Jezus aan onze handen
Door William Marrion Branham1 ... namiddag, ik wil voortmaken daar ik weet dat u allen vermoeid bent door in de kerk te zitten... (Dank u, meneer) in de kerk te zijn vandaag. Maar toch wil ik een ogenblikje tijd nemen om mijn dankbaarheid aan broeder Demos Shakarian uit te drukken, en [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... ooit nodig hebben is Pinksteren onder de groeperingen. Er zijn te veel verschillen. Maar er bestaat één plaats waar we dingen gemeen hebben, en dat is onder het bloed van Jezus Christus. Daar hebben we dingen gemeenschappelijk. Dat is voor ons in ieder geval Gods manier om elkaar te ontmoeten. En er bestaat geen andere plaats waar God de mens beloofde te ontmoeten, dan onder het vergoten bloed.
2 Ik dacht gisteravond over broeder Oral Roberts, toen hij hier die wonderbare uitspraak deed omtrent: uit zijn binnenste wezen zullen stromen van water stromen. De grote... hoe hij dat naar voren bracht: uit zijn buik, geloof ik dat hij zei, vloeiden deze stromen van water. Hebt u het ooit opgemerkt? Het zijn stromen van één water. Stromen – meervoud; water – enkelvoud. Niet stromen van wateren, maar stromen van water – één Geest. Door dezelfde Geest zijn wij allen gedoopt in hetzelfde lichaam. Uit Hem vloeit de goedheid en genade van God.
En nu u, Californiërs, wij zullen begin volgende week daar in uw staat zijn, denk ik. En dan naar het zuiden van Georgia, Louisiana, Florida, en verder tot we overzee gaan. De Here zegene u zeer. Ik waardeer de kleine dame die de muziek speelde en deze fijne mannen die ik ontmoet heb, deze nieuwe broeder hier, broeder Solomon King. Ik kan dat wel verkeerd zeggen. Ik kan denken aan koning Salomo en het dan omdraaien. Dat was toen en dit is ook een andere "King" [koning] Dat is juist, in ieder geval een zoon van een koning. Dat is zo – een zoon van een koning, ofschoon niet een koning, de koning.
3 Wanneer ik dit bekijk, deed het me denken aan Mexico, hier een paar jaar geleden, Mexico City. Wij waren daar op een avond. Er was die vorige avond een blinde man op het podium gekomen die jarenlang totaal blind was. Ik keek naar zijn voeten. Ik stond daar met een goed kostuum en met schoenen aan. En ik keek naar het zijne... Blind, geen schoenen aan, versleten broek, ze stonden daar in die regen voor... misschien wel dertigduizend of meer, die daar in die regen stonden, tegen elkaar leunend, geen zitplaatsen. Stonden daar vanaf de vroege morgen, gewoon wachtend om die avond daar te komen. En daar was een... Deze blinde man had zijn ogenlicht ontvangen.
4 En de volgende avond... ongeveer twee keer de grootte van deze bank hier – of hoe we het ook zouden kunnen noemen – lagen op het podium gewoon rekken, bijna zo hoog als dat gordijn reikt, van oude shawls en jassen die de mensen gedragen en daar bovenop gegooid hadden, alleen maar opdat wij het zouden aanraken. De meesten waren Katholiek natuurlijk, daar in Mexico City. En ik kwam binnen als eerste Protestant die ooit binnentrad onder militaire uitnodiging. Deze kwam van Generaal Valdez, onze goede vriend hier van de Volle Evangelie Zakenlieden.
5 Die avond vergeet ik niet. Er klonk een geschreeuw buiten. Mijn zoon kwam naar me toe en zei: "Ik heb minstens honderd en vijftig ordebewaarders daar staan en zij kunnen een kleine Spaanse vrouw niet tegenhouden. Zij heeft een dode baby die vanmorgen is gestorven." Hij zei: "Zij kunnen die vrouw niet buiten houden." Hij zei: "Zij klimt over hun ruggen en doet van alles."
En ik zei: "Wel, krijg versterking."
Hij zei: "Ik heb niets anders om mee te versterken."
Ik zei: "Geef haar een gebedskaart."
Hij zei: "Ik heb er geen. Ze zijn allemaal uitgegeven."
Ik zei: "Broeder Moore, ga jij voor haar bidden," zei ik, "want ze kent me niet." En ik zei: "Ga voor haar bidden en ik ga in een ogenblikje proberen voor deze grote stapel kledingstukken te bidden."
6 Terwijl ik daar stond keek ik op deze wijze uit over het publiek en vlak vóór mij zag ik een kleine Mexicaanse baby – geen tanden, gewoon lachend – recht voor mij. Ik zei: "Wacht even, broeder Moore." En zij brachten het kereltje en de kleine dame kwam binnen, en viel neer met een kruisbeeldje in haar hand. Ik vroeg, door een broeder die tolk was, haar te laten opstaan.
7 En ik zei: "Broeder Moore, ik weet niet of dit het is, of niet, maar ik heb nu net in een visioen een kleine baby daar voor me zien staan, die lachte." Zij had het onder een drijfnat blauw-wit gestreept dekentje. Het regende steeds. Het was ongeveer tien uur 's avonds. De baby was die ochtend rond acht of negen uur in de spreekkamer van de dokter aan longontsteking gestorven. En zo had zij in de regen gestaan, haar haren hingen in haar gezicht en ze was een heel mooi kind. Zij leek – waarschijnlijk haar eerste baby – nog geen twintig jaar te zijn. En de kleine was gestorven.
8 Welnu, ik spreidde mijn handen erover uit en ik zei: "Here Jezus, ik begrijp dit niet. Maar overeenkomstig dat visioen dat ik zag..." Ik had dat nog maar net gezegd of hij trapte en schreeuwde en het kereltje was levend! Ik vroeg broeder Espinoza... Hoevelen kennen Espinoza, broeder Espinoza? Hij was degene die het ijlings naar de spreekkamer van de dokter bracht en ontdekte dat het waar was, ziet u. Zo is het. De baby stierf die ochtend, de verklaring was gewoon ondertekend. En nu is Hij dus dezelfde God vandaag, als wij ditzelfde soort geloof in Hem hebben. Dat is waar.
9 Onze hemelse Vader, zend ons heden dit geloof van die kleine Mexicaanse vrouw. Zij zag, de avond tevoren met haar baby daar staand in die koude blazende wind, dat die kleine blinde man genezen werd. Het kreeg longontsteking en de volgende ochtend vroeg stierf het in de spreekkamer van de dokter. Haar eerste gedachte die opkwam was, dat als God een blinde kan genezen, de geheimen van het hart kan openbaren, het nog steeds het Woord van God is, want het Woord van God onderscheidt de gedachten die in het hart zijn. En zij wist dat Hij de gedachten die in haar hart waren kon onderscheiden. Zij geloofde Hem en als Hij Lazarus uit het graf kon doen opstaan en Hij dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig was... Zij kwam en U beloonde haar, Heer, door haar baby aan haar terug te geven. Het leeft vandaag voor zover wij weten. Wij danken U daarvoor.
Zegen ons vandaag, Vader. Zegen deze mensen met deze zakdoeken en jassen die ook hier liggen. En moge Uw Heilige Geest nu komen en aan ons het Woord van God meedelen. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
Ik weet dat u over enkele ogenblikken een samenkomst hebt, of om vijf uur, geloof ik. En gewoonlijk geeft me dat geen tijd om van start te gaan, maar ik ben daarvan nu, denk ik, bekeerd. Ik heb het onvermoeibaar geprobeerd deze week. En deze zere keel – misschien werkt dat allemaal samen ten goede.
10 Ik vertelde de mensen onlangs dat ik een haarstukje had aangeschaft, maar ik schaamde me om het te dragen, omdat ik zo hard tegen de vrouwen geschreeuwd heb omtrent hun haren en ik ben mijn haar kwijtgeraakt door carbolzuur. En op een avond opende men die deur en er circuleerde hier een beetje lucht en ik dacht niet dat ik vandaag terug zou zijn. En ik zei: "Als Oral Roberts hier is, kan hij bijstaan, als hij wil." Hij heeft zich nog niet laten zien, dus wil ik nu de Schrift lezen en bidt u voor mij.
Mattheüs, het zevenentwintigste hoofdstuk, te beginnen met het elfde vers, wil ik lezen. Luister nu echt aandachtig naar het lezen van het Woord, omdat mijn woord een menselijk woord is. Het zal falen. Zijn Woord kan niet falen. Dus luister nu aandachtig terwijl we lezen.
En voordat... Terwijl u bladert, zou ik graag willen aankondigen dat onze broeder Oral Roberts, aanstaande vrijdagavond ook in Jeruzalem zal zijn. Dus wilt u allen komen.
U zegt: "Waar?"
11 Iemand zei dat Florida een beloofd land was. Ik geloof dat ik Tucson Jeruzalem kan noemen. Phoenix ligt in de vallei, ziet u, en Jericho ligt vanaf Jeruzalem net in de vallei. Ik kom op die manier hier nooit uit, is het wel? Broeder Oral Roberts spreekt aanstaande vrijdagavond. Ik weet zeker dat u allen blij zou zijn hem te horen. Wij zouden blij zijn u daar te hebben. Zevenentwintigste hoofdstuk, elfde vers:
En Jezus stond voor de stadhouder; en de stadhouder vroeg Hem, zeggende: Zijt Gij de Christus der Joden? En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.
En toen Hij door de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.
Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen U getuigen?
Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
En op het feest was de stadhouder gewoon het volk een gevangene los te laten, wie zij wilden.
En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-Abbas.
Toen zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Wie wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-Abbas of Jezus, Die genaamd wordt Christus?
Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid overgeleverd hadden.
En toen hij op de rechterstoel zat, zo heeft zijn vrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met die Rechtvaardige, want ik heb heden veel geleden in de droom om Zijnentwil.
Maar de overpriesters en de ouderlingen hebben de schare aangeraden, dat zij Bar-Abbas zouden begeren, en Jezus doden.
De stadhouder, antwoordende, zeide tot hen: Wie van deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten? En zij zeiden: Bar-Abbas.
Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.
Doch de stadhouder zeide: Wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat Hem gekruisigd worden!
Toen nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en waste de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige; gij moogt toezien.
En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.
Toen liet hij hun Bar-Abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.
12 Mijn onderwerp voor vandaag, gedurende de volgende dertig minuten, als ik dit moest noemen, is: "Wat zullen wij doen met deze Jezus, die Christus genaamd wordt?" En dan zou ik dit ook willen zeggen: "Jezus aan onze handen."
13 Welnu, ik geloof dat het uur waarop ons tafereel begint ongeveer omtrent het daglicht in Pilatus' rechtszaal is. En het is één van de droevigste tijden en één van de meest beslissende tijden uit heel de geschiedenis. Het is de treurigste fout die de kerk ooit in haar geschiedenis heeft gemaakt, maar zij maakte hem. En nu is het in de schoot van de stadhouder, de staat, geworpen. Zowel kerk als staat waren, omdat zij een door God gekozen volk waren, geroepen Zijn dienstknechten te zijn; en de natie werd verondersteld door Gods wetten te worden bestuurd. En de kerk had hun Messias afgewezen. Ofschoon Hij zo duidelijk aan hen geïdentificeerd werd, hadden zij verkozen liever bij de tradities van de oudsten van die dag te blijven, dan het gezalfde betuigde Woord dat God hun honderden jaren van tevoren had beloofd, te geloven.
14 Hebt u opgemerkt dat er ook geprofeteerd werd dat zij verblind zouden zijn? Zij konden dit niet begrijpen, en hoe zij verblind zouden worden; doch zij waren het. En zij hadden hun grote fout gemaakt. En deze dag hadden zij hun laatste schouwspel ervan getoond. En nu ligt het in de handen van de staat. Nu moet de regering haar keus maken. De kerken hadden Hem reeds verworpen, ofschoon God grondig had bewezen dat Hij hun Messias was.
15 En nu wil ik eerst enkele ogenblikken nemen voor we hierop ingaan... in de tekst, enzovoort, die ik heb, en notities die ik over hen genoteerd heb. Hoe konden die mensen in gebreke zijn gebleven om dat te zien? Ten eerste zegt de Schrift duidelijk dat zij blind waren. Maar het is moeilijk hun te laten begrijpen dat zij blind zijn, net zo moeilijk als het vandaag is wanneer de Bijbel ons vertelt dat deze generatie naakt, ellendig, arm en blind is en zij weten het niet. Welnu, dat is de Schrift.
16 Nu, vertelt u ons, Amerikanen, dat wij blind zijn, dan zullen we u meteen zeggen dat u niet weet waar u over spreekt. Maar ik zal u vanmiddag voor het gerecht brengen en uitvinden of we blind zijn of niet. En wij hebben Jezus vanmiddag voor het gerecht en Zijn bloed aan onze handen. En nu willen we zien wat wij ermee gaan doen. Zullen wij dezelfde onbezonnen fout maken als die zij toen gemaakt hadden?
17 Merk op wat er is gebeurd. Hij werd duidelijk geïdentificeerd en Hij voerde de bediening, welke God zei dat Hij als Messias zou vervullen, uit. Daar was geen twijfel aan, want Hij was geboren zoals God zei dat Hij geboren zou worden, Hij werd verworpen zoals God zei dat Hij verworpen zou worden, Hij had Zelf bewezen de Messias te zijn, omdat de Messias God was. Messias betekent "Gezalfde". En Hij was gezalfd met de volheid van de Godheid lichamelijk, die in Hem woonde.
18 Hij was niet gewoon maar een profeet; toch was Hij een profeet. Maar Hij was meer dan een profeet. Hij was de Godheid lichamelijk, wonend in een menselijk wezen, bekend als de Zoon van God. God de Vader had een maagd overschaduwd en schiep in haar bloed, in haar baarmoeder, een bloedcel, wat de Zoon van God voortbracht, waarin God tabernakelde. En Hij werd aan hen bekendgemaakt als Wie Hij zei dat Hij was. Maar Hij kwam hun nooit ronduit vertellen: "Ik ben de Zoon van God." Nee, nee. Zij moesten dat geloven. Hij zei: "Mijn werken leggen getuigenis af van wie Ik ben."
19 Hij beval hun in de Schriften te kijken om te zien in welke dag zij leefden. Dan zouden ze weten wat Hij was. Ik denk dat wij dit zouden dienen te doen, daar wij zien dat er nog een exodus op handen is. Ik denk dat we moesten kijken, de Schriften onderzoeken, wanneer we deze dingen zien opkomen.
20 We zien dat de kerk haar beslissing had genomen, dat zij niets met Hem te maken wilden hebben. Waarom, terwijl het Woord Hem precies identificeerde, en Zijn werken bewezen dat Hij de Messias was? Wat een afschuwelijke cruciale beslissing, wat een vergissing maakte die kerk. En ik vraag me af of het mogelijk zou kunnen zijn of wij diezelfde fout zouden kunnen maken?
21 Hun werd de laatste kans gegeven om te zien wat Hij was, en het te accepteren. U zult niet altijd de gelegenheid hebben om te accepteren wat God zendt. Zijn geduld houdt tenslotte op, ziet u, en dan overschrijdt u die grens tussen genade en oordeel. Er rest niets meer dan oordeel wanneer Gods geduld teneinde loopt.
22 Maar hun werd deze gelegenheid gegeven en zij hadden Hem Zichzelf zien identificeren, Hem aan de bron gezien met de vrouw, waar Hij haar vertelde dat zij vijf mannen had; ze zagen Nathanaël naar Hem toelopen, nadat Filippus was gegaan en Nathanaël in Zijn tegenwoordigheid gebracht had en Hij sprak en vertelde nauwkeurig wie hij was en waar hij vandaan kwam; vertelde Simon Petrus wie zijn vader was en wat zijn naam was. En zij hadden al honderden jaren lang geen profeet gehad.
23 En zelfs deze kleine prostituée herkende het Woord van God. Zij zat niet volkomen verward in iets. Zij... haar geest was niet helemaal wat wij hier zouden noemen (als u de uitdrukking wilt excuseren) beneveld, rennend van hot naar her. Het was een maagdelijke geest, zover het dat betreft. Ze zei: "Wij weten dat de Messias komt en dit is wat Hij zal doen."
En Hij zei: "Ik ben Hem."
En snel rende zij heen om de mannen in de stad te vertellen: "Kom Hem zien. Dìt is de Messias."
24 Waarom konden die opvoeders en mensen van die dag dat niet zien? Het was moeilijk te zien als je de Schriftgedeelten niet zou weten. Maar de Schriften zeiden dat ze verblind waren, ze werden eigenlijk verblind. Maar zij verkozen liever, in plaats van die beminnelijke Jezus, dat de... Wij horen de schreeuw opklinken: "Kruisig Hem!"
Pilatus zei: "Wat zal ik doen met deze Jezus, die de Christus genoemd wordt?"
Zij zeiden: "Weg met Hem, kruisig Hem!"
"Wie zal ik u vrijlaten? Barabbas of Jezus?"
25 En zij maakten de grove fout door een moordenaar in plaats van een Levengever, één die als Levengever was geïdentificeerd, te kiezen. Zij kozen een moordenaar die geïdentificeerd was als levenontnemer. Wat een contrast!
26 En ik vraag me af, en ik zeg dit met alle goddelijke respect voor mijn broeders en zusters, en voor de mannen en vrouwen van deze dag tegen wie ik predik met liefde in mijn hart voor alle mensen, ik vraag me af, of wij niet bijna op het punt staan hetzelfde te zien als zij toen zagen. De regering werd hierin gemoeid en de zaak kwam aan de orde. De vraag moest beslist worden. Het kwam tot een ontknoping. Zo is het vandaag geworden. Zo is het in dit uur. De ontknoping vindt plaats. Er moet iets gedaan worden. U moet "Ja" of "Nee" zeggen.
27 Maar denk er om, het zal niet wezen wanneer u gedwóngen wordt het te doen. U moet het op grond van uw vrije morele wil nú doen. Nu! Niet wanneer die tijd aanbreekt; wanneer dat gebeurt is het te laat. Nu! Dit kan de laatste dag zijn dat u tijd hebt om te kiezen. U kunt het dàn niet doen. U hebt het reeds genomen. Het is tegen die tijd al te ver. U moet het nú doen!
28 Wacht niet tot de laatste minuut, omdat de boot zal uitvaren en u verlaten. De deuren zullen gesloten zijn. Vele mensen zouden in de ark gekomen zijn als zij erin hadden kunnen komen toen de regen begon te vallen. Maar de beslissing werd genomen, het Evangelie was gepredikt, de tekenen waren getoond en de tijd was voorbij. De regen viel toen. Oordeel was uitgebroken.
29 Nu moest de hele natie Hem verwerpen, omdat dat zo werd genoemd (als wij vandaag zouden zeggen een Christelijke natie, zoals dit een Christelijke natie genoemd is), daarom, als het Jehova's natie werd genoemd, Zijn uitgekozen volk, dan moest de hele natie Hem afwijzen. De kerk had Hem reeds afgewezen. De kerk had Hem eruit geschopt. Zij wilden niets met Hem te maken hebben. Maar nu wordt de regering erin betrokken.
30 Dus is het opnieuw terug! Het ligt weer terug in de schoot, met de Schriftgedeelten die hier liggen, nauwkeurig identificerend wat Jezus zei dat zou gebeuren. Waarom wankelen we voort in dit uur van duisternis? Waarom laten we dit op ons komen, wanneer wij grondig gewaarschuwd zijn? Evenals het was in de dagen van Lot, zien wij precies hetzelfde. Jehova heeft het tafereel voorgesteld en vertelde ons: "Zoals het was in de dagen van Lot." U ziet de boodschappers daarginds in Babylon die proberen Lot eruit te krijgen. En u ziet de boodschap aan de uitverkoren Abraham die er reeds uit was. En alles is precies tot op naam, plaats en tijd. Het is grondig geïdentificeerd.
31 Maar nu is het in de handen van de regering. De regering moet het nu veroordelen en ze zullen het doen. Wees daar maar niet bezorgd over. Het is een Christelijke natie. Ze moet haar Christelijk standpunt, als het dat is, innemen. De ontknoping is bezig.
32 De hele natie moest onder oordeel gebracht worden, omdat... Het gebeurde rond A.D. 70, toen de grote Romeinse generaal, Titus, Jeruzalem belegerde omtrent A.D. 70, met zijn leger uit Rome. En daar betaalden zij de prijs voor het verwerpen van Hem.
33 Terwijl wij vandaag kijken naar dat gerechtelijk onderzoek dáár, en wij gaan het op verschillende manieren in de verhoren op Goede Vrijdag nabootsen en spreken erover, enzovoort, en hetzelfde waarover wij spreken omtrent wat er op die Goede Vrijdag gebeurde, gebeurt vandaag vlak voor onze neus! Na een precies gelijkend beloofd Woord voor vandaag, dat betuigd is geworden zoals het toentertijd betuigd werd, doen onze oudsten hetzelfde als wat zij toen deden! Dagen het rechtstreeks voor een dergelijk gerecht. Gelijk Jezus, de gewone timmermansjongen (zo gedacht)... Hij was het Woord van God dat gemanifesteerd werd. En Hij werd grondig geïdentificeerd, omdat de werken van God zich door Hem heen hadden gemanifesteerd en bewezen dat Hij de Messias was.
34 En heden is die soortgelijke zaak opnieuw gekomen, toen de Heilige Geest, die op ons is gekomen in de laatste dagen, Zich midden in onze kerk identificeerde en dezelfde werken heeft bewezen als toen Hij in de volheid was op Jezus Christus. Hij deed hetzelfde op de bruid, door hetzelfde te doen. En toch willen wij er vanaf komen. Denk eraan dat dit banden zijn die nu gemaakt worden en die over de wereld gaan, niet alleen hier naar Phoenix. Ik spreek thans tot de helft van de wereld, daar wij een geluidsbandenprogramma hebben die de wereld rondgaat.
35 Merk op dat wij heden na het zelfde geïdentificeerde Woord, Hebreeën 13:8, "Jezus Christus dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig", een soortgelijk gerechtelijk onderzoek hebben. Johannes 14:12: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Mattheüs 28: "... de gehele wereld, predik het Evangelie aan elk schepsel." "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer. Toch zult gij Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u tot het eind der tijden." "Jezus Christus dezelfde, gisteren, heden en voor eeuwig." Zij hebben vandaag niet alleen maar een moordenaar gekozen, maar een moordenaar van het Woord, een satelliet voor de allereerste moord.
36 Toen de apostelen het Evangelie predikten ging het verder door Irenaeüs en velen van die grote hervormers en grondleggers daar in de vroegere tijd. Het kwam op een keer tot Nicéa voor een ontknoping. En ze besloten een universele kerk te vormen om mensen te dwingen onder hun rechtspraak te komen. Velen die de geschiedenis gelezen hebben weten dat vele oude profeten daar kwamen met dierenhuiden om zich heen gewikkeld, die slechts kruiden en dergelijke, aten. En zij probeerde dat Woord te verdedigen, stonden voor het Woord van God. Maar wat deden ze? Die vijftien dagen van bloeddorstige politiek, besloten zij tenslotte een universele kerk te vormen en verruilden heidendom met Christendom en stelden het tentoon als een algemene kerk.
37 En heden vergooien de Protestanten zich gezamenlijk in de oecumenische Raad. En doen hetzelfde – enten tradities van mensen er in, in plaats van het Woord van God te nemen dat volledig door de Heilige Geest wordt geïdentificeerd, dat Hij dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig is. De kerk staat vandaag in de weegschaal en is te licht bevonden. U bent terug in Pilatus' rechtszaal. Jazeker!
38 Wat doet het? Het vormt een beeld voor het beest. Het is een satelliet voor Rome, wanneer de oecumenische Raad ze zal dwingen en elke Protestantse denominatie genoodzaakt zal zijn er in te gaan. Ze zijn daar nu praktisch allemaal, Volle Evangelie en al. Het uur gaat komen dat zij zúllen moeten komen of er buiten staan. En in die tijd, wanneer die dwang komt, hebt u zich reeds geïdentificeerd met het merkteken van het beest. Dat is het precies. Wat is het? Een Protestantse hoer, met de oude moeder Rome, de hoer. Openbaring 17 zei dat ze een moeder was van hoeren (precies – Protestantse denominaties), die in haar uitgestrekte hand de beker van de toorn van God houdt als haar toast, haar getuigenis: "Dit geloven wij"; en iedereen: "Dit geloven wij."
39 Hier is wat de kerk behoort te geloven: het Woord van God! En laat elk mensenwoord een leugen zijn. Dàt is wat het verondersteld wordt te zijn. Maar wij brengen Christus opnieuw naar dit geweldig kritieke uur van beslissing, zoals Hij in Pilatus' rechtszaal stond. Deerniswekkend, een kleine groep weggeduwd, terzijde, met gebogen hoofd. Andere denominaties verwierpen en weigerden Hem en wendden zich van Hem af en zeiden: "Heb er niets mee te maken." U kunt maar beter controleren met het Woord!
40 Nu zien we deze oecumenische Raad. Wat doet het? Het is... De Bijbel... U zei: "Spreekt de Bijbel over dat zij waren...?" Hebben een vorm van godzaligheid maar verloochenen de kracht ervan! Blind, naakt, kerkgangers, hebben een vorm van godzaligheid maar verloochenen de kracht van de Heilige Geest, die Jezus Christus identificeert naar Zijn Woord. Hoe kan iemand beweren de Heilige Geest te hebben en het Woord, wat de Heilige Geest is, ontkennen?
41 Hoe kan een mens zo doen? Zijn eigen verklaring getuigt dat hij niet is wat hij moet zijn, pleegt geestelijk overspel, ontkent de kracht van God. Paulus zei in 2 Timotheüs, het derde hoofdstuk, dat dit is wat men zou zijn. Men zou opgeblazen en hooghartig zijn.
"Ik heb een doctorsgraad, een Dr., Ds., en Drs.."
42 Voor mij betekent dat: verder van God dan u was toen u begon. Ja zeker. Dat verwijdert u slechts van God, het brengt u niet naar God. Slechts één ding kan u naar God trekken en dat is de Heilige Geest door Zijn Woord.
43 De Heilige Geest is een kompas, de Noordster is het Woord en het kompas zal alleen naar de Noordster wijzen. En de Heilige Geest zal u alleen naar het Woord verwijzen, niet een of andere oecumenische beweging, niet een zekere denominatie, maar naar het Woord van God. Vergeet niet dat al die andere sterren verschuiven met de wereld, maar de Noordster staat vast omdat ze in het centrum staat. En ieder ander mensenwoord zal falen, maar Gods Woord kan niet falen. Het is de Noordster, gecentraliseerd. Het zal niet met de wereld verschuiven. Het geeft niet waar de wereld staat, Het blijft hetzelfde, gisteren, heden een voor eeuwig. En Hij is het Woord.
44 Broeder en zuster, in Jezus' Naam smeek ik u dit te overwegen. U hebt mij geloofd in wat ik deze jaren heb gezegd. Als God, wat ik heb gezegd, bewezen heeft de waarheid te zijn (niet ik, het is Zijn Woord geweest dat het gedaan heeft), dan smeek ik u in Jezus' Naam dit te controleren. Wees niet blind voor deze dingen. Het ligt nu voor u. En bedenk wat de Bijbel zei in Mattheüs 24:24 [Openbaring 17:8 – Vert], dat al degenen, wier namen niet geschreven zijn in het boek des levens van het Lam van de grondlegging der wereld af, dit merkteken zouden nemen. Alleen de uitverkorenen, die verordineerd zijn het te zien, zullen het zien. De rest zal het miljoenen mijlen ver missen.
45 Wij zien haar grote bewegingen nu opgezet; Satans geweldig mechanisme in orde geplaatst. Het enige wat nodig is... Het heeft de mechaniek; het wacht slechts op haar dynamiek om het in werking te stellen. De bewegingen, alle kerkgemeenten, de grote Raad en dergelijke, de grote machines die zich daar bevinden, maar zij wachten op dat uur wanneer de klep daalt. En dan krijgen ze het voor elkaar en dwingen het af – maken het tot een wet. Kijk naar de radio- en t.v.-uitzendingen en dergelijke, wat we vandaag over de radio horen en de kranten. O, het is nu precies boven u. U hebt geen tijd meer om iets anders te doen dan Jezus Christus te ontvangen. Hij is volledig geïdentificeerd.
46 Luister. Wij zien Satans grote werktuig daarginds, gereed om in beweging te komen, dat is zo, gereed om te vernietigen. Maar bedenk dat Gods kleine kudde, die het Woord gelooft, haar mechanisme, ook gereed staat. Zij is gereed voor de dynamiek om haar in vuur en vlam te zetten met de Heilige Geest. "Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven."
47 De Heilige Geest zal op een kleine gemeente vallen die uit de wereld gekomen is – vrouwen die lang haar dragen, Nazireeërs, als bewijs dat zij zich hebben afgescheiden van de... Een Nazireeër is iemand die wat? Iemand die zich afscheidt voor het Woord van God. Dragen geen shorts, zijn geen beschilderde Izebels die zich Christenen noemen! Nee meneer. Mannen, zo slap, die willen staan voor een denominatie en zich vasthouden aan de jaspanden van een Caesar of Herodus, in plaats van te staan voor het Woord van God. Maar die van God zijn getrouwe mensen, een echte kudde van God, die niet geeft om wat de wereld zegt. Zij geloven dat Jezus Christus dezelfde is, gisteren, heden en voor eeuwig.
48 Dit is niet populair. Het maakt u impopulair, maar het is de waarheid. Het is Gods vereiste om het in werking te stellen en God zal het doen. God zegene u. Het is niet mijn bedoeling op u te schelden maar om u te waarschuwen. Beter geschroeid dan te eniger tijd verbrand te worden. Dus neem waarschuwing aan! De Heilige Geest spreekt in deze laatste dagen. Allen die in het boek geschreven staan zullen er aan ontsnappen.
49 Welnu, we zien dat de kleine kudde gereed is voor de dynamiek om haar omhoog te voeren naar de hemelen, om heel die verdrukking te ontsnappen. Iemand zei onlangs toen ik aan het vertellen was: "Broeder Branham, gelooft u dan niet dat de gemeente door de grote verdrukking zal gaan?"
Ik zei: "Ik geloof wel de gemeente, maar niet de bruid."
50 De gemeente zal door de grote verdrukking gaan. Ja zeker. Maar de bruid is er vrij van. Zij zal in de opname gaan, in een ogenblik, in een oogwenk zal ze worden opgenomen om haar Heer in de lucht te ontmoeten voor het bruiloftsmaal. Zij heeft niets aan zich om door enige verdrukking te moeten gaan. Haar Heer betaalde de prijs. Wij zijn daar zo dankbaar voor! Ja zeker.
51 Nadat kerk en natie het beiden verwierpen, moest er slechts één roep komen. De volgende stap was: "Ruim het uit de weg." Dat is de volgende roep die we hebben. De kerk heeft de Heilige Geest vastberaden van de hand gewezen. Wij weten dat. O, leden zijn overal uitgetreden. Dat is de grote roep! Presbyterianen, Methodisten, Baptisten, Lutheranen, maar de kerk zelf, de denominatie, zij kan niet in beweging komen. Beslist niet! Zij is reeds georganiseerd. Wat is nu het geval? Kruisig het! Kruisig het! Wàt opnieuw kruisigen? Het betuigde Woord dat de waarheid is. Gods Woord opnieuw gekruisigd. Evenals Eva, door een klein beetje van Gods Woord te verwerpen, de hele natuurlijke wereld bedierf, zo heeft de kerk hetzelfde gedaan.
U zegt misschien tegen mij: "Broeder Branham, u hebt daar de verkeerde uitleg van."
52 Wel, dat is uw mening. God heeft geen enkele uitlegger nodig. God is Zijn eigen uitlegger. Dat is vandaag het probleem. We hebben teveel menselijke uitleggers. God kan Zichzelf verklaren. Zijn eigen betuiging van Zijn Woord is de uitlegging. De Farizeeërs konden ook wel uitgeroepen hebben: "Wij hebben de uitleg."
De Sadduceeër zegt: "Wij hebben het." Maar Jezus wàs de uitlegging. Amen.
53 De manifestatie van Gods geopenbaarde kracht, belofte, is het bewijs. Lees de Schriften en kijk wat de gemeente vandaag wordt verondersteld te zijn. Ja zeker. God heeft geen uitlegger nodig.
54 Dat deden ze met Jezus. Men zag toentertijd dat zij dachten dat Hij niet de uitlegging had. Hij wàs de interpretatie! God hoefde het niet te verklaren. Jezus' leven verklaarde het.
55 Hij zei: "Onderzoek de Schriften want daarin denkt u eeuwig leven te hebben. Zij zijn het die van Mij getuigen. En als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet. Als de werken, waarvan gesproken werd voor deze dag, zich niet in Mij manifesteren, geloof het dan niet." Geloofden ze het?
56 God zei: "Een maagd zal zwanger worden" en ze werd het. Gelooft u het? Zeker. Maar zij geloofden niet. Een maagd zal zwanger worden en ze werd het. Er werd gezegd: "De lamme zal lopen, de blinde zal zien", en wat plaats zou vinden. Het bewees dat zij het zouden. En Jezus was de manifestatie.
57 Mozes zei: "De Here, uw God, zal een profeet doen opstaan zoals ik." Het Woord komt tot de profeet en de profeet... Het Woord is een onderscheider van de gedachten van het hart. Toen ze Hem die onderscheiding zagen doen, zeiden ze: "Dit is Beëlzebub, een waarzegger." Dat is gewoon maar de naam die zij op Hem stempelden, hetzelfde vandaag, en noemen het een heilige roller of zoiets. Ja zeker.
58 Nee, Hij heeft geen uitlegging nodig; Hij wàs de uitlegging. God bewees het door Zichzelf. Wie is die zondige man vandaag, of wie was die zondige man toen, die zou ontkennen en zeggen dat het Woord niet werd uitgelegd. Jezus antwoordde en zei: "Onderzoekt de Schriften. Zij getuigen van wie Ik ben. Zij zijn de verklaring. Als Mijn leven niet verklaart waarover Ik vertel, geloof Mij dan niet."
59 Welke zondige mensen zouden er vandaag nog kunnen zijn die in de geopende Bijbel konden kijken en zien of de Heilige Geest vandaag niet de uitlegger van het Woord is, die Zichzelf bekend maakt door manifestaties van beloften van de gaven, en dergelijke, die Hij beloofde te doen in deze dag; Maleachi 4 vervuld, alle andere Schriften worden vervuld en we zien het precies hier aan het einde van de tijd. U hebt geen enkel mens nodig om het te verklaren. Nee meneer! Het verklaart Zichzelf. Het bewijst dat het de boodschap van het uur is. Bekeer u en keer terug naar God, heel de wereld! U kerken, bekeer u en keer tot God terug! Probeer niet Hem van uw handen te wassen, want dat kunt u niet. De beslissing is nu aan de orde zoals het toen was. Hij zegt: "Onderzoek de Schriften. Zij getuigen van Mij." Jezus zei: "Mijn werken zijn Mijn uitleg."
60 Hij vertelde Mozes toen Hij hem daar in de brandende struik ontmoette, Hij zei: "IK BEN. Ik herinner Mij Mijn belofte. Ik herinner Me dat Ik die mensen zou uitleiden met een machtige hand. Ik deed de belofte en Ik ga met u. Ik zend u. U bent gewoon Mijn mondstuk en de tekenen zullen verklaren of Ik u heb gezonden of niet." Amen.
61 Daar behoren mannen en vrouwen vandaag naar uit te kijken: een belofte van nog een exodus en een verklaring van Gods Woord dat gemanifesteerd wordt. De moeilijkheid vandaag is dat ze zeggen: "Ja, mijn kerk gelooft dit niet."
62 Wat is er aan de hand? U leeft in de schaduw van een ander tijdperk. Hun kerken waren goed voor hun tijd, maar wat in deze tijd? Dit is een ander tijdperk. U zult Wesley nooit laten geloven zoals Luther, dat het geen heiligmaking was. Nee! U gaat de Pinkstermensen niet laten geloven wat de Baptisten leren of zoiets, en ze daar naar terug laten gaan. Zij hebben iets beters ontdekt. Zij leefden in het licht van hun dag en vandaag heeft Pinksteren zich georganiseerd en zit nu in hetzelfde schuitje. Precies eender.
63 En het Woord gaat verder en beweegt zich gelijk van hen vandaan. Dat is echt waar, omdat we zo stijf en vormelijk worden. We laten onze kerken in elke toestand komen, gaan maar door. Zolang we maar leden krijgen, dat is al wat nodig is, omdat we meer dan ooit hebben gekregen. Daar scheppen wij over op. Laat mij u iets zeggen, een oud spreekwoord: de duivel telt zijn menigte; maar God weegt de Zijnen. Dat is ook vandaag nog waar. God weegt u met Zijn Woord, kijkt of u wel of niet aan de verwachtingen blijkt te voldoen.
64 Ik geef niet om menigten, hoeveel, hoe impopulair het is. Het is Gods Woord dat voor dit uur gemanifesteerd wordt. Zo is het precies. Ik geef niet om menigten en wie wel of niet komt. Gods Woord staat op het spel zoals het daar was in de rechtszaal van Pilatus. Weeg het en zie wat we ontdekt hebben, waar we niet aan de verwachtingen hebben voldaan. Beslist! Wij geloven dat Jezus Christus gisteren, vandaag en voor eeuwig dezelfde is.
65 Wij zien dat Hij Mozes vertelde: "Ik zal met u zijn en gewoon uw mond gebruiken. U gaat de woorden spreken die Ik u zeg en de tekenen zullen zichzelf bewijzen." Zie, God heeft geen uitlegger nodig. O nee, Hij hoeft niet uitgelegd te worden. Gods uitlegging bewijst Zichzelf. Hij zei dat Hij de Uitlegger van Zijn eigen Woord was en dat is Hij. Hij deed het bij Mozes en Hij doet het vandaag.
66 Wij kennen Hem in de Bijbel als Elohim. Elohim is de Algenoegzame. Hij heeft niemands advies nodig. Hij staat op Zichzelf. Hij is God en Hij is het Woord. En wanneer het Woord iets belooft en het voor uw neus identificeert, wat voor een verklaring verlangt u dan nog?
67 O zondige man of vrouw, wie bent u die zich kan verheffen en zeggen dat het verkeerd is, terwijl God met Zijn Heilige Geest en beloofde Woord het verklaart voor het oog van ieder van ons. Wie zijn wij om te zeggen dat het verkeerd is? O zondig mens, hoe kunt u dat doen?
"Zondig? Wat bedoelt u daarmee, broeder Branham?"
Ongeloof.
68 Er is slechts één zonde, dat is ongeloof. Het heeft iemands dwaze verklaring niet nodig; Hij verklaart het Zijne. "Ik ben de Here", zei Hij. "Ik heb het geplant. Ik bewater het dag en nacht, opdat niemand het uit Mijn hand rukke."
69 Ook zegt Hij in een ander Schriftgedeelte dat Hij over Zijn Woord heeft gewaakt om het uit te voeren, het te openbaren. Openbaren aan wat? Aan Zijn uitverkorenen, aan degenen (voor wie het gezonden is om te zien), aan wie het gezonden is om het te zien, liever gezegd. Hij verricht het aan degenen die gezonden zijn om het te zien. Hij waakt erover, houdt het weg van al die dwaze, vleselijke uitleggingen, deze dingen zoals: "Dit is juist", en "Dat is juist", en "Zo is juist." Gód is juist! Gods geïdentificeerde Persoon!
70 Nu konden deze Farizeeërs daar zitten en zeggen: "Wij hebben God. Wij hebben de wetten, wij hebben dit..." En daar stond het Woord Zelf... Ze zeiden: "Weg ermee, kruisig het! Het identificeert zich niet met wat wij geloven." Doch het identificeerde zich met het Woord. Amen. Degenen die ogen hadden om te zien, zagen het. Die blind waren zagen het niet. Evenmin zullen zij het vandaag. Dat is alles. Zij gaan... hebben zich eruit verzegeld, velen van hen, ver ervan verwijderd. O ja. De vervulling ervan toont aan dat het de waarheid is... Sommigen zeggen: "Ik geloof er zóveel van. Broeder Branham, ik kan de Bijbel geloven. Ik sympathiseer met de Bijbel. Ik ben een Bijbel-sympathisant. Ik geloof zus en zo. Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. Maar ik kan niet alles ervan geloven, omdat mijn denominatie het niet zo zegt."
71 Wat voor een uitlegger hebt u dan gekregen? Hetzelfde soort dat Eva had – de duivel. Hij probeerde het Woord aan Eva te verklaren en hij zei: "O, dit is waar en dat is waar, maar zeker..." Zeker is het zo! Wat God heeft gezegd is waar. Het kan me niet schelen hoezeer het anderen toeschijnt. Wanneer God het heeft gezegd gaat het gebeuren, zal het zo zijn.
72 Zou u Eva's uitlegger willen gebruiken? O, zondig mens, hoe kon u dat doen? Ja zeker! Zij hebben Eva's uitlegger gekregen. Het bewijs... Zoals ik onlangs zei, wij trachten bewijs te plaatsen. Luther zei: "Geloof en stap uit." De duivel gelooft ook. Wesley zei: "Juich en u hebt het." Maar hij ontdekte dat hij het niet had.
Pinkstermensen zeiden: "Spreek in tongen en u hebt het." Zij hadden het niet.
Christian Science zeiden: "Liefde, dan hebt u de vrucht van de Geest." Maar zij hebben het niet. Zij ontkennen de Goddelijkheid van Jezus Christus.
73 Wat is het bewijs ervan? Wanneer die Geest die in u is elke belofte kan beklemtonen met een "Amen", en God zal het bevestigen. Dat is precies zoals het was met Jezus Christus. O ja, zij hadden... zij hadden meer vruchten van de Geest. Zij hadden allerlei bewijzen. Je kunt nergens anders een bewijs op vastpinnen dan op God Zelf, die Zijn Woord bewijst. Dat is het enige ware bewijs dat er is, dat u een Christen bent. Hoe kunt u een Christen zijn wanneer...
74 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons, dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig. Hij was dezelfde God die in David was, Hij was dezelfde die in Mozes was, Hij was dezelfde die in alle apostelen was. En Hij is dezelfde die in Jezus Christus was om Zichzelf daar te manifesteren voor dat beloofde Woord. En Hij is dezelfde God vandaag, hetzelfde Woord dat licht werpt op het Woord van het uur. God zij ons genadig. Ja zeker, gelovend dat God Zichzelf verklaart, dat elk Woord wordt bewezen. Ja, Hij is Zijn eigen uitlegger.
75 Broeder, ik denk aan de klok. Ik zou hier lang over door kunnen gaan, maar u verwacht nog een samenkomst. Ik geloof en ik ga het vandaag zeggen: als wij niet uitkijken kleeft Hij aan de handen van ons, Amerikanen. Denk eens in! Ik zeg dit niet in toorn; ik zeg dit als licht. Ik zeg dat het bloed van Jezus Christus aan de hand van de hedendaagse Amerikaanse kerk zit. Het bloed van Jezus Christus kleeft aan heel Amerika. Het bloed van Jezus Christus is tegen de Methodist, Presbyteriaan, Lutheraan en Pinkstermensen. Het zit aan de handen van ons allemaal. Laat ons zien of het zo is. Denk eens in, het bloed van Jezus Christus! Oh!
76 En zoals Pilatus toen... Het doet me denken aan drie manieren waarop Pilatus probeerde het van zijn handen af te krijgen. Hij probeerde alle drie de manieren om het van zijn handen te krijgen, maar het lukte hem niet. Er is slechts één manier om het van je handen te krijgen. Laat eens kijken wat hij deed. Pilatus probeerde deze drie methodes en ze mislukten alledrie.
77 Wij moeten de kwestie onder ogen zien. Wij weten dat het hier is, want Zijn Woord is betuigd door het Schriftuurlijke bewijs. Het Woord dat voor de dag is beloofd, is vlees geworden, zelfs het kwade gedeelte van het weigeren van Jezus Christus en dat men Hem in dit Laodicéaanse tijdperk buiten de gemeente laat staan. Wij weten dat het de waarheid is. Denk eens in – het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, aan onze handen. U... Ik ben bevreesd om daaraan te denken. Dat door je heen te laten gaan, geeft koude rillingen, te bedenken... het bloed van Jezus Christus.
78 Wanneer een mens het bloed van zijn eigen medemens gaat zien... Niet lang geleden stond een vriend van mij een keer in Chicago, toen één van dat stel van Dillinger, of wat het ook was, op straat vuurde. Honderden mensen hadden zich verzameld en stonden er allemaal omheen. Maar zij... wat deden zij? Waar dat bloed uit die kogelwond, op straat lag verspreid, liep iedereen er omheen. Zij stapten niet in het bloed van hun medemens. O nee! Zij zijn er zeer behoedzaam mee. Maar men loopt regelrecht door het bloed van Jezus Christus heen!
79 Dit oude gezegde is nog steeds waar: "Dwazen zullen met spijkerschoenen lopen, waar engelen bevreesd zijn te treden." Ja. Ze lopen er gewoon overheen en zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij. Dat was in orde voor de apostelen, maar niet voor ons." Oh! Hoe kunt u het zeggen? U vertrapt het bloed van Jezus Christus onder uw voet, waarmee u werd geheiligd. Tjonge! Denk aan het bloed aan onze handen! Wat met het bloed van een medemens...
80 Ik denk aan... lang geleden, enkele weken geleden, toen we dachten dat het in ons land niet kon gebeuren... Wat met deze knaap Oswald, die het daar in die cel uit zit te zweten, als hij bij zijn gezonde verstand is? En ik denk aan een mens die naar deze band luistert, of hier aanwezig is, waar dan ook, en luistert naar de betuigde boodschap; en het uitzweet, wetend dat u voor het oordeel moet komen en moet antwoorden op het Woord van God; u verantwoorden voor het bloed van Jezus Christus, dat aan u werd gepresenteerd – op uw handen, op onze handen.
81 Bedenk, Oswald die daar zit. Wat een afschuwelijke zaak moet het voor hem zijn geweest, of was het geweest, of denk ik dat het geweest is, toen hij er aan dacht dat hij voor een toornig Hooggerechtshof, woedend om het vermoorden van hun President, zou verschijnen. Er zou geen genade zijn. Elk bewijs dat zij tegen hem konden krijgen zou tegen hem opgeworpen worden. Vingerafdrukken, geweer, plaats waar hij zich bevond, alles zou voor hem gebracht worden.
82 Dat is nog een lichte zaak bij wat het zal gaan zijn voor mensen die in deze samenkomsten zitten en Jezus Christus zien verrijzen in de vorm van Zijn Wezen, Zichzelf identificerend; en u gaat weg zonder Hem te accepteren, u vasthoudend aan een kleine geloofsbelijdenis; of iets wat u heilig noemt. Wanneer u in de tegenwoordigheid van een toornig God zit zal dat een lichte zaak zijn. U hebt het bloed van Zijn eigen Zoon vertrapt en Hem opnieuw gekruisigd in uw denken; verruilde uw geboorterechten voor populariteit. Het zal op die dag een verschrikkelijke zaak zijn. Het zal een afschuwelijke gedachte zijn! Hoe kunt u in die zweetcel zitten!
83 U, inlanders in Afrika, u in Australië, Zweden, Zwitserland, u die luistert naar deze band: hoe gaat u zich verantwoorden in de oordeelsdag, wanneer ik in uw landen ben geweest en u de identificatie van Jezus Christus onder de mensen hebt zien verschijnen en Hem Zichzelf hebt zien bewijzen? Zweten? Oh, u moet het hebben uitgezweten.
84 O, hoe kon hij het doen, als hij bij zijn gezonde verstand was? Wat voor een toornige God denkt u zal Hij wezen voor degenen die de Zoon van God onder de voeten hebben vertrapt en Hem weer opnieuw hebben gekruisigd?
85 Merk op. Wanneer een piloot zich gereedmaakt om een vliegtuig de lucht in te nemen – als een piloot een vliegtuig neemt, zal hij elk ding, elk instrument, eerst checken voor hij vertrekt. Hij zal hem naar de startbaan draaien en daar deze vleugels en kleppen en alles checken, zijn benzine, moeren, alles, elk ding, elk instrument dat hij heeft. Hij controleert keer op keer. Velen van u hebben in vliegtuigen gevlogen en u weet dat het waar is. Hij test elk instrument. Waarom? Hij draagt het bloed van zijn medemens op zijn handen. Hij wil er zeker van zijn dat alles zo goed mogelijk functioneert.
86 Wat met een dokter bij een operatie? Wanneer hij weet dat hij gaat opereren, bijvoorbeeld een tumor, of een hart, of iets anders, en eraan opereert? Wanneer hij aan uw lichaam gaat opereren, zal hij uw hart controleren, uw bloeddruk meten, zal hij controleren of u ergens een kou hebt opgelopen, zal hij de verdoving checken. Hij test alles keer op keer en opnieuw. Waarom? Hij wil niet het bloed van zijn medemens op zijn handen dragen.
87 Indien een dokter en een piloot, enzovoort, controleren, hoeveel temeer behoort de gemeente van Jezus Christus het te doen als we de dingen zien waar we vandaag in leven? We kunnen het beter controleren. Het bloed van Jezus Christus zou op onze handen achtergelaten kunnen zijn.
88 Welnu, laat ons één ding nemen. Pilatus' eerste stelling was: "Ik vind geen schuld bij hem."
Hoezeer vindt u dat onder vele goede groeperingen vandaag. "Ik heb geen aanmerking op het Woord. Het is in orde, maar dat was voor de apostelen."
De Bijbel zei: "Hij is gisteren, vandaag en voor eeuwig dezelfde."
U zegt: "Die Bijbel is goed. Ik geloof dat zij in tongen spraken. Ik geloof dat zij duivels uitdreven. Ik geloof dat zij de gedachten hebben onderscheiden. Ik geloof dat zij profeten waren. Maar niet in deze dag."
O meneer! Zondig mens! Wat is er met u aan de hand? Wat gebeurt er wanneer Mattheüs 24:24 langskomt en Hebreeën 13:8 weer rechtstreeks in uw schoot valt?
89 Pilatus, hij kon het op die wijze niet van zijn handen afwassen. Beslist niet, het keerde regelrecht in zijn schoot terug. Zo zal het zijn voor ieder die stond te kijken en zag dat God Zijn belofte houdt.
90 Petrus zei op de Pinksterdag: "Bekeert u, een ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van zonden en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor degenen die verre zijn, zo velen als de Here onze God ertoe roepen zal." Hoe ver? Tot heel de wereld, tot ieder volk.
Hij heeft het gezegd tot elke natie. "Gaat heen in de gehele wereld." (Het heeft het daar nog niet bereikt.) "Predikt het Evangelie aan elk schepsel. Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen."
91 Hoe gaat u dat van uw handen wassen? U kunt het niet. Het is bewezen, en direct weer in uw schoot geworpen. Het weerkaatst zich zoals bij Pilatus. O, ja zeker! Het keert gelijk weer naar u terug, wanneer u de Schrift recht voor u betuigd ziet.
92 Ten tweede, terwijl we eindigen. Ten tweede zien wij dat er nog een manier was die Pilatus probeerde. Zo doen mensen vandaag – overhandigen het aan hun Herodussen en Caesars. Vele goede voorgangers vandaag. Episcopalen, Presbyterianen, Lutheranen, Baptisten, Pinkstermensen, enzovoort, zullen het overhandigen. "Mijn hoofdkwartier staat me niet toe het te doen." Het kaatste terug.
93 Het kaatst vandaag opnieuw terug. Ik vraag het niet aan de Assemblies van God, de Eenheid, de Kerk van God, de Methodisten, de Baptisten, de Presbyterianen. Ik vraag u, als individu: Wat doet u met het bloed van Jezus Christus? Wat willen wij doen met dit gezalfde Woord van God dat vandaag precies voor ons staat, waarvan wij weten dat het er zal zijn, en de Christus is, de belofte van het uur?
94 Wat wilt ú daarmee doen? Niet wat uw kerk ermee doet. Uw Caesar en uw Herodus hebben er niets mee te maken. Dat verontschuldigde Pilatus niet. Zeker niet. Beslist niet. Deze Farizeeërs destijds zeiden: "Laat Zijn bloed op ons zijn en op onze kinderen." En dat is het. Dat is het precies. Wat vertelde Hij, Jezus, aan hen? "Gij kunt het uiterlijk van de hemelen onderscheiden, maar de tekenen van de tijd kunt u niet onderscheiden."
95 Nee, ik wil dit niet voor Phoenix zeggen, maar ik zeg het voor waar het ook heen zal gaan. "U, blinde Farizeeërs." Hoe kunt u in de miljoenen dollars uitgeven? U kunt Communisme onderscheiden, maar het Woord van God, bewezen voor het uur, kunt u niet onderscheiden. U kruisigt het opnieuw!
96 U weet alles over Communisme. Als u uw Bijbel kende, zou u weten dat de zaak moest gebeuren. Dat is voor mij niet interessant. Ik haat Communisme. Ik haat alles wat tegen God is! Maar wat mijn belangstelling heeft is dit: het gereed zijn van de gemeente voor dit uur, voor het heengaan van de bruid. Onderscheidt het uiterlijk van de hemelen, maar u kunt niet de tekenen van de tijd onderscheiden.
97 En ondergaat vandaag zijn vuurproef, zoals in het federale hof om deze Raad van kerken te vormen, enzovoort... U kunt het Communisme onderscheiden en al deze dingen waar predikers over prediken, en ze vertreden de tekenen van de tijd en noemen het fanatisme. Noemen het geestelijke telepathie, of zoiets, en lopen weg; en verbieden uw mensen zelfs te komen luisteren. Als de geschiedenis zich niet heeft herhaald, ik... is mijn naam geen William Branham. Precies juist!
98 Wat gaat er gebeuren? Het werpt het bloed van Jezus Christus rechtstreeks terug op uw handen, en u noemt het een onreine Geest zoals zij toentertijd. Over de hele wereld – ik geloof dat u wel weet wat ik bedoel. Overal.
99 Waarom hebt u mij in Zwitserland afgewezen? Waarom deed u het, Finland? Het bloed zal op uw eigen handen zijn. Dat rust op u, niet op mij. U hebt mij nooit afgewezen, u hebt Hèm afgewezen, niet mij, omdat u zei: "Ik geloof niet in zoiets." Het Woord zegt zoiets. Alstublieft. Blinde Farizeeërs. Zij kunnen het communisme onderscheiden, onderscheiden al deze dingen, maar het uur waarin zij leven kunnen zij niet waarnemen. Zo is het precies.
100 Het staat nu op het punt... Mijn einddoel weer, het beslissende uur is hier opnieuw. Wat is het? Kruisig Hem! "We zullen... We kunnen ze niet allen Methodist maken, we kunnen ze niet allen Baptist maken, we kunnen ze niet allen Eenheidsmensen maken, we kunnen ze niet allemaal tot Drieëenheidsmensen vormen. We kunnen ze niet allemaal dit, dat of nog wat maken. Maar wij kunnen een Raad hebben" – waar u hemelsbreed mee verschilt. En de hele zaak is verkeerd. Het is een satelliet voor Rome. Zo is het.
101 Welnu, als individu ga ik u vragen: "Wat wilt u met dit gezalfde Woord, dat de Christus is, doen? Het Woord dat voor deze dag beloofd was? U, als een individu?"
102 Pilatus heeft het nooit van zijn handen gekregen. U weet dat. Hij schreeuwde, riep, en elk plan kon hij uitvoeren. Het mislukte hem het eraf te krijgen. Daar in Zwitserland doet een legende de ronde: waar groen of blauw water naar boven borrelt, pleegde hij zelfmoord. U kent de geschiedenis ervan. Hij raakte tenslotte krankzinnig en pleegde zelfmoord.
103 Waarom bekeerde hij zich niet? Hij kon zich niet bekeren, net zomin als Ezau zich kon bekeren. Hij moest het doen. Laat dat u niet overkomen. Hij is op uw handen. De werken zijn gedaan, de Bijbel is gepredikt, de Heilige Geest heeft het betuigd. Ieder zondig mens: durf eens te zeggen dat het niet zo is. De Heilige Geest in deze laatste dag en de woorden die gesproken zijn, zeiden dat het zou geschieden. En hier is het precies voor ons. Probeer het niet. Laat uw einde niet zoals dat van Pilatus zijn. Nee. Hij had Hem in zijn hart moeten accepteren. De énige manier waarop u Hem van uw handen krijgt is Hem in uw hart te nemen. O, maak niet dezelfde fout.
104 Luister. Hebreeën 10 zegt: "Indien wij opzettelijk zondigen (opzettelijk niet geloven), nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, blijft er geen offer voor de zonden meer over." Als u opzettelijk zondigt nadat het aan u bewezen is en u het dan afwijst, hebt u absoluut geen kans om u ooit te bekeren. (Wacht even. Ik heb hier een aantekening die ik u wil doorgeven voor we eindigen.)
105 Zoals de verspieders... Op weg naar het beloofde land waren zij, komend uit Egypte, in een exodus; zij waren uitgetrokken door een beloofd Woord van God. God maakte Zijn Woord bekend door een profeet, Mozes – zond hem daarheen. Hij werd betuigd en hij was een god om hen onder de voorwaarden die hem beloofd waren, uit te leiden – de Ik Ben. Toen zij aan de grens kwamen, Kades Barnea, de grote fout die zij maakten... Toen zij bij het land gekomen waren en uitkeken over het beloofde land, zeiden ze: "We kunnen het niet innemen." Wat waren die andere tien? Zij keken naar de omstandigheden, de prestige die ze zouden verliezen. "Wij zijn sprinkhanen in hun ogen."
106 Maar Jozua en Kaleb onderzochten het. Zij wendden zich naar het Woord van de Here, dat zei: "Ik geef u dit land. Het is een goed land, overvloeiend van melk en honing." Zij rekenden er niet mee hoe zij eruit zagen, wat dit was en wat dit getuigenis was. Gods Woord heeft gezegd: "Ik geef het aan u. Ga het innemen." En zij waren de enigen die binnen gingen.
107 O, laten wij de beloften van God voor vandaag onderzoeken. Dat is juist. Bedenk dat wij in een andere exodus zijn. Deze keer niet een exodus in een beloofd land van de aarde, maar in het beloofde land van heerlijkheid, waar er geen terugkeren meer is. Glorie voor God, wij zullen daar gaan zijn! [Leeg gedeelte op de band – Vert] Wilt u het doen terwijl wij onze hoofden buigen?
108 Ik ga deze vraag stellen terwijl elke man en vrouw rustig is. Wat wilt u met deze Jezus, genaamd Christus, doen? Wilt u Hem aannemen, wilt u Hem als uw Redder nemen? Wilt u zijn een... of wilt u Hem van uw handen afwassen? Wilt u proberen u er vanaf te maken? "O, mijn geloofsbelijdenis zegt dit niet, of, mijn denominatie gelooft het zo niet." Het is direct op uw handen. U kunt het niet ontlopen. Wat wilt u doen met Jezus, Christus genaamd? Zijn bloed is aan uw handen sinds deze week in de samenkomst.
109 Laat ons bidden. Here Jezus help ons nu in dit uur. Laat Uw genade en barmhartigheid met ons zijn. Laat deze gemeente, Heer, zien dat Gij God zijt, en er is er geen dan Gij. Laat nu de kracht van God, het Woord, zich bekendmaken in deze mensen, opdat het bekend mag zijn dat U God bent en ik de waarheid heb verteld, Heer. Ik heb dit op Uw bevel gedaan. Zoals Elia lang geleden zei: "Ik heb dit allemaal op Uw bevel gedaan." Sta het toe, Heer, dat het zo zal zijn. In Jezus' Naam. Amen.
110 Nu, ieder van u met uw hoofden gebogen, enkele ogenblikken geleden toen ik begon te bidden stopte de Heilige Geest mij gewoon. Hij zei: "Er zijn hier enigen die dat nog niet weten." Moge de God des hemels u laten zonder enige... Moge Hij het dan vandaag in uw schoot terugwerpen.
111 U mensen hier die ziek bent (Ik heb dit nooit in een Zakenlieden-bijeenkomst gedaan), u, zieke mensen hier, die God gelooft en gelooft dat u geloof hebt om Zijn kleed aan te raken... En u herinnert zich dat de Bijbel in Hebreeën 4 heeft gezegd: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend scherp zwaard, een onderscheider van de gedachten die in het hart zijn." Wij weten dat allen. Gelooft u het? Wilt u bidden? Laat van nu aan niemand zich bewegen. Laat ieder heel eerbiedig, heel kalm, heel rustig zijn, bid. Moge de Heilige Geest ons nu leiden naar wat te doen en wat te zeggen, want dit beslissende uur is hier nu opnieuw voor ons.
Here Jezus, het is in Uw handen, ik ben in Uw handen. Ik vertrouw mijzelf aan U toe. Werp het terug in hun schoot, Heer. Plaats het terug. Zeker, Uw grote Heilige Geest vertelt me hier wat goed en verkeerd is. En ik weet dat deze band velen daarbuiten zal bereiken. En ik bid dat U het vandaag bekend laat zijn dat ik hun de waarheid heb verteld. En ik ben daartoe gezonden zoals U destijds aan de rivier sprak, toen die Engel des Heren daar stond in die Vuurkolom. Laat het vandaag bekend zijn dat ik de waarheid heb gesproken, door Jezus Christus' Naam. Amen.
112 Hef uw hoofden nu omhoog. Kijk hierheen en twijfel niet. God Almachtig zij de Rechter over ons. Toen Jezus Christus hier op aarde stond... toen Hij stierf, genas Hij de zieken, redde Hij de verlorenen. Gelooft u dat? Maar hoe hebben zij geweten wie Hij was, toen Hij hier was? Omdat Hij het Woord was. Hoevelen weten dat dit waar is? Hij was het Woord en het Woord onderscheidt de gedachten die in het hart zijn. Is dat juist?
Ik kan deze keer geen persoon in dit gebouw zien die ik ken, behalve deze voorgangers, enzovoort, hier achter. Of is broeder Roberts misschien hier. Ik zal hem een gebedsrij laten beginnen. Is broeder Roberts daar achterin? Niet hier. Goed, mijn bediening zal voor deze keer genoeg zijn.
113 Ik daag u in de Naam van Jezus Christus uit mij te geloven dat ik omtrent de woorden de waarheid heb gesproken en te geloven dat wat ik gezegd heb de waarheid is. Wilt u dat doen? Laat het zijn, Heer, laat het zijn.
114 Er is een man die hier vlakbij zit. Ik wil dat u opkijkt. Kunt u niet dat licht daar zien hangen? Er is een man die daar biddend naar me zit te kijken. Hij lijdt aan een longkwaal en zwakte. Mis het niet, meneer. Meneer Carr, sta op en neem uw genezing aan. Jezus Christus maakt u gezond. Ik heb de man nooit in mijn leven gezien.
Daar achter zit een man, heel fijn, die ook bidt. Maar wat is er met die man aan de hand? Die man daar heeft een oogkwaal. Hij heeft een gezwel in zijn linkerzij. Zijn naam is meneer Bartlett. Gelooft u het? Is dat waar, meneer? Ben ik een vreemde voor u? Wuif met uw hand. Wij zijn volkomen onbekenden. Dat is goed. God zegene u. Geloof – u zult genezen worden.
115 Gelooft u? Waarom moest u hem dat vertellen? Gelooft u dat ik Zijn profeet ben, meneer? (Ja, meneer.) U lijdt aan een geestelijke verwarring, een kleine verwarring in zaken, enzovoort. Dat klopt. Dat is juist. Meneer Carlson, gelooft u van ganser harte dat Jezus het voor u in orde zal brengen? Is dat uw naam, dat uw plaats? Goed, u kunt hebben waarvoor u gevraagd hebt. Amen.
Iemand hier, geloof het, amen, iemand met echt Heilige Geest geloof.
116 Mevrouw Waldroff. Ik zie dat... ik ken u. Nee, het is niet voor u. Het is voor die baby; en die baby is uw achterkleinzoon. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien. Dat is de waarheid. De baby lijdt aan een oogkwaal, veroorzaakt door een allergie die hij had. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. U gelooft!
117 Dame, u bent erg ziek, u bent nerveus, hebt een maagkwaal, u hebt bijna een zenuwinzinking. Gelooft u dat God u zal genezen? Maria, geloof met heel uw hart en Jezus Christus zal u uw verlangen schenken.
118 Hij is in uw schoot! Hier is een kleine dame die hier zit te bidden en me recht aankijkt. Hoofd was naar beneden, ging omhoog en kijkt naar me. Een goed mens... U komt niet hier vandaan, u komt van ver hier vandaan, New York. Maar als u zult geloven dat Jezus Christus u gezond maakt, zal Hij u de doop van de Heilige Geest geven. Gelooft u dat? Mevrouw Bryan uit New York, geloof met uw hele hart en u kunt de Heilige Geest op dit moment ontvangen.
119 Het ligt in uw schoot, vrienden. Gelooft u het? Het Woord dat Zichzelf manifesteert. U gelooft dat Jezus Christus gisteren, vandaag en voor eeuwig dezelfde is? Ik ken deze mensen niet. God is mijn Rechter, ik ken deze mensen niet. Jezus Christus kent hen.
120 Wat wilt u doen met dit gezalfde Woord? Gelijk Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Als dit gedeelte waar is, is de boodschap die ik predik waar. Het is de Heilige Geest, Hijzelf, die Zijn eigen verklaring geeft dat het waar is. Amen! Geloof het met heel uw hart. Wilt u dat doen? Ga dan staan en accepteer het in de Naam van Jezus Christus.
Terwijl de Heilige Geest hier is wil ik mijn handen op deze zakdoeken leggen. Laten we onze handen naar Christus opheffen.
121 Here Jezus, wij geloven u. Wij weten dat U de Waarheid en het Licht, het Woord, bent. Ik leg mijn handen op deze zakdoeken. Ik bid, Here Jezus, dat Uw kracht door dit gebouw zal cirkelen, door deze zakdoeken, over deze jasjes en kledingstukken, en moge de Heilige Geest over ze komen, Here. Sta het toe. En mogen zij, elk van hen, genezen zijn. Want Uw Woord is waar. Sta het toe, Heer.
122 Nu tot ieder in de samenkomst: wat wilt u doen met deze Jezus, Christus genaamd? Het is op uw handen. Laat de mensen u niet vertellen... Ik bedoel de mensen op deze tape, de mensen hier in de gehoorzaal, wat wilt u er vandaag mee doen? Waarom neemt u Hem niet aan? Elke zieke die hier is, elke twijfelende man hier, elke twijfelende vrouw, waarom accepteert u Hem niet als uw Redder? U zult Hem nooit van uw handen afwassen. Uw geloofsbelijdenis zal Hem er nooit vanaf krijgen. Er is niet genoeg vollerszeep in het land om het weg te krijgen. U kunt slechts één ding doen: krijg Hem in uw hart. Amen. Wilt u het aannemen? Hef uw handen dan omhoog en zeg: "Geef Hem lof en eer."
Hemelse Vader, zij zijn de Uwe. Uw Woord is betuigd. De mensen zijn de Uwe. Ik beveel hen aan U toe in Jezus Christus' Naam. Amen. Hef uw handen nu omhoog en prijs Hem. En ik vertrouw Hem aan u toe in Jezus Christus' Naam.