God verborgen en geopenbaard in eenvoud

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Neville. De Here zegene u. Goedemorgen, vrienden. Ik beschouw dit zeker als een van de hoogtepunten van mijn leven, om vanmorgen weer in de Tabernakel te zijn en zijn prachtige constructie te zien en de orde van de kinderen Gods die vandaag in Zijn huis vergaderd zijn.

2 Ik was zo verbaasd toen ik hier gisteren kwam en zag hoe het gebouw er uitzag. Ik had nooit kunnen dromen dat het op deze manier zou zijn. Toen ik de blauwdrukken zag, nadat ze de blauwdrukken hadden getekend, zag ik alleen maar een extra kleine ruimte aan de zijkant, maar nu ontdek ik dat het een prachtige plaats is. Wij zijn de Almachtige dankbaar voor deze prachtige plaats. En we zijn...

3 Ik breng u deze morgen de groeten van mijn vrouw en mijn kinderen, die er naar verlangen om hier te zijn op deze tijd van deze inwijdingsdienst en deze week van toewijding aan Christus. Maar de kinderen zijn naar school en het is moeilijk om weg te gaan. En... Zij zijn hun heimwee naar het huis al zo'n beetje kwijt, maar wij zullen nooit dat gevoelen voor u mensen kwijtraken. Dat raak je niet kwijt. Er bestaat zoiets als het hebben van vrienden, en ik waardeer vrienden, overal, maar er is iets met oude vrienden: het geeft niet waar je nieuwe vrienden maakt, het zijn nog steeds niet de oude.

4 Het geeft niet waar ik heen zwerf, deze plaats zal altijd geheiligd zijn. Want het is ongeveer dertig jaar geleden in een modderige vijverbedding dat ik dit stuk grond aan Jezus Christus toewijdde, toen het niets anders was dan een moddergat. Dit was niets meer dan een vijver. Dat is de reden dat de straat hier uit de rechte lijn loopt; de weg moest er omheen vanwege de vijver die hier was. En daarin bevonden zich lelies, er groeiden waterlelies in.

5 En de lelie is een erg vreemde bloem. Hoewel ze wordt geboren in de modder, moet ze zich eerst een weg door de modder heen banen en vervolgens door water en slib om zichzelf omhoog te werken om haar schoonheid te tonen.

6 En ik geloof deze morgen dat dat erg veel lijkt op wat er hier is gebeurd. Omdat sinds die tijd een kleine waterlelie zich omhoog heeft gewerkt, en toen ze boven het water uitkwam, spreidde ze haar vleugels uit; haar kleine kroonblaadjes openden zich, en ze weerspiegelde de Lelie der valleien. Moge dit lang standhouden. Moge het een huis zijn dat volledig is toegewijd aan God.

7 De oorspronkelijke Tabernakel werd ingewijd in 1933, maar ik denk dat het erg goed zou zijn om deze morgen opnieuw een kleine toewijdingsdienst te houden, speciaal voor de mensen die door hun liefde en toewijding aan Christus dit alles mogelijk hebben gemaakt. En ik wil elkeen en ieder van u bedanken voor uw gaven enzovoort, die u hebt gegeven om deze kerk aan Christus toe te wijden.

8 En ik heb er buitengewoon veel waardering voor en vind het fijn om namens de gemeente deze woorden te spreken tot onze goede broeders hier van de gemeente die hun diensten hiervoor hebben opgedragen: broeder Banks Wood, onze trouwe broeder; broeder Roy Roberson, onze trouwe broeder, en vele anderen die met onzelfzuchtigheid en oprechtheid van hart maanden hebben gegeven voor het bouwen van deze plaats, hier zijn gebleven om er op toe te zien dat alles goed werd gebouwd.

9 En toen ik naar binnen liep om naar deze preekstoel te kijken, het soort waar ik mijn hele leven al naar verlangd heb... Broeder Wood wist wat ik graag wilde. Hij heeft nooit gezegd dat hij er een zou maken, maar hij heeft hem gemaakt.

10 En ik heb het gebouw goed bekeken en hoe het werd geconstrueerd; het is werkelijk helemaal... Het is subliem. En nu, er zijn geen woorden om mijn gevoelens uit te drukken. Ik zie er geen kans toe (zie?), maar God begrijpt het. En moge een ieder van u worden beloond voor uw bijdragen en voor alles wat u hebt gedaan om deze plaats te maken tot wat het is als soort gebouw: een huis des Heren. En nu zou ik graag deze woorden willen zeggen: nu, hoewel het gebouw prachtig is, zowel van binnen als van buiten...

11 Mijn zwager, Junior Weber, heeft het metselwerk gedaan. Ik kan me niet voorstellen hoe het nog beter had gekund; het is een perfect stuk werk.

12 Er is hier ook een broeder (ik heb de man nooit ontmoet), die het geluidssysteem aanlegde. Je merkt zelfs in een laag gebouw zoals dit, dat ik gewoon kan... Er is geen nagalm in de akoestiek; ze zitten hier in het plafond op verschillende wijzen. Het geeft niet waar ik sta te spreken, het is overal hetzelfde. Zie? En in alle kamers zijn luidsprekers ingebouwd. En u kunt het op elke mogelijke manier regelen als u wilt meeluisteren. Ik geloof dat het de hand van de almachtige God was die deze dingen deed. Nu, als...

13 Onze Here heeft ons zo'n gebouw gegeven waarin we Hem kunnen aanbidden. Een goede dertig jaar geleden begonnen we op een vloer van aarde en zaagsel, en zaten hier bij oude kolenkachels. En de aannemer, broeder Wood, een ervan, broeder Roberson vertelde mij dat er van die pilaren waren – omdat deze oude kachels gewoonlijk tussen deze spanribben stonden die er dwars overheen liepen – dat ze in brand waren geraakt en misschien wel zestig tot negentig centimeter diep waren ingebrand. Dat het gebouw niet afbrandde, was alleen omdat God het bewaarde. En waarom het niet instortte – hoewel het was ingebrand en het hele gewicht van de Tabernakel erop rustte – was alleen de hand van God. Nu wordt het ondersteund met stalen balken en is het stevig op de ondergrond opgebouwd.

14 Nu geloof ik dat het onze plicht is om de binnenkant goed te maken door de genade van God, en God zo dankbaar te zijn dat onze... Dat dit niet slechts een mooi gebouw zal zijn waar we naar toe zullen komen, maar dat ieder die binnenkomt de wonderbare karaktertrekken van Jezus Christus zal zien in elk persoon die hier binnenkomt.

     Moge het een aan onze God toegewijde plaats zijn, een toegewijd volk, want ongeacht hoe mooi het bouwsel is (wat we zeker waarderen), de schoonheid van de kerk is het karakter van de mensen. Ik vertrouw dat het altijd een huis Gods zal zijn van schoonheid.

15 Nu, tijdens de oorspronkelijke inwijdingsdienst toen de hoeksteen werd gelegd, kwam er een geweldig visioen, het ligt opgeschreven in de hoeksteen die ik legde op de morgen toen ik hem inwijdde.

16 En misschien hebt u zich erover verwonderd, een paar minuten geleden, waarom het zo lang duurde voordat ik kwam. Mijn eerste plicht was, toen ik de nieuwe kerk binnenkwam, om een jonge man en vrouw te trouwen die in het kantoor stonden. Moge het er een beeld van zijn dat ik een getrouw prediker van Christus zal zijn om een bruid gereed te maken voor de plechtigheden van die dag.

17 En laten we nu doen zoals we het vroeger deden. Toen wij de eerste keer de kerk inwijdden was ik nog maar een jongeman; ik was misschien eenentwintig of tweeëntwintig jaar oud toen we de hoeksteen legden. Het was zelfs nog voordat ik was getrouwd. En ik heb altijd een plaats willen zien die correct in orde was, en God... voor God voor aanbidding (zie?), met Zijn volk. En dat kunnen we alleen doen – niet door een mooi gebouw – maar door een toegewijd leven; het is de enige wijze waarop wij dat kunnen doen.

18 En nu, voordat wij inwijden met een inwijdingsgebed, lezen we enige Schriftgedeelten, waarna we de kerk opnieuw aan God opdragen. En daarna heb ik een Evangelie-boodschap deze morgen om de basis te leggen voor mijn komende boodschap.

19 En vanavond wil ik het vijfde hoofdstuk van Openbaring nemen, wat de zeven gemeente-tijdperken en de zeven zegels met elkaar in verband brengt, waardoor ik... Daarna zullen we...

20 Maandagavond zal de ruiter op het witte paard zijn; dinsdagavond de ruiter op het zwarte paard en zo verder, de vier ruiters. En dan zal het zesde zegel worden geopend.

21 En dan zondagmorgen, aanstaande zondagmorgen, zullen we, zo de Here wil (we zullen dat later zien en het later aankondigen), misschien de komende zondagmorgen een gebedsdienst houden voor de zieken in het gebouw.

22 En dan zondagavond zullen we afsluiten met... Moge de Here ons helpen om het zevende zegel te openen, waarover we slechts een kort vers hebben, waar dit staat: "Er was een stilte in de hemel gedurende een half uur." Gedurende die stilte...

23 Nu, ik weet niet wat deze zegels betekenen. Ik ben met mijn kennis hierover evenzeer aan het einde gekomen als waarschijnlijk sommigen van u deze morgen. We hebben kerkelijke ideeën die mensen ons hebben aangeboden, maar die zullen het nooit raken. En indien u het zult begrijpen: het moet door inspiratie komen. Dat moet het zijn; God Zelf is de Enige Die het kan doen, het Lam.

     En vanavond hebben we het over dat boek van verlossing.

24 Nu, hierdoor kan ik... De reden dat ik geen gebedssamenkomsten heb aangekondigd voor de zieken enzovoorts, is, omdat ik bij enige vrienden verblijf waar ik elke minuut van mijn tijd gebruik om te studeren en te bidden. En u weet van het visioen dat ik kreeg net voordat ik wegging naar het westen, van die zeven engelen die kwamen aanvliegen; maar dat zult u spoedig beter begrijpen.

25 Dus nu we in het gebouw zijn, geloof ik dat wij behoren te weten hoe het hier hoort als het gebouw is ingewijd. (Of als we het over enige ogenblikken gaan opdragen voor de aanbidding van God.) We behoren het dan zo te houden.

     Wij behoren nooit te kopen of verkopen in het gebouw. We behoren nooit enige zaken te doen in deze gehoorzaal hier; dat behoort hierbinnen nooit gedaan te worden. Bijvoorbeeld dat u zou toestaan dat predikers binnenkomen en hier boeken en andere dingen verkopen. Het geeft niet wat het is; er zijn andere plaatsen waar dat gedaan kan worden. We behoren niet te kopen en te verkopen in het huis van onze Heer. Het behoort een plaats van aanbidding te zijn, heilig, toegewijd voor dat doel. Zie? Nu, Hij heeft ons een fijne plaats gegeven; laten we het toewijden aan Hem en ook onszelf daarbij aan Hem toewijden.

26 En nu mag dit misschien een beetje hard klinken, maar dit is geen plaats om visites af te leggen; het is een plaats van aanbidding. We behoren hierbinnen zelfs geen woord met elkaar te fluisteren, afgezien van aanbidding, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Zie? We behoren niet naar elkaar toe te lopen om te praten; we behoren nooit door het gebouw te rennen of onze kinderen door het gebouw te laten rennen.

     En we hebben dit zo gedaan, toen we niet lang geleden voelden dat we dit moesten doen, dat we het zo gebouwd hebben dat we overal rekening mee konden houden. Nu, we hebben dit hier opgezet... Want veel mensen zijn vreemden. De mensen van de Tabernakel weten dit, dat het gebouw zal worden toegewijd aan de dienst van de Almachtige.

     Laten wij daarom, als we onszelf toewijden, ons deze dingen herinneren wanneer wij dit heiligdom binnengaan: spreek niet tegen elkaar en aanbid God.

27 Als we elkaar willen bezoeken, dan zijn er plaatsen waar wij elkaar kunnen ontmoeten, maar laat het nooit een heen en weer geloop zijn, zodat je jezelf niet meer kunt horen denken, en als er anderen binnenkomen, weten ze gewoon niet wat ze moeten doen. Zie? Er is zoveel rumoer en dergelijke; het is gewoon menselijke...

     Ik heb het in andere gemeenten gezien waar het mij zo'n slecht gevoel bezorgde, omdat wij niet in het heiligdom van de Here komen om elkáár te ontmoeten, wij komen hier om God te aanbidden en gaan daarna naar onze huizen. Dit heiligdom is gewijd om te aanbidden. Als... Blijf buiten staan, bespreek alles wat u maar wilt zo lang het maar goed en heilig is; ga met elkaar naar huis; bezoek elkaar ergens anders. Maar wanneer u die deur binnenkomt, wees dan stil.

28 U komt hier om tot Hem te spreken (zie?), en om Hem terug te laten spreken tot u. De moeilijkheid is dat wij teveel spreken en te weinig luisteren. Wanneer wij hier dan binnenkomen, wacht dan op Hem.

29 Nu, in de oude Tabernakel... er is misschien niet één persoon aanwezig deze morgen die erbij was op de dag van de inwijding, toen majoor Ulrich de muziek speelde en ik hier achter drie kruisen stond om de plaats in te wijden. Ik stond niemand toe... De ordebewaarders stonden bij de deur om erop toe te zien dat niemand praatte. Wanneer je buiten klaar was met praten, dan kwam je binnen. Als je dat wilde, kon je zachtjes naar voren komen om daar stil te bidden. Dan ging je terug naar je plaats en opende je de Bijbel. Wat je buurman deed, was zijn zaak. Je had niets te zeggen. Als je met hem wilde praten, zei je: "Ik zal hem buiten wel ontmoeten. Ik ben hier om de Heer te aanbidden." Je las Zijn Woord of bleef stil zitten.

30 En wat de muziek betrof... Ik weet niet of zuster Gertie hier is deze morgen of niet, zuster Gibbs. De oude piano stond, geloof ik, daar achter in deze hoek, naar het beste van wat ik me kan herinneren. Dan speelde ze zachtjes Daar bij het kruis waar mijn Redder stierf; enige heel lieflijke zachte muziek, totdat de tijd kwam dat de dienst begon. Dan stond de zangleider op en leidde een paar geestelijke liederen, en als er dan een bijzondere solo was, dan werd die gezongen, maar nooit gewoon maar een hoop gedoe. Dan, als ik hoorde dat de muziek bleef spelen, wist ik dat het mijn tijd was om binnen te komen.

31 Wanneer een prediker een samenkomst binnenkomt van mensen die bidden in de zalving van de Geest, dan moet je van de hemel horen. Dat is gewoon alles. Dan is er geen manier om het weg te houden. Maar wanneer je binnenkomt in een verwarring, dan bent je zo verward, de Geest is bedroefd, en...

     Dat willen we niet, nee. Wij willen hier komen om te aanbidden. We hebben fijne huizen waar ik straks nog over wil spreken, waar we onze vrienden kunnen bezoeken en hen mee naartoe kunnen nemen. Maar dit is het huis van de Here.

32 Nu, er zijn kleine kinderen, kleine baby's. Nu, zij weten niet beter. Zij... De enige manier waarop zij kunnen krijgen wat zij willen, is er om huilen. En soms is het een beetje water, en soms hebben ze wat aandacht nodig. Daarom hebben we door de genade van God een kamer voor hen gereserveerd – hij werd op de lijst als een 'huilkamer' aangeduid – maar hij bevindt zich daar recht tegenover mij. Het is, anders gezegd, de kamer waar de moeders hun baby mee naartoe kunnen nemen.

33 Nu, ze hebben mij hier bij de preekstoel misschien nooit gestoord; misschien merk ik het zelfs helemaal niet als de zalving op mij is, maar er zijn anderen die in de buurt zitten die het wel stoort (zie?), en zij komen hier om de dienst te horen.

     Dus moeders, als uw kleine baby begint te huilen, kunt u dat niet helpen. Wel, het is beslist... U zou, behoort hem hier mee naartoe te nemen. Een echte moeder wil haar baby meenemen naar de gemeente, en dat is de zaak die u behoort te doen.

34 En we hebben daar een kamer voor u waar u elke hoek van het gebouw kunt zien, de gehele gehoorzaal, en er is daar een luidspreker die u harder en zachter kunt zetten, hoe u het maar wilt, met een klein toilet achterin, een wasbak, en alles wat gemakkelijk is voor de moeders. Met stoelen en dingen waar u iets op kunt zetten, een plaats om uw baby te verschonen als dat nodig is en alles is daar aanwezig. Het is allemaal voor elkaar.

35 En dan gebeurt het vaak dat tieners, en soms ook volwassenen, ertoe komen, weet u, dat jonge mensen briefjes gaan doorgeven of gekheid maken of zoiets in de kerk. Welnu, u bent oud genoeg om beter te weten dan dat. Zie? U zou beter moeten weten dan dat. Zie? U behoort hier niet te komen... Als u verwacht eens een echte man te zijn die een gezin opvoedt voor het Koninkrijk van God, begin er dan meteen in het begin mee (ziet u?), en handel juist en doe wat juist is. En nu, natuurlijk...

36 Nu, de deurwachters staan in de hoeken van het gebouw, enzovoort, en als er iets verkeerds aan de hand is, dan is de opdracht die zij gekregen hebben (en de beheerders zitten hier vooraan) om in geval dat iemand zich misdraagt, de persoon te vragen zich rustig te houden.

37 Als zij dan dat respect niet kunnen opbrengen, zou het beter zijn dat iemand anders op die plaats kon zitten, want er is iemand die het graag wil horen. Er is iemand voor dat doel gekomen om te horen, en dat is waarom wij hier zijn, om het Woord van de Here te horen. Want iedereen wil het horen, en wij willen dat het zo rustig mogelijk is, dat iedereen zo stil mogelijk is. Dat wil zeggen: geen pratende mensen en met van alles bezig zijn.

38 Natuurlijk, iemand is de Here aan het aanbidden; dat wordt van u verwacht. Dat is wat het zou moeten zijn; daarvoor bent u hier: om de Here te aanbidden. En als u voelt om God te prijzen of te jubelen, ga gewoon uw gang (zie?), want daarvoor bent u hier (zie?), om de Here te aanbidden op uw eigen wijze van aanbidding. Maar er is niemand die de Here zal aanbidden terwijl hij praat en briefjes doorgeeft, dan helpt u iemand anders uit de aanbidding van de Here te halen. Zie?

     We voelen dus dat dat verkeerd zou zijn, en we willen dat tot een regel maken in onze kerk, dat wil zeggen in onze samenkomst, dat dit gebouw, deze kerk zal zijn toegewijd aan het Koninkrijk Gods en aan de prediking van het Woord. Bid! Aanbid! Dat is de reden waarom u hier naartoe zou moeten komen, om te aanbidden. Vervolgens...

39 En dan nog iets, wat mensen in kerken gewoonlijk doen als de dienst voorbij is... Ik denk niet dat het hier zo is, omdat ik altijd weg ben (zie?); ik ben dan al weg.

40 Gewoonlijk, zelfs als ik in andere samenkomsten predik, komt de zalving en visioenen verschijnen, en dan raak ik uitgeput; ik ga dan weg de kamer in, en soms is het Billy of een van de mannen daar die me mee naar huis nemen om me een poosje te laten uitrusten totdat ik erover heen ben, want het is een erg grote inspanning.

41 Ik heb echter in andere kerken gezien dat de kinderen werd toegestaan om het hele heiligdom door te rennen, terwijl de volwassenen erbij staan en door de zaal heen naar elkaar roepen. Dat is een goede manier om de komende samenkomst van die avond of wanneer die ook is, te ruïneren. Zie?

42 Zodra de samenkomst afgelopen is, verlaat u de zaal. Uw aanbidding is dan voorbij. Ga dan naar buiten om met elkaar te spreken, of wat u anders ook wilt doen. Als u iets hebt wat u met iemand wilt bespreken, bijvoorbeeld om iemand te bezoeken, wel, gaat u dan gewoon mee naar hun huis of waar anders ook, maar handel het niet af in de gehoorzaal. Laten we die toewijden aan God. Zie? Dit is Zijn ontmoetingsplaats waar we Hem ontmoeten. Zie? En van het heiligdom gaat de wet uit, natuurlijk. En ik geloof dat dit onze hemelse Vader welbehaaglijk zou zijn.

43 En dan, wanneer u komt en u ontdekt dat er gaven openbaar beginnen te worden onder u... Nu, gewoonlijk zal... Ik vertrouw erop dat het hier nooit zo zal zijn. Maar wanneer mensen een nieuwe kerk hebben, dan is het eerste wat er gebeurt dat de gemeente stijf begint te worden. Zo moet u het nooit willen hebben. Per slot van rekening is dit een plaats van aanbidding. Dit is het huis des Heren. En als er geestelijke gaven onder u beginnen te komen...

44 Ik heb begrepen dat er, sinds ik ben vertrokken, mensen hierheen zijn verhuisd uit verschillende delen van het land om dit tot hun tehuis te maken. Ik ben dankbaar, God dankbaar, toen ik geloofde dat...

45 Die morgen bij de inwijding, toen ik als jongeman die hoeksteen daar legde, bad ik dat het zou blijven staan om de komst van Jezus Christus te zien. En toen ik dat deed, had ik duizenden dollars schuld en zij... Je kon een collecte ophalen in een samenkomst van deze omvang die dertig of veertig cent opbracht, en onze verplichtingen bedroegen ongeveer 150 tot 200 dollar per maand.

     Hoe zou ik dat ooit klaarspelen? Maar ik wist dat ik werkte, en ik zou het afbetalen. Ik... Het betekende zeventien jaar herder zijn zonder een cent te nemen, maar alles te geven wat ik zelf had, afgezien van het geld voor mijn levensonderhoud. En alles wat in die kleine kist kwam daar achterin was voor het Koninkrijk van God.

46 En mensen profeteerden en voorspelden dat dit binnen een jaar zou worden veranderd in een garage. Satan probeerde het een keer van ons weg te nemen door een ongeluk, in een bedrieglijke rechtszaak. Een man beweerde dat hij zijn voet had verwond terwijl hij eraan werkte. Daar liet hij het toen bij, maar later sprak hij ons er op aan en wilde beslag laten leggen op de Tabernakel. Wekenlang hield ik de wacht, maar ondanks al de misverstanden en de voorspellingen en wat men zei, staat ze er echter vandaag nog steeds als een van de mooiste gehoorzalen en de fijnste kerken die er in de Verenigde Staten zijn. Zo is het.

47 Van hieruit ging het Woord van de levende God de wereld rond (zie?), de wereld rond; en het heeft voortdurend z'n weg rondom de aardbol gevonden, tot elk land onder de hemel, voor zover wij weten, rond en rondom de wereld. Laten wij hier dankbaar voor zijn. Laten we dit waarderen.

48 En nu we een plaats hebben waar we in kunnen verblijven, een dak boven ons hoofd, een keurig en fijn kerkgebouw om in te zitten, laten we dan ook onszelf opnieuw opdragen voor de taak en onszelf toewijden aan Christus.

49 En broeder Neville, onze edele broeder en echte herder, dienstknecht van de levende God, houdt – zoveel als de man de Boodschap kent – eraan vast met heel zijn wezen. Dat is waar. Hij is een vriendelijk persoon; hij is alleen een beetje bevreesd, of niet bevreesd... ik bedoel dat niet, maar hij zo ontzettend vriendelijk, dat hij dingen gewoon niet uitspreekt. Weet u, hij zal nooit iets zeggen dat scherp en hard aankomt, zoals "Ga zitten!", of "Wees stil!" Ik heb dat gemerkt als ik achteraf naar de banden luisterde.

50 Maar het gebeurt nu zo dat ik dat kan doen, daarom wil ik dat u mijn woorden onthoudt. Ziet u? En dit wordt allemaal op de band opgenomen (zie?); alles wordt op geluidsband gezet. En laat alstublieft elke diaken op zijn post van plicht staan en bedenken dat u een opdracht van God hebt om die taak heilig te houden (zie?), en dat geldt voor elke beheerder evenzo. De voorganger moet naar voren brengen...

51 Het is niet de taak van de herder om dat te zeggen; dat is voor de beheerders... of ik bedoel de diakenen, want zij zijn de politie van de kerk. Dat wil zeggen, als jongelui buiten gaan claxonneren – en u weet hoe ze dat gewoonlijk doen – of zoiets waar samenkomsten zijn, of daar naar buiten gaan... Zeg dat een moeder haar dochter hierheen stuurt, maar ze gaat naar buiten met de een of andere afvallige knul en gaat buiten in de auto zitten, terwijl haar moeder denkt dat ze in de kerk zit, op die manier. Op zulke zaken behoort de diaken toe te zien. "Of je komt mee naar binnen en gaat daar zitten, of ik zal je in mijn auto zetten en je naar huis, naar je moeder brengen." Zie? U... u moet dat doen.

52 Bedenk dat liefde corrigerend is (zie?), altijd. Echte liefde wijst terecht. Daarom moet u in staat zijn correctie te verdragen. En de moeders weten nu dat daar een plaats is voor hun baby's. Jullie jonge kinderen weten wel beter dan rond te rennen door het gebouw. Zie? En zo weet u, volwassenen, heel goed dat u in de gehoorzaal niet behoort te spreken en uw conversatie voortzet. Zie? Doe dat niet; het is fout. Het behaagt God niet.

53 Jezus zei: "Er staat geschreven: Mijn huis zal gebouwd worden als een bedehuis, voor gebed, genaamd het bedehuis voor alle volkeren." En zij waren aan het kopen en verkopen, en Hij vlocht touwen en joeg de mensen de gehoorzaal uit. En wij willen in geen geval dat dat gebeurt in dit heiligdom hier. Laten we daarom onze levens, onze kerk, onze taken, onze dienst en alles wat we hebben, toewijden aan het Koninkrijk van God.

54 Welnu, ik wil enige Schriftgedeelten lezen voordat we tot het inwijdingsgebed overgaan. Maar het is slechts een her-inwijding, omdat de werkelijke inwijding dertig jaar geleden plaats vond. Nu... En dan, als wij dit Schriftgedeelte lezen en er een paar ogenblikken over spreken, vertrouw ik erop dat God Zijn zegeningen naar ons toe wil brengen.

55 En nu was er nog iets wat ik wilde gaan zeggen. Ja. Waar vroeger de bandrecorders stonden enzovoorts, hebben we daar nu een vaste kamer voor, voor degenen die bandopnamen willen maken. Er zijn speciale aansluitingen en zo daarbinnen die direct vanaf de hoofdmicrofoon komen.

     Er zijn kamers, kleding, alles voor de doopdienst.

56 En dan nog iets: er zijn veel mensen die altijd een beetje kwaad op mij zijn geweest (veel mensen die niet werkelijk de Schrift kennen), vanwege het feit dat we een crucifix in de kerk hebben. Ik herinner mij de keer dat hier iets over te doen was. Ik had drie kruisen, en een broeder was helemaal geschokt omdat hij vanuit een andere denominatie hoorde zeggen dat een crucifix 'Katholiek' betekende.

57 Dan zou ik willen dat een of andere geleerde of een wedergeboren Christen mij uitlegt waarom de Katholieken het alleenrecht hebben op het crucifix. Het crucifix van Christus symboliseert niet het Katholicisme; het symboliseert God, het Koninkrijk. Nu, 'heiligen' symboliseren het Katholicisme. Wij geloven dat er slechts één Middelaar is tussen God en mensen, en dat is Christus; maar Katholieken geloven in allerlei soorten middelaars: duizenden vrouwen en mannen enzovoort. Bijna elke goede Katholiek wordt, als hij sterft, een middelaar. Nu, het crucifix van Christus staat voor Jezus Christus.

58 Wist u dat de eerste Christenen, overeenkomstig de oude geschiedenis van de vroegere kerk, dat zij kruisen meedroegen op hun rug waar ze ook heengingen, om zich bekend te maken als Christenen? Nu, de Katholieken beweren dat zij dat waren. Natuurlijk zeggen zij dat ze de eersten waren, maar de Katholieke kerk was toen nog niet eens georganiseerd (zie?), maar Christenen droegen het kruis op... U hebt de uitdrukking 'Kruisdragers' wel eens gehoord. Betrekt u dat op Katholiek?

59 Het zijn de werkelijke Katholieken, de algemene Heilige Geest gemeente van de wereld, correct. Wij zijn de Katholieken, de oorspronkelijke Katholieken, de Bijbelgelovige Katholieken. Zie? Zij zijn de kerkelijke Katholieken, de organisatie. Wij zijn daar vrij van. Wij zijn de voortzetting van de leer van de apostelen. Wij zijn de voortzetting van de doop van de Heilige Geest en al die dingen waar de vroegere gemeente voor stond, en de Katholieke kerk heeft geen van deze dingen. Zie?

60 Ze hebben dit crucifix hier geplaatst dat werd meegebracht, dat werd gehakt uit olijfbomen waaronder Jezus heeft gebeden; er is jaren aan het crucifix gewerkt en het werd aan mij gegeven door broeder Arganbright, en ik wil het de Here opdragen, samen met deze kerk.

61 En hoe passend werd het daar opgehangen door iemand (ik weet niet wie het hier opgehangen heeft), aan mijn linkerkant: Hij vergaf de dief aan Zijn rechterzijde. Dat ben ik.

62 Nog een ander ding beeldt het uit: Hij werd afgebeeld met Zijn hoofd gebogen, zodat u Zijn lijden kunt zien. Iedereen die... Hij kijkt over het altaar en Hij verwacht u hier, zondaar. Hij zal op u neer kijken. Later zullen ze hier een klein lampje neerzetten, zodat wanneer de uitnodiging wordt gedaan, er een licht op zal schijnen, zodat wanneer de mensen hier zijn om te...

63 U zegt: "Waarom hebben wij dat nodig? Wij behoren geen beeld te hebben."

64 Wel, dezelfde God Die zei: "Gij zult u geen gesneden beelden maken", dezelfde God zei ook: "Gij zult twee cherubs maken en zij zullen elkaar aanraken met hun vleugels, en gij zult ze op het verzoendeksel plaatsen waar de mensen bidden."

     Ziet u, het kan niet begrepen worden. Zie?

65 Dus dat is geïnspireerd en direct op zijn juiste plaats gehangen, en ik ben zo dankbaar om diegene te zijn aan de rechterzijde. En ik vertrouw erop dat Hij me heeft vergeven, want ik... zover het werkelijk stelen betreft, heb ik dat zover ik weet nooit in mijn leven gedaan, maar ik heb Zijn tijd zodanig misbruikt dat ik op die manier wel gestolen heb. En ik heb vele dingen gedaan die ik niet had moeten doen, en ik ben God dankbaar deze morgen dat Hij mijn zonden vergeven heeft.

66 En nu wil ik uit het boek 1 Kronieken 17 lezen en even een minuut of vijf spreken over de opdrachtdienst, bidden, en daarna zullen we de boodschap ingaan. Nu, in 1 Kronieken, het zeventiende hoofdstuk.

     Het geschiedde nu, toen David in zijn huis woonde, dat David tot Nathan, de profeet, zeide: Zie, ik woon in een cederen huis, maar de ark van het verbond des HEEREN onder gordijnen.
     Toen zeide Nathan tot David: Doe alles, wat in uw hart is, want God is met u.
     Maar het geschiedde in die nacht, dat het woord Gods tot Nathan kwam, zeggende:
     Ga heen en zeg tot David, Mijn knecht: Alzo zegt de HEERE: Gij zult Mij geen huis bouwen, om in te wonen.
     Want Ik heb in geen huis gewoond van die dag af, dat Ik Israël heb opgevoerd tot deze dag toe; maar Ik ben gegaan van tent tot tent, en van tabernakel tot tabernakel.
     Overal, waar Ik gewandeld heb met geheel Israël, heb Ik wel een woord gesproken tot een van de richters van Israël, die Ik gebood Mijn volk te weiden, zeggende: Waarom bouwt gij Mij geen cederen huis?
     Nu dan, alzo zult gij zeggen tot Mijn knecht, tot David: Zo zegt de HEERE der heerscharen: Ik heb u van de schaapskooi genomen, van achter de schapen, opdat gij een voorganger over Mijn volk Israël zoudt zijn;
     En Ik ben met u geweest overal, waar gij heengegaan zijt, en Ik heb al uw vijanden uitgeroeid van voor uw aangezicht; en Ik heb u een naam gemaakt, gelijk de naam is der groten, die op de aarde zijn.

67 Ik zou hier willen zeggen over deze plaats, dat David hetzelfde zag als wat wij zagen. David zei: "Het is niet goed dat u mensen voor mij een huis van cederhout hebben gebouwd, terwijl de ark van het verbond van mijn God nog steeds onder tentkleden staat." (Dat waren huiden die aan elkaar waren genaaid van schapen en dieren.) Hij zei: "Het is niet recht dat ik een mooi huis heb, terwijl de ark van het verbond van mijn God in een tent verblijft." Dus legde God op zijn hart om een tabernakel te bouwen.

68 Maar hoewel David een man was met liefde en toewijding tot God, had hij toch teveel bloed gestort. Dus zei hij... David spreekt dit uit in de tegenwoordigheid van de profeet van dat tijdperk, hetwelk Nathan was, en Nathan, wetende dat God David liefhad, zei: "David, doe al wat in uw hart is, want God is met u." Wat een uitspraak! "Doe al wat in uw hart is, want God is met u." En in diezelfde nacht... om de toewijding van David te tonen voor de liefde van God.

69 En om dan te zien hoe diezelfde nacht, daar God wist dat hij fout was en niet kon worden toegestaan om het te doen, was God genadevol genoeg om neer te dalen en tot Nathan te spreken. En ik houd altijd van deze woorden: "Ga, spreek tot Nathan, Mijn..." Of: "Ga aan David, Mijn knecht, vertellen, dat Ik hem van de schaapskooi heb weggehaald." Eenvoudig... Hij was niets.

70 En ik zou dat hier graag even willen toepassen. "Ik nam u uit het niets en Ik... Ik gaf u een naam; u hebt een naam gekregen gelijk die van de groten der aarde." En ik zou dat op een vertrouwelijke manier willen toepassen, eenvoudig om iets duidelijk te maken. Ik dacht er aan, hoe...

71 Een paar jaar geleden stond ik hier in de stad, en niemand bekommerde zich om mij; niemand had mij lief. Ik hield van mensen maar niemand hield van mij, vanwege de achtergrond van de familie. Niet dat ik mijn dierbare moeder en vader minacht.

72 Wat zou ik graag hebben gehad dat mama was blijven leven zodat ze deze morgen dit heiligdom had binnen kunnen lopen. Misschien zal God velen van de oudgedienden die hun geld hebben gegeven om dit te helpen bouwen, toestaan om vanmorgen even over de leuning naar beneden te kijken.

73 Maar de familie Branham had geen erg goede naam hier in de buurt vanwege het drinken. Niemand wilde iets met mij te maken hebben. Ik herinner me dat ik mijn vrouw pas nog vertelde, dat ik mij goed kon herinneren dat ik niemand ertoe kon krijgen met mij te praten. Niemand bekommerde zich om mij, en nu moet ik mij verbergen om een beetje rust te krijgen.

74 En nu heeft de Here ons deze geweldige plaats gegeven en heeft Hij deze geweldige dingen gedaan. En Hij gaf mij, behalve een slechte naam, ook een naam zoals sommige van de grote mannen; en Hij heeft mijn vijanden afgesneden waar ik ook heenging. Er is nooit iets dat ertegen standgehouden heeft, waarheen het ook ging, maar... En hoe dankbaar ben ik daarvoor.

75 En hoe had ik dit ooit kunnen weten, toen ik als klein haveloos jongetje twee of drie blokken hier vandaan op de Ingramville school zat, waar ik het voorwerp van bespotting was voor de school omdat ik er zo haveloos bij liep en ik op een oude vijver schaatste? Hoe kon ik ooit weten dat diep onderin die vijver een zaad lag van een lelie die kon bloeien zoals nu gebeurt? En hoe had ik ooit kunnen weten, dat, terwijl niemand tegen mij sprak, Hij mij toch een naam zou geven die geëerd zou worden onder Zijn volk?

76 Maar nu werd David niet toegestaan om de tempel te bouwen. Hij kon hem niet bouwen. Maar Hij zei dit: "Ik zal uw zaad na u doen optreden en hij zal de tempel bouwen; en die tempel zal een eeuwige tempel zijn. En op uw Zoon, de Zoon van David, zal een eeuwig Koninkrijk rusten, waarover Hij heersen zal." Salomo, Davids natuurlijke zoon (van zijn natuurlijke kracht), bouwde een huis voor de Here, een tempel.

77 Maar toen het werkelijke Zaad van David kwam, de Zone Davids, vertelde Hij hun dat er een tijd zou komen dat er van deze tempel geen steen op de andere gelaten zou worden, maar Hij probeerde hen op een andere tempel te wijzen.

78 Johannes, de openbaarder, zag in het boek Openbaring, hoofdstuk 21, deze tabernakel. Hij zag de nieuwe tempel komen, afdalend van de hemel, getooid als een bruid die voor haar man was versierd, en een stem uit de tempel zei: "Zie, de tent van God is bij de mensen, en God zal bij hen wonen, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen. En er zal geen honger meer zijn, noch rouw, noch pijn of dood, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan."

79 Dan zal de ware Zoon van David (zoals wij zullen zien in deze lessen die nog komen deze week) tot Zijn tempel komen, de tempel Gods, de werkelijke tabernakel, waarvoor Hij nu is heengegaan om die te bouwen. Want Hij zei in Johannes 14: "In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen, en Ik zal gaan..." Wat bedoelde Hij daarmee? Het was reeds voorbestemd: "En Ik ga heen om u plaats te bereiden; en kom weer en zal u tot Mij nemen." En natuurlijk weten wij dat dit gebeuren zal in die geweldige tijd die komt. En het ware Zaad van David zal de troon innemen, hetwelk Jezus Christus is, en daar zal Hij over de gemeente regeren, evenals Zijn bruid in het huis met Hem, en over de twaalf stammen Israëls tot in alle eeuwigheid.

80 En deze kleine plaatsen... Zoals David de ware tabernakel van God niet kon bouwen omdat hij daarvoor niet was toebereid... Er was niets wat hij kon doen. Hij was een sterveling en had bloed vergoten. Zo is het vandaag met ons. Wij zijn niet toebereid om de ware tabernakel van God te bouwen. Er is er slechts Eén Die dat kan doen, en er wordt nu aan gebouwd.

81 Maar deze kleine Tabernakel is – evenals de tempel die Salomo voor Hem bouwde, en met al de andere – slechts een tijdelijke plaats van aanbidding, totdat de tijd komt dat de werkelijke tabernakel op de aarde zal worden opgericht en er overal onder de hemel gerechtigheid zal heersen, en er geen verdriet meer zal zijn. Er zullen geen begrafenisdiensten in die tabernakel worden gehouden. Er zullen geen huwelijken meer worden gesloten, want het huwelijk zal één groot huwelijksfeest zijn voor eeuwig. Wat een tijd zal dat zijn.

82 Maar laten we ons vandaag in ons hart voornemen – in gedachten houdend en wachtend op die komende tabernakel – dat wij onszelf door Zijn Geest zo zullen karakteriseren, dat wij op deze plaats zullen aanbidden alsof wij reeds in die andere plaats waren, wachtend op die plaats die komt.

83 Laten we nu opstaan, als ik de heilige Schrift lees. [Openbaring 21:1–3.]

     En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
     En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is.
     En ik hoorde een grote stem uit de hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.

     Laten we onze hoofden nu buigen.

84 Onze hemelse Vader, wij staan in ontzag. Wij staan met respect en met heilige eerbied. En wij vragen U, Here, om onze gave te aanvaarden omdat U ons genade hebt gegeven, geld om U een plaats van aanbidding te bereiden. Er is niets of geen enkel gebouw op de aarde dat waardig genoeg zou zijn als woonstede voor de Heilige Geest van God, maar wij bieden U dit aan als een teken van onze liefde en genegenheid jegens U, Here. En wij danken U voor alle dingen die U voor ons hebt gedaan.

85 En nu zijn het gebouw en de grond reeds lang geleden toegewijd aan de dienst; en wij danken U voor de herinneringen van wat er is geweest. En nu, Here God, het is zoals het visioen dat jaren geleden kwam en dit toonde, waarbij ik de oude gebouwen zag waar de mensen vroeger bijeen kwamen en dat die werden hersteld en vernieuwd, waarna ik werd teruggezonden over de rivier.

86 Nu, Here God, Schepper van hemel en aarde, wij staan als de mensen van Uw kudde. Wij staan als de... de mensen van Uw Koninkrijk, en met mijzelf, en de voorganger, en de gemeente, de mensen, dragen wij dit gebouw op aan de dienst van de almachtige God, door de Naam van Jezus Christus, Zijn Zoon, voor de dienst van God en voor eerbied en ontzag voor God. En mag het Evangelie zo van deze plaats uitgaan, dat de wereld van de vier hoeken van de aardbol zal komen om de heerlijkheid van God te zien die vanhier uitgaat. Zoals Gij in het verleden hebt gedaan, moge dat in de toekomst nog vele keren groter zijn.

87 Vader, wij dragen onszelf nu op met al wat in ons is aan de dienst aan het Woord. Here, de samenkomst en de mensen wijden zichzelf deze morgen toe aan het horen van het Woord. En wij als predikers wijden onszelf toe aan de prediking van het Woord, om aan te houden, gelegen of ongelegen, terechtwijzend, berispend met alle geduld, zoals het geschreven staat daar in de hoeksteen van dertig jaar geleden. U zei dat de tijd zou komen dat de mensen de gezonde leer niet zouden verdragen, maar zichzelf leraars zouden bijeenhalen van wie het gehoor verwend is, die zich van de Waarheid hebben afgekeerd tot verdichtselen.

     Here, omdat wij hebben geprobeerd de mensen het Woord voor te houden, mogen wij dan geïnspireerd worden en bekrachtigd met een dubbele ijver, Here, dat een dubbel deel van de Geest op de plaats mag vallen. Moge de Heilige Geest...

88 Zoals op de dag van de inwijding van de tempel, toen Salomo bad en de Heilige Geest in de vorm van de Vuurkolom en de wolkkolom aan de voorzijde binnenkwam, om de cherubs heenging, en in het heilige der heiligen ging en daar Zijn rustplaats vond.

     O God, Salomo zei: "Als Uw volk ergens in moeilijkheden is, en naar deze heilige plaats kijkt en bidt, hoort U dan van de hemel."

89 Here, moge de Heilige Geest deze morgen in elk hart komen, in elke toegewijde ziel die hierbinnen is. En de Bijbel zegt dat de heerlijkheid des Heren zo groot was, dat de predikers zelfs niet konden prediken vanwege de heerlijkheid Gods.

     O, Here God, laat het opnieuw gebeuren als wij onszelf aan U geven samen met de gemeente in toewijding voor dienst. En er staat geschreven: "Bid, en gij zult ontvangen."

90 En wij dragen onszelf deze morgen, met ons offer van de gemeente, aan U op voor dienst, voor het licht van de avondtijd, voor de lichten van de avondtijd, zodat wij troost en geloof kunnen brengen aan de mensen die wachten op het komen van de Bruidegom, om een bruid te kleden in het Evangelie van Christus om de Here Jezus te kunnen ontvangen. Dit dragen wij op, ikzelf, broeder Neville, en de samenkomst aan de dienst van God, in de Naam van Jezus Christus. Amen.

     U kunt gaan zitten.

91 David zei: "Ik was verheugd toen men tot mij zeide: 'Laten wij naar het huis des Heren gaan!'" En moge het te allen tijde met ons zo zijn, dat we, wanneer het wordt genoemd, verheugd zullen zijn om samen te komen in het huis van de Here. Amen.

92 Nu, na de kleine inwijdingsdienst heb ik nog een uur.

93 Maar blijf nu in gedachten houden waartoe wij werden opgedragen: tot eerbied, heiligheid, tot een stilzijn voor de Here; aanbidding voor de Here, en om zo eerbiedig mogelijk te zijn in het huis des Heren. En nu... En wanneer deze dienst geëindigd is, direct nadat de dienst ontbonden is, verlaat dan het gebouw (zie?), dan heeft de deurwachter tijd om binnen te komen en het schoon te maken voor de volgende keer, en het gereed te maken. Dan is er geen verwarring in het huis van de Here. En er zijn ongeveer...

     Ik vind dat u... dat de zaal verlaten zou moeten zijn ongeveer vijftien minuten nadat de dienst is afgelopen. Wees er zeker van vriendelijk te zijn; geef iedereen een hand en nodig iedereen uit om terug te komen.

94 En wij verwachten dat we nu deze komende week een van de plechtigste serie diensten zullen hebben die ooit in de Tabernakel gehouden zijn. Wij zien ernaar uit.

     Nu, er is iets wat nooit goed tot mij was doorgedrongen, tot heel laat gisteravond in de kleine uurtjes toen ik in gebed was; toen begon ik iets te zien. Daarom vertrouw ik dat dit een geweldige tijd zal zijn, waarvan ik geloof dat het dat zal zijn als de Here ons helpt. Nu, toen ik zei: "geweldige tijd"... Nu, ik zal daar deze morgen iets over gaan spreken.

     U weet dat wat mensen "geweldig" noemen soms niet geweldig is, maar wat God "geweldig" noemt, noemen mensen "dwaas"; en wat God "dwaas" noemt, noemen mensen "geweldig". Dus laat ons dat in gedachten houden. Weeg ieder woord.

95 Nu, de diensten zijn lang; ze zullen lang gaan duren, want het zijn zware diensten met veel onderwijzing, toewijding en ik...

96 In het huis waar ik verblijf, willen de mensen me gewoon allerlei voedsel geven, maar ik... Ze zeiden: "Wel, u heeft zoveel gewicht verloren, broeder Branham" en dat soort dingen, maar ik ben ook voortdurend in dienst geweest. Ik moet aanstaande zondagavond al weer meteen naar een andere samenkomst vertrekken in Mexico, dus is het gewoon zwaar. Maar ik probeer juist te vermijden om zoveel te eten om mijzelf voor te bereiden.

97 En ik ben verheugd deze morgen broeder Junior Jackson te zien en broeder Ruddell, en de verscheidene andere voorgangers enzovoort, die hier zitten. God zegene u allen.

98 Nu, ik wil tot u spreken deze morgen over een onderwerp waarover ik hier enkele aantekeningen heb opgeschreven. En ik wil eerst lezen uit het boek Jesaja, het drieënvijftigste hoofdstuk. Nu, terwijl u dat opslaat, zou ik graag een stuk of twee mededelingen doen.

99 Want vanavond zal ik spreken over dit boek om een overbrugging te maken tussen het laatste gemeente-tijdperk en de opening van de zegels. Daartussen bevindt zich namelijk een grote kloof.

100 En al eerder, toen ik eindigde met de gemeente-tijdperken, sprak ik direct daarop volgend over de zeventig weken van Daniël, omdat het er nauw op aansloot. En ik zei: "Nu, als ik ooit de zeven zegels neem, zal ik klaar moeten zijn met deze zeventig weken van Daniël teneinde de zegels erbij aan te laten sluiten, waarbij één ding open blijft." En dat was het vijfde hoofdstuk van het zevenmaal verzegelde boek, en dat zullen we vanavond nemen.

101 We willen proberen vroeg te beginnen vanavond. Wat als ik... U hebt het al genoemd, nietwaar, om vroeg te beginnen? [Broeder Neville zegt: "Ja." – Vert] Wat als we... Kan iedereen hier omstreeks zeven uur zijn? [De samenkomst zegt: "Amen."] Goed. Laten we de gewone dienst om half zeven beginnen, de zangdienst, dan zal ik hier tegen zeven uur zijn. En de hele week door zullen we vroeg beginnen. En wij... Nu, we komen...

102 Er is niemand die zoveel van zingen houdt als een Christen. Wij houden van zingen; we houden van die dingen.

103 Maar wij bevinden ons nu in iets anders. We zijn... we zijn in het Woord (zie?); laten we daarom... laten we precies daarbij blijven. Nu, we zullen... We zijn met onderwijzing bezig, en u kunt zich voorstellen wat een grote inspanning dit voor mij betekent (zie?), want als ik iets verkeerds leer, zal ik er verantwoording voor moeten afleggen. Zie? En daarom moet ik niet nemen wat iemand anders zegt; ik moet... het moet geïnspireerd zijn. En ik geloof dat de zeven engelen die deze zeven donderslagen vasthouden, het zullen toestaan. Zie?

104 En nu, in het drieënvijftigste hoofdstuk van Jesaja, de eerste twee verzen. Ik wil deze vraag stellen.

105 Nu, dit behoort helemaal niet bij de zeven zegels. Dit is een gewone boodschap, want ik wist dat ik een inwijdingsdienst moest houden; ik kon daar niet op ingaan omdat ik er geen tijd voor zou hebben. Maar ik dacht, dat als we een kleine inwijdingsdienst zouden houden, een kleine gedenkdienst voor deze kerk (of een kleine inwijdingsdienst liever gezegd), dat er dan geen tijd zou zijn om in te gaan op hetgeen ik wil zeggen (zie?), over deze opening van dit boek. Daarom zal ik dat vanavond doen. En dit is nu gewoon een kleine dienst die er echter precies in zal passen.

106 Luister dus naar ieder woord. Vat het. En als u het op geluidsbanden opneemt of wat ook, blijft u dan gewoon regelrecht bij deze banden-onderwijzing! Zeg niets dan wat er op de band staat. Zeg gewoon precies wat er op de band staat (zie?), want enkele van deze zaken... Wij zullen er hier nu heel wat van gaan begrijpen waarom het wordt misverstaan. Zie? En weest u er zeker van dat u precies zegt wat er op de band staat. Zeg niets anders (zie?), want ik zeg dat niet van mijzelf. Hij is het Die het zegt! Ziet u? En... Zo vaak komt er verwarring, omdat er mensen zullen opstaan die zeggen: "Wel, Die-en-die zei dat het dat-en-dat betekende." Laten we het gewoon zo laten zoals het is.

107 Zie, dat is de wijze waarop wij de Bijbel willen. Precies de wijze waarop de Bijbel het zegt, op die wijze willen wij het, precies zoals dat. Voeg er niet uw eigen uitleg aan toe. Het is reeds uitgelegd. Zie? Nu...

     Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm des HEEREN geopenbaard?

108 Laat mij het nu opnieuw lezen, aandachtig.

     Wie heeft onze prediking geloofd,... (vraag) en aan wie is de arm des HEEREN geopenbaard?

109 Met andere woorden: indien u onze prediking hebt geloofd, dan is de arm des Heren geopenbaard. Zie?

     Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm des HEEREN geopenbaard?

110 Nu wil ik ook nog lezen uit het Evangelie van Mattheüs, het elfde hoofdstuk van Mattheüs. Nu, breng uw papier en zo mee, omdat we steeds... Als u geen recorder heeft, breng dan uw papier mee zodat u het kunt vastleggen. Het elfde hoofdstuk van Mattheüs, de verzen 25 en 26, 11:26 en 27. Goed. Jezus spreekt in het gebed... Ik wil een beetje lezen wat voorafgaat. Laten we het vijfentwintigste en zesentwintigste vers nemen. 11:26–27. Goed. Jezus spreekt in gebed... Ik wil iets daarvoor beginnen. Laten we vers 25 en 26 nemen, wat ik geloof ik ook aankondigde, want ik had het hier in mijn Bijbel onderstreept.

     In die zelfde tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt ze de kinderkens geopenbaard.
     Ja, Vader! Want alzo is geweest het welbehagen voor U.

111 Let op deze twee Schriftgedeelten. "Wie heeft onze prediking gehoord? en aan wie is de arm des HEEREN geopenbaard?" Zelfs... Daarna dankte Jezus God, dat Hij de geheimenissen voor de wijzen en verstandigen verborgen had, en ze zou openbaren aan de kinderkens, degenen die zouden willen leren, want het scheen God goed toe om dat te doen. Nu, vanuit deze tekst, of...

112 Vanuit deze Schriftlezing wil ik de volgende tekst nemen: "God, Die Zichzelf verbergt in eenvoud, en Zich dan in hetzelfde openbaart." Nu, voor de banden blijf ik het herhalen. Voor de banden, ziet u, omdat zij het opnemen, Zie? God, Die Zichzelf verbergt in eenvoud, en Zich dan in hetzelfde openbaart.

113 Het is vreemd te bedenken hoe God zoiets kan doen. God zal Zichzelf verbergen in zoiets eenvoudigs dat het zal veroorzaken dat de wijzen het met een miljoen mijl zullen missen, en dan keert Hij Zich regelrecht om met het een of ander eenvoudig iets, in de eenvoud van Zijn manier van handelen, en openbaart Zichzelf daar weer doorheen.

     Ik dacht dat dit een tekst is die we zouden kunnen bestuderen voordat we ons begeven in de grote onderwijzingen over de zeven zegels. Velen missen Hem door de manier waarop Hij Zich openbaart.

114 Nu, de mensen hebben hun eigen ideeën over wat God behoorde te zijn en wat God zal gaan doen; en ik heb de oude uitspraak vaak aangehaald dat een mens altijd een mens blijft. De mens prijst God altijd voor wat Hij deed, en kijkt altijd vooruit naar wat Hij gaat doen, maar gaat voorbij aan wat Hij nu doet. Zie, zie?

     Dat is de manier waarop zij het missen. Zij kijken terug en zien welk groot ding Hij deed, maar zij falen om te zien welk eenvoudig werktuig Hij gebruikte om het te doen. Zie? En dan kijken ze vooruit en zien iets groots komen wat nog zal moeten gebeuren, terwijl het in negen van de tien keer al aan het gebeuren is om hen heen, maar het is zo simpel dat ze het niet herkennen. Zie?

115 Op een dag was er een man, hier in Utica... En als hier sommigen van zijn mensen zijn: ik zeg dit niet om hem op de een of andere radicale manier ten toon te stellen. Hij was een veteraan uit de Burgeroorlog, en ik geloof dat hij was... Ik weet niet aan welke zijde hij vocht, maar ik dacht dat hij bij de opstandelingen was. Maar hij was een ongelovige en hij beweerde dat er niet zoiets als God bestond. Hij woonde in Utica; zijn naam was Jim Dorsey. Velen van u zouden hem gekend kunnen hebben.

116 Hij heeft me menige watermeloen gegeven toen ik een kleine jongen was. Hij kweekte vroeger watermeloenen daar beneden bij de rivier, in de rivierbedding daar. En hij was nogal bevriend met mijn vader. Maar hij zei, dat er op een dag een van de grootste en buitengewoonste dingen tegen hem werd gezegd die hij ooit had gehoord, in tegenspraak (nu, ik was nog maar een kleine jongen in die dagen) al was het in tegenspraak met zijn geloof, wat had veroorzaakt dat hij wegliep, en zijn hoofd boog, en huilde. En ik heb begrepen dat door dit voorval deze man glorierijk bekeerd werd tot Christus op de leeftijd van ongeveer vijfentachtig jaar.

117 Hij vroeg op een dag aan een klein meisje dat van de zondagsschool kwam, waarom ze toch haar tijd verspilde met zoiets dergelijks te doen? Ze zei, omdat ze geloofde dat er een God was.

     En meneer Dorsey zei dat... Hij zei: "Kind, je hebt zo'n ongelijk om daarin te geloven."

118 Hij zei dat het meisje zich toen bukte en een kleine bloem plukte van de grond, de bloemblaadjes ervan aftrok en zei: "Meneer Dorsey, kunt u mij zeggen hoe dit leeft?"

119 Daar was het! Als hij was begonnen een uitweg te zoeken, had hij tegen het kind kunnen zeggen: "Wel, ze groeit in de aarde." Dan had zij de wedervraag kunnen stellen: "Waar kwam de aarde vandaan? Hoe kwam dat zaad hier? Hoe gebeurde dat?" En zo steeds maar verder teruggaand, totdat hij het zag. Zie?

120 Het zijn niet de grote betoverende dingen waar wij aan denken, maar het zijn de eenvoudige dingen waar God zo werkelijk in is; de eenvoud. Zo behaagt het God Zich te openbaren en Zich dan te verbergen, vervolgens om Zich te verbergen en Zich te openbaren in eenvoudige kleine dingen. Het gaat boven het menselijk verstand uit.

     Omdat... als u zou vragen: "Hoe zou een rechtvaardig God dat kunnen doen?"

121 Het is omdat de mens in den beginne zo werd gemaakt dat hij niet voor zichzelf hoefde op te komen. Een mens werd gemaakt om volkomen te vertrouwen op God. Dat is de reden waarom wij worden vergeleken met lammeren of schapen. Een schaap kan zichzelf niet leiden; hij moet een leider hebben; en de Heilige Geest wordt verondersteld ons te leiden. Op die wijze is de mens dus gemaakt.

122 En God maakte al Zijn werken zo eenvoudig dat de eenvoudigen het konden begrijpen. En God maakt Zichzelf eenvoudig met de eenvoudigen, ten einde begrepen te worden door de eenvoudigen. Met andere woorden, Hij zei in Jesaja 35, geloof ik, Hij zei: "Zelfs een dwaas zal daarin niet dwalen." Het is zo eenvoudig.

123 Omdat wij weten dat God zo groot is, verwachten wij van Hem dat Hij iets heel groots is, en daardoor missen we de eenvoudige dingen. Wij struikelen over eenvoud. Dat is hoe wij God missen, door te struikelen over eenvoud. God is zo eenvoudig dat de geleerden van deze dagen – en alle dagen – Hem met een miljoen mijl missen. Want door hun intellect weten ze dat er niets zo groot is als Hij, maar in Zijn openbaring maakt Hij het zo eenvoudig dat ze er volkomen overheen zien en het missen.

124 Nu, bestudeer dat. Bestudeer het allemaal. En u mensen die hier op bezoek bent, wanneer u teruggaat naar uw motelkamer, neem deze dingen en overpeins ze. We hebben niet de tijd er zo lang bij stil te staan als erbij stil gestaan zou moeten worden, maar ik wil dat u het doet als u naar uw hotel of motel bent gegaan, waar u ook verblijft, of thuis. Haal het nog eens bij elkaar en bestudeer het.

125 Ze missen Hem door de wijze waarop Hij Zich openbaart, want Hij is zo groot, toch verbergt Hij Zich in eenvoud om Zich bekend te maken aan de minsten. Zie? Probeer niet het grote te nemen, omdat Hij daar bovenuit gaat; maar luister naar de eenvoud van God, en dan vindt u God precies daar op die simpele wijze.

126 Hoog beschaafde wereldlijke wijsheid, opleiding, mist Hem altijd. Nu, ik ben niet hier... En ik weet dat hier onderwijzers zitten, er zitten er hier twee of drie die ik ken, en ik ben hier niet om tegen scholing en opleiding in te gaan, en om analfabetisme aan te moedigen. Daarvoor ben ik niet hier. Maar waar het om gaat is dit: de mensen hebben daar zoveel plaats voor ingeruimd, dat ze zijn... Zelfs in de seminaries en dergelijke missen zij precies datgene wat God vóór hen plaatst.

127 Dat is de reden waarom ik niet tegen broeders in denominaties ben, maar ik ben tegen het denominatiesysteem, omdat het probeert zichzelf te verheerlijken, en het probeert zijn predikers te onderrichten tot zo'n plaats dat ze, als ze niet de gepaste scholing en ontwikkeling hebben, aan de kant worden gezet; en ze moeten een psychiatrische test ondergaan enzovoort. Ik heb nooit geloofd dat het Gods wil was om een prediker te testen door middel van psychiatrie, maar om hem te testen door het Woord. Zie? Ja, het zou Gods manier zijn om Zijn mannen te testen die Hij uitzond om het Woord te hebben.

128 "Het Woord te prediken." Nu, vandaag prediken we filosofie; we prediken geloofsbelijdenissen en denominatiedom, en zoveel dingen, en verlaten het Woord, omdat ze zeggen dat het niet begrepen kan worden. Het kan wél begrepen worden. Hij beloofde het. Nu vragen wij Hem om dat te doen.

129 Nu zullen we hier enige ogenblikken nemen om een paar karakters door te nemen.

130 Laten we letten op de dagen van Noach. In Noachs dag zag God dat wereldse wijsheid zo benadrukt werd en gerespecteerd, dat Hij een eenvoudige Boodschap zond door een eenvoudig persoon om hun Zijn grootheid te laten zien.

131 Nu weten we, dat men beweert dat de beschaving in de dagen van Noach zo hoog en ontwikkeld was, dat wij in onze moderne beschaving dat punt nog nooit hebben bereikt.

     En ik geloof dat het uiteindelijk bereikt zal worden, omdat onze Heer zei: "Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." En Hij gaf daar enkele illustraties bij.

132 En daar in Egypte bouwden ze de piramide en de sfinx, en ze bouwden reusachtige dingen waarvoor wij vandaag niet het vermogen hebben om zoiets te bouwen. Zij hadden een balseming waarmee ze een lichaam konden balsemen waardoor het er zo natuurlijk uitzag dat het vandaag nog intact is. Wij kunnen vandaag geen mummie maken, wij hebben er de materialen niet voor om dat zo te maken. Zij hadden kleuren die zo goed bleven, gedurende vier- of vijfduizend jaar, dat het nog steeds dezelfde kleur blijft die het was. Zie? Vandaag hebben we zoiets dergelijks niet.

133 En vele grote dingen van die beschaving spreken van haar superioriteit over onze moderne beschaving. En daarom kunt u zich voorstellen dat, als ontwikkeling en wetenschap ons zulke grote tekenen hebben nagelaten, dat het zo'n grote beschaving moet zijn geweest – gezien deze gedenktekens – dat wetenschap en moderne beschaving en ontwikkeling een 'noodzaak' voor de mensen moet zijn geweest. Dat moet wel. Het moest zo zijn. Er was, lijkt mij, nauwelijks enig analfabetisme onder hen.

134 En toen God dat grote stelsel van die dag doorzocht, kon Hij misschien in hun systemen nergens de juiste soort man vinden totdat Hij een ongeletterde – misschien – boer vond, Noach genaamd, een schaapherder. En Hij gaf hem Zijn Boodschap om tot de mensen te prediken, die zo eenvoudig was, dat de hoog opgeleiden van die dag, dat de mensen struikelden over de eenvoud van de Boodschap.

     En toch was die Boodschap in de ogen van de wetenschap radicaal. Hoe kon er regen in de lucht zijn, als daarboven geen regen was? Zie? En dan de simpele boodschap om een ark te bouwen, om iets te bouwen om daar in te gaan, terwijl er geen water was waar ze op kon drijven; wel hij werd een fanatiekeling. En hij werd een... een... wat we zouden noemen (als u mij voor die hedendaagse uitdrukking wilt verontschuldigen), een zonderling.

135 En bijna al Gods mensen zijn zonderlingen (zie?), dat zijn ze. Ik ben blij één van hen te zijn. Daarom... Weet u, zij verschillen van de moderne trend van beschaving. Daarom worden zij raar, vreemd. Hij zei dat Zijn volk een bijzonder volk was (raar, vreemd), maar een geestelijk priesterschap, een koninklijke natie, die geestelijke offers aan God brengt: de vrucht van hun lippen die Zijn Naam prijzen. Wat een volk! Hij heeft hen.

136 En merk op wat een geweldige zaak dat geweest moet zijn in die tijd, dat de een of andere fanatiekeling in de kerk verschijnt, een fanaticus, die een Evangelie predikt dat schijnbaar helemaal buiten de gedachtegang van hun manier van geloven was. En de wetenschapsmensen... Wel, zij... het was gewoon te gek. Want ze konden wetenschappelijk bewijzen dat daar geen regen was.

137 Maar deze eenvoudige schaapherder geloofde dat als God zei dat het zou regenen, dat het zou regenen. Zie?

138 En daarom... Vergelijk dat eens met vandaag als iemand genezen wordt, dan zeggen ze: "Het is gewoon emotie", of: "Ik kan u wetenschappelijk bewijzen dat het kankergezwel, of de substantie, of die zaak er nog steeds is." Maar voor de eenvoudige gelovige is het verdwenen (zie?), want hij ziet niet op het aanwezige, hij ziet op de belofte, precies zoals Noach deed.

139 Ziet u het nu niet: "Zoals het was in de dagen van Noach, zó zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen."

140 Wetenschappelijk zou niemand... De dokter zou kunnen zeggen: "Kijk eens, uw knobbel zit daar nog steeds. Uw kanker blijft. Uw arm is even mismaakt als hij ooit was. U bent gek."

141 En onthoud: dat is diezelfde geest uit de dagen van Noach die zei: "Er is daarboven geen regen. Wij kunnen tot op de maan onze instrumenten afschieten, en er is daar geen regen." Maar als God zei dat daar regen zou zijn...

142 "Want geloof is de zekerheid der dingen die men hoopt, het bewijs der dingen die men niet ziet." En geloof vindt zijn uiteindelijke rustplaats op het Woord van God. Daar vindt het zijn rustplaats. Begrijpt u het? Zijn rustplaats is op Gods Woord.

143 Dat is waar Noach het op liet rusten: "God zei het." Dat maakte het vast. Nu, als u dan opnieuw opmerkt... En nu, Noach werd, door zoiets te geloven, een fanaticus.

144 En de mensen van vandaag die geloven in de doop van de Heilige Geest... Nu, de kerk zegt: "Deze mensen zijn fanatici. Het is gewoon een stelletje opgewerkte, emotionele, door paniek bevangen mensen." Maar hoe weinig weten zij ervan dat het Woord van God dat leert; het is een belofte.

145 En wat ze ook allemaal van Noach zeiden, dat die oude man niet goed bij zijn verstand was, dat hij wetenschappelijk fout was, en dat hij geestelijk niet in orde was; voor Noach was dit het Woord van de Heer. En Noach bleef erbij, maar de wijzen en verstandigen struikelden over de eenvoud ervan en verloren hun leven. Wat een berisping! Nu, dat geschiedde in die generatie.

146 Veel mensen zeggen: "Als ik toen geleefd had..." Nee, dan zou u dezelfde houding aangenomen hebben, omdat zich vandaag precies dezelfde zaak voordoet, al is het vandaag in een andere vorm, en ze struikelen er vandaag evenzeer over als toen.

147 Ongetwijfeld hadden ze in die dagen genoeg predikers, maar Noach was geïnspireerd door God. En Noach kon verder kijken en datgene zien wat zou gaan gebeuren, en weten dat God zo'n overspelige en verdorven generatie niet zou laten voortbestaan. Dus wat kunnen wij vandaag doen dan hetzelfde te zien: een modern Sodom en Gomorra. Zie? Verdorven, overspelige mensen die zo beschaafd zijn in hun geleerdheid dat zij struikelen over de eenvoud van Gods manifestatie van Zijn Wezen en Zijn Woord, Zijn Woord tonend.

148 Er is geen persoon in de wereld, Rosella, die... of iemand die kan zeggen dat wij niet onder ons het ware Woord van God gemanifesteerd zien worden. De ware belofte van de laatste dagen, de ware avondlichten die zouden schijnen, wij zijn bevoorrechte mensen om dat te zien. Terwijl het voor de hoog beschaafde wereld is verborgen...

     Jezus sprak tot God de Vader; Hij zei: "Het behaagde U om het voor hen te verbergen. Ja, Vader, U hebt het verborgen." Laat hen met hun wijsheid...

149 Ziet u, het was wijsheid die de bal aan het rollen bracht in die poel van zonde in het begin. Want Eva zocht wijsheid toen ze Satan ontmoette, en Satan gaf het aan haar (zie?), en wijsheid is in tegenspraak met het Woord.

     Ons wordt niet gevraagd om wijsheid te hebben; ons wordt gevraagd om geloof te hebben in wat reeds gesproken is. Begrijpt u het? Maar vandaag schaven de geleerden het op zo'n manier bij, en verplaatsen het, en voegen er hun eigen uitleg aan toe, hebben altijd... Zij doen vandaag hetzelfde. Het gaat gelijk op. Nu, mensen... Maar de...

150 Of, mensen misten het toen precies zoals ze het vandaag missen en het doen; dezelfde zaak. Zij doen dezelfde dingen. Want zij... want de reden dat zij het misten, was omdat ze te knap waren om het te geloven. Zie? Nu, de boodschap was zo eenvoudig dat de intelligenten te intelligent waren om de eenvoud van de boodschap te geloven. O my! God maakte het zo eenvoudig in Waarheid, dat de intelligenten en intellectuelen het misten om te zien, omdat het zo eenvoudig was. Wel, dat is wat de grootheid van God zo groot maakt, omdat Hij, Die de grootste is, Zich eenvoudig kan maken.

151 De mensen van tegenwoordig laten duidelijk zien dat ze niet van God zijn. Ze zijn groot en proberen nog groter te worden en zich groter voor te doen door zich de grote Bisschop, doctor heilige Paus, en van alles te laten noemen; zichzelf iets makend wat ze in wezen niet zijn. En God, Die zo groot is, vernedert Zich tot iets eenvoudigs. Eenvoud is grootheid.

152 Wij kunnen een straalvliegtuig bouwen; wij kunnen een raket afvuren om een projectiel in zijn baan te brengen, en wij kunnen al deze dingen doen. Ja. Maar we kunnen geen enkel grashalmpje bouwen. Amen! Wat zegt u daarvan? Maar in plaats van te proberen daar bij stil te staan en te zien hoe dat gras wordt gemaakt, en de waarachtige God te aanvaarden Die dat gras schiep, proberen wij een projectiel te bouwen dat eerder zal aankomen dan van iemand anders die er een kan bouwen. Zie?

153 Wij zijn zo knap en intellectueel in onze kerken, dat we een gebouw kunnen bouwen van een miljoen dollar, of een gebouw van tien miljoen dollar, maar toch... En we proberen een betere te bouwen dan de Methodisten; of de Baptisten bouwen een betere dan de Presbyterianen, en de Pinkstermensen zijn in de 'rattenrace' terecht gekomen. Maar de zaak waar het om draait is deze: wij zijn nog... wij zijn zo knap en zo vastgegroeid in onze gewoonten, dat we erin falen onszelf te vernederen om de God te herkennen Die daar in de kleine evangelisatiesamenkomst op de hoek is. Zie? Dat is juist. Wel, dat is... Wij struikelen in eenvoud. Dat hebben ze altijd gedaan.

154 Nu, zij... ze waren te knap om zo'n eenvoudige boodschap te geloven. Het was niet verfijnd genoeg voor hun wetenschappelijk onderzoek dat ze hadden. Het was niet... het was niet briljant, de boodschap was niet genoeg voor hun studieprogramma dat ze in die dag hadden. Zie? Ze hadden gestudeerd om te weten dat er een God was; en ze studeerden om te weten dat Hij groot was; en ze probeerden zich op te bouwen tot op Zijn niveau, terwijl de weg omhoog altijd naar beneden voert.

155 Welnu, wie weet of de noordpool het noorden is, of dat de zuidpool het noorden is? Of is de noordpool het zuiden en de zuidpool het noorden? Wat is boven en wat is beneden? We hangen in de ruimte. Wij zeggen: "De noordpool is boven", maar hoe weet u dat? De zuidpool zou het noorden kunnen zijn. Kijk, je weet het niet. Laten we dus onthouden, en dit Woord...

156 Zei: "Waar baseert u dat op, broeder Branham, dat boven beneden is?"

157 Op basis van het Woord van Jezus Christus. Hij zei: "Wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden, maar wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden", verlaagd worden. Dus in feite is boven beneden, en beneden is boven.

158 Zoals de oude heilige in Chicago vertelde, dat een man... Een zekere prediker van een bepaalde organisatie ging ergens heen waar enkele Pinkstermensen bijeen waren. Hij had al zijn intellectuele zaken goed op orde. En toen hij op de preekstoel kwam, gebruikte hij woorden waar de Pinkstermensen niets vanaf wisten. En toen hij daar stond, zag hij dat het niet overkwam bij de Pinkstermensen. En hij was naar boven gegaan met zijn borst vooruit; hij was de heilige doctor Zus-en-zo, weet u, van een bepaalde grote school daar in Chicago. En hij keek om zich heen, en die Pinkstermensen keken elkaar aan. Ze wisten niet eens waar hij het over had; hij was zo ontwikkeld, zo knap, briljant. Ze wisten niet...

159 Het was net zoiets als een bepaalde senator of man die onlangs meedeed aan de presidentsverkiezingen en verslagen werd. Tuck Coots vertelde mij, toen ik predikte op de begrafenis van mama Ford en vertelde over de opstanding, de garantie van de opstanding... Want zo zeker als de zon opkomt, zo zal ik opstaan. Zo zeker als het gras sterft in de herfst, en het blad van de boom afvalt, keert het weer terug. Wanneer de aarde zich herstelt in haar loopbaan, moet het weer opstaan.

160 Tuck zei: "Ik waardeerde die boodschap, Billy." Broeder Neville en ik zaten samen met hem in de auto, en ik zei: "Tuck..."

     Hij zei: "Ik waardeer uw boodschappen."

     Ik zei: "Tuck, ik heb geen opleiding genoten." Ik zei...

     Hij zei: "Dat is het goede deel ervan." Zie?

161 En ik... Hij zei... Hij was er gaan kijken... Wel, ik neem aan dat de man het mij wil vergeven; ik bedoel het niet zo, Adlai Stevenson, weet u. En hij zei dat hij hem vijftien minuten hoorde, en meneer Stevenson is zo'n briljante spreker – dat wordt hij tenminste verondersteld te zijn, weet u – maar Tuck zei (ik geloof dat hij een hogere school opleiding heeft), dat hij daar zat en in slaap viel. En hij zei dat hij in slaap viel nadat hij vijftien minuten naar hem geluisterd had. Hij zei: "Met een hogere school opleiding begreep ik amper enkele woorden van wat hij zei. Zó hoog verfijnd was het. Maar", zei hij, "u heeft mij nog nooit zien slapen in een van uw diensten, nietwaar, broeder Branham?"

162 Dus u ziet, het is de eenvoud ervan, gewoon eenvoudig. Daarin ligt God.

163 Nu, zij... ze waren in die dagen te knap om de bedoeling van Gods eenvoudige manier van dingen te doen te begrijpen. Het was niet beschaafd voor hen. Het moet beschaafd zijn. Het moet hoog glanzend zijn, anders missen zij het. Nu, maar de grote Jehova was verborgen in Zijn Woord, en Hij maakte Zich bekend aan de mensen die in Zijn Woord geloofden door hen te redden en een eenvoudige boodschap te laten gebeuren; door de eenvoudige boodschap van Noach liet God het gebeuren. Nu, let daarop.

164 Nu, merk op dat er in Mozes' dagen opnieuw een tijd van verlossing was.

165 Wanneer God op het punt staat om iets te doen om Zijn volk te bevrijden, zendt God een boodschap tot de mensen, en het is zo eenvoudig, zoals we ook zullen begrijpen bij het breken van deze zegels (dat was de reden waarom ik dit eerst breng), dat we zullen ontdekken dat het breken van die zegels zo eenvoudig is dat de knappe mensen het met een miljoen mijl zullen missen. Zie? Ik hoop dat God mij ervoor zalft. Zie, zie? Het gaat gewoon over hun hoofden heen. En dat is de reden waarom ik dacht dat deze boodschap vanochtend geschikt zou zijn om een fundament te leggen over de eenvoud van God (zie?), hoe God Zich verbergt in eenvoud.

166 Denkt u zich eens in, ze kunnen atomen splitsen en van alles doen, maar wanneer het op leven aankomt, kunnen ze zelfs niet vertellen waar het vandaan komt. God is verborgen in een eenvoudige grashalm. Ze kunnen een raket naar de maan afvuren en er een radarstation naar afschieten, of wat dan ook, maar toch kunnen ze het leven in een grashalm niet verklaren. Dat is waar. Kijk, het komt omdat het niet verklaard kan worden; het is zo eenvoudig, dat ze dat over het hoofd zien.

167 Maar kijk naar Mozes, in de dag dat God de kinderen Israëls zou gaan bevrijden overeenkomstig Zijn Woord... Wat deed Hij? Hij koos een eenvoudig gezin; we hebben geen geslachtsregister van hen. Kijk, het enige wat we van hem weten, is dat hij een zoon van Levi was (zie?), en daarom...En zijn vrouw... Een gewone, waarschijnlijk een moddersmeerder (zoals de wereld erover zou denken), die daar stenen maakte voor de vijand. Hij was slechts een gewone slaaf in Israël, maar God koos dat gezin om de bevrijder voort te brengen: slechts een gewone Joodse familie. Hij zocht nooit naar iets koninklijks en beroemds of zoiets, noch nam Hij een priester; Hij nam een normaal, gewoon gezin (zie?), eenvoud.

     Let op wat Hij toen deed. Hij liet een kind geboren worden, een eenvoudig menselijk wezen. Nooit nam Hij...

168 Hij had... Hij had er de zon toe kunnen bestemmen als Hij hen had willen bevrijden. Hij had de wind ertoe kunnen bestemmen om hen te bevrijden. Hij had een engel ertoe kunnen bestemmen om hen te bevrijden. O, halleluja. God kan doen wat Hij maar wil.

     "Wel, hoe weet u dat, broeder Branham?"

169 Omdat God Zijn programma niet zal verlaten. Dat is de reden dat wij weten dat het in deze dag eenvoudig moet zijn. Zie? Nu, Hij werkt altijd in eenvoud. Want God had in den beginne de zon het Evangelie kunnen laten prediken, of de winden het Evangelie laten prediken, of een engel het Evangelie laten prediken, maar Hij stelde de mens aan voor dat doel, en Hij verandert het nooit.

     Hij stelde nooit indivi-... Hij stelde nooit denominaties aan; Hij stelde nooit groepen mensen aan; Hij stelde de mens aan om het Evangelie te prediken; geen machinerie, geen mechanische toestellen, of een engelachtig wezen. Het was de mens.

170 En toen Hij ginds in die tijd bevrijding aan de mensen bracht, zond Hij een eenvoudig menselijk wezen, geboren uit een eenvoudig gezin, van onder een stel slaven. O my, wat een God is Hij, Die Zich in eenvoud ontvouwt.

171 Nu, let op. En Hij liet hem opleiden in wereldlijke wijsheid zodat hij kon falen, om hem te laten zien dat het geen wijsheid is waardoor wij ooit zullen worden bevrijd, maar dat het door geloof is dat we worden bevrijd. Hij liet hem daarin terecht komen en zo'n kennis vergaren dat hij de Egyptenaren wijsheid kon leren. Zo schrander was hij. God was met dat eenvoudige gezin, waar ze misschien niet eens hun naam konden schrijven.

     En Mozes kreeg de hoogste scholing die er was, met zo'n geweldige opleiding dat hij zijn leraars wijsheid kon leren. Hij kon de genieën onderwijzen! Ja. En God liet hem die weg gaan zodat Hij Zich in nederigheid kon bekend maken, om te laten zien dat wijsheid er niets mee te maken heeft; en Mozes faalde jammerlijk met al zijn genialiteit. Hij liet hem die weg gaan voor Zijn doel: zodat hij zou falen, en hij faalde ook, en hij viel.

172 Het was om aan te tonen dat het niet door kracht, niet door macht, niet door de wijsheid van Egypte, niet door de wijsheid van onze scholen, niet door de kracht van onze seminaries, niet door de aantallen van onze organisatie, niet door de kracht van ons wetenschappelijk onderwijs is, maar "door Mijn Geest, zegt God". Zijn wijsheid had afgedaan en was ten einde gekomen. Toen hij God daar ontmoette in die brandende struik, trok hij zijn schoenen uit en vernederde zich in ootmoed en vergat alles over zijn wijsheid.

173 God, Die verlossing bracht, moest hem in wijsheid onderwijzen om hem te laten vallen, om te tonen dat je niet op de arm van je eigen verstand of van wiens verstand ook kunt leunen. Liet hem vallen om hem Zíjn hand te tonen. Kunt u het zien? Gods opzet om zo te handelen, was om Zichzelf in nederigheid bekend te maken.

     En Hij stond toe dat Mozes tot de hoogste positie opklom zodat hij de volgende Farao kon zijn. Hij was een machtig generaal. Volgens de geschiedenis veroverde hij (Mozes zelf) de omliggende landen. Maar toen hij zich op het werk van de Here richtte met al zijn talenten, liet God hem een geweldige tuimeling maken, zodat Hij hem daarbuiten in de woestijn kon plaatsen en dat alles uit hem slaan, om daarna aan hem te verschijnen in nederigheid, om hem met een stok in zijn hand daarheen te sturen om het volk te bevrijden.

174 Toen hij het niet kon met een militaire opleiding, door een opleiding, door een wetenschappelijke opleiding, en door een militaire kracht – hij kon het niet – gaf Hij hem een oude kromme stok uit de woestijn, en daar deed hij het mee: God in nederigheid, eenvoud. God was in de stok en in Mozes. En zolang Mozes de stok had, had God hem, omdat God in Mozes was. Zeker.

175 Let op: "Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest." Maar door het eenvoudige geloof!

176 Mozes had een begrip dat hij de bevrijder zou zijn, door het onderwijs van zijn moeder. En hij oefende zich om het met militair geweld uit te voeren, maar dat faalde. Zie? Hij had het begrip; hij had de opleiding; maar dat werkte niet. Daarom moest hij alles vergeten en komen tot de eenvoudige zaak om God op Zijn Woord te nemen, en toen bevrijdde hij het volk. Beslist.

177 Door wat verlost God? Geloof in Zijn Woord. Het is altijd geweest... We zouden dat eens nader kunnen bezien als we tijd hadden. (We hebben nog maar ongeveer twintig minuten. We hadden...)

178 Wij zouden eens naar Kaïn en Abel kunnen kijken, hoe Kaïn probeerde God te behagen met wat schoonheid.

179 Nog een manier. Mensen denken dat grote, goedgeklede gemeenten, met een priester, met voorgangers in lange gewaden, koren in lange gewaden en al dat soort opsmuk, God behaagt.

     Kunt u zien waar het vandaan komt? Kaïn probeerde hetzelfde en hij bouwde een altaar voor zichzelf. Ongetwijfeld maakte hij het mooi.

180 En de man was oprecht. Hij aanbad. Hij dacht: "Zolang ik oprecht ben, maakt het niet uit." Het maakt wel uit. U kunt oprecht verkeerd zijn.

181 Kijk, hij bouwde dit altaar en deed nog meer, zoals er bloemen op schikken om het te versieren en legde er prachtig fruit op, en dacht: "Zeker zal een groot, heilig, rein en prachtig God dat offer aannemen." Maar kijk, hij deed het met zijn eigen wijsheid. Hij deed het door zijn eigen gedachten.

182 En dat is wat het vandaag is. Hij... hij... Zij doen het door hun eigen wijsheid, door hun scholing, door hun opleiding en de zedenleer die zij hebben geleerd.

183 Maar Abel offerde God door een openbaring, door geloof, een uitnemender offer. Er was niets reins aan te zien, menselijk gesproken: hij greep het kleine dier bij de nek, wikkelde een wijnrank om hem heen en trok hem mee naar dit altaar. Er was helemaal niets moois aan. Hij legde hem op het altaar en hakte op zijn kleine keel met een scherpe steen tot zijn bloed helemaal over hem heen vloeide; het blaatte terwijl het stierf. Het was vreselijk om aan te zien. Zie? Toch was het eenvoudig.

184 In alle eenvoud wist hij dat hij geboren was uit het bloed van zijn moeder en vader; geboren in het bloed van zijn moeder door het bloed van zijn vader, en dat het bloed was wat de val had veroorzaakt, daarom was het bloed wat het zou herstellen. Daarom offerde hij aan God een uitnemender offer, omdat het aan hem geopenbaard was.

185 En sommige broeders vandaag, die denken dat ze appels en peren aten... Het meest radicale zag ik onlangs in de krant. Ze zeggen nu dat ze bewezen hebben dat het geen appel was die Eva at, maar als ik het goed heb, beweren ze dat het een abrikoos was. Dus... O, ziet u waar die geest vandaan komt?

186 En ze zeiden dat Mozes nooit werkelijk door de Rode Zee trok, maar dat daar een heleboel riet was, een zee van riet, dat hij de kinderen Israëls door deze zee van riet leidde. Daar aan het einde van de zee groeit een grote massa riet, en Mozes stak wel de zee over, maar het was die zee van riet – gras, zoals biezen en dergelijke weet u – waar hij doorheen trok. Hoe belachelijk!

187 Als de Bijbel zegt dat "het water van rechts naar links vaneen werd gescheiden; en God veroorzaakte door een sterke oostenwind dat het water zich vaneen scheidde." Zie, zie?

188 Ze willen het op hun eigen manier proberen uit te dokteren, en op die wijze hebben ze altijd gefaald en zullen ze blijven falen. Weet u, al deze dingen!

189 En Kaïn was precies het type van de vleselijk gezinde mens van vandaag die uiterlijk religieus is. Hij wil iets aan de oppervlakte doen, maar hij is... hij gaat naar de kerk en zal heel veel dingen voor het gebouw doen.

     Er bestaat slechts één kerk, en daar voegt u zich niet bij.

190 Deze zijn loges. Zie? [Vereniging van vrijmetselaars – Vert] U treedt toe tot de Methodistenloge, de Baptistenloge, de Presbyteriaanse loge, de Pinksterloge.

     Maar u wordt geboren in de gemeente. Jazeker. Zie?

191 Deze zijn allemaal loges; het zijn geen kerken, het zijn loges. Er bestaat niet zoiets als Methodistenkerk of Pinksterkerk. Nee, zoiets bestaat niet. Nee, dat is helemaal fout. Zie? Ze zijn... Dat klopt. Het zijn loges waar mensen zich bij voegen.

192 Maar in de gemeente van de levende God word je geboren, en dat is het mystieke lichaam van Jezus Christus dat wordt gevormd.

193 Nu, maar het behaagde God Zijn geheim te openbaren aan Abel door eenvoudig geloof in het gestorte bloed. O, ik zou willen dat ik de tijd had om daar een ogenblik bij stil te staan.

194 Zie? Toch, Kaïn, met al zijn wijsheid, de schrandere man... O, zegt u: "Nu, broeder Branham, u zei dat hij... U probeert van hem een ontwikkeld genie te maken." Dat was hij. Hij was de knappe... Ga zijn... ga zijn nageslacht maar na. Kijk naar zijn kinderen. Het waren allemaal wetenschapsmensen en doctors en intelligente mensen, allemaal.

195 Maar als u de generatie van Seth volgt, dan ziet u dat dat nederige landlieden en boeren enzovoort waren, tot aan de vernietiging toe.

196 Maar Kaïns kinderen vormden de knappe, intellectuele groep. Zij konden zelfs... Ze konden er aanspraak op maken dat ze koper konden harden en metalen maken. Het waren bouwers en het waren knappe mannen.

197 Terwijl die anderen in tenten woonden, hun schapen hoedden en rustten op de beloften van God. Zie, zie? Ziet u wat het was? Nu, volg gewoon hun nakomelingen en zie of dit niet waar is. Zie? Zij rustten op de belofte van God.

198 Daarom werd Noach uitgekozen van onder dat soort mensen. Daarom werd Paulus uit zijn kudde genomen. Zie? Precies zo gebeurde het met John Wesley, Maarten Luther, en wie nog meer. Op dezelfde wijze bent u gekomen tot wat u vandaag bent (zie?), door dezelfde zaak: nederig genoeg om de eenvoudige belofte van God te geloven.

199 Nu, merk op. Het behaagde God om te identificeren... Nu, God zal altijd betuigen of iets al of niet de Waarheid is. Zie? Veel mensen proberen zichzelf een rol toe te delen in iets waar God een miljoen mijl bij vandaan blijft. Dat is waar. Maar als u God erop terug ziet komen en het zeggen, het bekrachtigt en zegt: "Dat is juist. Dat is juist. Dat is juist", dan weet u dat het waar is.

200 Nu, toen de offers op het altaar waren gelegd, weigerde God zijn intellectuele opvatting over God. Maar toen Hij Abel zag, die door eenvoudig geloof geloofde dat het geen appels of vruchten van het veld waren, maar dat het bloed was – door geloof geloofde hij het, door een openbaring van God – toen betuigde God Adam [Abel] door zijn offer aan te nemen. Zie?

201 Daar moeten we aan denken bij het bidden voor de zieken, of wat anders ook. Jezus zei: "Indien gij in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag wat u wilt, en het zal u geworden."

202 Nu, terwijl we hier nu doorgaan, snel nu, met nog ongeveer twintig minuten te gaan...

203 Let op. In Elia's tijd verkoos God om Zich te verbergen in een eenvoudige persoon. Nu, denk daar even aan. God koos... Dat was Zijn keuze. Herinner u, dat ze rabbi's hadden in die tijd, priesters en grote mannen. Zelfs koning Achab zelf was een Jood. Hij had grote mannen in het land in die dag, maar God verborg Zich in een eenvoudige man, geen geleerde, nee, geen vermaarde man van de wereld, een of ander groot militair genie of zoiets; nee, geen grote namen. We weten niet eens wie zijn vader en moeder waren. Wij weten niets over zijn afstamming: gewoon een eenvoudige boer ergens vandaan die opgegroeid was voor het doel om een profeet te zijn.

     God liet hem op zichzelf wonen in de woestijn. Het enige wat wij weten, is, dat hij plompverloren als uit het niets op het toneel verscheen, regelrecht naar binnen stapte en het hele kerkelijke systeem veroordeelde. My!

204 En weet u wat ze over hem dachten? "Van welke school kwam hij?" Zie? "Bij welke denominatie hoort hij? Hoort hij bij de Farizeeën of bij de Sadduceeën?", of welke richtingen zij nog meer hadden. Hij behoorde tot geen ervan, maar hij veroordeelde de hele zaak. Zie? God verkoos om dat te doen.

205 Maar een eenvoudige man, zonder ontwikkeling... We vinden nergens of hij ooit naar school ging; we weten niets over hem, gewoon een eenvoudige man; maar het behaagde God om Zich te verbergen in deze eenvoudige persoon. God, daar op de achtergrond bij deze eenvoudige man, verborgen in een menselijk wezen, kunt u dat bevatten?

206 God, Zich verbergend in een ongeletterde zonderling in de ogen van de wereld... Want, weet u, zij beschuldigden hem van van alles, zelfs dat hij een tovenaar zou zijn. Elia, alle profeten worden daar van beschuldigd, zie.

207 Zo werd Jezus ook beschuldigd er een te zijn. Ziet u? "Beëlzebul." En dat Hij gek was. Ze zeiden: "Wat, U bent gek. Ja, wij weten dat U een duivel hebt. U bent niet goed bij Uw hoofd." Zie?

208 Toen was het dat Hij hun vertelde dat wanneer dit in de laatste dagen zou komen, zij God zouden lasteren met zoiets te doen. Hij vergaf het ze, maar het zou in deze laatste dagen niet vergeven worden. Er moest voor betaald worden met eeuwige afscheiding; het zou nooit meer vergeven worden, noch in deze wereld noch in de komende wereld.

209 Maar Elia werd als een krankzinnige beschouwd. Kunt u zich hem voorstellen, hoe hij daar tegen in opstand kwam? De vrouwen knipten vermoedelijk allemaal hun haar af, precies zoals in deze moderne tijd, en verfden zich zoals Izebel, de 'first lady' van het land. En de predikers waren allen werelds geworden en zo. En wat gebeurde er toen? Toen kwam daar die oude Elia aan en veroordeelde de hele zaak, te beginnen bij Izebel.

210 "Wel," dachten ze, "we hoeven niet naar u te luisteren; we hebben herders."

211 Zeker hoefden ze dat niet te doen, maar hij was hun herder evengoed. Hij was Izebels voorganger. Zij wilde niet... De hare was misschien van een heel ander soort, maar God zond hem; hij was het. Zie? Hij was Gods gezonden herder voor haar. Zij haatte hem, maar hij was evengoed haar herder. Merk op.

212 En Elia vernederde zich zodanig, en bleef zo nauwgezet bij wat God had gezegd, dat het God behaagde om diezelfde geest van Elia te nemen en te beloven dat Hij deze nog drie keer onderweg zou inzetten. Zie? Amen! En Hij deed het. Amen! Zeker deed Hij het. Zeker. Hij beloofde het dat die zou komen. En hij kwam op Elisa, zijn opvolger, daarna op Johannes de Doper, en volgens Maleachi 4 wordt verondersteld dat hij hier opnieuw zal zijn in de laatste dag. Zie?

213 God hield van die geest die op die eenvoudige, onontwikkelde bosbewoner van daar ergens in de bossen rustte. Hij was zo gehoorzaam aan Zijn Woord dat Hij kon zeggen: "Elia, doe dit", en Elia zou het doen. En God verborg Zich daarin, in zo'n eenvoud!

214 Allemaal vertelden ze hem: "Die oude gek. Blijf bij hem uit de buurt vandaan", enzovoort.

215 Maar op een dag toen hij oud geworden was – zijn hoofd was kaal en zijn bakkebaarden hingen naar beneden, grijs; het weinige haar dat hij had, hing over zijn schouders; van zijn magere dunne armen zwabberde het vlees heen en weer – kwam hij de weg naar Samaria aflopen. Zijn ogen zagen op naar de hemel; hij had een knoestige stok in zijn hand. Hij was weinig indrukwekkend om aan te zien, maar hij had ZO SPREEKT DE HERE voor die dag.

     Hij stamelde er niet mee. Hij stotterde niet. Hij zei niet: "Wel, grote Achab..." Hij kwam binnenlopen en zei: "Zelfs geen dauw zal er van de hemel vallen totdat ik erom roep." Halleluja. God had zijn eenvoud geëerd.

216 Nu, ziet u, hoewel het op de eenvoudige wijze kwam en iedereen tegen hem was; iedereen zijn bloed wel kon drinken... Heel het predikersgenootschap en al het andere kon zijn bloed wel drinken (dat is waar), en ze probeerden op allerlei manieren van hem af te komen. Maar in die eenvoud – hoewel ze niet met hem samenwerkten in zijn campagnes en wat zij nog meer hadden, en iedereen hem een zonderling vond – was dat het waarin God Zich verborg.

217 Maar toen de tijd kwam dat dat zaad dat geplant was rijp moest worden, toen manifesteerde God Zich door vuur uit de hemel te zenden dat het offer verteerde. God verborg Zich in eenvoud en openbaarde Zich opnieuw. Zie? Zeker. Het behaagde God om dat te doen. Hij heeft het altijd op die wijze gedaan. Jazeker. Nu, we ontdekken dat Hij deze dingen beloofde.

218 De moeilijkheid vandaag is bij zovelen van ons mensen, dat we zo seminarie-achtig en zo kerkgericht willen worden, weet u, zo ingesteld op ontwikkeling, dat God ons niet kan gebruiken. God kan een man een aanzet geven om iets te doen en hem een bediening geven. Het eerste wat je ziet gebeuren, is dat hij aandacht zal schenken aan wat anderen zeggen. En, weet u, het eerste wat er gebeurt, is dat hij volkomen verwikkeld zal raken in een hele hoop gedoe, met als gevolg dat God Zijn hand van hem aftrekt en hem laat zitten. Zie, zie?

219 En dan zal Hij proberen voor Zichzelf een andere man te vinden die het zal doen. Zie? Hij moet iets vinden dat Zijn Woord zal nemen, dat de Goddelijke openbaring zal nemen en er niet mee zal manoeuvreren, maar precies daar op dat Woord zal blijven staan. Op die manier doet Hij het. Zo heeft Hij het altijd gedaan.

220 Dus wanneer iemand zo ontwikkeld en knap wordt dat hij probeert zijn eigen uitleg aan het Woord te geven... Zoals sommigen zeggen: "De doop van de Heilige Geest? O, dat was voor een andere tijd." Maar als ze niet... "Wel, het was niet voor een andere dag, maar ik zeg u, dat het niet meer komt zoals vroeger op de Pinksterdag. Wij ontvingen de Heilige Geest toen we tot geloof kwamen." En al dat soort dingen. Ziet u?

     En wanneer je spreekt over de doop in de Naam van Jezus Christus, omdat de Bijbel het zo leert, dan zeggen ze: "Goed, maar het seminarie zegt, en Zus-en-zo zegt..." Dat is compromissen sluiten. Zie? Zo iemand kan God niet gebruiken. Zie?

221 Hij kan toelaten dat een man door het hele land heen wordt bestreden, en dat de man wordt weggejaagd en uitgelachen en bespot, en al het andere, maar wanneer de echte ontmaskering komt, staat God op en betuigt Zichzelf weer in precies dezelfde eenvoud.

222 Verrijst zoals de bloem; het zaad ziet eruit alsof het met hem gedaan is; het sterft en valt in de aarde. Graaf het zaadje op en het is verrot en ziet er verschrikkelijk uit, maar daaruit ontspringt leven dat weer een andere bloem voortbrengt.

223 God in eenvoud. Hij doet hetzelfde. De weg omhoog voert altijd naar beneden. Verootmoedig u. Zeg nooit: "Wel, ik heb dit en dat." U heeft niets. Onthoud alleen, als u de genade van God hebt, dat u er gewoon dankbaar voor bent, en dat u nederig blijft. Blijf u gewoon vernederen.

224 Nu moet ik me gaan haasten vanwege de klok. Ik wil u niet te lang vasthouden omdat ik u niet wil vermoeien. Zie? We hebben nog een lange tijd vóór ons gedurende deze week.

225 Nu. En nu ontdekken we dat mensen zo knap en ontwikkeld worden.

226 Maar nu wil ik u een ander tonen. Die ander slaat zo door naar de andere kant, dat ze fanatiek worden in hun poging religieus te zijn. Nu, we weten dat we die groep hebben. Zie? Zij slaan door naar de andere kant.

227 In dat opzicht verschil ik ook van mening met de groep broeders die niet lang geleden hier weggingen van de weg des lichts. Zij konden de buitengewone verschijnselen gewoon niet zien gebeuren tenzij zij voor zichzelf een groep vormden. Daarom kwamen ze bijeen in Canada en verzamelden een groep mensen waar ze onder elkaar profeten en apostelen zouden gaan uitroepen en dergelijke dingen, maar het stortte volkomen in elkaar. Zie? En dat zal altijd gebeuren. Zie?

     Zij worden... Zij hebben het gevoel dat ze zijn... Ze weten niet... Zij veroordelen de andere zaken en dingen zózeer, dat ze precies de andere kant opgaan. Zie?

228 Er is één kant die hogelijk intellectueel is, koud en onverschillig; daar ontkennen ze alles; en de anderen gaan de tegenovergestelde richting op, aan die andere kant is een radicale, emotionele groep die het Woord ontkent.

229 Maar de echte ware gemeente blijft precies op het midden van de weg. Nu, als u oplet, het moet de Bijbelse kennis zijn van wat God heeft gesproken, en het is geestelijk genoeg om een warm hart te hebben, en het is gewoon een weg. Jesaja zei dat het zo zou zijn. Hij zei: "Er zal een verheven baan zijn."

230 En de gezegende, heilige, dierbare vrienden van de Nazarener-kerk, een machtige kleine beweging die God begon... Maar waar zijn zij nu aan toe? Toen God in tongentaal begon te spreken in de gemeente, waren ze zo religieus en zo verstard in hun eigen mening dat ze het van de duivel noemden, en u ziet wat er met hen gebeurd is. Zie, zie? "En hoe heiliger je kunt zijn..." En zo ontdekken we dat al deze dingen tot zaad worden en gelijk uitsterven. Zie? En de andere kant...

231 Nu, de ene kant wordt fanatiek; de andere kant wordt koud en stijf.

     Nu, Jesaja zei: "Er zal een verheven baan zijn."

232 En de Nazareners en vele anderen van de heiligheids-mensen zeiden altijd: "De gezegende verheven baan. God zij geprezen; wij wandelen langs de oude verheven baan." Maar bedenk, dat was niet precies wat hij zei.

233 Hij zei: "Er zal aldaar een verheven baan zijn en..." ('en' is een verbindingswoord) "...en een weg", welke niet 'de verheven baan der heiligheid' genoemd zal worden, maar de 'heilige weg'.

234 Nu, een verheven baan der heiligheid... Mensen proberen zichzelf heilig te maken. En als u dat doet, is het zoals ik al eerder zei, het is als een... Het zou zijn alsof een buizerd probeert duivenveren in zichzelf te steken teneinde een duif te worden, terwijl zijn natuur nog steeds die van een buizerd is. Zie? Kijk, het is... Het zou zijn als een kraai die probeert duivenveren of pauwenveren in zich te steken en dan zegt: "Ziet u wat een prachtige vogel ik ben?" Kijk, dat is iets wat gefabriceerd is.

235 Maar een pauw hoeft zich geen zorgen te maken of hij pauwenveren zal krijgen of niet. De duif hoeft zich geen zorgen te maken of hij duivenveren zal krijgen of niet. Zolang zijn natuur die van een duif is, zal hij duivenveren hebben.

236 En kijk, de heiligheidsmensen beginnen te zeggen: "De vrouwen moeten lang haar dragen en lange mouwen", en al deze dingen, "en lange rokken, geen trouwringen meer, of welke andere sieraden ook." Kijk, het wordt een eigengerechtige heiligheid. Zie, zie? Dat is... dat is gefabriceerde heiligheid. Maar de echte gemeente van de levende God is... het is...

     Kijk wat er gebeurd is met de denominaties. Nu, ze hebben allemaal kortgeknipt haar zoals de Pinkstermensen enzovoort, en ze dragen bijna allemaal ringen enzovoort .

     Kijk naar de Pinkstermensen hoe ze daar jaren geleden op hamerden. Zie? "Maar wij, de gemeente, wij, de gemeente..."

237 De gemeente is Christus' lichaam. Het is een individu onder andere individuen die geboren is in het Koninkrijk van God. Dat komt van de binnenkant vandaan. Het wordt automatisch geleefd.

238 U vraagt het schaap niet om wol te dragen of wol te fabriceren, bedoel ik. De schapen hoeven geen wol te fabriceren. Zou hij zeggen: "Nu, mijn meester wil dat ik wat wol heb van 't jaar, het wordt tijd dat ik aan de gang ga." Nee, het enige wat hij moet doen, is gewoon een schaap blijven. Zo is het. De wol zal automatisch... het zal... hij zal het dragen omdat...

239 En ons wordt niet gevraagd vruchten te fabriceren; we worden verondersteld vruchten te produceren (zie?), vruchten te dragen. Zie? Er wordt verondersteld dat we vruchten dragen. En zolang u een vruchtboom van God bent met Gods Woord, zal Gods Woord Zichzelf betuigen. Hij zal vruchten dragen zolang het Woord erin is.

     Jezus zei: "Indien gij in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag wat u wilt, en het zal worden gedaan." Ziet u het? U fabriceert het niet. U werkt uzelf niet omhoog; het is er in feite al. En het blijft steeds maar doorgaan.

240 Nu, laten we nu even opschieten; nog een paar minuten en dan zullen we sluiten.

241 Nu, er zijn er die zover gaan dat ze fanatiek worden en doorslaan naar de andere kant. En ze denken dat als ze op en neer springen of een bepaalde sensatie of emotie krijgen, in tongen spreken of een profetie uitspreken die toevallig juist is of zoiets, daardoor denken zij dat dit het is, dat zij het hebben, maar dat is niet zo.

242 Jezus zei: "Velen zullen in die dag tot Mij komen en zeggen: 'Here, heb ik niet in Uw Naam geprofeteerd; in Uw Naam vele werken gedaan en boze geesten uitgedreven?'" Hij zegt: "Ga weg, Ik heb u nooit gekend." Zie? Dat is het niet. Dat is het niet, vriend.

243 Dat is de reden dat spreken in tongen als bewijs... Ik geloof in spreken in tongen, maar ik neem het niet als het enige bewijs van de Heilige Geest. O nee. De vrucht van de Geest is het bewijs. Zie? En nu...

     Ziet u, dat is de reden dat ik hierin van mening verschil met de beweging van de Pinksterbroeders, omdat zij het zo zeggen: "Als iemand in tongen spreekt, heeft hij de Heilige Geest." Ik ben het daar niet mee eens. Dat is geen teken dat hij de Heilige Geest heeft. Zie?

244 Ik heb duivels in tongen horen spreken zo snel als ze maar konden, bloed drinkend uit een menselijke schedel, onder aanroeping van de duivel.

245 Ik heb Indianen slangen zien opnemen en die om zich heen zien wikkelen in de regendans daarginds in Arizona, terwijl ze zo, met hun handen opgeheven, rond renden. De toverdokter kwam eraan, en doorstak zichzelf, legde een potlood neer en dat potlood schreef in onbekende tongen en hij gaf de uitleg. Dus, zie? Daar hoeft u dus bij mij niet mee aan te komen. Daar ben ik te oud voor. Zie?

246 Dus de vrucht van de Geest is het... Jezus zei: "Aan hun vruchten (geen tongen of emoties, maar) aan hun vruchten zult gij hen kennen." Het is dus de vrucht van de Geest.

     Het is God Die Zich ontvouwt in nederigheid, lieflijkheid, en elke dag hetzelfde. Er is iets met iemand die precies bij het Woord blijft; elke keer dat hij het Woord ziet, bekrachtigt hij het met een "Amen", ongeacht wat de andere mensen zeggen. Dat wil zeggen, hij gelooft het, ziet u? Goed. Zie?

247 Maar vervolgens gaan wij wel zover dat we ons verlaten op iets fanatieks... En dan komt Satan onder de mensen. Dat is Satans zaak, en hij is een goede zakenman. Hij komt onder de mensen om hen te laten geloven dat ze het hebben alleen omdat ze op en neer kunnen springen. En dan uw naaste haten? Nee, ziet u? Om dingen te zeggen en wonderbaar in tongen te spreken en dat soort dingen...

248 En onthoud, u kunt in echte Heilige Geest tongen spreken en nog steeds niet de Heilige Geest hebben. De Bijbel zegt het. "Al ware het dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, dan baatte het mij niet. Ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal." 1 Korinthe 13. Zie? Dus doet u dat niet. Zie?

249 De Methodisten zeiden: "Toen we jubelden, hadden we het", maar ze hadden het niet. De Nazareners zeiden dat ze het hadden als ze heilig leefden, maar ze hadden het niet. De Pinkstermensen zeiden: "Wij spreken in tongen; wij hebben het", maar ze hadden het niet. Zie, zie?

250 God ontvouwt Zich niet in gevoelens, nee, dat is... hoewel er zeker gevoelens mee samengaan. Ziet u waar het om gaat? Hij maakt het gewoon zo eenvoudig dat iedereen het kan zien, als u tenminste niet probeert uw eigen verstand erin te plaatsen (zie?), uw eigen gedachten erin te injecteren. Het is God.

251 Nu, en dan worden ze een stel fanatiekelingen. Dan staan hier aan de ene kant degenen die koud en formeel zijn; hier aan de andere kant staan de fanatici, en hier gaat de bruid rechtdoor door dit alles heen, van beide kanten eruit roepend. Dat is precies God Die het betuigt terwijl Hij verdergaat: het Woord.

252 Nu, o, ik moet hier wat van overslaan, want ik heb hier teveel, en ik heb... Mijn tijd is op. Ik zal nu zo snel opschieten als ik maar kan.

253 Sinds Eden, vanaf Eden is het gekomen, werd er geprofeteerd dat er een Messias zou komen; helemaal vanaf Eden.

254 Nu, ik zal enige van mijn Schriftgedeelten en notities die ik hier opgeschreven heb, overslaan om de boodschap op tijd af te krijgen, als ik kan. God, Zich verbergend in eenvoud... Nu, ik zal snel praten, maar toch wil ik dat u dit vat. Zie?

255 Sinds Eden is het geprofeteerd dat er een Messias zou komen. Het was voorzegd wat voor een Persoon Hij zou zijn. We zouden daar lang bij stil kunnen staan. U kent de Bijbel, wat Hij zou zijn, wat voor een Persoon Hij zou zijn.

     Mozes had gezegd: "De Here, uw God, zal u een profeet verwekken zoals ik." Zij wisten dat die Messias een profeet zou zijn, dat soort bediening zou Hij moeten hebben. Al de profeten spraken ervan wat Hij zou doen.

     Zij spraken ervan in symbolen, maar het ging regelrecht over hun hoofd heen, en bij de overige ging het regelrecht onder hen door. Zie, zie? Bij de een er overheen, bij de ander er onderdoor. Zie?

256 Tegen de tijd dat Hij op het toneel van de tijd verscheen, hadden de mensen tot wie Hij gezonden was hun eigen uitleg over wat Hij zou zijn in hun eigen ingebeelde uitleggingen.

257 De Bijbel is nooit veranderd. De Bijbel is altijd hetzelfde. Dat is de reden dat ik zeg wat de Schrift zegt, en ik blijf bij: "De Bijbel staat geen eigenmachtige uitlegging toe."

258 Dus, Methodisten, Baptisten, Pinkstermensen, probeer er niet uw eigen uitleg aan toe te voegen, door te zeggen: "Het betekent niet dat; het betekent dit."

259 Het betekent gewoon wat er staat, precies dat. Iemand zei: "Hoe kan dit... Ik begrijp niet hoe dat kan." Het is niet aan mij om dat uit te leggen; God zal daar voor zorgdragen. Hij is Degene Die het heeft gezegd, niet ik (zie?), en Hij zal voor het Zijne zorgdragen.

260 Maar nu, deze Messias was voorzegd. De profeten vertelden helemaal precies hoe Hij zou komen, en wat Hij zou doen als Hij kwam, maar hun eigenmachtige uitlegging ervan onder de mensen... En toen Hij kwam, was het op zulk een eenvoudige wijze in eenvoud, dat de hele kerk erover struikelde. Is dat juist? Deze mannen die onderwezen waren...

261 Een man kon geen leraar of priester zijn, tenzij hij geboren was uit een bepaald geslacht, dat van Levi. En stelt u zich voor, zijn bet-over-over-over-over-overgrootvader was een priester, die precies in overeenstemming met dat Woord dag en nacht in de tempel was.

262 Zoals de Katholieke priester, of de prediker die een prediker is via opvolging en generaties lang bepaalde kerken enzovoort dient. "Mijn over-overgrootvader was een Methodisten-bisschop", "Mijn grootvader was een bisschop", enzovoort. Zie?

263 Allen leefden precies in het Woord, maar ze hadden er hun eigen opvattingen over gevormd. En hun kinderen hadden het aanvaard op de manier zoals hun vaders het onderwezen hadden. Maar omdat de vaders in hun onderwijzing van de ware weg waren afgeweken, en zij er zo'n organisatie van hadden gemaakt, konden zij, toen de Geest probeerde de Waarheid vóór hen te stellen, het niet aannemen.

264 En dat gebeurt vandaag precies zo. Ik wil niet ruw zijn, maar het is waar; het is vandaag hetzelfde. Zij maken het zo ingewikkeld, en op een of andere wijze leren zij dat ze... Zoals al eerder is gezegd: God heeft geen kleinkinderen. Weet u dat? God heeft zonen, en Hij heeft dochters, maar geen kleinzonen en kleindochters. Ieder mens moet dezelfde prijs betalen en op dezelfde wijze komen; precies zoals uw vader het deed, zo moet u het.

265 Nu, dus, Hij was zo eenvoudig. Toen deze Messias... Gedurende vierduizend jaar had elke profeet over Hem gesproken. David zong over Hem; en de hele tijd door. En toen Hij kwam, hadden de mensen hun eigen idee opgebouwd over wat Hij moest doen, hoe Hij het zou gaan doen, hoe het allemaal was uitgelegd, op kaarten getekend en al dat soort dingen, dat toen Hij kwam op die heel eenvoudige wijze, het gewoon hun theologie ruïneerde. Zie? Zij wisten het niet.

266 Hij kwam overeenkomstig het Woord. Nu, gelooft u dat God door de profeten sprak dat die Messias op een bepaalde wijze zou komen? Het is zo jammer dat we niet nog een uur hebben zodat we dat konden doornemen en uitleggen hoe het was. Zie? We weten allemaal hoe het was, tenminste de meesten van ons. Hoe God had gezegd hoe Hij zou komen: "Gij, Bethlehem van Judea, zijt geenszins de minste onder..." en zo verder, hoe Hij zou optreden en wat Hij zou doen. Zie?

267 En toch was Hij zo eenvoudig, dat deze grote geleerden die het in zo'n verwarring hadden gebracht, het misliepen. Maar u weet dat Jezus niet in tegenspraak met het Woord kwam; Hij kwam overeenkomstig het Woord, maar in tegenspraak met hun uitleg. Zie? Hij onderwees dingen die tegen hun kerkelijke onderwijzing over Hem indruisten.

268 Nu, ze zeiden bijvoorbeeld: "Als de Messias komt, zal Hij vast en zeker naar de tempel komen en zeggen: 'Kajafas (of wie er dan ook hogepriester zou zijn), Ik ben gekomen!' Hij zal komen met een escorte van tien miljoen engelen. De... God zal zeggen: 'Goed, mannen daar beneden, jullie zijn werkelijk een machtige kerk. Jullie zijn Mijn volk. Ik zal de slinger in beweging zetten en de galerijen van de hemel neerlaten; Ik zend u hedenmorgen de Messias. Ik zal Hem daar precies op de binnenplaats laten neerdalen.' En al de mensen komen er omheen staan en zeggen: 'Doctor Zus-en-zo, u, en doctor Zus-en-zo, u kunt allemaal vooraan gaan staan om Hem als eerste te begroeten.'" Ziet u?

269 Dat is misschien zoiets zoals ze vandaag denken. Nu, ik weet dat het een beetje... dat het een beetje onbezonnen klinkt, maar ik wil niet... ik probeer hiermee iets duidelijk te maken.

270 "En... en dat is de wijze waarop het zal gebeuren. En als het zo niet komt, dan is het vals, dan is het een antichrist. Als het niet precies zó komt, is het een antichrist (ziet u?), dus dan is het niet zo. En er zal dus een... Wat er vervolgens zal neerdalen, zal een escorte zijn van ongeveer tien miljoen engelen met hun korpsen, en zij zullen daar op het binnenhof landen waar Salomo de tempel bouwde; en oh, overal daar op deze heilige grond waar heiligen en wijzen gestorven zijn..." enzovoort.

271 "Ja," zei Jezus, "gij huichelaars, gij zonen van de duivel, gij versiert de grafsteden der profeten en uw vaders hebben hen erin gebracht." Dat is waar. Dat is waar. Zie? "Hoeveel rechtvaardigen en profeten zijn er tot u gezonden, maar toch hebt u ieder van hen gedood." Zie? En wat Hij toen rechtvaardigen noemde, noemden zij fanatici en zonderlingen. Ja.

     Toen dachten ze dat het op die bepaalde manier zou komen.

272 Maar toen Hij ter wereld kwam in een stal, geboren uit een maagd, met een hele gewone timmerman als pleegvader, en een klein onbekend meisje... Kijk, niet de dochter van de hogepriester of zo iemand; Hij werd geboren uit een kleine dame die in een kleine slechtbekend staande omgeving woonde, genaamd Nazareth. En een heel gewone weduwnaar; zijn vrouw was gestorven. Hij, Jozef, had een paar kinderen. En zij... zij was verloofd. En toen kwam Hij om mee te beginnen met een smet op Zijn Naam. Ze zeiden dat Hij een buitenechtelijk kind was. O my.

273 Dat was een te grote klap voor hun beschaafdheid. Zie? Hun hoogontwikkelde zedenleer kon dat niet verwerken. Hun uitleg van de Schriften wist daar niets over, maar toch was het ZO SPREEKT DE HERE. O my.

274 Ik huiver als ik daaraan denk. En dan hetzelfde wéér te zien gebeuren... God kan niet veranderen.

275 Het is al twaalf uur, maar... Wilt u nog... Zal ik stoppen of gewoon... [De samenkomst zegt: "Nee. Ga door." – Vert] Dank u. Zit nog even stil, zie. ["Blijf doorgaan."] Nu, nu, dit is... Ik leg hier een fundament voor een boodschap die komt. En ik zal proberen u zo snel mogelijk te laten gaan; misschien na de volgende tien of vijftien minuten, als we kunnen. God zegene u.

276 Merk op. Nu, het is zo eenvoudig, dat het voor hen gewoon het doel miste, maar Gods doel raakte het wel (zie?), het raakte het Woord. Hij kwam precies zoals Hij had gezegd, alleen hun uitlegging ervan was fout. De uitleg over de bevrijder in Mozes' tijd was fout; de uitleg in de tijd van Noach was fout (zie?), maar toch komt God in overeenstemming met Zijn Woord.

277 En toen Jezus kwam, onderwees Hij zaken die tegengesteld waren. "Indien Gij de Messias zijt, doe dit-en-dat." Ziet u? "Indien Gij zijt... Kom van het kruis af, en laat het ons nu zien!" Zie? Maar God speelt niet voor clown voor de mensen; God doet slechts dingen die welbehaaglijk zijn en juist.

278 Zij dachten dat zo Iemand zeker zou moeten komen met een grote escorte engelen, maar Hij kwam via een stal. En naar hun eigen beschaafde zedenleer, was het belachelijk voor een gewoon menselijk wezen om te bedenken dat de almachtige God, de grote machtige Jehova Die de aarde bezat en alles had geschapen, geen betere plaats zou kunnen bereiden voor Zijn eigen Kind om geboren te worden dan een of andere koeienstal boven een mesthoop. Hoe kon er... Zie?

279 Wat was het? God in eenvoud. Dat is wat Hem zo groot maakte. Kijk, de zedenleer van de beschaving kan zichzelf niet zo vernederen. Zie? Zij kan het niet verdragen, maar God is zo groot dat Hij Zich daartoe vernederde; er waren geen kleertjes om Zijn eigen Kind aan te trekken. Denk daar eens aan. En de wereld... Er was geen plaats in de herberg en Hij ging een koeienstal binnen onder een kleine rotswand, een kleine grotachtige uitsparing aan de zijkant van de heuvel. En daar op een strobed kwam de Zoon van God. O, dat was een heel verschil met een ontmoeting daarginds...

280 En Zijn moeder was in verwachting, werd zwanger bevonden, o, maanden voordat ze zelfs verloofd waren om te gaan trouwen, of dat ze getrouwd waren. Zie? Zij zou moeder worden, en de mensen zagen het, en ze wisten dat het zo was. En Maria wist in haar eigen hart wat er gaande was.

281 En Jozef begreep het niet, maar de Engel des Heren kwam 's nachts tot hem en zei: "Jozef, u bent een zoon van David. Schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want dat is niet iets slechts, maar dat is uit de Heilige Geest." Dat maakte het vast. Deze man, Jozef, had zo'n relatie met God, dat God tot hem kon spreken.

282 Maar vandaag hebben we onze kerkelijke jasjes zo stevig om ons heen getrokken, dat niets anders meer tot ons kan spreken dan de kerkelijke groepering waartoe we behoren. Ik wil niet scherp of radicaal worden, dus zal ik het precies hierbij laten. Merk op... Maar u begrijpt wat ik bedoel. Merk op.

283 Een stal was belachelijk voor hen. De beschaafde... We vinden nergens vermeld dat Hij ooit één dag een school bezocht, en toch, toen Hij twaalf jaar oud was, verbaasde deze eenvoudige Jongen de priesters in de tempel met Zijn leer. O my. Wat was het? God, Die Zich verbergt. Ik voel me tamelijk gezegend nu. God verborg Zich in een schuur; God verborg Zich in een klein Kind. Zie? Let op. Het zal echter na een tijdje tot ontplooiing komen. Zie? Hij moest...

284 Als Hij de straat opging, waarschuwden de ouders ongetwijfeld hun kinderen: "Speel niet met dat Kind. Heb niets met Hem te maken. Zijn moeder is niets anders dan een gewone prostituee. Zie? En de vader en moeder... De baby werd geboren voordat ze werkelijk getrouwd waren. Ze was zwanger. Blijf erbij vandaan."

285 Wat dacht Maria! Maar hoe het ook was, wat de buitenwereld ook dacht, zij overlegde al deze dingen. Zij verborgen het in hun hart. Zij wisten dat ze er niets tegen konden zeggen.

286 God spreekt soms tot Zijn dienstknechten, bijvoorbeeld: "Houd u stil. Zeg er niets over."

287 Ik heb mensen gehad in mijn samenkomsten die zeiden: "Wel, als u een dienstknecht van Christus bent, dan weet u toch dat dit daar gaande is?"

288 Zeker wist ik dat dat gaande was, maar wat zal je doen als Hij zegt: "Houd je stil. Zeg er niets over."

289 Ik nam onlangs enkele mannen mee en toonde hun in een boek iets wat al jaren geleden gesproken was. Ik zei...

     Hij zei: "Wel, ik kon het niet begrijpen."

290 Ik zei: "Ziet u het daar?" Daar achterin stond het, ik had het gedateerd en alles toen het gebeurde in die tijd. O, veel mensen hadden het al in het boek gezien, dat ik zei: "Het zal geschieden dat dit-en-dat, zus-en-zo zal gebeuren."

291 Hij zei: "Wel, waarom zei u daar niets over?" Het had... Het moest zo zijn! Zie?

292 En Jozef wist ook meer. Hij wist aan Wie die Baby toebehoorde. Maria wist aan Wie Hij toebehoorde. Jezus wist Wie Zijn Vader was. Wat zei Hij? "Ik moet bezig zijn in de dingen Mijns Vaders", niet het zagen van hout en een deur maken, maar bezig zijn met Zijn Vaders zaken. Amen. Hij zei tegen Zijn moeder: "Kunt u niet begrijpen dat Ik bezig moet zijn met Mijn Vaders zaken?"

293 Nu, zij dachten: "Dit kleine vreemde Kind..." Elk onecht kind is toch al een beetje vreemd en raar; en daar komt het van. Zie? Maar God verborg Zich... Luister. God verborg Zich in dat wat door de wereld als vuil, verdorven en onwettig werd beschouwd.

294 Kijk, God verbergt Zich in de verdorvenheid van een dood zaad om leven voort te brengen. Zie? Vat u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

295 God verbergt Zich in een eenvoudige wasvrouw of een doodgewone man die met zijn lunchpakketje onder zijn arm van zijn vrouw en kinderen afscheid neemt met een kus en de deur uitgaat. En misschien verbergt Hij Zich in die man om iets te doen waar een aartsbisschop niets over zou weten. Zie? U hoort Hem geen bazuinen blazen als het wordt voortgebracht, maar God wordt geëerd; dat is alles. De eenvoudigen horen het en zijn blijde. Zie?

296 Nu, God verborg Zich in de eenvoud van een Baby, verborg Zich in de eenvoud van een doodgewoon gezin; God! En de kerkelijken en de grote mannen, het verstand, het genie, en de... zij allemaal, de Herodessen enzovoort van die dag, en de Nero's, zij zagen er allemaal overheen: God verborgen in eenvoud.

297 Nu, snel. Johannes de Doper in Jesaja 40... We zouden het kunnen nemen als u dat wilt. Maleachi 3, al deze... Wel, ja, noteer het als u dat wilt. Jesaja 40, u kent het allemaal, hoe Hij Zijn volk vrede toeroept. Als het goed is, zou ik het even willen lezen, als u nog een ogenblik tijd hebt. Nog heel even. We zullen het veertigste hoofdstuk opslaan in het boek van Jesaja en hier lezen en gewoon kijken wat hij er hier over zegt. Kijk nu hier.

     Troost, troost Mijn volk,...

     Nu, onthoud dat dit zevenhonderdtwaalf jaar voor Zijn geboorte is. (Het staat erboven, ziet u?) Zevenhonderdtwaalf jaar voordat Hij werd geboren, spreekt hier de profeet over Hem.

     Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen.
     Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.
     Een stem van de roepende in de woestijn: Bereidt de weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onze God!
     Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvels zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden.

298 O, my, my! Wat een man moest dat zijn! Zie? Sla nu met mij Maleachi op, het laatste boek van de... de laatste van de profeten in het Oude Testament. Nu, en in Maleachi, luister hier; Maleachi pakt het precies op in de eindtijd zodat ze het beslist niet zullen vergeten. Maleachi, het derde hoofdstuk.

     Ziet, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal; en haastig zal tot Zijn tempel komen die Heere, Die gij zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan Wie gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heerscharen.

299 Zie? Hij spreekt hier nog steeds over Johannes. "Ik zend Mijn engel voor Mij uit om de weg te bereiden." Jezus sprak er van in Mattheüs 11:10, toen Hij zei: "Indien gij het kunt ontvangen: hij is degene van wie gesproken werd: 'Ziet, Ik zend Mijn engel voor Mijn aangezicht...'"

300 Zie? Dat is juist. Nu, hoe dit alles erover sprak. Het was al zevenhonderd jaar bekend dat er een voorloper zou zijn die vóór de Messias kwam, maar toen hij op het toneel verscheen in zo'n eenvoud, misten ze hem. Zij misten hem.

301 Nu, bedenk dat hij de zoon van een priester was. Wel, kijk hoe belachelijk het voor hem was dat hij zijn vader niet in het ambt opvolgde en naar het seminarie ging, maar zijn werk was te belangrijk.

     Op negenjarige leeftijd trok hij de woestijn in, en toen hij eruit kwam, predikte hij. Ze misten het. Hij was zo eenvoudig, te eenvoudig om geloofwaardig te zijn voor hun hoog beschaafde opleiding. Ze dachten, toen deze man kwam...

302 Hoe zit het met: "Alle hoge plaatsen zullen vernederd worden; alle lage plaatsen zullen verhoogd worden; alle hobbelachtige plaatsen zullen een vallei worden"? David zag het en zei: "De bergen sprongen als jonge lammetjes, en de bladeren klapten in hun handen." [Broeder Branham klapt verschillende keren in zijn handen – Vert]

303 Wat? Gebeurde het? Een oude gebaarde kerel op die manier, zonder enige opleiding, met een stuk schapenvacht om zich heen gewikkeld, kwam uit de wildernis van Judea gestrompeld, zeggend: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. En gij, adderengebroed, geloof niet dat u kunt zeggen: 'Ik behoor tot een bepaalde organisatie.' God is bij machte uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken." My!

     "Wel, dat is hem niet daarginds. We weten dat hij het niet is."

304 Maar hij was het! Zie? Hij effende het pad. Zie? Dat was het moment dat de hobbelige plaatsen een vallei werden. Toen werden de hoge plaatsen vernederd. Hij zei: "U gelooft toch niet dat u Abraham tot vader hebt? Begin niet om me zulke rommel te vertellen, want God is bij machte uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken." De hoge plaatsen werden vernederd. O my. Dat is het. Ja. Ziet u het verschil? Hij zei dat dit zou plaats vinden.

305 En toen ze kwamen, dachten ze: "O my!" Ze waren bereid hem te ontvangen als hij naar hun eigen organisatie kwam. Maar omdat hij op die manier kwam, op zo'n eenvoudige wijze – toch met de uitleg van de Schriften – werden daardoor de hoge plaatsen vernederd. Ze wilden het niet toegeven, maar toch werden ze het.

306 Tjonge, wat schoor hij ze af. Hij gaf ze er van langs! "Adderengebroed," zei hij, "jullie slangen in het gras. Ik zeg jullie, dat de bijl reeds aan de wortel van de boom ligt, en iedere boom die geen vruchten zal voortbrengen, wordt afgehouwen en in het vuur geworpen. Ik zal u inderdaad met water dopen, maar na mij komt er Eén, Die sterker is dan ik. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en Vuur, en Zijn wan is in Zijn hand. Hij zal de dorsvloeren geheel en al zuiveren, en naar de schuur... het kaf verbranden, en het graan in de schuur bijeenbrengen." Amen.

307 Dat was toen de hobbelige plaatsen tot een vallei werden gemaakt (zie?), maar de mensen begrepen het niet. Toch was het helemaal precies volgens het Woord; het was precies zoals het Woord het had gezegd, maar zo eenvoudig dat zij het misten. Zij faalden erin om het te zien.

308 Weest u toch niet zo blind. Zie? Weest u toch niet zo blind. Dus luister. Nu.

309 Zij misten het. Hij was zo eenvoudig, volgens de algemene opvatting over zo'n persoon, dat het hem ontging. Nogmaals, wat was het? God, Die het Woord is, verborgen in eenvoud; niet een priester met een omgekeerde boord, met een gedegen opleiding.

310 Jezus vroeg hun hetzelfde. Toen Johannes' discipelen tot Hem gekomen waren, zei Hij: "Wat zijt gij uitgegaan om te aanschouwen? Wat bent u gaan zien? Ging u een man zien die gekleed was in een priestergewaad, weet u, in weelderige kleding? Zo'n prediker?" Hij zei: "Ging u uit om dat te zien?"

311 Hij zei: "Nee. Dat soort kust baby's en, weet u, begraaft de doden." Zij weten niets van een zwaard dat met beide handen gehanteerd moet worden op het slagveld. Zij waren daarginds om een soort intellectuele toespraak te houden voor een of andere 'Kiwanis Club' [Club van zakenlieden, notabelen, enz. – Vert] of zoiets, weet u. Daar kunnen ze goed zijn, maar als het erop aankomt de strijd aan te gaan, dan weten ze daar niets vanaf. Zie? Want zij... zij zijn in de koningspaleizen. Zij hangen rond bij dat soort beroemdheden.

312 Maar toen zei Hij: "Wat bent u gaan zien? Bent u een riet gaan zien, bewogen door iedere wind? Een man die zou zeggen... Iemand die zou zeggen: 'Weet u, u behoort nu wel tot de Oneness [Eenheid – Vert], maar als u nu bij de Assemblies [Vergaderingen – Vert] komt, dan zal ik u vertellen wat ik zal doen: we zullen maken dat u...'"

     "Ik geloof dat ik dat dan maar zal doen..." een door de wind bewogen riet. Zo was Johannes niet, nee, nee, nee, nee.

     "Als u zult komen en u bij de Sadduceeën aansluit en niet bij de Farizeeën, of dat soort dingen. U zag niet iemand die door de wind werd bewogen; Johannes niet." Beslist niet, broeder. Niet hij.

313 Hij zei: "Wat zijt gij dan gaan aanschouwen? Een profeet?" Er zou een profeet nodig zijn om dat te doen. Zie? Hij zei... Nu, dat was de betuiging van een profeet. Zie? Het Woord van God bij hem. Het Woord komt tot de profeet. Zie? Zei: "Waar bent u naar gaan kijken, een profeet?" Hij zei: "Ja, dat is waar. Maar Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet." Want dat was hij.

314 Waarom was hij meer dan een profeet? Hij was een boodschapper van het Verbond die de weg overbrugde tussen wet en genade. Hij was daarin de sluitsteen waarvan gesproken was.

315 Hij zei: "Indien gij het kunt ontvangen: dit is degene van wie de profeet gesproken heeft: 'Zie, (Maleachi 3) Ik zal Mijn engel zenden, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal.'" Zie? O, hij was zo eenvoudig: God Die Zich opnieuw in eenvoud verborg.

316 Zie dan wat hij deed. Hij predikte dat er een machtige Christus zou komen: "Hij heeft Zijn wan in Zijn hand. Hij zal er op los wannen. Ik bedoel, dat Hij Zijn dorsvloeren geheel zal doorzuiveren. Hij zal al het afval oppakken en het ginds wegvegen en het verbranden. Dat is zo. Hij zal het graan verzamelen en het bijeenbrengen in de schuur." [Mattheüs 3:12 – Vert] Zie, hij was geïnspireerd.

317 Maar toen Jezus kwam, keken ze uit naar... En al deze apostelen, weet u, keken uit naar de komst van iets groots dat zou komen. My, my. "Jongen, Hij komt eraan. Dat is alles wat er moet gebeuren. Jongen, Hij zal machtig zijn! Hij zal die Romeinen van de aarde wegvagen. My, Hij zal die Grieken de ene kant op laten gaan en de Romeinen de andere kant op als Hij komt."

318 Maar toen Hij kwam, was het een kleine nederige Man Die heen en weer werd geduwd van de ene kant naar de andere. Wat was het? God, Zich verbergend in eenvoud. O my!

319 Toen Hij aan het einde van Zijn Boodschap gekomen was, zei Hij: "Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik niet alles heb gedaan wat de Bijbel zei dat Ik zou doen, als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, veroordeel Mij dan. Maar wat van hetgeen de Schriften zeiden dat Ik doen zou, heb Ik niet gedaan?" Zonde is ongeloof, weet u. "Wie kan Mij beschuldigen? Indien Ik duivelen uitdrijf door de vinger Gods, toon Mij dan waardoor u het doet." Eenvoud!

320 Gaf Zich zelfs over om te sterven, maar o, op die Paasmorgen! Halleluja. Daar reinigde Hij de vloer. Hij smeet het afval er echt uit, broeder. Ja, inderdaad. En het graan werd verzegeld in de schuur. Het ligt daar in de grond te rusten met eeuwig leven, wachtend op die grote dag waar we over gaan spreken, over de komst van de Here, wanneer dat leven tot leven zal komen en wij zullen verrijzen in die opstanding, met Hem meegevoerd worden in de lucht en vergaderd worden in de schuur. En het afval zal ginds verbrand worden, het kaf dat er omheen gewikkeld was en probeerde het deze kant op te trekken of die kant op; het zal verbrand worden met onuitblusbaar vuur. Amen! O, is Hij niet wonderbaar?

321 Zij misten Hem: God in eenvoud. Waarom? Wel, hij predikte zelfs nooit in kerkelijke termen. Dat deed hij nooit. Hij predikte nooit als een predikant. Zie? Hij predikte zoals een... Hij gebruikte de termen van Gods eenvoud, de termen zoals "de bijl is gelegd", de termen van de "boom", de termen van "slangen", niet zoals een seminarieleraar, zoals de geestelijken van die dag, of zoals een doctor in de Godgeleerdheid, doctor Zus-en-zo. Dat deed hij niet. Hij predikte als een of andere houthakker ergens vandaan. Hij sprak over bijlen en bomen en slangen en dergelijke dingen, en graan en graanschuren, en dat soort zaken. Ik denk dat hij vandaag als een soort 'zeepkist-prediker' zou worden beschouwd. Ik denk hij een 'stronk-prediker' werd genoemd in die dagen, staande op een boomstronk daar beneden bij de Jordaanoever. God in eenvoud, Zich verbergend voor de wijsheid van de wereld.

322 Nu, laten we zien... Jezus zei: "Ik dank U, Vader, Gij hebt deze dingen voor de wijzen van de wereld verborgen en zal het aan kinderkens openbaren die willen leren." Zie? God Die Zich in eenvoud verborg in Christus; God Die Zich in eenvoud verborg in Johannes. Zie? Gewoon... Kijk, Hij was... Hij was... Denkt u zich dat in. God in eenvoud, verborg Zich voor de wijsheid van de wereld.

323 Nu, we zullen met een paar minuten sluiten, want ik wil u niet langer houden.

324 Kijk. Laten we hier even stoppen: iets persoonlijks. Denk aan de dag waarin wij leven (om dit nu af te sluiten). Denk aan de dag waarin wij leven: God Die neerkomt in een kleine nederige plaats waarin wij verblijven en de zieken geneest. Terwijl degenen die rijk zijn en hoogmoedig en hoog geschoold zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij. Zoiets als Goddelijke genezing bestaat niet."

325 Herinnert u zich de boodschap die ik u hier vanaf dit stuk grond bracht op de morgen dat ik vertrok over David en Goliath?

326 Ze zeiden: "Hoe zult u een ontwikkelde wereld tegemoet treden, broeder Branham, met al die dingen?"

327 Ik zei: "Het ligt niet aan mij hoe ik haar tegemoet zal treden; God zei: 'Ga!'" Zie? Dat is alles. Zie? Het is Zijn Woord; Hij beloofde het. Het uur is aangebroken.

328 Toen die Engel die u daar op de foto ziet, daar die dag neerkwam boven de rivier, dertig jaar geleden deze komende juni, of drie-en-dertig jaar geleden, liever, deze komende juni, en zei: "Zoals Johannes de Doper vooruit gezonden werd," (voor vijfduizend mensen of meer) "is het uur gekomen dat uw Boodschap zich over de wereld zal verspreiden."

329 U herinnert zich de kritiek, als iemand van u daar was? Ik vermoed dat Roy Slaughter of sommige anderen die hier zitten zich die dag herinneren. Of mevrouw Spencer of iemand anders van de oudere mensen hier die het zouden weten. Zie? George Wright of een paar anderen (zie?) die het zouden kunnen weten. En is het zo niet gebeurd? Het gebeurde.

330 En toen we er middenin waren, wezen zij het af en zeiden: "Het is slechts een verstandelijke genezing." En God keerde Zich onmiddellijk om en stuurde een oude domme buidelrat er naartoe, en ze werd genezen door de kracht van God.

331 Lyle Wood en Banks weten van de door God betuigde Waarheid, toen we ons daar bevonden en er een klein dood grondelvoorntje op het water lag. Want de Heilige Geest had de dag ervoor gesproken dat Hij hun Zijn glorie zou tonen en daar iets mee zou doen. En terwijl we daar die morgen aanwezig waren, kwam de Heilige Geest neer in die boot, en ik stond op en sprak tot die vis die al een half uur dood op het water lag. Zijn kieuwen en ingewanden waren eruit getrokken en hingen uit zijn bek; hij kwam tot leven en zwom net zo goed weg als elke andere vis. Wat is het? God, Zichzelf verbergend in eenvoud.

332 God is in staat uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken. God is in staat een buidelrat te genezen, een vis, of wat ook. Als Hij Zijn Boodschap zal voortbrengen en de mensen het niet willen geloven, dan kan God een buidelrat opwekken om het te geloven! Halleluja. God kan een dode vis opwekken; Hij kan een dode buidelrat opwekken; Hij kan alles doen wat Hij maar wil.

333 Wat een berisping voor deze generatie, terwijl zij er over struikelen en er ruzie over maken en zeggen: "U deed dit niet en doet dat", stuurt God er een eenvoudig dier naartoe. Zie? Wat een berisping! Wat was het? God in eenvoud (zie?), Die toont hoe groot Hij is. O my. Bestraft deze mensen van deze generatie voor hun ongeloof.

334 Nu, ze geloven tegenwoordig precies zoals ze altijd deden, dat het op hun manier moet worden gedaan. "Nu, als er zoiets als Goddelijke genezing is..." Zoals een Katholieke man mij vertelde... deze knaap mij dit onlangs 's avonds vertelde. U weet, over... Het was in verband met deze meneer Ayers die ik ging bezoeken vanwege zijn zoon daar in Houston. Hij zei... hij zei: "Welnu, als dat een gave van God was, dan had die in de Katholieke kerk moeten komen." Ziet u? Zie? Ja. De Methodisten dachten dat het in hun kerk zou moeten komen, en de Pinkstermensen dachten dat het naar hun kerk zou moeten komen, maar het kwam in geen ervan.

335 Het kwam in de kracht van de opstanding van Jezus Christus Die Zichzelf openbaart. Dat is juist. Zeker komt Hij zo. Ja. Let daar op. Laat het u niet voorbijgaan. Bewaar het diep in uw hart en denk er over na; overpeins het daar.

336 Voor hen had het op hun eigen manier moeten komen, voor hun... vanuit hun eigen denominatie. En tenzij het zo niet komt, is Hij het niet. Zie? "Het is slechts psychologie, of het is de duivel." Het is een... Het is God niet, want als het God was, dan had Hij op hun manier moeten komen, ziet u. "De manier waarop wij het uitgelegd hebben..."

337 Op die wijze had Jezus tot de Farizeeën moeten komen. Op die wijze had het moeten zijn. Zie? Als er... Als God een Messias zou zenden, dan hadden zij al helemaal uitgelegd hoe Hij moest zijn, en omdat Hij anders kwam, was Hij de Messias niet. Hij was iets onwettigs; Hij was de Beëlzebul. Maar het was God, Zich verbergend in eenvoud.

338 De voorloper moest een bepaalde goed ontwikkelde man zijn die... Wel, ongetwijfeld was er elke dag of ieder jaar, wanneer ze hun predikers inwijdden en ze uitzonden als zendelingen om bekeerlingen te maken en binnen te brengen, dat ieder van hen dacht: "Wel, deze zal die voorloper zijn die zal optreden", maar God bracht hem groot in de woestijn waar helemaal geen seminaries (ziet u?), en dergelijke dingen waren. Zie? God, Zich verbergend in nederigheid en in eenvoud.

339 Maar wacht nu even. Tot slot zeggen we dit: als u Gods eenvoudige Boodschap verwerpt... Om die te verwerpen, Gods eenvoudige manier, betekent voor eeuwig vernietigd te worden. Nu, daarom spreken wij er zoveel over hoe eenvoudig het is, en mensen denken, wel, dat ze er om kunnen lachen en eroverheen kunnen lopen en ermee om kunnen gaan hoe ze maar willen; maar het betekent eeuwige afscheiding van God.

340 Degenen die stierven in de dagen van Noach en niet naar zijn boodschap luisterden, kwamen om. En Jezus ging, en predikte tot hen die in de ketenen der duisternis gevangen zaten gedurende Zijn dood voordat Hij verrees. En Hij ging naar de hel en predikte tot de zielen die in de gevangenis waren die zich niet bekeerd hadden tijdens de lankmoedigheid in de dagen van Noach, terwijl toch een eenvoudige boodschap van God door een eenvoudige man gepredikt was. Hij ging er naartoe. Hij zei: "Noach predikte dat Ik hier zou zijn, en hier ben Ik." Dat is juist. Zie?

341 Degenen die in gebreke waren gebleven te luisteren naar de boodschap van die profeet Mozes daar in de wildernis, toen hij een boodschap van God ontving die duidelijk betuigd werd door een Vuurkolom die het volk uitleidde naar de woestijn... Toen ze daarna trachtten op te staan om er een organisatie van te maken, kwamen ze om en stierven in de woestijn, elk van hen, op twee mannen na: Jozua en Kaleb.

342 En daar waren de Farizeeërs zo blind, dat ze dat niet konden zien, dus keken ze terug en zeiden: "Onze vaders aten manna in de woestijn."

343 En Jezus zei: "En zij zijn allemaal dood." Zij hadden de heerlijkheid Gods gezien; zij wandelden in het licht van de... Zij wandelden in het licht. Ze wandelden in het licht van de Vuurkolom. Zij wandelden in de aanwezigheid van Zijn kracht. Zij trokken door de plaatsen die de Heilige Geest voor hen had toebereid om daar te lopen. Ze aten het manna dat uit de hemel viel waar God in voorzag, maar gingen verloren en naar de hel. Zij zijn allemaal dood. En als u dat woord beziet, betekent het "eeuwige afscheiding van de tegenwoordigheid van God". Zij zijn allemaal dood. Zie?

344 Iedereen die Jezus weigerde, is vergaan. Ziet u wat ik bedoel? Om die eenvoud van God te weigeren... Het is niet zomaar iets... U zegt: "Wel, ik maakte een fout." Zo doet u dat niet. God aanvaardt het niet op die manier; u gaat voor eeuwig verloren. We zouden beter over bepaalde dingen moeten nadenken. Heel goed nadenken. Nu, het moet degelijk betuigd zijn door God. Zie? En als het dat is, dan is het Zijn Woord. Zie? O! Zoals degenen die Mozes verwierpen, Elia verwierpen, Johannes verwierpen, of Jezus verwierpen in hun dagen...

345 Laat mij u hier even een heel klein feit noemen, en dan hoop ik dat ik niet te zeer kwets. Maar, kijk. Onlangs werd ik naar Houston, Texas, geroepen om te proberen gratie te krijgen... Ik verzamelde een aantal mensen bijeen om een boodschap te prediken, om mensen daar ertoe te krijgen een gratieverzoek te ondertekenen voor deze jonge man en jong meisje, weet u, die in moeilijkheden waren gekomen. Ik veronderstel dat u er over gelezen hebt in de krant, en dat was de stiefzoon van meneer Ayers.

346 En meneer Ayers is degene die de foto van de Engel des Heren heeft genomen, die u daar ziet – hij is Rooms-katholiek en zijn vrouw Jodin. En hij was met dit Joodse meisje getrouwd maar ze spraken nooit met elkaar over godsdienst en dat soort dingen. En Ted Kipperman, die met hem in de zaak zat, bezat de Douglas Studio.

347 En hij kwam daar toen meneer Best, doctor Best, van de Baptistenkerk, zijn vuist onder de neus van broeder Bosworth hield, die schudde, en zei: "Nu, neem mijn foto van wat ik doe." Zei: "Ik zal de huid van die oude man meenemen en die in mijn studeerkamer hangen als een aandenken aan Goddelijke genezing."

348 Maar voordat ik naar Houston, Texas, ging, had de Here God mij gezegd daarheen te gaan, en ik was daar in de Naam des Heren. En u weet allen van het debat en de dingen die toen plaatsvonden. U hebt het in de boeken en zo gelezen, en daar was het. En die avond... We probeerden alleen nederig te wandelen.

349 "Wel," zeiden ze, "het is een stel domkoppen." Dr. Best zei: "Ze zijn niets anders dan een stel domkoppen." Zei: "Er bestaan geen mensen die in gebedsgenezing en dat soort spul geloven. Het is een stel afvalligen." Zij weten niet dat het God in eenvoud was. "Wel," zeiden ze, "die man heeft niet eens een middelbare schoolopleiding."

350 Hij was beschaafd en had alle geleerdheid en titels die hij maar kon halen waardoor hij dacht dat hij broeder Bosworth in elk opzicht de mond kon snoeren, maar toen het op het Woord aankwam, was hij zelfs nog voor geen tien procent tegen hem opgewassen. Zie? En broeder Bosworth wist waar hij stond. Veel van zijn mensen die hier nu zitten, waren bij dat debat aanwezig. En daar was het.

351 Toen beschuldigde hij ons op allerlei manieren dat we een stel domkoppen waren. Zei: "Mensen met een beetje gezond verstand geloven er zelfs niet in."

352 Broeder Bosworth zei: "Even een ogenblik." Hij zei: "Hoeveel mensen uit deze stad..." (van de ongeveer dertigduizend die avond die daar onder ons zaten), "hoeveel mensen uit deze stad die naar deze grote fijne Baptistenkerken gaan, kunnen met een doktersverklaring bewijzen dat ze genezen zijn door de kracht van God sinds broeder Branham in de stad is? Laat die opstaan." En driehonderd stonden er op. Zei: "Wat zegt u daarvan?" Daar was het. God verborg Zich in eenvoud. Toen zei hij, broeder...

353 Hij zei: "Haal die goddelijke genezer. Laat me zien hoe hij iemand hypnotiseert; laat me dan een jaar vanaf vandaag nog een keer naar ze kijken." En Ted Kip-...

354 En Ayers daar, degene die de foto nam, zei: "Meneer Branham is niets anders dan een hypnotiseur. Ik zag een vrouw die zo'n kropgezwel op haar keel had, en hij zei dat hij die vrouw hypnotiseerde; de volgende dag sprak ik met haar en ze had geen kropgezwel." Zei: "De man hypnotiseerde haar."

     En o, hij maakte me gewoon belachelijk, zei dat ik de stad uitgejaagd behoorde te worden, en hij moest degene zijn die het moest doen (zie?), en dat soort dingen; grote koppen op de voorpagina van de 'Houston Chronicle'.

355 Ik zei helemaal niets. Ik was daar om in de zaken mijns Vaders te zijn, en dat was alles; om bij dat Woord te blijven. Hij had mij daarheen gezonden, en het is Zijn zaak...

356 Die avond, toen ik daar naar voren kwam, zei ik: "Ik... ik ben geen goddelijke genezer. Ik ben geen... Als mensen dat zeggen, dan vergissen ze zich." En ik zei: "Ik wil geen goddelijke genezer genoemd worden." Ik zei: "Als dr. Best hier redding predikt, wel, dan zou hij geen goddelijke redder genoemd willen worden." En ik zei: "Dan, als ik Goddelijke genezing predik, wil ik geen goddelijke genezer genoemd worden, maar hij zegt dat hij geen goddelijke redder is. Zeker is hij dat niet; net zo min ben ik een goddelijke genezer, maar door Zijn striemen zijn wij genezen. Daar wijs ik naar." Zie?

     En toen... "Het is onzin!" Weet u, liep zo rond.

357 Ik zei: "Maar als de tegenwoordigheid en deze gave van God, deze Engel des Heren, als dat een vraag is, kan dat bewezen worden." En omstreeks dat moment kwam Hij in een werveling op mij neer. Ik zei: "Het is onnodig om nu nog te spreken; Hij heeft reeds voor mij gesproken." En ik liep weg.

358 Ik ging... En Houston, die grote stad, een van de prettigste steden waar dan ook in het land... Toen ik onlangs die stad in liep, was het een schande hoe die stad er uitzag. De straten waren vuil. Bij de balies van de plaats daar op de Texas Avenue ging ik het Rice Hotel binnen, waar vroeger filmsterren verbleven, en ik ging naar beneden in dat souterrain naar dat restaurant, en de zoldering brokkelt af, pleisterkalk ligt op de vloer met vuil en allerlei rommel. En een verwarring onder de predikers zoals ik nog nooit in mijn leven heb gehoord of meegemaakt.

359 Waarom? Licht te weigeren, betekent in duisternis te wandelen. Daar zaten hun kinderen in de dodenrij. Juist. God kwam neer terwijl eenvoud werd tentoongespreid en verworpen, toen toonde God Zich in eenvoud.

360 En daar namen ze deze foto die de hele wereld over ging. Zelfs de wetenschapsmensen hebben gezegd dat dit het enige bovennatuurlijke Wezen is dat ooit werd gefotografeerd in de hele geschiedenis van de wereld, en hij hangt in Washington D.C. in de hal voor religieuze kunst. Zie? Daar is het dan: eenvoud gemanifesteerd. Zie, zie? God Die Zich verbergt in eenvoud en Zich daarna manifesteert. Zie?

361 Nu, Hij verborg Zich in de dood van Christus, maar manifesteerde Zich in de opstanding; o my, enzovoort. Je kunt gewoon... we kunnen... Er komt geen einde aan. Je blijft maar opnoemen. Maar daar is het.

362 Om te weigeren te zeggen dat er zonneschijn is, is de kelder ingaan en je ogen sluiten voor het licht. Zo is het. En onthoud, de enige manier dat u fout kunt zijn, is door eerst het goede te weigeren. En als u weigert uw ogen te openen, zult u in duisternis leven. Zie? Als u gewoon weigert om te kijken, hoe zult u dan gaan zien? Zie? Let op de eenvoudige dingen. Het zijn de kleine dingen die u ongedaan laat; niet de grote dingen die u tracht te doen. O my.

363 Kijk dan hiernaar. Laat mij u iets vertellen. In Mal-... in Mattheüs 11:10 zei Hij: "Als u het kunt ontvangen, dit is hem (zie?), deze is het die voor Mij uitgezonden werd." Het was eenvoud.

364 Op een dag werd Hem gevraagd: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden dan dat...?"

365 Hij zei: "De Zoon des mensen gaat op naar Jeruzalem. Ik zal overgeleverd worden in de handen der zondaren, en zij zullen de Zoon des mensen ter dood brengen. Hij zal sterven en ten derde dage zal Hij weer opstaan." Zei: "Vertel niemand van het visioen daarboven."

366 En de discipelen... Nu, denk eraan dat de discipelen die met Johannes gewandeld hadden, met hem gesproken hadden, met hem gegeten hadden in de woestijn, op de oever hadden gezeten, zeiden: "Hoe kunnen de leraars dan zeggen dat Elia eerst moet komen? U zegt dat U gekruisigd zult worden en zult verrijzen; U bent de Messias en gaat de troon nemen. Nu, waarom zeggen de Schriftgeleerden... Al onze geschriften hier, de Schrift zegt duidelijk dat voordat de Christus komen zal, Elia eerst moet komen." Zie?

367 Hij zei: "Hij is reeds gekomen, maar u wist het niet." Nu, wie waren dat? Discipelen.

368 Ik ga hier nu even een beetje pijn doen, maar ik bedoel het niet zo. Zie? Gedurende de komende paar minuten (zie?), nog een ogenblik; maar zo dat u er zeker van zult zijn het te begrijpen. (Kunt u mij verstaan?)

369 Kijk: "Waarom..." Die mannen die met Christus wandelden: "Waarom zeggen de Schriften dat Elia eerst moet komen?" En dat waren Johannes' eigen bekeerlingen, en zelfs zij kenden hem niet. "Waarom zeiden de Schriften, de leraren...?" Kunt u zien wat ik bedoel? "Waarom zeggen de Schriften dat Elia eerst moet komen?" Discipelen die met hem hadden gewandeld. "Waarom zeggen de Schriften dat hij eerst moet komen, voorafgaand aan deze dingen, en alle dingen herstellen?" Hij zei dat tot ongeveer een half dozijn mensen; meer waren er niet. Dat waren allen die verondersteld werden het te ontvangen. Dat waren degenen die voorbestemd waren om het te zien.

370 Jezus zei: "Hij is reeds gekomen, en u wist het niet. Maar hij heeft precies gedaan wat de Schriften zeiden dat hij zou doen. Hij herstelde ze, u allen die Mij hebben ontvangen en in Mij geloofden. Hij deed precies wat de Schriften hebben gezegd dat hij zou doen. En zij hebben met hem gedaan wat de Schriften zeiden dat ze zouden doen. Hij is reeds gekomen, en u wist het niet."

371 Bent u gereed? Ik wil u een beetje laten schrikken: op dezelfde wijze zal het met de opname zijn. Het zal zo eenvoudig zijn; ongetwijfeld zal het op dezelfde manier gaan, want een dezer dagen zal de opname komen en niemand zal er iets vanaf weten.

     Nu, sta nu niet op, maar bestudeer het even een ogenblik; ik ga zeker zo sluiten. De opname zal komen op zo'n eenvoudige wijze dat de oordelen zullen neerkomen en dat men de Zoon des mensen zal zien, en ze zullen zeggen: "Zouden we niet zus-en-zo moeten hebben? En moest niet eerst Elia tot ons gezonden worden? En zou er dan geen opname zijn?"

372 Jezus zal zeggen: "Het is reeds geschied, maar u hebt het niet geweten." God in eenvoud. Zie?

373 Nu, deze week zullen we enkele bijzonder diepe onderwijzingen over het Woord krijgen. Nu, merk op: de opname zal... Er zullen er zo weinig zijn in die bruid. Het zal niet zijn...

374 Nu, ziet u wat de leraars ervan gemaakt hebben? Ze hebben kaarten, en daarmee zullen ze aantonen dat er hier tien miljoen mensen zullen komen, en al de Methodisten – als het een Methodistenprediker is – en als het een Pinksterprediker is, zullen alle Pinkstermensen komen. Dat zal het nooit benaderen.

375 Er zal er misschien één Jeffersonville verlaten, gewoon iemand die vermist wordt. Ze zullen zeggen: "Wel, je ziet nooit meer..." De overige mensen zullen het niet weten. Er zal er één Georgia verlaten. Zie? Er zal er één Afrika verlaten. En laten we zeggen dat er vijfhonderd mensen leven die veranderd zullen worden. Nu, dat is niet het gemeente-lichaam; dit is de bruid. Dat is niet de kerk, dit is de bruid. Zie?

376 De kerk zal opkomen met de duizenden, maar dat is in de volgende opstanding. "Zij leefden niet gedurende een periode van duizend jaar." Zie?

377 Maar in de bruid: als vijfhonderd mensen op dit moment de aarde zouden verlaten, zou de wereld er niets over weten. Jezus zei: "Er zal er één in een bed zijn; en Ik zal er één nemen, één achterlaten." Dat is 's nachts. "Er kunnen er twee op het land zijn (aan de andere kant van de aarde); Ik zal er één nemen en één achterlaten. En zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen."

378 Bedenk! Alles zal net zo normaal verlopen als het maar kan. Een fanatieke boodschap zal voorbij trekken, en vervolgens zult u iets horen zoals: "Deze prediker ging ergens heen en hij is nooit meer teruggekomen. Hij ging waarschijnlijk naar de bossen om te jagen, maar hij is nooit meer teruggekeerd. En deze knaap ging ergens heen..." "Weet u wat er gebeurd is? Ik geloof dat dat jonge meisje, dat ze ergens meegevoerd is, weet u. Iemand heeft het meisje meegenomen en zich aan haar vergrepen, waarschijnlijk is ze in de rivier gegooid. Ze wordt vermist. Niemand weet er maar de helft van."

     Zo'n negenennegentig procent van elke... Je zou kunnen zeggen dat er één uit elke honderd miljoen er ooit iets van zal weten. Zie? Tenzij iemand bekend is met... Bijvoorbeeld: "Het meisje wordt vermist. Wel, ik kan het niet begrijpen. Ze ging nooit zomaar weg." Nee.

379 En dan zeggen mensen dat de graven zullen opengaan... Hoe zullen de graven opengaan als... Ik heb geen tijd om hierop in te gaan, wat ik wel wilde doen. Ik zal dit moeten nemen... [De samenkomst zegt: "Ga door!" – Vert] Alleen om u de eenvoud van God te laten zien. En dat calcium, kalium, en alles... Terwijl al die andere stoffen waar u uit bestaat slechts een lepelvol zijn... Dat is juist. Maar wat er gebeurt, is, dat het weer uiteenvalt in geest en leven.

     God spreekt slechts en de opname zal komen. Het zal niet zo gaan dat ze er uitgaan, en dat de engelen naar beneden komen en de graven uitgraven en er hier een oud dood karkas uithalen. Wat is het? Het is geboren in zonde om mee te beginnen, maar er is een nieuwe gemaakt in zijn gelijkenis. Weet u... Zie? Als we deze hebben, zullen we opnieuw sterven. Zie? Niemand zal zeggen: "De graven zullen opengaan; de doden zullen eruit wandelen." Dat mag waar zijn, maar het is niet 'open' op de manier dat u 'open' zegt. Zie? Dat is juist. Zie? Het zal niet op die manier zijn.

380 Het zal heimelijk zijn, omdat Hij zei dat Hij zou komen als een dief in de nacht. Hij heeft ons dit al verteld, de opname.

381 Dan zullen oordelen toeslaan: zonde, plagen, ziekten en van alles. De mensen zullen roepen om de dood om hen weg te nemen als het oordeel... "Here, waarom komt dit oordeel over ons, terwijl U zei dat er eerst een opname zou zijn?"

382 Hij zal zeggen: "Die is reeds gekomen en u wist het niet." God, Zichzelf verbergend in eenvoud. O my. Goed. "Het is reeds gebeurd en u wist het niet."

383 Waarom geloven de gelovigen de eenvoudige tekenen van Zijn komst niet?

384 Zij verwachten al deze dingen waarvan gesproken wordt door de Schrift: dat de maan zal ondergaan op het midden van, of de zon op het midden van de dag, en dat er allerlei soorten dingen zullen zijn.

     O, als we slechts hadden... Ik heb er hier notities over opgeschreven (zie?), om te tonen wat die dingen zijn, maar we zullen het hoe dan ook krijgen bij het verbreken van deze zegels deze week. Zie, zie? Daar is het, terwijl het al gebeurd is en u het niet wist. Zie? Kijk of het zo is. Als de Engel des Heren deze zegels voor ons zal verbreken... Onthoud, dat het is verzegeld met die zeven geheimenisvolle donderslagen. Zie?

385 Nu, waarom kunnen mensen niet geloven in de simpele eenvoud van een nederig groepje mensen (zie?), en de stem van de tekenen van God? Waarom kunnen ze het niet geloven? Precies zoals het altijd is geweest. Het ware Woord van God dat wordt gemanifesteerd, is... Zij zijn te knap en te ontwikkeld om de eenvoudige vorm van het geschreven Woord te geloven. Zij willen hun eigen uitleg eraan geven. "Dit betekent het niet. Dat betekent het niet." Zie? Dat betekent het wel!

386 Luister. Mag ik dit snel nog even zeggen? Zelfs de visioenen die God hier ter plaatse geeft, worden zo verkeerd begrepen. Dat is de reden dat u me op de banden hoort zeggen: "Zeg wat de banden zeggen. Zeg wat de visioenen zeggen."

     Nu, als u goed wakker bent, zult u iets zien. Ik hoop dat ik het niet in mijn hand hoef te houden om het aan u te tonen. Zie, zie, zie? U bent... Het is hier. We zijn aan het einde. Jazeker. Schranderheid en ontwikkeling zullen het ontgaan. De eenvoudige visioenen – wanneer ze in zulk een eenvoud geopenbaard worden – gaan de mensen gewoon boven hun hoofd. Zie?

387 Want ik had het visioen gezien en vertelde u allen erover dat ik ginds zou gaan jagen, en, weet u, dat verwarde mensen gewoon. En daar had God het voorbereid voor een bepaald doel, en Hij kwam neer en legde het precies uit, liet het heengaan van mijn moeder zien en dergelijke dingen. En toen kwam ik terug en vertelde het vooruit, en het gebeurde precies op de manier zoals Hij het gezegd had. Zie?

388 En toch trad Johannes daar openhartig op en beleed en zei: "Ik ben de Messias niet, maar ik ben de stem van een die roept in de woestijn."

389 En toen zeiden diezelfde discipelen: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden, of leren de Schriften dat Elia eerst moet komen?" Zie? De eenvoud van God is gewoon ongrijpbaar voor de mensen.

390 Laat me dit nemen, en dan sluiten; ik zal het doen met Gods hulp. Zie, kijk. Nu, laten we dit uiteenzetten. Het spijt me dat ik u blijf vertellen over alles wat zich daar afspeelt. Kijk... Het spijt me dat ik u zo lang vasthoud, maar over een paar uur zullen we terugkomen.

     Kijk. Laten we een simpele druppel inkt nemen.

391 Alles is voor een doel. U kwam hier deze morgen samen met een doel. Ik eet bij jou thuis, Charlie. Nellie, jij kookte voor mij met een doel. Nu, alles is voor een doel. Deze kerk is opgericht voor een doel. Er is niets zonder bedoeling of een oorzaak.

392 Laten we nu de simpele inktdruppel nemen. (Kunt u mij horen?) Laten we een eenvoudige inktdruppel nemen en ernaar kijken. Wat is het? Een inktdruppel. Waar kwam hij vandaan? Goed. Laten we deze inktdruppel nemen. Nu, laten we zeggen dat het zwarte inkt is. Nu, die inkt is er voor een doel. Het kan mijn vrijlatingsbewijs schrijven dat ik uit een verbeteringsgesticht mag. Het kan mijn gratieverlening schrijven uit een dodencel. Is dat juist? Het kan Johannes 3:16 schrijven en mijn ziel redden als ik het geloof. Is dat waar? Of het kan mijn doodvonnis tekenen. Zie? Het kan mij veroordelen bij de rechtbank. Het is er voor een doel. Is dat juist?

393 Wel, laten we kijken naar dat beetje inkt en zien waar het vandaan komt. Nu, het is inkt; het werd samengesteld uit scheikundige stoffen enzovoort totdat het inkt werd; en het is zwart. Laat u hem op uw kleding vallen, dan maakt hij vlekken.

394 Maar daarvoor hebben we een middeltje gefabriceerd dat bleekwater heet. U vrouwen gebruiken chloor. Wel, ik zal die ene inktdruppel nemen en hem in een teil met bleekwater laten vallen. Nu, wat is er met de inkt gebeurd? Zie? Waarom? Dat bleekmiddel werd gemaakt, uitgevonden en gemaakt van bijeengevoegde chemicaliën die deze kleurstof zo erg afbreken dat je die meer kunt vinden. Nu, een deel van dat bleekmiddel is water.

395 Water is H2O, oftewel waterstof en zuurstof. En zowel waterstof als zuurstof zijn gevaarlijke explosieven. En in werkelijkheid zijn waterstof en zuurstof as. Dat is het wat ze zijn – dat is juist – chemische as, gewoon chemische as. Nu, als ze samen worden gebracht, krijg je water; maar ontleed je dat, dan krijg je waterstof en zuurstof. Blijft u op die manier gewoon teruggaan.

396 Wel, als we hierop ingaan, laten we nemen... En ik kan niet... Misschien zitten hier scheikundigen, en ik wil dit zeggen, omdat er scheikundigen naar zouden kunnen luisteren. Ik ken de formule niet, maar ik wil het gewoon uitleggen op mijn eigen eenvoudige wijze, vertrouwende dat God Zichzelf erin zal openbaren.

397 Kijk. Ik laat die inktdruppel in bleekwater vallen. Wat gebeurt er? De zwarte vlek is onmiddellijk verdwenen. U zou hem niet terug kunnen vinden als u dat moest; hij is verdwenen. U zult hem nooit meer zien. Wat is er gebeurd? Wel, u zag er niets uit vandaan komen. U zag niet... Waarom niet? Omdat hij werd afgebroken.

398 Nu, de wetenschap zou zeggen: "Hij keerde terug tot zijn oorspronkelijke zuren."

399 Waar kwamen die zuren vandaan? Zie? Wel, u zou zeggen: "Die komen van bepaalde dingen." Goed. Laten we bij wijze van voorbeeld zeggen dat de zuren uit dampen ontstonden. Waar kwamen dan die dampen vandaan? Wel, laten we zeggen dat dampen werden gevormd uit moleculen. Waar zouden moleculen vandaan komen? Van atomen. Waar komen de atomen vandaan? Van elektronen. Waar komen die vandaan? Kosmisch licht. Zie? U bent nu al lang voorbij het gebied van de scheikundigen. En als het een stof is en een schepping, dan moet het komen van een Schepper.

400 Dus u zit hier niet bij toeval. Ik blijf niet toevallig doorgaan tot half een of één uur. "De voetstappen van de rechtvaardigen worden door de Here beschikt." Zie? Er is een bepaalde reden voor. Er is een bepaalde reden voor dat u gelooft. Er is een bepaalde reden voor dat u niet gelooft, net als met die inkt.

401 Nu, laten we daar wat dieper op ingaan. Nu, het eerste, bijvoorbeeld, nadat we zijn teruggegaan tot... We brengen het zover terug als moleculen. Nu, we namen molecule, ik stel voor nummer 1, keer molecule 9, keer molecule 12. Nu, als het 11 was geweest, zou het rood zijn geworden; maar er was 12 voor nodig om het zwart te maken.

402 Dan brengen we dat terug tot atomen. Het was atoom negen-zes, keer plus vier-drie om gelijkwaardig te zijn met atoom zestien-elf. Als het zestien-twaalf was geweest, was het misschien violet geworden. Zie? Dan ga je door met het te ontleden.

403 Dat toont aan, dat er ver terug van den beginne al iets is geweest. Dat is gewoon gezond verstand. Het is een schepping, het moet een Schepper hebben, en het kwam voort uit een Schepper. En toen werd het voorbeschikt en geplaatst in deze verschillende... Nu, de wetenschap kan niet atoom B-zestien nemen keer twaalf keer veertien, wat het ook is, om dat te maken. God moest dat doen. En dan is het tot een plaats gekomen dat het gevormd is tot atomen, daarna begint de wetenschap er vat op te krijgen.

404 Als het dan tot moleculen komt, dan kunnen ze het een beetje beter zien. Dan komt het daar vandaan in iets anders en vervolgens komt het tot chemicaliën en dan vermengen ze deze dingen met elkaar.

405 Nu, voordat de mens zondigde... (Ik ben aan het sluiten, maar mis dit niet.) Toen de mens zondigde, scheidde hij zich af van God en stak een grote kloof over en bracht zichzelf in de dood aan deze zijde. Hij was weggegaan; er was geen weg terug. Precies. Er is voor hem geen weg terug. Maar toen hij dat gedaan had, aanvaardde God een vervanging, wat een lam was, of een geit, of een schaap, of iets voor bloed, waar Adam, of Abel van sprak aan de andere zijde van de kloof.

406 Aan gene zijde is hij een zoon van God; hij is een afstammeling van God. Hij is een erfgenaam van de aarde. Hij kan de natuur besturen. Hij kan in bestaan spreken. Wel, hij is zelf een schepper. Hij is een afstammeling van God.

407 Maar toen hij overstak, scheidde hij zich af van zijn zoonschap. Hij is een zondaar van nature; hij leeft onder de handen en heerschappij van Satan.

408 En God nam een offer, een chemisch bestanddeel van het bloed, maar het bloed van stieren en bokken scheidde de zonde niet af; het bedekte de zonde slechts.

     Als ik een rode vlek op mijn hand zou hebben en ik bedekte haar met iets wits, dan zou die rode vlek er nog steeds zijn. Zie, dan is ze er nog.

409 Maar God zond vanuit de hemel een bleekmiddel voor zonde. Het was het bloed van Zijn eigen Zoon, en wanneer onze beleden zonden in Gods bleekmiddel vallen, moet u maar eens proberen ze terug te vinden. De kleur van zonde gaat terug door de bemiddelaars en terug door de tijd totdat ze bij de aanklager, Satan, uitkomt, en ze blijft op hem rusten tot de dag des oordeels.

410 Wat gebeurt er met de zoon? Hij komt weer in perfecte gemeenschap met de Vader; staande aan de andere kant van de kloof zonder een herinnering aan de zonde tegen hem. Geen... Er is nergens meer een bleekvlek te zien. Hij is vrij. Halleluja! Precies zoals die chloor of die inkt nooit meer inkt kan zijn omdat hij afgebroken is en weer terug gezonden...

     En wanneer beleden zonde beleden is en ondergedompeld in de... Een man of vrouw die ondergedompeld is in het bloed van Jezus Christus... het doodt alle symptomen, en iedere molecule van zonde keert terug naar de duivel en blijft op hem rusten tot de dag des oordeels, waar zijn eeuwige bestemming zal zijn om te worden geworpen in een poel van vuur; en de kloof is overbrugd om nooit meer in herinnering gebracht te worden. En een mens staat gerechtvaardigd als een zoon van God: eenvoud.

411 Mozes was onder het bloed van stieren en bokken met zijn belijdenis in het Woord van God; en God kon die eenvoudige man nemen en Zijn woorden in zijn mond leggen. En hij bewees dat hij Jehova's dienstknecht was, want hij kon daar naar voren treden... En Jehova sprak tot hem door visioenen. Hij trad naar voren, strekte zijn handen uit naar het oosten...

412 Nu, onthoud, God had tot hem gesproken; het is Gods gedachte. God gebruikt de mens. God sprak tot hem; dat is juist.

     Hij zei: "Ga heen, strek die staf in uw hand uit naar het oosten en zeg: 'Vliegen!'"

413 En Mozes, onder het bloed van die geit, dat schaap, trad naar voren en nam die stok, strekte die uit naar het oosten: "ZO SPREEKT DE HERE, laat er vliegen zijn!" Ze hadden nog nooit van vliegen gehoord. Hij trad weer terug; het was reeds gesproken. Het was een gedachte; nu is het uitgesproken; het is uitgedrukt. Het is het Woord van God dan. Het kwam via menselijke lippen, een eenvoudige man onder het bloed van een stier of een geit.

414 Al heel gauw, weet u, begint er een groene vlieg rond te vliegen. Even later waren het er twee-en-een-halve kilo per meter! Wat was het? Het was het Woord van God, gesproken door Mozes, de schepper, want onder het bloed stond hij in de tegenwoordigheid van God, en zijn eigen woorden waren zijn woorden niet.

415 "Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag dan wat u wilt, en het zal u geworden." Welke positie neemt de gemeente in?

416 "Dat er kikvorsen zijn", en er was geen kikker in het land. Maar binnen een uur lagen ze op plaatsen drie meter hoog. Wat was het? Het was God, de Schepper, Zichzelf verbergend in een eenvoudige man.

417 Nu, ik wil u iets vragen. Als het bloed van een stier of een geit kon worden gebruikt als een bleekmiddel – dat slechts kan bedekken – een man in een positie kon plaatsen om het scheppende Woord van God te spreken en vliegen in bestaan te brengen, waarom zou u dan vallen over het bleekmiddel van Jezus Christus' bloed, waardoor een eekhoorntje of zoiets in bestaan kan worden gesproken?

418 Doet u dat niet! Struikel niet over eenvoud. Geloof dat Hij nog steeds God blijft. O my. De zonde vergeven. O, wat zou ik graag...

419 Vervolgens zegt Markus 11:23: "Als u tot deze berg zou zeggen: 'Hef u op', en niet twijfelt in uw hart, maar gelooft dat hetgeen u zegt, zal gebeuren (oh!), dan kunt u hebben wat u hebt gezegd."

420 My, ik heb nog drie of vier bladzijden; we zullen dat moeten laten liggen. (Dank u.)

421 God Die Zich verbergt in eenvoud. Ziet u het niet? Er is ergens iets mis. Ergens is er iets mis. Wanneer God een bewering doet, kan Hij niet liegen. Hij heeft de belofte gegeven. Zie? Hij verbergt Zich in eenvoud. Het is zo eenvoudig!

422 De geleerden en ontwikkelden zeggen: "Ach, het is, o, dat is telepathie", of zoiets. Weet u, het is een...

423 God kan Zich helemaal terug bewegen door de stromen van de tijd en u precies vertellen wat er daar toen gebeurde; u precies vertellen wat u vandaag bent en hoe het met u zal worden. Dat is nog steeds door het bleekmiddel van Jezus Christus Die een zondaar kan nemen en hem daarin kan bleken, en dan staat hij in de tegenwoordigheid van God.

424 "En wanneer gij in Mij blijft en Mijn woorden in u, kunt u vragen wat u wilt, en het zal worden gedaan. Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."

425 "Hoe kunt u Mij veroordelen? O, zeggen uw eigen wetten niet, dat zij tot wie het Woord Gods kwam – de profeten – door u goden genoemd werden? Hoe kunt u Mij dan veroordelen wanneer Ik zeg de Zoon van God te zijn?" Zij faalden erin om het te zien. Zij faalden erin om het te zien.

426 Nu, gemeente, in de komende boodschappen vanaf vanavond, blijf niet in gebreke om het te zien. Zie? Kijk naar de dag waarin we leven. En onthoud: het bloed van Jezus Christus haalt de zonden zo ver bij u vandaan, dat ze niet eens meer in Gods gedachten zijn. Het neemt alle smetten weg.

Zonde had een karmozijnrode vlek achtergelaten,
Hij waste het wit als sneeuw.
Dan staande voor de troon,
Ben ik in Hem volmaakt...

427 O my. Hoe kan ik volmaakt zijn? Hoe kan ik volmaakt zijn? Vanwege het bloed, niet door mijzelf, maar dat bloed staat tussen God en mij. Ik nam het aan; en Hij plaatste het... Ik ben een zondaar, maar Hij is God. Maar de scheikundige stof staat tussen mij in, die de zonde doodt, zodat God mij net zo wit ziet als het water dat in het bleekmiddel is. De zonde is verdwenen. Die kan hem zelfs niet bereiken omdat daar een Offer ligt.

428 Waar is ons geloof om het eenvoudige Woord van God te geloven? Gewoon wat God zei, Hem op Zijn Woord nemend? God verbergt Zich nu in eenvoud in een nederige kleine groep, maar een dezer dagen zal Hij Zich manifesteren zoals Hij dat steeds heeft gedaan in de dagen van weleer. Houdt u van Hem?

Ik min Hem, ik min Hem,
Want Hij hield eerst van mij,
Betaalde voor mijn zondeschuld
Op Calvarie.

429 Houdt u van Hem? My, is Hij niet wonderbaar? Ik hoop en vertrouw dat de boodschap zal voortbrengen waartoe zij bedoeld was, dat zij u naar een plaats zal brengen dat u niet meer naar bloemrijke dingen zult uitzien of een... Wanneer u God ziet in Zijn grootheid, kijk ernaar hoe eenvoudig het is, en dan zult u God zien. Zie er niet naar uit dat Hij...

430 Toen Elisa ginds in die spelonk was, ging er vuur voorbij, bloed, donderslagen, weerlicht, en (zie?), allerlei soorten sensaties die we hebben gehad: bloed in het gezicht en in de handen, en sensaties en van alles, maar daar maakte die profeet zich nooit druk om. Hij lag daar gewoon, maar toen hoorde hij een stille zachte stem. Wat was het? Het Woord. Toen bedekte hij zijn gelaat en ging naar buiten. Kijk, dat was het.

431 Onthoud, vriend: kijk niet uit naar geweldig grote... U zegt: "God... Hij spreekt van geweldig grote dingen. Er zal een tijd komen dat dit er zal zijn, dat, of wat anders, geweldig grote dingen..." Ik hoop dat u begrijpt waar ik over spreek (zie?), geweldig grote dingen... Zie? "En o, wanneer dit zal gebeuren, zal het groots en geweldig zijn op deze manier."

432 Maar het zal zo nederig zijn dat u het hele gebeuren zult missen en gewoon door zult gaan. Zie? En u zult terugblikken en zeggen: "Wel, dat is nooit komen te geschieden." Zie? Ging regelrecht over u heen, en u hebt het zelfs nooit gezien, het is gewoon... Zie? Het is zo eenvoudig. Zie? God woont in eenvoud (zie?), om Zichzelf in grootheid te manifesteren. Wat maakt Hem groot? Omdat Hij Zichzelf eenvoudig kan maken.

433 Een geweldig groot man kan zich niet eenvoudig maken – hij moet voornaam zijn. Zie? Maar hij is nog niet groot genoeg. Wanneer hij groot genoeg wordt, dan wordt hij heel eenvoudig (ziet u?), en kan hij zichzelf vernederen.

434 Zoals die oude heilige daar in Chicago eens vertelde, toen daar een man naar voren was gestapt met al zijn opleiding en dergelijke, maar hij zei dat hij daarna verslagen, met gebogen hoofd naar beneden was gekomen en afdroop. Hij zei: "Als hij naar boven was gegaan op de manier waarop hij naar beneden kwam, zou hij naar beneden zijn gekomen op de manier waarop hij naar boven ging." Wel, dat is waar. Zie?

435 Verootmoedig u. Wees gewoon nederig. Probeer niet iets bijzonders te zijn; heb gewoon Jezus lief. Zie? Zeg: "Here, indien er enige arglistigheid in mijn hart is, indien er iets verkeerds is, Vader, dan wil ik zo niet zijn. Neemt U het weg. Zo wil ik niet zijn. O, ik wil ook tot hen gerekend worden op die dag, Here. En ik zie die dag naderen."

436 U ziet deze zegels beginnen, zo God ze voor ons wil openen. Onthoud: Hij alleen kan het doen. We zijn afhankelijk van Hem. God zegene u.

437 En nu veronderstel ik dat onze herder nog een woord heeft dat u wilt zeggen, of dat híj tot u wil zeggen, liever, voordat we vanmiddag weer samenkomen. En ik denk dat de dienst, de zangdienst om half zeven begint, meneer? En het is... [Broeder Neville zegt: "Begint om half zeven." – Vert] Goed. Half zeven. En het is... ["Deuren gaan om zes uur open."] De deuren gaan om zes uur open. De zangdienst zal starten om half zeven.

438 Zo de Here wil, zal ik vanavond spreken over het onderwerp van het zevenmaal verzegelde boek. En dan maandagavond de ruiter op het witte paard; dinsdagavond de ruiter op het zwarte paard; woensdagavond het grijze paard, het vale paard; en dan de ruiter op het rode paard. Dan gaan we in op het zesde... vierde, vijfde en zesde, en dan zondagavond... Volgende week zondagmorgen misschien een genezingsdienst; ik weet het niet.

439 Nu, onthoud, dat we aan de Here zijn toegewijd: onszelf en het gebouw voor de dienst van God. God zegene u.

440 Ik ben een uur te laat; wilt u het mij vergeven? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het is niet mijn bedoeling om dat te doen, maar kijk, ik kan alleen deze week bij u zijn en dan ga ik weer weg. En ik weet niet waar ik heen zal gaan; gewoon waar Hij mij heen leidt. En ik wil elke minuut gebruiken die ik kan, want ik wil de eeuwigheid met u doorbrengen.

     God zegene u. Nu, broeder Neville.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)