en ik nam zoveel als twee dubbele slaaptabletten per nacht en kon niet slapen." En ze zei: "Mijn dokter heeft mij gezegd dat ik naar een psychiatrische inrichting zou moeten gaan, voor ik niet meer terug zou kunnen keren. Dan zou er misschien hoop zijn dat zij mijn verstand konden redden." En zei: "En er was nergens iets op medisch gebied dat bij mij aansloeg."
63 En ze zei: "Ik was van plan zelfmoord te plegen, om mijn lieflijke man en mijn dochtertje te verlaten." Ze zei: "Wij wonen in Kansas. Ik houd ervan, omdat ik het graan zie rijpen en denk aan de oogst."
64 Ik geloof dat zij een Methodiste was. En zei dat... En toen zagen ze in een krant in het Methodistencollege in Bloomington, Illinois, dat ik daar zou zijn, elf maanden geleden. Velen van u herinneren zich de samenkomst te Bloomington; u was daar.
65 En zij zei: "Mijn man haalde mij op met enkele vrienden en ging op weg; de Here wist dat ik het geen dag meer kon volhouden." Zij was zo ver heen. En ze zei: "Ik was de eerste persoon; uw zoon, Billy Paul, gaf mij een kaart. En die avond toen uw man de nummers afriep, was ik de eerste in de rij om voor gebeden te worden. Zodra ik op het podium kwam, vertelde hij mij over mijn leven en zei mij wat ik gedaan had en alles erover en zei: ZO SPREEKT DE HERE, het is voorbij." Ze zei: "Sinds diezelfde minuut heb ik nooit meer één pijntje gehad. Ik woog nog zo'n vijfendertig kilo, ik weeg nu ongeveer tachtig kilo. Zuster Branham, wanneer u eenzaam bent, weet ik hoe u zich voelt, uw man delend met de wereld, en dergelijke, maar bedenk slechts dat een kleine huisvrouw uit Kansas vandaag vrij is, omdat hij bereid was de Here te gehoorzamen."
66 Ik toonde hem aan Billy. Ik zei: "Billy, ik wil dat je dit naar dat Methodistencollege stuurt."
Hij strekte zijn hand uit en ik kreeg nog een berg en hij zei: "Lees enkele van deze."
67 Ik zei: "Ik weet het, ik weet dat zij wonderbaar zijn, maar deze ene is genoeg. Deze is juist, precies op z'n plaats."
68 Hoorde u dat? "Onrein! Onrein!" De boze geesten dreven hem, zie, gewoon buiten zijn verstand de graven in. "Toen Jezus kwam, bevrijdde Hij de gevangenen." En Jezus is het Woord. Dus, neem het Woord, en het zal de gevangene bevrijden.
69 Hier ben ik aan het praten, mijn tijd nemend, en uw tijd nemend, en er is zoveel te zeggen.
Laten wij onze hoofden buigen.
70 Heer, als stervelingen, weten wij dat wij niet al teveel tijd meer hebben om te spreken. Wanneer ik uitkijk over deze kleine groep pelgrims met hongerige harten, die van het veld komen, van het boeren, sommigen zijn van de openbare werken gekomen, van het werk. En sommigen reden over de bergen, de woestijnen en velden en moerassen om zich hier te verzamelen en dan te moeten staan. Maar zij zijn pelgrims. Zij behoren niet tot deze wereld; zij zijn hier alleen als getuigen, als lichten die op een heuvel gezet zijn, die licht geven in de gemeenschap waarin zij leven. En dan, wanneer zij samenkomen om zich opnieuw toe te wijden en opgeladen te worden met het Woord, staan zij met kramp in hun benen, zowel ouderen als jongeren.
71 En zij hebben U lief, Heer; dat is waarom zij hier zijn. Iedereen weet dat iemand niet zou komen en zoveel kilometers zou rijden, en langs de muren staan, leunend en met kramp in z'n benen, alleen om gezien te worden. En met deze groep, Here, zijn wij arme mensen. Wij komen niet in verfijnde kleren; wij komen hier om U te aanbidden. Eén doel in ons hart, één objectief en één motief, dat bent U, Heer.
72 Ik bid, God, dat U hen rijkelijk zult willen belonen. Moge er niet één zijn die door deze deuren vandaag gaat dan dat hij eeuwig leven zal hebben. "Dan zullen de moeiten van de weg niets lijken, als wij aan het einde van de weg komen." Als ze ziek zijn, genees hen, Here.
73 En nu, wij hebben gesproken van andere samenkomsten, Here, of zonder het definitief te weten, dan zal ik gaan, als het Uw wil is, om gewoon de zaden te verspreiden. Zij zullen opkomen als zij op de juiste grond vallen. Ik bid Heer, dat U ze naar die juiste grond zult leiden.
74 Op het podium, of de kansel, zou ik moeten zeggen, liggen hier vanmorgen zakdoeken, kleine pakjes. Het betekent dat de mensen ziek en behoeftig zijn. O God des hemels, Die Christus uit de dood opwekte en Hem aan ons voorgesteld heeft in deze laatste dag in de vorm van de Heilige Geest, moge Hij, Die alomtegenwoordig is, neerkijken, alwetend, Die alle dingen weet, almachtig, volkomen in kracht, en waken over deze kleine pakketjes; en mogen zij, wanneer zij de zieken en aangevochtenen aanraken, moge de Heilige Geest dat gebed levend maken in de oren van God en mogen zij onmiddellijk genezen worden.
75 Here, denk aan die arme kleine vrouw; ik citeerde net haar getuigenis: "Daarginds in Kansas vandaag, blij, geen pijn; geen dokter kan iets verkeerds bij haar vinden, geen pijnen meer, geen kalmerende middelen meer, geen slaappillen meer; zij slaapt goed en gezond; alles is in orde." O Here, waarlijk, wanneer U komt, dan is alles in orde. Wij danken U daarvoor.
76 Nu Vader, terwijl wij overgaan tot het Woord, zegen Uw Woord. Moge het niet ledig tot U terugkeren, maar moge het datgene volvoeren waartoe het bedoeld en opgedragen is. In Jezus' Naam vragen wij het. Amen.
77 Nu, kunt u het allemaal goed horen, iedereen? Helemaal achterin, is het in orde? Wat is het beste? Als ik zo spreek of zo? Hier? Is deze kant hier beter? Is dat beter voor u allemaal daar achteraan? In orde, ik zal deze dan hier gewoon wat hierheen trekken.
78 Vorige week zondag was ik een beetje laat. Ik had een nogal lange dienst. Ik doe dat niet graag. En het stoort mij niets als af en toe iemand die zit en degenen ziet die staan, van plaats zou willen verwisselen voor een poosje om hen te laten rusten; het zou een zeer fijne Christelijke daad zijn. En nu, met Pasen kunnen wij misschien een andere zaal hebben om de hoofddienst te houden.
79 Nu, wij willen deze morgen... Allemaal, u, soldaten, pak uw Zwaard nu en wij zullen de oorlog verklaren aan de vijand. Vroeger zongen wij een liedje, weet u:
De strijd is bezig, o Christensoldaat
Van aangezicht tot aangezicht in strenge slagorde (u hebt het lied gehoord)
Wapenuitrustingen glanzen, kleuren wapperen
De goeden en bozen zijn vandaag in gevecht! (Ziet u? Dat is juist)
De strijd is bezig, maar wees niet zwak;
Wees sterk en houd vast in Zijn macht;
Als God voor ons is, Zijn banier over ons
Zullen wij uiteindelijk het overwinningslied zingen! (Dat is juist.)
80 Wij zullen nu eerst de Schrift lezen, uit Johannes 10, de eerste vijf verzen.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die niet ingaat door de deur in de stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar.
Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen.
Hem doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit.
En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, aangezien zij zijn stem kennen.
Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vluchten, omdat zij de stem der vreemden niet kennen.
81 Nu, het onderwerp dat ik deze morgen gekozen heb om een poosje over te leren is 'Verstand contra geloof', verstand contra geloof.
82 Nu, er zijn slechts twee bronnen, of twee bronnen waardoor wij moeten leven. Wist u dat? Nu, wij...
83 Nu, ik heb hier veel Schriftplaatsen opgeschreven en ik wil dat u... Wij zullen er waarschijnlijk naar verwijzen naarmate wij verder gaan. En ik zal proberen zo vlug mogelijk uit te gaan en niet te proberen... Leg het gewoon uit, zodat u het van daar af kunt nemen. Zie?
84 Maar er zijn slechts twee bronnen waaruit wij ons leven kunnen trekken. En de ene is verstand en de andere is geloof. En als wij bedenken wat verstand produceert en dan wat geloof voortbrengt... Maar naar die twee bronnen zullen wij deze morgen teruggaan, en ze doornemen als zondagsschoolles, en ze vanuit de Bijbel naar voren brengen; en tonen wat ze zijn en wat ze zullen doen en wat ze hebben gedaan, met de hulp des Heren.
85 Nu, geloof en verstand. Nu, om te beginnen zullen wij opmerken dat wij in Genesis, het eerste hoofdstuk, vinden dat "geloof" werd geïntroduceerd en dat "verstand" werd geïntroduceerd. En vandaag worden deze twee bronnen nog steeds geïntroduceerd aan het menselijke ras. Wij ontdekken dat God de Auteur van geloof was, om te geloven, opdat de mensen zouden geloven en Zijn Woord zouden vertrouwen; en Satan is de auteur van verstand, die probeert de mensen ertoe te krijgen zijn wijsheid te accepteren en hen weg te trekken van het geloof dat in Gods Woord is. Die twee bronnen.
86 Wij vinden het zo vreemd dat Genesis, dit zaadhoofdstuk, op die manier aanvangt. En wij zien dat alle dingen die wij vandaag hebben oorspronkelijk in Genesis begonnen omdat het woord Genesis "het begin" betekent. En als wij deze dingen zien, die wij vandaag hebben, de wijze waarop zij zijn, dan moeten zij ergens een begin hebben gehad. U moet alles naspeuren tot een begin.
87 En hier is een kleine gedachte voor u: alles wat een begin heeft, heeft een einde; maar het zijn de dingen die geen begin hebben die niet eindigen, de enige dingen die eeuwig zijn.
88 Daarom zou ik graag de vraag willen stellen: Hoe zouden wij ooit iets zinnigs kunnen maken van het woord van het "eeuwige Zoonschap" van God? Als Hij een zoon was, had Hij een begin. Als Hij "eeuwige Zoon" was, hoe zou Hij een Zoon kunnen zijn en eeuwig? Want 'zoon' is het product van iets. Maar als Hij... Hij zou geen "eeuwige Zoon" kunnen zijn. Zoiets bestaat niet: "eeuwige Zoon van God". Want als Hij nooit een begin had, kan Hij niets anders dan eeuwig zijn. Maar als Hij een zoon was, had Hij een begin; Hij kan dus geen "eeuwige Zoon" zijn.
89 Het was de eeuwige God gemanifesteerd in een Zoon! Uh-huh. Zie? Eeuwige God omdat God het enige is wat eeuwig is.
90 En de enige manier dat wij ooit kunnen leven is omdat wij eeuwig leven hebben. Dit lichaam sterft, al onze delen sterven; maar het deel dat eeuwig is, is God en kan niet sterven. Nu, nu, het Woord, de Bijbel is eeuwig, omdat het God in woordvorm is. En wat in God was, in Zijn gedachten, voor er enig gesproken Woord was, dat was God. Ziet u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het was God. Daarom, wij die voorbestemd zijn... ik zeg "wij", vertrouwend dat ik samen met u ben die voorbestemd werd; dat waren de dingen die bij God waren in eeuwigheid.
91 En dan, als u een wedergeboren kind van God bent, bent u... en de Heilige Geest in u hebt, bent u de manifestaties van Gods gesproken Woord, voor het een Woord was. Het moet een gedachte zijn voor het een woord kan zijn. Een woord is een gesproken gedachte. En de gedachten waren in God, en dan waren wij in God in eeuwigheid, en wij werden door het Woord in bestaan gesproken. O, wat een... Door welk Woord? Dit Woord, Gods Woord.
92 Nu, God is de Auteur van geloof. Satan is de auteur van verstand. Want God gaf Zijn eerste kinderen Zijn Woord, en zei hun dat zij dit moesten geloven; en Hij stelde een dood, afscheiding, straf, in, indien zij faalden het te geloven.
93 En Satan komt langs en probeert Eva wijsheid aan te bieden: "Je zult verstandig zijn, kennende goed en kwaad, zoals God." Nu, zie, om mee te beginnen ziet u heel snel dat verstand van de duivel komt. Dat is vreemd, nietwaar? Maar het zijn waarheden. Verstand komt van de duivel; hij is de auteur van verstandelijke wijsheid.
94 Nu, natuurlijk is alles wat de duivel heeft een verdraaiing van het originele. Zonde is een verdraaiing, een verdraaiing van rechtvaardigheid. Overspel is de verdraaiing van een wettige handeling. Een leugen is de verdraaiing van de waarheid.
95 En dus is de wijsheid waarvan ik wil dat u de uitleg krijgt, voor wij beginnen... Er is een wijsheid van God. De wijsheid van God is bij Zijn Woord blijven, maar Satan in zijn wijsheid probeerde het Woord te verdraaien, dat is dus de verstandswijsheid waarover ik spreek.
96 Er is een zekere hoeveelheid geloof die met Satan meegaat. Teneinde Satan te accepteren moet u Satan geloven. Er is dus een verdraaid geloof voor een verdraaid iets. En iets wat zou proberen het Woord van God te verdraaien om het iets te doen zeggen wat het niet zegt, is de verkeerde geest, ziet u, verstand aanbiedend tegenover Gods wijsheid. Wij zullen er dus naar verwijzen als verstand en niet Satans geloof.
97 Veel van die mensen die dat geloven zijn oprecht en geloven gewoon met al het geloof dat zij hebben dat zij gelijk hebben. Zie? U moet opletten; de zaak heeft twee kanten. Maar hij... Zij zijn... De enige manier om zeker te zijn is terug te komen tot het oorspronkelijke Woord. Daar is alles op gebaseerd, op het Woord.
98 Nu, wij vinden dat deze twee groepen of bronnen zijn: de ene is verstand en de andere is geloof. En deze hebben tegenover elkaar gestaan sinds de schepping in de hof van Eden.
Nu, er zijn kinderen aan beide zijden.
99 Nu, wat is het verstand waarover wij spreken? Iets wat het er niet mee eens zal zijn dat heel dit Woord de Waarheid is. Het is iets wat van de Waarheid zal afnemen, zichzelf voordoend als een hogere kennis, meer wijsheid. En als dat soort wijsheid van Satan komt, dan leven zijn kinderen door die wijsheid.
100 En als het geloof van God door God komt, en God is Woord, dan leven Gods kinderen op geloof. Zegt de Bijbel: "De rechtvaardigen leven door verstand"? [Samenkomst antwoordt: "Nee." – Vert] Geloof! "De rechtvaardige zal leven door geloof", niet wat hij kan leren, maar wat hij kan geloven. In orde.
101 Nu, wij ontdekken... Laten wij eerst verstand nemen. Verstand heeft "redenering". Geloof heeft geen redenering, maar verstand heeft wel redeneringen. Laten wij het gewoon opslaan in de Bijbel en laten wij naar Genesis gaan, het derde hoofdstuk van Genesis, en dit gewoon onderwijzen.
102 Nu, wat proberen wij deze morgen te doen? Opvolgen wat de Here zei: "Voedsel opslaan." U zult het een dezer dagen nodig hebben. "Voedsel opslaan!"
103 Nu, Genesis 3:1. Laten wij nu lezen. Zie hoe verstand redeneringen heeft.
De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, dat de HEERE God gemaakt had; en hij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft:... (gelovig, het Woord citerend) Gij zult niet eten van alle boom van deze hof?
En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen van deze hof zullen wij eten;
Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten,... (het Woord citerend) noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.
104 Nu, geloof houdt daaraan vast. Zie? Nu, let op!
Toen zeide de slang tot de vrouw: Gij zult de dood niet sterven;
105 Een redenatie, redeneringen: "God is te goed; God is te genadig; Hij heeft u teveel lief." U hoort diezelfde oude duivel vandaag. "God is te goed om dit te doen. God zal dit niet doen. God zal niet straffen." Hij zal gewoon precies doen wat Zijn Woord zei dat Hij zou doen. Zie?
106 "Gij zult de dood niet sterven." Ziet u? Wat probeert hij te doen? Haar ertoe te krijgen met hem te redeneren. Zodra u redeneert over Gods Woord, verliest u geloof. Zie? Heb geen ja maar's, misschien, blijf er gewoon bij. Zie? Eva had de juiste benadering, maar zij luisterde naar zijn redeneringen.
107 Er zijn gewoon zoveel mensen vandaag die de juiste kennis hebben, die weten dat dit Woord Gods Woord moet zijn, en dat het Gods Woord is; maar zij staan stil en laten de een of andere seminariegeleerde hen eruit redeneren, weg van de Heilige Geest, weg van de dingen van God. "Redeneringen; die moeten wij terneer werpen."
108 Nu, het vierde vers. Ik zal u vertellen waarom Satan het zei. Ik zal het vierde vers eerst lezen, dan het vijfde.
Toen zeide de slang tot de vrouw: Gij zult de dood niet sterven;
Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.
109 Ziet u? Hij gaf haar een reden. "Zou u niet aan God gelijk willen zijn? Neem..." Met andere woorden: "Wilt u echt met God in orde zijn, neem mijn raad aan. Luister naar mij; God bedoelt dat niet. Nee."
110 Wanneer u dat hoort, ga erbij vandaan. Dat is juist. Dat is het gesis van de slang. Het klinkt redelijk, maar redeneer helemaal niet; geloof gewoon wat God zei. Nu, toen de...
En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijs,...
111 Ziet u wat het was? Zijn redeneringen brachten haar ertoe te weten dat het juist was, dat het waar was.
... en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was...
112 "Om geloof te geven"? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert]
... om kennis te geven, verstandig te maken;...
113 (Ziet u wat het was? Satan die kennis aanbiedt, kennis die in tegenspraak was met het Woord, iets om iemand verstandig te maken.)
... en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.
Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten.
114 Nu, waar begon het mee? Redenering. Ziet u? Geloof heeft geen redenering. U redeneert helemaal niet; u gelooft. Wanneer er voor u gebeden wordt en u accepteert Gods Woord voor genezing, redeneer niet met uw gevoelens. Redeneer met niets anders. Er is geen beredeneren van; God zei het en dat maakt het vast.
115 O, wat zou ik hier graag enkele minuten stoppen en daarop ingaan, en er een tekst uit nemen. Ik kan het niet doen en ook nog prediken over deze ongeveer veertig of vijftig teksten die ik hier heb opgeschreven. Maar redeneren...
116 Wanneer de Here een visioen geeft... Ik zal het u gewoon op mijn eigen simpele kinderlijke wijze zeggen. De Here geeft een visioen van iets wat zal gebeuren. Wel, ik geef er niet om wat ermee in tegenspraak is.
117 En bedenk dat Satan alles zal geven wat ermee in tegenspraak aangeboden kan worden. Hij zal proberen te redeneren: "U kunt het niet."
118 Bijvoorbeeld, dat wat ik net enkele minuten geleden aanhaalde over... Nu, dit was een beetje buiten het betreden pad; net voor mijn moeder heenging. En de Here wist dat ik niet in staat zou zijn om die afspraken met die broeders te houden om te gaan jagen, en gaf een visioen, en zond mij helemaal British Columbia in.
119 En toen wij daar kwamen zei de gids: "Ik heb nog nooit een zilvertip [beer] gezien en ik heb hier mijn hele leven gewoond. En bovendien gaan wij regelrecht op paarden een schapenstreek in. Er zijn geen zilvertips; er zijn geen... U zult hem daarboven niet krijgen!" Zie? Zie? Proberend, zie, ervan weg te bewegen; te redeneren.
120 Satan zei tegen mij: "Het zal... U begreep het visioen gewoon verkeerd."
121 "Maar ik begreep het niet verkeerd! Het zal er zijn. ZO SPREEKT DE HERE." En toen de kariboe kwam... en wij kregen wat in het visioen was, zoals u allen weet.
122 Toen zei hij, zei de gids tegen mij (een zeer fijne broeder, bij wie ik binnen enkele weken zal zijn, een jonge christen), hij zei: "Broeder Branham, mijn broer had epilepsie. En u reed die dag op dat paard en zei mij een bepaald iets te doen en de epilepsie van mijn broer zou stoppen." Hij zei: "Toen ik precies deed wat de Heilige Geest u zei mij te vertellen, heeft hij nooit meer een aanval vanaf die dag gehad."
123 Hij zei: "Nu zijn wij hier op de top van deze berg en op vijf kilometer recht naar beneden is er zelfs geen struik van tien centimeter hoog, niets dan kariboe-mos, wat bosbessen en die worden slechts vijf of acht centimeter hoog." Hij zei: "Kariboe-mos en bosbessen, helemaal tot aan de boomgrens en onze paarden werden vastgemaakt op de boomgrens. En nu, overeenkomstig hetgeen u mij zei, voor wij hier kwamen, zult u, ergens tussen hier en waar die jongen met dat geruite shirt staat, een zilvertip grizzly-beer van ruim twee meter zeventig [negen voet – Vert] lang doden."
Ik zei: "Dat is ZO SPREEKT DE HERE." Zie?
Wat was het? Satan probeerde mij ertoe te krijgen dat niet te geloven.
124 Wij begonnen de berg af te gaan. Hoe dichter wij kwamen, bleef hij zeggen: "Broeder Branham, wij zijn er nu nog maar anderhalve kilometer vandaan."
Ik zei: "Twijfel je, Bud?"
"Helemaal niet!"
125 Wij kwamen tot op ongeveer achthonderd meter. Hij zei: "Wij zijn nog maar op achthonderd meter."
126 Ik zei: "Dat is juist." Zei: "Bedenk slechts; nog maar achthonderd meter." Redenering neerwerpend.
127 Hij zei: "Kijk, wij kunnen alles voor ons zien; er is daar niets."
128 "Maar", zei ik, "de God Die mij het Woord gaf, kan er daar een scheppen. Redeneer niet, geloof het gewoon! Besteed geen enkele aandacht aan redeneringen; dat heeft er niets mee te maken. Geloof gewoon wat Hij zei, dat is alles."
129 En ik stond daar, keek overal de heuvels af, gewoon geel kariboe-mos; de zon ging onder, de heuvels waren prachtig; je kon elk plekje zien, overal, vijf kilometer de berg op, recht boven mij. En toen ik mij omdraaide om te kijken, ongeveer drie kilometer voor mij uit, of twee tot drie kilometer, stond een zilvertip-grizzly van negen voet [2,74 m – Vert]! Hoe hij daar kwam weet ik niet, maar hij was daar. Zie?
130 Redeneer niet, geloof. Ongeacht wat de omstandigheden zijn, besteed geen aandacht aan omstandigheden, geloof!
Nu, God zei: "Ten dage dat gij daarvan eet, die dag sterft gij."
131 Satan zei: "Laat mij u iets vertellen." Ziet u? Nu, dat is... O ja! Wij zeggen dat God waarachtig is, zeker, dat is juist. Wij geloven dat Woord. "O", zei Satan, "ik geloof dat echt, zeker. Maar luister, laat mij u iets vertellen: Hij bedoelde dat niet precies zo."
Hij bedoelde dat wel! Hij bedoelde precies wat Hij zei.
132 Satan zei: "Nu kijk, ik zal je zeggen waarom Hij het deed. Eigenlijk... Zie je, je bent eigenlijk nog niet echt verstandig; je hebt nog geen enkele wijsheid gekregen. Zie? Je bent net als een schaap dat geleid moet worden. Je bent jezelf niet." Dat is hoe God u wil! "Je hebt nooit... Je bent nog geen doctor in de Wijsbegeerte. Je hebt gewoon nog niet genoeg opleiding gehad. Zie? Maar ik heb wijsheid en ik zal het je bewijzen. Nu kijk, je weet niet wat goed en kwaad is. Je weet dat er zoiets is, maar je weet niet wat het is. Laat mij je tonen hoe het wordt gedaan." Dat is al wat hij die vrouw wilde vertellen. Dat is al wat hij wilde doen. "Laat mij je tonen hoe het wordt gedaan."
Ze zei: "Maar wij zullen sterven."
133 Hij zei: "Zeker, God zal dat niet doen. Maar Hij weet dat je ook verstandig zult zijn." Zie?
134 Zijn verstand tegenover Gods Woord plaatsend. Daar is het verstand waarover ik spreek. Zie? Verstand tegenover geloof, contra geloof. Daar is de eerste strijd, en Gods Woord hield stand en bleef waarachtig. Toen zij deelnamen aan het verbodene stierven zij, en dat hebben zij sindsdien gedaan. Zie? Het werd daar precies zonder een zweem van twijfel bewezen.
135 Nu, wij zullen het voor een poosje doorlopen. Nu, ik had Genesis 3:1–17, 1–7 liever, en nu, nu, waar verstand redeneringen heeft. Hoeveel geloven dat nu? Zeg: "Amen!" [Samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] Zie? U zegt nu...
136 De dokters zeggen: "Wel, ik vertel u." Nu kijk, laten wij deze kleine vrouw nemen waarvan ik net het getuigenis gaf. De dokter zegt: "Er is niets wat u kan doen. Het is afgelopen met u. Er is geen hoop voor u. Ga maar naar de psychiatrische inrichting; breng haar daar naartoe."
137 Zij zei: "Voor ik in een van die cellen daar binnen ga, zal ik mijzelf doden."
138 En wat toen? God kwam op het toneel. En door haar advertentie, ergens in een krant helemaal in Kansas, uit Bloomington, Illinois, hoorde zij. "Geloof komt door het horen." Zie? Wel, haar man kreeg haar zover. Zij hielden echt van elkaar, hadden elkaar lief.
139 Bedenk! Vier jaar lang, en vier zware operaties, vijftien, zestien kalmeringsmiddelen. Dat is genoeg om een sterveling te doden. Zie? En al deze injecties, twee of drie keer per week. En ik weet dat een ervan Lextron was en ik ben vergeten wat de andere was. Het was iets voor de geestelijke toestand. Zij nam deze injecties en daar bovenop nog twee slaaptabletten, en kon daarmee zelfs niet slapen. Ellende, de hele dag ziek, de hele nacht, jaar in, jaar uit; er kon niets gedaan worden.
Maar: "Geloof komt door het horen!" Zie?
140 Nu, toen zij daar kwam, plaatste God haar op het podium, als eerste. Zie? En in wat... waarom dan? Toen ik naar haar toeliep, zei ik: "Hoe maakt u het, zuster? Hoe maakt u het?" Zij had hier nooit iets over gehoord; zij wist er niets vanaf. Maar ik zei: "U bent mevrouw Zus-en-zo. U komt uit Kansas."
141 Nu, dat bracht haar snel tot de gedachte: "Wacht even. Ik hoorde hem net zeggen dat Christus Dezelfde was gisteren, vandaag en in eeuwigheid. En hier wordt ons in de Bijbel bewezen vanavond dat Christus beloofde in de laatste dagen in Zijn gemeente te verschijnen, en de dingen die men deed te Sodom, enzovoort, zoals hij erover predikte." Wat mijn openingsprediking is. "Want nu zie ik het hier gewoon voor me gebeuren." Zie? "Nu, ja!"
142 "Nu, u bent naar verschillende dokters geweest; u hebt vier operaties gehad."
143 "Waar krijgt hij die informatie vandaan? Waar komt dat vandaan? Die kleine kaalhoofdige man weet dat niet. Waar is het vandaan gekomen?"
"En op uw weg hierheen gebeurde dat-en-dat..."
144 "Zeg!" Zie? "Nu, dat is precies waar hij zojuist over gepredikt heeft. Dat is het Woord."
145 Maar weet u, Satan zei: "U weet dat als u dat aanvaardt, uw voorganger..." Dat heeft er niets mee te maken. Zie? Werp redenatie terneer. Zie? "Maar uw dokter zei dat u naar de psychiatrische inrichting moest gaan." Werp redenatie terneer.
146 "Ik wacht om te zien wat God erover zal zeggen." Zie? Toen kwam God... Ik wist niet wat te zeggen. Toen nam de Heilige het op en bazuinde het uit.
147 Zij geloofde het! Zij redeneerde nooit: "Jaar na jaar na jaar, zenuwinstorting; geestelijk verloren, operaties en alles, al deze dingen, wel, het is onredelijk te denken dat ik hier binnen een ogenblik genezen zou kunnen zijn." Maar zij dacht niet over redeneringen; zij geloofde gewoon. Geloof deed het en zij werd op dat ogenblik genezen!
148 Als u haar zou willen schrijven, wel, Billy kan u haar adres geven. In orde, nu, gelo...
149 Nu, verstand wil redeneren. Nu, maar geloof heeft geen beredeneren; het doet niets dan aan het Woord vasthouden. Het houdt de belofte vast.
150 Nu, laten wij een beetje lezen. Laten wij Romeinen 4 opslaan en gewoon wat lezen. Wij zullen gewoon deze Schriftplaats lezen voor wij echt in de knel raken met de tijd. Romeinen, het vierde hoofdstuk, want ik lees het Woord graag. Het doet u goed het te lezen. Romeinen, het vierde hoofdstuk en laten wij bij het zeventiende vers beginnen. Luister.
151 Paulus schreef het commentaar op Abrahams leven. U weet dat er niets gezegd wordt over Abraham die naar Gerar ging en er is niets in het commentaar, weet u, dan alleen: "Abraham geloofde God." Paulus, die grote apostel, schreef het commentaar op Abraham.
152 Het zeventiende vers: "Gelijk geschreven staat..." Ik houd daarvan: Paulus die bij het Woord blijft.
(Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld)...
153 "Ik heb!" Abraham was vijfenzeventig jaar oud, leefde met zijn vrouw sinds zij beiden jong waren; zij was zijn halfzuster. Geen kinderen; hij was steriel en zij was onvruchtbaar. Maar God ontmoette hem en zei: "Ik heb u gesteld", verleden tijd, vóór de grondlegging der wereld natuurlijk, "tot een vader van vele volken." Niet van vele kinderen, maar van vele volken, denk er gewoon aan!
... voor Hem, aan Wie hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren;
154 Redeneer helemaal niet. Luister.
... en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren.
Die tegen hoop...
155 My! Zelfs geen hoop! Wat als hij geredeneerd zou hebben? Zelfs geen hoop...
Die tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen.
156 Ongeacht wat er verder nog gezegd is: "God zei het en dat maakt het vast!" O, als Eva daar slechts bij gebleven was! Zie? Maar zij stopte om te redeneren, om een beetje wijs te worden. Abraham wilde geen wijsheid; hij wilde gewoon het Woord. "God zei het en dat beëindigt het."
157 U weet dat ik er menigmaal over gepredikt heb, dat hij luiers kocht en spelden en alles ging kopen, en zich gereed maakte voor de baby en Sara maakte sokjes; en jaar na jaar ging voorbij; "Prijs God, wij zullen hem hoe dan ook gaan hebben." Dat is juist.
158 "Wel, zij," zei de dokter, "wel, zij kan hem niet meer krijgen, u kunt hem niet meer krijgen!"
"Vertel mij dat niet. Wij zullen hem hoe dan ook krijgen!" Dat is het.
159 Tegen hoop in, geloofde hij toch in hoop. Alle hoop was verdwenen, toch geloofde hij erin. Toen de hoop in hem geheel dood was – de hoop was dood, volgens elk wetenschappelijk onderzoek, elke bron van verstand – de hoop was verdwenen, maar toch geloofde hij erin. Wat was het? Geloof erin, geloof in hoop, toen daar geen hoop meer was. Hm! Ik zou daar graag nog even op door willen gaan! Geloof in hoop toen er geen hoop meer was. Toch geloofde hij nog steeds in hoop, zie, omdat hij zei: "Hij zei mij: 'Zo zal uw nageslacht zijn.'"
160 Nu, het negentiende vers: "En niet verzwakt zijnde in het..." verstand? Kennis? Dat hij zijn graad had? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Nee.
... niet verzwakt zijnde in het geloof,... (ha, daar heb je het!) heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat reeds verstorven was,...
161 Hoop was verdwenen. Zijn lichaam was verstorven, luister naar het volgende:
... daar hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was.
162 De hoop was verstorven; zijn lichaam was verstorven; de moeder in Sara was verstorven. Wat deed hij? Volgende vers: "Hij twijfelde niet." O my!
En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof;... (verstand) maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;
163 O my! Wat?
En ten volle verzekerd zijnde, dat Hij ook machtig was, hetgeen beloofd was te doen.
164 Hmmm! Ongeacht hoe; er komt helemaal geen redenering aan te pas. Het neemt gewoon het Woord en houdt eraan vast. Nu, als dit het Woord van God is, gelooft u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Waarom dan enig Woord ervan betwijfelen, enige belofte ervan? ["Amen."] Hoe kunt u zeggen dat dit een deel is en dat dit niet goed is; en dat dit 'dat' is, zodat u eruit pikt wat u wilt? Dat kunt u niet doen. Het is of allemaal goed of niets ervan is goed. Dat is juist! Zodra u dus ziet dat het de Waarheid is, houd er aan vast! Laat het niet los ongeacht wat de omstandigheden zijn, hoe men probeert te redeneren: "Wel, u kunt het niet." Doe dat helemaal niet. Blijf er gewoon bij; God beloofde het.
165 Als ik nu mijn standpunt voor Christus zal innemen nu en Hij heeft mij de Heilige Geest gegeven, dan getuigt Zijn Geest van Zijn leven in mij; wanneer ik dan kom te sterven, probeert Satan te zeggen: "Nu, ziet u, u behoorde niet tot een organisatie." Blijf precies bij het Woord!" U deed dit niet, u deed dat niet." Ongeacht wat... Satan heeft er niet over te redeneren; het is Gods Woord. Blijf bij het Woord. Zie? Het werpt alle redeneringen neer. Zie? U hebt geen enkele redenering, houd gewoon vast aan het Woord! Zie?
166 Nu, geloof vertrouwt eenvoudig op Zijn Woord. Zie? Dat is wat Hij wilde dat zij deden. Nu, u hebt nu de achtergrond. Dat is precies wat God wilde dat het menselijk ras deed: vertrouwen in elk Woord dat Hij zei.
167 En Eva vertrouwde er een heleboel van. Maar zij accepteerde één klein ding: "Wel, als ik heel wijs word, misschien is het op die manier. Misschien wordt het op die manier bedoeld." Zie? Precies daar verloor zij haar houvast. Daar begon zij te zinken, precies daar. Daar ging het gehele menselijk ras regelrecht ten onder, naar het graf, vanaf dat moment, omdat zij één Woord betwijfelde.
168 Sommigen van hen zeggen: "Wel, ik geloof dat dit waar is. Ik geloof dat dat waar is! Ik geloof dat God kan redden, maar ik geloof niet dat Hij geneest. Ik geloof dat de Heilige Geest zeker op de pinksterdag viel, maar er is geen plaats waar ergens staat dat de Heilige Geest na Pinksteren viel."
169 O broeder! Dat is hoe zij het zeggen; zichzelf de Kerken van Christus noemend. Zie? "Een vorm van godsvrucht hebbend, maar het Woord daarvan ontkennend." Huh! Uh-huh! Dat is het. Zie?
170 U moet geloven. Redeneer niet. Geloof. Probeer niet om wijs te zijn; geloof alleen het Woord.
171 Verstand probeert te redeneren en biedt een betere weg aan. Nu, dat is precies wat Satan Eva vertelde. "Nu, je zult niet sterven. Zeker zult je dat niet, want God is een goede God."
172 Hij is een goede God. En de enige manier waarop ik kan vertrouwen dat Hij een goede God is, is dat Hij bij Zijn Woord zal blijven.
173 Hoe kunt u verwachten dat ik getrouw ben wanneer ik niet getrouw ben? Als ik u het één vertel en iets anders doe, dan is mijn woord erg onbetrouwbaar. Zie?
174 Echter wat Hem een goede God maakt, is dat Hij het Woord sprak en dat wij bij dat Woord moeten leven. "De mens zal niet leven van brood alleen, maar door ieder Woord van God dat de mond van God uitgaat." Dan moet God bij dat Woord blijven; dat is wat Hem een goede God maakt.
175 Nu, als Hij zei: "Wel, Ik zal dit bij hen door de vingers zien. Ik zal hun dit laten doen. Wel, dat is in orde. O, Ik zal hierheen bewegen." Wel, dan is Hij besluiteloos; zie; Hij is God niet, Hij is slechts een gewone man. Zie? Maar om een goede God te zijn, moet Hij bij Zijn Woord blijven. Dat zet elk kind... Als Hij de één overspel zal laten plegen en de ander wat laat drinken, en die kan weer wat liegen en die kan wat stelen en deze kan dit doen, hoe kan Hij mij dan gewoon nauwgezet het spoor laten houden om in te gaan?
176 Hij heeft één weg en al wat binnengaat, gaat door die poort binnen. "Eng is de poort en smal is de weg. Geen bevuiling zal daarin binnengaan." Daar in Openbaring zei Hij: "Buiten zijn de tovenaars, hoereerders en honden", enzovoort. "Gezegend is hij die al Zijn geboden onderhoudt opdat hij recht heeft op de Boom des levens." Dat is juist. Er is één weg, dat is God.
177 Redeneer het op geen andere wijze uit. Wel, de Roomse kerk zegt: "Wij zijn de kerk. Die Bijbel is zelfs niet waard... Wel, wel, het, u zou niet kunnen..." Bisschop Sheen zei: "Daarbij proberen te leven was als wandelen door modderige wateren." Zie? Zie? Hoe zult u dat doen? Zie? Dan, als hij gelijk heeft, dan is de Bijbel verkeerd. De Bijbel heeft gelijk; híj is verkeerd. Nu, wat zult u zeggen? Als Gods Woord juist is, dan is het of de bisschop Sheen of de Bijbel. Niet alleen bisschop Sheen, maar ook dominee Zus-en-zo, en dr. Zus-en-zo, en Zo-en-zo. Ik zou de naam van de man anders niet genoemd hebben, maar hij zei het over de radio. Dus hij zei het over de radio zei, dan kan ik denk ik wel zijn naam noemen. Dr. Zus-en-zo, en Zus-en-zo zei: "Zo-en-zo en zo-en-zo." Nu, wie zult u geloven: God of hen?
178 "Wel", zegt u, "het betekent het echt niet precies op deze manier." Het betekent precies hoe het geschreven is.
179 Wel, dat is de eerste leugen van de duivel. Hij zei tegen Eva: "Het betekent dat niet precies. Zeker, God is te goed om dat te doen. Je zult niet sterven." Maar zij stierven wel! En dat zullen zij elke keer. U moet aan het Woord voldoen.
180 Verstand probeert een betere weg te nemen: de weg van het moderne, de weg van populariteit, de... een gemakkelijkere weg; zoekt zich een weg.
181 Nu, u neemt een knaap hier; misschien dat God met hem gaat handelen. Nu, hij denkt dat hij naar voren moet komen. Hij moet zijn vrouw ertoe brengen precies in lijn te komen; hij moet ophouden met zijn kaartpartijtjes; hij moet ophouden met naar dansen te gaan; zijn vrouw moet haar haar laten groeien, zij moet ophouden met make-up te gebruiken; hij moet ophouden met roken en drinken; hij moet uit die grote vereniging stappen waar hij in is, moet zichzelf bij het altaar vernederen. Hij moet standhouden en een fanaticus genoemd worden, een heilige roller, Beëlzebul, wat hij maar genoemd zou kunnen worden. "Ik zal godsdienstig zijn, maar ik zal hier naartoe gaan en tot deze kerk hier toetreden. U bent te bekrompen." Daar hebt u het. Zie? Daar is een reden, een redenering.
182 Nu, wij zullen wat dat betreft binnen enkele ogenblikken een belangrijk punt aansnijden. Zie? Hoe zult u dan weten wat goed en kwaad is? Zie?
183 Nu, kennis probeert het Woord iets te doen zeggen. Kennis, verstand probeert te redeneren. Verstand vindt een betere weg. Er is geen andere weg dan Gods weg! Verstand probeert er bijvoorbeeld op te wijzen en te zeggen: "O, wel, nu u weet dat wij dat in deze tijd niet zouden kunnen doen." Wij moeten het toch doen! Zie? Probeert een makkelijkere weg te vinden. Probeert de Bijbel dingen te laten zeggen die hij niet zegt.
Nu, u zegt: "O, broeder Branham, nu bent u..."
184 Wacht even! Wij zullen opnieuw naar het zaad teruggaan. Wat was het wat de duivel met verstand probeerde te doen? Gods Woord iets doen zeggen wat het niet zei. Zo is het. Hij probeerde Gods Woord iets te laten zeggen wat het niet zei. Dat is dus de wijze waarop het vandaag komt, wanneer men probeert Gods Woord iets te laten zeggen wat het niet zegt.
185 Wel, dan zegt men: "Wel, ik zeg u, broeder Branham, u hebt niet de juiste interpretatie."
186 De Bijbel zegt dat profetie geen eigenmachtige uitlegging toelaat. Waarom? Waarom is er geen eigenmachtige uitleg toegestaan? Waarom? "Het Woord des Heren kwam tot de profeten." Het wordt uitgelegd door de profeet. Er kan geen eigenmachtige uitleg zijn. De profeten legden het reeds aan u uit. Daar is het, precies daar geschreven. Dat is de wijze waarop het behoorde te zijn.
187 God moet een of ander fundamenteel iets hebben waardoor alle mensen geoordeeld moeten worden.
188 Als het door een kerk is, welke is juist? Ongeveer negenhonderd, negenhonderd verschillende organisaties? [Broeder Branham kucht – Vert] Sorry. Welke heeft gelijk? Hoe weet u dat u binnengaat? Wat als u een Methodist bent en de Baptisten gelijk hebben? Wat als u een Pinksterman bent en de Presbyterianen hebben gelijk? Wat als u een Katholiek bent en de Lutheranen gelijk hebben? Wat als u een Lutheraan bent en de Katholieken hebben gelijk? Zie?
189 Er moet ergens een fundament zijn. Als het Woord dus...
190 "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God." Zie? Het Woord was in God; het was God. Het waren Zijn gedachten die bij Hem waren, altijd daar. Gods gedachten zijn even eeuwig als God. Amen! Dat is geen taptemelk, broeder. Zie? Hier komt het! Gods gedachten waren Zijn Woord. "In den beginne..." (Dat is in de eeuwigheid nu, toen het begin eerst begon, de tijd.) "In den beginne was het Woord,..." (Gods gedachten) "... en het Woord was bij God, en het Woord was God." Zie? Zijn gedachten zijn wat Hij was.
191 Dat bent u ook. Wat uw gedachten zijn, is wat u bent. Ongeacht wat u probeert te leven, door iets anders, uw gedachten zijn wat u bent. U kunt misschien voortgaan en handelen als een fijne kerel, maar in uw hart bent u een overspeler en wat het ook is. Dat is wat u bent, uw gedachten.
192 En Gods gedachten waren Zijn Woord, dat bij Hem was en in Hem en het was God. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En dat Woord werd vleesgemaakt." Gods gedachten werden uitgedrukt in een menselijk lichaam, "vleesgemaakt en woonde onder ons". Daar hebt u het.
193 Nu, als u vandaag eeuwig leven hebt, bent u in God. Door God Die in u is, bent u Gods uitgedrukte gedachte. Whew! Luister dan niet naar enige redenering, opdat uw kroon niet genomen wordt en aan een ander gegeven. Neem helemaal geen redeneringen aan. Geloof gewoon wat God zei dat de Waarheid is en blijf erbij.
194 Redeneringen door verstand proberen het Woord iets te laten zeggen wat het niet zegt.
Nu, u zegt: "Is dat waar, broeder Branham?"
195 Wel, laten wij gewoon teruggaan naar Genesis en het uitzoeken. Laten wij naar Genesis gaan, het derde hoofdstuk van Genesis, en wij zullen het vierde vers lezen. Zie of verstand het Woord iets probeert te laten zeggen wat het niet zegt. Het derde hoofdstuk van Genesis, het vierde vers.
Toen zeide de slang tot de vrouw: Gij zult de dood niet sterven;
196 Ziet u wat hij aanbiedt? Wat is het? Proberend het Woord iets te laten zeggen wat het niet zegt. Zie?
God zei: "Gij zult sterven!"
197 Wijsheid, zoals Satan het haar aanbood, zei: "Gij zult geenszins sterven!" Zie? Het probeert het Woord iets te laten zeggen, dat het niet zo is.
198 Dat is wat vandaag wijsheid is. O, broeder, hoe zouden wij daarop kunnen doorgaan. Seminaries, theologische scholen, dat is hun ware afkomst; dat zijn hun fundamenten: ze proberen Gods Woord iets te laten zeggen wat het niet zegt.
199 Ik daag iedereen uit mij de "Apostolische geloofsbelijdenis" te tonen in de Bijbel. Ik daag iedereen uit mij de "gemeenschap der heiligen" te tonen in de Bijbel. Zowel Protestanten als Katholieken geloven het. Ik daag u uit mij elk van die dingen in de Bijbel te tonen. Zie? Het zijn de fundamenten van het verstand dat probeert te redeneren.
200 Onze strijd is niet vleselijk, maar krachtig, die alle redeneringen wegwerpt, zie, de bolwerken van Satan neerhaalt, dat grote, bloemrijke, prachtige schepsel. Geen gladde gluiper; nee, nee, dat is aan de binnenkant; maar uiterlijk is zonde wel tweemaal zo mooi. Weet u, zonde is prachtig
201 Hoeveel mannen en vrouwen hier zijn de vijftig gepasseerd? Steek uw hand omhoog. Ik had... ik had het de vrouwen niet moeten vragen. Maar ik... Wij geven allen de waarheid toe. Ik wil u een vraag stellen. Ziet u vandaag dat vrouwen bijna tweemaal zo mooi zijn als dat zij vroeger waren in het algemeen, gemiddeld, over de wereld? Als dat zo is, steek uw hand op. Zeker. Zij zijn tweemaal zo knap als vroeger.
202 Neem maar wat oude foto's. Kijk naar grootmoeder; haar lange rokken, haar haarvlecht op de rug neerhangend. Zij was niet zo aantrekkelijk om naar te kijken.
203 Kijk naar de moderne vandaag: een kleine nauwsluitende jurk, die elke vorm toont; ze kan niet bewegen zonder te zondigen. Wandelend, langs de straat trippelend met zowat al de make-up en cosmetica die Max Factor op haar kan aanbrengen. Ze maakt haar op als van een klein meisje, draagt een rokje, gewoon boven haar knieën, als zij er al een aan heeft. Maar kijkt u naar haar, zij is knap. Satan weet hoe hij het moet doen! Hij is de auteur van schoonheid, dat soort schoonheid wat resulteert in zonde.
204 De aarde zelf is een schoot. Waar plaatste God Zijn zaden? Waar worden zaden geplaatst? In een schoot. God plaatst zaden... En wat doet de mens? Als duivels, in een schoot, zal hij een kind misvormd maken als hij kan. Dat is wat duivels op aarde gedaan hebben: kruisend, schepselen makend die niet zo horen. Ik kan dat maar beter laten liggen, want dan kom ik nooit toe aan de rest van wat ik heb opgeschreven. U weet wat ik bedoel. Dat is de reden dat het een vervormde schepping is die op het punt staat verworpen te worden; God is er klaar mee. De wereld is helemaal uit de orde; alles is verkeerd. De rivieren zijn vervuild, de lucht is vervuild; vuilheid, stank.
205 Een oude Indiaan zei niet lang geleden: "Blanke man, ik wil niet langer meer leven. Ik ben het vechten moe. Waar zijn mijn baby's? Zijn zij uitgehongerd? Waar is mijn vrouw?" Hij zei: "Voor u hier kwam met uw vrouwen en whisky en zonde, leefden wij in vrede. Het is onze grond; God gaf het aan ons, maar u neemt het van ons af. U zult er op een dag voor boeten."
206 Kijk ernaar vandaag; die grote mooie woestijnen en bergen, overgoten met stank, zonde, whisky-flessen, bierblikken! Elke plaats is vol kroegen en rommel. Reno, Nevada, in die grote woestijn ginds is niets dan prostitutie. De grote steden zijn... Zelfs de lucht en atmosfeer zijn verontreinigd. Waar eens de mooie bergen groeiden is de aarde nu in stukken gesneden met allerlei dingen. Waar de bomen groeiden, worden zij neergehouwen. Waar de woestijnen waren, de wateren vrij vloeiden, is het vervuild. De hele wereld zal een vervorming krijgen. De aarde zal haar kind uit het zaad produceren. Het is verdraaid door duivels, die het verscheuren en opwerken. Zeker is het dat. Het is een verdraaide schepping. God zal het wegwerpen en opnieuw beginnen. Dat is juist.
207 Waar kwam het vandaan? Eén persoon die één klein... één klein deeltje van Gods Woord niet geloofde.
208 De hele aarde zucht. De Bijbel zegt dat zelfs de natuur zelf zucht om die dag van bevrijding, wachtend op de manifestaties van de zonen Gods. De bomen worstelen tevergeefs; de bloemen proberen de weg voor ons op te fleuren, maar zij zuchten en kreunen en weten dat er ergens iets verkeerds is, verdraaid. De schoot kan dat perfecte niet voortbrengen, omdat zij verdraaid is. De grond stinkt; zij is gebaad in onschuldig bloed. Zij heeft, is als een...
209 Ik zou iets kunnen zeggen, met het zou te plat kunnen zijn. Het is een stank; God zegt dat het stinkt voor Hem, zo vuil. Ga een restaurant-toilet binnen, de urinoirs, en het stinkt gewoon, verontreinigd. Dat is exact hoe de wereld ook ruikt, hoe God het ruikt: vuilheid! De hele zaak is smerig.
210 God zal haar in stukken doen openbarsten. "En ik zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen", zei Hij. Jazeker!
211 Wat is het? Haar schoot heeft geen millennium voortgebracht. Zij heeft een verdraaid iets voortgebracht. Waarom? Door te proberen verstandig te zijn.
212 Ik heb niets tegen Florida. Ik bedoel dit niet voor u mensen van Florida. Maar toen ik voor het eerst naar Florida ging en het doorkruiste en terugkwam naar Georgia, stond ik daar en zei: "Als Amerikaans burger geef ik mijn deel ervan terug aan de Seminolen waaraan het toebehoort." Wel, zij zorgen beter voor hun tuinen dan ik voor mijn haar. Alles kaarsrecht; de palmbomen zijn helemaal verlicht; grote opschepperige jachten en zo, die een millennium proberen te brengen zonder bekering. Voor mij is het een troep van niets.
213 Ik zou een miljoen keren liever de top van een heuvel beklimmen in Brits Columbia en uitkijken over de bergen die God schiep en die de handen van de mens nooit aangeraakt hebben. Zeker.
214 Ga deze steden in; die grote huizen, dat trekt mij niet aan. Ik haat dat soort spul. Zie?
215 Maar ik weet dat het eens op een dag veranderd zal worden; zij zal haar mismaakte kind baren. De aarde zal op een dag veranderd worden. Goed.
216 Geloof gelooft dat het geschreven staat en zegt: "Het Woord heeft geen fouten."
217 Hoorde u ooit een prediker zeggen: "Wel, ik zeg u, de King James Version, of deze Revised Version, of dit hier heeft... Het is eigenlijk een klein beetje anders. Echt, het betekende dat niet"? Heeft u dat ooit gehoord? [De samenkomst zegt: "Ja." – Vert] O my! De wereld is ermee verontreinigd. Zie? Maar geloof gelooft dat niet.
218 Geloof gelooft: een God Die mij kan maken, kan dat Boek voor mij in orde houden om daardoor te leven. Als de God Die mij maakte en Die mij zal oordelen, Zijn Boek niet op orde kan houden, dan is Hij een zeer armzalige God. Zo is het. Ik geloof dat ieder woord ervan de Waarheid is. Jazeker! Wat veroorzaakt dit als u dit gelooft? Het geeft geloof er een volkomen rustplaats in. Zie? U kunt niet ongelovig zijn, dat men op enige wijze met dat Woord geknoeid heeft. U moet het gewoon geloven zoals het is.
219 Als u probeert verstandelijke wijsheid te gebruiken, en zegt: "Nu, kijk hier. Het is niet redelijk dat God zei dat er zoiets zou gebeuren." Maar God deed het toch. Zie? Dat is juist. Nu, als u zegt: "Welnu, als God dit deed. Als Hij het leven van een man nam omdat hij geen Leviet was en zijn hand op de Ark legde toen die op het punt stond te vallen..." Ongeacht hoeveel hij was, Hij nam zijn leven ervoor.
220 God zei dat slechts Levieten alleen dat mochten aanraken. Hij nam zijn leven. Dat ontzette David, weet u. Zie? Een Leviet; niemand anders dan een Leviet behoorde die Ark aan te raken. En hier kwam de Ark terug voor een opwekking en iemand die daar buiten stond, probeerde het Woord te hanteren.
221 Dat toont aan dat alleen de gezalfde van God dat Woord moet hanteren. Deze geloofsbelijdenissen en denominaties hebben zich er niet mee te bemoeien. Slechts de Heilige Geest heeft recht op dat Woord; en het is de dood voor ieder ander om het aan te raken. Want iets ervan niet te geloven of te leren, hetzelve zal afgenomen worden, zijn deel, uit het boek des levens. Blijf er met uw handen vanaf. Blijf er bij vandaan. Luister; geloof gewoon wat er staat. Neem niet het woord van iemand anders erover, neem wat er staat. Blijf precies bij het Woord. Het is de dood er iets anders aan toe te voegen. Nu, het maakt...
222 Wat doet geloof? Het gelooft het gewoon zoals het is. Dat is de wijze waarop God het bewaard heeft door de eeuwen heen en hier is het. Het is het Woord van God voor mij. God eert dat. Het geeft een volmaakt geloof in de waarachtigheid ervan.
223 Hoe zou u ooit een vrouw kunnen trouwen als dat jonge meisje was weggelopen en van alles had gedaan en in prostitutie had geleefd en al het andere? En toch, u ging erheen en snapte haar in een huis van prostitutie; kwam eruit en ze was... ze zei: "Wel, ik zal proberen een beter meisje te zijn." U kunt geen geloof in die vrouw hebben. Zie? Dat kunt u niet. Hoe kan een vrouw geloof hebben in een man die hetzelfde deed? U kunt gewoon uw geloof daar niet op bouwen; er is niets om op te bouwen. Zie? U kunt het niet.
224 Hoe zou u hier kunnen uitgaan en zeggen: "Hier is een boot. Er zitten een hoop gaten in en ik zal er wat jute zakken in leggen. Wellicht zal hij misschien het tij doorstaan om de rivier over te steken"? Ik zou het er niet op willen wagen, terwijl er hier één is die juist gebouwd is. Zeker.
225 Waarom zouden wij wat door mensengemaakte theologie nemen met allemaal gaten erin? Het is bewezen dat het verkeerd is, zie, terwijl er hier één is die werkelijk het Woord van God is, die het tij heeft doorstaan door elke harde storm en orkaan. Zij heeft zich even waar gehouden als zij maar kon zijn; en zal het altijd zijn. In orde.
226 "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan," zei Jezus, "maar Mijn Woord zal niet voorbijgaan." Waarom? Ze zijn eeuwig; ze waren in het begin. Hij kwam hier slechts om Gods Woord uit te drukken. Hij was Gods uitdrukking. God drukte Zichzelf uit door Zijn Zoon.
227 Dat alles begon in Genesis, het zaadhoofdstuk en het is er sindsdien altijd geweest. Het is sindsdien altijd op het toneel geweest, het is hetzelfde ding geweest: een strijd tussen verstand en geloof, altijd strijd. Verstandswijsheid is dus van de duivel en voor zijn kinderen.
228 Merkte u het ooit op? Ieder van u heeft schapen gezien; ieder van u zag geiten. Maar weet u, het geblaat van die twee lijkt zo op elkaar dat er een echte herder voor nodig is om het verschil te horen. Zet daar een oude geitenbok en laat hem blaten. Dan gaat u hierheen en zet daar een schaap en laat hem blaten. Luister ernaar; zij klinken gewoon hetzelfde. Maar een echte herder kan die stemmen uit elkaar houden.
229 Jezus zei: "Mijn schapen kennen Mijn stem." Zie? Zij kunnen zeggen of het een geit is. Wel, Hij is Zelf een schaap. Uh-huh. Hij is geen... "Mijn schapen kennen Mijn stem; vreemden zullen zij niet volgen." Wat is Zijn stem? Hier is het: het Woord. Zie? "Mijn schapen kennen Mijn stem." Zie?
230 Zij zullen niemand laten zeggen: "O, nu hier, ik spreek ook de stem van God. Dit zegt dit hier." Maar, zie, het is Satan. Wij zullen daar zo dadelijk op komen, om dat voor u tot rust te brengen. Zie?
231 Nu, nu u ziet dat het zaad-Woord niet kan groeien in de atmosfeer van kennis. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zie? Zodra kennis zich mengt met geloof, sterft het precies daar.
232 Eva kwam en zei: "De Here God zei dat wij zouden sterven ten dage dat wij daar van aten." Toen stopte zij om te zien wat hij zou zeggen.
233 Hij zei: "Maar luister, mijn schat, jij lieflijk klein ding, zie, zeker, God maakte je voor een doel. Je weet dat dat juist is. Zie, je bent een vrouw; je werd voor dit doel gemaakt. Dat is het. Je weet het nu niet, maar je werd voor dit doel gemaakt. O, je bent een lieflijk klein ding, schat. Uh-huh. Kijk naar die lieve fijne handjes. Zie? Welzeker zul je... Zeker."
"Maar Hij zei dat als wij het deden, wij zouden sterven."
234 Hij zei: "Maar o, denk je dat een goede, liefhebbende vader, God, zoiets zou doen?" Wat deed zij? Zij luisterde naar redenering, nam zijn wijsheid aan en zei: "Het is een boom van lust; men kan er begerig naar zijn", en zij viel er voor. Dat is precies waar. En wat gebeurde er, toen ze ervoor was gevallen? Zoals het zou zijn bij elke vrouw. Zodra u ervoor valt, is het daar precies voleindigd. Dat is juist.
235 Nu, ziet u, het zaad dat zij droeg zou tenslotte moeder geworden zijn, door de wil van God, door een gesproken woord. Zij zou tenslotte moeder zijn geworden, maar ze kon niet wachten, verviel daar in.
236 Nu, ziet u, zodra zij dat toen deed, verstandelijke wijsheid aanvaardde met het Woord... En verstand was in tegenspraak met het Woord. Als u het begrijpt, zeg: "Amen." [De samenkomst antwoord: "Amen." – Vert] Zie? Als verstand overeenkomt met het Woord en bewijst overeen te komen met het Woord en het Woord produceert Zichzelf erdoor, dan is het het Woord. Maar als verstand tegen het Woord is en niet overeenkomstig het Woord, maar probeert iets te vinden om er aan toe te voegen of er vanaf te nemen, is het van de duivel. ["Amen." ]
237 En Heilige Geest-zaden van de Bijbel kunnen niet groeien in de atmosfeer van verstand. Dat doodt elk seminarie in het land. Dat slaat de gaten precies door hen heen en doorzeeft hen zodat het oordeel binnenstroomt. Dat is juist. Het doet het zeker, zie, omdat het Woord niet kan groeien met verstand, wereldse wijsheid. Het zal het niet.
238 Eva had het woord moeten geloven zoals het haar was gegeven. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zij had niet moeten luisteren naar wat iemand anders erover zei, maar gewoon zoals het haar werd gegeven. Dat is de wijze waarop zij het had moeten geloven. Er zou nooit dood geweest zijn als zij dat had geloofd. Dat is juist.
239 En voor een man of een vrouw die Gods Woord zal nemen, gewoon zoals het ons is gegeven, het bewaart zoals God het zei, is het leven. Maar als u het mengt met wat verstandelijke wijsheid van een bepaalde organisatie, sterft u precies daar, precies zoals het was in het begin. Dat is het zaad. Dat is de manier, dat is de manier waarop het de eerste keer gebeurde en zo zal het elke keer gebeuren. Het is altijd zo gegaan. Als God het toestaat zullen wij dat deze morgen door de Bijbel bewijzen. Dat is de enige manier waarop het kan groeien: zichzelf afscheiden van alle redeneringen of iets anders en gewoon het Woord geloven.
Eva werd verondersteld het gewoon te nemen op de manier waarop God het ons gaf.
240 En ik heb het uitgedrukt en u gezegd dat ik geloof dat God deze Bijbel heeft beschermd en bewaard, en dat dit de wijze is waarop God het mij hier gaf. Nu, ik wil geen andere wijsheid, ik wil gewoon de wijze waarop God het hier zei.
241 Nu, ik hoop dat ik u niet kwets. Maar als de Bijbel zegt dat ik mij moet bekeren, betekent het bekeren, niet boete doen, maar bekeren!
242 De Bijbel zegt dat ik gedoopt moet worden in de Naam van Jezus Christus; het betekende niet wat anders. Het betekende niet Vader, Zoon en Heilige Geest. Het zei dat.
243 "Wel," zegt u, "Mattheüs 28:19 zegt hen te dopen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Dat is precies wat het was.
244 Nu, als dat niet juist is, als zij niet het juiste hadden, dan was het geloof dat Petrus had om te dopen in de Naam van Jezus Christus en heel de rest van de Bijbel... dan hadden zij een valse openbaring die God zegende. Dat brengt Hem precies terug; dan zou Hij Eva in het begin ook gezegend moeten hebben.
245 De Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest, dat zijn drie titels. Er is slechts één Naam. U kunt niet gedoopt zijn in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest tot u gedoopt bent in de Naam van Jezus Christus, omdat dát de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest is. En de hele Bijbel is zo geschreven. Elke persoon in de Bijbel die ooit gedoopt werd, werd gedoopt in de Naam van Jezus Christus. Niemand in de Schrift werd ooit gedoopt in die titels van Vader, Zoon en Heilige Geest. En iedereen die werd gedoopt in de Naam van de Here Jezus Christus, werd gedoopt in de Naam van Vader, Zoon, Heilige Geest.
246 Iedereen die gedoopt werd met de titels van Vader, Zoon, Heilige Geest, is in geen enkele naam gedoopt! Een titel, zoals prediker, eerwaarde, doctor, en wat meer, Vader, zoon, en mens, vrouw. Titels!
U zegt: "Dat maakt geen enkel verschil."
247 Zet dan uw titel op uw cheque en niet uw naam en zie waar het op uitdraait. Uh-huh. "Ik teken deze cheque in de naam van de huisvrouw." Wel, dat zou net zo'n onzin zijn als Gods Woord niet te geloven, terwijl de openbaring daar precies voor u ligt. Zeker zou het dat. Zie? Zeker. In orde.
248 Het behoort te worden geloofd zoals God het zei. Het spreekt Zichzelf niet tegen. Als het dat doet, kom het mij tonen. Uh-huh. Het spreekt Zichzelf niet tegen, helemaal niet. Satan mag het misschien tegenspreken tegen u, maar hij kan het niet tegen het Woord. Nee. Dus het Woord zal dat niet verdragen. Beslist niet! Dat is de eeuwenoude zaak, en dat wordt gedacht, maar het is nog nooit bewezen.
249 Laten wij deze twee bronnen, of wat u atmosferen zou kunnen noemen, volgen en zien wat zij scheppen. Laten wij ze gedurende enkele ogenblikken volgen. Atmosfeer. Deze beide bronnen zullen een atmosfeer scheppen.
250 Ik wil u iets vragen. Ging u ooit een kerk binnen... Ik zeg dit nu eerbiedig, gewoon om een punt naar voren te brengen; God verhoede het! Ging u ooit een kerk binnen waar de voorganger echt vormelijk is? De samenkomst is op dezelfde wijze. Dat is juist! Zie? Wat is het? Het is die atmosfeer die het gebracht heeft. Ga naar een plaats waar de voorganger zegt: "Nu, wacht even. Er is niet iets zoals die onzin. Ik geloof niet in zoiets als Goddelijke genezing, over de doop van de Heilige Geest." Weet u, u zult zien dat iedereen in die samenkomst... Als ze niet...
251 Als er ergens daar binnen een arend is, zal hij uit dat stelletje kippen vandaan komen. Uh-huh. Hij zal het zeker. Dat is precies de waarheid. Hij zal het verlaten. Ja. Ja. Hij zal het zeker. Hij kan dat niet verdragen; hij is een arend. Hij is een voor de lucht gebouwde vogel, niet voor een boerenerf. Jazeker! Nu, hier is hij.
252 En nu ontdekken wij dat deze atmosferen... En waar u ook binnenkomt... die dingen, waar in een gemeente geloof wordt onderwezen, zult u een gemeente in die atmosfeer vinden.
253 O God! Laat mij dit tot u brengen zodat u... als u het kunt zien. Zie? Ga... Dat is de reden dat mensen onder de heiligen komen waar zij bidden; gelovigen. Paulus zei dat hij er geen enkele in de stad vond, alleen Timotheüs, die hetzelfde kostbare geloof had als hij, weet u. De rest van hen waren allen denominationalisten. Zie? Maar toen hij in die atmosfeer kwam, zie, zou hij... je ziet dingen plaatsvinden die door de atmosfeer werden geschapen. U vindt mensen die leven door geloof, wanneer u in een plaats komt waar gezegd wordt: "My, wel, de Bijbel is waar. God geneest." Je loopt hun samenkomst rond en ontdekt: "Wel, ik was stervend aan kanker; ik werd genezen." "Eens was ik blind, ik zie."
254 De vreemdeling zegt: "Whew! My! Wat bedoelt u? Wat was er met u aan de hand?"
255 "Ik zal u mijn getuigenis tonen. Kom met mij mee naar huis; kom bij mij eten en ik zal u iets tonen. Ik heb een getuigenis daar. Mijn buren weten dat ik in deze toestand was. Ik was jarenlang verlamd; er werd voor mij gebeden." Ziet u? Wat is het? Dat Woord in die gemeente, die groep gelovigen, heeft die atmosfeer geschapen.
256 Nu, hoe moet het Woord in zijn eenvoud, maar toch in zijn volledigheid, ooit groeien in een plaats waar kennis dat overschaduwt en zegt: "Het kan niet zo zijn"? Zie? Dat kan het niet. Dus waar kennis van een seminarie gepredikt wordt, sterven de kinderen.
257 Waar geloof wordt gepredikt vanuit het Woord, leven de kinderen. Amen! Dat is het verschil, gewoon leven en dood.
258 Hetzelfde gebeurde in de hof van Eden. Dat is precies wat er met die twee atmosferen daar gebeurde. Toen Eva van de goede naar de verkeerde ging, stierf zij. Zie? Het zal het elke keer veroorzaken.
259 Zij kunnen dus niet blijven. Als uw gemeente dat soort atmosfeer heeft, o kind, als je wilt leven, geloof het Woord.
260 Nu, hier komt een kleine prik, maar ik bedoel het niet op een ruwe wijze. Ik... Dit is onderwijzing. Je moet... wanneer je op deze plaatsen komt, moet je wat prikkelen en branden, ziet u?
261 Nu, wacht. Het is net als het brandmerken van een kalf. Ik had er vroeger een hekel aan om dat te doen, een kalf brandmerken. Arme, kleine makker; wij joegen ze daar op en... Ik weet niet of u ooit kalveren gevangen hebt met de lasso en ze vastgebonden hebt. Je bindt de poten ervan samen, ziet u, dwars door... En de arme kleine kerel! Je loopt daarheen en neemt dit hete brandijzer en mept dit tegen hem aan. O, broeder, het zag er verschrikkelijk uit. Wanneer je overeind kwam, ging hij werkelijk op de loop. Hij rent gewoon, en schopt en schreeuwt en brult en ga maar door. Maar ik zeg u, dat zij van toen af wisten aan wie hij toebehoorde. Dat is juist. Zij wisten tot welke weide hij behoorde. Dan is daar geen grapje meer over.
Dus laten wij brandmerken. Laten wij brandmerken. Jazeker.
262 Wanneer zij zeiden, weet u, de... U, velen van u hebben de 'Cowboy-meditatie' gelezen of gezongen, ziet u. En de verdwaalde jaarling [eenjarig dier], wanneer ze hem daar op het laatste binnenkrijgen bij de round-up; de verdwaalde jaarling, van hem maken ze gewoon soep, omdat hij geen brandmerk op zich heeft. En de rest gaat dus naar hun eigen weiden, maar de baas van de 'round-up' kent zijn vee. Dus als het brandmerken pijn doet...
263 Nu kijk! Satan zou wetenschappelijk kunnen bewijzen door zijn wijsheid – nu, ik zal hier gedurende enkele minuten de rol van dokter spelen – Satan zou door zijn verstand wetenschappelijk kunnen bewijzen dat de grond die hij aan het menselijk ras zou geven om in te groeien vitaminen in zich had. Dat was zeker zo. Hij zou het wetenschappelijk kunnen bewijzen. Zij kunnen bijna alles wat zij willen wetenschappelijk bewijzen. Zie? Zeker.
264 Het had vitamine P, 'plezier, populariteit'. Dat zit erin; dat zit in de voedingsbodem van zijn verstand, zeker, zeker: al het wereldse plezier, al de bioscoopvoorstellingen, al de dansen, alles. "Ga maar door, dat is in orde, dat doet niemand kwaad. Zeker." Zie? Populariteit. "Wel, jullie zijn de grootste kerk die er in de stad is." In orde.
265 Er zat vitamine G in, waarnaar hij verwees als 'gezond verstand'. "Het ziet er verstandig uit, ziet u." Ja.
266 Er zat vitamine R in, wat 'redeneringen' betekent. Ja, hij kon redeneren. Maar ziet u, dat zal niet werken.
267 Er zat vitamine S in, wat 'schoonheid' betekent. Satan is prachtig. Zonde is prachtig; en naarmate de zonde begint toe te nemen, wordt het steeds prachtiger.
268 Een hoeveel beter huis hebben wij vandaag dan de blokhut? Hoeveel mooier is het? Hoeveel knapper zijn onze vrouwen vandaag dan dat zij vroeger waren. Zie? Hoeveel mooier is Florida nu, dan hoe God het schiep? Zie?
269 Het heeft schoonheid. Hoeveel zijn er die weten dat Satan een schoonheid is en schoonheid probeerde te scheppen, een mooier koninkrijk, enzovoort? Zeker, wij weten dat. Satan is in schoonheid.
Nu, merk op! Hij had vitamine R wat 'redenering' is, vitamine S welke 'schoonheid' is.
270 Vitamine M wat 'modern' is. "Ah, u wilt modern zijn." Neem gewoon zijn kennis en ontdek of u dat spul niet gelooft. Het zal gewoon in u groeien. Die vitamine zal regelrecht opkomen waar u zit.
271 Een of andere kerel staat op en geeft u wat van zijn kennis: "Nu kijk, vrienden. Wat zou het zijn indien wij deze grote lieflijke kathedraal hier hadden en we hadden een hoop geschreeuw en geroep en spreken in tongen en heen en weer rennen, schuimbekkend als dolle honden? En wat denkt u dat de burgemeester van de stad zou zeggen, raad van diakenen, als wij dergelijk spul toestonden hier binnen te komen?" O, zeker, het is modern.
272 "Denkt u dat onze mensen daar op straat zouden staan met een tamboerijn in de hand? En wat zou er gebeuren als onze zusters zouden komen met enorm lang haar dat naar beneden hangt? En de rest van de vrouwen die door de stad gingen zouden zeggen: 'Kijk daar. Kijk daar.' Wel, de voorzitter van deze gemeente...", of wat het ook is, weet u, "'Wel, kijk, kijk daarnaar, zij ziet eruit als een oud model, nietwaar? Haar reserveband ligt plat op haar rug!'" Weet u, iets dergelijks.
273 "U wilt modern zijn." Zie? Dat is het verstand van de duivel. Dat doet het groeien. Dat is de vitamine die in de grond zit, die in het product komt dat het voortbrengt. Ga maar door, jij moderne Izebel. In orde. Modern, zoals de vrouwen van vandaag. Zeker. O, modern! "Wel, de modernste mensen van de stad zullen naar de gemeente komen." Zeker. Het heeft... Waarom? Zij groeien in die moderne vitamine.
274 Redeneringsvitamine. In orde, zij groeien daarin. Zie? Dat is wat het is, redenering. Maar zodra u daarin begint te groeien, bent u dood voor het Woord. U moet het Woord ontkennen voor u dat kunt zijn. Zie?
275 De enige manier om een zondaar te zijn is door Gods Woord te loochenen. Wat is zonde? Ongeloof. Ongeloof in wat? Gods Woord. Zie? U moet eerst het Woord loochenen, nu.
O, ik heb hier nog ongeveer tien vitaminen opgeschreven.
276 Maar hier is één vitamine die hij naliet hun te vertellen. Hij had vitamine D daarin. Dat is de grootste vitamine daarin: het resulteert in de dood. Zie?
277 Het is het mooist geklede stel mensen, de modernsten die er zijn, de prachtigste kerk, de grootste organisatie, ziet u, de modernste die er was, de prachtigste die er was, de verstandigste dingen kunnen gezegd worden: "Waarom zou niet..."
278 "Als God ons Zijn schepsel maakte, waarom zou Hij deze vrouwen er dan om veroordelen dat ze er op hun best uit te willen zien en dat ze kort haar hebben? Waarom zou Hij een beetje make-up veroordelen?"
279 Wel, Hij had er één in de Bijbel die het deed. Hij voedde haar aan de honden. Dus, denk daar maar over na, zie? Zo is het precies.
280 "Waarom zou God...? Wel my, Hij verwacht toch niet van ons dat wij naar die Bijbel leven?" Dat verwachtte Hij zeker wel. Hij vertelde Eva dat zij moest leven... Of, Hij zei...
281 Jezus zei dat de mens leeft door ieder Woord, elk Woord dat de mond Gods uitgaat. Wie zei dat? Jezus. Is dat juist? Hij zei: "Als wie ook iets anders zegt, hij zij een leugenaar; Zijn Woord is waar. Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woord zal het niet." Daar hebt u het.
Vitamine D ligt dus in zijn formule. Modern. Dat is juist.
282 Nu, maar het Woord-zaad van de Bijbel kan in zulke grond niet groeien. Hoe zou nu iemand in één van deze moderne kerken kunnen binnengaan? De Geest van God zou op hen komen en zij zouden willen roepen: "Glorie voor God! Halleluja!"
283 Weet u wat? Wel, het zou de predikant zijn preek doen inslikken. Wel, dat zeg ik u, ik kan hem gewoon zien zeggen: "Ahemmm!"
284 En al die kraanvogels daar zouden die nek rekken, weet u, om te kijken. "Wel, wie zei dat?"
285 Als de prediker dan even later zou zeggen: "Jezus Christus, de Zoon van God."
"Prijs God! Dat is juist."
286 "Ahemmm!", diakenen... Huh! U, binnen enkele ogenblikken staat u bij de deur; zij zullen u er gewoon uitgooien. Zie?
287 Het Woord kan daar niet groeien, het kan het gewoon niet. Nee, het kan het gewoon niet. Zie? Het kan het eenvoudig niet. Zie?
288 En dan komt hij er nog zijn vergif bovenop sproeien om te proberen de levenskiem in u te doden. "Nu, er is een groep mensen in het land vandaag die gelooft dat God geneest. Wel, natuurlijk weten wij dat gezond verstand aantoont dat God ons dokters heeft gegeven om te genezen."
289 Nu, vraag een goede, verstandige dokter of hij een genezer is. Hij zal u zeggen: "Nee, meneer. Ik kan een tand trekken, maar ik kan het gat waaruit hij komt niet genezen." Dat is juist. "Ik kan een arm zetten, maar ik kan hem niet genezen." Zeker juist. God is een Geneesheer. Zie?
290 Nu, hoe zal er ooit iets groeien in dergelijk spul? Hoe kan het zaad-Woord ooit groeien in zoiets als dat? Dat zal het gewoon niet. Het kan niet groeien in dat soort atmosfeer. Het gaat gewoon niet.
291 Maar geloof groeit slechts in één vitamine. Het heeft slechts één vitamine. Het hoeft geen enkele vermenging te hebben. Geloof groeit in één vitamine: dat is het Woord! Dat is het enige waarin geloof kan groeien: in het Woord. En de enige wijze waarop het kan groeien is door het Woord te geloven; en het moet heel het Woord nemen en geloven dat het de Waarheid is. En geloofsvitamine wordt gespeld in een woordje van vijf letters: L-e-v-e-n, leven! Het heeft vitamine L; Geloof heeft vitamine L.
292 Verstand heeft vitamine P, vitamine R ('plezier' en vitamine 'redeneren') ... al die andere vitamines. Zij... kennis heeft dat allemaal. Zie? Verstand heeft dat allemaal, beredeneert het.
293 Maar geloof heeft slechts één ding: leven! Dat is alles wat zal blijven. "Uw Woord is leven. Uw Woord is de Waarheid. Hij is het Woord, de Weg, de Waarheid, het Licht." Geloof rust alleen daar precies op; dat is alles. Het zal het niet nemen. Heilige Geest leven, eeuwig leven, daar groeit het geloof in. Het woord Zoë, Gods eigen leven. Dat is de enige plaats waar geloof kan werken; wanneer geloof het Woord hoort en gelooft dat het Gods Woord is. In dat zoë groeit het dan en brengt het voort wat het Woord zei.
294 God... Hoe maakte Hij de wereld? Gelooft u dat de wereld in Gods gedachten was? Zeker was hij het, het moest wel. "Hoe maakte Hij het?" Hij sprak gewoon.
295 "Waar zal Hij de dingen vandaan krijgen?" Hoe zou u ooit met God kunnen redeneren? Bijvoorbeeld: "God, waar haalt U het materiaal vandaan om rotsen uit te maken? Waar zou U..."
"Ze komen van gassen."
"Waar haalt U het gas vandaan, Here?" Zie? "Hoe maakte U ooit water? Wat is de formule?"
"H20."
"Waar haalt U de waterstof en de zuurstof vandaan?" Zie? Dat is het. Zie? Het is gewoon onzin.
296 Wat zei God? Het was in Zijn gedachten. En Zijn gedachten waren Zijn Woord, voor het werd uitgedrukt. Toen dan Zijn gedachten werden uitgesproken, zei Hij: "Daar zij", en er was. Dat is het. Daar is waar geloof ligt. Door de...
297 Hebreeën 11 zegt: "Door geloof werd de wereld geschapen." De wereld werd gemaakt door geloof. God maakte de wereld uit dingen die niet gezien worden. Door geloof sprak God de wereld in bestaan, omdat het een tevoren overdacht woord was. Maar zodra Hij het sprak kwam het tot leven.
298 Nu, u kunt zeggen: "Ik geloof dat, broeder Branham." In uw hart kunt u het geloven; druk het dan uit: "Ik geloof het" en verander het nooit, helemaal niet. Blijf er gewoon bij. Let op wat er uit zal groeien. Het zal het Woord voortbrengen, omdat het geloof is. Zie? Verstand brengt u erbij vandaan; geloof brengt u ernaartoe. Ziet u dat?
299 Dat snijdt elke door de mens gemaakte geloofsbelijdenis eruit, snijdt elke school van geleerdheid van door de mens gemaakte theologie er uit; slaat ze gewoon knock-out. Daar zijn ze, de professor, D.D. [Doctor in de godgeleerdheid], Ph.D. [Doctor in de Wijsbegeerte], L.L., Q.U.D., en al deze knapen die naar school moeten gaan om psychologie en al deze andere dingen te leren. Er is slechts één ding dat hij eruit weglaat. Hoe zichzelf met psychologie te presenteren, en welke soort kleren te dragen, en hoe hij "Amen" moet zeggen, gewoon zo, en... o, onzin! Laat de...
300 Word geleid door de Heilige Geest. Zonen van God worden geleid door de Geest van God, niet door de wijsheid van het seminarie; maar de Geest van God leidt de zonen en dochters van God. Zeker. Het is waar. Amen!
301 Nu, sluit elke geloofsbelijdenis uit, elke school van geleerdheid, elke door de mens gemaakte theologie. Geen wonder dat zij niet kunnen geloven. Er is daarbinnen niets waarop het kan groeien. Zie? Zij hebben vitamine R, 'redenering', wat wij behoren neer te werpen. Vitamine 'populariteit', vitamine 'plezier', "gewoon wat pret hebben". Wat voor pret? "O, uitgaan en af en toe een beetje dronken worden, weet u, gewoon wat pret hebben. Het zal niets uitmaken."
302 Weet u, dergelijke kleine dingen, het is gewoon al die vitamine. Zie? En hoe zal dat soort vitamine ooit een Woord doen groeien dat die vitamine ontkent? Hoe zult u het doen? Zie? Het Woord ontkent dat. "Als u de wereld liefhebt of de dingen van de wereld, dan is de liefde Gods zelfs niet in u", zegt de Bijbel. Zie? Dus, hoe zal Gods Woord op dergelijke vitaminen groeien?
303 Er is een bepaalde vitamine in de bodem voor nodig om het graan te produceren. Het moet in de juiste aarde liggen. Wij zullen er zo toe komen. Zie? Het moet de juiste soort grond hebben, anders zal het graan niet groeien. Als u bepaalde grond neemt zal het dit niet doen groeien en het zal iets anders wel doen groeien. Zandgrond, verschillende vitamine, enzovoort, doet bepaalde dingen groeien. Als het dat niet doet, wel, dan krijgt u het niet, het zal het gewoon niet doen groeien; dat is alles.
304 Nu, onkruid zal bijna overal op groeien, op elke soort grond. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Oude denominatie-onkruiden zullen gewoon overal groeien.
305 Maar ik zeg u, broeder, als u de vruchten des levens wilt produceren, moet het uit het Woord komen. Zo is het precies. Zeker! In orde.
306 Ik hoop dat ik u vanmorgen niet al te lang houd. Ziet u? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Zie? Nu, geen... Zie? In orde.
307 Geen wonder dat zij niet kunnen geloven; zij hebben niets om in te leven. Jezus sprak van hen in Mattheüs, het dertiende hoofdstuk, het eerste vers. Laten we dat opslaan en zien hoe Jezus erover sprak, over deze dingen waarover wij spreken. Mattheüs, het dertiende hoofdstuk, en in het eerste vers.
En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.
En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en neerzat, en al de schare stond op de oever.
En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad bij de weg; en de vogels kwamen en aten dat op.
En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
Maar toen de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.
En een ander deel viel in de doornen; en de doornen groeiden op, en verstikten het.
En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.
Wie oren heeft om te horen, die hore.
308 Niet verstand, oren, zie, in orde, 'horen'. In orde.
309 Merk op. Hij zei dat iemand uitging, toen het zaad uitging, het Woord werd gepredikt.
310 Een deel viel langs de weg; net als water op de rug van een eend, het loopt er gewoon af.
311 Een deel viel op rotsgrond, steenachtig. Er lag alleen wat stof daar dat opgewaaid was. En het sproot uit, maar het had geen wortels, geen plaats om zijn wortels in te zetten. Nu, ik zal hier wat illustraties maken en ik hoop dat ik geen gevoelens kwets. Zie?
312 Dat was de Katholieke kerk. Zij zeiden dat zij op een rots gebouwd waren. Ik zal het met hen eens zijn; ik zal het zeker met hen eens zijn. Dat is juist. Dat is juist. Totaal geen aarde eronder, geen aarde erop om uit te groeien. Waarom? Het kon niet voortbrengen... Zij konden geen Bijbel-vitamine voortbrengen, omdat ze er zelfs niet in geloven. Hun leer is dogma's, dat is juist, Rooms dogma, totaal geen Woord erin. Zie? Het viel op rotsen; dat was een super-wijsheid. O, broeder, ik zeg u, zij hadden het op de super wijze. Zij presenteerden het op een psychologische manier, met enorme gebouwen en fijne kleding, zien eruit als heilige goden, van priesters en heel de rest.
313 Hoeveel hoorden dat getuigenis van die kleine non, dat juist uitkwam? Hebt u het hier? Ik wil dat dat op een woensdagavond hier afgespeeld wordt in de gemeente; en iedereen hier zou het getuigenis moeten hebben. Een ervan heeft mij lange tijd gevolgd. Hoe zij...
314 Ik ging zelf naar Mexico daar en heb de lijmputten gezien waarin die nonnen-baby's... Wanneer die priesters die baby's bij hen hadden gehad; waar zij werden verbrand in die lijmputten, en dergelijke dingen. Dat deed het communisme oprijzen in Mexico. Zij maakten een einde aan die nonsens. Dat deed ginds het communisme oprijzen.
315 Vrees nooit het communisme. God gebruikt het communisme. Ik geloof er niet in; het is van de duivel. Maar God gebruikt een duivel en laat het regelrecht omdraaien, zoals Hij deed bij koning Nebukadnezar die kwam om Israël weg te voeren. Zie? Ja. Let op en zie of de Bijbel het niet bewijst. Een dezer dagen zullen wij erop op ingaan. God liet het gewoon oprijzen om de kinderen van God te wreken op die oude hoer. Dat is precies wat de Bijbel zei. Ja. En er staat dat zij haar met vuur zouden verbranden en dat zij tot het einde van haar veroordeling zou komen. Dat is precies wat er ook met haar zal gebeuren. Daar is zij.
316 Dat is degene die op de rotsen viel, gewoon zo weinig grond dat de zaak niet kon groeien; het stierf. Dat was dan dat super-verstand.
317 Vervolgens viel een deel op de Protestantse grond. Maar na een poosje verstikte de grote wereldse wijsheid van de grote denominaties het, perste de Geest eruit. "De dagen van de wonderen zijn voorbij." "Dr. Zus-en-zo zei zo-en-zo." Zie? "Zoiets is er niet." Gewoon volmaakt. Het verstikte alles, perste 'wat allemaal' eruit? Perste de Geest eruit, voor het verstand. Zie?
318 De Heilige Geest viel in de dagen van Maarten Luther. De Heilige Geest viel in de dagen van John Wesley. De Heilige Geest viel in de dagen van de vroege Pinkstergemeente, maar wat hebben de denominaties gedaan? Met hun verstand hebben zij het verstikt. Wat hebben ze verstikt? Het zaad. Wat is het zaad? Het Woord. "Het betekent dat niet; het betekent dit daar." Zie? Zij nemen het..
319 En nu, veel van die predikers met een oprecht hart heb ik ontmoet; ik heb met hen zitten praten, zelfs over het onderwerp van de doop en vele dingen. Ik heb iedereen gevraagd te komen om het te bespreken. Zij zeiden: "Broeder Branham, als wij dat zouden doen, zou onze gemeente ons eruit zetten."
320 Ik zei: "Wie? Wie is meer voor u, het Woord van God of uw gemeente?" U zult nooit verder komen in dat stof der denominatie. Zie? Zie? In orde. Als het het Woord loochent, is het verkeerd. Ziet u? Het toont aan dat het door mensen gemaakte wijsheid is.
321 Nu, de Protestanten werden verstikt. Het verstikte de Geest gewoon uit hen toen zij verstand begonnen aan te nemen in plaats van geloof in het Woord, het verstand in de organisatie, het organisatie-verstand in plaats van geloof in het Woord. Allen die het begrijpen zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zie? Geloof in wat de groep mensen van de Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Pinkstermensen, Evangelischen, en allen samen hebben gekregen. En spoedig gaan zij een federatie van kerken vormen, die het 'beeld voor het beest' zal zijn. En hij zal dezelfde macht hebben in deze natie (Openbaring 13:11) die men daarginds had; en het zal een vervolging veroorzaken tegen de heiligen, net zoals men in het begin van de Roomse kerk deed. Zie? Daar draait het nu op uit.
322 Daarom wordt het Woord nu gewoon overal gezaaid: Blijf er van weg! Ga eruit! Zie?
323 Nu, verstand verstikte het. Hun eigen wijsheid verstikte de Heilige Geest bij hen vandaan. Laat mij het u bewijzen in de Bijbel, Openbaring, het derde hoofdstuk; waar wij juist de gemeentetijdperken hebben doorgenomen. Jezus was Zijn gemeente uitgewerkt en was aan de buitenkant, proberend op de deur te kloppen om weer binnen te komen. [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert] Uh-huh. Dat is precies wat er staat: "Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand zal dorsten, als hij Mij maar binnen zal laten, zal Ik komen." Maar niemand opende de deur. Zie? Zij zetten Hem buiten. Wat was het? Zij hadden de... Het zaad viel op hen. Zie? Zie?
324 Maar een deel viel in het dal der vervolging; een deel van het zaad viel ginds in de vallei van vervolging. Nu, in de vallei vindt u het water, de beste grond. Wanneer u iemand neemt die neergeslagen is, tot alle theologie uit hem geslagen is, en hij uitgelachen is, er gekheid over hem gemaakt is, als hij door de molen is gegaan en alles uit hem is gemalen, tot het metaal gereed is voor het werk, dan zult u ontdekken dat er wat vochtigheid om hem heen is. Dat is juist. In de vallei, die knaap is in het dal geworpen, uit zijn organisatie geschopt. Hij zit in de put, zoals ze het noemen. Zie? Niet in de put, maar in de vallei, wordt ons geleerd. Beneden in het dal, weet u, daar groeit ook de lelie, weet u. Uh-huh. Uh-huh. Dat is waar, zie, in de vallei. In orde. Een deel viel in de vallei van vervolging, harde beproevingen. Een deel van die zaden viel daar in het dal van vervolging, harde beproeving, van alles genoemd worden, zoals de Lelie 'Beëlzebul' werd genoemd, en belachelijk werd gemaakt.
325 Maar in dit dal zijn waterstromen. Psalm 1 zegt: "Welgelukzalig is de man..." Laat mij het even lezen. Laat mij aantonen wat in deze vallei is. Welke Psalm. Ik dacht dat ik geen tijd zou hebben, maar wij zullen gewoon tijd nemen, zie, om dit te lezen, zie, om dit hier te hebben. Wij zullen dit lezen en zien waar deze man zich bevindt, waar hij geplant is. Of hij geplant is op een stoffige woestijnrots, waar totaal geen grond is, of dat hij geplant is in het dal. In orde.
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad... (het verstand... Amen, amen, amen, amen!) ... niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op de weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
Maar zijn lust is in des HEEREN wet,... (het Woord), en hij overdenkt Zijn wet... (Woord) dag en nacht.
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,...
326 "Waterbeken." Wat is dat? De negen geestelijke gaven, rivieren van één 'water', één Geest, één water, maar komend uit negen verschillende bronnen. Waterbeken, zie?
... waterbeken, die zijn vrucht geeft... (vrucht van de Geest) op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken.
327 Zie? Een deel viel neer in dat dal, waar deze rivieren zijn, en bracht... En merkte u op...? Ik wil op iets anders komen. Wat deed het? Het viel neer in de rivier.
328 Het werd niet uitgezet. "Hij zal zijn als een boom die uitgezet is (verplaatst van hier naar daar)"? Hij werd geplant. Wat? Voorbestemd. Die gedachte van God, voor de grondlegging van de wereld, plaatste hem daar. Zie? Niet toevallig daar gezet, maar hij werd geplant, voorbestemd (waar?) aan de waterstromen. O!
329 "Zijn wortel zal niet verwelken." O, halleluja! "Ook al sterft hij, Ik zal hem weer opwekken ten jongste dage." Dat is juist.
330 Hij is voorbestemd om daar te zijn, niet zomaar toevallig. Hij werd voorbestemd om dat Woord te vatten toen het gezaaid werd. Dat betekent dat zij daar zullen zijn. Wanneer het vasthoudt, is zij daar. Hij is geplant, niet gewoon neergezet; hij is werkelijk geplant. Dat is juist. Heel wat anders om een stok in de grond te steken dan om iets te planten. Het is anders. Het zaad werd geplant. Het vond zijn eigen wortelkanalen, toen het water binnen begon te komen en het leven, de Geest, tevoorschijn kwam. Het begon te zeggen...
U zegt: "Er zijn negen geestelijke gaven."
Het zegt: "Amen!"
"Jezus, Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer."
"Amen!"
"Hij geneest nog steeds zoals Hij altijd deed."
"Amen, amen, amen!" Ziet u?
331 Hij is geplant aan de rivier, stromen die van elke kant komen, waterstromen. Geen wonder dat hij niet kan verwelken. Geen wonder; hij is geplant. Een deel van die zaden viel daar. Hij kan niet sterven, hij staat gewoon in de stroom des levens die blijft voortkomen. Dat is waar. Het haalt zijn leven uit die rivieren. Rivieren, het Nieuwe Testament, het Oude Testament. Amen! Gewoon zo verder gevoed wordend. O, broeder.
Zult u Hem liefhebben? Amen!
Zult u Hem prijzen? Amen!
Zult u Hem aanbidden? Amen, amen, amen!
332 Ja meneer, jazeker! O, ik houd daarvan, u niet? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ja!
... dragende vrucht, brengt zijn vruchten voort op zijn tijd. (Genesis 1:11.)
333 "Brengt zijn vruchten voort." Welke vruchten? De vruchten van wat? Zijn vruchten. Welke vruchten? Zijn eigen vruchten. Welke vrucht is het? De Bijbel. Zie? Alles ervan is hier. De vrucht, liefde, is hier in de Bijbel. Blijdschap, hier in de Bijbel. Kracht, Heilige Geest, al deze dingen hier; Goddelijke genezing; beloften van God. Dat zijn de vruchten. Hier is het, en als hij hierin geplant is, en dit geplant is in de juiste soort van bodem, in geloof... Wat doet geloof? Geloof begint het te laten groeien, amen, begint haar omhoog te brengen. Zie? Dat is het: laat het naar boven komen. Zeker. "Hij zal zijn als een boom die aan de wateren geplant is; zijn vrucht voortbrengend op tijd."
334 Nu, welke soort vrucht zal hij voortbrengen? Johannes 14:11, in Johannes 14:11 zegt Hij, zegt Jezus: "Hij..." (Ik geloof dat het 14:12 is.) Jezus zei: "Die in mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Waarom? Hetzelfde Woord is in hem. Hij was het Woord. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] "En als gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u, vraag dan wat gij wilt."
335 Ik sprak niet lang geleden met broeder Evans daar achteraan. Hij kwam hierheen. Hij rijdt zo ver! Hij raakte zijn wagen kwijt. Zat daar bij Miller's en liet de sleutel er in. Iemand kwam langs en had hem gestolen. Alles wat hij had, zat erin. Hij kwam hierheen. Hij, hij en broeder Fred, en broeder Tom, sommigen van hen, kwamen naar het huis. En hij zei... Wel, hij zag eruit als een kleine jongen wiens snoep was afgenomen; hij was gewoon helemaal verslagen, weet u. Hij zei: "Ik weet gewoon niet wat ik moet doen."
Ik zei: "Wel..."
336 Nu, wat is het? Nu, zij komen. Wat is het eerste? Naar het Woord; vraag het de Vader. "Als gij in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag wat gij wilt." Wat? Blijf bij het Woord; blijf gewoon precies bij het Woord.
337 Ik zei: "Laten we bidden." Wij knielden neer op de vloer, begonnen te bidden. En terwijl wij daar waren, baden wij.
338 Ik zei: "Vader, ik kom tot U in de Naam van de Here Jezus. Hier is een broeder die besteedt... die slechts enkele dagen per week werkt. Zijn handen zijn helemaal kapot van het opknappen van oude autowrakken en dergelijke, om genoeg geld te verdienen om elke zondag 2300 á 2400 kilometer te rijden om naar de samenkomst te komen. Hij heeft een stel kinderen te voeden. Het kost hem ongeveer vijftig of vijfenzeventig dollar per week om die reis te maken, alleen om naar de gemeente te komen. Zie? Juist! Hij kwam hierheen om te proberen het Woord te horen, zoals wij proberen ons in te spannen om ervoor te strijden." En ik zei: "Nu, een of ander gemeen persoon heeft zijn auto gestolen." Wat was het? Ik zei: "Nu Here, ik bid U, geef hem zijn auto terug in de Naam van Jezus Christus."
339 Wat deed ik? Ik plaatste dat Woord, die belofte, voor God, verzegelde het met de Naam van Jezus en zond het Woord uit. Het ging direct de weg op, ver weg, vond de plaats waar het begon, zoals een hond op het spoor van een konijn. Zie? Hier komt Hij de weg af gieren. Kwam daar tot ongeveer halverwege Bowling Green, Kentucky. Wat kwam er tevoorschijn? Het Woord vond hem.
340 Precies toen vloog er een visioen terug. Ik zag een man rijden met een geel uitziend shirt aan; een jonge kerel die eens een Christen was. Het Woord trof hem: "Je doet verkeerd!" Het Woord greep hem. Hij zond zijn Woord uit, zie, zie, en vatte hem. "U zult hier op een dag voor gegrepen worden en de wet zal je hiervoor te pakken krijgen. Draai om en breng hem terug." Het Woord kreeg hem te pakken. Hij was eens een Christen geweest. Ik zag hem de wagen hier terugbrengen en hem aan de kant van de straat zetten.
341 Ik zei: "Nu, broeders, neem gewoon een bepaalde weg hier en je zult je wagen vinden. Wacht hier evenwel een poosje tot hij hem heeft teruggebracht. Nu, had je een tank vol benzine?"
"Ja", zei hij.
342 Ik zei: "Er zal niets aan mankeren, maar er zal de helft van die benzine inzitten omdat de helft nodig is, eruit. Hij was ongeveer halverwege Bowling Green, ongeveer 160 kilometer is eruit."
343 Toen hij hem vond was dat gewoon precies zoals het was. Wat was het? Het Woord ging uit en kreeg hem te pakken.
344 Kwam terug en zei... Niet lang daarna kocht een man een wagen van hem; hij ging er vandoor zonder hem te betalen. Zie? Hij zei: "Broeder Branham..."
345 Ik dacht: "De arme man!" Hij was hen vierhonderd dollar schuldig. Ik zei: "Ik bid." Ik zond het Woord uit. Het Woord ging, vond zijn spoor, vond hem.
346 Toen... We gingen uit om de man te vinden. Hij, nooit een Christen, zie, hij had... Hij lachte. Men vroeg hem eenmaal naar de kerk te komen. Hij zei: "Wel, terwijl de predikant predikt, zal ik uitkijken naar knappe blondjes." Dus u ziet, dat u niet kunt vinden... Ja, dat is die duivel, die... Zie? Het Woord kon dus geen vat op hem krijgen.
347 Wat deed het Woord? Het hield hem in het oog. Zie? Laat gewoon niet... Broeder Welch bleef gewoon vasthouden en zei: "Het zal in orde komen; het zal in orde komen." Het Woord ging achter hem aan. Zie? "Indien gij in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag wat u wilt." Zie? Het Woord ging achter hem aan.
348 Het eerste, weet u, was dat een van zijn zonen hier op de weg reed en daar was het. Hij zag de man in de wagen, kreeg zijn nummer, sloeg af naar broeder Wood. Zij belden om uit te vissen waar het was. Hij was in Bowling Green.
349 God in de hemel weet dat ik er nooit één woord over hoorde, er niets over wist.
350 Verleden zondagmiddag, het was een week geleden, toen wij hier juist gepredikt hadden, ging ik daarheen en kleedde mij om, en maakte mij klaar om naar Florida te gaan, voor de... of ginds... bij broeder Welch, voor de samenkomst de volgende avond. Toen ik in de wagen stapte zag ik die man. Ik zei: "Broeder Welch..." Ik kon het hem nu niet vertellen. Hij moest zelf de beweging maken, zie, net zoals Meda daar haar beslissing moest nemen. Zie? Ik zei: "Wij zullen door Bowling Green gaan."
Hij zei: "Dat is ongeveer vijftig kilometer uit de route."
351 Hij ging op weg; ik dacht: "O, hij, hij zal hem krijgen, zie, hij zal hem krijgen. Zie? Hij zal hem krijgen. Hij moet hem gewoon krijgen."
352 Ging zo verder. Zuster Evans en ik... En na een poosje zei hij: "Weet u, broeder Branham," zei hij, "ben ik zo suf geweest? U zei Bowling Green daarnet."
"Ja."
353 Hij zei: "Weet u van die man die mijn geld heeft, ermee vandoor ging?"
"Ja."
354 Hij zei: "Hij woont in Bowling Green. Ik heb erover nagedacht. Gewoon... Ik heb hier iets. Ik ga het opslaan, om te vinden waar hij ergens is. Dan zal ik opslaan..." Ik zei...
355 Ik zei: "Wat zou je doen? Zou je daar naar toe willen gaan en je geld halen?"
356 Nu, ziet u, als ik het hem zeg, dan... Ziet u? Hij moet zelf iets doen. Zie? Hij moet iets doen. Ik zou het hem niet kunnen vertellen. Als ik het deed, zou het het visioen daar precies breken. Zie? Ik moest dus laten... Zie. Net als...
357 Waarom stond Jezus daar en zei Hij tot Maria en Martha: "Neem de steen weg"? Waarom? Hij was God; Hij had kunnen zeggen: "Steen, wees niet meer", en hij zou er niet meer geweest zijn. Maar zij moest iets doen.
358 Waarom stond Hij daar te kijken naar de oogst? Gelooft u dat Hij de Heer van de oogst was? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Hij zei tot Zijn discipelen: "Bidt de Heer van de oogst dat Hij arbeiders zal zenden in Zijn oogst." Met andere woorden: "Vraag Mij te doen wat Ik zal doen." Zie?
359 Wij zijn makkers. Wij zijn... Het is een gemeente. Wij moeten zelf iets doen. U moet iets doen. Hier is het Evangelie; ik ken het, maar als je hier alleen zit en het niet predikt, wat voor goed zal het doen? Zie? U moet iets doen, u moet een poging doen. U moet... U zegt: "Wel, ik geloof dat God kan genezen, maar ik weet het gewoon niet." Sta op en laat dat Woord uw woord worden. Geloof het; beredeneer het niet, geloof het gewoon.
360 Ik zei: "Wel.." Ik wist dat als hij niet ging, hij het kwijt zou zijn. Ik zei: "Als ik het was, als ik jou was, zou ik onmiddellijk mijn geld gaan halen." En hij deed het. Toen hij de man uit bed had gekregen, had hij wat geld. Hij belde aan bij zijn buurman aan en kreeg de rest ervan en betaalde het af.
361 Wat is het? Het is het Woord. Zie, als het een plaats kan vinden, kan het keren. Nu, hetzelfde met Goddelijke genezing.
362 Nu, wat als broeder Welch had gezegd: "Wel, ik denk niet dat ik er naartoe zal gaan, ik denk dat ik over de andere weg zal gaan." Wat als die kerel had gezegd: "Wel, ik zal daar niet heengaan, waar die auto niet is"? Zie? Het zal niet gebeuren.
363 Maar u moet geloven. U moet het geloven. En dat is... Dan valt dat in een atmosfeer van geloof en het moet het produceren. Het moet het gewoon. O, dat is...
364 Hebt u er ooit over nagedacht wat er gebeurt als iemand werd opgewekt uit de dood? Hebt u er ooit over nagedacht, daar in Finland, die keer dat die kleine jongen uit de dood werd opgewekt? Zijn geest was uit hem heengegaan. Nu, het Woord moet uitgaan, door de eindeloze ruimte daarginds, om die kleine ziel op te pikken en het terug te brengen. Hoe kan dat gebeuren? Het is het Woord: "Geneest de zieken; wekt de doden op." Zie? Hoe zal Hij het doen? Het moet komen door een bewaterd Woord. Hij had het visioen getoond en het moet gebeuren. Daar lag de jongen; alles lag daar gewoon zoals Hij het twee jaar voordien had gezegd. En daar lag het. Dat is de reden dat ik het zeg over de beer die de heuvel afkomt, wat het ook was. Het moet gebeuren, het moet zo zijn. Zie? Wat deed het? Woord.
365 Ik zei: "Hemelse Vader, in mijn vaderland zei U mij ongeveer twee jaar geleden dat deze kleine jongen uit de dood zou worden opgewekt; daarom, op grond van Uw Woord, Uw belofte... Ten eerste, het Woord zegt: 'Deze tekenen zullen de gelovigen volgen!' U zond Uw discipelen uit en zei hun de zieken te genezen, de doden op te wekken en duivels uit te werpen. Dan, door een visioen toonde U mij in mijn vaderland dat deze kleine jongen weer opnieuw tot leven zou komen."
366 "Daarom: Dood, je kunt hem niet langer vasthouden. Ik heb het Woord des Heren."
367 Niet ik, ik ben het Woord niet. Hij is het Woord. Zie? Als ik het Woord was... Er was slechts één Persoon Die het Woord kon zijn en dat was Jezus. Hij was Gods gesproken Woord, door een maagdelijke geboorte. Ik ben een verdraaiing, zie, ik ben het gevolg van een vereniging tussen mijn vader en moeder. Dit moet sterven, dat ben ik, zie; het lichaam moet sterven.
368 Zo was het niet met Jezus; Hij was het Woord. Hij was maagdelijk geboren. Broeder, er was geen vrouw, man of iets anders dat iets met Hem te doen had. De vrouw was de broedmachine, dat is juist; en Hij kreeg van haar de borst, enzovoort. Dat mag waar geweest zijn wat dat betreft, maar laat mij u zeggen: Hij was God, dat was Hij! Er kwam totaal geen sex aan te pas. Hij moest vrij van sex zijn om door dat bloed leven voort te brengen, waar wij over een paar ogenblikken toe zullen komen. En kijk dan. Hij was het Woord, maar het Woord des Heren...
369 De profeten waren het Woord niet, maar het Woord des Heren kwam tot de profeten. Niet... Zij waren het Woord niet, het Woord kwam tot hen.
370 En dat is de wijze waarop het vandaag met ons gaat. Toen het Woord kwam voor die kleine jongen, wat was het? Een visioen. Wat was het voor de beer? Wat was het voor deze andere dingen? Allemaal een visioen. Het is het Woord des Heren dat ertoe kwam. Wat doet het dan? Het houdt daar vast.
371 Nu, het moet eerst gesproken worden. "Dood, geef hem terug! In de Naam van Jezus Christus zend ik dat Woord uit." Het grijpt vast, net zoals het die jongen vatte die ginds naar Bowling Green ging met die gestolen wagen. Hier gaat het heen en grijpt het opnieuw aan. Wat doet het? Het grijpt die kleine geest, brengt het direct hier terug en presenteert het aan het lichaam, juist zoals het Woord zei dat het zou doen. Daar is het. Wat doet het? Geloof, niet kennis.
372 U zegt: "Nu, laten wij eens kijken. De lucht is uit zus-en-zo gemaakt. Er zijn zoveel zuren in, er is zoveel gas en er is zoveel kosmisch licht. Ik kan dat uitvissen en misschien als ik..." O, u... u verspilt uw tijd.
373 Niet verstand; geloof! Niet verstand; dat zal u zeggen dat het niet kan gebeuren. Geloof bewijst dat het gebeurd is, zie, dat is juist. Het toont dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. In orde.
Laten wij nu voortmaken. Wij moeten opschieten.
374 Vrucht voortbrengend naar zijn aard. Johannes 14 zegt: "Die doet de... Die in Mij gelooft, de werken (de tekenen) die Ik doe..."
Nu, u zegt: "Zijn dat de tekenen die Hij doet?"
375 Hij ging het huis binnen waar een klein meisje, de enige dochter van een prediker, dood lag, koud, bleek, afgelegd. Zij was waarschijnlijk een paar uur voor Hij daar kwam, gestorven. Men had haar op een kleine sofa gelegd en stond op het punt haar te balsemen. Jezus wandelt regelrecht de kamer in waar zij zo lag. Zij jammerden en weenden zeer. Hij liet hen allen naar buiten gaan en zei: "Ga hier vandaan, ga naar buiten." Hij zei: "Kom hier, Petrus, Jakobus en Johannes, Ik weet dat jullie geloven." Hij zei tot de vader: "U gelooft, anders zou u niet om Mij gekomen zijn."
En de moeder zei: "Heer, ik geloof." Zie?
Hij zei: "Blijf hier staan."
376 Hij keek. Daar stond een klein meisje. Zei: "Tabitha," dat is: meisje. Halleluja! Hij hoefde niet te bidden, Hij was het Woord. Uh-huh.
377 Ik hoef niet te bidden als ik het visioen kan zien, omdat het Woord reeds gereedgemaakt is. Ik moet bidden om het Woord te vatten, te vatten wat God zegt. Dan kan ik het spreken, nadat ik vat wat Hij zei.
378 Maar Hij was het Woord. Amen! "Meisje, Ik zeg u: sta op." Nam haar bij de hand. Dat is het. Zie? O my!
379 Dat is manifestatie. "Brengt voort naar zijn aard." Jezus zei: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."
380 Dus, zie, al deze dingen van deze denominaties en zo, hebben zulke dingen in zo'n opeenhoping van rommel en zonde gebracht, net zoals de schoot van de aarde de schepping ertoe heeft gebracht. Dat is juist. O my! Hoe kan het gebeuren? Hoe kan het ware Woord van God groeien op deze kortgeknipte, shortsdragende, sigarettenrokende kegelbaan-hangers, kerkgangers? Hoe kan dat groeien als zulke genot-liefhebbende, en -zoekende menigten er rondhangen en dergelijke zaken liefhebben, en de wereld liefhebben? Hoe kan de liefde van God binnenkomen? Hoe kan het zaad van God in dergelijke grond groeien? Het zal nooit wortel schieten; het zal er nooit enig leven in brengen. Het zal daar liggen op die oude, stoffige denominatierotsen en wegrotten, maar het zal nooit leven brengen. Ja meneer, jazeker!
381 Genotzoekers, "meer liefhebbers der wellust dan liefhebbers Gods." Verschrikkelijk, toch zijn zij knap. Zij zijn tweemaal zo schrander als de andere klasse. Zeker. Knap, geleerd, zoekers van wereldse wijsheid, net als Eva, en zij krijgen dezelfde dosis als zij, gewoon precies. Het is de waarheid.
382 Hoe zou een lelie kunnen leven, een leliezaad kunnen leven en groeien, terwijl hij gedijt op het water, en groeit in een van die stoffige denominaties? Hoe zou hij dat kunnen, terwijl hij alleen kan gedijen op water? Water is de Geest. "Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht van de Geest ontkennen." Zie? Hoewel het Woord op hen valt, kan het niet groeien. Het kan niet groeien. Net zoals het Woord op Eva was, maar niet kon groeien. Waarom? Zij aanvaardde verstand, Satans wijsheid. Het Woord komt tot hen, het Woord valt op hen. Zeker doet het dat. Jazeker! Groeit... Het valt op hen. Zij kunnen het Woord horen prediken.
383 Zag u ooit mensen in de kerk zitten, terwijl ze geen enkele beweging maken? Predik tot vrouwen over kortgeknipt haar; jaar na jaar gaat voorbij, zij blijven kortgeknipt haar houden. Spreek tot mannen over roken, vrouwen over drinken; zij blijven evengoed doorgaan met drinken. Het is als water uitgieten op een eendenrug, het heeft geen plaats om te groeien. Zie? Het is die oude genotzoekende populariteit: "Wel, laat de rest van de vrouwen het eerst doen, dan zal ik het ook doen." Ik geef er niet om wat zij doen. Het is uw plicht het Woord van God te volgen. Dat is juist. Zie?
384 Hoewel het Woord op hen valt, kan het niet groeien. Het is Satans wijsheid, zie, dus het wordt gewoon denominatiestof. Zij kunnen niet geloven in Hebreeën 13:8, helemaal opgeblazen met wereldse wijsheid, het heeft niets om in te groeien. Zie? Hoe kunnen zij Hebreeën 13:8 geloven: "Jezus Christus Dezelfde, gisteren en voor immer"? Ze zouden het niet kunnen. Zie?
385 O, zij zeggen dat zij het geloven. O, u zegt hun dat en dan zeggen zij: "Zeker geloven wij het." Toon mij er dan de vruchten van. Laat mij het zien. Laat mij zien dat het gedaan wordt. Laat mij de gemeente zien tot wie u predikt, doe dan wat zij deden in de eerste apostolische kerk, die het Woord geloofde.
386 U verdraait uw dopen; u verdraait uw bewijzen; u maakt het passend met een soort geloofsbelijdenis, in plaats van dat u het Woord neemt om het Woord zijn eigen vrucht te laten dragen. U maakt iets bepaalds wat ú moet doen om een bewijs ervan te leveren. En Satan kan elk bewijs verklaren dat u wilt voortbrengen. Zeker kan hij het; hij kan het beslist, maar hij kan niet het Woord produceren. Dat is iets wat hem woedend maakt; dat kan hij gewoon niet. Jazeker! O ja!
387 Nu, kijk naar Kaïn en Abel. Beiden waren zij oprecht. Kaïn nam, door zijn verstand, naar zijn moederkerk, Eva... dat was zijn moeder. Hoeveel weten er dat Eva de moeder van Kaïn was? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zeker! In orde. Zoals zijn moeder nam hij redenering, zie, verstand, zijn eigen wijsheid. Een prachtig offer; hij had de bloemen; hij had de vruchten van het veld. Hij zei: "Wel, zeker..." Zie? Hij zei: "God..." Het was net zoals Satan tot Eva zei: "Zeker, zeker." "God zal mijn offer zeker aannemen. Ik heb een lieflijk altaar gebouwd. Ik heb het zo prachtig gemaakt, het is zo versierd."
388 Net zoals het met deze Pasen zal zijn. Men zal miljoenen dollars over het hele land besteden om paasbloemen op enkele altaren te zetten. Het altaar werd niet gemaakt voor bloemen; het is voor het offer. Zie? U toont slechts diezelfde oude geest van Kaïn, zie, dezelfde oude duivel uit Eden. Zie?
389 Wat gebeurde er? Kaïn dacht: "Zeker..." Weet u, de man was oprecht, omdat het leven of dood voor hem betekende.
390 En die mensen, denk niet dat zij huichelaars zijn. Ze zijn oprecht. U zegt: "Kan men dan oprecht en toch verkeerd zijn?" Zeker! Een man kan oprecht arsenicum nemen terwijl hij denkt dat het wonderolie is of zoiets, of iets anders. Zie? Oprecht; dat is niet genoeg. Het gaat om de Waarheid, niet de oprechtheid; de Waarheid!
391 Die vrouwen daarginds in Afrika offeren hun kleine baby's aan de goden, de krokodillen. Bent u zo oprecht? Nee. Hoevelen van hen staan... De Chinezen breken hun benen voor de keukengoden. En wat met de Mohammedanen en anderen daarginds en die door het vuur lopen en dergelijke, en dingen, o, vleeshaken in hun mond steken en hun mond dichtnaaien.
392 En sommigen van hen doen een stok... Ik heb een beeldje daarboven, een klein figuurtje, met de wijze waarop hij aan zijn god offert om te geloven dat hij naar de hemel zal gaan. Een priester steekt een stok in zijn mond, wikkelt het rond zijn hoofd met een ketting naar beneden, bindt zijn handen achter hem vast, ketent zijn voeten. Hij kan niet drinken, spreken, eten, noch iets anders tot hij sterft.
393 Ziet u enige Christenen zo'n offer brengen? U wilt zelfs de Waarheid niet geloven, het Woord. Zie?
394 Nu. "Schoonheid", zei hij, "zal God zeker aanvaarden. Kijk hoe mooi mijn altaar is."
395 Ziet u diezelfde geest van verstand vandaag? "Wel, als wij deze grote denominatie bouwen, zal God ons zeker aannemen." Hij zal niets aannemen, behalve Zijn Woord. Nee. Zie?
396 "Wel", zeggen ze, "nu, kijk, broeder Branham, als wij elk jaar zoveel predikers uitzenden... Ons zendingsprogramma behaalde verleden jaar meer dan honderd duizend dollar." Dat mag dan nog zo goed zijn, broeder, maar u bent dood tenzij u dat Woord accepteert en er aan voldoet. Zo is het precies.
397 "Wel, broeder Branham, onze kerk... Wat denkt u dat u bent, slechts een klein pinda-brein daar?"
398 Dat is waar. Nu, dat is precies juist. Dat is waar. Maar wat ik ook ben, laat mij bij dat Woord blijven. Het zal op een dag uitgroeien tot iets. Zie? Blijf gewoon bij dat Woord, ongeacht wat het is. Wij hebben niets dan alleen deze kleine tabernakel hier; dat is precies wat wij nodig hebben, op dit huidige tijdstip, gewoon een plaats om te zitten, omdat wij uitkijken naar Jezus' komst.
399 Wij willen geen enorme denominaties die elk jaar miljoenen moeten besteden aan gebouwen en dergelijke, terwijl mensen die proberen het Woord te prediken daarbuiten lijden en niets hebben om te eten, en dergelijke. Wat is er met de mensen aan de hand? Is het niet... O, de mensen zouden toch wakker moeten kunnen worden.
400 Maar iedereen die het katholicisme zou kunnen accepteren, zou blind genoeg kunnen zijn om alles te accepteren. Ik zeg u de waarheid. Iedereen die dat slikt, zou... "Verstandige mannen." Geen wonder dat de Bijbel zei: dat zelfs de koningen der aarde hoererij met haar pleegden. En de verstandige mannen, kennis, zie, en zij maken het, die priesters, knappe mannen... O, man! U spreekt over geleerden! Jongen, zij moeten jaar na jaar, jaar na jaar, leren.
401 Zij zeggen dat zij niet met die nonnen leven. Dan wil ik u iets vragen: Waarom worden zij dan niet steriel? Uh-huh, uh-huh, uh-huh. "Zij zijn de bruid, dat daar. De non is de bruid. En dat is de bruidegom, natuurlijk, ziet u?" Dat is juist. Moeder Overste smoort de baby's en stopt ze in de kalkput. Gelooft u het niet? Luister dan naar een echte, die daarin is geweest, ervan getuigt en zegt: "Nu, kom op, laat de wet mij arresteren."
402 En zei: "Wij zullen hetzelfde doen als wat men in Rusland deed, hetzelfde als in Mexico. Wij zullen die zaak helemaal opengooien, zodat het bij de regering komt."
403 Maar hoe zult u het nu gaan doen, als wij het hoofd ervan precies daar in de regering hebben? Zie? Zie? Dat is dat Woord dat vervuld moet worden: "Men organiseerde een beeld hier voor dat beest dat daar zat. En zij spraken vertrouwelijk met elkaar en gaven dit beest macht om te spreken." O, broeder, dat Woord zal daar gewoon standhouden. Niet het communisme zal het overnemen, maar 'romanisme'. Uh-huh.
404 Nu, kijk hiernaar. Kaïn zei: "Zeker zal Hij mijn offer aannemen." Maar wat voor soort? Hij zei: "Ik heb een offer gemaakt." Maar wat voor een soort offer was het? Botanisch leven: planten, bloemen, groenten. Botanisch leven (wat?), daar is geen lijden bij, geen straf.
405 Mensen willen niet lijden. Dat is vandaag het probleem. Ze komen, ze komen nu gewoon en geloven dit Woord, als zij maar niet uit hun kerk hoeven te komen, als ze maar niet uitgelachen hoeven te worden, voor gek gezet. Nee, zij willen botanisch leven, een of andere soort wijsheid. "Wel, dit leven is even goed als dat." Dat is het niet! Ik zal u binnen een ogenblik tonen waar dat vandaan komt, zo de Here wil.
Maar, "Abel, door geloof..." Glorie!
406 Kaïn zei door verstand: "God zal dit zeker accepteren. Hier is een altaar. Ik heb een kerk." Dat is wat een kerk is: een altaar, een plaats van aanbidding. In orde. "Ik heb een altaar. Ik zal net zo oprecht aanbidden als mijn broeder. En ik heb er hier iets prachtigs voor. God zal het zeker aanvaarden." Dat is hetzelfde als wat de duivel zijn moeder vertelde: dezelfde leugen, verstand.
407 Nu, Abel. Hebreeën 11 zegt:
Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn... spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.
408 Zie? "Abel..." Waardoor? Verstand? Door theologie? "Door geloof offerde hij God een uitnemender offer." Door geloof in wat? Door geloof in wat? Door wat? Hij had zijn geloof.
409 Daar waren slechts zijn vader, zijn moeder, hij en zijn halfbroer. Hoe ter wereld kon het zijn? Waar kon hij het vandaan krijgen? Waar had hij geloof in? Geloof in plantenleven, geloof hierin? Nee. Hij had geloof in het Woord omdat hij wilde weten waarom hij buiten die hof was. "Waarom werden wij eruit gezet?"
410 Moeder zou moeten zeggen: "Omdat ik luisterde naar een leugen van de duivel; omdat deze jongen hier geboren werd op zo-en-zo een manier. Daarom heeft God ons er uitgezet."
411 "Wel," zei hij, "ik kan zelfs niet in de buurt van de poort komen. Er is een Cherub daar met een zwaard die die Boom des levens bewaakt." Dus door geloof...
412 Ziet u, door verstand offerde Kaïn... U weet het, het Woord niet kennend, maar hij dacht gewoon door verstand. Hij maakte een mooie plaats, die hij prachtig en mooi maakte.
413 Maar "Abel" (niemand had het hem nu verteld, hij was nog een jongen), "zag door geloof dat het geen botanisch leven was; het was een seksuele affaire, door bloed!" Daar hebt u het, broeder. Probeer daar maar eens onderuit te komen.
414 Door geloof zien zijn kinderen het nog steeds. Hij leerde het nooit door enige wereldse wijsheid nu. Het komt niet door wereldse wijsheid. Het komt door geloof. De Bijbel zegt: "Abel, door geloof..."
Wat offerde hij? Bloed, van levend leven, dierlijk leven.
415 Wij zijn zelf dierlijk; wij zijn warmbloedige dieren. Dat is precies juist. Een hogere soort, het hoogste dier, maar met de ziel daarbinnen. Dat is wat leven is.
416 Nu, merk op. Door geloof zag Abel de openbaring, het visioen, en bracht levend, stromend bloed; omdat leven in het bloed was.
417 Leven is in de stengel van de bloem. En het is botanisch leven, dat geen gevoel heeft. Ik hoopte dat dat zou indringen! [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
418 "Abel, door geloof..." bleef bij het Woord. Door geloof, niet door verstand. "Door geloof had hij gezien dat het seks was, bloed." De bloedcel komt van de man. De man heeft de bloedcel in het sperma. De hemoglobine is het bloed, dat komt door de man. En Adam [Broeder Branham bedoelt Abel – Vert] wist dat het geen appels waren, en perziken, en aardappels of wat het ook waren, die hen uit de hof van Eden had gebracht, die de zonde hadden veroorzaakt; het was seks, bloed, en hij offerde bloed terug. Door geloof deed hij het, niet door verstand.
419 Hoe zal een mens het door verstand begrijpen, terwijl de gehele Bijbel en de gehele gemeente van God is gebouwd op Goddelijke openbaring door geloof? "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen." Zie?
420 Huh! "O," zeggen zij, "zeker geloven wij dat." Waar is dan het leven van Christus in deze vormen? Waar is het leven van Christus? Ten tweede... U wilt enkele van deze Schriftplaatsen noteren. Zie? Waar is het leven? Als... Zij zeggen: "Wel, wij geloven; wij geloven; wij geloven." Als u gelooft, dan...
421 Jezus zei: "Deze tekenen zullen...", niet zij kunnen, "zij zullen hen volgen die geloven." Jezus zei: "Als iemand in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen. Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."
422 Hij zal er niet slechts omheen draaien, hij zal het doen. Hoe kan het gebeuren? Omdat daar het ware leven dat in Christus is, in u is. Het zal geen verstand voortbrengen; het zal er niet in groeien. Het moet het verstand loochenen om het geloof te nemen. Geloof in het Woord, niet verstandelijke wijsheid in het Woord, geloof in het Woord!
423 Satan heeft meer wijsheid in dat Woord dan wie dan ook, alle predikers bij elkaar, priesters en alles.
424 Hij heeft meer verstand, maar hij kan geen geloof hebben. Geloof zal het doen leven. Geloof zou hem zich laten bekeren, zal hem van zijn organisatie weg laten gaan. Hm! Hij heeft verstand, dus hij blijft er gewoon bij. In orde.
425 Maar door geloof zag Abel dat het een seksuele handeling was en hij offerde bloed, het leven van bloed; en God aanvaardde het.
426 Nu, in 2 Timotheüs (2), 3 staat... Het Woord komt nu tot hen; het zal echter op slechte grond vallen, zie. "Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochenen", de kracht van de Geest. 2 Timotheüs 3, als u het op wilt schrijven. In orde: "Hebbende een gedaante van godzaligheid."
427 De Heilige Geest-tekenen van eeuwig leven, die ontkennen zij. "De mensen horen niet in tongen te spreken. Nee! Er is niet zoiets als Goddelijke genezing, doop van de Heilige Geest. Dat spul was voor de apostelen." Hebbende een gedaante!
428 Paulus zei, het profeterend: "In de laatste dagen, de laatste tijden zouden deze dingen gebeuren", niet in die dagen. "En de Geest zegt nadrukkelijk: In de laatste dagen, laatste dagen, zullen sommigen van het geloof afvallen" en al deze dingen. Zie? Daar is het: "Hebbende een gedaante van godzaligheid."
429 Nu, hoe kunnen de Heilige Geest-tekenen van eeuwig leven in dat kerkelijke stof groeien, waar er totaal geen geest van water is? Zie? Het kan niet groeien in de akkers van denominatie-plezier en verstand en pret. Hoe kunnen tekenen en wonderen van de levende God groeien in een vrouw die niet eens het normale fatsoen heeft om als een dame te handelen? Ik wil u dat vragen. Hoe kan het groeien in een man die achter de kansel zou staan en voor een armzalige maaltijdbon of een denominatie-gunst aan de Waarheid van God zou voorbijgaan? Hoe kunnen geestelijke tekenen dat volgen? Het kan niet.
430 Hoe kan het groeien in een prediker die zijn denominatie meeneemt en zich daar op het strand laat ontkleden? En onlangs hier 's avonds, in een bepaalde plaats die ik gisteravond net passeerde, had men in een zeker kerkdistrict een grote danspartij aan de gang. Hoe kunnen de vruchten van de Geest groeien in zo'n plaats? Het is op een kerkelijke rots, dat is juist, en niet in de vallei van vervolgingen waar men wordt uitgelachen en belachelijk gemaakt.
431 De lelie zwoegt hard. U herinnert zich mijn preek niet lang geleden, enkele jaren geleden, over 'meneer Lelie'. Hij zwoegt waar... Jezus zei: "Hoe hij... zij arbeiden... en spinnen niet; en Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest als een van deze." Wat trekt die lelie om zichzelf mooi te maken. Waarvoor? Gewoon om uit te geven. De voorbijganger ruikt de geur. [Broeder Branham inhaleert door zijn neus – Vert] De bij vliegt recht in zijn hart en neemt de honing regelrecht van hem weg; hij geeft het gewoon vrijelijk. Hij zwoegt om het te doen!
432 Halleluja! Dat is een echte man van God: voorganger Lelie, dominee meneer Lelie, jazeker, die zwoegt bij het Woord, op zijn aangezicht ligt en het uitroept tot God: "God, ik kan niet zien waar dit hier zal passen bij dit hier. Het moet komen door het Woord." Als u het ziet en God het u geeft, ga dan vrijelijk; niet om een of andere grote campagne te hebben: "Als u mij zoveel duizend dollar garandeert, zal ik komen", maar vrijelijk. "Of het Timboektoe is of waar dan ook, God, waar U wilt dat ik het zaad zaai, geef ik het vrijelijk." Halleluja!
433 Jezus zei: "Salomo, in al zijn heerlijkheid, is niet getooid zoals hij." Hij zei: "Aanschouw de lelie."
434 De arme, kleine kerel moet alles lijden om te verkrijgen wat hij krijgt, wordt uitgelachen en belachelijk gemaakt, en al de grote geestelijken schopten hem eruit en gaven hem allerlei vuile namen, maar hij blijft precies bij dat Woord, dag en nacht zwoegend, en ligt in een dal. Wat? Hij is in een plaats waar hij kan putten uit de waterstromen. Waarvoor zwoegt hij? Om weg te geven. "Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet." Jazeker. O my!
Hoe kan het groeien in die akker van stof op die kerkelijke rots!
435 Kaïns kinderen waren verstandig, wetenschappelijk. Let op Kaïns kinderen nu, wanneer ze opkomen. Laten wij even naar ze kijken. Kaïns kinderen: wat waren zij? Bouwers, uitvinders, grote mannen der wetenschap. Zij hadden verstand. Zie? Zij bouwden zelfs gebouwen en maakten ijzer en mengden materialen. Zij waren geleerden, knap, geleerd en godsdienstig.
436 Maar wat bracht die oogst van verstand voort? Dood voor het gehele ras, toen de oordelen van God vielen. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Wat deed de groep? Bracht de dood voort! Wat gebeurde er ondanks al hun verstand en vernuft? Zij stierven, elk van hen kwam om in Gods oordeel. Is dat waar? ["Amen."] God zei het. Zij waren knap, zeer geleerd, verfijnd, religieus, erg fijn. Knappe, geleerde mensen, die vertrouwden op hun verstand, en het hele mensenras doodden.
437 Zij doen nu precies hetzelfde. Hun atoombommen en zo, van deze knappe wetenschappers en zo, zullen het hele ras vernietigen. Zij hebben nu radioactieve neerslag. Het is... Het brandt uw ogen uit, geeft u kanker, alles. Zij hebben er genoeg van laten vrijkomen, in de oceaan, men kan het zelfs niet meer vinden. "Wanneer het vrijkomt zal het de hele wereld vernietigen", zegt men. "De mensen zullen verbranden in hun eigen vlees."
438 Geen wonder dat de Bijbel zegt: "En het gevogelte van de lucht zal het vlees eten van de machtigen", enzovoort, weggerot door radioactieve neerslag en al het andere.
439 Zij doen het zelf, door hun knappe verstand. Dat heeft veroorzaakt dat de dood kwam: knapheid, verstand. Wees eenvoudig, geloof Gods Woord en leef. Neem uw verstand en sterf. In orde. De oogst, de eindtijd, zij komen om.
440 Wel, Abels kinderen waren nederig, boeren, herders (voorgangers, weet u); herders, boeren, nederig, beweerden niet knap te zijn, maar zij bleven gewoon bij het Woord. Wat brachten zij voort in de eindtijd? Een profeet. Dat gebeurde. Een profeet, waarvoor? De tekenen van de laatste tijd.
441 Toen Noach in die deur stond, toen hij die ark aan het bouwen was, zei hij: "Er komt regen." Hij werd een fanaticus genoemd, maar hij was een profeet. Amen! Wat deed hij? Hij bracht redding aan hen die geloofden en die wilden ontkomen. Dat bracht het nederige, niet-geleerde ras voort, dat geloofde in geloof. De anderen geloofden in kennis, zij brachten dood voort aan het gehele ras. Wat deden de nederigen met geloof? Zij brachten redding voort, een profeet des Heren, die hun een teken gaf dat de eindtijd daar was.
442 Denkt u dat de geleerden het zouden geloven? Ze trokken hun neus op en wandelden weg en zeiden: "Waar komt die regen vandaan? Bewijs mij wetenschappelijk waar er daar boven enig water is." Die geleerden, stelletje wijsneuzen, die wetenschappelijk probeerden te bewijzen dat er geen God is; proberen!
443 Toen die foto werd genomen, vielen ze van hun stoel waar ze op zaten. Zij konden het niet begrijpen. Zij zeiden: "Er is een soort licht dat de lens trof." Daar is hun eigen wetenschappelijke instrument, dat de foto ervan nam, de camera. Zoals George Lacy zei: "Meneer, deze camera zal geen psychologie opnemen. Het licht trof de lens; het was er." Zei: "Nu, wat het is kan ik u niet zeggen, maar het is er. Ik zal mijn naam eronder schrijven." Hij deed het. En u hebt het zelf gekregen. Jazeker! Dat was bij de F.B.I. Zie?
444 Onze God laat in deze laatste dag geen steen op de andere, of Hij toont dat deze wereld geen stand kan houden. Verstand en kennis groeien voort, schieten door de lucht als vliegen en straalvliegtuigen, en vechten onder water. En allerlei verderf, en leven in zonde, proberend iets te bouwen dat hen zal beschermen.
445 Er is slechts één ding: de rechtvaardigheid van God staat in de deur van de ark. Wie is de Deur? Christus zei: "Ik ben de Deur tot de schaapskooi", zoals ik las in mijn tekst. "Mijn schapen horen Mijn stem. Een vreemde zullen zij niet volgen." U zult er nooit een in een van deze organisaties daar buiten krijgen. Hij zal eruit komen zo zeker als de wereld. "Ik zal hen uit de kooi brengen en Ik zal hen leiden. Ik zal voor hen uitgaan." Amen! "Zij zullen weten dat Ik het ben. Niemand kan wandelen zoals Ik. Niemand kan de dingen doen die Ik doe", zou Hij zeggen. Amen!
446 "Rabbi, nu weten wij dat Gij van God komt, want niemand zou deze wonderen kunnen doen die U doet, tenzij God met Hem is." Zie? Dat is juist. De belijdenis van Nicodemus. Dat is het.
447 Dat nederige, geringe ras produceerde een profeet. Die profeet bracht in de laatste dagen van Abels kinderen een profeet voort die de tekenen van de laatste dag toonde en de waarschuwing gaf.
448 Het is nu ongeveer hetzelfde, denk ik. "Wie een oor heeft om te horen, die hore wat de Geest tot ons zegt."
449 Dus u ziet dat het zaad-Woord des levens niet kan groeien in dat soort atmosfeer van verstandelijke wijsheid. Het kan het gewoon niet.
450 Mozes en Jozua hadden geloof in het Woord. De anderen wilden dansen en de vrouwen uitkleden; Korach (waarom?) door zijn Egyptische wijsheid. Mozes wilde die niet.
451 Kijk naar die Korachs vandaag, die een gemakkelijke weg nemen, dansen, feestjes die heel de nacht duren, vrouwen met kortgeknipt haar, korte jurken, alles. "Het maakt geen enkel verschil, dat is in orde." Het is niet in orde! Het Woord zegt dat het niet in orde is. Dat is juist. Hetzelfde. Zie?
452 Hoewel elk van hen gedoopt was, elkeen, Korach en allen waren gedoopt... het toont dat daar dat kerkelijke type opnieuw is.
U zegt: "Waren zij gedoopt?"
453 1 Korinthe 10:1–2. Laten we het gewoon lezen. We... Ik weet dat het laat wordt, maar het middagmaal zal niet aanbranden. Dit middagmaal kan wat langer duren als de Here ons gewoon wil blijven voeden. Zie? 1 Korinthe 10, nu kijk hier, 1 Korinthe 10:1 en 2 heb ik. (Nee, ik heb 2 Korinthe.) 1 Korinthe 10:1–2.
En ik wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn;
En allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee;
454 Korach kreeg dezelfde doop als de rest van hen, maar wat wilde hij doen? De vrouwen gewoon laten dansen en wat wijn drinken en een kleine tijd hebben, hen ontkleden en overspel hebben en dat soort. Weet u dat de Bijbel zegt dat zij dat deden? Zij namen die vrouwen en trokken hun kleren uit en deden hen dansen en dergelijke dingen. En Mozes werd boos op hen. Herinnert u zich de tijd? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Waarom? Zij hadden dr. Korach mee, die verstand had. Hij zei: "Ik zal jullie terug naar Egypte brengen." En daar zouden zij ook naar toegegaan zijn.
455 Maar broeder Mozes, toen hij naar beneden kwam was het anders! Hij en Jozua bleven bij dat Woord. God gaf een belofte; zij bleven erbij. In orde.
456 Anderen wilden dansen en hun kleren uittrekken, en van... door Korachs wijsheid. En zij waren allen gedoopt, één.
457 Israël en Moab. O, ik... u... ik heb dat eens doorgenomen. Wij zullen dat niet nemen; ik moet mij haasten. In orde. Israël en Moab. U weet hoe het daar was. De één gewoon even fijn, de één met verstand, geweldige denominaties; de ander klein, interkerkelijk.
458 Op een dag dan; waar ik nu toe kom voor wij sluiten. Op een dag ontmoetten deze twee grote bronnen of krachten elkaar voor een ontknoping betreffende het Woord van God.
459 Nu zullen wij tot de climax komen. Wij zouden kunnen teruggaan; ik zou een dozijn.. Ik zou hier een week lang kunnen staan en zelfs nooit de oppervlakte ervan aanraken, hoe ik daar precies zou kunnen bewijzen waarover ik spreek, maar ik hoop dat u het begrijpt. Zie?
460 Op een dag kwam het tot een beslissend treffen. Verstand en geloof kwamen tot een directe confrontatie: Jezus en Satan ontmoetten elkaar. Dat is juist. Jezus en Satan ontmoetten elkaar; deze twee grote krachten, wijsheid en kennis kwamen tot een krachtmeting. Zie?
461 Nu, beiden gebruikten het Woord. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] O, broeder, dit wordt goed voor mij! Zie? Mis het nu niet! O! Zeg: "God open mijn hart." ["God open mijn hart." ]
462 Zij gebruikten beiden het Woord van God, dezelfde Bijbel. Maar het zal niet werken in een onbekeerd kanaal. Dat zal het zeker niet. Zeker zal het dat niet. Zij gebruikten beiden het Woord van God. Maar Satan gebruikte het vanuit hoofdkennis, zie, een hoofdkennis en het werkte niet.
463 Ik heb hier een Schriftplaats; vindt u het erg als ik het lees? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Laten wij gewoon eventjes snel Hebreeën, het vierde hoofdstuk nemen. Ik wil dit lezen; het lijkt mij hier precies gewoon zo goed. Hebreeën 4. Laten wij Hebreeën 4 nemen en beginnen vanaf vers 1 tot 2:
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
Want ook ons is het Evangelie verkondigd, zoals hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, omdat het met... (kennis? verstand?) het geloof niet gemengd was in degenen, die... (het geloof in degenen die wat?) het hoorden.
464 U kunt heel het Woord hebben; u kunt het Woord van A tot Z kennen en het zal nooit voor u werken. Hebt u mannen dat Woord zien nemen en proberen het te doen werken, zeggend: "Broeder, glorie voor God..."? Het zal gewoon niet werken. U kunt het Woord niet voor de gek houden. Nee, nee! Nee, nee! Ongeacht wat u beweert, het Woord getuigt van zichzelf. Het doet er niet toe wat u beweert, het Woord geeft het getuigenis. Dat is juist.
465 Nu, Satan kende het Woord; hij kende het van A tot Z. Wel, weet u wat? Ik stel mij voor dat als hij een graad had gehad, hij genoeg titels zou hebben om vier of vijf bladzijden papier te beslaan. Doctor, Dominee, Oudste, Ph, L.L., Q.D, heel het alfabet op elke wijze. Zijn graad zou in die Bijbel zijn. Hij kent er elk woord van. Zeker doet hij het. Zie? Satan zei dus: "Nu, ik ken het Woord." Ik weet dat hij het Woord kende toen hij naar Eva kwam. Hij had het dus door hoofdkennis, maar het werkte niet.
466 Jezus kende het door geloof in de openbaring van Gods Woord in Zijn eigen voorbestemde leven. Glorie! Ik hoop dat dat recht in uw hart zinkt. Jezus wist Wie Hij was! Satan vroeg het zich af. Hij wist dat Hij een voorbestemd schepsel Gods was, dat God Zichzelf in Hem manifesteerde. Hij was het niet die de werken deed, het was de Vader die in Hem woonde. Amen!
467 Laat de duivel opvliegen met heel zijn theologie. Jezus... Satan wist het; hij kende het Woord. Nu, hij zou de Schrift kunnen citeren; tjonge, als een wandelende Bijbel; hij kon het gewoon zo citeren. [Broeder Branham knipt een aantal keren snel met zijn vinger – Vert] Zie?
468 Maar Jezus stond gewoon stil, want Hij wist waar Hij stond. Hij wist dat Hij voorbestemd was, het Lam was, geslacht van voor de grondlegging de wereld; Hij wist dat Hij die Persoon was. Oh! O, broeder! "Die een oor heeft, die hore." Hij wist dat Hij daarvoor voorbestemd was en dat is de wijze waarop Hij het Woord kende. Zie? En het werkte. Zeker!
469 Satan kende het door verstand; het faalde. Hij citeerde hetzelfde Woord als dat Jezus citeerde, dezelfde Bijbel. Hij citeerde uit de Psalmen. "Hij zal geven... Er is geschreven," zei Satan, "dat Hij Zijn engelen aangaande U bevel zal geven, opdat Gij Uw voet niet aan een steen stoot; zij zullen U op de handen dragen."
Hij zei: "En er is eveneens geschreven..." Oh! Zie?
Satan wist het door kennis.
470 Jezus wist het door ervaring: Hij kende het door openbaring. Hij wist dat Hij die Zoon van God was Die in de wereld moest komen. Hij wist waar Hij stond; Hij wist dat Hij in deze wereld voor dat doel geboren was. En dat is de reden dat het Woord van God door Hem heen kon werken, omdat Hij wist wat Hij was. Glorie! Hebt u het al begrepen? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Hij wist wat Hij was!
471 Satan, aan de andere kant, wist wat hij was, en hij wist dat hij met zijn verstand niets te maken had met het Woord, omdat het Woord Gód was. Begrijpt u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
472 Nu, als Jezus wist wie Hij was... Hij was een voorbestemd schepsel des tijds. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Jezus, het lichaam, Hij wist dat Hij het voorbestemde Woord was, de Persoon van God, Die in die dag moest staan om het Zondoffer te zijn. En Hij kende Zijn tegenstander (zoals ik een paar zondagen geleden predikte); Hij kende zijn tegenstander en Hij wist Wie Hij was. Daarom kwamen die twee grote krachten tezamen, kennis en geloof. Jezus wist Wie Hij was.
473 Satan kende de Bijbel even goed als Jezus, maar het zou voor Satan niet werken. Zie?
474 Ongeacht hoeveel kennis u hebt, het zal niet werken. Nu, breng dat terug naar sommige van deze grote organisaties. Denk er even aan. Zij zeggen: "Wel, wij hebben het Woord." Laat mij het zien werken. U, Katholieken, zegt dat u de oorspronkelijke bent. Laat mij het zien. Toon mij uw werken zonder uw... of, toon mij uw werken, door niet uw geloof. Ik zal u de mijne tonen door mijn geloof. Zie? Zie wat het Woord zei.
475 Kunt u een zaad planten zonder dat het manifesteert wat het is, als het opgroeit? Kunt u een graankorrel planten zonder koren te maken als het groeit? Kunt u een aardappel planten zonder hem als aardappel te doen opkomen? Kunt u een bloem planten zonder dat het dat soort bloem is? Zie?
476 Als u dan gezaaid bent en het zaad van God in uw hart is, moet het dat produceren. Jezus zei: "Hij zal Mijn werken doen als hij Mij gelooft." Als hij zegt dat hij het gelooft en dit volgt hem niet, is hij een leugenaar." Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen, zelfs meer dan deze, want Ik ga tot Mijn Vader." Wel, het is sterk! Als ze maar niet op een gladde, harde plek terechtkomen waar ze afglijden, ergens op een rots! Ze vallen gewoon neer in het dal, zodat de winden ze niet kunnen wegblazen en het gevogelte het niet kan pakken; dan zal het groeien.
477 Verberg het diep in uw hart. David zei: "Uw Wet heb ik in mijn hart verborgen", zodat geen denominatie het eruit kan wegnemen, de vogels het niet op kunnen pikken. "Ik heb het hier verborgen. Ik overpeins het dag en nacht. Ze zijn geschreven op mijn bedsponden en overal. Ik heb ze, heb ze om mijn vingers gebonden. Ze zijn in de..."
478 En Jezus zei: "Uw Naam staat in Mijn handpalm." Hoe kan hij dus vergeten worden? Het kan niet. Nu, in orde.
479 Als Jezus dan Satan versloeg op het geloof, wetende Wie Hij was; Hij was een voorbestemd schepsel. Bent u klaar? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Wat dan met de voorbestemde bruid van Jezus Christus nu? Gelooft u dat de bruid is voorbestemd? ["Amen."] De voorbestemde bruid van Christus nu, de gemeente, het Woord-zaad, met alles wat God beloofde in de gemeente te plaatsen, is er nu precies in; het is er nu in. Alles is in orde; de Heilige Geest is gegeven; de zaden zijn gezaaid; de avondlichten hebben geschenen; het teken van Sodom dat Jezus beloofde is hier, en Maleachi 4, een voorbestemde gemeente.
O, duivel!
480 Gemeente van de levende God, hier en ook op de band, weet u waar u staat? Weet u dat u van God geroepen bent, dat de Heilige Geest in uw hart regeert, en ieder Woord van God werkelijk voor u is? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] O, broeder, hoe zal Satan daartegen standhouden? Hoe zal hij dat weerhouden te groeien? Hoe zal hij tegenhouden dat die tekenen het volgen? Wel, u zou ze in de gevangenis kunnen gooien. Zij... Als u kon... Het maakt me niet uit wat u doet, men heeft het reeds geprobeerd. Ze zijn in de gevangenissen weggerot, ze werden aan de leeuwen gevoerd; ze werden door midden gezaagd; ze werden in stukken verbrand. U kunt het niet doden, juist; een gemeente die voorbestemd is. "Degenen die Hij tevoren gekend heeft." zoals Hij Jezus kende, "heeft Hij geroepen; die Hij geroepen heeft, heeft Hij gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij reeds verheerlijkt, voorbestemd."
481 En nu, in de laatste dagen waarin elk zaad is gezaaid; alles in zijn orde, de wereld in zijn orde, de tijd gevormd, de kerk is in haar orde, het zaad, de avondlichten, de tekenen ervan zoals Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom..." Een Engel van God, de Heilige Geest Die neerdaalde, bewegend, de tekenen verrichtend die Hij toen deed. Maleachi 4 beloofde dat Hij in de laatste dagen zou zenden wat Hij beloofd had; en wij zien dat hier allemaal precies. Waar? Waar? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Amen, amen, amen, amen, amen!
Hebt u Hem lief? Amen!
482 Zeker, precies hier in de laatste dagen, een voorbestemde gemeente die weet waar zij staat, gezaaid met het zaad, de Heilige Geest in de gemeente.
Satan, wees voorzichtig!
483 Wat gebeurde er? Een ogenblikje nu. Wat gebeurde er? Met alles wat erover is beloofd, zelfs de beloften van Maleachi 4?
484 Wat deed Satan toen hij Jezus ontmoette? Hij vloog op Hem af met al de kerkelijke macht die hij had. "Ik ken het Woord ook"; hij vloog op Hem af. Dat denominatiestof dat hij had! Wij wierpen het weg naar hem; maar hij had geen enkel licht. Vloog hij ooit weg? Hij vloog heel wat sneller weg dan hij erop afvloog. Waarom? Hij trof die draad van honderd biljoen volt daar; hij schroeide zijn veren. Hij vloog bij Hem vandaan! Hij maakte dat hij uit Zijn buurt kwam, omdat er stroom op die draad stond.
485 Bedenk dat Satan ook een draad had. Maar ongeacht hoe mooi het koper van de draad is, het heeft geen leven, het is dood, hij zal niet werken. Dezelfde draad.
486 De ene heeft energie van de Dynamo en de ander heeft totaal geen verbinding. Dat is juist. Dat is de reden dat het in een voorbestemd vat zal werken; dat is de reden dat het Woord zal werken waar het verbonden is. Waarmee verbonden? Met de denominatie? Zeker niet! Dat is een dode aansluiting, "hebbende een vorm van godzaligheid, maar de kracht ervan ontkennend". Maar verbonden met het Woord, dat nooit voorbij zal gaan en elke keer dezelfde kracht kan produceren als die Hij had! Dat is waar het aan toe is. Glorie!
Amen, amen!
Hebt u Hem lief? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Wilt u Hem dienen? ["Amen."] Amen! Zeker.
487 Niet vastgehecht aan een organisatie, maar vastgemaakt aan de Dynamo hier. Broeder, ik zeg u dat het daar werkt, omdat het aangesloten is, hetzelfde Woord.
488 Moab was er ook aan vastgemaakt en Israël eveneens. Moab had niets dan een stel dode geloofsbelijdenissen en een valse profeet.
489 Maar Israël had een geslagen rots, een koperen slang, een Vuurkolom, halleluja, tekenen van een levende God. Amen. Dat is het precies. Het werkte! Waarom? Het was op geloof, jazeker, niet op kennis, een menselijke geloofsbelijdenis, maar op geloof in het Woord, het Woord Zelf. Leven komt van het Woord. "Mijn Woord is leven." Die stroom komt door het Woord.
490 Satan vloog daar onmiddellijk vandaan. Zijn theologische stof werkte daar niet erg goed. Satans draad had geen stroom; het waren dode geloofsbelijdenissen. Het had het niet; het had geen stroom.
491 Nu, zie, het is dezelfde stroomdraad: Jezus gebruikte het Woord van de Vader, Satan gebruikte het Woord van de Vader. Satan was Satan; Jezus was God. Dat is het verschil. Dat is de waarheid. De één is een geloofsbelijdenis en de Ander is het Woord. De Ene is waar en de andere is vals. De Ene zal het produceren, de andere kan het niet voortbrengen. Begrijpt u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dezelfde soort kabels, nu, dat is precies juist, dezelfde kabels. Hebreeën 2, we hebben het juist... Hebreeën 4:2, wij hebben het net gehad. Zie? Zoals denominationeel... zoals denominaties zeggen door verstand. Zie? Denominaties zeggen door verstand dit: "De dagen van de stroom zijn voorbij."
Hebt u Hem lief? Amen!
Wilt u Hem dienen? Amen!
Gelooft u Hem? Amen, amen, amen.
Ik geloof Hem. Jazeker! Amen betekent: zo zij het.
492 Here, mijn gebed deze morgen is: neem elke gelovige hier binnen en trek hem in de stroom. O, plaats leven in hem. Laat hem zoemen en de glorie van God doen schijnen. Jazeker! Schakel de stroom in.
493 Weet u wat ik geloof? Het zaad is gezaaid. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Voor die grote gemeente, net zoals de kabels gelegd zijn door dit gebouw, elke stekker is getest door het Woord, o my, elke contactdoos getest door het Woord. "Acht het niet vreemd wanneer vurige beproevingen u overkomen." Het is om u te testen.
494 Als daar een kleine kortsluiting is, zal het aarden de hele schakelaar doen doorbranden. God wil hen niet in Zijn gemeente. Er zal hierin geen schakelaar of zekering zijn die doorbrandt in deze laatste dagen. Beslist niet!
495 Hij komt terug en last haar daar goed in. In orde. Elke lamp hangt op zijn plaats. Het enige is, wachten op de Meester om de schakelaar aan te zetten. Dat is juist. Beslist. In het Woord! Zeker! Het zou nu precies kunnen zijn, broeder. Als u genezing nodig hebt, raak gewoon de schakelaar aan. Dat is alles wat u hoeft te doen, als u een echte kabel hebt. Als u 'geaard' bent... als uw stroomdraad geaard is en de verbindingen ook in Jezus verloren zijn, zeg ik u wat te doen. Amen! Dat is juist.
496 Nu, het denominatieverstand zegt dat de dagen van wonderen voorbij zijn. Er zit geen stroom in de kabels.
497 Maar geloof weet beter; zij voelen het; zij zien het werken. Zij weten dat het licht geeft; zij weten wat het doet. Geloof is de stroom; de stroom, Geest.
En verstand zijn de denominatievormen.
498 Satan probeerde Jezus bij het geloof in het Woord des Vaders vandaan te verzoeken. Hier is wat hij deed. Hij probeerde hem zijn geweldige kerkelijke organisaties te tonen op aarde. Maar hij kon Hem niet verleiden. "Kom hierheen en treed tot de mijne toe en ik zal u bisschop over hen allemaal maken."
499 "Er staat geschreven", zei Jezus. Jazeker! Satan kon Hem niet verleiden. Beslist niet! Hij is daar voorbij. Maar Jezus was het Woord. Zijn geloof in de kennis van Zichzelf dat Hij het Woord was.
500 Net als Mozes. Wel, Mozes wist wie hij was. Mozes wist dat hij Gods dienstknecht was, wist dat hij van God geroepen was. Hij wist wat hij zou gaan doen. Dat is de reden dat hij niet bevreesd was voor wat Satan zei: Satan probeerde hem te verleiden, hem er bij vandaan te jagen. Maar nee. Mozes wist waar hij stond. Dat is juist.
Nu, ik moet mij haasten. Ik sla hier bladzijde na bladzijde over.
501 Paulus. Nog één ding wil ik hier doornemen voordat we sluiten. Paulus maakte het duidelijk voor zijn deel van de bruid, die hij zal aanbieden. Paulus zal een deel van de bruid presenteren; gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Paulus maakte het duidelijk voor zijn deel van de bruid, die hij aan Jezus Christus zal presenteren in de laatste dagen, over verstand en geloof.
502 Laten wij even wat lezen. Ik wil dat u 1 Korinthe, het vierde hoofdstuk opslaat, 1 Korinthe, het vierde hoofdstuk. Wij zullen het even lezen. En we zullen over enkele ogenblikken sluiten, zo de Here wil. 1 Korinthe, het vierde hoofdstuk, en ik wil lezen van het achttiende tot en met het twintigste vers. In orde, hier zijn wij er.
Doch sommigen zijn opgeblazen, alsof ik tot u niet zou komen.
Maar ik zal weldra tot u komen, zo de Heere wil, en ik zal dan verstaan, niet de woorden van hen, die opgeblazen zijn, maar de kracht.
503 Weet u, dat neemt... Nu, dat was de Roomse kerk die opkwam, die daar precies begon op te komen. Zie? Hij weet... U weet dat de Bijbel zegt: "Zij zijn van ons uitgegaan, omdat zij niet van ons waren", ziet u? Dat is juist.
Want het Koninkrijk Gods is niet gelegen in woorden, maar in kracht.
504 Zie: "Niet in woorden." Gewoon te zeggen: "Wel, ik, ik ben geleerd, broeder. Ik heb meer opleiding gehad dan die u ooit hebt gehad. Ik ben een priester. Ik ben...", dat heeft er helemaal niets mee te maken. Het betekent niet meer dan dat u een varken of iets anders bent; zie, zie, het heeft er niets mee te maken. Zie? De duivel had ook een hoop kennis. Zie? In orde. Zie?
Want het Koninkrijk Gods is niet gelegen in woorden, maar in kracht. (Zie?)
Wat wilt gij? Zal ik met de roede tot u komen, of in liefde en in de geest der zachtmoedigheid?
505 Nu, het tweede hoofdstuk; ik wil dit afmaken, nog een ogenblik, voor wij sluiten. Het tweede hoofdstuk, sla de bladzijde om. Laten wij hier gewoon bij het eerste beginnen. Nu, zie wat Paulus de bruid nu vertelt. Hij zal dit deel van de bruid aan Christus presenteren en hij wil dat zij het weten. Nu, bedenk dat Paulus een bepaald soort verstand zou hebben gehad. Hij was knap, hij had het, maar hij moest het vergeten, zei hij. Hij had allerlei soorten graden en geleerdheid, maar hij moest het vergeten (nu, kijk!) om Christus te leren kennen.
En ik, broeders, toen ik tot u ben gekomen, ben ik niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid,... (Zie? Ik kwam niet met wijsheid.) u verkondigende het getuigenis van God.
506 "Nu, ik ben dr. Zus-en-zo, en ik heb al de... Wij zijn zo-en-zo in de bijbelschool onderwezen"? Nee, Nee! Paulus zei: "Ik kwam niet tot u op die manier, met wereldse wijsheid." Nu, en wat...
Wat is mijn tekst? Verstand contra geloof. Zie?
507 "Ik kwam niet tot u met wereldse wijsheid," zei Paulus, "om u een getuigenis van God te geven door verstand dat zegt: 'Nu, kijk hier! Ik zeg u: ons is geleerd in de bijbelschool dat de dagen van wonderen voorbij zijn. Wij leren in het seminarie dat deze dingen dit niet echt betekenen.'" Hij zei: "Ik kwam niet aldus, broeders." Nu, wat zei hij?
Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.
En ik was bij u in zwakheid, en in vreze, en in veel beving. (Ik was bij u.)
En mijn rede, en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid,...
508 Huh? Zoals Booth Clibborn zei: "Hallo?" Wie klopte er dan?
Ik kwam niet tot u met enige seminariewijsheid... maar in betoning van geest en van kracht;
Opdat uw (g-e-l-o-o-f) geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods.
509 [Broeder Branham fluit – Vert] Amen! Gelooft u het? [De samenkomst zegt: "Amen."]
Opdat uw geloof niet staat op de wijsheid van een organisatie, maar op de kracht van God.
510 Geloof in de kracht van God! Uw hoop is niet...
511 Deze twee krachten hebben gestreden sinds Eden: Gods geloof tegen Satans wijsheid. God heeft in alle tijdperken bewezen dat het niet zal vermengen; het moest afgescheiden zijn om te groeien.
512 Nu snel, laat mij gewoon een woord of twee kort doornemen, gewoon enkele dingen nemen die ik hier heb opgeschreven.
513 Ezau en Jakob waren een perfect type; beiden waren zij religieus, beiden tweelingen.
514 Ezau was het kerkelijke type. Hij was een man die knap was. Hij had goede morele standpunten en dergelijke, maar hij zag het nut van dat geboorterecht niet in.
515 Jakob gaf er niet om wat hij ervoor moest doen, als hij maar het geboorterecht verkreeg. En zolang zij samen waren konden zij het niet produceren. Is dat juist? De een was tegen de ander.
516 Hebt u het gevat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Amen! "Kom daaronder vandaan; wees afgescheiden", zei God, "en raak hun onreine dingen niet aan; Ik zal u aannemen." Zie?
517 Jakob moest zich afscheiden van zijn denominatiebroeder voor God hem ooit zou zegenen. God vertelde Abraham hetzelfde. Israël; en Moab.
518 De vierhonderd profeten van Israël stonden voor Micha. En Micha scheidde zich van hen af en kreeg het Woord des Heren en kwam ermee terug.
519 Mozes en Korach, hetzelfde; het zou niet vermengen; zij moesten uit elkaar gaan. Is dat waar? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
520 Abraham en Lot. Lot was een godsdienstig man, type van de vormelijke kerk. Maar zolang Lot bij Abraham was – hij reisde gedurende jaren met hem mee – maar Hij zou... God zegende Hem niet tot hij Hem volledig gehoorzaamde en zich van Lot afscheidde, de denominatiekerk. Toen, zodra Abraham zich afscheidde en eruit kwam om alleen te wandelen, zei God: "Nu, Abraham, sta op. Kijk naar het oosten, westen, noorden en zuiden. Het is allemaal van jou." Maar Hij deed het niet tot hij zich volledig had afgescheiden. Dat is precies juist.
521 God kon Seth niet zegenen tot Hij hem van Kaïn had afgescheiden. Hij merkte Kaïn en zond hem naar het land Nod. En uit Kaïn met zijn knappe verstand kwamen geleerden en al het andere, groeide zo'n soort oogst. En uit Seth, onder zijn rechtvaardigheid en de liefde en geloof in het Woord van God, uit hem groeide een oogst die een profeet voortbracht die de laatste dagen waarschuwde, dat is juist, elke gelovige redde. En het verstand vernietigde elk van hen. Zij stierven, allemaal. Iedereen, ongeacht hoeveel graden in de psychologie zij hadden en al het andere, zij kwamen om in de oordelen Gods.
522 En alles, behalve de ware wedergeborene uit de Geest van God, die elk Woord daarvan gelooft en er gewoon op staat, zal omkomen in de oordelen van God. Wanneer u deze kleine, heupwiegende vrouwen over straat ziet gaan, en al dit maar verdergaande gedoe, bedenk dan dat het niets anders ter wereld is dan voer voor het oordeel. Het zal verrotten; het zal het moeten; het is er gewoon voor bestemd. Vrouwen, wordt wakker.
523 Ik heb een klein getuigenis, maar ik heb geen tijd om het te vertellen, van een kleine dame hier niet lang geleden in Californië. Ik reed op de weg, wachtend om in de tent geroepen te worden. Ik liep daar langs een kleine – het is schandalig – zonder twijfel mooi klein vrouwtje en zij liep daar, ronddraaiend, een kleine cowboyhoed op, laarsjes met kwastjes die er aan hingen, heupwiegend langs de weg; elke man floot naar haar en wuifde en dat alles.
524 Ik dacht: "Ik zou gewoon moeten stoppen, als ik geen prediker was. Meda was erbij. Ik zou zeggen: 'Kijk zuster, ik wil u iets zeggen. U mag knap zijn; u kunt dat bewijzen. Zie? U mag in staat zijn auto's te doen slippen, te doen remmen en hier te laten keren, en jongens te doen fluiten als wolven en alles. Maar een dezer dagen zullen de kevers en wormen in dat kleine lichaam kruipen en het wegeten. En misschien zal het binnen zes weken vanaf nu zo zijn, verrot, ginds in het graf liggend. Maar die ziel die in u is, die zich voedt met die begeerte, zal in een duivelse hel leven in de eeuwen die komen.'"
525 Mozes en Korach; Lot; Abraham; Johannes de Doper en de tollenaren; Jezus en de denominatiekerken van Zijn dagen. Zie? Geloof, verstand.
Wel, die priesters zouden kunnen opstaan en zeggen: "Wij..."
Hij zei: "Ja."
"Wij hebben dit. O, onze vader... Wij deden zo-en-zo."
526 Hij zei: "Ja! U met uw tradities hebt de geboden van God krachteloos gemaakt, als leer de geboden der mensen onderwijzend."
527 Zij zeiden: "Wel, wie bent U om ons te leren? Van welke school bent U gekomen?"
528 Hij zei: "De werken die Ik doe getuigen van Mij. Als Ik niet de werken doe van de Messias, geloof Mij dan niet. En als Ik de werken van de Messias doe, weet u, geloof dan de werken; zij getuigen van Mij. Als Ik niet de werken doe, geloof het dan niet."
529 Hij had die denominationalisten ook, daarginds met hun wijsheid. Jezus had geloof. Geloof in wat? Wat Hij was: Gods Zoon. Zie? In orde.
530 Martinus met de Roomse kerk in de dagen van de reformatie, ik bedoel de tijd voordat zij het heidense Rome ingingen, toen zij de Roomse kerk begon te worden. Martinus stond daarbuiten en protesteerde tegen dat dogma van die Katholieke kerk, deed tekenen en wonderen en mirakelen. En al zijn gemeenten spraken in tongen en profeteerden en grote dingen. En de kracht van God was met hem. Hij wekte de doden op en genas de zieken en al het andere. En daar was die Katholieke kerk daarginds, die tegen hem opstond en probeerde hem te laten verbranden en al het andere. Wat was het? Verstand, geloof. Hetzelfde nu.
531 Laten wij het sluitstuk van alles ervan horen. Zacharias 4:6, daar wil ik hier precies mee sluiten. De Bijbel zegt: "Niet door kracht, niet door macht, maar door Mijn Geest, zegt de Here." Niet door verstand, niet door kennis, niet door denominaties, maar met Mijn Geest zal Ik (wat?) Mijn Woord kracht geven. De discipelen hadden het in hen gezaaid gekregen, vervolgens kwam de Geest om het Woord kracht te geven. Zie? "Niet door kracht, noch door macht, niet door verstand, niet door begrip, niet hierdoor, niet daardoor, maar door Mijn Geest zal Ik Mijn Woord kracht geven. Door Mijn Geest, zegt de Here." Het is het water van het Woord des geloofs dat het Woord Gods kracht geeft en het doet werken.
532 Wat zal winnen? Natuurlijk ziet het er nu precies naar uit dat verstand zal werken, maar het zal niet werken; het zal het niet.
533 Het ziet er nu precies naar uit dat de kleine gemeente die het volle Woord van God gelooft zeker in de minderheid is. Maar wees niet bezorgd. De Bijbel zegt: "Vrees niet, klein kuddeke, het is uws Vaders welbehagen u het Koninkrijk te geven." Uh-huh. Dat is juist. Zie? En vrees niet, blijf gewoon in het geloof, blijf precies bij het Woord. Verlaat het Woord niet, blijf bij het Woord.
Hebt u Hem lief? Amen!
Wilt u Hem dienen? Amen!
Wilt u Hem geloven? Amen, amen, amen!
Laten wij het zingen.
Hebt u Hem lief? Amen! [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Wilt u Hem dienen? Amen!
Wilt u Hem geloven? Amen, amen, amen!
Hebt u Hem lief? Amen!
Wilt u Hem dienen? Amen!
Wilt u Hem geloven? Amen, amen, amen!
534 O, ik heb Hem lief, u niet? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Wat is het? Door geloof, niet door verstand. "Door geloof zijn wij gered." Is dat juist? ["Amen."] "Niet door verstand, niet door kennis; door Mijn Geest, zegt de Here."
535 Nu, laat dit diep doordringen in die gemeente; die koperdraad is de geleider. Nu, aluminiumdraad is geen geleider. Zie? Dat is het niet. Nee! Een rubberslang is geen geleider; het is een isolator. Hout is een isolator. Wij willen geen scheidingen; wij hebben er nu al teveel van en het maakt isoleringen. Wij willen dus geleiders, wedergeboren mannen en vrouwen die het Woord van God geloven.
536 Nu, wat zei de Dynamo? "Vraag de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen."
537 Nu, wat doet u? Aansluiten. Amen! Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Gewoon aansluiten. Dat is al wat u moet doen en de stroom begint meteen door de lijn te stromen.
538 Wat gebeurt er? Het Woord begint te groeien. "En hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken. Zijn blad zal niet afvallen; al wat hij doet, zal wel gelukken. Alzo zijn de goddelozen niet."
539 "Zo zijn de goddelozen niet." Nu, er staat nu niet: de zondaar. "De goddeloze", zie, dat is degene die het beweert te zijn en er goddeloos mee is, ziet u. Dat is juist. "De goddeloze is niet zo. Zij kunnen niet bestaan in het gericht met de rechtvaardigen." Zeker niet. Dat kunnen zij zeker niet.
540 De tijd is dus gekomen. Het zaad is echter gezaaid, degenen die voorbestemd zijn. "Voorbestemd", is daar de enige manier. Ik zou nu op dit moment Openbaring 12 kunnen nemen, en 13, en u dat bewijzen; alleen diegenen. De Bijbel zegt dat deze antichrist die op aarde zou komen, allen (a-dubbel l-e-n) zou verleiden, allen die op het oppervlak der aarde waren, met deze denominaties en geloofsbelijdenissen. Hij zou allen op het oppervlak der aarde verleiden, elk van hen, behalve degenen die voorbestemd waren van vóór de grondlegging der wereld. Dus broeder, u kunt er niets aan doen, gewoon "Amen!" roepen. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] O my! Daar houd ik van. Jazeker!
Hebt u Hem lief? Amen!
Wilt u Hem dienen? Amen!
Gelooft u Hem? Amen, amen, amen!
541 Ik wil dat u dat hier wat in praktijk brengt, u allen. Ik houd van dat lied, u niet? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat was ons lied van de Phoenixconventie. O, ik houd ervan, ik houd ervan. Laten wij het opnieuw zingen.
Hebt u Hem lief? Amen!
Wilt u Hem dienen? Amen!
Wilt u Hem geloven? Amen, amen, amen!
542 Wel, je kan gewoon door blijven gaan, weet u. "Wilt u Hem aanbidden?" en al die andere, gewoon telkens weer door blijven gaan. My, wij begonnen het daar in Phoenix en willen graag de plaats aan stukken scheuren. Jazeker! Amen, amen, amen!
Bent u deze morgen ingeschakeld? Amen!
Zet de schakelaar aan! Amen!
U hebt de stroom? Amen, amen, amen!
Nu zal het groeien. Amen!
Vrucht dragen. Amen!
U zult het tonen. Amen, amen, amen!
543 O, is dat niet wonderbaar? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Amen. Het is zo wonderbaar. Neem mij niet kwalijk dat ik u allen heel de tijd hier heb gehouden, maar ik heb zelf gewoon een jubeltijd, een wonderbare tijd. In orde.
Volgende week zondag nu, ieder die in de buurt is...
544 Nu, ik ga nu naar broeder Littlefields kerk om een klein beetje Woord te verspreiden, waarschijnlijk gewoon iets van dit Woord hier nemend en het daar onder hen te verspreiden, de 'Church of God'. En ik zal waarschijnlijk gewoon spreken over iets waarover ik hier al gesproken heb. Natuurlijk bent u welkom om te komen. Maar zij hebben een klein kerkje daar, met vijftienhonderd plaatsen; ik droeg het pas op, een paar jaar geleden ongeveer. Het zal overvol worden. Maar ik beloofde het broeder Littlefield. Hij is een dierbare broeder. En een man houdt zijn belofte als hij kan. Zo de Here wil, zal ik daarheen gaan.
545 Er zal dienst zijn hier in de tabernakel. U mensen, kom gewoon hier naar de tabernakel, die in de buurt bent en dergelijke, en kunt. Kom gewoon.
546 En dan, volgende week zondag, onthoud, zal broeder Arganbright hier zijn nu met broeder Rowe. U zult zich zeker in broeder Rowe verheugen. [Leeg gedeelte op de band – Vert] In orde.
547 Laten wij de dienst nu aan broeder Neville geven en zien wat hij zal vertellen. De Here zegene u.