Gemeente-orde
Door William Marrion Branham1 Broeders, we hebben deze samenkomst hier vanavond belegd met als doel te weten te komen hoe te werk te gaan in de gemeente van de levende God, omdat wij geloven een deel van deze gemeente te zijn.
2 In de eerste plaats wil ik zeggen dat ik gedurende mijn reizen rondom de wereld heb ontdekt, dat – voor zover ik weet – dit een van de meest geestelijke plaatsen is, waar je de Geest van God meer kunt voelen dan op enige andere plaats die ik ken. Ik had twee andere plaatsen in gedachten waar het ook zo was, maar we vinden deze plaatsen blijkbaar niet meer: één ervan is overgegaan tot organisatie en de ander is enigszins teruggevallen.
3 Ik werd gisteren dus opgebeld en mij werd verteld dat u allen een samenkomst wenste waarin u mij deze vragen kon stellen die betrekking hebben op uw verplichtingen in deze gemeente, en ik... daar ben ik hier vanavond voor, om de gemeente op haar plaats te zetten of om aan u de dingen te geven waarvan ik denk dat ze van wezenlijk belang zijn om deze gemeente te laten voortgaan.
4 Broeders, ik ben er zeker van dat u dit beseft wat betreft deze opmerking die ik maakte over het feit dat dit een geestelijke plaats is. Het is niet de grootste plaats ter wereld en het is niet zo, dat hier het meest wordt gezongen, het meest wordt geschreeuwd, het meest wordt geroepen of het meest in tongen wordt gesproken en dergelijke. Dat is het niet, maar het is de kwaliteit van de Geest die hier in deze tabernakel werkzaam is. En op deze plaats wil ik broeder Neville en u broeders hier – beheerders en diakenen en hoofd van de zondagsschool en iedereen – aanbevelen en bedanken voor wat u hebt gedaan in het helpen om dit zo te houden. Sinds mijn jeugd is het steeds mijn gebed en verlangen geweest om de gemeente op orde gezet te zien en op orde gehouden.
5 Welnu, toen we de gemeente opdroegen vertelde ik u: "Over enige tijd wil ik iets met u bespreken", hoe deze zaak op orde moest worden gezet, de manier waarop het geleid zou moeten worden. En nadat ik was vertrokken begon u... we hadden predikers, enzovoort. Maar toen kwam broeder Neville bij ons, was pas bij ons, en ik dacht dat het beter zou zijn voor broeder Neville dat hij dieper in het geloof zou zijn gegrondvest voordat ik hem zulke dingen zou voorhouden, wat ik nu ga doen. Maar nu, nadat ik heb gemerkt dat hij goed gegrond raakt in het geloof en begrijpt wat de leer is en getoond heeft een getrouwvol getuige van Christus te zijn en vasthoudt aan datgene waarvan wij geloven dat het de waarheid is, nu geloof ik dat het uur is aangebroken, en dat het een goede tijd is om hem te benaderen in de... temidden van u, oudsten en dergelijke hier van de gemeente. Opdat u deze orders zoudt willen aannemen en ze in acht neemt; ze zijn naar mijn beste weten voor God. Dan verwacht ik van u dat u deze dingen ten uitvoer brengt op de manier waarop ik ze zeg, want er moet hier toch iemand het hoofd zijn. U moet...
6 Nu probeer ik mijzelf geen autoriteit of iets dergelijks aan te meten, maar, ziet u, een man of iets met twee hoofden er op, weet niet welke kant uit te gaan. God heeft nimmer twee hoofden aan Zijn gemeente toebedeeld, dat doet Hij nimmer, het is één hoofd. Zoals we door de Schrift hebben bestudeerd, heeft Hij met iedere generatie op die manier gehandeld; er is altijd één individu waarmee Hij handelt. Want als je twee mannen hebt, heb je twee meningen. Het moet tot één uiteindelijk absoluut komen en mijn absoluut is het Woord, de Bijbel. En als een voorganger hier van de gemeente, ligt mijn absoluut in het Woord en ik wil... Ik weet dat u broeders bent, u kijkt als het ware naar mij als uw absoluut wat betreft... zolang ik God volg zoals Paulus zei in de Schrift: "Volg mij na, zoals ik Christus navolg."
7 En dan zou ik van u, broeders, willen verwachten dat u, als u mij te eniger tijd van deze Schrift ziet afwijken, persoonlijk naar mij toekomt en mij vertelt waar ik verkeerd ben. Het maakt me niet uit of u een van de beheerders of dat u de portier bent, wie u ook bent, u bent aan mij verplicht (als een broeder in Christus) mij te vertellen waar ik schriftuurlijk fout ben. En wanneer er een vraag is, laten we dan gaan zitten en het samen oplossen.
8 Daarom bent u – veronderstel ik – vanavond naar mij toegekomen, hebt me hierheen gehaald, omdat er hier vragen zijn die uw gedachten schijnen bezig te houden over zaken die ik hier heb. Nu, onthoudt broeders, ik weet niet... onder geen enkele van deze briefjes staat een naam en ze zijn geschreven en ik kan niet... weet niet wie ze heeft geschreven, maar ze zijn vragen in uw gedachten en ik ben hier om ze naar mijn beste weten te beantwoorden.
9 En bedenk dat God naar mij kijkt om te zien of ik in het Woord blijf. En ik kijk naar u om te zien of u het Woord in deze gemeente ten uitvoer brengt, ziet u, zie. En houd het geestelijk, want onthoud, al de krachten van het duistere koninkrijk van Satan zullen op u worden losgelaten zodra u begint te groeien in de Heer. En u moet soldaten zijn, geen onervaren rekruten. U bent nu beproefde soldaten en ten strijde geoefend. En Satan zal onder u komen en u met elkaar laten redetwisten als hij kan. Wijs hem ogenblikkelijk af; u bent broeders en het is de vijand. Wij zijn hier om een standaard omhoog te houden in deze avondlichttijd, terwijl de wereld verduisterd wordt en het hele kerkelijke koninkrijk opgaat in de Raad der Kerken. En vrij spoedig zullen ze proberen hier een bord te timmeren op deze deur: "Gesloten!" Dan zullen we elders moeten samenkomen omdat ze beslist een dezer dagen deze gemeenten zullen sluiten, als wij het merkteken van het beest niet aannemen. En het hangt er voor ons vanaf of we trouw blijven aan God totdat de dood ons vrij zet, en dat zijn we van plan te doen.
10 En nu direct naar de... Ik zou willen vragen dat wanneer ooit een van deze dingen betwijfeld wordt, dat deze band dan voor de leden van deze gemeente tijdens uw samenkomsten of daaraan voorafgaande, vlak voordat de dienst begint, wordt afgespeeld. Zet deze band op en speel hem af! En moge de samenkomst hier begrijpen dat deze mannen aan God verplicht zijn – naar hun eed in deze gemeente – deze principes te helpen handhaven. U mag met hen van mening verschillen maar als u het laat gaan, dan zal ik met u van mening verschillen. We moeten ergens een bron hebben die ons ultimatum is. En het beste waar ik van af weet – ik geef het onder de leiding van de Heilige Geest – is, laat Hèm mijn ultimatum zijn. En laat deze band úw ultimatum zijn betreffende deze vragen.
Nu, de eerste is:
220 Hoe moet de gemeente handelen wanneer er wordt gevraagd om financiële hulp voor voedsel en kleding? Hoe te handelen, wat zou de gemeente moeten doen?
11 We beseffen dat de gemeente verantwoordelijk is voor hen die bij haar horen, voor onze leden hier van de gemeente; wij zijn volkomen verantwoordelijk voor het lenigen van hun noden. Wij zijn verantwoordelijk voor de onzen, ofwel voor hen die vaste, trouwe leden van de tabernakel zijn die hier komen om met ons te aanbidden. Wij zijn het aan hen verplicht als onze broeders en zusters die hebben bewezen onze leden te zijn van deze vergadering.
12 Wij zijn ons ervan bewust dat er vanavond miljoenen zijn zonder voedsel, zonder kleding, en we zouden het fijn vinden om in staat te zijn die hele groep te helpen, om alles te doen wat mogelijk is, maar financieel kunnen wij dat niet, we kunnen niet de hele wereld ondersteunen. Maar ten opzichte van de onzen hebben wij die verplichting wel. En ik vind dat daarbij – als we iets over hebben dat u aan de mensen wilt geven die geen leden zijn van de gemeente hier, iets dat u hun zoudt willen geven – dat het besproken dient te worden door het bestuur van de diakenen.
13 De diakenen zijn belast met deze oppositie, of dit probleem liever gezegd, want in de Bijbel staat in het boek Handelingen, toen er een probleem oprees over voedsel en kleding, enzovoort, dat zij de apostelen hier over aanspraken en zij zeiden: "Ziet uit voor uzelf naar zeven mannen van onbesproken gedrag en vol van de Heilige Geest, opdat zij zich met deze zaken zullen bezighouden, omdat wij ons voortdurend willen toewijden aan het Woord van God en aan gebed."
14 Het is niet de plicht van de herder zorg te dragen voor het voedsel, enzovoort. Dat wordt van de diakenen verwacht. Het is niet voor de beheerders, maar het is de taak van de diakenen om dit te doen. En dan zou dit... Onthoud dat in de Bijbel de Grieken en de Joden voor hun eigen groep betaalden toen het geschil rees dat de één een beetje meer kreeg dan de ander; maar het waren mensen die al hun goederen hadden verkocht en het ter ondersteuning aan de gemeente hadden gegeven om het gelijkelijk onder hen te verdelen. Toen rees daar een klein geschil en zo kwamen we aan onze eerste diakenen. En dat is een van hun taken, om dat te doen.
15 Ik vind dat wij voor hen die van ons zijn, onze eigen mensen, moeten zorg dragen. Iedere klacht zou moeten worden voorgedragen aan de voorzitter van het diakenbestuur en dan moet het aan het bestuur van diakenen worden voorgelegd om te zien waartoe zij in staat zijn om te helpen. En al deze zaken die betrekking hebben op kleding en voedsel en financiële hulp of wat dies meer zij, zouden naar de diakenen moeten gaan. Als dan de diakenen besluiten dat zij... wat zij er aan willen gaan doen, dan zou het aan de penningmeester moeten worden voorgelegd om te zien of de penningmeester op dat moment in staat is dit bepaalde bedrag aan geld te betalen – of deze kleding te kopen of wat het ook is. Maar het bestuur van diakenen moet zich daar over buigen en het gaat niet naar de beheerders of naar de herder. Het is geheel een zaak voor de diakenen.
Dan nu vraag twee:
221 Is het voldoende om openlijk vanaf de preekstoel te zeggen dat tongen en uitleggingen behoorden gedaan te worden in een samenkomst voorafgaande aan de dienst? Dat is de tweede vraag op dit strookje papier dat ik hier heb, hetgeen een kaartje is.
16 Welnu, dit zou betrekking hebben op de voorganger hier, ziet u. Want hij gaat tenslotte over het geestelijke deel, hij is daarvan het hoofd. Diakenen zijn de politieagenten van de gemeente om orde te houden en voor deze dingen te zorgen en de armen te voeden, enzovoort. De beheerders gaan over de financiën en het gebouw, en dat is waar zij voor moeten zorg dragen. Maar de herder draagt de verantwoordelijkheid voor het geestelijke deel en dit betreft dan u, broeder Neville.
17 Nu, enige tijd geleden werd de orde in de gemeente ingesteld. Ik geloof in spreken in tongen en uitlegging en al de fijne geestelijke gaven die door God werden verordineerd in de gemeente te zijn. Maar wij leven in een dag zoals het in de Bijbelse tijd was, waar de gemeenten... Let nu op Paulus die de gemeente te Efeze stichtte, de gemeente van Efeze, hetwelk een gemeente was die goed gegrondvest was. Hebt u dat opgemerkt? Wij geloven dat Paulus, en dat zei hij ook zelf, in vele tongen sprak, en wij weten dat hij gaven van tongen had. Niet die hij had geleerd maar die geestelijk aan hem waren gegeven, zoals hij daarover in Korinthe spreekt. Om tijd te sparen zou ik niet slechts... Het in de Bijbel op te slaan en aan u voor te lezen zou maken dat u hier vanavond te lang moet blijven en ik heb zelf ook niet veel tijd. Maar nu, om het u duidelijk te laten zien.
18 Welnu, Paulus hoefde geen enkele keer tot de gemeente van Efeze, of de gemeente in Rome of enige andere van deze kerken, te spreken over hun geestelijke gaven, over hoe ze op orde moesten worden gezet. Maar tot de Korinthiërs moest hij er voortdurend over spreken, omdat ze er steeds een geschilpunt van maakten. En Paulus zei, dat als hij tot hen zou komen, zij moesten uitzoeken of iemand een tong had en een ander een Psalm en hij dankte de Heer voor al hun fijne gaven en dergelijke. En als u opmerkt in de eerste hoofdstukken van de Korinthiërs, dan ziet u dat Paulus hun op hun positie in Christus wijst, hoe ze positioneel in Christus stonden.
19 Daarna, toen hij hun dat had verteld als een vader, begon hij vervolgens de zweep over hen te leggen en zei: "Ik hoor dat er geschillen onder u zijn en ik hoor dat u dronken wordt aan de tafel des Heren." Hij ontchristende hen niet, en doet u dat niet, broeders, ze ontchristenen, maar het is de wijze waar op zij zich in het huis van God gedroegen. Daarover gaat het hier.
20 Nu zou ik dit willen zeggen zoals Paulus van ouds zei: "Als u tezamen komt en iemand spreekt, laat iemand anders het dan uitleggen. En als er geen uitlegger is, houd u dan stil. Maar als er een uitlegger is..."
21 Ik heb op de gemeente hier gelet en ik heb gezien dat u bent gegroeid en ik heb vele geestelijke gaven onder u zien werken. Eerlijk gezegd, over één moest ik met een woord van de Heer naar broeder Neville toekomen om hem te corrigeren over iets wat hij deed.
22 En als ik... als de Here heeft... Als de Heilige Geest mij opziener over de kudde heeft gemaakt, dan is het mijn plicht u de waarheid te vertellen. En ik ben broeder Neville heel dankbaar dat hij aan de waarheid gehoor heeft gegeven. Ik kan slechts vertellen wat Hij tegen mij zegt.
23 En wat dit betreft heb ik opgemerkt dat uw gemeente groeiende is en ik bemerkte dat. Het is hier in de gemeente zoals we dat vroeger hadden en op die manier willen we het opnieuw.
24 Welnu, als je niet oppast, als baby's... Het eerste wat een baby doet is proberen te praten terwijl hij niet kan praten. Zie? Hij maakt een heleboel gemurmel en geluid, enzovoort, maar hij denkt dat hij... hij kan er de prediker op dat moment mee overstemmen. Wel, we ontdekken dat niet alleen in het natuurlijke leven, maar we vinden dat ook in het geestelijk leven. Het is een kleintje. En als je die baby probeert te corrigeren en je slaat hem een beetje omdat hij geluidjes maakt en probeert te praten, dan ruïneer je het kind, ziet u, en je zult hem beschadigen. Het is het beste die baby een poosje te laten groeien totdat hij zijn woorden echt goed kan uitspreken en dan vertel je hem wanneer. "Niet wanneer papa zit te praten of als mama praat." Maar als het voor hem de bestemde tijd is, dan kan hij zijn zegje doen. Begrijpt u mij? Laat hem praten als zijn tijd is gekomen om te praten.
25 Als ik ooit iets heb gehad – daarbuiten in de dienst – dat een doorn in mijn vlees is geweest, dan is het wel dat iemand opstaat als ik aan het spreken ben en dan een boodschap in tongen geeft en de Geest afbreekt. Ik kom zojuist van een samenkomst in New York en verschillende plaatsen waar predikers dat keer op keer laten gaan en het is niets anders dan verwarring. Kijk, als God in een bepaalde gedachtegang handelt, dan zou Hij... het zou... dan zou Hij Zijn eigen doel teniet doen als Hij probeert een gedachtegang tot u te brengen, tot het gehoor, om een altaaroproep te maken en er dan iets tussen te gooien.
26 Bijvoorbeeld zoals dit. We zitten aan tafel te praten en we spreken over de Heer. En junior rent heel snel naar binnen naar de tafel, en neemt al de aandacht weg van wat we aan het doen zijn en hij roept en schreeuwt het uit: "Pap! Mam! O! O! Ik heb net een home-run [doelpunt] gemaakt voor het team! En we hebben dit, dat en al het andere gedaan!" Terwijl we juist bezig zijn met een echt eerbiedig onderwerp. Nu is het in orde dat hij een home-run heeft gemaakt bij de slagbalwedstrijd, dat is in orde. Maar hij is uit de orde als hij de boodschap waarover we spreken onderbreekt. Laat hem wachten totdat zijn tijd komt om ons dàn te vertellen wat hij bij de slagbalwedstrijd heeft gedaan.
27 Dat is precies dezelfde zaak die wij vandaag met gaven ontdekken. Dat is de reden waarom God de mensen niet zoveel geestelijke gaven kan toevertrouwen, ze weten niet hoe ze die moeten beheersen. Dat is er vandaag aan de hand, de reden waarom we er niet meer van hebben dan die er zijn.
28 Dan ontdekken we dat er talrijke nabootsingen van geestelijke gaven zijn. Maar ik geloof niet dat dat hier in onze gemeente zo is. Ik ben daar dankbaar voor. Ik geloof in het geheel niet dat het een nabootsing is. Ik geloof dat wij oorspronkelijke gaven hebben, maar we moeten weten hoe we deze gaven moeten beheersen.
29 Dan, als u daarmee goed bezig bent... Precies zoals u voor een baas zou werken en u begon voor het eerst met uw baan en u bent bereid orders in ontvangst te nemen, dan krijgt de baas vertrouwen in u en hij zal u steeds weer bevorderen tot een hogere functie.
30 Nu geloof ik dat de tijd is aangebroken voor de Branham Tabernakel om te weten dat... de gaven te nemen die God ons heeft gegeven, zodat God ons kan vertrouwen met iets wat zelfs nog groter is dan wat we hebben gekregen. Maar we kunnen niet doorgaan met... als je een man ziet die steeds weer van alles moet worden uitgelegd. En onthoud: "De geest van de profeten is onderworpen aan de profeet", zegt de Schrift. Wanneer u een man ziet die u moet corrigeren, of een vrouw, en die persoon gaat uit de orde en u vertelt hem dan de schriftuurlijke waarheid, dan blijkt dat die geest die op hem is niet uit God is. Want de Bijbel zei: "De geest der profeten", of 'profeteren', dat is getuigen, prediken, spreken in tongen of wat het mag zijn, want als tongen worden uitgelegd is het profetie. Het is dus onderworpen aan de profeet en het Woord is de profeet. We zien dus dat het voor een man of een vrouw uit de orde is om op te springen en een boodschap te geven – het doet er niet toe hoe zeer zij dat willen – terwijl de prediker in de preekstoel staat.
31 Nu stel ik dit voor aan de Branham Tabernakel, vanwege onze gaven die we vinden... En we hebben hier enige zeer fijne begiftigde mensen. Nu is elk van deze gaven een bediening op zichzelf. Het zijn gaven zoals prediken een gave is, zoals genezing een gave is, zoals andere dingen gaven zijn; dit zijn gaven, ze zijn bedieningen op zichzelf. En iedere man werd bevolen op zijn eigen bediening te wachten.
32 Laat de Branham Tabernakel daarom als volgt handelen in deze dag en speciaal in déze dag waarin wij zoveel (ik wil dit niet zeggen, maar zoveel) schijngeloof hebben gekregen. Wij willen geen schijngeloof. Geen mens, geen oprecht mens wil schijngeloof hebben. Wij... Als we het echte niet kunnen hebben, laten we dan helemaal niets hebben, laten we wachten totdat we het echte krijgen. Ik geloof dat u, mannen, daarmee kunt instemmen. Wij willen totaal geen schijngeloof. Broeders, we kunnen deze wereld niet verlaten door iets te bouwen op schijngeloof. We moeten bezitten wat echt is en wat oorspronkelijk is. Als wij dat niet hebben gekregen, laten we dan wachten tot we het wel krijgen en er dan pas iets over zeggen. Zie?
33 Nu zou ik dit willen zeggen. Laat al deze mannen en vrouwen die in tongen spreken en profeteren en boodschappen geven... En ik geloof samen met u, mannen, dat zij oorspronkelijk zijn. Nu heeft de Bijbel gezegd: "Beproef alle dingen en houd vast aan dat wat goed is." "Want met stamelende lippen en vreemde tongen zal Ik tot dit volk spreken; dit is de rust waarvan Ik sprak dat zij daar in zouden gaan", en verder in het boek van Jesaja.
34 Nu zou ik dit willen voorstellen, dat in het heiligdom slechts door één gave tegelijkertijd wordt bediend, want dat brengt ons regelrecht terug in lijn met wat ik probeerde te zeggen: als er iemand spreekt laat dan de geest van de profeten onderworpen zijn aan de profeet. Begrijpt u het? Laten degenen die een bediening hebben voor het lichaam van Christus... Terwijl het nu is gezegd, laten we het dan nu doen. Laten degenen die een bediening hebben voor het lichaam van Christus op hun bediening wachten, want het is een bediening van Christus voor de gemeente. Maar u kunt niet allemaal tegelijkertijd bedienen, er moet er één tegelijk zijn.
35 De Branham Tabernakel zal als volgt zijn: laten degenen die met tongen spreken en degenen die tongen uitleggen, en degenen die een profetie hebben die aan de gemeente is gericht, laten dezen vroeg bij elkaar komen voordat de dienst begint; laten ze bij elkaar komen in een daarvoor aangewezen ruimte en op de bediening van de Heer wachten.
36 Zoals de voorganger zelf moet doen voordat hij voor het gehoor verschijnt, hij moet de Bijbel nemen, in de stilte van zijn kamer studeren – in de Geest – en gezalfd zijn om voor het gehoor te verschijnen om te spreken. Als hij dat niet doet, zal hij in verwarring raken als hij daar aankomt. (Laat iedere man en iedere vrouw met een geestelijke gave voor de Here komen.) En omdat de voorganger een op zichzelf staande bediening heeft is hij een profeet; het Engelse woord "een prediker" betekent een profeet, dat is een verkondiger van het Woord.
37 Laten degenen die bedieningen hebben die in combinatie moeten zijn met iemand anders, zoals iemand die met tongen spreekt en een ander die uitlegt, laten die samen wachten op hun bediening. Ze kunnen niet in een aparte studeerkamer verblijven en in tongen spreken en het dan de ander komen vertellen wat hij zei, want dan behoorde hij zowel tongen als uitleg te hebben. Begrijpt u? Welnu, als hij dat heeft is dat heel goed, we willen het op die manier aannemen. En we willen dat de gemeente voordeel heeft van deze gaven die in onze gemeente zijn. God zendt ze tot ons en het is... we willen dat onze gemeente van deze geestelijke gaven profiteert. Laat dus de man die met tongen spreekt en degene die uitlegt en degene die profeteert, laat hen bij elkaar komen voordat de gemeente zelfs begonnen is. Laat hen bij elkaar in een kamer komen en op de bediening van de Here wachten terwille van de gemeente. Is dat begrepen?
38 Als dan bijvoorbeeld broeder Neville... Laat me nu... Pardon, laat me dit zeggen. Als broeder Collins met tongen spreekt en broeder Hickerson geeft de uitleg, dan hebben ze samen een bediening voor de gemeente. Dat is dus niet de bediening van broeder Neville, dat is uw bediening voor de gemeente. Ik geef dit als voorbeeld. Dan zou u, broeders, precies zo geïnteresseerd moeten zijn om uw bediening op orde te krijgen in het huis van God als de voorganger dat is voor de zijne, want het is van wezenlijk belang dat u dat doet. Maar u kunt het niet privé doen in uw eigen kamer; als u spreekt en u uitlegt, moet u bij elkaar komen. Welnu, kom in deze kerk bij elkaar, in een aparte kamer voor u, want u hebt een persoonlijke bediening. Het is geen openbare bediening, het is er één om de gemeente te helpen. Zie? Het is iets om de gemeente te helpen, maar het is niet bedoeld om het voor het gehele gehoor te doen; slechts op de manier zoals ik u ga vertellen moet het worden gedaan. Begrijpt u? Als dan broeder Collins spreekt en broeder Hickerson de uitleg geeft – een voorbeeld – laat dan een andere broeder dit opschrijven, wat het is. Als het dan gebeurt dat...
39 Nu weten we allemaal dat de Here komende is, daar zijn we ons van bewust. En als broeder Neville iedere avond zou opstaan en zeggen: "Ziet, de Here is komende! Ziet, de Here is komende!", zou dat in orde zijn, ziet u. Maar hij (de voorganger) zegt dat op het podium, omdat hij daar het Woord voor heeft. En omdat hij een voorganger, profeet voor de gemeente is... of voorganger liever gezegd, moet hij het Woord des Heren bestuderen en u vertellen wat er in het Woord des Heren staat geschreven aangaande de komst des Heren en dan wordt u daarvoor gewaarschuwd. Hier los van staat een bediening voor de gemeente, die hij niet hoeft te hebben, van tongen, uitleg van tongen – hetgeen profetie is – of een profeet die spreekt en dat is iets wat niet in het Woord geschreven staat. Hij moet brengen wat in het Woord geschreven staat, maar wat niet in het Woord geschreven staat, moet u hem vertellen. Bijvoorbeeld dit: "Vertel broeder Wheeler dit: 'ZO SPREEKT DE HERE, om morgen niet zijn zandput in te gaan omdat er een vrachtwagen zal omslaan'", of iets dergelijks wat moet worden gedaan. En u hebt dat gesproken en hij heeft dat uitgelegd en u legt dat dan op de kansel neer nadat uw bediening is geëindigd. De volgende avond, nadat de gemeente is begonnen met liederen te zingen, enzovoort... Als uw bediening is geëindigd, laat er dan naar voren worden gebracht welke profetie er werd gegeven.
40 Ik geloof niet dat we hebben... Als u het wel hebt, laat het erbij komen. Als deze mensen samen komen, laat dan degenen die wijsheid hebben eerst komen. Want, ziet u, als iemand in tongen spreekt en overeenkomstig de Schrift uitleg geeft, dan kan dat niet worden aanvaard tenzij het door twee of drie mensen wordt beoordeeld; twee of drie getuigen (zie?) moeten dat bevestigen, dat zij geloven dat dat het Woord van de Here is. Omdat... Want soms krijg je in deze lagere bedieningen – zoals trouwens in ieder andere bediening – geesten die verkeerd zijn; kijk, ze zullen daar naar binnen vliegen. En dat willen wij niet. Nee. We willen graag dat deze bedieningen onderzocht kunnen worden als dat nodig is, want alles wat van God is kan... u maakt zich niet bezorgd om onderzocht te worden, het zal de toets doorstaan als het van God komt.
41 Hetzelfde met de voorganger. Als iemand hem uitdaagt over het Woord hoeft hij niet terug te krabbelen, hij weet precies waarover hij spreekt: "Laat maar eens horen." Ziet u? En op dezelfde manier moet het met deze andere bedieningen zijn.
42 Welnu, als iemand in tongen spreekt en een boodschap geeft... Nu zei de Bijbel dat sommige mensen in tongen spreken waarbij zij slechts "zichzelf stichten", ze hebben gewoon een goede tijd. Ze voelen dat ze in tongen willen spreken. En ze spreken ook in tongen, ze spreken werkelijk met tongen en het is de Geest die dat doet. Maar als ze daar in het gehoor zitten en in tongen spreken om zichzelf te stichten, dan is het van geen enkel nut voor de gemeente; de man of vrouw of wie het ook doet sticht zichzelf. Begrijpt u?
43 Het spreken in tongen is een gave van God ter opbouw, zoals Paulus in de Schrift zegt, om de gemeente op te bouwen. Het moest dus een bepaalde directe boodschap van God aan de gemeente zijn, buiten hetgeen hier in de Bijbel geschreven staat. Zie? Het is iets wat...
44 U zou me kunnen vragen: "Broeder Branham, hoe moet ik worden gedoopt?" Dat kan ik u meteen vertellen. U hoeft niet in tongen te spreken om me dat te vertellen, het staat precies hier in de Bijbel hoe je dat moet doen. Zie? Ik hoef niet... u hoeft daarover geen vragen te stellen zodat iemand in tongen moet spreken om het u te vertellen. Kijk, dat werd reeds beschreven.
45 Maar als u zegt: "Broeder Branham, wat moet ik doen, ik moet hier een beslissing nemen of ik deze gemeente moet nemen of naar een andere kerk moet gaan", of iets dergelijks. "Of moet ik dit doen of dat?" Nu, dat moet van God komen. Kijk, God moet ons dat vertellen. Maar dat zou door een andere bediening moeten komen, want het Woord zegt niet: "Laat Orman Neville de Branham Tabernakel verlaten en naar de Fort Wayne Gospel Tabernakel gaan." Kijk, daar spreekt het Woord hier niet over, zie, dus daar zijn deze gaven voor.
46 Zoals een persoon die hierheen komt en zegt: "Gelooft u in Goddelijke genezing?" Wij prediken dat, wij geloven het, wij geloven in het zalven met olie.
47 Maar hier komt iemand die zegt dat "hij niet kan doorbreken, wat is er aan de hand?" Dan is daar God voor nodig, door tongen, uitleg, door profetie of een bepaalde manier om door te dringen in het leven van die man om die zaak die hij heeft gedaan er uit te trekken en hem daar over te vertellen. Dat is geen bediening die aan de voorganger toebehoort, het behoort toe aan deze bedienende gaven, maar ze behoren niet in het gehoor te worden uitgevoerd. Begrijpt u?
48 Nu hoefde Paulus niet één keer iets over deze zaak aan de gemeente te Efeze te vertellen, zij waren op orde; aan de gemeente te Rome, of enig andere van deze gemeenten. Slechts de gemeente te Korinthe, en zij konden zichzelf maar niet... Nu, Paulus geloofde in spreken in tongen. Hij had spreken in tongen in de Efeze-gemeente, evenals hij dat had in de gemeente te Korinthe, maar hij kon tot de Efeziërs over grotere dingen spreken dan alleen over in tongen spreken en uitleg van tongen.
49 Als dan iemand een boodschap opschrijft die in tongen is gegeven of in profetie is gegeven en het op de kansel neerlegt, dan moet het door de voorganger worden voorgelezen, voordat de dienst begint, het 'ZO SPREEKT DE HERE' van deze mensen die spraken en het uitlegden. En wanneer dit exact komt te geschieden, op de wijze zoals de uitleg sprak, dan behoorden wij onze handen op te heffen en God te danken voor Zijn Geest die onder ons is. Als het niet komt te geschieden, doe het dan nooit meer totdat die boze geest uit u weg is. God liegt niet, Hij is altijd waarachtig.
50 Dus, u bent nu oud genoeg om te handelen als mannen, geen kinderen meer ('ta, ta, ta'); zoiets behoort bij u een betekenis te hebben.
51 Laat de gemeente dus nu, zoals het op orde komt, zich naar deze regel richten. Als iemand profeteert... Als iemand die niet onderricht is bij u op bezoek komt en u spreekt in tongen, dan zult u een Barbaar voor hem zijn, hij weet niet waarover u het hebt. Zie? En in werkelijkheid veroorzaakt het een struikelblok in deze dag waarin zoveel verwarring heerst over deze zaak. Maar laat de één in tongen spreken en de ander het uitleggen en geef de boodschap en laat die precies hier vanaf het podium voorlezen, wat er zal gaan gebeuren; laat het dan gebeuren, u ziet wat er gebeurt. Vertel hun: "Morgen zal er op een bepaalde tijd, of volgende week op een bepaalde tijd zal er een bepaald iets gaan gebeuren", en laat dan de ongelovige daar eens naar zitten luisteren en zien dat het van te voren werd verteld, voordat het gebeurde. Dan zullen ze weten welk soort geest er onder u is, het zal Gods Geest zijn. Dat is wat Paulus zei: "Als dan iemand kan profeteren en de geheime dingen openbaart, zal dan niet de hele vergadering neervallen, of de ongelovige, en zeggen: 'God is in uw midden'?" Ziet u? Want het kan niet dat...
52 Maar wij willen niet dat... "Toen ik een kind was," zei Paulus, "handelde ik als een kind," vertelde hij de Korinthiërs daar, "sprak ik als een kind." Hij had een kinderlijke geest. "Maar toen ik volwassen werd, legde ik de kinderlijke dingen af."
53 Nu vertel ik u allen dit, ziet u. Een paar jaar geleden was u nog kinderen met deze gaven, speelde er wat mee in het rond. Maar u bent nu door een lange leerschool gegaan, het is tijd om mannen te zijn, gebruik ze niet om er maar wat mee te spelen. Deze gaven zijn heilig; ze zijn van God, en speelt u er niet mee. Laten wij ze door God laten gebruiken. Dat is de bedoeling van uw bediening en op die manier wordt de Branham Tabernakel bruikbaar. En wanneer hier te eniger tijd vragen over zijn, laat dan deze band als getuige dienen voor de wijze waarop het in de Branham Tabernakel moet worden gedaan.
54 Mocht er een vreemde binnenkomen. Want u hebt ze voortdurend, omdat dit een interdenominationele tabernakel is, er komen mensen binnen die deze juiste training niet hebben gekregen; ze hebben het niet, ze weten niet beter. Bij hun eigen voorganger zullen ze overeind springen en zijn boodschap onderbreken en de altaaroproep afbreken en in tongen spreken en dergelijke dingen meer. U bent beter getrainde mannen dan om dat te doen. Zie? Als hij dan na de dienst onordelijk wordt, dan is het de taak van de diaken om naar ze toe te gaan. Laat het niet aan de voorganger over om dat te doen, tenzij het tot een plaats komt dat er hier geen diaken is; maar van een diaken wordt verwacht dat hij daar op let. Zie?
55 Maar na de dienst... Als de persoon opstaat en een boodschap geeft en de voorganger wil even stoppen en dan doorgaan, dan is dat natuurlijk in orde, dat beslist de voorganger zelf. Maar laat dan de diaken, voordat die persoon het gebouw uitgaat, hem ogenblikkelijk terzijde nemen om er met hem over te praten. En als ze het betwijfelen, breng ze dan naar deze band en zeg: "Dit is wat de bisschop of de opziener van de gemeente... "Want bisschop betekent een opziener. Kijk, zo worden ze in de Bijbel genoemd, "bisschoppelijk", dat is dus de algemene opziener van de gemeente. Laat... "Dit zijn de orders en de manier waar op onze gemeente handelt. Welnu, we vinden het fijn dat u bent gekomen om uw boodschap te geven. Maar als u een boodschap van de Heer hebt gekregen, laat het dan worden gegeven en kom hier naar boven en leg het op de kansel neer en onze prediker zal het aan de samenkomst voorlezen; een boodschap aan deze samenkomst." Maar het moet niet alleen maar herhaling van de Schrift zijn en dergelijke dingen. Het moet een directe boodschap voor de mensen zijn, over iets wat op het punt staat te gebeuren of iets wat ze zouden moeten doen. Is dat begrepen? In orde.
222 Bestaat er een betere manier om de orde in de gemeente te bewaren dan het de mensen herhaaldelijk door de diakenen te laten voorhouden?
Nee, dat legde ik zojuist uit. Dat is vraag nummer drie.
56 Diakenen, het is uw plicht met vriendelijkheid en zachtmoedigheid de orde in de samenkomst te bewaren. Het wordt van u verwacht als iemand in de dienst uit de orde gaat, of hier dronken binnenkomt of er komt iemand binnen.
57 Zoals ze onlangs 's avonds die prediker van het podium af schoten. U hoorde daarover, die dronkaard die daar binnenkwam met een geladen dubbelloops geweer. Hij schreeuwde om zijn vrouw en wilde zijn vrouw hebben en liep op de voorganger af. En de voorganger wees waar zijn vrouw zat, maar hij was van plan haar in de kerk neer te schieten en de voorganger begon met hem te argumenteren. En in plaats van... De man met het geweer draaide zich om en schoot de voorganger uit de preekstoel, toen schoot hij zijn vrouw dood en toen zichzelf.
58 Nu, als daar een aantal diakenen was geweest toen die man die deur binnenkwam met dat geweer, dan hadden ze hun armen om hem heengeslagen en het geweer uit zijn handen gepakt. Ziet u? Kijk, dat zijn echte diakenen. Nu zijn deze dingen op zijn beloop gelaten en dan kun je van alles verwachten. Maar onthoud, de diakenen zijn Gods politiemannen in het huis van God, ongeacht hoe iemand anders daar over denkt. Soms heeft een politieagent geen zin om naar iemand toe te gaan om hem te arresteren, misschien is het één van zijn vrienden, maar hij heeft een eed afgelegd voor zijn beroep en hij moet het hoe dan ook doen. Dat is zijn plicht ten opzichte van zijn stad. Ziet u?
59 Dat is de plicht van een diaken ten opzichte van de gemeente. En wanneer iemand opspringt en hij begint de voorganger in de rede te vallen of iets dergelijks en de voorganger is met zijn boodschap bezig, dan behoren de diakenen naar deze mensen toe te lopen – twee of drie van hen – en te zeggen: "Zouden we met u kunnen spreken, broeder?" Ziet u? Breng hem uit de kerk vandaan naar het kantoor, hier binnen of een ander kantoor en spreek er met hem over en zeg: "U behoort niet te interrumperen." U weet dat er bij de wet hoe dan ook een hoge boete voor staat als men een dienst interrumpeert. Zie? Maar sommige mensen, zoals criminelen, enzovoort, komen onder u, weet u, of een religieuze fanaat die begint tekeer te gaan, dan moeten de diakenen... En als het er naar uitziet dat de diakenen niet in staat zijn de zaak onder controle te krijgen, dan kan een van de beheerders of iemand anders in de gemeente opstaan en zo iemand te hulp schieten. U weet dat.
60 Laat me de vraag nu nog een keer lezen:
Bestaat er een betere manier om de orde in de gemeente te bewaren dan het de mensen herhaaldelijk door de diakenen te laten voorhouden?
61 Als dat nodig is. Ik denk dat de voorganger om de zoveel tijd... Of speel deze band, laat dat gelden als bevestiging. Diakenen zijn de politieagenten en hun woord is wet en orde. Zie? En zij hebben de autoriteit van de gemeente gekregen en zelfs van de wetten van het land om er voor te zorgen dat het huis van God de juiste plaats is. En iedereen die zich op die manier tegen een diaken verzet, kan daarvoor twee tot tien jaar gevangenschap krijgen. Als u ze vertelt dat ze moeten weggaan en ze doen dat niet, of zoiets, iemand die zich onordelijk gedraagt, hij weet gewoon niet waar hij mee bezig is. Hij brengt zichzelf onder allerlei veroordelingen en boetes, enzovoort.
62 Als het dan tot een plaats komt dat iemand... bijvoorbeeld... Als iemand opspringt en onordelijk wordt... misschien in tongen spreekt of zoiets, maar daar zou ik niet op ingaan. Laat ze maar gaan, zie, want ze zijn vreemden. Als het onze eigen mensen zijn, laat dan... U diakenen, pak de volgende avond deze band en zeg: "Wij gaan nu voor we met de dienst beginnen de band afspelen over de gemeente-orde, ik wil dat iedereen dit begrijpt." En u voorgangers, en u allen, kunt op die manier samenwerken.
223 Nu, broeder Branham, hoe moet het met de zondagsschool? Broeder Branham, wat betreft de zondagsschool, (in orde) behoort deze vóór de preekdienst gehouden te worden?
63 Ja, we hebben het altijd op die manier gehad. Houd de zondagsschool vóór de preekdienst. Dat geeft de jongelui die de zondagsschool bezoeken een gelegenheid hun klassen te verlaten. En als ze willen... die kleintjes begrijpen het niet en als ze gedurende de hele preekdienst stil moeten zitten en daarna zondagsschool krijgen, zijn deze kleinen uitgeput. Laat de zondagsschool eerst beginnen, houd aan een bepaalde tijd vast, deze zondagsschool zal op een vast tijdstip beginnen. Het hoofd van de zondagsschool moet er op toezien dat deze zondagsschool op een bepaald, vastgesteld tijdstip begint. En ze gaan op een bepaalde tijd uit. Al de zondagsschoolklassen krijgen daar zoveel tijd voor en dan gaan ze uit.
224 Behoort de onderwijzer voor de klas met volwassenen iemand anders te zijn dan de voorganger?
64 Als men dat zo is overeen gekomen. Als de voorganger de zondagsschool wil onderrichten en dan de boodschap later wil brengen, dan is dat bijzonder fijn als hij die dubbele dienst wil doen. Maar als hij dat niet doet, zorg dan voor een zondagsschoolonderwijzer voor uw klas met volwassenen. En mocht de voorganger iemand anders in gedachten hebben en die persoon wil het doen, houd het dan op dertig minuten, of wat u wilt toestaan aan uw zondagsschool, dertig of vijfendertig, veertig minuten of wat dan ook.
65 Er zou een bel voor moeten komen. En wanneer er op die bel wordt gedrukt, betekent dat... of beter de kerkbel, als die buiten klinkt, is dat het teken voor het beëindigen van de zondagsschool. Wanneer die bel gaat, betekent dat dat alles moet worden beëindigd.
66 Dan zal er nog zoveel tijd zijn om een stuk of twee liederen te zingen, wat u ook wilt zingen. Niet te lang, u zult de mensen vermoeien als u ze te lang houdt, ziet u. Dan drukt u op de bel, zingt een lied en wat u nog meer wilt doen en daarna stuurt u uw klassen naar buiten. Dus zodra de tijd aanbreekt, laten we zeggen dat het tot tien uur duurt of half elf of kwart over tien, wat het ook is, druk dan op die bel en iedere onderwijzer laat zijn klas uitgaan, komt naar de zaal toe. Geef het verslag, het zondagsschoolverslag en laat iedereen vertrekken; en laat dan allen die willen blijven voor de preekdienst komen. Ziet u, dan is er orde.
Vragen? Hoeveel... [Iemand vraagt aan broeder Branham het volgende:] "Met andere woorden, dan hebben we een gesplitste klas?"
67 O ja, dat moet u hebben. Een driejarige kan niet begrijpen wat een veertienjarige zou begrijpen. Ik geloof dat ik die wat verderop krijg.
225 Hoeveel klassen zouden er moeten zijn?
68 Je zou je klassen in... Bijvoorbeeld de kleintjes die flanelplaten willen hebben, dat gaat te ver voor een veertien jaar oude jongen of meisje. Zie? Je zou iemand moeten hebben die een klas voor deze kleuters neemt, een oudere moeder of iemand die weet hoe je voor hen moet zorgen. Voor andere klassen zou je iemand moeten nemen die meer in staat is het Woord naar voren te brengen. Begrijpt u? Er behoorden klassen te zijn. Om maar iets te noemen, er zou een klas moeten zijn vanaf... Tenminste drie klassen.
69 Er zou een kleuterklas moeten zijn, die zouden vanaf vijf jaar moeten zijn. En al de anderen daar onder zouden bij hun moeder moeten blijven en als het nodig is gedurende de tijd van prediken, als ze maar blijven storen, kunnen ze naar de crèche worden meegenomen. Daar is daarginds de crèche voor.
70 Ik denk dat de klassen zouden moeten worden ingedeeld vanaf de kleuters van ongeveer vijf of zes jaar oud tot acht of negen, tien, zoiets dergelijks. Dan zou de tienerklas van tien jaar tot vijftien jaar oud zijn. En dan de volwassenenklas vanaf vijftien, want als ze oud genoeg zijn... tegenwoordig kunnen ze een baan krijgen en willen ze zowat stemmen op die leeftijd; dus zouden ze in staat moeten zijn het Woord te horen, om daar vandaan naar de grote zaal te komen om dat te krijgen.
226 Wie zouden de onderwijzers moeten zijn?
71 Hier komt het: dat is aan u om uw eigen onderwijzers te kiezen. Dat behoorde ú te doen, stel ze aan, krijg iemand. Spreek er met de gemeente over en vraag: "Wie is hier die zich door de Heer geleid voelt?" Krijg dan een bekwame onderwijzer. En laat het dan worden gedaan. Het moet echt zakelijk worden gedaan, broeders. Als de onderwijzer niet voldoet, verander dan van onderwijzer.
72 Zou die tijd komen dat ik voel – door God geleid – dat bijvoorbeeld Orman Neville hier niet meer als voorganger voldoet, dan zal ik dat aan de gemeente bekend maken. Als ik hier iets zie en ontdek dat u diakenen niet meer kunt voldoen als diakenen, dan zal ik dat aan de gemeente bekend maken: "Ik heb ontdekt dat hier een diaken is die iets doet wat hij niet behoort te doen en hij neemt zijn post van plicht niet in." Op die manier, enzovoort, of een beheerder of wat het is. Ik kan hem er niet in of uit stemmen, de gemeente moet dat doen, maar ik zal het zeker voor de gemeente brengen. Ziet u, want zo behoort het te gaan. Dat wordt van mij verwacht als opziener; er wordt van mij verwacht op te letten en te zien wat er gaande is. Wij gaan naar de hemel, niet ergens daarbuiten naar een wedstrijd of zoiets, waar ze een hoop plezier hebben en over elkaar heen rollen met baseball spelen. We hebben hier de meest genadevolle zaak die er op aarde is, het Woord van God, en het moet in Goddelijke orde worden uitgevoerd.
Wie zouden de onderwijzers moeten zijn?
73 Dat is uw taak om die uit te kiezen. Maar ik zou voor de kleintjes een oude vrouw nemen, iemand die dat kan doen. Maar voor de teenagers zou ik een onderwijzer nemen die strikt is en er niet slechts op uitgaat om worstjes te braden. Het kan in orde zijn als ze er op uit willen trekken om te barbecuen, maar breng de gehele zaak tot dat... Breng het tot het Woord, laat iemand het doen die in staat is het Woord voor te houden. Het zal zo moeten zijn; deze kerk staat niet voor... Barbecue is in orde en gaan picknicken, wat u wilt gaan doen voor de gezelligheid, dat is fijn, dat behoor je te doen om de kinderen leuk bezig te houden. Maar op deze plaats hier binnen, hier gaat het om het Woord van God. Barbecue is er voor als je bij elkaar komt of zoiets, maar niet in het huis van God. Ze weten dat; natuurlijk weten we dat wij hier niet geloven in deze onzin van feestjes en van alles in het gebouw, u weet wel beter dan dat.
227 Wie zou er over moeten gaan om de zondagsschool op orde te houden?
74 Het hoofd van de zondagsschool. Dat is zijn taak. Er wordt niet van hem verwacht dat hij iets te maken heeft met de diakenen, beheerders, voorgangers of iemand anders, hij heeft een aparte taak. Wie uw zondagsschoolonderwijzer eigenlijk is, weet ik niet. Maar van die zondagsschoolonderwijzer wordt verwacht er op toe te zien, dat iedere klas op haar plaats is en dat iedere onderwijzer aanwezig is, of voor een vervanger zorgt, als die onderwijzer er op die dag niet is.
75 Dan vlak voor de zondags... Terwijl de lessen bezig zijn, komt het hoofd van de zondagsschool langs en haalt de collecte op die ze daar hadden (de zondagsschoolcollecte) en het verslag over hoeveel er aanwezig waren, hoeveel Bijbels ze in die klas hadden, enzovoort, en hij maakt daar een verslag van. Hij kan dan vlak voor de preekdienst begint voor het gehoor gaan staan – als hij een teken krijgt om dat te doen – en kan het zondagsschoolverslag, nadat de zondagsschool uit is, voorlezen: hoeveel onderwijzers er waren, hoeveel aanwezigen er waren, hoeveel er totaal bij de zondagsschool aanwezig waren, het hele bedrag van de collecte, enzovoort, op die manier. Dat wordt niet verwacht van de diakenen, beheerders en voorgangers. Zij hebben daar niets mee te maken, dat is het werk van het hoofd van de zondagsschool.
76 Als hij dan ziet dat de zondagsschool bepaalde dingen nodig heeft, dan moet hij dat aan de raad van beheerders voorleggen en de beheerders bespreken dat vooraf. Als de beheerders dan vinden dat er voldoende middelen zijn, enzovoort, via de penningmeester, dan kan het worden aangeschaft; als hij iets wil voor literatuur of wat het is, of enkele Bijbels of zoiets, bijvoorbeeld, ze willen een Bijbel kopen voor degene die de meeste woorden kan vinden en de meeste Bijbelteksten kan opnoemen. Een prijs of een geschenk dat ze willen weggeven en ze willen dat door de kerk laten betalen. Laat dat dan aan de diakenen worden voorgelegd en laat ze dan uitzoeken of het in kas is. Zie?
77 Ik geloof dat het afdoende is behandeld wat betreft deze vijf vragen over die zaak.
Nu, bij de volgende staat dit:
228 Broeder Branham, met het oog op de orde in de gemeente hebben wij geprobeerd te handelen overeenkomstig de manier zoals wij die begrepen hebben uit de orders die werden gegeven bij de inwijding van de nieuwe kerk. Daardoor zijn sommigen zo boos geworden dat zij de gemeente hebben verlaten. En anderen willen naar geen enkel ding luisteren dat wij zeggen, speciaal de kinderen. We hebben met de ouders over hun kinderen gesproken en ze willen niet op hen letten. Nu, hebben wij het verkeerd begrepen? Of gaan we er op de verkeerde manier mee om? Dank u.
Laat me dit stap voor stap beantwoorden.
Met het oog op de orde in de gemeente hebben wij geprobeerd te handelen overeenkomstig de manier zoals wij die begrepen hebben bij de inwijding van de nieuwe kerk.
78 Nu, dat is correct, u doet het goed. Ik veronderstel dat dit diakenen zijn; ik denk dat, omdat het hier precies gaat over het werk van een diaken. In orde.
Daardoor hadden we dikwijls... zijn mensen vaak boos op ons geworden.
79 Dat worden ze op mij ook! Dat worden ze op iedereen. Zie? Als iemand dat doet is er iets verkeerd met die persoon. Ze zijn niet in orde met God, want de Geest van Christus is onderworpen aan de onderwijzing van Christus, aan het huis van Christus, aan de orde van Christus. Ziet u? En iedere man of iedere vrouw, of elk persoon, kinderen die boos zouden worden op een godvruchtig diaken die hun vertelde te... of ouders die boos zouden worden op een diaken... Natuurlijk willen we iedereen in deze kerk die we kunnen krijgen, maar als dat alleen maar ergens anders moeite veroorzaakt, dan is daar een doorn of een "onrustzaaier", zoals we dat vroeger zeiden. Die persoon is niet juist.
80 Als ze weggaan is er slechts één ding om te doen: laat ze weggaan en bid voor hen. Zie? Misschien kan er iemand van de diakenen naar hun kerk gaan... of eens naar hun huis gaan om te ontdekken waarom ze vertrokken en aan ze vragen wat er verkeerd is gegaan. Als zij dan... Kijk of u ze terug kunt krijgen. Als u dat niet kunt, neem dan twee of drie getuigen met u mee om de zaak uit te praten. Als ze het dan niet eens kunnen worden, wordt het aan de gemeente verteld als ze hier lid van de gemeente zijn. Dan zijn ze...
81 Maar als ze geen lid van de gemeente zijn, omdat ze geen leden van deze samenkomst zijn, dan moeten ze leren zich ordelijk te gedragen. Kijk, zij moeten hier luisteren naar onze orders, omdat dit de orders van de gemeente zijn. Dit zijn dingen die we niet graag doen, dingen waar ik niet van houd, maar het zijn dingen die gedaan moeten worden. En ik maak duidelijk, hier op deze band, dat ìk het ben, ze kunnen mij horen spreken en herkennen dat ik het ben, niet u mannen. U hebt deze vragen aan mij gesteld en ik geef u dit naar het beste van mijn weten uit het Woord van God.
82 "Welnu, als deze mensen boos worden en uit je midden weggaan, wat zegt de Schrift daarover, broeder Branham?"
83 "Zij gingen van ons uit, omdat zij van ons niet waren." En dat maakt het vast. "Verlieten de gemeente", dat is wat ze deden. In orde.
Anderen willen naar geen enkel ding luisteren dat we zeggen, speciaal de kinderen.
84 Van kinderen mag worden verwacht dat ze weten wat discipline is, dat zouden ze thuis moeten leren. Maar zelfs als het de mijnen zijn, al komen ze hier elke keer en ze gedragen zich onordelijk, dan wil ik niet dat er één uitzondering wordt gemaakt. Sarah, Rebekah, Joseph, Billy of wie het ook mag zijn. Vertel het aan mij en ik zal er voor zorgen. Als ze zich niet kunnen gedragen zullen ze uit de kerk moeten wegblijven totdat ze geleerd hebben zich te gedragen. Dit is geen arena, dit is het huis van God. Dit is geen plaats om te spelen en te rolschaatsen en briefjes te schrijven en te lachen en kinderlijk gedrag, dit is het huis van God en alles moet heilig worden uitgevoerd.
85 U komt hier om te aanbidden, zelfs niet om te bezoeken. Dit is geen plek om te picknicken, dit is geen plaats om een bezoek af te leggen; dit is de ontmoetingsplaats van de Heilige Geest, om te luisteren naar wat Hij heeft te zeggen, niet dat van elkaar. We komen hier niet om met elkaar gemeenschap te hebben, we komen hier om met Christus gemeenschap te hebben. Dit is het huis van aanbidding. En kinderen moeten gedisciplineerd zijn, en als ze... door hun ouders. Laat dat duidelijk zijn! Als dus deze diakenen... Als deze ouders van de kinderen niet willen luisteren naar wat de diaken zei, dan behoorden deze ouders zelf gecorrigeerd te worden.
We hebben tot de ouders gesproken over hun kinderen en ze willen niet op hen letten.
86 Als ze leden zijn van deze gemeente zou u er twee of drie moeten meenemen en die ouder voor een persoonlijk onderhoud moeten vragen in een van de kantoren. Het maakt me niet uit wie het is, of ik het ben of broeder Neville, of het Billy Paul is en zijn kleine jongen, of het broeder Collins is en één van zijn kinderen of iemand anders van u. Wij zijn... We houden van elkaar, maar we zijn het verplicht aan God en dit Woord. Als het Doc is, het maakt niet uit wie het is, we moeten elkaar erbij roepen en eerlijk zijn met elkaar. Hoe kan God ooit met ons handelen als wij niet eerlijk zijn met elkaar? Hoe zullen we dan eerlijk zijn met Hem? Ziet u?
87 Dit is een opdracht: we moeten zorg dragen voor het huis van God! En van diakenen wordt verwacht dat ze weten hoe dat gedaan moeten worden. Zie? Daarom vertel ik u nu hoe deze dingen moeten worden opgevangen. En als het zo is dat u het aan de ouders vertelt en ze willen hier niet naar luisteren, ze willen er geen gehoor aan geven, dan neemt u nog een diaken of iemand van de beheerders mee, of een geschikt persoon van deze gemeente en vraagt... neem uw beheerders... Roep de raad van diakenen bij elkaar, al uw diakenen samen en zeg: "Broeder Jones, broeder Henderson, broeder Jackson," of wie het ook is, "hun kinderen zijn ongehoorzaam en we hebben ze twee of drie keer over hun kinderen aangesproken, maar ze willen niet luisteren."
88 Roep dan broeder Jones naar binnen, of broeder wie dan ook en zeg: "Broeder Jones, we hebben u hier uitgenodigd voor een gesprek. We houden van u en we... u bent een deel van ons, u bent een van ons. Laat mij slechts deze speciale band opzetten, en luister naar wat broeder Branham er over heeft gezegd; ziet u. Nu, we hebben u gevraagd ervoor te zorgen dat deze kinderen zich goed gedragen. Als ze zich niet willen gedragen en u kunt ze er niet toe krijgen om zich goed te gedragen in de gemeente, laat ze dan thuis onder de hoede van iemand achter, terwijl u naar de kerk komt, totdat ze hebben geleerd hoe ze zich moeten gedragen in het huis van God." Zie? Maar dit is een bevel, het moet worden uitgevoerd! Begrijpt u?
Nu gaat de vraag verder:
Nu, hebben we het verkeerd begrepen?
89 Beslist niet. U hebt het niet verkeerd begrepen, dat is correct. Ik zeg het opnieuw: de orders. In het leger vragen ze u niet: "Wilt u een bepaald ding doen?" Als u in het leger bent, wordt u gedwongen het te doen. Zie? En op die manier is het in de... Ik ben gedwongen om het Evangelie te prediken. Ik ben gedwongen hiervoor te staan ongeacht wat mijn andere mensen en broeders, enzovoort, erover zeggen; ik ben gedwongen dit te doen. Ik moet gevoelens kwetsen en mensen aan stukken snijden, maar als ik...
90 Je wilt niet worden zoals Oswald. Ziet u? Als je het met een man niet oneens kan zijn, daarna z'n hand schudden en nog steeds dezelfde gevoelens jegens hem hebben, dan is daar ergens iets verkeerd met je. Als je het met een man oneens bent (over en weer verbitterd) en dan niet nog net zoveel over hem denkt als Christus zou doen, dan is daar iets verkeerd met mijn geest, dan heb ik niet de Geest van Christus. Ziet u?
91 Als hij zegt: "Wel, broeder Branham, ik geloof dat uw leer dit is, dat is."
92 "In orde, broeder, laten we bij elkaar komen om het te bespreken, u en ik. We zullen er persoonlijk op ingaan. We zullen hier de kamer ingaan en het uitpraten." En hij scheurt me gewoon aan stukken en ik moet dingen tegen hem terug zeggen. Als ik dan in mijn hart niet hetzelfde voor hem kan voelen dat "hij nog steeds mijn broeder is en ik probeer hem te helpen", dan zal ik hem nimmer kunnen helpen, dan is er geen manier voor mij om hem te helpen. Als ik niet van hem houd, wat voor nut heeft het dan om daar heen te gaan? Vertel hem: "In de eerste plaats, broeder, ik houd niet van u en laat dat eerst van mijn hart af zijn voordat we daar naar binnen zijn, want ik kan u niet helpen tenzij ik u liefheb."
93 Dat is juist en dat is de manier. Kijk, ga zo door, u hebt het precies goed gedaan, op die manier moet het. U hebt het helemaal niet verkeerd begrepen.
Of gaan we er op de verkeerde mee om?
94 Nee, het is de goede manier om dat zo te doen. Laat de orde worden bewaard! Omdat het voortdurend... Welnu, kleine kinderen en moeders, baby's enzovoort zullen huilen, en wanneer ze teveel gaan huilen en uw voorganger daar boven interrumperen, onthoud dan dat u zijn lijfwachten bent, u bent zijn Evangelie-lijfwachten. Zie? En als het de boodschap van de Heer verstoort, wat gaat u diakenen daar dan aan doen? Precies zoals een man die in tongen spreekt, heeft hij een plicht. En een man die predikt is verplicht aan het Woord, hij heeft een verplichting ten opzichte van deze dingen. Ieder van u is aan een bediening verplicht en zo moeten wij dat hier doen.
95 Welnu, we willen niet te lang wachten en ik weet dat ik over een paar ogenblikken nog een afspraak heb, dus ik zal proberen zo snel mogelijk op te schieten.
229 Broeder Branham... Er staan hier drie... twee vragen op deze kaart. Broeder Branham, wat zou de gang van zaken moeten zijn betreffende het ophalen van offers in de gemeente voor mensen? Hoe behoorde dat te worden gedaan?
96 Ik denk dat je geen offers voor mensen in de gemeente moet ophalen tenzij het wordt gedaan voor uw voorganger. En ik denk dat wanneer iemand om liefdadigheid komt vragen of zoiets, als... Of iemand verkeert in grote nood, zoals een van onze leden hier van de samenkomst, bijvoorbeeld een van onze broeders en ze hebben bepaalde problemen; wel, ik denk dat zoiets vanaf het podium zou moeten worden bekend gemaakt en laat de voorganger dat doen; ik vind dat het zijn plicht is om dat te doen. Een broeder heeft een bepaalde zaak nodig en laat hem dat aan de gemeente bekend maken als dat zo gewenst is.
97 Als er iemand in nood is en u wilt voor die persoon die in nood is geen offer ophalen, laat dan de raad bij elkaar komen en het eens worden over een bepaalde som die ze vanuit de kas aan deze persoon willen geven. Maar als er op dat moment weinig in kas is en ze kunnen zich dat niet permitteren, dan moet het worden opgehaald; wel, laat de raad er met elkaar over spreken, het doorgeven aan de voorganger en laat de voorganger om deze bepaalde zaak vragen. Bijvoorbeeld: "Vanavond overkwam onze broeder Jones een verschrikkelijk ongeluk, zijn huis brandde af. En vanavond, nu we als Christenen zijn vergaderd, doen we op iedereen een beroep om te geven wat in ons vermogen ligt om broeder Jones te helpen zijn huis te herstellen." Ziet u, of wat het ook is. Kijk, dat zullen we doen. Laat dat vanaf de kansel worden gezegd, dat is de manier om het te doen. Laat dan deze giften worden opgehaald en geef het aan de penningmeester van de kerk. En deze giften worden betaald door de penningmeester van de kerk en aan hen gegeven. En geef de persoon er een kwitantie voor, want ik weet niet of dat vrij van belasting is; ik vermoed het wel, voor zoiets dergelijks.
98 Maar wanneer er bijvoorbeeld een vreemdeling binnenkomt, een onbekende komt binnen alsof... Iemand komt naar binnen en zegt: "Wel, weet u wat er gebeurde? Ik ben op reis en er klapte een band en ik wil een nieuwe band. Haal vanavond een offer op voor een nieuwe band." Nu, dat zou men niet moeten doen. Nee, dat behoort niet te worden gedaan. En als het ernaar uitziet dat het een waardige zaak is, het is iemand die u kent, dan kan de raad bij elkaar komen en een bepaald geldbedrag aan de penningmeester vragen om voor die man een band te kopen of zoiets. Maar wanneer er weinig geld in de gemeentekas zit en door de raad is bepaald dat deze... De voorganger zou hier niets mee te maken moeten hebben, dat wordt van de diakenen verwacht, ziet u, of van de raad. Als hier over... Als men het hier over eens is, geef het dan door aan de voorganger, dan kan de voorganger het offer ophalen. Maar, let op, als het een vreemde is in een noodsituatie – een man heeft wat geld nodig en u voelt dat het voor een waardige zaak is (nu, dit is mijn mening), als het echt voor een waardige zaak is en u weet dat het voor een waardige zaak is...
99 Welnu, om te beginnen, als u meegaat en thuis in mijn boekhouding kijkt... Er zijn mensen die langs komen en zeggen: "Ik ben eerwaarde Zus-en-zo van deze bepaalde kerk, en ik had wat problemen onderweg en ik heb een paar banden nodig", die wisten dat ik zojuist was thuisgekomen van de samenkomst en een offer had gekregen of iets dergelijks, en ik gaf het praktisch allemaal aan hem om een paar banden te gaan kopen. En kijk in de notulen: die prediker bestond niet eens, woonde helemaal niet in zo'n plaats. Er staat in de boeken dat ik gedurende deze jaren wel tien- of twintigduizend dollar op die manier heb weggegeven, terwijl ik zelfs niet wist waar ze vandaan kwamen. Kwam er achter dat andere predikers zeiden: "Wel, hij vroeg mij om zoveel en zoveel."
100 Welnu, de gemeente is daar niet verantwoordelijk voor, slechts voor die van haar zelf. Dat is juist. Ze is verantwoordelijk voor die van haar zelf.
101 Maar als het een waardige zaak schijnt te zijn en als u beheerders zou zeggen: "Welnu, wacht eens even. Deze man hier, deze auto is van hem, dit is gebeurd en dit. Het is wel niet van onze samenkomst, maar het is waar." Als zij dat dan zo willen doen en iets speciaals over een buitenstaander zouden willen zeggen...
102 Niet voor de onzen, ziet u, niet onze eigen mensen, voor onze eigen mensen wordt het direct opgehaald onder hun eigen broeders hier.
103 Maar als het een buitenstaander betreft en die zegt dat hij honger heeft of... en iemand wil in z'n beurs tasten en hem wat liefdadigheid bewijzen, dan is dat uw zaak, maar ik spreek met het oog op de gemeente. Als dan de gemeenteleden worden verzocht geld te geven, dan...
104 Natuurlijk vraagt u als hier een evangelist komt prediken... weet u, daarover is overleg geweest voordat hij komt, dat u hem een offer wilt geven of hem salaris wilt betalen, of wat hij wil.
105 Maar als deze persoon hier is en het is voor een goede reden en de voorganger... en de raad gaat ermee akkoord en vertelt de voorganger er over, laat de voorganger dan zeggen: "Een zeker iemand zit hier – we kennen de man niet – hij kwam binnen en vroeg ons om... Hij zegt dat zijn kinderen honger lijden. We hebben geen tijd gehad... we hebben niet de tijd gehad om te onderzoeken of de bewering juist is." Ziet u?
106 Als er zoiets gebeurt, dan, onze... Als er iets gebeurd is onder onze eigen mensen, dan gaan onze diakenen deze beweringen onderzoeken. Ziet u? Als het dan een waardige zaak is, doe het dan. Als het onwaardig is, doe het niet, dat hoeft niet. Maar als hier iemand is, laat u de voorganger zeggen: "Nu, de raad van beheerders vertelde mij dat ze deze persoon niet kennen. Maar de man zit hier en zegt dat zijn naam Jim Jones is", of wat het mag zijn, "en hier zit hij. 'Wilt u opstaan, meneer Jones? Nu, meneer Jones, aan het einde van de dienst gaat u daar achteraan bij de deur staan, als u naar buiten gaat.' En als er mensen zijn die op hun hart hebben iets te geven of te doen voor deze man, geef het dan aan hem als u weggaat." Is dat nu begrepen?
107 Hebt u dat op uw... Voor degenen die de band opnemen... En een van de... Broeder Collins miste het op zijn band. Ik wil die aanhaling nog eens herhalen als... want hij is een van de diakenen.
108 Als er sprake van is dat een man binnenkomt, waarvan u... en het is een dringend geval en hij wil een offer van de gemeente, laat dan de beheerders of diakenen bij elkaar komen en deze beslissing nemen; vertel dan aan de voorganger dat het zo kan worden gedaan. Laat de voorganger zeggen: "Deze speciale man", noemt zijn naam, "kennen we niet. En de afspraak is hier dat we de zaak eerst onderzoeken voordat we een offer voor mensen ophalen, als ze tot de onzen behoren. Maar deze man hier zegt dat hij diep in de put zit, hij heeft iets ernstigs meegemaakt, hij heeft zieke kinderen, hij probeert medicijnen voor zijn kinderen te krijgen", of welke ernstige zaak het mag zijn. "Hij bevindt zich hier vlakbij. 'Wilt u opstaan, meneer?'" Ziet u, en laat hem opstaan. En zeg: "U mensen ziet nu wie hij is. Welnu, bij het beëindigen van de dienst zal deze man daar bij de voordeur staan en als er bij het weggaan mensen voelen dat ze daar aan willen bijdragen, dan hebt u de gelegenheid; wij hebben het slechts in de gemeente afgekondigd." U bekrachtigt het niet, u kondigt het alleen af. Kijk, dat is aan een vreemdeling gastvrijheid verlenen. Is het nu begrepen? In orde.
109 Ik denk dat dit deze vraag beantwoordt.
230 Hoe zit het met de banden? Hoe zit het met de banden? Er staat een vraagteken achter. Want velen schrijven naar het kantoor en geven u de schuld voor het afhandelen van de banden. Ook aangaande anderen buiten de gemeente die banden verkopen, terwijl de heer Maquire er rechten op moet betalen.
110 In orde. De banden worden afgehandeld volgens een contract. En als ik... weet niet precies wanneer het contract wordt beëindigd, maar dit behoort bij de beheerders, niet de diakenen; de beheerders; niet de voorganger, de beheerders. Ik heb begrepen dat de beheerders om de zoveel tijd een contract tekenen. En wanneer ik het fout heb, moeten de beheerders mij corrigeren. Deze beheerders hebben met de persoon die de banden maakt een afspraak gemaakt en de banden worden gemaakt onder franchise.
111 Niemand anders kan banden maken tenzij het wordt toegestaan door de persoon die de franchise heeft en ze kunnen niet worden verkocht tenzij de persoon die de franchise heeft het toestaat, want dat is volgens de wet, ziet u; dat houdt de franchise in. Zie? En als de franchise... degene die de franchise bezit, wil toelaten dat Zo-en-zo banden maakt, dan is dat zijn zaak. Als hij toestaat dat iedereen banden maakt, is dat zijn zaak. Als hij iedereen toestaat banden te verkopen, is dat iets wat de persoon die de franchise bezit, uitmaakt. Hij behoort een klein briefje te hebben dat door de bezitter van de franchise is ondertekend, dat hij banden kan maken en verkopen, want dan staat hij vrij van de wet; want als hij dat niet doet – de man die de franchise er van bezit – dan zou je je blootstellen aan een... Als er een gemeen persoon zou zijn die problemen wilde veroorzaken, zou hij dat echt kunnen doen. U draagt zorg voor die franchise, want het is precies zoals met een copyright, ziet u, dezelfde zaak, u hebt niet het recht om dat te doen. Daar staat een grote boete op.
112 Als er dus mensen zijn die banden maken, dan hebben ze misschien toestemming van meneer Maquire, die een aandeel in de opbrengst van de banden heeft. Nu weet ik daar niet zoveel over, omdat ik hier niet genoeg bij u ben om te weten hoe deze dingen gaan en op wie het van toepassing is. Ik veronderstel dat meneer Maquire dit nog steeds heeft, omdat ginds, als ik in Californië ben of in Arizona of waar ik ook ben, ik begrepen heb dat ze nog steeds banden kopen uit Californië. Broeder Sothmann, die hier in de gemeente onze broeder is, is de schoonvader van meneer Maquire. Ik denk dat meneer Maquire het nog steeds heeft, de franchise daarvan.
113 En nu zijn er van overal vandaan klachten gekomen over het maken van de banden. Welnu, als er een klacht is over iets betreffende de financiën van deze kerk, dan zijn de beheerders verplicht die zaak op te lossen. Zie? Er zou onder geen voorwaarde iets mogen zijn.
Nu, staat hier op deze kaart:
Ze schrijven naar het kantoor en geven u de schuld.
114 Eerlijk gezegd heb ik daar veel brieven over gekregen en ze willen weten waarom ze hun banden niet krijgen. U weet hoe het zit met uw contract met degene die de franchise heeft, zoals ik heb begrepen... Ikzelf wil niets te maken hebben met de banden, wanneer iemand de banden kan gebruiken voor de voortgang van het Evangelie: "Amen!"
115 Maar eerst begonnen broeder Robertson en anderen ze te maken; broeder Beeler en verschillende anderen begonnen ze te maken. En toen maakten de twee jongens, broeder Mercier en broeder Goad, ze gedurende jaren. Natuurlijk waren er over elk van deze mannen die ze maakten, klachten. Maar het schijnt dat er hier, nog niet zo lang geleden, ernstige klachten zijn gekomen over het niet ontvangen van hun banden. Vanuit het hele land hebben mensen mij opgebeld. Vervolgens waren het hergebruikte banden. Het ene moment hoor je een bepaald iets en dan gaat het over iets anders en zo kun je zelfs niet begrijpen waarover het gaat.
116 Nu, deze mensen die voor deze banden betalen, behoren een originele band te krijgen. Het maakt me niet uit wat ze er voor moeten doen om dat te bereiken, wij willen ervoor zorgen dat onze klanten en onze broeders (het zijn onze klanten en onze broeders), enzovoort, dat zij een eerste klas band krijgen. Nu, u beheerders moeten daar zorg voor dragen dat deze mensen tevreden zijn. Als ze niet tevreden zijn, moet hun geld ogenblikkelijk aan hen worden teruggestuurd.
117 Sommigen hebben mij opgebeld en zeiden dat ze gedurende maanden op de banden wachtten. Nu weet ik niet in hoeverre broeder Maquire hier iets mee te maken heeft. Ik weet daar niets over, zoals ik hier niets over weet. En ik... Het gaat mij ook niet aan, het is zijn zaak met die mensen en de beheerders. En ik probeer me er niet mee te bemoeien, maar ik vertel u alleen wat de wet er over zegt, zie? De wet zegt er over dat deze banden – vanaf de tijd dat ze er om vragen – er mag worden verwacht dat deze banden binnen een dag of twee, drie of vier, vijf dagen worden weggestuurd. Nadat ze om deze banden hebben gevraagd behoren ze te worden gepost, anders kan de franchise worden ingetrokken, zodra aan deze opdracht niet wordt voldaan. Zie?
118 Welnu, iedere zes maanden of ieder jaar zou dit moeten worden vernieuwd, deze overeenkomst zou moeten worden vernieuwd. Op een zekere datum, die in de franchise staat vermeld, behoort u bijeen te komen. Vervolgens behoort het zo te zijn dat andere mensen er op die tijd bij komen en u behoort die anderen de gelegenheid te geven mee te delen wat ze over de banden willen vragen en ze komen erbij zitten en u probeert het eens te worden.
119 Welnu, deze orders moeten worden uitgevoerd! Ziet u? En het moet goed worden uitgevoerd, want het zijn klachten. Ze klaagden over Leo en Gene, ze klaagden over iedereen, er wordt geklaagd over broeder Maquire en ze zullen over ieder ander blijven klagen, maar laten we uitzoeken waar hun klacht over gaat.
120 Maar wanneer de banden zich beginnen op te stapelen, dozen vol, brieven komen met tientallen tegelijk binnen en ze... Kijk ze verhalen het niet op de bandenmaker, ze verhalen het op mij. Ze foeteren mij er altijd over uit. Nu is het mijn christenplicht om er op toe te zien dat de mensen krijgen waar ze voor betalen en ik wil dat u beheerders ervoor zorgt dat ze dat krijgen. Al moeten ze er meer voor vragen, koop een betere band, koop een beter apparaat, we willen iemand hebben die die band goed maakt. Daar zijn we in geïnteresseerd. De band moet goed worden gemaakt! En de klant moet tevreden zijn, stop de zaak anders meteen, dan hebben we geen banden meer, laat dan iedereen die ze wil maken ze maar maken. Maar als ze er om vragen, laat ze er dan voor zorgen dat ze krijgen waarvoor ze hebben betaald, want dat is christendom. Dat is niet meer dan dat u...
121 En wanneer zij hier heen komen om naar het Evangelie te luisteren, dan wil ik ze het beste geven van wat in mijn vermogen ligt (zie?) en wanneer ze hier komen wil ik dat u er op toe ziet dat iedereen en alles het goed doet. Om die reden vertel ik u, diakenen, beheerders en voorgangers hier vanavond, dat u dit tot op de letter moet uitvoeren, omdat de mensen hierheen komen om God te vinden en we moeten deze dingen op orde hebben.
122 En met de banden moet het ook in orde komen. Als ze er meer voor moeten vragen – als u tweede klas banden afspeelt – koop dan betere banden. Als u er meer voor moet vragen, vraag er dan meer voor, laat de persoon krijgen waar hij om vraagt.
123 Ik ben niet in het minst geïnteresseerd in een deel van de opbrengst [Of: "honorarium"; in het Engels: "royalty" – Vert], geen stuiver, evenmin is de Tabernakel daar in geïnteresseerd; ik wil niet dat u dat bent. Wees niet geïnteresseerd in royalty's. Als ze iets betalen dan heeft dat er misschien mee te maken dat u een deel van de opbrengst moet nemen, omdat ze hier worden gemaakt. Ik denk dat dat iets is waar hij met meneer Miller en anderen over sprak aangaande de wet, we moeten bepaalde royalty's heffen, enzovoort. Dat is aan u allen, om daarop toe te zien. Ik heb daar verder niets mee te maken behalve... Het is geregeld, u allen moet daarvoor zorg dragen. Ik kan niet overal voor zorg dragen, ik vertel u alleen op welke manier het zou moeten zijn en worden uitgevoerd. En u hebt begrepen dat ik zei: "Moet worden uitgevoerd!" Wij willen dus dat dit goed wordt uitgevoerd.
124 En wanneer u een beter apparaat nodig hebt om dit te doen, koop dan een beter apparaat. Als er moet... Nu heb ik tot hen gezegd, ik zei: "Steeds, wanneer ik op het veld aan een serie diensten begin, zal ik u, voordat ik ga, de predikingen bekend maken die ik ginds ga prediken, iets wat ik al..." Ik heb u allen beloofd, wat ik zondagavond weer op de band zal laten zetten, dat: "Voordat ik enige nieuwe boodschappen predik, het eerst van deze Tabernakel vandaan zal komen, want het schijnt dat ze van hier uit een betere opname krijgen." Herinnert u zich dat? Als ik dan hier kom om mijn boodschappen te prediken, ga dan naar de man van de banden en noem hem welke diensten het zijn. Ze vragen mij: "Welke? Wat gaat u prediken?" Dan zeg ik: "Vanavond zal ik hierover spreken en die avond daarover"; op die manier kunnen ze het voor de klanten voorbereiden, zodat het klaar ligt om mee te nemen, een betere band dan die ze ginds in de samenkomst zouden hebben, want hij is hier in de Tabernakel gemaakt waar de akoestiek goed is. Ziet u?
125 Nu, wanneer ik aan deze grote evangelistische reizen begin – waar ik nu aan begin, overzee, enzovoort – dan kan ik dat niet beloven, ziet u, dan kan ik niet beloven dat ik mijn eerste boodschap hier predik. Want wanneer je rond gaat en de boodschappen predikt, dan moet je iets hebben wat... Het wordt afgezaagd voor jezelf en het zal beslist afgezaagd worden voor degenen die ernaar luisteren. Je moet dan iets anders doen, ziet u, en gewoon brengen wat de boodschap daar is. Maar laat ze daarginds op het veld een apparaat neerzetten, of wat het mag zijn, dat deze boodschappen perfect kan opnemen.
126 En maak een perfecte band en laat elke band kritisch beluisterd worden voordat hij uitgaat, stop anders de hele zaak; heb er dan niets meer mee van doen, laat dan iedereen zijn eigen band maken. Maar laat dit goed worden gedaan zodat dit geklaag zal ophouden. We willen helemaal geen klachten. Als er een klacht is laten we er dan acht op slaan, dan zullen we er van af zijn.
127 Nu zal ik voortmaken zo snel als ik kan. Billy heeft hier nog twee of drie vragen, dan zullen we klaar zijn.
231 Hoe ver, broeder Branham, kan of moet een diaken gaan om de orde in de gemeente te bewaren? Moeten wij de orde bewaren of op broeder Neville wachten totdat hij ons vertelt wat we moeten doen?
128 Dat is niet de taak van broeder Neville, dat is úw taak. Ziet u? U vertelt broeder Neville niet waarover hij moet prediken, hoe hij moet prediken. Kijk, dat is jullie taak; van u, diakenen, wordt verwacht dat u dat doet. U draagt daar zorg voor. Dat is niets voor broeder Neville, dat is uw taak.
129 Welnu, als hier een politieagent buiten op straat een man achter uit een auto een bezitting ziet stelen, moet hij dan de burgemeester opbellen en zeggen: "Nu, eerwaarde burgemeester, meneer, ik werk hier voor u bij de politie. Nu, ik heb hier een man ontdekt op straat die gisteravond een paar wielen van een auto stal. Nu vraag ik mij af hoe u daar over denkt?" Huh! Ziet u? Kijk, dat zou niet normaal zijn. Nietwaar? Beslist niet. Als hij bezig is iets verkeerds te doen, arresteer hem!
130 En als hier in de gemeente een man of iemand iets verkeerds doet, stop ze, praat met ze. Wees niet arrogant; maar als ze niet willen luisteren spreek dan op een manier dat ze goed begrijpen wat u zegt. Ziet u? Kijk, zoals u tot een kind zou zeggen: "Ga terug daar", en hij misdraagt zich. Diakenen, sta op uw plaats! Zet... U bent met z'n vieren. Laat er twee voorin staan en twee achterin, in deze hoeken of daar ergens. En let heel goed op, want er komen teruggevallenen en van alles naar binnen, ziet u. En u houdt de wacht en u neemt uw post van plicht in en blijft daar, dat is uw plek; of sta naast een muur en let op iedereen die binnen komt.
131 Een diaken draagt zorg voor het huis van God. Als iemand binnen komt, spreek dan tot hen; wees er om ze te begroeten, schud hun hand. Want u bent de politieagent: "Kunnen we u de garderobe wijzen?" of: "Wilt u gaan zitten?" "Kunnen we u aan een zangboek of aan iets anders helpen?" Of: "We zouden het op prijs stellen als u het hier naar uw zin hebt en bidt, en wij vinden het fijn dat u hier vanavond bij ons bent." Leid hen direct naar een plaats en zeg: "Wilt u misschien wat meer vooraan of wilt u liever hier achterin?" of zoiets. Dat is gastvrijheid.
132 Een politieagent (of een diaken) is in het leger een militaire agent, hoffelijk, maar toch met autoriteit. Ziet u? U weet wat een militaire agent is, in feite is hij, denk ik – als hij zijn rechten uitoefent – precies hetzelfde als een aalmoezenier. Begrijpt u? Het is hoffelijkheid en alles, maar toch heeft hij autoriteit. Want u moet rekening houden met hem. Kijk, hij zet... Deze rekruten gaan uit en worden dronken, wel, hij zet ze op hun nummer. En op die manier zet de diaken ze op hun plaats.
133 Onthoud nu dat de diaken een politieagent is en de bediening van een diaken is in feite strikter dan bijna iedere andere bediening in de kerk. Ik ken geen enkele andere bediening die strikter is dan de bediening van een diaken. Dat is juist, want hij heeft een echte taak en hij is Gods man. Hij is evenzeer Gods man als de voorganger Gods man is. Dat is hij beslist. Hij is Gods dienaar.
134 Het enige voor de beheerders is dat zij aan God verplicht zijn op de financiën te letten en daarvoor te zorgen, dingen die daarmee te maken hebben. Ik vertelde u over de banden en over andere dingen die hier gaande zijn, over het gebouw en de reparaties; over het ophalen van het geld, en dergelijke. Daar zijn de beheerders voor: de bezittingen, de financiën en zulke zaken. De diakenen hebben daar niets mee te maken. Eveneens heeft de beheerder niets te maken met de bediening van een diaken.
135 Nu, als de diakenen de hulp van de beheerders willen inroepen voor iets, of de beheerders die van de diakenen, en u allen samenwerkt... Maar wat betreft uw verplichtingen staat u apart. Zie? In orde.
136 Nee, vraag het niet aan broeder Neville. Als broeder Neville u vraagt om iets te doen, dan is dat uw voorganger, doe het met hoffelijkheid en liefde en alles... Als hij zou zeggen: "Broeder Collins, broeder Hickerson, broeder Tony, of iemand, wilt u alstublieft gaan kijken wat daar achteraan in de hoek verkeerd gaat?" Dan staat u als een echte man van God op uw post van plicht, weet u.
137 Onthoud dat u niet werkt voor de Branham Tabernakel, noch dat u werkt voor broeder Neville of voor mij, u werkt voor Jezus Christus. Ziet u? U... Dat is Degene voor Wie u het doet. En Hij respecteert uw getrouwheid evenzeer als die van de voorganger of van iemand anders. Hij verwacht uw getrouwheid! En wij willen onze getrouwheid tonen.
138 Welnu, soms wordt het moeilijk. Het is voor mij op het veld moeilijk. Daar zit een prediker die ik van ganser harte liefheb, maar ik moet hem harde dingen vertellen; kijk, maar op een liefdevolle manier, ik houd mijn hand uitgestrekt om hem te helpen. Begrijpt u? En ze komen naar me toe en zeggen: "Broeder Branham, u bent echt een wonderbaar persoon, maar waarom kunt u niet een beetje af doen aan die waterdoop en van dit, dat en dat andere, die zekerheid en het slangenzaad?"
139 Dan zeg ik: "Broeder, ik heb u lief, maar laten we nu eens... laten we de Schrift nemen en zien wie gelijk heeft of ongelijk." Kijk, ik moet in staat zijn om...
140 "O nee. Nu, broeder Branham, ik vertel u dat u helemaal fout bent." Kijk, hij stuift op.
141 "O", zeg ik dan, "wel, misschien ben ik dat ook wel. Maar u zult mij dat – als ik dat ben – zeker willen vertellen, u bent... U weet waar ik fout ben, dus laat mij dan zien waar ik fout ben." En ik ben gewillig het aan te nemen, ziet u.
142 Hetzelfde met: "Hé, het is uw zaak niet dat kind te vertellen dat het moet gaan zitten." Nu, de diaken is de bewaker in het huis van God. Ziet u? Als u nu... Hij draagt zorg voor het huis van God en bewaart de orde. Welnu, dat is wat de Schrift zegt en als u iets anders weet over wat een diaken zou moeten doen, komt u het mij dan vertellen. Kijk, daar is het weer; maar het is uw plicht om dat te doen; ja, sta er achter.
143 U hoeft niemand iets te vragen, het is eenvoudig uw taak. Broeder Neville vraagt niemand iets, de gemeente hoeft niet te vragen... Ik bedoel, de beheerders hoeven broeder Neville niet te vragen of hij wil dat er een dak op de tabernakel wordt gezet. Zie? Nee, nee, dat is helemaal niet voor broeder Neville, het is totaal niet mijn zaak, dat is aan u. De diakenen hoeven niet...
144 Hetzelfde met de voorganger. "Waar gaat u over prediken? Ik wil niet dat u dit doet." Dat gaat hun totaal niet aan, hij staat onder God, ziet u, hun voorganger. En dan, als... Als broeder Neville een boodschap predikt die de Heer aan ons heeft gegeven, dan zijn we er allen in besloten. En wanneer ik broeder Neville iets verkeerds vertel, houdt God mij daar verantwoordelijk voor. Dat is juist. Zie? Dus God is de Baas over alles. Ziet u? En wij werken slechts als Zijn ambassadeurs, weet u, hier in deze bedieningen.
232 Alstublieft... (De volgende vraag en ik denk dat we er dan nog één krijgen en dan zullen wij stoppen.) Verklaar alstublieft hoe de gaven van tongen in onze gemeente werkzaam behoren te zijn. Dat heb ik al gedaan. Wanneer kan de gemeente op orde worden gezet zoals... of, waar moeten de gaven worden gebruikt? Dat hebben we zojuist uitgelegd.
233 Hoeveel k-e-r-s-t-m-i-s... Kun jij zien wat dat is? [Billy Paul antwoordt broeder Branham: "Instrumenten." – Vert] O, instrumenten. Hoeveel instrumenten zouden we moeten hebben in de kerk naast het orgel en de piano?
145 Wel, het hangt er van af of u een strijkorkest zou hebben of iets anders, ziet u. Ik weet niet wat u hebt, wat dit betekent, ik begrijp het niet. Maar het orgel en de piano zijn het eigendom van de kerk. Welnu, als de zangleider het idee zou opvatten om trompetten en hoorns, enzovoort, te willen hebben en er is iemand in de gemeente gekomen die deze instrumenten bespeelt... en zitten ze in een muziekgroep, dan spreekt u natuurlijk uw beheerders daar op aan om te zien of ze geld hebben om instrumenten voor ze te kopen, enzovoort, wat het moge zijn. Ik vermoed dat dat hun vraag is.
146 Maar als ze hun eigen instrumenten hebben is dat prachtig. Als ze geen eigen instrumenten hebben en ze zijn hier lid van een muziekgroep – niet iemand die hier komt binnenvallen en af en toe speelt en weer weg rent – het moet een muziekgroep zijn in de kerk. De gemeente zal geen trompet kopen voor een man die er hier op speelt en morgenavond ergens anders en af en toe langs komt en wat speelt. Beslist niet. Het moet een muziekgroep zijn van hier, een georganiseerde muziekgroep, met een leider en dan kan de gemeente er met ze over spreken, over het kopen van de instrumenten.
234 Verklaar alstublieft hoe wij... hoe de diakenen de mensen in het heiligdom voor en na de dienst... Verklaar alstublieft.. [Billy Paul leest de vraag voor aan broeder Branham:] "Hoe houden we de mensen rustig in het heiligdom voor en na de dienst?" O, in orde.
147 Ik zou dit willen voorstellen, broeders. Nu, dit is een belangrijke zaak en ik wenste dat ik meer tijd had om er aan te besteden, want het is... het is... het betekent iets voor ons, ziet u. Welnu, de kerk is geen...
148 Als hij wil... Als u op een avond deze band wilt afspelen voor de samenkomst zodat de mensen het zullen begrijpen, laat dit dan afspelen; geen ander stuk van deze band, maar alleen dit. Indien u voor een bepaalde zaak iets wilt afspelen, spoel hem dan door totdat u het juiste gedeelte hebt gevonden en speel dat af. Want het zijn vragen, ziet u.
149 Nu, diakenen van de gemeente zijn – zoals ik zei – de politieagenten van de kerk. Maar de kerk is geen algemene vergaderzaal voor gemeenschap en vriendschap en plezier. De kerk is een heiligdom van God! Wij komen hier... Als wij elkaar willen ontmoeten, laat mij dan naar uw huis komen of komt u naar mijn huis, of gaat u naar elkanders huis en ontmoet elkaar daar. Maar om lachend door de kerk te lopen en te praten, en dergelijke dingen, dat is niet juist, broeders. We komen hier en vergeten helemaal waarvoor we zijn gekomen. Als we hier zouden komen...
150 Kijk naar de manier waar op we het jaren geleden deden. Zuster Gertie was de pianiste. Toen ik hier voorganger was, moest ik de herder zijn, diaken, beheerder en al het andere, ziet u, maar ik moest het doen. Nu hoeft u dat niet te doen op die manier, omdat u mannen hebt om dat uit te voeren. Maar als de... Ik had bij de deur deurwachters staan, broeder Seward en al de anderen. Ze hadden daar stapels boeken bij de deur, op stoelen gestapeld of zoiets. En wanneer er iemand binnenkwam, lieten ze zien waar je je jas kon ophangen of hielpen ze hen naar hun zitplaats, gaven hun een zangboek en vroegen hun om in gebed te zijn. Dan zat iedereen op z'n plaats en bad stil totdat het tijd was om te beginnen. Zie? Als het dan tijd was om te beginnen, stond zuster Gertie, de pianiste, op en begon met de muziek, voordat... als de mensen binnenkwamen.
151 Ik zou willen voorstellen dat uw organiste daar zit en enige, echt mooie muziek speelt. En als ze hier niet kan zijn, zet het dan op de band en speel het af of zoiets. Laat muziek – echt lieflijke, geheiligde muziek – spelen. En vraag de mensen... En wanneer mensen beginnen te praten en zich te misdragen, laat dan een van de diakenen naar boven gaan naar de microfoon op de lessenaar en "st, st, st" zeggen, zoiets. Zeg: "Wij willen dat u hier naar de Tabernakel komt om te aanbidden. Laten we nu geen lawaai maken, luister naar de muziek. Zoek een zitplaats, ga zitten, wees eerbiedig, bid of lees uw Bijbel. Dit hier is het heiligdom waar de Here woont. En wij willen dat iedereen echt eerbiedig is en aanbidt, niet rondloopt en praat voor het begin van de dienst. Voeg u erbij, en u bent hier gekomen om tot de Heer te spreken. Begrijpt u? Wees stil in gebed of lees uw Bijbel."
152 Toen ik daarginds de Marble-kerk binnenging, aan de... Norman Vincent Peale – u hebt over hem gehoord, nietwaar. En ik ging in... Een groot psycholoog, hij is een leraar, weet u. En ik ging zijn kerk binnen en ik dacht echt: "Ik zou willen dat mijn Tabernakel dat ook weer zou doen." De diakenen staan precies bij de deur zodra je binnenkomt. Ze overhandigen je natuurlijk het zondagsschoolprogramma en nemen je mee. Ze moesten drie keer wisselen, weet u, ze konden er maar vier of vijfhonderd tegelijk inlaten, weet u; en New York is een grote stad en hij is een populaire man. Ik dacht dat ze één klas om tien uur hadden en één om elf uur; het was dezelfde prediking opnieuw, precies dezelfde dienst, hetzelfde blad papier. Maar toen ze uitgingen, hadden ze (geloof ik) maar precies vijf minuten om de gemeente te laten... Niemand kon binnenkomen tenzij zij er uit waren, dan openden de diakenen de deuren en de andere groep kon naar binnengaan. Ze hebben daar die ouderwetse gesloten houten banken, weet u, ze gaan er zo in en ze gingen in de kerkbanken zitten, waar je het deurtje moet open doen. Echt ouderwets, het staat er al gedurende tweehonderd jaar, vermoed ik, de oude Marble-kerk.
153 Je zou op iedere plek in die kerk een speld kunnen horen vallen en iedereen was gedurende tenminste dertig minuten in gebed voordat de eerste toon op het orgel werd aangeslagen – het voorspel. En iedereen echt in gebed. Ik dacht: "Wat is dit wonderbaar!" Toen dan die prediker... Die prelude duurde ongeveer... ik denk dat ze gedurende drie of vijf minuten het voorspel gaven. Hoe groot zijt Gij of zoiets en zo verder. En als ze dat deden, stopte iedereen met bidden en luisterde naar het voorspel. Kijk, het gaf een gelegenheid om over te gaan van gebed naar voorspel. En wanneer ze dat speelden, bracht de dirigent het koor in gereedheid. Dan zong de gemeente met het koor samen. Daarna waren ze gereed voor hun zondagsschoolklas. Zie? En wanneer dat voorbij was, was er de hele tijd niets anders dan Goddelijke aanbidding, en dat is waar we voor komen.
154 En ik geloof dat het een goede zaak voor onze gemeente zou zijn... En ik zeg dit eenvoudig, we zullen het gaan doen. Begrijpt u? Laten we het doen. Als iemand iets doet, de zaak... Ik geloof dat het een goede zaak zou zijn. Als het dan een goede zaak is, laten we het dan ook doen. Zie? We willen geen enkele goede zaak terzijde schuiven, we zullen het hoe dan ook doen. Ziet u? Ga gewoon door en sta daar en als ze op een morgen – of zoiets – beginnen druk te worden, laat dan iemand of iemand van de diakenen of iemand naar voren lopen en zeggen: "Er is een regel van orde hier in de Tabernakel gemaakt..."
155 Ik weet niet of ze dat doen, het kan zijn. Ik ben hier nooit, ziet u, ik weet het niet. Ik ben hier nooit voor de dienst begint.
156 Wanneer ze naar binnen komen en ze beginnen te praten, laat iemand naar voren gaan en even "st, st, st" zeggen. Begrijpt u? Laat de... Zorg voor een zuster die daar die muziek zal spelen. Als dat niet gaat, zet het op de band en speel het dan af, ziet u, de orgelmuziek. En zeg: "Welnu, er is hier een nieuwe regel in de Tabernakel. Als mensen hier binnenkomen wordt er verwacht dat men niet fluistert of praat, maar aanbidt. Ziet u? Over enkele ogenblikken zal de dienst beginnen. Lees zo lang uw Bijbel of buig uw hoofd en bid zachtjes." Als dat een paar keer gebeurt, zullen ze het allemaal leren. Zie? Zie?
157 Als u iemand hoort praten en dat gaat zo steeds maar door... Want nadat dat enkele keren zo is gegaan, komt er na enige tijd een moment dat iemand zegt... Als u iemand ziet praten en niemand anders praat, wel, dan gaat een van de diakenen er naar toe en zegt: "Wij willen dat u aanbidt gedurende de tijd van de dienst, ziet u?" Begrijpt u? Kijk, het is geen praathuis, het is een huis van aanbidding. Begrepen?
Ik geloof dat dat het was:
Verklaar alstublieft... (Ja, laat me zien. Ja.) Verklaar alstublieft hoe de diakenen zich in het heiligdom moeten gedragen. Ja, dat is alles. Dat is juist. Dat is het.
Goed, nu hier is de laatste:
235 Broeder Branham, omdat er aan het begin van de dienst gelegenheid wordt gegeven, kreeg ik klach... Nee, we hadden klachten. Het is heel klein geschreven. "En ik kreeg klachten", is het niet? [Billy Paul antwoordt: "Uhu" en blijft broeder Branham helpen het kleine handschrift te lezen – Vert] ... kreeg klachten over het begin van de dienst. We hebben liederen, getuigenissen en gebeden en gebedsverzoeken, speciale liederen en misschien begint de boodschap pas om elf uur of later en er is niet zoveel tijd meer voor het Woord. Sommige mensen worden rusteloos en moeten vertrekken voordat het voorbij is. Leg alstublieft uit hoeveel liederen en wat de tijd is om met de boodschap te beginnen. Soms hebben we gebedsverzoeken en loopt het uit op een getuigenisdienst, soms lijken deze dingen niet juist op de gegeven tijd.
158 Nu, ik hoop dat ik het goed heb. Billy probeert me hier te helpen. Misschien voor iemand die het op de band hoort, iemand uit ons midden die in de dienst luistert naar wat dit was, dit is Billy die me probeerde te helpen met lezen, omdat het heel, heel fijn is geschreven en ik kon er niet uit komen. Ik heb de algemene indruk dat het hier om gaat: "Hoeveel liederen zouden we moeten zingen voor de dienst begint en op welke tijd behoort de dienst te beginnen?"
159 Nu, het eerste wat ik hier wil doen is een belijdenis afleggen. En als ik verkeerd ben, wil ik toegeven dat ik verkeerd ben. Zie? En ik wil het hier belijden, omdat ik hierin zo'n beetje ben voorgegaan. Want ik ben het die deze lange diensten en dergelijke houd, waardoor deze gemeente dit tot een gewoonte heeft gemaakt (ziet u?), maar het zou zo niet moeten zijn. En nu, onthoud dit, ik heb... ik ben... vertelde u allen: "Vanaf zondagavond, als de Here wil, vanaf zondagavond ga ik voortaan proberen mijn diensten te beperken – al moet ik een week extra blijven – tot op z'n langst ongeveer dertig tot veertig minuten per dienst."
160 Want ik heb ontdekt dat een dienst die... De boodschap is duidelijk en in kracht uitgegaan en als je te ver gaat, put je de mensen uit en ze missen het. De reden waarom ik geef... Ik wist dit al lang. Zie? De meest succesvolle sprekers zijn degenen die precies... Jezus was een man van weinig woorden, let op Zijn predikingen. Let op de preek van Paulus [Petrus – Vert] op de Pinksterdag, het kostte hem misschien vijftien minuten en hij raakte daar iets wat drieduizend zielen binnenbracht in het Koninkrijk van God. Ziet u, regelrecht op het doel af. Zie?
161 En ik ben schuldig. De reden waarom ik dit heb gedaan is niet omdat ik niet beter wist, maar ik maak banden (ziet u?) en deze banden zullen uren en uren achtereen in huizen worden afgespeeld. Maar als u wilt opmerken, deze komende zondag, de reden waarom ik deze dingen heb gedaan, aankomende zondag... ik kan het evengoed nu op de band zeggen. De reden waarom ik dit heb gedaan is vanwege deze geweldige last op mij voor de boodschap van dit uur om het uit te laten gaan. En nu de boodschap is uitgegaan, neem ik dertig minuten of iets dergelijks, na het begin van het jaar. Buiten in mijn samenkomsten en overal waar ik ga, probeer ik zelfs mijn horloge op dertig minuten te zetten of tenminste niet meer dan veertig minuten. Kom direct tot die boodschap en maak de altaaroproep als ik... of wat ik ook ga doen, of roep de gebedsrij op; en neem niet meer zoveel tijd, omdat je de mensen uitput. Ik weet dat.
162 Maar kijk eens hier. Ik vermoed dat we dit jaar nog geen dozijn mensen hebben gehad die zijn opgestaan en weggelopen en soms houd ik ze hier gedurende twee of drie uren vast. Ziet u? Dat is juist. Want we maken deze banden die over de hele wereld gaan (zie?) en de mensen daarginds zitten er uren naar te luisteren en predikers, enzovoort, in Duitsland, Zwitserland, Afrika, Azië en overal, ziet u, luisteren daar naar.
163 Maar voor het heiligdom, voor de gemeente... Het is goed als je hier een band maakt en je hebt een twee uur durende band, zet er dan een boodschap van twee uur op, maar als je geen band maakt voor zoiets dergelijks, kort een boodschap dan in, kort een boodschap in. Ik vertel u waarom, je kunt iets gemakkelijk opvullen en gemakkelijk lang maken, maar je moet ervoor zorgen dat je er keurig tussen in blijft.
164 En nu, dikwijls ruïneren we onze diensten door te lang gerekte getuigenisdiensten, waarvan ik weet dat ik me daar schuldig aan maak. Vroeger hadden we buiten op straat diensten en dan liet je een oude broeder daar staan en hij stond daar... Je vroeg of hij een gebed wilde doen en dan zou hij voor de burgemeester van de stad bidden en voor de gouverneur van de staat en voor de president van de Unie en zo voor iedereen, en voor al de voorgangers in de buurt, weet u, iedereen bij naam; en voor zuster Jones die in het ziekenhuis lag, en dergelijke dingen. En de mensen die er bij stonden begonnen van de straatsamenkomst weg te lopen, liepen door. Ziet u? Hij putte ze gewoon uit. Wel, zoals...
165 Kijk, dit is het belangrijkste, uw gebed moet in het geheim gebeuren, uw echte lange gebed. Bid de gehele... Ga de binnenkamer in, sluit de deur. Daar kunt u de hele dag bidden, de hele avond, of twee uur; bid daar. Maar maak hier binnen, waar u de aandacht van de mensen hebt, uw gebed kort, snel. Besteed uw gehele dienst... En besteed de meeste tijd van uw dienst aan dat Woord. Dat is de belangrijkste zaak! Raak met dat Woord de kern zo hard als u kunt, krijg het Woord bij de mensen.
166 Nu is hier mijn voorstel. Onthoud nu dat ik heb beleden schuldig te zijn dat ik hierin voorop loop. Maar toen vertelde ik u waarom ik dit zo deed, omdat ik twee uur durende banden maak die overzee en overal naartoe gezonden worden, een boodschap, ziet u. Maar de gemeente zou dat niet als voorbeeld moeten nemen (de boodschap hier in de Tabernakel) en die twee uur durende banden nadoen die naar plaatsen gaan, overal naartoe.
167 Hier is wat uw regel... Laat mij u een voorbeeld geven. Zou dat in orde zijn, een voorstel? Ik zou zeggen dat de kerk de deuren open zet op een bepaalde tijd, laat de mensen binnenkomen, laat de liederen spelen. En laat iedereen binnenkomen om te aanbidden, niet om elkaar te bezoeken. En laat ze na afloop geen "visite afleggen", vertel hun om te vertrekken en naar buiten te gaan, niet om te gaan praten met elkaar. Als je wilt praten is er buiten ruimte genoeg. Maar dit is het heiligdom, laat dit rein blijven. Als de Geest van de Here hier handelt, laat hier dan de Geest van de Here blijven. Begrijpt u? Zo zal Hij blijven bewegen. Als u dat niet doet – let op mijn woorden – zal het fout aflopen; dat zal het zeker. Laten we ons er aan houden, het is onze plicht, daarom ben ik hier vanavond. Laten we acht geven op deze zaak, deze orders opvolgen.
168 Nu kijk, ik zou dit willen zeggen. Gewoonlijk – tenzij wij speciale... vertel hun dat je van plan bent een boodschap op de band op te nemen. Zie? Als broeder Neville hier een boodschap heeft, die hij wil laten uitgaan naar de mensen, via de band, of iets, zeg dan: "Welnu, aanstaande zondagavond zullen we een twee uur durende band opnemen" – drie uur durende band of wat dan ook. "We nemen een twee of drie uur durende band op," of wat het mag zijn, "aanstaande zondagavond." Dan weten de mensen er van af. Als zij zijn binnengekomen, zegt u: "We gaan vanavond een band opnemen. En ik heb hier een boodschap die één... Ik wil hem opnemen en verzenden. Ik voel me geleid om deze boodschap uit te laten gaan. Het zal worden opgenomen en kan twee uren duren", drie uren of wat het is; zeg dat.
169 Maar is het gewoon, doe dan zoals ik wanneer ik naar een plaats ga zoals bij de samenkomsten van de Zakenlieden, of daar buiten in mijn samenkomsten voor een gebedsrij; als ik daar zou staan en op een avond een drie uur durende boodschap zou geven voordat ik de genezingsdienst hield, waar denkt u dat dat mij in zou plaatsen? Wel, de volgende avond zou er nog maar de helft van de mensen zijn overgebleven van wat het was. Ziet u? Omdat zij dat niet kunnen opbrengen, ze moeten weer naar hun werk, en dergelijke.
170 Ik zou willen voorstellen dat normaal... Welnu, ik lette gisteravond op broeder Neville toen hij predikte. Ik weet dat wij allemaal... Dat was een verbazingwekkende boodschap. Ik heb hier notities in m'n jaszak, die ik van hem heb overgenomen, die ik in andere boodschappen van mijzelf kan gebruiken. Dat is waar. De weg ter ontkoming, ziet u, dat was een geweldige boodschap. Hebt u gezien hoe snel hij dat er doorheen had? Ongeveer in vijfendertig minuten, ziet u, had hij het duidelijk gemaakt. Zie? Nu, dat was fijn. En gewoonlijk zijn de boodschappen van broeder Neville op die manier. Kijk, dat is niet te lang. Ziet u? Maar wanneer je al dat langdradig gedoe hebt, voordat je daar aan toekomt, dood je je samenkomst. Begrijpt u?
171 En als u dat doet... Nu weet ik dit en kijk, ik zeg dit niet om oneerlijk te zijn met u beheerders of diakenen of herder, maar ik vertel u dit: zie toe op wat Waarheid is en dat moet het zijn. Welnu, u... Hoe doen we het, wel, iedereen van u is bereidwillig, ieder van u mannen is van goede wil. Als het niet zo was, zou ik zeggen: "Iedereen behalve broeder Zo-en-zo; hij is onwillig, we zullen allemaal voor hem bidden." Maar u bent bereidwillig en u bent verdraagzaam, vriendelijk en rustige typen mannen. Dat is fijn, maar ga er niet halfzacht mee om.
172 Jezus was ook bereidwillig, maar toen de tijd aanbrak om dingen te zeggen, klonk het: "Er staat geschreven dat Mijn Vaders huis is gemaakt tot een huis des gebeds en u maakt er een rovershol van." Hij wist wanneer Hij moest spreken en wanneer niet. Dat moeten wij doen. Nimmer was er een persoon zoals Jezus, Hij was God. En onthoud, Hij was zelfs... Over een diaken gesproken in de kerk, Hij nam het over! Hij vlocht een paar touwen samen en Hij wachtte niet om ze rustig naar buiten te laten lopen, Hij sloeg ze er uit (zie?), uit het huis van God. En Hij vervulde de rol van een diaken om aan u diakenen een voorbeeld te geven. Kijk, Hij was uw voorbeeld. "En nu, er staat geschreven: 'Het huis Mijns Vaders is gemaakt tot Huis des Gebeds.'" Onthoud nu dat Jezus daar een diaken was; u weet dat Jezus daar de rol van diaken op zich nam.
173 Toen hij de rol van herder op zich nam, wat zei Hij toen? "U blinde Farizeeërs, leiders der blinden!" Kijk, daar volvoerde Hij de rol van een herder.
174 En toen Hij hun vertelde wat er zou gaan gebeuren, volvoerde Hij de rol van een profeet. Ziet u?
175 En toen zij eisten dat er belasting moest worden betaald, nam Hij de rol van een beheerder op zich: "Petrus, ga heen en werp de vishaak in de rivier en de eerste vis die je ophaalt heeft een muntstuk in z'n bek. Ga ze betalen, betaal je uitstaande schulden. Geef de keizer wat des keizers is en Gode wat van God is."
176 Hij was zowel herder, profeet, beheerder als diaken. Dat was Hij beslist! Als u dus ziet wat Hij deed, laat dat dan uw voorbeeld zijn hier in het huis van deze Branham Tabernakel, we willen namelijk een huis zijn waarin Hij geëerd zal worden in alles, in iedere bediening, op iedere plaats, waar we niets van af zullen nemen. Er zal vriendelijkheid zijn en lieflijkheid en hulpvaardigheid, maar met plichtsbetrachting, iedere man staat op zijn post van plicht. Ziet u? Dat is de manier, dat is de manier waarop Hij het wil. Hij verslapte nimmer. Als de tijd aanbrak dat dingen bij name genoemd moesten worden, dan deed Hij dat. Als de tijd aanbrak om vriendelijkheid te tonen, dan toonde Hij vriendelijkheid. Hij was zacht, vriendelijk, vol begrip, maar ook ernstig en alles was stipt bij Hem en Hij deed dat om u als voorbeeld te dienen. Nu, de Heilige Geest gaf mij dat zojuist. Ik had hiervoor nog nooit bedacht dat Hij een diaken was, maar Hij was het. Ziet u? Hij handelde daar als een diaken.
177 Nu zou ik dit willen zeggen, stel dat uw diensten om half acht beginnen – als dat de tijd is – open uw kerk dan een half uur van te voren, om zeven uur. Laat de pianiste... zeg tegen de organiste... Betaalt u haar? Betaalt u de organiste? Wordt ze betaald, of de pianiste? Ze doet het vrijwillig. Vraag het haar met vriendelijkheid. Ook als ze er voor wil worden betaald, dat we haar er iets voor geven, vertel haar dat we haar een half uur voor de dienst willen hebben. En als ze zegt: "Wel, dat kan ik niet", of zoiets, een klacht, laat haar dan hierheen komen en neem een band op met wat lieflijke orgelmuziek. Ziet u? En zet dat aan. Ze hoeft hier niet iedere keer te zijn, u zet de band aan. Laat een van de diakenen, beheerders of wie er open doet, de zaalwachter, laat die hem aanzetten, de band, en laat die afspelen terwijl de mensen komen. Als de diakenen hier niet zijn of iemand anders, laat dan een beheerder of iemand hier zijn om dat te doen en laat hem gedurende een half uur afspelen.
178 Maar laat precies om half acht die klok luiden boven op het gebouw. Hebt u die klok daar nog steeds? Ja. In orde, laat uw klok luiden om half acht en dat betekent dat we niet meer door de kerk heen en weer lopen en handen schudden met de Jansens, en al dergelijke. Laat de zangleider klaar staan! Als er geen zangleider is, laat de diakenen ervoor zorgen dat er... of de... ervoor zorgen dat er iemand is die kan beginnen met het leiden van de liederen zodra de klok begint te luiden. "Sla op in uw zangboek nummer zoveel." Ziet u? Laat het precies om half acht beginnen.
179 In orde, dan volgt er een lied van de samenkomst en misschien nog een gezamenlijk lied en laat dan iemand – waar het zo mogelijk van te voren mee is afgesproken – voorgaan in gebed. Laat de voorganger... of, de voorganger wordt niet verondersteld daar te zijn, maar laat de zangleider dat doen. Ik geloof dat het broeder Capps is. Kijk, hij weet wat er gedaan moeten worden, laat hem iemand spreken... of laat hem zelf voorgaan in gebed. Laat de samenkomst opstaan voor gebed, ziet u, opstaan en laat iemand voorgaan in gebed. Maar als u niet oplet...
180 Welnu, we geloven dat iedereen naar Gods huis behoort te komen om te bidden, dat is de plaats voor gebed. Maar als u in dat heiligdom bent, benut dan uw tijd. Ziet u? Als u ze rondom het altaar roept, zult u ontdekken dat daar iemand zal staan gedurende vijftien, twintig minuten en dan is al uw tijd op.
181 Laat uw... Kijk, u bidt thuis. Jezus zei: "Wanneer u bidt, sta daar dan niet als de huichelaar en doe (misschien) een lang gebed en zeg dan dit, dat en nog wat, en al dergelijke dingen, om uzelf te tonen." Zie? Hij zei: "Als u bidt, ga dan de binnenkamer in, uw verborgen plaats, sluit de deur achter u, bid tot Uw Vader die in het verborgene ziet en Hij zal u in het openbaar vergelden." Nu, dat is de manier om in het verborgene te bidden, zo zei Hij dat het gedaan moet worden.
182 Maar wanneer u, iemand, bijvoorbeeld de zangleider – als ze binnen komen – zegt: "In orde..." Laat iemand na het eerste lied een gebed uitspreken, ongeacht wie het is, slechts een kort gebed. Ga niet opstaan om voor al de gouverneurs, enzovoort, en dergelijke, te bidden. Als er enige gebedsverzoeken zijn, laat dit worden bekend gemaakt, laat het vooraf gegeven worden, laat ze het geven. Schrijf het op, zeg: "Hier, vanavond zullen we tijdens het gebed denken aan zuster Zus-en-zo, broeder Zo-en-zo in het ziekenhuis. Die en die en die. Gedenk hen in uw gebeden als u bidt. Broeder Jones, wilt u ons voorgaan in gebed? Laten we opstaan." Ziet u? Laat het op de kansel neerleggen. Vertel het hun, laat ze er aan gewend raken dat: "Als u een gebedsverzoek hebt, leg het hierboven neer, hier." Ga niet zeggen: "Wie heeft er nu een verzoek, wilt u het kenbaar maken door..." Dan is het eerstvolgende dat iemand opstaat en zegt: "Glorie voor God! Weet u..." Zo begint het en het eerste wat u ontdekt is dat er soms een half uur voorbij is voordat ze gaan zitten. Ziet u?
183 Wij zijn verantwoordelijk voor deze kerk, niet voor andere; dit is onze verantwoordelijkheid ten opzichte van God. Voor deze bedieningen bent u verantwoordelijk voor God. Ziet u? De reden waarom ik hier vanavond aanwezig ben en u dit alles vertel is omdat dat mijn verantwoordelijkheid voor God is; het is uw verantwoordelijkheid dat uit te voeren. Ziet u?
184 Welnu, en als zoiets... laat iemand voorgaan in gebed, en wanneer zij dat doen is dat fijn, laat ze voorgaan in gebed en dan gaan zitten.
185 En wanneer er een speciaal lied is... Nu, ik zou dit niet willen zeggen, ik zou niet gaan... Als iemand een speciaal lied wil zingen, kondig dat af in de gemeente. Zeg tegen hen dat als er speciale liederen zijn, of wat de mensen ook willen zingen, zij, voordat de kerkdienst begint, de zangleider moeten opzoeken. En laat het... Zeg: "Wel, het spijt me broeder, ik zou het u beslist willen laten doen, maar ik heb voor vanavond al een speciaal lied. Misschien kan ik het, als u mij vertelt dat u hier op een bepaalde avond bent, voor u op mijn programma schrijven. Kijk, ik heb hier mijn programma al opgeschreven."
186 Laat broeder Capps of wie de zangdienst leidt... Heb een zangleider, wie het ook is. En laat ze daar niet staan en een heleboel zeggen alsof ze een prediker zijn, ziet u. Laat ze daar staan en de zangdienst leiden, dat is hun werk.
187 Het werk van de voorganger is prediken, zie, niet het leiden van de zangdienst. Hij hoeft het zingen niet te leiden, de zangleider leidt het zingen. Hij is verantwoordelijk en behoort fris onder de zalving van de Heilige Geest naar voren te komen, vanuit het kantoor daar of ergens, als het tijd is om te komen. Hij hoeft zelfs niet op het podium te zijn als dit bezig is. Laat hem ginds in het kantoor blijven of hier achteraan of waar het ook is en de intercom zal het bekend maken wanneer het tijd is. Als hij het laatste lied hoort... als er een speciaal lied is zoals een solo of een duet of zoiets als uw derde lied. Begrijpt u?
188 U zou twee gezamenlijke liederen moeten hebben, gebed, uw offer (als u dat gaat ophalen). En laat iedere man op zijn post staan. Zeg: "In orde, terwijl wij nu dit laatste lied zingen, willen de zaalwachters dan nu naar voren komen om het avondoffer op te halen?" Zie? En terwijl ze dat lied beëindigen, staan de zaalwachters gereed. Zeg: "In orde, we zullen nu overgaan tot gebed", en ze gaan over tot gebed. "We willen Die en Die hier gedenken in gebed", en lees dat voor op die manier, weet u, op die manier. "In orde, laat iedereen gaan staan. Broeder, wilt u ons voorgaan in gebed." Dan is het allemaal voorbij.
189 Terwijl ze dus dit tweede lied zingen, of wat u ook zingt, haal dan het offer op, als u van plan bent een offer op te halen. Laat het... Ik zou het na het eerste lied doen en dan het avondoffer ophalen, ga dan door met uw tweede lied en zo verder. Laat dan uw laatste lied hier... Laat dan bij het laatste lied de herder worden geroepen. En zodra dat laatste lied is gezongen, laat dan het orgel met het voorspel beginnen en uw voorganger komt naar voren. Kijk, alles is op orde, iedereen is rustig. Er hoeft niets meer te worden gezegd. Iedere diaken staat op zijn post. De voorganger staat er.
190 Hij komt naar voren, groet zijn gehoor, slaat zijn boek open en zegt: "Vanavond zullen we uit de Bijbel lezen." Ziet u, nadat hij alles op orde heeft: "We zullen uit de Bijbel lezen." En soms is het een goede zaak als u zegt: "Laten we uit respect voor Gods Woord opstaan terwijl wij het Woord lezen." Ga dan lezen: "Vanavond lees ik uit het boek der Psalmen", of wat het is. Of laat iemand anders lezen, de zangleider of een bevriende prediker, iemand die bij u is, laat hem het lezen, zoiets; maar het zou het beste zijn als u het zelf leest als u kunt. Lees het op die manier en neem daar dan uw tekst van. Ziet u? Dat is dan zoveel tijd, u hebt er ongeveer dertig minuten aan besteed en dan is het zo ongeveer acht uur.
191 En breng dat Woord naar voren van acht uur tot ongeveer kwart voor negen, ergens tussen de dertig en vijfenveertig minuten, precies zoals de Heilige Geest het aan u geeft (zie?), op die manier, plaats het precies daar op de manier zoals Hij zegt het te doen, onder de zalving.
192 Doe dan uw altaaroproep en zeg: "Is hier iemand in deze kerk die Christus als Redder zou willen aannemen? Wij vragen het aan u, nodigen u nu uit om naar het altaar te komen; ga op uw voeten staan."
193 En wanneer niemand opstaat, zegt u: "Is hier iemand kandidaat om gedoopt te worden, die zich reeds heeft bekeerd en in water gedoopt wil worden voor de vergeving van zonden? Als zij willen komen, wij bieden u nu de gelegenheid, wilt u komen terwijl het orgel nog speelt?"
194 Als er niemand komt, zeg dan: "Is hier iemand die zou... die de doop van de Heilige Geest nog niet heeft ontvangen en die dat vanavond wil, zou willen dat wij voor u bidden?" Wel, misschien komt er iemand naar voren, laat dan twee of drie personen hun de handen opleggen, bid voor hen. Stuur ze dan direct door naar een van de ruimtes, met iemand die mee gaat om ze uit te leggen hoe ze moeten volhouden tot de doop van de Heilige Geest komt. De samenkomst is daar helemaal niet bij.
195 Wanneer iemand komt die Christus wil aannemen en daar bij het altaar staat voor gebed, laat hen bidden. En als ze dat doen, zeg dan: "Buig nu uw hoofden, we zullen gaan bidden." En zeg: "Gelooft u?"
196 Mocht er enige zaak zijn die de samenkomst zou vasthouden, stuur ze dan door naar de gebedskamer en ga met ze mee naar binnen, of stuur iemand met ze mee. En laat de samenkomst gewoon verder gaan, op die manier; zo houdt u ze niet onnodig vast. Zie?
197 En dan, terwijl... voordat... Na een paar ogenblikken zegt u... Als er niemand komt, zeg dan: "Is er misschien iemand die vanavond met olie wil worden gezalfd voor ziekte? Wij bidden hier voor de zieken."
198 "Wel, ik zou u graag privé willen spreken, broeder Neville." "Wel, u kunt mij in het kantoor ontmoeten. Spreek met een van de diakenen, zij zullen het noteren, ziet u." "En ik heb iets wat ik aan u zou willen vertellen, broeder." "Wel, een van de diakenen hier zal u naar het kantoor brengen, en ik zal u direct na de dienst spreken."
199 "We zullen nu gaan staan om te eindigen." Kijk, u bent niet langer dan ongeveer een uur en drie kwartier aan de hele zaak bezig geweest. Ziet u? Kijk, na anderhalf uur is uw dienst voorbij. U hebt de kern geraakt, u hebt het er op aangestuurd, u hebt dat gedaan en iedereen is tevreden en gaat naar huis met een goed gevoel. Ziet u? Als u dat niet doet, dan, als u laat... Kijk, u bedoelt het wel goed, maar...
200 Weet u, ik sta hier ongeveer drieëndertig jaar op dit podium, drieëndertig jaar en over de hele wereld. In die tussentijd leer je natuurlijk wel iets. Als je dat niet doet, kun je er beter mee stoppen. Zodoende ontdekte ik dit. Als je alleen met Christenen bij elkaar komt, kun je de hele avond blijven als je dat zou willen. Maar je bent... Maar je bent niet zozeer met hen bezig, je probeert diegenen te bereiken die buiten zijn. Dat zijn degenen die je trekt, daarom moet je op hun niveau komen. Begrijpt u? En ga niet... Breng ze hier binnen en laat dan het Woord komen en dan kan er over niets worden geklaagd. Als ze u ergens over willen spreken, wel fijn, neem ze regelrecht mee naar het kantoor, maar houd de samenkomst niet vast.
201 Dan kan het zijn dat er mensen opstaan die zeggen: "Wel, ik vertel u, laten we een goede getuigenisdienst houden." Nu wil ik daar geen enkele kritiek op hebben, maar ik wil u alleen de waarheid vertellen. Ik wil u alleen de waarheid vertellen. Maar ik heb ontdekt dat getuigenisdiensten meer... soms doen ze meer kwaad dan goed. Kijk, dat doen ze werkelijk.
202 Nu, als iemand ten tijde van een opwekking een roodgloeiend getuigenis zou hebben, weet u, er is een opwekking aan de gang, weet u, een samenkomst, en er wordt iemand gered en die wil even wat zeggen, wel, prijs God, laat hem zijn hart uitstorten. En als hij... als hij dat wil doen, ten tijde van een opwekking, bijvoorbeeld: "Ik wil alleen zeggen: 'Dank de Here voor wat Hij voor mij heeft gedaan! Hij heeft me in de afgelopen week gered en mijn hart staat in brand met de glorie van God. Alle dank aan God'", en gaat weer zitten. Amen! Dat is fijn, ga zo door. Kijk, dat is in orde.
203 Maar als u zegt: "Nu, kom aan, wie is de volgende? Wie is de volgende? Laat ons een woord horen, laat ons een getuigenis horen." Nu, als u daar een aparte dienst voor hebt, daar een bepaalde avond voor hebt, dan zult u dat doen. "Vanavond... of volgende woensdagavond zal er in plaats van een gebedsdienst een getuigenisdienst zijn. We willen dat iedereen komt en het zal een getuigenisdienst zijn." En wanneer ze naar de getuigenisdienst zijn gekomen, lees dan het Woord, bid en zeg dan: "Welnu, we hebben aangekondigd dat dit een getuigenisavond is." Laat de mensen dus gedurende dat uur of drie kwartier of een half uur of zoiets, getuigen en ga dan zo door. Begrijpt u wat ik bedoel? En ik denk dat dit uw samenkomst zal helpen, het zal alles en iedereen helpen als u het op die manier doet.
204 Welnu, ik maak het laat, dus... Broeder, broeders, dit is naar mijn beste weten. Ik zie wat er op uw hart is en dit zijn naar mijn beste weten de vragen die u stelde. Nu, van nu af aan weet u het. En wanneer er ooit een vraag in uw gedachten komt, ga naar de band. Vraag dat... Luister naar de band. Of het nu voor diakenen, beheerders of wie dan ook is, laat de band afspelen. Laat de band daar voor de samenkomst afspelen als zij het willen horen, dat is in orde. En dat was naar mijn beste weten, naar de wil van God, voor deze Tabernakel hier aan de Eight and Penn Street, en dat is de wijze waarop ik u broeders heb opgedragen dit uit te voeren onder de leiding van de Heilige Geest, met alle vriendelijkheid en liefde, waarbij u als Christenen uw zachtmoedigheid aan de mensen toont. En Christenen betekent niet een baby die overal naartoe kan worden geduwd, maar dat betekent: "een man die vol liefde is, maar precies zo vol liefde voor God als voor de samenkomst." Ziet u wat ik bedoel?
205 Is er nog een vraag? De band hier is bijna afgelopen en er is iemand die ginds op me wacht. Hoe laat zou hij hier zijn? [Billy Paul antwoordt: "Op dit moment." – Vert] Op dit moment. Komt hij zelf hier heen? [Billy Paul antwoordt: "Ik ga hem ophalen." – Vert] In orde, dat is dan geregeld.
206 Welnu, ik weet dat we nu weggaan als verder niemand meer iets heeft. Als dat niet zo is, laten we dan eindigen. Ja. Ja, broeder Collins? [Broeder Collins zegt: "Het zou beter zijn als deze band werd afgezet." – Vert] In orde. [Leeg gedeelte op de band – Vert]
207 Wel, broeders, ik heb het op prijs gesteld hier vanavond bij u te zijn, bij broeder Neville en de diakenen en beheerders en het hoofd van de zondagsschool, ieder van u. Wij vertrouwen er op dat de Heer u nu zal helpen deze orders uit te voeren voor het Koninkrijk van God. De reden waarom ik dit heb gezegd is omdat ik denk dat u bent opgegroeid van kinderen tot volwassenen. Toen u een kind was, sprak u als een kind en verstond u als een kind. Maar nu bent u een man. Laten we daarom als volwassenen handelen in het huis van God, onszelf gedragen en onze bediening respecteren en elke bediening respecteren. Laten we iedere gave die de Here ons heeft gegeven op orde houden en God met onze gaven en onze bedieningen eren.
Laten we bidden:
208 Hemelse Vader, wij danken U vanavond voor deze vergadering van mannen die hier in de bedieningen zijn geplaatst om het werk van de Here uit te voeren, dat hier in Jeffersonville in deze kerk wordt uitgevoerd. God, moge Uw hand op hen zijn, wilt U hen helpen en hen zegenen. Mogen de samenkomst en de mensen begrijpen en weten dat dit ter bevordering van Gods Koninkrijk is, zodat wij mannen van begrip zullen worden die de Geest van God kennen en weten wat er gedaan moet worden. Sta het toe, Vader. Laat ons nu van hier gaan met Uw zegeningen en moge de Heilige Geest over ons waken en ons geleiden en ons beschermen. En mogen wij altijd getrouwvol op onze post van plicht bevonden worden. In Jezus Christus' Naam, bid ik. Amen.