Het licht aandoen
Door William Marrion Branham1 In orde. Is dit de... [Een broeder zegt: "Dit is uw microfoon." – Vert] Dit is de hoofdmicrofoon? Dank u, meneer. ["Dit is de live microfoon."] Jazeker. In orde. Ik zie dat men daar achteraan een kleine terugstoot kreeg en dus... Morgen, vrienden. Kunt u mij daar achteraan goed horen? [De samenkomst zegt: "Ja." – Vert] Dat stopte het. Dank u.
2 Ik ben zeker een bevoorrecht persoon deze morgen om hier naar dit podium te komen, nadat zulke indrukwekkende getuigenissen zijn gegeven, om te proberen gewoon een klein beetje toe te voegen aan wat zij gezegd hebben, om zegeningen tot ons te brengen zoals wij deze morgen genoten hebben. Nu, ik merkte op dat enkelen van hen zeer...
3 [Het versterkingssysteem stoot een geluid terug. Een broeder zegt: "Ik denk dat wij dit in het midden zullen moeten zetten, broeder Branham." – Vert] In orde, meneer. Is dat beter?
4 Met sommigen van de mannen hier, hoe zij gesproken hebben, en haast iedereen... Wel, iedereen hierboven had een echt helder, briljant getuigenis. Wat waardeer ik dat, dat fijne getuigenis voor de Here!
Nu, wij zullen het Woord benaderen.
5 En deze week heb ik mij in mijn hart voorgenomen de mensen niet deze twee of drie uren te houden om naar mij te zitten luisteren. Ik zeg u waarom ik dat doe, vrienden. Ik ben onopgeleid en ik kan slechts door inspiratie spreken. Nu, een man die een opleiding heeft, ook als hij geïnspireerd is, maar hij kan uitleggen waarover hij spreekt, door zijn opleiding; woorden kiezen die de mensen zullen laten weten waarover hij spreekt. Zonder opleiding moet ik natuursymbolen nemen en uitdrukken door de inspiratie die ik heb. En dat maakt het soms erg moeilijk voor de mensen om het echt te begrijpen. Wij zien dat ik er erg over in zat tot ik in de Bijbel vond dat God het op dezelfde manier deed, op dezelfde wijzen.
6 Wij merken op, net als Johannes de Doper, van wie wij geen enkel verslag van zijn opleiding hebben... En dan, toen hij de wildernis uitkwam, begon hij tot zijn samenkomst te spreken, de gemeente van die dag. En wij merken op hoe hij het uitdrukte. Hij zei: "Gij generatie van slangen." Ziet u, dat is waarmee hij vertrouwd was; de natuur en de wildernis. Met andere woorden iets dat glad en glibberig en verleidend is. Nu, een andere man zou misschien in staat geweest zijn een woord te brengen dat 'bedriegers' zou hebben uitgedrukt, of een ander woord dat hij had kunnen gebruiken om dat uit te drukken. Maar Johannes gebruikte het woord 'slang'. Ik denk dat iedereen begreep waarover hij sprak.
7 Dus hij zei toen: "Begin niet te denken om in uzelf te zeggen: 'Wij behoren hiertoe en wij behoren daartoe', omdat ik u zeg dat God in staat is uit deze rotsen hier...", ziet u, ziet u, niet een of ander groot iets. "God is in staat uit deze stenen..." Hij drukte het uit in natuurtermen.
8 En ook: "De bijl is gelegd aan de wortel van de boom." De een of andere goed opgeleide broeder, met diezelfde inspiratie zou misschien gezegd hebben: "Hij zal vernietigen." Hij zei: "De bijl is bij de wortel van de boom." Dat vernietigt het, hoe dan ook, ziet u. Hij wist dus dat het dat was. Hij had gewoon deze uitdrukkingen want hij had wellicht nooit enige scholing gehad.
Laten wij gewoon een ogenblik onze hoofden buigen.
9 Ik heb hier verzoeken om voorbede. Wel, dat is mijn bediening: bidden voor de zieken. Ik heb hier enige verzoeken, enkele erg buitengewone verzoeken. En ik weet dat er hier veel zijn. En als er iemand is deze morgen die gedacht zou willen worden? Wel, als u gewoon uw hand zult opsteken naar God en zeggen: "Ik..." Nu, houd gewoon uw verzoeken vast terwijl wij bidden.
10 Onze hemelse Vader, wij naderen nu Uw heiligheid door de Naam van Uw heilig Kind, de Here Jezus, om deze verzoeken te vragen van elk van de mensen die hun verzoeken uitgeschreven hebben zodat ik het hier in mijn hand heb. In het bijzonder de jonge, mooie dochter van deze broeder die in dat ongeluk verscheurd is. Ik bid voor dat kind, Heer. En ik bid voor al de andere verzoeken. En voor degenen die nu voor ons geheim zijn, alleen voor degenen die hun hand opstaken. Maar Gij zijt de oneindige God en U kent ieder motief en al onze verzoeken. Wij bidden dat U zult antwoorden. Omdat U het beloofd hebt, geloven wij het.
11 En wij vragen nu dat U deze weinige woorden zult nemen die wij zullen lezen en ze voor ons zult inspireren, Heer, terwijl wij op U wachten. Moge de Heilige Geest nader komen tot eenieder en ons de uitleg van het Woord openbaren. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
12 [Betreffende de microfoon zegt een broeder: "Broeder Branham, zouden wij een test kunnen uitvoeren en zien of het werkt?" – Vert] Jazeker, broeder, ga uw gang. Dat is in orde. Terwijl ik mij nu omkeer, heb ik een...
13 Vroeger kon ik mijn Schriftplaatsen en dergelijke herinneren, zonder een notitie te hebben, maar sinds ik de vijfentwintig gepasseerd ben, werkt dat niet zo goed. Ik moet het mij herinneren door het uit te schrijven. Nu, wij gaan...
14 Is dat beter? Kunt u dat beter horen? Nee. Achteraan schudt men het hoofd. Misschien... [Een broeder zegt: "U moet er precies voor staan." – Vert] Moet... ["Recht ervoor."] Juist. En hoe zou dit zo zijn, kunt u dat horen? Hoe is het ermee, is dat beter? Fijn. Dat is goed.
15 Nu, ik wens uw aandacht te vragen voor Jesaja 42:1-7 en ook voor Mattheüs 4:15-16.
Ziet, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht de heidenen voortbrengen.
Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten.
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen.
Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op de aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen op Zijn leer wachten.
Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en ze uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die het volk, dat daarop is, de adem geeft, en de geest aan hen, die daarop wandelen:
Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der heidenen.
Om te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten.
16 En nu in Mattheüs 4, te beginnen bij het twaalfde vers, lezen wij dit:
Toen nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij weergekeerd naar Galiléa.
En Názareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapérnaüm, gelegen aan de zee, in het gebied van Zebulon en Nafthali;
Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door Jesaja, de profeet, zeggende:
Het land Zebulon en het land Nafthali aan de weg der zee over de Jordaan, Galiléa der volken;
Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en hun, die zaten in het land en de schaduw des doods, hun is een licht opgegaan.
Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
17 De Here zegene Zijn Woord! Nu, mijn onderwerp deze morgen is: Doe het licht aan. En gewoon zo snel als ik kan, zodat u naar buiten kunt voor deze volgende afspraak nu, wat over ongeveer vijfenveertig minuten zal zijn.
18 U kent meneer McAnally. Ik denk dat hij aanwezig is. Ik zag zijn vrachtwagen buiten. Enige tijd geleden zaten wij klaar, een van mijn eerste tochten hier naar Arizona, om te gaan jagen. Wij zaten hier in de buurt van de 'Superstition Mountain' [de 'Bijgeloof Berg' – Vert]. Ik heb er gedurende een lange tijd over gehoord en heb vele van de legenden gehoord die over de 'Superstition' verteld werden. Ik herinner me dat ik ernaar keek, de eerste keer. Het was voor het aanbreken van de dag en een grote spookachtige schaduw hing ten oosten van mij, wat bekend stond als de 'Superstition' ['Bijgeloof']. Ik had gehoord over de Indianen, hoe zij er niet dichtbij wilden komen, hoe zij bevreesd waren, hoe de Spanjaarden hen mishandeld hadden in de vroegere dagen toen zij naar goud zochten. Zij beweerden dat er boze geesten in leefden. Dit alles wekte mijn nieuwsgierigheid op. Maar ik had aanvankelijk slechts een zaklantaarn om de 'Superstition' te zien.
19 En toen lette ik op tot na een poosje de majesteit van de zon op de duisternis begon te bewegen. En toen dat gebeurde, scheidde het de duisternis van het licht en drukte het de duisternis weg. Tenslotte kwam zij op tot haar hoogheid, over de top van de berg heen en het toonde 'Superstition', gewoon wat het was. Het lichtte op en toonde wat het was. En al de spoken en angsten die ik had vanwege de 'Superstition'...; toen de zon er in zijn kracht op scheen, vluchtte alles weg.
20 De zon is de koning van alle lichten van deze aarde, in de natuurlijke lichten. Ongeacht hoeveel kunstlicht wij kunnen hebben en hoeveel elektrische stralen wij kunnen produceren, wanneer die zon opgaat, vervaagt al het andere.
21 Dat is hetzelfde met het Woord van God. Wanneer het Woord van God opgaat, worden alle bijgelovigheden, denominationeel fanatisme en dergelijke uit elkaar gedreven en het toont gewoon precies wat het is. God zei in het begin: "Er zij licht." Het licht komt slechts, het ware licht, het Koningslicht, komt door het Woord van God. God scheidde het licht van de duisternis in het begin. En het Woord van God, gemanifesteerd, scheidt altijd het licht van de duisternis.
22 Mensen kunnen opstaan met dit, dat of wat anders; 'ismen' kunnen opstaan; communisme, fascisme en alle andere 'ismen' kunnen opstaan; bijgelovigheden, culten, wat het ook mogen zijn, kunnen oprijzen. Maar wanneer dat Koningslicht van de Bijbel opgaat, alle bijgeloof en dergelijke... Maar, ziet u, wij weten dat het daar is, maar tot het betuigd is... Als het Zijn licht bewijst, dan hebben wij geen recht om daartegen te argumenteren, omdat het al het andere licht dooft... Jezus zei: "Laat het Woord van elk mens een leugen zijn en het Mijne de Waarheid." Zijn Woord is superieur boven alle mensenwoorden, boven alles, wat dan ook. Zijn Woord is licht.
23 En wij weten dat het in het begin mistig moet zijn geweest en somber en donker, terwijl de wereld draaide en toen God dat wist, had Hij een behoefte aan licht. Nu, Zijn zaad was reeds in de aarde, omdat Hij het daar geplant had. Nu, Hij had licht nodig om dat zaad tevoorschijn te brengen, om dat zaad te doen leven, omdat het zaad daar reeds was.
24 Net zoals het in elk tijdperk is, heeft God ons voorzegd wat er in elk tijdperk zou gebeuren. Het enige wat Hij nodig heeft, is de manifestatie van het licht van God op die Schrift om het voor dat tijdperk te doen leven. Juist...?... En het zal het doen zolang het licht tot het Woord kan komen. Als het Woord ontkiemd is, zal het het doen leven als het een belofte voor die dag is.
25 U kunt misschien tarwe op één tijdstip planten of graan op een ander tijdstip. Het een komt trager op dan het andere, omdat het van het seizoen afhangt.
26 Gods Woord komt in het seizoen, de wet en de genade, enzovoort, zoals wij door de tijdperken heen zijn gegaan. En elke keer wordt het verlicht door de manifestatie van het licht, dat het leven dat in het zaad is, verspreidt.
27 Door het Woord van God schijnt de zon vandaag, omdat de echte zon waarin wij ons verheugen Gods gemanifesteerde Woord is. Dit echte zonlicht dat wij buiten zien, is niets anders dan Gods Woord, toen Hij zei: "Er zij licht."
28 En wat als Hij gezegd had: "Er zij licht" en er was geen licht? Dan was het God niet Die sprak. Wanneer God zegt: "Er zij", dan zal er zijn. En zo komen wij erachter dat de zon waarin wij ons nu verheugen, de manifestatie is van Gods Woord, gesproken in Genesis.
29 En wij beseffen dat Gods licht van de dag Zijn Zoon is. Het ene was z-o-n; deze is Z-o-o-n; Z-o-o-n is de Bijbel. Hij was... "In den beginne was het Woord, het Woord was met God en het Woord was God." Hebreeën 13:8. "Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig." Het is altijd het Woord van God. Het was Christus in Noach. Het was Christus in Mozes. Het was Christus in David die neerkeek, als een verworpen koning, op de stad; en achthonderd jaar later zat Christus daar en weende over een stad, een verworpen Koning zijnde, net als David. Het is altijd de Geest van Christus. En de volle manifestatie van Gods Woord werd bekend gemaakt door Jezus Christus, de Geest van God.
30 Geen leven kan komen zonder licht. Licht produceert; licht produceert leven. Er kan geen leven zijn zonder licht, natuurlijk of geestelijk. Het moet er zijn.
31 En alleen licht kan komen door het Woord van God. Gods Woord is het licht wanneer het gemanifesteerd is. Het is gewoon een zaad dat hier ligt zoals God al de zaden plantte.
32 Onze lichamen waren op de aarde voordat er... wel, wel, voor er hier enig licht, enig leven hier of iets was, de calcium, kalium, petroleum en kosmisch licht, wat dan ook, het was hier toen God de aarde schiep. Er was alleen Zijn gesproken Woord voor nodig om het in het bestaan te brengen, net zoals het dat met botanisch leven deed, of boomleven of wat voor soort leven er ook moet zijn.
33 Niets kan leven, natuurlijk of geestelijk, zonder Zijn licht, en Zijn Woord is licht en leven.
34 Maar wanneer Hij Zijn licht zendt en het aan de mensen bekendmaakt en het wordt dan geweigerd, hoe staat het daar dan mee? Dat is waar wij deze morgen over willen spreken: het afwijzen van dit licht door degenen tot wie het gezonden was; het te verwerpen net als toen. "Zie, Mijn Knecht in Wie Ik Mijn welbehagen heb." Hij is het licht voor de heidenen. Hij is het licht in de wereld. Hij was het licht van de wereld, maar Hij werd verworpen. Dat is het droevige deel.
35 En je komt die toestand elke keer tegen wanneer God Zijn licht manifesteert; de wereld zelf wijst dat licht af. Waarom? Het is precies in de Bijbel geschreven. Ieder tijdperk... God heeft een bepaalde hoeveelheid van Zijn Woord toebedeeld aan ieder tijdperk en Hij zendt altijd iemand om dat Woord te manifesteren.
36 Vierduizend jaar tevoren werd geprofeteerd dat Jezus zou komen, de Messias. En toen Hij kwam, manifesteerde Hij elke belofte van de Messias. Maar toch wisten de mensen van de wereld, de kerken, enzovoort, niets over Hem; dus omdat zij in iets anders terecht waren gekomen dat hen ervan weerhield dit te weten. Nu, wat als een mens gewoon...
37 Wij zullen het natuurlijke deel nemen. Wat als iemand die hier geboren is om in het licht van die zon te wandelen dat God voor hem geschapen heeft, direct zijn ogen sluit, dan de kelder inloopt, de deur sluit, de blinden laat zakken en gewoon weigert te erkennen dat de zon schijnt? Hij loochent de voorrechten ervan. Hij ontkent haar verwarmende stralen, haar leven gevende bron. Hij ontkent het licht dat zij verspreidt, waardoor hij kan zien waar hij gaat, waar hij vandaan komt. Hij loochent dat. Wat zou u zeggen tegen iemand die de rolluiken naar beneden laat of de kelder inloopt en al het licht buitensluit, overal, en gewoon eenvoudig weigert te erkennen dat de zon schijnt? Er is geestelijk iets verkeerd met die persoon. Iedereen weet dat. Een natuurlijk verstand zal u zeggen dat er iets verkeerd is met die persoon, dat hij... Er is iets met hem gebeurd. Hij verloor zijn verstand.
38 Wel, zo is het in de uren waarin wij leven, als een mens zich bedekt met een soort excuus, om werkelijk het Evangelie-licht te erkennen als het voort schijnt zoals het vandaag is. Wanneer een mens zich er vrijwillig van afwendt, ergens in gaat, het gordijn naar beneden trekt en zegt: "Ik geloof het niet", dan is er iets verkeerd met die persoon. Er is gewoon geen manier om eromheen te komen. Er is iets verkeerd. Er is iets gebeurd met hem. En wij komen erachter dat er vandaag zoveel daarvan is.
39 Nu, Jezus was al de getuigenissen van de geïnspireerde profeten. En heel hun profetie werd tot licht gebracht in Zijn tijdperk, wat geprofeteerd was voor Zijn tijdperk. Hij stak elke Woord-kandelaar aan die er in de Bijbel was, die van Hem geprofeteerd was. "Een maagd zal zwanger worden." Zij werd het. In orde. "Zijn Naam zal genoemd worden: Raadsman, Vredevorst, Sterke God, Eeuwigdurende Vader." Hij was het. "En de ogen van de blinden zullen zien." Zij zagen. Alles wat van Hem geprofeteerd was, gebeurde toen Hij op aarde kwam.
40 En waarom konden de mensen niet zien dat dat... Het lijkt vreemd voor ons nu, omdat wij achteruit kijken door een achteruitkijkspiegel. Maar hebt u ooit geweten dat als u op die wijze achteruit blijft kijken, u zult verongelukken? Laten wij kijken naar wat voor ons ligt.
41 Dat is wat zij deden. De reden waarom zij dat deden, is dat zij leefden in de schittering van een ander licht. Zij leefden in de schittering van het licht van een andere dag.
42 En dat is wat ik geloof dat er aan de hand is met de wereld vandaag, vrienden; het is omdat wij proberen te leven in de schittering van een licht dat in een andere dag scheen. Een schittering is een vals licht.
43 Net zoals een luchtspiegeling op de weg. Wij gaan de weg af en zien een luchtspiegeling. Het is een verkeerde voorstelling van de zon. En wanneer u daar komt, heeft het niets anders voortgebracht dan iets vals. Omdat u niet in de schittering van de zon kunt wandelen, omdat het een luchtspiegeling is, die u altijd iets toont wat niets is.
44 En wanneer mensen u proberen te vertellen dat Jezus Christus niet Dezelfde is gisteren, vandaag en voor altijd, leiden zij u in een luchtspiegeling. Dat is alles. En wanneer u in een kerk komt en tot een kerk toetreedt, een koude geloofsbelijdenis of zoiets, is er daar niets, niet meer dan wat u in de wereld had.
45 Laat mij het u vertellen. Weiger het licht van het Evangelie van Jezus Christus niet, dat de verwarmende stralen van de Heilige Geest op u brengt, u tot een nieuwe schepping in Christus Jezus maakt. Probeer niet te wandelen in een of andere glans van een ander tijdperk. Nu, die glans mag in orde zijn geweest in het andere tijdperk, het kan voor hen juist zijn geweest.
46 Het werd zo bewezen in de dag van onze Here Jezus. Hij was het schriftuurlijke licht van die dag. Hij was het licht. Hij was het licht niet tot Hij op aarde kwam om het beloofde Woord te betuigen. U weet dat Hij daar zei: "Johannes was een helder en schijnend licht en u hield ervan in zijn licht te wandelen voor een tijd."
47 Zeker, omdat Johannes was geprofeteerd door Jesaja zevenhonderdtwaalf jaar voor zijn geboorte; als "een stem van één die zou roepen in de woestijn". En dan ook Maleachi, de laatste profeet, vierhonderd jaar voor zijn komst. In het derde hoofdstuk van Maleachi staat: "Zie, Ik zend Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht om de weg te bereiden."
48 Hier was Johannes op aarde, die dat geschreven Woord levend maakte. Hij was de stem van één die riep in de woestijn en hij bereidde ook de weg voor de Messias. En Jezus zei: "U hield ervan in zijn licht te wandelen, omdat hij dat licht was, dat helder stralende licht."
49 En Johannes zei: "Nu moet ik minder worden, mijn licht moet uitgaan, omdat", waarom? "ik mijn tijd, die van mij geprofeteerd werd, heb uitgediend. Hoor Hem! Hij is het. Volg Hem." Het leefde in die dag, het bewees dit.
50 Nu, de Joden dachten dat zij in het ware licht aanbaden. Zij dachten dat zij aanbaden; deze zelfde God Die zij afwezen. Degene Die zij dachten te aanbidden, kruisigden zij. Zij maakten gekheid over diezelfde God en maakten Hem tot een voorwerp van bespotting voor de mensen, die God Die zij dachten te aanbidden.
51 Moge ik dit zeggen met eerbied en respect, maar om licht te brengen, omdat, zoals onze broeder een poosje geleden zei, wij later leven dan u denkt. Een dezer dagen zal er iets gebeuren, het zal dan te laat zijn. De mensen zullen het merkteken van het beest aannemen, zonder zelfs te weten wat zij doen. "Blinden leiden de blinden, zij vallen allen in de gracht", zei Jezus. En wij leven later dan wij denken. Veel oprechte mensen volgen dat, zelfs niet wetend wat zij doen.
52 Maar het uur is nu nabij waarin het licht schijnt, het Evangelie-licht, in de kracht van de opstanding van Jezus Christus, dat manifesteert dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor altijd. Hij bedeelde dat toe aan deze dag. De dingen die Hij beloofde voor deze dag moeten in deze dag gebeuren. Als de kerk het niet zal accepteren dan is God in staat uit deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken. Hij zal Zijn Boodschap erdoor halen, omdat Hij het altijd heeft gedaan. Hij zal het altijd doen.
53 Mensen denken dat zij in het licht wandelen, de tradities van de vaderen, en weldra wandelen zij in een schittering van een licht, niet hetzelfde licht; dat licht dat zij beweren te aanbidden, hebben zij afgewezen.
54 Zijn werken betuigden volkomen Wie Hij was. Jezus zei Zelf: "Onderzoek de Schriften, want daarin denkt u eeuwig leven te hebben en die zijn het die van Mij getuigen. Wie kan Mij vanwege zonde veroordelen? Wie kan bewijzen dat Ik iets zei of enige bewering heb gedaan die de hemelse Vader niet door Mij betuigd heeft?" Heeft u bewezen dat Hij het licht van het uur was, omdat het allemaal geprofeteerd was dat deze Messias op deze wijze zou zijn en hier tot leven bloeide, maar hun tradities hadden hen afgescheiden van het werkelijke licht van het Woord.
55 Farizeeën, Sadduceeën, Herodianen en wat het ook mocht zijn, hadden de wereld er zo ingebracht, zoals men het in alle tijdperken deed, dat men het werkelijke licht niet kon zien. Het doofde hun ogen. Men was gewend in de schitterglans te wandelen. "De volgende dag zal het dit zijn en morgen zal het dat zijn. Wij zullen tot dit toetreden en het zal dat zijn. Wij zullen tot dat toetreden." Wij komen erachter dat het een valse luchtspiegeling is.
56 Jezus Christus is in deze tijd even werkelijk voor het menselijk hart als ooit. Zijn kracht en Zijn levende tegenwoordigheid zijn gewoon even werkelijk vandaag als ooit. "Zie, een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien. 'Kosmos', de orde van de wereld, zal Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld. De werken die Ik doe zult gij ook doen, zelfs grotere dan deze zult gij doen, want Ik ga tot Mijn Vader."
57 Die grote belofte is vandaag. De wereld is zo blind als men maar zijn kan, maar er is een "gij die Mij zult zien" en dat is wat wij vandaag proberen te krijgen. Wat het volle Evangelie bedoelt, is Jezus Christus uit te drukken in de kracht van Zijn opstanding en al de volheid van Zijn beloften, dat de Heilige Geest deze dingen manifesteert en in orde maakt, die God heeft beloofd, en Hij zal het doen. Jazeker.
58 Hij was volkomen betuigd door het Woord en de werken die Hij deed, maar niemand van hen wilde het geloven. Bewees dat Zijn licht het Woord was! Het Woord zei het: "Onderzoek de Schriften."
59 Maar hun tradities waarin zij leefden, een glans van een ander tijdperk! Ze zeiden: "Wij geloven Mozes; Mozes, die wij geloven. Wij weten niet waar U vandaan komt. Waar kreeg U Uw opleiding? Hoe kunt U bewijzen dat U Dit bent?"
60 Zijn werken getuigden Wie Hij was, als zij slechts de Bijbel zouden hebben gelezen. Zij lazen hem, maar zij konden het niet zien. "Mijn werken identificeren Mij."
61 Een mens wordt gekend door zijn geloofsbrieven, de geloofsbrieven van het Woord van God, indien hij gezonden is door het Woord van God en met het Woord van God. Hetzelfde in ieder tijdperk! Zo is het altijd geweest.
62 Wij kunnen niet leven door het licht van gisteren. Het licht van gisteren is geschiedenis. Wij weten er niets over. U kunt niet warm worden door de zon die gisteren scheen. Dat is er aan de hand met de kinderen vandaag. Dat is er aan de hand met de mensen; zij proberen te leven door wat gisteren gebeurde. U kunt u niet warmen aan een geschilderd vuur. Zeker niet, het heeft geen hitte in zich. De zon van gisteren heeft geen hitte in zich.
63 Het zonlicht wordt naar de aarde gezonden, in het natuurlijke, om het graan te laten rijpen voor de komende oogst. Elke dag brengt een nieuwe zon voort. De zon die vandaag schijnt, brengt de tarwe omhoog in Canada; dezelfde zon, wel, als hij niet... als er niet meer zon dan dat zou zijn deze komende juli of augustus, zou hij nooit het graan kunnen laten rijpen. Hij moet sterker en krachtiger zijn; elke dag groeit hij en wordt hij voller om het graan voort te brengen.
64 Nu, het graan zelf, als het rijp begint te worden, en als het graan voortkomt; als het bij het graan blijft, bouwt het alleen het graan op. Elke dag, het kaf eromheen... Het deel calcium en wat er ook ingaat, vormt zich regelrecht in het graan als de zon sterker wordt.
65 Maar neem de zon die in augustus schijnt en laat die vandaag op de tarwe schijnen, hij zou het doden. Zeker, u kunt dat niet doen. Hij moet komen in zijn seizoen. Zo moeten Gods tarwe en graan gewoon rijpen in het seizoen, het seizoen waar Hij in is. Maar hoe zou een zon... Wel, tarwe zou sterven, de vruchten zouden sterven door de zon die vandaag leeft, die vandaag schijnt, liever. Zijn komende oogst rijpt. Het graan zou rijp worden met het licht.
66 Maar het punt vandaag is dat het gemeentegraan niet wil rijpen. Het wil blijven zoals het vroeger was in de tijd van Moody, Sankey, Finney, Knox, Calvijn. Zij waren in orde; zij waren het licht van het uur.
67 Maar dit is een ander uur. Dit is een andere dag. Dit is de vooruitgang van het Evangelie. Het komt tot zijn volwassenheid. Wij kunnen dus niet leven in wat Luther zei, wat Wesley zei of sommige anderen. Wij leven in het licht dat voor deze dag voorspeld is. Wij zijn in het zevende gemeentetijdperk, niet het derde of vierde gemeentetijdperk. Het graan zou in staat moeten zijn het te ontvangen. Als het dat niet doet, valt het af en heeft het er geen betekenis meer voor. Het graan wordt gerijpt met het licht als het voortgaat met het licht.
68 Zo zou de gemeente dus het brood van ieder tijdperk moeten voortbrengen, omdat Jezus beval dat "de mens zal leven door ieder Woord dat de mond van God uitgaat".
69 Het brood dat wij nodig hebben is in de Bijbel. Het is de volledige openbaring van Gods plan. Het is de complete openbaring van Jezus Christus. Wij voegen er niets aan toe of nemen er niets van af; al wie dat doet, zijn naam zal uit het boek des levens genomen worden. Wij hebben geen geloofsbelijdenissen nodig om hieraan toe te voegen. Het is geschreven gewoon op de wijze waarop het verondersteld wordt te zijn. Wij voegen er niets aan toe, nemen er niets van af, prediken het gewoon op de wijze waarop het is, en God is, zal het manifesteren. Elke belofte die Hij beloofde, zal Hij gewoon evenzeer manifesteren. Wij worden niet verondersteld ervan af te nemen of eraan toe te voegen. Laat het gewoon op de wijze waarop het is.
70 Maar, ziet u, vandaag vinden wij de mensen zo'n beetje zoals het was in die dag daar; zij proberen opnieuw te leven in een schijnsel. De gemeente zou moeten rijpen zoals de tarwe rijpt, want "de mens zal niet leven door brood alleen, maar door ieder Woord van God, het Brood des levens". Niet slechts een deel van de woorden; ieder Woord van God, ieder tijdperk! Blijf gewoon niet heel de tijd bonen en aardappelen eten. Er zijn andere dingen die ermee samengaan, terwijl wij voortgaan in het volledige verloop van Gods grote diner dat voor Zijn volk is gezet, de kracht van de Heilige Geest, de verheuging erover, van de kracht en de Geest die gegeven zijn. "De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Omdat Ik leef, leeft gij ook." De beloften die Jezus deed aan Zijn gemeente, en toch vinden wij vandaag mensen die proberen om helemaal terug te gaan in een ander tijdperk dat voorbij is.
71 Luthers tijdperk, het was een groot tijdperk. Hij zag de dwaling van de Katholieke kerk, zag de communie. Die jonge priester zag dat dat verkeerd was; het was niet het letterlijke lichaam van Christus, het was een stuk brood dat zij gezegend hadden. En hij zag dat de wijn niet het letterlijke bloed was, maar dat het het bloed vertegenwoordigde. Hij protesteerde dus tegen de zaak, omdat het toen het uur ervoor was. En ongeacht hoeveel priesters zij hadden en wat zij nog meer hadden, God kreeg een houvast op een man die het licht kon doen schijnen. Hij aanvaardde "rechtvaardiging door geloof" en hij deed het licht van het Lutheraanse tijdperk schijnen. Nadat dat langskwam, leefde dat zijn tijd uit.
72 Er kwam een andere tijd, waarin de gemeente weg moest komen van haar zonden en geheiligd worden. John Wesley verscheen, een kleine Anglicaanse man van daar in Engeland, die tot de Anglicaanse gemeente behoorde, maar hij zag het licht op het Evangelie. Het was het uur voor dat Filadelfia tijdperk om tevoorschijn te komen. En toen hij het deed, predikte hij het tweede werk van genade, heiliging door het bloed van Jezus Christus. Er was niets dat in het licht ervan kon standhouden. Hij werd, net als Luther, beschouwd als een fanaticus, maar hij protesteerde tegen heel de rest en liet het licht voort schijnen, omdat het het licht van het uur was. God vond een man, John Wesley, die het licht kon aandoen.
Hij vond... en ook een Luther, die het licht voor dat tijdperk aandeed.
73 Daarna komen de Pinksterbroeders. Zij komen terug in hun tijdperk van het herstel van de gaven, het terug herstellen van de gaven van spreken in tongen, de gaven van genezing en zo, voor de gemeente. Nu, zij deden gewoon precies wat de Schrift zei dat zij zouden doen en toen zij het deden, manifesteerden zij het. Dat is precies juist.
74 Maar besefte u dat wij daar vandaan verder getrokken zijn? Wij zijn in de bruidtijd, de tijd van het selecteren, de tijd van de bruid die was aangekondigd. "Al wat de kruidworm heeft overgelaten," zegt Joël 2:28, "al wat de kruidworm heeft overgelaten, heeft de rups afgevreten; en al wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgevreten." [Joël 1:4 – Vert]
75 Elk van die organisaties, als u de zeven zegels van de Bijbel hebt gelezen, elk van die hervormers ging uit en predikte het Woord, maar liet iets weg. Wat deden zij dan nadat de hervormers voorbij waren en het licht minder begon te worden? In plaats van door te wandelen in verder licht, organiseerden zij het. En toen zij het organiseerden: "Wij geloven dit licht. Dit is het licht. Dit is het!" Wat deden zij? Wesley kwam regelrecht op en bewoog van hen weg.
76 Wat deed Wesley? Na hem werd het georganiseerd. Na hem en zijn broer, John en Charles, en Asbury kwam en anderen en na hun dagen organiseerde men wat men de Methodistenkerk noemt. Wat deden zij? Zij weigerden verder licht. Zij zeiden gewoon: "Dit is het licht. Dit is het."
77 Toen kwamen de Pinkstermensen en maakten hun duidelijk dat God nog steeds de doop van de Heilige Geest neer zendt. Hij brengt nog steeds Zijn kracht van genezing neer, wat zij geloochend hebben. Wat deden zij? Wandelden gewoon weg van hen, omdat het een ander licht was.
78 Wat is het nu? Wij hebben nu ruim zestig jaar gehad; de Pinkstermensen hebben zich georganiseerd. "Wij zijn dit, wij zijn dat" en God is er regelrecht van weggewandeld, ver ervandaan, en brengt een bruid tevoorschijn, een uitverkorene, buiten die groep. Wel, er zal nooit een ander gemeentetijdperk zijn. Het Filadelfia gemeentetijdperk was Wesley. En het Laodicéa gemeentetijdperk is de Pinksterorganisatie, die geheel regelrecht het merkteken van het beest ingaat. Dat is de Bijbel, zoals deze broeder enkele ogenblikken geleden zei. Dat is waar. Juist. Zij zijn het, al die organisaties, omdat zij weigerden in verder licht te wandelen. Zij organiseren zich en zeggen: "Wij geloven dit." Wanneer God iets doet, controleer het met de Schrift.
79 De Farizeeën zeiden: "Wij hebben het." De Sadduceeën zeiden: "Wij hebben het." Maar God had het! God heeft de sleutel omgedraaid en het licht getoond. Het werd afgewezen zoals het altijd is geweest.
80 De Katholieke kerk verwierp Luther. Wesley verwierp Luther. En zo verwierpen de Pinkstermensen Wesley.
81 En de Heilige Geest verwerpt vandaag de Pinkstermensen. U wordt gewoon even formeel en koud als de rest. Iedereen kan dat zien. Ik heb u lief. U bent het dichtst bij de Bijbel, naar mijn weten. Dat is waarom ik bij u ben. Maar luister, open uw ogen en zie de dag waarin wij leven! Het is tijd dat de sleutel opnieuw wordt omgedraaid en dat er een licht voortkomt om een boom eruit te nemen. De Bijbel zegt in Maleachi 4 dat Hij iemand zou uitzenden om het oorspronkelijke geloof opnieuw te herstellen dat bij de mensen was. Hij beloofde het. Hij heeft het altijd gedaan. Hij zond Zijn Woord en de profeten kwamen, omdat het Woord tot de profeten kwam en zij hadden het Woord en deden het leven.
82 De organisaties en systemen van de tijd wezen hen af, in elk tijdperk, dat zullen zij vandaag ook doen. God is vandaag net zo bekwaam, om nu een mens op te wekken, als toen. Hij wekte nooit een organisatie op. Vraag het aan welke historicus ook, kijk door de geschiedenis; wanneer een organisatie zich organiseerde, stierf zij daar en stond nooit weer op. God spreekt tot individuen. Juist.
83 En God beloofde het opnieuw te doen in de laatste dagen en dat zal Hij doen. Wat God heeft beloofd, dat zal Hij doen, om een licht aan te doen dat de beloofde Schrift van vandaag kan betuigen. Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn in het komen van de Zoon des mensen." U toont... U ziet wat zij doen. Kijk naar Jehova, wat Hij heeft gedaan, onze Vader heeft alles in positie gezet.
84 Daar heb je Lot, daar beneden in de wereld, daarginds in Sodom, met al de zonde, lauwwarm. Er is daar ook een boodschapper, die tot hem predikt.
85 Daar is Abrahams groep, de uitverkorene, eruit getrokken, degene met de belofte, die waarlijk wachtte op de zoon. Lot keek ook naar een zoon uit, maar niet in de vorm zoals Abraham naar hem uitkeek. Wat gebeurde er? Net voor het gebeurde, kwam God neer en manifesteerde Zich in het vlees en verklaarde dat Hij het Woord was, want "het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard en een onderscheider van de gedachten die in het hart zijn." Jezus zei: "Zo zal het opnieuw zijn, bij de komst van de Zoon des mensen." Deze beloften zijn Goddelijk; zij werden uitgesproken door de lippen van Jezus Christus. Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar zij zullen nooit falen. God is nog steeds in staat om uit de stenen kinderen voor Abraham op te wekken. O ja!
86 Wij zijn op onze reis, zo ongeveer als Israël. Israël, op hun reis, moest elke dag nieuw manna krijgen, want er viel nieuw manna. Wij worden verondersteld niet te leven in het licht van Luther, te leven in het licht van Wesley of te leven in het leven van Pinksteren. Wij zijn in een ander tijdperk, nieuw manna.
87 Wat gebeurde er als zij probeerden dat manna over te houden? Het bedierf. Het zou hen doden. Dat is de reden dat wij zoveel geestelijk dode, zogenaamde Christenen hebben. Zij eten een glans van een andere dag. Zij eten manna dat reeds bedorven is. Net zoals het omhulsel op de tarwe; als het niet in de tarwe gaat, gaat het van de tarwe weg. En wanneer licht wordt afgewezen, kan er maar één ding gebeuren; een terugkeren tot duisternis. Elk deel van de nacht dat zou weigeren het licht te zien, gaat terug in de duisternis. Zo geschiedt het in het Evangelie. In elk tijdperk is het bewezen dat het zo is. Wij leven in die tijd.
88 Het manna van gisteren is bedorven. Ik hoor mensen zeggen: "Veertig jaar geleden, deed ik zo-en-zo." Dat is juist, maar hoe staat het ermee vandaag? Staat de kerk vandaag nog in vuur en vlam? Wij spreken over gisteren; wat met de gemeente vandaag? Hoe staat het met u als een individu vandaag? Want dat wat voor gisteren was, zal voor vandaag niet volstaan. Het was gisteren in orde.
89 Luthers boodschap was het licht van het uur, net als de boodschap van Johannes, maar een groter licht rees op. Zo was Luther een groot licht en wij hebben ons een tijd in hem verheugd, maar er kwam een ander licht dat het zijne afsloot. Het had zich ermee moeten mengen en moeten voortgaan tot het perfecte brood, voortgaan tot het perfecte manna van God. Maar wat deed men? Men organiseerde zich. De mens was erin gekomen. In plaats van God Die het leidde, kwamen de mens en zijn systemen erin, en verduisterden het.
90 O, deze bruidboom vandaag is gesnoeid. Elke rank die geen vrucht voortbrengt, wordt gesnoeid. Jezus zei het in Johannes 15. Wat er nu is gebeurd, is dat wij zien dat zij afgesneden zijn, weggesnoeid.
91 Bedenk dat het echte hart van de boom precies in het centrum van de boom is. De vrucht zal altijd rijpen. De laatste plaats waar een boom ooit vrucht zal dragen, is precies in de top ervan, omdat het de versheid is die komt van het centrum van het leven dat in het zaad is.
92 Het is een bruidboom. Jezus was de Bruid, Hij was een Boom. Men velde Hem neer. Hij was de Boom des levens Die in de hof van Eden was. Men velde Hem neer en hing Hem aan een Romeinse boom, om gekheid over Hem te maken. En wat deed Hij? God wekte Hem ten derden dage op, uit de doden. En vandaag is er een bruidboom. Zij startte daarginds in het begin, helemaal terug op de dag van Pinksteren.
93 Luister, u mensen die tot een kerk behoort! De gemeente startte nooit in Nicéa, Rome. Zij startte in Jeruzalem; op de dag van Pinksteren begon de gemeente. Wat deed men toen? Men bleef zich gewoon organiseren en God bleef de ranken afsnijden. Toen organiseerde men de Lutheranen; de ranken werden afgesneden. Wesley; de ranken werden afgesneden. Pinksteren; de ranken werden afgesneden. Tot het gekomen is...
94 Maar God zal een bruidboom hebben! "Al wat de kever at en de kruidworm at, zal Ik herstellen", zegt de Here. Maleachi 4 zegt ons dat wij zullen worden teruggebracht tot het oorspronkelijke geloof zoals het was op de Pinksterdag, "het geloof der vaderen". Wij geloven dat het zal komen. Ik geloof dat het er nu tijd voor is. De takken zijn dor en opgedroogd, en zij zullen ze van de boom afnemen zodat de vrucht zichzelf regelrecht kan dragen in de top van de boom. O my!
95 Al deze lichten zijn in orde. De gemeente vandaag is dat licht plus wat zij vandaag heeft ontvangen. Het is om de oogst te beëindigen. Als wij erachter komen dat de boom zelf of... De tarwe moet rijp worden met het licht, zichzelf ontwikkelend van een halm tot een graan en van een graan verder. Het wordt rijp door het licht. Licht van andere tijdperken legt alleen getuigenis af van dit tijdperk. Het licht van Luther legde getuigenis af van het licht van Wesley. Wesley droeg het licht van Pinksteren. Het is hetzelfde licht, alleen verder gerijpt door het licht. Als de mensen dat slechts konden zien!
96 Enige tijd geleden las ik een klein artikel waarin de koningin van Engeland (niet deze koningin, de andere koningin), een papierfabriek ging bezoeken die zulk fijn papier had gemaakt. En toen zij geïnterviewd was door de president van de fabriek, leidde hij haar erdoorheen. Zij wilde zien hoe dat fijne papier werd gemaakt. Hij nam haar mee en toonde haar al de grote persen en dingen. En in die dagen maakte men papier uit vodden. Wij herinneren ons dat goed. Hij ging dus in een zaal en opende de deur en daar was niets dan een hoop vodden. De koningin zei met verbazing: "Wat zijn deze vuile dingen?"
97 De man, die president van de fabriek, zei: "Dat was gisteren kleding. Ziet u, het is vuil geworden. Wij werpen het niet weg, maar het is het papier van morgen."
Ze zei: "Ik begrijp dit niet."
Hij zei: "U zult het morgen begrijpen."
98 Dus, toen men deze vodden door de pers heen liet lopen, door een bepaald proces van reiniging heen en een bepaald iets waar het doorheen moest gaan, een proces; toen het eruit kwam, waren het prachtige bladen papier. De president dacht dat hij de koningin iets zou tonen dat zij nog nooit had geweten. Hij zette haar profiel erop en drukte het in dit prachtige papier. Toen de koningin het ontving, zag zij haar eigen profiel in wat gisteren vuile vodden waren, omdat het door een bepaald proces was gegaan.
99 O, als Luther, Wesley en zij allen dat konden zien, dat het spul van gisteren slechts gebruikt kan worden als het door een proces gaat! Wanneer de Heilige Geest het licht openbaart, van rechtvaardiging tot heiliging, tot de doop met de Heilige Geest, en nu het laatste uur van de komst van Christus; het heeft het profiel in zich, niet van de koningin, maar van de Koning des hemels Die Zichzelf vertegenwoordigt. Zoals de gemeente dichterbij is gekomen, in de minderheid, zoals de bediening dezelfde soort bediening moet zijn als die Hij had.
100 Degenen die stierven in Luthers tijdperk, beneden aan de bodem van de piramide; niet als een piramideleer, maar gewoon als een voorbeeld.
101 Die piramide is zo perfect. Als iemand van u daar is geweest, u kunt er nauwelijks een scheermesje tussen steken. Voor zover wij weten, had men er geen mortel in. Zo groot was de architectuur ervan! Nu, men verloor de hoofdsteen. Men weet niet waar die is. Nu, wanneer die hoofdsteen terugkeert, zal het gewoon als de rest ervan zijn; het zal precies passen in de steen die open gelaten is. Als u de hoofdsteen erop zou zetten, zou het op die wijze moeten zijn.
102 En wanneer Jezus terugkeert, zal Hij een gemeente vinden die gewassen is, zonder vlek of rimpel, en het zal dezelfde bediening zijn als die Hij had. Het zal de Hoofdsteen terugbrengen.
103 Zoals mijn hand hier, in een schaduw. Het is een schaduw, hij wordt alleen donkerder als mijn hand meer... Het is een negatief hier, een positief hier. Als een negatief en een positief... Het wordt dichter, donkerder, donkerder, donkerder en tenslotte klapt het samen en negatief en positief worden één.
104 Dat is wanneer gemeente en Christus zich samen verenigen, als bruid, en dezelfde Geest Die in Hem was op haar zal zijn; wanneer die gemeente komt van rechtvaardiging, heiliging, doop met de Heilige Geest, tot in de laatste dagen, waar zij nu fijngeslepen wordt voor de komst des Heren.
105 O, wees niet het ruwe deel ervan, Pinksterbroeder. Weerschijn het Woord en geloof elk deeltje ervan. Dwaal niet af naar deze 'ismen' en dergelijke zoals wij vandaag zien gebeuren. Wees er niet verbaasd over, want de Hoofdsteen komt, uitroepend: "Abba, Vader", heel spoedig, "Mijn God! Mijn God!" Ja, ik geloof dat met mijn hele hart.
106 Ziet u het? U weet wat ik bedoel! Het is Christus nu Die de vodden van gisteren neemt, de Lutheraan, Methodist, Presbyteriaan, enzovoort, en Hij laat het door een proces gaan. Wat voor een soort proces? Een proces van de Heilige Geest; wat zij hadden plus... Het makend tot Hij Zijn eigen beeld erin drukt, wanneer de gemeente en Christus één in vereniging worden. God, sta het toe! Ik vertrouw erop dat u het ziet. Als u het echt ziet...
107 Het herinnert me aan een verhaal, toen de grote opwekking van Wales bezig was. Enkele grote mannen hier in dit land bedachten dat zij ernaar toe zouden gaan om de opwekking van Wales te zien, wat daar plaatsvond. En toen zij overstaken om erachter te komen, wilden zij zien in welk gebouw het werd gehouden. Toen zij in Wales kwamen, gingen zij rond en begonnen zij na te vragen waar het gebouw was. Zij zagen een gelukkige, kleine politieman op de hoek staan met zijn kleine bolhoed op en hij zwaaide zo met zijn stok rond en rond. En dus gingen die mannen naar hem toe en zeiden: "Meneer, zou u mij kunnen vertellen in welk gebouw de Wales-opwekking gehouden wordt?"
108 Hij zei: "Jazeker, ik ben het! Ik ben het!" Waarom? Hij straalde de vreugde en het licht uit van de Wales-opwekking in hem.
109 Zo behoorde de Pinksterkerk vandaag te vragen: "Wie is Jezus Christus? Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig!" Het licht van Zijn Evangelie behoort te schijnen door het Woord van dit tijdperk, Jezus Christus openbarend aan de natie, net als toen.
110 Hij was zo vervuld met de opwekking van Wales dat hij de opwekking van Wales werd.
111 Wij behoorden zo vervuld te zijn met Christus dat wij Hem reflecteren in de kracht van Zijn Woord dat ons in deze dag is toebedeeld. Broeders, word niet omlaag gezogen in dingen van de wereld, doe het niet, die zorgen die u wegnemen. Blijf bij het Evangelie. Let op ieder Woord! Ga niet terug tot wat een of andere vader zei. Laten wij nu precies blijven bij wat Jezus zei dat er in deze dag zou gebeuren. Jazeker. Wij worden verondersteld het licht van dit tijdperk te zijn, het Evangelie manifesterend. Luther was zijn licht, Wesley met zijn licht. Pinksteren was zijn licht. Maar wij zijn nu verder op de weg, wij komen in de bruid, uitgeroepen, de uitverkorenen. Bedenk, als u het bent, bent u net zoals die politieman; hij had het in zich.
112 Bedenk, dit is het zevende gemeentetijdperk, het Laodicéa gemeentetijdperk. Overeenkomstig Openbaring 3 verwerpt men Christus. Van elk gemeentetijdperk dat in de Bijbel werd genoemd, was het Laodicéa tijdperk het slechtste van allemaal. Het zette Hem eruit, verwierp Hem, zette Hem aan de buitenkant.
113 Zag u dat de maan onlangs verduisterd werd vóór de paus overstak naar Rome... van Rome naar Jeruzalem? Jeruzalem, de oudste gemeente. De maan is een type van de gemeente en reflecteert altijd het licht van de zon, in de afwezigheid van de zon, en zij werd verduisterd. Ik tekende dat hier op een bord, drie of vier jaar geleden, en toonde de gemeenten, in honderden en duizenden huizen door het land. Wat was het? Een schaduw. De eerste keer dat een paus ooit vertrok om hier terug te komen, kwam hij in de naam van Paulus, enzovoort, en ging door deze plaatsen; hij moest de rivier zegenen, om hem over te steken, enzovoort. Waarom heeft de rivier een zegen nodig?
114 Wat is er aan de hand met dit gemeentetijdperk waarin wij vandaag leven? Kunt u het niet zien? God verklaarde het in de lucht, verklaarde het in Zijn Woord, verklaarde het in de krant, verklaarde het onder de mensen. Kunt u uw ogen niet openen en het uur zien? Deze zijn het die de waarheid betuigen. Dit is het licht van het uur.
115 Let op de grote oecumenische beweging, die daar nu in deze raad gaat, gewoon een beeld van het beest oprichtend, in Openbaring 17, precies wat het zei dat het zou doen. Blijft u, Pinkstermensen, daarvoor stilzitten, en gaat u erin? Het uur van dwang is gekomen.
116 Nu is het de tijd om op te staan en uw lamp te reinigen en te schijnen met het Evangelie van Jezus Christus en de kracht.
117 Ik weet dat dit niet populair is, terwijl veel van mijn Pinkstervrienden contact hebben met de paus en zo en zeggen: "Een zeer geestelijk gevoel." Voor mij is het verkeerd. Het is tegen de Bijbel. Laat het Woord van God de Waarheid zijn. Jazeker. Het is nu tijd. Wij zien deze grote bewegingen opgaan in de... O, het lijkt goed voor het natuurlijk oog, zeker.
118 Kajafas oogde goed voor wat hij in die tijd aan die priesters openbaarde, die hele tijd. Maar Jezus was het licht dat het Woord levend maakte, maar hun raden en zo hadden hun ogen ervoor verblind. Hij zei: "Laat hen alleen; de blinden leiden de blinden, zij zullen allen in de gracht vallen."
119 Wij zijn weer opnieuw in die tijd, broeders en zusters. Wij zijn opnieuw terug in dat uur. Merk het op. Waarom? Dezelfde oorzaak.
120 Wij komen erachter dat deze grote lichten waarin wij leefden in de voorbije dagen juist waren. Wij hebben er niets tegen. Maar dit Laodicéa gemeentetijdperk, wees voorzichtig. Bedenk, het is een tijdperk dat Christus afwijst. En dat is precies wat het nu is.
121 Deze grote raad is rondgetrokken om al de Protestanten samen te verenigen, deze oecumenische beweging. En wat doet zij? Zij verduistert het ware Woord zelf en het Woord is Christus. Hoe kunnen zij het doen? Wel, de Christian Science en de United Brethren en velen van die mensen in andere grote organisaties, sommigen geloven de maagdelijke geboorte, sommigen niet, sommigen geloven dit en dat. Hoe kunt u uzelf met ongeloof verenigen? "Hoe kunnen twee samen wandelen tenzij zij het eens zijn geworden?" Kom uit van onder hen en wees afgescheiden en neem Gods heilig Woord en blijf erbij.
122 Jezus Christus is verplicht Zijn Woord te manifesteren. Wat wij vandaag nodig hebben is een opstaan van Maleachi 4. Een andere profeet zal opstaan in de Naam van de Here Jezus Christus en zal precies voortbrengen wat Hij beloofde te doen. Dan zal de mens het blind verlaten en recht de duisternis inwandelen, zoals men altijd deed.
123 Let nu op. Wij komen erachter dat het vandaag dezelfde reden is waarom zij het verwerpen, waarom de kerken de Boodschap verwerpen, waarom zij het Woord kruisigen en het Woord eruit nemen. Nu, als u er niet toe behoort, kunt u zelfs niet uw gemeente hebben. Men zal het sluiten. U moet er binnenkomen. Als u het niet doet, wordt u uitgesloten. Wat is er dan mee? O, sta voor wat juist is! Bedenk, het is vrijwel opnieuw kruisigingstijd.
124 Vals licht veroorzaakte niet lang geleden in Engeland de grootste roof die de wereld ooit meemaakte. De grootste roof, die ooit werd uitgevoerd, werd gepleegd door middel van een vals licht. Een roof van zeven miljoen dollar werd gepleegd door middel van een vals licht dat die trein deed vertragen, en Scotland Yard kon de mannen niet vinden. Zij kwamen ermee weg, zo stiekem. Dat werd bekend als de grootste roof die ooit door rovers gepleegd werd in het natuurlijke. De wereld werd beroofd in zijn grootste roof.
125 En de grootste roof die ooit gepleegd werd in de gemeente van Jezus Christus, werd gepleegd door middel van vals licht, een glans van een ander tijdperk en het afwijzen van het licht dat voor dit tijdperk is voorspeld. Amen. Vals licht, een glans van gisteren! Wandel niet in de glans van gisteren. Wandel in de warmte van de Zoon vandaag. Trek uzelf niet naar beneden in een denominatieschaduw, zeggend: "De dagen van wonderen zijn voorbij."
126 Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, zij zullen met nieuwe tongen spreken. Deze tekenen zullen hen volgen."
127 Zij zeggen: "Het is in orde voor de apostelen, niet voor ons." Dat is een glans.
128 Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven, tot heel de wereld." Jazeker.
129 Nu, wat is er aan de hand? Wandelend in een glans, het veroorzaakte de grootste roof, het heeft Christus van de gemeente weggenomen. Ziet u, hoe kan Christus Zichzelf manifesteren in een woord dat vandaag is beloofd, door een koude geloofsbelijdenis van gisteren? Het verwarmt het zaad niet. Zeker niet. De grootste roof van de kerk!
130 Warm? En bedenk, dat koude geloofsbelijdenislicht zal het zaad van vandaag niet doen rijpen. Het loochent het zaad. Het is de mist die op de aarde is, de grauwe dichtheid. Het is tijd voor God om op te staan en het licht opnieuw aan te doen, Zijn Woord te doen leven. Zeker, licht! Die koude geloofsbelijdenis zal het graan niet doen rijpen. Zeker niet.
En bedenk, de beschaving heeft met de zon meegereisd.
131 Zoals ik u in het begin zei, ik moet gelijkenissen in het oog houden, de wijze waarop het in de natuur gaat. Ik heb de opleiding niet om het te doen. Ik wil het niet. Ik heb liever wat ik heb dan alle opleiding ter wereld. Ik heb Jezus Christus. Ik zie Hem Zijn Woord gewoon erdoorheen leven en dat is alles wat ik hoef te weten.
132 En als een mens geboren is uit de Geest van God, zal hij de Schrift doorzoeken om te zien of het het antwoord is voor vandaag. Het antwoord voor de dag is Christus. Christus is het Woord. Wanneer het Woord tot leven komt, toont het het licht dat voor vandaag beloofd is. Dit donkere Laodicéa tijdperk; slechts weinigen. "Zovelen als Ik ontvang, kastijd Ik en berisp Ik." "Bekeer u", zei Jezus, "en keer terug." Keer naar het Woord. Hij is het Woord. Kom tot Hem. Jazeker.
133 Let op het licht. Het komt van het oosten en gaat naar het westen. Wij zijn aan de westkust. Het had drie stadia, nietwaar? Het had drie stadia. Het stak driemaal het water over. Van Paulus en over de Middellandse Zee kwam het in Duitsland. Duitsland lichtte op met Luther. Het stak toen Het Kanaal over naar de Verenigde Staten en nu... of, naar Engeland. Van Engeland kwam het over de oceaan naar de Verenigde Staten. En zij heeft zich een weg gebaand door Luthers boodschap, steeds verder, tot het laatste deel ervan hier opnieuw aan de westkust is.
134 En van het rijpen van het graan, van heel de weg terug van Luther, heel de weg door het tijdperk heen, behoorde het nu de volheid van het Evangelie te zijn, de kracht van God om rijp te worden. Het licht dat is getoond door rechtvaardiging, heiliging en het Pinkstertijdperk, behoorde de bruidboom te doen rijpen voor de komst van de Here Jezus Christus, opdat Christus in Zijn gemeente als één Persoon zou kunnen worden gemanifesteerd, Hij en Zijn vrouw, Hij en Zijn bruid. Amen. Dit is het uur waarin wij leven. Dit is het licht van de dag. Wandel erin! "Wees gered, al de einden der aarde."
135 Kerkglans van deze dag is zeer misleidend. Jezus zei in Mattheüs 24: "Het zou de echte uitverkorenen misleiden indien mogelijk." Ziet u, niet Luther zou ontvangen... Luther kon een Methodist niet verleiden. Een Methodist zou een Pinksterman niet kunnen verleiden. Dat is juist, ziet u, maar wat met de bruid? Dat is wat de ogen van Pinkstermensen doet uitpuilen. Ja. Ziet u, u ging terug naar uw geloofsbelijdenis, naar uw vorm, georganiseerd, en kreeg een groep mensen die u vertelt wat te doen.
136 De Bijbel belooft deze dingen. Wij hebben mannen en vrouwen nodig die vervuld zijn met de Geest van God.
137 Als u zegt dat u de Geest van God in u hebt en God doet hierin een bepaalde belofte, hoe kan die Heilige Geest het dan beamen als u zegt: "Wel, het mag in orde zijn voor een ander tijdperk. Wij geloven het niet op die manier"? Dat is de Heilige Geest niet.
138 De mens die vervuld is met God, hij en het Woord zijn één. Zeker, zo is het. Het is een product van een vereniging, een vereniging tussen God en mens.
139 Hoe kan een vrouw die de echtgenote van een man gaat zijn, tegengesteld zijn en de dingen doen die hij niet wil dat ze doet? Hoe kunnen wij flirten met de wereld en denominaties en organisaties en het licht van het uur afwijzen? Hoe kan het gedaan worden, broeder en zuster? Met Goddelijke liefde en respect voor ieder van u, hoe kunnen wij deze dingen accepteren? Hoe kunnen wij het horen? Het wordt gewoon weer regelrecht in onze schoot teruggeworpen.
140 Veroordeel Lutheranen niet omdat zij de Katholieken veroordeelden. Veroordeel Wesley niet omdat hij de Lutheraan veroordeelde. Ziet u, zoals dat, wanneer u datgene veroordeelt wat vandaag gebeurt en u ervan afkeert... Wanneer u ziet dat uw kerken deze grote oecumenische beweging ingaan, enzovoort als dat, en u leiden, elkeen, in het merkteken van het beest, en u hebt het gekregen. Veel mensen die eerlijk zijn vanuit hun hart, wandelen er regelrecht in.
U zegt: "Zij zijn goede mensen, heilige mensen."
141 Dat waren die priesters ook. Als ik de heiligheid van Jezus Christus moest nemen, of de vruchten van de Geest, velen van u gingen naar deze... Nu, geen geringschatting ervoor. Ik geloof ieder Woord ervan.
142 Velen zullen zeggen: "O, ik sprak in tongen. Ik heb het." Dat is het niet. Zeker niet.
Velen van hen zeggen: "De vrucht van de Geest, dat is het." Is het dat?
143 Laten wij voor een ogenblik – God vergeve mij – Jezus voor het gerecht dagen. Laten wij u naar voren brengen en ik zal de priester zijn. Ik zal tot u zeggen: "Deze jonge Kerel, komt in de stad, genaamd Jezus van Nazareth. Luister niet naar Hem. Wij geloven de vrucht van de Geest." Nu, kijk hiernaar, uw vriendelijke, oude priester. Hij, zijn grootvader, overgrootvader, allen waren priesters. Hij offerde zichzelf op, heel zijn jonge leven. Hij bleef gewoon in het seminarie. Hij lette op, geloofde, deed alles wat men hem ooit onderwees. Hij kent de Schrift van A tot Z. Hij schrijft hem zelfs over, zelf. Hij schrijft zelf de Schriften; de Schriftgeleerden doen het. En hier is hij, een groot man! U weet dat hij dat is.
144 "Wat gebeurde er toen uw moeder u baarde? Wie stond er bij uw bed? Die vriendelijke oude priester. Toen moeder en vader uiteen zouden gaan, wie legde de armen rondom beiden en leidde hen terug naar God? Die vriendelijke oude priester." Ja.
145 "En hier vereist Jehova een lam als offer voor de zonde. De zakenlieden leven hier in steden en zij verkopen hun goederen, enzovoort, hun producten en voortbrengselen en wat zij ook maar zullen verkopen. Zij fokken geen lammeren. En wat deden de priesters? Zetten daar een kleine kraam op voor hen om lammeren te verkopen zodat deze man kon binnengaan om zijn ziel met Jehova in orde te brengen."
146 "Wat deed deze Kerel, Jezus van Nazareth? Van welke kerk kwam Hij? Tot welke denominatie behoort Hij? Welke gemeenschapskaart? Wij zullen Hem eruit schoppen. Wij willen niets met Hem te maken hebben, omdat Hij ons allemaal veroordeelt. Wat deed Hij? Hij gaat daar naartoe en neemt dat, waar mensen proberen hun zielen gered te krijgen, de kerk", zoals wij het vandaag zouden noemen, u geestelijk gezinde mensen. "Hij schopte de tafels omver, wierp de wisselaars eruit, nam koorden en vlocht ze samen en joeg hen naar buiten, en noemde die godvruchtige, oude priester van u 'een zoon des duivels', die vriendelijke, oude man die u dat geld leende toen u in moeite was."
147 "Wie zal u bijstaan en u begraven wanneer u dood bent? Die vriendelijke, oude priester. Hij heeft de vrucht van de Geest. Maar heeft deze Jezus van Nazareth de vrucht van de Geest?"
148 U kunt niet oordelen door spreken in tongen. Evenmin kunt u oordelen door de vrucht van de Geest. Maar het is een manifestatie van het Woord van God, aan het licht gebracht. Het is het licht dat het doet.
De man die wandelt in dat licht! Jezus Christus bouwde niet op spreken in tongen, alhoewel Hij het deed. Hij was niet de vrucht van de Geest, alhoewel Hij het was. U zou het niet kunnen beoordelen. Maar Hij geloofde en bekrachtigde het en God leefde ieder Woord van de belofte van die dag door Hem uit. Dat is het licht van het uur. Dat is het bewijs.
149 Wanneer een man mij zegt dat de Heilige Geest, Die in hen komt, zal ontkennen dat het Woord van God zo is, dan is er iets mee aan de hand. Er is iets verkeerd met onze seminaries, enzovoort, wanneer zij de mens al die gehersenspoelde theologie hier onderwijzen en dat spul van vandaag. Die mannen zouden hetzelfde doen tegen het Woord van God en hen recht in die oecumenische slachtpartij leiden daarginds. Wel, zeker, het is fout.
150 Ik spreek dat in de Naam des Heren! Let op en zie of het niet waar is; het licht, het licht van het uur!
151 Die koude geloofsbelijdenissen kunnen nooit een oogst brengen. Wij moeten een gemeente hebben die gewassen is in het bloed van het Lam en één worden met het Woord om de gemeente te zijn.
152 Kerkschijnsels van deze dag zijn, zoals Jezus zei, zeer verleidend, en zouden "bijna de uitverkorenen verleiden indien het mogelijk was." Juist de uitverkorenen! "Maar zoals het was in de dagen van Noach, toen acht zielen gered werden, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Zeer, zeer weinigen zullen in die tijd gered worden.
153 Wat doet het? Het leidt regelrecht naar de slachting. Wij vinden dat in deze tegenwoordige duisternis waarin wij leven. Ik sluit met dit te zeggen. In deze tegenwoordige duisternis waarin wij leven, deze dagen waarin wij nu leven, wanneer het licht is uitgedaan in de hemelen, is het hier uitgedaan onder ons, van tevoren, om het ons te tonen; getoond door de Bijbel, in de zeven zegels, wat er gebeurde. En hier verklaart God het precies in de hemel, komt recht naar beneden en verklaart het op aarde. En de kerken wandelen er regelrecht in!
154 Wie zal dan die kleine bruid redden die vasthoudt aan het Woord? Wat zal er met haar gebeuren wanneer zij in de kou is gezet, op zichzelf? Zij zal niet koud zijn, het betuigde Woord van de belofte van deze dag. O ja. Het is als een...
155 Ik weet dat het verwarrend is voor mensen om te zien dat de kerk gewoon zegt: "Wel, het is gewoon bijna hetzelfde." Jezus zei dat het op die wijze zou zijn. Het zou zo zijn dat het de uitverkorenen zelf zou verleiden indien het mogelijk was. O ja. Jazeker.
156 Dat herinnert mij aan een man in Florida, niet lang geleden. Hij was aan het praten en zei dat hij een Chevrolet had die hem in de steek liet in Florida en hij zei dat hij hem mee naar de garage nam. En deze monteur ging ermee aan de gang en kreeg alles in elkaar en hij kon hem niet gestart krijgen. Hij zette alles erin wat hij kon. Hij vernieuwde al deze verschillende dingen, maar op de een of andere manier wilde het gewoon niet werken. En hij kon hem niet gestart krijgen. Hij bleef maar proberen en proberen. De kleine monteur was nerveus, liep rond door het hele gebouw, raapte dit op...
157 En de man stond daar en zei: "Ik wacht op mijn wagen, meneer. Ik ben laat. Lukt het u niet?"
158 Hij zei: "Ik doe al wat ik kan", echt nerveus en doorgaand. En hij wandelde erlangs.
159 Direct wandelde een goedgeklede heer ernaartoe en keek enkele ogenblikken naar hem en hij zei tot de monteur, nadat hij hem er een klein poosje zijn hoofd over had laten breken: "Waarom raakt u dit niet gewoon aan? U krijgt geen enkele stroom."
160 Hij zei dus: "Daar dacht ik nooit aan." Dus draaide hij gewoon dat andere kleine ding om, wat het daar ook was, en hij kreeg de stroom. De wagen startte.
161 Hij draaide zich om en zei: "Wie bent u?" Weet u wie hij was? De hoofdingenieur van General Motors. Hij maakte het ding. Hij ontwierp het.
162 In dit uur, broeder, wanneer wij ons afvragen wat er met onze opwekking aan de hand is, wat eraan scheelt... Wij hebben het materiaal en alles, wij hebben de mechaniek, maar waar is de dynamiek? Dat hebben wij nodig om Jezus Christus op het toneel te doen bewegen. Wat is er aan de hand? Ik zeg u, er is er Eén hier vandaag, halleluja, genaamd de Heilige Geest, Die de dynamiek kan aanraken. Hij is de dynamiek van de mechaniek.
163 Wij staan vandaag, wij Pinkstermensen, een van de grootste kerken in het land, duizenden keer duizenden worden ieder jaar toegevoegd, maar waar is die Heilige Geest? Wij hebben het geaccepteerd door spreken in tongen, en wij zien hoe het gehandeld heeft. De Methodist aanvaardt het door te juichen, Luther aanvaardt het door geloof, enzovoort, als dat. Dat is het niet.
164 Het is het Woord! Het is het Woord aangedraaid; het licht draait de mechaniek aan en zij worden de dynamiek. Zij zijn dynamiek wanneer de dynamiek komt tot de mechaniek. Het laat het ding rollen. Dat is juist. Neem het Woord. Als daar één klein ding in gemist wordt, zal het niet starten. Leg elk gewicht terzijde, elk 'isme', elke geloofsbelijdenis, opdat de dynamiek, de Heilige Geest, door het Woord heen mag stromen en het Woord betuigen dat voor deze dag beloofd is. Dan zal de grote gemeente van God op haar voeten gaan staan als een straalvliegtuig dat opstijgt de lucht in om haar Meester te ontmoeten. Dat is precies juist. Tot wij dat doen, zal het niet werken. Dat is het. Jazeker. Wie zal het doen? Wie zal het vasthouden in deze dag waar wij over denken? Bedenk, bedenk het, broeder.
165 Nu, het herinnert me aan een ander klein verhaal. Niet om terug te gaan naar verhalen, maar een vriend van mij stond in Carlsbad, New Mexico, toen wij daar in Carlsbad een samenkomst hielden. En daar was een groep mensen die naar beneden ging in deze grot.
166 O, ik hield nooit van dat spul daar beneden waar het diep is, en ongeveer een mijl in de grond. Ik ben tevreden hier boven. Dus, men ging erdoor naar beneden. Ik wil hoger gaan, niet lager. Dus ik...
167 Zij namen deze man mee en gingen daarin naar beneden. En hij was een man, een vriend, en zijn kleine meisje en kleine jongen gingen met hen naar beneden. En zij gingen helemaal naar beneden in een groot souterrain; o, ik denk honderden en honderden en honderden voet onder het oppervlak van de aarde ging men naar beneden. En de man daar bij de schakelaar draaide plotseling [Broeder Branham knipt met zijn vingers – Vert] de schakelaar uit. En het was zo zwart en duister, dat u zelfs uw hand niet kon zien als u die naar beneden bewoog voor uw gezicht. Een klein meisje, een klein ding, was echt bang. Zij begon te schreeuwen zo hard als ze kon: "O, het is donker! Het is donker! Het is donker!" Hysterisch schreeuwen.
168 Haar kleine broer die daar ook stond, riep het uit in de duisternis en zei: "Vrees niet, zusje, er is een man hier die het licht kan aandoen."
169 Halleluja! Wat zal de kleine gemeente doen? Wees niet bezorgd. Er is een Man hier vandaag Die het licht kan aandoen, dat is de Here Jezus Christus. O ja. De Here Jezus Christus!
170 Herinner u, de blinde... de rijke mannen in de dagen van de geboorte van Jezus, waren niet buiten gezet en verblind door de schittering van Jeruzalem toen zij daar kwamen en naar Hem vroegen. Hun theologie kon het niet verklaren. Maar toen zij zich terzijde keerden, volgden zij het naar het eeuwig leven licht.
171 U zakenlieden vandaag, let niet op de schittering van deze organisaties, maar houd vast aan het Woord. Het leidt u tot het licht. Vrees niet, kleine zuster, er is een Man hier Die de lichten kan aandoen. Er is een Christus hier Die Zijn Woord levend kan maken, evengoed als Hij het toen kon, Zichzelf betuigend dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig. Gelooft u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Laten wij opstaan.
172 Ik heb nog vijftien minuten voordat het tijd is om naar de volgende samenkomst te gaan. Zou u uw handen willen opsteken en zeggen: "God, doe deze morgen het licht aan bij mij. Ik geloof het Woord. Ik geloof de mechaniek. Doe de dynamiek in mij, Heer." Steek uw handen omhoog en roep het uit tot Hem: "Heer, doe de lichten aan!" Er is een Man hier Die de lichten kan aandoen. Wij zijn dood in communisme en opgegeten met allerlei soorten kevers van organisaties, maar er is een Man hier Die de lichten kan aandoen. Die Man is de Heilige Geest Zelf, Jezus Christus gemanifesteerd in de Geest!
173 Here Jezus, raak elk van deze handen aan; niet alleen die, maar ga langs de arm naar beneden naar het hart en doe het licht van het Evangelie aan. In Jezus' Naam.