Wij zouden Jezus willen zien
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Roy. U mag gaan zitten. Ik acht dit zeker een groot voorrecht om hier te zijn in deze prachtige stad vanavond met u, Christenen, die pelgrims en vreemdelingen zijn op deze aarde. En wij belijden dat we op zoek zijn naar een stad welker Kunstenaar en Bouwmeester God is, en beweren het koninklijke zaad van Abraham te zijn. Degenen die in Christus zijn, zijn Abrahams zaad en zijn erfgenamen met Hem overeenkomstig de belofte.
Ik breng u de groeten van andere Christenen van over de hele wereld. Ik ben er zeker van dat zij graag hier zouden willen zijn, wij allemaal samen vanavond voor de aanbiddingsdienst. Maar we zien uit naar de tijd dat we samen zullen zijn voor de aanbiddingsdienst wanneer wij Hem Koning der koningen zullen kronen, en Heer der heren.
2 We zijn... Ik begreep net dat wij hier precies in de tijd zijn gekomen dat verschillende organisaties een conventie hebben, geloof ik. Het spijt me dat wij op dit moment zijn aangekomen want ik weet hoe u zich voelt. Ik weet hoe de broeders zich voelen om te... wanneer zoiets als dit gebeurt net op het moment dat zij hun conventie hebben. Maar voor broeder Eddie Byskal, mijn broeder en vriend, is het de enige tijd dat wij hier konden zijn, omdat we op doorreis zijn. En dat is de reden dat ze het zo snel maakten, slechts drie diensten, en daarna reizen we verder.
En we hopen dat God een grote zegen zal toestaan aan ons samenkomen, en vertrouwen erop dat zij een van de grootste kampsamenkomsten zullen hebben, of conventies, of wat ze ook hebben, die ze in jaren hebben gehad, vertrouwend dat God met hen zal zijn en hen zal helpen.
3 Nu, het is goed om in de buurt op bezoek te gaan en al de kinderen van de Here te zien. Was... ik ben nog nooit eerder op het eiland geweest. Wij zijn net vertrokken uit Port Alberni en omgeving, waar wij onze Indiaanse vrienden hebben ontmoet en velen van de blanke mensen. En we hebben gedurende drie avonden heerlijke samenkomsten met hen gehad. Het was de bedoeling geweest dat ik hier afgelopen voorjaar zou zijn geweest, maar ik kon in die tijd niet komen ten gevolge van een geweerontploffing toen ik op doelen aan het schieten was.
En ik had een geweer genomen dat niet juist uitgeboord was, en het ontplofte precies in mijn gezicht, en maakte mij bijna blind en doof gedurende een paar dagen, en het was heel erg. Het had... eigenlijk had het mijn hele lichaam vanaf mijn middel kunnen opblazen. Het was een druk van ruim drieduizend kilo die terugkwam, met het hele geweer en alles, in mijn gezicht, en telescoop. En het liet zelfs geen litteken op mij na. Dus daar ben ik dankbaar voor. Maar ik kon amper zien, en het was wat moeilijk om te horen gedurende enkele dagen, alsof ik klokgelui hoorde.
4 En ik moest ongeveer een dag daarvoor vertrekken, maar wij hebben de samenkomst eenvoudig naar deze tijd verzet. Het was de enige tijd dat ik hier kon zijn, want we moesten precies hier in Washington zijn, en dat is de reden dat we gekomen zijn.
En als er hier iemand is van de leiders van deze conventies... van deze conventie die plaatsvindt, zegt u hun dan dat ik dit niet opzettelijk heb gedaan omdat ze de conventie hadden. Ik deed het alleen omdat ik in de buurt was. En sommige mensen die de conventie niet konden bijwonen, of de kampsamenkomst, of wat het ook is, wel, zijn misschien wel in staat om langs te komen, en dan kunnen we een korte tijd van gemeenschap met hen hebben. Zij hadden hun programma natuurlijk al vastgesteld, of misschien had ik daar naar het kamp kunnen gaan, of wat het ook was, om met hen te spreken. Maar zij... Ik had het hun van tevoren moeten laten weten, want zij hadden... hebben hun programma vastgesteld, en ik zou zeker niet willen binnenkomen wanneer iemand anders... om de plaats van iemand anders in te nemen. En er is...
5 Wij zijn hier om voor de zieken te bidden, en met de verlorenen te bidden. Als er enigen gekomen zijn om voor zich te laten bidden, zullen we dat graag doen. En slechts om gemeenschap te hebben rondom het Woord. Ik houd ervan om gemeenschap te hebben rondom Gods Woord.
Nu, als u enige zieke mensen kent die niet naar het kamp of de conventie gaan, wel, u kunt morgenochtend de telefoon pakken en hen opbellen. Laten wij hen allemaal hierheen krijgen en voor hen bidden, en misschien zal de Here hen genezen. Ik geloof dat Hij het zal doen.
6 Nu, ik geloof dat het christendom overtuigend is, en het is... Als het in zijn eenvoud gepredikt wordt, zal God christendom openbaren met een levende tegenwoordigheid. Nu, als het alleen om rituelen gaat, geloofsleer, dan is het niet zo overtuigend, omdat dat te verkeerd begrepen wordt; het is... Er is iets verkeerd mee. Dat komt omdat de mens het heeft bedorven door er dogma's enzovoort aan toe te voegen. Daardoor is het helemaal niet overtuigend. Maar om te zien dat de Bijbel zuiver wordt gelezen, en dat het beweegt en leeft onder de mensen, dan vind ik het ook zelf heel verbazingwekkend. Ik houd er echt van. En misschien...
7 Ik ben een zuiderling. En iedereen, sinds ik hier ben, vertelt mij dat ik vreemd spreek. Ik hoop dat ik niet vreemd spreek voor u, want ik heb zoveel mogelijk geprobeerd anders te spreken en geprobeerd zoals u, Canadezen, te spreken. Maar ik heb het gewoon niet in mij. Ik kan het gewoon niet. Maar ik hoop dat de Heilige Geest aan u zal openbaren wat ik probeer tot u te brengen, met mijn woorden.
8 En nu, wij geloven dat het christendom overtuigend is, en dan komen wij niet om een bepaalde denominatie te vertegenwoordigen maar om ze allemaal te vertegenwoordigen. En de wijze van... Wij geloven dat Christus het Hoofd van de gemeente is, die Hij gekocht heeft door Zijn eigen bloed, en door één Geest zijn wij allen gedoopt in één lichaam. Wij geloven dat wij tot onze verschillende organisaties behoren, maar wij zijn gedoopt in één lichaam: Christus, door de Heilige Geest; één Here, één geloof, en één doop.
Ik heb altijd een kleine opmerking gemaakt (o, niet altijd, maar meerdere keren) en ik zei: "Weet u, ik heb drieënvijftig jaar tot de familie Branham behoord, en ze hebben nooit aan mij gevraagd om tot de familie toe te treden." Ik werd als een Branham geboren. En dat is de wijze waarop ik denk dat wij Christenen zijn. Wij zijn geboren Christenen.
Nu, wij hebben onze organisaties. En dikwijls, o, de Methodisten, Presbyterianen, Katholieken, Anglicanen, enzovoort, proberen te zeggen dat wij een Pinksterorganisatie zijn. Dat is fout. Wij... U kunt Pinksteren niet organiseren. Pinksteren is een ervaring voor alle gelovigen. Zie? Het is een ervaring.
Ik heb veel Anglicaanse vrienden die de Heilige Geest hebben. Ik heb veel Methodisten... Ik heb net geholpen om vierhonderd Lutheranen tot de doop van de Heilige Geest te leiden. Zie? Er is dus een heel Bethany College dat de Heilige Geest heeft ontvangen in één keer. Dus, kijk, het is niet een organisatie, het is een ervaring voor iedereen die het wil.
9 In Afrika onder de heidenen en Hottentotten heb ik dertigduizend inboorlingen het zien ontvangen in één keer. Dus, zie, in India hadden we in Bombay de grootste samenkomst waartoe ik ooit in mijn leven heb gesproken in één samenkomst, o, ongeveer een half miljoen, schat ik. Maar ik heb duizenden maal duizenden van hen gezien, ontelbaar, waarbij ik niet eens kon zien hoeveel het er waren, die tegelijkertijd Christus als Redder aanvaardden. En ze behoren tot... Ze waren Mohammedanen, Hindoes, Boeddhisten, Sikhs, Jaïns, en wat al meer. Zie? Maar ze hebben allemaal Pinksteren ontvangen (zie?), want het is voor "eenieder die wil" en ze kunnen er een deelgenoot van zijn.
En Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekt. En allen die de Vader aan Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen." En degene die komt, heeft natuurlijk eeuwig leven met de verzekerdheid weer te worden opgewekt in de laatste dag. Dus wat is het een verzekerdheid en een rust om een Christen te zijn, om te weten dat in deze dag, terwijl de wereld zo zenuwachtig is...
10 Nu, ik weet niet hoe de Canadese mensen zich nu voelen, maar de Amerikanen voeren een van de grootste blufferijen op die ik ooit heb gezien, net als het grootste deel van de rest van de wereld. Ze doen alsof ze niet bang zijn, maar ze zijn doodsbang. Ze verbergen de overheid in allerlei plaatsen, en graven diep in de grond. Het doet me denken aan een jongetje dat 's avonds fluitend langs een kerkhof loopt om de indruk te wekken dat hij vreselijk dapper is. Hij fluit gewoon in het donker.
Hun acties spreken luider dan woorden, want de tijd is gekomen dat we geen militaire troepen meer nodig zullen hebben. Slechts één fanatiekeling die de trekker overhaalt en de hele wereld zal worden opgeblazen. Ik geloof niet dat het zal gebeuren. God kan Zijn eigen doel niet teniet doen. De aarde werd hier geplaatst, en er zal een duizendjarige regering op de aarde zijn, duizend jaar lang, nadat de gemeente naar huis is genomen. Dus de aarde zal niet opgeblazen worden. Wees dus gerust dat het niet zal gebeuren: alleen maar bluf.
11 En wanneer deze tekenen beginnen te geschieden, laten we dan onze hoofden opheffen. Verlossing komt naderbij. Kijk niet naar beneden en wees niet moedeloos. Wij komen juist tot de plaats van de komst van onze Here Jezus. In plaats van bedroefd te zijn, zouden wij de gelukkigste mensen in de hele wereld moeten zijn. En dat zijn we. Zeker. Dat zijn we, want wij zijn niet bang voor bommen. Wel, de bommen baren ons geen zorgen.
En zoals ik onlangs op een avond zei: je kunt niet ver genoeg graven om erbij vandaan te komen. Wel, wij werden niet als mollen gemaakt; wij werden gemaakt om bovenop de aarde te leven (zie?), om in vrede en liefde te leven, vertrouwend op God. En ze proberen schuilkelders te bouwen en ze bouwen ze met staal. Wel, als je driehonderddertig kilometer onder de aarde zou graven, wel, dan zou je nog steeds verloren zijn zodra de bom inslaat. Als het ergens binnen de honderdvijftig of driehonderd kilometer bij u vandaan zou inslaan, wel, dan zou de schudding ervan elk bot in uw lichaam breken daarbeneden. Het zou een gat van honderdvijftig meter diep en driehonderdnegentig vierkante kilometer opblazen. En dat is de bom waarover ze ons inlichten. Wij weten niet wat ze hebben waarover ze ons niets hebben laten weten.
12 Maar weet u, er is één goed ding. Weet u, de wetenschap kan allerlei dingen berekenen, maar God is daar ver op vooruit. Wij hebben een schuilkelder. Hij is niet gemaakt van staal; hij is gemaakt van veren. Onder Zijn vleugels rusten wij. Zodra hij ontploft, voordat hij ontploft, zullen wij vertrokken zijn naar een land waar geen ziekte of verdriet is, waar ouderdom weer vernieuwd zal zijn tot jeugd, en daar zullen we voor eeuwig zo zijn. Is dat niet een troost in het bijzonder voor ons oude mensen? De jeugd... Maar bedenk slechts, deze gaat zo snel voorbij als een omwenteling van de zon.
13 Ik sprak in een Kiwanis club hier niet lang geleden, en daar was één fijne dokter... Verschillende artsen waren aanwezig, en ze stelden mij vragen over het leven als zendeling enzovoort. En er was een fijne arts, een aardige man schijnbaar, maar hij kon gewoon niet in de maagdelijke geboorte geloven, en hij zei dat hij gewoon niet kon geloven dat er een God was.
En ik zei: "Ik zou nooit willen dat u een operatiemes op mij zet. Ik zou bang zijn om u te vertrouwen, dokter, als u niet in God gelooft." En zo... Er stond een andere specialist naast mij die een trouwe gelovige was.
En hij zei: "Wel, ik denk dat alles wat niet wetenschappelijk bewezen is, niet echt is, meneer Branham." Hij zei: "Ik geloof in wetenschap." Ik zei: "Ik ook. Ik geloof dat je op de boom van wetenschap kunt klimmen totdat je het einde ervan bereikt. Dan stapje over op de boom van geloof en je blijft door klimmen," zei ik, "want het is een... ik geloof in het beklimmen van de boom."
Hij zei: "Wel, alles wat niet wetenschappelijk bewezen kan worden, is geen werkelijkheid."
"O," zei ik, "dokter, dat is een vreselijke verklaring voor u om af te leggen."
En hij zei: "Waarom dan?"
Ik zei: "Ik zal het omgekeerde nemen. Alles wat wetenschappelijk bewezen kan worden, is geen werkelijkheid."
"O," zei hij, "u spreekt, broeder Branham, alsof u gestoord zou zijn."
"Wel," zei ik, "als u zegt dat er geen God is, dan spreekt u alsof u achterloopt. Want: 'De dwaas zegt in zijn hart: "Er is geen God."'" Dus wij begonnen echt duidelijk met elkaar te praten, en ik zei: "Nu, kijk, dokter. Bent u een getrouwde man?"
Hij zei: "Ja."
Ik zei: "Houdt u van uw vrouw?"
Hij zei: "Als ik dat niet deed, zou ik haar niet getrouwd hebben."
"Hebt u kinderen?"
"Ja."
Ik zei: "Wat is dan het verschil tussen de liefde die u hebt voor uw vrouw en die u zou hebben voor een andere vrouw?"
"O," zei hij, "omdat zij mijn vrouw is, en mijn kinderen... zij is de moeder van mijn kinderen."
Ik zei: "Dat is juist." Zie, ik ving hem toen precies op zijn eigen voorwendsel. Ik zei: "Wat zei u daar? Houdt u van haar?"
Hij zei: "Ja."
Ik zei: "Hoe weet u dat u van haar houdt?"
Hij zei: "Wel, natuurlijk, ik weet dat ik van haar houd."
Ik zei: "Goed dan, wat is liefde? Toon het mij wetenschappelijk. Laten we naar de drogist gaan, en injecteert u een pond ervan in mijn aderen. Ik heb het nodig."
14 Want volgens hem bestaat er dus niet zoiets als liefde, want je kunt niet wetenschappelijk bewijzen dat datgene wat in u is liefde is. De hele christelijke wapenrusting is geloof, ongezien. Zie? Wat is de christelijke wapenrusting? Liefde, vreugde, vrede, geloof, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geduld, Heilige Geest, God, engelen. Het is allemaal bovennatuurlijk. En alles wat natuurlijk is, komt van de aarde en keert terug naar de aarde. Het zijn alleen de bovennatuurlijke dingen die leven; het is eeuwig.
15 Ik had een klein ding voor hem. Ik zei: "Dokter, ik ga u een vraag stellen. Gelooft u dat de mens werd gemaakt uit het stof der aarde?"
Hij zei: "O, ik zou kunnen... Ik geloof dat de mens stof van de aarde is. Jazeker." Hij zei: "Ziet u... U eet het voedsel, en het voedsel verandert in bloed, en het bloed bouwt weefsel op. En daarom wordt het... U eet het... zoals u vlees eet, enzovoort, en dat bouwt calcium, kalium, en wat dan ook, ijzer en... wat u nodig hebt voor uw lichaam, en het bouwt het op."
Ik zei: "Daarom gelooft u misschien op een andere manier dat de mens uit het stof der aarde kwam, maar dat God in het begin nooit de oorspronkelijke mens geschapen heeft waarvan wij producten zijn?"
En hij zei: "Misschien is dat de manier waarop u het zou zeggen."
Dus ik zei: "Ik zou u graag een vraag willen stellen." En ik zei: "Nu, we gaan hier iets zeggen. Ik zal... Is het zo dat ik gemaakt ben van zestien elementen? U gaf dat toe ("Ja"), van de aarde. Nu dan; toen ik vijftien jaar oud was, was ik een sterk, stevig jongetje. En nu, elke keer dat ik eet, u zegt dat ik... dat het voedsel bloedcellen maakt."
Hij zei: "Dat is juist."
Ik zei: "Dan vernieuw ik dus elke keer dat ik eet mijn leven." Dat is juist. Bloed is het leven, het leven is in het bloed, zeker. Zie? "Elke keer dat ik eet, vernieuw ik mijn leven."
Hij zei: "Dat is juist."
Ik zei: "Waarom zou ik dan zolang ik eet ooit sterven? Zie? Zolang je voedsel naar binnen kunt krijgen, waarom zou ik ooit sterven? Zie, want het zijn bloedcellen waardoor ik leef, en voedsel maakt bloedcellen. En dan, als ik mijn leven vernieuw..." Ik zei: "Hier is nog iets wat ik u zou willen vragen. Toen ik zestien was, at ik hetzelfde voedsel als dat ik nu eet. Maar nu eet ik meer en beter. En toen ik zestien was, vijftien, zestien, werd ik elke keer dat ik at groter en sterker. Toen plotseling, toen ik ongeveer eenentwintig jaar oud werd, vanaf die leeftijd tot ongeveer drieëntwintig, kwam ik tot een stilstand."
"Nu ben ik vijftig. Ik eet hetzelfde voedsel als toen. En hoe komt het dat ik zwakker word en steeds verder uitdoof in plaats van op te groeien, terwijl ik hetzelfde voedsel eet, hetzelfde soort leven in mij neem?" Daar is een vraag voor u.
16 Hier. Als ik een kruik in mijn hand heb, of een grote aarden kruik, en water in een glas giet, en ik giet water uit deze grote, volle kruik, of glas, of grote aarden kruik in een glas; en het raakt half vol, en daarna giet ik sneller, en hoe meer ik giet hoe verder het naar beneden gaat. Bewijs mij wetenschappelijk wat er gebeurde in het glas water. Daar is geen antwoord op. Zie?
Wel, dat is hetzelfde. Ik neem voedsel in mijn lichaam als zestienjarige; vanaf één jaar oud tot zestien. Toen ik geboren was, begon ik voedsel van de aarde te eten, en ik begon sterker en sterker te worden, groter, en werd een steeds grotere man. En plotseling houdt het op. En ik werk nog steeds hetzelfde voedsel naar binnen maar het blijft neerwaarts gaan, terwijl ik eerst voedsel naar binnen werkte en het opwaarts ging. Zie? Daar is geen antwoord op, vriend. God heeft een afspraak gemaakt en daar houdt het mee op.
Daarom, of het nu gaat om wetenschapsmensen, opleiding, al het mogelijke wat er in de wereld is, ik baseer mijn geloof op het Woord van God en dat alleen.
17 Ik kom van een Katholieke achtergrond als Ier. Mijn familie voor mij (niet vader en moeder, maar de vorige generatie) kwam uit Dublin, Ierland, en was Katholiek. Toen ik was... Toen ik een kleine jongen was, wist ik van God... Ik wilde erachter komen Wie God was, en mijn familie ging niet naar de kerk. Dus vroeg ik de priester over God, en hij zei: "God is in Zijn kerk. Dat is waar God woont. Je moet tot Zijn kerk behoren."
Ik zei: "Hoe moet ik ertoe behoren?" Natuurlijk, u Katholieke mensen begrijpt wat mij werd verteld.
Toen kwam ik tot de ontdekking dat... Ik speelde in een Duitse wijk waar ik opgroeide met mensen die Halman, Roderick, Fisher, Roder enzovoort heetten. Ik was de enige... Nog een jongen en ik waren de enige Ierse jongens op de hele school. Wel, deze jongens waren allemaal Lutheranen. Wel, ze zeiden dat ze... dat hun kerk de kerk was.
Toen kwam ik tot de ontdekking dat er een andere kerk was, genaamd Baptistenkerk, Presbyteriaanse kerk, Anglicaanse kerk. O my. Wel, in welk van die kerken is Hij? Dat is wat ik mij afvroeg. Waar is Hij dan? Als deze juist is, dan moet deze verkeerd zijn, want ze zijn zo tegengesteld aan elkaar. Nu, in welk van die kerken is God?
Ik ging zitten en begon de Bijbel te lezen, lette op de natuur. Kwam tot de ontdekking dat de Bijbel zegt: "Indien iemand iets afdoet van deze Bijbel of er iets aan toedoet, zijn deel zal uit het boek des levens afgedaan worden." Dus, ik zag dat God de wereld op een dag zal oordelen door Jezus Christus en Zijn Woord.
Dus daarom geloof ik de Bijbel. Ik geloof dat God dingen kan doen die niet in Zijn Woord geschreven staan. Maar zolang Hij precies doet wat Hij heeft staan in het Woord, ben ik daar tevreden mee.
18 Nu, sommigen van u, broeders, bedenk dat ze in het Oude Testament een manier hadden om erachter te komen of een profeet de waarheid sprak, of dat een dromer juist droomde, of zijn droom van God was. Ze namen hem mee naar de tempel waar de borstplaat van Aäron hing, en het werd de Urim en Thummim genoemd. Velen van u weten erover door in de Bijbel te lezen. En wanneer deze profeet begon te profeteren en die bovennatuurlijke lichten daar geen getuigenis van aflegden, zoals een regenboog die eroverheen ging waardoor de borstplaat die Urim en Thummim werd, dan ongeacht hoe echt het klonk, geloofden ze het niet. Zeker niet. Het moest beantwoord worden door God.
Nu, het Oude Testament werd weggedaan en vervuld, niet weggedaan, maar vervuld. En toen dat gebeurde, namen we een Nieuw Testament. Nu, de oude Urim en Thummim was lang geleden in het Levietische priesterschap onder Aärons borst. Maar deze keer hebben wij nog twee tafels van de wet: het Nieuwe en Oude Testament. En dat is Gods Urim en Thummim voor mij. Als God niet terugspreekt door Zijn Woord wanneer wij iets zien, dan laat ik het gewoon gaan. Maar zolang het het Woord is, dan weet ik dat hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar dat Zijn Woord nooit zal falen.
Daarom geloof ik dat de Bijbel de absolute Waarheid van God is, en dat er niets aan toegevoegd of ervan weggenomen mag worden, maar dat het moet geleefd en gepredikt worden in zijn eenvoud, geleefd zoals het geschreven is, en God is... Als Hij ooit God was, is Hij nog steeds God. En als dit Zijn Woord is, en Hij een belofte deed die Hij niet kan houden, dan is Hij God niet.
19 En ik heb tot dusver ontdekt, vrienden... Ik sta eenendertig jaar achter het podium... preekstoel. Ik heb nooit iets gezien wat Hij beloofde en niet deed. Dat is juist. Ik heb hem om dingen gevraagd die ik niet kreeg, maar ik heb Hem nooit oprecht om iets gevraagd dan dat Hij het aan mij gaf, of mij vertelde waarom Hij het niet aan mij kon geven. Er zijn veel dingen die ik niet weet. Ik ben eindig; Hij is oneindig. Dus de grote oneindige God...
En ik, als een eindige man; er zijn er veel dingen die ik verlang die niet goed voor mij zouden zijn om te hebben, daarom vertrouw ik gewoon op Hem als Mijn Vader om mij te geven wat juist is.
20 En wij zijn hier vanavond om voor u te bidden en met u over het Woord te praten gedurende deze komende drie samenkomsten, morgenavond en zondagmiddag; en ik vertrouw erop dat u mij uw onverdeelde aandacht zult geven, en ik zal nergens blijven dan precies in de pagina's van het Boek. En ik predik geen doctrine buiten in de samenkomsten. Ik ben hier om de boodschap eenvoudig te houden, om te bidden voor al Gods kinderen.
En betreffende de religieuze vragen die u in uw gedachten zou kunnen hebben, zou ik u willen aanraden om ze aan uw voorganger te vragen en niet aan mij, want iedere man leidt zijn kudde. En als hij is... als de voorganger u tot zover veilig heeft geleid, vertrouw hem dan voor de rest van de weg. Hij... Als hij u zover gebracht heeft om met Gods Geest vervuld te worden en het leven te leven waarvan ik vertrouw dat u dat leeft, wel, vertrouw hem dan voor de rest van de weg. Hij zal in staat zijn om uw vragen te beantwoorden.
21 Nu, omdat we het Woord geloven, hebben we een kleine formele boodschap waarmee we elke campagne introduceren, en dat is het onderwerp: "Jezus Christus is Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid." Als... Nu, wij weten dat dat de Bijbel is: Hebreeën 13:8.
En nu heb ik een ander Schriftgedeelte dat ik wil lezen, en dan (dat is te vinden in Johannes 12:20) dan ga ik slechts enkele minuten over de Schrift praten en voor de zieken bidden, en probeer u vroeg weg te laten gaan, want ik weet dat mensen uit de stad hun stadsbanen hebben, en zij moeten stipt op tijd zijn. En wij zijn hier niet in een van de grote campagnes, maar ik hoop dat we op een dag kunnen terugkomen zodat we een week of twee kunnen hebben waarin we... Maar het is slechts een kleine introductiesamenkomst.
U zult natuurlijk niet in staat zijn, daar ben ik zeker van, om de volledige betekenis van de samenkomst waarover wij spreken te begrijpen, en hoe de Heilige Geest... Maar ik vraag u als mijn vriend en als een christelijke gelovige hier vanavond, om door de Schrift te onderzoeken wat wij zeggen. En als het niet Schriftuurlijk is, bent u verplicht om het mij te vertellen, mij te laten zien waar het fout is. En als het Schriftuurlijk is, dan bent u verplicht om de Schrift te gehoorzamen.
22 Nu, laten we voordat wij lezen tot de Auteur spreken terwijl we onze hoofden buigen. Met onze hoofden gebogen, vraag ik mij hier vanavond in mijn eigen hart af, of er verzoeken zijn die zouden... die u op uw hart hebt, waarvan u wilt dat God die vervult tijdens deze samenkomst. Zou u even uw handen omhoog willen steken met uw hoofden gebogen? En in uw hart zeggen: "Here Jezus, ik wil dat U mijn verzoek tijdens deze samenkomst beantwoordt. Ik heb iemand die ziek is. Ik ben zelf ziek. Ik heb een vriend die verloren is, broer, zus, kind, man. Gedenk hen, Vader God, tijdens deze bijeenkomst. Mag er iets gebeuren waardoor ze worden gered en genezen." God zegene u.
23 Onze hemelse Vader, wij naderen Uw troon van genade in deze tijd, en in dit uur, gelovend dat U elk verzoek zult beantwoorden. Wij danken U voor deze trouwe... en zoals wij het zeggen, koninklijke Canadese samenkomst. En Here, wij willen trouw aan onze God zijn. Wij zijn daarom samengekomen op deze hete middag om Hem te aanbidden in de geest van Zijn Waarheid. En wij bidden, hemelse Vader, dat U ons wezen zult zegenen.
Zegen die broeders die de campagne hebben. Wij bidden dat U tegenwoordig zult zijn in die samenkomsten, Here, en aan hen uitnemend overvloedig zult geven boven alles wat ze zouden kunnen doen of denken.
Nu vragen wij vanavond voor deze verzoeken. Deze mensen hebben iets op hun hart. Bijna heel de vergadering vanavond hield hun hand omhoog. Er is iets onder die hand, Here, in het hart. Zou U het hun niet willen toestaan? Nu, ik bied mijn gebed aan. Terwijl ze in stilte bidden, bid ik tot U dat... Mijn gebed is dat U hun verzoeken zult beantwoorden. Ik leg mijn gebed bij die van hen op Uw gouden altaar met dat Offer, de Here Jezus. Hoor ons, God.
Hij vertelde ons: "Wat u de Vader ook vraagt in Mijn Naam, dat zal Ik doen." Nu bidden wij, dat U dit verzoek zult toestaan, en geef ons een geweldige fijne tijd samen, terwijl wij gemeenschap hebben rondom het Woord. Want wij vragen het in Jezus' Naam, Uw Zoon. Amen.
24 Nu, in het boek van Johannes, hoofdstuk 12 en de... Wij zullen beginnen met vers 20, en het twintigste en eenentwintigste vers lezen.
En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;
Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsáïda in Galiléa was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.
Nu, als onderwerp zou ik willen nemen: Wij zouden Jezus willen zien. Een tekst, Hebreeën 13:8:
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid.
Nu, laten wij regelrecht het Woord van God in het gezicht kijken.
25 Nu, de Bijbel zegt hier dat er Grieken waren die opgekomen waren om te aanbidden die over Jezus hadden gehoord, en ze kwamen naar een van Zijn discipelen om te zien of ze Hem konden zien. En aan hen werd dat voorrecht verleend. Nu, de... Hoevelen hier zouden Jezus willen zien, gewoon echt vanuit uw hart? Wij allemaal. Ziet u mijn hand? Wel, dan is de vraag deze: nu, als Jezus Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, en ons verlangen is hetzelfde verlangen als dat van die Grieken, waarom kunnen wij Hem dan niet zien?
En u kunt de Bijbel niet iets verkeerds laten zeggen, want dat doet hij niet. Nu, als God God is, dan moet Hij bij dit Woord blijven. Hij moet dat Woord houden om God te zijn.
Nu, deze Grieken verlangden ernaar Hem te zien. Hij is geen aanziener des persoons, zegt de Bijbel. En ze verlangden ernaar Hem te zien, en het voorrecht om Hem te zien werd hun toegestaan. Nu, de Schrift zegt niet dat ze met Hem hebben gesproken; ze zagen Hem slechts. En dat is wat wij willen doen. Wij willen Hem zien.
26 Nu, wij weten dat Hij was... Hij leed onder Pontius Pilatus. Hij werd gekruisigd, stierf, werd begraven, stond op ten derden dage en steeg op naar de hemel, en zit nu aan de rechterhand van de majesteit van God in den hoge, eeuwig levend om bemiddeling te doen op onze belijdenis. Wij weten dat. En Hij is op dit moment een Hogepriester Die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden. Wij weten dat de Bijbel dat leert, het Nieuwe Testament.
27 Nu, als ons verlangen vanavond, als een samenkomst van mensen die samen vergaderd zijn... Er waren er toen slechts twee, en zij kregen Hem te zien. En nu zijn er misschien honderdvijftig, en wij willen Hem zien. Dus als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, laten wij Hem dan zien, en zien wat Hij was.
Welk soort persoon denkt u dat die Grieken zochten? Waren ze op zoek naar een rabbi met zijn gewaden aan en met een tulband op? Wel, elke man kon gewaden gedragen hebben met een tulband. Iedere man zou vandaag hetzelfde kunnen doen. Dus als wij een man zagen, en we wilden Jezus zien Die de Messias was, de gezalfde Christus, dan zouden wij wie dan ook kunnen zien die een tulband en een mantel zou dragen zoals men veronderstelde dat Hij zou hebben gedragen als een priester. Dat zou Jezus geweest kunnen zijn. Het zou dan heel verwarrend zijn wanneer je zoveel mannen ziet die zich zo kleden. Daarom wilden ze Zijn kledij niet zien.
Dus misschien wilden ze Zijn gestalte zien, misschien hoe groot Hij was, hoe breed Zijn schouders waren, of volgens welke bepaalde mode Hij Zijn haar droeg of zoiets. Dan zou iedere man dat kunnen nabootsen. Maar zij wilden de Gezalfde zien. Dus, als zij de Gezalfde wilden zien, zouden ze op zoek zijn naar een gezalfde Christus.
28 Nu, de Bijbel zegt... ik lees in Johannes. We gaan terug naar het eerste hoofdstuk van Johannes en zien precies wat Hij was. We zijn bijna in het midden, het twaalfde hoofdstuk nu van Johannes. Laten we teruggaan naar het eerste van Johannes om te zien wat Hij was. En als we kunnen ontdekken wat Hij was, dan weten we wat Hij is. Is dat juist? Dan zullen we weten waar we naar zoeken.
Nu, als Hij naar deze mooie stad zou komen op dit prachtige eiland Victoria hier, en wij zouden op zoek zijn naar Hem (en dat zijn wij vanavond), en hier is Zijn belofte dat Hij Dezelfde is, dan moeten we uitvinden waar we naar zoeken. Als we dat zouden doen, zouden we...
29 Als het kleding is, zouden wij daar waarschijnlijk heen gaan om misschien een orthodoxe priester te zien, die misschien gekleed was zoals Hij, of een Jood. Hij kleedde zich niet anders dan de gewone man van de straat, maar Hij droeg gewone normale kleding. Hij kleedde zich niet in een bepaald soort religieuze kleding, want Hij wandelde onder de mensen. En ze merkten nooit Wie Hij was omdat Hij net zo gekleed was als de gewone man.
Ik geloof dat, als Hij hier vandaag zou zijn, Hij een netjes uitziende Man zou zijn Die een pak en een stropdas droeg, net als elke andere man. Hij zou er niet opvallend hebben uitgezien met religieuze kleding aan. Ik geloof niet dat Hij dat zou doen. Ik denk niet dat de veer de vogel maakt. En het is de aard van de vogel, want de mooiste vogels die we hebben, zijn aaseters. Dus wij... De veer is niet wat de vogel maakt.
Dus het was (zie?) iets in Hem wat deze Grieken wilden zien. En dat is wat wij vanavond willen zien. We willen niet zien...
30 Nu, als we zouden zeggen: "Laten we de stad ingaan en rondkijken. Ze vertellen mij dat Jezus in deze stad is. Laten we Hem gaan zoeken." Als we zouden zoeken, en de straat opgaan, en een man vinden die littekens in zijn handen had, en nagelafdrukken, en hier rondom zijn voorhoofd afdrukken van doornen zou hebben, en het bloed was langs zijn gezicht gevloeid, en we vonden hem met nagellittekens in zijn voeten: iedere huichelaar zou dat kunnen hebben. Zeker. Wie dan ook... Wij moeten zoeken naar wat Hij was, de Persoon Jezus. Laten we nu dus kijken wat de Persoon van Hem was.
31 Nu, Johannes zei in het eerste hoofdstuk: "In den beginne was het Woord." Nu, een woord is een uitgedrukte gedachte. Het is eerst een gedachte. U denkt het, dan spreekt u het. En Hij was het Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt, en heeft onder ons gewoond." Is dat zo? In den beginne was het Woord, en het Woord was met God, en het Woord... Want het was Zijn gedachte voordat Hij het had uitgedrukt, en het was God. En toen Hij het uitdrukte, werd het God, want het Woord is een deel van God, net zoals u een deel van uw woord bent. En toen Hij het uitdrukte, werd het God. En dat Woord werd vlees, en heeft onder ons gewoond. En wij aanschouwden Hem, de Eniggeborene van de Vader, vol van genade.
Nu, als Hij toen het Woord was, het uitgedrukte en gemanifesteerde Woord, dan zou Hij vanavond hetzelfde moeten zijn, want wanneer God spreekt, kan Hij het nooit meer terugnemen. Zie, dat is de manier waarop u vertrouwen moet hebben in uw Bijbel. Het is... Uw Bijbel is dit: God geschreven op papier in Woordvorm, want het is God. Zelfs het Oude Testament, want de Bijbel zegt dat het Woord van God tot de profeten kwam. Profeten: het Woord van God kwam tot hen.
32 Nu, toen Jezus hier op aarde was, zei Hij tegen degenen die Hem niet geloofden... Hij was een gewone man, en Hij noemde Zichzelf God. Ze zeiden: "Wanneer U Uzelf gelijk aan God maakt, weten wij dat U krankzinnig bent (en we begrijpen dat het woord krankzinnig daar, natuurlijk 'gek' betekent), en U bent gek. U bent een Samaritaan. U hebt een duivel", enzovoort.
Maar Jezus zei: "Onderzoekt de Schriften; want gij meent daarin het eeuwige leven te hebben; en die zijn het die van Mij getuigen. Die zijn het, die van Mij getuigen." Getuigen is 'getuigenis afleggen'.
Wanneer u naar een rechtszaak gaat om een getuige te zijn, getuigt u voor iemand. Zie? En Jezus zei: "De Schriften zijn het die getuigenis van Mij afleggen." Daarom was Hij Gods Woord uitgedrukt in menselijk vlees. Ziet u het? Gods belofte vleesgeworden om Zichzelf uit te drukken; dat is wat Christus was, het Woord van God uitgedrukt in menselijke vorm. Het Woord was vleesgeworden en woonde onder ons.
Opnieuw zei Hij tot hen: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet. Maar hoewel u Mij niet gelooft, geloof de werken." Zie, dat is God Die Zichzelf uitdrukt door het vlees. Hij was God vleesgeworden, het Woord, het levende Woord.
33 Dat is de reden dat Christenen... Ik denk dat het zo echt is vanavond, en zo... en dat wij het juiste soort leven zouden moeten leven, omdat (ziet u?) er veel mensen zijn die geen tijd zullen nemen om de Bijbel te lezen, maar zij zullen u lezen. Kijk, u bent een geschreven brief van God; een echte, waarachtige, wedergeboren Christen is het Woord opnieuw uitgedrukt, want u bent geschreven brieven van God, gelezen door alle mensen.
Wat voor soort persoon zouden we moeten zijn als we weten dat ons leven een open, levende Bijbel is voor de ongelovige, om God uit te drukken in ons eigen leven? Merk op. Nu, wij zien dat Hij het Woord was, en het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond.
Nu ontdekken we dat in Hebreeën (u schrijft het op), Hebreeën 4:12, de Bijbel zegt dat het Woord van God scherper is dan een tweesnijdend zwaard, zo diep snijdend dat het zelfs het merg van het bot scheidt, en dat het een Onderscheider is van de gedachten die in het hart zijn.
Het Woord van God onderscheidt de gedachten die in uw hart zijn. Daarom weet God, het Woord zijnde, vanavond precies waarover u zelfs nu aan het denken bent, precies op dit ogenblik. Zouden onze gedachten dan niet zuiver, rein, en heilig moeten zijn; altijd het beste ervan denkend?
34 Jezus zei tegen de Farizeeën, zei: "Hoe kunt u goede dingen spreken, want uit het..." Hij zei: "U, huichelaars, uit de overvloed van het hart spreekt de mond." Zie, ze dachten iets in hun hart maar zeiden iets anders met hun mond. Dus dat maakte hen huichelaars. Zei: "Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl uit de overvloed van het hart..." Hij wist wat er in hun hart was. Zie? "Hoe kunt u goede dingen zeggen, terwijl u uit uw hart zou moeten spreken?"
Daarom zouden wij nooit iets anders moeten zeggen dan wat wij geloven en verstaan, en laat het puur, onbezoedeld, en heilig zijn. En laat ons gesprek schoon en zuiver zijn, onze gedachten de beste dingen denken, Gods gedachten denkend, bij Gods programma blijvend, en bij de dingen van de wereld vandaan.
35 Het is jammer dat de dingen van de wereld de kerk zozeer hebben veroverd in deze dagen. En Satan deed het op een ruwe manier, door de televisies regelrecht in de huizen te brengen, en dingen, en de gedachten van de mensen te bederven, zodanig dat vandaag een groot percentage van de kerk die zichzelf Christenen noemen, thuis zal blijven van een gebedssamenkomst op een woensdagavond, om naar een favoriet programma van iemand uit Hollywood te kijken, of ergens vandaan, dat zelfs niet op het scherm had mogen komen, waarin men misschien leeft met drie of vier mannen, of vrouwen, waarin men zich misdraagt en elk soort van leven leidt, naar dronkemansfeesten gaat, en rookt, en liegt, en alles doet wat verkeerd is.
En onze kerken volgen de mode... Zelfs onze kleding in deze dag begint op Hollywood te lijken. Wat jammer dat het zo moet zijn, dat onze gedachten denken... niet zuiver en heilig met Christus kunnen blijven. Het heeft iets gedaan met de gemeente. Het heeft haar verlamd en het heeft iets verschrikkelijks gedaan. Al onze kranten, en alles, lijken gewoon bedorven te zijn. Maar luister, vrienden, het is in dat uur van bederf, en in die tijd van bederf, dat God er een bruid voor Zichzelf uittrekt die uit dat bederf komt. Dat is waar Hij naar uitkijkt, om een gemeente te krijgen die bij Zijn Naam genoemd wordt, iemand die zoekt naar een leven dat geen einde heeft.
36 Wat als ze u vanavond tijd zouden geven waardoor u tienduizend jaar zou kunnen leven, en koning zou kunnen zijn over de gehele aarde? U zegt: "Zou u dat ruilen voor uw ervaring, meneer Branham?" Beslist niet. Als ik tien miljoen jaar leef, en nooit een dag ouder word dan twintig jaar, en ik bezat de hele aarde en alles wat daarin is, en had de garantie dat ik gedurende tien miljoen jaar nooit ziek zou zijn, dan zou ik het toch aan ze teruggeven. Ik heb iets beters dan dat. Ik heb eeuwig leven. Ja.
Wanneer die tien miljoen jaren voorbij zijn van mijn eeuwig leven, wel, het zal zelfs niet zijn alsof... Het had nooit een begin, daarom kan het niet eindigen. Ik word een zoon, en u wordt een zoon en dochter van God. En God begon nooit, dus eindigt Hij nooit. Het Woord van God moet dus uitgedrukt worden in ons eigen wezen.
37 Welnu. Nu ontdekken we, dat toen Jezus naar de aarde kwam... Nu, om het Woord van God uit te drukken, moest Hij een profeet zijn, omdat het Woord van de Heer altijd tot de profeten kwam. Nu, wij weten dat.
Nu, in Deuteronomium, het achttiende hoofdstuk, staat dat... Mozes zei (de grote leider die zij... die God had gekozen en gezonden, met een Licht boven hem, een Vuurkolom, die de kinderen naar het beloofde land had geleid overeenkomstig wat Hij vele jaren daarvoor aan Abraham had verteld, en hen daarheen had geleid), hij zei in zijn tijd van heengaan: "Nu, de Here, uw God, zal uit uw broeders een profeet verwekken, als mij."
En hij ging verder en zei dat de mensen die deze profeet niet zouden geloven, zouden worden afgesneden van de gemeente. En zij verloochenden Hem en geloofden Hem niet, en ze werden afgesneden van de gemeente. Dat is precies juist. Merk op. Hij moest dus een profeet zijn.
38 Als u in Johannes 5:19 leest, zei Jezus Zelf, nadat Hij het badwater van Bethesda voorbij was gegaan... En daar vond Hij deze man die daar lag, en ze stelden Hem vragen over het genezen van de rest van hen, of wat ze ook deden. Hij zei: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: de Zoon kan niets van Zichzelf doen dan wat Hij de Vader ziet doen; dat doet de Zoon desgelijks."
Nu, gelooft u dat dat een geïnspireerde Schriftplaats van God is? Dus Jezus heeft nooit één wonder volbracht of iets gedaan tenzij Hij het eerst door een visioen de Vader zag doen. U kunt Hem niet laten liegen, en Hem God laten blijven... Zie?
U moet het Woord geloven, precies op de manier waarop het geschreven is. Er is geen tegenstrijdigheid in. Ik heb door de jaren heen gevraagd of één persoon mij een tegenstrijdigheid kan aantonen. Die is er niet. Hoewel het gehele Boek van zesenzestig delen honderden en honderden jaren uit elkaar geschreven werd door verschillende profeten enzovoort, komt evenwel elk woord precies samen en past het precies in elkaar. Dat is juist. Het spreekt Zichzelf niet tegen. Dat doet het niet.
We zien dus dat het Woord waar is. Op die manier kunt u geloof hebben, niet in een kerk, in een organisatie, maar in het Woord. Dat is de zaak die niet zal vergaan.
39 En als God ooit op het toneel wordt geroepen om een beslissing te nemen, dan moet Hij bij de allereerste beslissing die Hij neemt, voor altijd bij deze zelfde beslissing blijven.
Nu, kijk. U en ik kunnen een beslissing nemen, en misschien komen we er na een tijdje achter dat we verkeerd waren, dus nemen we een andere beslissing. Het is een betere. Later komen wij erachter dat we daar verkeerd waren. We nemen een andere beslissing omdat wij eindig zijn, menselijke wezens van de aarde, schepselen van tijd.
Maar God is oneindig, daarom kan Hij geen betere beslissingen nemen, want elke beslissing is perfect. Als het... En als Hij... Als het niet... Als Hij op het toneel geroepen wordt om een persoon te redden, moet Hij voortdurend bij dezelfde basis blijven als waarop Hij de eerste persoon redde. Als Hij dat niet doet, dan deed Hij het verkeerd toen Hij de eerste keer handelde. En dan zou u moeten zeggen dat God een fout heeft gemaakt.
Nu, u zou zeggen: "Ik heb me vergist. Ik had dat niet moeten doen. Ik ga het op uw manier doen, of het op een ander manier doen." Nu, zou dat een God zijn? God is oneindig. Op welke basis was het dat God de mens de eerste keer redde? Onder vergoten bloed, en Hij heeft het nooit veranderd, en Hij zal het nooit veranderen. Zeker. Het is het bloed dat redt.
40 In de hof van Eden werd een onschuldig dier gedood, bloed werd vergoten om Adam en Eva te redden van de kwellingen die wachtten, de hel: een onschuldig bloed. En vandaag, hoewel wij geprobeerd hebben om de mensen er toe te onderwijzen, geprobeerd hebben mensen zover te brengen door denominaties; we hebben van alles geprobeerd, maar we ontdekken dat we mensen scheiden. Maar onder één ding, het vergoten bloed, kunnen wij allemaal broeders en zusters in Christus zijn. Het is nog steeds het vergoten bloed van een Onschuldige dat redt.
Goddelijke genezing was gebaseerd op... De eerste keer dat God ooit op het toneel geroepen werd om een man te genezen, het eerste, zo verstaan wij, was voor zijn verlamming. En toen Hij dat deed, baseerde Hij het op deze basis: "Indien gij zult geloven..." en Hij heeft het sindsdien nooit veranderd. Het is een geloof in Gods belofte. Daarom moet het voor eeuwig hetzelfde blijven zoals...
41 Merk op, dat Hij in het offer van Abraham scheidde... Toen Hij de bevestiging gaf, in het zestiende hoofdstuk van Genesis, toen Hij deze... Hij nam de vrouwelijke geit en de vaars en sneed ze doormidden, omdat de dispensatie van een natuurlijk lam tot het Lam van God kwam. Maar hebt u opgemerkt dat Hij de duif en tortelduif nooit gescheiden heeft? Ze hebben altijd Goddelijke genezing vertegenwoordigd, want als een melaatse of zoiets gereinigd werd, dan doodden ze één vogel en goten het bloed op de andere, op zijn vleugels. Die ging weg, roepend: "Heilig, heilig voor de Here", de aarde besprengend voor een verzoening. En de vogels werden niet gedeeld omdat dit in de verzoening was inbegrepen.
En als de oude verzoening Goddelijke genezing inhield, hoeveel groter is deze verzoening, de nieuwe? Zie? Er is dus geen twijfel over bij God.
42 Nu, hier was Hij. Hij kwam om het Woord van God te vervullen. Om het Woord van God te vervullen, moest Hij de uitdrukking van Gods Woord zijn. Nu, let op wat we krijgen. We gaan terug. We zouden veel tijd kunnen nemen, maar dat zullen we niet doen. We zullen tijd sparen als we dat kunnen.
Merk op. We zien Zijn bediening hier beginnen in Johannes, en we ontdekken... Wij weten over Zijn geboorte, en hoe Hij uit de woestijn kwam en door Johannes gedoopt werd, en toen de woestijn inging en door de duivel werd verzocht gedurende veertig dagen, daarna kwam Hij uit de woestijn. En onmiddellijk begonnen grote tekenen en wonderen te gebeuren. Nu, Johannes getuigde ervan, zag het teken van de Messias.
43 Nu, Johannes ging niet naar school om dit te leren, hoewel zijn vader een priester was. Zijn vader stierf toen hij ongeveer negen jaar oud was. In plaats van de gewone lijn van zijn vader te volgen om een priester te worden, enzovoort, met al de scholen, was zijn taak te belangrijk. Hij moest de voorloper van de Messias zijn. Hij zou degene zijn die Hem zou introduceren.
Van hem werd geprofeteerd door de profeet Jesaja 712 jaar voordat hij werd geboren: "Er zal een stem zijn van één in de woestijn, die roept." En ook vierhonderd jaar voor zijn geboorte, Maleachi [Broeder Branham zegt per ongeluk Micha – Vert], de laatste profeet, zei: "Zie, Ik zend Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht om de weg te bereiden."
Daarom moest hij geen enkel idee van een school aannemen. Hij moest de woestijn ingaan. En toen hij er weer uitkwam... Hij bleef daar tot hij er zeker van was dat hij het teken kende. En hier is wat hij zei: "Hij Die mij in de woestijn vertelde om te gaan dopen met water, zei: 'Op Wie gij de Geest zult zien nederdalen en daar blijven, Hij is Degene Die zal dopen met de Heilige Geest en vuur.'" Hij moest zeker zijn.
En vrienden, als Christus zou komen, en Johannes zeker moest zijn van wat hij deed... Laat dit diep in uw hart zinken. Wij moeten hier zeker van zijn. Er gebeuren allerlei dingen, maar wij moeten zeker zijn. U krijgt niet de gelegenheid om terug te komen en het opnieuw te proberen. U doet het nu of nooit. Dit is uw tijd.
44 Nu, Jezus, onmiddellijk... Er was een man die Andreas heette, een vooraanstaande man, fijne man, een visser. Hij en zijn broer Simon visten samen. Dus ze hadden gehoord van de bediening van Johannes. En omdat ze religieus waren, hadden ze de Schriften heel veel samen bestudeerd en wisten ze dat er een Messias zou komen.
Hun vader, Jonas, was een Farizeeër, een leraar. En nu – zo wordt ons verteld – op een dag zat hij aan de zijde van zijn kleine schip en hij zei tegen Andreas en Petrus: "Mijn jongens, ik heb altijd gedacht dat ik zou leven om de Messias te zien." Maar terwijl zijn grijze haren in de wind wapperden, met zijn gerimpelde huid, zei hij: "Ik zal worden vergaderd met mijn mensen, dus ik vermoed dat ik Hem niet zal zien. Maar misschien zullen jullie Hem zien in jullie dag."
"Nu, zoon, wanneer de Messias komt, zullen er vlak voor Zijn komst allerlei dingen gebeuren, allerlei messiassen. Maar wordt niet misleid, mijn zonen. Onthoud, de Bijbel leert ons, Mozes, onze profeet, leert ons dat wanneer de Messias zal komen, Hij een profeet zal zijn; niet een opvoeder, geen geleerde, maar een profeet, de Koning-Profeet waarin al die grote gaven die in die profeten waren, allemaal verzameld zullen zijn in één Godheid. Zie? Hij zal een Koning-Profeet zijn."
"Jullie moeten onthouden, dat Mozes ons waarschuwde om niet misleid te worden, maar de Here God zou deze Messias verwekken, en Hij zou een profeet zijn."
45 Dus toen Johannes kwam, vroegen ze het hem. Hij zei: "Zijt gij die profeet?"
Hij zei: "Ik ben Hem niet. Maar Hij komt na mij. Ik ben niet waardig om de riem op Zijn schoenen te dragen. Hij komt na mij. Ik ben die Profeet niet, maar Hij zal na mij komen. En ik zeg u dat Hij nu onder u is, en dat u het niet weet." En Hij was er. Zei: "Er staat er Een onder u op dit moment, Die gij niet kent. Deze is het."
Hij was er zo zeker van dat Hij leefde in die dag vlak voor... Hij wist dat het zijn taak was om de Messias aan te kondigen. En toen hij de komst van de Messias aankondigde, wist hij dat het precies daar in dat tijdperk moest zijn. Dus zei hij: "Hij is onder u. Hij is vandaag op aarde. Hij staat onder u."
46 My, nu wat was... Zou dat niet een lokaas zijn geweest voor al de denominaties van die dag? "Wel, hier hebben wij dr. Zo-en-zo, Rabbi Zo-en-zo. Kijk eens wat een fijn uitziende jonge kerel hij is. Kijk hoe hij zijn haar kamt, hoe goed hij spreekt. Wel, hij is... Wel, hij is afgestudeerd... Hij haalde zijn bachelor in de schone kunsten toen hij nog maar vijftien jaar oud was. Wel, u weet dat het de Messias is." Zie?
Maar Johannes zou zijn hoofd geschud hebben. Hij zei: "Hij Die mij in de woestijn vertelde om te gaan dopen met water, zei: 'Op Wie ik de Geest zie neerdalen, dit Licht uit de hemel zie neerdalen, en op Hem komen, dat is Degene.' Ik wacht om Hem te vinden." Op een dag liep hij daar buiten, en daar was Hij. Hij zag Hem. Een Man zonder opleiding, ging nooit een dag naar school in Zijn leven; wij hebben geen verslag dat Hij ooit naar school ging, schreef nooit een boek. Niets. Wij weten nauwelijks... Hij kwam gewoon naar voren, en ging op dezelfde manier weg. Maar Hij was Immanuël.
47 Hier was Andreas die deze samenkomsten had bijgewoond en naar Johannes had geluisterd, en hij stond daar die dag en hoorde Johannes zeggen: "Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!" Johannes stond daar verbaasd naar iets te kijken, hier daalde het neer, een stem zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie het Mij behaagt om in te wonen." Niemand anders hoorde het; niemand anders zag het. Maar Johannes getuigde dat hij het zag.
Waarom? Het was hem beloofd. De rest van de wereld zou hier niet zitten vanavond. U werd iets beloofd, en u zoekt ernaar. Dat is de reden waarom Hij Zichzelf openbaart op dezelfde manier.
48 Zij waren dus aan het opletten. Johannes legde er getuigenis van af. Andreas ging naar huis en hij zei tegen Simon die avond: "Wij hebben de Messias gevonden."
Wel, ik kan me voorstellen dat Simon zei: "Nu, wacht eens even, Andreas. Ons is iets beters geleerd. Nu, een zekere woestijn, een zogenaamde profeet daar, o, je zegt maar wat."
En op een dag ging Simon met hem mee in de tegenwoordigheid van de Here Jezus. Nu, Simon was ongeschoold. Wij weten dat de Bijbel zei dat hij zowel onwetend als ongeletterd was. Hij kon niet eens met zijn eigen naam ondertekenen. Dat is het soort persoon dat God uitkoos. En als opleiding zo belangrijk is, waarom heeft Hij niet... waarom heeft Hij dan zo'n persoon uitgekozen om hem de sleutels tot het Koninkrijk te geven?
Kijk, wij wijken van het spoor af. Nu, ik ondersteun geen analfabetisme; ik vermeld alleen feiten. God wil een nederig hart. Ik zou liever hebben dat mijn kinderen Jezus Christus als hun Verlosser zouden kennen, en niet eens weten hoe ze met hun naam moesten ondertekenen, dan te hebben... dan de beste opvoeder te zijn die er in de hele wereld is. Dat is juist. Merk op. Want het betekent eeuwig leven om Hem te kennen.
49 Hier was Hij. Simon liep tot in Zijn tegenwoordigheid. Hij zei: "Kom gewoon een keer naar Hem luisteren. Hij zal nu over een paar dagen beginnen te prediken, want Hij is uit de woestijn gekomen. En het volk begint te komen, en Hij is begonnen te bidden voor de zieken en ze worden genezen. En zou dat niet de Messias zijn?"
"Nu, kijk hier, Andreas. De Messias zal volgens het Woord een profeet zijn."
"Wel, ik geloof dat Johannes een profeet was."
"Welk teken heeft hij getoond om te laten zien dat hij een profeet was?" Hij heeft alleen gesproken. Zie? Juist.
Maar kom naar deze persoon. Nu, hier komt Simon Pe-... Simon en loopt tot in Zijn tegenwoordigheid. En zodra Jezus hem zag, zei Hij: "Uw naam is Simon, en u bent de zoon van Jonas." Dat deed het. Hij wist toen meteen dat dat de Messias was. Waarom? Niet alleen kende Hij hem, maar hij kende die godvruchtige oude vader van hem die hem in het Woord had gehouden. Ziet u hoe alles in elkaar past? Simon Petrus herkende snel dat dat de Messias was, en hem werden de sleutels van het Koninkrijk gegeven.
50 Er stond er daar één, genaamd Filippus. Hij was ook een Bijbellezer geweest, en hij en een man genaamd Andreas hadden veel contact gehad; zoals u, mensen, die naar het huis gaan... Als u gelooft... Hoevelen van u studeren met elkaar, bestuderen het Woord? En u gaat naar het huis, en u doorzoekt de Schriften?
En ze waren bezorgd over de tijd waarin ze leefden, daarom onderzochten ze de Schriften heel nauwkeurig. En toen ze dat deden, ontdekten ze wat Hij zou zijn. En toen Filippus dat zag, was dat genoeg voor hem. Rondom de berg ging hij, dat is ongeveer vierentwintig kilometer om de berg heen. Als u ooit in Palestina bent, kunt u de plaatsen markeren. En hij ging er op een dag omheen en kwam de volgende dag terug.
51 Nu, toen hij Nathanaël vond, was hij daar in de boomgaard, in zijn besloten plaats van vijgenbomen, en hij was daar aan het bidden. En hier komt Filippus aan om hem te zoeken. Hij vond hem op zijn knieën aan het bidden, biddend tot God. Nadat hij klaar was met bidden, stond hij op. En hij zei: "Nathanaël, kom en zie Wie wij gevonden hebben. Wij hebben de Messias gevonden waarover Mozes heeft gesproken, de Profeet waarvan Mozes zei dat de Here onze God Die zou verwekken. Wij hebben Hem gevonden."
Ik kan me voorstellen dat Nathanaël zei: "Filippus, wat bedoel je? Wie is het?"
"Het is Jezus van Nazareth, de zoon van Jozef."
Nu, dat was teveel voor die kerel. Hij zei: "Zou er iets goeds uit Nazareth kunnen komen, dat stelletje heilige rollers, of (excuseer mij) mensen daarginds? Kan er iets goeds uit hen voortkomen? Wel, wij weten dat als het van ergens komt, het van onze denominatie hier zal komen. Zou daar iets goeds uit kunnen komen?"
Nu, Filippus gaf hem het beste antwoord dat iemand hem kon geven. Hij zei: "Kom, zie." Blijf niet thuis om te bekritiseren. "Kom, neem de Schriften en ontdek of het juist is of niet."
52 Onderweg langs de berg kan ik hun gesprek horen. Ik kan Filippus hier tegen Nathanaël horen zeggen: "Nathanaël, herinner je je nog die keer dat je die vis kocht daar beneden bij de rivier van die oude visser genaamd Simon, die dat ontvangstbewijs niet voor je niet kon ondertekenen?"
"Ja, ik herinner me hem. Juist. Nu, o, ik kende zijn vader. Ik kocht vis van Jonas, zijn vader. Hij heeft een zoon die Andreas heet."
"Ja, ze zijn allebei gelovig. En zodra Simon in de tegenwoordigheid van deze Messias kwam, keek Hij hem in het gezicht en noemde hem Simon, en vertelde hem de naam van zijn vader."
"Nu, wij weten dat de Schrift zegt dat de Here een profeet zal doen opstaan. En wij zijn Joden, en wij staan erom bekend onze profeten te geloven. En onze Bijbel vertelt ons hier ook dat 'als er een is die geestelijk is of een profeet onder u, dat Ik, de Here, tot deze profeet zal spreken. En als wat hij zegt komt te geschieden, hoor dan naar hem. En als het niet geschiedt, hoor hem dan niet.' En hier is een Man en wat Hij zegt is precies zo, om te bewijzen dat het juist is. Het zou me niet verbazen als Hij jou zou roepen wanneer je voor Hem komt."
53 In orde. Toen ze in Zijn tegenwoordigheid kwamen, was Jezus misschien bezig met een gebedsrij, of wat het ook was. Hij kan in het gehoor hebben gestaan. Maar waar het ook was, toen Jezus hem in het oog kreeg, zei Hij: "Zie, waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is." Dat bracht hem van zijn stuk.
Hij zei: "Rabbi, hoe kende U mij?" Nu, ze kleedden zich allemaal op dezelfde manier. Ze droegen baarden, tulbanden, gewaden. "Rabbi, van wanneer kende U mij?"
Hij zei: "Eer Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom zat, zag Ik u." O, wat een ogen. "Ik zag u onder de vijgenboom."
54 Weet u wat... Dat bracht mannen van de Schrift tot het besef, bracht dat voorbestemde zaad tot eeuwig leven, en toen dat Licht over hem heen flitste, zei hij: "Rabbi! Gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de Koning van Israël!" Het was niet Zijn kleding die het deed, noch Zijn grootte, de stijl van Zijn haar, de manier waarop Hij Zijn baard scheidde, maar de Geest Die in Hem was, toonde dat het God was, het Woord vleesgemaakt, omdat het de gedachten die in het hart zijn, kon onderscheiden.
Dat was Jezus gisteren. En als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid, zal Hij hetzelfde zijn. Dat is hoe Hij vandaag zou zijn. Is dat juist? Als dat Jezus was, zou het dezelfde Christus zijn.
55 Zie, zoals ik al een paar avonden geleden zei, als u al het leven uit een perzikboom zou kunnen nemen, en het leven van een perenboom zou overbrengen in de perzikboom, zou hij perziken dragen. Zeker. Het soort leven dat er in zit, dat is wat het draagt. "Aan hun vruchten zult gij ze kennen." Jezus zei in Johannes 14:12: "Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen." [Leeg gedeelte op de band – Vert]
"... de Zoon des mensen, de engelen die opklimmen en neerdalen", enzovoort.
U bent in positie. U hebt uzelf in positie gebracht door Hem te herkennen, zodat... U bent nu een kandidaat om grotere dingen te zien. O, als wij onszelf maar in die positie kunnen krijgen om Hem te herkennen, dan zullen wij genezing in ons lichaam zien plaatsvinden, dan zullen wij vreugde naar binnen zien komen, en zullen we geweldige dingen zien gebeuren.
56 Nu, misschien stond zijn priester daar. O, er stonden daar mensen die het niet geloofden, de leraren van die dagen stonden daar met hun handen achter zich. Ze wisten dat ze aan hun gemeente een antwoord moesten geven. Het was al gedaan. Weet u wat ze zeiden? Ze zeiden: "Deze man is Beëlzebul", de duivel, waarzegger.
En Jezus zei: "Ik vergeef het u, dat u Mij zo noemt. Maar op een dag zal de Heilige Geest komen om hetzelfde te doen, en één woord daartegen te spreken zal nooit vergeven worden in deze wereld, noch in de wereld die zal komen." Dat is hoe zonde-ziek, hoe het in deze laatste dag is. Wij hebben tweeduizend jaar van onderwijs gehad. Daar was Hij. Wat zouden we door kunnen gaan om over deze karakters te spreken, maar omwille van de tijd... Misschien zullen wij het morgenavond weer oppakken.
57 Merk op. Dat is hoe... Nu, bedenk, er waren er daar die heilige mannen waren; ze waren goede mannen; ze waren leraars. Maar Jezus zei: "U reist zeeën over om één persoon Jodengenoot te maken. En wanneer u hem in uw schaapskooi binnenbrengt, is hij tweemaal meer een kind der hel dan hij was om mee te beginnen," zei Hij, "want u maakt de geboden van God krachteloos door uw tradities."
En dat is wat er vandaag aan de hand is. Wij hebben de traditie genomen en die toegevoegd aan de kerk, in plaats van te nemen wat God zei. Zie? Nu, u weet dat Jezus Christus niet op de verkeerde manier kwam. Hij kwam precies zoals de Bijbel zei dat Hij zou komen. En hun tradities hadden het vastgesteld als een bepaalde glamourversie van Christus, maar Hij kwam arm en nederig, gewoon precies zoals de Bijbel zei dat Hij zou komen. En Hij deed precies hetzelfde en toonde Zijn Messiaanse teken precies op de manier dat de Bijbel het had gezegd. Maar het was hun niet geleerd om het op die manier te geloven.
God, laat het niet gebeuren dat we het deze keer missen. Laten we een open hart en een open geest hebben om te luisteren. Maak het Woord...
58 Hij was het Woord, en het Woord was God, en het Woord werd vlees gemaakt. En hetzelfde Woord beloofde: "Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien; want Ik..." (En 'Ik' is een persoonlijk voornaamwoord.) "... Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de voltooiing." In orde. "En de werken die Ik doe, zult u ook doen. Weest niet bezorgd over wat u gaat zeggen, want u bent het niet die spreekt. Het is de Vader, de Heilige Geest, Die in u woont. Hij doet het spreken. Ik doe niets tenzij de Vader het Mij toont." Hij zag een visioen.
Nu, hetzelfde geldt vandaag opnieuw. Alles wat God was, goot Hij uit in Christus. Alles wat Christus was, goot Hij uit in de gemeente. Het is de hele tijd dezelfde God. God boven ons, Hij kon niet dichtbij ons komen omdat wij zondig waren. Het bloed van lammeren kon de zonde niet wegnemen. Maar toen werd God vlees gemaakt en woonde onder ons. Wij geloven dat. God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Elke Christen gelooft dat.
59 Wanneer ze vandaag proberen Hem alleen tot een filosoof of een leraar te maken, word ik toornig. Hij was Goddelijk. Hij was meer dan een leraar of een filosoof. Hij was Immanuël. God schiep voor Zichzelf een lichaam, Zijn Zoon, en kwam neer en woonde in dat lichaam: God in Christus.
"Ik ben het niet Die de werken doe; het is Mijn Vader. Hij toont Mij wat Ik doen moet, en Ik handel gewoon in Zijn tegenwoordigheid, in Zijn plaats." Johannes... O my. Het is heel gemakkelijk (zie?) om te zien waarover Hij het had.
Kijk. Toen Hij hier op aarde was, zei Hij: "Ik kom van God; Ik ga naar God." Is dat juist? Nu, elke leraar weet dat die Vuurkolom die de kinderen in de woestijn volgde... of de wilder-... of, de kinderen van Israël volgden die Vuurkolom, dat dat Christus was. Ieder van u gelooft dat, nietwaar? Was de Engel des Verbonds...
60 Mozes verzaakte Egypte, de smaad van Christus grotere rijkdom achtend dan de schatten van Egypte. Het was Christus. Dan, hier was die Engel die was in... Wel, Hij zei hetzelfde. Hij vertelde het hun. Hij zei zelfs... Hij was: "Eer Abraham was, BEN IK." IK BEN was Degene Die bij Mozes was in de woestijn in die brandende struik, voordat... Het is Johannes 6: "Eer Abraham was, BEN IK", en dat was een moraal voor alle generaties. Niet: "Ik zal zijn, Ik was", "IK BEN" (tegenwoordige tijd), Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid.
61 Zijn dood, begrafenis, opstanding... En iemand, genaamd Saul, was op weg naar Damaskus om de mensen te arresteren omdat ze op deze manier geloofden. En rond het middaguur werd hij neergeslagen door een Licht, hetzelfde Licht. Het kan niet veranderen. Het moet hetzelfde blijven. "Ik kom van God (vleesgeworden), Ik ga naar God." Amen.
Hoe weet u dat het dezelfde God was? Hij zei: "Here..."
Hij zei: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?"
Hij zei: "Wie bent U, Here?"
Hij zei: "Ik ben Jezus."
Hij was het Die in die nacht kwam, dat Licht, en de ketenen van Petrus afnam, de poort opende en hem eruit leidde, de Engel des Heren. "Ik kom van God, en Ik ga naar God", Hem tot Jezus Christus makend, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Hij is met ons vanavond, dezelfde God.
Let op, in Abraham. Hij toonde hun voortdurend tekenen tot aan Abraham, maar kwam tenslotte tot het meester sluitingsteken.
62 Nu. Nu bedenk, wij zitten hier vanavond. Ik zie enige van mijn Indiaanse vrienden van daarginds hier. Ze zijn Indianen; hier zijn Duitsers, Zweden, Ieren, allerlei verschillende soorten mensen, of wat wij nationaliteiten noemen. Maar er is slechts... Wij komen allemaal van één man, Adam. En er zijn slechts drie rassen in de hele wereld, en dat zijn de mensen van Cham, Sem en Jafeth, want uit die drie... Na de antediluviale vernietiging was er niemand op aarde.
63 En merk Petrus op met de sleutels. Hij opende het voor de Joden op Pinksteren, voor de Samaritanen, en vervolgens voor Cornelius. En vanaf toen was het voor iedereen. Zie? Dat zijn Joden, Samaritanen en heidenen. Nu, let op, de Joden en Samaritanen... De Samaritaan was half-Jood en heiden. Dus ze geloofden in een God, maar ze keken uit naar een Messias. En als zij uitkijken naar een Messias, is Hij verplicht om tot hen te komen. Amen. Ik voel mij zeer religieus, precies nu. Weet dat Hij Zijn belofte houdt.
Nu, Hij kwam tot de Jood, de uitverkoren Jood, en Hij maakte Zijn teken bekend voor hen allemaal. Sommigen zeiden: "Huh, Beëlzebul. Hij is een waarzegger", noemden de werken van God een onreine geest die de gedachten kon onderscheiden; niet wetend dat het Woord een Onderscheider is van de gedachten, een profeet, tot wie het Woord van de Here kwam, tot de profeet, het maakt van hem ten dele het Woord. Zoals wij vanavond zijn, delen van het Woord. Hij had het volle Woord: de volheid van God was in Hem. Hij had het zonder mate; wij hebben het met mate. Maar het is dezelfde Geest.
64 Merk op. En hier stond Hij en deed precies het Messiaanse teken, en nu en dan zou slechts een van de Joden Hem geloven. Nu, er waren daar mensen die Hem niet zouden geloven, en u kon niet zeggen dat ze geen goede mensen waren. Beslist niet. Het waren goede mensen. Ze moesten goed leven. Je kon niet zeggen dat ze niet eerlijk waren en oprecht, en ze zouden niet bedriegen of stelen. Beslist niet. Maar die dingen redden u niet. Het is niet door goede werken dat we gered worden. Als goede werken het gedaan zouden hebben, had Christus niet hoeven te sterven.
Ziet u, het is een geboorte. U moet wederom geboren worden. U moet het gewoon worden. Er is helemaal geen manier om er onderuit te komen. "Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk niet zien."
Nu, kijk. Zonde is niet liegen, stelen, drinken, overspel plegen. Dat is geen zonde. Dat zijn de attributen van ongeloof. De enige zonde die er is, is ongeloof. De enige gerechtigheid die er is, is geloof. Geloof en ongeloof, dat zijn de enige twee bronnen waar het vandaan komt. De Bijbel zegt: "Die niet gelooft, is reeds veroordeeld."
Dus dan, ongeacht hoe religieus... De religie van Boeddha... Die Mohammedanen zijn zo eerlijk als de dag lang is. Zie? Zeker. Ze zijn religieus, vriendelijk, aardige mensen, maar ongelovigen. Dus dat maakt hen zondaren. En voor iedereen die niet elk woord van deze Bijbel gelooft, geldt dat de geest in u verkeerd is. De Heilige Geest schreef de Bijbel. Het staat er zo. Hebreeën, het eerste hoofdstuk zegt: "Mannen van ouds gedreven door de Heilige Geest hebben de Bijbel geschreven." Juist. Dus de Heilige Geest schreef de Bijbel. Kan Hij Zich dan omkeren en het ontkennen, of er iets in injecteren dat niet juist is? De echte Heilige Geest in het leven van ieder mens zal elk vers in die Bijbel beklemtonen met een "Amen". De echte Heilige Geest, Die gelooft het.
65 Nu, deze Samaritanen keken uit naar een Messias. De Joden kwamen, Hij bewees Zichzelf als Messias. En toen Hij dat deed, erkenden ze dat dat de Messias was. Anderen wilden het niet erkennen omdat hun kerk hen erbuiten hield. Wel, u weet wat er gebeurde.
Dan waren er enkele Samaritanen. Op een dag was Hij daar in Jeruzalem en was onderweg naar Jericho, wat regelrecht de berg af was over het pad dat naar Jericho voert. Maar Hij had een drang om via Samaria te gaan. Dat zou hetzelfde zijn als wanneer ik naar mijn huis in Indiana zou gaan via Californië, een heel eind om. Ik woon in deze richting. Californië is, denk ik, deze kant op (zie?), langs de kust. En ik moet naar het oosten toe.
Maar Hij ging de richting van Samaria op, en Hij stopte bij een stad genaamd Sichar, en Hij zond Zijn discipelen weg om voedsel te halen. En terwijl zij de stad Sichar waren ingegaan, wat gebeurde er toen? Jezus zat daar tegenover de heuvel, en er kwam een kleine vrouw de stad uit. Dat wordt gevonden in Johannes, het vierde hoofdstuk. Uit de stad kwam een vrouw, genaamd de vrouw van Samaria. Nu, luister heel aandachtig.
66 Deze vrouw kwam naar buiten. Nu, zij was een vrouw met een slechte reputatie. Nu, als wij het vandaag zouden zeggen, zouden we "de dame van het rode licht" zeggen, of zoiets. Hier is wat er met haar aan de hand was. Zij had teveel mannen. Ze had vijf mannen gehad, en zij leefde er toen met één. Hij was dus niet van haar.
Zij kwam dus naar buiten om het water te halen rond elf uur, en zij keek daarheen en zag een Jood Die zei: "Vrouw, haal iets te drinken voor Mij."
"Wel," zei zij, "wij hebben (in zoverre), wij hebben afscheiding hier. Wel, U behoort mij dat niet te vragen. Ik ben een Samaritaanse, en U bent een Jood. Wij hebben geen omgang met elkaar."
Wat doet Hij nu? Nu zult u mijn woord moeten geloven. Hij neemt contact op met haar geest. De Vader had Hem verteld om daar naartoe te gaan, maar nu is hier de enige persoon die Hij ziet. En zij is gekomen, dus moet zij diegene zijn. Hij neemt dus contact op met haar geest. Hij zei...
Ze zei: "Wel, onze vaderen dronken uit..."
Maar Hij zei... eerst zei Hij: " Ik... Als u Mij zou vragen, zou Ik u wateren geven die u hier niet komt putten."
Ze zei: "O, de put is diep, en U hebt niets om mee te putten."
Hij begon met haar te praten. Zie? Hij was haar geest aan het opvangen.
En ze zei: "Wel, U aanbidt in Jeruzalem; wij aanbidden op deze berg", enzovoort.
Hij zei: "De ure komt wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid." Hij ving op wat haar probleem was. Hij zei: "Ga heen, roep uw man, en kom hier."
Ze zei: "Ik heb geen man."
Hij zei: "U hebt de waarheid gesproken. Want u hebt vijf mannen gehad, en degene waarmee u nu leeft, is uw man niet."
Kijk naar die kleine vrouw. Zij wist meer over God dan de helft van de predikers van deze dag in haar toestand. Zij stopte. Ze was verbaasd.
Kijk naar hen... Kijk naar die priesters daar, die zeiden: "Deze man is Beëlzebul, een waarzegger."
Maar die kleine prostituee stopte en zei: "Heer, ik zie dat Gij die Profeet zijt. Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen. Maar Wie bent U?"
Hij zei: "Ik ben het, Die met u spreek": Jezus gisteren.
67 Kijk wat ze deed. Ze verliet de waterkruik. Ze rende de stad in, en ze zei tegen die mannen: "Komt, ziet een Mens Die mij de dingen heeft verteld die ik gedaan heb. Is Deze niet de Messias?" Met andere woorden, is dit niet het teken dat de Messias zou tonen?
Kijk naar het verschil, toen dat Licht, die Geest, over dat kleine voorbestemde zaad flitste dat daar lag om... verordineerd tot eeuwig leven. Die religieuze leraars hadden zich er nooit om bekommerd. Ze dachten zoveel van hun manier om dingen te doen, dat dit niet kon... Het moest hun manier zijn, of geen enkele manier.
Maar toen het die kleine prostituee trof, zij was verordineerd tot leven. Ze zei: "Wij weten het; ons werd geleerd; wij geloven..." Amen. "Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen. Wie zijt Gij?"
Hij zei: "Ik ben Hem."
Dat was genoeg. Dat was het. Hier zag zij het teken worden gedaan. Zij wist dat het de Messias was. Ze rende de stad in en vertelde aan de mannen: "Komt, ziet deze Man. Is dit niet precies het teken dat de Messias wordt verondersteld te doen?" Zie? En de Bijbel zegt dat de mensen van die stad in Hem geloofden vanwege het getuigenis van de vrouw. Hij hoefde geen enkel ding meer te doen. De vrouw getuigde dat het de waarheid was. "Hij vertelde mij dat ik vijf mannen heb gehad, en u, mannen, weet dat ik die heb gehad." Dat is het. En Hij was de Messias.
68 Nu, als dat de wijze was waarop ze Hem gisteren kenden, en Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid... U zegt: "Wat met gisteren?" Paulus schreef aan de Hebreeën in de tijd van de Bijbel. Gisteren was het God Die in de profeten was. Gelooft u dat? Kijk naar David die over de berg trok, een verworpen koning, huilend. Ongeveer vijfhonderd jaar daarna zat de Zoon van David op dezelfde berg, huilend, een verworpen Koning.
Kijk naar Jozef, verkocht voor dertig zilverlingen, bijna dertig zilverstukken. Kijk naar hem. Toen hij werd geboren, was hij een profeet. Hij kon profeteren, dingen voorspellen die zouden komen, dromen uitleggen, geestelijk, geliefd door zijn vader... (gehaat...) door zijn vader, en gehaat door zijn broers, precies zoals het was met Jezus. Zie? En hij werd in een put geworpen en werd verondersteld dood te zijn, werd opgenomen en geplaatst aan de rechterhand van Farao. Niemand...
In zijn gevangenis... Net als bij Jezus toen Hij aan het kruis genageld was in Zijn gevangenis, ging er één verloren, werd er één gered. En bij Jozef ging er één verloren, werd er één gered. En hij klom op aan de zijde van Farao, en niemand kon tot Farao komen dan door Jozef. Jezus voer op naar de hemel. Niemand komt tot de Vader, dan door Jezus.
En wanneer Jozef de troon verliet om naar buiten te gaan, werd de bazuin geblazen, en elke knie werd gebogen. "Buig uw knieën. Jozef komt eraan!" En wanneer Jezus de troon verlaat, zal elke knie zich buigen en zal elke tong belijden. Zie? Dat was de Geest van de Messias in die mannen. Dat is de reden dat het Woord van God tot de profeten kwam. En hier werd het volle Woord van God gemanifesteerd om de mens te verlossen.
Nu, als dat is wat Hij gisteren was, dan is dat wat Hij vandaag is. Vervolgens zei Paulus dat Hij voor altijd Dezelfde zal zijn. Dat zien wij dus.
69 Nu, daar kwamen de Jood en de Samaritaan naar voren. Maar wij, heidenen, wij keken niet uit naar een Messias. Wij waren Romeinen, Angelsaksen, die afgoden aanbaden, enzovoort. Wij keken helemaal niet uit naar een Messias, daarom toonde Hij Zichzelf nooit. Geen enkele keer deed Hij dat voor een messias... voor een heiden. Vind het in de Bijbel: niet één keer. Waarom?
Nu, bedenk, Hij kan niet veranderen. En aan het einde van de Joodse bedeling en die... Als Hij bewees dat Hij dat Zelf was en de heidenen door zou laten gaan met alleen theologie zonder hetzelfde te zien, dan is Hij God niet. Hij deed daar iets aan het einde van hun ras en hun tijd wat Hij hier niet deed. Nu, beloofde Hij dat? Ja. Snel nu, en ik zal sluiten.
70 Jezus zei in Lukas: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Dat weet u. Laten we eens op Sodom letten: Abraham, type van de gemeente. Bedenk dat er altijd drie klassen mensen zijn. Dat zijn gelovigen, schijngelovigen, en ongelovigen. Ze zijn er in elke groep. Hier komen ze.
Abraham was al lang onderweg en had grote wonderen gezien van God, grote tekenen. Nu, hij vertegenwoordigt de uitverkoren gemeente. God gaf Abraham het verbond zonder een enkele verplichting eraan verbonden, redde hem in Zijn genade, of door Zijn genade, onvoorwaardelijk: Abraham en zijn zaad. Zie?
U zoekt God niet; God zoekt u. U zegt: "Ik zocht en zocht." Nee, nee. Het was God Die u zocht. U wilde gewoon niet loslaten; dat is alles. Zie? Dat is alles. God zoekt de mens, het is niet de mens die God zoekt. De werkelijke aard van de mens toonde zich in de hof van Eden. Toen hij zondigde – in plaats van ervoor uit te komen en het te belijden – vluchtte hij. Het was niet Adam die door de hof liep en schreeuwde: "God, God, waar bent U?"
Het was God Die zei: "Adam, Adam, waar zijt gij?" Zie? Het is hetzelfde vandaag. Zie? Het is God Die de mens zoekt. "Niemand kan komen, tenzij Mijn Vader hem eerst trekt." Zie?
71 Nu, hier waren ze. Nu, Abraham had grote dingen door God gezien. Nu, Abraham had een familielid, een neef, namelijk Lot. En Lot had zijn eigen keuze gemaakt, en leefde daarbeneden zoals de wereld in Sodom. Kent u het verhaal? Daar waren de Sodomieten: ongelovigen. Daar waren lauwe gelovigen: Lot en zijn gezin. Hier was Abraham en zijn gezin, die hier in hun positie zaten. De tijd was gekomen dat het vuur zou vallen. Wat gebeurde er? Luister nu aandachtig terwijl we sluiten.
Op een dag kwamen er drie engelen aan bij het kamp van Abraham. Een van hen was God Zelf. Abraham noemde Hem "Elohim", wat God is, mijn HERE, hoofdletters H-E-R-E, de in Zichzelf Bestaande. Ze kwamen... Twee van hen gingen Sodom binnen en predikten het Evangelie, en probeerden ze eruit te trekken. Allen die dat geloven, zeg: "Amen." Wij geloven dat. Lot kwam eruit.
72 Weet u nog hoe streng zijn woorden waren? Zelfs de engel zei: "Kijk zelfs niet achterom." En de vrouw van Lot keerde zich om om te kijken, want haar kinderen en kleinkinderen verbrandden daar in de oordelen van God. Zij keerde zich om, en zij staat er vandaag nog steeds. U moet gehoorzamen.
U zegt: "O, het maakt geen enkel verschil wat..." Het maakt wel verschil. Omdat een vrouw slechts een klein beetje van het Woord niet geloofde, heeft dat elke ziekte, verdriet, sterfgeval, en al het andere veroorzaakt, dat was Eva.
En Jezus zei: "Gedenk de vrouw van Lot." Zij had veel meer om naar om te kijken dan wij dat hebben. Haar kinderen en kleinkinderen waren aan het verbranden in het vuur van Gods oordeel, en zij... Die moeder draaide zich enkel om om achter zich te kijken. Alleen was haar bevolen om dat niet te doen door die engel, en zij keerde zich toch om. En zij staat vandaag als een zoutpilaar, een schande, gedurende al de jaren.
73 Merk nu op, deze engelen kwamen, en twee van hen gingen weg en predikten tot Lot en zijn gezin. Zij deden niet zozeer een wonder. Zij deden een paar wonderen zoals de ogen verblinden toen ze kwamen om hen te grijpen. En de prediking van het Evangelie verblindt de ogen van de ongelovige. Maar zij predikten: "Kom uit van hier. Ga weg uit Sodom."
Maar luister, Degene Die in gesprek was met Abraham zei niet: "Kom uit van Sodom", want hij en zijn groep waren niet in Sodom. Dat is de uitverkoren gemeente. Nu, bedenk dat Jezus zei: "Zoals het was in die dag, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Luister nu aandachtig.
74 En nu, hoe velen hier binnen zijn wedergeboren? Laat mij uw hand zien. Geest... In orde. U zou nu in staat moeten zijn om vast voedsel te nemen. Luister aandachtig. "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Nu, deze twee boodschappers, bijzondere boodschappers, gingen daarheen. Lot had zijn boodschap gegeven, maar het had geen enkele waarde voor hen. Ze besteedden geen aandacht aan hem, want het leven dat hij leefde, bewees het: lauwe kerk. Zelfs zijn eigen kinderen geloofden niet eens in hem.
Maar toen deze boodschappers binnenkwamen, zagen ze dat het godvruchtige mannen waren. En als Sodom vandaag niet zijn godvruchtige mannen heeft ontvangen in een Oral Roberts en een Billy Graham, dan heb ik er nooit één gekend: godvruchtige mannen die ze eruit schudden.
75 Kijk naar Billy Graham, die grote evangelist, ginds in Sodom daar, die het uitroept; hij doet geen wonderen. Maar: "Kom hier uit vandaan. Bekeer u of kom om." Hij roept. En luister, wij hebben grote mannen gehad door de eeuwen heen. We hebben Moody, Wesley, Sankey, Finney, Knox, Calvijn gehad – door heel de tijd heen. Maar nooit hebben wij een boodschapper gehad aan die naamkerk wiens naam net zo eindigde als die van Abraham, om te tonen dat hij het zaad van Abraham was: G-r-a-h-a-m, aan de naamkerk. We hebben allerlei namen gehad, maar nooit die naam. Deze is het.
En nu is er een boodschapper gezonden naar de uitverkoren gemeente, Abraham. Let op wat Hij deed. Hij zat daarboven, en Hij zei: "Abraham..." Nu, bedenk dat een dag daarvoor zijn naam Abram was, en de naam van zijn vrouw S-a-r-a-i, Saraï. Veranderde het in Sara, S-a-r-a, en zijn naam werd veranderd van Abram naar Abraham.
76 Let nu op deze Boodschapper. Zag eruit als een man, kleren aan, stof op Zijn kleren, zat daar kalfskoteletten te eten, en melk te drinken, en boter en brood te eten. Juist. Het was God Die daar zat. Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, Sara (S-a-r-a)?" Hoe wist Hij dat zijn naam veranderd was van Abram in Abraham? Hoe wist Hij dat hij een vrouw had? En hoe wist Hij dat haar naam Sara was?
En Abraham zei: "Zij is in de tent achter U." Merk op dat de Bijbel specifiek zegt: achter Hem.
Kijk hier. Hier bewijst... "Ik (persoonlijk voornaamwoord), Ik ga u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens zoals Ik u beloofd heb." Ziet u Wie het was? Het was de God Die heel de tijd met hem had gesproken gedurende de reis, de vijfentwintig jaar dat hij Hem geloofd had. "Ik ga u bezoeken overeenkomstig..." En Sara, nu, zij was negentig jaar oud, en Abraham was honderd. Ze hadden geen huwelijksleven meer als man en vrouw. U weet waar ik het over heb, u volwassenen. Zie, dat... zij... dat was al jaren geleden bij hen opgehouden, omdat ze hoogbejaard waren.
En zij lachte in zichzelf, zoals wij dat in de Verenigde Staten noemen, zij lachte heimelijk, weet u. "Ik, een oude vrouw, en mijn man die daar buiten zit, ook oud, en zullen wij opnieuw genot hebben als een jong gehuwd echtpaar?"
En de Engel met Zijn rug naar de tent gekeerd, zei: "Waarom heeft Sara gelachen, zeggende dat deze dingen niet kunnen gebeuren?" Ziet u welk teken die gemeente kreeg? Ze hadden allerlei soorten tekenen gehad, maar dat was het laatste.
77 Daarna, toen Abrahams zaad door Izak, het natuurlijke zaad, de Jood, aan het einde van hun leven kwam, werd hier diezelfde God gemanifesteerd in het vlees, Zijn Messiaanse teken tonend, hetzelfde. Nu, hier kwamen de heidenen, het koninklijke zaad van Abraham door Christus, aan het einde van hun tijdperk met tweeduizend jaar van leringen.
Nu, de Pinkstermensen kwamen op met het spreken in tongen, uitleggingen, enzovoort, en ze hadden allerlei wonderen. Maar bedenk, hier zijn wij. Wij zijn aan het einde van het tijdperk, wij ontvangen hetzelfde teken als dat ze daar ontvingen aan het eind van het tijdperk, vlak voordat het vuur valt. "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig.
Waar zou u naar uitkijken? Want dat leven dat in Christus was, zou in Zijn gemeente zijn. Zie? God... Die man was God, Die Zichzelf vertegenwoordigde in menselijk vlees, in menselijke vorm. Vandaag vertegenwoordigt God Zich in het menselijk vlees van Zijn gemeente: God, de Heilige Geest, in Zijn gemeente, Zich door Zijn gemeente heen bewegend; in tongen sprekend, tongen uitleggend, de zieken genezend, en dan bij het laatste teken het Woord zodanig manifesteert dat het een Onderscheider is van de gedachten en de overleggingen van het hart. Hoevelen zien dat en geloven dat dat de waarheid is? Laten we bidden.
78 Hemelse Vader, onze harten zijn vol vreugde vanavond, te weten dat Jezus nog steeds leeft. Tweeduizend jaar van kritiek kunnen Hem nooit veranderen. Hij is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Educatieve programma's hebben geprobeerd Hem te veranderen. Grote denominaties zijn opgekomen en hebben geprobeerd om het te veranderen. Maar Hij is de onveranderlijke God. Hij verandert niet.
Op een dag na Zijn dood, begrafenis en opstanding, waren er twee vrienden die over de weg liepen, verdrietige harten op een Paasmorgen. Ze zeiden, pratend over Zijn dood en Zijn begrafenis: "Hoe kon Hij het ooit verdragen om te sterven?" en wat zij dachten dat Hij was.
En een Man stapte uit de bosjes en begon tot ze te spreken. Ze wisten niet Wie het was. Maar toen de avondtijd aanbrak, omstreeks deze tijd van de avond, vroegen ze Hem om in een herberg binnen te komen en de hele nacht bij hen te blijven. "Vraag en u zult ontvangen." Ze sloten de deuren, en daar aan de tafel deed Hij iets op precies dezelfde manier als Hij dat deed voor Zijn kruisiging, en zij herkenden dat niemand dat kon doen zoals Hij. Daardoor wisten ze dat het Jezus was, en Hij verdween uit hun gezicht.
En ze renden weg, en vertelden de andere discipelen: "Waarlijk, de Heer is opgestaan." En ze zeiden: "Was ons hart niet brandende in ons toen Hij tot ons sprak langs de weg?" Sta het vanavond weer toe, Vader. In Jezus' Naam vragen wij het. Amen.
79 Ik begon op te merken dat de mensen vertrokken, en had niet bemerkt... Uw... uw avondtijd komt hier te snel opzetten. Zie? Daarginds thuis rond dit uur 's avonds, o, thuis is het al uren donker. Maar hier lijkt het alsof je net naar bed bent gegaan (de zon is net aan het ondergaan), of je moet al weer opstaan. Dus, het spijt me dat ik u zo lang heb gehouden.
Wij zullen slechts een korte gebedsrij oproepen vanavond en voor de zieken bidden. Ik weet dat dit nieuw zal zijn. Ik ga u vragen om iets te doen. En laat mij zeggen, dat als iedereen gewoon wil blijven zitten, slechts voor de volgende vijftien minuten, dat wij u dankbaar zullen zijn. Zie?
80 Nu, deze Indianen die hier voorin zitten, zijn reeds eerder in de samenkomsten geweest, gisteren. Maar ik veronderstel dat velen van u blanken hier, enzovoort, nog nooit in een van de samenkomsten zijn geweest. Maar onthoud, Hij blijft Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. En nu, als Hij alleen maar in ons midden wil komen hier, en tonen dat Hij Dezelfde is...
Nu, een kledingstuk zou geen enkel verschil maken. Het is het leven, de handeling die Hem Dezelfde maakt. Hij handelt in Zijn gemeente. Ongeacht hoe het door mij werkt, Hij moet ook door u handelen, want de twee van ons samen maken de eenheid van Hem. U moet geloven. Toen Hij op aarde was, waren er vele krachtige werken, wonderen die Hij niet kon doen vanwege het ongeloof van de mensen. U moet Hem geloven. En dan, tussen de twee, tussen u en mij en de anderen die geloven, zien wij Christus gemanifesteerd onder ons.
81 Nu, snel. Gewoonlijk doen wij het een beetje anders, maar vanavond geloof ik dat Billy Paul mij vertelde (waar is hij?) dat hij gebeds-... Of, heeft hij wel gebedskaarten uitgedeeld? Hij is hier niet. Heeft hij gebedskaarten uitgedeeld? Deed hij dat? In orde. Kijk op de achterkant en zie wat voor letter het is. Is het A, B, C, of wat is het? Wat is het? V. V. In orde. En ik veronderstel dat... iemand roept... Heeft het... Heeft het 5 of 6, of 8, of 10, of 15, of 20, of 30, of iets dergelijks erop, heeft iemand een van die nummers? Zeg alleen: "Ja." In orde. Dan is het van 1 tot daar dan.
Laten wij dan vanaf nummer 1 oproepen. Wie heeft gebedskaart nummer 1? Zou u even uw hand willen opsteken? Deze man hier, kom hierheen, meneer. Nummer 2, gebedskaart nummer 2. Zou u uw hand willen opsteken, waar u ook bent? Gebedskaart nummer 2, V, zoals in Victoria, V-nummer-2, 2 bij V, V-nummer-2. In orde. V-nummer-3. Als u niet kunt opstaan, zullen wij u roepen. De dame hier, in orde. Kom hierheen, dame. V-nummer-4. Wie heeft dat? Nummer 4. Wilt u uw hand opsteken? Het zou ons een heel stuk helpen als... O, sorry. Hier. Nummer 5. Net terwijl wij... Dat is juist, dat is juist. Nummer 6? Gebedskaart nummer 6? 6. Spreekt iedereen Engels? Waar is broeder Eddie? Spreekt iedereen Engels? Zie, 6?
82 Ik was vandaag bij een zaak om te lunchen, en daar was een bedrijf dat hier de ene taal sprak en hier weer een andere, en de ober sprak weer een andere taal. Dus ik weet dat hier verschillende talen gangbaar zijn. Wat? 6? 7. Dat is juist.
Soms zijn ze doof en kunnen niet horen. Dan krijg ik een brief opgestuurd naar het kantoor waarin staat: "Niemand vertelde het mij. Ik was doof." 7, 8, 8? Goed. 9, 9, gebedskaart nummer 9. Kijk bij uw buurman, kijk of hij een kaart heeft. Hij ziet er zo uit. Nu, het kan zijn dat hij doof is, of misschien is hij verlamd en kan hij gewoon niet opstaan (ziet u?), of iets dergelijks. Dan zullen wij hen hier moeten brengen. Nummer 9.
Ze hebben... Ik heb lang gesproken en een aantal is naar buiten gegaan. Misschien was het dat. Nu, ze zullen hun nummer missen. Nummer 10, de dame daar. Nummer 11? 11? O my. Ze... O, het kleine meisje. Wel, God zegene haar. Nummer 12. Hier. Nummer 13, 13? Kan ik... Kijk nu weer rond, kijk of er iemand doof is of niet kan opstaan. Nummer 13. Laten wij daar stoppen.
83 Nu, alstublieft, wanneer u uw kaarten krijgt... Neem geen kaart tenzij u gaat blijven, en omdat het... Nu, morgenavond zullen wij ergens anders vandaan oproepen (ziet u?), misschien zullen we beginnen met vijftig en teruggaan, en vanaf twintig de andere kant op gaan, of iets dergelijks. Ziet u? U zult het helemaal missen, en ze zijn niet uitwisselbaar. U moet ze houden.
Nu, de jongen komt 's middags hiernaartoe, neemt de kaarten hier vóór u allen en schudt ze allemaal door elkaar. Geeft u gewoon een kaart, iedereen die er een wil, totdat hij een bepaald aantal heeft uitgegeven. Maar hoeveel weten dat er meer mensen in het publiek worden genezen dan op het podium? Hoevelen waren ooit eerder in een van onze samenkomsten? Steek uw hand omhoog. O, tamelijk veel van u. Wel, my. Waarom heb ik vanavond dan geen ander onderwerp genomen? U wist wat... Zie? My, ik wist niet dat ik onder dat soort was. In orde. Dan moet u, mensen daar, met uw hele hart geloven.
84 Hoevelen daar hebben geen gebedskaart en toch gelooft u dat God u zal genezen? Steek uw hand op en zeg: "Ik geloof." In orde. Laat mij u iets vertellen wat de Bijbel nu zegt. De Bijbel zei dat een kleine vrouw op een keer... laten wij zeggen dat zij geen gebedskaart had, maar zij geloofde dat Hij de Zoon van God was. En zij zei: "Als ik maar de zoom van Zijn kleed kan aanraken, zal ik gezond worden." Hoevelen van u herinneren zich het verhaal?
En toen Hij haar aanraakte... Toen zij Hem aanraakte, draaide Hij Zich om en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" En allen... Zie, Hij wist het niet. Jezus zou niet liegen. Hij zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" En niemand wist het. Dus na een poosje keek Hij rond over het gehoor. Haar geloof... Want zij voelde in haar dat haar bloedvloeiing was gestopt. Haar geloof had haar genezen. Ze kon het niet voor zich houden. Haar geloof had het gedaan. Dus, haar geloof in Christus... Hij ontdekte haar, en vertelde haar dat haar geloof haar had behouden. Is dat juist?
85 Nu, luister aandachtig. Als Hij Dezelfde is als gisteren... Hoevelen geloven dat de Bijbel zegt dat Hij nu een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het aanvoelen van onze zwakheden? Wel, hoe zou Hij handelen als u Hem aanraakte? Hetzelfde als destijds. Is dat juist?
Dus, bid nu, u zonder de gebedskaarten, of wat dan ook, bid en geloof, en zeg: "Here God, laat mij U aanraken, en spreek door broeder Branham. U bent de Heilige Geest. U bent hier. Ik heb geloof in U. Broeder Branham heeft geloof in U. Hij werd hierheen gestuurd om ons dat te vertellen, en zei dat het ging over wat christendom was. Nu, laat... Spreek door hem heen zoals U deed, en ik zal het geloven. Amen."
86 Nu, in orde. Wees nu heel eerbiedig. Loop niet rond, alstublieft. Nu, in de Naam van Jezus Christus neem ik elke geest hier onder mijn controle voor Gods zaak en de zaak van Jezus Christus. Nu, als u de samenkomsten overal volgt, weet u wat er gebeurt. Er kan iets vreselijks gebeuren. U weet het, u hebt het zien gebeuren. Zie? Dus zit heel stil, en antwoord gewoon snel, doe nu wat Hij u ook vertelt om te doen. De Engel van de Heer is nabij. "Meneer, wij zouden Jezus willen zien."
Nu, hebben sommigen van u ooit de foto van die Engel gezien die ze in Washington hebben, dat Licht, die Engel van de Heer? Ze hebben hem hier, denk ik. De mannen hebben hem hier. Nu, als dat dezelfde Geest hier is als destijds, zal het het Woord manifesteren zoals destijds (is dat juist?), want dat was Jezus in de woestijn. Het was Jezus toen het vlees werd gemaakt; toen Hij opgestaan was, was Hij Jezus, toen het weer terugkeerde in de vorm van de Heilige Geest was het nog steeds Jezus, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid.
87 Nu, er is niemand in het gebouw die ik ken. Ik ken deze jongens niet die hier zitten. Ze zijn Indiaanse jongens van hier, van het reservaat, maar ik... Ze waren in de samenkomst. Ik weet dat ze daarvandaan komen, maar ik ken hun namen niet. En behalve dat, is er... Ik weet dat er hier enige mensen zijn... Ik heb een paar... Ik geloof dat dat broeder Borders' vader is, die daar zit. Ik geloof dat dat juist is, daar in de hoek. En dat is een andere broeder... Ik vergeet zijn naam, en zijn vrouw en baby, die daar helemaal achteraan zitten. Maar ze komen van hier ergens vandaan. Ik ontmoette hem een paar dagen geleden. En buiten dat zie ik niemand hier die ik...
Broeder Eddie, en deze man en vrouw, ja, die precies hier zitten. Ze speelden muziek. Iedereen in deze gebedsrij die weet dat ik niets over u weet, steek uw hand omhoog, die hier in de gebedsrij staat. Steek uw handen op, als u... als ik niets weet over u, steek uw handen op. Allen daar in het publiek die weten dat ik niets over u weet, steek uw handen omhoog. Daar bent u er.
88 Nu, hier staat een man voor de eerste keer dat we elkaar ontmoeten. Ik weet het niet. Hij zou ergens in een samenkomst geweest kunnen zijn of zoiets. Maar ik bedoel, om hem te kennen, zo ken ik hem niet. God kent hem, ik ken hem niet. Maar hier ontmoeten wij elkaar voor de eerste keer. Nu, ik weet niet waarom u hier bent... Kunt u mij horen, overal in het gehoor? Zie? In orde. Nu, luister heel aandachtig.
Nu, ik weet niet of Christus het zal doen. Maar als Hij het doet, dan toont dat dat "wij Jezus zouden willen zien". Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Christendom, zei ik daarnet, was overtuigend als het onderwezen werd in de eenvoud van het Woord, en dan uitgeleefd op de manier waarop het wordt verondersteld om geleefd te worden zoals Christus, niet de Christen, maar Christus in de christelijke gelovige.
89 Nu, als u hier voor financiële problemen zou zijn, nu, dan zou ik maar een hele kleine hulp voor u kunnen zijn. Als u hier bent voor huwelijksproblemen, zou ik niet weten hoe ik tijd moest maken om met u en uw vrouw te praten, als u er een heeft. Als u hier bent voor ziekte, is er niets wat ik daaraan zou kunnen doen behalve mijn handen op u leggen.
Maar wat... Als u zegt dat u hier bent voor ziekte, en ik kom... En dan, u zou een kanker hebben. En ik kom naar u toe; ik zeg: "Meneer, wat is er met u aan de hand?"
U zou zeggen: "Ik heb een kanker, meneer."
"Glorie voor God. Jezus zei: 'Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Leg handen op de zieken.' Halleluja. 'Zij zullen herstellen.' Loof de Heer, ga door." Wel, dat kan waar zijn. Zie? Dat zou de waarheid kunnen zijn. Zie? Wij hebben daar niets tegen te zeggen.
Maar nu, wat... U had zich daarover wat kunnen afvragen, broeder. Maar nu, wat als Christus komt en u vertelt wat u bent geweest, of iets wat u hebt gedaan, of aan u vertelt wat uw moeite is, of iets doet wat Hij in de Bijbel deed waarover ik sprak vanavond? Dan zou u weten dat dat moest komen van een bovennatuurlijke kracht. Is dat juist? Zou het gehoor dat geloven? Het zou bovennatuurlijk moeten komen, want – hier is de Bijbel over mijn hart – voor zover ik de man ooit heb gezien... God in de hemel weet dat ik hem nooit eerder heb gezien voor zover ik weet, tenzij ik hem passeerde op straat, of hij zat ergens in een samenkomst of iets dergelijks. Maar om hem te kennen, dat doe ik niet. Dat is juist.
90 Hier staan wij. Nu, moge de Heilige Geest aan mij uw probleem openbaren, of iets erover, dan zullen we weten dat wij dezelfde Christus hebben gezien... Nu, u weet dat het bovennatuurlijke kracht moet zijn. U allen weet dat. Sommigen van u zouden kunnen zeggen: "Wel, het is niet van God." In orde. Dat is wat de Farizeeën zeiden. U krijgt dat soort beloning. Als het God is, dan hebt u de Heilige Geest gelasterd, en daar is geen vergeving voor. Zie? Nu, als u gelooft dat het God is, dan ontvangt u Gods beloning. Bedenk dat ik het niet ben, Hij is het (zie?), Hij, Christus.
Ja, meneer. U kunt daar dat Licht zien dat nu precies rondom hem is. Hij is zich daarvan bewust, een echt lieflijk, vriendelijk gevoel om u heen. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Zie? Dat is juist. Kunt u dat Licht niet zien? Smaragdgroen? Hier is Hij. Hij heeft een lange tijd deze aandoening gehad. Het is een nerveuze toestand. U bent zo verward geweest dat u een lange tijd niet in staat bent geweest om te werken, voortdurend uitgeput.
91 Ik... Tijdens elke samenkomst krijg ik iemand die er geen acht op slaat. Waarom twijfelt u? Iemand zei: "Hij raadde dat." Ik heb het niet geraden. Toen Simon Petrus naar onze Heer kwam, vertelde Hij hem wie hij was. Gelooft u dat God mij kan vertellen wie u bent? Zou het u dan laten beseffen dat ik u de waarheid heb verteld, dat het over is met uw nervositeit? Zou dat helpen? Meneer Ripping, ga en geloof met uw hele hart en word gezond. Gelooft u Hem? Gelooft u Christus? Nu, nu, vraag het hem. Als u de man kent, vraag het hem.
Wees echt eerbiedig. Alstublieft, loop niet rond. Kijk, u bent een geest, en wanneer u zich beweegt, maakt het contact, en dat blijft aan mij trekken. Blijf daar gewoon zitten en geloof. Heb geloof. We zullen nog even doorgaan.
92 Hoe maakt u het, dame? Wij zijn vreemden voor elkaar. We zijn... Ik vermoed dat u een beetje ouder bent dan ik, en waarschijnlijk zijn wij jaren uit elkaar en mijlen uit elkaar geboren. Hier ontmoeten wij elkaar voor het eerst, zoals onze Here ooit een vrouw ontmoette bij de bron, Johannes 4, in Sichar. En Hij sprak lang genoeg met haar om te achterhalen wat haar probleem was, en vertelde haar wat haar probleem was, en zij geloofde het. En ze ging weg en zei: "Kom, zie een Man Die mij vertelde wat mijn probleem is. Is dat niet de Messias?" Zou u hetzelfde geloven, u en ik die elkaar ontmoeten? Zou elke vrouw hierbinnen hetzelfde geloven?
Hier is mijn hand op de Bijbel. Ik heb de vrouw nooit gezien, wist niets over haar. Maar hier staat zij: het lijkt een fijn persoon. Ja, de dame lijdt; één ding, ik zie haar uit bed proberen te komen. Het is artritis. Zij heeft artritis. En dan nog iets, u bent slechthorend. U hoort niet zo goed. Dat is juist. Nog iets, u heeft een probleem met uw gezicht. Ik zie dat u een operatie hebt gehad. Uw man daar is ook ziek. Dat is juist. Gelooft u nu dat Hij u gezond zal maken? In orde. Ga, geloof het, en u kunt hebben wat u vraagt, in de Naam van de Here Jezus. Gelooft u? Heb geloof. Twijfel niet. Geloof nu met alles wat in u is. "Indien gij kunt geloven..."
93 Hoe maakt u het? Ik ben een vreemde voor u, u bent een vreemde voor mij. Christus kent ons beiden. Ik veronderstel, terwijl ik naar u kijk, dat u een Indiaanse bent. U bent een Indiaanse. In orde. Nu, wij ontmoeten elkaar hier zoals... Hier is precies Johannes 4. Hier zijn een blanke man en een Indiaanse vrouw die elkaar hier ontmoeten, zoals Jezus Die een Jood was en zij een Samaritaanse. Hij liet haar heel snel weten dat God God was van alle rassen, en dat is juist.
Nu, als God mij zal openbaren wat er in uw hart is, of iets over u, zult u weten of het de waarheid is of niet. Zult u Hem accepteren en het met uw hele hart geloven, en geloven dat Hij de opgestane Messias is, en dat het Zijn Geest is Die dit doet? Zult u het geloven? Moge God uw verzoek in toestaan. Ik zie een kleine. Het is een baby. U bidt voor een baby, uw baby. Het is in het ziekenhuis. En gelooft u dat God mij kan vertellen wat er met het kind aan de hand is? Het heeft een hartkwaal, en u bidt dat God het zal sparen. Twijfel er niet aan. God geeft u uw verzoek. Ga nu, moge uw baby gezond worden. Nu, twijfel niet. Geloof met uw hele hart.
94 Gelooft u? Heb geloof. Twijfel niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. De Here God kent ons beiden wel.
Hij deed iets in het gehoor, en ik kon het net niet opvangen, iemand was aan het bidden. Heb slechts geloof. Twijfel niet. Geloof met uw hele hart, want Hij is God. Hij kan niet falen.
Kijk even hierheen. Zijnde... Als ik u zou kunnen helpen en het niet zou doen, dan zou ik niet geschikt zijn om hier achter de preekstoel te staan met de Bijbel. Die prostaatkwaal verlaat u. Geloof met uw hele hart. God maakt u gezond. Wat raakte u aan? De zoom van Zijn kleed. U gelooft. Is hij niet wonderbaar?
Artritis... een man die daar zit, kijkt naar mij met een bril op; als u zult geloven met uw hele hart zal God u gezond maken. Gelooft u het? Aanvaardt u het? God zegene u.
Heeft u een gebedskaart? U hoeft er geen te hebben. Uw geloof maakt u gezond. Amen.
Wat heeft hij aangeraakt? Kijk, hij zat daar te bidden en hij raakte de Hogepriester aan, de Hogepriester gaat terug naar Zijn gemeente en spreekt. "Meneer, wij zouden Jezus willen zien."
Ziet u niet dat Hij leeft? Wij dienen geen dode God; Hij is een levende God. Dat is Hij. Dat is Zijn tegenwoordigheid, hetgeen Hij precies hier beloofde, de gemeente die haar laatste teken ontvangt vlak voordat nu het vuur valt. Heb slechts geloof. Twijfel niet.
95 Nu, hier is een kleine dame. Ik ken haar niet. Ik heb haar nog nooit gezien. Wij zijn volkomen vreemden. Maar als de Here God mij iets zal openbaren over de vrouw, zal dat u allen doen geloven, en maken dat u weet dat Hij hier is? Zult u geloven met uw hele hart? Hoewel ik u niet ken, kent God u wel, en terwijl wij hier staan in Zijn tegenwoordigheid, u bent een Christin. En u lijdt aan een zwakte, iets zoals een hartkwaal. Hier, het is gewoon een zwak hart. Er is toch iets vreemds met u. Ik zie golvende wateren, zie dat u een zendelinge bent, en u probeert kracht te krijgen om terug te gaan naar een plaats. Het is naar... Het is... het is Brazilië. Geloof met uw hele hart, en u kunt teruggaan en het Evangelie prediken, en een zendelinge zijn.
Gelooft u met uw hele hart? Twijfel gewoon niet, maar geloof met uw hele hart dat onze Here God en hemelse Vader hier is. Wat als ik zelfs niets tegen u zou zeggen en u alleen de handen zou opleggen? Zou u geloven dat u gezond zou worden? Zou u dat doen? U deed het net daar. Wel, u werd genezen toen u op uw stoel zat, toen u opstond. Dat echt vreemde gevoel kwam over u heen. Ik zag u uw plaats innemen in de gebedsrij. Het is voorbij. Ga. God zegene u.
Kom. Toen zij opstond, trof dat Licht haar. Dat is de reden dat ik meteen zei dat de Engel des Heren hier was.
96 Hoe maakt u het? Gelooft u dat God hartkwalen geneest en mensen gezond maakt? Hij genas uw hart ook. Dus ga gewoon door, en zeg: "Dank U, Heer", en geloof met uw hele hart, en God zal u gezond maken.
Hoe maakt u het? Gelooft u dat ik Zijn profeet ben, Zijn dienstknecht? U gelooft het? God geneest ook artritis, nietwaar? Hij maakt u ook gezond. Gelooft u het? Goed. Ga en uw artritis zal u verlaten. Heb geloof in God.
Zette uw bril af voordat u hier kwam. Dat is juist. Maar dat is niet de hoofdzaak. Wilt u uw avondmaal gaan eten, en dat die oude maagkwaal u zal verlaten, en dat u gezond wordt? Ga eten. Jezus Christus maakt u gezond. Geloof nu met uw hele hart.
Deze vrouw is een nerveuze vrouw, zeer nerveus. En het is tot een plaats gekomen dat ze last heeft gekregen van haar maag. Het is een nerveuze maag, problemen met de spijsvertering in de maag. Gelooft u dat u nu kunt gaan eten? Accepteert u het en gelooft u het? In orde. Ga en geloof dan, in de Naam... Nu, kijk. Het is niet echt uw maag; het zijn uw zenuwen. Dus u moet slechts een houvast nemen op geloof, en ga gewoon door en word gezond. Jezus Christus zal u gezond maken als u het gelooft. In orde.
97 Breng het meisje. Hoe maak je het? Je bent een lief klein meisje. Geloof je dat toen Jezus hier was, Hij kleine meisjes zoals jij nam en Zijn handen op hen legde? En zij hadden net zoveel last van voorhoofdsholteontsteking als jij. Geloof je dat zij gezond werden? Geloof je dat Hij mij stuurde om mijn handen op jou te leggen? Goed. Je hebt het. Hemelse Vader, ik veroordeel die duivel die dit kind hindert. Moge het haar verlaten, deze astmatische aandoening, en nooit meer terugkeren. In Jezus' Naam. Amen. Ga nu, schat. Je zult gezond worden, en geloof God met je hele hart.
Kom dichterbij, zuster. Hoe maakt u het? Wij zijn vreemden, maar God kent ons beiden. Is dat juist? Nu, vrouwen van uw leeftijd zijn meestal in een nerveuze toestand hoe dan ook. U hebt het al een aardige tijd gehad, en het heeft u een slechte maag bezorgd, u kunt niet eten. Ik zie dat u zich terugtrekt van de tafel, dingen laat staan. Maar u hoeft dat nu niet meer te doen. Hij maakt u gezond. Ga, eet. Geloof met uw hele hart in de Naam van de Here Jezus.
Gelooft u met uw hele hart, daarginds? Als u kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk. De man die hier naast een dame zit die recht naar mij kijkt, heeft een prostaatkwaal, is zenuwachtig, staat 's nachts op: u dacht dat Hij het had gemist, maar dat had Hij niet. U was daarvoor aan het bidden. Steek uw hand op als dat zo is. God zegene u. Het is nu helemaal voorbij. Ga naar huis. Rust goed vannacht. Jezus Christus maakt u gezond.
98 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Gelooft u Hem? Hoeveel gelovigen zijn er in het gebouw? Steek uw hand omhoog. Jezus zei ook dit: "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen." Is dat juist? "Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Is dat wat Hij zei? Wel, als Hij nu hier is, en u ziet dat Hij hier is, zal Hij dan niet Zijn Woord houden aan u? Leg dan uw handen op elkaar. Plaats gewoon uw handen op elkaar. In orde. Dat is juist. Leg uw handen op elkaar, u, die wil geloven.
Nu, als u een gelovige bent, bid voor de persoon op wie u uw handen gelegd hebt. Ja meneer met die TB, maakt u zich er geen zorgen meer over. Het is weg. Heb geloof. Ga terug naar uw reservaat en prijs God. Het is allemaal voorbij. Ik daag u uit om het te geloven.
Jezus Christus leeft vanavond. Hij is nu precies hier in ons midden. U... Bid voor de persoon op wie u uw handen hebt gelegd, want zij bidden voor u. Laten wij nu onze hoofden buigen.
99 Onze hemelse Vader, wij zijn zo gezegend vanavond om de grote Heilige Geest hier vanavond op dit eiland tot ons te zien komen en Zichzelf te zien manifesteren als de opgestane Heer, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Gelovigen zitten hier. Ze hebben hun handen op elkaar gelegd. Ze bidden voor elkaar, terwijl Uw tegenwoordigheid hier is.
O God, kunnen mensen zo gevoelloos van geest zijn dat ze Uw tegenwoordigheid niet kunnen herkennen? Dan weten wij, Heer, dat ze voor eeuwig verloren zijn. Maar, Vader, deze mensen hier die geloven dat U hier bent en die klaar zijn om U te ontvangen, hebben hun handen op elkaar gelegd. Ik ben zwak geworden, en ik bid, hemelse Vader, dat U een bevestiging van geloof in hun hart zult sturen om Christus te aanvaarden, de grote Genezer, in hun hart terwijl Hij aanwezig is. Sta het toe.
100 En Satan, jij, die hen gebonden hebt met deze zwakheden en ziekten, ik wedersta jou. Je bent een verslagen wezen. Je bent hier ontmaskerd. Mensen die naar je hebben geluisterd, weten vanavond dat je ontmaskerd bent. En je kunt ze niet meer vasthouden. Je liegt gewoon, en wij nemen de voorrang door te zeggen dat wij in de Naam van Jezus Christus staan Die opstond uit het graf. En door Zijn bloed en leven overwon Hij en heeft jou ontdaan van elke autoriteit die je had. Je hebt geen autoriteit. Je bent een bluffer, en wij gebieden je deze mensen te verlaten. In de Naam van Jezus Christus, kom uit hen, zodat ze gezond zullen worden. Het gebed des geloofs zal de zieken redden, en God zal hen doen opstaan.
101 Als u een echte gelovige bent, en u gelooft dat u in de tegenwoordigheid van Christus bent, en u wilt uw genezing accepteren, kan het mij niet schelen hoe kreupel u bent, wat uw probleem is, sta gelovend op in geloof, en Jezus Christus zal u gezond maken. Sta op. Ongeacht wat er mis is, sta hoe dan ook op als u het gelooft. Amen. Daar staat het hele gehoor op hun voeten.
Hier is Hij, de grote Heilige Geest Die Zich onder u beweegt. Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief omdat Hij mij eerst heeft liefgehad. Laten wij onze handen opheffen en Hem nu prijzen.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief
Omdat Hij mij eerst liefhad...
Hebt u Hem lief? Steek uw handen omhoog, en prijs Hem, en vertel Hem dat u Hem liefhebt.
102 Hemelse Vader, wij danken U voor Uw goedheid, voor Uw vriendelijkheid, voor Uw genade, voor het geloof van deze mensen. God, kam heel deze grote stad uit. Om er hier op uit te gaan... wij bidden dat de mensen zullen gaan, Here, en de zieken, blinden, kreupelen, lammen en aangevochtenen binnen zullen brengen. En moge de kracht die Jezus uit het graf deed opstaan naar voren komen en aan dit eiland bewijzen, voordat het te laat is, dat Jezus Christus leeft, en dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid.
Geef Hem nu de lof. Steek uw handen omhoog en prijs Hem, en God zij met u tot wij elkaar ontmoeten. In orde.