Jehovah-Jireh, deel 2
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Roy. Laten we even blijven staan terwijl wij bidden. Wij buigen onze hoofden, als u wilt. En laten we nu gewoon bedenken als er vanavond iets in uw hart is, een verzoek, laat het gewoon bekend worden als u uw hand opsteekt en zegt: "Ik heb een verzoek voor God." Nu, laten wij onze hoofden buigen als wij bidden.
2 Onze Hemelse Vader, wij achten dit zulk een groot voorrecht tot U te komen, dit wetend dat als wij komen in de Naam van de Here Jezus, ons is beloofd dat wij zouden ontvangen waarom wij vragen. Nu, wij komen niet tot de Troon des Oordeels. Maar wij komen tot de Troon van Genade, waar wij zeker zijn dat onze verzoeken toegestaan worden. Want wij zouden Uw oordeel niet kunnen doorstaan, evenmin zouden wij kunnen leven bij Uw gerechtigheid, maar Uw barmhartigheid is het waarop wij pleiten. Vergeef ons dan onze zonden, Here. Wij bidden dat U dat zult toestaan en dat U vanavond met ons zult zijn, elk verzoek beantwoordend dat die handen vertegenwoordigden toen zij opgestoken werden. U weet wat er beneden de hand, in het hart was. En God, ongetwijfeld was het voor ziekte en redding en voor geliefden. Wij bidden vanavond, Vader, speciaal voor diegenen, dat U hun verzoek zult toestaan.
3 Wij hebben gesproken over Uw trouwe dienstknecht, Abraham, en gaan vanavond met hem verder op zijn reis. Wij bidden dat U ons wilt zegenen als wij langs de weg gaan van vele honderden jaren geleden, met een getrouwe dienstknecht die Uw Woord geloofde. Moge het een voorbeeld zijn, zoals Paulus in Hebreeën zei, dat Abraham was: een voorbeeld. En wij bidden dat het geloof dat hij had vanavond ons geopenbaard zal worden; om het Woord van God te geloven en er niet één Woord van te betwijfelen, maar Het geheel te geloven en alles te geloven wat Hij zei. En mogen wij in staat zijn aan die beloften vast te houden die Hij ons gedaan heeft en de kinderen van Abraham zijn door in Christus te zijn. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. (Gaat u zitten)
4 Broeder Borders is wat groter dan ik, zodat ik de microfoons wat meer naar beneden moet doen. Het is een voorrecht om vanavond hier opnieuw in de samenkomst te zijn en voor de zieken te bidden, en te doen wat de Geest ons maar verzoekt te doen. Ik wil dit als compliment zeggen. Op al mijn reizen door de V.S., de Verenigde Staten en Canada, heb ik gisteravond iets gezien wat mij meer ontroerde dan al de rolstoelen die ik leeg heb zien worden, dan al de neergelegde krukken, de blinden die zien, de doven die horen, de stommen die spreken, de doden die opstonden; de dokter ondertekende een verklaring dat de persoon dood was en opgewekt werd. Dat is allemaal ontroerend geweest. Maar toen ik gisteravond mensen zag, die leden van de gemeente zijn, de Waarheid zag ontvangen en opstonden temidden van de mensen om te belijden dat zij verkeerd waren en bereid waren om het juist te doen, was dat het beste dat ik weet.
5 De Gemeente, de Bruid is wellicht gekozen. Het is nu: Haar gereedmaken. Het gereedmaken van haar...
6 De opwekking is voorbij. Wij weten dat. Er is geen opwekkingsgeest meer. Bij een dienst van twee uren klaagt iedereen. In een opwekking is het dag en nacht, heel de tijd, het houdt nooit op. De opwekking is voorbij. En dus doen wij gewoon de nalezing.
7 Abraham [Eliëzer – Vert] moest het uitzweten tot hij karakter vond. Het volgende was: haar gereedmaken om de bruidegom te ontmoeten, toen hij dan karakter gevonden had. Dat is het volgende. Herinnert u zich wanneer hij haar vond? In de avondtijd, het avondlicht.
8 Gisteravond sloeg ik zowel naar de vrouwen als de mannen en ik zag hen, in eerbied voor het Woord, opstaan en toegeven dat zij verkeerd waren en Gods vergiffenis wilden om voort te gaan. Dit is de plaats om een opwekking te hebben. Als er enige opwekking zou zijn waarvan ik weet, zou het precies hier gebeuren, waar eerlijke harten zijn. Waarom? U hebt iets om aan te werken, ziet u. Iets... De meesten van hen zullen arrogant worden; zij willen niet dat u hun erover vertelt; bedenk gewoon dat dat type zaad een denominatiezaad is, geen zaad van Abraham. Een zaad van Abraham ziet het Woord, en gelooft het Woord meteen.
9 Toen die kleine prostituée bij de bron die avond, de vrouw bij de bron... Er waren priesters en rabbi's, die rondom staande, keken naar wat Jezus deed, toen Hij Zijn Messiaanse teken aan hen gaf, een Schriftuurlijk teken, en ze zeiden: "Hij is Beëlzebub, een duivel, een waarzegger."
10 Maar zodra het Licht over die kleine vrouw flitste, toen Hij haar zei wat zij gedaan had, zei ze: "Heer, ik bemerk dat Gij een Profeet zijt. En wij weten dat de Messias komt en wanneer Hij komt zal Hij ons die dingen vertellen." Ziet u, dat voorbestemde Zaad vatte het snel omdat het een waarachtig Zaad van Abraham was. En zij zag het Licht. Het was het Woord. Zij wist dat het Woord beloofde dat wanneer de Messias kwam, Hij die dingen zou doen en zij herkende het.
Jezus zei: "Ik ben Hem, die tot u spreekt."
11 Zij liep de stad in en probeerde anderen te overtuigen. Zij zei: "Kom, zie een Man, die mij de dingen heeft gezegd die ik gedaan heb. Is dit niet de echte Messias?" Ziet u?
12 Nu, even een woord tot onze zusters. Ik word altijd beschouwd als een vrouwenhater, maar ik ben het niet. Ziet u? Toen ik een kleine makker was, had ik een bittere ervaring; maar ik heb altijd een groot respect gehad voor een vrouw die een vrouw was, een dame. Maar ik heb geen respect voor degenen die beweren het te zijn en het niet zijn. Ik houd ervan een dame te zien, een werkelijke dame; zij is een juweel.
13 In deze tijd is het wanneer vrouwen verdorven zijn, het meest verdorven in deze laatste dagen. De Schrift zegt het. Waarom? Het is het uitgaan van het tijdperk. Herinnert u zich wat het eerste bederf was? Het was een vrouw. Dat is juist. En in de laatste dag! Wij hebben dit nooit gehad; wij hebben zesduizend jaar gehad dat dames probeerden dames te blijven. Nu proberen zij als mannen te handelen, kleren aan te trekken als mannen, hun haar te knippen als mannen, enzovoort. Zij deden dat nooit in enig ander tijdperk. De Bijbel voorspelt dit, dat zij dit in de laatste dagen zouden doen. En hier hebt u het, een verdorvenheid van vrouwen. Geen wonder dat de Bijbel zegt: "Diegenen die zijn ontkomen uit Sion zullen heerlijk zijn in het aangezicht van de Here, in die dag." Ziet u, hoe dat diegenen ontsnappen!
14 U zegt: "Het maakt geen enkel verschil." Het maakt wel verschil. Iemand zei mij niet lang geleden: "Broeder Branham, dat kleine ding maakt geen verschil."
15 Ik zei: "Het deed het wel voor Paulus. En Paulus zei: 'Als een engel van de hemel neerkomt en iets anders leert, hij zij vervloekt'. Of zij nu prediker zijn of engel of bisschop, paus of wat hij ook is, hij zij vervloekt, als iets Hiermee in tegenspraak is." Ziet u, dat is het precies. Galaten 1:8 als u het wilt lezen.
16 En hij zei: "Wel, ik denk niet... Ik heb vrouwen gezien met kort haar, die net zo zachtmoedig en lief zijn."
17 Ik zei: "Dat is precies juist, ik heb dat ook gezien. Maar dat is het niet. Ziet u, u moet komen tot wat de Bijbel zegt!"
18 Wat als God tot Mozes zei: "Doe uw schoenen uit" en hij had gezegd: "Heer, ik zal in plaats daarvan mijn hoed afnemen?" Ziet u? U moet doen wat God zegt! En de moeilijkheid ervan is, waaraan ik denk, wat mij zo bezorgd maakt, dat predikers zich zoiets laten welgevallen! Wat is het? Het toont dat het een moderne Adam is, die met zijn vrouw meeging. Ziet u? God wil een andere Adam die blijft bij het Woord en bij Hem alleen, het Woord alleen. Het Woord heeft gelijk, hoe dan ook. Ga die weg niet.
19 Nooit, in zesduizend jaar, is het ooit zo geweest dat vrouwen verlangden hun haar te knippen, zich als mannen te kleden, verdorven te zijn. Wij zijn aan de eindtijd. En Amerika, iedereen die profetie kent, weet dat Amerika vertegenwoordigd is door een vrouw. Dit wordt de "vrijheid der vrouwen" genoemd. Vrijheid waarvoor? Om te doen zoals het haar bevalt, zonde.
20 Een vrouw kan niet doen wat zij wil. De Bijbel zegt van niet. Een vrouw is een bijprodukt van een man. Zij is zelfs niet in de oorspronkelijke schepping. Dat is precies juist. Zij werd uit de man genomen. De mens was zowel vrouwelijk als mannelijk, Hij nam de vrouwelijke geest en plaatste het in een rib die van zijn zijde kwam. Luister! Merkte u op dat Rebekka toen zij Izaäk zou ontmoeten, zij van de kameel afsprong en dat zij haar gelaat sluierde? Waarom? Zij kwam tot haar hoofd.
21 Zij weten het niet. Zij moeten het hoe dan ook doen. Merkte u op dat een vrouw wanneer zij gehuwd wordt, dat zij een sluier over haar gelaat doet? Waarom? Zij komt tot haar hoofd. En de Gemeente, de Gemeente die de Bruid is, zou zichzelf moeten versluieren voor elke geloofsbelijdenis; zij komt tot haar Hoofd, het Woord. Christus is het Woord en Hij is het Hoofd.
22 Nu vrienden, ik wil daarover niet beginnen. Ik keek het vandaag door met vijfhonderd teksten, iets meer dan vijfhonderd teksten, van diepe onderwijzingen over de Bijbel. Maar ik wil gedurende deze samenkomst op een of andere wijze gewoon bij Abraham blijven.
23 Weet u, ik geloof dat zo de Here wil, als de broeders er geen bezwaar tegen hebben en als iedereen wil, ik hier terug zou willen komen om een opwekking te houden waarbij u een tijdje kon blijven, ziet u, waar wij echt diep zouden willen gaan en gewoon zien. [Samenkomst applaudisseert.] Dank u. Ja. Dank u. Dank u. Ik weet dat er hier vis is. Ik weet het. En ik houd ervan te vissen. En u hebt materiaal om mee te werken, iemand die eerlijk is. Iemand kan verkeerd zijn. U weet het niet; ik sterf dagelijks aan mijn fouten en probeer voor Christus te leven. En iemand die groot genoeg is en genoeg Geest van God heeft om naar voren te gaan en toe te geven dat men verkeerd is en te zeggen: "Ik wil het juiste ding." Ik heb daar veel vertrouwen in, want dat is werkelijk Abraham's Zaad. Zij willen het weten. Zij weten het niet tenzij zij het horen. Maar het moet eerst gehoord worden, men zegt: "Hoe,... zonder prediker? En hoe kan een predikant prediken tenzij God hem zond?" Dat is precies de waarheid. Nu, merk nu op.
24 Wij gaan nu terug naar Abraham. Wij kunnen beter teruggaan naar hem, en daarmee doorgaan. Kunt u mij goed horen, boven op het balkon daar? Wij zijn... Fijn om te zien, vanavond, zulk een fijne menigte. U bent zulke lieflijke mensen hier. Ik...
25 Ik sprak vandaag met een vriend, die van Canada komt. De Here had mij naar een bepaalde plaats geleid waar ik op iets moest letten dat moest gebeuren. En dan staande... Ik ontmoette hem, deze vriend, en hij sprak erover hoe vriendelijk de Amerikaanse mensen waren. En ik zei: "Ja, en hier binnen zijn sommigen van het voorbestemde Zaad van God, in en rondom deze plaatsen en in deze meest goddeloze plaats." Ik bedoel niet uw stad hier. Mijn stad, waar ik vandaan kom, is even goddeloos als de uwe. Maar de hele wereld is goddeloos, het uitschot is echter helemaal naar het westen gedreven. Wij weten dat. De beschaving is meegereisd. En waar de beschaving is, daar begint de zonde. Dat is juist. Kijk er hier positief naar. Dit is een predikers-kerkhof. Dat is juist. Kijk naar Los Angeles, van alles en elke cultus landt daar aan en iedereen heeft een geloofsbelijdenis, een leerstelling. Om het Woord daar te krijgen is u niet mogelijk. Het is zo bedorven! Dat is juist. Demonen, duivels, precies bij de zetel van Satan! Maar toch, temidden van dit alles is daar ook wat Zaad binnen. En het enige wat u kunt doen is het Licht verspreiden. En als iets van dat Licht... Als daar Zaad is, zal het tot Leven komen zodra het Licht het treft. U moet gewoon Licht zaaien, dat is alles. En Hij is het Avondlicht, wij weten dat, Zijn Woord.
26 Nu, gisteravond verlieten wij Abraham. Ik begon bij het 22e hoofdstuk, maar ik raakte er nooit mee klaar, omdat ik terugging om een fundament te leggen wat Abraham in het begin was. En gisteravond verlieten wij hem waar God het verbond met hem bevestigde. O, ik houd daarvan. De offerande door midden scheurend, een verbond makend met Abraham. Hoe we daar toe kwamen dat, toen Hij Abraham riep om aan hem het verbond te bevestigen, Hij hem zei drie dieren van drie jaar oud te nemen, en hen door midden te delen. En wij kregen de drieën. Wij hebben geen tijd om daarop in te gaan. My, u kunt tot in de morgen bij dat ene onderwerp blijven en het zou nog niet uitgelegd zijn. Maar u tipt slechts een beetje de hoogtepunten aan en verwacht dat de Heilige Geest in deze tijd de rest ervan openbaart.
27 Nu, hoe de perfectie, het volmaakte Offer, perfect, God in menselijke levens vervolmaakte wat Hij zou doen. Wij weten het, wij hebben... Wij hadden God de Vader, die de Almachtige Jehovah was. Dat was dan in een Kolom van Licht, die Israël door de woestijn bracht. En diezelfde Jehovah werd vlees en woonde onder ons in de vorm van Zijn eniggeboren Zoon, en schiep voor Zichzelf een Tabernakel om in te wonen, God gemanifesteerd in vlees. De volheid van de Godheid woonde in Hem lichamelijk, de perfecte manifestatie. Toen werd door het verbond het menselijk deel van Hem weggenomen, afgesneden, opdat Hij dit verbond het Lichaam kon scheiden dat stierf, het Bloed dat werd gestort voor de vergeving van zonden, en wekte Het op en zette Het aan Zijn rechterhand en zond de Geest terug op de dag van Pinksteren. En datzelfde Leven dat geleefd werd in Christus Jezus moet geleefd worden in het verbondsvolk, hetzelfde Leven doet hetzelfde ding. Jezus zei in Johannes 14:12: "Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Nu, dat is juist of verkeerd. Het moet juist zijn! Voor mij is elk Woord ervan juist. Elk Woord is perfect juist. Merk op hoe heerlijk God werkt.
28 En dan, hoe dat degenen van de Vader... Zoals Mattheüs zei: "Gaat gij heen, onderwijs alle volken, hen dopende in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest." Ziet u? Nu, Vader... Het betekent niet dat wij drie goden hebben. Wij hebben één God in drie bedieningen (Vaderschap, Zoonschap, Heilige Geest), dezelfde God gisteren, vandaag en voor immer. Dat is het precies.
29 Merk nu op hoe heerlijk dat aan Abraham werd bekendgemaakt en hoe God, in dit Licht, tussen die stukken doorging, hen scheidend. Net als de... Wij namen dit gisteravond door, hoe men een contract maakte, het uitschreef en het vervolgens scheurde zodat zij moesten passen. Het contract moet passen.
30 Nu, ziet u vrienden, dit probeer ik te zeggen. Zelfs onder onze Pinkstermensen, wordt deze duivel van intellectualisme, die de mensen probeert te doen... Nu, ik geloof in al de gaven van God. Ik geloof in jubelen. Ik geloof in het spreken in tongen. Ik geloof in al de dingen die God zei. Maar toch kunt u niet vertrouwen op enige van die zaken als iets waardoor u de Heilige Geest hebt. Uw leven moet ermee samengaan, ziet u. Ziet u? Uw... "Aan hun vruchten wordt u gekend." Ziet u? En dat zijn de dingen die mij vandaag bezorgd maken, omdat ik zie dat mijn eigen gemeente, de Pinkstergemeente, die 'vorm van godsvrucht' krijgt en wegraakt van de Waarheid. En breng hun de Waarheid van het Woord, zij gaan er van weg. Vraag hun dan: "Kom bij mij", zij willen het niet. Ziet u, het toont aan dat er iets verkeerd is. Dat maakt mij bezorgd. En nu, het is niet alsof ik tegen mijn gemeente ben. Ik ben...
31 Als ik Christus liefheb, zou het heel wat beter voor mij zijn om te roemen op Zijn gemeente dan dat men op Hem zou roemen. Omdat ik liever zou hebben dat u mijn kinderen roemt dan mij. En bedenk, ik heb vaak gedacht dat als ik twee druppels had van het letterlijke Bloed van Jezus in een grote schotel, hoe ik Dat zou vasthouden zodat ik Het niet zou morsen. Ik zou heel voorzichtig zijn. Maar vanavond heb ik groter dan dat, in Zijn ogen, ik heb de gekochten van Zijn Bloed. Ziet u, Hij stortte Zijn Bloed voor u. En vanavond ben ik hier als een prediker, u voorhoudend of u wijzend op uw eeuwige bestemming. Ik zal dus niet verwijzen naar enige geloofsbelijdenis of enige leerstelling; het moet het Woord zijn omdat dat de Zaak is die zal blijven... Mijn geloof is gebouwd op het Woord en Christus is het Woord. En als Christus het Woord gemaakt is, dan is het Woord precies onder ons bekendgemaakt. Ziet u, het moet het zijn!
32 Daarom geloof ik nu dat God van het Oude Testament, al wat Hij was, uitgoot in Jezus Zijn Zoon. En al wat Jezus van het Nieuwe Testament was, goot Hij uit in de Gemeente die Hij kocht met Zijn Eigen Bloed. Ziet u? "Een kleine tijd en de wereld", kosmos daar, de wereldorde, "zal Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien", gij, de Gemeente, "want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het eind der wereld." Het Leven dan, dat Contract, die Geest die uit Christus genomen werd op Calvarie, is teruggebracht en uitgestort op de mensen, het Zaad van Abraham, waaraan God de belofte deed. Bedenk dat het niet aan al zijn zaden was, maar aan het 'Zaad'.
33 Nu, er is een leerstelling van voorbestemming die verrot is, onzin. Maar er is werkelijk een echte voorbestemming. Door voorkennis kon God voorbestemmen omdat Hij voorkennis heeft. God wil niet dat er iemand zou omkomen, maar wist wie zou omkomen en wie niet omdat hij de oneindige God is.
34 Dat is de reden dat Hij zei dat Hij Ezau haatte en Jacob liefhad, voor Jacob of Ezau werden geboren. Zijn voorkennis liet Hem weten dat Ezau een bedrieger was en liet Hem weten dat Jacob dat geboorterecht respecteerde; ongeacht hoe hij er aankwam, hij wilde het hebben. Nu, beide jongens, tweelingen, werden geboren uit dezelfde heilige vader en moeder, maar de een was een afvallige en de ander was een gelovige. God nu, door Zijn voorkennis, wist dat.
35 God nu, door voorkennis, doet Zijn zaken niet als... U zou úw zaken niet op die manier doen op zo'n lichtzinnige wijze. God wist, door voorkennis, wie gered zou worden en dus zond Hij Jezus om diegenen te halen waarvan Hij van te voren zag dat zij gered zouden worden. Lees Efeziërs, het 1e hoofdstuk en u zult het zien. Ziet u? Nu, daar.
36 Vervolgens zendt Hij Zijn Evangelie neer en zaait Het, zendt de Heilige Geest neer om Het levend te maken. Nu, zij zullen beiden in hetzelfde veld groeien. Hebreeën 6 zegt ons dat: "De regen bevochtigt de aarde dikwijls", zegt Jezus, en u merkt daarin op, "om toe te bereiden, de aarde te bekleden; maar doornen en distels zijn nabij de verwerping, waarvan het einde verbranding is." U vindt het? Nu, herinner u het.
37 Wij zullen een tarweveld nemen. U mensen hier kweekt tarwe. En er komt een droogte. Er zijn kruipers of onkruiden die u hier hebt, een of ander bekend onkruid dat groeit op het veld; de slingerplanten in het veld, de melkplanten (wolfsmelk, melkdistel) in het veld, de distels op het veld. Ook de tarwe staat op het veld. Zij zijn beiden dorstig. En de regen komt niet voor het onkruid, maar voor de tarwe, maar dat kleine onkruid zal direct opstaan en zich evenveel verheugen als de tarwe zal doen.
38 Maar aan de vruchten wordt u gekend. Dezelfde Geest valt op een hypocriet en hij zal jubelen en tekeergaan zoals heel de rest, maar zijn leven bewijst wat hij is. Ziet u? En wij vertrouwen teveel op sensatie. En vandaag is het veld vol van allerlei sensaties, allerlei onschriftuurlijke sensatie en heel de rest. Zeker. Maar wij moeten terugkomen tot het Woord, de Waarheid van het Woord, op wat het Woord zegt!
39 Nu, God vertelt Abraham dat door hem het derde verbond en het enige verbond komt. Jezus was alleen een bevestiging van het verbond dat Hij met Abraham maakte, het koninklijk Zaad, het Zaad van de Geest.
40 En aan u, dierbare Katholieke vrienden van mij, wanneer u zegt: "Wees gegroet Maria, moeder van God", bent u niet beschaamd? Hoe zou Maria een moeder van God kunnen zijn? Zij zou het niet kunnen zijn. U zegt, wel...
41 Ik sprak tot iemand onlangs; zij verschillen erover. Zij zeiden dat Jezus het Zaad van Maria was. Als Hij het Zaad van Maria was, dan moest er, voor het Zaad door de eileider naar beneden kon komen, een sensatie zijn om het voort te brengen. Dan maakt u Jehovah... Ziet u wat u Hem laat doen?
42 God, de Schepper, schiep zowel het ei als de Bloedcel, en bracht de Tabernakel tevoorschijn. De mens had er niets mee te doen! Het was God alleen! Dat is juist.
43 Zij was een goede vrouw, zeker. Er zitten hier vanavond vele goede vrouwen. Maar als God gereed is met iets te gebruiken, is het gedaan. En zij is geen middelares. Zij is geen moeder van God. Zij is een goede, geheiligde vrouw, in de Heerlijkheid, omdat zij het doel van God diende. En elke vrouw hier heeft dezelfde gelegenheid, misschien niet op dezelfde manier, maar om God te dienen. Ziet u? God zal u gebruiken.
44 Hij gebruikte haar als een broedmachine, maar het Kind behoorde aan God. Hij was de Schepper van beiden: het ei en de hemoglobine. En de hemoglobine komt natuurlijk van het mannelijk geslacht; en Hij was daar de Schepper van. Maria werd deze baby gebracht zonder enige sensatie, niet meer dan de Heilige Geest Die haar overschaduwde en in haar schoot deze Bloedcel schiep en het ei dat de Mens, Christus Jezus, voortbracht.
45 En dat was het verbond waarmee God schreef, toen God mens werd gemaakt onder ons, toen werd Hij in tweeën gescheurd. Ziet u, die drie, drie jaar oud, dan in tweeën gescheurd. En God nam één deel ervan met Zich mee naar Huis en zond het andere deel hier neer. Wanneer nu het Lichaam opnieuw samenkomt, zal het hetzelfde Leven moeten zijn die dat Lichaam bestuurde; het zal hetzelfde Leven moeten zijn om dit Lichaam te besturen. En Hij was het Woord en Hij is het Woord! Ziet u? En Gods Woord is Eeuwig. In orde.
46 Nu, wat deed Hij? Maakte een weg, aantonend en wetend dat Israël, het natuurlijk zaad Hem zou verwerpen; maar wist dat het koninklijke Zaad, niet dat van de sexuele affaire met Sara, maar van het geloof dat Abraham had, dat Christus voortbracht, het koninklijk Zaad is van alle naties, de gemengde, de Bruid die uit alle naties komt. Abraham, een vader van naties, niet omdat hij geleefd had met zijn vrouw Sara en de zoon voortbracht, maar omdat hij het Woord geloofde. Amen. Dat is het.
47 We ontdekken hierna, deze grote ervaring, we komen nu bij het 17e hoofdstuk. Indien mogelijk zullen we proberen te komen tot het 22e. Het 17e hoofdstuk. Houdt u van de reis met Abraham? Ik houd er gewoon van het in ogenschouw te nemen. Waarom? Alles wat hij deed was een volmaakt type van de Gemeente. Gelooft u dat? Merk op dat heel de Schrift het typeert.
48 Kijk naar Joël die zei: "Het zal geschieden in de laatste dagen dat God Zijn Geest zou uitstorten." Hoe er een verslinder zou komen die Zijn gemeente zou opeten! "Wat de knager overliet, heeft de sprinkhaan gegeten; en wat de sprinkhaan overliet, heeft de verslinder gegeten; wat de verslinder overliet, heeft de kaalvreter gegeten." En het is dezelfde kever, hetzelfde insekt in vier verschillende stadia. Elk at een deel. Hier komt de oude kaalvreter of de knager en eet de schors af, en de ander eet de vrucht eraf en dan komen de anderen langs die het leven er uitzogen. Dat is wanneer...
49 Christus, die Boom die stond in de Hof van Eden! Er waren twee bomen in de Hof van Eden. Deze twee bomen waren daar gezet met het oog op een geboorte. En toen... Eva, zij was de boom des doods als zij werd aangeraakt. En Christus was de Boom des Levens. Door de vrouw nu komt de dood; door de Man komt Leven.
50 Toen Hij stond te spreken tegen de Joden, zei Hij: "Ik..."
51 Ze zeiden: "Onze vaderen aten manna in de woestijn gedurende veertig jaar."
52 Hij zei: "En zij zijn allemaal dood! Maar Ik ben het Brood des Levens, de Boom des Levens die van God neerkomt uit de hemel opdat een mens dit Brood eet en nooit zal sterven."
53 God plaatste Serafijnen daar om die Boom te bewaken, opdat niemand Hem zou aanraken. Nu heeft Hij Serafijnen buiten die hen naar de Boom proberen terug te drijven. Toen zagen zij het visioen; zij wilden naar de Boom om terug te gaan zonder verzoening. Maar nu, nadat de verzoening geschied is, verblindt de duivel hen, keert hen op deze manier van de Boom af. Merk het op.
54 Toen Christus op aarde kwam, was Hij Gods perfecte Boom. David zag Hem in Psalm 1. Hij zei: "Een Boom geplant aan de stroom, waterstromen." Veel stromen, één Water; veel gaven, dezelfde Geest. "Zijn bladeren zullen niet verdorren."
55 Maar wat gebeurde er toen Hij op aarde kwam? De Romeinse macht hakte die boom neer en hing Hem aan een door mensen gemaakte boom. Toen wekte God die Boom op en zette Hem ter rechterhand, en zond de Geest terug om een Bruid voor Hem te maken, zoals Adam gehad zou hebben in de Hof van Eden. En toen die boom ontstond, was het een Pinksterboom.
56 Wij horen de paus zeggen: "Al de kerken, kom terug naar de moederkerk, naar het begin. Kom terug naar Rome!"
57 Ik wil dat er één historicus, één prediker of wie anders ook opstaat, mij in het gezicht kijkt en mij toont dat de gemeente in Rome begon. De Gemeente begon in Jeruzalem op de Pinksterdag! Daar begon zij. Organisatie begon in Rome, driehonderd en zoveel jaar later. Maar de Gemeente begon op Pinksteren; God wekte een Bruidsboom op voor Christus, met dezelfde Geest die in Christus was, een Bruidsboom opwekkend. En wat gebeurde er? Toen het begon te zuchten, groeien, kwam de Roomse kever er op en begon het weg te breken. Wat de knager overliet at de kaalvreter, tot het regelrecht doorging tot een stompje.
58 Maar God zei: "Ik zal herstellen, zegt de Here." Die boom zal opnieuw voortkomen, want de Bruidsboom komt voor de Bruid.
Luther kwam op; wat deed hij? Volgde rechtvaardiging.
59 Dat is precies zoals de gemeente binnenkwam; Johannes die rechtvaardiging predikte. Christus komt binnen, heiliging predikend. Hebreeën... ik bedoel Johannes 17:17: "Heilig hen door de Waarheid, Vader. Uw Woord is de Waarheid." En Hij was het Woord. Dat is juist. Hij was het Offer. Dan, op Pinksterdag, met de Heilige Geest. Rechtvaardiging, heiligmaking; en toen de boom de doop van de Heilige Geest ontving was het een volle Bruidsboom!
60 De Roomsen aten het af. Maar zoals het achteruit ging, kwam het omhoog! En als het begint op te komen door Luther, wat dan? Na Luther's dood, organiseerden zij het. Wat deed de Landman? Snoeide de oude, dode wijnranken weg.
61 Voort ging zij, verder, het hart van de boom groeide. Het is een voorbestemde boom! Dat Zaad ligt daar, het moet komen! En het kwam weer op en Wesley begon. En zij hadden een grote opwekking onder heiliging. Wat gebeurde er? Hij snoeide het weer weg, toen zij zich organiseerden. Nooit stond een organisatie ooit op. Nooit kwam er een, die ooit viel, ooit weer terug.
62 Vervolgens kwamen de Pinkstermensen met het herstel van de gaven. Wat deed het? Zich organiseren! Wat deed God? Snoeide het weg!
63 Maar wat zei Hij? "Ik zal herstellen", zegt de Here. Hij zal een Gemeente uit die opeenhoping brengen, die Bloedgewassen, Bijbel-gekocht en Woord-vast is, een Bruid! De Avondlichten komen uit. Waar rijpt het fruit? Precies in de top van de boom. Hier ga ik weer!
64 Terug naar Abraham, terug; laten wij naar Abraham gaan. Hier komt Hij, het Koninklijk Zaad van de avondtijd komt binnen. Naties... Bemerk nu na het 17e hoofdstuk, dat wij hier in het 17e hoofdstuk zien dat God aan Abraham verscheen in de Naam van de Almachtige God.
65 Abraham was negenennegentig jaar oud en al die tijd had hij nooit nu eens dit en dan weer dat geloofd, maar hij geloofde Gods Woord; en hij noemde de dingen die waren alsof zij niet waren, omdat God het zei, nog steeds gelovend dat die baby zou komen, vasthoudend aan de belofte. Wat een man! Wat een broeder! "Abraham, die tegen hoop in..." Sara's schoot was dood. Hij was steriel. Zijn lichaam dood. De Bijbel zei dat zijn lichaam zo goed als dood was. En Sara's schoot was dood. Zij was nu rond de veertig jaar voorbij de menopauze en nog steeds geloofde Abraham dat zij de baby zou krijgen omdat God het zei. Daar hebt u het. Vasthoudend aan het Woord omdat God het zei! Ongeacht hoe de geloofsbelijdenissen Het bedekten en nog steeds lag dat Woord daar! Het moest komen. En dat Woord lag in Abraham's hart.
66 Het doet er niet toe hoevelen zeggen: "De dagen van dit zijn voorbij en van dat daar." Zolang dat Woord daar ligt, zal Het scheppend zijn, omdat het een ontkiemd Woord is. Want God is het Woord en het Leven van God is in het Woord. Merk nu op dat wanneer dat Woord in het Leven van God valt, er iets gebeurt, het geschiedt. Merk het nu op.
67 Toen verscheen Hij aan hem in de Naam van de Almachtige God. Nu, God heeft zeven samengestelde namen van verlossing. En Hij verscheen hier aan hem in de vorm van God Almachtig, wat 'El Shaddai' betekent. 'Shaddai' is in het Hebreeuws. El betekent 'sterke'. Shad betekent 'borst' zoals de borst van een vrouw. En nu in plaats van 'shad', enkelvoud, is het 'shaddai', meervoud. Nu, wat een zoete vertroosting voor een oude man, honderd jaar oud, die het Woord van God vasthoudt in zijn hart, en hier komt de Stem van God tot hem en zegt: "Ik ben El Shaddai. Ik ben de God-met-de-borsten."
68 O, welke vertroosting hebben wij! Nu, bedenk nu, niet alleen 'borst' maar 'met borsten'! "Verwond om onze overtredingen; door Zijn striemen zijn wij genezen."
69 Nu, wat doet een moeder met haar kleine baby, wanneer hij ziek is en geïrriteerd? Zij pakt de kleine makker op. Zij legt hem aan haar borst en hij zuigt de sterkte van zijn moeder in zijn eigen lichaam door de borst. En hij is niet alleen tevreden of rustig. Al schreeuwt hij uit alle macht en is hij helemaal uit zijn doen, wanneer echter de moeder hem pakt en hem aan haar borst legt en tegen hem begint te neuriën, hem heen en weer wiegt, hij zijn moeder voelt, zijn hoofd op haar boezem ligt, dan begint hij te zuigen en trekt de sterkte van zijn moeder in zijn lichaam. Hij verjongt zichzelf, sterkte opbouwend; en hij is ook tevreden terwijl hij elke dag sterker en sterker wordt.
70 Wat een ervaring voor het Zaad van Abraham! Hij is nog steeds God Almachtig, El Shaddai! Wij kunnen een houvast nemen aan elke belofte die Hij deed in de Bijbel. Zijn Zaad, Zijn kinderen, als u ziek bent, grijp gewoon de borst van de belofte van het Woord dat zegt: "Door Zijn striemen zijn wij genezen." Het stelt tevreden! En als wij voortdurend trekken, onze kracht halen uit de Sterke, El, de Sterke, de Eeuwige, Zijn Leven uit Hem trekkend, door Zijn belofte.
71 Wat een gevoel geeft het een persoon te liggen aan de boezem van El Shaddai, te geloven, te weten dat wij de kracht van Christus, van Zijn belofte, in ons zogen.
72 Toen El Shaddai Abraham liet leunen aan Zijn boezem, vijfentwintig jaar voordien; een oude man vijfenzeventig jaar oud en zijn vrouw vijfenzestig, verliet hij nooit die Borst. Hij ging voort door een vreemd land, onder vreemde mensen die God niet kenden, maar hij legde voortdurend getuigenis af en was sterk in geloof, en prees God, omdat hij wist dat hij trok van die belofte.
73 Wat een hoop is het vanavond voor de gemeente, in het uur van duisternis, bijgeloof, sensatie, intellectualisme. De Heilige Geest zei dat er in de laatste dagen een intellectuele kerk zou komen. "De Geest zegt nadrukkelijk", 1 Timotheüs 3, dat "in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het Geloof, aandacht schenkend aan verleidende geesten en leerstellingen van duivelen" - zeker - "een vorm van godsvrucht hebbend." Wat deden zij? "Koppig, hoogmoedig." Dr. Filosofie, Dr. Rechten, QST, al deze titels. "Wel, Doctor zus-en-zo, een tijd zus-en-zo, is onze voorganger."
74 Ik zou liever een mens hebben, die van mijn familie was of mijn kind en het verschil niet kende tussen splitbonen en koffie, maar Christus kende! Dat is juist. Neem hem ginds ergens mee naar buiten bij een oude stomp en laat hem neerknielen op zijn knieën en bid met hem tot de Heilige Geest in hem komt. Ik zou dat liever hebben dan al de psychologie die u in hem zou kunnen uitgieten door een doctorsgraad. Vertel hem het Woord van God! Ja.
75 "Maar koppig, hoogmoedig, meer liefhebbers van genot dan liefhebbers van God, echtbrekers, lasteraars, ontevreden en verachters van degenen die goed zijn."
76 O, u zegt: "Dat zijn communisten." Neen, neen! Dat zijn zogenaamde Christenen.
77 "Een vorm van godsvrucht hebbend, maar de kracht daarvan ontkennend; keer u af van dezulken. Want dit is de soort dat van huis tot huis gaat om dwaze vrouwen te leiden, weg te leiden met diverse begeerten, nimmer in staat om tot de kennis der waarheid te komen." Dat is juist. Zo is het. En wij zien die dag.
78 En wat een vertroosting voor de gelovige, om zichzelf af te scheiden van alle ongeloof, al hun goddeloze geloofsbelijdenissen, al hun goddeloze leerstellingen en recht naar Christus te kijken en het Woord te nemen en aan dat Woord vast te houden tot u ziet dat Het wordt gemanifesteerd. Ongeacht hoe lang u moet wachten, blijf daar! God beloofde het. Hij leidde u erheen, houd er aan vast! Blijf daar! Neem het niet terug. Blijf daar precies! Als u er zeker van bent, zult u daar blijven. Maar als u heen en weer zwalkt, zult u bij elk dingetje loslaten. Een aap grijpt naar glimmende dingen, maar een beer houdt zijn greep. Dus blijf erbij! Ja, houdt vast met een goede greep!
79 El Shaddai! Hij zei: "Ik ben El Shaddai. Abraham, Ik ben de Sterke. Je bent een oude man. Je bent honderd jaar oud nu, je sterkte is helemaal weg; maar Ik ben je Sterkte! Je hoop is helemaal verdwenen, maar Ik ben je hoop!"
80 O, u die hier nu lijdt aan kanker en dergelijke, kunt u niet zien waar uw Sterkte vandaan komt? Niet van het mes van de chirurg, maar van Gods Woord! "Ik ben uw Deel! Ik ben uw Sterkte! U trekt uw sterkte van Mij!"
81 Niet om de chirurg nu te geringschatten; hij doet zijn deel dat voor hem is. Maar God is de Genezer. Geen chirurg, geen dokter, geen medicijn geneest ooit. Beslist niet, men heeft niet één medicijn dat ooit zal genezen. Nu, elke dokter zal u dat vertellen. Zij hebben hulpmiddelen, maar God is de Geneesheer. Zij kunnen een diepe wond snijden in uw hand, maar God moet het genezen. Zij hebben niets om weefsel op te bouwen; als zij het konden, zouden zij een mens kunnen bouwen. U ziet dus dat God de Genezer is. U kunt een been zetten, maar God moet het genezen. God is de Geneesheer; "Ik ben de Here die al uw ziekten geneest." En u kunt Gods Woord niet doen liegen; Het zal elke keer recht tot de Waarheid terugkomen, precies weer terug. U kunt Het niet doen liegen."
82 Nu zegt men dat de Bijbel Zichzelf tegenspreekt. Ik heb het mensen gevraagd en gezegd dat ik hun het loon van een jaar op het zendingsveld zou geven, als ik kon, alles wat ik kan doen, om mij in de Bijbel één woord aan te tonen dat het ander tegenspreekt. Dat is juist. Het is er niet. Het is omdat uw vleselijke gezindheid het zo beziet. De Heilige Geest is de Uitlegger van dat Woord. Dat Woord is waar, samengesteld. Het is daar allemaal als een legpuzzel, maar de Heilige Geest is nodig om Het bij elkaar te leggen, om Het beeld te vormen van Gods verlossing en Zijn zegeningen voor Zijn volk. Amen. Het spreekt Zichzelf niet tegen! Er is niet één Schriftplaats, niet één vers ervan die de ander tegenspreekt. Als het wel is, is het het papier niet waard waarop het geschreven is, het is misleidend. God misleidt niet. God is waarachtig, juist, heilig, eerlijk. Hij is God.
83 Nu, toen Abraham dit woord kreeg: "Ik ben El Shaddai. Ik ben uw Sterktegever! Uw vrouw, haar schoot is opgedroogd, zij is veertig jaar voorbij de menopauze, je lichaam is zo goed als dood; maar Ik ben El Shaddai." Hij had pas Ismaël voortgebracht, weet u; maar Hij zei: "Dat is hem niet. Nee, hij zal een groot man zijn. Hij zal zovele vorsten verwekken. Maar degene waarmee Ik de belofte maakte, is tussen u en Sara." Dat is het! Amen. Abraham voelde zich echt goed.
84 Hij zei: "Nu, ik wil je iets vertellen, Abraham. Ik zal je naam veranderen. Je zult niet meer Abram genoemd worden, maar Abraham." Abram betekent 'hoge vader'. Maar Abraham betekent 'vader van naties'." En niet maar S-a-r-a-ï; zij is S-a-r-a, 'vorstin'. Hij veranderde hun naam! Wat een veranderde naam! iets gebeurde er omdat zij... Ziet u, er moet een verandering zijn voor er dingen gebeuren. Hij kon hun het kind niet geven zolang hun naam zo bleef.
85 En u kunt niet wederom geboren worden zolang uw naam uit het Boek des Hemels blijft. U kunt hem in elke kerk zetten, Methodist, Baptist, Presbyteriaan, hem meenemen van plaats naar plaats, met hen allen twisten; maar hij zal in het Boek des Hemels gezet moeten zijn voordat er iets kan gebeuren en de nieuwe schepping kan komen. Voor er nieuw leven zou kunnen komen, moesten hun namen veranderd worden. En u zou misschien uw naam ook moeten veranderen, weghalen uit sommige van deze door mensen gemaakte boeken, naar de Boeken des Hemels.
86 "En daar is uw naam niet langer Abram, 'hoge vader', maar het is Abraham, 'vader van naties'. Geen Saraï meer, maar Sara, 'vorstin'.
87 O, hier komen wij nu aan het 18e hoofdstuk. Laten wij van het 17e gelijk doorgaan naar het 18e omdat het gewoon... Ik wil er vanavond niet te ver bij vandaan komen, om u hier te houden, omdat ik wil dat u morgenavond terugkomt. Nu, merk op. Wij zullen zo snel wij kunnen aan het 22e hoofdstuk toekomen. Let nu op. Toen het misschien één dag, laten we zeggen twee of drie dagen daarna gebeurde, Abraham en Sara, hadden hun tenten opgezet.
88 Ver weg daarginds in de stad, kan ik mij indenken dat mevrouw Lot al de nieuwe stijl kleren droeg die men daar had. En zij maakte al de kapsels en alles wat men had. Zij leefde gewoon luxueus en al haar dochters deden het op dezelfde manier. Precies zoals vandaag de oude moederhoer heeft gedaan en al haar dochters ertoe kreeg om hetzelfde te doen.
89 Maar Sara nu, toch de mooiste vrouw in heel het land, zat op het kale land omdat zij vasthield aan hem die de belofte had. Nu, ik kan het hier beter maar bij laten omdat ik..., ik..., ik u hier zal houden tot middernacht. Zij hield vast aan Abraham. Dat is juist. Hij had de belofte.
90 Houd vast aan Christus, Hij is Degene die de belofte heeft! Hij heeft de Belofte. Hij ís de Belofte! Merk op.
91 Eens op een morgen kwam de zon echt heet op. Abraham zat buiten in de schaduw van zijn tent bij de eik. En hij keek naar beneden; het moet zowat omstreeks elf uur zijn geweest en hij zag drie mannen naar hem toekomen, stof op hun kleren. En Abraham liep hen tegemoet. Er was iets in zijn hart dat hem zich echt goed deed voelen en hij liep hen tegemoet en viel neer aan hun voeten. En let op, hij zei: "Mijn Heer!" Is dat niet vreemd? Er waren er drie; echter: "Mijn Heer!"
92 Kijk naar Lot. Toen twee van hen ernaar toe gingen, slechts twee van hen, zei hij: "Mijne heren." Lot noemde hen "heren". Abraham... Lot noemde de twee: heren.
93 En Abraham noemde drie van hen: "Heer! Mijn Heer!" Amen! De tijd is nabij! Merk op, hij zei: "Mijn Here, als ik genade heb gevonden in Uw ogen, kom naderbij, zit onder de eik. Laat mij een weinig water brengen en Uw voeten wassen en neem een bete brood. Want dit is slechts de reden dat U naderbij gekomen bent om mij te zien." Zij gingen met hem mee.
94 Hij ging heen en liep om de tent heen en zei: "Sara, kneed onmiddellijk wat meel en maak wat koeken in de oven." Hij ging heen en nam een kalfje, slachtte het en bereidde het en maakte de koteletten klaar en bracht wat boter en wat melk en zette het neer voor de mannen en zij aten het.
95 En Eén van hen was God Zelf! Zo zegt de Bijbel het. Nu, als u erover wilt argumenteren, doe maar. Hij noemde Hem "Elohim, God". Hij behoorde het te weten; hij sprak tot Hem. Merk op: "Here God!" Nu, Eén van hen was God. En hij keek naar Hem. Abraham herkende het. Nu, kijk ernaar.
96 Een prediker zei mij eens: "Broeder Branham, u wilt mij toch niet zeggen dat u gelooft, dat die Man God was?"
97 Ik zei: "Abraham zei dat Hij het was. Al de vertalers hebben het op dezelfde wijze vertaald met hoofdletter H-E-E-R. En iedereen die de Bijbel leest weet dat H-E-E-R, met hoofdletter, Elohim is. Het komt van hetzelfde Woord, Elohim! 'In den beginne, in den beginne, schiep God, Elohim, de Almachtige, de in Zichzelf bestaande - schiep God de hemelen en de aarde'. Daar is Hij opnieuw, recht voor hem staande."
Hij zei: "Wel, weet u, dat was gewoon een man."
98 Ik zei: "Zeker, Hij at vlees, Hij at, dronk melk en Hij at brood. Zeker, Hij was God."
Hij zei: "Hoe zou dat kunnen zijn?"
Ik zei: "Meneer, u..."
99 Ik hoop dat het uw gevoelens niet kwetst; hij was een Jehovah-getuige. En hij zei tot mij: "Wel, meneer Branham, kijk hier eens, ik wil u iets vertellen. God zou dat niet kunnen doen."
100 Ik zei: "U kent gewoon mijn God niet. Dat is alles. Waaruit is een menselijk lichaam gemaakt? Petroleum, potas en kosmisch licht, zestien elementen. Het enige wat God hoefde te doen was naar beneden te komen en Sodom onderzoeken; Hij zei... reikte gewoon over en nam Zich een handvol kosmisch licht en petroleum en "Waw!" Hij zei: "Kom hier, Gabriël, stap hierin. Dat is juist. Reikte neer en nam nog een handvol stof; "Kom hier, Michaël, stap hier in." En maakte er één voor Zichzelf. Hij moest iets vertegenwoordigen dat Hij zou gaan zijn in de laatste dagen, dus komt Hij gewoon neer en spreekt in menselijk vlees. Precies juist. O, ik ben zo blij dat Hij dat soort is!
101 Op een dag zal er misschien van mij niets meer over zijn. Ik ben ook gemaakt uit zestien elementen. Onlangs kamde ik de twee of drie haren die ik over heb. Mijn vrouw keek naar mij en ze zei: "Billy, je wordt kaal."
Ik zei: "Schat, ik heb niet één ervan verloren."
Ze zei: "Vroeger had je krulhaar."
Ik zei: "Ja, maar ik heb er niet één van verloren."
Ze zei: "Alsjeblieft, vertel mij waar ze zijn."
102 Ik zei: "Schat, als jij mij zegt waar zij vandaan kwamen voor ik ze kreeg. En waar zij waren voor ik ze kreeg daar wachten zij op mij tot ik bij hen kom."
103 Amen! Glorie! De Bijbel zei: "Niet één haar van uw hoofd zal vergaan!" Halleluja! Dat is precies juist. Het was er niet en toch is het er; en toch is het er niet, vervolgens weer wel. Zeker. Precies! Petroleum, kosmisch licht, calcium, potas, enzovoort. God... Wanneer ik niets ben, niets dat u kunt zien, gewoon as, zal Hij spreken, halleluja, die potas en petroleum bij elkaar gooien en ik zal opnieuw in Zijn Tegenwoordigheid leven. Halleluja! Hij geeft ons Eeuwig Leven. Amen. "Van al wat de Vader Mij gegeven heeft, is er niets verloren en Ik zal hem opwekken in de laatste dagen." Ik geloof het. Als een Zaad van Abraham, kijk ik uit naar die dag! Ik zoek een Stad, wier Bouwmeester en Maker God is. Amen. Zeker. Ongeacht hoe dit verrimpelt en wegtrekt en het haar uitvalt, ongeacht wat er gebeurt, God zal het weer opwekken, opnieuw in de glans van de jeugd, op die laatste dag. Hij beloofde dat Hij het zou doen en ik kijk uit naar die Stad! Amen. O my! Ik voel mij op dit moment zo religieus, wetend dat die gezegende hoop Daar op mij wacht. Ik kijk uit naar die Stad. Mijn hart klopt er naar toe. O, op niet één manier zou ik omkeren, maar regelrecht uitkijken naar die Plaats. God, help mij om daar juist bij te blijven, waarachtig en getrouw, een levenslijn uitwerpend, overal, om elke vermoeide pelgrim te brengen die ik kan, om voort te gaan.
104 Ja, ik had er niet lang geleden een visioen van en zag het, en zag mijn geliefden daar, weer opnieuw jong. Het is daar. Het is daar. Ik weet dat het er is! Jazeker! Nu, waarschijnlijk leest u het in de 'Stem' van de Christenzakenlieden, en vele tijdschriften en dergelijke gaven het uit. Vrienden, dat was geen visioen. Ik heb visioenen gezien, ik weet het, ik behoorde te weten wat zij hebben, door de tienduizenden die Hij mij gegeven heeft. Maar dit was geen visioen. Ik was daar, daar precies staande, terugkijkend. En ik weet dat het er is. Het is daar vrienden, het is er! Ik weet dat het er is! Ja! Net zo zeker als ik hier sta, zo help mij, als ik goed bij mijn hoofd ben en hier achter deze kansel sta, het ís er! God heeft zijn belofte gemaakt en het is waar, het is zo waar! Jazeker. Het is er. Merk op.
105 Wij zien nu dat deze mannen gingen zitten eten. En twee van hen stonden op en gingen weg naar Sodom. Eén bleef bij Abraham. Laten wij letten op hun conversatie. Zij bleven in de richting van Sodom kijken. En Abraham wist dat er wat dat betreft iets vreemds was. Hij zei dus, toen Hij gereed was om te vertrekken: "Denkt u dat Ik voor Abraham - nu hij een vader van naties zal worden, Ik weet hoe hij zijn kinderen zal grootbrengen, enzovoort - de zaak die Ik zal doen, zou kunnen verbergen? De zonden van Sodom zijn zo zwaar geworden dat het Mij ter ore is gekomen." Hij kwam neer om te onderzoeken.
106 Nu bedenk, zoals ik onlangs 's avonds zei, dat twee van die boodschappers weggingen, Sodom binnen, en zij predikten tot die Sodomieten; en zij verblindden hen die avond, met het Woord. Maar bedenk dat er Eén was; zij hadden hun teken, een Vreemdeling onder hen.
107 Kijk naar Lot. Lot zat in de poort en zei: "Mijne heren." En leven op zulke wijze? Zij zeiden: "Kom in mijn huis." Hij zei: "Wij zullen in de straat slapen." Wat een huis!
108 Maar zodra zij Abraham ontmoetten, zeiden zij: "Dit is het doel waarvoor wij komen. Wij zitten hier neer aan uw zijde."
109 Dat is de manier. Leef zo, dat als God u zou willen gebruiken, Hij precies weet waar Hij moet komen om u aan te treffen. U bent in een positie een leven te leven, rein voor God, uw woorden zijn eerlijk, uw leven is waarachtig. Dat is het soort plaats waar Engelen komen. Kijk naar Elizabeth en Zacharias, ziet u, eerlijk en oprecht, wandelend in al de Geboden des Heren. Dat is de wijze waarop wij willen leven, zodat wanneer God op het punt staat om ons te gebruiken, Hij zegt: "Dit is Mijn volk. Ik kan met deze gemeente doen wat Ik wil. Zij geloven Mij. Zij staan op Mijn Woord." Ziet u, dat is de wijze waarop u wilt handelen, het leven leven.
110 Nu, wij ontdekken dat deze Engel zei: "Ik zal het niet verbergen voor Abraham. Maar Ik zal u bezoeken volgens de tijd des levens." En merk op dat Hij hem niet 'Abram' noemde, Hij noemde hem 'Abraham". Hoe wist Hij dat die naam veranderd was? Hij was Degene die het veranderde. Zeker. Merk op dat Hij nooit Saraï noemde, weet u, S-a-r-a-i, Sara; "Waar is uw vrouw, Sara?" Hoe wist Hij dat hij gehuwd was? Hoe wist Hij dat hij een vrouw had en dat haar naam Sara was?
En Abraham zei: "Zij is in de tent achter U." Wat een echte dame!
111 Vandaag zijn de vrouwen brutaal! Elke... Hun echtgenoot kan zelfs niet spreken. Zij blijven daar rondhangen, een sigaret in hun hand, een kort broekje aan en voeren het hele gesprek. Wat een verdraaid ras mensen...; zij moet de chefkok zijn en vaatwasser, al het andere! Wanneer zij de keuken verlaat, verlaat zij de plaats van haar plicht, juist, als moeder.
112 Wij ontdekken nu dat de vrouwen toen op de achtergrond bleven en zichzelf gedroegen, handelden als dames, hun hoofd was degene die de beslissingen nam en de dingen deed.
113 Als u probeert toe te laten dat een man zijn vrouw iets zegt; zij zegt: "Ik zal het u nu precies te verstaan geven!" [Broeder Branham blaast] Zij blaast die rook uit haar mond; zo eruit ziend, zoals een afzichtelijke eruit ziet. Ik heb nog nooit zoiets gezien! En kunt u zich voorstellen als u daar op die persoon let, die geest daarin onderscheidt en die dingen; en misschien zingen ze in een koor in een of andere kerk. O, wat een dag waarin wij leven! Geen wonder dat wij in die dag zijn! Ik hoop dat u tussen de regels door kunt vatten wat ik bedoel.
114 Merk op, daar was het. Sara was in de tent; zij bleef daar binnen en gedroeg zichzelf. Abraham deed het onderhoud met deze Engelen. Nu, Hij zei: "Ik zal u bezoeken."
115 En Sara luisterde. En zij lachte in zichzelf en zei: "Ik, een oude vrouw, zo oud als ik ben; en mijn heer daar ook oud en zeggen dat wij opnieuw lust zullen hebben als man en vrouw?" En zij lachte.
116 En de Engel met Zijn rug ernaar gekeerd, zei: "Waarom lachte Sara?"
117 Herinner, dat was het laatste teken dat het Zaad van... of Abraham zelf, die een type is van de Gemeente, ontving. Van al de andere tekenen die hij ontving, was dit het laatste voordat Sodom totaal vernietigd werd. Is dat juist? Het laatste teken!
118 Toen Israël, het zaad dat Abraham volgde... En de Samaritanen, die een verstoten zaad waren van een gemengde soort, dat evenwel naar Hem uitkeek... "Onze vader Jacob gaf ons de put", zei de vrouw te Sichar. Ziet u? "Onze vader Jacob gaf deze bron aan Jozef, zijn zoon, en wij hebben ervan gedronken en hij voorzag zijn kamelen van water. En U zegt dat U water hebt, iets dat meer is dan dat?" Ziet u? en het laatste teken dat het zaad van Israël, het natuurlijke, ontving, was hetzelfde soort teken! Tjonge! Kunt u het niet zien? Denk even na!
119 Het laatste teken dat Abraham met het verbond ontving, het laatste teken voor de verwerping van de lauwe kerk, en haar vernietiging, was het teken van het waarnemen van de gedachten in de harten en de geest, God gemanifesteerd in een menselijk vlees.
120 En het laatste teken dat Israël zag voordat zij werd afgesneden, was hetzelfde ding. En zij zeiden: "Het is Beëlzebub, de waarzegger."
121 Nu is het uur! God, laat dit doordringen! Nu is het uur dat het koninklijk Zaad van Abraham...! Vat u het? God gemanifesteerd in menselijk vlees, geeft hun het laatste teken voor de vernietiging van de lauwwarmen en het weggaan zoals het ging. Het einde! De laatste glans van Lot's afvalligheid! Laat dat gewoon even bezinken.
122 Abraham, één; Abraham's natuurlijke zaad, twee; Abraham's koninklijke Zaad, drie.
123 Let op dat de Boodschap niet meegaat met de lauwwarmen daarbuiten. Waar ging Het ooit naar toe? Het werd naar de Pinkstermensen gezonden, de uitverkorenen, de eruitgetrokkenen.
124 En zoals Israël toen deed,... Kijk hoevelen van Israël Het ontvingen. Toen de tijd voor hen kwam om daar naar boven te gaan, waren er honderdtwintig uit ongeveer vier miljoen.
125 Let nu op het koninklijk Zaad. Ziet u, het moet drie keren komen, ziet u, overal waar u het neemt. Cham's, Sem's en Japhet's volk. Het koninklijk Zaad van Abraham! Daar is Abraham, het natuurlijke zaad; het koninklijke Zaad. Alles! Het koninklijke Zaad is door Christus, door... Wij komen tot Abraham's belofte die God hem gaf door Christus, het koninklijk Zaad. En dit is het koninklijk Zaad, deze Gemeente van de Here Jezus, die Hij herstelt in de laatste dagen. Het koninklijk Zaad. Merk op, hij ontving dat teken! En het koninklijk Zaad Zelf zei toen Hij hier was: "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Het koninklijk Zaad, Abraham's Zaad, uitgeroepen: Lot ook, van zijn broeder, een lauwwarme, ginds in Sodom; en dan de Sodomiet, de wereld. Vandaag, de wereld; de kerk-wereld; en het koninklijk Zaad. Precies, zij zitten positioneel enzovoort, gewoon precies volgens de orde. En God, met Zijn belofte is regelrecht neergekomen, dezelfde zaak bekendmakend. Amen. Als het niet perfect is, weet ik niet wat perfectie is. Het is de Schrift!
126 U hebt spreken in tongen gehad, dansen in de Geest. U hebt deze sensaties allemaal gehad en u hebt wonderen gezien van genezing, uit rolstoelen enzovoort. Wij hebben dat allemaal gezien. Maar hier, hier is het laatste teken gedaan, dat nu opkomt. Abraham had allerlei dingen gezien die God deed voor hem onderweg, zeker, maar hier komt het laatste teken, net voor de beloofde zoon komt. En nu kijkt het koninklijk Zaad uit naar een beloofde Zoon. Halleluja! Kijken wij uit naar een beloofde Zoon? De Zoon van God moet terugkeren! Halleluja! O, dat geeft mij het gevoel dat ik kan jubelen. Kijk! Het koninklijk Zaad kijkt uit naar een beloofde Zoon. Zoals Abraham door de jaren heen deed, oplettend, vasthoudend aan dat Woord, zo heeft ook het koninklijk Zaad gedaan. En het Zaad ziet uit naar deze komende Zoon, de komst des Heren, door de eerste wake, tweede wake, derde wake, voort tot de zevende wake en hier zien wij nog steeds uit naar het koninklijk Zaad. En wat zien wij net voor de komst des Heren? Wat gebeurt er? God komt neer in ons midden, tonend aan het koninklijk Zaad, zoals Hij deed aan Abraham's zaad; en Abraham en Abraham's Zaad en hier is het bij het koninklijk Zaad. God, die onder ons woont, in de vorm van de Heilige Geest, dezelfde dingen doende, die Hij destijds deed, volvoerend, aantonend dat het hetzelfde is.
En met het wetenschappelijk onderzoek op de foto, weet de wereld het, weet de wereld van de wetenschapper dat het waar is.
De kerk weet dat het waar is, wereldwijd.
127 En ik geloof dat elk voorbestemd Zaad bijna binnen is, de deur is bijna gesloten, en het oordeel staat op het punt om toe te slaan. Dat is juist. God zal niet altijd twisten met de mens. Hij zal alles doen wat Hij kan. Maar het uur nadert, vrienden. Merk het op.
128 Ik zal u nu iets geven om u te helpen. Herinner u, wat was het volgende dat nu gebeurde? Voor zij het koninklijk zaad konden ontvangen, moest er een wonder gebeuren voor beiden, Abraham en Sara, lichamelijk, voor er een koninklijk zaad zou kunnen zijn of voor het zaad geboren zou kunnen worden. "Nu, Abraham's lichaam was zo goed als dood", zegt de Bijbel. Nietwaar? "En Sara's schoot was dood"; de Bijbel zegt het. Er moest nu iets fysieks gebeuren voor het koninklijk zaad zou kunnen verschijnen, de beloofde zoon. Voor die beloofde zoon kon verschijnen moest er iets fysieks in hun lichaam gebeuren, voor de verschijning van de beloofde zoon. Let op wat Hij deed. Ik zal u een klein dingetje geven.
129 Nu, als u de Bijbel leest is Het als een liefdesverhaal dat God schreef aan Zijn Gemeente. Het is God. God is liefde. Gelooft u dat? En de Bijbel is zo geschreven dat de geleerden en verstandigen Het nooit kunnen begrijpen. U moet op God verliefd zijn om Het te begrijpen. U moet God in u hebben. Hij legt Zichzelf aan u uit.
130 Nu, het is net zoals ik een vrouw heb. O, hoe heb ik haar lief! Ik heb haar lief met heel mijn hart. En ik zal ergens overzee zijn en zij zal..., nadat zij de kinderen in slaap heeft gekregen, mij een brief schrijven en zeggen: "Beste Billy, ik zit hier vanavond, ik denk aan je, ik schrijf je." Ziet u, ik weet wat zij schrijft op het papier. Maar ik ken haar en heb haar zo lief, dat ik haar natuur ken; ik weet wat zij bedoelt, zodat ik tussen de regels kan lezen. Ziet u?
131 En God wil dat Zijn Gemeente tussen de regels leest. Nu, niet iets er buiten lezen! U moet tussen de regels lezen om te zien wat Het betekent. Nu, let op en zie, ontdek of Het niet zo is.
132 Nu, wat God deed met Abraham en Sara, is hun te tonen als voorbeeld van Zijn Gemeente. Hij deed het voor hen; Hij bracht hen beiden terug om opnieuw jong te zijn, net zoals Hij zal doen bij elk Zaad van Abraham. Ongeacht hoe oud en gebroken u bent, er komt een dag, dat u weer jong en knap zult zijn, dat is juist, in de glans des levens.
133 Niet lang geleden vroeg ik een dokter: "Zeg mij, meneer. Vernieuw ik telkens mijn leven wanneer ik eet?"
Hij zei: "Ja meneer, dat is correct."
134 Ik zei: "Nu, God zei dat wij gemaakt werden uit het stof der aarde."
135 Hij zei: "Dat is juist. De groenten en het vlees en zo, datgene wat u eet is stof. Waar u uw potas en calcium en zo in uw vitaminen krijgt, brengt u regelrecht uit de aarde. En u bent gemaakt van het stof der aarde."
Ik zei: "Hm. Nu, God schiep het eerst zo."
136 Hij zei: "Ik weet daar niets over, maar ik weet dat u nu voedsel eet en dat het uw lichaam opbouwt."
137 Ik zei: "Ik vraag u. Dan betwijfelt u mij over de maagdelijke geboorte?"
Hij zei: "Ja meneer, dat doe ik."
138 Ik zei: "Ik zou u iets willen vragen, dokter. Leg dit eens aan mij uit."
139 Hij zei: "Wel, iets dat niet wetenschappelijk bewezen kan worden is niet correct."
140 Ik zal de tegenovergestelde kant nemen, dat alles wat wetenschappelijk bewezen is, niet zo is, dat is niets. En ik zei: "De enige echte dingen die er in het leven zijn, zijn dingen die niet wetenschappelijk bewezen kunnen worden: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, geduld, geloof. Bewijs het mij wetenschappelijk! Toch is het een realiteit! God, de Heilige Geest, Engelen!" Amen! "Geloof doet deze dingen. Alles wat u ziet is van de aarde, komt van moeder aarde, gaat op dezelfde wijze terug." Ik zei: "Ik wil u iets vragen. Toen ik zestien jaar oud was, at ik hetzelfde voedsel wat ik nu op dit moment eet. Ik at bonen, aardappelen, brood en vlees. En elke keer dat ik at, werd ik groter en sterker."
Hij zei: "Zeker, u vernieuwde uw leven."
141 Ik zei: "Hoe komt het dan, dat nadat ik ongeveer tweeëntwintig jaar oud was, of bij wie anders ook, het niet meer uitmaakt hoeveel je eet en je zwakker en ouder wordt? Denk er eens aan. Ik heb een kruik water hier en ik heb een glas; en ik begon water uit te gieten van deze grote overvloedige kruik in dit glas, en het begint zich te vullen tot het halfvol is; en dan zonder dat er hier onder eigenlijk iets is, gaat het verder naar beneden, hoe meer ik er in giet. Ongeacht hoeveel ik eet, hoe goed; ik eet nu beter dan vroeger, honderd keer beter."
142 Ik weet wat het is om heel de nacht op vleesvellen te kauwen en korenbrood te eten als ontbijt, met wat stroop en ook hetzelfde ding als diner en avondmaal. Ik weet wat het was, een moeilijk leven, maar nu kan ik beter eten. De Here zij gedankt. Maar ongeacht hoeveel ik eet, ik word zwakker en ouder. Ik zal tenslotte opdrogen en sterven. Waarom? Het is een beschikking die God gemaakt heeft. Dat is juist. Zo is het.
143 En merk Abraham en Sara op; zij gingen terug tot ongeveer tweeëntwintig of vijfentwintig jaar oud.
144 O, u zegt: "Onzin, broeder Branham!" In orde, zit nu even stil. Laten wij gewoon eens tussen de regels lezen.
145 Onmiddellijk nadat die Engelen vertrokken en Sodom verbrand werd, ondernamen Abraham en Sara een lange reis, helemaal naar Gerar. Dat is nog een reis voor een oud paar. Meet het na op uw landkaart. Zij gingen naar Gerar. En hier is Sara nu, oma, negentig jaar oud, een kleine zonnehoed op, bevend. En Abraham met zijn lange baard die naar beneden hing. De Bijbel zegt: "Zij waren beiden hoogbejaard." Probeer niet te zeggen dat zij langer leefden. En de Bijbel zegt: "Hun lichamen waren beiden dood, hoogbejaard." En hier gaan zij naar Gerar. En daar is een jonge koning, Abimelech genaamd, en hij keek uit naar een meisje en toen hij Sara zag, werd hij verliefd op haar. Is dat juist? Oma? Oma!
146 "Wel, jij bent de allerbeste!" zei Abraham, "jij bent mooi om naar te kijken." Amen. "Ik bid je, zeg hem dat je mijn zuster bent." Halleluja! Hij toonde daar wat Hij zou doen voor al het Zaad van Abraham. Sara was knap. Abraham was jong. Ik kan Abraham horen zeggen: "Sara, schat, weet je wat, het grijze gaat uit je haar."
147 "Abraham, de bult gaat uit je rug. Je wordt rechter." Zij keerden terug tot een jonge man en een jonge vrouw. God toont het! O my!
148 En Abimelech werd verliefd op haar en ging heen en nam haar en zou haar getrouwd hebben. Ik kan zien dat hij zijn bad neemt en gaat liggen met zijn pyjama aan en zijn tenen omhoog steekt, nadat hij zijn gebeden gezegd had en zei: "Morgen zal ik die mooie honderdjarige trouwen?" Belachelijk! Dat mooie Hebreeuwse meisje! Oh, haar broer, die jonge knaap! En wat is ze mooi!"
149 En God verscheen tot hem in een droom en zei: "Je bent zo goed als een dode man."
Hij zei: "Heer, waarom is dat?"
Hij zei: "Dat is de vrouw van een man."
150 Hij zei: "U kent de zuiverheid van mijn hart, Heer. Ze zei: 'Dat is mijn broeder.' En hij zei: 'Het is mijn zuster.'"
151 Hij zei: "Ja, ik ken de zuiverheid van je hart, dat is de reden dat Ik je ervan weerhoud tegen Mij te zondigen. Maar luister! Maar jij bent zo goed als dood, je hele natie is verloren. Haar man is Mijn profeet. Ik geef er niet om hoe heilig je bent, hoeveel je bidt, Ik zal je gebeden niet verhoren. Maar haar man is een profeet! Ga heen en breng zijn vrouw terug en laat hem voor je bidden. Als je het niet doet, zal je sterven." Halleluja!
152 Wat was het? God die Sara en Abraham gereedmaakt om de beloofde zoon te ontvangen. Hij toonde aan dat, na de manifestatie van deze Engelen van God, de Heilige Geest die Zijn laatste teken toonde, het volgende was dat dit sterfelijke onsterfelijkheid aanneemt en dat wij opgenomen worden in de lucht om de beloofde Zoon te ontmoeten, Abraham's koninklijk Zaad. Glorie voor God! Halleluja! "Want wij zullen in een ogenblik veranderd worden, in een oogwenk, en zullen samen opgenomen worden om Hem te ontmoeten in de lucht. Zo zullen wij altijd met Hem zijn, de beloofde Zoon." Halleluja!
153 O, ik zal er niet aan toekomen... Ik zal... Morgenavond zal ik misschien aan het 22e hoofdstuk toekomen, ziet u.
154 O, ik houd ervan, u niet? Ik ben zo blij met al deze dingen! De Bijbel is gewoon vol van deze genadige goudklompjes. Grijp ernaar en pik ze eruit, doe het stof ervan af en bekijk ze. Elk van hen vertegenwoordigt Jezus Christus, ieder mens, want in Hem woonde de volheid van God. In Hem; alles wijst ernaar. Alles van het Oude Testament wijst naar het kruis; en wat in het Nieuwe Testament is, wijst terug naar het kruis. Dat is juist. Het is daar allemaal. O!
Gezegend zij de band die bindt.
Onze harten in Christelijke liefde.
De gemeenschap van verwante geesten,
zoals die van boven.
155 Wat heb ik Hem lief! Wat wil ik Hem graag zien! Hoe verlang ik ernaar en wacht ik erop dat dit oude geslagen, verbrijzelde, diepbedroefde, afgematte lichaam een van deze morgens veranderd wordt! De bazuin zal klinken en de doden in Christus zullen opstaan. Wij zullen met hen opgenomen worden, om de Here in de lucht te ontmoeten.
156 Hoe Rebekka in de koelte van de avond die kameel water gaf. Eliëzer vond haar niet 's morgens. Hij vond haar nooit 's middags; hij vond haar in het avondlicht. "Het zal Licht zijn in de avondtijd!" Juist! Daar vond hij haar. Zij sluierde haar gelaat. Zij had geen hoofd; zij ging naar haar hoofd toe. Amen. Een vrouw, het is de natuur van een vrouw om zich aan een man over te geven. En het is de natuur van een gemeente om zich over te geven aan Christus, zich over te geven aan Zijn wil. Zich gewoon over te geven! Zij heeft geen gedachten van zichzelf; zij neemt Zijn Woord, niet dat van iemand anders. Als Eva dat gedaan zou hebben, zouden wij nooit hebben hoeven sterven; maar zij luisterde naar redeneringen. Maar de echte Bruid van Christus neemt het Hoofdschap aan van Christus, het Woord, en gelooft alleen Gods Woord. Dat is de echte, de herstelde Bruid. Halleluja! Het is bijna tijd, vrienden. Het is later dan u denkt. Wij zijn in de avondtijd. De Heilige Geest is hier vanavond. Ik weet dat het een zeer kleine groep is.
157 U zou denken: "O, als er zoiets dergelijks zou gebeuren, zou God het ginds bekend maken in Rome, aan de bisschoppen en aan de pausen. Hij zou komen tot de Methodisten-bisschop. Hij zou naar het Baptistenseminarie gaan. Hij zou..." Ja, dat is wat ú denkt. Maar Hij deed het nooit op die manier.
158 Hij komt tot de nederigen van hart, degenen die naar Hem uitkijken. En hier is Hij vanavond, de Heilige Geest, God, dezelfde Engel; hier voor de geleerden, bewijzend dat Hij er is met Zijn genomen foto. George J. Lacy, het hoofd van de FBI, vingerafdrukdocumenten, zei: "Het Licht trof de lens." Hij zei: "Meneer Branham, ik heb menig keer gezegd dat het psychologie was, dat u de gedachten van die mensen las. Maar het mechanische oog van deze camera zal geen psychologie opnemen. Het Licht trof de lens. Het was er!" Daar is Het. Eén ervan hangt in Washington D.C., met copyright; "Het enig bovennatuurlijk Wezen dat ooit wetenschappelijk gefotografeerd werd en bewezen."
159 Waarom? Als ik vanavond sterf, als ik morgenavond deze kansel nooit betreed, zijn mijn woorden Waarheid. Omdat het niet mijn woorden zijn, het zijn de Zijnen. Ik heb nooit 'mijzelf' gezegd. Ik ben het niet. Ik zou niets kunnen doen. Ik ben een mens zoals u, een zondaar gered door genade. Maar God, in deze laatste dagen werden deze dingen beloofd en hier zijn zij! Het is het Woord. Als het een fictie was, zou het anders kunnen zijn. Maar het is het Woord dat het Woord bewijst door het Woord, bevestigd, door de Bijbel heen. Bevestigd door de geleerden! Bevestigd door de Geest! Bevestigd door de gemeente! God in ons midden! Halleluja! Ik ben daar zo blij om. Bent u niet blij over gisteravond, dat u opstond en dat standpunt innam? Deed het u zich anders voelen? Het zal het altijd doen, wanneer u staat voor Gods Woord. Sta voor Christus! Wees er niet beschaamd voor.
Laten wij bidden.
160 Is er iemand hier vanavond die de hand zou willen opsteken en zeggen: "Broeder Branham, gedenk mij in uw gebed. Ik verlang er zo naar om een van die zaden van Abraham te zijn. Ik wil de hemel niet missen. Bid, broeder Branham. Diep in mijn hart heb ik altijd gevoeld dat er iets was waarnaar ik me uitgestrekt heb. Ik ben nooit in staat geweest het te krijgen. Bid voor mij broeder Branham, dat God het mij wil geven?" God zegene u. Kijk gewoon naar de handen, die overal omhoog komen.
161 Hoe is het op het balkon, bedenk nu dat God gewoon even goed in het balkon is als hier beneden.
162 Bent u werkelijk oprecht; meent u het? Steek uw hand omhoog. God zegene u. Ik blijf het gewoon even aanzien. Blijf gewoon bidden, houd uw hoofden gebogen.
163 Een zondaar hier die vanavond zijn hand zou willen opsteken, zeg: "Gedenk mij, Heer. Ik steek mijn hand niet op voor die prediker; ik steek mijn hand op voor U. Ik geloof echt dat U vandaag leeft, dat U nimmer stierf, dat U weer opstond toen U stierf, liever. En U leeft voor eeuwig, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Ik steek mijn hand naar U op omdat ik geloof dat U hier bent." Steek uw hand omhoog en zeg: "Gedenk mij, Heer." Blijf gewoon bidden. Heb geloof in God.
Een teruggevallene dan? God zegene u. Hij ziet uw hand.
164 Onze Hemelse Vader, U ziet die handen. U weet wat er achter hen is. U zei: "Een zaaier ging uit om Zaad te zaaien. Een deel viel langs de weg, deed geen goed; een deel viel op steenachtige grond; een deel op doornen; een deel ging in honderdvoud." De zaaier was alleen verantwoordelijk om Zaad te zaaien. Laat de Heilige Geest dat Zaad nu gewoon grijpen. Heer, wij... Ik geloof, Here, dat wij...
165 Niemand weet wanneer U komt. Wij weten dat niet. U zei: "Zelfs de Engelen zouden het niet weten; slechts de Vader alleen." Jezus beweerde dat Hij het niet wist. "Slechts de Vader alleen."
166 Nu Vader, ik bid dat... indien er hier binnen zijn die hun handen opgestoken hebben, geloof ik dat zij dat meenden. Er is Iets achter hen, dat, een Geest die hun zei hun handen omhoog te steken en zij deden het. Zij zijn oprecht. Misschien is dit de eerste keer dat U ooit tot hen sprak en het kan de laatste keer zijn. Misschien sprak U op andere keren en spreekt U nooit weer. Ik weet het niet. Maar, Hemelse Vader, ik bid dat U redding zult toestaan aan een ieder die gelooft.
167 Laat Uw Heilige Naam in eerbied voor de mensen gebracht worden. Moge Uw liefde door de Heilige Geest uitgestort worden in elk hart. Zegen deze prediker-broeders, Here. Deze dierbare man hier die mij hoe dan ook temidden van een conflict heeft uitgenodigd. Zegen de mensen die dit bijwonen.
168 Ik bedoel niet arrogant te zijn, ik bedoel niet anders te zijn, Heer; gewoon waarheidsgetrouw. En dat is het enige wat U zult erkennen, de waarheid die in een persoon is, want U bent de Waarheid. Hoor nu, Vader, ik bid. Sta hun toe vanavond dat velen van hen hier, die misschien hun handen niet opstaken, hoe dan ook gered zullen worden. Sta het toe in Jezus' Naam. Amen.
169 Terwijl wij nu even eerbiedig blijven zitten. Ik geloof dat wij wat te laat zijn voor de gebedsrij, maar wij zullen deze hebben. Elke persoon, wanneer u... als u een kaart heeft, houd uw kaart vast. Als u geen kaart heeft gekregen, krijgt u er nog een. Wij zijn... Al moeten wij hier vijf dagen extra blijven, wij zullen voor elk van hen bidden. Dat is juist.
170 Ik probeer gewoon een Boodschap bij de mensen te krijgen. Ik probeer dat u te laten zien... Als u genezen wordt, zult u wellicht, als u lang genoeg leeft, op een keer opnieuw ziek worden. Maar als u ooit gered wordt, heeft u Eeuwig Leven. Ziet u? U kunt genezen worden en voortgaan op uw weg en uw redding verliezen... u zou uw leven kunnen verliezen, liever gezegd; maar wanneer u gered wordt, dan heeft u Eeuwig Leven, om nimmer ziek te zijn.
171 Ik vraag mij af of u vanavond begreep waarover ik sprak, dat God daar aan Abraham en Sara verscheen en hun het laatste teken gaf, de Engel die kwam vóór de vernietiging en voor de beloofde zoon werd gegeven. Voor de Gemeente was dat het teken van de komende Zoon. Voor de wereld was het vernietiging. Nu, wat Hij voor Abraham en de zijnen deed, waren voorbeelden.
172 Jezus kwam op aarde, het koninklijk Zaad van Abraham, en deed hetzelfde teken. Hoevelen weten dat dat zo is, zeg: "Amen" [Samenkomst zegt: "Amen"] Zeker. En zij weigerden het. Is dat juist?
173 Nu, Hij deed dat nooit voor de heidenen omdat het koninklijk Zaad niet was heengegaan, de Gemeente was nog niet geboren. Maar toen de Gemeente geboren werd, wat nu tweeduizend jaar geleden is, vlak bij de... Bedenk, dat was bij het afsluiten van Abraham's wachten. Dat was het afsluiten van het wachten op de Messias, van het natuurlijk zaad, omdat de Messias daar was.
174 Dit is het afsluiten van het wachten van het koninklijk Zaad. Hij is hier, de verschijning van Christus. Probeerde U ooit te onderscheiden... Er is een plaats in de Bijbel, weet u, ik heb geen tijd om er op in te gaan, die zegt: "de verschijning van Christus", en voorts zegt: "de Komst van Christus." Dat zijn twee totaal verschillende dingen, de 'verschijning' en de 'Komst'. Hij verschijnt nu, werkend bij ons in de vorm van de Heilige Geest, het gewoon volmaakt makend, de Gemeente. Het moet wel.
175 Wanneer u een dollarbiljet in uw zak heeft, neem het eruit en kijk. Aan de ene kant is het Amerikaanse zegel; aan de andere kant is het een Egyptisch zegel, de piramide met de hoofdsteen een eind er boven, als een oog dat kijkt. En waarom zou er op de Amerikaanse dollar gezet zijn: "Het grote zegel?" Het ziet ernaar uit dat het Amerikaanse zegel hier het grote zegel zou zijn. Maar de regering van de Verenigde Staten erkent, of zij het willen of niet, het grote zegel.
176 Let op de piramide zoals zij zich naar boven vormt, de Gemeente. Rechtvaardiging, heiligmaking, doop met de Heilige Geest en dan moet dat geslepen worden tot wanneer... De Hoofdsteen kwam nooit tot de piramide, Hij werd verworpen, net zoals de Hoeksteen. Nu, maar wanneer die Hoofdsteen komt... Ik ben bij de piramide geweest; hij is zo perfect passend dat u er geen scheermesje tussen zou kunnen steken, waar de voegen moeten zijn. En wanneer de Gemeente komt, die... Wanneer de Christus komt om Zijn Gemeente te ontvangen, zal de Gemeente gewoon precies zo'n zelfde bediening hebben en door die genade zal de hele zaak opstaan en dan heengaan. Het komen van de Hoofdsteen; roepend: "Genade voor de Here."
177 Er komt iets in mijn gedachten. Halleluja! Onze God is nog steeds God. Hij openbaart Zijn geheimen aan Zijn dienstknechten. Ik sprak van een Engel die Zijn rug naar de tent keerde en Zijn rug had gekeerd naar de tent en zei wat Sara dacht van binnen. Ik voorzeg dat die Engel hier nu is, de Heilige Geest, dezelfde Vuurkolom, Dezelfde die in Christus was. De Vuurkolom leidde de kinderen van Israël. De Vuurkolom werd vleesgemaakt en woonde onder ons. Hij zei: "Ik kom van God, ga tot God."
178 Na Zijn dood, begrafenis, opstanding, hemelvaart, ontmoette Hij Paulus op de weg naar Damascus. En een Licht sloeg hem neer. En hij zei: "Heer, Heer!"
179 Hij zei: "Saulus, Saulus", eerst. "Waarom vervolgt gij Mij?"
Hij zei: "Wie zijt Gij, Here?"
Hij zei: "Ik ben Jezus." Hij was teruggekeerd!
180 Hier is Hij vanavond, bewezen door Zijn Gemeente, wetenschappelijk en al! O vrienden, waarom zijn wij zo sloom? Waarom zijn wij zo verslapt? Laat de God Die het Woord sprak, laat de God Die... Zoals Eliza, die terugkwam met een dubbel deel van Elia, de mantel vouwde en zei: "Waar is de God van Elia?" Laat de God Die dat Woord schreef, het Woord bevestigen! Als Dit Zijn Woord is, laat Hem er bij blijven! Hij beloofde het te doen. Hij zal het doen als wij het geloven.
181 Nu, laat mij dit duidelijk bekendmaken. Ik ben die Persoon niet. Ik ben een dienstknecht voor die Persoon. En u ook, als u Abraham's Zaad bent.
182 Maar ik die Zijn Woord predik, sta in de dag waarin elke denominatie mij heeft afgewezen, organisaties mij van plaats tot plaats eruit schoppen. En alleen dierbare broeders, die in die organisaties zijn, die het Licht zien, zullen er aan vasthouden, ongeacht wat het hoofdkwartier zegt. God zegene zulke mannen. God zegene vrouwen en mannen die gisteravond opstonden. Wat kan ik voor u doen? U bent Gods volk. Voor elke man of vrouw die voor iets dergelijks opkomt, temidden van strijd, heb ik respect.
183 Nu, als die Engel... Als Jezus Christus' Woord is voorzegd, dat juist voor de komst van de Zoon des mensen, hetzelfde dat te Sodom gebeurde, zou plaatsvinden bij de Gemeente, laat Hem op het toneel komen.
184 Ik zal u mijn rug toekeren. Buigt u uw hoofd en bidt. Ik zou dit in geen geval willen zeggen als ik mij niet geleid voelde het te doen. Ik zou dwaas zijn om zo'n verklaring af te leggen. Maar, gelovend in Christus, de Zoon van God, gelovend dat Hij het Woord is! En het Woord is realiteit gemaakt in ons vlees, wanneer wij het Woord nemen, omdat het Zijn belofte is: "Ik zal in u zijn tot het einde van de wereld, en de werken die Ik doe zult gij ook doen."
185 Ik heb mijn rug naar het gehoor gekeerd, Hemelse Vader, tot wie ik gepredikt heb over deze Boodschap. Ik bid U, God, laat vanavond bekend zijn dat U nog steeds Jezus Christus, de Zoon van God bent en dat U nog steeds Jehovah God bent. U bent Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. En U was het die daar op die dag sprak tot Abraham bij de tent. U was het die kon onderscheiden wat die vrouw in de tent dacht en het haar vertelde. En precies op het moment dat zij het ontkende, zou U haar leven hebben kunnen nemen, maar zij was een deel van Abraham, zijn bruid. Heer, U zou onze levens kunnen nemen, voor ons ongeloof, maar wij zijn deel van Christus. U zou Sara niet kunnen wegnemen zonder Abraham te kwetsen. Help mij, Here. Ik heb geen opleiding. Ik ben gewoon... Here, ik heb niets, maar ik geloof U gewoon. En ik geloof. Help het, Heer.
186 [Een zuster spreekt in een andere taal. Een andere zuster geeft de uitleg] Amen. Dank aan de levende God. Nu, Hij is tegenwoordig. Wees eerbiedig, respectvol.
187 U kunt uw hoofd oprichten als u wilt. Nu, niet alleen... Ziet u, de bijbel zegt dat spreken in tongen gewoon uzelf opbouwen is, tenzij er een uitlegging is. En als de uitlegging er is, dan is dat profetie tot de Gemeente. En de wijze waarop ik die uitlegging verstond, was om 'de Here te geloven omdat Hij het is die het Woord heeft gezonden'. Dan kwam ik nooit in mijn eigen naam, ik kom in Zijn Naam. En Zijn werken zou Hij dan door mij doen, door Zijn Woord te prediken en Zijn Woord te bevestigen. Zeker. Ik geloof dat. Gelooft u hetzelfde? [De samenkomst zegt: "Amen!"] Hoevelen geloven het nu, voor Hij...? God zegene u. Nu, zo is het goed, dat is de manier. Behoud dat evenwicht en u zult iets zien gebeuren.
188 Ik ga mijn rug naar het gehoor keren omdat dit de Heilige Geest was die daarvan getuigde. Ziet u? Weest sterk en weet wat te doen. Nu, gelooft u daar in het gehoor, iemand. Er is niet één persoon die ik kan zien... Hoevelen daar zijn ziek en aangevochten of hebben iemand die aangevochten is of iemand anders waarvoor u bidt, en u weet dat ik er niets over weet, steekt gewoon uw hand op. Wel, ik denk dat het bijna overal is. Wel, laten wij nu geloven. Laat nu niemand weggaan, geef mij even... Het is twaalf minuten voor tien. Geef mij twaalf minuten, wilt u? Laat niemand weggaan. Laat er niemand opstaan. Blijft nu even heel rustig zitten. Gewoon. Open uw hart voor eenmaal.
189 [Een broeder spreekt in een andere taal. Een andere broeder geeft een uitlegging] Amen. Dank U, Here, dank U. Eerbiedig respecteren wij dat met geheel ons hart. Dat is een gave in de Gemeente. Wees gewoon in gebed, eerbiedig.
190 Herinner u dat men op een keer ten strijde trok; zij wisten niet hoe men deze grote strijd moest aangaan. David stond daar en deelde met hen een stuk vlees en een kan wijn. Maar de Geest viel op een man en hij profeteerde en vertelde ze waar de vijand tegemoet te trekken en het was zo.
191 Wij staan voor een grote strijd, broeder. En wij bevinden ons precies nu in een grote strijd. De Geest is gevallen op iemand, en heeft u gezegd wat er nu te doen staat: geloven. Hij probeert uw gedachten ervan af te brengen dat ik het ben. Ziet u? Sommigen van u moeten gedacht hebben dat het broeder Branham is die iets probeert te doen. Ik ben het niet, Hij is het. Ik... Een gave dient slechts om uzelf te geven, zoals uzelf in de versnelling te trekken. Net zoals deze microfoon, zet hem aan, iemand moet erdoor spreken. Het is gewoon een kleine versnelling die ik inschakel, een klein iets, de Heilige Geest! Ik schakel Hem niet aan, Hij zet het aan. En dan spreekt Hij. Wees nu eerbiedig en geloof, elkeen van u, en bidt.
192 Nu, iedereen weet dat de Bijbel zegt dat Jezus Christus nu een Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden. Als dat waar is, laat de samenkomst "Amen" zeggen. [Samenkomst zegt: "Amen!"] Is Hij dezelfde Hogepriester? Zeg "Amen". ["Amen!"] als Hij Dezelfde is, zou Hij op dezelfde wijze handelen. Is dat juist? ["Amen!"] Nu, wat zou u doen?
193 Mij nu aanraken zou geen verschil maken; ik ben een mens. Maar Hem aanraken, dan is Hij de Heilige Geest die hier is; dan reageert Hij terug en gebruikt menselijke lippen. Omdat Hij de Wijnstok is en wij de ranken zijn; Hij draagt geen vrucht, Hij geeft de rank alleen energie.
194 Ik keer u nu mijn rug toe, zodat u de dingen kunt zien, die ik gezegd heb.
195 Nu, deze predikers hier op het podium bidden. U kunt naar mij kijken indien u wenst. Dat is in orde. Alleen om te zien, opdat u mag weten dat zij slechts... Omdat u de herder bent, u bent degene die deze schapen weidt. Dus opdat u mocht weten. Ik wil dat u voor mij bidt, broeders. Want ziet u wat ik ben? Ik vertegenwoordig de Christus die u dient. Ik ben uw broeder, medeburger van het Koninkrijk, met u broeders. En ik ben gewoon hier...
196 Ziet u, nu op dit moment staat het Woord, wat ik gepredikt heb, op het spel, ziet u. Mislukking op dit moment zou Satan graag willen zien. Dat is alles waar hij naar uitkijkt. Maar God is geen mislukking. Wees gewoon eerbiedig.
197 Met mijn rug nu gekeerd, wil ik dat iemand... Laat mij zo draaien, het loopt helemaal rond. Laat ik mij eerst tot deze sectie wenden en dan zal ik me naar de andere sectie keren. Nu, iemand aan deze kant; er zijn er teveel, lijkt het, die bidden. Achteraan aan deze kant, laat iemand hier nu bidden, die God wil geloven. Geloof met heel uw hart, hier binnen ergens aan deze kant.
198 Nu, Hemelse Vader, ik waardeer U in al Uw boodschappen, voor alles wat U hebt gedaan. Help mij nu, Here. Ik ben... door geloof, geloof ik U, Uw Woord. Ik geloof dat Het Uw Geest was die mij riep dit te doen. Nu, laat dit bekend zijn dat ik de Waarheid sprak. Ik heb van U getuigd, getuig nu, Here, dat ik de Waarheid vertelde. Ik vraag het in Jezus' Naam. Amen.
[Een zuster spreekt in een andere taal]
199 Vader God, wij wachten op de uitlegging daarvan. U zei, in de Bijbel, dat er drie achtereen zouden zijn en dit is de derde. Nu, wij bidden dat U het aan iemand bekend zal maken, die de gave van uitlegging heeft. Ik laat het aan U over, in Christus' Naam.
[Een broeder geeft een profetie] Dank u, Here.
200 Nu, dat was een profetie, niet de uitlegging. Ziet u, Hij zei meer dan de vrouw zei. Er moet een uitleg komen. Ziet u, die man was een profeet.
201 [Een broeder geeft een uitlegging] Amen. Dank U, Heer.
Direct achter mij...
202 [Een zuster in de samenkomst begint te bidden] God sta de zegen toe aan de vrouw waarom zij vroeg. Heb gewoon...
203 Wees nu echt eerbiedig, en geloof het met heel uw hart. Nu, door de Heilige Geest, probeer ik het Woord voort te brengen dat ik gepredikt heb, waarin Hij heeft getuigd wat zal gebeuren. Nu, geloof met heel uw hart.
204 Er is iemand die voor mij staat, die achter mij zit. En het is een vrouw. Zij lijdt aan een hartkwaal. Zij heeft allergieën die haar irriteren. Zij is vlak achter mij. Als de vrouw nog niet opstaat... Het gehoor kijkt; ik heb mijn ogen gesloten. Zij is ook bezorgd over een geliefde, dat is haar man die vlak bij haar zit; hij is verlamd, heeft een stok. De naam van de vrouw is mevrouw Brummach. Geloof met heel uw hart. Sta op en accepteer waarvoor u gebeden heeft en u zult krijgen waarom u gevraagd hebt. Sta op. Is zij opgestaan? [Samenkomst zegt: "Ja"]
205 God zegene u. Ik ken de vrouw niet, heb haar nooit in mijn leven gezien. Zijn wij vreemden voor elkaar? Er is... [De vrouw zegt: "Ja"] Vraag hun nu, ga en vraag hun of het juist is. Als dat nu niet dezelfde God is die daarginds was net voor Sodom, weet ik niet wat er is.
206 Iemand anders in deze sectie geloof nu met heel het hart. Here Jezus. Er is een vrouw die hier precies achter mij zit. Zij heeft een diep verlangen. Zij bidt dat God haar iets geeft. Het is een baby waarvoor zij bidt. Zij is precies achter mij. Mevrouw Holm, sta op en geloof de Here God. Als u met heel uw hart zult geloven, kunt u de baby hebben waarvoor u bidt.
207 Een vrouw komt binnen en zij is kreupel. Zij zit in een rolstoel. Zij is achter mij. Zij komt niet uit dit deel van het land. Zij komt uit Sacramento, noordelijk Sacramento. Zij is erg ziek geweest. De dokters kunnen haar niet helpen. Zij is in een ziekenhuis geweest. Zij heeft verschillende operaties gehad. Zij heeft een nierkwaal, moeite met haar beenderen. Zij is zo zenuwachtig dat zij complicaties kreeg. Zij is erg slecht. Mevrouw Beeler daar, houd uw hand omhoog en geloof dat de Here Jezus... en wees... God zegene u.
208 Gelooft u? God leeft nog steeds en regeert. Als u het gelooft met heel uw hart!
209 Hier is een kleine vrouw, ik kijk naar haar, die hier zit. Zij lijdt aan een kwaal van de wervelkolom. Haar naam, ik ken haar niet. Maar gelooft u dat God mij kan zeggen wie u bent, dame? Mevrouw Bergland. Gelooft u met heel uw hart en u kunt gezond worden. Gelooft u?
210 Hier is een dame, die hier recht tegenover zit, biddend voor een vriend die net een ongeval heeft gehad. Gelooft u met heel uw hart, dan kunt u hebben waarom u gevraagd heeft.
211 Er zit daar een dame die lijdt aan hoofdpijnen. Gelooft u met heel uw hart? U kunt gezond gemaakt worden. Betwijfel het niet. Geloof het gewoon. Als Hij niet diezelfde God is, weet ik niet wie Hij is. Hij is daarvoor hier om... als u het zult accepteren en het geloven.
212 [Een zuster spreekt in een andere taal. Een broeder geeft een uitlegging] Amen. Prijs de Heer.
213 Kunt u niet beseffen dat u in de Tegenwoordigheid van God bent? U beseft dat. Nu, ik denk wat wij nu direct zouden moeten doen, nadat de Geest gesproken heeft: "Kom tot Mij, geloof Mij, Mijn volk", ik denk dat wij nu direct behoorden op te staan voor een altaaroproep en laat diegenen die Christus niet kennen, naar voren komen rondom het altaar hier, opdat zij Hem aanvaarden als hun Redder. Als u de Heilige Geest nog niet ontvangen heeft, komt u dan ook om de Heilige Geest te ontvangen, omdat dat zal gebeuren. Wilt u nu niet komen terwijl wij een akkoord hebben; iemand zal het zingen leiden. De Heilige Geest heeft gesproken. God zegene u, zuster. Dat is juist. Iemand anders stapt uit de rij met de dame hier. Komt naar voren als u die... God zegene u, zuster. In de Tegenwoordigheid, waar de Bijbel, het Woord, de bevestiging, de gaven, alles werkt, is dit nu niet precies wonderbaar? Kom naar voren, naar het altaar. Kom naar beneden van de balkons. U zonder God, zonder vervuld te zijn met de Geest, kom nu terwijl wij zingen.
Jezus gaat heden voorbij.
Ja heden voorbij.
Jezus gaat heden voorbij.
Gaat heden aan u voorbij!
Jezus gaat heden voorbij.
(Wilt u niet komen terwijl Hij voorbijgaat, en Zijn Geest beweegt en zegt: "Kom")
... voorbij.
Jezus gaat heden voorbij.
Gaat heden aan u voorbij.
214 Wilt u niet komen terwijl Hij passeert? Kijk wat Hij onder u doet, aantonend dat Hij dezelfde is. Kom meteen, elke ziel die Hem niet kent, die niet wedergeboren is. Wilt u nu niet komen om Hem te zoeken? Bedenk dat dezelfde Heilige Geest u kent.
... u voorbij.
Jezus gaat heden voorbij.
Ja heden voorbij.
Jezus gaat heden voorbij.
Gaat heden aan u voorbij.
215 Nu, laat nu iedere ziel komen die God niet kent, die niet zeker is van zijn positie. Kom naar beneden. Wees niet.. Heb er geen intellectuele opvatting over, broeder, zuster. Doe dat niet. U mag elke soort sensatie gehad hebben. U mag bloed in uw handen, in uw gezicht gehad hebben, u mag bevingen gehad hebben, enzovoort. Daar is niets op tegen, dat is in orde. U kunt in tongen gesproken hebben, u kunt in de Geest gedanst hebben en nog steeds verloren zijn. Dat is juist. Het moet een Leven zijn dat in u geboren is, dat dit Woord neemt en Het weer levend maakt. Ziet u, Christus is het Woord. En indien u nog geen geloof gekregen hebt om in dat Woord te bewegen en Het te geloven, wilt u nu niet komen?
216 Als de Gemeente van God, als de Avondlichten beginnen te schijnen en de boom rijp wordt...; God zei dat Hij die boom zou herstellen, dezelfde Pinksterboom, hetzelfde soort geloof; alles hetzelfde dat zij hadden; die boom zal opnieuw hersteld worden, zonder denominatie, zonder iets; het zal komen in de eenvoudige kracht van de Heilige Geest, precies de Bijbel onderwijzend zoals Hij het deed. Er is ons in de laatste dagen iemand beloofd, weet u, die zou komen om dat Geloof te herstellen. Ik geloof dus dat Hij vanavond hier is, in de vorm van de Heilige Geest. Kom nu, terwijl wij opnieuw zingen, zodat wij zeker zullen zijn dat wij het gehaald hebben.
217 Nu, bedenk, als deze geest... U, Pinkstermensen, gelooft zeker uw gaven van tongen en uitleggingen! Als u niet kunt geloven wat Hij hier gedaan heeft, geloof dan uw tongen en uitleggingen, die u naar het altaar riepen. Laat iedereen komen. Als u 'dat' ziet werken en 'dit', God die werkt, wel, het is God! Hoeveel temeer is hier het Woord om Het te bevestigen, zeggend dat Het de Waarheid is. Kom. Nog eenmaal nu, komt u nu.
Jezus gaat heden voorbij.
Ja heden voorbij.
Jezus gaat heden voorbij.
Gaat heden aan u voorbij.
218 Nu, laat degenen die in God geloven, echte geheiligde predikers en dienaren van Christus komen, naar voren komen, terwijl wij nu opnieuw zingen. Kom naar voren, dicht bij het altaar, rond dezen hier. En laten wij samen met hen bidden. Kom hier. Wilt u niet dichterbij komen? Ik kan niet bij elk van hen komen met mijn handen. Ik wil dat u komt. Enkele van u, predikende broeders, ga daar nu naar hen toe zodat u hen kunt aanraken en de handen opleggen. In orde. U die God kent, kom, kom hierheen, enkele van u vrouwen bij deze vrouwen, u mannen bij deze mannen. Kom nu hier naar voren. Dit is een bevel van God. Beweeg u nu naar voren, u mensen. Dat is het, dit is de tijd. Sommigen van u godvruchtige moeders en sommigen van u godvruchtige broeders, kom om hen heen staan, zodat u hen de handen kunt opleggen, in bevestiging, hen de handen opleggend opdat zij de Heilige Geest zullen ontvangen. In orde. Nu, dat is het. Dat is het.
219 Nu, waarom kwam u? Omdat u gelooft. U bent overtuigd dat God in ons midden is. Hij is hier vanavond. Hij werkt hier in grote tekenen en wonderen.
220 Kom wat dichterbij elkaar, ieder. Kom wat bij elkaar, zodat de mensen meer ruimte kunnen hebben. Schuif wat op. Er zijn er nog meer die de gangpaden afkomen, ziet u. Schuif wat op.
221 Hoevelen in het gehoor zijn bezorgd over deze mensen die hier nu staan, over de redding van hun zielen, steekt uw hand op. In orde. Laten wij nu allen samen onze handen tot God opheffen en gebed vragen.
222 Onze Hemelse Vader, wij brengen dit gehoor vanavond tot U, met de Heilige Geest nu in ons midden tegenwoordig, Zijn Woord weer opnieuw levend makend. Vul elk hart, Heer. Kom in de kracht van de Geest. Sta het toe, Heer. Werp elke vrees, elke duivel uit. Kom binnen door de kracht van God en neem deze zielen over. In de Naam van Jezus Christus, draag ik hen aan U op voor Uw glorie.