26 november

Dag 350

Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis, en vergaderden over Hem de ganse bende. En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om; En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter hand; en vallende op hun knieën voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En op Hem gespogen hebbende, namen zij de rietstok en sloegen op Zijn hoofd. En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den mantel af, en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen.
Jezus wordt door romeinse soldaten gekroond met een doornen kroon

En als ik Hem daarginds kan zien gaan, de tweede Adam, Die de heuvel opgaat, zie ik kleine vlekjes op Zijn rug. Ze worden groter, groter, groter, terwijl Hij verder loopt. Wat is het? Na een poosje wordt het één grote vlek. Ik hoor daar weer iets slaan. Wat is het? Daar gaat de tweede Adam, niet meer dan Jehova Zelf, Die neerkwam en vlees werd (Voor wat?), om zelfs naar de hel te gaan met Zijn lieveling; Christus, om Zijn bruid te verlossen. Halleluja! Hij zag het daarginds reeds in Adam. En Hij daalde af, werd vlees, Familie van ons, opdat Hij het menselijk ras Zelf kon huwen. Daar is Hij, daarginds op weg naar Golgotha.

En Hij loopt de heuvel op, en Zijn arme, kleine schouder schuurt, de oude bij van de dood zoemt om Hem heen: “Het zal niet lang meer duren of ik heb Hem.”

Voortdurend om Hem heen zoemend, en na een poosje moest hij Hem steken. Maar, vriend, u weet dat als een bij eenmaal iemand diep steekt, hij daarna niet meer kan steken. Hij trekt zijn angel eruit. Dus heeft hij geen angel meer. En ik vertel u dat dat de reden is waarom God hier op aarde vlees is geworden, om de angel des doods te pakken. En nu heeft de dood geen angel meer. De bij kan zwermen en zoemen, maar kan niet meer steken. “O dood, waar is uw angel? Graf, waar is uw overwinning?”

Maar Christus, de bloedverwant Verlosser heeft een weg ter ontkoming gemaakt voor iedere gelovige hier op aarde. De bij mag brommen; de bij mag zoemen; de bij mag proberen u bang te maken. Maar ik kan ginds naar Golgotha wijzen waar God Zelf werd vleesgemaakt, toen Hij de angel des doods pakte, en mijn plaats als een zondaar innam en de prijs betaalde. En Hij legde de welkomstmat voor mij neer om naar huis te komen. “Wie wil, die kome en drinke van de fonteinen van het water des levens om niet. Wie komt zal Ik geenszins uitwerpen.”

O my, geen wonder dat Paulus kon zeggen, toen hij hoorde hoe ze daarbuiten de bijlen slepen (ik stond een paar dagen geleden in zijn cel waar ze zijn hoofd afsloegen), en ze brachten de bijl naar binnen en de oude bij bromde om hem heen. Hij zei: “Nu heb ik je.”

Hij zei: “Dood, waar is jouw angel?” Hij was ginds op Golgotha achtergebleven. “Graf, waar is jouw overwinning? Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.”

Adam hield zoveel van Eva dat hij met haar wegging. Christus hield zoveel van de gemeente dat Hij met haar meeging. “Zo lief had God de wereld...” Adam ging met Eva mee terwijl ze fout was; ze was fout. Hij wist van het verkeerde; hij was onschuldig, maar zij was schuldig.

Maar Adam zei: “Ik ga met haar mee.”

En Christus keek naar de gemeente en wist dat zij verkeerd was, toch ging Christus met ons mee en nam ginds onze plaats in als een zondaar om voor ons te sterven, om de angel des doods voor ons te nemen. Zondaar, hoe kunt u zulk een onvergelijkelijke liefde afwijzen?


Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Gods dienstknecht Job   23 februari 1955

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...
English (Engels)