Huwelijk en echtscheiding
Door William Marrion BranhamLaten we onze hoofden nu buigen voor een ogenblik van gebed.
1 Allergenadigste Vader, wij danken U vanmorgen voor dit voorrecht hier te zijn in deze gehoorzaal, uitziende naar het resultaat van deze dag. Maar wij weten niet wat de dag brengt, maar wij weten Wie de dag in Zijn hand houdt. Dus wij bidden dat Hij Die vandaag en morgen en de hele eeuwigheid in Zijn hand houdt, ons zal zegenen vandaag als wij samenkomen in Zijn Naam, opdat we beter zouden kunnen weten hoe te leven en Hem te dienen. Dit is heel onze bedoeling, Vader. God, Die onze harten kent, weet dat dit waar is. Wij vertrouwen onszelf aan U toe, en het komende deel van de dag, voor Uw dienst, in Jezus Christus' Naam.
2 Amen. Gaat u zitten. [Broeder Branham spreekt dan tot iemand op het podium – Vert] (Dank u. Hier is er nog één.)
3 Goedemorgen, zichtbaar gehoor en ook het onzichtbaar gehoor in het land, waarmee we vanmorgen per telefoon zijn verbonden. Dit is voor mij een groot voorrecht hier vanmorgen te komen en te spreken over dit onderwerp van levensbelang. Voor het zichtbare gehoor is het werkelijk een beetje verwarrend, omdat er vlak voor mij gordijnen zijn en dan moet ik naar rechts spreken en dàn naar links. En voor het onzichtbare gehoor: ik heb de gehoorzaal rechts van mij en de gymzaal links van mij en ik sta hier met de gordijnen die aan mijn rechter- en linkerkant hangen, ertussen geopend. En wij hebben reserveruimte vanmorgen door het auditorium, het gymnasium en ook door de kerk, de kerk daar aan de Achtste en de Penn Street. En in de reserveruimte brengt het telefoonsysteem het over naar de andere plaatsen.
4 We hebben een geweldige tijd in de Here gehad en we hebben een grote verwachting voor de dienst van deze morgen. En nu, daar we vanavond deze vierdaagse campagne besluiten, nodigen wij zeker allen die kunnen uit, om hier te zijn. Wij vertrouwen, dat de Heer ons een geweldig hoogtepunt zal geven vanavond door iets heel erg buitengewoons te doen, in zoverre dat Hij al de zieken zal genezen en de grote dingen zal doen die Hij gewoonlijk doet. En we hebben een hoge verwachting voor vanavond. De mensen worden hartelijk uitgenodigd: iedereen, elke kerk en elke denominatie; u hoeft zelfs geen Christen te zijn. Wij roepen zeker de zondaars op om te komen in onze samenkomst; en wij doen ons uiterste best hun te onderwijzen wat de weg van de Here is, opdat wij zouden mogen leven.
5 Nu, ik hoop dat de toehoorders niet zenuwachtig zullen zijn en ik vertrouw op God dat ik niet nerveus zal zijn, want ik heb een vreselijke nacht gehad met veel spanning, want ik besef dat de dingen die ik zeg vanmorgen tegen mij zullen worden ingebracht in de dag van het oordeel. En ik kon niet slapen. En ik weet dat, als ik deze dingen niet zeg, het ook tegen mij zal worden ingebracht in de dag van het oordeel. Dus dat maakt het moeilijk. Je kunt dat niet uitleggen.
6 En nu, vanmorgen zullen wij dat belangrijke onderwerp Huwelijk en echtscheiding bespreken. De reden dat ik er een zondagsschool van heb gemaakt is, opdat we de tijd kunnen nemen om er over te spreken. In plaats van er een prediking over te houden, is het een onderwijzing uit de Schrift.
7 En ik wil zeggen dat, indien enige prediker, of predikers, waar dan ook, ooit deze band ergens in hun handen zouden krijgen... Als wij deze band uitgeven. Ik weet niet wat de gemeente er mee zal doen. Ik vraag broeder Fred om met de kerkenraad te spreken voor hij deze band uitgeeft. En u, mensen, ginds door het hele land, die bandrecorders klaar hebt staan, laat alstublieft deze band niet uitgaan tenzij u er van broeder Sothmann over hebt gehoord.
8 Nu, en als hij vrijgegeven wordt en enigen van mijn predikerbroeders of enige christen waar dan ook, het niet eens zou zijn aangaande de dingen die ik over dit onderwerp zeg, vertrouw ik dat u het niet zult bekritiseren. Als u het niet begrijpt op de wijze dat ik het onderwijs, dan is dat uw recht als prediker, als herder, en ik respecteer alles wat u gelooft.
9 En er zijn hierover twee belangrijke geloofsrichtingen. En als er twee vragen zijn, dan moet er één juist zijn of geen van beide is juist. Dus wij zullen vanmorgen proberen het Woord van God in te gaan om dit uit te maken. Wat mij betreft, als het een Bijbelse vraag is, heeft de Bijbel er zeker het antwoord op.
10 En nu, voor we deze nemen... met dit onderwerp beginnen, liever, voordat ik bid over het Woord, wil ik aan een ieder van u te kennen geven – aan u, christenen in het bijzonder – dat ik u verzoek voor mij te willen bidden deze morgen. En allen buiten in het niet zichtbare gehoor die vanmorgen meeluisteren, bid voor mij, omdat ik eerlijk en waarachtig wil zijn.
11 Nu, wij beseffen als we deze verklaringen afleggen, dat iemand, al is het slechts één persoon, zich er aan vast zal klemmen als was het een zaak van leven en dood. Velen van u zullen hier weg gaan en het geloven. Natuurlijk, velen van u zullen het misschien niet. Maar ik weet dat er in mijn bediening mensen zijn die komen om naar mij te luisteren, om te weten wat ik heb te zeggen. Van... Wel, ze zitten hier vanmorgen, internationaal, uit vele delen van de Verenigde Staten, Canada en van overzee. En u kunt zich voorstellen wat een spanning het je geeft om te weten dat de eeuwige bestemming van die mensen in jouw handen ligt, omdat zij zich zullen vastklemmen aan wat jij zegt. Dus, God zal mij daarvoor rekenschap laten afleggen. En ik wil dit onderwerp zo oprecht als ik maar kan, benaderen.
12 Nu, ik vraag onze zusters... En ik veranderde wat van mijn woorden zodat ik het voor hen kan uitspreken. Billy heeft een paar zaken in zijn zak gehouden, daarginds, die vanmorgen niet uitgesproken konden worden voor een gemengd gehoor en sommige onderwerpen zal ik waarschijnlijk wel zeggen, want u moet het begrijpen. Neem het als van uw broeder. Voor zover ik weet zou u in de spreekkamer van een dokter ook naar hem luisteren, indien hij erg openhartige dingen tegen u zou moeten zeggen. En tot u, jongedames en jongemannen: ik wil niet dat u de verkeerde indruk krijgt, ik wil dat u gelooft en gewoon rustig blijft zitten. Denk eraan, de waarheid moet als waarheid bevestigd worden.
13 En nu, ongetwijfeld zullen er velen van u het niet eens zijn met hetgeen gezegd zal worden, maar ik wil het aan u bewijzen door de Bijbel. En ik geloof dat als u slechts eerbiedig zult zijn en zult luisteren, u een beter begrip en een betere opvatting zult krijgen over dat waarop ik steeds heb gehamerd. Ik geloof dat dit het zal verklaren. Ik vertrouw dat dit zal gebeuren.
14 Nu, het zou misschien een beetje lang kunnen duren, anderhalf uur of misschien langer, hierover. Ik weet niet hoe lang het zal duren.
15 En nu, opnieuw, zou ik willen zeggen dat ik weet, dat in deze tijd de mensen zich vastklemmen aan je woorden. Ze doen het bij hun voorganger; en, natuurlijk, ik ben voorganger geweest.
16 En ze klemmen zich vast aan de woorden van een voorganger alsof het tussen leven en dood gaat. Ze houden vast aan de woorden van de priester alsof het tussen leven en dood gaat. Natuurlijk, misschien zal de voorganger, zo goed als hij maar weet, zijn mensen precies leren wat hem is onderwezen op het seminarie. Ongetwijfeld is het ook zo met de priesters van de verschillende religies, die priesters hebben. Natuurlijk is de voorganger een echte priester; het is een bemiddelaar. Dus als de priester, in alles wat hem is onderwezen op het seminarie of in de kloosters... dan vertelt de man met diepe oprechtheid gewoon precies wat hem is onderwezen.
17 Welnu, ik heb geen enkele seminarie-ervaring of klooster-ervaring. En ik heb helemaal niets tegen dat alles, maar ik heb een zeer merkwaardig leven.
18 Ik werd geroepen toen ik nog maar een kleine jongen was. Daarbij werd mij een zichtbaar en hoorbaar teken gegeven: een Vuurkolom die hing in een bosje, toen ik zeven jaar oud was, precies hier op Utica Pike. Mijn vader werkte voor Mr. O.H. Wathen. Hij is kort geleden gestorven. U hebt het boek gelezen; u kent de geschiedenis. En vanaf die tijd... Toen beneden bij de rivier, verscheen het zichtbaar voor de mensen. En nu... Vele keren zijn er foto's van genomen, en het hangt in Washington D.C., beschermd door de Auteurswet, in het Museum voor Religieuze Kunst, als het enige bovennatuurlijke wezen dat ooit wetenschappelijk bewezen werd gefotografeerd te zijn – dezelfde Vuurkolom, precies hetzelfde eruitziend en op elke wijze zoals die, welke Israël uit Egypte leidde. Ik geloof dat het Jezus Christus is in Geestvorm in het Zoonschap van God.
19 Want Hij werd Zoon des mensen genoemd toen Hij eerst kwam; nu wordt Hij Zoon van God genoemd; in het duizendjarig rijk zal Hij Zoon van David zijn. Hij kwam als Zoon des mensen, als profeet, zoals van Hem gesproken was; nu is Hij Zoon van God, bovennatuurlijk; in het grote duizendjarig rijk dat moet komen zal Hij Zoon van David zijn, zittend op de troon van David. Zoals alle Bijbellezers weten, is dat een Goddelijke belofte van God aan David – Hij zou Zijn Zoon opwekken om op Zijn troon te zitten.
20 En nu, in een vreemde, eigenaardige bediening ben ik van alles genoemd, van God tot een duivel. En dat is precies zoals het altijd is geweest.
21 Dat is wat deze aartsbisschop van de Katholieke kerk onlangs 's avonds tot mij zei, toen er daar de discussie was, waar hij zei: "Broeder Branham, Johannes de Doper identificeerde zich duidelijk in de Schriften, zoals gesproken werd door de profeet Jesaja." Hij zei: "Uw bediening wordt duidelijk geïdentificeerd in de gemeente." Hij zei: "De Lutheranen staan in de Bijbel. De Lutheranen kenden Luther; de Wesleyanen kenden Wesley, maar hoe is het met de Pinkstermensen? Ze zwerven rond en weten niet waar ze heengaan."
22 Ik zei: "Meneer, ik waardeer dat." Op dat moment viel de Geest op die dame (ze had mij nooit tevoren gezien), zijn vrouw... en sprak en identificeerde dezelfde dingen.
23 Nu, om eerlijk te zijn ten opzichte van deze Boodschap die ik vanmorgen breng: ik weet het niet. Ik zei hem: "Meneer, ik zou dat niet kunnen zeggen. Dat te zeggen is een heel groot iets. Het ziet ernaar uit."
24 Eén ding weet ik, dat er iets heeft plaatsgevonden, dat is zeker. Al deze dingen zijn zozeer wetenschappelijk bewezen en over de hele wereld bevestigd dat het niet slechts een mythe kan zijn; het is de waarheid. Wat betekent het? Laat mij als een belijdenis zeggen voor ik vanmorgen tot u spreek: ik weet het niet. En ik zou een waaghals zijn als ik één beweging zou maken voor ik het van Hem heb gehoord, Die tot mij heeft gesproken in het verleden en mij deze dingen heeft verteld.
25 Bedenk dat onze Here Jezus Christus Zichzelf nooit bekend maakte als de Zoon van God. Hij zei: "Gij zegt dat Ik het ben; hiertoe werd Ik geboren" enzovoort, maar Hij identificeerde Zich nooit.
26 En nu, dat was de Vuurkolom Die de kinderen Israëls leidde – het was de Here Jezus Christus in Geestvorm. Gelooft u dat? De Logos Die van God uitging. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
27 En dan, toen Hij op aarde was, zei Hij: "Ik kom van God en Ik ga tot God." Wij weten dat allen.
28 Na Zijn dood, begrafenis en opstanding, was Saulus van Tarsen op weg naar Damaskus om de christenen te vervolgen, omdat zij dingen leerden die in tegenstelling waren met datgene wat hun was onderwezen. Hij was een groot strijder onder Gamaliël, één van de meest vooraanstaande leraars in die tijd van hun school, van hun klooster, een groot man en een functionaris van de kerk. En daar gebeurde het dat een groot Licht, de Vuurkolom opnieuw, hem op het midden van de dag neerwierp. En een stem zei: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?"
29 Nu, als u oplet, toen Paulus – Saulus opstond, zei hij: "Here, wie zijt Gij?" Nu, daar deze jongen een Jood was, zou hij dat zeker niet zo genoemd hebben, tenzij het iets geweest was wat God symboliseerde; hij zou het anders geen "Here" hebben genoemd. Dus het was dezelfde Vuurkolom.
30 Zoals Jezus zei: "Ik ga tot God... Ik kwam van God en Ik keer terug tot God."
31 Daar was Hij weer terug in de vorm van de Vuurkolom. Hij zei: "Ik ben Jezus, Die gij vervolgt en het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan."
32 Wij beseffen dat, toen de apostel Petrus (aan wie de sleutels werden gegeven om de gemeente te bouwen)... We zien dat hij zich in de gevangenis bevond, en dat deze zelfde Vuurkolom door de tralies kwam, de deuren van de gevangenis opende en Petrus er op geheimzinnige wijze uit nam, zonder zelfs de wachten te verstoren. Voor mij is dat Jezus Christus, Dezelfde, gisteren, heden en voor eeuwig.
33 En dan zult u een zaak altijd kennen aan zijn natuur. Alles wordt gekend door zijn aard, door de vruchten die het draagt. Ik vraag u om te letten op het soort vrucht die het draagt, dit Licht, wat God is, omdat het altijd teruggaat naar het Woord van God, en het Woord van God bewijst en het Woord van God predikt; en God bewijst op die wijze dat Woord zichtbaar voor u. Daar moet iets achter zitten.
34 De mensen hebben mij een profeet genoemd. Ik noem mijzelf geen profeet, omdat ik het niet zou durven wagen dat te zeggen, maar ik kan dìt zeggen, dat de Here mij dingen heeft laten voorzien, mij dingen laat vertellen die gebeurd zijn, die zullen gebeuren en gebeuren. En niet één keer van de tienduizenden keren heeft het ooit gefaald. Elk ding dat Hij zei dat zou gebeuren, gebeurde. Wij weten dat allemaal. Als er vanmorgen een persoon in dit zichtbare gehoor is of waar dan ook die één keer zou kunnen opnoemen dat het faalde, hebt u de vrijheid te gaan staan en het te zeggen. Maar als iedereen weet dat het elke keer van de duizenden keren precies juist is geweest, zeg dan: "Amen." [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] Zie? Dus rond de wereld zal dat hetzelfde zijn.
35 Er staat iets op het punt te gebeuren. God zendt deze dingen nooit zonder dat er een doel achter is.
36 Ik dacht er juist aan dat ik hier een notitie had neergelegd betreffende een paar manchetknopen die ik vanmorgen draag. Velen van u hebben van deze filmster, Jane Russell, gehoord. En haar moeder is een Pinksterchristen en Danny Henry is haar neef, haar volle neef, het kind van de zuster van haar moeder. Hij was Baptist. Hij stond daar in de samenkomst van de Christen-zakenlieden in Los Angeles, Californië, twee jaar geleden.
37 En ik was juist geëindigd met het uitspreken van een grote, machtige en krachtige verklaring, zodat de opziener (een van de algemene opzieners van de Assemblies of God) zelfs naar beneden kwam naar het podium van boven van het balkon waar hij zat en zei: "Ik geloof niet dat broeder Branham dat meende."
38 Ik zei: "Ik moet dit menen, meneer. Het is ZO SPREEKT DE HERE." En dan... Het ging over de gemeente in dit tijdperk.
39 Omstreeks die tijd kwam deze jonge man, die een zakenman is... zijn broer maakte die morgen opnamen voor de televisie. Zijn andere broer is inspecteur van de wegen in de staat Californië. En Danny Henry liep naar voren, nadat de samenkomst beëindigd was, zo naar het podium toe waar de mannen allen zaten; hij kwam aanlopen om mij te omarmen en hij zei deze woorden: "Broeder Branham, ik hoop dat dit niet godslasterlijk klinkt, maar dat zou als het drieëntwintigste hoofdstuk van Openbaring gemaakt kunnen worden." Terwijl er slechts 22 hoofdstukken in Openbaring zijn. Hij zei: "Ik hoop dat het niet heiligschennend klinkt."
40 Hij had dit nauwelijks gezegd – nu, de jongen was een Baptist en wist niets over het bovennatuurlijke – of hij begon met zijn armen om mij heen in een onbekende taal te spreken. En toen hij klaar was met het spreken in een onbekende taal, stond er een zwaar gebouwde, donkere vrouw op, die daar precies voor mij zat en zei: "Dat hoeft niet uitgelegd te worden." Ze zei: "Ik kom uit Shreveport, Louisiana – of Baton Rouge, Louisiana. Dat is duidelijk Frans."
41 Victor Le Doux, die een Fransman was, zat daar ook en zei: "Zeker, ik ben een Fransman en dat was perfect Frans."
42 Ik zei: "Wacht een ogenblik. U schrijft op wat hij zei en u schrijft op wat hij zei, voordat u iets zegt. Schrijf op wat werd gezegd en laat ons uw aantekeningen zien." En dus schreef de één het op en de ander schreef het op. Het was... zelfs de plaats van de leestekens was hetzelfde.
43 En net omstreeks de tijd dat zij de notities naar voren brachten, kwam een fijn uitziende, blonde jongen van achterin de zaal aanlopen. Er was niet genoeg ruimte voor hem om te zitten, hij stond achterin. Hij kwam aangelopen en zei: "Een ogenblikje! Ik zou ook graag mijn aantekeningen willen geven." Hij zei: "Ik ben de Franse tolk van de V.N., de Verenigde Naties." Hij zei: "Ik zou graag mijn notities willen achterlaten."
44 En hier, alle drie de aantekeningen van het Frans, stemden precies overeen. En dit stond er op. Dit is rechtstreeks van de oorspronkelijke notities overgenomen. Dit is Danny's eigen briefje. Hij deed het in zijn zak. Natuurlijk ging het naar de Christen-zakenlieden, enzovoorts:
"Omdat gij de smalle weg hebt gekozen, de zwaardere weg; gij hebt gewandeld in uw eigen keuze. Gij hebt de correcte en zuivere beslissing genomen en het is Mijn weg. Vanwege deze gewichtige beslissing zal u een zeer groot deel van de hemel wachten. Wat een glorierijke beslissing hebt gij gemaakt! Dit in zichzelf is dat wat de geweldig grote overwinning zal geven en doen geschieden in de Goddelijke liefde."
45 Nu, de man tekende hier met zijn naam. "De bovenstaande verklaring werd vertaald door... van de profetie van Danny Henry over broeder Branham, gegeven door drie getuigen in het Cafetaria in Los Angeles, Californië."
46 Nu, deze zelfde jongeman die deze profetie gaf, niet wetende wat hij zei, was ongeveer een maand geleden in Jeruzalem. Hij had het voorrecht uit te gaan en te liggen in de graftombe waar Jezus was gestorven en begraven. En hij zei dat, terwijl hij daar lag, hij zeer sterk aan mij moest denken. En hij begon te wenen en zei: "Hoe moeilijk is het voor broeder Branham geweest om stand te houden tegen de wereld en deze dingen en tegen al de kerken."
47 Zoals het eens door iemand van Billy Grahams team werd gezegd: "Wij kunnen Billy Graham zien omdat alle kerken zich samen voor hem verenigen; wij zien Oral Roberts bij de Pinkstermensen; maar hoe toch zal ooit iets bestaan wanneer het tegengesteld is aan wat de mensen is onderwezen?" Het is God.
48 En Danny heeft een hobby, hij maakt kleine stenen. Hij wandelde naar de plek waar het kruis had gestaan; waar men zei dat het kruis had gestaan in de rotsen. Er was niemand in de buurt, dus brak hij een klein stukje van de rots af en deed het in zijn zak als herinnering; thuis gekomen maakte hij er voor mij een paar manchetknopen van. En eigenaardig, toen hij ze maakte zagen ze er uit alsof ze met bloed bevlekt waren en door beide loopt een rechte ononderbroken smalle weg, recht door allebei. Nu dat zou gewoon een... Iemand anders zou het misschien niet opmerken, maar voor mij is het een aanvulling op de dingen die ik geloof. Ik geloof dat in alles een betekenis ligt.
49 En nu, in deze tijd, wat de Here ook heeft... Indien dit niet de zaak is waarvan Hij profeteerde, van Maleachi 4 en ook van Lukas 17 en vele andere Schriftgedeelten, die zouden moeten gebeuren in deze laatste dag – mag ik dit tot slot zeggen – dan heeft het het fundament gelegd voor de man, wanneer hij zal komen. Daarom ben ik erg dankbaar dat de almachtige God, indien het op die wijze moest zijn, mij in mijn onbestudeerde staat, een klein beetje heeft laten doen om mijn dankbaarheid voor Zijn liefde voor mij te tonen, mijn liefde voor Hem en onze liefde voor de mensen.
50 In oprechtheid nader ik daarom dit onderwerp van Huwelijk en Echtscheiding. Moge God ons allen genadig zijn.
51 En nu, luister aandachtig. Zusters, sta niet op om naar buiten te gaan; blijf slechts een ogenblikje rustig zitten. Broeders, doe hetzelfde. Draai daar buiten niet uw toestellen uit (degenen die op deze telefoonaansluiting staan aangesloten). Doe dat niet. Blijf gewoon even rustig zitten totdat het voorbij is. Luister aandachtig. Als u het er niet mee eens bent, schrijf de Schriftplaatsen op die ik gebruik en bestudeer ze biddend voordat u uw beslissing neemt.
God, help ons als wij proberen dit onderwerp te benaderen.
52 Nu, het kan wat lang duren. Ik wil niet dat u ook maar iets gehaast bent. Laten we allen de tijd nemen en het Woord van God zo oprecht en grondig bestuderen als we maar kunnen.
53 Laat ons beginnen met Mattheüs, het negentiende hoofdstuk. En ik wil, denk ik, beginnen met het achtste vers, van het negentiende hoofdstuk. Misschien zou ik al kunnen beginnen bij het eerste vers en dan helemaal doorlezen tot het achtste vers van hoofdstuk 19.
54 Nu, denk eraan, dat deze dingen die ik zeg moeten komen van het Woord van God. Het kan niet mijn eigen opvatting zijn, omdat mijn mening precies zo is als welke andere ook, maar het moet in overeenstemming zijn met het Woord van God. Bedenk dat God alles in samenhang houdt. Hij verandert nooit. Hij is Dezelfde, gisteren, heden en voor eeuwig. Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Hij is Dezelfde.
55 Nu, ik zal lezen vanaf het negentiende hoofdstuk.
En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat Hij vertrok van Galilea, en kwam over de Jordaan, in het gebied van Judéa.
En vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze aldaar.
En de Farizeeën kwamen tot Hem, verzoekende Hem,...
56 Ik pauzeer hier om de nadruk te leggen, zodat u ziet wie het waren die Hem verzochten.
... en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak?
Doch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne de mens gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw?
En gezegd heeft: Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn;
Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Wat God dan samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten?
Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van de beginne is het alzo niet geweest.
Nu, God helpe ons.
57 Met dit Schriftgedeelte, deze vraag, werd Jezus geconfronteerd bij het allereerste begin van Zijn bediening, en Mozes werd ermee geconfronteerd bij het allereerste begin van zijn bediening. Het is verreweg de belangrijkste vraag in de harten van de gelovigen. De zondaar bekommert zich er niet om. Maar de gelovige wel, omdat de gelovige alles wat hij weet probeert te doen om voor God recht te leven. Als er daarom een vraag opkomt betreffende de godsdienst, dan rijst de huwelijk- en echtscheidingszaak op. Waarom? Omdat het de oorzaak is van de oorspronkelijke zonde. Daar begon de zonde en dat is de reden dat het elke keer aan de orde wordt gesteld, want dat was het eerste begin van de zonde.
58 Nu, ik zal geen tijd hebben om al deze dingen uit te leggen, maar ik zal graag uw brief beantwoorden of wat ik ook maar kan doen. We hebben hier de boeken die er over schreven en vele vragen en zelfs uittreksels uit de kranten en dergelijke, om dit te bewijzen. Wij weten dat het Eva was. Over de appel die zij werd verondersteld te eten (dat is niet eens schriftuurlijk), beweren ze nu dat het een abrikoos was. Het was geen van beide. Zij pleegde overspel waardoor het eerste kind werd voortgebracht, Kaïn, Satans eigen zoon, want in hem lag het kwade. Het kwam niet door Abel. Satans zoon was Kaïn.
59 Ik weet uw vraag nu: Eva zei: "Ik heb van de Here een man verkregen." Dat is precies juist.
60 U zou de gemeenste vrouw in de stad kunnen nemen en de slechtste man; als zij een baby zouden krijgen zou het van de Here hebben moeten komen. Want God heeft wetten ingesteld, en deze wetten... zoals het opkomen van de zon. Als u een klit plant in een goede akker zal het groeien. En het moet groeien, omdat het Gods wet is. Wanneer zaad wordt geplant moet het groeien en niets kan leven doen groeien dan God, omdat het onderworpen is aan Zijn wetten. Daarom moest het kwade zaad, toen het werd geplant in de schoot van Eva, voortbrengen, omdat het Gods wet is van de voortplanting. Het kon niets anders dan het voortbrengen en het moest van God komen.
61 Dat is de reden dat mensen soms zeggen dat baby's, die niet geboren zijn uit christelijke ouders, verloren zijn.
62 Jezus Christus' bloed geeft verzoening voor het kind, het maakt me niet uit hoe erg het werd geboren, of hoe slecht het geboren werd. Hij is het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Het kleine kind kan zich niet bekeren, omdat het niets heeft om zich van te bekeren en dat was de zonde der wereld, die werd weggenomen door het bloed van Christus. Baby's gaan naar de hemel.
63 Het is de oorspronkelijke zonde en daarom is het een strijdvraag. Als er iets buitengewoons van God verschijnt, is steeds de eerste vraag: "Hoe zit het met huwelijk en echtscheiding?" Zoals altijd is het nu nog steeds een vraag onder de mensen. Zoals het was in de tijd van Jezus en zoals het was in de tijd van Mozes; het is het altijd geweest en is tot op heden een vraag onder de mensen, omdat de mensen willen weten wat de waarheid is.
64 Maar waar een vraag is, moet ook een antwoord zijn. En nu, omdat er een antwoord is, zoals ik eerder deze week heb gezegd, moet er een correct antwoord zijn. En als wij ergens een antwoord op krijgen dat niet juist is, dan weten we dat het fout was. Maar er is... u zou nog steeds doorvragen totdat de werkelijke vraag wordt beantwoord, indien u de waarheid wilt weten. En omdat dit een Bijbelse vraag is, moet er een Bijbels antwoord zijn.
65 Het is zoals ik zei: als ik vanmorgen naar het oosten wilde gaan, naar mijn beste weten, om een bepaald iets in het veld te vinden, dat pal oostwaarts lag, dan ging ik naar het oosten. Als iemand zou zeggen: "Broeder Branham, dit is oost." Het is potentieel oost, maar het is noord-oost. Ik zou het doel waar ik naar zocht, passeren; ik zou terugkomen, wetend dat het fout was. Als dan iemand zou zeggen: "Broeder Branham, ga die kant op, naar rechts." Nu, dat is ook potentieel oost, maar het is zuid-oost. Ik zou het doel missen, waar ik naar zocht, omdat ik over de grenzen van de volmaakte en rechtstreekse weg heenging.
66 Nu, als dat zo is, hebben wij twee richtingen over huwelijk en echtscheiding. En dat is... Eén van hen beiden zegt, dat een man slechts eenmaal getrouwd kan zijn, tenzij zijn vrouw dood is. Dat is één van de vragen. Maar als u dat gaat volgen, dan gaat u overboord. Dan zegt de andere: "O, als de vrouw of de man (één van beiden) overspel heeft gepleegd, dan kan elk van hen weggezonden worden en weer trouwen." U bemerkt dat u daarmee overboord gaat.
67 Dus ziet u, het is noch zuid-oost, noch noord-oost; wij willen rechtstreeks oost. U geraakt buiten de Schrift als u deze kant op gaat. U geraakt buiten de Schrift als u die kant op gaat. Wij willen weten waar de Schrift de Schrift ontmoet, en weten wat de Waarheid erover is. Beide nemen een andere weg en blijven in gebreke het correcte antwoord te geven, maar er moet toch een antwoord zijn.
68 Het is tegenwoordig precies zo; er zijn twee grote geloofsrichtingen in de kerk: de ene is het Calvinisme, de andere is het Arminianisme. De ene is wettisch en de ander is genade. En dan ontdekken we dat de mensen die in de genade geloven, de Calvinisten, zeggen: "God zij geprezen, het schaadt mij niet als ik rook; het schaadt me niet dat ik drink. Ik kan deze dingen doen; ik heb eeuwige zekerheid." Dan ontdekken we aan de andere kant (aan die van de wettischen) dat ze zeggen: "O, ik zou hem graag willen uitschelden; ik zou hem graag de waarheid willen zeggen, maar ik ben een Christen, ik moet me rustig houden." Ziet u, u vindt uzelf op twee verschillende wegen en geen van beide is juist. Nu, dat is hard om te zeggen, maar het is de waarheid.
69 Wij vinden onszelf op twee verschillende wegen: één gaat de ene kant op; en één de andere kant op. Nu, laat ons zien wat de waarheid is.
70 Luister nu en zie of dit u begrijpelijk voorkomt. Als ik mij bijvoorbeeld gereed maak om overzee te gaan (en ik zal mijn eigen gezin nemen), zou ik mijn vrouw bij me roepen en ik zou zeggen: "We gaan... ik zal overzee gaan, lieveling." (Nu, hier is de kant van de wettische mens.) "Nu, mijn vrouw, ik zal je de wet voorschrijven. Als je flirt met enige man terwijl ik weg ben, dan ben je als ik terugkom een gescheiden vrouw. Ik wil niet dat je lonkt, ik wil niet dat je flirt! Begrijp je dat? Ik ben je man! Als je het toch doet, zal ik je wegzenden wanneer ik terugkom."
71 En dan steekt ze haar hand uit en pakt me bij m'n das en zegt: "Mijn goede man, ik zal jou eens iets vertellen!" Zie? Ze zegt: "Als jij naar een vrouw kijkt of een vrouw mee uitneemt of flirt met een vrouw, zal je een gescheiden man zijn als je terugkomt." Nu, zou dat een gelukkig thuis zijn? Dat zijn de wettische mensen. Juist.
72 Nu, de andere kant is, dat, als ik overzee ga en een fout maak – ik ga er heen en zeg: "Welnu, kijk, ik zal deze vrouw mee uitnemen. O, het is allemaal in orde met mijn vrouw; ze vindt het niet erg." En mijn vrouw zegt: "Ik ga uit met die man. Dat is in orde met Bill; het kan hem niet schelen." Als het mij niets kan schelen, dan is er iets fout met mij. Ik houd niet echt van die vrouw. En als het haar niets uitmaakt, is er iets fout met haar. Zij is mijn vrouw. Ik wil niet dat een andere man vreemd gaat met haar. Zij is mijn vrouw.
73 Nu, de juiste weg hierbij is, dat beiden een waarheid hebben, maar niet de exacte waarheid.
74 Nu, wanneer ik overzee ga en het op de juiste wijze wil doen, roep ik mijn kleine gezin bij elkaar, en wij bidden met elkaar; en ik draag hen op aan God en zij dragen mij op aan God. Wanneer we dat hebben gedaan, gaan we overzee, ga ik overzee. Nu, ik weet dat ze van mij houdt, ik heb vertrouwen in haar. Ik houd van haar. Zij heeft vertrouwen in mij. Zolang ik haar zo liefheb, maakt zij zich geen enkele zorg dat ik een andere vrouw mee uitneem. Zolang als zij mij echt liefheeft, is het niet nodig dat ik zou denken, dat er een andere man met haar uit zou gaan, omdat zij mijn vrouw is en ik haar geloof.
75 Ik geloof dat als ik werkelijk iets verkeerds zou doen, een fout zou maken en uitgaan met een of andere vrouw en ik zou terugkeren en het haar belijden en zeggen: "Meda, ik was niet van plan dat te doen; ik liep gewoon in een val; deze vrouw rende gewoon recht op me af en greep me bij mijn arm en begon dit en dat..." Ik geloof dat zij het zou begrijpen. Ik geloof dat zij me ervoor zou vergeven. Maar ik zou het voor niets ter wereld willen doen, omdat ik haar liefheb! Hoewel zij het me zou vergeven, zou ik het niet willen doen! Ik zou haar voor niets ter wereld willen kwetsen! Hoewel ik zou weten dat zij het me zou vergeven, zou ik haar niet willen kwetsen.
76 En zo is het met God. Als een phileo-liefde (wat menselijke liefde is, kameraadschappelijke liefde) bewerkt dat een man dat voor zijn vrouw voelt, wat dan met de agapè-liefde (het Griekse woord dat betekent 'de liefde van God'); hoe zou dat mij laten handelen ten opzichte van Jezus Christus? Zolang als ik het verlang te doen, is het in mijn hart om het te doen. Ik zeg, zolang het in mijn hart is om het te doen, ga ik en doe ik het. Wetticisme zou me dat niet toestaan, want ik zou weten dat ik ervoor gestraft zou worden. Maar de werkelijke waarheid erover is dat, wanneer de liefde van God in uw hart binnenkomt, u het wilt doen. Dat is de waarheid daarover. Daar zijn de twee richtingen. Niet het wettische of het andere, het Calvinisme; het is beide.
77 Nu, we ontdekken dat er ook tegenwoordig vele verschillende denominaties zijn; er is de Katholieke kerk, de Protestantse kerk. Elk van hen zegt dat zij de weg zijn. "Zie, wij hebben de weg; wij zijn de waarheid." Daar zijn de Methodisten, die zeggen: "Wij hebben de waarheid"; de Baptisten zeggen: "Wij hebben de waarheid."
78 Wel, voor mij, zolang zij het op die manier voelen, is het niet zo, omdat Jezus zei: "Ik ben de Waarheid." Zie?
79 Daarom is het, zoals ik in mijn prediking van gisteravond zei: Hij is de plaats waar God Zijn Naam stelde; de enige plaats van aanbidding. U bent niet een Christen omdat u een Protestant bent, u bent geen Christen omdat u Katholiek bent; u bent geen Christen omdat u Methodist, Baptist of Pinkstermens bent. U bent een Christen omdat u gedoopt werd in Jezus Christus door de Heilige Geest – niet door water. Er is één geloof, één Here, één doop, en dat is de doop van de Heilige Geest. Waterdoop leidt u binnen in een gemeenschap; de doop van de Heilige Geest voert u binnen in Christus. Daar is de waarheid.
80 Wij hebben ook twee gedachten over deze Huwelijk en echtscheiding. Nu, daar onze Here het 'zeven-zegel-geheimenis' van Zijn Woord voor ons heeft geopend in deze laatste dag. Nu, voor velen van u mag dit misschien Grieks zijn, maar mijn gemeente begrijpt het, als u hebt gehoord over de visioenen en over wat heeft plaatsgevonden. En de vraag is een Bijbelse vraag. Wij worden hier uitgenodigd om te geloven dat er een waar antwoord moet zijn op het hele verborgen geheimenis, dat verborgen was sinds de grondlegging der wereld. De Bijbel profeteert en zegt dat in deze tijd deze geheimenissen zouden worden bekendgemaakt. Openbaring 10: "En bij het bazuinen van de zevende engel (de boodschapper van Laodicéa) zouden de geheimenissen van God bekend worden gemaakt." En dit is het laatste tijdperk, dat van Laodicéa.
81 Kijk, deze hele opwekking duurt al vijftien jaar of meer en er is niet één denominatie uit ontstaan. Luther had een opwekking: er ontstond een denominatie; Wesley: er ontstond een denominatie; Alexander Campbell, en er ontstond een denominatie. Al deze andere groten... John Smith, enzovoorts, denominaties; Moody, en zo maar door. Maar hier is er één... Gewoonlijk duurt een opwekking slechts drie jaar, maar deze duurt al meer dan vijftien jaar en niet één denominatie is er uit voortgesproten, want dit is de zaad-tijd. Er is geen kaf meer. Nadat het kaf verdwenen is, komt het zaad.
82 God is gereed. Als Hij het nu niet doet, zal Hij een gemeente tot volmaking roepen door Zijn Woord, Jezus Christus. Let op, er moet ergens een antwoord zijn. En omdat dat het zevenmaal verzegelde geheimenis Gods is, zeven zegels.
83 Hoevelen begrijpen dat, steekt uw handen op. Laat ons zien. Ik geloof dat de meesten van hen van onze samenkomst uit de omtrek zijn. Luister, indien niet: de boeken over het onderwerp zullen zeer spoedig uitkomen. We hebben er nu reeds enige boeken over.
84 In onze tekst nodigt Jezus ons uit terug te gaan naar den beginne voor het ware schriftuurlijke antwoord.
85 Nu, toen Hij hier mee werd geconfronteerd, waren er twee dingen te zien. De priester zei tot Hem: "Kan een man zijn vrouw verlaten en een ander trouwen om allerlei redenen?"
En Jezus antwoordde: "Het was niet zo van den beginne."
Toen zeiden ze: "Mozes stond ons toe een scheidbrief te schrijven" (en haar weg te zenden voor alles wat ze maar wilden).
86 Hij zei dat Mozes dat deed vanwege (ik laat dat een poosje inzinken) – vanwege de hardheid van uw hart, maar van of in den beginne was het zo niet.
87 De vraag... zoals tegenwoordig de vraag over de wereldvrede. Komt deze door de politiek, door vereniging van naties, verenigd? Ik zeg u: nee. Dat heeft altijd gefaald en dat zal het opnieuw. Maar er blijft een waar antwoord op de vraag: "Zal er vrede op de aarde zijn?" Ja, wanneer de zonde van de aarde is weggedaan, zal er vrede zijn. Maar tot die tijd zal er geen vrede zijn. "Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk." God gaf een geneesmiddel tegen de zonde. (Luister nu aandachtig.) God gaf het geneesmiddel om de zonde van de aarde weg te nemen, maar de mens van de aarde wil Gods middel niet accepteren.
88 God gaf ons een geneesmiddel en een mogelijkheid om onze vrouwen te trouwen en met hen te leven, maar de mens wil Gods middel niet aanvaarden en wil Zijn Woord er over niet aanvaarden. Jezus heeft dit gezegd. En dit doet ons terugdenken aan Zijn woorden, wetend dat Hij zei: "Hemel en aarde zullen falen, voorbijgaan, maar Mijn Woord niet."
89 De vraag, het ware antwoord waarvan Jezus wenst dat we daar naar teruggaan, is, terug te gaan naar den beginne. Dat zou dan zijn in Genesis, omdat het woord Genesis inhoudt dat het het zaadhoofdstuk is voor elke vraag in de Bijbel. En u moet altijd teruggaan tot het zaad om te zien wat voor soort zaad er in een akker ligt om er achter te komen wat uw oogst zal zijn. Nu, welk soort zaad werd gezaaid? Genesis – omdat dat het zaad-hoofdstuk is, gaan we terug naar Genesis. Jezus leidde ons naar dat Schriftgedeelte in den beginne. Nu, bedenk, dat was toen de tijd begon. Daarvoor was de eeuwigheid. Nu, onze vraag daar was, let op, als wij teruggaan naar den beginne...
90 Nu, mis dit niet! En daarom wil ik graag langzaam spreken, zodat het voor de mensen buiten aan de lijnen, en opdat het op de band duidelijk zal zijn.
91 Indien Jezus zei: "Ga terug naar den beginne..." Toen was er van alles slechts één paar op aarde. Er was één Adam, en één Eva. Zij werden samengevoegd door God alleen. Eén vrouwelijk paard, één mannelijk. Eén vrouwelijke papegaai, één mannelijke. In den beginne, waarnaar Hij ons zei terug te gaan, was er van alles slechts één paar. Is dat waar? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dan stellen we vast dat alles in den beginne in volmaakte orde en harmonie met God verliep; niets was uit de orde.
92 In de hemel is alles nog steeds in orde; al de sterren, het melkwegstelsel, het zonnestelsel, alles is in volmaakte orde. Wanneer er één van beweegt, wordt het hele programma onderbroken.
93 Nu, luister! Ziet u het? Eén verstoring bederft het hele programma! Nu, toen de menselijke wezens in voortdurende harmonie met God leefden, met één man en één vrouw, zondigde deze vrouw. En het wierp het hele aardse programma uit de voortdurende harmonie met God! Daarom: één woord toe te voegen aan dit Boek of er één woord af te nemen, dat werpt een Christen uit de voortdurende harmonie met God, dat werpt de gemeente uit de voortdurende harmonie met God, dat werpt het gezin uit de voortdurende harmonie met God! Elke gelovige kan eruit geworpen worden, als hij niet elk Woord van God accepteert.
94 Dan was het de vrouw die de scheiding van het lieflijke huis veroorzaakte. Het was niet een cherub die de aarde schaadde. Het was niet Adam die het huis in verwarring bracht. Het was niets anders wat het huis en de hele zaak uit de voortdurende harmonie wierp, dan een vrouw – Eva. En het is hier, dat het begin, waarvan Jezus sprak, werd verbroken. Jezus zei: "In den beginne maakte God één mannetje en één vrouwtje van elke soort." En nu, toen deze vrouw – niet het vrouwelijke paard, niet de vrouwelijke hond – maar de vrouw; zij brak de hele voortdurende harmonie van Gods werking op de aarde en wierp alles in de dood. De vrouw, niet de man; zij brak het verbond. Zij brak het verbond en waarom? Zij stapte over de grenzen van Gods Woord! Nu, toen zij haar verbond met haar man verbrak, verbrak zij haar verbond met God; en omdat zij toen het verbond met God verbrak, verbrak zij het met haar man.
95 En wanneer u uw belofte, uw verbond ten opzichte van Gods Woord, verbreekt... Dat veroorzaakte dat er zoveel onwettige kerkleden ontstonden, omdat een groep mensen samenkwam en zei: "Wel, dat betekent het niet." En dat werpt de hele organisatie uit de voortdurende harmonie met het Woord. "O, wij geloven dat niet. Dr. Jones zei dat het niet zo was." Maar zolang God zei dat het zo was...! Hij zei: "Laat ieder mensenwoord een leugen zijn, en het Mijne de Waarheid." Daar verbreekt het de voortdurende harmonie.
96 Nu, wij zien dat, doordat de voortdurende harmonie werd verbroken, daardoor ook de levenslijn werd verbroken. Ook werd de tijdlijn verbroken. Het verbond werd verbroken, alles viel uiteen! Waardoor werd het veroorzaakt? Door een vrouw. Daardoor werd het verbond verbroken. Nu, als u dat wilt lezen, kunt u het lezen in Genesis 3.
97 Nu, toen werd de man gesteld om te heersen over de vrouw, door Gods Woord. Zij was niet langer zijn gelijke. Zij was zijn gelijke in de natuur, weet u. Maar toen zij Gods Woord brak, stelde God de man aan om over haar te heersen. (Genesis 3:16 als u het wilt opschrijven.) Ze was niet langer de gelijke van de man. Zij was een overtreedster van Gods Woord.
98 Ziet u niet dat zij – zij, de gemeente hier beneden – de overtreedster is van Gods Woord, waardoor zij volledig uit de voortdurende harmonie is geworpen. Dat is wat de gemeente heeft gedaan; het heeft geestelijke dood op de hele zaak geworpen! Nu zult u begrijpen waarom ik deze dingen er zo inhamer! Het is de Waarheid! Dit zijn Bijbelse feiten.
99 Let op, waarom heeft zij zoiets als dit gedaan? Hoe kon die lieflijke, mooie, volmaakte vrouw...
100 Ik heb eens een schilderij gezien (ik geloof dat het in Griekenland was) van een kunstenaar die een schilderij maakte van Eva. Zij was het verschrikkelijkst uitziende wezen dat ik ooit gezien heb. Dat toont waarnaar een vleselijk gezind mens kan kijken. Maar zo was zij niet, zij was mooi, omdat zij een volmaakte vrouw was, helemaal vrouw.
101 Let op, waarom deed zij zoiets, terwijl zij van die hoge orde was? Ze was precies zoals de man, aan hem gelijkwaardig. Maar wij weten nu allen, dat ze haar gelijkwaardigheid aan de man verloor toen zij zondigde en God zei: "De man zal van nu aan over u heersen." Nu, dat is de Schrift. Als u zou willen, kunnen we het lezen.
102 Ik geef u de Schriftgedeelten (en spaar zo tijd voor deze grote telefoonaansluiting door het land) zodat u het zelf zou kunnen lezen.
103 Bemerk de reden waarom zij dat deed. Hoe kwam Satan ooit tot haar?
104 Wist u dat Satan eens gelijkwaardig was aan God? Zeker was hij dat. Hij was alles, behalve schepper; hij was alles; hij stond aan de rechterhand van God in de hemelen, een grote, leidende cherub.
105 Let op, de reden dat zij dit deed was, dat zij niet in de oorspronkelijke schepping was. Zij is niet in Gods oorspronkelijke schepping; zij is een bij-product. Daarom: in den beginne (waarnaar Jezus ons verwees) was zij niet een oorspronkelijk geschapen wezen van God! Zij was een bij-product van de man, toen Jezus verwees naar den beginne.
106 Herinner u, Adam was zowel mannelijk als vrouwelijk in de oorspronkelijke schepping; één; maar daarna werd een rib van hem afgescheiden.
107 Let op... maar een bij-product... En bemerk, de enige van heel Gods schepping, van elk dier en al het andere, zij was de enige die zo ontworpen was. Elk ander vrouwelijk wezen was in de oorspronkelijke schepping. Elk ander vrouwelijk wezen was in de oorspronkelijke schepping, maar Eva was niet in de oorspronkelijke schepping. Zie, dat moest zo gemaakt worden. Wij zullen daar straks nog op ingaan. Let op, in deze schepping waarin zij was – niet in de oorspronkelijke, maar een bij-product – en in deze schepping is er...
108 Nu, ik wil uw gevoelens niet kwetsen, maar ik wil u een waarheid vertellen en blijft u rustig zitten; u doet het fijn.
109 Er is niets ontworpen om zo verleidelijk te zijn als een verleidelijke vrouw. Niets anders kan zo zijn; niets anders is zo gemaakt.
110 Er is ook niets dat zo gemakkelijk verleid kan worden als een vrouw. Nu, de val bewijst dat deze bewering waar is, de val in den beginne.
111 Zij was niet in de oorspronkelijke begin-schepping. Zij was in Adam, maar niet als vrouwelijk geslacht op zichzelf, in den beginne. Zij werd gemaakt als bij-product.
112 Nu, er is niets ontworpen dat zo gemakkelijk verleiden kan en verleid kan worden, als een vrouw. Er is niets ontworpen dat zich zo diep kan verlagen als een vrouw. Denk nu na! Er is niets ontworpen in de hele schepping dat zich zo diep kan verlagen als een vrouw. Zij kan het hart van een man in stukken scheuren, gemakkelijker dan wat ter wereld ook – zijn vrouw. Laat dat lieve, kleine vrouwtje er eens vandoor gaan met een andere man. Zie dan die man daar zitten met zijn kinderen, terwijl de tranen over zijn wangen stromen. Ze is op die manier ontworpen. Zij is gemaakt om dit te doen. Er is geen varken, geen hond, geen ander dier zo ontworpen als zij; dat zo diep kan zinken als zij. Nu, dat is waar.
Met achting voor mijn zusters, ik wil alleen dat u oplet.
113 Geen dier kan immoreel zijn! U kunt de hond een teef noemen (de vrouwelijke hond). U kunt het mannelijke... een varken een zeug noemen, maar haar moraal gaat een miljoen mijl uit boven die van vele Hollywoodsterren! Zo diep kan zij zinken in haar toestand. Zij kan niet... Denk hier gewoon even over na: er is niets ter wereld in Gods schepping gemaakt, dat immoreel kan zijn en zo diep kan zinken.
114 U zegt: "Wacht eens even! De man..." We zullen daar nog op komen. De vrouw moet "ja" zeggen.
115 Let op, niets is ontworpen dat zo diep kan zinken en zo vuil kan zijn als een vrouw. Een hond kan het niet; een varken kan het niet; een vogel kan het niet; geen dier is immoreel, noch kan het dat zijn, want het is niet zo ontworpen dat het zo kan zijn. Een zeug kan niet immoreel zijn, een vrouwelijke hond kan niet immoreel zijn, een vrouwelijke vogel kan niet immoreel zijn. Een vrouw is de enige die het kan zijn!
116 Nu, ziet u waar Satan heenging? Ziet u? Maar toch heeft zij... zij is het die macht heeft om "ja" of "nee" te zeggen. Ziet u? Het hangt ervan af waaraan ze zich wil houden. Zie? Nu, hier kunnen we duidelijk zien waar het slangenzaad binnenkwam. Er is maar één plaats waar hij heen kon gaan. Als dat niet overtuigt, dan is er iemand blind. Zie? Zie, het moest zo gaan.
117 Let op, de reden waarom dieren het niet konden doen is, omdat het vrouwelijke dier in de oorspronkelijke schepping was. Maar de vrouw was niet in die oorspronkelijke schepping. Nu zullen we teruggaan en dit opgraven, en het dan regelrecht terugbrengen tot de huidige dag in het Nieuwe Testament.
118 Zij alleen is ontworpen voor vuilheid en onrein leven. Een hond kan het niet; geen enkel vrouwelijk dier kan het. Alleen de vrouw kan het. Een hond of welk ander dier ook: eens per jaar en dat is voor hun jongen, niet voor sexueel genoegen, maar voor hun jongen! De oude zeug, de oude teef; één keer per jaar, voor één moment; dat is voor hun jongen. Maar de vrouw is geschapen voor elke keer die zij wenst. (Ik heb hier nu wat doorgestreept; u kunt zich de rest voorstellen.) Een hond kan het niet, maar een vrouw wel. (Ik hoop dat de Heilige Geest de rest aan u openbaart van wat ik hier heb doorgestreept.)
119 Zij is het enige wezen van het vrouwelijk geslacht, dat mooier is gemaakt dan het mannelijk wezen. Dat is bij geen enkele andere soort zo. Bij alle andere schepsels van God zijn de mannetjes mooi, zoals bij de dieren, de vogels enzovoort. Telkens is het mannetje het mooist.
120 Kijk naar die grote reebok: grote, fijne horens, een edel soort – en die kleine eenvoudige ree. Kijk naar de grote haan met al zijn prachtige veren en die kleine, bruine hen. Kijk naar de vogels: de haan en de hen. Waarom? Waarom was het zo bij al Gods schepselen? Bij elk schepsel is het mannetje het mooist. Bij de schapen, bij de varkens, bij de paarden, bij al het andere, het is altijd het grote mannelijke dat mooi is, ook bij de vogels.
121 Maar bij het menselijk ras is het de vrouw die mooi is, niet de man. Als hij het is, is er iets met hem verkeerd. Dan is het zaad ergens gekruist, oorspronkelijk is het zo. Waarom? Waarom werd het gedaan? Om daardoor te verleiden. Haar ontwerper, Satan, werkt nog steeds aan haar, ook in deze laatste dagen.
122 Laat mij hier voor een ogenblikje stoppen. Mooi! Wist u dat de eerste, internationale, wereldwijde verwoesting van de wereld gebeurde vanwege de knappe vrouwen? "Toen de zonen Gods zagen dat de dochters der mensen schoon waren, namen zij zich daaruit vrouwen." Is dat juist?
123 Hebt u de toename van schoonheid bemerkt van de vrouwen in deze tijd? Ik heb de foto gezien van Pearl Bryan, waarvan eens werd verondersteld dat zij de knapste vrouw in het land was. Er is geen tienermeisje in deze school die haar niet in de schaduw zou stellen als het op schoonheid aankomt.
124 De toename van de schoonheid van de vrouwen toont de tijd van de verleiding! Wanneer heeft een kerk er ooit mooier uitgezien dan vandaag? Alles wordt gekenmerkt door grote, fijne, mooie gebouwen, miljoenen hiervan en miljoenen daarvan. Ziet u het niet? Zij, de verleiding!
125 Nu, er is niets dat zich zo kan verlagen als zij. En zij is zo ontworpen dat zij verleiden kan. En Satan is werkelijk aan haar bezig in deze laatste dagen, omdat hij haar ontwerper is. Ik zou u dat nu kunnen bewijzen door regelrecht terug te gaan naar den beginne. Wie begon aan haar te werken, Adam of Satan? God of Satan? Zie? Dat is haar ontwerper. Haar voornaamste wapen is om een man in haar vuilheid te werpen. Als zij een knappe vrouw is, kan zij een man elke richting uitkrijgen die zij maar wenst. Broeder, het is niet de kroeg hier die de man grijpt; het is de knappe vrouw die zich half gekleed op straat heen en weer draait. Dat is waardoor... Dat is de verleidster, precies daar. En zij is er dodelijk mee, absoluut dodelijk! U mag mij betwijfelen over dat Satan haar ontwerper is, maar dat is de waarheid. Satan heeft haar gevormd. Hij doet het nog steeds.
126 Laat mij u iets tonen in de Schrift. Ik moet u meenemen naar de Schrift en u vormt er uw mening over, terwijl u er naar kijkt vandaag.
127 Satan is degene die dat soort schoonheid tot stand brengt. Als wij opletten: hij was de schoonste van alle engelen in de hemel. Is dat juist? En hij wilde van de hemel een mooiere plaats maken dan het koninkrijk van Michaël. Is dat juist? Het toont ook dat Kaïn zijn zoon was; hij bood een mooiere aanbidding aan – hij versierde zijn altaar met vruchten en bloemen enzovoort. Is dat juist? Prachtig! Zonde is prachtig – wat wij vandaag schoonheid noemen. Zonde is verleidend door schoonheid! U zou, als u een vrouw op straat ziet lopen, nooit kunnen zeggen wat in haar hart is. Zie? Maar ik wilde deze dingen zeggen, zodat u kon zien waarom Satan haar ontwerper is. Dat is precies juist. Zijn eigen zoon bewees het, Kaïn. Nu, zij is mooi om te kunnen verleiden.
128 De wereld is mooi om te kunnen verleiden. Ik bedoel, de kosmos, het wereldstelsel. Het is prachtig, opdat het kan verleiden: grote, mooie, luxe plaatsen.
129 Herinner u de profeet Amos, toen hij kwam en neerkeek op de stad en het zag, als een modern Hollywood. Zijn kleine, oude ogen knepen zich een beetje samen onder dat grijze haar dat in zijn gezicht hing. Hij liep erheen met een Boodschap en hij barstte los tegen die plaats. Hij zei: "Diezelfde God Die u beweert te dienen zal u verteren!" Juist.
130 Zonde is mooi. Ze schilderen Judas af als een of andere dronken zot daar ergens op straat, terwijl zijn mond openhangt, met vliegen erin, enzovoort, als Judas. Judas was knap, sterk: een verleider. Op die kerel moet je verdacht zijn. Het is niet de vent – de boer, die binnenkomt met een overall aan, waarvoor u op moet passen voor uw vrouw, maar pas op die vlotte vent. Hij is de boef.
131 Zonde is prachtig in de ogen van de wereld. Maar God wordt niet gekenmerkt door dat soort schoonheid. Wist u dat? God wordt gekenmerkt door karakter, door een schoon karakter.
132 In de Bijbel, in Jesaja 53, als u het Schriftgedeelte wilt opschrijven. Er staan hier rijen met schriftgedeelten over opgeschreven aan de zijkant. In Jesaja 53 zegt de Bijbel van onze Here Jezus dat er aan Hem geen schoonheid was dat wij Hem zouden hebben begeerd, en dat wij als het ware ons aangezicht voor Hem verborgen. Is dat juist? Wij begeerden Hem niet, want Hij was niet schoon. Hij was waarschijnlijk een kleine man met gebogen schouders, er rossig uitziend, en Hij was niet begeerlijk als leider. Hij zag er niet uit als een leider; Hij sprak de taal van het gewone volk, enzovoort, zoals mensen dat doen, de gewone mensen. Dus daarom zag Hij er niet uit alsof Hij een of ander groot geleerde was, ontwikkeld en mooi, helemaal goed gekleed, enzovoort; Hij was maar een gewone man. Er was geen schoonheid aan Hem dat wij Hem zouden hebben begeerd. Hij wandelde steeds maar in en uit bij het volk en men wist zelfs niet wie Hij was. Hij zag er niet uit als een god die daar liep, wat wij zouden houden voor een god. Maar toch was Hij het.
133 Hebt u bemerkt toen de Here God tot Samuël zei: "Ga op naar het huis van Jesse en zalf één van zijn zonen als koning in de plaats van Saul"?
134 Nu, de mensen hadden Saul gekozen, hoewel Samuël hun absoluut had verteld het niet te doen. Hij zei: "God wil niet dat u een koning hebt. Hij is uw Koning. Heb ik u ooit iets verteld in de Naam des Heren dan dat het gebeurde? Heb ik u ooit gevraagd om geld of iets anders voor mijn onderhoud?"
135 Zij zeiden: "Neen, u hebt ons nooit om geld gevraagd en wat u ook hebt gesproken in de Naam des Heren, het kwam te geschieden, maar wij willen toch een koning." Dus kozen zij Saul. Zie wat de wereld koos! Zie wat Israël koos! Israël, Gods gezalfden, zij kozen een man die met hoofd en schouders boven elke man in het land uitstak – groot, zwaar, een fijne, knap uitziende kerel; en hij was steeds een vlieg in de zalf.
136 Maar God zei: "Ik zal u een koning kiezen naar Mijn keuze." Dus zei Hij: "Samuël, Ik zal u niet vertellen wie hij is, maar ga heen; het is één van Jesse's zonen."
137 En Jesse, zijn vrouw, en zij allen keken rond en zeiden: "Ja, onze oudste zoon, hij is een edele, grote en knappe man. Hij zal er precies goed uitzien voor de koningskroon. Hij is knap, hij is bestudeerd, hij is een fijne man. Ik weet dat hij precies de juiste is. Hij spreekt netjes."
138 Toen zij hem naar buiten brachten, nam Samuël de hoorn met olie, ging naar hem toe en hij zei: "Nee, de Here wees hem af." Zo ging hij de hele rij van de zes zonen af en de Here wees elk van hen af. Hij vroeg: "Is er niet nog één?"
139 "O ja," zei hij, "er is er nog één. Hij is daarbuiten en hoedt de schapen. Hij zit daar maar en hij speelt en zingt liederen en hij jubelt en gaat tekeer, maar hij is een wat oudachtig ventje met kromme schouders en rossig haar. Van hem valt nooit een koning te maken."
140 Hij zei: "Ga hem halen!" En toen David in het zicht van de profeet kwam, rende de profeet erheen met de olie en goot deze uit op zijn hoofd en zei: "Dit is Gods gekozene." Niet knap, maar karakter. God kijkt naar karakter.
141 De mens kijkt naar natuurlijke schoonheid. Het is verleidend. Daarom werd de vrouw die schoonheid gegeven, voor verleiding, om te verleiden. Als een knappe vrouw haar schoonheid niet op de juiste wijze gebruikt, is het een vloek voor haar. Dat zal haar sneller naar de hel brengen dan iets anders wat ik ken. Als zij slechts... Zij zou knap kunnen zijn, zeker; zolang zij bij haar man blijft en doet wat juist is, is dat heel mooi en fijn. Maar zij kan diezelfde zaak nemen en o, hoe kan zij er mee verleiden, want het werd haar gegeven om zo te handelen.
142 Let op, nu; maar God wordt gekenmerkt door karakter. Er was aan Hem geen schoonheid dat wij Jezus zouden hebben begeerd, maar er was nooit een karakter op aarde als Hij.
143 Nu, we stellen heden het karakter van de gemeente vast. Satan en zijn groep zijn uit op grote, prachtige kerken, op prachtige dingen. Daar kijkt de wereld vandaag naar. O, als de voorganger, de grote Zus en zo, zo priesterlijk en goddelijk voortschrijdt in zijn zware toga en dergelijke, noemen zij dat schoonheid.
144 Maar de werkelijke heiligen van God zoeken naar het karakter van het betuigde Woord.
145 Dat is wat de heiligen deden in die dag, toen ze Jezus zagen. Hij was niet iets om naar te kijken, maar zij zagen God in Hem; zij zagen dat God met Hem was!
146 Zo was het ook met diegenen... Joab en die karakters bij David, een kleine, oude kerel, maar zij zagen wat in de man was. Zij zagen dat God in hem was en zij wisten dat hij op een of andere dag aan de macht zou komen. Van hen versloeg er een de andere vijf broers van Goliath met één hand; een ander doodde driehonderd man. Toen enige vrouwen wat bonen plukten voor het eten, en het leger was uitgetrokken, nam hij een speer en hij doodde driehonderd mannen, Filistijnen. Karakter! Waarom? Zij bleven bij David. Zij wisten dat de zalving op hem was en zij wisten dat hij aan de macht zou komen.
147 Een zuiver beeld van de gemeente vandaag, die trouw blijft aan het Woord! Wij weten dat het betuigd zal worden! Wij weten dat zij op een dag aan de macht zal komen! Hoewel Saul... hij was een vluchteling voor de rest van de naties, maar zij wisten dat hij aan de macht zou komen. Wij weten ook dat Hij aan de macht zal komen, dus wij zullen dat Woord nemen en daarbij standhouden, ongeacht wat het kost. Indien wij Filistijnen moeten verslaan of in een kuil springen en een leeuw doden (zoals er één deed), gaan wij hoe dan ook, omdat God de weg zo heeft bestemd. Wij zien uit naar karakter.
148 U zou me nu kunnen vragen: "Waarom stond Hij toe dat zij zo werd ontworpen?" Ik wil er niet te veel tijd voor nemen, want ik heb hier nog heel wat meer te zeggen. Waarom? De vraag zou dan kunnen rijzen: waarom maakte God deze vrouw zo? Waarom stond Hij toe dat zij zo is? Het was naar Zijn eigen welbehagen. Zeker.
149 Nu, als u een ogenblik uw Bijbel wilt opslaan. Laat ons even Romeinen 9 opzoeken, dan zal ik u tonen hoe God deze dingen doet. Als u het wilt lezen, kunnen wij hier zien wat God doet naar Zijn eigen welbehagen. Romeinen 9:14:
Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God?
150 Toen Hij Ezau koos, of, Jakob koos en Ezau verwierp voor één van de jongens een recht kon hebben om zelf een keuze te maken. Geen van beiden, want voordat zij waren geboren, nog in de schoot van de moeder, zei God: "Ik haat Ezau, en Ik heb Jakob lief." Ziet u? Waarom?
Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, die Ik barmhartig ben.
Zo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods.
Want de Schrift zegt tot Farao: Hiertoe heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.
Zo... (Nu let hier op!) Zo ontfermt Hij Zich dan, over wie Hij wil, en verhardt, die Hij wil.
Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil weerstaan?
Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot hem, die het gemaakt heeft zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere?
En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid;
En opdat Hij zou bekend maken de rijkdom van Zijn heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid?
151 Nu, redeneer daar een poosje mee. God deed het. Hij moest het zo maken. Het moest daar zijn. Nu, luister. Ik wil gedurende vijf minuten uw aandacht voor iets vragen.
152 Wat is God? God is een grote Eeuwige. In den beginne, lang geleden, voordat er een begin was, was Hij zelfs geen God. Wist u dat? Een god is een voorwerp van aanbidding en er was niets om Hem te aanbidden; Hij leefde alleen.
153 En in Hem waren attributen [eigenschappen]. Wat is een attribuut? Een gedachte. (Nu, u zult iets krijgen dat zal aansluiten aan de les voor vanavond.) Bemerk, Hij was Zijn attributen die in Hem waren. Het was in Hem om Vader te zijn; het was in Hem om God te zijn; het was in Hem om Zoon te zijn; het was in Hem om Redder te zijn; het was in Hem om Genezer te zijn. En al deze dingen hier ontvouwen gewoon Zijn eigenschappen. Er is niets uit de orde. Denkt u dat God het eind van den beginne niet voorzag? Zeker deed Hij dat. Er is niets uit de orde, het is gewoon het ontvouwen van Zijn eigenschappen.
154 Nu, Hij kon niet rechtvaardig zijn èn veroorzaken dat de mens viel. Hij moest Hem op de gelijke basis van vrije wilskeuze stellen, zodat hij zijn eigen keus kon maken, maar wetend dat hij zou vallen.
155 Nu, Hij kan geen Redder zijn, tenzij er iets verloren is. Hij kan geen Genezer zijn, tenzij er iemand ziek is. Deze dingen moesten zo zijn. God heeft ze zo gemaakt, zodat Zijn grote eigenschappen getoond konden worden. Als er niemand was geweest, zou Hij nooit Redder kunnen zijn geweest. Maar wij weten dat Hij het was; zelfs voor de tijd begon, was Hij Verlosser. Hij was een Redder, daarom moest er iets verloren zijn. Hoe zal het gebeuren?
156 Als Hij het neemt en het verliest, alleen maar om het weer te redden, dan doet dat geen recht aan Zijn oordeel. Dan zou Hij geen mens naar de hel kunnen sturen en toch rechtvaardig zijn. Hij is vriendelijk, zacht, waar, eerlijk en Hij is een grote Rechter. Ziet u, Hij zou dan Zichzelf tegenwerken.
157 Dus moest Hij hier een mens zetten en hem voorzien van een vrije wilskeuze, zodat hij... wetend dat hij zou vallen. En de mens, geschapen naar Zijn eigen beeld, hoe kon hij vallen? Begint u nu daglicht te zien? Daarom moest Hij een bij-product maken, iets buiten de oorspronkelijke schepping! Nu ziet u het. Ziet u? Daar komt u er. Ziet u? Dan is dat wat er viel. Hij maakte het, wetend dat het zou vallen. Het ging in de handen van Satan over als een vat ten onere. Waar wordt tegenwoordig eer aan verleend? Denkt u daar eens aan. Let nu aandachtig op.
158 Nog eens: waarom werd zij op deze wijze ontworpen en niet zoals de andere vrouwelijke wezens? Waarom werd de vrouw zo ontworpen en niet de andere vrouwelijke wezens? Geen enkele van de andere vrouwelijke wezens werd zo ontworpen. Ook tegenwoordig niet. Zij kunnen het niet zijn. Omdat zij niet op die wijze gemaakt zijn, kunnen zij het niet doen. Waarom maakte Hij dan dit vrouwelijke wezen, een vrouw, niet precies zo als de andere vrouwelijke wezens, zodat zij precies op dezelfde wijze zou zijn en gewoon haar kinderen zou kunnen opvoeden? Dan zou ze haar man hebben, met hem leven, en wanneer de tijd kwam voor haar baby, zou ze haar baby hebben. Waarom? Waarom maakte Hij haar niet zo?
159 Ik kan deze woorden niet zeggen en u begrijpt waarover ik spreek, is het niet? Als u het kunt begrijpen zeg: "Amen." [De samenkomst antwoordt: "Amen." – Vert] Ja, ziet u? (Er zitten jonge meisjes en jongens hier. Zie?) Maar u weet, dat het dier een bepaalde tijd van het jaar moet afwachten en haar maat; dat is alles. Maar bij een vrouw is het te allen tijde. Waarom maakte Hij haar zo?
160 Nu, kijk hoe Zijn grote programma zich ontvouwt als wij er hier nu door heengaan, het is zo volmaakt als volmaakt maar kan zijn. (Ik kwam dit nog maar pas geleden te weten.)
161 Waarom maakte Hij haar in den beginne niet zoals de andere vrouwelijke schepsels? Omdat het Hem niet zou hebben betaamd. Hij is de bron van alle zuiverheid. Dat is de reden waarom Hij Satan moest toestaan dat hij vat op haar kreeg – wat hij gedaan heeft in de verdraaiing. Het zou Hem niet betamen zo'n schepsel oorspronkelijk te scheppen.
162 Al Zijn werken die Hij in het oorspronkelijke ontwierp zijn in harmonie met elkaar. Al Zijn oorspronkelijke werken waren in harmonie. De vrouwelijke hond, de mannelijke hond. Ziet u? De vrouwelijke en mannelijke koe. Alles was in harmonie. De hele natuur is in voortdurende harmonie. Het zaad sterft, gaat in de grond, precies zoals dood, begrafenis en opstanding. Het sap gaat naar beneden de boom uit en hij laat het blad vallen en het volgende jaar komt het terug met de opstanding van een nieuw blad. Ziet u wat ik bedoel? Alles, zelfs de natuur van God, verloopt allemaal in een samenhang en in eenheid. En hier is er één ontworpen buiten de harmonie van God! De natuur is zo ontworpen dat ze niet zondigen kan. Denk na! De originele schepping van God kon niet zondigen!
163 O, ziet u nu niet met dit beeld hier, de verwording van de kerk? Het oorspronkelijke is Gods Woord! Er is geen zonde in God! Ziet u wat ik bedoel? Hier is een schepsel dat in bestaan kwam door een verdraaiing. God zal een gemeente hebben, maar kijk eens wat een verdraaide zaak ze er hier uit hebben gekregen!
164 God schiep mannelijk en vrouwelijk, maar deze vrouw... Ziet u, deze symptomen weerspiegelen wat in Gods gedachten was. Wij zouden een uur of twee kunnen nemen om dat uit te leggen... Hij maakte dit schepsel daarvoor. Hij maakte het schepsel en wendde het zo dat Satan vat op haar kon krijgen en hij deed het. Hij heeft nog steeds vat op haar. Zij zou beter kunnen vlieden naar het kruis, evenals de man.
165 Bemerk, de hele natuur verloopt in harmonie. Als Hij de vrouw in dezelfde oorspronkelijke schepping zou hebben gemaakt, zou er geen zonde geweest zijn, omdat zij het dan niet zou hebben kunnen doen! Zij zou het niet hebben kunnen doen! Zij is een verdraaiing van de oorspronkelijke schepping.
166 En zo is alle zonde een verdraaiing van de oorspronkelijke waarheid! Wat is een leugen? Het is de waarheid verdraaid. Wat is overspel? Het is de juiste handeling verdraaid. Dus daar is het verdraaide schepsel; daar is de verdraaiing van de hele zaak. En het geheel wordt gespeld: z-o-n-d-e. Daar ligt het. Daarom is het probleem zo belangrijk.
167 Slechts een stukje, een brokje, gemaakt uit een man, om hem daardoor te verleiden. God maakte het. Hier is het bewezen. Daarvoor werd zij gemaakt.
168 Een immorele vrouw is het laagste wat men op aarde kan bedenken. Vergeeft u mij dit, jongedames. Zij is niets anders dan een menselijke vuilnisbak, een 'sex-uitstalling'! Dat is alles wat ze is. Een immorele vrouw is een menselijke sexuele vuilnisbak, een verontreiniging waarbij door haar, vuile, vieze, ordinaire, laag-bij-de-grondse vuiligheid wordt getoond. Waarom is zij zo gemaakt? Voor verleiding. Elke zonde, die ooit op aarde was, werd veroorzaakt door een vrouw.
169 En een analist uit Chicago, een vrouw, schreef onlangs dit artikel: bij de politie waren ze nagegaan dat in de Verenigde Staten, de grote steden van de Verenigde Staten, bij 98% van elke vorm van misdaad die ooit werd gepleegd in de Verenigde Staten, een vrouw was betrokken of dat er een vrouw achter zat.
170 Nu, ik zeg dit alles om tot één slotsom hier te komen, zodat u kunt zien wat er aan de hand is.
171 Zij werd gemaakt om te verleiden, zoals zij het in den beginne met Adam deed. Zij zei hem dat de vrucht begeerlijk was enzovoorts, om hem te verleiden en hem van het Woord af te brengen. Dat is de wijze waarop de kerk het vandaag doet. Hetzelfde.
Maar dan, daarna, wordt hij haar heerser, om over haar te heersen.
172 Nu, wat een verschil met deze tijd, en de opvatting van deze dag. In plaats van dat hij haar heerser is, is zij zijn god geworden! Zeker. Zij regeert hem. Nu kunt u wel zo'n beetje begrijpen waar ik op doelde. Door haar schoonheid en haar sex-macht, haar vorm zoals die haar werd gegeven door Satan (dat deed Satan aan het bij-product) wordt zij gezonden om zonen Gods te verleiden en zij kan meer van hen de hel in leiden dan enig ander instrument dat Satan heeft. Dat is precies juist.
173 Ik spreek nu over de immorele vrouwen, niet over u, zusters. We zullen u zo dadelijk uw plaats geven, uw juiste plaats, hier in het Woord van God. Het was in Gods plan van den beginne.
174 Nu, om tot deze tijd te komen... Wie is de god van de Verenigde Staten? Herinnert u zich, dat ik jaren geleden in de tabernakel preekte over: De god van deze moderne tijd? Er zat daar een kleine bakvis met make-up, en een jurk opgetrokken tot boven haar knieën en dergelijke. Ik zei: "Zie daar, uw god." En dat is juist! Zij staat half-naakt in elke advertentie, en op straat loopt ze precies zo.
175 Het is een instrument van Satan. "Van den beginne", zei Jezus. Ziet u? Wij zien nu dat het zo was vanaf den beginne en waar Hij over spreekt.
176 Nu, de heidenen maakten vroeger een god van haar. Wist u dat – een godin? Zeker deden ze dat. Zij maakten haar tot een godin, want zij hadden sexuele handelingen in hun aanbidding. Zij beweerden dat zij schepper was. In haar schoot droeg zij het zaad en schiep. Dat is een leugen! Er is maar één Schepper; dat is God. Maar herinnert u zich Paulus daar? Diana van Efeze, een beeld van een rots; ze zeiden dat de godin van de hemel die naar beneden geworpen had. Ziet u niet hoe de heidense aanbidding is?
177 En wij keren zonder het te weten precies weer regelrecht terug naar de heidense aanbidding, naar vrouwen, het allerlaagste schepsel op aarde! Vrouwenaanbidding! Zij dirigeert de man elke kant op die ze maar wil, zonder te weten dat ondanks al die schoonheid aan de buitenkant, de hel aan de binnenkant is. Salomo zei: "Haar poort is de poort der hel."
178 We zien nu duidelijk waarvan Jezus sprak in Openbaring, hoofdstuk 2, vers 15, van de leer der Nikolaïeten – het ontstaan van de kerk die zich verwijderde van het Woord.
179 Ook kunnen we hier duidelijk deze vulgaire, ongoddelijke, vieze televisie-programma's zien, waarin die sexkoninginnen uit Hollywood optreden. Wij kunnen de vuilheid zien van deze stad als die kinderen, die kleine onbetekenende meisjes, de straat hier wiegend op en neer wandelen met alleen wat korte strakke kleren aan, terwijl het koud genoeg is om dood te vriezen. Zij weten niet dat het de duivel is, die dat doet. Zij zijn bezeten van een boze geest en zij weten het niet! U ziet dat een vrouwelijke hond niet doen, is het wel? U ziet geen enkel ander vrouwelijk wezen dat doen. En een mannelijk wezen zou ook maar beter niet naar haar toe kunnen gaan.
180 Ziet u? Begrijpt u nu het beeld? We zullen, zo de Here wil, over een ogenblik iets naar voren brengen.
Nu, u ziet de Nikolaïeten, u ziet hun leerstelling.
181 U ziet de tienerkoninginnen, zoals men ze noemt, deze striptease danseressen buiten op straat. Vroeger moest men naar één of andere vulgaire show in een zijstraat gaan, om een striptease te zien. Doe gewoon uw ogen open en u ziet ze buiten op straat. Dat is alles wat u nu hebt te doen. De hele zaak is een striptease. Zeker. Waarvoor doen zij het? Om lusten op te wekken, om te verleiden; alleen daarom kunnen zij het doen. Zij doet het, omdat zij vuil is! Zij doet het omdat ze zo is gemaakt! Zij beseft niet, dat zij een instrument is in Satans handen! Dat is zij.
182 Tegenwoordig onderwijzen ze zelfs sexuele handelingen in onze scholen. Onze verrotte wereld van vrouwenaanbidding! Ik weet dat ze dat niet willen geloven. Op de dag staan ze één of ander soort kerkgezang te zingen enzovoorts en gaan dan de hele nacht met vrouwen uit. Ziet u? Goed. Terwijl in Gods oog, het Woord, ze het laagste van alle dieren is, die God op aarde gezet heeft. Kijk!
183 Daarom verbiedt God haar om Zijn Woord te onderwijzen. Dat is juist. 1 Timotheüs 2:9–15: "Ik sta niet toe dat de vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft." Zie? En ook 1 Korinthe 14:34: "Laten de vrouwen in de gemeenten zwijgen, want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt." Maar wat doet de kerk vandaag? Ze maken haar voorganger, evangelist, terwijl de Bijbel het compleet verbiedt! En de Bijbel zegt: "... zoals ook de wet zegt", en daardoor verloopt de hele zaak verder in voortdurende samenhang.
184 Net als het Lam, gisteravond. De enige plaats van aanbidding is onder het gestorte bloed van het Lam. Dat is vandaag de enige plaats in Christus. De enige weg is om in Hem te komen. Dat is de enige plaats van aanbidding. Het is altijd op die manier geweest. De enige plaats om te aanbidden is onder het gestorte bloed.
185 Dus nu zien we hoe het hele beeld zich voor ons ontvouwt. Daar is ze. Daarom wilde God haar niet laten onderrichten, daarom wilde Hij haar niets in de gemeente laten doen, dan rustig te zitten met een gesluierd gezicht.
186 Kunt u nu zien waarom ik de dingen heb gezegd en de dingen heb gedaan, die ik gedaan heb, terwijl ik dit alles in mijn hart wist, broeders, zusters? Ik weet zusters, dat ik... u hebt uw plaats (nog even een ogenblik) en een wonderbaar karakter, dat God in u kan vormen, maar ik probeer gewoon nu de andere kant te belichten, om te tonen wat u in werkelijkheid van den beginne bent. Jezus vertelde ons terug te gaan naar den beginne om het te ontdekken. Dat is wat wij doen.
187 Nu, ik heb van veel van deze dingen alleen de hoogtepunten aangeroerd, en ik hoop dat u het begrijpt. En u mensen, die zult luisteren naar deze band, ik hoop dat u het zult begrijpen. Ga gewoon terug. Het is alleen om te tonen, dat Jezus zei: "Ga terug naar den beginne en onderzoek het." Alle dingen gaan terug naar het begin.
188 U kunt begrijpen waarom de mensen vandaag aan de dag zeggen, dat ik een vrouwenhater ben. Dat is verre van de waarheid. Dat ben ik niet. Ze noemen mij een vrouwenhater. Herinner u dat ze Paulus een vrouwenhater noemden. Een vrouwelijke prediker zei niet lang geleden: "O, u bent net als die oude Paulus; alles wat hij wist te doen was op ons vrouwen te hakken!"
189 Hij was een heilige van God, die het was toegestaan om de Bijbel te schrijven, het Nieuwe Testament – en dan de juistheid van zijn woorden betwisten? Hij zei: "Indien een engel uit de hemel u iets anders onderwijst dan hetgeen ik heb verkondigd, die zij vervloekt" – laat staan een of andere vrouwelijke prediker.
190 Zij zeiden dat Elia een vrouwenhater was. Hij was geen hater van werkelijke vrouwen; hij hield alleen niet van die Izebels.
191 En als hij zo was, dan moet God eveneens zo zijn, omdat Hij het Woord is dat komt tot de profeten. Dus het moet God zijn, op dezelfde wijze. Dus ziet u, Hij kent de oorspronkelijke schepping van den beginne. Hij zei: "Van den beginne." Zij waren profeten tot wie het Woord kwam.
192 Hij maakte haar voor de man en niet de man voor haar. Wist u dat, dat de vrouw gemaakt werd voor de man en niet de man voor de vrouw? Hoevelen weten dat? De Bijbel leert het. Goed. Haar werd een plaats gegeven in de man voor de val, gelijkwaardig over de hele schepping, maar na de val – nu, hier komen we tot het onderwerp – maar na de val was hij haar heerser. Zij moest zwijgen bij alle gelegenheden. Nu, nadat het oorspronkelijke begin voorbij is...
193 Jezus zei: "Het was niet zo van den beginne." (Dat is toen de tijd begon, toen God eerst Zijn oorspronkelijke schepping maakte.) Allen die het begrijpen, zeg nog eens: "Amen." [Dan antwoordt de gemeente "Amen." – Vert] In den beginne schiep God slechts één mannetje en één vrouwtje. Maar daarna werd de vrouw gemaakt, anders dan de dieren, al de andere dieren, om te verleiden. Nu let op, het was niet zo van den beginne. Zij werd gemaakt... als zij in de oorspronkelijke toestand gebleven zou zijn, zou zij nooit gevallen zijn. Maar zij veroorzaakte de val door de onderbreking, die de hele harmonie van God verbrak, waardoor dood, verdriet en al dat andere op de aarde werd geworpen. Zij werd zo gemaakt.
194 Nu let op, nu, na den beginne, na den beginne, nadat de tijd begonnen was (daarvoor was eeuwigheid) was het voorbij. Let op, nadat de val werd veroorzaakt door Eva, na de val, was het noodzakelijk dat er een ander verbond werd gemaakt. Nu, hier zult u zich aan stoten, maar ik zal u de Schrift geven, om te bewijzen dat dit de waarheid is. Nu let op, na de val... Jezus zei: "In den beginne maakte God één van een soort", maar nu, na de val gaan wij daar voorbij. Het verbond was als gelijkwaardig – maar nu, na de val, wordt er een ander verbond gemaakt. Nu; zij was niet langer heerser met hem. Elk moest een afzonderlijk verbond hebben.
195 Nu, laten we bezien of dat juist is. Laten we Genesis 3 nemen om vast te stellen of dit juist is, voor we verder gaan. We willen positief zeker zijn dat deze dingen die onderwezen en uitgebracht worden precies waar zijn, zodat... Misschien hebben we hier wat tijd voor, omdat we nu niet zo ver meer van het einde zijn, om tot het afsluitende gedeelte van het onderwerp te komen, om het hoe en waarom te tonen over echtscheiding enzovoort.
Nu, Genesis het derde hoofdstuk. We zullen nu beginnen met Genesis 3, het zestiende vers. Laten we beginnen bij het veertiende vers:
Toen zeide de HEERE God tot die slang:... (Hij zal hem nu gaan vervloeken.) Omdat gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen van uw leven.
En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. (De belofte kwam door de vrouw – de Messias, om te verlossen.)
Tot de vrouw zeide Hij:...
196 Nu kijk! Daar is nu het verbond met de slang, waarmee zij allen in orde waren tevoren in den beginne, of voor den beginne.
Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk van uw dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. (Niet langer aan elkaar gelijk, helemaal niet.)
197 Tegenwoordig heeft zij het echter precies omgekeerd en is zij de heerser!
En tot Adam zeide Hij: Omdat gij geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw, en van die boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt;... (Niet Adam betrof de vloek, maar: vervloekt zij het aardrijk.) en met smart zult gij daarvan eten al de dagen van uw leven.
Ook zal het u doornen en distels voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten.
In het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, aangezien gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof weerkeren.
198 Twee verbonden! Nu, dat sluit het begin af, waarvan Jezus zei: "Het was niet zo in den beginne." We hebben nu een ander verbond gekregen. Let op, het is een ander verbond. Er is nu een verbond voor het product en een voor het bij-product. Bemerk, de val bracht moeite en dood aan elk schepsel van de schepping, en maakte dat alles veranderde in de natuur. Nu, laat ons letten op wat Jezus zei over: "Van den beginne was het niet zo." Nu, het is niet zo van... nu is het na den beginne. Nu is er een dubbel verbond.
199 Eerst was er slechts één verbond. Adam en Eva waren gelijken; één man, één vrouw. Nu, de vrouw zondigde en wat deed zij? Dat wierp hen allen in de dood, en daarom moest God een verbond daarnaast maken, een ander verbond. Hier staat het in Genesis 3:16. Hij maakte een ander verbond.
200 Nu moet de wereld bevolkt worden, niet door de oorspronkelijke schepping van God, zoals in den beginne, niet door de oorspronkelijke schepping, maar door sexueel verlangen. Nu, dat is duidelijk over 'den beginne', nietwaar? In den beginne was er slechts één man en één vrouw, één mannelijk, één vrouwelijk wezen. Maar toen zij die grens overschreed en deze zonde binnenbracht, moet de wereld nu opnieuw bevolkt worden door sex; niet door schepping, door sex. Ziet u nu waar de vrouw aan toe is? Dat is de wijze waarop de wereld vandaag bevolkt wordt door vrouwen.
201 Daarom moest Jezus komen door de vrouw: om het weer terug te brengen tot het oorspronkelijke begin, zonder sexueel verlangen. Hij is uit een maagd geboren. Maar, halleluja, er zal een tijd komen dat er geen sex meer zal zijn, maar God zal Zijn kinderen uit het stof der aarde roepen, terug zoals zij waren in de oorsprong! Niet door een vrouw, maar door het vormen van de klei, het kosmisch licht en de petroleum, zal Hij opnieuw scheppen zoals Hij Adam die eerste keer schiep. Jezus maakte dit mogelijk doordat God Zichzelf een mens maakte en in de wereld kwam, zodat Hij kon sterven; door deze vrouw. Nu is het beproevingstijd door de zonde.
202 Nu ziet u, dat na den beginne iets anders werd ingevoerd. Nu, dit zal u schokken. Bent u vermoeid? [Samenkomst zegt: "Nee." – Vert] Blijft u nog slechts even stilzitten.
203 Toen het dubbele verbond werd gemaakt met de man en de vrouw door sex (een totaal ander verbond; niet het oorspronkelijke verbond, maar een ander verbond), wat werd er nu ingevoerd? Polygamie in alles. Toen, na den beginne werd polygamie ingesteld, zowel bij mens als bij dier – na den beginne, de val. God stelt nu, als tweede, opnieuw een nieuwe natuur in door sex. God schiep de eerste zonder sex. Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu, het is een ander verbond met de natuur: Hij stelt een andere orde in door sex. Het tweede verbond: één mannetje, veel vrouwtjes; één reebok, een hele harem hinden (is dat juist?); één stier en een hele kudde vee, koeien; één haan, een erf vol hennen (is dat juist?); één David, naar Zijn eigen hart, met vijfhonderd vrouwen en met honderd kinderen, die hem in een jaar van verschillende vrouwen werden geboren – een man naar Gods eigen hart; één Salomo met duizend vrouwen. Maar let nu op, het was niet zo in den beginne! Maar nu is het na den beginne. De vrouw heeft dit veroorzaakt, daarom is zij geworden wat zij nu is. Ziet u?
204 David, de koning die Christus voorstelde... Houd dat in gedachten. David vertegenwoordigde Christus. Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Christus zal zitten op Zijn troon. En deze David, een man naar Gods eigen hart, had vijfhonderd vrouwen. Ziet u wat ik bedoel? David met zijn vijfhonderd vrouwen, Salomo met zijn duizend; en Salomo is de zoon van David in het natuurlijke, welke Jezus Christus voorstelt, de Zoon van David, in het geestelijke. Maar dat is natuurlijk sex-leven, dit zal geestelijk geschapen leven zijn; geschapen. Zo was het in den beginne, maar niet nu in dit leven, waar we nu in leven.
205 Let op! Mis dit nu niet; overleg het alles in uw hart. Maar niet één van deze vrouwen kon ook maar één man meer hebben. Hij is de oorspronkelijke schepping, zij niet. Niet één van deze vrouwen kon een man meer hebben, maar die ene man kon duizend vrouwen hebben. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Dat is de Bijbel. Nu, ik ben teruggegaan, nam de tijd en toonde u daar waar het destijds begon, wat Jezus zei. Nu, ziet u het duidelijk? Zij konden er zo veel hebben...
206 U zegt: "O, dat was alleen voor Israël." Is dat zo?
207 Toen Abraham Sara meenam naar het land van de Filistijnen, was er daar een koning genaamd Abimelech. Sara was zo tegen de honderd jaar oud, maar zij was opnieuw veranderd in een jonge vrouw, in een schoonheid. Weet u dat? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Juist. En Abimelech wilde haar tot vrouw nemen. Herinnert u zich mijn boodschap daarover? Abimelech wilde Sara tot vrouw nemen. Waarschijnlijk had hij een harem. Maar hij kon haar niet nemen indien zij getrouwd was met Abraham. Dus Abraham zei tegen Sara: "Zeg dat ik je broer ben... omdat hij mij anders zal doden, zodat hij jou kan krijgen." Waarom heeft hij niet gewoon Abraham het land uit gejaagd, zijn vrouw genomen en is hij zo doorgegaan? Het was niet alleen een wet voor gelovigen, maar voor alle mensen in de schepping. Zondaar of heilige, u bent verantwoordelijk, man, voor deze daden. Dat was een heidense koning. Hoevelen weten dat die geschiedenis waar is? ["Amen."] Het is de Bijbel, Genesis, ongeveer het zestiende hoofdstuk, geloof ik.
208 Bemerk, Abimelech zou haar tot vrouw hebben genomen. Hij bepaalde voor zichzelf dat hij dit nieuwe Hebreeuwse meisje zou hebben. En hij zei: "Dat is mijn..." Zij zei: "Dat is mijn broer."
Hij zei: "Dat is mijn zuster."
209 En Abimelech zei: "Ik zal haar dan gewoon tot vrouw nemen." Zou u zich kunnen voorstellen dat een man zoiets zou doen? Maar hij deed het.
210 En toen hij die nacht ging slapen, verscheen de Here aan hem in een droom en zei: "Abimelech, gij zijt een man des doods." Hij beschermde die stroom van Joods bloed daar, ziet u. Hij zei: "Gij zijt een zo goed als dode man, omdat gij de vrouw van een ander genomen hebt, die u op het punt staat te trouwen!"
211 Hij antwoordde: "Here, Gij weet de onschuld van mijn hart. Vertelde zij mij niet dat hij haar broer was? Zei hij niet zelf: 'Dat is mijn zuster'?"
212 Hij zei: "Ik weet de onschuld van uw hart. Dat is de reden dat Ik u niet toestond tegen Mij te zondigen." Is dat juist? Hij zei: "Breng zijn vrouw terug, want die man is Mijn profeet! Tenzij u zijn vrouw naar hem terugbrengt en hem voor u laat bidden – niet uw priester – want als hij niet voor u bidt, is uw hele land vergaan!" Amen! Dat is echt verbazingwekkende genade... "Uw hele land is verloren. Dat is de vrouw van die man, en hij is Mijn profeet." Amen! Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Dat is de Schrift. Juist.
213 Nu we ontdekken dat dood werd veroorzaakt – dat de dood het gevolg is van de zonde van de vrouw, dat hij is gekomen door de vrouw en niet door de man. Door haar levenswijze, door haar leven, door haar komt alle dood. Haar wijze van leven geven is dood. Hoevelen weten dat? Job 14, als u dat Schriftgedeelte wilt opschrijven.
214 Ik heb... als u dit betwijfelt, ik heb voor elk stukje hiervan Schriftgedeelten opgeschreven.
215 Als u Job 14 nu wilt lezen, er staat: "De mens, uit een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust." Is dat juist? "Als een bloem ontluikt hij, hij wordt afgesneden en verwelkt", enzovoort. Zie? Elke mens die geboren wordt uit een vrouw, wordt in de dood geboren, zodra hij verschijnt.
216 Maar als hij wordt geboren in de schepping van God, kan hij niet sterven! Hij is van die andere Boom, Die in de hof van Eden was, Christus. Eeuwig leven komt door de Boom.
217 "O," zegt u, "was zij een boom?" Zeker. "Wel, ze zeiden: 'Gij zult niet nemen van deze boom.' God zei daar in Genesis: 'Van deze boom zult gij niet nemen.'"
218 Wel, de vrouw is de boom. Zij is de vruchtboom. U bent de vrucht van uw moeder; de vrucht van de moederschoot, dat bent u. Dat is juist. De vrucht van de Boom des levens, die in de hof van Eden was, is Christus. Door de vrouw komt de dood. Door de man, in de oorspronkelijke schepping, komt leven. Geboren te worden uit een vrouw is dood; geboren te worden uit Christus is leven. Hebt u de gedachte begrepen? Nu ziet u waar het met de godinnen heenging, nietwaar?
219 De eerste Adam en Eva typeren de tweede Adam en Eva. Kijk naar de vermenigvuldiging. Nu, de vermenigvuldiging van Adam en Eva was door sex, om de aarde te vervullen, maar zo was het niet in den beginne. God maakte slechts een mannelijk en een vrouwelijk wezen, zoals Hij Zijn andere schepselen maakte. Ziet u? Wettig. Precies zoals de gemeente.
220 Nu, laten we met het oog op deze betuigde waarheden van God, een beetje verder zoeken, als u dat wilt. [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Goed. Dit kan misschien een beetje pijn doen tot we geraken tot de bodem ervan. Ik zal u de waarheid erover tonen.
221 Er is geen prediker die een weduwe kan huwen. Wist u dat? Wilt u dat lezen? Goed, zoekt u op Leviticus 21:7 en Ezechiël 44:22 en het zal u tonen dat de priesters geen vrouw mochten huwen die was aangeraakt door een man. Dit is een type van de maagdelijke bruid van Jezus Christus, want zij, de priesters, gingen om met het vuur van God – Aärons zonen. (We hebben geen tijd om het allemaal te lezen wanneer we om twaalf uur klaar willen zijn. We hebben nog twintig minuten.) En dit zijn zonen van Aäron, die het vuur van God bedienden; dus zij konden geen vrouw trouwen die was aangeraakt door een andere man. De onveranderlijke God zei het zo. Zij konden geen andere vrouw huwen (een vrouw, die was aangeraakt door een man), tonend hier in een type, als u het wilt zien, dat de gemeente van de levende God het zuivere, onvervalste Woord van God is en niet een denominatie die is aangeraakt door de mens!
222 Let op, laat ons dit hier lezen. Ik wil u dit doorgeven. Mattheüs 5; Jezus sprak hier over iets dat werkelijk van vitaal belang is. Wij willen het opzoeken. Mattheüs 5. Ik schreef op mijn...
223 Ik heb enkele dingen genoteerd die ik alleen tot de mannen wilde zeggen, dus ik had tamelijk weinig tijd om het tot onze zusters juist te zeggen. Maar ik wil ophouden voordat...
224 Nu, zuster, ik wil u op de plaats zetten, die Gods Woord u belooft, en ziet u dan toe, dat u ook op die plaats blijft.
225 Mattheüs 5:32. Ik wil dat u hier opmerkt, dat dit hetzelfde idee van één en velen ondersteunt. Het is geloof ik Mattheüs 5:32, vers 31 om mee te beginnen.
Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief.
226 Dat is Jezus Die spreekt, Degene die zei: "Van den beginne..." Let nu op.
Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet;... (Ziet u?) ... zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet;... (Waarom? Zij zal opnieuw trouwen.) en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.
227 Ziet u, zij heeft een levende man, daarom kan geen man haar huwen. Ongeacht wat zij doet en wie zij ook is, zij heeft een levende man. Voor haar zijn er helemaal geen gronden. Maar het geldt niet voor hem; "maakt, dat zij...", niet hij. Begrijpt u? U moet het Woord in samenhang laten verlopen. Zie? Niets zegt dat hij het niet kon, maar zij kan het niet. Ziet u? "Maakt, dat zij", niet hij. Dat is precies wat de Bijbel zegt: "Maakt, dat zij..." Er wordt niet tegen hem gesteld dat hij niet kan hertrouwen, maar tegen haar! Waarom? Christus in het type.
228 Let op, er wordt verklaard dat hij niet kan hertrouwen, dan alleen met een maagd. Hij kan hertrouwen, hij kan trouwen – hij kan opnieuw hertrouwen als het met een maagd is; maar hij kan niet met de vrouw van iemand anders trouwen. Nee, inderdaad niet. En als hij toch een gescheiden vrouw trouwt, leeft hij in overspel, het maakt me niet uit wie hij is. De Bijbel zei: "Wie haar trouwt die weggezonden is, leeft in overspel." Daar bent u er. Neen, geen gescheiden vrouw.
229 Ziet u nu dat origineel ginds van den beginne. Hertrouwen – nu let op, hij kan het wel, maar zij kan het niet. Zoals David, zoals Salomo, zoals de samenhang van de hele Bijbel. Nu, hetzelfde als David en de overigen.
230 Nu, merkt u op, in 1 Korinthe 7:10 beveelt Paulus de vrouw die van haar man gescheiden is, ongetrouwd te blijven of zich weer te verzoenen; niet te hertrouwen. Zij moet ongetrouwd blijven of zich weer verzoenen met haar man. Zij kan niet hertrouwen; zij moet ongetrouwd blijven. Maar let op, hij heeft dat nooit over de man gezegd. Zie, u kunt het Woord niet laten liegen. Van den beginne, de sex-wet met polygamie. Nu, het Woord van God stemt overeen met de natuur van God, ze zijn met elkaar in samenhang.
231 Ziet u, hoe de ene leeropvatting er ten oosten van ging, en de andere er ten westen van ging? U moet terugkomen tot de waarheid om te ontdekken hoe het is.
232 Het is altijd zo geweest. Dat is het normale verbond met God van den beginne. Eerst voor het begin, van den beginne was er slechts één en één. Nadat de zonde binnenkwam, was er één man en een groep vrouwen. Het ging dezelfde weg op in de natuur, bij alle dieren; en menselijke wezens en natuurlijk vlees is dierlijk. Wij zijn zoogdieren. Wij weten dat allemaal. Ziet u? Het is heel Gods natuur in samenhang.
233 Maar nu de zegels geopend zijn, richt de Geest der Waarheid ons tot het Woord. Dat verklaart waarom al de fouten er waren door de tijdperken heen, omdat de zegels niet geopend waren. Dit was niet geopenbaard. Het is waar.
234 Let op, u kunt de schaduwbeelden niet laten falen (zoals ik u gisteravond predikte over de schaduw op de vloer); het moet goed uitkomen! Hoe zou er een schaduw van een olifant op de vloer kunnen verschijnen, terwijl het blijkt dat die olifant een klein, nietig, iel mannetje is, of omgekeerd dat een klein, iel mannetje een olifant voorstelt?
235 Nu als u het wilt opmerken in een volmaakt type.
236 Nu, er is een ware vrouw. Een ware vrouw, een maagd, die haar man trouwt en met hem leeft, en zij is een zegen voor de man! Als God Zijn Zoon iets beters zou hebben kunnen geven dan een vrouw, zou Hij dat aan Hem gegeven hebben.
237 Maar zij is ontworpen om een sex-handeling te zijn. Geen ander dier is zo gemaakt; geen ander schepsel op de aarde is zo ontworpen. Daarom ziet u polygamie – om die reden. Daardoor is het ingevoerd.
238 Nu, kijk, om tot een slotanalyse te komen; kijk, er is één Jezus Christus. Is dat juist? Eén Man: God Immanuël. Gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Maar de leden van Zijn vrouw zijn velen, duizenden maal duizenden duizenden. Is dat juist? Zijn vrouw, de bruid, de gemeente. Begrijpt u het nu? ["Amen." ]
239 Daarom zei Hij tegen Adam, voordat er ooit sex werd binnengebracht, of ingevoerd: "Vermenigvuldigt u en vervult de aarde" – toen hij nog in den beginne was, toen hij in zichzelf nog zowel mannelijk als vrouwelijk was! Dat toont dan dat de bruid door het Woord moet komen, door geestelijke vermenigvuldiging – vermenigvuldigingen. Zie? Vervult de aarde!
240 Nu wat de sex-handeling betreft... de twee geloofsrichtingen hebben deze twee zaken door de war gehaald. Daarom kunt u het niet doen. U moet het terugbrengen tot de waarheid ervan, in den beginne.
241 En aan het einde zal er één Here Jezus zijn en Zijn bruid velen – enkelvoudig. Begrijpt u het? Daar was één David op één troon, één koning naar Gods eigen hart, met vijfhonderd vrouwen! Jezus zittend op Zijn troon (Halleluja) in het duizendjarig rijk, met een vrouw, zoals het was in den beginne, geschapen uit de aarde door de hand van de almachtige God in de opstanding, van vele leden. Daar bent u er.
242 Vrouwen, worstel ervoor om dat te zijn. Kom in Christus, dan zult u niet in die vuile smeerboel daarbuiten zijn. Maar zolang u gewoon maar een kerklid bent, zelf proberend moreel goed te leven, zult u het nooit klaarspelen. Evenmin kan een man het klaarspelen buiten Christus. Zoals Paulus voorts zei: "Maar in Christus is er man noch vrouw"; zij zijn allen één.
243 Maar dit is om huwelijk en echtscheiding in orde te brengen, zodat u zou weten wat goed en wat fout was. Nu, Hij toont hier duidelijk in deze typen dat er één Christus is en vele leden van die vrouw. Let op, Hij kan ons wegzenden voor geestelijke hoererij en valse leer, wanneer Hij maar wil, maar hoe wilt u het wagen om te proberen Hem weg te zenden en het klaar te spelen! Een man kan zijn vrouw wegzenden en een ander huwen, maar de vrouw kan niet haar man wegzenden en een ander huwen. Ziet u dat al de schaduwbeelden en types daar volmaakt uitgebalanceerd zijn? Ziet u? De oorspronkelijke schepping, niet het bij-product, nergens; niet de gemeente, de bruid door het Woord; niet de vrouw, de man; elke keer. Nooit wordt er iets tegen de man gezegd als die het doet; het is altijd de vrouw, dat is het precies.
244 Maar zij kan de bruid van Christus zijn door... te zijn... Bedenk dat zij een deel van de man is; de Bijbel zegt dat ze alleen... "Maar ik sta niet toe dat een vrouw onderricht geeft of gezag heeft... zij moet zich rustig houden, want eerst werd Adam geformeerd en daarna Eva. En Adam werd niet verleid, maar het bij-product werd verleid, doch zij zal behouden worden, indien zij blijft in heiligheid, met ingetogenheid, kinderen ter wereld brengende", en zo. Omdat zij dan een deel van deze man wordt; daardoor brengt...
245 Waarom heeft God, toen Hij bij Abraham kwam, Sara niet gedood toen ze daar zat en ontkende, liegend recht in het gelaat van God, Die daar zat als een sterfelijk mens, vlees etend, brood etend, melk drinkend. En Hij zei: "Waarom lachte Sara daar achter," achter Hem in de tent, terwijl Hij haar nooit had gezien, "zeggend: 'Hoe kunnen deze dingen gebeuren?'"
246 Zij antwoordde: "Ik heb dat nooit gezegd!" Hu, oh, my! God in Zijn gezicht zeggen dat Hij een leugenaar is! Maar Hij kon haar niet wegnemen. Waarom? Zij was een deel van Abraham. Hij kon haar niet treffen zonder Abraham te treffen!
247 Nu ziet u, vrouwen, waar u behoort. En de Bijbel zegt dat u vrouwen moet zijn gelijk Sara was, die zich tooide in bescheiden zedige kleding, eerbaar leefde en trouw was aan haar eigen man en hem zo liefhad dat zij hem haar heer noemde – heerser, eigenaarschap.
248 En sommigen van u, vrouwen, trekken deze smerige kleding aan, gaan uit eten om uzelf voor de mannen te werpen. Jezus zei: "Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar begaan in zijn hart." Wie is er dan schuldig, de man of u? Hij is een mannelijk wezen, zo gemaakt dat hij deze handeling kan uitvoeren. Ziet u? En u bent het vrouwelijke dat behoorde te weigeren.
249 En waarom stelt u zich zo ten toon? Het is niet voor het gemak. U weet dat dat het niet kan zijn, wanneer u half dood bent gevroren met die korte broekjes aan. Het kan niet voor het gemak zijn. Waarom is het dan? Het is voor vuilheid! U wilt het niet toegeven, maar dat is het – de Bijbel zegt het zo. Het is de waarheid. Het is een onreine geest die in u is. U wilt niet vuil zijn, maar u beseft geestelijk niet, dat u smerig bent, omdat u uzelf vuil aanbiedt.
250 Nu, bij een man met zijn oude, smerige, knokige knieën, ook al zou hij bijna geen kleren aan hebben, zou dat geen enkel verschil maken; zijn lichaam is niet verleidelijk. Waarom? Hij was in de oorspronkelijke schepping – het moest karakter zijn. Maar u bent het bij-product dat in verzoeking brengt.
251 God heb genade! Oh, my, deze zondige wereld! Ik zal blij zijn wanneer het voorbij is.
252 Let op, hij kan zijn vrouw wegzenden wanneer hij maar wil, maar zij kan hem niet wegzenden. Hij kan maken dat ik – Hij kan mij in het stof werpen wanneer het Hem maar in gedachten komt, maar o, broeder, ik kan maar beter niet proberen Hem daarin te werpen, want dan is het met mij gedaan.
253 Salomo kon elke vrouw trouwen die niet getrouwd was. Hij kon elke vrouw trouwen die hij maar wilde. Een priester kon slechts een vrouw huwen die een maagd was. Salomo...
254 Zoals David, die trouwde... Wat was haar naam? Abigaïl, wier man een dwaas werd genoemd. Hij had een aardige vrouw en hij stierf. En Abigaïl werd uitgehuwelijkt aan David. Hij was een koning, geen priester. Ziet u? Dus trouwde hij.
255 Maar een priester kon dat niet doen omdat hij dan een vrouw zou hebben aangeraakt of genomen, die reeds de vrouw van een of andere man was geweest. Dus dat toont de maagdelijkheid van de gemeente van de Here Jezus Christus. De bruid zal het onvervalste Woord moeten zijn, waar nergens één Woord aan ontbreekt. Zeker. Zou u zich een correcte bruid kunnen voorstellen met één borst eraf en aan de andere wat verkeerd? Weet u, dat zal niet de bruid van Christus zijn; zij is volmaakt. Zij is in alles het Woord, er zal nergens één Woord ontbreken. Nee.
256 Let op, Hij kan haar wegzenden, maar zij kan Hem niet wegzenden. Hij deed het en bewees het, in de dagen van Luther, Wesley en Pinksteren, toen zij weigerden het verdere deel van Hem te worden door een geestelijke sexuele aangelegenheid te hebben, om bevrucht te worden met het verdere deel van het Woord. Begrijpt u het? Zij weigerde... De Lutherse kerk weigerde Christus Zijn verlangen naar haar te stillen. Luther weigerde het. En laat mij dit zeggen (ze zullen me toch het één en ander noemen) zo is het vandaag met een ieder van hen! Zij verzuimen dat Woord te nemen! Zij weigeren Christus!
257 En elke vrouw die een man zijn kind weigert, heeft geen recht een vrouw voor hem te zijn! Amen. Herinnert u zich in de Bijbel dat de koning Esther trouwde? Omdat de koningin weigerde, nam hij zich gewoon een ander. En toen de... Wat gebeurde er toen zij weigerde om bij de koning te komen en hem te gehoorzamen? Hetzelfde is het met een vrouw die weigert om een vrouw voor haar echtgenoot te zijn.
258 En zo is het met de gemeente die weigert bevrucht te worden in het tijdperk waarin we nu leven, om kinderen voort te brengen van dit tijdperk! Wij zijn geen Lutheranen, wij zijn niet van Wesley, noch zijn wij Pinkstermensen! Wij moeten de kinderen van dit tijdperk zijn door de bevruchting van het Woord van God om een Kind van dit tijdperk voort te brengen, het Zaad-Kind. Amen. Ik hoop dat u het begrijpt. Ze kon niet worden bevrucht, nee. Dus wat deed Hij? Hij zond haar weg in echtscheiding. Dat is juist. Maar laat haar het niet wagen om Hem weg te zenden. Hij heeft haar weggezonden.
259 Hij ging regelrecht door Zijn Woord te openbaren aan het lichaam, en Hem te betuigen, hetzelfde, door Zichzelf. Zijn kinderen beginnen er al meer uit te zien zoals Hij, omdat het tot de volle wasdom komt en zij worden kinderen van het Woord – geen kinderen van de kerk, kinderen van het Woord. En de bruid zal een lieflijke kleine dame van het Woord zijn, onvervalst, niet aangeraakt door enige menselijke organisatie of enige, door mensen gemaakte theorie. Zij zal de zuivere, onvervalste bruid van het Woord zijn! Amen en Amen! Ik hoop dat u dat begrijpt, u die daar meeluistert. Zij zal de bevruchte dochter van God zijn!
260 Ziet u, welk een grote eer een vrouw kan zijn? Ziet u wat een grote zaak de gemeente kan zijn! Maar ziet u waar vuilheid haar toe bracht? Probeer dan de kerk daar te vergelijken met de gemeente hier; u kunt het niet doen. Probeer de straathoer te vergelijken met de gemeente van de levende God; of de vrouw, de correcte vrouw met de hoer!
261 Waarom zijn er zulke dingen? Het is een wet van God, de wet van de tegenstellingen! Hoe zouden wij weten hoe ons te verheugen in het daglicht als er geen nacht was? Hoe zouden we weten hoe we ons moesten verheugen over droog weer als er geen regen was? Hoe zouden we weten ons in een echte vrouw te verheugen en haar te respecteren als er geen onreine was?
262 Hij ging recht door en openbaarde het, op de wijze dat Hij Zijn Woord openbaart, maar laat niemand van ons het wagen te proberen Hem weg te zenden en een ander te trouwen.
263 Het is nu zeker duidelijk waarom beide theorieën fout zijn. U kunt het niet op deze wijze laten verlopen; het is uitgesloten. Als u het zo laat lopen, zou het regelrecht aan de belofte voorbijgaan. Hier is de belofte. Hier ligt de zaak, precies hier. Het Woord is niet tegenstrijdig; het moet in overeenstemming blijven. Nu, evenmin als dat Mattheüs 28:19, Handelingen 2:38 tegenspreekt.
264 Nu, sommigen van u, vrouwen, en sommigen van u, mannen; ik weet dat u het er niet mee eens bent, want weet u, u kunt dat op dit moment niet verbergen! U kunt het niet!
265 Maar laat mij u slechts iets tonen. Als Mattheüs 28:19 zei: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes" en ze keerden zich om en elke persoon die ooit werd gedoopt werd in strijd daarmee gedoopt... in de Naam van Jezus Christus, zelfs door het hele Bijbelse tijdperk heen en tot driehonderd jaar na het Bijbelse tijdperk, tot aan het Concilie van Nicéa. Toen aanvaardden zij daar dogma's voor in de plaats. Wat is het verschil? Als het niet geopenbaard is...
266 En weet u dat het hele Boek, de hele Bijbel, een openbaring is? Daardoor moet u de waarheid tussen het een en het ander herkennen. Omdat het een openbaring is en de openbaring moet precies kloppen met het Woord en niet in strijd zijn met het Woord. U zegt: "Wel het werd mij geopenbaard." Als het echter in strijd met het Woord is, is het nooit van God gekomen. Dat is juist!
267 Nu, als u Mattheüs 16:18 wilt nemen, Jezus zei zelf, dat de gehele gemeente, Zijn gemeente, zou worden gebouwd op de geestelijke openbaring van Hemzelf, die het Woord is! "Ik zeg u dat gij Petrus zijt, vlees en bloed heeft u dit nooit geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemel is heeft u dit geopenbaard en op deze rots..."!
268 Nu, ik weet dat onze Katholieke vrienden daar zeggen dat zij op Petrus werd gebouwd en Petrus was een apostel, dus zo komen ze aan de apostolische opvolging.
De Protestanten zeggen dat zij werd gebouwd op Jezus Christus.
269 Niet om van mening te verschillen, maar neem gewoon wat Hij zei. Hij zei: "Vlees en bloed heeft dit niet aan u geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemel is heeft dit aan u geopenbaard, en op deze rots (geestelijke openbaring van wat het Woord is) zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen!" Zijn vrouw zal niet door andere mannen verleid worden. "Ik zal Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen."
270 En Abel en Kaïn in de Hof van Eden: Kaïn vormde zijn eigen opvatting. Hij zei: "Nu kijk. God is een goede God. Hij gaat over de hele natuur, dus ik zal de bonen en de aardappels nemen en ik zal de bloemen nemen en ik zal Hem een echt mooi altaar maken." (Dat is een kerk.) Hij knielde neer; hij geloofde God; hij aanbad God, hief zijn handen op en bracht dit offer. Hij deed alle godsdienstige dingen die Abel deed.
271 Abel bouwde hetzelfde soort altaar, maar toen Abel zijn offer bracht, bracht hij een lam. Nu, Kaïn dacht een tegengif voor de zonde te maken, toen hij dacht dat zijn vader en moeder vruchten moesten hebben gegeten zoals hun was geleerd in die Hof. Maar Abel wist door Goddelijke openbaring dat het door bloed was gebeurd! Door Goddelijke openbaring! En de Bijbel zegt in Hebreeën (het twaalfde hoofdstuk), het elfde hoofdstuk, dat Abel door geloof – openbaring – God een uitnemender offer bracht dan Kaïn, waardoor God getuigenis gaf dat hij rechtvaardig was! Is dat juist? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Amen! Broeder, zuster, het is voor mij zo duidelijk als het maar zijn kan. Daar is de hele zaak.
272 Nu, wat betreft huwelijk en echtscheiding. Ziet u, het moet worden geopenbaard. Totdat het geopenbaard is, weet u het niet. Maar Hij beloofde in deze laatste dagen, in dit tijdperk, dat elk verborgen geheimenis in de Bijbel zou worden geopenbaard. Hoevelen weten dat? (Openbaring, het tiende hoofdstuk.) Jezus beloofde, dat al deze verborgen geheimenissen – over huwelijk en echtscheiding en al deze andere verborgen geheimenissen die er zijn geweest – zouden worden geopenbaard in de eindtijd. Nu, u herinnert zich dat de stem zei: "Ga naar Tucson." Herinnert u zich het mystieke licht in de lucht; de zevende engel die daar stond; dat ik terugkwam, en de opening van de zeven zegels? Let op hetgeen er heeft plaatsgevonden. Dat is waar.
273 Nu, nog een klein beetje verder. Maar nu, luister! Ik weet dat het tijd wordt voor u om te gaan eten, maar ik bèn gewoon heerlijk aan het eten. [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
274 Let op, nu, de vrouw heeft haar plaats gekregen, en zij is een juweel. Salomo, deze man die tienduizend vrouwen had, of beter gezegd, hij had duizend vrouwen; hij zei: "Een man die een vrouw heeft gevonden, heeft iets goeds gevonden." Hij zei dat een goede vrouw een juweel in zijn kroon is; dat is een eer, maar een onrechtvaardige is water in zijn bloed. Dat is zijn leven! Hij zei: "Er zou misschien één rechtvaardige man gevonden worden onder duizend," Salomo zei dit, "maar een rechtvaardige vrouw zult u onder duizend niet vinden." Dat heeft Salomo gezegd. Nu let daar op, hoe het is.
275 Maar, ziet u, vrouw: u bent... u bent een juweel als u een juweel wilt zijn, maar het verlangen daarnaar moet bij u aanwezig zijn. En ziet u waarom er huwelijk en echtscheiding was, waarom Jezus er ginds naar terug verwees? Het was omdat uw soort de oorzaak was van alle zonde. Dat is de reden dat polygamie en echtscheiding en dergelijke werden ingevoerd. In den beginne was er nooit zoiets en het zal ook niet zo zijn in de toekomstige wereld.
276 Kijk naar Jakob, van wie de aartsvaders stammen. Hij had minstens een dozijn vrouwen. Hij trouwde twee zusters en hij had daarnaast nog bijvrouwen (gewoon wettige vrouwen met wie hij leefde) en deze aartsvaders werden rechtstreeks geboren uit deze bijvrouwen. Is dat juist? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ziet u, u moet het woord vloeiend laten verlopen.
277 O, ik heb er bladzijden vol van. Als een geestelijke mij er ooit over vraagt en als we samen zouden kunnen komen, kunnen we het bepraten; maar zeker, indien hij maar enigszins geestelijk is, zou hij hier meteen kunnen zien dat het de waarheid is. Er is geen twijfel aan.
278 Een goede vrouw is een goede zaak. Ik weet dat. Ik weet dat door werkelijke vrouwen. Ik heb echte vrouwen ontmoet, die waarachtig zijn, even echt als welke man ook die er ooit rondliep.
279 Zij is een bij-product, een deel van hem. Bij de zondeval luisterde hij naar haar. Hij is slechts... Zij is een deel van hem. Maar de keuze is aan haar; zij is zo gemaakt dat zij vuil kan zijn. Haar is het recht gegeven te weigeren of te accepteren. Dat is in strijd met de oorspronkelijke natuur in den beginne. Ziet u? Maar daar bent u er.
280 Nu, het is 12 uur, dus ik zal hier maar even wat overslaan. Ik wil u iets vragen.
281 Nu, bedenk, ik zeg dit slechts tot mijn groep alleen. En tot u die meeluistert: ik zeg dit slechts tegen mijn eigen volgelingen; deze boodschap is alleen voor hen, en wat ik hier zal gaan zeggen.
282 Elke prediker, hij, dat is zijn... ja, hij is de herder van de kudde, laat hem doen wat hij wil. Dat is tussen hem en God. Elke priester, elke prediker: dat is uw zaak, mijn broeder.
283 Ik spreek alleen hier in Jeffersonville, de enige plaats tot wie ik hierover zou spreken, omdat dit mijn eigen kudde is. Het is de kudde waar de Heilige Geest mij van deed verstaan, dat ik er de opziener over ben. Hij zal er mij verantwoordelijk voor houden. En deze mensen van mij zijn bekeerlingen hier vanuit het hele land, die ik tot Christus heb geleid. En kinderkens, ik ben hier om u te helpen en ik ben uw vriend. U zou kunnen denken dat ik tégen u spreek; ik zeg dit voor uw bestwil. Ik heb u lief. En als dat niet zo is, God is mijn Rechter. U weet dat ik u liefheb.
284 Dit is een verschrikkelijk moeilijke zaak. Ik wist niet hoe ik dit naar voren moest brengen! Wat zal ik doen wanneer ik mannen en vrouwen in mijn samenkomst heb zitten, waarvan sommigen twee of drie keer getrouwd zijn? Goede mannen, goede vrouwen, helemaal in de war. Wat veroorzaakte dat? Valse onderwijzing. Precies. Door niet te wachten op de Here.
285 "Wat God heeft samengevoegd, scheide de mens niet..." Niet wat de mens heeft samengevoegd, wat God heeft samengevoegd. Wanneer u een directe openbaring van God hebt gekregen dat dit uw vrouw is, en hetzelfde, dan is zij de uwe voor de rest van uw leven. Ziet u? Maar wat de mens samenvoegt kan iedereen scheiden. Wat God echter samenvoegt, kan maar beter geen mens wagen aan te raken. "Wat God heeft samengevoegd," zegt Hij, "scheide de mens niet." Niet wat de een of andere half dronken magistraat of iemand anders samenvoegt, of een of andere teruggevallen prediker met een stel geloofsbelijdenissen uit een boek, waardoor hen alles in de wereld wordt toegestaan te doen, terwijl het Woord van God recht voor hen ligt. Ziet u? Ik spreek over wat God heeft samengevoegd.
286 Nu, ik ga dit tot u zeggen. Ik ben erg voorzichtig met wat ik u zeg. Ik bedoel niet grof te zijn tegen u, mensen. Ik bedoel niet grof te zijn tegen u, mijn voorganger-broeders. Dat is niet mijn bedoeling. Maar ik ben verantwoordelijk, beseffend dat dit in mijn handen gelegd is en als... ik kan het niet achterhouden en ik weet niet hoe ik het moet uitgeven; en ik weet dat deze band zal... Oh, my, ik zal me maar voorbereiden en het kantoor openstellen, want hier komt het. Ziet u?
287 Precies zoals het was met het Slangenzaad, maar het is absoluut bewezen juist te zijn. Ik heb hier krantenknipsels waarin vrouwen nu, in deze tijd... en zelfs hebben enige van de grote bisdommen de foto's van het origineel gekregen, van een slang die zich kronkelt om het been van een vrouw alsof... en hoe hij om haar heen kronkelt en ze allerlei sensaties en zo heeft, iets wat een man nooit bij haar zou kunnen bereiken, terwijl deze geweldige slang zich om haar heen wikkelt enzovoorts. Dat is precies de waarheid. Het wordt al maar slechter en het zal nog slechter worden. De slang, wat hij niet was – hij zou geen sexuele gemeenschap met haar gehad kunnen hebben, als hij een slang was. Maar herinner u...
288 Ik had onlangs een debat met een... Niet een debat, maar een prediker van de Assembly of God, een medewerker, zei: "U hebt het daarmee bij het verkeerde eind."
Ik zei: "Wel, dat kan zijn. Ik zou het fijn vinden als u het me vertelt."
289 Hij zei... En toen begon hij erover te praten, maar al gauw kwam hij vast te zitten, weet u. En één ding wat hij zei was: "Broeder Branham, waar is dat soort schepsel? God zei: 'Eén van elke soort.' Nu, waar is dat soort wezen dat volgens u tussen mens en beest stond, dat de wetenschap nu niet kan vinden? Waar is het?" Hij zei: "Is het op aarde? Was het een chimpansee?"
290 Nee, want het bloed van een chimpansee zal zich niet vermengen met dat van een vrouw. Geen enkel ander dier zal zich met haar vermengen. Nee, dat gaat niet. Evenmin zal het sperma van een man zich vermengen met een vrouwelijk dier. Het zal niet gaan.
291 Waar is dan dat bepaalde dier? Nu, God zei: "Laat alles voortbrengen naar zijn aard."
292 Ik wachtte even een ogenblik en de lieflijkheid van de Heilige Geest zei: "Zeg hem, dat het hier is."
Nu, ik had eerst gezegd: "Wel, misschien is het anders geworden."
Hij zei: "Maar broeder Branham, dat... Wij spreken over het Woord, is het niet zo?"
293 Ik zei: "Jazeker." En ik zei: "Natuurlijk beweert men dat de andere dingen, zoals dinosaurussen en mammoet en dergelijke, mammoets, mammoets, liever, dat zij anders geworden zijn, enzovoort. Dat zou het kunnen zijn."
294 Hij zei: "Broeder Branham, wij spreken over het bewijs van het Woord. Als de zonde hier is, dan moet de oorspronkelijke zonde hier ook zijn."
295 En ik zei: "Here Jezus, U zei: 'Neem u niet voor wat u zult zeggen wanneer u voor de mensen komt, want het zal u worden gegeven in dat uur.' Here, wat zal ik zeggen?" Hij zei: "Vertel hem dat het hier is." (Precies zoals ik de visioenen zie op het podium.)
296 Ik zei: "Het is hier!" niet wetend waar.
Hij zei: "Waar?"
En voordat ik zelfs maar na kon denken, zei Hij: "Het is de slang."
297 Dat was het precies, want hij is niet langer een beest; hij werd vervloekt en moest op zijn buik kruipen voor de rest van zijn dagen! Hij is hier. Is dat juist? En toch in die handeling die hij heeft gedaan, bevinden zich nog steeds dezelfde zondige werkingen rond de vrouw, zoals een mannelijke sex op die manier. Daardoor komt ze in een toestand dat ze zich daarop blind staart wanneer zij haar sensaties enzovoort heeft, die ver uitgaan boven dat wat een man ooit zou kunnen.
298 Ik zal hier stoppen omdat wij in een gemengd gezelschap zijn. Ik zal de man nemen. Ik zal – we zullen daar meer over spreken. Ik heb al de kranten en dergelijke hier op het ogenblik direct bij de hand liggen en ik was van plan ze u te brengen vanmorgen. Ik had hiervoor de hele dag willen nemen, maar ik zal nu sluiten met het volgende te zeggen.
299 Dit is voor mijn gemeente alleen – niet míjn gemeente, de kleine kudde die mij gelooft en volgt; dit is voor hen.
300 Onlangs, wetend dat als ik u iets zeg, het ZO SPREEKT DE HERE moet zijn, had ik de Schrift, zoals Hij het aan mij openbaarde, maar ik vroeg: "Here God, wat kan ik tot deze samenkomst zeggen? Ik zal scheidingen krijgen. De mannen zullen op de waranda en op het erf zitten en overal elders en zich afvragen: 'Zal ik haar verlaten?' De vrouwen: 'Zal ik mijn man verlaten?' 'Wat zal ik doen?'" Ik zei: "Here, wat kan ik doen?"
301 Iets zei tegen mij: "Ga naar boven, de bergen in en Ik zal tot u spreken."
302 En terwijl ik boven op de berg was... Niet wetend dat ze het beneden in Tucson zagen... maar zelfs de onderwijzers riepen de kinderen (mijn kleine meisje en de anderen) uit het klaslokaal en zeiden: "Kijk naar die berg ginds. Daar gaat een vurig uitziende, amberkleurige wolk omhoog in de lucht, komt terug naar beneden, gaat weer omhoog de lucht in en komt naar beneden!"
303 Mevrouw Evans, bent u hier? Ronnie ben jij hier? Ik kwam terug naar beneden bij het tankstation en deze jongeman daar bij het pompstation, het pompstation van Evans daar. En voordat ik wist wat de jongen zou zeggen deed hij mij versteld staan... Hij zei: "Broeder Branham, u was daarginds boven op de berg, nietwaar?"
304 Ik zei: "Wat bedoel je Ronnie? Nee." (Ziet u? Om te zien wat hij zou doen.) Vaak gebeuren er dingen die ik niet – die je niet aan de mensen vertelt. Het wordt... De zaak is dit, dat je zoveel ziet gebeuren, dat het gewoon voor je wordt. Ziet u? Ik vertel het gewoon niet aan de mensen. Ik zei: "Ronnie, wat wilde je...?"
305 Hij zei: "Ik kan u precies tonen waar u was. Ik riep mamma en wij stonden hier naar die wolk te kijken die daar boven hing en die op en neer ging. Ik zei: 'Het moet broeder Branham zijn die daar ergens boven is. Dat is God Die met hem spreekt.'"
306 En de hele bevolking van de stad keek ernaar. Op een stralende, volkomen wolkenloze dag, hing daar deze grote amberkleurige wolk, en kwam neer als een trechter en ging terug en spreidde zich uit.
307 Vrienden (en dan sluit ik, u kunt hierna gaan), zo werd dit toen aan mij geopenbaard, wat ik u nu meteen zal vertellen. Dus mis het niet.
308 Nu, ik spreek alleen tegen onze volgelingen, alleen die mij en deze Boodschap volgen, niet tegen de buitenstaanders. U bent mijn getuigen hier voor God: slechts voor deze groep alleen.
309 Nu, we worden in deze verwarring bevonden vanwege verkeerd uitgelegde theologie. Is dat juist? Daarom trouwde u vrouwen voor de tweede keer en u mannen, vanwege verkeerd uitgelegde theologie. Nu, ik wil u iets tonen dat Hij mij vertelde.
310 Toen God, onze Schepper, de vraag werd gesteld, toen Hij hier op aarde was (Jezus Christus) en toen Zijn profeet van bevrijding (Mozes) ginds in Egypte optrad om de kinderen uit Egypte te leiden en hen in het beloofde land te brengen – zei Jezus hier dat Mozes de mensen in deze toestand zag en dat hij hun een scheidbrief toestond, omdat de situatie was zoals ze was! Mozes vond zoiets als: "Laat hem toestaan..." God gaf Mozes, die profeet die was gezonden tot het volk, toestemming om hun deze scheidbrief toe te staan.
311 En in de eerste Korinthe-brief, hoofdstuk 7, het twaalfde en vijftiende vers, sprak de Nieuw-Testamentische profeet, Paulus, die dezelfde zaak in de gemeente tegenkwam, dit: "Dit zeg ik, niet de Here." Is dat juist? Vanwege de echtscheidingstoestand.
312 Het was niet zo van den beginne. Maar Mozes werd het toegestaan, en God rekende het tot rechtvaardigheid! Eveneens had Paulus het recht toen hij zijn gemeente in die toestand vond.
313 Nu, u gelooft dat dit waar is en u gelooft dat het van God komt. En door de betuiging van Zijn wolk en van Zijn Boodschap die mij tot zover hebben gebracht, zou God mij op de berg geen toestemming gegeven hebben hetzelfde te doen en u toe te staan zo verder te leven als u bent, en het niet meer te doen? Ga met uw vrouwen en leef in vrede, want het uur is laat. De komst van de Here is nabij! Wij hebben geen tijd meer om deze dingen op te breken! Waagt u het niet te proberen het weer te doen! Ik spreek uitsluitend tot mijn samenkomst. Maar als u getrouwd bent en God betuigde mij dat op de berg dat ik dit kon zeggen (een bovennatuurlijke openbaring vanwege de opening van de zeven zegels en dit is een vraag in Gods Woord): laat hen verder gaan zoals zij zijn en niet meer zondigen!
314 Het was niet zo van den beginne. Dat is juist. Het was niet zo en het zal niet zo zijn aan het einde! Maar onder de moderne verhoudingen, als Gods dienstknecht – ik wil mijzelf niet Zijn profeet noemen, maar ik geloof dat indien ik daarvoor niet gezonden zou zijn, ik een fundament voor hem leg, wanneer hij komt – onder de moderne verhoudingen beveel ik u dan nu naar uw huis te gaan met uw vrouw. Als u gelukkig met haar bent, leef met haar, voed uw kinderen op in de vreze Gods; maar God zij u genadig als u dat ooit weer doet! Onderwijs uw kinderen nooit zoiets dergelijks te doen. Breng ze groot in de vreze Gods! En nu u dan bent zoals u bent, laat ons nu gaan in het late avonduur waarin we leven en voortjagen naar het doel van de hoge roeping in Christus; waar alle dingen mogelijk zullen zijn.
315 De Here God zegene u, totdat ik u vanavond ontmoet, terwijl wij bidden.
316 Here God, wij geven U dank. Wij geven U lof. Gij zijt dezelfde grote Jehova Die het Mozes toestond. Mozes, die dienstknecht, wat zou hij zijn volk vertellen? En God, U stond hem toe een scheidbrief te geven. Paulus, de grote apostel, die de schrijver was van het Nieuwe Testament, zoals Mozes het van het Oude was. Mozes schreef de wetten, en een dispensatie van wetten. De woorden van velen van de profeten werden erbij gevoegd, maar Mozes schreef de wetten. En U gaf hem toestemming dat zij een scheidbrief zouden schrijven vanwege de hardheid van hun hart.
317 De grote heilige Paulus, die de schrijver was van het Nieuwe Testament, kon ook zo'n uitspraak doen, als: "Ik spreek onder deze omstandigheden – ik, niet de Here."
318 Zo is het vandaag, Here God, bij het einde van de wereld, terwijl we hier zijn onder Gods genade, wetend dat we ons spoedig zullen moeten verantwoorden in Zijn tegenwoordigheid. U hebt zoveel gedaan, Heer. Ik ben er zeker van, met het oog op deze mensen, dat zij hieraan zullen vasthouden als komend van U. En om hiervan vandaag getuigenis af te leggen van vele mensen die hier zitten, die zelfs het teken boven op de berg gezien hebben, waar de engelen van de Here kwamen in de wervelwind, waar het kwam in de zeven engelen, waar de openbaring van de zeven geheimenissen werd ontvouwd en diezelfde engel was, de dag dat dit werd geopenbaard, daar in dezelfde richting, op dezelfde berg.
319 God, ik bid dat de mensen naar huis zullen gaan met dankbaarheid dat God deze genade aan hen heeft toegestaan. Ik sprak het slechts, Heer, met toestemming. En ik zeg het alleen met toestemming, Here. En laten de mensen zo dankbaar zijn, dat ze nooit meer zullen proberen die zonde opnieuw te begaan. Mogen ze nooit meer proberen enige zonde te begaan, maar mogen ze U liefhebben met heel hun hart. Here, maak deze gezinnen gelukkig en mogen ze opgroeien en hun kinderen opvoeden in de vreze Gods.
320 Want mijn boodschap die op mijn hart lag is uitgegeven, Here. Ik heb alles gedaan wat ik maar wist, en Satan heeft mij wekenlang bevochten en ik had uren zonder slaap, maar nu beveel ik, Here, deze mensen dat zij het bestuderen, heengaan en voor U leven! Sta het toe, Heer. Het is nu van mijn schouders af. Zij zijn in Uw handen. Ik bid dat U hen zult zegenen.
321 Zegen deze zakdoeken, Here, die hier voor de zieken en aangevochtenen zijn neergelegd. Moge deze avond één van de grootste, machtigste avonden zijn en dat alle mensen zullen worden genezen. Sta het toe, Heer. Zegen ons samen.
322 Mogen wij gaan in vrede, gelukkig en ons verheugend, want de God der schepping heeft ons van het begin af aan, in de verwarring waarin we ons bevinden, Zijn genade getoond en opnieuw verleend in deze laatste dagen. O, grote en eeuwige God, hoe danken wij U daarvoor. En mogen onze harten zo gelukkig zijn dat wij nooit meer een verlangen zullen hebben om tegen U te zondigen. In Jezus' Naam! Amen.
Ik houd van Hem (Waarom zou u Hem niet liefhebben!),
Ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad
En mijn redding kocht aan Calvarie's hout.
323 Ik zeg het nu, opdat de predikers het zullen begrijpen: dit is alleen voor hen die deze Boodschap volgen.
324 O, bent u gelukkig? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik heb u de waarheid verteld, het was helemaal ZO SPREEKT DE HERE. ["Amen." ]
325 Laten we nu staan en onze handen opheffen als we het opnieuw zingen: "Ik houd van Hem, ik houd van Hem om Zijn genade, ik houd van Hem om Zijn barmhartigheid, ik houd van Hem om Zijn Woord." En het Woord van de Here kwam tot de profeet.
Ik houd van Hem,...
326 Kom, broeder. Ga verder. [Broeder Branham laat iemand komen om de samenkomst af te sluiten – Vert]
Ik houd van Hem,...