De stem van het teken
Door William Marrion Branham1 Dank u wel. Misschien kunnen we even blijven staan terwijl we het Woord lezen en rechtstreeks het Woord ingaan vanavond, zodat we niet te veel van de tijd nemen. Slaat u vanavond met mij open: het boek Exodus en laten we beginnen met het vierde hoofdstuk van het boek Exodus.
Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen!
En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf.
En Hij zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem ter aarde! Toen werd hij tot een slang; en Mozes vluchtte van haar.
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit, en grijp haar bij haar staart! Toen strekte hij zijn hand uit, en vatte haar, en zij werd tot een staf in zijn hand.
Opdat zij geloven, dat u verschenen is de HEERE, de God van hun vaderen, de God van Abraham, God van Izak, en de God van Jakob.
En de HEERE zeide verder tot hem: Steek nu uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem; daarna trok hij ze uit, en ziet, zijn hand was melaats, wit als sneeuw.
En Hij zeide: Steek uw hand weer in uw boezem. En hij stak zijn hand weer in zijn boezem; daarna trok hij ze uit zijn boezem, en ziet, zij was weer als zijn ander vlees.
En het zal geschieden, zo zij u niet geloven, noch naar de stem van het eerste teken horen, zo zullen zij de stem van het laatste teken geloven.
2 Laten we onze hoofden buigen. En met onze hoofden gebogen en ook onze harten, vraag ik mij af of er hier vanavond enigen zijn die gebedsverzoeken hebben? Zou u het bekend willen maken met het opsteken van uw hand? God geve u uw verzoeken.
3 Onze hemelse Vader, wij achten het zulk een voorrecht in gebed tot U te komen in de Naam van de Here Jezus. En ons is door Hem beloofd, dat als wij iets vragen in Zijn Naam, het zal worden toegestaan. Gij weet de nood van ieder van ons. U weet wat onze handen vertegenwoordigden terwijl zij omhoog gingen. Ik bid, Vader, dat U vanavond elk verzoek wilt beantwoorden. Verkrijg de glorie.
4 En laat nu de grote Leraar van het Woord, de Heilige Geest, vanavond op ons komen en Zich aan ons openbaren en Zichzelf aan ons bekendmaken door de getuigenis van Zijn opstanding. Moge Hij vanavond in ons midden komen, Heer, en onze harten bezoeken. Spreek tot ons door de dingen die Hij voor deze dag heeft beloofd. Mogen de Woorden die voor dit uur beloofd zijn, voor ons gemanifesteerd worden, dat wij verzekerd mogen rusten in deze geweldige moeilijke tijd waarvan U zei dat die over de wereld zou komen om alle mensen op de proef te stellen. En het is stellig tot die tijd gekomen, Vader, dat de mens beproefd wordt. En er zijn zoveel verschillende kanten, dat niemand bijna weet wat te doen. Maar, Heer, ik bid dat U ons vanavond bekend wilt maken, dat U hier en met ons bent, dat het hier is om ons te helpen. Sta onze verzoeken toe, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.
U kunt gaan zitten.
5 Ik ben elke avond net even een klein beetje te laat geweest. En ik blijf maar denken aan deze microfoon, maar deze is voor de recorders. Maar deze hier is, denk ik, degene waardoor ik word verondersteld te luisteren of in te spreken.
6 Morgenavond is de avond voor het banket, vergeet het dus niet. Ik denk dat het... Ik geloof dat het is aangekondigd waar de mensen heen moeten gaan.
7 Zeker waarderen wij uw samenwerking in de grote dingen die onze Here heeft gedaan.
8 Nu, vanavond geloof ik dat we niet weten wat te doen, tenzij wij het Woord van God kennen. Wij kunnen geen geloof hebben totdat we weten wat Gods wil is. En wat, als wij dan weten dat het Gods wil is en dat het Woord van God iets zegt, dan kunnen wij dat met blijdschap opvolgen.
9 Als de Here Jezus nu persoonlijk, in menselijk vlees, vanavond rondwandelde op de aarde en zei: "Morgen zal het de hele dag regenen", zou het nu heel makkelijk voor mij zijn om wanneer ik 's morgens wegga, een paraplu mee te nemen, omdat Hij het zei. Nu, als Hij het niet heeft gezegd, dan weet ik niet waarnaar uit te kijken. Zo gaat het dus met alles wat wij doen; wij willen het uur weten, het tijdperk waarin wij leven.
10 En tot de nieuwkomers, deze week hebben we geprobeerd te laten zien, dat God vanaf het begin het einde wist. Dat maakt Hem oneindig. Als Hij niet oneindig is, is Hij geen God. En Hij moet almachtig zijn; alomtegenwoordig, alwetend en almachtig om God te zijn. Dat is: alle macht, weet alle dingen op alle plaatsen, en weet het einde vanaf het begin. Als Hij dat niet doet, dan is Hij geen God.
11 Eigenlijk is er dus niets uit de orde. Wíj zijn het. Maar niets in het Woord van God. Het loopt gelijk als een klok. En wanneer dat uur aanbreekt om te geschieden, het Woord dat voor dat tijdperk bestemd is, gebeurt het. We mogen misschien denken dat het niet gaat gebeuren. Soms gebeurt het en we weten het niet. Jezus zei eens...
12 Ze zeiden tegen Hem: "Waarom zeggen alle schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?" Zij geloofden dat, ziet u? Zij geloofden dat Elia zou komen.
13 En Jezus keek hen aan en zei: "Elia is reeds gekomen en u hebt hem niet gekend." Ziet u? Het ging rakelings aan die schriftgeleerden, predikers en discipelen voorbij en het was Johannes de Doper en hij kwam in alle opzichten zoals de Elia werd verondersteld te komen, toch herkenden zij hem niet.
14 En nu betaamt het ons het uur te herkennen waarin wij leven en de tijd waarin wij leven. Daarover wil ik vanavond spreken: "De stem van het teken."
15 Een vreemde tekst, toch doet God vreemde dingen op ongebruikelijke manieren. Dat maakt Hem God, omdat Hij bovennatuurlijk is. En alles wat Hij doet, doet Hij zo... Hij kan het in het bovennatuurlijke doen, omdat Hij bovennatuurlijk is.
16 Welnu, De stem van het teken. Er is een stem die behoort bij het teken. Er is een stem bij bloed. Bloed roept vanuit de aarde, enzovoort; "Het rechtvaardige bloed van Abel riep uit tegen Kaïn." En de Bijbel zei: "Het bloed van Jezus Christus spreekt van grotere dingen dan het bloed van Abel."
17 Onze achtergrond vanavond, of ons toneel, opent in Exodus. En de tijd van de Exodus is de tijd van het eruit roepen, en de exodus was nabij.
18 Mozes, de dienstknecht van de Here, was geroepen tot een dienstplicht. En als hij zijn gedachten volgde... Hij werd hoog opgeleid in Egypte, leerde de wijsheid van de Egyptenaren; en schijnbaar had hij een gelegenheid, daar hij een geweldig militair genie was, dat hij in staat was zijn volk uit die slavernij te verlossen, omdat hij de aanstaande Farao was. En wat zou het gemakkelijk voor hem zijn geweest om het te doen. Maar ziet u, als dat het geval zou zijn geweest, dan zou het een natuurlijke zaak zijn geweest.
19 God neemt geen natuurlijke dingen. Hij gebruikt bovennatuurlijke dingen om Zichzelf te bewijzen.
20 Dus met een veertigjarige opleiding, de hoogste die hij kon krijgen en de beste die hij kon krijgen, de beste wetenschappelijke geleerde die hij maar kon zijn; met het begrip van zijn moeder, zijn studiebegeleidster, dat hij degene was om het volk te verlossen... En hij ging uit in de kracht van zijn begrip en doodde een Egyptenaar. En daardoor, uitgevonden hebbende dat zijn pogingen faalden, vluchtte hij de woestijn in.
21 En wat Egypte met veertig jaren van opleiding in hem geplant had... het kostte God nog eens veertig jaar om het uit hem te krijgen, ziet u, zodat hij niet op zijn zedenleer van opvoeding zou vertrouwen. Hij zou op het bovennatuurlijke vertrouwen.
22 En nu was de tijd op handen waarvoor God aan Abraham een belofte had gedaan, vierhonderd jaar voor die tijd, dat zijn zaad in een vreemd land zou vertoeven en dat zij uitgeleid zouden worden. Na veertig jaar zouden ze met een machtige hand worden uitgeleid. Hij zou Zijn volk verlossen door een machtige hand. En toen de tijd van de belofte naderde, toen plaatste God Mozes op het toneel. Mozes, in zijn absolute mislukking, was de woestijn ingegaan.
23 Nu het beeld hier; er is een prachtig type dat wij stellig niet willen missen. Ziet u? Getypeerd, God was Israël, Zijn volk, uit een natie aan het brengen; een natie uit een natie. Een natie uit een natie. Een prachtig type van vandaag, waarin God Zijn bruid uit een kerk roept, christelijke bruid uit een christelijke kerk, een bruidsgemeente uit een gemeente, die in de Bijbel genoemd wordt, waar naar verwezen wordt.
24 Ik heb hier over deze les vanavond verscheidene aantekeningen en Schriftgedeelten opgeschreven.
25 Soms wordt het genoemd: "De gekozenen, de uitverkorenen, of het overblijfsel van het vrouwenzaad." Het werd "de bruid" genoemd, die God door Zijn voorkennis beschikt had. Dat betekent dat de bruid uit de gemeente komt. Zie, het geheel is een gemeente, maar God neemt een volk uit die gemeente tot bruid. Hij zei dat Hij het zou doen, en Hij deed het. Merk op... Of, Hij zal het doen.
26 Let op en zie hoe Hij het deed, en de manier waarop Hij het deed. We willen dit nu bekijken terwijl Hij Israël uitleidde, hoe Hij het deed en de manier waarop Hij het deed.
27 Merk op, toen de tijd van het beloofde Woord vervuld moest worden, riep God Mozes door voorbeschikking, en verkoos hem voor het werk. Zie? God heeft altijd op tijd de persoon op het oog. Niets mislukt bij God. Hij heeft het gezegd; het kan niet falen. Als het faalt, dan faalt God, omdat God het Woord is.
28 Let nu op, het Woord moest gemanifesteerd worden. En wanneer het Woord van belofte gemanifesteerd moet worden, zendt God altijd een profeet om die belofte te manifesteren, omdat het Woord van de Here tot hém komt.
29 Mozes, voor het doel voorbestemd, werd voor het werk geroepen. Geen ander kon het doen.
30 Wanneer God iemand voor een werk geroepen heeft, is er niemand die zijn plaats kan innemen. Er is niemand die uw plaats kan innemen, uw specialiteit.
31 Hoe dikwijls heb ik me afgevraagd, hoe graag ik Oral Roberts' plaats zou willen innemen, hoe ik Billy Grahams plaats zou willen innemen, iemand zoals dat. Zoals Billy Graham, gaan spreken tot een menigte van toehoorders, zondaren naar het altaar roepen; het vergeten en naar huis gaan en niet meer daar te hoeven staan om opnieuw te worstelen. Ik kan geen Billy Graham zijn, maar evenmin kan Billy Graham mij zijn. Wij zijn beiden... Ik kan Oral Roberts niet zijn en Oral Roberts kan mij niet zijn.
32 U bent, elkeen, in Gods economie geplaatst, precies op zijn plaats. De een vast de hele tijd en onderhoudt zich met God, terwijl een ander duivels uitdrijft, omdat die ene aan het vasten is. Doch het is het hele lichaam van Christus dat samenwerkt, de eenheid. Wanneer we zien hoe deze denominationele barrières ons opbreken, verwondt dat mijn hart, zie, want dat is de zaak die ons scheidt. Wij zijn één.
33 Er zijn geen gewichtige mensen onder ons, geen voorname mensen onder ons. We zijn allemaal hetzelfde. Wij zijn kinderen van God. Er is slechts Eén belangrijk onder ons, en dat is Christus. We moeten Hem erkennen. En als wij eer onder elkander zoeken kunnen wij geen geloof hebben, omdat wij geloof in elkaar hebben. We moeten geloof in Christus hebben. Hij is Degene onder ons in Wie wij geloof moeten hebben en dan geloof in wat Hij doet én ons gegeven heeft.
34 Welnu, niemand kon Mozes' plaats innemen. Het gaf niet hoezeer hij wegrende en het maakt niet uit hoezeer hij probeerde ervan weg te komen, God weet toch wat Hij doet. Hij wist precies wat Hij moest nemen en van Mozes moest maken. Deze dingen moesten gebeuren. Let op, niemand kon zijn plaats innemen.
35 Kijk nu, God gaf hem een teken, om zijn roeping en beweringen te bewijzen, toen hij naar Egypte ging.
36 Nu, God geeft een boodschapper altijd een teken en een stem van dat teken. En dat teken identificeert de man als het in de Schrift geschreven staat.
37 Zoals Johannes zei: "Ik ben de stem van één die roept in de woestijn."
Ze zeiden: "Bent u de Messias?"
38 Hij zei: "Ik ben de Messias niet. Maar ik ben de stem van één die roept in de woestijn, zoals de profeet Jesaja heeft gezegd." Hij kon zich duidelijk identificeren.
39 Daarin zien we dan nu, dat God altijd Zijn manier om iets te doen nooit verandert. Hij kan niet veranderen. God doet alles op precies dezelfde manier, als Hij Zijn stelsel samenstelt.
40 Zoals ik de vorige avond zei: Hij nam één besluit. De mens moest worden gered door het vergoten bloed van een Onschuldige. Wij hebben van alles geprobeerd om de mens gered te krijgen. We probeerden hem naar een plaats te brengen, waar we een stad hebben gebouwd, Nebukadnezar deed het. En zij bouwden een toren. Dat deed Nimrod. Zij hadden een wet. En zij hebben tempels gehad. Zij hebben kerken gehad. Zij hebben organisatie gehad. Ze hebben opleidingssystemen gehad, denominationele systemen, proberend mensen tot God te krijgen. Elk deeltje ervan heeft gefaald. Het zal altijd falen. Het keert regelrecht terug naar het vergoten bloed!
41 Gods manier om iets te doen is gesproken in Zijn Woord. En dit Woord is de volledige openbaring van Jezus Christus, waar niets aan toegevoegd of van afgenomen mag worden. "Degene die het doet," zei de Bijbel, "zijn deel zal uit het boek des levens van het Lam genomen worden", als hij er iets aan toevoegt of er iets van wegneemt. Neem het precies zoals het geschreven staat.
42 De Bijbel heeft niemand nodig om het uit te leggen. God is Zijn Eigen Uitlegger. Hij verklaart het door wat Hij zegt te laten geschieden. Dat stelt het vast. Als God het heeft gezegd en het heeft gedaan, is dat alles. Het heeft geen uitlegger nodig. De Bijbel zei: "Het is niet van eigen uitlegging."
43 Gods manier om het te doen! Altijd getrouw aan Zijn gezonden teken, volgde Hij met Zijn stem. Telkens als God een teken in de aarde zendt... De Bijbel heeft gezegd: "God doet niets, tenzij Hij het eerst toont aan Zijn knechten, de profeten." Nu, dat... U... Als dat verkeerd is, dan is de rest ervan verkeerd, ziet u? Hij doet nooit iets totdat Hij het toont.
44 En die ziener, profeet, moet betuigd worden, dat wat hij profeteert – we zien dat in Numeri 12:6 – dat wat hij zegt, gebeurt. Geloof het dan. Maar als het niet gebeurt, geloof het dan niet. En het moet daarvoor zijn; Zijn... Het geeft niet hoeveel hij zegt en het gebeurt, en wat ook, als het niet overeenkomstig het Woord is, dan is het nog steeds verkeerd. Het moet met het Woord zijn. Het moet in orde worden gezet met het Woord voor het teken van die tijd, de tijd waarin zij leven.
45 Nu, dit was door God beloofd, dat Hij Zijn volk met een sterke arm zou verlossen. Welnu, toen dit Woord kwam, riep Hij geen priester, riep Hij geen rabbi, riep Hij geen gouverneur. Hij riep een schaapherder, ergens op de berg; een weggelopen, geboren, voorbestemde profeet, die zijn taak niet wilde doen.
46 Wanneer u hoort dat mensen dit, dat of iets anders verlangen te zijn, iets, let maar op. God gebruikt hen nooit. God moest Mozes in het nauw drijven om hem te krijgen. Hij moest Paulus in het nauw drijven om hem te krijgen. Hij... Het zijn mannen die het niet willen doen, zij willen dingen niet; dan neemt God die man, die het niet wil, zodat Hij Zijn glorie erdoorheen kan tonen.
47 Let nu op. Elk waarachtig door God gezonden teken wordt gevolgd door een stem. Nu ziet u dat de tekst hier is: het teken en de stem. "Als zij de stem van het eerste teken niet zullen geloven, dan zullen zij de stem van het tweede teken geloven." Nu, het teken heeft een stem. En nu, elk waarachtig door God gezonden teken heeft een stem en die stem moet overeenkomstig het Woord, dat voor die dag gegeven is, spreken, helemaal precies.
48 Als de stem komt, dezelfde oude stem van dezelfde oude... U ziet een teken, liever gezegd, en het teken dat de man doet is dezelfde oude schoolgedachte, dan kunt u daar direct zeggen: "Dat komt niet van God", als het dezelfde oude schoolgedachte blijft identificeren. Nooit deed het dat. Heeft het nooit gedaan. Het zou tegen Gods programma zijn.
49 Het moet iets nieuws zijn. Het moet iets zijn dat de mensen niet begrijpen. Het moet... anders zou het niet gezonden worden. Het hoeft niet gezonden te worden als het dezelfde oude school van theologie is. Het zal iets anders moeten zijn, toch moet het betuigd worden in het Woord, dat het voor die dag is. De beslistheid van Gods Woord, ziet u, dat moet het zijn. Er horen geen vergissingen bij. Het moet de Waarheid zijn; het moet door God betuigd zijn, de Waarheid. En de man die het spreekt, moet door God betuigd zijn, dat hij een ziener van God is, of het is fout; zij zien het zelfs helemaal niet, geloven het zelfs niet.
50 Tekenen zijn van God. Het teken dat volgt... of, de stem die het teken volgt moet de stem van God zijn die spreekt over het Woord voor dat tijdperk. Begrijpt u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
51 God geeft tekenen. Waarvoor doet Hij dat? Geeft altijd tekenen! Hij vertelde hun dat zij daarin naar Hem moesten uitkijken, de tekenen. God geeft tekenen om de aandacht van Zijn volk te trekken. Laten we dit nu grondig bestuderen. Zie, tekenen worden gegeven om de aandacht van de mensen te trekken. Omdat, wanneer een door God gezonden teken wordt gegeven, God gereed staat om te spreken. God staat klaar om te spreken, wanneer het teken is gegeven. Als het van de hemel komt, is het van God en God is gereed om te spreken en Hij probeert de aandacht van de mensen te trekken.
52 En het Woord komt tot Zijn profeet. En de profeet wordt geïdentificeerd door het teken dat hij toont en dan komt hij tot het Woord en het Woord wordt gemanifesteerd. Dat stelt het vast; het heeft geen verklaring nodig. God heeft het reeds verklaard. Ziet u, het is gewoon zo perfect als het maar kan zijn.
53 Merk nu op, God geeft de tekenen om de aandacht van de mensen te trekken.
54 Hier was de brandende struik het teken om de profeet te trekken; de brandende struik. Mozes was achterin de woestijn zijn schapen aan het hoeden. Een oude schaapherder, tachtig jaar oud, met een lange baard, misschien op een hete morgen gaande langs een vertrouwde oude weg. En toen plotseling vloog er een struik in brand en die struik verteerde niet. Wel, dat was totaal ongewoon.
55 Mozes nu, een geleerde die in al de wijsheid der Egyptenaren was onderwezen... en zij waren knappere geleerden dan wij vandaag hebben. Dus als wetenschapper zou hij waarschijnlijk zoiets gezegd hebben als: "Laat me eens kijken wat voor soort chemicaliën op die bladeren is gespoten, dat die boom niet verbrandt." Kijk, als hij het op een wetenschappelijke wijze benaderd zou hebben, zou het nooit tot hem hebben gesproken.
56 En zo is het vandaag. Wanneer wij het door school en opleiding op een wetenschappelijke manier proberen te benaderen, zult u God miljoen mijlen mislopen. Benader het zoals Mozes, met zijn schoenen uit; onderdanig, nederigheid.
57 En daar was nu het teken om de aandacht van de profeet te trekken. Nu, daar, dat teken moest een stem hebben. En toen die stem sprak, als het niet schriftuurlijk zou zijn geweest, geloof ik niet dat de profeet ernaar geluisterd zou hebben. Maar let op hoe schriftuurlijk de stem was die het teken vergezelde. Het bewees dat het God was, want Hij zei: "Ik heb het geschrei van Mijn volk gehoord en Ik gedenk de belofte die Ik hun deed." Het teken, zie, dan de schriftuurlijke stem na het teken.
58 Dat toont nu precies wat ik zojuist uiteen heb gezet. Het moet een teken van God zijn, en als het dat is, dan volgt er daarna een schriftuurlijke stem voor de belofte van die dag. Niet dezelfde oude school; de rabbi's en zaken die door de scholen heen zijn gekomen, of van alles wat er altijd al was, de priesters, enzovoort. Maar dit is iets nieuws en het is schriftuurlijk, het is een belofte; en een teken om de aandacht van de profeet te trekken.
59 En toen zei Hij... Alvorens hij erheen gaat, moet hij iets hebben dat hem bekrachtigt als een profeet, voordat zij hem zouden willen ontvangen. Hij zei: "Ze zullen niet zeggen dat de Here mij verschenen is."
60 Hij zei: "Dan zal Ik u twee tekenen geven om te doen, en dat zal de aandacht van de mensen trekken. En wanneer de aandacht van de mensen getrokken is, spreek dan deze woorden tot hen: 'Ik ben de God van Abraham, Izak en Jakob en Ik gedenk Mijn belofte.' Ik heb u gezonden om hen te verlossen en Ik zal met u zijn."
61 Hebt u zijn eerste teken opgemerkt? Hij kreeg allerlei nabootsingen daarvan. Iedereen probeerde een slang neer te werpen. Als dat niet het gedrag van mensen is, weet ik niet wat het wel is, zie. Ziet u? Maar wat voor een stem hadden zij daarna? Niets; de Egyptische stem van de wereld. Toch konden zij het teken verrichten, maar zij hadden niet de stem erachter om het te ondersteunen. Maar Mozes had: ZO SPREEKT DE HERE. Dat was het verschil. Nabootsers gingen tenslotte voor een lange tijd verder, maar uiteindelijk liep het af.
62 Weet u dat de Bijbel zij dat dit in de laatste dagen opnieuw zou plaats vinden? "Zoals Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, zo ook de mensen van verdorven verstand aangaande de Waarheid." Wie is Waarheid? Jezus Christus is Waarheid. Ziet u? "Verdorven verstand aangaande de Waarheid."
63 Nu gaat Jehova spreken door Zijn beloofde Woord; dan moet Hij deze profeet gereed krijgen om hem te zenden. Omdat het altijd Zijn wijze van denken, Zijn wijze van doen is, om iedere keer Zijn profeet met het Woord te zenden, en de profeet te bekrachtigen.
64 Nog eens, dit is een beloofd teken. Een profeet zelf is een teken. Dat zei de Bijbel. Wanneer u het verloop van de tijd ziet en dan ziet komen... Neem de geschiedenis van de Bijbel, bestudeer het. Telkens wanneer u een lang tijdsverloop hebt gezien; maar zodra u een profeet ziet verschijnen was het een teken van oordeel. God ging de wereld oordelen als Hij... of het land, of de mensen, wanneer u een profeet zag komen. Ik heb er een prediking over gehouden; u mannen van de geluidsbanden herinnert zich: Een waar teken over het hoofd gezien. Zij zien het altijd over het hoofd, hebben het altijd gedaan, maar het was een teken van komend oordeel.
65 Zijn Woord wordt nu vervuld in Zijn stem. Wanneer Hij wat belooft, dan voert Hij Zijn Woord uit door de stem.
66 De komst van een profeet is een waarschuwingsteken dat oordeel nabij is. Altijd zo geweest. Laat me er een aanhalen.
67 Kijk naar Noach die verscheen in de laatste... in de dagen van de antediluviale wereld, een profeet die profeteerde. Wat was het? Oordeel trof direct daarna.
68 Mozes ging Egypte binnen, een betuigde profeet met de tekenen van de profeet. Wat gebeurde er? Oordeel trof Egypte meteen daarna.
69 Elia, de profeet, kwam op het toneel, en profeteerde tot Achab en die natie. Wat gebeurde er? Oordeel trof het meteen daarna. Ja.
70 Johannes de Doper kwam op, als een teken. Hij was een profeet. Hij was een profeet-teken komend naar de aarde. Zij wisten, wanneer hij kwam zou na hem de Messias spreken. Het moest zo zijn om de uitverkorenen te krijgen.
71 Dit is ervoor, om de uitverkoren mensen te krijgen die eruit komen, zoals in de dagen van Noach. Zoals in de dagen van Elia, om de zevenduizend of zevenhonderd, of wat het ook was, die hun knieën niet hadden gebogen, eruit te roepen. Johannes die de uitverkorenen eruit riep en het overdroeg aan Christus toen Hij kwam, gaf zijn gemeente over en zei: "Ik moet minder worden, Hij moet meerder worden, omdat ik alleen een stem ben van een, die roept in de woestijn: 'Bereid de weg voor de Heer.'" En Jezus komt op dezelfde wijze. Maakt de uitverkorenen gereed om de stem van God te horen, dat is wat het profetisch teken is. O, als u deze boodschappen volgt; het krijgt de uitverkorenen gereed. Niet de anderen, die zullen het nooit horen. Het zijn de uitverkorenen die geroepen worden.
72 Waar kwam die Engel naartoe, in Sodom, die dat teken deed? Naar Abraham en zijn groep. "Blijf bij Sodom vandaan; het zal verbrand worden!" Zie? Jezus beloofde het opnieuw te herhalen, weet u, in dit Sodom. Merk op.
73 Wat doet het? Het maakt de uitverkorenen gereed voor de schuilplaats van God, zoals in Noachs tijd, enzovoort.
74 En wat gaat het doen? Het veroordeelt de intellectuele ongelovige tot oordeel. Het is altijd zo gegaan. Genade wegtrappen, dan blijft er niets over dan oordeel. Dus krijgt het de intellectuele en de ongelovige gereed voor oordeel. Want wat doen zij? Zij veroordelen het.
75 Daarom aten de Joden hun eigen vlees. Daarom vloeide het bloed uit de stad toen Titus, de grote Romeinse generaal, daar binnenreed, omdat zij de Heilige Geest hadden verworpen. Oordeel moest komen omdat zij er gekheid over hadden gemaakt. Jezus vertelde hun, toen zij Hem Beëlzebul noemden: "Ik vergeef u," de verzoening was nog niet gebracht, "maar", zei Hij, "wanneer de Heilige Geest is gekomen om hetzelfde te doen, dat te wederspreken zal nooit vergeven worden." En het werd die generatie nooit vergeven. Zo is het.
76 Oordeel voor de ongelovige! Het werd daar gesteld voor dat doel, om licht te geven aan de gelovige en duisternis aan de ongelovige. Evenals destijds de Vuurkolom: het vormde licht om over te steken naar het beloofde land en duisternis voor degenen die niet geloofden. Gods tekenen doen dat altijd, verduistert de ogen van de ongelovige en geeft het gezicht en licht om te wandelen voor de gelovige. Dáárvoor is het gezonden.
77 Als zijn profetie waar is... Als de profetie van de profeet waar is en komt te geschieden, dan is het de waarschuwing van God. In het Schriftgedeelte van Numeri 12:6 vinden wij hetzelfde.
78 De Bijbel werd geschreven door deze mannen. Als we nu lezen in II Petrus 1:21, staat er: "Mannen van ouds, gedreven door de Heilige Geest, schreven de Bijbel."
79 Ook in Hebreeën 1:1, waarover wij onlangs 's avonds spraken: "God Die voortijds vele malen en op velerlei wijze sprak tot de vaderen door de profeten; heeft in deze laatste dagen gesproken door Jezus Christus, Zijn Zoon."
80 De Vuurkolom, het teken, de stem; de stem zou gaan spreken. De Vuurkolom in de struik was een aanduidende stem dat God op het punt stond te spreken.
81 Let nu scherp op, mis dit niet. Toen Mirjam om haar broer Mozes had gelachen, en zij was een profetes toen zij hem uitlachte, en God neerkwam in die Vuurkolom, wist Mozes dat God gereed was om te spreken. Het was een teken. En de stem die daarop volgde zei: "Vreest u God niet? Er is er niemand in het land zoals Mijn dienstknecht Mozes."
82 Hetzelfde werd gedaan toen men zich verhief en zei dat er... Toen Dathan opstond en Korach hem tegensprak: "Er zijn nog meer heilige mannen dan u. U denkt dat u de enige bent in de groep." God had Mozes bestemd voor die taak!
83 En toen zij nog een groep wilden krijgen om met hen mee te gaan, om zich een organisatie te vormen, zei Hij: "Scheid jullie af van hen. Ik ga hen veroordelen. Ik zal ze verteren", en Hij deed het. De wereld kreeg hen.
84 We hebben nu gezien dat dit altijd Gods manier is geweest. De Vuurkolom wijst aan dat de stem zich klaarmaakt om te spreken. O, Texas! hoe blind kan men worden? U herinnert zich Houston nog. Nu is er een stem die het teken volgt.
85 Mozes, een profetisch teken voor Israël, beloofde dat het Woord gereed is om bewezen te worden.
86 Hoe perfect is Gods Woord in orde, elke keer! Net als de Urim en Thummim, waar ik laatst op een avond over sprak. De Urim en Thummim was daar en tenzij dat teken op de Urim en Thummim kwam, werd de stem niet erkend. Er moet een teken zijn. Het teken betuigt de stem. En de stem bewijst het teken, dat het van God komt. De stem van het teken is wat "ja" of "nee" spreekt. Als God het weigerde, dan spreekt de stem "nee". Als het teken er was, sprak God "ja". Gods orde is nooit veranderd. We zouden er uren bij stil kunnen blijven staan, maar het is nooit veranderd.
87 Kijk naar de profeet Jona, kijk naar dat teken. Hij was op weg naar Tarsis. Begon naar Ninevé te gaan en nam een weg naar Tarsis. Velen hebben Jona veroordeeld. Jona verdient het niet om veroordeeld te worden. Hij was een profeet. "De voetstappen van de rechtvaardige zijn door de Here verordineerd", en hij ging op weg naar Tarsis. En wij proberen de man te veroordelen, maar Jezus deed dat niet.
88 Merk op dat Hij zei: "Zoals Jona drie dagen en nachten in de buik van de vis was," – het moest een teken zijn – "zo moet de Zoon des mensen drie dagen en nachten in het hart van de aarde zijn. En een zondig en overspelig geslacht zoekt naar een teken en er zal hun geen teken van God gegeven worden (denk eraan), dan het teken van Jona." Wat is Jona's teken? De opstanding! En dit is die Sodom-generatie, overspelig, geestelijk overspel, die geestelijk overspel pleegt tegen de Waarheid van God, de gek ermee steekt. "Een boos en overspelig geslacht zal naar een teken zoeken en zij zullen het krijgen, het zal het teken zijn van de opstanding." Kijk, Jona...
89 Die mensen waren heidenen en het was een grote... Het was een handelsstad. Een grote visindustrie. Zij verzonden vis door het hele land. De mannen waren vissers. Dat was het beroep. Zij waren heidenen en aanbaden dieren en afgoden en waren erg goddeloos geworden.
90 Zoals dit land nu, vol van seks en Hollywood en van alles, zelfs in de kerken. En merk op wat er gebeurt. Wel, soms wordt een sexy uiterlijk in de kerk zelfs modern genoemd. Hoe kan deze natie standhouden onder zoiets als dat. Zich Christenen noemen en zich gedragen op zo'n dergelijke manier, hoe kan het standhouden?
91 Zoals mijn goede vriend, Jack Moore, jaren geleden zei: "Als God deze natie hiermee vrijuit laat gaan, zal Hij als een rechtvaardig God verplicht zijn om Sodom en Gomorra te doen herrijzen en hun Zijn excuus aan te bieden dat Hij hen heeft verbrand."
92 U bent bestemd voor oordeel. Er is geen andere manier om het te accepteren. Schrijf het op in uw Bijbel. Ik ben een oude man aan het worden. Kijk of het niet tot oordeel komt. Als ik een normaal leven leef, dan zal ik het zien, een normale tijd. Nog een paar jaar dan zal het omslaan.
93 Jona... Ze waren allemaal aan het vissen, rond de middag, en hier komt de god van de zee omhoog, de walvis zwemt de oever op en spuugt de profeet uit op het strand. Wat een teken!
94 God leverde Zijn profeet af met een boodschap. Nu, zij zagen het teken, zij geloofden het teken; wat is nu de boodschap? "Bekeert u!" Dat is de stem van het teken. De stem van het teken is: "Bekeert u, of u zult binnen veertig dagen worden vernietigd." Zij wisten genoeg om zich te bekeren.
95 Jezus zei: "Zij zullen deze generatie veroordelen, omdat zij zich bekeerden door de prediking van Jona; een Grotere dan Jona is hier."
96 De stem was: "Bekeert u of u zult over veertig dagen vernietigd zijn."
97 Johannes de profeet verscheen, een profetisch verschijnend teken, na vierhonderd jaren zonder profeet. Zij hadden al de intellectuelen gehad. Ik kan me wel voorstellen in wat voor een wantoestand zij verkeerden! Vierhonderd jaar geen profeet, maar de tijd naderde dat de Messias zou komen. Nu, Johannes was het teken, een profeet, dat de Messias gereed was te spreken, de stem van het teken; omdat we in Maleachi 3 lezen: "Ik zend Mijn bode voor Mijn aangezicht." Elia moest komen voor Zijn aangezicht; en Elia kwam. Johannes, in de geest en kracht van Elia, kwam en deed precies wat de Schrift vertelde en men begreep het niet. De Schrift zei het. Hij was het teken, een profeet-teken, dat de Messias zou gaan spreken.
98 Die profeet wist het zo goed, dat hij zei: "Welnu, er staat Eén op dit ogenblik in uw midden. Die Messias, waarover ik spreek bevindt Zich onder u. Ik ben niet waardig Zijn schoenen te ontbinden. Hij is Degene Die zal dopen met de Heilige Geest en vuur. Ik doop met water tot bekering, maar Hij zal na mij zijn. Hij bevindt Zich nu onder u."
99 Op een dag zag hij een jonge Man aan komen lopen. Hij zag die Vuurkolom in de vorm van een duif uit de hemel naar beneden komen; een stem sprak en zei: "Dit is Mijn geliefde zoon, in Wie Ik behagen heb om in te wonen." Het zegt: "Het behaagt Mij in Hem te wonen", het is het werkwoord voor het bijwoord, dus is het eender. "In Wie Ik behagen heb om in te wonen", of "het behaagt Mij in Hem te wonen", het maakt geen verschil. Merk op: "Het behaagt Mij in Hem te wonen."
100 Johannes zei: "Ik getuig ervan dat Hij Die me dat in de woestijn vertelde...", niet in het seminarie, in de woestijn, "dat Hij zei: 'Op Wie gij de Geest zal zien neerdalen en verblijven,' amen, 'Hij is Degene Die zal dopen met de Heilige Geest en vuur.' En ik getuig dat het de waarheid is."
101 Wat was het? Die profeet was een teken dat de Messias op het punt stond te spreken.
102 Wat was de Messias? De Messias was het Woord, ten volle. Hij was de volheid van God. De profeten waren een kleine flikkering van licht. Maar in Hem was al dat licht, in deze Messias, want Hij was de gemanifesteerde God, Immanuël gemaakt, God onder ons in menselijk vlees.
103 De Messias stond op het punt te spreken. En merk op dat de Bijbel zegt: "Het Woord van de Here komt tot de profeet."
104 Welnu, hier stond Johannes, waarvan Jezus zei: "De grootste profeet die ooit heeft geleefd." Dat zei Jezus in Mattheüs, het elfde hoofdstuk. "Wat zijt gij gaan aanschouwen, een man door elke windvlaag bewogen; deze denominatie zegt: 'Ik ga u meer geven, als u dit doet'?" Johannes niet! Nee, nee. Een man die omgeschoffeld kan worden, overbluft? Nee, hij was een ruwe, ruige profeet. "Of bent u een man gaan zien, helemaal uitgedost in een priestergewaad?" En Hij zei: "Nee, die vertoeven in koningspaleizen. Zij trouwen de jonge mensen en kussen de baby's en begraven de ouden. Dat is het soort... Zij weten niets over een tweehandig zwaard. Dus wat ging u aanschouwen, een profeet?" Hij zei: "Meer dan een profeet!" Want hij was de boodschapper van het verbond, die God beloofde te zenden.
105 En merk hier op dat Johannes in het water aan het dopen was en zei: "Hij is komende."
106 En hier is het Woord, niet meer in de hemel, maar vlees gemaakt. Het Woord is vlees, wat gebeurt er dan? Wat is de volgorde van Gods Schrift? Het Woord kwam tot de profeet, precies in de woestijn, precies in de poel. Het Woord kwam naar de profeet.
107 Johannes keek op en zei: "Ik heb nodig door U gedoopt te worden."
108 En mijn dierbare, oude broeder, doctor Davis van de Missionaire Baptistenkerk, die mij doopte in het Christelijk geloof; als hij hier vanavond is, is het niet mijn bedoeling zijn gevoelens te kwetsen. Want hij woont hier in Texas, komt hier van Davis Mountains. Maar ik herinner mij dat we op een dag hierover debatteerden, en ik was nog maar een jongen. En ik zei: "Het klinkt niet juist, doctor Davis."
109 Hij zei: "Wat er toen gebeurde is, dat Jezus Johannes doopte en toen doopte Johannes Jezus, want Johannes was nog niet gedoopt." Het scheen mij toe niet juist te zijn.
110 Ik bleef wachten en opletten en me afvragen. Ik wilde er niets over zeggen, tot op een dag toen de Here het openbaarde.
111 Let nu op wat Jezus zei. Johannes zei: "Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot Mij?"
112 Jezus zei: "Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen."
113 Johannes wist Wie Hij was. Daar zijn de twee leiders van de wereld, twee leiders van de kerk, God en Zijn profeet stonden naast elkaar. Nu, let op, zij behoorden het te weten.
114 Jezus antwoordde: "Laat dat zo geworden, dat is goed, want aldus betaamt het ons dat wij alle gerechtigheid, het beloofde Woord, vervullen."
115 Het Offer moest gewassen worden voordat het aangeboden werd. Johannes doopte Jezus omdat Hij het Offer was. Ziet u? Het Offer moest gewassen worden voordat het werd gepresenteerd. Liep er direct heen en het Offer werd gewassen en dan wordt Hij op de juiste wijze gepresenteerd. Hij zei: "Dat is het Lam van God."
116 Hij ging regelrecht de oever op, en hier kwam de Geest van God, Die op Hem neerdaalde en zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon." Zie, Hij werd toen aan het publiek gepresenteerd. Maar voordat het Offer kon worden gepresenteerd, moest het eerst gewassen worden; dat is de wet van het Oude Testament. Goed.
117 De Messias stond op het punt te spreken, daar hier het teken van de profeet was. En toen zij die profeet op het toneel zagen verschijnen, na al die vierhonderd jaren zonder één, wisten zij: de volgende stem was de Messias.
118 U, Bijbellezers, denk nu voor enkele minuten erg goed na. Zijn natuur bekijkend, hoe is hij hun ontgaan? Hoe misten zij te weten dat hij, Johannes, het was? Zijn natuur werd geïdentificeerd. Zijn geest en natuur werden bekend gemaakt als Elia. Merk nu op welke geest. Nu, hij was Johannes de Doper, maar op hem was de geest van Elia.
119 Merk op, allereerst was Elia een man die van de woestijn hield, zie, en Johannes was een man van de wildernis.
120 En Elia was een man die dat organisatorische systeem van die dag uit alle macht veroordeelde. Evenzo deed Johannes. "Gij generatie van slangen. Wie heeft u gewaarschuwd de wraak te ontvlieden? Begin maar niet te zeggen: 'Ik heb dit, dat of nog wat.' God is in staat uit deze stenen kinderen van Abraham te verwekken." Ziet u de twee naturen?
121 En kijk naar Elia, hij veroordeelde al die Izebels van die dag met hun geschilderde gezichten, die immorele vrouwen. Wat deed Johannes? Hetzelfde bij Herodias. Voor beiden was het een oorzaak van hun dood.
122 Kijk naar Elia, nadat hij dat grote werk verricht had, was hij zwaarmoedig geworden, lag daar terneer en smeekte God om hem weg te nemen. Johannes deed hetzelfde, lag daar en zond zelfs zijn discipelen heen en zei: "Ga Hem vragen. Is Hij Degene of kijken we uit naar een ander?" Jezus wist dat.
123 Hij was Elia. Dat moest zijn natuur zijn. Hij werd precies als Elia geïdentificeerd. Hij was in de geest van Elia.
124 Het moet vijf keer komen. Die geest moet worden gebruikt bij Elia, Elisa, Johannes, Maleachi 4, en dan voor de Joden. De laatste dagen waar we vanavond in zijn, de geest van Elia! Merk nu op.
125 Vandaag wil ik dat u kijkt naar onze moderne hedendaagse profeten van Achab, die hun Izebels toestaan hun haar af te knippen, hun gezichten te verven, korte broeken te dragen, sigaretten te roken, alles. "Het is oké." Onze hedendaagse profeten van Achab, behept met hun scholen, jazeker, leiden hen rond met mensengemaakte geloofsbelijdenissen en denominaties. Wat is het? Achabs profeten.
126 We hebben het nodig dat er nog een Micha op het toneel verschijnt. Of in de tijd van Achab kwam Elia op het toneel. Die is het die beloofd werd.
127 Leiden hen rond op elke wijze die zij maar willen. Als ze het niet doen, als zij hen ergens verkeerd behandelen, zullen zij overstappen en lid worden van wat anders en nog steeds hun christelijke belijdenis handhaven.
128 Wel, zij waren vanaf het begin nooit gered. Hun eigen natuur bewijst het. Kunt u druiven plukken van een doornstruik? Kunt u watermeloenen halen van een pompoenrank? De natuur toont zelf dat zij niets met het Woord te maken willen hebben. Zij steken er de gek mee en lasteren het. Wanneer er is geschreven: "ZO SPREEKT DE HERE, deze dingen gaan gebeuren", lachen zij erom en maken er gekheid over.
129 Geen wonder dat Jezus zei: "De koningin van het Zuiden zal opstaan met deze generatie in de laatste dagen en het veroordelen; want zij kwam van de uiterste delen der aarde om een man met een gave van wijsheid te bezoeken."
Hij zei: "Eén groter dan Salomo is hier." Ja zeker.
Salomo was... Zijn dag was een van de grote dagen. De mensen geloofden allemaal dat deze gave hen door God gegeven was, deze Salomo, en zijn roem ging overal heen. Wat als wij mensen van deze dag...
130 En wij Amerikanen, wij proberen altijd een of ander programma tegen communisme te vinden. Hier is Gods programma: "Bekeert u! Keer naar God!" Een programma. Als ze dat gewoon zouden doen, zouden we communisme vergeten.
131 Terwijl heel Israël die gave die God hun gegeven had geloofde. Als Amerika alleen maar de gave die God ons in deze laatste dagen gegeven heeft, zou geloven; Zijn Zoon, in de vorm van de Heilige Geest, opgestaan uit de dood, levend onder ons overeenkomstig Zijn belofte. Als wij dat slechts zouden koesteren!
132 Het zal alleen naar de uitverkorenen gaan. "Want niemand kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem trekt. En allen, die de Vader Mij gegeven heeft, zullen komen." Gewoon zaad zaaien; het valt wat deze kant en die kant uit, maar er wordt hoe dan ook zaad gezaaid. Het zal haar wortels vasthaken, waar het ook ligt. Zij zullen het grijpen.
133 Merk op, hier waren zij dan en wij zien dat in die dag, Achab, de natie, deze Israëlieten ertoe had gebracht allerlei dingen te doen die zij maar verlangden, terwijl ze nog steeds getuigden Israëlieten te zijn.
134 Wat veroordeelde deze Elia die generatie met alles wat in hem was, en God bevestigde hem als een profeet.
135 Net voor de komst deed Johannes hetzelfde! Wandelde in Israël regelrecht naar Herodus, die deze vrouw van zijn broer Filippus had getrouwd. Stapte recht op hem af; hij wond er geen doekjes om. Hij was niet bang om er door een ouderling uitgezet te worden. Hij droeg geen gemeenschapskaart; alleen met God. Hij was Zijn profeet. Het Woord was met hem. Hij hoefde het aan geen enkele bisschop of diaken te gaan vragen. Hij was gezalfd. Hij had het Woord. Hij stapte recht op hem af en zei: "Niet wettig voor u om haar te hebben!" Zo is het. Hij spaarde niemand. Die slechte vrouwen, overspel plegend, gaan maar door!
136 Zoals toen Amos op het toneel verscheen, en daarnaar keek... We weten zelfs niet waar hij vandaan kwam. O, hoe moet hij naar die stad Samaria hebben gekeken! Zoals de toeristen deden, alles prachtig en de predikers geheel in harmonie met de landen, en de bond met de naties en iedereen, en nog steeds in zonde levend! Zijn ogen vernauwden zich, zijn kale hoofd blonk en zo kwam hij. Hij was niet geweldig om te zien, maar hij had "ZO SPREEKT DE HERE".
137 Vandaag hebben wij een Amos nodig op het toneel. Zouden wij hem ontvangen? Stellig niet, niet meer dan hij. Hij zou op het toneel komen, zou elke organisatie, elke denominatie afbreken, elke vrouw in korte broek, elke kortgeknipte Izebel neerhalen. Hij zou ze aan stukken trekken. Zij zouden hem eruit trappen, de straat op, en zeggen: "Die oude fanatiekeling!" Maar hij zou ZO SPREEKT DE HERE hebben, want het staat zo geschreven. Zou de denominatie hem ontvangen? Nee!
138 Hij had niemand om zijn programma financieel te ondersteunen. Zou deze geweldige, mooie stad van... van lust, zoals Samaria was, zouden zij deze kleine onbekende kerel ontvangen, zonder gemeenschapskaart, niemand om hem te ondersteunen of zoiets? Hij had geen enkele ondersteuning. Hij had geen enkele lidmaatschapskaart, geen school waar hij vandaan kwam. Maar hij had ZO SPREEKT DE HERE. En zijn komst als een profeet was een teken. Zijn stem was van God en het werd betuigd in de dagen van Jerobeam de Tweede. Alles wat hij zei, gebeurde.
139 Nu zien wij, in deze dag waarin wij nu leven, dat het gewoon weer een herhaling daarvan is. Predikers en mensen, beschaamd om in de preekstoel te staan, en het Evangelie wordt voor hen een maaltijdbon. Ze zijn bevreesd om iets te zeggen, daar iemand hen uit dit, dat of wat anders zou zetten.
140 Er is slechts één Man Die u uit de hemel kan zetten en dat is God. En hoe zult u uit de hemel worden gezet, als u bij Zijn Woord blijft? Daarvoor heeft Hij u gezonden!
141 Herinner u, dat de Bijbel zei dat in een zodanige tijd als het was in de dagen van Elia, in zo'n dag als het was in de dagen van Johannes, Maleachi 4 naar de aarde terug zal keren. "Ik zal Elia zenden."
142 Verwar dit nu niet met Maleachi 3: "Ik zend Mijn boodschapper uit voor Mijn aangezicht." Dat was óók Elia.
143 Maar in Maleachi 4, zei Hij: "Voordat de grote en verschrikkelijke dag des Heren komen zal, wanneer de hele aarde branden zal als een oven en de rechtvaardigen zullen treden op de as van de goddelozen" – dat is het duizendjarig rijk – "zal Ik de profeet Elia zenden." En wat zal hij doen? "Hij zal het geloof van de kinderen weer terugbrengen tot de apostolische vaderen", terug naar het Woord. Hij zal een profeet moeten zijn. "Ik zal hem zenden." Hij zal grondig geïdentificeerd worden. Zijn natuur zal hetzelfde zijn als die van Elia, precies. Zijn boodschap zal precies in die lijn zijn. Hij zal veroordelen, verscheuren. Geen gemeenschap, geen samenwerking, helemaal niets, maar hij zal ZO SPREEKT DE HERE hebben.
144 Bedenk nu dat er allerlei groepen zijn opgekomen die zeggen: "Dit is de Elia's mantel en dat is de Elia's leerstelling." De hele groep, een organisatie, verandert in een Elia's groep, of een Elia's mantel. Dat is niet schriftuurlijk. God heeft nooit op die manier met een groep gehandeld.
145 Toen Elia op het toneel verscheen en Johannes de Doper, veroordeelden beiden de groeperingen en de organisaties. Zij deden nooit... Hij veroordeelde hen voor de wijze waarop zij deden; Elia en Johannes, beiden. Geen groep of denominatie, maar beiden, ieder in hun tijd, veroordeelden de groepen en de organisaties.
146 Wat dan? Het eindtijd-teken zal zeer zeker vergezeld gaan met de eindtijd-stem. Elia wordt verondersteld op het toneel te verschijnen, een man die met die geest gezalfd is. Een woudloper en liefhebber daarvan, enzovoort, komt te voorschijn om te betuigen... Let nu op wat de Schrift zegt, dan wordt u niet misleid, ziet u. Het eindtijd-teken en de eindtijd-stem...
147 God handelde nooit met een groep, nergens in de Schrift. Hij handelt met één individu, omdat ieder mens verschilt van de ander. Elk mens; onze duimen zijn verschillend, onze neuzen zijn verschillend, onze handelingen zijn verschillend. Hij neemt één man. Hij kan hem perfect in harmonie brengen tot hij dat Woord kan worden.
148 Daarom zei Paulus: "Opdat ik mij niet zou verheffen wegens de overvloedigheid van de openbaring, werd mij een boodschapper van Satan gezonden." Ziet u? Mattheüs schreef, Lukas schreef, Markus schreef, zij allen, maar zij volgden gewoon Jezus en schreven wat Hij sprak. Maar Paulus had de openbaring van Wie Hij was, zie, dat is hetgeen hij zag. Zijn openbaring was zo groot, dat Hij hem de Bijbel liet schrijven, zoals Mozes het Oude Testament. Deze voorname man Paulus, die deze openbaring had, wist dat Jezus van het Nieuwe Testament Jehova van het Oude was. Hij had de openbaring ervan en kon het uiteen zetten aan de Hebreeën en ook aan de Romeinen en aan de Efeziërs en allen. Hij schreef deze brieven. Merk op; nadat Zijn teken was voortgebracht, schreef hij de brieven.
149 Deze natuur van de komende zal eender zijn. Het zal geen groep zijn, het zal één man zijn. God heeft nooit anders gehandeld dan door één man. Welnu, Elia was geen groep, Johannes de Doper was geen groep, zij waren één enkeling. God... Maleachi 4 zei niet: "Ik zal een groep zenden." Hij zei: "Ik zal Elia zenden!" Het Woord kan niet veranderd worden.
150 Let nu op, het eindtijd-teken en -stem zal in schriftuurlijke orde komen zoals het beloofd werd.
151 Willen we weten wat het teken van het einde zal zijn? Jezus vertelde het ons in Mattheüs 24 en 25. Vertelde het ons ook in Openbaring, helemaal van het zesde... of het eerste, rechtstreeks over naar het... wel, het tiende hoofdstuk. Dan komt Hij in het negentiende hoofdstuk. Het duizendjarig rijk begint bij Zijn komst, rijdend op een wit paard.
152 Het zal komen... Het eindtijdteken. Nu, luister tot slot. Het zal precies komen op de manier zoals de Schrift het zegt. Merk nu de stem van het teken op.
153 Jezus nu, in Lukas 17:30, beloofde het teken van de eindtijd. Het laatste teken was God gemanifesteerd in een menselijk lichaam, die de gedachten die in Sara's gedachten waren kon onderscheiden in de tent achter haar. Dat is wat Hij zei. Dat is het teken dat Hij beloofde aan het eind. Wat heeft Hij gezegd dat het zou doen? "Het zou bekend worden in de dagen, in de laatste dagen, wanneer de Zoon des mensen zal worden geopenbaard." Worden geopenbaard. Wanneer de Zoon des mensen wordt geopenbaard, zal dat het teken zijn waardoor hij geopenbaard wordt. Kijk nu of het dat niet zegt. Het zegt het zeker.
154 Nu, zou u kunnen zeggen: "Nee, het zal iets anders zijn. Nee, het zal een groot gebouw zijn dat gebouwd wordt, een groot dit, dat of een of andere grote oecumenische raad of zoiets"? O nee, nee, dat is er ver van verwijderd. Dat is aan de andere kant. Het is tegengesteld aan wat God zei dat Hij zou doen.
155 Merk nu op wat we gezegd hebben. De Schriften zullen nauwkeurig zijn, omdat we het Sodom-teken hebben in het natuurlijke. Wanneer waren er meer homoseksuelen, verdorvenheden en dingen dan nu, "een boosaardig en overspelig geslacht", wanneer je niet eens je televisie kunt aanzetten of er komt een of ander smerig, vulgair, Hollywood gedoe op? En mensen die zich Christenen noemen zullen van de gebedsdienst thuisblijven om zoiets te zien. Het toont welke geest er in u is. Ja zeker. En de vrouwen zullen zich ook zo gaan kleden en de mannen zullen zich door hen laten inpakken zoals zij daar doen. Gaan wij Hollywood tot voorbeeld nemen of gaan wij Gods Woord erover geloven?
156 En diezelfde groep kan het Woord van God bewezen zien worden. En wat doen zij? Lachen erom, omdat zij dood zijn, eeuwig dood. Zij zijn nooit levend geweest. Als zij ooit levend waren, waren zij altijd levend geweest, de Eeuwige. Maar zij waren nooit levend geweest; zij waren altijd dood. O, zij mogen misschien opgepoetst zijn en dit, dat of het andere geloven.
157 Jezus zei tot hen, tot die priesters uit die tijd: "Jullie huichelaars; hoe kunt u goede dingen zeggen, terwijl de mond spreekt uit de overvloed van het hart? Mij goed noemen, 'Goede Rabbi, goede Meester'?" Hij wist wat in hun hart was. Hij kon bespeuren wat in hun hart schuilde. Hij was het Woord.
158 De Bijbel zei: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard en onderscheidt de gedachten die in het hart zijn."
159 Welnu, dit teken van Sodom is in het natuurlijke teruggekeerd. En als alles precies positioneel geplaatst is op de wijze zoals het verondersteld wordt te zijn in het natuurlijke, hoe kunt u het dan uit uw gedachten zetten, dat het geestelijke hier niet tegelijkertijd is? Beide zaken worden voortgebracht. Jawel, iedereen stemt toe dat het natuurlijke juist is; maar oh, in het geestelijke willen zij het niet geloven, omdat het in botsing komt met hun dogma's.
160 Lukas 17 is het teken. Lukas 17 is het teken waarvan Jezus zei, dat in de laatste dagen de naties en de kerken en de mensen net zo zouden zijn als het was in Sodom, de heidenwereld, net voor de verbranding van Sodom. En er zou een groep zijn die uitkeek zoals Abraham... Kijk terug waar Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom." Kijk terug en zie hoe het in Sodom was. Hij las dezelfde Bijbel die wij lezen, dezelfde Bijbel, blader nu terug en kijk hoe het was.
161 Hier was een uitverkoren groep, eruit geroepen, Abrahams groep; zij zagen uit naar een beloofde zoon. De Sodomieten geloofden er niets van. En daar waren de lauwen, de kerkleden ginds in Sodom. Let op die drie engelen die naar elk van hen toekwamen. Let op deze tekenen die zij toonden, dan zult u zien in welke tekenen wij leven.
162 Welnu, dat zal het teken zijn. En de stem van het teken zal Maleachi 4 zijn, om "de mensen terug te herstellen tot het apostolische geloof van de vaderen." Daar is het teken, daar is de stem, precies overeenkomstig de Schrift. Ziet u? Het teken is een teken zoals het was in Sodom: "God geopenbaard in menselijke wezens."
En Hij zei: "Waar is uw vrouw, Sara?"
Hij zei: "Zij is in de tent achter U."
163 Hij zei: "Ik ga u bezoeken overeenkomstig de tijd die Ik u heb beloofd." En Hij zei...
164 En Sara, ginds achter Hem, zei: "Hoe zou dat kunnen, ik een oude vrouw; hij, een oude man? En zoals mijn man daar, een oude man." Ze zei: "Het vergaat niet meer zo met ons." Ze zei: "Het kan gewoon niet."
165 Hij zei: "Waarom heeft Sara dat betwijfeld in haar hart, zeggende: Hoe kunnen deze dingen gebeuren?"
166 En Jezus heeft gezegd dat dit opnieuw zou terugkeren. Bedenk nu, dat Abraham die Man "Elohim" noemde, God! Hij zou God geweest moeten zijn. Waarom? Hij kon de gedachten onderscheiden en Hij was precies op tijd. En Elohim, de Heilige Geest, geen ándere persoon, dezelfde Persoon, terugkerend in de gemeente, en Die hetzelfde zou doen, dat zou het teken zijn. En de stem zou zijn: "Hen terugroepen naar het Woord, het geloof van de kinderen herstellen naar dat van de vaderen." Daar is het teken en de stem.
167 Tekenen worden gewoonlijk aanvaard, maar de stem niet. Zij houden niet van de stem, maar zij zullen het teken nemen. Gewoonlijk zullen ze het nemen. Ze houden van het teken, omdat zij het fijn vinden om ernaar te kijken, het houdt hen aangenaam bezig. Maar de stem, die willen zij niet volgen. Denk nu aan de stem...
168 Keer nu weer terug naar het Woord. Jezus' Messiaanse teken, overeenkomstig Jesaja 35: "De lamme zal springen als een hert", enzovoort.
169 "Dat was wonderbaar!" O, zij aanvaardden dat. Dat was goed. Dat geloofden zij. Zij geloofden het teken. "Kom naar mijn kerk, Rabbi, wij geven U volledige samenwerking. Ja zeker, wij geloven U. U bent de wonderbaarlijke. U bent de Rabbi. U bent de jonge Profeet. Kom binnen! Alle soorten van samenwerking. Het teken is wonderbaar."
170 Maar toen de stem sprak en zei: "Ik en Mijn Vader zijn Eén."
171 O my, dat konden zij niet geloven. "U maakt Uzelf God." Zij wilden de stem niet. Het teken vonden ze fijn. Zij weten... zij gaven toe dat dit het teken van de Messias was, maar de stem, die vonden zij niet fijn.
"De werken die Ik doe zult u ook doen."
En ze zeiden: "Hij is Beëlzebul."
Hij zei: "U generatie van slangen."
172 O, zij haatten die stem. Wat deden zij? Zij deden die stem uit hun midden weg. Zij zetten Hem eruit.
173 Jezus zei: "Als zij de Meester van het huis Beëlzebul noemen, hoeveel temeer zullen ze Zijn discipelen zo noemen?"
174 Denk aan Openbaring 3, in het Laodicéa tijdperk. Dit is Laodicéa: het teken van Sodom moet komen. De stem: "Keer terug tot het Woord, weg van die geloofsbelijdenissen en denominaties, en keer terug tot het Woord"; toen het kwam overeenkomstig Openbaring 3, werd Hij, net als toen, buiten de kerk gezet.
175 "Het teken is goed maar de stem niet." Ze willen niets met de stem te maken hebben. Nee, nee; de stem. Maar Mozes zei: "Als zij niet willen", of...
176 God zei tegen Mozes: "Zij zullen die eerste stem van het eerste teken niet geloven, probeer hen met de tweede stem. En als zij dat niet willen doen, ga dan wat water halen en giet het uit op de grond." Dat beslist het. Dat is alles. "Was het stof van uw voeten", met andere woorden, zoals Jezus zei. Hij zei: "Haal wat water uit de rivier, giet het op de grond, het wordt bloed en toon dat dit het is waarin zij gedrenkt gaat worden, bloed." Dus dat is gewoon precies wat het was.
177 Als zij het teken niet geloofden, dan bewerkte het derde teken het echt. Alle bedieningen hebben drie tekenen als het door God gezonden is. Jezus had drie tekenen. Mozes had drie tekenen. Noach had drie tekenen. Elia had drie tekenen. Alles komt in drie tekenen. Merk op. Luister, vrienden.
178 Het wordt een beetje laat. Ik heb... O my, ik wist niet dat het zo laat was, kwart over.
179 Als u het Sodom-teken kunt geloven, van Lukas, zie, zoals Hij het beloofde; u gelooft het Sodom-teken, waarom kunt u dan de Maleachi-stem, die volgt op het teken om terug te keren naar het Woord, niet aanvaarden? [Leeg gedeelte op de band – Vert] De Bijbel zegt het en u ziet het, luister dan naar de stem van het teken.
180 Ontvlucht de wraak die komt! Denk niet: "Omdat ik behoor tot de UPC, Vergaderingen van God, Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, heb ik een recht om binnen te gaan." God is in staat om van deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken. Keer naar het Woord! Weg van uw wereldse gezindheid en uw organisatie-systemen en zaken. God zal hen van de aardbodem vernietigen. Hij laat hen in de diepten van de zee van vergetelheid zinken, zoals Hij Egypte deed toen Hij Israël riep, natie uit een natie. Wanneer Hij de bruid uit de gemeente roept, zal zij door de grote verdrukking gaan, haar bloed op de aarde drenken. Ontvlucht de toorn die gaat komen, want het is op handen!
181 U kunt deze dingen niet zien zonder... Ik weet niet wat u erover denkt. Ik ben slechts verantwoordelijk ze te lezen en erover te spreken. Het is aan u! Als u het teken kunt geloven, geloof dan de stem die het teken volgt. O my!
182 Kijk, Mozes, het type van eruit trekken nu. Hij moest die mensen vertellen over een belofte die aan de vaderen gegeven was. "Ik gedenk Mijn belofte aan hun vaderen." En wat moet Mozes nu doen? Het hart van de mensen terugbrengen naar wat de vaderen hadden gezegd. En zoals Mozes toen was, zo is Maleachi 4: "het volk terugbrengen naar het geloof van de vaderen."
183 Al deze gemoedsbezwaren van denominaties, enzovoort, keer terug naar het Woord! Ik ken u, heel wat mensen willen dat graag doen. Ik ben u hier niet alleen een uitbrander aan het geven. Deze banden gaan rondom de wereld, ziet u, overal! Ik ben u niet een uitbrander aan het geven, maar ik geef het voor wie het ook is, waar het thuishoort! Ik ben een zaadzaaier. Dat is al wat ik weet te doen. Het is aan u om de beslissing te nemen. Ontvlucht de toorn die zal komen, mensen!
184 Denk niet omdat u van Pinksteren bent, denk niet omdat uw moeder een fijne, geheiligde Methodist was, of uw vader een goede, juichende Baptist, denk niet dat dit iets met u van doen zal hebben. Denk dat niet omdat u behoort aan de kerk die zij gebouwd hebben, of de kerk die u nu bouwt; denk het niet omdat u, Pinkstermensen, veertig jaar geleden in tongen sprak en danste in de Geest en de vloer op en neer rende; denk het niet omdat u genezingsdiensten, enzovoort, hebt gehad.
185 Mis niet dat teken te zien, van een Vuurkolom, dat God heeft bewezen; en de stem er achter, om naartoe te keren, terug naar God. Laat het u niet voorbij gaan. Er is een teken en een stem.
186 Wanneer een man oprijst met een teken, dezelfde oude school van gedachten, is er iets fout, het komt niet van God. O my! "Maak nu Zijn paden recht!" Gelooft u het? "Keer dan terug, o blinden en verstrooiden, naar het uwe." De Bijbel...
De schrijver van het lied zegt:
Naties breken, Israël ontwaakt,
De tekenen die de Bijbel voorspelde;
De dagen der heidenen zijn geteld,
Met verschrikkingen bezwaard;
"Keer terug, o verstrooiden naar het uwe."
187 Kom terug! Keer weer terug! De profeet zei: "Het zal licht zijn in de avondtijd." Net voordat de Zoon volledig verduistert, zal het licht zijn. Wandel in het licht terwijl er licht is. Na een poosje zal de oecumenische Raad u hebben en dan is er geen mogelijkheid voor licht.
Laten we onze hoofden buigen.
188 Hemelse Vader, het is nu in Uw handen. Ik heb zaad gezaaid. Ik weet niet waar ze zijn gevallen. Ik bid dat U ze wilt zegenen waar ze ook vielen. Mogen ze heel diep hun plaats vinden en alle steenachtige plaatsen omwoelen, en alle groene doornstruikwortels, als het ware, ontwortelen en al het ongeloof uit de weg ruimen. Sta het toe, Vader. Wij dragen dit nu aan U op in Jezus Christus' Naam. Amen.
189 Met uw hoofden gebogen, uw ogen gesloten. Morgenavond is er een banket. Zondaars van de stad, ik zal... zo de Here wil, zal ik tot hen moeten spreken. Ik spreek nu tot een gemengde vergadering. Ik zou dit niet moeten durven prediken, het zou hen blinder dan ooit maken op een samenkomst als dat.
190 Maar u, vanavond, gelooft u dat u het teken hebt gezien en kunt u de stem horen, en zo ja, gelooft u het? En u... u hebt niet, u gelooft het, maar u hebt het nog niet geaccepteerd, Christus in Zijn volheid, zou u uw hand willen opsteken? En laat ieders hoofd nu gebogen en elk oog gesloten zijn. Steek uw hand op en zeg: "Gedenk mij, broeder Branham, als u bidt." Ik wil het graag doen. God zegene u.
191 Onze hemelse Vader, de Bijbel zei: "Zo velen er geloofden werden gedoopt." Ik bid, Heer, dat deze mensen die hun hand opstaken... dat zij erin geloven. Zij zijn nog niet gedoopt in de christelijke doop; mogen zij de kerk vinden die dat doet en gedoopt worden. Sta het toe, Heer.
192 Mogen zij niet alleen met water worden gedoopt, wat slechts een uiterlijk teken is van iets wat binnenin is gebeurd. De Bijbel zegt: "Er is één geloof, één God, één doop", en die doop is geestelijke doop. Het lichaam dat gewassen wordt is alleen maar een illustratie, of om een teken te geven, dat iets binnenin is gebeurd. Maar het is die ziel die gedoopt moet worden met de Heilige Geest. Dat is de Eeuwige die komt in die menselijke natuur en het verandert en tot een gelovige maakt. Ik bid dat zij de Heilige Geest zullen ontvangen. Ik draag hen nu aan U op, als trofeeën van de Boodschap en van de genade van Christus. In Zijn Naam bid ik. Amen.
Nu met uw hoofden gebogen, eerbiedig.
193 Ik heb nog zeven minuten, ik zou niet op tijd kunnen eindigen. Ik zou in zo weinig tijd geen gebedsrij kunnen hebben. Ik ga u vragen om precies te blijven waar u zit. Het spijt me dat ik u zo laat heb gehouden. We zullen voor iedereen bidden. U mensen, enigen van u hier die gebedskaarten hebt, maak u geen zorgen, we zullen u nemen.
194 Maar we gaan gewoon kijken of de Heilige Geest ons nu wil openbaren. Als u in Hem gelooft en u gelooft dat dit het teken is... Bedenk, de Engel was een Man; Hij at, Hij dronk voor Abrahams aangezicht en toch kon Hij, terwijl Sara in de tent was, de gedachten die in haar hart waren onderscheiden. Dat was het teken. Hij was het Woord. Nu, als het Woord slechts tot ons kan komen, dan beloofde Hij ook hetzelfde uit te voeren.
195 Welnu, u daar in het gehoor, die geen gebedskaarten hebt en u weet dat u niet in de gebedsrij zult komen, ik kan niet onderscheiden wie wie is tenzij de Here het mij zou tonen. En u gelooft dat God zeer zeker de zieken geneest. Ik wil dat u juist nu voor een paar minuten gelooft. En bid gewoon en zeg: "Here Jezus, ik weet dat de man die spreekt een man is, maar hij vertelde mij dat... heeft ons vanavond verteld en ons bewezen dat de wereld de Heilige Geest niet kan doden..."
196 Zij konden Jezus doden toen Hij in vlees was; zij brachten Hem ter dood. Maar nu is Hij opgestaan, in een verheerlijkte conditie. Hij kan nooit meer gedood worden. En Hij zei: "Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien. Maar gij", de voorbestemden; degenen die bestemd zijn voor eeuwig leven, de gemeente, de bruid, "gij zult Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot de voleinding. De dingen die Ik doe, zult gij ook doen." Al deze beloften deed Hij.
197 Nu, ik weet, toen Hij hier op aarde was, dat Hij, God, in Hem was. Hij was God. Hij was de volheid van God. Hij was heel het Woord van God gemanifesteerd.
198 En de Bijbel is nog steeds God, het Woord, en er is nog iets van de openbaring over om geopenbaard te worden. En Hij zei: "In de laatste dagen, wanneer de wereld opnieuw zoals Sodom wordt, zou de Zoon des mensen worden geopenbaard." En het teken van Sodom zou terugkeren, dan zal de stem de mensen terug roepen, degenen die bestemd zijn tot leven.
199 Wij weten, dat toen Hij hier was, er miljoenen mensen op de aarde waren, die nooit hebben geweten dat Hij hier was; geen reden om het te weten. Zie? Hij kwam naar degenen die waren voorbestemd het te zien.
200 Bid nu. Wees nu echt rustig. Beweeg niet. Waar u ook bent, op de balkons, op de beneden verdiepingen, waar u zich ook bevindt, beweeg u niet, zit gewoon heel stil en bid.
201 Zeg: "Here Jezus, de Bijbel zei in Hebreeën 4, dat U heden 'een Hogepriester bent Die kan worden aangeraakt door het meevoelen van onze zwakheden'. En wij zien U op aarde, toen U hier op aarde was, dat op een keer een kleine vrouw Uw kleed aanraakte en U draaide Zich om en zei: 'Wie heeft Mij aangeraakt?'" Zij verborg zich, nochtans werd haar geloof geïdentificeerd. Jezus vertelde haar over haar bloedvloeiing en zei tegen haar: "Geloof heeft u behouden." Nu is Hij diezelfde Hogepriester. Als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig, zal Hij op dezelfde wijze moeten handelen, als u – als u Hem aanraakt.
202 En wat zal dat dan doen? Er zal menselijk vlees op aarde moeten zijn om Zijn stem te spreken. "Ik ben de Wijnstok, jullie zijn de ranken." Er is geen manier om er omheen te gaan, vrienden. Het is gewoon de Schrift. Het is de waarheid. Gelooft u dat, predikers, daarginds? [De predikers zeggen: "Amen." – Vert]
203 Daar in de zaal, wees echt eerbiedig en bid. Zeg: "Here Jezus, laat mij Uw kleed aanraken."
204 U ziet dat de dichtst bij zijnde ruim zes meter van mij verwijderd is. Ik ken daar geen sterveling. Ik kan daar vanavond zelfs niemand zien zitten die ik werkelijk ken, behalve Pat Tyler, een vriend van mij, die hier vooraan zit. Daar zijn mensen op ziekenhuisbedden en veldbedden.
205 We zagen gisteravond een geval op een veldbed die losgemaakt werd, en de man stond op en wandelde weg. Waarom kunt u dat allen niet vanavond? Zie, geloof gewoon, dat is al wat u moet doen. Zijn tegenwoordigheid zal het doen! Hier is Hij, u zult uw positie bij Hem moeten innemen om u in de laatste dagen te doen opstaan.
206 Nu, u die gelooft en denkt dat u er doorheen bidt, kijk nu gewoon hierheen.
207 Zoals Petrus en Johannes zeiden: "Kijk naar ons." En zij keken met ernst, de man keek met verwachting om iets te zien. Hij zei: "Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb..."
208 Welnu, genezing heb ik niet, maar wat ik heb, een gave van God, geef ik u. Als u het slechts wilt geloven, zal God het bewerken. Ik vraag u alleen om het te geloven. Dat, wat ik heb, zal ik u geven. Als u het zult geloven, zal God het bewerken. Probeer het.
209 Hier, hier is het nu. Amen. Daar houd ik van. Er is een dame die hier zit. Zij is wat zwaargebouwd, zit hier precies aan het eind. Hebt u een gebedskaart, dame? Ze is wat zwaar... U hebt geen... Ja daar, u hebt geen gebedskaart? Ja. U hebt geen gebedskaart? U gelooft hoe dan ook? U hebt geen gebedskaart nodig, als u gelooft.
210 Er is een echo in de stem, daarom valt het moeilijk op die manier mensen eruit te roepen; maar probeer nu zo aandachtig mogelijk naar mij te luisteren.
211 Ik ken u niet. U hebt geen gebedskaart, daarom zult u niet op het podium komen. Als God mij wil openbaren wat uw moeite is, zult u dat geloven, zou dat hetzelfde zijn als toen Hij aan de vrouw openbaarde wat haar moeite was? De vrouw bij de bron? Sara, wat zij gezegd had, enzovoort? U gelooft dat? Gelooft u dat het in orde zou zijn?
212 U lijdt aan een bloedziekte, er is iets verkeerd met uw bloed. Als dat waar is, steek uw hand op. In orde. Nu hebt u het niet. Het wordt licht boven u. Jezus Christus heeft u geëerd.
213 Nu, ik heb de vrouw nog nooit in mijn leven gezien. Nu, wat is dat? Het moet Geest zijn. U kunt nu net als de Farizeeën zeggen: "Dat is de duivel"; wel, u krijgt hun beloning. U zegt: "Het is Christus", u krijgt de beloning van Christus. Ik geloof dat het het Woord is, dat in deze laatste dag geïdentificeerd wordt; niet ik.
214 Hier, hier is nog een kleine dame die hier vlak beneden zit. Zij lijdt aan spataders in haar benen. Zij heeft complicaties. Zij heeft hartklachten. Zij bidt voor een geliefde, dat is een broer. Zij huilt nu. Zij is in contact. Het is zeer ernstig met die broer. Het is een geval van diabetes. En ook heeft hij nóg een schaduw, hij is een zondaar. En u bidt voor hem. Dat is waar. Mevrouw Welton, als u met uw hele hart zult geloven, zal God het voor hem doen. Gelooft u het? Dat is uw naam.
215 Is dat nu méér dan wat Jezus tegen Simon zei: "Uw naam is Simon, u bent de zoon van Jonas"? Heb gewoon geloof. Betwijfel het niet. Geloof met heel uw hart. Als u het gelooft, zal God het laten geschieden. Als u slechts...
216 Hier, hier is een kleine dame die hier regelrecht naar me zit te kijken. Ze heeft wat rossig haar. Het haar is naar achteren gekamd.
217 Kunt u dat licht niet zien, amberkleurig, dat boven de vrouw rondcirkelt? Zij weet dat het nu gebeurt, omdat zij het voelt. Het is zo dichtbij haar, het kan niet anders of ze voelt het. Als dat waar is, dame, steek uw hand op. Daar is ze.
218 Nu ben ik een totale vreemde voor u. Ik weet niets over u, maar u zat daar te bidden. Dat is waar. Als dat zo is, wuif uw hand zo. Nu, als Jezus Christus de Zoon van God is, wat Hij ís, een Hogepriester Die zit aan de rechterhand van God... En ik sta hier alleen door een gave, met mezelf, zonder... buiten menselijke redenering, niet zelf denkend; een manier om mijn eigen verstand en denken te ontspannen en God erin te laten bewegen. Gelooft u dat Hij... Mij... God weet dat ik u niet ken en u weet het eveneens. Als dus de God mij uw moeite wil openbaren, of iets waarop u wacht, verlangt, of nog iets, gelooft u dat God dit wil en kan doen?
219 U hebt last van uw rug. Dat is een van de dingen waarvoor u bidt. En u hebt last van uw ogen. Gelooft u dat God ze zal genezen en ze gezond zal maken? Ja? U gelooft het? Gelooft u dat God mij kan vertellen wie u bent? Mevrouw Hallman, geloof nu met heel uw hart, u kunt hebben waarom u gevraagd hebt. Gelooft u?
220 Hier is een oudere vrouw, die daar een klein stukje achter haar zit. Zij bidt ook. Zij heeft suikerziekte. Ik hoop dat ze dit niet mist. Het is precies boven haar. Zij is wat bejaard. Een ogenblikje, moge de Here me nu helpen. Haar... daar greep ze het, in orde, nu zie, toen zij in contact was. Zij is niet van hier. Zij komt uit Louisiana. Haar – haar stad is een plaats die Singer heet, Louisiana. En zij lijdt aan suikerziekte. Haar naam is mevrouw Doyle. Als dat juist is, steek uw hand op. In orde. Ik ben een totale vreemde voor haar, heb haar nooit in mijn leven gezien. Maar Jezus Christus, de Zoon van God, weet alles over u.
221 Daar zit ginds een dame uit dezelfde stad, genaamd Singer. Zij lijdt aan hoge bloeddruk. En haar naam is Clark. Gelooft u, mevrouw Clark? Goed, u kunt hebben waar u om vroeg.
Gelooft u? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
222 Daar is het teken! Luister naar de stem! Bekeert u! Ga terug naar God zo snel u kunt! Jezus Christus is hier in de kracht van Zijn opstanding; een zondig en overspelig geslacht ontvangt een teken van Jezus Christus levend onder de mensen. Hij kon dat niet alleen met mij doen, u moet het óók zijn. Kijk, de vrouw moest Zijn kleed aanraken. U moest Zijn kleed aanraken. Wij zijn alleen instrumenten.
223 Gelooft u met heel uw hart? Als u dat nu gelooft... Hoevelen geloven het, steek uw hand zo op en zeg: "Ik geloof het echt."
224 Als u het nu gelooft, zei Jezus dit: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven; als zij handen op de zieken leggen, zullen zij genezen." Gelooft u dat?
225 Het is laat. We hebben geen tijd. Het is nu vijf over half tien. Wilt u dan gewoon uw handen op elkaar leggen? En doe enkel zoals ik u nu vertel, leg gewoon uw handen op elkaar.
226 Nu weet u het, op de galerijen, waar u ook bent. Nu weet u het, net zo goed als wat ook, nadat de Schrift is gepredikt en duidelijk geïdentificeerd door heel het gebouw heen.
227 Ik zie nog iemand op dit moment. Ziet u? En nog één, precies hier, prostaatkwaal. Een dame met T.B. Uh-huh. Oh, het is gewoon nu overal, maar het verzwakt je.
228 Wat maakt nog méér voor verschil? U ziet er vijftig, soms zijn er zoveel, en de volgende keer wil je er zeventig zien. Jezus deed dat één keer in Sichar en de hele stad geloofde in Hem. Zij keken uit naar de Messias.
229 De Messias is hier, de Heilige Geest, de Messias van deze dag, de Messias die het Woord van Zijn belofte betuigd laat worden.
230 Nu wil ik dat ieder van u, terwijl u uw handen op elkaar legt, als u gelovigen bent, niet voor uzelf bidt. U bidt voor die persoon en zij gaan voor u bidden. Hetzelfde Woord dat dit beloofde in de laatste dagen, beloofde ook...
231 En bedenk dat Jezus zei: "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen." De genezing, terugkomend, is de stem dat het teken is erkend. Zij leggen handen op de zieken, als een teken; de stem is een "halleluja, de Here heeft me genezen!" Als nu deze tekenen vergezeld gaan met een stem, dat teken, als u een gelovige bent, dan zal het daarmee vergezeld gaan. De stem zal het teken vergezellen.
232 Als ik u dit teken geef, waarvan ik u vertelde dat het van God komt en God beloofde het in deze dag; het is zo grondig naar voren gebracht, dat er niets is dan enkel een ongelovige, wat zou kunnen weerhouden het te geloven. Ziet u? Dan keerde God Zich om en bevestigde het om het zo uit te voeren. Nu, Hij is hier.
233 Nu ieder van u, de manier waarop u in uw eigen kerk bidt, of het in uzelf is of hardop, wat het ook is, bid voor de persoon waarop u uw handen hebt gelegd, want zij bidden voor u.
234 En kijk nu omhoog. En in de tegenwoordigheid van de Messias, de Christus, de Opgestane, nog steeds levend na twee duizend jaar, hoe kunnen wij zo verdoofd zijn in de Geest? Dit zou deze natie in brand moeten zetten! Dat zou Beaumont in zak en as tot bekering moeten brengen! Maar zal het dat doen? Nee.
235 Maar u, die naar Hem uitkijkt en gelooft dat Hij het zou doen en Zijn Woord houdt, aan u is nu de belofte gegeven. Leg uw handen op iemand en bid, terwijl ik hier voor u bid.
236 Here Jezus, er is genoeg gezegd, genoeg gedaan. Het Woord dat beloofd is, is gemanifesteerd. De Messias, de Christus van God, is in Goddelijke tegenwoordigheid. Wij voelen Hem. Wij zien Hem. Wij weten dat Hij dit in de laatste dagen heeft beloofd. "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn, wanneer de Zoon des mensen wordt geopenbaard." Dan weten wij.
237 We zien het vuur in de lucht, de atoombommen. We zien de door wormen gegeten naties, naties verbreken. We zien dat Israël in het thuisland is. Elk teken dat kon worden beloofd, is vervuld. Het volgende is de beloofde Zoon Die komt.
238 O, eeuwige God, in de tegenwoordigheid van Jezus Christus, de grote Heilige Geest, die hier nu bevestigt dat Hij hier is, hoor het gebed van deze mensen, hoor deze Christenen; dat, wanneer ik wegga zij niet zullen zeggen: "Broeder Branham deed dit." Iemand anders die zij niet kenden legde hun de handen op en zij werden gezond. Maar U hebt beloofd dat de stem een teken had. En mogen zij gezond worden, terwijl ik hen aan U opdraag in Jezus' Naam.