Het tweede Zegel
Door William Marrion Branham1 Goedenavond vrienden. Laten we allen een ogenblik gaan staan voor gebed.
2 Onze hemelse Vader, wij hebben ons opnieuw verzameld in deze ernstige samenkomst vanavond, in de dienst van de Here. En Gij hebt beloofd dat U, overal waar wij samen zouden komen, met een aantal van twee of drie van ons, in ons midden zou zijn. En wij kunnen er verzekerd van zijn dat U hier bent, want wij zijn vergaderd in Zijn Naam.
3 Nu wij bidden, Vader, dat U vanavond zult komen om dit tweede zegel voor ons te verbreken. En zoals de dichter zei, dat hij voorbij de Voorhang der Tijd zou willen zien. Dat is ons verlangen, Heer, om er gewoon voorbij te zien en te zien wat voor ons ligt. En wij bidden dat het Lam dat geslacht werd nu onder ons zal komen om het zegel te breken en het ons te openbaren, de dingen die wij moeten zien.
4 Als er hier enigen zijn, Here, die nog niet in deze grote gemeenschap rond Christus zijn binnengegaan, dan bidden wij dat zij vanavond die eeuwige beslissing zullen nemen, en dat zij vervuld worden met de Geest van God.
5 Als er enigen ziek zijn, Vader, dan bidden wij dat U hen zult genezen. Er liggen hier vele zakdoeken waar ik mijn hand op houd, de Bijbel gedenkend over Paulus, van wiens lichaam men zweetdoeken en gordeldoeken nam. Onreine geesten verlieten de mensen en zij waren genezen.
6 Wij zien de nabije komst van de Here. Wij weten dat de tijd naderbij komt. Deze dingen zijn opnieuw teruggekomen in de gemeente na 1900 jaar.
7 Nu, wij bidden, Vader, dat U deze dingen waar wij om vragen zult toestaan. Sterk Uw knecht en help Uw dienstknechten overal, Here, in het bijzonder ons, die hier vanavond vergaderd zijn, dat wij in staat mogen zijn om het Woord te ontvangen. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
8 Het is zeker goed om vanavond weer terug te zijn in het huis des Heren. En ik weet dat zovelen van u staan – dat spijt mij, maar er is gewoon praktisch niets wat wij nog meer kunnen doen. Wij hebben de kerk vergroot zodat wij er nu drie‑of vierhonderd meer in kunnen krijgen, maar bij speciale samenkomsten zoals deze bevat hij wel een iets omvangrijkere menigte.
9 Nu, o, ik breng gewoon een wonderbare tijd door met bidden en het bestuderen van deze zegels. Ik hoop ook u allen. Ik ben er zeker van. Als het voor u net zoveel betekent als voor mij, dan is het zeker... dan hebt u een wonderbare tijd. En ik heb een...
10 Na de dienst wil ik een vriendin van mij opbellen, want dit is haar verjaardag. Zij is vandaag twaalf jaar oud – Sarah, mijn dochter. En dan moet ik overmorgen nog eens opbellen, want dat is Becky's verjaardag.
11 Nu, vanavond bestuderen wij dit tweede zegel. Voor de eerste vier zegels zijn er vier ruiters. Nu, ik vertel u dat er vandaag weer iets gebeurde, en ik... iets wat ik... Ik haalde dat oude schrift dat ik had erbij, van datgene wat ik lang geleden sprak. En ik zat daar gewoon en dacht: "Wel, ik deed het allerbeste wat ik kon." En vele schrijvers en zo... En ik dacht: "Wel, ik lees eventjes, kijk het even door en bekijk dit en dat," en weet u, het eerste... er gebeurde gewoon iets, en het is geheel anders. Het komt gewoon anders naar voren. Dan grijp ik heel vlug een potlood en begin te schrijven zo snel ik kan terwijl Hij daar is.
12 O, er gebeurde zojuist iets, ongeveer anderhalf uur geleden. Ik vertelde broeder Wood, die net een paar minuten geleden aankwam, gewoon iets – u weet dat er een heleboel dingen gebeuren waarover u gewoon niet kunt spreken – weet u, er vond iets plaats dat mij gewoon zo geholpen heeft.
13 Ik heb een vriend hier ergens in het gebouw. Natuurlijk bent u allemaal mijn vrienden. Deze broeder is broeder Lee Vayle. Hij is een dierbare broeder en een echte onderzoeker van de Schriften. Dr. Vayle is een Baptist met de Heilige Geest, en hij is een... Ik zeg dit niet om hem een compliment te geven, ik zeg het gewoon omdat ik het geloof. Ik geloof dat hij een van de meest ervaren Bijbelkenners is die ik ken in onze gelederen. Hij schreef mij net een klein briefje hier en liet het daar binnen brengen door Billy. En Billy kon het mij nauwelijks duidelijk maken, en ik geloof – ik heb het niet nagelezen – maar ik zal gewoon zeggen wat hij hier zei. En ik las het zojuist, broeder Vayle, als u hier bent – ik had dit ongeveer zes maanden geleden gelezen.
14 "Ik ben er niet helemaal zeker van," zei hij – "Broeder Bill, ik ben er niet zeker over, maar ik geloof dat Polycarpus een leerling was van Johannes." (Dat is correct, dat was hij.) "Ik geloof dat Irenaeüs een leerling van Polycarpus was." (Dat is precies juist.) "Irenaeüs zei: 'Jezus zal terugkeren wanneer het laatste uitverkoren lid van het lichaam van Christus binnenkomt.'"
15 Dat was Irenaeüs, ongeveer 400 jaar na de dood van Christus. Hij zei: "Wanneer dit laatste tijdperk komt..." Nu, dat staat in: "De tijd voor het Concilie van Nicéa". U, mensen hier, die leest en de Schrift bestudeert – ik bedoel, de geschiedenis van de Bijbel bestudeert, wij vinden dat in "De tijd voor het Concilie van Nicéa". Ik geloof dat het het eerste boek of het tweede boek is, u zult het wel vinden.
16 Nu, hij zag het jaren geleden, wat hij zei, bij de laatste uitverkorene, die wordt uitverkoren. De mensen denken dat uitverkiezing iets is dat gewoon hier de laatste tijd is uitgebroed. My, dat is een van de oudste leringen die wij hebben: uitverkiezing en roeping. Dus Irenaeüs geloofde zeker... de echte onderzoekers van de Schriften, geloofden altijd in uitverkiezing.
17 En Irenaeüs was een van de engelen van de gemeente-tijdperken, zoals wij zagen toen wij het bestudeerden. Wij geloven dat. Natuurlijk waren het allemaal verborgenheden. Zij waren alle regelrecht verborgen hier in deze zegels, en zij moeten worden geopenbaard in de laatste dagen. Nu, zij begonnen bij Paulus, Irenaeüs en Martinus enzovoort en gingen zo door tot het laatste tijdperk.
18 En nu, wij vertrouwen dat de Here ons zal zegenen in onze pogingen vanavond. Nu, in het eerste zegel heb ik mij werkelijk verheugd. Het eerste zegel, de zegeningen die ermee gepaard gingen voor mij.
19 En nu, ik wil u niet al te lang houden, maar ziet u, ik zal al weer binnen een paar avonden, nadat dit hier voorbij is, weggaan. Wij moeten gewoon zo'n beetje een klein poosje volhouden. En ik waardeer...
20 Ik zie broeder Junior Jackson daar staan, en ik dacht dat ik broeder Ruddle even geleden hier ergens zag. En deze broeders, dat zijn onze zuster gemeenten die het uit hebben doen gaan en de anderen; wij waarderen dat zeker. En ik zie broeder Hooper, geloof ik, daar langs de muur staan, uit Utica, van de gemeente daar. En wij waarderen zeker de fijne medewerking hierin van u allen.
21 Nu, gisteravond, zoals wij het altijd graag doen bij het leren over de zegels... Wij onderwijzen het op dezelfde wijze als de gemeente-tijdperken. Toen wij klaar waren met het onderwijzen van de gemeente-tijdperken, de laatste keer toen ik ze hier uittekende achter de preekstoel, op het bord, hoevelen herinneren zich wat er toen plaatsvond? Hij kwam regelrecht neer, ging regelrecht terug op de muur en het Licht tekende het Zelf uit precies daar op de muur voor ons allen. De Engel des Heren stond hier regelrecht voor verschillende honderden mensen.
22 En nu is Hij bezig eveneens iets werkelijk bovennatuurlijks te doen, dus wij verwachten gewoon grote dingen. Wij weten niet... Houdt u er niet van om te wachten met grote verwachting, niet wetend wat er vervolgens zal gaan gebeuren, weet u, alleen maar wachten? Nu, hoe groot is God voor ons. Hoe wonderbaar, wij waarderen Hem zo.
23 Nu het eerste en tweede vers; ik zal het lezen om enigszins wat achtergrond te geven, en dan zullen wij het derde en vierde vers voor het tweede zegel nemen, en dan het vijfde en zesde vers dat is het derde zegel. En het zevende en achtste zijn de... twee verzen voor elke ruiter. En nu, ik wil dat u oplet hoe deze kerels... Op dit vale paard, misschien... Hier komt het. Het blijft gewoon veranderen terwijl het voortgaat.
24 En dan dat laatste grote zegel dat moet worden geopend, zo God wil, de komende zondagavond; wanneer dat gebeurt is het enige wat plaatsvond een stilte in de hemel gedurende een half uur. God helpe ons.
25 En nu, ik zal het derde vers nu lezen.
En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en Zie!
En een ander paard ging uit,... (vierde vers) dat rood was; en hem, die daarop zat, werd macht gegeven de vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.
26 Nu, een geheimzinnige zaak nu toen het dier Johannes vertelde: "Kom slechts en zie." En hij zag niet wat het was, hij zag slechts een symbool. En dat symbool, de reden dat het... Hij zei: "Kom en zie", maar hij zag een symbool opdat hij het zou symboliseren aan de kerk op een manier dat zij erop zouden letten totdat het aan het laatste tijdperk kwam, en dan zou het zegel worden geopend.
27 Nu, iedereen begrijpt dat nu, zie, dat de zegels zouden worden geopend. Bent u niet blij dat u in deze dag leeft? Dat... Niet alleen dat, vrienden, maar denk altijd aan vorige week zondagmorgen, waar de hele zaak op werd gebaseerd: eenvoud! Zie? Eenvoudig, nederig. Het gebeurt op zo'n wijze dat de mensen er gewoon regelrecht aan voorbij gaan en zelfs niet weten dat het gebeurt.
28 En herinner u, wij zien uit naar de komst van de Here op elk ogenblik, en wanneer wij... Ik stelde dat misschien de opname op dezelfde manier zou zijn. Het zal voorbij zijn – over, en niemand zal er iets over weten. U komt gewoon regelrecht terug. Gewoonlijk... Ga gewoon door terug naar de Bijbel en kijk hoe het zo gebeurt. Zie?
29 Zelfs zo'n geweldige zaak als de komst van de Here Jezus. Niemand wist er iets over. Zij dachten: "Die een of andere halve gare." De kerken zeiden: "Gewoon een fanatiekeling. Hij is werkelijk gek." Zij zeiden: "Hij is een krankzinnige. Wij weten dat u krankzinnig bent." Krankzinnig betekent gek. "Wij weten dat u een duivel hebt, en het heeft u gek gemaakt. U probeert òns te leren terwijl u daarginds onwettig werd geboren. Wel, u werd geboren in hoererij en probeert mannen als wij te onderwijzen, de priesters enzovoort, van de tempel!" Wel, dat was een belediging voor hen.
30 Toen Johannes kwam, waarover was gesproken door de tijden van Jesaja tot Maleachi toe, dat is 712 jaar, werd zijn komst gezien door de profeten. Iedereen keek naar hem uit dat hij zou komen, en men verwachtte het elk moment. Maar hij kwam, hij predikte, en deed zijn dienst, en ging de heerlijkheid in.
31 En zelfs de apostelen wisten het niet, want zij vroegen Hem; zij zeiden: "Nu, als de Zoon des mensen naar Jeruzalem gaat, al deze dingen, om te worden geofferd, waarom zeggen de Schriften dan dat Elia eerst moet komen?"
32 Jezus zei: "Hij is reeds gekomen en gij hebt het niet geweten. En hij heeft precies gedaan wat de Schriften zeiden dat hij zou doen, en zij deden met hem precies wat was opgetekend." Zij konden het niet begrijpen. En Hij zei: "Het was Johannes."
En toen: "Ohhh!" Zie, zij werden daar wakker voor. Zij...
33 Zelfs op het laatst, na al de dingen die Hij had gedaan en de tekenen die Hij hun had getoond; Hij had hen zelfs geroepen en gezegd: "Wie van u kan Mij van zonde (ongeloof) beschuldigen?" "Als Ik niet precies heb gedaan wat de Schriften zeiden wat Mijn bediening zou doen als Ik op de wereld zou komen, toon Mij dan waar Ik gezondigd heb. Welnu, Ik zal u tonen wat u wordt verondersteld te zijn, en laten wij kijken of u het gelooft of niet." Hij zou onmiddellijk terug gekomen zijn en gezegd hebben: "U wordt verondersteld in Mij te geloven wanneer Ik kom." Zij deden het niet. Ziet u? Dus zij wisten wel beter dan Hem daarmee te strikken. Maar Hij zei: "Wie van u kan Mij beschuldigen van ongeloof? Zie? Heb Ik niet precies gedaan wat het was?"
34 En zelfs de apostelen die volgden, struikelden. (Wij weten hoe de Schriften verlopen.) Dan tenslotte, uiteindelijk zeiden zij: "Nu geloven wij. Wij geloven dat geen mens U hoeft te leren, want U weet alle dingen."
35 Ik zou graag Zijn gezicht hebben willen zien. Hij moet hen hebben aangekeken en gezegd hebben: "Wel, gelooft gij nu?" Tenslotte daagde het bij hen. Wel, misschien moest dat tot die tijd ook niet gebeuren. God werkt alles precies goed uit, weet u. Ik heb Hem daar lief om.
36 Maar nu denken wij aan ons tijdperk, want als wij daarover beginnen te praten, komen we nooit tot deze zegels.
37 En nu bedenk, ik krijg veel verzoeken om voor de zieken te bidden, en ik bid voortdurend voor elk verzoek dat ik krijg en voor de zakdoeken en zo. En als wij deze zegels kunnen beëindigen met het laatste zegel op zondagmorgen, dan zouden wij, als het de wil van de Here is, graag gewoon een goede ouderwetse genezingsdienst hier hebben. Weet u, waar u de hele morgen kunt nemen om te bidden voor de zieken. En ik ben er vrij zeker van dat het een vreemde samenkomst zal zijn. Ik heb daar gewoon een voorgevoel van. Niet vreemd, maar misschien een beetje vreemd voor sommigen, zie, wat ik bedoel.
38 Nu, hoe groot is Gods genade om Zijn geheimen aan ons te openbaren in deze dag! Nu zullen wij allen geloven dat wij in de laatste dagen leven. Wij geloven dat. En onthoud, de geheimen zouden in de laatste dagen geopenbaard worden. En hoe openbaart Hij Zijn Woord, Zijn geheimen, de Bijbel? Zoudt u willen lezen waar Hij dat zegt? Laten wij het gewoon opslaan en zien hoe Hij Zijn geheimen openbaart.
39 Nu, ik wil dat u Amos leest. Sla het boek Amos op, en ik wil dat u leest in het derde hoofdstuk van Amos, het zevende vers. Goed; en ik wil het zesde vers ook lezen.
Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet?
Gewis, de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard heeft.
40 Nu, in de laatste dagen zijn wij... het is ons voorzegd dat er een profeet zal opstaan.
41 Nu, wij weten dat wij alle soorten gehad hebben... Ik besef nu, na vanavond rondgekeken te hebben, dat ik hier spreek voor Bijbelkenners, en ik zou willen dat u mij begrijpt. U beseft dat deze banden wereldwijd verspreid worden, praktisch over de hele wereld. En ik wil op geen enkele wijze, dat u denkt dat ik een soort verering van Elia-dekens of mantels probeer in te voeren, en al die dingen waarvan wij al meer dan genoeg hebben gehad. Maar weet u, al die dingen gaan slechts vooraf aan de werkelijke zaak die moet komen, om de mensen in de war te brengen.
42 Wist u dat wij valse leiders hadden die opstonden, valse messiassen, voordat Christus kwam? Zei niet de grote leraar van die dag, die machtige leraar, Gamaliël, toen de vraag opkwam over het verslaan van deze mannen enzovoort: "Laat hen gaan. Als het uit God is, wel, dan zult u worden bevonden tegen God te strijden, maar als het niet uit God is..." Hij zei: "Stond er niet pas geleden een man op die er vierhonderd mee de woestijn in nam enzovoort? Wij hebben die dingen." Wat betekende het? Het gaat allemaal vooraf aan het ware wanneer dat komt.
43 Nu, zie, Satan doet die opstaan. Let op de schranderheid van deze kerel waarover wij hier spreken, Satan, terwijl wij hem hier regelrecht ontvouwen. Gewoon door hem te ontmantelen door de Schriften en u te laten zien wie hij is. Dat is wat de... wat er verondersteld wordt te gebeuren.
44 En bedenk, hij heeft nooit geprobeerd om zich voor te doen als communist, dat heeft Satan niet. Hij is een antichrist! "Het komt er zo dicht bij," zei Jezus, "dat het de ware uitverkorenen zou verleiden..." En dat zijn degenen die onder deze zegels verborgen zijn, wier namen in het boek staan sedert de grondlegging der wereld.
45 Hij is een schrandere kerel. Wanneer hij dit ziet komen – ziet opkomen, dan gooit hij alles wat hij kan daar in de war, voordat het daar komt. Wist u dat er valse christussen zullen opstaan in de laatste dagen? Het zou onmiddellijk volgen na deze grote Boodschap die deze broeder zal spreken, die in werkelijkheid zal komen, en gezalfd zal zijn in de geest van Elia, onmiddellijk.
46 En zij zullen hem verkeerd begrijpen. Sommigen zullen denken dat hij de Messias is. Maar hij zal nadrukkelijk zeggen: "Nee!" omdat het moet komen zoals bij Johannes.
47 In de tijd van Johannes de Doper, toen hij daar optrad om te prediken, zeiden zij tegen hem: "Bent u niet de Messias? Bent u Hem niet?"
48 Hij zei: "Ik ben het niet! Ik ben niet waardig om Zijn schoen los te maken. Maar ik doop u in water, Hij zal echter dopen met de Heilige Geest." En Johannes was er zo zeker van dat Hij op aarde was dat hij zei: "Hij is ergens onder u, nu."
49 Maar hij kende Hem niet totdat hij dat teken op Hem neer zag komen. Toen, toen hij dat Licht had zien neerdalen, uitgespreid als een duif en boven Hem oplichten, zei hij: "Daar is Hij. Dat is Hem." Maar Johannes was de enige die het zag, weet u. Johannes was de enige die de stem hoorde. Van alle anderen daar hoorde niemand het.
50 Maar dan, wanneer de werkelijke waarachtige dienstknecht komt, komen al de nabootsingen erbij, om de gedachten van de mensen te verwarren. Satan doet dat. Degenen die geen goed van kwaad kunnen onderscheiden struikelen er gewoon over, maar de uitverkorenen zullen dat niet. De Bijbel zegt dat hij niet in staat zou zijn om de uitverkorenen te misleiden. Nu, juist voor de komst van Christus, zegt de Bijbel dat er valse christussen zouden opstaan, die zouden beweren de Christus te zijn, en zouden zeggen: "Ziet," zouden de mensen zeggen, "Hij is in de woestijn!" Geloof het niet! "Ziet, Hij is in de binnenkamers." Geloof het niet!
51 "Want gelijk de zon schijnt van het oosten tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn." Zie? Ja, Hij zal verschijnen, en het zal een wereldwijde gebeurtenis zijn. Nu natuurlijk, wanneer zij bemerken dat er iets heeft plaatsgevonden, dan zullen zij... Nu, bedenk, dat zal plaatsvinden onmiddellijk na het naar huis gaan van de gemeente (na de opname).
52 Nu er zullen voortdurend valse nabootsingen zijn, en wij hebben niet de bedoeling om in enige dergelijke zaak betrokken te worden. Zeker niet.
53 En ik geloof dat wanneer die persoon komt (deze persoon wiens komst is voorzegd; ik toon het u alleen door de Schriften), dat de man een profeet zal moeten zijn. Dat zal hij zeker. En de openbaring van God, want God... Het Woord van de Here komt tot Zijn profeten. Dat is volkomen juist, en God kan niet veranderen, ziet u. Als Hij een beter systeem had, dan zou Hij het gebruikt hebben, maar Hij koos het beste systeem vanaf het begin.
54 Net zoals Hij de zon had kunnen kiezen om het Evangelie te prediken. Hij had de maan kunnen kiezen. Hij had de wind kunnen kiezen, maar Hij koos de mens! En Hij koos nimmer groepen – enkelingen. Zie?
55 En nooit twee hoofdprofeten op aarde te zelfder tijd. Zie, ieder mens is verschillend. Hij heeft een verschillende gesteldheid. Als God één persoon goed in Zijn hand kan krijgen – dat is alles wat Hij nodig heeft – dan kan Hij doen wat Hij wil. Hij hoeft er maar één te hebben. In de dagen van Noach, de dagen van Elia, de dagen van Mozes...
56 Velen stonden op in de tijd van Mozes. U weet hoe zij deden en wilden zeggen: "U bent niet de enige heilige van het stel." En Dathan en Korach...
57 En God zei: "Scheid uzelf af, en ik zal gewoon de aarde openen om hen te verzwelgen." Ziet u? En dus...
58 De mensen begonnen toen te klagen. Hij zei: "Ik zal de hele zaak wegnemen."
59 En daar nam Mozes toen de plaats van Christus in, door in de bres te springen en te zeggen: "Doe het niet, Here." Natuurlijk, nadat Hij Mozes had verordineerd om dit te doen, zou Hij Mozes niet wegnemen, want hij handelde als Christus in die tijd. Het was Christus in Mozes. Absoluut.
60 Nu, wij zijn vandaag zo blij dat God Zichzelf aan ons openbaart. Ik geloof dat de grote dag juist begint te dagen, aan te breken, de lichten beginnen te flitsen; de vogels van het paradijs beginnen hetzelfde stuk te zingen, zij weten dat het nu niet lang meer duurt. Er gaat iets gebeuren. Het moet gewoon. Dus als Hij niet alles doet...
61 Nu, de gehele Schrift is geïnspireerd. De Schriften moeten absoluut de Waarheid zijn. U kunt er op geen enkele manier omheen. Daarom verschil ik met onze vrienden in de Katholieke kerk. Ik geloof dat het niet geschreven werd door slechts mensen alleen; ik geloof dat het werd ingegeven door de Heilige Geest. En al deze kleine dingetjes die zijn toegevoegd, die men er aan heeft proberen toe te voegen... Heeft u opgemerkt dat, toen zij er uiteindelijk in oplosten, zij er allemaal uitgetrapt werden?
62 En deze werkelijk waarachtige Schriftgedeelten stemmen zozeer met elkaar overeen dat er in het geheel nergens enige tegenspraak is. Toon mij een stukje literatuur, er staat nauwelijks één vers in zonder zichzelf tegen te spreken – een vers of twee. En de Bijbel spreekt Zichzelf nergens tegen. Ik heb de oude critici dat horen zeggen, maar ik heb hen al een lange tijd aangeboden om mij te tonen waar het staat. Het staat hier niet in. Het is slechts omdat het menselijke verstand verward is. God is niet verward. Hij weet wat Hij doet. Hij weet het.
63 Kijk, als God de wereld zal gaan oordelen door een kerk (zoals de Katholieke kerk zegt dat het is), goed dan, welke kerk is dat? Kijk slechts naar de kerken die wij hebben. Wij hebben negenhonderd en nog wat verschillende organisaties van kerken. Nu hoe... Een leert het op deze manier en een op die manier. Wat een verwarring! Dan zou iedereen gewoon alles kunnen doen wat hij maar wil; u zult hoe dan ook toch ingaan. God moet een zekere standaard hebben, en dat is Zijn Woord.
64 Sprekend... Niet om af te geven op de Katholieken nu, want de Protestanten zijn net zo slecht. Maar toen ik sprak met een priester, zei hij: "Meneer Branham, God is in Zijn kerk."
65 Ik zei: "Meneer, God is in Zijn Woord, en Hij is het Woord." Jazeker.
Hij zei: "Wel, de kerk is onfeilbaar."
66 Ik zei: "Dat heeft Hij niet gezegd, maar Hij zei dat het Woord onfeilbaar is."
67 Hij zei: "Wel, wij plachten die doop zo te onderwijzen", enzovoort.
Ik zei: "Wanneer?"
Hij zei: "Destijds in de vroege dagen."
Ik zei: "Rekent u dat als de Katholieke kerk?"
Hij zei: "Ja."
68 Ik zei: "Dan ben ik Katholiek – ouderwets Katholiek. Ik geloof op de ouderwetse manier. Kerels zoals u hebben tegenwoordig alles door elkaar gegooid. Er is nauwelijks meer iets van wat u onderwijst in de Schriften – voorspraak door vrouwen en dode mensen en al deze andere dingen, o, het niet eten van vlees, en ik weet niet wat al meer." Ik zei: "Vindt u dat eens voor mij in de Schrift."
69 Hij zei: "Het hoeft daar niet in te staan. Zolang de kerk het zegt is het zo. Het maakt geen enkel verschil wat er staat, het is de kerk."
70 Ik zei: "De Bijbel zegt dat een ieder die er een woord aan zal toedoen of van af zal nemen, zijn deel zal worden weggenomen uit het boek des levens." Dus het is het Woord, en ik geloof het Woord.
71 Nu, en als Amos dan zegt – en de andere Schriftgedeelten die daarmee samengaan – dat als...
72 En denkt u er hierbij aan dat wij slechts de hoogtepunten ervan aanroeren. Gewoon, my, als... wanneer ik daar in die kamer ga en de zalving binnenkomt, als ik zou kunnen opschrijven wat er allemaal plaatsvindt dan zou ik hier drie maanden over een zegel doen. Dus ik roer de plaatsen even aan en laat datgene uitgaan dat de mensen niet zou schijnen te verstikken, maar evenwel niet genoeg om hen pijn te doen, maar gewoon zo dat ik geloof dat het de zaak zou kruiden. U weet wat ik bedoel.
73 Nu, let nu hierop! Als "God niets doet," zoals Amos zei, "tenzij Hij het eerst aan Zijn knechten, de profeten, openbaart," en wij dan zien wat Hij aan het doen is, dan moet het zo zijn dat Hij zich klaarmaakt om iets te doen, wat Hij nu aan het openbaren is. God maakt Zich op, geloof ik, om op het toneel te komen ten oordeel. Hij maakt Zich op om iets te gaan doen. En opnieuw getuigt er iets dat wij zeker in de laatste dagen zijn; wij zijn aan het eind van het tijdperk, het Laodicéa gemeente-tijdperk, nu, want deze dingen zouden alleen in de laatste dagen geopenbaard worden.
74 Nu, denk daar nu eens even aan! Probeer doordrongen te worden van hetgeen wij geloven dat de Heilige Geest ons zou willen laten weten.
75 Nu bedenk, er kon niets geopenbaard worden; God zal helemaal niets doen, tenzij Hij het eerst openbaart aan Zijn dienstknechten, de profeten. En voordat Hij iets doet, openbaart Hij het, en wanneer Hij het openbaart kunt u zich dit herinneren: er is iets op komst. Het is bezig geopenbaard te worden.
76 En deze dingen waar wij over spreken moesten geopenbaard worden in de laatste dag, juist voor de laatste bazuin, aan het eind van de Boodschap van het laatste gemeente-tijdperk. Dat is juist. Als u dat nu wilt lezen, kunt u opslaan... Ik verwees u gisteravond twee of drie keer naar Openbaring 10:1–7: "En in de dagen van het bazuinen van de Boodschap van de zevende engel, zou de verborgenheid Gods geopenbaard en voleindigd worden." En er blijft nog maar één ding over wanneer dit zevenvoudig verzegelde boek geopend wordt. Dan zal de ganse verborgenheid Gods...
77 Wel, wij hebben het jaren onderzocht, en overeenkomstig de Schrift was er toen geen mogelijkheid om het te begrijpen tot op deze dag, omdat het verborgen was. Wij hebben het symbool gezien, waardoor het gesymboliseerd werd, maar het kon niet juist geopenbaard worden tot op de laatste dag. Nu dan, wij moeten ons daar bevinden, in de eindtijd.
78 Nu bedenk, en vergeet nu niet dat Hij niets doet tenzij Hij het openbaart, en vergeet ook niet dat Hij het op zo'n eenvoudige wijze doet dat de wijzen en verstandigen het missen. Nu, als u dat wilt opschrijven, dat is Matthéüs 11:25 en 26. Nu bedenk, Hij doet niets tenzij Hij het openbaart en Hij openbaart het op zo'n manier dat de knappe, geleerde mensen het missen. Bedenk, het was wijsheid die de wereld begeerde in plaats van het Woord, toen de eerste zonde deed wat hij deed. Vergeet dat nu niet. O, hoe dankbaar zouden wij moeten zijn om dat te bedenken!
79 Kijk nu eens naar de dingen die gebeurd zijn; kijk naar de dingen die Hij ons verteld heeft; kijk naar hier in deze Tabernakel, u mensen die hiermee opgegroeid bent. Nu, ik zal vragen om de banden... wel, ga uw gang en neem het op. Maar kijk, ik ga dit alleen zeggen tot de mensen van de Tabernakel, u die hier geweest bent: Ik draag een ieder van u op in de Naam van de Here Jezus om ooit... om uw vinger te leggen op één van de honderden dingen die aangezegd zijn voordat zij kwamen te gebeuren, en te zeggen dat zij niet gebeurd zijn. Vertel mij één keer dat Hij op het podium, daarbuiten, waar het ook was, ooit iets sprak wat niet volmaakt precies zo was. Hoe zou een menselijk verstand zo kunnen zijn? Zeker niet.
80 Toen Hij daar, komende juni drieëndertig jaar geleden, verscheen bij de rivier in de vorm van een licht – u oudgedienden herinneren zich dat ik u, vanaf dat ik een kleine jongen was, vertelde van die stem en dat licht – en de mensen dachten dat je niet helemaal goed bij je hoofd was; natuurlijk, ik zou waarschijnlijk hetzelfde gedacht hebben als iemand dat had gezegd. Maar nu hoeft u zich dat niet meer af te vragen, en de gemeente heeft het zich sinds 1933 niet meer afgevraagd, toen ik die dag, beneden aan de rivier, honderden mensen aan het dopen was.
81 Ik herinner mij dat de jongen van Marra tegen mij zei: "Ga je naar beneden om die mensen daarginds onder water te duwen, Billy?" Kleine Jim Marra daarginds, ik geloof dat hij nu dood is. Ik geloof dat hij daar gedood is; een vrouw heeft hem neergeschoten. Maar hij vroeg mij: "Ga je die mensen daar onder water dompelen?"
82 Ik zei: "Nee meneer, ik ga hen dopen in de Naam van onze Here Jezus."
83 En er liep een vrouw mee in de groep. Zij zei tot een andere vrouw... maakte er een opmerking over, en zei: "Wel, ik zou het niet erg vinden om onder water gedompeld te worden." Zij zei: "Dat is prima; het maakt mij niet uit..."
84 Ik zei: "Ga terug en bekeer u. U bent niet in de goede gesteldheid om gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus."
85 Dit is niet iets om mee te spelen. Het is het Evangelie van Christus, geopenbaard door een opdracht, het Woord. U zegt: "Onzin!" en "Dwaasheid!", u zou het onder een andere noemer geplaatst kunnen hebben; maar bedenk, het is beloofd in het Woord dat dit zou gebeuren – gewoon precies wat het zijn zou, en hier is het.
86 Toen op die dag daar beneden, toen zij bij de rivier stonden, kwam de Engel des Heren waarvan ik u heb verteld dat het er in de verte uit zag als een ster of zoiets, en het kwam dichtbij, en ik heb u verteld hoe het smaragdkleurige licht eruit zag, en daar kwam het regelrecht naar beneden naar de rivier waar ik aan het dopen was.
87 Wel, de zakenlieden hier in de stad zeiden: "Wat betekent dat?"
88 Ik zei: "Dat was niet voor mij, dat was voor u. Ik geloof. Dat was terwille van u dat God dat deed, om u te laten weten dat ik u de Waarheid vertel." Omdat ik een knaap was, een jongen van ongeveer 21 jaar oud, zouden zij dat niet geloven, ziet u, omdat het teveel was voor een knaap. En toen dacht ik eraan...
89 Broeder Roberson hier, een van onze beheerders, die ik hier een paar minuten geleden zag, vertelde mij onlangs dat hij in Houston was toen de foto daar genomen werd die u ziet. Ik was aanwezig bij dat debat. Ik begon er onlangs 's avonds iets over te zeggen. Broeder Roy was de enige... met nog een man, was de enige in de groep die een recorder had. Het was een van die ouderwetse draadrecorders (ik zie broeder Roberson nu, en zijn vrouw) en mevrouw Roberson was ziek.
90 Broeder Roy was een veteraan. Zijn benen weggeschoten, en zij legden hem voor dood weg. Hij was officier in het leger. De Duitse Acht-en-tachtig raakte zijn tank waarin hij zat en doodde de man gewoon en reet hem aan stukken en hij werd voor een lange tijd voor dood weggelegd, en zij zeiden dat hij nooit meer zou kunnen lopen, omdat beide benen verbrijzeld waren – de zenuwen erin en zo. My, hij kan bijna beter lopen dan ik!
91 Maar wat was het? Er was iets dat hij had gezien, en hij ging naar Houston. En hij vertelde mij over zijn vrouw... Hij heeft de draadband; hij was bezig het op een band te zetten, en nadat de diensten hier over zijn zal hij hem voor u allen gaan afspelen, hoop ik. En hij heeft op die oude draadband daar de diensten die ik in Houston gehouden heb. En dan zijn vrouw, hij zei dat hij haar daarheen meegenomen had, en hij zei dat hij het tot voor kort nooit had opgemerkt.
92 O, zij was zo bedroefd; zij was ziek, en zij wilde in de gebedsrij komen. (Zij hadden mij nooit gekend, en ik had hen nog nooit in mijn leven gezien.) Dus, zij zat die dag bij een raam naar buiten te kijken, en zo treurig, weet u, en overstuur en wensend dat zij een gebedskaart zou kunnen krijgen om in de rij te komen.
93 En het mocht zo zijn dat zij die avond in de rij kwam, of de avond erna of zoiets – ik geloof dezelfde avond. En zij kwam in de rij, en toen zij boven kwam op het podium vertelde de Heilige Geest haar: "Nu, u komt hier niet vandaan. U komt uit een stad die New Albany heet." En Hij zei: "U zat vandaag bij het raam terwijl u naar buiten keek en was nog maar bezorgd om één ding, om een gebedskaart te krijgen." En daar is het op de band, jaren geleden.
94 En aan het begin van de samenkomst, toen de Heilige Geest daar was... Dat was de eerste samenkomst, wij hadden toen nog maar zo'n drieduizend mensen, daarna gingen wij naar de achtduizend, en toen tot ongeveer dertigduizend. Dus toen, in de... Terwijl ik sprak in een van de allereerste samenkomsten, zei ik: "Ik weet niet waarom ik dit zeg," (nu, het staat op de band) "maar dit gaat een van de hoogtepunten worden van mijn tijd. Er gaat tijdens deze samenkomsten iets gebeuren dat groter zal zijn dan iemand nog ooit gezien heeft."
95 En het was slechts acht of negen, tien avonden daarna dat de Engel des Heren verscheen voor rond dertigduizend mensen, en neer kwam, en de foto werd genomen, en daar is hij precies nu. Er werd copyright op gegeven in Washington, D.C., dat het het enige bovennatuurlijke wezen was dat ooit in de wereld was gefotografeerd.
96 En ik sprak erover, weet u, als ik soms tijdens de onderscheiding zei: "Een persoon is overschaduwd ten dode. Er hangt een donkere kap van een schaduw. Zij staan op het punt te sterven."
97 Daarginds in East Pines... of Southern Pines geloof ik dat het was, juist toen ik daar was in de laatste samenkomst, zat daar een kleine dame; en iets vertelde haar: "Neem heel vlug die foto", toen ik aan het spreken was tegen een dame, en daar was het! Ik denk dat hij op het mededelingenbord zal hangen, hij is daar al geruime tijd geweest. Daar was die donkere kap die recht boven de vrouw hing.
98 Zij nam nog een foto zodra de Heilige Geest het aankondigde, en het was verdwenen. Zei: "U zult genezen worden. De Here heeft u genezen. De kanker is weg." Daar was het, en zij was genezen. Daar bent u er. Zie?
99 Het is gewoon om te tonen dat God weet welke tijd van de dag het is. Wij niet. Wij moeten Hem alleen gehoorzamen.
100 Nu, wij kunnen wel door blijven praten, maar laten wij hier nu even teruggaan en dit vorige zegel aanroeren, zodat wij deze erop kunnen laten aansluiten. Nu, slechts een terugblik voor een paar ogenblikken, het andere... het eerste zegel.
101 Wij bemerken dat Satan bij het breken van het eerste zegel een super religieuze man had. Heeft u die ruiter op het witte paard opgemerkt, waarvan gedacht werd dat het de eerste gemeente was die uitging? Maar o, dat heeft men door de jaren heen geleerd, maar het kon het niet zijn! Let gewoon op de rest, wanneer wij ze allemaal tezamen gebracht zullen hebben en kijk dan hoe het ermee staat. Nu... en ik weet niet wat de rest ervan zal gaan zijn tot nu toe, maar ik weet dat het gewoon volmaakt daarin moet komen want het is de Waarheid. Het is de Waarheid. Dat was de hiërarchische kerk van Rome. Precies!
102 Deze mensen die denken dat de Joden de antichrist zijn, zitten er zeker een miljoen mijl naast. Denkt u nooit dat de Joden een antichrist zijn. Hun ogen werden opzettelijk verblind, opdat wij een wijze mochten hebben om binnen te komen, om ons een tijd van bekering te geven.
103 Maar de antichrist is een heiden. Zeker, het is een nabootser van de Waarheid. Anti, "tegen". Nu, deze grote superman... o, wat werd hij een groot man, en toen uiteindelijk werd hij op de troon gezet. Nadat hij op de troon kwam werd hij gekroond. En daarna werd hij aanbeden in plaats van God.
104 Nu kijk, voordat dat ooit kwam... Ik wil u iets vragen: wie was dat? Wat was daar op Paulus in II Thessalonicensen 2:3, dat zei dat die man zou komen? Waarom keek die man het hele tijdperk door en zag hij het? Hij was Gods profeet! Zeker. Waarom was...
105 Hij zei: "De Geest spreekt uitdrukkelijk dat men in de laatste tijd zou afwijken van het geloof en gehoor zou geven aan misleiding..." U weet wat misleiden is; een misleidende geest in de gemeente? Dat is de geestelijkheid, misleidende geest van de geestelijkheid, werkingen van duivelen, geveinsdheid in de gemeente.
106 "Roekeloos, opgeblazen", wijsheid, ziet u, knap, intelligent; "hebbende een gedaante van godzaligheid..." (Ze zeggen gewoon: "Wel, wij zijn Christenen, wij behoren naar de kerk te gaan.") "... hebbende een gedaante van godzaligheid maar de openbaringen verloochenend, de kracht en de werking van de Geest. Keer u af van dezen." Zie? Nu merk op dat hij zei: "Want dezen zijn van het soort, die van huis tot huis zullen gaan en dwaze vrouwen zullen verleiden..." (nu dat betekent niet Heilige-Geest-vrouwen) "... vrouwkens die door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden..."
107 Menigerlei begeerten; zij houden er gewoon van om in elk klein dingetje te komen waar ze maar in kunnen komen en allerlei soorten verenigingen en om te leven op elke manier die zij maar willen, en toch: "Wij gaan naar de kerk. Wij zijn net zo goed als wie anders ook." Dansen, partijtjes, zij knippen hun haar af, verven zich, en trekken alles aan wat zij maar willen. Weet u: "Wij zijn pinkstermensen; wij zijn net zo goed als ieder ander." O, uw eigen werken identificeren u! Waar. Let op.
108 Maar hij zei: "Mensen, verwerpelijk van verstand aangaande de Waarheid." Wat is de Waarheid? Het Woord, hetwelk Christus is. "... aangaande de Waarheid."
109 "O, u maakt... U, u bent een vrouwendrijver; u bent een vrouwenhater; u doet dit en dat."
110 Zeker niet! Dat is niet waar! Dat is een onwaarheid. Ik haat vrouwen niet. Zeker niet! Zij zijn mijn zusters, als zij zusters zijn. Maar de zaak die ik...
111 Liefde is corrigerend. Als het niet corrigerend is, dan is het geen liefde. Als het liefde is, dan is het phileo-liefde en geen agape, dat vertel ik u. U hebt misschien een beetje phileo-liefde voor een bepaalde aardig-uitziende vrouw, maar agape-liefde is een andere zaak. Dat is een liefde die de zaak rechtmaakt om God ginds te ontmoeten, ergens waar wij eeuwig kunnen leven. Zie? Ik bedoelde dat niet zoals het misschien klonk, maar ik... U weet wat ik... Ik hoop dat u het begrijpt. Goed.
112 Nu, maar herinner u dat hij zei: "Gelijk Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo ook zij. Maar hun uitzinnigheid werd spoedig openbaar."
113 Waarom? Toen Mozes werd aangesteld om iets te doen wat radicaal scheen, ging hij daar echter heen zo eerlijk als hij maar kon zijn. En God zei hem deze staf te nemen en hem neer te werpen, zodat hij in een slang zou veranderen. Toen deed Hij dit om hem te tonen wat plaats zou vinden. En voor Farao trad hij daar naar voren, precies zoals God hem had opgedragen en wierp zijn staf neer, en hij veranderde in een slang.
114 En ongetwijfeld zei Farao: "Een goedkope goocheltruc"; dus hij laat zijn Jannes en Jambres halen, die zeiden: "Wij kunnen die dingen ook doen." En hij wierp hun stokken neer, en zij werden slangen.
Nu, wat kon Mozes doen?
115 Wat was het? Het moest hem laten zien dat de duivel voor elk waarachtig ding van God een nabootser heeft. Hij imiteert om de mensen van het spoor te brengen.
116 Wat deed Mozes? Zei hij: "Wel, ik vermoed dat ik een fout heb gemaakt, ik zou maar beter terug kunnen gaan."? Hij bleef gewoon staan, want hij had precies zijn opdracht tot op de letter uitgevoerd.
117 Daarna was het eerste zoals u weet, dat de slang van Mozes de andere opat. Zie? Heeft u er ooit over gedacht wat er van die andere slang is geworden? Waar was die gebleven? Mozes nam de stok op en ging er verder mee op uit. Hij werkte er wonderen mee. Die slang was binnen in de andere. Dat is wonderbaar, nietwaar? Jazeker!
118 Nu de antichrist komt geleidelijk in het licht. Ik wil dat u dit opmerkt. Nu, wanneer u hoort...
119 Nu, tot mijn Katholieke vrienden, blijf gewoon even een ogenblik rustig zitten; dan zullen wij gaan zien waar de Protestanten, en waar wij allen zijn. Zie?
120 Merk op, de eerste gemeente – toen de Katholieke kerk zei dat zij de eerste oorspronkelijke kerk waren, hadden zij volmaakt gelijk; zij waren het. Zij begonnen met Pinksteren. Daar begon de Katholieke kerk. Nu, eens kon ik dat nauwelijks geloven, totdat ik de geschiedenis las, en ik ontdekte dat het waar is. Zij begon met Pinksteren, maar zij begon af te drijven, en u ziet waar zij aan toe zijn.
121 En als Pinksteren met de snelheid blijft afdrijven waarmee zij nu afdrijft, dan hoeven zij er geen tweeduizend jaar over te doen. Binnen honderd jaar vanaf nu zullen zij er verder bij vandaan zijn dan de Katholieke kerk het is. Dat is juist.
122 Maar merk op hoe deze witte ruiter... Nu, wij geven het gewoon een beetje een achtergrond totdat wij tot dit zegel komen. Nu, let op de ruiter op het witte paard. Toen hij uitging diende hij in drie stadia. De duivel, zoals ik u de vorige avond bewees, is net als God in een drieëenheid, maar het is steeds dezelfde duivel in drie stadia. Let op zijn stadia: In het eerste stadium toen hij binnen kwam...
123 De Heilige Geest viel en de mensen hadden alles gemeenschappelijk. En de Geest van God was op hen en de apostelen gingen van huis tot huis om het brood met de mensen te breken, en er werden grote tekenen en wonderen verricht.
124 Dan is het eerste wat u weet, dat Satan begint te veroorzaken dat er ontevredenheid opkomt.
125 Toen na een tijdje gingen deze slaven en de armen van het land die de Heilige Geest hadden ontvangen, uit naar verschillende plaatsen om te getuigen. Zij getuigden tot hun meesters.
126 En na enige tijd begonnen er allemaal mensen zoals legeroversten en verschillende mensen te komen. De beroemdheden begonnen de dapperheid te zien en de wonderen en tekenen die deze mannen verrichtten, en daarom namen zij het Christendom aan.
127 Wel dan, ziet u, wanneer hij het Christendom had omhelsd en dan daar naar een plaats ging waar zij een samenkomst hielden in een kleine, oude, donkere, vuile zaal, waar ze in hun handen klapten, juichten en in tongen spraken en boodschappen ontvingen; wel, hij kon daar nooit bij zijn concurrent, of wat het in zijn zaken ook was, mee aankomen. Hij zou het nooit op die manier geloven. Zeker niet! Dus moest hij het opsieren. Dus beginnen zij samen te komen en te denken: "Nu zullen wij iets een beetje anders opzetten."
128 En Jezus vertelde hun, precies onmiddellijk na het eerste gemeente-tijdperk, in het tweede hoofdstuk van Openbaring hier: "Ik heb iets tegen u, vanwege deze daden der Nikolaïeten."
129 Niko, "overwinnen" van de leken. Met andere woorden, zij wilden... in plaats dat iedereen één was, wilden zij een bepaalde heilige man maken. Zij wilden een soort van... Zij wilden het omvormen naar het patroon van het heidendom waaruit zij gekomen waren, en zij deden het uiteindelijk ook.
130 Nu kijk. Eerst – Nikolaïet. De Nikolaïet werd in de Bijbel antichrist genoemd, omdat het tegen de oorspronkelijke leer van Christus en de apostelen was.
131 Ik wil de naam van deze man niet noemen. Hij is een groot man. Maar ik was bij zijn samenkomst hier een paar jaar geleden, en hij wist dat ik daar was, want ik schudde hem de hand. Hij zei: "Weet u, wij hebben vandaag zulken die zij Pinkstermensen noemen." En hij zei: "Zij vertrouwen op het boek Handelingen." En hij zei: "Ziet u, de Handelingen waren slechts het steigerwerk voor de gemeente."
132 Zou u zich een man kunnen indenken die de Bijbel bestudeerd heeft, een dappere, oude man, die de Bijbel heeft bestudeerd op de wijze dat deze man het gedaan heeft, en die dan zo'n opmerking zou maken? Het klinkt... het klinkt niet eens alsof de Heilige Geest in de buurt is, het kan niet zo zijn, nergens.
133 Want iedereen met een gezond begrip zou weten dat de Handelingen der Apostelen niet de handelingen van de apostelen waren; het waren de handelingen van de Heilige Geest in de apostelen. Weet u niet hoe wij het uitbeeldden in de gemeente-tijdperken – die dieren die daar zaten om die ark daar te bewaken – Matthéüs, Markus, Lukas en Johannes stonden daar om deze te bewaken. En daarin staat wat er gebeurde als resultaat van de geschriften van Matthéüs, Markus, Lukas en Johannes.
134 Dat bracht de boom als haar eerste tak voort; dat is wat er gebeurde. Als die boom ooit nog een tak voortbrengt, dan zullen zij er nog een boek der Handelingen achteraan schrijven. Dus u ziet, hetzelfde leven moet in dezelfde zaak zijn.
135 Dus nu, als wij vandaag kijken naar onze denominationele kerken – Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen, Church of Christ (zogenaamd), en Pinksteren en zo – waar vinden wij het? U vindt het niet.
136 Ik wil toegeven dat, van wat er is, de pinkstermensen er het dichtst bij zitten, omdat zij zich hier in het Laodicéa gemeente-tijdperk bevinden. Zij hadden de Waarheid en verwierpen het. Zij werden er lauw mee en God spuwde hen uit Zijn mond. Dat is precies overeenkomstig de Schriften!
137 U kunt die Schriften niet laten liegen. Zij zullen altijd waarachtig zijn. Probeer niet om... het enige, probeer niet om de Schriften met uw gedachten in lijn te brengen, maar breng uzelf in lijn met de Schriften. Dan wandelt u met God. Ongeacht hoeveel u weg moet snijden of aan de kant moet leggen, kom daarmee in lijn. Zie?
138 Kijk wat het de eerste keer dat het viel deed. Wel, als God de eerste keer zo handelde, dan moet Hij de tweede keer ook zo handelen. Hij moet iedere keer zo handelen of Hij zou de eerste keer verkeerd gehandeld hebben.
Zie, wij als stervelingen, wij kunnen vergissingen maken. God niet.
139 Gods eerste beslissing is volmaakt. En er kan geen betere manier zijn dan de manier die Hij verkoos om dingen te doen. Hij kan er niet aan verbeteren, want het is al volmaakt om mee te beginnen. Als het dat niet is, dan is Hij niet oneindig. Als Hij oneindig is, dan is Hij alwetend. Als Hij alwetend is, dan is Hij almachtig. Amen! Hij moet dat zijn om God te zijn. U kunt niet zeggen: "Hij heeft erbij geleerd." Hij heeft er niet bij geleerd, Hij is de Bron zelf van alle wijsheid.
140 Onze wijsheid hier komt van Satan. Wij hebben het beërfd van Eden, waar wij geloof verruilden voor wijsheid. Eva deed dat.
141 Nu, eerst werd hij antichrist genoemd. In het tweede stadium werd hij de valse profeet genoemd, omdat die geest onder de mensen werd geïncarneerd.
142 U herinnert zich, dat de ruiter op het witte paard nu geen kroon had toen hij van start ging, maar daarna werd hem een kroon gegeven. Waarom? Hij was de Nikolaïetische geest om mee te beginnen. Toen werd hij vleesgemaakt in een man, en daarna werd hij gekroond; hij ontving een troon, en werd gekroond. Toen deed hij een lange tijd zo dienst, zoals wij zullen zien als wij... de zegels breken.
143 En dan ontdekken wij dat Satan na die lange tijd uit de hemel werd geschopt. En hij kwam neer, overeenkomstig de Schriften, en stelde zichzelf op de troon. Denk u slechts in, hij plaatste zichzelf op de troon in die man en werd een beest. Hij had kracht, gelijk een oppermachtige, waarmee hij alle wonderen en alles deed wat... moorden en bloedige gevechten, en alles wat Rome kon produceren. Goed. Hij doodde door wrede Romeinse straffen. O, wat zouden wij hier op enige Schriftgedeelten kunnen ingaan.
144 Bedenk, Jezus Christus stierf onder de straf van Rome, doodstraf!
145 De boodschap die ik op mijn hart heb om hier deze volgende samenkomst te prediken, op de middag van Goede Vrijdag zijn deze drie of vier dingen: "Daar kruisigden zij Hem." Daar, de heiligste, meest religieuze plaats ter wereld was Jeruzalem. Zij, het meest heilige (werden zij verondersteld te zijn) volk ter wereld, de Joden. Daar kruisigden zij – de meest wrede straf die Rome kon produceren. Kruisigden zij Hem. Wat? De grootste Persoon Die ooit leefde!! Daar... kruisigden... zij... Hem! O my!
146 God help mij om dat in die groep zakenlieden te gooien om hun te laten zien waar zij staan. Nu, niet om anders te zijn, niet om hatelijk te zijn, maar om hen te schudden, totdat die broeders kunnen zien dat hun hoogwaardigheidsbekleders en heilige vaders en dingen die zij opschrijven in dit Zakenlieden Journaal onzin zijn. Christenen worden niet geacht om enig man 'Vader' te noemen. Zij beginnen daarmee... Ik heb geprobeerd hen te helpen in alles wat ik kan (u ziet waar deze band heengaat), dus ik ben klaar! Ik wil er beslist verder niets mee te maken hebben. Goed. Eerst... Gedenk Christus.
147 Eerst als een Nikolaïet. En waar vroeg het Nikolaïetische tijdperk om? Het vroeg om weg te komen van dat stel mensen dat juichte en in hun handen klapte en eruit zag alsof zij schandelijk – zoals zij deden op de pinksterdag – handelden als dronken mannen, wankelende in de Geest en dergelijke. Zij wilden niets van dat gedoe. Zij zeiden dat zij dronken waren. En wanneer de beroemdheden... (Luister, mis dit niet! Het moge u dwaas in de oren klinken, maar het is de Waarheid.) Toen de waardigheidsbekleders begonnen binnen te komen, konden zij zich daar niet toe verlagen.
148 Wat God groot maakt is omdat Hij groot genoeg is om zich diep te verlagen. Dat maakt Hem groot. Er is niets groter, en Hij boog zich dieper dan iemand zich kon buigen, of enig menselijk wezen zich ooit gebogen had. Hij was de Koning des Hemels, en Hij kwam tot de laagste stad op aarde: Jericho. Hij vernederde zich zo laag dat zelfs de kleinste man in de stad op Hem neer moest zien om Hem te zien. Is dat juist? Zacheüs. Dat is waar. Hij werd bij de slechtste naam genoemd waarmee enig mens ooit genoemd kon worden: een tovenaar, een duivel, Beëlzebul. Zo dacht de wereld van Hem. Hij stierf de wreedste dood. Hij had geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen, uitgestoten door elke organisatie.
149 Maar toen... God verhoogde Hem zo hoog, dat Hij neer moest zien om de hemel te zien. Ziet u God in nederigheid? En gaf Hem een Naam, zo groot dat de hele hemelse familie naar Hem genoemd is, en iedere familie op de aarde. Alle families op aarde worden 'Jezus' genoemd. Alle families in de hemel worden 'Jezus' genoemd. Zo'n Naam dat iedere knie zich zal buigen en elke tong zal belijden dat Hij de Here is, zowel hier als in de hel. De hel zal ervoor buigen. Al het andere zal ervoor buigen. Ziet u, maar eerst was het nederigheid, daarna wordt het groot. Laat God verhogen. Hem die zichzelf vernedert, zal God verhogen. Zie?
150 Nu, wij merken op dat deze 'Niko'-geest wijsheid wilde – knapper. Het moest het uitredeneren zoals met Eva het geval was – redeneren tegen het Woord van God door wijsheid; en de kerk viel er voor. Wat was het?
151 Nu, laten wij gewoon deze gemeente hier nemen en een stel mensen nemen zoals wij. Als u niet werkelijk met de Geest vervuld was... En laten wij nemen, zeg bijvoorbeeld... Nu, niets tegen de burgemeester van onze stad, ik denk niet dat ik hem ken. Meneer Bottorff – is hij nog steeds burgemeester? Meneer Bottorff is een goede vriend van mij. Maar stel dat de burgemeester van de stad en de hele politiemacht en alle commandanten – dat zij allen hier kwamen. Het eerste wat u weet, als zij slechts iets kleins in hun hoofd hebben en beginnen te praten met het bestuur en de mensen van hier, en zeggen: "Nu, weet u wat? Dit zou anders moeten zijn." Als u niet met de Geest vervuld bent en een werkelijk Geest-vervuld man achter de kansel hebt staan, dan bent u voor u het weet aan hen aan het toegeven. Misschien niet deze generatie; misschien de volgende generatie.
152 En dat is de wijze waarop het begon. Waarom? Zij zeiden dan: "Kijk hier, het is redelijk." En u zou luisteren.
153 Stel dat er hier een man binnen zou komen die kon zeggen: "Deze kerk is te klein. Laat ons een grote kerk bouwen. Ik zal er een voor u bouwen daar, die zoveel geld waard zal zijn – er zal een half miljoen dollar in worden gestopt. Ik zal de zaak over de radio laten omroepen." Wanneer zij dat doen dan hebben zij een zelfzuchtige bijbedoeling – negen van de tien keer. U kent wel iemand van die soort. Het eerste wat u weet, als hij dat dan doet, dan zal hij de zaken naar zijn eigen hand zetten. U kunt niets zeggen, want broeder John Doe daar achter, hij is de geldschieter van de gemeente. En dan haalt u een kleine Ricky uit een of ander seminarie binnen, die net zoveel van God weet als een Hottentot van een Egyptische nacht, en hij zal erbij komen daar, en hij zal aan die kerel gaan toegeven, want hij koopt iedere keer een nieuwe auto voor hem, laat hem rondrijden en koopt dit, dat en nog wat voor hem.
154 Dat is precies hoe het begon. Dat is waar. Merk op, wijsheid en knapheid. Zij zeiden: "Nu, kijk hiernaar. Is het niet enkel redelijk... Onze vrouwen, wat maakt het voor verschil hoe zij hun haar dragen?" Maar de Bijbel zegt dat het wel verschil maakt. Neem slechts dat ene ding, nog afgezien van de honderden andere. Het maakt wel verschil. God zei dat het verschil maakte, dus is het een verschil.
155 Maar ziet u, als zij dat hebben laten beginnen (het bestuur van beheerders, de diakenen en alles), dan is het eerste wat u weet dat de voorganger òf erin meegaat òf eruit vliegt. Dat is alles. Ziet u, het zijn de mensen die het erin gestemd hebben. Goed.
156 Nu let op, die geest begon te bewegen en de gemeente die zoveel belangrijke mensen erin had, zoveel dingen en zoveel geld, begon, nadat zij er na een tijdje naar geluisterd had, er voor te vallen – de sluwheid van de duivel!
157 En dat is precies hetzelfde als wat Eva deed in de Hof van Eden. Nu, u hoort dat; het is zo. Kijk, de natuurlijke vrouw – Adams bruid – voordat hij tot haar kwam als vrouw, viel voor Satans opzet tegen het Woord van God door het te beredeneren. Voordat Adam met Eva leefde als zijn vrouw, versloeg Satan hem daar. Dat is juist. U hebt 'De Bruid-Boom' [Deel 62, nr. 25, 26 – Vert] gehoord, waarover ik heb gepredikt. (Daarin wordt dat onderwezen, ziet u.) Goed. Nu let op, Eva viel daar door redenatie. Satan nu, probeerde te redeneren.
Zij zei: "Maar de Here zei..."
158 Hij zei: "O, weet je, maar dat zal de Heer zeker niet doen. Je wil wijs zijn, je wil iets weten. Nou, maar je bent niets anders dan een dom kind. Je behoort wat te weten." Als dat Satan niet is! O my!
159 Als dat niet een van deze moderne... "O, zij zijn slechts een stelletje heilige rollers; besteed geen enkele aandacht aan hen. Ga niet..." Zie?
160 Nu, de natuurlijke eerste bruid van het menselijk ras viel, voordat haar man tot haar kwam, uit de genade door naar Satans leugen te luisteren, nadat God haar had verschanst achter Zijn Woord. Als zij achter het Woord was gebleven, dan zou zij nooit zijn gevallen. Nu, dat is in het natuurlijke, let op, de natuurlijke vrouw.
161 En wat was de vloek; de feitelijke vloek van het achter Gods Woord vandaan komen?
162 Nu bedenk, zij geloofde ongeveer 98% ervan, maar u hoeft slechts één ding te laten vallen. Zij geloofde er heel wat van. O, zeker! Zij zei dit, en Satan zou toegeven dat dat juist was. Als hij u slechts in een hoek kan krijgen, dat is alles wat hij wil. Het enige wat u moet doen is de kogel een kleine draai deze kant op te geven, en hij zal het doel missen. Dat is alles. Nu zij geloofde er zoveel van, maar miste het toch.
163 Nu, en het resultaat, omdat zij het Woord voor één kleine redenatie verliet...
164 Wel, men zegt: "Wat is er met de vrouwen?" Of: "Waarom wilt u spreken over zoiets als dat?" Maar al die kleine dingen. "Wat maakt het voor verschil of het het uiteindelijke bewijs is..." Het maakt wel uit! Je moet...
165 Het moet recht getrokken worden! Wij hebben er al bijna zeven gemeente-tijdperken naar geraden, maar het uur is gekomen dat God het spreekt. Hij spreekt het niet alleen, maar Hij toont het en betuigt het, en bewijst het. Dat is waar. Als Hij het niet doet, dan is het God niet, dat is alles. God staat achter Zijn Woord.
166 Let nu op. De natuurlijke vrouw veroorzaakte natuurlijke dood, omdat zij luisterde naar redenatie om zichzelf wijs te maken... om zichzelf wijs te maken in plaats van achter het Woord te blijven en te doen wat God haar had gezegd. Zij wilde wijsheid om wijs te worden, en zij luisterde naar redenatie, en zij deed het hele menselijk ras verloren gaan! Zie?
167 Nu dit keer de geestelijke vrouw, de bruid van Christus, die begon op de dag van Pinksteren, met de eerste Apostolische gemeente, verloor hetzelfde op het Concilie van Nicéa. Lee, je weet dat dat waar is! En op het Concilie van Nicéa toen zij haar geestelijke geboorterecht verruilde om Constantijns grote kerken en dergelijke, die hij hun daar aanbood, aan te nemen; en zij verkocht haar Schriftuurlijke geboorterecht voor een hoop Romeinse dogma's. Nu dat is hard voor de Katholieken, maar de Protestanten hebben hetzelfde gedaan en worden hier in de Bijbel voorgesteld als een dochter, hoerendochter van de hoer. Dat is precies juist! Elk van hen! Er is geen excuus.
168 Maar daarbuiten is altijd een klein overblijfsel geweest, al de tijd, die de bruid gaat vormen.
169 Kijk, zij verloor haar geboorterechten, zie, voordat haar man tot haar kwam. Zie? Voor de bruiloft verloor zij haar deugdzaamheid.
170 Nu, u herinnert zich daar dat zij zei: "Ik zit als een koningin; ik heb nergens gebrek aan" – daar in dat Laodicéa-tijdperk. "Ik ben rijk en verrijkt geworden," enzovoort, "en o, de gehele wereld ziet naar mij op. Ik ben de grote heilige kerk", enzovoort. "Wij zijn op deze manier..." het hele tijdperk.
171 Hij zei: "Gij weet niet dat, dat gij zijt naakt, blind, ellendig en jammerlijk, arm, en gij weet het niet." Dat is de toestand. Nu als de Heilige Geest zei dat de toestand zo zou zijn in de laatste dagen dan is het zo! Er is geen manier om daar omheen te komen. Dat is de wijze waarop het is.
172 Nu kijk. Toen zij nu haar geboorterecht destijds verkocht, haar deugdzaam recht van het Woord, wat deed zij toen? Toen Eva het deed, verloor zij de schepping. De gehele schepping kwam onder haar ten val.
173 Nu merk op, en toen de gemeente het deed, en dogma's aanvaardde in plaats van de Geest en het Woord, kwam het hele systeem onder de vloek. Elk denominatie-systeem dat er ooit was of ooit zal zijn werd daarmee vervloekt en viel, omdat het niet anders kan.
174 Als u een stel mannen bijeen krijgt om iets uit te dokteren, het hoofd van de één staat zus, en het hoofd van de ander staat zo, en iemand anders heeft het weer zo in zijn hoofd. Zij brengen de zaak bij elkaar, schudden het door elkaar, en wanneer het eruit komt is dat wat u hebt gekregen.
175 Dat is precies wat zij deden bij het Concilie van Nicéa. Dat is precies wat zij deden bij de Methodisten, Presbyterianen, Church of Christ en de rest. En geen mens... Ongeacht wat God hem openbaart, hij moet het onderwijzen op de manier dat hun geloofsstukken, hun geloofsbelijdenissen, zeggen dat het is, of zij zullen u eruit schoppen. En vertel mij niets; ik ben daar geweest, en ik weet het.
176 En dat is precies wat er gebeurd is, dus de hele zaak is vervloekt! Geen wonder dat de engel zei: "Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen deel hebt aan haar plagen!", omdat zij vervloekt is, en zij zal de vloek van Gods wraak over haar moeten ondergaan, omdat zij haar deugd en geboorterecht heeft verkocht. Zie? Maar... O my!
177 Maar herinner u, terwijl u die hele toestand ziet, dat God toch een belofte deed in Joël 2:25, als u het op wilt schrijven: "In de laatste dagen..."
178 Toen hij zei: "Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten; wat de sprinkhaan heeft overgelaten, hebben de kevers afgegeten; wat de kevers hebben gegeten..." en zo door, insect na insect, die gekomen was om die gemeente te eten totdat er tenslotte niets meer over was dan een stronk. Kijk: wat de Roomsen overlieten, hebben de Lutheranen gegeten; wat de Lutheranen over hebben gelaten, hebben de Methodisten gegeten; wat de Methodisten hebben overgelaten hebben de Pinkstermensen gegeten, tot zij niet meer is dan een stronk.
179 En weet u wat? Wanneer u die wormen daar neemt – die kever en sprinkhaan enzovoort – en u speurt ze na door het boek, dan komt u tot de slotsom dat het dezelfde worm is, alleen in verschillende stadia.
180 Houdt dat vast: Zo is het ook met deze zegels! Het is dezelfde worm! U zult het gaan zien wanneer wij het uitbrengen, daarom zal ik u nu zeggen: het is steeds dezelfde worm. Vier van die wormen, vier hier, en daar zijn ze. Zij zijn dezelfde. Het is dezelfde geest. Wat de ene heeft achtergelaten, eet de ander. Wat deze heeft overgelaten, eet de ander – op die wijze, totdat het gebracht is tot een stronk.
181 Maar Joël zei: "Ik zal vergoeden, spreekt de Here, al de jaren, die de rups heeft afgegeten."
182 Wat is het? Hoe zal Hij het gaan doen? Als het van start ging als antichrist door tegen de leer van Christus te zijn, door dogma's te aanvaarden in plaats van het Woord... en door de jaren heen zijn de hervormers er tegenin gegaan, zoals de Bijbel zei.
183 "Maar in de laatste dagen, bij het bazuinen..." Openbaring 10:1–7, Hij zei: "De verborgenheden Gods zouden vervuld worden in de laatste dagen, bij het bazuinen van de stem van de zevende engel." In Maleachi 4 stond dat Hij Elia zou zenden voordat die geduchte dag op aarde komt, wanneer Hij het zou doen branden als een oven, en Hij zou herstellen en de kinderen terug brengen tot het geloof der vaderen – het oorspronkelijke apostolische, pinkstergeloof, waarvan Hij beloofde dat het zou worden hersteld! Nu dat is net zo duidelijk als de Schrift het maar kan zeggen. Nu, het is beloofd. En als wij in de laatste dagen zijn, dan moet er iets gebeuren; en het gebeurt, en wij zien het.
184 Let op de drieëenheid van Satan. Het is dezelfde persoon die komt, het wordt geïncarneerd van de ene in de andere. Dat is ook de wijze waarop die insecten het deden, die wormen, die van de ene op de andere overgingen. Precies! Nikolaïtisme – geestelijke antichrist. Paus – valse profeet; het beest – de duivel zelf, geïncarneerd. Hij kan niet...
185 Nu, houdt dat nu even in uw gedachten. Wanneer u dit volgt, dan zult u deze ruiters regelrecht op die manier zien opkomen. Ik leg hier een beeld voor u neer. Als ik het op het bord had staan had u het beter kunnen begrijpen. Ziet u, ik ben waakzaam.
186 Ten eerste, bedenk nu dit: het eerste wat hij is, is een antichristelijke geest. Johannes zei het: "Kinderkens, de geest der antichrist werkt reeds in de kinderen der ongehoorzaamheid." Ziet u, dat zaad begint op te komen. Dan wordt het een soort gezegde in het volgende gemeente-tijdperk. In het volgende gemeente-tijdperk was het een leer. In het volgende gemeente-tijdperk werd zij gekroond. Is dat niet zo duidelijk als het lezen zelf, hoe u het ook zou lezen? Zie? Zie, daar komt hij.
187 Nu, hoe werd hij eerst genoemd? Antichristelijke geest, omdat hij tegen het Woord was. Daarmee begon het. Dat is precies wat de hele zaak teweeg bracht, het afkeren van Gods Woord. Niet omdat Eva Kaïn op een dag misschien een pak slaag had gegeven. Daardoor kwam het niet. Het eerste wat het allemaal veroorzaakte, was dat zij zich afkeerde van het Woord. Zij keerde zich af van het Woord. En het eerste wat de hoererij in de gemeente van de levende God, Christus' bruid, deed beginnen, was dat zij zich afkeerde van het Woord en Roomse dogma's aanvaardde in plaats van Gods Woord. Wat is er met iedere organisatie gebeurd? Zij hebben precies hetzelfde gedaan.
188 Nu... maar er werd beloofd dat Hij in de laatste dagen een weg zou maken om weer te herstellen. Het Woord van de Here zou op de aarde vallen zoals Hij het in den beginne deed en zal terugherstellen wat? Waarmee begon het? – tegen het Woord! En wat wordt verwacht dat deze man zal doen wanneer hij komt, gezalfd met Gods Geest? Hij brengt gewoon het geloof van de kinderen terug tot de vaderen. Dat is de wijze waarop Hij herstel geeft. En u krijgt ditzelfde Woord op dezelfde plaats dat het hierin staat, en het zal hetzelfde uitwerken.
189 Jezus zei: "Indien iemand van Mij zal zijn... wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Toen zij Hem vroegen om bepaalde dingen te doen, zei Hij: "Ik doe slechts wat de Vader Mij toont. Ik doe niets tenzij Ik het eerst zie. Wat Ik de Vader zie doen, dat doe Ik ook. De Vader werkt, en Ik werk tot nu toe." Zie? Ziet u het niet? Wel, het is gewoon alsof je de krant leest. Zie?
Nu eerst... Toen werd hij een antichrist.
190 Nu, hij kon de antichrist niet zijn... alleen in geest. Toen werd hij een antichrist, en die geest nam een man die dezelfde dingen leerde als de antichristelijke geest, en toen werd hij een valse profeet van de antichristelijke geest. Nu, hoe staat het met een man in een organisatie? Kies wat u wilt. Ik weet niet wat u ervan denkt. Goed.
191 Nu tenslotte wordt hij het beest. Nu, wacht en wij zullen daar straks op ingaan. Goed.
192 Nu als Satans drieëenheid zo ligt – de hele tijd Satan, Satan – antichristelijke geest (antichristelijke geest geïncarneerd), valse profeet, en dan wordt hij het beest. Zie? Toen... Niet een demoon die in deze antichrist was, maar wanneer Satan zelf wordt uitgeworpen, dan komt hij neer en neemt de plaats over waar de demoon zich bevond. Het is de duivel in hem. Dan is de duivel vleesgemaakt in een man. Het herhaalt zichzelf gewoon.
193 Dat was ook Judas Iskariot. En wat deed hij? Was hij een van de kerels die tegen Christus waren? Wel hij was de penningmeester! Hij wandelde met Hem! Zeker! Wandelde regelrecht met hem mee, en ging daar uit, en wierp duivelen uit, en deed gewoon precies wat zij deden.
194 En Christus was de vleesgeworden God – God, geïncarneerd in vlees, Immanuël. En Judas was de zoon des verderfs zoals Jezus de Zoon was van God – vleesgeworden God en vleesgeworden duivel.
195 Sommige mensen kunnen in die tijd slechts drie kruisen zien. Er waren er vier. Er waren er drie op Golgotha die wij zien. Dat was Jezus in het midden, een dief aan Zijn linker‑en een dief aan Zijn rechterhand.
196 En kijk. Eén dief zei tot Jezus: "Als..." (Nu, u weet dat Hij het Woord is.) Maar: "Als Gij het Woord zijt, waarom redt U Uzelf dan niet? Waarom doet U er niets aan?"
197 Dat is vandaag hetzelfde. Hebt u nooit deze oude duivels horen komen die zeggen: "Als u gelooft in goddelijke genezing, daar is iemand zonder ogen, waarom opent u hun ogen niet? Sla mij blind! Sla mij blind!" Dat is dezelfde oude duivel. "Kom van het kruis af, en wij zullen u geloven." "Als U de Zoon van God bent, verander dan deze stenen in brood." Dezelfde duivel.
198 Loop gewoon weg, zie. Nee. Dat is de manier waarop Jezus het deed. Hij speelde geen clown voor wie dan ook van hen.
199 Zij deden een oude doek over Zijn hoofd... over Zijn dierbare ogen, op deze manier, en zij namen een stok en sloegen Hem boven op het hoofd, en zeiden: "Vertel ons, als U een profeet bent, nu vertel ons, wie heeft U geslagen?" (Zij wisselden de stok van de een op de ander.) "Nu, vertel ons wie U geslagen heeft, en wij zullen geloven dat U een profeet bent." Hij deed nooit Zijn mond open. Hij stond daar slechts. Hij speelt geen clown. Hij doet slechts gelijk de Vader Hem toont. Laat hen begaan. Hun tijd komt. Maak u geen zorgen. Nu, zij raakten Zijn kleed aan; zij voelden geen kracht.
200 Maar een arme kleine vrouw die een nood had raakte slechts Zijn kleed aan, en Hij keerde Zich om en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" Uh-huh. Wat is het? Een andere aanraking! Het hangt ervan af hoe u Hem aanraakt, ziet u? Zie, wat u gelooft. Nu, ziet u het?
201 Nu, terwijl Satan gaat naar... zichzelf heeft vleesgemaakt van antichrist tot valse profeet nu, en in de dagen van de Jood is hij antichrist onder de vroege gemeente. In de donkere Middeleeuwen wordt hij een valse profeet tot de wereld. Hier is die beker der ongerechtigheid. Nu, dat betreft het gemeente-tijdperk nu.
202 Maar in het tijdperk nadat de gemeente naar huis gaat, wordt hij het beest. Hij wordt de duivel vleesgemaakt, de rode draak zelf! O my! Kunt u niet zien wat ik bedoel? Hij wordt dan vleesgemaakt in zijn mensen. Hij heeft zijn mensen gebonden door zijn kracht. De valse profeet heeft hen er recht in geprofeteerd, hen overgegeven aan sterke dwalingen, waardoor zij de leugen geloven en er door veroordeeld worden, het Woord ontkennende en met een gedaante van godzaligheid.
203 God brengt Zijn plaats tot stand in een drieheid: rechtvaardiging, heiliging en Zichzelf geïncarneerd in Zijn volk met de doop van de Heilige Geest.
204 Hetzelfde. De duivel volgt gewoon een type na, zoals Christus. O, Satan incarneert zichzelf! Nu, let op. Satan...
205 Wanneer Jezus Zichzelf incarneert in Zijn volk, dan is precies hetzelfde leven dat in Christus was in deze persoon.
206 Wat zou er gebeuren als u het leven uit een wijnstok nam en het in een pompoengewas deed? Het zou geen pompoenen meer dragen; het zou druiven dragen. Wat als u het leven uit een perzikenboom zou nemen en het in een perenboom zou doen? Zou het peren dragen? Nee, het zou perziken dragen. Het leven verklaart wat het is. Zie?
207 Wanneer u mensen hoort zeggen dat zij de Heilige Geest hebben ontvangen en zij ontkennen dit Woord, dan is er iets mis! De Heilige Geest schreef dat Woord.
208 Jezus zei dit: "Indien iemand Mijn Geest in zich heeft, zal hij Mijn werken doen." Als u dat wilt lezen – als u het wilt noteren, het is Johannes 14:12. Goed. "Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader." Dan heiligt en reinigt Hij hem, zodat hij voor God kan staan. Die druppel inkt valt daar – brengt hem over de kloof. Zie?
209 Nu kijk. Wanneer Satan zich in zijn onderdanen incarneert, dan doen zij het werk dat hij deed. Ziet u het niet? Wat deed hij? Hij kwam regelrecht tot de onschuldige vrouw en verleidde haar. En dat is precies wat sommige van deze duivels doen. Zij komen recht naar een plaats waar een kleine voorganger ergens aan het beginnen is en zij zeggen: "O, als u zich gewoon bij ons aansluit." Het is hetzelfde duivelswerk. Nu, dat is de Waarheid. Wanneer de Satan vlees wordt gemaakt in zijn kerk, als daar een duivel is, dan zijn zij het die het moorden en doden enzovoort doen, omdat Satan in de eerste plaats een moordenaar is, een leugenaar en een... Zie? Goed.
210 Wat doet Satan wanneer hij het doet, wanneer hij vlees wordt onder zijn mensen? Het is zijn taak om schrander te zijn. Hij is schrander. Onderzoekt u de Bijbel en toont u mij waar God ooit handelde met intellectuele personen. Jaag ernaar en zie of het niet altijd de intellectuelen zijn die door de duivel bezeten worden. Het is een groot woord, maar het is waar! Ik daag u uit om de lijn van Abel tot Kaïn te volgen tot in het veertiende geslacht; loop ze door en zie welke aan de knappe zijde stonden en welke de nederigen waren. Uh-huh.
211 Waarom koos Jezus niet zulke mensen? Hij nam vissers en mannen die zelfs hun eigen naam niet konden tekenen om aan het hoofd van Zijn gemeente te zetten. Dat is waar. Wijsheid is niets. Het is tegen Christus. Wereldse wijsheid is tegen Christus, altijd. Jezus zei ons nooit heen te gaan en seminaries te bouwen (dat deed hij nimmer), en een Bijbelschool te volgen. Hij zei: "Predikt het Woord, predikt het Evangelie." Dan als Hij zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven..." Zie, u moet de... Met andere woorden, zei Hij: "Ga en demonstreer de kracht van God aan alle naties."
212 Nu kijk. Satans plicht is om het Woord van God te verdraaien tot verstandelijke wijsheid. O my! O! Daarna merkte hij zijn onderdanen doordat zij het oorspronkelijke Woord verwierpen. Nu, laat dat...
213 Wilt u gewoon nog een klein beetje met mij volhouden, totdat wij dit begrijpen? Ik wil niet dat u dit mist. Laat mij u een type tonen zodat u het kunt zien, alles in typeringen en Woord en alles. U kunt niet... U moet niet in verwarring weggaan.
214 In het Oude Testament, wanneer een man verkocht was tot slavernij, kwam er iedere vijftig jaar een Jubeljaar (het negen-en-veertigste jaar en dan het Jubeljaar). Wanneer een slaaf dit hoorde, en hij wilde vrijuit gaan, dan was er niets dat hem kon weerhouden om vrij te worden. Hij kon gewoon zijn schoffel neergooien en 'tot ziens' zeggen; en terug naar huis gaan. De bazuin klonk. Dat is juist.
215 Maar als hij niet wilde gaan, en hij tevreden was met zijn slavenmeester, dan werd hij naar de tempel gebracht, en dan namen zij een els (u weet wat een els is), en dan doorboorden zij zijn oor en maakten een gat in zijn oor. Dat was een merkteken dat hij nooit meer terug mocht gaan. Is dat waar? Hij moet zijn meester altijd blijven dienen. Het maakt mij niet uit hoe vaak het Jubeljaar nog zal klinken of wat er ook gebeurt, hij heeft absoluut zijn geboorterecht om vrij te zijn verkocht.
216 En wanneer een mens de Evangelie-Waarheid verwerpt, dan merkt Satan hem. Waar? In zijn oor. Hij maakt hem doof zodat hij de Waarheid niet meer kan horen. Het is afgelopen met hem! Hij blijft bij de groep waarbij hij is, als hij de Waarheid niet wilde horen! Nee.
217 "U zult de Waarheid kennen en de Waarheid zal u vrijmaken." De Waarheid maakt vrij.
218 God merkt de Zijnen wanneer zij komen. God merkt de Zijnen door Zijn beloofde Woord door hen heen te betuigen. Dat is het precies! Johannes 14:12. En nog iets, als u het wilt noteren: Markus 16. Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen, die geloven."
219 Nu, laten wij dat gewoon een minuut nemen. Maakte Hij een grapje? [De samenkomst antwoordt: "Nee." – Vert] Bedoelde Hij alleen de... Bedoelde Hij daar slechts de apostelen mee, zoals sommigen ons proberen te vertellen? ["Nee." ]
220 Kijk, lees de achtergrond ervan: "Gaat gij heen in (waar?) de gehele wereld; predikt dit Evangelie aan (waaraan?) alle creaturen." Wij hebben daar zelfs nog niet voor een derde aan voldaan. Deze tekenen zullen volgen in de gehele wereld, aan alle creaturen, overal waar dit Evangelie wordt gepredikt. "Deze tekenen zullen hen volgen, die geloven." Niet slechts een handje vol.
221 Zoals een man mij op een keer vertelde: "God gaf alleen aan de twaalf apostelen gaven van genezing." Velen van de broederen die hier zitten, waren erbij toen hij opstond om dat te zeggen. Hij kreeg daar binnen een paar minuten genoeg van.
222 Dus let nu op: "De gehele wereld, aan alle creaturen. Deze tekenen zullen volgen..."
223 Neem niet Satans merkteken van ongeloof! Nu, hij zal het vanavond op u zetten als hij kan. Hij zal u met de rug tegen de muur zetten en u zult naar buiten lopen en zeggen: "Ah, daar weet ik niets van af."
224 Ga naar huis en bestudeer het. En wees dan oprecht en bid, omdat alles te volmaakt Schriftuurlijk is, in ditzelfde uur – op dit geheiligde uur der tijd. Het is al jaren geweest, bewezen. Kom er regelrecht doorheen en dit is het uur. Dit is de tijd!
225 Nu laat hem dat niet in uw oren boren, zijn merkteken van ongeloof. Zie, want hij was een ongelovige van den beginne. Hij betwijfelde het. Goed. O, laat hem zelfs niet... laat hem zelfs de Schrift niet nemen met zijn wijsheid en het verdraaien en misvormen, met zijn eigen wijsheid in krachten van redenatie. Wees gewoon nederig en zeg: "God zei het, en daarmee is de zaak af." Nu, o, laten we...
226 Wij gaan het te laat maken, dus kunnen wij hier beter stoppen en van start gaan.
227 Nu, laten wij naar het tweede zegel gaan. Toen het geslagen, opgestane Lam het opende, en het tweede dier dat een kalf gelijk was zei: "Kom, zie wat de verzegelde verborgenheid is." Nu krijgen wij het. Het Lam, u herinnert het zich, moet elk zegel openen. En het tweede dier...
228 Als u hebt gelet op de regel waar wij net met de gemeente-tijdperken doorheen gegaan zijn, hetzelfde. Het tweede... Het eerste was een leeuw; het volgende was een... was een kalf gelijk, of een os of zoiets, ziet u.
229 En dit dier zei: "Kom en zie", nu, en toen het Lam het zegel opende... En toen ging hij kijken. En toen hij binnenwandelde, wat gebeurde er? Laten wij kijken wat hij vond. "Kom en zie." Er is hier een verborgenheid verzegeld, dat hier nu ongeveer tweeduizend jaar is geweest. Laat ons zien wat het is.
230 Hier vinden wij dat hij wát zag? – een rood paard dat uitging. Nu, naar mijn begrip (dit is naar mijn begrip), was dit grote zwaard dat hij in zijn hand had... (Nu, wij hebben voor ongeveer de komende vijftien à twintig minuten, ongeveer drie dingen om nu naar te kijken.) Laat ons gewoon lezen en zien wat Hij hier zegt:
En een ander paard... (vierde vers) ... een ander paard ging uit, dat rood was;... (het eerste was wit) en hem, die daarop zat, werd macht gegeven de vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.
231 Nu, er zijn hier symbolen, en wij willen die heel aandachtig bekijken. Naar mijn begrip, het beste wat ik nu weet, voorzegde Jezus hetzelfde in Matthéüs 24. Hij zei: "Nu zult u gaan horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, en slechts oorlogen en geruchten van oorlogen en oorlogen..." maar hij zei: "Dit alles is er nog niet." Zie, het is de tijd nog niet. Zie, zij stelden Jezus drie vragen. Zie? En Hij antwoordde hun op drie vragen.
232 Daar zijn veel van onze broeders verstrikt geraakt, door het te proberen te plaatsen... De Adventisten-broeders over de zevende dag enzovoort, destijds. "Wee de bevruchte en de zogende vrouwen in die dagen, en de poorten zullen gesloten zijn op de Sabbatdag" en dergelijke dingen. My! Dat heeft zelfs helemaal geen betrekking op de vraag, zie, helemaal niet! Zie?
233 Hij beantwoordde wat zij vroegen, maar hij betrok het niet allemaal op de laatste dagen. Hij zei: "U zult horen..." (Nu, wij werken dit ene ding hier uit. Wij zullen er over een paar avonden nog verder op komen.) Kijk. Hij zei: "Gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen enzovoort. Dit alles is niet..." Zie, dan zullen zij weer teruggaan en zij zullen u overleveren enzovoort, zoals dit. En alles, alles wat er nog niet is.
234 Maar toen Hij tot de tijd kwam dat Hij tot hen ging spreken over wat zij Hem hadden gevraagd over het einde der wereld...
235 "Wanneer zullen al deze dingen geschieden? Wanneer zal er geen steen meer op de andere gelaten worden? Wat zal het teken zijn? En wanneer zal het eind van de wereld komen?" Zij vroegen Hem drie dingen.
Daarna, toen Hij kwam tot "het einde der wereld"...
236 Hij zei: "Wanneer u de vijgeboom zijn knoppen ziet uitspruiten, dan weet u dat de tijd voor de deur staat. En voorwaar, Ik zeg u, dat deze generatie niet voorbij zal gaan totdat alles zal zijn vervuld." Wat houden de ongelovigen, zonder de uitlegging, er van om het daarop te schuiven. Hij zei: "Deze generatie," niet de generatie tot welke Hij sprak, maar de generatie die de vijgeboom zijn knop zag uitspruiten.
237 Nu zou ik u iets willen vragen. Kijk eens naar iets wat vlak voor onze ogen gebeurt. Israël is nu voor het eerst in 2500 jaar een natie. De oudste vlag in de wereld wappert vanavond over Jeruzalem. Israël is in haar thuisland.
238 Er was hier eens een broeder die een zendeling wilde zijn – die ervoor voelde om als zendeling naar de Joden te gaan. Ik zei: "Misschien zult u er zo nu en dan een krijgen." Mensen denken dat de hele natie... Beslist niet.
239 Israël wordt bekeerd als een natie, niet als een persoon. "Een natie zal worden geboren op één dag." Dat is Israël. Geheel Israël zal gered worden. Houd dat gewoon in gedachten. Paulus zei het. "Geheel Israël wordt behouden." Nu let op. "Geheel Israël." Dat is precies juist.
240 Nu, let hierop. "Maar," zei Hij, "wanneer u ziet dat de vijgeboom en alle andere bomen hun knoppen doen uitspruiten..." Nu, kijk. Er is 2500 jaar lang nooit een tijd geweest dat Israël ooit naar haar thuisland is gekomen. Wij hebben de kleine film 'Drie Minuten voor Middernacht' gehad. Daar is zij, een natie, de zespuntige ster van David wappert er, en al deze dingen.
241 Is er ooit een tijd geweest dat de denominaties zulke opwekkingen hebben gehad als in de laatste paar jaar? Nu bestudeer het gewoon; wij zijn thuis.
242 Wanneer zijn de denominaties ooit zo tot bloei gekomen onder de bediening van enig man, zoals zij hebben met die van Billy Graham: Methodisten, Baptisten, enzovoort? Wanneer was er ooit een man – zoek de geschiedenis af – die ooit uitging tot de formele kerk met een naam die eindigde op 'h-a-m'? Vraag u dat gewoon af. A-b-e...
243 A-b-r-a-h-a-m. Nu, kijk, Abrahams naam had zeven letters, A-b-r-a-h-a-m.
244 Maar onze broeder Billy Graham heeft G-r-a-h-a-m, zes, niet zeven. De wereld; daar predikt hij ook voor, de natuurlijke kerk.
245 De natuurlijke gemeente was Lot in Sodom, en toen deze man daarheen ging en predikte en hen verblindde door het Evangelie...
246 Er was echter Eén Die bij Abraham bleef, en Abraham noemde Hem 'Elohim', 'Here'. Toen nu Abraham er drie zag komen, zei hij: "Mijn Heer."
247 Toen Lot er twee zag komen, zei hij: "Mijn heren." Daar is uw verschil. Zie het trinitarische werk? Zie?
248 Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Lot..." Ziet u dat? Kijk. Tel het.
249 Nu, er was Eén Die tot de geestelijke gemeente kwam, de bruid, Abraham, die om te beginnen niet in Sodom was. Let op wat Hij deed. Hij predikte nooit zoals zij. Hij onderwees hen, maar toen deed Hij een teken voor hen. Hij deed het Messiaanse teken. Hij had Zijn rug naar de tent gekeerd en Hij zei: "Abraham..." Nu bedenk dat zijn feitelijke naam een paar dagen daarvoor Abram was. Maar Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, S-a-r-a?" Een paar dagen voordien heette zij nog S-a-r-a-i.
Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."
250 En Hij zei: "Abraham, Ik... (daar is uw persoonlijke voornaamwoord weer), Ik zal u bezoeken overeenkomstig de belofte die Ik u gedaan heb." U ziet Wie het was. Zie? Een Man met stof op z'n kleren. Hij at het kalfsvlees en dronk de melk van de koe en Hij at tarwebrood... (Jazeker.): God, Elohim, gemanifesteerd in het vlees!
251 Hij beloofde dat Hij Zichzelf in de laatste dagen opnieuw in vlees zou manifesteren! Let op.
"Abraham, waar is uw vrouw, Sara?"
"Zij is in de tent achter U."
Hij zei: "Ik zal u bezoeken."
252 En de dame, natuurlijk, die honderd jaar oud was, zij lachte zo'n beetje in haar vuistje; achter in de tent nu, achter de gordijnen in de tent. Zij zei: "Ik, die een oude vrouw ben." Zij waren al jaren opgehouden als man en vrouw te leven, weet u, want hij was honderd jaar oud en zij was negentig jaar. Zij zei: "Dat zal nooit gebeuren."
253 En Hij zei: "Waarom lachte zij?" Whew! Met Zijn rug naar de tent gekeerd! "Waarom lachte zij, zeggend: Hoe kunnen deze dingen zijn?" Zie, Hij toonde hem een teken.
254 Nu, Hij beloofde dat dit zich opnieuw zal herhalen in de eindtijd.
255 De twee mannen gingen daarheen en predikten het Woord en vertelden hun dat zij daaruit moesten gaan, dat de plaats zou worden verbrand enzovoort. En het gebeurde. En Lot wankelde eruit – de natuurlijke gemeente – diep in zonde, in het slijk, maar toch voortzwoegend in hun organisatorische programma's. Maar de bruid...
256 Die ene Man ging nooit naar hen. Hij ging alleen om het bruid-type te roepen. Nu, wij zijn in de laatste dagen, zie? Nu merk op.
"U zei daar: 'God, gemanifesteerd in het vlees'?"
257 Jezus zei Zelf: "Hoe veroordeelt gij Mij?" Hij zei: "Is het niet geschreven in uw Bijbel, uw wet, dat zij, de profeten, tot wie het Woord van God kwam..." (Jezus zei dat het Woord kwam tot de profeten, omdat Hij in alle dingen Schriftuurlijk was.) Hij zei: "Het Woord van God nu zegt dat het Woord tot de profeten kwam, en u noemde hen goden, want het Woord van God kwam tot hen. Hoe zult u Mij dan gaan veroordelen, wanneer Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?" Met hun eigen wet zette Hij ze vast. Daar bent u er. Zie?
258 Nu, waar zijn wij aan toe? Wij zijn in de eindtijd! Nu, luister nu heel aandachtig.
259 Nu, wij bemerken dat er oorlogen en geruchten van oorlogen zouden zijn, en nu zien wij dat de vijgeboom haar knop doet uitspruiten en dat de andere bomen hun knoppen voortbrengen – Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, en zij allen laten hun knoppen uitspruiten – een grote opwekking is aan de gang.
260 Nu, ik geloof dat God de bruid vergadert voor dat laatste uur – de uitverkorenen. O my! Nu, let op.
261 Laten wij dan nu beschouwen wat Johannes zag toen deze dingen... wat hij zag. Een rood paard en zijn rijder gaan uit; macht is hem gegeven om te slaan met een groot zwaard. Nu, hier is mijn openbaring ervan: dit is opnieuw Satan! Het is opnieuw de duivel in een andere gedaante. Nu wij weten dat zegels betrekking hebben op... (zoals ik onlangs zei) en dat bazuinen betrekking hebben op burgeroorlogen onder de mensen, of onder volkeren. Maar hier ontdekt u dat deze man een zwaard heeft, dus hij heeft betrekking op kerkelijk-politieke oorlog. U zou dat misschien niet mogen denken, maar let gewoon een ogenblik op, slechts een paar minuten.
262 Let op de kleurverandering van deze paarden – dezelfde berijder – kleurverandering van paarden. En een paard is een dier, en de dieren in de Bijbel in symboolvorm vertegenwoordigen een kracht. Hetzelfde systeem, rijdend op een andere kleur kracht – van een onschuldig wit tot een bloedig rood. Houdt hem nu in het oog, hoe hij komt!
263 Toen hij de eerste keer begon, was hij slechts... wel hij was gewoon een kleine leer, genaamd het Nikolaïtisme. Natuurlijk zou het niets doodslaan! (Dat is Openbaring 2:6, als u het wilt noteren.) Hij zou niets doodslaan. Het was slechts een leer. Het was slechts een geest onder de mensen. Dat zou niets doden. O, hij reed zo onschuldig op dit witte paard. "Maar weet u, wij zouden een grote wereldwijde kerk kunnen hebben. Wij zouden het de Universele kerk kunnen noemen." Dat doen zij nog steeds! O ja! "Wij zouden kunnen hebben... O, het is volkomen onschuldig! O, het is zo onschuldig. Het is gewoon een groep mannen. Wij zullen allen samenkomen voor gemeenschap." Zie, het is erg onschuldig – het was wit, dat witte paard. Zie?
264 Dus de waardigheidsbekleders en de beter gesitueerden en de opgeleide mensen – weet u, een soort van 'vogels van dezelfde pluimage', weet u, wij brengen de zaken zo'n beetje samen. "Dat arme stel, ach, als zij voort willen strompelen, prima, maar wij zullen een betere klasse naar onze kerk laten komen. Als wij ons hier slechts van kunnen onttrekken, dan zullen wij een stel vrijmetselaars zijn of zo verder. Weet u, dan zullen wij de dingen voor elkaar hebben... of 'Odd Fellows' zoals zij." Nu, niet de Odd Fellow Loge, maar u weet wat ik bedoel. Het is 'odd' – vreemd voor de ware gelovige.
Of anders: "Wij willen een kleine groep of klein syndicaat dat wij het onze kunnen noemen. Het is gewoon een leer – heel onschuldig. Broeders, wel, wij hebben niets tegen u mensen, zeker niet. U bent in orde, maar u moet weten dat wij voelen dat wij zaken hebben en dat alles; wij zouden beter af zijn als wij gewoon met elkaar samen zouden gaan." Zie? Het ging tenslotte helemaal door totdat het voor elkaar was. Ja, meneer! Ze kwamen tezamen.
265 Maar toen deze afschuwelijke misleidende geest (O, man!) vlees werd – geïncarneerde geest, deze geest van doctrine – toen deze vlees werd om de plaats van Christus in te nemen in een man, toen moest het worden aanbeden; en het werd een aanbidding als aan Christus. Met andere woorden, boven het Vaticaan (nu, ik ben daar precies geweest) staat er geschreven 'VICARIUS FILII DEI', en het is geschreven in Romeinse getaltekens. Nu, u trekt gewoon en lijn onder die Romeinse cijfers, en het betekent 'In plaats van de Zoon van God.' Met andere woorden, hij is een vicaris. (U weet wat een Vicaris is. Hij neemt ergens de plaats van in.) Hij is een plaatsvervanger: "in plaats van de Zoon van God".
266 En de Bijbel zei: "Die de gave van wijsheid heeft, berekene het getal van het beest, want het is het getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig." Nu, als u VICARIUS FILII DEI neemt en een lijn trekt (de Romeinse getallen: de V is 5, I is 1) en het optelt, kijk dan of u geen 666 krijgt.
267 De Bijbel zei dat hij in de tempel Gods zou zitten, aanbeden als God. Toen die kleine leer vlees werd gemaakt, werd het een plaatsvervanger in plaats van de Zoon van God. Zie? O my! Die afschuwelijke misleidende geest! Als u dat wilt lezen, lees dan II Thessalonicensen 2:3, en u kunt zien hoe het zit.
268 Natuurlijk, u zult zich herinneren dat Satan het hoofd van alle politieke macht van elke natie is! Hoevelen weten dat? Wilt u dat opschrijven? Matthéüs 4:8. Satan nam Jezus mee naar een hoge berg, en hij toonde Hem alle koninkrijken van de wereld die er ooit waren of ooit zouden zijn, in een ogenblik tijds. Van een persoon gesproken! Hij zei: "Ik zal ze U geven als U mij zult aanbidden." En Jezus wist dat Hij ze zou beërven.
269 Dat is net als wanneer zij zeggen: "Wel, jullie arm stelletje heilige rollers."
270 Wel, wij krijgen de wereld! "De zachtmoedigen zullen de aarde beërven." Dat is wat Jezus zei. Zie? Zie?
271 Let op, Jezus wist dat Hij ze zou beërven, dus zei Hij: "Ga weg, Satan. Er staat geschreven:" (Recht terug bij de Schrift opnieuw, ziet u?) "Gij zult de Here aanbidden, en Hem alleen." Zie?
272 Nu wanneer hij zich als zijn hoofd-demoon incarneert in deze super-religieuze man (zoals de Bijbel voorzegt), dan verenigt hij zijn kerk en staat. Zijn beide eigen krachten verenigen zich met elkaar. Zie?
273 Toen de antichristelijke geest uitging, was het een geest. Toen werd het wat? Het werd toen... Nu, let op dit zegel! Toen de geest uitging was het antichristelijk, tegen de onderwijzing van Christus. Goed, het volgende wat hij deed, wat Christus voor Zijn gemeente uiteenzette om te doen – het was tegen de zonde. "O, dat betekent het niet. Het betekent dat niet. Dat was voor iemand anders. Dat is vroeger, destijds honderd jaar geleden. Dat is niet voor ons." Dat is de anti, "tegen". Toen werd het...
274 Nu, de ruiter ging uit; hij had geen kroon, maar hem werd er een gegeven. Dat witte paard; hij had een boog, geen pijlen. Zie? Dus toen hij uitging...
275 Na enige tijd werd hem toen een kroon gegeven, omdat je geen kroon kan zetten op het hoofd van een geest.. Maar toen deze geest vlees werd in het tweede werk van zijn dispensatie, van zijn verborgenheid (het tweede werk), werd hij een gekroonde valse profeet naar de werking van de antichristelijke geest. Nu, wij zien hem hier... Nu, hij wordt dat wanneer hij dat neemt... Dan is hij al... Satan beheerst de politieke machten der wereld.
276 Nu komt hij tot een plaats waar hij een universele kerkelijke macht gaat maken, gebruikmakend van religieuze macht. Begrijpt u dan niet, mijn broeders, dat wanneer deze natie verschijnt in het dertiende hoofdstuk van Openbaring dat dit kleine dier opstond als een lam en dat het twee hoornen kreeg, burgerlijke en kerkelijke macht, maar hij deed hetzelfde wat het beest voor hem had gedaan!
277 Het is vreemd, Amerika is nummer dertien en een vrouw. Het is vreemd dat het zelfs in het dertiende hoofdstuk van Openbaring verschijnt. Wij begonnen met dertien strepen op de vlag, dertien sterren, alles dertien, dertien, dertien, voortdurend dertien, en alles is vrouw, vrouw, vrouw, de hele tijd door vrouw.
278 En tenslotte zal het ermee eindigen, voorspelde ik, dat een vrouw haar zal beheersen. Herinner u, dat was dertig jaar geleden dat ik dat zei, en van de zeven dingen die ik voorspelde, zijn er vijf inmiddels komen te geschieden. En zij hebben daar nu precies de man om haar binnen te brengen. En u hebt hem gekozen door uw politiek. Ja. Huh! Goed.
279 Er is zoveel te zeggen, je kunt nauwelijks komen tot waar je zou willen. Let nu op. Ik zal u nog maar heel even langer houden, zodat ik het morgenavond kan vervolgen.
280 Kijk. Merk op. Toen Satan... Nu iedereen beseft wel dat Satan alle politieke machten van de wereld beheerst. Hij zei het. In Matthéüs, het vierde hoofdstuk, in het achtste vers, zult u het vinden. Alle koninkrijken behoren hem toe. Dat is de reden dat zij vechten, oorlog voeren en doden. Nu bedenk.
281 Is het niet vreemd? Dit zwaard werd hun gegeven om elkaar te doden. O, o, o my! Kijk nu.
282 Nu, toen hij dat deed, had hij nog niet de kerkelijke macht; maar hij kwam binnen met een demoon van een valse leer, en die leer werd een doctrine. Die doctrine werd geïncarneerd in een valse profeet.
283 En toen ging hij precies naar de goede plaats. Hij ging nooit naar Israël nu, hij ging naar Rome; Nicéa, Rome.
284 Het concilie werd gehouden, en zij kozen een hoofdbisschop uit. Toen, door dit te doen, verenigden zij kerk en staat tezamen. Toen liet hij zijn boog vallen; hij kwam van zijn witte paard af; hij stapte op zijn rode paard, en hij kon iedereen doden die het niet met hem eens was! Daar is uw zegel! Het is dezelfde kerel! Let op hoe hij er recht mee ginds de eeuwigheid in gaat. Zie, hij verenigt zijn beide machten met elkaar.
285 Dat is hetzelfde als wat zij precies nu proberen te doen! Hetzelfde vandaag. En het is een vreemde zaak, misschien begrijpt u het niet, maar vandaag stond er vanuit een Baptisten groep in Louisville – u hebt het op de radio gehoord – een spreker op en... (Hoevelen hebben het gehoord? Ziet u? Goed, hier hebt u het.) Zij willen en vragen de kerk nu, dat wij niet zo'n beetje hoeven samen te gaan met de Katholieke kerk, maar dat wij wel gemeenschap met elkaar zullen moeten hebben. In dezelfde tijd dat dit aan de gang is in Louisville, is God hier de zegels aan Zijn volk aan het openbaren om ons te tonen dat wij het niet moeten doen! Ziet u beiden tezamen werken? Herinner u, de kraai en de duif zaten op dezelfde slaapstok in de ark. Zeker. Denk het u slechts in.
286 Nu, wij ontdekken dat hij zijn kracht verenigt. Wanneer hij dan zowel staat als kerk wordt, de formele kerk, wat gaat u dan doen? Hij vormt zijn eigen religie, en nu kan hij doen wat hij maar wil. Dan heeft hij het recht om elk die het niet met hem eens is te doden. Dat is ook precies wat hij deed. En hij deed dat gewoon precies zo, toen hij het de ware heiligen van de levende God deed, die het Woord hielden en die niet met hem wilden instemmen over zijn dogma's, en hij bracht hen ter dood.
287 Nu, broeder Lee Vayle en u hier, die Bijbelkenners bent van het Nicéa tijdperk en de eerste gemeente, ik weet niet of u dit hebt gelezen of niet. Als u het wilt lezen, u vindt het in Schmuckers' 'Glorious Reformation' ["Glorieuze reformatie" – Vert].
288 En u vindt daarin dat toen Augustinus van Hippo priester werd onder de Roomse kerk, hij eens de gelegenheid kreeg, en dat de Heilige Geest op hem probeerde te komen, maar hij verwierp het. Hoevelen van u leraars weten dat? Hij verwierp de Heilige Geest. Dat is precies een type van de Protestantse kerk van vandaag, die de Heilige Geest heeft verworpen. Hij ging terug naar Hippo, en hij was precies degene die dat papier tekende dat hij de 'openbaring van God' had dat het goed en Gode behaaglijk was om iedereen ter dood te brengen die niet geloofde overeenkomstig de Rooms-katholieke kerk.
289 Nu luister, ik haal aan van de geschiedenis der martelaren: "Vanaf de tijd van Augustinus van Hippo tot 1586 in de Roomse martelarengeschiedenis, bracht de Rooms-katholieke kerk achtenzestig miljoen Protestanten ter dood." Was zijn zwaard rood? Reed hij op een rood paard? Wat was het? Dezelfde kracht! Dezelfde ruiter. Daar is het zegel! Zij erkennen achtenzestig miljoen in de martelarengeschiedenis, buiten al diegenen die behalve dezen nog ter dood werden gebracht. O, genade! Tijdens de donkere Middeleeuwen werden er miljoenen aan de leeuwen gevoed en op alle mogelijke manieren afgeslacht, omdat zij zich niet wilden buigen voor dat Katholieke dogma. U weet dat!
290 Hoeveel tijd heeft u? [De samenkomst zegt: "Meer dan genoeg tijd." – Vert] Goed, laat mij iets lezen. Sla met mij op; nu laat mij u iets tonen. Laten wij ons dit gewoon eens een ogenblik voorstellen. Het kwam mij toevallig net in gedachten, en wij zullen het gewoon lezen. Laten wij naar Openbaring gaan, het zeventiende hoofdstuk van Openbaring. Wij hebben nog vijftien minuten. Goed. Nu, luister heel aandachtig terwijl wij lezen. U die uw Bijbels hebt opgeslagen; ik zal u gewoon even de tijd geven zodat u het zult vinden.
291 Had je dat begrepen, Lee? Het is Schmucker waar ik het uit heb. Zie? Glorious Reformation, wat regelrecht uit de geschiedenis der martelaren van Rome op het Vaticaan is genomen.
292 Dat ging door tot de vervolging van de volgelingen van Patricius. En dan noemen zij Patricius hun heilige. Patricius was ongeveer net zo Katholiek als ik; en u weet hoezeer ik er een ben! Hij verafschuwde de leer van de kerk! Hij weigerde om naar de paus te gaan. Jazeker. Patricius had zelfs... Bent u ooit naar Noord-Ierland gegaan waar hij zijn scholen had? Wist u dat zijn naam geen Patricius was? Hoevelen weten dat? Zijn naam was Sucatus. Dat is juist. Verloor zijn kleine zusje. U herinnert zich dat zij... Zie? In orde.
293 Nu kijk. Het zeventiende hoofdstuk van Openbaring. Nu, laat ieder van u gewoon proberen het hart te openen en de Heilige Geest u nu te laten leren.
En een uit de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam...
294 Nu, u ziet de zeven schalen; u kent deze zevens waar wij doorheen gaan. Zij gebeurden alle op dezelfde tijd, volgend op de plagen, en net zo volgend op de gemeente-tijdperken, omdat het alles is verzegeld tot dat ene boek. Alles gebeurt gewoon in een kringloop, en het een gaat over in het ander, en het ander over in het volgende. Twee geesten zijn aan het werk: God en de duivel.
... die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren:
295 Nu, kijk hier, hier, die "wateren".
296 "Hoer", wat is dat? Dat is een vrouw. Het kan geen man zijn. En waarvan is de vrouw het symbool in de gemeente... de Bijbel? De gemeente. Waarom? De bruid van Christus enzovoort, ziet u, het is vrouwelijk: de gemeente.
297 Nu, "wateren", wat betekent dat? Kijk hier. Lees hier het vijftiende vers ervan:
En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
298 Deze kerk regeerde over de gehele wereld. Zij zat op vele wateren.
Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben,... (geestelijke hoererij, hun leerstelling nemende; Nikolaïetische leerstellingen) en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij.
299 Tjonge, over een dronken stel gesproken, erop! U...
En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw...
300 En wist u dat? De eigen geschriften van de Katholieken geven toe dat dit hun kerk is. Hoevelen weten dat? Het staat precies in hun eigen geschriften. Ik heb Feiten van ons Geloof, zoals zij het noemen. Het behoort aan een priester. Goed. Goed.
En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlakenrood beest, dat vol was van namen der godslastering, en het had zeven hoofden en tien hoornen.
301 Nu, let gewoon op dat symbool – Dat zevenhoofdige. Nu, u ziet, hier (vers 9) zei hij: "En de hoofden die gij gezien hebt zijn zeven heuvelen waarop de vrouw zit." Rome zit op zeven heuvelen. Nu daar is geen misverstand over. Zeven hoofden en tien hoornen. Zij zijn de tien koninkrijken, enzovoort.
En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostbaar gesteente, en paarlen, en had in haar hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinheid van haar hoererij.
302 Die antichristelijke geest, "hoererij", zie, "lering", waardoor ze overspel bedrijven met God. Zie, zij wordt verondersteld een bruid te zijn, zie, en bedrijft overspel. Zie? Net als Eva deed, doet de kerk het daar evenzo. Zie?
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk VERBORGENHEID; HET GROTE BABYLON,...
303 En iedereen weet dat Babylon Rome is.
... DE MOEDER DER HOERERIJEN EN DER GRUWELEN DER AARDE.
304 En luister naar het zesde vers.
En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, toen ik haar zag, met grote verwondering.
305 Zij was zoiets prachtigs, versierd met kruisen en alles; hoe in de wereld kon zij schuldig zijn aan het drinken van het bloed der heiligen. Het stelde hem voor een raadsel. Nu, hij gaat het hem vertellen.
En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid van de vrouw en van het beest, dat haar draagt,...
306 Nu, dit is niet onder een van de zegels. Dit is iets anders, zie.
En hij zei... ... dat de zeven hoofden heeft en de tien hoornen.
Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond,... (Het heeft geen fundament – de paus) en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (wier namen niet geschreven zijn in het boek des levens... (Dat is het, uitverkorenen, zie) van de grondlegging der wereld),...
307 Hoe... wanneer werd uw naam in het boek des levens gezet? Bij de opwekking die u bijwoonde? Zeker niet! "Van de grondlegging der wereld."
... ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is.
308 Zie, "het beest". Een zal sterven; een ander zal zijn plaats nemen. Hij was; hij was niet; hij was; hij was niet; hij was; hij was niet, en zij gaat op die manier recht haar verderf tegemoet. Ziet u? Goed.
En hier is... Hier is het verstand, dat wijsheid heeft.
309 Hoevelen weten dat er negen geestelijke gaven zijn, en dat een daarvan wijsheid is? Goed.
De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit.
310 O, u zou totaal blind, doof en stom moeten zijn om dat niet te begrijpen. Zie? In orde.
En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is,... (Nero) en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven.
311 U herinnert zich wat hij heeft gedaan: Hij verbrandde de stad en schoof het op de Christenen; en bond zijn moeder aan een zwenghout van een paard en liet haar door de straten slepen, en speelde viool terwijl Rome brandde.
En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste koning,...
312 Het heidense Rome ging over in het pauselijk Rome, toen de geïncarneerde antichristelijke geest vlees werd en werd gekroond; hij werd tot een gekroonde koning van Rome gemaakt, zowel in staat als kerk tezamen. O, broeder! Het staat er gewoon vol van. Zie?
En is uit de zeven en gaat... (Hoelang houdt hij het uit? Zij hebben het systeem nooit veranderd.) ten verderve.
En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op één uur met het beest.
313 Dat zijn dictators, ziet u, natuurlijk. "Dezen hebben enerlei mening." Nu, kijk hier. Het spreekt niet over het communisme. Zie?
Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht aan het beest overgeven.
Dezen zullen tegen het Lam krijg voeren, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.
En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten,... (Wanneer dat verbond wordt verbroken waar wij het gisteravond over hadden) en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden.
314 Weet u niet dat de Bijbel zegt dat de kapiteins en al de anderen zeiden: "Wee, wee, die grote stad." – hoe het zijn oordeel ontving in één uur? Ziet u?
Want God heeft hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en dat zij hun koninkrijk aan het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn.
En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde.
315 Noem mij één. Rusland regeert niet over allen; wij regeren niet over allen. Er is slechts één koning die regeert over elke... zoals Nebukadnezars ijzer doorloopt tot elk van die tenen. Dat is Rome! Rome doet het niet als een natie; zij doet het als een kerk! Iedere natie onder de hemel behoort tot Rome.
316 Geen wonder dat hij zei: "Wie kan oorlog met hem voeren?" Als hij zegt: "Vrede", maakt dat het vast. Dan zegt elke Katholiek: "Vecht niet." Dan vechten zij niet. Dat is alles. Wie is in staat te doen wat hij kan doen? – niemand, dat is waar. Dus zij verbaasden zich over de wonderen die hij kan doen. Hij kan oorlog stoppen. Het enige wat hij hoeft te doen is gewoon te zeggen: "Stop." Dat is alles. Maar denkt u dat hij dat zal doen? Zeker niet.
317 Merk op. Dat toont zeker: "Zij zouden elkaar doden. Zij zouden elkaar doden." Zijn boog had aanvankelijk geen pijlen, maar zijn grote zwaard wel. Het doden deed hij later en veranderde van een wit paard tot een rood paard; precies dezelfde duivel met zijn zwaard.
318 Wat zei Jezus? Jezus zei: "Die het zwaard opnemen zullen erdoor vergaan." Vecht niet terug. Jezus, die nacht dat Hij dat zei, toen Petrus zijn zwaard nam. Zie? Doe gewoon zoals Hij. Ga gewoon voort.
319 Nu, bedenk dat hij een zwaard heeft gekregen. Hij gaat uit met een zwaard in zijn hand, rijdend op een rood paard, wadend door het bloed van iedereen die het niet met hem eens is.
320 Nu, begrijpt u het? Hoevelen begrijpen nu wat dat zegel betekent? Goed. Nu, wat zei Jezus? "Zij die het zwaard zullen opnemen, zullen door het zwaard vergaan." Is dat zo? Goed. In orde. Deze ruiter en al de onderdanen van zijn koninkrijk die gemoord hebben door het tijdperk heen, die al dit bloed van de martelaren der heiligen vergoten, zullen worden gedood door het zwaard van Jezus Christus wanneer Hij komt. "Zij die het zwaard opnemen zullen door het zwaard worden gedood." Zij namen het zwaard van dogma en antichrist en hakten de werkelijke, ware aanbidders volledig neer door de tijdperken heen, met miljoenen, en wanneer Christus komt met het Zwaard – want het is Zijn Woord dat uitgaat uit Zijn mond – dan zal Hij alles slaan dat Hem in de weg staat! Gelooft u dat? "Dood de vijand."
321 Laat ons hier een ogenblikje heengaan. Openbaring... Wij zullen nu zien of ik dat gewoon maar zeg of dat het Woord het zegt. Openbaring 19:11:
En ik zag de hemel geopend;... (Amen.) en ziet, een wit paard, en Die erop zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid.
En Zijn ogen waren als een vlam vuur, en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden;...
322 O, broeder! Hij is gekroond door zijn heiligen, ziet u.
... en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hijzelf.
323 Herinner u, wij weten die niet, nog niet. "En Hij was bekleed..." Laten we kijken.
En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed gekleurd was; en Zijn naam wordt genaamd... (Niet 'is' maar 'genaamd') het Woord Gods.
324 Want Hij en het Woord is hetzelfde. Zie? Nu merk op, niet Zijn "namen". Uh-huh! "Zijn naam wordt genaamd het Woord Gods." Er is slechts één naam bekend; geen andere naam.
En de heerlegers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn lijnwaad. (Dat is de rechtvaardigheid der heiligen.)
325 Nu, kijk! Wat zei Jezus? "Die het zwaard opneemt..." Goed, ruiter op het rode paard, hier is wat gaat komen! "Die het zwaard opneemt..." Je mag er gedurende deze tijdperken sindsdien misschien achtenzestig miljoen van hen gedood hebben, misschien meer, maar Jezus zei: "Die het zwaard opneemt zal erdoor vergaan." Let op!
En uit Zijn mond ging een scherp zwaard...
326 In Hebreeën, het vierde hoofdstuk, staat: "Het Woord Gods is scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en snijdt zelfs tot het merg van het gebeente." En wat anders doet het Woord? Het is een onderscheider van de gedachten van het hart! Goed.
En uit zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de almachtige God.
En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: KONING DER KONINGEN, EN HEERE DER HEREN.
327 Zoals de bedriegers tegen het Woord van God stonden, en omdat zij het niet eens wilden worden... En deze zaak die Satan plaatste, verenigde de politieke macht die hij had en de geestelijke krachten die hij bijeenhield, en hij maakte een kerk die elke natie overspoelde; en hij bracht miljoenen maal miljoenen om (nadat hij van zijn witte paard was gesprongen op zijn rode paard), en hij nam zijn zwaard en ging uit.
328 Maar God zei dat datzelfde dat hij verdraaide, of probeerde te verdraaien, door een valse leer; datzelfde Woord zal opstaan in kracht, voortkomend van de lippen van Jezus Christus, en het zal hem verslaan en alles wat voor hem is. Amen!
329 Daar is het tweede zegel! Hebt u Hem lief? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] O my! Dat is ZO SPREEKT DE HERE! [De samenkomst verheugt zich zeer.] Geprezen zij God. Als al deze andere openbaringen en visioenen en alles precies de spijker op de kop sloegen... hoevelen weten dat, steekt uw handen op. Honderden, iedereen hier, met hun handen omhoog. Dat is juist! Zo zal dit zijn! Onthoud het, het is zo. O, vriend!
Kom tot de Bron die gevuld is met Bloed,
Vloeiend van Immanëls aderen;
Waar zondaars, gedompeld in die vloed,
Al hun zondesmetten verliezen.
330 Kom, geloof in Hem, als u dat nog nooit hebt gedaan. Neem geen enkel risico. Doe het niet, doe het niet, als er iets in uw leven is, vrienden.
331 Wij zijn hier. Er staat iets op het punt te gebeuren. [Broeder Branham klopt vier keer op de preekstoel – Vert] Ik weet niet waarom; Ik weet niet wanneer. Ik weet wat er gaat gebeuren, maar ik weet niet wanneer het zal gaan gebeuren, maar het moet zo zijn, want Hij openbaart het op dit moment. Hij doet niets, tenzij Hij het bekend maakt (Amos 3). Hij maakt het eerst bekend, en Hij beloofde dat deze dingen zouden komen in de laatste dagen en het zou daar in het zevende gemeente tijdperk, aan het einde ervan, wanneer de boodschapper gekomen is, zijn. Het zou worden geopenbaard, deze gebroken zegels zullen worden geopenbaard, en hier zijn ze het. Nu, dat is in de Naam des Heren. Geloof het, vrienden. Kom uit van Babylon.
332 Ik wil iets zeggen voor ik sluit, want ik heb... Ik kom al bij half tien; het is nu tijd.
333 Billy en ik, toen wij in India uit het vliegtuig kwamen (onze laatste trip daar), toen keek ik een krant in die zij hadden gebracht, geschreven in het Engels. Er stond: "De aardbevingen moeten over zijn; de vogels komen terug." Daarna gaf het de details. Zij... Er was iets vreemds gebeurd.
334 India heeft niet zulke gevlochten hekken zoals wij; zij nemen rotsblokken en maken daarvan hun hekken, en zij bouwen veel van hun huizen uit rotsblokken. Zij stapelen ze daar gewoon op en gaan zo rond... o, praktisch overal in India, tenzij u naar boven de bergen ingaat. En door heel Calcutta heen en zo, liggen de mensen gewoon op de straten, stervend van de honger, enzovoort.
335 Nu, zij bouwen hun huizen en torens... Hun huis, zij trekken het hek hier precies naast hun huis op. Bouwen een toren voor het huis, en de toren misschien, wanneer zij hun put hebben, die zij graven voor vee en zo, en trekken het hek er omheen op.
336 En plotseling begon er iets te gebeuren! De vogeltjes, weet u, gaan in die rotsen, om hun nest te bouwen en brengen hun jongen groot; maar plotseling begon er iets te gebeuren.
337 Iedere dag wanneer het heet wordt, komt al het vee in de schaduw van die muren staan om koel te blijven.
338 En al de vogeltjes leven in die plaatsen; en plotseling, al die kleine vogeltjes, om een onbekende reden... (Nu, u weet wat wij onlangs over vogeltjes zeiden, ziet u?) Om een onbekende reden trokken zij allemaal weg; zij gingen weg en kwamen niet terug naar hun nest. Zij gingen uit naar het veld, en zij zaten in de bomen of waar zij ook maar konden komen, gewoon op de grond.
339 Het vee kwam er niet in de buurt. De schapen wilden daar niet in de buurt komen. Zij bleven precies in het veld en drukten zich tegen elkaar aan; een goede manier van doen. Zij wisten dat er iets zou gaan gebeuren.
340 Toen vond er plotseling een aardbeving plaats, en de muren en de hekken en al het andere, werden omver geschud.
341 Daarna begonnen de vogeltjes terug te komen. Zij waren drie of vier dagen niet terug gekomen, maar toen begonnen zij terug te komen. Zij zeiden: "Wel, de aardbevingen moeten nu over zijn, de vogels komen terug."
342 Waarom? Gelooft u niet dat dezelfde God Die kon maken dat die vogels en het vee en de schapen in de dagen van Noach de ark ingingen, nog steeds dezelfde God is Die kon zorgdragen dat zij naar de veiligheid vliegen? Is dat zo?
343 Nu laat mij iets zeggen, broeders. Er staat iets op het punt te gebeuren, en al deze grote oude kerkelijke muren zullen ineen storten en regelrecht daarginds in teruggaan en ze zullen tot overeenstemming komen – omdat zij het gaan doen zo zeker als ik hier sta. Er is een beeld voor dat beest, zo zeker als ik hier sta, en dit land heeft het genomen overeenkomstig het Woord des Heren. Luister, wanneer u dat kleine eigenaardige gevoel hebt, ga dan weg van die muren. Ga weg; u zult daarbinnen sterven! Doe het niet! Kom eruit! Kom bij al dat gedoe vandaan! Breng uzelf in veiligheid, zo snel als u kunt! Vraag God om genade.
344 Neem niet gewoon iets als: "Wel, mijn moeder was een Methodiste, ik veronderstel dat ik het dan ook zal zijn." "Mijn papa was een Baptist, dan zal ik het ook zijn." Doet u dat niet! Neem geen enkel risico!
345 Het maakt mij niet uit hoe simpel en nederig het schijnt, het is het Woord van de Here. Vlucht tot Jezus Christus zo vlug als u kunt, en blijf daar tot God u vervult met Zijn Heilige Geest, want het uur gaat komen wanneer u ernaar zult jagen en het zal er niet meer zijn. Dus wees er zeker van om het te doen!
Laten wij onze hoofden buigen.
346 Hemelse Vader, o, ik sta hier soms gewoon, Here, en ik beef. Ik denk aan dat verschrikkelijke uur dat nadert, en er is geen manier om het tegen te houden. Het is voorzegd dat het zou komen. Nu, ik heb er over gedacht waarom de mensen niet komen om te luisteren; en waarom willen zij niet komen en het accepteren? Maar natuurlijk weet ik dat U hebt gezegd dat zij het niet zouden accepteren, dus zullen zij het ook niet.
347 Maar er zijn enigen van wie de namen geschreven zijn in het boek des levens van het Lam. En wanneer die zegels daar worden opengegooid, dan zien zij hun naam daar, de Heilige Geest spreekt tot hen, en zij komen. U kunt hen niet weg houden. Niemand kan het – niemand. Zij komen hoe dan ook, want U leidt hen zoals U die vogeltjes deed en de schapen en het vee. Gij zijt God. Een bepaald instinct dat die dieren hebben zodat zij weten dat zij weg moeten komen. En als het instinct bij een dier hem kon waarschuwen om weg te vluchten van het gevaar, wat zou de Heilige Geest doen bij een gemeente die beweert ermee vervuld te zijn?
348 God, wees ons genadig! Vergeef ons allen, Here, onze tekortkomingen. Wij hebben niet de bedoeling om hier in deze kansel te staan en deze mensen rond de muren te laten staan, terwijl hun ledematen pijn doen, en dan gewoon weg te gaan en te zeggen: "Wel, dat klinkt erg goed." Here, wij willen er iets aan doen. Wij willen dat U onze harten doorzoekt, en als er hier iets fout is, Here, laat het ons nu weten. Laat ons alstublieft niet tot dat uur komen wanneer het te laat is. Doorzoek mij; beproef mij, Here.
349 Hier sta ik hier, door de genade van God ziende dat die zegels daar verbroken worden, en gekomen om het de mensen te vertellen; terwijl U weken geleden hebt voorzegd dat het op deze manier zou gebeuren. En nu, Vader, hier is het recht voor ons.
350 Nu, Here, beproef mij. Doorzoek mij. Doorzoek mij in mijn hart. Here, wij willen dat U in ons leven kijkt, en als er daar iets in is, dat niet goed is, zeg het gewoon tot ons, Here. Wij willen het in orde maken, nu – nu, terwijl er een 'Bron, gevuld met bloed' is, terwijl er een bleekmiddel is dat ons kan reinigen van zonden en ongeloof. Wij willen onze ziel daarin onderdompelen – al ons ongeloof. God, help ons ongeloof. Neem het van ons weg, Here.
351 Wij willen opname-genade ontvangen. Wij willen in staat zijn, wanneer die mysterieuze donder daar dondert en de gemeente wordt opgenomen, dan willen wij gereed zijn om het te ontvangen, Here. Sta het toe.
352 Beproef ons, Here, door Uw Woord. Laat ons erin zien, en als wij zien dat wij hebben gefaald... Als er hier zulke mensen zijn, Here, die werden gedoopt in titels; niets wetend over de werkelijke ware doop, moge ik net zo getrouw zijn als Paulus...
353 Toen hij langs de bovenkust van Efeze trok en discipelen vond die juichten en schreeuwden en een heerlijke tijd hadden, zei hij tot hen: "Hebt u dan de Heilige Geest ontvangen, sinds u geloofd hebt?" Zij wisten niet of er een Heilige Geest was. Hij zei: "Waarin zijt gij dan gedoopt?" Zij waren gedoopt door die roemrijke, heilige profeet, maar zij waren alleen gedoopt tot bekering; toen werden zij herdoopt in de Naam van Jezus Christus. Paulus beval hun om opnieuw gedoopt te worden.
Here, in het licht van Uw Woord!
354 Ik draag iedereen, die niet gedoopt is in de Naam van de Here Jezus Christus, op om zich vlug te haasten naar het water terwijl u een kans hebt.
355 U, die niet vervuld bent met de Heilige Geest, ik beveel u in de Naam van de Here Jezus Christus: val op uw knieën en sta niet op totdat de Heilige Geest u door en door heeft geheiligd en u gevuld heeft met Zijn liefde en goedheid, totdat uw ziel zo bevredigd is in de tegenwoordigheid van God dat uw hele verlangen is om Hem te dienen, en te wandelen voor Hem en te werken met Hem gedurende de hele rest van uw leven.
356 Sta het toe, bid ik, dat God u deze last zal geven, in Jezus Christus' Naam.
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad, (Hebt u Hem werkelijk lief? Nu, hef uw handen op.)
En mijn redding kocht
Op het kruishout van Golgotha.
357 [Broeder Branham neuriet het lied – Vert] Als er enigen zitten die vanavond hun nood voelen... die voelen dat zij gedoopt moeten worden of dat zij de doop van de Heilige Geest nodig hebben. U weet wat u nodig hebt; het is u geopenbaard, en u wilt gedacht worden in gebed. Er is niemand van ons die het u kan geven, wij kunnen u alleen dopen, dat is echter het enige, wij kunnen u de Heilige Geest niet geven. Dat doet God alleen, maar u voelt uw noden, waarover God tot uw hart spreekt dat u het nodig heeft, en u wilt dat wij u gedenken in gebed, zou u op willen gaan staan zodat wij u kunnen zien en weten wie u bent? God zegene u. De Here zegene u.
358 Ik schat dat er hier misschien zo'n honderdvijftig staan, als ik alles kan zien. Ik weet niet wat er in de kamers en buiten rondom is, hun handen omhoog houdend enzovoort, maar u hebt een nood.
Nu laat ons bidden.
359 Nu, u die die mensen ziet die bij u staan en zij staan als een getuige voor Christus: "Ik heb U nodig, Here. Ik heb U nodig. Ik vertrouw dat ik een van diegenen ben die hun naam vanavond zullen vinden achter dat gindse zegel dat daar in was gelegd vanaf de grondlegging der wereld. Iets raakte mijn hart en ik sta, Here. Ben ik het? Roept U mij? Ik wil dat U mij mijn naam daar openbaart. Vul mij en verzegel mij in Uzelf door de Heilige Geest." U die al binnen verzegeld bent, ik wil dat u opstaat; keer u om naar hen en leg uw handen op hen om voor hen te bidden. [Broeder Branham pauzeert – Vert] Nu wees dodelijk oprecht. [De hele samenkomst begint te bidden. ]
360 Hemelse Vader, in de Naam van de Here Jezus, laat de grote Heilige Geest over dit gehoor bewegen als een ruisende wind. Roep tot elk hart, Here, en zend de doop van de Heilige Geest neer op deze mensen.
Er is water dat wacht.
361 "Terwijl Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op hen die dat Woord hoorden, en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest." [De hele samenkomst gaat door met bidden – Vert]