Nog eenmaal, Here

Door William Marrion Branham

1 Goedenavond vrienden. Het is een voorrecht om vanavond hier te zijn en te genieten van dit wonderbare muzikale feest, te genieten van deze liederen, die met echt enthousiasme gezongen worden. Ik geloof dat het Jimmy is, die ik zag en als wij net zo enthousiast over al de dingen van God konden zijn in ons eigen leven, als Jimmy is in zijn ontroering over hun zingen, zouden wij ergens komen. Ik waardeer die jongen echt, zijn vader is een goede vriend van ons.

2 Ik wil wat vragen. Deze dames die dat lied zongen van "I'd like to talk it over" ["Ik zou het willen bespreken" – Vert], is dat dezelfde groep die vele jaren geleden zong, toen ik hier was? Is het dezelfde? Ik heb overal geprobeerd dat lied te vinden. In mijn donkere uren van beproeving heb ik geprobeerd daar aan te denken, "I'd like to talk it over". Jimmy Maguire, heb je dat lied op de band opgenomen? Ik hoop het. Ziet u? Hebt u het op een plaat? Als dat zo is wil ik hem graag hebben. En ik heb geprobeerd daarover na te denken. Ik dacht daaraan: "Hij heeft mij lief, terwijl mijn pad zo donker was!" Ziet u? En ik heb werkelijk genoten van dat prachtige lied van Sion.

3 Nu, ik heb begrepen, ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat deze zelfde groep gaat zingen op de zakenlieden conventie, zondag. geloof ik, volgende week zondag. Ik denk dat dat klopt. Als ik het goed begrepen heb, is het om twee uur, komende zondag. Als u van dit soort zingen houdt, zij zullen daar opnieuw voor ons zingen. Wij moesten hen eigenlijk morgenavond naar Tucson meenemen, om hen daar te laten zingen. Ik ben er zeker van, dat het een zegen voor de mensen zou zijn.

4 Nu, morgenavond is het de beurt aan de afdeling in Tucson. Wij gaan morgenavond naar de Ramada Inn, in Tucson, en u allen begrijpt dat Phoenix slechts een buitenwijk van Tucson is. Wij zijn zeker verblijd u allen hier als medeburgers van onze grote economie van Arizona te hebben. Nu, wij zijn op de heuvel, u bent in de vallei; dus, bedenk, ongeveer zeshonderd meter hoger dan u, ziet u? Dus, in deze buitenwijk van de stad, zijn wij zeer verblijd om hier vanavond gemeenschap met u te hebben. Dus onthoud morgenavond, dan zal het banket van de afdeling de voornaamste plaats van Arizona zijn. En de volgende avond zijn wij dan hier – de naam van de kerk ben ik nu vergeten – het is Southside Assembly. En dan woensdagavond zijn wij bij Eleventh and Garfield, geloof ik, daar voor de "Assemblies of God". En dan begint donderdag de conventie.

5 Nu, u bent zo aardig en we hadden zo'n heerlijke tijd van gemeenschap deze week, met al deze kerken om en nabij de Maricopa vallei hier. En de Here heeft ons beslist buitengewoon en overvloedig gezegend, meer dan ik verwachtte dat Hij zou doen. De plaats was overvol met mensen, ze stonden tot op de binnenplaats en er was een grote gemeenschap rond het Woord. De predikers bezochten het. Ik zag de voorganger, broeder Outlaw, voor zover ik weet heb ik hem gezien in elke dienst die we hebben gehad. En de anderen kwamen gewoon van de ene gemeente naar de andere. Dat is de wijze waarop u het moet doen. Ik houd daarvan, dat de één met de ander broederschap heeft.

6 Zoals de oude broeder Bosworth, die nu al drie of vier jaar in heerlijkheid is, tegen mij zei: "Weet u wat broederschap [in het Engels 'fellowship' – Vert] is, broeder Branham?"

      Ik zei: "Ik denk het wel."

7 Hij zei: "Het zijn twee kameraden die één schip delen." Dat is juist, twee kameraden op één schip. Zo zijn wij.

8 Ik ben blij; uitkijkend over het gehoor vanavond, zie ik hier vrienden die ik nog niet eerder heb gezien. Ze komen helemaal van Kentucky en Indiana en rond Ohio, om ons een bezoek te brengen. Wij zijn zeker blij om hen in ons midden te hebben. Misschien was u in die andere samenkomsten ook aanwezig, maar door die grote zalen heb ik u niet opgemerkt. Dus de Here zegene u rijkelijk.

9 En nu zal ik maar een korte tijd blijven. Ik moet de familie vanavond terug rijden, en wij moeten klaar zijn voor de samenkomst van morgen in Tucson, dus gaan wij vanavond na de samenkomst terug. Dat is ongeveer tweehonderd kilometer door een lange uitgestrekte woestijn en ik ben slaperig en moe, dus zal ik proberen u snel te laten gaan.

10 Nu, ik zei deze morgen, toen ik die profeet op de top van de berg bracht... Dat was gisteravond, is het niet? En vanmorgen spraken we over iets anders. Ik vind het niet erg als u eens te laat bent op uw werk en ik vind het niet erg als u zo nu en dan een dag mist, maar mis de zondagsschool niet, ziet u. Dus wij verwachten u op de zondagsschool.

11 Nu, laten wij vanavond, voor wij het Woord benaderen, tot de Auteur naderen in gebed. Vooraf wil ik nog tot dit lieflijke kleine koor, deze kinderen van God, zeggen, dat ik hen en hun fijne zingen zeer waardeer. En broeder Moore ontglipte mij, want ik was van plan deze dienst aan hem over te dragen, maar hij glipte weg. Ik zie alleen zijn lieflijke vrouw hier zitten. Dus, laten wij onze hoofden nu buigen voor een woord van gebed.

12 Here Jezus, wij komen vanavond opnieuw, ten eerste om U te danken voor alles wat U ons gegeven heeft. En boven alles uit wat U ons gegeven heeft, gaat dat eeuwige leven, want wij weten dat wij elkaar weer zullen ontmoeten; niet meer op deze aarde, maar op de aarde die komen gaat. Zegen nu Uw Woord vanavond. En wij danken U voor hoe U het zingen gezegend heeft. Nu bid ik, Vader, dat U het zingen, de liederen en de zangers, de voorganger van deze gemeente, de medevoorganger en ook de diakenen en beheerders en alles waar zij voor staan, zult blijven zegenen. Zegen hen, Vader.

13 Wij bidden dat U de boodschap vanavond zult zegenen, deze weinige woorden die uitgekozen zijn. Wij bidden dat U het verband er in zult voegen en ons van Uw zegen zult schenken. Genees al de zieken en aangevochtenen. Mogen mannen en vrouwen vanavond het inzicht krijgen en begrijpen wat Gods programma is voor deze laatste dag. Dat is alles wat wij moeten doen, gewoon in Zijn programma komen en dan zullen de andere dingen vanzelf komen. Hij leerde het ons op die manier en wij... Hij zei: "Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u toegeworpen worden." Laten wij dus terugkeren vanavond, Here, tot de zegeningen van het Koninkrijk, tot het programma van het Koninkrijk en van U leren. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

14 Nu, ik ben een klein beetje schor van het vele spreken. En ik weet dat het hier warm is en het spijt me voor allen die staan, speciaal voor die dames die langs de muren tot in de vestibule staan. En ik zal zo vlug mogelijk voort maken, zo vlug als ik kan. En terwijl ik lees of spreek, bedenk slechts dat de alomtegenwoordige God hier altijd aanwezig is. En zoals een broeder vertelde over epilepsie, de laatste keer dat we hier waren, zo kan God kanker genezen, verlammingen, wat het ook is. Hij heeft het al gedaan. Als Hij u maar zover kan krijgen dat u het gelooft. U wordt vanavond niet gered, u was al gered, u werd negentienhonderd jaar geleden gered. En misschien wilt u nu vanavond die redding accepteren; maar er is reeds voor betaald, de schuld is vereffend. En de duivel stopte u in de lommerd, maar Jezus' kwam en verloste u en opende de deuren en het enige wat u hoeft te doen, is eruit te lopen en uw vrijheid op te eisen. Dat is alles. U hebt een ontvangstbewijs van God dat de schuld is betaald. Jezus' laatste woorden waren: "Het is volbracht!" Elke verlossende zegen werd volledig volbracht. Gods grote toorn over de zonde... toen Hij voor ons zonde werd, werd de schuld vereffend.

15 Satan heeft geen macht meer, alleen voor zover hij er mee kan bluffen. Als hij u erin kan bluffen, goed, dan zult u het moeten hebben. Maar wettig heeft hij helemaal geen macht, elke macht die hij had is op Calvarie van hem weggenomen. Daar werd de prijs betaald. Hij is niets anders dan een bluffer. Als u naar zijn gebluf wilt luisteren, wel, in orde, maar u hoeft het niet te doen, u bent vrij vanavond. Hij heeft u vrij gemaakt.

16 En nu, als iets in het Woord u kan doen realiseren dat u door Zijn genade vrij bent, of als iets laat beseffen, en het Woord u laat begrijpen, of een daad van God, dat het ook u betreft, dat het ons allen betreft, neem het dan op die basis aan, en ook u bent vrij. U hoeft zich niet anders te voelen, u hoeft helemaal niets te voelen. Het is niet gebaseerd op... Jezus zei nooit: "Heb je het gevoeld?" Hij zei: "Heb je het geloofd?" Het is geloof! Dat is onze... dat is ons... ons geloof, is... is een arm, een machtige arm, die het tweesnijdend scherp zwaard van God vasthoudt. En dat tweesnijdend scherp zwaard zal elke belofte vrij snijden, als die arm van geloof in staat is om het zwaard te gebruiken. Sommige mensen hebben zeer zwakke spieren en zij kunnen heel misschien een klein schrammetje afsnijden, net genoeg om lid te worden van een kerk. Anderen kunnen tot rechtvaardiging komen. Sommigen kunnen de hele weg gaan tot aan de vervulling van de Heilige Geest. Een grote sterke arm houdt deze Bijbel vast, en kan elke belofte vrij snijden. Dat is juist. Dus wees sterk in de Here!

17 Nu, ik wil vanavond iets lezen als achtergrond van enige aantekeningen, die ik hier opgeschreven heb. Het staat in hoofdstuk zestien van het boek Richteren, het zevenentwintigste en het achtentwintigste vers. Als achtergrond van wat ik wil zeggen.

     Het huis nu was vol mannen en vrouwen; ook waren daar alle vorsten der Filistijnen; en op het dak waren omtrent drie duizend mannen en vrouwen, die toezagen, toen Simson speelde.
     Toen riep Simson riep tot de HEERE, en zeide: Heere, HEERE! gedenk toch aan mij, en sterk mij toch alleen ditmaal, o God! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke.

18 Moge de Here Zijn zegen aan het Woord toevoegen. Als ik een tekst zou moeten noemen, zou ik graag deze nemen voor de volgende paar ogenblikken: "Here, alleen nog deze ene keer", "Nog éénmaal, Here."

19 Er waren, zoals de Schrift zegt, ongeveer drie duizend Filistijnen die van de hoge tribunes van het stadion naar beneden keken, toen het paar het grote stadion of Colosseüm betrad. Hoogvereerde krijgsheren en hun dames met hun fijne juwelen zitten in deze plaats. Dan kondigt de omroeper aan dat Simson de vloer opkomt.

20 Zij zullen wel overeind gekomen zijn, een klein beetje dichterbij, hun halzen als het ware uitgerekt, om het goed te kunnen zien. En wat anders konden zij zien dan een massa menselijk vlees, een man die eens de grote krijgsman geweest was, geleid, blind als hij was, geleid door een kleine jongen die hem naar buiten bracht de vloer op. De hele dag lang echoden de zalen van muur tot muur van de feestvreugde van dronken vrouwen en mannen. Wat een gezicht moet dat zijn geweest! Wat een stilte moet er zijn gekomen over het gebouw, toen deze man, geleid door een kleine jongen, hun aartsvijand, de vloer op kwam lopen, zonder ogen, en geleid moest worden door een kleine knaap. Een man die zo dapper was geweest! Een man, als de krijgsman die Simson was geweest, en nu door een kleine jongen moest worden geleid, de vloer op. En een man die een dienstknecht van God was, gebracht in deze toestand, in deze plaats van dronkenschap en feestvreugde.

21 Het was een groot feest voor hun god Dagon, de visgod die de overwinning gekregen had op Jehova. Laten we hier een ogenblik stoppen en dat laten doordringen, het vieren van een overwinning over het leger van Jehova. Dagon, een heidense afgod, de visgod van de Filistijnen, die God haatten. En hier waren zij in hun dronken toestand de overwinning aan het vieren over Gods overwonnen dienstknecht. Wat verschrikkelijk is dat als wij daar over nadenken. Ik zou hier graag een ogenblik bij stil willen staan en daar een beeld van schilderen, als het mogelijk is. Maar, stelt u het zich eens voor in uw gedachten, als u naar zoiets zou moeten kijken. Dan zal ik het beeld tot u terugbrengen.

22 Stelt u zich voor, de hele dag lang, drinkende, feestvierende, fijn geklede vrouwen en mannen, krijgsheren, krijgsmannen, grote mannen van de natie verzameld in dit nieuwe gebouw waar zij een nieuwe afgod bij de visgod geplaatst hadden, hem eer bewezen en hem prezen voor de overwinning over Jehova's dienstknechten. Nu, om het nog erger te maken, hier komt de leider, de boodschapper van die dagen, zijn ogen uitgestoken, geleid door de hand van een kleine jongen, om hem in het stadion te brengen. De knaap leidde de strompelende blinde naar de plaats, en ik kan hem horen fluisteren, de grote massieve man, die daar als een groot werktuig, maar volkomen hulpeloos, stond. God had hem opgewekt voor een doel. Hij verkocht zijn geboorterecht, en daar stond hij, een massa machinerie zonder kracht, rondgeleid door een kleine jongen. Maar ik twijfel er niet aan, dat Simson aan al deze dingen had gedacht. Toen hij zijn kracht verloren had, had hij nagedacht over wat er gebeurd was. Zijn gelofte was hem afgenomen en hij had zich aan de vijand overgegeven. En zij hadden van hun kant het gezicht uit zijn ogen weggenomen en hij zei tot de kleine knaap: "Leid mij naar de pilaar waarop het gebouw gevestigd is, leid mij naar die pilaar."

23 En stelt u zich voor! Zij hadden hem daar gebracht om zich over hem te vermaken en om dat dronken stelletje te amuseren. Wat een smaad was dat! Wat een schande was dat! Wat een voorbeeld is dat! Om te... Het doet mij denken aan een verslagen natie die moreel vervallen is, toen Simson daar aan de kant van de pilaar de vijand stond te vermaken. Vernederd en gebroken, in wat een toestand was hij! Een zeer dankbaar symbool van een vervallen natie, een moreel verdorven natie, een vervallen kerk die haar geboorterecht verkocht, vervallen in moreel verval en die zichzelf heeft overgegeven aan de vijand. Een openbaar voorbeeld, hoewel u was opgewekt om God te dienen, maar door af te zakken in zedelijk verval kwam u in die toestand. Wat een voorbeeld was dat!

24 Ik hoor gewoon al de krijgsmannen rondom zeggen, en al die dames met hun kralen en armbanden en mooie juwelen en dergelijke: "Zo, is dit Simson? Dit is die machtige man waar jullie over hebben verteld. Dit is die man waar jullie van zeiden dat de geest van de grote goden in hem woonde. Dit is die man die volgens jullie de macht over onze natie kon nemen, maar kijk hem nu eens!"

25 Wat een voorbeeld! Wat een les moet dat voor ons zijn! Wat een ernstige zaak zou dat moeten zijn. Wij behoorden dit niet te benaderen als gewoon een samenkomen om een goede tijd te vieren. Wij komen samen om te zien waar we staan, om te zien wat er met ons gebeurt.

26 En ik kan horen, en Simson kon het ongetwijfeld horen, van verschillende kanten, van mensen die van hem hadden gehoord. "Nou, en dit is dus Simson!"

27 Ik vraag mij vandaag af of de vijand in deze tijd niet ook ongeveer hetzelfde zou kunnen zeggen van onze Pinksterbeweging.

28 Gewoon de naam Simson uitspreken, zou ze allemaal nerveus maken, want hij was een gezalfde dienstknecht van God. Hij werd geboren met een Nazireeërgave en zij wisten dat er niets was dat die Nazireeërgave zou kunnen stoppen, zolang hij die vasthield. Hij was de door God gekozen man van die dag, Gods gekozen boodschapper voor die dag! Velen van hen dachten eraan wat dit moet zijn geweest. Velen van hen herinnerden zich hem. Velen werden er aan herinnerd, toen zij naar dit hulpeloze schepsel keken dat daar stond met zijn armen om de pilaar, blind. Zij staken de draak met hem, sloegen hem met de zweep, en riepen: "Kom tevoorschijn, Simson, jij grote sterke man! Doe er iets aan! Jij die zo sterk bent, waar is nu je God?"

29 Als dat niet zo ongeveer de wijze is waar de vijand van houdt als hij je eronder kan krijgen! Maar hij durft het niet te proberen zolang de kracht van God in de gemeente werkzaam is. Hij zou bang zijn om dat te doen wanneer de Nazireeër zegen op u is. Maar als hij u geslagen kan zien, dan steekt hij de draak met u. Dat is wanneer hij kan zeggen dat er geen verschil is tussen hen en ons, dat zij precies dezelfde mensen zijn als wij. Maar, wanneer er enig verschil is, iets bijzonders met Jehova's zegen erop, zijn ze bang om iets te zeggen. Zolang zij die kracht van God kunnen zien werken, is de duivel verstandig genoeg om zijn mond te houden. Maar wanneer hij weet dat je verslagen bent, laat hij elke duivel op je los die hij kan.

30 En dat was de toestand waar Simson in was. Laten wij het ons eens indenken, als ik die krijgsmannen kan zien, sommige van die oude veteranen met littekens op hun gezicht, kijkend naar Simson die daar hopeloos en hulpeloos stond. Zij herinnerden zich dat zij hem een keer met een kaakbeen in zijn hand zagen staan en duizend Filistijnen dood aan zijn voeten lagen. En nu leidt een kleine jongen hem aan de hand rond. Zij konden zich nog herinneren, hoe zij voor de krijgsraad ondervraagd werden, toen het nieuws werd gebracht, dat een man, één enkele man, een oud, door de zon verbrand, geroosterd kaakbeen van een muilezel nam.

31 En nu, velen van u hebben de geschiedenis van de Filistijnen doorgenomen. Die wapenuitrusting die die mannen droegen, de helm op hun hoofd was van bijna twee en een halve centimeter dik koper. En de bedekking die ze droegen, zij waren grote machtige mannen, met grote ronde platen van anderhalve centimeter dik koper, die heel hun lichaam bedekten, om hen te beschermen voor aankomende lange speren, of een harde stoot met een tweesnijdend scherp zwaard die hen omver moesten werpen.

32 Nu, hoe kon een man, slechts één man, met duizend krijgers rondom hem, gekleed en bewapend met speren en met deze grote helmen die alleen hun ogen toonden, hoe kon een man een kaakbeen van een muilezel nemen en duizend van hen in één keer neerslaan? Waarom? Bij de eerste tik met dat oude broze kaakbeen op een van die helmen, had het in stukken moeten vliegen. Zij wisten dat het een bovennatuurlijke kracht was, toen hij die krijger op het hoofd sloeg, de helm deukte in en het doodde hem onmiddellijk. Hij sloeg met de rechterhand en de linkerhand, en elke keer als hij sloeg, sloeg de kracht van God mee.

33 Er is niet, zoals wij zouden denken, iets groots voor nodig. Er is alleen een hand voor nodig, die compleet gezalfd is met de Heilige Geest, met Gods kracht, om elke vijand onder alle omstandigheden te verslaan.

34 En deze krijgsmannen herinnerden het zich maar al te goed! "Zou het mogelijk zijn dat we de verkeerde man hebben?" hebben sommigen van hen misschien gezegd. "Nee, hij is het. Ik kan gewoon zijn gestalte zien, dat is Simson, de man die naar zijn zeggen de ware God diende. Maar zijn God heeft hem zeker verlaten."

35 Maar ze hadden het mis. God had hem niet verlaten, hij had God verlaten. En ik denk, dat het met de mensen vanavond ook ongeveer zo gesteld is. Het is niet zo dat God Zijn kerk verlaten heeft, de kerk heeft God en Zijn Woord verlaten. En dat is het wat er aan de hand is.

36 Merk op, velen van hen herinnerden zich hem. De groep aan de ene kant zei: "Ik kan mij herinneren dat Delila hem met touwen bond, die zelfs paarden niet stuk konden trekken. Toen wij op hem af kwamen, was het of het kleine draadjes waren, hij brak ze gewoon in stukken. En hier staat hij, verslagen."

37 En een andere groep kon zich een avond in Gaza herinneren. Hoe zij hem opsloten, maar hij had nog steeds de zalving op zich. Ze probeerde hem op te sluiten en sloegen de poort achter hem dicht. Ze zeiden: "Nu zullen wij hem aanvallen." Maar de Geest des Heren kwam op hem terug en hij pakte de hele poort op en wandelde er mee de heuvel op.

38 Wanneer een man in de lijn van plicht is voor God, is er geen poort, nee niets wat hem in de weg kan staan. De duivel probeerde eens Gods man en volk in te sluiten bij de Rode Zee, maar hij ging gewoon regelrecht door, er doorheen. Zolang een man in de dienst van God staat, zolang de zalving en de zegen op hem is, hoeft hij niets te vrezen, omdat Hij ons beloofd heeft dat Hij met ons zou zijn, en dat niets ons zou hinderen, op geen enkele manier.

39 Maar dit is een voorbeeld van wat er gebeurt als Gods lankmoedigheid tenslotte ophoudt voor u. Nu, Hij is lankmoedig, maar onthoud: Zijn geduld heeft een einde. Nu, Simson had verkeerd gedaan, die avond dat zij hem daar hadden, maar tenslotte had God er genoeg van. Hij kon hem niet corrigeren. Mijn gebed is: "God, laat deze Pinkstergemeente nooit in de positie komen waar Gods geduld uit is met u." Hij zal boodschappers zenden, zoals wij deze week onderwezen hebben, door de eeuwen heen profeten opwekkend die Zijn Woord terugbrengen, en dan loopt u er voortdurend bij vandaan. U zult uzelf ook blind, machteloos, hulpeloos en verslagen terugvinden, en ik ben bang dat wij daar naar toe gaan. Zie, Simson, viel voor glamour. Het is precies hetzelfde als waar de kerk heden ten dage voor valt, glamour. Wat is het treurig om deze dingen te zien gebeuren.

40 Ja, toen zij probeerden de kracht van God in te sluiten, vonden ze uit dat zij dat niet konden. Simson pakte deze grote ijzeren poorten op, die tonnen wogen, liep ermee de berg op en legde ze daar neer. Zeker, niemand zou hem achterna gaan, zij wisten wel beter.

41 En als een man met de zalving van de Heilige Geest komt en met het Woord des Heren, met ZO SPREEKT DE HERE, kunt u beter uw verstand gebruiken, dan te proberen het aan te vallen, omdat u zult ondervinden dat daar een hand van de levende God is, en die is zwaar.

42 Maar, wij ontdekken dat er daar nog een andere groep was die hem eens had gezien, toen hij op weg was en er een brullende leeuw op hem afkwam. En een leeuw is een gevaarlijk dier die een mens kan doden in een fractie van een seconde, vier of vijf tegelijk. Eén uithaal is alles wat hij nodig heeft. En deze leeuw werd gestoord, en zij keken naar het gebeuren terwijl zij de leeuw gadesloegen. En de leeuw, waarschijnlijk gestoord en boos, deed een uitval naar Simson. En daar stond hij, hulpeloos, maar plotseling!

43 O, Hij is een werkelijke aanwezige Hulp in de tijd van nood. Plotseling! Waarom kunt u, zieke mensen, dat vanavond niet bedenken. Waarom kunt u het niet, die bang bent dat iemand iets tegen u of over u zal zeggen? Zij zeiden het ook over Jezus. Plotseling was hij onderworpen aan de kracht van God! En een ieder van u, door belijdenis en geloof, is onderworpen aan alle krachten die er zijn, zowel in de hemelen als op aarde, om op u te komen.

44 En terwijl Simson daar stond, kwam de kracht Gods op hem, de leeuw besprong hem, hij pakte hem gewoon bij zijn muil en scheurde hem open met zijn hand. En kon die man die zoiets deed... Hier staat dezelfde man, verslagen, hulpeloos en blind.

45 En ik kan u bijna net zo'n gemeente aanwijzen, hulpeloos, verslagen en blind, die de beloften verworpen heeft, het Woord verworpen heeft; een gemeente waarvan Christus beloofd heeft dat zij de macht over ziekte zou hebben. "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen", een duivel oppakken en wegwerpen; en de zegeningen die Hij Zijn gemeente beloofde. En omdat de gemeente zich afgekeerd heeft van de gebedsbijeenkomsten en van oprechtheid, en de godsdienst van Christus tot een traditie heeft gemaakt, heeft dat alle kracht weggenomen. Glamour kwam onze gemeente binnen, en zij staat daar zo ongeveer verslagen. Oh, my!

46 Daar stond hij, van alle kracht beroofd, door een vrouw, enkel omdat zijn ogen voortdurend verlangden, omdat een of andere onzedelijke Izébel een systeem opzette om de dienstknecht van God te overwinnen.

47 Mag ik dit zeggen met eerbied; er is een systeem van Izébel gevormd dat overwinnende is, om hen allen in een federatie te brengen, alle denominaties, Pinksterbeweging en al, in de wereldraad van kerken, wat niets anders dan een valstrik van de duivel is, om van u weg te nemen wat u heeft. Dan zal zij om u lachen. Van kracht beroofd door die vrouw.

48 Enkele jaren geleden, niet meer dan vijftig jaar geleden, stak de Pinksterbeweging er boven uit. De mensen waren anders. Zij kwamen uit verschillende wereldgezinde groepen, vanwege die wereldgezindheid, en zij staken er bovenuit als een voorbeeld. En God heeft die gemeente genomen, en heden ten dage is het één van de krachtigste gemeenten ter wereld. Maar wat zij nu doet; zij keert zich om en gaat regelrecht terug naar dezelfde samenhoping waar zij uit geroepen was. En als zij dat begint te doen, wordt haar kracht van haar afgenomen. Waar vinden wij nog gebedsdiensten die de hele nacht duren? Laat de prediker preken tot één of twee uur in de ochtend, zoals hij gewend was te doen, hij zou tegen lege stoelen prediken, ze zouden naar huis moeten gaan om naar 'Wij houden van Susie' te kijken of naar iemand in een bepaald televisieprogramma. Nu, dat is de waarheid! Waarom? "Waar uw schat is, daar is ook uw hart." Onze schatten behoorden in het Woord te zijn. De mensen uit Arizona zijn goudzoekers, u behoorde een poosje te gaan graven, zie, en zien wat er voor u is.

49 Maar daar stond Simson, verslagen, alles afgenomen door een vrouw. Al zijn krachten van hem afgenomen, omdat hij zichzelf overgaf en zijn geheim weggaf aan een vrouw.

50 Nu, zo gauw we groot genoeg kunnen worden om uit de hoek te komen en van die kleine zendingspost ergens af te komen, zullen wij proberen kerken te bouwen die groter zijn dan die van een ander. Wij willen de Methodisten, de Presbyterianen en de Baptisten overtreffen. Dat is niet uw doel! Dat is niet waarom u bent wat u bent. God had dit reeds. Hij heeft u daarvoor niet opgewekt. Hij heeft u opgewekt als een voorbeeld, zodat Hij Zijn kracht in u zou kunnen plaatsen om Zijn heerlijkheid te verkondigen.

51 Maar laat er een paar Ricky's in komen, die zullen het wel omdraaien en achter de prachtige aardse dingen aangaan. Bijna alle gemeenten willen zo'n kleine jongen met krullend haar als voorganger, en u denkt dat hij er meer van weet dan iemand anders. Maar laat uw lichaam eens ziek worden, dan wilt u niet één van deze kleine dokters die net van school komen. Als u een operatie aan uw hart zou moeten ondergaan, dan wilt u een oude man met grijs haar, die enige ervaring heeft. Wat de kerk nodig heeft vanavond, is die ouderwetse godsdienst, waarvan bewezen is dat het de kracht van God is. Niet één van die kleine Ricky's die onze seminaries uitbroeden. U weet dat. Dat is waar we zijn vanavond, dat is de conditie waar we in zijn. U hebt hoe dan ook niets te maken met deze vuiligheid. Daar begon u te vallen en u bent er nooit meer uit teruggekomen, en dat zult u nooit als u zo doorgaat.

52 Hebt u er ooit aan gedacht, terwijl deze Filistijnen zich over Simson verwonderden, hebt u er ooit aan gedacht wat er in Simson omging? Wat denkt u, dat er door die man zijn gedachten ging? Ik geloof dat hij dacht, terwijl hij daar was (totaal blind, zou nooit zijn gezichtsvermogen meer terug krijgen) aan alle overwinningen die God hem gegeven had. Daar was hij, denkend aan de dagen die voorbij waren, wat zij al zo deden.

53 En dat is zo ongeveer de wijze waarop de mensen zijn, zoals ik hier een poosje geleden sprak. Een mens denkt altijd terug aan wat God deed en hij kijkt uit naar wat God zal doen, maar negeert wat God nu doet, ziet u? Kijk wat Hij nu doet! We weten wat Hij heeft gedaan. En Hij stuurt ons en probeert ons opnieuw wakker te schudden, in een poging ons terug te brengen op het pad van Zijn Woord, en bewijst het door Zijn betuigde Woord. En wij zitten maar te slapen, gaan naar huis en zeggen: "Wat heeft hij gezegd? Ik heb er een hekel aan als hij zo lang doorgaat."

54 Dat kwam er in zijn gedachten, wat we zijn 'glorietijd' zouden noemen, voorheen toen hij in de Geest des Heren was en de Here zijn gebed verhoorde. Zelfs voordat hij bad, zolang hij voor God leefde, kwam God precies op tijd. Hij had geen tijd om te denken over: "Wel, nu, ik moet mij er nu doorheen bidden en kijken of deze duizend Filistijnen..." Hij wist dat God met hem was, en er was geen veroordeling, dus hij pakte het eerste wat hij te pakken kon krijgen, en begon te slaan. Dat is juist. Hij wachtte niet, totdat hij een academische graad had of geleerd had hoe hij moest duelleren, hij pakte gewoon wat zijn hand vond en begon ermee te slaan.

55 Maar heden ten dage hebben wij geleerd hoe wij met alle geloofsbelijdenissen en al dergelijke moeten duelleren, en hoe wij ruziën en strijden en wij bereiken niets. Wij zijn bluffers, zoals het was in de dagen van Goliath. Misschien wil God ons een David zenden die de geloofsbelijdenissen niet kent, maar alleen de kracht van God, die beproefd en getest is. Daar stond de kerk verslagen, omdat een of andere grote kerel stond te schreeuwen: "De dagen van wonderen zijn voorbij." Maar het werkte niet toen een man van God kwam opdagen, een erg kleine, voorovergebogen, rossig uitziende jongen. Maar God was met hem, hij had een ervaring.

56 En zij zeiden: "Neem hier deze geloofsbelijdenis van onze kerk en ga dan uit hem tegemoet."

57 Hij zei: "Ik heb dat ding nooit geprobeerd, ik weet er niets over." Hij kwam er al snel achter dat Sauls kerkelijke vest een man van God niet paste, dus gooide hij dat ding af en nam dat, waarvan hij wist dat het goed was.

58 En vandaag hebben wij geen academische graad of een doctorsgraad nodig, om bij een kerk te komen of iets. Het enige wat wij nodig hebben is de kracht en de opstanding van Christus in ons leven, om Gods Woord te nemen, met de liefde van God in ons hart, dat wij er zeker van zijn dat God zal antwoorden waarom we vragen. "Hij zal het goede aan hen die recht voor God staan, niet onthouden."

59 Nu, hij dacht aan zijn grote dagen, toen er nog grote dagen waren. De kerk vanavond denkt terug aan ongeveer vijftien jaar geleden, aan de opwekking van Goddelijke genezing, aan de overwinningen. Nu, en ook hij dacht aan God en aan Zijn volk dat gefaald had. Dat behoorde ernstig genoeg te zijn om Simson te laten stoppen met denken dat hij voor God gefaald had. Hij... Het was Gods schuld niet dat hij verslagen was, het was zijn eigen schuld. En het volk, Gods volk, voor wie hij was opgewekt om hen het Evangelie in kracht te verkondigen... en door te flirten met deze opgedirkte losgeslagen, immorele vrouw, had hij al de kracht verloren die God hem gegeven had.

60 Zo is het met de gemeente gegaan! God wekte de gemeente op om een vuurtoren te zijn, om Zijn kracht uit te laten gaan, de zieken te genezen, doden op te wekken, duivelen uit te werpen, heilig te leven, het volle Evangelie te verkondigen, het te manifesteren, maar we begonnen binnen te kruipen en de slagbomen neer te laten.

61 Wij namen het verkeerde voorbeeld. De vrouwen deden hetzelfde als de vrouw van de voorganger. Hij liet haar volledig in de war raken, haar haar afknippen en alle soorten sexy kleding dragen, zonder te berispen. En een ander zei: "Als zuster Zo-en-zo het kan doen, kan ik het ook." Neem dat niet als uw voorbeeld, ziet u? God heeft gezegd wat u moet doen en blijf daarbij.

62 Nu, als u dat doet, dan verlaat u God en u verlaat ook Zijn volk. U laat Zijn volk in de steek. Wanneer u hen verlaat, verlaat u God. God heeft u daar geplaatst als een wachter, en wanneer u zonde binnen ziet sluipen... in plaats van het af te snijden maken ze het aantrekkelijk. "Als alle leiders van de kerk tezamen komen, en we hebben daar een bepaald iets, dan gaan wij deze bepaalde doctrine uit de kerk stemmen, die van Goddelijke genezing. Daar houden wij niet van." Dan stemt u er tegen. O, dat is de wijze waarop het is gebeurd.

63 De Methodisten, u Methodisten had vroeger Goddelijke genezing in de kerken. Presbyterianen, Lutheranen, u had het lang geleden ook. U had blijdschap en gejuich. Wat is ermee gebeurd? U hebt een stel van zo'n kleine achttienhonderd en nog wat Ricky's gekregen, die de zaak tot glamour brachten en toen verdween het.

64 En u Pinkstermensen hebt hetzelfde gedaan! Dat is juist. En nu staat u net zo verslagen als zij, allemaal georganiseerd. "En onze groep, wij geloven dit. En als u niet bij ons bent aangesloten, gaat u naar de hel." En wat bent u aan het doen, al redetwistend? U zult niets bereiken. God zal geen enkele gunst aan u betonen, omdat u al net zo verslagen bent als de rest, omdat u dezelfde route nam als zij. Precies!

65 Nu, hij was een gevangene van de natie, waarvoor hij was opgewekt om die te vernietigen. Hier stond hij, die machtige man, een gevangene van diezelfde natie, waarvoor hij door God was opgewekt, om deze te vernietigen.

66 Ik wil u geen pijn doen, maar ik hoop dat het u helpt. En hier komt de Pinkstergemeente die God had opgewekt en uit de organisatie had getrokken waarin zij geraakt waren en nu bent u een gevangene van dezelfde kliek. Nu, u weet dat het de waarheid is! En als er iemand iets tegenin wil brengen, staat u klaar om hem eruit te gooien. Het is nagenoeg "de blinde leidt de blinde".

67 En iedereen weet dat de Pinkstergemeente vijftig jaar geleden alles berispte wat zich wilde organiseren. U was broeders en zusters en beleefde die tijd. En u sprak over de moderne kerk en haar vorm, hoe de vrouwen zich gedroegen, en de modes waaraan ze meededen, en de mannen, hoe zij het Woord van God lieten vallen. God had u eruit geroepen, en u keerde helemaal terug en ging rechtstreeks terug in dezelfde zaak als waar God u uit had geroepen. En dat is precies de reden dat God u opwekte, en nu staat u gebonden aan een paal van één of andere denominatie, net zo verslagen als Simson, met uitgestoken ogen voor het Woord en alle andere dingen. Dat klopt. Dat is heel erg. God heeft u opgewekt om die dingen te verslaan en u hebt zich ermee verbonden.

68 En Simson ging ermee om en trouwde een vrouw, trouwde rechtstreeks in datgene waar God hem had uitgetrokken. En de kerk, de Pinkstergemeente, keerde ook terug en trouwde in datgene waar God hen uitgetrokken had. Hij kan niet handelen met een groep, God handelt met een individu! Dat is altijd Zijn methode geweest. Twee mensen hebben twee verschillende denkwijzen. God krijgt één man in de Zijne, dat is alles wat Hij nodig heeft, één man! Dat is wat Hij probeert te krijgen vandaag, Hij probeert u in Zijn hand te krijgen. Hij neemt er één hier en één daar. Het zal nooit een groep zijn, dus zet dat uit uw gedachten.

69 Wanneer u zich organiseert, verliest u meteen uw... u verliest uw geboorterecht. Ik wil een ieder hier vragen, wanneer heb je ooit iemand met een boodschap van God zien opstaan, en zodra hij de aarde verliet werd het georganiseerd, zodra men het organiseerde, ging het dood en kwam het nooit meer terug. Er is nergens een tekst in de Schrift, geen enkel stukje geschiedenis, niet één vers in de geschiedenis, dat ons een organisatie laat zien, of een groep mensen die ooit werd georganiseerd zonder dat zij hun geestelijke kracht verloren. En het kwam nooit meer terug, nog geen graantje van de levende God, de hele tijd bleef de geestelijke thermometer veertig graden onder nul. Dat is de wijze waarop het is. "Een gedaante van godzaligheid en de kracht ervan verloochenend, keer u af van dezulken."

70 God wekte in die dagen altijd iemand op, die deze dingen onmiddellijk van zijn fundament blies, en Hij neemt het kleine groepje, een gemeente die verlaten was, en neemt haar mee naar de overwinning. Hij zal het opnieuw doen. Hij verandert niet, Hij is God. Als God iets gezegd heeft, kan Hij nooit een beter idee krijgen. Vergeet niet, dat is ons vertrouwen. God maakte een weg voor de mens om Hem te aanbidden onder het vergoten bloed in Eden, Hij heeft het nooit veranderd. Hij kan het niet veranderen. Als Hij dat deed, zou Hij een beter idee hebben gehad dan Hij de eerste keer had, en dat kan Hij niet hebben. Hij is altijd gelijk. God wekte altijd een natie op die zich vrij maakte, nam een man en stelde hem daar en bracht het Woord van God tot hem, en veroordeelde de hele zaak. Nam de man en ging verder. Hij zal nooit een organisatie gebruiken om het te doen. Hij zal u nemen als u alleen maar naar Hem zult luisteren, uzelf over zult geven.

71 Ja, de hele zaak waarvoor hij was geboren in de wereld en waarvoor hij kracht had gekregen, hij stond daar om hen te vermaken als een gevangene van diezelfde zaak. Zij lieten hem trucjes doen tot vermaak, om hen te vermaken met grappen! Oh, my! Hij had zich door een vrouw van het Woord van God weg laten lokken. Het Woord van God was een geheim, voor hem. Het was een gave van het Nazireeërschap, en hij mocht het nooit aan iemand vertellen. Maar hij had zich door een vrouw laten verleiden.

72 En dat is wat er met ons is gebeurd vandaag. Wij brachten dingen in onze kerken die niet christelijk waren. Er is geen enkele kerk die beweert dat er geen huichelaars in die kerk zijn. De hele vergadering is vol met huichelaars en al dat soort. Dat is zo. Maar ik wil u deze verzekering geven... Nu, dat is in een loge. U mag bij een Methodisten loge behoren of bij de Presbyterianen loge, maar u kunt niet behoren tot de...

73 U kunt niet toetreden tot de gemeente. U kunt toetreden tot een loge, maar u kunt niet toetreden bij de gemeente. U wordt er in geboren. En wanneer u in die gemeente bent geboren, is daar geen huichelaar in. Alles is daar vroom en heilig, want u bent dood en uw leven is verborgen in God door Christus en verzegeld door de Heilige Geest. De duivel zou u niet te pakken kunnen krijgen al zou hij moeten. Hij zou via dezelfde route komen als u, en dan zou hij uw broeder zijn. Zie? Dus dat kan niet.

74 Maar u kunt alles aan de kerk toevoegen, slechts om meer leden te krijgen, beslissingen. Zoals ik gisteravond zei, alles wat wij tegenwoordig horen, het lijkt tegenwoordig op een grote wervingsactie: "Meer leden, meer leden." Kaarten, "Wij verslaan hen!" Geef ze een geschenk omdat ze iemand anders hebben meegebracht voor zondagsschool die ze proberen te bekeren. En wat doet u als u daar binnen bent? Wat hoorde hij? Dat een of andere kleine opgeschilderde Izébel spreekt over haar afspraakjes van de vorige avond, of over enige kleine verklaringen die aan de muur hangen. En u weet dat het waar is. En de Pinkstergemeente glijdt er rechtstreeks in. U laat iemand anders uw verklaring samenstellen, over wat u leert.

75 Het hoogste in de gemeente is de oudste, niet een bisschop, niet een staatsouderling of iets. God handelt met de oudste van die gemeente. Nu, hij geeft zijn gemeente zijn boodschap, en wat zij nodig hebben.

76 Ja, hij liet een vrouw hem weglokken van het Woord van God. Zo hebben zij het gedaan vandaag! Hoe deden zij dat? "Nou, kijk, ik zal u vertellen, broeder Zus-en-zo. Nu, weet u, deze mensen daar, zij doen dat, zij kijken naar dat." Dat is uw voorbeeld niet!

77 Christus is uw voorbeeld. Hij zei: "Ik geef u een voorbeeld." Laat Hem uw voorbeeld zijn.

78 Precies zo is het met de kerken. Dat is nu precies wat zij hebben gedaan. Zij lieten Izébel, de moeder der hoeren, Openbaring 17, hetzelfde doen, haar regelrecht terugbrengen in hetzelfde oude ritme, nu verblind voor geestelijke dingen die nu gaande zijn. O, u denkt van niet, maar het is wel zo! Vertel mij niets, zie? Ik heb deze natie de laatste vijftien jaar van voor tot achter doorkruist. Blind! Voor geestelijke dingen. Zij zien God komen en precies de dingen doen die Hij zei dat Hij zou doen in de laatste dagen, en zeggen: "Wel, ik zeg u, ik geloof dat het mogelijk juist is, maar de bediening er achter is niet van God." Hoe kan God bitter en zoet water putten uit één zelfde bron? Het is er niet!

79 Ja, verblind voor geestelijke dingen en het Woord van God. Zij gingen terug naar dezelfde warboel als waar zij uitgetrokken waren. De Pinksterbeweging werd buiten de organisatie geboren en mensen brachten het terug in organisatie. Pinksteren is een ervaring, die geen organisatie kan verdragen, omdat het een persoonlijke ervaring is met elk individu. Dat is juist. Kijk nu eens naar hun positie, verslagen, de hele groep. Predikers willen ze niet hebben in hun kerk, tenzij ze een seminarie-ervaring hebben.

80 Een van onze grootste Pinksterbewegingen, onlangs, zij moeten hun zendelingen naar een psychiater sturen, om te zien of hun IQ wel hoog genoeg was om zendeling te kunnen zijn, een van onze grote organisaties, om te zien of hun IQ hoog genoeg is. God heeft nooit zoiets als dat gehad. Hij zei: "Wacht daar totdat u aangedaan wordt met kracht van omhoog." Dan hebt u uw IQ die nodig is om dat te doen. Ze testen hen niet op grond van waar Jezus van zei om hen te testen, zij testen hen door hun eigen intellectuele opvattingen. IQ voor een zendeling. God heeft nooit gezegd: "Geef ze intellectuele kracht", maar Hij zei: "Gij zult kracht ontvangen van omhoog!" Maar wij gaan erbij vandaan.

81 Vergeet niet dat de Roomskatholieke kerk de eerste Pinkstergemeente was. Dat is volkomen juist, in 33 na Christus. Maar omdat er 'Rickies' binnenkwamen die zich daarin groeven, de beroemdheden, namen zij weldra, bij Concilie van Nicéa, het plan aan en organiseerden zij zich. En de hele zaak stierf. De ware profeet leefde zijn tijd uit. Bijna duizend jaar ging het door een donker tijdperk. En God liet vanaf het begin de veroordeling van het hele systeem zien. Dat is juist.

82 Predikers doorlopen een seminarie, "Ik ben doctor in de filosofie of doctor in de rechten", voordat zij zelfs maar dominee in een kerk kunnen worden; moeten een gemeenschapskaart tonen. Onzin!

83 De profeet des Heren kwam uit de woestijn en niemand wist waar hij vandaan kwam of waar hij naar toe ging. Maar hij had het 'Zo spreekt de Here'! God bewees het. Hij was in geen van hun organisaties. Dat is Gods systeem. Dat klopt.

84 En wat deden de seminariepredikers? Werelds geklede vrouwen, gekleed in korte broek en met kort haar; en mannen die niet genoeg Geest in zich hadden om het te veroordelen.

85 Iedere man die zijn vrouw dat laat doen, heeft een goede evangelieaframmeling nodig. Dat is juist. Zij bewijst zichzelf als oneerbaar, en u laat het toe. Iedere man die zijn vrouw mee op straat neemt met deze korte broekjes of dingen aan waarmee ze hier lopen, wat zo strak zit dat je de huid ziet aan de buitenkant, en zo op straat loopt, is een absolute schande voor de mensheid. Voor mij toont het aan dat er iets ontbreekt aan de binnenkant. Het laat een leegte zien.

86 Als u er mooi uit wilt zien, neem een beetje van Handelingen 2:38 en een beetje Jakobus 5:14, meng het samen met Johannes 3:16 en dit alles en meng het allemaal door elkaar, en dat is genoeg cosmetica voor u.

87 Ik zie dat er bij Max Factor elk jaar voor honderd miljoen dollars, honderd miljard dollars wordt besteed, alleen aan lippenstift of zoiets, een van dergelijke dingen, terwijl de zendelingen op het veld honger lijden, en u zegt: "Wij zijn de kerk." Wel, ik schaam mij ervoor! Wij laten ons in al deze verleidelijke grote dingen gaan. Wat bent u aan het doen? Het toont aan dat u de geest van Izébel aangenomen hebt, leeg!

88 Ik hoorde eens een prediker, een fijne man. Ik mag hem als mens, hij behoort tot een bepaalde organisatie en hij woont aan de overkant van de rivier van ons. En hij had een radioprogramma, hij kwam net terug, hij had het over deze vrouwen hier die al dat blauwe spul gebruiken en dat spul op hun gezicht.

89 Wel, ik schrok me dood, de eerste keer dat ik er één zag. Ik was in Los Angeles en stond te wachten op broeder Arganbright, een christelijke zakenman. Ik zag een vrouw lopen, ik dacht: "Arm meisje!" Ik ben een zendeling en ik heb lepra en ik heb pestilentie gezien, maar zoiets had ik nog nooit gezien. Ik wilde naar haar toelopen om te vragen of ik voor haar kon bidden. Wat ontdekte ik toen? Hier kwam een ander aanlopen, net zo. Ik beschuldig u er niet van als u probeert er op uw best uit te zien, maar loop er dan nog bij als een mens. Zie? Dat is juist.

90 Deze man zei dat zij de wereld mooier maakten toen zij dat spul maakten. Voor mij maken zij er een stelletje heidenen van. En elke vrouw die het gebruikt laat zien dat er iets ontbreekt in haar, een leegte die opgevuld had moeten worden met Christus. En elke man die zijn vrouw toestaat zoiets te doen, toont dat hij ook leeg is. En elke prediker die het toestaat in zijn kerk, toont dat hij ook een leegte heeft. En elke organisatie die dat toestaat, laat zien dat zij dood is. Dat is juist. Terug naar de Bijbel!

91 Daar stond Simson, een slachtoffer van dergelijke dingen, als een voorbeeld voor ons, een groot man. Oh, my, dat zij hem dat lieten doen! Terwijl Simson dacht aan zijn fouten en aan de dingen die hij gedaan had en hoe hij God verlaten had. Ik vraag mij af, zal het ooit tot de mensen doordringen, wanneer u dergelijke boodschappen tegen deze dingen hoort? Een vrouw zei me onlangs, zei na...

92 Iemand foeterde mij uit, schreef mij een brief en zei: "Billy, waarom laat je die vrouwen niet met rust over hun kortgeknipte haar en hun manier van..." Zei: "Mensen geloven dat je een ziener bent." Je moet de vrouwen leren hoe grote geestelijke gaven te krijgen en dat andere laten gaan.

93 Ik zei: "Hoe kan ik hun algebra leren als ze niet eens hun Abc's willen leren?" Zie? Zie? Zeker! Hoe kunt u dat doen? Zulk een opeenhoping van zonden, het toont hun merkteken. Iedereen weet dat verf een heidense karaktertrek is. Ik ben een zendeling. Heidenen verven! De indianen beschilderden hun gezichten hier in Arizona, voordat zij God kenden. Als zij ooit God leerden kennen, hoefde je hun er niets meer over te vertellen, dan haalden zij het eraf. Het toont dat zij in oorlog zijn met God. Wanneer zij het eraf halen laat het zien dat ze vrede hebben met God.

94 Wij noemen ons een christelijke natie en noemen ons volk christelijke mensen. Ik stond eens in Afrika waar de Here een man de gezondheid had teruggegeven, die zo misvormd was, de kleine schele jongen, en de dingen die Hij daar in ongeveer vijftien minuten tijd had gedaan. En ik vroeg: "Hoevelen van u", uit tweehonderdvijftig duizend waar ik tegen sprak in Durban, "willen de Here Jezus aannemen?" En er stonden ruim dertig duizend mensen op.

95 Ik had vijftien vertalers en die zeiden: "Zij denken aan lichamelijke genezing."

96 "Ik bedoelde redding", zei ik. Ik bracht het door de vertalers opnieuw naar voren. Ik zei: "Allen die mij begrijpen..." Ze droegen kleine afgoden bij zich, besprenkeld met bloed, kippen [Engels: "buckeye", dit is een bepaald kippenras – Vert], elke vorm van bijgeloof; leeuwenklauwen. En ik zei: "Allen die geloven en van hun bijgeloof af willen komen en de God willen dienen Die in staat was deze man gezond te maken die hier stond, zoals u het Hem vandaag zag doen, en om hem zelfs weer terug te brengen tot zijn normale verstand; als u Hem wilt als uw Redder, toon dan uw oprechtheid door uw afgod op de grond kapot te breken." Het was net een zandstorm.

97 En daar stonden vrouwen, die spiernaakt waren, behalve een lapje dat zij van voren droegen. Hun hele bovenlijf was naakt. En ik zei: "Steek je hand op en bid een zondaarsgebed, en zeg: 'God, wees mij zondaar genadig.'" En ik zei: "Op dezelfde grond waar u nu staat, hef nu uw handen omhoog en aanvaard Christus' doop van de Geest. Eén van de predikers hier zal u dopen in de christelijke doop." En toen zij hun handen opstaken, die vrouwen die het verschil niet wisten tussen hun linker- en rechterhand, en die volkomen naakt binnenkwamen... maar toen zij wegliepen, vouwden zij zelfs hun armen om uit de aanwezigheid van het gezelschap te komen. Eén minuut met Jezus Christus liet hun weten dat ze naakt waren.

98 En vandaag, jaar na jaar, trekken wij meer en meer uit. En, o, ik zal nooit... En dan noemen zij het van God? Wat heeft het veroorzaakt? Uw organisatie die u toestaat dat te doen. Dat is juist. Het systeem waar u voor werd opgewekt om uzelf daarvan te reinigen, daar bracht u het regelrecht weer in terug. Ik hoop niet dat ik heiligschennend klink, ik hoop dat ik... Het is niet heiligschennend, het is het Woord des Heren. Zeker is het dat!

99 Nu, wij weten dat terwijl Simson daar stond na te denken over zijn fout en keek naar wat hij gedaan had, ten diepste beseffend, dat hij... hij voor God had gefaald, hij voor Gods volk gefaald had. En daar stond hij als een voorbeeld, terugdenkend aan wat hij was geweest en denkend aan wat hij nu was. En toen hij dat deed riep hij het uit!

100 O, als de kerk vanavond een ogenblik stil zou willen staan, om terug te kijken naar de dag van Pinksteren, terugkijkend naar waar we begonnen en de toestand realiserend waar onze geloofsbelijdenissen en drukdoenerij ons gebracht heeft. Schreeuw het opnieuw uit! Simson schreeuwde: "Here God, vergeld mijn twee ogen!" Als wij diezelfde boetvaardige roep uit konden roepen: "Here God, deze dingen hebben mij al deze tijd tot blindheid geleid!" Hij wist dat er een prijs betaald moest worden, u weet dat nu ook.

101 Meda, mijn vrouw, zei tegen mij: "Je doorkruist al predikende voortdurend de hele natie, je komt terug en de mensen doen weer dezelfde dingen, wat voor goed doet het?"

102 Ik zei: "In de dag des oordeels zal er een geluidsband gedraaid worden van Gods grote geluidsband." U bent niet onwetend over deze dingen. God zal het uitbazuinen langs de hemel. Hij moet daar een stem hebben, waar de wereld door veroordeeld wordt, en die stem is het Evangelie.

103 "Wreek mij, Here, op mijn vijanden. Wreek mijn gezichtsvermogen! Ze staken het uit, Here, en hier sta ik." Simson wist ook dat er een mogelijkheid was dat God hem opnieuw zou horen. Zelfs in zijn toestand, was er een mogelijkheid. O, kerk, er is een mogelijkheid, ondanks alles wat u doet. Zoals we horen vandaag, zo veel, zo veel gemaakte beslissingen. Beslissingen. Beslissing betekent 'een steen, een belijdenis'. Zoals ik al eerder heb gezegd, wat voor nut heeft een steen, als u geen metselaar hebt met een scherp Woord, om die steen uit te hakken en in de juiste positie te plaatsen voor het bouwwerk? Wat voor nut heeft het een beslissing te nemen als u die mannen en vrouwen laat blijven zoals zij waren, en gewoon lid van een kerk laat worden? Het is een stapel stenen die gevormd is tot niets. Wat we nodig hebben is een metselaar. Een man met het Woord van God, met een betuigde kracht om te bewijzen dat God hem gezonden heeft, die de kerk zal laten schudden, alle wereldse dingen weg zal snijden en hen zal vormen tot stenen van de zonen en dochters van God, die gebruikt zullen worden in Zijn gebouw. Dat is zeker waar. Oh, my!

104 Hij wist echter de mogelijkheden, dat het kon zijn dat God zijn gebed zou willen horen. Als we alleen maar dat zouden kunnen doen vanavond! Jezus zei, toen Hij hier op aarde was, Johannes 14:12: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Jezus zei, of de Bijbel zegt in Hebreeën 13:8, dat daarnet werd aangehaald: "Jezus Christus is Dezelfde, gisteren, heden en in eeuwigheid." En wij noemen dit denominatieleven in ons het leven van Christus en doen die dingen die wij doen? "Waarom noemt gijlieden Mij Here, en houdt Mijn geboden niet?" Ziet u? "Waarom zeggen jullie dat?"

105 O, al heeft u nog geen vijf leden in uw kerk, breng de waarheid, er is een mogelijkheid. Zo is er nu ook een mogelijkheid. Maar vandaag lijkt het dat ze de openbaring niet kunnen vatten, zoals Simson deed. Ze lijken het niet te begrijpen; ze denken: "Nou, ik ben redelijk gevestigd en we hebben goede kerken en we hebben geen enkele..." Zie?

106 De Bijbel zei: "Dat rijke Laodicéa tijdperk heeft aan niets gebrek en zij weten niet dat ze naakt, blind en ellendig zijn en het zelfs niet weten." Nu, als u iemand op straat zag lopen die naakt en blind was en u kon het aan hun verstand brengen dat zij in die toestand waren, dat zij naakt waren en ergens heen moesten gaan om zich te verbergen, wel, dan is er een mogelijkheid dat u die persoon van de straat zou krijgen. Maar als zij zich omdraaien, zonder voldoende verstandelijke vermogens om dat te weten; maar nu heeft de kerk niet meer genoeg geestelijke kracht om het te weten. Naakt, miserabel, blind, ellendig en arm. Christus aan de buitenkant, kloppend, proberend binnen te komen, en toch zegt u dat u aan niets gebrek hebt.

107 Ik weet dat het vreemd is voor sommigen van u, maar het is Gods waarheid. Het Woord zegt het. Zij vatten het niet. U kunt hen ervan vertellen, maar het ketst meteen af. Misschien is er op dat moment een kleine overtuiging, maar morgen is het allemaal vergeten, zij gaan regelrecht terug naar hun kaartpartijtjes en hun naaiclubjes en al deze dingen waar zij toe behoren en dan is alles vergeten.

108 God kan iets doen voor iemand, en: "O, wel, het gebeurde gewoon." Zie, de duivel heeft hun gedachten zo vergiftigd met die dingen, dat ze zelf niet weten waar ze aan toe zijn. Ze zitten vast! O, zij kunnen in hun handen klappen en amen schreeuwen en in de Geest dansen. Dat betekent helemaal niets. Ik heb het de heidenen ook zien doen. Dat is juist. Ze hebben grote bijeenkomsten, o, en dan zegt u: "We hebben nog steeds een opwekking, broeder Branham." Uh, huh, wat voor een opwekking? U hebt kerkelijke bijeenkomsten.

109 Het was in Kentucky en wij noemden het 'langgerekte bijeenkomsten' en dat was het zo ongeveer wel, langgerekt. En zij zijn verre van aantrekkelijk voor het Evangelie. Dat klopt. Ja, zij zeggen: "O, we hadden een bijeenkomst. En weet u, wij hadden Doctor Zo-en-zo in de stad en er waren duizenden mensen. Alle kerken werkten samen." Wat hebben wij gedaan, hebben wij een opwekking? Breng de mensen terug naar het Woord van God en God zal gaan werken in de kerk. Wat hebben we gedaan? We hebben heel wat samenkomsten, schitterend met werelds klatergoud. Dat is volkomen juist; geleerdheid, Hollywood theatershow. O, u zegt: "Dat zijn de Baptisten."

110 Dat zijn de Pinkstermensen! Juist! Op het podium springen en dansen afschuwelijk uitziende vrouwen, met kleine strakke jurkjes aan, dat is een schande. Ik kan er nu zelfs geen woorden voor vinden. Het is een schande. Mannen zitten daar te schreeuwen: "Glorie voor God! Halleluja!" Wat voor soort geest hebt u eigenlijk? Denkt u dat Jezus zou schreeuwen zoals dat? Hij zou het veroordelen! Bedenk, toen Jesaja op het toneel verscheen, toen Jeremia, Amos, of een van die profeten van het Oude Testament op het toneel verschenen, en zij de dingen zagen die aan de gang waren, hoe zij het ertegen uitriepen en zeiden: "Die God Die jullie beweren te dienen, zal jullie vernietigen." Hij zou hetzelfde zeggen vandaag. Zeker zou Hij dat!

111 Het betekent niets, uw theatervoorstelling Wij hebben teveel Hollywood, maar dat brengt de Geest en de kracht van God niet naar beneden. Het brengt misschien enthousiasme, maar de kracht van God brengt het niet.

112 Ze zijn niet bereid om de prijs te betalen. Simson bad goed. Wat bad hij? Ter afsluiting zou ik willen zeggen. "Heer, laat mij sterven met de vijand." Dat is het probleem, zij willen de prijs van het sterven niet betalen. U hebt uzelf opgewerkt in een gemeenschap, in een groep mensen waarmee je omgaat en kaartspeelt; u blijft thuis om naar programma's te kijken, gefrituurde chips te eten en cola te drinken. De kerk is leeg. Dat is juist. Men laat u een kaart ondertekenen, dat u zes maanden van het jaar naar de zondagsschool zult komen. Zoiets is mensengemaakt enthousiasme! Wat u nodig hebt is de Heilige Geest! O, u zegt: "Ik heb het." U handelt er zeker niet naar. Zo is het. Laat de prediker een uur of iets dergelijks prediken, u bent bereid om de kerkenraad te roepen om hem eruit te gooien. Dat is juist. O, u wilt van twee walletjes eten. Dat kan niet. Nee, meneer. U moet uzelf overgeven. U moet een prijs betalen. U hebt een schoonmaak te doen. En ik zeg u, de hele kerkwereld heeft een reiniging nodig, vanaf de preekstoel tot aan de kamer van conciërge. Dat is juist! Het is de waarheid. Niet bereid te betalen.

113 Maar Simson bad juist toen hij zei: "Here laat mij met deze Filistijnen sterven." Hij had gefaald, maar: "Laat mij sterven." U moet bereid zijn te sterven aan de vijand die de overwinning over u heeft behaald. U moet bereid zijn uw eigen ideeën op te geven. Simson was bereid de prijs te betalen om de kracht van God terug te krijgen.

114 Ik ben benieuwd of u vrouwen bereid bent uw haar te laten groeien. Ik vraag mij af of de mannen genoeg moed hebben haar dat te vertellen. U wordt verondersteld het hoofd van het gezin te zijn. Zij is de nek en draait u. Dat is tegenstrijdig! Denkt u dat een schuddende opwekking deze vrouwen ooit uit hun openbare functies, zoals een politieagent op straat en dat soort dingen, zou krijgen? Zij behoort in de keuken te zijn. Denkt u dat u ooit in staat zou zijn haar op die plaats terug te krijgen? Beslist niet. Zij zal dat nooit doen, tenzij zij gered wordt, dan zal zij het doen. U hoeft haar er dan niets over te zeggen, ze zal haar plaats vinden, de Heilige Geest zal haar naar haar plaats leiden. Maar u zegt: "De Heilige Geest leidt mij!" Iets wat in tegenstelling is met het Woord? Noem dat niet de Heilige Geest.

115 Ben u bereid de prijs te betalen? Dat is een Pinkstergemeente, bent úbereid om de prijs te betalen? En dat is het. U ziet in wat voor een schande wij zijn. Oké. Simson was bereid om de prijs te betalen om de kracht van God terug te krijgen. O, ik hoor sommigen van u zeggen: "We hebben toch opwekking, broeder Branham?" Maar wat krijgt u nadat u de opwekking hebt gehad?

116 Billy Graham zei in zijn boodschap in Louisville, Kentucky, waar ik met hem aan het ontbijt zat... Hij stond daar en nam de Bijbel en zei: "Deze Bijbel is Gods manier om dingen te doen." Hoe waar is dat! Maar om het dan te doen, is een volgende zaak. Hij zei: "Paulus ging een stad in en maakte een bekeerling, en hij liet die bekeerling daar achter, één bekeerling in een stad. Een jaar later kwam hij terug en die ene bekeerling had dertig of veertig bekeerlingen gemaakt en in Christus gebracht." Hij zei: "Ik ga een stad in en wat doe ik, ik heb dertigduizend bekeerlingen, beslissingen. Binnen een jaar kom ik terug en ik heb er nog niet eens dertig." Hij zei: "Wat is er aan de hand?" Toen wees hij op de predikers en zei: "Het is de schuld van jullie, luie predikers. Jullie zitten met je voeten op het bureau en bezoeken de mensen niet."

117 Nu, daar zat een heleboel waarheid in, dat is zo, maar het was niet de gehele waarheid. Het is als een man die een watermeloen at, hij zei: "Geef die oude neger ook een stukje", en die zei: "O, dat was fijn, maar er is zeker nog wat meer van." En zo is het.

118 En hier is wat het was. Wie was ik om dat tegen de grote evangelist te zeggen? Wie was ik om een woord tegen iemand als Billy Graham te zeggen? Dat zij verre van mij. Hij is Gods dienstknecht. Ik zou er met hem niet over spreken, tenzij hij mij zou vragen, dan zou ik misschien iets kunnen zeggen. Maar ik zou graag dit hebben gezegd: "Billy, welke luie prediker zat er met zijn voeten op het bureau toen Paulus één bekeerling had? Er was niet eens een prediker in het land. Wat was het? Paulus verliet nooit zijn bekeerling na een besluit. Als hij zijn beslissing genomen had, stond hij daar met het Woord van God en hakte hem tot een zoon van God, en dan kon u hem niet rustig houden."

119 Dat is wat er aan de hand is vandaag, al deze beslissers dienen te worden gevormd tot zonen en dochters van God. Reinig uzelf, en keer terug tot het Woord en terug tot het Evangelie. Zeker, dat is wat wij nodig hebben. Ja, we hebben een opwekking vandaag, maar wat is het? Het is een denominatieopwekking. De Baptisten hadden een leus: "Een miljoen meer in '44" en wat kreeg u? Ik was bij een kerk, waarvan zij zeiden dat zij er een opwekking hadden, en zij moesten hun mensen een kwartier pauze geven om tijdens de zondagsschool naar buiten te kunnen gaan om te roken. En de voorganger rookte ook. De Bijbel zegt: "Reinig uzelf van alle onreine gewoonten." Ziet u? Nu, wat gaan wij er aan doen?

120 Wel, u zegt: "Het is niet juist." De Heilige Geest, als Hij komt zal Hij u al deze dingen leren. Zie, zeker wel.

121 En iemand zei iets over Goddelijke genezing en ze beweerden: "Dat was in een andere dag." Zie, zij wijzen naar hetgeen was. "Misschien zal het in het duizendjarig rijk zo zijn." Waar hebt u Goddelijke genezing in het duizendjarig rijk voor nodig als u onsterfelijk bent? Vandaag is de dag! Dit is de dag.

122 U zegt: "Wel, we hebben opwekkingen." Kijk naar het morele verval in de kerk. Kijk hoe meer verdorven zij elk jaar worden. Kijk naar onze Pinkstergroeperingen, hoe ze vervallen zijn. Sluit uw ogen en denk aan vijftien jaar geleden, toen ik hier was, kijk dan naar buiten en zie wat er vandaag van geworden is. U weet dat het de waarheid is! Het is zonde en schande. Dat is juist. Zij drijven al die tijd steeds verder en verder van het Woord van God af.

123 Simson kende zijn teruggevallen toestand. Hij wist dat hij geen kracht kon hebben om de uitdaging van het uur aan te nemen, ofschoon hij er was. Zijn hele uitrusting was daar. Dezelfde spieren die een kaakbeen konden nemen om een miljoen Filistijnen mee te verslaan, diezelfde spieren behoorden nog tot dezelfde man. Dezelfde schouders die de poorten van Gaza naar de top van de berg konden dragen, hij had nog steeds diezelfde spieren. O, ik zou iets kunnen zeggen hier, zie? Maar hij wist dat hij de uitdaging van het uur niet aan kon.

124 Zo weet de kerk ook, in haar immorele corruptie, dat wij nooit de uitdaging van het uur aan kunnen. Het communisme neemt de hele zaak over. En wat proberen wij te doen? Troost vinden, door samen te gaan en een juk te vormen met deze mensen, denominaties die zelfs niet geloven in Goddelijke genezing en de kracht van God. Hoe kunnen er twee samen gaan, zonder dat zij het eens geworden zijn? Wij leggen onszelf een juk op met dat soort dingen en vervolgens verwachten wij dat God... Wij zeggen, "grote aantallen". God let niet op grote aantallen. God kijkt naar karakter.

125 Ik zei, dat Eliëzer het uitzweette, totdat hij karakter in Rebekka gevonden had. Toen moest hij haar netjes gekleed krijgen, gereed, haar stil laten staan om naar zijn boodschap te luisteren. Het probleem vandaag is, als u karakter vindt, dat het moeilijk is ze lang genoeg stil te laten staan dat zij zich aankleden zodat zij er netjes uitzien. Dat is juist. Een of andere Ricky duwde hen weg in een andere richting. Dat is zo. Maar, daar, Eliëzer zweette het uit.

126 Nu, Simson wist dat hij geen kracht genoeg had, ook al had hij de spieren. En wij hebben onze hele machinerie. We hebben de grote districtsouderlingen, we hebben alle bisschoppen, we hebben de aartsbisschoppen, we hebben de pausen, wij hebben de hiërarchie. We hebben de hele machinerie. Wij hebben de grootste gebouwen en het meeste geld op aarde. Wat voor goed doet het ons? Het is schallend koper en een rinkelend cimbaal. Dat is juist. Maar wij weten dat wij niet in staat zijn de uitdaging van het uur aan te gaan.

127 In Rusland tegenwoordig, neemt het communisme de wereld over. Wat is er aan de hand? Het is iemand die de durf had op te staan met overtuiging, hoewel het verkeerd is. Slechts één procent van Rusland is communist, één procent! Negenennegentig procent is nog altijd zogenaamd christendom, vrij, maar ze hebben niet het IQ van het Evangelie. Ze hebben niet wat nodig is, ofschoon zij het geld en alles hebben, maar zij hebben niet de moed en de genade. Wat God in Rusland nodig heeft is één man die gezalfd is met de kracht van God, met de kracht van de Heilige Geest.

128 Simson wist wat hij nodig had. Wij zouden heel Amerika kunnen omkeren, en al zou ieder van hen naar de kerk gaan, dan hebben wij het nog steeds niet. Zij hebben niet wat nodig is. De discipelen hadden het ook niet totdat zij naar Pinksteren gingen. Jezus zei hen dat ze het niet hadden, al hadden zij al drie jaar gepredikt. Zij hadden het nog steeds nodig. De kerk heeft het nodig. Dat is juist.

129 Merk op, Simson wist dat hij in nood was, hij was niet bekwaam. De denominaties kunnen het niet produceren. Zij betuigen het Woord niet. Zij leren er tegen. Ja, weet u, maar Simson realiseerde zich, dat hij van zichzelf niet bekwaam was, hoewel hij al zijn sterkte had, was hij toch niet bekwaam. Let op hem! De Filistijnen vierden de triomf over hun overwinning. Ze merkten helemaal niet op, dat hij zijn hoofd ophief, dat zijn lippen zich heen en weer bewogen in gebed en de tranen uit zijn oogkassen liepen, waar eens zijn ogen zaten. Zij merkten het niet op. Ze hadden gewoon een te geweldige tijd. Hij wilde dat God Zich opnieuw zou manifesteren aan deze Izébel. O, als er eens enige Simsons zouden kunnen opstaan. O, kerk! Geen nieuwe denominatie die een andere geloofsbelijdenis of late regen begint. We hebben de kracht van God nodig. Dat is juist.

130 Hij was zich er van bewust wat er zou gebeuren als God ooit zijn gebed zou verhoren, maar hij was bereid die zaak onder ogen te zien. Hij was doodernstig. O, als de kerk vanavond alleen maar in die toestand zou zijn, met dodelijke ernst, wetende dat u alles moet opgeven wat u dierbaar is in deze wereld. Als de mannen en vrouwen vanavond bereid zijn, wetende dat het u van alles van de wereld zal afscheiden. Predikers, zij zullen ophouden met u op de rug te kloppen en u te zeggen: "Doctor Zus-en-zo, het was wonderbaar, wilt u vanmiddag met ons gaan zwemmen?" Doe de bingo spelletjes uit de kerk en de races, het is nagenoeg loterij. Bingo is loterij. En al deze soepdiners om de predikers te betalen; keer terug tot Gods systeem van tienden! Kom terug naar het Woord! Zijn zij bereid dat te doen? Nee, meneer, zij zijn het niet. U weet wat voor prijs het kost. Die vrouw zal u weer ouderwets noemen. God zal u gezegend noemen.

131 Bent u bereid om te sterven? Dat is nu juist de moeilijkheid; u wilt blijven leven met Hollywood en tegelijkertijd leven met God. Het zal niet mengen. Een zaad; Jezus zei: "Tenzij een graankorrel in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf." U zult nooit iets voortbrengen.

132 O, Jezus' Naam kerk! Wat een prachtige kerk, wat een heerlijke Naam, Jezus' Naam! Bent u klaar om te sterven? Bent u Assemblies of God, Algemene Vergadering, bent u klaar om te sterven? Methodist, Baptist, Presbyteriaan, bent u klaar om te sterven met uw vijand? Bent u werkelijk oprecht bereid om de prijs van het offer te betalen? Niet alleen komen en zeggen: "Nou, ik zal het proberen en zien hoe het uitpakt." U bent nog niet gereed. U moet bereid zijn de prijs te betalen en te sterven.

133 U, vaders en moeders, bent u bereid een altaar in uw huis op te richten, en die televisie er uit te doen? Bent u bereid die kaartspelen van tafel te doen? De stripboeken, die uw kleine kinderen lezen, en die hun jonge geest voorbereiden voor een klap die de duivel hun zal geven. Bent u klaar om het oude familie altaar opnieuw op te richten? Of bent u van plan door te gaan op de weg die u nu gaat? Als u zo wilt doorgaan, ben u nog niet in die toestand om te komen; maar ik bid dat u als Simson bent, dat u de prijs ziet en bereid bent te zeggen: "Here, laat mij met hen sterven."

134 Hij wist, wanneer God zijn gebed zou beantwoorden, wat het zou kosten. Ik heb vele mensen naar het altaar zien gaan sinds ik hier ben, en de Heilige Geest tot hen zien komen, maar zij wilden niet sterven. Zij wilden blijven leven in de wereld. U kunt geen twee goden dienen terzelfder tijd. Bent u bereid alles te verlaten om God te dienen? Luister naar Simsons roep: "Here, alleen nog deze ene keer!"

135 Is de Pinkstergemeente, de Algemene Raad, de Assemblies of God, de Kerk van God en de rest van u, bereid om de prijs te betalen? Bent u bereid om te zeggen: "Nog eenmaal, Here! Hier sta ik. Ik had de moed niet, de ware christelijke geest niet, om handen te schudden met mijn eenheids broeder of met mijn drie-eenheid broeder. Ik had de moed niet om het te doen. Ik had niet de genade om dat te doen, toen ik zag waar het mij toe gebracht heeft, afgescheiden in organisaties en uitgesloten van gemeenschap, in een gemeente waar zij zo verbitterd tegen elkaar zijn, dat zij nauwelijks tegen elkaar spreken als zij elkaar op straat tegenkomen, terwijl wij gevormd worden tot één leem door de Heilige Geest"?

136 Bent u bereid om uit te roepen: "Nog eenmaal, Here, laat het gebeuren"? Als u bereid bent zal God zeker uw gebed verhoren. Let op die man, die daar stond met al zijn vezels gespannen, met zijn grote sterkte, maar hij was nog steeds blind. Hij wist de prijs, hij wist de mogelijkheid, en hij zei: "Nog eenmaal, Here! Nog eenmaal, vergeld mijn gezichtsvermogen!" Toen hij dat gebed deed, antwoordde God. Elke vezel in zijn lichaam begon zich te spannen, de Geest begon weer op die spieren te komen. O, als wij die Geest woensdagavond in onze bidstond of in onze zondagsschool zouden kunnen hebben, en voelen dat de vezels van de spieren van Gods kracht zich spannen, waar de Heilige Geest in kan komen. Niet in een schijnvertoning, maar in een onvervalste Geest om de verborgenheden van het hart te openbaren, en de zonden die er zijn in orde te brengen, en het kwade uit te werpen.

137 Terwijl zijn vezels zich beginnen te spannen: "Laat mij met hen sterven! Ik ben geboren om hen te vernietigen, laat mij met hen sterven." Met zijn vezels, zijn spieren aangespannen, ontvingen zijn grote kolossale spieren kracht, de Heilige Geest kwam op hem, en hij draaide aan die steen met zijn machtige kracht, en neer ging hij. Alles wat wij nodig hebben is een oprecht gebed: "Nog eenmaal, Here!"

138 Hoewel wij in het beloofde land behoorden te zijn, zwerven wij nog altijd rond in de woestijn. Net als Israël; zij wilden een wet, iets wat ze konden doen. U kunt er niets aan doen. Aanvaard Christus! Wij wilden een leerstelling, iets waarvoor wij ons op de borst konden slaan, en wilden een andere klasse mensen hebben dan de ander. Ziet u waar we zijn? Verblind. Juist.

139 Ten onder ging de grote denominatie. Het is altijd zo geweest als God verschijnt, dan zullen de andere dingen ten onder gaan. Toen behaalde Simson zijn grootste overwinning. O, ik wou dat ik de kerk van de levende God kon zien staan vanavond: "Nog eenmaal, Here! Nog eenmaal, zend ons een opwekking, ook al kost het mij alles. Als het alles kost wat ik heb, zend mij een opwekking, zend het op mij, Here." Hoor deze groep van ongeveer driehonderd mensen of meer hier vanavond het uitroepen met één stem: "Here God, laat mij nog eenmaal Jezus Christus zien, Dezelfde gisteren, heden en tot in de eeuwigheid. Laat mij weten dat Hij mij nabij is. Laat mij weten dat Hij hier is om voor mij te zorgen. Ik ben bereid nu."

140 O, geef u over, de gehele vijand werd vernietigd. Pinkstermensen, sta bij die pilaar vanavond. Dingen waarvoor u geboren werd om ze te vernietigen, namen het over. Bekeert u en roep hardop: "Here, nog eenmaal, laat het ons nog eenmaal zien!"

141 Laat mij dit zeggen, mijn vriend. U kunt beter uw vijand vernietigen voordat uw vijand u vernietigt. Breng die ouderwetse gebedssamenkomsten terug. De ouderwetse bekering, toen zij bij het altaar bleven totdat zij dood en klaar waren met de zonde. U zult nooit een vrouw bij het altaar zien sterven om de volgende dag terug te komen met kort geknipt haar en verf op haar gezicht. Zoiets is er niet. De Heilige Geest onderwijst, de natuur doet het, de natuur van de Heilige Geest. U zag nooit een sexy geklede vrouw binnenkomen, die zich probeerde te bedekken. U zag nooit een man die bang was om op te staan en bang dat zijn kleine vrouw hem dan zou verlaten, of iets anders, omdat hij het initiatief nam. Wel, mannen waren mannen in die dagen. Zij spraken, zij waren mannen, zij heersten over hun huis. Zij waren het hoofd van het huis. Maar deze opzichtige Amerikanen...

142 Ik leerde pas iets van een Griekse geleerde, die hier nu naar mij zit te kijken, en hij kwam over uit Griekenland, een geleerde in het Grieks, en hij begon mijn banden te draaien, en onderzocht de Boodschap. Hij zei: "Ik weet dat u zelfs geen opleiding heeft gehad, maar, broeder Branham, uw woorden en uw Boodschap kloppen perfect met de Griekse vertaling van de Bijbel." Hij zei: "Het is volkomen juist. Wat u zegt is volkomen juist." En hij kwam naar mij en vertelde mij dat Laodicéa in het Grieks 'vrouw' betekent. Dit is de wereld van de vrouw, het is de kerk van de vrouw, het is het tijdperk van de vrouw. Verschillende mannen wilden... Wanneer kwam God ooit in deze conditie? Ja, bent u gereed om een opwekking terug te brengen? Bent u gereed?

143 Een vrouw zei: "Ik heb het recht om te doen wat ik wil. Dat is mijn Amerikaanse voorrecht." Het is uw Amerikaanse voorrecht, het is echter niet uw God-gegeven voorrecht. Een schaap... Een geit zal altijd onnodige drukte maken, maar een schaap staat stil en verbeurt zijn rechten. Ziet u? Als u een echt kind van God bent, verbeurt u uw Amerikaanse rechten aan de Heilige Geest, en laat Hem u vormen en maken zoals u zijn moet. "Nog eenmaal, Here." Oh, my!

144 O, kerk, verlaat Hollywood-Delila, ze zal u vermoorden. Zij is bezig het geestelijke leven uit u vandaan te persen. Verlaat haar! Uw Hollywoodshow op het podium, uw Hollywood, uw klatergoud. Onze samenkomst moet zo zijn, dat het in diezelfde grootsheid moet zijn als de rest van de wereld, het moet in de grootste kerken zijn. Een evangelist komt naar de stad en u moet hem zoveel geld beloven, anders komt hij niet. Hoe belachelijk. Het toont aan waar uw schat is, daar is uw hart. Keer met uw hele hart terug tot God en Zijn Woord en laten we het uitroepen: "Nog eenmaal, Here! Toon ons nog eenmaal Uw tegenwoordigheid!"

145 Jezus zei: "Nog een kleine tijd en de wereld", dat is de kosmos, denk ik, "zal Mij niet meer zien, doch gij zult Mij zien," de gelovige, "want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der tijden. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Meer nog zult gij doen, want Ik ga heen tot Mijn Vader. Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Geen schijngeloof, maar geloof. O, kerk, wij geloven niet dat Jezus dood is. Hij is uit de doden opgestaan. Hij is hier nu. Als ik die steun niet had, zou ik niet zeggen wat ik gezegd heb. En ik weet dat Hij hier is. En Hij bewijst Zichzelf hier. Hij is altijd hier om Zijn Woord te betuigen. Als Hij hier zou staan vanavond, wat zou Hij dan zeggen? Hij zou regelrecht terug naar het Woord komen en zeggen wat Hij altijd gezegd heeft.

146 Nu, u zegt: "Was dat Jezus Die sprak?" Wel, als het niet zo was dan zou ik dat zeker niet willen zeggen. Zeker! "Hoe kan het worden bewezen?" Buig uw hoofd een ogenblik.

147 Hemelse Vader, Uw dienstknechten kunnen spreken al wat zij wensen te spreken, en wij zouden de waarheid nog zo duidelijk tot de mensen kunnen brengen, maar het is nog steeds alleen maar een emotie. Het zijn nog steeds de lippen van een mens, die tot de samenkomst spreken. En, Heer, U bent bovennatuurlijk. En waar U ook bent, daar zijn bovennatuurlijke tekenen, daar worden wonderen verricht, dingen die niet kunnen worden verklaard. Toen U hier op aarde was, wandelde U hier tussen de mensen en U genas de zieken. Een vrouw raakte een keer Uw kleed aan, en U draaide U om en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" U wist het Zelf niet. "Wie heeft Mij aangeraakt?" Maar de God Die in U was, U wist de verborgenheden van het hart, omdat de Bijbel zegt: "Het Woord van God is krachtiger en scherper dan een tweesnijdend zwaard, een onderscheider van de gedachten van het hart." En U keek neer, de kleine vrouw kon zich niet verbergen en U vertelde haar dat haar geloof haar had behouden.

148 U zei: "Ik doe niets tenzij Mijn Vader het Mij eerst toont. De Vader werkt, en Ik werk tot nu toe." Als U hier vanavond was geweest, zou U slechts doen wat de Vader U zou tonen om te doen.

149 En ik bid, Heer, dat U deze kerk nog eenmaal kunt brengen, Here God, deze mensen die hier vanavond van alle verschillende kerken bij elkaar zijn, Wesleyanen, Baptisten, Katholieken, Presbyterianen, Pinksterbeweging en allerlei merken op hen. U kijkt niet naar het merk, U zoekt naar het bloedetiket. Ik bid, hemelse Vader, dat de mensen het merk dat ze dragen vanavond zullen negeren en zullen bedenken dat Pinksteren geen organisatie is, het is een ervaring die komt in iedere man of vrouw die U vertrouwt. Genees de zieken, Here, red de verlorenen. Bewijs Uzelf eer.

150 Nu, ik vertrouw dit gehoor met deze gebroken woorden aan U toe, Here. Ik ben niet welbespraakt, ik ben niet bekwaam om het Woord te brengen, maar ik vertrouw dat de Heilige Geest deze dingen zal nemen en ze zal openbaren en bekend maken door de zienswijze waarin zij gegeven zijn. Niet door u minderwaardig te voelen, maar door een zeer nederig gevoel. Niet om anders te zijn, maar om getrouw en oprecht tegen de mensen te zijn, zoals ik zou zijn met God. Want als ik niet oprecht kan zijn met Zijn kinderen, hoe kan ik dan oprecht zijn met Hem?

151 En ik bid, God, dat U dit zult betuigen deze avond, recht voor de mensen nu, opdat zij zullen weten dat zij leven in de schaduwen van de tijd, dat de Boodschap van het uur is om zich te bekeren en opnieuw terug te keren tot het geloof van de Vader. Sta het toe, ik vertrouw het aan U toe. Red de zondaren, vul de gelovigen, genees de zieken. Breng glorie. En mogen we allen eenstemmig uitroepen: "Nog eenmaal, Here, nog eenmaal!" Laat het nog eenmaal gebeuren! Wij vragen het in Jezus' Naam.

152 Met uw hoofden gebogen, in gebed, wilt u dit overwegen: "Ben ik het, Here? Wat kan ik doen, wat moet ik doen?" Onderzoek uzelf terwijl de muziek zachtjes speelt. Denk aan deze kleine gebroken boodschap. Let niet op de boodschapper. Let alleen op wat de boodschap inhoudt. Nu, als u voelt dat u God nodig heeft, steek dan langzaam uw hand op, terwijl u uw hoofd gebogen houdt. "Here, gedenk mij." Het maakt niet uit wat u nodig heeft. "Gedenk mij, o, Here."

153 Heb nu geloof in God, twijfel niet. Geloof alleen. Laat uw verzoek niet los, totdat God tot u spreekt en zegt: "Ik zal uw verzoek inwilligen."

154 "Here, hier sta ik ook blind, ik ben beschaamd over mezelf. Ik sta, belijdend een Christen te zijn en leef mijn eigen leven, ik ben beschaamd over mezelf. Wees mij genadig, Here. Genees mij! Genees mij lichamelijk, genees mij geestelijk, maak mij de Uwe. Ik voelde Uw Geest op mij. Broeder Branham zei dat U hier met ons bent. Ik geloof het nu, omdat ik U ervaar. Ik weet dat U hier bent." De God des hemels zal uw gebed verhoren. Geloof nu, laat de boodschap diep tot u indringen. Bid gewoon, heb geloof. Twijfel niet. Geloof.

155 Nu, Here, ik heb deze tijdsruimte gegeven zodat de mannen en vrouwen, jongens en meisjes, hierover konden nadenken. Het zal ongetwijfeld voor sommigen een vreemde boodschap geweest zijn, maar, Here, U weet dat het waar is. Toen ik vanmiddag in mijn kamer zat, bracht U deze dingen in mijn gedachten, van deze geweldige grote man, die eens voor U leefde, en in deze toestand kwam. Nu, Vader, zoals Simson bereid was te sterven, te sterven aan zichzelf, te sterven met zijn vijand, om Gods overwinning en beloften terug te brengen, mogen wij dan met al onze kerkelijkheid en al onze verschillen, sterven aan onze eigen gedachten, en uw Woord accepteren; sterven aan de gedachten die ons zijn verteld, "de dagen van wonderen zijn voorbij", terwijl we weten dat Jezus Dezelfde is, gisteren, heden en tot in eeuwigheid. Sta het toe, Here, dat dit gehoor de hand van God nog eenmaal zal zien bewegen, en dat zij dan zullen komen en zich bekeren, dan zal het een geweldige samenkomst zijn. En moge uit deze kleine kerk een opwekking voortkomen, die alle Filistijnse wereldgelijkvormigheid door het gehele land zal verslaan. En moge het tot een voorbeeld zijn wanneer deze mensen hier weggaan vanavond.

156 Wij bidden dat U binnen zult komen zoals U deed op de weg naar Emmaüs. U sprak de hele dag met die mannen. Zij spraken over U. U sprak regelrecht met hen, en zij kenden U niet. Vele mensen hier, Here, gaan naar de kerk, en zij zijn oprecht, maar er is hun werkelijk nooit enig verschil geleerd. Maar toen U hen in die kamer bracht die avond en de deur sloot, deed U iets, precies zoals U voor Uw kruisiging deed, toen wisten ze dat U uit de doden was opgestaan. Zij haasten zich terug met lichte voeten en verlichte harten, en vertelden het de discipelen. Met verlichte harten zeiden ze: "Waren onze harten niet brandende in ons, terwijl Hij met ons sprak langs de weg?"

157 Sta nog eenmaal toe, Here, dat het gebeurt. Kom binnen in deze vergadering en doe de dingen die U deed voor Uw kruisiging, opdat dit gehoor mag weten, dat Uw onnutte dienstknecht niet tegen hen gelogen heeft, maar hun de waarheid heeft verteld. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

158 Nu, wij zouden op geen enkele manier een gebedsrij op kunnen roepen. Als daar kaarten zijn... Ik denk dat er geen zijn. We hebben kaarten die een paar avonden geleden zijn uitgegeven, ik denk niet dat ze er vanavond hebben uitgegeven. Maar als er hier kaarten zijn, als ze er waren, dan konden we geen gebedsrij hebben, zie, vanwege hoe we hier opgehoopt zitten. Nu, maar, we zullen eindigen. Maar hoeveel mensen zijn hier ziek? Laat uw hand zien. Steek uw hand op als u iets van God nodig heeft. Of misschien hebt u een nood voor iemand anders die een nood heeft. Steek dan uw hand op. Bid gewoon.

159 Nu wees eerbiedig. Laten wij nu zorgen dat wij deze boodschap niet missen. Luister. Als Jezus hier nu stond met dit pak aan, en u kwam hier het podium op rennen en zou zeggen: "Here Jezus, genees mij", weet u wat Hij dan tegen u zou zeggen? "Ik heb het al gedaan." Hij wérd om onze overtredingen verwond, door Zijn striemen zíjn wij genezen. De prijs is betaald. U moet het gewoon geloven.

160 U zegt: "Maar als ik kon geloven dat Hij dicht bij mij is, als ik wist dat Hij hier is! Als ik... dat is tweeduizend jaar geleden."

161 Wel, de Bijbel zei dat Hij Dezelfde is, gisteren, heden en tot in eeuwigheid. En wij willen hem graag zien. Als we Hem zouden zien, zou Hij net zo handelen zoals Hij toen deed.

162 Nu wil ik enige Schriftgedeelten geven voor u, broeder voorgangers. Het Nieuwe Testament zegt: "Hij is nu de Hogepriester, Die kan worden aangeraakt door het gevoel van onze zwakheden." Is dat juist? Hoe Hij handelde; toen Hij hier op aarde was, was Hij de Hogepriester. Wel, Hij was meer dan dat, Hij was God. Hoe konden, hoe kunnen de mensen iets van Hem krijgen? Een kleine vrouw raakte Zijn kleed aan, ging zitten, en Jezus draaide Zich om en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" En zij ontkenden het allen. Maar de Geest van God Die in Christus was, Die Hem Immanuël maakte, ging rond totdat Hij onder het gehoor een kleine vrouw vond, en vertelde haar wat haar toestand was, en zei: "Uw geloof heeft u behouden." Is dat zo? Welnu, als Hij de Hogepriester is, Die kan worden aangeraakt door het gevoel van onze zwakheden, als Hij dezelfde Hogepriester is, zou Hij op dezelfde manier handelen.

163 Nu, de meesten van u zijn vreemden voor mij. Ik ken broeder Dalton en degenen die hier vooraan zitten, deze groep hier, omdat zij uit Kentucky komen. Ik ken hen al jaren. En als ik mij niet vergis, zag ik geloof ik ver achterin broeder Gene Goad en broeder Leo Mercier, maar ik ben niet zeker. Blij u te zien, broeders. Ik zie broeder en zuster Dauch hier zitten. Ik wil úniet, mensen. Als er iets verkeerd is met u, wacht gewoon, niet nu. Ik wil iemand die mij niet kent en weet dat ik u niet ken. Ik wil dat u bidt.

164 En dan als Hij Dezelfde is gisteren, heden en voor eeuwig, raak dan Zijn kleed aan, en Zijn Heilige Geest zal door ons heen werken. En als u het juiste kanaal heeft, de Geest heeft waardoor u gelooft, door hetzelfde kanaal dat hier is, dan zal het werken op dezelfde manier. Het moet, want het is God! Als u het leven van een appelboom in een perzikboom doet, zal het geen perziken meer dragen, maar appels. En brengt u het leven van Christus in een mens, die een sterfelijk wezen is, dan zal hij de vrucht van de Geest dragen. Hij zal de vruchten dragen van de opstanding.

165 Christus gaf deze boodschap, deze boodschap aan de gemeente om het te nemen: "Ga heen in de gehele wereld, en aan elke schepsel." Miljoenen hebben het nog nooit gehoord, naties hebben het nog nooit gehoord. Hoe lang? "De gehele wereld, aan elke schepsel, deze tekenen zullen hen volgen, die geloven." Hoe ver? "De gehele wereld." Aan wie? "Ieder schepsel." Dat is wat Hij de gemeente opdroeg. Nu, toon mij in de schrift waar Hij dat wegnam. Mensen mogen hun idee injecteren, maar dat is niet Gods idee. Hij zei: "De gehele wereld, aan ieder schepsel." [De tape eindigt. Broeder Branham gaat door de geheimen van de harten van de mensen te onderscheiden – Vert]

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)