Jezus op het toneel roepen

Door William Marrion Branham

1 Heer, ik geloof
Alle dingen zijn mogelijk,
Heer, ik geloof.

2 Laten we even blijven staan voor gebed. En terwijl wij nu onze hoofden buigen, vraag ik mij af, hier in de samenkomst en in het souterrain, of er... en boven op het balkon, waar dan ook, of er iemand in Goddelijke Tegenwoordigheid vanavond voor God zou willen gekend zijn in een speciaal verzoek, zou u dan nu uw hand naar Hem willen opheffen. En houd uw gedachten en wat u denkt nu vast, gewoon dat Christus recht voor u staat.

3 Hemelse Vader, wij staan hier met onze handen omhoog en zoals de broeder gezegd heeft: "Het is een wereldwijd teken van overgave." En we geven ons aan U over als brokken klei die uit de aarde gekomen zijn en wij bidden God, dat U hen vanavond wilt vullen met Uw Geest en Leven en glorie voor Uzelf verkrijgt. Spreek door ons vanavond. Werk door ons tot Uw eer. Beantwoord elk verzoek, Here. U kent ze allemaal. U weet wat er achter onze handen is en wat onze motieven zijn, onze doelstellingen en wat wij willen en... wat wij ermee zouden doen als we het krijgen. En Here, ik bid dat U onze harten en gedachten en geesten wilt reinigen, opdat als wij zouden ontvangen waarom wij gevraagd hebben het tot Uw eer zou zijn. Voor de glorie van God vragen wij het in Jezus' Naam. Amen. (U kunt gaan zitten).

4 Het is goed om vanavond weer terug te zijn in het huis van de Here. Ik kan me misschien wat verkouden voelen. Satan heeft geprobeerd telkens weer sinds New York, mij een erge verkoudheid te overhandigen, en telkens wanneer hij het mij overhandigt, geeft ik het hem regelrecht terug; hij geeft het mij en dan geef ik het direkt aan hem terug, ziet u. Wij twisten er dus wat over, dus weet ik dat de Here na een poosje tussenbeide zal komen en zijde zal kiezen. En dus...

5 En ik bid dat de Here vanavond al uw verzoeken zal toestaan. Nu hebben wij deze avond bestemd voor een genezingsdienst. Nu, ik denk dat velen van u zich afvragen, gewoonlijk, tijdens het trekken door het land, men... kondig ik aan dat ik een samenkomst zal hebben en de eerste gedachte is, Goddelijke genezing, ziet u.

6 Maar er is meer in de bediening dan Goddelijke genezing, ziet u. Het ziekste lichaam dat ik ken vanavond, is het zogenaamde Lichaam van Jezus Christus. Het heeft geestelijke genezing nodig. Er is slechts één balsem die ik ken, die zal genezen en dat is het Woord. En dit is het zieke Lichaam waarvan wij willen dat het opstaat in de sterkte en vitaminekracht van het Evangelie. En daarom is dat de reden dat ik veel van de tijd nu gebruik met het proberen de Gemeente te sterken door het Woord.

7 Ik weet dat ik een gebrekkige plaatsvervanger ben om de plaats van een prediker in te nemen, een geleerde prediker. Maar ik geloof dit echt, zonder geringschatting voor een geleerde bediening. Ik wilde dat ik het had. En ik probeer niet mijn onwetendheid te ondersteunen door dit te zeggen. Maar wat wij nu meer nodig hebben dan de intellektuele zijde om te weten hoe het Woord samen te voegen en Het meesterlijk passend te maken, is God. Wij hebben God nodig. Ziet u, ziet u.En het komt niet altijd door juist geformuleerde woorden. Het komt door een toegewijd hart en dit hart is toegewijd aan God en doet de wil van God. Nu, u moet de wil kennen voor u de wil kunt doen. Ontdek waarvoor u hier bent. Het is niet maar gewoon een...

8 Ik heb altijd gedacht dat de Gemeente geen toevallige gebeurtenis was. Jezus kwam nooit naar de aarde op toevalligerwijze. Hij stierf nooit op een toevallige wijze. Hij kwam voor een doel, en dat doel was het gebod van God te vervullen zodat Hij voor Zichzelf een Gemeente kon kopen zonder vlek of rimpel.

9 Die Gemeente is een voorbestemde Gemeente. Elke naam die ooit in dat Boek werd geplaatst, daar kwam Jezus voor om te verlossen. En wanneer de laatste naam verlost is, wordt het Boek gesloten. Nu, Hij bedoelde niet dat er niemand verloren zou zijn, maar Zijn voorkennis liet Hem weten wie verloren zou zijn. Daarom kon Hij voorbestemmen en toen werden hun namen in het Boek gezet. En wanneer dan dat Boek van verlossing gesloten is en verzegeld met Zeven Zegels, wordt het ondertussen uitgewerkt door de mysterieuze krachten van God. En op een dag wanneer Het Boek van verlossing geëindigd is, neemt het Lam Het. En dan, wanneer de laatste naam daarvan afgeroepen is, komt het Lam tevoorschijn om op te roepen wat Hij heeft verlost, dat is Zijn Gemeente. En ik geloof dat die tijd zeer nabij is.

10 En nu heb ik tamelijk moeilijke tijden gehad met dit te doen en een ervan is te proberen mijn getuigenis zuiver te houden. Nu, vele keren ben ik geadverteerd in plaatsen waar ik nooit iets van afwist, dat ik daar zou zijn, een valse advertentie. Gewoon alles wat Satan op mij kon werpen, heeft hij gedaan. Iemand kwam onlangs en zei: "Ik wil weten of dat waar is. Zullen wij daar zijn? Ik wil het gewoon weten." Ziet u?

11 Pas kort geleden nu, werd ik in New York geadverteerd en ik wist er niets van. Een van de Christen-zakenlieden vertelde de man dat ik gedurende die tijd daar zou zijn en had hem gezegd dat het in orde zou zijn. En het was in de maand oktober dat hun conventie er was. En ik had deze bepaalde man gezegd dat ik daar in november zou zijn, de eerste week in november zou in New York zijn en ik zou op hun conventie spreken als het op dat tijdstip was. Hij zei: "Wel, dan zal het er zijn." Maar hij zei oktober, ziet u, dat kleine ding. En de man in New York, alvorens te vragen of ons te raadplegen, adverteerde het allemaal door heel de Verenigde Staten, ziet u, dat ik daar zou zijn.

12 Enkele weken geleden was er een circulaire hier in Memphis, Tennessee, opgemaakt, met mijn naam ondertekend, gefotokopieerd, en zei dat ik met deze persoon "gedurende dertig dagen gevast had." Drie dagen is het langste dat ik ooit in mijn leven gevast heb. Ik heb nog nooit de naam van de persoon in mijn leven gehoord; hij zei dat ik zou komen voor een vasten met hem, en zei dat ik op bepaalde dagen daar zou zijn en vertelde al mijn vrienden rond Memphis, daar op die bepaalde samenkomst te zijn. Ik heb nog nooit van de plaats gehoord, nooit de man gekend, nog nooit iets over geweten in mijn leven; en een valse, nagemaakte handtekening. Ik zet zelfs geen handtekening; geloof niet dat iemand mijn handtekening weer zou kunnen namaken, omdat ìk het zelfs niet meer kan, nadat ik hem gezet heb. Het is dus gewoon zo'n slecht iets, ik zie niet in hoe iemand dat probeert te doen.

13 Ik was bij de bank hier niet lang geleden. Wij moeten van alles rekenschap afleggen om het op die manier recht te houden. En een geperforeerde cheque is de beste kwitantie die u kunt hebben. En nu hebben wij dat al gedaan sedert wij getrouwd zijn. En dus zei de bankier: "Ik geloof niet dat iemand die handtekening ooit zou vervalsen, meneer Branham."

14 Ik zei: "Wel, weet u dat men zegt dat alles meewerkt ten goede."

15 En dus daar, die dingen maken het moeilijk, doen mensen denken dat u liegt, wanneer ik er niets van afwist daar te zijn. En daarom is het, zonder publikaties of iets, dat ik geprobeerd heb mijn bediening te bewaren waarbij ik overal kon gaan waar de Here mij riep. Ik had geen verplichtingen tegenover iets of iemand dan God, bleef gewoon bij Hem.

16 In de gemeente is mijn doel geweest om te proberen deze Amerikaanse mensen van dat denkbeeld af te krijgen dat men hun de handen moet opleggen. Ziet u? Ik heb... Wanneer u dat doet, ziet het er naar uit dat u... Men zegt: "Wel, broeder zus-en-zo kwam, legde mij de handen op." Laat gewoon Jezus Zijn handen op u leggen, ziet u, en reik uw geloof omhoog en raak Hem aan. Maar nu zijn er ongeveer zestien jaren voorbij en ik heb er totaal mee gefaald, ziet u, men... omdat er teveel zijn die het op de andere manier willen geloven. En dus stellen we de mensen tevreden, wij doen het hoe dan ook: de handen opleggen.

17 Maar mijn mening is, dat als wij de Tegenwoordigheid kunnen zien en weten dat Jezus Christus hier is, wat wilt u nog meer, wanneer de gehele samenkomst tegelijk bidt. Ziet u? Dan valt de kracht van de Here, wanneer het Woord verstaan wordt. "Geloof komt door het horen en het horen van het Woord." Wanneer het Woord gepredikt wordt en Het is de Waarheid en God bewijst Zijn Tegenwoordigheid, dat zou het werk daar precies moeten doen.

18 Nu, nu, morgenochtend... Nu, vanavond eerder, neemt u me niet kwalijk, voor vanavond heb ik slechts een kort onderwerp, omdat wij voor de zieken gaan bidden. Maar morgenochtend denk ik dat ik de zondagsschoollezing zal houden. Is dat juist? Het zal allemaal hier in dit auditorium zijn en ik heb een onderwerp waarvan ik zou willen, zo de Here wil,... als Hij het mij toestaat. Ik moet het op die manier zeggen, ziet u. Ik denk - als u nu niet uw eigen zondagsschool hebt. Als u uw eigen zondagsschool hebt, ga naar uw zondagsschool. Als u het wilt horen, men heeft er banden van. Dus had ik iets op mijn hart gekregen waarover ik zou willen spreken; misschien zou het een grote hulp voor u zijn om de reden te begrijpen het Evangelie te prediken op de wijze dat ik geprobeerd heb Het te prediken en Het geloof. Ziet u, het is met welke reden God het gedaan heeft. De geheimenissen van het Evangelie zijn verborgen geweest sedert de grondlegging der wereld, maar werden verondersteld geopenbaard te worden in deze laatste dagen. En zo de Here wil, wil ik dus daarover spreken.

19 Dan is morgenavond de sluitingsdienst en wij zouden het fijn vinden als u komt, indien dat mogelijk is.

20 Dan van hier naar Yuma en van Yuma naar Phoenix en dan terug. Wij vertrekken van daar en dan ga ik gedurende de vakantietijd weg voor een kleine jachttocht, de Kerstvakantie, met enkele vrienden van mij. Mijn vrouw zal haar familie bezoeken. En dan gaan wij van daar uit een tocht door Californië ondernemen en heen en weer langs het westen of het zuidelijk deel van de staten hier door Louisiana en Texas en Florida. En dan vandaar overzee, zo de Here wil, voor een lange rondreis. En ik vraag dringend om uw gebeden.

21 Nu, het zou fijn zijn als wij ons gewoon in de Tegenwoordigheid van Zijn gezegende kracht en alles konden verheugen, maar er is meer dan dat, dat er mee samengaat. Ziet u, er gaat meer mee samen. En dan is dit het geval, wanneer u ergens dieper op ingaat schudt het de mensen gewoon door elkaar. Nu, iedereen geloofde in Goddelijke genezing, wel, men zou direkt onder de bekoring raken van die Goddelijke genezing en zeggen: "Prijs God, en jubelen en een geweldige tijd hebben. Maar wat dan met... Dit is maar het lokaas aan de haak, ziet u, dat is alleen het lokaas. De haak is wat de vis vangt en de haak is het Woord. Nu, Jezus was een zeer populair Man zolang als Hij maar voor de zieken bad.

22 Nu, wij zijn Jezus niet, maar Hij is het die door ons werkt, ons allemaal, samen. Hij is niet alleen in één persoon. Hij is in elke gelovige. Dat is hoe wij tot Leven geloven. En dan, daarin, ziet u, toont aan dat, ongeacht hoezeer God mij hier op dit podium zou zalven, indien Hij u niet op dezelfde wijze daarginds zalft, zal er niets gebeuren. Wij zijn er beiden samen voor nodig. Het moet zo zijn, dat wij beiden gelovigen moeten zijn.

23 Tenzij er iets is dat Hij wil noemen, gewoon om Zijn grote kracht te tonen, weet u, laat er iets gedaan worden, laat iemand die probeert iets te doen dat niet juist is of zoiets - Hij zou dat er uitroepen. Ziet u, maar u moet, we moeten dat slechts in het oog houden. Natuurlijk zegt Hij ons soms dingen en worden de mensen dingen verteld die men niet wil horen. En ik wil het niet zeggen, maar als Hij spreekt, kunnen wij alleen maar luisteren en ons dan bekeren. Nu, denk aan deze dingen en bid.

24 En herinner u nu, zoals ik Zijn bediening typeerde, zie. Ten eerste, de profeet van Galilea; iedereen geloofde dat Hij een profeet was. Maar Hij was een 'profeet' om de zieken te genezen, maar toen Hij Zich ging bemoeien met de Farizeeën en Sadduceeën en hun tradities, werd Hij een 'krankzinnige'. Zij zeiden: "Hij is gek." Zij wilden niets met Hem te doen hebben. En het leidde tenslotte tot Zijn kruisiging.

25 En dat is de wijze waarop het altijd gebeurde. Door heel de Bijbel is hetzelfde gebeurd. En het zal op deze wijze hetzelfde moeten doen, omdat het God is. Het zal een keer tot dat bepaalde einde moeten komen. Maar u zult nooit een Boodschap kruisigen. U kunt misschien de boodschapper kruisigen, maar u zult nooit zijn boodschap kruisigen als zij van God is, omdat het de Boodschap is. Hij is slechts een drager van de Boodschap.

26 Aangezien we nu al enkele minuten gesproken hebben, (denk er om), is het precies acht uur en ik wil proberen de gemeente om half tien te laten uitgaan, zodat u een rustpauze kunt krijgen en naar de zondagsschool kunt komen. En morgen is een grote dag. Dit zullen vandaag twee diensten voor mij zijn. En toen ik een jonge kerel was... Twee diensten is zwaar voor elke prediker als men het met heel zijn hart doet. Nu, als u er slechts heengaat voor een klein intellectueel gesprek, zou u dit gesprek van dertig, veertig minuten gedurende de dag kunnen houden en het zou u nooit zorgen geven. Maar wanneer u uw hele hart daar in zet, de Geest van God voor de mensen blijft houden, dat is anders.

     Nu, laten wij bidden.

27 Hemelse Vader, laat Uw zegeningen en barmhartigheid nu op ons rusten, als wij van ons gesprek ons gaan bewegen in het Woord. En laat het Woord vanavond opnieuw vleesgemaakt worden onder ons zodat de gemeente nogmaals, ieder van ons tezamen, moge zien, voelen en kennen: de Tegenwoordigheid van Jezus Christus, onze opgestane Heer. Want wij hebben Hem lief, Zijn Tegenwoordigheid is Leven voor ons. En mogen wij vanavond rusten in de Shekinah Heerlijkheid en herkennen dat het Shekinah Heerlijkheid is, in Zijn Tegenwoordigheid. Wij vragen het in Jezus' Naam, dat Hij het Woord voor ons nu zal breken. Amen.

28 Sla nu op in uw Bijbels, als u er om geeft, in het boek Markus, het 4e hoofdstuk. En mijn tekst vanavond zal ik noemen: "Ga Jezus wakker maken". En mijn onderwerp vanavond is: Jezus op het toneel roepen." "Ga Hem wekken", roep Hem op het toneel! Hier is de Schriftlezing, uit Markus, het 4e hoofdstuk, beginnend bij het 35e vers.

     En Hij zeide tot hen op die dag, toen het laat geworden was: Laten we oversteken naar de overkant. En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede.

29 Zou dat niet een wonderbaarlijke tekst maken: "Neem Hem zoals Hij is"? Neem Hem op de wijze zoals Hij u gepresenteerd wordt, ziet u, neem Hem in het schip mee.

     En er waren andere schepen bij Hem. En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip, zodat het schip reeds vol liep.

     Maar Hij Zelf lag op de achtersteven tegen het kussen te slapen.

     En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: Meester, trekt Gij er U niets van aan, dat wij vergaan?

     En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zeide tot de zee: "Zwijg wees stil! En de wind ging liggen het werd volkomen stil.

     En Hij zeide tot hen: "Waarom zijt Gij zo bevreesd? Hoe komt het dat gij geen geloof hebt?

     En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?

30 En de Schrift zegt: "Hij is Dezelfde!" De winden en de golven gehoorzamen Hem.

31 Hij moet die dag wat vermoeid zijn geweest. Ons toneel laat vanavond onze Heer zien, daar wij telkens een achtergrond proberen te nemen van waar Hij is en wat Hij doet.

32 Ik houd ervan Hem te volgen, u niet? [Samenkomst zegt: "Amen"] Ik houd er gewoon van Hem te volgen en Zijn werken gade te slaan. En gewoon te bedenken dat wij op een dag met Hem zullen zijn en Hem volgen, met Hem, in persoon, zoals we zien met ons gezichtszintuig zoals we nu doen om voor eeuwig met Hem te zijn. O, alleen maar naar Hem te kijken zou goed genoeg voor mij zijn. Hem slechts te zien, dat zou voldoende voor mij zijn.

33 En nu proberen wij het tafereel te nemen en laten wij Hem hier zien waar Hij is, wat Hij doet. En moeite komt op en hoe Hij zorg draagt voor de moeilijkheid en hun zegt waarom zij het niet konden. En wij vinden Hem op zee in het achteronder van een boot. Hij had net een verschrikkelijke dag gehad. Ongetwijfeld was Zijn lichaam vermoeid en was Hij afgemat. En Hij voelde zich vermoeid en zwak, want kracht was van Hem uitgegaan, omdat Hij gepredikt had en Zijn grote teken had getoond van Wie Hij was en getuigd had tot de mensen en de mensen had genezen.

34 En wat de menigten betreft, sommigen moedigden aan en anderen jouwden uit. Zou u zich kunnen indenken dat mensen dat doen tegenover Jezus? Het zou ernaar uitzien dat zij beter zouden hebben geweten dan dat. "Wel", zegt u, "dat..."

35 Ze doen hetzelfde vandaag, precies hetzelfde, ziet u, als Hij heden komt en gewoon op dezelfde wijze, de manier waarop Hij toen handelde, zouden de mensen Hem vandaag uitjouwen en Hem "gek" noemen, net zoals ze toen deden. Ziet u, het zou precies eender zijn. En zij doen het echt. Zij zouden Hem niet begrijpen. de wereld heeft nooit de ware beweging van God begrepen en zal het nooit begrijpen omdat het de wereld is.

36 "De wereld ziet Mij niet meer", zei Hij, "maar gij zult Mij zien, omdat Ik met u zal zijn en in u zal zijn tot het einde der wereld." Als de mensen slechts dat ene citaat van Hem konden zien, precies daar, zouden zij herkennen waar wij vanavond aan toe zijn.

37 Zou u zich een persoon kunnen indenken die nooit het gezichtszintuig heeft gehad, nooit zag? En u zou tegen voorwerpen aanbotsen. U zou uw voedsel moeten onttrekken uit een kracht van een andere bron. Maar u zou tegen iets moeten aanlopen. U had een tastzin, maar kon niet zien. En dan plotseling, opende iemand hun ogen en zagen ze een volledige andere wereld. Zij hadden nog nooit iets gezien.

38 En als u dan zou zeggen: "Welnu, dat zou echt warm op u moeten voelen, dat is de zon."

     "Wat is de zon?"

     "Het is een licht."

39 "Wat is licht?" Ziet u, hij leefde nooit met dat zintuig. Hij weet niet wat het is.

     "Waar u tegenaan botst, dat is een bepaald soort ding."

40 "Wel, wat is dat?" Ziet u, hij heeft nog nooit in die dimensie geleefd. Het zou erg vreemd voor hem zijn om het te weten.

41 Welnu, als God ons laat leven, zijn we hier lichamelijk met vijf zintuigen. Maar er is een ander zintuig. En, wanneer wij ons dan in dat zintuig begeven, en dat is het zintuig van visioenen en we zien dan wat het is dat ons deze dingen laat voelen die we doen. En proberen iemand Er over te vertellen, zou net eender zijn als iemand iets vertellen die nooit in zijn leven gezien heeft. Hij zou het niet begrijpen omdat hij niet bekend is met dat zintuig. En dat is de wijze waarop het is in het Evangelie. Zij begrijpen het niet. Het is moeilijk om hen ertoe te krijgen het te zien omdat zij daar nooit in geleefd hebben. Zij weten er niets over. Men voelt het en men kan de reactie er van hebben; maar werkelijk weten wat het is, doen we niet. Wanneer u dus achter dat gordijn kunt zien, waar het vandaan komt en dan probeert terug te komen en de mensen te vertellen, die het slechts waarschijnlijk met het gevoelszintuig gevoeld hebben, en nooit in staat zijn geweest het te zien, is het moeilijk een mens erover te vertellen. Maar u moet gewoon het beste doen wat u kunt tot "wij allen zien van aangezicht tot aangezicht."

42 Nu, wij zien Jezus hier, vermoeid, zwak, en ik zou me gewoon in kunnen denken dat Hij wist dat er de volgende dag een grote taak voor Hem lag, ginds in Gadara, waar een ziel was die het uitriep naar God. Kunt u zich indenken dat Jezus... vermoeid en zwak, een stormachtige zee doorkruist alleen maar om bij die ene ziel te komen? Maar Hij doet het. Dat is de wijze waarop Hij het doet.

43 Het schip stak over en Hij nam deze gelegenheid om een kleine rust te nemen om wakker te zijn. En Zijn discipelen waren teruggekeerd naar hun roeiriemen en hun dagelijkse karweitjes, wat zij deden. De opwekking voor die dag was voorbij.

     Zoiets als vandaag, geloof ik. Ik geloof dat het hetzelfde is.

44 En gedurende deze tijd, had Hij wat rust genomen, misschien net tussen de samenkomsten. En de discipelen keerden terug naar hun vroegere werk.

45 Nu, laten we even bij hen binnenvallen; ik geloof dat zij zich misschien wel verheugd hebben, terwijl ze spraken over de dingen die zij die dag hadden zien gebeuren. Grote dingen waren er gebeurd. Mensen waren genezen, melaatsheid. En zij hadden een geweldige tijd. En terwijl zij voortgingen met hun werk in de gemeente of ze... Een gemeente is niet het gebouw; het zijn de mensen die de gemeente vormen. En zij verheugden zich in wat zij hadden zien gebeuren. En zij zullen misschien Zijn messiasschap, Zijn beweringen besproken hebben; Hij beweerde dat Hij het Woord was, Hij beweerde het Woord en de Boodschap voor dat uur te zijn.

46 En de profeet, die daarvoor het Woord was geweest, introduceerde Hem en zei: "Mijn tijd is beëindigd. Ik heb mijn deel uitgevoerd, het Woord dat ik verondersteld werd te vervullen. Nu, Hij zal de rest van het Woord van hier uit manifesteren, mijn tijd is dus voorbij." Johannes, hij moest dus van het toneel afgaan toen Jezus op het toneel kwam.

47 En toen Hij op het toneel kwam, kwàm Hij precies zo en dééd precies zo en handelde gewoon precies op de wijze zoals de Messias werd verondersteld te handelen, wat Hij verondersteld werd te doen. En dat kan misschien hun discussie zijn geweest terwijl zij spraken.

48 Misschien hadden sommigen van hen een getuigenis. Een van hen zou zeggen: "Weet u, ik heb er nooit zoveel bij stilgestaan tot ik de Schriften begon te lezen over wat de Messias verondersteld werd te zijn, omdat Hij die profeet moest zijn. En toen begreep ik iets anders toen ik Hem dat brood zag breken en die mensen zag voeden. Wie kon scheppen dan God Zelf? Dus moet dat de Messias zijn. En ze zeiden dan: "Niemand kan scheppen dan God. God is de enige Schepper die er is. En hier nam Hij vijf kleine broodjes en twee kleine visjes en voedde er vijfduizend en men haalde zeven manden vol op, de stukken die over waren. Wel, niemand zou dat kunnen doen dan Jehovah, Dezelfde die brood deed neerregenen uit de hemelen. Deze is de Enige die het kon doen. En hier is Hij, gekend onder ons, in de nederige vorm van een timmerman, een gewone Man. Hier is de Jehovah die in de hemelen woonde; niemand kon Hem zien; de onzichtbare God is hier zichtbaar gemaakt onder ons want we kennen Hem; Hij doet dezelfde werken die Jehovah deed."

49 En Hij zei tot hen: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet. De Messias werd verondersteld Jehovah te zijn, Immanuël, 'God met ons'. En als Ik niet de werken van Immanuël doe, als Ik niet handel zoals de Immanuël, Mijn werken niet zijn zoals de Immanuël, dan ben Ik Immanuël niet. Maar als gij Mij niet kunt geloven, let gewoon op de werken die Ik doe. Zij getuigen Wie Ik ben." Ziet u?

50 En dat kan hun discussie wel geweest zijn terwijl zij praatten. En dan kan daarna het onderwerp misschien naar boven gekomen zijn, toen... Misschien konden velen van hen wel getuigd hebben. Daar was Andréas; hij zou kunnen getuigd hebben.

51 Petrus kon gezegd hebben wat Jezus tot hem zei: "Wel, mij bij mijn naam noemen? Wie zou mijn naam kunnen weten behalve God? Hij zei mij wat mijn naam was. Hij zei mij wie ik was. Hij noemde mijn vaders naam en de Man had mij nooit gezien. Wel, het moet de Messias zijn. En wij bemerkten het."

52 Wij ontdekken dan nu dat zij misschien de houdingen van de mensen jegens Dat kunnen besproken hebben. Dat kan misschien hun volgende discussie zijn geweest. Jezus sliep al die tijd; was gaan liggen rusten. Laten we nu het toneel onderbreken en hen gewoon gadeslaan; de houdingen van de mensen. Sommigen van hen zeiden...

53 Wel, sommigen van hen geloofden. Sommigen van hen zeiden: "Een Mens heeft nooit eerder zo gesproken. Want, wat die Man zegt, God bekrachtigt wat Hij zegt. En wij weten uit onze Schrift als God deze Man betuigt, wat Hij zegt gebeurt, dan weten we dat God met deze Man is. En God heeft ons verteld die Man te vrezen omdat Hij met Hem is. Zijn Woord is Gods Woord, dus vrees Hem." En zij zeiden... Nu, dat is de reden dat zij zeer vreesden nadat zij zagen dat Hij de winden en golven deed gehoorzamen. Zij beefden omdat zij wisten dat dit God was. Het moest zo zijn. God eerde Zijn Woord. Wat Hij zei gebeurde, toen wisten zij dat dit de Messias was.

54 Nu, terwijl zij de houding bespraken, zeiden ze: "Sommigen van hen geloofden en sommigen wilden niet geloven."

55 Nu, we vinden altijd dat onder de kerken, in iedere gemeente, we drie klassen mensen vinden. Vrijuit gezegd predikte ik er hier niet lang geleden over, ik geloof in New York City, of elders, over drie klassen mensen. En dat zijn gelovigen, ongelovigen en schijngelovigen. En net een hoofdstuk of twee daarna ontdekken we dat Zijn eigen bemanning er toe kwam en ze bewezen precies dat ze dàt waren. Laten wij nu even aan de gelovigen en ongelovigen denken voor een moment.

56 De gelovigen zijn degenen die verordineerd en voorbestemd zijn voor het Woord. Het moment dat ze Het zien, zijn ze tevreden, Leven springt op in hen en zij accepteren Het. Dat zijn de discipelen. Er is totaal geen vraag in hun gedachten over. Zij volgen dadelijk. De discipelen waren gelovigen. Zij geloofden.

57 Nu, meestal zal een echte ongelovige beweren dat hij wel gelooft. Nu, de ongelovige was zoals de zeventigen en zij volgden mee in de populariteit en in het schijnsel van Zijn bediening. Zij waren blij daar te staan wanneer Hij de doden kon opwekken en de melaatsen reinigen en de dingen voorspellen die precies zo gebeurden. Maar op een dag zei Hij iets buiten hun geloofsbelijdenis om. En zodra Hij iets zei dat aantastte wat zij geloofden, zeiden de zeventig: "Dit is een harde uitspraak: "Wat zult u zeggen als u de Zoon des mensen ziet opstijgen in de hemel waar Hij vandaan kwam'? Nu, deze Man waar wij mee sliepen, deze Man die met ons eet, deze Man die Zijn gelaat en handen in hetzelfde bekken wast waarin wij ons wassen, deze Man die eet zoals ik, slaapt zoals ik, Zijn voorspoeden en tegenslagen heeft en zegt dat Hij neerkwam uit de hemel? Dat is teveel voor mij." En wat deden zij? Ze konden niet heel de samenkomst blijven zitten. Zij stonden op en gingen naar buiten. Hm, hm. Ziet u? Dat zijn ongelovigen. Ziet u? Ze konden het niet verdragen. Nee, meneer. Ze gingen weg en wandelden niet meer met Hem.

58 Nu, er zijn gelovigen, die... er is niets dat hen Ervan kan scheiden.

59 En daar zijn de ongelovigen, zodra er iets gezegd wordt wat niet overeenstemt met wat zij geloven... Bedenk dat de Bijbel ons leert, dat de ongelovige zo sterk op de echte gelovige zal lijken, dat het de Uitverkorenen zal verleiden als het mogelijk was. Ziet u, dat is ongeloof. Maar zodra er iets gezegd wordt waar zij niet van houden, wèg zijn ze. Ziet u, dat is ongeloof. Dat toont het gewoon precies.

60 Wanneer het Licht des Levens schijnt om dat zaad te brengen, wat zou Het op een rots kunnen doen? Het zal niets doen. Wat zou Het kunnen doen op een dode substantie? Het is niet gezonden voor dode substantie. De zon schijnt voor een zaad dat kiemkrachtig is tot leven. En deze Bijbel en Zijn Woord schijnt in het uur waarin wij leven, op diegenen om het Eeuwige Leven te grijpen, diegenen die voorbestemd zijn om Het te zien. En het zal geen grijntje goed doen op de rest van hen. Daar is geen leven om door de zon of door het licht tevoorschijn te komen.

61 Dan ontdekken we dat zij hun rug toekeerden en niet meer met Hem wandelden. Dat is toen het grote nobele ding gezegd werd over... Simon Petrus zei het. Jezus, nadat de zeventigen Hem verlaten hadden, zei toen: "Wel, wat..." Hij gaf hun een sterke leerstelling. Hij... Zijn genezingsdagen waren net ongeveer voorbij. Hij bekommerde zich er niet om, was niet van plan er veel meer te genezen. Hij ging hun vertellen over iets dat beter was. En Hij zei; Hij begon hun dat te vertellen; Hij openbaarde hun daar Wie Hij werkelijk was. "Wat zult gij zeggen als gij de Zoon des mensen ziet opstijgen in de hemel vanwaar Hij gekomen is?"

62 "Welnu, we hebben uw geboorteverslag hier. U werd geboren uit Maria en Jozef, ginds in Nazareth. En hier zegt U dat U neerkwam van de hemel? Wel, dat is... U, U bent gek, geloof ik. Ziet u? Wel, wij zouden zo'n Man niet willen volgen." Dus, wèg gingen ze. Zij gingen heen. Dat zijn ongelovigen.

63 Maar merk nu op, er zijn gelovigen. Ongeacht wat er gebeurt, wat er plaats vindt, hoe moeilijk het is, hoe geheimzinnig, zij geloven hoe dan ook. Dat is net zoals de man of vrouw waarvoor gebeden wordt. Zij geloven het. Er is niets dat hen van gedachten zal doen veranderen. Zij zijn waarachtige gelovigen. En niets, ongeacht hoe moeilijk het lijkt, wat dit is, en dat dit niet gebeurt, dat heeft er niets mee te maken. Zij geloven Het hoe dan ook.

64 Nu, Hij kan misschien vele dingen gezegd hebben die de discipelen niet geloofden of niet zagen, maar zij geloofden Het hoe dan ook. Zij gingen er gewoon mee voort, omdat zij zeker waren dat de Schrift volkomen geïdentificeerd had dat Jezus die Messias moest zijn.

65 En ik geloof dat de Schrift vandaag volkomen identificeert dat deze grote beweging van God in de laatste dagen, van de Heilige Geest, Jezus Christus Dezelfde gisteren, heden en voor immer moet zijn. Ik geloof dat de Schrift Het volkomen identificeert. Ik geef er niet om wat een ander erover denkt, wij geloven dat Dat de Waarheid moet zijn omdat Het volkomen geïdentificeerd is.

66 U zegt: "Broeder Branham, ik weet dat u Het begrijpt." Ik begrijp Het niet. Ik geloof Het gewoon. Ik kan deze dingen niet begrijpen. Ik probeer het niet te begrijpen. U kunt God niet begrijpen; Hij moet geaccepteerd worden door geloof. En geloof is iets dat u gelooft, dat u niet kunt uitleggen. Daar hebt u het. Daar is de Waarheid.

67 Nu, er is een andere groep, die er altijd rondhangt en dat is de schijngelovige. Nu, die schijngelovige wordt beschouwd als de huichelaar.

68 Nu, laten we een schijngelovige nemen. Het was Judas. Hij was de schijngelovige. En de schijngelovige hangt maar rond, proberend een manier te vinden dat men er iets op kan werpen. Ze blijven lang genoeg rondhangen alleen om te ontdekken of ze niet een foutje kunnen vinden, treden dan uit en stellen het ergens tentoon. "We willen ontdekken welke soort truc, welke konijnepoot u achter de hand hebt. Wat is de truc?", zodat zij het kunnen imiteren of zoiets. Dat zijn schijngelovigen. Dat is Judasachtig.

69 Dat zijn de ongelovigen, de schijngelovigen en de gelovigen. Die drie bestaan nog steeds overal rond de wereld. Zij zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn. Nu, denk er vanavond aan, hier en op deze band, degenen die zullen horen. Deze drie klassen die er zitten, het zijn drie klassen van deze mensen die altijd samenkomen.

70 Voor de ene maakt het geen enkel verschil wat er komt of gaat, zij geloven Het toch. Zij zijn volkomen overtuigd.

71 Anderen zullen er zoveel van geloven en willen dan niet de rest geloven. Dat zijn ongelovigen.

72 En de schijngelovigen dan zijn degenen die rondhangen, hangen gewoon rond tot zij iets kunnen vinden. Zij zeggen: "Aha, daar hebt u het. Zo is het. Aha, kijk, ik dacht al dat er iets was. Daar heb je het!"

73 Maar dat brengt een echte gelovige helemaal niet van zijn stuk. Niets doet hem wankelen.

74 Wat met Jezus die daar staat, speeksel over Zijn gelaat, en bloed op Zijn gelaat en een doornenkroon op Hem en alles wat Hij daar had, een spottende menigte, enzovoort? Wel, wat zou de ongelovige of de schijngelovige daar over denken? Verkochten Hem gewoon. En u zult ontdekken dat de schijngelovige degene is die u verraadt. Hij is degene die uw bediening ruïneert, die schijngelovige.

75 Maar de echte gelovigen zijn, ongeacht wat er is, volkomen tevreden. Zij zijn volkomen overtuigd, omdat het leven dat in hen is, reeds Christus geworden is. Het is Christus. Het is ú niet meer, maar Christus die in u leeft. En, het maakt niet uit. "Er is niets", zei Paulus, "heden, toekomst, dood, gevaar, naaktheid, wat het ook is, dat ons kan scheiden van die liefde van God die in Christus is." Nee, velen, hoevelen van dit, dat of het andere opstaan, hoeveel doctors in de godgeleerdheid ook kunnen proberen om Het weg te verklaren en te zeggen dat Het voor een andere dag is, dat scheidt u helemaal niet. U bent daar om stand te houden. Het is u in Christus, u bent niet meer uzelf. Daar bent u er, u en God, alleen.

76 En zodra de ongelovige een uitvlucht kan krijgen, probeert hij hoe dan ook weg te komen, dus gaat hij.

77 De schijngelovige blijft een poosje langer, tot hij iets kan vinden waar op hij wat kritiek kan uitoefenen.

78 Daar hebt u ze dus alle drie bij elkaar. Dat is het soort dat men toen had. Dat is het soort dat men nu heeft. Dat is het soort dat men altijd zal hebben tot Jezus Zelf, of God, bij het Grote Witte Troon Oordeel, het zal scheiden.

79 Iemand zei: "Nooit heeft een mens gesproken zoals deze Man. Wat Hij zegt gebeurt."

80 Anderen, de ongelovigen, zeiden: "Hij is Beëlzebub. Hij is buiten Zichzelf. De Man heeft Zijn verstand verloren."

81 Weet u, er is een grote zaak die Satan probeert te doen. Hij probeert te zeggen dat de boodschapper, de mensen die werkelijk de Heilige Geest gekregen hebben, probeert te zeggen: "Ze hebben hun verstand verloren."

82 Ik kreeg daar onlangs ergens een kleine circulaire, een brief over, die zei: "Arme broeder Branham!" en het zei: "Wij geloofden dat Hij Elia was" en verder: "Weet u dat hij zijn verstand verloor? De mantel van Elia viel op Eliza. (dat was mijn vrouw). En zij neemt de bediening over om voort te gaan met een dubbel deel." Een vrouw? Was dat zo, verloor Elia zijn verstand of werd hij zonder te sterven opgenomen in een wagen naar de hemel? Ziet u? Maar u hebt dat gewoon, ziet u, daarmee moeten wij strijden.

83 Sommigen van hen, de ongelovigen, zeiden: "Deze kerel is Beëlzebub."

84 Het moet Johannes geweest zijn die zei: "Denk slechts aan Deze die dit alles doet!" Het is nu weer opnieuw terug bij de gelovigen. Hij zei: "Bedenk slechts; Degene die dit alles gedaan heeft, waarover wij denken en spreken en de uitdrukking van de verschillende mensen! Wij zijn allemaal gelovigen", zei hij. "Wij geloven Het. Jazeker. We zijn tevreden dat wij weten dat het waarachtig geïdentificeerd is. Daar ligt Hij, een sterfelijk Man, die daar midden op dat dek ligt, precies daar achter in die kleine kooi, als het ware op een kussen in slaap. Wij legden Hem daar neer om te rusten. Maar denk eens in! De echte God van de schepping vaart met ons door deze wateren." O my! Amen.

85 Die wateren waren verraderlijk. Weet u, er kwam een storm op en het gebeurt nog steeds, als u ooit in de buurt van Jeruzalem bent geweest; ik denk Jack, dat u het zich herinnert. Die stormen zwiepen nog steeds dwars door die spleet daar en treffen die zee en verdrinken de vissers, net zoals het toen gebeurde. Het komt op, u kunt de storm zelfs niet zien aankomen; plotseling is hij daar.

86 "En begrijp je nu dat wij allemaal, geheel ons leven, doodsbang geweest zijn dit gevaarlijke hier over te steken. Maar vergeet niet dat Degene waarvan wij weten dat Hij de Schepper is, daar bij ons in het schip ligt. Ik voel mij goed! Jullie niet, jongens?" Zij zouden gezegd hebben: "Amen. Jazeker. Daar is Hij in de boot!"

87 En wat is het om de dag te kennen waarin wij leven, dat men de identificatie, dat gezien had en tevreden was, ongeacht wat iemand anders heeft gezegd. Hun discussie was over gelovigen en schijngelovigen, enzovoort, geweest. Maar zíj geloofden Het. En zij wisten dat zij Hem bij zich hadden. Ongeacht wat ieder van de rest van de mensen betreft, zij waren gelukkig Hem te hebben.

88 Ik ook. U niet? [De samenkomst zegt: "Amen"] Het doet er niet toe wat de rest van de wereld zegt. Ik ben blij te weten dat Hij op roerige, angstige levenszeeën daar met mij in de boot vaart. Amen. Amen. Varend in de ernstige levenszeeën, zoals Hij, en in al de verraderlijke wateren, niet wetend op welk tijdstip u zou kunnen worden neergeschoten, gedood, dood neervallen, wat er ook zou mogen plaatsvinden. Maar de Schepper...

89 Wat bent u eigenlijk? U bent een brokje Louisiana klei met wat leven er in. Dat is alles. Zelfs als u van Texas bent, die grote plaats, u bent gewoon nog steeds een hoop Texas modder met een beetje vochtigheid erin. En dat is alles wat u bent. Zo is het precies. En dat is waar u naar terugkeert.

90 Maar per slot van rekening, hoe zou die modder kunnen wandelen, ademen, eten, als er niet wat leven in was? En bedenk dat het geschapen moest worden! En diezelfde Schepper die het schiep, vaart in dat modderschip. Amen. Hij maakte mij wat ik ben, zonder een verlangen; hoeveel temeer kan Hij me opwekken door mijn verlangen, door het Woord van Zijn belofte.

Varend over de plechtige grote levenszee,
Behoorden wij zoals Hij te leven,
Zijn Geest door ons te laten werken;
Want een broeder, die hopeloos is en schipbreuk lijdt,
Zal, bij het zien ervan, opnieuw moed vatten.

91 Bedenk dat Hij beslist met ons is. Wat een gevoel van veiligheid, terwijl we varen over deze verraderlijke wateren! Het moet iets geweest zijn zoals wij nu precies op dit huidige tijdstip, na de opwekking, feestend op de resultaten.

92 Ik herinner me mijn eerste tocht naar Shreveport, Louisiana. Ik had nooit van Jack Moore gehoord en ik geloof dat het broeder Richard Reed was (ik heb broeder Reed jaren niet gezien), die mij over broeder Moore hier vertelde of broeder Kidson; een van deze broeders, ik ben vergeten wie het nu was. Ik maakte kennis met broeder Jack. Ik kwam hier naartoe. Zijn lieflijke, kleine, oude moeder zit hier ergens in ons midden. En zij had een maagkwaal en we baden voor haar. Zij at babyvoedsel. Sindsdien is zij in staat geweest haar normale voedsel te eten. En wat een grote opwekking kwam hieruit voort, die de spits afbeet en voorts kwamen Billy Graham en Oral Roberts en Tommy Osborn, grote mannen, strijders, kwamen voort uit die kleine... uitgesproten door de opwekking; ze deden grote dingen.

93 Die dag daarginds, ongeveer drieëndertig jaar geleden of vierendertig, stond ik op de oever van de Ohio rivier daar bij de brug en ongeveer vijfduizend mensen of meer waren op de oever vergaderd. Ik was net ongeveer twintig jaar oud, drieëntwintig, tweeëntwintig of drieëntwintig jaar oud, mijn eerste opwekking. Ik doopte die middag vijfhonderd mensen. En de diakenen hadden mij in het water begeleid. Toen ik ongeveer de zeventiende persoon doopte, hoorde ik een Stem zeggen: "Kijk op." en ik wendde mij om om op te kijken. Billy's moeder, we waren toen zelfs niet getrouwd, gingen gewoon met elkaar. Hier komt die Vuurkolom uit de heldere blauwe hemel cirkelen, op 15 juni om 2 uur, en kwam zo regelrecht uit de lucht naar beneden. En een Stem brulde het uit, over de hele plaats daar en zei: "Zoals Johannes de Doper gezonden werd om de eerste komst van Christus vooruit te lopen, zo hebt gij de Boodschap die nu de tweede komst van Christus zal voorafgaan." Fotografen namen de foto.

94 Hoe zouden we dat kunnen geloven met nauwelijks een lagere schoolopleiding, enzovoort? Maar ik geloofde Het. Die namiddag toen ik zo vermoeid was nadat ik klaar was met dopen, moest men mij uit het water komen halen. Ik kon bijna niet meer staan door de stroming van de rivier.

95 En Het ging, kwam neer en men nam Er foto's van. Het was in het nieuws, de 'Associated Press', ging bijna wereldwijd, tot ver in Canada. Broeder Lee Vayle heeft er nog een knipsel van, denk ik, van de 'Associated Press'. "Een mysterieus Licht hangt over een lokale Baptistenprediker terwijl hij doopt aan de voet van Spring Street in Jeffersonville, Indiana". De Louisville Herald nam het op, maakte de foto's en ging ermee vandoor en met de Associated Press ging het overal heen.

96 Nu, dat is vele jaren geleden geweest. Hoe zou het zo kunnen zijn? Maar het was zo. God zei het, dat maakt het juist. En wat heerlijk te weten dat wij de levende God hebben! En vandaar zijn opwekkingsvuren heel de wereld rond gebracht. En nu zijn er grote genezingscampagnes en grote geheimzinnige dingen gaande geweest.

97 Toen ik allereerst onder u kwam, zei ik dat ik u bij de hand zou moeten nemen en u zo gewoon vasthouden voor een kontakt. En dan moest ik niet denken aan wat ik zou zeggen en u zou de resultaten ervan kunnen zien. Het gebeurt nog steeds en toont het zo.

98 En toen zei Hij mij: "Als u oprecht zult zijn, zal het gebeuren dat u het geheim van hun hart zult weten". U allen, velen van u mensen herinneren zich dat. En het gebeurde, gewoon op die wijze, net zo precies. Enkele jaren daarna was ik daar in Queen City, Regina, in Canada, en stond op het podium met Doctor Ern. Baxter en anderen. En een man kwam over het podium wandelen. En het eerste wat er gebeurde, ik wist zelfs niet wat ik zei, ik noemde zijn naam, vertelde hem wat er met hem aan de hand was en daar ging het. Sindsdien ging het voort.

99 Nu is het tot een ander stadium gekomen. Dat ik nooit kan vertellen, maar het zal voor zichzelf spreken.

100 Maar herinner u, in de grote bediening maakte het een opwekkingsvuur en ging het de wereld rond. En nu, in de laatste paar jaren duurde die opwekking langer dan enige opwekking die wij ooit in de geschiedenis kenden. Geen historicus kan zeggen dat een opwekking nauwelijks langer dan drie jaar duurde, op wat voor tijd ook. Maar deze heeft vijftien jaar of meer voortgeduurd, een konstante opwekking.

101 Maar nu is de opwekking uitgedoofd. Gewoon nauwelijks... Dan komt de Spade Regen en een staartje ervan zweept nu als het ware door Engeland en de laatste beweging ervan is daar bijna ongeveer voorbij. De gemeente heeft zich opnieuw in Laodicea gevestigd en maakt het tijdperk. Het moet op die wijze zijn. Het moet precies op die manier zijn. En nu feesten we vanavond op de kruimels die wij van die opwekking oppikken.

102 Dat is ongeveer de wijze waarop die discipelen waren vanaf de opwekking van die dag, wachtend op de volgende dag. Jezus rustte gedurende die tijd. Misschien rustte Hij van de opwekking zoals Hij rustte op de zevende dag, nadat Hij de aarde gemaakt had in zes dagen; dan zegt de Bijbel: "Hij rustte. Hij rustte, de zevende dag." Wel, misschien deed Hij dat. Hij rustte.

103 Toen zette plotseling moeite in. O, laat de gemeente gewoon een beetje beginnen te rusten en dan zet moeite in. Het schip begon te schommelen, de zeilen waaiden los en het water vulde de boot. Het leek alsof alle hoop op overleving verdwenen was. Hoewel zij Hem zovele dingen hadden zien doen, toen moeite toesloeg...

104 Nu, ik zal hier binnen een paar minuten gaan sluiten, omdat wij met de gebedsrij zullen beginnen.

105 Wij hebben al die dingen gezien. Wij hebben het voor en tegen van de mensen gezien. En nu komt het tot een plaats waar het zo'n beetje dood getij is, we spreken over wat Hij heeft gedaan, enzovoort, en kijken uit naar wat Hij zal doen. Dat is gewoon menselijk. Menselijke wezens vertellen altijd wat God gedaan heeft, wat ze geloven dat Hij zàl doen en vergeten wat Hij doet.

106 Zij deden hetzelfde. Zij hadden daarginds gezien dat Hij de zieken genas, de doden opwekte, dingen van tevoren wist, de mensen de geheimen van hun hart vertelde en geloofden dat ze op weg waren naar een andere opwekking. Maar toen moeite inzette, vergaten ze het allemaal.

107 Dat is gewoon de manier zoals wij doen. Daar bevinden wij ons vanavond, bevinden ons op diezelfde plaats. En toch, als we eens wisten dat Hij in het schip is. Hij is hier net zo groot als Hij was toen Hij in dat schip lag. Hij is net zo groot als Hij was toen Hij in de ruimte stond en de wereld schiep. Hij is net zo groot als Hij was met Mozes bij de Rode Zee. Hij is even groot als Hij was bij het graf van Lazarus. Hij is even groot als Hij was toen Hij de melaatse genas, het gezicht gaf aan de blinde. Hij is even groot als Hij was in de dagen van de Wales-opwekking. Hij is net zo groot als Hij was op ieder ander tijdstip en hier is Hij in het schip.

108 Moeite zette in. Wij gaan naar plaatsen, vinden twisten in de gemeente, verscheurd. Weet u dat een gemeente zal ruïneren? Blijf bij elkaar.!

Gezegend zij de band
Die onze harten bindt in Christelijke liefde.
De gemeenschap van verwante geesten,
Is zoals die boven is.

     (Die ondeelbare liefde en geloof in God en elkaar!)

109 Maar nu bemerken we dat de watervoorziening laag komt te staan. En in mijn landstreek, waar ik woon in Tucson, heeft alles daar buiten een stekel. Naar alles waar u kijkt zit een stekel aan, omdat het zo droog is. Nu, als het hier was in deze landstreek en het zou kunnen groeien, zou het een echt zacht blad hebben. Die stekel is een opgerold blad, zo nauw en zo scherp, dat er geen instrument zo geslepen zou kunnen worden. Geen instrument zou zo geslepen kunnen worden. Geen instrument zou zo toegerust kunnen zijn als een springcactus, omdat het een baard aan zich heeft, een beetje ineen gehaakt tot helemaal onderaan. En nog altijd zou u geen instrument zó kunnen slijpen, maar de natuur heeft het zo gerold. En het zal regelrecht op u springen. U hoeft er niet in te gaan; het komt op u.

110 En zo gaat het met zonde. U hoeft er niet in te gaan; het komt op ú. Het zal naar u toe springen. Kom er niet in de buurt. Blijf gewoon weg van ongeloof! Maar wij leven in die tijd.

111 Zij hadden Hem dus zoveel grote dingen zien doen en zij konden er over spreken. Maar toen de tijd van moeite inzette, was het allemaal vergeten.

112 Nu, denk gewoon na over de dingen die we Hem hebben zien doen met het onfeilbare bewijs van de identificatie van Zijn Woord en we weten wat de grote Heilige Geest hier in de laatste dagen de Boodschapper van het uur is. Hij is Degene die het ons bewijst en elke belofte waar maakt die Hij beloofde te doen, elk teken en ieder werk en elk Woord net zoals Hij zei dat Hij zou doen.

113 Nog steeds wordt er op neergekeken. Indien het in de zeer hoge klassen geaccepteerd werd, zou ik er bij vandaan willen blijven. Het kon God niet zijn en daar geaccepteerd worden. Beslist niet. Inderdaad niet, het zal het nooit zijn als het geaccepteerd werd. Maar omdat er op deze manier op neer gekeken wordt, is dat de reden dat ik Het geloof. Ziet u? Zover komt het. Daartoe is het beloofd.

114 En nu zien we alles precies in lijn en we weten dat wij in de laatste dagen zijn en wat is er gebeurd? Moeite zette in.

115 En alles wat wij Hem hebben zien doen! Hoe Hij onze huizen in orde gebracht heeft. Hoe Hij er altijd voor zorgde dat vader en moeder zich weer verenigden. U hebt dat gezien, dat man en vrouw bij elkaar terugkomen. Hij heeft uw zieken genezen, lagen daar met kankergezwellen, terwijl velen van u deze kankergezwellen in flessen en kruiken en pannen hebben meegebracht. En dokters hebben getuigd, verklaringen ondertekend; Ik heb er stapels van en ik heb er een doos vol van. En zelfs vijf gevallen, ondertekend door getuigen van het opwekken van doden na uren en uren dood te zijn geweest. Wel, van... Het langste waarvan ik afweet was van negen uur 's morgens tot die avond elf uur, ongeveer. Ziet u?

116 Nee, excuseert u mij. Een kleine baby daarginds die de moeder de hele avond in haar armen gedragen had. Het stierf op een middag, zij droeg het heel de nacht in haar armen, kwam naar de samenkomst daarginds in Californië. En ik werd die middag mee uit genomen. Het was de middag daarvoor gestorven en zij reed de hele nacht, kwam daar aan en kon niet bij de plaats komen. En zij legde een kleine, koude gedaante in mijn armen, een dode baby die de vorige dag gestorven was. Ik stond daar terwijl ik die kleine baby vasthield, en ik zond gewoon een gebed op. Zijn kleine lichaam werd warm. Hij keerde zich om en keek en ik gaf het weer aan zijn moeder. Zeker. Dat is juist.

117 Nu, maar wanneer we dan deze dingen zien en hen volkomen onderzocht hebben en zeker geïdentificeerd, waarom raken wij dan bevreesd wanneer moeite binnen komt?

118 Zij keken uit naar... Zij hadden zoveel getuigd over wat er gedaan was, dat zij vergaten Wie er met hen was. Toen hadden ze het vergeten omdat moeite was binnen gekomen.

119 Zoals nu, hebben we moeilijkheden die we niet kunnen verhelpen.

120 Zij probeerden hun zeilen en de wind was te hard; hij blies ze weg. Ze probeerden hun roeiriemen en de golven waren zo geweldig dat het hun roeiriemen brak. Hun scheepje moest zich toen laten drijven. Waarschijnlijk legden zij de kiel vast of... het roer. En toen ze dat deden, moesten ze het gewoon laten drijven op elke wijze dat het zou gaan, en het beukte en plonsde.

121 In een boot moet u rusten op een golf. U vrienden, die een boot bestuurt, weten dat u niet zo tegen de wind in kunt gaan, recht tegen de golf in. Als u dit doet, brengt u uw boot regelrecht naar de bodem. U moet deze boot dus leiden, het met de golf laten meedeinen. Zoals de golven rollen, rolt u er gewoon mee op en neer. Wanneer u... Als u het niet doet, zult u uw boot vol water vullen.

122 Wel, nadat alles geruïneerd was en zij het niet langer meer konden vasthouden, moesten zij het gewoon laten drijven. En toen ze dat deden, vulde de boot zich. Het leek alsof alle hoop verdwenen was. En daar zaten ze, allemaal verontrust en bevreesd. Wat een tijd was dat! Het was een moeilijkheid die zij niet meer konden verhelpen. En toen trad vrees in, toen ze ontdekten dat zij het niet meer konden verhelpen.

123 En wij zijn op dezelfde wijze in moeite geraakt. Ons trof moeite die wij... nationale moeilijkheden, die ons land niet kan verhelpen. Kijk naar de herrieschoppers in onze natie; schoten gewoon onze president neer, gingen toen heen en schoten de jongen neer. Dat is volgens mij net zo gangsterachtig als met de kerel die de president neerschoot in een koelbloedige moord. Als hij hier goed vanaf komt, dan zullen ze voortgaan met dit te doen. Hij zal er waarschijnlijk ook goed vanaf komen. Maar kijk gewoon wat men doet, de hele wereld! Als wij een Abraham Lincoln in elke parochie, in elke provincie plaatsen, men zou het nog steeds doen, hoe dan ook. Ziet u, het zijn moeilijkheden die we niet kunnen genezen. De zaak, zonde, ongeloof en kwaad is gewoon in ons gewoekerd, rondom ons gegroeid; de hele natie is er in verwikkeld.

124 We hebben kerkelijke moeilijkheden, argumenten, twisten; het lijkt of we het niet kunnen verhelpen. We hebben nu gekregen wat men probeert te doen; nu is men allemaal samen gekomen tot de Raad van Kerken. Wij kunnen het niet verhelpen.

125 Wij hebben geprobeerd het Woord te introduceren. Christus probeerde Het terug te brengen door Zichzelf te tonen, de opstanding, gedurende tweeduizend jaar; Hij is nog steeds dezelfde. Zij keerden hun rug Er naar toe, wandelden weg; het zijn ongelovigen. Schijngelovigen hangen er nog steeds rond om Er een fout in te vinden, gewoon zoveel als ze maar kunnen, steeds maar door. Maar wat is het? Het is hetzelfde dat zich opnieuw herhaalt.

126 Zij behoorden het Woord te kennen. Wat was het geneesmiddel voor alle dingen? Het is God. In Johannes 1 staat: "Hij is het Woord." Wij hebben nog steeds het Woord om ons hier uit te brengen. Wij hebben geen Raad van Kerken nodig. Wij hebben al deze dogma's en dingen niet nodig, die met het Woord vermengd zijn. We hebben de Bijbel hier, die ons zegt hoe we dit moeten sturen. Terug naar de Bijbel, terug naar de Boodschap ervan! Dat is Christus onder ons, de Bijbel, levende Bijbels; "Gij zijt geschreven brieven", levende Bijbels, het Woord van God dat zo door u leeft! Dat hebben we nodig!

127 Dat is wat communisme in Rusland deed oprijzen. Wel, de communisten zijn geen grote partij; er is slechts 1 procent van Rusland dat nu communistisch is, 1 procent. Negenennegentig procent is nog steeds vrij, maar zíj zijn de overheersers. Zij zijn de regering. Waarom rees het eigenlijk op? Wegens de corruptie van de kerk. Dat heeft het veroorzaakt. Zij namen al het geld van de mensen af voor de kerk en zij leefden hetzelfde soort leven. Zij waren niet meer dan gewoon een of ander college. En de mensen werden het beu en zo werd het communisme geboren.

128 Zo werd wereldgezindheid hier geboren. Daarom hebben we een Raad van Kerken. Daarom gaan wij in deze confederatie, en de dingen die wij doen zijn er omdat men het Woord heeft verworpen. Waarom heeft men een soepmaaltijd in de gemeente om de voorganger te betalen? Omdat men Gods weg verwerpt, om tienden te betalen. Zeker. Waarom neemt men een geloofsbelijdenis? Omdat men de Bijbel niet wil. Waarom neemt men een dwaling? Omdat men de Waarheid niet wil.

129 Als een man het souterrain binnenloopt en zijn ogen sluit en zegt: "Ik weiger te zeggen dat de zon schijnt", is er geen hoop voor hem. Maar indien hij bereid is te kijken, schijnt de zon. Als hij er uit wil komen om erin te staan, haar zegeningen genieten, in orde. Maar als hij het niet wil, kunt u er niets aan doen. U zou zeggen dat er iets verstandelijk verkeerd is met die man.

130 Wel, er is geestelijk iets verkeerd met een man die een geloofsbelijdenis wil nemen in plaats van Gods Woord dat ermee in tegenspraak is.

131 Op een dag van de kruisiging verlangden zij Barabbas, een moordenaar, in plaats van het Woord. En vandaag nemen ze de Raad, een moordenaar van het Woord, in plaats van het Woord geïdentificeerd onder ons. Dezelfde zaak. Dat is de moeite waar wij in terecht gekomen zijn.

132 Nu, Zijn discipelen komen soms in moeite; Zijn discipelen, net zoals diegenen met lichamelijke moeilijkheden die de dokters niet kunnen verhelpen. Misschien zegt men: "U hebt kanker. Het is ver gevorderd." Misschien hebt u ver gevorderde tuberculose gekregen, een of andere kwaal, wij, zoals zij, vergeten Wie er in het schip is.

133 Er woedde een storm. Nu, God schiep de winden. God schiep de lucht. God schiep het water. Het is allemaal Zijn schepping. Hij maakte het. Maar, ziet u, het was de Duivel die er in kwam en het opzweepte. Dat veroorzaakt moeite; het is de Duivel. En nu, als Hij een Schepper is en het dus in de beginne maakte, zouden die discipelen niet moeten weten dat die Schepper, die daar gewoon lag, het kon laten stoppen? Amen!

134 God maakte u om gezond te zijn. De Duivel kwam binnen. Denkt u niet dat hij Hem zal moeten gehoorzamen, evenals de wind? Hij maakte u, een menselijk wezen. Hij geeft u ogen en geeft u gezondheid. "Ik zou willen dat u boven alle dingen voorspoed geniet in gezondheid." Het is de Duivel die daar binnen komt. Precies het enige waar Hij vanavond gereed voor is om te doen is... Hij rust uit van andere opwekkingen, maar Hij is gereed om geroepen te worden.

135 Zij hadden moeten weten dat Hij wist wat er zou gebeuren. Hij wist alle dingen. Hij wist dat het zou gebeuren. Het bewees alleen, bewees slechts alleen een test voor hun geloof te zijn. Ik betwijfel zelfs dat Hij in slaap was. Hij lag daar gewoon achterin. Hij wist wat er zou gaan gebeuren. Ja, en wachtte gewoon om te zien wat ze zouden doen.

136 Hoor ze daar buiten getuigen: "O glorie aan God, we zijn tevreden gesteld dat dit de Messias is. O glorie, halleluja, wij weten het! Dat is de waarheid."

     En Hij zegt: "Ik zal eens kijken. In orde, Satan, breek nu maar los."

137 Keken daar rond en: "O, alle hoop is verdwenen! O, we zullen omkomen! Jongens, wat kunnen we doen?" En de Schepper Zelf, waarover zij gesproken hadden, lag daar gewoon bij hen. Halleluja!

138 De werkelijke God die ons de Heilige Geest geeft, de werkelijke Heilige Geest die op Pinksteren viel, is hier precies bij ons vanavond, amen, Degene die de doden opwekte, de zieken genas; gisteren, vandaag en voor eeuwig Dezelfde, ons bewijzend dat Hij hier met ons is.

139 Misschien laat Hij deze instorting komen, gewoon om te ontdekken wat u zult doen. Dat is de wijze waarop Hij het doet, om uw geloof te bewijzen, zien wat u zult doen. Weglopen? Zegt de Bijbel niet: "Alle dingen zullen meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben?"

140 Hij had volkomen bewezen Wie Hij was. Hij heeft vandaag volkomen bewezen Wie Hij is, want Hij heeft het bewezen, net zoals Hij het toen deed. Hij is nog steeds de Messias, steeds dezelfde. Hij is nog steeds het Woord, een Onderscheider van de gedachten en bedoelingen van het hart. Hij onderscheidt nog steeds zoals Hij altijd deed. Hij geneest nog steeds zoals Hij altijd deed. Hij schept nog steeds zoals Hij altijd schiep. Hij wekt nog steeds de doden op: "Ik ben de Opstanding en het Leven", net eender als Hij altijd was. Hij bewijst het recht onder ons en precies in ons schip!

141 En dan zette moeite in en: "Alle hoop is verdwenen." Ja, is dat niet net als de discipelen? Dat is juist.

142 Hij had bewezen Wie Hij was, door het Woord en door tekenen. Zij waren volkomen overtuigd dat Hij was Wie Hij was. Hij zei: "Als Ik niet de werken doe die van Mij geschreven staan, geloof Mij dan niet. Maar als Ik de werken doe die van Mij geschreven staan, geloof dan dat Ik u de Waarheid erover vertel. Wat een... Het is hetzelfde wat wij vandaag hebben. Hij zei: "Onderzoek de Schriften, Zij zijn het die van Mij getuigen."

143 Zij hadden moeten weten dat Hij de God was van alle schepping, die zelfs kon scheppen. Als Hij datgene maakte, die lucht om er te zijn; Hij schiep deze aarde in aanzijn. Hij schiep het water in aanzijn; de Schepper lag daar en toonde dat Hij macht over dit alles had. En zij geloofden dat, maar vergaten dat Hij in het schip was omdat Hij hen niet steeds op de rug klopte en zei:" Nu, ga voort, jongens, het staat op het punt hier direkt te gebeuren. Nu, als het echt gebeurt, bedenk slechts dat Ik hier vlak bij u sta. Hier komt het nu dadelijk, jongens, laten we kijken en zien. Nu, nog enkele ogenblikken, nu." O, nee, zo doet Hij het niet. Hij test elke zoon en dochter die tot Hem komt om te zien of wij Hem zullen geloven. Jazeker. Hij schiep het; zouden ze Hem niet gehoorzamen?

144 Laten we ook niet vergeten dat Hij onze lichamen schiep. Dezen moeten Hem ook gehoorzamen. En zouden ze Hem niet willen gehoorzamen? Deze kleine...

145 Ik noemde u een hoopje Texas- en Louisiana stof. Dat bent u! Modder. U werd daar uit de grond opgewekt, en daar gaat u naar terug. U hebt slechts zestien elementen in u, een beetje vochtigheid en wat petroleum, een beetje kalium en wat calcium en wat kosmisch licht. En dat bent u ongeveer, samen in elkaar gedraaid en daar gaat u. Grond van Louisiana, dat bent u. Maar bedenkt, Iets maakte u zo. En Degene die u zo maakte kwam om met u daarin te leven, opdat Hij u iets anders zou maken. O my! O, hoe behoorden we daar op te kijken! Bedenk, Hij beloofde dat, ofschoon dit kluitje aarde terugkeert in... Deze kluit die met het leven erin rondwandelt, wanneer het leven heengaat, is weer tot stof teruggekeerd.

146 Maar wat zei Hij in Zijn Woord, "Ik zal het opnieuw opwekken ten jongste dage." Amen!" "Ik zal het opwekken." Hij beloofde het; nadat het lichaam is vergaan, zelfs nadat het stof uiteen gevallen is en teruggaat naar de gassen van de aarde. Toch, zoals ik onlangs 's avonds zei: "Kunt u niets vernietigen, de mens kan het niet." Er is geen vernietiging. De mens kan iets niet vernietigen. Het is alleen God die dit kan doen. En vergeet niet, dat Hij, ofschoon het een lepel vol as is, dat Hij zei: "Ik zal het weer opwekken ten jongste dage." Dat stof zal Zijn bevel moeten gehoorzamen omdat Hij het schiep. Als de wind en de golven Hem gehoorzamen, zo zal het stof Hem gehoorzamen. Amen.

     Ontwaak! Hij is met ons. Alles gehoorzaamt Hem.

147 Nadat de discipelen aan het einde van hun krachten waren, moet het sommigen van hen duidelijk geworden zijn dat de Schepper bij hen was. Het kan misschien zo gegaan zijn, omdat we ontdekken dat zij Hem wakker gingen maken, want Hij was heel de tijd al bij hen.

148 En zij zagen Zijn Schriftuurlijk Woord betuigd worden. Zo ook wij. En wij hebben niet... Toen wij Jezus riepen, was het niet moeilijk. We hoefden niet te gaan zeggen: "O, Meester, word wakker, word wakker! Ontwaak! O, Meester, word wakker, word wakker!" Nee, nee.

149 Zij zeiden slechts: "Meester!"

     Hij zei: "Hier ben Ik."

     "Geeft Gij er niet om dat wij omkomen?"

     Hij zei: "O, waar is uw geloof, gij kleingelovigen?"

150 Dat is het, we vergeten dat Hij bij ons is; om Jezus op het toneel te roepen om te handelen. Mensen zeggen vandaag: "Als ik maar zeker kon weten dat Hij dit was, als ik er maar zeker van kon zijn!"

151 Hoe zouden ze zeker kunnen zijn, hoe waren de discipelen er zeker van? Nu, luister. Niet omdat Hij een geleerde Man was. Voor zover wij weten, was Hij het niet. Hij had slechts de wijsheid van God. Maar de wereldse opleiding, ik... Wij hebben er geen verslag van dat Hij ooit naar school ging. Of een of andere voorname priester of voornaam bekend persoon? Nee. Nee, wij hebben geen verslag van iets dergelijks. Slechts een gewone Man. Maar hoe konden ze het weten? Nu, luister nu aandachtig, mis dit niet. Hoe konden ze er rustig verzekerd van zijn? "We zijn er zeker van, dat Gij die Christus zijt?" Hoe konden zij? Omdat zij het beloofde Woord betuigd zagen, met andere woorden, gemanifesteerd worden, bekendgemaakt. Het levende Woord van belofte werd levend gemaakt, regelrecht door dat lichaam geprojecteerd, en zij wisten dat God in Hem was.

152 Petrus zei: "Gij mannen van Israël, Judéa, Jezus van Nazareth was een Man bevestigd door God onder u, door de dingen die God door Hem deed."

153 Nicodemus, deze geweldig geleerde man, kwam 's nachts langs; hij zei: "Rabbi, wij weten dat Gij van God zijt. Want geen mens zou deze dingen kunnen doen die Gij doet, tenzij God met Hem is. Wij zijn ons daarvan bewust." Maar waarom accepteerde hij het niet? Waarom deed hij het niet? Ziet u, het was tegen hun traditie. Ziet u? Nee.

154 Ja, de enige manier waarop zij wisten wie Hij was, is omdat Hij Gods Woord, voorspeld voor die dag, Zelf deed leven. Begrijpt u het? Hoevelen verstaan dat duidelijk? Steek gewoon uw hand op. Ziet u, Hij maakte het beloofde Woord voor die dag levend en zij waren er zeker van dat Hij de Messias was.

155 Dat is wat de vrouw zei: "Nu kijk hier, wij hebben gedurende vierhonderd jaar geen profeet gehad. En wij weten dat de volgende profeet die op het toneel moet verschijnen de Messias moet zijn. En hier is een man die daar buiten staat, die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb, mij vertelde dat ik vijf echtgenoten had. En u bent daar allen getuigen van. En de Man zit daar nu buiten bij de stadsbron, op dit moment. Hij vertelde me dat ik vijf mannen heb gehad. Is dit niet het echte teken dat de Messias verondersteld wordt te doen? Hij is het Woord, een Onderscheider van de gedachten die in het hart zijn. Is Hij dat niet?" Dat is de reden dat mensen het wisten en zeker waren dat Hij de Messias was.

156 Dat is dezelfde wijze waarop wij weten dat Hij de Messias is omdat de Bijbel zei dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer en beloofde dat opnieuw in de laatste dagen te doen.

     "Wel, zij kruisigden Hem." Ja, maar Hij stond weer op.

157 Ginds in Mexico, het geval waarover ik sprak, de kleine baby, die opgewekt werd, met broeder Moore. Zij hadden mij daarginds voor een interview, een paar dagen daarna, de kerk deed het, krantenreporters. Ze zeiden tegen mij...

158 Nu, als er hier een Katholiek zit, bedenk dat ik het nu niet op ú werp. Mijn familie is ook Katholiek. Maar kijk, het zijn fijne mensen. Het zijn mensen zoals wij, velen van hen, hongerend en dorstend naar God.

159 Deze reporter zei: "Dat was een merkwaardig iets. Denkt u dat onze heiligen dat kunnen doen?"

     Ik zei: "Als zij leven."

     Hij zei: "Ze kunnen geen heiligen zijn tenzij zij dood zijn."

160 Ik zei: "Was Petrus een heilige voor hij stierf of nadat hij stierf? Ziet u? Ja. Was Paulus een heilige voor hij stierf of nadat hij stierf? Hij deed hetzelfde, ziet u."

161 Zij zeiden: "Wat is uw mening... U bent een... U bent gewoon een niet-Katholiek, nietwaar?"

     Ik zei: "Nee meneer. Ik ben en Protestant."

     Hij zei: "U protesteert niet tegen..."

     Ik zei: "Ik protesteer niet tegen de mensen, maar tegen de leer van de kerk, ziet u."

     En hij zei: "Wat is uw opinie over de kerk?"

     Ik zei: "Het spijt me dat u mij dit hebt gevraagd."

     En hij zei: "Gaat u maar verder en zeg het. Ik vroeg het u."

     Ik zei: "De hoogste vorm van spiritisme die ik ken."

     Hij zei: "Spiritisme?"

     Ik zei: "Ja, meneer."

162 Hij zei: "Hoe zou u de moederkerk 'spiritisme' kunnen noemen?"

     Ik zei: "De moeder wàt?"

     Hij zei: "De moederkerk."

163 Ik zei: "Meneer, de moeder-Roomse kerk, ja. De kerk-organisatie; zij is de moeder ervan. Openbaring 17 zegt dat zij dat is: 'de moeder van hoeren'." Maar, zei ik, "de kerk begon niet in Rome. Zij begon in Jeruzalem." Ziet u?

     Hij zei: "God is in Zijn kerk."

     Ik zei: "God is Zijn Woord."

164 Hij zei dus: "En u zegt dat zij de hoogste vorm van spiritisme is die u kent? Hoe kon u dat zeggen?"

165 Ik zei: "Al wat voorspraak doet bij de doden is spiritisme. Al die vrouwen, te voet, trekken daar de straat langs, over rotsen en dergelijke, doen boete voor een dode vrouw, die door haar minnaars gedood werd. En maken van haar dan een heilige, omdat zij door de kerk heilig verklaard werd." Ik zei: "Dat is spiritisme."

     Hij zei: "U bidt tot Jezus en Hij stierf."

166 Ik zei: "Maar Hij stond weer op, meneer." Dat is juist. O, hoe de dingen zijn! "Ziet u, Hij stond weer op. Ik hoop dat ik uw gevoelens niet gekwetst heb."

     Hij zei: "Nee, 't is niets."

     Ik zei: "In orde." Ziet u? Ziet u?

167 Wat? Ja, o my, we vergeten Wie er in het schip is. Ziet u? "Hoe kunnen we weten dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig, vanwege dat die mensen zeggen dat het niet zo is?" Zijn bediening werpt het direkt weer in hun schoot. Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. En u bent even schuldig aan Zijn Bloed als Pilatus was. Het is aan uw handen. U kunt het niet afwassen. Hebt u daar ooit wel aan gedacht?

168 Hoe zou u het vinden om het bloed van de president op uw handen te hebben? Wat zou u doen? U weet wat u te wachten staat. Wel, dat is iets minder dan het Bloed van Jezus aan uw handen te hebben. Dat is juist.

169 Wat indien de man die de president doodde... Misschien heeft Oswald het niet gedaan. Zij zullen natuurlijk nooit weten wie het gedaan heeft. Maar als hij het niet deed, wat dan, als de man vanavond leeft en weet dat hij het bloed van de president op zijn handen heeft? Wat zal hij doen als men hem pakt en hij het Hooggerechtshof onder ogen moet zien, de justitie van het land? Kijk naar de boze ogen die op hem neerkijken. Weet u, hij zou om genade kunnen pleiten en zeggen: "Ik bedoelde dat niet te doen. Ik zeg u dat ik een goede kerel ben. Ik bedoelde het niet te doen." Er zal geen genade zijn. Het zou op die manier erg zijn op dat Hooggerechtshof aan de overkant te zien.

170 Maar wat dan met de ogen van God aan de overkant, wanneer het Bloed van Jezus Christus aan u kleeft en u schuldig bent aan het opnieuw kruisigen van Hem? Hoe moet dat?

171 Hebt u ooit op een vliegenier gelet voor hij het vliegtuig binnen gaat? Hij kontroleert elk instrument dat hij kan kontroleren. Hij rijdt dat vliegtuig naar buiten, hij zal alles kontroleren; en geeft vol gas, en laat de motoren sneller draaien om te zien of het zal opstijgen en alles. Waarom? Hij is enorm voorzichtig. Er kleeft bloed aan zijn handen als hij niet oplet.

172 Kijk naar een dokter, voor een operatie, hoe hij elk instrument kontroleert, de röntgenfoto's en alles. Waarom? Hij heeft die mens onder zijn hoede. Als hij sterft, is het bloed op hem. En hij kontroleert alles om zeker te zijn dat het bloed niet op hem is. Dat is juist. Hij wil geen bloed aan zijn handen. Menselijk bloed wil men niet aan menselijke handen hebben.

173 Maar wat gaat u doen met het Bloed van Jezus Christus aan uw handen? Nu, u kunt Het niet van u afwerpen met te zeggen: "Ik geloof Dat niet". De Bijbel veroordeelt u. Hij zegt dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer; en hier werkt Hij terwijl Hij hetzelfde doet. Het Bloed is aan uw handen, hoe dan ook, en u kunt Het er niet afwassen.

174 Pilatus probeerde dat. Er zou geen water genoeg kunnen zijn om Het van zijn handen af te wassen. Hij probeerde Het door te geven aan zijn organisatie, de hogere omes, de presbyter, en zei: "Als u het mij zou willen laten doen", maar het sloeg op hem terug.

175 Het keert direkt naar u terug. Ziet u? U kunt het niet van uw handen afkrijgen, op geen enkele manier ter wereld dan door Het te aanvaarden. De enige manier waarop u Het van uw handen kunt afkrijgen, is Het op uw hart te krijgen. Dat is de enige manier om het te doen. En wanneer wij Jezus Christus hier vandaag Zichzelf zien manifesteren precies eender zoals Hij altijd deed hier op aarde, en het beloofde te doen, dan zijn wij er zeker van dat dit de Messias is. Nu, het is op uw handen, in uw schoot. Wat zult u doen met deze Jezus, Christus genaamd?

176 Jezus zei: "Ik zal u nooit verlaten. Ik zal altijd met u zijn, zelfs tot de eindtijd." Hij zal daar net eender zijn. Opnieuw zei Hij: "Ik zal u nooit verlaten of in de steek laten. Nog een poosje en de wereld ziet mij niet meer, toch zult gij Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de wereld."

177 U zegt: "Hoe kan ik daar zeker van zijn? O, broeder Branham, als ik slechts zeker kon zijn!"

178 In Johannes 14:12 zei Hij: "Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."

179 Hij wacht nu om op het toneel geroepen te worden om u dat te bewijzen. Dat is juist. Dus, laten wij Jezus wekken in onze levens. Hij was hier levend, niet lang geleden. Hij genas u op een keer, Hij deed dit en dat. Hij was toen levend voor u. Hij is vanavond levend. Roep Hem op het toneel.

180 Zoals ik gezegd heb, als Shakespeare in mij was, zou ik de werken van Shakespeare doen. Als Christus in u is, zult u Gods Woord geloven net zoals Hij. Hij versloeg de Duivel telkens als hij kwam en zei: "Er staat geschreven!" Dat is alles en dat stond vast. Satan wist dat Hij dat geloofde en hij ging van Hem weg.

181 Roep Hem dan om Zijn Woord te bevestigen, o my, het maakt Hebreeën 13;8 waar, dan zullen de twijfels en vrees ophouden net zoals de winden deden. Die oude winden die door uw gedachten gaan: "Misschien zal ik het niet krijgen. Misschien zal ik het niet zijn. Misschien zal Hij dit niet doen." Doe het niet. Er is geen "misschien" bij. Hij beloofde het. Dat neemt alle "misschiens" eruit.

182 "Als ik maar wist dat Hij hier was!" Wel, Hij is hier en identificeert Zichzelf precies hetzelfde vanavond, door dezelfde middelen en dezelfde belofte die Hij deed toen Hij hier op aarde was. Zó moesten de discipelen Hem geloven.

183 Het algemene geloof was: "De Man was krankzinnig." Nu, iedereen weet dat, nietwaar, dat: "De Man krankzinnig was. En Hij was een waarzegger van een of andere soort, een boze geest, een Beëlzebub, die hun gedachten kon lezen; een of andere boze geest als waarzeggerij?"

184 Jezus vertelde hun: "Dat zou het lasteren van de Heilige Geest zijn."

185 Nu, er staat geschreven: "Hij die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen. Als gij in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag dan wat gij wilt en het zal u gegeven worden." Ziet u? Nu, er staat geschreven: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Al deze beloften die Hij heeft gegeven! Hebreeën 13:8: "Jezus Christus Dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer." Al die beloften, het staat geschreven. Er staat geschreven: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Het is geschreven, nu, laat het gedaan worden. Amen.

186 Maak Jezus wakker, roep Jezus op het toneel! Bent u bevreesd het te doen? Bent u bang om Gods uitdaging aan te nemen?

187 Laten we bidden, onze hoofden een ogenblik buigen. Iedereen zo eerbiedig als u kunt zijn voor de volgende paar minuten nu, beweeg gewoon niet. zit gewoon echt stil. Als het orgel zachtjes een of ander lied wil spelen, als u wilt.

188 Kom neer, Heer Jezus, in onze harten, maak ons onze zwakheid bekend.

189 "Kneed mij, o Heer." Bidt nu: "Here Jezus, ik ben in nood. Boetseer mij en maak mij, Heer, (ik ben slechts een kleine bonk klei nu) naar Uw wil, terwijl ik mij overgeef, o wacht, overgegeven en stil. Heb Uw Eigen weg, Heer! Heb Uw Eigen Weg!" Overal in het gebouw, overal, wees slechts diep in gebed nu. Ik wil dat u bidt.

Ik ben het leem,
Boetseer mij en maak mij
Naar Uw wil,
Terwijl ik wacht,
Overgegeven en stil.

190 Werkelijk een rustig moment nu. Bidt slechts en zeg: "Here Jezus, maak me nu een gelovige. Neem al het ongeloof eruit."

191 Ik wil dat u een ogenblik bidt voor ik de gebedsrij roep. Mijn zoon zei dat hij een grote stapel gebedskaarten uitgaf, langs elk gangpad ging; en iedereen die een kaart wilde, kreeg er een. Ik zal voor u bidden. We zullen de rij net zo hebben als wij die eerst hadden, de ouderwetse rij, kom hier naar boven en bidt en legt u de handen op de zieken. Ik wil dat u gelooft.

192 Voelt u zich alsof u Hem zou kunnen herkennen? Beseft u dat Hij in de bood is vanavond? Hij is in dit bootje, deze kleine ark, dit kleine lichaam van gelovigen. U gelooft dat Hij met ons meevaart vanavond, zeilend op de ernstige levenszee? Als u het echt met heel uw hart gelooft, steek dan gewoon uw hand op en zeg: "Ik geloof het. Ik geloof het. Ik aanvaard het nu."

193 Vader, u ziet hun handen, de mijne meegerekend. Ik geloof U ook. Wij wachten nu, Vader. Kom, Here Jezus. Op een avond toen de discipelen zich zorgen maakten, hadden zij met Iemand gesproken waarvan zij niet wisten Wie het was. Men zei dat Hij een Vreemdeling in het land was. Maar op een avond toen zij de deuren sloten en hem binnen kregen, deed Hij net zoiets als Hij deed vóór Zijn kruisiging en Zijn opstanding. Zij wisten dat Hij het was. Kom vanavond weer, Here, en doe dat voor ons, wilt U, terwijl wij wachten? Wij weten dat we het U hebben zien doen. En moge U al de vrees uit de harten van de mensen wegnemen.

194 Moge door Jezus' Naam elkeen die wij de handen vanavond opleggen, mogen zij genezen worden, ieder van hen. Moge er geen zwak persoon zijn. Moge elke zieke, stervende, hartkwaal, en vrouwekwaal, en kanker en tuberculose en leukemie, wat het ook moge zijn, mogen zij vanavond genezen worden, Heer.

195 Mogen, als zij door deze rij passeren en wij onze handen op hen leggen, mogen zij erkennen dat het niet gewoon 'het maar gaan langs mensen' is, maar dat God en mens één zijn. God is in de mens gekomen en God doet niets los van de mens. Dàt doet Hij. Zijn werken gebeuren door de mens. Hij maakte de mens tot Zijn partner.

196 Toen Jezus stond uit te kijken over de oogst, zei Hij: "De oogst is rijp, de arbeiders zijn weinig; bidt de Heer van de oogst." En Hij was de Heer van de oogst. Met andere woorden: "Vraag Mij om te doen wat Ik weet dat goed is om te doen."

197 Maar Hij had Zichzelf verenigd met Zijn discipelen. Zij waren degenen om te vragen. Hij zei: "Gij hebt niet, omdat gij niet vraagt. Gij vraagt niet, omdat gij niet gelooft." Maar, Vader, wij geloven en we vragen vanavond om Uw genade weer met ons te doen zijn. In Jezus' Naam. Amen.

198 Nu, ieder van u nu met uw gebedskaarten; we gaan u in een rij zetten. En ik weet niet waar... Ze zijn waarschijnlijk boven, beneden en waar ze ook zijn. We zullen hier ongeveer een half uur of meer voor nodig hebben om voor de zieken te bidden. Het is nu net negen uur, of iets later. Ik denk dat we het kunnen doen en er doorheen komen.

199 Nu kijk. Laat nu niemand weggaan. iedereen zit nu werkelijk rustig. U wenst een genezingsdienst, daar hebben wij op gewacht. hebt u op een genezingsdienst gewacht? [Samenkomst zegt: "Amen"] In orde, hier is het nu. En de Genezer is hier, Jezus Christus; Hij is hier.

200 Nu, bedenk, wat als Hij dit pak hier aan had, wat Hij Zijn das... een van Zijn dienstknechten, broeder en zuster Collins die daar zitten van mijn tabernakel, om mij te geven? Wat als Hij hier dit pak droeg en Hij stond hier net zoals ik hier nu sta? Weet u, als u zou zeggen: "Here, wilt U mij genezen?" weet u dat Hij dit niet tegen uw ongeloof in zou kunnen doen? Hoevelen weten dat dit waar is? [Samenkomst zegt: "Amen"] U zou Hem net zo moeten geloven als u nu doet. Dat is juist. U zou Hem moeten geloven net zoals u nu doet.

201 En bedenk, wat Hij reeds gedaan heeft, kan Hij niet opnieuw doen. Ziet u, Hij heeft het nu volledig uit Zijn bereik geplaatst. Hij heeft het in uw bereik geplaatst. Hij heeft alles gedaan wat Hij kan. Is dat juist, predikers? [Predikers zeggen: "Amen"] Ziet u, er is niet een ding dat Hij eraan kan doen. Het is buiten Zijn bereik. Het is in uw bereik. "Want om onze overtredingen werd Hij verwond, door Zijn striemen is ons genezing geworden." Ziet u? Ziet u, het is buiten Zijn bereik. Maar Hij heeft het in uw bereik gebracht. Het is nu in uw bereik. Het werd daar gezet voor u. Hij heeft alleen gewezen naar waar het was.

202 "Wel", zegt u, "Het is altijd een puzzel voor mij geweest. Als Hij... Inderdaad, de waarheid is, leeft Hij nog steeds?"

203 Zeker, leeft Hij. Wat is dit, waar u steeds tegenaan botst? Wat is het dat u veroordeelt wanneer u verkeerd bent? Wat is het dat u doet geloven? Dat is Hij. U kunt misschien niet in staat zijn uw ogen te openen om Hem te zien, omdat Hij in geestesvorm, de onzichtbare God is. Maar Hij woont onder een zichtbaar volk en maakt zich zichtbaar in die mensen door Zijn beloofde Woord. Begrijpt u dit nu?

     Voor wij hier de gebedsrij roepen, vertrouw ik erop dat God dit zal doen.

204 Ik, ik heb u lief, Life Tabernakel. U weet dat. Ik was uw broeder. Ik heb het, hoe dan ook, geprobeerd te zijn. Ik heb vele tekortkomingen begaan, maar ik heb geprobeerd het te zijn.

205 Luister. Kom tot uzelf, vanavond. Ontwaakt, voordat het te laat is. Ziet u, wordt wakker, snel. Hij is hier bij ons. Nu, ik wil dat ieder van u...

206 Ik zal proberen, uit het diepst van mijn hart, de mensen te roepen die ik ken in dit gebouw, en het maakt niet uit of het lijkt of... u voorbij ga, dat toont dat ik... ik u voorbij ga; als het Licht van... hiervan over u is, zal ik het voorbij gaan.

207 Ik ben er tamelijk zeker van dat dit broeder Julius Stadsklev is, zijn vrouw en gezin die hier precies op deze zitplaats vooraan zit. Ja, ik ben daar zeker van.

208 En dan de volgende persoon die ik zie, die ik ken. Nu, een ogenblikje. Ik zag iemand enkele ogenblikken geleden waarvan ik dacht dat ik hem herkende en dat was broeder Evans, maar ik ben het kwijt waar hij nu is, broeder Welch Evans, ja, ja, vergeef mij. Ja.

209 En Fritzinger zit vlak naast hem. Dat is dit gezin hier precies. De Evansen en Fritzingers zitten daar samen.

210 En hier is nu broeder en zuster Dauch, die híer zitten. Ik ken hen.

211 En ik ken dit kleine meisje, een van hen. De kleine June, dat is broeder en zuster Evans' dochter.

212 En ik hoorde Fred Sothmann zeggen: "Amen". Er is niemand die het zegt zoals hij. Hij is hier ergens. Ik weet niet waar hij is. Hij is ginds ergens achteraan. Waar ben je Fred, waar, waar? O ja, daar achter.

213 En is dat broeder Wood die daar bij je zit? Ja, broeder Wood. In orde.

     Wel, dit is de geluidsbandenjongen die hier is, Jim Maquire.

     En dat is broeder Blair die daar zit.

214 In orde, ik denk dat dit alles is wat ik zie die ik ken. Nu, ik kan u wellicht gezien hebben. Sommigen van uw gezichten zien eruit alsof ik ze gezien heb, maar ik weet niet wie het zijn. Nu, de Heilige Geest weet dat.

215 Maar nu, u mensen, die ik ken, u weet dat ik u ken, nietwaar; bidt slechts. Bidt niet voor iets voor uzelf. Probeer niet Hem aan te raken. Bidt gewoon voor mij, ziet u. Bidt gewoon voor mij opdat de God, waarvan u weet dat ik Hem dien, dat Hij voor iemand anders, die erbij zit, misschien genadig zal zijn. Bidt nu. En laten we Hem gewoon vragen of Hij Zichzelf wil identificeren, de Messias.

216 Ja, ik geloof... Ik ben niet zeker, maar ik denk dat ik zuster Moore zie. Is dat zuster Moore? Ik dacht dat ze... Dat was zij. Zij heeft wat gewicht verloren en dat is de reden dat ik haar eerst niet herkende, maar ik geloof dat ik haar herkende, terwijl ze daar zat.

217 Nu, bidt nu slechts, wees ieder zo eerbiedig mogelijk. En u kijkt naar... of kijk beneden, wat u ook wil en bidt gewoon.

218 En luister nu, ik wil u iets vragen. Nu, laat mij deze Schriftplaats voor vanavond nemen, in plaats van de vrouw die Zijn kleed aanraakte. Laten we het gewoon terugbrengen tot wat ik heb gepredikt, het Woord. Nu, de Bijbel zegt dat, "Het Woord van God is scherper, krachtiger dan een tweesnijdend zwaard", dat is Hebreeën 4 "en Het is een Onderscheider van de gedachten en de bedoelingen van het hart en de geest." Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen"] Nu: "Als gij in Mij blijft en Mijn Woord in u blijft." Nu, het Woord is de belofte dat het Woord Zelf een Onderscheider is van de gedachten en de overleggingen van het hart. Is dat juist? ["Amen"] Nu, bidt. Hoe zou dat duidelijker kunnen zijn?

219 Bidt nu, wees slechts echt eerbiedig en bidt. Ik ken u niet. Juist, en u die ik ken, bidt voor iemand die ik niet ken, zodat de Here iemand zal aanraken; dat zij in aanraking mogen komen.

220 Nu snel, ik zie Het oprijzen. Aan mijn linkerzijde, daar tegen de muur, aan mijn uiterste linkerzijde, zit een man daar die bidt. Ik ken hem niet. En dat Licht hangt precies boven hem. En de man heeft een longkwaal waarover hij bidt. Hij heeft een paar operaties aan deze longen gehad. Hij is een man van middelbare leeftijd, die een bril draagt, met grijzend haar. En hij is... Gelooft u, meneer? De man waartegen ik spreek is meneer Buford. Dat is uw naam, meneer. U gelooft nu, Jezus Christus zal u gezond maken als u het zult geloven.

221 Ik heb die man nooit in mijn leven gezien. Nu, als iemand hem wil zien; zou u op willen staan, wie de man ook was. Sta op, direkt. Daar hebt u hem. Ik heb hem nooit in mijn leven gezien. Nu, wat, wat is dit? Stop. "Kunt u dat uitleggen, broeder Branham?" Ik kan het niet. Wie zou dat kunnen uitleggen? Ik kan het niet. Nee.

222 Hier, er is een dame, die helemaal achterin zit. En ik zie haar bidden. En ik zie een man wankelen en het lijkt erop dat hij zijn handen in de lucht werpt. Hij wankelt. Het is haar echtgenoot. Hij is een alcoholicus. Hij drinkt gedurig. En zij bidt voor zijn verlossing. Haar naam is mevrouw Morgan. Steek uw hand op. Dat is juist. Ik ben een vreemdeling voor haar, maar dat is waar.

223 Sta op, dame die net genoemd werd. Daar hebt u haar en ik ken de vrouw niet. Zeg me wat zij aanraakte, daarginds achteraan. Wat is het Woord? "Een Onderscheider van de gedachten en bedoelingen van het hart."

224 U mag nu allen gaan zitten, verheug u, wees gelukkig, indien u wenst te gaan zitten. U moet het niet; gewoon wat u schikt, wat u ook maar wilt doen. Wees gewoon gelukkig en verheug u, omdat de Here goed voor u geweest is.

225 Hier is een dame, recht voor me. En ze is zeer ziek, wellicht zieker dan wat ze denkt dat zij had. Ze lijdt feitelijk aan aambeien en ze worden kankerachtig. Mevrouw Morgan... niet mevrouw Morgan, neem mij niet kwalijk. Het is mevrouw Anderson. Als u met heel uw hart zult geloven, zal Jezus Christus u gezond maken. Gelooft u dat, dame?

226 Ga op uw voeten staan als dat juist is. Ik ken de dame niet. Zij zit precies op één lijn met deze andere dame en ik kon zien dat nog steeds daar hangt. Dat is de reden. Onlangs 's avonds... U kunt gaan zitten, als u het wenst, zuster. En geloof en u zult gezond gemaakt worden.

227 Meneer Wood hier, ik ging met hem mee om een dag te jagen, ginds in Kentucky. Terwijl ik daar in het huis stond, kwam zijn schoonzuster, geen Christen, langs, denkend dat zij kanker aan haar keel had. Ik had die morgen een visioen gezien van een vrouw die een geruite jurk droeg. Zij had een rode jas aan en toen ze de andere kamer binnenging en (ik wist niet waarom zij langs kwam) die rode jas uitdeed, terugkwam, had zij een geruite jurk aan. Ik zei: "Kom hier" Dat was het. De Heilige Geest vertelde haar wat het was en dat was het. Ze hoefde zelfs niet naar de dokter te gaan. Het was beëindigd.

228 Een paar minuten daarna was er een man, niet wetend waarom hij naar voren kwam, stervende aan een hartkwaal. En hij zei: "Hebt u gezelschap?"

229 En de dame zei: "Broeder Branham is daar buiten met Banks."

230 Hij zei: "God zij dank!" En ik ging daar binnen. Achterover liggend in een stoel, stervend aan een hartaanval, de Here genas hem. Twee of drie dagen daarna zei hij dat hij sindsdien geen grijntje last ervan gehad had.

231 De schoonzuster kwam aanlopen, kwam binnen, de schoondochter liever, een jonge vrouw, mevrouw Cox. En in de Tabernakel was een paar dagen tevoren een dame genezen van diabetes, die er zat. Ik had dat meisje in het visioen zien opstaan. Ik wilde haar niet roepen, omdat zij daar naar de tabernakel komt. En een dag of twee daarna, werd zij naar de kliniek gebracht voor onderzoek en zij had verschrikkelijke diabetes. Zij was dan op de terugweg om haar bloed opnieuw te laten kontroleren. En toen zou ze moeten stoppen met werken , haar armen waren verdoofd en zo. En ik zei: "Margie, wanneer de dokter je onderzoekt, heeft jouw geloof je genezen." En men nam haar mee naar de kliniek, weer dezelfde kliniek, onderzochten haar opnieuw en het was verdwenen. [Leeg gedeelte op de band] ... omdat Hij God is en Hij niet faalt, gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen"]

232 Ik zie hier een man zitten, die nu naar me kijkt. Hij heeft een kleine kwaal in Zijn leven gehad; hij had de bof toen hij... Hij heeft zo'n beetje iets op zijn hart. Hij kijkt me recht aan. Zijn kinderen zijn allemaal jongens. Hij wil nu een meisje. Weet u, die man is ook een prediker. Meneer Bird, eerwaarde heer Bird, steek uw hand op, meneer. Dat is waar, is het niet? God staat u uw verzoek toe, meneer. Ja.

233 Ziet u hoe eenvoudig? God woont in eenvoud. Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen"] Werkt in eenvoud om Zijn wonderen uit te voeren.

234 U hebt uw reukzintuig verloren, nietwaar, dame? [De zuster zegt: "Ja"] Terwijl u daar zo oprecht naar mij zat te kijken, bad u dat ik u zou roepen. U hebt uw verzoek gekregen. U bent de vrouw van een prediker. Dat is juist. ["Ja meneer"] U hebt uw reukzintuig verloren en u hebt een grote last op uw hart. ["Ja"] U hebt twee zonen waarvoor u bidt. Dat is juist. Uw naam is zuster Leggs. ["Dat is juist!"] Ik heb haar nooit in mijn leven gezien.

235 "Als gij kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk." Is dat juist? [Samenkomst zegt: "Amen"] "Alle dingen zijn mogelijk, als gij kunt geloven." Gelooft u nu dat Zijn Tegenwoordigheid hier is? ["Amen"] Is Hij niet de Onderscheider van de gedachten, bedoelingen van het hart? Hij weet het.

236 Vraag deze mensen, kontroleer om u heen als iemand in twijfel is. Vraag hun. Ik heb de mensen nooit in mijn leven gezien. Ja meneer.

237 Gelooft u dat God die tumor uit u kan wegnemen? Rondkijkend naar haar die genezen werd, gelooft u dat Hij de tumor zou kunnen genezen, u gezond maken? U doet het? Deze dame hier naast u, ook met zwelling in haar lichaam en dergelijke, u denkt dat de Here u gezond zou kunnen maken, u beiden? Denkt u? In orde, Hij kan het als u het zult geloven.

238 U meneer, die daar naar mij zit te kijken, gelooft u dat God die prostaatkwaal kan genezen? Die daar echt achter zit met die zwarte das aan, gelooft u dat God de prostaatkwaal zal genezen? Dat hebt u. Als dat juist is, steek uw hand op. Dat is juist. In orde. Hm. Ziet u?

239 Gelooft u? Hij is in het schip. Hier is Hij, precies hier, Zijn Woord doet gewoon wat Het zei dat Het doen zou, de geheimen van de harten nemen en het bekendmaken. "Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer."

240 Here Jezus, ik bid voor deze zakdoeken die hier liggen, deze zieken en aangevochtenen. Nadat zij hier staan, Heer, mogen deze zakdoeken gezegend worden op de waarachtige scheppende Stem van God die spreekt door menselijke wezens, terwijl geloof vibreert van de een naar de ander. Moge deze zakdoeken gezegend worden. En mogen de mensen waarop zij gelegd worden, gezegend en genezen worden.

241 En nu Vader, terwijl Uw Geest hier is, en de discipelen van nu, de volgelingen van U nu zien dat U in de boot bent, dat het niet nodig is om bang te zijn. Er is niets dat enige schade zal berokkenen. Waarom? U bent hier! U bent de Schepper. Laat het zo zijn, Here, dat hun geloof niet zal falen wanneer zij nu in de gebedsrij gaan. Mogen zij genezen worden in Jezus Christus' Naam. Amen.

242 Hoe zeker kunnen wij zijn dat Hij het is? Bent u zeker? [Samenkomst zegt: "Amen"] Wij zijn overtuigd. "Ik ben volkomen overtuigd dat Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer. Bent u het? ["Amen"] Ik ben overtuigd. Dat, ik weet dat ik die dingen niet weet.

243 Nu wel, kijk hier, ik wil u iets vertellen. Dit zijn maar kleine minder belangrijke dingen die gebeuren. Hoe dan met degenen die gaan, die rond het huis zijn en met mij meegaan naar samenkomsten en zo? Steek uw hand op, broeders, indien u allen, en zusters, u die met mij meetrekt in de samenkomst en gewoon maar de dingen die gebeuren. Wel, dit zijn slechts kleinere dingen. Wanneer ik u verschillende plaatsen vertel en wat er gaat gebeuren: "En hier aangekomen, zullen we een man ontmoeten. U zult proberen mij van hem weg te houden. Doe het niet omdat ik verondersteld word te gaan. Zijn vrouw heeft een zeker bepaald iets. Zij zal genezen worden. Ik zal hem dit vertellen." "Deze jongen die de straat over steekt, zal een bepaald iets vragen; ik zal hem een zeker ding vertellen; hij zal dìt doen en dàt doen." Wel, het is gewoon konstant gedurig, heel de tijd door op die manier. Het is Jezus Christus, geen menselijk wezen. Ik ben een menselijk wezen, maar Hij is Christus.

244 "Wat is de gave, broeder Branham?" Ik kan het niet uitleggen. Het enige wat ik weet is: laat William Branham slechts uit de weg gaan, dat is alles, en Hij neemt gewoon de klei en werkt er doorheen.

245 Geloof het, wilt u, Shreveport? Gelooft het met heel uw hart en twijfel niet en u zult uw genezing hebben wanneer u hier passeert.

246 Nu, visioenen genezen u niet. Visioenen identificeren slechts dat Zijn Woord waar is. Ziet u, u bent reeds genezen. Visioenen bewijzen slechts dat Hij hier is en Hij nog steeds het levende Woord is. Maar voor zover het gaat om u te genezen, doet dit het niet. Het laat u slechts weten dat Hij hier is. Hij heeft u reeds genezen: Zijn Bloed. De reden dat Hij hier is, is omdat Hij u genezen heeft. De reden dat Hij hier is, is omdat Hij u gered heeft. Zijn leven werd voor u gegeven. Zijn Bloed werd gestort. En Hij is hier in de vorm van de Heilige Geest om door ons heen te werken, om te bewijzen dat Hij hier is. Maar uw genezing gaat met uw geloof. Als u het gelooft, is het zo. Amen.

247 Nu, hoevelen aan deze zijde hebben gebedskaarten, over dit gangpad hier? Ik wil dat u uitstapt in het gangpad aan deze zijde. En zodra men er doorheen gekomen is, dan stapt dit gangpad eruit aan die kant. En dan keert dat gangpad hier direkt rond en volgt er gewoon achteraan, en deze hier, en we komen gewoon rond in gebed.

248 Broeder Jack Moore, waar is hij ergens? [Broeder Moore zegt: "Hier"] Is het in orde als ik predikers oproep om mij te helpen? ["Het is volkomen in orde, broeder."]

249 Iedere prediker hier, die gelooft in de boodschap van de Here, die gelooft dat de Bijbel deze dingen geleerd heeft en volkomen overtuigd is dat Jezus Christus hier vanavond met ons is en hierheen zou willen komen, help ons de zieken de handen op te leggen. Als u... Als er iets nu in uw leven is dat u weghoudt van geloof, kom dan niet, ziet u, omdat u moet geloven dat, wanneer u uw handen op deze persoon legt, zij gezond zullen worden. U voegt slechts uw geloof bij het hunne. Ziet u wat ik bedoel? U voegt uw geloof bij het hunne door kontakt met hen te maken, door uw handen op hen te leggen. En als u een klein beetje twijfel erover hebt, doe het niet.

250 En dan, kijk, voor iedereen die in de gebedsrij komt, als u het minste beetje twijfel hebt, dat u vanavond zult genezen worden, kom er niet in. Het zal u alleen erger maken. Ziet u, u zult er slechts erger van worden, ziet u, kom dus niet in de gebedsrij. Wacht tot morgen. Doe het morgen, op een keer, de een of andere keer, wanneer u geloof hebt. Doe het niet, omdat het slechts voor degenen is die geloof hebben om te geloven.

251 Nu, ik wil dat u prediker-broeders hier naartoe komt en bij mij staat terwijl wij bidden voor de zieken. En u op het podium, kom hier gelijk naar beneden vooraan nu, recht tegenover het gangpad hier omdat wij deze gevallen en de rolstoelen en zo, niet langs dit gangpad kunnen brengen. Ik zal hier direkt naar beneden gaan en voor hen bidden. Kom hier gelijk naar beneden en ieder van u mannen daar achter die predikers zijn, die met heel hun hart geloven.

252 En nu is het voor u, als u oprecht bent, als u het werkelijk wilt, u gelooft dat het zal gebeuren. Ziet u? En dan als u het gelooft en zij geloven het; en wanneer u hun de handen oplegt, moet er iets gebeuren als u het beiden zult geloven. Ziet u wat ik bedoel?

253 In orde, maak hier een rij, broeders. Maak een dubbele rij, dwars over aan deze kant nu, ieder van u, prediker-broeders. Ik wilde dat u een beetje meer deze kant uit zou kunnen komen, als u wilt, zodat men dat gangpad kan nemen om terug te keren, omdat sommigen van dezen hier direkt door dit middengangpad zullen teruggaan. Als u gewoon een klein beetje uw weg hier naar toe kunt maken, mijn broeders, als u wilt. Dat is fijn.

254 Ik denk dat wij de Here behoorden te danken voor een groep mannen zoals deze, die bereid zijn naar voren te treden in het oog van kritici en al het andere en hun standpunt innemen en zeggen: "Ik geloof het." Amen. Ik ben zeer dankbaar voor een man van dit type. Ik ben blij mijn schouders bij de hunne te zetten, mijn hart bij de hunne te plaatsen, mijn emotie bij de hunne te zetten, mijn geloof bij dat van hun te plaatsen. En rondom het Brood des Levens en het Woord van God zijn wij broeders tezamen, verenigde erfgenamen in het Koninkrijk met Jezus Christus. Deze mensen mogen misschien niet in staat zijn op te treden en het Woord te laten... Dat is een gave, dat is gewoon een gave om het laatste teken in de laatste dag te tonen. Dat is precies wat Het moet doen. Maar deze mannen hebben gewoon exact hetzelfde recht om de handen op de zieken te leggen als enig ander; ik of Oral Roberts of Tommy Hicks of Tommy Osborn, iemand anders. Zij hebben dezelfde autoriteit door dezelfde God, omdat zij dienstknechten zijn van diezelfde God.

255 Nu, wanneer u mensen... Ik zal broeder Price uitnodigen of iemand, of broeder Moore. U gaat ons komen helpen bidden of blijft u bij... [Een broeder zegt: "Nee, ik kom daar de mikrofoon plaatsen"] In orde, u gaat de mikrofoon beneden zetten. In orde. Nu zal ik broeder Price laten komen. Nu, wanneer wij hier doorheen komen...

256 Nu kijk, laat dit een vaste vorm innemen. Dit is het. U hoeft Hem niet wakker te schudden. U hoeft het niet. Zeg gewoon: "Here God, ik geloof het." Ziet u, Hij is nu wakker. Hij heeft Zichzelf al bewezen, Hij is al wakker gemaakt, is onder u. Ik voel Hem en ik weet dat Hij hier is omdat ik Zijn bewijs zie, de wijze waarop Hij werkt. Bedenk slechts, de Schepper Zelf, het Woord Zelf is levendgemaakt, precies hier bij ons vanavond bewezen. En als u mijn woord neemt, het trekt zo, beweegt zich zo gewoon door heel het gebouw. Het zou hier gewoon kunnen staan en blijven noemen, noemen, noemen, noemen. Maar ik geloof, acht of tien mensen of misschien meer werden in de rij uitgeroepen. Dat is genoeg om te identificeren dat Zijn Aanwezigheid hier is.

257 Nu, broeder Price, als u wilt; ik wil dat de samenkomst echt zachtjes zingt. "De Grote Geneesheer is nu nabij, de liefdevolle Jezus." Als Hij stierf opdat u gezond gemaakt zou worden, heeft Hij zeker meegevoel met uw ziekte. Hij, Hij voelt mee met u omdat u ziek bent. En als u door de gebedsrij komt, zullen mannen van God u de handen opleggen. Ik zal hier staan en mijn plaats innemen met deze Godsmannen. Keer weer rond terug en...

258 Nu kijk, vergeet dit nu niet. Denk hard nu. Wanneer u door de rij gaat, heb dan uw geloof zó gevestigd: "Wanneer ik aan het einde van die rij kom is het allemaal voorbij. Ik ga regelrecht dat gangpad af. Ik sta hier, ziek. Ik sta hier, gekweld. Ik sta hier, vol vrees. Ik sta hier, niet wetend wat en wat er zal gaan gebeuren. De dokter zei dìt en men zei dàt, en zeggen.... Maar wanneer ik daar naartoe ga, zal ik mijn handen hoog in de lucht heffen, de Here dankend dat ik gezond ben." En let gewoon op wat er gebeurt. Nu, ik zou willen...

259 Vaak zijn mensen zich zeer bewust wanneer men hen in het oog houdt; zieke mensen in het bijzonder. Zij houden u in het oog. En dat is wat betekent: het oog is de poort van de ziel. Dat is de reden dat Jezus hen uitleidde. Natuurlijk zullen er niet evenveel genezen worden op deze wijze als het zou zijn wanneer u ze per gelegenheid apart had en het in gebed brengt. Maar kijk hoevelen willen dat er voor hen gebeden wordt, ziet u. U kunt hen zo niet nemen. Maar nu is dit de manier waarop uw geloof het moet pakken.

260 Zeg nu niet: "Ik weet niet wat, hoe het uit te leggen." Niemand kan dit.

261 Maar we geloven het omdat het Woord het zegt. En de bevestigde Christus is hier bij ons; riep Hem op het toneel. Wat deed Hij toen wij Hem riepen? Hij toonde ons: "Ik ben Dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer." Amen. Geloof slechts. Geloof het gewoon met heel uw hart, terwijl we... met onze hoofden gebogen nu.

262 En broeder Price of iemand van hen zal... Broeder Price zal de rijen leiden en ieder gaat er doorheen en neemt zijn zitplaats weer opnieuw in terwijl wij zingen: "De Grote Heelmeester".

263 En we zullen bidden. Nu, laat ieder van tevoren... Ik wil bidden. Omdat... Laten we nu bidden. Herinner u Petrus toen Hij naar het huis van Dorcas geroepen werd bad hij in een hoek, stond op, ging er heen en legde zijn hand op Dorcas en zei: "Dorcas, sta op."

264 En Hemelse Vader, wij bidden gelijkerwijs. U bent hier. U maakte Uzelf bekend. U bent onze Heer, onze Redder. U hebt ons vele keren genezen. In het uur hier waar honderden mensen van dit souterrain zullen gekomen zijn en van rondom elke plaats om genezen te worden. Ze zullen in deze gebedsrij komen. Hier zijn Uw dienstknechten, wij allemaal, die geloven dat U gewoon zult doen wat U beloofde. En we zullen hier onze handen leggen op deze mannen en vrouwen, jongens en meisjes, terwijl zij door deze rij passeren. Moge elk van hen geloven, Here.

265 En we zullen dit lieflijke oude lied "De Grote Heelmeester" zingen en dat bent U, Heer. We gaan nu uit op grond van ZO SPREEKT DE HERE. Ons geloof zegt ons, klopt in onze eigen harten, dat deze tekenen hen zullen volgen die geloven. En wij zijn gelovigen. We staan gewapend, een machtig leger, en wij zullen Satan's uitdaging tegemoet treden. Wij treden hem tegemoet in de Naam van Jezus Christus.

266 In orde, broeder Price. En nu, iedereen met de hoofden gebogen, biddend en sommigen van u zingend "De Grote Heelmeester". En de gebedsrij zal zich bewegen. Broeder Price zal de zang leiden en de mensen de weg wijzen als zij aankomen. De Here zegene u nu.

267 [Broeder Branham en de predikers bidden voor de zieken terwijl broeder Price en de samenkomst "De Grote Heelmeester" zingen. Leeg gedeelte op de band]

268 Jezus zei eens: "Weet wat Ik u heb gedaan." Ziet u?

269 Hoevelen geloven nu, met handen die omhoog gingen, die rij die daar door komt, dat dit precies gedaan heeft wat Jezus zei dat het zou doen? Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen"] Zijn Woord kan niet falen. Omdat u dit gezegd hebt, omdat u getuigd hebt dat u het geloofde zal ik dit met heel mijn hart geloven en zeggen: "God Almachtig maakt u gezond", ziet u, omdat ik weet dat het de Schrift is. Het is de Waarheid. Ik geloof dat elke persoon, die door de rij komt volledig gezond gemaakt zal worden.

270 Nu, wat doet u ermee? U betwijfelt het niet. U houdt het recht voor u, uw Teken. Wat is uw Teken? De Heilige Geest in uw hart. U bent door die rij gegaan, het moet gebeuren. Er is geen manier om het... Ongeacht hoe vaak u er eerder door gegaan bent, dit is het. Dit is het uur. Dit is de tijd. het is voorbij. Het is vastgelegd. Vergeet gewoon dat u ooit ziek was of het ooit had, ooit aangevochten of iets anders. God zal voor u er zorg voor dragen. U gelooft het? [Samenkomst zegt: "Amen"] Amen. Ik geloof het met heel mijn hart.

271 Nu, laten we opstaan, ieder van ons, zo rechtop. En nu, zoals de broeder zei in zijn pamflet, dat ik vandaag las: uw hand omhoog steken is een universeel teken van overgave. Ik geef mij geheel over.

     Laten we het zingen.

Ik geef me over,
Ik geef me geheel over,
Alles aan U, mijn Christus, mijn Redder,
Ik geef me geheel over.

272 "Jezus, ik... Mijn wil, mijn twijfels, mijn geloof, mijn hart, mijn lichaam, mijn ziekte, mijn leven, ik geef alles over!"

     Ik wil Hem altijd liefhebben en geloven,

     Dagelijks in Zijn Tegenwoordigheid...

273 Nu, meen het nu met geheel uw hart terwijl u uw handen omhoog steekt. "Ik geef mijn geloof over, Heer. Ik geef alles van mij over. Ik ben genezen."

'k Geef mijzelf aan U,
Neem mij Redder nu,
'k Geef geheel m'aan U thans over,
Neem mij Redder nu.

274 Is Hij niet wonderbaar? [De samenkomst zegt: "Amen"] Nu, bedenk, wij menen dit, alles is overgegeven. "Ik ben niet meer mijn eigen gedachte, ik denk zelfs niet zoals ik gedacht zou hebben, Heer. Ik zal gewoon denken zoals U denkt. En, U beloofde dat ik genezen werd; ik denk dat. Ik geef mijn denken over. Ik wil niet meer over mijn ziekte denken. Ik wil niet denken over de kwaal die ik had. Ik denk over niets behalve aan wat U zei."

275 Nu, recht voor u staat een persoon, net zoals u was enkele minuten geleden; u was hier ziek, maar er is een gezonde persoon die daar staat. Jezus Christus roept tot die gezonde persoon recht erachter. Nu, u wandelt gewoon, door geloof, terwijl u uw ogen sluit, recht in dat gezonde lichaam, ziet u; blijf dan gewoon voortwandelen, blijf gewoon voortgaan. 'k Geef mijzelf aan U. "De Here zegene u." 'k Geef...

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)