De wereld valt opnieuw uiteen
Door William Marrion Branham1 Amen. De Here zegene u. U kunt gaan zitten. Het klonk zo goed toen ik vanavond binnenkwam en u de Here hoorde prijzen, en om weer terug thuis te komen en iedereen te zien. Ik heb hier naar uitgekeken sinds de laatste Dankzeggingsdag toen ik hier was, om weer naar mijn tabernakel terug te gaan. [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik weet niet waar hij heen ging. Hier is hij, deze kant hier. Ik vraag mij gewoon af of hij nog steeds 'amen' daarop zegt, weet u. [Broeder Moore zegt: "Amen."] Het is altijd goed om hier te zijn. En ik zag er naar uit, zoals ik zei, sinds Dankzeggingsdag.
2 Wij hebben net New York City verlaten, waar wij een wonderbare campagne hadden. De Here zegende ons daar op een machtige wijze. En wij waren in het Morris Auditorium, en de menigte was samengepakt, en langs de straten. En zij stonden daar buiten te wachten. Als er iemand binnenkwam, gewoon een omstander, weet u, en iets zou denken; sommige mensen, weet u, gaan naar de kerk en bij het eerste wat gezegd wordt waar zij niet van houden, zullen zij opstaan en naar buiten gaan. En men was daar buiten aan het stemmen wie die zitplaats zou krijgen, wanneer zij naar buiten kwamen. En ik kwam er elke avond voorbij, en bijna een stadsblok ver stond men opeengepakt in de straten. En de Here zegende ons en gaf ons zielen en vele grote genezingen vonden plaats.
3 En tijdens het ontbijt van de Zakenlieden hadden wij een wonderbare tijd; hun kaarten waren uitverkocht. En dan, ik geloof dat zij er honderden moesten binnenlaten, die geen kaarten hadden. Zo vulden zij de gangen en de hal en men stond in de deuren enzovoort. En wij hadden gewoon een wonderbare tijd. Een Episcopaalse priester was daar en van alles en de Here zegende ons zeer.
4 En toen gingen wij op huis aan, mijn andere huis, in Jeffersonville. Natuurlijk, ik woon nu in Tucson, Arizona, zoals u weet, sedert de laatste twee jaar.
5 En nu ben ik op de terugweg naar Tucson, voor het ontbijt van de Zakenlieden volgende week te Phoenix, waar wij, onmiddellijk na de eerste van het jaar een campagne starten, een paar dagen voorafgaand aan de "Business Men's International", geloof ik, of de nationale conventie in de Ramada Inn.
6 En het is zo goed om hier vanavond te zijn, in deze fijne stad Shreveport.
7 Nu, ik spreek gewoonlijk een lange tijd. Maar ik zal proberen mijn best te doen om het kort te houden, drie of vier uren, hoe dan ook, hiervoor en voor deze keer. En ik weet dat ik u uitput, maar, weet u, ik krijg u niet zo vaak te zien. En velen gaan naar huis voordat ik... gaan naar huis naar de heerlijkheid voordat ik u opnieuw te zien krijg en ik denk: "Wel, dit zal ons laatste aardse praatje zijn samen, voordat u uw vlucht neemt." En velen zijn ongetwijfeld heengegaan sinds deze tijd vorig jaar. En waarschijnlijk, als de Here vertoeft, en wij komen er toe volgend jaar of een andere keer opnieuw terug te komen, zullen het er wat meer zijn, hier vanavond, ikzelf misschien. Wij weten niet op welke tijd wij geroepen worden. En, u weet het, de Here Jezus kan zelfs misschien komen voor deze dienst vanavond gesloten is.
8 Nu, u kent mij, ik ben geen redenaar, ik ben geen spreker. Ik heb gewoon de Here lief en doe wat ik kan voor Zijn glorie. En terwijl ik hier op dit podium sta, wetend dat mannen zoals broeder Moore, en vele grote mannen, op dit podium stonden, maakt het dat ik mij zo'n beetje voel... niet buiten mijn plaats, dat bedoel ik niet. Maar ik bedoel, met mijn spraakkunst en zo, voel ik, dat als de mensen mij niet echt goed liefhebben, zij op zouden staan om weg te gaan, wanneer ik achter de kansel kom. Zij verdragen mij dus gewoon en ik ben er dankbaar voor.
9 Maar ik kom altijd met dit doel: ik kom hier niet om gezien te worden; als ik dat deed, zou ik naar uw huis gaan voor een bezoek, ziet u. Ik kom hier om het allerbeste te doen dat ik kan voor de Here Jezus Christus, terwijl ik hier ben. Ik ben hier met geen ander doel dan om Hem te dienen en het beste te doen dat ik weet, en om u gewoon het Woord van God te brengen zoals het mij gegeven is en te bidden voor de zieken en aangevochtenen. Nu, wij zullen een avond of twee hebben; broeder Moore en ik zullen ons verenigen, opdat wij voor de zieken zullen bidden.
10 Dan, elke avond hopen wij voor elke persoon die geen Christen is, dat er iets gezegd of gedaan zal worden waardoor u een Christen zult worden. En als u het niet bent, als u reeds in de Here Jezus Christus geloofd hebt en Hem aanvaard hebt en gedoopt bent en u hebt de Heilige Geest nog niet ontvangen, laat dit niet voorbijgaan. Laat dit gewoon uw avond zijn. Omdat, herinner u, er slechts zoveel namen in dat boek zullen zijn. En wanneer de laatste naam toegevoegd is, is dat alles. En de uwe zou het kunnen completeren.
11 Toen het Lam kwam en het boek nam uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat, was dat het boek der verlossing. En die namen werden daarin gezet voor de grondlegging der wereld. Wanneer die laatste naam geroepen was, dan was het boek, het plan, al het andere, geopenbaard, waren de zeven zegels geopend door het Lam. De geheimenissen van de hele Bijbel waren daarin verborgen. Als wij tijd hadden, zou ik graag...
12 Ik heb die zeven zegels juist onlangs doorgenomen. Ik zou ze graag opnieuw doornemen. En wat heeft de Here ons gezegend! Velen van u hebben er van gehoord en gelezen in het tijdschrift Life, en over de dingen die gebeurden gedurende die tijd. Welnu, men maakte zelfs de foto van de zeven engelen, zoals werd voorspeld terwijl wij naar het westen gingen. En Hij zei mij, drie maanden voordien, waar het zou zijn en hoe ik daar zou staan, en daar was het! En de camera's, honderden mijlen ver, namen er daar regelrecht de foto van, helemaal precies. Het was precies voorzegd! En als ik ooit iets predikte dat geïnspireerd was in mijn leven, dan zijn het de zeven zegels. En dus weet ik dat wij in de eindtijd zijn.
13 En de laatste naam die in dat boek gaat... of, de laatste naam die verlost wordt, die in dat boek gezet werd, die maakt het vast. Hij komt opeisen wat Hij verloste. En het mag misschien een eigenaardige tijd zijn. Hebt u er ooit over nagedacht: de mensen zullen voortgaan met prediken, de kerk zal gewoon voortgaan met zelfs te denken dat zij mensen gered krijgen. Het is te laat dan, het is allemaal voorbij, ziet u, en de boodschap zal gaan naar de totaal verlorenen, net zoals in de dagen van Noach, zeven dagen in de ark. Het gebeurde in de dagen van Sodom. Jezus Zelf; in het derde stadium van Zijn bediening ging Hij heen en predikte tot de zielen die eeuwig verloren waren, die in de gevangenis waren, die zich niet bekeerden in de lankmoedigheid in de dagen van Noach. En wij weten niet op welke tijd deze dingen kunnen gebeuren.
14 En laten wij gewaarschuwd zijn. Draai er niet omheen, laten wij er iets aan doen. Als wij niet met God in orde zijn, laten wij met God in orde komen.
15 Eens, ik denk in het elfde hoofdstuk van Matthéüs, ik geloof dat het het zesde vers ongeveer is, of zoiets, ik ben daar niet zeker van. Het is het elfde hoofdstuk, ik ben vrij zeker. Johannes' discipelen werden eens door Johannes gezonden om de Here Jezus op te zoeken, om Hem te vragen of Hij werkelijk Degene was of dat zij behoorden uit te kijken naar een ander. Hij zei: "Ga Johannes de dingen tonen die gebeuren. Zeg hem: Zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt."
16 En dan toen zij de heuvel overstaken en Jezus hen misschien nakeek, zei Hij: "Wat bent u gaan zien?" En zij... Hij zei: "Ging u uit om een of andere man te zien, gekleed in fijne kleren?" Hij zei: "Zij zijn in koningspaleizen. En een riet, bewogen door de wind?" Hij zei: "Ging u uit om een profeet te zien? Ik zeg u, en meer dan een profeet. Als u het kunt ontvangen, dit is degene van wie de profeet sprak, Maleachi 3: 'En Ik zal Mijn bode uitzenden voor Mijn aangezicht.'"
17 De discipelen stelden eens ongeveer dezelfde vraag. Zij zeiden: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden, de leraars van de Schrift, dat Elia eerst moet komen voordat dit, voordat al deze dingen gebeuren?" Bedenk nu dat Hij tot de discipelen sprak, niet tot de Farizeeën. De discipelen zeiden: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?"
18 Hij zei: "Elia is reeds gekomen en zij deden met hem wat zij wilden en u wist het niet."
19 Wat als u op een dag zou ontdekken dat wij in een verdrukkingsperiode belanden of iets en u zegt: "Wel, ik dacht dat de opname eerst moest komen?" Ziet u? En de stem zou terug spreken en u vertellen: "De opname is er reeds en u wist het niet."
20 "Zoals het was in de dagen van Noach, waarin acht zielen door water werden gered, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." De mensen zullen gewoon voortgaan, gewoon denkend dat zij het juiste doen, en het zal allemaal voorbij zijn. O God, heb genade met ons! Laten wij ons onderzoeken, precies nu in deze paar komende avonden, om te zien waar wij aan toe zijn.
Laten wij onze hoofden opnieuw buigen.
21 Here Jezus, met deze dingen in gedachten en voorgelegd aan deze gemeente, voorgelegd aan deze mensen, God, bid ik dat U elke ziel zult redden in Shreveport, deze keer, die geschreven is in dat boek. Indien er iemand hier is die niet gered is, Vader, moge dit het uur zijn dat zij gered worden. Als er vanavond in deze samenkomst enigen zijn, moge dit hun avond zijn.
22 Zegen broeder Moore, zuster Moore en hun gezin, hun kinderen, hun kleinkinderen. God, wij danken U gewoon voor hen. En broeder Lyle, broeder Brown en al de broeders hier bij de gemeente, broeder Don en deze fijne groep mensen, al de leden hier, de leken, wij danken U gewoon voor hen.
23 En wij bidden, hemelse Vader, dat onze samenkomst hier op deze Dankdag... Het kan de laatste Dankdag zijn dat wij elkaar ooit zullen ontmoeten op deze aarde, dus God, laat ons er van profiteren en de tijd uitkopen. En wij beseffen dat het laat wordt en wij willen alles doen, wat in onze macht is, om het werk af te krijgen voor de Here Jezus, vóór Hij komt. Hoe dan ook, ik voel zo'n beetje dat Hij wacht op ons om de taak te beëindigen. Help ons dus, Here, vanavond, als een individu, ieder van ons, dat wij zo bezorgd mogen zijn voor anderen dat wij uitgaan in de straten of in de buurt om de verlorenen binnen te brengen, opdat zij gered mogen worden.
24 Zegen Uw Woord. Uw Woord is de Waarheid, Here, de hele Waarheid. Wij bidden dus dat als wij proberen te pogen dit Brood des levens, de Waarheid, voor het volk te breken, dat de Heilige Geest zal komen, vanwege dat gebroken lichaam daar op Golgotha waar de zonde het moest breken, en Zichzelf opnieuw onder ons zal verdelen, in gemeenschap rondom het Woord. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
25 Nu, als u wilt, wil ik dat u met mij opslaat. Velen van u houden ervan de Schriftplaatsen bij te houden die een prediker of een evangelist voorleest. En ik wil wat lezen vanavond uit Deuteronomium, het vierde hoofdstuk, te beginnen vanaf het zevende tot en met het veertiende vers. En het boek der Hebreeën, twaalfde hoofdstuk, het vijfentwintigste tot en met het negenentwintigste vers. Deuteronomium 4.
Want wat groot volk is er, dat de goden zo nabij zijn als de HEERE, onze God, zo dikwijls als wij Hem aanroepen?
En wat groot volk is er, dat zo rechtvaardige inzettingen en rechten heeft, als deze ganse wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef?
Alleen wacht u, en bewaart uw ziel wel, dat gij niet vergeet de dingen, die uw ogen gezien hebben; en dat zij niet van uw hart wijken, al de dagen van uw leven; en gij zult ze aan uw kinderen en uw kindskinderen bekend maken.
Ten dage toen gij voor het aangezicht van de HEERE, uw God, aan Horeb stondt, toen de HEERE tot mij zeide: Vergader Mij dit volk, en Ik zal hun Mijn woorden doen horen, die zij zullen leren, om Mij te vrezen al de dagen, die zij op de aardbodem zullen leven, en zij zullen ze hun kinderen leren;
En gij naderdet en stondt beneden aan die berg; (die berg nu brandde van vuur, tot aan het midden van de hemel; er was duisternis, wolken en donkerheid).
Zo sprak de HEERE tot u uit het midden van het vuur; gij hoordet de stem der woorden; maar gij zaagt geen gelijkenis, behalve de stem.
Toen verkondigde Hij u Zijn verbond, dat Hij u gebood te doen, de tien woorden, en schreef ze op twee stenen tafelen.
Ook gebood de HEERE mij in die tijd, dat ik u inzettingen en rechten leren zou; opdat gij die deedt in dat land, waarnaar gij doortrekt, om dat te erven.
26 En nu in het boek Hebreeën, het twaalfde hoofdstuk, te beginnen bij het vijfentwintigste vers.
Ziet toe, dat gij Hem, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die hem verwierpen, die op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden zo wij ons van Hem afkeren, Die van de hemelen is;
Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd zeggende: Nog eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook de hemel.
En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn.
Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vasthouden, waardoor wij welbehagelijk God mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid.
Want onze God is een verterend vuur.
27 Nu, ik heb hier enkele notities en wat Schriftplaatsen opgeschreven, waarnaar ik gedurende enkele minuten zou willen verwijzen terwijl ik dit zou willen betitelen met een vreemde titel. En deze banden zijn altijd beschikbaar voor wie ze zou willen hebben. Meneer Maguire hier kan u van deze dingen voorzien. En ik wil de tekst nemen, als tekst van dit onderwerp, liever, namelijk dit: De wereld valt opnieuw uiteen.
28 Gisteren kwamen wij hierheen, gisteravond, via Memphis, Tennessee, en wij kwamen daar nogal laat in de namiddag of bijna 's avonds. En wij konden nauwelijks door de straten komen, de kinderen en de mensen waren zo opeengepakt. En ik dacht: "Wat zou dit kunnen betekenen?" De mensen waren niet gekleed alsof zij naar een religieuze samenkomst geweest waren, zoals misschien van onze goede broeder, Billy Graham of Oral Roberts. En ik dacht niet dat zij op dat tijdstip in die streek waren hoe dan ook. En de vrouwen droegen lange broeken en de kleine kinderen bij hen waren er gewoon met overalls aan, enzovoort, 'coveralls'. En ik vroeg mij af wat het was en tenslotte ontdekten wij het. Men had een Sinterklaas optocht gehad. Er waren vele duizenden naar wezen kijken op straat, enzovoort. En wij hadden gewoon een verschrikkelijke tijd om door Memphis te komen, omdat het kersttijd wordt.
29 En kerst is zo'n grote commerciële dag dat het Dankdag nagenoeg heeft verdrongen, omdat... in de zakenwereld, hoe dan ook; omdat de commerciële wereld zoveel meer door kerst wordt beïnvloed, omdat er dan zoveel mensen zijn die winkelen. En men... Dankdag is slechts een klein voorbijgaand iets. En wij ontdekken, daar wij kerst opnieuw zien naderen... Ik dacht dat het goed zou zijn over dit onderwerp te spreken als wij het naderen, ziende dat kerst werkelijk niet...
30 Wij vieren deze vijfentwintigste dag van december als de geboortedag van Christus, maar natuurlijk weet iedereen dat het Christus' geboortedag niet was. Dat was de geboortedag van de Romeinse zonnegod, toen de kerk werd bekeerd tot of in het katholicisme werd gebracht, wat gevormd was op het concilie van Nicéa. In plaats van de geboortedag van de zonnegod, maakte men er de geboortedag van de Zoon van God van. Dat was toen de zon, het is van de twintigste tot de... ik bedoel de eenentwintigste tot de vijfentwintigste, het is een soort van in zijn... Ik ben vergeten hoe u het precies noemt. Het is wanneer zij nauwelijks een seconde of twee heeft wanneer zij passeert door dat stadium. En het was de geboortedag van de zonnegod en men nam gewoon daarvoor de Zoon van God en maakte dat tot Zijn geboortedag om het te mengen met hun heidense traditie. En het is in geen geval Christus' geboortedag.
31 Hij zou niet kunnen geboren zijn op dat tijdstip omdat Judéa op ongeveer dezelfde hoogte boven de evenaar is als hier, en wij weten dat Judéa in de wintertijd rond de vijfentwintigste december koud is met sneeuwstormen. Herders kunnen niet op de heuvelen zijn, en er zijn vele redenen waarom het niet zo zou kunnen zijn.
32 En dan, Hij werd geboren naar de natuur zoals alle andere natuur. Hij kwam in de lente, als de lammeren gewoonlijk geboren worden, in de lente; en Hij was het Lam. Nu, ik geloof voor mijzelf dat Hij geboren is in maart, april of zoiets, in de vroege lente.
33 Maar wij zien dat men er handel uit slaat. Mensen drommen op de straten en verdringen elkaar en ruziën over dingen en vragen zich af wat ze iemand cadeau zullen geven, hoeveel zij ervoor zullen betalen.
34 Onlangs stond ik versteld. In een zaak waar ik stond waren twee dames aan het praten over het geven van het verjaardags... of, het kerstgeschenk aan hun vader dit jaar. En een van hen zei: "Ik heb een fles whisky gekocht." En de andere zei: "Ik heb een slof sigaretten voor hem", of zoiets. En zij zeiden dat de een zoveel meer voor de whisky gaf dan de ander voor de sigaretten.
35 En ik dacht: "Als dát de manier is om over en weer een geschenk te geven ter gedachtenis van Jezus Christus, de Zoon van God!" Wat een voor de dood bestemde zaak is het!
36 En ik zie hoe onze wereld zich nu in zulk een treurigheid bevindt, bedorven in elk opzicht, geen manier ter wereld voor haar ooit weer tot zichzelf te komen. Wij kunnen maar beter op onze hoede zijn bij wat wij doen in deze dagen. Want wij hebben juist nu te weeklagen over een van de grootste tragedies in een van de grootste... Wij dachten nooit dat dit [de moord op president J.F. Kennedy – Vert] zou gebeuren in Amerika, maar het is toch zo. En door ons loslaten van het Evangelie is het wormstekig geworden met zulke rommel als dit en het zal nog erger worden. Er is bij mij totaal geen twijfel dat het voortdurend slechter zal worden.
37 Maar wij ontdekken op deze kerst – om op het onderwerp te komen – dat deze kerst de wereld ongeveer net zo vindt als twee duizend jaar geleden toen Jezus kwam. Zij is sedertdien niet veel veranderd. Want die kerst bevond dat de wereld uiteen viel en uitkeek naar een Messias om te helpen haar samen te houden. En dat is ongeveer de manier waarop het vandaag is: wij doen hetzelfde. De wereld valt opnieuw uiteen.
38 Nu, dat is niet alleen hier in Amerika, maar dat is over heel de wereld, waar u ook gaat; de religieuze wereld, de politieke wereld, alles, de wereld der moraal. Er is gewoon niets meer over, het is slechts... Moraal is slechts onder de goede mensen nog en dat is erg moeilijk te vinden. Het is een schande. En de politiek en alles is bedorven tot de hele zaak ziek is, vol etterende zweren van kop tot teen, de hele wereld. Ons politiek systeem, ons religieus systeem, ons zedelijk systeem, alles wat wij hebben is vergaan! Er is gewoon geen manier om het samen te houden. Zij heeft afgedaan! Wij zijn aan het eind van de weg. Dat is alles.
39 Wij, ik weet dat wij er lange tijd over gesproken hebben, maar een dezer dagen zal het voorbij zijn erover te spreken, het zal een historische zaak zijn en wij zullen onszelf buiten bevinden als wij in deze tijd niet waken.
40 Ik vraag mij af of wij deze kerst, als God Hem opnieuw zou zenden zoals Hij destijds deed, twee duizend jaar geleden; als Hij Hem tot ons zou zenden in 1964, dan vraag ik mij af of wij niet net zo zouden doen met Hem als men toen deed. Ik vraag mij gewoon af of Zijn komst wel meer... of Hij meer verwelkomd zou worden in de politieke of in de religieuze wereld dan toen? Ik vraag mij gewoon af of wij nu in een iets betere toestand zouden zijn om Hem te ontvangen dan toen. Wij weten echter dat Hij toen werd verworpen.
41 Wat zouden wij met Hem doen als Hij kwam? Wellicht zou de religieuze wereld, waarop ik dit baseer, met Hem doen zoals zij destijds met Hem deed. Zij zouden Hem kruisigen als zij konden (zij zijn niet veranderd), om dezelfde reden als waarom zij het die keer deden.
42 Waarom deden zij het, en kruisigden zij Degene voor Wie zij baden dat Hij op aarde zou komen om hen te redden, hen uit de chaos te halen? Zij kruisigden de enige hoop die zij hadden. Waarom, waarom deden zij het? Omdat toen God hun gebed beantwoordde, Hij het beantwoordde op een wijze waarop zij niet verwachtten dat het beantwoord zou worden. Toen Hij kwam, kwam Hij niet naar de smaak van hun theologie.
43 En als Hij vandaag opnieuw zou komen, zou Hij op dezelfde wijze komen; buiten de smaak van de wereld of de theologie der kerken en de wijze waarop men over Hem zou denken. Hij komt altijd. Als Gods volk; wanneer zij in moeite raken en bidden, geeft God hun waarvoor zij bidden, maar Hij geeft het op een wijze die goed is voor hen. En zij verwierpen het omdat het niet kwam zoals zij dachten dat het zou moeten komen. Zij verwierpen Gods gezalfde Woord en Hij is het Woord.
44 Nu, God heeft in alle tijdperken, in alle tijden, toen Hij begon... "Toen Hij Zijn Woord eertijds sprak door de profeten, in deze laatste dagen door Jezus Christus, Zijn Zoon"; wij ontdekken dat elkeen van deze profetieën bij een bepaald tijdperk moest passen. Zoals koning Nebukadnezar toen hij deze droom had van de heidenwereld, van het hoofd tot de voeten, en Daniël de uitleg gaf van zijn droom; dat was een profetie tot de gehele wereld, voor altijd, elke sectie van het heidense koninkrijk, zoals het zou komen van het hoofd tot de voeten. En de profeten hebben altijd de woorden gesproken die zouden gebeuren in elk tijdperk. En als God...
45 De mensen komen in moeilijkheden en God antwoordt hen. Hij zendt hun een gezalfde profeet of een bepaalde boodschapper, omdat Hij niet kan terugkomen op Zijn Woord dat Hij voor dat tijdperk bestemd heeft. Maar wat doet Hij? Hij zendt een boodschapper om dat deel van het Woord levend te maken voor dat tijdperk. Hij doet het altijd, ziet u. Hij formeerde Zijn Woord in het begin. Hij wist het einde van het begin. Hij sprak Zijn Woord. En elk tijdperk... wanneer men in moeilijkheden kwam en men zou bidden, zou God een gezalfde zenden. En die gezalfde zou die belofte voor dat tijdperk, die voor dat tijdperk was voorzegd, absoluut doen leven. En dat is wat Hij altijd doet. God verandert nimmer Zijn programma. Nu, wij zien nooit dat God verandert.
46 God legde eenmaal vast hoe Hij de mens zou redden, dat was in de hof van Eden, onder het gestorte bloed. Wij probeerden elk ander systeem, van vijgenbladeren tot opleiding, psychologie, denominatie van systemen enzovoort en alles werd totaal afgewezen; en het heeft nooit gewerkt, het zal nooit werken. God zal de mens alleen ontmoeten onder het gestorte Bloed en dat is de enige plaats waar Hij hem ooit zal ontmoeten, omdat dat Zijn eerste beslissing was. Hij zal de mens nooit ontmoeten onder enig soort van ethisch systeem. Hij zal het nooit, met geen mogelijkheid! Kom gewoon direct terug naar Gods weg, dat is wat Hij eerst zei. En Hij is oneindig, kan niet veranderen, en Hij is altijd Dezelfde. Dat is waar Hij de mens ontmoet en daar alleen. Dat is de reden waarom wij falen vandaag om gemeenschap te hebben, dat is de reden waarom de kerk zo afgescheiden is, omdat elkeen afgescheiden is in een systeem, en wanneer zij dat doen, dan verwerpt God hen precies daar. Hij wil dat wij elkaar ontmoeten onder het bloed, waar wij alle dingen gemeenschappelijk hebben, ginds bij het kruis. Gods enige doel om het te doen! God zendt altijd Zijn Woord.
47 En wij ontdekken vandaag dat de wereld vandaag precies is zoals in die dag; ze bevindt zich, haar politieke systeem enzovoort, allemaal in een uiteenvallende toestand en kijkt uit naar een messias die het bij elkaar zal houden.
48 Nu, het woord messias betekent 'de gezalfde', iets gezalfds. God! Dit is de openbaring van Jezus Christus, het hele boek werd verzegeld met de zeven zegels van de openbaring van Jezus Christus. Jezus Christus was in Genesis; Jezus Christus was in het midden van het boek. Jezus Christus was in de Exodus en Genesis en Hij was in het midden van het boek en Hij was in het Nieuwe Testament en in de Openbaring en helemaal door tot het einde: 'Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer'. Het is allemaal God!
49 "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons."
50 "God sprak eertijds en op velerlei wijze tot de vaderen door de profeten." Toen het Woord des Heren tot de profeten kwam, en tot hen alleen, omdat zij met het Woord gezalfd waren, hadden zij het recht het Woord uit te leggen. En God werkte door hen, bewijzend dat het Woord juist was. "Als ik... als er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet, Ik de Here zal Mijzelf aan hem bekend maken. En als wat hij zegt gebeurt, hoor hem dan. Als het niet gebeurt, hoor hem niet." Dat is niet meer dan gezond verstand voor elk mens.
51 Nu, wij bevinden onszelf hier nu in de laatste dagen, terwijl wij opnieuw uitkijken naar de komst des Heren.
52 Wel, herinner u de Baptistenpredikant die mij doopte in de Naam van Jezus Christus toen ik nog maar een jonge jongen was. En hij was gewoon over dit onderwerp met mij te discussiëren, over Johannes de Doper. Hij zei: "Broeder Billy, toen Johannes... Toen Hij zei: 'Laat Mij thans geworden', en toen liet hij Hem geworden." Hij zei: "Toen Johannes doopte... Jezus doopte Johannes, omdat wij weten dat Johannes nooit was gedoopt, terwijl hij toch de doop predikte." Wel, dat heeft mij altijd enigszins in de weg gestaan.
53 Toen werd het mij hier niet lang geleden geopenbaard op deze wijze, dat daar in dat waterbad, in dit watergat, de twee grootste boodschappers elkaar ontmoetten die de wereld ooit zag: een man die boven al de profeten was, welke Johannes was: "Er was nooit een mens geboren uit een vrouw, zo groot als hij"; en daar was God Zelf, gemanifesteerd in een lichaam van vlees. En bedenk dat de Bijbel ons zegt dat het Woord des Heren tot de profeet komt. En toen het Woord werd vlees gemaakt, stond hier de profeet in het water. En het Woord en de profeet kwamen samen; zij kenden elkaar! Dat is juist. Het Woord Zelf, vlees gemaakt, de geïncarneerde Zoon van God, kwam tot de profeet, in het water.
54 De profeet zei: "Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij?"
55 Hij zei: "Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen."
56 Merk op! Johannes, die een profeet was, wist dat Hij het Offer was. En het offer moest gewassen worden voor het als offer kon worden aangeboden. En dat is de reden dat Hij gedoopt moest worden.
57 O, vandaag betaamt het ons dat wij alle gerechtigheid van onze dag vervullen. Het uur is hier. De Bijbel zegt ons wat er in deze dag moet gebeuren. Wij weten wat de Bijbel zegt dat er in deze dag zal gebeuren. Het is aan ons om aan God vast te houden tot deze dingen gebeuren. Het is het uur! Bid voor de gezalfde die ons de bevrijding zal geven waar wij naar uitkijken, omdat God het beloofd heeft.
58 Zij hebben Gods gezalfde Woord toen afgewezen en dus viel het, viel het uiteen. En opnieuw ontdekken wij op dit tijdstip dat het opnieuw uiteenvalt. Ik zie, zoals ik al zei, dat onze politiek bedorven is, ons kerkleven bedorven is. Wat is er gebeurd? Hier is waardoor het kwam: altijd als u weggaat van Gods programma, iedere keer, zult u bederf vinden. Het kan niet stand houden. Gods Woord is onfeilbaar en er is niets anders dat Zijn plaats zal innemen, nooit.
59 Ons opvoedingssysteem, ons denominatiesysteem, heeft de plaats van de leiding van de Heilige Geest ingenomen in de kerk. Onze grote fijne opleiding van predikers en dergelijke heeft de plaats ingenomen van de heel de avond durende gebedssamenkomsten en de ouderwetse wijze die wij vroeger hadden om tot God te komen. Nu, in plaats van predikers, hebben wij sprekers, mannen die het Woord zo goed kennen; zij kunnen daar zitten en het zo samenvoegen dat het verbazend is hoe zij het kunnen. Zij kennen de mechaniek, maar dat is niet de dynamiek. Wij willen de dynamiek. Ik geef niet om de mechaniek; ik wil de dynamiek kennen. Wat doet het?
60 Ik weet niet hoe die wagen daar buiten rijdt. Hij heeft zuigers en cilinders en ik weet niet hoeveel druk hij nodig heeft. Het enige wat ik weet is de dynamiek; zet hem daarbuiten en rijd ermee.
61 Dat is wat wij weten; God deed de belofte: "Ik zal Mijn Geest uitgieten op alle vlees, uw zonen en dochters zullen profeteren." Hoe zal Hij het doen? Ik kan het u niet zeggen. Ik wil gewoon de dynamiek van Gods systeem kennen. Dat is de hoofdzaak.
62 Vandaag hebben wij de mechanica bestudeerd tot het allemaal mechanisch is. Wat heb je aan een auto zonder iets erin om hem te doen rijden? Wat heb je aan de lichten als de... of de dingen die vast zitten als er geen stroom is om erin te gaan? Ziet u, wij hebben al de mechaniek, wij hebben scholen en leraars enzovoort, die een mens kunnen trainen tot hij achter de kansel kan staan met zulke manieren, dat hij een welsprekend persoon is. Dat brengt nog steeds de kracht van God niet. Waar is de kracht van God die vroeger in de gemeente was? Waar is die Pinksterzegening die vroeger door de gemeenten vloeide? Dat is de reden dat onze wereld uiteenvalt, omdat wij weggegaan zijn van de ware beginselen van God, en geleerde mensen in systemen hebben en dergelijke. En dat is wat ons in de toestand bracht waarin we vandaag zijn. Ik geloof dat dat de reden is dat onze wereld uiteenvalt.
63 Deze episoden zijn op de aarde geweest sinds de dagen van Noach. Wij ontdekken dat toen God Noach had, de profeet der gerechtigheid, die uitging met zijn boodschap, er een episode van immoraliteit was in die dag, zoals de Bijbel zei: "Etend, drinkend, huwend, ten huwelijk gevend." Wij ontdekken dat er begerigheid en immoraliteit, enzovoort, gebeurde in die dagen. En toen viel de wereld uiteen omdat de mensen de boodschap van God voor die dag afwezen. Noach was een profeet, gezalfd door God, gezonden door God, met een boodschap van God, en hij gaf de mensen een waarschuwing vóór het oordeel kwam. En zij giechelden en lachten en staken er de draak mee en spotten, en het hele wereldsysteem viel uiteen in die dag en zij verdronken in de zee. Dat is juist. Waarom? Zij verwierpen de boodschap van het uur.
64 Wij ontdekken dat hetzelfde in Egypte gebeurde, toen Mozes de kinderen Israëls uitleidde. Het hele Egyptische systeem was verdorven geworden. En wij ontdekken nu dat het opnieuw gebeurde, toen God een gezalfde boodschapper daarheen zond voor Zijn Woord. Het was om Zijn Woord te vervullen.
U zegt: "Moest het Zijn Woord vervullen?"
65 Hij vertelde Abraham dat dat precies was wat Hij zou doen. En er moest iemand op het toneel komen in die tijd om dat Woord recht voor hen te doen leven. God had Zijn Mozes daarheen gezonden en precies die zaak die Hij beloofde te doen, deed hij, omdat hij het gezalfde Woord voor dat uur was. Hij zei dat het die wereld zou oordelen. Gods Woord zei: "Ik zal die natie oordelen met grote, machtige wonderen en tekenen."
66 Daar stond een man, een gewone man zoals u en ik, die het Woord van God kreeg en heenging en schepping in bestaan sprak. Hij zei: "Laat er..." Nam het zand op en zei: "Laat er vliegen komen over de aarde." En door het Woord van God uit die profetenmond, omdat het precies het uur was dat het moest gebeuren, bedekten vliegen de gehele aarde. Hij bedekte de aarde met kikkers en met luizen. Hij bedekte haar met allerlei... met pest en dergelijke. Omdat God de belofte deed en het uur daar was dat deze gezalfd zou worden, het gezalfde Woord voor dat uur waarin zij leefden.
67 Dat hebben wij vandaag nodig, niet een of ander seminariesysteem van vroeger, maar het gezalfde Woord voor het uur waarin wij leven, om Jezus Christus opnieuw tot de wereld te brengen. "Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Er is een programma uitgestippeld voor deze dag, een belofte van God. En de enige manier waarop wij ooit in staat zullen zijn in orde te komen is door dat Woord gezalfd te laten worden. Dat is juist. Het is altijd gebeurd. Ja.
68 Wij zien dat in het grote morele verderf ten dage van Nebukadnezar, Hij een man gezalfd had. Toen de hand op de muur kwam schrijven, had Hij een man die het kon lezen.
69 Wij ontdekken eveneens dat in de dagen van Lot en Sodom de wereld uiteen viel. God redde er uit wat gered kon worden.
70 Wij ontdekken dat in de dagen van Jezus Christus deze door de mens gemaakte systemen en hun politiek van die dag, de wereld in zo'n toestand hadden gebracht, dat zij, de hele wereld, uiteen viel bij de eerste kerst.
71 Nu, wij hebben hetzelfde gedaan, keerden gewoon terug en verdierven het Woord van God door systematische religie, tot wij zien dat het uiteen valt. Op welke van die systemen kunnen wij nu vertrouwen? Naar welk systeem kunnen wij gaan, het Methodisten-, Baptisten-, Presbyteriaanse of Pinkstersysteem? Er is totaal niets wat wij kunnen doen, behalve terug te komen naar dat gezalfde Woord van de belofte voor dit uur. Deze systemen zijn broos; zij zijn gebrekkig. Zij zijn door mensen gemaakte systemen en zij zullen u niet redden. Er is geen leven in. Het enige leven is in het Woord van God. Het is leven. Hij zei het.
72 Zoals het toen was, toen zij baden, zien de mensen dat ze aan het eind van hun reis zijn, of aan het eind van hun Latijn, zoals het was in de dagen van Noach en de dagen van Mozes, enzovoort. Wanneer zij ontdekken dat zij niet verder kunnen gaan, dan beginnen zij te bidden. En wanneer men begint te bidden, beantwoordt God altijd de gebeden. Toen werd Jezus geboren.
73 Zoals ik zei, viel de wereld uit die tijd uiteen. Elke natie keek uit naar een messias, net als wij vandaag. Rome keek er naar uit dat een groot genie onder hen zou komen, een geweldige kerel die al de militaire foefjes had, zodat hij heen kon gaan en Griekenland en de rest van de wereld kon wegvagen. Griekenland keek uit naar hetzelfde, iemand die hun zou kunnen vertellen hoe zij de rest van de wereld konden veroveren.
74 De Joodse religieuze wereld van die dag keek uit naar een generaal. Zij dachten dat er een Messias van de hemel naar beneden zou komen met een grote ijzeren roede in Zijn handen en Hij zou Rome neerslaan, hen wegvagen en hen de zee in drijven. En zij allen daar keken uit naar dat type man. Zij wilden een generaal.
75 Zoals heel veel van onze denominaties van vandaag; onze denominaties kijken uit naar een supermens. Onze natie kijkt uit naar een supermens. Rusland kijkt uit naar een supermens. De oosterse wereld kijkt er naar uit. De V.N. kijken er naar uit. De kerken kijken er naar uit. Maar naar wat voor iemand kijken zij uit?
76 Rusland kijkt uit naar een messias die gezalfd is met verstand, zodat hij weet hoe de ruimte voor hen te veroveren is, iedereen te verslaan in de race naar de maan. Zij willen de wereld veroveren. Dat is gewoon...
77 Maar ziet u, wanneer men deze dingen vraagt, en hierom vraagt, vraagt men niet zoals Jezus zei. Wij proberen van God een boodschappenjongen te maken: "Here, doe dit voor mij! En doe dit voor mij! En doet U dat"; we zeggen Hem wat Hij moet doen.
78 Jezus zei: "Als gij bidt, bidt gij dan aldus: 'Onze Vader Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk kome; Uw wil geschiede.'" Wie ziet waar wij dát doen? Wij willen altijd dat God boodschappen voor ons doet, of iets voor ons doet. Maar wanneer wij bereid zijn te zeggen: "Uw wil geschiede", onszelf aan Hem toevertrouwen, onze wegen aan Hem toevertrouwen. Alles wat wij zijn aan Hem toevertrouwen. Dan zal God bewegen, wanneer u bereid bent Hem aan úte laten werken, niet u aan Hem.
79 Laat Hem het u vertellen, niet u Hem vertellen en het omdraaien: "Kom naar ons systeem, o Here God, maak ons allen Methodist, ons allemaal Pinksteren, heers over de rest ervan. Wij willen een genie, wij Pinkstermensen, wij Methodisten en Baptisten." Wij hebben seminaries, we bouwen er geweldig grote en zeggen: "Het eind der tijd is nabij, de komst des Heren", terwijl wij bijbelscholen bouwen van miljoenen dollars, enzovoort. Om wat te proberen? Ons een messias te krijgen. Dat is juist.
80 Laat de Here ergens iets doen opstaan; elke denominatie krijgt er een van dezelfde soort. Dat is precies waar. Vind het uit. Let op toen Goddelijke genezing begon, hoe vele Goddelijke genezers kwamen er? Elkeen moest een Goddelijke genezer zijn.
81 Er was één Mozes in die dagen van dat "eruit komen". Er was één Elia, één Elisa, één Jesaja, enzovoort.
82 Nu, wij ontdekken dat de wereld haar eigen messias wil. Rusland wil de hare, de Verenigde Staten willen de hunne, de kerkwereld wil de hare. Elkeen wil haar eigen messias, maar men wil het zodanig dat men het onder controle kan houden. Zij willen controle hebben over deze messias. O zeker. Ja, zij, als zij het maar zo konden hebben. Als God het zou zenden naar hun eigen smaak, zouden zij het zeker accepteren. Maar ziet u dan: God wist hun behoeften. Hij heeft niet beloofd ons naar onze begeerten te geven, en waar wij naar vragen, maar naar onze behoeften.
83 Zij wilden een generaal; zij kregen een Baby. Ziet u, dat is wat zij nodig hadden. Zij hadden een baby nodig (waarom?) om hen te vernederen, hen bescheiden te maken.
84 Dat is wat de zichzelf aangemeten kerk nodig heeft vandaag: zichzelf opnieuw bescheiden opstellen. Het is zover gekomen dat er geen schuldbelijdenis en geen liefde meer is onder het volk. Het lijkt alsof het dagelijks afsterft. De kerk koelt af. Overal ziet u dat de opwekking voorbij is en vindt u een afkoeling. Wij hebben een vernedering nodig. En wij...
85 Zij vroegen om een generaal en kregen een Lam. Waarom? Omdat God wist wat zij nodig hadden. Dát hadden zij nodig. Zij hadden een Redder nodig. Zij dachten dat zij gered waren, maar God wist dat zij het niet waren.
86 En dat is wat de wereld vandaag nodig heeft: opnieuw een Redder, een Verlosser uit deze toestand, iets dat het kan samenhouden. Geen opleidingsstelsel, een soort mechanisch systeem of een soort ontwikkelingssysteem. Wat wij nodig hebben is de kracht van de Here Jezus Christus en verlossende genade opnieuw terug in de gemeente; dat mannen, vrouwen, jongens en meisjes gered kunnen worden.
87 Hebben wij te lang gewacht? Zijn er buiten velen die nooit zullen binnenkomen? Is de laatste naam verlost? Is dat aan de hand vandaag? Het zou kunnen zijn, weet u. Weet u, het zou gemakkelijk zo kunnen zijn en de Schrift totaal niet breken, helemaal niet. Het zou kunnen zijn. Dus, wij weten het nu niet, laten wij voorzichtig zijn.
88 Maar zij dachten dat zij gered waren, maar God wist het beter dan zij. En hetzelfde gebeurt vandaag.
89 Zij hadden het Woord genomen dat God hun voor die dag had gegeven, zodat zij de dag behoorden geweten te hebben dat Hij kwam, maar ze hadden er een traditie van gemaakt. Jezus zei: "Gij hebt het Woord van God genomen en het krachteloos gemaakt door uw tradities."
90 Hetzelfde is vandaag gebeurd in onze systematische, godsdienstige systematische wereld. De systemen van de wereld hebben het Woord van God genomen en het traditioneel gemaakt. Daarom heeft het geen enkele uitwerking. Er zal niets uitkomen, omdat het gemengd is.
91 U kunt echt koren nergens in plaatsen, behalve in de aarde, anders zal het niet groeien. U kunt het in de zon leggen en het warm houden; u kunt doen wat u wilt, maar er is een bepaald soort aarde voor nodig. Het moet daarin liggen. Het moet begraven worden. Het moet onder de juiste atmosfeer zijn om het voort te laten brengen.
92 En zo is het met het Woord van God! U kunt geen kerk nemen en haar tot leven brengen op een traditie. U zou leden voort kunnen brengen bij miljoenen, maar u zult nooit de kracht van God voortbrengen, tenzij wij weer terugkomen tot het oorspronkelijke Woord, terug naar het fundamentele Woord, terug naar het bloed, terug naar Jezus Christus, terug naar de ouderwetse gebedssamenkomsten en terug naar God! Wij zijn nu misschien al zover dat het uur ver voorbij is. Maar het Evangelie moet hoe dan ook gepredikt worden. Wij hoeven dat niet te beoordelen.
93 God wist waaraan zij behoefte hadden, dus gaf Hij hun waaraan zij behoefte hadden. Wij ontdekken dus opnieuw dat wij hetzelfde gedaan hebben als zij.
94 Rusland en heel de rest van hen wil de hunne. En de verschillende geleerden willen zichzelf een grote naam maken. Elke natie wil zijn brein-mens hebben. Wij willen de onze. Wij willen het ontwikkelingssysteem erin. Wij willen denominationalisme. Dat is gewoon precies wat wij hebben gekregen. Dat is wat u deed. Dat wilde u, dat gaf God u. Nu, wat gaat u ermee doen nadat u het gekregen hebt?
95 Laten we nog even over Rusland spreken. De Russen roepen om een man die de ruimte kan veroveren. Hun geleerden leiden hen zo snel als zij kunnen op. Wat als zij er een krijgen, wat als zij hun messias krijgen, wat zullen wij doen? En genade over ons als zij het krijgen! Bedenk dat Duitsland niet lang geleden net zo'n messias kreeg, niet erg lang geleden, een Hitler. En wij weten wat het met hen gedaan heeft.
96 Nu, wat met de kerk, naar wat voor een messias kijkt de kerk vandaag uit? U, de gemeente, heeft het luidste geroepen. Wat roepen wij om een messias, wat roepen wij? "Opwekking in onze tijd! Terug dit, dat en nog wat." Waar kijkt men naar uit om het te geven? Wat wilt u nog meer? Wat wil de kerk eigenlijk?
97 Wij hebben het reeds gehad! God gaf het ons. Het is Zijn belofte voor dit uur. Wij kijken in de Bijbel, wij zien het overal door de Bijbel. Gezalfden kwamen op en deden dat Woord opnieuw leven, precies in het uur voor dat uur. En wij hebben de Messias gekregen. Dit is Hem, het Woord! "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God." En het Woord blijft God, Hebreeën 13:8, "Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Wij weten wat er in deze dag wordt verondersteld te gebeuren. Wij willen een Messias. En God gaf ons de Messias, Zijn beloofde Woord voor deze dag. Het wacht gewoon op iemand met geloof om het te zalven en het opnieuw te doen leven. Jazeker. Het is een echte Messias, het is het Woord van God, waarvan Jezus zei: "Zowel hemelen als aarde zullen vergaan, maar Mijn Woord zal nooit voorbijgaan."
98 Maar de kerk zit geestelijk dood, gestorven; het uur is aan hen voorbijgegaan. Zij zijn in een malaise en weten nauwelijks wat te doen; de een loopt deze kant op en de ander die kant. En hier ligt elke belofte die God in de Bijbel deed, elk daarvan ligt daar gewoon even goed als ooit. Het is het uur! Wat maakt de kerk zo? Wij zijn in het Laodicéa tijdperk wanneer zij tot die toestand moet komen. Dit is het uur ervoor.
99 Maar bedenk dat daarin het uur is dat de slapende maagd komt om olie te kopen en dat was hetzelfde uur dat de Bruidegom kwam. Wij ontdekken vandaag Episcopalen, Presbyterianen en verschillende denominaties, die u enkele jaren geleden niet gehuurd zou kunnen hebben om rond een groep Pinkstergelovigen te komen. Zeker niet. Maar daar zijn zij vandaag, binnenkomend. Weet u wat Jezus zei? Zij kwamen binnen om olie te kopen en zeiden: "Geef ons wat van uw olie." Degenen die olie hadden zeiden: "Niet aldus. Ga het kopen, opdat niet... van hen die het verkopen." En terwijl zij probeerden het te kopen, terwijl zij probeerden het te krijgen...! Weet u in welk uur wij leven, Pinkstermensen? Wanneer zij komen, kunnen zij een verwarring gehad hebben, mogen zij dit of dat of wat anders gedaan hebben, maar overeenkomstig de Schrift kregen zij het niet. Terwijl zij het probeerden te krijgen, kunnen zij door alle emoties gegaan zijn en dan in al de ismen en de sensaties, maar de duivel kan al die dingen nabootsen. Terwijl zij het kochten of het probeerden te verkrijgen, kwam de Bruidegom en degenen die olie hadden gingen binnen.
100 En daar is het uur waarin wij leven. Wij zagen het nooit eerder. Jezus zei dat het zo zou zijn, dan is het zo! Wat zien wij? Wij zien het Woord, waarvan God zei dat het in deze dag zou geschieden, direct voor onze ogen gebeuren. "O, ontwaak dan, gij heiligen des Heren; waarom sluimeren wanneer het einde nadert; laten wij gereed komen voor die laatste roep", want wij weten niet wanneer het zal zijn. Ja.
101 Ons wereldsysteem, ons kerksysteem, ons denominatiesysteem, al onze systemen zijn verrot en bedorven. Wat wij vandaag missen is wat zij gisteren hadden. Dat is juist. Het lijkt op een uitdrogen van de kerken; men kan nauwelijks een kerk meer vinden die in leven is met het Woord en met de Geest van God en met grote dingen die gebeuren zoals het niet lang geleden was.
102 Nu, wij ontdekken dat God weet wat zij nodig hadden, dus Hij... Hij laat een belofte altijd in vervulling gaan. Het is gewoon dit grote Woord dat wij zien, een belofte; zij behoorden geweten te hebben dat het gewoon precies was wat God beloofde dat er in die dag zou gebeuren.
U zegt: "Hoe, wat moest er gebeuren?"
103 In Jesaja 9:6 [Vers 5 en 6 – Vert] zei de profeet: "Want een Kind is ons geboren, de Zoon, een Kind, een Zoon is ons geboren, een Kind is gegeven en men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst, en de heerschappij rust op zijn schouders en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen."
104 Wij weten dat ons in die dag een Kind geboren moest worden, dat een maagd zwanger zou worden en een Kind baren. En het kwam niet door een van hun systemen; daarom wilden zij er niets mee te maken hebben. Zij verwierpen het. Maar het gezalfde Woord, God (Immanuël) vlees gemaakt onder hen, stond daar, Hij zei: "Wie van u kan Mij beschuldigen van zonde, ongeloof? Onderzoek de Schriften, want daarin meent gij eeuwig leven te hebben en die zijn het die van Mij getuigen." Hij was door en door geïdentificeerd dat Hij de Messias was, de Messias Die in die dag moest komen. En de systemen hadden de gedachten van de mensen zo in de war gestuurd, in zoveel systematische regels, enzovoort, dat zij het Woord van God krachteloos hadden gemaakt. Zij konden niet zien dat Hij de Messias was.
105 En zoals men het toen deed, zo heeft men het opnieuw gedaan. Dat is juist. De systematiek van de wereld, de mechaniek, heeft de zuigers geplaatst waar de uitlaatpijp behoorde te zijn, in hun grote mechaniek. En hoe kan het daarom lopen? Het kan het niet. Het was niet gebouwd op die manier.
106 De gemeente kan niet lopen zonder de kracht van God, door het Woord. En de Heilige Geest zal slechts het Woord van God bevestigen want dat is wat Hij moet doen. De zalving is om het Woord te bevestigen.
107 En Jezus was de Gezalfde, het Woord vleesgemaakt. Dat is de reden waarom Hij daar het water in wandelde; Hij was het Woord dat tot de profeet kwam. Hij werd door de profeet gedoopt. En de profeet stond toen op en zei: "Ik moet minder worden, Hij zal toenemen." Wij zien dat dat Gods manier van doen is.
108 Maar ontvingen zij het? Zij hadden het moeten weten. Zij hadden de handelingen van God in het oog moeten houden. Zij zagen het Woord vervuld. Zij wisten dat de Schrift het zei, maar zij konden niet geloven dat het zo zou komen. Het moest of naar de Farizeeën komen of naar de Sadduceeën. Als het kwam tot de Farizeeën, zouden de Sadduceeën het niet hebben ontvangen. Omgekeerd zouden de Sadduceeën het niet hebben ontvangen als men zei dat de Farizeeën het zouden hebben.
109 En dat is gewoon de wijze waarop het vandaag is; onze systemen en de hele zaak is verrot en verdorven. Oh my! Het uur waarin wij nu leven, verblinde wereld, wandelend in duisternis, gebukt onder de systemen van deze wereld, als schapen zonder herder. Terwijl zij het Woord van de levende God voor zich betuigd zagen en er gewoon blind bij vandaan gingen en het verlieten, hoe kunt u dan iets anders verwachten? Amen. Daar hebben wij het.
110 Weldan, de wereld valt uiteen. Waarom? Het Woord dat het samenbond werd verworpen. Wij vinden dat in Hebreeën, het elfde hoofdstuk.
111 Einstein zei het. Ik luisterde naar een lezing van hem hier onlangs 's avonds, New York City, waar hij een van zijn laatste lezingen gaf. Hij sprak over een constellatie, een klein melkwegstelsel was het, buiten in de sterrenhemel. Hij zei: "Als een mens door de ruimte zou reizen met de lichtsnelheid..." Wat is dat, 8.000... [Iemand zegt: "186.000" – Vert] Zo'n 186.000 mijl [ongeveer 300.000 kilometer] per seconde. "Hij zou honderd àhonderdvijftig miljoen lichtjaren nodig hebben om daar te komen." Hij vond eeuwigheid. Dan zei hij: "Om terug te komen zou hij weer honderdvijftig miljoen lichtjaren nodig hebben, wat driehonderd miljoen jaar zou zijn. En de tijd die hij van de aarde was weggeweest zou slechts vijftig jaar zijn." Daar bent u er, doorgedrongen in eeuwigheid! Oh my! De grootheid van God, toen Hij het hele zonnestelsel maakte!
112 En deze astronaut onlangs, vliegend boven Rusland, zei dat hij geen God zag, geen engelen. Hoe onwetend kunnen mensen zijn! Wanneer...
113 God! En het gehele zonnestelsel blies Hij weg van Zijn handen; en Hij zit daar zo vele miljoenen jaren, lichtjaren, voorbij. En de hele zaak wordt vastgehouden door Zijn kracht en Zijn Woord. Halleluja! Elke ster moet op haar plaats hangen. Jazeker! Toch was Hij nederig genoeg om naar beneden te komen en een van ons te worden, om voor ons te sterven; wij zijn zonder excuus. Als het zou gebeuren dat een van die sterren van zijn plaats zou bewegen, uit zijn eigen baan zou raken, dan zou het in het hele systeem uitwerking hebben. Het hele systeem moet precies hetzelfde draaien, want de ene hangt af van de andere.
114 En wanneer Gods systeem in perfecte harmonie met Hem is, dan werkt alles perfect. Dat is juist, want het moet wel.
115 Maar de kerk nam Gods systeem nooit aan; het maakte een eigen systeem. Dat is de reden dat wij allemaal uit harmonie zijn. Dat is de reden dat de kerk zo in de war is. Daarom valt de wereld vandaag uiteen, omdat wij onze eigen systemen hebben aangenomen. Daarom is de politieke wereld uiteen gevallen. Daarom is de religieuze wereld uiteen gevallen, omdat wij een systeem geadopteerd hebben in plaats van Gods eeuwig plan voor de tijdperken te nemen. Amen. Dat is er met de wereld aan de hand. Dat is precies wat er verkeerd is, omdat zij iets anders geadopteerd hebben. Het heeft de mensen zo gekregen: "Ik ben Presbyteriaan. Ik ben Methodist. Ik ben Eenheidsmens. Ik ben Drieëenheidsmens. Ik ben..." O, genade! Geen wonder dat wij het niet kunnen samenhouden; er is niets om ons samen te houden.
116 Meneer Nixon maakte de briljantste opmerking die ik heb gehoord van enig president of vicepresident in de laatste jaren, toen hij onlangs zei: "Wat is er aan de hand met het Amerikaanse volk? Zij hebben liefde en respect voor elkaar verloren." Als Amerikaanse burgers elkaar neerschieten op straat. Hoe kunnen wij? My!
117 Als u niet met een mens van mening kunt verschillen en hem tegelijk liefhebben, zwijg dan maar. Als u het hem niet kunt vertellen, zoals een vader zijn kind corrigeert, bereid om een arm om hem heen te slaan en hem nadien te omhelzen, houd dan maar liever op. U bent zelf niet ver genoeg gegaan, om te weten waarover u spreekt. Dat is juist. Ik kan met een man verschillen, zeker; toch is hij mijn broeder, ik zal hem de hand geven. Ik kan hem daar niet mee laten doorgaan; als ik dat doe, als ik het hem niet vertel, zou ik niet de correcte broeder voor hem zijn. Dat is correct. Maar ik kan het hem vertellen en hem vertellen dat ik hem liefheb en hem bewijzen dat ik hem liefheb.
118 U hoeft hem niet op straat neer te schieten. Ik verschil met meneer Kennedy en zijn politiek, en zijn godsdienst, enzovoort, maar dat verdiende hij niet. Beslist niet. Inderdaad niet. Niemand verdient dat.
119 Wij ontdekken dus dat de hele wereld verdorven is. Onze natie, politiek, religieuze systemen en alles, het is verdorven.
120 Het is gewoon aan het wachten. Het Woord van God dat voor deze dag geprofeteerd werd, wacht tot er iemand komt om het te betuigen. Ik vraag mij af of Hij het reeds gedaan heeft? Waar zijn wij dan aan toe als Hij het reeds gedaan heeft? Als Hij het gedaan heeft, waar zijn wij dan aan toe? Allerellendigst!
121 Ik zei een paar keer iets hards over mevrouw Kennedy, over hoe zij de modes voor de wereld bepaalt met deze waterhoofdkapsels en 'hoe onze zusters en anderen hun haar knippen en zich kleden zoals mevrouw Kennedy'. Ik zei: "Zoals Izebel vanouds." Dat is waar. Ik geloof dat. Ik, ik voel medelijden met haar als moeder vanavond, met haar kinderen, precies.
122 Maar laat mij u iets vragen. Als Jacqueline Kennedy de boodschappen gehoord zou hebben die sommigen van u, Pinkstermensen, gehoord hebben over het knippen van uw haar en zo, zou zij misschien niet eens kortgeknipt haar gehad hebben. U wordt verondersteld van Pinksteren te zijn en u doet het nog steeds! Uh-huh, uh-huh. Zij had het misschien niet meer gedaan als zij de gelegenheid had gehad en de boodschap had gehoord, ziet u, die u gehoord hebt. Daar bent u er. Wij zijn er slecht aan toe, mensen. Dat is precies juist. Ja, inderdaad. O, God, hoe de moraal, de zaak...
123 Vrouwelijkheid is een van de dingen die onze natie samenhoudt. Het is de ruggengraat. En het vrouw-zijn, de fijne deugd die God aan een vrouw gaf om een moeder te zijn, wel, het is verdwenen. Lang geleden hebben de vrouwen van deze wereld, hun deugd, neergebogen voor een godin van Hollywood-mode; zichzelf vormend en kledend en handelend zoals sommigen van deze Hollywoodsterren. En vele keren wordt zelfs goddeloze kleding, sexueel aantrekkelijk, in de kerken als mode beschouwd. En de herders achter de kansel hebben de moed niet, de kracht van de Heilige Geest niet; zoals Lot die daar neerzat en zijn ziel kwelde; ze zijn te afhankelijk van hun maaltijdbon, om de mensen te vertellen dat het verkeerd is. Ja.
124 Wat wij vandaag nodig hebben is een ontworteling. Misschien is het voor ons al te laat om met wortel en tak uit te trekken. Het uur is misschien voorbij. Wij zullen nooit meer een opwekking krijgen. Ik weet dat u er naar uitkijkt maar ik zie het niet in de Schrift.
125 Ik kijk uit naar een opname, voor slechts een handvol mensen. Dat is juist, slechts een handvol mensen. Zij zullen nooit gemist worden in de wereld. Wanneer zij gaan, zult u nooit weten dat het gebeurd is. Dat is juist. Het zal komen als een dief in de nacht.
126 En als Hij het werk niet bekort omwille van de uitverkorenen...! Er zijn sommigen uitverkoren tot eeuwig leven, wij weten dat; zij zijn het allemaal, die eeuwig leven hebben. En als zij... of als Hij het niet bekort omwille van hen, zal geen vlees gered worden. De wereld heeft elke tweeduizend jaar haar oordeel gekregen. Wij weten dat het systeem uiteengevallen is. Het viel uiteen in de dagen van Noach, in de dagen van Christus viel het uiteen. En hier komt 1964 eraan. Wat blijft er over? Zesendertig jaar tot er weer tweeduizend jaar verstreken zijn, de eenentwintigste eeuw komt eraan. Wat gebeurt er? Het werk moet nog steeds ingekort worden. Jezus zei over het verderf van deze dag: "De uitverkorenen zouden misleid en niet gered worden, indien het mogelijk zou zijn." Daar hebben wij het. En de kalender vertelt ons, volgens de wetenschap, dat wij er nog ongeveer vijftien jaar bij vandaan zijn. Wij zijn achter met de Romeinse jaartelling, volgens de Joodse kalender zijn wij er vijftien, twintig jaar mee achter.
127 Waar zijn wij dus aan toe? Wij zien de naties breken en Israël ontwaken, de tekenen die deze Bijbel voor deze dag voorzegde. Wij zien de mechanische dingen gebeuren. Nu moet de Geest, de dynamiek van dat beloofde Woord, in Zijn gemeente komen en hen tot Calvarie ginds drijven, en naar de opname! Daar zijn we dan.
128 Geen wonder dat wij uiteenvallen, er is niets... Datgene wat de aarde schiep, Datgene werd hier gebracht om de aarde te laten draaien, Datgene waar omheen de stelsels en al het andere moesten wentelen, dit Woord vormde door God de wereld. Einstein zei het in zijn lezing: "Er is slechts één uitleg van de Schrift... Slechts één uitleg waarom deze wereld bestaat, dat is Hebreeën 11: 'Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods tot stand gebracht is.'" Dat is alles. Er is niemand die kan vertellen hoe het daar in de lucht hangt en hoe het kan ronddraaien en haar vierentwintig uur rond de evenaar maakt, enzovoort, en hoe haar baan in het heelal haar doet terugkomen op dezelfde plaats zonder een seconde te missen. En elke ster draait zo in haar rondgang en zij helpen elkaar als zij rondgaan.
129 Hoe waakt die maan daar over die zee! Als die maan ooit van haar plaats werd bewogen, zouden wij binnen een paar seconden bedekt worden met dertig meter water. Die maan! Let op, zelfs als u hier een gat boort, u mensen die naar olie boort, en u zou hier boren. Ziet u hoever de kust van u af is? U boort hier een gat in de grond en let op als 's avonds de vloed opkomt; het zal het water in uw schacht naar boven brengen, uw zoute water. Zeker. Wat is het. Die maan stuurt het daarginds.
130 Het is Gods systeem. Het is Gods plan. Het is Gods gebod. Maar wij maken ons eigen, wij willen het Zijne niet nemen. Laten wij ons nu haasten om er doorheen te komen. Zoals toen is het hetzelfde met deze kerst, wij ontdekken echt dat onze wereld opnieuw uiteenvalt. Oh!
131 God werd gezalfd, en Hij beloofde Zijn Woord. Hij zalfde ons daarginds en zei ons... zei hun: "Toen Hij Jezus Christus zalfde..." Petrus zei op de Pinksterdag: "Jezus Christus, een Man aangewezen van God onder u door tekenen en wonderen, welke Hij in uw midden deed, zoals uzelf weet." Zij zijn getuigen. Hij zei ook, na de opstanding, enzovoort, hoe Hij gehandeld had! "Hoe u, door wetteloze handen, de Levensvorst genomen hebt en gekruisigd, Die God heeft opgewekt; en wij zijn getuigen." Hoe Nicodemus kwam en zei: "Rabbi, wij weten het. Wij Farizeeën, het Sanhedrin Hof daar boven, wij weten dat U een door God gezonden Leraar bent; niemand kan die tekenen doen, die U doet, tenzij God met Hem is." Zij wisten dat die belofte daarvoor was en zij wisten dat het er was, maar hun systemen hadden hen zo gebonden dat zij er niets aan konden doen.
132 Zo is het vandaag, precies hetzelfde. U kunt het niet, u zult uw gemeenschapskaart moeten opgeven zodra u het doet. Als u ooit voor dat Woord van God uitkomt, let maar op wat er gebeurt, het is met u gedaan. U zult niet populair zijn. U zult bij hen weggeschopt worden en al het andere.
133 O, als u een kleine bediening hebt, zullen zij u vasthouden met geld als zij kunnen, een menigte door uw bediening binnentrekken, vragen om geld en dergelijke. Maar let gewoon op wanneer het tot het Woord komt, let dan op hen hoe zij daarop steunen. Denkt u dat een dienstknecht van God dat niet weet? Wel, Jezus wist zelfs dat Judas onder Hem was. Waarom zei Jezus niet iets tegen Judas? Om dezelfde reden als vandaag; u moet wachten tot dat uur komt voor die misleiding. Dat is juist. Zij hadden het. Zij zullen het krijgen.
134 Merk op, maar zij wilden de wijze niet waarop Hij kwam; zo is het vandaag. De kerken destijds wilden dat hun systemen werden gezalfd. De Farizeeën wilden dat het Farizese systeem gezalfd werd, de Sadduceeër wilde het Sadducese systeem, de Herodianen net zo, enzovoort. Zo is het vandaag. Als zij... Als God een zalving zal zenden en de Eenheidsmensen zou zalven, oh my, zouden zij de Tweeheidsmensen er niet over vertellen of een Drieëenheidsmens, of wat het ook is? Zouden de 'Assemblies' er de Eenheidsmensen niet over vertellen? "Ik zei je toch dat wij gelijk hadden!" De Methodist zou het de Baptist vertellen: "O jongen, ziet u, wij hebben haar!" U wilt dat uw systeem gezalfd wordt.
135 Maar God beloofde alleen Zijn Woord te zalven. Amen! Ik weet dat dit steekt, maar dat is de Waarheid. God verandert nooit. Hij zalft Zijn Woord. Jazeker. God zalft het gezalfde, beloofde Woord voor dat tijdperk. Het beloofde Woord voor dat tijdperk!
136 Vandaag willen zij een opleidingssysteem (waarom?) zodat zij alles kunnen doen wat zij willen en toch aan hun christelijke belijdenis vasthouden. O, als zij iets geweldigs hebben waar u kunt binnen gaan, de rijen doorlopen en dergelijke, kauwgom kauwend en elkaar aanstotend; en daarna naar buiten gaan naar de sporthallen en dergelijke, waar u allen heengaat om basketbal en dergelijke dingen te spelen. Ik heb niets tegen basketbal, honkbal, voetbal of wat het ook is, een groot... als dat alles is wat uw god is, is het een grote luchtballon. Maar laat mij u zeggen, wat wij vandaag nodig hebben, is het Woord van God, gezalfd voor dit tijdperk, dat de kracht van de Heilige Geest opnieuw te voorschijn zal brengen. Ja, dat is in orde. Maar dat behoort niet in de kerk. Beslist niet. Als u zoiets op moet bouwen om de kerk tezamen te houden, dan kunt u het maar beter afbranden of het eruit schoppen of daar iets binnen halen wat het Woord van God weer zal terugbrengen. En dat zijn de dingen van de wereld; o, u kunt het niet mengen met het Woord van God. Zeker niet.
137 Jazeker, men wil nu een systeem. De wereld zal een systeem aannemen. Nu, wij ontdekken dat elk klein systeem op zich, elk van hen, zegt: "Ik wil dat het naar mij komt. Ik wil dat het naar mij komt." O, zij krijgen grote machines en opgeleide predikers en dergelijke dingen en brengen hen naar voren, broeden hen uit, tjonge, met intellect; zodat, my, een kerel voelt dat zijn woorden, zijn spraakkunst, zo slecht zijn, dat hij er zelfs een hekel aan heeft om achter zo iemand naar de kansel te gaan. Maar wat wij vandaag nodig hebben is geen ontwikkelingssysteem, het zijn geen lezinghouders.
138 Wat wij vandaag nodig hebben is het Evangelie, gehanteerd met de kracht van God om het Woord van dit uur te betuigen, tot waar er iemand zal komen die zal opstaan en zwart 'zwart' zal noemen en wit 'wit', iemand die zal opstaan en de Waarheid zal vertellen, of het de huid afstroopt, of het kaf van u afschudt, of wat het ook doet. Dat is precies waar het uur om roept vandaag.
139 Maar de mensen willen iets. Wat willen de mensen vandaag, de vrouwen? Zij willen mensen, een voorganger die zal opstaan en zeggen: "Het is in orde. U kunt dit doen of dat doen. Of, dat is in orde, er is niets verkeerds daarmee, lieveling." Die prediker heeft een evangelische aframmeling nodig, die kort geknipt haar en het dragen van verf toelaat.
Nee, u zegt: "Wat heeft dat ermee te maken?"
140 Weet u niet dat de buitenkant van u weerspiegelt wat er aan de binnenkant is? Zegt de Bijbel niet dat u dat niet behoorde te doen? "Het is zelfs niet voegzaam voor een vrouw om aldus te bidden."
141 En u mannen wilt zo iets? Predikers, u kunt het niet zeggen omdat u uw lidmaatschapskaart zult moeten opgeven; de grote raad zal u er uit schoppen als u er iets over zegt. God helpe een man die een kaart van een raad of een lidmaatschapskaart belangrijker vindt dan de doop met de Heilige Geest, met het Woord! Hoe kan de Heilige Geest Die de Bijbel schreef, ontkennen wat Hij schreef?
142 "Wel, de dagen van wonderen, o, wij hebben dat vandaag niet nodig. Goddelijke genezing, deze andere dingen, er is zoiets niet. Dat is waarzeggerij, dat is o, telepathie!" U, arme, ontaarde, wat is er met u aan de hand? Wij hebben het Evangelie nodig, als de Heilige Geest in u is!
143 Als ik u zei dat het leven van Beethoven in mij was, dan zou ik muziek kunnen schrijven. Als Beethoven in mij leefde, zou ik Beethovens leven leven. Als Shakespeare in mij was, zou ik poëzie kunnen schrijven. Ik zou toneelstukken kunnen schrijven, als Shakespeare in mij leefde.
144 En als Jezus Christus in u leeft, dan zullen de werken die Hij deed, en Zijn Woord – Hij is het Woord – zichzelf die dag bevestigen door de ware belofte die Hij gaf. Amen. Daarop wacht God. Dat houdt de wereld vast, apart; wat de wereld samenhoudt, de godsdienstige wereld samenhoudt, is Zijn Woord, dat elk ding van het Woord samenhoudt. Ja.
145 De mensen willen evenwel toch dit soort systeem. Zij zullen het krijgen. Zij zijn er reeds in, precies nu. De Wereldraad van kerken zal hun gewoon geven wat zij willen, elk van hen samen. Hoe deze Pinkstermensen in die conventies kunnen zitten en Vaticaanstad binnengaan en een rondbrief schrijven en zeggen: "Het geestelijkste wat ik ooit zei, was toen ik naast de 'heilige vader' paus Zus-en-zo zat", en toch een Pinksterman zijn en weten hoe... Het is een dode Pinksterbeweging. De hele zaak is dood. Het is bedorven. Het is vergaan! Het is weer in de Confederatie van kerken waartoe het behoort. Precies juist.
146 Maar de gemeente van de levende God, die bruid, beweegt gewoon steeds voort. En zij zal in de opname gaan door het Woord, dat is juist; het Woord en het Woord zullen samenkomen. Als wij een deel zijn van Christus, deel ervan, moeten wij Zijn Woord zijn, omdat Hij het Woord is. Juist. Jazeker.
147 Zij hebben het gezalfde Woord der belofte van dit tijdperk geweigerd en Hij is altijd het Woord. Als God ons opnieuw een gezalfd beloofd Woord zond, voor dit tijdperk, in 1946, zou Hij Dezelfde zijn als toen Hij in het begin kwam, het gezalfde Woord voor het tijdperk. Hebreeën 13:8 werpt het gewoon terug in uw schoot en zegt: "Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Dat is precies juist. En wij... En Hij zou blijven bij het beloofde Woord van de Vader voor dit tijdperk. Als Jezus komt, zou Hij precies zijn wat het Woord zei dat het in dit tijdperk zou zijn.
148 Dat is wat Elia was in zijn tijdperk. Dat is wat Mozes in zijn tijdperk was. Dat is wat Noach was in zijn tijdperk. Dat is wat overal was, elke profeet die ooit kwam. En het Woord, toen het in volheid kwam, het gehele Woord vleesgemaakt onder ons, het deed gewoon precies wat het zei dat het in dat tijdperk zou doen.
149 Als het vandaag kwam, zou Hij gewoon precies Jezus Christus zijn Die Zijn belofte uitleeft van wat Hij beloofde te doen, precies zoals het Woord.
150 Hij was het Woord. Jesaja 9:6 is Jezus Christus. En toen het vlees gemaakt werd en onder ons woonde, leefde het gewoon precies zoals het deed. Mozes zei daarginds in het boek Exodus: "De Here, uw God", of in Deuteronomium: "De Here, uw God, zal een profeet doen opstaan, gelijk mij, en het zal gebeuren dat wie niet naar Hem zal horen, afgesneden zal worden van onder het volk." En toen Hij kwam, deed Hij precies wat het Woord zei dat Hij zou doen. En zij bestreden Hem, omdat hun systemen het afgesneden hadden en het Woord van God krachteloos voor hen hadden gemaakt. Ziet u? Zij konden zulke dingen niet geloven. Zij konden dat soort dingen niet geloven omdat, naar zij dachten, de tijd ervoor voorbij was. Oh!
151 Want Hij heeft bewezen dat Zijn Woord hetzelfde is. Hij zou het Woord vandaag betuigen, zoals Hij het toen betuigde. Hij zou ieder denominatiesysteem in de wereld sterk veroordelen als Hij vandaag op aarde kwam. Dat deed Hij de eerste keer. Dat zou de zaak zijn die Hij zou aanroeren. Dat is precies wat Hij aanroerde toen Hij de eerste keer kwam. Zoals Hij toen deed, zo zouden zij ook doen in deze tijd. En Hij deed het toen, want Hij verandert nooit Zijn Woord. Hij verandert nooit Zijn systeem. Het is altijd hetzelfde, het is elke keer het gezalfde Woord voor het tijdperk. Dat is juist.
152 We zien dus dat, als Hij vandaag zou komen, Zijn plannen om de wereld samen te houden opnieuw verworpen zouden worden, net als toen.
153 Maar luister, tot slot wil ik dit zeggen. Er werd ons geen systeem beloofd, er werd ons geen denominatie beloofd, een superdenominatie, een superplan van een of andere soort. Maar er werd ons het Koninkrijk beloofd, een eeuwig Koninkrijk. Amen. Dat werd ons beloofd: eeuwig leven te hebben in dit eeuwig Koninkrijk. En het bestuur wordt geleid door de eeuwige Koning, Zijn eeuwig Woord uitgegeven aan Zijn volk dat eeuwig leven heeft. En het 'Eeuwig leven'-volk feest niet op de dingen van de wereld, maar er is geschreven: 'De mens zal leven bij ieder Woord dat de mond van God uitgaat.' Wanneer wij beiden nu... Wij ontvangen dit Koninkrijk en wij ontdekken dat "zowel hemel als aarde zullen voorbijgaan, maar dit Woord zal nooit voorbijgaan". [Broeder Branham klopt op zijn Bijbel – Vert] En dit Woord is het Koninkrijk. Dit is de Koning en het Koninkrijk, het systeem, het leven, het is elk stukje hierin.
154 Als God Zijn wereld oordeelt door een kerk, door welke kerk zal Hij haar gaan oordelen? Hoeveel zijn er? Honderden en honderden en honderden verschillende denominatiekerken. Als de Katholieke juist is, welke Katholieke? Als de Grieks-katholieke juist is, dan is de Roomse verkeerd. Als de Roomse juist is, is de Griekse verkeerd. U ziet het dus, als de Methodist juist is, is de Baptist fout. Als de Baptist gelijk heeft, is de Pinksterman verkeerd. Als de Pinksterman juist is, dan is de Presbyteriaan fout. Ziet u? U zou dus allen zo verward zijn.
155 Maar God heeft ons niet achtergelaten zonder enige getuige of zonder enige standaard waarbij wij zouden kunnen staan. Dat is dit Woord! Hij zei: "Laat het woord van ieder mens een leugen zijn en het Mijne de Waarheid." Dat is juist.
156 Want "zowel hemelen als aarde zullen vergaan". Er werd ons verteld dat wij een Koninkrijk ontvangen dat niet bewogen kan worden. Jazeker. Wanneer al deze wereldse koninkrijken nu vallen en de hele wereld uiteen valt, toch zijn wij gedoopt in een Koninkrijk dat niet bewogen kan worden. Amen. Wij ontvangen een Koninkrijk. Dus wanneer de wereld uiteen valt, zijn wij geboren in dit Koninkrijk dat niet uiteen kan vallen. Het is Gods eeuwig Woord en wij staan daarop. Het kan nooit uiteen vallen.
157 Wij horen zoveel over dit nieuwe systeem dat men zal brengen, het religieuze systeem, weet u, dat vrede op aarde zal brengen wanneer de Katholiek en al de Protestanten zich samen verenigen. Sommigen van hen geloven in Goddelijke genezing en sommigen geloven het niet en sommigen geloven dit en sommigen geloven dat. En u moet uw grote twist verzaken waarover u al de tijd hebt getwist, uw evangelisch geloof, om in de Wereldraad te komen. En elke denominatie zal daar binnen moeten komen. Dus als denominatie vervloekt is en het ertoe te behoren, wat doet het? Het werpt u gewoon terug. Als Rome de moeder is van denominatie en zij is het beest en het merkteken van het beest, dan maakten zij er voorts een beeld voor, een raad, al de kerken samen vormen een beeld voor het beest, dus gewoon regelrecht opnieuw terug naar het merkteken van het beest! Het systeem van de wereld, denominationalisme, heeft een systeem naar voren gebracht dat het merkteken van het beest bracht.
158 En u ziet het even goed als ik het zie, dat nu alles wat daar niet in is, gedwongen zal worden; het is reeds op orde gezet, de grote machine die daar zit; de mechaniek wacht daar op Satan om erin te komen met de dynamiek. Ziet u? En wanneer dat gebeurt, kan niemand het Evangelie meer prediken, niemand, zonder tot dit systeem te behoren. Daar is het merkteken van het beest. En bedenk, tegen die tijd is de bruid heengegaan, dus u ziet hoe nabij het is. Goed, u ziet waar we aan toe zijn.
159 U kunt zien waar deze grote ineenstorting, deze zaak om draait. "Ontwaak, gij heiligen des Heren, waarom sluimeren terwijl het einde nadert?" Waarom doet u het? Eens zondigt u uw dag van genade weg. Doet u dat nooit. Jazeker.
160 Nu, dit systeem zal geen wereldvrede brengen. Als dat de wereldvrede zal brengen, wat gebeurde er dan met de Vredevorst, Die het Woord was? Het is antichristelijk in zijn lering. Het is precies tegen hetgeen waar God voor stond, wat Hij ons zei: "Deze tekenen zullen hen volgen, die geloven"; zij geloven dat dat onzin is. Handelingen 2:38 is nog zoiets voor hen; zij weten er niets over. Heel het Woord, enzovoort, zij weten er niets over en zij ontkennen het. Het vervult precies wat de profeet zei in II Timotheüs, het derde hoofdstuk: "Zij zouden koppig zijn, hoogmoedig, een vorm van godsdienst hebbend en de kracht ervan ontkennend in de laatste dagen."
161 Dat denominatiesysteem is het merkteken van het beest. U hebt het geweten. Als u het mij nooit voordien hebt horen zeggen, dat is de reden dat ik er zo hard op gehamerd heb. Omdat nu, denk ik, de tijd zo ongeveer beëindigd is; dus kan ik het maar beter naar voren brengen en er de waarheid over vertellen. Daar is zij. Dat is het merkteken van het beest, precies. Rome was het beest en zij was een denominatie, de eerste organisatie.
162 En wij kwamen uit haar, wij Pinkstermensen, om er geen deelhebbers van te zijn; en we keerden gewoon terug "als een hond naar zijn uitbraaksel en een zeug naar haar modderpoel", regelrecht erin terug. Geen wonder dat ons Pinkstersysteem heeft afgedaan, en zo is het met dat van de Methodisten, Baptisten, Wereldraad van kerken, en alles! Zij worden opgezwolgen in de Raad van kerken, een beeld vormend voor het beest om het zijn kracht te geven. "En het had een hoofd, dodelijk gewond, en leefde voort", van heidens Rome tot pauselijk Rome. Oh my, hoe blind zijn de Protestanten geworden! En hier bent u er, precies nu recht in het midden ervan zittend. En er is niets dat u nu kunt doen. Het systeem is gevormd. Zij zullen het aannemen en niet weten dat zij het hebben aangenomen. Zij zullen er gewoon in zijn, dat is alles. Zij kunnen er niet uitkomen. Het is reeds gebeurd.
163 Het is evenwel niet vreemd voor de mensen. Het is gepredikt. Bedenk dat God er een getuige van gaf, het door Zijn Woord betuigde. De dingen die Hij zei dat Hij zou doen, deed Hij gewoon precies. Het is dus zonder excuus. Ja.
164 Het is een valse mechaniek. Het heeft dingen veroorzaakt, gewoon precies wat Jezus zei: "Gij hebt door uw tradities het Woord van God krachteloos gemaakt." Door dat ware Woord te verwerpen, zijn zij gewoon opnieuw terug in dezelfde zaak, hun leringen en net zoals men in het begin was, en dat tegen Christus, het Woord lerend aan gelovigen in dit tijdperk en hun zeggend het te verwerpen en af te wijzen.
165 Wat deden de Farizeïsche bewegingen en al die denominaties, toen God Zijn Woord vlees maakte onder Zijn volk in het tijdperk van Jezus Christus, bij de eerste kerst? Zij zeiden: "Ga niet naar een van die samenkomsten. Als u het toch doet, zult u geëxcommuniceerd worden."
166 Ziet u niet hoe de dingen zich gewoon weer opnieuw herhalen? "Wie is deze Man? Van welke school komt Hij? Welke gemeenschapskaart heeft Hij? Welke groep heeft Hij? Waar komt deze Man vandaan?" Hij komt vandaag zoals Hij toen kwam. "Wij zullen deze Man niet over ons laten heersen. Wij zullen niemand ons laten zeggen wat we moeten doen. Wij zijn Eenheidsmensen. Wij zijn Drieëenheidsmensen. Wij zijn Presbyterianen. Wij zijn dit. Wij hoeven daar niets mee te maken te hebben!"
167 Ik weet dat u het niet doet, maar u zult of het Woord nemen of omkomen! Dat is alles. Er is geen andere weg dan dat, maar dat is wat ons samenhoudt. Gods Koninkrijk is geen koninkrijk van dit hier, het is het niet, Gods Koninkrijk is geen systeem van deze wereld. Jezus zei het. Jezus zei: "Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als het het was, zouden Mijn afgevaardigden vechten." Hij is het Woord.
168 Wij zijn als Abraham. Abraham ontving het Woord. En alles wat in tegenspraak was met het Woord noemde hij alsof het er niet was. En elk waarlijk geboren kind van God ontvangt Gods Woord en het maakt niet uit wat iemand anders zegt, welk systeem tegen dat Woord spreekt, het Woord is waar, hoe dan ook.
169 God is verplicht u te ontmoeten op basis van die beloften. Buiten die beloften, kan Hij u niet ontmoeten, omdat u zichzelf van Hem hebt afgesneden. Dat is de reden dat onze wereld uiteen valt. Tot slot kunnen wij dit zeggen.
170 Alles wat ermee in tegenspraak is, is alsof het er niet was. Zulk een door de mensen gemaakt systeem, daar kijken wij nooit naar. Beslist niet. Zijnde dan gedoopt in dit Koninkrijk, zitten wij nu in hemelse gewesten in Christus Jezus, oh my, met onze gezalfde Koning bij ons, feestend op Zijn Koninkrijk, het beloofde Woord, gezalfd en betuigd precies onder ons. Amen! Whew! Daar is het, Zijn Koninkrijksbelofte voor ons waar gemaakt, niets kan u er van afbrengen. Zeker niet.
171 Het stoorde Abraham niet in het minst, ofschoon zijn vrouw oud was en hij heel de tijd ouder werd. Hij betwijfelde nooit de belofte van God door ongeloof. Ongeacht hoezeer u zei: "Het is onmogelijk. Hij kan het er niet door verkrijgen", hij bleef erbij, hoe dan ook. Waarom dan? De Koning was met hem, toonde hem de visioenen en toonde hem wat er zou gebeuren en het gebeurde precies zoals Hij zei, en hij wist dat dat God was.
172 En wanneer God een belofte doet en u ziet het, en Hij vertelt het en het gebeurt, en zegt het en het gebeurt, en zegt het, het gebeurt en het faalt nooit, dan is het God voor de dag. O, feestend op deze hemelse beloften van Zijn beloofde Woord voor dit tijdperk, o, wetend, met een absolute zekerheid des geloofs, dat er nieuwe hemelen en een nieuwe aarde komen. Amen. "Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde want deze eerste hemel en eerste aarde zullen voorbijgaan." Maar in deze nieuwe hemel en nieuwe aarde, Paulus sprak er hier over in het boek Hebreeën 14:25 [Hebreeën 12:28 – Vert]: "Want wij ontvangen een onwankelbaar Koninkrijk." Hoe kwamen wij er binnen? Niet door een religieus systeem; maar, een Koninkrijk van God is binnen in u. Het Koninkrijk! De Koning en Zijn Woord is hetzelfde en het is binnen in u, het uur betuigend waarin wij nu leven. De belofte die God voor dit tijdperk deed, hier hebben wij het, levend met de Koning, zittend in hemelse gewesten, Hem in het oog houdend Die deze dingen doet.
173 En hoe kunnen wij ons van dat Woord afkeren naar een systeem? Wat doet het? Het ontkent het Woord. U moet eerst de Waarheid afwijzen voor u een dwaling kunt hebben. Dat is precies juist. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
174 In het uur waarin wij leven, o God, valt de wereld uiteen! Er hangen bommen in de hangars, daar hangt datgene om het er gewoon precies mee te doen.
175 De gemeente is klaar. Zij is binnenverzegeld, op het punt om te komen. Er zal een grote uitstorting van de Geest zijn, jazeker, om die gemeente naar Zich toe te halen en haar mee te nemen in de lucht. Precies. Omdat, ziet u, de gemeente, het Woord, de bruid... En Christus, Zijn bediening is in Zijn bruid, welke Zijn lichaam is, het hemels lichaam, of, ik bedoel te zeggen, het bovennatuurlijke lichaam van Hem hier op het geestelijke lichaam op aarde, Zijn Geest is daarin om Zijn leven gewoon uit te leven, tot Hij en de gemeente één worden in het huwelijk. Ziet u, zij worden één. Hij neemt hen, gewoon een kleine minderheid in de laatste dagen.
176 En dan, al die maagden die geslapen hebben door het tijdperk heen, zij stonden allemaal op, ziet u. Nu, dat is in de zevende wake, het zevende gemeentetijdperk, het laatste, de eindtijd, de Laodicéatijd, op het einde, toen slechts een kleine groep van hen binnenging. Maar het brengt heel de opstanding van al degenen die stierven in hun tijdperken, die leefden naar dat Woord dat verordineerd was van God en werd gepredikt om in die dag te gebeuren, zoals wij die gemeentetijdperken doornamen en precies het Woord zagen dat voor hen gold in die tijd; hoe Luther opstond, hoe wij zien dat in het Luthertijdperk een levend wezen uitging met een menselijk gelaat en zo voortging, wat een hervormer was wat de 'mens' betekende. En zo alle tijdperken: elk voldeed gewoon precies aan de vereisten van Gods Woord.
177 En zo zal dit tijdperk precies voldoen aan het teken en wonder en dergelijke, wat God beloofde te doen in deze laatste dagen. En de gemeente zelf zal gereed zijn en met Jezus in de opname gaan, want: "Wij ontvangen een Koninkrijk dat niet geschud kan worden. Het kan niet bewogen worden. Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar dit Koninkrijk zal nooit voorbijgaan." Amen. Ik ben blij vanavond in dat Koninkrijk te zijn. Amen. Bent u niet blij om erin te zijn? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Oh my, om in een Koninkrijk te zijn; dat!
178 Bedenk slechts wat u uzelf vandaag zou kunnen beloven? Binnen tien àvijftien jaar, als de wereld zal standhouden, als het dat uithoudt, zal elke man in Shreveport, elke vrouw, op straat een wapen bij u moeten dragen, in uw zak, om uzelf te beschermen tegen de straatrovers. Hoe zult u het tegenhouden? Probeer het. Wel, de hele...
179 Ik was vorige week in New York. En ik reed er doorheen en gedurende mijlen was er niets anders dan deze teenager straatvlegels met oorringen in hun oor, rattenkoppen, strakke truitjes aan, en meisjes met zulke kleine bikini's aan, zoals men het noemt, buiten op straat. En het publiek moet hun het recht geven om zo te doen. O, wat is er aan de hand met dit land? Het is omdat het een teken is van een moreel vervallen, door God verworpen natie. Dat is alles.
180 Hoe kunt u bouwen op de as van dergelijke ruïnes? Hoe gaat u het doen, wanneer straatvlegels op de straat lopen en zelfs de president zelf in zijn auto neerschieten?
181 Onlangs op een avond liep er een nachtclubbezoeker, bekend om rellen en alles, gewoon naar binnen en sprong voor het oog van de politie van Texas, die daar met meer dan honderd man stond, terwijl iedereen naar hem stond te kijken... trok zijn wapen en schoot een man dood in koelen bloede en liep naar buiten. Hij zal pleiten 'krankzinnig' te zijn en vrijuit gaan.
182 Onlangs liep in onze stad een man een garage binnen, in een kleine onderneming en pakte een man die autohandelaar was. Hij mocht hem niet en hij trok gewoon een revolver en schoot hem vier of vijf keer. En hij zei dat hij krankzinnig was; men liet hem gaan. Als men bepleit, dat die man 'krankzinnig' is, dan had ook Oswald een kans, zou een kans gehad moeten hebben om 'krankzinnig' te bepleiten.
183 Wat is het evenwel? U ziet waar het aan toe is, de hele zaak is een grote troep corruptie! De hele zaak is schuldig, en de hele wereld staat schuldig, en de kerk staat schuldig voor God. Amen. Geen wonder dat wij uiteen vallen!
Laten wij bidden.
184 Here God, hier zijn wij. Het uur is hier, Vader. Het kan misschien later zijn dan wij denken. Misschien heeft het bederf zich zo ingezet en heeft de verslinder gegeten en de kaalvreter tot al het leven weg is. Ik bid U, Here, om barmhartig te zijn. Sta het toe, Here, als er nu een man of vrouw aanwezig is, jongen of meisje, die U niet kent, dat zij U nu zullen aanvaarden, Vader. Het zou de laatste naam kunnen zijn die ooit in het boek zal gaan uit Shreveport.
185 En terwijl wij ons hoofd gebogen hebben. Is die persoon hier die de hand zou willen opsteken en zeggen: "Broeder Branham, ik ben volkomen overtuigd dat wat u zei juist is. De wereld valt uiteen en wij ontvangen een Koninkrijk dat niet uiteen kan vallen. En ik voor mij, ik ben niet zeker of ik in dat Koninkrijk ben of niet."
186 Vertrouw er niet op of u een of ander soort emotionele opwerking heeft gehad. Vertrouw er niet op of u in tongen hebt gesproken. Ik geloof in die dingen. Zeker, ik geloof in spreken in tongen. Maar ik heb duivels in tongen horen spreken en er de uitleg van geven, schrijven in onbekende tongen, heksen, ziet u? U kunt daarmee niet verder komen.
187 Maar als het leven van Jezus Christus in u is, zal het zich uitleven, ieder Woord van God gelovend. Omdat Hij Zichzelf niet kan verloochenen. Hij is het Woord.
188 Nu, als Hij het Woord is en Hij in u is, en dan zegt u: "Wel, broeder Branham, ik zeg u dat ik dat gewoon niet kan aannemen. Ik geloof dit niet, dat deze dingen voor deze dag zijn", en hier is het beloofd voor deze dag; o, mijn broeder, u bent misleid. Een geest is op u gekomen en heeft u misleid.
189 Dame, als u, of man, of wie u ook bent, als deze dingen die zo echt zijn, echt in het Woord, waarvoor Jezus Christus stierf... niet om gewoon een kerk te hebben of een emotionele groep, maar een groep te hebben die Zijn Geest heeft, die leeft in Hem; Zijn Woord is in Zijn bruid, elk Woord is waar. En u weet dat het op die wijze niet door u werkt; u weet dat er dingen in de Bijbel zijn waarvan u niet kunt geloven dat het zo is; wilt u gedacht worden in het gebed? Nu, met ieder oog gesloten, elk hoofd gebogen, vraag ik mij af of in dit late uur wanneer...
190 Het kan misschien zijn dat de tijd van het voelen bijna voorbij is, ziet u, omdat er zo'n tijd zal komen, wanneer de Geest van God van de aarde zal weggenomen zijn, het zal er niet meer zijn. De gemeente zal nog een poosje blijven, dat is juist, om te prediken, omdat zij moet prediken tot de eeuwig verlorenen, net zoals elke bediening deed, die opkwam in de tijd. Het laatste deel van elke bediening predikte tot de eeuwig verlorenen. En er zal een bediening zijn nu, die zal prediken tot de eeuwig verlorenen, nadat zij weigerden het te ontvangen.
191 Maar als er nog steeds een vonk in uw hart schijnt te zijn, zodat u graag Christus in u zou willen hebben en heel de wereld dood, zou u dan uw hand willen opsteken en zeggen: "Gedenk mij in het gebed, broeder Branham." De Here zegene u. Ja, ja, tien of vijftien handen. Is er nog een ander, voor wij bidden? Nu, wij staan op het punt te sluiten over ongeveer twee of drie minuten. God zegene u, jongedame.
192 Denk er gewoon aan, denk na, denk er aan, wat als het te laat zou zijn? Wat als u de laatste persoon bent bij wie Hij ooit op de deur zal kloppen?
193 Zij valt uiteen, wij weten dat. U kunt hier niet blijven, dat is een ding dat zeker is. U kunt hier niet blijven. U gaat heen. Noteer het gewoon dat u heengaat. En als u ...
194 Nu, wees niet opgewerkt. Zeg niet: "Ik behoor tot de kerk." Wees daar zeker van. Als Christus niet in u woont, in u, tot u... heel uw verstand, hart, ziel, lichaam.
195 U zegt: "Wel, ik denk..." U moet geen gedachte laten opkomen, broeder. Laat de gezindheid die in Christus was, in u zijn! "Ik denk dat de dagen niet behoorden... Ik denk dat dit niet behoorde te zijn. Ik denk dat het Woord dit niet bedoelt." Wij moeten geen gedachte laten oprijzen.
196 Indien de gezindheid van Christus in ons is, dan zullen wij herkennen dat dat Woord de Waarheid is en dat het gewoon door ons leeft. U kunt het niet helpen; het is Christus!
197 Neem het leven uit een watermeloenrank en plaats het in een pompoenrank en hij zal watermeloenen dragen. U kunt het niet tegenhouden, omdat het leven er in is.
198 En als u zegt: "Wel, ik geloof dat niet, het Woord hier", dan is dat niet de Geest van Christus. Ziet u, er is een andere geest in u.
199 Is er nog een ander, voor wij bidden? God zegene u. God zegene u, en u, u. Ja, dat is goed. Nu, iemand anders, nog even nu. God zegene u, jonge knaap, u, kleine dame, u, zuster, God zegene u, en u. Goed, is er nog een ander? God zegene u daarachter.
200 Wees nu niet bevreesd. Wees niet beschaamd nu. Morgenavond kan het misschien te laat zijn. Ziet u? Het kan vanavond zijn dat dat hart stopt met kloppen. Het zou vanavond kunnen zijn dat u het voor uw laatste keer afwees.
201 Hoe velen hier hebben de doop van de Heilige Geest niet? Steek uw hand omhoog; u weet dat u het niet heeft? My! Dat is de wijze waarop u binnengaat. De Heilige Geest is Christus. Dat is hoe u verzegeld wordt in het Koninkrijk, Efeze 4:30: "Bedroef de Heilige Geest van God niet, waardoor u verzegeld bent tot de dag van uw verlossing." En als u gedachten hebt over deze Bijbel, dat het niet waar is, dan is de geest in u Christus niet, omdat Christus het Woord is.
202 Daar is het Koninkrijk dat niet bewogen kan worden, dat is het Woord. Dat is het Koninkrijk dat niet bewogen kan worden. "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord niet." Als het Woord in u is! "Als gij in Mij blijft en Mijn Woord in u; vraag wat u wilt, het zal u geworden. De werken die Ik doe...", Johannes 14:12: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen, zelfs meer dan deze, omdat Ik tot de Vader ga. Nog een kleine tijd en de wereld ziet Mij niet meer; maar gij zult Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het eind der wereld."
203 Let er op wat Zijn werken waren; zie of het tot ons teruggekeerd is in de laatste dagen. Hebben zij het verworpen? Wereldwijd! En de wereld valt opnieuw uiteen, deze kerst, zoals het op die kerst was.
204 Onze hemelse Vader, er waren hier vele handen die omhoog gingen vanavond, misschien dertig of veertig in deze kleine groep mensen; zij gingen omhoog vanavond, omdat zij wisten dat zij niet waren waar zij zouden moeten zijn. Zij wisten dat U niet in hen woonde, in die volle wasdom. Soms, misschien van iets in de Bijbel, zeggen zij: "Ik aanvaard het, omdat ik denk dat ik het misschien behoorde te doen."
205 Maar Here, U beloofde dat U het Woord zou zijn en U bent het Woord. "En Ik zal tot u komen en Mijzelf aan u bekend maken." Wij zien dat Uw systemen, Uw systeem, nooit verandert.
206 Toen U kwam in het Oude Testament zei U: "Het Woord kwam tot de profeten." En toen het kwam, profeteerden zij en het gebeurde omdat het God was.
207 Nu, wij beseffen dat toen U ons wegzond en ons opdroeg om heel de wereld in te gaan en discipelen te maken en U zei: "Wanneer Hij, de Heilige Geest, op u gekomen is, zal Hij u deze dingen te binnen brengen die Ik u geleerd heb." Dat is opnieuw zo! "En zal u de dingen tonen die komen." Nog steeds! "God sprak eertijds en op vele wijzen tot de vaderen in de profeten en in deze laatste dagen door Zijn Zoon, Christus Jezus." De Heilige Geest Zelf, komend, een Openbaarder van het geschreven Woord en een Toner van de dingen die komen! In Hebreeën 4 staat: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard, een Onderscheider van de gedachten die in het hart zijn."
208 En een zondig en kerks mens vandaag kan daar zitten en U hetzelfde zien doen en het een boze geest noemen, net zoals zij deden in voorbije dagen. "Als zij de Meester van het huis Beëlzebul noemen..." en wij zien het.
209 Here God, wat meer kunnen wij nu doen? Er zijn hongerige harten hier die hun hand opstaken. Neem hen nu aan, Here, vul elk hart met Uw liefde. Sta het toe.
210 En terwijl wij ons hoofd gebogen hebben; als u die uw hand opstak, hier rond het podium zou willen komen; stel het niet uit, ziet u. Gewoon dit volgende ogenblik nu, sta gewoon op, snel, en kom hier staan. Dit zou de avond kunnen zijn dat u de Heilige Geest ontvangt.
211 Vrienden, kijk, dit zal niet heel de tijd duren. Het zal gaan ophouden. Het is precies nu aan het eindigen en het kan reeds geëindigd zijn. Maar zolang u probeert te verlangen om tot Christus te komen, dan is er zeker toch iets wat u die kant op trekt.
212 Wilt u hier nu niet komen staan voor gebed? U die ernaar verlangt, zou u rondom het altaar willen komen staan, gewoon een ogenblik, terwijl wij ons hoofd gebogen houden? Nu, de mensen komen hierheen. Dat is juist, kom hierheen, rond het altaar. Zeg: "De wereld valt uiteen, ik wil geen wereld in mij. Ik wil een Koninkrijk in mij dat niet uiteen kan vallen."
213 Jezus zei: "Er is niets dat verloren zal gaan. Ik zal het opwekken ten jongste dage. Ja, Ik zal het opwekken." Hij beloofde het; u kunt dus niet uiteen vallen. God zal het opwekken. Ik geef er niet om wat het is. Hij zal het opwekken.
214 Wist u dat er niets door de mens vernietigd kan worden? Niets kan vernietigd worden. U zegt: "Wat met het vuur wanneer het iets verbrandt?" Het vernietigt het niet. Het zijn gewoon de atomen daarin die de chemicaliën uiteenbreken en u krijgt er warmte uit. Het keert gewoon terug naar zijn originele toestand, de wijze waarop het in het begin was: zuren, gassen, lichten enzovoort, zoals het was. U kunt niets vernietigen. Indien de wereld lang genoeg zou bestaan, zou het misschien weer terugkomen tot een nieuw stuk papier of een nieuwe boom of wat u ook verbrandt. Ziet u, u kunt het niet vernietigen. God heeft het zo gemaakt.
215 O, u kunt Gods schepping niet vernietigen, dat is precies juist. Hoeveel te meer dus kan Hij opwekken wat Hij heeft beloofd!
216 Wilt u niet komen? Zullen er nu wat meer zijn? Er is een kleine groep hier, niet de helft van degenen die hun hand omhoog hielden. Ik dacht dat u het echt meende toen u uw hand omhoog stak, in het bijzonder na een dergelijke boodschap.
217 Hoe velen van u hierbinnen, nu met uw hoofd gebogen, weten dit, dat u God Zijn belofte hebt zien houden, gewoon hier op het podium... en de geheimen van het hart wist. Niet één keer heeft Hij ooit iets verteld of het gebeurde. U weet dat dat waar is. In de samenkomsten, overal, precies wat Jezus Christus deed toen Hij hier op aarde was, heeft Hij opnieuw gedaan. U weet dat. U bent zich daarvan bewust. Ik dacht aan Zijn genezing.
218 Twee weken geleden, voor ik naar New York ging, was er een dame binnengekomen met keelkanker. De Heilige Geest sprak tot haar in de samenkomst. Hier was zij er, zondag, met een kanker in een stuk vod; zij had het uitgehoest. De dokters keken ernaar en zeiden: "Het leven ging uit de kanker en het is losgekomen." En zij hoestte het uit.
219 Een ander had een kanker in de vrouwelijke klieren. En zij had het gewoon daar, met een vergrote foto, met de doktersverklaring erbij. Zij raakte het twee dagen later kwijt.
220 Een kleine makker stond daar, die gedurende vele maanden zijn geheugen kwijt was. Hij was gevallen en had de achterzijde van zijn hoofd gekwetst. Hij wist zelfs niet wie hij was of waar hij was. Met slechts een woord van gebed en de handen op hem gelegd, zei ik: "Hoe heet je?"
Hij zei: "Billy Dukes."
Ik zei: "Hoe oud ben je?"
Hij zei: "Negen jaar." Zei: "Waar ben ik?"
221 De kracht van God! Ik wou dat u met mij in Colorado was geweest enkele weken geleden, toen er iets gebeurde, wat u zou schudden, als u zou weten wat het was. We zijn in de eindtijd, vriend. Wijs het niet langer af. Kom. Is er nog een ander hier? Kom. Wilt u? Wilt u komen?
222 Nu, als u niet komt, ziet u, ik kan niet... ik... Al wat ik kan doen is u gewoon de Waarheid vertellen, ziet u, dan is het aan u. Zoals Noach; hij ging naar binnen, de ark sloot achter hem; niets gebeurde er gedurende een poosje, maar de wereld kwam om aan de buitenkant, en de wereld ging net zo verder met leven. Ziet u?
223 Pilatus ging gewoon door nadat hij Jezus gekruisigd had. Ik zal daarover prediken, over een paar avonden: "Bloed op uw handen", zo de Here wil.
Merk nu op, is er nog een ander, voor wij sluiten?
224 Nu zal ik de echt toegewijde vrouwen en mannen, die God kennen, vragen om hierheen te komen en hier te staan en de handen op deze mensen te leggen. Dit kan misschien de laatste keer zijn dat zij ooit deze gelegenheid zullen hebben. Sommigen van u toegewijde mensen, die God kennen, kom hierheen en sta bij deze mensen. Zij dragen roze kaarten, bijna ieder van hen; dat betekent dat zij vreemden onder u zijn. Ik denk dat dit juist is. Kom, leg uw handen op hen. Sommigen van de leden van de Life Tabernacle, kom hierheen. Enigen van u broeders hier, wilt u komen? Kom aan, dit is het uur. Houden jullie hier niet van, mensen? My! Waar is onze ijver? Waar is datgene in ons dat ons doet bewegen? Wat is er aan de hand?
Nu, als het gehoor gewoon even wil wachten voor dit gebed.
225 Nu, kijk, u mensen die hier staat, vertrouw niet op een of andere emotie, ofschoon het emotie in zich heeft. Vertrouw er niet op of u in tongen zult spreken of niet. Denk er helemaal niet over. God zal daar zorg voor dragen, ziet u. Vraagt u erom dat Jezus Christus in uw leven komt en Zichzelf door u heen leeft. U wilt geen gedachten meer van uzelf. U wilt Zijn gedachten. "Laat de gezindheid die in Christus was in u zijn." O, dit is...
226 Dit... wel, u zult deze dingen eens voor de laatste keer horen. Nu, kijk, ik wil dat heel het gehoor daar opstaat. Nu, u dierbare mensen die hierheen bent gekomen voor de doop met de Heilige Geest, morgen is het Dankdag, er wordt morgen niet gewerkt. Dit gaat om uw ziel, broeder, zuster. Dit gaat om uw eeuwige bestemming. Dit is nu of nooit. En zo lang u die ene kleine trek voelt! En denk gewoon aan deze waarheden. Zij liggen regelrecht voor ons. Wees niet dood betreffende die dingen, mensen. Het is echt. Het is bewezen, echt, elke keer perfect. En het is het Woord bevestigd!
227 Ik kijk naar een man die hier precies staat. Ik kan niet op zijn naam komen. Ik geloof dat het Blair is, eerwaarde Blair. Toen ik ginds te Hot Springs was, hier niet lang geleden, pikte ik die man die daar zit, op uit het gehoor daar, en een boze geest probeerde die man er toe te krijgen om mij te betwijfelen. Nu, let op wat er gebeurde. Ik zei: "U kunt mij misschien eens nodig hebben, ziet u." Het was niet meer dan enkele weken geleden dat zijn vrouw mij opbelde, de man was stervende. Ziet u?
228 En de man aanvaardde het; hij wist toen dat het de duivel was die probeerde hem ertoe te krijgen te geloven dat het een soort voor de gek houderij was of zoiets was. "Maar hoe zou hij dat weten?" dacht hij. Dus hij... Door gebed dreven wij de boze geest van hem weg.
229 En dan enkele weken geleden, ziet u; Satan wist dat die tijd kwam, dat hij daar zou liggen met een gezwel in zijn zijde, geloof ik dat zijn vrouw zei, of zoiets, met hoge koorts, ijlend in zijn hoofd; men wist niet wat het was, een of andere infectie in zijn zij, deed zijn zijde opzwellen. En zijn kleine vrouw belde mij in Tucson. Ik zei: "Zuster, hebt u een zakdoek?" Ik geloof dat zij daar een of ander iets had, een kleine sjaal of zoiets. Ik zei: "Ik kan het zien. Neem deze en leg hem op broeder Blair, in de Naam van de Here Jezus." En hij had haar gevraagd om te bellen.
230 Wat als Satan succes gehad had en hem had doen twijfelen, wetend dat dat daar was? Hij zou hier niet staan vanavond met zijn Bijbel over zijn hart. Ziet u?
231 Het is Satan die probeert u er toe over te halen dit niet te geloven. Dat is juist. Luister er niet naar. Bedenk dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Ziet u, deze dingen zijn aldus bewezen.
232 Nu, laten wij gewoon allemaal, u hier bij het altaar, laten wij gewoon de handen opsteken en zeggen: "Here Jezus, help mij nu gewoon"; laat iedereen bidden.
233 Onze hemelse Vader, wij zijn hier bijeengekomen, O God; het is tussen dood en leven voor deze mensen die hier staan. Laat de Heilige Geest nu op dit moment in hun leven komen. Moge de kracht van God komen, die hen rondom dit altaar heeft gebracht, moge het tot hen komen in de opstanding van Christus en hun dat grote eeuwige leven geven waar zij naar zoeken. Here, overal zijn kerken aan het sterven; geestelijk water lijkt van de aarde weggenomen te zijn. En terwijl er een gelegenheid is voor deze mensen om onder die Bron te komen, sta toe Here, dat hun versmachtende zielen vanavond, die hongeren en dorsten naar God, nu met de Heilige Geest vervuld mogen worden. Sta het toe, Here. Laat Uw barmhartigheden en genade op hen zijn.
234 Nu, gewoon, houd uw hoofd gewoon... blijf bidden, blijf gewoon bidden. Iedereen, ziet u, blijf gewoon bidden. Ik bid voor u. Ik zal alles doen wat ik kan, maar ik kan u de Heilige Geest niet geven. God moet dat doen. Kijk, vorm Christus gewoon voor u in uw gedachten. Kijk daarnaar en zie of u Christus voor u ziet, als u uw ogen sluit. Wandel dan gewoon naar Hem toe en zeg: "Here Jezus, hier ben ik. U en ik zullen één zijn van nu af aan. Ik zal ieder Woord nemen dat U mij vanavond hebt verteld." Nu, blijf daar bij, blijf er gewoon bij, als u vanavond blijft, morgen, de volgende dag, blijf gewoon tot het allemaal voorbij is, biddend, gelovend dat God u met de doop van de Heilige Geest zal vullen.
235 Kom hier, Don, leid hen in een gebed. God zegene u, Don.