Alle dingen
Door William Marrion Branham1 U mag gaan zitten. Ik luisterde naar dat oude lied "Geloven alleen"; dat wekt mij zo'n beetje op. En als je dan binnenkomt en een dergelijk welkom hebt, dan voel je je alsof je je positie inneemt. Wel, ik ben gelukkig de medevoorganger van de "Life Tabernacle" te zijn. Ik houd van dat woord "Leven". Ik sprak erover deze morgen: "Levensverzekerdheid". En ik hoop dat iedereen een polis heeft, omdat wij het zeker nodig hebben. Men moet het hebben om verzekerdheid te hebben.
2 Nu, ik veronderstel dat men heeft aangekondigd dat er een doopdienst zal zijn zo dadelijk en wij kijken naar de tijd van deze doopdienst uit. En wij zullen proberen u zo snel als wij kunnen uit te laten. Ik was wat vermoeid en ik kwam vroeg. Billy belde mij op en zei: "Ik wil dat je vanavond vroeg komt." Hij zei: "Zij willen dat je vroeg uitgaat."
Ik zei: "Wat is vroeg?" En sinds ik uit de tijd stapte in de eeuwigheid, wel, heb ik geen tijd meer. Ik weet gewoon niet meer wat tijd is. Wij meten het niet meer, Jim. Wij laten het voor wat het is.
3 Jim, je hebt de banden daar achterin, veronderstel ik? Ik denk dat zij vanaf het podium hier zijn aangekondigd. En ik weet niet hoe de mensen ermee omgaan, maar zij gaan de wereld rond. En zij zijn daar achterin, honderden verschillende boodschappen vanuit verschillende delen, gebedsrijen.
En deze jongen hier, zijn schoonvader en zij... er is een... Zij hebben machines die voortdurend doorgaan, bijna dag en nacht, om ze te maken. En wij... En zij verkopen ze met zo'n kleine marge dat zij ze er nauwelijks voor kunnen blijven verkopen. Als u ze wilt, ze zijn daar, plus boeken enzovoort, en Tabernacle literatuur hier. En we zijn hier dus...
Ik ontmoet voortdurend mensen die zeggen: "Ik... Weet u, ik speelde een bepaalde band af. Ik werd gered." Bepaalde dingen zijn een zegen geweest voor de mensen en dat is de reden dat wij ze uit laten gaan. Het is omdat ze iemand zegenen en iemand helpen.
4 Nu, ik wil vanavond een Schriftgedeelte lezen, te vinden in Romeinen 8:32, en wij zullen direct beginnen met spreken binnen enkele ogenblikken. Romeinen 8:32, daar staat dit:
Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Ik sprak vanmorgen over verzekerdheid en nu vanavond zijn wij... over investeringen, beter; en vanavond over: "Hij schenkt ons alle dingen." Nu, laten wij bidden.
5 Onze Here, wij hebben ons hier vergaderd voor geen andere reden dan om van U te spreken, van U te zingen, van U te getuigen en glorie en eer aan Uw Naam te brengen. En wij bidden dat U ons samenkomen wilt zegenen; dat Uw grote aanwezigheid zal komen en alles voor ons zal voorzien wat God vanavond van ons vereist.
En ons verzoek aan Hem is een dichtere wandel, meer redding, grotere ervaringen, genezing van het lichaam en zo vele dingen, Heer. Gij kent ze allemaal. En als... wat er ook in onze gedachten komt, wat als wij geen Hemelse Vader hadden, tot Wie wij konden komen? Wat als wij nergens onze last konden afleggen, als wij geen drager voor de zonde hadden? O, wat een ellendig volk zouden wij zijn.
Maar wij zijn zo blij, Here, dat wij Iemand hebben die vriendelijk en vol van liefde is, die Zijn zegeningen tot ons zendt. Wij zijn er dankbaar voor, Here. Ofschoon wij het misschien niet precies kunnen uitdrukken, maar U kent onze harten, Heer. En ik bid dat wij vanavond genade zullen vinden in Uw ogen, in ons zingen, in onze aanbidding en in onze houding in het prediken, opdat U vanavond in al onze verzoeken zou mogen voorzien, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
6 Nu, morgenochtend is het zondagsschool en morgenavond het afsluiten van het (van de opwekking, veronderstel ik?) jubelfeest. Niet... Ik hoop dat het niet de afsluiting van de opwekking is, maar gewoon het afsluiten van deze algemene vergadering. En dan hoop ik dat de opwekking steeds door zal blijven gaan.
Nu, als u mij uw onverdeelde aandacht wilt geven voor enkele ogenblikken, dan zal ik proberen te spreken over het onderwerp van "Alle Dingen". En ik onderwijs het min of meer als een zondagsschoolklas, omdat ik... U weet nu wel dat ik geen prediker ben. Ik moet dus het beste doen wat ik kan om te proberen tot het Woord te komen. Maar ik doe het en waag het er niet op tot ik precies geloof en vast geloof dat ik weet waarover ik spreek, omdat ik heb ervaren waarover ik spreek. Jezus zei: "Wij weten wat wij geloven." Wij zijn ervaren.
7 Ik dacht deze morgen aan de kleine Griekse priester, die met ons was in de ontbijtsamenkomst; wat een wonderbaar klein karakter en een soort zoeken naar een diepe ervaring.
Ik heb een andere kleine Griekse priester die tot Christus werd geleid door de banden. Zijn vader is een Grieks-orthodoxe leraar, een hooggeacht man in Griekenland. Hij kwam hierheen om zijn opleiding te voltooien, kreeg één van de banden te pakken. En in het begin bekritiseerde hij het. Daarna kwam hij en werd gedoopt en ontving de Heilige Geest!
En hij zei: "Broeder Branham, ik weet dat u geen Grieks kent omdat ik begrijp dat u geen erg goed Engels kent." Maar hij zei: "Als iemand die werkelijk Grieks kent (en hij is een Griekse geleerde)..." Hij zei: "De samenhang van uw spreken met het Grieks is absoluut perfect, plaatst de Schriften samen." Dat is de reden dat hij over werd gedoopt. Ziet u?
En hij zei: "Het is een fenomeen. En gewoon wetend dat u het niet weet, maar de manier waarop u uw Schriftplaatsen samen brengt, de samenhang van uw Schriftplaatsen komt overeen met het Grieks."
Ik denk dus dat ik hem hier zal laten komen om deze kleine broeder even te ontmoeten. Hij zou een erg grote hulp voor hem zijn. En nu, bid voor ons.
8 Alle dingen. Wij kunnen niet spreken van alle dingen, maar alle dingen zijn de onze door Christus. En als Hij Zijn eigen Zoon niet spaarde om dit tot ons te brengen, hoe veel te meer zal Hij het brengen als Hij... als wij bereid zijn het te ontvangen. Nu, ik kan niet spreken van alle dingen, maar ik wil spreken van één bepaald ding, van deze 'alle dingen'. En ik denk dat het een belangrijk ding is. Dat is "begenadigd". Ik houd van dat woord "begenadigd". Het woord betekent werkelijk "een kwijtschelding van schuld".
En wat een ervaring is dat voor iedereen die daar ervaring mee heeft, om van schuld vrijgemaakt te zijn. Niet proberend zich eruit te draaien door een of andere vorm van psychologie, er zich van af te wenden; maar om begenadigd te zijn. Dat betekent dat het weggedaan is. Er is niets meer van over. Het is vergeten. Als u zich ergens van afkeert, zou u er naar terug kunnen keren. Zoals de zonden eenmaal bedekt waren. Maar nu zijn zij niet bedekt; zij zijn afgescheiden. Zij zijn volledig weg, in de zee der vergetelheid gedaan om nooit meer herinnerd te worden. Ik houd daarvan.
9 Ik weet dat grappen niet gepast zijn in de kansel en in het bijzonder in een pinkstersamenkomst. Maar om het duidelijk te maken, er werd mij eens verteld dat een jonge dame een vader had die permanent huilde en jubelde wanneer hij in de Bijbel las dat zijn zonden vergeven waren... De jonge vrouw dan trouwde en verhuisde naar de stad en behoorde tot een formele soort kerk met vele kringen. En de dameskring moest in haar huis onthaald worden. En zij vroeg zich af hoe zij haar vader stil kon houden gedurende deze tijd, omdat hij werkelijk emotioneel geraakte.
Zij zei dus: "Wel, als ik hem de Bijbel geef, zal hij heel de tijd roepen en jubelen. Er is dus slechts één ding dat ik weet om te doen. Ik zal hem gewoon de atlas geven en hem in de zolderkamer zetten, hem gewoon naar de plaatjes laten kijken."
10 En omstreeks de tijd dat zij op het punt stonden om hun kruidenthee op te dienen of wat zij ook doen, weet u, was er boven een enorme beroering, schreeuwen en springen en rondrollen en op en neer springen en schreeuwen: "Halleluja! Halleluja!"
Al de vrouwen raakten bevreesd en zij renden naar boven en zij rukte de atlas uit zijn hand en zei: "Papa, dat is de Bijbel niet! Dat is de atlas."
Hij zei: "Ik weet het. Maar onlangs las ik in de Bijbel dat mijn zonden, die vergeven zijn, in de zee der vergetelheid gedaan werden, zie je, begraven in de zee. En ik zie hier in de atlas waar de zee zo diep is dat men soms de bodem er van zelfs niet kan vinden. Zij gaan nog steeds almaar voort."
11 Ik denk dus dat dit is wat begenadiging betekent: het is volledig uitgewist. Niet gewoon ter zijde gelegd en iets een kans geven; maar het is uitgewist. Het is weg. Niet ter zijde gelegd, maar het is... wij hebben... Door begenadiging zijn wij vrij gelaten. Niet door psychologie. Wij zijn niet bevrijd door een geloofsbelijdenis. Wij zijn niet vrijgemaakt door emotie. Maar wij zijn verlost door de kracht van Golgotha. Wij zijn begenadigd, vrij. O, wat betekent het om vrij te zijn! Een last van uw schouders af, van uw hart, een vrij persoon.
12 Onlangs had ik een kleine ervaring. Ik denk dat ik het hier niet zou moeten zeggen, maar ik wil het zeggen. Ik ben gedurende vijf jaar nu onder een grote last geweest, zoals u mensen hier weet, vanwege de federale regering. En men probeerde een of andere manier te vinden om mij te arresteren. Men had de samenkomsten in deze zestien jaar op het veld nagegaan en cheques gevonden die mensen aan mij persoonlijk hadden overgemaakt in de samenkomsten en die op mijn naam stonden. En ik endosseerde het en gaf het aan de Tabernacle voor de uitgaven.
En de ontvanger der inkomstenbelasting van de federale regering zei dat die cheques van mij persoonlijk waren, ongeacht wat ik er mee deed, als... Zoals een broeder die bij het venster een cheque tekende voor zoveel duizenden dollars voor een overzeese tocht. Dan ondertekende hij hem, betaalde gewoon van zijn stichting voor rekening van William Branham; ik tekende hem en deed hem in het fonds van de Tabernacle. Wij hielden elke cheque bij, alles, brachten het terug.
Hij zei: "Maar toen u hem tekende, werd hij de uwe. Vervolgens overhandigde u hem aan de Tabernacle." Geen manier om het te winnen. Dat is alles.
Dus, o my! Ze zeiden me ongezouten de waarheid, telkens weer. En men zei dat men mij zou doen... dat ik hen op onrechtmatige wijze, met al mijn samenkomsten driehonderd en zoveel duizend dollars verschuldigd was.
Ik zei: "Ik kan het afbetalen met één dollar per jaar. Ik hoop dat ik lang genoeg leef om het voor elkaar te krijgen." En... maar ik weigerde het. Ik zei: "Ik betaal mijn belastingen. Ik..." Maar daar is het...
Zij zeiden: "U bent dàt ook verschuldigd."
13 Wel, op en neer, en zij hebben jaren naar kenmerken gezocht. En ik zeg dit met mijn Bijbel open, in aanwezigheid van mensen die daar waren en het weten, dat zij nooit één cent vonden die ik voor mezelf besteedde; alleen voor het Koninkrijk Gods. Dat is juist.
De procureur riep mij onlangs binnen en hij zei: "Broeder Branham, de regering is bereid een compromis te sluiten." Na vijf jaar. Ik had de 'Ice and Miller' te Indianapolis, die mij door broeder Arganbright voorgesteld was. Ik kon het land niet verlaten. Ik was onder controle van de regering, een federale zaak. En ik dacht: "My! Wat heb ik ooit gedaan?"
En hij zei: "Wel, dit is wat u gedaan hebt. U behoorde beter geweten te hebben."
Het was geen bedrog, omdat ik het steeds in de kerk plaatste als mensen een cheque uitschreven. Zij wisten niet dat zij het in een fonds konden plaatsen. Zij schreven hem gewoon uit: "William Branham."
14 Wel, wanneer dat naar het verrekenkantoor van de bank gaat, wordt er een fotokopie van gemaakt. Zij hadden ze dus allemaal. Maar zij zagen waar ik ze terug hier in de Branham Tabernacle deponeerde om de uitgaven te betalen enzovoort van de overzeese samenkomsten. Wel, heen en weer.
En dan zei hij: "U, u kunt... Men wil een compromis met u sluiten."
En ik zei: "Wel, ik ben het niet verschuldigd."
Hij zei: "Wel, het gaat hierom, broeder Branham. Ik geloof dat u 99% kans hebt als men u voor een proces oproept. Zij kunnen u niet beschuldigen, maar zij zullen proberen u voor een proces op te roepen om te zeggen dat u het verschuldigd bent. En wanneer zij het doen zullen zij ongeveer één procent kans hebben op wat zij zeggen, dat uw naam erop was en dat u het endosseerde. Daarom was het uw eigendom. En dan gaf u het aan de Tabernacle. Zij zouden een zaak tegen u kunnen beginnen."
15 En het zal allemaal neergelegd worden, wat er in deposito was in de kerk enzovoort, wat wij gebruikten als een fonds zonder winstoogmerk. Heen en weer. Broeder Gordon Lindsay, hier deze morgen, hij kwam en vocht voor mij en iedereen probeerde het. Maar er is geen manier om het te doen. Zij bleven het gewoon volhouden.
En hij zei: "Hier is één ding, broeder Branham." Dan, wanneer hij me vertelde wat er voor nodig zou zijn om een compromis te sluiten, maakte het me doodsbenauwd.
En ik zei: "Ik zou dat niet kunnen doen. Het is onmogelijk voor mij om het te doen."
En hij zei: "Wel, hier is nu één ding. Wij kunnen de zaak opnemen en wij zijn uw procureurs. Maar als wij daar heengaan en de rechtszaak hebben is er een kans dat wij hen zouden kunnen zeggen dat dit ongevraagde giften waren die niet-belastbaar waren. Dan krijgt u schenkingsbelasting. En daar kan men de zaak weer vier of vijf jaar mee rekken."
En ik zei: "O my! Ik wil dat niet. Ik ben zowat..." Ik zei: "Ik had voor dit begon nog geen enkele grijze haar. Alleen al de gedachte dat men mij probeert te beschuldigen, alsof ik een oplichter of een dief was..."
En ik zei: "Hoe komt het dat men een prediker kan pakken, die het Evangelie probeert te prediken en bewees het geld voor het Koninkrijk Gods te gebruiken om misdadigers te bekeren enzovoort en dit tot een betere plaats te maken om te leven? Die u ertoe wil brengen om dat te doen, terwijl whisky- en tabaksfirma's en die met vulgaire televisie en heel de rest kanker in u brengen door u te laten roken en dergelijke, die reclame kunnen afschrijven voor hun inkomstenbelasting voor de regering? Het is gewoon niet eerlijk. Het is niet eerlijk. U behandelt mij niet eerlijk."
Hij zei: "Dat is aan de regering om te beslissen."
En ik zei: "God zal de laatste beslissing treffen. Dat is waar." Dus hield ik vol.
De procureur zei toen: "Hier is wat, broeder Branham." En ik was zo dankbaar daarvoor. Hij zei: "Er is een... Wij kunnen geen ding tegen uw naam vinden. Maar als men u ooit oproept voor een proces en u, als prediker, met uw reputatie, zal men u door de natie besmeuren, als het een proces wordt."
"En wat gebeurt er dan?"
Hij zei: "Ongeacht hoe uw onschuld bewezen wordt, zult u voor vele mensen toch schuldig zijn."
16 Zoals die dierbare Baptistenbroeder daarginds niet lang geleden, waarbij een vrouw zei dat hij in haar huis kwam en haar beledigde. U hoorde erover. Het was hier ergens in het zuiden en... ongeveer drie jaar geleden of misschien niet zo lang. En die predikant bewees met zijn samenkomst dat hij dagen voordien en dezelfde dag en vele dagen daarna honderdvijftig mijl ver weg was. Zelfs het gerechtshof kwam erop terug en vroeg de predikant of hij wilde... of hij de vrouw in rechte wilde aanspreken wegens het belasteren van de naam van een prediker.
Hij zei: "Laat haar gaan."
En zag u de openbare opinie in het land? Zijn naam werd meteen overal scherp bekritiseerd en het volk, zeventig procent van de Amerikanen, zei: "O, waar rook is, is vuur." Nu, die dierbare broeder zal al zijn dagen daaronder gebukt moeten gaan, terwijl hij zo onschuldig is als wie ook hier. Wel, daar hebt u het.
17 En nu zei hij mij: "Het zal heel veel geld kosten." En ik had slechts ongeveer vijfenzeventig dollar en hij wilde veertigduizend om de lonen van de procureur en de regering te betalen. Ik zei: "Wat heb ik gedaan?" Ik ging naar huis.
Ik zei tegen Meda, mijn vrouw: "Was de kinderen hun gezichten, maak hun kleren klaar. Ik zal voor de rest van mijn leven een zwerver zijn. Ik zal het niet doen. Klaar ermee. Als ik het verschuldigd was, zou ik alles doen om het te betalen. Maar ik ben het niet verschuldigd en zij kunnen niet zeggen dat ik het verschuldigd ben. Zij kunnen het niet bewijzen. Zij hadden vijf jaar om het te bewijzen en zij kunnen het nog steeds niet."
Zij is een zeer kalme vrouw. Zij wachtte een ogenblikje en legde haar arm om mijn schouder. Zij zei: "Nu, een ogenblikje. Maar bedenk slechts, Bill, als zij... als je wegloopt, ben je een lafaard en zij zullen het nog steeds tegen je houden." En zij zei: "Er is slechts één ding, dat is het onder ogen zien."
En ik ging de studeerkamer binnen en ik zei: "Heer, wat moet ik doen? Geef me een Schriftplaats."
18 Hier is wat tot mij kwam. Op een dag vroeg men Hem: "Is het juist voor ons Joden, die vrij zijn, om schatting aan de keizer te betalen?"
Hij nam een muntstuk op en zei: "Wiens inscriptie staat er op?"
Men zei: "Van de keizer."
Hij zei: "Geef dan aan de keizer wat des keizers is, aan God wat van God is."
Dan zag ik waar Hij op een dag tot Petrus zei: "Laten wij hen geen aanstoot geven. Je weet dat je een vishaak in je zak hebt die je altijd bij de hand hebt, als een aandenken dat je eens een visser was. Ik heb een bank daar in een vis." (U weet dat Hij hoe dan ook alles bezit.) Hij zei dus: "Men deed net een storting, een poosje geleden. Ga heen en werp de haak uit en de eerste vis die je ophaalt, open zijn bek en de bank zal je uitbetalen. En breng het daarheen en geef het hun voor jou en Mij zodat wij hen geen aanstoot zullen geven."
Ik zei: "God, U hebt nog steeds vis."
Ik weet niet hoe ik het zal doen, maar broeder, hier gewoon zittend, ging het op mijn nota. Ik ging heen en leende veertigduizend dollar, met de afspraak dat ik het in tien jaar zou terugbetalen, vierduizend per jaar. Ik weet niet hoe ik het moet doen, maar Hij heeft nog steeds vissen. En ik... Hij heeft... alles behoort aan Hem.
19 Ik ging naar huis en ik schreef... Na het schrijven van de cheque... En ik zette erop: "In zijn geheel voldaan voor alle achterstallige belastingen." En net voor ik hierheen kwam, dacht ik dat ik beter de bank zou kunnen bellen.
Ik belde de bank en de kassier ging naar binnen en keek. Hij zei: "Ja, zij accepteerden het, Billy. Je bent vrij. Je bent vrijgesproken." O my!
Iets kwam over mij. Ik liep de kamer in en viel mijn vrouw om de hals. Ik zei: "Schat, ik ben vrijgesproken. Ik ben vrij. De oude rekening is vereffend. Ik kan nu gaan waarheen ik maar wil, waarheen de Here mij ook leidt. Ik ben vrij!" O, wat een ding om vrijgesproken te zijn! Iets wat ik niet kon helpen.
20 En ook mijn zonden was iets wat ik niet kon helpen. Ik werd geboren met Adams natuur in mij, maar Iemand begenadigde mij. De oude rekening werd op een dag uitgewist en ik was vrij van die dag af. Ik ben zo blij!
Toen de mens zondigde stak hij de grote kloof over tussen hem en God. Hij scheidde zichzelf af van God en er was geen mogelijkheid meer voor hem om ooit terug te gaan. Hij was absoluut over de kloof van God, er was totaal geen weg terug. God, rijk in barmhartigheid, wonderbaar in genade, aanvaardde een vervangingsmiddel voor hem en liet hem een vervangingsmiddel maken, een dierenoffer, om zijn plaats in te nemen.
Het bloed was het enige dat de prijs kon betalen. Er was niets anders dat de prijs kon betalen. Niets anders kon het doen toen en niets anders heeft het sedertdien gedaan en niets anders zal het hierna doen. Bloed en bloed alleen.
21 Gods eerste beslissing was een mens te begenadigen door gestort bloed en God kan de tweede beslissing niet tegen Zijn eerste beslissing in nemen. Als Hij dat zou doen, dan zou Zijn eerste beslissing fout geweest zijn en Hij zou niet fout kunnen zijn en God zijn. Daarom heeft Hij slechts één weg en dat is de weg van het bloed. Zijn beslissingen zijn perfect en eeuwig, omdat Hij God is. En Zijn Woord is eeuwig en Zijn beslissingen zijn Zijn Woord en het is volmaakt. U kunt er niets aan toevoegen of er iets van afnemen.
Sinds dat tijdstip is dat Gods enige plaats van gemeenschap geweest om de mens te ontmoeten. Voordien ontmoette Hij hem in de Hof van Eden. Er was geen bloed noodzakelijk. Maar sinds dat tijdstip was het Zijn beslissing de mens weer te ontmoeten, verlost door bloed. Het is de enige plaats geweest waar God gemeenschap kon hebben. Het is de enige plaats geweest waar God een zondaar kan ontmoeten en wij zijn allen zondaars van nature. Er is het bloedoffer voor nodig om ons weer opnieuw in gemeenschap met Christus te brengen. Geen andere weg. Het is volkomen absoluut.
22 Van Adam tot nu heeft de mens getracht zijn eigen vervangingsmiddel te maken. De mens heeft het voortdurend geprobeerd, van vijgebladeren tot opleiding. Hij heeft geprobeerd zichzelf een vervangingsmiddel te maken. Adam drukte uit wat in de mens was toen hij probeerde zijn eigen weg terug te maken door vijgebladeren. Sedertdien heeft men torens gebouwd, heeft men steden gebouwd, afgoden gemaakt, heeft men beschaving opgebouwd, denominatie gevormd, heeft men wetenschappelijke regimes ontwikkeld en al deze dingen. Maar het blijft nog steeds hetzelfde. Alleen bloed zal God accepteren.
God accepteert een mens slechts door gestort bloed. De enige plaats van gemeenschap, de enige manier om over die kloof te komen is niet door een religieuze organisatie, niet door afgoden, niet door torens, niet door heilige plaatsen, niet door steden, door niets anders dan het gestorte bloed. Dat is de enige weg terug.
De prediking van het kruis, hoewel het zo veracht is, is Gods voorziene weg voor zondaars om te komen en gemeenschap met God te hebben of met elkaar. Juist.
23 Door al de jaren heen heeft de rechtvaardige geleefd door die beslissing van God.
De rechtvaardigen redetwisten nooit over iets. De rechtvaardigen zijn bereid om Gods beslissing te accepteren. Hij wil niet iets voor zichzelf maken. Hij is alleen in God geïnteresseerd en hij wil bij Gods beslissing blijven. En de rechtvaardigen leven erdoor, hebben het altijd gedaan, want het is de wijze waardoor de rechtvaardige zou leven. Proberen er iets bij te maken, er om het even wat in te brengen, zou onrechtvaardigheid zijn, omdat het tegen het programma zou zijn dat God voor ons heeft verklaard om er gemeenschap door te hebben, wat door het gestorte bloed is.
24 Job, de patriarch... Hoe Job... Ik geloof dat het boek Job geschreven werd voor Mozes Genesis schreef. Het is naar mijn begrip het oudste boek in de Bijbel. Job, toen hij het bloed accepteerde... En hoewel zijn buren en de leden van zijn kerk hem probeerden te veroordelen en zeiden dat hij in het geheim had gezondigd, toch wist Job dat hij vast stond, omdat hij gedaan had wat God vereiste dat gedaan moest worden. Hij wist dat hij zijn offer geofferd had met de oprechtheid van zijn hart.
Abraham aanbad ook onder het bloed. Israëls enige ontmoetingsplaats met God was onder het gestorte bloed. Nergens anders kon het gedaan worden. Gebed dat geofferd werd, dankzegging die gedaan werd of wat anders, het was onder het gestorte bloed van een dier. De enige plaats waar verlossing kon komen of waar men ooit in gemeenschap met God kon worden betrokken, is door het gestorte bloed.
25 Ik herinner mij dat ik op een avond daarover predikte in Oral Roberts' plaats. En een rabbi, een Joodse rabbi... Ik predikte over "De zeven strepen van de rode vaars", en het verbaasde hem. En hij kwam om erover te spreken. Merk het op. Wanneer de zondaar naar de tabernakel kwam, vertegenwoordigden die zeven strepen bloed dat hij moest weten dat er iets stierf en voor hem uitging om de weg te bereiden.
En een mens, die ooit met God gemeenschap zal hebben, moet het Bloed van Jezus Christus erkennen, wetend dat Hij stierf om een verzoening voor zijn zonden te maken, een weg te maken om opnieuw in gemeenschap met God te komen. Hij moet het erkennen. Hij moet het wel doen.
God ontmoette de mens onder het gestorte bloed en nergens anders. Ongeacht hoe zeer wij proberen het te maken: "Wel, ik behoor tot iets anders, en iets anders," dat zal niet werken. Het is alleen het gestorte bloed waaronder God de aanbidder ontmoet.
26 God, vol van barmhartigheid en genade, nam een vervangingsmiddel, een dier, toen de mens gezondigd had, zoals ik zei. Laten wij het ons even indenken. Laten wij ons een echte oprechte Jood indenken, destijds in het Oude Testament. Hij erkent dat hij uit de gemeenschap is zo lang er geen bloed voor hem is. Nu, hij neemt een echt goed, geselecteerd dier uit zijn kudde. Het moest een echt goed dier zijn. Het kon geen ziek dier zijn, omdat de priester het eerst moest onderzoeken. En het moest... Voor het zondoffer moest er een onberispelijk lam bewaard en getest worden, als een zondoffer, zoals Jezus in alle dingen getest werd.
Maar deze priester... Hij zou de weg afkomen, een Jood die zijn zondoffer brengt, die zijn offer voor zijn zonde brengt, en hij biedt het aan zijn priester aan met alle oprechtheid. Hij erkent dat hij heeft gezondigd. Hij weet dat hij fout is. En hij neemt dit dier, biedt het aan de priester aan. Dan, wanneer hij dat doet, legt hij zijn handen op het offer. Wat doet hij? Hij verbindt zichzelf met zijn offer. Weet u wat ik bedoel? Dan wordt het bloed gestort en de man, de Jood, kan weggaan en zich gerechtvaardigd voelen, omdat hij aan Gods vereiste voldeed.
En de enige manier waarop de Christen vandaag ooit correct vergeven kan worden voor zijn zonde, is naar Calvarie te gaan met zijn Offer, zichzelf met Hem te verbinden en dan het gestorte Bloed te accepteren. Er is geen geloofsbelijdenis in de wereld, die dat kan doen. Er is geen opleidingssysteem ter wereld dat het kan doen. Er is geen wetenschappelijke manier om het te doen. Het komt alleen door de acceptatie van het gestorte Bloed, Zijn vervangingsmiddel.
27 Nu, hij gaat weg. Dit gedaan hebbend, voldeed hij aan Jehova's bevel, dus gaat hij weg, zich gerechtvaardigd voelend omdat hij aan Jehova's vereiste voldeed. Hij had gedaan wat Jehova zei te doen. Dan voelt hij dat hij... Door geloof nam hij God op Zijn Woord. Luister goed nu. Hij was oprecht in wat hij deed. Hij deed het oprecht door het Woord. Ongeacht wie er om hem lachte, hij deed het hoe dan ook, omdat het Gods vereiste was. En nu... Dat was wonderbaar. Dat hij wist dat hij gerechtvaardigd was. Hij kon zich op die wijze voelen, omdat hij aan de vereisten van Jehova had voldaan. Dat zou het Woord zijn. Hij voldeed aan de vereisten, aan wat het Woord van God van hem eiste om te doen voor zijn rechtvaardiging.
28 Ten slotte... Nu, dat was wonderbaar om mee te beginnen. Maar ten slotte werd het een familietraditie. Ik ben zeker dat u weet wat ik bedoel. Hij ging... De Jood zou zijn offer gaan offeren, gewoon omdat... Wel, de familie deed het. En wel, het was een traditie. En wanneer hij er naar toeging en zei: "Wacht even. Ik geloof dat ik gezondigd heb. Ik zie het. Dat is juist. Wel, ik zal me een lam halen, er naar toegaan..."
Ziet u, er was geen godvruchtig verdriet over zijn zonde. Het was slechts een ritueel, gewoon een traditionele vorm, om zijn dier voor de offerande te nemen. Hij kreeg er nooit iets uit, omdat hij er nooit iets inlegde. Toch gehoorzaamde hij de opdracht van God door Zijn Woord. Maar hij kwam niet in de werkelijke betekenis van Zijn Woord. Hij gehoorzaamde het inzoverre... Fundamenteel gehoorzaamde hij het. Maar inzake oprechtheid gehoorzaamde hij het niet. Daarom was het niet anders dan een ritueel, het navolgen van een traditie.
29 Mag ik hier even stoppen? Ziet u waarop ik dag na dag hamer en avond na avond? Het is niet dat ik iets heb tegen Methodisten, Baptisten, Presbyterianen of denominaties. Het is omdat u die oprechtheid verliest, dat iets dat u in uw aanbidding zou moeten hebben. Het wordt gewoon een familietraditie.
Als wij naar de kerk komen en u zegt: "Gelooft u in wederom geboren worden?"
"Ja, zeker. Hm-hm, ja."
"Gelooft u in het bloed van..."
"O, zeker, zeker. Zeker, zeker. Ik accepteerde het."
Ziet u, er is niets oprechts aan. Wanneer hij zijn zondoffer gaat doen en het avondmaal neemt, neemt hij het gewoon op elke wijze, of hij nu rookt, drinkt, met de vrouw van iemand anders gaat... of vrouwen, die op allerlei wijzen handelen. En zij gaan om dat avondmaal te nemen. Terwijl, beseft u dat de Bijbel zegt: "Als een mens dit vlees onwaardig eet en dit bloed onwaardig drinkt, is hij schuldig aan het lichaam en het bloed des Heren?"
Wij hebben de oprechtheid verloren. Er is iets verkeerd met ons. Ons plechtige feest is niet zoals het vroeger was.
30 Dit kan misschien voor deze tijd geschikt zijn. Op een of andere manier kunnen wij zelfs niet wakker blijven tijdens een preek, of ternauwernood. Het is hier niet zo, maar in vele plaatsen trekt iemand altijd aan mijn jasje: "Hé, hé, hé. Wij moeten zus-en-zo doen." Wat is er belangrijker dan het uitgaan van het Woord van God? Dat is wat ik van de dingen dacht.
De straatsamenkomsten van vroeger... De ouderwetse prediker zou daar staan en prediken tot het bloed en het zweet als het ware in zijn schoenen liep. Neem vandaag een straatsamenkomst, het is een hoop gezang, een hoop van iets anders. En broeder, iemand probeert voor te gaan in gebed en bidt voor de president en ieder ander en het duurt bij elkaar ongeveer een uur en de mensen zijn weggegaan. Het Woord is het voornaamste, het Woord. Maar wij hebben de interesse verloren. Soms...
Ik waardeer getuigenissen. Ik waardeer muziek en al die dingen. Maar daar gaat het niet om. Het is nodig dat het kruis gepredikt wordt. Er is een besnijdenis van de Geest voor nodig om leven te brengen. Dat is het punt waar onze oprechtheid is weggegaan. Er is een tijd geweest dat wij de grote oprechtheid opmerkten. Wanneer een mens weet dat het verkeerd is als deze dingen in zijn kerk binnenkruipen, en hen er dan niet over vertellen? Waar is die diepe oprechtheid?
Een prediker sprak me aan en zei: "U zult uw bediening verliezen."
Ik zei: "God gaf mij deze bediening. En als het Woord van God, zo gepredikt, maakt dat ik hem verlies, dan miste ik de boot ergens. God zal Zijn Woord eren. Hij wacht erop."
31 Nu, wij hebben de oprechtheid niet. Er schijnt zo weinig belangstelling te zijn. Eigenlijk zou het, in de tijd van dit jubileum, precies nu, nu wij deze dingen weten en er positief over zijn, zo moeten zijn dat Shreveport zoemde als een cirkelzaag. De gevangenis zou vol moeten zijn, uit de ramen hangend, het Evangelie predikend. De straathoeken behoorden vol mannen en vrouwen te zijn die getuigen van de kracht van God.
Toch geloven wij het, zeggen wij. Maar wij hebben de oprechtheid en het enthousiasme verloren, wat het is om het te ontvangen. Nu, dat is de waarheid. Zo is het precies. En wij zullen nooit terugkomen tot wij komen tot die plek van waardering van God, die een weg voor ons maakt en ons er dan in roept en het ons betuigt door Zijn Geest en door Zijn Woord, die verzekerdheid die wij hebben.
32 Wat een tragedie is het om de kerken in deze conditie te zien. Niet dat ik iets tegen kerken heb, maar u begrijpt wat ik bedoel. Nu, geen berouw, gewoon de traditionele vorm. En toch gebruikte Israël het Woord en het gebod van God.
En de kerken vandaag nemen de dingen uit de Bijbel. Maar er gaat geen oprechtheid mee samen.
En toen Israël het Woord en de geboden van God begon te nemen en het tot een ritueel maakte, mishaagde dat Jehova, de Gever ervan. Het was omstreeks die tijd, toen zij Gods Woord tot een ritueel maakten, dat die machtige profeet, Jesaja, op het toneel verscheen. Lees het, Jesaja 1. Hij werd tot Israël gezonden. Zij haatten hem en ten slotte zaagden zij hem in stukken.
Maar wat deed hij? Hij stroopte ze af. Hij zei: "Uw plechtige feesten heeft God geweigerd. Het is een stank in Zijn neus geworden." Wat was het? Het feest dat God voor hen verordineerde, de nieuwe manen, de sabbatten en het offeren van de zondoffers, enzovoort, wat God aan Israël had gegeven, hadden zij tot een traditie gemaakt. Dat is juist.
33 O, gemeente, ziet u wat het hart van een prediker doet breken? Uit het Pinksteren dat Hij ons gaf hebben wij een traditie gemaakt. De oprechtheid is uit de gemeente weggeëbd. O, ik zeg niet alles, dank God. Niet alles was toen weg; maar de meerderheid. De oprechtheid is weg. De mensen kunnen er niet meer naar luisteren. Zij willen het niet horen. Ze nemen liever iemand die wat meer beschaving heeft. Ze willen het niet. Wel, precies zoals het toen was, zo is het nu.
Maar God zond hun Jesaja en hij wond er geen doekjes om. En hij vertelde hun wat zij gedaan hadden. Lees Jesaja 1 wanneer u naar huis gaat. Luister naar die profeet waar hij dat predikte. Hij vertelde hun dat het een stank was. Met andere woorden, God wilde hun stinkende offer niet, een offer dat... Wat hadden zij gedaan? Zij hadden hun offer bedorven. Zij hadden het bedorven, omdat zij ermee binnengingen zonder oprechtheid. Zij kregen geen enkel resultaat.
Hij zei: "Uw tradities..." Het komen uit traditie had de kracht uit Zijn geboden genomen.
34 Nu, vandaag neemt onze traditie de kracht uit onze aanbidding... door onze eigen tradities. En wij zeggen: "Dat zijn Methodisten en Baptisten." Dat zijn Pinkstermensen. Dat zijn wij allemaal samen. Door uw traditie heeft het haar kracht verloren, niet omdat u het niet deed. Ja.
Men zegt: "Jezus zei dat hij die gelooft en gedoopt is gered zal zijn." Dat is juist. Maar wij maakten er een traditie uit. Zij stinken voor Hem. Ziet u de reden? De aanbidder kwam, deed het, maar deed het slechts als een vorm.
En wij zijn er schuldig aan hetzelfde te doen. Wij maken er een vorm van, toch is het het gebod van God.
35 Zoals nog onlangs, toen onze bewegingen opkwamen en God iets aan hen begon toe te voegen en wij gingen er mee weg, maakten er een traditie uit en het verloor zijn kracht. In plaats van broederschap samen te brengen, scheidde het broederschap. U doet het soms gewoon uit traditie, zonder de oprechtheid ervan. U moet opgaan naar Gods feest met oprechtheid. Geen werkelijke oprechtheid; geen werkelijk berouw over zonde.
Mensen komen naar voren naar het altaar en velen van hen nemen een heleboel muziek, wat dansen, klappen in de handen, rennen misschien het pad op en neer en spreken misschien in tongen. Nu, ik geloof in spreken in tongen. Ik geloof in op en neer de gangen rennen, ik geloof in in de handen klappen. Maar als er niet een bepaald gevoel achter is, als er niet een oprechtheid is dat Jezus Christus u gereinigd heeft... U doet het niet omdat mevrouw Jansen het deed, maar omdat er iets in u is dat klopt, het berouw over uw zonden en de vreugde van de overwinning die u deelt in de opstanding van uw Offer, het bewijs van uw eeuwige zekerheid. Hoe kunt u niet oprecht daarin zijn?
36 Ik geloof dat een mens kan juichen en niet gered zijn. Ik geloof dat hij kan rennen en niet gered kan zijn. Ik geloof dat hij in tongen kan spreken en niet gered zijn. Ik geloof dat hij al deze dingen kan doen zonder gered te zijn. Maar u kunt niet iedereen zo klasseren die dat nu doet. De andere zijde zegt: "Dat is allemaal niets."
Maar er is iemand die er oprecht in is. Er is iemand die echte resultaten verkrijgt, omdat hij het oprecht benaderde op basis van zijn geloof in het gestorte Bloed. En hij heeft de juiste dingen. Maar de andere spot slechts. En er wordt teveel gespot, teveel nabootsing, vleselijke imitaties, vleselijke vergelijkingen.
37 Als u zou komen om de Heilige Geest te zoeken en Hem het geloof dat u in Hem hebt zou laten voegen bij die deugd en bij die broederlijke liefde (II Petrus 1:7), tot u bent opgebouwd in de volledige gestalte van Christus, dan is liefde het laatste, waarmee God, de Heilige Geest, u verzegelt tot uw bestemming.
U kunt niet nabootsen. U kunt het nabootsen, maar zoals ik gisterenavond zei, het is net als een merel die pauweveren in zijn vleugels steekt en zegt: "Zie, ik ben een pauw." Hij heeft ze gewoon toegevoegd, ze erin geduwd. Als er iets aan de binnenkant van hem is, wat ze er bij hem deed uitkomen, dan zou hij werkelijk een pauw zijn. Zeker. Maar sommige mensen proberen iets te doen om op iemand anders te lijken of om iemand na te bootsen, omdat zij dachten dat zíj het deden. En ziet u wat het doet? Het brengt ons terug in een ritueel en een vorm. Het is het Bloed, het Leven dat uw leven electrificeert en heiligt. Uw leven. Dat is juist.
38 Jesaja stortte het voor hen uit en zei: "God zei dat Hij Zijn aangezicht verbergt voor uw gebeden. U hebt uw traditionele vorm, toch is het de waarheid. U doet wat Hij u zegt te doen, maar u doet het niet in oprechtheid. En u gilt het dag en nacht uit, maar God zei: 'Uw offer is een stank voor Mij en Ik zal het niet meer aannemen. En wanneer u onder zulke condities bidt, zal Ik Mijn aangezicht voor u verbergen.'"
O God! Als mensen daaraan zouden denken zou het een Pinksteren beginnen. God zei: "Ofschoon u correct bent in het Woord..." Maar als u het niet doet met liefde en oprechtheid, dan zei God dat Hij Zijn aangezicht zou verbergen en uw gebeden niet zou horen. Ziet u? Dat is de manier.
39 O, u zei: "U neemt het onder het Oude Testament, broeder Branham." In orde. Laten wij het Nieuwe Testament nemen, II Timotheüs 3. De Heilige Geest waarschuwde ons dat de gemeente in de laatste dagen zou weggaan van de oprechtheid en het geloof. Men zou een vorm van godsvrucht hebben, maar de kracht ervan loochenen die met de juiste zaak gepaard ging, een vorm van godsvrucht hebbend maar de kracht daarvan verloochenend. Ja zeker.
God haat een krachteloze religie. En elke godsdienst vandaag die Christus er niet in heeft, is krachteloos. Maar elke godsdienst waarin Christus is onder Zijn eigen Bloed, heeft kracht in zich. U zegt dat God een godsdienst zonder kracht haat? Hij zei: "Uw plechtige feesten zijn een stank." Ik denk dat Hij het echt haat. Hij zei: "Het maakt Mij ziek."
En bedenk, Hij zei tot deze rijke Laodiceaanse gemeente: "Omdat gij lauw zijt (met andere woorden, u maakt Mij ziek), zal Ik u uit Mijn mond spuwen." En wij zijn tot dat tijdperk gekomen. God, zend ons een Jesaja om de zaak in stukken te hakken, die het de mensen voorlegt, die het uitroept en niet spaart! Denkt u dat hij geaccepteerd zou worden? Zeker niet. Hij zou het evengoed uitroepen. Plechtige feesten, zij zijn een stank.
God haat een krachteloze godsdienst. Het moet kracht in zich hebben. Het moet oprechtheid hebben. Oprechtheid brengt kracht. Oprechtheid brengt werkelijke aanbidding; niet vormen, maar echte krachtaanbidding om te weten dat u overgegaan bent van dood naar leven.
40 God wil Zijn Woord door Zijn kracht verrichten. En wanneer de kerk Zijn kracht ontkent, hoe kan Hij Zijn Woord dan uitvoeren en bevestigen? Wanneer de kerk het weg verklaart en zegt dat het voor een andere dag is en zoiets, hoe kan God, Die Zijn Woord wil vervullen en Zijn Woord onder de mensen volvoert... En de mensen loochenen dat Hij het doet. Toch gaan zij door al de rituelen, ziet u.
Hier is wat er gebeurd is. God wil het door de Heilige Geest volbrengen en Zijn Woord betuigen; en de kerk wil het volbrengen. Zij moeten de Heilige Geest loochenen. Zij willen het presteren om een grote organisatie te maken en wat verder? Om lidmaatschap te brengen, ongeacht of u zondaars, dronkaards, dranksmokkelaars, om het even wat, zou moeten dopen om hen in het lichaam van de kerk te brengen. Geen wonder dat Openbaring 17 zegt dat deze oude prostituée, die een stel dochters heeft, vol namen was, godslasterlijke namen. Kerken, haar dochters, die de namen van haar dochters dragen.
Mensen, die tot kerken toetreden, en dat 'redding ontvangen' noemen, het is een godslastering. Nu, ik weet dat de King James hier zegt 'namen van godslastering', maar kijk in de Diaglott en zie of het dat is. Er staat: "Godslasterlijke namen". Dat is een heel verschil. Zij is er vol van. Zij heeft negenhonderd en zoveel organisaties in zich, een overvloed aan godslasterlijke namen. Zij weken af met een of andere door de mens gemaakte traditie, weg van de ware aanbidding. Kracht uit de...
41 "O," zegt u, "ik ging daarheen en er is heel wat kracht. Broeder, de hele zaal danste in de Geest." En er is niet genoeg geloof om kiespijn te genezen.
Noemt u dat kracht? Dat is geen kracht. Dat zijn zegeningen. Er is heel wat verschil tussen zegeningen en kracht. God doet Zijn zegeningen neerkomen op de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen. De zon schijnt en... Ziet u? Wij moeten tot de waarheid terugkomen, vrienden. Wij moeten terugkomen tot wat God bedoelt. Wat Hij zegt, meent Hij. Ziet u? En Hij weigerde hun... eens verborg Hij Zijn gezicht voor hun gebeden.
42 En kijk, vrienden, als God de oorspronkelijke tak niet spaarde, die dat deed, wat dan met de ingeënte tak?
Wij moeten oprecht zijn. Wij moeten deze dingen juist doen. God wil het volvoeren en de Heilige Geest te voorschijn brengen om in Zijn gemeente werkzaam te zijn. De kerk wil het volvoeren en haar geloofsbelijdenissen te voorschijn brengen en kerkleden maken. Dat is het verschil.
Om het eerste te doen wil God de Heilige Geest zenden, Die de Leider van de gemeente was; Hij zou dat doen. En de enige wijze waarop de mensen Hem kunnen weerhouden het te doen is het af te wijzen. En wanneer u het afwijst, neemt u de kracht uit de operatie. Het laat u dus een dood omhulsel achter. "Het Woord doodt; de Geest geeft leven." Dat is juist.
Het is zoals een machine die op het spoor staat. Het voertuig is helemaal opgepoetst, fijn geklede mensen zitten erin, maar geen stoom in de machine. Waar is dat ding dan goed voor?
43 Enkele weken geleden was ik... ongeveer acht maanden geleden of iets langer, zag ik op een avond een visioen van twee mannen – één in de ene bar en één in een andere, die elkaar bestreden voor hun samenkomst tot wie zij spraken. Tenslotte ontmoetten zij elkaar in New York ergens op straat. Groeven er een soort gat, gingen erin en de een doodde de ander. Ik zei: "Er zal iemand gedood worden." Zij waren knappe, grote, jonge mannen. Ongeveer een maand later vochten die twee prijsvechters hun wrok uit en één doodde de ander.
Toen we enkele maanden geleden boven in Colorado zaten in een kleine hut, ging ik en zei tot mijn zoon, mijn vrouw, mijn schoondochter en anderen: "Er gebeurde iets de laatste paar uren. Ik zag een jonge dame, een mooie vrouw en zij had enigszins dikke lippen... zag eruit alsof ik haar ergens zag. En zij probeerde een dokter te krijgen en zij stierf."
En de Geest die tot mij sprak, zei: "Nu, men zal zeggen dat zij zelfmoord pleegde, maar zij stierf aan een hartaanval. Het is gewoon iets voor vier, maar u kunt zeggen dat het vier uur was." En het visioen verliet mij. Ik vertelde hen: "Wat betekende dat?" Ik wist het niet. "Iemand staat op het punt te sterven."
Toen wij twee dagen later uit de bergen kwamen, was die filmster... (Wat is de naam van de vrouw?) Marilyn Monroe, zij was een soort van striptease of... U las haar verhaal. Zij was een onwettig kind. Haar moeder zit in een krankzinnigeninstituut. De arme kleine meid had waarschijnlijk een moeilijke weg. En zij had altijd naar iets gehunkerd. Ik wou dat ik bij haar had kunnen komen. Ik weet wat zij nodig had. Ik wist wat zij nodig had. Toch had zij zich gevoegd bij kerken en alles. Maar ziet u, het was gewoon een traditionele vorm. Zij had het aanbrengen van het Bloed nodig. Ziet u?
Nu, ik denk dat er geen sexmaniak in het land is die haar niet kende en haar foto niet had. Zij werd verondersteld de meest perfect gebouwde vrouw te zijn, voorzover bekend, die er in de wereld was. Maar als die anatomie zo geweldig is, let dan op: toen het leven uit haar lichaam ging, moest men haar een nummer geven om in een kamer te liggen. En niemand zou haar lichaam opeisen. Wat is dus het belangrijke deel? De ziel of het lichaam? Ziet u, wij moeten oprecht zijn in deze dingen. God vereist het. Het moet komen.
44 Merk op. Nu, om dus de Heilige Geest af te wijzen aanvaardden zij de formele zijde ervan, een vorm van godsvrucht hebbend maar de kracht daarvan verloochenend. Zij herhalen allerlei apostolische geloofsbelijdenissen en al dergelijke, met een hoop van het Woord erin gemengd en een hoop wat geen Woord is. En dan... het Woord van God, bedoel ik. En dan al die dingen doen. En toch, het gaat door een formele wijze van rituelen. Er is geen kracht in. Het is dood. Het is slechts een omhulsel zoals het lichaam van dat meisje. Het leven was er uit gegaan, toen was er niets goeds meer aan. Niemand wilde het. Het leven was weg. Ziet u?
Het is het leven dat iets betekent. Het doet er niet toe hoeveel u in deze wereld bereikt, tot hoeveel kerken u behoort, hoe staat het met die ziel van u? Hoe is het met dat leven dat in u is? Is het in orde met God? En het kan alleen in orde zijn door die grote toebereiding te aanvaarden die God maakte om menselijke wezens over die kloof tot Hem te brengen. Dat is het Bloed van Jezus Christus. Geen geloofsbelijdenis zal de weg overbruggen, geen denominatie zal het doen, geen opleiding, geen wetenschapper, nee, niets anders dan het Bloed van Jezus Christus, dat is het enige dat het zal overbruggen.
Nu, nadat Jesaja Israël had verteld dat zij hun vervangingsmiddel verdorven hadden door tradities en het hun bewezen had en dat God hun gebeden afwees... Jesaja was een profeet, hun ziener, omdat dat offer slechts naar Israël ging.
45 Maar later verscheen er een andere grote profeet op het toneel en zijn naam was Johannes. Wij kennen hem als Johannes de doper. En hij wees niet alleen Israël, maar het hele ras van Adam naar een Lam, dat de zonden der wereld wegnam. Zij verdorven die dag of dispensatie door hun onoprechtheid en formele handelwijze en God wiste de zaak uit. Toen zond Hij een andere profeet om een ander tijdperk te introduceren en een ander Lam. Dat was het Lam van God voor heel Adams ras, dat de zonden van de wereld wegnam. Spoedig werd dat Lam aan Zijn altaar-kruis genageld. Hij werd daar op Golgotha genageld. Waarvoor? De vergeving van zonden, niet alleen voor de Jood, maar voor ieder die wil.
Het Bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden. Ongeacht hoeveel geloofsbelijdenissen wij opzeggen, het moet nog steeds het aangebrachte Bloed zijn om de zonde weg te nemen. En u brengt het aan door geloof in het Woord, door te geloven dat het zo is; en dan weet u dat Hij u antwoordt en dat u Hem kent. U kent Hem, omdat u met oprechtheid Zijn Woord hebt gevolgd.
46 Nu, als iemand van u, of enig mens elders ooit de last van zijn zonden voelt – wij hebben een Lam. Laten wij dat programma niet verderven. Het is het Lam dat de zonden van de wereld wegneemt. Het is de enige voorziening die God heeft voor zondige mensen, zoals ik ben en u bent, en zondige vrouwen, jongens en meisjes: het Bloed van Jezus Christus.
Wij moeten in oprechtheid tot Hem komen en door geloof onze handen leggen op Zijn hoofd, door geloof, en ons met Hem verbinden, uzelf nu dood achtend. En daar blijven tot de resultaten komen, tot het Bloed, dat op Golgotha werd vergoten, aan uw hart is aangebracht. Dan is de last weg. Ziet u? "Mijn last is weggerold." Dan bent u vrij. Hij, die de Zoon vrij maakt, is waarlijk vrij.
Geen wonder dat wij geen dingen kunnen hebben zoals wij vroeger hadden of behoorden te hebben. Wij zijn niet via die oprechte weg gekomen die God voor ons voorzien heeft. U weet... wij willen dat niet verderven, weet u. Het zal niet verdorven worden. Evenmin was het ander verdorven, maar God had het van hen weggenomen.
47 Zoals een verhaal dat ik hier enige tijd geleden las. Een oude zeekapitein ginds op zee... en hij had nagenoeg zijn hele leven geleefd in zonde. Maar eenmaal had hij gehoord van de Bijbel en God. En hij lag stervende en hij zei: "Is er één persoon die tot mij over de Bijbel zou kunnen spreken, of is er één Bijbel op mijn schip?" Hij had een lange tijd gewacht om daarover na te denken, maar God is vol barmhartigheid, genade.
En men vond een jongen, die men had opgepikt, op het schip, en hij had een Bijbel. En hij zei tegen hem: "Kom binnen, zoon, en kom bij mijn bed zitten en lees mij die Bijbel."
En de jonge knaap sloeg Jesaja 53:5 op en daar staat het volgende: "Hij werd verwond om onze overtredingen, Hij werd geslagen om onze ongerechtigheid; de kastijding van onze vrede was op Hem; en door Zijn striemen werden wij genezen."
De kleine jongen wendde zich en hij zei: "Meneer kapitein?"
Hij zei: "Ja, jongen?"
Hij zei: "Laat mij het lezen op de wijze waarop mama het vroeger voor mij las." Hij zei: "Ik las het u voor op de wijze dat het in de Bijbel is geschreven. Maar hier is de manier waarop mama het vroeger voor mij las."
Hij zei: "Ga voort, zoon. Lees het op de wijze dat je moeder het las."
Hij zei: "Mama zette mij gewoonlijk op haar knie en las: 'Hij werd verwond om Willie Pruitts... Hij werd geslagen om Willie Pruitts ongerechtigheid; de kastijding van Willie Pruitts vrede was op Hem; en door Zijn striemen werd Willie Pruitt genezen.'"
De oude kapitein zei: "Ik wou dat ik een dergelijke mama had gehad. Misschien kon mijn naam erin gelezen worden."
De kleine jongen zei: "Een ogenblikje, kapitein. Laat mij uw naam erin lezen." Hij zei: "Hij werd verwond voor John Courts redding (Amen), Hij werd geslagen om John Courts ongerechtigheid; de kastijding van John Courts vrede was op Hem; en door Zijn striemen werd John Court genezen."
Licht flitste over het gezicht van de oude kapitein. Hij zei: "Sluit het Boek, zoon, ik zie het."
Wanneer u uw naam daarin kunt lezen. "Hij werd verwond om William Branhams overtredingen. Hij werd geslagen om William Branhams ongerechtigheid," dat is wanneer vrede komt. Het was niet alleen een zaak op grote schaal; het was voor mij. Het is een individueel iets. Ik was daarin inbegrepen. "Door Zijn striemen werd William Branham genezen." Dan is het anders.
48 Er is nog iets anders waarover ik hier in onze begenadiging zou willen spreken. En dat is dat wij, nadat wij onze begenadiging hebben ontvangen, ook reinheid bij die begenadiging ontvangen. Nu, als u gewoon doet alsof u begenadiging hebt ontvangen, dan hebt u geen reinheid.
Nu, u zegt: "Kunt u dat bewijzen, broeder Branham?"
Noteer dit: Hebreeën, het negende hoofdstuk, vers elf tot en met vijftien: "De aanbidder, eens gereinigd, heeft geen geweten meer van zonde." Als u werkelijk begenadigd bent, dan heeft de echte schuld, het verlangen zelf, u verlaten. Het is allemaal weg. Reinheid gaat samen met waarachtige begenadiging. Als wij dus begenadiging claimen en nog steeds niet rein zijn, hoe kunnen wij dan aanspraak maken op begenadiging, aangezien vergeving reinheid voortbrengt? Ziet u wat ik bedoel?
Reiniging. Waarvan u reinigen? U reinigen van alle verbondenheid met formele, dode, traditionele werken (Amen), ons reinigend van dode traditie. Hoe kunt u nog steeds in dode traditie blijven wanneer u er rein van bent? Nu, u leest dat in Hebreeën 9:11. Zie of dat juist is. Het reinigt ons van de vuilheid van dode, formele werken wanneer wij vergeven zijn door het Bloed van Jezus, omdat het de heiligende kracht is die samengaat met de vergiffenis. En wij zijn gereinigd van al onze dode werken.
49 Nu, wanneer wij dat doen, komen wij tot het avondmaal op de juiste wijze. Wij komen tot het avondmaal om Hem te gedenken, om Hem, ons Offer, te gedenken. Wij gedenken Hem, onze vrede; wij gedenken Hem, onze reinheid; wij gedenken Hem, onze reiniging; wij gedenken Hem wanneer wij knielen bij het kruis. Niet half dronken, niet levend in overspel, niet met kwaadaardigheid, haat en strijd; maar wij knielen bij het kruis door geloof aan Zijn voeten om Zijn vergeving te aanvaarden. Wij komen in die toestand naar het avondmaal, in echte oprechtheid.
Zeg niet gewoon: "Ik zou moeten gaan." U gaat daarheen omdat u diep oprecht bent. Het is tussen leven en dood. Ja zeker. U gaat en u denkt niet meer aan uw tradities en u bent gereinigd van uw zonde.
Dat is één plaats. Wanneer u daar neerknielt in oprechtheid, Methodist broeder, Baptist broeder, Eenheidsbroeder, Tweeheidsbroeder, Drieheidsbroeder: als u daar neerknielt in oprechtheid, dan zijn uw tradities weg. Dat is juist. Drieëenheid, Eenheid, Baptist, zij zijn allemaal gereinigd en zonen van God. Tradities en twisten zijn voorbij. U denkt er niet meer over, omdat u rein en zuiver bent. Ziet u? U bent broeders. Ongeacht wat de een of andere traditie zegt, heb er niets mee te maken. U bent bij hetzelfde kruis, bij dezelfde bron. U bent Bloed-broeders. Oh my!
50 Daar heb ik naar gestreefd. Dat is wat ik heb geprobeerd. Ik heb niets tegen Baptisten of Methodisten. Het is het systeem van die dingen dat onze broeders apart houdt. Het is een traditie dat zij het Woord van God genomen hebben en het in een traditie veranderd hebben, zeggend: "Wij geloven in de reiniging van het Bloed." En noemen dan een man een "heilige roller" en hebben niets met hem te maken, een broeder?
Wanneer een man naar Golgotha komt en aan de voet van het kruis gedenkt dat Jezus stierf om hem te redden, en door geloof zichzelf ermee verbindt; en hier staat een broeder, dan let u niet op zijn aardse kenmerken, kleur, geloof of iets anders. Hij is een broeder. Ja zeker. Tradities en twisten zijn voorbij. U kunt omgang hebben.
Hier is de manier en de enige manier waarop u vergeven kunt worden. De enige wijze waarop u kunt komen is via het kruis door het Bloed. En wanneer u dat doet, dan bent u gereinigd van tradities en dode werken. Zij waren...
51 Ik kan niet bewerken dat iedereen een Baptist wordt. Indien ik een Methodist was zou ik ze niet allemaal Methodist kunnen maken. Indien ik een Pinksterorganisatieman was zou ik ze niet allen Eenheidsmensen kunnen maken of allemaal Trinitariërs kunnen maken, of Kerk van God of wat dan ook. Nee meneer. Zij zullen het niet doen. Maar hier is één ding (en ik geloof erin om dat te doen), het is om alle mensen broeders te maken door het gestorte Bloed van Jezus Christus, waar wij elkaar allemaal kunnen ontmoeten bij hetzelfde kruis, ons Offer gedenkend. God aanvaardde dat en dat alleen.
52 Het herinnert mij aan een artikel dat ik niet lang geleden las (bij het afsluiten). Er waren een man en zijn vrouw die zouden gaan scheiden. Zij begonnen te twisten, te kibbelen en met elkaar ruzie te maken. Zij konden niet meer met elkaar opschieten. Zij konden nauwelijks samen in hetzelfde huis leven. Zij besloten dus te scheiden en zij vroegen een scheiding aan. Daarna maakten zij een afspraak dat zij elkaar bij het huis zouden ontmoeten en hun spullen zouden verdelen, zodat het niet via de rechtbank hoefde te gaan.
En zij ontmoetten elkaar in een kamer en verdeelden wat in die kamer was; en in de volgende kamer verdeelden zij wat in die kamer was. En tenslotte kwamen zij bij een plaats die...
Zij gingen de zolderkamer op en haalden een oude koffer naar beneden. En toen zij kleine spulletjes uit de koffer begonnen te nemen en het aan de ene of andere kant legden, recht naar elkaar kijkend: "Bedrieg mij niet. Ik zal je laten dagvaarden als je dat doet", net zoals sommige christelijke tradities doen.
En na een poosje stuitten zij op een klein wit schoentje. En de vader pakte het en de moeder legde haar hand erop. Zij keken naar elkaar. Binnen enkele ogenblikken waren zij in elkanders armen. Wat? Een klein meisje dat eens tot hen behoorde, dat was iets dat zij gemeenschappelijk hadden. Het was allemaal voorbij, de scheiding werd geannuleerd. Zij waren opnieuw in elkaars armen. Zij hadden iets gemeenschappelijks.
Wanneer de Baptisten en Methodisten, Eenheidsmensen, Tweeheidsmensen en Drieëenheidsmensen, broeders, wanneer wij bij het kruis kunnen komen en iets zien wat wij gemeenschappelijk hebben... Het is het Bloed van Jezus Christus dat ons reinigt. Wij kunnen onze armen om Hem heen slaan en Hij om ons en kunnen samen gemeenschap hebben onder het Bloed van Jezus Christus. Dat is de enige manier die ik ken. Laten wij bidden.
53 Here Jezus, ik vond nooit een schoentje, maar op een dag vond ik een Redder. En ik had Hem lief en Hij had mij lief. En wanneer ik zie hoe deze tradities uitgaan, die het geloof niet lijken te hebben en de mensen wegtrekken van dat echte... de fundamentele grondlegging van het Christendom, gemeenschap door het Bloed, dan doet mijn hart pijn.
Ik heb het deze jaren hard geprobeerd, Here. Ik begin nu op leeftijd te komen. Maar ik ben niet vermoeid. Ik ben nog steeds verliefd, Here. Ik heb U lief en ik heb mijn broeder lief omdat U hem ook lief hebt. En moge ik bevoorrecht zijn om te leven om de dag te zien wanneer wij elkaar allen kunnen ontmoeten rondom het kruis. En dan zal het twisten voorbij zijn. Het kaf zal verbrand worden, maar de tarwe zal in de schuur vergaderd worden. Sta het toe, Here.
En als er hier vanavond sommigen zijn, Vader, die hierover nooit nagedacht hebben en misschien op een geloofsbelijdenis vertrouwden, of vertrouwden op een emotie, maar die de ware reflectie zien van wat er binnenin hen is, door de wijze waarop zij leven en handelen en doen; zij voelen de last der schuld... Moge ik vanavond het voorrecht hebben, Here, hen naar het kruis te leiden. Sta het toe, Vader. Ik wil hun tonen waar er een bron is, waar wij samen kunnen staan. Ik draag hen aan U op, Here.
54 En terwijl u uw hoofden gebogen hebt, voelt u die last waar u vanaf wilt komen? Beklemt het u van binnen? Toch probeerde u tot de kerk toe te treden en probeerde u goed te zijn, maar u kon er gewoon niet van afkomen? Steek uw hand naar omhoog. Ik zal u niet vragen om naar voor te komen.
God zegene u, God zegene u, God zegene u. Oh my, God zegene u, God zegene u, overal in het gebouw.
"Ik voel die last, broeder Branham. Ik heb geprobeerd het van mij weg te dansen. Ik heb geprobeerd het van mij weg te juichen. Ik heb geprobeerd tot de kerk toe te treden om het van mij af te krijgen. Maar broeder Branham, het is nog steeds hier."
Zachtjes nu, laten wij komen tot Golgotha. Niet gaan naar een of andere organisatie, niet gaan naar een systeem; laten wij naar Golgotha gaan. Daar leggen wij beiden samen onze handen op het offer. Wij zullen dan dingen gemeenschappelijk hebben.
Hebt u het opgemerkt in de genezingsrijen? Hij heeft nooit aangezien of zij Baptist waren, Methodist of Presbyteriaan. Waarom? Hij werd verwond om hun overtredingen; door Zijn striemen werden zij genezen. Hij is het Lam dat de zonden der wereld wegneemt, waar wij een deel van zijn. Wilt u het niet ontvangen, nu, terwijl wij bidden?
55 Hemelse Vader, deze schare van handen is omhoog, bezwaarde harten en bezwaarde boezems vanavond van mannen, vrouwen, jongens en meisjes. Zij vonden ook een schoentje. En zij weten dat er iets verkeerd is in hun leven. En die stroom daar van Golgotha is het enige dat het in orde kan maken.
En wij komen nu door geloof tot het gestorte Bloed en wij leggen onze handen op ons bloedend Offer. Wij voelen Zijn vlees in onszelf scheuren. Wij voelen de doorns en de nagels. Door geloof doen wij dit.
Ik zie wat Hij deed en het was allemaal voor ons. Niet dat Hij het moest doen, maar Hij was bereid om het te doen. En Hij werd gewond om onze overtredingen. Mijn naam was er in, Heer, met ieder van ons. Hij werd geslagen om onze ongerechtigheid. De straf van onze vrede was op Hem en door Zijn striemen zijn wij genezen. Wij accepteren het blij en met eerbied, vanavond, Heer. Ik geloof het. Ik aanvaard het met eerbied. Ik geloof het. In Jezus' Naam, ontvang hen, Heer, in Uw Koninkrijk. De Bijbel zegt: "Zo velen als aan Hem geloven gaf Hij macht om zonen Gods te worden." Ik geloof dus, Heer, dat U het zult aanvaarden omdat het... niet in een vorm waarbij wij verondersteld worden naar het altaar te komen en dit te doen, maar in oprechtheid.
Wij geloven het. Wij accepteren het in de soevereiniteit van het Woord, in de banden van Zijn liefde, in de gemeenschap van Zijn genade. Wij aanvaarden het, Heer. Ik accepteer het. "Geen andere bron ken ik, niets dan het Bloed van Jezus." Red, genees elke gebroken ziel, Heer. In Jezus' Naam bid ik en draag hen aan U op. Amen.
56 Nu, voor u die voelt dat u naar Golgotha bent geweest en gelooft dat dit de waarheid is en nog nooit de Christelijke doop hebt gehad, de diensten zullen binnen enkele ogenblikken beneden gewoon voortgaan.
Maar... het is later dan ik dacht dat het zou worden. En toch, ik heb uit Jesaja 53:5 geciteerd dat Hij verwond werd om onze overtredingen. Gelooft u dat? Hij werd geslagen om onze ongerechtigheid. Gelooft u dat? De straf voor onze vrede, waar wij behoorden gestraft te worden, maar nu hebben wij vrede omdat Hij voor ons gestraft werd en onze berisping op Hem was. En door Zijn striemen werden wij genezen, lichamelijk genezen.
Gelooft u dat? Accepteert u het? Gelooft u dat Hij Dezelfde blijft gisteren, vandaag en voor eeuwig? Gelooft u de God die schreef dat het Woord altijd het Woord volgt en die erover waakt om het te bevestigen? Hij houdt het. Gelooft u dat? Wilt u het geloven? Kijk dan naar Golgotha, waar u enkele minuten geleden naar keek voor redding. Kijk naar Golgotha voor de genezing van uw lichaam en geloof.
57 Hier ligt een kind op een veldbed. Ik wilde dat ik het kon genezen. Ik kan het niet. Het is het al. Hier zit een fijn uitziende man, een jonge kerel, in een rolstoel. Ik wilde dat ik hem kon genezen. Ik kan het niet. Daar zit een dame in een rolstoel. Ik weet niet wat er verkeerd met hen is, maar ik kan het niet doen. Het is reeds gedaan. Ziet u?
Er zijn daar mensen buiten met hartkwalen, kankers, die gaan sterven als er niets gebeurt. Ik wilde dat ik u kon helpen. Gelooft u dat ik het zou doen? Zeker zou ik het. Als ik een kwartje zou kunnen nemen, dat op straat leggen en met mijn neus de hele stad door duwen, terwijl iedereen mij uitlacht, om u genezen te zien worden, dan zou ik het doen. God weet het. Ik zou het zeker doen. Maar ik kan het niet doen, want u bent reeds... God heeft mij gezonden om u de plaats te wijzen waar het voor u gedaan werd.
58 Nu, kom er met oprechtheid naar toe. De vrouw bij de bron keek met oprechtheid naar Jezus toen Hij zei: "Ga uw man halen."
Zij zei: "Mijnheer, ik heb geen man."
Hij zei: "U hebt de waarheid gezegd omdat u er vijf gehad hebt. En degene die u nu hebt, is de uwe niet."
Zij zei met oprechtheid: "Mijnheer, ik bemerk dat U een profeet bent. Nu, wij weten dat wanneer de Messias komt Hij deze dingen zal doen, ons deze dingen zal tonen. Maar wie bent U?"
Hij zei: "Ik ben Hem." Niet... Met de diepste oprechtheid aanvaardde zij het.
59 De kleine vrouw met de bloedvloeiing had al haar geld uitgegeven. Zij ging er niet zo maar op af. Zij had al haar geld uitgegeven aan dokters en geen van hen kon haar helpen. En zij kwam met oprecht geloof, niet gewoon zeggend: "Iemand anders deed het ook." Voor zover wij weten had niemand anders het ooit gedaan. Zij begon iets. Zij zei: "Ik geloof die Man zo zeer dat als ik de zoom van Zijn kleed zou kunnen aanraken, ik genezen zou worden."
Zij zei dat niet zo maar; zij geloofde het. Zij was er oprecht in. Zonder twijfel kostte het haar haar lidmaatschap in de kerk. Het kostte haar heel wat. Maar zij was oprecht. Zij was... Zij was vast besloten om het te doen. En haar oprechte aanraking van de zoom van Zijn kleed stopte Hem op Zijn weg. En Hij keek rond en zei: "Wie raakte Mij aan?"
Toen Petrus Hem berispte en zei: "Heel de menigte raakt U aan", zei Hij: "Maar Ik werd zwak. Kracht ging van Mij uit." En Hij keek uit over het gehoor tot Hij de vrouw vond en vertelde haar over haar bloedvloeiing. En zij voelde in haar lichaam dat het stopte en zij was genezen vanaf dat uur.
60 Nu, dat is Degene die Zijn leven gaf en gestriemd werd voor uw genezing. De prijs is reeds betaald. God accepteerde het. Hun zonden zijn weg. God accepteerde het, rechtvaardigde ons door Hem op te wekken en te bewijzen dat Hij het accepteerde, niet alleen Zijn dood aan het kruis, maar Zijn opstanding; en nu zendt Hij Zijn Geest om van Zijn Woord getuigenis af te leggen. Hoe zouden wij het kunnen betwijfelen?
Als u ziek bent, onze Bijbel zegt dat Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig. Hij is de Hogepriester die aangeraakt kan worden door het gevoelen van onze zwakheden. In dit grote ogenblik... Ik heb geleden door ziekte. Ik ben uw medeburger. Ik ben uw broeder en ik weet wat het betekent om ziek te zijn. En ik weet een plaats om heen te gaan, in die verborgen plaats van geloof om Zijn kleed aan te raken.
Zeg: "Here Jezus, ik kom nu oprecht. Ik ben oprecht hierin, Heer. U kent mijn hart. U vertelde mij dat ik U kon aanraken, dat U een Hogepriester bent. Ik kom om U aan te raken. Laat mij gewoon een aanraking hebben, Heer."
Iets verankert terug en zegt: "U kreeg het."
"Dank U, Here. Dank U, Heer, mijn Redder. Ik geloof het."
Verlaat nooit die post. Het is het uwe.
Dan, als Hij opgestaan is, zou Hij vandaag hetzelfde doen als Hij in leven is? Gelooft u dat Hij in leven is? "Omdat Ik leef, leeft u ook." Dan is Hij in leven. Als Hij dan in leven is dan zal Hij hetzelfde zijn als Hij ooit was. Is dat juist? Nu, geloof het.
61 Nu, ik ga u vragen om naar mij te kijken, maar ik bedoel dat niet op een manier in... Ik bedoel het op de wijze zoals Petrus en Johannes zeiden tot de man bij de poort: "Kijk naar ons." Ziet u? Dat betekent aandacht schenken aan wat ik zeg. U gelooft dat wat ik u verteld heb de waarheid is.
Laten wij deze zaak uittesten en zien of het juist is. "Onderzoek alle dingen," zegt de Bijbel. Ik kan niet maken dat Hij het doet, maar Hij beloofde dat Hij het zou doen. Dat is waar ik aan vasthoud. Hij beloofde dat Hij het zou doen. "De werken die Ik doe zult gij ook doen. Hij die in Mij gelooft..." En God weet dat ik geloof dat ik jaren geleden naar Golgotha ben geweest. Ik geloof dat Hij Zijn Woord houdt en u gelooft het ook.
62 Als ik dat kind zou kunnen genezen, ik zou het doen. Maar ik heb u gezegd (uw kind?) dat ik het niet kan genezen. En als Jezus hier stond met dit pak aan, zou Hij het evenmin kunnen doen. Hij zou u vragen of u dit Woord vanavond zou geloven: "Door Zijn striemen werd u genezen."
U zegt: "Ik heb niet veel geloof, broeder Branham." Hoorde u Hem zeggen dat indien u het geloof had ter grootte van een mosterdzaad...? Een mosterdzaadgeloof zal geen wonderen verrichten. Maar als u er aan vasthoudt, zal het u er uit brengen. Veranker het gewoon. Dat is het.
De spastische persoon, als u gelooft dat God het gezond zal maken, zal Hij het doen. Wilt u het geloven? Wilt u het aanvaarden? God, sta het toe.
U. U hebt een gebroken bot in de rug. Ik zag u nooit in mijn leven, maar dat is wat er verkeerd is. Ik kan u niet genezen, maar u zou uw leven niet kunnen verbergen. Accepteert u het? Als Hij wist wat er verkeerd was met de vrouw, als Hij wist wat er hier en daar verkeerd was, Hij is nog steeds Dezelfde. Gelooft u het? Accepteert u het?
Hoe staat het met u, dame, met multiple sclerose? Gelooft u dat God u ervan zal genezen? Nu, u had reuma kunnen hebben of om het even wat. U zou uw leven niet kunnen verbergen. U gelooft het, want Hij werd verwond om uw overtredingen; door Zijn striemen werd u genezen. Gelooft u het? Dat is exact wat Hij zei.
Een man zit ginds in de hoek; hij lijdt aan een maagkwaal; kreeg er complicaties bij. Hij is niet van hier, hij is van Texas. Gelooft u dat God u kent? Ik ken u niet. Zou het u helpen als dezelfde God kon zeggen: "Uw naam is Simon", meneer Summons? Nu, u kunt naar Texas terugkeren en genezen worden van uw maagkwaal, als u het gelooft.
Er zit hier een man die last heeft van een voorhoofdsholteontsteking. Ik ken hem niet, zag hem nooit. Hij komt van Shreveport. Mijnheer Wallace, gelooft u? Is dat waar? Steek uw hand omhoog. Uw geloof maakt u gezond als u het zult geloven.
Een dame die hier achteraan zit, heeft een breuk. Zij heeft een kind bij zich dat achterlijk is. Ik ken haar niet. Ik heb haar nooit gezien. Maar zij komt hier niet vandaan. Maar zij gelooft mij en gelooft het woord dat ik zeg. Zij komt van Arkansas, van Hope, Arkansas. Haar naam is mevrouw Jackson. Gelooft u het, dame? Ga en wees genezen.
Dat trof ver weg achteraan in de achterkant van het gebouw, een dame met een kleine jongen, die niet kan leren op school. Zij is evenmin van hier. Zij is van Mississippi. Mevrouw Stinger, geloof met uw hele hart en de kleine jongen zal gezond worden. "Als gij kunt geloven," zullen alle dingen gebeuren.
Een kleine bejaarde vrouw die daar precies zit, heeft kanker, is stervende. Minnie, gelooft u dat u zult genezen worden? Geloof in de Heer. Ik daag u uit het te geloven.
Meneer Grigsby, u komt uit het hospitaal met tuberculose; geloof met heel uw hart. Word genezen. Ik heb de man nooit in mijn leven gezien voor zover ik weet.
63 Wat is het? Pas uw naam er op toe. "Door Zijn striemen werden wij genezen." Gelooft u het? Dan is het Zijn tegenwoordigheid. "Hij werd verwond om onze overtredingen." Dan, als Hij dat kan doen, bewijst het dat Hij hier is met Zijn Woord. Nu, onze overtredingen zijn vergeven in oprechtheid. Onze ongerechtigheden zijn weg. Wij hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. Zijn striemen genezen ons. Hij bewijst het aan ons dat wij vergeven zijn.
Wat doet Hij? Hij kiest die oprechtheid eruit. Hij kijkt naar die persoon die aan het kruis verankerd is. Bezoekt deze personen, wie het ook was. Ik zie nog iemand. Blijf gewoon geloven. Laat mij u iets vragen. Gelooft u het met heel uw hart?
64 Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen, die geloven." Hoe velen geloven? Leg dan uw handen op elkaar als u een gelovige bent. U bent evenzeer Zijn kind als ik het ben.
Wat is het? Het is een bevestiging dat Hij hier is. O, kunnen wij nu niet komen in oprechtheid, na Zijn Woord, na Zijn tegenwoordigheid? Dat is dezelfde God die u zal oordelen op de dag des oordeels.
65 O God, heb genade vanavond. Ik bid, Hemelse Vader, dat de gezegende Heilige Geest, de levende Christus, geen idool, geen stad, geen traditie, maar een levende Christus, die opgewekt is uit de doden, die Zijn Woord heeft geëerd toen Hij gepredikt werd in de kracht van Zijn Bloed en Zijn opstanding...
Dit zijn gelovigen. De laatste opdracht die U gaf: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. Als zij zieken de handen opleggen, zullen zij herstellen." Here Jezus, ik bid met hen. Ik ben bij het kruis. Zij zijn bij het kruis. Wij hebben alles gemeenschappelijk. Hier is het Bloed van Jezus Christus. Hier is de Zoon van God met ons, bewijzend dat Hij hier is. Wij leggen onze handen op Zijn sidderende lichaam. Wij accepteren onze genezing.
En nu, Satan, wij bezweren u in de naam van Jezus Christus, kom hier uit en verlaat deze mensen opdat zij mogen gaan en gezond zijn door de kracht in de opstanding van Jezus Christus.
66 Ik geloof Hem. Laten wij het samen zeggen. Ik geloof Hem. Ik accepteer Hem. Nu, noem uw naam. Door Zijn striemen (zeg het met mij), door Zijn striemen (uw naam nu) werd William Branham genezen. Het is voorbij. Het is geëindigd. De God die de belofte deed is hier om de belofte te bevestigen.
Jezus zei: "Zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u." En de God die Hem zond was met Hem en in Hem. Hij zei: "Als Ik niet Zijn werken doe, geloof Mij niet." En als ik u niet de waarheid vertel, zal Hij het niet steunen. Maar de God die Zijn discipelen uitzond heeft deze beweging van God in het land gezonden. Hij staat er achter om te bewijzen dat Hij er achter staat. De tekenen die beloofd werden betuigen Zijn tegenwoordigheid. Wij zijn in de tegenwoordigheid van Jezus Christus.
67 Ik aanvaard uw genezing. Ik aanvaard het. Ik geef er niet om wat er nu gebeurt. Ik kijk daar nu niet naar. Ik kijk naar uw geloof dat daarginds verankerd is, verankerd aan het kruis, waar u uw hand op uw offer hebt gelegd. Ga en geloof het. U zult gezond moeten worden.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief
Omdat Hij mij eerst liefhad; (Houd uw hand op uw offer nu.)
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruishout.
Laten wij nu gaan staan.
Ik... (Heft uw handen en harten op, nu. Waarvoor hebt u Hem lief?)
Ik heb Hem lief (Ons offer, onze verzoening),
Omdat Hij mij eerst liefhad; (Wat kocht Hij? Uw volledige verlossing nu.)
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruishout.
Ik heb... (O, ik kan op een of andere manier gewoon niet stoppen het te zingen), ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad;
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruishout.
68 Wat denk je daarvan, zoon? Geloof je het? Geloof je dat die oude maagkwaal je zal verlaten? Hm? Dat die knoop in je maag zal weggaan? In orde. Hij zal weggaan.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad...
Here Jezus, sta de genezing toe van deze mensen, wier zakdoeken...?... in Jezus' Naam.