De aftelling
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Neville, de Here zegene u. Ik ben altijd wat haastig. Ik kwam zojuist binnen. Broeder Moore telefoneerde mij om daar naartoe te komen voor hun vijftig-jarig Pinksterjubileum. Ik probeerde de data vast te stellen met de Zakenlieden in de andere plaats en ik zei... keerde de telefoon naar boven en zei: "Hoort u dat 'Geloven Alleen'? U weet wat dat betekent." En ik gaf hem over aan Billy en liep de deur uit. Dus weet ik niet hoe zij er daarginds uit zullen komen, maar het is... Ik zou werkelijk graag naar Louisiana gaan, naar die mensen, die goede oude mensen uit het Zuiden daar. Maar dan moet ik omtrent diezelfde data in Florida, in de Regionale Conferentie van Zakenlieden zijn, en het wordt wat ingewikkeld als je probeert dit op een dergelijk moment eventjes tezamen te verbinden.
2 We zijn allen gelukkig hier vanmorgen te zijn en in leven te zijn en onder hen die "Amen" kunnen zeggen. Zo is het. Nu, het spijt me dat we allen hier binnen samengepakt zitten. En hij zei dat sommigen van de mensen aankwamen en weer wegreden. Maar wij zijn... Het is echter het beste wat we op deze tijd kunnen bieden. Ik ben er zeker van dat u het begrijpt. Neem me niet kwalijk. Kunt u beter uit deze of uit deze horen? Deze hier? Goed, zet hem dan zo dicht mogelijk bij mij hier. Deze voor de opname hier, goed, in orde meneer.
3 Wel, hebt u gisteravond genoten? Wij genoten er zeker van, en de Here zegende ons. Er zouden gewoon zoveel meer dingen gezegd kunnen worden over de Boodschap daar, maar ik dacht dat u deze misschien zou kunnen bestuderen, weet u, en u zult tussen de regels door het uur beseffen waarin wij leven. We zijn echt in de eindtijd. Ik geloof dat zeker. Natuurlijk heeft iedere persoon dat gedacht, denk ik, sinds Jezus beloofde terug te keren. Maar, weet u, een dezer dagen zal Hij in ieder geval komen, zie. Ik zie gewoon niets meer, dat nog zou moeten gebeuren behalve de Opname van de Gemeente.
4 Nu, voordat wij de Boodschap benaderen... Ik wil vanmorgen over het onderwerp De Aftelling spreken. En nu wij... en vanavond, bedenk dat de dienst van vanavond gaat over Levend In Zijn Tegenwoordigheid. Zie? En wij zullen proberen snel te zijn, ons te haasten, zodat u tijdig weg kunt gaan om op maandagmorgen weer aan het werk te gaan. En wij zijn dankbaar voor u allen. Ik weet gewoon niet wat wij zouden - wat ik zou moeten doen zonder u. Ik zou het gewoon niet kunnen stellen zonder u.
5 En ik wil speciaal zuster Williams bedanken; ik geloof dat ik de vrouw zelfs niet ken. Toen ik vanmorgen opstond was broeder Charlie Cox daar, en de stoep lag vol met voedsel, conserven en zo. Wat moet die arme, kleine vrouw het deze zomer uitgezweten hebben met het inmaken van dat goed, de tomaten en voedingswaren. Nu, dat betekent zoveel voor mij. En, zuster Williams, ik geloof dat zij uw Bijbel daar lieten liggen om over gebeden te worden, ze zeiden te bidden dat God zal... Ik bad deze morgen in de kamer, toen ik aan het studeren was voor de Boodschap, dat God de inhoud van die Bijbel zou nemen en het in uw hart plaatsen. En ik bid dat God u zal zegenen. Ik wenste dat ik u daarvoor zou kunnen betalen, zuster, ik weet dat het u heel wat zweet gekost heeft. Ik dank u zeer! Het is zo gering om het te zeggen, maar laat mij u een Schriftplaats geven, waarvan wij weten, zoals ik gisteravond zei, dat deze niet zal falen. Jezus zei: "In zoverre u dit gedaan hebt aan de minste" en dat zou zijn, zie, aan 'de minste van deze kleinen van Mij, hebt u dit aan Mij gedaan'. En moge het tot u terugkeren precies op de wijze dat het zou zijn, alsof u het regelrecht in Zijn handen gegeven had. God zegene u ervoor.
6 Dank u allen. Als u hier bent, zie ik uit de tienden en dingen die u betaalt, dat u vertrouwen in ons hebt en dat het zal gaan naar het Koninkrijk van God. Nu, wij zijn er verantwoordelijk voor, zie, en moeten er verantwoording voor afleggen. Dus willen wij letten op elk ding dat wij doen, om elke beweging zo volmaakt te doen zijn als wij kunnen, zoals onze Here het zou willen, omdat wij niet weten op welke tijd Hij ons ter verantwoording zal roepen om rekenschap af te leggen voor alles wat op onze weg is gekomen.
7 Dat is de reden dat ik geloof dat Paulus, gisteravond, maar één jas had. Zie? Hij zou er meer gehad kunnen hebben, maar hij deed het niet. Die ene jas was al wat hij tegelijkertijd kon gebruiken, dus hield hij het gewoon bij die ene. Nu, ik geloof niet dat hij gaf om de rijkdommen van de wereld, ik geloof niet dat hij om populariteit gaf, u weet wat ik bedoel, iedereen in hun grote godsdienstige bewegingen zoals het vandaag is. En zoveel mensen...
8 Ik weet dat dit op de band wordt opgenomen. En als ik hier dingen zeg, besef ik dat ik niet alleen tot deze gemeente spreek, maar tot de hele wereld. En ik... Omdat deze banden uitgaan naar vele, vele volkeren, en zij ze zelfs brengen tot de stammen van Afrika ginds, daar ver weg, en men zit daar, en de prediker neemt ze en vertaalt die banden voor de mensen, daar waar zij zelfs niet weten wat hun rechter- en linkerhand is. Zie? Ver weg in Australië en waar er ook maar mensen zijn. Het enige wat zij eten is... De wijze waarop zij suiker krijgen, is door een kleine schaal te nemen en wat mieren uit te graven en het achterste gedeelte er zo van af te bijten. Zo leven zij om hun suiker te verkrijgen. En ze hebben geen kleding, zij hebben niets. Zij nemen een oude kangoeroe en werpen hem op een vuur met de ingewanden en alles er nog in, en schroeien het een beetje en eten het dan. En dat, het is verschrikkelijk. En bedenk, deze banden worden daarginds afgedraaid. De Boodschap waar u hier naar luistert, wordt daar afgedraaid door honderden zendelingen, die deze banden nemen en ze daar draaien en de Boodschap vertolken aan de mensen. Dus u ziet, als ik daar op de dag van het Oordeel kom, ziet u wat er dan op mijn schouders zal rusten? Wat als ik iemand misleid? Zie? Daar bent u er. Denk even aan een van deze zielen, en als ik hen misleid naar de verkeerde zaak.
9 Daarom moet ik mijn broeder in deze organisaties horen. En velen van hen zijn fijne mannen, de meesten van hen, daar ben ik blij om. Maar sommigen van hen worden zo... en gewoonlijk komen leiders tot een plaats dat zij in een samenwerkingsverband moeten komen en men doet alsof het een politieke zaak is. Zij bedrijven er politiek in. En daardoor raken zij bij het Woord van God vandaan.
10 En ik moet bij het Woord blijven. Ik moet daarbij blijven. En het moet gewoon hiertoe komen. En ik moet er gewoon in mee bewegen, dat is alles. Dus, en wij zijn... Weet u, wij zingen wel eens het lied: "Wij drijven op de stroom van de tijd, we hebben niet veel tijd om te blijven." U hebt het wel gehoord. "De stormachtige wolken van duisternis zullen veranderen in helderder dagen." Zo is het. "Laten wij allen moed vatten, want wij zijn niet alleen achtergelaten." Dat is juist. "De Reddingsboot komt spoedig om de Juwelen naar Huis te verzamelen." Dat is de tijd waarvan ik verwacht dan de mantel te hebben die nooit verslijt, de Eeuwige, jawel. En ik moet trouw zijn aan God, geen aandacht schenken aan de dingen hier op aarde, totdat wij daar komen. En dan zullen wij... dat zijn de dingen die zullen blijven.
11 Zo heb ik in de loop van mijn tweeëndertigjarige bediening geprobeerd trouw te blijven aan het Woord. Ik weet niet van één ding dat ik ooit heb moeten veranderen, omdat ik het alleen maar uit de Bijbel las, slechts zei wat de Bijbel zei, en daarbij liet ik het. En dus hoefde ik het niet terug te nemen of opnieuw te rangschikken, omdat ik het precies zei zoals de Bijbel het zegt. En ik zie dat als God iets gesproken heeft, dan moeten wij met dat Woord meegaan om Het in vervulling te doen gaan. Wij zien dat, zoals ik u gisteravond vertelde over een visioen van onlangs, zie, dat het... Ik moest daar zijn en werd gewaarschuwd om daar te zijn, en mij werd zes maanden van tevoren verteld om op die plaats te zijn, en daar te staan en Hij zei: "Ga daarheen (drie keer) met hen." En ik liep door met de andere mannen. En het visioen ging regelrecht precies door, Gods gedeelte, en ik werd daar staande, achtergelaten. Daarom willen wij bedenken dat je bij het Woord moet blijven, blijf regelrecht bij het Woord. En waar het Woord leidt, daar ga je precies met het Woord mee, dan zal Het je goed doen uitkomen, daar ben ik zeker van.
12 Nu, ik weet dat u hier al binnen bent vanaf acht uur, en het is waarschijnlijk nu tien uur. Ja, het is zo. Laten wij dus nu bidden tot onze Here. Zijn er enige speciale verzoeken? Ik zie hier heel wat zakdoeken liggen. Heft uw handen op voor de verzoeken. God zegene u. Nu Hij... ik heb Hem lang genoeg gekend om dit te weten, dat Hij elke hand ziet en elk hart kent, en het enige wat overgebleven is om te doen, is Hem alleen maar te vragen. En u gelooft het, en het gebeurt. Nu, gelooft u als wij bidden.
13 Hemelse Vader, wij naderen nu de grote machtige Troon van God, als sterfelijke wezens in een natuurlijk lichaam, maar toch spreken onze stemmen de woorden uit die tot die grote Troon ergens komen in die andere dimensies waar God gezeten is. Want Jezus zei: "Vraagt u de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." En Hij vroeg ons niet te twijfelen, maar als wij bidden te geloven dat wij datgene ontvangen waar wij om vragen, en het zal ons gegeven worden. Hij zei: "U zou zelfs kunnen zeggen tegen deze berg: 'Wordt opgeheven' en twijfelt niet in uw hart, maar gelooft dat wat u zegt, zal komen te geschieden, dan kunt u hebben wat u hebt gezegd." Vader, wij weten dat dit zo waar is. Wij zien het elke dag en er is geen fout in Uw woord. Het is omdat wij niet op die plaats kunnen komen, soms zal ons geloof ons niet daar naartoe bewegen, we worden zenuwachtig en twijfelen. Maar vanmorgen proberen wij met een nieuwe hoop te komen, Here, ons vasthoudend aan de reddingslijn van Christus en Zijn belofte. En wij komen in de Tegenwoordigheid van God door Jezus' Naam.
14 Here, ik ben er zeker van dat U al de verzoeken kent die bekend werden gemaakt met de hand, die vanmorgen omhoog ging. De mijne werd ook opgeheven en is voortdurend opgeheven naar U, Here, omdat ik een behoeftig persoon ben. En ik bid dat U elk verzoek zult toestaan. Zie op hen, Here, en beantwoord hun verzoeken, van de jongste tot de oudste, van het minste verzoek tot het grootste. Beantwoord dan, Vader, elk van hen. Ik vraag het in Jezus' Naam. Gedenk dan ook het mijne, Here.
15 En ik bid en dank U, dat U ons een goede rust in onze lichamen hebt gegeven, en voor de kennis die wij hebben van Uw Woord, en het begrip dat wij hebben van de Geest, en wij bidden voortdurend dat U ons een groter begrip zult geven, zodat wij daardoor geen ijdel, opgeblazen volk zouden zijn, maar een nederig volk, zodat de Heilige Geest ons zou kunnen gebruiken voor het vervullen van het Woord van God en ons positioneel te plaatsen waar wij in dit uur behoren te zijn. Want wij moeten ervoor op de juiste plaats zijn om het te laten geschieden. En wij willen daar zijn, Here. Als het een huisvrouw achter de tafel is, als het een fabrieksarbeider is met een schroefsleutel in zijn hand, en een getuigenis, als het de prediker in de preekstoel is, of de diaken of de beheerder, of het kind op school, de teenager bij de discussie in de klas, waar het ook is, Here, laat ons daar zijn op de juiste tijd. Want wij weten dat U het beloofd hebt en het zal gebeuren omdat U het zei, en wel, het is ons geloof dat daar op gebouwd wordt.
16 Nu Here, wij voelen dat wij niet veel langer tijd hebben. De tijd is komende en wij kunnen de mist uit de buitenste ruimte voelen binnenkomen. Wij weten dat het oordeel en de toorn van God op het punt staat te vallen. Wij kunnen de kracht ervan reeds voelen. En wij bidden, Here, dat U ons zult helpen.
17 En help mij nu, Here, met deze kleine boodschap vanmorgen, van ongeveer dertig minuten, genaamd De Aftelling. Help ons Here, te begrijpen waar wij staan.
18 En heilig ons nu, Here, neem onze zonden en overtredingen weg. En moge er niet één persoon hier vanmorgen zijn, die verloren is, moge iedereen gereed zijn, in die grote cirkel zijn, als wij elkaar aan de andere kant ontmoeten. Als de rol wordt afgeroepen, mag ik dan naam na naam horen zeggen 'aanwezig'. Daar zien wij naar uit, Here. En de oude zal daar voor immer jong zijn, veranderd in een ogenblik tijds, onsterfelijk zal hij staan in Zijn gelijkenis, boven de glans van de zon en de sterren, zoals Daniël zei: "Zij die velen bekeerd hebben tot rechtvaardigheid, zullen schijnen als de sterren, voor eeuwig." Maar wij horen wat U tegen de profeet zei: "Ga heen, Daniël, want gij zult rusten in uw lot, maar in die dag zult gij opstaan."
19 O God, laat ons waardig geacht worden door het Bloed van Jezus. Wij doen geen beroep op verdiensten van onszelf, maar mogen wij door Zijn verdiensten waardig zijn te staan op die dag, daar wij ons verkeerd zijn belijden en begeren te staan in Zijn gerechtigheid, met de grote profeet Daniël en al degenen die zullen staan, als de beloningen worden uitgegeven. Tot dan, Here, maak ons instrumenten in Uw Hand. Maak onze oren vanmorgen instrumenten om het Woord te horen. Maak mijn lippen instrumenten om Het te spreken. Want wij vragen het in Jezus' Naam en moge ons begrip de wil van God verstaan. Amen.
20 Het is zo moeilijk om te beginnen. Het lijkt alsof er zoveel is dat je zou kunnen zeggen en wil zeggen, en het schijnt alsof er zo weinig tijd is om het te zeggen. Misschien voordat ik vertrek. Ik zei gisteravond, dat we misschien een kans krijgen om één van de boeken van de Bijbel door te nemen, deze herfst of winter, voordat ik wegga. Ik wil overzee gaan, zo de Here wil, op de een of andere tijd meteen na Kerstmis.
21 Nu, ik wil dat u vanmorgen voor de lezing opslaat Hebreeën, het 11e hoofdstuk. En luister nu heel aandachtig naar het lezen. Ik wil de nadruk leggen op het derde vers.
Geloof nu is de vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet.
Want hierdoor hebben de ouden getuigenis bekomen.
Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het Woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit de dingen die gezien worden.
22 Nu, dat is een wat eigenaardige tekst als achtergrond voor de tekst die ik wil gebruiken. Dingen die niet werden gemaakt uit de dingen die gezien worden. Ik wil vanmorgen dit onderwerp nemen: De Aftelling, omdat ik een parallel wil maken op een profetische wijze. Gisteravond wilde ik enigszins over de Schrift onderwijzen; vanmorgen een profetische boodschap; en vanavond een evangelische boodschap.
23 Nu, de dingen die gemaakt werden uit dingen die niet gezien worden. Nu, ik heb door al deze jaren heen geleerd, dat alle dingen die natuurlijk zijn, types zijn van de geestelijke dingen, alles wat in het natuurlijke is. Bedenk dat als u iets in het natuurlijke ziet, het een geestelijke zaak typeert. Zie? Alle dingen worden gemaakt naar dingen die niet gezien worden. Zie, het natuurlijke heeft dan het geestelijke weerkaatst.
24 Nu, toen ik een paar dagen geleden aan het studeren was, en ik geloof dat ik het gisteravond vluchtig noemde, dat ik las waar... of hoorde over de radio, toen ik uit Canada kwam, dat een doctor hier in de Verenigde Staten had beweerd, dat de 'mens veertien miljoen jaren van evolutie was'. Men groef een bot op ginds in Italië in achttienhonderd, ergens in de negentiende eeuw. Dit bot werd verondersteld een menselijk bot te zijn, dat misschien geweest was... Terwijl zij het behandelden, vertelden zij hoe oud het was, en deze doctor als een oude man heeft zijn hele leven besteed aan de studie van dit bot. En hij zegt: "Dit bot is het bot van een mens, dat veertien miljoen jaren oud is."
25 Nu, wat een onzin is dat! Hoe heeft een man zijn leven weggegooid voor niets, proberend het Woord van God te weerleggen, en hij heeft er niets anders dan slechts een eindeloze bestemming uit verkregen. Iedereen weet dat als je een bot zou begraven in de grond, dat dit bot binnen twintig jaar veranderd is. Binnen honderd jaar is dat bot zo ongeveer vergaan op wat stukken ervan na, ongeacht in welke toestand je het erin gestopt hebt. Zie? En wat zou dat bot dan over duizend jaar zijn, tienmaal honderd jaar? Wel, wat zou nog tien keer meer zijn, wat zou een miljoen zijn? Dan veertien keer het miljoen. O my! Het is niet eens zinnig over zoiets na te denken. Een bot zou het onder geen enkele voorwaarde veertien miljoen jaren uit kunnen houden. Iedereen weet dat. Hij zou iets opgepakt kunnen hebben dat eruit zag als een bot of zoiets. En hoe goed zou men dan kunnen onderkennen dat het veertien miljoen jaren oud was? Zie? God maakte tenslotte zesduizend jaren geleden de mens op de aarde en dat maakt het vast.
26 Iemand was er enige tijd geleden met mij over het aan het discussiëren in een van mijn samenkomsten. Ik sprak over de evolutie van de mens en zei, dat hij slechts zesduizend jaar oud was. En deze man zei: "Wel, broeder Branham, wij kunnen bewijzen dat de wereld miljoenen jaren oud is. Dus bent u verkeerd in de zaak waar u over spreekt."
Ik zei: "Gelooft u de Bijbel niet?"
Hij zei: "Ik geloof dat mensen de Bijbel schreven."
27 En ik zei: "Het is waar dat de hand van de mens de letters vormde, maar de Heilige Geest was achter die hand. Zie, hij vormde de letter, omdat de Bijbel het zegt."
28 Maar hij zei: "Wel, u zult moeten toegeven dat zij verkeerd zijn over de wereld."
Ik zei: "De Bijbel is nooit verkeerd, nooit verkeerd."
29 Hij zei: "Wel, als het de wereld was, kun je aan de bergen zien hoe zij vulkanisch werden opgeduwd."
Ik zei: "Maar u..."
Hij zei: "En God maakte die wereld in zes dagen."
30 Ik zei: "Nu, de Bijbel zegt dat niet. Zie, u dacht alleen maar dat hij het zei." Ik zei: "Laten wij nu even teruggaan om uw bewijsgrond vast te stellen. Het eerste hoofdstuk van Genesis zegt: "In den beginne schiep God de hemelen en de aarde." Punt! Hoe lang Hij erover deed, weet ik niet. Hij vertelde het ons niet. Maar "in den beginne schiep God de hemelen en de aarde." Punt! Voorts: "En de wereld was woest en ledig." Dat is toen God haar begon te gebruiken. Zie? Dus men pijnigt zijn hersens gewoon voor niets. Zie? Zie?
31 God maakte de wereld. Hij kan er misschien honderd triljoen jaren over gedaan hebben om hem te maken; ik weet niet hoe lang Hij bezig was, maar Hij maakte hem. En Hij zei niet hoe lang het duurde, en het is niet onze zaak te weten hoe lang het was. Hij zei alleen: "In den beginne schiep God de hemelen en de aarde." Punt! Dat zet het vast. Dat is alles erover. Hoe lang Hij erover deed, dat is... Maar vervolgens begon de schepping open te springen in de andere tijd, toen Hij begon.
32 En ik geloof dat daarin, dat alles op aarde de Hemel weerkaatst. Ik geloof dat. Daarom ziet u alles worstelen om te leven, omdat er een leven is waarvan het een weerkaatsing is. En ik geloof dat toen God de mens maakte, Hij begon met de kleinere dingen te weerkaatsen, zoals het dierlijk leven, en toen was het volgende wat Hij schiep iets anders. Dat is precies de wijze dat de Bijbel zegt waarop Hij het deed. Hij maakte eerst de bomen en het plantenleven, en Hij maakte de mens. En het laatste wat ooit uit de aarde kwam in de vorm van een schepping was toen een mens, niets hogers kwam er ooit uit. Waarom? Het was een volmaakte weerkaatsing van het hoogste in de Hemel, dat God een Man is. Zie? God is een Man, dus daarom bewijst het dit. En toen God neerkwam om onder ons te wonen, was Hij een Man. Zie? Een Man, dat laat dus zien dat de volmaaktheid van de evolutie God was, die een Man is.
33 Neemt u dan een boom (neemt u het gras, enzovoort), neem een boom, hij weerkaatst de Boom des Levens die in de Hemel is. Al deze dingen worstelen om volmaaktheid. En alles in het natuurlijke, zoals de Hebreeënbrief hier zegt, werd gemaakt uit dingen die niet gezien worden. Met andere woorden, ze zijn bovennatuurlijk. En het bovennatuurlijke weerkaatst het natuurlijke. Zie? Nu, dan was het natuurlijke Eeuwig, of het moet Eeuwig zijn met het bovennatuurlijke, maar de zonde bedierf het natuurlijke. En als dat zo is, wat ik geloof dat het is, dan is alles wat op aarde gebeurt een type van geestelijke dingen die geschieden. Zie, het moet iets weerkaatsen, de prestatie van de mens.
34 Nu, wij ontdekken, zoals bij het natuurlijk lichaam, dat hier een natuurlijk lichaam is, en het lichaam werd gemaakt om zich voort te planten, wat de kinderen waren. Het natuurlijk lichaam nu, bij de natuurlijke geboorte van een baby, zien wij, dat het eerste wat tevoorschijn komt, water is, dan bloed en vervolgens leven. Wij ontdekken dat in het geestelijk lichaam van Christus het eerste ding water is, en Bloed, en Leven; rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest. Zie hoe het reflecteert, hoe al de natuurlijke dingen de geestelijke dingen weerkaatsen. De natuurlijke geboorte.
35 Wij nemen bijvoorbeeld het huwelijk voor eenheid. Wij zien bij het huwelijk het aanzoek en het eens zijn met elkaar, en dan het huwelijk. Dan is het vastgesteld voor altijd. Nu, dat is hetzelfde met Christus en de Gemeente. Zie? Een aanzoek, God, roepende tot onze harten; wij geven ons over; de huwelijksplechtigheid, en de Bruid neemt de Naam aan van de Bruidegom. Zie? Zie? Zie? Daar is het, dat maakt de Bruid. Nu, altijd neemt de bruid de naam van de bruidegom aan.
36 Er zijn zoveel dingen waar wij hierover zouden kunnen spreken. Ik heb een hele lijst hier opgeschreven, die mij bijna twee uur zou kosten om er doorheen te komen, met Schriftplaatsen om het te ondersteunen. Als u enkele ervan zou willen hebben om het te ondersteunen, bijvoorbeeld zoals 1 Johannes 5:7 de natuurlijke en de geestelijke geboorte, enzovoort, laat zien, water, Bloed en Geest. En drie in de Hemel: "Vader, Zoon en Heilige Geest", deze drie zijn één. Er zijn er drie die op aarde tot één zijn, ze zijn niet één, maar zij zijn tot één op de aarde, dat is "water, Bloed en Geest." Zie, "water, Bloed en Geest", zoals de natuurlijke geboorte het typeert.
37 Dus als een mens van gedachte is, dat 'slechts rechtvaardiging alles is wat je moet hebben' is hij verkeerd, abuis. Hij moet wel verkeerd zijn. En dan als de gemeente, zoals vele Pinkstermensen, gelooft dat: "de Heilige Geest is het, dat is alles, slechts bekeren en de Heilige Geest ontvangen", is dat nog steeds verkeerd, omdat u van binnen heiliging moet hebben om het te reinigen, voordat de Heilige Geest binnenkomt. Als u het niet hebt, laat u het Bloed erbuiten. Zie? En de nieuwe Geboorte, zoals men zegt, dat de doop van de Heilige Geest de nieuwe Geboorte is. Nu, dat is verkeerd. De doop van de Heilige Geest is verschillend van de nieuwe Geboorte. De nieuwe Geboorte is wanneer u wederomgeboren bent. Maar de Heilige Geest is wanneer er kracht komt in die Geboorte voor dienst. Dat is het precies. Zie? De Heilige Geest is... gedoopt in de Heilige Geest.
38 De nieuwe Geboorte; u hebt de nieuwe Geboorte door te geloven in de Here Jezus Christus. Zie? Door geloof te hebben en Hem te aanvaarden als uw Redder, dat is geboorte, zie, omdat u bent overgegaan van dood in leven. Nu, als u dat wilt ondersteunen, neem dan Johannes 5:24: "Hij die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft Eeuwig Leven." Zie, hij heeft Leven omdat hij gelooft. Maar diezelfde groep moest naar Pinksteren gaan om gedoopt te worden met de Heilige Geest. Precies.
39 Heilige Geest is kracht voor dienst. Dus wanneer men zegt dat je wederomgeboren moet worden en dat op de Heilige Geest toepast, zijn velen van de Methodisten enzovoort, daar verkeerd. Het kan niet. Het zou gewoon niet voldoen aan de Schrift hier. U krijgt de zaak zijdelings. Het moet op de wijze gaan dat de Schrift het hier geplaatst heeft. Zie? En de Heilige Geest is een..." Gij zult hierna de nieuwe Geboorte ontvangen?" Wat? Nee. "U zult kracht ontvangen." (Handelingen 1:8) "Nadat de Heilige Geest op u gekomen is." Zie? En zij hadden al geloofd tot Eeuwig Leven, enzovoort, maar zij moesten de Heilige Geest hebben voor kracht. "Gij zult Mijn getuigen zijn, nadat de Heilige Geest op u gekomen is", omdat de Heilige Geest een getuige is van de opstanding, tonend dat u een volwassene in Christus geworden bent.
40 Nu, het natuurlijke. Alle geestelijke dingen, alle gebeurtenissen enzovoort, typeren, of typeren het bovennatuurlijke, of liever het natuurlijke is een type van het bovennatuurlijke.
41 Nu, ik ging naar de Wereldtentoonstelling, toen wij er daar in Spokane dichtbij waren, en ik dacht, ik zal mijn gezin meenemen.
42 Omdat ik slechts op één Wereldtentoonstelling in de Verenigde Staten was, toen het jaren geleden in Chicago was, waar Hope en ik heengingen. En wij bleven daar niet langer dan ongeveer één dag, vanwege de zakkenrollers en alles. Zij had een speld die mijn nicht haar gaf, en hoewel ik vlak naast haar liep, pakte toch iemand die speld weg. Het was gewoon verschrikkelijk. En dus... ik... We bleven één dag en gingen terug.
43 Maar ik had mijn gezin meegenomen naar de Wereldtentoonstelling. Het was niet meer dan de Louisville Tentoonstelling hier. Je zag de Ruimte Naald waar zij over spraken; het was niets anders dan dat je hier naar het Elsley- of het Brown Gebouw of ergens ging, waarbij je acht of tien verdiepingen met een lift omhoog gaat en weer naar beneden gaat. Dat was het. En ik geloof dat General Electric degene was die dat daar had. Maar er was één ding dat voor mij bijzonder was. Nu, Duitsland had zijn uitstalling, Rusland en al de andere naties hadden het, omdat het een Wereldtentoonstelling was! De Duitsers, Frankrijk en die kleine uitstallingen waren niet veel groter van ruimte dan deze lessenaar hier zou zijn.
44 Maar de geleerden toonden hun prestaties en het voornaamste waarmee zij zich bezighielden was het gebruik van tabak. En als iemand die sigaretten rookt en daar binnen loopt en er uitkomt en weer rookt, is er iets verkeerd met het verstand van die man. Ik zag hen met mijn eigen ogen een sigaret nemen en die in een machine plaatsen, en de tabaksrook eruit trekken en deze door een buis met chemicaliën blazen en de witte kanker was er gewoon mee gevuld, met één sigaret. En toen zei hij: "Veel mensen zeggen over deze wereldwijde hoogste prestatie, veel mensen zeggen: "Ik inhaleer niet". En de geleerden namen de sigaret zelf en namen er een trekje van in hun mond, het niet uitblazend door hun neusgaten of hoe ze het ook in hun longen brengen, maar namen hem gewoon in hun mond en bliezen het toen in dezelfde chemicaliën en toen was er niets van de kanker in. Hij zei: "Waar ging het naartoe? In mijn mond. Als ik slik gaat het natuurlijk in de maag. Hij zei: "Nu..."
45 Toen kwam de gedachte op: "Waarom zeggen dokters dat sigaretten niet schadelijk zijn?"
46 Hij zei: "Elke man die zijn geboorterechten zou verkopen! Een dokter die een dergelijke bewering doet kan met pensioen gaan, omdat die sigaretten-maatschappijen hem wel genoeg zullen geven om met pensioen te gaan." Hij verkoopt werkelijk zijn geboorterechten, omdat hij zwoer zoiets dergelijks niet te doen. Maar zij doen het toch.
47 En hij zei: "Hier is de machinerie nu. Wij zullen het u bewijzen met een wetenschappelijk feit." En zij hadden daar Yul Brynner, weet u, de filmster. En toen zei hij over die geringe hoeveelheid nicotine: "Nu, u zegt 'met mondstuk'." Hij zei: "Een man die dat doet, laat gewoon zijn geestestoestand zien. Want als je totaal geen rook hebt, krijg je geen teer, en teer vormt de rook. En als je een sigaret met mondstuk rookt, zei hij, "zult u er drie of vier moeten nemen om te voldoen aan de hoeveelheid van één gewone, omdat men gewoon meer teer nodig heeft ter bevrediging." Als u geen rook hebt, is er geen teer. U moet teer hebben om rook te krijgen. Dus dat is het. Hij zei: "Als u toch gaat roken, rook er dan een die geen mondstuk heeft. Slechts één sigaret zal u bevredigen, terwijl er drie van de andere nodig zijn, omdat u er minder teer uit trekt.
48 Het is een verkooptruc! De hele natie is vol van verkooptrucs en vuiligheid en alles.
49 En toen nam hij dat daar en liet zien hoe die ene kleine hoeveelheid de keel of de longen te pakken nam. Eerst is het wit, dan verandert het in rozerood en dan van rozerood in purper. De deeltjes van de kleine cel zagen er zó groot uit door het vergrootglas, maar natuurlijk moet je een sterk vergrootglas nemen om zelfs de cel te zien. Toen zei hij: "Als het purper wordt, hebt u kanker." Hij zei: 'Een man die één pakje sigaretten per dag zal roken, heeft zeventig procent meer kans om aan kanker te sterven dan de man die niet rookt'. En het lijkt dwaas om zo'n kans te lopen.
50 Nu, en toen nam hij nog een ander ding en bewees het, hij nam een witte rat. En hij nam een sigaret en plaatste die in een machine en trok deze over iets dat op wit marmer leek, en nam een watje, nam de nicotine die uit één sigaret kwam en smeerde het op de rug van de rat. Om de zeven dagen namen zij een andere rat. Zij moesten er telkens een hebben voor de les van die dag. En zij sloten die rat gedurende zeven dagen op en brachten hem naar buiten, de kanker stond zó hoog op de rug van de rat. Sommigen van hen overleefden niet eens de zeven dagen. De rat kon zich niet bewegen. Ik kon gedurende twee of drie dagen niet eten vanwege het kijken naar die akelig uitziende zaak die daar met kanker stond, en het groeide over zijn poten en dergelijke, een grote hoge kanker van bijna een halve duim, opgezwollen op de rug van de rat, door de nicotine uit één sigaret. En denkt u dat het hen doet ophouden? Een grote knaap zat daar bij mij en het zweet liep van zijn gezicht en hij zei:
"Nogal schokkend, niet?"
Ik zei: "Rookt u?"
Hij zei: "Ja meneer."
51 Ik zei: "Wel, dan moet u daarmee ophouden." Maar dat is het, door die proeven kunnen zij bewijzen wat het doet.
52 Nu, ik voorspelde dat de wereldtoestand en als de beschaving nog bestaat, destijds in de tijd van de drooglegging, toen er zo'n boete stond op de verkoop van een fles whisky, het tienmaal die boete zal worden om een pakje sigaretten te verkopen binnen enkele jaren van nu af aan, als de beschaving nog bestaat. Het is tien keer erger dan whisky. Zeker is het dat. Het is een moordenaar. En u kunt het de mensen vertellen, maar zij besteden er geen greintje meer aandacht aan. "Het is een heilige roller prediker" en ze laten het gaan. Ziet u, dat is het, zij nemen er geen notitie van.
53 Maar mijn punt is dit, wat wetenschappelijke dingen tot stand hebben kunnen brengen. Zij waren daar op de wereldtentoonstelling, door wetenschappelijk onderzoek aantonend wat de wetenschap tot stand heeft kunnen brengen in natuurlijke zaken. Nu, wij zijn hier om door geestelijk onderzoek aan te tonen wat God tot stand heeft kunnen brengen met mensen die Zijn Woord zullen geloven. Nu, om wetenschappelijke dingen tot stand te brengen, moet u werken naar wetenschappelijke regels. Om geestelijke dingen te kunnen bereiken, moet u werken volgens geestelijke regels. Nu, gelooft u maar dat die rat waarop het gedaan werd er verschrikkelijk uitzag; u had het moeten zien! Ik wenste dat ik er zelfs een foto van had, om het te laten zien. Als ik er een had kunnen nemen, zou ik het gedaan hebben, maar men wilde niet dat je er een foto nam. Maar let op. Natuurlijk leefde de rat nog maar een paar uur, sommige van hen overleefden de zeven dagen niet eens. Maar denk erover!
54 U gelooft dat hij er verkankerd uitzag, u moest eens zien hoe een ziel eruit ziet die het Evangelie afgewezen heeft. U moest eens zien wat een afschuwelijk uitziend iets zij zijn. Hoe een duivel houvast krijgt op een mens en een zoon van God kan verdraaien tot een afschuwelijk uitziend wezen, zoals hij is in de ogen van God. O, hij mag dan één meter tachtig lang zijn en schouders hebben als ik weet niet wat, en krullend haar en wat al niet, dat betekent niets. Het is de binnenkant van de mens die blijft. De buitenkant is slechts stof, hoe dan ook.
55 Het is dus een prestatie, en dat wilde men toen laten zien. Men had deze 'ruimte naald' en alles waarin met de vooruitgang toonde, wat men had kunnen doen en al hun atoomzaken verklarend enzovoort. Men deed een voorspelling hoe de Chevrolet zou worden. General Motors had het tentoongesteld, wat de... hoe in de volgende eeuw de Chevrolet van de twintigste eeuw er uit zou zien. Het leek mij toe als een gaspijp met een kap er bovenop. Nu, men toonde hoe het zou werken met een verbranding door atoomkracht, met een soort vleugel, die zich boven een andere zou verheffen en met controlestandaard. Dat zou een groot voordeel zijn.
56 Maar ik vraag mij af of wij zouden kunnen bladeren in de bladzijden van Gods Boek en zien hoe de gemeente eruit zal zien op die tijd, de vooruitgang zien die God heeft behaald. O, hoe de gebeurtenissen op deze aarde altijd iets voorstellen wat ergens vandaan komt; maar als het de aarde treft, is het gewoonlijk in een verdraaide toestand, omdat het in een wereld van duisternis en zonde is. Zie? Maar dan is er een ware vertegenwoordiging in de geestelijke sferen van de andere dimensie. Vanuit het zijn in de drie dimensies, heeft de zesde dimensie dan zíjn vertegenwoordiging. Ik ben daar zo blij om.
57 Laten wij nu even de vooruitgang nemen, die wij in de laatste paar jaren hebben kunnen behalen. Nu, laten wij beginnen bij iets wat plaats vond. Ik wil u niet te lang houden, zo de Here wil, maar ik wil dat u dit snel ziet. En o, toen het tot mij kwam, voelde ik me alsof ik weg kon vliegen. Nu, let nu op, een paar jaar geleden, niet te ver in het verleden, nog niet lang geleden, vond het vervoer plaats per paard en wagen. Ik reed rond met paard en wagen, en op een zadel. Toen ik een jongen was, vijftien of zestien jaar oud, reed ik paard en ging ik naar de stad met paard en wagen, terwijl ik hier vlak bij deze kerk reed, een modderige weg daar, en een moeras hier, vol met onkruid, bijna zo hoog als het gebouw, met een paard en wagen om sperziebonen en zo, van de boerderij af te leveren.
58 Nu passeer ik het in een snelle auto. Wat een verschil! De tijd van paard en wagen, daarna de tijd van de automobiel.
59 En toen kwam de tijd van het vliegtuig, die van de aarde de lucht in ging. Nu, als u zult opletten: zo zeker als die vooruitgang door de wetenschap werd behaald, zal, als de persoon een geestelijk verstand heeft, hij begrijpen dat het de vooruitgang van Gods handelen met Zijn Gemeente vertegenwoordigde. Nu, de dagen...
60 En bedenk, de boodschapper komt altijd aan het einde van de Boodschap. Wij weten hoe wij dat daar in de gemeentetijdperken doornamen.
61 Wat was de tijd van paard en wagen? Dat was het einde van het Lutheraanse tijdperk. Zie, de tijd van paard en wagen. Zij geloofden in rechtvaardiging. Terwijl God de Gemeente uit het Romanisme, Katholicisme bracht, bracht Hij haar in haar eerste geestelijke vooruitgang, dat "De rechtvaardige door geloof zal leven". Dat was de tijd van paard en wagen, toen zij kwamen uit de - tot de tijd van paard en wagen, en eindigden.
62 Nu, de volgende vooruitgang die de mens had op het gebied van vervoer was de automobiel. En merkt u op, de automobiel neemt voortdurend in kracht toe.
63 Nu, aan het einde van het Wesleyaanse tijdperk, werd door geestelijke vooruitgang heiliging binnengebracht, wat betekent dat de gemeente van een gerechtvaardigde toestand steeg tot een geheiligde toestand.
64 Nu, ik wil dat u dit bedenkt als wij verder gaan, dat de gemeente, genaamd "kerk" niet de Gemeente is. De Gemeente is Gemeente, geestelijk! Tienduizendmaal tienduizend Lutheranen, die zich bij de kerk voegden, wisten niet meer over rechtvaardiging dan een varken wist over een dameszadel. Zij wisten er niets van. En in het Wesleyaanse tijdperk, waarin tienduizenden heiliging beleden, wisten zij niet meer over de heiligende kracht van God dan een konijn weet over sneeuwschoenen. Zie, zij wisten het absoluut niet.
65 Maar er was een volk dat het volbracht. Halleluja! U ziet waar ik naartoe ga. Er was iemand die wist wat "gerechtvaardigd" betekende in het aangezicht van God, "hebbende vrede met God door onze Here Jezus Christus." Er waren sommigen van die Lutheranen, die trouw waren. Zij geloofden het. Wat de Katholieke kerk ook zei, zij geloofden Gods Woord en stonden Erop, omdat de boodschapper van dat tijdperk predikte: 'de rechtvaardige zal door geloof leven' en zij geloofden in een gerechtvaardigde toestand. En zij konden door de genade van God rechtvaardiging volbrengen, vrede met God hebben door onze Here Jezus Christus.
66 Nu, wij merken eveneens op, dat de Methodisten kwamen met heiliging. Er waren velen van die Methodisten die werkelijk geheiligd waren. Nu zijn er heel wat die het beweren en er niets van weten. De Methodistenkerk leerde heiliging. Men zei dat zij neervielen en schreeuwden en weer opstonden en zeiden: "Glorie voor God, ik ben geheiligd!" En zij gingen gewoon door met te leven zoals zij altijd deden. Maar sommigen van die mannen en vrouwen waren werkelijk geheiligd van de dingen van de wereld, en leefden een toegewijd, afgezonderd leven. Waarom? Dat was het automobiel tijdperk dat meer paardekracht met zich meebracht. De auto, het oude T-model was waarschijnlijk vijftien of twintig P.K.. Zie, men had vijftien of twintig paarden in zo'n kleine motor ingesloten. Heiliging! Als de wetenschap iets volbracht door het natuurlijke, volbrengt God iets door het geestelijke. Zie, er is steeds maar iets bezig. en toen na het geheiligde tijdperk...
67 Nu, wij nemen een man als de oude Beverington. Een man, wie zou er een groter man zijn geweest dan de oude broeder Beverington? En kijk naar John Wesley, George Whitefield, Finney, Knox, velen van die oude Methodisten die het uitzweetten. Zij gingen door de hel op aarde, in marteling, omdat zij geloofden dat Gods Woord heiliging leerde, de tweede stap van genade, en zij bleven erbij, en zij geloofden het en zij deden er wonderen mee. Precies hetzelfde als Henry Ford en de zijnen deden met het vervoer van het oude T-Ford model die boven de zijde van een paard uitging, hij bewoog verder en steeg boven de tijd van het paard uit. En Wesley bewoog zich verder boven de Lutheraanse tijd uit.
68 En toen kwam Pinksteren. En zoals de wetenschap van de wereld een automotor kon vervaardigen (de gebroeders Wright die het vliegtuig schiepen of maakten, vervaardigden liever) ging de vliegmachine ver boven de auto op aarde uit, omdat hij de lucht inging. Nu, de gebroeders Wright waren door hun prestatie in staat de wetenschap te nemen en hier op aarde iets te vormen, wat aantoonde dat er een grote geestelijke zaak stond te gebeuren. En toen de gebroeders Wright in staat waren te presteren dat de voeten van een mens van de grond af gingen, toen viel Pinksteren en ging de lucht in met een geestelijke gave, met de doop van de Heilige Geest. Hij ging de lucht in! O halleluja! Kreeg zijn voeten van de grond, zodat hij in het rond kon zwemmen, de lucht ingaan! O, hoe ver was hij boven het paard en wagen uit! Hoe ver was hij boven de automobiel uit! Hij was boven in de lucht! Hij was aan het kloppen en blazen en slaan, maar hij vloog. Zie, wat de mens presteert op aarde, want zij zijn gemaakt van dingen die niet gezien worden. God was bij machte om iets te volbrengen door een met de Geest vervuld volk, dat hongerde en dorste, en die bij het Woord wilden blijven.
69 Nu, als Wesley niet afgescheiden was op het Woord, 'een slechte naam' kreeg, een krankzinnige werd genoemd, enzovoort, zou hij nooit in staat zijn geweest om iets te presteren. Maar Wesley was een van Gods grote geleerden. Luther was een van Gods grote geleerden. Zij maakten zich geen zorgen over wat de kerken zeiden, wat de organisaties zeiden. Luther bekommerde zich niet om wat de Katholieken zeiden, hij geloofde dat de rechtvaardige door geloof zou leven! Halleluja! En hij nam Gods chemicaliën van het Woord en deed ze tezamen, en de gemeente bewoog zich door geloof. Wesley plaatste ze tezamen door het Bloed, en bewees het door het Bloed, en de gemeente werd geheiligd. De Pinkster-mensen geloofden dat de doop van de Heilige Geest, dat de belofte voor u is en uw kinderen en voor hen die ver weg zijn, en zij plaatsten de chemicaliën tezamen uit het Woord, en zij gingen de lucht in. Halleluja! Zij stapten uit, omdat zij in staat waren zoiets te vervullen.
70 Nu, waarom deden deze mannen dit? Waarom vond Luther het? Waarom vond Wesley het? Waarom vonden deze anderen het? Omdat het materiaal hier op aarde lag dat een T-Ford kon maken. Er was elektriciteit die een auto kon laten rijden. Er was benzine op aarde, er waren zuigers, enzovoort, al het mechanisme, koolstof voor de generator, en alles wat men nodig had om dit spul te scheppen, en let op, het begon... om het te vervaardigen liever, niet om het te scheppen. God is de Schepper. Hij had het hier liggen. Maar de mens die geloofde in de wetenschappelijke sfeer van het natuurlijke, drong erin door en zij namen geen genoegen met 'nee' als antwoord. Zij geloofden het. Het was een openbaring in hun hart, en zij bleven erbij totdat zij bewezen dat het juist was.
71 Dat is hoe John Wesley heiliging bewees. Het materiaal lag hier, het Woord van God, dat het voortbracht. Hij geloofde het. Ongeacht of de hele kerk, de Anglicaanse kerk en allen hem afwezen, hij bleef bij zijn overtuiging en hij bewees het. En de Pinkstermensen kwamen en bewezen het, omdat zij het materiaal hadden, dat de Heilige Geest juist was. En zij gingen de lucht in.
72 Hebt u opgemerkt dat de ene wetenschappelijke prestatie samenging met de andere, de andere aanvulde. Het was alleen een hogere vorm. Zie? De automobiel was een hogere vorm van vervoer dan het paard, en het vliegtuig was een hogere vorm van vervoer dan de automobiel, maar zij begeleidden elkaar. Paardekracht! Amen! Als dat paardekracht is, wat dan met de kracht van God? Wat dan met de Heilige Geest en kracht? De kracht van de Heilige Geest die u kan rechtvaardigen, diezelfde kracht van de Heilige Geest kan u heiligen. Dezelfde kracht van de Heilige Geest die u heiligde, kan u met Zijn Tegenwoordigheid vullen. En weinig wetenschap, zij, die hun A.B.C. niet kenden, vonden het. Waarom? Zij waren geestelijke geleerden. Amen. Zij zagen de zaak, zij geloofden het. De mens deed het door scholing, de natuurlijke geleerde. De geestelijke geleerde deed het door openbaring. De een door scholing, de ander door openbaring. O, als wij ons alleen maar kunnen openstellen. Er ligt hier allerlei soort materiaal. Dat is juist.
73 Nu, wij merken op hoe het gaat, hoe God in staat was om dat te volbrengen. In de Pinkstermensen, hen meenam in de lucht. Hoe zij... toen werd aan de gemeente terughersteld: genezing, spreken in tongen, openbaring, gaven van de Geest. Daar wisten Luther noch Wesley iets van. Zij leerden dit nooit, zij wisten er niets van. Het was buiten hun tijdperk.
74 Wel, wat zou Henry Ford, in die dagen voor de gebroeders Wright, geweten hebben over een vliegtuig? Zie, zij zouden het niet hebben geweten. Dan geldt hetzelfde voor de man in het verleden die paard en wagen reed, vijfhonderd jaar geleden zou men niets hebben geweten over een rijtuig zonder paard, alleen de Bijbel zei dat het er zou zijn. Dus konden zij het presteren door wetenschappelijk onderzoek. En toen het op aarde gebeurde, vertegenwoordigde God het met een vooruitgang door Zijn Gemeente. "Want de dingen die zijn, gezien worden, zijn gemaakt uit dingen die niet gezien worden." Zie de weerkaatsing ervan.
75 Nu, het Pinkstertijdperk heeft gedurende de laatste vijftig jaar een opwekking rondom de wereld gezonden, met allerlei en alles erin. En ze hebben genezingen gehad, ziekten werden genezen, kreupelen genezen, blinden kregen hun gezicht terug. Denkt u dat de wereld het geloofde? Beslist niet. Zij geloofden Luther niet. Zij geloofden Wesley niet. Zij geloofden de Pinkstermensen niet. Maar God nam in Zijn onderzoek de Bijbel, een man die gewillig was om het te doen, nam de Bijbel en bewees dat het juist was. Amen. Nu, wij moeten dat bedenken, wij moeten het geloven, ziende dat die dingen een type waren. Nu, wij hebben het Pinkstertijdperk uitgeleefd. Het Pinkstertijdperk, zoals ik daar bewezen heb, gaat over in het Laodicéa-tijdperk.
76 Maar nu is er iets anders gebeurd. We hebben nu een astronaut. John Glenn was onze eerste astronaut. En we ontdekken dat dit zo ver boven het vliegtuig uitgaat, daar het vliegtuig slechts zo ver kan gaan als de druk, enzovoort, het toestaat. Maar dit is door atoomkracht, een grotere kracht die hem zoveel hoger drukt dan een vliegtuig; een vliegtuig komt er zelfs niet aan te pas. Zo is het. Hij heeft dat kunnen doen. Goed. Nu hebben wij een astronaut, een natuurlijk tijdperk.
77 En bedenk, de boodschapper komt altijd aan het einde van de vorige boodschap. Wij hebben dat daar bewezen. Nu zijn wij op de astronautenlijn. Amen en amen! God heeft het.
78 De wetenschap heeft kunnen bewijzen dat er een astronaut is, die zo ver kan gaan dat u het niet kunt zien met uw natuurlijke ogen en daar kan gaan, of er nu enige druk is of niet. Hij kan daar gewoon doorgaan, omdat hij in een drukbestendige tank zit, en hij kan daar boven rondvliegen en de werelden rondom zien. Een astronaut! O my, wat een tijdperk is dat wat komende is. Ja beslist, het gaat helemaal boven elk natuurlijk ding uit, en vliegt daarginds precies voort.
79 Wat stelt het voor? Een geestelijk tijdperk, een geestelijke tijd waarin God geestelijke astronauten zal gaan hebben. Amen. Ze zijn hier op dit moment. Halleluja! De arenden van de lucht, die hoger kunnen gaan dan enige andere vogel, die boven alles uit vliegen, geestelijke astronauten (glorie) die het Woord van God kunnen nemen en bewijzen dat Hij gisteren, heden en voor immer Dezelfde is. Een geestelijke astronaut! O my! Glorie! Dat maakt dat ik mij goed voel, te leven in dit tijdperk! Nu, wat een wonderbare zaak voor een geestelijke astronaut! Zie? Wat is het? Wat deden de natuurlijke geleerden? Ze zijn in staat geweest dat te volbrengen. En God, door een man die bij de Bijbel wilde blijven, en zegt dat "Hij Dezelfde is gisteren, heden en voor immer", en niet bevreesd is voor de belofte en ongeacht wat iemand zegt, erbij blijft. Wat is het? U wordt een astronaut die zover kan gaan, dat het ver boven het denominationele denken uitgaat. Het gaat boven al het andere uit. Het gaat boven de dingen van de kerk uit. U verblijft daarginds met God en Hem alleen. Astronauten!
80 En bedenk, om een astronaut te kunnen zijn, moesten zij in een tank gaan en zij kunnen zichzelf niet controleren. Er is radarkracht nodig, een atoomkracht om hem boven de ruimte uit te tillen en dan wordt hij gecontroleerd door een toren. Glorie! Met Gods geestelijke astronauten is het hetzelfde. Zij komen in een tank en in een plaats, in een lichaam, en dat lichaam is het Lichaam van Christus. Dan zijn zij het niet, zo is het niet. Het was John Glenn niet, het was de tank waarin hij zat. Het was de machine. Hij zat daar slechts; hij deed niets. Hij had alleen de echte, zuivere moed om daarin omhoog te gaan en te zeggen 'het is in orde', omdat de wetenschap het bewezen had.
81 God wil mensen die in Christus kunnen komen en geloven dat Hij Dezelfde is gisteren, heden en voor immer en niet hun eigen denken nemen, de ruimte ingaan, gecontroleerd door de Heilige Geest. Amen. Astronauten! Tjonge! Hoe ver is het vandaan van het paard en wagen! Hoe ver is het zelfs van het vliegtuig! Hoe ver is het van rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest! Zij komen tot het arend zijn. Eerst waren zij hagedissen, toen werden zij kippen, toen werden zij kraaien, maar nu zijn zij arenden. Niemand kan hen volgen!
82 Een adelaar is een speciale vogel. Hij kan hoger gaan dan enige andere vogel. Hij is gemaakt om te zien, zijn evenwicht te bewaren als hij daarboven komt. En sommige mensen kunnen opspringen en weten niet waar ze zijn, nadat zij daar gekomen zijn, omdat hij niet verder kan zien dan hij opgesprongen is. Maar er zijn sommigen die terug kunnen zien en zien wat er gaande is. Dat is de arend. Hij kan daar staan tot hij het overziet en wacht totdat hij een boodschap hoort, die hem vertelt wat hij zeggen moet. Dat is de astronaut van God. Zie? Het heeft al de andere vooruitgang gevolgd, waarom zou het deze vooruitgang niet volgen?
83 Astronauten voor Jezus. Amen. Hij vertrekt zelfs niet eens door zijn eigen kracht. Hij wordt afgevuurd. Het enige wat hij doet is erin gaan. Dat is alles wat u hoeft te doen. God zal het afschieten en het plaatsen doen. Het is niet meer de kracht van de benzine noch de een of andere geloofsbelijdenis. Het is Gods atoomkracht die u volmaakt ginds de ruimte instuwt. O! Wel, wat is het in deze astronauten? Zij hebben de... Zij hebben nooit nodig... namen gewoon het woord rechtvaardiging, namen gewoon het woord heiliging, hij ging de hele Bijbel in. Amen. Hij is in alles Ervan gegaan, omdat hij weet dat God bij machte is om elke belofte te vervullen, die Hij ooit deed. Hij zit daar slechts te wachten. O! Het Woord is bestemd om Zichzelf te manifesteren. Als u ziek bent en een astronaut, bedenk slechts, kom in Christus en wacht op het aftellen. Dat is alles. Hij zal de kogel afvuren, maakt u geen zorgen. Nu, hij was in staat om het te volbrengen omdat God het beloofde.
84 Nu, hoeveel groter is de astronaut, deze dingen nu, vergeleken met de oude paardekracht, de kracht van de auto en de kracht van het vliegtuig! Ziet u, de astronaut is zo hoog dat hij dingen kan zien die een man in een paard en wagen niet zou kunnen zien. Hij is zo hoog dat hij dingen kan zien, die een man in een auto niet zou kunnen zien. Hij is zo hoog dat hij dingen kan zien, die een man die in een vliegmachine vliegt, niet kan zien. Hij is volslagen boven de rede uitgegaan. Amen. Glorie! Dat is het. Hij is boven elke prestatie die een mens zou kunnen bedenken, uitgegaan, de organisatie, de denominatie: "Je moet Methodist, Baptist zijn of tot dit behoren, de eenheid, tweeheid" of wat het ook is. Hij is een astronaut, hij is daar ver weg volslagen de ruimte ingezweefd. Amen. Wat ben ik dankbaar!
85 En bedenk, de astronaut wordt gecontroleerd door een radarkracht. U zag hen John Glenn binnen brengen. Ik keek daar naar Cape Canaveral en zag dat grote radargeval en je kon hem zelfs nergens zien, maar je kon onderscheiden waar hij was door de wijze waarop de radar het aanwees. Daar bevond hij zich. Zie? En wij hebben ook een radar: het gebed. Gebed is de radar, de kracht, die de astronaut leidt. "Vraag de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." Zie? Let slechts op de wijze waarop het gebed gaat en u kunt de kant zien die hij opgaat. Amen. Let slechts op de wijze waarop de gemeente bidt en u kunt de weg zien hoe de projectielen zullen vliegen. U kunt het vertellen door de weg, de wijze waarop de astronauten reizen, door de wijze waarop de gemeente bidt.
86 Hij bidt: "Here, natuurlijk geloven wij niet in deze dingen." Oei! Die astronaut komt naar beneden. Dat is alles. O, broeder!
87 Maar als alle dingen mogelijk zijn: "Here, giet Uw Geest uit op de gemeente en geef haar waar wij behoefte aan hebben. Stort de Heilige Geest op ons uit en neem ons uit elke redenering weg opdat wij geloven dat dit Woord juist is en wij zullen er regelrecht bij blijven." Let dan op het scherm dat dit zijn hoofd zo begint op te heffen, zie. De astronaut gaat steeds verder door, ver weg in de lucht. Wonderbaar! Hij gaat boven elke denominatie uit, gaat boven elke geloofsbelijdenis uit.
88 Nu bedenk, rechtvaardiging heeft gemene zaak gemaakt met een geloofsbelijdenis, zo is het, u gelooft rechtvaardiging net als ergens de Lutheranen en al hun satellieten. Dat zijn ze: satellieten, maar ze komen niet van de grond af. Neemt u heiliging en hun satellieten. U zegt: "Wat zijn de satellieten voor de Lutheranen?" Wel, de Church of Christ en die groep daar. "Wat zijn de satellieten voor de Wesleyanen, voor de Methodisten en zo? De Nazareners, de Pelgrim Heiligheidsmensen, hun satelliet? En dan de Pinkstermensen en hun satellieten, het vliegtuig, zeker, de eenheids, tweeheids-, drieheids-, vierheidsmensen, al dezen verderop, Foursquare, Church of God, allen nog steeds met een geloofsbelijdenis van denominaties.
89 Maar de astronaut breekt door de geluidsbarrière heen. Hij gaat er regelrecht doorheen. Hij hoort niets. O wonderbaar! Hij gaat gewoon boven alles uit. Zie, hij is ver weg daarboven, waar alle dingen... Hij leeft in de Tegenwoordigheid van God. Jazeker! Hij beloofde het, Zijn Woord zegt dat Hij de Hogepriester is. Ziet u die grote radar daar bewegen? Let op Hem in de samenkomst. U kunt het opmerken als de Heilige Geest neerkomt in de vorm van een Vuurkolom, zoals Hij beloofde. Een man, een echte gelovige, gaat daar niet zitten om te proberen Het te beredeneren met wetenschap. Wat is Hij? Hij is een Radar Scherm. Let op Hem. Hij begint rondom aan te wijzen. Amen. En Het vangt daar die ene op, de astronaut: "U hebt kanker. U hebt zus en zo. U bent zo en zo uit zulk een plaats. De Here Jezus maakt u gezond." Halleluja! Hij vliegt weg. Astronaut! O, wat een Gemeente moest het zijn! Het is hier.
90 De vooruitgang is bewezen door de wetenschap. Zij lieten het precies daar op de Wereldtentoonstelling zien. Wij hebben het. Amen. Het is overal bewezen, het astronauten-tijdperk waarin wij leven. Zie, "Het werd gemaakt uit dingen die niet gezien worden." Zie, het werd van iets uit de Hemel gemaakt. Het is God Zelf hier in die zesde dimensie. Het is de kracht van God. We zijn in zulk een plaats geweest dat we opgeheven zijn geweest in die dimensie, boven deze zaak van naar het graf gaan en te wenen, deze zaak van het plaatsen van de rouwband op de deurknop en het vaarwel zeggen voor altijd. Halleluja! We zijn in de astronaut gekomen en zijn daarginds heen gezweefd en hebben gezien waar het zich bevindt en zijn teruggekeerd. Glorie! We gaan naar het Tehuis achter de Hemel ginds, boven het geredeneer van de mens uit, hoe het oude veranderd zal worden in een oogwenk. We zullen hen daar zien, oude mannen en vrouwen, opnieuw jong. "Hoe weet u dat?" De Bijbel leert het! En God schoot een astronaut daarin omhoog, wij weten er alles van, en hij is teruggekomen. Wij behoeven ons geen zorgen over sterven te maken. Sterven is niets. Zeker, het is leven. Jazeker. Het is slechts je voeten van de grond af krijgen, zodat we kunnen gaan. O, hoe wonderbaar!
91 Hij beloofde al deze dingen in Zijn Woord, want Hebreeën 13:8 zegt: "Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer." De dingen waartoe Hij in staat is, kon God volbrengen door één man die zichzelf eraan zou overgeven, aan het Woord van God, omdat, zoals ik gisteravond zei, hij altijd bij het Woord bleef.
92 Nu, weet u wat, astronauten zijn niet iets nieuws. Hoe ging het met Elia? Als hij geen astronaut was, heb ik er nooit één gezien. Hij ging waar John Glenn nooit dacht te zullen gaan.
93 Wel, weet u, zij hadden er eens één die als een vertraagde film wegging. Zijn naam was Henoch. Hij wandelde gewoon omhoog, maar hij was een astronaut. Zeker. Hij was tegen de druk bestand, hij behoefde niet veranderd te worden, niets. Nee, hij was al tegen de druk bestand toen hij begon te wandelen. Hij wandelde gewoon regelrecht door uit al de dimensies en alles, wandelde weg in de Tegenwoordigheid van God.
94 En zo was een oude makker vermoeid en hij kon niet erg goed meer lopen. Hij had getwist met Izebel over haar korte haar en verf en alles, totdat God gewoon een wagen naar beneden zond en zei: "Ik zal je gewoon vanmiddag door de wolken omhoog laten rijden." Astronaut!
95 Eens kwam er Eén om voor de rest van ons te sterven, en God wekte Hem op, op de derde dag. En vijfhonderd man stonden daar en zagen Hem opgenomen worden in de wolken, terwijl een Stem zei: "Ik zal terugkomen." Een Engel kwam terug en zei: "Deze zelfde Jezus, die opgenomen werd, de Meester Astronaut, zal op gelijke wijze weer terugkeren in hetzelfde soort behuizing waarin Hij is, een lichaam, onsterfelijk." Halleluja! "En wij zullen een lichaam hebben als Zijn Eigen verheerlijkt lichaam, want wij zullen Hem zien zoals Hij is." O, halleluja! Hij brak al de geluidsbarrières, al de redenering barrières, en ging boven redenering uit, ging boven al het andere uit.
96 En ieder mens die ooit leeft voor God, zal boven alle vijf zintuigen uit moeten gaan; hij zal moeten uitgaan boven alle scholing, alle vooruitgang die de mens heeft kunnen verrichten, en God geloven, alles doorbreken en terzijde leggen, en de hemelen invliegen. Amen. O, wat astronauten, enzovoort, hebben verricht in het natuurlijke, heeft God kunnen doen door Zijn Gemeente, door het geestelijke, door een geestelijk volk dat zal geloven. Elke man of vrouw die te eniger tijd zal durven, God te eniger tijd op Zijn Woord te nemen, is een astronaut.
97 Zij zullen zeggen: "O, dat is niet voor rede vatbaar. Hoor je die mensen schreeuwen, juichen, hoor je dit? O, dat is zelfs niet redelijk." Zij begrijpen het niet.
98 Iemand vertelde mij: "U had een droom, broeder Branham, toen u die plaats zag." Ik had nooit een droom. Ik stond daarboven en keek naar beneden, waar ik op bed lag. Het kan zijn dat ik gedroomd heb in bed, maar ik was daarboven, neerziende op mijzelf. Zie? O, Hij gaf mij gewoon een astronautenvlucht die morgen, toonde mij waar ik naar toe zou gaan. En het laat zien dat uw radar het aan zal wijzen, precies waar het is. Nu, ik ben het niet, Híj is het. Het is uw geest in u, die de boodschap gelooft, en het is de Heilige Geest, die hier staat waar ik mij bevind, en u gelooft het dadelijk en het maakt contact; en hier komt het regelrecht terug; uw antwoord. Astronaut! Amen. O, hoe wonderbaar! Jazeker.
99 De wetenschap heeft een groot ding gedaan. En weet u, zij hebben het zo geweldig gedaan dat zij bevreesd worden voor zichzelf. Dat is juist. Ze hebben zoveel geweldigs dat ze bang worden voor zichzelf. Weet u, ze zeiden hier ongeveer twee jaar geleden, dat het "drie minuten vóór middernacht" was. Ze zijn bang. Wat doen zij? Nu, de mens is in staat geweest, naar het natuurlijke in een natuurlijke astronaut, nu hij is in staat geweest om deze astronaut tot stand te brengen. En hij denkt nu, dat wanneer Rusland ooit begint dit land op te blazen, of een ander land, hij naar de maan kan vliegen.
100 Ik zag onlangs iets aardigs. Het was werkelijk grappig. Er stonden twee kleine Indianen met elkaar te praten, kleine dikbuiken, weet u, zoiets, en een veer op hun achterhoofd, en ze schudden elkaars hand, elkaar feliciterend. Eén zei: "Broeder, we zullen spoedig het land weer voor ons alleen hebben. De blanke man gaat naar de maan verhuizen, dus zullen wij ons eigen land weer terug hebben. De blanke man zal naar de maan gaan, dus zullen we ons eigen land weer terug hebben." Het is in orde.
101 O, nu willen zij allen een flink aantal van deze astronauten-capsules maken, zodat zij erin kunnen gaan. En het atoomtijdperk komt, zij gaan de wereld laten springen, zij trekken slechts hieraan en allen verhuizen naar de maan, maken een reis naar de maan, en beginnen daar opnieuw, en zo maken ze voor zichzelf een andere samenleving op de maan. Zij zullen daar niet komen, met mijn hele hart geloof ik niet dat zij daar ooit zullen komen. Zie?
102 Maar tegelijkertijd is de ware gelovige in Christus, zijn Astronaut, binnengegaan. Amen. "Door één Geest zijn wij allen in één Astronaut gedoopt." O, één Lichaam! Dat kan elke soort druk doorstaan. Ze hebben het beproefd in een vurige oven, het was vuurbestendig, dus kan het niet verbranden; zeven keer heter. Ze hebben het beproefd en alles kwam er ongedeerd uit. Dus zijn de geestelijke geleerden in staat geweest te bewijzen, dat zij alles kunnen doorstaan. Zo heeft de ware geestelijke gelovige zichzelf begeleid en is in Gods Astronaut, Christus, ingegaan, alle dingen gelovend; zijn geloofsbelijdenissen terzijde leggende, de Pinksterbelijdenissen, de Baptistenbelijdenissen, de Methodistenbelijdenissen. Hij is alleen maar in de Astronaut gegaan, zeggend: "Here, wanneer is het klaar?" O! Wat doet Hij? Hij komt naar kleine samenkomsten, hij luistert naar het aftellen van Gods Woord.
103 Weet u, toen John Glenn daar die morgen zat, luisterden zij naar het aftellen. "tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één, nul." Zie? En nu is hij gekomen tot een plaats waar gezegd wordt: Het is drie minuten totdat er iets van start gaat." Zij weten niet wat het is. "Drie minuten voordat wij het nul-uur hebben."
104 Nu let op, de ware gelovige is in Christus. Geen veroordeling voor hen die in Christus zijn. Predik het Woord, blijf precies bij het Woord. Het maakt mij niet uit wat de denominaties zeggen, zij zullen Het geloven. Zij zullen daar precies staan, omdat Het het Woord is. De denominatie-mensen schoppen een hoop herrie en excommuniceren hen, gooien hen eruit en zeggen dat "zij gek zijn" en al dergelijke. Maar zij blijven precies bij het Woord. Zolang God het beloofde, blijven zij daar omdat zij astronauten zijn. Zij geloven het Woord. En er is geen wijze om van hen af te komen. Zij zullen je hoe dan ook verlaten, dus laat hen gewoon een poosje met rust.
105 Maar zij zijn erin, zittend in Hemelse plaatsen in Christus Jezus, luisterend naar de aftelling, de Gemeentetijdperken enzovoort. Glorie! Dat maakt dat u zich goed voelt, is het niet? Luisterend naar de aftelling! Wat is de aftelling? "Al deze dingen die beloofd zijn, hier is waar het gebeurt. Al deze dingen die beloofd zijn, hier is het waar het aan het gebeuren is. Waar een belofte is, hier is waar het gebeurde. De vooruitgang die Hij vandaag beloofde, is hier recht onder ons." Wat doen zij? Luisteren naar de aftelling. Hoe ver is het gekomen? Heel de weg vanaf Luther. De aftelling! "Rechtvaardiging, heiliging... Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee..." O! Wat doen zij? Wachtend op de wegneming, het nul-uur. Amen.
106 Deze grote baan, waarvoor de Gemeente klaar staat om deze te doorlopen, en de grote tijd van de aftelling, zou ik graag aan u willen verklaren: wat de aftelling is. Nu, ik geloof dat wij het in de gemeente hier pas behandeld hebben. En nu, merkt u op, dat wanneer de natuurlijke astronaut gereed is om de aarde te verlaten, er een aftelling is die begint van tien naar nul. Nu, ik heb niet geprobeerd deze Boodschap uit te leggen en er een geestelijke toepassing aan te geven, daar het vanmorgen te veel tijd zou vergen. Maar ik wil proberen dit aan u te verklaren dat tien een getal van "Wereldsgezindheid" is, van de mens. Maar zeven is het getal van "Gods volmaaktheid." In zes dagen maakte Hij de hemelen en de aarde, en op de zevende dag rustte Hij. En zesduizend jaren moet de wereld tegen de zonde werken, of de gemeente tegen de zonde werken, maar de zevende is het Duizendjarig Vrederijk, de Sabbat.
107 Zeven is Gods volmaakte getal. En nu heeft Hij ons de juiste aftelling gegeven, en Zijn aftelling is niet tien, maar zeven. Wij hebben het zojuist behandeld in de Zeven Gemeentetijdperken. Nu, wij ontdekken dat ginds in Openbaring, de eerste aftelling het eerste tijdperk was. De tweede aftelling, het tweede tijdperk. En zo door tot de zevende aftelling. En hier zichtbaar vóór ons, zoals het beeld werd getekend, hadden wij deze aftelling. Het eerste getal dat geteld werd, was Efeze. Het tweede getal dat geteld werd, was Smyrna, Smyrna. Dan Pergamus. Thyatira. Het vijfde was Sardis. Het zesde was Filadelfia. En het zevende was dat van Laodicéa, het laatste gemeentetijdperk. Dan is het de nul-tijd voor de gemeente om te vertrekken, nadat de gemeentetijdperken hun periode hebben uitgediend. Nu, wij weten dat het Thyatira tijdperk gekomen en gegaan is, en dat van Efeze is gekomen en gegaan, het Filadelfia tijdperk is gekomen en gegaan. En wij zijn in het zevende gemeentetijdperk, aan het einde ervan, het Laodicéa tijdperk. En dat is de aftelling.
108 Als u opmerkt in onze vorige lessen van de gemeente, hield Hij in Zijn hand zeven sterren, die wij bevonden te zijn "zeven dienaars van de zeven gemeentetijdperken." Elk van hen werd volmaakt vereenzelvigd toen God Zijn aftelling deed. Vanaf de tijd dat Hij wegging tot de tijd dat Hij terugkomt, vergadert Hij een volk tezamen terwille van Zijn Naam. Het begon op de Dag van Pinksteren. Van de eerste Gemeente, Efeze, geloven wij dat de ster en boodschapper van die gemeente, Paulus is. Hij is gekomen en nummer één werd afgeteld. In het tweede gemeentetijdperk, dat van Smyrna, was het Irenaeus, de grote heilige van God, die de gemeente leidde aan het einde. In het derde gemeentetijdperk, dat van Pergamus, was het Columba, die een grote heilige van God was. Gedurende de tijd van het Donkere Tijdperk, in de vervolging, het vierde tijdperk en de vierde aftelling, was het Martinus van Tours, de grote heilige, die uit Frankrijk kwam. Voorts het vijfde gemeentetijdperk en zijn boodschapper was Maarten Luther op de aftelling. Het zesde tijdperk was dat van John Wesley op de aftelling.
109 Nu zijn wij in het zevende tijdperk, het Laodicéa gemeentetijdperk. En wij zien uit naar die grote boodschapper van de tweede verschijning van Elia, op de aftelling. En zodra die verschijnt, is het nul-tijd en gaat de gemeente weg naar Huis, gaat de ruimte in, de Hemelen in, achter maan, sterren en al het andere, en ontmoet Jezus.
110 Waar kwam dit vandaan en waar gingen zij heen? In deze Astronaut. Hoe kwamen de mensen in de Astronaut in de eerste plaats? Dat is de wijze waarop zij er in elke plaats en te allen tijde in moeten gaan. Zo is het. Zij moeten binnenkomen op dezelfde wijze als de eerste vanwege deze grote omloopbaan van een groot lichaam van mensen. Bij die in de tijd van Noach was er maar één deur, en die deur was de enige deur om binnen te komen. Alles wat binnenkwam, of ze nu naar de eerste verdieping onder rechtvaardiging gingen, de tweede verdieping of de derde verdieping, zij kwamen allen binnen door één deur. Zij kwamen allen op dezelfde wijze.
111 En het is hetzelfde in dit astronautentijdperk. Wij moeten op dezelfde wijze komen, via dezelfde weg, door dezelfde Boodschap, door dezelfde Christus, door dezelfde Kracht die zij ontvingen op de Dag van Pinksteren. Dezelfde wijze! Het is steeds Dezelfde geweest, omdat Het dezelfde Deur is. En hoe komen wij in dit Lichaam? Door de Deur. En Jezus is deze Deur tot dit Lichaam. Zo komen wij binnen en worden in het Koninkrijk van God geboren door de Deur, Jezus Christus. En nu is de Deur net ongeveer op het punt gesloten te worden in het Laodicéa tijdperk, de laatste aftelling, en de Gemeente staat op het punt in een baan te komen boven alle verdrukkingen en alles uit, om haar weg omhoog te gaan in de hemelen der Hemelen, die de Gemeente naar de boezem van God brengt. Amen. [Leeg gedeelte op de band] Amen.
112 De morgen dat John... deze Glenn, daar opsteeg, lag iedereen op zijn aangezicht, wenend en biddend, zich afvragend of hij in staat zou zijn om het te volbrengen. En het eerste was dat het vuur zich begon te verspreiden vanuit die atomen, toen die grote zware raket daar op Cape Canaveral zich omhoog verhief, zo de lucht ingaande en de mensen schreeuwden en riepen en vroegen zich af wat er met hun astronaut zou gebeuren, die omhoog ging.
113 O, maar de Gemeente, glorie, verspreidt ook wat vuur. Amen. De aftelling is komende. Amen! "Rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, Laodicéa gemeentetijdperk", we zijn aan het eind! Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer! Wat is er aan de hand? "Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee... nul!" Zij zullen niet wenen, maar er zal gezang en gejuich en lofprijzing aan God zijn, als de Gemeente haar astronautenweg vindt in de hemelen om bij Jezus Christus te zijn. Amen.
114 Bij de natuurlijke prestatie worden zij naar de maan gebracht. Bij de geestelijke prestatie worden wij naar de Hemel gebracht. Amen! De natuurlijke astronaut probeert een plaats te vinden op de maan. Wij hebben al een plaats in de Hemel helemaal gereed. "In Mijns Vaders Huis zijn vele woningen. Ik zal heengaan en u een plaats bereiden, en een Astronaut naar u terugzenden." De aftelling is bezig! Gelooft u het? Amen. Aftelling! "Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, een, nul!" Het vuur begint zich te verspreiden. De bediening wordt gekroond in Heerlijkheid. Halleluja! En de oude raket begint zich te verheffen, niet naar de maan gericht, maar gericht naar de Heerlijkheid. Ginds is Zij, het vuur van God verspreidend. De kracht van de Heilige Geest heft haar op boven de maan, sterren, boven alles wat ooit door een mens volbracht zou kunnen worden. De Gemeente zal wegvliegen naar de boezem van God in de Hemel op een van deze morgens, vrienden. En de mens is in staat geweest om te presteren wat zij hebben door hun natuurlijke dingen, en God (ik bewees het hier) heeft het getypeerd door het geestelijke.
115 Laten wij snel in de Astronaut gaan. De deur zal na een poosje gesloten worden. De aftelling is bezig! De wetenschap zegt dat hun aftelling drie minuten duurt. De onze kan al verder zijn, het zou 'één' kunnen zijn, gereed voor 'nul'. Laten wij binnenkomen. Gelooft u dat de aftelling bezig is? Laten wij onze hoofden dan even een ogenblik buigen.
116 Vader! "Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee..." God! "Naties breken, Israël ontwaakt, de tekenen die de profeten voorzegden; de dagen der Heidenen zijn geteld, met kwellingen belast; keert terug, o verstrooiden naar de uwen." Wat een dag! Het Avondlicht schijnt. O God, wij bidden dat elke ongelovige snel al zijn opvoedkundige gedachten terzijde zal leggen, al zijn ideeën die tegengesteld zijn aan Uw Woord, en vanmorgen in deze heerlijke Astronaut zal gaan, omdat wij Erin geboren worden, daarin, om een deel te worden van de Astronaut.
117 Ik bid, Hemelse Vader, en in dit grote Lichaam van Christus, dat U gelovigen vandaag wilt dopen met de Heilige Geest. Moge het basin gevuld worden vanmorgen met mensen die hun zonden belijden en begraven worden in de Naam van Jezus Christus, en aan boord gaan van de oude Astronaut, Here, die boven de maan en sterren uitgaat, en boven geloofsbelijdenissen, denominatie. Wij hebben de aftelling gehad. U vertelde ons wat er zou zijn, de drie, deze drie stadia ervan. U hebt verteld hoe de gemeentetijdperken zouden gaan, het eerste gemeentetijdperk, het tweede gemeentetijdperk, derde gemeentetijdperk, het vierde-, het vijfde-, het zesde. Deze telling is zeven. En na zeven, dit tijdperk, we zijn er al in, het laatste gemeentetijdperk. En nu is de aftelling aan de gang. De tijdperken zijn uitgesteld, het Lutheraanse tijdperk, het Wesleyaanse tijdperk, het Pinkstertijdperk. En nu, Here, ons verzamelend in de Astronaut, met een groot vergrootglas ervoor, kunnen wij de Heerlijkheid zien, Jezus zien, Hem zien in al Zijn kracht, Hem zien in al Zijn beloften. Alles wat Hij beloofde, weerkaatst op ons. Wij danken U ervoor.
118 God, moge de gemeente vandaag snel in de veiligheidszone gaan, want spoedig komt het uur nul en zal de deur van de grote Astronaut gesloten worden, het Astronautenvliegtuig. En wij zullen gaan zoals Noach toen hij in zijn Astronaut ging, hij dreef als het ware in en boven al de wateren van het oordeel. En Vader, wij willen er in gaan, zodat wij in staat mogen zijn om te drijven door de stromen van de tijd, voorbij Mars, Jupiter, Venus, boven de Melkweg, verder en verder, waar de natuurlijke astronaut niets over weet. Maar wij zien dat U hem dat laat doen als een teken, opdat wij klaar mogen zijn om te gaan. Wij bewegen ons van de aarde af. Sta het toe, Here. Door Jezus Christus' Naam vraag ik het.
119 Hier liggen zakdoeken, Here, die zieke mensen hebben gezonden. Zij geloven Here. En mogen zij volledig overgegeven astronauten zijn deze morgen. Moge de kracht van de Almachtige God, die Zijn Bijbel hierop weerkaatst, dat zij van het lichaam van Paulus zakdoeken en schorten namen, en de zieken en de bedroefden werden genezen. Moge de astronaut gelovige, wanneer dat hem aanraakt, wegvliegen, Here. Ziekte achter zich! Moge elke zieke persoon hier juist nu, regelrecht in Jezus Christus komen, tot Zijn Woord, Zijn belofte. En zeggend: "Vraag de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." Mogen zij beginnen te tellen: "Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee... nul. Ik ga weg, Here!" Mogen zij opstaan van hospitaalbedden, draagbaren, wat het ook moge zijn. Mogen zij opstaan van de ziekte die hen neergekluisterd hield, om ginds de ruimte in te gaan waar doktoren, geleerden en geen van hen iets over weten, uit te gaan, waar de Kracht van God heeft beloofd door het wetenschappelijk onderzoek van de Bijbel hier, of liever het geestelijk onderzoek van de Bijbel; te laten zien dat God altijd God was en nog steeds God blijft, dat Hij altijd God zal zijn en dat Hij het Oneindige, Almachtige, Alomtegenwoordige Wezen is dat Zijn Woord kan houden. Hij kan alle dingen doen, en beloofde ons dat alle dingen mogelijk zijn voor hen die zullen geloven, God, sta het toe.
120 Moge vanmorgen die eigenzinnige man of vrouw, jongen of meisje, die niet daarbinnen zijn om te luisteren naar het aftellen van Gods Woord, weten dat we precies daar zijn bij de laatste aftelling. Zij staat op het punt om elk ogenblik "nul" te schreeuwen, zodat de gemeente weg zal gaan. We zien de Boodschap tot een einde komen. We zien de vervolging opkomen, zoals wij er gisteravond over spraken. Wij weten dat de tijd op handen is. Het aftellen is voorbij. U hebt ons hier geholpen op het podium om de gemeentetijdperken te brengen, en al het andere te nemen en te bewijzen dat het juist nu bijna elk ogenblik kan gebeuren. God Almachtig, Die de Hemelen en de aarde schiep, zend Uw barmhartigheden op de mensen en geef hun dat wat U voor hen opgeslagen hebt. Want wij vragen het in Jezus' Naam.
121 Terwijl elke man en vrouw hun hoofd hebben gebogen, vraag ik of er hier vanmorgen sommigen zijn die Christus niet kennen als hun Redder en Hem graag zouden willen kennen om in deze Astronauten-toestand van Gods genade binnen te treden, om in de Opname te gaan, zou u dan uw hand op willen steken en zeggen: "Ik ben bereid, ik wil klaar zijn voor de Opname, broeder Branham. Bid voor mij." God zegene u. God zegene u. God zegene u en u. Daar buiten, binnen, waar u ook bent, steek gewoon uw hand op. Zeg hierdoor: "God, haal mij binnen." God zegene u. "Ik wil de aftelling horen. Ik wil hem horen. Ik wil weten dat ik gered ben, dat wanneer het vuur afgaat, ik niet in een paard en wagen zit. Ik wil niet in een kerk zitten die in een automobiel rijdt. Ik wil niet in een kerk zitten die net zijn voeten van de grond af kan krijgen, lang genoeg om te springen en een hele hoop herrie te maken. Ik wil in iets zijn dat mij voorbij de maan en sterren zal brengen. Ik wil luisteren naar de aftelling; niet naar de een of andere geloofsbelijdenis, naar de een of andere organisatie. Maar ik wil in Christus zijn, waarbij ik uit kan zweven boven alles wat menselijke redenering betreft. Ik wil gaan."
122 Is er nog iemand voordat wij bidden? God zegene u, jongedame. God zegene u, jongeman. God zegene u, en u daar achterin. Ik zie uw handen, God ziet het zeker. En u, mijn broeder, u broeder. "Ik wil in die aftelling zijn. God, laat mij elke last afleggen." God zegene u, broeder. "Ik wil elke zonde afleggen. Ik ben driftig, broeder Branham. O, ik zou Daar niet zo kunnen binnengaan. Bid dat God het van mij wegneemt. Broeder Branham, ik drink een beetje. Ik wil dat niet doen. Bid dat ik het afleg. Ik rook. Ik wil dat niet doen. God weet dat ik dat niet wil doen. Die zaak heeft mij zo gebonden, ik doe het, ik kan er gewoon niet van afkomen. Ik weet dat het verkeerd is, en ik behoorde het niet te doen. Ik wil het niet. En nog iets, ik heb het Woord betwijfeld. Ik heb mij afgevraagd of Het wel juist was. Help mij, God. Laat mij, laat mij slechts alles bedenken wat juist is, en ik geloof Het. Ik wil naar de aftelling luisteren. Ik wil tot een plaats komen dat ik elke keer, dat ik het Woord van God iets zie zeggen, het bekrachtig met een 'amen' en zeg: 'U bent het Here!'" Nu allen... God zegene u. God zegene u, een ieder van u.
123 Zijn er sommigen hier nu die ziek zijn en zeggen: "Broeder Branham, vanmorgen ben ik een Christen, maar ik ben... Ik ben geweest... heb de Heilige Geest. Ik ben nu in het vliegtuig gestapt. Ik ben gereed voor de aftelling. Ik ben uit allerlei denominaties gekomen en al het andere, luisterend naar de aftelling. Maar nu wil ik vanmorgen dit ene ding zeggen, broeder Branham, ik ben ziek. Ik heb nog wat werk voor de Here te doen. Ik luister naar de aftelling, maar ik wil gezond zijn. Ik ben er vanmorgen ingestapt, luisterend naar de aftelling." Wat is de aftelling? Het Woord van God. Het wordt juist nu afgeteld. Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer. "Ik wil Hem horen vanmorgen als mijn Geneesheer, ik wil mijn hand opsteken en zeggen: 'Bid voor mij, broeder Branham.'" God zegene u. Stap meteen in. Het altaar is vol, en hier in het rond is de vloer afgeladen. We zouden geen gebedsrij kunnen vormen. Ze staan langs de muren in het rond, enzovoort. We hebben gewoon een gedrang. U behoeft dat niet te doen. U bent in de - u bent in de... U bent een astronaut.
124 U bent een astronaut. U gaat uit boven Luther. Luther geloofde niet in alles. Wesley legde handen op. De Pinkstermensen zalfden met olie. U bent een astronaut, bent boven alle redenering uitgegaan. Slechts omdat het Woord het zegt, ga ik door. "Wel", zegt u, "geloofde Luther niet? Was dat het Woord niet?" Ja, maar Wesley ging verder dan hij. "Wel, Wesley zalfde met olie of iets anders. Gelooft u dat?" Ja, zo is het. "De Pinkstermensen wierpen duivelen uit." Ja. "Legden hun handen op hen, hadden genezing in hun handen en al het andere." Ja, ik weet dat het juist is, maar ik ga door. Ga door! Wesley kijkt niet terug naar Luther, Pinksteren kijkt niet terug naar Wesley, evenmin zien wij terug naar Pinksteren. Wij zijn astronauten. Wij zijn daar boven uit. Laten wij doorgaan. Christus zei het.
125 Hoe doet u het? "Kom, leg Uw handen op mijn dochter en zij zal gezond gemaakt worden", zei de Jood. Jezus ging heen en deed het voor hem, dat is juist. Maar toen het tot de Romein kwam, de astronaut, zei hij: "Ik ben niet waardig dat U onder mijn dak komt... Spreek slechts het Woord, Here." En Hij heeft het al gesproken. Dat is het.
126 Nu, laten wij onze harten tot God opheffen. Laten wij onze handen tot God opheffen, onze harten tot God. Want wat u ook nodig hebt, redding, heiliging, doop van de Heilige Geest, Goddelijke genezing, wat het ook is, houdt uw handen omhoog en houdt uw hart in de Tegenwoordigheid van God en besef dat u in Hemelse plaatsen zit in Christus Jezus, en u bent een astronaut van dat Geloof. Welk? Hier komt de aftelling! "Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee..." O Jezus, kom nu! Wij plaatsen de kracht van Zijn Naam. En zoals wij gisteravond zagen, sloeg Paulus een man met blindheid en liet een ander over hem heen lopen. En wij zien dat Jezus kan doen wat Hij ook maar deed. Hij deed allerlei wonderen en toch zien wij dat Hij precies aan het einde van Zijn weg geslagen werd, bespuwd en al het andere. De mensen begrijpen het niet. Zij beseffen dat God het doet om te bevestigen dat het juist is en dan het geloof van de mensen beproeft.
127 Here, wij hebben hier gestaan en zagen volkomen blinden hun gezicht ontvangen, ziekte; kankers die de mensen overschaduwden, werden genezen. Wij hebben hen gezien die dood waren en al uren waren afgelegd en zij kwamen weer tot leven terug. Wij weten dat het onze grote Christus is, door Wie wij een astronaut in Zijn Lichaam zijn. En nu is de aftelling gaande en wij gaan vanmorgen geloven voor onze genezing, voor onze redding en voor alles waar wij behoefte aan hebben. Omdat, wanneer wij het vragen in de Naam van Jezus Christus, Hij beloofde: "Vraag Mijn Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." En dat is alles wat we nu moeten doen, Zijn Naam aanroepen en het zal worden gedaan. Wij luisteren naar de aftelling.
128 Here, sommigen van hen die zondaars zijn geweest, staken hun hand op. Zij wachten op de aftelling, dat er een verandering in hun hart zal komen, die al het oude, gemene bederf uit hun hart zal wegnemen. Er zijn er velen die sigaretten roken, die bereid zijn om ze af te leggen. Velen die dingen hebben gedaan die zij niet hadden moeten doen, en zij zijn bereid om ze af te leggen, omdat wij God Almachtig vragen in de Naam van Jezus Christus, alles weg te nemen wat de Gemeente vanmorgen hindert, van ziekte tot zonde, en laat deze gemeente vrij zijn. In de Naam van Jezus Christus, moge de macht en de Kracht van het grote Evangelie, het Vuur van de Heilige Geest zich beginnen te verspreiden, en de grote astronauten van God vandaag opnemen tot het verlangen van hun hart. Sta het toe, Almachtige God. Zij zijn de Uwen. En mogen zij hun genezing ontvangen en waar ze ook maar behoefte aan hebben. Ik beveel hen bij U aan en vertrouw hen aan U toe met mijn gebed. Ik beveel hen bij U aan en vertrouw hen aan U toe met mijn gebed, op het altaar waar het Bloed van Jezus Christus vanmorgen vers ligt. In de Naam van Jezus Christus, mogen zij ontvangen waar zij om gevraagd hebben. En het volk zei [broeder Branham en de samenkomst zeggen: "Amen"]
129 Dus, geloof Het! Zo zij het. Ik geloof Het. Ik geloof. Amen. Ik weet dat Hij God is. Ik weet dat wij gereed zijn voor Gods grote vooruitgang. Wat is Zijn vooruitgang? De aarde te verlaten. De astronaut gaat naar de maan, een andere aarde. En Gods Gemeente (van vliegtuig, van paard en wagen, enzovoort) gaat weg als een astronaut naar een andere wereld, welke de Hemel is. De aftelling is aan de gang. Amen. Hebt u Hem lief? Laten wij dan onze handen opheffen en zingen: "Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief, omdat Hij eerst..." Prijs de Here! En God zegene u tot vanavond als ik u ontmoet.