De aftelling
Door William Marrion Branham1 Dank u. Dank u, broeder Moore. U kunt gaan zitten. (Dat is in orde, broeder, zet het aan.) Dank u voor de uitnodiging. Het laat zien dat mensen nog steeds hongerig zijn, ondanks de wijze waarop ik spreek en tekeer ga; en toch blijft u terugkomen. Daarom ben ik u dankbaar. De Here zegene u voortdurend is mijn gebed.
Dit is een glorieuze tijd voor mij geweest. Ik heb werkelijk genoten, had een wonderbare tijd, wonderbare tijd van gemeenschap rondom het Woord en de dingen van God.
2 Ik vroeg het mij af. Is dit zuster Lyle niet, of wel, die hier zit? Weet u, de vorige avond sprak ik over uw man in de Azusa, over de Azusa Street bijeenkomst, en ik keek overal in het rond en ik zag u. Ik dacht dat u ouder zou zijn, dus ik... Toen bemerkte ik... en ik zag de foto van zuster Moore. Dat boek dat u schreef, heb ik. Het is prachtig. En het bracht mij zeker terug naar lang vervlogen dagen, waarvan u zei dat u die ene jurk zo lang droeg, of zoiets. En de kleine zuster Moore hier was een klein meisje dat afdankertjes droeg, en ze hield er gewoon van om bij u te zijn.
Zuster Moore, ik denk dat u eeuwig met hen verbonden bent. Wanneer dit leven voorbij is, zal in het leven aan de andere zijde die grote familiecirkel niet verbroken worden. U hebt een hoop strijd en dingen in dit leven gehad, maar het leven dat komende is, zal beter zijn. Wij weten dat de moeiten voorbij zijn. God zegene u allen voortdurend.
3 Anna Jeanne, ik heb dat babypetje nog niet gezien, maar ik... Hoevelen hebben van dat artikel genoten? Dat was echt lief. Ik... Mijn vrouw en ik hadden gewoon een geweldige tijd. Dus Billy heeft al hun foto's daarin gekregen. En Jackie? Zij is niet hier. Ik zag die kleine jongen van haar. Als hij zo blijft groeien, zal hij met zijn vuisten op berenjacht gaan. Hij is echt een geweldig grote kerel, nietwaar? Hij is echt net een kleine man. En wij zijn zo blij om deze jonge mensen te zien en de ouderen nog steeds te zien vasthouden; de jongeren te zien opkomen.
4 Ik had deze morgen geen tijd om een ieder die ik van de Tabernakel en daaromheen ken te herkennen. Ik ontken dat niet. Sommige mensen, en ik... U begrijpt het, daar ben ik zeker van. Nu, voor u van de Tabernakel, wij zullen u zo spoedig mogelijk laten weten of wij het ingepland kunnen krijgen voor die zeven gemeentetijdperken, om te worden opgevolgd door de zeven laatste zegels.
Ik weet het niet. Ik zou misschien hierheen moeten komen om mijn Tabernakel hier voor te gaan. Zij willen mij daarginds er niets op laten bouwen, de mensen van het bestemmingsplan. En daarom weet ik niet wat we zullen gaan doen. Zij staan het mij gewoon niet toe, schijnen niet te willen dat ik het doe. We vechten er al geruime tijd voor, maar we mogen het niet doen. Dus... Maar we zullen doorgaan en dit hoe dan ook gaan doen, misschien, voordat het te koud wordt.
5 Nu, onthoud dit. De eerste keer dat ik u allen hier in Shreveport achterliet, maakte ik een opmerking zoals deze: Als ik ooit een zegen voor u kan zijn (zie?), zullen de nachten niet te donker worden, zal de regen niet te hard vallen. Dus onthoud slechts, dat dat nog steeds overeind staat. Bel mij wanneer dan ook. Het maakt niet uit wat het is, ik zal blij zijn om het te doen.
Soms met het geven van een standje in het Evangelie (zie?) en dergelijke dingen, is het niet omdat ik geen liefde heb; ik heb liefde. Weet u, het is niet goed om grapjes te vertellen, maar... Om de zaak te veranderen... Zoals de kleine jongen die een pak slaag kreeg, weet u, en zijn vader zei: "Zoon, dit zal mij meer pijn gaan doen dan jou."
Hij zei: "Papa, dan ben ik er zeker van dat u het niet zult doen." Dus ik... Maar Evangelie-aframmelingen zijn anders. Het is niet erg fijn om dat te doen, maar toch zijn het de dingen die we nodig hebben. En wij vertrouwen erop dat God u rijkelijk zal zegenen. Ik vraag u nu om uw gebeden, want overzee...
6 Nu, broeder Jack vertelde mij daarbuiten dat zij een liefdeoffer aan mij hebben gegeven. Maar dat wilde ik dus niet. Ik was van plan hem tegen te houden. Ik dacht dat hij het vanavond zou doen, maar hij had het reeds een paar avonden eerder gedaan. Dus zal het via de Tabernakel voor het zendingswerk worden gebruikt. Ik krijg het niet direct zelf. Het gaat naar de Tabernakel, en zal dan als hulp overzee worden verstuurd naar plaatsen waar zij niet kunnen betalen voor het Evangelie en het houden van samenkomsten. Dan houden we iets over voor...
De Tabernakel gebruikt dat niet voor zichzelf. Precies hier zitten de beheerders. Zie? Dus zij gebruiken het niet voor zichzelf. Het gaat in de campagne, regelrecht in de campagne. Zij zijn alleen maar de stichting. Ziet u? En daarom zal het gebruikt worden voor het Koninkrijk van God.
Ik doe zelfs geen... Ik onderteken de cheques zelfs niet eens. Ze krijgen een stempel, worden op de bank gezet en bewaard voor de fondsen voor deze campagnes, en dat alleen (zie?) voor het Evangelie dat u te horen heeft gekregen, om het naar mensen te sturen die niet bij machte zijn een stadion of een plaats te huren om het in te houden.
7 En vervolgens voor ziekenoproepen. Niemand... Arme mensen, met een stel kleine kinderen daarginds die niets hebben, geen manier om u daarheen te halen. En dat... Als ik een vliegticket moet nemen, dan kopen zij het voor mij en ik ga daarheen voor de oproep, en bid voor dat arme zieke kind, of wat het ook is, en kom dan terug. Dat is waar uw geld heen gaat. Dat is wat ermee gebeurt, want ik moet er daar boven verantwoording voor afleggen. Zie? U vertrouwt het mij toe, en ik moet Zijn rentmeester zijn. Ik wil dat ik niet schuldig wordt bevonden van iets verkeerds op die manier. God zegene u. Nu, laten we onze hoofden even buigen voor een woord van gebed.
8 Onze hemelse Vader, o God, niet meer dan tien minuten geleden zag ik daar achter dat bureau dat visioen openbreken aangaande een lieflijke kleine moeder die hier zit, wetend dat het nu voorbij is. Ik ben zo dankbaar dat U God bent. Ik ben zo dankbaar dat we Iemand hebben tot Wie wij kunnen gaan, en dat het correct in orde gebracht kan worden. Wij danken U voor alles wat U voor ons heeft gedaan. Wij danken U voor de mensen hier in Shreveport, en Texas, en voor alle staten die in deze samenkomst bijeen gekomen zijn.
Here Jezus, vergeef ons voor onze wijze van handelen, waar wij misschien ergens falen, misschien om de boodschap te brengen op de wijze waarop het zou moeten worden gedaan. Maar, Vader, ik bid, dat waar wij een fout gemaakt hebben, de grote Heilige Geest de woorden zal nemen en ze zal samenvoegen, en ze op de correcte wijze in onze harten zal vastleggen, zodat zij mogen verstaan dat het nu de tijd van toebereiding is voor het heengaan van de gemeente.
9 Laten wij allen voor dat uur leven, Here, vandaag zo leven alsof het vandaag zou zijn. En als Hij vandaag niet hier is, zullen we morgen naar Hem uitkijken. Houd onze harten vrij van zonde en zelfzucht. Houd onze harten rein, onze zielen onbezoedeld door het bloed van Jezus Christus, opdat wij met Hem mogen wandelen en met Hem voor eeuwig mogen leven.
Zegen broeder Jack Moore, broeder Lyle, broeder Brown, al deze fijne broeders, Here, al de leden van de staf hier. Deze leken hier, hoe wij jaar in jaar uit tezamen zitten in hemelse plaatsen, de Schriften bespreken, en wonderbare tijden van gemeenschap hebben. Zegen zuster Moore, Anna Jeanne, zuster Lyle, al deze fijne vrouwen, Here, ieder van hen. Ik bid voor Uw zegeningen... Dit lieflijke kleine koor... Zegen ons gewoon tezamen, Vader.
Wij hebben U lief, en wij bidden dat U onze overtredingen vergeeft en ons uitrust met Uw grote kracht, zodat wij getuigen mogen zijn in dat deel van de aarde waar wij naartoe zouden moeten gaan, waarheen U ons ook roept. In de Naam van Jezus Christus vragen wij het. Amen.
10 Nu is het de slotavond van de campagne, en ik heb u iedere avond lang gehouden. Ik zal werkelijk mijn best doen dat vanavond niet te doen, want morgen gaat u naar het werk, en ik moet opstaan. Nadat ik in mijn motel ben aangekomen en heb ingepakt... Ik moet zo'n twaalfhonderd kilometer rijden vanaf ongeveer half drie in de ochtend. Ik moet morgenavond, indien het mogelijk is en met Gods wil, op een afspraak in Jeffersonville zijn. En ik ben dus moe, uitgeput. Ik ga gewoon van plaats naar plaats. En daarom... Maar wanneer ik er aan toe kom mezelf met dit hemelse manna te voeden, dan heb ik... Dan heb ik gewoon groot mededogen, een groot medegevoel voor anderen.
Ik wil dus dat u de Schrift vanavond openslaat voor één vers, te vinden in het boek Hebreeën. Dit is de brief waarvan wij geloven dat Paulus die naar de Hebreeën schreef, de wet van genade scheidend.
11 En dan denk ik dat Billy zei dat hij gisteravond gebedskaarten had uitgedeeld. En toen zei een zuster hier enkele ogenblikken geleden – die de kleine eerwaarde Price vasthield, ongeveer drie of vier weken oud, of maanden... of ik geloof dat het weken zijn – die daar zit, ze zei dat haar man voor zich wilde laten bidden. En dat is waarom... Ik begrijp dat zij zei: "Maar hij heeft een kaart."
Ik zei: "Wel, fijn. Dan zal ik op tijd stoppen zodat ik die gebedskaarten kan oproepen en voor de zieken kan bidden."
Nu, onthoud, tijdens het bidden voor de zieken verankert u uzelf, omdat het gebed des geloofs voor u is gedaan. En betwijfel het totaal niet, geloof gewoon dat het zo is, en het zal komen te geschieden.
Nu, ik geloof dat wij, als mensen, de volmaakte, absoluut volmaakte betuiging hebben dat Jezus Christus met ons is. Gelooft u dat? Jezus Christus is met ons. En als Hij hier dus is, dan is Hij hier om ons te antwoorden en iedere zegen aan ons te bedienen die Hij heeft beloofd in het Woord.
Dus wanneer wij bidden en handen op de zieken leggen, verwachten wij dat u dat gelooft. God verwacht dat u dat gelooft. Beweeg er nooit bij vandaan. Laat niets u doen wankelen.
12 Zoals ik even geleden tegen de jongedame zei: "Sla eenvoudig een paal in de grond precies daar in je gedachten: 'Op dit podium werd vanavond het gebed des geloofs voor mij gebeden. En, Satan, het bloed werd tussen mij en jou geplaatst. Dus je kunt net zo goed weggaan.'"
Je kunt bij die paal komen en zeggen: "Oh, oh."
Hier is een symptoom. Je zegt...
Sla er niet naar. Sla er niet tegen. Als je een slang slaat en steeds blijft zeggen: "Ik bestraf je. Ik be-..." Dan zal hij je bijten. Zie? Negeer hem gewoon, loop bij hem vandaan. Hij is hoe dan ook verslagen, dus daar bent u er. Ziet u? Sla gewoon niet naar hem.
Bijvoorbeeld: "O Heer, bestraf hem, bestraf hem." Uh-huh. Doe dat niet. Kijk, u verzwakt hetgeen u werkelijk gelooft. Zie, zie? Kom niet naar boven tenzij u gelooft. Als u naar boven komt, geloof dan, en laat dat het vastmaken. Dat is alles. Zie? Sta daar precies en zeg: "Het is voorbij. Dat is alles. Dat is genoeg."
Nu, de volgende keer dat ik langskom, kom ik misschien langs om een genezingscampagne te houden en niet een conventie; en dan zullen we veel over Goddelijke genezing spreken.
13 Nu in Hebreeën 11, als iedereen het heeft, het elfde hoofdstuk, en ik wens het derde vers te lezen om uit deze Schriftlezing een onderwerp te halen, of een tekst.
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
Zeer vreemd Schriftgedeelte, nietwaar? Maar hieruit vandaan wil ik spreken over een zekere moderne aangelegenheid. Ik wil iets nemen wat modern is en het vergelijken met het oude, want alle dingen in de Bijbel, of die er waren, zijn een type van dingen die zullen komen.
Nu, mijn tekst van vanavond heet: De aftelling. Nu, dingen... Alle dingen in het natuurlijke zijn types van dingen in het geestelijke. Wij begrijpen dat. Zie? Het natuurlijke typeert slechts het geestelijke. Ik geloof in evolutie, maar niet op de manier waarop de wetenschapsmensen zeggen dat het is gekomen. En zij hebben zichzelf daar al mee voor schut gezet. Want zij denken dat wanneer iets zich vermengt met wat anders, dat het daardoor evalueert, maar dat is niet zo.
14 De grote Heilige Geest begon over de aarde te broeden, en toen kwam er één vorm van leven, toen een andere vorm van leven. En het bleef verder omhoog gaan, opgaand, opgaand totdat het precies in het beeld kwam van Degene Die aan het broeden was: het beeld van een mens bewees dat. Toen God vlees werd gemaakt, was Hij een Man. Er is nooit iets groters voortgebracht, want dat kan niet. De Schepper was Zelf een Man. Ziet u?
Nu. En toen, wel... U kijkt naar een boom, hoe mooi, hoe statig hij is. Wat vertegenwoordigt die boom? De Boom des levens. Zie? Er is iets in de hemel om het te vertegenwoordigen. Zie? En dit is slechts een schaduw van de werkelijke dingen. Dit is de negatieve zijde.
15 Wanneer wij willen leven... Dokters, iedereen werkt aan het fysieke, proberend te leven. Waarom is dat? Omdat het leven is. En het vertegenwoordigt slechts, en toont aan, dat er een lichaam is dat niet ziek wordt, en een die niet kan sterven. Deze hier die kan sterven, bewijst slechts dat er een is die niet kan sterven. Een boom die sterft, bewijst dat er een is die niet kan sterven, want het is een voorafschaduwing in het natuurlijke van de dingen die komen. Er zitten grote lessen in bomen; ik let op een boom.
16 Hier niet lang geleden toen mijn moeder ernstig ziek was en zou gaan sterven... Delores belde mij op, en zij had pas de Heilige Geest ontvangen. En ze zei dus: "Bill, ik..." Zij is de jongste, en ze zei: "Ik kan het gewoon niet verdragen, Bill." En ze zei: "Mama, onze enige moeder..."
En ik zei: "Wel..."
Ze zei: "Hoe kan God..."
Ik zei: "Ho, wacht even. Wacht even." Ik zei: "De Bijbel zei: 'Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten.'" Ik zei: "Kijk naar die oude patriarch zoals ze daar ligt op het bed, een en al glimlach, en de Here Jezus aanroepend, niets beroert haar."
Ik zei: "Ik kan haar nog steeds zien zoals toen, toen zij haar armen om mij heen sloeg – en ik was slechts een jongeman – en ik haar doopte in de Naam van Jezus Christus buiten in de rivier, zag de Heilige Geest op haar komen." Ik zei: "Ja, natuurlijk, zij is stervende, zal vader gaan ontmoeten."
Zei: "Maar ik... Bill, ik kan het niet verdragen."
Ik zei: "Delores, er staat een eikenboom aan de linkerkant van je raam."
Ze zei: "Ja."
Ik zei: "Was hij de gehele zomer niet mooi met die groene bladeren?"
"Ja."
Ik zei: "Hoe zijn ze nu?"
Ze zei: "Wel, ze zijn bruin, geel, groen..."
"Uh-huh." Ik zei: "Wanneer waren ze het mooist? Toen ze groen waren, of zoals ze nu zijn?"
Ze zei: "Nu."
En ik zei: "Nochtans sterven ze. Dat is wanneer het leven op zijn mooist is." Dat is juist.
Toen zij tot een plaats kwam... Ik zei tegen haar: "Mama, hoe voelt het nu?"
Ze zei: "Wonderbaar." Toen ze tot een plaats kwam waar ze niet meer kon spreken, zei ik: "Mama, ik ben nog steeds uw prediker zoon, Billy. Herkent u mij?" Ze kon niet meer spreken. Ik zei: "Als Jezus nog steeds evenveel voor u betekent als wat Hij betekende op de dag dat u Hem ontving in de vorm van de Heilige Geest, knipper dan zeer snel met uw ogen."
En ze knipperde met haar ogen, en de tranen liepen langs haar wangen. Toen kwam er een kleine wind de kamer binnen en ze ging ermee weg. O ja. Ziet u? Het is in orde.
17 Een boom laat zijn blad hangen. En het eerste wat er gebeurt, is, dat dat blad begint te verkleuren wanneer het leven eruit gaat. Wat gebeurt er? Zijn... het leven in het blad gaat terug naar de wortel van de boom waar het vandaan komt, enkel om weer terug te keren in de lente om een ander blad voort te brengen.
En wij hangen aan een boom des levens wanneer we wedergeboren zijn. En wanneer het leven deze verlaat, gaat het leven terug naar de God Die het gaf, om terug te keren in het millennium met een blad dat niet van de boom kan afvallen. Amen. Daar hebt u het: eeuwig, dat is voortdurend leven; wij hebben eeuwig leven. Zie? Ze vallen, komen voort. Wat is het? Het natuurlijke typeert het geestelijke.
18 Kijk naar dit lichaam hier, wat een meesterwerk ons lichaam is. Niets is eraan gelijk. Niets wat ooit bereikt is, zou zijn plaats kunnen innemen, zintuigen enzovoorts. Wat een groot iets is het: handen, armen, neus, mond, alles precies zoals wij ze nodig hebben. Het is een groot iets. Wat is het? Het natuurlijke lichaam is een type van het geestelijke lichaam: "Want als onze aardse tabernakel afgebroken wordt", hebben wij een ander huis om naartoe te verhuizen. Ziet u? Deze is alleen maar een schaduw van degene die zal komen.
Wij denken aan de bruid en bruidegom. Ik keek toevallig naar wat jonge mensen die zullen gaan trouwen, daarom dacht ik aan bruid en bruidegom. In orde. Waar is dat een type van? In het natuurlijke is het een type van de geestelijke bruid en Bruidegom. Dat is juist. Alle dingen... Dingen zijn geworden uit dingen die men niet ziet. Nu, let op. Het typeert altijd een geestelijk lichaam en een natuurlijk lichaam.
19 En nu leven wij hier, zoals wij aannemen in... Er zijn zes zintuigen, eigenlijk vijf zintuigen, maar geloof vormt het zesde zintuig. Welnu. En wij leven hier nu in wat wij geloof ik drie dimensies noemen. Misschien benoem ik ze niet juist. Ik denk dat de drie dimensies worden genoemd (Sommigen van jullie kinderen van de middelbare school zouden in staat kunnen zijn mij hierin te corrigeren.): licht, lucht, en gedachte: drie dimensies. Nu... Is dat wel juist? Licht, lucht, en gedachte. Dat zijn de drie dimensies, is het niet? Ik denk dat het juist is. In orde.
Nu weten wij dat er een andere dimensie is, welke de vierde dimensie is, want wetenschap is er in binnengedrongen en heeft het ontdekt, en het is radio. Er zijn geen zintuigen in ons lichaam die radio of televisie kunnen detecteren over die ethergolf. Nochtans gaan er precies nu stemmen van mensen door ons heen. Hier komen regelrecht televisiebeelden doorheen. Maar wij hebben niets in ons, geen enkele manier in onszelf om daarmee in contact te komen. Er is een bepaald soort kristal, een magneet, voor nodig om verbinding te maken. Maar het maakt duidelijk dat er een andere dimensie is. Nu, dat zijn vier dimensies.
Dan denk ik dat de vijfde dimensie is waar de zondaar heengaat wanneer hij sterft. Nu, ik denk dat wanneer de zondaar sterft, hij naar deze vierde dimensie gaat. Let op. In de eerste plaats kan hij niet in de tegenwoordigheid van God komen omdat hij een zondaar is en zijn tijd op aarde op is.
20 Als ik het voor u zou typeren, het is zoals proberen te gaan slapen en u kunt niet in slaap vallen, en u hebt een nachtmerrie. U... Angstaanjagende dingen; u schreeuwt. U bent gewoon helemaal... Dat is de staat van de goddeloze doden. Hij kan niet in de tegenwoordigheid van God gaan omdat hij een zondaar is. Hij kan niet terugkeren naar de aarde omdat zijn tijd op is. En hij zit gevangen tussen deze twee dingen in de vijfde dimensie. Hij heeft een ziel, en hij kan niet in de tegenwoordigheid van God komen omdat deze niet bedekt is met het bloed. Hij is een zondaar. Hij kan zichzelf niet opwekken, want zijn tijd op aarde is voorbij.
Dus daar bevindt hij zich in een kwellende nachtmerrie. Denk daar nu over na voordat u daar binnengaat. Een nachtmerrie, schreeuwen... Velen van ons hebben nachtmerries gehad. Het komt gewoon omdat... Er werd ons verteld dat het komt omdat de twee vormen van bewustzijn elkaar passeren, onderbewustzijn en bewustzijn, en het stokt er tussenin. En dat is de nachtmerrie. En wanneer een zondaar sterft, zit hij met zijn ziel gevangen tussen aarde en hel in een nachtmerrie. Daar verblijft hij.
21 De zesde dimensie nu is in Christus, de heiligen, dode heiligen, of rustende heiligen, die volmaakt zijn, hun werk is beëindigd op de aarde, en ze zijn binnengegaan in de rust met Christus onder het altaar; prachtig. U zou het kunnen vergelijken met een wonderbare droom waaruit u niet wilt ontwaken. Het is geen droom, het is tastbaar. Het is werkelijk. Maar ik maak slechts een vergelijking voor u. En natuurlijk is de zevende dimensie God alleen.
22 Nu, merk op de moderne ontwikkelingen die wij hebben. We zien dit wetenschappelijke tijdperk waarin we leven, het 'druk op de knop' tijdperk. En toch hebben de mensen minder tijd om te bidden dan ze ooit hadden, in al deze moderne tijden. Zij waren gewend de hele nacht op te blijven om naar een prediking te luisteren. En nu kunnen wij dat eenvoudig niet. We hebben geen tijd om dat te doen. Ziet u, het zit gewoon in ons hoofd. Wij denken dat we er geen tijd voor hebben, maar dat hebben we wel.
Maar moderne ontwikkelingen zijn een voorloper van geestelijke ontwikkelingen. Nu, onthoud, moderne ontwikkelingen zijn voorlopers van geestelijke ontwikkelingen, zowel in het natuurlijke als in het geestelijke; precies. Iedere ontwikkeling hangt samen met de andere, alleen is het een verbetering van de andere. Ieder ding dat in het natuurlijke gebeurt... En het volgende wat gebeurt, is een vooruitgang.
23 Bijvoorbeeld... Laten we nu het voorbeeld van vervoer nemen. Er was een dag van paard en wagen, en toen kregen we de automobiel. Dat is nog steeds paardenkracht, maar meer daarvan in de automobiel. Het was een verbetering van paardenkracht. Zeker. Toen wij de automobiel kregen, was dat een vooruitgang op paard en wagen. Toen reden wij paard en wagen. En toen namen wij de auto. En na de auto kwamen de gebroeders Wright eraan en maakten een vliegtuig: nog steeds paardenkracht (zie?), maar het is een vooruitgang.
Het een gaat samen met het ander. De hele tijd gaat de ene ontwikkeling samen met de andere ontwikkeling. Nu, zoals dingen... Nu, faal niet dit te vatten. Open uw oren, hart, en alles nu, en luister aandachtig.
Wanneer er iets op de aarde gebeurt, is het een waarschuwing voor ons dat er iets vanuit de hemel staat te gebeuren. Wat de mens op aarde doet door zijn eigen inspanning, is iets wat God op het punt staat te doen door Zijn inspanning voor Zijn gemeente. Nu zien wij, dat wij zijn gekomen van paard en wagen naar automobiel en vliegtuig. De gemeente... God is in de geestelijke lijn bij machte geweest om via Luther met rechtvaardiging, via Wesley met heiliging, tot de doop van de Heilige Geest te komen nu. Zie? Het is een type, schaduw, werk, dat God bij machte is geweest te doen.
24 Nu. Nu, onthoud, God was bij machte om door Luther – met de kracht van de Heilige Geest – rechtvaardiging voor de gemeente te bewerkstelligen. En toen de gemeente rechtvaardiging kreeg – uit de Roomse geloofsbelijdenissen vandaan – begon ze leven te ontvangen en te bewegen door rechtvaardiging. God was bij machte het te doen door Zijn inspanning om één man lang genoeg stil te laten staan zodat Hij Zichzelf voor haar kon belichamen en zo Zijn boodschap tot de mensen kon brengen. In orde.
Het volgende werk dat God bij machte was om te doen, was, dat Hij een man genaamd John Wesley lang genoeg stil kon laten staan om bij de Lutherse geloofsbelijdenissen vandaan te gaan, waartoe ze was gekomen, om heiliging te prediken. Toen ging de gemeente van paard en wagen naar de automobiel. Ze kreeg meer leven en begon te rijden. Ze begon toen een beetje sneller te gaan.
En toen kwam er een Azusa Street, waar ze de grond verlieten en in de lucht terechtkwamen door de doop van de Heilige Geest. God bracht de gemeente van een aardgebonden geloofsbelijdenis naar een solovlucht in de lucht. Zodra het vliegtuig verscheen, kwam de Heilige Geest erachteraan. Zie? Dat is juist.
Rechtvaardiging: het paard en wagen; heiliging (wat was het?), de auto kwam op het toneel. Toen de doop van de Heilige Geest: u kwam van de grond, we kregen onze voeten los, kwamen omhoog in de lucht, rondvliegend in hemelse gewesten, met hemelse gaven sprekend in tongen, Goddelijke genezing.
25 Degenen die nog steeds in de auto zaten, en nog steeds met paard en wagen reden, dachten dat het de vreemdste zaak was die zij ooit hadden gezien, dachten dat die mensen aan een toeval leden. Maar zij kregen hun voeten van de grond. God was in staat om aan de gemeente Zijn werk te volvoeren toen Hij een stel mensen lang genoeg stil kon laten staan zodat Hij Zijn Geest in hen kon uitgieten.
Dezelfde paardenkracht die het paard kan voortdrijven, deed hetzelfde voor de auto, en deed hetzelfde voor het vliegtuig. En dezelfde Heilige Geest Die rechtvaardiging tot de gemeente bracht, bracht er meer van toen Hij heiliging bracht, en Hij goot het naar binnen met de Heilige Geest: nog altijd dezelfde kracht. Juist. Bracht dezelfde zaak binnen en bracht de gemeente van haar voeten af binnen in hemelse gewesten. In orde.
26 Nu zijn dingen helemaal veranderd (zie?), omdat de wetenschap zich voortbeweegt. En we praten altijd over wetenschap, maar laten wij terugkijken en zien wat onze grote wetenschappelijke leraars aan het doen zijn.
Kijk naar wat God met Zijn gemeente doet. We zijn nu in het tijdperk beland dat niet meer toebehoort aan paard en wagen, niet meer toebehoort aan de auto, niet meer toebehoort aan het vliegtuig, maar nu zijn er astronauten. O my. Dit is een astronautentijdperk. O, wat een geweldige zaak.
Paard en wagen waren aardgebonden, maar nu zijn wij in het astronautentijdperk. En zo is het met de gemeente. Dat is de grote omslag die ik de mensen niet kan laten zien. Ze hebben zich tevredengesteld met een vliegtuig. Sommigen blijven bij paard en wagen. Maar God heeft een astronautentijdperk. O, wat een tijd om in te leven. Geen wonder dat zij het niet kunnen begrijpen. Maar, ziet u, wanneer God de mens iets laat doen, is dat om de gemeente te tonen dat Hij iets aan het doen is.
27 Kijk, ze proberen altijd de oude zaak terug te brengen. En nu, om aan het paard en wagen vast te houden, is dat gewoon een... Het is een aandenken. Het is geschiedenis. Het was goed voor zijn dag, maar die dag is voorbij. Glorie. Handen schudden met de voorganger was een lange tijd geleden in orde, maar dat is nu voorbij. Denominatiedom heeft haar dag uitgeleefd. Wij zijn daar nu aan voorbij.
Wij zijn in het astronautentijdperk. Amen. Nu begin ik mij religieus te voelen. Het astronautentijdperk heeft de mensen helemaal in de war gebracht. Ze weten niet wat ze van deze dingen moeten denken. Zie? Ze weten niet hoe ze het moeten opvatten. Merk op. Nochtans is dit astronautentijdperk van dezelfde Geest, dezelfde kracht, precies zoals de paardenkracht was.
28 Nu, met dit astronautentijdperk in het natuurlijke, is er ook een astronautentijdperk in het geestelijke. Wat is het? Want de gemeente heeft zoals een vliegtuig in het natuurlijke, een hogere vlucht genomen. Wel, die astronaut, er is geen vliegtuig dat hem kan bijhouden. Hij is er vandoor, daarheen waar hij zelfs geen vliegtuig meer kan zien. Zie? En dat is de wijze waarop God nu handelt. In plaats van een of andere kleine schooljongen te zijn die er aankomt, die praat over bepaalde zaken die doctor Zus-en-zo jaren geleden heeft gezegd, hebben wij arenden gekregen, profeten die opstijgen in hemelse gewesten, ver boven de aardgebonden kippengedachten uit. Astronautentijdperk; God heeft het bewezen. Let erop.
29 Als het gebeurde in de dagen van paard en wagen en de dagen van de auto, Luther, Wesley, wat met nu? Wat is er aan de hand? Mensen praten over modern zijn, zij noemden dat modern. Dit is het moderne. Dit is het moderne overeenkomstig het Koninkrijk van God: astronauten. Glorie. Astronautentijdperk; zeker, arenden, Gods profeten verschijnen op het toneel. Hoe dankbaar zijn wij daarvoor.
Wat is het? Geestelijke manifestaties van geestelijk Woord worden letterlijk voor onze ogen vervuld. Amen. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Het gemanifesteerde Woord van God, eens was het moeilijk om te verstaan, maar nu is het duidelijk gemaakt door de astronaut. De positie van de gemeente behoort regelrecht in hemelse gewesten te zijn, niet hier beneden rondzwevend door de wolken en rondzoemend als een vliegtuig, maar als iets dat wordt voortgedreven door iets wat haar voorbij alles stuurt waar een vliegtuig maar van zou kunnen dromen. Ze is een astronaut. Dat is het tijdperk waar wij nu in leven: van geestelijke astronauten.
30 Nu, de astronaut kan dingen zien die het paard, de wagen, auto of vliegtuig zelfs niet kunnen zien, want hij is duizenden mijlen op hen vooruit. Hij is zo ver vooruit dat ze... en vijftig keer zo snel. Amen. Ziet u nu waarom mensen denken dat u gek wordt? Zij kunnen het niet begrijpen. Wel, hij rijdt nog steeds op het oude werkpaard.
Wat voor snelheid heeft het werkpaard? Het is in orde, maar wat voor snelheid heeft het werkpaard in vergelijking met een astronaut? Dezelfde zaak als de snelheid die rechtvaardiging heeft in vergelijking met de openbaring en tegenwoordigheid van Jezus Christus, die u ver voorbij het toetreden tot de kerk of het handen schudden met iemand voert. Het is een astronautentijdperk waarin de gemeente behoort te worden opgeheven, ver boven alles uit. Dat is juist.
31 De geestelijke astronaut is een arend. Hij stijgt boven alle denominationele geloofsbelijdenissen, alle denominationele belemmeringen, al het denominationele denken, al hun duistere gedachten uit. Hij bevindt zich boven iedere wolk, alles wat er maar te zien valt. Hij is boven in het... tussen de sterren; de astronaut.
En de astronaut-gelovige is ook boven in hemelse gewesten. Hij bevindt zich ver voorbij deze aardgebonden dingen. Hij is heel hoog. Hij is in de ruimte. Kijk, de aardse mens weet niet erg veel over de ruimte. Maar als de astronaut in de ruimte is, hoort hij erbij.
En dat is de reden waarom de kerk het vandaag niet begrijpt. "Waarom zegt u dat over denominatie? Waarom schopt u hier tegen? Hoe zit het met dit hier, dit hier? Ik begrijp deze onderscheiding niet, ik zie niet hoe... Wat zou dat kunnen betekenen?" Zeker. U bent aardgebonden. Dat is juist.
Kijk, het astronautentijdperk is daar bovenuit verheven, daar ver bovenuit, ver boven Azusa Street, ver boven al de overigen. Het is het nieuwste wat wij hebben gekregen: een astronaut. Amen. God zoekt geen paard en wagenbestuurders. Hij ziet uit naar astronauten, iemand die kan opstijgen en voorbij redenering kan gaan.
32 Nu, iemand zegt: "Nu, wacht even, broeder. Is het niet redelijk dat we..." Dit is voorbij redenatie. Het is in het luchtruim, buiten de ruimte van redenatie. Wij worden verondersteld deze neder te werpen. Dus wanneer u daar bovenuit gaat, zijn zij neder geworpen, want ze zijn onder u. Het luchtruim, de astronaut, opgestegen boven alle menselijke overleggingen. U bent in de glorieuze tegenwoordigheid van Christus, en Christus is in u.
33 De natuurlijke astronaut wordt bestuurd door een radarunit op de grond. Deze radar bestuurt het. U hebt dit wellicht op de televisie gezien, hoe ze omhoog gaan en je mijlen en mijlen en mijlen ver weg niets kunt zien of waarnemen, maar toch brengt deze radar ze precies naar die plaats. Het wordt bestuurd door radar: de natuurlijke astronaut.
En de geestelijke astronaut wordt ook door een unit bestuurd, een unit van gebed. Dat bestuurt de geestelijke astronaut, houdt hem in lijn: het gebed. O, het is goed, dat vertel ik u.
God had eens een kleine unit op aarde toen Zijn eerste Astronaut hier was. En weet u, één kleine aanraking van geloof stopte Hem, en dat gaf hem antwoord. Gebed verandert zaken. Het verandert toestanden door een gebed dat kan besturen. Kijk, wij zien wat er in het natuurlijke gedaan kan worden en het is een type van het geestelijke, de geestelijke gebeurtenissen. Het kan op die manier worden bestuurd.
34 Nu het zo is dat de wetenschap is gevorderd tot de hoogte waarop ze een astronaut nodig hebben... En dan is de gemeente gevorderd. En merk op, iedere keer wordt het kleiner, is er minder voor nodig om het in werking te stellen. Nu vinden we uit dat het geestelijke en het natuurlijke type...
Wij zien dus dat het in het natuurlijke zo ver is gegaan dat de natuurlijke klok aangeeft dat het drie minuten voor middernacht is. Denk daarover na. De wetenschap beweert dat het drie minuten voor middernacht is. Iets staat op het punt te gebeuren. Ze kunnen het aanvoelen. En als zij het kunnen aanvoelen, hoeveel te meer behoort de gemeente in staat te zijn het aan te voelen? Als zij kunnen zien dat er iets staat te gebeuren, hoeveel te meer behoren wij dan in staat te zijn om te zien dat er iets gaat gebeuren? Nu.
35 Maar zij zeggen dat het op hun klok drie minuten voor middernacht is dat er iets zal gebeuren. Dus weet u wat zij hebben gedaan? Ze werden bang, en ze gingen in hun astronautencapsule, en beginnen een aftelling. En zij zullen deze aarde verlaten. Zij zijn op weg naar de maan. Iedereen probeert de maan te bereiken, willen van de aarde af naar de maan. Ziet u de geestelijke toepassing niet?
De geestelijke astronaut kwam in Jezus en luistert naar de aftelling van het Woord van God, en staat op het punt op te stijgen naar de hemel. Dat is het verschil. O my. Dat klinkt ruw, maar het is de waarheid. Kijk slechts terug door de geschiedenis. Kijk terug door de tijd en zie dat alles... Iedere natuurlijke gebeurtenis op aarde liet God in het geestelijke gebeuren door Zijn gemeente hogerop te brengen. Hier is het regelrecht voor ons, en dat is juist. Wij weten het, begrijpen het.
36 God heeft een nieuw systeem. Het is niet het oude systeem; het is een nieuw systeem. Hij brengt Zijn gemeente hogerop. Zij raken steeds meer in de minderheid. Dat deden zij in de dagen van Noach, dat deden zij in de dagen van Lot. Dat doen ze altijd, totdat zij zeer, zeer gering in aantal worden. Maar dat kleine graan van God blijft nog steeds doorgaan, wordt voortdurend krachtiger en krachtiger.
De ware gemeente van de levende God is vandaag mijlen verder op de weg dan waar ze zich bevond. Wij zien het. Wij weten het. Het is de waarheid. Ik bedoel geen organisatie. Dan bent u weer terug bij paard en wagen. Ziet u? Wij stijgen boven die zaak uit. Willen daar niet weer naar terug. Nee, daar zou ik nee tegen moeten zeggen. In orde.
De geestelijke astronaut is in Christus, en hij luistert naar het Woord van God, de aftelling, om te zien waar het heengaat. En hij staat nu op het punt om te vertrekken, niet naar de maan, hij zal de maan zeer snel passeren. Hij is op weg naar de hemel, en hij luistert naar de aftelling. Ja, hij is op weg naar de hemel in een opname van de heerlijkheid van God. Hij is in Christus, gewikkeld in Zijn heerlijkheid, samen met Hem op weg naar de hemel, de aarde achterlatend.
37 Mensen in het natuurlijke stonden sprakeloos, u herinnert zich dat, enkele maanden geleden toen John Glenn in de ruimtecapsule ging om de astronaut te zijn. En zij, de natie, stond sprakeloos, toen zij begonnen met de aftelling. Zij begonnen: "Tien, negen, acht, zeven, vijf, zes, vier, drie, twee, één, nul."
En toen de grote astronaut de atoomenergie in haar begon los te laten, begon het vuur eruit te vliegen en ze stegen op; de hele wereld was in een shock. Zeker. Merk op.
Maar merkte u het op? Hun aftelling is altijd achteruit: "Tien, negen, acht, zeven, vijf, zes, vier, drie, twee, één, nul." Dat is de wijze waarop de wereld het hoe dan ook altijd doet. Het was achteruit. Dat is de wijze waarop de wereld alles doet. Dat is de wijze waarop de mens het doet. God achter zich latend. Zie?
38 En tien is hoe dan ook geen geestelijk getal in de Bijbel. Iedereen weet dat. Gods getal is zeven. Dat is Zijn volmaakte getal. En God... Zijn... Zijn volmaakte getal is zeven. En Gods aftelling begint bij één. Juist. De mens begint bij tien, gaat achteruit. God begint bij één en gaat vooruit.
De mens begon met zijn getal, zijn aftelling, en God begon met Zijn eerste getal. Zou u willen weten wanneer Hij daarmee begon? Hij begon ermee in AD 33, toen Hij Zijn zeven gemeentetijdperken begon te tellen. Toen Hij ze voleindigd had, was het in orde. Juist. Hier is de wijze waarop God van één tot zeven telde: "Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatire, Sardis, Filadelfia, Laodicea, nul." Amen. Juist. Kijk, nul komt na Laodicea. Wij zijn dat tijdperk nu reeds gepasseerd. Zij werd lauw en ging er vandoor; zij valt volledig af.
Maar wij zijn in Christus, en Christus heeft Zijn gemeentetijdperken geteld. Er zijn er slechts zeven van. Dat is de Bijbel. We namen ze kort geleden door in de Tabernakel, toonden elk ervan: hun sterren, hun predikers, en het licht van die dag en zo verder naar de Lutheranen, en van Filadelfia was het John Wesley, en zo verder tot dat van Laodicea, ieder tijdperk; hoe de afval zou komen en wat er zou gebeuren en wat de Schrift zei dat zij zouden doen, en daar was het. Wij vonden het precies zo in de geschiedenis.
39 En nu gaan we aan het Laodicea-tijdperk voorbij. Wij allen weten dat. Eenieder van ons die de Bijbel kent, weet dat dat juist is. Wel, waar bevindt de telling zich dan? Het is zeven. En het volgende is nul. Zie? Wat? Efeze was het eerste gemeentetijdperk, Smyrna het tweede, Pergamus het derde, Thyatire het vierde, Sardis het vijfde, Filadelfia het zesde, en Laodicea het zevende.
We zijn nu door dat Pinkstertijdperk heen gekomen. We zijn door het Lutherse tijdperk heen gekomen; we zijn door het Wesleyaanse tijdperk heen gekomen. En kijk. Zodra de gemeente begon, begon God tekenen op de aarde te tonen, tonend dat Hij Zijn gemeente vooruit bracht van rechtvaardiging naar heiliging, naar de doop van de Heilige Geest, en nu naar de astronaut. Amen. Dat is waar wij naar uitzien: astronauten, iemand die kan wegkomen van deze aardgebonden zaak hier: dat je tot een of andere organisatie moet behoren of zoiets.
40 God ziet uit naar een man die kan opklimmen in de hoogte als een arend, die zijn vlucht kan nemen en regelrecht daarboven de hemelse plaatsen kan ingaan waar alle dingen mogelijk zijn, ver boven dit aardgebonden gekakel hier beneden, aangedreven door vier cilinders met van binnen een kapot koelvloeistofreservoir: weten zelfs nog niet hoe zij gedoopt moeten worden. O my. En al dat geruzie dat aan de gang is, wij vliegen daarbij vandaan. Amen. Jazeker. Ik denk dit, vrienden: toen de hele natie in bewondering stond en naar de televisie keek toen de aftelling voor die astronaut begon, John Lynn... Glenn, om te vertrekken op zijn eerste vlucht richting de maan, om daarboven te komen, en de gehele aarde in bewondering stond toen zij die astronaut zagen opstijgen; hoe zal dan wel niet het hele universum stilstaan wanneer de grote arend van de gemeente van God, wanneer zij op een van deze ochtenden haar grote vleugels uitspreidt, voortgedreven door de Heilige Geest en vuur, wanneer zij trillend haar vlucht van de aarde neemt en de hemel binnen gaat? Het hele universum zal het weten. Engelen zullen Hem thuis verwelkomen in triomf. Amen.
Wij leven in het astronautentijdperk, gaan de hemel binnen. Mensen kunnen het niet begrijpen. Over een komende schok gesproken, wacht slechts totdat die gemeente omhoog begint te gaan, wanneer die grote arend genaamd de gemeente van God, verlost door het bloed van Jezus Christus, haar vleugels uitspreidt en de kracht van de Heilige Geest haar begint op te tillen van de aarde. Het zal een wonderbare tijd zijn.
Onthoud, een automobiel kan haar niet volgen; noch kan een vliegtuig het. Het is een astronaut. Laten we astronauten zijn. Laten we God geloven. Nu ziet u wat het is.
41 Wij houden ervan om over Azusa Street te spreken. Wij houden ervan om te spreken over vijftig jaar geleden. En ik ben de hele week tegen u tekeer gegaan, u erover vertellend hoever we daarbij vandaan zijn geraakt. Maar we zijn nu zover gevorderd in de Geest van God dat we dingen hebben gekregen die zij daar terug zelfs nooit hebben gehad.
Zij hadden slechts de automobiel verlaten, hun voeten van de grond af gekregen zodat zij enkele geestelijke gaven konden ontvangen: spreken in tongen en juichen, en het zingen van geestelijke liederen. Wel, zij zweefden daar rond als vlinders. Zie? Zeker. Dat was een geweldig tijdperk.
42 Maar, o broeder, wij zijn daar nu ver bovenuit gestegen. De gemeente is daar ver aan voorbij, de geestelijke gemeente. Het is nu in het arendtijdperk, de astronaut die daarboven vliegt en neerkijkt op zijn medeburger de kip. Zie? Wij bevinden ons daar ver bovenuit, ver weg in hemelse gewesten waar Christus Degene wordt Die het volledig overneemt, en Zijn leven leeft en door u heen werkt precies zoals Hij hier op aarde deed. Astronautentijdperk, de aftelling is aan de gang, broeders. Dat geloof ik voor de gemeente, als haar laatste lid misschien vanavond in haar geboren wordt. De laatste zal binnenkomen.
Nu, kijk, ik weet dat dit onsamenhangend is, en mijn tijd vliegt voorbij, maar kijk. Ik zal niet verdergaan, maar kijk hier naar.
43 U ziet dat de vooruitgang van de gemeente de vooruitgang van de tijd heeft gevolgd. U weet dat. En wij zijn nu overgestapt van vliegtuig naar astronaut. En er moet een verandering zijn. En wij hebben de drie veranderingen in de vooruitgang van het transport gezien, van kracht. Er is steeds een toegevoegde kracht, een toegevoegde kracht, een toegevoegde kracht voor nodig, steeds meer en meer en meer. Waarom komt het vliegtuig niet daarboven? Het heeft de kracht niet om dat te doen. Het is er niet voor gebouwd. Het zou het niet kunnen.
De astronaut heeft het vermogen. De capsule waarin hij zit, heeft het vermogen. Hij zit daarboven. Hij gaat omhoog. Hij wordt aangedreven zoals door elektriciteit... of door atomen, die een veel grotere kracht hebben dan benzine of iets wat wij ooit hiervoor hadden. Zie? Wij bevinden ons in een ander tijdperk.
En de moeite ervan is, dat de wetenschap blijft voortbewegen in haar ontwikkeling, maar dat de kerk wil achteroverleunen en op het oude werkpaard over straat wil blijven rijden. Beslist. Dat is juist. Gaan erheen... "Mijn moeder trad jaren geleden toe, jij behoort ook toe te treden." Zie? Denk niet aan zoiets. Laten we opstijgen. Alles is mogelijk.
44 Wetenschap heeft een boom die zij kunnen beklimmen. Maar zij kunnen slechts zover klimmen en dat is dan zover als zij kunnen gaan. Dat is het einde van het wetenschappelijk onderzoek. Zij doden zichzelf.
Maar, ziet u, aan de boom van geloof komt geen einde. U blijft gewoon doorgaan. Dat is de boom waar wij vanavond aan behoren te zijn, de Boom des levens, de boom van geloof; niet op weg naar de maan, op weg naar de hemel, op weg naar God, voor de glorieuze opname van de Here Jezus in Zijn tegenwoordigheid, en Zijn kracht, en Zijn eigen leven uit de hemel: niet neergekomen om ons te doen toetreden tot de kerk, zelfs niet neergekomen om ons te laten juichen, maar neergekomen om Zijn hele leven door ons heen te laten leven.
Levend in hemelse gewesten, uzelf daarheen brengend, totdat u dingen ziet die zullen komen, die waren, die zijn, en zullen komen; omhoog stijgend boven elke zaak die de kerk heeft gehad sinds de dag dat Christus op aarde was. En wij genieten er vandaag van. Zeker. Wij bevinden ons in een geweldig tijdperk, vriend, een geweldige tijd, een astronautentijdperk.
God, geef ons astronauten, geef ons mannen en vrouwen, dappere mannen, dappere vrouwen. Wat moesten John Glenn en de anderen doen toen zij de ruimtecapsule instapten? Zij waren pioniers. God wil pioniers voor dit Woord, astronauten die de dingen zullen nemen die wij hebben gekregen en daar niet tevreden mee zijn, maar zullen doortrekken. God blijft vorderingen maken.
45 Wat nu? Er zal een astronautengeloof voor nodig zijn om u van deze aarde te doen wegvliegen om Jezus te ontmoeten. Dat is juist. U wilt niet als een slapende maagd worden achtergelaten. Daarom kunt u beter nu direct in de astronaut komen en uit deze dingen vandaan komen waarin u zich bevindt, en er bovenuit komen. Het is moeilijk voor de mensen om het te begrijpen. Zij hebben het nooit eerder gezien. Het is iets nieuws. Maar nochtans is het bewezen dat het Gods... Een van Zijn allerlaatste en laatste prestaties is om Zichzelf te openbaren en te zeggen: "Hij die in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen."
Geen wonder dat toen die vrouw Zijn kleed aanraakte, toen zij die eerste Astronaut op aarde aantroffen, Christus, zijnde God geopenbaard, zij gezond werd. Toen Petrus in Zijn tegenwoordigheid kwam, en Hij zei: "Uw naam is Simon. U bent de zoon van Jonas", toen konden die theologen, die paard en wagen kerels, niet begrijpen hoe ze dat moesten opvatten. Zie? Zij konden het niet. Zij... Net zomin doen zij het vandaag. Ze kunnen het niet.
46 En we ontdekken hoe Hij daar stond met die vrouw bij de bron, toen Hij haar haar zonden vertelde, en wat zij gedaan had. En zij ging de stad in en vertelde de mensen in de stad: "Kom, zie een Man Die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb." Wel, wat een opvallende zaak was dat. Zij wisten dat het iets anders moest zijn dan wat zij hadden.
Geen wonder dat Nicodemus, die grote geleerde, tot Jezus kwam en zei: "Rabbi, wij weten dat U een Leraar bent van God gekomen, want niemand zou deze tekenen kunnen doen tenzij God in Hem was."
En diezelfde Astronaut zei: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."
Wij zijn gereed voor vertrek. De aftelling is begonnen. Bent u binnen? Wat tellen wij? Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatire, Sardis: Luther; Filadelfia: Wesley; Laodicea: Pinksteren. Daar zijn we nu doorheen gekomen. Wat is het volgende? Slechts zeven. Er zijn er geen acht.
47 O, hoe zou ik kunnen zwijgen terwijl ik deze dingen zie? Hoe kan ik stilstaan, broeder Lyle? Wat kan ik doen behalve te doen wat ik doe? Er is geen ander tijdperk komende. Hoeveel Bijbelstudenten hierbinnen weten dat dat de waarheid is? Steek uw handen op, de mensen... Geen ander tijdperk, wat is dan het volgende? Nul, opname. Waarom zou ik een gebouw van honderd miljoen willen hebben?
Een tent of een hut, wat maakt het mij uit?
Ze bouwen voor mij een paleis daarginds!
Van robijnen en diamanten, en zilver en goud,
Zijn koffers zijn vol, Zijn rijkdommen onbeperkt.
Ik ben een kind van de Koning...
48 O, ik wil geen schatten van deze aarde. Ik heb schatten in de hemel. Dank God. Op een dag stapte ik de astronautencapsule in, het lichaam van Jezus Christus, daarin gedoopt door de Heilige Geest, en kijk, wacht, luister naar de aftelling. Ik zag de tijdperken voorbijkomen, voorbijkomen, voorbijkomen, voorbijkomen, totdat het laatste tijdperk wordt afgeteld. De volgende ademtocht, het is meer dan drie minuten... ik bedoel minder dan drie minuten. De wetenschap beweert dat het drie minuten voor de tijd is dat de aarde zal worden opgeblazen. Het is minder dan dat. De volgende ademtocht van Jehova is: "Gaat uit van haar, Mijn volk. Kom hogerop." Amen.
Wij letten hierop voordat die tijd aanbreekt, en zien de glorieuze kracht van God terugkeren tot de gemeente; de tegenwoordigheid van Jezus Christus, de alomtegenwoordigheid, tonend dat Hij er is, en waar Hij is, en dat Hij regelrecht onder ons dezelfde werken doet waarvan Hij beloofde dat zij in dit tijdperk zouden worden gedaan. Hier is Hij, bewijzend dat Hij Dezelfde is.
49 Hebreeën 13 zegt dat Jezus Christus, 13:8, zegt: "Jezus Christus is Dezelfde gisteren, vandaag, en in eeuwigheid." En daar was Hij in Zijn tijd van rechtvaardiging voor Luther. Daar was Christus in Zijn tijd van heiliging voor Wesley. Daar was Zijn tijd in de Azusa Street voor de Pinkstermensen, Laodicea, voor wat? Wat was het? Het vliegtuigtijdperk, Pinksteren. Nu is Hij hier in de astronaut die daaraan voorbijgaat en de ruimte in gaat.
Een vliegtuig zou de kosmische ruimte nooit kunnen bereiken, maar de astronaut wel. Glorie voor God. Ik luister naar de aftelling. O my. Waar wachten we op? Het uur nul, het uur dat Hij... het ontbrandt. Wij zijn het Pinkstertijdperk gepasseerd. Zij organiseerden het en begonnen daar te ruziën, gingen regelrecht terug Babylon binnen zoals de rest van hen. En wat hebben zij vandaag gekregen?
Luister. Wanneer zou Hij hen uitspuwen? Wanneer zij lauw begonnen te worden. En het is spuugtijd. Hij verwerpt haar. Hij neemt het overblijfsel eruit, en de aftelling is voorbij, en de astronaut is vertrokken naar de hemel.
50 Laten we gaan, broeder. Laten wij gaan, zuster. Wees zeker. Neem geen risico's. Vertrouw niet zomaar op een Lutherse ervaring, of Methodistenervaring, of een Pinksterervaring. Laten wij nu opklimmen in hemelse gewesten, naar boven in de gerechtigheid van God, naar boven in Zijn kracht, naar boven om ervoor te zorgen dat Christus in u kan komen en Zichzelf op dezelfde kan wijze manifesteren als toen Hij hier op aarde was. Gelooft u dat? Ik geloof dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag, en in der eeuwigheid.
51 Het is vijf minuten voor negen, of zeven minuten voor negen. Dat is een goede tijd om te stoppen. Zeven maal, nog zeven minuten. Als u uw hart voor nog zeven minuten wilt verootmoedigen, zal Jezus Christus bewijzen dat Hij vanavond precies hier in het gebouw is. Amen. Dat is voor paard en wagen bestuurders moeilijk om te begrijpen, maar het is er hoe dan ook.
Hij heeft het bewezen. Wij zijn in de eindtijd. Hij is hier. Hij beloofde: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen. In die dag, een kleine tijd, en de wereld ziet Mij niet meer. Maar gij zult Mij zien, want Ik, Ik zal met u zijn, zelfs in u", hier aan het einde van het tijdperk. En hier bevinden wij ons. "Ik zal met u zijn, zelfs in u. In die dag zult gij bekennen dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij, Ik in u en gij in Mij." Dat is God in Zijn volk, God in volkomenheid.
52 Hoe zou God handelen wanneer Hij in menselijk vlees komt? Kijk naar Hem wat Hij was toen Hij in menselijk vlees was. Wat? Was Hij erover aan het opscheppen dat Hij het was? Beslist niet. Hij zei: "Ik doe niets tenzij de Vader het Mij eerst toont." Kijk hoe Hij Zichzelf bewees, hoe Zijn betuiging was dat Hij de Messias was. Hij was een profeet. Hij wist dat. Hij kon het de mensen vertellen. Hij onderscheidde hun gedachten. Hij kent uw hart. Hij weet alles over u. Hij weet wat u gedaan hebt. Hij weet wat u nodig hebt. Hij kan tot u spreken door middel van uw geweten, vertelt het u, probeert het u te laten zien.
De duivel zal op de andere schouder zitten en zeggen: "Kijk de andere kant op." Het hangt er nu vanaf welke kant u wilt opkijken. Dat is alles. Zoals ze zeiden bij de verkiezingen: "God stemde voor u en de duivel stemde tegen u." Nu, waar u uw stem op uitbrengt, zal bepalen waar u heengaat. Dat is juist. U moet Christus aannemen. U moet Zijn Woord aannemen. U moet Hem geloven. En als Hij... Als de Bijbel zegt dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag, en voor immer, dan moet Hij Dezelfde zijn. Geheel juist. Nu, de... Gelooft u dat? Steek uw hand omhoog. Hoeveel zijn er die een astronaut van God willen zijn, die kunnen zeggen: "Ik kan bij organisatie vandaan blijven en in Christus geloven"?
53 Nu, eenvoudig... Als Christus Christus is... Als ik u zou vertellen dat er een geest van John Dillinger in mij was, dan zou ik geweren hebben. Het leven van alles wat er bestaat, zal zichzelf voortbrengen. Wat er aan de binnenkant zit, zal zichzelf uitdrukken. Daarom is de kerk zo hol. Zie? Hoe de mensen doen en handelen – die zichzelf Christenen noemen – spreekt enkel van een holheid. Wanneer Christus daarbinnen is, beweegt Hij. Hij spreekt.
Predikers staan achter de kansel en zijn bang om te zeggen wat goed en fout is, bang dat de gemeente hen eruit zal zetten. Hoe zit het met Christus? Hij zal u eruit zetten als u het niet zegt. Dus wiens vriend bent u? Wie wilt u... Wiens vriend wilt u zijn? U moet de keuze maken. Een ieder van ons moet deze keuze maken. Mag God ons helpen om de juiste keuze te maken. Jezus Christus is mijn keuze. Laten we onze hoofden nu buigen.
54 Hemelse Vader, hier liggen vanavond zakdoeken op deze lessenaar. Dat betekent dat er zieke mensen zijn. In de Bijbel namen zij van het lichaam van Paulus zakdoeken en gordeldoeken, en legden die op de zieken en zij genazen. Nu weten wij dat wij Paulus niet zijn, maar U bent nog steeds Jezus. Hij was het niet om mee te beginnen; het was Christus. En U bent dezelfde God Die door hetzelfde menselijke instrument werkt zoals U toen was. Laat Uw Geest, Here, Uw Woord bevestigen, en het nu naar voren brengen, en genees de zieken waar deze zakdoeken op worden gelegd. Wij vragen het in Jezus' Naam.
En, Vader, er zijn hier vanavond misschien mensen die een ommekeer willen maken, die uit hun geloofsbelijdenis willen stappen en in Christus willen stappen, de echte, enige Astronaut Die ons kan meenemen. Hij is de Enige. Niemand is opgevaren dan Die is neergekomen, namelijk de Zoon des mensen. Vader, slechts wanneer wij in Hem zijn door de geestelijke doop, volledig overgegeven in Zijn Woord zodat Hij door ons heen kan leven, en volvoeren, en bewijzen dat Zijn Woord...
Hij kan niet veranderen omdat Hij God is. Zijn eerste beslissing is volmaakt. Hij kan die niet veranderen. Wij zijn... Wij zijn eindig. Wij maken allerlei fouten. Hij is oneindig en volmaakt. Zijn eerste beslissing is een volmaakte beslissing en moet voor altijd dezelfde blijven, en wij weten dat, Vader.
Nu, Hij zei: "Die in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen." Hij kan die beslissing niet veranderen. Hij zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Als het leven van Christus in u is, als de gezindheid van Christus... dan zijn wij bezorgd en doen de dingen van Christus. Hij zei dat deze tekenen die Hij deed, iedere gelovige zullen volgen die in Hem gelooft.
55 Nu, laat het vanavond bekend gemaakt worden, Here, dat U in ons midden bent. Wij zijn stervelingen, menselijke wezens. Onze harten branden. We zien de vóór en tegen. We zien de toename van wetenschap. We zien de toename van de gemeente. We zien de kracht van het Evangelie, wat het doet. En wij realiseren ons dat er geen ander komend gemeentetijdperk is voorzegd in het Woord. U zei dat er niets aan toegevoegd, noch van weggenomen kon worden.
Dan zien wij nu dat de wetenschap in haar geweldige machines is gestapt die hen van de aarde zullen wegvoeren. Vader, we zagen het allemaal door het tijdperk heen getypeerd. Nu weten wij dat we aan het einde zijn. Laat Christus, onze Verlosser, vanavond onder Zijn volk bewegen en een bekrachtiging geven dat Hij hier is.
Hij zei: "Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar zal Ik in hun midden zijn. Waar zij over samen stemmen – over welke zaak dan ook – en vragen, dat zal hun gegeven worden."
Vader, laat deze gemeente geheel op U gericht zijn. Mag ik vanavond in staat zijn mijzelf zo aan U over te geven, dat U kunt bewijzen dat U Zelf aanwezig bent. Mogen de leden van Uw lichaam hierbinnen bij machte zijn zichzelf te onderwerpen aan U, zodat wij allen de glorie van onze grote Christus kunnen zien werken onder ons, ons de zekerheid gevend, Here, dat wij uit het tijdperk van geloofsbelijdenissen zijn gehaald, dat wij in het astronautentijdperk van Gods genade zijn. Sta het toe, Here. Wij vragen het in Jezus Christus' Naam voor Zijn glorie. Amen.
56 Hoevelen willen een astronaut voor God zijn? God, sta het toe. Nu, de Bijbel zegt dat Hij een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden. (Ik sta op het punt een gebedsrij op te roepen.) Gelooft u dat? Hij is Dezelfde gisteren, vandaag, en in der eeuwigheid.
Nu, als Hij in ons is, in u, in mij, dan zal Hij door ons heen leven, door ons heen werken, door ons heen prediken, door ons heen handelen, door ons heen doen, want wij zijn het niet... niet gij die spreekt, maar de Vader Die in u woont, zal het spreken doen. Precies zoals Hij heeft gezegd: "Ik ben het niet Die de werken doet. Het is Mijn Vader Die in Mij woont Die de werken doet." U gelooft dat allemaal.
57 Nu, hoeveel zieke mensen zijn er in het gebouw? Steek uw hand omhoog, zeg: "Ik ben ziek. Ik heb genezing van node." Waar u ook zit, door het hele gebouw, of nood... Wel, het is haast overal.
Nu, onthoud, vanaf nu ben ik niet verantwoordelijk voor kritiek, of iets wat kan gebeuren. Dus als u niet gelooft, dan is het nu tijd voor u om te vertrekken (zie?); want onthoud, deze gaan van de een op de ander. Hoe dikwijls hebben we dat gezien, van de een naar de ander? Ik zag ze vallen met epilepsie, kanker krijgen, sterven, verlamd raken in hun stoelen. U weet dat. Hoevelen weten dat en wisten daarvan? En kijk, het is echt overal. Dus als u een criticus bent, is het tijd voor u om te gaan. Blijf hier niet zitten, want u zult zeker in gevaar zijn.
Gelovigen, blijf op uw stoel zitten. Wees nederig. Er zijn niet veel mensen in dit gebouw die ik ken. Ik ken mijn gemeente. Er zijn een paar mensen van mijn gemeente. Zuster Lyle, broeder Moore was hier. Hoevelen hierbinnen weten dat ik niets over u weet, steek uw handen omhoog. Daar, ziet u, het is praktisch iedereen.
58 Nu, als Christus hier stond, en u was ziek, hoe zou u dan... Zou u Hem om genezing vragen? Zeker zou u dat doen. Zou Hij u kunnen genezen? Hij zou u vertellen dat Hij het alreeds had gedaan. Door Zijn striemen werd u genezen. Maar doordat Hij Zijn Messiaanse teken toonde dat Hij was waarover Mozes sprak, en wat God had gezegd, namelijk: "Zo er één onder u geestelijk is of een profeet, zo zal Ik, de Here, Mijzelf aan hem bekend maken. En als wat hij zegt de waarheid is, hoor hem dan. Als dat niet zo is, luister er dan niet naar. Ik zal met hem spreken in visioenen. Als wat hij zegt, komt te geschieden, dan is dat de waarheid. Maar als dat niet gebeurt, geloof het dan niet..."
Nu, ik voorzeg, en verklaar u, dat Christus tegenwoordig is. De wetenschappelijke wereld heeft het met foto's bewezen. En wij zijn er nu vlakbij. Nu, u met een probleem, ik wil dat u gewoon zo nederig bent als u maar kunt, en buig even uw hoofden voor een moment, en bid allemaal. En geloof nu gewoon met geheel uw hart dat Christus aanwezig is.
59 Heb slechts geloof. Twijfel niet, overal in het rond. Wees in gebed. Bid gewoon nederig, zeg: "Here Jezus, wees mij genadig. Ik probeer te geloven." Terwijl wij gemeenschap hebben met Christus, moge God ons helpen. God, wees ons genadig door tot ons te naderen, terwijl wij denken zoals de discipelen dachten, al sprekend... "Terwijl hij aan deze dingen dacht, zie, de Engel des Heren verscheen hem", zegt de Schrift.
Wees gewoon eerbiedig in uw hart, kijk, en geloof. Terwijl u nu uw hoofden opheft na het gebed, kijk deze kant op. En geloof nu dat Christus leeft. Belijd al uw tekortkomingen en geloof dat Christus leeft.
60 En nu, als Hij een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden, als Hij dan Dezelfde is gisteren, vandaag, en voor eeuwig, hoe zou Hij dan handelen als Hij werd aangeraakt? De vrouw die Zijn kleed aanraakte, voelde Hij fysiek niet, want het Palestijnse overkleed hangt los met een onderkleed daaronder. En daarom bestrafte Petrus Hem, zei: "Iedereen raakt U aan."
Hij zei: "Ja, maar het was een andere aanraking." Deugd, kracht ging uit Hem vandaan. En Hij keek over Zijn gehoor totdat Hij de kleine vrouw had gevonden, en Hij vertelde haar dat zij een bloedvloeiing had, en dat haar geloof haar had behouden. Nu, dat is de wijze waarop de Hogepriester gisteren handelde. En als Hij dezelfde Hogepriester is, dan zal Hij vandaag op dezelfde wijze handelen.
Nu, aangezien Hij nu geen stoffelijk lichaam op de aarde heeft dan slechts Zijn bruid, werkt Hij daardoorheen: de mens. Hij heeft altijd... Het was God in Elia, God in David, God in Christus, altijd. Zie? Hij heeft Zijn lichaam op aarde.
Nu, ongeacht hoeveel Hij mij zou zalven, Hij moet u ook zalven. Vele dingen kon Jezus Zelf niet doen vanwege hun ongeloof. Wij weten dat. Zie? Ze zeiden: "Hij heeft dit in Kapernaüm gedaan. Laten we het Hem hier zien doen." En Hij was verbaasd en wandelde weg, en liet hen achter (zie?) met hun ongeloof.
61 Nu, geloof Hem. En als u de zichtbare verschijning van Hem kon zien, zou het u dan niet helpen? Zeker. Welnu, Hij kan niet verschijnen in een fysiek lichaam. Als Hij dat doet, dan zijn de astronauten al weggegaan. Zie? Hij... Wanneer Hij komt, is de gemeente weg. Zie? Wij weten dat. U zou een visioen van Hem kunnen zien, maar Zijn leven is hierbinnen. Nu, als hier een man zou staan met nagelwonden in zijn handen en doornlittekens, dan zou iedere hypocriet dat kunnen nadoen. Zie? Maar oordeelt u dat aan de hand van het soort leven dat hij leidt. Let op wat hij...
Zij... De Joden vertelden Hem, zeiden: "Wel, U bent een man die zichzelf God maakt."
Hij zei: "Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet. Maar indien Ik de werken van Mijn Vader doe, zo gelooft de werken; want die getuigen van Mij." Hetzelfde vanavond...
62 Laten we rij voor rij nemen. Het is gewoon overal. Geloof nu. In deze rijen hier, hoeveel daar zijn nu ziek en weten dat ik u niet ken? Steek even uw hand op, zeg: "Ik ben ziek. Ik bid, God..."
Ik let alleen op... Ik kan het niet laten gebeuren. Het is precies zoals... Ik kan het niet uitleggen. Het is net als een droom, alleen slaap je niet. Je bent gebouwd, geboren op die wijze om visioenen te zien. Als ik tegen u zou zeggen: "Droom een droom voor mij", dan zou u dat niet kunnen. Er is iemand voor nodig om u de droom te geven om dat te kunnen doen. Ik kan geen visioen voor u zien tenzij God het mij toont. Als u slechts zult vertrouwen en geloven dat wat ik u heb gezegd de waarheid is... Dat is wat Hij mij vertelde toen dat Licht daar stond, toen iedereen ernaar zat te kijken toen zij de foto namen. Het is in Washington, DC, auteursrechtelijk, de Engel des Heren. Heb slechts geloof om het te geloven.
63 Hier is een dame. Nu, ik wil dat u allen hierheen kijkt. Kunt u dat Licht niet zien hangen boven deze dame hier, kleine dame die hierachter zit? Nu, probeer nu uw zonde te verbergen. Ik daag dat uit voor een confrontatie.
Kunt u dat Licht precies hier niet zien? Nu, kijk echt goed. Vraag de Heer het u te tonen, precies hier: smaragdkleurig, ronddraaiend, dezelfde Die... Hoevelen hebben er de foto van gezien? Laat mij uw hand zien. Zeker. Wel, hier is het precies hier. Ziet u wat is het? Wij zijn nu in een dimensie.
Ik heb die dame nog nooit gezien. Maar kijk naar mij, zuster. Wij zijn vreemden voor elkaar. Ik ken u niet; God kent u. Als de Here Jezus mij zou openbaren wat u begeert, of iets wat u gedaan heeft, iets wat u niet had moeten doen, of iets wat verkeerd met u iets, iets waarvan u weet dat ik er niets van afweet... En als Hij weet wat is geweest, zal Hij zeker weten wat zal komen. U zult weten of dat de waarheid is of niet. Als Hij mij dat zal vertellen, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben en Zijn tegenwoordigheid geloven? Zal de rest van u dat doen?
De dame lijdt aan een hartkwaal. Dat is juist. Zij heeft een galblaasstoornis. Dat is wat de dokter haar vertelde. Ik heb haar nog nooit in mijn leven gezien. Dat is juist. U hebt iemand op uw hart waarvoor u bidt. Het is een jongen, en hij zit in dienst, en hij is niet hier. Hij is op een plek dichtbij een gebergte: Denver. Dat is juist. Juist. En hij heeft last van nervositeit. Dat is juist. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat uw naam is? Mevrouw Radcliffe. Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag, en in der eeuwigheid; ziet u wat ik bedoel met astronaut?
64 Nu, hier, daar is een man die zijn bril afdoet, de tranen van zijn ogen afveegt. Hij zet zijn bril weer op. Het Licht hangt recht boven hem. Hij is een vreemde voor mij. Hij lijdt echter aan artritis. Ik ken u niet. Wij zijn vreemden. Is dat juist? U bent niet van hier. U komt uit Arkansas. Gelooft u dat God mij uw naam kan vertellen, net zoals Hij Jezus vertelde wat de naam van Petrus was? Meneer Vaughn. Dat is correct. Ga gelovend terug.
Hier zit een dame precies hier, die mij recht aankijkt. Ziet u dat Licht niet boven die dame daar, daar? Kijk naar... Zie? Zij is een vreemde voor mij, maar zij heeft Hem aangeraakt. Zij is in contact. Hij heeft Zich precies verplaatst naar waar zij is, de Geest van God. De dame lijdt aan een gezwel in haar borst. Dat is juist. Zij komt ook niet hier vandaan. U komt uit Arkansas. Gelooft u dat God mij kan vertellen wie u bent? Mevrouw Sytack. Astronaut...
U bent aan het bidden voor een geliefde, is het niet? Heeft kanker. Dorothy Driscoll, geloof gewoon en heb vertrouwen. Het zal gebeuren.
Tumor op de borst, gezwel. Juffrouw Dickerson, als u met geheel uw hart zult geloven, zal God het van u wegnemen. Ik ken haar niet, zag haar nog nooit in mijn leven. Dat is juist, is het niet? Ziet u wat ik bedoel? Gelooft u?
65 Azusa Street heeft deze dingen nooit gezien. Dit is niet gebeurd sinds Christus op aarde was. En Christus is nu op aarde in de vorm van de Heilige Geest in Zijn volheid, trachtend u weg te krijgen van deze aardgebonden dingen, om u omhoog te brengen in Zijn tegenwoordigheid. "Die in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen." Gelooft u dat?
Hoeveel van u zijn in het bezit van gebedskaarten om voor gebeden te worden? Hoeveel van u hebben vertrouwen in deze predikerbroeders? Hoeveel predikers zijn hier? Steek uw handen op. Ik zou graag hebben dat enigen van u hierheen komen om even een moment bij mij te staan, enigen van u broeders die in Goddelijke genezing geloven.
Ik wil dat degenen die een gebedskaart hebben zich opstellen aan deze kant. Wij gaan voor de zieken bidden terwijl deze zalving beweegt. Ik wil niet dat ze weggaat. Zie? Ik wil nu direct handen op u leggen. U met de gebedskaarten, stel u precies hier op. Kom precies langs deze kant. Laten enkele Evangeliepredikers hier voor een moment naar mij toekomen.
66 Als u sterft in uw zonde van ongeloof, is God niet verantwoordelijk. Als u sterft in uw zonde van ongeloof, in de tegenwoordigheid van de almachtig God... Hoe zou u het kunnen?
Kom hier, predikerbroeders. Ik ben blij met iedere prediker die wil komen om bij mij te staan. U bent een zoon van God. Kom naast mij staan en help mij met bidden voor deze zieke mensen. Kom, broeders. Sta hier terwijl zij precies hier de rij vormen. Billy, wil jij ze daar opvangen? Daarginds...?... U nu met de gebedskaarten, ga in het gangpad staan. De rest van de gemeente, doe uw hoofd nu naar beneden in gebed.
Predikerbroeders, wilt u hierheen komen, hier tegenover, op deze plek precies hier. Maak een dubbele rij zodat wij kunnen bidden, maak ruimte. De God des hemel zij met u hier. De God des hemels...?...
67 Laat nu iedereen in plechtige heiligheid tot dit uur komen. Sommigen van uw mensen zullen in deze gebedsrij staan. Onthoud, dat als de Geest van Christus de werken van Christus zal doen, en als de Geest van Christus Zichzelf voortdurend door de week heen heeft bewezen, door de tijd heen... Nooit heeft het ook maar één keer gefaald. Deze zendelingen hier die bij mij zijn, weten dit. Op buitenlandse velden, waar een half miljoen mensen stonden van wie ik zelfs hun taal niet kon spreken, en vertelde hun hoe dan ook dingen die zij wel en niet behoorden te doen.
Zijn dit ze allemaal, voor wie gebeden zal worden? In orde. De rest van u buig uw hoofd nu. En ik wil dat Don, als hij wil, hierheen komt en het lied De grote Heelmeester is nu nabij leidt. Beweeg alstublieft niet rond tenzij u door de gebedsrij gaat. Grote Heelmeester. Laat iedereen zijn hoofd buigen in gebed.
68 Hemelse Vader, nu willen wij de zalving van de Geest, terwijl wij onze handen op deze zieke mensen leggen. Mogen zij hier niet passeren alsof zij langs hun broeders lopen, maar mogen zij passeren in de wetenschap dat Jezus Christus hier in ons midden is, en wij alleen Zijn wensen en bevelen uitvoeren. Sta het toe, Here, dat deze avond iedere persoon die langskomt gezond moge worden. Zegen deze predikers van het Evangelie hier. Moge de kracht van God op hen zijn, en terwijl zij de opdracht volvoeren...
Deze laatste woorden, Here, die U tot ons sprak toen U hier op aarde was, U zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven: In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen. Met nieuwe tongen zullen zij spreken. Als zij slangen opnemen of iets dodelijks drinken, zal dat hun niet schaden. Wanneer zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij gezond worden." Dat is wat U beloofde, Heer.
Wij zijn hier. Wij bevinden ons in een kritisch tijdperk. We bevinden ons in een kritische tijd. Het is altijd op die wijze geweest tegen de waarheid van het Evangelie. Nu, laat het vanavond gebeuren, Here. Laten die onschuldig zijn en gereed zijn voor genezing, laat hen komen en in Jezus' Naam gezond worden.
69 Nu, laat de rest van de gemeente, iedereen, aan het bidden zijn terwijl de rij achter elkaar aansluit, wees nu in gebed. En, broeders, terwijl zij voorbijkomen, bid, leg uw handen op hen, op ieder persoon die voorbijkomt. Ga hiervandaan de Here Jezus dankend voor uw genezing. In orde. In orde, Don, als je wilt. [De gemeente zingt De grote Heelmeester terwijl er gebeden wordt – Vert]
Was dat iedereen waarvoor gebeden moest worden? Is er nog iemand om voor gebeden te worden? Dat was een zeer korte rij voor een... Kreeg ik ze de vorige avond allemaal? Okay. Zij hebben wat mensen die in rolstoelen zitten. Wij willen handen op hen leggen. Blijf gewoon zingen en bidden terwijl wij heengaan om hen te bedienen.
[De gemeente zingt De grote Heelmeester. – Vert]
Voor deze zakdoeken... Stuur er nog een aantal... In de Naam van onze Here Jezus Christus, laat Uw Geest hierop komen, Heer, en genees hen. In Jezus' Naam bid ik. Amen.
70 Laten wij nu op onze voeten gaan staan en God loven. Laten we... Laten we onze handen opheffen en zeggen: "Hemelse Vader, door dit te doen, geven wij U dank en prijs, want U bent onze Kracht. U helpt ons, Here, en doet deze dingen omdat U God bent en Uw Woord houdt."
Wij houden van U, en eren U, en prijzen U met ons hele hart. God, neem deze dienst nu in Uw handen. Geef aan iedereen geloof door Jezus' Naam. Amen.
Sla uw stok nu in de grond. Sla uw stok van geloof in de grond en zeg: "Precies hier aanvaard ik het. Hier geloof ik het. Het is nu over. Ik kan het. Ik weet dat het gedaan is, in de Naam van Jezus Christus." Steek uw handen omhoog, geef lof, en zeg: "Dank U, Here Jezus, voor Uw goedheid."
In orde, broeder Don. God zegene u.