Het vierde Zegel
Door William Marrion Branham1 Goedenavond. Zouden wij onze hoofden nu even een ogenblik voor gebed kunnen buigen?
2 Onze genadige en hemelse Vader, wij naderen vanavond opnieuw tot U in de Naam van de Here Jezus om U dank te zeggen voor een nieuwe dag. En wij vragen nu om Uw zegeningen over de dienst van vanavond. Laat de Heilige Geest komen en ons de uitlegging geven van deze dingen, die wij zo naarstig zoeken.
O God, moge het zo dierbaar zijn, dat wij allen gemeenschap kunnen hebben rondom het Woord op zulk een wijze, dat wij kunnen zeggen wanneer wij weggaan: "Waren onze harten niet brandende in ons, toen Hij met ons sprak op de weg?"
Wij danken U voor wat Hij voor ons geweest is, en vertrouwen dat Hij met ons zal blijven als wij verder reizen, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
3 Ik ben zo gelukkig dat ik vanavond weer in het huis van de Here ben, opnieuw in de dienst. En wij zijn blij. Ik ben zo gelukkig dat...
4 Ik dacht even dat deze niet zou komen, maar tenslotte kwam hij toch. En ik ben zo dankbaar, daar deze de laatste van de vier ruiters is, waarvan ik geloof dat het één van de voornaamste boodschappen aan de gemeente in deze tijd is...
5 Ik weet niet wat de andere is. Ik neem het gewoon dag voor dag. Precies zoals Hij het openbaart probeer ik het door te geven, zoals Hij het mij geeft.
6 Geniet u van de boodschappen? Hebt u opgemerkt hoe het precies samenstemt met die gemeente-tijdperken en hoe het er gewoon volmaakt in past? Dat laat mij zien dat het dezelfde Heilige Geest is, die de tijdperken gaf. Dezelfde Heilige Geest geeft dit dan ook, ziet u, omdat het in elkaar past. Het is alles één grote handeling van God, die Zichzelf toont op verschillende manieren.
7 En, let op, toen Hij Zichzelf aan Daniël toonde in de visioenen, werd één zaak op de ene plaats voorgesteld als een geit of misschien een boom, en op de volgende plaats was het een beeld, en de dingen zouden... terwijl het steeds maar over dezelfde zaak ging. Wees er gewoon zeker van dat wij het niet missen.
8 Een paar ogenblikken geleden was ik zeer ontroerd, toen ik met een kleine dame sprak, ze zit hier, en is ongeveer 85 jaar oud, en zij...
9 Niet lang... Juist voordat ik naar het Westen ging, was er een klein meisje daar boven in Ohio, dat geloof ik op sterven lag in het laatste stadium van leukemie. Nu is leukemie kanker in de bloedstroom en o, het kleine ding was in zo'n slechte toestand, dat er helemaal geen hoop meer voor haar was. Zij voedden haar door de aderen, de operatie. En het was dus een echt arme familie. En zij...
10 En mevrouw Kidd hier en broeder Kidd vertelden hun erover dat de Here zo menigmaal het gebed beantwoordt, en zij legden beetje bij beetje, geloof ik, en huurden iemand om het kleine meisje hier te brengen. Zij was een heel aardig klein meisje van ongeveer zes of zeven jaar. [Een zuster zegt: "Negen jaar." – Vert] Negen jaar. En zij was daar achter in de kamer. En de...
11 En toen wij voor de Here kwamen, gaf de Heilige Geest een woord voor haar. En zij moesten haar dragen en hier binnen brengen en haar voeden, weet u, op die wijze, en toen zij wegging, riep zij om een hamburger en nam zij haar voedsel tot zich door haar mond. Zij gaven haar de hamburger en gingen gewoon door met haar op natuurlijke wijze te voeden.
12 Na een korte tijd, een paar dagen later, hebben zij haar bij de dokter gebracht, en de dokter kon het gewoon niet begrijpen. Hij zei dat het leek of het zelfs hetzelfde meisje niet meer was. Hij zei: "Wel, er is zelfs geen spoor van leukemie meer, nergens, helemaal nergens." Dus... en zij lag op sterven. Ze hadden haar opgegeven, voedden haar alleen nog maar door de aderen. Zij was geel geworden (u weet hoe ze worden) en dus toen... en nu gaat zij naar school en speelt met de andere kinderen, net zo gelukkig als zij maar zijn kan.
13 Dit herinnert mij aan nog een dergelijk geval. Op zekere dag was ik juist thuis gekomen; daar was een... Als ik mij niet vergis waren het òf Episcopaalse òf Presbyteriaanse mensen, die een klein meisje uit Kansas hadden meegebracht. En de doktoren hadden haar opgegeven wegens leukemie; en zij gaven haar, geloof ik, nog vier dagen te leven, zo slecht was zij er aan toe. Zij zeiden toen dat zij deze vier dagen zouden besteden om hier te komen, door sneeuwbuien en dergelijke heen, dwars door het land, om voor haar te laten bidden. En de grootvader, die er erg fijn uitzag, een oudere man met grijs haar...
14 En zij hadden haar al twee dagen in een klein motel hier ergens (ik geloof dat het er nu niet meer staat) aan deze kant van Silver Creek ondergebracht. En dus ging ik er die nacht naar toe om voor haar te bidden. Het was vroeg in de morgen. Ik was die nacht van buiten de stad gekomen en ging er naar toe. De oudere grootvader liep de kamer heen en weer en de moeder probeerde voor het kind te zorgen.
15 En terwijl ik neerknielde om te bidden, openbaarde de Heilige Geest mij een geheim, dat tussen de vader en de moeder was; iets wat zij gedaan hadden. Ik riep hen terzijde en vroeg hen er naar. Zij begonnen te wenen en zeiden: "Dat klopt."
16 Toen keek ik om en zag het kleine meisje touwtje springen en spelen. En nu is het meisje... Binnen ongeveer drie weken zonden zij mij een foto van het kleine meisje dat weer op school was, touwtje sprong en helemaal geen leukemie meer had.
17 Nu, die getuigenissen zijn absoluut bona fide waarheden, ziet u; dus, onze God is zo werkelijk. Dien Hem gewoon en geloof Hem, en ik weet dat Hij werkelijk is.
18 Ik probeer mijn best nu te doen en terwijl er iets onder ons binnenkomt en zich een weg baant, gaan wij nu door Gods genade vanavond dit vierde zegel proberen te nemen en zien wat de Heilige Geest daarin tot ons te zeggen heeft.
19 Ik ga nu het zesde hoofdstuk van Openbaring lezen, te beginnen bij het zevende vers (het zevende en het achtste vers); er zijn steeds twee verzen. Het eerste is de aankondiging en het tweede vers is wat hij zag.
En toen Het... [Het Lam – Vert] het vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie!
En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met de dood, en door de wilde beesten der aarde.
20 Moge de Here ons nu helpen om dit te begrijpen. Het is een verborgenheid.
21 Nu even een kleine terugblik om het wat op te frissen, zoals we deden bij de gemeente-tijdperken, deze ruiters en het verbreken van deze zegels. Zodoende herinneren wij het ons weer en praten een beetje totdat wij voelen dat het de juiste tijd is om te spreken.
22 Nu, wij hebben nu opgemerkt dat het verbreken van de zegels over het verzegelde Boek der verlossing gaat. En het Boek is dan opgerold als een boekrol, zoals men vroeger deed.
23 [Broeder Branham illustreert het oprollen en verzegelen van een boekrol, door blaadjes papier te gebruiken. – Vert] Het was geen boek van dit type, omdat dit nog maar sinds kort toegepast wordt, dit soort boeken; in de laatste honderdvijftig of tweehonderd jaar, schat ik. Ze rolden ze op en lieten het einde loshangen. Ik vertelde u hoe men het deed en waar wij dit in de Schrift, in Jeremia enzovoort, kunnen vinden. Dan werd de volgende rol er omheen gerold en het einde liet men zo los hangen.
24 En elk ervan was een zegel, en het was een zevenvoudig verzegeld Boek, en het was een... Niet één... Toen zij werden... een zevenvoudig verzegeld Boek van Verlossing. Neem mij niet kwalijk.
25 En toen was er niemand in de hemel noch op aarde noch onder de aarde, waardig om het te openen of er zelfs maar naar te kijken. En Johannes weende, omdat hij niemand kon vinden. Want als dat Boek niet genomen werd uit de hand van de oorspronkelijke Eigenaar, waaruit het verloren was door Adam en Eva, en terugging nadat zij hun rechten op het Woord, de beloften, hun erfenis, verbeurd hadden...
26 Bedenk, zij bestuurden de aarde. Hij was een kleinere god, want hij was een zoon van God, en een zoon van God is een mindere god. Dat is niet in strijd met de Schrift. Ik weet dat het vreemd klinkt.
27 Maar Jezus zei: "Als u hen tot wie het Woord van God kwam..." En tot wie komt het Woord? [De samenkomst zegt: "Profeten." – Vert] De profeten. "Als u hen tot wie het Woord van God komt, goden noemt, hoe kunt u dan Mij veroordelen als Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?" Zie?
En nu, zij waren goden.
28 En een mens... Als u geboren wordt in het gezin van uw familie-naam, bent u een zoon en een deel van uw vader.
29 En toen de zonde binnenkwam, zagen wij dat de mens de kloof overstak en stieren en geiten bracht, wat bedekte, maar niet verzoende, totdat het echte bleekmiddel kwam, dat de vlek der zonde kon wegnemen en het volledig in stukken brak en het terugzond naar zijn oorspronkelijke verderver, dat was Satan.
30 Als het teruggaat naar Satan, dan wacht hij zijn tijd af van eeuwige vernietiging. Nu, dat laat zien wat wij geloven. Wij geloven dat hij absoluut volledig zal worden weggedaan en vernietigd.
31 Ik geloof dat er een eind aan de zonde gemaakt zal worden, en als deze beleden wordt op grond van het bloed van Jezus Christus (het is net eender als wanneer je een druppel zwarte inkt in een Clorox-bleekmiddel laat vallen), dan wordt hij gewoon opgelost in de chemicaliën en weer regelrecht teruggezonden naar waar hij vandaan kwam. Zie? En dat is de wijze waarop het bloed van Jezus Christus werkt.
32 Dat plaatst de mens weer over de kloof als een zoon van God. Dan wordt hij een... Wel, hij is zelfs... De scheppende kracht van God is in hem, en op zijn minst, wanneer God ook opdraagt dat iets gedaan moet worden, zal het gedaan worden, en wij komen terug. Dat wanneer de...
33 Mozes, onder het bloed van stieren... en toen hij dat Licht ontmoette, de Vuurkolom in dat brandende bosje, en hij daar stond met een opdracht die God hem gegeven had, en hij was een profeet; en toen het Woord van de Here tot hem kwam, sprak hij en werden er zelfs dingen door het Woord geschapen. Zie?
34 Als het dat nu al zou doen onder het bloed van stieren, wat dan met het bloed van Jezus? Niet bedekt, maar helemaal verzoend; u staat in de tegenwoordigheid van God als een verloste zoon. Ziet u het nu? De gemeente is ver buiten haar standaard van leven. Ik geloof dat wij te dikwijls onderzoeken in plaats van werkelijk eruit te komen en de uitdaging onder de ogen te zien.
Ik heb iets wat ik wil zeggen, en ik zal het doen op de juiste tijd.
35 En merk nu op, dat er ergens iets verkeerd is in de gemeenten. En ik geloof dat het de denominationele systemen zijn, die de gedachten der mensen verdraaid hebben, enzovoort, totdat ze niet meer weten hoe ze het moeten doen. Zo is het.
36 Maar ons is beloofd, dat het geopenbaard zou worden. En nu zijn er zeven zegels, waarmee dit Boek is verzegeld, en die zeven zegels nu...
37 En dan, nadat deze zeven zegels voleindigd zijn, zien wij in Openbaring 10, dat er zeven geheimenisvolle donderslagen waren, die Johannes, die de opdracht had om op te schrijven... maar toen werd het hem verboden om die op te schrijven. En ten tijde van die donderslagen, zien wij Christus, of de Engel neerkomen met een regenboog, en Zijn voeten zetten op het land en op de zee en zweren dat de tijd op die tijd teneinde was gelopen.
38 En dan ontdekken wij dat bij het openbaren van de zegels, het Lam Zijn middelaarswerk als Bemiddelaar had verlaten en nu naar voren kwam om Zijn rechten op te eisen, alles wat Hij had verlost door Zijn dood.
39 En toen kon niemand het Boek openen; niemand begreep het. Het was een Boek van verlossing en God, de Vader, Geest, had het in Zijn hand, omdat Christus op de Troon zat als een Middelaar ‑de enige Middelaar. Daarom kon er geen heilige, geen Maria, geen Jozef, niets anders op het altaar zijn, omdat het bloed was en alleen het bloed van Jezus kon de verzoening aanbrengen. Dus niets anders kon daar staan als Middelaar. Zo is het. Er was niets anders.
40 Dus dat hele idee van het bemiddelen van Judas voor de politiek en St. Cecilia voor iets anders, is onzin. Dat is niet... Ik zeg niet dat die mensen niet eerlijk en oprecht zijn. Ik zeg niet dat u niet oprecht bent als u het doet, maar u bent verkeerd, u bent oprecht verkeerd. En al wat...
41 Men zegt: "Wel, deze engel verscheen aan de heilige Bonifacius en zei dit, dat en dat andere en zij kunnen dit zeggen." Er is niet de geringste twijfel in mijn gedachten, dat iemand het visioen zag. Ik twijfel er niet aan dat Joseph Smith het visioen zag, maar het was niet in overeenstemming met de rest van het Woord. Dus daarom is het voor mij verkeerd. Het moet komen overeenkomstig de rest van het Woord.
42 Zo is het met de gemeente-tijdperken en de zegels en heel de rest. En wanneer iemand denkt dat hij die zeven donderslagen heeft, als het niet overeenkomt met de rest van het Woord, dan is er iets verkeerd. Het moet komen als "ZO SPREEKT DE HERE", want dit is het Boek, dit is de openbaring van Jezus Christus in zijn geheel.
Nu, ik geloof dat vervolgens het Lam tevoorschijn kwam.
43 Zij wisten het niet. Johannes weende. Hij kon niemand vinden in de hemel, op de aarde, omdat alles aan de andere kant van de kloof was, ziet, zonde. Er was geen mens; en een engel zou natuurlijk waardig zijn, maar het moest tenslotte een bloedverwant zijn. Het moest een menselijk wezen zijn en zoiets was er niet, omdat ieder mens door sex geboren was.
44 Hij moest er Eén nemen die zonder dat geboren was. Dus God nam dat Zelf op Zich in de maagdelijke geboorte en Hij werd Immanuël, en Zijn bloed was het enige dat waardig was. En toen Hij Zelf die kloof overstak en de prijs betaalde en de kloof voor de rest van ons overbrugde, nam Hij plaats als Middelaar en Hij zit daar nog.
45 En het Boek is eigenlijk al die tijd gesloten geweest. Het is er, maar het is nog in symboolvorm. Zij hebben het gezien. Johannes zag het zelfs, de aankondiging toen de eerste ruiter tevoorschijn kwam. Hij zei: "Een wit paard ging uit met een ruiter erop. Hij had een boog in zijn hand." Dat zijn symbolen. Dat is niet geopenbaard. Nee, het is slechts een symbool. En zover het enig mens op aarde betreft, is dat alles wat hij zou kunnen zeggen. Zo is het. Hij zou kunnen strompelen en struikelen en ongetwijfeld hier of daar iets raken en na een poosje...
46 Maar we zien dan in het boek Openbaring, dat, met de boodschap van de zevende engel, de verborgenheden ‑al de verborgenheden ervan ‑tegen die tijd reeds geopenbaard zouden worden (dat is Openbaring 10:1‑7), dat het geopenbaard behoorde te worden overeenkomstig die tijd, ten tijde dat Hij dat deed.
47 Toen lieten de zeven donderslagen hun vreemde stemmen horen, en Johannes zou het op gaan schrijven... Johannes wist wat het was, maar hij schreef het niet, omdat hem verboden werd het op te schrijven. Dat is absoluut en totaal een geheim. Het is zelfs niet in symboolvorm of wat dan ook. Wij weten slechts dat het donderde; dat is alles.
48 En nu, bij het bestuderen van dit... Vergeet nu niet... Voor zondagmorgen hebben wij de genezingsdienst achterwege gelaten terwille van het beantwoorden van vragen die de mensen hebben. Als u een vraag hebt over deze zeven zegels, als het u dwars zit, iets wat u niet begrijpen kunt. Laten wij het over de zeven zegels hebben, dan kan ik u zaterdagavond vertellen of het er genoeg zijn om te beantwoorden of niet. Ziet u? En dan juist nu, stel, wel, over iets anders, of: "Zou ik dit moeten doen?" Of u had misschien een droom. Dat zijn allemaal waardige zaken, maar laten wij ons beperken tot de zeven zegels, want daar zijn wij mee bezig. Daarvoor is de samenkomst bestemd, voor de zeven zegels. Laten wij ons daaraan houden.
49 Ik moet naar huis gaan; ik moet ook een paar samenkomsten houden daar in het Westen. Ik zal dan weer binnen iets meer dan een maand of twee terug zijn of zoiets, en misschien zal de Here toestaan dat wij iets anders daarover kunnen hebben, misschien dan een genezingsdienst of zoiets, wat het ook is.
50 Dan hebben wij nog zeven bazuinen, die tevoorschijn zullen komen, ziet u. En die komen er ook allemaal in, en de zeven schalen die uitgegoten zullen worden, dus... en het zal hier allemaal precies in passen, maar het is allemaal nog geheimzinnig.
51 Gisteravond zagen wij dat het eerste zegel naar voren kwam en de ruiter, en de Here moge mij helpen, ik wist het niet van tevoren; geen van deze dingen heb ik ooit tevoren geweten. Zo is het. En ik weet het gewoon niet.
52 Ik ga gewoon daar naar boven, neem de Bijbel en ga daar zitten totdat... Als het dan op deze wijze begint door te breken, pak ik gewoon mijn pen en begin te schrijven en blijf daar gewoon, misschien wel uren, totdat het voleindigd is.
53 Dan ga ik terug om te zien waar Hij dit gezegd heeft... Ik dacht: "Wel, het ziet eruit of ik dit ergens gezien heb." Dan neem ik mijn concordantie en ga het opzoeken ("Is er zoiets?") en hier staat het precies. En hier is het ook weer en daar en hier weer. Dan pas ik het precies in elkaar. Ik weet dat het God is, zolang het Schrift is vergeleken met Schrift. Dat is de wijze waarop u het moet doen. Net als het in elkaar zetten van een gebouw; de stenen moeten steen voor steen op en in elkaar passen.
54 Gisteravond hadden wij de opening van het derde zegel. Eerst was er het witte paard en het volgende was een rood paard en dan een zwart paard. En wij zien dat de ruiters steeds dezelfde ruiter waren, en dat was de antichrist van het begin af aan. Hij had geen kroon, maar hij ontving er later één. En dan ontdekken wij dat hem toen een zwaard werd gegeven om de vrede van de aarde weg te nemen, en wij zagen dat hij dat deed. Dan komt hij binnen met de dogma's om geld in de gemeente te krijgen, door een penning af te wegen voor dit en twee penningen voor dat, maar het was hem verboden om de olie en de wijn, waarvan maar weinig overgebleven was, schade aan te brengen.
55 En wij sloten gisteravond af met de illustratie van wat de olie en de wijn waren en wat de gevolgen waren die zij hadden. Het moge misschien een beetje ruig hebben geklonken, maar het is gewoon precies de Waarheid. Nu, wij stopten met... Laten we dat nog even een paar momenten ophalen. Wij hielden op bij de kracht van de wijn, terwijl olie de Geest voorstelde. (Ik veronderstel, dat u het allemaal opgeschreven hebt en zo niet, dan zult u het op de band vinden en ook waar u de Schriftplaatsen kunt vinden.) De olie symboliseert altijd de Heilige Geest, zoals de dwaze maagden zonder olie en de wijze maagden met olie, hetwelk de Heilige Geest is en dan verder terug in de profeten, enzovoort. En nu, ik...
56 Natuurlijk probeer ik niet elke Schriftplaats die daarin is, eruit te rafelen, en er zijn dingen waar je zelfs niet over kunt spreken. Het zou teveel tijd vergen. Maar ik probeer ze hier met Schriftplaatsen, enzovoort, op de juiste plaats te zetten, net genoeg om aan de mensen te geven, zodat zij er kennis van nemen en het beeld kunnen zien. Maar als je voor één van deze zegels zou gaan zitten, wel, my, dan zou je wel een maand lang elke avond over dat zegel kunnen prediken en het nog steeds zelfs niet aanroeren, zie, over één ervan. Zoveel zit erin. We kunnen slechts de hoogtepunten ervan aanraken en dan kunt u zien waar het allemaal over gaat.
57 Daar nu olie de Heilige Geest symboliseerde... Toen zagen wij dat olie en wijn in verband staan met aanbidding, zie, altijd verbonden met aanbidding.
58 En de wijn, zei ik (dat kwam tot mij) symboliseert de kracht van stimulatie door openbaring. Dat is wanneer iets geopenbaard wordt. Het geeft stimulatie aan de gelovige, omdat het aangeboden wordt door openbaring. Zie? Het is iets wat God heeft gezegd; het is een verborgenheid. Zij kunnen het niet verstaan. En dan na een poosje komt God neer en openbaart het en betuigt het daarna.
59 Bedenk, als de Waarheid wordt geopenbaard, wordt de Waarheid ook betuigd. God... voortdurend... Het doet er niet toe hoe schrander de persoon ook is, hoe briljant zijn verstand is, als God niet ondersteunt wat hij zegt, is er iets verkeerd. Zie? Zo is het, omdat het het Woord is.
60 En nu, toen Mozes daar uitging onder de inspiratie van God en zei: "Laten er vliegen komen", kwamen er vliegen. Hij zei: "Laten er kikvorsen komen"; en daar kwamen de kikvorsen.
61 Zie, wat als hij had gezegd: "Laten er vliegen komen" en ze waren niet gekomen? Ziet u? Dan had hij niet het Woord van de Here gesproken; dan had hij slechts zijn eigen woord gesproken. Hij zou gedacht kunnen hebben dat er vliegen moesten zijn, maar er kwamen geen vliegen, omdat God het hem niet verteld had.
62 En als God u iets vertelt en zegt: "U gaat dit doen en Ik zal er helemaal in zijn, want dit is Mijn Woord" en Hij laat het zien in de Bijbel, dan staat God er helemaal achter. En als het niet in de Bijbel geschreven is, staat God er in ieder geval toch achter, als het Gods Woord is. Zie?
63 En dan, als het daar buiten is, wordt het aan profeten geopenbaard. Wij beseffen dat al de verborgenheden van God aan profeten worden bekendgemaakt en aan hen alleen. Amos 3:7.
64 Nu, nu, de kracht van openbaring brengt stimulatie voor de gelovige, want de kracht van de wijn, de natuurlijke wijn, is om te stimuleren. Zie? Het is om een persoon die helemaal terneergeslagen is, op te wekken. Zie? Welnu, er is een kracht van de openbaring van het Woord, het geeft een stimulatie van vreugde aan de gelovige, stimulatie tot voldoening. De stimulatie dat het betuigd is, dat het bewezen is.
65 Er wordt in de Schrift over gesproken, daar wij daar naar willen verwijzen, als nieuwe wijn. Wij verwijzen daar altijd naar op deze wijze: "Dezen zijn dronken van de nieuwe wijn", of geestelijke wijn. Ik denk dat de beste uitlegging zou zijn, dat zij dronken zijn van de geestelijke wijn. Zoals de natuurlijke wijn zichzelf openbaart in gestimuleerde kracht, evenzo doet de nieuwe wijn het als deze het Woord van God openbaart, hetwelk Geest is. Zie? Het Woord zelf is Geest. Gelooft u dat?
66 Laten wij het lezen. Laten we het lezen. Johannes 6. Laten we gewoon... Ja, dan zegt u niet: "Wel, nu, iemand zei dat." Laten wij eens zien wie het zei en dan zullen wij weten of het de Waarheid is of niet. Johannes 6; het zesde hoofdstuk, en ik geloof dat het vers 63 is. In orde. (Ik geloof dat dat het is.) Ja.
De Geest is het, die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
67 Het Woord Zelf is Geest, het is Geest in Woordvorm. En dan, ziet u, als het opgewekt of tot leven gebracht wordt, gaat de Geest van God aan het werk en handelt. Zie? Omdat die...
68 Nu kijk hier: een gedachte moet eerst een gedachte zijn, voordat het een woord kan zijn. En als dan een gedachte wordt uitgedrukt, is het een woord. Nu, dit is Gods gedachte, die Hij geplaatst heeft in het Woord en als wij het dan van Hem ontvangen, wordt het een Woord.
69 God openbaarde aan Mozes wat hij moest doen. Mozes sprak het en het gebeurde. Ziet u? Dat is het als het werkelijk van God komt.
70 Wij ontdekken dat het stimuleert en vreugde geeft, omdat het Gods Woord is, en de nieuwe wijn stimuleert als deze het Woord openbaart; dan brengt het soms bovenmate vreugde (we hebben dat behandeld), dat het zo'n vreugde geeft, dat je erdoor overstroomd wordt.
71 Nu, ik weet dat er heel wat fanatisme is en mensen die zich aanstellen. Ik weet dat zij het soms doen als de muziek hen op en neer laat springen, enzovoort. En ik weet dat dit kan en ik geloof het ook. Maar ik heb mensen gezien die, zolang de muziek speelde, allen opsprongen en schreeuwden, maar als de muziek ophield, stopten zij ook. Ik geloof... Dat is nog steeds in orde wat mij betreft. Ziet u, zolang de mensen juist leven en...
72 Maar wat nu als u begint het Woord te brengen? Want dat is de zaak die werkelijk leven brengt, het Woord. En dat brengt de vreugde van de opwekking door nieuwe wijn. Dat vond plaats op Pinksteren toen het Woord werd betuigd.
73 Nu kijk. Jezus had tegen hen gezegd (Lukas 24:49): "Ziet, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u, maar blijft in Jeruzalem en wacht totdat..." Wat was de belofte van de Vader? Joël 2:28, wel, we zien dat Hij de Heilige Geest zou gaan uitstorten. Jesaja 28:19, hoe er stamelende lippen en andere tongen en al deze dingen zouden zijn.
74 Zij gingen naar boven. En zoals wij doornamen, heeft iemand misschien wel gezegd: "Ik geloof, dat wij lang genoeg gewacht hebben. Laten wij het gewoon aannemen door geloof." Dat was een goede Baptistenleer, maar het werkte bij die broeders niet.
75 Dus het eerste wat toen moest gebeuren was dat het werkelijkheid moest worden, en zij wachtten op hun bediening, dat het Woord betuigd zou worden. En als u komt om de Heilige Geest te zoeken, dan doet u hetzelfde.
76 Ja, u kunt het aannemen door geloof; u moet Christus door geloof aannemen, dat is volkomen juist. En u accepteert de Heilige Geest door geloof, maar laat dan de Heilige Geest komen en de besnijdenis geven als een getuigenis dat Hij uw geloof geaccepteerd heeft, ziet u. Dan, zie... Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, maar God gaf hem het teken der besnijdenis als de betuiging dat Hij zijn geloof aangenomen had.
77 Dus dat is hetzelfde als wat wij moeten doen. Wij moeten wachten op de Heilige Geest, totdat Hij iets gedaan heeft. Niet noodzakelijk omdat wij in tongen hebben gesproken, niet omdat wij gedanst hebben of emotioneel werden, dat we juichten ‑totdat wij werden veranderd! Totdat iets werkelijks gebeurde. Het maakt mij niet uit in welke vorm het komt, als het maar gebeurt; dat is het voornaamste. Zie?
78 En ik geloof dat het spreken in tongen en al deze andere dingen in orde zijn, maar dat op zichzelf zal niet werken, en u weet dat het niet zal werken. Zo werkt het niet.
79 Ik heb heksen in tongen zien spreken, ik heb tovenaars in tongen zien spreken en dansen in de geest. Zeker. Ze leggen een potlood neer en het schrijft in onbekende tongen, en iemand legt het uit (zo is het) en vertelt de waarheid. Dat is juist. Zij schreven helemaal precies op wat er gebeurd was en het was helemaal precies zo. Ik heb gezien dat zij stof op hun hoofd wierpen en zichzelf met messen sneden en zich helemaal bedekten met het bloed van een wild beest of zoiets, en gewis, zij roepen de duivel aan. Dus u ziet dat het niet...
80 Spreken in tongen doet het niet. "Al ware het dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, en had de liefde niet, het zou mij niets baten." Zie? Ofschoon ik het zou kunnen doen, zie. Dus dingen betekenen niet dat u de Heilige Geest hebt.
81 Maar als Hij, de Persoon, de onsterfelijke Geest van Christus, uw persoonlijke Verlosser wordt en u verandert en uw blik regelrecht op Golgotha richt, op dit Woord, dan is er iets gebeurd. Beslist! Iets is er gebeurd! Niemand zal het u behoeven te vertellen, u weet het als het gebeurt.
82 En de nieuwe wijn, als hij openbaring brengt, dan wordt het geopenbaard.
83 En zo was het met Pinksteren. Zij wisten dat er verondersteld werd dat een Geest over hen uitgestort zou worden en zij wachtten totdat dit gebeurde. En toen de betuiging van de openbaring plaats vond, was de stimulatie op hen. Zeker gebeurde dat met hen. En ze kwamen op stoom en gingen regelrecht de straat op, zij, die bang waren en de deuren gesloten hadden. Zij gingen de straten in, terwijl zij van tevoren bang waren geweest voor een groep mensen, en predikten het Evangelie tot hen. Zo is het. Er was iets gebeurd, omdat het ware Woord der belofte betuigd was.
84 Laten wij hier nu even stoppen. Als dat zoiets positiefs gaf aan die mannen, dat zij bijna allen hun getuigenis met hun bloed verzegeld hebben... Wat er ook gebeurde, zolang zij leefden is het hun altijd bijgebleven. Het bleef daar, omdat het het betuigde ware Woord der belofte was. De openbaring werd betuigd en zij stierven, terwijl zij hun getuigenis bezegelden met hun eigen bloed.
85 Kijk nu naar de belofte voor de laatste dagen. En hier zien wij deze recht vóór ons betuigd; het huidige komen van de Heilige Geest en de werken, die Hij verondersteld werd te doen, en wij zien het recht temidden van ons. O, wij moesten... O my! Hoe kunnen wij het horen? Iets vindt plaats, dat vertel ik u, vriend. Als dat licht valt op de echte, ware, oprechte, voorbestemde gelovige, op dat zaad, dan barst iets uit tot een nieuw leven. Die kleine vrouw bij de bron!
86 Wel, toen die geleerde priesters gezegd hadden: "Wel, dat is de duivel. Hij is een waarzegger. Hij vertelt de mensen gewoon hun lot, en hij is een duivel..."
87 Maar toen die kleine vrouw met dat voorbestemde zaad... Nu, denkt u dat het niet zo is? Maar Jezus zei: "Niemand kan komen tenzij Mijn Vader hem trekke, en al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal komen." En Hij...
88 En de antichrist in de laatste dagen zal in staat zijn... die antichristelijke geest die wij opmerken in het denominationalisme; en wij bewezen dat denominationalisme antichristelijk is. Nu, sterker nog, bij ieder, die van hier zo maar weg zou kunnen lopen, is er iets verkeerd, als hij nog altijd gelooft dat het denominationele systeem niet antichristelijk is. Wel, het is absoluut bewezen door de geschiedenis, uit alles wat er is, door heel Gods Bijbel heen en al het andere, dat het antichristelijk is, en Rome is het hoofd ervan. En de dochterkerken volgen, en beiden worden in de hel geworpen. Zo is het. Dus wij zien deze zaak, antichrist, de geest ervan.
89 En de dag waarin wij leven, wel, die zou onuitsprekelijke, heerlijke vreugde moeten brengen. Die kleine, oude vrouw, zodra dat licht haar trof, o, barstte het zaad open...
90 Nu bedenk, dat de Bijbel zegt dat in de laatste dagen deze antichrist de hele wereld zal verleiden.
91 Er zou maar een klein aantal zijn, wier namen waren geplaatst in het boek des levens des Lams voor de grondlegging der wereld. En als die echte betuiging van de geopenbaarde Waarheid van Gods Woord dat hart treft, zal hij het water treffen en daarginds uitgaan met de Heilige Geest, zo hard als hij maar kan en je kunt hem niet meer tegenhouden om het te doen, omdat het nieuwe leven uitbotte.
92 Ik sprak niet lang geleden met een persoon. Hij probeerde met mij te discussiëren en zei: "Schaamt u zich niet om te zeggen dat God de hemelen en de aarde in drie dagen... of, in zes dagen schiep?"
Ik zei: "Dat zegt de Bijbel."
93 Hij zei: "Wel, wij hebben bewijsmateriaal, waardoor wij kunnen bewijzen dat de wereld miljoenen jaren oud is."
94 Ik zei: "Dat heeft er niets mee te maken. In Genesis 1:1 staat: 'In den beginne schiep God de hemelen en de aarde.' ‑punt. Dat is alles. 'De aarde nu was woest en ledig.'" En ik zei: "Ik geloof dat elk zaad daar lag vanuit de een of andere beschaving of zoiets, en zodra het water wegtrok en het licht het trof, kwamen de bomen en alles op."
95 Hetzelfde is het geval met het menselijk wezen; het is een type. Als al de mist opgetrokken is, en de geopenbaarde Waarheid aan dat ware zaad, dat daar nog ontkiemd ligt... En het licht van het Evangelie kan het treffen door een echte betuiging van het Woord, dan zal het leven. Het heeft leven in zich. Het zal geloven. Zonder dat kan het niet leven. Het heeft geen leven in zich.
96 Hun namen waren geschreven in het Boek des levens des Lams voor de grondlegging der wereld. Zij zullen tevoorschijn komen, zo zeker als iets maar zijn kan. Daarom zit Jezus daar en wacht met Zijn middelaarswerk op het laatste zaad. Hij zal precies weten wanneer het wordt getroffen.
97 Zoals Dr. Lee Vayle... (Ik veronderstel dat hij nog ergens in de samenkomst is; ik heb hem al dagen niet gezien. Ik geloof niet, dat ik hem gezien heb... Hij is hier.) Wel, onlangs zond hij mij dit strookje over wat Irenaeüs zei. Ik nam Irenaeüs lang geleden als de engel van dat tijdperk. Hij zei: "Als dat laatste lid van het lichaam in dit laatste tijdperk gekomen is, zou de zaak op die tijd geopenbaard worden." En hier is het, gewoon volkomen juist. Zie? Wij zijn in die dag. Goed.
98 Pinksteren had toen vreugde bovenmate. Ze waren werkelijk gestimuleerd en ik geloof dat het dat bij iedereen doet.
99 Laten wij even een ogenblik nemen; laten we denken over David. Hij werd ook helemaal gestimuleerd. Hij zei: "Mijn beker vloeit over." Ik bedoel dat hij werkelijk een grote gebeurtenis in zijn leven had. Wat was de aanleiding daartoe? Toen hij in de Geest was... (Want hij was een profeet. Wij weten, dat hij dat was. De Bijbel zegt het: de profeet David.) Want hij was een profeet en hij was in de Geest en hij zag de opstanding. Als u het zou willen lezen, het staat in Psalm 16:8‑11. Hij zei: "Daarom is mijn vlees verblijd. Nu rust ik in hope, want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; evenmin zult Gij toelaten dat Uw Heilige de verderving zie." Ik vertel u, dat zijn beker overvloeide. Omdat hij had gezien, dat wat het ook was... O, hij had de opstanding gezien en hij was werkelijk... en zijn beker vloeide over.
100 David had nog een beker die overvloeide, in II Samuël (voor hen die een pen bij zich hebben), II Samuël 6:14. Er was een droogte geweest.
101 Zij hadden de ark genomen. De vijand was binnengekomen en had de ark des Heren genomen, en zij hadden deze geplaatst vóór Dagon. En Dagon was op zijn aangezicht gevallen. Ze hadden de ark naar een andere stad gebracht en daar braken plagen uit. Het was het heetste ding dat zij daar ooit in hun handen hadden gehad en zij konden er niet vanaf komen, omdat het buiten zijn plaats was.
102 Nu, toen zij de ark op de ossenwagen plaatsten en dezen teruggingen, en toen David de ark zag komen, weet u wat hij deed? Hij werd zo vol; zijn beker vloeide over van de stimulatie. Toen hij het Woord weer opnieuw aan Israël geopenbaard zag, danste hij in de Geest, rond en rond en rond, op deze wijze, ja. Zijn beker was zo vol dat hij overvloeide. Zie? Waarom? Hij zag het Woord terugkeren.
103 Ik geloof dat het iedereen een beetje zou stimuleren als zij na al deze jaren zien dat het ware Woord, dat beloofd werd er te zullen zijn, voortgebracht wordt en betuigd. Wat een tijd! Wat een tijd!
104 Laten wij nu lezen. Ik blijf maar praten en zou er zo niet aan toekomen, en ik zal u allen tot half 11 hier hebben. Ik liet u gisteravond vroeg gaan, dus behoor ik u vanavond flink lang te houden. Nee, ik plaag maar wat, ziet u, ik ben... We willen het gewoon precies zoals de Here het zal leiden.
En toen Het het vierde zegel geopend had, hoorde ik de stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie!
105 Nu, toen het Lam het vierde zegel geopend had... Laten wij daar nu stoppen. Het vierde zegel. Wie opende het? Het Lam. Was iemand anders waardig? Niemand anders kon het doen. Nee. Het Lam opende het vierde zegel.
106 En het vierde dier, een levend schepsel als een arend, zei tegen Johannes: "Kom en zie wat onder de vierde verborgenheid van het plan van verlossing in dit Boek verborgen ligt", omdat het Lam het opende. Met andere woorden, zei hij dit: "Er is een vierde verborgenheid hier. Ik heb het u in symbolen laten zien." Nu, Johannes (ik weet niet of u het begrepen hebt of niet) schreef op wat hij zag, maar het was een verborgenheid. Dus hij schreef op wat hij zag.
107 Het Lam verbrak de zegels, maar God ging het nog niet openbaren, het werd bewaard voor de laatste dagen, zie. Wij hebben symbolen gehad en wij hebben ze onderzocht en deden het soms zeer goed, zie; maar wij weten, dat het zich verder bewogen heeft. Maar nu, in de laatste dagen, kunnen wij terugzien en zien waar het geweest is, en dat er verondersteld wordt dat dit gedaan zal worden aan het einde van het gemeente-tijdperk, net voor de opname.
108 Hoe iemand de gemeente door de grote verdrukking kan laten gaan, weet ik niet. Waarom moet zij door de verdrukking gaan als zij geen zonde heeft? Ik bedoel niet de gemeente; de gemeente zal door de verdrukking gaan, maar ik spreek over de bruid. De bruid heeft totaal geen enkele zonde tegen haar. Die zonde is uitgebleekt; er is zelfs geen reuk meer aan; er is niets van overgebleven. Zij zijn volmaakt voor God. Dus waarom een verdrukking om hen te reinigen? Maar de anderen wel. De gemeente gaat door de verdrukking, maar de bruid niet.
109 Nu, nu, wij namen het net door in allerlei symbolen. Zoals de... de gemeente, Noach, het type van degenen die er doorheen gedragen zijn, hij ging door met zondigen. Zie nu, zij kwamen er doorheen, maar Henoch ging eerst. Dat was het type van de heiligen die binnen zouden gaan vóór de verdrukkingsperiode.
Wij zien nu dat dit Lam het zegel opende.
110 Nu, we zien dat het eerste dier... Als u oplet, ziet u dat het eerste dier een leeuw was, een levend schepsel (we zagen dat in het boek van de gemeente-tijdperken); en dan het tweede dier had, geloof ik, het aanzien van een os of kalf; en het derde dier had het aanzien van een mens; maar het vierde dier had het aanzien van een arend. En dat is nu precies de wijze waarop wij ze hebben laten rouleren, helemaal precies eender, en dat is precies de manier waarop zij zelfs in het Boek hier geplaatst zijn.
111 Er was eens een grote leraar in Florida, die leerde dat het boek der Handelingen alleen maar een steigerwerk was voor de gemeente. Dat de gemeente werd gevonden in de vier Evangeliën.
112 En we zien in tegenstelling daarmee, dat het de vier Evangeliën zijn, die het Boek der Handelingen bewaken. Het is vanuit de vier Evangeliën, dat het Boek der Handelingen is geschreven, de handelingen van de Heilige Geest in de apostelen. En wij zien in het Boek, dat die bewakers oost‑, noord‑, west‑en zuidwaarts zitten te waken. Bedenk, hoe wij het hier uittekenden en hoe prachtig, volmaakt alles zijn eigen plaats had.
113 Nu, ik wil dat u opmerkt... Het zei: "Kom en zie." Johannes... Ik wil dat u er nog eens nota van neemt, voordat deze... Deze hier is de laatste van de vier ruiters om de werking van de antichrist te openbaren.
Morgenavond zal het over de zielen onder het altaar gaan.
De volgende avond over de oordelen.
114 De daarop volgende avond over het weggaan van het einde van het tijdperk ‑het einde van de tijd van alle dingen, ziet u ‑wanneer zij opgenomen is. Daarom, precies in dat zevende zegel worden de schalen en al het andere uitgegoten. Wat ze zijn, weet ik niet.
115 Let op: maar nu bij deze hier zien wij dat deze knaap hier een arend is ‑deze man, dit levende schepsel, dat hier naar voren komt. Met andere woorden: er zijn vier verschillende tijdperken. Er was een tijdperk van de leeuw. En wij zien, omdat dit het vierde tijdperk is...
116 En hij zei: "Kom en zie de vierde verborgenheid van het Boek der Verlossing, dat verborgen was in dit Boek. Kom en zie." En Johannes ging het bezien en hij zag een vaal paard en weer dezelfde ruiter op dit vale paard.
117 Maar nu heeft hij een naam en wel "dood". Merk op, geen van de andere ruiters... geen van de andere paarden of in geen van de tijden waarin deze ruiter ooit reed, hadden zij... deze man had geen naam, maar nu wordt hij "Dood" genoemd. Het is niet vermeld. Hij openbaart nu wat hij is: de dood.
118 Wel, hoe zouden we daar in een prediking bij stil kunnen staan om het goed duidelijk te maken. Maar alles wat anti is, wat tegen het echte is, dat moet dood zijn, omdat er maar twee voorwerpen zijn en wel "leven" en "dood". En dat bewijst dat de openbaring van de Heilige Geest in deze dagen precies de Waarheid is. De anti ‑hij is de dood, omdat het Woord (zoals wij dat hier later zullen zien) leven is. Zie?
119 En deze man wordt Dood genoemd. In de andere tijden van deze ruiter werd het niet vermeld. Maar sedert... nu wordt er gezegd, dat hij Dood genoemd wordt.
120 Maar onder de openbaring van de Leeuw... Let nu op! Ik wil dit nauwkeurig lezen, zodat ik er zeker van ben. (Ik heb de plaats opgeschreven, het staat hier.) Onder de openbaring van het leeuw-tijdperk of het eerste tijdperk, het begin-tijdperk, werd dit niet geopenbaard. Het volgende tijdperk was het tijdperk van het kalf, hetwelk het donkere tijdperk is, de Middeleeuwen. Het werd niet geopenbaard wat het was. Ook aan het dier met het aanzien van de menselijke wijsheid, dat de hervormers, Luther en Wesley, enzovoort, vertegenwoordigde, werd het niet geopenbaard. Maar in het arend-tijdperk, het laatste tijdperk, het profetische tijdperk, waarin een profetische uiting moet opstaan, zie, tot wie het geheim altijd komt... Nu, daar zullen wij gewoon...
121 Wij zullen daar vanavond gewoon een poosje bij stil staan, zodat u het grondig zult begrijpen. Nu, u beseft dat in de meeste gevallen deze... Ik spreek niet alleen tot deze groep hier. Deze banden gaan overal heen. Ziet u? En ik moet het duidelijk maken, opdat als iemand maar één band heeft en de rest niet heeft, hij niet helemaal in de war raakt, ziet u. God heeft dit voor deze dag beloofd, voor de slotfase van al deze verschillende dingen, die voorbij zijn gegaan en verward waren.
122 Wij hebben de kleding van Elia, de mantel van Elia gehad; o, er zijn mensen geweest die... John Alexander Dowie, die daar begraven is in een mantel; hij zei dat hij Elia was. En we hebben al dergelijke dingen gehad. Waarvoor is dit allemaal? Het is alleen maar om een Waarheid weg te nemen, die gepresenteerd zal worden. Men had valse christussen voor de tijd van Jezus. Zij doen dat altijd. Het is Satan, die iets vervalst om de gedachten en het geloof der mensen te verwarren, voordat de zaak werkelijk gebeurt. Dat is alles.
123 Zei Gamaliël niet hetzelfde tot de Joden van die dagen? Hij zei: "Stond er niet een man op, die beweerde dit te zijn, en hij nam 400 man mee de woestijn in, om daar om te komen?" enzovoort.
124 Zei: "Elke rank, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden."
125 Gamaliël zei: "Laat hen met rust. Als het niet van God is, zal het op niets uitlopen. Maar als het van God is, zult u bevonden worden tegen God te strijden." De man gebruikte wijsheid. Hij was een leraar.
126 Let nu op. Om al deze verborgenheden te beëindigen, heeft God beloofd dat er een echte Elia zou opstaan, de een of andere man, gezalfd met die Geest, die het zou openbaren. Hij beloofde het in Maleachi 4. En ik kreeg een paar opmerkingen en brieven die luiden dat het niet zo is, maar ik zou met die persoon willen spreken. Wel, u kunt het niet ontkennen. Elke ware, goede theoloog weet dat dit de Waarheid is, dat men er naar uitziet.
127 Maar het zal op precies dezelfde wijze zijn als gebeurde bij Johannes, de voorloper van de eerste komst van Christus. Wel, zij herkenden hem niet, omdat er zulke grote dingen over hem geprofeteerd waren. Wel, hij zou al de hoge plaatsen naar beneden laten komen, al de lage plaatsen omhoog, al de ruwe plaatsen glad maken. O, al de profeten; Jesaja, 712 jaar voor zijn geboorte en Maleachi, 400 jaar voordat hij op het toneel kwam, zij profeteerden allen over hem. En zij verwachtten, dat de een of andere corridor uit de hemel neergelaten zou worden en dat deze profeet, met zijn staf in zijn hand, komend van God, erop naar beneden zou wandelen.
128 En wat gebeurde er? Een man die niet eens een lidmaatschapskaart kon tonen, die geen geloofsbrieven kon tonen, verbleef daar buiten in de woestijn, hij had zelfs geen lagere schoolopleiding. Door de geschiedsschrijvers wordt ons verteld, dat hij de woestijn inging toen hij 9 jaar oud was, na de dood van zijn vader en moeder, en daar opgroeide... Zijn taak was te belangrijk om besmet te worden door het een of ander seminarie. Hij moest de Messias aankondigen.
129 God kon geen man gebruiken, die volgestopt zat met theologie. Hij kan het niet, omdat hij altijd weer terug zal drijven naar de wijze waarop hij het geleerd heeft. Hij drijft er naar terug. Dus als hij iets gaat zien, probeert hij terug te drijven naar wat de leraars hebben gezegd, het ware beter dat hij bij die dingen vandaan zou blijven en gewoon God zou geloven.
130 En wij zien dat zij hem gemist hebben. Zelfs de apostelen die daar stonden, misten hem. Wel, zij zeiden: "Waarom zeggen de Schriften (de Schriftgeleerden) dat Elia eerst moet komen?"
131 Hij zei: "Hij is al gekomen en jullie kenden hem niet."
132 Dat is mijn patroon voor de opstanding... of de opname. Het zal gebeuren en zij zullen... Ik weet dat dit vreemd klinkt, maar misschien zult u er iets meer van weten na vanavond, gewoon hoe het zal zijn, zo de Here wil. Het zal zo in het geheim zijn, dat bijna niemand ervan zal weten. De wereld zal gewoon denken... precies eender doorgaan als altijd, ziet u. Dat is de wijze waarop Hij het altijd doet.
133 Weet u, ik betwijfel of één... laat ik zeggen één-negentigste procent van de mensen op aarde ooit Jezus Christus heeft gekend toen Hij hier was. Weet u, toen Elia profeteerde, betwijfel ik of er nauwelijks iemand was die wist dat hij was... Zij wisten dat daarboven een zonderling was, de een of andere fanaticus, maar zij haatten hem. Zeker, zij noemden hem een zonderling.
134 Ik geloof dat elke wederomgeboren Christen een soort zonderling voor de wereld is, omdat u veranderd bent. U bent van een andere wereld. Uw geest is van over de kloof en die zaak hier is zo'n verwarde zaak. Als u niet anders bent, is er iets verkeerd. U bent nog te aardsgezind. U moet hemelsgezind zijn. De hemel leeft door het Woord.
135 Wij merken op dat deze grote zaak heeft plaats gevonden. Wij geloven dat er een komst moet zijn van de ware geest van Elia. Er is voorspeld dat deze er zou zijn, zie. En wij moeten bedenken, dat het hier zal zijn op zijn eigen bestemde tijd. Misschien leggen wij er nu het fundament voor. En het zal geen organisatie zijn.
136 Ik ben het daarover niet eens met een goede vriend van mij. Hij zegt dat het een groep mensen zal zijn. Ik wil dat u mij dit uit de Schrift toont. God, de onveranderlijke God, verandert Zijn plan nooit. Als Hij dat doet, is Hij geen God (zo is het), omdat Hij dan sterfelijk is en Hij de dingen weet net als ik en fouten maakt.
137 God heeft nooit Zijn plan veranderd sedert de tijd van de Hof van Eden. Hij maakte een plan van verlossing en dat was het bloed. Wij hebben opvoeding geprobeerd; wij hebben dictatorschap geprobeerd; wij hebben psychologie geprobeerd; we hebben denominationalisme geprobeerd, we hebben van alles geprobeerd om iedereen bij elkaar te duwen, ieder tezamen lief te hebben en al het andere. Er is echter geen andere plaats van gemeenschap dan onder het bloed. Dat is de enige grond waarop God een mens ontmoet.
138 God handelt altijd met één individu. Twee mensen hebben twee ideeën. Er waren nooit twee hoofdprofeten op aarde, die tegelijkertijd profeteerden. Kijk terug en zie of het zo is. Beslist niet! Er zijn teveel bezwaren. Hij moet één man hebben die zich volledig overgegeven heeft en die persoon gebruikt Hij. Hij zoekt die persoon.
139 Maar er zal er één zijn op zekere tijd, iemand die naar Hem zal luisteren, woord voor woord. Het maakt mij niet uit wat iemand anders zegt, zij zullen er nooit van weg gaan. Zo is het. Zij zullen wachten op "ZO SPREEKT DE HERE" en zij zullen zich tot dat moment niet bewegen. Hij zal grondig betuigd worden. U zult...
140 Nu, de buitenwereld zal het haten, maar het uitverkoren zaad, het voorbestemde zaad ‑zoals het was in de dagen van Jezus ‑als dat licht flitst, zal dat zaad direct tot leven komen. Zij zullen het weten. Zij zullen het begrijpen. U zult er geen woord over hoeven te zeggen.
141 Zij zei: "Here, ik bemerk, dat U een profeet bent. Ik weet dat wanneer de Messias komt, Hij verondersteld wordt te..."
Hij zei: "Ik ben het."
142 Jongen, dat was genoeg! Zij behoefde niet de hele avond te wachten en de volgende avond erbij, ze had het precies op dat moment. Zij ging op weg. Zij vertelde hun erover.
143 Nu bedenk, het eerste tijdperk was een leeuw-tijdperk. Dat was de Leeuw van de stam van Juda: Christus. Zijn eigen levensinvloed nam bezit van dat tijdperk. Dat was het eerste dier; wat een macht betekent, die antwoordde door een menselijke stem.
144 Het volgende tijdperk was het tijdperk van het kalf of het tijdperk van de ruiter op het donkere paard, zie.
145 Nu, de reden waarom dit eerste tijdperk een wit tijdperk was, was dat... Zoals ik altijd mensen heb horen zeggen, dat die eerste ruiter, wit, de kracht van de gemeente was, die uitging om te overwinnen, en we zien dat hem een kroon werd gegeven en dat was het. Het wàs de gemeente. Het wàs de gemeente, maar waar ging hij naartoe? Hij ging naar Rome. Dat deed hij en daar ontving hij zijn kroon.
146 Nu, het tweede tijdperk was dat van een ruiter op een rood paard, hetwelk een donker tijdperk was.
147 En nu, het daarop volgende tijdperk was het tijdperk van de mens, wat die ruiter op het zwarte paard was, en hij was het tijdperk van de hervormers ‑de stem die sprak. De ruiter op het zwarte paard was de antichrist, maar degene die in dat tijdperk sprak, werd voorgesteld als een mens. Dat is de wijsheid, schrander, scherpzinnig. En zij ontvingen het niet. Zij noemden niet... Zij gaven hem geen naam, zie. Zij zeiden alleen dat hij uitging.
148 Maar wat nu naar voren komt, is het arend-tijdperk; God vergelijkt Zijn profeten altijd met arenden. Hij noemt Zichzelf een Arend. De arend gaat zo hoog, dat niets anders hem kan evenaren. Niet alleen is hij daar boven, maar hij is ook gebouwd voor die positie. Als hij daar boven komt, kan hij zien waar hij is. Sommige mensen komen daar boven en kunnen niet zien waar zij zijn, dus doet het hun geen goed om daar boven te zijn. Maar als u...
149 Maar wanneer u een kraai of een havik met een arend mee laat vliegen zal hij uit elkaar spatten. Hij moet bestand zijn tegen de druk die hij ontmoet.
150 Dat is het probleem vandaag. Sommigen van ons zijn niet tegen de druk bestand. Wij ontploffen te snel als wij springen, ziet u; wij moeten echter tegen de druk bestand zijn.
151 Als wij daar boven komen, moeten wij de scherpe blik van de arend hebben om te zien wat er komende is en om te weten wat wij moeten doen. Nu, het arend-tijdperk openbaart het. Nu, wij zien dat het arend-tijdperk beloofd werd in Openbaring 10:7 en in Maleachi 4:1, hetgeen in de laatste dagen zou zijn, zie, dat is juist, dat het hier zou zijn. Goed. Let op.
152 Deze knaap rijdt, zoals wij zien, op een vaal paard. Vaal! O my! Let op, nadat...
153 Achtenzestig miljoen Protestanten, zoals wij dat gisteravond overnamen uit Smucker's Glorious Reform van de martelarengeschiedenis van Rome... We zagen dat, tot ongeveer 1500, geloof ik, achttien... Ik kan het mij nu niet precies herinneren. Maar het waren achtenzestig miljoen mensen die ter dood gebracht werden, die protesteerden tegen de eerste Roomse Kerk, Rome. Geen wonder dat hij zichzelf kon verpersoonlijken in de persoonsnaam Dood. Dat was hij zeker!
154 God alleen weet hoevelen hij geestelijk deed sterven door zijn anti-Bijbel-Woord-onderwijzing. Hierdoor leverde hij er achtenzestig miljoen over aan het zwaard en de dood, en waarschijnlijk stierven letterlijk biljoenen geestelijk door zijn valse leringen. Geen wonder dat hij de naam Dood kon aannemen.
155 Ziet u de ruiter? In de eerste plaats als een antichrist was hij de dood van het begin af aan, maar hij was toen nog onschuldig. Toen ontving hij een kroon (een drievoudige) en toen dat gebeurde, verenigde hij... Satan verenigde zijn kerk en staat, omdat hij toen over beide heerste. De antichrist was Satan in de vorm van een man.
156 En ook Mattheüs vertelt ons (ik geloof in het vierde hoofdstuk) dat Satan Jezus, onze Here, nam en Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid liet zien in een ogenblik tijds. Hij bood ze Hem aan en zei dat zij van hem waren!
157 Zo ziet u dan, als hij zijn staat en zijn kerk tezamen kan verenigen, de ruiter op het rode paard dan zeker genoeg zou kunnen rijden. Waarlijk! Dan ontdekken wij zijn geheim hier in zijn kerk en staat.
158 In het vierde stadium van zijn bediening wordt hij het beest genoemd. Eerst wordt hij de antichrist genoemd, dan wordt hij de valse profeet genoemd en tenslotte wordt hij het beest genoemd. Hier vinden wij hem nu genoemd als het beest... Nu zou ik willen dat u opmerkt, dat dit na het vierde paard is.
159 En in dit vierde paard, als u het opmerkt, alle... Het eerste was wit, het volgende was rood, het daarop volgende was zwart en het vierde... al deze andere drie kleuren waren erin vertegenwoordigd, omdat vaal, rood en wit en zo, alles door elkaar gemengd is. Zie? Het is alles vermengd in dit ene paard. Zie? En daar werd hij vier, of eigenlijk drie in één, en het is allemaal vermengd in dat ene.
160 Ik zou willen dat u opmerkt dat het er vier zijn. Let op het afwijkende getal vier in de geestelijke rekenkunde. God is drie. Dit is vier. Hij is hier in vieren. Eerst antichrist ‑wit; ten tweede, valse profeet ‑rood; ten derde, vicaris van hemelen en aarde en vagevuur ‑zwart; ten vierde, het beest, vaal paard, Satan die uit de hemel geworpen is. Wilt u dat lezen? Openbaring 12:13; Satan die uit de hemel is geworpen. Dan in Openbaring 13:1‑8 is hij vleesgemaakt in de persoon van het beest.
161 Hij is eerst de antichrist, slechts een leer, Nikolaïtisme genaamd; dan wordt hij van een leer tot een valse profeet. Als hij anti-Christ is ‑anti Christ is tegen, iets dat tegen Gods Woord is, is tegen God, omdat het Woord God is. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord werd vleesgemaakt, Christus, en woonde onder ons." En nu, hij is tegen het Woord, dus zou hij anti-Christ zijn, maar een geest kan niet gekroond worden. Dat is de reden waarom hij geen kroon ontving; alleen maar een boog zonder pijlen.
162 En als dan voor hem de kroningstijd aanbreekt, wordt hij de valse profeet van zijn antichristelijke leer. Begrijpt u het? Dan krijgt hij zijn zwaard, omdat hij zijn krachten tezamen verenigt; dan behoeft hij niemand meer te vragen. Hij is de regeerder van de staat; hij is de regeerder van de hemel, ontvangt een drievoudige kroon en maakt zichzelf een idee, genaamd "vagevuur", waar hij sommigen die stierven tegen betaling uit kan bidden, omdat hij de macht heeft om het te doen. Hij is een plaatsvervanger. Zeker is hij dat. Hij neemt de plaats van God in op aarde. Als dat niet zo duidelijk is als het maar zijn kan!
163 Wij zien het, volgen hem door de hele Bijbel heen, tellen de getallen van zijn naam en al het andere. Hier is hij; plaats hem hier regelrecht terug in nummer vier. Niet het getal drie, het getal vier, ziet u.
164 Laten wij nu Openbaring 12 opslaan. Laten wij dit gewoon een beetje lezen, omdat wij de tijd hebben om het te doen. Laten we lezen in Openbaring 12 en daarvan het dertiende vers.
En te dien ure kwam er een grote aardbeving... (Nee, ik heb de verkeerde plaats; het dertiende.)
En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zo heeft hij de vrouw vervolgd, die het mannelijke kind gebaard had.
165 Nu, u ziet, dat hij op de aarde geworpen was en zich incarneerde, daar de antichristelijke geest vlees werd in een man. Die man verandert van het ene in het andere, van een antichristelijke geest in een valse profeet en dan komt het beest in hem.
166 Het is helemaal precies zoals de gemeente groeit. Zijn gemeente ging van antichrist tot valse profeet, en in het grote tijdperk dat zal komen, zal het beest opstaan... Zo gaat de gemeente op dezelfde manier, door rechtvaardiging, heiliging, en de doop van de Heilige Geest als Christus Die in de mensen is, precies eender. Hij heeft daar ginds het tegenbeeld, het type, liever gezegd. Daar is hij precies. Dat is hij: uit de hemel gestoten.
167 Nu, wij zien in Openbaring 13:1‑8:
En ik stond op het zand der zee... En ik zag uit de zee een beest opkomen,...
168 Nu, hier in het twaalfde hoofdstuk werd hij eruit gestoten. Let nu op.
...ik zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van godslastering.
En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn voeten...
169 O, als we nu de tijd zouden hebben, zouden wij gedurende de rest van de avond over die symbolen kunnen spreken en laten zien... deze direct op hem terug brengen. Elke... De meesten van u weten dat uit andere lessen...
... als voeten van een beer, en zijn mond als de mond van een leeuw; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote macht.
170 Huh! De vleesgemaakte Satan, ziet u.
En ik zag een van zijn hoofden als tot de dood gewond,...
171 En zo gaat het verder, als u het wilt... als u een gelegenheid hebt om het verder te lezen. Nee, laten we nog een klein stukje lezen.
En ik zag een van zijn hoofden als tot de dood gewond, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest...
172 Let even op. Kijk nooit naar het communisme. Het is niets anders dan een instrument in de handen van God om u op zekere dag te helpen om... het bloed te wreken, waar wij het morgenavond over zullen hebben. Zie?
En zij aanbaden de draak,...
173 Wie was de draak? Satan. Is dat juist? De rode draak. In orde.
... die het beest macht gegeven had;... (waar hij zijn macht vandaan krijgt, ziet u.) en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? Wie kan er krijg tegen voeren?
En aan het beest werd een mond gegeven, om grote dingen en godslasteringen te spreken; en het werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden.
En het opende zijn mond tot lastering tegen God,... (daar hebt u het) om Zijn Naam te lasteren,... (gaf hem een titel) en Zijn tabernakel,... (die de woonplaats van de Heilige Geest is...)
174 Om er een plaats voor te maken in Rome, een Vaticaanstad; en zo kunt u doorgaan:
... en die in de hemel wonen.
175 Hij lasterde hen door te zeggen, dat zij middelaars waren.
En het werd macht gegeven om de heiligen krijg aan te doen,... (en hij deed het) en om die te overwinnen;... (hij deed het...)
176 Ze werden verbrand op de brandstapel, voor de leeuwen geworpen en op alle mogelijke wijzen gedood.
... en het werd macht gegeven over alle geslacht, taal en volk.
177 Het gebeurde nooit op die wijze in Rome, tot dat het heidense Rome werd bekeerd tot het pauselijk Rome, en de Katholieke macht zich over de wereld verspreidde en de universele Katholieke kerk vormde.
En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, wier namen niet zijn geschreven in het boek...
178 "Raak Mijn olie en wijn niet aan."
En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, wier namen niet zijn geschreven in het boek des levens des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld.
Indien iemand een oor heeft, die hore.
Indien iemand in de gevangenis leidt, die gaat zelf in de gevangenis, indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het geloof der heiligen.
179 Nu, wij zagen hem gisteravond komen met zijn grote zwaard om te doden.
180 Wij zien dat hij ook met het zwaard gedood wordt, het zwaard van het Woord. Gods Woord ‑scherp, een tweesnijdend zwaard ‑slaat hem en werpt hem neer. Wacht maar totdat die zeven donderslagen hun stemmen laten horen voor die groep, die werkelijk het Woord van God kan nemen en het daar hanteren! Het zal in stukken snijden. Zij kunnen de hemelen sluiten; zij kunnen deze sluiten of wat ze ook maar willen. Hij zal gedood worden door het Woord, dat voortkomt uit Zijn mond; het is scherper dan een tweesnijdend zwaard. Zij zouden om 100 biljoen ton vliegen kunnen roepen als ze dat wilden. Amen! Wat ze ook zeggen zal gebeuren, omdat het het Woord van God is dat voortkomt uit de mond van God. Amen. God gebruikt altijd... Het is Zijn Woord, maar Hij gebruikt altijd mensen om het te bewerken.
181 God had Zelf daar in Egypte die vliegen op kunnen roepen, maar Hij zei: "Mozes, dat is uw taak. Ik zal u precies vertellen wat u moet doen, en u gaat het doen." Hij deed dat ten volle. Hij zou de zon hebben kunnen kiezen om ze te roepen; Hij zou de maan ze hebben kunnen laten roepen of de wind kunnen nemen om ze te roepen, maar Hij zei: "Mozes..." Hij verkoos mannen. Goed.
182 Wij zien hier dat deze Satan, na uit de hemel geworpen te zijn, zich incarneerde in het beest, en nu is hij een beest. Antichrist, valse profeet en nu het beest, dat de naam "Dood" gegeven wordt en het dodenrijk volgt hem: Satan ten volle op zijn troon. O my! Op de aarde is hij Satans vertegenwoordiger; hij is nu het hoofd van de koninkrijken der wereld, dezelfde koninkrijken die hij aanbood aan de Here Jezus in Mattheüs 4; Satan wordt daar nu volledig koning over.
183 Nu, dit gebeurt later. Hij is nu een valse profeet. Hij zal over een poosje het beest worden, als hij zijn verbond daar met de Joden verbreekt. U weet hoe wij... Goed. Merk nu op, dat hem op die tijd het hart van een beest gegeven zal worden en Satan zal zichzelf incarneren, omdat als de gemeente omhoog gaat, Satan uitgeworpen wordt. Ziet u? Het is dan gedaan met al zijn aanklagen. Zie? Nu, zo lang...
184 Kijk, zo lang de Bemiddelaar nog op de troon is, kan Satan daar staan en beschuldigen, omdat hij de procureur van de andere kant is. Hij is de tegenstander van Christus. En Christus is... Hij staat daar als tegenstander en zegt: "Maar wacht eens even, Adam viel. Adam deed dit. Ik overwon hem. Ik liet zijn vrouw een leugen geloven, en U zei dat zij daardoor verdoemd zouden worden. Ik heb het!"
185 Maar hier staat de Middelaar (Amen!), de Bloedverwant Verlosser (Amen!). Hij staat daar met het bloed dat het snoodste hart van de zondaar kan nemen en het veranderen. Een Middelaar zit op de troon. Jazeker!
Satan zegt: "Maar zij zijn schuldig."
Jezus zegt: "Dat zijn zij niet."
186 Dat bleekmiddel dat uitgevonden of vervaardigd is om vlekken weg te nemen en dat de kleurstof uit de inkt, of welke andere vlek ook, wegneemt, zij hebben het ontdekt. Het wordt opgelost, zodat je het nooit meer terug zult vinden. Het gaat terug naar gassen en de hele weg terug naar kosmisch licht, voorbij moleculen en al het andere, totdat het terugkeert tot het oorspronkelijke, waar het vandaan kwam. Als het een schepping is, moet het van een Schepper komen. Maar al de chemicaliën, die vervaardigd worden en tezamen gevoegd, worden afgebroken, en dat is gewoon alles wat er mee is, en er blijft niets meer van over. Zelfs het water dat erin is, vermengt zich met het bleekmiddel, en ontbindt zich tot as.
187 Amen! Glorie voor God! Het is helemaal rein. Dat doet het bloed van Jezus Christus aan het ware kind van God. Als hij die zonde belijdt en daar gerechtvaardigd staat in Zijn... Genade, goedheid... Het is zelfs zo groot dat God zei: "Ik kan het Mij zelfs niet meer herinneren, en hij is absoluut Mijn zoon."
188 "Waarlijk, Ik zeg u, als u tot deze berg zegt, dat hij verplaatst moet worden en niet twijfelt in uw hart, maar gelooft in wat u zegt, dan zal het plaatsvinden; u kunt ontvangen wat u zei." U bent een verloste zoon. Amen! Ik weet dat dit waar is.
189 Ik heb ginds, voor zover ik weet op zes verschillende keren eekhoorntjes zien verschijnen... niet eentje, die daar zou zitten. Hij kan eekhoorntjes scheppen op dezelfde wijze als Hij vliegen of kikvorsen of wat dan ook kan scheppen. Hij is God, de Schepper. Juist! En wanneer geen sterfelijk wezen...
190 Maar als die zonde van dat sterfelijke wezen wordt beleden en in dat chloor van het bleekmiddel van Jezus Christus gevallen is, bleekt dat alle zonde uit. Hij is zuiver, ongerept, zonder zonde, zonder gebrek. Hij, die uit God geboren is, zondigt niet, want hij kàn niet zondigen. Het bleekmiddel staat tussen hem en God. Hoe zou het daar ooit nog kunnen komen als het het afbreekt en het regelrecht terug zendt naar degene die het verdierf. Amen!
191 Whew! Ik voel mij religieus. Ik vertel u dat ik nu gestimuleerd wordt, naarmate dit zich begint te openbaren.
192 Let op, Satan ten volle op zijn troon. (Jazeker.) Hij bood deze aan God, onze Here, aan. Hier zit hij met zijn beestachtig hart in zich. Nu, hier is de persoon, het beest, de geïncarneerde duivel. Hij verschijnt hier op aarde onder een vals voorwendsel. O, mijn goedheid! Onder het valse voorwendsel van het ware Woord, gaat hij samen met het Woord.
193 Hij deed precies hetzelfde als zijn type, Judas, 2000 jaar geleden deed. Wat deed hij? Judas kwam binnen als een gelovige, terwijl hij een duivel was vanaf het begin. Hij was geboren als de zoon der verderfenis. Hij kon Jezus niets wijsmaken, omdat Hij hem kende vanaf het eerste begin (Amen!), want Hij was het Woord! Goed. En bedenk, Judas bekleedde de plaats van penningmeester en viel door het geld.
194 Dat doet ook de kerk van deze dag. De Katholieke kerk (zoals wij gisteravond opmerkten) liet hen betalen voor novenen, voor gebeden en voor alles. Het is bijna hetzelfde, hetzelfde is met de dochters van de Katholieke kerk gebeurd, wat de Protestanten zijn. De hele zaak is vervuld van geld. Daarin viel Judas en hier is het waar hij viel en daar is het waar de Protestanten vallen.
195 Let op. Hij rijdt op een vaal paard als hij op zijn rit verschijnt, deze laatste rit. Hij is nu op zijn laatste rit. Nu, dit is niet in onze dagen. Dat zal later zijn. Het is het zegel, voorzegd. Ziet u, want de gemeente is opgenomen als dit gebeurt. Als Christus hier op aarde verschijnt, als deze knaap verschijnt, wordt hij compleet, volledig de duivel. Van antichrist de hele weg door tot valse profeet en dan in het beest, de duivel zelf. En hij rijdt op een vaal paard, met een kleur die een mengsel is van allerlei kleuren om hem vaal en dodelijk te maken.
196 Maar als onze Here hier op aarde verschijnt, zal Hij op een sneeuwwit paard rijden en Hij zal volledig, ten volle, de Immanuël, het Woord van God, geïncarneerd in een mens, zijn. U kunt zien hoe groot het verschil tussen hen is. Dat is het verschil.
197 Merk op, de antichrist zit op een vaal paard, gemengde kleuren. Een paard is een dier dat een kracht voorstelt. Zijn kracht is geheel gemengd. Waarom? Het zijn politieke, nationale machten, religieuze machten, demonische machten; het zijn allerlei soorten machten door elkaar gemengd. Een gemengd, vaal paard was het. Hij heeft allerlei soorten krachten.
198 Maar als Jezus komt, zit Hij op een paard van één enkele kleur, het Woord. Amen!
199 Dit paard mengt zijn kleuren van rood, wit en zwart. Drie kleuren in één, vertegenwoordigd in één. En drie krachten vertegenwoordigd in één; het witte paard, het zwarte paard, rode paard. En drie kronen in één. Zie? Zeker.
200 Ik heb de kroon zelf gezien. Ik stond er dichtbij en keek ernaar. Ze wilden niet dat ik hem zou aanraken, van daar het glas. Dus daar lag hij in een kist met een groot slot eraan ‑een drievoudige kroon. Ik weet dus dat het de waarheid is. Daar lag hij ‑een drievoudige kroon. Plaatsvervanger van hemel, vagevuur en aarde.
201 Drie machten tezamen verenigd, ziet u, alle gemengd tot één kleur, vaal. De dood sprak in de hele zaak. Politieke, godsdienstige en demonische machten tezamen vermengd. Politiek, hij, Satan is de koning van de politiek. Schrander. Whew! Zeker! Probeer hem maar niet te slim af te zijn, maar vertrouw gewoon op de Here. Dat is alles.
202 Zoals ik het al eerder allemaal heb doorgenomen: alle schrandere, opvoedkundige en dergelijke dingen komen van de verkeerde kant. U kunt het door de Schriften heen volgen en zien of het juist is. Volg de kinderen van Kaïn en zie wat zij werden. Volg dan de kinderen van Seth en zie wat zij waren. Niet, dat ik onwetendheid ondersteun, helemaal niet, beslist niet, maar als u een persoon uit de Bijbel neemt, waren ze erg zelden...
203 Er is er één met name Paulus, die een knap man was, en hij zei dat hij alles moest vergeten wat hij wist, om Christus te kennen. Hij zei: "Ik ben nooit tot u gekomen met meeslepende woorden van menselijke wijsheid, maar ik kwam tot u in de kracht van de opstanding van Christus." Zo is het, kracht van de Heilige Geest.
204 Zie naar de anderen. Sommigen van hen konden niet eens hun rechter‑van hun linkerhand onderscheiden. Kijk in de loop der eeuwen naar de profeten en waar zij vandaan kwamen, enzovoort. Ziet u wat ik bedoel?
205 Het is de knappe, intellectuele wijsheid; en wijsheid is precies de zaak die u bij God vandaan brengt.
206 Hij had drie machten of drie rechtsgebieden: de aarde, de hemel en het vagevuur.
207 Hij is zelf een drie-eenheid. Daaruit is hij opgemaakt en hij rijdt in een drie-eenheid. Zijn macht is een drie-eenheid. Zijn kroon is een drie-eenheid. Zijn paard is een drie-eenheid. Dat is hij ‑een drie-eenheid, een macht van drie-eenheid, een kroon van drie-eenheid, een paard, rijdend in drie-eenheid, wat zijn bedieningen betreft; weer een vier. Zie, weer een vier. Goed.
208 Drie stadia van zijn bediening maken hem tot één persoon, Satan geïncarneerd. Drie stadia van de zijn bedie-... antichrist, valse profeet en beest. Die drie typerend, zie. Nu, er zijn daar nu drie typen die hem maken.
209 God, God maakt Zichzelf ook bekend, in water, bloed en geest. Hij maakt een Christen tot een zoon van God, door het Woord van God, ziet u. En deze drie machten maken hem tot een duivel. Zie? O, dit hier is water, bloed en geest, die van God zijn. En deze politieke, godsdienstige en demonische machten tezamen gemengd maken hem tot de duivel.
210 Christus' eerste komst, sterfelijk. Hij komt drie keer. Christus is in drieën. Let op hoe hij komt, hij is een vier. Let op Christus. Bij Zijn eerste komst komt Hij als een sterveling om te bloeden en te sterven. Is dat zo? Dat is Zijn eerste komst. De tweede komst is de opname. Wij ontmoeten Hem in de lucht, onsterfelijk. In Zijn derde komst is Hij de geïncarneerde God. Amen! Hij is God, Immanuël, om op de aarde te regeren. Zo is het. Slechts drie...
211 Het vierde stadium van de ruiter... Let op. Het vierde stadium van deze ruiter wordt de Dood genoemd. Dood betekent eeuwige afscheiding van God. Dat betekent dood: eeuwig afgescheiden te zijn van God.
212 Nu, als wij deze knaap op de juiste plaats hebben gezet, als wij uit de Bijbel hebben aangetoond wie hij is... Wij hebben zelfs de heuvels, de plaats en alles precies in bijzonderheden helemaal doorgenomen. En nu wordt hij door de arend Dood genoemd. Zo noemt hij hem. Bedenk hier... Zie, dood is eeuwige scheiding.
213 Bedenk, heiligen sterven niet. Zij slapen, zij sterven niet. "Hij, die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven." Zo is het. "Hij zal niet in het oordeel komen. Hij is overgegaan van de dood in het leven. Ik ben de Opstanding en het Leven", zei Jezus. "Die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. En wie leeft en in Mij gelooft, zal nimmer sterven." Was Lazarus dood? "Hij slaapt."
214 "Vrees niet, het meisje is niet dood, maar slaapt." Zij lachten Hem uit met verachting. Klopt dat? O my! Zie, heiligen sterven niet.
215 Afscheiding van God is dood, eeuwige dood, en deze knaap wordt de Dood genoemd. Dus blijf bij hem vandaan! Wat is hij? Een georganiseerd systeem ten eerste; de eerste georganiseerde kerk. En toen hij bezit nam van het verstand van Constantijn op het Concilie van Nicea...
216 Wij spraken gisteravond over die vrouwen en lieten zien hoe Eva, de eerste bruid, voordat haar man ooit tot haar gekomen was, in Eden viel door het niet geloven van Gods Woord. Wat gebeurde er met de geestelijke bruid, die geboren werd op de dag van Pinksteren, voordat Hij tot haar kon komen? Zij viel te Rome. Hoe? Doordat zij haar deugd van het Woord verbeurde voor een dogma. Amen! O my!
217 Ik voel de stimulatie weer op mij komen, jazeker, als ik daaraan denk. Ik bedoel niet om gek te handelen. Ik bedoel dat niet, maar ik... slechts... U beseft niet wat dat voor mij betekent. Ik zit hier nu al vier dagen in. Ik moet gewoon iets zeggen om mij weer een beetje menselijk te voelen. U weet wat ik bedoel. Ja. In orde. Als je zo begint te spreken, zie je visioenen komen over de hele plaats. Zie, dat is de reden dat ik iets zeg om mijzelf weer terug te krijgen, en mijzelf weer terug te schudden, zie.
218 Hebt u wel eens op mij gelet als ik een onderscheidingsrij heb? Ik zal iets zeggen, dat de mensen doet lachen en dan zal ik iets zeggen dat de mensen doet wenen, en dan iets dat de mensen boos maakt. Ik heb iets geopenbaard gekregen en ik wil iets zeggen om te zien hoe men het neemt. Dan zal ik zien wat voor soort licht over hen is, wat er plaatsvindt. Dan weet ik waar het is en ik weet waar het aanslaat of niet. Als het dat niet doet... als daar een echte gelovige zit, in orde. Dan noem je hen en zegt: "U, Zus-en-zo." Zie?
219 En als je daarin komt, begint de Geest te zalven en dan begin je dat flitsen te zien, dat overal zo in het rondgaat, de ruimte rond. Dat is de reden waarom ik iets zeg; een soort terugkeer opnieuw; begin weer opnieuw.
220 Sinds afgelopen zondag zit ik hier steeds maar in een kamer, biddend, onder de zalving, dat is alles, en ik wéét dat dit juist is. Gelooft u God? Ik weet dat u gelooft. Let slechts op aan het einde van de week. Uh-huh. Zie? Goed. Zie?
221 Nu, dood betekent eeuwige afscheiding van God. Denk er nu aan, dat heiligen niet sterven.
222 Bedenk, aan zijn bruid werd een vaal paard gegeven... Ik bedoel, aan deze ruiter werd een vaal paard gegeven om ermee weg te rijden; hem werd dit vale paard gegeven om uit te gaan. En hij reed op dit vale paard des doods. Nu, wij weten wat dat was. Wij weten welke kerk dat was.
223 Herinner u, dat wij gisteravond zagen dat zij niet alleen een hoer was, zij was een moeder der hoeren.
224 En wij zagen wat haar tot een hoer maakte: een vrouw die zo'n soort vrouw was... (Het is een plat woord om te gebruiken in een gemengd gezelschap, maar de Bijbel zegt dat, ziet u.) Dus wij realiseren ons dat zij een vrouw is, die ontrouw is aan haar huwelijkseden. En u ziet, zij wordt verondersteld te zijn, zij zegt van zichzelf... noemt zichzelf de koningin des hemels. Dat zou de bruid van God zijn. God is Christus. En wij zien dat zij hoererij bedrijft; en zij maakt dat de koningen der aarde hoererij bedrijven; en al de rijken en de groten der aarde, de hele aarde ging haar achterna. Ziet u?
225 En dan ontdekken wij dat zij enige dochters voortbracht en dat waren ook hoeren. Wat is een prostituée anders dan een hoer? Hetzelfde; een hoereerder, hoererij, slecht, overspel begaande... Wat deden zij? Zij organiseerden zich, vormden een systeem, leerden door mensengemaakte systemen, Pinksteren en de hele troep.
226 Nu, gooi het niet op een akkoordje met uw geweten, Pinksteren. Laat mij u iets vertellen. Laten wij de zaak recht in de ogen zien. Wij zijn nu te ver op weg om er doekjes omheen te winden. Zie hier.
227 Wij leven in het Laodicéa gemeente-tijdperk, en dat was het meest bespottelijke tijdperk van de hele rest ‑een lauw tijdperk en het enige waarin Christus aan de buitenkant stond, proberend om weer binnen te komen; en dat is de Pinksterboodschap. Het zei: "Ik ben rijk." Jongen, eerst was u arm. Nu bent u werkelijk rijk geworden, zie, en hebt aan geen ding gebrek, en o, wat u was...
228 Hij zei: "Gij zijt naakt, ellendig, blind, arm, jammerlijk, en weet het niet eens."
229 Nu, als een man daar naakt buiten op straat zou lopen en het wist, wel, dan zou hij proberen zichzelf te helpen, maar als hij het niet weet, en u kunt het hem ook niet anders vertellen, dan is hij in een slechte toestand. God, wees hem genadig. Zo is het. Let op. O my!
230 Bedenk nu, deze antichrist zelf, zijnde de man, aan zijn bruid die de gemeente is, werd een tijd gegeven om zich te bekeren, en zij deed het niet in dat gemeente-tijdperk van Thyatira. Herinnert u zich dat? Kunt u...
231 Laten wij nog even teruggaan. Het zal ons geen kwaad doen om nog even terug te gaan. Laten wij nog even terug gaan naar het tweede hoofdstuk van Openbaring. Het gaat over de gemeente van Thyatira. Laten wij dit even zeer snel bezien, want het is al ongeveer tijd om te eindigen en wij zijn nog niet eens begonnen. Maar merk op, Thyatira. Het begint bij het achttiende vers van het tweede hoofdstuk.
En schrijf aan de engel... (dat is de boodschapper) der gemeente te Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, Die Zijn ogen heeft als een vlam vuur, en Zijn voeten zijn blinkend koper gelijk:
Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste.
Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Izebel,...
232 Daar hebt u het. U kent haar in de Bijbel. Zij was de vrouw van Achab. En hier is de vrouw, de kerk, Izebel, de vrouw van de valse profeet, die verondersteld wordt de ware profeet van God te zijn ‑de paus. Zo is het. De ware profeet en zijn vrouw Izebel. Nu, Achab werd verondersteld een echte Jood te zijn, maar hij was een schurk (dat weet u), omdat zijn vrouw hem gewoon leidde op elke weg die hij wilde. Wij zien dat Izebel haar geld neemt en dezen ook leidt op elke weg die zij maar willen.
... die van zichzelf zegt, dat zij een profetes is,... (begrijpt u het?) laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden,... (zie, die leer van Izebel overstroomde het land) dat zij hoereren en afgodenoffer eten.
En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd.
233 Let op dit volgende vers.
Zie, Ik werp haar te bed,... (dat is de hel) en die met haar overspel bedrijven, in grote verdrukking,... (dat betekent dat zij in de grote verdrukking gaan, niet de gemeente nu.) zo zij zich niet bekeren van hun werken.
234 Nu, let hier goed op.
En haar kinderen... (haar hoerendochters) zal Ik door de dood ombrengen;... (geestelijke dood.)
235 Gelooft u dat? Dat is het Woord. "Ik zal ze door de dood ombrengen." En als zij gedood zijn, zijn zij voor eeuwig afgescheiden. Goed. Onthoud, Hij gaf haar een tijd om zich te bekeren.
236 Het Thyatira tijdperk was het donkere tijdperk. De donkere ruiter reed in die tijd, toen er voor al de missen en alles, de gebeden en de novenen, enzovoort, betaald moest worden. Zie dan hoe zijn paard zwart is. Nadat hij weigerde zich in Thyatira te bekeren (wat?) verandert hij van het rijden op een zwart paard naar een vaal paard, de dood, voor zijn laatste bediening.
237 Misschien geef ik hier een enkeling even een kleine schok. God te weigeren, Gods roep te weigeren, dat zult u eens voor de laatste keer doen. En precies zoals bij die gemeente, is het dan voorbij. Gods geduld zal niet altijd twisten met de mens. Zie?
238 En toen zij die roep afwees en weigerde deze te accepteren, veranderde zij en ging heen; nu heeft zij een naam, die genoemd wordt Dood, afscheiding. God zei: "Ik zal zelfs haar kinderen, de Protestanten, nemen en elk van hen doden met eeuwige afscheiding." Daar hebt u het. Het Thyatira tijdperk ‑het donkere tijdperk. Zijn zwarte paard verandert nu in dood voor zijn laatste bediening.
239 Zie hoe de gemeente-tijdperken gewoon volmaakt passen in de zegels, en daarom weten wij dat het juist is. De Heilige Geest maakt geen fouten. Hij gaf ons een grote betuiging de laatste keer, toen wij de gemeente-tijdperken daar doornamen, weet u.
240 Zie de liefdevolle lankmoedigheid van God. Voordat Hij het oordeel over haar liet komen, gaf Hij haar een plaats om zich te bekeren. En het is in de Naam des Heren dat ik dit zeg: Hij heeft aan de Protestantse kerk hetzelfde gegeven en zij wilde zich niet bekeren. Deze boodschappen schudden overal, maar zij wilde het niet. Zij zal blijven bij haar eigen dogma's en geloofsbelijdenissen, hoe dikwijls u het ook verklaart.
241 Zoals ik onlangs in Chicago zei ten aanhoren van meer predikers dan hier mensen zitten... En daar hadden zij mij vastgezet over de leer van het slangenzaad en al die andere dingen. En ik zei: "Laat iemand zijn Bijbel nemen en hier dan naast mij komen staan." Niemand zei iets.
242 Tommy Hicks zei: "Ik heb dat zo nooit eerder gehoord, broeder Branham. Ik wil driehonderd van die banden. Ik wil ze naar al mijn predikers zenden."
243 Er waren er ongeveer vijftig of vijfenzeventig die zeiden: "Ik kom daar naartoe om overgedoopt te worden." Kwamen zij? Niet één van hen. Waarom? Hij gaf hun tijd om zich te bekeren! Hij zal uw kinderen overgeven aan de dood, de geestelijke dood.
244 We zullen dat morgenavond of zaterdagavond, zo de Here wil, behandelen, over die plagen die zullen komen. Let op wat daar plaats vindt.
245 Evenals in het geval van Egypte; Hij gaf Egypte ruimte om zich te bekeren. Wat was die laatste plaag? Het was de dood.
246 Dat is de laatste plaag die de Pinkstergemeente heeft getroffen. Het is geestelijke dood; zij is dood. Dat is in de Naam des Heren. Zij is geestelijk dood! Hij gaf haar een plaats om zich te bekeren en zij verwierp het. Nu is zij dood! Ze zal nooit meer opstaan!
247 En die mensen daar buiten proberen Episcopalen en priesters enzovoort, binnen te brengen en noemen hen 'Heilige vader Zus-en-zo'. Wel, zij behoorden zich over zichzelf te schamen. Hoe blind kan een mens worden! Zei Jezus niet dat toen die slapende maagden kwamen om olie te kopen, zij deze niet kregen?
248 Iedereen... U hoort mensen zeggen: "Ik heb de Heilige Geest ontvangen; ik sprak in tongen." Maar zij willen niet naar een gemeente als deze komen. "O, weet u, ik geloof niet dat ik naar een dergelijke plaats wil gaan." En dan zeggen dat u de Heilige Geest hebt?
249 Maar u wilt uw deftige manieren. U wilt in Babylon blijven en toch van de zegeningen van de hemel genieten. U moet uw keus maken. U kunt niet daar buiten in de wereld blijven en tegelijkertijd God dienen. Jezus zei dat u niet God èn de Mammon kon dienen. Dus als u niet zult verwachten...
250 Als u werkelijk gered bent, zult u genieten van samenkomsten waarin de Heilige Geest Zichzelf betuigt en toont dat het Woord van God zo is.
251 Iemand zei: "De mensen maken teveel lawaai. Het maakt mij zenuwachtig." Dan zult u nerveus zijn als u naar de hemel gaat. Denk er eens even over na wat het zal zijn als zij daar allemaal zijn. O my, wat wil de Here graag...
252 Hij is lankmoedig, zoals Hij dat was in de dagen van Noach. Hij deed zijn best. Hij leed lang, wel honderdtwintig jaar, om hen tot bekering te brengen. Zij wilden niet.
253 In de dagen van Egypte zond Hij plagen en al het andere, maar zij wilden het niet.
Hij zond Johannes de Doper, maar zij wilden niet terugkeren.
254 Hij zond Jezus om te sterven, opdat de hele groep die het Woord zou horen, gered zou worden.
255 En nu, in deze laatste dagen, beloofde Hij opnieuw, dat Hij een Boodschap zou zenden om de mensen eruit te roepen en het oorspronkelijke geloof te herstellen... terug naar het Woord, en zij wilden het niet aannemen. Zij zitten zo vast in hun dogma's en geloofsbelijdenissen dat zij een... O, zij denken dat zij een... zouden hebben, als er een engel neerkwam. Maar God doet dat niet.
256 Hij neemt iets onwetends en doms, iets dat nauwelijks zijn A.B.C. of zoiets kent, en dan neemt Hij dat type persoon, omdat Hij iets kan nemen wat niets is, en er dan door werken. Zo lang zij denken, dat zij iets zijn, kunnen zij er niets mee doen. Hij deed het altijd zo. U moet niets worden om iets bij God te worden. O my!
257 Let op. Toch gaf Hij haar tijd om zich te bekeren, maar zij deed het niet.
258 Hij heeft het opnieuw gedaan en zij wilde het niet. Haar afwijzing maakt haar... haar afwijzing maakt een volmaakte weg voor Satan om in haar te komen en geïncarneerd te worden. Juist! Hij incarneert zichzelf regelrecht in haar, omdat zij het Woord verwierp. En dat is precies hetzelfde, waardoor de Protestantse kerk een hoer werd... het is omdat zij de betuigde Waarheid van het Woord van God verwerpt, en dat geeft de duivel een plaats om regelrecht binnen te komen en zichzelf te incarneren, en hij zal een beeld voor het beest maken, wanneer zij verenigd zijn, juist nu daarginds, en doen helemaal precies wat Hij zei. Zo is het. Amen!
259 Als ik een opleiding had gehad, zou ik het uit kunnen brengen. Ik heb echter geen opleiding gehad. Ik verwacht gewoon dat de Heilige Geest het aan u zal openbaren. Hij zal het doen aan diegenen, die... Zo is het. Hij zal het doen. Ja. Let op.
260 Kijk wat zij hier deed. Zij verwierp Gods Boodschap voor haar om zich te bekeren. Zij begon met een antichrist, en dat was zij. Zij werd een valse profeet, een geïncarneerde duivel, en toen zij dat deed met haar valse leer... En in dat alles gaf God haar een tijd om zich te bekeren en probeerde Hij haar te krijgen.
261 Zie wat een lankmoedigheid! Wat een wonderbare liefde! Er is geen liefde zoals die. Kijk zelfs eens naar hen die Hem in het gelaat spuwden en zo, Hij vergaf het hun. Dat is God, ziet u. Verwerp niet...
262 Men verwerpt Gods Boodschap! Kijk, haar werd gevraagd zich te bekeren, om terug te gaan naar waar zij uit gevallen was.
263 En waar viel zij uit? Uit het Woord. Waar viel Eva uit? [De samenkomst antwoordt: "Het Woord." – Vert] Waar viel de denominatie uit? ["Het Woord."] Daar hebt u het. Ziet u? Er is geen andere weg, het komt elke keer weer precies tot het Woord terug, regelrecht terug tot het Woord, en zij zijn in een systeem geraakt, dat hen bij het Woord vandaan haalt, in plaats van dat het hen bij het Woord brengt. Let op.
264 Zie, haar werd een tijd gegeven om zich te bekeren, terug te gaan. Bekeren betekent teruggaan, terugkeren, rechtsomkeert maken; bekeren, teruggaan. En haar werd een tijd gegeven om terug te gaan naar waar die...
265 Bedenk nu, dat zij de oorspronkelijke Pinkstergemeente was, waarop de Heilige Geest op de dag van Pinksteren werd uitgestort. Hoeveel Bijbelonderzoekers weten dat? Zeker was zij dat. Zie waar zij vandaan kwam. Zij viel van het Woord af en nam dogma's aan. In plaats van de Heilige Geest, wilde zij een heilige man: Doctor in de Letteren, de filosofie, de Rechten ‑en toen maakten zij hem tot paus. Zeker, maar dat wilde zij ook; iemand die voor haar bad, iemand... Ze betaalde gewoon haar geld uit, en dat is alles wat zij hoefde te doen.
266 En vandaag is het hetzelfde. Zolang zij een bank hebben om in te zitten, flink betalen op de offerschaal, dat is goed genoeg. Ze zijn lid van die kerk. Vertel hun er niets anders over. Zij willen het niet weten. Het zijn haar dochters.
267 Waar viel zij uit? Uit het oorspronkelijke Woord van de apostolische apostelen en profeten. Daar viel zij uit. Daar vielen de Protestanten uit.
268 Bekeert u! Gaat terug! Keert terug voordat het te laat is, als het al niet te laat is. Eén dezer dagen zal dat Lam Zijn plaats verlaten en dan is alles voorbij. Dus worden haar dochters nu gevraagd terug te keren, voordat zij met haar geoordeeld zullen worden.
269 De laatste boodschap die zij krijgen, is als deze profeet waarvan ik gesproken heb, waarover ik veel boeken gelezen heb... En ik weet dat werkelijk goede, verstandige, geestelijk denkende mannen weten dat dit komende is; zij weten dat het komende is, maar de moeilijkheid ervan is, dat zij blijven zeggen: "Wij hebben het nodig. Het zal gaan komen." Maar als het komt, dan zal het zo eenvoudig zijn dat zij het waarschijnlijk zullen missen, precies zoals dat de andere keer het geval was. Dat is juist. De mensen zullen erover schrijven en van alles, en zeggen: "O ja, het moet noodzakelijk komen." Maar als het recht vóór hen getoond wordt, dan gaan ze gewoon door, ziet u. Zij hebben dat altijd gedaan.
270 Let op. Het oorspronkelijke Woord, dat is het waar zij zich toe bekeren moet en naar terug moet gaan. Dus zullen haar dochters, daar zij gevraagd hebben om gedwongen te worden, geoordeeld worden en op hetzelfde bed geworpen en met haar gedood worden. Hun is gevraagd om terug te keren tot het oorspronkelijke Woord, terug te gaan naar de leer der apostelen; maar zij zijn zo vastgeklonken aan hun geloofsbelijdenissen en dergelijke, dat zij het niet willen. Zij maken er alleen maar gekheid over.
271 Wat doen zij dan? Zij vormen tenslotte het beeld voor het beest, een andere kracht, en handelen tegenover de bruid van het Lam zoals zij dat deed in Openbaring 13:14. Dat doen zij ‑gewoon vervolgen, precies hetzelfde. De kerken maken net zoveel gekheid over de ware bruid van Christus als Rome altijd heeft gedaan (Ja, helemaal precies), handelt tegenover de ware bruid van het Lam helemaal precies zoals zij deed in Openbaring 13:14.
272 Let nu op, wij zien door Gods Woord der belofte, dat Hij haar kinderen, de denominaties, haar dochters, zal doden met geestelijke dood. (Nu, dat is Openbaring 2:22. Vergeet het niet.) Doden is ter dood brengen, en dood is eeuwige scheiding van de tegenwoordigheid van God. Denkt daaraan, vrienden. Denkt eraan! Vertrouw op geen enkele door mensen gemaakte geloofsbelijdenis. Blijf bij alles wat tegen het Woord is vandaan.
273 Nu, let op. Merk in de Bijbel hier op. Er staat dat zijn naam 'hel' was en... ik bedoel, zijn naam was Dood, en de hel volgde hem na.
274 Nu, in het natuurlijke zal de hel altijd volgen op de dood. Als een natuurlijk mens sterft, volgt de hel hem. Dat is het graf, hades, ziet u; dat is in het natuurlijke. Maar in het geestelijke is het de poel van vuur. Ziet u? Goed. Het is eeuwige afscheiding waar zij zullen branden.
275 En Maleachi 4 zegt: "Er zal zelfs geen wortel of tak of wat anders overblijven." Het is de wijze die de wereld heeft om zichzelf opnieuw te reinigen voor het duizendjarig vrederijk. Zie?
276 Hebt u opgemerkt, dat de ruiter een hij is, en "hij had in zijn hand..." Een man, de valse profeet, maar zijn bruid wordt de kerk genoemd, zij, Izebel. Achab; Izebel. Wel, het is net zo volmaakt als iets maar volmaakt kan zijn. Zie? Zie?
277 Dochters is ook vrouwelijk, een zij, maar zij hebben nooit één man als hoofd aanvaard. Zo is het bij de Protestanten. Maar toch zijn zij in principe hoeren vanwege hun leer, denominatie, systeem. Dat is gewoon... Zo staat het er.
278 Let op. Waar gaat dit alles naar toe? (Wij hebben nu nog ongeveer 12 of 14 minuten hier, neem ik aan.) Kijk waar dit alles op uitdraait. Wat is het? Het gaat regelrecht terug naar de wijze waarop het was. Het begon in de hemel; het gaat naar de eindtijd-strijd toe.
279 Het eerste in de hemel was een strijd. Lucifer werd eruit geworpen en kwam naar de aarde; toen verontreinigde hij Eden. En sindsdien is hij steeds maar aan het verontreinigen. En nu, vanaf de strijd in de hemel, komt het tot de strijd op aarde, en het zal op aarde voleindigd worden in de eindtijd, in de slag genaamd Armageddon. Iedereen weet dat. De strijd begon in de hemel. Heilig... Dus, zij wierpen hen eruit. Michaël en zijn engelen bezorgden hen de nederlaag en dreven hen eruit. En toen dat gebeurde, viel het regelrecht neer in Eden en daar begon de strijd hier beneden. Ontmoette...
280 God had Zijn kinderen helemaal verschanst achter Zijn Woord; maar Eva stak haar nek uit en zei: "Ik geloof dat u gelijk hebt, misschien..." en daar was het gebeurd en het is sindsdien altijd zo geweest. Toen kwam God neer en nu moest Hij... Hij kwam neer om diegenen te verlossen die zouden komen...
281 Zoals ik zei: "God is als een grote Aannemer. Hij zet al Zijn materiaal op aarde gereed en dan bouwt Hij Zijn gebouw." Bedenk, voordat er een graankorrel of zaad op de aarde was, voordat er een zon was, die ooit de aarde bescheen, lag uw lichaam op de aarde, omdat u het stof van de aarde bent. Dat bent u. God is de Aannemer.
282 Nu, de manier waarop Hij het ging doen, was door Zich neer te buigen en, zoals Hij deed bij Adam, een beetje calcium, kalium en kosmisch licht te nemen en "woesh"... [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert] Hij zei: "Daar is nog een zoon van Mij", zie. En dan zou Hij er nog meer maken en "woesh" [een blazend geluid]: "Daar is er nog één."
283 Maar wat deed Eva? Zij bedierf die manier en zij bracht het voort door een sexuele handeling; toen sloeg de dood toe!
284 Nu, wat doet God? Hij heeft daarginds zoveel van die zaden die voorbestemd zijn, zovelen als er voorbestemd zijn en dan, in de eindtijd, zal Hij niet zeggen: "Eva, kom en baar nog een kind." Hij zal "Woesh" [Een blazend geluid] roepen en ik zal antwoorden. Juist. Dat is het idee. Als die laatste binnengebracht is, dat beklinkt de zaak.
285 De strijd begon in de hemel. Hij zal eindigen op de aarde in de vorm van Armageddon.
286 Laten wij nu opletten en zien hoe het zich ontvouwt. Misschien kunnen wij het ontvouwen. De Here helpe ons juist nu, om het nu te doen om te bezien hoe het zich ontvouwt.
287 De geheimzinnige ruiter (let op wat hij nu doet) stond tegen, weigerde zich te bekeren en terug te gaan naar het oorspronkelijke bloed-Woord. Het Woord werd bloed en vlees; hij weigerde er naar terug te gaan. Hij is antichrist. De ware Woord-bruid... Hij stelt zich tegen de ware Woord-bruid. Hij neemt zijn eigen bruid (hij staat deze ware bruid tegen) en hij neemt zijn eigen bruid en brengt haar tot zich in de vorm van godsdienst, genaamd belijdenissen en dogma's. Zie? En nu, als hij de heilige bruid ziet, is hij tegen haar, maar hij vormt zijn eigen bruid, genaamd antichrist door antichristelijke leer, die tegengesteld aan Christus is. Ziet u hoe sluw hij is? En nu, in plaats van een eenheid van door liefde beheerste aanbidding onder het bloed te hebben, heeft hij een denominatie. In plaats van het Woord, nam hij geloofsbelijdenissen, dogma's, enzovoort.
288 Het is net als bij de Protestanten, die de Apostolische Geloofsbelijdenis opzeggen. Kunt u er voor mij één woord van vinden in de Bijbel? Er is geen Apostolische Geloofsbelijdenis in de Bijbel.
289 Zoals ik hier niet lang geleden ergens zei: "Als de apostelen een belijdenis hadden, dan was het Handelingen 2:38." Dat is helemaal alles, zover ik weet, wat zij ooit hadden. Dat riepen zij iedereen toe om te doen. Als hij één van hen vond, die eruit zag alsof hij een Christen was, dan zei hij: "Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, nadat gij geloofd hebt?"
Zij zeiden: "Wij weten niet eens of er..."
Hij zei: "Waarin zijt gij dan gedoopt?"
290 Nu is gedoopt te zijn in de Naam van Jezus, of liever in de Naam van onze Here Jezus Christus, in orde, maar dat is nog niet alles. Beslist niet! U zou vijftig keer zo gedoopt kunnen zijn, het zal u geen greintje goed doen, tenzij dat hart veranderd is door de Heilige Geest. Het moet alles tezamen gaan. Let op, het is Christus!
291 De antichrist weigert de leer van de ware bruid en daarom neemt hij nu zijn eigen bruid en bouwt haar op onder een geloofsbelijdenis van zichzelf, neemt zijn eigen bruid en maakt haar tot een denominatie. Zij baart andere denominaties, zoals aangehaald in deze Heilige Schrift: zij baart dochters. En zij worden net als haar moeder, natuurlijk, werelds, denominationeel; de geestelijke bruid, het Woord, tegenstaande.
292 Zij zeggen niet dat zij niet tot de gemeente behoren. Als u spreekt tegen een denominationeel persoon, zal hij zeggen: "Zeker, ik behoor tot de gemeente."
"Bent u een Christen?"
"Ik behoor tot de kerk."
Dat heeft er niets mee te maken. Zij zeggen... U behoort niet tot... U mag dan behoren tot wat een gemeente genoemd wordt, ziet u, behoren tot een kerk. Dat is geen gemeente. Dat zijn geen gemeenten; het zijn clubs waar mensen tezamen komen en zich voeden als "vogels van gelijke pluimage".
293 Maar u bent slechts één gemeente; en dat is het mystieke lichaam van Christus. U voegt zich daar niet bij; u wordt erin geboren.
294 Zoals ik dikwijls gezegd heb: "Ik ben nu 53 jaar in de Branham-familie en heb mij er nooit bij gevoegd. Ik werd erin geboren." Zie?
295 Nu, let op, het wordt gewoon prachtig getypeerd (ik heb hier een Schriftgedeelte opgeschreven, maar ik... we hebben geen tijd om het te behandelen) zoals Ezau en Jakob.
296 Nu, Ezau was een godsdienstig man; hij beweerde niet een ongelovige te zijn. Hij geloofde in dezelfde God als Jakob, in dezelfde God als zijn vader, maar hij was gewoon een gewetenloze (vergeef mij de uitdrukking). Hij was gewoon niet goed. Hij was... Moreel gezien was hij werkelijk een moreel beter handelende man dan Jakob. Maar ziet u, hij dacht niet... "O, wat heeft dat eerstgeboorterecht ermee te maken?" En hij verkocht zijn geboorterecht aan Jakob.
297 Maar Jakob had geen grote dingen zoals Ezau. Hij had niet de erfenis die hij had. Maar er was één ding dat Jakob wilde en dat was dat eerstgeboorterecht. En hij bekommerde er zich niet om hoe hij het moest krijgen, hij zou het krijgen; en God respecteerde dat in hem.
298 En zo is het vandaag hetzelfde met de natuurlijke mens, vleselijk gezind, wereldsgezind. "Wel, ik behoor tot de Staatskerk." "Ik behoor tot deze gemeente. Ik hoor daarbij." Dat heeft er niets mee te maken, helemaal niets.
299 Let op. Hij vergadert hen nu op zijn paard met gemengde kleuren. Hij brengt hen tezamen op zijn paard met gemengde kleuren, omdat hij politieke macht heeft.
300 Als u niet gelooft dat hij dat heeft, hoe is dan deze president er nu gekomen? Hoe is dat er ooit binnengeslopen? Men kwam hier naartoe voor vrijheid van godsdienst en jullie stel Democraten hebben jullie geboorterecht verkocht aan de politiek! Ik ga niet... Democraten... beide partijen zijn verrot (ik spreek over het Christendom), maar u verkoopt uw eerstgeboorterecht voor een Democratisch biljet als u er zoiets in zet. U moest u schamen!
301 Beseft u niet dat deze natie precies is naar het patroon van Israël? Wat deed Israël? Zij kwamen naar een vreemd land en hadden de inwoners verdreven en gedood en trokken erin en namen het land in bezit. Dat deden wij ook. De Indianen ‑dat zijn de enige ware Amerikanen die er zijn, dat zijn onze Indiaanse vrienden.
302 En wat deden zij toen? Israël had een paar grote mannen. Het eerste, weet u... Zij hadden David en zij hadden Salomo; zij hadden grote mannen. En tenslotte kregen zij daar een afvallige, Achab, die een Izebel trouwde, een ongelovige.
303 Wel, dat is hetzelfde als wat wij deden. Wij hadden een Washington en een Lincoln, maar kijk eens wat wij nu hebben! En de hele zaak is, dat hij getrouwd is en gesausd en in de wol geverfd met Izebel. Hij kan misschien een tamelijk goed soort man zijn, maar zij leidt de zaak. U ziet het nu al; de hele familie komt erin.
304 Wat vertelde de Heilige Geest mij ongeveer 35 jaar geleden (en u, oudgedienden, weet dat allemaal) over zeven dingen, die zouden gebeuren voor het einde? Dit is het op één na laatste ding dat opkomt. Al het andere was precies de spijker op zijn kop, de oorlogen en al het andere. Zie? En nu is de regering van de natie precies in handen van een vrouw: Izebel! Zie?
305 Maar bedenk, in de dagen van Izebel was er iemand, die hun hun kleuren liet zien. Zie?
306 Hij vergadert hen op zijn paard met gemengde kleuren, ziet u. Hij brengt deze zaak tezamen, vermengd met geloofsbelijdenissen, denominaties, door mensen gemaakte leerstellingen. Klopt dat? Zeker, een gemengde kleur ‑de gemengde kleur van de dood, het vale paard van de wereld. Nu, zo is het, de gemengde kleuren van de dode, wereldse vorm van het vale paard. O my! Totaal geen heilig bloed van het Woord.
307 En merk op, van de vier hoeken der aarde vergaderen zij hen. Zij vergaderen hen voor Armageddon, zegt de Bijbel. Ik probeer te denken aan de Schriftplaatsen. Ik heb ze hier opgeschreven. Ik heb ze niet genoemd, maar gewoon... waar zij opgeschreven waren... om te zien wat ze zijn. Vergadert hen tezamen voor de grote dag van de strijd van de Here God. Let op. Nu, op dit gemengdkleurige, wereldse, vale, zieke paard... Denk daar even aan! U weet dat dit een slechte zaak is. Let nu op waar hij ze vandaan vergadert: van de vier hoeken der aarde. Ze worden nu vergaderd voor de ontknoping. De ontknoping zal zijn te Armageddon, overeenkomstig het Woord.
308 Op het vale paard rijdend waaraan de dood verbonden is... waaraan een naam verbonden is: dood. De antichrist... Luister, antichrist ‑eerste denominatie. Dat kan geen geest zijn. Met zijn Izebel, een prostituée voor het Woord, met haar dochters bij zich, de Protestanten, die nu samenkomen in eenheid.
309 Hoorde u hier onlangs de Baptistenmensen spreken (weet u? Huh?): "O, wij willen niet met hen samengaan, maar wij zullen vriendelijk zijn en een soort omgang met hen hebben. Wij behoeven ons niet bij hun gemeente aan te sluiten, maar..." Daar hebt u het, daar hebt u het, precies wat het Woord hier zegt. Zie? Zie? De oude hoer in de eerste plaats, zie.
310 Hier verbinden zij zich met elkaar, op weg naar de ontknoping te Armageddon, rijdend op een gemengdkleurig paard... één paard met een witte, één paard met een rode en één paard met een zwarte kleur ‑de drie verschillende machten: politieke macht, geestelijke macht, beheerst door demonische macht, wat de antichrist is. Als u dat allemaal tezamen vermengt, krijgt u een bleek, ziekelijk uitziend ding, waarop hij rijdt. Zo is het. Let nu op. Kijk waar hij op rijdt. Dit vaal uitziende, grijs gekleurde paard, vermengd met zwart, rood en wit, komend tot de strijd, zijn onderdanen vergaderend uit elke natie onder de hemel. Legde niet Daniël de droom uit en zag hij niet dat stuk ijzer, dat tot elk koninkrijk kwam, van Rome? Hier komen zij, terwijl zij zich vergaderen.
Zit nog even stil, voordat wij sluiten, en luister aandachtig.
311 Zij vergaderen zich nu om het te doen, zijn onderdanen brengend van de vier hoeken der aarde, rijdend op een vaal, ziekelijk paard met een kleur van drie kleuren door elkaar gemengd. Dezelfde man!
312 In Openbaring 19 is niet alleen hij zich aan het gereedmaken, maar ook Christus is zich aan het klaarmaken om hem tegemoet te treden. De strijd zal heet worden en hevig. Christus, in Openbaring 19... Christus vergadert de Zijnen; niet van de vier hoeken der aarde, omdat er maar een heel klein overblijfsel zal zijn. Wat doet Hij? Hij vergadert ze van de vier hoeken des hemels (We zullen het morgenavond hebben over die zielen onder het altaar en u zult zien of het juist is of niet), de vier hoeken des hemels op een sneeuwwit paard!
313 Hij heeft ook een Naam; niet de Dood, maar het Woord van God. Leven. Amen. Het staat hier op Zijn dij geschreven: "Het Woord van God." Dat is het enige leven, omdat God de enige Bron van eeuwig leven is: zoë. Klopt dat?
314 Er staat op Hem geschreven "Leven", rijdend op een wit paard; en hier is een man met drie verschillende machten door elkaar gemengd, genaamd de Dood, die zijn aardsgebonden afgevaardigden vergadert, terwijl Christus Zijn uit de hemel geboren onderdanen, heiligen, vergadert. Er staat Dood op hem geschreven; Christus heeft Leven op Zich geschreven.
315 Die met Hem zijn rijden ook op witte paarden, en zij worden genoemd "verkoren vóór de grondlegging der wereld" (Amen!) en zij zijn getrouw aan het Woord. Amen! Daar houd ik van. Geroepen, verkozen vóór de grondlegging der wereld, en dan getrouw aan het Woord door hun verkiezing, allen opgewekt door nieuwe wijn en olie, voortrijdend, komend om Hem te ontmoeten. Zij weten dat de donderslagen de zaak vrij spoedig tevoorschijn zullen doen komen. Zie?
316 Merkt u op, hoe Hij dat doet? Dus als Hij het Woord is en Zijn Naam het Woord is, dan is het Woord Leven! De antichrist ‑alles wat anti is, is tegen. Dus anti is tegen de Christus, het Woord, dus dan moet het een geloofsbelijdenis of denominatie zijn die tegen het Woord is.
317 Wel, ik zie niet hoe u het zult gaan missen. Begrijpt u het? Hoe zou u het kunnen missen? Ik zou niet weten hoe.
318 En dat is waar. Anti is tegen. Is dat niet juist? Blijf er bij vandaan. Dat was hij. Hij reed op een gemengdkleurig paard. Wij zien het precies hier in het Woord van God.
319 Wij zien het precies hier in de zeven gemeente-tijdperken. Hier brengt Hij het precies terug door de zegels te openen en hun dingen te laten zien, die plaats vonden in de gemeente-tijdperken.
320 Anti is tegen het Woord. Ziet u waarom geloofsbelijdenissen... waarom wij zo tegen de geloofsbelijdenissen en denominaties zijn? Omdat zij tegen het Woord zijn. Zie?
321 Hier zien wij leven en dood tot hun eindstrijd komen. Het witte paard van het ware leven, het vale paard van gemengde belijdenissen. U ziet dat de zaak tot zijn ware ontknoping komt.
322 Nu, ik wil hier iets zeggen. U zult dit misschien niet geloven, maar ik zocht het op om er zeker van te zijn. Er is maar één originele kleur en dat is wit. Hoevelen weten dat? Er is maar één oorspronkelijke kleur. Alle andere zijn gemengd.
323 Christus is op een solide wit, ongerept Woord vanaf den beginne. Amen! Elke kleur zou wit zijn als niet de een of andere scheikundige vermenging het gebroken had. Amen. Glorie! Elke gemeente zou op de apostolische leer van het Woord van God staan en God zou het betuigen als wij niet belijdenissen en denominaties ermee vermengd hadden. Daar hebt u het.
O, broeder Evans, ik voel mij nu goed. Jazeker! Beslist!
324 Er is maar één oorspronkelijke kleur, en dat is wit. Het vermengde zich nooit met denominaties of geloofsbelijdenissen. Zeker niet!
325 En bedenk, Zijn heiligen zijn gekleed met witte gewaden, niet vermengd met denominaties en geloofsbelijdenissen. Nu, wij zien dat de denominaties en belijdenissen... Daar krijgt u uw gemengde kleur vandaan, maar dit is de originele kleur waarop Hij rijdt. De oorspronkelijke kleur is op Zijn volk, en zij zijn gedoopt in bloed dat dit kleed reinigde en het ginds terugzond, zie. Zo is het.
Zij die vermengden, werden vaal en gaan naar de dood.
326 Het is een verdraaiing om kleuren met wit te vermengen. U bederft de oorspronkelijke kleur. Klopt dat? Als de oorspronkelijke kleur, de enige kleur, wit is en u vermengt er iets mee, dan bederft u zijn ware toestand. Amen! Klopt dat?
327 En als Hij het witte paard is, en Hij is het Woord, dan betekent het dat als u er iets mee vermengt, de een of andere geloofsbelijdenis, of er één woord aan toevoegt of afneemt, u de hele zaak verdraait. O my! Houd mij bij het Woord, Here!
328 Waarheid en dwaling... O my! Hoe goed het ook is, Waarheid en dwaling kunnen niet vermengd worden. Zij kunnen zich niet vermengen. Of het is "ZO SPREEKT DE HERE" òf het is verkeerd. Het doet er niet toe wat de "Heilige Vader", Bonifacius of de Aartsbisschop van Canterbury zeiden. Ik weet niet wie het zei, maar als het tegen het Woord is, is het een verdraaiing. Het zal zich niet vermengen. U zegt: "Wel, deze knaap deed..." Het maakt mij niet uit wat hij deed, hoe heilig hij is of wat ook; dit is de enige directe Waarheid die wij hebben. Geen kerk of belijdenis heeft de Waarheid als het hier buiten staat.
329 En laat mij er één zien die het heeft. Ik wil dat u het mij vertelt. Ik zal een bladzijde in de Bijbel opslaan en u iets laten zien. Zie? Noem er maar één op. U zegt: "De Pinkstermensen." O my! (Ik ving juist die gedachte van iemand op.) Ik kan dit beter nu laten rusten, omdat ik zag dat het daar precies een zere plek raakte. Ik wilde u niet kwetsen, maar ik wilde alleen maar laten weten dat ik wist waarover u dacht. Zie?
330 Zij die vermengden, veranderden het anti in dood... U krijgt de doodskleur als u iets van wat dan ook vermengt met de oorspronkelijke kleur.
331 Het was zoals Christus zei over het mosterdzaad. Het is immers het kleinste van alle zaden, maar het vermengt zich met niets. Mosterd laat zich niet vermengen. Hij is echte mosterd; dus als u zoveel geloof hebt, houd eraan vast.
332 Let op, leven volgde de ruiter op het witte paard, die het Woord-Leven was, betuigd door Zijn opgestane heiligen, die Hij bij Zich had. Nu, hoe zal de strijd gaan?
333 Jezus zei: "Hij die in Mij gelooft, al ware hij ook dood, toch zal hij leven." Hij zei: "Als u in Mij gelooft, al was u dood, toch zult u leven en die leeft en in Mij gelooft, zal nimmer sterven." Weer zei Hij: "Hij die in Mij gelooft..." Hij zal hem eeuwig leven geven, hem opwekken op de laatste dag. Dat is Zijn beloofde Schrift.
334 Hier komt Satan van alle vier hoeken der aarde met zijn Protestanten en Katholieken en allen tezamen, regelrecht opmarcherend naar de slag van Armageddon. In orde.
335 En hier komt Jezus vanuit de hemel met de opgestane heiligen ‑betuigd Woord.
336 Zoals ik zei: "Als God spreekt en u zendt, dan staat Hij achter wat u zegt." Ziet u? Merk op, als u een ambassadeur van de hemel bent, staat de hele hemel achter u. De hemel bestaat uit het Woord. Uh-huh.
337 Let nu op. Hij is gekomen met de opgestane heiligen, betuigend dat Zijn Woord waar is.
338 Dus Satan weet dan, dat de bodemloze put voor hem gereed is, ziet u. O my! Terwijl de Dood het vale paard bereed ‑gemengde belijdenissen en denominaties volgden hem. O my, de eeuwige afscheiding van God! Daar reed hij hen naartoe, naar de eeuwige afscheiding.
Christus reed Zijn gemeente regelrecht de heerlijkheid in, in de opstanding.
339 Merk nu vers 8 op, het laatste gedeelte van vers 8, terwijl wij gaan sluiten. "Hun werd macht gegeven."
340 Wie zijn die hun? Zie? Goed. De Antichrist wordt de Dood genoemd; het dodenrijk volgde. Let op zijn plan van vier punten:
341 Antichrist, wit paard: doodt door een geest, antichristelijk, een geestelijke dood.
342 Nummer twee, rood paard: doodt door het zwaard, politieke macht, waarbij kerk en staat verenigd zijn.
343 Zwart paard; zielen, toen hij zijn leer uitgaf ‑wat zij deed met haar hoererijen. En hij woog het voedsel af door... Verkocht hun... wat zij moesten geven voor voedsel op de weegschaal en de penningen, enzovoort.
344 Nummer vier, een vaal paard: eeuwige afscheiding van God. (Weer vier, zie?) O my!
Geprezen zij God!
345 Nu tot slot hier... Aan hen... Hebt u... Ik ben over de tijd. Wilt u mij nog tien minuten extra geven? Ik heb vandaag zoveel telefoontjes gekregen over mijn spreken hier.
346 Er is zoveel fanatisme begonnen over Elia, dat het gewoon... dat er ten dode toe op gebeukt wordt. Moge God mij helpen om u te helpen zien waar ik naar kijk, wilt u? Probeer het slechts te zien.
347 Nu hier, tot slot voor hen die niet geloven dat de laatste boodschapper van het gemeente-tijdperk Elia is, de profeet, een man gezalfd in die lijn...
348 Let op. Na de dood van dit laatste gemeente-tijdperk... Nu let op wat er gebeurt, ziet u. Na de dood, hun dode lichamen worden vernietigd door wilde beesten. U weet dat. Dat is waar. Izebel is daar een type van.
349 Laten wij nu Openbaring 2:18 en 20 opslaan. Ik geloof dat wij dat een paar minuten geleden hadden, is het niet? Ja, ik geloof dat wij dat juist hebben gehad. Ik had het hier opgeschreven voor een paar... Ja, de tijd van moreel verval. Dat was het. Merk op hoe Izebel binnengekomen was. Izebel is de kerk, deze moderne gemeente, niet de bruid. Izebel in het Oude Testament is een type van de kerk van vandaag, overeenkomstig het Woord van God in Openbaring 2:18‑20: "Gij laat die vrouw Izebel, die van zichzelf zegt een profetes te zijn, leren..."
350 Zie? Klopt dat? Nu, het wordt volmaakt getypeerd door Izebel. Nu, ten eerste...
351 We zouden u Schriftplaats na Schriftplaats kunnen geven, dat het laatste tijdperk een profetische boodschap is aan de gemeente, hen terugroepend naar het oorspronkelijke Woord. Let nu op. Is dat juist? Maleachi 4 zei het, en op andere plaatsen zoals Openbaring 10:7, en zo meer, ziet u. Jezus Zelf voorspelde het steeds maar door. "Zoals het was in de dagen van Lot", enzovoort. Het blijft maar steeds komen.
352 Izebel is het type van de moderne gemeente van vandaag, omdat Katholieken en Protestanten nu samen gaan. Dat is waar. U kunt er niet omheen. Zij zijn beide denominaties, dus het is gewoon moeder en zuster, dat is alles. Zij ruziën en argumenteren met elkaar, maar het is dezelfde zaak, beide zijn hoeren. Nu, ik zeg dat niet uit mijzelf. Ik haal het aan uit "ZO SPREEKT DE HERE". Zie? In orde.
353 Nu, wij merken op, dat Izebel gedood werd op bevel van God. Zij werd gedood, omdat God Jehu daarheen liet gaan om haar uit het venster te gooien en Izebel te doden, en de honden aten haar vlees. Klopt dat? Het gebeurde letterlijk met Izebel. En wat Achab, haar koning, haar hoofd, betreft: de honden likten zijn bloed zoals de eerste Elia voorspelde. U ziet waar wij heen gaan, nietwaar?
354 Waarom? De eerste Elia was een door de kerken verworpen man. En Izebel en Achab waren het hoofd van die kerken: kerk en staat, alles tezamen. En Elia openbaarde Achabs zonden aan hem en beval de hele kerk terug te keren naar het ware Woord.
355 Is dat niet precies wat de tweede Elia verondersteld wordt te doen als hij tot de gemeente in deze dag komt: terug te herstellen tot het oorspronkelijke geloof. Ik zie niet hoe u er onderuit kunt komen. Juist, keer terug naar het ware Woord. Zo is het.
356 Nu, als u hun lichamen wilt zien, laten wij dan Openbaring 19 opslaan, nadat het Woord hen slaat. Het Woord staat op het punt hen te doden. U weet dat. Goed, let nu even op en zie wat er gebeurt als Christus komt in Openbaring 19, te beginnen bij het zeventiende vers.
En ik zag een engel, staande in de zon;...
357 Nu, dat is net na... Kijk naar het bovenstaande: "En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed gekleurd was; en Zijn Naam wordt genaamd Koning der koningen, en Here der heren." In het dertiende vers wordt Hij het Woord van God genaamd. Nu, hier is Hij Koning der koningen en Here der heren.
En ik zag een engel,...
358 Let nu op. Hij gaat voort.
En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou.
359 "Uit Zijn mond", zoals uit Gods mond naar de mond van Mozes. Zie?
En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de almachtige God.
En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.
En ik zag een engel,...
360 Nu let op. Hij komt tevoorschijn om te slaan. Wie slaat Hij? Izebel en haar Achab, valse profeet.
En ik zag een engel, staande in de zon; en hij riep met een grote stem, zeggende tot al de vogels, die in het midden van de hemel vlogen: Komt herwaarts, en vergadert u tot het avondmaal van de grote God;
361 Hij voedert hen aan de beesten en vogels. Let nu op en zie hier in het andere hoofdstuk van Openbaring (even een ogenblik). "Gedood met het zwaard en dood en beesten van de aarde." De Izebel-kerk, haar feitelijke lichaam, moet opgegeten worden door de vogels en beesten der aarde. Helemaal precies zoals het was bij Achab en Izebel in het natuurlijke, zo moet het met hen zijn in de geestelijke vorm van de gemeente. Ziet u wat ik bedoel? In orde.
362 Elia (Oh!), Elia was de profeet in de dagen van de natuurlijke Achab en Izebel. En Hij heeft beloofd hetzelfde te zullen doen, in overeenstemming met "ZO SPREEKT DE HERE" in het Woord, aan de geestelijke Izebel. Zijn Geest-vorm van bediening.
363 Let op. Elia kon, hoewel hij in zijn dag behoorlijk en grondig betuigd was, hen niet terug brengen naar het Woord. Is dat juist? Hoewel Elia het probeerde met alles; hij deed alles; hij toonde hun tekenen en wonderen, maar zij lachten hem in zijn gezicht uit. Hetzelfde zullen zij doen met deze geestelijke, ziet u. Hij kon hen niet terug brengen naar het Woord. Uit de miljoenen...
364 Luister nu aandachtig, gemeente, u die hierdoor in verwarring zou geraken.
365 Uit de miljoenen in de wereld in de dagen van Elia, toen Izebel en Achab regeerden, in het beeld van het tegenbeeld vandaag, werden er uit de gehele wereld maar zevenhonderd gered door de prediking van Elia. Klopt dat? Precies.
366 Kijk, Elia kende zelfs nooit één van hen die zo was. Hij dacht dat hij de enige geredde was, totdat God één van de zegels opende en hem het geheim van het boek toonde, dat Hij er nog zevenhonderd had, die nooit gebogen hadden voor de geloofsbelijdenissen die zij hadden. Toen God Zijn boek voor Elia opende, zei Hij: "Wacht even, zoon; Ik heb er nog zevenhonderd, die daar buiten overal weggestopt zijn. Zij hebben hun namen op het boek sedert de grondlegging der wereld. Zij zijn van Mij." Whew! God opende de zegels.
367 Dat is de reden waarom ik geloof dat Johannes onlangs zo juichte. Hij moet zijn naam daarop gezien hebben, ziet u. Zie?
Op zekere dag opende God...
368 Elia had gepredikt, hij had alles gedaan; hij had met zijn hele hart gepredikt en alles gedaan wat hij kon en toch hadden zij hem honend uitgelachen, en hem van alles genoemd. Zij zeiden: "U bent de oorzaak van dit alles. U bent een spiritist. U bent degene, die zorgt dat al deze moeite komt. U bent schuldig", en al dergelijks. Zij zeiden alles tegen hem. Izebel dreigde zijn hoofd af te laten hakken en al dergelijke. Zo is het. Iedereen was tegen hem.
369 En toen zei hij: "Here, nadat ik alles gedaan heb wat U mij vertelde dat ik moest doen. Ik ben precies bij Uw Woord gebleven. Als U mij iets vertelde, was ik zonder vrees. Ik liep regelrecht naar de koning, keek hem recht in het gezicht en al het andere, en zei tegen hem: 'ZO SPREEKT DE HERE', en U hebt mij niets verteld, en ik heb hen niet één ding verteld of het gebeurde. En nu ben ik hier, de enige die uit de hele groep overgebleven is. Ik ben de enige die over is en zij proberen mij te doden."
370 God zei: "Ik ga één van de zegels openen en u iets tonen." Hij zei: "Weet u, Ik heb er daar nog zevenhonderd, die nog nooit hun knie hebben gebogen of meegegaan zijn met hun geloofsbelijdenissen en denominaties. Er zijn er zevenhonderd van hen gereed voor de opname." Ziet u? O! Hij zei tegen Zijn profeet (aan wie Hij Zijn Woord openbaart, ziet u, door de Schrift heen): "Ik heb nog zevenhonderd toebereide namen uit dit geslacht; zevenhonderd. Zij hebben hun knieën niet gebogen voor enige (als ik het in deze dag zou zeggen) godsdienstige organisaties en hun geloofsbelijdenissen niet aangenomen."
371 Ziet u wat ik bedoel? Dan moet het eenvoudig zo zijn. Het moet gewoon zo zijn. En het is overeenkomstig het Woord. Als de man op het toneel verschijnt, zal hij een profeet zijn, net zo zeker als dat ik hier achter deze lessenaar sta; en hij zal rechtstreeks bij dat Woord blijven. Hij zal er niet van terugnemen terwille van iemands dogma of wat anders. Zo is het. Hij zal het type van een woudloper zijn zoals Elia was en zoals Johannes kwam. Hij zal vrouwen haten en ze de waarheid zeggen; immorele vrouwen. Jongen, hij zal ze aanpakken. Elia deed dat en Johannes ook, ziet u; en hij zal regelrecht bij dat Woord blijven. En hij zal tegen organisaties zijn. Organisaties? "Begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot onze Vader, want Ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken." Zie? Dat deed Hij zeker.
372 Nu, daar bent u er, vrienden. Hier is het vierde zegel geopend en de ruiters van de vier paarden zijn geopenbaard, naar mijn beste weten. Nu, dat is alles wat plaatsvond op aarde.
373 Het volgende zegel dat we zien is in de hemel, waar de zielen onder het altaar zijn.
374 Terwijl wij nu gaan sluiten, zou ik nog een paar woorden tot u willen zeggen, die ik heb opgeschreven. Wij hebben vlug deze vier zegels doorgenomen, de eerste vier zegels.
375 Nu, morgenavond veranderen wij het toneel van de dingen die op de aarde gaande zijn... Hij kijkt hier naar boven en ziet de zielen onder het altaar, het offeraltaar.
De volgende avond slaat het oordeel toe.
376 En de vierde avond... de laatste avond, zondagavond ‑ik weet niet wat die andere betekenen, ik las ze gewoon net als u ‑maar daar is stilte gedurende een half uur; maar er is iets dat plaatsvond. Ik verwacht dat Hij het zal openbaren. Hij zal het doen; ik ben verzekerd dat Hij het zal doen.
377 We moesten door verschillende plaatsen in de Schriften heengaan tot Openbaring 19, om te laten zien dat de komst van Christus de antichrist zal slaan. Dat is de reden waarom ik dit moest laten liggen en alleen maar die twee verzen moest nemen. Ik moest naar verschillende Schriftplaatsen gaan om deze dingen te bewijzen; dus dat is de reden waarom ik naar Openbaring 19 ging om te laten zien dat het einde van de antichrist zal zijn het doden... Van Christus, als Hij komt, Hij zal de antichrist doden.
378 Naar Openbaring 10 om te laten zien dat de boodschap van de zevende engel in deze laatste dagen een persoon zal zijn, die door God gezalfd is voor een bediening, precies gelijk aan die van Elia, de profeet (zoals voorspeld is in Maleachi 4), om het echte Woord van de oorspronkelijke God in deze generatie te openbaren. Het oorspronkelijke Woord van God in deze generatie. Zoals hij deed met de natuurlijke Izebel, zal deze man het doen met de geestelijke Izebel, de denominationele kerken. Ik moest naar het tiende hoofdstuk gaan, de verzen 1 tot en met 7, om te bewijzen dat het juist was; en naar Maleachi en Amos, enzovoort, om dat te bewijzen.
379 Elia was een profeet die profeteerde en Izebel veroordeelde in dat specifieke geslacht.
380 En Elia stierf nooit. Zeker niet. Hij verscheen weer ongeveer achthonderd jaar later aan de zijde van Jezus Christus op de Berg der Verheerlijking. Hij is niet dood.
381 Nu, wij zien dat zijn geest in de laatste dagen een man moet zalven, overeenkomstig de belofte van God, om hetzelfde te doen met de geestelijke Izebel als het geval was met de natuurlijke Izebel, in het laatste tijdperk.
382 Daarom ging ik naar zoveel plaatsen in de Bijbel om het te bewijzen, zodat er geen vraag meer zou overblijven in uw gedachten. En als die er is, laat het mij dan weten. Schrijf mij een brief of een kleine notitie...
383 En het past zo volkomen in elkaar, zelfs tot de dieren toe die hun natuurlijke lichamen zullen vernietigen in de laatste dagen, door ze op te eten zoals zij het toen deden.
384 Naar mijn beste openbaring die mij door God gegeven werd en die voorspelde dat het gedaan zou worden: dit is de Waarheid over de vier ruiters, naar mijn beste weten.
385 Wat denkt u over Jezus?
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
386 Bedenk nu, (Dat is goed. Ga door, als u wilt.) zonder slechte gevoelens tegenover enig mens in welke organisatie ook... omdat God kinderen heeft in het Katholieke systeem; Hij heeft kinderen in het Methodisten systeem; Hij heeft kinderen in het Baptisten systeem. Hoeveel van die verschillende systemen zijn hier vanavond vertegenwoordigd, waar u uitgekomen bent toen u het licht zag? Laat mij uw hand zien. Bedenk nu, dat daar buiten mensen zijn net als u, maar het is het systeem dat doodt, ziet u. Het is de antichristelijke geest die hen uiteindelijk tot een plaats brengt, dat zij geen Waarheid meer zullen horen.
387 En bedenk, onlangs toen ik de verzegeling behandelde, als een man de roep van het jubeljaar hoorde en hij weigerde de vrijheid in te gaan, dan werd hij meegenomen naar de deurpost en dan werd zijn oor met een priem doorboord. Het oor is dat waarmee u hoort; en geloof komt door het horen. Als hij het dan hoort en weigert zijn vrijheid te aanvaarden, dan moet hij zijn denominationele meester de rest van zijn leven dienen. Amen.
388 O! O my! Is Hij niet wonderbaar?
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief, (Laten wij gewoon nu onze handen opheffen en Hem aanbidden.)
Omdat Hij mij eerst liefhad, (Glorie!)
En mijn redding kocht,
Aan het kruis van Golgotha.
389 [Broeder Branham begint te neuriën – Vert] Laten wij nu onze hoofden buigen. Laten wij Hem nu aanbidden terwijl wij het neuriën. [Broeder Branham gaat door met neuriën. ]
390 Here, wat zijn wij dankbaar! Ik ben zo blij, Here, zo blij vanwege U en Uw volk. O Here, U kocht onze redding op Golgotha. Wij aanvaarden het gaarne, Here.
391 Nu, beproef ons nu door Uw Geest, Here, en als er enig kwaad onder ons is, Here, enig ongeloof in het Woord, enig persoon hier, Vader, die niet elke belofte van God met een "Amen" zal onderstrepen, moge de Heilige Geest nu neerkomen, de witte ruiter, terwijl Zijn Geest, de Geest van Christus in het aangezicht van de antichrist... om de Zijnen te roepen. Roep ze uit, Here.
392 Mogen zij zich nu bekeren; spoedig tot U komen en vervuld worden met de Olie en de wijn, en veranderd worden van dat denominationele kleed van Kaïns dood in het sneeuwwitte kleed van eeuwig leven, dat gegeven wordt door de Bruidegom; en dan zullen zij een dezer dagen gaan naar het bruiloftsmaal in het betuigde Woord van de opstanding. Sta het toe, Here. Onderzoek de harten, terwijl de mensen op U wachten, door Jezus' Naam.
[Broeder Branham begint "Ik heb Hem lief" te neuriën – Vert]
393 Nu, onderzoek gewoon uw hart, mijn broeder, mijn zuster, mijn vrienden. Ik ben een lange tijd bij u geweest, ongeveer 33 jaar. Heb ik u ooit iets verteld in de Naam van de Here, dat niet gebeurde? Zoek Christus nu terwijl u er een kans voor hebt. Het zou vrij spoedig kunnen zijn, dat u het niet meer kunt doen. Hij kan elk ogenblik Zijn middelaarstroon verlaten; dan zou u kunnen juichen met uw hele hart, u zou kunnen stampen, in tongen kunnen spreken, de zaal op en neer rennen, u zou alles kunnen doen wat u wilt en u aansluiten bij welke kerk ook ter wereld; er is niets meer, geen Bleekmiddel voor uw zonden. Waar zult u dan zijn?
394 Wel, ik geloof met mijn hele hart, dat de troon nog open is. Ik geloof dat Hij nog op de troon van God zit, maar spoedig zal Hij gaan opstaan en tevoorschijn komen om op te eisen wat Hij verlost heeft. Hij doet het werk van Bloedverwant Verlosser, terwijl Ruth wacht.
395 Maar spoedig, weet u, nadat Boaz het bloedverwant werk gedaan had, kwam hij en eiste zijn bezitting op; en dat is precies wat de Bijbel zei dat Hij zou doen. Hij kwam tevoorschijn en nam het boek; dan is de bemiddeling voorbij. Hij is van de troon af. Er is geen bloed meer op de genadetroon en wat is het dan? Dan is het een oordeelstroon.
396 Laat niet een dezer dagen gezegd worden: "Ik dacht dat de opname zou komen" om dan de stem terug te horen zeggen: "Het is verleden tijd." God helpe u.
Laten wij nu ons hoofd buigen.
397 Broeder Neville, wilt u komen om te sluiten of wat u moet doen. God zegene u, tot morgenavond.