God verbergt Zich in eenvoud

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder. Goedenavond. Het is een voorrecht hier vanavond te zijn gedurende deze fijne tijd van gemeenschap. Het schijnt zo werkelijk te zijn om de getuigenissen te kunnen horen van andere mensen die zich in deze fijne zegening verheugen, terwijl wij vanavond gezamenlijk onze ervaringen uitwisselen. En nu wil ik ook broeder Shakarian bedanken en velen van de... deze broeder Danny en zoveel anderen die hier zijn, van wie ik niet al de namen kan noemen, die mij hier bij deze fijne afdeling in Albuquerque hebben uitgenodigd.

2 Ik denk dat als wij zouden... Als u, wanneer u een nieuwe afdeling opricht, een keer iemand langs de kerken zou kunnen sturen voor een kleine opwekking, om ze te laten bidden en wachten en om de kerken onder verwachting te laten komen zodat de Geest van God overal gaat bewegen, en om dan hier binnen te komen in een van deze, dan hebt u gewoon echt iets. We...

     Maar u hebt hier een potentieel. U hebt enige fijne mensen.

3 Ik heb ontdekt, waar ik ook heenga... Ik ben nu gedurende de laatste paar jaren nogal veel op reis geweest, rond en rond de wereld om te prediken. En ik heb ontdekt dat God overal fijne mensen heeft met deze wonderbare ervaring. Als ik ver wegga in de oerwouden van Afrika en India en de eilanden, dan vind ik mensen die zelfs het verschil niet weten tussen hun rechter- en linkerhand; zij hebben nog nooit de Naam van de Here Jezus gehoord; zij weten er totaal niets over. En het vreemde is, dat wanneer zij de Heilige Geest ontvangen, zij precies hetzelfde handelen als u nu. Zie? Zij... Je kunt zien dat het echt iets is. En God houdt van hen en geneest hen.

4 Nu, deze afdeling van de Zakenlieden is het enige waaraan ik verbonden ben, zover het een organisatie in deze wereld betreft. Vanwege dat was ik eens de...

5 Eens zat ik met broeder Crow, en ik sprak over onze achtergrond als Baptist. Ik werd aangesteld in een Zendings Baptistenkerk. Maar toen, natuurlijk, toen de ervaring kwam van de Heilige Geest, wel, toen kwam daar een einde aan. En dus wij... ik... nu, niets tegen deze broeders daarin. Er zijn enige fijne mannen ginds in die plaats en in al de kerken, de denominaties, maar... Wij waarderen hen zeer.

6 Dit is voor mij een geweldige tijd geweest. Het zijn deze Zakenlieden geweest waardoor ik... hebben mij een plaats gegeven om vanuit te spreken.

7 Nu, toen ik de naam "Pinksteren" hoorde, wel, ik hoorde de naam, maar ze vertelden mij dat het "een stel heilige rollers waren die over de vloer heen en weer rolden, snotterend en van alles." Maar ik ontdekte dat dit niet zo was.

8 En toen, maar... toen ik onder hen kwam, waren zij uit elkaar gegaan in net zoveel verschillende organisaties als wij Baptisten waren. Ze waren precies... Ik dacht dat ze slechts één groep waren. Maar ik kwam erachter dat er allerlei groepen waren, die net zoveel ruzie met elkaar maakten als wij Baptisten en de rest van ons. En we zijn zo ongeveer hetzelfde.

9 En dan, in plaats van erbij te komen en me of bij de Assemblies, of de Verenigden, of de kerk van God aan te sluiten – en het zijn allemaal erg fijne mannen, al de groepen – stond ik precies tussen hen in en zei: "Wij zijn broeders. Argumenteer niet met elkaar." Nu, als Satan ons met elkaar kan laten blijven vechten, dan hoeft hij niet te vechten. Zie? Maar wanneer we onze geweren op hem leren te richten en niet op elkaar, dan beginnen we elkaar lief te hebben en gemeenschap te hebben met elkaar, dan zal het duizendjarig rijk beginnen.

10 Maar dat is mijn doel geweest in... En de groep van de Volle Evangelie Zakenlieden hier is een oase voor mij geweest, om samen te komen. Want zij ondersteunen veel van mijn samenkomsten. En op die manier... De mensen moesten, om hun gezicht niet te verliezen, wel meekomen, ziet u, daarom is het voor mij een belangrijke zaak geweest hier in deze natie, in deze Verenigde Staten.

11 Nu, de vijfde, zesde, ik weet dat ik... Is het in orde iets over deze samenkomsten te zeggen? [Een broeder zegt: "Natuurlijk." – Vert] Ja. Gedurende de vijfde, zesde en zevende; vijfde, zesde, zevende en achtste juni hebben we een campagne in Tucson in de plaats waar ze het banket... het Zakenliedenbanket houden. ["Ramada Inn."] Ramada Inn. Er is plaats voor ongeveer vijfentwintig- à vijfendertighonderd mensen, alles met airconditioning.

12 En nu, wat betreft een spreker, iedereen die mij kent, weet dat ik geen spreker ben. Ik heb alleen maar een lagere school opleiding en dat is heel laag. Ik ben slechts tot de zevende klas gekomen. En dus ik... als je spreekt over een "prediker" dan weet u dat ik dat niet ben. Maar ik maak eenvoudig een vreugdevol geluid voor de Here en probeer dan met anderen te delen wat ik over Hem heb geleerd.

13 Mijn roeping in dit leven is gebed voor de zieken, bidden voor de zieken. Dat is het waarmee de Here mij heeft gezegend, grote samenkomsten, mensen te leiden. Het grootste aantal dat ik ooit in één keer in één enkele samenkomst had was in Bombay: vijfhonderd duizend in één samenkomst.

14 En dan in Afrika, ik geloof toen we daar de bekeerlingen telden onder de echte inboorlingen, heidenen, die niet weten welke de rechter- of linkerhand is, en we hadden er dertigduizend van hen in één keer die Christus als hun Redder aannamen. Dan een kreupele blinde jongen die zelfs geestelijk niet in orde was, de vijfde persoon op het podium. En toen de Heilige Geest...

15 En ik zag medische dokters zoals deze fijne medische arts enige ogenblikken geleden. Als ik in deze stad woonde en ziek was en ik zou medische hulp nodig hebben, dan zou ik zo'n man willen die mij zou behandelen, één die in God geloofde. Als ik zijn hulp nodig zou hebben voor medicijnen, dan zou ik beslist een man willen die op die manier in God geloofde. Een echte... U bent hier in deze stad bevoorrecht om een dergelijke arts te hebben, een echte godvrezende man, die vertrouwt op Gods hand tijdens een operatie, of wat hij ook doet. Ik heb vertrouwen in een man zoals dat. Ik heb medische dokters naar voren zien komen en hun hart aan Christus geven, en ze werden zendelingen ginds in de oerwouden. En ik waardeer dat beslist.

16 Nu hier thuis in Amerika reis ik rond, en heb een kleine genezingsdienst, en bid voor Gods zieke kinderen. En ik waardeer de gelegenheid zeer.

17 Als u dus in, rond of nabij Tucson bent, de vijfde, zesde, zevende en achtste juni, zal de afdeling daar het sponsoren. Nu, dat is, zo ver als wij weten, met al de "Assemblies of God". Ik denk dat er vijf of zes, zeven "Assemblies of God" zijn. En veel van de anderen, Kerk van God enzovoort, zij zullen allemaal samenkomen voor een eenheid van gemeenschap voor deze samenkomst. Nu, als u... als... Ik geloof dat het geadverteerd is. [Een broeder zegt: "Het is ook in de Ramada Inn." – Vert] Het is de Ramada Inn waar het zal zijn. Broeder Stromei, ik weet niet hoe je het moet spellen, maar hij is een... U zult het zien staan daar in 'De stem van de zakenlieden'. Hij zal u er meer over berichten als de tijd vordert.

18 Ik ga nu direct hierna naar Alaska om daarginds in Anchorage een afdeling te organiseren.

19 En dan ga ik naar het noorden naar de Yukon, over ongeveer een week of tien dagen, ginds in de verafgelegen plaatsen. Waar predikers, zoals grote mannen als broeder Oral Roberts en Tommy Osborn en sommigen van deze mannen die deze geweldig grote bedieningen hebben, niet naartoe kunnen gaan; naar deze plaatsen. Zij kunnen het zich niet permitteren. Ze hebben eenvoudig niet zoveel tijd.

20 Wel, ik heb geprobeerd met de kleine bediening die de Here mij gegeven heeft, nederig te blijven. Ik heb niet... Ik heb nog nooit in mijn leven een offer opgehaald. Ik heb geen programma's die gesponsord moeten worden. Ik heb niets om te verkopen. Ik wil het zo hebben dat als de Here wil dat ik ergens tot tien personen ga prediken, ik kan gaan. En als Hij wil dat ik overzee ga, dan zal Hij het sponsoren. Dus kan ik overal gaan waar Hij mij naartoe leidt. Eigenlijk houd ik er van op die manier. En ik hoef niet veel geld te hebben of iets. Ik wil slechts de zegeningen van de Heer. Bidt u dus voor mij, als u wilt. Dan, ik dacht eraan toen ik...

21 Niet lang geleden werd ik uitgenodigd door onze dierbare, dappere ziel, broeder Oral Roberts. Ik stond daar in zijn plaats. Ik geloof dat hij zei dat het ongeveer drie miljoen dollar had gekost, het gebouw of zoiets. O my! Ik ben in Hollywood geweest en ik heb gebeden voor koning George in het paleis en voor Gustav ginds in Zweden, en verschillende plaatsen, en ik ben in veel plaatsen geweest – wat een voorrecht was om daar te zijn en ik heb veel gezien – maar een dergelijk gebouw heb ik niet eerder gezien. En toen ik naar binnen ging, stonden er zoveel mensen bij de deur dat de politie mij naar de achterkant moest brengen naar de achterdeur, waar ik moest wachten vóór ik ging bidden voor de zieken. En toen ik weer naar buiten ging via de achterkant – broeder Fisher bracht me naar buiten nadat hij me door het gebouw had rondgeleid – toen ik dan buiten stond en omhoog keek naar dat reusachtig grote gebouw...

22 Ik kwam net bij broeder Tommy Osborn vandaan. Beide jongens zeggen dat zij naar de samenkomst waren gekomen en erdoor werden geïnspireerd. Daarom dank ik de Here dat Hij mij een kleine rol heeft gegeven in hun bediening.

23 En hoe broeder Osborn die avond daar naar de samenkomst was gekomen en die maniak naar het podium zag rennen om mij te doden. Hij wierp zijn armen vooruit en zei: "Ik ga ieder bot in je lichaam breken."

24 Ik zei: "Omdat u de Geest van God hebt uitgedaagd vanavond, zult u over mijn voeten vallen."

25 Hij spoog in mijn gezicht en zei: "Ik zal je laten zien over wiens voeten ik zal vallen." En hij deed z'n vuist naar achteren om mij te slaan.

26 En ik zei: "Satan, verlaat de man." Hij draaide rond en rond en viel toen over mijn voeten. En de politie moest hem er vanaf rollen.

27 Tommy Osborn zei: "Als God dat voor één man kan doen, dan kan Hij dat ook voor iemand anders." En dus...

28 En Tommy Osborn is een dappere ziel, een echte man! Ik ben ginds in zijn geweldige plaats geweest en heb zijn grote gebouw gezien.

29 Ik kwam daarna bij broeder Oral Roberts. Toen... Ik ging aan de achterkant naar buiten. Ze zouden omlopen om me op te halen. Ik stond te kijken naar dat reusachtig grote gebouw. Ik dacht: "O my! Kijk naar broeder Tommy, Here, hoe U hem hebt gezegend." Ik keek hier naar en zag dat van broeder Oral. Ik zei: "Denk je eens in wat God kan doen voor een kleine nederige man! Oral Roberts werd in een achterbuurt geboren, dacht ik, daarginds. En u kon deze kleine oude arme jongen miljoenen dollars in zijn handen geven, en dingen."

     Nu, iets zei tegen mij: "Wel, hoe zit het met jou?"

30 Ik dacht: "Wel; nee." Ik dacht: "Jongen, ik zou me werkelijk schamen als een van hen naar mijn plaats zou komen. Ik heb één typemachine staan achterin het gebouw. Nu, ik geloof dat broeder Oral vijfhonderd IBM machines op één afdeling had staan." Ik dacht: "Zo'n hoge stapel wordt zelfs niet door menselijke handen aangeraakt." Ik dacht: "O my! Als hij naar mijn plaats zou komen en zeggen: 'Ik zou uw kantoor wel eens willen zien, broeder Branham.' Ooooh!" Ik dacht: "Ik zou me schamen." Ik dacht: "Wel, Here, misschien... misschien kon U mij niet vertrouwen. Misschien ben ik daar niet geschikt voor." Ik zei: "Nee, Here, U bent oneindig. U weet dat ik niet zoveel intelligentie heb." En ik dacht: "Kijk eens wat zij hebben verkregen!" Ik dacht: "Wel, ik vermoed dat ik niet zoveel heb."

31 En iets zei: "Kijk omhoog." Dus toen was ik tamelijk bevredigd. Ik zie uit naar een stad wier Bouwer en Maker God is.

32 Nu, ik heb totaal niets tegen deze broeders die God op zo'n manier kan vertrouwen, maar ik houd van ze en ik dank God dat Hij dat voor dergelijke grote mannen doet.

33 Maar wat mij betreft, wel, dat zou me dodelijk bevreesd maken als ik per dag twintig- of dertigduizend dollar nodig zou hebben om een zaak te laten lopen. Als ik genoeg geld krijg voor mijn drie kinderen en mijn vrouw en mezelf om te eten, en een plaats om te slapen, dan is dat voldoende voor mij. Als de Here dan wil dat ik ergens naar deze kleine, nederige plaatsen ga, dan kan ik gaan. Misschien hield Hij mij daarom op deze wijze, ziet u.

34 Ik zou niet kunnen omgaan met mensen die zij ontmoeten. Ik heb die intelligentie niet. Ik heb de opleiding niet. Dus ik ga en bid voor Zijn zieke kinderen en hoop dat wij op een dag elkaar weer zullen ontmoeten in de paleizen daarboven, waar we nooit meer ziek zullen hoeven zijn, waar geen gebedssamenkomsten meer zijn, noch het prediken tot de zondaars. Tot die tijd ben ik uw broeder in Christus.

35 Nu, de banden, ze hebben ze reeds gemaakt. Direct na de dienst kunt u ze krijgen, hier bij meneer Sothmann. Ze zijn al klaar. U kunt ze direct na de dienst krijgen. U hoeft er niet op te wachten. Ze zijn er al, u kunt ze krijgen.

     En nu, bid voor mij.

36 En nu, broeder Shakarian zei vanavond tegen me dat hij me vroeg wilde laten beginnen. Ik vermoed dat hij bedoelde: "vroeg laten ophouden." En daar zal ik heel erg mijn best voor gaan doen. En omdat het nu Goede Vrijdag is, dacht ik eraan, vanmorgen...

37 [Broeder Demos Shakarian zegt: "Hoevelen willen dat Branham ruim de tijd neemt en zich niet haast?" De samenkomst applaudisseert en zegt: "Amen."] Oh! Dank u. Dank u. Dank u. Dank u. Dank u. ["In orde. Ik wil niet dat u mij ergens van beschuldigt."] Nee, broeder. Broeder Shakarian, zo bedoelde ik dat niet. Ziet u? Ik... ["We willen... we willen dat u gewoon uw tijd neemt, broeder Branham. We hebben de hele avond hier."] Dank u. Dank u. ["Waar de Here is, daar is vrede, daar is – Vert] Dank u.

38 Als ik soms tijdens het spreken mijn woorden helemaal verdraai... Het doet me denken aan een klein verhaal dat ik eens hoorde, over een kleine jongen. Er liep eens een prediker door een laan en hij hoorde een kleine jongen in een hoekje het alfabet opzeggen: "A, B, C, D..." En hij luisterde naar hem. Hij hield zijn handen omhoog naar de hemel. Hij zei... Nadat hij daarmee klaar was, stond hij op en zette zijn hoed op.

39 Hij zei: "Zoon?" Hij draaide zich om en keek. Hij zei: "Ik ben een prediker." Zei: "Ik hoorde je op je knieën, met je handen omhoog, het alfabet opzeggen."

40 Hij zei: "Meneer, ik groeide op in een christelijk huis. Vader en moeder werden plotseling gedood. Ik werd ergens heen gebracht." Zei: "De man bij wie ik woon is zo wreed tegen mij!" Zei: "Ik was zojuist voor hem aan het bidden. Ik weet niet hoe ik moet bidden." Hij zei: "Ik zei daarom het hele alfabet op en dacht dat God misschien zou weten hoe het bij elkaar moest passen."

41 Dus misschien zou u van mij hetzelfde kunnen denken, dat Hij het misschien zou begrijpen en het zo bij elkaar wil zetten dat u de bedoeling zult begrijpen en de... wat ik op mijn hart heb om te zeggen.

42 Ik ben nimmer geneigd geweest om me in de war te laten brengen temidden van mensen, omdat ik onder mensen ben geweest. Ik heb slechts één ding dat ik zie en dat is Christus en Die gekruisigd. Ik zie een gemeente die ik liefheb, waar Hij voor stierf. En ik ben zeer ijverig voor die gemeente. En ik doe mijn uiterste best om haar zo te houden als ik denk dat de juiste orde is, in lijn met Gods Woord. En nu, ik zie uit naar een dag om een eindeloze eeuwigheid met u door te brengen in een land waar wij bij elkaar zullen zitten zoals wij vanavond doen.

43 Ik kijk er nog steeds van op als we ontbijten en diners hebben en dergelijke dingen. Nu, ik ben een zuiderling. En voor mij is het nog steeds "avondmaaltijd". Ze praten hier over ontbijt, lunch en diner. Dat kan ik niet. Waar blijft mijn avondmaaltijd dan? Ziet u? Ik... ik moet... Ik moet een avondmaaltijd hebben. Dat is juist. Alleen maar lunchen zou me geen goed doen. Ik moet drie keer per dag eten.

44 Ik zat dus zo te denken terwijl ik keek. Ik schudde de hand van enige mannen hier, predikers op leeftijd die waarschijnlijk op het veld waren toen ik nog een zondaar was. En als ik naar ze kijk, zie ik het grijs in hun haar. Ik denk: "My! Deze mannen waren ginds aan het vechten voordat ik zelfs was bekeerd. Ik heb hier niets te maken, om op het podium te staan en tot dergelijke mannen te spreken." Dan kijk ik...

45 Wel, het enige wat zij hebben gedaan, zij profeteerden en zeiden dat deze dingen zouden komen te geschieden. En ik wil dat u weet, broeders, ik denk dat u precies de stenen voor de fundering hebt gelegd voor de... en de velden hebt bewerkt.

46 U Pinksterbroeders, die hier buiten stond met een tamboerijn in uw hand, toen u geen kerk had om naartoe te gaan, terwijl de mensen lachten en rotte eieren naar u gooiden, en u werd de hele nacht in de gevangenis vastgehouden; zocht maïs langs de spoorlijnen, uw kinderen leden honger. God zegene uw dappere ziel! U behoorde hier te zijn, niet ik.

47 Maar u zei dat er een tijd zou komen dat deze dingen zouden gebeuren. Ik ben blij te zien dat u leeft om het te zien gebeuren. De helft is nog steeds niet verteld. En ik waardeer u.

48 Terwijl ik langs de tafel kijk en u zie, verschillenden, denk ik: "Misschien eet ik nimmer meer een avondmaal met u hier op aarde. Maar op een dag, als dit leven helemaal voorbij is, zullen we opnieuw het avondmaal eten, dat is waar, daarboven in Vaders huis, terwijl we over de tafel heen kijken en elkaar zien." We bevinden ons nu op het slagveld. We moeten snel vertrekken. Maar ik stel me voor wat het zal zijn wanneer ik over de tafel heen kijk en al de verlosten daar zie zitten, ze steken hun handen uit om elkanders hand vast te pakken. We beginnen te huilen. We moeten wel. Dan zal de Koning er aankomen en al de tranen van onze ogen afwissen en zeggen: "Ween niet, kinderen. Het is allemaal voorbij. Ga binnen in de vreugde van de Here, die voor u bereid is sinds de grondlegging der wereld." Dan zullen onze kleine verschillen verdwijnen. En er zal één grote eeuwigheid zijn. Die wil ik met u doorbrengen.

     Laten we nu bidden terwijl wij onze hoofden buigen.

49 Onze hemelse Vader, de grote machtige Jehova, die in den beginne met donderende stem sprak: "Daar zij licht!" en daar was licht. O, donder opnieuw, Jehova! Werp licht op onze paden vanavond. Werp licht op Uw Woord. Werp licht op de dag waarin wij leven. Zend het licht. Sta het toe, Here.

50 Zegen Uw volk overal rondom de wereld waar opwekkingsvuren branden op de heuvelhellingen, in de heidenlanden rondom de wereld. Wij bidden dat U iedere door God gezonden prediker wilt zegenen. O God, inspireer hun levens. Om slechts te bedenken dat precies op dit moment mensen rondom de wereld de Heilige Geest ontvangen. Mensen worden precies op dit moment rondom de wereld genezen. Hoe danken wij U voor deze geweldige universele zegening die mogelijk werd gemaakt door de dood van Uw Zoon, deze middag ongeveer negentienhonderd jaar geleden, zoals wij deze Goede Vrijdag hebben gevierd.

51 Wij bidden, Here, dat Zijn Heilige Geest nu onder ons zal komen en ons een deel van het Brood des levens zal geven, wat we nodig hebben, wat ons krachtig zal maken voor de verdere reis, terwijl wij gedurende deze paar dagen terzijde van het veld komen, om in de schaduw van de Boom des levens te zitten, om ons in elkaar en in elkanders gezelschap te verheugen. Wij danken U daarvoor. Het is verfrissend geweest. Sta het nu nog eenmaal toe vanavond, Vader, en vul onze zielen.

52 Genees ieder ziek persoon die hier is. Hoe danken wij U voor Uw genezing vandaag van onze zuster met die korte ledemaat en korte voet, in die toestand. Wij zijn dankbaar, Here. Wij danken U. Het toont dat de levende God onder ons woont. Wij danken U voor de zuster die genezen werd van het gezwel op haar keel. Misschien weten we zelfs nog niet wat U allemaal hebt gedaan. Het is opmerkelijk, Here, om te zien hoe U dingen doet. Wij zijn U dankbaar.

53 Zegen ons nu verder. Zegen het lezen van Uw Woord. Verberg Uw dienaar nu. Besnijd de lippen die zullen spreken en de oren die zullen horen, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

54 Laten we nu opslaan om een tekst te lezen, of voor het lezen van de Schrift, liever gezegd. Ik wil van twee plaatsen uit het Woord lezen. En dat is van Jesaja, het drieënvijftigste hoofdstuk van Jesaja. Ik wil lezen van het eerste vers tot aan het tiende, tot en met het tiende, liever gezegd. En dan willen we Matthéüs 11:25 en 26 lezen. Laten we nu lezen.

     Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm des HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen.
     Toen deze geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht van zijn scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.
     Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding van Mijn volk is de plaag op Hem geweest.
     En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is.
     Doch het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkig voortgaan.

55 Natuurlijk spreekt hij hier over Jezus, onze geweldige en wondervolle Here. Matthéüs het elfde hoofdstuk en het vijfentwintigste en zesentwintigste vers.

     In diezelfde tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt ze de kinderkens geopenbaard.
     Ja, Vader! Want... Ja, Vader! Want alzo is geweest het welbehagen voor U.

56 Nu, zo de Here wil, wil ik hieruit een tekst nemen om heel kort over te spreken, zo snel als ik maar kan. Om dan te gaan zitten om naar nog enige getuigenissen meer te kunnen luisteren. Ik wil hier dit onderwerp nemen: God verbergt Zich in eenvoud.

57 Weet u, God is zo groot. Hij verbergt Zich in eenvoud en openbaart Zich dan in dezelfde zaak als waarin Hij Zich verborgen heeft. En God is zo groot dat Hij Zich eenvoudig kan maken. Dat is wat Hem groot maakt. Zo velen missen Hem in de eenvoud, de eenvoudige manieren waarop Hij Zich verbergt. Nu, we weten dat mensen dit niet kunnen. De mens kan zich niet groot genoeg maken om eenvoudig te zijn. Ziet u? Nu, wat God zo groot maakt is omdat Hij zo eenvoudig kan zijn. En God openbaart Zich niet in grootheid, wat wij grootheid noemen.

58 Nu, als wij het Woord lezen en het Woord van God bestuderen, dan ontdekken wij de manier waarop God dingen doet. Hij kan nimmer Zijn programma veranderen. Wat God ook heeft gezegd, op Zijn Woord kan Hij nimmer terugkomen.

59 Als wij iets doen... gedurende dit jaar kan ik iets doen en denken: "Dit is goed." Volgend jaar of misschien volgende week kan ik zien waar ik het fout had.

60 Maar dat kan God niet, omdat Hij oneindig is. Wat betreft Zijn eerste beslissing, als Hij eenmaal op het toneel werd geroepen om te handelen, dan is de manier waarop Hij bij die beslissing handelde, de manier waarop Hij iedere keer moet handelen als die beslissing weer genomen moet worden. Want als Hij dat niet deed, als Hij bij deze beslissing op een bepaalde manier handelt, en wanneer hetzelfde onderwerp opkomt en Hij niet op dezelfde manier handelt als de eerste keer, dan handelde Hij de eerste keer fout.

61 Daarom, als iemand ooit voor redding naar Hem toekomt en Hij redde hem op de basis waarop Hij hem redde, dan moet Hij de volgende persoon op dezelfde basis redden. En wanneer iemand ooit naar Hem toekwam voor genezing, en Hij genas die man op een bepaalde basis, dan moet Hij, als de volgende persoon komt, hem op dezelfde basis genezen. Hij kan niet veranderen. Hij moet altijd Dezelfde blijven.

62 God maakte een programma. Toen de mens terug in het begin zondigde, probeerde hij voor zichzelf een weg ter ontsnapping te maken. Hij probeerde voor zichzelf een bedekking te maken, vijgenbladeren enzovoort. Het werkte nimmer. Maar Gòd maakte een weg dat de mens opnieuw gemeenschap met Hem kon hebben en dat was onder het vergoten bloed van een onschuldig vervangingsmiddel. En dat is de enige wijze waarop God ooit de mens kan ontmoeten, namelijk onder het vergoten bloed van een onschuldig vervangingsmiddel.

63 Nu, we zijn hier op Goede Vrijdag. En de wereld vandaag, in de Katholieke denominaties, daar kruipen ze de trappen op en oh, zoveel verschillende manieren waar we tradities van hebben gemaakt, en over beenderen wrijven. "En er zijn ongeveer negentien absoluut bewezen spijkers die ze uit de handen van Jezus hebben getrokken", beweren zij. "Iedere kerk heeft er één." En wat maakt het uit of het de spijker is, of de mantel, of wat het ook is?

64 Wij hebben de Heilige Geest. Dat is wat Christus aan de gemeente heeft achtergelaten. Niet een mantel, een stukje van het kruis, een spijker of zoiets. Hij heeft ons een aandenken achtergelaten en dat was de Heilige Geest Die Hij voor de gemeente achterliet. Nu, nu, dat was het wat Hij aan de gemeente achterliet, deze middag negentienhonderd jaar geleden, toen Hij op Golgotha stierf. Hij beval Zijn Geest in de handen van God en op de Pinksterdag werd Deze naar de gemeente teruggestuurd. Nu, God...

65 In het begin toen de mens zondigde, toonde het de natuur van de mens. Hij probeert zich altijd voor God te verbergen en maakt voor zichzelf een weg waardoor hij zich gerechtvaardigd kan voelen, een religie. Dat is een religie geweest, wat "een bedekking" betekent. Hij probeerde dus zijn eigen religie te maken.

66 Maar God nam Zijn beslissing, hoe Hij de mens zou willen ontmoeten, en dat was op basis van het gestorte bloed. En dat is de enige manier, ongeacht hoezeer wij het op welke andere manier dan ook proberen. Dat is de enige plaats waar God de mens voor gemeenschap zal ontmoeten, onder het gestorte bloed.

67 God ontmoette Israël slechts onder het gestorte bloed. De enige plaats waaronder Israël kon aanbidden was onder het gestorte bloed.

68 En vandaag hebben we organisatie geprobeerd, we hebben denominatie geprobeerd, we hebben geprobeerd... we hebben opleiding geprobeerd. We hebben wetenschappelijke vorderingen en van alles geprobeerd om te proberen de mens in een eenheid te brengen voor gemeenschap. En die hebben allemaal gefaald.

69 Er is één plaats waar de mens een ontmoeting en gemeenschap met God kan hebben, en gemeenschap met elkaar. Dat is onder het kruis, wanneer ieder persoon het bloed van Jezus Christus aanvaardt. Het maakt mij niet uit hoe uitzonderlijk iemand is, hij kan nog steeds zijn hand uitreiken en zijn hand in die van iemand anders leggen en hem "broeder" noemen, wanneer wij elkaar ontmoeten bij het kruis waar Jezus stierf.

70 Wij worden een wetenschappelijk tijdperk. Alles moet wetenschappelijk bewezen worden. We leven in het tijdperk van wetenschap, zoals door de Bijbel werd voorzegd: "zwakker en wijzer", als wij... zoals werd voorzegd. En wij leven in dat tijdperk. En hoe meer wij toenemen in wetenschap, des te verder raken we bij God vandaan. U zult nimmer in staat zijn God wetenschappelijk te bewijzen.

71 En de gehele christelijke wapenrusting is absoluut bovennatuurlijk. Er is niets natuurlijks aan. Als u God kunt bewijzen, dan is er geen geloof meer nodig. "Maar wie tot God komt moet geloven dat Hij is." Het is door geloof. De gehele christelijke wapenrusting is geloof.

72 Dr. F.F. Bosworth, een van mijn eerste managers, schreef een boek genaamd Ziende naar het ongeziene. Nu, ongetwijfeld hebben velen van u dat gelezen. Het is een erg fijn boek, de... om te kijken naar het ongeziene. De Christen kijkt naar dingen die hij niet ziet.

73 Laten we nu eens de wapenrusting van het christendom nemen en zien of het bovennatuurlijk is: liefde, vreugde, vrede, geloof, lijdzaamheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geduld. Alles is bovennatuurlijk. Liefde! "Ga naar de apotheek en koop voor mij ter waarde van een kwartje liefde. Ik heb het nodig." Ziet u? Dat zou u niet kunnen. "Koop voor mij ter waarde van een dollar vrede." Dat zou u niet kunnen. Zie? Alles is bovennatuurlijk. De hele wapenrusting van God is bovennatuurlijk. Zijn gemeente is bovennatuurlijk. Het is geen organisatie. Het is een bovennatuurlijk lichaam waarin mannen en vrouwen worden geboren door de Heilige Geest en het is op een eenvoudige manier.

74 God maakt dingen niet gecompliceerd: zoveel rozenkransen, en zoveel van dit, en je voegen bij dat, en zoveel opleiding, zoveel theologie. Wel, we veroorzaken zelf dat we de hele tijd verder en verder bij God vandaan raken door zo te doen.

75 Vandaag zijn wij zo wetenschappelijk dat wij kunnen vertellen hoeveel moleculen er nodig zijn om een atoom te maken, hoeveel elektronen enzovoort; we splitsen die atoom en vertellen u hoe het werd gedaan; maken een atoombom en kunnen dan verklaren hoe we het deden; maar lopen over een grasspriet die we niet kunnen verklaren.

76 God in eenvoud. God manifesteerde Zich in eenvoud. Hij maakt Zichzelf eenvoudig. Het is zo dat de wijze het niet zal verstaan. Jezus zei: "Ik dank U, Vader, Gij hebt dit verborgen voor de wijzen en verstandigen en zult het openbaren aan kinderkens, dezulken die willen leren."

77 Probeer nimmer uzelf op te werken tot God. Als u dat doet, werkt u uzelf bij God vandaan. Zie? God wordt niet gekend door studie. God wordt gekend door geloof. En de eerste klap die de duivel uitdeelde was met een opleidingsprogramma en de mens verloor zijn gemeenschap met God. Dat is precies juist. Hij moet God kennen door geloof, niet door wat hij kan verklaren; maar door wat hij gelooft, wat hij niet kan verklaren. Dat... Wij draaien het beeld precies om.

78 Nu vandaag is alles een opleidingsprogramma. Ja. We lopen over een eenvoudig grassprietje. We sturen onze kinderen naar Bijbelscholen en naar universiteiten. Nu onthoud, dat veroordeel ik niet. Ik ondersteun geen onwetendheid. Maar ik probeer u het bedrog ervan te vertellen. En daar is het waar wij maken... U weet dat er ergens iets verkeerd is.

79 En het is zoals in mijn diensten. Als ik diensten heb, ontdek ik dikwijls diegenen die het misten in de dienst van de anderen. Omdat er dikwijls...

80 Ik heb op broeder Roberts gelet. Iemand zei: "Broeder Roberts, broeder Branham, zal voor vijfhonderd bidden terwijl u er voor drie bidt." Dat is waar. Zeker. "Hij krijgt twee keer zoveel getuigenissen." Zeker. "Vijftig keer zoveel getuigenissen." Zie? Want u zult... Het is tenslotte allemaal gebaseerd op het geloof van de individuen waarvoor gebeden wordt. Maar dan komen degenen die het dáár misten naar de dienst. Omdat...

81 Hier is een dokter aanwezig. Als een dokter... U gaat naar een dokterspraktijk, bijvoorbeeld: "Ik ben ziek in mijn maag en heb hoofdpijn", enzovoort. En die dokter schrijft alleen een klein recept voor u uit, voor aspirine of een kalmeringsmiddel of zoiets; hij heeft helemaal geen diagnose van die zaak vastgesteld. Hij probeert u alleen maar uit het kantoor te krijgen. Zie? Nu, als hij u op zijn hart heeft en geïnteresseerd is, dan zal hij die zaak onderzoeken totdat hij de oorzaak vindt.

82 En wanneer een man of een vrouw ziek is, en er is iets gebeurd, dan bestaat er slechts één manier om dat correct te achterhalen, en dat is teruggaan en de oorzaak vinden. Teruggaan tot we zien wat ze hebben gedaan. In de samenkomsten let ik op hen als ze op het podium staan. De Heilige Geest zegt: "Tien jaar geleden was u op een zekere plaats en u deed een zeker ding. En u deed dit en dat." U hebt het gehoord, velen van u, in de diensten. Zie? "U deed dat. U moet dat eerst in orde maken." En dan, als zij beloven dat te doen, dan zult u "ZO SPREEKT DE HERE" horen voortkomen. Noteer het in uw boeken. Hebt u het ooit zien falen? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Beslist niet. Dat gebeurt niet. Dat kan het niet. Wat is het? Zie? Je... allereerst, je moet de oorzaak vinden voordat je de behandeling kunt beginnen. Je moet er de oorzaak van weten.

83 En nu, vandaag proberen wij de mensen daartoe op te leiden, tot de wetenschappelijke benadering van God, en dat kunt u niet doen. God wordt niet gekend door wetenschap, maar wij kennen God door geloof.

84 En ik zou dit willen zeggen: als een man kan gaan zitten en kijken naar een paar bloemen, een boeket, en dat dertig minuten oprecht met heel zijn hart bestudeert, dan weet hij meer over God dan hij zou weten als hij al de graden had die een Bijbelschool hem zou kunnen geven, want God openbaart Zich in de bloem. We zien haar sterven en opnieuw opstaan; opstanding. We zien twee of drie verschillende kleuren in dezelfde soort bloem. Waar kwam die kleurschakering vandaan? Verklaar dat aan mij. Hoe kwam het daar? Waar gaat het heen en hoe komt het terug? Hoe moet het zaad sterven en rotten en weer terugkomen? God die Zich toont in eenvoud, Zich dan weer verbergt in de dood, om Zich dan weer te tonen in de opstanding. Ziet u? Het is eenvoudig...

85 U hoeft niet een heleboel te weten. De enige zaak die u moet weten is om geloof te hebben in waar u naar kijkt, wat u gelooft. Zie? Geloof. Eén uur zou het echt bewijzen, zou u meer over God leren dan al de graden die u zou kunnen hebben.

86 God is zo groot dat Hij Zich eenvoudig kan maken. Nu, dat is wat God groot maakt voor mij, hoe Hij Zich zo eenvoudig kan maken. En omdat Hij dat Zelf doet, verbergt Hij Zich voor de wijze mensen. Nu, denk daar even aan. Hij verbergt Zich voor de wijze mensen en openbaart Zich aan de nederige mensen. De Bijbel zei in Jesaja 35: "Zelfs een dwaas zou niet dwalen op de weg; zo eenvoudig is het." En wanneer u het probeert uit te kienen en na te speuren, dan beweegt u zich gewoon bij God vandaan. Elke keer als u dat doet, verwijdert u zich verder en verder. Stop met proberen het uit te kienen. Geloof eenvoudig wat Hij heeft gezegd. Dat is het hele verhaal, het eenvoudig geloven. En dan verbergt Hij Zich voor de wijzen en toont Zich aan de eenvoudigen. Mensen kunnen niet zo groot zijn.

87 Een man, zodra hij ervoor heeft gezorgd dat hij een bepaalde graad heeft... dan weet hij meer dan zijn buurman. Je kunt hem niets meer vertellen. Vandaag houden de kerken ervan over hun herder op te scheppen, omdat hij student is geweest op een bepaald seminarie. Hij heeft een kandidaats, hij heeft een doctorstitel in de godgeleerdheid en letteren. Wel, dat betekent helemaal niets. Beslist niet. Hij mag een B.A. hebben en een D.D. en een dubbele L.D. en zelfs het verschil niet weten tussen spliterwten en koffiebonen. Dat betekent niet... (Vergeef me die uitdrukking. Dit is geen plaats voor grappen, ziet u. Ik, ik bedoel dat niet. Zeker niet. Vergeeft u mij.) Ik bedoel dit, dat dat er niets mee te maken heeft.

88 U kent God door geloof en daar alleen door. Dat werd bewezen toen Jezus naar de aarde kwam met deze Farizeeën enzovoort; de hoogste graden, de knapsten, de heiligst levende mannen die we hadden. Bij het minste of geringste foutje zouden ze al zonder genade zijn gestenigd. En Jezus zei: "U bent van uw vader, de duivel; zijn werken doet u." Wie kon een vinger naar hen uitsteken en iets zeggen?

89 Wij noemen "zonde" het plegen van overspel, een leugen vertellen, sigaretten roken, tabak pruimen. Dat is geen zonde. Dat heeft niets met zonde te maken. Dat zijn de attributen van ongeloof. Er bestaat slechts één zonde, dat is ongeloof. "Wie niet gelooft, is reeds veroordeeld." Wanneer een mens zal ontkennen, dat het Woord van God... dan is dat precies de zonde.

90 Jezus zei toen Hij op aarde was: "Wie kan Mij beschuldigen van zonde? Wie kan Mij laten zien dat Ik niet alles wat van Mij werd geprofeteerd heb vervuld? Wanneer Ik zou komen, werd van Mij verwacht dat Ik bepaalde dingen zou doen. Wie kan bewijzen dat Ik niet precies doe wat de Schrift heeft gezegd dat Ik zou doen? Onderzoek de Schriften, want daarin denkt u eeuwig leven te hebben en zij zijn het die van Mij getuigen." Ziet u? "Wie kan Mij beschuldigen van zonde?"

91 Nu, deze mensen daar, o, ze moesten hun potten en ketels wassen en zich wassen voor het eten en al deze algemene tradities waar ze rekening mee moesten houden. Maar Jezus veroordeelde hen allemaal en schoof hen opzij en vertelde hun dat zij duivels waren. Kunt u zich zoiets voorstellen?

92 Gelooft u dat Hij vandaag hetzelfde in de kerken zou doen? Dat zou Hij zeer zeker doen. We hebben ons zo vastgebonden aan tradities en dingen dat wij ons nu in dezelfde rommel bevinden als zij toen. En nu, als God Zich in eenvoud betuigt, dan herkennen zij het totaal niet. Het gaat hun manier van denken te boven. Ze hebben het helemaal vastgelegd op de manier zoals zij denken dat het behoort te zijn, en als het niet op die manier komt, dan willen ze het niet ontvangen. Dat is de enige manier. Dat is het, wat altijd het probleem is geweest.

93 Onthoud, de weg omhoog is omlaag. Nu, dat is waar. "Wie zichzelf vernedert, zal worden verhoogd."

94 Hoe weet u of het... wat boven of beneden is? Als de wereld zich in de ruimte bevindt, is dan de noordpool boven of de zuidpool boven? Welke is het? Begrijpt u?

95 En u zegt: "O, de morgenster en de avondster." Beide zijn dezelfde ster. Zie? Hetzelfde licht dat 's morgens werd gegeven is dezelfde avondster, de wereld is slechts rondgedraaid. Dat is alles. Zie? Het is tenslotte dus niet zo gecompliceerd. Het is slechts eenvoudig geloof, om God te geloven. Merk op. De weg omhoog, zei ik, is naar omlaag. Hij...

96 We moeten God geloven. We moeten Hem op Zijn Woord nemen. We moeten niet proberen dingen uit te kienen. Maar wat God ook zegt, de echte waarachtige Geest van God zal ieder woord van God bekrachtigen met een "amen". De Heilige Geest schreef het Woord.

97 Als de Heilige Geest het Woord schreef en de Heilige Geest is in u, hoe kan Hij dan zeggen: "Wel, dat was voor een ander tijdperk"? Hoe kan Hij zeggen, zoals er staat: "Jezus Christus is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer", en dan probeert u het te laten gelden voor een tijdperk ergens in het verleden, of voor een tijdperk dat nog moet komen?

98 De mens is nog steeds hetzelfde. Hij is altijd God aan het danken voor wat Hij heeft gedaan, ziet uit naar wat Hij zal doen, en negeert wat Hij aan het doen is. Dat is precies de mens, altijd. En vandaag doet hij hetzelfde. Hij is altijd zo. Hij... zo is een mens, en daar moet u uit vandaan komen. U moet de gezindheid die in Christus was, in u laten zijn.

99 Gods handelen met de mens is altijd in nederigheid geweest. Hij handelt nimmer met de mens in geweldig grote termen van theologie. Vertel me van één keer dat Hij dit ooit deed. Hij doet dat nimmer. Hij maakt Zichzelf eenvoudig. En de mens wil het gecompliceerd maken. Hij maakt Zich groot door Zich nederig te maken.

100 Nu, als een man een beetje opleiding krijgt of een paar graden, dan weet hij zoveel dat u hem niets meer kunt vertellen. Maar als hij kon blijven doorgaan met groot genoeg worden, totdat hij zichzelf klein kon maken, totdat hij niets weet, dan zal het in orde zijn. Maar zo groot kan hij niet worden. Zie? Hij kan eenvoudig niet zo groot worden.

101 En God is zo groot. Hij is zo groot dat Hij Zich nederig kan maken. Maar wij kunnen niet groot genoeg worden om nederig te worden. Dat is het verschil. Dus zo verbergt God Zich in nederigheid en eenvoud. En de menselijke wijsheid van de wereld kijkt er regelrecht overheen. Geen wonder dat Jesaja zei: "Wie heeft geloofd wat wij hebben gehoord? Aan wie is de arm des Heren geopenbaard?" Jezus zei: "Ik dank U, Vader van hemel en aarde, dat U dit hebt verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen, en het zult openbaren aan kinderkens, dezulken die willen leren." Nederigheid, eenvoud: merk op hoe God Zichzelf eenvoudig maakt.

102 Kijk. Kijk naar Eden. Slechts Zijn Woord geloven was alles wat ze hoefden te doen om te leven. Nu had God nimmer bij dit eerste geval gezegd, dat zij zoveel graden van de universiteit moesten hebben. Hij zei: "Dit is Mijn Woord. Geloof het: leef. Geloof het niet: sterf."

103 Nu, Eva heeft niet alles ervan betwijfeld. Ze betwijfelde er slechts een heel klein deeltje van.

104 Nu wil ik u een vraag stellen, broeders, zusters. Als God dit alles liet gebeuren omdat Eva één klein deeltje van het Woord betwijfelde, wat veroorzaakte dat de mensheid in die plaats belandde waarin ze zich nu bevindt, denkt u dan dat wij ooit terug kunnen komen als wij er een gedeelte van betwijfelen? Denk daaraan. Hoe God moest toezien dat kleine baby's lijden, er oorlogen en moeiten zijn, hongersnoden en mensen die de hongerdood sterven, ziekte en moord, en al deze dingen die gebeuren; allemaal omdat één kleine frase van Zijn Woord werd betwijfeld. Denkt u dat wij ooit terug kunnen komen als wij er één frase van betwijfelen? Als het dit alles heeft gekost, zal Hij u dan vrijuit laten gaan, u overal heen laten gaan en zeggen: "Ik wil het niet. Ik kan het niet begrijpen. Ik geloof het toch niet"? Nee.

105 U zult alles moeten geloven, ongeacht hoe nederig het lijkt. Geloof het hoe dan ook. U zegt: "Wel, ik begrijp het niet." Geloof het toch. Er wordt niet van u verwacht dat u het begrijpt; u wordt verondersteld het te geloven. Geloof het hoe dan ook. Nu, zo is het vandaag met ons gesteld, dezelfde zaak; dat God...

106 Het is hetzelfde als met een leger dat gaat vechten. We hebben spionnen in Engeland. Engeland heeft spionnen hier. De spionnen zitten binnen en buiten en over de hele wereld. Waarom? Ze proberen achter onze militaire geheimen te komen. Als wij een bepaald soort militair geheim uitvinden, dan, zodra zij dat hebben ontdekt, nemen zij datzelfde, of iets om dat te bestrijden. Het is oorlogsvoering.

     De grootste strijd die er gaande is, is een geestelijke strijd.

107 Nu, daar God wist dat dit zou gaan gebeuren, deed Hij voor Zijn kinderen precies hetzelfde als wat de Verenigde Staten voor haar leger doet. We geven een man een helm om te dragen, omdat we weten dat hij die zal gaan gebruiken. We geven hem een spade om zich in te graven. We weten dat het een heel gewicht is, een pak van ongeveer negentig pond op zijn rug. Voor een rekruutje is het beslist een heel karwei om dit te dragen. Maar het leger weet dat ze hem daarin moeten trainen, omdat hij dit nodig zal hebben. Elk deeltje van zijn uitrusting zal hij nodig hebben als hij aan het oorlogsfront komt.

108 En dat is wat wij vandaag behoorden te doen, vrienden. We moeten het hele Woord van God nemen, omdat we het nodig zullen hebben. We moeten ieder woord dat daarin staat gebruiken. Het is ZO SPREEKT DE HERE, en we moeten het volle Evangelie gebruiken, alles ervan. Nu, toen God Zijn gemeente had verschanst, verschanste Hij haar met het beste dat Hij kon vinden, want het zijn Zijn eigen kinderen. En Hij verschanste de gemeente door het Woord, Zijn eigen Woord. Vroeg hun eenvoudig Zijn Woord te geloven, dat was alles wat nodig was.

109 En Satan veroorzaakte door zijn wijsheid dat Eva die barrière verbrak, slechts op één plaats. Satan gaf toe dat ieder deeltje van het Woord juist was, maar hij zei: "Zeker... " Dat was alles wat hij moest weten. "Zeker zul je niet sterven." Nu, dat was de maas in het net. Hij kreeg Eva achter dat Woord vandaan met één kleine twijfel.

110 Dat is precies waar hij de gemeente vandaag krijgt, dezelfde zaak. Precies die ene kleine twijfel brengt u aan deze kant. En nu bestaat er geen manier om ooit te proberen te denken dat God u ooit zal sparen omdat u tot een kerk behoort, tot een organisatie behoort of een groep, of wat het ook is, of een bepaalde sensatie hebt.

111 U zult Zijn Woord moeten geloven en precies daarop handelen. Juist. Daar is... Dat is de enige manier. Dat was Gods programma bij het begin. Dat is Gods programma door het hele leven heen. Dat is Gods programma nu, het is dat de gemeente achter het Woord moet blijven staan. Dat is de enige manier waarop u veilig kunt zijn.

112 Let op Noach in zijn dagen. We hebben er vanmorgen over gesproken. In zijn dagen was het een geweldige intellectuele tijd en de mensen waren knap. En in dat geweldige intellectuele tijdperk van Noach kwam God naar beneden om de uitverkoren mensen te redden.

113 Gelooft u dat God een uitverkoren gemeente heeft? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zeker heeft Hij dat. En Hij komt om die uitverkorenen te redden. De rest van hen is alleen voer voor bombardementen. Maar Hij... maar Hij weet dat er zoveel van hen zullen worden gered, want Hij plaatste hun namen op het levensboek van het Lam voor de grondlegging der wereld. Dat is exact in overeenstemming met de Schrift.

114 En de antichrist in de laatste dagen zal iedereen misleiden van wie de naam niet in dat boek werd opgeschreven voor de grondlegging der wereld. Dat staat in de Bijbel. De antichrist, zo dichtbij, het zal precies als Pinksteren zijn. Zie? Maar het zal degenen misleiden wier namen niet werden geschreven in het boek des levens, voor de grondlegging der wereld toen het Lam werd geslacht.

115 Merk op. Nu zien wij dat Satan, dat geweldige instrument, dat hij de eerste keer slechts in staat was de gemeente te krijgen door hen zijn wereldse wijsheid aan te laten nemen en weg te laten gaan bij het eenvoudige geloof dat God hun had verteld om in Zijn Woord te hebben. Dat was zijn eerste programma; daarin had hij succes. En daar is het waar hij het iedere keer heeft gedaan. O, als we slechts konden zien dat dàt het is. En als hij u achter dat Woord vandaan kan krijgen, is dat alles wat hij heeft te doen. U bent dan... u bevindt zich dan precies in zijn handen.

     Merk op, geloof eenvoudig Zijn Woord, en leef.

116 Nu, voor Eva was dat niet genoeg. Zij moest iets van de wijsheid van de wereld hebben.

117 Dat is de manier waarop wij het vandaag doen. We moeten hoe dan ook iets hebben zoals doctor, Ph.D., LL.D., om ons erover te vertellen. Broeder, als het in tegenspraak is met dit Woord, laat het dan gaan. Het maakt me niet uit of het de paus van Rome is, of dat het de... een bepaalde hiërarchie, of de aartsbisschop van Canterbury. Het maakt me niet uit wie het is. Geloof Gods Woord. En laat ieder ander woord een leugen zijn, als er iets in tegenspraak is met het Woord.

118 Ik heb deze ene zaak ontdekt: leef bij het Woord. Als God een belofte doet, moet Hij bij dat Woord blijven. Als Hij dat Woord niet houdt, dan is het God niet.

119 Nu, op een dag zal God de wereld moeten gaan oordelen op grond van een bepaalde standaard. Nu, als Hij haar gaat oordelen met de standaard (zoals de roomse kerk ons vertelt) van de kerk, welke kerk is het dan? Er zijn ongeveer negenhonderd verschillende organisaties. Welke is het? De Baptisten zeggen dat die van hen de standaard is. De Pinkstermensen zeggen dat het de hunne is. De Katholieken zeggen dat het de hunne is. Wat mij betreft is het niet één van die.

120 Het Woord is de waarheid. "Wie hiervan één woord zal wegnemen, of er één woord aan zal toevoegen, diens deel zal worden weggenomen uit het boek des levens." Ziet u? Het is het Woord van God waardoor God de mens zal oordelen.

121 Tot deze geweldige generatie van Noach daar, toen zij zo knap waren, zond God een boodschapper. En toen Hij dat deed, stuurde Hij nooit een aartsengel. Hij stuurde een boer met een eenvoudige, kleine boodschap, maar het maakte hun iets duidelijk. Nu, denkt u dat ze dat ontvingen? Nee. Omdat het te eenvoudig was. Als het niet zo eenvoudig was geweest, zouden ze het hebben ontvangen. Als het iets geweldig groots was geweest, als je hun had kunnen vertellen hoe ze een piramide moesten bouwen die groter was dan degene die ze al hadden gebouwd, enzovoort, dan hadden ze het misschien ontvangen. Maar Hij zond een eenvoudige man met een boodschap dat het zou gaan regenen. Dat kwam niet overeen met hun wetenschappelijk onderwijs. Waarom? Zij konden de lucht inschieten met een radar of zoiets en bewijzen dat daarboven geen water was.

122 Maar Noach zei: "God heeft gezegd dat daar water is. En als God heeft gezegd dat daar water is, dan, ook al is er daar niets, kan Hij het daar brengen, omdat Hij de Schepper is." Dat is het. Ongeacht wat iemand anders zegt, God heeft het gezegd en God is in staat Zijn Woord te houden. Die eenvoudige kleine boodschap veroordeelde de wereld in zijn dagen en redde zijn eigen familie. Dat is juist. Met een eenvoudig... niets radicaals, maar heel eenvoudig: "Wandel de ark in." Dat was het enige noodzakelijke. "Geloof en wandel naar binnen." God redde de wereld door eenvoud, door Zichzelf in zo'n nederigheid te laten zien. Dat was... Wat was het? God die Zich opnieuw verbergt voor de echt knappe, opgeleide mensen.

123 Iedereen weet dat de mensen voor de zondvloed knapper waren dan wij vandaag zijn, verder gevorderd in wetenschap enzovoort, dan wij vandaag. Wel, zij kunnen daarginds mummies opgraven. En vandaag kunnen wij geen mummies maken. Wij zouden een lichaam op die manier niet kunnen fossiliseren. Zij hadden kleurstoffen waar wij vandaag niet aan kunnen tippen. Zij bouwden piramides en sfinxen enzovoort, die wij niet tot stand zouden kunnen brengen als we dat moesten. We hebben de spullen niet om ze mee te bouwen. We hebben de kracht niet om ze zo hoog te krijgen. Wij zouden het niet kunnen bouwen, maar zij bouwden het. Waarom? Zij waren knapper dan wij.

124 En aan dat fijne, opgeleide, knappe, intelligente ras van mensen, stuurde God een boodschap die zo nederig was, dat het hen helemaal onderuit haalde. Ze weigerden het en verwierpen het. En Gods gerechtigheid vereiste oordeel over degenen die Zijn boodschap verwierpen, en Hij veroordeelde de wereld en deed haar onder de aarde zinken door een vloed. En redde Noach, de rechtvaardige, die geloofde in een eenvoudige, kleine boodschap die God gebruikte. Wat was het? God verborgen in eenvoud. O ja. Jazeker. Zoals zij gewoonlijk altijd doen... Zij geloofden het.

125 Een andere keer toen er een tijd van bevrijding aanstaande was, zond God een eenvoudige man uit een eenvoudige familie. Hij nam helemaal geen goed bekendstaande familie. Van Mozes' familie ontdekken we dat hij slechts een eenvoudig man was, een gewone familie uit de stam van Levi, geloof ik. En Hij haalde hen eruit, deze familie.

126 Hij liet Mozes daar binnengaan en de hoogst opgeleide man van het hele land worden. Hij kon de Egyptenaren wijsheid leren. Uit de geschiedenis weten wij dat hij een militair was. Hij wist hoe de vork in de steel zat, hoe het moest worden gedaan. En God liet hem op die manier getraind worden en bewees dat je het voor God op die manier niet voor elkaar kunt krijgen. Met zijn militair bewind, zijn geweldige verstand en al zijn opleiding, faalde hij bitterlijk en jammerlijk. God liet hem dit doen, liet hem opgeleid en knap worden. Hij had er veertig jaar voor nodig om hem op te leiden en daarna veertig jaar om het uit hem te slaan, voordat Hij hem kon gebruiken. Dat is juist. Dat is juist. Nam hem mee naar de achterkant van de woestijn om al de opleiding die hij had kwijt te raken.

127 O, het enige probleem vandaag is dat wij altijd proberen in te pakken voor de komst. We behoren ons leeg te maken voor de komst. Er moet daar een ruimte zijn. Er moet daar iets zijn, een honger. Wij proberen te overtuigen en te trekken. Dat behoorden we niet te doen. Als iemand hongert naar God, is daar een plaats leeg voor Hem. Dat is alles. Maar tot dan kunnen we God niet in een plaats versmoren. We kunnen hem 'ismen' geven en huiveringen, enzovoort, en vreemde handelingen. Maar dat zal beslist niet werken totdat de man zelf God wil. Jazeker. Dus zijn onze door mensen gemaakte programma's niet goed. Kom in dat van God. Dat is precies juist. Je bij een kerk voegen, handen schudden, manieren van dopen en rituelen en rozenkransjes, enzovoort; nonsens!

128 Het is een geboorte. En God... "Gezegend zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden." Dat is waar. U moet een lege plek hebben. Wat laat een mens hongeren?

129 Wat is de oorzaak dat mensen hier uitgaan en doen op de wijze waarop zij doen? Wat is de oorzaak dat deze vrouwen buiten op straat lopen met deze immorele kleding aan? Wat proberen zij te doen? Zij proberen een honger te stillen. En waar hongeren zij naar? Het komt omdat zij werden geschapen om te hongeren. Maar die honger... Hoe durft enig persoon te proberen deze heilige honger te stillen waarmee God u maakte om te hongeren naar Hem, en te proberen dit te bevredigen met de dingen van de wereld? U hebt geen recht om dat te doen.

130 Hoe durft enig persoon te proberen bingospelletjes en danspartijtjes en dergelijke in de kerk te brengen en soepmaaltijden om uw herder te betalen, een of ander werelds vermaak, en uzelf dan godsdienstig noemen; en dergelijke dingen om die heilige honger te stillen! Terwijl u daar een opperzaal behoorde te hebben waar gebeden wordt voor de doop van de Heilige Geest om die groep mensen te vervullen. U hebt het recht niet.

131 Maar het is te eenvoudig. Het voldoet niet aan uw voorwaarden. Uw opleiding is daar bovenuit gestegen. Ziet u? U bent te knap. U wilt de mensen er in opvoeden. U wilt geen herder die de Heilige Geest kent. U zou hem uit uw preekstoel wegjagen. U wilt dat niet, want hij kan u zijn kaart niet laten zien. Hij kan u niet laten zien van welke school hij komt. Denkt u dat Mozes die kon laten zien? Denkt u dat één van de profeten die kon laten zien? Kon Jezus hem tonen?

132 Ze zeiden: "Welke school? Waar kreeg Hij Zijn opleiding? Waar zou dit vandaan komen?" We hebben geen enkele vermelding van Hem dat Hij ooit een dag in Zijn leven naar school ging.

133 Hoe zit het met Johannes, die oude ruige man met een gezicht als een behaarde rups, die op die manier uit de wildernis vandaan kwam? Zijn vader was een prediker en hij kwam van een school; hij was een priester. We hebben zelfs geen enkele vermelding over hem dat hij ooit naar school ging. Hij trok op negenjarige leeftijd de woestijn in. Waarom? Hij had een belangrijk werk te doen. Waarom volgde hij zijn vader niet op in diens beroep, zoals hun gewoonte was dat hij zou doen? Wel, dat seminarie daarginds zou hem in zoveel gewetensbezwaren hebben gebracht: "Nu, jij weet dat je de Messias moet aankondigen. Nu, je weet dat broeder Jones aan die voorwaarden voldoet."

134 Hij ging de woestijn in en hij wachtte op God, totdat de Here hem vertelde: "Op Wie gij de Geest ziet nederdalen en blijven, Die is het die zal dopen met de Heilige Geest en vuur." Zijn bediening was te belangrijk om een opleiding te krijgen. Dat was het beslist. Hij moest de kracht van God hebben.

135 Nu, als u uw opleiding hebt plùs de kracht van God, wonderbaar, maar plaats die opleiding niet boven de kracht van God. Zie? Inderdaad.

136 Nu ontdekken wij dat Mozes, toen hij daarginds was, dat hij... Veertig jaar had hij zichzelf getraind, terwijl hij van zijn moeder wist dat hij de kinderen Israëls zou gaan bevrijden. Hij was ervan overtuigd, toen hij die Egyptenaar doodsloeg, dat de broeders het zouden begrijpen, maar dat deden ze niet. Dus, met al zijn gemaakte plannen faalde hij, hij faalde jammerlijk. Maar in vijf minuten ginds in de tegenwoordigheid van een brandende braamstruik, plaatste God meer in hem dan het seminarie daarginds in veertig jaar.

137 Nu wil ik één ding toegeven. Als je God leert kennen, een God in nederigheid... Wat met een braamstruik? Wat als Mozes had gezegd: "Nu, wacht eens even, mijn opleiding is erg hoog. Daarom denk ik dat ik daar even heen zal gaan en wat bladeren van die struik probeer te verzamelen om ze ginds mee te nemen naar het laboratorium, om ze te onderzoeken en te zien met welke chemicaliën ze zijn besproeid om te zien... hoe ze in brand kunnen staan en niet verbranden." Kijk, hij zou het geheim nimmer hebben ontdekt. Maar hij liep op moeder natuur toe, trok zijn schoenen uit, knielde neer en begon er tegen te spreken. En het begon tot hem terug te spreken. Dat is de manier.

138 Probeer niet uzelf in iets op te werken. Maar buig u neer voor Jehova God en spreek tot Hem. Hij zal tot u terugspreken. Zo nederig is het. "Vraag, en u zult ontvangen. Klop, en u zal worden opengedaan. Zoek, en gij zult vinden. Vraag, en het zal gegeven worden." Zo eenvoudig is dat.

139 Nu weet ik één ding, dat wanneer u God werkelijk vindt, het maakt dat u eigenaardig handelt. Let op Mozes, de volgende dag erna. Hij was gevlucht uit...

140 Hij was reeds uit Egypte vandaan gevlucht en was daarginds geweest en had Zippora getrouwd en had zijn kleine zoon Gersom. En hier bevond hij zich, hij was de slavernij van zijn volk reeds vergeten. Maar toen God daar aan hem verscheen in de brandende braamstruik, toen had hij de volgende dag Zippora op een muilezel, waar ze schrijlings op zat met een klein kereltje op haar heup. En een witte baard hing neer tot op zijn middel; zijn kale hoofd blonk. En met een stok in zijn hand was hij daar op weg: "Glorie voor God"; zijn ogen keken in de verte.

     "Waar ga je heen, Mozes?"

141 "We gaan naar Egypte om het in te nemen." Een eenmansinvasie.

142 O, het zal u eigenaardig laten handelen, maar dat is in orde. Zolang u maar weet welke kant u opgaat, dan is het in orde.

     "Hoe weet je dat je het zult gaan innemen?"

     "God heeft het gezegd." Dat maakt het vast. Dat maakt het vast: "God heeft het gezegd."

143 "O, je bent tachtig jaar oud! Als je dat had willen doen, had je erheen moeten gaan toen je veertig was."

144 "Maar God zei: 'Ga nu. Dit is de tijd.'" Een eenmansinvasie ging erheen om het te doen.

145 God laat u eigenaardig handelen, zelfs al ziet u eruit als een windvaantje bovenop een gebouw. Maar zolang het God is die dit doet, in orde. Wat maakt het uit? Misschien neemt het iets van de training van de Baptistentheologie uit u vandaan. Zolang het God maar is die het doet; Hij openbaart Zichzelf in eenvoud. Die prediker wist meer over God toen hij van het dak van dat huis afkwam, dan hij leerde gedurende al de jaren dat hij naar school toe ging. Amen. God openbaart Zich in eenvoud en toont Zich in kracht. Amen. Verbergt Zich, vervolgens bewijst Hij Zich. Wil zien hoe eenvoudig u kunt worden; niet hoe knap u kunt worden, maar hoe eenvoudig u kunt worden.

146 God maakt Zichzelf bekend in eenvoud, niet in geleerdheid en slimheid. Dat is van de duivel. Volg de training. Waar kwamen Kaïns kinderen terecht; wat gebeurde er met de zijnen? De kinderen van de duivel, wat gebeurde er met hen? Ze werden allemaal knappe leraars, wetenschappers, enzovoort. Volg de kinderen van Seth: nederig, boeren, schapenfokkers, enzovoort. Wat gebeurde er aan het einde der wereld? Wat gebeurde er aan het einde van de antediluviaanse wereld? Ze gingen allemaal verloren. Ze waren ook godsdienstig. Dat waren ze beslist. Maar, ziet u, God zond Noach, vergaderde de nederigen, de eenvoudigen en nam ze omhoog. En Kaïns kinderen werden vernietigd.

147 Dezelfde zaak is er vandaag, die knappe, slimme... Zie? Dat is de manier waarop Satan Eva verleidde in de hof van Eden. Dat is de manier waarop zijn kinderen voortdurend hebben gehandeld.

148 Kijk naar Moab, die geweldige, fijne organisatie die daar bovenop de heuvel stond. Tjonge, wat een geweldige plaats! Welnu, geen... Ze aanbaden dezelfde God, want zij lieten hun bisschop halen: Bileam. Hij kwam naar ze toe en bouwde zeven altaren, zeven offeranden. Hetzelfde altaar, hetzelfde offer, alles precies hetzelfde als wat Israël deed, die kleine zwerver daarginds. En toen probeerde hij hun broeder te vervloeken, zie, om hem ervan te weerhouden het land door te trekken. Ze wilden daar niet één van deze heilige roller opwekkingen onder hun mensen hebben. Wat gebeurde er? God ging hoe dan ook regelrecht door, omdat hun was beloofd naar het beloofde land te gaan, en niets zou hen tegenhouden. God handelde met hen. God die Zich in eenvoud verbergt; dat is de manier waarop Hij het altijd doet, en gewoonlijk missen zij het.

149 Mozes was een toegewijde dienstknecht van Christus. En God... Bij het brandend braambos wist hij meer over... Mozes wist meer over God toen hij dat brandende braambos verliet dan toen hij ginds in Egypte veertig jaar over Hem had gestudeerd. We weten dat dit waar is.

150 In de dagen van Achab was de wereld in zo'n toestand gekomen en politiek had zo'n rol gespeeld, zoals we daar vanmorgen over spraken, dat tenslotte Achab op het toneel verscheen. Nu, Achab was geen slechte knaap. Hij was slechts een lauwe, teruggevallen Israëliet die zich liet rondleiden door zijn vrouw. Zij was de nek die het hoofd liet draaien.

151 En dat is precies wat we nu hier in deze Verenigde Staten hebben gekregen. Beslist. Ik zeg niet: onze president doet zo en zo. Hij kan een goede man zijn. Maar het is dat oude systeem achter hem dat het doet.

152 Let u daarop. Noteer het. U denkt dat ik hier alleen maar sta en iets zeg waarvan ik niet weet waar ik het over heb. Onthoudt u maar wat ik u heb verteld. Jazeker. Ik begin een oude man te worden. Ik heb niet veel dagen meer over op aarde. Als Jezus lang wegblijft, zal ik spoedig zijn heengegaan. Maar dit zal op de band worden opgenomen en u zult het afspelen en u zult ontdekken dat het juist was. U leeft in de schaduwen. Er is totaal geen hoop meer overgebleven. Nu, onthoud, ik weet dit, een oude man zoals ik, en ik sta hier en weet dat de tijd voortgaat. En u bent... het is afgelopen met u. Het is afgelopen met de natie. Het is met alles afgelopen. Dat is waar. En er rest slechts nog één ding: "Behoed u voor dit boze geslacht", want het is afgelopen met haar. Dat is waar.

153 Achab... Ten tijde dat Izebel binnenkwam liet ze alle vrouwen handelen op haar manier en nadoen, denk ik, wat zij deed. En Achab liet het begaan. En al de predikers werden werelds.

154 Maar in diezelfde tijd deed God een machtig man opstaan. We weten zelfs niet waar hij vandaan kwam. We weten niet wie zijn vader en moeder waren. Hij kwam uit het niets, maar hij ging naar Glorie. We weten niet wie zijn vader en moeder waren, of dat hij ooit een dag naar school ging. Hij was een man van de wildernis. We weten niet hoe hij kwam. Hij verscheen eenvoudig op een vreemde manier op het toneel en verdween op een vreemde manier van het toneel. En hij kwam daar en Hij schudde die generatie door een eenvoudige man.

155 Wat denkt u dat de theologen in die dag van hem dachten? Wel, denkt u dat zij Elia accepteerden? Ze zeiden: "Hij is gestoord." Izebel zei: "Ik haat hem." En iedereen haatte hem. Maar hij had het Woord van de Here voor de redding van de natie. Maar zij wilden het niet geloven.

156 Het was een eenvoudig soort persoon, deze Elia. En hij diende Gods doel zo goed – die eenvoudige geest die in Elia was – dat God hem reeds in drie andere mannen gebruikte en beloofde deze in de laatste dagen opnieuw te gebruiken. Juist, zo eenvoudig dat hij daar gewoon staat en de waarheid vertelt. Hij gebruikte hem in Eliza na hem, gebruikte hem in Johannes de Doper en beloofde hem opnieuw in Maleachi 4: "Om het geloof van de kinderen terug te herstellen tot het geloof van de pinkstervaderen en het oorspronkelijke Evangelie." Hij – Hij beloofde dit en Hij zal het doen. Dat is juist. Die eenvoudige geest; niet knap, niet intelligent.

157 Elia was geen geleerde. Hij was geen wereldwijd bekend figuur. Hij, we weten zelfs niet waar hij vandaan kwam. Maar hij had gewoon genoeg verstand om God te geloven. Eenvoud, dat is het, dat is het soort mensen waar God mee werkt, Zichzelf in verbergt. God verborg Zich in Elia.

158 Zou u zich een man als Mozes kunnen voorstellen, een gewone man die dergelijke dingen deed?

159 Zou u zich kunnen voorstellen dat Elia, een oude ruig uitziende kerel met een lichaam overdekt met haar, en een stuk schapenvacht om zich heen geslagen... Zou u zich kunnen voorstellen dat God zoiets dergelijks zou nemen, terwijl daar priesters stonden en geestelijken met gewaden aan en opgepoetst in hun theologie, net zo glad als ze maar konden zijn? Maar God ging aan ieder van hen voorbij.

160 Dat doet Hij altijd. Vertel me van een keer dat Hij dit ooit deed. Nimmer. Beslist niet. Hij ging aan de hele zaak voorbij, om in een eenvoudige vorm neer te komen. Hij openbaart Zichzelf en werkt in eenvoud, echt eenvoudig, zodat iedereen het zal begrijpen. Dat is wat Hem groot maakt. Hij wordt eenvoudig; vereenvoudigt het.

161 En nu; Hij ging eraan voorbij. Hoewel de wereld in die dag vol was met geweldige geleerden, toch gebruikte Hij niet één van hen. Hij vond een eenvoudig soort kerel. Maar bedenk, dit soort was in dat tijdperk. Maar, ziet u, de geest waarin hij kwam was te simpel voor hun opleiding. Ze hadden het al uitgekiend wat er kon komen. Ze waren zo hoog ontwikkeld dat zij de eenvoud ervan misten, en soms liepen ze er overheen en maakten er grappen over.

162 Het doet me denken aan het oude spreekwoord: "Dwazen lopen met spijkerschoenen waar engelen vrezen te gaan."

163 Een man die ziet dat de werken van God worden gedaan en weet dat het de werken Gods zijn, en dan gaat staan en het de werken van de duivel noemt; Jezus zei dat dit godslastering is. "Als u een woord spreekt tegen Mij, de Zoon des mensen, dan zal het vergeven worden. Maar wie iets spreekt tegen de Heilige Geest, die zal niet vergeven worden, noch in deze wereld, noch in de wereld die komende is." Ziet u? Maar wij lopen met spijkerschoenen waar engelen vrezen te gaan.

164 Wij, wij zijn zo knap. Wij zijn zo beschaafd. Dat, dat is wat er van ons Amerika is geworden. Wij zijn te knap. Wij ontwikkelen ons bij God vandaan. Onze scholen zenden onze predikers uit als kuikens uit een broedmachine.

165 Ik heb altijd medelijden gehad met een kuiken uit een broedmachine. Hij werd uitgebroed onder een kunstmatig licht. En als eerste, weet u, zal hij tjilpen voor een mama, omdat dat zijn natuur is. Maar hij heeft helemaal geen mama. Hij werd door een machine uitgebroed.

166 En ik denk dat dat het is, wat een heleboel van deze graden maakt: een machinaal uitgebroed kuiken, ze tjilpen tegen je en weten niet waar je het over hebt. Dat is juist. Want u hebt een vorm van godzaligheid en ontkent dat Woord, en ontkent dat de Heilige Geest Dezelfde moet zijn als Hij was op de dag dat Hij werd uitgestort op Pinksteren.

     "Ze zeiden dat het slechts voor de discipelen was."

167 Jezus zei: "Gaat in de gehele wereld en predikt het Evangelie tot ieder schepsel. Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Hoe lang? "Tot het einde der wereld en tot ieder schepsel; deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Beslist. Vertel... Ik zal u laten zien waar Hij de kracht aan de gemeente gaf. Toont u mij dan waar Hij het wegnam. Dat staat er niet. Nee.

168 Maar, ziet u, wij worden zo knap, wij ontwikkelen ons daarbij vandaan. We krijgen terminologieën en zaken waar we aan werken. "Wel, dat is redelijk..." Dat is precies hetzelfde. "Wel, nu kijk, we hebben fijne dokters", zeggen we vandaag. "Waarom hebben we Goddelijke genezing nodig?"

169 Kijk naar wat die fijne dokter een tijdje geleden zei. Als hij aan het einde komt van zijn kunnen, dan vertrouwt hij op God. Daar bent u er. Dat is het. Wetenschap is in orde zolang u een boom beklimt. En wanneer u zo hoog komt dat u niet verder kunt komen, stap dan over op de boom van geloof en blijf gewoon doorlopen, zie, omdat daar geen eind aan komt. "Alles is mogelijk voor degenen die geloven." Ja. Ja.

170 Wetenschap is in orde, tot hoever het gaat. Uw vijf zintuigen zijn prima in orde zolang ze in overeenstemming zijn met het Woord. Maar als de vijf zintuigen het Woord veroordelen, ga er dan bij vandaan. Nee, ik zou mijn gevoel niet geloven, ik zou mijn gehoor niet geloven, ik zou mijn gezicht niet geloven, noch iets wat in tegenspraak is met het Woord. Ik zou zeggen dat ik...

171 Enige tijd geleden zei een knaap tegen mij: "Het maakt me niet uit hoeveel van u Pinkstermensen zouden kunnen bewijzen dat ze zijn genezen. Ik geloof er niet in."

172 Ik zei: "Beslist niet. U bent een ongelovige. Het was niet voor ongelovigen. Het is voor gelovigen." Exact. Beslist. Het was niet... Het werd niet aan ongelovigen gezonden. Het werd gezonden aan degenen die geloven.

173 Jezus kwam precies in de tijd van ongeloof. Het stopte Hem nimmer. Hij predikte hoe dan ook gewoon precies door. God werkte hoe dan ook wonderen, in die geweldig geleerde wereld.

174 Wij leven vandaag in een geweldig geleerde wereld, atomen worden gesplitst, bommen gemaakt, enzovoort, en we vliegen naar de maan, en er zijn astronauten en van alles rondom de aarde. Dat is waar. Wij doen dat. Dat is fijn.

175 Maar toch zijn er nog mensen die geloven dat deze doop van de Heilige Geest precies hetzelfde is als altijd. Ze kunnen het niet uitleggen maar ze weten dat ze het gekregen hebben. Dat is gewoon het enige wat het is. U hoeft het niet te verklaren, zolang u het maar hebt. Amen.

176 Amen betekent "zo zij het". Ik beaam mezelf niet. Maar ik wil alleen maar... Ik houd van het Woord. Zo zij het! Ik weet dat het de waarheid is.

177 God maakt Zichzelf zo eenvoudig dat Hij regelrecht over hun hoofd heengaat. De wijzen zijn zo knap, die kleine onbeduidende hersenen, weet u. Ze hebben het helemaal uitgekiend. Je kunt ze er niets meer over vertellen. De wereld kan niet opkomen, de zon kan niet schijnen, de wereld kan niet draaien zonder hun kennis erover, ziet u. Maar God beweegt eenvoudig recht over hun hoofd heen en laat ze gewoon daar zitten. Dat is precies de manier waarop Hij het altijd heeft gedaan. Jazeker.

178 Gedurende de hele weg vanaf de hof van Eden was er van de Messias geprofeteerd dat Hij komen zou. "Uw zaad zal de kop van de slang vermorzelen en zijn kop zal de hiel verbrijzelen." O my! Dat werd verteld. De profeten voorzagen Hem en zij vertelden precies wat Hij zou zijn, waar Hij geboren zou worden, hoe Hij geboren zou worden, wat voor werk Hij zou doen, wat Zijn Messiaanse teken zou zijn. De Schrift brengt het er helemaal doorheen naar voren.

179 Maar de theologen hadden het helemaal op hun wijze uitgekiend, en ze misten Hem op honderden kilometers. Maar Hij kwam nimmer in tegenspraak met het Woord. Hij kwam in overeenstemming met het Woord. Maar waarom ontvingen zij Hem niet? Omdat Hij niet kwam op de manier waarop zij dachten dat Hij moest komen. Op precies dezelfde manier misten zij Noach. Op die manier misten zij Mozes. Op die manier misten zij het gedurende al de tijdperken.

180 Ze falen de eenvoud van God te zien als Hij iets doet. Ziet u? God verbergt Zich daar. En Hij gaat eenvoudig over het hoofd van de wijzen en verstandigen heen omdat Hij zo groot is. Ziet u? Zoals wanneer je twee voorwerpen neemt die zo naar elkaar toekomen, en wanneer zij elkaar passeren... Begrijpt u wat ik bedoel? Dat is de manier waarop God het kan doen. Hij kan zo eenvoudig zijn, dat Hij zo ver bij iemand vandaan kan gaan, dat zij zelfs niet meer kunnen ontdekken waar Hij is. Amen. Daar houd ik van. Ik ben blij dat Hij het op die manier maakte, omdat ik het dan kan aanvaarden. Want als er geleerdheid voor nodig was, dan zou ik niet weten wat ik er mee moest doen. Maar Hij maakte het zo eenvoudig dat mensen zoals ik het zouden kunnen begrijpen, of het geloven. Dus daar ben ik zo dankbaar voor.

181 Nu, van de Messias werd verteld hoe Hij zou komen, waar Hij geboren zou worden, wat Hij zou doen, hoe Zijn bediening zou zijn en op welke tijd Hij zou arriveren. Maar op de tijd dat Hij arriveerde, hadden deze predikers en de geestelijken van die dag zoveel tradities, en zij dachten dat ze precies wisten hoe Hij zou komen. En de Farizeeërs zeiden: "Als Hij ooit komt, zal Hij een Farizeeër zijn." De Sadduceeërs zeiden: "Onzin; niet bij dat stel vol eigengerechtigheid. Hij zal een Sadduceeër zijn." Maar toen Hij kwam was Hij geen van beiden. Hij vroeg nimmer naar hun... God hoefde niet te vragen om hun... een deel van hun wijsheid, hoe Hij Zijn Zoon moest zenden.

182 Hij zond Hem op de manier zoals Hij had gezegd dat Hij het zou doen. Hij kwam overeenkomstig... En Hij bracht... En als je zou spreken over hun Messias die werd aangekondigd in een stal, boven een mesthoop in een koeienstal; zou dan een beschaafde groep Farizeeërs, vol van eigengerechtigheid, hoogdravende huichelaars, zoiets verwachten, dat hun Messias in een stal zou komen? Wel, wat was het? Het was Jehova, kleine Jehova huilend als een baby. Konden zij verwachten dat deze vreselijke Jehova Die vanaf de berg Sinaï donderde, Die de berg in vuur zette, Die de Rode Zee opende, een Baby werd in een stal? O, dat... hun theologie kon dat niet verwerken. Nee, inderdaad, niet hun Messias.

183 Ze zeiden: "Als God de Messias zendt, dan zal Hij ongetwijfeld de gangen van de hemel naar omlaag laten komen. Hij zal een erewacht van tien miljoen engelen naar beneden laten komen. Hij zal rechtstreeks naar de tempel komen die Mozes voor ons heeft achtergelaten, of die Salomo hier voor ons heeft gebouwd. En Hij zal rechtstreeks hier naar deze tempel komen en precies hier zal Hij ons aannemen. En onze hogepriester die we hebben gekozen, ons hoofd, onze vertegenwoordiger van de staat, of wat hij ook is, Hij zal naar hem toekomen en zeggen: 'Ik ben gearriveerd. Hier ben Ik. Ik ben het. Ik ben de Messias. Herkent u Mij niet? Kijk, de galerij zal naar beneden komen. Ik kom uit de hemel.'" Op die manier hadden ze het uitgedacht.

184 Maar toen Hij kwam, was Hij in een stal, geboren uit een moeder die... en een vader die... met een buitenechtelijke achtergrond – zo leek het – zoals zij dachten; gewikkeld in doeken, die, zoals mij werd verteld, van het juk van een os waren; zo arm. De God Die de hemelen en aarde schiep en alles had gemaakt door Christus Jezus; en hier was de waarachtige Schepper, God, Die deze hemelen en aarde had gemaakt, liggende in een stal op een hoop stro dat Hij Zelf had geschapen. De Schepper van hemelen en aarde vernederde Zich om de laagste te worden. De Hoogste werd de laagste, dat is wat Hem God maakte. Dat was wat Hem maakte wat Hij was. Kijk, Hij vernederde Zich. De mens zou dat niet kunnen doen.

185 Je kunt een man naar voren schuiven, geeft hem een duwtje in de organisatie, broeder, je kunt niet meer bij hem komen. Dat is alles wat er mee is. Hij is gewoon de man! Hij is opgeblazen als een kikker die schroot heeft gegeten. Je kunt helemaal niets... je kunt helemaal niets met hem beginnen. Maar, maar, ziet u...

186 Maar God kan Zich vernederen omdat Hij zo groot is. Hij is meerder dan wat wij groot noemen. Hij bevindt Zich aan de andere kant. En Hij is zo groot dat Hij Zichzelf nederig kan maken. "Ik dank U, Vader van hemelen en aarde, dat Gij deze dingen hebt verborgen voor de wijzen en verstandigen." Zoals ik zei, wij kunnen een atoom splitsen maar niet het leven in een grassprietje verklaren. Ziet u? Wij lopen er overheen. Precies over datgene wat God verklaart, daar lopen wij overheen.

187 Dat is hetzelfde als wat wij vandaag doen. Jazeker. Lopen hier overheen, wat God in lettervorm is, dat is juist, en nemen de leerstelling of het dogma van een mens aan in plaats van dit. U verkoopt uw geboorterechten voor een pan met soep, voor populariteit, voor een kerk die u kort haar en korte broeken laat dragen, en u naar drankfestijnen laat gaan en dergelijke dingen; en dan noemt u zich een Christen? Schaamt u zich. Juist.

188 Niet om u uit te schelden; maar vanwege Goddelijk respect en liefde. Dat is waar. Ga bij dergelijke dingen vandaan. Kom terug tot God en Zijn Bijbel. Kom terug naar de Evangeliewaarheid. Ja. Laat u zich door een bepaalde organisatie inpakken om weg te gaan bij de dingen van God? Doet u dat nooit. Kom terug naar Gods eenvoudige manier. Val slechts op uw knieën en zeg: "Here God, het maakt me niet uit hoe U het aan mij geeft, maar ik ben er nu klaar voor." Let op wat er gebeurt. Wees er oprecht over.

189 Hij is meer bezorgd om het aan u te geven dan u bent om het te ontvangen. U hoeft niet te wachten en te wachten en te wachten. Zoiets is er niet. "Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op hen die het hoorden." Juist. Het probleem is dat wij het niet genoeg willen. Wij willen niet... Wij willen onszelf niet vernederen. Dat is juist.

190 Enige tijd geleden predikte ik hier, en daar was een dame die heel blij werd en ze begon te juichen. Er was een jongen die honkbal speelt in de stad. Hij zei: "Billy, ik stond buiten. Ik kon niet binnenkomen." Hij zei: "Ik genoot van je boodschap totdat die vrouw begon te huilen en zo tekeer ging." Hij zei: "Toen begonnen al die mensen te schreeuwen en tekeer te gaan." Hij zei: "Ik kreeg er koude rillingen van over mijn rug."

     "O," zei ik, "geloofde je daar niet in?"

     Hij zei: "Nee."

191 Ik zei: "Als zij het niet zouden doen, zou het maken dat ik koude rillingen over mijn rug kreeg." Zie? Ik zei: "Ik zou niet weten waar ik stond te praten, waar ik het over had." Zie?

192 Dus toen zei hij... Hij was een honkbalfan. En ik veranderde... Hij zei: "Wel, wie ter wereld heeft ooit zoiets gehoord?" Behoorde tot dezelfde georganiseerde kerk waar ik uitgekomen ben. En hij zei: "Welnu, je boodschap was in orde, waar je over sprak. Maar wie kon je nog verstaan?"

193 Ik zei: "Het ging er niet om wat men 'hoorde'. De Heilige Geest was daar. Hij nam het over." Zie? Ik zei: "Voor mij is het tijd om mijn mond te houden als Hij komt, zie je, en Hij kwam onder de mensen."

194 Hij zei: "Ha-ha-ha, Billy," zei, "je bent gewoon een fanaticus. Dat is alles."

195 Ik zei: "Wel, misschien ben ik dat wel." Ik zei: "Als ik dat ben, dan ben ik een van de gelukkigste fanatici die je ooit hebt gezien." Zie? En ik zei: "Ik..."

     Hij zei: "Wel, ik wil je wat vertellen." Ik begon tot hem te spreken.

196 Ik zei: "Zeg!" (En het honkbalveld is niet zover van het huis.) Ik zei: "Wat ter wereld vond daar gisteravond plaats?"

197 Hij zei: "Dat had je moeten zien!" Zei: "Ken je Charles Nolan? Ik vertel je! Drie mannen op het honk!" En hij werd helemaal opgewonden.

198 Ik zei: "Wel, jullie stel onheilige rollers, ik heb nog nooit in mijn leven zo'n herrie gehoord." Ik zei: "Als ik daar was geweest, zou ik er niet veel over gezegd hebben. Ik zou gewoon hebben staan kijken."

     Hij zei: "Jij, nu, jij geeft niet veel om honkbal."

199 Ik zei: "Zeker niet." Ik zei: "Ik geef niets om honkbal, daarom ben ik er niet in geïnteresseerd." Ik zei: "Als ik erin geïnteresseerd zou zijn, dan zou ik precies zoals jij hebben gedaan. En als jij geïnteresseerd zou zijn in mijn God en de komst van de Here Jezus, en de kracht van God, dan zou jij op dezelfde manier handelen als de Heilige Geest het gebouw binnenkomt."

200 Het hangt er vanaf welk soort geest er in u is, waar u zich op voedt. Uw leven voedt zich op iets. En ik zei: "Wees geen gier die de dode karkassen eet van het oude verrotte vlees van de aarde. Voed u met de hemelse dingen, het Woord van God. Jezus zei: 'De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond Gods voortkomt.'" Voed u met Zijn Woord. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

201 Daarom toen Jezus kwam, hadden ze het zo uitgekiend dat Hij heel groot zou zijn. Ze konden niet zien hoe een dergelijk groot Persoon ooit in een stal geboren kon worden. Ze konden niet zien hoe een dergelijk groot Persoon ooit zo eenvoudig kon zijn.

202 Vandaag is dat hetzelfde. De mensen denken dat religie, christelijke religie, een heel grote kerk moet hebben, een heel groot gebouw, een heel groot pijporgel van een miljoen dollar en fijne fluwelen kerkbanken.

203 Bent u wel eens in Ierland geweest? Hebt u wel eens gelet op Sint Patrick, die u, Katholieken, een Katholiek noemt? Hij was het ongeveer net zozeer als ik het ben. Dus, bent u er wel eens geweest? Hij wilde zelfs niet dat er een crucifix in zijn plaats hing. Hij protesteerde tegen de Katholieke kerk zo hard als hij kon. Hij wilde zelfs niet dat de mensen gingen zitten. Hij liet ze hurken op een stuk van een oude plank, geen plank maar een rots die in het gebouw lag. Zijn gebouw staat er nog. Hij onderwees hun de doop van de Heilige Geest. Sint Franciscus en Sint...

204 Deze grote vroegere hervormers en mannen in deze vroegere dagen, hoe zij de doop van de Heilige Geest onderwezen! Hoe Sint Martinus, Irenaeüs, deze grote mannen, de doop van de Heilige Geest onderwezen! Zij wilden niet dat hun mensen het comfortabel hadden en rondom in de pluche zaten en dergelijke dingen die wij vandaag doen. En toch noemen wij dat een voorspoedige gemeente. Soms noemen mensen voorspoed religie.

205 In Californië werd gezegd, dat een man niet geestelijk is, als hij niet de bezitter kan zijn van drie Cadillacs. Mijn mening is dat dat het moment is waarop hij bij God vandaan gaat. Dat is juist. De Pinksterkerk vandaag handelt beslist anders dan de vroegere Pinkstergemeente.

206 Ik sprak daar eens voor de Christen Zakenlieden. Ik weet niet waarom ze mij ooit terug lieten komen. Ik vermoed omdat zij van me hielden. Maar ik weet niet...

207 Ik vertel ze gewoon wat ik weet dat de Here zegt. Ik zeg het niet om bijdehand te zijn. Als ik dat doe, heb ik van node om daar bij het altaar te zijn. Ik zeg het omdat ik van hen houd. Ik respecteer hen.

208 Op een zekere avond waren ze daar voor de zakenlui van de wereld aan het getuigen hoeveel Cadillacs ze hadden en hoe het met hun kleine zaken ging. Ik zei: "Die mannen willen dat niet. Vertel hun over de nederigheid van Christus." Ik zei: "U bent zo heel anders dan de vroegere Pinkstergemeente. Zij verkochten alles wat ze hadden en gaven het aan de armen en gingen op weg om het Evangelie te prediken." Ik zei: "U mensen probeert te vertellen hoe voorspoedig u bent en hoeveel u hebt." Niet hoeveel u hebt; van hoeveel u kunt afkomen!

209 Ik dacht dat die knaap gisteravond over hetzelfde sprak. Een zekere kleine Pinksterbroeder van Chicago stond op. Hij zei: "Broeder Branham, ik zou daar graag iets op willen zeggen."

     Ik zei: "Zeg het maar."

     En hij zei: "Daar is het waar de gemeente de fout inging."

     Ik zei: "De Heilige Geest maakt een fout? Dat kan Hij niet."

210 Hij zei: "Daar wel. Kijk, toen de vervolging inzette, hadden ze geen enkel huis om naartoe te gaan."

211 Ik zei: "Precies de wil van God. Toen gingen ze overal naartoe en verspreidden het Evangelie, omdat ze geen andere plaats hadden om naartoe te gaan." U kunt God niet verslaan. Beslist niet. God verkocht eenvoudig alles onder hen vandaan zodat ze geen plaats hadden om naartoe te gaan, en ze gingen overal heen en predikten; de enige manier waarop God ze ertoe kon krijgen te gaan.

212 Maar vandaag houden we ervan om neer te ploffen, weet u, en we zitten comfortabel. En als de herder iets zegt wat ons niet aanstaat bij de "Assemblies", dan verhuizen we naar de "Oneness". Als hij iets zegt wat ons niet aanstaat, dan verbinden we ons uiteindelijk met de Baptisten of Presbyterianen, of ergens waar we alles kunnen doen wat we willen. Dat is wat... Dat zijn wij. En onszelf dan "Christenen" noemen? U wilt iets...

213 U stemt op uw voorganger, velen van u in uw kerk. En als u dat doet, wilt u de hoogst opgeleide geleerde, zodat u aan de buren kunt vertellen: "Onze voorganger heeft een doctorstitel, onze doctor Die-en-die." O my! U raakt... u raakt bij God vandaan. U...

214 God openbaart Zich in eenvoud. Luister. Dat was teveel voor die hooggeleerde, opgeleide, geleerde mensen van die dagen. God Die Zich in eenvoud verbergt in een kleine Baby.

215 Let erop toen zij Hem kruisigden, oh, dat trof doel. Deze middag, negentienhonderd jaar geleden, kruisigden zij de Prins des levens. Terwijl deze hogepriesters, die zich hadden verbaasd toen zij Hem de wonderen zagen doen die Hij deed, en wisten dat Hij hun organisaties veroordeelde... Hij had ze neergehaald. Hij trok de huid van ze af. En Hij vertelde hun, dat ze niets anders dan een troep duivels waren en zich moesten bekeren. En zij...

216 "God is bij machte uit deze stenen", zei Johannes, "kinderen voor Abraham te verwekken. Denk niet dat u Gods kinderen bent omdat u als Jood geboren bent. En zoals Mo-..." Hij zei, noemde hen daar "slangen in het gras", en van alles.

217 En toen Hij daar aan het kruis hing, zeiden ze: "Nu, als U de Zoon van God bent, als U de Zoon van God bent, waarom komt U dan niet van het kruis af, dan zullen we U geloven." Zie? Dezelfde zaak. Want als ze eraan konden denken dat deze Man een wonder deed, konden ze dat niet ontkennen. Maar om Hem daar te zien staan, de God van de schepping!

218 Nu weet ik dat deze moderne trend van vandaag probeert een ander persoon van Hem te maken. Maar Hij was geen ander persoon dan God Zelf. Dat is juist. Vandaag beweert de moderne trend: "Hij was een groot leraar. Hij was... Hij was een profeet." Hij was een groot leraar en Hij was een profeet. Maar Hij was meer dan een leraar. Hij was meer dan een profeet. Hij was God, niets minder dan God.

219 "God was in Christus, de wereld met Zichzelf verzoenende." Jezus zei: "Ik ben het niet Die deze dingen doet. Het is Mijn Vader en Hij woont in Mij. Het is de Vader in Mij." Hij was God gemanifesteerd in vlees.

220 Een vrouw van "Christelijke Wetenschap" was... Excuseer mij, ik was nu niet van plan die naam te noemen. Het spijt me dat ik dat heb gezegd. Maar ze zei tegen mij, ze zei: "Meneer Branham, ik waardeer wat u zegt, maar", zei ze, "u schept teveel op over Jezus."

221 Ik zei: "Dank u. Als dat alles is wat ik doe, wat zo erg is," zei ik, "dan zal ik zeker naar de hemel gaan." Ik zei: "Ik wenste dat ik ongeveer een miljoen meer talen had waarmee ik over Hem kon opscheppen."

222 Ze zei: "Wel, u maakt Hem iets wat Hij niet is."

     Ik zei: "Hij is alles voor mij."

223 En ze zei: "Welnu, ik kan u bewijzen... U maakt Hem God."

224 Ik zei: "Hij was God. Als Hij God niet was, is Hij de grootste misleider die de wereld ooit heeft gehad." Ik zei: "Hij was God. Hij komt niets aan God tekort."

225 Zijn eigen bloed was God. We zijn gered door "het bloed van God". Hij was noch Jood, noch was Hij heiden.

226 De mannelijke zaadkiem produceert de hemoglobine. De dokter weet dat. Een kip kan een ei leggen, maar als ze niet bij de haan is geweest, zal het niet uitkomen. Het is niet bevrucht. Dat is juist. Zie? Het moet... De bloedcel komt van het mannelijke geslacht.

227 En in dit geval was Jehova God een man. Hij schiep een bloedcel in Maria.

228 En u Katholieken noemt haar "de moeder van God". Hoe zou zij een moeder van God kunnen zijn terwijl God oneindig en eeuwig is? Ze was helemaal geen moeder van God. Ze was een broedmachine die God gebruikte om Zijn Zoon hier te brengen. Beslist.

229 Maar om te zeggen: "Zij was het ei." Beslist niet. Als zij het had gehad, zou ze een sensatie gehad moeten hebben; kijk dan wat u God maakt.

230 Hij was absoluut de geschapen God; God van de schepping werd geschapen in de vorm van een Man. Dat is absoluut juist. En toen Hij dat deed...

231 Ze zei: "Wel, ik kan u door uw eigen Bijbel bewijzen dat Hij niets anders was dan een man."

     Ik zei: "Doe het."

232 En ze zei: "Toen Hij in Johannes 11 heenging om Lazarus op te wekken." En ze zei: "Toen Hij er heenging 'weende Hij', staat er in de Bijbel." En ze zei: "Dat laat zien dat Hij wel sterfelijk moest zijn, anders had Hij niet kunnen huilen."

233 Ik zei: "Dat argument is dunner dan de soep die gemaakt is van de schaduw van een kuiken dat de hongerdood is gestorven." Ik zei: "Probeer mij dat niet te vertellen."

234 Ik zei: "Ik wil u iets vertellen. Toen Hij daar naar de graftombe ging, dat is waar, toen huilde Hij. Hij was een Man die huilde. Maar toen Hij Zijn kleine, tengere lichaam oprichtte en zei: 'Lazarus, kom eruit!', en een man die vier dagen dood was geweest opstond en tot leven kwam, toen was dat meer dan een Man; Die de doden kon roepen. Dat was God in Zijn Zoon." Exact de waarheid.

235 Het was waar, toen Hij die avond van de berg afkwam, hongerig, zoekend om iets te eten, keek Hij naar die boom en kon niets vinden om te eten en Hij vervloekte de boom. Dat was God, hongerig. Maar toen Hij vijf koeken nam en twee stukjes vis en er vijfduizend mee voedde, was dat de Schepper, God in Zijn Zoon. Hij was een...

236 Hij was een Man Die daar die nacht achterop dat schip lag, toen tienduizend duivels van de zee zwoeren dat ze Hem zouden verdrinken. Dat kleine oude schip danste daar op en neer als een flessenkurk. Hij was een Man Die daar lag te slapen. Er was kracht van Hem uitgegaan. Maar toen Hij Zijn voet op de reling van de boot zette en omhoog keek en zei: "Rustig, wees stil", en de winden en de golven Hem gehoorzaamden, toen was dat meer dan een Man. Dat was God Die door Hem heen sprak. Hij was een God-Man.

237 Zij konden het niet zien. En aan het kruis, zeiden ze: "Indien Gij de Zoon van God zijt, red Uzelf." Dat zei de dief tegen Hem. "En indien Gij de Messias zijt, kom dan van het kruis af. Laat het ons zien. Als U de Koning der Joden bent, als U Diegene bent Die zou... kom dan naar beneden en bewijs het aan ons." Kijk, dat zou autoriteit tonen zijn geweest.

238 God was Zich aan het vernederen in eenvoud, nam de vorm aan van dood. God, de hoogste vorm van leven, werd de laagste, een vervloekt leven, een zondaar, om te sterven, om wederopstanding voort te brengen. O my! God Die Zich in de dood verbergt om Zichzelf te tonen in de wederopstanding. God, de hoogste vorm, eeuwig leven, Die een man maakte, een lichaam voor Zichzelf om in te wonen, werd de laagste in het leven, een menselijk wezen, vervloekt door God. En nam de vloek op Zichzelf, en stierf; verborg Zichzelf voor deze knappe geleerden.

239 Toen de duivel Hem daar naartoe had gebracht, deden ze een lap rondom Zijn ogen en sloegen Hem bovenop Zijn hoofd en zeiden: "Nu, wij, ze zeggen mij dat U een profeet bent. Profeteer nu en vertel ons wie U sloeg. Dan zullen we U geloven." En ze gaven de stok aan elkaar door. Hij opende Zijn mond niet eens. Terwijl ze Hem in het gezicht spuwden, rukten ze handenvol haar uit Zijn baard en zeiden: "O, als dat..." De duivel zei: "Als dat God is, hebben we Hem. Dat is alles." O, kijk daar toch eens naar Hem. Hij was God. Terwijl Hij daar omhoog liep...

240 Laten we onze camera nemen en deze richten op die donkere middag, deze middag negentienhonderd jaar geleden. Kijk naar Hem als Hij de heuvel opgaat. Ik hoor gebonk. Wat is dat? Het is een oud ruw kruis dat de heuvel omhoogkomt. Het sleept door de bloedige voetsporen van de Drager, terwijl het over deze rotsen bonkt, terwijl het door de straat gaat.

241 Ik zie dat er overal op Zijn rug kleine vlekjes komen, overal op dat kleed zonder zoom. De God van de schepping draagt het kruis dat Hij schiep. Daar begint Immanuëls bloed zichtbaar te worden in vlekken op Zijn rug. Terwijl Hij de heuvel opgaat, beginnen deze vlekken groter en groter te worden. Plotseling vloeien ze allemaal ineen tot één grote natte plas bloed. En het begint te spatten tegen Zijn kleine, nederige, zwakke benen. Wat was het? Zijn schouder zakte in, Zijn menselijke kracht. Wat was dat? God, God Die Zich in eenvoud verborg. Dat was God Die dat kruis droeg.

242 Hier gaat Hij strompelend de heuvel op, daar stroomt het bloed uit Hem. Hij viel. Simon raapte het kruis op om Hem erbij te helpen.

243 Terwijl Hij de heuvel opgaat, zei de duivel: "Weet je wat?" Hij zei: "Nu weet ik dat Hij God niet is. Ik weet dat Hij het niet is. Dat zou Hij nooit doen. Nu heb ik Hem. Ik heb ieder mens overwonnen. Ik heb Hem. Daarom weet ik dat Hij God niet is."

244 Dus toen stuurde hij de doodsbij om Hem te steken; en terwijl de bij rond Hem heen begon te zoemen... u weet dat bijen, insecten, een angel hebben. En de dood heeft een angel. Maar, weet u, als een insect ooit diep steekt, dan trekt hij zijn angel eruit. Dus als hij zich eenmaal in een man verankerde, een gewone man... als Hij slechts een gewone man was geweest, een profeet... Hij had al heel wat profeten gestoken en zij stierven. Maar toen hij Deze stak, toen verloor hij zijn angel. Daarna had hij geen angel meer. God; hij verankerde zijn vlees in Immanuël, en Hij trok de angel uit de dood.

245 Enige jaren later toen zij één van Zijn apostelen zouden gaan doden, de grote heilige, Paulus, toen riep hij het uit en zei: "O dood, waar is uw angel? Graf, waar is uw overwinning? Maar geprezen zij God Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus." Beslist.

     Wat was het? God vernederde Zich. Oh!

246 Toen de mens zondigde, stak hij een grote kloof over die tussen hem en God werd geplaatst, en er was geen enkele weg terug. En toen nam God een vervangingsmiddel, offerde een vervangingsmiddel en aanvaardde dat. Als de mens dan dit vervangingsmiddel voor zijn plaats zou accepteren, dan kon hij terugkomen in gemeenschap met God, zoals ik aan het begin zei. En toen gingen de mensen gedurende jaren verder met het bloed van geiten, schapen en dieren. Zij konden de zonde nimmer wegnemen. Het bedekte de zonde slechts.

247 Maar wat gebeurde er toen? Wat gebeurde er? Op een dag kwam er iets dat zonde kon vergeven, het bloed van Zijn eigen Zoon. En Hij vergaf zonde.

248 Nu, hier niet lang geleden... Nu, ik weet het niet... Er zouden hier wetenschappers kunnen zitten. Ik ga een opmerking maken. Ik zal het gewoon iets noemen. Het betekent dat helemaal niet. Maar wat ik wil zeggen, vroeger... Laten we een klein eenvoudig druppeltje inkt nemen. God kan Zichzelf daarin verbergen. Zie? Als het een druppel inkt is, moest het iets zijn voordat het een inktdruppel was. Laten we zien wat dat is.

249 In de eerste plaats is het een druppel inkt. Wat is dat? Het zijn chemicaliën. We ontleden het. Waar kwam het vandaan? "Wel," zegt u, "dan, van... het is water." Dat is H2O, een formule. Dat is er een deel van.

250 Dan zit er een chemische stof in van kleur. Waar kwam de kleur vandaan? Nu, er bestaat slechts één oorspronkelijke kleur en dat is wit. Dat weten wij. Alle andere kleuren zijn gemaakt vanuit wit. Dus dan is de vraag, hoe kwam het daar? Waar is dit ooit vandaan gekomen?

251 Laten we nu teruggaan. Het eerste wat u zegt is: "Wel, het wordt een zuur."

252 Wat wordt het vanaf het zuur? Het volgende waar het vanaf komt, wel, u zegt: "Het komt van een licht." Wat is licht? Het komt tot zoveel moleculen.

253 Laten we nu zeggen dat molecule één, molecule vier en molecule acht bij elkaar komen en atoom één, keer atoom vier, keer atoom zes maken. Nu, als het atoom vier keer atoom vijf zou zijn, dan zou het wit zijn geweest. Het was echter zes. Wat heeft dat bepaald? Hoe krijg ik de chemicaliën bij elkaar om die kleur te krijgen, zwarte inkt? Ziet u? In orde.

254 Het werd allemaal gevormd. Waar kwam het dan vandaan? Het moest ergens anders vandaan komen. Het moest van een Schepper vandaan komen, omdat het een schepping is. Een schepping moet van een Schepper vandaan komen.

255 Dus dan wordt het inkt. Het was voor een doel. Het kan uw kwijtschelding schrijven, kan Johannes 3:16 schrijven en uw ziel redden. En dan kan het ook uw veroordeling schrijven en u naar de dodencel zenden. Het is hier voor een doel.

256 Nu, al deze jaren is het geworden wat het is, door iets voorbestemd om te worden gemaakt tot wat het is. Nu, hoe zult u het daar ooit in terug kunnen veranderen?

257 Ze hebben iets gemaakt dat ze bleekwater noemen. U vrouwen gebruikt het, chloor. Nu heb ik hier een teil met chloor staan en ik laat die druppel inkt in die emmer met chloor vallen. Vind nu uw kleur. Wat is er mee gebeurd? Wat gebeurde er? Het eerste wat er gebeurde is dat het het water raakte, de chloor raakte. Deze chemische stof was zo sterk dat het alles afbrak. Je kunt er geen wolkje meer van zien, of iets anders. Het is weg. Het zal er ook nooit meer zijn, omdat het is teruggekeerd naar de oorspronkelijke staat waar het vandaan gekomen is.

258 En dat is nu exact wat het bloed van Jezus Christus doet met zonde. Het bloed van Jezus Christus! Belijd uw zonden op het bloed van Jezus Christus. Het neemt weg. Het werpt het in de zee van vergetelheid om niet meer, nimmermeer, tegen u in herinnering gebracht te worden.

259 Nu, waar staat de gemeente vandaag, broeders, als wij werden geboren om zonen van God te zijn?

260 En Jezus Zelf zei: "Terwijl uw eigen wet zei dat u 'goden' bent, amateur goden met heerschappij over de aarde..." Hij zei: "Als zij degenen 'goden' noemen, tot wie het Woord van God kwam", wat de profeten zijn. Het Woord van de Here komt tot de profeet. "En als u hen 'goden' noemt, hoe kunt u Mij dan veroordelen," zei Hij, "als Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?"

261 Nu, als het bloed van stieren en geiten aan Mozes een kracht kon geven om daar heen te gaan, door de opdracht van God, en die staf op te heffen en te zeggen: "Laat er vliegen komen." Hij had het Woord van God en hij sprak dat Woord. En toen hij dat deed, kwam het voort uit Gods gedachten. Een woord is een uitgedrukte gedachte. En dus, toen God het dacht en het in Mozes' gedachten plaatste, en hij dit sprak, toen werd het een Woord. En Mozes keerde zich om en liep weg; misschien was er geen vlieg in het land. Binnen een uur vanaf toen begon er misschien één oude groene vlieg rond te zoemen. Binnen een half uur waren het er tien pond per vierkante meter. Wat was het? Het scheppende Woord van God dat werd gesproken door de lippen van een sterfelijk mens.

262 God gebruikt mensen. God had de zon kunnen gebruiken om het Evangelie te prediken. God had de wind kunnen gebruiken om het Evangelie te prediken. Maar God koos mensen om het Evangelie te prediken.

263 Wat is er vandaag met de kerk aan de hand? Er is iets verkeerd. Mijn mening is dat we niet komen met die oprechtheid voor de goede zaak. Want als God dat kon doen door het bloed van stieren, geiten en stieren, wat zonde alleen maar bedekte en een verzoening maakte voor de zondaar (maar de zonde was daar nog steeds, het bedekte het alleen maar), wat kan Hij dan doen door het bloed van Zijn Zoon dat zonde vergeeft? En God heeft het niet gefabriceerd, maar Hij schiep een bloed dat alle zonden wegneemt.

264 En Markus 11:24: "Als u tot deze berg zou zeggen: 'Word opgeheven' en u twijfelt niet in uw hart, maar gelooft dat wat u hebt gezegd zal komen te geschieden, dan kunt u hebben wat u hebt gezegd." Hoe staat het met de Pinksterkerk vandaag? Amen. U beseft niet dat beleden, echt beleden zonden, zonden vergeeft. Als er geen vergeving bij zou zijn... Het bouwt een brug over deze kloof, die de mens terugbrengt in de tegenwoordigheid van zijn Schepper en hem een zoon van God maakt. Amen. "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Amen. Daar bent u er. "Voorwaar zeg Ik u, als u tot deze berg zegt: 'Word opgeheven' en u twijfelt niet in uw hart, maar gelooft dat wat u hebt gezegd zal gebeuren, dan kunt u hebben wat u hebt gezegd." Glorie voor God. Het is mijn God Die Zich in nederigheid openbaart. Ziet u?

265 God neemt een nederige zondaar en reinigt hem door Zijn bloed, en laat die beleden zonden in deze chloor vallen van het bloed van Gods Zoon, en plaatst dan Zijn eigen leven in die man door de doop van de Heilige Geest. Dan, als wij de waarachtige doop van de Heilige Geest hebben, wat is er dan verkeerd met ons? Want, in type, toen Elia de mantel liet vallen voor Elisa, toen kreeg hij er een dubbel deel van. Jezus zei: "De werken die Ik doe, zult u ook doen. En grotere dan deze zult u doen, want Ik ga naar Mijn Vader." Wat is er verkeerd, gemeente?

266 Nu, u hebt mij een Beëlzebub genoemd, vanwege visioenen en dergelijke dingen. Ga van mijn rug af. Broeder, kniel neer bij het kruis. Kom tot het Evangelie. We hoeven niet na te bootsen. Waarom zou u een nabootsing willen aannemen? Waarom zou u er een valse opvatting over willen aannemen? Terwijl de hemelen vol zijn met de echte kracht van Pinksteren, die van een man of een vrouw een zoon of dochter van God maakt, die hem terugbrengt in de tegenwoordigheid van God. Amen. Daar bent u er. God Die Zich in nederigheid openbaart.

267 U moet bij uw eigen gedachten vandaan gaan. U moet de gezindheid die in Christus was in u laten zijn. U moet daar blijven tot iedere zonde van vrees, iedere zonde van twijfel uit uw hart is weggegaan. En als u daar bent, als God dan niet uw zonden neemt en vergeeft, en u in de tegenwoordigheid van God brengt, dan is er iets verkeerd met uw ervaring.

268 Het kan me niet schelen hoeveel doctorstitels u hebt, hoe groot uw kerk is, tot welke grote kring u behoort, hoeveel organisaties, wat het ook is, dat heeft er niets mee te maken, totdat uw zonden zijn beleden en in het bloed van Jezus Christus. U staat dan onbevlekt, een wedergeboren zoon en dochter van God, met het leven van God in u, om een scheppend Woord te spreken: "Laat deze berg worden opgeheven", en het zal u gehoorzamen. Amen.

269 God Die Zich in nederigheid openbaart. Hij kiest dat soort dat geen opleiding heeft. Hij kiest dezulken die dat eenvoudig zullen geloven. "Ik dank U, Vader, Schepper van hemel en aarde, dat Gij deze dingen verborgen hebt voor de wijzen en verstandigen."

270 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... geslagen en geplaagd. En toch hielden wij Hem voor een geslagene en geplaagde, zeker, door God. "Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord." De Chloor kwam. "Hij werd om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem. En door Zijn striemen is ons genezing geworden."

271 Wat deed Hij? Hij vernederde Zich tot de dood die middag op Goede Vrijdag, opdat Hij op Paaszondag zou kunnen opstaan, amen, om de Heilige Geest terug te zenden op de gemeente met een dubbel deel ervan, opdat wij dezelfde dingen zouden mogen doen die Hij deed. Hij beloofde: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." En hoever raken wij door onze tradities bij Hem vandaan! Daar bent u er.

272 God verbergt Zich in nederigheid en openbaart Zich in kracht; dat is de manier waarop God het doet. Dat is Gods programma hoe Hij het doet, jazeker, zodat Hij zonen over deze kloof zou kunnen brengen.

273 Bij het sluiten zou ik dit willen zeggen. God verborg Zich in de dood om terug te komen in de opstanding. Ik wil u een klein verhaal vertellen dat ik onlangs las; bij het sluiten. Ze zeiden...

274 Ten tijde van de eerste wereldoorlog waren de oudste broers van mijn vader daar. Mijn neven waren in die oorlog. Velen van hen werden gedood.

275 Maar daar in één plaats, hadden ze een heel regiment soldaten, Amerikaanse soldaten, ingesloten. Het Duitse leger had ze omsingeld. En het machinegeweervuur en de grote kanonnen en wat ze nog meer hadden, mortiervuur, wat het ook was, had hen ingesloten. Ze konden er niet uitkomen en er bestond geen manier om te ontsnappen.

276 Daar zou een heel regiment soldaten omkomen omdat ze aan elke kant zaten. Ze hadden vliegtuigen. Durfden er niet één te sturen; ze zouden het neerschieten. Als iemand probeerde uit te breken; wel, zij waren gewoon aan iedere kant. Er was niets. Hun fijne geweren hadden gefaald. Hun gehele militaire strategie had gefaald. Ze waren ingesloten door de vijand. Er bestond geen manier om eruit te komen. Er was niets.

277 Toen, uiteindelijk kwam er één kleine soldaat aan. Hij had een duif gevonden, een van deze postduiven. Dat was hun enige hoop. Ze schreven een boodschap en dachten: "Als deze duif er maar doorheen kan komen en terugkeren naar het hoofdkwartier waar hij vandaan komt, en deze boodschap kan brengen..." Een boodschappenduif, een duif met een boodschap, en dat was het enige wat ze hadden: een simpele, kleine duif. Al hun militaire dingen hadden gefaald. Maar ze hadden een simpele, kleine duif. Ze schreven de boodschap en bonden die aan zijn pootje en lieten hem los; met een zegenwens en een gebed dat hij het zou halen.

278 Natuurlijk zagen de Duitsers die witte duif omhoog gaan. Ze schoten erop en van alles. Eén kogel ging door zijn vleugel en sloeg de veren eruit. Een andere vloog langs zijn nek en sloeg zijn krop weg. Een andere raakte zijn poot waar de boodschap aan zat. Maar de arme kleine duif bleef doorvliegen, proberend de boodschap binnen te brengen. Hij moest. Er was leven mee gemoeid. Tenslotte viel hij, met zijn strijd en gefladder in de lucht en zwenken en vliegen, neer. En hij viel tussen de barakken van het kamp waar de soldaten waren.

279 Een soldaat raapte hem op, keek naar hem. Deze kleine knaap zei: "Er is op hem geschoten." Hij opende... keek naar zijn pootje, op zijn verbrijzelde pootje, en daar was een briefje. Ze lazen het briefje. Het was bedekt met bloed. Hoewel het met bloed bedekt was, kwam de boodschap over. Het kwam over. Ze stuurden snel versterkingen en redden het hele regiment soldaten. Was de kleine duif er niet doorheen gekomen, dan zouden al deze mannen zijn omgekomen. Wat een ramp zou dat zijn geweest! Het zou een verschrikkelijke zaak zijn geweest. En dat was iets heel groots wat die kleine duif deed, hoewel het zijn bloed kostte. Zijn bloed zat op de boodschap.

280 Dat was iets groots, maar niet half zo groot als toen op een dag zonde de zonen van God had ingesloten. Er was geen hoop. Er was niets wat zij konden doen. Alle hoop was verloren. Maar toen kwam er geen postduif maar een Duif, deze middag negentienhonderd jaar geleden, in eenvoud. Hij was geboren in een voerbak, en stierf aan een kruis, maar Hij bereikte de hemel met het bloed van Hemzelf op de boodschap. En Hij bevrijdde de zonen van God, en nu kunnen wij weer zonen van God en dochters van God zijn, om in heiligheid en reinheid te leven, te leven in Zijn tegenwoordigheid. Ik ben zo dankbaar voor die Duif die neerkwam uit de heerlijkheid, die de boodschap meenam dat ik in nood was, en Hij vloog er mee terug naar de hemel. En Hij zat helemaal onder het bloed, veroorzaakt door de zonden der wereld. Maar vandaag ben ik bevrijd, ik ben vrij. Ik ben zo blij.

281 En toch kunnen de eenvoudigen het begrijpen. Ik ben blij dat ik eenvoudig genoeg ben om het te verstaan. Bent u er niet blij om? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Bent u niet dankbaar? ["Amen."] God Die Zich in eenvoud verbergt.

282 "Hij werd beschouwd als veracht. Wij hielden Hem voor veracht en geslagen. Wij verborgen als het ware ons aangezicht voor Hem." Hij was niet die grote soldaat die zij hadden verwacht. Hij was niet de dappere militair waar zij naar uitzagen. "Maar zij verborgen hun aangezicht voor Hem." Ze schaamden zich. "Maar toch werd Hij verwond voor onze overtredingen, doorboord voor onze ongerechtigheden." Wat was het? God Die Zich verborg in eenvoud. Jehova werd een Man, zodat Hij voor mensen kon sterven; om de boodschap mee terug te nemen met Zijn eigen bloed, Gods vereiste, dat de prijs was betaald; en wij zijn verlost.

283 En vandaag, hoe nederig het misschien ook is, u hoeft niet knap te zijn, u hoeft geen opleiding te hebben. Geloof slechts die boodschap, Gods Woord. En u kunt ook gered worden en een zoon van God zijn, om in de tegenwoordigheid van God te staan en de werken van God te doen.

284 Laten we onze hoofden even buigen terwijl wij Gods zegeningen vragen over deze dingen.

285 Ik wil u iets vragen. Zoals vandaag op de radio en in de kranten... Ik zag vanmorgen in een krant dat er een drama werd opgevoerd, een man die een kruis droeg. Ze hebben allerlei dingen. Op paasmorgen zal de hele kerk versierd zijn met lelies. De altaren staan vol met lelies. De paashaas neemt de plaats in en de kuikens; ik vraag me af wat dat met Pasen heeft te maken. Een konijn, een onrein dier in de ogen van God! In de tijd van de Bijbel was het hun zelfs verboden ze te eten of aan te raken. En de kip hetzelfde, en de eenden. Maar toch nam het de plaats van de opstanding in. De kerstman nam de plaats in van Kerstmis. O my! Wat is er van de wereld geworden, vrienden? Waar zijn we aan toe? Ziet u waar we naar op weg zijn? We zijn regelrecht op weg naar de afgrond. Dat is juist. We zijn vastgepind door zonde en geloofsbelijdenissen en dogma's.

286 Maar deze middag negentienhonderd jaar geleden, brak een Boodschapper er doorheen. Aan de vereiste was voldaan. Gods Zoon, gemaakt in de gelijkenis van zondig vlees, geboren in een kribbe. "Geen schoonheid waardoor we Hem zouden hebben begeerd. Hij was een versmade Man. Wij begeerden Hem niet. Wij verborgen onze aangezichten voor Hem." Vandaag doen we nog hetzelfde.

     U zegt: "Ik zou dat niet hebben gedaan."

287 O, uw houding vandaag bewijst dat u dat zou hebben gedaan. U doet het nu. Zie? Zou u uw weg niet met nederigheid willen gaan? Zeg: "Here God, het maakt me niet uit wat het mij kost. Het maakt me niet uit wat het is. Ik heb genoeg van de zonde." Ik zeg niet... ik zeg niet dat u slecht bent, zeg niet dat u rookt, drinkt of zoiets. Maar u gelooft het Woord niet. Zie?

288 Als u het Woord gelooft, zeg: "Here, het maakt me niet uit wat het me kost. Als het mij mijn denominatie kost, als het mij mijn naaikransje kost, als het mij mijn club kost, als het mij mijn populariteit onder mijn vrienden kost, het maakt me niet uit wat het kost. Ik zal de boodschap van Golgotha aanvaarden. Ik zal nederig worden. Ik zal mij gaan vernederen van deze tijd af aan."

289 "Ik weet, als ik mijn haar laat groeien," de vrouwen, "dat ze me ouderwets zullen noemen. Het kan me niet schelen wat ze me noemen. Ik zal een dame gaan zijn. Ze vertellen me dat ik er bleek en dood uitzie. Ik ben dood in Christus. Ik zal het gaan doen."

290 Mannen: "Het kan me niet schelen hoeveel dogma's en leerstellingen ze in me proberen te pompen; van nu af aan aanvaard ik Gods nederige boodschap. Ik ga het geloven. Ik zal daar blijven totdat mijn zonden zijn weggegaan. Ik zal daar blijven totdat de Heilige Geest mij vult met geloof voor ieder Woord van God dat staat geschreven. Hij beloofde het mij. En als ik die kloof daar kan overbruggen door Zijn rechtvaardig bloed, dan kan ik staan als een zoon van God. Ik geloof het hele Evangelie. Ik zal het gaan doen."

291 Zou u dat willen doen? Zou u die toewijding precies nu willen maken? Als u dat wilt, steek dan uw hand op naar God en zeg: "Gedenk mij, broeder Branham, wanneer u bidt. Ik wil dat God dit doet." God zegene u. Dat is goed. Juist. Hij ziet uw hand.

292 Onze Hemelse Vader, de nederigheid, de eenvoud van U te geloven, hoe U Uzelf openbaart in nederigheid! Zoals we in deze dagen hebben gezien, en in alle tijden, dat de gemeente in die toestand geraakt. Dan buigt U neer tot in de goot, vanuit het niets, en pakt iets op en zalft het en zendt het uit, en het zal worden verworpen; dan veroordeelt U de wereld erdoor.

293 God, we zien vandaag, dat gedurende vijftig jaar de dierbare Heilige Geest, Die de mensen door dogma's hebben geprobeerd te aanvaarden... En toch hebt U Hem in Zijn kracht en Zijn manifestatie naar voren gebracht. Een arme, nederige groep van uitgeworpen, verachte mensen aanvaardden het, geloofden het. U hebt Uzelf in hen verheerlijkt, Here. En nu zien we hen in een andere generatie proberen om kleinkinderen van God te worden. O God, wat een verschrikkelijke zaak! Mogen mannen en vrouwen snel vluchten naar de eenvoud van het geloven van het Evangelie. Sta het toe, Here.

294 Vele handen gingen hier vanavond omhoog, vele mannen en vrouwen. En, Here God, ik bid dat U ze zult zegenen. Ik bid dat deze avond de vrede van God in ieders hart gevonden mag worden; dat zij zodanig gevuld zullen worden met Uw Geest, dat zij geloof zullen hebben om wonderen te volvoeren, geloof om een godzalig leven te leven; een leven te leven dat zo lieflijk zal zijn dat wanneer er kwaad over hen wordt gesproken, zij niet kwaad terug zullen spreken. Dat zij een kus kunnen geven in ruil voor een klap; dat zij kwaad kunnen vergelden met goed. Sta het toe, Here. Maak de mensen zo dat zij nederig zijn. Maak de mensen zo dat zij U leren kennen in de kracht van Uw opstanding. Moge Uw dood niet tevergeefs zijn voor ons in deze generatie.

295 Wij bidden nu dat U Uw gemeente wilt oprichten, Here. Verheerlijk haar en maak haar groot. Zend haar naar huis in Glorie. Wij geloven deze dingen, Vader. Maak dat velen hier vanavond, die God zoeken, Hem zullen vinden in dit uur. Wij vragen het in Jezus' Naam.

     En terwijl wij onze hoofden gebogen houden.

296 Ik vraag me nu af, als u nog een stap in die richting zou willen maken, of u dan zou willen opstaan en zeggen: "Ik schaam me niet, al behoor ik tot de kerk. Ik ben Methodist", Baptist, of van Pinksteren, wat het ook is. "Ik schaam me niet. Ik besef dat ik heel veel heb vertrouwd op wat ik weet. Maar ik ben nog niet eerder tot een plaats gekomen waar ik het volle Evangelie ten volle kon geloven, en het in mijn leven kon laten werken. Ik heb dingen gezien. Ik geloof dat het beloften zijn. Ik wil het geloven. Maar Hij vertelde mij dat als ik het zou geloven, dit zou werken. Dus is er iets verkeerd met mij. Het werkt niet. Ik probeerde het te laten werken, maar het werkte niet. En ik schaam me daarvoor. En ik wil de wereld laten weten, ik wil de mensen hier laten weten dat ik oprecht ben en het in mijn leven wil. Ik wil een waarachtige getuige zijn voor Christus, met het volle Evangelie dat zich regelrecht in mijn leven manifesteert." Wilt u gaan staan en zeggen: "Ik wil een getuige zijn dat ik God zoek"? God zegene u. Dat is goed. Zie?

     Jezus zei: "Als u zich voor Mij schaamt voor de mensen, dan zal Ik Mij voor u schamen bij de Vader."

297 Nu, deze mensen die van Pinksteren zijn of Methodist of Baptist, hebt u deze waarachtige dingen...? Hebt u die kloof overgestoken, zodat u positief weet dat u in de tegenwoordigheid van God staat, een verloste zoon en dochter van God? Met de tekenen en wonderen, geen namaak geloof, maar de echte zaak van God, de Heilige Geest brandend binnenin u? En als u iets tegen deze berg zegt, dat hij beweegt? Gelooft u dat? Als dat niet zo is, is dit uw gelegenheid.

298 "Hoe weet u dat dit mijn gelegenheid is?" zegt u. "Wel, ik ben al eens eerder opgestaan."

299 Wel, als u echt hongert naar God, dan blijft u staan totdat het komt. U stopt er niet mee. U bent volhardend. Zoals de Syro-Phenicische vrouw, zij kon geen "nee" accepteren. Zij wilde het echt. Bent u gereed om te staan? Nog een paar meer voordat we bidden? Dat mooie lied:

Hij werd genageld aan het kruis voor mij;
Gekruisigd op het kruis, daar stierf Hij voor mij.

300 "Ik wil het, broeder Branham. Ik wil het, God. Ik wil het echt. Mijn leven, wel, ik wil veranderen. Ik heb geleefd met 'ik veronderstel het'. Ik heb geleefd met 'ik hoop het'. Ik wil iets. Ik wil het. Als deze apostelen iedere keer de roos konden raken, dan kan ik het ook."

301 Dat is wat ik zeg. Als het voor de apostelen werkte, dan werkt het nu. Als het eens gebeurde, gebeurt het opnieuw. Als Hij eens God was, is Hij nog steeds God. "Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Dat is het thema van mijn campagne. Als uw denominatie er niet in gelooft, laat dan uw denominatie geloven wat ze willen. Gelooft u de Bijbel. Geloof het. Wilt u opstaan? Ongeveer acht of tien meer stonden er op. God zegene u. God zegene u. Meer gaan staan, meer gaan staan. "Ik ben echt oprecht, broeder Branham. Ik wil het."

302 Er is iets gebeurd onlangs. Hebt u gelezen of de band gehoord over "de zeven donderslagen", Welke tijd is het, meneer? Ziet u? Het gebeurde onlangs. U weet over deze dingen. De tijd is aanstaande, gemeente. De tijd is aanstaande. Wacht niet langer. Zie?

303 Hoe weet u dat de opname niet de hele tijd aan de gang is? Vóór u het weet zal het voorbij zijn, één verdwijnt hier en daar. Het zal over zijn vóór u het weet. En u zult... Oordeel zal de wereld treffen. U zegt: "Wel, ik dacht dit." "Het is nu te laat."

304 Onthoud, zij wisten het niet tot op de dag dat zij de ark binnengingen, en toen was het te laat. De dwaze maagd wist het niet totdat zij terugkwam en ontdekte dat de wijze maagd weg was, toen werd zij achtergelaten voor de verdrukkingsperiode.

305 Geen enkele goede leraar gelooft dat de gemeente, de bruid... De kerk gaat door de verdrukking, maar niet de bruid. De kerk gaat er doorheen voor reiniging, zeker, onder het zesde zegel. Juist. Israël eveneens, voor de honderd vierenveertigduizend, maar niet de bruid. Er is...

306 De bruid is vergeven. Zij gaat regelrecht naar Glorie in een opname. Dat is juist. Zij is... naar mijn mening zal het laatste lid een dezer dagen worden opgenomen. Het zou kunnen komen en u zou er niets over weten. Onthoud, het is een geheim, een geheime wegvoering. "Hij zal komen in een uur waarin u het niet verwacht." U zult er niets over weten. Zij zal weg zijn. Het zal dan te laat zijn.

307 Dan zegt u: "Ik wou dat ik had gestaan." Als u ooit van plan bent geweest om een standpunt in te nemen, laat deze samenkomst in Albuquerque, laat dit de tijd zijn dat u uw standpunt inneemt.

308 Nu, als u zich echt verzekerd voelt door Christus en u voelt dat u de Heilige Geest hebt en het bloed van Jezus Christus, al de tekenen en beloften geschieden op uw bevel, en u ziet ze in uw leven gemanifesteerd worden en werken, en u weet dat ze echt zijn; als u daar op die manier zit en u gelooft het, dan zal ik uw woord ervoor nemen. Dat is aan u. Als u dat niet hebt, dan zou u op uw voeten moeten staan. Maar als u dat gelooft en weet dat deze tekenen en wonderen van Jezus, de betuiging van de Messias tot u spreken... Als dat niet zo is, dan zou u op uw voeten moeten staan. God zegene u. Dat is goed.

309 Ik ben een vreemde voor velen van u. Velen van u hebben mij beschouwd als een ziener. Daar heb ik niets over gezegd. Dat weet u. Ik heb dat... Daar is het de tijd nog niet voor. Maar gelooft u mij nu. Geloof mij als Gods dienstknecht. Heb ik u ooit iets verteld in de Naam van de Here dan dat het kwam te geschieden? Als dat zo is, zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het heeft nimmer gefaald bij duizenden dingen, niet één keer of het was waar. U weet dat, rondom de wereld.

310 Ofschoon velen van u het met mij oneens zijn in theologie. En ik ben geen theoloog. Ik zeg alleen wat ik hoor. En als ik het dan hoor, zoek ik het op in de Bijbel. Als het niet in overeenstemming is met de Bijbel, dan wil ik het niet ontvangen. Maar niet één keer is het ooit in strijd geweest met het Woord, maar overeenkomstig het Woord. Daarom wordt het bevestigd. God betuigt het.

311 Nu, luister dan naar mij. Als u gelooft dat ik een boodschapper ben die door Christus aan u is gezonden, geloof mij dan. Als u niet in het Koninkrijk van God bent, dringt u zich er dan nu beter snel in.

312 Het zal niet beter worden. Het zal de hele tijd slechter worden. Schrijf dat maar op. Zie? Onthoud het maar, kijk of dat juist is of niet. U zult zien of het goed of fout zal gaan. Het zal niet beter worden. Het zal slechter gaan worden. Het zal de hele tijd moeilijker worden. De opwekking is voorbij. U leest de velden slechts na. Het is voorbij. Nu zegt u: "Daarmee ben ik het oneens." Fijn. Het is in orde als u dat vindt. Dat is in orde. Dat is mijn overtuiging. Dat is wat ik vanuit de hemel hoor.

313 Ik geloof dat het tijdperk van Laodicéa het Pinkstertijdperk is, waar zij tot een punt komt van lauwheid, en God haar uit Zijn mond spuwt. En daar is het waar zij nu is terecht gekomen. De Pinksterbeweging is tot dat punt gekomen, lauw, niet gloeiend heet, niet ijskoud. U bent niet koud en formeel, noch bent u heet. U bent in de fase van uitgespuwd te worden en het is afgelopen met u.

314 Jezus, het enige tijdperk waarin Hij buiten de gemeente stond.... Hun dogma's hadden Hem eruit gezet. [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert] Kloppend, proberend de deur weer binnen te gaan: "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand naar Mijn stem wil horen..." Ik ben blij dat u vanavond hebt gehoord.

     Nu, ik kan u slechts vragen om op te staan.

315 Hij kijkt naar u. Jezus zei dat: "Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik temidden van hen." Als dat niet zo is, dan is er geen God, dan is er geen Bijbel, dan is er geen zonsopkomst, is er geen zonsondergang, dan zijn er geen bloemen, is er geen boom; u bent niet werkelijk hier, u bent in een droom, het leven is niet echt, u bent geen menselijk wezen. Als dat dus onmogelijk zo kan zijn, dan is het ook onmogelijk dat Hij hier niet is. "En wanneer u iets in Mijn Naam vraagt", met geloof dat gelooft, dan zal Hij het aan u toestaan.

316 Nu, dat bent u nu. U bent opgestaan als een getuige dat u Hem wilt. Nu, op uw eigen manier, de manier waarop u bidt, de manier die u wilt, wil ik dat u zegt: "Here God...", in uw hart. Nu, besteed geen enkele aandacht... De – de campagne zal u hier ruim de tijd voor geven, al de tijd die u wilt. [Een broeder op het podium zegt: "Ja, dat is zo." – Vert]

317 Nu, op uw eigen manier, op uw eigen manier. Nu weet ik dat het de gewoonte is dat iemand opstaat, en nog iemand opstaat, en de ander knielt neer op deze manier. Maar op welke manier u het ook wilt doen, het maakt mij niet uit wat het is. Zeg niet: "Here, laat me dit doen. Laat me dat doen." Zeg alleen: "Here, vul mij. Vul mij met de Heilige Geest. Ik ben hier oprecht in. Ik meen het." Nu, als u het echt meent, dan moet het komen. Het is onmogelijk dat het niet komt. Hij beloofde het en Hij probeert het in uw hart te drukken.

318 Het enige is, als u zich slechts een beetje opent en zegt: "Kom naar binnen en sta hier, maar kom niet dichterbij om U in te laten met mijn privé leven." Zie?

319 Hij wil u. Hij wil alles wat u bent. Hij wil ieder kamertje in uw hart. Hij wil uw privé leven. Hij wil uw hele leven. Hij wil uw Heer zijn. Heer betekent "eigenaar". Hij wil u bezitten zodat Hij u kan leiden, u sturen, u nemen, u gebruiken. Bent u gewillig dat te doen? Als u dat bent, is Hij verlangend binnen te komen, anders zou u daar niet staan. Zie? Dus is het nu het uur voor u om het te ontvangen.

320 Nu is het aan u. Nu, als u het van ganser harte gelooft, dan zal het van nu af aan in orde zijn. Dit zal een gedenkwaardige avond zijn. Waarschijnlijk zullen ze deze deuren vanavond niet sluiten. Blijft u de hele nacht hier binnen. Maar als u zult doen zoals dit en zegt: "Here, ik sta op mijn voeten. Totdat U mij vult overeenkomstig Uw belofte, zal ik nimmer de plaats waar ik sta verlaten." Als u zaken doet met God, zal Hij zaken doen met u.

321 Maar totdat u dàt doet, bent u aan het zwoegen: "Here, wilt U mij vanavond de Heilige Geest geven? Ik voel niets. Wel, misschien zal ik het morgenavond proberen." Op die manier zult u helemaal niets van God ontvangen.

322 U moet wanhopig komen, stervend, dan krijgt u het. Dat is waar. Hij beloofde het. Als dat niet zo is, waar gebruikt u uw tijd dan voor, als deze beloften niet waar zijn?

323 Op die manier gebeuren deze dingen. Daarom kan ik staan en tegen de wereld zeggen: "Heeft het Woord ooit gefaald?" God heeft het me daar terug als kind al beloofd. Dat is de reden.

324 U zegt: "Bent u niet bevreesd om te falen?" Dat ben ik nimmer. Ik ben altijd een mislukkeling. Hij faalt nimmer.

325 Ik spreek mijn woorden niet. Ik spreek de Zijne. Dat is de reden dat ze altijd juist zijn. Ziet u? Dat is de reden dat ik de wereld vraag: "Toon mij één keer dat het niet kwam te geschieden. Toon mij één keer uit de duizenden dingen die Hij zei." Het faalde niet één keer en dat zal het ook nooit, omdat het God is, geen mens.

326 Dus God is nu hier. Christus is in ons midden. Hij is gewillig u de Heilige Geest te geven als u gewillig bent die te accepteren. Niet de prijs betalen; de prijs is reeds betaald. De prijs werd, deze middag negentienhonderd jaar geleden, betaald, als u gewillig bent het te accepteren. Als u dat wilt, laat uw hart nu gaan. Open het helemaal. Neem alle vrees eruit, alle twijfel. Steek uw handen op naar God, zeg: "Here God, hier ben ik. Ik sta hier. Ik sta in de Naam van Jezus Christus."

     Ik zal voor u gaan bidden. Bidt u ook.

327 Here Jezus, op de manier van nederigheid, op de manier van onderdanigheid, bied ik U deze samenkomst, die op hun voeten staan, aan. Ik bied ze U aan, omdat zij zijn opgestaan in antwoord op de roep. Zij zoeken diepere dingen. Zij zoeken naar meer leven, nadat zij hebben gehoord dat het bloed van Jezus zo door en door reinigt, dat er niets meer is overgebleven; dat het volledige Woord van God binnenin hen rust; dat zelfs het bevel van hun eigen stem scheppende kracht is, omdat in hen de Heilige Geest is. En deze Heilige Geest is een Schepper. Hij maakt dat dingen geschieden omdat Hij het Woord spreekt. En het gesproken Woord wordt God in actie.

328 En, Here, ik bid dat U precies nu de Heilige Geest op een ieder van hen wilt zenden. En overhandig hun nu, Here, in de kracht van de opstanding van Christus, de dingen die zij in hun hart begeren: een beter leven en de doop van de Geest. Here, moge het zo zijn, dat dit gehoor zal worden verlicht, de harten van de mensen het visioen zullen zien en worden gevuld met de kracht van God. Ik beveel hen bij U aan, Here, in de Naam van Jezus Christus.

329 Nu, houd uw handen omhoog. Laat uw hoofd biddende zijn. Houd uw hart gevuld, en zeg gewoon: "Here, ik geloof U."

Vul mij. Vul mij. Red mij.
Geest van de levende God, val fris op mij.

330 Breng nu uw zangleider hierheen om het lied te leiden: "Val fris op mij, Heilige Geest."

331 Blijf doorgaan: "Het kan me niet schelen. Ik blijf precies hier staan, Here. Ik blijf bij U volhouden, zoals bij de onrechtvaardige rechter. Hier ben ik."

     [Broeder Branham spreekt met iemand op het podium. – Vert]

332 Blijf daar staan: "Ik zal als een standbeeld blijven staan. Ik zal blijven staan, net als die prediker gisteravond op het dak. Ik sta hier, Here. Het kan me niet schelen wie er naar me kijkt. Het kan me niet schelen of mijn voorganger hier is. Het kan me niet schelen wie het is. Ik ben hier. Ik zie uit naar iets. Ik wil dat er iets met mij gebeurt. U beloofde het. Ik ben hier om het te ontvangen. En als het voor anderen werkt, zal het ook voor mij werken. Ik ben hier om het te ontvangen. Ik zal niet gaan zitten. Ik ben vastbesloten."

333 [Iemand op het podium zegt: "Eén lied, broeder. Ze houden ervan. Hij wil u hier boven hebben. Goed?" – Vert]

334 Dat is het. Blijf volhouden. Blijf doorbidden als u het echt meent, als u het echt meent. Amen. Als u het echt meent, blijf daar dan staan. Hij staat bij u. Blijf volhouden: "Ik ben hier, Here. Ik beweeg me niet. Ik ga U geloven. U beloofde het. Ik zal geen inbeelding aannemen. Ik wil de echte Heilige Geest op mij. Ik wil dat U mij nu op dit moment vult. Ik ben hier aan het wachten."

335 Stop niet. Blijf gewoon bidden. Let niet op de muziek. Blijf doorbidden. Dat is het probleem met ons vandaag: we luisteren naar muziek; we luisteren naar allerlei dingen. Van ons wordt verwacht dat we luisteren naar de stem van God. Blijf luisteren. Hij beloofde het. Als Hij het beloofde, zal Hij het doen. Amen.

336 Hoe vaak heb ik dat gezien! De ogen van twintig- tot dertigduizend mensen werden geopend. Hoe dikwijls heb ik het gezien! Daar in Durban, Zuid Afrika zag ik vijfentwintigduizend uitzonderlijke wonderwerken in één keer. Daar stonden mensen op diezelfde manier, totdat ze zeven vrachtwagens vol krukken en rolstoelen ophaalden van inboorlingen die het verschil niet wisten tussen hun rechter- en linkerhand. Stonden daar rechtop en aanvaardden Christus en wandelden weg; kreupelen, blinden, doven en stommen. Als het dit doet voor een zwarte Afrikaan, wat zal het dan doen voor u, van wie wordt verondersteld dat u leeft in een tijd, in een kerk, en in een plaats waar de Heilige Geest wordt gemanifesteerd? Amen.

     Nederig, verneder uzelf: "Here, ik geloof. Ik weet het. Ik..." Komt U.

337 Nu, er is iets verkeerd. En er is niets verkeerd met God. God beloofde het.

338 Zo helpe mij, ik zou hier kunnen staan en rij na rij afgaan en aan een ieder van u vertellen hoe het met u is en wat u hebt gedaan. Ik zeg dat in de Naam van de Here Jezus. U weet dat dat waar is.

339 En ik zie dat u bevreesd bent uzelf los te laten. U bent ergens bang voor. Er is iets verkeerd. God doet geen belofte om er dan op terug te komen. Het is de waarheid, precies hier, als u het wilt. Het ligt aan u. Het is uw dood; het is uw begrafenis; het is uw aanneming. Daar is het Woord.

340 Zo helpe mij, de Heilige Geest is hier. Zo helpe mij, Jezus Christus is hier. Heb ik u wel eens iets verkeerds verteld? [De samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Hij is hier. Maar er is iets. Ik stond daar en lette daarop. Ik zie dat Licht precies hier over het gebouw cirkelen, op ons, gaat van achter naar voren. My, my!

341 Daar bent u er. Dat is het. Dat is de manier. Trof een kleine dame hier. Dat is de manier. Het trof iemand anders. Daar gaan we. Daar is het. Nu is het de tijd om het te ontvangen, terwijl het er is. Ziet u? Glorie! Het zal daar zeker iemand treffen. Geprezen zij God! Daar bent u er. Amen. Dat is wat nodig is. Daar gaat Hij nu op iemand anders hier, een ander, een ander. Prijs de Here! Zie?

342 Hij is de waarheid. Hij is de weg, de waarheid, het licht, het leven. Aanvaard het terwijl het op anderen valt. Terwijl het op anderen is, aanvaard het. Het gaat helemaal rondom, rondom, rondom de plaats. De Heilige Geest... Ik ben niet opgewonden. Ik vertel u de waarheid. Glorie! Dat is waar.

343 Blijf daarbij. Blijf het volhouden. Blijf daar precies staan. U staat daar nog niet langer dan vijf minuten. Blijf daar staan: "U beloofde het, God. Ik ben hier om het te ontvangen." In orde. Daar is het. Strek u uit, zeg: "Ik aanvaard het. Hier is het, Here, ik wil het. Ik ben hier opgestaan. Ik ben oprecht. Ik meen het. U beloofde het aan mij." Amen. Glorie! Halleluja!

344 Blijf slechts geloven, blijf geloven. U hebt gezegd dat u mij geloofde. De Heilige Geest, dat Licht, blijft steeds rondgaan door het gebouw. Wat is het? Het zoekt naar iemand die zich wil openen. Ik vertel de waarheid. Amen.

345 Probeer uw handen op te heffen en Hem te prijzen. Zeg: "Here, ik dank U. U geeft mij de belofte. Ik zal aan de belofte vasthouden. Ik dank U, Here. Dank U."

     Ik kijk er regelrecht naar. Prijs de Here!

346 Blijf het volhouden. Blijf daar. "Here, ik zal hier blijven. Het kan me niet schelen, al is het tot de ochtend. Ik zal hier blijven staan en U prijzen. Ik weet dat U het zult zenden. Deze conventie zal vanavond eindigen en ik ben hier zonder de Heilige Geest. Ik zal hier weggaan vervuld met de Heilige Geest, help mij dus. U beloofde het. Ik zal staan als een windvaantje. Ik zal al het mogelijke doen wat U mij wilt laten doen. Ik wil slechts de Heilige Geest. Ik ben vastbesloten die te krijgen."

347 Als u zich volkomen overgeeft, zal Hij volkomen binnenkomen. Maar tenzij u zich overgeeft, kan Hij niet volkomen binnenkomen. Geef u over. Geef uw gedachten over. Geef uw denken over. Geef uw leven over. Geef alles van uzelf over. Geef uw aanzien over. Geef nu alles aan Hem over en Hij zal binnenkomen en u vullen met de Heilige Geest. Daarvoor is Hij hier, om dat te doen. Hij heeft er reeds twee of drie hier in het gebouw aangeraakt. Er zijn er meer dan dat, die de Heilige Geest willen. Blijf slechts geloven. Glorie aan God! Of het goed of fout is...?... Verootmoedig uw eigen denken. Verootmoedig uw eigen wegen.

348 Blijf precies daar en zeg: "Here, ik ben nu hier. Als U het hier vanavond aan iemand anders geeft, dan zult U het ook aan mij geven. Ik blijf eenvoudig hier totdat het komt."

     Terwijl u uw stem, uw armen, uw leven, uw alles opheft.

Ik kan mijn Redder horen roepen...

     (Hef uw handen op en zing dat voor Hem.)

Ik kan horen...

349 Zij zongen een lied, weet u. "Redd-..." Als Hij u roept naar de Heilige Geest, geef u nu dan over. Geef alles van u over.

Ik kan mijn Redder horen roepen:
"Neem uw kruis op en volg, volg Mij."

     Nu, hier bent u er.

Waar Hij leidt...

350 "Waar Hij mij leidt, daar wil ik... U hebt mij tot zover geleid, Here, dat ik ben opgestaan. Hier sta ik."

... volgen,
Waar Hij leidt...

     [Broeder Branham spreekt met broeder Shakarian – Vert]

... Hij leidt...

351 Ik liet zojuist iets aan broeder Demos zien. De Engel des Heren ging voorbij. Ik zei: "Let op die vrouw." Toen het voorbijging, deed ze haar handen zo omhoog. We lieten het zojuist zien, broeder Demos zag het, terwijl het zojuist langs een vrouw ging, precies hier. Ik zei: "Broeder Demos, kunt u het niet zien? Het beweegt rechtstreeks door het gebouw heen." Ik zei: "Let erop als het hier voorbijkomt." De kleine dame wierp haar handen omhoog.

352 Het is de kleine dame met iets aan wat er geruit uitziet. Iets trof haar enkele ogenblikken geleden, en ze hief haar handen omhoog. Is dat waar, dame? Precies hier, met haar handen omhoog, hier achter de dame met de blauwe jurk aan. Daar is het. Zie? Wel, het is niet over... Ik kijk er rechtstreeks naar. Nu, als ik u ooit iets verkeerds heb verteld, vertel mij dan wanneer. Het is hier.

353 Vrienden, u moet bij die strakke Pinkstermanier vandaan gaan. U moet echt sterven. U moet het echt menen. U hebt iets... u hebt een gedeeltelijke honger, maar niet een echte honger. U moet het werkelijk oprecht maken. "Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op hen die het hoorden." Probeer uw ogen te sluiten en buig uw hoofd. Denk erover na. Is er iets verkeerd? "Here, neem mijn ongeloof weg."

354 Nu hier, met sterfelijke ogen... De Engel des Heren, Wiens foto onder ons is – genomen met een wetenschappelijk bewijs – dezelfde Vuurkolom Die de kinderen Israëls leidde, dat was Jezus toen Hij was gestorven, begraven en teruggekeerd naar God.

355 Saul, op zijn weg naar Damaskus, werd door diezelfde Lichtzuil neergeworpen. Zei: "Here, wie bent U?"

     Hij zei: "Ik ben Jezus."

     Jezus zei: "Ik kom van God en keer terug tot God."

356 Hier is Hij vandaag, dezelfde Jezus, onder ons gezien met ogen, opgepakt door een camera, gemanifesteerd in de Geest. O, broeder, zuster, wat kan God nog meer doen? Het uur van genade!

357 Ik wil geloven dat u oprecht bent. Ik geloof dat u dat bent, maar u sluit uzelf af. U bent niet oprecht genoeg om het te ontvangen. Ik...

358 Zo helpe mij, het is precies hier in het gebouw. Ik lieg niet.

359 Nu, terwijl u uzelf even tot rust laat komen. Heeft iemand hier gevoeld dat u de Heilige Geest hebt ontvangen? Wuif met uw hand heen en weer. Ik heb het gezien, overal rondom over de mensen. Gezegend. Gezegend. Bent u allen gezegend? Amen. Twee; dat is drie. In orde. Vier. In orde. Er zijn er vier die de Heilige Geest hebben ontvangen gedurende die uitstorting. Vier mensen ontvingen de Heilige Geest gedurende die tijd. Prijs de Here. Zie?

360 Nu, enige ogenblikken geleden was het aan het rondgaan. Er kwam een licht langs deze kant, kwam daar weer langs terug, ging hier heen en kwam weer terug. Ik zei tegen broeder Shakarian: "Kom hier. Kom hier. Hier, hier, zie het aankomen, hier vlakbij. Ik let er op terwijl het voorbijkomt. Daarginds is een kleine dame." En juist toen ik zei: "Het is vlak boven die kleine dame", ongeveer op die tijd wierp ze haar handen omhoog en begon ze te schreeuwen. Daar was het. Zie? Kwam hier voorbij, ging regelrecht naar die hoek en kwam zo weer terug. Ik zie het nu niet. Zie? Dat is werkelijk de waarheid. Ik vertel u de waarheid. Zie? En het is hier, zie, want vier ontvingen de doop van de Heilige Geest.

361 Nu, als u het wilt, is het van u. Het is van u als u slechts gewillig bent u te openen.

362 Nu, u... u hebt een opvatting over wat u zou moeten doen. U hebt een bepaald idee: "Welnu, als ik hier opsta, dan zal dit." Nee, nee. Dat maakt... U zou kunnen zitten. Het maakt geen enkel verschil waar u bent. Maar wel of u zichzelf wilt openstellen, dan zal de Heilige Geest neerkomen.

363 Dan, wel, soms begint het u te zalven en u wilt er niet verder door worden geleid. U wordt een beetje bevreesd. U bent bang. U trekt zich terug. Geef uzelf slechts over, geef u over aan de Heilige Geest.

364 Wees niet bang voor fanatisme. Als het de duivel is die handelt, denkt u dan niet dat wij dat zullen weten? Uhu. Beslist. Hij zal niet in de buurt komen. Maak u daar niet bezorgd over. Nee, hij zal u niet lastig vallen.

365 Geef uzelf eenvoudig over aan de Heilige Geest. Als u voelt dat die heerlijke... Zoals deze kleine prediker vertelde van die avond dat hij opstond en iets warms over hem heen kwam. Als hij slechts had geweten hoe hij zich toen had moeten overgeven. Dat is alles. Zeg eenvoudig: "Here Jezus, ik geloof U. Ik neem U aan." Dan zal er iets gaan plaats vinden. Zie? Meen het met uw hart, dan zal het plaats vinden. Oh!

366 Hebt u Hem lief? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] God zij met u. God helpe u. Ik wil dat u...

367 Hoeveel meer hier binnen willen de Heilige Geest? Laat me uw hand zien. Hoeveel? Eén, twee, drie, vier. O my, my! U hoeft absoluut niet zonder weg te gaan. Er zijn er acht of tien hier, elf. Ongeveer nog elf, twaalf misschien hier binnen die de Heilige Geest nodig hebben. Laat... Ik weet dat we het misschien laat maken, misschien half tien of zoiets. Maar we hebben... we hebben genoeg tijd. We hebben ruim voldoende tijd. We willen u gered zien, vriend. Wij willen u gevuld zien. Onthoud, natuurlijk bent u gered. Als u Christus aanneemt, bent u gered. Maar u bent niet bekeerd totdat u de Heilige Geest ontvangt. Nu, u weet dat. Dat is zo.

368 Jezus vertelde dat aan Petrus in de nacht van het verraad. Hij was al gered. Zei: "Nu, nadat u bekeerd bent, versterk dan uw broederen." Dat is waar. O, zeker. U nam Christus aan als uw Redder. Maar wanneer u bekeerd bent, dan bent u pas echt veranderd. Dat is juist. En hij was nog niet veranderd. Hij vloekte vlak voor de Here, ontkende Hem en van alles. Maar na zijn bekering... "Nadat gij bekeerd zijt, versterk dan uw broederen." Dat is juist. Is dat zo? ["Amen."] Dat is wat er in de Schrift staat, hoe dan ook. Dat maakt het juist. Jezus zei tegen Petrus, die Hem had gevolgd, en duivelen had uitgeworpen en wonderen had gedaan en van alles, zei: "U bent nog niet bekeerd. Maar nadat u bekeerd bent, versterk dan uw broeders." Juist. Het is waar. Nu, waarom...

369 Wel, hoe zou u zo'n uitnodiging kunnen afwijzen? Het is voor u. Ik wil u hier niet zien weggaan zonder dat, broeder. Misschien komt er geen enkele conventie meer. Dat weten we niet. We weten niet wat er voor ons ligt. Misschien komt er nooit meer nog één. Als u wilt gaan zitten en een poosje bidden, dat is aan u. Het is wat u zelf wilt, of u wilt gaan zitten of dat u wilt blijven staan. We zullen opnieuw gaan bidden. Doe elk klein ding dat u zou willen doen, maar ik wil dat u de Heilige Geest ontvangt. Nu, het is voor u. Waarom zouden er vier het precies hier ontvangen en de rest van u niet? Zie? U moet eenvoudig uzelf vernederen, uw hart openen en het echt geloven.

370 Misschien ben ik hiervoor geen goede instructeur. Mijn bediening is bidden voor de zieken.

371 Is hier ergens een Pinksterprediker, iemand, een Pinksterprediker? Steek uw hand op. Hoe zit het met deze man hier die voor de zieken bidt, één hier? Kom hier. Hier is een man. Ik ben in de verkeerde tijd geboren in de pinksterranken. Maar hier, ik wil dat deze man hier voor u bidt. Ik zal naast hem gaan staan. God zegene u, broeder.

372 [De Pinksterbroeder komt naar de preekstoel en zegt tot degenen die staan: "Als u wilt dat de Heilige Geest op u komt, steek dan uw handen omhoog." Dezelfde broeder spreekt nu zes korte zinnen in een andere taal en verlaat dan de preekstoel en blijft in tongen spreken bij de mensen die de doop van de Heilige Geest willen – Vert]

373 Wees eerbiedig nu. Hij is weggegaan om iemand de handen op te leggen. Zie? Wees echt heel eerbiedig. Kijk niet in het rond. Blijf omhoog zien, omhoog zien, omhoog zien. Wij blijven bidden. Blijf bidden.

374 [Broeder Branham spreekt met een andere broeder – Vert] Kom hier, broeder. Neemt u mijn plaats in, broeder, hier. U kunt het ze uitleggen. Zie? U weet er meer over dan ik. In orde. Komt u, zeg het. Ze bidden ervoor en komen nu naar het altaar. [Broeder Branham spreekt met iemand.] Dat is goed.

375 [Broeder Branham spreekt met een andere broeder die naar de preekstoel is gekomen – Vert] In orde, meneer. God zegene u. Nu, u weet beter dan ik hoe dit moet. Ik zal hier gaan staan en bidden. U kunt ze meer aanwijzingen geven.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)