De opname
Door William Marrion Branham1 ... de afdeling in Yuma. Het is een groot voorrecht dat ik deze uitnodiging kreeg om weer terug te komen. Wij hadden de laatste keer hier een wonderbare tijd. En toen ik begreep dat ik weer terug zou komen, voelde ik mij daar heel goed over. De getuigenissen te horen en deze fijne woorden van de mensen, het geeft je als het ware een duwtje.
2 Billy vertelde mij dat de broeder uit Las Vegas, die daar een samenkomst wilde bij de afdeling... Ik ontmoet hem onmiddellijk nadat de dienst hier voorbij is. Wij hebben een tijd, zegt hij, die wij in januari net even kunnen inlassen, vóór de Phoenix-samenkomsten (zie?) om naar Las Vegas te komen. En wij hebben daar altijd al heen willen gaan. Ik geloof dat broeder Art Wilson daar lange tijd geleden was, of misschien is hij daar nog. Hij vroeg mij om te komen, hij en zuster Wilson. Ik kreeg de gelegenheid niet, dus misschien is dit de tijd dat ik zal kunnen komen.
3 Zoekt u Billy Paul op of broeder Roy Borders, ik denk dat hij hier ergens is. Iemand zei dat broeder Roy binnen was. Broeder Pearry, Lee, of wie van hen ook, zij zullen het u kunnen vertellen en de data vaststellen wanneer wij komen.
4 Nu, ik zag daarnet vele predikers hier, en ik ben erg blij om mijn broeders te ontmoeten. Ik wenste dat ik de tijd had met u naar huis te gaan, omdat ik weet dat u de beste kok hebt die er in het land is. Dat is fijn.
5 Broeder Pearry heeft er werkelijk twee op zijn naam staan vanavond. Hij heeft nu twee punten tegen zich. Een ervan is dat die microfoon daar er tussendoor kwam. Dat blijft je toegerekend, broeder Pearry. Ik geloof niet dat je werkelijk schuldig was, maar je... "Iemand zou gaan spreken." Dat was een goeie.
6 En toen... ook ging hij daar naar buiten en was aan het praten; hij zei: "Zeg..." Hij vertelde broeder Collins of enkele mensen: "Het eten was goed, maar ik zeg je," zei hij, "dat die man een Spanjaard moet zijn, of zoiets, of een Mexicaan. Dat was de heetste peper die ik ooit heb geproefd", en zo ging hij door; en hij stond te praten met de chef-kok!
Hij zei: "Ik ben de chef-kok."
7 Daar hebt u nu Texas. Wij zullen hem wel in orde krijgen, na een poosje hier in Arizona, nietwaar, als hij een tijd bij ons in de buurt blijft.
8 Heel fijn om hier te zijn. En ik geloof dat deze opmerkingen niet als grappen klinken, maar met een gevoel voor humor. De Here Zelf had gevoel voor humor, weet u. Hij zei... Herodus, "Ga en vertel die vos..." (ziet u?) "Vandaag werp Ik duivelen uit en morgen ben Ik voleindigd." Dus als Hij gevoel voor humor had, dan zal het ons ook geen kwaad doen, denk ik, zo nu en dan.
9 En nu, het is al wat laat. En gewoonlijk predik ik ongeveer vier uren. Dus, rekening houdend met de hoffelijkheid van de broeder en zuster hier van de afdeling, zullen wij dat deze avond bekorten. Ja, ik vertelde Terry, ik zei... Hij zei: "Wat is... een band van twee uur opzetten?"
10 Ik zei: "Nee Terry, dit is een feestmaal." Ik zei: "Ongeveer dertig of veertig minuten zal ik tot de mensen spreken over iets dat... Ik probeer het echter elke keer, wetend dat..."
11 Toen ik een kleine jongen was, kwamen de mensen gewoonlijk luisteren omdat ik een jonge prediker was, gewoon een jonge kerel, een vent. En dan zeiden ze: "Wel, Billy Branham..." Weet u, gewoon een jochie, nooit de school doorlopen en geen opleiding. Zij zouden komen om mijn gebroken woorden te horen, mijn Kentucky-Engels. En dus... mijn hits en hain'ts en totes en carry. Zoals in een van de samenkomsten hier niet lang geleden, ze zeiden: "Wij zullen allemaal gaan staan en het volkslied zingen."
12 Ik stond op en zei: "Voor mijn oude thuis ver weg in Kentucky." Dat was het enige volk waarover ik wist, dat was wat mij betreft het volkslied.
13 Dus nu, nadat je echter ouder wordt, wel, je komt binnen, je moet iets meer hebben dan dat. Zie? We zijn... Paulus zei: "Toen ik een kind was, sprak ik als een kind en dacht ik als een kind." Je handelt als een kind, maar als je ouder wordt, begin je vanaf het nemen van je eerste paar stappen met wankelen en vallen, en opstaan en opnieuw proberen. En dan... na een poosje kom je zover dat je in een rechte lijn kunt wandelen. En dat moeten wij doen als soldaten van het kruis; nu is het tijd om in een rechte lijn regelrecht die hoofdweg naar de heerlijkheid af te lopen.
14 Ik geloof zeker dat wij leven in de slotscènes van de geschiedenis van deze wereld. Ik geloof waarlijk dat het komen van de Heer misschien dichterbij is dan wij denken. Dus nu, voor ongeveer dertig minuten van uw tijd of zoiets, zou ik uw aandacht willen vragen voor een Schriftgedeelte dat ik zou willen gebruiken als tekst, en naar enige meer hier verwijzen. Onlangs thuis zat ik na te denken over deze gedachte. Toen dacht ik: "Wel, ik weet niet of ik zal spreken vanuit al deze Schriftgedeelten. Ik zal slechts een gedeelte ervan nemen en het gewoon... voor deze korte diensten, zoals wij vanavond zouden willen hebben." Ik wil één ding zeggen, terwijl u opslaat in de Psalmen de eerste... de zevenentwintigste Psalm, ik wil de eerste vijf verzen lezen.
15 Ik zou dit graag willen zeggen betreffende deze Zakenlieden, deze afdeling van de Volle Evangelie Zakenlieden. Mijn broeder Pearry sprak over de boeken enzovoort, en de nieuwe boeken die ze hebben. Hoevelen herinneren zich, toen ik de band had en erover predikte hier in Phoenix, op een van de conventies, over Heren, welke tijd is het? Nu, dat was het begin van dat boek (ziet u?), toen dit plaatsvond.
16 Er is te veel bovennatuurlijke betuiging van Gods geschreven Woord voor dit uur om zoiets nu niet te benaderen. We zijn gewoon – het is te werkelijk. Ziet u, de dingen die u... Het zou ontstellend voor u zijn, u gewoon te laten weten dat... wat er werkelijk plaatsvindt. Velen van u vreemdelingen horen misschien deze mannen opstaan en deze opmerkingen maken over een "boodschap van dit uur" enzovoort. Waar zij op doelen is Gods belofte van dit uur, dat Hij beloofde wat Hij zou doen, en we zien Hem schriftuurlijk bewijzen exact wat Hij zei dat Hij zou doen op dezelfde manier. Voorzegd, klopt helemaal precies, elke keer volmaakt, omdat het God is Die het zegt.
17 Als een man, het maakt me niet uit wie hij was, zou proberen zo'n voorzegging te doen... Er is een kans van een op tien miljoen, dat als een man u vertelde dat een bepaald iets zou gebeuren, het op een bepaald moment zou gebeuren, een op tien miljoen. En dan de plaats waar het zou gebeuren, zou ongeveer een kans zijn van een op ongeveer honderd miljoen. En dan de tijd waarop het zou gebeuren en ga zo maar door. En de wijze waarop het zal gebeuren en wat het zou zijn wat er gebeurt enzovoort. Het gaat boven gissen uit. Wanneer wij het zo volmaakt zien, telkens weer, dan is het God. Dan keren we regelrecht terug in de Schriften – het zou ons vreemd mogen toeschijnen, maar we keren regelrecht terug in de Schriften zonder zelfs te weten waar we moeten kijken, en de Heilige Geest brengt het naar voren en past het hele Woord samen, geeft daar een beeld, om ons precies het uur te tonen waarin we leven. We veranderen van bedeling.
18 We zijn bij een hoek. Het is gemakkelijk wanneer iemand een hoek maakt – van een metselaar – maakt een hoek en begint... Iedereen legt de stenen precies op dezelfde rij, zoals een bepaalde denominatie die begint en zo verder de rij afgaat, dat is prima... Maar wanneer je bij die keerpunten komt, waar je moet terugkeren de andere kant op... Nu, God bouwt geen muur; Hij bouwt een huis. Ziet u? En er zijn vele uitsparingen en hoeken die Hij hier heeft voorzegd in de Bijbel. Het zijn de wendingen... Iedereen zou kunnen proberen een wending te maken, maar het moet overeenkomstig de blauwdruk zijn. Als dat niet zo is, moet het weer afgebroken worden.
19 Dus we prijzen God voor Zijn goedheid en de gemeenschap met u mensen, en de open deuren die de Here ons heeft gegeven. En door deze Zakenlieden... Ik heb altijd beweerd dat ik niet geloofde in... Ik geloof in de mensen in de denominaties, maar ik heb niet veel tijd om denominaties te vermanen, omdat elk een omheining om zich heen bouwt.
20 Het is precies alsof... Ik geloof dat het een klein gezegde van broeder David was, over dat hij wat eenden fokte. En hij zei dat de rivier hoger kwam. En elke eend, weet u, ze wilden omgang met elkaar maar het was niet mogelijk omdat ze waren ingesloten door omheiningen. Maar toen het water zo hoog kwam, liet het de eenden gewoon uit het hok drijven. Dus ik denk dat dat de manier is waarop het gaat. Het is gewoon... Het water komt omhoog (ziet u?). We kunnen uit het hok komen en gemeenschap met elkaar hebben, weet u, de werkelijke liefde van Christus in ons hart hebben.
21 En deze Volle Evangelie Zakenlieden zijn een oase voor mij geweest, want vele keren... Ik heb broeders, fijne broeders in, ik denk, elke denominatie die ik ooit tegenkwam: Presbyterianen, Lutheranen, Baptisten, Pinkstermensen, allerlei verschillende soorten van Pinkstermensen, Kerk van God, en Nazarenen, Pelgrim-Heiligheidsmensen, fijne broeders, overal. Maar vele keren kunnen ze mij niet in hun gemeenschap hebben, omdat... Ziet u? Niet omdat zij het niet geloven, maar kijk, het zou hen uitsluiten van hun denominatie. En wanneer u dat doet... natuurlijk komt het daardoor.
22 Niet lang geleden was er hier een Methodistenbroeder die naar me toekwam. Ik zal zijn naam niet noemen, een fijne man. Hij was bezig een proefschrift te schrijven over Goddelijke genezing, en hij kwam naar mij om wat te praten. We gingen zitten en spraken een poosje. En hij zei: "Het enige wat we tegen u hebben, is dat u de hele tijd rond die Pinkstermensen hangt."
Ik zei: "Laat dan de Methodistenkerk het ondersteunen; ik zal komen."
Dat was iets anders. Ziet u? Hij zei: "Wel, natuurlijk ben ik de Methodistenkerk niet; ik hoor er alleen bij."
23 Ik zei: "Dat is het!" Ziet u? "Zij zijn degenen, de Pinkstermensen zijn degenen die hun deuren openen." Ziet u? "Dat zijn degenen waar ik heen kan gaan." En zovelen als er van hen zijn die open zullen doen, wel, we zijn bereid om binnen te komen. Zoals in Openbaring, het derde hoofdstuk, daar zei Hij: "Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand de deur zal openen, zal Ik binnenkomen en maaltijd houden." En dat was Jezus. Ieder van ons weet dat dat Christus was. En Hij is het Woord. Dat is juist! Hij is het Woord.
24 En zo zijn de Volle Evangelie Zakenlieden een oase geweest waar we samen kunnen komen. Het wordt niet bekostigd door kerken. Zij allen, samen, de mannen uit de kerken en wij, komen samen in gemeenschap van over de hele wereld, overal vandaan.
25 Ik heb vele, vele, vele afdelingen van de Volle Evangelie Zakenlieden helpen oprichten door de gehele wereld. Ik ben dankbaar voor die gelegenheid die mij werd gegeven. Daar zullen de Zakenlieden het ondersteunen en dan zullen alle kerken willen komen hoe dan ook. Maar dan... ik wil nooit proberen iemand uit hun kerk te halen. Blijf gewoon daar in uw gemeente en verspreid het licht. Ziet u? Wees een werkelijke Christen; uw voorganger zal u waarderen. Een werkelijk eerlijke, waarachtige heilige, elke man die in God gelooft zal zo'n persoon waarderen. Ja!
26 Nu, ik dank de broeder hier en zijn vrouw en deze afdeling voor deze gelegenheid. En moge deze afdeling groeien; mogen de zegeningen van God erop rusten, en een instrument zijn in Gods handen om honderden en honderden mensen te redden, vóór de komst van de Here; en heel de rest van uw afdelingen of afgevaardigden hier van de afdelingen.
27 In het boek der Psalmen... Nu, ik wil vanavond spreken over een heel vreemd onderwerp, gewoon voor een korte tijd. Ik heb hier een paar Schriftgedeelten opgeschreven en ik dacht misschien dat... Ik was misschien van plan om vanavond over iets anders te spreken, maar ik zie dat de tijd vliegt, wel, ik wilde niet zo lang blijven, dus sloeg ik dit op en nam daarbij nog enige Schriftgedeelten. Ik wil spreken over het onderwerp van "De opname". Ziet u?
28 Nu, we geloven dat er een opname zal zijn. Alle Christenen geloven dat, zij die Bijbellezers zijn, geloven dat er een opname zal zijn.
29 En nu, om te lezen als een soort achtergrond, we lezen de vijfentwintigste Psalm – neemt u me niet kwalijk – de zevenentwintigste Psalm, verzen 1 tot en met 5.
De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik vervaard zijn?
Toen de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, struikelden zij zelf, en vielen.
Ofschoon een leger mij belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, zo vertrouw ik hierop.
Eén ding heb ik van de HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.
Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen.
Moge de Here Zijn zegeningen toevoegen aan dat lezen van Zijn Woord.
30 Nu vandaag, sprekend over dit onderwerp... En nu, sommigen van u mogen van mening verschillen over de wegen die ik insla, maar hoevelen hier geloven dat de Bijbel leert dat er een opname van de gemeente zal zijn? Jazeker! Dat is juist! Een wegnemen van de gemeente. Of u nu Methodist, Baptist, Presbyteriaan, van Pinksteren, of wat ook bent, er zal een wegnemen zijn.
31 En ik geloof dat met het spreken... Ik probeer hier niet te staan om iets te zeggen, wat ik denk dat de mensen zal behagen. Ik ben daar nooit schuldig aan geweest. Ik wil hier staan en iets zeggen waarin ik me geleid voel om het te zeggen, waarvan ik denk dat het u tot hulp zou zijn, iets wat uw ervaring met God zou verdiepen als u een Christen bent, en als u geen Christen bent, om u zo beschaamd te maken over uzelf, dat u een Christen zult worden. Dat is het doel waarop ik altijd heb geprobeerd mijn gedachten te richten, zoals de Here me zou leiden.
32 Nu, we worden gewaarschuwd dat de leer hierover in de laatste dagen zou worden veracht. Als u zou willen... Laten we dat een ogenblikje lezen. Het staat in 2 Petrus, het derde hoofdstuk. Laten we hier even over lezen. Het derde hoofdstuk, en het derde en vierde vers. Laten we kijken of dit niet juist is.
Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen,
En zeggen: Waar is de belofte van Zijn toekomst? Want van die dag, dat de vaderen ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping.
Want willens is dit hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen sedert lang geweest zijn, en de aarde uit het water en in het water bestaande;
Door welke de wereld, die toen was, met het water van de zondvloed bedekt zijnde, vergaan is.
33 Nu, we zien dat de reden dat dit onderwerp zo wordt belicht is, omdat de profeet hier heeft gezegd, dat er in deze laatste dagen deze spotters zouden komen om deze dingen te zeggen. Ziet u? Het is voorzegd; de reden waarom de mensen zich tegenwoordig gedragen zoals ze zich gedragen. Wel, u zult het zeker verwachten, omdat de Bijbel zei: "In de laatste dagen zullen de mensen roekeloos zijn, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, trouweloos, lasteraars, onmatig, afkerig van het goede, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand." Kunnen we uitzien naar een nabootsing van de waarheid? Zeker!
34 Toen Mozes Egypte binnentrok om de kinderen van Israël te bevrijden, met alleen een staf in zijn hand als bewijs, met de God des hemels achter zich, deed hij een wonder. Daar kwamen nabootsers achter hem aan, die hetzelfde deden als hij. Ziet u? Nu, zij kwamen als tweede, nadat hij het eerst deed. Toen kwamen zij eraan, omdat ze nadeden wat hij deed, het oorspronkelijke nabootsend. We ontdekken dat. En nu, u zegt: "Wel, dat was in de dagen van Mozes." Maar hetzelfde Schriftgedeelte zegt dat ze opnieuw zullen komen in de laatste dagen. "Zoals Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze mensen met verdorven verstand de waarheid tegen." Ziet u? Nabootsingen, allerlei soorten zaken om de mensen van hun stuk te brengen. En dan, als...
35 Deze opname die zal gaan plaatsvinden... En bij alles wat God heeft, overeenkomstig Zijn Woord, is er altijd iets dat naar voren komt om dat in de war te sturen als zij kunnen. Het is Satans doel om dat te doen.
36 Zoals de broeder hier, uit de samenkomst daarginds in Las Vegas, zei: "Satan zei, dat de wereld zijn domein was en zodoende is zijn hoofdkwartier hier." Ik weet dat Satan de god van deze wereld is. Elke natie onder de hemel wordt door hem beheerst. Precies! Deze wereld behoort aan Satan. Maar Jezus zal haar overnemen. Hij bood het Hem op een dag aan, en Hij weigerde het; maar, zei Hij, omdat Hij wist dat Hij er erfgenaam van zou zijn in de tijden die zouden komen.
37 Spotters; laten we het even een paar ogenblikken hebben over dat ene woord, voordat we verder gaan. Spotters... Ik las in een krant ongeveer twee weken geleden in Tucson, dat een of andere Engelsman uit Engeland een bewering had gedaan – het stond met grote koppen in de krant – dat de kruisiging van onze Here Jezus Christus slechts gefingeerd was door Pilatus en Jezus, dat Hij was gekomen om Zichzelf iets te maken. En er is geen manier waarop wij hem dat zouden kunnen weerleggen, omdat al de dingen van God moeten worden aanvaard door geloof. Wij moeten het geloven! Nu, hij ging voort een beschrijving te geven hoe dat gedaan zou kunnen zijn.
38 Hier niet lang geleden, in dat grote land, Londen, in Engeland liever gezegd, waar John Wesley en Charles, en velen van die grote predikers uit vroeger dagen, Spurgeon en zij die het Evangelie predikten op de hooimarkten en daar overal... Zij wezen die boodschap van hun dag af en kijk waar ze in deze dag aan toe zijn. Daar zijn broeder Williams en de anderen vanavond. Het is één van de diepst gezonken landen ter wereld. Ik ben over de wereld geweest, maar ik ken niets wat zo wetteloos is als Engeland. Billy Graham zei hetzelfde. Wel, hij moest zijn vrouw uit de parken nemen; hoe de handelingen tussen mannen en vrouwen gebeurden in het openbaar in de parken. Toen ik daar was heb ik nooit iets gezien, dat het hart van iemand meer zou breken dan wat in Engeland aan het gebeuren was. Dat de gelegenheid had en eens de wereld leidde in een reformatie. Dat toont slechts hoe het kan vervallen.
39 Maar u ziet wat dat veroorzaakt. De boodschap die toen uitging... De Engelsen proberen diezelfde boodschap vast te houden voor vandaag. Dat zal vandaag niet werken. Het zal niet werken.
40 Hoe zou... Wat als Mozes zou zijn gekomen en Noachs boodschap had gebracht: "Wij zullen een ark bouwen en de Nijl afdrijven"? Het zou niet hebben gewerkt. En evenmin zou Jezus' boodschap ooit hebben gewerkt bij Mozes. En evenmin zou Wesleys boodschap ooit werken in Luthers tijd of omgekeerd Luthers boodschap. En vandaag – onze laatste grote reformatie was Pinksteren – en vandaag bewegen wij ons daar vandaan. En de Pinksterboodschap zal zich niet kunnen mengen met deze, omdat het een andere tijd is. Het is allemaal het Woord van God, maar het is zich aan het opbouwen. Zoals de voeten, armen, naar boven komend, is het een bruid aan het vormen voor de opname. Ziet u? Zet die mensen van vroeger niet aan de kant, zij leefden naar hun boodschap. Zij allen zullen daar uitkomen, die in de bruid waren. Precies zoals het leven door een tarwestengel gaat. Het verlaat de tarwe, het omhulsel, maar de tarwe vormt zichzelf, zoals de tarwekorrel die in de grond viel.
41 Hier niet lang geleden las ik een boek dat een zekere Duitser schreef als kritiek. Hij zei: "Van al de fanatiekelingen in de hele wereld, spant William Branham van allen wel de kroon." Hij zei: "Wel, hij is niets anders dan een... hij is een tovenaar, hij doet deze dingen..." Ziet u? De man weet niet...
42 En dan, de man was een criticus, hij geloofde zelfs niet in God. Hij zei: "Een God Die achterover kon zitten in de donkere middeleeuwen, zijn handen over Zijn buik gevouwen, en lachen om een stelletje christenmoeders, en die Zijn eigen discipelen werden verondersteld te zijn; moeders met kleine kinderen en zo, en de leeuwen hen te laten opeten, zonder ooit maar een hand uit te steken." Ziet u waar de vleselijke gezindheid, waar opleiding en zo, de visie niet kunnen vatten?
43 Die tarwekorrel moest in de grond vallen. Precies zoals Jezus moest vallen om weer op te staan, moest de gemeente van Pinksteren vallen. Zij moest de grond ingaan, die donkere middeleeuwen. Elke tarwe, elke graankorrel die de grond ingaat, moet in die donkere tijd liggen om voort te brengen. Maar het begon uit te spruiten in Maarten Luther. Het kwam verder door Wesley, verder door in Pinksteren, nu gaat het eruit naar de korrel. En nu, de denominationele systemen die ze achterlieten, zijn stengels. Dat is alles. Dat moet worden verbrand, het denominationele systeem. Maar de werkelijke tarwekorrel, die uit elk van die reformaties komt, zal worden opgenomen in de bruid. Dat alles bij elkaar zal de bruid vormen.
44 Nu, wij ontdekken dat zij daar in Engeland de kruisiging nabootsten, niet lang geleden, met een stel van die mensen – die kinderen met dat lange haar en dergelijke en schreeuwend – noemden Jezus "pappie-o" en dat soort spul. Wat een uitschot!
45 Nu, u zegt: "Dat is Londen, Engeland!" Kijk wat er vorige week in de krant stond, hier in Amerika. De een of andere grote doctor in de godgeleerdheid, van een fijne school, zei dat de kruisiging bedrog was; zei dat Jezus alleen probeerde Zichzelf zo te maken, dat Hij dit alruinkruid had gedronken en... Wij vinden het in Genesis, waar ervan wordt gesproken. Het is een kruid zoals marihuana of zoiets. Het wordt gevonden daar in de oostelijke landen. En als u het drinkt, brengt het u in slaap, misschien in uw... alsof u dood bent, plotseling in elkaar gezakt, alles, voor een periode van twee of drie dagen per keer.
46 Hij zei dat, toen zij Hem azijn en gal gaven, het heel goed mogelijk was dat dat alruinkruid was geweest. En toen zij dat deden, zij Hem dat gaven, zakte Hij plotseling in elkaar alsof Hij dood was. Zij brachten Hem in het graf, en ze legden Hem daar. En na twee of drie dagen, zeker, toen men terugging, was Hij weer wakker, was in orde. Hij zei dat Hij naar India ging en ergens een normale dood stierf. Proberend een religie te vervalsen. In de eerste plaats is die criticus... Wat is er met de mensen aan de hand? Ziet u? Het is gewoon deze dag waarin wij leven. Spotters, ziet u. De dag waarin profetie wordt vervuld.
47 God heeft Zijn Woord toebedeeld aan elk tijdperk. En elk van die tijdperken moet dat manifesteren. Ook verordineerde Hij mannen voor dat tijdperk om dat Woord te vervullen. Elke keer dat Hij Zijn Woord toebedeelde, wees Hij er een man voor aan. Toen Hij Mozes' tijd toebedeelde, wees Hij Mozes aan. Toen Hij een tijd toebedeelde voor de Zoon van God om geboren te worden, wees Hij Hem ervoor aan. In elk tijdperk heeft Hij Zijn mannen toebedeeld, voorbestemd, zoals de Bijbel zei. Niets... Als God oneindig, almachtig, alle kracht bezittend, alomtegenwoordig en alwetend is, wel, dan wist Hij alle dingen vanaf den beginne. Dus Hij wist... Er is niets uit lijn; wij zijn het slechts die denken dat het zo is. Alles loopt...
48 Kijk terug in Zijn Woord en zie wat Hij doet, dan zullen we het begrijpen.
49 Nu, denk even na. In de eerste plaats, als die prediker zou hebben nagedacht; toen ze die azijn en die gal in Zijn mond deden, spuugde Hij het uit. In de eerste plaats nam Hij het helemaal niet aan. Ziet u? Het zijn gewoon spotters die opstaan. Nog iets. Hoe had deze Jezus van Nazareth... hoe stemde Zijn leven overeen met elke profetie van het Oude Testament? Hoe had dat kunnen gebeuren? Het zou hebben gekund zonder dat het was voorbeschikt door God. Zijn leven stemde overeen met elke profetie van het Oude Testament. En nog iets, als die discipelen Hem zo hadden laten bedriegen, waarom stierf elk van hen dan in martelaarschap? En zelfs de apostel Petrus zei: "Keer mijn hoofd naar beneden, ik ben niet waardig om te sterven zoals Hij." Hoe namen ze Andreas en draaiden hem opzij aan het kruis. Zij bezegelden elk hun getuigenis met hun eigen bloed. Zij geloofden Hem en hadden Hem lief en gaven hun leven voor Hem. Als Hij een bedrieger was, hoe zouden zij dat ooit hebben gedaan? Ziet u, de geestelijke toepassing, de mensen vatten het niet.
50 Er was een groot man hier, niet lang geleden, een of andere grote rabbi, die schreef dat Mozes, terwijl hij door de Rode Zee trok... Hij zei: "Het was niet werkelijk water; de wateren vormden nooit een muur." Hij zei: "Wat het was, daar aan het andere eind van de Dode Zee, daar was een heleboel riet. En hij ging door het water – riet, het riet van het water. Daar was geen water, slechts een heleboel riet, een oceaan van riet waar zij doorheen gingen." En vele geestelijken geloven het en aanvaarden het.
51 Hier niet lang geleden, toen die eerste astronaut opsteeg, kwam hij terug en had niets van God gezien. Dat bracht zelfs voorgangers in verwarring. Zij dachten dat God daar ergens recht boven woonde, zo'n tweehonderdvijftig kilometer hoog. Wel, my, hoe... Opleiding en wijsheid van deze wereld hebben de kerk veranderd in een bundel onkruid.
52 Opleiding en het opleidingssysteem, wetenschap en beschaving is van de duivel. Het is de beschaving van de duivel. De Bijbel zegt het zo. En onze beschaving die komende is, zal helemaal niets te maken hebben met deze beschaving. Totaal niets. Er zal een andere beschaving zijn, in plaats van deze beschaving en deze wetenschappelijke wereld die wij hebben. Hoe meer wetenschap wij krijgen, des te verder gaan wij de dood in. Dingen, valstrikken om te doden en alles. In die nieuwe beschaving zal er geen dood zijn, geen ziekte, zorg of pijn. Ziet u? Er zal daar niets van zijn. Dus deze beschaving zal moeten worden vernietigd, omdat het van de duivel is.
53 We ontdekken dat in Genesis 4 Kaïns volk de beschaving begon, steden bouwend, en grote steden enzovoort, en muziekinstrumenten en men werd... en wetenschap. En de mensen raakten verder bij God vandaan, maar waren toch religieus. Maar toen Seths volk kwam, begonnen zij de Naam des Heren aan te roepen. O, over een subtiele zaak gesproken.
54 Ik ben hier niet om iemands gevoelens te kwetsen, of iets over een kerk te zeggen. En als u hier bent en tot deze kerk behoort, zeg ik dit niet om uw gevoel te kwetsen, omdat er daar net zoveel goede mensen zijn als in andere kerken. Maar ik las vorige week in Shreveport waar de Katholieke kerk een bewering deed. En wij zien hoe zij nu allen samenkomen in de grote oecumenische raad enzovoort, helemaal precies vervullend wat de Bijbel zei dat zij zouden doen. Helemaal precies.
55 Nu, we ontdekken dat zij zeiden: "Wel, de Bijbel... sommige Protestanten willen vasthouden aan die Bijbel. Wel," zeiden ze, "de Bijbel was niets anders dan een boek, een geschiedenis van de kerk. Zij hadden het niet in de literatuur tot ongeveer tweehonderdvijftig jaar geleden. Het is altijd de kerk geweest." Zij zeiden: "Het was de kerk, niet de Bijbel, en de Bijbel is slechts de geschiedenis van wat de kerk deed." Wat een listige leugen is dat. Wel, wij hebben de Bijbel nu al drieduizend jaar lang gehad. Het Oude Testament werd in de Schrift geschreven, honderden en honderden jaren voor het komen van Christus. Het is gewoon een listig iets van de duivel.
56 En we ontdekken in deze dag, wanneer deze geweldige spotternij en het belachelijk maken van de Bijbel en het proberen haar eruit te werken... God moet de kerk door iets oordelen. Hij kan niet rechtvaardig zijn... Ze kunnen niet deze straat inkomen en mij arresteren en zeggen dat ik vijftig kilometer per uur rijd in een dertig-kilometer-zone, tenzij daar iets is dat mij vertelt dat ik slechts dertig kilometer per uur mag rijden. Het moet daar zijn. En God zal de gemeente gaan oordelen... zal de mensen op een dag oordelen. Wij weten dat. Er is een oordeel op komst. Dus als Hij haar zal oordelen door de Katholieke kerk, wèlke Katholieke kerk? Als Hij haar zal oordelen door de Methodisten, zijn de Baptisten verloren. Als Hij haar oordeelt door de Eenheidskerk, dan is de Tweeheidskerk verloren. Ziet u? Waardoor zal Hij haar gaan oordelen? Hij zei dat Hij haar zou oordelen door Christus, en Christus is het Woord. Dus het is het Woord van God waardoor God zal oordelen. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons... Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Ziet u? Dus zal Hij haar oordelen door Zijn Woord.
57 En nu ontdekken wij dat in deze dag, wanneer men probeert de Bijbel eruit te drukken en de kerk te aanvaarden... De Bijbel, die wil men niet; de kerk, zodat ze gewoon elk soort geloofsbelijdenis of wat anders ook kunnen maken en daarnaar wandelen.
58 Wel, zoals ik onlangs 's avonds in Shreveport sprak. Bij het avondmaal, wanneer zij dat offerlam doodden, moest er geen zuurdesem onder hen zijn gedurende de volledige zeven dagen. Geen zuurdesem, geen gezuurd brood. Alles moest ongezuurd zijn. Dat vertegenwoordigde de zeven gemeentetijdperken die wij hier in boekvorm hebben. En er is geen zuurdesem. Wat is – iets is ermee vermengd. En wij hebben geloofsbelijdenis en denominatie en al het andere vermengd met het Woord en proberen het nog steeds het Woord te noemen. Zeven dagen lang zal er geen zuurdesem zijn. En zelfs wat er is, eet het vandaag, probeer het niet te bewaren voor morgen, verbrand het met vuur, voordat het daglicht komt, want er is een nieuwe boodschap die voortkomt en een nieuwe zaak.
59 Ziet u, ze proberen het over te houden. Maar dat is de houding van de kerk geweest. Er komt een opwekking en vóór u het weet, binnen ongeveer drie jaar, beginnen zij er een organisatie van te maken. De denominatie start, een organisatie. Maar hebt u opgemerkt dat dit nu al twintig jaar doorgaat en dat er geen organisatie is? En er zal er nooit een zijn! Dit is het einde. De tarwe is weer teruggekomen tot de tarwe. De tarwe is weer teruggekomen tot haar korrel. Het kaf is ervan weggetrokken. En de tarwe moet in de tegenwoordigheid van de zon liggen om rijp te worden.
60 Is het geen vreemde zaak, niet lang geleden aan de Oostkust, die grote lichtuitval? Zij konden het niet begrijpen. Texas zat vorige week in het donker. Ze kunnen het niet begrijpen. Beseft u niet dat dat een teken is? Weet u niet dat de naties bezig zijn uiteen te vallen? Israël is in haar thuisland, en deze tekenen tonen aan dat wij aan het einde zijn! Tegelijkertijd is het licht aan het uitgaan. Weet u niet dat dat een teken is, dat de profeet zei? Ja. "Maar er zal licht zijn omstreeks de avondtijd" – dat er een licht voort zal komen in de avondtijd wanneer het licht gaat uitvallen en er dingen gebeuren zoals nu. Kijk slechts hoe het uitviel.
61 De paus kwam juist hier. Herinner u hoe in de Tabernakel – u hebt de banden, ik veronderstel dat u allen ze neemt – hoe de Here die dag daar in de Tabernakel precies toonde waar die gemeentetijdperken zouden zijn en hoe ze zouden zijn. En ik had ze uitgetekend op het bord daar, die gemeentetijdperken die u hier ziet uitgetekend in het boek. En als die Heilige Geest niet neerkwam in een grote Vuurkolom en daar regelrecht naar die muur ging en ze Zelf uittekende, terwijl er drie- of vierhonderd mensen naar zaten te kijken! En juist toen de paus hierheen kwam, werd de maan op een of andere manier verduisterd. En ze namen de foto's, op dezelfde wijze zoals het daarboven op het podium was getekend. Nu, hij heeft zijn reis hierheen gemaakt op de dertiende, liep dertien treden op, bediende de communie aan dertien, voor een land dat nummer dertien is, en overal valt het licht uit. Ziet u niet waar wij aan toe zijn? Wij zijn in de eindtijd.
62 "Er zullen spotters opstaan in de laatste dagen, zeggende: 'Er is geen verschil met de tijd van vroeger, sedert onze vaderen ontslapen zijn.'" Maar wanneer u ziet dat deze dingen beginnen te geschieden, hef uw hoofd omhoog; maak u gereed; er zou elk moment iets kunnen gebeuren. Christus komt voor Zijn gemeente.
63 Nu, zij geloven het niet, omdat het een... het is een... zij worden verondersteld... Zij beseffen niet dat zij diegenen zijn die de Schriften vervullen. De mensen beseffen werkelijk niet dat ze door deze dingen te doen en deze dingen te zeggen de Schriften vervullen. Hoe weinig wist Kajafas, de hogepriester en al die priesters in die dagen die spotten en gekheid over Hem maakten, dat dezelfde God over Wie zij zongen: "Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?" (de tweeëntwintigste Psalm), "Mijn handen en mijn voeten doorboorden zij..." Zongen dat in de tempel, terwijl Hij daar buiten stierf aan het kruis. Zij hadden er geen flauw vermoeden van wat zij aan het doen waren. Zelfs Jezus bad: "Vader, vergeef het hun; ze weten niet wat ze doen." Omdat de Schriften waarlijk hadden voorzegd dat zij blind zouden zijn.
64 Wist u dat van de Protestantse en Katholieke kerk is voorzegd dat zij in de laatste dagen blind zouden zijn? Dezelfde zaak in de Schriften, met Christus buiten gezet, proberend binnen te komen? Omdat gij zegt: "Ik ben rijk en heb aan geen ding gebrek. Weet gij niet, dat gij zijt ellendig, arm, jammerlijk, naakt en blind en weet het niet!" Openbaring 3. Daar bent u er, opnieuw terug naar blindheid, de dingen van God vertredend, alsof ze niets voor hen betekenden, spottend en er gekheid over makend. Dat is wat de Bijbel zei.
65 Maar voor de gemeente, de bruid – de opname is een openbaring voor haar. Het wordt haar geopenbaard dat de openbaring – de ware bruid van Christus zal wachten op die openbaring van de opname.
66 Nu, het is een openbaring, want de openbaring is geloof. U kunt geen openbaring hebben zonder dat het geloof is. Geloof is een openbaring, omdat het iets is dat aan u is geopenbaard. Geloof is een openbaring. Geloof is iets dat aan u werd geopenbaard, zoals aan Abraham, die alles wat in tegenspraak was met wat hem werd geopenbaard, kon noemen alsof het zo niet was. Geloof nu... Dat is wat geloof is, de openbaring van God. De gemeente is gebouwd op een openbaring, het hele volledige lichaam.
67 Een paar weken geleden sprak ik hier met een fijne Baptisten-voorganger. Hij kwam om met mij te spreken. Hij zei: "Ik mag u als mens, maar", zei hij, "u bent helemaal in de war."
Ik zei: "Dan bid ik dat u mij helpt om in orde te komen...", nu, hij zei... "met de Schrift."
Hij zei: "We zullen nooit in staat zijn, broeder Branham, om de dingen samen te brengen, tenzij we alles woord voor woord voor woord precies overeenkomend met het Grieks krijgen, enzovoort."
68 Ik zei: "O mijnheer, u weet wel beter." Ik zei: "Zelfs op het Concilie van Nicéa, van zolang geleden (driehonderd jaar na de dood van Christus), waren zij al aan het debatteren over welke Griekse geleerde gelijk had. U kunt niet... Het is een openbaring. De hele zaak is..."
Hij zei: "Ik kan openbaring niet aanvaarden."
Ik vroeg: "Hoe kunt u dan Christus aanvaarden?"
Hij zei: "Wel, de Bijbel zei: 'Hij die gelooft in Jezus Christus, heeft eeuwig leven.'"
69 Ik zei: "Dat is waar. Er staat ook, dat geen mens Jezus de Christus kan noemen, dan alleen door de openbaring van de Heilige Geest Die het aan hem heeft geopenbaard." Ziet u? Daar bent u er, terug bij het begin; het komt neer op de openbaring. Het moet worden geopenbaard.
70 In de Bijbel... Kaïn en Abel hadden geen Bijbel om te lezen, maar het werd geopenbaard aan Abel door geloof, hetgeen een openbaring is. Abel offerde aan God een uitnemender offer dan dat van Kaïn, waarmee God betuigde dat hij rechtvaardig was. Toen Jezus werd gevraagd, hier in Matthéüs 16:17 en 18... We hebben geen tijd om het te lezen, maar als u het wilt opschrijven... Hij zei: "Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben?"
Een van hen zei: "Gij zijt Mozes, Elia of iemand anders."
Hij zei: "Maar wie zegt gij dat Ik ben?"
71 Hij zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."
72 Hij zei: "Gezegend zijt gij, Simon, zoon van Jonas, want vlees en bloed heeft u dit niet geopenbaard; Mijn Vader Die in de hemel is, heeft dit aan u geopenbaard. Op deze rots..." (De geestelijke openbaring van Wie God is, Wie Jezus is, en Hij is de openbaring van God, God vleesgemaakt en geopenbaard aan de wereld. Hij was in de wereld; God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, openbarend wat God was, in een lichaam van vlees.) "Gij zijt de Christus, de Gezalfde, de Zoon van God."
73 Hij zei: "Vlees en bloed hebben u dit nooit geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemelen is, heeft dit aan u geopenbaard. Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen (de openbaring van het Woord in zijn tijdperk) – Ik zal Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen."
74 Het boek van de Openbaring is het laatste boek van de Bijbel. Het is verzegeld voor ongelovigen. Daarin zegt de Bijbel in het tweeëntwintigste hoofdstuk: "Wie er één woord vanaf zal nemen, of er één woord aan toe zal voegen, van hem zal Ik zijn deel uit het boek des levens nemen." Wij beseffen dat het dan geheel werd gegeven voor gelovigen. En het opent het boek der Openbaring en openbaart Wie de Schrijver van dit gehele Boek is (Hij moet worden gezien als Alfa en Omega, van Genesis tot Openbaring, Jezus Christus voortdurend steeds Dezelfde) en Hij openbaart het volledige geheimenis van Zichzelf en Zijn plannen voor Zijn gemeentetijdperken die zouden komen, en werd daarin verzegeld door zeven zegels.
75 Nu, het boek werd geschreven, maar bedenk dat het werd verzegeld met zeven zegels. En deze zeven zegels zouden niet worden geopend (Openbaring 10) tot het bazuinen van de laatste aardse engel op aarde, Openbaring 10:7. Ziet u? "En in de dagen van het bazuinen van de boodschap van de laatste engel, de zevende engel, het geheimenis Gods zou zijn voleindigd in dat tijdperk." En dat is het tijdperk waarin wij leven.
76 Wij weten allemaal dat we leven in het Laodicéa tijdperk. Er zal niet nog een tijdperk komen; het kan niet. Dus wij leven in het Laodicéa tijdperk en deze zeven zegels, die dat boek tot een geheimenis voor de mensen hebben gehouden, behoorden in die dag geopend te zijn. Dat is wat Hij beloofde. Nu, er zal niets buiten het Woord zijn, omdat u niet aan het Woord kunt toevoegen of van het Woord kunt afnemen. Het moet altijd het Woord blijven. Maar de openbaring is om de waarheid ervan te openbaren, wat het is, om het te laten passen bij de rest van de Schrift. En dan betuigt God dat dat de waarheid is.
77 Ziet u, God heeft geen uitlegger nodig. Hij is Zijn eigen Uitlegger. Hij geeft Zijn eigen uitleg door de dingen te laten geschieden, waarvan Hij gezegd had dat ze zouden geschieden. Zoals Hij in den beginne zei: "Er zij licht!" en er was licht. Dat heeft geen enkele uitleg nodig. Het werd bewezen.
78 Nu, Hij beloofde in de Schrift bepaalde dingen voor deze laatste dag. Wel, daar was het. Dat is hoe Jezus de Zoon van God was. Hij beloofde Hem te zenden. Toen Hij hier in Zijn dagen op aarde was en de mensen Hem niet konden geloven, zei Hij: "Doorzoek de Schriften, want daarin denkt gij eeuwig leven te hebben en zij zijn het die van Mij getuigen. Als Ik niet de werken doe van Mijn Vader, geloof Mij dan niet. Maar indien gij Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken die Ik doe, omdat zij getuigen Wie Ik ben."
79 Wel toen, in Wesleys tijdperk getuigden de werken die hij deed, wie hij was. In Luthers tijdperk, bij de reformatie, welnu, getuigden zij zeker wie hij was. In de dagen van de Pinkstermensen, het terug herstellen van de gaven, het herstel van de gaven, spreken in tongen en uitwerpen van duivelen, en de gaven, welnu, het getuigde. Dat was geen gekheid.
80 Mensen zeiden, toen het begon op te komen... Ik las de boeken over de geschiedenis van Pinksteren. Ze zeiden: "Dat kan niet lang duren, het zal uitdoven." Het brandt nog steeds! Waarom? Het is omdat u het nooit zult uitblussen. God zei dat het daar zou zijn. Het is dat deel van het Woord, en u zou dat nooit kunnen uitblussen. En dan wanneer de bruid eruit geroepen zal worden, hoe zult u dat gaan uitblussen? Het is de openbaring van de manifestatie van het Woord dat waar wordt gemaakt. En wij leven in die dag. God zij geprezen! De openbaring van het geheimenis van Hemzelf.
81 Nu, de opname is alleen... deze opname waarover wij spreken, is alleen voor de bruid. Bedenk, de Bijbel zei: "En de rest van de doden werd niet weer levend gedurende duizend jaar." Deze grote opname... Als er geen opname is, vrienden, waar zijn wij dan aan toe? Wat zullen wij gaan doen? In welk tijdperk leven wij? Welke belofte hebben wij? Er zal een opname zijn. De Bijbel zegt dat deze er zal zijn; en het zal alleen voor de uitverkorenen zijn, de uitverkoren dame, de bruid die er in deze dag uitgetrokken wordt, de gemeente.
82 Het woord kerk betekent 'eruit geroepen'. Zoals Mozes een volk uit een volk riep, roept de Heilige Geest een bruid uit een kerk. Een gemeente uit een kerk, leden uit elke denominatie, die een bruid vormen, de bruidboom. Het is op de band, de bruidboom. Een bruid die eruit komt, geroepen... En dat is degene, de bruidboom is de... de bruid liever gezegd, is degene die in de opname zal zijn, díe alleen, niets dan de bruid, de uitverkorenen, door God tevoren gekend van den beginne, de geestelijke kiemen van de Vader.
Laat mij hier even een ogenblik stoppen, als... ik word zenuwachtig als ik eraan denk dat ik u te lang zal vasthouden.
83 Maar let op; kijk! Ieder van u mensen, weet u dat u jaren voordat u werd geboren in uw vader was als een kiem? Dat is waar! Een zaadkiem was in uw vader; deze komt van de mannelijke sekse, niet van de vrouwelijke. Ziet u? De vrouw verschaft het ei, een plantbodem, maar de kiem komt van de vader.
84 Nu, laten we zeggen in mijn vader, of mijn zoon die hier zit. Toen ik zestien jaar oud was, was mijn zoon in mij. Ik kende hem niet, maar hij was daar. Nu, door een plantbodem, door het heilige huwelijk, komt hij voort in mijn beeld. Ik ken hem; ik kan gemeenschap met hem hebben. En hij komt precies op het moment, dat het de juiste tijd is.
85 Nu, zo was u in... Als u eeuwig leven hebt, was u in God voor er ooit een wereld was. U bent een deel, een zoon van God, een eigenschap van God. Hij wist precies het tijdperk waarin u kwam. Hij bestemde u voor voor dat tijdperk om die plaats in te nemen en niemand anders kan die innemen. Het maakt mij niet uit hoeveel nabootsingen en dingen, u zult daar moeten zijn, omdat Hij wist dat u er zou zijn. Nu bent u gemanifesteerd; nu kunt u gemeenschap met Hem hebben, en dat is wat Hij wil. Hij verlangt naar gemeenschap, om te worden aanbeden. Maar als uw leven daar niet altijd was als een eigenschap in God, bent u gewoon een nabootser van het Christendom. Ziet u? Er zullen er miljoenen en miljarden zijn, die alleen maar nabootsers van het Christendom zullen zijn.
86 Een opmerking die ik pas onlangs maakte. Ik keek naar broeder Demos Shakarian ginds, terwijl men bezig was vee te kruisen, keek in de reageerbuisjes enzovoort, die werden opgehaald door dokters en lette op deze dingen.
87 In de letterlijke lozing van het mannelijke dier bevinden zich elke keer ongeveer een miljoen kiemen die voortkomen uit het mannetje. En tezelfdertijd zijn er ongeveer een miljoen eitjes die voortkomen van het vrouwtje. Maar wist u dat van al die kleine kiemen die rond bewegen (een miljoen), er maar één bestemd is tot leven en dat er maar één eitje vruchtbaar is? En die kleine kiem zal regelrecht omhoog kruipen dwars door elk van die andere kleine kiemen heen, precies over elke kleine kiem heen die er net zo uitziet als hij, gaat eroverheen en komt hier en vindt dat vruchtbare ei en kruipt daarin. En dan sterft heel de rest van hen. Wel, over de maagdelijke geboorte gesproken, wel, dat is niet half zo mysterieus als een natuurlijke geboorte; hoe het vooruit is verordineerd, voorbestemd door God.
88 Nu, in den beginne, lang geleden, jaren voordat de tijd begon, was u, als u vanavond een wedergeboren Christen bent, in God, uw Vader. En dat is waarom, toen u in dit leven hier kwam en Christendom beleed, alles verkeerd ging ... U vroeg zich af waarom dit was, en dit alles... U verbaasde zich erover. Maar op een dag trof iets u. Wat was het? Dat leven dat daar diep binnenin was van den beginne. En als het...
89 Zoals mijn kleine verhaal over de arend die het vindt... zijn moeder die de arend vindt. U hebt mij daarover horen prediken. Hoe die kleine arend werd uitgebroed onder een hen. Maar haar gewoonten om te proberen die kippen te voeden... De kleine arend kon dat niet verteren, omdat hij om te beginnen geen kip was. Toch was hij in de ren bij de kippen en volgde de hen. Maar ze krabbelde op het erf en zo, en de kleine arend kon dat niet verdragen. Maar telkens wanneer zij kakelde en dergelijke, gingen al de kleine kuikens erheen, dus ging hij ook maar.
90 Maar op een dag werd zijn moeder zich bewust dat zij twee eieren had gelegd, niet één. Er moest er ergens nog een zijn. Zij ging het opzoeken. Rondvliegend, cirkelend, kwam zij tenslotte over het boerenerf en zij ontdekte haar baby. En zij schreeuwde naar hem. Het was een stem die hem deed beseffen dat dat iets was wat bij hem hoorde. Dat was waar hij naar uitzag. Ziet u? Hij besefte toen dat hij geen kip was; hij was een arend. Zo is het met elke wedergeboren Christen. Wanneer u komt, het maakt mij niet uit van hoeveel denominaties u lid bent, hoeveel namen u... of u uw naam in de boeken zet en dergelijke, wanneer dat werkelijke Woord van God wordt betuigd en waar wordt gemaakt voor u, zoals dat, dan beseft u op datzelfde moment dat u een arend bent. Vanwege al dat klokken van de hen, voegt u zich hierbij en voegt u zich hierbij en gaat u deze richting en die richting op. Het is nonsens. Het is een waarachtig woord op woord voegend.
91 Wanneer een kiem in de schoot van de vrouw komt, neemt het niet iets aan... U werd niet een menselijke kiem van uw vader en vervolgens werd u een kiem van een hond, en vervolgens van een kat, en vervolgens van een kip; het was geheel een menselijke kiem. En het lichaam van Jezus Christus, de bruid, zal deel zijn van Zijn lichaam, wat zal... Hij was het Woord en de bruid zal het Woord moeten zijn, Woord toegevoegd op Woord, toegevoegd op Woord. Luthers rechtvaardiging, Wesleys heiliging, van Pinksteren de doop met de Heilige Geest; herstel van de gaven, en heel de rest ervan gaat ermee samen. Het moet woord op woord zijn, kiem op kiem, leven op leven, om het volledige beeld van de bruid van de Here Jezus Christus voort te brengen.
92 Nu, bedenk dat u een attribuut was. En nu, de zaak is, nadat wij deze dingen ontdekken dat Christus komt voor Zijn bruid, nu, hoe komen wij in die bruid? Dat is de vraag. Velen zeggen: "Voeg u bij onze samenkomst." Een van hen wil een bepaald soort doop. Een ander wil dit of dat doen. De een zegt dat u in tongen moet spreken, anders hebt u het niet ontvangen. De ander zegt dat u niet in tongen hoeft te spreken. Deze zegt dat u moet dansen in de geest. En die zegt dat u moet jubelen. Deze heeft een sensatie gehad. Het is allemaal in orde, maar dan is het nog steeds helemaal fout. Hoe zou een man die... of een vrouw of een kind van God, die geboren is uit de Geest van God, het Woord van God kunnen ontkennen, terwijl God Zelf het uitlegt en zegt: "Dit is het. Ik beloofde het; hier is het", het zo duidelijk tonend als maar mogelijk is. Wel, ze zijn bestemd om het te zien. Ziet u? Hoe zou Christus Zijn eigen Woord kunnen ontkennen? En als Christus in u is, kan Hij Zijn eigen Woord niet ontkennen.
93 Hoe komen wij dan in dit lichaam? 1 Korinthe 12: "Door één Geest zijn wij allen gedoopt in dit lichaam", door één Heilige Geest doop. Als u dat wilt opschrijven, het is 1 Korinthe 12:13: "En door één Geest zijn wij allen gedoopt..." En de Geest is het leven van Christus (is dat waar?), het leven van Christus. En het leven van welk zaad ook – en Hij was het Woordzaad – brengt het zaad tot leven. Vat u het? Als dat leven in het zaad ligt en deze doop van de Heilige Geest komt daarop, zal het dat zaadleven voort móeten brengen.
94 Zoals ik u hier in Phoenix vertelde; niet lang geleden sprak ik met broeder John Sharrit. Ik was daarginds en hij toonde mij een boom, een citrusboom. Hij kweekte veel citrusvruchten en hij toonde mij één boom, waar acht of negen verschillende soorten vruchten aanhingen. En ik zei: "Broeder Sharrit, wat voor boom is dat?"
Hij zei: "Een sinaasappelboom."
Ik zei: "Waar komen de citroen, de mandarijn, tangelo en grapefruit dan vandaan?"
Hij zei: "Het zijn allemaal citrusvruchten, ze zijn geënt"
"O," zei ik, "ik begrijp het. Nu, het volgende jaar zal hij allemaal sinaasappels dragen. Er zullen..."
95 "O nee, elke boom zal zijn eigen... elke tak zal zijn eigen vrucht dragen." Velen van u, fruittelers weten dat hier in dit citrusdal; hij zal de zijne dragen.
96 Als u een citroentak op een sinaasappelboom zet, zal deze een citroen dragen, omdat het de natuur van de citrusvrucht is. Toch zal het niet de oorspronkelijke vrucht dragen. En dat is wat wij hebben gedaan. Wij hebben geënt door ons bezig te houden met geloofsbelijdenissen enzovoort, en elk hierin geënt. Hoe kan de Methodist iets anders voortbrengen dan een Methodistenkind? Hoe kan enige denominatie iets anders voortbrengen dan een denominatiekind?
97 Maar als die boom ooit een oorspronkelijke tak voortbrengt, zal deze sinaasappels voortbrengen. En dan als God ooit iets doet in de gemeente zal het oorspronkelijk zijn, weer precies naar het Woord terug. Het moet zo zijn omdat het leven in de boom is, en hij naar zijn eigen aard voortbrengt.
98 Nu, wanneer wij ontdekken dat... Nu, daar is die grote gemeente die door de eeuwen heen is voortgegaan, haar vruchten dragend, en naarmate de takken daarmee ophielden, werden zij afgesnoeid. In Johannes 15... Nooit werd de wijnstok afgesneden, Hij haalde de ranken eraf, sneed ze af omdat zij helemaal geen vrucht droegen. En wij...
99 Jezus wil vrucht voor Zichzelf. Zijn vrouw moet het soort kinderen voortbrengen zoals Hij. Wanneer zij dan geen kinderen voortbrengt, bruidkinderen, Woordkinderen, dan is het een denominatiekind. Haar eerste liefde is dan voor de wereld en denominatie; zij is daarnaar teruggekeerd. En zij kan geen echte, werkelijke, wedergeboren Christen voortbrengen, omdat er daar niets is om het voort te brengen.
100 Precies zoals wanneer u een citroentak neemt en hem daarin ent; het zal een citroen voortbrengen, maar kan nooit een sinaasappel voortbrengen, omdat die daar van den beginne niet was. Maar het werd verordineerd in den beginne, de voorkennis van God bestemde het voor, en uitkomend móet het een sinaasappel voortbrengen. Het kan niets anders voortbrengen.
101 Zo is het met de gemeente van de levende God. Wanneer het uur komt, iedereen... Laat God beginnen iets te doen, iedereen wil de bal pakken en ermee vandoor gaan. Ziet u? Het is altijd zo geweest. Ik las een geschiedenis van Maarten Luther, hier niet lang geleden. Er stond dat het niet zo moeilijk was te geloven dat Maarten Luther zich tégen de Katholieke kerk kon verklaren en het vol kon houden. Maar, stond er, het vreemde was dat hij zijn hoofd boven al het fanatisme kon houden dat op zijn opwekking volgde en toch precies bij zijn rechtvaardiging kon blijven. Ziet u? Slechts allemaal nabootsingen en alles volgden hem.
102 Kijk naar mevrouw Semple McPherson, Aimee Semple McPherson, die hier deze tempel had. Elke vrouwelijke prediker had van die vleugels en pakte de Bijbel op precies dezelfde manier vast; gewoon vleselijke nabootsingen. Ze kunnen niet oorspronkelijk zijn. Dat is de wijze waarop de kerken niet kunnen zijn. Laat één kerk het een of ander krijgen in een stad, dan kan de andere kerk het niet verdragen tot zij het ook hebben. Ziet u? Zij zijn niet oorspronkelijk meer. Gods Woord is oorspronkelijk. Het is het Woord en het moet voortbrengen naar zijn aard; zijn aard op zijn tijd, uitverkoren, voorbestemd, door de Vader, God.
103 Nu, hoe komen wij in deze gemeente? Door één Geest zijn wij allen gedoopt in dit ene lichaam, lichaam van Christus, dat de bruid is, het Woord. Daarin gedoopt door de Heilige Geest.
104 Nu, laten we bezien of we in het laatste tijdperk zijn of niet. Nu, we ontdekken dat als we teruggaan in Genesis, ongeveer het, o, ongeveer het vijfde hoofdstuk – u kunt ook Lukas opslaan – dat Henoch de zevende was vanaf Noach. Henoch... Dat bewijst het slangenzaad, want als Kaïn Abels zoon was, dan was hij de achtste. Ziet u? Maar nergens in de Bijbel wordt gezegd dat Kaïn Abels zoon was... of dat Kaïn Adams zoon was, omdat de Bijbel zei dat hij uit de boze was. En Adam was niet die boze. Ziet u? Hij was uit de boze.
105 Nu, wij zien hier dat Henoch de zevende was vanaf Noach, wat een type was van de gemeentetijdperken. Nu, de andere zes mannen voor hem stierven, maar Henoch werd veranderd, Henoch werd opgenomen, de zevende, tonend dat in het zevende gemeentetijdperk de opname komt. Nu, er is geen twijfel over dat wij in het zevende gemeentetijdperk zijn. Wij weten dat allemaal.
106 Nu, het is het zevende gemeentetijdperk dat de opname krijgt. Alle andere zes stierven. Maar Henoch werd opgenomen, want hij werd niet gevonden; God nam hem weg. Maar de opname van Henoch was een type van al de anderen die stierven, maar de eindtijdbruid zal worden geroepen uit de (de opname zonder dood) – zal geroepen worden uit het zevende gemeentetijdperk. Waarvan wij nu getuigenis afleggen, van dat tijdperk. O, my! Laten wij er nu werkelijk diep op ingaan. Ziet u?
107 Nu, hier is eveneens een type van de zeven gemeentetijdperken, in Openbaring 10:7, waarin het grote geheimenis van het Boek zou worden ontvouwd door de boodschap van de zevende engel.
108 Nu, er is altijd een Boodschapper hierboven, en een boodschapper op aarde. Het Engelse woord engel betekent 'een boodschapper'. En in de boodschap van de zevende engel, terwijl hij bezig was zijn... zijn bediening bekend te maken, toen hij begon zijn bediening uit te bazuinen, niet toen hij begon... Jezus, toen Hij begon, begon Hij de zieken en aangevochtenen te genezen. "En o, die grote Rabbi, Hij is een profeet!" En iedereen wilde Hem in zijn kerk hebben. Maar toen Hij op een dag ging zitten en zei: "Ik en mijn Vader zijn één", was dat anders. Dat was anders. "En tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in u." "Wel, Hij is een vampier." Zie, ziet u? Dat was anders. Hij legde het niet uit. Zij hadden de manifestatie al gezien, de betuiging van het Woord van God voor Zijn tijdperk, werkelijk gemaakt en aan hen bewezen dat Hij die Boodschapper van dat tijdperk was. En Hij hoefde niets uit te leggen.
109 Die discipelen waren misschien niet in staat om het uit te leggen, maar zij geloofden het of zij het nu konden uitleggen of niet. Zij zaten heel stil, en geloofden het. Hoe zouden zij kunnen zeggen of zij Zijn vlees zouden eten of Zijn bloed zouden drinken? Wel, het was voor hen onmogelijk om het te doen. Maar zij geloofden het, omdat zij verordineerd waren. Jezus zei dat Hij hen koos voor de grondlegging der wereld. Ziet u? Zij geloofden het of zij het nu konden uitleggen of niet, zij geloofden het toch.
110 Nu, let op! Nu, in het zevende gemeentetijdperk, wanneer de zevende engel begint te bazuinen, zouden de geheimenissen Gods precies daar bekendgemaakt worden. De zegels, die de hervormers... Wanneer zij tijd hadden gehad ... Luther leefde niet lang genoeg, Wesley evenmin; de tijdperken leefden niet lang genoeg, die hervormers. Zij hadden hun boodschap voor die dag en de mensen grepen het vast en maakten er denominaties van. En wat is het?
111 U kunt nooit de natuur overtreffen. De natuur getuigt altijd. God beweegt Zich in samenhang met de natuur. Het moet. Zoals de zon, de zon komt op in de morgen; het is een baby die wordt geboren. Hij is zwak, geeft niet veel warmte. Om tien uur komt hij van de middelbare school. Op het midden van de dag stapt hij het leven binnen. Om drie uur in de middag begint hij oud te worden. Om vijf uur is hij stervende, oud en weer zwak, teruggaand naar het graf. Is dat het einde? Hij komt de volgende morgen opnieuw op. Ziet u?
112 Kijk naar de bomen, hoe zij hun bladeren doen uitspruiten en alles wat zij doen. Nu, wij zien dat de bladeren van de boom vallen, teruggaan. Wat? Het leven gaat naar beneden naar de wortel van de boom. Is dat het einde? Het komt volgend voorjaar terug met nieuw leven.
113 Nu, let op de kerken, hoe hetzelfde is gebeurd in de reformatie. Zij kwam op. Die tarwekorrel viel in de grond en stierf onder de vervolging in de donkere middeleeuwen. Zij ging de grond in. Ze moest sterven. Ieder geestelijk mens kan dat begrijpen. Tenzij dat zaad sterft en rot, blijft het alleen. En het moest de grond ingaan in het donkere tijdperk. Het lag daar en verrotte, en kwam op als twee kleine blaadjes van de Lutherse kerk. Uit de Lutherse kerk kwamen meer blaadjes voort, Zwingli enzovoort. Daaruit kwam het verder op in de aar, wat John Wesley was, het grote zendingstijdperk. Het viel terug, daaruit kwam dat misleidende tijdperk, dat Pinkstertijdperk. Dat tarwegraan dat...
114 Is er hier iemand die ooit tarwe verbouwd heeft? Kijk eens naar die tarwe, als u ernaar kijkt. Wanneer u erheen gaat en zegt: "Ik heb tarwe", dan ziet het eruit alsof u tarwe hebt; open het héél nauwkeurig en kijk; u hebt helemaal geen tarwe. U hebt een kafje. Waarschuwde Jezus ons daar niet voor in Matthéüs 24:24, dat in de laatste dagen de twee geesten zo dicht bijeen zouden zijn, dat het de uitverkoren tarwe zelf zou verleiden, indien het mogelijk was? Ziet u? Nu, let op, het is een drager.
115 Nu, het leven dat opkwam door Luther was wat Wesley vormde. Het leven dat uit Wesley kwam is wat Pinksteren vormde. Het leven dat uit Pinksteren komt, vormt de tarwe. Maar zij zijn dragers, ziet u. Het werkelijke leven gaat daar doorheen. De boodschap gaat erdoor, maar het loopt uit op de tarwe. Dat is de reden dat de tarwe opkomt en de hele zaak in de opname brengt, hierboven in de top. De bruid zelf komt uit elk tijdperk, maar de denominatiestengel sterft; verdroogt en sterft.
116 Hebt u deze laatste dagen opgemerkt hoe het nu begonnen is terug te trekken? Wanneer die tarwekorrel begint te groeien, dan begint het kaf ervan los te raken. Kijk achter in die kleine tarwe, wanneer u ernaar kijkt. Trek het zo open en kijk erin en zie, u hebt een klein knopje tarwe daar achterin. U zou een microscoop moeten hebben die dertigmaal vergroot om erin te kijken en dat kleine tarweknopje daar achterin te kunnen zien. Ziet u? Het zit daar ver achterin maar het begint te groeien. Nu, dat kaf moet daar zijn ter bescherming, om het een kans te geven uit te komen. Maar wanneer het dan begint te groeien en de boodschap begint zich te verspreiden, dan trekt het kaf ervan weg. En het leven gaat uit het kaf rechtstreeks in de tarwe. Het gaat door. Dat is de wijze waarop het in elk tijdperk gaat. Het kan de natuur gewoon niet overtreffen; dat is Gods samenhang, de wijze waarop Hij dingen doet. En nu, dat is het tijdperk waarin wij op dit moment leven, het zevende gemeentetijdperk.
117 Nu, het zal allemaal worden gemanifesteerd in de tarwekorrel aan het einde; er kwam een andere voor terug. Nu, als u Lukas het zeventiende hoofdstuk neemt en het dertigste vers, daar zegt Hij: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen, wanneer de Zoon des mensen Zichzelf begint te openbaren." Wat is openbaren? Zijn openbaring geven van wat Hij is in deze dag, openbaar gemaakt aan de mensen, het Woord dat bekendgemaakt wordt voor de tijd, geopenbaard aan de mensen door de manifestatie van de Heilige Geest, makend dat Jezus onder ons leeft.
118 En bedenk, Hij werd daar vertegenwoordigd in een Man; een Man. Hij zei: "Zoals het was..." Nu, Hij las dezelfde Bijbel als wij; Genesis. Nu, we merken op, daar in dat hoofdstuk van Genesis, toen Jezus erover sprak... Wij zien daarin dat Hij, met Zijn rug naar die tent gekeerd, en Sara in de tent, Hij zei – Hij stelde een vraag. En zij geloofde niet dat wat er zou gaan gebeuren, kon gebeuren. Hij zei: "Nu, Abraham, Ik zal u gaan bezoeken overeenkomstig de tijd des levens." En Sara in de tent lachte erom. Hij zei: "Waarom lachte Sara in de tent, zeggende: 'Hoe kunnen deze dingen gebeuren?'" Jezus beloofde het en dat was Hem; Abraham noemde Hem Elohim, de Almachtige. Dat was Hem.
119 Nu, de Bijbel voorzegt dat het opnieuw zal terugkeren in de laatste dagen. Jezus zei het. En wanneer u ziet dat deze dingen beginnen te geschieden, herinner u dan, wanneer dit zo begint plaats te vinden, dan weet u dat de tijd vlak voor de deur staat.
120 Kijk naar de wereld zelf. Kijk naar de wereld. Sodom; als er ooit een Sodom was! Kijk naar de mensen, bedorven in zo'n bederf. Hun gedachten zijn verdorven. Zij weten niet wat normaal fatsoen is. Kijk naar de wettelozen, homoseksuelen en al het andere. Kijk naar onze vrouwen, wat een rampzalige toestand het teweeggebracht heeft. Kijk wat een rampzalige toestand van onbetamelijkheid en immoraliteit onder onze vrouwen, niet alleen onze... U zegt: "Dat zijn Methodisten." Dat zijn ook Pinkstermensen. Het is de hele zaak.
121 Kijk naar onze mannen; zij hangen... In plaats van aan het Woord van God, hangen zij aan de een of andere kleine traditie van een denominatie. Die hangen zij aan, in plaats van eruit te komen, wanneer zij God Zichzelf volmaakt bekend zien maken. Dat komt omdat zij blind zijn, zij kunnen het niet zien. Zij zullen het nooit zien.
Nu, let op wat er hierin plaatsvindt, terwijl wij voortmaken. Ik denk dat die dame wil dat wij weggaan. Ik zag haar gebaren met haar handen over het een of ander, dat wij naar buiten moeten gaan. Dus we zouden beter kunnen opschieten.
122 Dus nu, let op Henoch, het type van de gemeente. Hij wordt hier ook getypeerd in het zevende gemeentetijdperk. Kunt u zich dat voorstellen? Het zevende gemeentetijdperk... Let op, bij het bazuinen van...
123 Hoevelen geloven dat er zeven boodschappers zijn geweest voor de zeven gemeente...? O, dat geloven wij allemaal als wij de Bijbel geloven. Als wij de Bijbel niet geloven, ziet u, geloven wij het natuurlijk niet. Maar die zijn er geweest.
124 Nu, wij leven in het zevende gemeentetijdperk. En wanneer de Bijbel zei dat dit zevende gemeentetijdperk... Wanneer de boodschapper van het zevende gemeentetijdperk zijn boodschap begint te bazuinen, zouden de geheimenissen van al de dingen die vroeger verward zijn geraakt door het tijdperk heen, worden geopenbaard in die tijd. En hier zien wij het, de Zoon des mensen komend onder Zijn volk en helemaal precies zo doende, Zijn boodschap bevestigend zoals Hij zei dat Hij zou doen. Hier vinden wij het in dit laatste tijdperk.
125 Nu... En de zeven waken, zoals de zeven waken... Hij kwam niet in de eerste wake, tweede, derde, vierde, maar Hij kwam in de zevende wake. Dat was Henoch, de zevende, die werd opgenomen. En Noach, die een type was van het overblijfsel van de Joden, zal er doorheen moeten gaan.
126 Nu, in de Bijbelse tijden, sprekend over de waken... En de nachten werden niet verdeeld in uren, in de Bijbelse tijd. (Nu, luister aandachtig, omdat ik nu zal voortmaken, omdat zij de zaal willen hebben.) Nee, de Bijbel was niet verdeeld... of, de nacht was niet verdeeld in uren, in de Bijbelse tijd; zij was verdeeld in waken.
127 Er waren drie waken. Nu, de eerste wake begon van negen tot twaalf. De tweede wake begon van twaalf tot drie en de derde wake van de nacht werd gerekend van drie tot zes. Nu, wij hadden er drie, drie drieën, wat negen is, een onvolkomen getal. Dan komen wij terug tot de zeven voor de opname die zal plaatsvinden, geloof ik, tussen zes en zeven uur – of, zes en negen uur, op een zekere morgen. "Want de bazuin van de Here zal klinken..."
Op die heldere, wolkenloze morgen,
Wanneer de doden in Christus zullen opstaan
En in de heerlijkheid van Zijn opstanding delen;
Wanneer Zijn gekozenen zich zullen verzamelen
Naar hun huizen boven de hemel;
Wanneer de boekrol ginds wordt opgelezen,
Zal ik er zijn.
128 Het woord opname wordt in de Bijbel zelfs helemaal niet gebruikt. Wij hebben het woord daar gewoon neergezet. De Bijbel zei opgenomen, opgenomen worden. Wij lezen hier in 2 Thessalonicensen, of 1 Thessalonicensen is het, de rangorde van deze grote opname die zal plaatsvinden in de laatste dagen. Luister hiernaar. Wij zullen hier beginnen met het dertiende vers.
Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van hen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de anderen, die geen hoop hebben.
Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook hen, die ontslapen zijn in Jezus, weerbrengen met Hem.
Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen... (of dat woord voorkomen betekent 'hinderen') hen, die ontslapen zijn.
Want de Heere Zelf zal met een geroep,... (Nu, luister aandachtig) ... de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
129 Nu, ik wil dat u opmerkt dat hier nu een belangrijke zaak heeft plaatsgevonden. Mis dit niet. Ziet u? Nu, merk op, het Woord zegt hier in 2 Thessalonicensen dat daar drie dingen zijn... Let op, van het dertiende tot en met het zestiende vers zijn er drie dingen die moeten gebeuren vóór de Here Zelf verschijnt. (Snel nu, zodat wij kunnen sluiten, ziet u?) Het eerste wat gebeurde, bemerk: een geroep; een stem; een bazuin. Laten wij het nu lezen en zien of dat juist is.
Want de Heere Zelf... (het zestiende vers) zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel;...
130 Er gebeuren drie dingen: een stem... een geroep, een stem, een bazuin moeten plaatsvinden voordat Jezus verschijnt. Nu, een geroep. Jezus doet ze alle drie, wanneer Hij neerdaalt. Een geroep, wat is het 'geroep'? Het is de boodschap die eerst uitgaat, het levende brood des levens dat de bruid voortbrengt.
131 Nu, God heeft een wijze om dingen te doen en Hij verandert nooit Zijn beleid. Hij verandert nooit Zijn be... Hij is de onveranderlijke God. In Amos 3:7 zei Hij dat Hij niets op aarde zou doen tenzij Hij het eerst openbaarde aan Zijn dienstknechten de profeten. En zo zeker als dat Hij het beloofde, zal Hij het doen.
132 Nu, wij zijn door de gemeentetijdperken heen gekomen, maar ons is beloofd dat in de laatste dagen overeenkomstig Maleachi 4, er opnieuw een terugkeer zou zijn, een profeet in het land. Dat is waar! Let op zijn natuur, hoe hij zou zijn. Hij is altijd... God gebruikt die geest vijf keer: eenmaal in Elia, in Elisa, en Johannes de Doper, voor het uitroepen van de gemeente, en voor het overblijfsel van de Joden; vijfmaal, "genade", J-e-z-u-s, g-e-l-o-o-f, en het is het getal van genade. Ziet u? Goed.
133 Nu, onthoud, de boodschap is beloofd. En wanneer al deze geheimenissen allemaal zo dichtgebonden zijn door een groep geestelijken, zal er een rechtstreekse profeet van God nodig zijn om het te openbaren. En dat is precies wat Hij beloofde te doen. Ziet u?
134 Nu, onthoud, het Woord des Heren komt tot de profeet, niet tot de theoloog, de profeet. Hij is een reflector van Gods Woord. Hij kan niets zeggen; hij kan niet zijn eigen gedachten uitspreken; hij kan alleen uitspreken wat God openbaart. Zelfs de profeet Bileam, toen hij beproefd werd om omgekocht te worden, om zijn rechten te verkopen, zei: "Hoe kan een profeet iets zeggen, dan hetgeen God in zijn mond legt?" Dat is iets dat God doet, zodat u niets anders kunt zeggen. En u wordt zo geboren.
135 Net zomin als dat u zou kunnen zeggen: "Ik kan mijn ogen niet opendoen", terwijl u kijkt. Ziet u? U kunt niet zeggen dat u uw hand niet kunt uitsteken als u het wel kunt. Ziet u? U kunt geen hond zijn, als u een menselijk wezen bent. Ziet u? U bent gewoon zo gemaakt, en God heeft ook altijd... in de tijden van Jesaja, Jeremia, en alle... Elia, in de tijdperken die voorbijgingen, wanneer de kerkelijke groep alles door de war had gehaald, zou Hij een profeet zenden, hem uit het niets doen opstaan. Hij zal tot geen van hun situaties behoren, en Zijn Woord spreken; van het toneel geroepen worden en heengaan, gewoon stoere mannen van Gods waarheid.
136 En het is altijd de manier waarop u hem zou herkennen. Hij zei: "Indien er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet..." Nu, profeten... Er bestaat zoiets als een gave van profetie in de gemeente, maar een profeet is voorbestemd en verordineerd voor het uur. Ziet u? Jazeker!
137 Nu, als een profetie uitgaat, moeten twee of drie het beoordelen of het juist is of niet, voor de gemeente het kan ontvangen. Maar niemand kon voor een profeet worden gesteld, omdat hij absoluut het Woord van God was. Hij was dat Woord in zijn tijdperk. U zag God weerkaatsen...
138 Nu, God heeft beloofd ons dat opnieuw te zenden in de laatste dagen, om de bruid uit die kerkelijke verwarring te brengen, op de enige manier waarop het kan worden gedaan. Het zal nooit worden gedaan... De kerk kan Christus niet ontvangen. De Pinkstermensen, wij kunnen deze boodschap niet doorgeven in de toestand waarin de gemeente heden is. Hoe zullen wij de eindtijd gaan vervullen in de toestand waarin men vandaag is, wanneer ieder tegen de ander is en al dat andere, en zo kerkelijk? O, genade. Het is een warboel. Het is allemaal in denominaties overgegaan. En elke keer vraag ik elke geschiedkundige het tegendeel te zeggen. Elke keer als een boodschap uitging op de aarde, en wanneer ze het organiseerden, stierf het precies daar. En Pinksteren heeft hetzelfde gedaan als zij allemaal; het Pinksteren dat eruit kwam.
139 U, Assemblies of God, toen uw voorvaderen en moeders destijds uit die organisatie van de oude Algemene Raad kwamen, jubelden ze en prezen ze God en spraken tégen die dingen. En u hebt zich omgekeerd als een hond naar zijn braaksel en als een zeug naar haar modderpoel en hebt hetzelfde gedaan als zij; en nu bent u zo kerkelijk, dat u uw gevoelens van mededogen hebt toegesloten, en men moet een lidmaatschapskaart hebben voor men zelfs maar nauwelijks met u kan samengaan.
140 En u, Eenheidsgemeente, God heeft u net zo'n boodschap gegeven en in plaats van dat u voortgaat en nederig blijft, voorwaarts gaand, moest u dat loslaten en uw groep organiseren. En waar bent u allemaal terechtgekomen? In dezelfde pot. Dat is het precies! Maar Gods Geest gaat door. "Ik, de Here, zal planten; Ik zal het bewateren dag en nacht, opdat niet iemand het..."
141 Hij bepaalde dat deze dingen er moesten zijn en Hij moest dit zenden. Het eerste wat komt wanneer Hij begint af te dalen van de hemel... er is een roep! Wat is het? Het is een boodschap om de mensen samen te brengen. Een boodschap komt eerst voort. Nu is het tijd om de lamp in orde te maken. Sta op en maak uw lampen gereed. Welke wake was dat? De zevende, niet de zesde, de zevende. "Zie, de Bruidegom komt. Sta op, maak uw lampen gereed." En zij deden het. Sommigen van hen ontdekten dat ze zelfs helemaal geen olie in hun lamp hadden. Ziet u? Maar het is tijd om uw lamp in orde te maken. Het is de tijd van Maleachi 4, wat Hij beloof... Het is Lukas 17. Het is Jesaja... Al die profetieën die volmaakt op orde gezet kunnen worden voor deze dag in de Schriften, wij zien het hier precies levend. Er is geen...
142 Zie deze dingen gebeuren, mijn dierbare broeder, zuster, terwijl God in de hemel weet dat ik op ditzelfde ogenblik op dit podium zou kunnen sterven. U behoorde even een pas op de plaats te maken. Het is gewoon... Het is geweldig, wanneer u God van de hemelen ziet komen, staan voor groepen mensen, en daar staand, Zich verklarend, precies zoals Hij ooit deed... Dat is de waarheid, en deze Bijbel ligt open. Ziet u? Wij zijn hier!
143 En het denominatiesysteem is dood, het is afgelopen, het zal nooit meer opstaan. Het zal worden verbrand. Dat doet u met het kaf op het veld. Vlucht eruit weg. Kom in Christus. Zeg niet: "Ik behoor tot de Methodisten!"; "Ik behoor tot de Baptisten!"; "Ik behoor tot de Pinkstermensen!" Gaat u in Christus. En als u in Christus bent, staat er hierin geen woord geschreven of u gelooft het. Het kan mij niet schelen wat iemand anders zegt. En dan maakt God dat die zaak gemanifesteerd wordt, omdat u... Wanneer Hij de Geest op het Woord uitgiet, wat gebeurt er? Het is net zoals water gieten op enig ander zaad. Het zal leven, en het zal voortbrengen naar zijn aard.
144 U zegt: "Ik ontving de doop van de Heilige Geest." Dat betekent niet dat u gered bent. In de verste verte niet.
145 Kijk eens hier, u bent een drievoudig wezen. U bent... Binnen in deze kleine makker hier is een ziel, vervolgens is er een geest, en vervolgens is er een lichaam. Nu, u hebt vijf zintuigen in dit lichaam om contact te onderhouden met uw aardse thuis. Zij hebben geen contact met de rest. U hebt vijf zintuigen van de geest hier, liefde en bewustzijn enzovoort. Maar hierbinnen is het waar u leeft. Dat is wat u bent.
146 Zei Jezus niet dat de regen valt op de rechtvaardige en de onrechtvaardige? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Plant hierbuiten een dolik en een tarweplant en giet er water op, en bemest ze en dergelijke. Zullen zij niet beide leven door hetzelfde water? ["Amen."] Zeker! Wel, wat is het? Eén zal een dolikvrucht dragen, want dat is alles wat hij is. De dolik zal zijn handen opheffen en precies zo juichen als de tarweplant.
147 Zegt de Bijbel niet dat er in de laatste dagen valse christussen zullen komen? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Geen valse Jezussen nu, valse christussen, gezalfden, vals gezalfd naar het Woord. Denominationeel gezalfd, maar niet naar het Woord, want het Woord zal getuigenis afleggen van Zichzelf. Het heeft niets anders nodig; het zal getuigenis afleggen van Zichzelf. En er zullen vals gezalfden komen. U hebt mijn band daarover. En dat zijn gezalfden... O, als u een van hen zou roepen en zeggen: "O, bent u een Jezus?", "O, zeker niet!" Daar zouden zij niet voor instaan. Maar wanneer het komt tot: "O, glorie, ik heb de zalving..." En het is een waarachtige zalving.
148 Herinner u, Kajafas had het ook en hij profeteerde. En ook Bileam had het en profeteerde, maar dat heeft niets te doen met deze binnenkant. Tenzij het Gods zaad was, Zijn zaadkiem van den beginne, voorbestemd, is het met u afgelopen. Het kan mij niet schelen hoeveel u jubelt, in tongen spreekt, rent, schreeuwt; dat heeft er niets mee te maken. Een dolik kan net zoveel meedoen als welk van hen ook. Ik heb heidenen zien opstaan en juichen, in tongen spreken, en bloed drinken uit een mensenschedel en de duivel aanroepen. Ziet u? Dus wenst u geen van die sensaties en zo; vergeet het. Het is uw hart in dat Woord, en dat is Christus. Breng het daarbinnen en let er op hoe het zichzelf bekendmaakt, gewoon als het opengaat zoals elk ander zaad, en zich betuigt voor het tijdperk waarin het leeft.
149 Luther kon niets anders voortbrengen dan scheuten. Deze anderen brachten deze andere zaken voort. Nu zijn wij in het tarwetijdperk. Lutheranen, echte Lutheranen, moesten waarachtige Lutheranen voortbrengen. Waarachtig Pinksteren moest waarachtig Pinksteren voortbrengen. Dat is alles. Maar wij zijn dat tijdperk gepasseerd en gaan door.
150 Weet u dat de Katholieke kerk begon bij Pinksteren? En als de Pinksterkerk tweeduizend jaar zou standhouden, zou ze in een slechtere toestand zijn dan het Katholicisme nu is. Zo is het precies! Nu, ik zeg dat tot mijn broeders en mijn zusters die ik liefheb, en God weet dat. Maar bedenk, vrienden, ik moet u ginds ontmoeten bij het oordeel. En dat duurt misschien niet al te lang meer. Ik moet getuigenis afleggen van wat de waarheid is.
151 Toen ik uitging in de samenkomsten bij u, biddend voor de zieken, was het fijn, maar wanneer ik kom met een boodschap... Als er welke boodschap ook uitgaat, als het een ware boodschap is, als het de waarachtige is met onvervalste wonderen van God en het blijft alleen bij die organisatie, dan weet u dat het niet van God is, omdat die zaak reeds is verklaard. Jezus ging heen en genas de zieken teneinde de blik van de mensen te vangen, daarna kwam Zijn boodschap. Dat is juist! Het moet iets hebben wat God naar voren zal gaan brengen. Goddelijke genezing is... Wonderen zoals dat trekken slechts de aandacht van de mensen. De diepere zin ervan is de boodschap. Daar ligt de zaak. Het is wat hier van binnenuit komt. Hij is aan het proberen de gunst van de mensen te winnen, zodat zij zullen gaan zitten om naar Hem te luisteren. Ziet u? Want er zijn daarbinnen sommigen die verordineerd zijn tot leven. En iets van het tarwegraan viel op de grond en de vogels pikten het op. Een ander deel viel tussen doornen, en een deel viel op toebereide grond, tevoren toebereide grond, en dat bracht voort.
152 Nu, het eerste is (het klinken... het eerste is een bazuin en een... of een stem...) een roep, vervolgens een stem en dan een bazuin. Geroep, een boodschapper die de mensen gereedmaakt. Het tweede is een stem van de opstanding. Dezelfde stem, een luide stem, die in Johannes 11:38–44 Lazarus uit het graf riep. De bruid samenbrengend, en dan het opwekken van de doden (ziet u?), om ermee te worden opgenomen. Nu, let op de drie dingen die plaatsvinden.
153 Wat is het volgende? Het was een bazuin. Een stem... een geroep, een stem, een bazuin. Nu, het derde is een bazuin; welke altijd bij het feest der bazuinen de mensen naar het feest roept; en dat zal de maaltijd van de bruid zijn, de maaltijd des Lams met de bruid in de lucht. Zie?
154 Kijk, het eerste wat voortkomt is Zijn boodschap die de bruid samenroept. Het volgende is de opwekking van de slapende bruid, degenen die zijn gestorven in de vroegere tijdperken. Zij worden samen opgenomen, en de bazuin, het feest in de hemelen, in de lucht. Wel, dat is de zaak die plaatsvindt, vrienden.
155 Wij zijn daar nu precies gereed. Het enige nog: de gemeente die eruit komt, moet voor de Zoon liggen om te rijpen. De grote maaidorsmachine zal na een poosje voorbijkomen. De tarwe... zal worden verbrand, de stengels, maar het graan zal worden verzameld in de schuur. Ziet u?
156 U bent geen blinde mensen. U bent verstandige mensen en als ik hier zou staan en die dingen zou zeggen ten nadele... Ik zeg het omdat het leven is, omdat ik verantwoordelijk ben tegenover God om het te zeggen. En ik moet het zeggen. En mijn boodschap... Heel de tijd wist ik dat, vroeger onder de genezing enzovoort, dat het alleen was om de aandacht van de mensen te trekken, wetend dat de boodschap zou komen. En hier is het.
157 En die zeven zegels gingen open, die geheimenissen en die dingen tonend die zijn gebeurd. Ik wist het niet, maar er zijn hier nu mannen die vlak bij mij stonden toen u allen mij die preek hoorde prediken: Heren, hoe laat is het? En die morgen precies waar werd gezegd dat het zou gebeuren, stonden daar zeven engelen, regelrecht uit de hemel. En toen zij opvoeren en die wervelwind hen naar boven had gedragen – wij stonden te kijken terwijl zij weggingen – nam de wetenschap de foto ervan, in al de staten tot ginds in Mexico. En toen ik daar aan het kijken was...
158 Op een dag toen ik over deze zeven gemeentetijdperken begon te prediken, en ik Jack Moore opbelde, een groot theoloog, zei ik: "Jack, wie is deze Persoon, Die daar staat; 'Daar staat Iemand als de Zoon des mensen, met haren zo wit als wol'?" Ik zei: "Hij was een jonge Man; hoe zou Hij haar kunnen hebben zo wit als wol?"
159 Hij zei: "Broeder Branham, dat was Zijn verheerlijkte lichaam." Dat deed de bel niet rinkelen. Maar toen ik de kamer inging en begon te bidden, liet Hij mij weten wat het was.
160 Ziet u, ik heb altijd gepredikt dat Hij de Godheid was, niet slechts een man; Hij was God gemanifesteerd in het vlees. God, het attribuut van de God van liefde. De grote attributen die neerkwamen, hier op aarde getoond, van God. Jezus was Gods liefde, hetwelk een lichaam bouwde, waarin Jehova Zelf woonde. Hij was de volheid van de Godheid lichamelijk. Wat God was, manifesteerde Hij door dat lichaam. Dat lichaam moest sterven, zodat Hij de bruid kon wassen met Zijn bloed.
161 En let op, de bruid is niet alleen gewassen, vergeven, maar zij is gerechtvaardigd. Ziet u? Hebt u ooit het woord rechtvaardigen onderzocht, om te zien wat het betekent? Nu, bijvoorbeeld, als broeder Green hoorde dat ik had gedronken of dat ik slechte dingen had gedaan en dan ontdekte dat ik het niet gedaan had, en hij zou komen zeggen: "Ik vergeef u, broeder Branham."
162 "U mij vergeven? Ik heb het nooit gedaan. Waar vergeeft u mij voor?" Ziet u? Maar als ik schuldig ben, dan kan ik vergeven worden, maar ik ben nog steeds niet rechtvaardig, omdat ik het dééd. Maar het woord gerechtvaardigd betekent 'alsof u het nimmer hebt gedaan' – gerechtvaardigd. En dan, het bloed van Jezus Christus reinigt ons zó van zonden, dat het gedaan wordt in het boek van Gods vergetelheid. Hij is de Enige Die het kan doen. Wij kunnen het niet. Wij kunnen vergeven, maar niet vergeten.
163 Ik zou u kunnen vergeven, maar ik zal mij altijd herinneren dat u deze kwade dingen hebt gedaan. Dan bent u niet rechtvaardig, u bent vergeven. Maar in de ogen van God is de bruid gerechtvaardigd. Zij heeft het in de eerste plaats nooit gedaan. Amen. Ze staat daar, gehuwd met de deugdzame Zoon van God, ze zondigde helemaal nooit. Waarom? Zij werd voorbestemd; zij werd hierin verstrikt. En nu, toen zij de waarheid hoorde en te voorschijn kwam, reinigde het bloed haar. En zij staat daar deugdzaam. Ziet u? Geen enkele zonde op haar.
164 Daarom, de boodschap roept de bruid bijeen. Ziet u? De roep en de bazuin. Dezelfde met een luide stem, Hij riep het uit met die roep en een stem en wekte Lazarus op. Met een luide stem riep Hij: "Lazarus, kom uit!" Ziet u? En de stem wekt de slapende bruid op, de slapende doden.
165 En de bazuin, "met de klank van de bazuin", en wanneer dat gebeurt, roept het... Een bazuin riep altijd Israël naar het feest der bazuinen (ziet u?), wat een Pinksterfeest was, het grote feest in de lucht en het feest der bazuinen... En nu, een bazuin kondigde een samenroeping aan: "Kom tot het feest." En nu, dat is het avondmaal van het Lam in de lucht (nu, let op) – het samen verenigen in de bruid, het feest der bazuinen, het bruiloftsmaal.
Wij hebben het in typen gezien. Nu, let even op voordat we sluiten.
166 Let op, wij hebben het in typen gezien. Nu, als u wilt lezen in Matthéüs 18:16, er staat dat er drie zijn die getuigenis afleggen. Ziet u? In 1 Johannes 5:7 enzovoort... Drie is altijd een getuige. Is dat waar? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het is een bekrachtiging, iets dat juist is. Drie getuigen leggen... "Opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta."
167 Nu let op, wij hebben drie getuigen gehad. Drie is een getuigenis. Nu, wij hebben reeds drie opnamen gehad in het Oude Testament (wist u dat?) als een getuigenis. Nu let op! Henoch was er een; Elia was de andere; en Jezus was de volgende. Jezus Die nu de Sluitsteen is, Hij legt getuigenis af. Ziet u? Hij was de Sluitsteen tussen het Oude en het Nieuwe Testament, omdat Hij eerst moest sterven en toen worden opgenomen. Hij stierf, kwam tot leven en wandelde hier bij ons rond en werd toen opgenomen, omdat Hij de Sluitsteen was Die de twee samenbond. Na Zijn opstanding en opname (kijk!), nadat Hij dat deed en bewees dat het Oude Testament daar... wij weten allemaal dat Henoch werd opgenomen in de hemel. Wij weten dat Elia werd opgenomen door een wervelwind (is dat juist?) in een vurige wagen. En Jezus stierf, werd begraven en stond op en leefde hier op aarde en werd toen opgenomen, de Sluitsteen. Er zijn er drie die getuigenis afleggen. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]
168 Nu, er is al één opname geweest. Wist u dat? Laten wij zien of wij dat niet snel kunnen lezen. Laten wij Matthéüs nemen, het zevenentwintigste hoofdstuk, en laten wij nemen, ongeveer, het vijfenveertigste vers van Matthéüs, het zevenentwintigste hoofdstuk. Laten wij zien of wij dat niet heel vlug kunnen nemen en kijken of wij er niet een klein stukje uit kunnen nemen, het zou ons helpen. Heel vlug, 27:45. Ik geloof dat ik het hier heb opgeschreven. Laten wij lezen.
En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTANI! dat is : Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!
En sommigen van die daar stonden, dat horende, zeiden: Deze roept Elia.
En terstond een van hen, toelopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken.
Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elia komt, om Hem te verlossen.
En Jezus, weer met een grote stem roepende, gaf... (Een luide stem, grote stem, let op, toen Jezus stervende was, schreeuwde Hij met een luide stem) ... gaf de geest.
En ziet, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden.
En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt;
En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
169 Eén opname is geschied. Drie zijn er gebeurd in het Oude Testament van hen die voorbereid waren, tot wie het Woord van de Here kwam. Ziet u? Het Woord van de Here kwam tot Henoch. Het Woord van de Here kwam tot Elia. Hij was een profeet. Ziet u? Het Woord van de Here was Jezus. Ziet u?
170 Kijk in het Oude Testament, die Oudtestamentische heiligen nu, toen deze opname de eerste keer plaatsvond. Let op vers 50: Zijn luide stem wekte de Oudtestamentische heiligen, precies zoals de luide stem Jezus wekte – of Lazarus wekte. De luide stem wekte hem. En de tweede wordt vervuld in 2 Thessalonicensen het vierde hoofdstuk. Laten wij even lezen... Wij lazen het juist enkele ogenblikken geleden. Ziet u? "Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt gelijk..." Dat is 1 Thessalonicensen 4:12–18. Dat zal de tweede opname zijn. De tweede opname zal het wegnemen van de bruid zijn.
171 De Oudtestamentische heiligen zijn Zijn tegenwoordigheid ingegaan, het paradijs werd weggedaan. En de Oudtestamentische heiligen voeren op bij Zijn luide stem, toen Hij schreeuwde en de geest gaf. Waarom? Het offer, de verzoening voor hun zonden, waarop zij hadden gewacht... Gelovend dat dat volmaakte Lam komende was, hadden zij het offer van het lam geofferd. En toen Hij stierf en de geest gaf, schreeuwde Hij met een luide stem en de Oudtestamentische heiligen ontwaakten. Let op de roep en de stem hier, hetzelfde bij Zijn komst. Ziet u? "Gaf de geest" en toen Hij dat deed was het offer volmaakt, het paradijs stroomde leeg en de Oudtestamentische heiligen kwamen weer naar de aarde, ze wandelden rond op aarde en gingen met Hem binnen bij Zijn opname.
172 David zei daar: "Heft uw hoofden op, gij eeuwige poorten, en verheft u."
173 "Hij heeft de gevangenis gevangen genomen, en heeft de mensen gaven gegeven", en de Oudtestamentische heiligen gingen met Hem binnen. Zij zeiden: "Wie is deze Koning der gerechtigheid?"
174 "De Koning der ere, machtig in heerscharen... der machtige heerscharen." Hier komen zij binnen, marcherend. Jezus leidde de gevangenis gevangen, en hier komt Hij met de Oudtestamentische heiligen, en ging de nieuwe poorten daarboven binnen en zei: "Heft op gij eeuwige poorten en wordt opgeheven, opdat de Koning der ere inga."
De stem klonk van binnenuit en zei: "Wie is de Koning der ere?"
175 "De Here, geweldig in de strijd." De poorten vlogen open. En Jezus, de Overwinnaar, nam de gevangenis gevangen, hen die in Hem hadden geloofd, en het Woord was tot hen gekomen. Daar liggen de Oudtestamentische heiligen te wachten. Hij nam de gevangenis gevangen, voer op in de hoge, nam de Oudtestamentische heiligen en ging binnen. Er is al één opname geweest.
176 De volgende opname die plaatsvindt (2 Thessalonicensen), is voor de gemeente, de bruid, om te worden opgewekt, om te worden opgenomen in de heerlijkheid. "Wij die leven en achterblijven", dat is het lichaam dat op aarde is achtergebleven, "zullen hen niet voorgaan, of hinderen, die ontslapen zijn; want de bazuin Gods zal eerst klinken, en de doden in Christus zullen opstaan." Ziet u? "En wij die leven en overblijven, zullen worden opgenomen samen met hen."
177 Onlangs stond ik op de hoek van de straat. En ik stond op... Ik stond op de hoek van de straat en keek naar de parade van Wapenstilstandsdag. Toen deze voorbij trok door de straat, stond ik daar met mijn zoontje Jozef. Er kwamen... als eerste kwamen de oude tanks uit de eerste wereldoorlog voorbij, kleine, oude tanks. Daarna kwamen de Sherman-tanks van de nieuwe oorlog en de grote kanonnen met hun vuurmonden en... teruglooprem erop enzovoort. Daarna kwamen de soldaten, de goudenster-moeders. En toen kwam er een wagen met het... daar... En toen kwam daar een wagen, en op de voorzijde ervan was een graf voor de onbekende soldaat. En er stond een soldaat daar, staande op wacht bij het graf. Er stond een marinier aan de ene kant en een matroos aan de andere kant. En daar was een scheidslijn getrokken, en aan de andere zijde zat een goudenster-moeder. Zij had haar jongen verloren. Er stond een jonge vrouw met haar hoofd voorover op de tafel te huilen, een kleine haveloze jongen zat ernaast en de tranen stroomden over zijn gezicht. Hij had zijn pappie verloren. Ik dacht: "Wat een droefheid; ik sta hier te kijken en zie die oude... Slechts een paar van de soldaten zijn overgebleven en marcheren hier voorbij, verminkt en oud, zoals dat, met hun uniformen, maar ze trots tonend omdat zij Amerikanen waren."
178 Ik dacht: "O, mijn God." Op een dag zal er een bazuinstoot van de hemel komen en de doden in Christus zullen eerst opstaan. De Oudtestamentische heiligen van vroeger, die wachten, zullen tevoorschijn komen en daar eerst uitkomen en in de opstanding gaan. Wij zullen er regelrecht op volgen en de hemelen ingaan, deze oude sterfelijke lichamen veranderd en gemaakt gelijk Zijn eigen heerlijk lichaam. Wat een parade zal dat zijn, wanneer deze een dezer dagen hemelwaarts begint te gaan, in die opnametijd, die voor ons ligt, o, trots het bloed van Jezus Christus tonend op hun borst, de boodschap van God in het uur waarin zij leefden. Dat is het uur waar wij naar uitzien, broeder.
179 Kijk (tijdens het sluiten nu), de tweede opstanding, de eerste is voorbij. De tweede is nu nabij, zal nu spoedig komen.
180 Nu, de derde is die van de twee getuigen uit Openbaring 11:11 en 12, daar deze degenen zijn die terugkeren met de Geest van Christus om te getuigen tot de Joden, zoals Jozef deed tot zijn broeders. U herinnert zich dat hun dode lichamen op straat lagen voor drieëneenhalve dag. Toen kwam de geest des levens in hen en werden zij opgenomen, opgenomen in de hemel. Daar zijn uw drie opnamen van het Nieuwe Testament. Drie opnamen van het Oude Testament; die zijn allemaal voorbij.
181 Nu, wij zijn gereed, wachtend op de opname, de opname van de heiligen. Het is gesproken en zo zal het zijn.
182 Wanneer God iets zegt, alle hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar dat Woord zal nooit falen. Toen God daar in Genesis 1 zei: "Er zij licht", heeft het misschien honderden jaren geduurd voor er enig licht was. Hij zei: "Laat er een palmboom zijn; laat er een eikenboom zijn; laat er een woestijn zijn; laat er een berg zijn; laat dit er zijn." Hij sprak het, ziet u? En zolang het Zijn mond uitging in een woord, moet het gemanifesteerd worden. Het móet. Wanneer...
183 Toen riep Hij op een dag Zijn volk eruit. En Hij had tot een man gesproken, genaamd Mozes, door een vuurkolom, een licht, een heilig, gewijd vuur. En Mozes wilde niet... Het volk wilde Mozes niet geloven, dus zei Hij: "Breng hen naar deze berg."
184 Die morgen was de berg helemaal vol vuur, en weerlicht en donderslagen en dergelijke, en het volk zei: "Laat God niet spreken; laat Mozes spreken (ziet u?), opdat wij niet vergaan."
185 God zei: "Ik zal niet meer tot hen spreken op deze wijze, maar Ik zal hun een profeet doen opstaan. Ik zal door hem spreken en als wat hij zegt, zal komen te geschieden, dan zult gij hem horen, omdat Ik met hem ben." Nu, Hij sprak dat. Hij zei dat het zou komen te geschieden.
186 Kijk naar deze profeet Jesaja die daar stond, een man, intelligente man, een man die goed bekend stond bij de koning, omdat hij had gewoond bij Uzzia. De koning, die een groot man was, probeerde eens de plaats van een prediker in te nemen en ging binnen en werd geslagen met melaatsheid. En dat is wat ik de Zakenlieden vertelde; probeer nooit de plaats van een prediker in te nemen, o nee! Blijf precies waar u bent. Ziet u? U doet uw werk, wat God u gaf en vertelde. Als u een vinger bent, kunt u nooit een oor zijn. Als u een oor bent, zult u nooit een neus zijn, neus of oog. Ziet u? Blijf in uw positie.
187 Onlangs hoorde u de uitzending van die boodschap: Proberend God een dienst te bewijzen. David, de gezalfde koning, heel het volk jubelde en riep dat het in orde was, maar hij had nooit Gods profeet geraadpleegd. En een man stierf, en de hele zaak was bedorven. Probeer niet om God een gunst te bewijzen. Wacht totdat het Gods tijd is. Laat het komen op Zijn wijze van doen. "Ik zal deze grote zaak beginnen, het zal dit teweegbrengen." Wees voorzichtig, broeder.
188 Nu, David wist wel beter. Nathan was in het land in die dag. Hij werd zelfs niet eens geraadpleegd. Ziet u? Hij raadpleegde oversten over honderden en duizenden. Alle mensen jubelden en schreeuwden en dansten. In plaats van... Zij hadden alle religieuze bewegingen, maar het was niet in de lijn en de orde van Gods Woord, en het faalde. Al het andere dat niet overeenkomstig de orde van Gods Woord is, zal falen. Alleen Gods Woord zal voor immer standhouden. "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord niet."
189 Let op Jesaja, die intelligente jongeman die daar staat. Plotseling viel de Geest op hem. Hij kon niets anders zeggen, hij was een profeet. Hij zei: "Zie, een maagd zal zwanger worden." "Een Zoon is ons geboren; een Kind is geboren, een Zoon is gegeven. Zijn Naam zal worden genoemd Raadsman, Vredevorst, Machtige God, Eeuwige Vader. Het einde van... Zijn heerschappij zal op Zijn schouders zijn. Het einde van de... Er zal geen einde zijn aan Zijn heerschappij." Hoe kon die man door zijn verstand zeggen dat een maagd zwanger zou worden? Iedereen zag ernaar uit. Het was gesproken; het was: ZO SPREEKT DE HERE. Het moest komen te geschieden, omdat het evenzeer Gods Woord was als in Genesis, toen Hij die zaden diep beneden onder de zee plantte, toen het woest en ledig was, en water over de afgrond. Zie, het moest komen te geschieden.
190 En op een dag, achthonderd jaar later, ontving de schoot van een maagd het Zaad van God, een geschapen Zaad. Zij bracht een Zoon voort. Diezelfde Zoon stond daar op een dag en zei: "Lazarus, kom uit." En een man die vier dagen dood was geweest en verrot, zijn neus ingevallen, stonk, hij kwam eruit. Zei: "Verwonder u hierover niet, want het uur komt (amen!) wanneer allen die in de graven zijn, de stem van de Zoon van God zullen horen." Dus toen is het gesproken; het moet komen te geschieden. Er zal een opname gaan zijn.
191 O my! Ik herinner me juist mijn laatste boodschap in Californië, waarheen ik dacht dat ik nooit terug zou gaan, toen ik had voorzegd dat Los Angeles onder de oceaan zal verdwijnen. ZO SPREEKT DE HERE, zij zal het! Het is met haar gedaan, ze is gevallen, het is afgelopen met haar. Welk uur? Ik weet niet wanneer, maar zij zal zinken. Direct nadat de aardbevingen beginnen te schokken en te springen.
192 Herinner u, velen van u mannen die daar stonden bij die rots, die dag toen die engel daar neerkwam en dat licht en vuur van de hemel viel rondom de rots waar wij stonden. Stenen vlogen uit de berg en vielen daar in het rond neer. En ze liet driemaal een harde slag horen. Ik zei: "Oordeel zal de westkust treffen." Twee dagen later zonk Alaska bijna.
193 Onthoud, dezelfde God Die dat zei, zei dat Los Angeles verdoemd is. Het is afgelopen met haar. Ik weet niet wanneer; ik kan het u niet vertellen.
194 Ik wist niet dat ik dat zei. Maar deze broeder hier, het was geloof ik... Nee, een van de Moseleys, geloof ik, sprak mij daarginds buiten op de straat. Ik wist niet wat het was, totdat ik terugkeek. En ik keek terug in de Schrift, en Jezus zei: "Kapernaüm, Kapernaüm, hoe dikwijls... Gij die u hebt verheven (liever gezegd) in de hemel, zult neergebracht worden in de hel. Want indien de machtige werken die in u zijn gebeurd in Sodom waren gedaan, zou het heden nog bestaan hebben." Ongeveer honderdvijftig jaar daarna – Sodom was reeds in de aarde – Kapernaüm is heden ook in het water.
195 En diezelfde Geest Gods Die al deze dingen deed en al deze dingen zei, zei daar: "O, stad Kapernaüm, die u zelf noemde met de naam der engelen (Los Angeles). Hoe hebt gij uzelf tot in de hemel verheven. (De wortel en zetel van Satan zelf, ziet u.) Gij hebt uzelf verheven."
196 Predikers, voor hen is het een kerkhof. Goede mannen gaan daarheen en sterven als ratten. Wat een verwoesting.
197 "U, die uzelf met de naam der engelen noemt, indien de machtige werken in Sodom waren gedaan die in u werden gedaan, zou het heden hebben bestaan. Maar uw uur is gekomen." Let maar op en zie. Als het niet zo is, ben ik een valse profeet. Ziet u? Daar is zij, zij ligt daar.
198 Ik herinner me die avond... Voor ik dat zag, zag ik de voorschouw van de bruid. Ik stond daar en zag een mooie, kleine dame, helemaal correct gekleed en zo, deze kant op marcherend. Er stond Iemand naast mij in het visioen en ik keek. Zij zeiden: "De voorschouw van de bruid." Ik zag haar voorbijgaan. Zij kwamen aan deze kant en liepen rond.
199 En ik hoorde het aankomen, de kerk kwam aan van deze andere kant. Daar kwam de Aziatische kerk. O, over vuil gesproken. Hier kwam de Europese kerk. O my! En toen hoorde ik rock-'n'-roll aankomen; en het was Miss Amerika, de kerk. Zij had zelfs helemaal geen kleren aan. Zij had papier, zoals kranten, grauw, voor zich houdend, dansend op rock-'n'-roll – Miss Amerika, de kerk.
200 Ik stond daar in Zijn tegenwoordigheid. Ik dacht: "O God, als prediker, als dat het beste is wat wij konden doen, o, o!" U weet hoe je je voelt. Toen dacht ik: "God, verberg mij; als ik hier slechts vandaan kon komen. Als alles wat we hebben gedaan, en dat is wat we hebben voortgebracht, als dat is..."
201 En toen die vrouwen voorbijgingen, allen allerlei soorten rock dansend enzovoort, en kort haar en geverfde gezichten. En terwijl zij op die manier voorbijgingen, die maagden voor Christus zouden moeten zijn... Toen ze op die manier voorbij ging, wendde ik mijn hoofd af, weet u, met... dat gewoon voor hen houdend, het was schandelijk, hun achterzijde. En daar gingen zij op die manier.
202 Ik wendde zo mijn hoofd af om te huilen. Ik zei... Ik kon het daar niet uithouden, terwijl Hij daar stond en ik wist dat ik een prediker was van de gemeente, en dat was wat ik had voortgebracht voor Hem. Ik zei: "O God, ik kan het niet aanzien. Laat mij sterven. Laat mij in het niet verdwijnen", en dergelijke.
203 En zodra het wegging – telkens als er een van hen kwam, gingen zij naar een bepaalde plek en verdwenen naar beneden, en ik hoorde alleen het geluid van het weggaan. Toen hoorde ik iets als "Voorwaarts Christenstrijders". En ik keek en hier kwam die heilige groep meisjes, helemaal precies zoals zij waren, allemaal correct gekleed, hun haar naar beneden hangend op hun rug, zacht, rein, marcherend op deze manier, op de maat van het Evangelie. Zij was het Woord. Het leek alsof er één uit elke natie was. Ik keek ernaar, terwijl zij voorbijgingen, en ik zag hen voorbijgaan. En in plaats van naar beneden te gaan, begonnen ze naar boven te gaan. En ik bemerkte dat een van hen probeerde, twee of drie van hen probeerden uit de rij te geraken, en ik schreeuwde: "Blijf in de rij!" En het visioen verliet mij en ik stond daar in die kamer te schreeuwen: "Blijf in de rij!" Een rij die...
204 Ik vraag mij af; zou het al voorbij kunnen zijn? Zou de bruid al geroepen kunnen zijn? Is dat wat we vandaag doormaken? Zij moet worden gevormd en gemaakt in het beeld van Christus, en Christus is het Woord. Dat is het enige. Ziet u, het is daarin, in het Woord, het is slechts... Ziet u, er kan niets aan worden toegevoegd. Het kan niet een vrouw zijn met de ene hand als een mens en de andere hand als een poot van een hond. Het moet precies het Woord van de Here zijn, zoals Hij het Woord is. De bruid is een deel van de Bruidegom. De vrouw is een deel van haar man, omdat zij uit de man genomen is. Eva was een deel van Adam, uit zijn zijde. En dat is de bruid ook, niet genomen uit de denominatie, maar genomen uit de boezem van het Woord van God voor deze dag.
205 De opname!
De bazuin van de Here zal schallen;
De doden in Christus zullen opstaan,
En in de heerlijkheid van Zijn opstanding delen;
Wanneer de gekozenen zich zullen verzamelen
Naar hun huis boven de hemel,
Wanneer de boekrol ginds wordt opgelezen...
(Laten wij allen proberen daar te zijn, vrienden.)
206 God zegene u. Het is gesproken; het moet komen te geschieden. Het zal komen te geschieden! En weinig... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... mensen, niemand wil sterven, niemand wil verloren zijn. Laat mij u vertellen, wat u ook doet, het maakt mij niet uit hoe goed u ook naar de kerk gaat en hoe trouw u bent aan de kerk... Dat is fijn, daar is niets tegen. U behoort naar de kerk te gaan. Doet u dat, blijf naar de gemeente gaan. Maar wat het ook is, werp al uw tradities weg en beweeg recht omhoog, Christus binnen, omdat het een dezer dagen zal bazuinen; en u zult worden gestrikt met het merkteken van het beest op u en niet weten wat het is, totdat het te laat is. Dat is precies juist!
207 God zegene u. Het spijt mij dat ik u heb vastgehouden. En bedenk, ik heb hen hier te lang gehouden, dat is juist. En de gave die u voor mij ophaalde, wat ik u niet had gevraagd om te doen, broeder... Dat is mijn... Dat is hoffelijkheid. Neem die en betaal dit motel voor de tijdsoverschrijding omdat ik het ophield. Ik had hier maar een paar dingen. Ik heb nog acht of tien bladzijden meer over de opname, maar ik had gewoon geen tijd om het door te geven.
208 God zegene u! Hebt u de Here Jezus lief? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Laat ons nu even stilstaan voor een ogenblik, rustig, eerbiedig. En bedenk wat ik heb gezegd. Herinner u, wij zijn in de laatste uren. Deze...
Natiën breken; Israël ontwaakt;
De tekenen die de Bijbel voorzegde;
De dagen van de heidenen zijn geteld,
Met verschrikkingen beladen.
Keer terug, o verstrooiden, naar uw eigendom.
De dag van verlossing is nabij;
De harten van de mensen begeven het van vrees.
Wees vervuld met de Geest,
Uw lampen gereed en helder.
Zie omhoog, uw verlossing genaakt. (Weet u dat?)
Valse profeten liegen,
Zij ontkennen Gods waarheid;
(Wij weten dat het allemaal waar is, is het niet?) [Leeg gedeelte op de band – Vert]
Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan Calvaries hout.
209 Hoevelen hebben Hem werkelijk lief? Steek uw hand op. Nu, ik wil dat u, terwijl wij dit opnieuw zingen, iemand dicht bij u de hand schudt en zegt: "God zegene u, pelgrim!" Wij zijn pelgrims, nietwaar? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Pelgrims en vreemdelingen.
Ik heb Hem lief, (dat is het, recht over de tafel) ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan Calvaries hout.
210 Wilt u de opname halen? [Samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Hoevelen zijn erin geïnteresseerd de opname te halen, zeg: "God, ik wil het halen met heel mijn hart." Houd vast aan Gods onveranderlijke hand. Kent u het lied? Kent u het, zuster? Houd vast aan Gods onveranderlijke hand. Ik weet niet waar... Waar staat het in? Wat is... Huh?
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Bouw uw hoop op eeuwige dingen,
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Houdt u daarvan?
Wanneer onze reis is voltooid,
Als u trouw bent geweest aan God,
Dan zal uw opgenomen ziel duidelijk en klaar,
Uw huis in heerlijkheid zien.
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Bouw uw hoop op eeuwige dingen,
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Ik wil dat u uw hoofd nu voor een ogenblik buigt.
Begeer niet de ijdele rijkdommen van deze wereld,
Die zo snel vergaan;
Zoek de hemelse schatten te verkrijgen,
Zij zullen nooit voorbijgaan!
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
Bouw uw hoop op eeuwige dingen,
Houd vast aan Gods onveranderlijke hand!
211 Nu, met uw hoofden gebogen en dit in gedachten, wetende dat wij onze hoofden buigen naar het stof waaruit wij werden voortgebracht, en op een dag zullen terugkeren; wetende dat u een ziel hebt daarbinnen die voor God verantwoording moet afleggen. En als u voelt dat u niet helemaal gereed bent voor die opname, als deze vanavond zou komen, en u zou willen dat er in het gebed aan u wordt gedacht, steek dan slechts uw hand op. Wij hebben geen plaats om een altaaroproep te doen. Uw altaar is hoe dan ook in uw hart. Steek uw hand op. God zegene u, u, u. My! "Ik voel dat ik niet gereed ben, broeder Branham. Ik wil werkelijk een Christen zijn. Ik heb het geprobeerd te zijn, maar er is altijd iets wat ontbreekt. Ik weet dat ik niet ben waar ik zou moeten zijn. Heb genade, God, ik steek mijn hand op, wees mij genadig." Nu, ongeveer twintig of dertig handen zijn reeds opgestoken in deze kleine groep. Meer gaan omhoog.
212 Dierbare God, Gij weet wat daar achter die hand is, daar beneden in het hart. Ik bid, dierbare God... Er is slechts één ding waarvoor ik verantwoordelijk ben, dat is om de waarheid te vertellen. En dierbare God, zij willen gered worden. Zij willen werkelijk... Zij willen niet iets wat gewoon een of andere emotie is, een of ander iets wat opgewerkt is, een of ander denominatiesysteem, een of andere geloofsbelijdenis, een of ander dogma dat toegevoegd is. Zij begrijpen, Vader, dat er het zuivere, onvervalste Woord van God voor nodig is. Al het andere zal voorbijgaan, zelfs hemelen en aarde, maar dit zal het niet. En als wij dat Woord zijn, zal de aarde onder ons voorbijgaan, maar wij kunnen nooit voorbijgaan, omdat wij dat Woord zijn, de bruid van de Bruidegom.
213 Ik bid nu voor iedereen, dat U het aan hen zult toestaan, Vader, is mijn oprecht gebed. En vergeef mij, Vader, dat ik zo nerveus ben vanavond, dat ik hier tot laat doorga, en beverig ben, en woorden zeg met horten en stoten. Grote Heilige Geest, voeg ze op een of andere manier aaneen op Uw eigen Goddelijke wijze. En geef ze over aan de harten van de mensen vanuit mijn hart, met de beweegreden en het doel dat ik in mijn hart ten opzichte van U heb. Wilt U het niet, Here? En red hen die gered kunnen worden en trek hen tot U, Here. En mogen we gereed zijn voor dat uur van de opname dat spoedig op handen is. Want ik vraag het in Jezus' Naam. Amen.
God zegene u. Nu de voorzitter van de conventie.