Het filter van een denkend mens
Door William Marrion Branham1 Dank u, broeder Mann. Ik zie dat u een broeder hebt meegebracht. De Here zegene u. "Alles is mogelijk, geloven alleen." Laten wij bidden. O God, dat is werkelijk het verlangen van ons hart vanavond: alleen maar te geloven. Terwijl wij hier vanavond in de tabernakel vergaderd zijn, en de zon ondergaat in het westen, bidden wij, dierbare God, dat U ons wilt laten beseffen hoe dicht wij bij het ondergaan van de zon zijn wat de tijd betreft; deze loopt ten einde. De dag is ver gevorderd. Wij herinneren ons dat op een keer, toen de dag al ver gevorderd was, twee reizigers U baden om binnen te komen en bij hen te blijven. En toen maakte U Uzelf aan hen bekend door Uw Woord te verklaren en hun te laten zien, waarom de Christus eerst al deze dingen moest lijden.
2 Dus bidden wij, God, daar de dag ver gevorderd is, dat U in onze huizen wilt komen, en bij ons wilt wonen en ons het Woord wilt verklaren, Here, dat wij zo genadevol bewaren als een schat van U, als een gave in ons hart. Mogen wij het nooit overschrijden; mogen wij het altijd eerbiedigen met geheel ons hart.
3 Wij danken U voor wat U vanmorgen deed voor hen die in het ziekenhuis lagen, en wat U deed voor de kleine jongen van broeder Capps, die bijna op sterven lag; en nu is hij hier vanavond onder het gehoor. Hoe danken wij U, Vader, voor al deze dingen.
4 Sta het toe, Here, dat wij mogen weten hoe wij U prijzen moeten. Wij... Het gaat boven ons begrip, te weten hoe wij U kunnen eren. Maar, Here, ontvang onze harten als een teken van dankzegging, dat wij U liefhebben. Wij willen doen wat recht is. Toon ons wat wij moeten doen. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. (U kunt gaan zitten.)
5 Goede avond u allen in deze grote afgeladen kerk, en daar buiten via de telefoon over het gehele land. Men zei mij dat zij vanavond weer met ons verbonden zijn. Ik hoop dat mijn vrouw ook luistert. Ik kwam er niet toe om haar op te bellen, dus zal ik haar na deze dienst opbellen.
6 En wij hebben hier een bericht, dat vanmorgen de broe... of de vader van broeder Jackson, die in zo'n slechte toestand was... dat er nu zo'n verbetering gekomen is dat hij morgen naar huis mag.
7 De kleine jongen van broeder Capps waarover hij mij onlangs opbelde (ik weet niet of broeder Capps aanwezig is of niet) was erg ziek. Toevallig waren Jozef en ik naar de schietbaan om mijn kleine .22 geweer in orde te krijgen. Ik vertelde u er verleden week alles over. Hij is werkelijk op weg om een echte scherpschutter te worden. En hij wilde er zeker van zijn dat ik Gary en Larry zou vertellen wat hij had gedaan.
En hij vertelde het mij bij het terugkomen en ik zei: "Je moet even bij broeder Gene Norman langsgaan om het te vertellen."
Hij zei: "Stop en vertel het eerst aan Billy (zijn broer)." Nadat hij hem had laten zien hoe goed hij geschoten had, zei hij: "Kom nu maar niet meer te dicht bij me." Ziet u?
8 En juist toen wij daar waren, wel, daar ging de telefoon en Billy liep er snel naar toe om te vragen... Ik zei: "Het zou een oproep van een zieke kunnen zijn." Wij waren net binnen, en het was broeder Capps. Zijn kleine jongen had de bof en had nog maar een zeer kleine kans om te overleven. Maar de Here heeft hem genezen. Onlangs had hij gezegd dat hij het een of ander soort pijn leed, vertelde Mevrouw Wood mij. Wij vertrokken in der haast en ik zei gewoon: "Mevrouw Wood, het is nu al zo laat, 10 uur, ik betwijfel of zij mij daar in het ziekenhuis zullen toelaten." Ik zei: "Ik ga naar huis en sluit de deur." Ik ging naar boven en bad, en zij zeiden dat de kleine jongen vanavond in het gehoor is. Wij zijn daar erg dankbaar voor.
9 Nu, wij houden aan, wij hebben nog niet gehoord... Als broeder Leo Mercier en zuster Mercier meeluisteren, wij hebben tot op heden nog niet van uw vader gehoord. Wij hopen binnen korte tijd te horen hoe hij het maakt. Maar ik ben er bijna zeker van dat hij in orde zal komen, dus vertrouwen wij dat toe aan de Almachtige God, dat Hij wil zorg dragen voor die dierbare, oude man – een oude prediker-veteraan van het Evangelie.
10 Nu, o, er zijn zoveel dingen die gedaan moeten worden en wij hebben nog maar zo'n korte tijd om het te doen. Wij moeten nu dus al onze krachten in het werk stellen voor hetgeen wij voor onze Here kunnen doen.
11 Ik kwam wat vroeger beneden en ik voelde mij niet al te goed. Ik was vermoeid, gewoon echt vermoeid, en ik heb deze middag gerust. Nooit... Ik heb zelfs geen warm gegeten. Ik kwam dus binnen en heb de hele middag gelegen; ik voelde mij slecht, dus lag ik daar. En toen begon ik te bidden, en ik voelde mij beter; en stond op, kleedde mij aan en kwam naar de gemeente.
12 Wij vertrouwen nu dat de Here Jezus onze gezamenlijke pogingen vanavond wil zegenen, als wij proberen over het hele land dit deel van het lichaam van Christus samen te brengen waarvoor mij het recht gegeven werd om Zijn schapen te voeden. Ik zou alleen maar naar mijn beste weten willen handelen bij het uitdelen van het juiste voedsel dat ik voor de schapen ken. Ik zie met verlangen uit naar het uur waarop wij allen in één plaats kunnen samenkomen om te prediken over die zeven plagen, zeven schalen en de bazuinen enzovoort. Zij gebeuren alle in een samenhangend geheel. Dat is de reden dat het ongeveer een week, tien dagen of meer zal duren om er doorheen te komen in een enkele samenkomst, indien mogelijk. Ik denk dat dat zeker voldoende is.
13 Nu, velen van ons komen van ver. Ik merkte een poosje geleden de mensen uit Tucson op, Mevrouw Sothmann... ik zie dat broeder Fred goed aangekomen is. Ik heb hem vanmorgen onder het gehoor gezien. Ik geloof dat broeder Don Ruddell vanavond daar achterin bij hem zit. Ik ben blij broeder Don hier te zien. Is Junior hier of is hij in zijn gemeente? Ik neem aan dat zij vanavond met ons per telefoon verbonden zijn. Dus, u broeders, wij zijn blij dat u allen hier vanavond bij ons bent, en wij vertrouwen de Here dat wij op zekere dag, als onze levensdagen geëindigd zijn, en ons klein sterfelijk levenslicht begint te verduisteren, en uit te gaan, geen kwaad zullen vrezen om door de...
14 Ik kreeg zojuist een bericht voor u daar in Prescott, Arizona. Broeder Coggins is uit het ziekenhuis ontslagen. Daar zijn wij erg dankbaar voor. Goed. Dat is fijn. Zuster Mercier, uw vader maakt het nu goed. Ik voelde gewoon, nadat wij gebeden hadden, dat hij in orde zou zijn. Zij zijn misschien aangesloten; ik hoop van wel. Ik geloof het. Daar zijn wij dus erg dankbaar voor, dat onze broeder nu weer in orde is en het met hem goed zal blijven gaan. Wij danken de Here voor al deze dingen.
15 Ik kreeg gisteravond een verzoek van een dierbare broeder hier... ik denk dat hij vandaag niet bij ons is. Een broeder uit Kentucky belde mij op over zijn dochter – een lieflijk gezin. Het meisje moet geopereerd worden... Een jonge moeder met kanker in haar rug. Dus wij bidden dat God deze jonge vrouw zal bevrijden. Ik geloof dat Hij het zal doen, als wij – de gemeente – ons gewoon allen tezamen verenigen en voor deze mensen bidden, allen tezamen. Dat moeten wij als eenheid doen. Als...
16 Naarmate de dagen dichter en dichter bij komen en het pad smaller wordt, willen wij dichter naar elkaar toegroeien. Wij moeten gewoon één lichaam zijn. Wij moeten samen optrekken, elkanders zonden en onze verschillen vergeten, ons gewoon nauwer en nauwer en nauwer aaneen sluiten, naarmate wij de dag zien naderen, tezamen vergaderend, allen eensgezind en één van hart. En als een broeder of zuster in enig opzicht van de weg afraakt, doe dan niets anders dan bidden voor die persoon en heb altijd in liefde aandacht voor elkaar. Laat nooit één van u weggaan. Blijf tezamen. Voeg er voortdurend al de tijd aan toe, als u kunt.
17 Broeder Neville, ik kreeg uw verzoek hier betreffende broeder Wright, broeder George Wright, die hier zit. Wij zijn blij dat broeder en zuster Wright hier zijn... Kleine Edith, ik... Als wij hier een keer terugkomen, willen wij een kleine herdenkingsdienst houden. Ik kwam niet terug voor Edith toen zij heenging. Maar, zuster Wright, u herinnert u de droom die zij enkele jaren geleden had. Ik vertelde u toen dat de kleine Edith niet zo erg lang meer bij ons zou blijven, omdat de Here al verteld had, dat zij zou heengaan, door de droom die zij had. En ik kreeg... De uitleg van de droom was dat zij God zou gaan ontmoeten. Ongeveer twee jaar later ging zij heen om God te ontmoeten, en ze wacht nu tot haar papa en mama de scheidslijn tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid oversteken. God zegene u! Ik zal proberen u spoedig te bezoeken, als het maar even mogelijk is. God zij met u.
18 En Shelby en iedereen... Ik dacht dat ik Shelby vanmorgen heb gezien. Ik was er niet zeker van. U kunt het hier boven niet al te best zien, het plafond is laag en het geeft een weerschijn. U kunt de spots wel zien, maar de mensen ziet u niet al te best.
19 Nu regelrecht naar de boodschap. Dit is een boodschap die ik wil lezen uit Numeri 19:9 en Efeze 5:26. U mensen, die aantekening van de teksten houdt enzovoort, kunt het opschrijven.
20 Nu, bedenk, ik weet niet of dit wordt opgenomen. Ik kan niemand zien. Ja, ik zie broeder Terry daar in de opnamekamer. Zou dit op de band worden opgenomen, dan geldt voor elke prediker in elke plaats, elke tijd, dat dit niet tot u gericht wordt met geringschatting voor uw leer; dit wordt zelfs niet gericht tot uw schapen. Deze boodschap en alle andere boodschappen die ik uitspreek, zijn gericht aan mijn gemeente. Het is niet voor uw gemeente, tenzij zij het willen ontvangen, maar het wordt gericht tot deze mensen hier.
21 De mensen kopen deze banden. Mensen over de hele wereld kopen ze en spelen ze af. Dikwijls schrijven zij erom en als zij lid zijn van de een of andere gemeente, wijs ik hen altijd hierop: "Spreek met uw voorganger."
22 Nu, voorganger, ik wil dat u weet dat ik deze dingen alleen voor mijn gemeente spreek. En ik heb het recht om dat te doen, omdat ik door de Heilige Geest gesteld ben om over deze schapen te waken. En wee mij, als ik hun niet vertel wat ik geloof dat de Waarheid is en waarop ik geloof dat het aankomt. Maar het is niet voor de wereld of de rest van de gemeenten. U doet wat God u vertelt te doen. Ik kan niet voor u verantwoording afleggen; evenmin kunt u voor mij verantwoording afleggen; maar wij moeten ieder voor God verantwoording afleggen van onze bediening. Daarom, als ik verantwoording moet afleggen van mijn bediening, dan moet ik het prediken zoals ik het zie, op de wijze waarop het aan mij geopenbaard is. Dus laat dat u nu bekend zijn.
23 Nu, in Numeri 19:9 willen wij dit Schriftgedeelte lezen:
En een rein man zal de as van deze vaars verzamelen, en buiten het leger in een reine plaats wegleggen; en het zal zijn ter bewaring voor de vergadering... (Let nu op!) ... voor de vergadering van de kinderen Israëls, tot het water der afzondering; het is ontzondiging.
24 Merk op, niet voor iedereen, voor de vergadering van de kinderen Israëls, de wateren der afzondering. Nu in Efeze, hoofdstuk 5, te beginnen bij vers 22:
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Heere.
Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.
Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan hun eigen mannen in alles.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven;
Nu hier is wat ik u nu wil zeggen!
Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord;
25 Nu, deze kleine tekst vanavond, als ik het een tekst zou kunnen noemen... Ik vertrouw dat de mensen hier en ook daar buiten aan het telefooncircuit, deze niet zullen geringschatten en denken dat hij bedoeld is op een heiligschennende wijze, hoewel het nemen van een tekst als deze heiligschennend zou kunnen klinken. Het onderwerp dat ik voor vanavond gebruik, is "Een filter van een denkend mens". Zo'n tekst als deze klinkt erg radicaal als hij wordt gebruikt door een prediker die zo tegen het roken is: "Het filter van een denkend mens".
26 Het gebeurde onlangs op een morgen, toen ik op eekhoornjacht ging, dat... U mensen daar buiten aan de radio, of aan de telefoon, als u de uitdrukking op de gezichten van de samenkomst had kunnen zien, zou u er ook om gelachen hebben – "Een filter van een denkend mens".
27 Wel, het gebeurde allemaal daar, waar de engelen van de Here mij op een morgen verschenen en die eekhoorns in bestaan werden gesproken. U allen herinnert het zich toen het plaatsvond. En ook precies op de top van de heuvel waar ik stond, was het waar... net voordat ik predikte over de zeven gemeentetijdperken. Terwijl ik op een morgen voor daglicht ging jagen, stond daar... Ik dacht dat de zon opkwam, ongeveer vier uur 's morgens. Het was ongewoon. Ik zag dat Licht en ik draaide mij om en daar stonden de zeven gouden kandelaren op de top van de heuvel, en iets als een regenboog, kwam door de pijp die ze voedde.
28 Onmiddellijk daarna verscheen de Here Jezus aan ons en toen hoorde ik een stem zeggen: "De Jehova van het Oude Testament is Jezus van het Nieuwe!" En daar werd Hij na een poosje geopenbaard na die zeven gouden kandelaren. Let daar op. Hoevelen herinneren zich die tekst? Ik schreef hem op de achterzijde van een doos patronen, die ik in mijn zak had: "Jehova van het Oude Testament is Jezus van het Nieuwe." God in de hemel weet dat dat waar is.
29 Toen kwam ik langs die plaats waar Hij mij een poosje later verscheen met betrekking tot de eekhoorns...
30 Toen ik mijn goede vriend Jack Moore een paar maanden later opbelde om hem erover te vragen, toen ik over de zeven gemeentetijdperken begon te prediken, Openbaring 1... Hij stond daar geheel in het wit. Zijn haar was als wol. Hoe kon Hij, terwijl Hij nog maar 33 jaar oud was, helemaal wit zijn? Broeder Moore, een fijne, beschaafde Christelijke heer, één van de beste leraars die ik ken, zei: "Broeder Branham, dat was Jezus na Zijn verheerlijking. Zo ziet Hij er nu uit."
31 Maar dat overtuigde mij niet. En ik bleef bidden, tot op zekere dag... Voor ik over de zeven gemeentetijdperken begon, kon ik dat eerste hoofdstuk maar niet goed ontwarren. Hoe kon een man van drieëndertig jaar, opgestaan in hetzelfde lichaam... De apostelen herkenden Hem, wisten dat Hij het was... En hoe kon hij er dan uitzien als misschien tachtig of negentig jaar oud, met prachtige witte wol boven Zijn gelaat en Zijn baard wit als sneeuw?
32 Ik had het gelezen in het boek Daniël, waar Hij tot de Oude van Dagen kwam, Wiens haar wit was als wol. Toen zag ik die Oude van Dagen; Hij was die Oude van Dagen, Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Ik zag dat het een symbool was. Maar waarom de witte wol? Toen scheen de Heilige Geest tot mij te spreken over een afbeelding van een oude rechter die ik eens had gezien. Ik ging de geschiedenis na; ik ging de Bijbelse geschiedenis en van alles na om erachter te komen. En de oude rechters, evenals de hogepriester in Israël, moesten witte, grijze wolachtige haren en baarden hebben, omdat het wit boven hem betekende, dat hij het hoogste gezag had van de rechters in Israël. Zelfs tot op vandaag, en tot een paar honderd jaar geleden – het kan zijn tweehonderd jaar of misschien nog korter geleden zijn – droegen al de Engelse rechters een witte pruik, of zij nu jong of oud waren, als zij recht moesten spreken, om te laten zien dat er in dat koninkrijk geen ander gezag was boven hun woord. Hun woord is het hoogste gezag van het koninkrijk. Wat zij zeggen, dat geldt.
33 En nu zag ik Hem daar staan, nog een jonge Man, maar met de witte pruik op. Hij was het volle, hoogste Gezag; Hij was het Woord. En Hij droeg de witte pruik.
34 Toen wij later, na deze predikingen naar het Westen gingen en de engelen van de Here daar verschenen voor de zeven zegels en zij weer omhoog de lucht in gingen (waarvan wij hier en overal in het land de foto hebben) stond Hij daar nog steeds met die pruik van die opperste autoriteit. Hij is het Hoofd van de gemeente. Hij is het Hoofd van het lichaam. Er is nergens iets aan Hem gelijk. Hij maakte alle dingen door Zichzelf. Hij maakte alle dingen voor Zichzelf en zonder Hem werd er niets gemaakt. Hij heeft alle gezag in de hemelen en op aarde, en alles behoort aan Hem. En in Hem woont de Volheid der Godheid lichamelijk. Het Woord was God, werd onder ons vlees gemaakt, en Hij was Degene, Die het gehele geheim van het hele verlossingsplan openbaarde, hetgeen aan al de profeten en wijzen verkondigd was. Hij alleen was Degene met de pruik op, Die met het opperste gezag bekleed was.
35 Nu, ik bleef op die morgen onlangs stilstaan op de heuvel en het leek of er daar een paar eekhoorns bezig geweest waren te knagen. Ik ging ergens zitten. Ik zat daar nog maar een ogenblik of de bosjes in mijn nabijheid bewogen zich en de een of andere grote kerel met een dubbelloopsgeweer kwam daar de bosjes uitwandelen. Ik viel bijna flauw van de schrik. Ik bukte mij en dook weg. Ik was bang om te bewegen, uit angst dat hij op mij zou schieten. Maar de bosjes bewogen zich, dus ik hield me doodstil.
36 Plotseling kwam een eekhoorn tevoorschijn op de heuvel en hij ontlaadde beide lopen op hem en... hij miste hem. De eekhoorn verdween de heuvel over en ik dacht: "Nu maak ik dat ik wegkom, terwijl al dat geluid echoot. Hij heeft zijn geweer leeggeschoten." Ik rende de heuvel af en de knaap schoot vlak voor mij. Ik week uit naar deze kant en ik begon langs een andere weg naar beneden te lopen en een .22 geweer werd afgeschoten. De kogels vlogen over mij heen en ik zei: "Nee maar, ik ben op een verschrikkelijke plaats."
37 Dus keerde ik mij om en liep naar de rivier en ik dacht: "Ik zal hier naar beneden gaan en mij verbergen totdat zij klaar zijn, zodat ik rustig weg kan komen." En op weg naar beneden werd mijn aandacht getrokken... Mijn aandacht werd getrokken om naar rechts te kijken. En toen ik keek, lag daar een leeg sigarettenpakje, dat één van hen daar weggegooid had, toen hij door de bosjes achter de eekhoorntjes had aangezeten.
38 Ik raapte dit bewuste sigarettenpakje op en keek er naar... Ik raapte het niet op – excuseer mij – ik keek er naar. Ik raapte het niet op, omdat ik om te beginnen al niet van de lucht houd. Ik keek er naar en het was van een zekere tabaksmaatschappij. Ik geloof dat ik hun naam maar liever niet noem, u zult het wel weten. Er stond op: "Een filter van een denkend mens en de smaak van een rokend mens." Ik keek er naar en dacht: "Een filter van een denkend mens!" Ik dacht: "Als de mens er goed over na zou denken, zou hij helemaal niet willen roken. Hoe zou dat een filter van een denkend mens kunnen zijn? Een denkend mens zou helemaal niet willen roken." In orde.
39 Ik dacht dus: "Wat is dat misleidend." Nu, die tabaksmaatschappijen worden verondersteld Amerikaans te zijn. En o, als wij met omzichtigheid zouden leven, als wij een gevoel voor elkaar zouden hebben, zouden wij werken om elkaar te helpen. Maar hoe huichelachtig... De reden dat ik de naam van de maatschappij niet noemde is, omdat ik er enkele slechte dingen over moet zeggen. Hoe huichelachtig kan iemand zijn om geld te verdienen!
40 Een denkend mens zou helemaal niet roken, maar hoe is het Amerikaanse publiek er voor gevallen. Zij denken dat dat wonderbaar is.
41 Nu kijk, u kunt geen, u kunt niet... Vraag het maar aan wie dan ook, aan welke geleerde u wilt. U kunt geen rook hebben zonder teer te hebben. Wanneer er maar een klein beetje rook door komt, is er teer. Als u geen rook krijgt, hebt u ook geen teer; u hebt helemaal niets. U zuigt dan als het ware gewoon op een houtje. Maar zolang u maar een beetje rook hebt, inhaleert u kanker – nicotine.
42 Als u met mij vorig jaar, of het jaar daarvoor geloof ik dat het was, op de Wereldtentoonstelling was geweest, toen Yul Brynner en zij allen daar bij die demonstraties waren, dan had u gezien hoe ze die sigaret ergens in deden en er dan mee over een stuk marmer streken. Een dokter nam met een doekje de nicotine eraf en streek deze op de rug van een witte rat die hij vervolgens in een kooi zette. Om de zeven dagen haalden zij de rat eruit. De rat zat zo vol met kanker van de nicotine uit één sigaret, dat hij niet meet kon lopen.
43 Toen zei hij: "Weet u, zij zeggen dat u door een filter wel kunt roken." Hij zei: "U kunt geen filter hebben... Elk filter dat de nicotine eruit zou halen, houdt ook de rook tegen. Want u moet rook hebben... teer hebben om rook te krijgen, en het is de teer die de kanker veroorzaakt."
44 Toen ging hij het door water trekken en zei: "Soms denkt u dat u het kunt filteren, maar het maakt niet uit waardoor u het inhaleert." Hij zei: "Men zegt: 'Ik inhaleer niet' en zij houden de rook in hun mond en blazen het uit." Toen nam hij dat water op, en streek het ergens op, en liet zien dat het nog steeds kanker gaf. Wel, u slikt dat regelrecht door uw keel. Ziet u? Wat u ook doet, het brengt nog altijd dood. Ziet u?
45 En dan te bedenken dat een maatschappij een mens wil bedriegen of wil proberen zijn eigen mensen te bedriegen. Het is als een gier die niet meer leeft naar zijn eigen natuur. Geld verdienen, de dood verkopen aan het land, aan jonge mannen die daar naar het slagveld gaan en voor hen sterven. En zij draaien zich om en verkopen zoiets dergelijks onder een vals voorwendsel. "Een filter van een denkend mens en de smaak van een rokend mens." U zult moeten roken om de smaak te hebben. Ziet u? "De smaak van een rokend mens"?
46 Hoe vallen de mensen er toch voor. Zij nemen het. Het is alleen maar om u nog meer te misleiden. Zie, het is van de duivel. Zij geven niet om uw leven. Zij hebben geen gevoel voor u. Zij verkopen u dat spul gewoon en zien toe hoe u sterft. Zolang zij maar geld krijgen.
47 Het is zoals politiek en oorlog. Ik geloof niet in oorlog. Ik geloof niet dat wij ooit oorlog nodig zouden moeten hebben. Ik geloof in het grote Koninkrijk dat God zal brengen, de grote beschaving die zal komen onder Zijn grote heerschappij; daar zal er nooit meer oorlog zijn. Volken zullen geen speren opheffen tegen volken. Zij zullen allen vrede hebben, eeuwige vrede.
48 Dus, dit soort beschaving brengt oorlog. Hoe beschaafder wij hieronder worden, des te meer oorlog wij hebben. De één probeert nog beschaafder te zijn dan de ander, en de beschaafdste maakt meer oorlog. Ziet u?
49 Kijk hoe onder deze beschaving iemand zoiets dergelijks wil uitgeven. Het bewerkt alleen maar dat u bedrogen wordt, zodat u meer sigaretten zal kopen. Als een man sigaretten rookt, geloof ik, dat het van de duivel is; het is een nicotine-duivel in een man of een vrouw. Wanneer één sigaret die nicotine-duivel zou bevredigen en u dan met rust zou laten en ophouden met u te kwellen, met één sigaret, en u neemt dan een filter dat slechts éénderde van de rook doorlaat, of éénderde van die nicotine doorlaat, hebt u drie sigaretten nodig in plaats van die ene, en u zult drie tegen één gaan roken.
50 Ziet u, het is alleen maar een plan, een bedrog, een systeem om te proberen meer sigaretten te verkopen. Zij kunnen er op die wijze meer verkopen dan wanneer iemand gewoon tabak in zijn pijp of in zijn sigaret rookt. Ziet u nu, het is van de duivel.
51 Toen ik daar zo stond te kijken en bedacht hoe bedrieglijk het was, kwam een vraag bij mij op. Ik bukte mij en keek weer naar het pakje en het scheen gewoon of iets tegen mij zei: "Maar die slagzin is juist, 'het filter van een denkend mens, de smaak van een rokend mens'." Het kwam tot mij dat die misleiding, evenals op het natuurlijke vlak daar in de tabak, ook iets is wat vandaag in de kerken aan de orde is, een misleiding.
52 Het is zover gekomen dat de hele wereld één grote misleiding is geworden van wat echt waar en juist is. Ziet u, zelfs in de politiek en het maatschappelijk leven, in de school, in alles wordt het één misleiding.
53 Een jonge kerel vertelde mij onlangs dat hij in een legerkamp lag, en een jonge soldaat was door een tank overreden, waardoor zijn longen, zijn maag of wat het ook was, doorboord waren. Zij gingen naar het ziekenhuis. Daar stonden drie of vier dokters en iedereen stond voor hen in de rij. Twee of drie soldaten hielden hun kameraad omhoog. Hij kon nauwelijks ademen... Bij iedere ademzucht staken zijn ribben in zijn longen waardoor hij inwendig bloedde. Maar zij lieten die jongen daar helemaal achter in die rij staan en lieten enkele van die knapen, die niets anders hadden dan oorpijn of zoiets, vóór gaan.
54 Tegen de tijd dat hij aan de beurt was, kwam daar de een of andere kolonel binnen met een klein kind, dat uitslag had – die kleine jongen of meisje had uitslag aan de hand. Die arts liet de rij wachten om het kind van de kolonel voor te laten gaan, terwijl die doorboorde jongen aan het sterven was. Daar hebt u het.
55 O, als die kolonel echt gevoel voor zijn broeder daar in de rij zou hebben gehad, zou hij gezegd hebben: "Dit kind kan wachten, breng die man snel hier en doe iets voor hem."
56 Maar ieder mens wil zijn gezag laten gelden. Nu zijn zij niet allen zo. Nee, zij zijn niet allemaal op die wijze. Maar er zijn er wel veel zo; er zijn er teveel op die wijze. Maar het enige waar die man aan dacht, was aan zijn eigen kleine jongen, die uitslag aan zijn hand had. Hij dacht niet aan die arme jongen die daar stond, platgedrukt onder een tank – dezelfde tank en misschien dezelfde jongen, die op zekere dag zijn leven aan het front had kunnen redden. Zie, zij zijn alleen maar voortdurend bezig aan zichzelf te denken. "Het filter van een denkend mens."
57 Ik keek er naar en ik dacht: "Het is zoiets als de denominaties van vandaag, de kerken die wij hebben." Elk van hen heeft zijn eigen filter; zij hebben hun eigen type filter. Zij laten gewoon binnenkomen wat zij willen en wat ze niet binnen willen laten komen filteren ze uit met hun eigen type filter. Zij laten precies zoveel van de wereld binnenkomen om de ongelovigen die daar zijn tevreden te stellen. Zij laten hen binnen, ongeacht wat ze zijn, als zij maar geld hebben. Zij zullen hen binnen laten ongeacht hoe ze zijn, als ze maar populair zijn. Maar er is één ding: u kunt niet op díe wijze de gemeente van God binnenkomen, ik bedoel nu niet in de denominatie, maar in de echte, ware gemeente van God.
58 Het is zoals bij de tabaksmaatschappijen van vandaag. De mensen die in deze genoemde kerken of denominaties komen, hebben een smaak; en die smaak is de stijl van de wereld. Elke denominatie heeft zijn eigen filter, en zij filteren al de ware Christenen uit die "Amen" zouden zeggen als hij predikt, en ze brengen al die kortgeknipte en beschilderde Izebels die er maar in het land zijn binnen, zolang zij maar populair zijn: "Zus-en-zo komt naar onze kerk; een filmster, een groot persoon..." Dat soort filter gebruiken zij. "Onze denominatie. Zus-en-zo, de president of de kolonel of de een of ander, behoort tot onze denominatie." Ziet u wat voor soort filter zij gebruiken? Dat filter is natuurlijk van de wereld, van de mensen van de wereld.
59 De mensen weten wat zij willen. Dus als zij moeten krijgen wat zij willen, zullen zij door een bepaald soort filter moeten spreken dat genoeg van de wereld doorlaat om hun wereldse smaak te bevredigen. "Een filter van een denkend mens, de smaak van een rokend mens – het godsdienstige filter van de wereld en de smaak van een werelds mens."
60 Zij willen godsdienstig zijn. Zij denken dat zij godsdienstig moeten zijn, omdat zij een ziel hebben.
61 Toen wij in het begin naar dit land kwamen, ontdekten wij dat de indianen de zon enzovoort aanbaden. Waarom? Omdat hij een menselijk wezen is. Als wij teruggaan in de verre oerwouden van Afrika, ontdekken wij dat de inboorlingen iets aanbidden. Waarom? Zij zijn menselijke wezens en zij moeten aanbidden.
62 De mens, hoe diep hij ook gevallen is, weet nog altijd dat er ergens iets is, maar hij heeft zo'n smaak naar de wereld, dat hij het juiste filter niet kan nemen. Hij wil zijn eigengemaakte filter hebben. Iedereen maakt zijn eigen soort filter.
63 Iedere sigarettenmaatschappij pocht over hetgeen hun filter kan doen. "Een echt filter, dit is veruit het beste filter!" en al zulke dingen. Zij zeggen: "De smaak komt als eerste tevoorschijn", of zoiets. O, grote goedheid. "Als eerste"? Wat komt er dan als laatste? Het is zeker geen denkende man of denkende vrouw. Maar toch zeggen zij dat, eenvoudig om de mensen te misleiden.
64 Nu, wij ontdekken tegenwoordig dat de mensen een smaak hebben. Waarom rookt een man een sigaret? Om een smaak te bevredigen. Waarom rookt een vrouw een sigaret? Om een smaak te bevredigen.
65 Wanneer dan de kerk een godsdienstige groep op het oog heeft om binnen te krijgen, hebben zij een bepaald soort filter nodig om die mensen de smaak te geven die zij wensen. Als zij de smaak die zij willen niet krijgen, willen zij de sigaret niet. En als zij niet de smaak kunnen krijgen, die zij in de godsdienst willen, nemen zij de godsdienst niet. Nu, het is zo eenvoudig als het maar zijn kan.
66 Vrouwen met korte broekjes, geknipt haar, beschilderde gezichten, sexy gekleed, zij willen dat; zij houden daarvan.
67 Zoals ik deze morgen sprak – verleden zondagmorgen – over dat rad in het midden van het rad, of die kleine binnenste ziel aan de binnenkant van de geest, hoe de geest aan de buitenkant tussen de ziel en het lichaam absoluut gezalfd kan worden met de Heilige Geest. Hebt u dat allen begrepen? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
68 Nu dit in samenhang vervolgend op de boodschap, De god van deze wereld, De gezalfden in de laatste dagen. Die buitenkant, die middelste cirkel... De eerste cirkel, dat zijn de menselijke zintuigen. De tweede cirkel vormt de zintuigen van de geest; de wil, eigen wil, verlangen enzovoort. Maar de binnenkant is de ziel. Die ziel was voorbestemd. Zo kan deze geest gezalfd zijn en de buitenkant, het lichaam, is onderworpen aan de geest. "Maar de ziel die zondigt, die zal sterven." De ziel die verwerpt, die in ongeloof Gods Woord verwerpt, waarvan ze een deel is, die ziel zal eeuwig... heeft, altijd.
69 Ik geloof in een eeuwige dood, zoals ik ook geloof in een eeuwige hemel, maar niet in een eeuwige hel. Er is niet zoiets als een eeuwige hel. Er is een eeuwige dood voor de mensen, die zijn... Velen van de godsdienstige mensen in de wereld vandaag, zijn altijd dood geweest.
70 De vrouw, die in wellust leeft met haar geknipte haar en geverfde gezicht is dood terwijl zij leeft! De Bijbel zegt het. Ziet u? Zij mag dan godsdienstig zijn, maar zij werd nooit gered. Zij heeft een uitwendige emotie gehad. Zij mag dan zingen in het koor of zij mag dansen in de Geest; zij mag dan spreken in tongen en al de manifestaties van de Geest hebben; maar tenzij die ziel aan de binnenkant een dochter van God is (ziet u?) is zij verloren, ongeacht wat zij doet.
71 Israël was uiterlijk helemaal geestelijk en vervuld met Gods goedheid. En wat een eerbied hadden zij niet voor God, enzovoort, maar dat werkte niet. Hun 'binnenkant' kon het Woord Zelf niet herkennen.
72 Maar als u uit de Geest van God geboren bent, dan hebt u... bent u een zoon van God, en was u altijd een zoon van God en u zult u altijd een zoon van God zijn. Er is geen manier tot scheiding, omdat u eeuwig leven hebt. En eeuwig begon nooit en zal ook nooit een eind hebben.
73 O, wat een genade van God dat Hij ons inzicht geeft in zulke grote geheimenissen. Zoals Paulus hier verderop in Efeze spreekt over de man en de vrouw, en zegt: "Dit is een verborgenheid", hoe de vrouw respect behoort te hebben voor haar man. Ik geloof zelfs dat het de tweede plaats is, waar in de hele Bijbel over ontzag wordt gesproken, betreffende dat vrouwen erop toezien dat zij hun mannen vrezen – ontzag hebben voor hun mannen. Dan moet de man zo'n leven voor zijn vrouw leven, dat zijn vrouw hem kan eren als een zoon van God. Als hij dat soort leven niet leeft, wel dan zal zij natuurlijk geen ontzag voor hem hebben, omdat zij weet waarvan hij gemaakt is. Maar als het een eerbiedwaardig man is, eerbiedwaardig en rein met zijn vrouw, en voor zijn gezin, een echte dienstknecht van God, dan zullen de vrouw, de kinderen, allen, met eerbied, respect hebben voor die dienstknecht van God.
74 Let nu op, de vrouwen willen kortgeknipt haar hebben. Zij willen korte broekjes dragen, verf en make-up gebruiken. Zij willen die kleine bikini's en dergelijke hebben, die zij nu dragen. Zij willen dat en toch willen zij ook naar de kerk gaan. U ziet die zalving op de geest, niet op de ziel. Ziet u?
75 Zij willen Christen zijn, maar ook deze dingen doen. En de herder zegt dat het in orde is. En als hij dan zegt, dat het in orde is..." U kunt lid zijn, uw naam kan hier in mijn kerkboek gezet worden. Het is in orde!" Dan geeft hij haar zijn denominatie – filter om te voldoen aan de smaak van een wereldse vrouw. Zij heeft de wereld lief, zij houdt van die smaak. Hij heeft een filter voor haar, maar zij is bij lange na geen denkende vrouw. Daar hebt u het! Daaruit haalde ik deze tekst.
76 Neen, zij is geen denkende vrouw. Als zij na zou denken, zou zij weten dat de kerk haar niet zal oordelen op de jongste dag. De kerk oordeelt haar nu door haar lidmaatschap, haar trouw aan de kringen waartoe zij behoort en hun verenigingen. Zij oordelen haar nu op grond daarvan. Maar God zal haar oordelen op de jongste dag. Dus denkt zij niet na!
77 Net als die man die rookt. Hij houdt zoveel van een sigaret, tot zijn denkvermogen verdoofd is door de nicotine. En de verlangens van de vrouw hebben haar denkvermogen zó verdoofd, dat zij deze dingen doet die kwaad zijn in de ogen des Heren. Omdat zij het wil doen; het bevredigt de smaak van een wereldse vrouw. Daarom neemt zij het filter van een wereldse kerk; zij rolt er mooi doorheen, er is niets dat haar deert. Het laat zien...
78 Wij zien daar nu dat dat de waarheid is. De voorganger zegt: "Dat is in orde. Wij veroordelen de vrouwen niet die dat doen. Het is in orde, er is genoeg zonde in." Door zijn filter gaat het zo. Het toont aan dat zij door een theologisch filter gingen, een theologische smaak kregen; zij hadden een theologische smaak. Maar het ging zeker niet door Gods filter. Nee, mijnheer!
79 Nu, als er een theologisch filter is voor de theologische denker, en er is een kerkfilter voor de kerkdenker, een sigarettenfilter voor de sigarettendenker, dan moet er ook ergens een echt filter zijn voor de ware denker. En God hééft een filter, en dat is Zijn Woord. Het is een Afscheider, want het is water der afzondering van de zonde. Nu, die is voor de denkende man of voor de smaak van een heilig man.
80 En als een mens door dit soort filter van de wereld gaat, krijgt hij een wereldse smaak. En evenals de tabaksmaatschappij krijgt hij meer leden in zijn kerk door hen door dit filter te duwen. U zegt: "Er gaan meer vrouwen naar de kerk dan mannen." Dat moge zo zijn. Nu, dat kan ook waar zijn, wanneer zij alles kan doen wat zij wil. Zo is het! Zij zal zich met alles verenigen. Maar zij ging door dat kerkfilter. Als zij door Gods filter zou gaan, zou zij er anders uitkomen. Ziet u? Zij zou niet door Gods filter kunnen gaan en er uit komen met geknipt haar. Zij zou dat gewoon niet kunnen.
81 Nu, dit zal misschien wat bitter zijn voor iemand, maar toen zij door Gods filter begon te gaan, en Dit daarbinnen zei dat zij haar haar niet af moest knippen, wat toen? Zij blijft steken aan de andere kant. Als het zegt, dat het zonde is voor een vrouw dat te doen, dat zij niet eerbaar is als zij zoiets doet... Als zij het toch wil, zei hij... "Wel, zij heeft haar haar afgeknipt!" Het Woord zegt: "Scheer het dan helemaal af." En het zegt: "Wij weten dat een geschoren hoofd een schande is voor een vrouw." Er staat: "Laat haar dan haar hoofd dekken." En haar háár is haar bedekking, geen hoed, dame. Haar haar is haar bedekking, zegt de Bijbel. Het toont dat zij een Nazireeër is voor de Here. Lang haar voor een vrouw betekent een Nazireeër te zijn voor de Here.
82 Nu, wij zien dat dat de waarheid is. Maar wij zien dat als de zogenaamde denkende mens in de wereld kan roken en toch aan zijn smaak kan komen, hij verstand genoeg behoorde te hebben om te weten dat hij teer uit die tabak krijgt. Maar het wordt alleen maar gedaan om hem meer sigaretten te laten kopen.
83 En het kerkfilter krijgt lidmaatschap en dergelijke, als zij hen met alles er doorheen laten gaan en toch tot de kerk toelaten, krijgen zij meer leden. Wat als wij vanavond naar de gemeenten gingen, die iedereen uitfilterden, behalve hen, die echte, Woord-geboren Christenen zijn. Er zouden vanavond vele stomme predikingen tot de muren gehouden worden. Dat is waar! Omdat het door het Filter ging.
84 En als ik één verlangen in mijn hart heb – en ik hoop dat iedereen die naar mij luistert hetzelfde heeft – God, neem mij door Uw filter. Zoals David zei: "Beproef mij en indien U enig kwaad in mij ziet, neem het er dan uit, Here!" Ik wil Gods filter. Het kan mij niet schelen wat de wereld doet, wat de kerk heeft, ik wil een denkend mens zijn, te bedenken voor Wie ik één dezer dagen zal moeten staan voor het oordeel.
85 Let op, de tabaksmaatschappij doet het om meer sigaretten te verkopen; de kerk doet het om meer leden te krijgen. Een vrouw met kort haar en korte broekjes dragend, zou in Gods filter opgevangen worden; zij zou er niet doorheen kunnen gaan met kort haar, omdat de Bijbel zegt dat zij het niet moet doen. Zij onteert haar hoofd wanneer zij het doet. Wij behoorden dat te weten. Maar zij gaat evenwel direct door het kerkfilter, zij en de hele rest.
86 Ik kom er soms tegenop, niemand minachtend. Ik spreek nooit persoonlijk over iemand, maar het is zonde in de gemeente. U bent daar mijn getuige van. Ik zei niet: "Mejuffrouw Zus-en-zo is zo en zo, of Mijnheer Zus-en-zo, of Eerwaarde Zo-en-zo is zus en zo!" Nee, mijnheer! Ik zeg dat zonde zonde is. Of het in mijn gezin, in mij of wie dan ook is, het blijft zonde. Niet als individu, ik spreek niet tegen personen. Ik spreek tegen de zonde. Het maakt mij niet uit of het in mij of in wie ook is. Als u probeert door Gods filter te gaan, zal elke zonde u daar gewoon tegenhouden.
87 Let op. Maar de vrouw die kort haar wil hebben en korte broekjes wil dragen en zich wil verven en al dat soort dingen, kan direct door een Pinkster-filter gaan, net zo gemakkelijk als taart. Niets aan de hand, regelrecht de dood in. Omdat hij die... Zij zegt: "Wel, er zit geen kwaad in." Als u de wereld of de dingen van de wereld liefhebt, is het omdat de liefde Gods zelfs niet in u is.
88 Door deze geest dan, kan zij in haar ziel dingen trekken, die niet van God zijn en tegen Gods Woord zijn, als dat de smaak in haar ziel is. Het kan komen door de smaak, ziet u, de smaak... Het kan komen door het denken, door het redeneren. "Er zit geen kwaad in. Ik heb smaak; ik heb gevoelens. Ik heb een gevoel, dat dit in orde is." Zij komt rechtstreeks daar doorheen in haar ziel, als haar ziel van dat type is. Dat toont dat zij niet door Gods filter gaat. Als zij geknipt haar heeft, make-up gebruikt, korte broekjes en lange broeken draagt en eruit ziet als een man, al deze lange broeken, hoe men ze ook noemt, dat soort dingen zeggende en die dingen doende, levend voor de wereld, zal zij tegengehouden worden; zij kan er niet doorheen. Nee, mijnheer! Het zal haar tegenhouden bij het begin.
89 Let op, een man kijkt naar haar aardige rode lippen en haar geverfd gezicht, en haar shorts, bikini of wat zij ook heeft... Een echt denkend man zou niet naar haar kijken. Nu, een man die kerklid is, zal naar haar kijken, haar bewonderen. Maar het kan mij niet schelen hoe zij er voor het oog uitziet, een denkend man zal zijn hoofd omdraaien. Waarom? Hij is door Gods filter gegaan en hij weet dat als hij naar haar kijkt, er overspel in zijn hart is. Hij vindt niet dat zij aardig is. Men zegt: "Is het niet een aardig ding?" Dat is zij niet voor hèm. Zij is voor een denkend man een vuil uitziend, ellendig Izebel-wrak. Een zoon van God kijkt naar haar met schaamte, dat hij zelfs behoort tot de familie, waartoe zij behoort. Zo is het! "Hoe zou dat mijn zuster kunnen zijn en op die wijze handelen?" Ziet u?
90 Zij ging door het éne filter en hij kwam door een ander. Hij zal niet vinden dat zij aardig is, helemaal niet. Dat is geen schoonheid voor een echte man van God.
91 Bedenk, eens voordat het bloed van Jezus Christus het filter werd, waarop wij binnen enkele minuten zullen komen, keken de zonen van God naar de dochters der mensen, en zij zagen dat zij schoon waren en namen haar tot vrouwen. God vergaf het nooit. Het gebeurde opnieuw bij de tocht van Israël en God vergaf het nooit; en "ieder van hen kwam om". "Het filter van een denkend mens."
Ik kwam uit de samenkomst hier; daar stond, drie of vier jaar geleden, op zekere avond achter de kerk een Ricky, en hij zei tegen mij: "De reden dat u dat zegt, is, omdat u een oude man bent." Hij zei: "Ik vind dat zij er aardig uitzien."
Ik zei: "Ik kan mij dat voorstellen." Men hoefde hem maar aan te zien, om te weten waar hij op leek. Ik zei: "Laat mij u iets vertellen. Hoe oud bent u?"
"Ongeveer dertig jaar oud."
92 Ik zei: "Toen ik vijftien jaar jonger dan u was, dacht ik er precies hetzelfde over." Zo is het. Het blijft vuiligheid! "Het filter van een denkend mens."
93 En let op, als zijn gedachten gefilterd zouden zijn geweest door het Woord van God, zou hij niet naar haar kijken. Hij zou haar niet aardig vinden; hij zou haar een Izebel vinden. Hij zou bedenken, dat achter die rode lippen zich giftanden bevonden, die hem zouden bijten. De Bijbel zegt: "Haar poorten zijn de poorten der hel; en een man wandelt erin als een os ter slachting." Er is een filter voor een denkend mens.
94 Wat verlangt u? Als de vrouw op die wijze gekleed over straat gaat, en u, man, wendt uw hoofd en gaapt haar aan, dan gebruikt u niet het filter van een denkend mens. Omdat wanneer u dat doet, u overspel begaat, want het filter zegt: "Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar begaan." Wend uw hoofd af, denkend man! Ga weg van haar. Zij is niet aardig; zij is een slang. Zo is het. Zij kronkelt als deze, handelt als deze, bijt als deze. Blijf bij haar weg!
95 O ja, het Woord van God is het filter van een denkend mens. Iedereen weet dat; daar wordt uw ziel door gefilterd, het Woord van God. En het maakt... Als u door God komt... Als een denkend mens door Gods filter komt, geeft het hem de smaak van een heilig mens. Zo is het. Als u door Gods filter komt, is uw smaak de smaak van een heilig mens. Het is de smaak van een rechtvaardig mens. De slagzin is zeker in orde.
96 Wij zien hoe dit als type gedaan werd in Israël, want de vergadering van Israël alleen... Dat is de reden, dat ik dit nu zeg: "Als voorgangers het niet eens zijn met wat gezegd is: dit is voor mijn gemeente, die de Here mij gegeven heeft om tot haar te prediken."
97 Merk op, in Exodus 19 (ik wil dat u het leest als u thuis bent, als u meer tijd hebt) toen had Israël zonde begaan. Zij namen dan eerst een rode vaars, die nog nooit een juk op haar hals had gehad. Dat betekent dat zij nooit met iets onder één juk was gekomen. En zij moest rood zijn. De kleur rood is de kleur van de verzoening. Wist u, dat de wetenschap zegt, dat als u rood neemt en door rood naar rood kijkt, het wit is?
98 Kijk door rood naar rood, het is wit. Hij kijkt door het rode bloed van de Here Jezus en onze rode zonden worden zo wit als sneeuw – rood door rood. De vaars werd gedood in de avondtijd door de hele vergadering van Israël en er werden zeven strepen van haar bloed gestreken op de deur, waar de hele vergadering door moest binnenkomen – een type van de zeven gemeentetijdperken door het bloed.
99 En dan werd haar lichaam genomen en verbrand. Het werd verbrand met de hoef, met de huid, met de ingewanden, met de drek. Alles werd tezamen verbrand en het moest opgepakt worden door een reine man en gelegd worden op een reine plaats buiten de vergadering. Daarom, als Israël slechts het type kon zien: Dit Woord van God moet niet aangeraakt worden door vuile handen van ongeloof. Het moet een reine man zijn en als hij rein is, moest hij door Gods filter komen. Een reine man met reine handen! En het moest bewaard worden in een reine plaats. Niet een plaats waar de Izebels en de Ricky's en alles en iedereen meedoen – die meedoen aan het Avondmaal en zo, terwijl zij omgaan met getrouwde vrouwen en mannen, en allerlei soort vuiligheid, die naar danspartijen en partijtjes gaan, en kortgeknipt haar dragen en korte broekjes en al dat andere en zichzelf Christenen noemen. Het moet bewaard worden in een reine plaats en aangeraakt worden door reine handen.
100 En als Israël zondigde en erkende dat zij verkeerd gedaan hadden, werden zij besprenkeld met de as van deze vaars en dat was een water der afzondering, een reiniging van de zonde.
101 Let op, hier is het! Voordat Israël gemeenschap kon hebben in de aanbidding, moesten zij eerst door de wateren der afzondering gaan – door rechtvaardiging. Geloof komt door het horen; het horen van het Woord. Dan kwamen zij de vergadering binnen onder die zeven strepen van het bloed, wat toonde dat iets was gestorven, was heengegaan voor hun zonde. Zij werden afgescheiden door het horen van het Woord, de wateren der afzondering en dan kwamen zij met Hem in gemeenschap.
102 De enige plaats waar God een mens ontmoette, was onder díé orde. Hij zou hem nergens anders willen ontmoeten. Hij moest onder die orde komen. God ontmoette Israël slechts in één plaats. En God ontmoet u vandaag slechts in één plaats; en dat is in Christus Jezus. En Hij is het Woord, de wateren der afzondering. Zijn bloed werd vergoten voor alle zeven gemeentetijdperken, en dan treden wij door de Heilige Geest die gemeenschap binnen, die alleen maar aan de gemeente gegeven wordt. O, hoe groot is Hij!
103 Wij willen nu ook kijken naar Efeze 5:26. Daar wordt gesproken van het waterbad van het Woord, een water der afzondering. Wat doet het? Dan is het filter van God het Woord. Water der afzondering – het waterbad der afzondering door het Woord, Gods filter.
104 Dan kunt u niet in Christus komen door het kerkfilter. U kunt niet komen door een denominatie- of geloofsbelijdenis-filter. Er is maar één filter waardoor u in die heilige plaats kunt komen; dat is door het waterbad van het Woord. Het Woord van God is het filter van een denkend mens.
105 De kerk zal u hier oordelen of u een goed lid bent of niet. Zij zullen u een goede begrafenis geven en bij uw dood de vlag half-stok hangen, grote bloemkransen brengen en alles voor u doen, maar als het aankomt op uw ziel die voor God staat, dan moet deze eeuwig leven hebben. En als deze eeuwig leven heeft, is het een deel van het Woord. En zoals ik mijn eigen woord niet kan ontkennen – mijn eigen hand mijn hand niet kan ontkennen... Mijn eigen ogen kunnen mijn hand of mijn voet of mijn teen of welk deel van mij ook niet ontkennen. Zij kunnen ze niet ontkennen, evenmin kan een man of een vrouw die een deel van het Woord van God is, één deel van het Woord van God ontkennen. Vrouwen, als u dan denkt dat u met geknipt haar in de tegenwoordigheid van God kunt komen, hebt u ongelijk. Ziet u het? U hebt ongelijk. U kunt niet door Gods filter komen, waar u gewassen wordt door het water van het Woord. Dan treedt u in gemeenschap. U denkt dat u er bent, maar u kunt daar niet komen, tenzij u komt door het Woord. En ieder plekje; elk Woordje van God... "De mens zal niet leven bij brood alleen, maar bij elk Woord." Het moet door die filtering komen. En dat geeft de smaak van een rechtvaardig mens, omdat hij daarnaar zoekt naar iets wat hem reinigt.
106 Het Woord, Gods Woord is het filter van een denkend mens, en het geeft de smaak van een rechtvaardig mens. Wij weten dat dat waar is. Het filtert al de zonde van ongeloof uit. Er is geen ongeloof meer wanneer u door het filter gaat, omdat het de smaak is van een ware gelovige.
107 De ware gelovige wil hoe dan ook recht zijn. Hij wil gewoon niet zeggen: "Wel, ik ben van goede stand. Ik behoor tot de kerk, de grootste kerk in de stad." Het deert mij niet of het een zendingsgroep op de hoek is, of het ergens in een kelder is, een denkend mens weet dat hij God moet ontmoeten. En ongeacht wat de kerk zegt of iemand anders zegt, hij moet aan Gods voorwaarden voldoen. En Gods voorwaarden zijn Gods Woord.
"Wel," zeggen zij, "Gods Woord!" Zeker, zij geloven allen dat het Gods Woord is, maar kunt u er doorheen filteren? Hoe kunt u een vrouw met geknipt haar erdoor laten komen? Hoe zult u dat kunnen? Hoe kunt u een man er doorheen laten komen, die niet vast wil houden aan deze leer? Ziet u? Het is niet de smaak van een denkend mens. Nee, een denkend mens zal nadenken, een denkend mens zal zich twee keer bedenken, voordat hij in zoiets trapt.
108 Merk op, dat Woord kan Zichzelf niet verloochenen. Dan is het tevreden – of het is het verlangen. Het is een verlangen naar wat? Wat liet u er eigenlijk naar verlangen? Omdat er diep in uw ziel een voorbestemd zaad lag, dat het eeuwige leven was, dat daar altijd al binnen lag. Het was daar altijd al. "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen. Er zal niet één van hen verloren gaan."
109 "De smaak van een denkend mens." Als een denkend mens het Woord van God hoort: "Mijn schapen horen Mijn stem, een vreemde zullen zij niet volgen..." Want daar diep binnenin is leven; en leven verbindt zich met leven. De zonde verbindt zich met zonde, en zonde is zo huichelachtig, dat men denkt gered te zijn, terwijl het niet zo is. Zonde bevindt zich in de grote diepten van huichelarij.
110 Kerkleden willen een denominatie-filter, zodat zij hun eigen verlangen kunnen stillen en toch gerekend worden tot godsdienstige mensen. U hoort hen zeggen: "O, hij is erg godsdienstig."
111 Toen ik in Afrika was, spraken enkele van die kinderen daar op zekere dag over die rock en roll liederen, die gezongen worden door Elvis Presley en Pat Boone en Ricky Nelson en al die anderen. En ik zei: "Zij zijn een troep afvalligen." Een of andere meisje zei: "Wel, hij is erg godsdienstig."
112 Ik zei: "Dat was Judas ook." Ik zei: "Judas kreeg maar dertig zilverlingen; Elvis Presley kreeg verscheidene miljoenen dollars." Ziet u? "Zij verkochten beiden hun eerstgeboorterecht." Ziet u? Ik zei: "Zij zijn niets... de ergste schuldenlast die de natie heeft." Even bedrieglijk als het filter van de sigaret. Deze denominaties laten die leden binnenkomen. Ze behoorden zelfs niet... Er zou een wet moeten zijn, dat zij geen godsdienstige liederen zouden mogen zingen. Het behoorde tegen de wet te zijn als zij dat deden. Maar de hele zaak is één geweldige huichelarij geworden, en daar staat men vandaag. Het ware filter voor de ziel zegt: "Als u de wereld of de dingen van de wereld liefhebt, is de liefde van God zelfs niet in u."
113 Zie, u kunt niet beweren dat rock and roll van God is. Rock and roll is van de wereld. Elk van deze dansen en gefilterde smerige, vuile dingen zijn van de wereld. Het is allemaal van de wereld. U kunt niet zeggen dat geknipt haar voor een vrouw van God is. De Bijbel zegt van niet, dus is het vuil van de wereld. En als u één spatje van de wereld liefhebt, is de liefde van God zelfs niet in u.
114 Wel, wat trekt er aan u? Het is iets aan de binnenkant dat trekt. De ziel trekt uw levenskracht via de buitenkant door de geest in de ziel. En als de ziel de wereld liefheeft, is dat de dood. Het maakt mij niet uit hoezeer zij gezalfd is aan de buitenkant en hoe rechtvaardig zij aan de buitenkant is, hier diep van binnen is zij dood. "Want in hem die de wereld of de dingen van de wereld liefheeft, is de liefde van God zelfs niet!" hoe godsdienstig hij ook moge zijn.
115 Het ware filter zal al die dingen uitfilteren en niets anders in de echte, ware ziel brengen dan de waarachtigheid van God, het Woord.
116 Zij zijn als Ezau, aan de buitenkant in orde. Ezau was godsdienstig aan de buitenkant. Waar het op de godsdienst aankwam, scheen hij godsdienstiger dan Jakob te zijn. Hij scheen een beter man dan Jakob te zijn, maar wat was hij aan de binnenkant. Hij was aan de buitenkant religieus, maar zijn denken was niet gefilterd. Hij dacht niet juist over het eerstgeboorterecht. Hij geloofde niet dat het eerstgeboorterecht zoveel betekende als God had gezegd. Daar was hij en zei: "Ik heb honger, wat voor verschil maakt dat eerstgeboorterecht voor mij uit, je mag het hebben als je wilt." O, ziet u: "Ik ga naar de kerk, ik ben even goed als u. Mijn denominatie is even goed als... Wel, zij is één van de grootste ter wereld. Mijn moeder behoorde er toe; mijn vader behoorde er toe. Al dit, dat en dat andere. Mijn voorganger had een goede opleiding; hij heeft zus en zo." Dat brengt hem des te verder bij God vandaan. Dat is niet het filter van een denkend mens. Als dat het was, hoe zou Petrus dan hebben kunnen zijn wat hij was, terwijl hij zijn eigen naam niet eens kon schrijven. Maar hij nam het filter van een denkend mens. Merk het op. Oh, my!
117 Let op. O, Ezau dacht, dat dat eerstgeboorterecht niet dat betekende wat God had gezegd, dat het het verschil uitmaakte tussen leven en dood. Evenals Eva en Judas, die hun geboorterecht verkochten voor de bevrediging van hun smaak van kennis van beschaving. Dat is precies waarvoor Eva haar geboorterecht verkocht. Zij verkocht het voor een smaakje wetenschap, een smaakje wereldse kennis, een beetje betere kerk, een beetje betere klasse mensen zou het vandaag genoemd worden. Ziet u? En Judas verkocht zijn geboorterecht voor dertig zilverstukken, om een paar extra dollars te verdienen. "Mijn gemeente kan mij hier beter betalen en ik zal gewoon hier gaan prediken." Ziet u? "Dus als ik prediker word, wel..."
118 Zij zeiden: "Broeder Branham, wij geloven dat de Boodschap de waarheid is, maar wij kunnen het niet accepteren. Als wij het deden, waar zouden wij dan moeten prediken?" De wereld, broeder, dat is de kerkelijke gemeente. Zeker. "Wel, geen van de broeders zou achter mij staan." Ik zoek geen enkele broeder om achter mij te staan. Ik zoek Jezus Christus om achter mij te staan, omdat Hij er achter stond. Hij is Degene, Die het gezegd heeft.
119 En als het ware geboorterecht, het bloed, gefilterd door het Woord; en alle zonde, en de wereld, de kerk, de denominaties, en het sektarisme achtergelaten worden... Opleiding, beschaving, kerk, denominatie, systeem, zonde van allerlei soort, worden achtergelaten als een denkend mens het filter van een denkend mens neemt, naar Gods goeddunken.
120 Er blijft niets in achter als een mens zijn leven door Gods filter trekt. Let op! Uw leven hier was bevuild met zonde, omdat u werd geboren in zonde, gevormd in ongerechtigheid; u kwam leugen sprekend ter wereld. Ik zal iets gaan zeggen zoals broeder McCully het placht te zeggen. Luister naar mij!
121 Toen u in deze wereld kwam, werd u geboren in zonde. U kwam zelfs niet met de minste kans. U werd geboren in zonde, gevormd in ongerechtigheid, leugens sprekend kwam u in de wereld, met binnen in uw eigen geest het verlangen naar zonde, een liefhebber van zonde, omdat u in zonde werd geboren. U had geen kans. Maar ergens heel diep binnenin u (hier komt u er) was er iets, dat begon te trekken. Als u het wist; het was iets, dat u vertelde dat er ergens een God was, en u las Zijn Woord; toen nam u de kerk aan, u nam haar ideeën toen het u beter werd verteld, maar tóén gebruikte u nooit het filter van een denkend mens. Maar als u Gods filter gebruikt, wat het filter van een denkend mens is, omdat "alle andere filters voorbij zullen gaan, maar het Mijne niet!" ... Als u Gods filter neemt en uw leven, uw verlangens, uw wensen door Gods filter haalt, het filter van een denkend mens, dan blijft er niets anders over dan de Heilige Geest.
122 Nu, als u het bewijs van de Heilige Geest wilt hebben, daar is het. Als uw ziel zich in alle opzichten naar het Woord van God richt, toont het aan, dat u uw leven door het filter van een denkend mens hebt getrokken – Gods filter.
123 Let op, is dat Gods filter? Hij zei, dat wij gewassen werden door het water van het Woord. En toen God aan Adam en Eva een filter in de Hof van Eden gaf, zei Hij: "Adem daar niets van in." Maar Satan prikte er een gat in en zei: "O... een klein beetje zal geen kwaad doen."
124 Slechts één druppel er door, dat is alles wat nodig was om het hele menselijke ras aan de dood te onderwerpen. Dat is alles wat nodig is, slechts even de smaak krijgen van nicotine, en men is verloren.
125 Er blijft niets anders over dan de Heilige Geest.
126 En dan toont dat aan, dat u dat voorbestemde zaad bent, daar diep binnenin u, dat u doet hongeren naar God. "Allen die de Vader Mij gegeven heeft, Mij gegeven heeft om te verlossen, stierven met Mij op Golgotha; zij stonden met Mij op in de opstanding; allen die Hij Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen. Zij zullen in het lichaam geplaatst worden (hetzij voet, arm, neus, mond of wat het ook is). Zij zullen daarin geplaatst worden en zij zullen op hun tijd tot Mij komen." Tjonge!
127 Daar is die echte filtering. Alle zonde van de wereld en de liefde tot de wereld is dood en deze ziel trekt maar één ding. Hier is het, herinner u! Vergeet het niet. U allen daar aan de telefoonaansluiting, laat dit diep tot u doordringen. Als een denkend mens begint te denken voor Wie hij zal komen te staan en wat het Woord van God is, als hij begint te denken, als hij dan daar door trekt, blijft er niets anders over dan de Heilige Geest. Wat is het? Het is de kiem, het zaad-Woord van het begin af aan; u was in God in de beginne, nu hier staande uit het zaad-leven trekkend. Het zaad is in uw hart door voorbestemming. Halleluja! Het zaad ligt daar al in door de voorkennis van God, voorbestemd. En als het trekt, kan het door niets anders trekken dan het Woord! En dan is het de smaak van de denkende mens, de rechtvaardige mens, de heilige mens, die in de Bijbel ziet dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Wat komt er in die plaats daar beneden? Dat Woord, dat in het hart is. "Ik heb Uw Woord in mijn hart verborgen, opdat ik niet tegen U zondig." Wat is het, als het door het Woord trekt? Er is maar één ding, dat door het Woord heen zal komen: dat is de Heilige Geest. Dat is het enige dat door het Woord kan komen, de Heilige Geest. Het filter van een denkend mens geeft de smaak van een heilig mens.
128 Dan heeft hij geproefd van de hemelse dingen. Hij heeft het Woord van God in zijn hart; hij ziet het vóór zich gemanifesteerd. En zijn hele ziel is erin gewikkeld, en de wereld en alle dingen rondom hem zijn dood.
129 Het godsdienst-filter van een denkend mens... Ik denk nu aan het filteren van de godsdienst. Als het filter van een denkend mens de smaak van een heilig mens geeft (ziet u?), bevredigt het zijn smaak. Hij ziet dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Daar is het. Wij zien Hem daar recht vóór ons dezelfde dingen doen, die Hij deed; het bevredigt de smaak van de heilige mens, zijn denken.
130 Hij weet dan dat hij overgegaan is van dood in leven en hij wil graag, en houdt ervan dat de wereld... dat het bevestigd wordt, en wil dat het Woord bevestigd en betuigd wordt. In elk tijdperk wacht hij op Hem, want hij is een heilig man en hij heeft een verlangen om God te zien. Anderen willen zich alleen maar bij de kerk aansluiten. Deze man wil God zien. Hij ziet Hem niet in een stel belijdenissen. Hij ziet Hem niet in grote, mooie pijporgels, of kathedralen en hoge kruisen of opgepoetste geleerden met hun omgekeerde boorden. Hij ziet Hem niet in een theoloog; hij ziet Hem in de bevestiging van Zijn Woord.
Ik heb Hem gezien in de wachtvuren van...
Mijn ogen hebben de heerlijkheid van de komst van de Here gezien;
Hij treedt de wijnoogst waar de druiven der wraak zijn opgeslagen;
Hij heeft de getrouwe bliksem losgemaakt met Zijn verschrikkelijk snel zwaard;
Zijn Waarheid blijft doorgaan.
Dat zal gebeuren tot het einde toe! Ja, mijnheer!
131 Ziet u wat ik bedoel? Een filter, mens... of, het filter van een denkend mens. Een mens, die in de tegenwoordigheid van God wil staan... Wat was Gods filter? Zijn Woord. "Ten dage dat gij daarvan eet, op die dag zult gij sterven." Maak je geen zorgen om wat er hier buiten gebeurt; ga niet aan dat Woord voorbij. Gewassen door de wateren van het Woord – het filter van een denkend mens. Niet een denominatie, geen dogma, geen kerk, geen kathedraal, maar het filter van een denkend mens! Want u zult door het Woord geoordeeld worden. Een denkend mens zal dat bedenken. Een dwaas mens of de smaak van de wereld zal gewoon wat dan ook nemen, een surrogaat. Waarom een surrogaat nemen als er een echte is?
132 Denk na! Denk er even over na. Een vrouw, die in tongen spreekt met geknipt haar en lippenstift, en dan houdt de kerk het er nog voor, dat dàt het bewijs van de Heilige Geest is.
133 Of een prediker van een seminarie of de een of andere Bijbelschool, die de drieëenheidsdoop gebruikt of een compromis sluit over het Woord vanwege de een of andere belijdenis of denominatie. Is dat het filter van een denkend mens? Niet zoals ik het zie, broeder! Het is een dwaas man, die daar door trekt. Zo is het! Zou u zich dat kunnen voorstellen? In plaats van Gods Woord als filter te gebruiken voor zijn ziel, laat hij zich bedelven onder die oude belijdenissen en denominatie-rommel, in plaats van Gods Woord als filter te nemen. En dan wordt hij geheel verontreinigd en laat zich door hen verleiden met leringen van mensen, door dingen te doen die de uitverkorenen bijna verleiden en hij veronachtzaamt het Woord, terwijl hij dat tot zijn eigen ziel zou kunnen trekken; als er daar iets zou zijn om door getrokken te worden. Maar als dat voorbestemde zaad... Mis dit niet! Als dat voorbestemde zaad daar niet in ligt, zal het daar niet door trekken, omdat het zal trekken naar zijn verlangens.
134 Als een rokend mens de smaak van een rokend mens wil en als hij een sigaret te pakken heeft gekregen... zeg ik: "Zuig aan je vinger!" En als hij daar dan aan zijn vinger stond te zuigen... [Broeder Branham zuigt aan zijn vinger om het te demonstreren – Vert] Hij zou zeggen: "Dat is dom!" Waarom? Zijn smaak gaat uit naar nicotine. Dus is hij geen denkend mens. Ziet u?
135 Maar u zegt: "Wel, ik proef niets... ik wil de wereld proeven. Ik wil tabak proeven, ik proef niets." Geef hem een wasknijper en laat hem daaraan zuigen. Ziet u? Zeker, laat hem daaraan zuigen.
136 Hij zegt: "Ik proef niets." Waarom zuigt u er dan aan? U hebt een verlangen om nicotine te proeven. En als u zuigt aan een kerkleer en u, vrouwen, toch geknipt haar draagt, beschilderde gezichten hebt en sexy gekleed bent en u, mannen, naar haar kijkt en al deze andere dingen en doorgaat zoals u doet, wat betekent dat dan? Wat is daar binnen? De wereld is daar nog in u en u hebt een smaak. U trekt eraan voor de smaak.
137 "Ik ga naar deze kerk; zij noemen die zaak nooit. Zij zeggen hier niets over, daar niets over; Geen van deze zaken worden naar voren gebracht. Onze prediker is ruimer van opvatting dan dat. Wij zeggen zulke dingen niet." Wat betekent dat? U hebt de smaak van de wereld waaraan u zuigt. Zo is het.
138 Maar een denkende vrouw zou zoiets niet willen nemen. Zij weet dat zij heilig moet zijn! En het enige, dat u door Gods Woord kan trekken is de Geest, de levendmakende kracht, om het Woord Zelf, dat in u is, te laten leven om Jezus Christus te manifesteren in het tijdperk waarin u leeft. Halleluja! Broeder, als dat niet de Waarheid is, weet ik niet wat de Waarheid wel is. Ik heb mijn verstand verloren als dàt niet de Waarheid is.
139 Het is het Woord Zelf in uw hart, daar voorbestemd, dat trekt. En het spuwt die wereld uit; het wil het niet. Maar als het hier in het Woord komt, begint het te trekken. En als het door het Woord trekt, kan het niets anders zijn dan de Heilige Geest, die dat Woord levend maakt.
140 Dan is het filter van een denkend, godsdienstig mens het Woord, en het bevredigt die heilige smaak, die in zijn hart is. "Het filter van een denkend mens, de smaak van een heilig mens." O, waarin bevinden wij ons?
141 In plaats van Gods filter voor zijn ziel te gebruiken, laat hij zich door Satan bedriegen door middel van de een of andere denominatie of geloofsbelijdenis, precies zoals de tabaksmaatschappij u mensen, die sigaretten roken, bedriegt. U krijgt alleen meer leden en dat is alles.
O, laat mij binnen een paar minuten eindigen met dit te zeggen.
142 Blind Laodicéa! Hoe blind kunnen wij worden. Blind Laodicéa, de blinden van dit tijdperk leidend onder een vals voorwendsel, onder valse belijdenissen, onder dogma's die vals zijn, onder een denominatie die vals is, onder leerboeken die vals zijn. O, blind Laodicéa, die de blinden leidt, u bent allen bestemd voor de gracht.
143 Verwissel uw filter vanavond, prediker, Trek niet die denominationele nicotine in uw systeem van dogma's en leerstellingen, waarvan Jezus zei: "Wie er één woord aan zal toevoegen of er één woord vanaf zal nemen..." Als u uw gemeente vertelt dat het voor die vrouwen juist is om dat te doen en voor die mannen om al die dingen te doen, dit, dat en nog wat anders, zolang zij hier maar trouw aan blijven, terwijl ze dat doen, zich aan deze belijdenissen en zulke dingen houden, schaamt u zich dan niet over uzelf?
144 "Blinde Farizeeërs", zei Jezus. Zoals Jezus riep: "Blinde Farizeeërs", roept de Heilige Geest in mijn eigen hart vanavond: "Blind Laodicéa, hoe dikwijls heeft God u een opwekking willen geven, maar nu is uw tijd gekomen. Het is nu te laat. Hoe hebt u gelachen en de draak gestoken met de mensen, die God tot u zond? Maar nu is uw tijd gekomen. O, Verenigde Staten, Verenigde Staten, hoe heeft God u willen vergaderen als een hen haar kuikens, maar gij hebt niet gewild." Nu, deze stem gaat van kust tot kust, van noord naar zuid, van oost naar west. Hoe heeft God u willen vergaderen, maar gij hebt niet gewild. Nu is uw tijd gekomen.
145 Naties worden afgebroken; de wereld valt uiteen. Een blok van vijftienhonderd mijl, drie- à vierhonderd mijl breed, zal één dezer dagen honderd of misschien veertig mijl wegzinken in die aardbreuk daarginds, en de golven zullen zich storten tot de staat Kentucky. Wanneer dat gebeurt, zal het de wereld zo hard schudden, dat alles daarboven neer zal storten!
146 O, verberg mij in de Rots der eeuwen, God, laat mij... Adem op mij, Here, Geest van de levende God, adem op mij. Laat mij Gods filter nemen en daaronder leven, Here. Laat mij de frisse lucht van de Heilige Geest in mijn longen zuigen, in mijn ziel, elke dag, opdat ik niet tegen U zondige, o Here. Adem op mij, Heilige Geest, adem op mij.
147 Laat mij het Woord van God in mijn hart planten met het vaste besluit dat ik er niet vanaf zal wijken, noch ter linker- noch ter rechterzijde, maar dat ik er getrouw aan zal blijven leven al de dagen van mijn leven. O, Vader God, zend dan op mij neer de Heilige Geest des levens om die Woorden voor mij levend te maken, zodat ik Jezus Christus kan manifesteren aan hen, die voor mij staan, die er naar uitzien dat het zal gebeuren. Dat is mijn gebed.
148 O! Let op wat zij vandaag in die kerken doen. Zij zuigen de mensen door die denominatie-filters in de oecumenische raad. Waarom? Waarom? Omdat het hun de begeerte van hun hart geeft: organisatie. Zij hebben een smaak voor organisatie. Zij zullen het doen.
149 Iedere keer zond God hun een opwekking, maar wat deed men? Zij organiseerden deze. Is dat juist? Dus kregen zij hun soort filter, omdat zij er een geweldige smaak voor hadden. En nu geeft God hun de begeerte van hun smaak. Hij gaat het hun geven... Zij zuigen hen regelrecht de oecumenische raad in en dan krijgen zij hun organisatie-smaak. Zij zullen het krijgen.
150 O, gemeente van Laodicéa, wordt in dit tijdperk niet verleid door hun bedriegerijen. O, Pinksteren, u die Laodicéa bent ingegaan, u, die een deel van Laodicéa bent, de gemeente die dood is door Methodisten-, Baptisten- Presbyteriaanse leer, slechts een rituele vorm... Maar u, Pinkstermensen, die hoogstens nog een enkele keer "Amen" zou kunnen zeggen, die een hoop muziek op het podium uit de grond kan stampen en vrouwen met afgeknipt haar door de hele zaal laat dansen en toch nog in Goddelijke genezing gelooft, hoe dikwijls wilde God u aannemen, maar u nam een ander filter, een denominatie-filter. Hoe dikwijls heeft God u willen aannemen.
151 Hoe bedrieglijk was het! In Matthéüs 24:24 zei Jezus, dat het zelfs de uitverkorenen zou verleiden als het mogelijk zou zijn. Hoe dicht bent u daarbij, precies als Eva, die maar één of twee kleine dingen wegliet, die zij niet wilde aannemen. Omdat u georganiseerd bent, kunt u het niet ontvangen. Dat is alles wat nodig is. U zou even goed de hele zaak kunnen weglaten, want wie het minste overtreedt, maakt zich schuldig aan de hele zaak. O!
152 Pinksteren, Pinksteren, laat uw denken door Gods filter gaan, niet door uw denominatie-dromen, en u zult eruit komen met de smaak van een heilig mens, de ware doop van de Heilige Geest.
153 Zou u zich voor kunnen stellen, dat een man zijn vrouw haar haar laat afknippen, korte broekjes of lange broeken laat dragen en dan zeggen, dat hij komt door het filter van een denkend mens? Zou u zich een man kunnen voorstellen, die zoiets doet?
154 Kunt u zich een prediker voorstellen die op de preekstoel staat, omdat hij goed betaald wordt door een gemeente, die hem schouderklopjes geeft, hem "doctor, broeder, eerwaarde" noemt en hem meeneemt naar allerlei feestjes, waar gemengd wordt gezwommen en al dat andere aan de stranden. Kunt u zich dat indenken van een man die beweert, dat hij door het filter van een denkend mens is gekomen?
155 En hoe is het met sommigen van deze vrouwen die op het podium staan, met hun jurk boven de knieën en zo strak gekleed dat elke vorm gezien wordt en elke beweging die zij maken uitkomt en hun onderkleding door hun jurk heen gezien wordt? Het is even slecht als het dragen van korte broekjes, bikini's of wat anders ook! U Pinkstermensen, blinde Laodicéa-predikers, hoe lang God u verdragen zal... ik weet het niet. Moge God genadig zijn voor uw blinde ogen. Hij heeft vanavond ogenzalf om uw ogen te openen, zodat u kunt zien.
156 Zoals ik vanmorgen zei, zijn wij in het tijdperk van het zien: de top. Er zijn daarboven geen zintuigen meer die u uiterlijk kunt bewegen om iets te weten te komen. Met uw neus kunt u ruiken, met uw lippen kunt u spreken, met uw handen kunt u voelen en grijpen, en uw voeten enzovoort, maar u kunt niet verder gaan dan uw ogen.
157 Maleachi 4 is gekomen. Zo is het. Het zal licht zijn ten tijde van de avond. O, wandel in het licht:
Wij zullen in het licht wandelen, een prachtig licht,
Dat komt waar de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn helemaal om mij heen bij dag en bij nacht,
Jezus (het Woord), het Licht van de wereld. (Beslist!)
158 Ga er doorheen, o broeder, en u zult eruit komen met de smaak van een heilig man met de Heilige Geest.
159 O, vrouw, ga er doorheen met uw moderne wijze van kleding, uw modern denken... Voordat u de straat opgaat waar mannen zijn... U jonge vrouwen, u oude vrouwen, voordat u de straat opgaat met uw kleding zo strak, dat voor- en achterkant uitpuilt. Ik ben niet kritisch; ik ben uw broeder. Ik sta tussen de levenden en doden en besef wat ik zag. Voordat u naar buiten gaat, weet dat uw lichaam een heilig vat, een heilig pand is, dat God u gegeven heeft. Laat, voordat u zo de straat opgaat, uw gedachten gaan door het filter van een denkende vrouw. En laat het in herinnering brengen, dat u met hem die naar u kijkt om u te begeren, al overspel hebt gepleegd. Bedenk dat, zuster.
160 En broeder, voordat u uw hoofd omdraait om voor de tweede keer naar haar te kijken, laat dan uw gedachten gaan door het filter van een denkend man; u zult eruit komen met de smaak van een heilig man (ziet u?) doende wat juist is.
161 Let op, als u uw gedachten laat gaan door het filter van een denkende vrouw, zult u eruit komen met de kleding van een heilige vrouw. Zo is het. U komt eruit, broeder, met de blik van een heilig man. Nu, dat is slechts één ding. Laat alles wat u doet door het filter van Gods Woord gaan en zie of het goed is of verkeerd.
162 U zult eruit komen met de kleding van een heilige vrouw, met lang haar, eerbaar gekleed, een stille, nederige geest; niet opvliegend en tierend en tekeer gaand, maar met een stille, zachtmoedige geest, die een grote schat van God is. De Bijbel zegt het zo.
Nu wil ik u iets vragen, daar buiten in het land... Wij zullen over een paar minuten eindigen.
163 Nu, laten wij allen vanavond onze verlangens onderzoeken en dan kunt u zien door welk soort filter u getrokken hebt. Laat een ieder van ons, hier en daar buiten door het gehele land, zichzelf onderzoeken. Onderzoek uw verlangens, wat u werkelijk wilt in het leven. Onderzoek waar u voor strijdt. Onderzoek waarvoor u hier bent. Onderzoek waarom u naar de gemeente gaat. Het is goed om naar de gemeente te gaan, maar ga niet alleen maar naar de gemeente; dat zal u niet redden. Ziet u? Onderzoek uzelf gewoon een paar minuten. Zeg: "Is mijn oogmerk... Door welk soort filter trek ik eigenlijk?" En als u niet zou voldoen aan het Woord van God en uw ziel ook niet, dan is er iets verkeerd, want het toont uw smaak. Het toont welk soort leven in u is. Als het een heilig, bezonnen, eerbaar leven is, zal het er op die wijze uitkomen. Als het niet zo is, dan hebt u een andere smaak in u, waardoor u getrokken wordt. Zo is het precies! En als de smaak Gods Woord en Gods wil is, dan weet u wat er in u is, dat de smaak trekt. Het toont dat u een deel van dat Woord bent. Dat Woord is in u en trekt door het Woord.
164 Wat trekt het? Het wordt getrokken door het Woord, omdat u een deel bent van het lichaam van Christus van dit tijdperk. En als dat Woord in u is, kan het alleen door het Woord trekken, de Geest die het Woord dat in u is, levend maakt. Het Woord alleen leeft niet. Dat is de reden: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen en als Ik verhoogd zal zijn, zal Ik alle mensen tot Mij trekken." Ziet u? De Vader...
165 Het deel van het lichaam van Christus dat in de wereld is, voorbestemd, geplaatst in het hart... Ieder, die vandaag een ware, wederomgeboren Christen is, weet dat vanaf hij of zij een jongen of meisje was, er iets in hem was dat hongerde naar God. En u probeerde u aan te sluiten bij kerken en al dat andere; het werkte niet. Wat was het? Het was dat Woord. U jaagde naar een filter, en op zekere dag flitste het vóór u op; u zag Jezus Christus Dezelfde gisteren, heden en voor immer. Dat voldeed aan uw smaak. Ziet u? Omdat leven in u aan het trekken was. Zie het leven in u trekt; het gaat er maar om welk verlangen u hier hebt. U kunt het niet trekken door dit, dat en dat andere; u moest het juiste filter vinden, omdat u een denkend persoon bent. Ziet u?
166 Als u een denkend persoon bent, bent u voorbestemd, of gefilterd van vóór de grondlegging der wereld.
167 Als een denominatie-prediker dit hoort, hoop ik, dat hij het filter van een denkend mens aanneemt – als hij een denominatie-prediker is. Dan zal hij dat denominationele pak wegwerpen, dat zeker zal vergaan, omdat het het woord van een mens is, en hij zal Gods gefilterde Woord aannemen, dat nooit kan falen of voorbijgaan, en het zal voldoen aan de smaak van een heilig man. Evenals Jakob zal hij de hele wereld en de lust van elke denominatie of roem die er in de wereld is, opofferen, of u bisschop, kardinaal, staatspresbyter of voorganger van de een of andere grote kerk kunt worden, u zult alles opofferen wat er maar is. Niet zoals Ezau die een deel van de wereld werd, maar zoals Jakob zult u alles geven om het eerstgeboorterecht te verkrijgen, het filter van de denkende mans; omdat het u de smaak van een heilig man zal geven. Het zal bevredigen... Het zal u bevredigen en u heiligen met de eeuwige smaak van de heilige goedheid van God.
168 Denk eraan, Satan sloeg het eerste gat door Eva's verstand – of haar denken, om de smaak van zijn wijsheid en kennis er door te krijgen.
169 Nu, denk hieraan. Ik ga eindigen. Satan sloeg het eerste gat erin, omdat alles wat zij kon trekken, het Woord was. Dat was de Geest door het Woord van God, want zij zei: "Zolang u door dit filter ademt, zult u nooit sterven; maar als u door iets hier buiten ademhaalt, zult u sterven." Ziet u?
170 Satan zei: "Maar u weet hier niets van, neem hier eens een teugje van en dan zult u merken dat u als God zult zijn. Zie, Hij weet wat goed en kwaad is, u niet. En als u hier maar een teugje van neemt..." En zij liet hem er een gat in slaan. Slechts één klein gat.
171 Nu, u ziet waarom ik zeg... U zegt: "Waarom leert u de vrouwen enzovoort niet hoe zij gaven kunnen ontvangen en zulke dingen?"
172 Ik zei: "Hoe kunt u hun algebra leren als zij niet eens hun a.b.c. willen leren?" Eén gaatje is alles wat nodig was. Hij nam de wijsheid van de wereld en toen dat gebeurde, kwam de dood over het hele gezin, omdat zij van de wijsheid wilden proeven.
173 Nu, kijk naar het filter, en zeker drukte het haar smaak uit. Haar smaak was naar de wereld en dat heeft zij gekregen. Zo is het vandaag; zij hebben de wereld lief en de dingen van de wereld met een vorm van godzaligheid, maar zij verloochenen de kracht ervan. Ziet u? Satan zal hen in tongen laten spreken; hij zal hen laten juichen; hij zal hen goddelijke genezingsdiensten laten hebben; hij zal hen al dit soort dingen laten doen.
174 Hij zegt: "Velen zullen te dien dage tot Mij komen en zeggen: 'Here, heb ik geen duivels uitgeworpen, heb ik niet veel dingen gedaan, heb ik niet dit gedaan?'" Dan zal Hij zeggen: "Ik heb u zelfs nooit gekend, gij werker der ongerechtigheid." Wanneer het Woord voor u werd geplaatst en u toch nog zoog aan dat oude filter van de wereld (ziet u?) toont dit de smaak die in uw hart was.
175 Duiven kunnen geen aas eten. Zij kunnen het niet. Zij hebben geen gal. Een kraai kan zaad eten als een duif en kan aas eten als een kraai (ziet u?) omdat hij een huichelaar is. Maar een duif is niet gebouwd als de andere vogels, en daarom stelde God Zich voor als een Duif, die uit de hemel kwam. Ziet u? Hij kan de stank van aas niet verdragen. Hij is geen gier. De reden is, dat hij geen gal heeft. Hij zou het niet kunnen verteren. Het zou hem doden als hij het zou eten. Een duif hoeft nooit een bad te nemen. Het lichaam van een duif geeft olie af van binnenuit en die houdt hem schoon. Het is een leven, dat in de duif is; het vormt in hem een olie, die de veren schoon houdt. En zo is een Christen, er is een leven binnenin hem dat hem schoon houdt. Het wordt gefilterd.
176 O, let op! Nu, kijk naar het filter en u kunt zeker de smaak herkennen van wat zij vandaag doen.
177 Kijk naar deze moderne kerk. Kijk naar hun filter. U kunt zien waar zij van houden. Zie wat zij hebben gekregen. Wat hebben zij lief? Mejuffrouw Laodicéa die bestemd is voor Gods oordeel. Zo is het. De liefde, de hedendaagse kerkelijke liefde gaat uit naar Laodicéa, een grote organisatie, een geweldige structuur, een grote, populaire zaak, fijn geklede mensen, hoog beschaafd, vol van wijsheid, vol van de duivel, onder het bedrog van de gemeente van Christus. Er is maar één woord dat daar zou moeten staan: "anti-christ" want zij zijn nagenoeg tegen alles wat Christus leerde. Zo is het. Net genoeg om zichzelf zo te kunnen noemen.
178 Nu, als u vanavond een denkend volk bent, hier en buiten in het land waar de boodschap heengaat, zal uw verlangen een Bijbelse smaak zijn, geen denominationele smaak, want u zult geoordeeld worden door de Bijbel, het Woord, door hetwelk ik u vraag uw ziel te laten filteren. En als u er één Woord van verwerpt en uw ziel niet wilt laten trekken door dat ene woord, zult u afgewezen worden; want de mens zal niet leven, ademen, bij brood alleen, maar bij elk Woord, dat de mond van God uitgaat.
179 Het zal in u gebracht worden als u voorbestemd bent. En als de Here op u ademt zal Zijn Geest dat Woord levend maken tot een werkelijkheid en u zult zien, dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. O, my!
180 Verlaat de denominaties van de wereld, de godsdienstige groep. Laat het liggen zoals dat sigarettenpakje daar in de bossen. Laat het rotten en bederven (het is een verkeerd filter) en neem het Woord, hetwelk Christus is, die de smaak van eeuwig leven geeft, aanreikt en bewaart voor iedereen, die het wil aannemen – eeuwig leven.
181 Als u voorbestemd bent, ziet u het Woord. Er is geen wijze om het voor u te verbergen. U kijkt ernaar en zegt: "Wel, het staat zo duidelijk en klaar voor mij; ik keek ernaar en daar is het. Ik kijk er rechtstreeks naar, ik zie het. Hier is het, het Woord, elk woord, gewoon woord voor woord, dat zich uitleeft." Dan is daar de smaak van eeuwig leven, die u wenst. Wanneer u daardoor ademt... Wat kan door Gods filter komen? Niets dan de Geest, totaal niets van de wereld of ongeloof. Het is Gods filter. Wanneer u daardoor ademt, kan daar niets doorheen dan de Heilige Geest.
182 Nu hebt u nu het bewijs van de Heilige Geest, ziet u, de smaak van een heilige man of vrouw. Zij willen leven. Zij hebben eeuwig leven. En omdat dit Woord aan hen levend gemaakt is, leven zij. Het filter van een denkend mens en de smaak van een heilig mens.
183 Neem de wereld niet zoals die sigaretten-maatschappijen u bedrieglijk voorspiegelen, maar neem het echte filter van een denkend mens. Filter de adem die u inhaalt, het voedsel dat u eet. Met alles wat u bent, adem in door Gods Woord en u zult de smaak hebben van een heilig mens; want dat zal het voortbrengen, want Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.
184 En ik weet, of we het zijn of niet zijn – ik geloof, dat wij het zijn... Maar als wij het niet zijn, is er iemand in de wereld vandaag, die een deel is van het lichaam van Christus; en dat zal alleen leven door het Woord van God, elk Woord, dat uit de mond van God gaat voor dit tijdperk, waarin wij nu leven.
185 Ik kan niet zien waar de denominatie... met die woorden in de Bijbel, die zo duidelijk zeggen dat deze dingen zouden gebeuren en plaatsvinden. Wij leven er nu middenin. Ik kan niet inzien dat het iets anders zou kunnen zijn dan dit.
186 Gemeente, ik besef dat ik op zekere dag met u in het oordeel zal staan. Het zij verre dat ik u ooit iets verkeerds zou vertellen terwille van populariteit. Ik wil dat niet. Als ik één ding begeer – gewoon mijn menselijke begeerte, dan zou ik mijn geweer nemen, naar de bossen gaan en mij een hut bouwen en zo de rest van mijn leven op wild jagen. Ik word oud, vermoeid en ik takel af. Maar ik kan het niet opgeven. Er is iets in mij dat mij verteert. Wee mij, als ik de Waarheid, de hele Waarheid, niet vertel. Wee mij, als ik hier niet sta tot de laatste adem mijn lichaam heeft verlaten. Ik moet blijven staan ongeacht wat iemand anders zegt. Ik ben verantwoordelijk voor God.
187 Ik geloof waarlijk dat de dingen, die wij prediken, de Waarheid zijn. Niet omdat ik deze predik. Nee, mijn broeder. Nee, mijnheer! God kent mijn hart. Ik zou liever in de samenkomst willen zitten en naar de gezalfde prediking luisteren. Hoeveel gemakkelijker zou het voor mij zijn. Zeker! Omdat ik hetzelfde eeuwig leven heb als de man achter de kansel. Ik ben een deel van dezelfde zaak als hij. Ik zal naar dezelfde hemel gaan, dezelfde voorrechten hebben. Hoe gemakkelijk zou het voor mij zijn om daar te zitten en niet al die klappen en slagen en noem maar op, op te vangen en toch weer door te gaan. Hoeveel gemakkelijker zou het voor mij zijn, dan na de samenkomst de hele nacht niet te slapen, na de hele avond anderhalf of twee uur te hebben geworsteld met zaken, die zijn opgekomen. Hoeveel gemakkelijker zou het voor mij zijn om de volgende morgen mijn geweer en mijn vistuig te pakken en te gaan vissen of jagen. Hoe gemakkelijk zou dat zijn. Maar broeder, het is mijn lot, en moge God mij helpen om nooit de post van mijn plicht te ontvluchten, maar om getrouw en waarachtig te blijven staan en voor u het filter van een denkend mens voort te brengen, dat u de smaak van een heilig mens zal geven.
188 Het filter van een denkend mens zijn de wateren der afzondering. Het is de reiniging van zonde, hetwelk het Woord van God is. En de denkende mens, de mens, die weet dat hij voor God moet staan, weet dat hij verantwoording af moet leggen voor elk Woord van de Bijbel. Het zal die smaak, die in uw hart is, bevredigen. Moge God ons helpen om het te ontvangen als wij onze hoofden buigen.
189 Dierbare God, weer zijn een uur of twee voorbijgegaan. De klok heeft weer rond gedraaid. De boodschap gaat nu de geschiedenis in en hij is opgenomen in het boek. Wij zullen nu allen verantwoording moeten afleggen, voor elke beweging die wij maakten, voor elk woord dat wij spraken, voor elke gedachte die door ons hoofd ging; de recorder speelt nog steeds. En hij zal blijven draaien tot het leven voorbij is en dan zullen wij verantwoording afleggen op de dag van het oordeel.
190 O God, de grote Schepper van hemelen en aarde, in Wien wij geloven, ik bid voor deze mensen van deze dag. Ik bid voor mijzelf met hen, dat U, Here Jezus, Uw filter zult houden. Als ik iets heiligschennends zeg, Here – in mijn hart, weet ik daar niets van – ik bid dat als het verkeerd was Uw Woord te gebruiken voor een ding als dit, dat U er mij dan voor vergeeft.
191 Maar Here, toen U daar tot mij in de bossen sprak, U weet hoe laat in de morgen, kon ik het gewoon niet uit mijn gedachten krijgen. Ik dacht dat het van U kwam en ik accepteerde het als van U. Dus, Vader God, ik heb het reeds gesproken en ik bid, God, dat U het wilt laten zijn op de wijze, dat ik dacht dat het moest zijn, dat de denkende mens, de mens die maar enig denkvermogen heeft, zal weten dat hij zal moeten staan in de tegenwoordigheid van God, en dat hij niets in zijn ziel zal nemen dat hem bederft of dat tegen het Woord van God is.
192 Vader, wij beseffen dat, zoals ik het vergeleek met die organisaties van vandaag, dat ik het niet doe om anders te zijn, Here... U zult mij op zekere dag naar mijn hart oordelen. Ik bid, God, dat U zult zien, dat het niet was om anders te zijn, maar dat het was om eerlijk te zijn, om te proberen oprecht te zijn, beseffende, dat ik de gekochten door Uw bloed van kust tot kust, hier nu in mijn hand houd. Velen van hen hebben het verslag geloofd.
193 En God des Hemels, moge er niet één van hen verloren gaan. Ik eis hen allen op en houd vóór hen het filter voor de zonde, de wateren der afzondering, het bloed van Jezus Christus, het Woord vleesgemaakt. Sta het toe, Here, en moge de Heilige Geest door iedere belofte in onze zielen uitgestort worden, en mogen wij levende vertegenwoordigers zijn van de bruid van Jezus Christus in het tijdperk van de ogen, van het zien in het Avondlicht, want wij bieden het U aan in de Naam van Jezus Christus. Amen.
194 Hebt u Hem lief? [De samenkomst zeg: "Amen." – Vert] Gelooft u het? ["Amen."] Als ik iets verkeerds heb gezegd door te spreken over het filter van een denkend mens... ik kan er niet meer van zeggen. Ik heb geen scholing; ik moet gewoon zeggen wat tot mij komt. Toen ik dat daar zag liggen, dacht ik: "Wat een huichelachtige zin!" En iets zei: "Net als de kerk."
195 Het filter van een denkend mens! O, er is meer mee aan de hand dan dat alleen. Een denkend mens zou dat helemaal niet willen gebruiken. Ziet u? Zeker niet! En er is de smaak van een rokend mens voor nodig (zo is het!) omdat hij het nodig heeft om zijn smaak te bevredigen. Maar een echt denkend mens die weet, dat zijn ziel naar het oordeel gaat, zal zijn smaak filteren door het Woord van God. "Want al wat de Vader Mij gegeven heeft zal tot Mij komen." Hij zal leven bij elk Woord, dat uit de mond van God voortkomt, hetwelk de wateren der afzondering zijn, die ons afscheiden van zonde. Want als het door het Woord komt zien wij, dat het zonde is om het niet te geloven, dus geloven wij het gewoon en gaan door. Het is een afscheiding van zonde. Hebt u Hem lief? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
Ik heb Hem lief (Laten wij nu onze handen tot Hem opheffen!)
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
196 Wat zei Hij? "Hieraan zullen allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, als gij elkander liefhebt." Laten wij nu iemand de hand schudden terwijl wij het nog eens zingen en zeggen: "Ik heb u ook lief, broeder."
Ik heb Hem lief (Dit is om u te laten weten, dat...)
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
197 Nu, houdt u van het filter van een denkend mens? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Als u morgen de straat opgaat en in aanraking komt met de wereld, broeder, zuster, hebt u dan het filter van een denkend mens? Wanneer die man u een heilige roller noemt, gebruikt u dan het filter van een denkend mens? Wanneer iemand iets kwaads tegen u zegt, hebt u dan het filter van een denkend mens? Ziet u? Vergeld het kwade met het goede. Bid voor hen die u minachtend behandelen en voor hen die u vervolgen, dan ademt u door het filter van een denkend mens.
198 Want als u lief hebt, die u lief hebben, zoals wij elkaar de hand schudden, die zeer geliefd zijn in de Here, dat is goed, maar kunt u ook de onbeminnelijken liefhebben? Dat doet het filter van een denkend mens; dat is de Geest van Christus in u, liefhebbend degenen die u niet liefhebben, dan hebt u loon bij God. Maar als u het doet uit plicht, hebt u nog niet het filter van de denkende mens... U bent nog maar in de tweede cirkel. Maar als u hem vanuit uw hart werkelijk liefhebt, dan ademt u door het filter van een denkend mens en het bevredigt de smaak van een heilig mens, dat u vanuit uw hart iedereen alles kunt vergeven, wat er ook plaats gevonden heeft. Is Hij niet wonderbaar?
... mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan het kruis van Golgotha.
Wij zullen wand'len in 't licht;
Het is een wonderschoon licht;
Het komt waar de dauwdruppels van genade schitteren
Schijn helemaal om ons, bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.
Wij zullen wand'len in dit licht;
Het is zo'n wonderschoon licht;
En het komt waar (gefilterd!) dauwdruppels van genade schitteren.
O, schijn helemaal om ons, bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.
Komt, al gij heil'gen van 't licht,
Verkondigt Jezus, het Licht van de wereld;
Dan zullen de klokken des hemels luiden;
Jezus, het Licht van de wereld.
O, wij zullen wand'len in 't licht;
Het is zo'n wonderschoon licht;
Het komt waar de dauwdruppels der genade schitteren;
O, schijn helemaal om ons, bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.
Houdt u daarvan? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
O, wij zullen wand'len in dit licht;
Het is zo'n wonderschoon licht;
En het komt vanwaar de dauwdruppels der genade schitteren;
Schijn helemaal om ons, bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.
Ik houd daar gewoon van!
Mijn geloof ziet op naar U,
O, Lam van Calvarie,
O, Godd'lijke Verlosser!
Hoor mij nu terwijl ik bid,
Neem al mijn zonde weg, (Filter mij, Here, door het Woord!)
O, laat mij vanaf deze dag,
geheel de Uwe zijn!
Denk er gewoon over na. Gefilterd door het Woord, "geheel de Uwe".
Terwijl ik door 's levens donk're doolhof treed,
En smarten om mij heen zijn uitgespreid,
Wees Gij mijn Gids;
Laat de duisternis verand'ren in dag,
Veeg alle vrees voor droefheid weg,
En laat mij nooit verdwalen bij U vandaan.
[Broeder Branham begint te neuriën – Vert]
... voor mijn bezwijkend hart,
Inspireer mijn ijver;
O, laat de duisternis veranderen in dag,
Veeg alle vrees voor droefheid weg.
O, laat mij vanaf deze dag geheel de Uwe zijn!
199 Dierbare God, wij houden ervan voor U te zingen, want daarin drukken wij, de hele samenkomst, onze gevoelens, onze emotie, uit, wanneer U op ons het Woord des levens blaast. Wij zijn zo dankbaar, Here. En dat lied, wilt U ons ontvangen, Here? Dat is ons verlangen: gefilterd te worden door het Woord van God, iedere dag te wandelen in het licht, het licht van het Evangelie.
En vul onze weg elke dag met liefde,
Als wij wand'len met de hemelse Duif.
Laten wij heel de tijd gaan,
Met een lied en een lach;
Vul onze weg elke dag met liefde.
200 Sta het toe, Here. Zegen ons nu met elkaar. Laat Uw genade en barmhartigheid met ons zijn. Genees de zieken en de aangevochtenen door het hele land.
201 Wij danken U vanavond voor broeder Coggins, dat U hem het ziekenhuis hebt doen verlaten zodat hij gezond naar huis kon gaan. Dank U voor al de dingen, die U hebt gedaan en voor onze eigen kracht, zodat wij ons nu opgeheven voelen.
202 Wij danken U voor de enigszins scherpe boodschap vanavond, Here. Ik deed het niet juist, maar ik bid, Here, dat U het de mensen juist voor ogen wilt stellen, opdat zij mogen zien en weten hoe het bedoeld was. Ontvang er heerlijkheid uit, Here en mogen wij tenminste dit begrip hebben, dat wij moeten leven van het brood van het Woord, gefilterd door God voor Zijn kinderen alleen. Het is een afgezonderde vergadering. Het is voor niemand anders. Het is alleen voor hen, Uw uitverkorenen, zoals de wateren der afzondering van de rode vaars, alleen voor de vergadering van Israël was. Dus Vader, wij weten dat het brood alleen voor de schapen is. "Het past niet, dat Ik het brood der kinderen neem en het voor de honden werp", zei Jezus. En de vrouw zei op haar beurt: "Ja Here, dat is waar, maar ik ben bereid ook de kruimels te nemen." Wij voelen ons op die wijze vanavond, Here. Wij willen alles wat U ons kunt geven, Vader, want wij hongeren en dorsten naar meer van U.
203 Sta toe, dat onze honger zal worden gestild en onze verlangens worden bekend gemaakt, want Vader, wij willen het verlangen van een rechtvaardig mens hebben. En de rechtvaardige Mens was Jezus Christus, en Zijn begeerte was de wil van de Vader te doen, wat het Woord was. Sta het ons toe, Vader. Wij vragen het in Zijn Naam. Amen.
Laten wij nu staan terwijl wij onze slotzang zingen: Neem de Naam van Jezus mede.
204 Tot alle plaatsen waar de boodschap vanavond is heengegaan: moge God met u zijn als wij met gebed sluiten. Moge een ieder van u daar buiten... Ik hoop dat u evenveel genoten hebt bij het luisteren, als ik bij het brengen aan u. Ik vertrouw dat God het in uw hart zal plaatsen en u de juiste uitleg ervan zal geven.
205 U mensen hier als gehoor, waarvan hier deze doekjes liggen, waarop ik mijn handen heb gelegd. Ik bid dat God elk van u zal genezen, zodat er geen zieken meer onder ons zullen zijn en dat u ziet hoe God het gebed beantwoordt.
206 Wanneer wij tezamen vergaderd zijn: "Als het volk, dat naar Mijn Naam genoemd is, zich zal vergaderen en bidden, zal Ik uit de hemel horen."... Hij beloofde het te zullen doen.
207 Wij zijn niet verdeeld, wij zijn één persoon. Wij zijn allen één in Christus Jezus. En iedereen bidt voor iedereen. U bidt voor mij terwijl ik voor u bid. God zegene u totdat wij elkaar weer ontmoeten.
208 Ik vertrouw, dat u regelmatig, u die hier dichtbij woont, naar de tabernakel zult komen en hier zult samenkomen met onze goede herder, broeder Neville. Hij zal u goed doen, ook broeder Mann en de fijne mensen die zij hier in de tabernakel hebben.
209 Als u dicht bij broeder Junior Jackson of bij enigen van de rest van hen woont door het hele land, New York en al de verschillende plaatsen waar zij hun samenkomst hebben, rond Arizona en Californië, bezoek dan deze gemeenten als u daar woont. Wij bidden dat u terug zult komen en u door de herder wilt laten helpen om meer over de Here Jezus te weten.
210 God zegene u nu terwijl wij zingen: Neem de Naam van Jezus mede.
... de Naam van Jezus mede,
Kind van kommer, zorg en smart;
Die schenkt u de ware vrede,
Draag (...?... Broeder John, kom...?...!) in uw hart.
Dierb're Naam (Dierb're Naam), o hoe zoet! (O, hoe zoet!)
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.
211 Als ik zo over de samenkomst kijk vanavond, zie ik broeder Estle Beeler daar achterin, broeder Palmer en velen, broeder J.T. en zovelen van de predikers daar in het rond staan, waarvan ik al de namen niet kan noemen. Ik wenste, dat ik u allen hier boven zou kunnen hebben en u allen de samenkomst zou kunnen laten beëindigen of iets laten doen. U begrijpt het wel, is het niet? Ik weet dat u een Christelijk hart hebt en weet, hoe wij zijn. Wij zijn allen tezamen één persoon in Christus Jezus.
212 Laten wij nu aan het volgende vers denken, terwijl wij het zingen en onze broeder Martin zal sluiten met gebed. Dit is broeder Earl Martin uit Arkansas, geloof ik, of Missouri [Broeder Earl Martin zegt: "Missouri." – Vert], vlak bij de grens tussen Arkansas en Missouri. Zij hebben daar een gemeente.
213 Ik merkte deze broeder van daarginds op, ik kan niet op zijn naam komen – Brewer. Hij was hier vanmorgen. Ik neem aan, dat hij hier vanavond nog is. Ja, ik zie hem hier staan, broeder Brewer. Ik heb al zo vaak beloofd langs te komen om hun kerken in te wijden. Als ik kan, hoop ik daar op zekere dag met de hulp van de Here te komen.
Nu, terwijl wij dit volgende vers nu zingen:
Blijf op Jezus' Naam vertrouwen,
Kniel ootmoedig voor Hem neer,
Spoedig zult gij Hem aanschouwen,
Jezus, aller heren Heer!
Laten wij het nu zingen:
Blijf op Jezus' Naam vertrouwen,
Kniel ootmoedig voor Hem neer,
Spoedig zult gij Hem aanschouwen,
Jezus, aller heren Heer!
Dierb're Naam (Dierb're Naam),
O, hoe zoet! (O, hoe zoet!)
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam, (O hoe zoet!)
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.
O, neem de Naam van Jezus mede,
Als een schild in ied're strijd; (Luister nu!)
Wil de vijand u vertreden, (Wat moet u doen?)
Adem gewoon die heilige Naam in gebed.
Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.
Laten wij onze hoofden buigen.
O dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam (erin gedoopt, wij bidden erin), o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.
Broeder Martin! [Broeder Martin bidt – Vert]