De stem van het teken
Door William Marrion Branham1 ... Schrift. En ik wens dat we weer even een ogenblik op zouden kunnen staan, terwijl wij uit het boek Exodus lezen. En het vierde hoofdstuk van het boek, in het boek Exodus, zou ik willen lezen van het eerste tot en met het achtste vers:
Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen!
En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf.
En Hij zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem ter aarde! Toen werd hij tot een slang; en Mozes vluchtte van haar.
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit, en grijp haar bij haar staart! Toen strekte hij zijn hand uit, en vatte haar, en zij werd tot een staf in zijn hand.
Opdat zij geloven, dat u verschenen is de HEERE, de God van hun vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob.
En de HEERE zeide verder tot hem: Steek nu uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem; daarna trok hij ze uit, en ziet, zijn hand was melaats, wit als sneeuw.
En Hij zeide: Steek uw hand weer in uw boezem. En hij stak zijn hand weer in zijn boezem; daarna trok hij ze uit zijn boezem, en ziet, zij was weer als zijn ander vlees.
En het zal geschieden, zo zij u niet geloven, noch naar de stem van het eerste teken horen, zo zullen zij de stem van het laatste teken geloven.
2 Laten we bidden. Here Jezus, de onveranderlijke, onfeilbare God, blijft Dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer. En U verandert nooit en we zijn daar zo dankbaar voor. Zegen nu Uw Woord en het lezen van Uw Woord aan ons hart. En mogen wij geloof hebben om U te geloven. In Jezus' Naam vragen wij het. Amen. U kunt gaan zitten.
3 Nu, u bent een van de fijnste gehoren waar ik ooit tegen gesproken heb. En ik zeg dat niet alleen maar om wat te zeggen. Het is waar. En nu wil ik vanavond een beetje mijn tijd nemen en dit toneel opbouwen. Dus het doel waarom ik dit doe, is dat ik hier ben om u te helpen. En als ik u niet kan helpen of iets voor u doen om de lasten van het leven een beetje lichter voor de Christenen te maken en de zondaar tot Christus te brengen, wel, dan ben ik een totale mislukking voor het Koninkrijk van God. En ik wil zeker een zegen voor God zijn, daar Hij onze kracht en leven en hulp is.
4 Nu, bij het onderwijzen hiervan wil ik het zo doen dat u het zult begrijpen. Zie, er zijn soms sommige dingen die naar voren komen die zo geheimzinnig zijn dat mensen het niet goed kunnen vatten. En ik geloof, als we het klaar en duidelijk maken...
5 Veel mensen, zoals wij... als u Goddelijke genezing niet verklaart. Nu, soms zegt broeder Roy het misschien in een paar minuten. Maar het zijn mensen die gewoon niet weten hóe aan te houden voor Goddelijke genezing en in het bijzonder als de vijand komt, zodat u heel gemakkelijk de strijd zou kunnen verliezen.
6 Soms als mensen ziek worden nadat er voor hen gebeden is, denken zij: "Dat is de strijd... Nee, ik verloor het." Dat is het teken dat u het hebt. Zie? Zie, dat is uw teken. Als u gewoon niet weet... als u uw vijand niet kent, hoe kunt u het dan elke avond in slechts dertig minuten leren gedurende vijf kleine diensten, en ergens anders heengaan?
7 Een dezer dagen geloof ik dat de Here... terwijl de grote opwekking over de natie wat stiller is geworden. Ik heb de Here gevraagd om, als het Zijn wil is, mij een tent te verschaffen, die ik kan opzetten, zodat we dan niets hoeven te huren. En dat we een morgendienst zullen hebben voor de leer, met herders, enzovoort, misschien van tien tot twaalf; in de namiddag instructies over genezing en dan 's avonds bidden voor de zieken. Dag in, dag uit, weken lang. En dan geen woensdagavond of zondagdiensten te hebben om het te onderbreken of zoiets. Alleen zondagmiddag, zodat we niet de rest van de dienst verstoren. En dat we zo iedereen die dat wil, laten komen; bidden voor de zieken. En als de duivel terugkomt of iets zegt, dan kunnen we binnenkomen en het nagaan en gewoon zien wat er plaatsvindt, ziet u.
8 Ik geloof dat het een echte zegen zou kunnen zijn voor de omgeving, voor de herders en voor allen die hen zouden kennen. Zij geloven dit. Zij geloven het absoluut of ze zouden de Bijbel niet prediken. Elke Bijbelgelovige, een èchte Bijbelgelovige, bekrachtigt elk van deze beloften van God met een "Amen". Dat is juist.
9 Als u het niet allemaal kunt geloven... U zegt: "Wel, ik geloof dit, maar daar weet ik niets van." U hebt dezelfde uitlegger als Eva. Zij probeerde... Hij probeerde het aan Eva uit te leggen. "O, dit is juist en dat is juist, en o, dat is waarlijk dat, maar zeker God..."
10 God zei het zo, en elk Woord! Niet één woord of één fase ervan kan gemist worden of verkeerd aangenomen. Als u het niet met uw gehele hart aanneemt, elk stukje ervan, dan kunt u er net zo goed zelfs helemaal niet aan beginnen. Zie?
11 Bedenk dat het één kleine zin ervan was die veranderd werd, die elke ziekte veroorzaakte, elke hartkwaal, elk sterfgeval, alles. Het veroorzaakte het allemaal. Slechts door één kleine zin verkeerd te geloven, werd dit allemaal veroorzaakt. Gelooft u dat het weloverwogen lopen over één kleine zin u terug zal krijgen? Terwijl mensen er soms de helft niet van aannemen en zichzelf wel een Christen noemen. Zie? Zie?
12 Het is in orde, elk stukje ervan, het moet gewoon tezamen geplaatst worden. En er is maar Eén die het kan doen, dat is de Heilige Geest, door het uit te leggen door Zijn eigen vervulling van wat Hij zei dat Hij zou doen. Dat is de enige manier waarvan ik weet. Nu, onze...
13 Ik zal vanavond een paar minuten tot u spreken, of onderwijzen, over het onderwerp De stem van het teken.
14 Wist u, Mozes zei daar: "Zij zullen naar mijn stem niet horen. Zij zullen zeggen: 'De Here is niet aan u verschenen.'" God vertelde hem toen: "Nu, wat is dat in uw hand?"
15 Hij zei: "Wel, het is een staf, een stok, gewoon een oude stok, zoals een schaapherdersstaf."
16 Hij zei: "Werp hem op de grond." Hij deed het en hij veranderde in een slang. Hij pakte hem weer op en het was een slang... of weer een stok.
17 Toen zei Hij: "Steek uw hand in uw boezem." En hij trok hem eruit en hij was melaats. En toen deed hij hem weer terug, trok hem eruit en hij was genezen. Hij zei: "Nu, als zij de stem van het eerste teken niet zullen geloven, zullen zij de stem van het tweede teken geloven."
18 Nu, merkte u op hoe de onveranderlijke God dat doet? Kan iemand van u het zich herinneren, ongeveer vijftien jaar geleden in Arkansas, toen de stem van het eerste teken de stem van het tweede teken beloofde? Zie? Ik zei: "Wanneer dat komt te geschieden, zal niemand in staat zijn – tenzij hij niets anders dan een ongelovige is – omdat het zal onderscheiden en weten wat hij is, en hem erover kan vertellen." Dus is hij een... Hoevelen herinneren zich de profetie – wat jaren geleden geprofeteerd werd – die naar de samenkomst kwam en zei dat het zou komen te geschieden? De Engel van de Here zei: "Het zal komen te geschieden dat u zelfs de geheimen die in hun hart zijn, zult weten." Hoevelen weten dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat werd vele jaren geleden geprofeteerd, zie, toen het eerste teken in beweging was.
19 Nu, ons toneel is aan de achterkant van de woestijn, van een weggelopen profeet. Mozes wist dat hij verwekt was om Israël te bevrijden. Hij had dat van zijn moeder geleerd, dat zij... Hij was een schoon kind. En Jochebed en haar man hadden gebeden dat God een bevrijder zou zenden en daar werd hij in hun gezin geboren, "een schoon kind". Wij kennen het verhaal. En toen hij was opgegroeid, onderging hij dezelfde training voor het werk, zoals wij een man vandaag zouden trainen, direct naar school, naar de allerbeste school.
20 Als een man dacht dat hij een roeping in zijn leven had, wat zou er dan gebeuren? Ze zouden hem naar 'Bob Jones', of ergens heen zenden, of naar enige van de grote scholen, en hem de hoogste scholing geven die hij maar zou kunnen krijgen. En dat is het ergste wat zij zouden kunnen doen. Dat is het slechtste wat gedaan zou kunnen worden. Als een man zegt: "Ik ben een doctor in de wijsbegeerte, een doctor in de letteren", brengt dat hem volgens mij verder weg van God. Zie? God is niet in al die dingen. God is eenvoudig, nederig, God. Weet u, u loopt... Ze proberen een atoom te splijten en proberen u te vertellen hoe u het moet doen, en ze zullen over een grassprietje lopen waar ze niets over weten. Zo is het. U brengt uzelf alleen maar weg van God door die dingen. Niet dat ik nu onwetendheid aanmoedig, denk dat nu niet.
21 Maar ik probeer u te vertellen dat God niet gekend wordt door scholing. God wordt gekend door geloof. Door geloof kent u God, en daardoor alleen, alleen geloof. U moet alleen iets hebben om geloof op te baseren, omdat het niet bodemloos is; dat is Zijn Woord. En Mozes ging naar school en zij schoolden hem zeer grondig, omdat ze ongetwijfeld dachten dat hij een groot militair zou worden. Waarover de geschiedenis ons vertelt dat hij een groot militair man was, die in staat was om de legers van Egypte te nemen en de Farao van Egypte te worden en de mensen te bevrijden en hen naar hun thuisland terug te zenden of hen Egypte te laten overnemen. Nu, dat is werkelijk de wijze waarop zij dachten dat het gebeuren zou. Dus trainden zij hem en hij kon zelfs de geleerden wat wijsheid leren. Hij was werkelijk knap en ontwikkeld. Maar dat was niet Gods wijze om het te doen. En toen hij ontdekte dat het faalde, werd hij verbitterd.
22 En dat is wat de kerken vandaag doen. Wanneer ze hun onderwijsprogramma opzetten... Je kunt geen opleiding maken voor God, om iemand tot God te krijgen. Je kunt hem niet door denominatie tot God brengen. God heeft een manier voor hem om te komen en dat is de enige wijze waarop God hem zal erkennen, dat is onder het bloed. En je kunt het niet doen door te zeggen: "Wij zullen allen Methodist zijn. Wij zullen allen Baptist zijn. Wij zullen allen Assemblies zijn. Wij zullen allen Kerk van God zijn. Wij zullen allen Eenheidskerk zijn. Wij zullen dit zijn." Dat zal God niet tevreden stellen, omdat Zijn programma inhoudt dat we wedergeboren moeten worden en onder het bloed moeten komen. En dus zijn onze schema's slechts door mensen gemaakt en ze zijn als een mislukking begonnen en ze zullen altijd een mislukking zijn, totdat wij terugkomen tot Gods wijze van doen. Dat is de enige wijze die God kent, dat is onder het bloed. Dat is waar Hij aan voorbij gaat.
23 Velen van u waren daar gisteravond of zondagavond, geloof ik, toen ik daar predikte over Het teken. Houd het teken vóór u. Hoevelen waren toen daar, laat ons uw handen zien? Wel, ik dacht dat daar een groep van hier was. En het teken is het enige wat God erkent, en het teken moet er zijn of het verbond wordt zelfs tenietgedaan. Alleen het teken! En het teken is de Heilige Geest.
24 Nu, we ontdekken dat Mozes, na dit gedaan te hebben, verbitterd werd. Dus liep hij weg, verliet Egypte en ging de woestijn in en daar zien wij dat hij een Ethiopisch meisje huwde en een zoon kreeg, Gersom genaamd. En op een dag terwijl hij langs een oud bekend pad wandelde aan de achterkant van de woestijn – terwijl hij schapen hoedde – werd zijn aandacht getrokken door een ongewoon voorval.
25 En God is zo ongewoon, Hij doet dingen op zo'n ongewone wijze; zo tegengesteld aan de wetenschap, zo tegengesteld aan scholing, soms zo tegengesteld aan de theologie van een mens, gewoon tegengesteld daaraan. God doet dat gewoon om te laten zien dat Hij God is. En om dat te doen, moet Hij iemand nemen die van geen van deze dingen weet heeft, zodat Hij kan werken door die persoon.
26 Waarom nam Jezus Kajafas niet toen Hij kwam, de priester die geoefend was en gereed voor het werk? Hij ging erheen en nam een man die zelfs zijn naam niet kon schrijven, "onwetend en ongeletterd". De Bijbel zegt dat zij het waren, omdat God niets neemt om er iets uit te maken. Zie?
27 En als u ooit tot een plaats komt dat u voelt dat u niets bent, dan bent u ongeveer gereed om tot God te komen. Als u tot een plaats komt dat u niets weet, maar u wilt iets weten, dan zal Hij Zichzelf aan u openbaren.
28 Nu, merk op dat toen dit ongewone plaatsvond, dat nooit in de wereld was voorgekomen zover wij weten, het precies de tijd van de uittocht was. De uittocht was op handen en exodus betekent 'eruit genomen; eruit gebracht'.
29 En nu ontdekken wij, dat gewoonlijk, precies op die kruispunten van een exodus, het ongewone begint te gebeuren. Ik geloof dat we daar weer zijn. Ik geloof dat wij daar zijn, bij de exodus van de bruid om de Bruidegom te gaan ontmoeten. Ik geloof dat de exodus op handen is.
30 En deze exodus om uit Egypte teruggebracht te worden naar hun thuisland, wat hun beloofd was, was precies op handen en God moest Zijn man heropvoeden. Bedenk dat Mozes gedurende veertig jaar werd onderwezen om al zijn doctorsgraden en alles te verkrijgen, en het kostte God nog eens veertig jaar om uit hem weg te nemen wat onderwijs in hem had gebracht. Veertig jaar in de woestijn was nodig om eruit te nemen wat erin gebracht was.
31 Toen al dit grote uit hem was, verscheen God aan hem in de vorm van een brandende struik. Nu zal ik u tonen dat het uit hem was. Nu, als het niet zo was, zou Mozes, daar hij een geleerde was, wat bladeren van die boom hebben genomen en ze naar het laboratorium hebben gebracht om ze te laten onderzoeken, om te zien met wat voor soort chemische stof ze besproeid waren, zodat die boom kon branden en niet verteren. Zie?
32 Omdat nu de Egyptenaren knappe, wetenschappelijke mensen waren, knapper in de wetenschap dan wij vandaag zijn; het bewijs is dat ze een lichaam konden balsemen dat er vandaag nog natuurlijk uitziet. Wij kunnen dat niet. Een piramide bouwen, wij zouden dat niet kunnen. Zie? De dingen die zij hadden, stonden ver boven onze wetenschap vandaag.
33 En zo werd Mozes geoefend in alle wijsheid, zodat het hem een geleerde maakte. Dus u ziet, toen hij in de tegenwoordigheid van deze struik kwam, wist hij dat de struik had wat hem ontbrak.
34 Als we dat vandaag slechts konden doen, als we slechts zouden weten dat het verschijnsel van God heeft wat wij in onze denominaties missen. Wat er aan ons onderwijssysteem ontbreekt, heeft God in het verschijnsel van de tegenwoordigheid van Christus. Dat hebben wij nodig.
35 Nu ontdekken we dat deze uittocht op handen is. God ontmoette Mozes en vertelde hem wat er zou gaan gebeuren en gaf hem twee tekenen. En elk teken had een stem, een stem van een teken.
36 Elk teken van God wordt gevolgd door een stem. Elke keer dat God een waar teken geeft, is er een stem die erop volgt. Als u een bepaald soort verschijnsel op ziet komen en het ziet bewegen en het verandert niet in iets, dan kwam het nooit van God. Zie? God laat geen tekenen zien alleen maar om te tonen dat Hij God is. Er is een stem die dat teken volgt.
37 Nu, met Gods hulp zullen we dat vanavond in de Schrift vinden en zien of dat de waarheid is. Zie? Hier was de brandende struik een teken voor Mozes, dat was een teken, en het werd gegeven om... en hij hoorde de stem vanuit de struik.
38 Let nu op dat God nooit Zijn programma verandert. Hij hoeft nooit Zijn Woorden terug te nemen. Zijn eerste beslissing is volmaakt.
39 Ik kan een beslissing nemen. Ik zal zeggen: "Wel, ik had ongelijk", ziet u. Ik ben een mens. U kunt er een nemen en u moet het weer terugnemen.
40 De wetenschap doet het en neemt het weer terug. Wist u dat? Ze kunnen wetenschappelijk bewijzen dat het juist is en na een poosje bewijzen zij wetenschappelijk dat het verkeerd is, maar zij zullen de hunne niet toegeven. Ze zullen de hunne niet toegeven.
41 Nu, een Franse geleerde bewees ongeveer zeshonderd jaar geleden, of iets dergelijks, dat als zij een bal met een zekere snelheid om de aardbol rolden, de aarde; of tweehonderd jaar geleden, geloof ik dat het was, of drie, of zoiets... In ieder geval bewees hij wetenschappelijk door het opgooien van deze bal, met de snelheid... Als iemand met de verschrikkelijke snelheid van vijftig kilometer per uur zou gaan, als iets zich zou voortbewegen over de aarde met de snelheid van vijftig kilometer per uur, de zwaartekracht zijn houvast zou verliezen en het van de aarde zou worden opgeheven. Denkt u dat de wetenschap daar naar teruggaat en dat erkent? Nee, ze gaan door en door en door. Ziet u?
42 Maar predikers proberen altijd terug te verwijzen naar wat iemand anders zei, lang geleden, in plaats van wat God zei om te doen. Wij klimmen in de boom van geloof. Zie?
43 En God verandert nooit Zijn programma. U kunt plechtig rusten op wat God de eerste keer zegt. Hij moet daar altijd bij blijven. Hij kan niet, Hij kan niet, en deed het ook nooit, te eniger tijd het veranderen. Omdat, als Hij het doet, dan is Hij eindig zoals wij; Hij maakt een fout, Hij moet Zich verontschuldigen en teruggaan. Maar Hij is de bron van alle wijsheid, de bron van alle kracht; oneindig, alomtegenwoordig, alwetend, almachtig. Ziet u? Hij is rechtvaardig, Hij is God. Als Hij niet al deze dingen is, dan is Hij geen God. Maar Hij moet dat zijn om God te zijn.
44 Nu gebruikte God nooit het een of andere door mensen gemaakte programma om Hem te eren, maar alleen om het tot schande te stellen. God gebruikt altijd een enkel individu, slechts één; nooit een organisatie, nooit een denominatie. Hij gebruikt één enkel persoon, omdat wij allen van elkaar verschillen. Er waren nooit twee hoofdprofeten tegelijkertijd op aarde. Nooit. Zie, dat doet Hij niet, omdat Hij alleen tot die ene spreekt. Als die ene is weggegaan, verwekt Hij een ander om op die tijd te spreken. Bedenk, dat dit altijd Zijn programma is geweest.
45 Nu ontdekken we hier dat de brandende struik een teken was. Het werd gegeven om de aandacht van Mozes te trekken.
46 Nu, daarvoor geeft God een teken, om de aandacht van de mensen te trekken. Daar is een teken voor, om de aandacht te trekken. En we gaan hier voor een paar minuten door de Schrift heen om te onderwijzen en om te ontdekken of dat niet zo is dat Hij deze tekenen geeft om de aandacht te trekken. En als Hij dan de aandacht van de mensen heeft, begint de stem van het teken te spreken. Zie, Jezus genas de zieken om de aandacht te trekken en toen begon Hij te prediken. Ziet u, het trekt altijd de aandacht.
47 De brandende struik werd aan Mozes gegeven om de aandacht van de weggelopen profeet te trekken en hij keerde zich om om te zien wat het was. Toen gaf het teken een stem. Het teken zelf gaf een stem.
48 Nu, deze stemmen en tekenen zijn om het volk wakker te maken voor Gods Woord dat op het punt staat om bevestigd te worden. Een teken is er altijd om de aandacht van de mensen te trekken.
49 Nu, velen van u, Bijbellezers, denken nu aan verschillende plaatsen in de Bijbel – en we zullen tot enige ervan komen – dat wanneer een teken wordt gegeven, het de aandacht van de mensen trekt, omdat God Zich gereedmaakt om te spreken. Hij wil een gehoor. Hij wil iemand die zal luisteren naar wat Hij zal gaan zeggen. Zie? Nu, dat gebeurt altijd. Zijn Woord maakt hen wakker voor de... Het teken is er om wakker te maken, om de aandacht van de mensen te trekken dat het Woord gereed is om te spreken.
50 Nu, merk op, dat Hij gaat spreken door Zijn beloofde Woord, iets waarvan Hij zei het te zullen gaan doen. Merk op. "Ik heb gehoord en Ik gedenk Mijn belofte. Ik hoorde hun geschrei in Egypte; Ik gedenk wat Ik aan Abraham beloofde."
51 Ziet u wat Hij zal gaan doen? Hij trok zijn aandacht; nu heeft Hij Zijn Woord en Hij zal het aan de profeet Mozes geven, omdat dat was, is, en altijd Zijn wijze van spreken is. Dat is de wijze waarop Hij het in het begin deed; dat is de wijze waarop Hij het nu doet. Hij doet het altijd eender. Zie? "Het Woord komt tot de profeet." En Mozes was de profeet en nu moet hij profeteren dat Hij Israël zou uitleiden. Hij zei niet hoe Hij het zou doen, maar Hij zou hen uit Egypte uitleiden. En toen had Hij hun geschrei en hun verzuchtingen en hun gebeden gehoord. Zij wachtten alleen op God... God wachtte op hen. Hij had Zijn profeet daar buiten in de woestijn, maar Hij wachtte alleen op de mensen om Hem in actie te roepen.
52 Ik geloof dat Hij vandaag hetzelfde heeft, wachtend op Zijn gemeente om Hem op het toneel te roepen, zodat Hij kan handelen. De belofte voor vandaag is gereed, maar Hij moet de mensen er toe krijgen om te bidden en zuchten zoals eertijds. Dan zal Hij op het toneel komen. Ziet u?
53 Mozes hield zich daar buiten in de woestijn veertig jaar op. De mensen verwierpen het teken, de zaak die hij daar deed, het doden van een Egyptenaar; het was niet Gods weg, dus zette Hij hem daar buiten in de woestijn en herschoolde hem, tot het verschijnsel kwam en nu is hij gereed. En God zei: "Ik hoorde hun zuchten. Ik heb hun verzuchtingen gehoord, Ik heb gezien dat hun opzichters hen met zwepen sloegen en Ik gedenk Mijn belofte." Amen. Zie, Hij is nu gereed om te spreken. Hij heeft alles in orde. Nu laat Hij het verschijnsel zien dat de aandacht van de profeet trok.
54 Toen de profeet daar kwam, toonde hij het verschijnsel, omdat hij Gods stem was. Hoe zou een mens stof kunnen oppakken en het omhoog werpen en zeggen: "ZO SPREEKT DE HERE"? Niet één vlieg in het land en een paar uur vanaf toen is alles overladen, vol van vliegen. Helemaal nergens een vlieg en hij zei: "Laat er vliegen zijn" en kort daarna begonnen grote, oude vleesvliegen rond te vliegen en zij veroorzaakten overal zwellingen bij de mensen. Nu, welk mens zou dat kunnen doen? Het was God Die de profeet gebruikte door Zijn Woord tot een teken te maken, om een oproep te doen: "We gaan uit Egypte."
55 Let daar nu echt nauwkeurig op. Hij zal gaan spreken, dus moet Hij de aandacht trekken door een teken en de stem van het teken is wat Hij zal gaan zeggen. Zijn Woord, Zijn beloofde Woord, zal nu bevestigd worden. Zie? "Ik deed een belofte dat Ik hen zou uitleiden met een krachtige hand; Ik zou Mijn kracht tonen in dat land", en wat Hij ook maar zal gaan doen. Nu, Hij deed de belofte aan Abraham, hier is Hij gereed om het te doen. Dus geeft Hij een teken, een Vuurkolom, Die daar achter in een brandende struik verbleef, en Hij vertelde aan Mozes: "Nu zult u Mijn mondstuk zijn. Ga daarheen en Ik zal met u zijn."
56 En toen hij erheen ging, werd het beloofde Woord dat Hij had beloofd, bevestigd. Dat was de stem van het teken. Begrijpt u het nu? Let op: "Ik heb hun verzuchtingen gehoord. Ik gedenk Mijn belofte."
57 God verandert nooit. Hij doet het altijd op dezelfde wijze. De komst van een profeet is een teken dat God gereed is om te spreken. Hebt u... Nu, onderzoek de Schriften. Zie? De Bijbel zei, God Zelf zei dat Hij "niets zou doen, tenzij Hij het aan Zijn profeten openbaarde." Dat is zo. Hij doet het door hen, omdat het tot hen komt. Dat zijn Zijn dienstknechten, weet u. Goed.
58 De komst van een profeet is een teken dat telkens over het hoofd wordt gezien door de mensen. Zij zien het over het hoofd. Ze begrijpen het op een of andere manier nooit, tenzij het diegenen zijn wier ogen geopend zijn om het te zien. Zij die zijn uitverkoren om het te zien, zien het. Maar de komst van een profeet was het teken dat God gereed was om te spreken, omdat als God niet zou spreken, de profeet niet op aarde zou zijn. Nu, bedenk dat hij niet op aarde zou zijn, tenzij God gereed was om te spreken. En dat is de wijze waarop Hij spreekt, door die kanalen. De onveranderlijke God deed het nooit op enige andere wijze. Merk op.
59 Dit is altijd Gods wijze om Zijn stem bekend te maken aan Zijn volk. Hij zendt Zijn profeet en geeft een teken, en neemt dan Zijn stem die van tevoren gesproken is over Zijn Woord en bevestigt het door deze man. En zij weten dat het Zijn stem is, omdat het het beloofde Woord van de dag is. O, als de mensen dat slechts konden zien. Als zij maar even een ogenblik zouden kunnen stoppen en dat beseffen. U ziet dat er geen wijze is om het hen te doen geloven; er is geen manier voor een mens. God Zelf kan het niet doen, het de mensen laten geloven. Zij moeten het geloven. En als er niets is om mee te geloven, hoe kunnen zij geloven, zie, ongeacht wat u doet.
60 De Bijbel zei: "Hoewel Hij zo veel wonderen had gedaan, toch konden zij niet geloven, omdat Jesaja het voorzag en zei: 'Ze hebben oren en kunnen niet horen, ogen en kunnen niet zien.'" En toch was Hij volmaakt de Messias, deed precies wat de Messias zei. En ze zeiden: "Deze Man verwoest gewoon de kerken. En Hij, we weten niet vanwaar Hij komt." Ziet u? Is dat niet vreemd dat ze dat zouden doen? Maar de Bijbel zei dat zij het zouden doen.
61 En de Bijbel zei ook dat ze in deze dag hetzelfde zouden doen. "Koppig, hoogmoedig, liefhebbers van genot meer dan van God, valse beschuldigers, zonder zelfbeheersing, verachters van hen die goed zijn, hebbende een vorm van godzaligheid maar de kracht van het bevestigde Woord, de doop van de Heilige Geest, enzovoort, verloochenend; keer u af van dezulken. Want dit is het soort dat de vrouwenverenigingen organiseert en van huis tot huis gaat en dwaze vrouwkens gevangen neemt die door menigerlei lusten zijn bevangen, die nooit tot de kennis der waarheid kunnen komen." Zie? Nu, dat werd geprofeteerd en dat moet komen te geschieden, omdat het ZO SPREEKT DE HERE is. Let op; "Maar hun dwaasheid zou openbaar worden zoals Jannes en Jambres in de laatste dagen."
62 Nu, Hij maakt altijd Zijn stem bekend aan Zijn volk door Zijn profeet-teken. Nu spreek ik over Mozes, dat is waar ik op terugval, en zie dan waar wij ons bevinden. Gods Woord wordt gemanifesteerd door de stem van het teken.
63 Nu, het teken dat voor de dag beloofd is, wordt gedaan voor de mensen en dan komt de geschreven Schrift naar voren die de stem is van dat teken. Als het geen Schriftuurlijke stem geeft, blijf er dan bij vandaan, zie, het is God niet. Omdat God dit niet kan beloven voor vandaag en zeggen: "Wel, dit is het." Zie. God kan dat niet doen. God kan niet iets beloven voor vandaag en zeggen: "Nee, nee, Ik doe dat niet. Dat was voor een andere dag." Bij wat Hij beloofd heeft, moet Hij blijven en het ware Schriftuurlijke teken is de Schriftuurlijke stem.
64 Het teken dat Mozes zag, was God in kosmisch licht. En toen Hij dat deed...
65 En kent iemand het oude, Hebreeuwse teken, zelfs voordat er een Bijbel werd geschreven? Het was een driehoekige vorm of een ovale vorm van een kosmisch licht, precies juist, de Logos. Nu, doctor Lamsa heeft dat in zijn Bijbel, op het kaft aan de buitenkant.
66 Nu merken we op dat Mozes werd aangetrokken door dit teken en dat teken sprak tot Mozes met een Schriftuurlijke stem. Zie, het teken trok zijn aandacht. En toen zei Hij: "Ik gedenk Mijn belofte en Ik ben neergekomen om hen te bevrijden. En Ik zal u gebruiken als een mondstuk. Gaat u erheen." Mozes maakte zijn verontschuldigingen, maar God zond hem hoe dan ook.
67 Nu, Hij, dat is Zijn wijze van uitleggen van Zijn Woord. In de Schrift moet een profeet eerst een betuigde ziener zijn. Het moet niet gewoon de een of andere persoon zijn die langskomt en zegt: "Ik heb ZO SPREEKT DE HERE" en de volgende zegt: "Ik zeg ZO SPREEKT DE HERE." Profeten worden geen handen opgelegd en profeten gemaakt. Profeten zijn voorbestemd voor het uur. De Bijbel vertelt wanneer zij zullen komen en wat zij zullen zijn. Profeten worden door God gezonden. Zij zijn ambten van God die zo geboren zijn.
68 God vertelde Jeremia: "Voordat u zelfs ontvangen was in de schoot van uw moeder, verordineerde Ik u tot een profeet voor de volkeren." Zie? Ze zijn gewoon... Dat moet volmaakt in de man zijn. Het is een... Hij is het niet; het is een gave van Hem. Mozes werd als profeet geboren. Jeremia werd als profeet geboren. Jesaja, een profeet. Johannes de Doper, een profeet. God had van hen gesproken.
69 En wat zij zeggen moet waar zijn. En de wijze waarop de mensen weten of ze waar zijn of niet, is dat wat hij zegt correct moet zijn, omdat waarover hij profeteert de geloofsbrieven van zijn roeping van God zijn, wanneer God betuigt dat wat hij zegt de waarheid is. Nu, dat is waarom ik deze dingen vanavond probeer te zeggen, zodat u het zult begrijpen. Zie? Nu, als...
70 De Bijbel zei hier: "Als er iemand onder u is die geestelijk of een profeet is, Ik, de Here, zal Mijzelf aan hem bekend maken in visioenen, tot hem spreken in dromen." Dan zegt Hij: "Als deze profeet iets zegt en het gebeurt niet, geloof het dan niet." Nu, dat is niet meer dan gezond verstand. "Maar als wat hij zegt komt te geschieden, hoor dan, dan moet u hem vrezen", omdat Hij met hem is.
71 Nu, we ontdekken dat wat Mozes zei, kwam te geschieden. Zie? Dat maakte hem tot een betuigde ziener. Dat waren zijn geloofsbrieven, omdat wat hij zei, gebeurde. Hij zei: "Morgen omtrent deze tijd zullen er vliegen over het gehele gebied zijn", en ze waren er. "Morgen om deze tijd zal er zus-en-zo zijn", en het was er. Het moet precies de spijker op de kop raken, niet slechts toevallig zijn.
72 Zoveel mannen vandaag... Als u mij even een ogenblik wilt excuseren. En ik ben geen rechter of... Ik geef alleen maar een persoonlijke mening. Er zijn veel mannen opgestaan, goede, Geestvervulde mannen, en zij proberen, zij gaan uit... Misschien gaf de Here hun een gave van profetie.
73 Nu is er een miljoen mijl verschil tussen een gave van profetie en een profeet. Zie? Een gave van profetie moet beoordeeld worden door drie, voordat het zelfs kan worden doorgegeven in de gemeente. We weten dat het hetzelfde is als spreken in tongen, het moet komen voor drie beoordelaars, voordat het zelfs aan de gemeente kan worden gegeven.
74 Nu, we ontdekken dat deze mannen soms uitgaan en dan beginnen de mensen hen onder druk te zetten. "O broeder, wat zult u zeggen?"
75 Zie, hij gaat door een indruk, zie, de wijze waarop hij het voelt. "Wel, de Here zal dat doen, ZO SPREEKT DE HERE." Dat is een leugen, zie. Als u... U kunt niet zeggen ZO SPREEKT DE HERE, totdat God in Zijn eigen taal tot u gesproken heeft en u dat vertelde, dan bent u het niet die het zegt, niet uw indruk. De Bijbel zei dat als een profeet dat deed, aanmatigend, dat is afgaand op een veronderstelling, en veronderstellen is 'wagen zonder autoriteit', dan doet hij het uit zichzelf.
76 Maar als u de man ziet spreken wat er zal gebeuren in de Naam van de Here, en het gebeurt dag in dag uit, week in week uit, maand in maand uit, jaar in jaar uit, dan weet u dat het van God komt. Zie? Dat zijn Gods geloofsbrieven voor de man, dat hij een uitlegger is van het geschreven Woord voor die dag, omdat God de man zond om het te doen.
77 Als de kerken slechts wat goede, gezonde leer over deze dingen hadden, zie, zouden zij het begrijpen. Het enige is dat we een weg inslaan en we hollen er als wilden overheen, dat is om slechts dat ene te nemen en er een hobby van te maken. Dat is waar elke denominatie uit ontstaan is.
78 Als Maarten Luther zou zijn doorgegaan met heiliging, in orde. Als de Wesleyaanse Methodisten waren doorgegaan met de doop van de Heilige Geest en het herstel van de gaven, zou het voortdurend één grote gemeente van de Here zijn geweest. Maar ze hadden dat ene kleine ding en bewezen dat het juist was en daar zijn ze. Maar ze moesten het doen, de Bijbel zei dat dat de wijze was waarop zij het zouden doen. Ziet u? En het moet op deze wijze vandaag zijn.
79 Ik hoop dat mijn klas be... Begrijpt u wat ik bedoel? Steek uw hand omhoog zodat... Zie? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] En begrijp het, u moet het begrijpen. Vriend, dit is uw leven. Zie? Dit is uw leven. Ja.
80 Zijn geloofsbrieven houden in dat God deze persoon bevestigd heeft als een ziener.
81 Nu, het Engelse woord profeet betekent gewoon 'prediker'. Zie? Iedereen, elke prediker is een profeet, omdat hij iets voorspelt. Het Woord, prediken onder inspiratie, wordt een 'profeet' genoemd.
82 Maar in het Oude Testament waren zij meer dan dat, ze waren zieners. Zie? Zij waren mannen die dingen vertelden die zouden komen te geschieden en het gebeurde. Dat gaf hem de rechten om de uitlegger te zijn van het Woord voor die dag, omdat God het Woord voor die dag nam en het Zelf uitlegde door die man. En dat is het waarvoor hij op aarde kwam. Als een profeet naar de aarde komt, is hij altijd een teken. Let gewoon op als we erdoorheen gaan en zie of het niet zo is. Hij zendt altijd Zijn profeet. Als u een profeet op het toneel ziet verschijnen [Broeder Branham knipt met zijn vinger – Vert], kijk uit. We zien uit naar een die nu komt, weet u. En als u het dan ziet, herinner u slechts dat het iets is wat staat te gebeuren. Dat zijn zijn geloofsbrieven, dan legt God Zijn Woord door hem uit en door hem heen. Numeri 12:6 vertelt dat.
83 En bedenk dat de hele Bijbel geschreven werd door de profeten. Waarom? Het Woord van de Here kwam tot hen, nadat ze bevestigd waren. Profeten zoals Jasher [In de Nederlandse Bijbel aangeduid als "het boek des Oprechten" – Vert] en sommigen van hen die werden uitgeworpen, en veel profeten die nooit doorgingen; maar God heeft een weg om Zijn Woord op te wekken als het de waarheid is. God moet de wereld door iets oordelen.
84 De Katholieke mensen hier zeggen: "Hij zal haar oordelen, de wereld oordelen, door de kerk." Als dat juist is, welke kerk dan? Als u zegt: "De Katholieke kerk", welke, de Roomse, Griekse of welke? Zie, ze zijn allemaal uiteengevallen.
85 "Hij zal haar oordelen door de Baptistenkerk." Wat dan met de Methodistenkerk? Zie? Zie, Hij kan dat niet doen, er is te veel verwarring. De mensen zouden niet weten waar ze aan toe waren.
86 Maar Hij zei in de Bijbel – als u wilt weten waardoor Hij de mensen zal oordelen – Hij zal de wereld oordelen door Jezus Christus en Hij is het Woord. Dan is het de Bijbel waardoor Hij zal oordelen, het betuigde Woord. Dat is Gods wijze van oordelen, de Bijbel. Dus maakt het niet uit wat enige geloofsbelijdenis of denominatie zegt; u blijft precies in die Bijbel, omdat het Christus is. Johannes, het eerste hoofdstuk, vertelt ons dat.
87 Merk nu op dat de Bijbel geschreven werd door de profeten. We zien dat hij zegt dat "de mannen vanouds de Bijbel schreven, bewogen door de Heilige Geest". In Hebreeën 1 zegt hij: "God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door Zijn Zoon, Jezus Christus." Zie? Omdat Hij de manifestatie was van het hele Woord van de profeet, en Hij was de volheid van het Woord. Het Woord was in Hem, heel het Woord. Hij was Immanuël, "God gemanifesteerd in vlees".
88 God kwam neer in de vorm van de Heilige Geest, twee vleugels als een duif zetten zich op Hem neer en kwamen op Hem, zeggende: "Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie het Mij behaagt te wonen." Nu zegt de King James hier: "In Wie Ik behagen heb te wonen." Wat voor verschil maakt het "In Wie Ik behagen heb te wonen" of "In Wie het Mij behaagt te wonen"? Zie? "In Wie Ik behagen heb te wonen." Daar was het. God in de mens; hemel en aarde komen tezamen. God en mens verenigd. Het grootste uur dat er tot op die tijd er ooit op aarde was of ooit was geweest.
89 Merk op, het Vuurkolom-teken, en toen sprak de stem van het teken. Zie? Het Vuurkolom-teken van de stem was daar gereed om te spreken. Het teken toonde alleen dat de stem klaar was om te spreken. Begrijpt u het idee? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
90 Het teken toont dat Gods stem gereed is om te spreken, en wanneer God een teken laat zien zoals Hij in de laatste dagen doet... U doet niet...
91 U kijkt om u heen. Kijk naar het onzedelijke van de mensen vandaag. Dat is Gods teken. Als u de mensen zo ziet worden, kijk dan waar ze naartoe gaan. Hij zei: "Ze zullen slechter en slechter worden." Dat worden ze, zie, dat onzedelijke teken. In orde.
92 En er zijn alle soorten tekenen. Tekenen in de hemelen boven, angstaanjagende gezichten, vliegende schotels; het Pentagon kijkt ernaar, weet niet wat het zijn. Alle soorten tekenen; het bulderen van de zee, golven, verbijstering van de tijd, benauwdheid onder de volkeren, al deze dingen, aardbevingen in verscheidene plaatsen, mensen die heen en weer rennen, toenemende wetenschap, al deze andere dingen waarvan Hij sprak, grote onrust. Hoe Christus in de laatste dagen in het Laodicéa tijdperk uit Zijn gemeente zou worden gezet; we hebben het. Zie? Al deze dingen zijn tekenen waardoor God spreekt.
93 En wat moet dit dan bekend maken? God zendt iemand op het toneel, iets op het toneel, om dat te bevestigen en de Schrift te nemen die van de dag gesproken heeft en het te manifesteren, dan zijn dat de geloofsbrieven ervan. Dat, zie, dat is het teken.
94 Zodra het teken daar opkwam, de Vuurkolom, was dat het teken dat de stem gereed was om te spreken.
95 En we zien het teken van het einde. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het teken van het einde! Hoevelen geloven dat? Zeg amen. ["Amen."] Dan is de stem gereed om te spreken. De stem van het teken is gereed om te spreken, omdat wij het teken zien. De Vuurkolom was er om te zeggen dat de stem gereed was om te spreken.
96 Ook moet het een Schriftuurlijk teken zijn, moet het een Schriftuurlijke bevestiging zijn van het Woord dat beloofd is voor die dag. Hoe volmaakt is Gods orde iedere keer!
97 Nu luister, laten we hier even een ogenblik teruggaan, een kleine gedachte. In het Oude Testament, voordat de Bijbel werd geschreven, had men alleen de rollen, enzovoort, het was nog niet in elkaar gezet zoals het boek van Jesaja's geschriften, van de geschriften van Zus-en-zo, de profeten. Nu, als een man met iets aankwam, dat hij een droom had gedroomd of dat hij een profeet was, was het eerste wat ze deden hem naar de tempel brengen, naar hun Urim Thummim.
98 De predikers hier en velen van u broeders daarbuiten, weten wat de Urim Thummim was. Het was de borstplaat van Aäron. Ze hingen haar op aan een post in de tempel. En let nu op als die man begon te spreken en als iets van wat hij zei niet waar was, stond dat licht stil; het was niets. Maar als het waar was wat hij zei, dan begon een opeenhoping van lichten als een regenboog te schitteren. En dat werd de Urim Thummim genoemd. Weten de broeders dat? [De broeders zeggen: "Amen." – Vert] Zeker, zeker, dat was de Urim Thummim.
99 Wat was het? Het teken. Het maakt niet uit hoe het klonk, het teken moest worden gegeven met de stem. Amen. Zie, het teken komt en dan de stem. Dat moet er zijn of de stem wordt niet erkend. Dat is juist. Het maakt niet uit wat de stem zei, hoe echt het klonk, als die Urim Thummim het niet vaststelde, was het niet juist.
100 En elk soort teken dat vandaag getoond wordt... Ik weet dat God dingen kan doen die niet in de Bijbel geschreven staan, maar voor mij leven we in het uur dat we zeer voorzichtig moeten zijn. De Urim Thummim vandaag is Gods Bijbel. Die laat zien wat er vandaag verondersteld wordt plaats te vinden.
101 Als zij denken: "We moeten een grotere organisatie bouwen, we moeten in de Oecumenische Raad gaan, dat is een teken van eenheid." Voor mij is het een teken van de antichrist. Dat is precies waar de Bijbel over sprak. Zeker. Het is geen Schriftuurlijk teken. Aan de andere kant laat het de gelovige alleen weten waar het op uitloopt. De Urim Thummim is Gods Woord en wat Hij zei dat in de laatste dagen plaats zou vinden, dat is precies wat op moet lichten. En het is een verkeerd teken.
102 Iemand zegt: "Wel, ik heb een doctorsgraad in de wijsbegeerte, in de letteren, ik werd dat-en-dat gemaakt, ik ben doctor Zo-en-zo." Dat is geen Bijbels teken, geen Bijb... "Wel, ik ben het hoofd van zo-en-zo. Ik ben een districtsman. Ik ben de bisschop. Ik ben..." Het maakt mij niet uit wat u bent.
103 Er is maar één teken waar wij naar uitzien en dat is het betuigde Woord van God, als het ZO SPREEKT DE HERE is. Dat is de stem van het teken. Gods Woord eerst. Als de Urim Thummim sprak, zeiden ze: "Dat is juist." Als die lichten opflitsten, was het teken daar en de stem was waar. Let op hoe mensen dat vandaag krachteloos hebben gemaakt door hun tradities!
104 Jezus Christus zei in Zijn laatste opdracht aan Zijn gemeente, in Markus 16, na Zijn opstanding; Hij zei: "Gaat dan heen in de hele wereld en predikt het Evangelie aan elk schepsel. Wie gelooft en wordt gedoopt, zal zalig worden; wie niet gelooft, zal verdoemd worden. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Als dat niet oplicht op de Urim Thummim van uw leven, is er iets verkeerd. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, spreken met nieuwe tongen; als zij een slang zouden opnemen of dodelijke dingen drinken, zal het hun niet schaden; als zij handen op de zieken leggen, zullen zij genezen." En mannen met een geleerde opleiding, tot op het hoogste niveau, verloochenen die zaak; hoe kan het oplichten op Gods Urim Thummim, als Hij zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven"? Heel Gods Woord is waar.
105 Dus moet de Urim Thummim oplichten met het teken. Als het teken zal... Het maakt mij niet uit wat hij doet, als het er niet mee in overeenstemming is, doende overeenkomstig dat Woord, dan is er iets verkeerd. Het maakt niet uit wat hij doet, er is iets verkeerd. Het moet tot een waarheid komen. Vertelde Jezus ons niet in Matthéüs 24:24 dat "de twee geesten zo dicht bij elkaar zouden zijn in de laatste dagen dat het de uitverkorenen zelfs zou verleiden als het mogelijk was"?
106 Zet nu uw denkpet op, trek uw wapenrusting van God aan. Luister nog een ogenblik. Let op, we moeten precies op de wijze komen waarop Hij zei het te doen. Precies op de wijze waarop God zei het te doen, dat is de wijze waarop wij het moeten doen. Wat Jezus zei, ging gebeuren; dat is wat er zal gaan gebeuren. Als Hij zei: "Deze tekenen..."
Zij zeggen: "Dat was alleen maar voor de apostelen."
107 "Heel de wereld en aan elk schepsel!" Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Waar zei Hij: "Alleen voor de apostelen"? "Gaat heen in de gehele wereld en predikt het Evangelie aan elk schepsel. Deze tekenen zullen volgen; in heel de wereld en aan elk schepsel."
108 Iemand zegt: "Vroeger", hij probeert aan de zaak voorbij te gaan. Dat is geen profeet. Het is een profeet van een denominatie, maar geen profeet die door God gezonden is. Hij mag de een of andere denominatie weerkaatsen of een theorie of een school of ethiek.
109 Maar ik spreek over God en Zijn Woord, de Schriftuurlijke Urim Thummim, een Schriftuurlijk teken, een Schriftuurlijke stem achter het teken.
110 Jona, de profeet, was een teken. Zijn teken was daar toen de walvis hem uitspuwde op de oever, dat was een teken. Die mensen waren heidenen, zij visten voor hun levensonderhoud. En zij zagen de walvisgod dichtbij komen, deze god van de zee, en de profeet nemen en hem uitspuwen op de oever, om de boodschap te geven en hij ging de oever langs. Daar was het teken. Nu, de stem was: "Bekeer u of kom om!" Voordat God die natie sloeg om haar aan stukken te scheuren en in de zee te doen zinken, zond Hij een profeet met Zijn Woord. Hij gaf een teken, een bovennatuurlijk teken.
111 Bedenk dat dit teken zelfs duurt tot op deze dag. Jezus verwees ernaar. Hij zei: "Zoals de profeet Jona gedurende drie dagen en nachten in de buik van de walvis was, zo moet ook de Zoon des mensen zijn. Een boos en overspelig geslacht zoekt naar tekenen. En zij zullen het krijgen, het teken van de opstanding." Als wij ooit in een boos en overspelig geslacht waren, is het nu, omdat Jezus zei dat het zo zou zijn. "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Dan zijn we in een boze en overspelige generatie, en zij zullen het teken krijgen van de opgestane Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Jezus zei het. Dat is juist.
112 Jona kwam te voorschijn, hij was een profeet. De Here zond hem. Hij probeerde eraan voorbij te gaan, net als Mozes.
113 U kunt de strijd niet ontlopen. Veel mensen willen u op de schouder kloppen en zeggen: "Kom in onze groep. Kom in onze groep." Er is geen groep. God is de enige waar u onder bent. Zie? "Kom naar ons."
114 Hij ging eromheen en vertrok naar Tarsis. God zette hem in een walvis, zond hem rechtstreeks terug. En hij ging daarin en dat was het teken. En de stem van het teken was om "zich te bekeren of om te komen". Zij volgden de stem, omdat zij het teken geloofden en zij kwamen niet om. En dat is de enige manier, omdat zij het teken geloofden en de stem hoorden.
115 De enige manier waarop de leden van de gemeente van deze dag niet in het oordeel zullen gaan, is als zij het teken geloven en naar de stem van God horen.
De stem was: "Bekeert u of kom om!"
116 Noach, de profeet; voordat God de antediluviaanse wereld vernietigde, was Noach de profeet. De profeet was een teken. Waarvan? Dat oordeel op handen was. Noach die zijn teken voor hen opbouwde, een ark die hij gebruikte, het Evangelie predikend; Gods stem sprak en de wereld werd vernietigd.
117 Johannes, een profeet, na vierhonderd jaar zonder een profeet, de langste tijd waar Israël ooit doorheen ging zonder een profeet. Wat deed God? Waarom liet Hij hen vierhonderd jaar gaan? Hij wilde dat de profeet zo buitengewoon voor het volk was, dat ze zouden begrijpen en ter harte nemen wat de man zei. Er was geprofeteerd over zijn komst. Ze zeiden in Maleachi 3: "Zie, Ik zend Mijn boodschapper vóór Mijn aangezicht om de weg te bereiden." En ze hadden geen profeet gehad gedurende vierhonderd jaar, en hier kwam de profeet, Johannes, op het toneel. Zijn verschijning was een teken, een teken (waarvan?) dat de komst van de Messias op handen was. Hij trok de aandacht van Israël.
118 Weet u, er is beloofd dat er weer een zou komen in de laatste dag – dat is juist – om de mensen weer te vergaderen en hun aandacht te trekken, hun harten, terug naar de vaderen, het begin. Neem hier al deze geloofsbelijdenissen en zo, en raak ze kwijt, en ga terug naar wat de Bijbel zei: "Terug naar het geloof van de vaderen." Betuigend, God beloofde het te doen.
119 Let nu op, dat zijn verschijning een teken was dat de Messias op handen was, vierhonderd jaar. En ontvingen zij hem? Zij geloofden hem niet. Zeker deden zij dat niet. Ze moesten er niets van hebben, omdat zijn prediking afwijkend was. Ze geloofden niet wat hij zei. Toch was hij een teken, omdat de mensen wisten dat hij een profeet was. Ze wisten dat er iets op het punt stond te gebeuren. Zie?
120 Iedere keer voordat er iets gebeurt... Nu, we sloegen hier een paar minuten geleden twee of drie bladzijden over van verschillende profeten. Alleen om u te laten zien, zodat u het begrijpt. Voordat er iets gebeurt, komt God met een profeet om Zijn Woord te betuigen. En die komst van een profeet is een teken.
121 Nu, Johannes was het teken, omdat hij de profeet was, dat de Messias op handen was. Nu zien we dat Johannes het teken van Jezus' komst was. We weten dat wanneer God spreekt en deze dingen zegt, het moet gebeuren. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu, Johannes was het teken van voorbereiding. Hij moest een teken van voorbereiding zijn. Gelooft u dat hij het teken van voorbereiding was? ["Amen."] Wel, dan, als hij dan komt in een teken van voorbereiding, komt hij weer in het teken van voorbereiding.
122 Let op, zijn boodschap en zijn natuur waren precies als de geest waarmee hij gezalfd was. Hij was als Elia. Jezus zei: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?"
123 Hij zei: "Hij is al gekomen en u deed met hem wat van hem geschreven was. Zie? Zo moet de Zoon des mensen lijden onder hun handen, omdat de gehele Schrift vervuld moet worden."
124 Let op Johannes, kijk wat Johannes deed. Johannes was een buitengewone man, kwam uit het niets vandaan, net als Elia. Beiden waren liefhebbers van de woestijn. En bedenk, beiden voeren uit tegen vrouwen met geschilderde gezichten, onzedelijke vrouwen. En hun natuur was hetzelfde; Johannes was precies als Elia. En beiden volgden ongeveer dezelfde weg als de ander.
125 Maar Johannes was degene die de Messias aankondigde en introduceerde. Merk op, hij introduceerde de Messias. Hij berispte onzedelijke vrouwen!
126 Kijk naar vandaag, wat wij tegenwoordig de profeten van de kerken noemen, en dan zichzelf "van God" noemen? Sommigen van deze moderne profeten van Achab, met hun kleine Izebels met geschilderde gezichten, korte haren en korte broeken, die hen rondleiden waar zij ook maar heen willen gaan, en dan zichzelf doctors, enzovoort, "van de Bijbel" noemen? Hoe kan dat bestaan? Het zijn Achabs, ja, met een leer van hun geloofsbelijdenissen, bang om er bij weg te lopen, bang dat ze uit hun denominatie of zoiets, worden gezet...
127 Laat mij u vertellen, het is ongeveer op die tijd dat God altijd iets op het toneel doet opstaan om het te veroordelen. Hij deed het in de dagen van Achab. Hij deed het in de dagen van Johannes. Hij beloofde het opnieuw te doen in de laatste dagen en Hij zal het doen! Het is ons al zo lang beloofd, op die tijd dat wij Maleachi 4 vervuld zullen zien, exact hoe Hij het zei; een teken van het komende oordeel, brandend vuur dat al het ongeloof zal vernietigen, en de rechtvaardigen zullen daarbuiten wandelen op de as van de goddelozen. Het is beloofd. Het is geprofeteerd. Het is ZO SPREEKT DE HERE. Het moet zo zijn. Wat zal zijn stem gaan doen, wanneer deze man op het toneel komt? Hij zal Jezus Christus' beloofde Woord openbaren. Dat is precies het enige wat het kan zijn, want de Bijbel zei in Hebreeën 13:8: "Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer." Dat is juist.
128 Hij zei ook in Lukas 17:30: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen, als de Zoon des mensen geopenbaard zal worden." Er is geprofeteerd dat de Zoon des mensen geopenbaard zal worden. En wat voor soort openbaring zal het zijn? Het zal de openbaring zijn van Zijn leven, nadat Hij negentienhonderd jaar geleden gekruisigd is, en is opgestaan uit de dood, en met ons leeft. Hij zal worden geopenbaard, omdat precies dezelfde dingen die zij deden in Sodom, weer terug moeten keren. Je kunt het uitleggen op elke manier die je maar wenst. Maar zo is het, het zijn gewoon de feiten, het legt zichzelf uit. Het Woord behoeft geen uitleg als het Zichzelf uitlegt, Christus openbarend in de belofte van het tijdperk, dat is precies wat op het toneel zal komen.
129 Paulus, hij had een teken. Laten we hem gadeslaan. Gelooft u dat Paulus een profeet was? Hij was het zeker. Nu, merk op. Paulus kwam op het toneel en zag een teken. Wat voor soort teken zag hij? Een Vuurkolom. Een Jood zijnde, op zijn weg naar Damaskus. Jezus was gestorven, gekruisigd, opgestaan, naar de hemel gevaren, en Paulus was onderweg naar Damaskus, toen een groot licht hem neersloeg. En hij riep uit: "Here, Wie bent U?"
130 Hij zei: "Ik ben Jezus." En hem werd verteld dat hij geroepen werd om een uitverkoren vat te zijn, een uitverkoren vat.
131 Nu, merk op. Wat had Paulus dat de rest van hen niet had? Hij had de overvloed van de openbaring van het Woord van God, omdat het Paulus was die herkende dat Jezus van het Nieuwe Testament, Jehova van het Oude was. Halleluja! Ik zou hier iets kunnen zeggen. Hij had de openbaring ervan. Hij schreef het en openbaarde het, omdat God toestond dat het aan de Bijbel toegevoegd werd. En het Woord komt alleen door de Bijbel, door de profeet. Dus toen openbaarde God het aan Paulus en hij schreef de brieven, geïnspireerd, en God plaatste ze in de Bijbel. Oh, my! Openbaarde dat Hij Christus is van het Oude Testament, omdat hij Hem ontmoette.
132 Hij kon niet begrijpen hoe die Vuurkolom was. Dat was Degene Die zijn volk uit Egypte leidde. Dat was Degene Die met de Hebreeën was door heel het tijdperk heen. En hier is Hij, hij zag Hem. Hij zei: "Here, wat wilt U met mij?"
Hij zei: "Ik ben Jezus."
133 Hij zag dat dit Degene was Die zijn volk had uitgeleid; dat hij al de tijd wist dat Mozes de IK BEN ontmoette, altijd tegenwoordig, Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer, Die gemanifesteerd werd in het vlees. Het was zijn openbaring, die boven die van al de anderen uitging. Hij was... En hij had het zo groot... opdat hij zich niet zou verheffen boven de overvloed van de openbaring die hem gegeven was. Oh, my!
134 Wat deed hij? Zijn openbaring was toen profetie voor vandaag. Het was de stem die te voorschijn kwam, geschreven in de Bijbel, om vandaag weer bevestigd te worden. Halleluja! Het is de stem die weer betuigd werd, wat Hij schreef, omdat hij Gods profeet was, het openbarend. Het teken sprak van iets.
135 En we merken nu op dat Jezus, toen Hij op het toneel kwam, let op, Hij het geprofeteerde Woord was. Hij moest een bediening vervullen. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zeker. Merk op dat Hij een bediening had om vervuld te laten worden wat van Hem geschreven was. Zoals ik gisteravond gesproken heb over wat Hij tegen Kleopas en zijn vriend zei: "O, onverstandigen en tragen van hart om het Woord van God te geloven. Weten jullie niet dat Christus deze dingen moest lijden? Spraken niet alle profeten dat Hij dit moest en dan in Zijn heerlijkheid ingaan?" Hij moest alles vervullen waarvoor Hij kwam. Hij kwam om te genezen, opdat het vervuld zou worden. Hij deed dit opdat het vervuld zou worden. Alles wat Hij deed was om te vervullen, omdat Hij de stem van die Schrift moest zijn. Maar voordat Hij het deed, ging Hij rond met een genezingsbediening, genezende de zieken. Iedereen wilde het teken zien. Zeker, zij geloofden de genezing, maar de stem veranderde het.
Op een dag, toen Hij zei: "Ik en de Vader zijn één."
136 Dat was teveel voor hen. "U maakt Uzelf God, terwijl U een mens bent." Als het om het teken ging, geloofden zij het, maar toen zij daar een stem achteraan hoorden, een bediening die op dat teken volgde, begrepen zij het niet. Dat is wanneer moeite inzet.
137 Bedenk, Hij koos er twaalf. Hij zei dat Hij "hen koos vóór de grondlegging der wereld." Hij zei: "Ik heb er twaalf uitgekozen en één van hen is de duivel." Paulus moest die plaats innemen om de uitverkorene te zijn.
138 En merk op dat toen Hij het deed Hij op zekere dag tot de mensen begon te spreken, en Hij zei: "Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en Zijn bloed drinkt, hebt u geen leven." Wat zouden dokters daarover zeggen? Nu, Hij verklaarde het nooit. Hij zei er nooit één...
139 Hij kwam slechts voor zo velen. Voor hen die Hij van tevoren kende, kwam Hij. Hij zei: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem trekt. En allen die de Vader Mij heeft gegeven, zij zullen het begrijpen, zij zullen komen. Zie? Zie, zij zullen komen. Zij zullen het begrijpen, degenen die de Vader Mij gegeven heeft, wier namen in het boek des levens zijn." Hij kwam om hen te verlossen.
140 Nu, wij merken op dat Hij in dat grote uur zei: "Tenzij u het vlees van de Zoon des mensen eet, Zijn bloed drinkt..."
141 Zou u zich kunnen voorstellen wat de mensen dachten? "Is die Man buiten zinnen? Wil Hij ons allen in kannibalen veranderen? En nu, misschien zal Hij ergens heengaan en Zichzelf doden, en wij worden verondersteld Zijn vlees te eten en Zijn bloed te drinken?" Zie, ze begrepen het nooit.
142 Hij vertelde Nikodemus: "Als Ik u de aardse dingen vertel en u begrijpt het niet, hoe zult u dan hemelse dingen begrijpen, als Ik u die vertel." Zie? Dus ontdekken wij dat zij het niet begrepen. Hierdoor slonk de samenkomst.
143 Dus toen zei Hij vervolgens: "Als u de Zoon des mensen ziet opvaren naar waar Hij vandaan kwam."
144 Toen zeiden de zeventig predikers, het hele genootschap: "Wat is er met deze Man aan de hand? De Zoon des mensen zien opvaren? En hier eten we met Hem, slapen met Hem, vissen met Hem, we waren daarbuiten in de bergen met Hem, lagen daarbuiten in de woestijn met Hem, waren met Hem aan de oevers van de beek, en dan opvaren; we zagen de wieg waarin Hij gewiegd werd, spraken met Zijn moeder, kenden Jozef die verondersteld werd Zijn vader te zijn. Wij weten al deze dingen. En toen zei Hij: 'De Zoon des mensen zal omhoog gaan naar waar Hij vandaan kwam.' O, hoe kan dat zijn?" Zie? Maar Hij was het Woord. Zij faalden te zien dat Hij het Woord was.
145 Zoals ik onlangs aanhaalde, was een van de meest buitengewone Schriftgedeelten, toen ze op het feest van Pinksteren, Jezus op twaalfjarige leeftijd verlieten en drie dagreizen verder waren gegaan en Hem niet konden vinden. Ze kwamen terug, Maria had stellig getuigd dat de Heilige Geest haar overschaduwde en dat Kind bracht. Maar toen zij Hem in de tempel vond in dispuut met die wetgeleerden, wat zei zij? Ze zei: "Je vader en ik hebben Je met tranen gezocht." Wat deed zij? Zij veroordeelde haar eigen getuigenis door Jozef Zijn vader te noemen. Nu, als zij de moeder van God is, hoe staat het daar dan mee? Zie?
146 Merk op, het Woord is altijd corrigerend. Die kleine, twaalfjarige Jongen, die nooit een dag naar school ging – zo ver ons bekend is – slechts een kind. Hij wist misschien nooit dat Hij het zei, maar let op wat Hij zei: "Weet gij niet dat Ik in de zaken van Mijn Vader moet zijn?" [Leeg gedeelte op de band – Vert]
147 En Hij is het Woord vandaag! Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer. "Weet gij niet...?" Als Hij in de zaak van Jozef bezig was geweest, zou Hij de zaken van een timmerman hebben gedaan. Maar Hij was bezig met die van de Vader, de zaken van de Hemelse Vader. Hij was daarbuiten bezig die organisaties neer te halen die ze daarboven hadden en al dergelijke, en alles wat ertegenop keek. Hij scheurde het aan stukken. En ze waren verbaasd dat zo'n kleine jongen dat wist. Het was God Die door Hem sprak, omdat Hij het Woord voor die dag was. Let op hoe volmaakt dat is. Christus is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.
148 We ontdekken dat Zijn openbaring dezelfde is. Hij begon met genezing en toen Hij dat deed was alles fijn. Maar toen Hij begon te spreken was het de stem: "Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet."
149 Wel, de samenkomst liep weg. "O, die kerel willen we niet meer horen. Die kerel is buiten zinnen."
150 Zij vergaten alles wat Hij had gedaan, de manifestatie. Ze lazen de Bijbel niet om het uur te zien waarin zij leefden. Zeker, Hij was een vreemd persoon. God doet het op die wijze. Zij zeggen vreemde dingen.
151 Waarom kon Micha niet overeenstemmen met de rest van de Israëlische profeten daar vóór Josafat en de zijnen? Zie? Waarom kon hij het niet? Hij had het Woord van de Here dat hij moest zeggen. Hij zei: "Ik zal alleen zeggen wat God zei." En zij hadden Schriftuurlijk gezag om te laten zien dat ze gelijk hadden, maar niet de gehele Schrift. Jezus zei: "Er staat óók geschreven." Zie? Zij begrepen het niet.
152 Merk op als we nu sluiten. We zijn laat. Ja, het spijt me dat ik te lang ben doorgegaan, en ik zal nu echt snel zijn voor de gebedsrij. Even nog een paar woorden die ik hier wil zeggen.
153 Let op, de profeet komt en als hij dat doet laat het een teken zien en dan is er een stem in dat teken die spreekt, een stem die spreekt, een Schriftuurlijke stem die in overeenstemming met de Bijbel moet zijn, die het Woord voor dat uur weerkaatst. Het is altijd op die wijze geweest, het zal altijd op die wijze zijn, omdat God niet veranderen kan.
154 Let nu op Jezus' eerste bediening. O, zij allen, iedereen wilde Hem in hun gemeente hebben. "Oh, my, Hij is een groot persoon!" Zeker, Hij ging in alle synagogen, las de rollen en ging zitten. Iedereen zei: "Jonge Rabbi."
155 Maar op een dag begon Hij op een andere manier tot hen te spreken, de stem van het teken begon te spreken. En toen de stem van het teken begon te spreken, wilde niemand Hem. Een van hen zei: "Deze Man is gek. Het is een kannibaal, die van ons allen kannibalen probeert te maken." Zie? Hij verklaarde het nooit. Hij liet het gaan.
156 De volgenden die er aankwamen waren de zeventig, het predikersgenootschap dat Hij bij Zich had, die zeiden: "Wel, hoe kan deze Man opvaren? Hoe? Wie is Hij? Wel, hier maakt Hij Zichzelf gelijk aan God. Dat is een hard gezegde." En zij gingen bij Hem vandaan.
157 Toen wendde Hij zich tot de discipelen en Hij zei: "Willen jullie ook niet weggaan?" Zie? Zij konden niet gaan. Zij hadden iets gezien. Zij kenden de Schrift en zij wisten dat dat het was. Ze konden het niet verklaren waarover Hij sprak, maar toch geloofden zij het hoe dan ook. Zij stelden geen vragen; zij maakten er zich nooit zorgen over. Ze geloofden, omdat het de betuiging van de Schrift was. "Gelooft u dat?"
158 Petrus zei: "Here, waar zouden we heengaan? U alleen hebt woorden van eeuwig leven." Zij zagen het. Zij wisten Wie Hij was, en dat Hij deed wat Hij verondersteld werd te doen. "Het maakt niet uit dat wij het niet kunnen verklaren." Zie, zij waren verordineerd tot leven vóór de grondlegging der wereld. Toen dat licht het trof, wisten zij het. Er was niets wat hen zou kunnen bewegen erbij vandaan te gaan, niets. Het leek alsof de Farizeeën Hem aan beide kanten hadden ingesloten, het hinderde deze discipelen niet. Zij gingen rechtdoor, hoe dan ook, omdat zij het geloofden. Zijn stem sprak toen.
159 Nu, ik mag misschien dit zeggen. Zijn stem zal op een dag spreken, er zal een teken komen en wat zal het doen? Het Laodicéaanse teken moet hetzelfde zijn als toen. Er zal een stem tot ons spreken in de laatste dag. Bedenk, het Laodicéaanse teken! Jezus is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer; en toen Hij daar uit de gemeente werd gezet. In het Laodicéa-tijdperk ontdekken we dat Hij er weer uitgezet is, er buiten staat.
160 Kijk, de stem. "Als iemand wil samenwerken, als iemand Mij wil binnenlaten, zal Ik komen en avondmaal met hen houden en zij met Mij. Ik zal binnenkomen en Ik zal in hen zijn." Staande aan de buitenkant van de gelederen van het gemeentetijdperk, kloppend, proberend binnen te komen. [Broeder Branham klopt zeven keer op de preekstoel – Vert] "Als iemand de deur zal openen en een weinig met Mij samenwerken, zal Ik binnenkomen en avondmaal met hen houden. Ik zal Mijzelf aan hen bekendmaken. Als Ik slechts binnen kan komen zoals Ik het deed op die avond op de weg naar Emmaüs, in Emmaüs... Als Ik alleen maar binnen kan komen, zal Ik Mijzelf aan hen bekendmaken." Nu, de Bijbel zei dat dat de wijze is waarop het zou zijn en dat is de wijze waarop het is.
161 Christus... "Avondmaal houden, Mijzelf aan hen openbaren... Ik zal openbaren dat Ik Dezelfde ben gisteren, vandaag en voor immer. De Zoon des mensen zal in die dag geopenbaard worden, als alle kerkelijkheid en al het andere een Sodom-toestand wordt en dergelijke. Ik zal aan de buitenkant zijn, maar Ik zal kloppen, proberend binnen te komen."
162 Nu, nogmaals, als u de ware manifestatie van dit uur waarin wij leven kunt geloven! Ik zal geen tijd hebben om hier doorheen te gaan. Maar als u het niet kunt begrijpen en nu de ware manifestatie kunt zien: dat God een teken toont en het teken heeft een Schriftuurlijke stem. Begrijpt u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Laten we bidden.
163 Here Jezus, nu slechts een Woord van bevestiging van U, dat het waar is. Nu, Hemelse Vader, we beseffen wat ons einde zou zijn als we valse getuigen zouden worden bevonden van U. Waar zou ik naartoe gaan, Here, wat zou er met mij gebeuren? Waar zou mijn einde zijn als ik een vals getuige werd bevonden of het huis zou hebben gebouwd op stoppels of zinkend zand? God, help ons, ware gelovigen, als we alleen moeten staan, om op het Woord te staan. We zien Uw teken, Here. We zien dat er iets staat te gebeuren. We weten dat de eindtijd hier is. We weten dat het ons is beloofd, mogen we nu niet falen om het te zien. Kom, Here Jezus, U bent Dezelfde. U bent Jezus vanavond. Als U iemand zover kunt krijgen om U uit te nodigen, dat U binnen kunt komen, dan zult U Uzelf aan hen bekendmaken. Sta het toe, bid ik vanavond door Jezus' Naam. Amen.
164 Ik ben wel een beetje laat, vrienden. Ik zal nog ongeveer tien of vijftien minuten nodig hebben. Ik zal sommigen roepen voor een gebedsrij. Ik lette helemaal niet op mijn horloge.
165 Ik heb een horloge dat mij in Zwitserland werd gegeven. Als ik het opwind, alarmeert het mij, maar het alarmsignaal is... Ik heb het deze keer niet bij mij. Ik vergat het mee te nemen. Nu, het brengt me soms in de war. Ik sprak te lang. Vergeef mij. Ik zal het misschien goed maken, misschien morgenavond.
166 Gebedskaarten, wat was het nummer? Welke gebedskaarten gaf hij uit? E 1 tot en met 100? Kan iemand zich herinneren vanwaar wij de laatste keer zijn begonnen? 1, beginnend bij 1, dan tot en met 50, of 25 of ergens vanaf 50 dan. Laten we dan vanavond oproepen vanaf 75. We riepen vanaf 1, 25 en 50. Nu, laten we dan nu oproepen vanaf 75.
167 E 75, wie heeft de gebedskaart? Steek uw hand omhoog. Gebedskaart E 75, steek uw hand omhoog. Kijk om u heen op de kaarten. Bedoelt u dat hij hier niet is? Dan beginnen we vanaf ergens... O, het spijt mij. Goed, E 75, dame. Goed. Kom hiernaartoe, dame, precies hier, 75. 76, 77, 78, 79, 80, laat die vijf gaan staan. Een, twee, drie, vier, we missen één persoon. Een, twee, drie, vier, hier is vijf. Goed. In orde. 80 tot en met 85, sta op; in E 80 tot en met 85.
168 Bedenk nu, ieder van u met die kaarten zal worden geroepen. Maak u geen zorgen. We zullen het hebben. 80 tot en met 85. In orde. 85 tot en met 90. Twee, drie, vier, vijf, E 85 tot en met 90. 85, 86, 87, 88, 89, 90. 90 tot en met 100, in E, laten zij gaan staan. Kom naar deze kant.
169 Broeder Roy, help mij hen te tellen, zie of ze er zijn, even een ogenblik, terwijl ik...
170 Nu kijk, sommigen van u hier hebben geen gebedskaarten, toch bent u ziek. U wilt Gods genezende kracht, Gods helende zegening. Als dat zo is, steek uw hand omhoog en zeg: "Ik weet dat God mij kan genezen."
171 In orde, ga als u wilt daar naar beneden, broeder Roy, en help hem echt vlug, als u wilt, omdat we al laat zijn. Ga naar beneden en help hen als u wilt, echt snel. En...
172 [Een broeder zegt tegen broeder Branham: "Wees zo goed het in het Spaans te zeggen." – Vert] Ja. Hij wil het in het Spaans zeggen. [Iemand zegt in het Spaans: "Del número noventa a cien, novetaiuno, noventaidos, noventaitres, noventaicuatro, noventaicinco, noventaiseis, hasta cien."] Ja, hij zei dat, zie, hier komt nu iemand die misschien niet gekomen zou zijn. Zie?
173 U zou verbaasd zijn hoe het overzee gaat, misschien zoals eens in Afrika waar ik vijftien tolken daar had staan voor ongeveer tweehonderdduizend mensen. En als ik zou zeggen: "Jezus Christus, de Zoon van God", dan zou het langs heel deze rij gaan en verder langs die rij, naar elke stam. En dan moet het je weer te binnen schieten om te bedenken wat je zei. En het is heel anders... Oh, my. Maar ik heb dertigduizend rasechte inboorlingen hun hart aan Jezus Christus zien geven, hun afgoden op de grond stuk zien gooien, wat een stofwolk gaf. Zo is het.
174 [Iemand zegt nu in het Spaans: "Mejor del número setentaicinco en adelante, del setentaicinco a cien." – Vert] In orde. Wordt er daar iemand gemist of zoiets als dat? Ja, weet het zeker, dat is fijn, broeder. Zeg, heeft u ooit... Kent u broeder Espinoza? ["Nee, die ken ik niet."] Hij is hier niet.
175 Kent iemand broeder Espinoza, de pre... Hij was degene die daar met mij in Mexico City was, toen die kleine baby die keer uit de dood werd opgewekt. Ik dacht dat hij... een kleine. U hebt natuurlijk het verhaal erover gehoord. Het stond hier in "De Stem van de Zakenlieden", en dergelijke. Ik was juist... Ik wil daar te eniger tijd weer heengaan. My, zulke nederige mensen, en zij geloofden werkelijk. Zij waren... Ziet u, de kerk daar belooft altijd iets, maar zij komen er nooit aan toe. Maar hier in de belofte van de Bijbel bevinden wij ons daar; het is voor ons, we zien het en dat maakt het echt. In orde.
176 Nu, laat ieder van u mij uw onverdeelde aandacht geven, gedurende tenminste tien minuten.
177 Misschien heb ik er te veel geroepen, ik weet het niet, misschien heb ik het verkeerd gedaan. Goed, ze hebben zich daar wat omgedraaid. In orde, laat ze helemaal in de rij gaan staan. Billy, precies zoals zij... zoals dat. En laten we gewoon beginnen met de gebedsrij. Kom. Geef hun een zitplaats, zodat ze hier kunnen gaan zitten, of zoiets, broeder Roy. Er is plaats in de zaal. Ik wil zien dat de mensen opletten.
178 Zie, er is één ding wat je niet kunt doen; je kunt geen verstoring hebben. De Heilige Geest is timide. Hoevelen weten dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zie, u moet gedurende deze tijd gehoorzaam zijn.
179 Hoevelen zijn in de samenkomst geweest en hebben dingen van de een naar de ander zien gaan? Zeker hebt u dat. Zagen hen hun verstand verliezen en krankzinnig weggaan, de zitplaatsen in het rond vliegen in het gebouw en duivels werden uitgeworpen. Sommigen van hen werden verlamd en moesten het gebouw worden uitgedragen; nog steeds verlamd. Sommigen van hen stierven daar precies waar zij stonden en vielen dood neer, recht vóór ons. Zie, we spelen geen kerkje. Het is de Heilige Geest. Je moet geloven.
180 Er stond daar in Canada eens een man die mij probeerde te hypnotiseren. Wat is dat aan de overkant van Detroit? Hoe heet die stad daar? [Iemand zegt: "Edmonton?"] Nee, aan de overkant van Detroit ["Windsor."] Windsor. Ja, daar kwam hij heen. Ze hadden hem gehuurd om mensen te gaan hypnotiseren, voor het leger. Weet u, ze laten hen blaffen als honden, en dergelijke. En die knaap zat daar; ik bleef een vreemde geest voelen en ik lette erop. En de Heilige Geest zei om hem te roepen en zei: "Zoon van de duivel, waarom legde hij dat in uw hart om hier te komen? Omdat u dat hebt gedaan zullen ze u hier uitdragen." Hij is nog steeds verlamd. Dat gebeurde ongeveer twaalf jaar geleden. Ze droegen hem eruit. Ja.
181 God is nog steeds God. De zaak is juist, ziet u. Dezelfde! Hij verandert nooit. Als we het maar kunnen geloven, dat is alles wat we moeten doen, geloof hebben. Nu, kijkt u naar deze kant en geloof.
182 Nu, als vanavond de Heilige Geest het wil, ik weet niet of Hij het wil, maar als Hij nu zal komen, naar wat voor soort teken zien we dan vandaag uit? De opstanding van Christus, het bewijs dat Jezus levend onder ons is. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Herinnert iedereen het zich? Zegt de Bijbel niet...
183 Hebben we nu het teken van Sodom in de wereld van vandaag? Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen."] We hebben vandaag in de wereld het teken van Noach. Is dat juist? ["Amen."] Hebben we al deze andere dingen? Nu, wat zei Hij dat in die tijd plaats zou vinden? "De Zoon des mensen zou in die dag geopenbaard worden." Is dat juist? Wat is geopenbaard? Het is 'bekendgemaakt'. Alles wat bekendgemaakt wordt, is geopenbaard. "De Zoon des mensen zal bekendgemaakt worden in die dag." Wel, als Hij Dezelfde is gisteren en heden en voor immer, zou Hij dan niet hetzelfde doen om Zichzelf bekend te maken? Hoevelen geloven dat? ["Amen." – Vert] Goed.
184 Nu, hebt u uw... staat iedereen daar nu ordelijk in de rij? Nu, vrienden, ik weet niet of we aan allen toe zullen komen.
185 Ik wil dat u allen echt goed oplet en eerbiedig bent; bid en geloof. Nu, alstublieft, kijk, speciaal als er iets gebeurt wat bij mij vandaan gaat, laat niet iedereen opspringen en gaan naar... Zie? Ja.
186 Ongeveer twee maanden geleden op een zondagmorgen gebeurde er iets in mijn gemeente, dat Satan iets deed om de aandacht van de mensen te trekken. Er was daar een Engelsman, genaamd Way. Hij woont in Mijn... Als u zijn adres wilt hebben om hem te schrijven... Hij zendt banden van de samenkomst overzee. En de man nam nogal aanstoot aan wat ik zei. En ik keek naar beneden en ik zag die verschrikkelijke geest op hem.
187 Ik had een persoonlijk gesprek met hem en vertelde hem: "Meneer Way, u hebt een hartkwaal." Hij nam daar zelfs aanstoot aan. Ik zei: "Waarom kwam u dan naar mij toe?" Zo ongeveer een maand daarna ging hij naar de dokter en de dokter zei dat hij een heel slecht hart had.
188 Dus kwam hij naar de samenkomst die morgen en er werd iets gezegd, en als een echte, heethoofdige Engelsman, weet u, was hij daarover ontstemd. Zijn vrouw, een wonderbare, Noorse vrouw, een verpleegster, zat daar bij hem. En ik zei iets en hij was er heel gauw ontstemd over, weet u. En toen hij dat deed... Hij stond op zijn voeten, en zij waren aan het zingen. En toen hij dat deed, ging z'n hoofd achterover, z'n ogen draaiden naar achteren, z'n gezicht werd echt donkerrood, zoals die lessenaar daar. Hij viel dood neer op de vloer.
189 Welnu, de gemeente ging door, terwijl mensen begonnen te schreeuwen. En ik zei: "Blijf zitten. U bent beter onderwezen dan om zo te doen. U bent beter onderwezen."
190 En zijn vrouw bukte zich en testte zijn hart. Hij was weg, ze begon te schreeuwen. En ik zei: "Zuster Way, even een moment, tot ik hier uit de preekstoel kan komen. Wij weten niet wat de Vader..."
191 En ik ging daar naar beneden, en hij was stijf. Zijn ogen... er was geen kleur meer in zijn ogen, ze staken zo naar voren, weggedraaid. Ik kon zijn hart niet méér voelen dan wat ik daarin zou kunnen voelen. [Broeder Branham klopt op iets hards – Vert]
Ze zei: "Oh!" Ze begon te schreeuwen. Ze begon...
192 Ik zei: "Nu, we weten niet wat de Hemelse Vader zal gaan doen." En ik zei: "Misschien deed Hij het met een doel." Ik zei: "Broeder Way was gebelgd."
193 Ze zei: "Hij fluisterde tegen mij dat hij gebelgd was over wat u zei."
En ik zei: "Hij had dat niet moeten doen."
194 Ik zei: "Hemelse Vader, vergeef broeder Way voor zijn overtreding, en ik roep zijn geest om terug te keren."
195 Hij zei: "Broeder Branham..." En daar was hij weer levend, staande onder ons. Zie? Zie? Word niet...
196 Als er iets weggaat, blijf gewoon rustig, blijf rustig. Ik heb het zoveel keren zien gebeuren. Maar als de gemeente verstoord wordt, dan, ziet u, bedroeft u de Heilige Geest. Nu, als u God voor iets wilt prijzen, dat is goed. Maar als iedereen opspringt en naar dit en dat kijkt en mensen staan op en lopen in het rond en praten met elkaar, is het alleen maar verwarring. U... Jezus Zelf kon zo zelfs de mensen niet genezen. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Toen Hij hier was, leidde Hij hen zo buiten de stad en legde Zijn handen op hen en bad voor hen.
197 Nu, nu, deze dame die hier staat is een vrouw, jonger dan ik. Ze ziet er gezond en sterk uit. Ik weet het niet. Nu, zie de gemeente van gisteren. Gods tijd om te bevestigen; legde handen op haar en bad voor haar, liet haar gaan, zag of zij geloof had om genezen te worden. Dat is de wijze waarop God het deed. Maar Hij beloofde nu iets anders, zie, het Woord, een belofte voor vandaag. Ik ben er zeker van dat u begrijpt wat ik bedoel.
198 Nu, ik heb hier ergens een vervorming. Dus... [Broeder Branham stelt de microfoon bij – Vert] Ja, ik geloof dat dit nu beter is.
199 Nu, als deze dame... Ik ken haar niet, maar de Heilige Geest kent haar.
200 Nu, hier is precies een Bijbels beeld, als in een panorama. Als u daar ooit was, net als nu, is die bron daar nog steeds en er groeien wijnstokken overheen, Jezus ontmoette een vrouw en Hij vertelde haar wat haar moeite was en zij wist dat dat het teken van het uur was, dat de Messias daar was. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zij wist. Zij wist het.
201 Wel, als Hij Dezelfde is vandaag, en beloofde Zichzelf op dezelfde wijze te openbaren, dan moet het Zijn teken weer zijn.
202 Nu, ik hoop dat iedereen dat begrijpt, dat ik niet bedoel dat ik het ben of dat ik niet bedoel dat het mijn broeders hier zijn of de een of andere man daarbuiten. Ik bedoel dat het Jezus Christus is, zie. Christus, niet... de Gezalfde, zie. Zie! Hij stierf opdat Hij Zijn bediening zou laten voortzetten door Zijn gemeente die Zijn Woord herkent. Dat betekent niet dat het voor mij iets anders maakte dan voor een van deze mannen hier, geen sikkepit, of voor iemand daarbuiten. We zijn allen zondaars, gered door genade.
203 Maar het is Zijn belofte! Hij beloofde het te doen. En dat is de reden waarom ik hier nu sta, omdat Hij het beloofde, en Hij zei: "Ga het doen." Zodat er dan geen vrees is.
Nu, dame, ik wil dat u even een ogenblik naar mij kijkt.
204 Leren en prediken. Gewoonlijk had ik mijn meest succesvolle samenkomsten bij het onderscheiden, enzovoort, als de manager gewoonlijk predikte, meneer Baxter, en dezen een tijdje predikten. En ik hoefde niets te doen dan naar het podium te gaan, regelrecht uit de kamer ergens vandaan te komen, biddend, en rechtdoor te lopen. Ze hadden de gebedsrij al opgesteld. Ik ging er rechtstreeks in. Maar nu moet je jezelf er weer opnieuw op instellen.
205 Prediken is een gave; geïnspireerde prediking. Zie? En de gave, sommigen zijn apostelen, sommigen profeten, sommigen leraars, sommigen herders, sommigen evangelisten. Dat zijn de gaven die in de gemeente zijn. Zie? Maar het is mogelijk dat wij er meer dan één zouden kunnen hebben, zoals Paulus, of enigen van dezen. Nu, zolang er apostelen zijn, moet er een profeet zijn. Zolang er een profeet is, moet er een evangelist zijn. Waarom zeggen predikers: "Er is een herder en een evangelist, maar er is geen profeet"? Zie, dat is eruit halen wat je wilt, het iets laten zeggen wat het niet zegt. Maar God is Zijn eigen Uitlegger van Zijn Woord. Hij zegt of het juist is of niet.
206 Nu, als de Heilige Geest mij iets zal openbaren wat u gedaan hebt of wie u bent of wat dan ook. Ik bedoel dat ik het niet weet, zie. Het is net als een droom; je ziet iets, het gaat gewoon weg. En wat ik ook zeg...
207 Wat ik zie, zeg ik. Zie? En dan is dat een teken, zie, en daar is de stem van het teken. Het teken is om het te doen; de stem is wat het zegt. Als dat dan waar is en dat is de hele waarheid, dan moet wat ik hier predik over dit Woord, waar zijn, omdat dat de geloofsbrieven van de roeping zijn. Nu, is dat vanavond niet door de Bijbel bewezen? Nu, gelooft het gehoor dit met hun gehele hart? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Nu, dit moet het vaststellen.
208 Nu, ik ken de vrouw niet. Hier heb ik mijn hand omhoog en hier is het Woord van God en hier zitten de predikers, zie, ik ken de vrouw niet. Ik heb haar nooit in mijn leven gezien, zover ik weet, en we zijn vreemden voor elkaar. Ik heb geen manier om het te weten. Als dat juist is, alleen maar zodat de mensen het weten, steek uw hand omhoog zodat de mensen het zullen zien. Nu, kunnen we zijn als die mensen te Sichar?
209 Nu, kijk naar mij, zus... Ik bedoel als Petrus en Johannes, die door de poort genaamd 'De Schone' gingen. Nu, kijk.
210 Zie, Jezus trok haar aandacht. Zie? Hij wist dat Hij daarheen moest gaan. De Vader had Hem daarheen gezonden, maar Hij wist niet... De vrouw kwam eraan en Hij dacht: "Dit moet het zijn." Zie? En toen sprak Hij tot haar, tot Hij ontdekte wat haar moeite was, toen vertelde Hij het haar.
211 Dat is wat ik nu doe. Het is mijzelf uit de weg krijgen, zodat Hij kan spreken. Nu, ja, ik kan u vertellen wat er verkeerd is bij de vrouw, door de genade van God.
212 Haar kwaal is dat ze tumoren heeft en die tumoren zijn in de ingewanden. [De zuster zegt: "Ja."] Precies juist. Gelooft u dat Hij dat zal genezen en het gezond zal maken? Gelooft u het? U hebt iemand anders waar u ook voor bad, is het niet? Gelooft u dat Hij zijn ogen zal genezen en hem gezond maken, uw kleine jongen? Zie, slechts dat ene ding zeggen om het te ontzenuwen. Zie? In orde. Ga nu verder en geloof het.
213 Zij pakte het eerst niet, omdat zij dat in haar gedachten vasthield. Ik zag een licht dat zo over haar terug bleef flitsen, omdat ze voor iemand anders bad. En wat het ook was, daar was het. Zie, zie?
214 Zie, als u slechts kunt geloven. O, als je het zou kunnen verklaren! Nu, dat moest iedere persoon hierbinnen... Slechts die ene persoon zou iedere persoon hierbinnen juist nu moeten doen geloven. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
215 Hoe maakt u het? Nu, wij zijn ook vreemden voor elkaar, veronderstel ik. [De zuster zegt: "Dat is juist."] Wij zijn vreemden. Ik heb geen idee over u, wie u bent, waar u vandaan komt of iets over u. Maar God weet van u. Nu, als Hij mij zal openbaren wat uw moeite is, zult u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? ["Amen." – Vert]
Nu, wees nu net zo rustig als u maar kunt.
216 Nu, ja, u lijdt aan hoge bloeddruk. Dat is juist. Het wordt veroorzaakt door een nerveuze toestand, die maakt dat uw bloed omhoog gaat. En vaak bent u heel snel uitgeput. Een zeer goed persoon. Zie? Geen meeloper; zij gelooft. Ze gelooft werkelijk. Jazeker. En ik ben daar zo dankbaar voor. [De zuster zegt: "Ik bad om kracht, broeder Branham." – Vert]
217 En zeg, tussen twee haakjes, u die zo'n aardig persoon bent, u hebt werkelijk een ziek gezin. Uw man is ook ziek. [De zuster zegt: "Ja." – Vert] Hij heeft ook hoge bloeddruk. ["Ja."] Hij heeft ook een hartkwaal. ["Dat is juist."] U hebt een zoon en hij heeft een hartkwaal. En dan hebt u er een waar u zich zorgen over maakt. ["Ja."] Er is iets donkers. De jongen wordt overschaduwd. Hij is een dronkaard; hij is een alcoholist. En dat is juist. Is dat niet zo? Ga door. Het is in orde. Geloof nu. Ga gewoon door. Ik geloof dat het in orde zal zijn als u alleen maar doorgaat en het gelooft.
218 "Als u kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk voor hen die geloven." Als u kunt geloven dat wat God zei de waarheid is, stelt dat het vast. Gelooft u niet dat het juist is? Is dat niet de waarheid? Is dat niet wat Hij zei? Hij deed de belofte. Dus als Hij de belofte deed, maakt dat het vast. Hij zei: "Als u kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk."
219 Nu, gelooft u dat die mensen dat moeten hebben? Nee. Zij hoeven hier niet op het podium te staan. Nee. Zij hoeven hier helemaal niet te zijn.
220 Zij heeft daar gewoon een wonderbare tijd. Hoe staat het met u daar in het gehoor? Gelooft u met uw gehele hart? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ieder van u?
221 Deze dame die hier naar mij zit te kijken; precies daar, zij lijdt aan een hartkwaal; met de bruine jurk aan, ze heeft donker haar en draagt een bril. U hebt een hartkwaal. Zodra het werd genoemd over de dame daar, raakte iets u aan. Dat is juist. Nu bent u ver van mij vandaan, maar u raakte iets aan, is het niet? Gelooft u nu met uw hele hart? Als u... Steek uw hand omhoog als dat de waarheid is. In orde.
222 Zou u mij nu een gunst willen bewijzen? De dame die naast u zit, die daar haar hand omhoog heeft, lijdt aan hoge bloeddruk. En als zij gelooft met haar hele hart zal het ook haar verlaten. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. In orde.
223 Nu, vertel mij wat zij aanraakten, wat zij aanraakten. [De samenkomst zegt: "Jezus." – Vert]
224 Gelooft u dat God een hartkwaal kan genezen, u, die daar ook zit te bidden? Gelooft u dat Hij uw hart zou genezen? Hij zal het als u het Hem zult laten doen. Juist. Hij heeft het gedaan als u het slechts gelooft, maar eerst moet u het geloven.
225 U moet het geloven. U bent verplicht om het te geloven, omdat dat de enige wijze is waarop God kan genezen. Gelooft u dat met uw hele hart? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
226 De dame die hier zit met die donker uitziende jurk aan, er is iets verkeerd met haar nek. Gelooft u dat God het wel zal maken, dame? Zie? Zie, u hoeft hier niet boven op het podium te zijn. Zie?
227 Nu kijk, zodra dat licht haar verliet, ging het regelrecht naar achteren, en een dame begon te huilen, die precies achter haar zit. De dame recht achter haar begon te huilen. Wat was het? Ze had een echt vreemd gevoel dat over haar kwam. Als dat juist is, dame, precies achter haar, sta op, steek uw hand omhoog. Dat is juist, een echt vreemd gevoel kwam over u. Nu, de reden waarom dat gebeurde, was omdat Hij u van die maagkwaal wil genezen en u gezond maken. Gelooft u dat Hij het doen zal? Amen. Zie, als u alleen maar gelooft, slechts gelooft!
228 Die man die daar zo nieuwsgierig naar mij zit te kijken, met reumatiek, zit daarginds aan het einde van die rij daar. Gelooft u dat God u zal genezen van de reumatiek en u gezond zal maken? Zou u het willen geloven? God zal u gezond maken en genezen. Als u het kunt geloven.
229 Ziet u niet dat Hij precies Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer? Kunt u dat niet geloven met geheel uw...?
230 Wat als ik niets tegen u zei? U weet dat ik weet wat er verkeerd met u is. Wat als ik niets zei maar u gewoon door liet gaan, zou u het met uw hele hart geloven? Ik geloof dat u genezen werd, terwijl u daar stond. Dus ga gewoon door en geloof het. Ga, geloof het nu, met uw hele hart.
231 Gelooft u dat God u genas en ook uw vader zal genezen, en u beiden gezond zal maken? Gelooft u dat hij uit het ziekenhuis zal komen met die hartkwaal? ...?... Als u het kunt geloven! Zie?
232 Als u alleen maar gelooft, dat is alles wat u moet doen. Zie? Ziet u niet dat Hij het is? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
233 Hoe maakt u het, dame? Kijk even een ogenblik naar mij. U hebt zwakheden. Dat is juist. Uw moeder hier is ook ziek. Is het niet? [De zuster zegt: "Ja." – Vert] Ze heeft een hartkwaal. Gelooft u dat God uw moeder van haar hartkwaal zal genezen? Zeg, tussen twee haakjes, even een ogenblik, uw man wordt ook van die maagkwaal genezen. Zeg, even een ogenblik, uw dochter had iets verkeerds met haar keel. Gelooft u dat Hij dat ook genas? ["Ja."] Ja, uw kleinkind heeft aanvallen van flauwtes, zoals bewusteloos worden, een kleine baby. Gelooft u dat het ook genezen wordt? Goed, ga het geloven.
234 Halleluja! Wat doen wij? Waarom geloven wij Hem niet? Bent u gereed om Hem te geloven?
235 Laten we dan opstaan terwijl Hij, de Heilige Geest, aan het roepen is. Sta op en geef Hem lofprijzing en geloof Hem juist nu, eenieder van u. Ik verklaar dat de Heilige Geest hier is, de Bijbel wordt vervuld. En in de Naam van de Here Jezus Christus, laat ieder van u Hem nu prijzen en u zult genezen worden. Amen.