Het teken
Door William Marrion Branham1 Laten we even een ogenblik blijven staan, terwijl wij ons hoofd buigen voor gebed.
Genadige Vader God, wij danken U vanmorgen uit de diepte... [Leeg gedeelte op de band – Vert]
... zijn het Woord. Bedenk, morgenmiddag... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Is dat juist? Maar u weet waar ik op doel. Het is ongeveer tachtig kilometer verderop.
2 In het boek Exodus lezen we vanavond, uit het twaalfde hoofdstuk van Exodus en het twaalfde en dertiende vers. Ik geloof dat het fijn zou zijn als we stonden terwijl wij het Woord lezen, uit respect voor God. Exodus 12:12:
Want Ik zal in deze nacht door Egypteland gaan, en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten toe; en Ik zal gerichten oefenen aan al de goden van Egypteland, Ik, de HEERE!
En dat bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan; en er zal geen plaag onder u ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal.
3 Laten we onze hoofden buigen. Vader God, we bidden vanavond dat we onszelf zullen onderzoeken en zien of het bloed voldoende en zichtbaar is.
4 Als wij over Uw Woord spreken, moge de Heilige Geest ons leiden. In Jezus' Naam. Amen. U kunt gaan zitten.
5 Onze Schriftlezing brengt ons vanavond terug naar Exodus. Exodus is een "uitgaan" en dit... We zijn allen bekend met de tijd. En voor het verband zal ik het onderwerp "Het teken" noemen. Een teken, wat is een teken? Een teken is een kenteken dat er een prijs is betaald.
6 Zoals een kaartje van een spoorwegmaatschappij of een bus, als ze een buslijn onderhouden, u gaat in... Veel steden hebben het nog... U kunt, of... Een kaartje is een teken. Als u naar een spoorwegmaatschappij of naar een luchtvaartmaatschappij gaat en een kaartje koopt, gaat het niet om het geld dat u uitgeeft als u gaat, het gaat om uw kaartje, of uw kleine teken dat u – dat bewijst dat u een vereiste prijs betaald hebt. Zij vragen een zekere prijs en deze prijs is betaald.
7 In het onderwerp waar wij vanavond over spreken was Gods vereiste voor Israël, de eis van Jehova, het bloed van een lam. Dat was Zijn eis en het gold als een teken. Het teken liet zien dat aan de eis was voldaan, dat aan wat God had vereist, was voldaan.
8 Het kaartje, wat de spoorwegmaatschappij vereist, toont dat er aan voldaan is, dat uw ritprijs is betaald. U kunt in de trein of de bus of wat het ook is, stappen. Maar u moet het teken hebben. U kunt niet zonder dat teken gaan Veel maatschappijen zullen uw geld niet aannemen. Als u naar het vliegtuig gaat, er naartoe loopt en zegt: "Ik wil mijn kaartje betalen", dan moet u eerst uw kaartje gaan halen. U moet het kaartje hebben. En het is alleen het teken dat u moet bewaren. Het geld zelf zal niet geldig zijn. U moet het teken hebben.
9 Het leven was uit het offer gegaan. En nu was het bloed een teken dat Zijn bevelen waren uitgevoerd.
10 Zo was het in Egypte, in die vreselijke nacht, net voordat de dood toesloeg, de laatste plaag. God had Zijn grote tekenen en wonderen in Egypte getoond, Zijn lankmoedigheid en vriendelijkheid voor Farao en heel zijn volk. Hij had veel grote tekenen door het land gezonden. Hij zond hun een profeet, liet hun tekenen en wonderen zien, een Vuurkolom, en alles wat Hij gedaan had, en toch... Dat had Hij allemaal gedaan, toch wilden zij zich niet bekeren. Zij wilden niet tot God komen. Zij negeerden al Zijn tekenen. Zij negeerden Zijn profeet. Zij negeerden de boodschap. Zij wilden hun eigen weg. Dus had God genoeg van hen gekregen. Dus zei Hij: "Ik ga nu een scheiding maken tussen degenen die wel geloven en die niet geloven."
11 Ik geloof dat we nu in die tijd leven waarin God een keus maakt. Mensen zullen geloven of zij zullen niet geloven.
12 God vereiste een teken. En dit teken was een onschuldig lam, dat Hij als vervanging had genomen voor de dood, in de hof van Eden. En nu, als het lam gedood werd, moest het bloed worden aangebracht aan de deurpost en aan de bovendorpel, wat was om te laten zien dat de eis was uitgevoerd.
13 O, ik geloof dat het een grote les voor ons is als wij hiernaar kijken. Zie, de gelovende aanbidder, zoals Hij vereenzelvigd werd door het teken van het bloed. Hij moest... De gelovige moest het lam nemen, het lam slachten, een lam voor een huis, het bloed nemen met de hysop, wat gewoon een klein bosje is dat daar in het land groeit, en zij... (gewoon onkruid, zouden wij het noemen) – waarmee hij het bloed moest aanbrengen. Het toont door het aanbrengen van het bloed met deze hysop... Hysop stelt geloof voor. Vele malen denken mensen dat ze het een of ander bovennatuurlijk geloof moeten hebben om een gelovige te zijn. Zo is het niet. De hysop spreekt daarvan, het is heel gewoon onkruid dat je overal zou kunnen krijgen, pakken, het in het bloed dopen en het bloed aanbrengen.
14 Het bloed wordt vanavond aangebracht door eenvoudig geloof, gewoon niets bovennatuurlijks. Het bevindt zich gewoon overal rondom u. Gewoon eenvoudig als een kind, kunt u zich uitstrekken en er bezit van nemen en het bloed aanbrengen. De hysop is gewoon een eenvoudig kinderlijk geloof voor de gelovige. Het is niet iets wat buiten uw bereik is. U hoeft zich niet erg ver uit te strekken om het te krijgen.
15 Deze hysop die in dat land groeit, in de scheuren van de muren, een klein soort diamantvormig blad. U kunt het overal plukken, net als hier nu gras en onkruid in het land zou zijn. Pak het gewoon, breng het aan, plaats het op de deur.
16 Zo moet het geloof worden toegepast. Neem het geloof, liever gezegd, en breng het bloed van Jezus Christus aan door geloof aan de deur van het hart.
17 Dit zou afscheiding maken en het verschil betekenen tussen diegenen die uit Egypte gingen en hen die in Egypte zouden blijven om met Egypte om te komen. Dat was het verschil.
18 Het is vreemd hoe God altijd werkt door tekenen, signalen, tekenen, enzovoort. Hij heeft het altijd gedaan. Dat is Zijn wijze om iets te doen. Hij gaat daar nooit buitenom. God doet nooit iets dan alleen op die wijze.
19 De wijze waarop God begint, dat is de wijze waarop God eindigt. Hij is oneindig, almachtig, alomtegenwoordig, alwetend. Hij heeft niemands hulp nodig. Hij heeft onze uitlegging niet nodig. Zoals ik gisteravond zei, heeft Hij niet nodig dat wij het Woord uitleggen en zeggen wat het betekent. Hij spreekt wat het zegt dat het zal doen. Dat is de uitlegging. Niemand hoeft het uit te leggen. Als God zegt: "Laat er zijn" en het is er, is dat Zijn uitlegging ervan.
20 Wij zouden misschien zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij. Er is niet zoiets als de doop met de Heilige Geest." Als een mens het gelooft, spreekt God door hem en dat is de uitlegging. Zij hebben het. Dat is... Zij weten dat zij het hebben, omdat God Zijn eigen uitlegging aan Zijn Woord geeft.
21 Dat vereiste Hij die avond om de gelovige af te scheiden van de ongelovigen. De gelovige aanbidder werd geïdentificeerd met zijn offer. Hij moest het bloed aanbrengen. Het was niet het lam nemen en doden, het bloed ergens daarbuiten neerzetten of het in een grote platte schotel bewaren en het naar de buren brengen. Hij moest het bloed aanbrengen.
22 Zo is het vanavond. We zouden kunnen komen en met alles wat God doet sympathiseren, dat is niet wat Hij vereist. U moet het aanbrengen. Het is niet voldoende, totdat u het aanbrengt. Het bloed moet worden aangebracht. Dat laat zien dat u geïdentificeerd bent. De aanbidder legde zijn hand op het lam en doodde het vervolgens, vereenzelvigde zich met het offer.
23 Hetzelfde doen wij vanavond. We leggen onze hand op ons offer om ons met Hem te vereenzelvigen. En Hij is het Woord. We moeten alleen geïdentificeerd worden door Christus, wat gebeurt als we vereenzelvigd worden met het Woord, omdat Hij het Woord is. Hij is het altijd geweest. In den beginne was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.
24 Zoveel Woord is toebedeeld aan elke generatie. God zendt dan iemand en identificeert dat Woord door de uitlegging van Zichzelf.
25 Geloofsbelijdenissen en zo, hebben de gemeente altijd in zo'n verwarring gebracht. Iedereen zegt: "Wel, dit is de weg. En dit is de weg. En dat is wat u moet doen." Maar God komt binnen en stapt op het toneel en laat wat Hij zei geschieden. Dat is de uitlegging. Niemand hoeft het te vertellen. Geen zondige mensen of organisaties of een heel grote denominatie of iets anders hoeven het Woord uit te leggen; een bisschop, aartsbisschop, paus of zoiets. Dat is het niet. God legt het Zelf uit. Als Hij het beloofde, doet Hij het.
26 Zoals ik dikwijls gezegd heb... Toen Hij zei: "Er zij licht", en er was licht, dàt is de uitlegging. Het heeft niets anders meer nodig om te proberen het uit te leggen. God legt het Zelf uit.
27 Als het bloed aangebracht en geïdentificeerd is... De aanbidder identificeerde zich met het bloed, door het aan te brengen in zijn eigen huis boven de deur, zodat hij niet kon uitgaan of binnenkomen zonder herkend te zijn door het bloed. Een zeer volmaakt type van vandaag van het bloed van Jezus Christus. Toen was het bloed een teken van identificatie. Christus is een teken van de identificatie van de gelovige vandaag.
28 Dierlijk leven... De reden waarom zij in die dagen het chemische bloed moesten aanbrengen, het op hysop doen en het op de deurpost en de bovendorpel aanbrengen, is omdat het dierlijk... De aanbidder die zijn handen legde en zich identificeerde met het dier... Het leven dat in het dier was kon niet terugkeren op de aanbidder omdat het dier geen ziel heeft. Hij verbetert zichzelf helemaal niet.
29 We zien vandaag dat wij mensen, hoewel wij gevallen zijn, in deze gevallen staat, onze huizen steeds beter bouwen, een betere auto kopen. We nemen wat God geschapen heeft, bederven het en veranderen het tot iets om onszelf te helpen. Het laat zien dat wij zonen van God zijn, dat we in onze gevallen staat toch een ziel hebben. We kunnen niet scheppen zoals God, maar we kunnen nemen wat Hij schiep en een dergelijke schepping maken van wat Hij al geschapen heeft.
30 Een dier doet dat niet. De hond leeft nog op dezelfde wijze als dat hij altijd leefde. De vogel bouwt nog steeds een nest. En de vis heeft zijn paaigronden. Er is geen verschil. Waarom toch? Omdat zij geen ziel hebben. Maar het bewijst dat de mens in het beeld van de Schepper is. Daarom moest, als het dier stierf en het bloed werd gebroken, de cel werd gebroken... Het leven is in de bloedcel. En als de cel werd gebroken, het bloed opgebroken, moest de aanbidder de chemische stof van het bloed nemen en het op de deur aanbrengen, zodat het met het letterlijk oog gezien kon worden. Want het leven dat in het dier was kon niet op de mens terugkomen, daar het geen ziel heeft. Daarom zou het zich niet vermengen met de ziel van een mens. Het leven van een dier zou niet terugkomen op het menselijk wezen.
31 Nu, ons offer vandaag, is niet alleen een gewoon menselijk leven, maar het was God Zelf die in vlees werd geïdentificeerd hier op de aarde. Toen die bloedcel werd verbroken, niet alleen de ziel van een mens of een geest van een mens, maar God Zelf die geïdentificeerd werd in die mens, keerde terug op de gelovige in de doop van de Heilige Geest. Dat is het teken dat God vandaag vereist. Het teken van vandaag dat we moeten hebben moet de Heilige Geest zijn. Dat is Gods vereiste teken. Ik kan het u door de Schriften bewijzen.
32 Zonder de Heilige Geest spreidt u niet het teken tentoon. Dat is... Het teken toont dat u zich geïdentificeerd hebt met het offer en God heeft u het teken teruggezonden om te laten zien dat u aanvaard bent. Totdat dat gedaan wordt maakt het niet uit hoe goed u bent, hoeveel u weet, hoeveel... of u nu een college-professor, een goed persoon, een prediker, of wat ook mag zijn, u wordt absoluut niet erkend totdat u het teken kunt tonen.
33 Israël moest in die uittocht, toen zij er in die tijd uitkwamen, het teken hebben als bewijs dat zij met hun offer geïdentificeerd waren.
34 En vanavond vereist God de doop met de Heilige Geest als bewijs dat wij geïdentificeerd zijn met de opstanding van Jezus Christus. Daar ontbreekt niets aan. De Bijbel leert het duidelijk. En wij moeten het geloven. Het is Gods Woord. God vereist het. Wij hebben weer een exodus. Wij weten dat allen. Israël trekt op naar het beloofde land. Dus zal de bruid vrij spoedig naar haar huis gaan.
35 Nu zien we dat het bloed een geïdentificeerd teken was Iedereen werd geïdentificeerd door het bloed.
36 De Heilige Geest is ons teken vandaag om ons te identificeren met Jezus Christus in Zijn opstanding, daar het bloed door geloof is aangebracht.
37 De chemische stof van het bloed kon niet elk hart besprenkelen; dat weten wij, omdat het vergoten werd op Golgotha. Het stroomde op de grond. Maar daar uit... Toen die bloedcel werd verbroken kwam God vrij door de heiligende kracht die het bloed had, om terug te komen op de gelovigen.
38 God was in het begin God, de Vader, Die leefde boven alles, net als de Vuurkolom die de kinderen van Israël door de woestijn leidde. Hij kwam neer op de berg. Als iemand de berg aanraakte, moest hij gedood worden.
39 God is heilig en Hij kan op geen wijze zonde door de vingers zien. En de mens die deze berg aanraakte stierf... Zelfs een beest moest doorstoken worden. Toen God neerkwam... Hij was heilig.
40 Toen boog God Zich neer, daalde af en werd gemaakt in de gestalte van een Man die wij konden betasten. We konden Hem aanraken, zegt de Bijbel. In die heel kleine bloedcel...
41 Veel Joden willen zeggen dat Hij een Jood was. Velen van ons willen zeggen dat Hij een Jood was. Hij was Jood noch Heiden. Hij was God. Hij was een geschapen Wezen door de hand van de almachtige God. Hij schiep een tabernakel waar Hij in woonde, die wij kennen als de Zoon van God. Dat is juist. De Godheid, de opperste Godheid van Jezus Christus, omdat God in Hem woonde.
42 Petrus zei: "Gij mannen van Israël, Jezus van Nazareth, een Man onder u door God bekend gemaakt door tekenen en wonderen, die u nam met boze handen en Hem kruisigde, van Wie wij getuigen zijn van Zijn opstanding", toen de Heilige Geest op hen werd uitgestort.
43 Nu, we ontdekken dat in deze grote zaak, toen God daar ver terug Zich met Israël identificeerde, en die identificatie vereiste...
44 Nu, we zien hier dat de Joden konden zeggen... Zij zouden misschien zeggen: "Welnu, wacht eventjes. Ik ben een Jood. Ik ben in het verbond van Abraham. Ik ben besneden." Het verbond werd teniet gedaan als het teken niet werd tentoongespreid. Denk daaraan. Ik spreek over een teken van deze dag. Als dat bloed niet werd tentoongespreid, dat teken... Het maakt niet uit hoeveel u zou kunnen laten zien, dat u een Jood bent, hoeveel u zei dat u geloofde. U zou misschien rabbi, priester of zoiets mogen zijn geweest, maar dat teken moest zijn aangebracht. Geen uitvluchten, ja of nee. Tenzij Hij het bloed zag... Hij zou voorbijgaan.
45 Sommige mensen zouden misschien zeggen: "Kom eens even hier. Ik kan bewijzen dat ik op de achtste dag besneden werd. De priester weet ervan. Mijn naam staat daar in het boek." Dat heeft er totaal niets mee te maken. Het teken was... Als het teken niet werd aangebracht, werd het verbond nietig verklaard. Het was zonder effect.
46 We moeten bedenken dat wat God zegt, Hij het nooit terugneemt, maar Hij voegt toe. "U hebt gehoord dat de ouden zeiden: 'Gij zult geen overspel plegen.' Maar Ik zeg u dat wie een vrouw aanziet om haar te begeren, al overspel met haar heeft bedreven." Hij neemt nooit terug. Hij voegt toe. Hij vergroot. Dat doet Hij. Al Zijn werken vergroot Hij voortdurend.
47 Dat is waar wij wandelen van het gemeentetijdperk van Luther in Wesley, in Pinksteren, en zo maar verder, terwijl wij voortgaan. Terwijl wij omhoog blijven gaan, vergroot God voortdurend hetzelfde Woord, laat het gewoon zo doorgaan, totdat de gemeente tenslotte zal komen in het beeld van Jezus Christus, wat Zijn bruid zal zijn die Hij naar huis zal halen, (dat is juist) de dingen waar wij vandaag naar uitzien. Zeker, wij beseffen dat de gemeente door de verdrukking zal gaan, maar de bruid niet. Zij zal uit de gemeente genomen worden evenals Israël uit Egypte werd genomen. We zien nu dat de Heilige Geest Degene was die ons met Jezus Christus identificeert.
48 De Joden mochten dan zeggen: "Ja, wij zijn verbonds-Joden." Maar als zij het teken niet hadden was het verbond zonder effect. Hetzelfde nu, het maakt niet uit hoe goed we zijn, hoe... U zou misschien zeggen: "Wel, ik heb dit gedaan en ik heb al deze dingen gedaan, en ik heb mijn tienden betaald, ik behoor tot de gemeente; ik doe dit allemaal."
49 God vereist een teken dat laat zien dat u geïdentificeerd bent met uw offer, Degene die u beweert te hebben, Degene die u gelooft te hebben.
50 Petrus zei: "Bekeert u, een ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving der zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor hen die verre zijn, zovelen als de Here, uw God, ertoe roepen zal."
51 Wie is deze zondige mens die dat zal veranderen en zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij?" Wie zal dat doen en zeggen dat Gods Woord verkeerd was toen Hij zei: "Wie de Naam des Heren zal aanroepen... Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor hen die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal"? Hij zal het teken op hen stempelen.
52 Dat maakt het verschil uit tussen de gelovige en de ongelovige. Er waren diegenen die verzegeld waren door het Koninkrijk van God en zij die gemerkt waren door het merkteken van het beest. En zij die gemerkt waren door het merkteken van het beest konden niet het zegel van God nemen.
53 Hetzelfde komt vandaag binnen en we zien het recht voor onze eigen ogen.
54 Het maakt niet uit hoe goed u bent, hoeveel u zegt dat u een gelovige bent, God vereist het teken. Hij vereiste het in Egypte. Hij vereist het vanavond. Hij vereist het vanavond. Het teken wordt in dit tijdperk nog evenzeer vereist als in dat tijdperk. Het maakt mij niet uit of u een Bijbelgeleerde was, hoe goed u de Schrift kunt verklaren. Satan kan hetzelfde doen. Maar bedenk dat dit er niets mee te maken heeft. God vereist één ding, dat is het teken. Het teken laat zien dat u geïdentificeerd bent met uw offer, dat u beweert te aanbidden. Amen. Dat is het. "Als Ik het bloed of het teken zie... Het bloed zal een teken zijn, en als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan."
55 De dood stond op het punt om Egypte elk ogenblik te treffen. Het was een grote, geweldige tijd. God had hun genade betoond door het tonen van Zijn kracht, Zijn tekenen. Toch wensten zij zich niet te bekeren en terug te komen. Zij wilden iets dergelijks niet. Zij geloofden het niet. Zij geloofden de boodschap niet die was uitgegaan. God had hun een boodschap gezonden. Zij geloofden haar niet. Ze wilden nog steeds precies doorgaan zoals zij eerder deden.
56 Precies een volmaakt type van vandaag, hetzelfde. Elke geestelijke gebeurtenis en elk geestelijk teken is een waarschuwing van God dat er iets op het punt staat plaats te vinden, indien dat teken van God komt. Als het mensengemaakt is, is er niets mee aan de hand. Maar als het door God gezonden is, weet iedereen... Iedereen weet dat God een teken zendt. Als het een bovennatuurlijk teken is, zendt Hij een boodschap bij dat teken. Dat doet Hij altijd. Hij faalt nooit om dat te doen. U ziet dingen die geen tekenen van God zijn. Wel, dan zal het niets zijn, omdat God er niet in is. Maar als God erin is, zal er een boodschap op volgen. En die boodschap moet naar de Schrift zijn, dat moet een Schriftuurlijke boodschap zijn. Zij moet komen: "ZO SPREEKT DE HERE." Elke geestelijke gebeurtenis is een teken van God.
57 Zoals de boodschap en de tekenen in deze dag volgen, zoals het was in de dagen van andere tijden waar we doorheen gingen in de tijd van de Bijbel. En geen andere tijd kon dit ooit zijn dan nu. Op geen andere tijd kon deze boodschap ooit komen dan nu. Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." De boodschap kon niet eerder zijn dan nu. De wereld was nog niet in de toestand waarin zij nu is. Dit is het uur waarop Jezus op elk moment zou kunnen verschijnen.
58 De slapende maagd komt binnen en probeert olie te kopen... Op die tijd ging de bruid naar binnen en de overigen hier werden achtergelaten. Hebt u er ooit aan gedacht wat er gebeurde? Zij gingen gewoon door met prediken en dachten dat er zielen werden gered en alles, en ze wisten het niet. Zij wisten er niets over. De gemeente zal doorgaan met te denken dat er zielen worden gered en al het andere en de gemeente is al... de bruid is al weg verzegeld. Ze weten het niet. Dat is precies wat de Schrift zei. Noach ging in de ark en God verzegelde de uitgang. Waarlijk. En de tijd zal komen dat mannen en vrouwen tot God zullen schreeuwen en zelfs denken dat zij iets kregen, terwijl zij het niet hebben. Dat is precies juist. De Schrift spreekt daarvan.
59 Eveneens moeten wij bedenken dat God lankmoedig is, niet willende dat enigen verloren zouden gaan. Hij zendt altijd Zijn tekenen, Zijn wonderen. Dan als Hij op het punt staat om iets te doen, scheidt Hij de gelovige van de ongelovige.
60 En bemerk hoe Hij dan voorzag voor Zijn beloofde-land-volk. Kijk wat Hij deed voor Zijn beloofde-land-volk daar, om er zeker van te zijn dat zij zich niet zouden vermengen met het een of ander soort isme. Wat deed Hij? Hij zond een profeet tot hen: Mozes, met een boodschap die Gods Woord bekend maakte. En om Mozes te identificeren zond Hij een Vuurkolom die boven hem hing. Amen. Vervolgens, om hem de volmaakte verzekering te geven, vereiste Hij een teken. Amen. Daar is de boodschapper, de boodschap en de bevestiging, en het teken, de volmaakte zekerheid dat ze zich nergens zorgen over hoefden te maken. Het maakt niet uit hoeveel plagen er toeslaan, wat ieder ander zegt, ze zijn weg verzegeld.
61 Israël dat uit Egypte kwam, zoals ik daarstraks zei, is een type van de bruid die uit de gemeente komt. Toen Mozes zijn bediening begon, vergaderde Israël zich in één plaats, in Gosen, ze begonnen te bidden omdat zij wisten dat het uur op handen was, omdat zij wisten dat er iets was. De bevrijder was al gekomen. God werkte, deed dingen, en liet zien wat Hij zou gaan doen. Zij kwamen uit alle delen van Egypte, evenals zij op de dag van Zijn komst zullen doen. Er zullen mensen trekken uit de Methodisten, Baptisten, Lutheranen, allen die geïdentificeerd zijn met Christus door het teken, zal God met Zich meenemen als Hij komt.
62 We lezen hier in Hebreeën, het tiende hoofdstuk, het zesentwintigste vers: "Als wij opzettelijk zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonde, maar een vreselijk, ontzaglijk uitzicht op het vurige oordeel dat de tegenstander zal verslinden." Dat is als we opzettelijk ongelovig zijn, nadat we de kennis van de waarheid hebben, dan is er geen slachtoffer meer voor de zonde. Denk erom. Het maakt niet uit wat u denkt in uw hart, het teken kan nooit aangebracht worden. Als u het de laatste keer verwerpt, kan het niet worden aangebracht, voor hem die opzettelijk zondigt of ongelovig is.
63 Als wij de grote eindtekenen en -tijden zien komen (zoals we ze nu zien), met de belofte van het Woord, elk Woord dat ons beloofd is voor de eindtijd, is het nu op ons van toepassing, zelfs tot het merkteken van het beest en de denominaties die tezamen komen, en de pauselijke regering die er aankomt, en alles precies op de wijze dat het is. Het hangt ginds over de wereld; de atoombommen zijn in de hangars, en God spreekt door Zijn dienstknechten in de kerken en trekt hen eruit en laat de tekenen zien die Hij beloofde te doen net vóór Zijn komst. We zijn in de eindtijd. Het teken wordt vereist. Jazeker. We weten dat deze dingen waar zijn. Zoals vroeger, zij waren alleen maar een type van waar we nu doorheen gaan. Als wij deze grote tekenen in de eindtijd zien komen, waarschuwt het ons dat de tijd op handen is.
64 Zondig niet opzettelijk, wees niet opzettelijk ongelovig. Als er iets in u is dat zal zeggen: "Welnu, ik zie niet waar ik de Heilige Geest voor nodig heb. Misschien heb ik Hem niet nodig. Ik geloof dat ik Hem ontving toen ik geloofde."
65 Paulus zei tegen de mensen die hem die vraag stelden: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen, nadat u geloofd hebt?"
66 De Heilige Geest is een teken. Een mens gelooft God, dat is waar genoeg, maar de Heilige Geest is een gave van God. Het is iets anders dan uw geloof. Uw geloof brengt het aan, dat is precies juist. Maar de Heilige Geest is de Getuige. We zullen dadelijk zien hoe het werkt en wat er plaats vindt, zodat we er zeker van kunnen zijn, dat we weten of we in orde zijn of niet. Hij waarschuwt ons dat de tijd nabij is.
67 We zouden elkaar moeten liefhebben gedurende deze tijd. De gemeente en de gelovigen moesten onafscheidelijk zijn. Gelovigen zouden zich moeten afscheiden van alle dingen van de wereld. Van alles wat goddeloos is, zou de gelovige zich moeten afscheiden.
68 Let op. Ze waren niet alleen samen gekomen om erover te praten en te zeggen: "Wij geloven het." Zij waren samen gekomen om het bloed aan te brengen, niet gekomen om te zeggen: "O zeker, ik geloof dat" en naar huis te gaan. Ze moesten komen en het bloed aanbrengen, opdat het teken gezien zou kunnen worden; eronder komen.
69 Dat is... Vandaag zitten wij en horen de boodschap gepredikt. We lezen het uit de Bijbel. We zeggen: "O ja, ik geloof dat." Dat is niet wat God vereist. Het maakt niet uit hoeveel u het gelooft, u moet Hem hebben. Gemeente, ontwaak.
70 Amerika, dit is uw laatste uur. Het oordeel ligt ginds in de weegschaal voor deze natie. Als God deze natie zou laten begaan met wat zij nu heeft gedaan, zou Hij verplicht zijn Sodom en Gomorra op te wekken en Zich te verontschuldigen voor het verbranden van hen. Dat is juist. We zullen boeten voor onze zonden. Wij doen hetzelfde als wat zij in Sodom deden.
71 En God heeft een boodschap gezonden precies zoals Hij deed in Sodom. Helemaal precies. Hij zond er één tot de kerk daarbuiten, naar de Lot-groep, en aan Sodom. En Hij zond het aan de uitverkorenen, enzovoort. En Hij bewees dat de kerk precies in dezelfde toestand is als in de dagen van Lot. Jezus zei dat het weer zo zou zijn. Vrienden, het is op onze handen. Wat gaan wij ermee doen?
U zegt: "Bloed op onze handen?" Ja.
72 Wat denkt u dat Oswald dacht, toen hij onlangs in die kamer zat, door het bloed van zijn medemens te nemen en de president te vermoorden? Hij zat daar, wist dat hij dat gerechtshof onder ogen moest komen, als dat opperste gerechtshof met boze ogen naar hem zou kijken, in de wetenschap dat op zijn handen het bloed van de president van de Verenigde Staten was. Hij zweette het uit in zijn cel.
73 Wat zou het aan een mens moeten doen, als je weet dat je het bloed van Jezus Christus vertreden hebt en hebt geweigerd om het te doen? Je zweet het uit in je cel! Je zult niet alleen geoordeeld worden door het opperste gerechtshof, maar door een toornig God die het lichaam kan wegwerpen en de ziel in de hel werpen. Stop, kijk en luister. Kijk. Wees op uw hoede. We vertreden het zo gemakkelijk en denken dat Hij zo liefhebbend is.
74 Een jong persoon zei onlangs: "God houdt zoveel van mij..."
75 God is een goede God. Dat is waar. Maar Hij is ook een toornig God. Hij is een God van oordeel. Hij is een God van gramschap. Wij falen om dat te begrijpen. U maakt Hem zo goed dat u Hem tot de een of andere oude, kindse grootvader maakt. Hij is geen oude kindse grootvader, Hij is de Almachtige God, en Hij heeft geen kleinkinderen. Hij heeft zonen en dochters. Niet die handen geschud hebben en aangenomen zijn; u moet wederom geboren worden en het bloed hebben aangebracht. Het zijn zonen en dochters van God, niet van een oude, slappe grootvader die zijn kinderen maar laat begaan, z'n kleinkinderen in alles laat begaan. Hij is geen grootvader. Hij is een Váder. Jazeker. Elk kind moet uit Hem geboren worden. Hij is een Vader van correctie.
76 Wij weten dat dit uur hier is. Oordelen zijn op handen. Wat zullen we ermee doen? Ik zou niet graag Zijn bloed op mij willen hebben. Er is maar één wijze waarop u het ooit van u af zou kunnen krijgen. U kunt het er niet afwassen. Pilatus probeerde dat. Hij probeerde de verantwoordelijkheid af te schuiven op iemand anders en zei: "Stuur Hem door naar een keizer of iets dergelijks, en zie wat hij doet." Het had een averechtse uitwerking. Het keerde weer regelrecht in zijn schoot terug. Zo is het.
77 En vandaag proberen wij te zeggen: "Ik zou het als mijn man... Ik zou het als mijn vrouw... Ik zou het als mijn kerk..." Het komt rechtstreeks bij u terug. Als u zegt: "O wel, mijn kerk gelooft dit..." Maar als Jezus Christus in deze samenkomsten neerkomt en Zichzelf identificeert met de Schrift dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, maakt het mij niet uit wat uw uitlegging is. Het keert regelrecht in uw schoot terug en het is op uw handen. Er is niets, broeders en zusters, wat u kunt doen.
78 Vrienden, bedenkt dit, u uit Californië, u bent aan het einde van de Westkust hier. De beschaving is met haar mee gereisd. Alle uitschot waait binnen. En het volgende is dat het naar Israël zal gaan, als de gemeente opgenomen wordt. Wees gewaarschuwd.
79 Er is maar één manier waarop u het bloed van Jezus Christus van uw handen af kunt krijgen, dat is door het in uw hart te plaatsen. Slechts op één manier, op geen andere manier zal het ooit werken. Hij zei: "Als Ik het bloed zie, als het op de juiste plaats is aangebracht..."
80 "Wel," zegt u, "ik geloof het bloed..." Wat als zij het daarbuiten in de achtertuin hadden geworpen? Wat als zij het aan het kippenhok hadden geplaatst? Wat als zij het aan de garage hadden gesmeerd? Nee, het moest op één zekere plaats worden aangebracht. Dat was aan de bovendorpel.
81 In het hart. Daar wil God vandaag het bloed, niet aan uw handen, maar aan uw hart wil God het.
82 En het is vandaag op uw handen, als u Hem vandaag niet hebt aangenomen en het zegel niet in uw hart hebt. Het is op uw handen. Zijn identificatie van Zijn Schrift in deze laatste dagen plaatst het rechtstreeks terug op onze handen. Wat kunnen wij met deze Jezus doen die Christus genaamd wordt? Wat zullen wij ermee doen? Het enige is dat wij Zijn bloed tentoonspreiden door het op ons hart te laten door de Heilige Geest.
83 Wij zijn verantwoordelijk. Voor ieder van ons die niet onder dat bloed is is God niet verantwoordelijk, zelfs niet één. Het hele gezin moest komen, niet slechts één lid. U zegt: "Wel, papa is een goede man, Hij is een prediker. Ik zal gered worden." Beslist niet. Uw godzalige vader en moeder hebben niets met u te maken. U bent een individu.
84 "Ik behoor tot de heilige kerk. Die kerk..." Die kerk heeft niets met u te doen.
85 Er is niet zoiets als een heilige kerk. Er is niet zoiets als een heilig persoon. Het is de Heilige Geest bij de mensen, de Heilige Geest in de gemeente.
86 Geen heilige bergen, geen heilige plaatsen, het is een heilig God. Niet u bent heilig of ik ben heilig. Hij is Degene die heilig is.
87 Wij zijn verantwoordelijk aan Hem, niet aan een kerk. Wij zijn verantwoordelijk aan God en aan Zijn Woord, en God is het Woord. De Bijbel zei dat Hij het was. Wij zijn daar aan verantwoordelijk. Dat is Jezus Christus.
88 Let op wat Hij toen deed. We ontdekken dat het hele gezin slechts gered was als het teken werd tentoongespreid. Als het teken tentoongespreid werd waren zij veilig.
89 Kijk in het tweede hoofdstuk van Jozua. We ontdekken hier dat een gelovige hoer, genaamd Rachab, een heidense hoer, over de rivier... Toen zij in het beloofde land waren gekomen, staken de verspieders over om te spioneren. Haar hele familie werd gered onder het teken, die alleen. Bedenk dat Gods verderfengel dat teken eerde. Toen... De kerken vielen neer, de burgemeester viel, de stad ging ten onder, de koning kwam om, de gouverneur, de geleerden, de mooie vrouwen, de knappe mannen, de belangrijken, de algenoegzamen, en alles kwam om wat niet onder dat teken was. Amen.
90 Zo zal het zijn bij het komen van de Zoon van God. Zijn verderfengel zal allen vernietigen die het teken van de doop van de Heilige Geest niet op zich hebben, die niet kunnen laten zien dat u vereenzelvigd bent en dat u stierf met uw offer en geboren bent in de Geest van God en daar verzegeld zijt door de Heilige Geest. Slechts één God en Hij is de Enige die het juiste Woord spreekt. En dit is het. Niemand anders kan er iets van afnemen.
91 Let op. Jericho had gehoord wat God aan het doen was. Jericho had de woorden gehoord. Herinnert u zich wat de hoer zei? "Wij hebben gehoord dat God grote dingen deed. Ik ben bevreesd. Wilt u mij slechts sparen als ik u vriendelijkheid betoon?" Jozua...
92 En Kaleb en Jozua hadden hun verteld wat ze moesten doen, hoe ze dit scharlaken koord aan moest brengen en eronder moest blijven. "We zijn niet verantwoordelijk voor één persoon."
93 Zij vroeg: "Kan ik mijn vader binnen brengen? Kan ik mijn moeder binnen brengen? Kan ik mijn broers, mijn zusters, mijn buren binnen brengen?" "Breng allen die u krijgen kunt, eronder."
94 Dat is precies hetzelfde vandaag, broeder. Het is niet: "Kunnen we Methodisten, kunnen we Baptisten, kunnen we Pinkstermensen brengen?" Allen die bereid zijn om eronder te komen, zal God aannemen. Maar dat en dat alleen zal u identificeren met Hem. Let op. Ja.
95 Zijn grote krachten en tekenen die Hij daar gedaan had... En als zij het zagen en wisten, waarom kunnen wij dan vandaag geen vrouwen en mannen hebben die net zo eerlijk zijn als die vrouw was, als we zien wat God beloofde te doen en het Hem zien doen? Dan is het volgende wat komt, oordeel.
96 Zij moesten geloven... Zij waren... Zij geloofden... Zij moeten hebben geloofd dat ze veilig waren in die grote muur waar ze zich op bevonden, hun hele grote familie, hun zeer grote plaats.
97 Veel mensen vandaag... Ik zeg dit met eerbied en respect... Veel mensen vandaag zeggen: "Ik behoor tot de grootste kerk die er in de stad is. Mijn moeder behoorde tot die kerk. Het is een van de oudste kerken." Dat heeft er niets mee te maken. Het teken moet worden aangebracht.
98 Ze hebben misschien gedacht dat dit grote ding waarin zij leefden, dat grote systeem, dat dit hen zou redden. Maar we zien dat alles wat niet het teken liet zien, omkwam in de stad. Zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen. Hij heeft het zo gezegd.
99 Er moeten enigen van die banden-jongens of zo iemand de plaats daar binnengeslopen zijn, die hen enkele banden lieten horen of het een en ander, die de voorbestemden hadden gevonden. Zij nam heel haar huis en gebruikte het als een kerk en ontving de boodschappers.
100 Toen zij allen in de stad, die eronder wilden komen, bij elkaar had, die het teken geloofden, toen zij hen allen erin had, toen kwam de vernietiging. Toen Gods toorn dat grote systeem vernietigde, dat ze daar hadden, hield het teken haar huis veilig. Het teken, niets anders.
101 Het maakt niet uit hoeveel verenigingen en hoeveel goede Rode-Kruis-zaken zij hadden, wat allemaal goed is, hoeveel van deze en hoeveel liefdadigheidsorganisaties, alles kwam om wat niet onder dat teken was. Nu, denk eraan. Alles kwam om. Het maakt mij niet uit wat voor grote kerk zij hadden, tot welke grote denominatie zij behoorden, al was het het paleis van de koning, alles kwam om.
102 En zo kwam alles om in Egypte wat niet onder dat teken was.
103 Nu, God verandert Zijn wegen niet. Hij heeft vandaag een teken. Mijn broeder, zuster, u kunt het maar beter ontvangen. U kunt het maar beter hèbben. Bedenk slechts dat het een waarschuwing is.
104 Kijk. Hetzelfde leven waar het teken in doopte... Hetzelfde wat het teken in Egypte deed, het spaarde alles wat eronder was; alles zonder dat teken kwam om.
105 Jozua is een type van Jezus, daar Jozua "Jehova Redder" betekent. Ook Jezus betekent "Jehova Redder". Jozua was getrouw aan het bewijsteken dat zijn boodschappers hadden gepredikt. Zo zal Jezus getrouw zijn aan het bewijsteken dat Zijn boodschappers prediken, als Hij komt. Allen die eronder waren werden gered in Egypte. Allen eronder werden gered in Jericho. Hoe staat het er vandaag mee? We ontdekken dat het bloed van het lam een type was van Jezus Christus. Goed.
106 In Hebreeën 13 ontdekken we dat dit daar het eeuwige testament wordt genoemd. God had een verbond met hen. Maar nu is het bloed een eeuwig testament, het bloed van Jezus Christus. Gods door bloedgebonden beloften maken ons vrij van zonde en van ons eigen ik, maken ons vrij van alles van de wereld. Het maakt niet uit hoeveel we proberen de wereld na te doen, het is allemaal dood. Als we in Gods door bloed gebonden beloften zijn, zien we niets dan het bloed. Hoe zouden zij uit die deur kunnen kijken zonder dat bloed te zien? Hoe kunt u naar iets uitzien zonder eerst het bloed van Jezus Christus te zien, als u in Christus bent? Ziet u dat?
107 Om Hem te aanbidden en Zijn beloften in kracht te laten zien... Hij beloofde dat deze dingen zouden komen. Zijn door bloed gebonden mensen zijn in Hem, daarin verzegeld door de Heilige Geest, en kijken alleen naar het bloed en de belofte. Zij kunnen niet naar de wereld kijken. Zij zijn dood voor de wereld, en de wereld is dood voor hen.
108 En om vandaag Christenen te zien die alles kunnen doen wat de rest van de wereld doet, die handelen als zij, die vloeken, die drinken als zij, roken als zij, die rond wroeten in de zwijnenstallen van de zonde en danszalen, en dergelijke, en dan toch zeggen dat zij Christenen zijn. U kunt dat niet doen, vriend. Daarom kunnen de mensen de kracht van God niet geloven. Zij kunnen de tekenen en wonderen niet geloven. Ze zijn dood voor die dingen en zijn ginds in de wereld opgestaan. Maar diegenen die dood zijn voor de wereld, die zijn opgestaan in Christus, die zien uit naar Zijn belofte.
109 Het "Nieuwe Testament" betekent "nieuw verbond". Het bloed-leven... Het bloed-leven zelf is het teken. Het leven uit het bloed is het teken. Bedenk, in het Oude Testament moest het werkelijke bloed van het lam worden aangebracht. Hier is het het teken van het bloed. Het is het leven uit het bloed dat in de persoon is als het teken. Oh!
110 Het nieuwe teken is het nieuwe leven, dat kwam door Jezus Christus toen Zijn bloed werd vergoten om een gemeente te heiligen en haar te vullen met Zijn tegenwoordigheid, zodat Hij Zijn Woord zou kunnen manifesteren en Zijn beloften aan de mensen.
111 "God, eertijds vele malen en op velerlei wijzen..." Hebreeën 1 zegt dat Hij sprak tot de vaderen door de profeten, maar in deze laatste dagen door Zijn Zoon, Jezus Christus. Wat is Zijn Zoon? Het Woord. Het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons. En dit is de openbaring, de volledigheid van Christus. Wie er één woord aan toe zal voegen of één van zal afnemen, diens deel zal worden genomen uit het Boek des levens. Daar is de openbaring. We hebben alleen het teken bij ons nodig om dat Woord weer te laten leven. Daarvoor zond Hij het teken. Hij gaf ons de verklaring, gaf ons die verklaring. En wij weten dat het de waarheid is.
112 Het nieuwe teken toont dat Jezus aan elke vereiste voor ons heeft voldaan en hier is. Het nieuwe teken, het teken van de Heilige Geest laat zien dat wij weten dat Jezus stierf om ons van alle dingen van de wereld te bevrijden. En het teken dat op ons is bewijst het door te bevestigen wat Hij zei.
113 Hoe kan nu een mens beweren dat teken vóór zich te houden en te verloochenen wat dit Woord zegt? Het is niet zo. Het kan zo niet zijn. God kan niet liegen over Zijn eigen Woord.
114 En omdat Hij hier is hebben wij het recht op alles wat Hij voor ons kocht. Let op. Wat moest het teken doen? Kopen. Het is de prijs die betaald is. Als u het teken hebt, dan hebt u het recht om dat teken te presenteren voor alles wat Hij voor u kocht. En niemand kan kopen zonder dat. Het kan alleen gekocht worden door het teken.
115 Bedenk, als u hier wegging met de bus en zou zeggen: "Hier, ik vertel u... Ik heb een... Ik heb een teken van een andere buslijn." Dat zou niet werken. "Ik heb een kenteken dat zegt uit Maine, uit New Hampshire te komen." Het zou niet werken in Californië. U moet het kenteken van die buslijn hebben om te... Het gekochte laat zien dat u die reiskosten voor die bus betaald hebt.
116 En als wij het teken van de Heilige Geest tentoon kunnen spreiden, laat dat zien dat wij in Christus aangenomen zijn. Dat is ons teken, dat alles wat we nodig hebben reeds door Hem is gekocht. We zijn vereenzelvigd met ons teken. Het teken moet gereed zijn.
117 Het bloed, verbondsbloed, wordt niet erkend zonder het teken. Het Woord verzekert ons van de belofte. Het teken is het bewijs dat de koop voor ons gedaan is.
118 Volle gehoorzaamheid aan het volle Woord van God geeft ons recht op het teken. Er is geen andere wijze dat u ooit recht kunt hebben op het teken, tenzij u volledig het Woord gehoorzaamt. Niet wat iemand erin geplaatst heeft en eraan toegevoegd heeft, maar wat God erover zei.
119 Als Hij zegt: "U moet wederom geboren worden", betekent dat niet op en neer springen bij het altaar. Dat betekent niet daarheen te lopen en de herder de hand te schudden. Dat betekent niet al deze dwaasheid die we hebben zien doen. Het betekent niet je naam in een kerkboek te zetten. Het betekent de dood van uw eerste wezen en leven aan het tweede wezen. Het betekent dat het bloed is aangebracht en u geïdentificeerd bent met het leven van Jezus Christus. En als Hij de wijnstok is, en wij de ranken zijn, is het leven dat in de ranken is ook van de Wijnstok. Het zal de vrucht dragen.
120 Als die eerste rank te voorschijn kwam, die rank uit die wijnstok waarover het boek van de Handelingen geschreven werd, als die rank ooit voortbrengt – als die wijnstok ooit nog een rank te voorschijn brengt, zullen zij er weer een boek der Handelingen over schrijven, omdat het hetzelfde leven is. Als een van uw wijnstokken hier blauwe druiven voortbrengt, als hij weer een rank voortbrengt, zal hij blauwe druiven voortbrengen.
121 Ik vertel u, dat we vandaag zoveel geënte wijnstokken hebben, met denominaties en geloofsbelijdenissen en zo. En toch kan elke daarin geënte citrusvrucht leven, leven van de wijnstok. Maar hij zal de verkeerde vrucht dragen.
122 Wat we vandaag nodig hebben is weer een doop van de Heilige Geest, we moeten de echte kracht van God hebben die de werken identificeert die Jezus Christus voor deze dag beloofde. Niet zozeer voor die dag, deze dag, de belofte die Hij hier deed. Dat is wat Hij daar beloofde, dat Hij Zijn Geest zou uitstorten. Nu, Hij heeft het opnieuw beloofd in de laatste dagen, en wat Hij zou doen.
123 Vreemd dat wij altijd terug kunnen kijken. Maar u kijkt nooit vooruit. Zo is de mens. Hij zegt altijd... Hij prijst God voor wat Hij deed, prijst Hem voor wat Hij zal doen en negeert wat Hij doet. Zo is de mens. Het is nog steeds hetzelfde.
124 Volledige gehoorzaamheid aan het Woord brengt God, het eeuwige Woord, in u. En dat is het teken. Als het Woord in u is, is het Christus in u.
125 Nu, let op. Als we dan bidden, als we het teken hebben... En als we bidden, hebben we het teken, presenteren wij ons teken met ons gebed. Nu, als u ziek bent, als u een zondaar bent, als u in nood bent, als u het teken hebt, hebt u het recht. Als ik het bewijs voor een buslijn in mijn hand had, kunnen zij mij de toegang tot die bus niet verbieden. Zij hebben mijn geld geaccepteerd en ik heb het teken. In dit geval kon ik mijn prijs niet betalen, u kon hem niet betalen. Maar Hij betaalde hem voor ons en gaf ons het teken. Amen. Ik heb recht op Goddelijke genezing. Jezus Christus stierf zodat ik Goddelijke genezing kon krijgen. Ik heb het recht om elke belofte in dat Boek op te eisen. Wanneer zult u het krijgen? Als u het teken hebt en het teken met uw gebed kunt aanbieden. Als u het niet hebt, het teken van de volle gehoorzaamheid, dat de reiskosten betaald zijn...
126 Paulus vertelt ons dat het bloed spreekt. Zeiden wij dat het bloed spreekt? Spreekt het bloed? Kan het spreken, kan dat teken spreken? Ja zeker.
127 Als we zouden kijken in Genesis 4:10, riep de stem van het bloed van Abel het uit tegen Kaïn. We zien in Hebreeën 12:24 dat het bloed van Jezus Christus betere dingen spreekt. Het bloed spreekt. Hoe kan de chemische stof spreken? Het is het leven dat in het bloed is dat spreekt. De ziel die in Kaïn was, of in Abel was, die riep het uit. Het was het leven dat in Christus was, dat betere dingen spreekt dan enig... Het spreekt en het spreekt luid. Het is de Heilige Geest. Het spreekt duidelijk. Het vertelt ons dat de tijd hier is, als we het zien. Want er staat dat het dit zou zeggen. En dan zien we het terugkomen en zich identificeren met wat er stond. Het is... Er blijft niets anders over dan het te geloven (dat is juist), en om het te ontvangen.
128 Geloof het voor uzelf en breng het teken ook voor het gezin aan, zoals zij deden in Egypte en zoals zij in Jericho deden. In Handelingen 16:31 zien we dat Paulus de Romein vertelde dat hij gedoopt moest worden, aanroepende de Naam des Heren. Hij en zijn huis konden gered worden door hetzelfde te doen.
129 Trek er op uit. Sommige mensen willen het bloed aanbrengen en binnen blijven. Brengt u het bloed aan en schop alle rommel het huis uit en houdt grote schoonmaak. U, vrouwen, doe die shorts weg. U, mannen, gooi die sigaretten weg, u vrouwen ook. Haal al die oude rommel uit het systeem hier wat de wereld genoemd wordt. "Als u de wereld of de dingen van de wereld liefhebt, is het omdat de liefde van God zelfs niet in u is." Als u bereid bent om het teken aan te brengen, maak u dan leeg en maak u er klaar voor. U kunt niet tegelijkertijd God dienen en mammon. Vrouwen, kom mee...
130 Ik heb dit land doorkruist. Ik heb opmerkingen gemaakt over mevrouw Kennedy met haar Izebel kapsel en al dergelijke, en u met uw grote waterhoofdkapsels. En deze vrouwen... Ik vraag mij af, als mevrouw Kennedy de boodschappen gehoord zou hebben die ik predikte, zou zij misschien haar haar al lang geleden hebben laten groeien. Maar ik heb dit land steeds weer doorkruist, heb door het Woord getoond dat het verkeerd is, dat het de vrouwen veroordeelt die hun haar afknippen, maar de Pinkstervrouwen blijven doorgaan op dezelfde wijze. Zij zou kunnen opstaan in de dag van het oordeel, omdat zij het niet weet, maar ú weet beter. Het laat zien dat het bloed niet is aangebracht. Het teken is er niet.
131 Lang haar is een Nazireeër-gelofte. Het laat zien dat u zich hebt afgescheiden van de wereld om het Woord te gehoorzamen. Amen. Simson liet zijn haar groeien, vanwege een Nazireeër-gelofte. Nu, wij beseffen dat deze dingen...
132 En vrouwen die zich zo kleden en handelen en doen, en mannen die het hun toestaan, een groot stel verwijfde personen... Het schijnt alsof er zelfs geen mannen meer zijn. U ziet mannen die roze schoenen dragen en die predikers zijn op de preekstoel, iets dergelijks. Dat is een schande! Ik zou weer mannen willen zien die absoluut mannen zijn. Het ziet eruit alsof er een macht is die hen drijft om het te doen; het is de duivel en de druk van deze dag. Zo is het. Soms weegt een man honderd kilo, heeft zulke spieren, maar er is geen ons man in hem; handelt hier als een verwijfd doetje. Ik houd van... Laat mannen mannelijk zijn. Laat vrouwen vrouwelijk zijn, laat hen dames zijn. Als het teken wordt aangebracht, keren zij daarnaar terug. God maakte hen anders en ze zijn anders. Mannen willen er uitzien als vrouwen, vrouwen willen eruit zien als mannen.
133 Het laat zien dat er een verdraaiing is, een donkere geest die over hen hangt, grote duisternis over de mensen. Het is het uur van het er uitroepen. Er was duisternis over Egypte vóór het er uitroepen; toen werd het teken aangebracht. Het is tijd voor de gemeente om het teken te hebben of grote duisternis is op de mensen. Grote duisternis...
134 Ja. Maak de kast schoon; maakt het huis schoon. O, we hebben een goede, ouderwetse grote schoonmaak. Laat het bloed aangebracht worden. Dan zal het teken binnenkomen. Maak het schoon. Heilig het.
135 Breng dan in gebed met vertrouwen het teken aan, als u zich gereinigd hebt. U hebt de dingen van de wereld weggedaan. U hebt al het ongeloof eruit geworpen. "Het maakt mij niet uit wat de mensen zeggen. Als het Woord van God het zegt en het beloofde, geloof ik het. Als het Woord het zegt, dat maakt het vast. Het maakt mij niet uit wat iemand anders zegt." Zie? Dan, als u dat alles hebt gedaan, u hebt het bloed aangebracht en u gelooft elk Woord, neem dan uw teken in gebed, en wees volledig overtuigd.
136 We lezen in Efeze, het tweede hoofdstuk, het twaalfde vers, over wat God zei als we dit teken aanbrachten. Let op, het dienen van de levende God met levende werken en met levende tekenen, met een levend teken, geen dode werken, vleselijk, geen dode werken. Hebreeën 9:11–14 vertelt ons weer hetzelfde; geen dode geloofsbelijdenissen, maar een levend teken. Zij... Deze geloofsbelijdenissen ontkennen dat er zoiets is als een teken. Zij geloven zelfs niet dat er zoiets is als een teken, de doop van de Heilige Geest.
137 Maar wij, die geloven het Woord beter te kennen, weten het. En het is Zijn levende tegenwoordigheid voor ons in deze dag. Wij scheidden ons af van dode werken en de Heilige Geest kwam binnen om het Woord te bevestigen en het waar te maken. Hebreeën 13:8 bewijst dat aan ons, bewijst dat God Hem heeft opgewekt voor ons, overeenkomstig Zijn beloofde Woord. Duizenden jaren zijn voorbij gegaan; tweeduizend jaar zijn bijna voorbij gegaan. Maar wat betekent het? Het teken houdt nog steeds stand, dat God Hem op de derde dag heeft opgewekt. Als u slechts het Woord hebt, is dat alles wat u hebt. Maar als het teken is aangebracht, dan is Christus werkelijkheid voor u. En Hij doet vandaag zoals Hij toen deed. Het wordt hun weer rechtstreeks voor de voeten geworpen. Zij kunnen er niet omheen. God beloofde het en hier is het dat het teken moet worden aangebracht. Hij neemt het teken en als...
138 Als wij Zijn offerbloed aannemen, dan geeft Hij ons leven, het leven van het teken, en het is een beloofd zegel. Efeze 4:30: "Bedroef de Heilige Geest van God niet, waardoor u verzegeld bent tot de dag van uw verlossing." Als we dan in Hem gedoopt zijn, 1 Korinthe 12, worden we een deel van Zijn lichaam.
139 En in Hem is de volheid. In Hem is de algenoegzaamheid die we nodig hebben. Hij is mijn genoegen. Hij is mijn leven. Hij is mijn vreugde. Hij is mijn... Hij is waar... Nu, ik hoef niet aan een sigaret te paffen om een soort uitlaatklep te krijgen. Ik neem de Lelie der Valleien. Hij is de opium. Hij is datgene dat me in de wolken doet wandelen. Hij is mijn Algenoegzame. Hij is al mijn hoop. Hij is mijn rust. Hij is mijn God. Hij is mijn redder. Hij is mijn geneesheer. Hij is alles wat ik nodig heb, omdat ik sterf... We sterven in Hem en worden gedoopt in Hem, en in Hem is al wat nodig is.
140 Luister aandachtig, terwijl ik deze slotopmerking maak. Als Satan probeert u iets van dit spul zoals ziekte te overhandigen, weet u wat u dan doet? Toon hem gewoon het teken. "Ik ben een gekocht product. Er is voor mijn genezing betaald. Ik ben een product van God, omdat ik het teken van de Heilige Geest heb. U kunt mij niet van deze hoogweg afhouden. U kunt mij niet van mijn gezondheid afhouden. Ik presenteer het teken en toon u dat ik door Zijn striemen genezen ben. Hier is de opstanding van Jezus Christus nu regelrecht in mij, om het u te bewijzen." O, daar is de echte zaak. Daar is het teken.
141 Daarom geloven mensen het niet. Daarom is het moeilijk voor hen het in te zien. Het teken is nooit aangebracht. Zie? Daarom zeggen zij: "O, de dagen van wonderen zijn voorbij." U doet dat voor een blinde.
142 Jezus zei: "Gaat heen in de hele wereld en predikt het Evangelie aan elk schepsel. Wie gelooft en wordt gedoopt zal behouden worden. Wie niet gelooft, zal verdoemd worden. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Hoe ver? Aan de hele wereld, aan elk schepsel. "In Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen. Ze zullen spreken met nieuwe tongen, slangen opnemen of dodelijke dingen drinken, het zal hen niet schaden. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Breng het teken aan en eis dan uw rechten op. Schud ze vóór Satan.
143 De buschauffeur zegt: "Zeg..." De piloot zegt: "Zeg, u kunt niet met dit vliegtuig mee."
144 "Daar is het teken." Amen.
"U bent te haveloos, u bent niet... Uw kleren, u bent te arm. We nemen geen geringe mensen, alleen belangrijke mensen."
145 "Maar ik bezit het teken. Amen. U kunt mij er niet buiten houden." Halleluja. Als u mij het teken geeft, staat het vast. Ik heb net zoveel recht als de overigen.
146 Ik heb het recht, net zoals Paulus het had. Ik heb het recht net zoals ieder mens die ooit gedoopt werd met de Heilige Geest. Ik heb hetzelfde recht omdat ik hetzelfde teken heb wat toont dat dezelfde God dezelfde zaak voor míj kocht, op dezelfde dag, voor dezelfde zaak.
147 Daar hebt u het: bloed, het bloed, het teken. Niet het bloed als chemische stof, maar het teken, de Heilige Geest, het leven uit het bloed dat komt... Wat doet dat leven? Het komt en bevestigt waarvoor het teken is gekocht. Het teken bevestigt wat het bloed voor u kocht. Het bloed kocht uw verlossing. Het teken is er een bewijs van. Het bloed... Hij werd verwond om onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheden, de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem. Door Zijn striemen werden wij genezen. Zie? Alles bloed, bloed, bloed. Als het teken dan komt, laat het zien dat u geïdentificeerd bent met dat offer. Amen. De duivel kan u er niet van weerhouden.
148 Dat zie ik allemaal onder ogen als ik hier op het podium sta, en overal ter wereld, en de duivels... Gods Woord heeft het beloofd. Zolang ik weet dat het bloed is aangebracht, en hier in mijn hart die Heilige Geest bezit, heeft de duivel er niet één woord tegen te zeggen. Ja, zeker.
149 We zullen wandelen waar de apostelen getreden hebben (jazeker), omdat het teken voor de weg betaalde. Het teken is het bewijs dat de weg betaald is en wij het geaccepteerd hebben. En om het te bewijzen gaf God ons het teken, het teken dat we werden aangenomen.
150 Een prediker zei eens tegen mij: "Broeder Branham, Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend."
En ik zei: "Dat is waar."
151 Hij zei: "Wat kan een mens meer doen dan geloven?"
Ik zei: "Dat is precies juist."
152 "Waar krijgt u deze Heilige Geest dan behalve door te geloven?"
Ik zei: "Maar Hij gaf hem het zegel der besnijdenis als een bevestiging van zijn geloof." Amen.
153 En als Hij u nog nooit de doop met de Heilige Geest heeft gegeven, dan heeft Hij uw geloof, dat u zegt te hebben, niet bevestigd. Maar het teken is de bevestiging.
154 Ik zeg: "Ik heb het geld. Ik heb in het kantoor daar beneden betaald." Maar je moet het teken laten zien. Dat is juist.
155 Als ik het teken laat zien, heb ik het recht. En als ik het teken van de Heilige Geest kan laten zien heb ik het recht op elk gekocht ding waar Jezus Christus voor stierf. Het is het teken.
Let even op, terwijl we sluiten. Houd het teken boven uw standvastig geloof in het beloofde Woord. Ik geloof dat Jezus zei: "Vraag de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." Houd uw teken boven dat beloofde Woord en wandel er recht naartoe. "Ik ben de Here die al uw ziekten geneest. Hij werd verwond om onze overtredingen; door Zijn striemen werd ik genezen." Ik neem mijn teken van de Heilige Geest die in Mij is, houd het boven mijn gebed en zeg: "Here God, U beloofde het."
"Als Ik het teken zie, zal Ik u belonen. Ik beloofde het te doen." Hij kan niets anders doen. Hij keek regelrecht via het bloed van Zijn eigen Zoon. Daar is het teken aangebracht. Hij moet het doen, omdat Hij het beloofde.
156 Hij kon niet een huis binnengaan, de vernietigende doodsengel, om er één uit te halen. Hij kon het niet, omdat daar het bloed van het lam was, de vereiste van Jehova. En de vereiste van Hem vandaag is het bloed van Zijn eigen Zoon, Jezus Christus, en het teken van de Heilige Geest.
157 Als wij het niet hebben... We mogen dan Baptist, Presbyteriaan, Lutheraan of van Pinksteren zijn, of wat we ook mogen zijn... We mogen dan juichen, schreeuwen, we mogen, o nog zo geleerd zijn. Dat heeft er niets mee te maken. U moet het teken aanbieden.
158 Dan bent u een deelgenoot van de opstanding, omdat de opstandingskracht al in u is.
159 Het teken is de opstandingskracht, tonend dat Jezus opstond uit de dood, en u bent opgestaan uit de dood, uit de dode dingen van ongeloof, en u bent levend gemaakt in het Woord van Jezus Christus. U gelooft het en het Woord leeft door u.
160 "Als u in Mij blijft en Mijn Woord in u, vraag wat u wilt." Johannes 14:12 "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen. Grotere dan deze zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga. Een kleine wijl en de wereld ziet Mij niet meer. Toch zult u Mij zien, omdat Ik met u zal zijn, zelfs in u." Hoe deed Hij het? Niet het lichaam. Hij is gezeten aan de rechterhand van de majesteit, maar Hij heeft het teken dat u het hebt aangenomen ontvangen, aan u teruggegeven. Neem dat teken en eis alles op wat u wenst. God beloofde het.
161 Ik heb altijd gezegd dat ik twee klassen mensen ben tegengekomen: de fundamentalisten en de Pinkstermensen. De fundamentalisten bestuderen de Schriften positioneel en werken het uit. Zij zeggen: "Wel, wij zijn zonen van God." Zij geloven dat. Ja zeker. Maar zij hebben er totaal geen geloof bij. De Pinkstermensen hebben echter heel wat geloof, maar zíj weten niet dat zij zonen van God zijn. Zoals een man die wel geld op de bank heeft maar die geen cheque kan uitschrijven; de ander kan wel een cheque uitschrijven en heeft geen geld op de bank. Als u ooit de zaak bij elkaar zou kunnen krijgen, dat mannen en vrouwen zouden kunnen beseffen...
162 U, die waarlijk gedoopt bent in de Heilige Geest en het teken hebt om tentoon te spreiden, u hebt het recht op elke zegen van de verlossing die God beloofde. Alles wat Hij beloofde is van u. Houd het teken boven uw standvastig geloof terwijl u bidt, en boven Zijn Woord, geloof in Zijn Woord.
163 God gaf eens een teken aan de mensen en dat was een regenboog. Zie, luister aandachtig. We sluiten. God bleef altijd trouw aan dat teken. Lang geleden, in de dagen van Noach, bij de vernietiging van de antediluviaanse wereld, gaf God deze natie, of gaf God de wereld een teken van de regenboog als een teken. En God spreidt altijd Zijn teken tentoon. Terwijl duizenden jaren voorbij rollen, faalt Hij nooit, omdat Hij waakt over Zijn tekenen. Al deze duizenden jaren heeft Hij het aan ons tentoongespreid, toont ons dat Hij nooit in gebreke blijft om het teken te eren. Hij blijft nooit in gebreke om het te eren.
164 Hij verwacht nu van ons dat wij het teken boven ons geloof zullen tonen aan Satans groep, de ongelovigen, en godsdiensten, enzovoort, die er niet in geloven, dat wij, die geloven wat Hij over Zijn beloften heeft gezegd, dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood, dat Hij Zich levend vertoonde... En dat is het kenteken, het teken van identificatie, omdat het Christus' eigen leven in u is, dat zich vereenzelvigt met het Woord. Het heeft niets anders nodig. Dat is het teken. Zonder het teken...
165 Het laat zien dat de reiskosten zijn betaald, het laat zien dat u een deelgenoot bent van de opstanding, dat God diezelfde kracht die Jezus opwekte uit het graf, dat u die bezit als een teken. De Heilige Geest in u is het teken dat u uit het graf brengt, omdat het teken God is, de Heilige Geest, die eeuwig leven is (wat komt van het Griekse woord zoë, wat betekent "Gods eigen leven"), in u. Dat is het enige wat de prijs betaalde. Als dat teken er niet is, hoe zult u gaan opstaan?
166 Broeder, zuster, vanavond, met alle eerlijkheid tegenover God, Zijn Woord en elkaar, en ten opzichte van de tijd waarin we nu leven, als u zonder het teken bent, als u het teken niet hebt... Sommigen van u kunnen het misschien zelfs niet geloven. Maar het is hier. Het teken is hier al geweest sedert Christus stierf. Waarom vereenzelvigt u zich vanavond niet met de dood van uw eigen denken en laat de gedachten die in Hem zijn, in u zijn. "Laat de overdenking van mijn hart U aangenaam zijn, o Here. Laat Uw Woord: 'Als gij in Mij blijft en Mijn Woord in u blijft (dat is Hij), vraag dan wat u wilt en het zal u gegeven worden'..." Gelooft u dat niet?
167 Laten we een ogenblik onze hoofden buigen. Hoeveel mensen hier binnen weten dat zoals u leeft, u eigenlijk dat teken niet hebt aangebracht? U weet dat het er niet is. U gelooft het wel. U gelooft het absoluut, maar u hebt het niet. U weet dat u het niet hebt. Zou u even uw hand op willen steken en zeggen: "Bid voor mij, broeder Branham." Laten alle hoofden gebogen zijn. God zegene u.
168 "Ik heb het niet. Ik heb het niet, broeder Branham. Ik heb geprobeerd het aan te nemen. Ik geloof het, maar echt, het is nog niet op mij aangebracht. Ik kijk in de spiegel. Ik zie dat ik er niet ben. Ik kijk naar de wijze waarop ik voel wat er in mijn ziel is. Ik ben vol drift, boosheid. Ik ben jaloers. Ik heb alle..." Oh, dat zou de Heilige Geest nu regelrecht bij u vandaan bedroeven. Zie, zie?
169 "Nu, ik vertel u. Ik doe, ik zie het Woord en zie het bevestigd, maar toch, ik heb een stel mensen waarmee ik naar mijn kerk ga, of mijn vereniging, of mijn kaartavondjes, of zoiets. Ik kan ze gewoon niet opgeven."
170 Dat laat zien dat u het teken niet hebt.
171 "Als u de wereld liefhebt of de dingen van de wereld, is de liefde van God niet... Ga uit het midden van hen", zegt de Bijbel. "Raak hun onreine dingen niet aan."
172 Vrienden, het kan niet werkelijker gemaakt worden dan het nu is. Het kan niet. Het teken is hier, indien we het zullen geloven. Gelooft u het? Zult u het aannemen?
173 Here Jezus, ze zijn nu in Uw handen. Moge het teken, het teken dat Jezus niet dood is, het teken dat Jezus opstond uit de dood en hier vanavond is... Hij is het teken van Zijn opstanding. Hijzelf is het Woord. Hij is hier om alles te bevestigen wat Hij zei. Hij is hier om elke belofte te bevestigen die Hij deed. Als de mensen het slechts eens konden zien, Here, dat het niet iets is waar we naar kunnen gissen, het is iets wat we moeten weten, Here. Er is geen: nog een keer proberen. Je kunt niet teruggaan en het opnieuw proberen. Het moet nu gedaan worden. Ik bid, God, dat iedere persoon Hem vanavond zal ontvangen. En moge het teken van het bloed aan elk hart worden aangebracht. En moge er dan hier een opwekking door dit land komen die groot zal zijn. Vader, wij vertrouwen het aan Uw handen toe, in Jezus Christus' Naam. Amen.
174 Nu, terwijl wij in gebed zijn en iedereen echt stil is, dat niemand nu gaat lopen. Een ogenblik. Gelooft u dat dit de waarheid is, dat het teken tentoongespreid moet worden? Het moest altijd, in elk tijdperk, het moest worden tentoongespreid.
175 Nu, wat is... Het teken is een bevestiging van Zijn Woord, dat toont dat Hij het Woord is. Nu, het Woord zei dat Hij opstond uit de dood en dat Hij voor immer leeft. Hij leeft in Zijn volk, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.
176 Gelooft u dat? Als u dat gelooft, dan hebt u het recht... als u dat teken hebt, de Heilige Geest in u, hebt u het recht op alles wat Zijn dood voor u kocht. Zou u het niet geloven? Nu, kijk. Dus het...
177 Nu, vanavond zouden we niet gaan bidden voor de zieken. We zullen het morgenmiddag doen. Maar we zijn... Vanavond zullen we alleen deze altaaroproep doen.
178 Hier, vrienden, als u ooit werd genezen, als u lang genoeg leeft, zult u weer ziek worden. Maar als u eenmaal dat teken hebt genomen, hebt u het voor altijd gekregen. "Bedroeft de Heilige Geest van God niet waardoor u verzegeld bent tot de dag van uw verlossing." Niet tot de volgende opwekking; dan werd u niet verzegeld, u werd emotioneel opgewerkt. Maar u bent dood en uw leven is in God verborgen door Christus en u bent verzegeld door de Heilige Geest. Als u eenmaal gedoopt bent in die Heilige Geest... Nu, u kunt terugvallen, dat is waar. Maar u kunt niet wegkomen van dat zegel. U bent erin verzegeld.
179 Nu, als u dat zegel niet hebt... Laten we heel oprecht zijn. We hebben hier een plaats gereed, en voor iedereen... We kunnen de Heilige Geest ontvangen, en als Hij de zieken geneest... Waarom legde Hij het op mijn hart om dit te doen?
180 Nu, diezelfde Jezus, die werd opgewekt uit de dood, is nu precies hier. Nu, luister. Het Woord kan niet het ene en ik het andere zeggen. Hij zei: "Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in hun midden." Is dat juist?
181 Nu, kijk omhoog naar deze kant, zoals u doet. Hoevelen hier binnen zijn ziek? Steek uw hand omhoog. Zeg gewoon: "Ik ben ziek. Ik heb een nood." Of... Nu, u hoeft niet ziek te zijn. "Ik heb God nodig, broeder Branham. Ik heb God voor iets nodig. Ik geloof dat Jezus hier is."
182 Nu, houdt uw teken boven dat verlangen. Nu, laat mij u vertellen door Zijn Woord, en Hij kan niet tegen dat Woord ingaan: Hij heeft uw verlangen al gekocht, als het overeenkomstig Zijn wil is. En Zijn wil is om te genezen. Zijn wil is om u uw verlangen te geven. Hij weerhoudt geen enkel goed ding aan hen die oprecht voor Hem wandelen, die dat teken aanbieden.
183 Nu, u bent vreemden voor mij. Maar even een ogenblik, opdat u mag zien... Nu, hier zijn predikers die achter mij zitten, overal mensen. Er is hier geloof en ongeloof. Het is altijd op die wijze. Je kunt het voelen binnenkomen. Maar het is de zalving van de Heilige Geest en die Heilige Geest is dat teken. Hij is dat teken.
184 Nu, u hoeft het niet te doen; iedereen was geen Mozes. Er was één Mozes; maar de mensen volgden het. Nu, gelooft u dit gewoon, dat Hij vandaag leeft. Hij is hier als een getuige. Nu, ieder van u die iets op uw hart hebt, bid.
185 Nu, als Hij hier was, zou u zeggen: "Here Jezus, wilt U mij genezen?" Hij zou zeggen: "Ik heb het al gedaan." Hij zou het niet opnieuw kunnen doen. Hij heeft het al gedaan. Maar Hij wil slechts dat u het gelooft.
186 Nu, Hij beloofde in de laatste dagen, dat wat God deed in menselijk vlees, net voordat Sodom... dat het bij het einde van de heidenwereld weer herhaald zou worden. Hij beloofde dat. Nu, zal Hij die belofte houden?
187 Hij beloofde Maleachi 4, dat Hij dit zou doen en Zijn Woord manifesteren om de harten van de kinderen weer terug te voeren naar de vaderen, terug naar het oorspronkelijke Pinksterwoord, het echte Bijbelwoord. Niet de...
188 De Pinkstermensen, zij beweren (de Pinksterorganisatie), dat er niet zoiets is. Pinksteren is een ervaring; geen organisatie.
189 Zij probeerden het te organiseren, maar je kunt het niet. Zie? Het organiseert zich niet. Pinksteren is een ervaring. Het is het zegel van God, de Heilige Geest, die kwam op de dag van Pinksteren.
190 Nu, gelooft u. Kijk naar deze kant en geloof dat ik u de waarheid verteld heb. En als Hij Zich zal manifesteren... Ik weet niet of Hij het zal doen of niet, maar als Hij het zal doen, zal dat bewijzen dat het teken waar ik over sprak, dat het bloed is aangebracht en het teken hier is om te identificeren dat dit bloed correct is, dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan. Gelooft u dat? Wel, dat... Hoe zou het duidelijker kunnen zijn? Zie? Geloof het slechts.
191 Broeder, zuster en vrienden, in de Naam van Jezus Christus, geloof het, terwille van uw ziel en terwille van anderen. U zult nooit nog een gelegenheid hebben.
192 Als God tot mij terug gesproken zou hebben vóór de grondlegging der wereld, toen ik een gedachte in Zijn verstand was, zoals u ook was en Hij zou hebben gezegd: "In welk tijdperk zou je willen leven?" Dan zou ik hebben gezegd: "Juist nu." Dit is de heerlijkste tijd die er is.
193 Zou u niet willen geloven? Nu, opdat u mag weten dat Jezus leeft, bid dan in uw hart en zeg: "Here, U bent een Hogepriester die kan worden aangeraakt door het gevoel van onze zwakheden. Ik geloof dat U het teken bent. Nu spreek tot mij, dat ik genezen mag worden."
194 Iemand in... Verdeel u in secties, opdat u kunt zien waar, zodat ik mij niet op deze wijze heen en weer hoef te keren. Je merkt soms op...
195 Ziet u, een visioen... als je een visioen ziet, moet het ook uitgelegd worden. Het komt van verschillende kanten. Soms hebben we er honderden die trekken. Je kunt gewoon... Er moet er maar één uitgekozen worden.
Laat iedereen nu echt eerbiedig zijn gedurende enkele ogenblikken.
196 Dan zal dat bewijzen... Als een mens iets zegt en God ondersteunt het niet, wel, dan zou het God niet kunnen zijn. Maar als God er achter staat, dan is Hij het die daaruit spreekt. Moge het geschieden voor de glorie van God, daar ik hier sta om dit Woord te vertegenwoordigen als de waarheid.
197 Er zit daar een man. Als u... ik wenste dat u in deze dimensie dit licht zou kunnen zien. Nu, juist nu gebeurde er iets. U trok het er gewoon uit, terwijl als het ware het menselijke deel terzijde ligt; dat is een gave. Als dat gebeurt, dan is het een andere wereld.
198 Er zit daar een man, en hij bidt. En wat er met hem aan de hand is, is dat hij een operatie heeft gehad aan iets in de ingewanden. Het is enige tijd geleden, maar het gaat niet goed. Ik hoop dat hij het niet mist. Maar God zal mij helpen; ik zal zijn naam noemen, meneer Price, geloof. Ik ken u niet, meneer. Ik ben een vreemde voor u. Als dat juist is, sta op uw voeten. Als dat juist is en u weet... Is dat juist? Ja, meneer.
199 Nu, ziet u het niet? Wat is het? Het is het teken dat zich identificeert, dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood en dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer, werkend door menselijk vlees, net zoals Hij daar deed voor Abraham, de uitverkoren gemeente, vóór Sodom. En Jezus zei dat het weer terug zou keren bij het komen van de Zoon des mensen.
200 Hier is nog een man die recht naar mij zit te kijken, een echt contact. De man lijdt aan een maagkwaal en een rugkwaal. Zijn naam is meneer Flannigan. Ik ken u niet, maar dat is waar. Dat is uw vrouw die daar bij u zit. Zij lijdt ook. Gelooft u dat God bij machte is om mij het nu te vertellen, met uw fijne geloofscontact? Uw vrouw heeft een rugkwaal en zij heeft een vrouwenkwaal. Het is in de baarmoeder. Dat is ZO SPREEKT DE HERE.
201 Nu, wat betekent het? Wie doet dat? De Bijbel zei dat Hij een Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het gevoel van onze zwakheden. De Bijbel zei dat het Woord van God scherper is dan een tweesnijdend zwaard in zijn prediking, het scheidt vaneen, en schenkt geen aandacht aan een geestelijk kleed of denominatie of zoiets. En dan identificeert het zichzelf ook als een wat? Een onderscheider van de gedachten die in het hart zijn. Is dat juist? Het is precies juist. Als u dat slechts zou kunnen geloven. Geloof het slechts met geheel uw hart.
202 Er zit hier een dame. Zij heeft tumoren. Ze komt niet hier vandaan. Ze komt uit Sacramento. Haar naam is mevrouw Bradley. Sta op uw voeten als dat juist is, dame, en wij vreemden zijn. Steek uw hand omhoog als dat juist is. Is dat juist? Ik geloof werkelijk dat ze weg zijn. Nu, dat is gewoon een vrouw die daar zit.
203 Hier, helemaal achterin zit een dame. Ze heeft een hoed op, een soort bruin uitziende hoed. Er zitten veren op. Ze zet haar bril af. Ze zit daar te bidden. Ze bad dat er iets zou gebeuren. Wat laat die vrouw dat doen? Die vrouw is juist genezen van een hartkwaal. Ze bidt voor haar broer en hij heeft een hartkwaal. En zij heeft een zwager die niet gered is en ze bidt voor hem dat hij gered zal worden. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Als dat juist is, dame, sta op uw voeten, zodat de mensen het kunnen weten. Ze zat daar, zeggende dat... was toen voor die mensen aan het bidden. Als dat juist is, wuif met uw hand heen en weer, dame, zodat zij het kunnen zien.
204 Hoe zou ik haar kunnen vertellen waarover zij bad, hier vanaf het podium?
205 Hier zit een man. Hij lijdt aan een probleem in zijn knieën. Hij bidt voor een vriend die kreupel is. Hij... werkelijk... Hij komt niet hier vandaan. Hij komt uit Santa Maria, een plaats genaamd Santa Maria. En zijn naam, zij noemen hem Tony. Sta op als dat juist is. Ik ben een vreemde voor u.
206 Houd uw teken voor uw gebed. God... Toen die Engel des Heren mij jaren geleden ontmoette, toen ik hier voor het eerst kwam, nam ik de mensen bij de hand. Ik vertelde u dat Hij mij zei dat dit zou komen te geschieden. Nu, er is iets groters dan dat. Zie. Het gaat voortdurend. Waarom? Door dat teken ervoor te houden. De Heilige Geest Zelf, Hij leeft. Hij is Degene die het doet. Hij zei het.
207 Nu, als er iemand twijfelt, ga naar deze mensen en vraag hun of ik hen ooit gezien heb, hen kende of wat anders. Ze zijn hier. Het begint nu over het hele gebouw te gebeuren.
208 Nu, hier. Als God dat kan onderscheiden, laat mij u iets vertellen. Er zijn tientallen van u hier vanavond die de doop van de Heilige Geest nodig hebben, om dat teken te bezitten. U denkt dat u het hebt, terwijl u het niet hebt. Loop geen risico, vrienden. Geloof mij. Als u gelooft dat ik Gods profeet ben... of excuseer mij, ik bedoelde dat niet te zeggen. Ik noem mijzelf geen profeet, Gods dienstknecht. Als u gelooft dat ik Gods dienstknecht ben, zeg ik het u in de Naam des Heren, terwijl wij onze hoofden even een ogenblik buigen...
209 Dit is een grote oproep. Ik wil dat iedereen hier binnen die geen Christen is, hier even naar boven komt om mij met u te laten bidden en handen op u te leggen, terwijl de Heilige Geest op mij is, terwijl Zijn zalving hier is. Het teken wordt tentoongespreid, onfeilbare bewijzen. Wilt u zich heel rustig houden, uit uw zitplaats opstaan en nu naar boven komen?
210 Als er een zuster is of wie dan ook de zangleider is, geef ons even een akkoord van de muziek.
211 Nu, wilt u naar boven komen? Iedereen die geen Christen is, kom hier naar boven en sta hier even een ogenblik bij het altaar. Dat is goed. De Here zegene u, mijn broeder. De Here zegene u, zuster. Kom hier naar boven rondom het altaar. Elk persoon...
Kom nu, iedere ziel die door zonde bezwaard is.
Er is genade bij de Here.
212 Nu, zult u het doen? Dat is juist. Kom hier naar boven, kom hier even een ogenblik staan. U, zonder Christus, kijk, het wordt laat, vrienden. De doodsengel kan elk ogenblik scheiding maken tussen de bruid en de kerk. Zou u niet...
Iedere ziel door zonde bezwaard,
Er is genade bij de Here. (Zou u niet willen komen, terwijl zij zingen?)
Hij zal u zeker rust geven.
213 Hoe? Door het teken te geven, bent u in de rust. Ziet u? U hebt de identificatie. De Here zond Zijn boodschap, identificeerde haar door de Vuurkolom.
Alleen Hem vertrouwen, alleen...
214 U, Christenen, die het teken hebt, bidt. Zondaars zonder Christus, wilt u komen terwijl Hij Zich hier zo duidelijk geïdentificeerd heeft als het teken? Het teken, Hij is niet dood. Hij is opgestaan uit de dood. Wilt u nu komen?
... zal u redden.
Hij zal u nu redden.
215
Vertrouw Hem slechts...
Vertrouw Hem slechts. U zegt: "Broeder Branham, ik weet niet hoe ik het moet doen." Kom hier naar boven. Alles wat u moet doen is alleen maar opstaan. Luister naar de Heilige Geest. Dat is de wijze waarop deze dingen werken. Het is alleen maar luisteren naar Hem. Hij beloofde het. Evenals Hij beloofde deze dingen te doen in de laatste dagen; Hij beloofde het verlorene te redden.
216 U zegt: "Wel, ik behoor tot de gemeente, broeder Branham." Dat is niet wat ik u vraag.
Ik vraag u nu: "Bent u gered? Bent u een Christen?" Zo niet, kom naar boven. Kom naar boven. Ik vraag u in Christus' Naam, kom...
... Hem vertrouwen,
Slechts...
217 Dat is het, kom regelrecht binnen. Kom nu rondom het altaar, wij zijn...
Hij zal u redden, Hij zal u redden.
Hij zal u nu redden.
218 Wat moet u doen?
Alleen maar Hem vertrouwen, alleen Hem vertrouwen,
Alleen Hem nu vertrouwen;
Hij zal u redden, Hij zal u redden,
Hij zal u nu redden.
219 Dat is juist. Kom verder, vrienden, kom verder. Elke Christen, bid nu. Bedenk, mensen zouden kunnen komen... Dit zou de laatste gelegenheid kunnen zijn die zij ooit zullen hebben. Dit zou kunnen zijn... Als Hij de gedachten van het hart kan onderscheiden, vertelt Hij het mij.
En het is waar. Velen hier binnen... Laat Satan u niet bedriegen, zuster, broeder. Laat hem het niet doen. Alstublieft niet. Ontvang Gods teken vanavond. Wilt u nu komen?
... nu. (Zeker.)
Vertrouw Hem slechts, vertrouw Hem slechts,
Vertrouw hem nu alleen;
Hij zal u redden, Hij zal u redden,
Hij zal u nu redden.
220 O God, ik bid in Jezus' Naam dat U op dit gehoor wilt neerzien en het wilt doorzoeken. Ik bid dat de grote Heilige Geest die hier nu tegenwoordig is, die toont dat Jezus Christus dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer... Here, er is geen kans voor Satan om te proberen er tussen te komen. Hier bent U. U identificeert Uzelf, terwijl U hier staat in menselijk vlees onder ons en identificeert Uzelf door het teken dat U zou identificeren. Het teken is om Jezus Christus bekend te maken, Zijn opstanding. En hier is het nu, identificeert Hem door hetzelfde te doen als wat Hij deed toen Hij hier stond in een lichaam van vlees. O, Vader God, mogen de mensen zien en beseffen hoe deze Schriften, en dergelijke, volmaakt vervuld zijn.
221 Moge iedere ziel nu komen, Here. Ga nog eens, Vader, en spreek tot de harten, zodat ik zeker zal zijn dat... Ik heb het U gevraagd en ik weet dat U het zult doen. U beantwoordt altijd onze gebeden. Spreek nog eens, Here. Ik ben er zeker van dat er sommigen zijn, die voelden dat ze zouden moeten komen, maar zij deden het niet. Sta het toe, Here, dat zij nu zullen komen. Door Jezus' Naam vraag ik het.
222 Met onze hoofden gebogen, sta op (Zou u het niet willen?) en kom nu terwijl wij het nu weer zingen. En kom er nu rechtstreeks uit, loop eruit. Ik voel het gewoon diep in mijn hart... Dat is nooit verkeerd. Zie?
Slechts Hem vertrouwen, alleen Hem vertrouwen.
223 Wilt u opstaan, hierheen komen en rondom het altaar gaan staan? Dit zou de laatste gelegenheid kunnen zijn die u ooit hebt. Als die kleine vraag in uw gedachten is geweest, loop geen risico. Loop geen risico, vriend...?... Zie, de regens kwamen en de mensen wisten het niet. De doodsengel sloeg toe; de mensen geloofden niet dat het zo was. Mozes vertelde hun dat het zou gebeuren. Hij werd duidelijk door God geïdentificeerd.
224 U zegt: "Maar ik ben Presbyteriaan", "Ik ben Methodist", "Ik ben Baptist", "Ik... niet..." Dat heeft er niets mee te maken. Zie?
225 Kom, ik vraag u nu te komen. Kom en ontvang Hem werkelijk... niet... U zou er heel zeker van willen zijn dat u uw banden nakeek voordat u snel wegreed, uw auto nakijken voordat u met vakantie gaat.
226 Zou u niet de identificatie willen hebben van de opstanding binnenin u? Zou u niet willen komen? God zegene u. Dat is fijn. Zes, zeven, acht meer zijn sindsdien gekomen. Ik zou niet graag zo willen sluiten. Wilt u komen?
227 God zegene u, jong persoon. Zegene u, dame.
... nu...
Hij zal u redden. Hij zal u redden.
God zegene u, jongeman. Wilt u het weten? U was één van hen. Dat is het.
Slechts Hem vertrouwen.
Nu, is dat niet iets? U ziet, de Heilige Geest is nooit verkeerd. Hij is volmaakt juist.
... nu...
Hij zal u redden. Hij zal u redden.
Hij zal u nu redden.
228 Bent u er nu echt zeker van (terwijl de muziek doorgaat, als u wilt, langzaam), zou u Hem kunnen vertrouwen? Zou u Hem op Zijn Woord kunnen nemen?
229 Zeg: "Here, ik heb altijd die nauwe gemeenschap gewild, dat echte. Ik wil het werkelijk, Here, maar ik zie zoveel namaak." Wel, zeker. Dat is Satan. Zie, hij doet dat om u op een dwaalspoor te brengen. "Ik heb mensen gezien die beweren..." Nu, dat is... Zie, het laat alleen zien dat er ergens het echte is. Als u een valse dollar vindt, is het alleen omdat hij nagemaakt is van een echte. Zie, zie?
230 Zou u niet willen komen, Hem echt vertrouwen voor de Heilige Geest, als Hij hier zo vóór u geïdentificeerd wordt, voor ongeveer drieduizend mensen, tonend... Hij deed het voor ongeveer vijfhonderdduizend in Bombay. Hij deed het voor rond honderdvijftig- of vijfenzeventigduizend in Durban, Zuid Afrika, waar dertigduizend pure inboorlingen op eenmaal tot Christus kwamen. Ziet u? Het Evangelie loopt zo'n beetje op haar einde in Amerika, vrienden, het is ongeveer voorbij. Als u gelooft dat ik met God verbonden ben, bedenk dan dat het waar is. Zou u nu niet willen komen?
231 Ik zal hier onze prediker-broeders vragen of ze van het podium af willen komen en hierbij willen staan, met dit gebed voor de mensen.
232 De rest van u mag uw hoofden buigen, tenzij u wilt komen, terwijl zij hier om het altaar staan. Ik zal met u bidden.
233 Ik wil dat u mannen daar hierheen komt, omdat deze mensen leden van uw gemeenten zullen worden. Ze zijn gekomen en hebben Christus nu aangenomen.
234 Zoudt u er niet omheen willen komen staan, ieder ander die nu zou willen komen? Het altaar is nog open. Zij mogen misschien niet... Het zou straks te laat kunnen zijn.
235 Denk even, dat de grote Heilige Geest komt, Jezus Christus levend bekend gemaakt na tweeduizend jaar. Zie, de ware natuur van Hem, die hetzelfde doet zoals Hij beloofde dat gedaan zou worden. Dat is juist.
236 Ik ben zo dankbaar voor u, vrienden. U bent die mensen van het elfde uur, die hier staan om binnen te komen. Ik ben zo blij dat u kwam. Ieder van u, denk eraan dat het God was die u vertelde te komen. Naar de mens zou u het niet gedaan hebben. Maar God vertelde u het te doen.
237 Nu, terwijl hier deze broeders en ik bidden, moge de... Als de predikers hier... Zeker, alle bedienende broeders, kom hier. U hebt gemeenten en zo, rondom, kom en ga rondom deze mensen staan. Dit zijn mensen die dwaalden, sommigen komen voor de eerste keer en zij staan hier nu. Loop regelrecht op hen af en trek hen naar binnen. Beweeg uzelf erin.
238 Vertel hun: "Ik ben herder Zus-en-zo... Ik ben hier om met u te bidden, broeder. Ik heb u lief. Ik heb u lief en ik ben hier om met u te bidden."
239 Zouden enigen van u deze kant op willen komen, kom dan deze kant op. Er is hier ruimte. Enigen van u deze kant op... Dat is het, beweeg u onder de mensen. Zeg: "Ik ben herder Zus-en-zo..." Leg uw hand op iemands schouder. Zeg: "Ik kom met u bidden, dierbare zuster, dierbare broeder. Ik kom om u te helpen naar Christus te gaan." Beweeg u er nu in en zeg: "Ik zal graag iets voor u doen, wat ik maar kan." We zullen nu bidden.
240 Ik heb de samenkomst gevraagd of zij nu hun hoofden met ons willen buigen, terwijl we nu in gebed gaan.
241 Ieder van u herders, neem een persoon. Neem iemand waarop u uw handen legt. Elke herder, kom onder de mensen, zodat u uw handen op iemand hebt. Dat is het.
242 Ieder van u, belijd dat u verkeerd bent geweest. En bedenk, diezelfde Jezus is nu hier. Zo helpe mij, dat licht is hier precies onder u, Jezus Christus. Vraag Hem u te vergeven en God zal u van elke zonde reinigen. Blijf daar nu precies en de herder zal u rechtstreeks tot bekering leiden en verder tot het teken. En dit zal het vastmaken.
243 Here Jezus, wij brengen vanavond al deze mensen tot U, Here, al deze mensen voor de glorie van God, dat U ieder van hen geneest voor Uw glorie.
244 Vader, dit gehoor, we zien U zo duidelijk geïdentificeerd door Uw Woord, geïdentificeerd als de Persoon van de Here Jezus hier in de vorm van de Heilige Geest, Die Zich beweegt onder de mensen, onderscheidend de gedachten die in hun harten zijn, Die hun ziekten geneest en hen roept tot bekering, de grote, machtige Zoon van God. Ik geef hen aan U, Vader, als tekenen van hun geloof in Uw voorspelde Woord, het Woord dat U zei dat U zou... Ik vertrouw, Here, dat U het aan hen zult bevestigen. Zij zijn de Uwe. Ze zijn liefdegaven. Ik geef hen aan U, Vader, in Jezus Christus' Naam, red ieder van hen, Here. Vul ieder van hen met de Heilige Geest. Sta het toe, o, eeuwige God. Laat Uw Geest en genade op hen zijn voor uw heerlijkheid.