Veronderstellen
Door William Marrion Branham1 Laten we een ogenblik blijven staan voor gebed. Als er enige verzoeken zijn, steek dan uw hand op en zeg in uw hart: "God, U weet wat er in mijn hart is." Laten we onze hoofden nu buigen.
Onze hemelse Vader, wij danken U vanmorgen voor de ware liefde van God die in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest Die ons tot een eenheid smelt (wij zijn één in Christus), en voor deze tijd van gemeenschap rondom het Woord dat wij nu vanmorgen opnieuw benaderen.
Wij willen U bedanken voor wat het voor ons heeft betekend deze afgelopen week, dat wij onze dierbare geliefde vrienden konden ontmoeten, Uw kinderen; en dat we die fijne geest van liefde en echtheid in hun harten konden voelen. En wij zijn zo dankbaar, Here. Waarlijk, de Schrift heeft gelijk dat het zo is wanneer wij vergaderd zijn in hemelse gewesten in Christus Jezus.
2 Zegen het verdere deel van de dienst. Zegen onze broeder, onze voorganger, broeder Parker Thomas, Uw dienstknecht, en moge de Heilige Geest Zich op hem bewegen en hem helpen. Here, hij wil U dienen met heel zijn hart. En ik bid dat zijn verlangens vervuld zullen worden, en het verlangen achter elke hand die hier vanmorgen werd opgestoken.
Zegen al Uw dienaren door het hele land op deze sabbatdag. Wilt U overal Uw dienstknechten zalven die in de preekstoel staan. Mogen de zieken genezen worden, de verlorenen gered, en mogen degenen die toebereid zijn de Heilige Geest ontvangen. Mag God vandaag geëerd worden omdat Hij er een dag aan toegevoegd heeft. In Jezus' Naam. Amen. U kunt gaan zitten.
3 Ik denk aan dat mooie oude lied: "Het is zo lieflijk om te vertrouwen op Jezus, om Hem eenvoudig op Zijn Woord te nemen; enkel op Zijn belofte te steunen, om slechts ZO SPREEKT DE HERE te weten." Dit is... Ik vertelde uw dierbare voorganger hier, onze broeder Parker Thomas, dat ik denk dat dit een van de samenkomsten is met de grootste geestelijke impact die ik sinds ik weet niet hoelang heb meegemaakt. Ik kwam hier... Ik zei: "Nu, ik ga er vanavond naartoe. Ik ga slechts enkele woorden zeggen, en dan zal ik de mensen naar het podium roepen en voor hen bidden. En ik wil niet teveel zeggen." Ziet u?
Ik zei: "Nu, broeder Parker is een leraar, en wat voor goed zal mijn deel daar nog gaan doen?" En je raakt gewoon geblokkeerd, weet u. Hij blijft Zich echter bewegen, de Heilige Geest, dus... En dan lijkt het er eerst op of er pas een uur voorbij is. "Ik weet zeker dat het bijna negen uur is." Het is bijna elf uur. Dus dan weet je... Wel, we zijn... we houden er gewoon van gemeenschap te hebben rondom het Woord, en zijn zo gelukkig.
4 En ik weet dat u een geweldige tijd in de school hebt gehad, of op de conventie in de Tabernakel. Weet u wat, mensen? Als ik hier in de buurt zou wonen, zou ik lid zijn van die plaats daar. Dat zou ik. Dat zou ik zeker. Ik zou er regelrecht een lid van zijn. Ik bedoel, ik zou er naartoe gaan. Ik was er een lid van omdat ik erin werd gedoopt. Dat is juist. Ik werd in die grote gemeenschap gedoopt.
Weet u, ik kom uit een Baptistenkerk, en de Baptisten geloven dat als u bent – dat u met de Heilige Geest gedoopt bent als u gelooft. En ze geloven ook dat als u in de christelijke kerk bent geweest, of in enige andere kerk die doopt met dezelfde vorm van dopen als die zij gebruiken, dezelfde ceremonie, u toch – als u een Baptist wordt – opnieuw gedoopt moet worden. Met andere woorden: u wordt met water gedoopt in de Baptistengemeenschap. Wel, ik ben blij dat wij gedoopt worden door één Geest in de gemeenschap van de Here Jezus. Dat is de blijvende doop.
5 Terwijl we binnenkwamen, was daar een broeder die daar buiten stond, en hij had een filmcamera die hij liet draaien terwijl wij achterin binnenkwamen. Ik dacht dat u Geloven alleen aan het zingen was, en ik begon de trap op te lopen. En ik zag deze dierbare broeder. Iets zei gewoon: "Ga naar buiten naar hem toe."
Hij was de film aan het opnemen. En hij gaf mij een getuigenis. Hij zei dat zijn vrouw tien jaar geleden een kanker had, ginds in Pennsylvania... Zij werd in een van onze samenkomsten, een van onze eerste, genezen van kanker. En hier is hij vandaag helemaal hier... een broeder Roe, geloof ik dat hij zei dat zijn naam was. En daar stond een klein kereltje met zijn haar helemaal omhoog gekamd; een leuk kleine kereltje... En ik zei: "Is dit je vader, of grootvader?"
Hij zei: "Nee, meneer."
Ik zei: "Woon je hier in de buurt?"
Hij zei: "Ik kom uit Charlotte." Het klinkt een beetje sloom... Ik weet dat je uit het zuiden komt. Zijn manier van spreken verraadde hem. Hij was een leuk kereltje, zo'n lachebekje, ongeveer zo groot, weet u. Ze zijn vertederend. Ik houd van die knaapjes.
6 Vanmorgen zit hier binnen een kleine Zweedse broeder van mij. Eens, ik... Hoewel ik hem niet kende, stond ik voor hem in met alles wat in mij was. En ik was net teruggekomen uit Zweden. Broeder Joseph had toen een zware strijd in Chicago, en ze hadden een hoop tegen hem, of, ze spraken kwaad over hem omdat hij een broeder wilde zijn, en gemeenschap hebben met eenieder die zijn hand uitstrekte en zei: "Geef mij een hand." Joseph was bereid om die aan te pakken. Voor mij is dat een Christen. Dat is juist.
Maar er was een groep predikers, die zei: "Hij gaat om met bepaalde mensen. Hij heeft ze in zijn kerk gehad", mensen van de 'spade regen', enzovoort. En wij hadden een samenkomst geboekt in Chicago. Ik zei: "Maar worden wij niet verondersteld interkerkelijk te zijn?"
Hij zei: "Ja, maar ze zouden..." De man zei: "Ze zouden mij uit mijn kerk zetten als ik hem zou binnenlaten."
Ik zei: "Dan zullen we gewoon niet gaan, als hij niet kan binnenkomen." Dus, hij... ik ging om die reden aan Chicago voorbij. En we zijn ons hele leven boezemvrienden geweest. Nu, als we zouden gaan zitten en zouden proberen over de Schriften te spreken, dan zouden we elkaar wellicht een halve mijl of meer kwijtraken, als het om de Schrift gaat. Maar als het om broederlijke liefde gaat, zijn we één. Ik weet dat hij God liefheeft. Hij gelooft hetzelfde over mij, en we hebben op die manier gemeenschap gehad.
7 Nu, ik ga naar de zendingsvelden van Afrika om te voorzien... om samenkomsten voor te bereiden waar grote scholen zijn. De kleine kerel werd helemaal niet gesponsord, door niemand aanbevolen, maar hij had een visie in zijn hart om naar Afrika te gaan. En daar heeft hij er duizenden gekregen. Hij was in onze samenkomst in Jeffersonville en toonde zijn film ginds op school. Ik wil erheen gaan om hem te helpen.
8 En vanmorgen was ik hier aan het ontbijten bij Howard Johnson, en ik zag enigen van mijn vrienden passeren. En wie anders kwam naar binnen dan Joseph? Hij ging zitten en ontbeet met ons. Gingen naar het hotel, en we verblijven vlak naast elkaar.
Ik ben al enkele dagen helemaal overstuur vanwege een visioen. Ik had het niet direct aan de mensen verteld, en het is enigszins zorgwekkend. En ik vroeg me af: "Wat zou dat kunnen zijn? Hoe kan dat?" Ik nam mijn vrouw mee en we gingen ergens heen; en ik probeerde me te herinneren:"Waar heb ik onderweg... Heb ik de plaats gemist? Wat is er gebeurd?"
9 En iets zei, terwijl we even in mijn kamer stonden, vlak voordat ik zou gaan bidden en hierheen komen... En ik wilde vanmorgen spreken... onderwijzen over de "bruidsboom", maar mijn stem was slecht geworden. En ik zei: "Ik kan dat beter laten gaan, omdat het lang is."
En ik zei... Wel, ik... ik liep... Iets zei tegen mij: "Neem Joseph mee naar buiten in de tuin." En ik sloeg gewoon mijn arm om hem heen en we liepen naar buiten de tuin in.
We liepen daar doorheen langs deze grote, statige, pijnbomen. En het leek alsof de wind die daar doorheen waaide, zong: Er is een land voorbij de rivier... En ik stond daar met mijn kleine vriend te praten, en er was een bepaald iets waarover ik met hem sprak wat slechts hij en ik weten...
En hij zei: "Maar, broeder Branham, waarom hebt u, terwijl de Here u dertig jaar geleden dit Schriftgedeelte gaf, nooit verder gelezen dan tot daar?" Dat deed me iets. Ik voelde hoe de Heilige Geest helemaal om ons heen naar beneden kwam.
Ik zei: "Dank je, Joseph." Ik sloeg mijn arm om hem heen, wandelde terug naar de deur, ging naar binnen, pakte mijn Bijbel op. Daar stond het gewoon precies, waar... Waarom ik nooit verder dan die eerste paar verzen heb gelezen, weet ik niet. Eenvoudig voor dit uur, dat is alles.
Weet u dat Jezus op een keer de Schrift opnam en er alleen een klein gedeelte van las – net zoveel als er toen vervuld moest worden – en de rest ervan achterwege liet? Want dat gedeelte had betrekking op Hem in die tijd, en het volgende gedeelte heeft betrekking op Hem de tweede keer. Ik zal er misschien vanavond over spreken, zo de Here wil.
10 Ik wil vanmiddag mijn Bijbel pakken en alleen het bos ingaan, want het heeft mij vanbinnen helemaal ontroerd. Ik had er nooit aan gedacht, nooit geprobeerd om het te lezen. Ongeveer, wel, ongeveer dertig, eenendertig jaar geleden, en alles wat Hij mij heeft verteld, is in vervulling gegaan. En precies in de laatste zes maanden werd het laatste deel van het visioen van die ochtend vervuld, en hier was het. Het probleem, vermoed ik (zoals ik het noem, zie), is dat ik gewoon niet wist welke kant ik op moest gaan. En Joseph zei: "Maar hebt u ooit de rest ervan gelezen?" En daar was het. Wist het niet. God zegene je, Joseph.
Ik... ik houd van Gods volk, u niet? Daar is gewoon iets echts mee. Misschien vanavond, zo de Here wil... Ik wil vanmiddag weggaan om te zien wat Hij mij zal vertellen. Wat moet ik doen? Ik voel me er nu een stuk beter over, dat weet ik. Pakte maar twee of drie verzen, en ik dacht: "O my. Dat is... Waarom heb ik dat niet gelezen? Waarom heb ik er niet aan gedacht?" Zie? Maar ik had het gewoon nooit opgemerkt. Nu... want het was de tijd nog niet.
11 Nu, Joseph gaat ons verlaten en gaat naar Afrika om afspraken te maken voor samenkomsten. Broeder Parker Thomas is zo vriendelijk geweest om mij te vragen om volgend jaar weer terug te komen in de tijd van de conventie. En ik vertrouw erop dat dat de wil van de Here zal zijn dat ik dat kan doen, om iedereen hier volgend jaar weer te ontmoeten. En de gemeenschap is zeer lieflijk.
12 En nu willen we hier uit vandaan gaan vóór de middag zodat u kunt eten en uitrusten, enzovoort, om deze avond weer terug te komen Heeft u een avonddienst, of een middagdienst, broeder? [De broeder zegt: "Misschien zullen wij vanmiddag een doopdienst hebben, broeder Branham." – Vert]
Nu, als er iemand is die gedoopt wil worden in de christelijke doop... Waar zal dat zijn? In uw kerk? ["Nee. Achter mijn huis. Er is een meer daar achter." – Vert]
O, kijk eens aan. "Hier is water. Wat weerhoudt ons?" [Handelingen 8:36] In orde. Al u 'kamerlingen' kunnen daarheen komen en het water ingaan. En als u nog niet de christelijke doop hebt gehad door onderdompeling, kom dan vanmiddag naar het huis van broeder Parker Thomas, zijn parochie, en er zal water zijn voor de doopdienst. En dat is een goed moment om het voor eens en voor altijd te regelen. Dat is juist. "Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden." [Markus 16:16] Is dat juist?
"Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." [Handelingen 2:38] Als dat niet waar is, dan weet ik niet wat waar is.
13 Paulus zei tegen die mensen in Handelingen, het negentiende hoofdstuk... Toen Paulus door de bovenste kustlanden van Efeze reisde, vond hij daar enige discipelen. Een bekende Baptistenprediker daar was aan het prediken en bewees door middel van de Bijbel dat Jezus de Christus was. Hij zei... Hebt...
Paulus kwam langs, en Aquila en Priscilla – vrienden van Paulus, die eveneens tentenmakers waren – die absoluut... Aquila en Priscilla waren de voorganger van de gemeente. Aquila was de voorganger van de gemeente, de eerste gemeente in Rome. En toen Claudius alle Joden had verbannen, kwam hij terug naar Palestina. Ik zou daar graag met de Katholieke kerk over willen praten. Beslist. Wanneer was Petrus daar dan ooit? In orde. Nu, hij was verbannen uit Rome en vervolgens overgebracht naar zijn thuisland omdat...
Toen daarna Aquila en Priscilla waren teruggegaan, hadden de Romeinse bisschoppen daarginds al de dogma's binnengebracht. En daardoor ontstond uw eerste Katholieke kerk, precies daardoor.
14 En toen richtten ze een tweede katholieke kerk op waar Paulus heenging toen hij naar Rome kwam; namelijk naar de tweede kerk. Ik wil dat iemand mij toont waar Paulus ooit naar de eerste kerk ging. Hij zou die dogma's niet geloven. Zou u zich kunnen voorstellen dat Petrus, een Jood, die was onderwezen om tegen afgoden te zijn, afgoden in de kerk zou zetten? Kunt u zich indenken dat Petrus, die zo strikt was met het Woord, en bij het Woord bleef, dat hij ooit dogma's zou kunnen accepteren? Denk... Nee, nee, dat niet. Dat is gewoon dwaasheid. Maar zo gaat het, en dat is hoe het begint.
15 Nu. Wij ontdekken dat Paulus, die door de bovenste kustlanden van Efeze reisde, bepaalde discipelen vond. Ze verheugden zich; waren gelukkig. Hij zei tot hen: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen nadat gij geloofd hebt?" Was dat niet een knock-out voor de Baptisten? Zie? De Baptist zegt dat u de Heilige Geest ontvangt als u gelooft, en dat is precies zoals hun eerste mensen waren. Dat is wat Apollos... Hij zei... Hij dacht dat ze reeds... dat alles in orde was. Hij zei dat ze juichten en een geweldige tijd hadden. Paulus zei: "Dat is in orde."
Aquila en Priscilla hadden hun verteld: "Wij hebben een kleine broeder Paulus. Maar wanneer hij komt, zal hij het Woord van God duidelijker aan u uitleggen."
16 Dus reisde hij langs de bovenste kust, en hij vond deze Baptistentheoloog: een groot man, een goede man. En hij zei tegen zijn gemeente: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen nadat u geloofde?"
Ze zeiden: "We weten niet of er een Heilige Geest is."
Hij zei: "Hoe werd u dan gedoopt?"
Ze zeiden: "O, wij werden gedoopt."
"Hoe? Tot wat?"
Ze zeiden: "Tot de doop van Johannes."
Hij zei: "Hij doopte alleen tot bekering," (het Offer was nog niet gedood, zie), "niet voor de vergeving van zonden." Dat is juist. Handelingen 2:38 zegt: "Bekeert u en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van zonden." Zie?
17 Maar hij zei: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?"
Ze zeiden: "Wij weten niet of er een Heilige Geest is."
Hij zei: "Waarin bent u dan gedoopt?" Het moet van essentieel belang zijn geweest.
En hij zei: "Wij hebben zelfs niet gehoord of er een Heilige Geest is."
Hij zei: "Hoe werd u dan gedoopt?" of: "Waartoe?" Het oorspronkelijke zegt: "Tot wat?"
En hij zei: "Tot de doop van Johannes."
Hij zei: "Johannes doopte waarlijk tot bekering, zeggende tot de mensen dat zij moesten geloven in Hem Die komen zou, dat is Jezus Christus." En toen ze dit hoorden, werden zij opnieuw gedoopt in de Naam van Jezus Christus. Paul legde zijn handen op hen, en ze ontvingen de Heilige Geest, Die op hen kwam, en ze spraken in tongen en profeteerden. Zie? Dat is juist. O, dat is goede Pinksterleer voor mij. Zeker is het goed.
Dus nu, als u nog geen christelijke doop hebt gehad, kom er vanmiddag naartoe.
18 En dan hier niet lang geleden (net voordat we beginnen), u weet dat mijn dierbare oude moeder pas geleden is heengegaan. En als ik de tijd zou hebben, zou ik u vertellen hoe het gebeurde, hoe de Here mij vertelde om een jachtpartij te laten gaan die ik had gepland; en me naar een andere plaats stuurde; en hoe Hij mij vertelde wat ik zou krijgen, en zou terugkeren; en helemaal precies, perfect, waar alles zou liggen. Ik vertelde het aan de gemeente voordat ik ook maar vertrok.
Ik zei: "Ik ga een zilvertip grizzlybeer van 9 voet [2,74 meter – Vert] doden. Ik ga een kariboe doden en zijn geweihoorns zullen precies 42 inch [1,07 meter] meten vanaf de schedel naar boven, en hij zal op een kleine plek liggen met een panoramisch uitzicht. Ik ben nog nooit in die streek geweest." Vertelde het aan de gemeente. Een deel van de gemeente zit hier vanmorgen. Is dat juist, gemeente? Steek uw hand op, u van de Branham Tabernakel.
19 Ik vertelde precies waar het zou zijn. Enige broeders gingen met mij mee om het te ontdekken. We gingen naar een streek die we nooit eerder hadden gezien, en alles bevond zich gewoon precies op de plaats waar het moest zijn. De zilvertip grizzlybeer mat precies 9 voet van top tot teen. En hij werd gedood precies op de plek die Hij had gezegd.
De kariboe, lag daar, en keek helemaal van bovenop de berg op mij neer. En die gids zei: "Broeder Branham, als de geweihoorns van die kariboe 42 inch zullen meten, ga ik flauwvallen."
Ik zei: "Dan kun je meteen wel neervallen, want zo lang zullen ze zijn." Toen haalde hij zijn rolmaat tevoorschijn en daar was het precies tot op het streepje, nog geen zestiende inch meer dan precies 42 inch. Ik zei: "Geloof je niet?"
Een jaar daarvoor waren wij ginds in een plaats, en hij was nog maar een jonge bekeerling en hij had over de samenkomsten gehoord. Zijn vrouw is een Pinkstergelovige. Hij is een gids: broeder Southwick. Hij zei: "Als iemand dat ooit betwijfelt, laat ze naar mij schrijven en het aan mij vragen." Hij zei: "Laat mij het hun vertellen." Hij woont ver weg. Dat is het land van de middernachtzon, daar in het gebied van de Yukon. Dus hij...
20 En wij waren teruggegaan ginds naar de Indianen en waren de rivieren overgestoken. En de rivieren hadden ons afgesneden en we konden niet terug. Daarom verbleven we daar een paar dagen, zaten gewoon te praten, naar de geweldige natuur te kijken, en foto's te nemen van verschillende dingen.
En hij bleef maar... Eddie bleef aan een van de predikers vertellen over de visioenen, en hij zei: "O my. Kon ik alleen maar... Als ik mijn broer daar maar naartoe zou kunnen brengen..." En hij zei: "Mijn broer heeft epilepsie gehad, mijn jongere broer." Zei: "Hij heeft epilepsie gehad sinds hij ongeveer drie jaar oud was. Hij heeft vier of vijf aanvallen per dag." Dus ik wist dat hij... dat hij tot God bad, maar ik kan het niet maken dat er visioenen komen. Ze komen gewoon. Dat is de genade van God. Ik... ik kan niet... Dus, we waren daarginds. Ik had twee of drie keer voor hem gebeden, hetgeen hij niet wist. Wij gingen de volgende dag op pad. We hadden ongeveer eenentwintig paarden bij ons.
21 En daar, tijdens het reizen... Meestal bond ik de staarten vast met garelen, op die manier. Maar in de bergen kun je die manier niet gebruiken, want je zult de hele reeks paarden verliezen. En soms zouden zij van een klif afvallen.
En op de terugweg hadden we de paarden losgelaten, en deze jonge paarden rolden met hun pakken en dingen. Vroeger reed ik veel paard, en mijn vader was een ruiter.
En toen gebeurde het dat er achterin problemen kwamen. Bud bevond zich vooraan, deze broeder Eddie, broeder Bud en ik, en nog een Christen die Chris Berg heette. En Bud reed dus vooraan met een belpaard en probeerde te leiden; en ik ging achteraan rijden – Eddie en ik – om deze paarden uit de mesquite te halen. Ik denk dat u allemaal weet wat mesquite is. En ze waren daarin terecht gekomen, als in drijfzand.
22 We hadden er een paar die erin gezakt waren, en, o, ik zat van top tot teen onder de modder, terwijl wij daar doorheen gingen en die paarden eruit haalden. En een van ze sprong erin, en ik sprong er recht bovenop en hield zijn hoofd zo omhoog. We kregen er een touw omheen, wierpen dat over mijn zadelhoorn, op die manier, en namen één paard, en sneden de andere pakken eraf, en haalden hem eruit. En dan neem je aarde om het zo van je af te schrapen. Dus, o my.
Die jonge paarden, je kunt ze niet... Ze gaan gewoon alle richtingen uit. Ze zijn twee of drie jaar oud en net getemd. En het zijn helemaal geen trekpaarden.
23 We waren dus op de terugweg. En ik was opgestegen en ik reed verder in het zadel, en Eddie was daar. En ik keek zo naar die geweldig grote mooie naaldbomen met sneeuw er bovenop. God, laat mij daar wonen. Als er een millennium is dat komt, laat mij daar wonen.
U kunt al uw mooie, keurig gemaaide tuinen houden, en uw grote gebouwen; en al uw Miami palmbomen met verlichting, en alles wat u maar wilt. Maar laat mij het eenvoudig hebben zoals God het zond, gewoon...?... Zo houd ik ervan. O, ik kan eenvoudig bovenop die heuvels staan als ik op jacht ga en helemaal omhoog naar de top van de heuvels klimmen en daar zitten, en dan mijn handen omhoog steken en huilen. Als ik om me heen kijk, denk ik: "God, dit moet de wijze zijn waarop U ervan houdt. Dat is de manier waarop U... Dat is de manier waarop U het maakte. Waarom moet de mens het vervuilen, en het tot iets anders maken, het verdraaien?"
"Here, laat mij op een dag," dacht ik, "wandelen langs Uw grote, nooit eindigende wildspoor." Ik hoop dat ik al u jachtbroeders daarginds ergens zal ontmoeten, die echte... waar ik naar keek. Ik kijk daarnaar uit. Natuurlijk weet u dat dat het Indianengebed is.
24 Terwijl we daar langs gingen, keek ik zo om me heen, en ik zag dat jonge beest in een visioen. Het paard stopte zelf. Ik hoefde hem niet te stoppen.
En ik keek gedurende enkele minuten naar dat visioen, en toen het wegging, zag ik dat het voor Buds broer was. Ik had slechts één spoor. En ik spoorde mijn kleine paard aan, en deed hem keren. Ik reed heel snel naar Eddie toe. Ik had een paard dat daar de struiken in gelopen was. Ik zei: "Eddie, Eddie, broeder."
Hij zei: "Wat is er aan de hand, broeder Branham? U ziet er zo wit uit als een laken."
Ik zei: "Ik heb ZO SPREEKT DE HERE."
"Wat is het? Voor Buds broer?"
Ik zei: "Ja." Ik zei: "Houd de paarden op gang." En ik spoorde mijn paard aan, en kwam door de mesquite enzovoort heen. In ongeveer vijftien minuten was ik precies vooraan bij de rij. Ik reed naast Bud en legde mijn hand op de achterkant van zijn zadel, en ik zei: "Bud."
Hij zei: "Ja, broeder Branham."
Ik zei: "Ik heb ZO SPREEKT DE HERE."
Hij zei: "Wat bedoelt u?"
25 Ik zei: "De afgelopen twee of drie dagen sinds wij hier zijn, heb je het er voortdurend over gehad hoe je ooit jouw broer in een van de samenkomsten zou kunnen krijgen."
Hij zei: "Ja, broeder Branham. Hij is net... hij heeft nog niet eens de Heilige Geest ontvangen." Hij heeft Hem nu, maar toen nog niet. En hij zei: "Ik... Ja, dat is juist."
En ik zei: "Jouw broer..." En ik beschreef hem.
Hij zei: "Dat is precies juist. Dat is hoe hij eruit ziet."
Ik zei: "Nu, dit zal niet werken bij een andere persoon, maar het zal werken bij je broer." Ik vertelde hem wat hij moest doen. Ik zei: "Stuur een bericht en krijg je broer te pakken. Breng hem hierheen." Het is aan de Alaska snelweg; hij woonde op een oude plek, daar waar de Amerikanen – een aantal van hen – stierven toen ze de weg daar doorheen aanlegden. En de regering was ten val gekomen. En hij was een gids. Hij heeft daar vijftienhonderd vierkante kilometer. Hij is een gediplomeerde gids. En toen zei hij... Het is daar zeer primitief; een heel fijn jachtgebied.
26 En ik zei: "Bud, kijk. Als die jongen langskomt, en hij heeft weer een aanval, grijp zijn shirt vast en zeg: 'Broeder Branham zei dat ik dit moest doen in de Naam des Heren', en gooi dat in de kachel." Ik zei: "De aanvallen zullen hem verlaten. Geloof je mij?"
Hij zei: "Met heel mijn hart."
Hij liet zijn broer komen en bracht hem daar naartoe, en die ochtend begon hij paden vrij te hakken. Zijn lieflijke kleine vrouw, een lieve Christin, maar zij... Hij werd gewelddadig. En hij werd ook wild. Dus net... Hij was niet meer dan ongeveer dertig minuten uit het huis vertrokken ergens naartoe, of hij viel in een van die toevallen. Gewoonlijk zou de kleine vrouw uit een raam springen, van alles, om van hem weg te komen. Maar toen ze hem zag rollen en tuimelen, en hoe die duivel hem dat aandeed, herinnerde zij het zich opeens. En zij geloofde mij.
Hier kwam ze naar hem toe, ging schrijlings op hem zitten, dit kleine iele vrouwtje, bovenop die enorm grote, breedgeschouderde man. Ze ging schrijlings op hem zitten en rukte dat overhemd van hem af, liep daar naar die kachel toe, de tranen liepen over haar wangen. Zei: "Dierbare God, broeder Branham zei tegen ons dat we dit moesten doen. En ik gooi dit daarin in de Naam van Jezus Christus." Hij heeft vanaf dat moment nooit meer een aanval gehad.
27 Toen ik hem vertelde over die visioenen, en wat er zou gebeuren... Bij het afdalen van de berg... Wij hadden die kariboe geschoten bovenop de berg. Hij zei: "Broeder Branham, volgens dat visioen..." We bevonden ons op kariboemos. U weet dat u daar mijlen en mijlen ver kunt zien, er is niets anders dan geel mos. Hij zei: "Volgens wat u mij vertelde, over die man die dat shirt aan zal hebben, Eddie daarginds, met dat geruite shirt, gaat u nu een drie meter lange zilvertip grizzlybeer doden?"
Ik zei: "Dat is ZO SPREEKT DE HERE."
Hij zei: "Broeder Branham, ik... ik betwijfel uw woord niet, broeder. Hoe zou ik uw woord kunnen betwijfelen?" Hij zei: "Maar kijk. Ik kan elk stukje grond zien en er is niets. Er is geen struik zo hoog. Er is niets anders dan kariboemos. Waar is de beer dan?"
Ik zei: "Hij is Jehova-Jireh. De Here zal voor Zichzelf voorzien." Ik zei: "Heb je ooit het verhaal over de eekhoorns gehoord die keer?"
Hij zei: "Eddie vertelde mij erover."
En ik zei: "Wel, Hij is nog steeds God. Als Hij zegt dat hij er zal zijn..."
28 Hij zei: "Wel, broeder Branham, als God u dat vertelde, en deze kariboe lag precies... Wel, ik heb er nooit zo een gezien." Hij zei: "Ik begrijp niet hoe ter wereld u er bij zult kunnen komen, op vijftig meter afstand." En hij zei: "Gewoon precies wat u hebt gezegd." Hij zei: "Vertelde mij... mijn broer werd precies op die manier genezen. Dat is al meer dan een jaar geleden. Hij had vroeger drie of vier aanvallen per dag, en sindsdien nooit meer één gehad."
Hij zei: "Hoe zou ik het kunnen betwijfelen?"
Maar hij zei: "Broeder Branham, ik heb mijn hele leven in deze bergen gewoond, en ik heb nog nooit in mijn leven een zilvertip gezien." Hij zei: "Ik heb de gewone grizzly's gezien, maar geen zilvertip. Dat is het zeldzame type."
Ik zei: "Maar er is er hier een." Dus ik pakte de kop, de geweihoorns van deze... Wij zouden... Ik had het geweer, en we zouden het om beurten doen tijdens het neerdalen, en we moesten langs deze kant de heuvel af lopen, over dat kariboemos. My, het was ongeveer vijf en een halve kilometer recht naar beneden voordat je in de buurt kwam van bomen. En dus... Zie, dat is zelfs geen berengebied; dat is kariboegebied.
29 Dus gingen we stapje voor stapje naar beneden. We wisselden af... die trofee die ik bij me had woog... Wel, de kariboe zelf woog ongeveer vierhonderd kilo. Maar we moesten het vlees daar laten, en ik nam alleen de schedel mee. En de geweihoorns alleen al wogen rond de vijfenzeventig kilo. Dus, hier was ik aan het proberen het op deze manier over mijn schouders langs de heuvel naar beneden te zeulen.
En toen we ongeveer binnen... We kwamen over een kleine gletsjer, en hij zei: "Denk eens in, broeder Branham, we zijn nog maar ongeveer anderhalve kilometer van waar... ik kan met mijn natuurlijke ogen zien waar die paarden staan. En ik zie iedere heuvel. En u gaat een drie meter grote zilvertip grizzly doden?"
Ik zei: "Dat is overeenkomstig het Woord van God, Die mij dat ongeveer drie maanden geleden vertelde, en het heeft nog nooit gefaald." Ik zei: "Je twijfelt eraan, Bud."
Hij zei: "Vergeef me, broeder Branham. Ik twijfel niet." Zei: "Mijn hart is zo... Ik... ik kan het gewoon niet begrijpen." Zei: "Waar zit de beer dan?"
Ik zei: "Ik weet het niet." Ik zei: "God heeft hem hier ergens."
Hij zei: "Bedenk eens: een beer die ik nog nooit heb gezien, en een waarvan God u vertelde..." Hij zei: "Dat is dezelfde God Die u vertelde over mijn broer."
Ik zei: "Absoluut."
Hij zei: "Broeder Branham, plaats een kogel in uw geweer."
Ik zei: "Ik zal tijd hebben om dat te doen."
30 Wij gingen verder de heuvel af. Wij waren er ongeveer... ongeveer achthonderd meter bij vandaan, en hij had het gedragen, en ik had het geweer. We gingen dus zitten om te rusten. Hij zei: "Broeder Branham, bedenk slechts. We zijn er slechts achthonderd meter bij vandaan."
Ik zei: "Bud..." En ik zei: "Hij zal er zijn. Maak je geen zorgen." En ik keek. Ik zei: "Bud, wat is dat, wat precies daar rechtop staat, ongeveer drie kilometer verderop, bovenop de berg?"
Snel zette hij de verrekijker op en zei: "Broeder Branham, het ziet eruit als een melkkoe." Hij zei: "Het is een grizzlybeer, zo helpe mij. En kijk naar dat grijze haar dat opwaait in die zonsondergang van vanmiddag. Het is een zilvertip. Die heb ik nooit eerder gezien."
Ik zei: "Waar wachten we op?"
Hij zei: "Ik denk dat als u hem gewoon van hieraf zou neerschieten, u hem zou krijgen, al is het drie kilometer ver weg."
Ik zei: "Maar Bud, volgens het visioen was ik heel dichtbij hem."
31 Zo moe, uitgeput; wij hadden tenminste dertig kilometer over die bergen afgelegd die dag. Dus toen begonnen wij weer terug omhoog te gaan. En ik kwam binnen een afstand van ongeveer vierhonderdvijftig meter, en Bud zei: "Broeder Branham, heeft u ooit eerder een zilvertip geschoten?"
Ik zei: "Ik heb veel beren gedood, maar nooit een zilvertip."
En hij zei: "Ze zijn de wreedste van allemaal." Zei: "Ze weten niet wat het is om te sterven."
Ik zei: "Dat weet geen enkele beer."
Dus ik zei... hij zei: "Maar de Here gaf u die ene, nietwaar?"
Ik zei: "O, ja."
32 Ik had dus een kleine .270; het is een klein geweer. En ik ging toen nog een beetje verder naar boven. Hij zei: "Broeder Branham, denkt u niet dat u hem beter van hieruit zou kunnen schieten? We kunnen beter niet te dichtbij hem komen."
Ik zei: "Het visioen zei dat we vlakbij hem waren."
We staken toen nog een klein ravijn over en klommen omhoog. En toen we dat deden, daar, my. Zat daar ongeveer tweehonderddertig meter bij ons vandaan; ik kon zijn grote gele tanden zo op elkaar zien klappen. Hij zag eruit als een grote hooiberg, vijfenveertig centimeter tussen zijn oren. En hij was een mammoet: voeten ongeveer zo breed, en klauwen, weet u, en daar zat hij. O, hij zag er mooi uit, en gemeen.
Dus Bud zei: "Tjonge." Hij zei: "Broeder Branham, ik zal u vertellen waar u hem moet schieten."
Ik zei: "Ja, broeder."
Hij zei: "In de rug. Ziet u?" Zei: "Dan kunnen ze niet meer opstaan. Ziet u?"
Ik zei: "Maar het visioen zei om hem in het hart te schieten."
Hij zei: "Dan kunt u het beter op die manier doen."
Het eerste schot trof hem. En toen wij neerdaalden, zei hij: "Broeder Branham..." We droegen die hoorns, we hadden geen meetband. Hij zei: "Die hoorns lijken ongeveer 90 inch." [2,29 meter – Vert]
Ik zei: "Nee, ze zijn maar 42 inch." [1,07 meter – Vert] Hij zei... En ik had Eddie verteld, ik zei: "Nu, let op! De jongeman gaat zijn handen precies daar plaatsen en opmeten."
En toen we beneden kwamen waar de bagage was... We konden de beer niet meenemen. We moesten de volgende dag teruggaan. En je kunt een beer niet brengen... Whew. Je kunt geen paard in de buurt van een grizzlybeer brengen. Dat weet u. Alleen al de geur ervan en hij is weg. We hebben twee of drie touwen kapot getrokken met te proberen hem mee te nemen. Het gevolg was dus dat de tassen overal her en der lagen – de pakzadels – en ze waren er vandoor gegaan. Die paarden waren doodsbang voor de grizzly, van de geur ervan.
33 We gingen dus naar beneden en toen we stopten, waren de jongens daar aan het wachten: Eddie en zijn zoon. En hij zei: "Ik wil die geweihoorns meten."
Ik liep naar Eddie toe en zei: "Eddie, kijk hoe de jongen zijn handen rond de onderkant van de horens zal zetten, zoals ik je vertelde voordat we hier kwamen." Hij gaat er heen, trekt het lint uit zijn meetlint. De jongeman komt erbij staan en legt zijn handen erop.
Eddie zei: "Geprezen zij..." Geheel precies. Ging zo rechtop staan. Hij werd gewoon wit in zijn gezicht. Hij zei: "Broeder Branham, kijk hier. Nog geen zestiende meer, stipt 42 inch." Jezus faalt nooit. Hij zei: "Broeder Branham, waar zal ik over een jaar zijn?"
Ik zei: "Nu, Bud, je bent pas een jonge bekeerling tot Christus. Ik weet niet waar je zult zijn." Ik zei: "Ik kan alleen zeggen wat Hij mij vertelt. Dat is wat ik zal zeggen, en dat is alles wat ik weet. En ik weet niet..."
34 Nu, ik ga weer terug naar die streek, opdat u het mag weten, wanneer ik volgend jaar terugkom. Ik zal een bruine beer krijgen die bijna twee keer zo groot is. U zult zien of het waar is of niet. Ik zag hem. Toen we daar stonden, legde ik mijn handen op zijn lendenen terwijl hij op de grond lag, op die manier. En ik kon mijn handen zo op zijn heupen zetten terwijl hij daar lag. Nu, let u op of dat juist is of niet.
Daar valt nog heel wat meer over te zeggen. Maar ik dacht er net aan dat van mij wordt verwacht dat ik zondagsschool zal onderwijzen. Zie? O, vrienden. Ziet u allen deze kleine visioenen hier? Geen wonder dat u, prediker broeders, soms achterdochtig wordt. "Wel, het zou mentale telepathie kunnen zijn. Het zou psychologie kunnen zijn." Toon me waar het ergens anders gebeurt. Hoe zit het met deze grote psychologen, telepaten? Zij raden. Het gebeurt soms, soms helemaal niet. En het is dit, dat, of wat anders. Maar God is volmaakt en faalt nooit.
35 Wat is iemand die... wat is een waarzegger? Het is een verdraaide dienstknecht van Christus. Wat is een verkeerd iets? Het is een verdraaide versie van iets wat juist is. Dat is precies juist. Er is nooit... Het is slechts af en toe. Zo gaat dat, ze wagen het erop met het christendom. Waag het er niet op. Wees zeker dat u in orde bent. Word... sterf aan uzelf en word wederom geboren door de Geest van God, en dan zult u het weten. Dan is er geen... Dan is al het "indien" en "kan zijn" verdwenen.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief (glorie!),
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad;
En mijn redding kocht
Op het kruis van Golgotha.
Ik heb iemand, een man gezien die met mij meeging. Ik had helemaal niet bemerkt dat hij er was. Weet u, het is broeder Fred Sothmann. Hij zit daar, en hij ging met mij naar Dawson. Is dat juist, broeder Fred? ...?... Ik tekende het beeld op mijn voorruit, precies hoe... (Is dat juist?) voordat het gebeurde. O, dat gebeurde... Hoevelen weten dat, degenen die meereizen? (Voor de vreemdelingen hier.) Ik rijd langs de weg, en de Here vertelt verschillende dingen die gaan gebeuren, en het zal precies op die manier plaatsvinden. Zeker.
[Broeder Branham begint te neuriën: I Love Him ("Ik houd van Hem") – Vert]
Hebt u Hem niet lief? Zing het gewoon.
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad;
En mijn redding kocht
Op...
36 Geen gissen meer. Wij zijn in de ark. De wereld is buitengesloten. Wij zijn nu in Jezus. O, de gemeenschap. Nu, God, help ons om gemeenschap te hebben rondom Uw Woord. Wanneer ik het lees, Here, weet ik dat Uw woorden niet zullen falen. De mijne wel. Ik ben maar een man. Wij zijn allemaal maar menselijke wezens.
"Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?" Zeker, Here, we hebben niets wat wij kunnen aanbieden, want het werd ons gegeven in het begin. We konden hier niet zijn tenzij door U. En om te bedenken dat de genade van God neerkwam in ons midden in deze laatste dagen... En God, de grote Schepper, heeft Zichzelf aan ons bekend gemaakt door ons onze zonden te vergeven, en door op zulke wonderlijke wijzen aan ons te verschijnen, zoals Hij beloofde dat het zou zijn in de avondtijd. De avondlichten schijnen. Sta het toe, Vader, dat wij nu gemeenschap zullen hebben rondom Uw Woord. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
37 Sorry dat ik u zo heb opgehouden. Laten wij nu een Schriftgedeelte lezen, slechts een kort gedeelte. Wij zullen nu klaar zijn over ongeveer vijfendertig, veertig minuten, zo de Here wil.
Numeri 14... Ik zei dat omdat ik misschien een fout zou maken. Ik, ik... Kijk, ik weet niet wat Hij zal gaan doen. Iets... Wel, Hij zou hier tot iets kunnen komen in enkele ogenblikken, de Heilige Geest zou hierin kunnen komen. Ik zie ernaar uit dat er iets gaat gebeuren. Ik weet het niet. Als ik het dus niet weet, dan zal ik alleen maar zeggen: "als Hij het wil". Zie? Zeker.
38 Wat ik weet? De Heilige Geest zou hierboven kunnen komen, en een van deze broeders treffen die hier bij de preekstoel zitten, en zou hier iets kunnen doen om de hele zaak om te keren. Er zou binnen een paar ogenblikken een uitstorting van de Heilige Geest kunnen zijn en dit zou niet ophouden gedurende twee of drie weken terwijl het dag en nacht voortdurend doorgaat, heel de... Ik weet niet wat Hij gaat doen. En, weet u, nogmaals, we zouden de bazuin kunnen horen klinken.
39 Numeri 14:41 tot en met 45, wij lezen het Woord van de Here nu.
Maar Mozes zeide: Waarom overtreedt gij alzo het bevel des HEEREN? Want dat zal geen voorspoed hebben.
Trekt niet op, want de HEERE zal in het midden van u niet zijn; opdat gij niet geslagen wordt, voor het aangezicht van uw vijanden.
Want de Amalekieten en de Kanaänieten zijn daar voor uw aangezicht, en gij zult door het zwaard vallen; want, omdat gij u afgekeerd hebt van de HEERE, zo zal de HEERE met u niet zijn.
Nochtans poogden zij vermetel, om op de hoogte van de berg te klimmen; maar de ark van het verbond des HEEREN en Mozes scheidden niet uit het midden van het leger.
Toen kwamen af de Amalekieten, en de Kanaänieten, die in dat gebergte woonden, en sloegen hen, en versmeten hen, tot Horma toe.
Nu, om hier vanmorgen een kleine les uit te trekken, om eenvoudig te kunnen spreken... Nu, ik geloof dat wij hier zijn in een zondagsschool om onderwezen te worden, om te leren. En als wij terug kunnen gaan en in het Oude Testament en in het Nieuwe Testament kunnen ontdekken hoe mensen door God gezegend werden, en hoe ze door God vervloekt werden, en zien wat God respecteerde en vereiste, dan zullen wij enig idee hebben hoe we in de zegeningen van God moeten blijven. Denkt u niet?
40 Nu, ik ga niet prediken. Ik heb er niet genoeg stem voor, maar ik... En bedenk dat ik heb... Ik zal voortdurend onderweg zijn tot deze komende september. Ik heb ongeveer twee dagen tussen de samenkomsten tot aan september, zo de Here wil.
Nu, we willen erachter komen... Laat mij het opnieuw zeggen, we zullen onze tijd nemen gedurende deze enkele minuten die we hebben. Nu, we moeten teruggaan; en als we kunnen zien wat God verlangde, wat Hij vereiste, wat Hij vervloekte, wat Hij zegende, laten we ze dan als voorbeelden aannemen.
Ik geloof dat in Hebreeën, het elfde hoofdstuk, nee, het twaalfde hoofdstuk, staat: "Daarom dan ook, alzo wij zo'n grote wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle zonde, of alle last, en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons is voorgesteld."
41 Nu, we moeten teruggaan. Paulus hier – zoals we geloven dat hij de schrijver van de Hebreeën was – verwees naar wat mannen van geloof en grote strijders waren. Dan kunnen we de andere kant nemen. Ik heb thuis een boek dat de laatste woorden vertelt... Broeder Nugent, van hem heb ik het vele jaren geleden gekregen: de laatste woorden van grote mannen en vrouwen die op aarde leefden. En ik geloof dat het Bloody Mary was in Engeland, dat haar laatste woorden, toen ze stervende was, waren: "Ik zou mijn koninkrijk geven om nog vijf minuten langer te mogen leven." Ik heb de laatste woorden van Abraham Lincoln. Ik heb de laatste woorden van Stonewall Jackson.
Weet u wat de laatste woorden van Jackson waren, die grote generaal uit het zuiden? Ik sluit me bij u rebellen aan in dankzegging aan God voor een generaal als Jackson. Hij werd wat mij betreft nog nooit ergens geëvenaard door enige andere generaal. Hij was een groot man van God. En Jackson zei toen hij stervende was... Hij stond op het punt de rivier over te steken. Hij zei: "We zullen spoedig de rivier oversteken. Dan zullen wij onder de boom zitten en rusten." Dat is juist.
42 Ik hoorde de laatste woorden van Dwight Moody die zich oprichtte en zei: "Is dit de dood?" Hij zei: "Dit is mijn kroningsdag."
Levens van grote mannen doen ons herinneren
Dat we ons leven subliem kunnen maken,
Door bij het afscheid achter ons te laten
Voetafdrukken in het zand der tijd. (Daar houd ik van.)
Voetafdrukken, waardoor misschien een ander,
Tijdens het varen op de plechtige levensoceaan,
Een broeder, die wanhopig is en schipbreuk heeft geleden,
Opnieuw moed zal vatten door deze te zien.
43 Paul Rader. Hoevelen hebben ooit gehoord van Paul Rader? Ik hoorde hem vroeger prediken toen ik een kleine jongen was. Weinig wist ik toen dat ik zijn lied Only Believe [Geloven alleen – Vert] over de hele wereld zou brengen. Toen Paul daar op sterven lag, lieten ze het kleine kwartet van de Moody Bijbelschool komen. En weet u wat Paul zei tegen een vriend van mij? Toen hij wist dat hij stervende was – hij had kanker – zei hij: "Als ik mijn boodschap van genade had genomen en die had gezaaid onder de roodgloeiende Pinkstermensen, in plaats van hierheen te komen," (dat is wat hem doodde), zei, "dan was ik beter af geweest."
Dus Moody... Paul had een gevoel voor humor. Hij en broeder Bosworth en zij allen waren echte boezemvrienden. Billy Sunday... Broeder Bosworth had een keer een samenkomst daar in Chicago in de Rader Tabernakel. En Billy Sunday was daar drie weken geweest, en hij had al zijn preken gepredikt. En Paul was er ongeveer twee jaar geweest, en hij ging door met prediken. Dus, Billy zei tegen Paul, hij zei: "Paul, wanneer houden de preken eens op bij jou?"
Hij zei: "Wanneer ik een kink in de kabel krijg."
44 En als iemand Paul ooit eens heeft horen prediken... Hij zou beginnen in Genesis, en eindigen in Openbaring. Hij zou door de hele Bijbel heen prediken, elke keer dat hij predikte. Ik lette altijd op hem. Hij zou iets nemen – iets in zijn gedachten – liep dan helemaal naar achteren – een geweldig grote man – trok dan zijn broek omhoog, weet u, en rende dan zo hard als hij kon naar voren en sprong bijna over de preekstoel heen als een grote beer met uitgestrekte handen.
Maar toen hij daar op sterven lag, had de Moody Bible School een kwartet daar naartoe gezonden. Ze stonden daar en alle blinden in het ziekenhuis waren naar beneden, en ze zongen Nader, mijn God, tot U.
Paul richtte zich op en zei: "Hé, wie gaat hier dood, u of ik?" Hij zei: "Trek die blinden omhoog, en zing een paar goede, opwekkende Evangelieliederen voor mij." Amen. Dus begonnen ze te zingen:
Daar bij het kruis waar mijn Redder stierf,
Daar waar ik voor het reinigen van zonde riep;
Daar werd aan mijn hart het bloed aangebracht;
O, glorie voor Zijn Naam.
Hij zei: "Waar is Luke?" Dat is zijn broer. Velen van u kenden Luke, hij is onlangs heengegaan. Luke en Paul waren twee broers die bij elkaar bleven, ongeveer zoals Billy, mijn zoon, en ik.
45 Zei: "Waar is Luke?" Luke was in de kamer ernaast. Hij wilde zijn broer niet zien sterven. Hij zei: "Zeg tegen Luke dat hij hier moet komen." Ze brachten Luke binnen. Luke probeerde niet te huilen. Paul richtte zich op en pakte zijn hand vast, en zei: "Luke, we zijn samen door veel strijd heengegaan, nietwaar, broer?"
Hij zei: "Ja, Paul."
Hij zei: "Denk eens in. Binnen vijf minuten vanaf nu zal ik staan in de tegenwoordigheid van Jezus Christus, gekleed in Zijn gerechtigheid."
Levens van grote mannen herinneren ons eraan
Dat we onze levens subliem kunnen maken,
Door bij het afscheid nemen achter ons te laten
Voetafdrukken in het zand van de tijd.
Laat mij op die wijze heengaan. Laat mij heengaan met dat getuigenis zoals Moody had. Laat mij gaan met een getuigenis zoals Paulus had: "Ik heb de goede strijd gestreden; ik heb de loop geëindigd. Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft."
46 Daarom, door het terug te voeren naar het Oude Testament, trok ik deze conclusies voor een kleine boodschap nu: Veronderstellen. Webster, ik heb het hier opgeschreven; Webster zegt dat veronderstellen betekent: 'het wagen zonder werkelijke autoriteit'. Dat is veronderstellen. Of, tussen haakjes, zegt hij, Webster, 'het als vanzelfsprekend nemen', 'het gewoon als vanzelfsprekend aannemen', of 'wagen zonder autoriteit', of 'iets gewoon als vanzelfsprekend aannemen'.
Nu, dat is iets wat de gemeente niet moet doen. U bent niet zeker van uzelf als u het slechts veronderstelt, want u beschouwt het gewoon als vanzelfsprekend. Nu, we hebben... Elk jaar nemen we vakantie. De... Het spijt mij om dit te zeggen, maar je ziet het toch. De gemiddelde Amerikaanse Christen, zogenaamd...
47 Billy Graham maakte een keer dezelfde opmerking, als u zijn artikel leest over hoeveel dronkaards er zijn in het zogenaamde christendom. De gemiddelde zogenaamde Christen van een kerk... evengoed als een zondaar, want wat mij betreft bevinden ze zich allemaal in dezelfde boot... Mensen drinken en proberen de zonden van het verleden, het bedrog en de leugens weg te drinken, en in het weekend proberen ze dronken te worden. Denken alleen maar: "Wel, ik zal het gewoon vergeten."
Ze veronderstellen dat dat de juiste manier is om het te doen. Ze hebben het gevoel dat dat de manier is om hun zonden te vergeten: door het weg te drinken. U beseft niet dat u alleen maar meer zonden opstapelt. Maar ze veronderstellen dat dat de Amerikaanse manier is om het te doen. En dat kan waar zijn. Maar het is niet de Bijbelse manier om het te doen. Maar ze veronderstellen dat dat in orde is.
48 Ik zei dat tegen... Hier niet lang geleden sprak ik over een onderwerp, waar ik in Canada was geweest met mijn goede broeder Sothmann daar, en ik kwam in een geweldig groot hotel, waarvan hij zo vrijgevig was geweest om mij in onder te brengen. En de Amerikanen waren daarginds in Canada, een bepaalde Amerikaanse club. Zij hadden toen hun conventie daar.
En ik vertel u, toen ik die avond daar aankwam, wel, daar was Miss Amerika. We zijn... O, verschrikkelijk... En whiskyflessen lagen overal... En ik ging naar boven naar de kamer toe. Ik stapte uit de lift, en ik keek naar die kleine makker. Er waren een paar mensen die uitstapten, mannen die zich aan elkaar vasthielden; een club.
Toen ik... de kleine liftboy... Ik zei: "Mijn goedheid. Whew!"
Hij zei: "O, ze hebben een geweldige tijd."
Ik zei: "Daar ziet het zeker naar uit."
We gingen naar de deur en openden de deur, en we stapten uit de lift en begonnen naar de kamer te gaan. En daar waren twee jonge vrouwen – beiden droegen een trouwring – knappe jonge vrouwen, die slechts hun ondergoed aan hadden, en ze stonden aan het einde van de gang. En ze hielden een whiskyfles in hun hand. En terwijl ze begonnen daar doorheen te lopen, probeerden ze zich aan elkaar vast te houden, met glazige starende ogen, en de make-up op hun lippen was uitgelopen, en dat zwarte spul. En die vrouwen, met die ring hieromheen, zagen eruit als apen, niet als menselijke wezens op die manier. En al dat spul, en die grote waterhoofdkapsels, weet u... U bent mooi. Maak niet dat u eruitziet als een prehistorisch dier. Zie? Laat het zoals God u heeft gemaakt.
49 En hier waren ze, deze meisjes, vrouwen; ze stonden daar en begonnen door de gang te waggelen. En er kwam een man naar buiten, dronken, en greep de ene rond de plaats van haar lichaam waar hij dat niet behoorde te doen, en probeerde haar vast te houden. En terwijl zij rond waggelde, benaderde hij haar, en zij stompte hem een paar keer. Ik deed een paar stapjes terug en keek ernaar.
En toen ze dichtbij waren gekomen, stonden ze daar met slechts een klein onderjurkje aan, wat natuurlijk meer is dan sommigen van hen dragen, en dan hadden ze deze fles. Een van hen gaf de andere een slok, en deze andere nam een grote teug uit deze fles whisky. En ze trok dit rokje zo hoog op als ze kon en schopte haar voeten omhoog in de lucht en schreeuwde:"Whoopie." Ze zei: "Dit is een goede tijd hebben. Dit is leven!"
50 Ik keek naar die beide vingers. Ik dacht: "Misschien een man thuis die voor de baby zorgt." Wat is het? Proberen wat plezier te hebben, wat ze "zuiver Amerikaanse plezier" noemen. Ze hadden de afwas gedaan, op het kantoor gewerkt, en ze waren gewoon... gewoon, zoals ik gisteravond zei, aan het proberen de stoom af te blazen.
En ik zei: "Neem me niet kwalijk. Dat is niet leven; dat is dood."
Toen keek ze om zich heen en zei: "Wil je wat drinken uit mijn fles?"
Ik pakte haar bij de hand. Ik zei: "Ik ben een Evangelieprediker. Ik ben ook een Amerikaan. Maar ik schaam me voor u." En de ander begon te rennen, en ik pakte haar bij de andere hand. Ik zei: "Gaat u, vrouwen, naar de kerk?" En het leek hen wat te ontnuchteren.
Ze deed de fles naar beneden en zei: "Ja, meneer." Een van hen was een zondagsschoollerares.
En ik zei: "Schaamt u zich niet om uzelf een Christen te noemen?"
Ik probeerde hen vast te houden, en ze waren aan het trekken en rukken en aan het springen, op die wijze. En daar renden ze de gang door. Een van hen viel en lag languit op de vloer, en de andere probeerde haar met de voeten eerst overeind te trekken, en... Het verschrikkelijkste gezicht dat u ooit hebt gezien. Ik dacht: "God, hoe kunt U naar zoiets kijken?"
51 Maar ze veronderstellen dat het in orde is, omdat ze slechts een lid van een organisatie zijn. Als ze wedergeboren waren, zouden ze dat niet doen.
Ik geloof dat het Calvijn was... nee, het was John Smith. Ik ben er nu niet zeker van welke man. Maar op een dag, tijdens zijn werk... een van de eerste grote heiligen van de laatste twee- of driehonderd jaar. Ik ben vergeten wie het was. Ik geloof dat het een Methodist was. Het kan John Smith zijn geweest. Maar hoe dan ook, ze stonden bij de deur en op straat kwam een dronkaard aan. Hij viel in de goot. En er passeerde een man die zei: "John, daar is een van jouw bekeerlingen."
Hij zei: "Ja. Dat is juist. Als hij van de Here was geweest, zou hij daar niet zijn." Dat is juist. Dus, dat is het.
Als u bekeerd bent tot een geloofsleer, als u bekeerd bent tot een organisatie, als u bekeerd bent tot een kerk, zult u die dingen doen. Maar als u een bekeerling van Christus wordt, dan bent u wederom geboren en bent u dood aan die dingen, en levend... Maar mensen gaan regelrecht door met te veronderstellen dat het in orde is om dat te doen, blijven het wagen zonder autoriteit.
52 Predikers: goede mannen, fijne mannen, prediken denominationele kerkleer, veronderstellend dat dat alles is wat gevraagd wordt. En terwijl deze Bijbel zegt: "Wie er één woord uit zal wegnemen, of er één woord aan zal toevoegen, diens deel zal worden weggenomen uit het boek des levens." Ze zeggen: "U hebt de Heilige Geest vandaag niet nodig. Dat was voor een vorige dag." Waarom? Ze kunnen niets anders onderwijzen. Als ze dat doen, worden ze geëxcommuniceerd. Ze zeggen dat er niet zoiets is als genezing, dat de Heilige Geest alleen aan de apostelen werd gegeven.
Nu, ze komen daartoe omdat hun dat op school wordt geleerd, en ze gaan ervan uit dat dat juist is. Maar het is verkeerd. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Gods Woord niet. En Hij zei: "Laat ieder mensenwoord een leugen zijn en het Mijne de waarheid", maar ze veronderstellen dat dat in orde is.
53 Bijvoorbeeld: "Wel, dat is alles wat ze weten." Als u naar een restaurant zou gaan voor uw 'diner' ["middagmaaltijd" – Vert] en... Ik denk dat het hier nog steeds 'diner' is. Want waar ik vandaan kom, ginds in Indiana, proberen ze moderne Amerikanen te worden; ze proberen te zeggen dat we ontbijt hebben, en dat we lunch en diner hebben. Ik word er altijd buiten gelaten. Waar blijft mijn avondmaal dan? [De samenkomst lacht – Vert] Zie? Ik zei: "Neemt u het diner van de Here, of het avondmaal van de Here?" Onzin. Ze doen gewichtig, dat is alles.
"O, hij is klassiek; hij is opgeleid", veronderstellend dat dat in orde is. We hebben dat niet nodig; ze prediken denominationele leerstellingen en veronderstellen dat dat in orde is. En mensen ondersteunen die zaak en veronderstellen dat dat in orde is. Dat is alles wat ze hoeven te doen: slechts veronderstellen. "Wel, ik ben een kerklid."
54 Weet u, op een dag had ik een gebedsrij. En daar kwam een dame het podium op. En wel, zij heeft het recht om alles te doen wat zij maar wil, denk ik. En zij droeg genoeg sieraden om een zendeling tien keer rondom de wereld te sturen. En ik zei: "Bent u een... bent een Christin?"
Ze zei: "Ik ben een Amerikaanse. Is dat niet genoeg?"
Ik zei: "Niet bij mij, nee." Ik zei: "Ik vroeg of u een Christin was, niet een meeloopster, nee, nee, maar een wedergeboren Christin." Zij dacht dat het genoeg was als zij een Amerikaanse was. Zie?
55 Broeder Bosworth had een keer een gebedsrij in Detroit, en een meisje kwam het podium op om voor zich te laten bidden. Hij zei: "Ben je een Christin?"
Wel, zij was geschokt. Ze zei: "Ik geef u te verstaan dat ik elke avond een kaars brand", veronderstellend dat dat alles is wat ze moeten doen.
Het zijn eerlijke, goedbedoelende mensen. Het zijn mannen en vrouwen, en zij... in hun hart willen ze God dienen. Die monniken gaan in kloosters, predikers gaan naar seminaries. Ze krijgen graden in de psychologie, hoe ze moeten buigen voor de mensen, en hoe ze moeten zijn, en het psychologische effect dat het heeft op de mensen, veronderstellend dat dat alles is wat ze moeten doen.
Zelfs in sommige van onze grote denominaties, Pinkstermensen... Nu, ik spreek niet over Methodisten en Baptisten. Ik heb het over Pinkstermensen.
Hier niet lang geleden hadden ze enige meningsverschillen. Iedereen zonderde zich af vanwege kleine meningsverschillen, veronderstellend dat ze dat behoorden te doen. Dat is wat ze niet hadden behoren te doen. Blijf bij elkaar, u allemaal. Breng uw meningsverschillen niet op die manier naar buiten. Breng ze hier naar binnen en bid ervoor totdat u eruit bent. U kunt uw meningsverschil hebben en nog steeds van uw broeder houden, in orde. Maar wanneer u uw respect en gemeenschap verliest met uw broeder, dan heeft uw meningsverschil u gedood. Juist.
56 Maar daar hebt u het. Ze veronderstellen dat dat alles is wat ze moeten doen, want dat is wat hun wordt geleerd. Ze treden slechts toe tot de kerk. Ze zeggen: "Bent u een Christen?"
"Ik ben een Methodist."
"Bent u een Christen?"
"Ik ben Presbyteriaan." Dan voegen ze zich daarbij.
En nu, u zegt: "Bent u een gelovige?"
"Ik ben van Pinksteren."
Laat me dat rechttrekken voor u. Er is niet zoiets als een Pinksterorganisatie. Pinksteren is een ervaring, geen organisatie. De Katholieken hebben die. De Baptisten hebben die. De Presbyterianen hebben die. Iedereen kan die hebben. Het is een ervaring, geen... Je kunt het niet organiseren. Als u uw organisatie hebt; dan bent u weggeraakt van Pinksteren. Ze hebben het nooit georganiseerd. God heeft nooit een organisatie gehad, nooit één keer.
57 Ik daag u uit om het mij te tonen, en ik daag elke historicus uit om het mij te vertellen en mij te tonen in de geschiedenis waar God ooit een boodschap stuurde die zij organiseerden, of deze stierf onmiddellijk en stond nooit meer op. Het is een vervloekte zaak. Dus kijk maar eens terug in uw geschiedenisboeken en ontdek of dat juist is. Maar ze maken hun geloofsbelijdenissen en stemmen daar mee samen. Mensen denken dat het juist is.
Vrouwen; u weet dat ik van u houd, mijn zuster. Dat weet u. Ik sta hier niet om u te kwetsen; ik houd van u. Maar wat ga ik daar doen op die dag, terwijl ik weet dat de Bijbel leert wat de vrouwen moeten doen? Terwijl ik weet dat het de waarheid is. En dan, als de wachter op de muur zit en ziet dat de vijand zich onder de mensen bevindt, en wanneer hij ze niet waarschuwt, van hem zei God: "Ik zal het bloed afeisen van de hand van de wachter."
Wanneer voorgangers u toelaten uw haar af te knippen, en ze zeggen dat dat in orde is, dan vertelt die voorganger u iets verkeerds. Wanneer hij u toelaat u te kleden met onzedelijke kleding, en u vertelt dat dat in orde is, dan is dat verkeerd. En het is niet... U, u ziet er knap uit.
58 U weet dat het bij alles in de lijn van het vrouwelijke en het mannelijke altijd zo is dat het mannelijke het mooiste is. Neem de haan en de hen. Neem de vogelfamilie. Neem de eland, de stier of de koe. Neem het hert: de bok of de hinde. Alles wat... De mooiste is altijd in de mannelijke lijn, behalve bij het menselijke ras. De man is lelijk, potig, baard over z'n gezicht, vaak kaalhoofdig en er ruig uitziend, helemaal met haren bedekt.
Maar de vrouw is sierlijk, mooi. Daar precies is het waar Satan ligt. Dat is waar hij voor koos in Eden, dat is waar het hem lukte in Eden; dat is wat hij sindsdien altijd heeft gebruikt. Vertelt u mij welk land in de geschiedenis, enigen van jullie schoolkinderen... Als een natie ten onderging, werd dat veroorzaakt doordat het moederschap en de vrouwelijkheid gebroken werden: de ruggengraat van die natie.
Over de moraal in ons land gesproken, ik las in een stukje van de krant van de Associated Press, dat toen onze jongens naar het buitenland gingen, er vier van de zes door hun vrouw die thuis bleef in echtscheiding werden gedaan voordat ze daar zes maanden waren geweest. En er werden meer buitenechtelijke kinderen geboren in de staat New York tijdens... in één jaar vóór de oorlog, dan er soldaten werden gedood in al die vier oorlogsjaren; veronderstellend dat dat in orde is.
59 Vrouwen trekken kleine sexy kleren aan en lopen buiten op straat. Zeggend: "Ja, ik ben een Christen." Ze veronderstellen dat dat is wat ze moeten doen. Nu, alstublieft, zuster, ik ben uw broeder. Als uw moeder de juiste soort vrouw was, zou zij u hetzelfde vertellen, of uw vader, of uw man.
En elke man die zijn vrouw buiten de straat op laat gaan in die korte broeken en dat soort dingen, laat zien hoeveel man er in hem is. Laat zijn vrouw voor zijn neus een sigaret zitten roken, en weet dat die zaak... Wat zal er van zijn kinderen worden?
Wees niet bang dat het communisme ons zal verslaan. Wij hebben onszelf verslagen. Het is onze eigen verrotte moraal. En waar kwam het vandaan? Doordat het Evangelie werd losgelaten in de preekstoel, waar het begon met verwijfde predikers, met niet genoeg echte doop van de Heilige Geest in hun ziel om een standpunt in te nemen en het Woord van God te verkondigen. Geef niet het kind een klap voor z'n broek voor jeugdmisdaad; geef de ouders een klap voor hun broek. Het is oudermisdaad. Zij laten hen er mee wegkomen.
60 En dat is de reden waarom ik die geestelijkheid daar er van langs blijf geven. Hoe kunt u dezelfde Bijbel lezen als ik? Zo lazen die vierhonderd profeten daar in Israël dezelfde Bijbel als Micha. Maar hij was geestelijk bereid om zijn standpunt in te nemen.
Amos, in zijn dag, die onbevreesde profeet van God, hij wandelde daar naar Samaria toe. Hij keek uit over die stad, en hij zag al de corruptie die er in was. Hij zei: "Dezelfde God Die u beweert lief te hebben, zal u vernietigen." Hij zag hoe corrupt het daar was.
Ze veronderstelden dat ze in orde waren. Ze hadden hun priesters, hun synagogen. Ze dachten: "Zolang ik een Jood ben, besneden, is dat alles wat ik moet zijn." Ze beweerden dat zij God dienden. Zij... ze... Wat hadden ze gedaan? Ze hadden de modes van de omringende landen aangenomen. Ze hadden een verbond met hen gesloten. En ze dachten dat zolang ze in de gunst stonden bij de omringende naties, wel, dat dit alles was wat ze moesten doen. Ze sloten een verbond; zij lieten hun vrouwen schaars gekleed gaan; ze wandelden door de straat; wellustig, en al het andere.
En die oude profeet stond daar... En zijn ogen vernauwden zich boven zijn baard. De toeristen kwamen vanuit de hele wereld op bezoek om dit prachtige Samaria te bezien, maar die profeet bezag het met andere ogen.
61 Vandaag kijken de mensen en de predikers naar de kerk als aantallen en nog eens aantallen. Maar een wedergeboren Christen kijkt er met andere ogen naar. Hij kijkt ernaar door het Woord van God, en hij noemt de corruptie die zich daarin bevindt. Precies de God Die ze beweren te dienen, zal oordeel op hen neer brengen. Zijn profetie heeft maar dertien jaar geduurd voordat het geschiedde. Bij Jerome de Tweede, u weet hoe het geschiedde, Jerobeam, liever gezegd, geloof ik dat het was. Daar hebt u zich bijgevoegd.
62 Zuster, voordat ik hierover ophoud, hebt u ooit beseft, dat wanneer u zich op die wijze kleedt en buiten de straat op gaat... U mag een kleine dame zijn; ik geloof dat u dat bent, lieverd. Dat is juist. Ik geloof dat u een kleine dame bent. Ik geloof niet dat u slecht bent. Ik geloof niet dat u slecht wilt zijn. Ik geloof niet dat een katholieke non naar een nonnenklooster gaat om slecht te zijn. Die arme vrouw gaat daar naar binnen omdat ze dichter bij God wil komen. Ik geloof niet dat zij slecht willen zijn. Ik geloof niet dat u een slecht meisje zou willen zijn. Ik geloof niet dat u onfatsoenlijk tegenover uw man zou willen zijn.
Maar beseft u... De katholieke non beseft niet dat het systeem haar daar naartoe stuurt. En u beseft niet dat het de geest van de dag is die u er toe aanzet die dingen te doen. U veronderstelt dat het in orde is, maar het is het niet. Zie?
Nu, kijk. Jezus zei: "Zo wie een vrouw aanziet, om haar te begeren, die heeft overspel in zijn hart met haar gepleegd." [Mattheüs 5:28] Nu, u gaat naar buiten, op die wijze gekleed, met die korte broek aan, en helemaal sexy gekleed, en van alles. Zeker bent u mooi. Maar God heeft u zo niet gemaakt. Satan maakt een lokaas van u, en u weet het niet.
63 Nu, laat een man naar u kijken, een klein christelijk meisje dat over straat komt, een knap, lieflijk, onschuldig klein ding, helemaal sexy gekleed. En een zondaar ziet haar aan om haar te begeren. Op de dag van het oordeel, wanneer deze man antwoordt voor het plegen van overspel, wie is dan schuldig? Zij. Ziet u wat ik bedoel? Ik... ik... Misschien zult u er op een dag achter komen dat het niet is dat ik een wijsneus probeer te zijn. Het is met Goddelijke liefde. Zie? Ik houd van u. Ik wil niet dat u zo bent.
Wees niet zoals de rest van de wereld. U, Pinkstervrouwen, het is uw organisatie die mij hier heeft uitgenodigd, en ze hebben van zichzelf een organisatie gemaakt. En ze proberen hun gemeente te vergelijken met goedgeklede, verzorgde, en de best geklede mensen. Dat is de duivel. Geloof dat niet. Ze veronderstellen dat het in orde is, maar dat is het niet. God zei om het niet te doen. "Ga uw gang, predik het, voeg u erbij." Ze denken dat het in orde is, maar ze veronderstellen slechts.
64 En weet u, de mensen zeiden dit: "God is een goede God. O, broeder Branham," zei iemand tegen mij, "u probeert precies bij dat Woord te blijven, slechts wat het zegt. Denkt u niet dat het geen enkel verschil maakt?"
Een man was niet lang geleden besprenkeld. En hij zei... Ik doopte hem onder, en vervolgens kwam een andere man vanwege die zaak naar mij toe. Hij zei: "Wel, hij was al gedoopt."
Ik zei: "Nee, dat was hij niet. Hij werd besprenkeld. Dopen, baptizo, betekent 'bedekken, begraven'." En ik zei: "Ik doopte hem."
En hij zei: "Broeder Branham, u bent radicaal."
Ik zei: "Misschien ben ik dat, maar het is voor de goede zaak." En ik zei: "Ik ben ijverig voor God en Zijn Woord. Ik ben ijverig voor Zijn gemeente."
65 Ik was een verschoppeling; niemand hield van mij of gaf om mij. Toen ik u vond, Pinkstermensen, die van mij hielden en dit Evangelie geloofden, kwam ik niet onder u om een vijand voor u te zijn, maar om een broeder voor u te zijn, om... om u Gods Woord te laten zien. Laat enigen van de voorgangers eens een keer bij mij voor u komen staan, en zeggen dat het fout is. Dat is de enige manier om het te bewijzen.
Nu, hier is wat er gebeurde. Ik zei: "Ik doopte hem opnieuw."
Hij zei: "Broeder Branham, denkt u echt dat het verschil maakt?"
Ik zei: "Het maakte verschil voor Paulus. Hij zei: 'Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?' Ze zeiden: 'We weten niet of er een is.' Hij zei: 'Waartoe werd u gedoopt?' Ze zeiden: 'Tot Johannes.' Hij zei: 'Dat was alleen tot bekering, niet tot vergeving van zonden.' Zij werden opnieuw gedoopt."
66 En Paulus zei in Galaten 1:8: "Als een engel uit de hemel – laat staan een prediker – als een engel uit de hemel een andere Evangelie zou prediken dan dit wat ik tot u gepredikt heb, die zij vervloekt." Dat is juist.
Nu, u ziet dat u niet moet veronderstellen. U moet... Het moet de waarheid zijn. Blijf erbij. Maar door slechts te veronderstellen, ze...
Je hoort het zoveel vandaag – ik zeg het nogmaals – over dat God een goede God is. Er was een tienerjongen die niet lang geleden zei: "Weet u, de Here houdt zoveel van mij dat Hij mij gewoon alles laat doen." My.
Vrienden, Hij is een goede God, dat zal ik toegeven. Maar Hij is een God van gerechtigheid. Hij is een God Die gerechtigheid vereist. Hoe kan Hij rechtvaardig zijn en Zijn eigen wetten ongehoorzaam zijn? Hoe kan Hij Zijn eigen heilige wet bezoedelen? Als Hij rechtvaardig is, moet Hij blijven bij wat Hij heeft gezegd. Als Hij dit van u zal vereisen, en u komt niet tot dat punt... Als Hij niet rechtvaardig is, waarom liet Hij Eva dan niet wegkomen met die ene kleine verkeerde interpretatie van het Woord?
67 Waarom heeft Hij het toegelaten dat er zesduizend jaren van lijden, en gevaren, en dood, en verdriet het menselijk ras zouden treffen? Hij kon niets anders doen dan dat. Hij is rechtvaardig. En Hij is een God van toorn, en een God van gerechtigheid. En Zijn heiligheid... het betaamt Hem om dat te zijn. Niet één jota... Het is precies juist. U moet daartoe komen, anders bevindt u zich aan deze kant of aan die kant. Ongeacht hoe goed u mag zijn, hoe zachtmoedig u mag zijn, hoe stil, hoe lieflijk.
Wie kunnen er nog zachtmoediger zijn en met meer, wat zij liefde noemen, dan de mensen van Christian Science ["Christelijke Wetenschap" – Vert]? Dat is hun hele thema: liefde. Dat is geen echte liefde. Zij ontkennen zelfs dat Jezus Goddelijk is, ontkennen de dood, de geboorte, de maagdelijke geboorte, ontkennen Zijn bloed; en praten alleen over liefde.
Kunt u zich voorstellen dat ik een zoontje zou hebben en zei: "O, schat, ga gewoon je gang. Als je die alcoholische drank wilt drinken, jij kleine zesjarige jongen, ga je gang. Papa zal je niet tegenhouden. Ik houd teveel van je. O, lieverd, als je mijn geweer wilt nemen met twee kogels erin, met de haan teruggetrokken, ga je gang. Ik houd teveel van je om je tegen te houden." Dat is geen liefde.
68 Wat als hij buiten op straat zou zijn en zei: "Papa, ik wil zandtaartjes maken hier buiten, waar de auto's honderd kilometer per uur door de straat rijden."
"Ik houd teveel van je, lieverd, om je tegen te houden. Je wilt dat doen, dat weet ik. Papa houdt teveel van je om je tegen te houden. Ga door daarbuiten en word gedood." Een echte papa zou hem een flink pak rammel geven.
Dat is wat er vandaag aan de hand is. U probeert het Evangelie te prediken met zachte handschoenen aan, veronderstellend dat het in orde is. Wat de kerk vandaag nodig heeft, is om geschud te worden. Kom terug naar het Evangelie. U veronderstelt dat het in orde is. "Ik ben van Pinksteren, ik ben dit, dat, of wat anders. Dat is in orde." Het is niet in orde, niet volgens het Woord. Het moet tot het Woord komen.
"Zo'n goede God." Ze veronderstellen niet dat Hij een God van gerechtigheid is. Hij is een God Die Zijn Woord moet houden.
69 Nu, Israël hier veronderstelde dat ze in orde waren. (Nu heb ik nog tien minuten om op tijd te eindigen.) Israël veronderstelde hier. Ze trokken op. De Bijbel zei dat ze dat deden. "Wel," zeiden ze, "kijk. Wij zijn het volk van God. God kwam daar neer in Egypte en gaf ons, zond Zijn profeet daar met een Vuurkolom boven zich. Bracht ons daarginds bijeen en doodde Farao vlak voor ons; sloeg het land met plagen: vlooien, luizen, zond vuur en hagel over het land. En Hij beschermde ons. Glorie voor God. Halleluja."
"En we kwamen hier aan bij de Rode Zee. Hier kwam Farao. God opende eenvoudig de Rode Zee door Zijn machtige kracht, en we marcheerden door de Rode Zee. God hield zoveel van ons dat Hij Zich tot ons richtte en zei: 'Kijk eens om naar jullie vijand. Ik zal ze verdrinken achter jullie.' Glorie voor God. Niet alleen dat, maar Hij stuurde ons engelenvoedsel dat elke nacht uit de hemel viel."
En die profeet zei – en het Woord van God was met de profeet – hij zei: "Ga daar niet heen. En als je dat doet, zal God niet met je zijn." Huh. Maar ze namen zich voor om hoe dan ook te gaan. "God is te goed. Hij zal, weet je, zal niets tegen ons doen. God is met ons, dus waar maken we ons zorgen over?"
70 Pinksteren, krijg dat nooit in uw hoofd. Vrouwen: "Ik kan mijn haar afknippen, ik kan dit doen, ik kan dat doen." Mannen: "Ik kan dit doen, ik kan zo gaan... zolang ik lid ben... God genas mij eens. God gaf mij eens de Heilige Geest. God deed dit, God deed dat." Dat klopt. Maar overschrijdt die scheidslijn niet.
Mozes zei: "Als jullie daarheen gaan, ga ik niet met jullie mee. En de Amalekieten en de Kanaänieten zijn daar." Ik vertel u: zonde ligt achter de grenzen van Gods Woord. Als u er één jota niet van gelooft, zal God u daar laten staan.
O, ik... Wat een baan, zoiets vreselijks. Ik houd van mensen. Waarom moet ik dit doen?
Voeg u... Ga gewoon door zoals de rest. "Zolang ik lid ben van een kerk, wat voor verschil maakt het?" Het maakt wél verschil!
De oude profeet vertelde Israël hetzelfde. Hij zei: "Heb ik u ooit iets verteld in de Naam des Heren, dan dat het geschiedde?"
Ze zeiden: "Nee. Alles wat u zei, Samuël, het gebeurde allemaal."
Hij zei: "Ben ik ooit uitgegaan om offeranden onder u op te halen om grote gebouwen te bouwen", enzovoort...?...
"Nee, dat deed u nooit, Samuël."
"Wel," zei hij, "luister dan naar mij. U moet niet willen handelen zoals de rest van de naties. God is uw Koning."
71 En ik zeg het vandaag, Pinksteren, probeer niet te handelen zoals de overige kerken. God is uw Vader. Het Woord is uw houvast. Heb ik u ooit iets verteld dan dat het gebeurde? Heb ik ooit uw geld genomen en u gesmeekt om grote programma's en allerlei dingen? Vertel mij één keer dat ik ooit een offer nam. Zie? Vertel me één ding dat ooit werd gezegd in de Naam des Heren, hetgeen niet geschiedde.
Nu, luister. Blijf bij het Woord, want de Boodschap van de laatste dag moet... De boodschapper en de Boodschap moeten overeenkomstig de eindtijd zijn, namelijk "het geloof der kinderen herstellen tot het geloof der vaderen".
Zei Judas daar niet dat ze reeds... Hij zei dat we tot het uiterste moeten strijden voor het geloof dat eenmaal de heiligen is overgeleverd. Binnen slechts zesennegentig jaar – AD 96 was het geloof ik – waren ze er al bij weggeraakt. Kwamen ze niet binnen en begonnen zij niet met een gedachte, daarna een leer, en werd het daarna niet een zaak van de Nikolaïeten?
72 Het woord niko betekent 'veroveren, de leken veroveren'. In plaats van op de manier waarop u allen het hier hebt gedaan, dat is door de Heilige Geest Zich onder de mensen te laten bewegen, is er één heilige man. "Heilige man", zoiets bestaat niet. Het is de Heilige Geest in de gemeente. Niko, de leken veroveren. En het werd een leer.
Wat was het eerste wat ze deden? Vormden een organisatie. Daarin plaatsten ze... En gedurende honderden en honderden jaren was het een vervolging, waardoor allen die zich daarvoor niet wilden buigen uit elkaar werden getrokken, verbrand, vervolgd. Toen kwam Luther. Die boom begon te groeien. Toen dat gebeurde, organiseerden ze het. God sneed de tak eraf, en hij verdorde en stierf. Zoals Jezus zei dat Hij hem snoeide.
Toen kwam Wesley omhoog, een andere tak kwam eruit vandaan. Wat deden ze? Organiseerden zich. God snoeide hem en sneed hem af. Vervolgens kwam de derde Boodschap. Geheel precies zoals de gemeente was begonnen – die bruidsboom in het begin – begon ze naar voren te komen.
Wie kwam als eerste? Johannes, die rechtvaardiging predikte, bekering. Wie kwam vervolgens? Jezus Christus. "Heilig hen, Vader, door de Waarheid, Uw Woord", wat Hijzelf was... hetgeen de Waarheid is; heiliging. Wat was het volgende? De doop van de Heilige Geest. "Ik zend de belofte Mijns Vaders op u" [Lukas 24:49], en de bruidsboom begon te groeien.
73 Maar hier kwam de kever eraan, at dit eraf; de rups at de vruchten eraf; at vervolgens de bladeren eraf; at vervolgens de bast eraf. En toen kwam de kruidworm, een zuiger, en zoog het leven zelf eruit, en boekte een overwinning op de leken. God zei: "Ik zal het herstellen."
Hier begon het op te komen in de dagen van Luther, en het werd georganiseerd. God snoeide het zoals Hij zei dat Hij dat zou doen (Johannes 15). Wesley kwam eraan. Fijn. Kreeg een mooie tak die begon te groeien. Wat deden ze? Organiseerden het na de dood van Wesley. Ze sneden het af. Vervolgens kwamen de Pinkstermensen die de tekenen van de vruchten voortbrachten. Wat deden ze? Organiseerden het. Ze werd afgesneden. "Maar Ik zal het herstellen, spreekt de Here." Hij zal het doen.
Wat is er aan de hand met deze grote opwekkingen? Nu, laten we redelijk zijn. We hebben gehad wat we een opwekking noemden, maar wat hebben we daarmee uitgebroed? Leden. Waarom? Waarom, broeders? De Bijbel zegt in Hebreeën 6: "De regen komt menigmaal op de aarde om haar toe te bereiden, te bewateren, gereed te maken waarvoor ze is bestemd: de vruchten. Maar de doornen en distels die nabij de verwerping zijn, zullen worden verbrand."
74 Nu, men bundelt ze om ze te verbranden; dat is waar. Ze worden gebundeld, al deze organisaties. Grote bundels komen in één grote bundel. Dat is juist. Wat is die bundel? U weet wat het is. De Wereldraad van kerken, die het beeld van het beest vormt. Echt waar.
En u mensen die bang bent voor het communisme, ik wil dat u mij één plaats in de Bijbel toont waar het communisme de wereld zal regeren. Wel, ik zal u vertellen dat de Bijbel zegt dat Romanisme de wereld zal regeren. Precies juist. Waar lopen de voeten in uit in de... Die profeet die alle heidense koninkrijken tot aan het einde zag opkomen, zag dat het niet in communisme uitliep, maar dat het Romanisme werd. Precies.
Hier bevinden we ons in deze dagen, waarin mensen veronderstellen, toetreden tot die zaak en zeggen: "Dat is in orde, dat is... Zeker behoor ik tot de kerk. O, ja. Ik ben Zo-en-zo." Zie?
75 Nu, kijk. Hij zei dat er licht zou zijn in de avondtijd. Dat is om rijp te worden in de avond. De vruchten kunnen alleen rijpen door het licht. Dat weten we. En dat is bovenin de boom, het avondlicht. Al het overige...
Maar daar helemaal achterin bleef dat voorbestemde Woord van God de hele tijd aanwezig, omdat God het gesproken had. "Ik zal hem herstellen." Hij zal het doen, ongeacht hoeveel organisaties en dingen Hij eraf moet snoeien. Er zal een gemeente zijn zonder vlek of rimpel. "Want Ik zal herstellen, spreekt de Here." Waartoe is het gekomen? Al de jaren dat de rups heeft gegeten, al de jaren dat de kruidworm heeft gegeten, al de jaren dat de denominaties en zuigers en dergelijke van de boom zijn vruchten hebben weggenomen, zijn ranken hebben weggenomen, zijn bast hebben weggenomen, het leven eruit hebben gehaald.
Maar: "Ik zal herstellen, want de Wortel en het Geslacht van David zal...?... Ik zal herstellen, spreekt de Here." Wat is het? Hij zei het. Hij bestemde het voor. Zijn Woord ligt hier. Daarom, kijk, precies zoals Hij het de eerste keer deed... Hij nam Johannes: rechtvaardiging. Jezus heiligde de kerk met Zijn eigen bloed; en toen kwam de Heilige Geest.
76 Gaandeweg ontstond de gemeente, zij begon te groeien. Toen kwamen hier deze vier termieten binnen: een en hetzelfde insect, slechts verschillende stadia. Daar kwam de rups. Wat deed hij? Als eerste nam hij de vrucht, broederlijke liefde, er vanaf. Het volgende wat kwam, was de kever. Toen kwam er een andere worm op, en die at de vreugde eraf: de bladeren, de gemeenschap. De volgende kwam. Wat deed hij? Hij at de schors er vanaf, de kever. Wat kwam daarna? De kruidworm, en hij zoog het leven er regelrecht uit.
Maar er was een stronk, want Joël had gezegd: "Ik zal die voorbestemde wortel herstellen." Halleluja. En al deze namen die van vóór de grondlegging van de wereld voorbestemd waren: "Allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen." Jazeker. "Allen die Hij tevoren kende, heeft Hij geroepen. Allen die Hij roept, rechtvaardigt Hij, en degenen die Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij verheerlijkt."
77 Overeenkomstig Efeze 1, bij... of, in Efeze 1:5 zei Paulus: "God heeft ons verordineerd vóór de grondlegging der wereld tot aanneming tot kinderen in Jezus Christus." Hoe zult u dit kunnen stoppen? Ondanks alle duivels in de hel, u kunt maar beter ophouden met daarover te discussiëren. Ze zal daar zijn zonder vlek of rimpel. Wat zal ze zijn? Een bruidsgemeente. Halleluja. God zei: "Ik zal herstellen." Wat herstellen? Eén, die door geen enkele organisatie is aangeraakt, één met het zuivere onvervalste Woord. Ze moet komen.
Waarom kregen wij deze keer een stel denominaties vanuit deze opwekking? We zaaiden denominatiezaad. Wat wij vandaag nodig hebben... Broeder, u kunt erover zeggen wat u wilt, maar wij hebben het Evangelie nodig, het zuivere, heilige, onvervalste, gezaaide Woord van God. En wanneer dit Licht tevoorschijn komt, zal het die gemeente voortbrengen, Gods voorbestemden. Amen. Veronderstel niets. Neem Gods Woord en ga gewoon voort. Hij beloofde dat Hij hier zou zijn. Hij is hier. Amen. Ik kan maar beter stoppen.
78 Teveel over een goede God. "Hij houdt teveel van mij om mij te straffen." Hij beloofde het. Hij hield van Adam. Hij hield van Eva. Hij is liefde. Maar Hij is rechtvaardig. Hij moet Zijn Woord houden. Als u gelooft dat dit een woord van God is, dan is alles wat hiermee in tegenspraak is... "Eenieder die afdoet, of toedoet, diens deel zal worden afgedaan uit het boek des leven", hetzij prediker of denominatie, of wat dan ook.
Wat met al die geloofsbelijdenissen en dingen die door mensen worden opgesteld? God handelt nooit met een groep. Hij handelt met een individu. Een groep heeft verschillende ideeën. Toon mij één keer dat Hij het ooit deed. Hij handelt met een individu. Handelt met u. Hij handelt met mij, Hij handelt met de volgende man. Dat klopt. Het is een individuele zaak.
79 Israël veronderstelde dat Hij gewoon zo goed was. Zij hadden zoveel dingen gezien dat ze gewoon alles konden doen wat ze maar wilden, zoals die tienerjongen. Zo is het met de kerk vandaag. Ze voelen: "Wel, God gaf mij de Heilige Geest. Als ik dit wil doen, dan kan ik dat doen. Halleluja. Geen veroordeling in mij. Ik ben in Christus."
Dat daar laat precies zien dat u daar niet bent. Als dat was... Als u in Christus was, zou u zich aan Zijn Woord vasthouden ongeacht wat iemand zei, en als u alleen moest staan, zou u het doen, want het is de Geest van God in u Die Zijn Woord betuigt.
Niet één woord ervan zal ooit voorbijgaan totdat het vervuld is, zo kostbaar, en zo dierbaar. Het is net als God. Hij oordeelt niet door een kerk. Hij oordeelt de wereld niet door een organisatie. Hij oordeelt de kerk door Zijn... of, oordeelt de wereld door Zijn Woord, zoals Hij deed bij Eva en Adam. De wijze waarop God begint, kan Hij niet op een andere wijze eindigen. Hij moet op dezelfde wijze eindigen als waarop Hij begon. Als Hij dat niet zou doen, dan deed Hij het om mee te beginnen verkeerd. Zie?
80 Veronderstel niet; geloof. Waag het er niet op zonder autoriteit, zonder Schriftuurlijke autoriteit. Simson veronderstelde. "O, wel, my. O, ik weet dat ik heb... Ik kan niet... Ik heb mijn haarlokken niet meer, maar ik veronderstel dat het in orde is. Ik ben nog steeds dezelfde oude makker."
Nee, nee, broeder. U bent de scheidslijn overgestoken. Hij veronderstelde dat hij nog net zoveel kracht zou hebben als... Zei: "Ik zal me gewoon uitstrekken. O, tjonge. Welnu, ik ben nog net zoveel man als ik altijd was." Maar hij ondervond dat zijn kracht weg was.
Dat is wat wij gedaan hebben toen de opwekking zo'n veertien jaar geleden begon. Pinksteren kwam erachter dat zij zichzelf niet meer kon uitstrekken omdat zij zich in kleine groepjes had georganiseerd die elkaar haatten, waardoor deze tweedracht onder broeders werd gezaaid. En de opwekking trof haar, en het avondlicht kwam binnen. Maar wat deed zij? Ze kon niets doen omdat ze zichzelf had georganiseerd. Ze had haar kracht, haar broederlijke liefde, de vruchten van de Geest, verloren.
81 Simson dacht: "Hij is er nog steeds. Ik kan niet..." U zou maar beter kunnen voelen. Hij is er nog steeds.
Achan dacht toen hij de staaf wegnam: "O, het zal niet worden opgemerkt."
O, die bepaalde prediker zei tegen mij: "O, broeder Branham, maakt het enig verschil of het nu op deze manier is, of op die manier?" Zeker maakt het verschil. Dat is precies dezelfde leugen die Satan aan Eva vertelde. Het maakt wel verschil. "Wel, zolang de anderen het doen..."
Het maakt mij niet uit wie het doet, of wie het niet doet. Ik wil het hoe dan ook niet doen. Ik veronderstel niet dat dit in orde is alleen omdat de anderen het doen. God vereist dit, en dit is wat ik moet hebben. Als de anderen niet komen, kan ik het alleen maar zeggen, en moet ik gewoon blijven doorgaan; ik veronderstel er niets over.
82 [Leeg gedeelte op de band – Vert]... hebben vandaag meer mannen nodig zoals Micha, die kunnen staan en precies zeggen wat God heeft gezegd. Wind er helemaal geen doekjes omheen. Amen. Ja, zwakheid
Achan zei: "Het zal niet worden opgemerkt. Het maakt geen enkel verschil." Maar het maakte wél verschil. Die ene kleine staaf verstoorde het hele programma van God.
"Word gewoon op wat voor wijze dan ook gedoopt. Het maakt geen enkel verschil. Zolang u lid van de kerk bent, kan het geen kwaad." Dat is wat de opwekking heeft verstoord. Dat is wat er aan de hand is. We hebben een stel denominaties in plaats van heiligen te hebben. We hebben toetreders, beslissers. Wat heb je aan een steen zonder een metselaar om hem te behakken en te vormen, en de hoeken eraf te slaan? Wanneer je een beeldhouwer ziet staan werken aan een steen, ziet het er niet zo geweldig uit. Maar hij heeft in zijn gedachten wat hij probeert te maken. Hij rolde de steen daar dus heen voor een doel, en hij moet hem schuren, en hem afhakken, en hem slijpen.
83 Stenen die belijden Christenen te zijn, die hier naar buiten zullen gaan en zich op allerlei manieren gedragen en veronderstellen dat dit in orde is, veronderstellen dat het in orde is... Ze staan stil, en de Beeldhouwer, de Heilige Geest, hakt hen tot beelden van zonen en dochters van God. O, glorie! Hij is de Roos van Saron, de Lelie der valleien, de Morgenster, de Alfa, Omega, het Begin en het Einde, Hij Die was, Die is, en komen zal, de Wortel en het Geslacht van David. Halleluja. Ja. Zij veronderstellen dat het in orde is...
De Egyptenaren zagen Israël – besneden – de Dode Zee oversteken. Zij veronderstelden dat zij net zulke goede mannen waren als zij. Ze gingen achter hen aan en verdronken erin. Ze veronderstelden dat het in orde was. (Ik moet me haasten.)
In Noachs tijd veronderstelden ze dat, als er een overstroming zou komen zoals Noach zei dat er zou komen, wel, dat ze alleen maar in hun eigen boot hoefden te springen. Maar er was maar één boot die door God was gebouwd.
84 Zo is het met de mensen vandaag. Ze zeggen: "Ik behoor tot de kerk. Ik doe dit; ik doe dat." Maar er is maar één groep die door God is gebouwd, en dat is geen denominationeel gebouw. Het is het bouwwerk van het Woord, de openbaring van Zijn macht, een door God gebouwde boot. Veronderstel niet. Geloof slechts Gods Woord.
Noach bouwde die boot met een bepaald soort hout (zou willen dat we de tijd hadden om er verder op in te gaan, maar dat hebben we niet), hoe hij dat acaciahout nam. Hebt u het ooit gezien? Het is lichter dan balsemhout. Wel, als iemand een man zou zien die probeerde een boot te bouwen van dat soort hout, dan zou hij zeggen dat hij gek was. Waarom? Het is het lichtste hout. U gooit... u kunt acaciahout daar in het water gooien, en het zou "sj-hoe", precies daar zinken.
85 Dat is de manier waarop God het doet. Hij doet gewoon... trekt het gewoon over hun ogen. Ze zitten daar net zo onwetend als prairiehazen. Zitten daar... Hij zei... Maar wat zullen zij doen? Zij proberen niet om enige wijsheid van zichzelf te hebben. Ze kunnen het niet uitpuzzelen. U wordt niet verondersteld om het uit te puzzelen. U wordt verondersteld om het te geloven.
Zei: "Neem acaciahout." Het is gewoon net zo licht als een spons. Maar nu, merk op. Nadat hij al dat acaciahout had gesloopt, ermee had gebouwd, bedoel ik, zei Hij: "Ga, en neem pek, en laat het erin trekken." O, hoe verkregen zij pek in die dagen? Zij namen een andere soort boom, een pijnboom, en zij sloegen die, en sloegen die totdat de pek eruit liep.
Waar is het een type van, het hout dat God vandaag heeft? Ontdoe u van al uw oude fanatieke gedoe; ontdoe u van al uw organisaties; word heel licht en lig gewoon voor God. Want Hij sloeg er Eén van ons: "Hij werd om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld." Hij werd geslagen en verwond en verbrijzeld op Golgotha, opdat Zijn Geest in u gegoten mag worden, omdat u niets hebt.
86 En dan, die boot, die ark... Wanneer dat daarin is, zou er zelfs geen spijker in geslagen kunnen worden. Dat is de reden waarom de grote boomstronken die daar tegenaan botsten er geen gat in konden slaan. Wel, eikenhout, sparrenhout, noch iets anders zou zo kunnen standhouden. Kijk, het was reeds volgezogen. Het was vanbinnen en vanbuiten gepekt. Zo is het.
Dat is hoe een Christen is. Hij ontledigt zichzelf. "Ik wil niet weten wat een ander... Ik wil weten... Here, ik wil U kennen. Ik wil U, Uw wil, Uw leven." Dan zal God eenvoudig... U zuigt u gewoon vol in Christus.
Wel, wat was het dan? Het zou feitelijk geen acaciahout meer zijn; het zou pijnboomhout zijn. U bent het niet meer; het is de Geest in u. Zie? O my. Door God gebouwd. Zoveel profeten vandaag vertellen zoveel verschillende dingen, het maakt de mensen verward. Veronderstel niet. Let gewoon op Zijn betuigde belofte. Laten we eens kijken.
87 In Deuteronomium 18:22 zegt God: "Als er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet, en wat hij zegt komt te geschieden, luister dan naar hem. Als het niet geschiedt, luister dan niet naar hem." In Johannes 14:12 zei Jezus: "Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen." In Markus 16 staat: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Niet toetreden tot een kerk en hun naam in een boek zetten, en een goed leven leiden. Maar: "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken." Nee.
88 Johannes veronderstelde nooit dat hij daarheen zou gaan. Johannes, weet u, kwam uit een priestergeslacht. Is het niet vreemd? Johannes... het leek er eigenlijk op dat hij de orde van zijn vader zou opvolgen omdat hij uit een strikte priesterorde kwam. Maar weet u, de taak was te belangrijk. Johannes wilde niet verward raken in enige zaak van hun theologie.
God nam hem naar buiten de woestijn in, alleen, en schoolde hem daar. Want Hij zei: "Johannes, ze zullen allerlei dingen hebben, en je allerlei onschriftuurlijke dingen laten geloven. Maar hierin zal het zijn, Johannes. 'Op Wie gij de Geest zult zien neerdalen, en op Hem blijven, Deze is het, Die zal dopen.'"
89 Johannes hoefde niet te zeggen: "Ik veronderstel dat dit een goede man is. Ik veronderstel dat dat een goede man is. Ik veronderstel dat Hij naar u Farizeeën zal komen, naar u Eenheid, naar u Drie-eenheid, u dit, dat is tot wie Hij zal komen." Johannes zei: "Op wie ik de Geest zal zien nederdalen..." Glorie. Broeder, niet uw organisatie. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. De werken die Ik doe, zult gij ook doen."
U hoeft u geen zorgen te maken, het u af te vragen. God heeft gezegd waar wij naar uit moeten kijken. Avondvruchten, avondlicht. Hij zei dat het in de laatste dagen zo zou zijn dat... De duivel zou zijn predikers sturen als engelen des lichts, proberend u iets nieuws te brengen, iets wat populairder is, iets wat meer opgeleid is.
Geloof het niet! Dat is wat Eva deed waardoor zij in de problemen kwam. Blijf bij het Woord. Amen. Veronderstel niet; neem Gods Woord. Eva veronderstelde dat het in orde was. "God is een goede God. U weet dat Hij niet zou... Zeker zou de Here dit niet doen, of dat." Maar God had het beloofd. God moest het doen. Het was Gods plicht om het te doen. Nu, veronderstel niet; geloof alleen.
90 Johannes zei: "Ik kende Hem omdat ik het Messiaanse teken op Hem zag, en ik weet dat Hij dit is." Hij veronderstelde niet.
Nathanaël hoefde niet te veronderstellen, helemaal niet, toen Hij het hem vertelde. Hij wist... hij wist wat er in Deuteronomium 18:22 stond. Want Hij zei: "Gij zijt waarlijk een Israëliet: geen bedrog."
Hij zei: "Vanwaar kent Gij mij? Wanneer hebt U mij ooit gezien?"
Hij zei: "Eer Filippus u riep." Hij hoefde niet te veronderstellen.
Hij zei: "Rabbi!" Rabbi, 'leraar'. "Alhoewel de scholen Uw leer bespotten, en ze U wegsturen vanwege Uw leer, maar, Rabbi, U bent de Zoon van God. U bent de Koning van Israël." Hij veronderstelde niet; hij had er een schriftuurlijk bewijs van. Dat is wat de Messias zou doen. Hij veronderstelde niet.
Die arme, kleine, oude, vieze, stinkende prostituee; misschien hadden alle organisaties in het land haar geëxcommuniceerd, misschien. Maar ze zag niets in hen om mee te beginnen. Als zij iets echts had gezien, had zij het wel genomen. Dus zij zag daar een gewone Jood zitten, dacht zij. Zag eruit als een gewone man, Hij had geen omgedraaide boord, hele grote tulband, doctor eerwaarde Heilige Vader. Hij was gewoon een man zoals de overige mannen. Zat daar en leunde achterover, waarschijnlijk een beetje grijs. Hij was slechts dertig jaar oud of zoiets, maar in de Bijbel staat... Weet u, Hij zag eruit als vijftig. Wist u dat?
91 Ze zeiden: "U zegt... U bent een man van nog geen vijftig jaar oud, en zegt U dat U Abraham hebt gezien? Nu weten wij dat U een duivel hebt."
Hij zei: "Eer Abraham was, BEN IK."
"Nu weten we dat U een duivel hebt." Zie, ze zijn blind.
Hij zei: "Gij blinde Farizeeën, blinden die de blinden leiden." Zie? Dat is het.
Nu zien we Hem daar zitten. Die kleine vrouw zei tot Hem, ze zei: "Nu, U wilt... U Joden, U wilt argumenteren over religie." Dat was de gewoonte van die dag, zoals vandaag. "U, Joden, zegt dat het hier is, en daar, en dat alles zo-en-zo is, en wij zeggen..."
Hij zei: "Ga uw man halen, kom hier."
Ze zei: "Ik heb geen man."
Hij zei: "Dat is juist. U hebt er vijf gehad; degene waarmee u nu leeft, is de uwe niet."
92 Kijk! Snel, dat voorbestemde zaad ligt daar. Glorie! My, wat? Het kon niets anders geweest zijn – dat voorbestemde zaad. En toen dat water op dat zaad begon te vallen, begon het tot bloei te komen. U hoefde het haar niet te vertellen, zij wist het.
Ze zei: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent. Wij weten dat de Messias zal komen. Wij kijken naar Hem uit. En als Hij komt, zal Hij ons dit soort dingen vertellen."
Hij zei: "Ik ben Hem."
Ze zei: "Dat is goed genoeg voor mij."
Geen veronderstellen. Ze zei niet toen ze binnenkwam: "Zeg, u doctors in de godgeleerdheid, ik wil een schriftuurlijke discussie met u allen beginnen." Ze zei: "Ik veronderstel niets. Kom, zie een Man Die mij al de dingen verteld heeft die ik gedaan heb. Is dit niet de Christus?" Dat is het. Ze hoefde niet te veronderstellen, te wagen zonder autoriteit. Zij had autoriteit. Zij had schriftuurlijke autoriteit om het te geloven.
"O, vrouw, u weet het niet. U behoort niet tot onze school. U behoort tot geen enkele van deze organisaties."
Ze zei: "Het maakt mij niet uit wat u zegt. Ik weet wat ZO SPREEKT DE HERE is. Ze zeiden dat Hij een profeet zou zijn, en daar is Hij." Amen. Zij had schriftuurlijke autoriteit. Zij veronderstelde niet.
"Uit welke school kwam dit vandaan?"
"Het komt uit de Bijbel." Dat is waar. O, zeker.
93 De discipelen op Pinksteren. Nu, u Pinkstermensen, zet u schrap. Hiervan kunt u gaan schreeuwen. Merk op. Wat als de discipelen gezegd hadden: "Welnu, luister. Ik vertel jullie..."
Mattheüs gaat ernaartoe en zegt tegen Petrus: "Petrus, ik wil je iets vragen. Heeft onze Heer ons niet verteld om hierboven te wachten, naar boven te gaan, en dat Hij de belofte van de Vader op ons zou zenden?"
"O, zeker. Ja." Petrus zei: "Dat klopt. Wat denk je, Markus?"
Markus: "O, zeker. Hij heeft dat gezegd. Ja. Hij zei dat Hij dat zou doen."
"Wel, broeders, wij zijn hier al negen dagen boven. Weet je, gister had ik een eigenaardig gevoel. Weet je, ik geloof gewoon dat... Denk je niet dat wij niet meer behoeven te wachten? Ik veronderstel dat wij het reeds hebben, want Hij vertelde ons om hier te wachten. Wel, hier... ik geloof... We zijn al negen dagen hier geweest. Daarom vermoed ik dat we net zo goed verder zouden kunnen gaan met onze bediening. Ik veronderstel dat wij het al hebben, omdat wij Hem gehoorzaamden."
94 Daar is het waar u Pinkstermensen het een miljoen mijl hebt gemist. U liep sensatie achterna in plaats van te wachten op het Woord om vervuld te worden. Dat is juist. Daarom organiseerde u zich. Daarom luisterde u naar deze...
Het zijn altijd de leiders die het volk uit de wil van God krijgen. Het was Korach. Niet... Het was Korach, die ongeïnspireerde leider, die zei: "Hé, Mozes probeert te denken dat hij de enige heilige man is. Wel, wij hebben hier nog veel meer heilige mannen; we hebben er hier groepen van. Heeft God niet de geest van profetie op al deze mensen geplaatst? Hij nam hem van Mozes af en plaatste hem hierop. Daarom zullen we gewoon naar deze groep luisteren. Mozes denkt dat hij iets is."
God zei tegen Mozes: "Scheid u van hem af. Ik zal... Ik zal hem en zijn groep, zijn hele organisatie doen zinken." Juist. Mozes was Gods leider. Mozes werd betuigd om die leider te zijn; allen die niet naar hem luisterden, kwamen om.
Jezus was Gods Leider. De Heilige Geest is Zijn Leider. En allen die de Heilige Geest niet gehoorzamen, Die deze Bijbel schreef, zullen vergaan. Amen.
95 Zei: "Wachten. Wij wachten de hele tijd. Ik geloof – ik zeg het jullie nu – wij hebben het. Laten we naar buiten gaan."
Nee. Dat deden ze niet. Zij wisten dat in Jesaja 28:10 staat: "Want het is gebod op gebod; regel op regel; hier een weinig en daar een weinig. Houd vast aan wat goed is. Want door belachelijke lippen en andere tongen zal Ik tot dit volk spreken. En dit is het houden van de sabbat, de rust die maakt dat de vermoeide..."
Zij wisten dat die Schriftplaats toegepast moest worden ongeacht hoelang ze moesten wachten, of wat ze deden. Zij veronderstelden niets. Zij waren aan het wachten totdat de Schrift vervuld zou worden.
Zij wisten dat Joël had gezegd... Luister naar Petrus die daar meteen opsprong, en enkele minuten later... Toen, meteen de volgende dag predikte hij over Joël. Joël had gezegd: "En in de laatste dagen zal het geschieden," Joël 2:28, "dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren. Over Mijn dienstmaagden en dienstknechten zal Ik Mijn Geest uitgieten. Ik zal wondertekenen geven in de hemelen boven, en wonderen op de aarde beneden, vuur en rookpilaren en damp. Het zal geschieden eer dat die grote en vreselijke dag des Heren komt, dat een ieder die de Naam des Heren zal aanroepen, behouden zal worden."
96 Zij waren aan het wachten. Zij veronderstelden niet dat zij iets hadden. Zij waren aan het wachten totdat de Schrift openbaar gemaakt werd. Glorie. O, broeder. Ik wou dat het niet zo laat was. Wat zouden we daar graag nog een tijdje bij willen blijven stilstaan. Zij wachtten op schriftuurlijke autoriteit.
Vandaag nemen we gewoon de geloofsbelijdenis aan, een sensatie, een beetje rook of vuur, of een kleine sensatie. Iemand zegt: "Glorie voor God. We hebben het. Halleluja. Ziet u de olie in mijn hand? Kijk hiernaar." O, goedheid. Kijk naar uw hoofd, in wat voor toestand dat is. Ik zei dat niet om interessant te zijn. Excuseer mij. Vergeef mij. Ik bedoelde niet... Ik had dat niet moeten zeggen. Iets zei tegen mij: "Zeg dat niet." Laat het gaan. "Als de blinde de blinde leidt, zullen ze in de sloot vallen." O, ja.
97 Zonder schriftuurlijke autoriteit nemen ze het aan door middel van een geloofsbelijdenis. "Zeg deze geloofsbelijdenis op." Ze veronderstellen dat het in orde is. Ze gaan door, en nemen het aan door sensaties. "O, glorie voor God. Ik sprak de hele nacht in tongen." Ik zag duivels hetzelfde doen. Zeker.
"Gelooft u dan niet in spreken in tongen?" Zeker geloof ik dat. Dat is het niet. Ik ben een zendeling. Ik heb hen bloed zien drinken uit een menselijke schedel en in tongen spreken en de duivel aanroepen. Zeker. O ja. Mijn moeder – wij hebben haar niet lang geleden begraven. Ze was een half Indiaanse. Ik ben in de kampen geweest en heb gezien hoe de toverdokters in tongen spraken, hoe ze een potlood neerlegden dat opstond en in onbekende talen schreef. Zeker. Vertel mij niet dat dat het is. O, nee. Goeie genade.
Sommige mensen die in tongen spreken en beweren de Heilige Geest te hebben, ontkennen de helft van Zijn Woord, en soms al Zijn macht. De Heilige Geest zal getuigenis afleggen van Zijn Woord. Hoe kan de Heilige Geest u vertellen om iets te doen, en Zich dan omdraaien en zeggen: "Wel, het is in orde. Ga je gang en doe dit andere." Zal dat niet doen. Hij deed dat niet bij Eva. Hij deed het niet in het begin. Als Hij het nu zou doen en het toen niet deed dan is Hij onrechtvaardig vanwege al dit lijden, als we hier toch zouden zijn geweest.
98 God is een groot Bouwmeester. Onze lichamen werden hier klaargelegd. Maar toen de wereld werd gebouwd, waren wij calcium, kalium, petroleum, kosmisch licht. Zestien verschillende elementen van de wereld zijn in ons. En God maakte de wereld voordat Hij de mens maakte. Hij is een Bouwmeester. Hij legde het klaar. Hij zou hen uit het stof der aarde gaan roepen. Maar Eva betwijfelde één kleine jota van Gods Woord en dat veroorzaakte dat vrouwen kinderen zouden voortbrengen.
Maar dat voorbestemde Woord van God dat daar ligt, zal die voorbestemde voortbrengen. Wanneer Hij spreekt, zal hij uit de aarde vandaan komen naar de heerlijkheid daarginds. Halleluja. Geen wonder dat Job zei: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft. In de laatste dagen zal Hij op de aarde staan. Hoewel de huidwormen dit lichaam vernietigen, zal Hij spreken en ik zal antwoorden. Hij zal roepen en ik zal Hem antwoorden." Zeker. Amen. (Waar kan ik stoppen?)
99 U zegt dat u de Heilige Geest hebt en in tongen sprak, en ik vraag u: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde? Wel dan, hoe werd u gedoopt?"
"Dat maakt geen enkel verschil." Dat doet het wel.
"Wel, ik doe dit. Het maakt niet uit of ik mij zo aankleed of zo." De Bijbel zegt van wel. "Het maakt niet uit of ik dit doe, of dat." De Bijbel zegt van wel. Zo is het. Beter om het daarbij te laten. Laat de leraren dat dan zeggen. In orde.
100 Vandaag nemen wij het gewoon als iets vanzelfsprekends, veronderstellen, zeggen dat we het hebben. "Jazeker. Ik deed dit. Ik schudde de hele nacht. Weet u wat? Ik heb bloed in mijn handen. Dat toont dat ik het heb."
Hebt u bloed in uw hand? U zou dat mogen hebben, maar u dan omdraaien en het Woord van God ontkennen en zeggen dat u de Heilige Geest hebt? De Heilige Geest zal "Amen" zeggen op elk woord, omdat Hij het Woord schreef. Hij is het Woord. Zeker. Stop met veronderstellen. Wacht tot al dat temperament, zonde en dergelijke, van u zijn weggegaan, zodat God u kan vullen.
101 Eens veronderstelde Mozes zonder een getuigenis, of zonder een ervaring, want... Hij had de woorden gehoord dat hij een bevrijder zou zijn, maar hij had de roeping niet. Hij had de ervaring niet. Hij veronderstelde dus dat hij rechtstreeks uit kon gaan om het over te nemen.
Dat is wat de mensen vandaag denken: "O, wij gaan een opwekking houden. Wij willen een opwekking zien in onze tijd. Allemaal... Doet u allemaal uw belijdenissen. We willen... wij willen meer stenen. Wij willen dit, dat, of wat anders. Wij willen dat er beslissingen worden genomen."
Wat is het? Hoe gaat u een opwekking houden op die basis, wanneer u Baptisten-, Methodisten-, Pinkster- en Presbyteriaans zaad aan het zaaien bent, en het Zaad van God, het Woord, ontkent? Jezus zei dat het Woord een zaad is, de Bijbel. Gods Woord is het zaad. Hoe gaat u een Bijbelse gemeente voortbrengen met een denominationeel zaad?
102 Wel, u zegt: "Prijs God, broeder Branham. De Heilige Geest heeft dit gedaan. Ik heb gejubeld en geschreeuwd." Wist u dat hetzelfde water dat werd gestuurd om de tarwe gelukkig te maken ook het stinkkruid net zo gelukkig maakt als de tarwe? Hoe kwam het daarin? Het veroorzaakt een wurger. Het veroorzaakt een netel. Waarom? Ze zijn dorstig. Het is in het veld wanneer de regen op de rechtvaardigen en onrechtvaardigen komt.
U zegt: "Ik jubelde, broeder Branham. Ik danste in de Geest. Ik sprak in tongen." Ik geloof ook in die dingen. Maar welk soort vrucht draagt het? "Aan hun vruchten zult gij ze kennen." De vrucht van de Geest is het Woord van God dat zich manifesteert: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid, geduld, geloof. Geloof in wat? Het Woord. Geloof komt door het horen, het horen van het Woord. Het moet komen. Zeker.
103 Mozes veronderstelde: "O, ik heb een hoofd vol kennis. Het zal mij lukken." Maar hij had de roeping niet. Hij had de ervaring niet. Zeker. Hij ging op weg met een veronderstelling, en veronderstelde iets wat hij niet had moeten veronderstellen. Maar nadat hij de brandende struik daar op een dag had ontmoet, o broeder, toen hij de stem van God had gehoord, toen gaf Hij hem een schriftuurlijke basis; niet wat zijn mama hem had verteld, maar wat God hem vertelde.
"Ik ben de God van Abraham. Ik ben de God van Izak, en de God van Jakob (noemde hem bij zijn prinselijke naam, hernoemde hem). Ik heb het geschrei van Mijn volk gehoord. Ik heb hun verdrukkingen gezien vanwege de slavendrijvers. Ik herinner Mij Mijn beloofde Woord." Halleluja. Dat is het. Glorie. Hij herinnert Zich nog steeds Zijn beloofde Woord. "Ik zal herstellen, spreekt de Here, alles wat de denominatieluizen en sprinkhanen en rupsen en kevers en kruidwormen hebben opgegeten; al hun denominatie-'ismen' en geloofsbelijdenissen en dergelijke die ze hebben opgegeten. Ik herinner Mij Mijn Woord, en Ik ben neergekomen onder de mensen. Ik zal herstellen, spreekt de Here."
104 Veronderstel niet dat het juist is. De Bijbel vertelt u wat juist is en wat fout is. Whew. We kunnen maar beter ophouden. Ik heb u een uur of meer vastgehouden. "Ik zal herstellen." Veronderstel niet. De Heilige Geest is hier. De Bijbel is hier. De Heilige Geest legt getuigenis af van het Woord van God. Op elke belofte en jota zegt Hij: "Amen."
Veronderstel niet dat het juist is omdat u een sensatie had. Laten we inventaris opmaken van onszelf vanochtend. Kijk rond en zie wat wij geloven. Kijk of we... als God een bepaald iets zei, zouden we ermee moeten overeenstemmen. "Wel," zegt u, "ik zal uit mijn kerk gezet worden als ik dit of dat zou doen." Wel, wat betekent meer voor u? Uw God of uw kerk? Veronderstel niet zonder een ervaring.
Iemand sprak niet lang geleden tegen mij, zei: "Broeder Branham, gelooft u niet in het vagevuur?"
Ik zei: "Zeker."
"O, ik zie dat u Katholiek bent."
Ik zei: "Ja." Katholiek betekent 'universeel'. Ik ben een plechtige Pinksterkatholiek van de oorspronkelijke gemeente.
105 Iemand zei dat ze nu een proclamatie hebben uitgegeven. Paus Johannes de XXII of LII, of het een of ander, zei: "Alle mensen moeten terugkeren naar de oorspronkelijke kerk. De oorspronkelijke kerk begon in Rome."
Dat is een leugen. Merk op. De kerk begon nooit in Rome. Ik zal overeenstemmen met de man: "Laat de kerk teruggaan naar waar zij begon." Pinksteren. Glorie. Ga terug naar waar u bent begonnen. Dat is de juiste...?... want Hij gaat haar herstellen. Zeker, uw denominaties keren terug naar Rome waar ze vandaan kwamen. Maar, halleluja, God zal Pinksteren herstellen, terug naar het geloof van de vaderen. Halleluja.
106 Ik zal Hem prijzen, ik zal Hem prijzen,
Het Lam prijzen, dat voor zondaars is geslacht;
Geef Hem eer al gij volken,
Want Zijn bloed heeft elke smet weggewassen.
Elke vlek van ongeloof. Als we tezamen gezeten zijn in hemelse gewesten zou de Heilige Geest door een persoon heen u voor geen geld kwaad willen doen. Hoe zou ik Gods kinderen kwaad kunnen doen? Maar wijd uzelf toe en zie of het Woord voortkomt. Hij is de Besnijder Die het hart besnijdt, Die precies weet waar u aan denkt, en het regelrecht door dezelfde vaten voortbrengt. Amen.
Ik zal Hem prijzen, ik zal Hem prijzen,
Het Lam prijzen, dat voor ongelovigen werd geslacht;
Geef Hem eer al gij volken,
Want Zijn bloed heeft elke smet weggewassen.
107 Houdt u daar niet van? Denkt u dat ik van u houd? Zeker doe ik dat. U bent Gods erfdeel. Ik heb vaak gedacht: "Wat zou ik doen als ik in een glas twee druppels van het letterlijke bloed van Jezus zou vasthouden, het bloed dat uit de aderen neer druppelde van het kruis, en ik zou dat hebben. Hoe zou ik het tegen mijn hart aan houden, en dan bij het lopen op elke stap letten. Terwijl wij dat bloed zouden koesteren, slechts twee druppels van het letterlijke bloed, hoe voorzichtig zou ik ermee zijn."
Maar weet u wat? Volgens God ben ik vanmorgen – in Zijn ogen – in het bezit van iets wat groter is dan dat. Ik heb de verlossing door Zijn bloed. Daarvoor stortte Hij Zijn bloed, om u te verlossen. Hoe noodzakelijk is het die zaak aan te pakken terwijl ik de zonde zie binnenkruipen om te verderven. O, nee, nee, dat kan ik niet. Ik moet die dingen stoppen. Het wegslaan. Dit is het. Blijf bij het Woord, broeder. Hebt u Hem lief?
108 Dank u dat u bij mij bent gebleven en hebt geholpen. Het is half 1, en het spijt me. Ik... Nee, het spijt me niet. God, vergeef mij. Het is verkeerd om dat te zeggen. Ik had er niets mee te maken. Hij deed het Zelf. En ik... ik houd gewoon van u, ik geloof in u.
Ik geloof dat God een gemeente zal hebben, en ik geloof dat u een deel bent van die gemeente. En ik houd van u met Goddelijke liefde. En ik bid dat de Heilige Geest dat Woord zal uitleggen in de Geest waarin het bedoeld was terwijl het naar u uitgaat.
Nu, ik geef u uw voorganger. Nu, als u kunt, kom dan vanavond terug, en wees vanavond opnieuw bij ons. Wees aanwezig bij de doop vanmiddag ginds bij het huis van de broeder. Kom hier, broeder Parker. Excuseer mij dat ik uw voornaam gebruikte, maar ze zeiden 'Petrus', 'Jakobus', 'Johannes', enzovoort. God zegene u, broeder Parker.